Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn
RIS123189A_10-JAN-2005
Voortgangsrapportage Programma Interculturalisatie en Diversiteit 2003-2004
Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Afdeling Interculturalisatie en Diversiteit, Emancipatie, Deconcentratie Programmamanagement Interculturalisatie en Diversiteit Den Haag, november 2004
2
Inleiding
3
Ontwikkelingen
4
Demografische gegevens; Prognoses; Achterstandscores; Onderwijs; Nieuw- en oudkomers; Jeugdwerkloosheid; Verslavingsproblematiek
Stand van zaken PID Jeugd en jongeren Rolmodellen; Meisjes emanciperen zich; In de verdrukking; Pleinaanpak; Participatie; Sluitende aanpak jeugdwerkloosheid ; Stageplaatsen VMBO-ers; Ondersteuning door welzijns- en zelforganisaties
Inburgering en volwassene neducatie Nieuw- en oudkomers; Begeleiding op maat; Taalstages; Inburgerkoppels; Toeleiding naar Werkkompas; Volwasseneneducatie op scholen; Taalcursussen OBV; Educatieve radio en tv
Diversiteit Drie grote vieringen; Kerst- en Lichtfeest; Suikerfeest; Holifusion; Wereldreis door eigen stad; Gebedsruimten Interculturalisatie Normen en waarden; Uitgaan in Den Haag; Buurtinterventieteams en Buurtvaders; Culturele en sociale verbondenheid; Alleenstaande ouderen; Sport; Traha Brug voor Antillianen en Arubanen; Somalische en andere Afrikaanse Hagenaars; ondernemerschap van migranten
Bijlagen: * Projectenoverzicht Stadsdelen * Feiten en Cijfers
9
3
Inleiding Het Programma Interculturalisatie en Diversiteit (PID) is onderdeel van het gemeentelijke integratiebeleid en vormt het beleidskader voor het interculturalisatie - en diversiteitsbeleid voor de Collegeperiode 2002-2006. Het PID kent een 3-sporenbeleid : Emancipatie in het kader van toerusting Het bevorderen van gelijke rechten en plichten. Daarbij dienen factoren die dat belemmeren weggenomen te worden. Dat zal leiden tot actief burgerschap, sociale en economische onafhankelijkheid en eigen verantwoordelijkheid. Interculturalisatie in het kader van toenadering Het investeren in en versterken (van het bewustzijn) van de multiculturele stad, door nadruk te leggen op de culturele diversiteit in de bevolkingssamenstelling en het creëren van onderling begrip, vertrouwen en binding. Het gaat hierbij om ‘beter twee loyaliteiten dan geen loyaliteit van burgers’. Bekeken vanuit instituties betekent interculturalisatie vraaggericht en multicultureel denken en handelen. Diversiteit in het kader van toegankelijkheid Dit komt neer op het zichtbaar erkennen en ruimte bieden aan culturele en groepsgebonden uitingsvormen en participatie van alle Hagenaars in het voorzieningenaanbod in de stad. Naast de verschillende gemeentebrede dienstbegrotingen heeft het integratie - en diversiteitsbeleid de beschikking over een stimuleringsbudget van € 3.2 miljoen dat gereserveerd is voor de uitwerking van PID. Het budget wordt in principe projectmatig ingezet voor stedelijke en stadsdeelgerichte initiatieven en experimenten met de bedoeling dat de projecten die hun meerwaarde hebben bewezen worden opgenomen in regulier beleid. In het eerste deel van deze voortgangsrapportage wordt een beeld gegeven van de stedelijke ontwikkelingen. Deze worden in bijlage 2 verder cijfermatig onderbouwd. De gegevens zijn ontleend aan de Stadsenquête, de Monitor Sociale Pijler, de Monitor Allochtone Hagenaars en het beleidsplan Reïntegratie 2005, die alle in 2004 verschenen zijn. In het tweede deel wordt de voortgang van de activiteiten vanuit het PID aangegeven. In de bijlage is een overzicht opgenomen van ingezette projecten in de stadsdelen en van de cijfermatige onderbouwing van de ontwikkelingen en is de Monitor Allochtone Hagenaars 2004 bijgevoegd.
*****
4
Ontwikkelingen Demografische gegevens Uit de Monitor Allochtone Hagenaars, 2004 (OIV, september 2004) blijkt nog steeds een toename van alle etnische minderheidsgroepen in Den Haag. Getalsmatig zijn de Turkse gemeenschap en migranten uit niet-geïndustrialiseerde landen het sterkst gegroeid (t.o.v. 1997 resp. + 7.912 en + 16.532). Relatief gezien is de Antilliaanse gemeenschap het sterkst toegenomen (+70,2% t.o.v. 1997).Anno 2004 heeft Den Haag 496.568 inwoners, waarvan ruim 45.000 Surinamers, ruim 31.000 Turken, 23.500 Marokkanen en ruim 11.000 Antillianen. Verder kent Den Haag een groep van 47.600 bewoners uit nietgeïndustrialiseerde landen. Met uitzondering van de groep uit Somalië zijn alle gemeenschappen uit niet-geïndustrialiseerde landen in omvang toegenomen. Migranten uit Indonesië vormen de grootste groep (4.416 inwoners). Andere relatief grote groepen zijn de Pakistani, Chinezen, Ghanezen, Irakezen en Egyptenaren. Het sterkst gegroeid zijn de Angolezen , Afghanen, Soedanezen, Irakezen en de groep uit de voormalige Sovjetunie. In zijn algemeenheid zijn vrouwen iets oververtegenwoordigd in Den Haag. Binnen de Turkse en Marokkaanse gemeenschap zijn de mannen in de meerderheid. De autochtone bevolking van Den Haag is gemiddeld ouder dan de Haagse allochtone bevolking. Turken en Marokkanen zijn gemiddeld genomen het jongst. De gemiddelde leeftijd van Haagse autochtonen is 42,5, die van Turken en Marokkanen respectievelijk 25,08 en 24,82 jaar. De gemiddelde leeftijd van Surinamers en Antillianen ligt rond de 30 jaar. De grootste concentratie Haagse allochtone Hagenaars bevindt zich in de stadsdelen Centrum (61,7%) en Laak (56,5%). Het aandeel Haagse allochtone inwoners is het laagst in Scheveningen (12,2%), Loosduinen (14,7%) en Haagse Hout (30%).Van alle 0-12-jarigen in het stadsdeel Centrum is 82,9% van Haagse allochtone afkomst. In Laak is dat 73,3% en in Escamp 57,9%. Bij alle leeftijdsgroepen ligt het aandeel Haagse allochtone inwoners in de stadsdelen Centrum, Laak en in iets mindere mate in Escamp (ver) boven het Haagse gemiddelde. In de Schilderswijk is 87,7% van de bevolking van Haagse allochtone afkomst. Verhoudingsgewijs is het aandeel Haagse allochtone inwoners het sterkst gegroeid in de wijken Bouwlust, Moerwijk, Morgenstond, Rustenburg-Oostbroek (alle vier gelegen in het stadsdeel Escamp) en Groente&Fruitmarkt. In het stadsdeel Centrum wonen 14.000 Haagse allochtone kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar, 13.000 Haagse allochtone jongeren in de leeftijd van 13-24 jaar, bijna 27.000 Haagse allochtonen in de leeftijd van 25-54 jaar en bijna 60.000 Haagse allochtonen 55-plussers. Ten opzichte van 2000 zijn de wijken waar de grootste groei van allochtone Haagse bewoners heeft plaatsgevonden Morgenstond (+ 10,7%), Bouwlust (+ 11,2%), Moerwijk (+ 15%) en Binckhorst (+ 12,7%). In 2000 lag het aandeel allochtone Haagse inwoners in Escamp voor alle leeftijdsgroepen nog onder het Haagse gemiddelde. In 2004 ligt het aandeel, m.u.v. de 55-plussers, boven het Haagse gemiddelde. Prognoses In 2004 behoort bijna 56% van de Haagse bevolking tot de etnische groep Nederlanders (autochtonen). Het aandeel Turken is 6,5%, Marokkanen 5,0%, Surinamers 9,6% en Antillianen 2,4%. De prognose is dat de groep autochtonen in 2020 gedaald is naar 47,6%. Sterke groeiers zijn de groep Antillianen, Marokkanen, Zuid-Europeanen en niet-geïndustrialiseerde landen met een percentage van 50% in 2020. De groei van de Turkse gemeenschap wordt geprognosticeerd op 34%.
5
Het aandeel autochtone Nederlanders zal in 2020 afgenomen zijn met een percentage van 8,7% t.o.v. 2004. In 2020 zal naar verwachting het aantal allochtone Hagenaars circa 264.000 bedragen en het aantal autochtone Hagenaars circa 240.000. Achterstandscores Sinds 1995 kent Den Haag een indeling van wijken op basis van een achterstandsscore. De indicatoren voor deze score zijn: het aandeel Haagse allochtone inwoners, inkomen, huurpunten, sociaaleconomische factor en het aantal langdurig werklozen. Een negatieve score betekent minder achterstand, een positieve score meer achterstand. De Schilderswijk (+ 24,4) en Transvaal (+ 22,0) hebben de hoogste achterstandsscores en het hoogste aandeel Haagse allochtonen. De wijken Stationsbuurt, Laakkwartier/Spoorwijk, Bouwlust, Moerwijk, Morgenstond en Groente- en Fruitmarkt nemen een middenpositie in (ca. + 9,0). Daarna volgen het Regentessekwartier, Centrum, Valkenboskwartier, Rustenburg/Oostbroek en het Zeeheldenkwartier. Opgemerkt wordt dat de wijken Wateringse Veld, Leidschenveen en Ypenburg wel een relatief hoog percentage Haagse allochtone bewoners hebben, maar geen achterstandsscores laten zien. Onderwijs Het opleidingsniveau van allochtone Hagenaars is gemiddeld beduidend lager dan dat van autochtone Hagenaars. Het verschil wordt vooral veroorzaakt door het lage opleidingsniveau van Haagse allochtonen van de eerste generatie. Om te voorkomen dat kinderen van laag opgeleiden en ouders met een taalachterstand eveneens in een achterstandsituatie terechtkomen zijn de afgelopen jaren in het onderwijs een aantal maatregelen genomen, zoals de voorschool, de brede buurtschool en het tegengaan van vroegtijdig schoolverlaten. De Haagse Voorschool is in 2001 ingevoerd en maakt onderdeel uit van het Gemeentelijk Achterstandenbeleid (GOA-beleid). Een voorschool bestaat uit een peuterspeelzaal en de groepen 1 en 2 van een GOA-basisschool. Het doel van de voorschool en de samenwerking tussen peterspeelzalen en GOA-scholen is het bestrijden van taalachterstand bij kinderen. Den Haag kent 134 peterspeelzalen (peildatum 1-1-2004), het aantal voorschool-peuterspeelzalen is 54 (peildatum 1-7-2004). Van alle Haagse peuters (2,5 tot 4 jaar) neemt 58,5% deel aan de voorschool. Van alle Haagse 4- en 5-jarigen bezoekt 58,5% een GOA-basisschool. Het project De doorgaande lijn is een voorbereidingstraject voor de Haagse Voorschool. Het aantal peuters in Den Haag per 1-1-2004 was ruim 8.000, de doelgroep peuters dat deelnam aan de voorschool was ruim 5.000. Een koppel medewerkers van peuterspeelzalen en basisscholen ontwikkelt onder begeleiding van de onderwijsbegeleidingsdienst een visie om de overgang van peuterspeelzaal naar kleuteronderwijs te vergemakkelijken. Vanaf de start in 1999 hebben 82 koppels meegedaan. De Brede Buurtschool is ingesteld ter stimulering en ondersteuning van basisschoolleerlingen en hun ouders met een (dreigende) achterstand. Den Haag kent in totaal 40.307 basisschoolleerlingen. Daarvan nemen 24.359 (60%) deel aan de brede buurtschool-activiteiten. Jaarlijks wordt in groep 8 van de basisschool de CITO-toets afgelegd. Uit de onderzoekscijfers blijkt dat de gemiddelde eindtoetsscore van Turkse en Marokkaanse le erlingen geleidelijk omhoog gaat, maar nog beduidend lager is dan de gemiddelde scores van Nederlanders, Surinamers en Antillianen. Relatief veel Haagse allochtone leerlingen volgen het VMBO. Het aantal leerlingen dat VMBO-bkg (bkg staat voor beroepsgeric ht) volgt groeit nog steeds. In het schooljaar 1999/2000 behaalde 38,4% Haagse
6
allochtone leerlingen het diploma VMBO-bkg, in het schooljaar 2002/2003 was dat 43,7%, een groeipercentage van 5,3%. Het aantal Haagse autochtone leerlingen met een diploma VMBO-bkg nam af met 1,1%. Het aantal Haagse allochtone en autochtone leerlingen dat het VMBO-t – diploma (t staat voor theoretisch) behaalt is zo goed als gelijk. Zowel bij het HAVO als het VWO loopt het aantal Haagse allochtone leerlingen met een diploma terug. In het schooljaar 1999/2000 behaalde 19,5% Haagse allochtone leerlingen het HAVO-diploma, in het schooljaar 2002/2003 was dat 17,4%, een terugloop van 2,1%. Het VWO laat een kleine terugloop zien van 0,6%. Worden deze percentages afgezet tegen de prestaties van autochtone leerlingen dan zien we voor HAVO een groei van 3,7% en voor VWO van 3,8%. In het schooljaar 2002/2003 behaalden respectievelijk 30,3% en 27,3% Haagse autochtone leerlingen het diploma HAVO en VWO. De percentages bij Haagse allochtone leerlingen waren respectievelijk 17,4% en 13,7%. Het verschil in diplomaprofiel tussen Haagse autochtone en allochtone leerlingen is voor HAVO 12,9% en voor VWO 13,6%. Ruim tweemaal zoveel Haagse allochtone dan autochtone leerlingen behalen het VMBO-tkg-dirploma. Ten aanzien van het HAVO en VWO behalen bijna tweemaal zoveel Haagse autochtone dan allochtone leerlingen een diploma. Het programma Scholenwerk richt zich vooral op het meest kwetsbare, onderste segment van het voortgezet onderwijs. Onderzoek heeft aangetoond dat jongeren die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten aanzienlijk minder kansen hebben op de arbeidsmarkt. De activiteiten vanuit Scholenwerk zijn daarom gericht op het voorkomen en bestrijden van voortijdig schoolverlaten. Deelnemers aan het programma zijn 30 VMBO-vestigingen en 8 beroepscolleges van de Onderwijsgroep Mondriaan (MBO). Het programma Scholenwerk loopt als project per 1 januari 2005 af. Nieuw- en oudkomers Nieuwkomers Sinds 30 september 1998 zijn mensen van 18 jaar of ouder en niet-leerplichtige 16- en 17-jarigen die voor het eerst vanuit het buitenland in Nederland komen wonen en een verblijfsvergunning hebben krachtens de Wet Inburgering Nieuwkomers verplicht deel te nemen aan een inburgeringsprogramma. In 2003 zijn 2.296 nieuwkomers gestart met een inburgeringsprogramma. De activiteiten zijn een aanbod van cursussen en trajecten, gericht op voldoende beheersing van de Nederlandse taal, kennis van de Nederlandse samenleving en de arbeidsmarkt, toeleiding naar een vervolg richting arbeidsmarkt, (beroeps)opleiding of een andere vorm van maatschappelijke participatie (o.a. vrijwilligerswerk, sociale activering). De nieuwkomer wordt eveneens geholpen bij het opbouwen van een gevarieerd sociaal netwerk en hem/haar te laten deelnemen aan zinvolle vrijetijdsbesteding en integratie in de Haagse samenleving. De meeste deelnemers wonen in de stadsdelen Laak, Centrum en Escamp. De grootste groep deelnemers aan de inburgeringsprogramma’s zijn Turken (25%), gevolgd door Marokkanen (15%). In 2003 stroomden 1.490 Haagse inburgeraars succesvol uit, waarvan 308 naar een vervolgwerktraject en 167 naar een vervolgscholingstraject.
7
Oudkomers Bij de inburgering van oudkomers gaat het om het bieden van op maat gesneden inburgeringstrajecten gericht op het verwerven van de Nederlandse taal, bij voorkeur in combinatie met werk, elementen uit beroepsopleidingen, sociale activitering en aandacht voor opvoedingsondersteuning. Het doel is te komen tot een betere integratie. Een oudkomer is iemand die zich vóór 30 september 1998 in Nederland heeft gevestigd. De grootste prioritaire doelgroep oudkomers zijn de Surinamers (25.501), gevolgd door de Turken (14.007) en Marokkanen (10.699). De groep prioritaire Antilliaanse/Arubaanse oudkomers bedraagt 4.130. In het schooljaar 2002/2003 namen 419 volwassenen deel aan oudereducatie op brede buurtscholen. Jeugdwerkloosheid De jeugdwerkloosheid is ook in 2004 toegenomen. Het aantal jongere werklozen stijgt ongeveer evenredig met het totale aantal werklozen. Het aantal werkloze jongeren tot 23 jaar in Den Haag bedraagt circa 3000. Van deze groep ontvangt 40% een bijstandsuitkering. In traject met een bijstandsuitkering is 8% van de jeugdige werklozen. 19% van de jeugdige werklozen volgt een NUG-traject en 41% heeft een UWVuitkering en is ingeschreven bij het CWI. Alcohol- en drugsgebruik Bekend is dat verslaving vaak gepaard gaat met psycho-sociale problemen. Verslaafden vertonen vaker stoornissen zoals a-sociaal gedrag en borderline persoonlijkheidsstoornissen. Verslaafden laten eveneens vaker delinquent gedrag zien. Eveneens is bekend dat jongeren met psycho-sociale en/of psychische problemen een risicogroep vormen voor het ontwikkelen van overmatig alcohol- en/of drugsgebruik. In de jaren 1999-2001 kende Parnassia Verslavingszorg een stabiele populatie van circa 3000 Haagse cliënten. Ook de samenstelling naar culturele herkomst was stabiel: 14% had een Surinaams/Antilliaanse achtergrond, 6% was van Marokkaans/Turkse afkomst en 16% had een andere culturele achtergond. Een hoog percentage van de Surinamers (60%), de Marokkanen (51%) en cliënten uit overige landen (48%) had primair een opiaatverslaving. Bijna de helft van de Antillianen noemde bij aanmelding cocaïne- en of crackgebruik als belangrijkste verslaving. Relatief veel Turken waren in zorg voor een gok- of cannabisprobleem, respectievelijk 14% en 11%. Van de groep heroïneverslaafden (al dan niet in combinatie met cocaïnegebruik) was de helft Nederlander (54% resp. 55%), een kwart Surinamer (24%) en ruim een tiende Marokkaan (12%). Met name de drugsverslaafden verbleven in de drie jaar voorafgaand aan de intake bij Parnassia het meest vaak in justitiële instellingen: heroïneverslaafden 27% en cocaïneverslaafden 18%. Onder de cocaïneverslaafden bevonden zich de meeste daklozen (10%).
*****
8
Stand van zaken PID Jeugd en jongeren Rolmodellen Haagse allochtone jongeren die het havo- of vwo-diploma halen gaan bijna allemaal naar het HBO of wetenschappelijk onderwijs. Bij Turkse en Marokkaanse leerlingen is dat 90%. Het blijkt dat de grote voorsprong van studenten een positieve invloed heeft op hun omgeving. Familie en kennissen zijn trots op de geleverde prestatie van de studenten. Daarmee emanciperen ook de ouders. De succesvolle afgestudeerde Haagse allochtone studenten vervullen een rolmodel in hun sociale netwerk. Vaak willen de geslaagde jongeren iets betekenen voor anderen door bijvoorbeeld huiswerkbegeleiding te geven aan leden van de eigen gemeenschap. Meisjes emanc iperen zich Veel Haagse allochtone meisjes willen niet in de voetsporen van hun moeders treden. De manier waarop meisjes zich emanciperen verschilt per bevolkingsgroep. Haagse allochtone jongens en meisjes denken zeer verschillend over de eigen toekomst. Tweede generatie meisjes willen graag de traditionele machtsstructuren binnen het gezin veranderen, wat verschillende reacties oproept bij de vaders, de jongens en bij de meisjes zelf. In allerlei opzichten hebben Haagse allochtone jongeren, vooral de Surinaamse, Antilliaanse en Marokkaanse, inmiddels vooruitstrevende opvattingen. In veel opzichten zijn zij vooruitstrevender dan Haagse autochtone scholieren en Haagse allochtone jongens als het gaat om vraagstukken als werk, zorg, opvoeding en verdeling van huishoudelijke taken in het gezin. Haagse allochtone meisjes emanciperen goed qua opleiding. Zij kiezen voor opleidingen met een breed beroepsperspectief. In de verdrukking Naast de gunstige ontwikkelingen zijn er ook problemen zoals ongeplande zwangerschappen, verstoting door de familie en huiselijk geweld. Een deel van slachtoffers van huiselijk geweld komt in blijf-vanmijn-lijf huizen terecht. De aanpak van de hulpverlening aan weggelopen meisjes verschuift steeds meer van een individuele benadering van uithuisplaatsing met traumatische gevolgen voor het gezin, naar een collectieve aanpak binnen het kader van het gezin. Een aparte vermelding verdient de schrijnende problematiek van zelfdoding onder Hindostaanse jongeren. De motieven liggen vaak in problemen met ouders, verbroken relaties, verstoting, seksueel misbruik en tegenvallende leerprestaties. Samen met Bureau Public Health is in 2003 een project opgezet om parasuïcide en suïcide onder Haagse allochtone jongeren te verminderen. Het project Aan de grenzen richt zich op het voorkomen en begeleiden van psychosociale problemen en (para)suïcide bij Haagse allochtone jongeren. Aanleiding voor het project waren de resultaten uit een onderzoek van de GGD Den Haag over suïcidaal gedrag (E. Salverda, Laat me los, hou me vast). Dit project is door het Kenniscentrum Grotestedenbeleid uitgekozen als beste praktijkvoorbeeld voor de oplossing van grootstedelijke problemen. In de afgelopen periode hebben de volgende activiteiten plaatsgevonden: - Conferentie voor vertrouwenspersonen en zorgcoördinatoren van 20 Haagse scholen voor voortgezet onderwijs (30 oktober 2003) - Gespreksgroepen op het Hofstad Lyceum in schooljaar 2003/2004 t.b.v. identiteitsversterking Haagse allochtone jongeren - Oprichting van een kenniscentrum rond psychosociaal welbevinden Haagse allochtone jongeren ter ondersteuning van v.o.-scholen - Bijdrage in panel van het Hindoeraad-symposium in november 2004 over (para)suïcide onder Hindostanen - Dialogen met Hindostaanse jongeren en ouderen in buurthuizen
9
De inspanningen om de problematiek bespreekbaar te maken binnen de groep meisjes en jonge vrouwen en ook ouders en partners zullen worden voortgezet. Pleinaanpak De pleinenaanpak is een integrale gebiedsgerichte aanpak met als doel de leefbaarheid te bevorderen, de overlast en criminaliteit door jongerengroepen terug te dringen, de fysieke kwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren en jongeren in achterstandssituatie meer kansen te bieden. In 2002 is gestart met de pilot Jacob van Campenplein, gericht op een groep criminele en overlastgevende Marokkaanse jongeren. Centraal thema van de pilot was het organiseren van de keten ten aanzien van schoon, heel, veilig en zorg. De ervaringen van de pilot worden meegenomen naar andere locaties waar de pleinaanpak actief is. De pleinaanpak is ondersteunend aan het hotspotbeleid, zoals aangegeven in het Actieprogramma Veiligheid. Participatie In 2003 is veel gedaan om jongeren te bereiken. Er zijn festivals en (sport)evenementen georganiseerd. Ook zijn er activiteiten georganiseerd om spanningen tussen groepen te verminderen, zoals survivalweekenden met wijkagenten en die rond de toegankelijkheid van de Haagse horeca voor Haagse allochtone jongeren. Verder wordt getracht de projecten een groter bereik te geven door de deelnemende jongeren als rolmodel voor te dragen bij anderen. Elk kind dat meer perspectief krijgt, helpt zichzelf maar ook anderen in de omgeving (ouders, broertjes, zusjes, vrienden). Hoewel deze projecten zeer tijdsintensief zijn (vooral voor de jeugdwerkers) en veel inspanning vergen, lonen ze wel. Een aantal Haagse wijken is minder goed voorzien van sportaccommodaties en sportverenigingen. Daarnaast hebben buurt- en clubhuizen, sportverenigingen en scholen minder of geen aanbod tijdens het weekend, in de vakantieperiodes en na school- en werktijden. Het is echter van belang dat jongeren ook via sport- en vrijetijdsactiviteiten structuur aan hun leven geven. Gekeken zal worden in hoeverre deze activiteiten versterkt kunnen worden. Sluitende aanpak jeugdwerkloosheid De werkloosheid onder jongeren stijgt ongeveer evenredig met het totale aantal werklozen. De werkloosheidscijfers over het tweede kwartaal 2004 laten een licht dalende trend zien. Eind juni 2004 stonden er iets minder dan 3000 jongeren in de leeftijdsgroep 18 tot 23 bij het CWI ingeschreven. Daarvan deed 40% (1200 jongeren) een beroep op een uitkering. De sluitende aanpak jeugdwerkloosheid bestaat uit een preventief (ter voorkoming van schooluitval) en een curatief (zo snel mogelijk aan het werk) deel. Speerpunten van beleid zijn: - voorkomen van en tijdig signaleren van voortijdige schoolverlaters - het acquireren van arbeids- en stageplaatsen bij de overheid en het midden- en kleinbedrijf - de vorming van een jongerenloket bij bedrijfsverzamelgebouwen - de uitbreiding van de sluitende aanpak naar de leeftijdsgroep tot en met 25 jaar. Op 14 oktober 2004 heeft de startbijeenkomst Werkbeurs Jongeren plaatsgevonden. Het betreft een pilot gericht op een samenwerkingsverband bedrijfsverzamelgebouwen tussen het CWI, UWV, de Mondriaan Onderwijsgroep, Werkkompas en het wijkkantoor Jongeren. De officiële opening is op 8 november 2004. Stageplaatsen VMBO-ers Een relatief groot aantal VMBO-leerlingen vindt geen stageplaats in de profitsector. Het plan is om vanuit het VMBO snuffelstages aan te bieden. Verder wordt de mogelijkheid van een stagehuis onderzocht en die van taalstages bij gemeentelijke organisaties en de Haagse Hogeschool. Gestreefd wordt naar 1.000 taalstageplaatsen. Omdat het vaak om VMBO-leerlingen met specifiek etnischreligieuze kenmerken gaat zal hierover in 2005 een stedelijke conferentie gehouden worden. Ondersteuning door welzijns- en zelforganisaties Ter voorkoming van vroegtijdig schoolverlaten, met alle negatieve consequenties van dien, zoals het ontbreken van een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt, risico’s m.b.t. criminaliteit, suïcide en
10
zelfverwaarlozing en maatschappelijke marginalisering, organiseren welzijns- en zelforganisaties huiswerkbegele iding en cursussen sociale redzaamheid. Omdat de huiswerkbegeleiding nogal versnipperd plaatsvindt zal gekeken worden hier een betere structuur aan te geven. Als voorbereiding wordt in 2005 een stedelijke conferentie georganiseerd.
Inburgering en volwasseneneducatie Nieuw- en oudkomers Nieuwkomers zijn sinds 30 september 1998 krachtens de Wet Inburgering Nieuwkomers verplicht deel te nemen aan een inburgeringsprogramma. In 2003 zijn 2.296 nieuwkomers gestart met een inburgeringsprogramma. De meesten wonen in Laak, Centrum en Escamp. Den Haag scoort ten aanzien van het inburgeringsbeleid en de volwasseneneducatie ten opzichte van het landelijk gemiddelde goed. Een punt van zorg is de beperkte verbetering van het taalniveau na inburgering. Daarom worden naast de inburgeringprogramma’s diverse cursussen op het gebied van volwasseneducatie aangeboden. Omdat de overlap op beide beleidsterreinen steeds groter wordt en het grootste gedeelte van het volwasseneneducatiebudget ingezet wordt voor inburgering is gekozen voor een integrale aanpak, te weten het programma Inburgering en Volwasseneneducatie. Tevens is er een Productovereenkomst Educatie 2003, waarin alle producten die Onderwijsgroep Mondriaan op dit gebied levert, zijn opgenomen. Voor zowel oud- als nieuwkomers wordt zoveel mogelijk een programma 'op maat' samengesteld. Voor een aantal nieuwkomers is het wettelijk verplichte traject van gemiddeld 600 uur inburgering onvoldoende om sociale en/of economische onafhankelijkheid te verkrijgen en het vooraf vastgestelde doel te bereiken. Een gedeelte van de nieuwkomers wordt doorgeleid naar een traject dat gericht is op arbeid of opleiding waarin extra aandacht is voor de Nederlandse taal. Een andere groep, de niet uitkeringsgerechtigde nieuwkomers die na afloop van het wettelijke inburgeringproject niet uitsluitend willen of kunnen worden doorgeleid naar een volgend traject en zelf geen baan kunnen vinden, dreigt buiten de boot te vallen. Voor deze groep is in september 2004 de pilot Verlengde Inburgering, gericht taalverbetering, opgezet. Gestart werd met 52 ex-nieuwkomers. De tweede fase van Verlengde Inburgering is in januari 2004 gestart. Deze fase richt zich op duale trajecten. Dit komt neer op het realiseren van taalstage, mogelijkheden voor sociale oriëntatie, een voorbereidend werktraject en een nadere uitwerking van de rol van Werkkompas ten aanzien van de Verlengde Inburgering. Eind 2004 zullen ongeveer 300 ex-nieuwkomers en oudkomers deelgenomen hebben aan een traject Verlengde Inburgering. Daarnaast is gestart met projecten voor specifieke groepen werklozen, zoals hoger opgeleide vluchtelingen, Somalische jongeren en zwangere vrouwen. De aanpak om de trajectbegeleiding te intensiveren en het verzuim van inburgeraars terug te dringen, waarmee in 2003 gestart is, is zeer succesvol gebleken. Trajectbegeleiders hebben hun werkplek nu op de scholen en hebben daardoor veel meer contact met de nieuwkomers. Het verzuim van cursisten bij intensieve trajecten is vorig jaar bijna gehalveerd en bedraagt nu ongeveer 10 procent. Den Haag onderscheidt zich bij deze aanpak positief ten opzichte van andere steden. Begeleiding op maat Om inburgeringscursussen optimaal te laten bijdragen aan sociale en economische (zelf)redzaamheid van de inburgeraar, is het van belang het inburgeringsprogramma af te stemmen op de individuele omstandigheden van de inburgeraar en zijn/haar doelperspectief (de manier waarop en de hoedanigheid waarin de inburgeraar kan en wil participeren in de Nederlandse samenleving). Door meer maatwerk te bieden bij de inburgering, is de verwachting dat de motivatie van de inburgeraar wordt verhoogd, evenals
11
de kans op een succesvolle afronding van het traject. Om beter maatwerk te kunnen bieden, is de portfoliomethodiek geïntroduceerd. Een portfolio is een persoonlijk dossier met achtergronden, ervaringen, competenties, bewijzen hiervan (diploma's), wensen, doelen en op grond daarvan een uitgestippeld loopbaan- of ontwikkelplan. De portfolio heeft als voordeel dat er zowel op hoog als op laag niveau getoetst kan worden vanuit het doelperspectief. Het NT2-niveau speelt hierin een belangrijke rol, maar het accent ligt hier niet op. Een resultaatmeting in de portfoliomethodiek zal pas betekenis hebben wanneer er een consistent systeem van toetsen en meten is, waarbij sprake is van een duidelijk geformuleerd beginniveau en van een voortgangs- en eindtoets, alle op basis van dezelfde niveauaspecten en -criteria. In 2003 is de portfoliomethodiek geïntroduceerd. Een ander project, waarmee in 2004 is gestart, voorzie t in het plaatsen van computers thuis bij een veertital vrouwen die deelnemen aan het inburgeringstraject. Op deze manier kunnenzij buiten de cursusuren thuis oefenen. Zij worden begeleid door docenten van de Mondriaan Onderwijsgroep. Taalstages Het doel van de stages is kennismaking met de arbeidsmarkt, het opdoen van vaardigheden en het in de praktijk oefenen van Nederlands. Laag opgeleide inburgeraars vragen vaak plekken in verzorgingscentra en kinderopvang. Hoog opgeleide inburgeraars vragen vaak ple kken in het verlengde van hun opleiding in het land van herkomst. De deelnemers van beroepsopleiding krijgen vaak voorrang boven laag opgeleide inburgeraars. Het vinden van stageplaatsen in de profitsector is moeilijk. Inburgerkoppels Voor een goede inburgering is het van belang dat autochtone en allochtone Hagenaars contact met elkaar hebben. Sinds 2001 loopt het mentorenproject Wegwijs in Nederland, waarbij inburgeraars in contact gebracht worden met Nederlanders. Er zijn inmiddels 150 koppelingen actief. Er wordt naar gestreefd dit aantal verder te verhogen. Toeleiding naar Werkkompas In de Schilderswijk en Transvaal ligt de werkloosheidscore boven het stedelijk gemiddelde. Aangezien arbeid een essentieel onderdeel is voor een goede integratie, is besloten om vanuit het integratiebeleid te investeren in werkgelegenheidsprojecten voor langdurig werklozen. Er is een kloof tussen werklozen en de instanties voor arbeidsbemiddeling. Om deze kloof te dichten is Stichting Boog gevraagd om vanuit het project Toeleiding naar Werkcompas de belangenbehartigers van werklozen in het stadsdeel Centrum (Schilderswijk en Transvaal) en Werkkompas met elkaar in contact te brengen en te bouwen aan een blijvende relatie. Volwasseneneducatie op scholen Scholen worden steeds vaker geconfronteerd met leerlingen die een grote (taal)achterstand hebben. In sommige gezinnen wordt niet of nauwelijks Nederlands gesproken met jonge kinderen. De ontwikkeling in de eerste vier levensjaren is van groot belang voor de periode daarna. Daarom worden diverse taalactiviteiten voor (Haagse allochtone en autochtone) volwassenen georganiseerd. Deelname van Haagse allochtone en autochtone ouders aan taalcursussen kan een belangrijke positieve stimulans zijn voor de opvoeding van kinderen. De oudereneducatie bevat een programma voor de voorschool en voor de onder- en bovenbouw van het basisonderwijs. De voorschool is vooral gericht op taalonderwijs op de peuterspeelzaal dat voorbereidt op het taalonderwijs in groep 1 en 2. Daarbij krijgen de moeders hetzelfde taalprogramma aangeboden als de kinderen. Op de basisschool volgen 400 moeders de lessen. Ook op het VMBO worden de moeders aangespoord om een soortgelijk programma te volgen; 50 moeders hebben hier gehoor aan gegeven. Naast de Haagse allochtone vrouwen volgen ook 20 Haagse autochtone analfabeten het programma samen met hun kinderen. De oudereducatie van Onderwijsgroep Mondriaan sluit op dit programma aan. Daarin komen opvoedingsproblemen, lezen, schrijven en rekenen aan bod. De inzet van de afgelopen jaren begint vruchten af te werpen. De scholen merken dat ouders
12
bereikt worden die eerst bijna geen contact met de school hadden. Begin 2003 is via de stadsenquête een 0-meting verricht om inzicht te krijgen in de participatie van ouders op basisscholen. Aan de ouders is gevraagd of zij het afgelopen jaar wel eens een bijeenkomst van de school (ouderavond, voorlichtingsavond, etc.) hebben bijgewoond en of ze actief zijn geweest als vrijwilliger of hulpouder. Ruim negen van de tien ouders heeft het afgelopen jaar een bijeenkomst van de school bijgewoond en 63% is actief geweest als hulpouder of vrijwilliger. Een actieve inzet als hulpouder of vrijwilliger is echter nog erg laag, met name geldt dit voor de participatie van ouders met kinderen op GOA-scholen. Taalcursussen OBV Speciaal voor vrouwen wordt ook via het Ontmoetingscentrum voor Buitenlandse Vrouwen (OBV) door vrijwilligsters Nederlandse les aan huis verzorgd voor vrouwen die niet buitenshuis komen. Ook de vrouwengroep Yasmin heeft cursusplaatsen (zo’n 100) voor moslimvrouwen die niet met mannen in dezelfde ruimte willen/mogen zitten. Mondriaan verzorgt eveneens cursussen in moskeeën. Daarna kunnen vrouwen door naar de wijkgebouwen (hoewel de moskeeën soms liever de vrouwen daar zouden houden). Van de 167 vrouwen volgen maar 86 de Nederlandse lessen thuis. Speciaal is ook de cursus NT2 die aan psychiatrische patiënten van Parnasssia wordt aangeboden. Verder hebben ook 30 geestelijke leiders (imams, pandits enz.) aan het inburgeringtraject deelgenomen. Educatieve radio en tv In 2003 is in het kader van het taaloffensief begonnen met het uitzenden van het educatieve programma ETV Haaglanden. Speciale programma’s op de televisie, radio en computer helpen bij het leren van de Nederlandse taal, bie den voorlichting, geven praktische tips of zijn opvoedingsondersteunend. Het project richt zicht in de eerste plaats op oudkomers die ook opvoeder zijn, aangezien zij 50% van de ca. 70.000 oudkomers uitmaken. Uit de stadsenquête van 2004 is gebleken dat de uitzendingen redelijk bekend zijn. Het Open Leercentrum, taallessen op TV-West en leren via Haagse radiostations (Radio Ghanatta voor de Ghanese en Radio Dalmar voor de Somalische werklozen) maken onderdeel uit van het taaloffensief.
Diversiteit Een multiculturele stad die niet met diversiteit kan omgaan, verliest haar kracht. Culturele verschillen leiden uiteindelijke tot een maatschappelijke meerwaarde. Een diverse samenleving komt echter niet zonder problemen tot stand. De kracht van een multiculturele samenleving hangt samen met de wijze waarop ze de beleving van culturele diversiteit weet vorm te geven. Belangrijk is om ontmoetingen te bewerkstelligen tussen mensen om zodoende meer begrip te ontwikkelen voor zowel de verschillen als de overeenkomsten in de manieren van leven, waarbij gewerkt wordt aan een structurele uitwisseling van kennis en ervaring via ontmoeting. Daarnaast zijn er activiteiten die zich richten op de betrokkenheid van diverse culturen met de stad, om de stad als hun ‘thuis’ te ervaren, er trots op te zijn en dit graag aan anderen zichtbaar maken. Hieronder wordt ingegaan op een aantal activiteiten vanuit het diversiteitsbeleid. Drie grote vieringen Naast het Kerst- en Lichtfeest in de Schilderwijk (Houtzagerij) zijn er in 2003 twee grote multiculturele vieringen georganiseerd., te weten Den Haag viert het Suikerfeest en het Holifusion, beide in het Lucent Danstheater.
13
Kerst- en lichtfeest Het Kerst- en Lichtfeest is een interreligieuze activiteit van de moslim-, hindu-, joodse en christelijke gemeenschap in Den Haag en staat in het teken van kennismaking en ontmoeting. Op deze manier komt men meer te weten over elkaars cultuur en religie. Het programma trekt rond de 650 bezoekers. Elk jaar staat een vaste ploeg vrijwilligers klaar om het Kerst- en Lichtfeest tot een succes te maken. In 2003 vond het feest in de Houtzagerij aan de Hobbemastraat plaats. In 2004 wordt het feest voor de achtste keer georganiseerd en vindt plaats op zondag 19 december in de Mescid-i Aksa Moskee aan de Wagenstraat, voorheen joodse synagoge. Suikerfeest De viering van het Suikerfeest werd in 2003 voorbereid door een werkgroep bestaande uit representanten van negen Haagse allochtone-Islamitische bevolkingsgroepen (Marokkaans, Turks, Iraaks, Pakistaans, Surinaams, Senegalees en Soedanees). Het programma had het karakter van een culturele uitwisseling en bestond uit zang, dans en cabaret van Marokkaanse, Turkse, Koerdische, Irakese, Punjabi, SurinaamsHindostaanse en Multi-culti-Afrikaanse Hagenaars. In totaal waren er 11 optredens, variërend van zang en dans tot cabaret en modeshows. De sfeer en uitstraling was informeel en een ieder was zeer geïnteresseerd. Het aantal bezoekers bedroeg ruim 900 van verschillende nationaliteiten en leeftijdscategorieën, met een accent op jongeren. Op 5 december 2004 wordt onder het motto Den Haag viert Suikerfeest & Sinterklaas voor alle Hagenaars een door het MCI georganiseerd festival gehouden in het Lucent Danstheater. Holifusion Ook hier is eerst begonnen met een werkgroep die de programmering moest samenstellen. Naast de Hindostaanse programmering waren er twee Marokkaanse en twee Punjabi-optredens, en één Turks, Ghanees, Senegalees en Arubaans/Brazilliaans optreden. De activiteit was relatief laagdrempelig. De beschikbare 984 plaatsen waren uitverkocht. Van de bezoekers was 95% van Hindostaanse afkomst, met name volwassenen. Wereldreis door eigen stad Jaarlijks wordt de Wereldreis door eigen stad georganiseerd. Het evenement is bedoeld om ontmoeting en uitwisseling van informatie te stimuleren tussen mensen met verschillende culturele achtergronden en het ontwikkelen van meer begrip voor zowel de verschillen als de overeenkomsten in de manier van leven. De gratis bussen met bekende en minder bekende Nederlanders vervoeren de reizigers langs halteplaatsen waar een keur van activiteiten plaatsvindt. Dit evenement trekt jaarlijks gemiddeld meer dan 10.000 bezoekers en wordt door de wereldreizigers zeer goed beoordeeld. De wereldreis heeft een groot bereik, omdat het een laagdrempelig evenement is. Het jaar 2003 had als thema “Den Haag Wereldstad”, dit omdat Den Haag een stad is waar 150 verschillende nationaliteiten wonen. Voorheen werd dit evenement altijd op of rond 21 maart gehouden, maar vorig jaar is daarvan in samenspraak met de gemeente Den Haag afgeweken. De datum van 15 juni werd door een aantal instanties als minder aantrekkelijk ervaren, terwijl andere het nieuwe tijdstip juist hoog waardeerden. Gebedsruimten Als gevolg van de scheiding tussen kerk en staat worden religieuze activiteiten niet gesubsidieerd. Religieuze instellingen krijgen wel steun voor maatschappelijke activiteiten en die gericht zijn op integratie. Als aanspreekpunt voor religieuze instellingen die een gebedsruimte in Den Haag willen realiseren is een gemeentelijke werkgroep gebedsruimte opgericht. De werkgroep beoordeelt aanvragen op hun (financiële) haalbaarheid en op bouwtechnische, infrastructurele en welstandseisen. Gebrek aan eigen middelen is meestal de reden waarom aanvragen niet gehonoreerd kunnen worden.
14
Interculturalisatie Bij interculturalisatie gaat het erom dat mensen met diverse achtergronden en levensstijlen elkaar ontmoeten en elkaar leren kennen en van elkaar leren. Toenadering is hier het kernwoord. Culturele verschillen zijn niet alleen bron van inspiratie, ze geven ook aanleiding tot botsingen en conflicten. De kracht van een multiculturele samenleving hangt af van hoe men omgaat met verschillen en moeilijke situaties. Voor het belangrijkste deel ligt de verantwoordelijk heid voor toenadering bij de burgers zelf. De gemeente kan bijdragen door gelegenheden te scheppen waar mensen elkaar ontmoeten en met elkaar activiteiten ondernemen. In het afgelopen jaar zijn hiertoe diverse initiatieven ontwikkeld, op het gebied van normen en waarden en op het gebied van leefbaarheid en sociale cohesie. Normen en Waarden Een veelgehoorde klacht is dat er geen heldere ‘maatschappelijke verkeerregels’ meer bestaan. Mensen weten niet waarop zij elkaar kunnen aanspreken en er is geen basis voor sociale controle. Het probleem is dat gedeelde normen en waarden niet verondersteld kunnen worden of op afroep verschijnen. Uit de integratiemonitor Profiel Veelkleurige Stad 2003 blijkt, dat voor alle bevolkingsgroepen geldt dat men het hebben van respect voor elkaar veruit het belangrijkste vindt. Haagse allochtone bewoners zijn in meerderheid van mening dat vrouwen en mannen in alle bedrijven en beroepen met elkaar mogen samenwerken. Over het zelfstandig wonen van ongehuwde meisjes zijn de meningen meer verdeeld. Hagenaars van Turkse en Marokkaanse afkomst vinden dit relatief vaker ongewenst, dit geldt met name voor de eerste generatie. Met betrekking tot het onderwerp homoseksualiteit is te zien dat Hagenaars van Turkse afkomst hier relatief vaker afkerig tegenover staan. Wel heeft de overgrote meerderheid geen problemen met het les krijgen van een leraar of behandeld te worden door een arts die homoseksueel is. De tweede generatie heeft modernere opvattingen over de genoemde thema’s. In de vorige raadsperiode zijn mensen met verschillende culturele achtergronden bij elkaar gebracht om normen en waarden in de multiculturele stad te bespreken. Hoewel er ook successen werden geboekt, bleek het over het algemeen lastig om mensen aan te zetten tot deelname. Besloten is de koers op een andere wijze voort te zetten. In plaats van algemene discussies, komen mensen bijeen in praktische projecten, daar waar zich werkelijk problemen voordoen. Het blijkt dat mensen beter te motiveren zijn rond functionele initiatieven. Bovendien komen normen en waarden pas echt tot uitdrukking waar mensen samen iets ondernemen. het normen- en waardendebat wordt gevoerd vanuit het project Dat zien we graag in Den Haag. Uitgaan in Den Haag Haagse allochtonen worden nog als eens geweigerd bij discotheken en café’s. Eveneens in het kader van Dat zien we graag in Den Haag heeft de gemeente een inventarisatie laten verrichten over de behoeften en mogelijkheden tot uitgaan van de allochtone Hagenaars en op basis van het onderzoek een aantal activiteiten ingezet. Aandachtspunten daarbij waren binding aan de stad en omgaan met elkaar. Een van de activiteiten was die van de stichting Youth Africa Roots. Op drie vrijdagen in oktober, november en december 2003 werd in Het Paard van Troje, een “African nights'' georganiseerd. Aangezien ook veel autochtone Hagenaars geïnteresseerd zijn in Afrikaanse muziek en live optredens, en de drie Afrikaanse avonden in het Paard een succes waren, heeft het Paard van Troje de toezegging gedaan om maandelijks een “African Nights'' te organiseren. Het Paard van Troje was al één van de weinige uitgaansgelegenheden in Den Haag waar echt alle Haagse allochtone groepen welkom zijn, echter hun programmering was nog overwegend monocultureel. Buurtinterventieteams en buurtvaders Het buurtinterventieteams (BIT) zijn in 2002 als burgerinitiatief in de Schilderswijk opgezet. Het initiatief is ondersteunend aan de pilot Jacob van Campenplein. De Buurtinterventieteams zijn samengesteld uit bewoners gericht op het verbeteren van de leefbaarheid en de veiligheid in de buurt. Het zijn bewoners van dezelfde straat, buurt of omgeving. Zij dragen zorg voor de verbetering van de
15
woonomgeving, zowel op fysiek, sociaal als op maatschappelijk gebied. Het team dient te bestaan uit bewoners van dezelfde buurt, zodat de leden van het team bekend zijn met de omgeving en herkenbaar zijn voor de jongeren, kinderen de overige bewoners. De personen, die dit vrijwilligerswerk doen, vormen een team dat bestaat uit leden van verschillende Haagse allochtone groepen. Op deze manier wordt mede gewerkt aan het doorbreken van grenzen tussen de verschillende etniciteiten. De deelnemers van de BIT dienen als rolmodel voor bewoners in de buurt. Na de goede resultaten in de Schilderswijk is er een Buurtinterventieteam in de wijk Morgenstond opgezet onder leiding van stichting Boog. Op 12 februari 2004 opende premier Balkenende vanuit het buurtcentrum Morgenstond, een internetsite: zestienmiljoenmensen.nl. De site bestaat uit mooie projecten en “steengoede verhalen” van mensen die opvallend goed gedrag vertonen en zodoende de rest van het land tot voorbeeld kunnen dienen. Op dezelfde dag heeft de premier samen met leden van het college certificaten uitgereikt aan zeventien buurtbewoners die een cursus hebben gevolgd voor het buurtinterventieteam. Deze groep bestond ook uit scholieren die in opdracht van de school aan deze cursus hebben deelgenomen. Tijdens de landelijke conferentie in 2003 over buurtinterventieteams en buurtvaders bleek hoe ver Den Haag is met deze aanpak. Culturele en sociale verbondenheid In wijken waar mensen met verspillende afkomst wonen staat de sociale cohesie wel eens onder druk. Oorzaken zijn taalbarrières en onbegrip als gevolg van verschillende culturele achtergronden. Gebedsruimten nemen een belangrijke plaats in binnen de Haagse allochtone gemeenschappen en geven velen structuur. Met gebruikmaking van deze instituties vinden brede interculturele maatschappelijke activiteiten op buurt-, stadsdeel- en stedelijk niveau plaats, zoals stadsgesprekken met religieuze instellingen. Eveneens onderdeel van culturele verbondenheid zijn de activiteiten rond de Wereldreis, festiviteiten zoals het Suikerfeest, Holi-optocht, het Kest- en Lichtfeest en de interreligieuze bezinning op Prinsjesdag. Periodiek worden werkbezoeken gebracht van Haagse bestuurders aan religieuze instellingen. Tijdens de bijeenkomsten komen vraagstukken aan de orde die met sociale cohesie, tolerantie en gedeeld burgerschap te maken hebben. Verder worden tweejaarlijkse stadsgesprekken gehouden waarbij alle religieuze stromingen vertegenwoordigd zijn. De beide stadsgesprekken in 2003 trokken 300 bezoekers. Activiteiten die de negatieve beeldvorming rond Haagse allochtonen tegengaan dragen bij aan onderlinge acceptatie. In 2005 zullen de mogelijkheden bekeken worden af te stemmen met de lokale en regionale media over een positieve beeldvorming binnen de multiculturele samenleving. Alleenstaande ouderen (AGA 50+) Alleenstaande en Haagse ouderen vanaf 50+ die zelfstandig gehuisvest zijn leven nogal eens in een isolement. Deze groep, met name die binnen de Hindostaanse, Marokkaanse, Chinese en Turkse gemeenschap, heeft geen sociaal netwerk meer. Voor deze groep is een experimenteel project, AGA 50+, opgezet. De activiteiten zijn o.m. het organiseren van bijeenkomsten voor zowel vrouwen als mannen. Aan de bijeenkomsten nemen circa 85 ouderen deel. Er worden onder meer kaartspelen gedaan en mannen uit de Chinese gemeenschap hebben een workshop kalligrafie gehouden. Het blijkt dat alleenstaande mannen moeilijker te bereiken zijn dan alleenstaande vrouwen. Sport In 2002 beoefende ongeveer 57% van de Hagenaars sport en gebruikten hierbij een of meerdere keren per maand de gemeentelijke (sport)voorzieningen. In de loop van 2003 is de sportdeelname gestegen naar 61%. Sport is hiermee één van de belangrijkste vormen van vrijetijdsbesteding in Den Haag. Uit sportdeelnamecijfers blijkt dat de sportdeelname van de eerste generatie Haagse allochtonen sterk achterblijft. Daarnaast sporten Haagse allochtone vrouwen en meisjes aanzienlijk minder dan de gemiddelde Hagenaar. Aangezien sport een belangrijke rol speelt bij de gezondheid van de burgers, de leefbaarheid in wijken en buurten en het imago van de stad, is het van belang dat de gemeente zorgvuldig
16
sportbeleid ontwikkelt en implementeert. Bijzondere aandacht voor achterblijvende groepen is hiervan onderdeel. In 2003 verscheen om deze reden de beleidsnotitie Kleurrijke sport in Den Haag. Traha Brug voor Antillianen en Arubanen Als gevolg van extra aandacht vanuit rijk en gemeente voor de Antilliaanse en Arubaanse gemeenschap is het programma Traha Brug ontwikkeld. Doelgroep van Traha Brug zijn Antilliaanse en Arubaanse jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 24 jaar. De gemeentelijke inspanningen zijn vertaald in een plan van aanpak geclusterd rond vier sporen. Het eerste spoor richt zich op de risicogroep en harde kernjongeren. De nadruk licht hier op het beleid vanuit politie en justitie en trajectbegeleiding. Het tweede spoor richt zich op jongeren die nieuw in Den Haag komen. De voor deze doelgroep ontwikkelde activiteiten zijn met name gerelateerd aan scholen. In september 2003 werd gestart met het mentorenproject in samenwerking met het Terra College. Het project voorziet in het werven van coaches uit de Antilliaanse en Arubaanse gemeenschap en een docentcoach. Momenteel zijn op het Terra College zes coaches en een docentcoach actief en loopt er een project dat voorziet in het volgen van de leerprestaties van Antilliaanse en Arubaanse leerlingen. Hoewel deze leerlingen een taalachterstand hebben is hun taalniveau te hoog voor plaatsing in de Internationale Schakel Klas van het Johan de Witt College. Deze leerlingen hebben echter wel specifieke begeleiding nodig. Het HCO volgt daarom hun leerprestaties. Er loopt eveneens een coachproject op de Haagse Hogeschool. Verder hebben 40 docenten van v.o.-scholen deelgenomen aan een programma dat als doel heeft het tegengaan van stereotype beeldvorming over Antilliaanse en Arubaanse jongeren. De deelnemende scholen waren de Pleysierschool, Hofstad/Heldring, Terra College-Meppelweg, Johan de Witt College/Ruysbroekstr en Hofstad MAVO. Het derde spoor van activiteiten is gericht op tienermoeders en toeleiding van jongeren naar werk, sport en vrijetijdsactiviteiten. Onder bepaalde groepen etnische minderheden - met name binnen de groep Antillianen – is het percentage tienerzwangerschappen hoger dan het gemiddelde. Uit politiecijfers blijkt tevens dat Antilliaanse meisjes relatief crimineler zijn dan andere Haagse meisjes. Een project gericht op Antilliaanse en Arubaanse tienermoeders is in ontwikkeling. Met Werkkompas zijn sluitende afspraken gemaakt over registratie van nieuwkomers die werktrajecten volgen. In 2003 en 2004 zijn van de 94 bij Werkkompas aangemelde AA- jongeren 44 positief naar werk of school toegeleid. Met een Antilliaanse vrijwilligersorganisatie zijn afspraken gemaakt jongeren in de verschillende stadsdelen te benaderen, met hen hun interesses voor sportbeoefening door te spreken en de jongeren daarna toe te leiden naar Haagse sportverenigingen. Verder wordt in de begeleiding van vrijetijdsactiviteiten voor Antilliaanse jongeren voorzien door een project in De Mussen aan de Hoefkade waarbij een twintigtal jongeren begeleid worden door jongerenwerkers van Youth for Christ. In de Foyer zijn twaalf Antilliaanse jongeren geplaatst. De Foyer is een opstap naar zelfstandige huisvesting en ondersteuning van jongeren in hun ontwikkeling naar economische zelfstandigheid. Ook voor de Foyer-jongeren is een coachproject in ontwikkeling. Het vierde en laatste spoor richt zich op jongeren die moeilijk te traceren zijn. Het betreft een groep met een hoge mobiliteit zowel binnen Den Haag, binnen Nederland en naar het buitenland. Daardoor is de groep moeilijk grijpbaar. Het gaat hier om 10% van de totale Antilliaanse en Arubaanse populatie. Met de Dienst Burgerzaken zijn afspraken gemaakt zich in te spannen om in- en uitgeschreven Antillianen en Arubanen beter inzichtelijk te krijgen. Daarnaast wordt het netwerk binnen de eigen gemeenschap bewust gemaakt nieuwkomers aan te sporen zich in- of uit te laten schrijven bij Burgerzaken. Somalische en andere Afrikaanse Hagenaars Een deel van de Somalische Hagenaars participeert moeizaam in de Haagse samenleving. Blokkades zijn onder meer de Nederlandse regels bij het starten van een eigen onderneming. Een deel van de Somaliërs vertrekt daarom naar Engelse steden, onder meer Leicester. Na een werkbezoek aan Leicester bleek dat migrantenondernemerschap gestimuleerd wordt. Verder blijkt dat de Somalische gemeenschap achterblijft in het consumeren van informatie over zorg, welzijn, arbeid en onderwijs. Ook voor dit knelpunt zal naar een oplossing gezocht worden. Gedacht
17
wordt aan naast gerichte huisbezoeken radio-uitzendingen zich specifiek gaan richten op de Somalische gemeenschap. Ondernemerschap van migranten In wijken waar veel allochtone Hagenaars wonen, zoals de Schilderswijk, Transvaal, Laak en delen van Escamp, bestaat behoefte aan producten en diensten uit de eigen cultuur. Migrantenondernemingen zijn er vooral op het gebied van horeca, broodbakkerijen, kleine supermarkten, restaurants, uitzendbureaus en consultancies. Hoewel er al een redelijk aantal Marokkaanse, Turkse en Surinaamse ondernemingen bestaat kan het ondernemerschap van deze groepen nog verder aangetrokken worden. Daarnaast zijn er kansen voor nieuwe nationaliteiten om langs de weg van het ondernemerschap deel te nemen aan het arbeidsproces. Te denken valt aan het aansluiten bij herstructureringsplannen en het inrichten van winkelstraten. De mogelijkheid van een aanvraag hiertoe uit ESF-fondsen, doelstelling 2, wordt onderzocht.
*****