VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Onderwerp:
kaderbrief 2016
Registratienummer:
00584681
Op voorstel B&W d.d.:
6 juni 2016
Datum vergadering:
28 juni 2016
Portefeuillehouder:
Marnix Schlösser
Rol gemeenteraad:
Kaderstellend
Voorstel in het kort 1. Instemmen met de kaderbrief 2016 2. Kennisnemen van de Samenwerkingsmonitor
Samenvatting Zie aanbiedingsbrief behorende bij de jaarrekening 2015 en de kaderbrief 2016.
Bijlagen 1. Aanbiedingsbrief 2. Kaderbrief 2016 3. Samenwerkingsmonitor
1
Deurne,
Nr. 49 / 00584681
AAN DE RAAD, We verwijzen naar de aanbiedingsbrief voor de jaarstukken 2015 en de kaderbrief 2016. Burgemeester en wethouders van Deurne, De secretaris, De burgemeester, G.J.C. Kusters
H.J. Mak
2
Nr 49a
DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 juni 2016, nr. 49; gelet op het bepaalde in de Gemeentewet, verordening artikel 190 Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten;
BESLUIT 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Kennis te nemen van de kaderbrief 2016; In te stemmen met de financiële resultaten van de ontwikkelingen per thema en deze te verwerken in de begroting 2016 en de meerjarenramingen 2017 – 2019; Instemmen met het beschikbaar stellen van de investeringskredieten zoals opgenomen in hoofdstuk 1; In te stemmen met een onttrekking uit de reserve Sociaal Domein ter dekking van lasten / uitgaven op dit terrein, conform toelichting hoofdstuk 2; In te stemmen met het instellen van een nieuwe Voorziening Individueel keuzebudget, vakantiegeld; Bovengenoemde punten op te nemen in de 8e begrotingswijziging 2016 op basis van de ontwikkelingen 2016 (2017 – 2019) zoals beschreven in de kaderbrief 2016; De uitgangspunten voor de begroting 2017 – 2020 vast te stellen; Kennis te nemen van de Samenwerkingsmonitor; Kennis te nemen van het normenkader (begrotingscirculaire) van de provincie voor de begroting 2017.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 28 juni 2016. De griffier,
De voorzitter,
(R.J.C.M. Rutten)
(H.J. Mak)
1
Aanbiedingsbrief Jaarrekening 2015 en Kaderbrief 2016
‘Deurne strekt zich uit’ Na jaren van forse bezuinigingen, is de gemeente Deurne op een punt gekomen dat haar financiële positie er weer rooskleuriger uitziet. Waar aan het begin van dit decennium de algemene financiële reserve bijna nihil was, is deze nu gegroeid naar € 12,7 miljoen. We zijn hiermee op een kantelpunt gekomen: Deurne heeft weer vet op de botten en dit biedt mogelijkheden om weer te kunnen investeren. Deurne strekt zich uit. De verbetering van de financiële positie is te danken aan een positief resultaat van € 3,4 miljoen over 2015. Dit is met name het gevolg van een plus op het sociaal domein van € 3 miljoen, het feit dat we meer grond hebben verkocht voor woningbouw en door besparing op personeelskosten en ICT-middelen. Waar de verkoop van woningbouwgrond positief was, geldt dat niet voor de verkoop van bedrijfskavels. Daar hadden we vooral last van de PAS-wetgeving, waardoor onder andere het bedrijventerrein Willige Laagt bij Liessel ‘op slot’ is komen te staan. Gelukkig bieden de gesprekken die we hierover met de provincie voeren weer openingen voor de toekomst. Sociaal domein 2015 Was het eerste jaar van de transitie, een jaar vol onzekerheden waarin we niet wisten wat er op ons af kwam. Langzaamaan begint de mist op te trekken en krijgen we steeds meer inzicht in de veranderingen en knelpunten. We kunnen voorzichtig concluderen dat er in 2015 goede zorg is geleverd. Dit constateren we op basis van het feit dat het aantal klachten en bezwaarschriften, ondanks alle herindicaties, zeer beperkt is gebleven. Het aantal concrete signalen vanuit de samenleving is ook zeer beperkt gebleven en waar dit van toepassing was, is direct geacteerd. Aan de hand van het onderzoek dat op dit moment plaatsvindt onder Wmo en Jeugdzorgcliënten van Peel 6.1, zal duidelijk worden hoe zij de toegang tot de zorg en de kwaliteit daarvan hebben ervaren. Ook gaan we na de zomer nog extra zelf ‘ophalen’ bij de inwoners. We willen zo direct mogelijk van de inwoners zelf vernemen hoe zij de zorg ervaren. Het feit dat er binnen het sociaal domein – op een totaalbudget van bijna € 26 miljoen – sprake is van een positief saldo van ongeveer € 3 miljoen, roept de vraag op of Deurne dit budget structureel kan verlagen. In onze ogen is dat nu niet verstandig, omdat:
2015 het eerste jaar was dat de gemeenten volledig verantwoordelijk waren voor de taken in het sociaal domein. Het is nog afwachten hoe het in de volgende jaren loopt; Dure begeleidingstrajecten en voorzieningen, ook bij kleine aantallen, grote invloed kunnen hebben op het budget. Dit risico blijft onverminderd van kracht; Het rijk nog meerjarige kortingen doorvoert: de integrale uitkering sociaal domein daalt stapsgewijs van € 16,5 miljoen in 2015 naar € 15,0 miljoen in 2019. In 2016 nog het recht op zorgcontinuïteit voor Jeugdhulp geldt en er nog herindicaties worden verricht; De voorgenomen nieuwe samenwerking met de Peelgemeenten per 1 januari 2017 mogelijk nog extra incidentele kosten met zich meebrengt.
Dit alles maakt dat het niet verstandig is om een incidenteel overschot in te boeken als een structureel voordeel. We vinden het verstandiger om het bestaande budget te handhaven en het geld dat we over hebben gehouden te reserveren binnen de reserve sociaal domein. Zo zijn we voorbereid op eventuele risico’s in de toekomst. In 2016 willen we met name inzetten op vier kernpunten:
Preventie. Om de zorg betaalbaar te houden, zetten we vol in op lokale initiatieven, zoals de Zorgcoöperatie Helenaveen, Ons Plekske in Liessel, de Wik in Deurne en ‘Wonen met Gemak’. Door dit soort initiatieven moeten we duurdere vormen van zorg kunnen voorkomen; Maatwerk. De overgang naar de samenwerking met de vier Peelgemeenten biedt volop kansen om de toegang tot zorg nadrukkelijk dichter bij onze inwoners te brengen en in te zetten op persoonlijk contact. Hierdoor kunnen we meer maatwerk bieden; Ontwikkeling van huishoudelijke ondersteuning. Enerzijds gebeurt dit als gevolg van recente uitspraken van de rechtbank. Anderzijds heeft het college de wens om ervoor te zorgen dat er bij aanbieders ruimte komt voor extra ureninzet, om waar nodig onze inwoners meer huishoudelijke ondersteuning te kunnen bieden; Werk blijft prioriteit. Ook hier zetten we in op lokaal maatwerk, bijvoorbeeld via het project Deurne Werkt.
Kaderbrief 2016: ruimte voor investeringen Zoals gezegd, zorgen de resultaten over 2015 ervoor dat we weer ruimte hebben om verantwoord te kunnen investeren. Hierna volgt een uiteenzetting van de belangrijkste zaken uit de Kaderbrief 2016. Het gaat dan met name over datgene waarin we (extra) willen investeren.
Gemeentelijke organisatie De rol van de overheid verandert. Niet langer trekken wij als gemeente zelf aan de touwtjes, maar veel vaker hebben we een ondersteunende of faciliterende rol. Dit vraagt om een wendbare (afstemming op de maatschappij) en flexibele (aanpassing van de) organisatie. Een organisatie die Dat ontstaat niet vanzelf. Wat in het geval van Deurne nog extra meespeelt, is dat door een vacaturestop van enkele jaren het personeelsbestand met 30% is gekrompen. Er is nu sprake van een heel slanke organisatie, met vrijwel geen vet meer op de botten. We willen het ‘lichaam’ weer laten aansterken. Zeker gezien het feit dat er meer en nieuwe taken bij zijn gekomen, door landelijke ontwikkelingen, diverse samenwerkingsverbanden en lokale ambities. De verwachting is dat dit de komende jaren verder toeneemt, onder andere door de invoering van de Omgevingswet en de komst van vluchtelingen en statushouders, die de komende jaren waarschijnlijk aanhoudt. Daarnaast neemt de vraag van inwoners toe, zij verwachten een professionele organisatie binnen een 24-uurs economie. Dit alles vraagt om een investering in preventie, professionaliteit, ondersteuning in de verandering, een flexibele schil, soms inhuur op bepaalde expertises, extra ‘handjes’ en een goed evenwicht in het personeelsbestand. De investeringen die we nu doen in de organisatie kennen op termijn (2 à 3 jaar) terugverdieneffecten. ICT en gemeentehuis Als gevolg van de bezuinigingen en de ontwikkelingen binnen Peel 6.1 is er enkele jaren nauwelijks geïnvesteerd in ICT. We moeten nu investeren, gezien de wettelijke verplichtingen én de verbeteringen voor onze inwoners. Voor het gemeentehuis geldt dat de Veiligheidsregio heeft aangegeven dat de plafonds vervangen moeten worden in het kader van de brandveiligheid. Omdat deze maatregelen toch al noodzakelijk zijn, is dit het uitgelezen moment om ook te kijken naar de functionaliteit van het gebouw. Het ‘nieuwe werken’ en goed gastheerschap zijn hierbij de uitgangspunten. Het doel is om het gebouw flexibeler en optimaler te gebruiken, zowel door medewerkers als door bezoekers (inwoners). Verbouwing van het gemeentehuis kan uiteindelijk ook leiden tot gedeeltelijke verhuur of multifunctioneel gebruik. In het najaar komen we met een voorstel. Tot die tijd wachten we in ieder geval met de investering. Beheer openbare ruimte In 2016 investeren we extra in het beheer van de openbare ruimte. Er gaat extra geld naar het bestrijden van onkruid op verhardingen, onkruidbestrijding in beplanting op beeldbepalende locaties en de plaatsing van extra bladkorven in de herfst. Neerkant In Neerkant investeren we voor bijna € 2 miljoen in het vernieuwen van de openbare ruimte en de aanpak van de riolering. Met deze investering brengen we de straten en pleinen in het hart van het dorp op hetzelfde niveau als we eerder in de andere kernen hebben gedaan met behulp van de IDOP-gelden. We stellen voor om niet mee te investeren in de bouw van een nieuwe binnensportaccommodatie in De Moost. Voor wat betreft het bomenplan van Leefbaar en Vitaal Neerkant hebben we besloten om nu niet mee te werken aan het verzoek om cofinanciering van € 100.000. Wel worden, in overleg met Leefbaar en Vitaal Neerkant, de mogelijkheden voor Neerkant meegenomen binnen
het nieuwe bomen beheer- en vervangingsplan. Na vaststelling van de Kaderbrief pakken we het overleg met Leefbaar en Vitaal Neerkant weer op. Dit biedt voor ons als college en voor Leefbaar en Vitaal Neerkant de ruimte om op een constructieve manier de inhoudelijke situatie met elkaar te bespreken. Resultaten die uit deze overleggen voortkomen, kunnen dan in de begroting 2017 worden meegenomen. Kruisstraat, vervanging riolering en fietspad Helenaveen We investeren in totaal € 730.000 in het bouw- en woonrijp maken en de inrichting van het openbaar gebied bij het nieuwbouwplan van Bergopwaarts aan de Kruisstraat. Verder investeren we een bedrag van € 1,2 miljoen in het vervangen van het riool in de Veldstraat en Provinciewijk. Dit hebben we, naast de herinrichting van de dorpskern van Neerkant, een jaar naar voren gehaald. Tot slot reserveren we een bedrag van € 95.000 om een wens van de dorpsraad Helenaveen te kunnen vervullen, die bestaat uit de aanleg van een fietspad langs de Lagebrugweg (verbinding Oude Peelstraat naar sportpark). Verbeteren centrum We vragen aan de gemeenteraad om structureel een budget van € 200.000 beschikbaar te stellen voor het verbeteren van het economisch functioneren van het centrum. Dit budget wordt ingezet voor concrete projecten, cofinanciering van initiatieven en parkeermaatregelen. Op dit moment wordt er samen met de stakeholders een plan van aanpak opgesteld, dat in de tweede helft van 2016 aan de raad wordt voorgelegd. Het grondbedrijf is in control Het afgelopen jaar lag de focus op een beheersbaar grondbedrijf. Projecten zijn beëindigd en gewijzigd. We hebben hierdoor ons verlies moeten nemen, maar dit heeft bijgedragen aan een stevig fundament met een duidelijk doel: reële uitgangspunten, een transparante financiële positie van het grondbedrijf en een goed beeld van de risico’s. We zijn in control. Dit stelt ons in staat om flexibel om te gaan met de vraag uit de markt en snel in te spelen op veranderingen in de markt. Dat we in control zijn, betekent niet dat we stil kunnen zitten. De opgave van het grondbedrijf blijft groot. Er ligt een flinke verkooptaakstelling in de komende jaren. De gemeente speelt daar waar het kan flexibel in op de vraag van de markt. Hierbij gaat het onder andere om herverkavelingen en grondprijsdifferentiatie. Een aantal woningbouwlocaties in het buitengebied schrappen we. Tegelijkertijd nemen we een aantal exploitaties juist in ontwikkeling. Dit zijn locaties, die beter aansluiten op de vraag. Het doel hiervan is om te komen tot een goed afzetbaar product, dat aansluit bij de huidige en toekomstige marktvraag. Financiële verslagleggingsregels De financiële verslagleggingsregels (BBV-regels) zijn behoorlijk veranderd. Het doel van deze wijzigingen is om grondbedrijven van gemeenten transparanter te maken en financiële risico’s terug te dringen. Op het gebied van inflatie, rentetoerekening, disconteringsvoet en verantwoordingsmethodiek zijn op landelijk niveau ingrijpende aanpassingen doorgevoerd. Deurne heeft de toepassing van deze wijzigingen doordacht, waardoor de aanpassingen snel en transparant vertaald worden. De wijzigingen zijn verwerkt en komen ook terug in de begroting. Dit alles leidt tot een incidenteel financieel nadeel.
Museum, Hafadru, zwembad en sporthuisvesting Voor een aantal zaken geldt dat we daarvoor nog geen concreet financieel voorstel hebben opgenomen in de Kaderbrief. Maar dit zijn wel ontwikkelingen die eraan zitten te komen en waarvoor we nog met een voorstel komen richting de raad. Dit geldt onder anderen voor museum De Wieger en Hafadru. De subsidie voor het museum nemen we mee in de subsidiebeschikking voor 2017 en verder. Voor Hafadru wordt er een afzonderlijk voorstel voorbereid, waarbij we er op dit moment vanuit gaan dat dit binnen het bestaande budget geregeld kan worden. Waar wel al een concreet voorstel voor ligt, is voor zwembad De Wiemel. We willen hier extra in investeren, zodat het zwembad tot zeker 2035 open kan blijven. Er spelen verder nog twee ontwikkelingen op het gebied van sporthuisvesting: van Turnvereniging KDO en Jeu de Boulesclub TicTac. De turnvereniging heeft samen met IVO-Deurne een plan in ontwikkeling voor een topturnhal in het scholenvierkant. De jeu de boulesvereniging zoekt structurele huisvesting op sportpark Kranenmortel. Zij werken samen met voetbalvereniging SV Deurne een plan uit, waarbij multifunctioneel gebruik het uitgangspunt is. We zijn met de initiatiefnemers in gesprek en bekijken of er voor de gemeente een rol is weggelegd. Er zijn daarom voor deze initiatieven nog geen concrete voorstellen opgenomen, maar deze initiatieven hebben we wel al benoemd in de nota grond- en vastgoedexploitaties. Voorstellen tot lastenverlichting In de meicirculaire is het verwachte voordeel van de herverdeling van het gemeentefonds nog niet verwerkt. Het verwachte structurele voordeel bedraagt € 430.000 en wordt verwerkt in de septembercirculaire. Hiermee is twee derde deel van het totaalbedrag herverdeeld. Naar verwachting wordt ook het derde deel nog doorgevoerd. Wanneer dit plaatsvindt is nog niet bekend. Mede op basis van deze ontwikkelingen en onze verbeterde financiële positie, komen wij bij de begroting met een voorstel tot lastenverlichting voor onze inwoners. Tot slot Na enkele moeilijke jaren, waarin onze financiële positie verre van rooskleurig was, kunnen we nu weer verantwoord investeren: in de openbare ruimte, in economie, in de zorg, in cultuur, in dienstverlening en in recreatie. Het belangrijkste is dat we hiermee weer tegemoet kunnen komen aan wensen van onze inwoners en dat we zaken op een goed niveau kunnen brengen. Er is hiermee nog steeds sprake van een sluitende Kaderbrief.
Het college van burgemeester en wethouders van Deurne
Kaderbrief 2016
Kaderbrief 2016
1.
Besluitvorming
Voor u ligt de kaderbrief 2016. In deze kaderbrief worden de afwijkingen op budgetten voor het jaar 2016 en verder aan u voorgelegd. Concreet verzoekt het college u in te stemmen met het volgende: 1. Kennis te nemen van de kaderbrief 2016; 2. In te stemmen met de financiële resultaten van de ontwikkelingen per thema en deze te verwerken in de begroting 2016 en de meerjarenramingen 2017 – 2019; 3. Instemmen met het beschikbaar stellen van de investeringskredieten zoals opgenomen in hoofdstuk 1; 4. In te stemmen met een onttrekking uit de reserve Sociaal Domein ter dekking van lasten / uitgaven op dit terrein, conform toelichting hoofdstuk 2; 5. In te stemmen met het instellen van een nieuwe Voorziening Individueel keuzebudget, vakantiegeld; 6. Bovengenoemde punten op te nemen in de 8e begrotingswijziging 2016 op basis van de ontwikkelingen 2016 (2017 – 2019) zoals beschreven in de kaderbrief 2016; 7. De uitgangspunten voor de begroting 2017 – 2020 vast te stellen; 8. Kennis te nemen van de Samenwerkingsmonitor; 9. Kennis te nemen van het normenkader (begrotingscirculaire) van de provincie voor de begroting 2017.
2
Kaderbrief 2016
Raadsopdrachten raadsprogramma 2016-2019
3
Kaderbrief 2016
Inhoudsopgave 1. Besluitvorming ............................................................................................. 2 2. Financiële positie ......................................................................................... 5 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Ontwikkelingen thema’s ...................................................................... 6 Investeringen .................................................................................... 7 Algemene uitkering ............................................................................ 7 Financiële positie na ontwikkelingen kaderbrief 2016 ............................... 8 Algemene reserve .............................................................................. 8
3. Thema’s........................................................................................................ 9 3.1 Thema Vrije Tijd ................................................................................ 9 3.1.1 Cluster Vrije tijd ................................................................................. 9 3.2 Thema Omgeving ............................................................................. 11 3.2.1 Cluster Vergunning verlening, toezicht en handhaving ........................ 11 3.2.2
Cluster Openbare ruimte en Eigendommen ....................................... 11
3.2.3
Cluster Verkeer en Mobiliteit ........................................................... 13
3.2.4
Cluster Milieu ................................................................................ 13
3.2.5
Cluster Ruimtelijke Ordening ........................................................... 14
3.2.6
Cluster Plattelandsontwikkeling ....................................................... 14
3.3 Thema Werken ................................................................................ 19 3.3.1 Cluster Economische Ontwikkeling ................................................... 19 3.3.2
Cluster Arbeidsmarkt beleid ............................................................ 19
3.4 Thema Samenleving ......................................................................... 22 3.4.1 Cluster Veiligheid en leefbaarheid .................................................... 22 3.4.2
Cluster Onderwijs en jeugd ............................................................. 23
3.4.3
Cluster Minimabeleid en schuldhulpverlening ..................................... 23
3.4.4
Cluster Lokaal sociaal beleid en gezondheidsbeleid ............................. 24
3.5 Thema Wonen ................................................................................. 31 3.5.1 Cluster Volkshuisvesting ................................................................. 31 3.5.2
Cluster Grondexploitatie ................................................................. 31
3.6 Thema Dienstverlening en organisatie ................................................. 33 3.6.1 Cluster Dienstverlening DIC ............................................................ 33 3.6.2
Cluster Bestuur ............................................................................. 33
3.6.3
Cluster Bedrijfsvoering ................................................................... 34
4. Bijlage 1: Uitgangspunten begroting 2017/meerjarenraming 2017 t/m 2020 47 5. Bijlage 2: Samenwerkingsmonitor .............................................................. 50 6. Bijlage 3: Brief Provincie ............................................................................ 51
4
Kaderbrief 2016
2.
Financiële positie
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de financiële positie van de gemeente, zoals die op dit moment van de kaderbrief kan worden vastgesteld. Om de financiële positie weer te geven is aansluiting gezocht bij de financiële positie van de (primitieve) begroting 2016. De besluitvorming van de najaarsnota 2015 is binnen dit kader betrokken evenals de financiële gevolgen die voortvloeien uit de jaarrekening 2015. Op het moment van samenstelling van deze kaderbrief moet besluitvorming over de jaarrekening 2015 nog plaatsvinden. Mochten er wijzigingen in de jaarrekening worden doorgevoerd dan hebben deze ook hun uitwerking op deze kaderbrief. Na het verwerken van de (structurele) effecten van de jaarrekening 2015, kent het begrotingssaldo het volgende verloop: Begrotingssaldo De begrotingssaldi 2016-2019 kent bij de jaarrekening het volgende verloop;
Begrotingssaldo najaarsnota 2015
2016
2017
2018
2019
484.000
555.000
1.010.000
814.000
Ontwikkeling jaarrekening 2015
112.000 Begrotingssaldi na ontwikkelingen jaarrekening 596.000
112.000 40.000 45.000 667.000 1.050.000 859.000
Het saldo is opgebouwd uit: Incidenteel deel
-80.000
250.000
280.000
0
Structureel deel
676.000
417.000
770.000
859.000
De provincie let vooral op het structurele begrotingssaldo omdat dit aangeeft hoe de gemeente er financieel voorstaat op de lange termijn.
5
Kaderbrief 2016
2.1
Ontwikkelingen thema’s
Onderstaand overzicht geeft per thema de financiële ontwikkelingen weer, onderverdeeld in 3 categorieën; wettelijk verplicht, onontkoombaar en overig. Daarnaast is onderscheid gemaakt tussen de incidentele financiële ontwikkeling (I) of structurele ontwikkeling (S). - = nadelig (vraag naar middelen) + = voordelig (vrijval van middelen) Omschrijving
2016
2017
2018
2019
Wettelijk verplicht Omgeving
0
Samenleving
-29.000
-29.000
-29.000
0
0
0
0
Dienstverlening en organisatie
-210.000
-222.000
-143.000
-143.000
Subtotaal wettelijk verplicht
-210.000
-251.000
-172.000
-172.000
Onontkoombaar Vrije tijd
-25.000
-25.000
-25.000
-25.000
Omgeving
-70.000
-355.000
-55.000
-55.000
Samenleving
-127.000
-7.000
-7.000
8.000
Dienstverlening en organisatie
-193.000
15.000
15.000
15.000
Subtotaal Onontkoombaar
-415.000
-372.000
-72.000
-57.000
Overige ontwikkelingen Vrije tijd Omgeving Werken Samenleving
0
-27.000
-74.000
-74.000
-124.000
-447.000
-218.000
-118.000
-56.000
-200.000
-200.000
-200.000
20.000
-17.000
-17.000
-17.000
Dienstverlening en organisatie
-591.000
-716.000
-720.000
-395.000
Subtotaal Overig
-751.000
-1.407.000
-1.229.000
-804.000
Totaal
-1.376.000
-2.030.000
-1.473.000
-1.033.000
Bestaat uit: Incidenteel deel
-1.075.000
-893.000
-190.000
0
Structureel deel
-301.000
-1.137.000
-1.283.000
-1.033.000
6
Kaderbrief 2016
2.2
Investeringen
In de kaderbrief worden de volgende investeringskredieten aangevraagd. De bijbehorende kapitaalslasten zijn verwerkt in de vraag naar middelen. Thema Omgeving Omgeving Omgeving Omgeving Omgeving D&O D&O D&O
2.3
Omschrijving De realisatie van een fietspad naast de Lagebrugweg te Helenaveen Kruisstraat/voormalige huishoudschool Kruisstraat/voormalige huishoudschool Kruisstraat/voormalige huishoudschool Neerkant herinrichting dorpskern BRP Gemeentehuis; vervanging Gemeentehuis; investering
Krediet
Kapitaallast
95.000 595.000 30.000 105.000 783.000 114.000 400.000 788.000 2.910.000
6.300 39.000 2.300 5.000 51.000 23.000 45.000 171.600
Algemene uitkering
Meicirculaire structureel positief De meicirculaire sluit structureel met een positief saldo. Het jaar 2017 sluit met een nadeel van € 167.000. Naar 2019 loopt het voordeel op naar € 202.000. Het jaar 2020 sluit zelf met een positief saldo van ruim 6 ton. Om dat dit nog zo ver weg is schatten wij de juistheid van dit saldo onzeker in. Hier willen we richting de begroting ook voorzichtig mee omgaan. Effect meicirculaire 2016 2016 € 113.000 2017 € 167.000 -/2018 € 160.000 2019 € 202.000 2020 € 644.000 In de begroting is een structurele buffer opgenomen vanwege de onzekerheid in het accres. Deze onzekerheid is door de uitkomsten van deze meicirculaire weggenomen. Het voorstel is om deze structurele buffer te laten vrijvallen. Omdat de gevolgen van de septembercirculaire 2015 dubbel verwerkt zijn in de financiële positie van de najaarsnota, moet hierop nog een correctie plaatsvinden. Hierdoor is het effect van het vrijvallen van de structurele buffer beperkt tot € 180.000. Deze ontwikkelingen samen zijn opgenomen in de tabel van het begrotingssaldo Herverdeling gemeentefonds In de meicirculaire is het verwachte voordeel van de herverdeling van het gemeentefonds nog niet verwerkt. Het verwachte structurele voordeel bedraagt € 430.000 en wordt verwerkt in de septembercirculaire. Hiermee is twee derde deel van het totaalbedrag herverdeeld. Naar verwachting wordt ook het derde deel nog doorgevoerd. Wanneer dit plaatsvindt is nog niet bekend. Mede op basis van deze ontwikkelingen en onze verbeterde financiële positie, komen wij bij de begroting met een voorstel tot lastenverlichting voor onze inwoners.
7
Kaderbrief 2016
2.4
Financiële positie na ontwikkelingen kaderbrief 2016
Ontwikkeling begrotingssaldi na kaderbrief 2016
2016
2017
2018
2019
2020
Begrotingssaldo najaarsnota 2015
484.000
555.000
1.010.000
814.000
814.000
Ontwikkeling jaarrekening 2015 Meerjarige saldi na jaarrekening
112.000
112.000
40.000
45.000
45.000
596.000
667.000
1.050.000
859.000
859.000
Vraag naar middelen kaderbrief Ontwikkelingen meicirculaire 2016 Meerjarige saldi Het saldo is opgebouwd uit: Incidenteel deel
-1.376.000 -2.030.000 -1.473.000 -1.033.000 -1.033.000 293.000 13.000 340.000 382.000 824.000 -487.000 -1.350.000
-83.000
208.000
650.000
-1.155.000
-643.000
90.000
0
0
668.000
-707.000
-173.000
208.000
650.000
2016
2017
2018
2019
2020
12.653.000
8.976.000
7.285.000
7.289.000
7.589.000
47.000
47.000
47.000
47.000
47.000
Ontwikkeling n.a.v. jaarrekening 2015
2.263.000
112.000
40.000
45.000
45.000
Begrotingssaldi 2016 tm 2020 na kaderbrief 2016
-487.000
-1.350.000
-83.000
208.000
650.000
Gevolgen Nota Grex/Vex deel A 2016
-5.500.000
-500.000
Saldo algemene reserve
8.976.000
7.285.000
7.289.000
7.589.000
8.331.000
Structureel deel
2.5
Algemene reserve
Verloop algemene reserve Saldo per 01-01-2016 Raadsbesluit vaststelling Beleidsplan Openbare Verlichting
De ontwikkelingen en uitgangspunten die zijn opgenomen in de nota Grex/Vex deel A worden richting de begroting verder uitgewerkt. De ontwikkelingen hebben een grote impact op de algemene reserve van de gemeente Deurne. Vooralsnog wordt verwacht dat de claim op de algemene reserve € 6 miljoen bedraagt. Hierdoor neemt de beschikbare weerstandscapaciteit af en daalt de ratio van het weerstandsvermogen. Verwacht wordt dat de ratio rond de grens van 1 blijft.
8
Kaderbrief 2016
3.
Thema’s
3.1
Thema Vrije Tijd
Doelstelling thema Dit thema is gericht op de verdere ontwikkeling van de sector Vrije tijd en Toerisme. De gemeente Deurne wil stimuleren dat er geïnvesteerd wordt in de kwaliteitsverbetering, verbreding en versterking van de vrijetijdseconomie, zodat de werkgelegenheid en de bestedingen in de sector toenemen. Voor de bewoners van de gemeente Deurne zijn er uitgebreide en gevarieerde recreatiemogelijkheden, waarbij ook gebruik gemaakt kan worden van het toeristisch aanbod. De gemeente Deurne wil op het gebied van recreatie en toerisme ruimer faciliteren. Hiervoor is een visie vrijetijdseconomie vastgesteld, die als onderlegger dient bij de 3e herziening van het bestemmingsplan Buitengebied. 3.1.1 Cluster Vrije tijd Ontwikkelingen Cluster Vrije tijd Wettelijke ontwikkelingen geen Onontkoombaar geen Overige ontwikkelingen Museum de Wieger Museum de Wieger is in 2013 verzelfstandigd waarbij ook de subsidierelatie met het museum wordt afgebouwd. Tot en met 2020 ontvangt het stichtingsbestuur een gemeentelijke bijdrage van ruim € 43.000 per jaar voor onderhoud van gebouw en collectie. Deze bijdrage blijkt onvoldoende om het museum te kunnen exploiteren. Het museumbestuur deed daarom in 2015 en 2016 een beroep op de gemeente voor een extra structurele jaarlijkse bijdrage van ruim € 27.000. Dit bedrag blijkt noodzakelijk om acute sluiting te voorkomen. Op advies van de raadscommissie heeft de gemeenteraad aangegeven de situatie vanaf 2017 structureel op te lossen. In de subsidiebeschikking voor de jaren 2017 en verder bepaalt het college de definitieve hoogte van de bijdrage en de geldende voorwaarden. Stichting Hafadru - muziekonderwijs Stichting Hafadru organiseert het muziekonderwijs voor de jeugdleden van de harmonieën, fanfares en drumbands in Deurne. De stichting huurt hiervoor de voormalige ‘RICK-ruimte’ aan de Harmoniestraat van de gemeente. Er is sprake van een exploitatietekort, onder andere als gevolg van de huisvestingskosten. In september 2017 loopt de huurovereenkomst af. Op dat moment worden nieuwe afspraken gemaakt. Hierbij geldt dat de gemeente zich moet houden aan de Wet Markt en Overheid. Dit betekent dat er een marktconforme huurprijs moet worden bepaald. Naar verwachting is deze hoger dan de huidige huurprijs van € 15.000 per jaar. Hierdoor wordt het exploitatietekort groter. Voor de ontstane situatie is een afzonderlijk voorstel in voorbereiding. Dit voorstel gaat in op de periode tot het einde van de lopende 9
Kaderbrief 2016
huurovereenkomst en de situatie daarna. Insteek is dit binnen het bestaande budget te regelen. Financiële ontwikkelingen Essentiële financiële ontwikkelingen - = na de lig ( v ra a g na a r m idde le n) + = v o o rde lig ( v rijv a l v a n m idde le n)
Omschrijving Onontkoombaar Binnensportaccommodaties Subtotaal Onontkoombaar Overige ontwikkelingen Museum de Wieger Zwembad de Wiemel Subtotaal Overig Totaal
2016
2017
2018
2019
-25.000 -25.000
-25.000 -25.000
-25.000 -25.000
-25.000 -25.000
S
-27.000
-27.000 -47.000 -74.000
S S
-99.000
0
-27.000
-27.000 -47.000 -74.000
-25.000
-52.000
-99.000
I/S BN
Toelichting financiële ontwikkelingen Wettelijke ontwikkelingen geen Onontkoombaar Binnensportaccommodaties Om bewegingsonderwijs te kunnen geven huren basisscholen onder andere de gemeentelijke sporthallen. Door een daling van het aantal leerlingen in de afgelopen jaren, huren zij minder uren de sporthal. Als gevolg hiervan dalen de huurinkomsten van de gemeentelijke sporthallen structureel met € 25.000. De begroting moet hierop nog worden aangepast. Overigens wordt deze huur door de gemeente volledig vergoed; binnen het thema Samenleving wordt dit nader toegelicht. Overige ontwikkelingen Museum de Wieger Zie toelichting onder Ontwikkelingen Cluster Vrije tijd, onderdeel Overige ontwikkelingen. Zwembad De Wiemel Op dit moment worden de scenario’s onderzocht om ook na 2017 een zwembadvoorziening voor Deurne te behouden. Een van de opties is het afsluiten van een nieuwe exploitatieovereenkomst met Laco voor het huidige zwembad. Als de keuze valt op in stand houden van het huidige zwembad, dan is de huidige exploitatiebijdrage van € 168.000 niet toereikend heeft de exploitant aangegeven. De exploitatiekosten bedragen dan vanaf 2018 € 215.000. Dit betekent een structurele verhoging van de exploitatiebijdrage met € 47.000 per jaar. Ook wordt de bijdrage vanaf 2018 dan jaarlijks geïndexeerd. Definitieve besluitvorming over de toekomst van een zwembadvoorziening is voorzien in juli 2016.
10
Kaderbrief 2016
3.2
Thema Omgeving
Doelstelling thema Het thema Omgeving is gericht op het realiseren en het behouden van datgene wat de (inwoners van de) gemeente Deurne belangrijk vinden in de fysieke omgeving. Er wordt vanuit de inrichtingseisen op de ruimtelijke ontwikkeling gestuurd en er wordt toegezien op correct en veilig gebruik. Hiervoor wordt onder andere uitvoering gegeven aan het ruimtelijk beleid, milieubeleid en welstandsbeleid. Bovendien wordt op grond van de Wabo en de Wet milieubeheer toezicht gehouden en waar nodig gehandhaafd. Er wordt rekening gehouden met de ontwikkelingen en de gebruikers worden betrokken bij de realisatie van het programma. De gemeente Deurne en de professionele instanties zijn steeds minder zelf fysiek en financieel actief in het fysieke domein, maar vervullen een faciliterende rol waarbij meer wordt overgelaten aan de gemeenschap. 3.2.1 Cluster Vergunning verlening, toezicht en handhaving Ontwikkelingen Cluster Vergunning verlening, toezicht en handhaving Wettelijke ontwikkelingen Geen Onontkoombaar Geen Overige ontwikkelingen Deregulering omgevingsvergunningen activiteit Bouw In 2015 zijn er uitgangspunten bepaald voor deregulering omgevingsvergunningen Bouw in Deurne. Uitgangspunt hierbij is dat marktpartijen hun verantwoordelijkheid pakken en dat de gemeente loslaat. Hierdoor kunnen doorlooptijden versnellen en de regeldruk en lasten worden verlaagd. Uitwerking hiervan vindt plaats in 2016. Het uitwerken gebeurt in samenwerking met aanvragers, marktpartijen en de raad. Doelstelling is om vanaf 2017 hiermee te starten. 3.2.2 Cluster Openbare ruimte en Eigendommen Ontwikkelingen Cluster Openbare ruimte en Eigendommen Wettelijke ontwikkelingen Chemische onkruidbestrijding op verharding is niet meer toegestaan Er is een verbod gekomen op het gebruik van het bestrijdingsmiddel Glyfosaat. Hierdoor is een andere uitvoeringsmethode nodig. De gevolgen hiervan zijn verwoord “Amendement groen en bomen”. Onontkoombaar Geen
11
Kaderbrief 2016
Overige ontwikkelingen Onderhoud wegen In het derde kwartaal 2016 wordt het wegenbeheerplan 2016-2020 aan de Raad voorgelegd. In dit wegenbeheerplan zijn de financiële consequenties inzichtelijk gemaakt rekening houdend met de eisen en standpunten van de provincie in relatie tot onderhoud kapitaalgoederen. Amendement Groen en Bomen Op 10 november 2015 heeft de Raad een amendement aangenomen voor het maken van een verbeterslag in het groenonderhoud en bomen. 1. Bomen In 2016 wordt gestart met het maken van een bomenbeheers- en vervangingsplan. In dit plan worden de bijhorende financiële consequenties inzichtelijk gemaakt. 2. Groenonderhoud In de commissie Wonen en Vastgoed zijn de verschillende mogelijkheden voor een verbeterslag in het groen besproken. Door de commissie is aangegeven op de volgende onderwerpen een verbeterslag te willen maken: Het onkruid op verharding door de gehele gemeente bestrijden; Op beeldbepalende locaties een kwaliteitsverbetering in de onkruidbestrijding in de beplanting; In de herfst extra bladkorven plaatsen in het openbaar groen. De financiële consequenties van deze keuzes zijn opgenomen bij de financiële ontwikkelingen. Gladheidsbestrijding Op 30 mei is met de commissie W&V opiniërend gesproken over een herziening van de uitvoering en organisatie van de gladheidbestrijding. De commissie spreekt duidelijk een voorkeur uit voor een variant die leidt tot meer inzet op de gladheidbestrijding. Uiteindelijk leidt dit tot een vraag naar middelen. Deze is opgenomen bij de financiële ontwikkelingen. Leefbaar en Vitaal Neerkant Het college van B&W heeft het verzoek van Leefbaar en Vitaal Neerkant met betrekking tot de gemeentelijke bijdrage voor de herinrichting van de openbare ruimte, de bouw van een nieuwe binnensportaccommodatie in de Moost en het bomenplan behandeld. Het college heeft voor dit moment besloten om: 1. In te stemmen met een gemeentelijke bijdrage van € 783.000 voor de herinrichting van de openbare ruimte en dit voorstel op te nemen in de Kaderbrief 2016; 2. Niet mee te werken aan het verzoek om cofinanciering van € 400.000 voor een binnensportaccommodatie in de Moost; 3. De mogelijkheden van het bomenplan wordt binnen het proces “bomenbeheersvervangingsplan” bekeken. Na vaststelling van deze kaderbrief wil het college het overleg met Leefbaar en Vitaal Neerkant weer oppakken. Dit biedt voor het college en Leefbaar en Vitaal Neerkant de ruimte om op een constructieve manier de inhoudelijke situatie met elkaar te bespreken. Resultaten die uit deze overleggen voortkomen kunnen dan in de begroting 2017 worden meegenomen. Zie voor verdere toelichting over de herinrichting openbare ruimte onder Toelichting financiële ontwikkelingen, onderdeel Overige ontwikkelingen.
12
Kaderbrief 2016
Actuele ontwikkelingen rondom vastgoed Ontwikkelingen rondom het vastgoed in eigendom van de gemeente en de exploitatie daarvan worden geschetst in de Nota Grond- en Vastgoedexploitaties Deel A. Deze nota wordt gelijktijdig met de kaderbrief aan de gemeenteraad aangeboden. Afwijkingen in (financiële) uitgangspunten krijgen hierin een plek.
3.2.3 Cluster Verkeer en Mobiliteit Ontwikkelingen Cluster Verkeer en Mobiliteit Wettelijke ontwikkelingen Geen Onontkoombaar Geen Overige ontwikkelingen Regionaal bereikbaarheidsakkoord Eind 2015 heeft de provincie, samen met de regio, afspraken met het Rijk gemaakt om de bereikbaarheid aan de oostzijde van de Brainportregio te verbeteren en tegelijk kansen bieden voor de ruimtelijke ontwikkeling van het gehele gebied. Naast de aanpak van de A67 en N279 heeft de regio de uitdaging aangenomen om medio 2016 te komen tot een bereikbaarheidsagenda voor Zuidoost-Brabant. Het gaat daarbij om maatregelen op het gebied van openbaar vervoer, auto, fiets, innovatie, smart mobility en samenwerking. In veel gevallen zal sprake zijn van cofinanciering. Op dit moment is nog niet aan te geven om welke maatregelen en bedragen het voor de gemeente Deurne gaat. Parkeerbeleid/verbeteren economisch functioneren van het centrum Samen met de stakeholders in het centrum wordt een programma opgesteld om het economisch functioneren van het centrum te verbeteren. Parkeren is daarbij een belangrijk onderdeel. Bij het thema werken is dit onderwerp verder toegelicht. Ontwikkelingen openbaar vervoer De provincie werkt aan betere (inter)nationale verbindingen en een versterkte samenhang binnen het openbaar vervoer netwerk in Brabant. Gemeenten kunnen projecten aandragen die hieraan bijdragen. Geselecteerde projecten komen uiteindelijk in aanmerking voor cofinanciering. Dit biedt kansen om het mobiliteitsknooppunt station Deurne verder te versterken. Te denken valt aan het stimuleren van het gebruik van het openbaar vervoer (parkeren en fietsenstalling), aankoop Nies (verdichten rondom station en kwaliteit openbare ruimte) en het stationsgebouw (veraangenamen). 3.2.4 Cluster Milieu Ontwikkelingen Cluster Milieu Wettelijke ontwikkelingen Geen Onontkoombaar Geen
13
Kaderbrief 2016
Overige ontwikkelingen Oud papierinzameling vanaf 2017 In 2016 wordt besloten hoe de inzameling van oud papier vanaf januari 2017 plaatsvindt. Hiervoor worden diverse voorstellen uitgewerkt waaronder ook een variant waarbij de verenigingen zelf oud papier gaan ophalen. Uitgangspunt is dat eventuele inzameling met of door verenigingen op budgettair neutrale basis plaatsvindt. 3.2.5 Cluster Ruimtelijke Ordening Ontwikkelingen Cluster Ruimtelijke Ordening Wettelijke ontwikkelingen Omgevingswet De (gedeeltelijke) invoering van de Omgevingswet is voorzien in 2018. Het gaat om een complex en omvangrijk wetgevingsproces. Er is een plan van aanpak opgesteld voor de implementatie in Deurne van de Omgevingswet. Omdat het wetgevingsproces nog volop in ontwikkeling is, beweegt het invoeringsproces hierop mee. Onontkoombaar Geen Overige ontwikkelingen Geen 3.2.6 Cluster Plattelandsontwikkeling Ontwikkelingen Cluster Plattelandsontwikkeling Wettelijke ontwikkelingen Geen Onontkoombaar Wet geurhinder en veehouderij In 2014 is een bestuurlijke en ambtelijke werkgroep evaluatie regelgeving geurhinder door veehouderijen aan de slag gegaan in opdracht van het ministerie van I&M. De minister heeft de bestuurlijke werkgroep gevraagd een advies uit te brengen over aanpassingen van de wet- en regelgeving voor geurhinder als gevolg van de veehouderij. Najaar 2015 heeft de bestuurlijke werkgroep een advies eerste fase uitgebracht. Het tweede, definitieve advies wordt naar verwachting in 2016 behandeld in de Tweede Kamer en leidt mogelijk tot een aanpassing in de Wet geurhinder en veehouderij in 2017. Of en zo ja hoe gemeenten hier actie op moeten nemen is onbekend. Overige ontwikkelingen Soemeersingel In 2016 wordt uitgezocht wat de kosten zijn van reconstructie van de Soemeersingel, wat mogelijke financieringsconstructies hiervoor kunnen zijn en of er draagvlak voor de reconstructie is. Reconstructie vraagt, ook met cofinanciering via subsidies, een miljoeneninvestering. Hoe groot het gemeentelijke deel is volgt uit het onderzoek.
14
Kaderbrief 2016
Financiële ontwikkelingen Essentiële financiële ontwikkelingen - = nadelig (vraag naar middelen) + = voordelig (vrijval van middelen)
Omschrijving Wettelijk verplicht Onkruidbestrijding op verharding Bodem en geluid Subtotaal wettelijk verplicht Onontkoombaar Rioolinvesteringen (vervroegd) Planontwikkeling locatie Kruisstraat Omgevingswet Subtotaal Onontkoombaar
2016
0
2017
2018
2019
-29.000
-29.000
-29.000
-29.000
-70.000 -70.000
Overige ontwikkelingen Gladheidsbestrijding Amendement Groen, Onkruidbestrijding op verharding Amendement Groen, kwaliteitsverbetering onkruidbestrijding
-29.000
BN
S I
949.000
I
97.000
S I
5.000
-29.000
-55.000 -300.000 -355.000
-55.000
-55.000
-55.000
-55.000
-10.000
-10.000
-10.000
S
-15.000
-15.000
-15.000
S
-14.000
-14.000
-14.000
S
Amendement Groen, extra bladkorven Amendement Groen, extra bladkorven Herinrichting dorpskern Neerkant Regionaal werkbudget GGA Realisatie fietspad Lagebrugweg, Helenaveen Implementatie Wro in Squit Beheerkosten Wro in Squit Transitie buitengebied Bijstelling verkooptaakstelling Subtotaal Overig
-16.000 -8.000 -100.000 -124.000
-225.000 -100.000 -447.000
-100.000 -218.000 -118.000
Totaal
-194.000
-831.000
-302.000 -202.000
I
-4.000
15
I/S
-9.000
-9.000
-9.000
S
-51.000 -5.000
-51.000 -5.000
-51.000 -5.000
S S
-6.000
-6.000
-6.000
-8.000
-8.000
-8.000
S I S I I
Kaderbrief 2016
Toelichting financiële ontwikkelingen Wettelijke ontwikkelingen Onkruid op verhardingen De commissie Wonen & Vastgoed heeft 31 maart 2016 de voorkeur uitgesproken om als alternatieve methode “borstelen” in te zetten. De financiële consequentie hiervan ten opzichte van huidige werkwijze bedraagt € 29.000. Bodem en geluid Voor het saneringsproject Stiller spoor voor Deurne (railschermenproject) wordt subsidie ontvangen voor voorbereidings- en begeleidingskosten. De totale subsidie bedraagt € 1.789.000. Dit bedrag is bedoeld voor de engineering kosten van ProRail en het samenstellen van het saneringsprogramma inclusief het indienen van het verzoek tot uitvoeringssubsidie bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu. In 2016 is € 949.000 aan subsidies ontvangen. Totaal is inmiddels € 1.699.000 aan subsidie ontvangen. Dit is 95% van de totale subsidiehoogte van € 1.789.000. Onontkoombaar Rioolinvesteringen (vervroegd) De investeringskredieten voor het vervangen en afkoppelen van het riool bij de reconstructie Veldstraat en Provinciewijk (totaal € 1,2 miljoen) en de rioolvervanging herinrichting dorpskern Neerkant (€ 900.000) zijn een jaar naar voren gehaald. De bijbehorende kapitaallast van € 97.000 zijn budget neutraal en worden gedekt binnen het Gemeentelijk RioleringsPlan. Planontwikkeling locatie Kruisstraat Het betreft de kosten voor het bouwrijp maken, woonrijp maken en de inrichting van het (toekomstig) openbaar gebied Kruisstraat met het daarbij behorende beheer. De grond wordt ‘om niet’ overgenomen van Bergopwaarts en daarna door de gemeente bouw- en woonrijp gemaakt en ingericht. De financiële gevolgen bestaan uit: 1. Een totaalinvestering van € 730.000 opgebouwd uit: a. Een beschikbaar te stellen investeringskrediet van € 625.000 voor het bouwrijp maken, woonrijp maken en de inrichting van de (toekomstige) openbare ruimte locatie Kruisstraat / voormalige huishoudschool. De kapitaallasten behorende bij deze investering zijn: Wegen, € 595.000 (afschrijvingstermijn van 25 jaar): € 39.000 Openbaar groen, € 30.000 (afschrijvingstermijn van 20 jaar): € 2.300 Totale kapitaallasten structureel € 41.300 b. De investering voor het riool van € 105.000, deze valt conform de regels van het BBV (Besluit Begroten en Verantwoorden) onder de voorziening riool. Uit deze voorziening vindt ook de dekking plaats. Riool, € 105.000 (afschrijvingstermijn van 60 jaar): € 5.000 2. De structurele lasten van het onderhoud groen: € 14.000 exclusief BTW per jaar. Omgevingswet Nog lang niet alle toekomstige regels van de Omgevingswet zijn bekend. Bepaalde onderwerpen moeten nog verder worden uitgewerkt. Naar mate er meer duidelijkheid komt, wordt ook het implementatieproces geïntensiveerd. De te maken kosten bewegen daarin mee. Het is op dit moment lastig om een exacte berekening te maken van kosten. In het plan van aanpak is een eerste raming van deze kosten opgenomen. Het gaat dan om kosten voor de 1e fase van de voorbereiding en implementatie van de Omgevingswet. Er worden met name kosten gemaakt voor ambtelijke inzet, projectleiding, opleidingen, communicatie, het opstellen van procesbeschrijvingen en digitale voorzieningen. De Omgevingswet is een ingrijpende stelselwijziging. Het is van belang om stevig in te zetten op het structureel goed inbedden van deze wijziging in de organisatie (beleid en werkprocessen) en goede externe voorlichting. Het is daarom niet uitgesloten dat er 16
Kaderbrief 2016
naarmate de voorbereiding en implementatie vorderen een aanvullende vraag naar middelen komt. Overige ontwikkelingen Gladheidbestrijding De herziening, als de keuze voor variant 3 wordt gemaakt, leidt tot een vraag naar middelen van € 10.000. Het nieuwe uitvoeringsplan wordt met de bijbehorende financiële en personele consequenties ter besluitvorming voorgelegd. Amendement Groen en Bomen - Het onkruid op verharding door de gehele gemeente bestrijden bedraagt € 15.000 exclusief € 29.000 meerkosten als gevolg verbod gebruik Glyfosaat ; - Op beeldbepalende locaties een kwaliteitsverbetering in de onkruidbestrijding in de beplanting € 14.000; - In de herfst extra bladkorven plaatsen in het openbaar groen, incidenteel € 4.000; structureel € 9.000. Herinrichting dorpskern Neerkant Voor de herinrichting van de dorpskern van Neerkant is een totaal bedrag nodig van € 2.200.000. Leefbaar en Vitaal Neerkant heeft een gemeentelijke bijdrage gevraagd voor de herinrichting van de openbare ruimte. Bij de voorbereiding van de plannen met betrekking tot deze herinrichting heeft de gemeente Deurne een faciliterende rol gehad. De horecagelegenheden aan het plein dragen zorg voor het aanleggen van het terras. Daarnaast gaat de gemeenschap van Neerkant zelf een aantal werkzaamheden uitvoeren, bijv. het plein zelf bestraten, het aanleggen van de blokhagen, het verplaatsen van de bestaande bushalte etc. Doordat deze werkzaamheden zelf worden uitgevoerd is er € 217.000 minder financiering nodig. Er is al deels rekening gehouden met een gemeentelijke bijdrage door werk met werk te maken. In het uitvoeringplan BOR 2016 is € 1.200.000 (900.000 vanuit Gemeentelijk Rioleringsplan en 300.000 vanuit Wegbeheer) gereserveerd. Voor de herinrichting van de dorpskern Neerkant ontstaat een incidentele vraag naar middelen van € 783.000. Deze investering vertegenwoordigt een structurele kapitaallast van € 51.000. De herinrichting van de dorpskern kan alleen tot uitvoering komen met de bijdrage vanuit de Neerkantse gemeenschap. Regionaal werkbudget voor de gebiedsgerichte aanpak verkeer en vervoer Net als in andere regio’s in Brabant werken de gemeenten in Zuidoost-Brabant samen met de provincie en andere partners op het gebied van verkeer en vervoer in de zogenaamde Gebiedsgerichte Aanpak (GGA). Op deze manier ontvangt de regio jaarlijks € 3,8 miljoen aan subsidie voor maatregelen op het gebied van bereikbaarheid en verkeersveiligheid. Dit is het regionaal uitvoeringsprogramma (RUP). Met een regionaal werkbudget worden regionale projecten uitgevoerd en wordt korting verkregen door regionale aanbesteding van ondersteunde programma’s die nodig zijn voor het opstellen van het RUP. Het gaat jaarlijks om een bedrag van € 5.000. Realisatie fietspad Lagebrugweg, Helenaveen De Dorpsraad Helenaveen heeft een verzoek ingediend om een fietspad te realiseren van de Oude Peelstraat naar het sportpark aan de Lagebrugweg. Hiermee wordt de verkeersveiligheid voor het fietsverkeer van de Oude Peelstraat naar het sportpark (visa versa) verbeterd. De aanleg van het fietspad vergt een investering van € 95.000. Jaarlijkse kapitaallasten vanaf 2017 zijn € 6.300.
17
Kaderbrief 2016
Bijstelling verkooptaakstelling De gemeente verkoopt sinds 2012 haar vastgoed actief. Er is bij de begroting 2013 een bezuinigingstaakstelling (verkoop eigendommen) opgenomen van € 200.000 per jaar. Bij de begroting 2015 is deze tot en met 2018 opgehoogd naar € 300.000 per jaar. Deze bezuinigingstaakstelling is bedoeld om het weerstandsvermogen van de gemeente Deurne te verhogen. Totaal is er in de bezuiniging € 1.600.000 opgenomen. Hierop is inmiddels € 3.068.000 gerealiseerd. Deze hoge verkoopresultaten hebben in de voorgaande jaren geleid tot incidentele extra resultaten. De verkooptaakstelling voor de periode 2016 tot en met 2018, van € 300.000 per jaar, is hier niet op bijgesteld. Het meeste courante en makkelijk te verkopen vastgoed is inmiddels verkocht. Voorgesteld wordt om de bezuinigingstaakstelling van € 900.000 in de periode 2016 tot en met 2018 te verlagen naar totaal € 600.000. Deze taakstelling wordt bovendien gerealiseerd in 2016. Implementatie module Wet ruimtelijke ordening (Wro) in Squit Squit wordt bij omgevingsvergunningen als sturingssysteem gebruikt. Door de implementatie van de module Wro is het mogelijk te werken met een uniform werkproces, worden deadlines makkelijker bewaakt en wordt verantwoordings- en sturingsinformatie gegenereerd. De incidentele kosten voor de implementatie worden geschat op € 16.000 en de structurele kosten op € 7.500 per jaar. Transitie buitengebied Om de gewenste transitie in het platteland te kunnen faciliteren zijn hier en daar middelen nodig. Het is belangrijk dat er middelen beschikbaar worden gesteld om na de discussie met de raad meteen aan de slag te kunnen. Een aantal onderwerpen worden hiervoor onderzocht en besproken. Hierbij wordt gedacht zoals provinciale subsidie, onderzoek naar mogelijkheden leges etc. Investeringskredieten De realisatie van een fietspad naast de Lagebrugweg te Helenaveen Kruisstraat/voormalige huishoudschool Kruisstraat/voormalige huishoudschool Kruisstraat/voormalige huishoudschool Neerkant herinrichting dorpskern
95.000 595.000 30.000 105.000 783.000
18
Kaderbrief 2016
3.3
Thema Werken
Doelstelling thema Werkgelegenheid en ondernemerschap zijn cruciaal voor een gemeente binnen het thema Werken. De gemeente Deurne heeft als doelstelling een zelfredzame lokale overheid te zijn die voor het realiseren van de doelen, de acties en de ontwikkelingen, binnen dit thema, ondersteunende en faciliterende werkzaamheden verricht voor haar burgers en bedrijven. Het thema omvat twee vaste clusters, namelijk economische ontwikkeling en arbeidsmarktbeleid. Binnen het cluster economische ontwikkeling worden ontwikkelingen, opdrachten en activiteiten beschreven op het vlak van detailhandel, bedrijventerreinen, economische stimulering, innovatie en positionering in de regio; Binnen het cluster arbeidsmarktbeleid wordt dit gedaan voor werkgelegenheid, het Participatiebudget en de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw). 3.3.1 Cluster Economische Ontwikkeling Ontwikkelingen Cluster Economische Ontwikkeling Wettelijke ontwikkelingen geen Onontkoombaar geen Overige ontwikkelingen Verbeteren economisch functioneren centrum. Samen met de stakeholders in het centrum wordt onderzocht welke maatregelen op korte en lange termijn genomen kunnen worden om de leegstand in het centrum een halt toe te roepen en het economisch functioneren van het centrum te versterken. Dit onderzoek is nog niet afgerond, maar zeker is dat voor het uitvoeren van deze maatregelen geld nodig is. Daarom wordt nu gevraagd hiervoor structureel een budget van € 200.000 beschikbaar te stellen. Dit budget wordt breed ingezet voor maatregelen die voortvloeien uit het plan van aanpak dat op dit moment met de stakeholders gemaakt wordt. Te denken valt daarbij aan concrete projecten, cofinanciering van initiatieven van de stakeholders en parkeermaatregelen. Het voorgestelde maatregelenpakket en de definitieve inzet van het budget worden in de 2e helft van 2016 aan de raad voorgelegd. 3.3.2 Cluster Arbeidsmarkt beleid Ontwikkelingen Cluster Arbeidsmarkt beleid Wettelijke ontwikkelingen geen Onontkoombaar Participatiewet verhoogde instroom aantal uitkeringsgerechtigden Vanaf september 2015 is de instroom in de uitkering fors toegenomen. In het eerste kwartaal van 2016 heeft deze verhoogde instroom zich verder doorgezet en is daarmee 19
Kaderbrief 2016
hoger dan verwacht. De belangrijkste oorzaak van deze stijging is de instroom van statushouders die samenhangt met de huisvestingstaakstelling statushouders vanuit het Rijk. Er zijn gemiddeld 20 statushouders per maand ingestroomd. Met deze toename is geen rekening gehouden in de begroting waardoor het Werkbedrijf in het eerste kwartaal een negatief resultaat heeft. Als de instroom op deze manier doorzet leidt dit tot een fors negatief resultaat binnen het Werkbedrijf voor 2016 en mogelijk ook meerjarig. Bij de vaststelling van de BUIG budgetten (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten) door het rijk is er geen rekening gehouden met deze toename van het aantal uitkeringsgerechtigden. Door het rijk is in de uitwerking van het bestuursakkoord over de verhoogde asielinstroom aangegeven dat er een compensatie komt voor de hogere uitkeringskosten. Er is echter nog veel onduidelijkheid over hoe en tot welke hoogte compensatie plaatsvindt. Wat de uiteindelijke financiële gevolgen voor het Werkbedrijf en de gemeente zijn is nog onduidelijk. Overige ontwikkelingen Deurne werkt Het lokale re-integratieproject Deurne werkt is verlengd tot 1 januari 2017 en uitgebreid met een samenwerking met lokale ondernemers die werkervaringsplaatsen aanbieden (zie thema Samenleving). Financiële ontwikkelingen Essentiële financiële ontwikkelingen - = na de lig ( v ra a g na a r m idde le n) + = v o o rde lig ( v rijv a l v a n m idde le n)
Omschrijving
2016
2017
2018
2019
I/S
Wettelijk verplicht Subtotaal wettelijk verplicht
0
0
0
0
0
0
0
0
Onontkoombaar Subtotaal Onontkoombaar Overige ontwikkelingen Verbetering economisch functioneren centrum Participatiewet Subtotaal Overig Totaal
-200.000 -200.000 -200.000 -200.000 144.000 -56.000 -200.000 -200.000 -200.000 -56.000 -200.000 -200.000 -200.000
Toelichting financiële ontwikkelingen Wettelijke ontwikkelingen geen Onontkoombaar geen
20
S I
BN
Kaderbrief 2016
Overige ontwikkelingen Verbeteren economisch functioneren centrum. Voor toelichting zie kopje overige ontwikkelingen onder cluster economische ontwikkelingen. Participatiewet Het Werkbedrijf Atlant de Peel voert voor de Peelgemeenten de Participatiewet uit. De jaarrekening 2015 laat een positief resultaat zien van € 2,2 miljoen. De helft van dit bedrag blijft binnen het Werkbedrijf, de andere helft vloeit terug naar de gemeenten. Voor Deurne is dit het bedrag van € 144.000.
21
Kaderbrief 2016
3.4
Thema Samenleving
Doelstelling thema Binnen het thema Samenleving wordt er doelgericht gewerkt aan het welbevinden en de leefbaarheid in de gemeente Deurne. De sociale samenhang in de samenleving, in termen van versterking van het verenigingsleven, vrijwilligerswerk en mantelzorg zijn daarin van belang. Het gaat er om perspectief te bieden aan alle leeftijden en bevolkingslagen, in het bijzonder aan gezinnen, jongeren en senioren, zodat ze optimaal in de samenleving kunnen participeren. Dit alles met als doel dat de gemeente Deurne een aantrekkelijk dorp blijft. Uitgangspunt hierbij is dat meer en meer een beroep wordt gedaan op het zelf organiserend vermogen en de zelfredzaamheid van de lokale samenleving. Daarbij zorgt de gemeente Deurne voor een sociaal vangnet voor die inwoners en gezinnen die niet kunnen meekomen in een meer zelfredzame samenleving. 3.4.1 Cluster Veiligheid en leefbaarheid Ontwikkelingen Cluster Veiligheid en leefbaarheid Wettelijke ontwikkelingen geen Onontkoombaar Opvang vluchtelingen De verhoogde vluchtelingeninstroom zet zich de komende jaren naar verwachting voort. Het huidige aantal opvangplekken is onvoldoende om deze vluchtelingenstroom op te kunnen vangen. Van alle gemeenten wordt daarom extra inzet verwacht om deze opvangplekken te realiseren. Naar rato van het inwoneraantal heeft elke gemeente een taakstelling gekregen. Samen staan de Peelgemeenten voor de opgave om 826 extra opvangplekken voor asielzoekers te realiseren in 2016. Als het in Deurne tot een concreet plan komt voor de opvang van asielzoekers, dan heeft dat voor de gemeente zowel maatschappelijke als financiële gevolgen. Hoe hoog de kosten en de vergoedingen (een gemeente ontvangt voor de opvang van asielzoekers een aantal vergoedingen, waaronder een hogere uitkering uit het Gemeentefonds zijn, is afhankelijk van het aantal op te vangen mensen en van de locatie. Om voorbereid te zijn op het moment dat zich een concreet plan aandient, wordt er nu al een indicatie gegeven van de kosten die dat op dat moment met zich meebrengt. (zie financiële ontwikkelingen). Overige ontwikkelingen Geen
22
Kaderbrief 2016
3.4.2 Cluster Onderwijs en jeugd Ontwikkelingen Cluster Onderwijs en jeugd Wettelijke ontwikkelingen Ouderbijdrage jeugdwet Vanaf 1 januari 2016 is de verplichte ouderbijdrage jeugdwet vervallen. De bijdrage was bedoeld om ouders mee te laten betalen aan de verblijfskosten van jeugdigen die niet thuis verblijven, maar in een pleeggezin, justitiële inrichting of ggz-instelling. Uit landelijk onderzoek bleek dat het ‘besparingsmotief’ niet opging. De regeling zorgde voor een drempel voor ouders en het innen van de bijdrage kost gemeenten veel administratie en inzet. In Deurne ging het in 2015 om een geïnde ouderbijdrage van € 11.500. Dit bedrag vervalt als inkomsten voor de gemeente. Onontkoombaar Peuterspeelzaalwerk De harmonisatie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang is door het Rijk uitgesteld naar 1 januari 2018. In de zomer van 2016 wordt het wetsvoorstel voorgelegd aan de Tweede Kamer. Zoals het er nu naar uit ziet blijft de gemeente inhoudelijk en financieel verantwoordelijk voor de regeling voor kinderen van alleenverdieners of niet-werkende ouders. In de commissie van juni wordt een aantal scenario’s voor de toekomst van het peuterspeelzaalwerk voorgelegd. Het in stand houden van peuterspeelzaalwerk voor alleenverdieners en niet werkende ouders kost de gemeente geld. Afhankelijk van het gekozen scenario is structureel een budget van circa € 50.000 of circa € 100.000 nodig. Met Prinsjesdag 2015 is door het Kabinet aangekondigd dat er aanvullende middelen beschikbaar gesteld worden aan gemeenten voor het verbeteren van de toegankelijkheid van de peuterspeelzalen. In de Rijksbegroting is te zien dat dit extra bedrag vanaf 2016 wordt toegekend en geleidelijk oploopt. Nog onduidelijk is hoe deze middelen worden verdeeld over de gemeenten. Wel is duidelijk dat deze extra bijdrage in 2018 landelijk € 30 miljoen bedraagt terwijl de korting op de decentralisatie uitkering voor gemeenten ter dekking van het peuterplan in 2018 ongeveer € 35 miljoen bedraagt. De financiële consequenties voor de gemeente Deurne van deze wijzingen zijn nog niet duidelijk. Overige ontwikkelingen Geen 3.4.3 Cluster Minimabeleid en schuldhulpverlening Ontwikkelingen Cluster Minimabeleid en schuldhulpverlening Wettelijke ontwikkelingen Geen Onontkoombaar Overige ontwikkelingen Minima Effect Rapportage (MER)/maatwerkregelingen. Om tot een gerichte aanpak van de armoede problematiek te komen is het van belang om de financiële positie van verschillende soorten huishoudens in Deurne duidelijk in kaart te brengen. Dit gebeurt door middel van een MER die door Nibud wordt uitgevoerd. Hierdoor wordt duidelijker waar de grootste armoede problemen zich voordoen. Ook wordt op deze manier het effect van (gemeentelijke) maatregelen op de financiële positie van huishoudens inzichtelijk. Doel is op basis van de rapportage te komen tot gerichte 23
Kaderbrief 2016
maatwerkregelingen om armoede te voorkomen en maatschappelijke participatie te bevorderen. Inzet is om deze maatwerkregelingen in 2016 vast te stellen zodat deze vanaf 2017 uitgevoerd kunnen worden. Professionalisering lokale schulddienstverlening Grip op schuld (GOS) GOS biedt een laagdrempelige manier van preventieve schulddienstverlening aan. GOS heeft een belangrijke positie ingenomen in Deurne als het gaat om het voorkomen en oplossen van schulden problematiek. De organisatie werkt op dit moment met vrijwilligers. Onder anderen door het stijgend aantal aanvragen voor begeleiding en de toenemende complexiteit van die aanvragen ziet GOS zich genoodzaakt nu verder te professionaliseren. Aansturing gebeurt dan door betaalde coördinatoren. Daarnaast wil GOS budgetbeheer als nieuwe taak toevoegen. Ook deze taak wil GOS, gezien de complexiteit, door professionele budgetbeheerders laten uitvoeren. Deze professionalisering maakt het mogelijk nog beter in te zetten op preventie en vroegtijdige signalering en oplossing van schuldenproblemen. Daarmee worden zwaardere (en over het algemeen dure en ingrijpende) trajecten voorkomen. Door het aanbieden van budgetbeheer kunnen zelfs bewindvoerderstrajecten worden voorkomen. GOS gaat ook een belangrijke rol krijgen bij de lokale toegang tot de professionele schulddienstverlening in het kader van de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening (WGS). Op dit moment wordt er door GOS een plan ontwikkeld om de nieuwe organisatie vorm te geven. Zodra dit plan is afgerond wordt dit, inclusief de financiële gevolgen, ter besluitvorming aan de raad voorgelegd.
3.4.4 Cluster Lokaal sociaal beleid en gezondheidsbeleid Ontwikkelingen Cluster Lokaal sociaal beleid en gezondheidsbeleid Wettelijke ontwikkelingen Geen Onontkoombaar Huishoudelijke hulp uitspraken Centrale raad van beroep De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft op 18 mei jl. uitspraken gedaan die van belang zijn voor de uitvoeringspraktijk Huishoudelijke Ondersteuning (HO) van de gemeenten. Zoals in de raadsinformatiebrief over dit onderwerp staat vermeld, is het beleid van de Peelgemeenten niet gelijk aan dat van de gemeenten waarop de uitspraken betrekking hebben. Hierdoor is niet op voorhand te zeggen wat deze uitspraken betekenen. Daarom wordt onderzocht of deze uitspraken gevolgen hebben voor het beleid en de werkwijze van de Peelgemeenten. Als blijkt dat dit zo is, dan wordt hiernaar gehandeld en worden de noodzakelijke acties ondernomen. Overige ontwikkelingen Lokale zorginitiatieven Om de zorg betaalbaar te houden, zet Deurne vol in op initiatieven vanuit de 0e lijn. Het gaat om initiatieven die ondersteuning bieden aan mensen die een beroep zouden kunnen doen op zorg in natura of een persoonsgebonden budget. De lokale organisaties bieden door middel van inzet van vrijwilligers met professionele ondersteuning een alternatief voor de professionele zorg. Daarmee wordt bespaard op de zorgkosten, met name op de inzet van begeleiding Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Daar staat wel een investering tegenover. In 2015 is hiervoor incidenteel € 100.000 uit de 24
Kaderbrief 2016
reserve sociaal domein beschikbaar gesteld. Het betreft op dit moment de projecten Zorgcoöperatie Helenaveen, Ons Plekske in Liessel en de Wik in Deurne. Voor 2016 zijn de incidenteel beschikbare middelen daarmee al uitgegeven. Deze projecten hebben zich inhoudelijk bewezen en worden structureel voortgezet. Dit betekent ook dat er structurele dekking van de kosten nodig is. Voor 2016 zijn een aantal nieuwe projecten waaronder een nieuw initiatief van Stichting ASTA en “Wonen met Gemak” al volop in ontwikkeling. Voorgesteld wordt de financiering van dit soort initiatieven budgettair neutraal op te lossen. Dit kan door in 2016 een bedrag van € 50.000 en vanaf 2017 € 120.000 uit de programmakosten WMO te halen en over te hevelen naar het budget WMO beleid lokale zorginitiatieven. Ouderenbeleid Ouderen vormen een steeds grotere en belangrijker doelgroep voor lokaal sociaal beleid. Dat brengt zowel risico’s als kansen met zich mee. Uit de in maart 2016 gehouden ouderenconferentie is gebleken dat er vele mogelijkheden zijn om ouderen langer zelfstandig te kunnen laten wonen en vooral te zorgen dat zij kunnen blijven participeren in de maatschappij. In het ouderenbeleid dat eind 2016 afgerond wordt, worden hiervoor concrete voorstellen met bijbehorende vraag naar middelen gedaan. Huishoudelijke hulp maatwerk Om te zorgen dat er bij de aanbieders ruimte is voor extra ureninzet, wordt in juli een voorstel ter besluitvorming aan de raad voorgelegd. Voorgesteld wordt om binnen de kaders van resultaatfinanciering een extra categorie (HO extra) als maatwerkvoorziening op te nemen ten behoeve van: - indicaties op het snijvlak van huishoudelijke ondersteuning en begeleiding - klantsituaties waarbij het resultaat een schoon en leefbaar huis uitsluitend bereikt kan worden via excessieve inzet. Onderzoek aanvullende zorgbehoeften inwoners De resultaten van de samenwerking binnen de MRE worden vanaf nu aan de hand van het jaarlijkse MRE Werkprogramma gerapporteerd in de samenwerkingsmonitor. De samenwerkingsmonitor is gekoppeld aan de gemeentelijke beleidscyclus en wordt twee keer per jaar voorzien van een update.
25
Kaderbrief 2016
Financiële ontwikkelingen Essentiële financiële ontwikkelingen - = na de lig ( v ra a g na a r m idde le n) + = v o o rde lig ( v rijv a l v a n m idde le n)
Omschrijving Wettelijk verplicht Bijdrage maatschappelijke begeleiding statushouders Subtotaal wettelijk verplicht Onontkoombaar Ondermijnende criminaliteit; projectleider Onderwijshuisvesting Peuterspeelzaalwerk Opvang vluchtelingen Bijdrage Veiligheidsregio uitgaven t.l.v. reserve sociaal domein Subtotaal Onontkoombaar Overige ontwikkelingen Ondermijnende criminaliteit; Damoclesbeleid Bibliotheek Lokale zorginitiatieven Lokale zorginitiatieven Bijdrage LEEF! en bijdrage huiskamerproject Subtotaal Overig Totaal
2016
2017
2018
2019
0
0
0
-15.000 58.000
-15.000 58.000 -50.000
-15.000 58.000 -50.000
I/S
BN
I
180.000
I S S I S
90.000
0
58.000 -50.000
-170.000
I -127.000
-25.000 -17.000
-7.000
-7.000
371.600
8.000
I -17.000
-17.000
-17.000
62.000 20.000
-17.000
-17.000
-17.000
-107.000
-24.000
-24.000
-9.000
S I S
50.000 120.000
I
Toelichting financiële ontwikkelingen Wettelijke ontwikkelingen Bijdrage maatschappelijke begeleiding statushouders Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft aan de gemeente Deurne voor 2016 een bijdrage van € 180.000 toegekend voor de maatschappelijke begeleiding van inburgeringsplichtige statushouders. Deze bijdrage moet ingezet worden voor maatschappelijke begeleiding van de statushouders. De LEV groep voert deze begeleiding uit. Deze opbrengsten en uitgaven waren niet begroot. De verwachting is dat de gemeente Deurne in 2016 74 statushouders moet plaatsen. Onontkoombaar Ondermijnende criminaliteit; projectleider De uitvoering van het veiligheidsbeleid is vastgelegd in een uitvoeringsprogramma. De prioriteiten zijn daarin uitgewerkt in projecten en programma’s. Uitgangspunt is dat als er voor de uitvoering middelen nodig zijn (geld of formatie) deze per project of 26
Kaderbrief 2016
programma worden voorgelegd aan college en/of raad. Dit is nu het geval voor twee onderdelen uit het programma bestuurlijke aanpak ondermijnende criminaliteit. 1. Door de zes colleges is besloten voor de uitvoering van dit programma een projectleider aan te stellen voor een periode van 3 jaar (2016-2018). De kosten van deze projectleider worden gedeeld door de zes gemeenten. Voor Deurne bedragen de kosten € 15.000 per jaar. 2. Damoclesbeleid; zie voor toelichting Overige ontwikkelingen. Onderwijshuisvesting Om bewegingsonderwijs te kunnen geven huren basisscholen uren in sporthallen. De gemeente vergoedt alle kosten die nodig zijn voor het geven van dit bewegingsonderwijs. Doordat het aantal leerlingen de afgelopen jaren daalt, daalt ook de benodigde capaciteit (uren) en daarmee de kosten. De begroting moet hierop nog worden aangepast. Het betreft een daling van € 58.000. Deze is als volgt opgebouwd: ‐ Verminderde afname van uren bij gemeentelijke sporthallen (€ 25.000); dit betekent ook minder huuropbrengsten op het product binnensport. Dit wordt toegelicht onder het thema Vrije tijd; ‐ Verlaging van de klokurenvergoeding (€ 13.000); scholen huren niet alleen bij de gemeente sporthallen, maar ook bij derden (onder andere sporthal de Smeltkroes). Daarnaast hebben een aantal scholen een eigen gymzaal. Voor deze kosten ontvangen scholen een (klokuren)vergoeding van de gemeente; ‐ voorheen werd een gedeelte van de kapitaalslasten intern doorberekend ‐ (€ 20.000). Dit gebeurt niet meer. Peuterspeelzaalwerk Voor toelichting zie kopje ‘onontkoombaar’ in het cluster Onderwijs en jeugd. Opvang vluchtelingen Als het in Deurne tot een concreet plan komt voor de opvang van asielzoekers, dan heeft dat voor de gemeente zowel maatschappelijke als financiële gevolgen. Een indicatie van de kosten voor de gemeente is moeilijk te geven (zie toelichting in beleidsdeel). In elk geval zal er op zo’n moment sprake zijn van extra personele inzet in de voorbereidingsfase. Een eerste inschatting geeft aan dat hierbij een bedrag van tenminste € 170.000 is gemoeid. Hierbij wordt uitgegaan van de inhuur van drie extra medewerkers voor een half jaar. Dit indicatieve bedrag is opgenomen in het schema op de vorige pagina. Mogelijk vergoedt het COA in zo’n geval een deel van de kosten. Hoe hoog de structurele kosten bij de eventuele opvang van vluchtelingen zijn, is nu nog niet te voorzien. Hierover wordt meer duidelijk, op het moment dat er een concreet plan ligt. Bijdrage Veiligheidsregio Tussen de 21 gemeenten in Zuidoost Brabant is in 2014 een verdeelsleutel overeengekomen voor de kosten van Veiligheidsregio Brabant Zuidoost (VRBZO). De hoogte van de uitkering gemeentefonds (cluster Brandweerzorg en rampenbestrijding) die elke gemeente ontvangt, is bepalend voor de hoogte van de bijdrage. Verandert deze uitkering dan verandert ook de verdeelsleutel. Dat is nu het geval. De gemeente Deurne krijgt met ingang van 2017 uitkering van het Rijk die € 253.000 per jaar hoger is. Dit leidt tot een hogere bijdrage aan VRBZO van € 90.000 per jaar. Deze verhoging kan dus gedekt worden uit de hogere bijdrage in het gemeentefonds (zie ook thema dienstverlening voor vrijvallen stelpost).
27
Kaderbrief 2016
Uitgaven ten laste van reserve sociaal domein Voorgesteld wordt om in te stemmen met onderstaande de vraag naar middelen en deze te dekken via de reserve sociaal domein. Deze vraag naar middelen is opgenomen onder onontkoombaar omdat de verplichtingen al zijn aangegaan. U bent hierover via toelichting in de commissie samenleving, raadsinformatiebrieven of raadsvoorstellen geïnformeerd. Jeugdhulp lokale initiatieven Bestuursopdracht Peelgemeenten + business case lokale taken Werkplan 21 voor de jeugd Re-integratieproject Deurne Werkt Re-integratieproject Deurne werkt B&B partners totaal uitgaven ten laste van reserve sociaal domein
-94.000 -115.000 -37.000 -66.000 -60.000 -372.000
Motivering uitgaven ten laste van reserve sociaal domein Jeugdhulp lokale initiatieven Er is een tekort tussen de beschikbare budgetten voor lokale initiatieven en de voorgenomen activiteiten. Op basis van het beleidsplan en activiteitenplan is de begroting jeugdhulp lokaal 2016 opgesteld. De lokale activiteiten zijn vooral gericht op het voorkomen van zwaardere problematiek en professionele inzet. Het gaat hier met name om de projecten steunouders en matchmentor en nieuwe activiteiten op gebied van preventie vechtscheidingen, depressie en suïcide bij jongeren, en alcohol en drugs. Bestuursopdracht Peelgemeenten +business case lokale taken De dienstverleningsovereenkomst met Helmond eindigt op 1 januari 2017. Daarom wordt onderzocht hoe Deurne straks uitvoering wil geven aan haar zorgtaken. Het bedrag van € 115.000 is/wordt ingezet voor: ‐ Opstellen businesscase door BMC voor uitvoering lokale taken in en door Deurne (€ 50.000) ‐ Bestuursopdracht uitvoering door 5 Peelgemeenten; gezamenlijke inhuur projectleider en vervangende inhuur financieel adviseur Deurne (€ 65.000) Zie voor verdere toelichting thema dienstverlening, cluster bestuur. Werkplan 21 voor de jeugd In het “werkplan 21 voor de jeugd 2016” is de wettelijke samenwerking in Zuidoost Brabant op thema jeugd en veiligheid (Veilig Thuis en samenwerking Raad van de Kinderbescherming) en een regionale crisisdienst vastgelegd. Ook de gezamenlijke activiteiten op andere thema’s zoals dyslexie, inspectie jeugdzorg en cliëntparticipatie zijn hierin opgenomen. De kosten worden over de 21 gemeenten verdeeld en bedragen voor Deurne € 37.000. Re-integratieproject Deurne werkt Het lokale re-integratieproject Deurne Werkt heeft het afgelopen jaar positieve resultaten geboekt. Dit project is daarom verlengd tot 1 januari 2017. De extra kosten (na overheveling via de jaarrekening van het resterende budget 2015) voor deze verlenging bedragen € 66.000. Re-integratieproject Deurne werkt B&B partners Om meer werkervaringsplaatsen bij plaatselijke ondernemers te realiseren, hebben de participatiecoaches in samenwerking met B&B-Partners een plan opgesteld. B&B-Partners biedt werkervaringsplekken aan voor tenminste 10 en voorlopig maximaal 25
28
Kaderbrief 2016
uitkeringsgerechtigden. Het project sluit aan bij de looptijd van Deurne Werkt, namelijk tot 1 januari 2017. De kosten bedragen € 60.000.
29
Kaderbrief 2016
Overige ontwikkelingen Ondermijnende criminaliteit; Damoclesbeleid Op grond van het Damoclesbeleid (artikel 13 b van de Opiumwet) kan de burgemeester panden waarin drugs zijn aangetroffen sluiten. De capaciteit die hiervoor voor 2016 in het uitvoeringsprogramma handhaving is geraamd is in het 1e kwartaal 2016 al nagenoeg volledig ingezet. Omdat het zeer waarschijnlijk is dat er in 2016 nog meer zaken volgen wordt voorgesteld om voor 2016 éénmalig € 25.000 beschikbaar te stellen voor het inhuren van een jurist handhaving voor eventuele nieuwe zaken. Bibliotheek Met ingang van 2015 is het gemeentefonds met € 17.000 structureel verlaagd voor de inrichting en financiering van de landelijke digitale bibliotheek. Deze daling is in de begroting opgenomen als een bezuinigingstaakstelling op het product bibliotheek. Een nieuwe bezuiniging op dit product wordt niet haalbaar geacht omdat in de periode 20102015 op de bibliotheek al een structurele bezuiniging gerealiseerd van € 380.000. Na een intensieve reorganisatie staat er nu net weer een stabiele bibliotheekorganisatie. Lokale zorginitiatieven Voor toelichting zie kopje ‘overige ontwikkelingen’ in cluster Lokaal sociaal beleid en gezondheidsbeleid. Bijdrage LEEF! en bijdrage huiskamerproject De bijdragen van € 60.000 voor het project LEEF! en € 2.000 voor het huiskamerproject zijn dubbel in de begroting opgenomen. De bedragen staan als basissubsidie en aanvullende subsidie aan de LEV groep begroot. Het gaat om projecten die onder de aanvullende subsidie vallen. De bedragen die in de begroting zijn opgenomen in de basissubsidie 2016 kunnen hierdoor vrij vallen. Het gaat hier dus om een administratieve correctie.
30
Kaderbrief 2016
3.5
Thema Wonen
Doelstelling thema De gemeente Deurne wil haar positie als aantrekkelijke woongemeente voor alle doelgroepen versterken, met behoud van haar eigen identiteit. Realisatie van de gewenste ontwikkeling kan alleen tot stand komen door actief in te spelen op wensen en behoeften en via een duurzame samenwerking met de lokale partners. Het thema omvat twee vaste clusters, namelijk volkshuisvesting en grondexploitatie. • Binnen het cluster volkshuisvesting worden ontwikkelingen, opdrachten en activiteiten beschreven op het vlak van bevolkingssamenstelling, mogelijkheden nieuwbouw, bestaande voorraad, kwaliteit en betaalbaarheid van het wonen, starters, relatie wonenwelzijn-zorg en bijzondere woonvormen/doelgroepen. • Binnen het cluster grondexploitatie wordt ingegaan op de omslag naar een meer faciliterend grondbeleid in plaats van een actief grondbeleid en de borging beleidsmatig en procesmatig in de gemeentelijke organisatie. 3.5.1 Cluster Volkshuisvesting Ontwikkelingen Cluster Volkshuisvesting Wettelijke ontwikkelingen Woningwet 2015 De Woningwet 2015 is in werking. De Woningwet legt verplicht op dat heel Nederland wordt ingedeeld in woningmarktregio’s. Een gemeente kan slechts deel uitmaken van één woningmarktregio en heel Nederland moet ‘bedekt’ worden. Woningcorporaties krijgen één woningmarktregio als werkgebied. De verwachting is dat de minister (op voordracht van de gemeenten) in 2016 beslist om de Metropoolregio Eindhoven aan te wijzen als één woningmarktregio. De lijn voor de prestatieafspraken met Bergopwaarts en de Huurdersbelangenorganisatie De Peel verandert hierdoor niet. Onontkoombaar Geen Overige ontwikkelingen Geen 3.5.2 Cluster Grondexploitatie Ontwikkelingen Cluster Grondexploitatie Wettelijke ontwikkelingen Geen Onontkoombaar Geen Overige ontwikkelingen In de Nota Grond- en Vastgoedexploitaties deel A wordt ingegaan op onder andere het grondprijsbeleid en de herverdeling strategische gronden versus actieve gronden. 31
Kaderbrief 2016
Financiële ontwikkelingen Essentiële financiële ontwikkelingen - = nadelig (vraag naar middelen) + = voordelig (vrijval van middelen)
Omschrijving
2016
2017
2018
2019
I/S
BN
Wettelijk verplicht Subtotaal wettelijk verplicht
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Subtotaal Overig
0
0
0
0
0
Totaal
0
0
0
0
0
Onontkoombaar Subtotaal Onontkoombaar Overige ontwikkelingen
Toelichting financiële ontwikkelingen Wettelijke ontwikkelingen Geen Onontkoombaar Geen Overige ontwikkelingen Geen
32
Kaderbrief 2016
3.6
Thema Dienstverlening en organisatie
Doelstelling thema Het thema Dienstverlening en organisatie richt zich voor wat betreft dienstverlening op alle vormen van klantcontact en het realiseren van de landelijke richtlijnen hierover. Het onderdeel organisatie in dit thema betreft bestuur en bedrijfsvoering. 3.6.1 Cluster Dienstverlening DIC Ontwikkelingen Cluster Dienstverlening DIC Wettelijke ontwikkelingen Basisregistratie Personen (BRP) De toelichting op deze wettelijke ontwikkeling en de vraag naar middelen die daar uit voortkomt is opgenomen in de paragraaf financiële ontwikkelingen. Vernieuwing Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) In maart 2016 zijn de BBV vernieuwingen en wijzigingen vastgesteld. Ze zijn bedoeld als versterking van de kaderstellende en controlerende rol van de raad. Doel is meer inzicht, transparantie en een betere vergelijkbaarheid met andere gemeenten. De belangrijkste wijzigingen van het BBV hebben betrekking op: Notitie Grondexploitaties 2016 en notitie faciliterend Grondbeleid. Verduidelijking en verbetering verslagleggingsregels voor de grondexploitaties en aansluiting aan de wet op vennootschapsbelasting per 1 januari 2016; Het opnemen in de begroting 2017 en jaarstukken van zogenaamde taakvelden; het opnemen van minimaal een vaste basisset van indicatoren in de begroting en jaarstukken; het verbeteren van het inzicht in verbonden partijen; het geven van inzicht in overhead in de begroting en jaarstukken; het geven van inzicht in rentekosten in de begroting en jaarstukken; aanpassingen in het stelsel van baten en lasten (meer in het bijzonder het gelijktrekken van investeringen met economisch en maatschappelijk nut); het verbeteren van toezicht en controle (en inzicht in de rechtmatigheid) door aanpassingen in de accountantscontrole. Richting de begroting 2017 en nota grondexploitaties 2016 worden eventuele consequenties in beeld gebracht. Onontkoombaar geen Overige ontwikkelingen Zie ook cluster bedrijfsvoering paragraaf organisatieontwikkeling. 3.6.2 Cluster Bestuur Ontwikkelingen Cluster Bestuur Wettelijke ontwikkelingen geen
33
Kaderbrief 2016
Onontkoombaar Samenwerkingsverbanden Meerjarenfinanciering Brainport Development De Metropoolregio Eindhoven (MRE) is aandeelhouder en medefinancier van de ontwikkelmaatschappij Brainport Development. De 21 MRE-gemeenten betalen hiervoor een specifieke inwonerbijdrage. Deze bijdrage wordt aan de hand van de ambities van Brainport Development iedere vier jaar opnieuw door de regio vastgesteld. Voor de periode 2017-2020 wordt de inwonerbijdrage verhoogd met € 0,55 per inwoner, voor Deurne in totaal € 17.000. De resultaten van de samenwerking binnen de MRE worden vanaf nu aan de hand van het jaarlijkse MRE Werkprogramma gerapporteerd in de samenwerkingsmonitor. De samenwerkingsmonitor is gekoppeld aan de gemeentelijke beleidscyclus en wordt twee keer per jaar voorzien van een update. Bijdrage SRE Stimuleringsfonds De gemeente Deurne verzocht in 2015 om aanpassing van de werkwijze en halvering van de jaarlijkse gemeentelijke bijdrage in het SRE Stimuleringsfonds. De werkwijze van het Stimuleringsfonds is daarom door de MRE geëvalueerd. Op basis van de evaluatie wordt de bestaande werkwijze en financiering in stand gehouden. Dit betekent dat de door Deurne voorgestelde halvering van de bijdrage niet tot stand komt. De op basis van deze halvering voorgestelde bezuiniging in de Deurnese begroting wordt hierdoor niet gerealiseerd. De bezuiniging was wel in de begroting verwerkt. Samenwerking Wmo-Jeugd-BMS De lokale businesscase Wmo-Jeugd-BMS en de businesscase van de 5 peelgemeenten zijn uitgevoerd. Deze onderzoeken wijzen uit dat de regionale taken onderbrengen in een samenwerking van de 5 peelgemeenten de beste optie is. Het doel is die samenwerking per 1 januari 2017 te realiseren. Daar zijn incidentele en structurele kosten mee gemoeid. De incidentele kosten zijn tot nu toe gedekt uit de reserve sociaal domein. In de begroting 2017 wordt dekking gevraagd voor verdere incidentele en structurele middelen die met deze samenwerking gemoeid zijn. Overige ontwikkelingen Geen 3.6.3 Cluster Bedrijfsvoering Ontwikkelingen Cluster Bedrijfsvoering Wettelijke ontwikkeling Garantiebanen Voor mensen met een arbeidsbeperking (WSW, Wajong, Participatiewet) moeten de komende 10 jaar banen worden gecreëerd. Dit is een wettelijke plicht vanuit de Wet Banenafspraak en het sociaal akkoord 2013. Eén baan staat gelijk aan 25,5 uur per week. Hoewel nog geen exacte aantallen (Quotumwet) per gemeenten zijn vastgesteld, wordt er uitgegaan van 1 baan per 25 fte. Voor Deurne is dit 7 tot 8 banen. De kosten zijn geraamd op € 25.000 per baan. In 2016 wordt het strategisch personeelsbeleid opgesteld. De mogelijkheden en de invulling van garantiebanen wordt hierin uitgewerkt. Daarbij wordt tevens onderzocht of het mogelijk is de financiering van garantiebanen vanuit het product (bijvoorbeeld groenonderhoud) te doen. Mocht dat niet mogelijk zijn volgt bij de begroting een vraag naar middelen. VPB (Invoering vennootschapsbelasting) In 2015 is de gemeente gestart met het implementatieproces om de Wet Vennootschapsbelasting voor overheden financieel, juridisch en organisatorisch te borgen. Deze wet treedt op 1 januari 2016 in werking. 34
Kaderbrief 2016
In het kader van de Wet modernisering VPB-plicht overheidsondernemingen is door gemeente Deurne, met behulp van een gespecialiseerd adviesbureau, de invoering van vennootschapsbelasting onderzocht. Daarin is duidelijk geworden dat de VPB-plicht zich voorlopig beperkt tot de volgende producten: - Parkeren. - Begraafplaats. - Grondexploitaties. De VPB-druk op de eerste twee producten zal beperkt blijven tot indicatief nihil. De begraafplaatsen moeten volgens de eerste berekening € 9.000 VPB afdragen. Het parkeren leidt tot een fiscaal verlies. De VPB-druk op de grondexploitaties is nog onduidelijk. Ten eerste kan nog niet definitief worden vastgesteld dat grondexploitaties in Deurne VPB-plichtig worden. De gemeente voert immers veel verlieslatende grondexploitaties voor uitvoering van beleidskaders en heeft daarmee geen winstoogmerk. Ten tweede, als de grondexploitaties onverhoopt vpb-plichtig worden, zijn er onvoldoende handvatten om een goed beeld te kunnen geven van de VPB-druk. In de landelijke regelgeving is nog niet alles concreet en uitgestippeld. Hoe exact een Openingsbalans per 2016 moet worden opgesteld en op welke wijze aangifte in 2017 moet plaatsvinden, daarover is nog geen duidelijkheid. Om eventuele fiscale optimalisatie mogelijk te houden, heeft het college besloten tot het voornemen tot oprichten van een Besloten Vennootschap voor de Bouwgrond In Exploitaties (grondexploitaties BIE). Er is ook in 2016 sprake van een wijziging van de financiële verslagsleggingsregels. Invoering van de gewijzigde BBV regelgeving heeft gevolgen voor zowel het Grondbedrijf als de Algemene Dienst (zie de Nota Grond- en Vastgoedexploitaties deel A). De BBVregels sluiten beter aan bij de fiscale vpb-regels. De grootste veranderingen zijn dat alle “Niet In Exploitatie Genomen Gronden” (NIEGG) van het Grondbedrijf naar de Algemene Dienst verplaatst worden. Het betreft hier de gronden waarbij geen stellig voornemen bestaat om deze per 2016 actief tot ontwikkeling te brengen. Deze gronden worden conform de nieuwe regelgeving aangemerkt als “Strategische Gronden”. Daarnaast geven de wijzigingen aanleiding om de rekenrentes en prijsstijgingen bij te stellen. Dit alles is verwerkt in de Nota Grond- en Vastgoedexploitaties deel A. De Wet Vennootschapsbelasting blijft ook na de implementatie om aandacht vragen. Nieuwe activiteiten, een andere uitvoering van bestaande activiteiten, nieuwe samenwerkingen en nieuwe inzichten kunnen ertoe leiden dat de vennootschapsbelasting voor de gemeente anders uitwerkt. Bovendien blijft aangifte van vennootschapsbelasting jaarlijks nodig evenals de sturing hierop.
35
Kaderbrief 2016
Onontkoombaar Organisatieontwikkeling De wereld verandert De wereld verandert in een hoog tempo. De maatschappij wordt steeds complexer en zo ook de vragen aan de gemeente. De rolinvulling van de overheid verandert met de maatschappij mee en die moet ook mee veranderen. Zo legt de centrale overheid meer taken bij de gemeente en doet dit, zeker in eerste instantie, doorgaans met minder budget. De taken en opdrachten zijn groter en complexer. We hebben het gezien bij de invoering van de Wet vennootschapsbelasting en de drie decentralisaties en daar blijft het niet bij. De focus ligt op efficiency en kwaliteit en dat vraagt om niet iets meer dan ‘blind’ uitvoeren. Het vraagt om een integrale benadering. Iedereen; inwoner, ketenpartner of ondernemer doet mee én er wordt niet vanuit één vakgebied gewerkt. Samenwerken wordt steeds belangrijker. Aan de andere kant zijn de mensen steeds mondiger en zelfredzamer. Inwoners zijn duidelijk in wat ze willen, regelen steeds vaker hun zaakjes zelf en vragen hiervoor ondersteuning van de gemeente. De rol van de gemeente verandert daardoor ook. De gemeente is steeds meer en vaker ‘slechts’ één van de spelers, stelt zich als partner op en komt samen met de burgers en in de gemeenschap tot oplossingen, dus ook tot oplossingen waar iedereen zich in kan vinden. Voor de gemeente betekent dit veranderen: andere dingen doen én de dingen anders doen. Samenvattend: Er ontstaan nieuwe verhoudingen, de gemeente legt minder op, maar komt samen met de inwoner tot iets. De gemeente krijgt een nieuwe rol. Ze is niet meer degene, die met een inhoudelijk dichtgetimmerd advies of regel komt, maar ze luistert naar de vraag en helpt in het proces om tot een gedragen resultaat te komen. Doordat we steeds meer samenwerken op verschillende niveaus, heeft dit ook consequenties voor de bestuurlijke rol. Dit vraagt ook aandacht, onder meer voor de lokale democratie. De grens vervaagt tussen wat publieke partijen, private partijen, maatschappelijke instellingen en burgers doen. Bijvoorbeeld: ondernemers en burgers maken zelf plannen voor een gebied en zorgen voor draagvlak in de omgeving (De Vlaas). De gemeente maakt zich sterk voor economische belangen van marktpartijen (Hippisch centrum). Partijen hebben elkaar nodig en hebben toch ook andere belangen, waarbij het soms lijkt op een onderhandeling. We willen goed aan onze opgaven kunnen voldoen, of het nu gaat om taken vanuit het Rijk, vragen vanuit de burgers, gezamenlijke opdrachten met partijen en partners of anderszins. De veranderingen betekent voor iedereen iets; voor de gemeenschap, de partijen buiten, maar zeker ook voor de organisatie en de medewerkers en dus de dienstverlening. De organisatie moet aan de bak om haar veranderende rol goed in te vullen. We willen een organisatie zijn, die snel kan schakelen naar inwoner, ondernemers en maatschappelijke instellingen. We moeten sterk genoeg zijn om de steeds sneller elkaar opvolgende uitdagingen aan te kunnen.
36
Kaderbrief 2016
Waar lopen we tegenaan? We zijn te klein en moeten vaak inhuren; soms missen we de expertise, soms de capaciteit. Er is geen balans tussen oudere en jongere medewerkers. Het gemeentehuis voldoet niet meer en moet aangepast worden. De beschikbare ICT moet vervangen worden en is bovendien niet meer voldoende ondersteunend voor het werk dat gedaan moet worden. Onze inwoners hebben de bezuinigingen hard gevoeld. Ook de organisatie heeft ingeleverd. Investeringen in de organisatie en de bedrijfsvoering, en daarmee ook in de dienstverlening, zijn als gevolg van jarenlange bezuinigingen en ontwikkelingen Peel 6.1 achterwege gebleven. Investeringen zijn noodzakelijk om samen met het bestuur en de gemeenschap de beste uitvoering aan de opdrachten te kunnen geven. Onze aanpak loopt via de volgende lijnen: Strategisch organisatie & personeelsbeleid Huisvestingsbeleid Informatiebeleid Strategisch organisatie & personeelsbeleid Hoe krijg je een nieuwe balans in de personeelsverhouding en hoe krijg je een organisatie, die blijvend goed is toegerust op de noodzakelijke flexibiliteit, met de nodige competenties en vaardigheden. Er is sprake van een nieuwe professionaliteit die vaker gericht is op het faciliteren of het samen komen tot een gedragen/geaccepteerd resultaat. Hoe krijg je en houd je zo’n organisatie, met medewerkers met deze gewenste wendbaarheid en flexibiliteit? Strategisch personeelsbeleid, ondersteund door feiten en een startfoto uit de risicoinventarisatie en –evaluatie (RIE), helpt bij deze ontwikkelingen. Werkmethoden en instrumenten zoals ‘Lean management’, ‘scrum’ en E-HRM zorgen voor meer concrete invulling. Ook het nieuwe werken – daar werken, waar het werk zich afspeelt, gericht op een goed proces en een gedragen besluit – helpt hier bij. De brede oriëntatie in het huisvestingsbeleid (wat wordt waarvoor gebruikt en op welke manier) wordt hieraan gekoppeld. In de bedrijfsvoering zijn flinke verbeterstappen gezet, maar er is samenhang en verbinding tussen documenten en applicaties nodig én continue sturingsinformatie voor bestuur en organisatie (en mogelijk anderen). Dit verbetert de dienstverlening en de efficiency. Er is naast de beperkte capaciteit die er nog is, alles aan gelegen om te voorkomen dat mensen uitvallen of vroegtijdig vertrekken. Hiervoor zijn investeringen nodig in preventie, professionaliteit, ondersteuning in de verandering, flexibele schil, soms (sneller) inhuur op expertise of ‘handjes’ en een goed evenwicht in het personeelsbestand. In de loop van dit jaar wordt meer inzichtelijk wat hier precies voor nodig is. Een opdracht hiervoor heeft het college van B&W bij het concernplan al gegeven. prioriteiten zijn het regelen van capaciteit op het domein van organisatie-communicatiepersoneel plus een eerste opstap maken naar een flexibel bedrijfsvoeringsbudget. Huisvestingsbeleid De eisen gesteld aan de brandveiligheid van het gemeentehuis en in het bijzonder aan de plafonds en vluchtwegen, leiden tot een forse noodzakelijke investering. Dit moment geeft direct een kans om verder te kijken dan de plafonds. Hoe kan het gemeentehuis ondersteunen aan de ambitie en het werken van het bestuur, de ontwikkelingen buiten en het steeds weer flexibel inspelen hierop (co-creatie, samenwerking met partners en burgers). Hoe kan buiten en binnen nog beter samengaan en hoe kan een andere 37
Kaderbrief 2016
werkwijze die nodig is gezien de ontwikkelingen door de fysieke werkplek ondersteund worden. Méér in overleg en buiten het gemeentehuis actief. Een ander en/of verminderd gebruik - 1/3 - door de ambtelijke organisatie wordt het resultaat. Informatiebeleid Zowel de wetgeving als de noodzakelijke ondersteuning in het werk vragen om investeringen. Onder meer: informatievoorziening, transparantie, vergelijkbaarheid van gegevens en beveiliging zijn eisen waaraan we wettelijk moeten voldoen. Maar het zijn ook noodzakelijke voorwaarden voor ons werk nu en in de toekomst. De digitale ontwikkeling is ondersteunend aan het transparant en flexibel kunnen opereren door de overheid . De gemeente is onderdeel van een keten (informatie, samenwerking etc.) en de kwaliteit van de dienstverlening wordt bepaald door de synergie van die keten. Hiervoor is de ‘informatie-ict-infrastructuur’ en haar flexibiliteit essentieel (schaalbaar, in de cloud én veilig, standaarden). De processen verlopen weliswaar sneller, maar de totstandkoming van producten/diensten is nog niet echt veranderd. Investeringen Deurne wil én moet ook investeren gezien de wettelijke verplichtingen én de verbeteringen voor de burgers (passende besluitvorming op de vraag). Het continue proces van veranderingen vraagt een andere werkwijze en een dynamische manier van (bij)sturen voor organisatie en bestuur. Juiste, actuele, transparante en zeker ook deelbare informatie is hiervoor nodig. Naast wettelijke verplichtingen (zoals basisregistraties, mijn overheid (het klantportaal van de burger), digitalisering bouwvergunningen) zijn ook investering binnen bedrijfsvoering noodzakelijk zoals o.a. het financieel systeem, bedrijfsvoering applicatie, E-HRM en zaaksysteem. Bij vervangingsinvesteringen wordt uiteraard rekening gehouden met beschikbare budgetten. Wat levert het op Er is de afgelopen jaren al een kleine vier ton bezuinigd door het efficiënter werken. Misschien nog belangrijker is de verbetering van de dienstverlening door: Snellere afhandeling van de klantvraag (72% wordt direct aan balie afgehandeld). Zelfbediening van de klant is verbeterd (80% van de klantvragen worden afgehandeld via E-formulieren). Digitale afhandeling (DigiD). Snellere en meer betrouwbare informatievoorziening door de basisregistraties. Als we nu nog efficiënter, maar ook echt anders gaan werken, levert ons dat in geld en kwaliteit veel op. Zo introduceert de overheid de “Digitale agenda 2020”. Deze agenda richt zich op de verbetering van de dienstverlening aan inwoners en ondernemer. Hierbij is de landelijke ontsluiting van informatie (adressen, gebouwen, objecten, NAW gegevens en dit jaar nog kaartmateriaal = de basisregistraties) belangrijk. Het levert onder meer administratieve lastenverlichting en kostenreductie op. Bijvoorbeeld het digitaliseren van de bouwvergunningen leidt tot een besparing van 1 fte van € 40.000 structureel. Naast de verbetering in dienstverlening zijn we ervan overtuigd dat de komende jaren, als gevolg van de investeringen in ICT, bedrijfsvoering en organisatie, in 2020 al weer zo’n € 250.000 wordt bespaard (met name op personeelskosten).
38
Kaderbrief 2016
Concrete voorstellen en financieel overzicht Onderverdeling wettelijk verplicht, onontkoombaar en wenselijk - = na de lig ( v ra a g na a r m idde le n) + = v o o rde lig ( v rijv a l v a n m idde le n)
Omschrijving
2016
2017
2018
Wettelijk verplicht Beveiliging Subtotaal wettelijk verplicht Onontkoombaar Investering gemeentehuis Zaaksysteem Uitbreiding licenties Financieel pakket, implementatie
0
-30.000 -15.000
-4.000
-4.000
-4.000
-4.000
-85.000
I/S BN
S
-38.000 -45.000
-38.000 -45.000
-38.000 -45.000
I S S
-10.000
-10.000
-10.000
I S
-93.000
-93.000
-93.000
-40.000
Financieel pakket Subtotaal Onontkoombaar
0
2019
Overige ontwikkelingen Cloudtoepassingen Werkplekconcept Bedrijfsvoeringsapplicatie, implementatie Bedrijfsvoeringsapplicatie E-HRM Procesmodellering Lean engage software Flexibele schil bedrijfsvoering Structurele bezuiniging personeel Formatie O-P-C
-46.000 -46.000 -46.000 -50.000 -50.000 -1.000 -9.000 -9.000 -9.000 -250.000 -250.000 -250.000 -250.000 250.000 -75.000 -75.000 -75.000
Subtotaal Overig
-506.000 -508.000 -508.000 -183.000
Totaal Organisatie ontw, inc Totaal Organisatie ontw, struct.
-285.000 -75.000 -75.000 0 -306.000 -526.000 -530.000 -280.000
-24.000 -24.000 -24.000 -40.000 -104.000 -104.000 -104.000
S S
-40.000
I S I I S S S I
I S
Toelichting financiële ontwikkelingen organisatieaanpassing Wettelijk verplicht Beveiliging De gemeente is verantwoordelijk voor het op orde hebben van haar informatieveiligheid en het waarborgen van de privacy van haar inwoners. De genoemde kosten zijn voor een softwaretool (Information Security Management System), die ondersteunt in het verhogen van de informatieveiligheid, bijvoorbeeld het voorkomen van datalekken. Dit instrument vergemakkelijkt het plannen, uitvoeren, monitoren en verantwoorden van informatieveiligheid van de gemeente. 39
Kaderbrief 2016
Onontkoombaar Investering gemeentehuis De veiligheidsregio Brabant Zuidoost (VRZO) heeft eisen gesteld aan de brandveiligheid van het gemeentehuis en in het bijzonder aan de plafonds en vluchtwegen. Opgeteld bij het aanbrengen van duurzame ledverlichting en noodzakelijke vervanging van vloerbedekking telt de investering op tot € 1.188.000 voor 2016/2017. Er is gerekend met de goedkoopste variant. Varianten die beter aansluiten bij de architectuur van het gemeentehuis leiden tot een hogere investering, tot € 1.869.000. Nu de gemeente voor een grote investering in het gemeentehuis staat, is een brede verkenning naar het gebruik van het gemeentehuis nodig. De verdere digitalisering, het informatiebeleid, het meer flexibel inspelen op ontwikkelingen buiten, waarbij meer cocreatie en samenwerking met ketenpartners speelt, gepaard gaand met goed gastheerschap vragen hierom. Om deze verkenning uit te voeren wordt € 30.000 gevraagd voor inhuur van externe expertise. Het college komt in het najaar met een resultaat en wacht in ieder geval tot die tijd met de investering in de plafonds. Zaaksysteem De leverancier van het huidige zaaksysteem Izis is gestopt met dit zaaksysteem. Dat betekent dat er een ander zaaksysteem aangeschaft wordt. Nieuwe zaaksysteempakketten die voldoen aan de allerlaatste ontwikkelingen en standaarden voor digitale dienstverlening, brengen hogere kosten met zich mee. Uitbreiding licenties De gemeente beschikt –kwalitatief en kwantitatief- niet over de benodigde (Microsoft-) licenties. Niet alleen is aanpassing van het aantal licenties noodzakelijk (er is een tekort), maar overstappen op andersoortige, meer uitgebreide licenties is noodzakelijk. Deze licenties zijn nodig voor bijvoorbeeld het nieuwe zaaksysteem, maar vooral ook voor het “Nieuwe werken”: kunnen (samen)werken en communiceren op elk gewenst tijdstip, plaats en manier. Doorontwikkeling Bedrijfsvoering In kader doorontwikkeling van de Bedrijfsvoering is investering nodig op: Financiële applicatie Bedrijfsvoeringsapplicatie E-HRM-pakket Procesmodellering Financiële applicatie De huidige applicatie is vanaf de aanschaf in 2004 niet meer ge-update naar de huidige eisen en mogelijkheden. Deze update is nu noodzakelijk. Het aanschaffen van een nieuwe applicatie kan ook. De werkelijke kosten zijn afhankelijk het verschil in kosten tussen beide varianten en mogelijk andere keuzes zoals wenst tot uitbreiding en samenhang met overige bedrijfsvoeringsapplicaties. De -op dit moment- geraamde variant is opgenomen. Overige ontwikkelingen Werkplekconcept en cloudtoepassingen De huidige ICT-infrastructuur (hardware en software) van de gemeente is ingericht op een organisatie die binnen de vier muren van het gemeentehuis en achter een balie haar werk doet. En dat was ooit ook logisch. De mogelijkheden van deze infrastructuur hebben nu echter hun grens bereikt en zijn niet meer toereikend voor de maatschappelijke vraagstukken die voor ons liggen. Wetgever, ketenpartners, burgers en bedrijven eisen toenemend dat de gemeente zich in termen van informatisering en automatisering mee ontwikkelt en zich flexibel en wendbaar opstelt. Daarnaast vindt er een verschuiving plaats van binnen naar buiten: 40
Kaderbrief 2016
aan de keukentafel, bij inspraakbijeenkomsten, in samenwerkingsverbanden. Een ambtenaar heeft geen vaste werkplek meer, maar zal toenemend gericht zijn op de stakeholders. Een groeiend deel van de organisatie werkt organisatie overschrijdend (digitaal) samen met burgers en organisaties. Tijds-, plaats- en device onafhankelijk werken is een randvoorwaarde om daaraan te kunnen voldoen. Dat vraagt een hele nieuwe infrastructuur, zeker ook omdat het traditionele concept “de muren van het gemeentehuis vormen de beveiligingsgrens” dan niet meer opgaat. Bedrijfsvoeringsapplicatie Na de verbeteringen van de afgelopen jaren (beleidscyclus, grex, risicomanagement, zaakgericht werken) ligt nu het aanbrengen van meer samenhang en verbinding voor. Een goede bedrijfsvoeringsapplicatie brengt verbetering aan tussen de diverse sturingsdocumenten (vaak in Word of Excel opgemaakt) en applicaties. De benodigde investering is gebaseerd op een eerste raming. E-HRM-pakket - van papier naar digitaal Efficiencyslagen worden gemaakt binnen de personeels- en salarisadministratie en de overige deeladministraties. Digitale declaraties. Na goedkeuring staat de declaratie direct in het salarissysteem. Geen handmatige invoer meer. Medewerker kan zelf veel gegevens inzien wat tot minder vragen leidt. Enkelvoudige invoer van gegevens voor meervoudig gebruik. Digitale loonstroken en personeelsdossiers. Meer en betere sturings- en managementinformatie (dashboard functie) Aansluiting bij nieuwe wetgeving, nieuwe cao zoals IKB (individueel keuze budget), WKR (werkkostenregeling). In deze kaderbrief wordt incidenteel budget gevraagd voor de implementatie van een nieuw E-HRM systeem. De structurele kosten worden gedekt uit bestaande middelen. Vraag naar middelen: € 50.000 Procesmodellering De diversiteit van producten en processen binnen een gemeentelijke overheid is groot. Om inzicht en samenhang in de processen te houden en continue te sturen op efficiency is een tool noodzakelijk. Het proces-modelleertool wordt vervangen door Lean Engage een tool die aansluit bij Lean-management. Gezien de investering die al nodig was voor de oude tool, is het nu het ideale moment om te vervangen en het volgende in de overweging mee te nemen. Lean-management heeft als doel de bedrijfsvoering consequent en gestructureerd te verbeteren. Doelen zijn verspilling tegen te gaan en nog meer te denken vanuit de klantwaarde (servicenormen en dienstverlening). De procesmodelleertool zal hierin ondersteunen. Formatie adviseur organisatie Ter ondersteuning van het veranderproces in de organisatie is een hoogwaardige integrale organisatieadviseur nodig. Integraal adviserend, ondersteunend én uitvoerend op diverse velden zoals organisatieontwikkeling, personeel & organisatie, bedrijfsvoering en communicatie.
41
Kaderbrief 2016
Flexibele bedrijfsvoeringschil Er is naast de beperkte capaciteit die er nog is, alles aan gelegen om mensen aan het werk te houden en hiervoor is investering nodig in preventie, professionaliteit, ondersteuning in de verandering, flexibele schil, soms (sneller) inhuur op expertise of ‘handjes’ en een goed evenwicht in het personeelsbestand. In de loop van dit jaar wordt meer inzichtelijk wat hier precies voor nodig is. Een opdracht hiervoor heeft het college van burgemeester en wethouders bij het concernplan al gegeven. Op dit moment is de noodzaak groot op de vraag naar een adviseur op het domein van organisatie-communicatie-personeel plus een eerste opstap naar een flexibel bedrijfsvoeringsbudget. Structurele bezuiniging op personeel Het beschikbaar stellen van de middelen ten behoeve van de organisatieontwikkeling levert op de lange termijn een structurele besparing op vaste personele lasten. De taakstelling die de organisatie verbindt aan het doorvoeren van bovengenoemde organisatieaanpassing loopt met ingang van 2019 op tot € 250.000 in 2022 (structureel).
42
Kaderbrief 2016
Financiële ontwikkelingen Essentiële financiële ontwikkelingen - = nadelig (vraag naar middelen) + = voordelig (vrijval van middelen)
Omschrijving
2016
2017
Wettelijk verplicht Kapitaallasten investering gemeentehuis Basisregistratie Personen (projectkosten) Basisregistratie Personen Digitalisering bouwvergunningen Concernplan 2016, VPB Subtotaal wettelijk verplicht Onontkoombaar Meerjarenfinanciering Brainport Development Bijdrage SRE Stimuleringsfonds Opslag pensioenpremie Individueel keuzebudget, vakantiegeld Stelpost herijking gemeentefonds, dekking hoger bijdrage VRBZO Stelpost herijking gemeentefonds,vrijval Concernplan 2016, ruimtelijke ordening Subtotaal Onontkoombaar
Totaal
2019
I/S
-45.000
-45.000
-20.000 -210.000
-56.000 -40.000
-23.000 -174.000 -25.000 -222.000
-73.000
-73.000
-25.000 -143.000
-25.000 -143.000
-17.000 -56.000
-17.000 -56.000
-17.000 -56.000
S
S I S
S S I I
-350.000
S 163.000
163.000
163.000
S
-75.000
-75.000
-75.000
S
-193.000
15.000
15.000
15.000
-115.000 -115.000
-115.000 -115.000
S
0
-115.000 -115.000
-285.000
-75.000
-75.000
0
I
-306.000
-526.000
-530.000
-280.000
S
-994.000
-923.000
-848.000
-523.000
253.000
Toelichting financiële ontwikkelingen Wettelijke ontwikkelingen Kapitaallasten investering gemeentehuis (vervanging plafonds) In 2016/2017 moet er € 1.188.000 geïnvesteerd worden in de brandveiligheid van het gemeentehuis. Aanleiding hiertoe is de constatering van de Veiligheidsregio Brabant 43
BN
I
-190.000
Overige ontwikkelingen Concernplan 2016, trainees Subtotaal Overig Totaal organisatie ontwikkeling, inc. Totaal organisatie ontwikkeling, struct
2018
90.000
Kaderbrief 2016
Zuidoost (VRBZO) dat diverse tekortkomingen constateert op het gebied van brandveiligheid. Met name de brandcompartimentering en de plafonds in de vluchtwegen voldoen niet. Aangezien de plafonds in alle ruimtes aan vervanging toe zijn, wordt gekozen voor een integrale vervanging van de plafonds. Samen met de aanpassingen in de brandcompartimentering, de vervanging van de verlichting voor duurzame ledverlichting en de noodzakelijke vervanging van de vloerbedekking, betekent dit een minimale investering van in totaal € 1.188.000. Hierin is gerekend met een goedkoop plafond (semi verdekt systeemplafond). Dit is tevens de goedkoopste variant. Voor de vervanging is al rekening gehouden met ongeveer € 400.000. Om te voldoen aan de brandveiligheidseisen, wordt € 788.000 investeringskrediet gevraagd. Dit betekent een toename van de (kapitaal)lasten van ongeveer € 45.000 per jaar, waarbij rekening is gehouden met € 15.000 energiebesparing. Andere varianten die beter passen bij de architectuur van het gemeentehuis (Bossche school), leiden tot een hogere investering van € 1.540.000 tot € 1.869.000. De duurste variant betekent € 72.550 (kapitaal)lasten, waarbij de levensduur van de plafonds langer is. Basisregistratie Personen (BRP) Het huidige GBA-systeem wordt vervangen door Burgerzakenmodules die aan kunnen sluiten op de nieuwe landelijke voorziening Basisregistratie personen (BRP). Vanuit de wet Basisregistratie Personen is de aansluiting op de landelijke voorziening een wettelijke verplichting voor Deurne. Het belangrijkste doel hiervan is om de kwaliteit van de gegevens en daardoor de dienstverlening te verbeteren. Hierdoor kan de gemeente op een efficiënte en betrouwbare manier persoonsgegevens opslaan, beheren, gebruiken en beschikbaar stellen voor gebruik door overheidsorganisaties, instellingen en de burger. De nieuw aan te schaffen Burgerzakenmodules ondersteunen de digitale dienstverlening aan de burger. Gemeenten kunnen met de Burgerzakenmodules vanaf begin 2019 aansluiten op de nieuwe landelijke BRP-voorziening. In totaal is er twee jaar beschikbaar gesteld om alle gemeenten aan te sluiten. In het financiële overzicht zijn de projectkosten en de structurele kosten opgenomen. De structurele kosten komen voort uit de terugkerende onderhoudskosten voor de software. De eenmalige kosten bestaan voornamelijk uit de kosten voor de aanschaf van het pakket en de kosten voor de projectorganisatie. Digitalisering bouwvergunningen en milieuvergunningen De gemeente is op grond van de Archiefwet verplicht om oude bouwvergunningen ter bewaring over te dragen aan Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (RHCe). Om kosten te besparen én om deze bouwvergunningen (1952 – 1995) toegankelijker te maken, is enkele jaren besloten om ze eerst te digitaliseren. Dit project is nu in de afrondende fase. Dit jaar start de organisatie met het digitaal maken van de overige, meer recente bouwvergunningen. Naast de bouwvergunningen worden ook de geldende milieuvergunningen gedigitaliseerd. De verlaging van de kosten leidt indirect (overhead) tot lagere leges- en belastingtarieven. De eenmalige kosten zijn ingeschat op € 194.000, waarvan € 20.000 voor 2016 en € 174.000 voor 2017. Concernplan 2016: Vennootschapsbelasting (VPB) Als gevolg van de invoering van de vennootschapsbelasting is formatie-uitbreiding noodzakelijk. In totaliteit komt dit op 0,4 fte (€ 25.000). Via een raadsinformatiebrief van 19 februari 2016 (concernplan 2016) is de gemeenteraad hierover geïnformeerd.
44
Kaderbrief 2016
Onontkoombaar Meerjarenfinanciering Brainport Development Zie toelichting onder Ontwikkelingen Cluster Bestuur, onderdeel Onontkoombaar. Bijdrage SRE Stimuleringsfonds Zie toelichting onder Ontwikkelingen Cluster Bestuur, onderdeel Onontkoombaar. Opslagpensioenpremie per 1 april 2016 De pensioenpremie wordt verhoogd met 1% vanwege de financiële positie van het ABP. De totale pensioenpremie is daarmee 18,8% per 1 april 2016. Hiervan wordt 70% betaald door de werkgever en 30% door de werknemer. Individueel keuzebudget, vakantiegeld De gemeente Deurne begroot het vakantiegeld in het jaar waarin het wordt uitbetaald. In mei 2016 wordt het vakantiegeld dat is opgebouwd in de periode juni 2015 tot en met mei 2016 uitbetaald. In 2017 wordt het individueel keuzebudget ingevoerd. Dit houdt in dat in 2017 het vakantiegeld uitbetaald gaat worden van: Juni tot met december 2016 Januari tot en met december 2017 Er wordt dan eenmalig 19 maanden vakantiegeld uitbetaald in plaats van 12 maanden. Voor de extra 7 maanden vakantiegeld moet in 2016 een extra bedrag van € 350.000 toegevoegd worden aan een nieuw te vormen voorziening. Vanaf 2018 past het uit te betalen vakantiegeld weer binnen de begroting. Stelpost herijking gemeentefonds In de begroting 2016 is, naar aanleiding van de meicirculaire 2015, een stelpost opgenomen van € 253.000 voor de gevolgen van de herijking van het gemeentefonds, cluster brandweer en rampenbestrijding. De herijking gaat pas vanaf 2017 in en betekent voor de gemeente Deurne een structurele verhoging van de bijdrage aan de Veiligheidsregio met € 90.000 vanaf 2017 (zie ook thema Samenleving). Nu de gevolgen van de herijking bekend zijn, kan de stelpost vrijvallen en deels als dekking dienen voor de hogere bijdrage aan de Veiligheidsregio. Daarom staat € 90.000 opgenomen budgettair neutraal. Concernplan 2016: Ruimtelijke Ordening (juridisch/planologisch) Binnen het cluster ruimtelijk ordening heeft de afgelopen jaren veel inhuur plaatsgevonden. Naast vervanging wegens ziekte was deze inhuur vooral ook nodig om de werkvoorraad en werkdruk beheersbaar te houden. Er is al langere tijd sprake van te hoge werkdruk en een stijgend aantal particuliere verzoeken, die ook steeds complexer worden. Verder is er sprake van grote maatschappelijk dynamiek waarop de afdeling moet en wil inspelen. Tenslotte zijn er een aantal nieuwe taken zoals bezwaar en beroep bij planschades. Dit alles maakt dat nu het moment is om te concluderen dat inhuur niet langer de passende oplossing is (onder andere denkend aan kosten, kwaliteit en continuïteit) en dat structurele formatie uitbreiding van 1 fte noodzakelijk is (€ 75.000). College heeft gezien de noodzaak van invulling van deze functie de raad hierover eerder geïnformeerd per raadsinformatiebrief van 5 februari 2016. Het betreft nu enkel de formalisatie van dit eerder genomen besluit. Overige ontwikkelingen Concernplan 2016: Trainees De ervaring die afgelopen jaren opgedaan is met de trainees, is meer dan uitstekend. Aan de hand van een duidelijk profiel en goede selectie en vervolgens begeleiding hebben zij hun weg en ervaring weten te vinden. Inmiddels zijn de trainees doorgestroomd naar een vaste functie. Het voorstel is om deze werkwijze door te zetten 45
Kaderbrief 2016
en structureel een tweetal trainees voor de duur van twee jaar in dienst te nemen. Voorstel is om een bedrag van € 115.000 per jaar voor twee trainees in de begroting op te nemen. Investeringskredieten Basisregistratie Personen (BRP) Gemeentehuis
114.000 880.000
46
Kaderbrief 2016
4. Bijlage 1: Uitgangspunten begroting 2017/meerjarenraming 2017 t/m 2020 1. Inleiding De uitgangspunten hebben onder andere betrekking op verwachte aantallen (bijvoorbeeld woningen en inwoners) en anderzijds op aanpassing van loon- en prijspeil. Deze aantallen worden gebruikt voor de (meerjarige) berekening van onze algemene uitkering uit het gemeentefonds. In enkele gevallen werken voornoemde aantallen door in de bepaling van de hoogte van (uitgaven)budgetten binnen de begroting. Per item wordt kort aangegeven hoe de cijfers tot stand zijn gekomen en in hoeverre het uitgangspunt voortkomt uit “bestaand beleid”. 2.
Aantallen inwoners, woningen en niet woningen Jaar Inwoners Woningen Niet woningen 1-1-2016 31.881 13.432 1.477 1-1-2017 31.881 13.532 1.470 1-1-2018 31.881 13.682 1.470 1-1-2019 31.881 13.832 1.470 1-1-2020 31.881 13.982 1.470
Totaal Objecten 14.902 15.002 15.152 15.302 15.452
De gegevens van 01-01-2016 zijn gebaseerd op de cijfers van het CBS (01-01-2016 betreft definitief cijfer). Voor de aantallen woningen wordt het woningbouwprogramma gevolgd waarbij enerzijds rekening wordt gehouden met de bouwtijd van een woning (verschil start bouw en oplevering woning) en anderzijds met het gegeven dat niet alle “geraamde woningen” in een jaar ook daadwerkelijk worden afgezet (omdat bijvoorbeeld de marktsituatie dat niet toelaat; recessie etc.). Het verloop van de niet-woningen en het aantal inwoners wordt (in de lijn van de uitgangspunten van de begroting 2016) constant gehouden. 3. Indexering externe kosten De percentages voor prijsgevoelig en loonontwikkeling zijn conform bestaand beleid – gebaseerd op basis van aannames van het Centraal Plan Bureau (bron: korte termijnraming maart 2016). Na het verschijnen van de Macro Economische Verkenning 2017 van het CPB (september) wordt bekeken in hoeverre de hieronder vermelde aannames binnen de begroting 2017 aanpassing behoeven. Jaar 2017 2018 2019 2020 1,2% 1,2% 1,2% 1,2% Prijsgevoelig (prijs overheidsconsumptie) Loonontwikkeling (CAO)
1,0%
1,0%
1,0%
1,0%
Ontwikkeling cao stijging gemeenten Uitgangspunt voor de begroting 2017, zijn de werkelijke salariskosten van januari 2016. Vervolgens worden de salariskosten geïndexeerd met de loonontwikkeling. Voorgesteld wordt om voor de jaren 2017 tot en met 2020 uit te gaan van een loonsverhoging van 1% per jaar. Dit sluit enerzijds aan bij de uitgangspunten zoals opgenomen binnen de huidige begroting 2016. Anderzijds sluit dit percentage aan bij de gemiddelde salarisstijging per jaar zoals die voortvloeit uit de lopende cao (2013 – 2015).
47
Kaderbrief 2016
4. Indexcijfer voor verhoging gemeentelijke belastingen en tarieven De verhoging van de gemeentelijke belastingen wordt – eveneens conform bestaand beleid – gebaseerd op de gemiddelde indexering van de externe kosten. Dit gemiddelde wordt bepaald aan de hand van het loon- en prijsgevoelige deel van de begroting. Voor de bepaling van dit gemiddelde voor 2017 zijn de uitgaven van het Sociaal Domein buiten beschouwing gelaten vanwege ontbrekende percentages omtrent loon- dan wel prijsgevoelig deel van deze uitgaven. Jaar 2017 Gemiddeld 1,1 % 5.
Indexering Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP)
Het GRP volgt de indexering zoals aangehouden voor de opbrengsten. Jaar 2017 Gemiddeld 1,1 % 6. 7.
Areaaluitbreidingen Openbare Werken per jaar
Onderwerp Wegbeheer Openbare Verlichting Groenbeheer
Percentage 0,0% 0,0% 0,0%
In de lijn van de aannames van de huidige begroting 2016 worden hiervoor geen afzonderlijke percentages opgenomen. Voor grote projecten wordt bij het opstellen van de begroting 2017 afzonderlijk gekeken of dit gevolgen heeft voor de areaal op Openbare Werken. 8. Beschikbare Uren Urenraming 2017 1.872,0
Aantal beschikbare uren per jaar o.b.v. 1 FTE (36 uur per week en 52 weken) Voor feestdagen, ziekte etc. wordt uitgegaan van: - Feestdagen 2017 (die niet vallen op zaterdag en zondag) - Verlofdagen - Extra vrije dagen (Carnaval & Goede Vrijdag) - Buitengewoon Verlof - Ziektepercentage (4% van beschikbare uren minus feestdagen)
7 22 3 2 4%
dagen dagen dagen dagen
-50,4 -158,4 -21,6 -14,4 -72,0 1.555,2
Aantal productieve uren 1 FTE
48
Kaderbrief 2016
9.
Omslagrente
De omslagrente wordt voor 2017 vastgesteld op 4,25%. Dit is hetzelfde percentage als voorgaande jaren. Wel zijn er nieuwe ontwikkelingen in de financiële voorschriften bij gemeente; de BBV (Besluit en Begroting Verantwoording gemeenten). Deze kunnen mogelijk gevolgen hebben voor de rente en dus ook voor de begroting 2017. Mocht blijken dat de rente aangepast moet worden, dan zal dit bij de begroting 2017 worden aangepast en toegelicht.
49
Kaderbrief 2016
5.
Bijlage 2: Samenwerkingsmonitor
Zie los document.
50
Kaderbrief 2016
6.
Bijlage 3: Brief Provincie
51
Kaderbrief 2016
52
Kaderbrief 2016
53
Kaderbrief 2016
54
Kaderbrief 2016
55
Kaderbrief 2016
56
Kaderbrief 2016
57
Kaderbrief 2016
58
SAMENWERKINGS MONITOR
Kaderbrief voorjaar 2016
Meer grip op samenwerking
Inhoudsopgave Inleiding Inleiding Aanleiding Elftal punten Beleidscyclus
pag. pag. pag. pag.
3 3 3 5
De samenwerkingsverbanden Belasting samenwerking Oost-Brabant Metropool Regio Eindhoven Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant Veiligheidsregio Brabant Zuidoost Atlant Groep GGD Brabant- Zuidoost Stichting Bureau Inkoop en Aanbestedingen Zuidoost-Brabant
pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag.
6 10 14 17 19 23 25
SAMENWERKINGSMONITOR
2
Inleiding Al vanaf het ontstaan van de gemeente als decentrale overheid is er sprake van (intergemeentelijke) samenwerking. Dit moment is ook meteen het startpunt voor de steeds terugkerende discussie rondom democratische legitimiteit van de verschillende samenwerkingsverbanden. Duidelijk is dat er steeds meer samenwerkingsverbanden worden opgericht. Als gevolg van de decentralisaties en de rijksbezuinigingen zien organisaties zich steeds meer genoodzaakt om te gaan samenwerken. Doel van deze samenwerkingsvormen is vaak tweeledig: 1. zorgen dat je organisatie de nieuwe taken kwantitatief en kwalitatief kan borgen (voldoende volume, robuust genoeg) 2. via samenwerken realiseren van efficiëncywinst (bezuiniging) Ook Deurne heeft de afgelopen jaren flink wat taken afgestoten. We zijn aangesloten bij Werkplein, we zijn met de belastingen naar de BSOB gegaan, we zijn aangesloten bij de ODZOB en zijn bezig met de samenwerking in de Metropool Regio Eindhoven. We hebben het dan nog niet over de samenwerkingsvormen die Deurne al eerder is aangegaan zoals o.a. de MRE (voorheen SRE), Veiligheidsregio, de Atlant groep, GGD, BIZOB en nog een aantal andere (kleinere). Taken worden opgepakt in groter verband en worden daarmee steeds meer buiten de deur uitgevoerd. De gemeenteraad blijft echter verantwoordelijk. De gemeenteraad wil dan ook kunnen sturen op deze samenwerkingsvormen. Sturen en bijsturen op de te realiseren doelstellingen zowel inhoudelijk als financieel: hoe houdt je als gemeentebestuur grip op samenwerking?
Aanleiding
Een gemeenteraad zit steeds meer op afstand en stuurt op hoofdlijnen. Maar om te kunnen sturen moet je wel helder, transparant en tijdig worden voorzien van informatie. De gemeenteraad heeft dan ook de opdracht verstrekt om te komen tot een samenwerkingsmonitor In de raadsvergadering van 5 november 2013 heeft het college van B&W dan ook toegezegd om te komen deze te ontwikkellen. De raad is voorstander van samenwerken maar wil op deze manier wel de vinger aan de pols houden.
Elftal punten
De monitor is als volgt opgebouwd:: 1. Partners binnen het samenwerkingsverband Met wie werkt Deurne samen in het betreffende samenwerkingsverband? 2. Overgedragen bevoegdheden Welke bevoegdheden zijn er overgedragen door de gemeente Deurne aan het betreffende samenwerkingsverband? 3. Algemene doelstelling samenwerkingsverband
SAMENWERKINGSMONITOR
3
Met welk doel is het samenwerkingsverband ooit opgericht? 4. Bestuurlijke betrokkenheid Op welke manier is binnen georganiseerd?
het
samenwerkingsverband
het
bestuur
5. Sturingsmomenten Op welke momenten kun je als raad sturen via bijvoorbeeld een zienswijze? 6. Prestatieindicatoren Behaalt het samenwerkingsverband haar afgesproken doelstellingen? Waar mogelijk zijn deze rechtstreeks gekoppeld aan een algemene doelstelling (zoals onder 3 beschreven).
Voldaan Gedeeltelijk voldaan Niet voldaan Onbekend
Bij de prestatieindicatoren werken we (in het ultieme geval) met een soort stoplichtsysteem. Groen is behaald, oranje gedeeltelijk behaald, rood is niet behaald en bij een wit vakje is het onbekend.
7. Omvang organisatie Hoeveel FTE telt de organisatie en welke ontwikkeling is daar in te zien? Ook wordt er (zo ver mogelijk) gekeken hoeveel FTE er in Deurne nodig was voordat de uitvoering van de betreffende taken was overgedragen. 8. Financiën Welke kosten zijn er voor de gemeente Deurne verbonden aan het samenwerkingsverband? Welke ontwikkeling zit er in deze kosten? Ook wordt er (zo ver mogelijk) gekeken hoeveel kosten er voor Deurne mee gemoeid waren voordat de uitvoering van de betreffende taken was overgedragen. Als het samenwerkingsverband inkomsten oplevert worden die onder dit punt ook uitgewerkt. 9. Riscico’s Welke noemenswaardige risico’s zijn er met het betreffend samenwerkingsverband verbonden. Hoe groot is weerstandsvermogen?
bijvoorbeeld
het
10. Toelichting Een (korte) ambtelijke analyse van het samenwerkingsverband door een inhoudsdeskundige. 11. Aanbevelingen aan de raad Is het ambtelijk aan te bevelen dat de gemeenteraad een bepaalde actie onderneemt?
SAMENWERKINGSMONITOR
4
Beleidscyclus
De samenwerkingsmonitor kan op termijn als vervanging van de de paragraaf ‘verbonden partijen’ in de begroting gaan dienen. De in deze paragraaf verwerkte samenwerkingsverbanden krijgen niet allemaal een uitgebreide versie in de samenwerkingsmonitor. Enkel de meer complexe of ‘grote’ samenwerkingsverbanden worden uitgebreid verwerkt. Deze selectie vindt plaats in overleg met de portefeuillehouders en de rekeningcommissie. De overige samenwerkingsverbanden die op dit moment wel in de genoemde paragraaf staan zullen uiteraard wel dusdanig verwerkt worden dat voldaan wordt aan de geldende BBV regelgeving.
SAMENWERKINGSMONITOR
5
Belasting samenwerking Oost-Brabant Vestigingsplaats: Oss Portefeuille: burgemeester H. Mak Afdeling: Bedrijfsvoering Opgericht: 1 juli 2011
1. Partners binnen het samenwerkingsverband De gemeenten Boekel, Deurne, Oss, Uden, Veghel en Landerd in samenwerking met Waterschap Aa en Maas. 2. Overgedragen bevoegdheden Aan de BSOB zijn de bevoegdheden overgedragen voor de uitvoering van WOZen belastingtaken (waarderen, heffen en innen). Tevens zijn door Deurne de taken op het gebied van WOZ, OZB, Rioolrecht en Afvalstoffenheffing overgedragen. Het uitvoeringsbeleid wordt aan de samenwerking overgedragen, het strategisch beleid berust bij de deelnemende gemeenten zelf. 3. Algemene doelstellingen samenwerkingsverband A. Verlagen administratieve last belasting betaler; B. Verhoging van de robuustheid en continuïteit van de belastingbetaler (meer kennis, kunde en formatie); C. Kwaliteit van de uitvoering wordt verbeterd voor de belastingbetaler; D. Meer ontwikkeling en specialisatiemogelijkheden voor medewerker; E. Er valt een substantiële besparing te verwachten door de integratie van werkprocessen, efficiency en inkoopvoordelen; F. Beperken kwetsbaarheid in de uitvoering als gevolg van toenemende complexiteit in de regelgeving 4. Bestuurlijke betrokkenheid Het BSOB kent een Algemeen Bestuur (AB) bestaande uit wethouders/burgemeesters van de aangesloten gemeenten. Uit het AB wordt het Dagelijks Bestuur (DB) gekozen. Voor de gemeente Deurne is burgemeester H. Mak benoemd als vertegenwoordiger in het AB en hij heeft ook zitting in het DB. 5. Sturingsmomenten Juni: zienswijze begroting door gemeenteraad Deurne. Begin juli: vaststelling begroting en jaarreking door gemeenschappelijke regeling. Doorlopend via vergadering van het algemeen bestuur. Er zijn op dit moment geen openstaande toezeggingen t.a.v. gemeenteraad Deurne. 6. Prestatie indicatoren begroting 2015 Indicatoren afgesproken in begroting BSOB 2015. Waar mogelijk zijn de indicatoren gekoppeld aan een van de onder punt 3 genoemde doelstellingen. De letter voor die indicator komt dan overeen met de doelstelling. Onderwerp: B Ziekteverzuim
Indicator: <10%
B Meldingsfrequentie
<2
Resultaat 2015: Het ziekteverzuim bedroeg 6,54%. Frequentie was 1,77.
B Inhuur derden
Het begrootte bedrag is
SAMENWERKINGSMONITOR
6
C Klachtenafhandeling
Aantal klachten <50.=
C Gegronde beroepschriften C Wachttijd bij telefonisch contact
Max. 35% gegrond
C Beantwoording brieven/e-mails
C De aanslag dient tijdig te worden opgelegd
niet overschreden. In 2015 53 klachten ontvangen. Niet voldaan. 38%
Max. 5 minuten (feb-mei)
De gem. wachttijd was 39 sec.
Max. 3 minuten (overig)
De gem. wachttijd was 1,16 min. Metingen starten in 2016.
Max. 20 werkdagen (febmei) Max. 10 werkdagen (overig) >95% conform jaarplanning
C De aanslag dient juist en zo volledig mogelijk te worden opgelegd
>95% van de aanslagen
C Verzoek-, bezwaar- en beroepschriften dienen binnen termijnen te worden afgewerkt C Verzoeken om kwijtschelding moeten juist en op tijd worden afgehandeld C Het streven te komen tot een zo volledig mogelijke betaling
WOZ in jaar van opleggen
Oplegging conform planning muv uitzondering van enkele kleinere kohieren (zoals Diftar Veghel en Deurne zijn in overleg met de deelnemers later opgestart). In totaal 6.073 bezwaren van totaal 547.574 aanslagbiljetten. Dit komt neer op een percentage van 1,1%. 99,8% voldaan.
Overige binnen 3 maanden
81,2% voldaan
100% van de verzoeken binnen acht weken
Niet voldaan
Na 1 jaar: 3% open na laatste vervaldag Na 2 jaar: 1% Na 3 jaar: 0.1% Minimaal naar behoren
Doelen zijn gedeeltelijk behaald. Na 2 jaar openstaand 1,19%. Kwaliteit voldoet. Algemeen oordeel is voldoende. Per 1 oktober is dit aangeleverd.
C Oordeel waarderingskamer C Waardering objecten
C Gegronde WOZ bezwaren C Financiële tegenwaarde van de
Voor 1 okt. 95% van de te waarderen objecten beschikbaar Rond de 60% (landelijke trend) >91% per 1 juli 2015
SAMENWERKINGSMONITOR
69,3% van de WOZ bezwaren was gegrond. Per 1 juli is 83.2% van de begrootte aanslagen
7
door de deelnemers begrote aanslagen
D Houden van HRM gesprekken
>97% per 31 december 2015 Met elke medewerker 1 functionerings- en 1 beoordelingsgesprek
Aantal stageplaatsen
>4 stagiaires
Vakantiewerk
>5 vakantiekrachten
Tevredenheid bestuur
Tevreden
Afdrachten aan deelnemers Relatiebeheer
Wekelijks 2x pj op bezoek bij deelnemers
7. Omvang organisatie Startformatie (2009) Streefformatie 57,75 FTE 48,65 FTE
opgelegd. Per 31 dec. is 97.7% van begrootte aanslagen opgelegd In 2015 zijn met alle medewerkers beoordelingsgesprekken gevoerd. In 2015 waren er 5 stagiaires. In 2015 waren er 2 vakantiekrachten. Verbeterplan en meerjarenbegroting liggen op schema. Heeft in 2015 1x per 2 weken plaats gevonden. Alle deelnemers zijn 2x bezocht.
Huidige formatie
8. Financiën In onderstaande tabel vindt u een overzicht van de kostenontwikkeling. De genoemde cijfers zijn de kosten voor de gemeente Deurne. Kostenontwikkeling Verwacht in haalbaarheidsonderzoek: Daadwerkelijke kosten in 2011: Daadwerkelijke kosten in 2012: Daadwerkelijke kosten in 2013: Daadwerkelijke kosten in 2014:
€417.000 €406.000 €414.000 €452.000 €565.000 Verwacht kostenverloop BSOB
Daadwerkelijke kosten in 2015:
€483.000
9. Risico’s Risico’s van de BSOB komen op basis van de Nota Financieel Beleid van deze verbonden partij ten laste van de deelnemende gemeenten, naar rato van hun aandeel. Er is een post onvoorzien van € 50.000 opgenomen in de begroting. In de begroting 2017 is een uitvoerige risico analyse opgenomen. De uitkomsten van de risicoanalyse geven aan dat er weinig 'echte' risico's binnen BSOB worden gelopen. 10.Toelichting BSOB is opgericht eind 2011. Medio 2013 was de BSOB nog niet in control. Dit heeft geleid tot opstellen van een verbeterplan waarin een groot aantal verbeteracties zijn benoemd. De uitvoering van het plan is gestart in september 2014. Per kwartaal worden de deelnemers geïnformeerd over de voortgang. In de
SAMENWERKINGSMONITOR
8
rapportage zijn in totaal 37 verbeterpunten opgenomen. Het plan is begin 2016 afgerond. 11. Aanbeveling aan de raad Op basis van bovenstaande monitor en in relatie tot de afgesproken doelstellingen maakt het bestuur de navolgende opmerkingen: De portefeuillehouder verzoeken zich in te zetten voor specificering van de risico’s per deelnemende gemeente. Dit door risicomanagement goed te borgen in de organisatie. Daarnaast de paragraaf weerstandsvermogen verder te optimaliseren en de risico’s te kwantificeren. Binnen deze paragraaf dient de relatie worden gelegd met het benodigde weerstandsvermogen. o
Hieraan is gevolg gegeven. Zie risico’s
We zien de kosten in de loop der jaren weer stijgen. Uitgangspunt van de samenwerking was het verlagen van de administratieve lasten en het realiseren van een substantiële bezuiniging. Op welke wijze gaat de BSOB hier een verder vervolg aan geven. Op diverse onderdelen worden de resultaatindicatoren nog niet bereikt. Welke stappen onderneemt de BSOb om hier wel aan te gaan voldoen.
SAMENWERKINGSMONITOR
9
Metropool Regio Eindhoven Vestigingsplaats: Eindhoven Portefeuille: burgemeester H.J. Mak Afdeling: Ruimte en Samenleving Opgericht: 25 februari 2015
1. Partners binnen het samenwerkingsverband De gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre. 2. Overgedragen bevoegdheden De MRE is een netwerkorganisatie die zich op regionaal niveau bezig houdt met strategische keuzes op het gebied van economische ontwikkeling (Brainport), ruimtelijke strategie en mobiliteit. 3. Algemene doelstellingen samenwerkingsverband De MRE focust op drie thema’s: Economie, Ruimte en Mobiliteit. Deze zijn weer onderverdeeld in een zestal opgaven: A. B. C. D. E. F.
Economische strategie; Strategie ruimte; Strategie mobiliteit en innovatie; Arbeidsmarkt; Werklocaties; Wonen.
Deze opgaven worden opgepakt door de zes verschillende werktafels. Binnen deze werktafels worden de opgaven verder geconcretiseerd. 4. Bestuurlijke betrokkenheid Het Algemeen Bestuur van de Metropoolregio Eindhoven stelde de kaders van het beleid vast in de Regionale Agenda 2015-2018. Deze wordt door het Dagelijks Bestuur wordt uitgevoerd. Het Algemeen Bestuur bestaat uit 21 leden. Iedere gemeente heeft één vertegenwoordiger (burgemeester, wethouder of raadslid), die door de gemeenteraad is benoemd. Het Algemeen Bestuur vergadert in beginsel zes keer per jaar. Deze vergaderingen zijn openbaar. Voor de gemeente Deurne is burgemeester H. Mak benoemd als vertegenwoordiger in het AB. De gemeente Deurne heeft geen vertegenwoordiger in het dagelijks bestuur. 5. Sturingsmomenten April en mei: zienswijze begroting door gemeenteraad Deurne. Juni: vaststelling begroting en jaarreking door gemeenschappelijke regeling. Doorlopend via vergadering van het algemeen bestuur. De gemeente Deurne verzocht in 2015 om aanpassing van de werkwijze en halvering van de jaarlijkse gemeentelijke bijdrage in het SRE Stimuleringsfonds. Op basis van de evaluatie wordt de bestaande werkwijze en financiering in stand gehouden. Dit betekent dat de door Deurne voorgestelde halvering van de bijdrage niet tot stand komt. In de kaderbrief is de hieraan gekoppelde bezuiniging hersteld. 6. Prestatie indicatoren Werkprogramma 2016 MRE werkt volgens de Regionale Agenda 2015-2018. Deze agenda is voor 2016 verder geconcretiseerd in het Werkprogramma 2016. Hierin zijn de activiteiten SAMENWERKINGSMONITOR
10
van de verschillende werkplaatsen opgenomen. In de raadscommissie bestuur van juni 2016 is hier inhoudelijk bij stil gestaan. De samenwerkingsmonitor is gelijktijdig met de voorbereiding van de commissienotitie voorzien van een update. In de samenwerkingsmonitor zijn de activiteiten per werkplaats opgenomen in onderstaand overzicht. Eind 2016 zijn de daadwerkelijke resultaten zichtbaar. Werkplaats Economische Strategie
Bedrijventerreinen en detailhandel
Arbeidsmarkt (nieuw) Strategie Ruimte
Activiteiten 2016 Economische agenda’s van de gemeenten en subregio’s verbinden met de Brainport agenda. Overeenstemming over de jaarplannen en nieuwe meerjarenfinanciering van Brainport Development 2017-2020. Leggen en verstreken van verbindingen tussen partijen die actief zijn op het basics domein. Creëren van innovatieve economische ontwikkeling en nieuwe bedrijvigheid en hiermee investeringen door derden uitlokken met cofinanciering. Afstemming tussen gemeenten en subregio’s over detailhandelsinitiatieven. Kennisdeling, afstemming en waar nodig gezamenlijke lobby op relevante thema’s met betrekking tot detailhandel en bedrijventerreinen. Regionale bedrijventerreinenprogrammering. In kaart brengen van ‘verborgen detailshandelsbestemmingen’ (in samenwerking met Fontys). Bestuurlijke keuze over hoe om te gaan met vragen uit de logistieke sector. Organisatie congressen en trainingen voor ambtenaren en bestuurders. Deze werkplaats is nieuw opgericht. In 2016 wordt de nieuwe rol van de Werkplaats Arbeidsmarkt verder ingekleurd. Een gedragen regionale integrale ruimtelijke strategie met overzichtskaart (op basis van voorstellen uit de subregio’s). Afstemming en kennisuitwisseling over dit thema tussen gemeenten, subregio’s en andere belanghebbenden. Belangenbehartiging van de regio bij Rijk, provincie en internationaal.
SAMENWERKINGSMONITOR
Resultaat Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk. Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk. Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk. Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk.
Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk. Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk.
Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk. Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk. Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk. Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk. Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk. Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk. Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk. Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk.
11
Mobiliteit en innovatie
Werkplaats Wonen
Opstellen van een ‘bidbook ZuidNederland’ waarin maatregelen zijn uitgewerkt om de bereikbaarheid en leefbaarheid in de regio te verbeteren. Realisatie bereikbaarheidsakkoord voor de hele regio ZuidoostBrabant. Een bijdrage leveren aan de integrale visie ruimte en mobiliteit (input voor de Werkplaats Strategie Ruimte). Belangen van de regio op het gebied van mobiliteit inbrengen in provinciaal en landelijk mobiliteitsbeleid. Regionaal Uitvoeringsprogramma (RUP), een door de 21 gemeenten gedragen voorstel voor de inzet van de voor Zuidoost-Brabant gereserveerde provinciale middelen voor mobiliteitsprojecten. Duidelijkheid over een eventueel vervolgtraject na het advies van de Werkplaats Wonen van eind 2015. Actualisatie van de Regionale Agenda Wonen en de ‘Regionale begrippenlijst Wonen’. Afstemming tussen de regiogemeenten en subregio’s bevorderen. Coördinatie van het regionale onderzoek naar de kernvoorraad sociale woningbouw (uitgevoerd door de afdeling Onderzoek en Statistiek van de gemeente Helmond, in opdracht van de MRE).
Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk.
Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk. Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk. Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk. Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk.
Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk. Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk. Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk. Nog niet te bepalen, wordt in de loop van 2016 inzichtelijk.
7. Omvang organisatie De nieuwe organisatie Metropoolregio Eindhoven is in maart 2015 formeel van start gegaan. Het is een “lichtvoetige” organisatie met een grote flexibiliteit met betrekking tot de bedrijfsvoering. Het streven is om te komen tot een organisatie met een omvang van 22.3 FTE. Startformatie (SRE 2014) 43,6 FTE
Streefformatie 22,3 FTE
Huidige formatie (o.b.v. begroting MRE 2016) 21,5 FTE
8. Financiën De Metropoolregio Eindhoven ontvangt van alle deelnemende gemeenten een vaste inwonerbijdrage. Deze is bedoeld voor de realisatie van de Regionale Agenda. De bijdrage per inwoner voor de Metropoolregio Eindhoven bedraagt in 2016 € 9,196. Deze bijdrage is als volgt opgebouwd:
SAMENWERKINGSMONITOR
12
• een algemene bijdrage van € 3,64 per inwoner voor de algemene en bestuurlijke werkzaamheden van de Metropoolregio Eindhoven in 2016; • een bijdrage van € 2,002 aan de organisatie en activiteiten van Brainport Development; • een bijdrage van € 3,554 aan het SRE Stimuleringsfonds. Kostenontwikkeling Inwonerbijdrage in 2010* Inwonerbijdrage in 2011* Inwonerbijdrage in 2012* Inwonerbijdrage in 2013* Inwonerbijdrage in 2014* Inwonerbijdrage in 2015 Inwonerbijdrage in 2016 ev.
€16,251 €15,938 €14,383 €13,245 €10,378 €10.006 €9,196
*= bijdrage gebaseerd op het uitgebreidere takenpakket van het SRE.
9. Risico’s Reorganisatie SRE naar MRE De risico’s bestaan voornamelijk uit frictiekosten vanuit de transitie SRE naar Metropool Regio. Deze risico’s zijn afgedekt door de vorming van een voorziening Reorganisatie SRE. De hoogte van deze voorziening zijn op dit moment nog onbekend. Arbitragezaak Attero Voor de verwerking van het huishoudelijk restafval is er een overeenkomst gesloten tussen alle Brabantse samenwerkingsverbanden en het bedrijf Attero. Hierin is een volumeverplichting hebben voor de aanlevering van restafval opgenomen die niet werd gehaald. Attero legde daarom een naheffing op en startte een arbitragezaak tegen de Brabantse gewesten die in het voordeel van de Brabantse gewesten en gemeenten werd beslecht. De vorderingen van Attero zijn hierbij afgewezen. Attero is op hierna bij het Gerechtshof een procedure gestart om tot vernietiging van het arbitraal vonnis over te gaan. Als het arbitraal vonnis van 8 januari 2016 (gedeeltelijk) zou worden vernietigd, moet over de naheffing opnieuw een arbitrage worden gestart. De MRE en de regiogemeenten lopen daarmee opnieuw het risico op een naheffing. 10. Toelichting De Metropool Regio Eindhoven is de opvolger van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven. Tijdens dit proces zijn ze getransformeerd van uitvoeringsorganisatie met wettelijke taken en bevoegdheden naar een netwerkorganisatie. Concrete resultaten van de MRE zijn eind 2016 zichtbaar aan de hand van de geplande activiteiten uit het Werkprogramma. De deelnemende gemeenten zijn niet in alle werkplaatsen vertegenwoordigd en hebben daardoor slechts beperkt zicht op de activiteiten in deze werkplaatsen. Terugkoppeling vindt tussentijds plaats aan het Regionaal Platform. 11. Aanbeveling aan de raad De doelstellingen en prestaties zijn met de herinvoering van het jaarlijkse Werkprogramma beter inzichtelijk en meetbaar. Aan de commissie/raad is het daarnaast aan te bevelen om zich uit te spreken wat in hun ogen de toegevoegde waarde is van de MRE. In juli 2016 krijgt de commissie bestuur hiertoe de gelegenheid.
SAMENWERKINGSMONITOR
13
Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant Vestigingsplaats Eindhoven Portefeuille: wethouder N. Lemlijn Afdeling: Klantcontactcentrum (KCC) Opgericht: 31 januari 2013
1. Partners binnen het samenwerkingsverband De gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre en de provincie Noord Brabant. 2. Overgedragen bevoegdheden De gemeente Deurne heeft gekozen voor het overdragen van vrijwel alle vergunningverlenende, toezichthoudende en handhavende taken op het terrein van milieu. De gemeente voert bij vergunningverlening nog wel de regie over het proces met de klant. Besluitvorming over het verlenen van een vergunning is als taak niet overgedragen. Ook voert de ODZOB op verzoek overige taken uit binnen de Wabo wet- en regelgeving. De ODZOB is tevens belast met het uitvoeren van collectieve taken. Dit zijn taken die in gezamenlijkheid worden uitgevoerd op basis van samenwerkingsafspraken met de 22 partners. Tenslotte worden incidenteel taken uitgevoerd op beleidsterreinen als afval, duurzaamheid, externe veiligheid en archeologie. 3. Algemene doelstellingen samenwerkingsverband De ODZOB zorgt als uitvoeringsorganisatie voor kwaliteit en continuïteit in de uitvoering van taken op het gebied van de fysieke leefomgeving. Samenwerking en bundeling van kennis en ervaring dragen daaraan bij. De professionele uitvoering voldoet aan de landelijke kwaliteitscriteria. Kernwaarden bij de uitvoering zijn deskundigheid, duidelijkheid en betrouwbaarheid. De ODZOB is verbindend, vernieuwend en onderscheidt zich door kwaliteit. De maatschappelijke outcome is een veilige en gezonde fysieke leefomgeving. 4. Bestuurlijke betrokkenheid De ODZOB kent een Algemeen Bestuur (AB) bestaande uit wethouders/burgemeesters van de aangesloten gemeenten. Uit het AB wordt het Dagelijks Bestuur (DB) gekozen. Voor de gemeente Deurne is wethouder N. Lemlijn benoemd als vertegenwoordiger in het AB en het DB. 5. Sturingsmomenten Jaarlijks in april is er gelegenheid tot het geven van een zienswijze op de ontwerpbegroting van het daarop volgende jaar van de ODZOB Jaarlijks in juni worden begroting en rekening door de gemeenschappelijke regeling vastgesteld Op dit moment via DB-lidmaatschap van wethuder Lemlijn Doorlopende inbreng en sturing mogelijk via vergaderingen van het algemeen bestuur 6. Prestatie indicatoren begroting 2016 De ODZOB werkt op dit moment met enkele output indicatoren. In het meest actuele werkprogramma - dat van 2016 - zijn voor Deurne de volgende aantal opgenomen: Het behandelen van milieumeldingen Het behandelen van vergunningen activiteit milieu Het behandelen van vergunningen activiteit bouwen
SAMENWERKINGSMONITOR
52 96 33
14
Het Het Het Het Het Het Het
intrekken van vergunningen milieu verstrekken van deeladviezen activiteit bouwen houden van toezicht en controles milieu voeren van juridische procedures behandelen van milieuklachten verstrekken van adviezen welstand en RO verstrekken van adviezen externe veiligheid
15 42 202 12 4 70 5
7. Omvang organisatie De formatie van de ODZOB is gebaseerd op de bezetting die benodigd is voor de realisatie van de geraamde omzet. Aan de hand daarvan is het benodigde aantal uren vastgesteld. Deze uren zijn op basis van de norm van 1340 declarabele uren omgerekend naar de benodigde formatie voor het primaire proces. Dat ligt aan de basis van de benodigde formatie voor overhead (25% van de functies in het primaire proces). Dat leidt tot het volgende overzicht. Formatie begroting 2017 Functies primaire proces Functies overhead: 25% Inhuur Totaal
Fte 129,9 32,5 15,7 178,1
De ODZOB streeft naar een flexibele schil van 20%. Dit is nu 9,3% (15,7 fte inhuur) 8. Financiën De ODZOB ontvangt van alle deelnemers bijdragen (de baten) die voortvloeien uit het totaal van overgedragen taken. Het gaat over basistaken, verzoektaken, collectieve taken en taken die worden verricht uit het zogenaamde intensiveringsbudget.
Het onderdeel basistaken betreft de uitvoering van het landelijk takenpakket wat verplicht door de ODZOB moet worden uitgevoerd. Het gaat dan over vergunningverlening, toezicht en handhaving milieu Verzoektaken zijn alle taken die niet genoemd zijn in het basistakenpakket. Dat wil zeggen andere Wabo-taken op het terrein van de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Daartoe behoren ook het verstrekken van adviezen op het terrein van de fysieke leefomgeving. Collectieve taken zijn taken die op verzoek van en in samenspraak met de deelnemers voor het collectief worden uitgevoerd. Zoals ketenhandhaving, het faciliteren van de handhavingsamenwerking en het organiseren van de klachtendienst. Budget intensivering. Dit is een gezamenlijk budget wat wordt gebruikt om projecten te kunnen bekostigen die bijdragen aan het realiseren van de doelen uit het concernplan. Onderstaande tabel geeft een beeld van het totaal aan baten en het aandeel van Deurne daarin. Taken Basistaken Verzoektaken Collectieve taken Intensiveringsbudget Totaal
Begroting 2017 totaal 5.304.464 9.869.434 523.122 298.979 15.995.000
SAMENWERKINGSMONITOR
Aandeel Deurne 2017 266.852 224.431 23.758 13.307 528.349
15
De uitgaven van de ODZOB bestaan naast huisvestings- en organisatiekosten voornamelijk uit personele lasten. Baten 2017 Lasten 2017 Geraamd resultaat 2017
16.204.333 16.030.243 174.091
9. Risico’s De stand van de algemene reserve bepaalt het weerstandsvermogen van de ODZOB. Op basis van een risico-inventarisatie is bepaald dat deze reserve minimaal € 1.260.000,- moet bedragen. Na toevoeging van het rekeningresultaat van 2015 bedraagt de reserve € 1.090.000,-. Waarschijnlijk zal deze weer wat afnemen door een verwacht negatief resultaat in 2016. De belangrijkste risico’s zijn in beeld en de verwachting is niet dat deze zich zullen voordoen. 10.Toelichting vanuit college De ODZOB is een vrije jonge organisatie. Nu drie jaar operationeel en opgebouwd uit medewerkers van de voormalige Milieudienst, de gemeenten en de provincie. Directie en Management is het gelukt om in een korte periode de organisatie een goed fundament te geven. De bedrijfsvoeringsprocessen zijn op orde. De primaire taken kunnen meestal op een aanvaardbaar niveau worden uitgevoerd. Financieel is de organisatie in control. Van belang is de komende periode verder te investeren in kwaliteit en innovatie. Dat is ook wat bestuur en management voor ogen hebben. Daarbij is het voor alle partners van belang het inzicht in de prestaties van de dienst te vergroten. Wat levert alle inzet feitelijk op? Wat is het effect op de fysieke leefomgeving? Dit is een onderwerp wat meer prominent op de bestuurlijke agenda van de ODZOB zou mogen komen staan. 11. Aanbeveling aan de raad Geef het college in overweging om met het dagelijks bestuur van de ODZOB in gesprek te gaan over de wijze waarop het inzicht in de prestaties van de dienst voor de Deurnese inwoners vergroot kan worden.
SAMENWERKINGSMONITOR
16
Veiligheidsregio Brabant Zuidoost (VRBZO) Vestigingsplaats: Eindhoven Portefeuille: burgemeester H. Mak Afdeling: Brandweer Opgericht: 31 januari 2013
1. Partners binnen het samenwerkingsverband De gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre. 2. Overgedragen bevoegdheden Regionale Brandweer en Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR). Zorg voor een goed toegeruste organisatie van de hulpverlening bij ongevallen en rampen en de zorg voor een integraal ambulancezorgsysteem in Zuidoost Brabant. 3. Algemene doelstellingen samenwerkingsverband VRBZO behartigt de belangen van de gemeenten in het samenwerkingsgebied op de terreinen van: a. b. c. d. e.
Brandweerzorg Ambulancezorg Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen Rampenbestrijding en crisisbeheersing Gemeenschappelijke meldkamer
4. Bestuurlijke betrokkenheid De Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Brabant Zuidoost is (wettelijk verplicht) samenwerkingsverband tussen 21 gemeenten. bestuurslidmaatschap is gekoppeld aan de functie van burgemeester.
een Het
5. Sturingsmomenten Een keer per vier jaar mogelijkheid zienswijze op 4-jarig beleidsplan en regionaal risicoprofiel November/december jaar X: mogelijkheid tot reageren op de Kadernota jaar X+2 Juni/juli jaar X: mogelijkheid tot indienen zienswijze op begroting jaar X+1 Doorlopend via vergadering van het algemeen bestuur en zienswijze op begrotingswijzigingen met financiele copnsequenties. 6. Prestatie indicatoren begroting 2015 VRBZO werkt met 3 programma’s waarbinnen programmaproducten te onderscheiden zijn: 1. Brandweerzorg a. Incidentbestrijding b. Risicobeheersing 2. Veiligheid a. GHOR b. Crisisbeheersing c. Bevolkingszorg d. GMK (excl. MKA)
SAMENWERKINGSMONITOR
17
3. Zorg a. MKA b. Ambulancezorg In de begroting zijn per programma prestatie opgenomen aan de hand van de bestuurlijk relevante Aristoteles1 indicatoren. In het jaarverslag en in bestuurlijke tussenrapportages worden de resultaten weergegeven. VRBZO maakt ook een publieksvriendelijke versie van het jaarverslag. Daarin zijn onder andere de belangrijkste prestaties in vogelvlucht opgenomen. Zie link: http://www.veiligheidsregiobrabantzuidoost.nl/uploads/160309_VRBZO_jaarversla g_2015.pdf
7. Omvang organisatie VRBZO kent de volgende formatie: Formatie regulier 445 FTE
Vrijwilligers 850 FTE
8. Financiën De 21 gemeenten financieren gezamenlijk de Veiligheidsregio. Tussen de 21 gemeenten in Zuidoost Brabant is in 2014 een verdeelsleutel overeengekomen voor de kosten van Veiligheidsregio Brabant Zuidoost (VRBZO). De hoogte van de uitkering gemeentefonds (cluster Brandweerzorg en rampenbestrijding) die elke gemeente ontvangt, is bepalend voor de hoogte van de bijdrage. Verandert deze uitkering dan verandert ook de verdeelsleutel. Daarnaast is er tot en met 2018 sprake van een overgangsregeling. Voor Deurne betekent dat dat de bijdrage tot en met 2018 geleidelijk omhoog gaat. De gemeente Deurne krijgt met ingang van 2017 een uitkering van het rijk die € 253.000 per jaar hoger is. De verdeelsleutel wordt aangepast en dit leidt tot een hogere bijdrage aan VRBZO van € 90.000 per jaar dan oorspronkelijk geraamd. Deze verhoging wordt gedekt worden uit de hogere bijdrage in het gemeentefonds. Ontwikkeling bijdrage gemeente Deurne 2016-2020: 2016 1.261.308
2017 1.440.564
2018 1.531.360
2019 1.531.360
2012 1.531.360
9. Risico’s De Veiligheidsregio stelt nieuw beleid op met betrekking tot risicomanagement. Onderdeel hiervan zal ook een hernieuwde en meer uitgebreide beschrijving van de risico's worden uitgewerkt. Tevens wordt dan een voorstel gedaan voor de het benodigde risicovermogen. In de huidige paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing staan wel al een aantal risico’s opgenomen. Sommige zijn ook gekwantificeerd.
1
De Aristoteles indicatoren zijn een set indicatoren welke binnen het landelijke netwerk Finance & control van Brandweer Nederland en Brandweer GHOR zijn ontwikkeld.
SAMENWERKINGSMONITOR
18
10.Toelichting De Veiligheidsregio is volop bezig met de uitwerking en vertaling van de bestuurlijke kaders en uitgangspunten zoals die zijn vastgelegd in de Toekomstvisie Brandweerzorg. Dat is een transitietraject van meerdere jaren. Periodiek rapporteert het bestuur van de Veiligheidsregio over de voortgang o.a. via Kadernota, jaarrekening en begroting. Dit zijn ook de momenten waarop het gemeentebestuur inbreng kan leveren (reageren op voorstellen, zienswijze) op onderdelen van het transitietraject. 11. Aanbeveling aan de raad In deze fase hebben we geen aanbevelingen.
SAMENWERKINGSMONITOR
19
Werkbedrijf Atlant De Peel (WADP)
Vestigingsplaats: Helmond Portefeuille wethouder: M. Schlösser Afdeling: Ruimte & samenleving Opgericht: 31 januari 2013 / WADP op 1 januari 2016 1. Partners binnen het samenwerkingsverband Het Werkbedrijf is per 1-1-2016 gevormd door het samengaan van de afdeling Werk en Inkomen (Werkplein), de Atlant Groep (Sociale Werkvoorziening) en het Werkgeversplein. De partners binnen het Werkbedrijf zijn de gemeenten Asten, Deurne, GemertBakel, Geldrop-Mierlo (vanaf 1-1-2015), Helmond, Laarbeek en Someren. 2. Overgedragen bevoegdheden Het Werkbedrijf is als uitvoeringsorganisatie bevoegd om voor de deelnemende gemeenten de taken te verrichten op het terrein van beleidsvoorbereidingen en beleidsuitvoering en toezicht en handhaving. Daarnaast coördinerende en afstemmende taken die voor de deelnemende gemeenten worden verricht. De uit te voeren taken hebben betrekking op de Participatiewet, de Wsw, de IOAW, IOAZ, de Wajong, het Bbz 2004 en aanverwante wetgeving. 3. Algemene doelstellingen samenwerkingsverband A. Het Werkbedrijf is de schakel en intermediair tussen mensen en werk voor de Peelregio, waarbij de vraag van de werkgever en het aan het werk helpen van zoveel mogelijk uitkeringsgerechtigden voorop staat. B. Het Werkbedrijf bundelt middelen en menskracht in de Peelregio en creëert kansen en mogelijkheden voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Zij voeren re-integratietrajecten uit en bemiddeling naar werk van mensen zonder en met beperkingen, banenafspraak en verschillende vormen van maatschappelijke participatie en (arbeidsmatige) dagactiviteiten. C. Het Werkbedrijf verstrekt bijstandsuitkeringen als vangnet zolang er geen sprake is van werk. D. Het Werkbedrijf (waar het Werkgeversplein een integraal onderdeel van uitmaakt) biedt één loket waar werkgevers terecht kunnen met al hun arbeids(markt)vragen. 4. Bestuurlijke betrokkenheid De colleges van de deelnemende gemeenten wijzen ieder uit hun midden twee leden van het Algemeen bestuur aan. Het Dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en zes andere leden elk afkomstig uit een van de colleges van de deelnemende gemeenten, aan te wijzen door en uit de leden van het Algemeenbestuur. 5. Sturingsmomenten Najaarsconferentie. Jaarlijks krijgen de bestuursleden, portefeuillehouders en raadscommissies de gelegenheid om input te leveren voor de najaar conferentie waar de concept kadernota voor het volgende jaar vorm krijgt. Concept kadernota
Het bestuur (hier wordt zowel Algemeen bestuur (AB) als Dagelijks bestuur (DB) bedoeld, overeenkomstig het vergaderschema) neemt in januari besluit over de concept kadernota, de gemeenteraden geven aan de hand van de concept kadernota hun zienswijze. Deze worden meegenomen in de concrete uitwerking van de kadernota in de voorjaarsconferentie.
SAMENWERKINGSMONITOR
20
In de commissievergadering in februari kan de gemeenteraad hun zienswijze aan de wethouder meegeven ter bespreking in het bestuur om zo te komen tot een definitieve kadernota.
Voorjaarsconferentie De zienswijze van de raadsleden op de concept kadernota geven richting aan de concrete uitwerking van het concept ondernemingsplan en de concept begroting. AB en DB. Doorlopend via vergadering van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur waaraan de betrokken college leden deelnemen. Zij informeren (op basis van kwartaalrapportages) de Raad over de prestaties van het Werkbedrijf. 6. Prestatie indicatoren begroting 2016 Het Werkplein Atlant De Peel werkt met een Ondernemingsplan. De basis hiervoor is gelegen in de strategische keuzes door de gemeenten van de arbeidsmarktregio. In het ondernemingsplan worden op verschillende onderdelen streefaantallen genoemd, welke het Werkbedrijf op dat moment, met de uitgangspunten van dat moment voor ogen heeft. Nadrukkelijk wordt opgemerkt dat het streefcijfers zijn, omdat de werkelijkheid en de omgeving weerbarstig is. Daarnaast speelt dat het Werkbedrijf als organisatie nieuw is en een aantal zaken nog verder in moeten dalen in de organisatie. In onderstaande tabel zijn de doel- en taakstellingen cijfermatig weergegeven: Samenvatting doel- en taakstellingen Productieve medewerkers (fte) Banenafspraak (UWV Wajong / Wsw Wachtlijst) bedrijfsleven* Banenafspraak (UWV Wajong / Wsw Wachtlijst) overheid* Beschut Werken (streefgetal) Vervanging uitstroom Wsw (fte) Peelland@Work (135 werkplekken) Uitkeringsgerechtigden (op basis economische ontwikkeling CPB) Instroom uitkeringsbestand (geschat) Uitstroom uitkeringsbestand (geschat)
2016 1.635 180 70 10 90 945 4.782 1.694 1.674
7. Omvang organisatie De totale organisatie had begin 2016t een omvang van 1913 FTE’s. Dit is inclusief de doelgroep van WSW, garantiebanen, beschut werk, leerwerkplaatsen. De omvang van de organisatie zelf was begin 2016 361 FTE’s. 8. Financiën Het werkbedrijf bouwt onder andere voort op de financiële uitgangspositie van de GR Atlant Groep. De jaarrekening 2015 laat een gezond financieel jaar zien met een positief resultaat van 2,2 miljoen euro. Daarmee stijgt het eigen vermogen naar ruim € 16,3 miljoen en heeft het bedrijf aan liquide middelen ruim € 11 miljoen (bank tegoeden). Met recht kan gesteld worden dat dit een gezonde financiële positie is. SAMENWERKINGSMONITOR
21
Er is een doorrekening gemaakt van de activiteiten en kosten en opbrengsten van het Werkbedrijf Atlant De Peel op grond van alle nu bekende gegevens. De belangrijkste uitgangspunten, in lijn met het ondernemingsplan en de doelen van de participatiewet, zijn een uitbreiding van de werkcapaciteit van 1.600 fte (2015) naar 1.740 fte (2019), realisatie van 791 baangarantie-banen (2019) en een efficiency op de omvang van begeleidingsorganisatie van ca. 10% (36 fte) in 4 jaar tijd. Daarbij worden de bijdragen van de gemeenten gelijk gehouden. Voor Deurne is de totale bijdrage €11.609.950. Vanaf 2016 leiden deze ontwikkelingen tot een uitvoering van de Participatiewet die binnen de daarvoor beschikbare budgetten blijft. Hierbij moet de kanttekening gemaakt worden dat dit een doelstelling is die onderhevig is aan externe factoren zoals bij de risico’s omschreven worden. 9. Risico’s De komst van de Participatiewet en de financiële kortingen maken dat er fundamenteel gekeken moet worden naar wat er met de beschikbare middelen gedaan wordt voor de doelgroep van de Participatiewet. De vermindering van Participatie middelen voor re-integratie maakt, dat meer dan in het verleden, scherpere keuzes gemaakt worden aan wie de ter beschikking staande middelen worden besteed en wat dat uiteindelijk in gewenste resultaten oplevert. Adviesnota vanuit Berenschot in 2015 over de meerjarenbegroting gaf aan dat de in de begroting de inkomsten voor de verstrekking van uitkeringen oplopen en de uitgaven aan uitkeringen dalen. Hierdoor ontstaat er een scheve verhouding met het risico dat het Rijk hier in de toekomst een correctie op uitvoert. Het weerstandvermogen van het Werkbedrijf. Het weerstandsvermogen is €13.610.000 in 2015. In 2020 zal het totale weerstandvermogen door een aantal uitgaven (uitgaven Nuggers, extra plaatsen beschut Werk, invoeringskosten PW) nog bestaan uit de bestemmingsreserve lopende projecten ad € 646.000, de bestemmingsreserve Participatiewet van ca. € 4.323.000 en de algemene reserve ad € 7.325.000, totaal € 12.294.000. Deze reserve kan worden aangewend bij het zich voordoen van incidentele risico’s en geeft het werkbedrijf slagkracht in het oplossen van de daarmee gepaard gaande problemen. Met de nu gehanteerde uitgangspunten en aanwezige middelen kan geconcludeerd worden dat er voldoende middelen zijn om het gewenste weerstandsvermogen aan te houden. 10. Toelichting De concrete resultaten ten aanzien van de uitvoering van de Participatiewet blijven achter. Dit is een landelijke tendens waarbij de onduidelijkheden rondom doelgroepenregister, baangarantie indicatie, no riskpolis en dergelijke, maakt dat het Werkbedrijf het eerste kwartaal van 2016 niet in is geslaagd het aantal geplande garantiebanen te realiseren. Daarbij komt dat de vorming van het Werkbedrijf nog onvoldoende van de grond is gekomen waardoor het bedrijf nog niet optimaal functioneert. Het proces om werkzoekende snel door te leiden naar werk is nog onvoldoende gestroomlijnd. Een bijkomend aandachtspunt is de vluchtelingen problematiek waarmee er een extra druk ontstaat op de organisatie en de beschikbare middelen. Vanuit het Rijk zal er een aanvulling op het uitkeringsbudget, de BUIG middelen komen voor instroom statushouders. Echter er is nog veel onduidelijkheid over de hoogte en hoe en wanneer dit budget wordt uitgekeerd. 11. Aanbeveling aan de raad Voor de komende periode zal er vanuit de omschreven risico’s door de raad (ism
SAMENWERKINGSMONITOR
22
college) gemonitord worden hoe de financiele situatie van het Werkbedrijf zich ontwikkeld. Hierbij is het aan te bevelen om voorstellen over bijstellingen in de aanpak zowel bedrijfsmatig als in het uitoefenen van haar taken, goed te volgen. Deze voorstellen zullen richting gemeenteraad komen in de vorm van de kadernota, ondernemingsplan en de begroting. Maar ook tussentijds kan de gemeenteraad informatie vragen via de portefeuillehouder naar aanleiding van de kwartaalrapportages. De aandachtspunten, zoals uit de bijeenkomst Client en Politiek, maar ook andere signalen, aandachtspunten en thema’s kunnen door de raad worden meegegeven aan de uitvoering door het Werkbedrijf. Geschikte moment hiervoor is de najaarsconferentie waarbij input gegeven kan worden voor de kadernota, die de basis vormt voor het ondernemingsplan en de begroting voor het volgend jaar. Maar ook tussentijds kan de gemeenteraad signalen en aandachtspunten meegeven via de portefeuillehouder.
SAMENWERKINGSMONITOR
23
GGD Brabant- Zuidoost
Vestigingsplaats: Eindhoven Portefeuille: wethouder M. Schlösser Afdeling Ruimte en Samenleving Opgericht: 1 januari 2008 1. Partners binnen het samenwerkingsverband De gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre. 2. Overgedragen bevoegdheden De GGD is een bestuursorgaan als bedoeld in de Wet Gemeenschappelijke regelingen. De GGD wordt in stand gehouden om uitvoering te geven aan de taken die de gemeente Deurne heeft in het kader van de Wet publieke gezondheid (Wpg). De GGD ontplooit activiteiten op lokaal maar ook op regionaal niveau. Belangrijke elementen zijn de Jeugdgezondheidszorg 4 – 19 jarigen, ondersteuning lokaal gezondheidsbeleid, gezondheidsbevordering en gezondheidsvoorlichting. Forensische geneeskunde en reizigersvaccinaties zijn belangrijke aanvullende taken. 3. Algemene doelstellingen samenwerkingsverband De GGD heeft tot doel het bijdragen aan een positieve ontwikkeling van de gezondheidssituatie van de inwoners van samenwerkingsgebied door uitvoering van de openbare gezondheidszorg en de ambulancezorg. 4. Bestuurlijke betrokkenheid Het algemeen bestuur bestaat uit de portefeuillehouders gezondheidszorg van de regiogemeenten. Het algemeen bestuur kiest het dagelijks bestuur uit zijn midden. Eindhoven en Helmond hebben een vaste zetel in het dagelijks bestuur. Verder worden subregionale vertegenwoordigers afgevaardigd. Voor de Peel is dat wethouder Bevers van de gemeente Gemert-Bakel. 5. Sturingsmomenten Mei en juni: zienswijze begroting en meerjarenraming door gemeenteraad Deurne. Juli: gemeenteraden krijgen jaarrrekening toegestuurd Gemeenteraden kunnen hun zienswijze geven op eventuele begrotingswijzigingen Doorlopend via vergadering van het algemeen bestuur. 6. Prestatie indicatoren begroting 2014 In het productenboek dat jaarlijks wordt opgeleverd geeft de GGD aan welke taken in enig jaar uitvoert en welke resultaten daarop worden bereikt. Het productenboek wordt in het jaarlijkse accountgesprek tussen de GGD en de portefeuillehouder besproken. 7. Omvang organisatie 8. Financiën De GGD Brabant-Zuidoost ontvangt van alle deelnemende gemeenten een vaste inwonerbijdrage.
SAMENWERKINGSMONITOR
24
2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
2016 Deurne
bedrag jaarrek / begroting € 11.378.000 € 11.635.000 € 10.812.000 € 10.974.000 € 11.398.000 € 11.296.000 € 11.235.000
#inwoners (1 jan t-1) 732.759 735.242 738.841 742.274 745.009 748.264 752.485
€ 25.342
31.772
bedrag p/inw € € € € € € €
15,53 15,82 14,63 14,78 15,30 15,10 14,93
+ ( € 0,80) ( € 15,73)
Puber contactmoment is van contracttaak gegaan naar gezamenlijke taak, echter verdeling niet via bedrag per inwoner maar via verdeelsleutel VWS hier voor de vorm wel herrekend naar een bedrag per inwoner 9. Risico’s De aangesloten gemeenten zijn aansprakelijk voor eventuele tekorten 10.
Toelichting Inzetten op preventie en participatie is de grondgedachte van zowel de Wpg als de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Vanuit die optiek is er een sterke gelijkenis tussen beide wetten. Inhoudelijk is er ook sprake van brede raakvlakken. Het is dan ook logisch dat in de beleidsontwikkeling en uitvoering zaken goed worden afgestemd. Gezondheidsbeleid is daarom expliciet opgenomen in het Wmo-beleidsplan 2015-2017.
11.Aanbeveling aan de raad Ontwikkel / neem indicatoren op (kwalitatief / kwantitatief) die de raad ondersteunen in het toetsen op doelstelling: het bijdragen aan een positieve ontwikkeling van de gezondheidssituatie van de inwoners (moet mogelijk zijn). Geeft informatie of dat de raad moet bijsturen.
SAMENWERKINGSMONITOR
25
Stichting Bureau Inkoop en Aanbestedingen Zuidoost-Brabant Vestigingsplaats: Oirschot Portefeuille: Burgemeester H.J. Mak Afdeling: Bedrijfsvoering Opgericht: 1 november 2003
1. Partners binnen het samenwerkingsverband Per 1 november 2003 zijn er tien gemeenten die deelnemen aan Bureau Inkoop en Aanbestedingen Zuidoost-Brabant. Dat zijn Asten, Bergeijk, Bladel, Deurne, Eersel, Oirschot, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel en Waalre. Per 1 januari 2005 zijn de gemeenten Cranendonk, Gemert-Bakel, Heeze-Leende en Nuenen toegetreden tot Bizob. Per 1 januari 2006 is de gemeente Laarbeek toegetreden en per 1 januari 2008 de gemeente Best. Per 1 juli 2009 is de gemeente Veldhoven toegetreden en per 1 juli 2010 de gemeente Geldrop-Mierlo. Het totaal aantal deelnemende gemeenten staat nu op 18. 2. Overgedragen bevoegdheden Behalve het voeren van relevante correspondentie voor de uit te voeren inkoopen aanbestedingstrajecten is er geen sprake van het overdragen van bevoegdheden. 3. Algemene doelstellingen samenwerkingsverband Het doel van het inkoopbureau is om financiële, kwalitatieve en procesmatige inkoopvoordelen te behalen. Dit wordt bereikt door professionele inkopers aan te stellen, door een politieke bestuurlijke vertaling te maken van het gemeentelijke inkoopbeleid in een handboek inkoop en door inkoopwerkzaamheden van gemeenten in de regio te combineren (gezamenlijke inkooptrajecten, massa is kassa). 4. Bestuurlijke betrokkenheid In het algemeen bestuur wordt
elke deelnemende gemeente door twee afgevaardigden vertegenwoordigd. Voor de gemeente Deurne zijn dit de burgemeester en de secretatis. Het algemeen bestuur kiest het dagelijks bestuur uit zijn midden. Er wordt momenteel gewerkt aan een nieuw organisatiestructuur bij Bizob waarover in 2016 door het algemeen bestuur besloten gaat worden.
5. Sturingsmomenten Doorlopend via vergadering van het algemeen bestuur; deze vinden 2 keer per jaar plaats, doorgaans in juni en november. 6. Prestatie indicatoren begroting 2016 Bizob werkt voor elke deelnemer met een individueel opgesteld inkoopplan. Hierop worden individuele en gezamenlijke inkooptrajecten opgenomen waarbij mogelijk capaciteit van Bizob ingezet zal worden. Er is echter geen sprake van prestatie indicatoren. 7. Omvang organisatie Bizob is in 2003 kleinschalig gestart voor 10 gemeenten. In de loop van de tijd is de organisatie verder geprofessionaliseerd, voor meer gemeenten gaan werken en dus gegroeid tot de huidige organisatie. Startformatie (2003) 8 FTE
Streefformatie 41 FTE
SAMENWERKINGSMONITOR
Huidige formatie 40 FTE
26
8. Financiën Bizob ontvangt van alle deelnemende gemeenten middelen. De te betalen factuur is afhankelijk van de ingekochte capaciteit. Sinds 1 januari 2015 is deze structureel verlaagd naar 3 “Bizob-dagen” per week. Na afloop van een boekjaar houdt Bizob doorgaans middelen over. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de stichting ook werkzaamheden doet voor niet aangesloten gemeenten/organisaties. Dit zogenaamde surplus wordt naar rato van de ingekochte capaciteit verdeeld over de deelnemers aan de stichting. Kostenontwikkeling Bijdrage 2010 Bijdrage 2011 Bijdrage 2012 Bijdrage 2013 Bijdrage 2014 Bijdrage 2015 Bijdrage 2016
€ 110.250 € 129.780 € 129.780 € 102.060 € 90.720 € 68.040 € 68.040
Restitutie Restitutie Restitutie Restitutie Restitutie Restitutie Restitutie
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
€ 12.608 € 21.087 € 17.684 € 6.486 € 12.574 € 31.106 n.n.b.
9. Risico’s De aangesloten gemeenten zijn aansprakelijk voor eventuele tekorten. 10.Toelichting Bizob is het regionale inkoopbureau waarin Deurne vanaf de oprichting van de stichting in deelneemt. In de loop van de tijd is deze stichting uitgegroeid tot een organisatie die inkopen en aanbestedingen verzorgd op alle voorkomende terreinen. Uitgangspunt van de gemeente Deurne is dat de afdelingen zo veel mogelijk zelf hun inkopen en aanbestedingen doen. Bizob wordt ingezet wanneer de materiekennis onvoldoende aanwezig is, capaciteit ontbreekt of gezamenlijk regionaal inkopen mogelijk is. Concrete resultaten van Bizob zijn moeilijk inzichtelijk te maken omdat er geen harde cijfers bepaald kunnen worden op een eventuele meerwaarde uit te drukken. 11.Aanbeveling aan de raad De doelstellingen en prestaties zijn moeilijk meetbaar. Duidelijk is dat Bizob een meerwaarde heeft als het gaat om de specifieke inkoopkennis. Daarnaast is er zeker een meerwaarde als het gaat om trajecten met meerdere gemeenten. Hier zijn dan ook zeker inkoopvoordelen te realiseren. Per inkooptraject wordt het voordeel berekend en zoveel als mogelijk concreet gemaakt. Advies is daar waar mogelijk concrete doelen en resultaten te formuleren. Wat zijn de effecten en in welke cijfers is dit terug te zien / te herleiden.
SAMENWERKINGSMONITOR
27