VIESMANN
Technisch blad
Bewaren in: Map Vitotec, register 10
Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst
VITOROND 111
Type RO2D
Gietijzeren lagetemperatuurketel op olie Voor glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur Bestaande uit: gietijzeren ketel, warmwaterboiler (ondergeplaatst, van staal met Ceraprotect-emaillaag), Vitoflame 200 ventilatoroliebrander (voor open en gesloten werking).
5818 381 B/fl
4/2007
VITOROND 111
Gietijzeren lagetemperatuurketel op olie 18 tot 33 kW
Productinformatie De Vitorond 111 bestaat uit de gietijzeren lagetemperatuurketel op olie Vitorond 100 en een warmwaterboiler met Ceraprotect-emaillaag. Met de Vitoflame 200 oliebrander kan de Vitorond 111 ook gesloten worden gebruikt (niet voorzien voor b). Dat zorgt voor nieuwe opstelmogelijkheden in huis. Door de gesloten werking kan afgezien worden van de anders voorgeschreven luchtopeningen naar buiten. Zo wordt onnodig warmteverlies voorkomen.
Daarmee is een belangrijke stap gedaan voor het voldoen aan de eisen van de energiebesparingsverordening (EnEV), omdat de Vitorond 111 binnen de thermische gebouwomhulling kan worden opgesteld.
De voordelen in één oogopslag &
& &
&
Compacte gietijzeren lagetemperatuurketel op olie met geïntegreerde warmwaterboiler. Normrendement: 89 % (BV)/94,5 % (OV). Eutectoplex-verwarmingsoppervlak voor een hoge bedrijfszekerheid en lange gebruiksduur. Zuinig en milieuvriendelijk door het dalen van de ketelwatertemperatuur bij stijgende buitentemperatuur.
& &
& &
&
Gesloten werking mogelijk (niet voor b). De volledige reiniging van de verwarmingsoppervlakken kan zo eenvoudig en snel gedaan worden. Bijzonder geluidsarm door uitgebreide geluidsisolatie. Het Jetflow-systeem voert het koele verwarmingsretourwater gericht door de gehele verwarmingsketel en voorkomt daarmee condenswatervorming en spanningsscheuren. Rookgasafvoer naar boven
A Vitotronic-regeling – Intelligent, montage-, gebruiks- en onderhoudsvriendelijk B Hydraulisch Jetflow-systeem voor retourtemperatuurverdeling C Eutectoplex-verwarmingsoppervlak D Brede waterwanden E Vitoflame 200 oliebrander F Regelbare warmwaterboiler met Ceraprotect-emaillelaag
5818 381 B/fl
G Uiterst efficiënte isolatie
2
VIESMANN
VITOROND 111
Technische gegevens Technische gegevens Nominaal vermogen bij Warmwaterboiler Inhoud Continudebiet warm water * 1 Vermogenkengetal NL* 2 Max. taphoeveelheid bij het aangegeven vermogenskengetal NL en tapwateropwarming van 10 naar 45 °C Productidentificatienummer Afmetingen van het ketellichaam Lengte Breedte Hoogte Afmetingen boilerlichaam Lengte Breedte Hoogte Totale afmetingen Totale lengte (afstand f) Totale breedte Totale hoogte (werking) gewicht – ketellichaam – Boilerlichaam Totaalgewicht compleet met isolatie, brander en ketelregeling Inhoud ketelwater Toegest. werkdruk – CV-ketel – warmwaterboiler Aansluitingen aan de verwarmingsketel Ketelaanvoer en -retour Aansluitingen aan de warmwaterboiler Koud water, warmwater Circulatie Rookgasparameters * 3 Temperatuur bij – 40 °C ketelwatertemperatuur – 75 °C ketelwatertemperatuur Massadebiet bij stookolie Normrendement bij verwarmingssysteemtemp. 75/60 °C Rookgasaansluiting Gasinhoud ketel Rookgaszijdige weerstand Noodzakelijke trek * 4
kW Liter liter/h liter/min
18
22
27
33
130 442 1,1 15
160 540 1,6 17
160 540 1,6 17
160 540 1,6 17
CE-0645 AU114,5 mm mm mm
541 400 840
678 400 840
815 400 840
815 400 840
mm mm mm
850 640 640
995 640 640
995 640 640
995 640 640
mm mm mm
1050 665 1590
1187 665 1590
1324 665 1590
1324 665 1590
kg
98 73 252
130 86 298
163 86 332
163 86 332
Liter
27
35
44
44
bar bar
3 10
3 10
3 10
3 10
G
1
1
1
1
R R
¾ 1
¾ 1
¾ 1
¾ 1
145 170 46
145 170 56
130 51 12 0,12 5 0,05
130 51 18 0,18 5 0,05
kg
°C °C kg/h % 7 mm Liter Pa mbar Pa mbar
145 170 31
130 27 7 0,07 5 0,05
145 170 38 89 (BV)/94,5 (OV) 130 39 10 0,10 5 0,05
5818 381 B/fl
*1
Bij 10°C wateraanvoer- en 45°C -retourtemperatuur. Dit warmwatervermogen wordt alleen bij werking met voorrangsschakeling voor de tapwateropwarming gegarandeerd. *2 Volgens DIN 4708 bij een gemiddelde ketelwatertemperatuur van 70°C en een boilerbevoorradingstemperatuur van Tsp = 60 ºC. Het vermogenkengetal NL verandert met de boilerbevoorradingstemperatuur Tsp. Richtwaarden: Tsp = 60 ºC → 1,0 × N L, Tsp = 55 ºC → 0,75 × NL, Tsp = 50 ºC → 0,55 × NL, Tsp = 45 ºC → 0,3 × NL. *3 Rekenwaarden voor de dimensionering van de rookgasinstallatie volgens EN 13384 met betrekking tot 13 % CO2 bij stookolie Rookgastemperaturen als gemiddelde brutowaarden volgens EN 304 (meting met 5 thermo-elementen) bij 20 °C verbrandingsluchttemperatuur. De rookgastemperatuur bij een ketelwatertemperatuur van 40 °C is bepalend voor de dimensionering van de rookgasinstallatie. De rookgastemperatuur bij een ketelwatertemperatuur van 75 °C dient voor de bepaling van het toepassingsbereik van rookgasleidingen bij maximaal toegelaten werkingstemperaturen. *4 Te respecteren bij de schoorsteendimensionering. VITOROND 111
VIESMANN
3
Technische gegevens (vervolg)
AGA E E1 KR KTS KV
Rookgasafvoer Aftap verwarmingsketel Aftap warmwaterboiler en buisleidingen, R½ Ketelretour Keteltemperatuursensor Ketelaanvoer
18
22
27
33
528 563 1050
673 708 1187
810 845 1324
810 845 1324
Koud water Opening voor luchttoevoerleiding bij gesloten werking Veiligheidsaansluiting (veiligheidsklep) Dompelhuls voor de boilertemperatuursensor Warm water Circulatie
5818 381 B/fl
Afmetingentabel Nominaal kW vermogen bij a mm b mm c mm
KW RLU SA STS WW Z
4
VIESMANN
VITOROND 111
Technische gegevens (vervolg) Opstelling; NBN B61-002 respecteren! Opstelling & Geen luchtverontreiniging door halogeenkoolwaterstoffen (deze zitten bijv. in sprays, verven, oplosmiddelen en reinigingsproducten) & Geen buitengewone stofneerslag & Geen hoge luchtvochtigheid & Vorstvrij en goed geventileerd Anders is storing en schade aan de installatie mogelijk. De verwarmingsketel mag uitsluitend in gesloten werking worden gebruikt in ruimtes die eventueel verontreinigd zijn met halogeenkoolwaterstoffen. Afstand tot de brandstofhouder Bij deze stookplaatsen wordt een maximale oppervlaktetemperatuur van 40°C net overschreden. Een minimumafstand van 0,1 m tussen stookplaats en brandstofhouder is daarom voldoende.
5818 381 B/fl
A Benodigde afstand voor reinigingswerkzaamheden B Constructielengte Vitoair respecteren
VITOROND 111
VIESMANN
5
Technische gegevens (vervolg) Doorgangsweerstand aan verwarmingswaterzijde De Vitorond 111 is alleen geschikt voor CV-installaties met geforceerde circulatie.
A Nom. vermogen 18 kW B Nominaal vermogen 22 tot 33 kW
5818 381 B/fl
Doorstroomweerstand aan tapwaterzijde
6
VIESMANN
VITOROND 111
Toestand bij levering Ketellichaam met keteldeur en warmwaterboiler (afzonderlijk verpakt). 1 1 1 1 1 1
doos met isolatie en branderkap productbijlage (codeerstekker en technische documentatie) doos met de ketelregeling en 1 zak met technische documentatie doos met Vitoflame 200 oliebrander (naargelang bestelling) doos met toebehoren voor gesloten werking van de Vitoflame 200 oliebrander (op basis van de bestelling, niet voor b) doos met toebehoren voor warmwaterboiler incl. circulatiepomp naar de boilerbehuizing
Regelingsvarianten Vitotronic 100 (type KC4) voor verhoogde ketelwatertemperatuur Vitotronic 150 (type KB2) voor glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur
Vitotronic 200 (type KW4 of KW5) voor glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur, met of zonder mengklepregeling
Planningsaanwijzingen Rookgasinstallatie Volgens EN 13384 en DIN 18160 moet het rookgas van de rookgasinstallatie zodanig in de buitenlucht worden gebracht en tegen afkoeling worden beschermd, dat neerslag van dampvormige rookgasbestanddelen in de schoorsteen geen gevaar vormt. De Vitorond 111 werkt met een lage rookgastemperatuur, zodat de rookgasinstallatie op de verwarmingsketel moet zijn afgestemd. Bij gewone, niet of nauwelijks geïsoleerde schoorstenen met een te grote diameter (niet-vochtongevoelige schoorstenen) koelen de rookgassen te snel af, waardoor deze condenseren en leiden tot vochtdoorslag aan de schoorsteen. Bij open werking is het gebruik van een gecombineerde bijluchtinrichting heel nuttig en kan deze in veel gevallen vochtdoorslag voorkomen. Als de benodigde diameter in het grensbereik van twee diameters ligt, moet de grootste diameter gekozen worden. Deze moet minstens met de diameter van de rookgasaansluiting overeenkomen.
Als de rookgasinstallatie over een condensafvoer beschikt, moet een sifon worden ingebouwd. Verbindingsstuk Het verbindingsstuk van de verwarmingsketel naar de schoorsteen moet in de diameter van de rookgasaansluiting worden uitgevoerd en via de kortste weg naar de schoorsteen worden geleid. In het verbindingsstuk mogen maximaal twee bochten voor een goede stroming ingebouwd worden. Twee horizontaal geplaatste 90°-bochten moeten vermeden worden. Het verbindingsstuk moet op de stootplaatsen en bij de reinigingsopening worden afgedicht. De meetopening moet ook worden afgesloten. Het verbindingsstuk tussen ketelrookgasaansluiting en schoorsteen moet van isolatie worden voorzien. Vraag advies van een erkende schoorsteenveger.
Keuze van het nominale vermogen Verwarmingsketel kiezen volgens de benodigde warmtebehoefte inclusief tapwateropwarming. Bij lagetemperatuurketels, condenserende HR-ketels en meerketelinstallaties kan het vermogen groter zijn dan de berekende warmtebehoefte van het gebouw.
Het rendement van lagetemperatuurketels is in het bereik van de ketelbelasting stabiel.
Biobrandstoffen en additieven Het gebruik van biobrandstoffen is niet toegestaan. Stookolieadditieven worden geadviseerd als ze de volgende eigenschappen hebben: & verbeteren van de opslagstabiliteit van de brandstof. & verhogen van de thermische stabiliteit van de brandstof.
&
verlagen van de geurontwikkeling bij het tanken. verbranding zonder resten. Niet toegestaan zijn restenvormende verbrandingsverbeteraars. &
Dimensionering van de installatie Om de verdelingsverliezen te beperken, adviseren wij de warmteverdelingsinstallatie en de tapwaterverwarming op max. 70 °C aanvoertemperatuur in te stellen.
5818 381 B/fl
De ketelwatertemperatuur is op 75 °C begrensd. Door omzetting van de temperatuurregelaar kan de ketelwatertemperatuur en daarmee ook de aanvoertemperatuur verhoogd worden.
VITOROND 111
VIESMANN
7
Planningsaanwijzingen (vervolg) Veiligheidstechnische uitrusting De verwarmingsketels moeten volgens EN 12828 voor warmwater-verwarmingsinstallaties op een veiligheidstemperatuur van max. 110 °C worden ingesteld en overeenkomstig de typehomologatie van een gekeurde veiligheidsklep worden voorzien. Deze moet volgens TRD 721 gekenmerkt zijn:
&
&
”H” tot 3,0 bar toegestane bedrijfsdruk en max. 2700 kW vermogen ”D/G/H” voor alle andere bedrijfsomstandigheden
Verwarmingscircuits Voor verwarmingsinstallaties met kunststofbuizen adviseren wij diffusiedichte buizen te gebruiken om indiffunderen van zuurstof door de buiswanden te voorkomen. In verwarmingsinstallaties met niet-zuurstofdichte kunststofbuizen (DIN 4726) moet een systeemscheiding worden aangebracht. Hiervoor leveren wij aparte warmtewisselaars.
Vloerverwarmingen en verwarmingscircuits met zeer grote waterinhoud moeten ook bij lagetemperatuurketels en zeer-lagetemperatuurketels via een vierweg-mengklep op de verwarmingsketel worden aangesloten; zie de planningsaanwijzing ”Regeling van vloerverwarmingen”. In de aanvoer van het vloerverwarmingscircuit moet een temperatuurschakelaar worden gemonteerd voor het begrenzen van de maximumtemperatuur. Daarbij moet DIN 18560-2 worden gerespecteerd.
Kunststofbuissystemen voor radiatoren Ook bij kunststofbuissystemen voor verwarmingscircuits met radiatoren adviseren wij een thermostaat voor de maximumtemperatuurbegrenzing te gebruiken.
Laagwaterstandbeveiliging Volgens EN 12828 kan bij verwarmingsketels tot 300 kW (behalve bij dakstookcentrales) van beveiliging tegen watergebrek worden afgezien als gegarandeerd is dat ontoelaatbare verwarming bij gebrek aan water niet kan voorkomen. Deze CV-ketels zijn voorzien van temperatuurregelaars en veiligheidstemperatuurbegrenzers met typegoedkeuring.
Uit tests is gebleken dat bij een eventueel watergebrek als gevolg van lekkage van de verwarmingsinstallatie en gelijktijdige branderwerking de brander zonder extra maatregelen wordt uitgeschakeld voordat er een te hoge verwarming van de verwarmingsketel en de rookgasinstallatie optreedt.
Garantie voor warmwaterboiler Onze garantie voor warmwaterboilers is gekoppeld aan de voorwaarde, dat het op te warmen water van een tapwaterkwaliteit is die beantwoordt aan de geldende tapwaterverordening en dat de aanwezige waterbehandelingsapparatuur functioneert zoals het hoort.
Warmteoverdrachtoppervlak Het corrosiebestendige, beveiligde warmteoverdrachtoppervlak van de warmwaterboiler (tapwater/warmtedrager) voldoet aan uitvoering C volgens DIN 1988-2.
Uitvoering met Vitoflame 200 – voor gesloten werking (niet voor b) &
max. aantal bochten 90º: 4 stuks max drukverlies: 35 Pa & verbrandingsluchttemperatuur op de brander: min.: 5 ºC/max. 30 ºC Eventueel moet een correctie van de CO 2–waarde worden ingesteld (zie serviceaanwijzing van de brander). Het gebruik van een bijluchtinrichting (bijv.Vitoair) is bij gesloten werking en een opstelruimte zonder luchttoevoeropening niet mogelijk. &
5818 381 B/fl
De verbrandingslucht wordt direct naar de brander gevoerd. Een luchttoevoeropening naar de opstelruimte is niet nodig, deze kan volgens EnEV luchtondoorlatend worden uitgevoerd. De permanente afkoeling van de opstelruimte wordt voorkomen. Aan de eisen van EN 15035 (prEN 15035:2005), in het bijzonder aan de dichtheid van het verbrandingscircuit moet worden voldaan. De volgende eisen moeten gerespecteerd worden: & luchttoevoerleiding: 7 80 mm (toebehoren) & max. lengte van de luchttoevoerleiding vanaf de achterkant van de ketel: 14 m
8
VIESMANN
VITOROND 111
Planningsaanwijzingen (vervolg) Aansluiting aan drinkwaterzijde Aansluiting volgens EN 806; respecteer de voorschriften BELGAQUA!
A B C D E F G H
Warm water Circulatieleiding Omlooppomp Terugslagklep, veerbelast Zichtbaar uiteinde van de uitblaasleiding Veiligheidsklep Afsluitklep Debietregelklep (montage en instelling van het max. waterdebiet volgens het 10-minuten-vermogen van de warmwaterboiler wordt geadviseerd)
De veiligheidsklep moet worden ingebouwd. Advies: veiligheidsklep F hoger dan de bovenkant van de boiler monteren. Hierdoor wordt de klep beschermd tegen verontreiniging, verkalking en te hoge temperatuur. Bij werkzaamheden aan de veiligheidsklep hoeft de warmwaterboiler bovendien niet te worden afgetapt.
K L M N O P R S
Manometeraansluiting Retourverhinderaar Aftap Koud water Tapwaterfilter Drukreduceerklep Terugstroomblokkering/buisscheider Membraanexpansievat, voor tapwater geschikt
Tapwaterfilter Conform EN 806 moet bij installaties met metalen leidingen een tapwaterfilter O worden gemonteerd. Bij kunststofleidingen moet conform EN 806 en op ons advies een tapwaterfilter ingebouwd worden, zodat geen vuil in de tapwaterinstallatie kan komen.
Gecertificeerde kwaliteit
5818 381 B/fl
CE-label volgens bestaande EG-richtlijnen.
VITOROND 111
VIESMANN
9
Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier Viessmann Belgium bvba-sprl Hermesstraat 14 B-1930 ZAVENTEM Tel. : 02 712 06 66 Fax : 02 725 12 39 e-mail :
[email protected] www.viessmann.com 10
VIESMANN
VITOROND 111
5818 381 B/fl
Technische wijzigingen voorbehouden.