project arbeidsvoorwaaarden en pensioenen BES Schedeldoekshaven 200 2511 EZ Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl Contactpersoon Hans Brinkman T 070 4266126
[email protected]
Verslag Sectoroverleg BES 2 en 3 juni 2010 Datum 19 augustus 2010
Vergaderdatum Aanwezig
Afwezig
2 en 3 juni 2010 te Bonaire Calmes, Ignatio namens ABVO Abrahams, Juliana namens NAPB v.d. Hulst, Faneyte namens Straf/ACOM/ACP Reed, Green namens de WICSU Maas, van Dam en Brinkman namens BZK
Kenmerk 2010-0000558748 Bijlagen 1
mede aanwezig Mercelina NAPB, Balentin namens de ABVO, Winklaar namens Straf/ACOM/ van Lamoen, Straf/ACOM/ACP, vervangen door Faneyte, Cijntje NAPB , vervangen door Juliana
Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering op 2 juni om 17.00 uur. Hij is blij dat de leden de nodige flexibiliteit hebben betracht met het op het laatste moment verschuiven van het sectoroverleg omdat hij i.v.m. Familieomstandigheden reeds op 3 juni voortijdig naar Nederland moet vertrekken. De leden van het sectoroverleg condoleren de voorzitter met het verlies. De voorzitter zou graag in zijn aanwezigheid de agendapunten 10 (analyse van de pensioenregeling, 11 (pensioenovereenkomsten 12 (VUT en overgangsrecht willen bespreken. De volgende dag zou de agenda in de voorgestelde volgorde kunnen worden afgewerkt onder voorzitterschap van Sybren van Dam, hetgeen wordt besloten. Agendapunt 10 Notitie analyse Pensioenregeling Voor dit onderwerp zijn de heren Mennens en Leenders van de Algemene Pensioengroep (APG). De presentatie van de beide heren is als bijlage bij dit verslag gevoegd. Belangrijkste conclusie is dat de hantering van het zogenaamde TAPI systeem als indexering voor zowel de lonen als de pensioenen betekende dat zowel de pensioenen als de lonen ver een reeks van jaren ver achter zijn gebleven bij de prijsontwikkeling in die jaren. Het pensioen mag dan wel geïndexeerd lijken, maar is dit in de praktijk allerminst. Niettemin blijken het bestaande pensioenstelsel, samenhangend met niet fonds gefinancierde zaken als duurtetoeslag en VUT voor de overheid onbetaalbaar. Diverse varianten voor een toekomstig stelsel worden getoond en vragen wordt beantwoord. In een rekenmodel dat door APG is ontwikkeld wordt aangetoond dat met een (voorwaardelijke) indexring van de pensioenen die dichterbij de prijsontwikkeling ligt, de pensioenen in de toekomst vergeleken met de uitkeringen volgens het huidige systeem tot een hogere uitkomst kunnen leiden, zelf indien een opbouw Pagina 1 van 8
van 1.75 % per jaar plaatsvindt in plaats van de huidige 2%. Overigens gaat het sectoroverleg in de toekomst slechts over de salarisontwikkeling van het actieve personeel en niet over de indexering van de pensioenen. Dat is in de toekomst immers een verantwoordelijkheid van het pensioenbestuur dat moet beoordelen of en zo ja in welke mate de pensioenen de ontwikkeling van de prijzen kan volgen.
Datum 19 augustus 2010
Agendapunt 11 Pensioenovereenkomst De voorzitter dankt de heren Mennens en Leenders voor hun uitstekende analyse en presentatie, maar beseft wel dat deze moeilijke materie veel energie van de leden van het overleg heeft gevergd. Hij geeft aan dat de werkgever met zijn voorstel om een aantal klippen moet manoeuvreren. Enerzijds wil hij de ruimte voor een verantwoorde salarisontwikkeling in plaats van het (bijna automatische) TAPI systeem. Waar in een eventuele loonruimte vanwege een onbalans in de kosten van de actieven en de postactieven het Land NA en de eilanden nauwelijks of geen ruimte hebben om zelfs maar het TAPI systeem te onderhouden met als gevolg dat “ruimte”wordt gecreëerd door het achterwege laten van de betaling van pensioenpremies en andere rekeningen van het APNA wil de voorzitter ruimte creëren via een wijziging in die balans. Anderzijds wil de voorzitter een solide pensioenstelsel dat zekerheid biedt over de toekomstige pensioenen. De voorzitter is er stellig van overtuigd dat het huidige stelsel niet alleen nu al niet meer door de (overheids)werkgevers is op te brengen maar dat het pensioenfonds op afzienbare termijn ook niet meer in staat zal zijn om aan de verplichtingen te voldoen. Daar komt bij dat het pensioenfonds voor de BES onder Nederlands toezicht zal komen net als de pensioenfondsen in Nederland en dat de eisen die de Nederlandse Bank zal stellen, zoals bijvoorbeeld een solvabiliteitsreserve, de premie die toch al zwaar onder druk staat verder zal doen verhogen met vele procenten. Dit maakt het noodzakelijk om de parameters/variabelen in een nieuw stelsel goed te kiezen. De voorzitter komt daarom tot het volgende voorstel: • de pensioen opbouw gaat naar 1.75% per jaar • de pensioenen worden gebaseerd op een middelloonstelsel • er is geen leeftijdgrens voor de opbouw van pensioen • het pensioen wordt geflexibiliseerd doch gaat nooit eerder in dan op 60 jaar en kan uiterlijk ingaan 5 jaar nadat de AOV leeftijd is bereikt • de pensioenleeftijd wordt gekoppeld aan de AOV leeftijd • het pensioen wordt voorwaardelijk geïndexeerd; overigens bestaat wel de ambitie om de toekomstige prijsontwikkeling te volgen, maar dit is geen garantie • de premieverdeling tussen werkgever en werknemer is 2/3 deel werkgever en 1/3 deel werknemer. • de maximumpremie is 22% Naar het oordeel van de voorzitter voldoet dit voorstel aan de eisen die hij hiervoor heeft geformuleerd en biedt dit voorstel perspectief op een toekomstvast en misschien niet in procenten maar wel in guldens hoger pensioen. Volgens de voorzitter moeten we er in deze vergadering uitkomen. Voor 10-10-10 moet de uitvoering immers worden voorbereid, maar ook de mensen moeten nu helderheid hebben over de toekomstige pensioenen. Daarna moeten we volgens de Voorzitter nog kijken naar hoe verder te gaan met de VUT. De bonden vragen hoe het zit met de betaalbaarheid van het voorstel voor de werkgevers. De pensioenopbouw wordt immers stopgezet indien het fonds geen premie ontvangt. Het gaat daarbij in het bijzonder om de stichtingen.
Pagina 2 van 8
Geantwoord wordt dat de stichtingen net als nu kunnen worden aangewezen als verplicht aangesloten werkgevers. Het private pensioenfonds zal veel sneller dan het publieke APNA bij achterstallig premieafdracht middelen inzetten om de premie te incasseren en daarin overigens ook niet bestuurlijk kunnen worden geremd. De kosten voor de werkgevers gaan niet omhoog en de duurtetoeslag wordt voor de actieven op transitiedatum begrepen in de pensioengrondslag die daarna in de indexering van het fonds meeloopt. Als werkgeverslast wordt deze materieel dus op transitiedatum bevroren.
Datum 19 augustus 2010
Verder wordt desgevraagd toegelicht dat de werknemerspremie tentatief is berekend op ca 9% boven de franchise ter grootte van de AOV. Vervolgens wordt de vergadering geschorst. Na de schorsing blijken er aanvullende vragen te bestaan. t.a.v. artikel 9 lid 1 wordt gevraagd of er nog pensioenopbouw is bij een schorsing zonder behoud van bezoldiging. Dit is niet het geval. Bij artikel 19 zou naar het oordeel van de bonden het geregistreerd partnerschap mede moeten bevatten. Hoewel dit naar het oordeel van de werkgever overbodig is omdat dit als in de Wet Materieel Ambtenarenrecht BES is geregeld, zegt de werkgever toe dat dit artikel in lijn daarmee nog wordt aangepast. Werkgevers zouden naar het oordeel van de bonden helemaal niet willen dat ambtenaren na het bereiken van hun AOV leeftijd doorwerken. Naar het oordeel van de bonden zou er een recht op doorwerken moeten komen. Afgesproken wordt dat dit aspect nog onderwerp is van nader overleg. De Straf/Acom/Acp wil in dat verband met de werkgever praten over “levensfase bewust personeelsbeleid”. De ABVO vraagt wie er zitting hebben in het werkgeversoverleg. Dit met het oog op de vraag of ook andere werkgevers gebonden zijn aan een akkoord. De voorzitter antwoordt dat de eilanden deelnemen aan het werkgeversoverleg. De WICSU vraagt hoe het zit met de kinderdagverblijven en de zorginstellingen op Saba en Statia. Zorginstellingen zijn volgens de voorzitter verplicht deelnemer aan het pensioenfonds. Daarenboven is er een vrijwillige aansluiting mogelijk. De minister beslist daarover op voordracht van het fonds en kan de aanwijzing overigens ook weer intrekken. De bonden wordt toegezegd dat zij de verplichte deelname ter info zullen ontvangen en worden er verder op gewezen dat de thans bij het APNA aangewezen instellingen, met hun zetel op de BES door het nieuwe fonds ook zullen worden overgenomen. Hierna wordt de vergadering andermaal geschorst voor intern beraad binnen de bonden. Na de schorsing wordt medegedeeld dat de bonden tot het volgende zijn gekomen. Het totaal wordt door de bonden als een constructief voorstel beschouwd, met een goed omlijnd kader als uitgangspunt. De bonden kunnen zich gelet op de lange termijn voordelen van een solide fonds voor de werknemers vinden in het voorstel mits de werkgever bereid is om bij de komende CAO onderhandelingen te praten over een iets gewijzigde premieverdeling tussen werknemers en werkgevers dan wel de premieverzwaring voor de werknemer op andere wijze te compenseren. Zij vragen de werkgever om op korte termijn ook de andere werkgevers te informeren alsmede de werknemers. Dit zal gezamenlijk met werkgever en de bonden gebeuren. De beide heren van APG zouden hierbij ondersteuning kunnen bieden. Er zal ook een pamflet worden gemaakt voor de werknemers.
Pagina 3 van 8
Nadat de voorzitter dit alles toezegt, wordt geconstateerd dat er overeenstemming is over de pensioenovereenkomst, die vervolgens wordt getekend.
Datum 19 augustus 2010
Agendapunt 12 VUT en overgangsrecht De bonden constateren tevreden dat de werkgever heeft ingezien dat er toch een vorm van overgangsrecht voor de VUT moet komen. Zij stellen verder vast dat het voorstel van de werkgever ook nieuwe elementen bevat zoals het in deeltijd uittreden. Het geheel vinden zij echter te kort door de bocht. De overgangsperiode zou langer moeten duren en minder abrupt moeten verlopen, bijvoorbeeld 4,3 en twee jaar of 42,36, 24 en 12 maanden. Degenen die in 2011 55 jaar worden zouden nog volledig van de regeling gebruik moeten kunnen maken. Hierna vraagt de voorzitter om een schorsing Bij de heropening geeft de voorzitter aan het te waarderen dat ook dit onderwerp op een constructieve wijze kan worden besproken. Hij geeft aan dat de woorden “vervroegd uittreden” en VUT in Nederland, zeker binnen de politiek, een open zenuw raken. Niettemin wil hij gelet op de constructieve opstelling van de bonden hen tegemoet komen en geeft aan dat hij het volgende voorstel naar zijn achterban wil verdedigen. Iemand die in 2010 55 jaar wordt heeft recht op 5 jaar uitkering, wordt in 2011 de 55 jarige leeftijd bereikt dan is er recht op maximaal 40 maanden uitkering en indien in 2012 de 55 jarige leeftijd wordt bereikt bedraagt de maximale duur 20 maanden. De bonden vinden die suggestie niet voldoende. Na een nieuwe schorsing wordt uiteindelijk overeenstemming bereikt over een tijdelijke overgangsregeling die neerkomt op een uitkering van maximaal 5 jaar voor degenen die in 2010 55 jaar worden, vier jaar voor degenen die in 2011 55 jaar worden en drie jaar voor degenen die in 2012 55 worden. Nadat het resultaat daarvan was verwerkt in een deeloverkomst kon deze door alle partijen worden ondertekend. De vergadering werd hierna geschorst en wordt de volgende dag voortgezet. De vergadering wordt op 3 juni om 10.25 uur heropend. Er blijkt een vertegenwoordiger te zijn van de minister van Justitie van het Land NA die als toehoorder bij de behandeling van de O&F rapporten voor politie wil zijn. De bonden hebben daartegen geen bezwaar. Vervolgens geven de bonden aan tijd nodig te hebben voor intern beraad, waarna de vergadering wordt geschorst. Na de heropening wordt de agenda voortgezet Agendapunt 2 verslag Tekstueel: Blz. 1 De naam Abrahams bij aanwezigen wordt vervangen door Abraham. Blz 9 Op de voorlaatste regel wordt de naam Jopie Ambrahams vervangen door Jopie Abraham Op pag. 14 wordt bij paragraaf 6.10 op de tweede regel na “onderwijsstelsel” te worden toegevoegd “via speciale BES wetgeving”.
Pagina 4 van 8
Naar aanleiding van het verslag wordt het volgende besproken. Blz 2 punt 3 Ondanks het ter inzage leggen van het plaatsingsplan blijken betrokkenen volkomen onbekend met het plaatsingsplan. Afgesproken wordt dat dit bij de communicatie over de pensioenen zal worden meegenomen.
Datum 19 augustus 2010
Agendapunt 4 formatierapport Kmar Video verbinding Willem Mensink die vak geniet Telkens eerst toelichting dan vragen en besluitvorming De kwartiermaker voor de Kmar, Willem Mensink die i.v.m. vakantie in Nederland verblijft, woont dit deel van de vergadering bij via een video verbinding. Hij licht toe dat het rapport een samenloop heeft met politie. De chef basis politiezorg komt niet voor in het O&F rapport voor de Kmar en is te vinden in het O&F rapport politie. De functie kan tijdelijk wel worden bezet door een functionairs van de Kmar, die dan voor die activiteiten functioneel wordt aangestuurd door de korpschef. Er zijn drie fte chef basis politiezorg per eiland. Verder wijst hij op artikel 5 van de Veiligheidswet BES Een aangepast voorstel heeft de bonden helaas niet tijdig bereikt. Er wordt gevraagd naar de verhouding tussen de Chef basis politiezorg en teamleider. Een teamleider Kmar heeft te maken met twee leidinggevenden nl. de commandant van de Kmar en de korpschef politie. Indien het korps politie zelf iemand heeft voor een politiefunctie, kan het voorkomen dat deze in een twinning met een Kmar functionaris wordt opgeleid. De Abvo is blij dat de functie Chef basis politiezorg geen onderdeel uitmaakt van het O&F rapport van de Kmar. Op pagina 2, paragraaf 1.1, twwede alinea staat een zin die er volgens de ABVO biet in thuis hoort. Besloten wordt deze te schrappen. Gevraagd wordt of de mensen van de grensbewaking van het Land NA overgaan naar de Kmar. Geantwoord wordt dat deze allemaal overgaan naar het RSC en dat er geen sollicitatieprocedure zal worden gevolgd. Desgevraagd constateert de voorzitter vervolgens dat er met inachtneming van de toegelichte en nader afgesproken wijzigingen overeenstemming is over het O&F rapport van de Kmar. Hierna wordt de vergadering geschorst. Agendapunt OenF rapport politie. Vergadering wordt heropend met bespreking van het O&F-rapport voor de politie. De kwartiermaker deelt 2 A4-tjes uit met een onderbouwing voor de aanwijzing van nieuwe functies in het O&F-rapport politie (bijgevoegd bij het verslag). De NAPB kan hiermee niet akkoord gaan voordat een functievergelijking heeft plaats gevonden. De heer Brinkman licht toe dat er geen O&F-rapporten van het Land beschikbaar zijn en dat functievergelijking dus niet goed mogelijk is. Met de mensen die van het Land overkomen naar de nieuwe politie-organisatie zal besproken worden wat ze doen en of ze in aanmerking komen voor een volgfunctie. Vervolgens zal het verslag van de PAC worden besproken met de voorzitters. Mevrouw Stuger bevestigt dat deze werkwijze is besproken bij de vorige vergadering op St. Maarten. De NAPB kan hier niet mee akkoord gaan. De heer Kunst biedt vervolgens aan om enkele oude functiebeschrijvingen op te zoeken, zodat deze kunnen worden vergeleken met de nieuwe functiebeschrijvingen. In afwachting hiervan wordt de bespreking van het O&F-rapport voor politie onderbroken. Economische Zaken Pagina 5 van 8
De vergadering wordt voortgezet met bespreking van het O&F-rapport EZ. De kwartiermaker, de heer Hans Obdeijn geeft een toelichting. Drie personen die bij bureau Telecom werken voor Bonaire worden overgenomen en ondergebracht bij het Agentschap Telecom. Van CBS op Bonaire worden twee personen overgenomen door het CBS, een derde persoon komt over naar RSC-centraal en wordt toegewezen. Voor veldwerk zal het CBS zo nodig tijdelijk personeel inhuren. De inschaling is conform Nederlandse maatstaven en past bij het niveau dat de mensen nu doen. De voorzitter stelt vast dat er geen hangpunten zijn.
Datum 19 augustus 2010
Brandweer De vergadering wordt voortgezet met bespreking van het O&F-rapport brandweer. De kwartiermaker, de heer Wim Goedhart geeft een toelichting. Het functiehuis sluit nauw aan op de opleidingseisen. Iedere medewerker krijgt de mogelijkheid zich te ontwikkelen. Voor ieder eiland is tenslotte rekening gehouden met de specifieke omstandigheden. Van de zijde van de WICSU wordt een vragenlijst ingebracht. Aangezien deze betrekking hebben op de rechtspositie zullen deze separaat worden beantwoord. M.b.t. de categorie die van toepassing is op de luchthaven van Bonaire wordt toegelicht dat dit afhankelijk is van het tijdstip van de dag en het soort vliegbeweging. Bij alle categorien dient altijd daarvoor adequaat personeel aanwezig te zijn; dit geldt echter niet voor de gehele dag, alleen op de momenten dat de hoogste categorie geldt. Opgemerkt wordt dat voor de drie BES-eilanden in 2005 nieuwe functies zijn beschreven, maar dat op Bonaire de mensen niet daadwerkelijk in deze nieuwe functies zijn geplaatst. De heer Brinkman licht toe dat Bonaire inmiddels toestemming heeft van het CFT de nieuwe functies ook echt te vullen. Indien dat niet per 10-10 is gebeurd zal dat alsnog met terugwerkende kracht moeten. Hij is met de bonden van mening dat de nieuwe functies uitgangspunt behoren te zijn bij het plaatsingsproces. De voorzitter stelt vast dat er geen hangpunten zijn. Voortzetting Politie De vergadering wordt voortgezet met bespreking van het O&F-rapport voor politie. De heer Van Dam geeft aan dat in de oude functiebeschrijvingen steeds sprake is van mono-disciplinaire functies. De NAPB vraagt nu naar het inrichtingsplan BES. Mw. Stuger antwoordt dat het voorliggende O&F-rapport gemaakt is op basis van het inrichtingsplan. Vervolgens wordt de vergadering geschorst om in klein comité de nieuwe functies naast de huidige functieprofielen te leggen teneinde vast te stellen of echt sprake is van nieuwe functies. Na hervatting van de vergadering deelt de heer Kunst mee dat de functies Hoofd IIO en Chef Informatie als nieuwe functies zullen worden aangewezen. De overige functies worden als volgfuncties aangemerkt. De heer Kunst licht verder toe dat de bedrijfsvoeringsfuncties van politie onderdeel dienen te vormen van het O&F rapport politie. De formatie wordt in verband miermee opgehoogd met 18,4 tot 164,4 fte. Deze bedrijfsvoeringsfunctie behoeven niet bezet te worden door operationele politiemensen. Dit zouden evenzeer RSC ambtenaren kunnen zijn. De korpschef functioneert in dat verband als opdrachtgever. Uitgebreid wordt gesproken over groeifuncties. Toegelicht wordt dat er geen verschil zit in operationeel niveau. De groeiperiode is nog niet vastgesteld. De bonden willen dat Nederland op dit vlak nauwgezet de ontwikkelingen bij de andere politiekorpsen van Curaçao en St, Maarten volgt. Bij discrepantie willen de bonden Pagina 6 van 8
op dit onderwerp terugkomen. Voorts wordt toegezegd dat nog naar het niveau van de plv. korpschef zal worden gekeken. Dit is geen vrijgestelde functie, maar één van de diensthoofden zal tevens plv. korpschef zijn. Dit zal nog in een extra beloning tot uitdrukking worden gebracht. De NAPB is voorstander van een vrijgesteld korpschef, maar is bereid een latere evaluatie op dit punt af te wachten. Er wordt vervolgens uitgebreid stilgestaan bij de bario’s. Deze zouden bezet moeten worden door lokaal personeel dat bekend is met de plaatselijke omstandigheden en cultuur. Zij sturen en regisseren het werk volgens de bonden. Mw. Stuger wijst er echter op dat er altijd een leidinggevende is die formeel stuurt en de regie heeft. Afgesproken wordt thans conform het voorstel van start te gaan, maar de bario functies bij een evaluatie in de toekomst mee te nemen. De voorzitter stelt vast dat er geen verdere hangpunten zijn en stelt voor om het O&F rapport als startformatie vast te stellen met inachtneming van de afgesproken wijzigingen en met de afgesproken evaluatiepunten. Alle bonden stemmen hiermee in. Alleen de NAPB plaatst hierbij nog een kanttekening.
Datum 19 augustus 2010
7. Factsheet arbeidsvoorwaardelijke zaken bij transitie. Toegelicht wordt dat de factsheet tot doel heeft het management van het RSC in begrijpelijke taal te informeren. Dit omdat de juridische vormgeving van het plaatsingsplan voor velen mogelijk moeilijk te begrijpen is. De fact sheet beoogt geen nieuwe elementen aan het plaatsingsplan toe te voegen of daarvan af te wijken. Het gaat louter om een concretisering van het afgesproken plaatsingsplan. Het plaatsingsplan heeft een arbeidsvoorwaardelijk karakter waaraan individuele rechten kunnen worden ontleend. De factsheet heeft die betekenis niet. Daarom is de factsheet slechts ter informatie aan de bonden voorgelegd. In de tekst van het factsheet zullen de volgende wijzigingen worden aangebracht: Een Dertiende maand wordt bijvoorbeeld uitgedrukt in een maandelijkse garantietoelage van 8,33%. Het saldo van het niet opgenomen verlof wordt in principe niet overgenomen door het RSC.
13. Bestuursleden pensioenfonds BES en voordracht advies- en verantwoordingsorgaan. De heer De Vries geeft een toelichting. Het is van groot belang dat nu op korte termijn het bestuur en de Raad van Toezicht van het Pensioenfonds worden gevormd. De tijd is kort, omdat de voorgedragen leden voor bestuur en Raad van Toezicht eerst door de Nederlandsche Bank zullen moeten worden getoetst. Van de zijde van de bonden is voorgedragen Prof. Dr. Valdemar Marcha. Van de zijde van de werkgevers is voorgedragen Mr. Hyden C.I. Gittens. Van de zijde van Bonaire zal binnenkort een tweede werkgeverskandidaat worden voorgedragen. Hij doet een dringend beroep op de bonden nog in juni met een tweede kandidaat voor het bestuur én een kandidaat voor de raad van Toezicht te komen. De heer Van Hulst deelt mee dat de STrAF/ACOM een goede kandidaat voor het bestuur heeft die hij eerst wil afstemmen met de bonden. De vergadering stemt ermee in dat beide reeds voorgedragen kandidaten zullen worden voorgedragen bij De Nederlandsche Bank. De vergadering stemt verder in met het voorstel het advies- en verantwoordingsorgaan te doen bestaan uit vier werknemersvertegenwoordigers, vier werkgeversvertegenwoordigers en vier vertegenwoordigers van representatieve organisaties van gepensioneerden. Ieder van de bonden zal een voordracht doen voor een vertegenwoordiger in het advies- en verantwoordingsorgaan.
Pagina 7 van 8
De agendapunten 8 (verslag vergadering maart) en 14 (boedelscheiding APNA) worden doorgeschoven naar de volgende vergadering.
Datum 19 augustus 2010
15. Rondvraag en sluiting. Afgesproken wordt een informeel SOBES te houden op donderdag 12 augustus op Statia. Bedoeling is dan informeel van gedachten te wisselen over de inhoud van een CAO voor overheidspersoneel. Dit ter voorbereiding op het afsluiten van een dergelijke CAO in september.
Pagina 8 van 8