Verslag Interne Workshop L4W 16 juni 2010
Interne Workshop Learn4Work 16 juni 2010 Amersfoort, Edukans Aen den Bergh 12.45-17.00
Aanwezig nr
project
organisatie
naam
1
coördinatie
Edukans
Hester Pronk
2
coördinatie
Edukans
Aart van den Broek
3
coördinatie
Edukans
Anneloes van Kuijk
4
EC
Cisco
Arie van Duijn
5
E001
Woord&Daad
Mirjam de Vries
6
E002
Edukans
Hendrien Maat
7
K006/K007
ICS / De Derde Kamer
Martha Witvliet
8
K006
AOC-Oost
René Veldhoen
9
K007
Aeres Groep/Groenhorst College
Jan Gundelach
10
Z008
Woord&Daad
Maarten van den Dool
Afmeldingen Maayke Nabuurs (ICS, K006, K007); Henk Haring (Edukans Ex-change, K005); Cees Caron (ROC West Brabant, G004) Programma Algemene update Learn4Work programma Monitoring Protocol Presentatie René Veldhoen over project Together for Agriculture Leerbehoeften van de partnerschappen
ALGEMENE UPDATE LEARN4WORK-PROGRAMMA •
Projecten Per 1 september zijn alle projecten van start gegaan. Sommige partnerschappen bestonden al voor het L4Wprogramma en konden snel aan de slag; andere hadden in 2009 tijd nodig om de samenwerking op te zetten.
•
Jaarrapporten projecten 2009 Alle partnerschappen hebben hun jaarverslag op tijd ingeleverd. Slechts één partnerschap heeft ook het vereiste Monitoringsprotocol (MP) bijgevoegd. Wat over het algemeen goed verloopt: • •
Nederlandse scholen zijn actief en enthousiast Awareness raising door en onder jongeren
Wat over het algemeen minder goed verloopt: • • • •
Projectmanagement: het zichtbaar en meetbaar maken van de resultaten en het rapporteren daarover De link naar de arbeidsmarkt: soms wordt wel onderzoek gedaan naar de aansluiting, maar ontbreekt het aan een vervolg daarop Vastleggen van geleerde lessen Capaciteitsopbouw van instituten in Zuid
Tot slot is de communicatie tussen Noord en Zuid bij diverse partnerschappen nog een punt van aandacht. •
Jaarverslag L4W-programma Hester heeft het L4W Jaarverslag ingediend bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het narratieve deel is goedgekeurd, het financiële deel wordt nog bekeken. Opmerking van MinBuZa: graag betere verslaglegging van de geleerde lessen.
•
Evaluatiecommissie (EC) De EC is in april 2010 twee keer samengekomen. Op 6 april was een algemene vergadering, op 27 april werden de jaarrapporten van de projecten geëvalueerd. Notulen zijn te vinden op de Wiki. Besluiten: •
•
•
Jaarrapporten: hoewel de verslaglegging niet altijd voldoende was (o.a. ontbreken MP), is de indruk dat de meeste projecten het in de praktijk goed doen. Daarom is besloten om de jaarrapportages van alle projecten goed te keuren en gerichte aandacht te besteden aan project management. Om die reden staat in de bijeenkomt van vandaag het MP op het programma. Hester zal alle leads bezoeken om de projectmanagement en verslaglegging door te spreken. De deadline voor het inleveren van het MP is 31 juli 2010. Enkele thema’s vragen in het algemeen om extra aandacht. Deze zullen in de diverse bijeenkomsten van het jaar aan bod komen: - Duurzaamheid van de projecten in het Zuiden - Effectiviteit van de projecten in het Zuiden - Synergie tussen de partnerschappen - Projectmanagement Restfonds: L4W heeft 250.000 euro over voor besteding aan projectactiviteiten (bij de verdeling van het geld over de projecten was uitgegaan van 10 projecten, maar het werden er 8). Het geld kan worden besteed aan vergroting, verbreding of uitbreiding van de bestaande projecten. Een nieuwe Call for Proposals met de precieze bepalingen zal begin 2011 uitgaan.
•
Field visits: leden van de EC gaven aan dat het lastig is om projectvoorstellen en -verslagen te beoordelen op basis van rapporten alleen. Field visits geven veel inzicht in de praktijk. Hester en Arie hebben aan de hand van de Edukans Assessment Tool een checklist gemaakt waarmee EC-leden gerichter kunnen kijken als ze een project bezoeken. Er zullen in principe geen aparte reizen gemaakt worden voor deze bezoeken. Het is een additionele activiteit als een EC-lid ‘in de buurt’ is. Het is geen audit. Vraag: brengen de EC-leden ook field visits aan de Nederlandse organisaties?
•
Adviescommissie (AC) Leden: Frits van der Wal (MinBuZa), Sander Piek (Ministerie OCW), Sandra Irobi (Young Entrepreneurs for Africa), Joep Houterman (Nuffic) en Marc Westenberg (ROC Landstede). De AC is bijeengekomen op 21 mei. Gerard Lommerse (Alice O) heeft een presentatie gehouden over het project ‘Gondar on the Move’. De notulen zijn te vinden op de Wiki.
•
International Seminar 2010 Het IS zal worden gehouden in de week van 11-15 oktober 2010 in Nairobi, Kenia. Het Local Expertise Centre regelt de logistieke organisatie. Het programma is nog niet bekend. L4W verwacht dat van elk partnerschap ten minste twee vertegenwoordigers aanwezig zijn (één uit Afrika en één uit Nederland). Accommodatie en transportkosten voor onderdelen van het programma zullen worden vergoed uit het L4W-budget. Reiskosten zullen niet worden vergoed. Omdat linking&learning onderdeel is van het L4W programma en is opgenomen in de projectcontracten, zouden de partnerschappen daar geld voor hebben gereserveerd.
MONITORING PROTOCOL (MP) Slechts project E003 onder leiding van Alice O heeft het MP ingeleverd bij het jaarrapport, zoals was vastgelegd in de contracten. Waarom is het de andere partnerschappen niet gelukt? Aart informeert naar de ervaringen en vragen rond het MP. Reacties o.a.: • • • • • • •
‘Het was mij niet duidelijk dat het MP verplicht was’. ‘Wij hebben nog te weinig concrete resultaten om op papier te zetten’ ‘Sommige indicatoren waren mij niet duidelijk: wat tel je precies en hoe tel je het?’ ‘Voor de formele sector kan je nog wel resultaten noteren, maar voor de informele sector is dat nog lastiger’ ‘Het MP is algemeen en sluit daardoor niet aan op onze specifieke projecten’ ‘In onze rapportage laten we onze eigen resultaten aansluiten op onze eigen doelen. Het MP gaat uit van andere doelen’ ‘Wij hebben een project met twee heel verschillende onderdelen. Hoe vullen we het MP in?’
Toelichting op MP door Aart: •
Bedoeling van MP: het is een aanleiding om goed na te denken over de resultaten van het project: wat wil je precies bereiken, hoe is de situatie nu, wat levert het project daadwerkelijk op, sluit dat aan op de doelstellingen van het project en op de doelstellingen van het L4W programma? Bijvoorbeeld: het trainen van leerkrachten is geen garantie dat leerlingen het beter doen op school en later een betere baan vinden. Meten levert meer inzicht op: schoolresultaten, aantal geslaagden, percentage schoolverlaters dat een baan vindt, etc.
Dat vraagt om: o Een goede baseline study: hoe is de situatie nu. o Overleg met partners: welke factoren spelen allemaal een rol, wat is relevant o Inzicht in het hele traject van onderwijs naar werk o Bewustwording van kosten. Als verwachte resultaten niet gehaald worden, kan beter worden achterhaald waar de oorzaken en hindernissen zitten. •
Opzet MP: het MP voegt de resultaten van alle projecten samen, zodat helder wordt of het L4W-programma in het algemeen de doelstellingen haalt. Het MP was al opgesteld voordat de L4W-projecten bekend waren. Het is daardoor ingericht op 10 projecten (daarom bijv 40 stakeholders: 4x10)
•
L4W stuurt het MP in Excel rond, zodat de gegevens daarin kunnen worden ingevuld.
•
Als een project heel verschillende componenten heeft, is het beter om aparte MP’s in te vullen. Ze komen uiteindelijk toch samen in het totaal.
•
Zorg voor een goede baseline over 2009 – dat is de basis voor de MP’s in de daarop volgende jaren. Deadline voor de baseline is 31 juli 2010 (immers onderdeel van het MP).
•
Indicatoren: voor sommige indicatoren kunnen operationaliseringen worden gegeven die voor alle projecten zijn toe te passen. Bijvoorbeeld: ‘aantal stakeholders’: zijn dat alleen de partijen die een MoU hebben ondertekend of alle partijen waarmee wordt samengewerkt? Andere indicatoren moeten in de context van de projecten worden bepaald. Aart zal een overzicht rondsturen van mogelijke operationalisaties.
•
Meten: hoe meet je bijvoorbeeld ‘satisfaction rates among graduates and employers’? Dat kan op verschillende manieren. Evaluatie door bijvoorbeeld interviews, door een terugkomdag voor oud-studenten of door gesprekken met werkgevers die studenten hebben aangenomen. Wees je bewust van de steekproef die je trekt. Als 500 studenten hun diploma halen, hoe veel studenten benader je dan? Welke? Welke zul je niet bereiken? L4W zal suggesties rondsturen om de indicatoren te meten.
•
Invullen met toelichting: graag, dat verbetert de afstemming tussen de individuele MP’s. Daarnaast is de context belangrijk. Het inkomen van mensen kan wel gestegen zijn, maar als de prijzen van producten ook zijn gestegen, is er geen financiële vooruitgang.
PRESENTATIE RENÉ VELDHOEN (AOC-OOST) TOGETHER FOR AGRICULTURE (K006) Het project o.l.v. AOC bevindt zich in de Rift Vallei in Kenia. Het richt zich op twee landbouwscholen: Bukura Agricultural College en Sang’alo Institute for Science and Technology. De scholen tellen respectievelijk 1.000 en 1.400 leerlingen en hebben een goed geoutilleerd gebouw. Ze zijn beide ingesteld door de overheid die er Centres of Excellence van wil maken. De school moet een spilfunctie krijgen voor de gemeenschap, o.a. door stages: studenten die gaan werken bij boeren, leren daar van de praktijk, maar brengen tegelijkertijd hun theoretische kennis over aan de boeren.
Het project centreert zich rond activiteiten waar de regio van kan profiteren (bijenhouderij, sapproductie, kunstmatige inseminatie van koeien, etc). Gemeenschappen hebben aangegeven waar de behoeften liggen. Afgestudeerden zullen in de regio vooral werk vinden in de agrarische sector. Goede ervaring: leerkrachten Noord en Zuid zijn vakbroeders die makkelijk contact maken en inzichten uitwisselen. Lesmethoden zijn verbeterd. Hoewel alle materialen voorhanden waren, waren er nauwelijks praktijklessen. Nu ze zijn ingesteld, is iedereen daar enthousiast over. Voor Nederlandse leerkrachten vergroot het de blik op de wereld en stimuleert het meer te denken als ondernemers. Lastige punten: • • •
Het contact tussen Nederland en Kenia. Als iedereen bezig is met de dagelijkse gang van zaken, verdwijnen goede bedoelingen snel. (on)betrouwbaarheid van de overheid in Kenia en Nederland verspreiding van inzichten op de eigen school
Vragen en opmerkingen vanuit de groep: •
• •
•
L4W richt zich op gemarginaliseerde jongeren. Worden die met dit project bereikt? Het is in het algemeen erg lastig deze groep te bereiken. Boeren met contacten op school zijn vaak de boeren die iets beter af zijn; business ondersteuners zijn vaak meer geïnteresseerd in jongeren die al over wat middelen beschikken; het kost erg veel energie en tijd om iets voor hen te betekenen, kan je dat niet beter inzetten voor de middengroep, ... Toch is het belangrijk om het management van de scholen bewust te maken van deze groep en te zoeken naar mogelijkheden. Zeker in een gebied met etnische conflicten kan een groep die niets te verliezen heeft, voor grote maatschappelijke problemen zorgen. Is er voldoende aandacht voor de ondersteuning van afgestudeerde jongeren? Iemand die sapmaker wil worden, moet een investering kunnen maken. Naast het bespreken van de stand van zaken, kan het helpen om situaties in beeld te brengen. Film de studenten, het vee, de lessen, de materialen en bekijk het samen: het ziet er nu zo uit, is dat ook de bedoeling? Wat kan verbeterd worden? Bij project K006 zijn studenten van STOAS na de training aan leerkrachten in Kenia gebleven. Dat bleek erg succesvol: zij hielpen de leerkrachten om de opgedane kennis toe te passen. Het verbeterde ook de communicatie tussen Nederland en Kenia (weblogs).
LEERBEHOEFTEN VAN DE PARTNERSCHAPPEN. L4W wil graag de partnerschappen ondersteunen. Waar liggen de behoeften? • •
•
Enkele keren per jaar een bijeenkomst om elkaar te ontmoeten en inzichten en vragen uit te wisselen. Intervisie: elkaar bevragen over de projecten. Vooral geschikt tussen alle betrokkenen van een land. Dat kan door een learning tour ter plaatse. Houd er rekening mee dat het tijd kost om het vertrouwen te winnen dat nodig is voor een open intervisie. EC-lid kan ook mee. Een speciale cursus? Alleen zinvol bij een heel gerichte vraag, bijvoorbeeld interculturele communicatie.
Suggesties naar Hester Pronk,
[email protected]