OVERZICHT De Raad Aanvang: Tijd
15-07-2014 19:00
Raadzaal 1.02
19:00 Van afval naar grondstof vrz: Paffen- Zeenni pfh: Tigelaar secr: Pen
Molendijkzaal 0.01
Vermeerzaal 1.03
Collegekamer 1.25
Beleidskader sociaal domein: De Amersfoorter in het sociaal domein vrz: Van Bruggen pfh: Imming/Tigelaar secr: Bongers
*D66 en ChristenUnie: Huisvesting van gescheiden ouders vrz: Land pfh: Imming gr: Van der Vlies
VERVALLEN: Werkgroep uit Commissie B&V over indicatoren begroting
20:00
VERVALLEN: Vragen raadsleden aan het college
20:01 20:15
1
Tijd
Raadzaal 1.02 HB
20:30 1. Vaststelling agenda
pfh: Bolsius
Besluit met debat 2. Inrichting wijkteams 2015 sociaal domein
pfh: Imming/Tigelaar
Besluiten zonder debat, met moties en amendementen 3. Financiële kaders begrotingsgefinancierde jeugdzorg 2015
pfh: Imming
4. Overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening pfh: Buijtelaar/Houwing 5. *Aanpak veiligheid voetbalaccommodaties
pfh: Buijtelaar
6. *Programma indeling nieuwe begroting
pfh: Buijtelaar
Besluiten zonder debat 7. Parkeeroplossing Stichting Cultureel Podium (SCP), De Nieuwe Stad 8. Aangepaste parkeernorm voor vestiging Loods 5
pfh: Buijtelaar pfh: Buijtelaar
9. Vaststellen verslagen en besluitenlijsten juni 2014 10. *Wijziging Reglement van Orde van de raad 11. *Ontheffing Parkeereis Lange Beekstraat 10
pfh: Buijtelaar
Moties 12. *VERVALLEN: Motie D66: Parentshouse
pfh: Imming
13. *M-13.1 CDA, SP, GroenLinks, ChristenUnie, Amersfoort 2014, OPA, BPA, PvdA Voortzetting Buurtnatuurtuin en Weggeefwinkel pfh: Buijtelaar 14. *M-3.14 (8-7-2014) SP, OPA, Amersfoort2014, ChristenUnie, CDA, GroenLinks: Behoud Openbaar Vervoer voor Senioren pfh: Buijtelaar 15. *Motie CDA Lelijke Sportkooi (of Dure Sportkooi, Veel onderhoud vergende Sportkooi, Veel weerstand te wachten sportkooi, Veel overlast Sportkooi) pfh: Buijtelaar 16. Besluitenlijst en (video)verslag Het Besluit 15 juli 2014
2
Het Besluit Voorzitter: L. Bolsius Griffier: W. van der Vlies *Toegevoegd / gewijzigd ten opzichte van eerdere publicatie Datum: Aanvang: 1.
dinsdag 15 juli 2014 20:30
Vaststelling agenda
Besluit met debat 2.
Inrichting wijkteams 2015 sociaal domein
Besluiten zonder debat, met moties en amendementen 3.
Financiële kaders begrotingsgefinancierde jeugdzorg 2015
4.
Overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening
5.
*Aanpak veiligheid voetbalaccommodaties
6.
*Programma indeling nieuwe begroting
Besluiten zonder debat 7.
Parkeeroplossing Stichting Cultureel Podium (SCP), De Nieuwe Stad
8.
Aangepaste parkeernorm voor vestiging Loods 5
9.
Vaststellen verslagen en besluitenlijsten juni 2014
10. *Wijziging Reglement van Orde van de raad 11. *Ontheffing Parkeereis Lange Beekstraat 10
Moties 12. *VERVALLEN: Motie D66: Parentshouse 13. *M-13.1 CDA, SP, GroenLinks, ChristenUnie, Amersfoort 2014, OPA, BPA, PvdA Voortzetting Buurtnatuurtuin en Weggeefwinkel 14. *M-3.14 (8-7-2014) SP, OPA, Amersfoort2014, ChristenUnie, CDA, GroenLinks: Behoud Openbaar Vervoer voor Senioren
15. *Motie CDA Lelijke Sportkooi (of Dure Sportkooi, Veel onderhoud vergende Sportkooi, Veel weerstand te wachten sportkooi, Veel overlast Sportkooi) 16. Besluitenlijst en (video)verslag Het Besluit 15 juli 2014
1.
Vaststelling agenda
2.
Inrichting wijkteams 2015 sociaal domein Per 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor een aantal nieuwe taken binnen het sociaal domein. Nu wordt de raad voorgesteld om per 1 januari 2015 stadsbreed in elke wijk van Amersfoort een wijkteam operationeel te hebben (als uitwerking van de door de raad op 17 december 2013 vastgestelde kaders voor de wijkteams). De raad wordt gevraagd de kosten hiervoor, die worden geraamd op € 10,9 miljoen, te dekken uit de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen voor het Sociaal domein en de bestaande middelen in de gemeentebegroting.Woordvoerder 1e termijn: Ad Meijer Besproken in De Ronde van 24 juni 2014 Moties M-2.2, M-2.3, M-2.4 en A-2.5 zijn te laat aangeleverd; presidium adviseert over behandeling Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit Inrichting wijkteams 2015 sociaal domein (pdf) *Bijlage bij raadsvoorstel Inrichting wijkteams 2015 sociaal domein: Sociale wijkteams op de kaart (pdf) Agendapunt + bijlagen De Ronde 24 juni 2014 Motie - M-2.1a OPA, D66 Organisatie beroep en toezicht in het sociale domein (pdf) Motie - M-2.2 ChristenUnie Verbinding wijkteams met sociale basiszorgstructuur (NIET INGEDIEND) (pdf) Motie - M-2.3 ChristenUnie Toezicht wijkteams (NIET INGEDIEND) (pdf) Motie - M-2.4 ChristenUnie, OPA, Amersfoort2014 Juridische aansprakelijkheid wijkteams (pdf) Amendement - A-2.5 VVD Beheersing financiële risico’s (NIET INGEDIEND) (pdf) Motie - M-2.6 SP Inzicht in ontslagen en functiereducties (pdf) Motie - M-2.7 BPA, VVD Beperk overheadkosten wijkteams met 25% (pdf) Motie - M-2.8 BPA Inzicht BTW risico’s wijkteams (pdf) Motie - M-2.9 PvdA, OPA, BPA, CDA Normering inkomen bestuurders van aanbieders van zorg en ondersteuning (pdf) Amendement - A-2.10 VVD, ChristenUnie Beheersing risico’s wijkteams (pdf)
3.
Financiële kaders begrotingsgefinancierde jeugdzorg 2015 Van de raad wordt gevraagd de voorlopige budgetten 2015 vast te stellen voor begrotingsgefinancierde zorgaanbieders voor de bovenregionale zorg en voor een deel van de regionale zorg. Daarnaast wordt gevraagd om het college opdracht te geven de voorlopige budgetten 2015 voor de JGGZ en AWBZ Jeugdzorg (KmB) vast te stellen in lijn met de gehanteerde uitgangspunten voor de begrotingsgefinancierde jeugdzorg en de gemaakte voorbehouden. Besproken in De Ronde van 24 juni 2014. Op basis van die bespreking is dit een gewijzigd raadsvoorstel; de wijzigingen zijn met gele markering aangegeven. Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit Financiële kaders begrotingsgefinancierde jeugdzorg 2015, aangepaste versie (incl. bijlagen) (pdf) Agendapunt + bijlagen De Ronde 24 juni 2014 Motie - M-3.1 VVD, D66 Meten behandelingsresultaten (outcome-criteria) (pdf)
4.
Overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening De raad wordt voorgesteld om te besluiten dat voor een aantal categorieën, die in overeenstemming zijn met door de gemeenteraad vastgesteld ruimtelijk beleid (structuurvisie) en andere beleidsbeslissingen, geen voorafgaande verklaring van geen bedenkingen van de raad is vereist. Daarnaast wordt voorgesteld om de bevoegdheid van de raad om bij omgevingsvergunningen exploitatieplannen vast te stellen (of daarvan af te zien) aan burgemeester en wethouders te delegeren. Besproken in De Ronde van 24 juni 2014 Amendementen A-4.1, A-4.2, A.4-3, A-4.4 en M-4.5 zijn te laat aangeleverd; presidium adviseert over behandeling Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit Overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening (pdf) Agendapunt + bijlagen De Ronde 24 juni 2014 Amendement - A-4.1 GroenLinks, CDA Beperking aantal extra woningen (pdf) Amendement - A-4.2 ChristenUnie, D66, GroenLinks, VVD Verklaring wenselijk (pdf) Amendement - A-4.3 ChristenUnie, D66, GroenLinks Uitsluiting van categorieën (pdf) Amendement - A-4.4 CDA Inbreidingsplannen vragen om bescheiden afwijkingen NIET IN STEMMING GEBRACHT (pdf) Motie - M-4.5 CDA Een effectief mandaat voor Wabo (NIET INGEDIEND) (pdf)
5.
*Aanpak veiligheid voetbalaccommodaties In de Actualisatie van de sportnota is opgenomen dat beter moet kunnen worden ingespeeld op actualiteiten zoals maatregelen voor de aanpak van veiligheid sportaccommodaties. Omdat de huidige subsidieregelingen sport (nog) niet voorzien in veiligheidsaspecten voor sportaccommodatie wordt de raad gevraagd € 132.287,- te onttrekken uit de reserve sportvoorzieningen (1/3e regeling) om voetbalaccommodaties veiliger te maken en de kans op inbraak en vernielingen te verlagen. Het presidium agendeert het onderwerp Aanpak veiligheid voetbalaccommodaties als “besluit zonder debat, met moties en amendement” naar aanleiding van het door het CDA aangekondigde amendement. Raadsvoorstel Aanpak veiligheid voetbalaccommodaties (pdf) Bijlage - Advies van de adviescommissie subsidieregeling sportvoorzieningen 13 en 16 juni 2014 (pdf) Amendement - A-5.1 CDA Veiligheid sportaccommodaties (NIET INGEDIEND) (pdf)
6.
*Programma indeling nieuwe begroting Overeenkomstig art. 2 van de Verordening financieel beleid en beheer wordt de raad gevraagd de programma-indeling voor de begroting vast te stellen. De belangrijkste wijzigingen zijn dat ‘werk en inkomen’ en ‘zorg en welzijn’ zijn samengevoegd in het programma Sociaal Domein en dat wijkontwikkeling en wonen samen een nieuw programma vormen. A-6.1 is te laat aangeleverd, presidium adviseert over behandeling Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit Programma indeling nieuwe begroting (pdf) Bijlage - Advies van ad hoc raadswerkgroep aan college over begrotingsopzet en programma-indeling 2015-2018 (pdf) Amendement - A-6.1a D66, SP Programma indeling nieuwe begroting (pdf)
7.
Parkeeroplossing Stichting Cultureel Podium (SCP), De Nieuwe Stad De raad wordt gevraagd akkoord te gaan met het voorlopig oplossen van de parkeervraag voor SCP De Kelder op het openbare parkeerterrein Oliemolenkwartier, tot het parkeren voor het mogelijk te vestigen poppodium in de definitieve parkeeroplossing voor De Nieuwe Stad zal worden opgenomen. Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit Parkeeroplossing Stichting Cultureel Podium (SCP), De Nieuwe Stad (pdf)
8.
Aangepaste parkeernorm voor vestiging Loods 5 De raad wordt gevraagd een aangepaste (lagere) parkeernorm vast te stellen voor Loods 5, vanwege het specifieke karakter van Loods 5 waarin verschillende woonwarenhuizen en meubelzaken verzameld zijn. Hiermee wordt het mogelijk een omgevingsvergunning te verlenen voor de vestiging van Loods 5 op de locatie hoek Belgische Frank en Euroweg in Vathorst. Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit Aangepaste parkeernorm voor vestiging Loods 5 (pdf)
9.
Vaststellen verslagen en besluitenlijsten juni 2014 Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit Vaststellen besluitenlijsten en verslagen van 3 tot en met 24 juni 2014 (pdf)
10. *Wijziging Reglement van Orde van de raad Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit Wijzigingsverordening Reglement van orde van de raad (pdf) Verordening - Reglement van orde van de raad 2014 (pdf) Concept besluitenlijst (1-7-2014) Werkwijze van De Raad (pdf)
11. *Ontheffing Parkeereis Lange Beekstraat 10 Op 13 mei is het onderwerp Ontheffing parkeereis Lange Beekstraat 10 op verzoek van het college teruggetrokken van de agenda van Het Besluit met de volgende motivatie: “Een aantal juridische aspecten moet nader worden bestudeerd.” Het college biedt het raadsvoorstel opnieuw aan voor besluitvorming door de raad op 15 juli: het raadsvoorstel zelf is niet veranderd, de bijbehorende driepartijenovereenkomst wel. De portefeuillehouder informeert de raad met een collegebericht. Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit Ontheffing Parkeereis Lange Beekstraat 10 (pdf) Bijlage - Driepartijenovereenkomst huur parkeerplats(en) Lange Beekstrat 10 (pdf) Bijlage - Overeenkomst Verhuurder-Huurder Lange Beekstraat 10 (pdf) Collegebericht 2014-064 Ontheffing parkeren op eigen terrein Lange Beekstraat 10 (pdf)
12. *VERVALLEN: Motie D66: Parentshouse Onderwerp geagendeerd als rondetafelgesprek in De Ronde Motie - M-x.1 D66 Parentshouse (pdf)
13. *M-13.1 CDA, SP, GroenLinks, ChristenUnie, Amersfoort 2014, OPA, BPA, PvdA Voortzetting Buurtnatuurtuin en Weggeefwinkel Motie - M-13.1 CDA, SP, GroenLinks, ChristenUnie, Amersfoort 2014, OPA, BPA , PvdA Voortzetting Buurtnatuurtuin en Weggeefwinkel (pdf)
14. *M-3.14 (8-7-2014) SP, OPA, Amersfoort2014, ChristenUnie, CDA, GroenLinks: Behoud Openbaar Vervoer voor Senioren Omdat de stemmen staakten op 8 juli dient motie in een volgende vergadering opnieuw in stemming te worden gebracht. Motie - M-3.14 SP, OPA, Amersfoort2014, ChristenUnie, CDA, GroenLinks: Behoud openbaar vervoer voor senioren (pdf)
15. *Motie CDA Lelijke Sportkooi (of Dure Sportkooi, Veel onderhoud vergende Sportkooi, Veel weerstand te wachten sportkooi, Veel overlast Sportkooi) Motie is te laat aangeleverd, presidium adviseert over actualiteit én urgentie Motie - M-15.1 CDA Lelijke Sportkooi (of Dure Sportkooi, Veel onderhoud vergende Sportkooi, Veel weerstand te wachten sportkooi, Veel overlast Sportkooi) (pdf)
16. Besluitenlijst en (video)verslag Het Besluit 15 juli 2014 Besluitenlijst Het Besluit 15 juli 2014 (pdf) Verslag Het Besluit 15-7-2014 (pdf) Videoverslag
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouders F. Imming en M. Tigelaar
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: : : :
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 4700878 : 10 juni 2014 :
10-06-2014 24-06-2014 15-07-2014 15-07-2014
TITEL Inrichting wijkteams 2015 sociaal domein
BESLISPUNTEN In uitwerking van de vastgestelde kaders voor de wijkteams met het raadsbesluit van 17 december 2013: 1. Per 1/1/15 stadsbreed in elke wijk van Amersfoort een wijkteam operationeel te hebben, en hierbij uit te gaan van het volgende: a. dat de toegang tot ondersteuning en voorzieningen zoveel mogelijk wordt belegd bij de wijkteams, behoudens de toegang tot zorg en voorzieningen waar specifieke (technische) kennis nodig is b. de sturing op de wijkteams te beleggen bij de gemeente 2. De kosten voor de wijkteams geraamd op € 10,9 miljoen te dekken uit de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen voor het Sociaal domein en de bestaande middelen in de gemeentebegroting en daarbij in 2015 uit te gaan van: a. functiegerichte bekostiging van de wijkteams b. substitutie van taken (nieuw voor oud).
AANLEIDING We staan aan de vooravond van ingrijpende veranderingen in zorg en ondersteuning. Per 2015 worden we als gemeente verantwoordelijk voor een fors aantal nieuwe taken binnen het sociaal domein. Met deze nieuwe taken willen we samen met onze burgers en aanbieders van zorg en ondersteuning een forse beweging in het sociale domein maken. Met deze beweging denken we zorg en ondersteuning dichter bij onze inwoners te kunnen organiseren en beter af te stemmen op de mogelijkheden en behoeften van onze inwoners. Dit is de kern van het programma ‘beweging sociaal domein’. Uw raad stelde met uw raadsbesluiten van 9 juli en 17 december 2013 de richting van deze beweging vast. Om op 1 januari 2015 ‘er klaar voor te zijn’ zullen we ons systeem nu moeten gaan inrichten. Een belangrijk onderdeel van dit systeem is de inrichting van de wijkteams. Op basis van de door uw raad gestelde kaders zijn wij aan de slag gegaan met het ontwikkelen van het concept ‘wijkteams’. Wij informeerden u over de eerste resultaten in RIB 2014-26. Zoals in deze RIB toegezegd, leggen wij u op basis van de opgedane ervaringen een voorstel voor een ontwerp van de wijkteams voor.
Inlichtingen bij :
M. van Leur, MO/ZCS, (033) 469 43 28
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4700878 pagina 2
BEOOGD EFFECT De wijkteams vormen de spil in de beweging in het sociaal domein. Met de inrichting van deze teams beogen we: 1. De (toegang tot) ondersteuning dichtbij mensen te brengen, zoveel mogelijk gebruik makend van hun eigen kracht en mogelijkheden in hun eigen omgeving. 2. Bureaucratisering, versnippering en onnodige medicalisering tegen te gaan. 3. Onze (beperkte) financiële middelen zo effectief en efficiënt mogelijk in te zetten waardoor we ons spaarzame budget kunnen inzetten voor die mensen die het zelf echt niet redden. Het wijkteam biedt zorg op een nieuwe manier. Dichtbij huis, snel en met vaste contactpersonen. Inwoners kunnen er straks terecht met een veelheid aan vragen en zorgen, uiteenlopend van de opvoeding van kinderen, psychische problemen tot eenzaamheid of mobiliteitsproblemen.
TOELICHTING Opgedane ervaringen In de afgelopen periode hebben we, zoals met u besproken, in zgn. proeftuinen uitgeprobeerd in hoeverre de uitrol van wijkteams wenselijk is. In onderstaand plaatje is weergegeven in welke wijken wij hebben gewerkt met de inzet van wijkteams. Voor de volledigheid is hierin ook opgenomen in welke wijken wordt gewerkt met een Stip.
Met behulp van het werken met proeftuinen, hebben we onderzocht hoe we de wijkteams het beste vorm kunnen geven. Op basis van de opgedane ervaringen met inmiddels 8 wijkteams, ondersteund door een effectmeting (RIB 2014-26) én ervaringen elders in het land, zijn we tot de conclusie gekomen dat wijkteams een belangrijke functie kunnen vervullen in het realiseren van de beweging in het sociale domein. Uit de effectmeting blijkt de financiële uitkomst vooral gunstig door de integrale manier van werken. Door snel en proactief te werken zonder indicatie, maken we zorg effectief. De ervaringen in de proeftuinen zijn positief waarbij blijkt dat het werken met wijkteams leidt tot: - eerder en meer vertrouwen van cliënten
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4700878 pagina 3
-
méér kwaliteit voor cliënten minder en goedkopere andere hulpverlening meer bevredigde en hiermee ook gewaarde professionals lagere transactiekosten.
Inrichting van ons systeem en de positionering van de wijkteams In uw raadsvergadering van 17 december 2013 heeft u het college een aantal organiserende kaders meegegeven voor verdere uitwerking van het sociaal domein. Het uit te werken ‘systeem’ hebben we toen in onderstaande piramide weergegeven.
In deze piramide vormt het wijkteam een schakelfunctie tussen de verschillende lagen: burgerkracht en lokale basis (zorg)infrastructuur enerzijds en specialistische/specifieke zorg in de top. Het uitgangspunt hierbij is dat we met het wijkteam de toegang tot ondersteuning zo dicht mogelijk bij mensen brengen waarbij we het best kunnen aansluiten bij eigen kracht en informele netwerken. Met betrekking tot het wijkteam stelde u vast dat de volgende functies door het wijkteam worden uitgevoerd: 1. vraag verhelderen 2. versterken eigen kracht 3. voeren van regie in het kader van één huishouden, één plan, één regisseur (aanspreekpunt) 4. uitvoeren van ambulante zorg en ondersteuning op het gebied van Jeugdzorg, Wmo 5. signaleren 6. toeleiden (wegwijzen) naar de basis(zorg)infrastructuur 7. beslissen over de toegang tot ‘specifieke’ (gemeentelijk gefinancierde) voorzieningen, behalve voor inkomensvoorzieningen en arbeidstoeleiding In de proeftuinen hebben we werkende weg uitgewerkt hoe de bovengenoemde functies in de wijkteams uitgevoerd kunnen worden. Toegang tot voorzieningen Het wijkteam De wijkteams vormen de nieuwe toegangspoort (loket) en de werkwijze is integraal en generalistisch. Het bieden van toegang houdt in dat “de professional in gesprek met de burger tot afspraken komt over welke zorg en ondersteuning op maat nodig is, welk deel daarvan door het eigen netwerk kan worden verzorgd, welk deel het wijkteam zelf kan bieden en zo nodig voor welk deel toegang wordt verleend tot specialistische zorg of specifieke ondersteuning”. Het wijkteam brengt bij iedereen de brede zorgvraag in beeld door middel van een gesprek. Dit betekent niet dat met iedereen een uitgebreide, diepgaande analyse
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4700878 pagina 4
van de situatie wordt uitgevoerd. Een wijkteamlid maakt de inschatting in hoeverre een diepgaand gesprek gewenst cq. nodig is of dat kan worden volstaan met een ‘snelle’ intake. Op basis van dit gesprek wordt bekeken hoe het probleem kan worden opgelost. Dit kan bijvoorbeeld door iemand toe te leiden naar een algemene voorziening, ondersteuning te bieden via het wijkteam of toegang te verlenen naar meer specialistische zorg. Met betrekking tot dit laatste punt, heeft het wijkteam het mandaat over de inzet van specialistische jeugdzorg (ambulant en klinisch) en specialistische ambulante begeleiding van volwassenen, dagopvang voor ouderen. De basis voor dit mandaat is goede samenwerking met uitvoerende organisaties en hulpverleners. Tenslotte beschikt het wijkteam over de mogelijkheid om de expertisepool in te schakelen. De expertisepool geeft handelingsgerichte adviezen aan het wijkteamlid waardoor ze verder kan. Ook kan de expertisepool adviseren een bepaalde behandeling in te zetten. Het wijkteam handelt op basis van dit advies en blijft vervolgens wel de regie voeren. Stedelijk Voor een aantal specifieke voorzieningen is technische kennis vereist. In dat geval hebben de wijkteams een adviesfunctie en geen mandaat. Dit is het geval bij de inzet van hulpmiddelen, vervoer en woningaanpassingen. Dat geldt ook voor arbeidsintegratie en dagactivering. Ten aanzien van deze voorzieningen ligt de vraagverhelderingsfunctie wel bij het wijkteam. Vragen op dit gebied zijn immers vaak afgeleide van andere problemen, zoals fysieke of psychische beperkingen en staan zelden op zich zelf. Dit vraagt om een integrale afweging. Het mandaat voor het verstrekken van deze voorzieningen ligt bij een stedelijke toegangspoort c.q. loket. Dit loket organiseren we binnen onze gemeentelijke organisatie waarbij we het voorgenomen besluit van het dagelijks bestuur van het SbG om tot afbouw van het huidige SbG te komen betrekken. Artsen In de jeugdwet is opgenomen dat de huisarts, jeugdarts en medisch specialist direct naar de specialistische jeugdzorg kunnen verwijzen en dat de toegang tot de jeugdbescherming en –reclassering via een gecertificeerde instelling moet gebeuren. Daarnaast is er sprake van specifieke toegangsregeling voor het gebruik maken van maatschappelijke opvang. Omdat de huisarts een belangrijke toegangsverlenende functie blijft behouden maar wij wel de regie willen houden over het principe van één huishouden één plan, investeren we stevig in de samenwerking met huisartsen in de wijk. In de ideale situatie hebben de huisartsen voldoende vertrouwen in de wijkteams, waardoor zij afstemmen met de wijkteams over inzet van hulp en/of verwijzing naar de specialist. Ondersteuning door het wijkteam Het wijkteam verleent direct zorg en ondersteuning, op generalistische wijze. Het wordt gevormd door professionals uit de huidige zorgorganisaties en hebben veel ervaring. In de wijkteams organiseren we vormen van hulp, die in het huidige systeem als eerstelijnszorg worden aangemerkt (bijvoorbeeld individuele opvoedondersteuning, algemeen maatschappelijk werk, schoolmaatschappelijk werk, cliëntondersteuning), maar ook vormen van hulpverlening die nu als tweedelijnszorg (met indicatie) worden geboden. Daarmee organiseren we een bundeling van zorg en ondersteuning: verschillende expertises samengesmeed tot één generalistisch wijkteam. Dit is de meest fundamentele verandering in de organisatie en uitvoering van de zorg: cliënten worden niet meer doorverwezen naar verschillende zorgaanbieders die ieder voor de verschillende vragen worden ingeschakeld. Het wijkteamlid dat komt, gaat met alle vragen direct aan de slag en doet wat nodig is (en dus niet meer alleen dat wat de indicatie toelaat). De ervaring in de proeftuinen leert dat wijkteams het overgrote deel van de gevraagde hulp en ondersteuning zelf kunnen bieden. Het blijkt effectief en plezierig voor cliënten (minder hulpverleners, minder verwijzingen) en voor professionals (minder bureaucratische, meer bevrediging en waardering). Daarbij is het goedkoper. Door vroege signalering en het direct oppakken van een signaal door het wijkteam, escaleren de zorgen niet of minder snel. Specialistische behandeling kan aanvullend nodig zijn, deze wordt tijdig ingezet. Met deze aanpak is de behoefte aan diagnoses (door een specialistische zorgaanbieder) sterk verminderd.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4700878 pagina 5
De basiszorginfrastructuur vormt het fundament Een belangrijk principe in het nieuwe stelsel is zelf- en samenredzaamheid. Een wijkteam moet kunnen bouwen op een sterke basiszorginfrastructuur om hulpvragers zoveel en zo snel mogelijk in hun eigen kracht te zetten en gebruik te maken van basisvoorzieningen. Hoe eerder het wijkteam de basiszorginfrastructuur in kan zetten, hoe beter: het zorgt niet alleen voor een beheersbare caseload van het wijkteam maar is ook voor cliënten op lange termijn effectiever: contacten met andere bewoners in de wijk zijn van blijvende waarde. De basiszorginfrastructuur is een veelkleurig palet van steunstructuren, die vaak verbonden zullen zijn met de wijk, maar soms ook een stedelijk karakter hebben. De basiszorg heeft meerdere functies: - het bieden van (georganiseerde) informele zorg - het ondersteunen van mantelzorgers - collectieve (professionele) voorzieningen voor ontmoeting en ondersteuning - informatie en advies als basisvoorziening - het bieden van eerstelijnszorg (in de klassieke zin van het woord: huisartsen, paramedici, jeugdgezondheidszorg, wijkverpleging). - Het (mede) ontwikkelen en aanbieden van (wijkgerichte) preventieprogramma’s In de wijken waar het wijkteam en STIP beiden opereren, zien we dat de STIP’s bewoners op een effectieve manier toeleiden naar het wijkteam. Tegelijkertijd zien we het wijkteam de STIPs benutten als zij op zoek zijn naar ondersteuning van hulpvragers. In die wijken is de samenwerking groeiende en wordt steeds effectiever gebruik gemaakt van elkaars expertise. Mede op basis van deze ervaringen onderzoeken we of en hoe de STIPS een plek kunnen innemen in de basiszorginfrastructuur in relatie tot de wijkteams. Relatie met andere voorzieningen Samenwerking met Werk en Inkomen Voorzieningen op het gebied van werk en inkomen worden niet door het wijkteam verstrekt. Dit gebeurt op stedelijk niveau. Wél is er een duidelijke relatie mee. Immers, het hebben van een inkomen en het kunnen participeren (via werk of dagbesteding) doen het beroep op zorg verminderen. Wanneer de grootste zorgen m.b.t. inkomen en/of werk zijn weggenomen ontstaat er ruimte om te werken aan andere problemen. Dus samenwerking tussen Sociale Zekerheid (SZ) en de wijkteams is van belang. Bij de samenwerking met (SZ) en wijkteams gaan we er vanuit dat: - burgers geactiveerd kunnen worden tot participatie omdat zij begeleid worden bij de zorgen en problemen in het huishouden; - in gezinnen de grootste problemen goed aangepakt kunnen worden omdat er voorzien wordt in een inkomen zodat er geen stress is over de basale levensbehoeften. Om dit te realiseren is een goede verbinding tussen de wijkteams en klantmanagers en trajectbegeleiders van SZ noodzakelijk, zodat er geen obstakels ontstaan voor de hulpverlening. Het wijkteam heeft de regie als er meerdere problemen spelen in het huishouden. Samenwerking met scholen Scholen zijn een belangrijke vindplaats van kinderen met wie het niet zo goed gaat. Bij de samenwerking met scholen zijn twee elementen van belang: - scholen schakelen tijdig professionals in om beroep op dure vormen van jeugdzorg te voorkomen en daarbij interventies op school en thuis verbinden; - professionals ondersteunen leerkrachten, intern begeleiders, zorgcoördinatoren op scholen, zodat de grens tussen onderwijs en zorg helder is en ieder zijn verantwoordelijkheid daarin kan nemen. Idealiter zijn de zorgstructuren op zowel primair als voortgezet onderwijs zodanig ingericht dat het wijkteam vroegtijdig wordt ingeschakeld bij zorgleerlingen. Wij onderzoeken met het onderwijs wat nodig is om de zorg effectief te kunnen bieden vanuit de wijkteams of een variant hierop. De lopende pilot ‘ZAT naar voren’ zal meer helderheid bieden over de rollen en de invulling daarvan. Naast de scholen die meedoen aan deze pilot, zijn er op alle VO- en MBO-scholen in Amersfoort gesprekken over de consequenties van de transitie jeugdzorg en het benutten van het wijkteam. We oefenen op deze scholen met deelname aan zorgadviesteams en gaan aan het einde van het schooljaar opnieuw in gesprek over een nieuwe inrichting van de zorgstructuur waarin het wijkteam ook een plek
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4700878 pagina 6
heeft. Dit doen we ook met het samenwerkingsverband. Op 1 januari 2015 moeten zorgcoördinatoren en intern begeleiders van alle scholen weten wat de rol en werkwijze van een wijkteam is. Aantal en samenstelling van de teams We gaan er vanuit dat elke wijk straks een wijkteam heeft. Afhankelijk van de zorgvraag in de wijk kan het noodzakelijk zijn in één wijk meerdere teams te hebben. We gaan in eerste instantie uit van maximaal 18 teams in de wijken. De samenstelling en doelgroep van die teams kunnen verschillen. Dit is afhankelijk van de samenstelling van de wijk. Om te voorkomen dat mensen in een wijk op meerdere plekken toegang tot ondersteuning hebben, willen we per wijk één centraal punt organiseren. Achter die ingang opereren mogelijk meerdere teams. Wij denken dat dit het meest duidelijk is voor onze inwoners. Bij de samenstelling van de wijkteams gaan we uit van een maximum van 13 medewerkers per wijkteam. Indien op basis van de caseload van een wijkteam behoefte is aan meer dan 13 medewerkers, wordt het team opgesplitst. De teams worden operationeel aangestuurd door een teamleider. Deze omvang leidt tot beheersbare teams waarbij overdrachtsmomenten kunnen worden beperkt, een generalistische aanpak kan worden geborgd, en waar ruimte is voor vakkundigheid. De minimale expertise die benodigd moet zijn in de teams is kennis van en ervaring met problematiek ten aanzien van: opvoeden en opgroeien, veiligheid/huiselijk geweld, licht verstandelijke beperkingen, psychische stoornissen, ouder worden, verslaving en financiën. Precieze invulling per team is afhankelijk van de problematiek in een wijk. Genoemde aantallen zijn aannames. Immers, we kennen de nieuwe werkelijkheid nog niet volledig. Ten aanzien van het huidig zorggebruik zijn soms schattingen gemaakt. Op basis van de ervaringen zullen we de komende periode het model nog verder aanscherpen. Aansturing van de wijkteams In ieder geval in 2015 worden de wijkteams door de gemeente vormgegeven. De wijkteams maken in 2015 onderdeel uit van de gemeentelijke organisatie. De wijkteams worden aangestuurd door een afdelingshoofd cq. uitvoeringsmanager. De in de wijkteams door teamleiders en medewerkers te leveren uren zorg worden “ingekocht” bij zorgaanbieders en gesubsidieerde instanties (bijv. maatschappelijk werkers bij Welzin). Over de inzet maken we inhoudelijke en financiële afspraken. Hiermee sturen we op de uitvoering van de taken die aan de wijkteams zijn toebedeeld. Dat heeft vooral betrekking op de invulling van het werkproces (inclusief mandaat toegang) en de kwaliteitsbewaking. Daarnaast sturen we op de professionele veranderingen die het werken in wijkteams met zich meebrengt, zowel qua aanpak (regiefunctie oppakken, snel afschalen, eigen kracht, op de handen zitten, sturen op wat helpt om doelen te bereiken), samenwerken met andere partners in de wijk als kostenbewustzijn. Uiteindelijk zien we voor ons dat de wijkteams een eigenstandige organisatie vormen waarbij de gemeente Amersfoort fungeert als opdrachtgever. Dat is in 2015 nog niet haalbaar in verband met afspraken die zijn gemaakt met (jeugd)zorgaanbieders over de inzet van hun medewerkers en omdat we nog niet in staat zijn voldoende te bepalen wat daarvoor nodig is. We houden het in 2015 nog onder directe aansturing van de gemeente om te leren wat we moeten vragen van een zelfstandige organisatie die de uitvoering van de wijkteams op zich neemt, met andere woorden de invulling van goed opdrachtgeverschap. Belangrijk uitgangspunt bij de aansturing van wijkteams is professionals de ruimte geven, met de daarbij behorende handelingsvrijheid en bevoegdheden. Daarbij willen we de bureaucratie tot het minimum beperken. Tegelijkertijd hebben wij als verantwoordelijke voor het systeem een nadrukkelijk sturende rol ten aanzien van de inhoud, de organisatie en financiën van de wijkteams. Op basis van de door uw raad vastgestelde kaders (17 december 2013) en voorliggend voorstel werken wij het werken met de wijkteams verder uit. Teams (en teamleiders) krijgen de ruimte om binnen deze kaders de teams verder te ontwikkelen. Wie zien toe en sturen waar nodig bij op deze ontwikkeling.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4700878 pagina 7
ARGUMENTEN 1.1 Met het stadsbreed implementeren van wijkteams denken we inhoudelijke doelstellingen en financiële opgaven binnen het sociaal domein te behalen De inzet van wijkteams is kostenefficiënt en draagt bij aan gestelde doelen van de beweging in het Sociale Domein zoals het tegengaan van versnippering, het organiseren van hulp dichtbij mensen en het direct oplossen en minder verwijzen van problemen. Om deze doelen te bereiken vinden wij het verstandig dit vanaf het begin af aan stadsbreed te implementeren. Hierbij nemen wij in overweging: - Duidelijkheid voor onze inwoners: voor iedereen hetzelfde georganiseerd en niet afhankelijk van waar je woont - Kostenefficiënt: twee ‘systemen’ naast elkaar (ene helft van de stad wijkteams, andere helft ‘stedelijk) brengt dubbele kosten met zich mee - Duidelijkheid en efficiency voor aanbieders: aanbieders kunnen zo hun eigen organisatie makkelijker inrichten naar de nieuwe organisatie. - Wegvallen van bestaande toegangspoorten: toegang via BJZ en CIZ zijn is per 1 januari niet meer mogelijk. Hoewel per 1 januari alle wijkteams aan het werk zijn, is hun manier van werken dan nog niet volledig ontwikkeld. De ontwikkelingen in de wijkteams zijn continue en moeten (blijven) aansluiten bij de ontwikkelingen in de samenleving en de wijken. Gedurende de komende jaren is er sprake van doorontwikkeling en aanpassing op basis van opgedane ervaringen. 1.3 Het wijkteam is de nieuwe toegangspoort voor alle leefgebieden Door interventies op verschillende gebieden op elkaar af te stemmen wordt de hulpverlening effectiever en goedkoper. Er is sprake van minder versnipperde inzet, minder overdrachtsfouten en minder bureaucratie. 2.1 De wijkteams zijn niet ‘extra’ maar komen ‘in plaats van’ Uit onze eerste ervaringen, ondersteund door de effectmeting en landelijke onderzoeken, blijkt dat hulpverlening die via wijkteams is georganiseerd, veelal goedkoper is dan hulp via de oorspronkelijke structuren. Dit maakt de wijkteams en de ondersteuning die door die wijkteams worden geleverd niet gratis. Willen we rendement uit de teams halen en onze financiële taakstellingen halen, zal in de teams moeten worden geïnvesteerd. We gaan er hierbij vanuit dat er sprake is van substitutie is van taken. Geld uit oude zorgvormen, wordt geïnvesteerd in nieuwe vormen van ondersteuning. Uren zorg te leveren door medewerkers en teamleiders zullen daarbij worden “ingekocht” bij zorgaanbieders en gesubsidieerde instellingen. 2.2 Met functiegerichte bekostiging stimuleren we kwaliteit en beschikbaarheid van ondersteuning In uw raadsbesluit van 17 december 2013 gaf u het college de opdracht mee, de wijkteams in eerste instantie te bekostigen met het systeem van ‘functiegerichte bekostiging’. Met deze vorm van bekostiging is niet het volume (het aantal cliënten) noch de prestatie per cliënt bepalend, maar de kwaliteit om te komen tot een hoogwaardige regievoering en zorgverlening op de juiste maat. Op basis van dit uitgangspunt kopen wij voor 2015 uren te leveren zorg in bij zorgaanbieders en gesubsidieerde instellingen. Na een evaluatie zal op termijn voor de wijkteams toegewerkt worden naar een vorm van populatiebekostiging. Als uitgangspunt voor de inkoop en subsidiëring van zorg wordt een uniform tarief vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met een beperkte overhead bij de zorgaanbieders. Deze zullen versneld overhead moeten afbouwen. Met de zorgaanbieders worden afspraken gemaakt over hoeveel uren en tegen welk tarief en welke kwaliteit zorg er van een instelling wordt ingekocht.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4700878 pagina 8
KANTTEKENINGEN 1.1 We verwachten veel van de wijkteams: kunnen ze dit ook waarmaken? We zien de wijkteams als de spil in het sociale domein. Dit betekent nogal wat. We verwachten op basis van onze ervaringen en ervaringen elders in het land dat zij die rol kunnen waarmaken. Tegelijkertijd zijn wijkteams nog nergens zo breed uitgerold en hebben we geen garantie dat het zo gaat uitpakken als we verwachten. In die zin is het een sprong in het diepe. Om die sprong verantwoord te kunnen maken moet er worden voldaan aan een aantal voorwaarden. Te weten: voldoende kennis van (diverse) problematiek in het team (die blijvend up to date is) en tijd om kennis uit te wisselen binnen het team voldoende uitvoeringscapaciteit goede verbinding met de basiszorginfrastructuur goede samenwerking met ‘specialisten’(zorg, schuldhulpverlening, arbeidsintegratie, SAVE en Veiligheidshuis) en andere samenwerkingspartners (bijv. woningcorporaties. ) voldoende ruimte voor doorontwikkeling en transformatie. Met voorliggende voorstel menen wij een basis te hebben om aan deze voorwaarden te voldoen. Op basis hiervan organiseren we de uitrol van de wijkteams op een projectmatige wijze. Dit project kent onzekerheden. Het exacte product is niet vastomlijnd en de uiteindelijke effecten niet zeker. Daarmee is de uitrol van en het werken met de wijkteams een continu ontwikkelproces. Dit proces zullen wij stevig regisseren en monitoren om zo waar nodig en mogelijk bij te kunnen sturen. Door middel van risicomanagement sessies zijn de mogelijke risico’s en maatregelen voor de werking van de wijkteams en de uitvoeringsorganisatie in kaart gebracht 1.2 Implementatie is mede afhankelijk van overgangsrecht en afspraken met aanbieders Met de zorgaanbieders worden afspraken gemaakt over hoeveel uren en tegen welk tarief en welke kwaliteit zorg er van een instelling wordt ingekocht. Daarbij wordt rekening gehouden met afspraken in de RTA’s Jeugd en Wmo en het van toepassing zijnde overgangsrecht. De mate waarin deze capaciteit daadwerkelijk kan worden ingekocht binnen de bestaande- en nieuw beschikbare komende budgetten bepaalt daarmee de mogelijkheden binnen de wijkteams om taken op te pakken. Dit betekent dat in 2015 op onderdelen mogelijk nog niet alle ambities waargemaakt kunnen worden. In dat geval is het uitgangspunt dat zorg hoe dan ook georganiseerd wordt. Als deze dus niet via het wijkteam georganiseerd of geleverd kan worden, doen we dat nog ‘op de oude’ of een ‘tijdelijke alternatieve’ manier. 1.3 Niet iedereen heeft behoefte aan een breed vraagverhelderingsgesprek cq. intake door het wijkteam Veel (Wmo) cliënten hebben in het kader van ‘de gekantelde Wmo’ vanaf 2012 een breed vraagverhelderingsgesprek gehad. Dit gesprek werd uitgevoerd door het Servicebureau Gemeente (SbG) en had eenzelfde insteek als het gesprek door het wijkteam: een brede vraagverheldering om zo een compleet beeld te krijgen van het probleem en de mogelijke oplossingen. We vinden het niet raadzaam om die gesprekken over te doen. Voor deze cliënten geldt dat in het geval van een herverstrekking een vereenvoudigd proces wordt gehanteerd, Dit geldt ook voor personen waarbij al snel door het wijkteam de inschatting wordt gemaakt dat ‘een snelle intake’ volstaat. Dit betekent dat we de toegang en toekenning van ‘enkelvoudige’ verstrekkingen en herverstrekkingen ondersteunen met een vereenvoudigd proces. Hierbij is het uitgangspunt dat er een integraal beeld van de cliënt bestaat, bijvoorbeeld doordat het gesprek eerder door SbG is gevoerd, of door bijvoorbeeld een andere hulpverlener. 1.4 Meerdere ingangen cq. toegangspunten (wijk en stedelijk) kan ‘shopgedrag’ veroorzaken Doordat we toegang zowel via het wijkteam als via een gemeentelijk loket organiseren bestaat het risico dat mensen gaan afwegen waar ze het meeste kans op de voorziening maken of op meerdere plekken proberen die voorziening te verkrijgen. Bijvoorbeeld dat als ze bepaalde voorziening niet krijgen bij een wijkteam, ze deze alsnog kunnen aanvragen bij een stedelijk loket. Dit ‘shopgedrag’ willen we voorkomen. Dit betekent dat één product/dienst slechts bij één loket (of in ‘de wijk, of in het stedelijk loket) is te verkrijgen.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4700878 pagina 9
Vanuit een wijkteam kan voor bepaalde producten/diensten wel worden verwezen naar het stedelijk loket. Uniforme informatievoorziening aan burgers vindt natuurlijk wel vanuit wijkteams en stedelijk loket plaats.
FINANCIËN Uren zorgvraag Als hulpmiddel voor het hanteren van de onzekerheden en het inzichtelijk maken van de financiële consequenties van de wijkteams is in samenwerking met Ecorys een ramingmodel opgesteld. Hiermee is vanuit de verwachte zorgvraag en een aantal aannames omtrent o.a. het aantal cases en uren een inschatting gemaakt van de benodigde capaciteit voor de wijkteams om in deze vraag voorzien. Deze opzet leidt uiteindelijk tot een inschatting van de totale zorgvraag voor de wijkteams en het aantal uren dat de wijkteamleden nodig hebben om aan de zorgvraag te kunnen voldoen. Op basis van de huidige inzichten komt dit voor 2015 neer op 6.500 lichte en 1.000 zware cases. Omgerekend is dat ongeveer 75.000 uur lichte zorgvraag en ruim 60.000 uur zware zorgvraag per jaar (totaal 135.000 direct productieve uren). Productieve uren In de praktijk blijkt dat een gemiddeld contract van een wijkteam medewerker ca. 28 uur beslaat. Dat komt omdat er veel parttimers werkzaam zijn in de sector. Deze 28 uur is echter niet 100% beschikbaar voor het leveren van zorg. Er is ook tijd nodig voor casusoverleg, deskundigheidsbevordering, verantwoording en administratie. In de huidige wijkteampraktijk zien we dat dit ca. 10 uur per week betreft. Dat wil zeggen dat er 18 uur per medewerker overblijft om de feitelijke zorgvraag aan te pakken (65% voor direct cliëntgebonden uren). Het relatief hoge percentage voor niet direct cliëntgebonden uren (35% van het aantal werkbare uren) wordt voor een deel veroorzaakt doordat de wijkteams zich nog in een opstartfase bevinden. Naarmate er meer ervaring wordt opgedaan binnen de wijkteams zal dit percentage naar verwachting lager worden. Op basis van deze uitgangspunten is omgerekend per fte wijkteam medewerker (36 uur per week) op jaarbasis ruim duizend uur beschikbaar voor direct cliëntgebonden zorg. Aantal wijkteams en medewerkers Op basis van de totale zorgvraag en de werkbare- en direct cliëntgebonden uren bedraagt het aantal fte voor de wijkteams in totaal 129. Uitgaande van medewerkers met 28 contracturen bedraagt het aantal medewerkers 164. Om te komen tot aantallen wijkteams is gekeken naar de gewenste omvang van een wijkteam. Uit literatuur en eigen ervaring concluderen we dat het optimum rond de 10 wijkteamleden ligt. In de berekeningen is ervan uit gegaan dat de wijkteams maximaal uit 13 personen bestaan, voordat we ze opsplitsen in twee subteams van 7. Bovenstaande berekening leidt tot een indicatief aantal benodigde teams. Uitgaande van het maximum van 13 medewerkers per wijkteam bedraagt het aantal teams in principe 18. In uitwerking zullen een aantal wijkteams gezien de geringe omvang worden samengevoegd, waarmee het aantal wijkteams lager zal uitkomen. Facilitaire- en overige overheadkosten De wijkteams draaien niet autonoom. Ieder wijkteam heeft een manager (meewerkend voorman/-vrouw) die de helft van zijn of haar tijd kwijt is aan afstemming en overleg. Deze ‘improductieve’ uren tellen mee in de kostenberekening. Deze kosten komen neer op ca. 39.000euro per wijkteam. Uitgaande van het indicatieve aantal subteams (18) bedragen de kosten van de wijkteamleiders in totaal ca 700.000 euro. Deze uren zullen eveneens worden ingekocht bij de zorgaanbieders en instellingen. Evenzo is er in de berekening vanuit gegaan dat er iemand is die de wijkteams aanstuurt. Deze kosten zijn geraamd op100.000 euro. Ten behoeve van de bewaking van budget en kwaliteit van de wijkteams door de gemeente zullen eveneens aanvullende kosten moeten worden gemaakt. Deze zijn ingeschat op een bedrag van 200.000 euro. Naast kosten voor aansturing en coördinatie worden er kosten gemaakt die het mogelijk maken voor de wijkteams om te kunnen functioneren. Hiervoor zijn de standaard inschattingen gebruikt zoals deze binnen de gemeente worden gehanteerd. Deze overhead bestaat uit twee componenten, namelijk de facilitaire
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4700878 pagina 10
kosten en bureaukosten. Per wijkteam medewerker is hiervoor uitgegaan van een bedrag van 6.070 euro. In totaal bedragen de kosten hiervoor derhalve 996.000 euro Gezien de intentie de uitvoering van de wijkteams op termijn uit te besteden is bij de berekening van de overheadkosten geen rekening gehouden met sector- en gemeentebrede overhead. De totale overheadkosten, inclusief de inhuur van teamleiders, bedragen daarmee ca 2 miljoen euro.
Tarief inkoop uren De uren zorg die worden geleverd in de wijkteams worden “ingekocht” bij de zorgaanbieders en instellingen. Om de benodigde uren zorg te kunnen leveren is als uitgangspunt genomen dat kwalitatief goede wijkteamleden nodig zijn. In de aannames is dan ook uitgegaan van generalistische professionals op HBO niveau. Over de kosten en uurtarieven waartegen we de medewerkers inkopen is een aantal aannames gedaan. Hierbij is gebruik gemaakt van de resultaten van het door KPMG in opdracht van de het Platform Directeuren Sociale Pijler begeleide onderzoek naar kostprijzen en norm uurtarieven WMO en Jeugdzorg. Als meest bij de functie van wijkteam medewerker passende referentie salarisschaal is uitgegaan van schaal 9 van de CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening (2013). Daarbij is verder een inschaling van 90% van het maximum van de schaal gehanteerd. Daarnaast is rekening gehouden met een percentage van 38 voor overhead van de instelling (personeelskosten leidinggevenden, management en staf, gebouw- en terreingebonden kosten, kapitaallasten). Dit percentage komt overeen met het gemiddelde van instellingen in de Jeugdzorg/AWBZ in het KPMG onderzoek. Omdat we als gemeente ook overheadkosten maken (coördinatiekosten, beleidsondersteuning en facilitaire- en bureaukosten) is hiervoor een correctie opgenomen. Achtergrond hiervan is dat als de gemeente deze overhead verzorgt de zorginstellingen deze in principe kunnen afbouwen. Overigens is onzeker in hoeverre dat bij alle instellingen in 2015 al is te realiseren. Uitgaande van het aantal direct productieve - en werkbare uren bedragen de tarieven voor inkoop van de wijkteam medewerkers respectievelijk 66 euro en 43 euro. Voor het tarief voor de inkoop van de wijkteam coördinatoren is rekening gehouden met een opslag van 5 euro per uur. De hoogte van dit tarief is een richtbedrag voor de afspraken die worden gemaakt met de instellingen.
Totale kosten wijkteams
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4700878 pagina 11
De kosten van inhuur medewerkers en wijkteam coördinatoren en de gemeentelijke overheadkosten zijn geraamd op10,9 miljoen euro. Het bedrag dat in 2015 daadwerkelijk wordt besteed aan wijkteams zal met name afhangen van de bij de instellingen in te kopen hoeveelheid uren en de prijs per uur voor de diverse instellingen. De omvang van de gemeentelijk overheadkosten als onderdeel daarvan bedraagt ca 1,3 miljoen (11,8% van de totale kosten). De gemeentelijk overheadkosten nemen we niet mee in het tarief voor de inkoop van de wijkteam medewerkers. Wel zal hiervoor dekking gevonden moeten worden binnen de bestaande- en nieuwe budgetten voor Jeugd en WMO.
Dekking van de kosten in relatie tot globale begroting sociaal domein Gegeven de benodigde capaciteit, de kosten van inkoop hiervan en de facilitaire- en overheadkosten is de dekkingsopgave voor het realiseren van de wijkteams begroot. Uitgangspunt is dat de dekking wordt gerealiseerd binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen voor het Sociaal domein en de hiervoor bestemde middelen in de gemeentebegroting. Om dit uitgangspunt te realiseren gaan wij uit van substitutie van taken. Taken die in de wijkteams worden uitgevoerd worden ingekocht bij de bestaande zorgaanbieders en instellingen. Dekking hiervoor wordt gevonden binnen de budgetten in de gemeentebegroting dan wel binnen de nieuwe Rijksmiddelen Indien afspraken in RTA’s en het overgangsrecht dit niet (volledig) mogelijk maken, blijven de taken vooralsnog in 2015 bij de huidige aanbieders. Het aantal wijkteams en wijkteam medewerkers kan derhalve in 2015 kleiner zijn dan in onderhavig voorstel opgenomen. Onderstaand is op basis van de huidige inzichten een overzicht opgenomen van de budgetten en kosten van de taken binnen het Sociaal domein. De uitvoeringskosten voor de nieuwe taken zijn gebaseerd op de in de (concept) RTA’s opgenomen percentages, namelijk Jeugd (1,6%) en WMO/AWBZ (4%). De uitvoeringskosten van de bestaande taken zijn de toegerekende sector- en gemeentebrede overhead. Tevens zijn hieronder de kosten van de SGB opgenomen. Beschikbare middelen
Zorg en voorzieningen
Wijkteams
Uitvoeringskosten
35,3
5,5
0,6
(bedragen x € 1 miljoen) nieuwe taken decentralisaties sociaal domein: Jeugd: - begrotingsgefinancieerde jeugdzorg - ZVW/jeugd ggz - AWBZ/KmB
41,4
WMO/AWBZ: - beschermd wonen - overige functies - maatschappelijke opvang / awbz
48,5
20,5 8,8 12,1
31,3 16,4 0,8
2,1 2,6 0,8
31,3 13,0 0,8
2,4
1,0
38,3 7,7
2,4 0,6
5,2 1,3
bestaande taken sociaal domein in begroting 2014 begroting bestaande taken: programma Zorg en Welzijn programma Onderwijsbeleid programma Werk & inkomen: - inkomen - werk (re integratie en WSW) - minimabeleid
143,3
Totalen begroting Sociaal domein
233,2
39,3 27,4 5,8 198,9
10 3,6 1,7 10,9
23,4
RISICO’S Voor de realisatie van de wijkteams is een risicoanalyse uitgevoerd. Onderstaand zijn de belangrijkste (financiële) risico’s weergegeven.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4700878 pagina 12
Nr. 1.
Risico Inkoop tegen voorgestelde tarieven blijkt niet mogelijk omdat bijv. aanbieder/ instelling overhead niet tijdig kan afbouwen Dekking binnen bestaande budgetten wordt niet gerealiseerd
Beheersmaatregel(en) Tijdig afspraken hierover met zorgaanbieders
Consequenties Minder budget beschikbaar voor zorg dan wel minder zorg in wijkteams.
Aanpassen taken/ capaciteit wijkteams
3.
Grotere zorgvraag door bijv. aanzuigende werking
Strikte monitoren en tijdige bijsturing
4
De aannames omtrent caseload en benodigde uren blijken onjuist, bijv. doordat wijkteams meer zorg zelf leveren BTW- problematiek
Strikte monitoren en tijdige bijsturing
Zorg wordt deels door wijkteam en deels door aanbieder geleverd. Capaciteit onvoldoende, snellere doorverwijzing naar duurdere zorg Capaciteit sluit niet aan bij vraag.
Lobby VNG aanpassing btw- regelgeving Afspraken met aanbieders/ instellingen
BTW druk die kostenverhogend werkt Onderbezetting wijkteams, kwalitatief onvoldoende zorg
2.
5. 6.
7.
Mogelijkheden aantrekken voldoende gekwalificeerd personeel Hogere omvang overheadkosten
Strikt budgetbeheer
Dekking uit bestaande budgetten, dan wel reserves
VERVOLG Op basis van uw raadsbesluit van 17 december 2013 en voorliggend voorstel richten wij de wijkteams verder in. Dit betekent bijvoorbeeld concreet dat rond de zomer, op basis van de RTA’s, wordt gestart met de inkoop van uren zorg voor de wijkteams. Verder zullen de door u vastgestelde uitgangspunten worden vertaald naar een te implementeren Organisatie en Ontwikkelplan. Waarin de verdere organisatorische aspecten zijn uitgewerkt. Dit plan wordt door het college vastgesteld. Tenslotte is voor het vervolg communicatie over de wijkteams van belang. Mensen moeten worden geïnformeerd over de veranderingen en weten waar zij terecht kunnen met hun vragen en waar zorg en ondersteuning geboden kan worden. Naast het genoemde Organisatie en Ontwikkelplan, ontwikkelen we een communicatieplan Sociaal Domein. Vooruitlopend hier op zijn we nu al actief aan het communiceren in de wijken over de huidige inzet van de wijkteams. We zetten hierbij in op drie lijnen: partners, de cliënten en de inwoners. De partners gaan we voorzien van zoveel mogelijk relevante informatie. Ervan uitgaande dat de huidige cliënten te rade gaan bij hun huidige zorgaanbieder, stimuleren we onze partners deze informatie met hen te delen. De inwoners worden in op de hoogte gesteld van de wijkteams in algemene termen of het hoe, wat, waarom, waarom en contactgegevens.
BETROKKEN PARTIJEN De wijkteams worden in continue interactie met de zorgaanbieders ontwikkeld. Met betrekking tot dit specifieke raadsvoorstel is geen overleg geweest met adviesraden. Wel betrekken wij hen in breder verband bij de ontwikkeling in het sociaal domein. Hier wordt ook de ontwikkeling van de wijkteams in meegenomen. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
Bijlagen
- geen
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr .4700878
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 juni 2014, sector MO/ZCS (nr.4700878); b e s l u i t: in uitwerking van de vastgestelde kaders voor de wijkteams met het raadsbesluit van 17 december 2013: 1. per 1/1/15 stadsbreed in elke wijk van Amersfoort een wijkteam operationeel te hebben, en hierbij uit te gaan van het volgende: a. dat de toegang tot ondersteuning en voorzieningen zoveel mogelijk wordt belegd bij de wijkteams, behoudens de toegang tot zorg en voorzieningen waar specifieke (technische) kennis nodig is; b. de sturing op de wijkteams te beleggen bij de gemeente; 2. de kosten voor de wijkteams geraamd op € 10,9 miljoen te dekken uit de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen voor het Sociaal domein en de bestaande middelen in de gemeentebegroting en daarbij in 2015 uit te gaan van: a. functiegerichte bekostiging van de wijkteams; b. substitutie van taken (nieuw voor oud). Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 juli 2014. de griffier
de voorzitter
Overzicht Sociale Wijkteams
Vathorst-De Laak
VathorstDe Velden
Nieuwland
VathorstCentrum
Calveen Buitengebied-West
VathorstDe Bron Kattenbroek
Hoogland
Hooglanderveen Zielhorst
Park Schothorst d Noor orsth t o Sch
Valleipoort
Isselt
Liendert De p am isk
Soesterkwartier
Sc
Stadskern
ile hu u rg nb
ier art rk w ee
De BergZuid
ek
rm Ve
bro en nd Ra
enn Zo of h
De BergNoord
Stoutenburg-Noord
Kru
De
el pp o K
urg nb ste Ru
t-Zuid thors Scho
Leusderkwartier
Bosgebied
Sociale wijkteams Amersfoort
meer informatie: www.amersfoort.nl/wijkteams
Randenbroek Schuilenburg (4e kwartaal 2014) E-mail:
[email protected] [email protected] Hoogland Nieuwland (4e kwartaal 2014) E-mail:
[email protected] [email protected] Soesterkwartier (Jeugd- en Gezinsteam Soesterkwartier) E-mail:
[email protected] Berg-, Leusder- en Vermeerkwartier Jeugd en Gezin E-mail:
[email protected]
STIP Amersfoort
Berg-, Leusder- en Vermeerkwartier Volwassenen E-mail:
[email protected]
STIP Kruiskamp E-mail:
[email protected]
Kruiskamp Koppel Binnenstad E-mail:
[email protected] [email protected] (4e kwartaal 2014
STIP Liendert E-mail:
[email protected] STIP Schuilenburg E-mail:
[email protected]
Liendert E-mail:
[email protected] [email protected] (4e kwartaal 2014)
STIP Hoogland E-mail:
[email protected]
Schothorst Zielhorst E-mail:
[email protected] [email protected]
STIP Soesterkwartier E-mail:
[email protected]
Kattenbroek (4e kwartaal 2014) E-mail:
[email protected] Vathorst E-mail:
[email protected]
M-2.1a AANGENOMEN 15 JULI 2014 Motie organisatie beroep en toezicht in het sociale domein
Amersfoort, 8 juli 2014
Raadsvoorstel: Inrichting wijkteams 2015 sociaal domein (reg.nr. 4700878)
De raad van de gemeente Amersfoort, overwegende dat: - met ingang van 1 januari 2015 de gemeente grote Rijksverantwoordelijkheden overneemt in het sociale domein - onder het Rijk deze verantwoordelijkheden ingebed zijn in stelsels met gedetailleerde beroepsmogelijkheden die in (semi-)wetgeving vastliggen - er eveneens wettelijk geregeld is hoe mensen bezwaar kunnen maken tegen het handelen van instellingen zodra zij daar in de bewassing zijn, welke wetgeving ook na 1-1-2015 van kracht blijft, als de gemeente opdrachtgever zal zijn - er daarentegen niets geregeld is voor een vorm van beroep na 1-1-2015 als mensen zouden worden afgewezen voor door de gemeente gefinancierde faciliteiten in het sociale domein verder overwegende dat: - de zeggenschap over deze faciliteiten door de gemeente geheel wordt overgedragen aan de circa 18 sociale wijkteams met 150-200 leden - de professionals in deze teams specialisten zullen zijn die als generalist moeten werken in een beroep dat nog niet bestaat en waar zij dus niet voor zijn opgeleid - het daarom zeker te verwachten valt, zonder daarmee wantrouwen in de teams uit te spreken, dat zij fouten zullen maken - een eenmaal gegeven vertrouwen in mensen niet wordt aangetast door het regelen van toezicht op hen draagt het College op: 1. het proces verder zo in te richten dat een duidelijke en eenvoudige vorm van bezwaar mogelijk is voor wie van mening is dat ten onrechte door het wijkteam niet of onvoldoende antwoord is gegeven op zijn/haar hulpvraag 2. onafhankelijk en deskundig toezicht op het functioneren van de wijkteams op te zetten, zodat zulks gewaarborgd is met ingang van het moment dat deze teams verzelfstandigd worden t.o.v. de gemeente OPA Amersfoort,
D66
Roel Mulder
Jacques Happe
M-2.2 NIET INGEDIEND 15 JULI 2014
MOTIE Verbinding wijkteams met sociale basiszorgstructuur
Amersfoort, 15 juli 2014 Raadsvoorstel Inrichting wijkteams 2015 sociaal domein (4700878).
De raad van de gemeente Amersfoort in vergadering bijeen op 15 juli 2014 Overwegende dat: 1. het tot de kern van de kanteling in het sociaal domein behoort dat het wijkteam de zorg voor mensen zoveel mogelijk onderbrengt bij de basiszorgstructuur en het eigen netwerk van mensen; 2. uit evaluatie van de pilot in het Soesterkwartier door Ecorys en uit vragen aan het wijkteam tijdens werkbezoeken blijkt dat het betrekken van netwerken en bestaande verbanden als wijk- en buurtverenigingen, sportclubs en kerken in de wijken “niet uit de verf komt”; 3. daarmee het fundament onder de kanteling erg kwetsbaar dreigt te worden en hier zo spoedig mogelijk iets aan gedaan moet worden.
Draagt het college op: 1. te komen tot een visie op het betrekken van de bestaande netwerken en de basiszorgstructuur in de wijken bij de kanteling in het sociaal domein; 2. de wijkteams op te dragen om deze netwerken vanaf deze zomer actief te benaderen en te betrekken bij de zorgen en kansen rondom de verandering in het sociaal domein om hen daarmee mede-eigenaar van zowel de problemen als de oplossingen te maken; 3. tijd van het wijkteam te reserveren voor blijvende aandacht voor deze vrijwilligers om hen ook op langere termijn gemotiveerd te houden.
Simone Kennedy ChristenUnie
M-2.3 NIET INGEDIEND 15 JULI 2014 MOTIE Toezicht wijkteams
Amersfoort, 15 juli 2014 Raadsvoorstel Inrichting wijkteams 2015 sociaal domein (4700878).
De raad van de gemeente Amersfoort in vergadering bijeen op 15 juli 2014 Overwegende dat 1. Het bedrag van 10,9 miljoen euro dat we uittrekken voor wijkteams vooral bestaat uit de salariskosten van professionals die worden aangetrokken uit de huidige zorgorganisaties. 2. Deze professionals zullen opereren als generalisten die de hulpvraag inventariseren en eerste zorg en ondersteuning verlenen en eventueel zullen verwijzen naar meer specialistische hulp uit expertteams of de huidige zorgorganisaties. 3. Dit bedrag een schatting is op basis van de huidige verwachtingen van zorgvraag, aantal en omvang van de wijkteams. 4. De bekostiging eerst functiegericht zal zijn en later zal overgaan naar populatiebekostiging, waardoor (sommige) wijkteams geneigd zouden kunnen zijn de problemen in hun wijkpopulatie aan te dikken en extra hulp te verlenen om de bekostiging voor latere jaren veilig te stellen. 5. Toezicht snel kan ontaarden in bureaucratische papierwinkels, die de aandacht afleiden van echte zorg, terwijl toezicht ook georganiseerd kan worden door ambtenaren mee te laten kijken en door (zelf)reflectie en intervisie. Draagt het college op 1. Vanuit de gemeente een adequate vorm van toezicht te organiseren, om te voorkomen dat meer geld wordt uitgegeven dan noodzakelijk is om effectieve hulp te verlenen. 2. De raad voor 1 december 2014 te informeren over de wijze waarop de gemeente toezicht zal houden op kwaliteit en kostenbeheersing.
Simone Kennedy ChristenUnie
M-2.4 AANGENOMEN 15 JULI 2014
MOTIE Juridische aansprakelijkheid wijkteams
Amersfoort, 8 juli 2014 Raadsvoorstel Inrichting wijkteams 2015 sociaal domein (4700878).
De raad van de gemeente Amersfoort in vergadering bijeen op 15 juli 2014 Overwegende dat 1. Wijkteams bestaan uit professionals die worden aangetrokken uit de huidige zorgorganisaties. 2. De zorginstellingen een vergoeding krijgen voor de salariskosten van de professionals die in de wijkteams zitting hebben. 3. Het niet duidelijk is wie verantwoordelijk zal worden gesteld als hulpverlening vanuit het wijkteam leidt tot verkeerde resultaten en wie dan juridisch aansprakelijk is. Draagt het college op De gemeenteraad voor 1 december 2014 te informeren wie aansprakelijk is voor de hulpverlening vanuit de wijkteams en expertteams en hoe dit financieel wordt afgedekt.
Simone Kennedy ChristenUnie
Roel Mulder OPA
Amersfoort2014 Ben Stoelinga
A-2.5 NIET INGEDIEND 15 JULI 2014 AMENDEMENT
Beheersing financiële risico’s
Amersfoort, 15 juli 2014 Raadsvoorstel nr.: 470087 Inrichting wijkteams 2015 sociaal domein
Indieners overwegen dat: 1. per 1 januari 2015 de gemeente verantwoordelijk is voor een fors aantal nieuwe taken binnen het sociaal domein; 2. de (beperkte) financiële middelen zo effectief en efficiënt mogelijk ingezet moeten worden, zodat de kwetsbaren de hulp blijven krijgen die ze nodig hebben; 3. de wijkteams, als toegangspoort naar de zorg, de spil zijn van de transitie in het sociaal domein; 4. wijkteams mogelijk (nog) erg op zorg gericht zijn en minder op participatie; 5. de wijkteams hierdoor mogelijk nog zorg gaan leveren in plaats van te inventariseren wat er echt nodig is; 6. ook de professionals een transformatie naar een nieuwe denk- en werkwijze zullen moeten maken;
en stellen het onderstaande amendement voor.
De raad van de gemeente Amersfoort besluit: aan beslispunt 2 van het raadsbesluit 4700878 het volgende toe te voegen: c. de inhoud, de organisatie en financiën van de wijkteams strikt te monitoren en waar nodig, tijdig bij te sturen. En de raad voor 1 november 2014 te informeren over de punten waarop gemonitord gaat worden.
VVD Maarten Flikkema
M-2.6 VERWORPEN 15 JULI 2014
Motie Inzicht in ontslagen en functiereducties n.a.v. instelling wijkteams Amersfoort, 15 juli 2014 Indieners overwegen -
dat in De Ronde van 24 juni j.l. onvoldoende zicht is geboden op het aantal ontslagen en functiereducties die zich als gevolg van het voorliggende raadsvoorstel zullen voltrekken;
Draagt het college op Eens in de drie maanden de gemeenteraad te informeren m.b.t. het aantal ontslagen en functiereducties die zich bij de Huishoudelijjke Hulp en huidige aanbieders van jeugdzorg voltrokken hebben.
Ad Meijer SP
M-2.7 VERWORPEN 15 JULI 2014
Motie ‘Beperk overheadkosten wijkteams met 25%’ Raadsvoorstel: Inrichting Wijkteams 2015 Sociaal domein Amersfoort, 15 juli 2014,
De raad van de gemeente Amersfoort, Overwegende dat: -
We aan de vooravond staan van ingrijpende veranderingen in de zorg en ondersteuning met als belangrijke ontwikkeling de vorming van wijkteams; De wijkteams worden ingevuld op basis van berekeningen/schattingen, waardoor afwijkingen in zowel de zorgvraag als het aanbod kunnen optreden; De wijkteams moeten worden gefinancierd uit een beperkt budget, waarbij weinig tot geen ruimte is voor overschrijding; Vaststaat dat een deel van het budget per wijkteam op zal gaan aan zogenoemde “overheadkosten”, zoals bijvoorbeeld 39.000 euro managementkosten per wijkteam;
Verzoekt het college: -
Te onderzoeken op welke wijze de overheadkosten kunnen worden teruggebracht en richting de raad te komen met voorstellen over de wijze waarop deze besparing kan worden gerealiseerd;
BPA
VVD
Désirée Steenbeek-Los
Maarten Flikkema
M-2.8 VERWORPEN 15 JULI 2014
Motie ‘Inzicht BTW Risico’s wijkteams’
Raadsvoorstel: Inrichting Wijkteams 2015 Sociaal domein
Amersfoort, 15 juli 2014,
De raad van de gemeente Amersfoort,
Overwegende dat: -
Een belangrijk doel van de algehele kanteling van de zorg het realiseren van een hard benodigde kostenbesparing is; Er bij afwijking van de berekende zorgvraag of de voorgestelde inkooptarieven minder zorg kan worden geleverd dan verwacht; Er nu al zeer realistische risico’s inzake de BTW-druk bestaan die tot kostenverhogingen (en dus uiteindelijk minder zorg) kunnen leiden;
Verzoekt het college: -
Ruim voor de startdatum van de wijkteams te (laten) onderzoeken wat de consequenties zijn van een BTW-druk van 21% op het zorgaanbod en hierover te rapporteren aan de raad;
BPA Désirée Steenbeek-Los
M-2.9 AANGENOMEN 15 JULI 2014
Motie Normering inkomen bestuurders van aanbieders van zorg en ondersteuning De raad van de gemeente Amersfoort, Overwegende dat: De gemeente met ingang van 2015 verantwoordelijk wordt voor jeugdzorg, participatie en ondersteuning, begeleiding en verzorging van mensen met een ziekte of beperking. Deze nieuwe verantwoordelijkheden gepaard gaan met een aanzienlijke bezuiniging. Het beschikbare budget mede daarom zoveel als mogelijk uitgegeven dient te worden aan zorg en ondersteuning en dat hoge overheadkosten niet passend en onwenselijk zijn. Ons via de media berichten bereiken over bestuurders van maatschappelijke organisaties die een inkomen ontvangen dat ver boven de norm ligt zoals die nu al is vastgelegd in de Wet Normering Bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector op 130 % van een ministersalaris. Dat dit niet past, zeker niet in een tijd dat bezuinigd moet worden in de maatschappelijke sector en dat op de werkvloer veel ontslagen vallen. De regering een wetsvoorstel ‘Normering topinkomens’ (WNT) heeft ingediend, die zou moeten ingaan per 1 januari 2015, waarin geregeld wordt dat voor zorgaanbieders de norm komt te liggen op 100% van een ministersalaris. De mogelijkheid van een afbouwperiode van maximaal 4 jaar geen noodzakelijkheid inhoudt Afspraken met aanbieders van ondersteuning (gedeeltelijk) gezamenlijk met andere gemeenten in de regio worden gemaakt De gemeente vrij is om eigen eisen te stellen aan de offertes die in het kader van de drie decentralisaties zullen worden uitgebracht
draagt het college op: Om in de aanbestedingsvoorwaarden op te nemen en maximaal te bevorderen dat alle bestuurders van (in het kader van de drie decentralisaties) te contracteren organisaties niet meer verdienen dan de norm van bezoldiging in de WNTi Om hierbij geen afbouwperiode te hanteren noch gebruik te maken van constructies waarbij dezelfde bestuurder via een constructie als adviseur/consultant of ZZP-er alsnog een bezoldiging ontvangt boven de geldende norm Om dit standpunt aan de orde te stellen in het regionaal portefeuillehouderoverleg Sociaal Domein, i.c. met de gemeenten waarmee Amersfoort bij de drie decentralisaties samenwerkt Er voor te pleiten dat in de regionale aanbestedingsvoorwaarden opgenomen wordt dat bestuurders van te contracteren organisaties niet meer verdienen dan de norm van bezoldiging zoals vastgelegd is in de WNT.
Partij van de Arbeid Louis de la Combé i
OPA Amersfoort Roel Mulder
BPA Hans van Wegen
CDA Bas Aghina
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector of (indien van toepassing) de gewijzigde Aanpassingswet Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector.
A-2.10 VERWORPEN 15 JULI 2014 Amendement Beheersing risico’s wijkteams
Amersfoort, 8 juli 2014 Raadsvoorstel Inrichting wijkteams 2015 sociaal domein (4700878).
De raad van de gemeente Amersfoort in vergadering bijeen op 15 juli 2014 Overwegende dat 1. Wijkteams de toegangspoort zijn naar de zorg en daarmee de spil van de transitie in het sociaal domein. 2. De 10,9 miljoen euro die we uittrekken voor wijkteams vooral bestaat uit de salariskosten van professionals die worden aangetrokken uit de huidige zorgorganisaties. 3. Dit bedrag een schatting is op basis van de huidige verwachtingen van zorgvraag, aantal en omvang van de wijkteams. 4. de (beperkte) financiële middelen zo effectief en efficiënt mogelijk ingezet moeten worden, zodat de kwetsbaren de hulp blijven krijgen die ze nodig hebben. 5. Sommige professionals in de wijkteam mogelijk (nog) erg op zorg gericht zijn en minder op participatie. 6. Het niet de bedoeling is dat toezicht of monitoring ontaardt in bureaucratische papierwinkels, die de aandacht afleiden van het geven van zorg. en stellen het onderstaande amendement voor. De raad van de gemeente Amersfoort besluit: Beslispunt 2b van het raadsbesluit 4700878 “de sturing op de wijkteams te beleggen bij de gemeente” Te wijzigen in: “de sturing op de wijkteams te beleggen bij de gemeente, die ook de kwaliteit van de zorg, de organisatie en de kostenbeheersing van de wijkteams strikt zal monitoren en waar nodig tijdig bij zal sturen.”
Maarten Flikkema VVD
Simone Kennedy ChristenUnie
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder F. Imming
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: : : :
10-06-2014 24-06-2014 15-07-2014 15-07-2014
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 4716893 : 19 juni 2014 :
01-07-2014
TITEL Financiële kaders begrotingsgefinancierde jeugdzorg 2015, aangepaste versie
BESLISPUNTEN 1. Op basis van het regionaal transitiearrangement jeugd voor de regio Eemland en de in december 2013 ontvangen budgetcijfers van het Rijk, de voorlopige budgetten 2015 vast te stellen voor de huidige zorgaanbieders van Jeugd & opvoedhulp, Jeugdbescherming, Jeugdreclassering, Jeugdzorg+ en Bureau Jeugdzorg met als voorbehoud dat bij de vaststelling van de definitieve budgetten hiervan kan worden afgeweken indien : - het Rijk (in de Meicirculaire 2014) meer/minder middelen beschikbaar stelt, - de raad bij de vaststelling van de gemeentelijke begrotingen 2015-2018 op grond van hun integrale afweging besluiten meer/minder budget voor deze zorgcategorieën beschikbaar te stellen, dan wel de door zorgaanbieders beschikbaar gestelde gegevens niet correct blijken te zijn. 2. Het college de opdracht te geven voor de JGGZ en AWBZ jeugdzorg (KmB) de voorlopige budgetten 2015 vast te stellen in lijn met de gehanteerde uitgangspunten voor de begrotingsgefinancierde jeugdzorg en de gemaakte voorbehouden
AANLEIDING Per 1 januari 2015 worden de gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Het Rijk heeft in de meicirculaire 2014 het definitieve bedrag dat hiervoor in 2015 beschikbaar komt bekendgemaakt. Bij de vaststelling van het Regionaal Transitiearrangement Eemland (RTA) eind november 2013 bood de meicirculaire 2013 ons onvoldoende basis om de percentages in de transitiearrangementen te vertalen naar budgetten per zorgaanbieder voor 2015. Er waren te grote verschillen tussen de verwachte kosten van de jeugdzorg op basis van de zorguitvraag bij de zorgaanbieders en de dekking van de totale kosten jeugdzorg op basis van het macrobudget in mei 2013 (RTA, oktober 2013).
BEOOGD EFFECT Financiële duidelijkheid over de voorlopig te verwachten budgetten 2015 te bieden aan de begrotingsgefinancierde zorgaanbieders, te weten Jeugd & opvoedhulp, Jeugdbescherming, Jeugdreclassering, Jeugdzorg + en Bureau Jeugdzorg, voor de bovenregionale zorg en deel regionale zorg door middel van een begrotingsbrief.
ARGUMENTEN 1.1 De verbeterde budgetcijfers van het Rijk stellen ons in staat om financiële kaders vast te stellen voor een deel van de jeugdzorg. December 2013 heeft het Rijk een aangepaste versie van het macrobudget 2015 vrijgegeven. Met deze aanpassingen en de bekendmaking van de definitieve macrobudgetten in de meicirculaire 2014 is het voor ons mogelijk om, met enkele voorbehouden, financiële duidelijkheid te bieden aan de Inlichtingen bij :
C.M. Hoogenveen, MO/WO, (033) 469 42 36
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4716893 pagina 2
begrotingsgefinancierde jeugdzorg. Dit gebeurt in de vorm van regionale begrotingsbrieven per zorgaanbieder. De begrotingsbrieven zijn een uitwerking van de afspraken voor de bovenregionale zorg zoals we die in de regionale transitiearrangementen met de zorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg hebben gemaakt. In de begrotingsbrieven wordt tevens een budgetgarantie gegeven ten aanzien van een deel van de regionale zorg.
1.2 De begrotingsbrieven geven gemeenten, zorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg de tijd om de zorg voor 2015 goed te regelen en de gewenste transformatie verder vorm te geven. De begrotingsbrieven met voorlopige budgetten geven de noodzakelijke financiële duidelijkheid voor betreffende zorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg om hun organisatie te kunnen aanpassen aan de consequenties van de besparingen op de jeugdzorg en de gewenste beweging (transformatie) die we met elkaar willen maken. Tevens biedt het organisaties voldoende armslag om zorgcontinuïteit te leveren voor zowel bestaande als nieuwe cliënten. Momenteel wordt overleg gevoerd met de betreffende zorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg ter voorbereiding op het maken van afspraken rondom de definitieve prestaties voor 2015.
1.3 Voorbehouden richting zorgaanbieders Gezien alle onzekerheden zijn bij de beslispunten een aantal voorbehouden opgenomen die ook aan de zorgaanbieders worden meegedeeld. Wijzigingen in de rijksbudgetten en fouten in de aangeleverde gegevens kunnen redenen zijn om de voorlopige budgetten aan te passen. Ook uw raad kan bij de vaststelling van de begroting besluiten meer/minder budget aan deze zorgcategorie toe te kennen. Ter zake heeft uw raad op 9 juli 2013 besloten de decentralisaties te implementeren binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde budgetten en de al in de gemeentebegroting aanwezige middelen voor deze domeinen (o.a. jeugd en wijkwelzijn).
2.1 Voorlopige budgetten voor zorgaanbieders AWBZ en J-GGZ Met de bekendmaking van de definitieve macrobudgetten 2015 in de meicirculaire 2014 kunnen op korte termijn in lijn met de gehanteerde uitgangspunten voor de begrotingsgefinancierde jeugdzorg en de gemaakte voorbehouden ook voorlopige budgetten kenbaar worden gemaakt aan de zorgaanbieders AWBZ (kinderen met een beperking) en de J-GGZ. De vaststelling van deze budgetten zal door ons college plaatsvinden, onder voorbehoud van vaststelling van deze budgetten door uw raad in de begroting 20152018.
KANTTEKENINGEN 1.1 Er wordt slechts aan een deel van de jeugdzorgaanbieders financiële duidelijkheid geboden. In het voorliggende voorstel worden de voorlopige budgetten 2015 toegekend aan enkel de zorgaanbieders van de begrotingsgefinancierde jeugdzorg. De toekenning van de overige budgetten is thans nog niet mogelijk vanwege te grote onzekerheid in de cijfers. In de meicirculaire 2014 verwachten wij aangepaste budgetten.
FINANCIËN In de meicirculaire 2014 is voor de begrotingsgefinancierde jeugdzorg een budget beschikbaar van € 29,7 miljoen. Dit is een verhoging van € 2,4 miljoen ten opzichte van het beschikbare budget voor dit deel van de jeugdzorg in de decemberbrief 2013. Van het beschikbare deel van het macrobudget van € 29,7 miljoen voor de begrotingsgefinancierde jeugdzorg wordt thans een budgetgarantie afgegeven van € 22,5 miljoen. Gezien alle onzekerheden wordt ondanks de toevoeging aan het macrobudget voorgesteld de budgetgarantie aan de zorgaanbieders nu tov het oorspronkelijke raadvoorstel niet op te hogen. Dit betekent dat in regio Eemland voor dit deel van de jeugdzorg, na aftrek van de € 22,5 miljoen budgetgarantie voor de begrotingsgefinancierde jeugdzorg, € 7,2 miljoen overblijft voor kosten als landelijk arrangement (3,76% in tegenstelling tot 2,2%), uitvoeringskosten (vooralsnog 1,6%), stijgende zorgvraag, aanvullende lokale inzet in generalistische teams en mogelijke onverwachte kosten.
De verhoging van het macrobudget is niet voor alle Eemlandse gemeenten evenredig. Voorgesteld wordt de budgetgarantie naar rato van het macrobudget te verdelen over de gemeenten regio Eemland. Dit sluit aan
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4716893 pagina 3
bij de regionale afspraken over risicoverevening voor 2015. Op deze wijze hebben alle gemeenten naar rato een overeenkomstig budget beschikbaar voor de jeugdzorg om in te zetten ten behoeve van het functioneren van de wijkteams. Onderstaand schema geeft inzicht in de verdeling over de gemeenten in de regio Eemland obv de beschikbare budgetten voor het deel begrotingsgefinancierde jeugdzorg uit de meicirculaire 2014 .€ Macrobudget Verdeling garantie over gemeenten Reservering uitvoeringskosten/ landelijk arrangement Restant voor onverwachte kosten, nieuwe/ aanvullende zorg wijkteams
Regio Eemland
Amersfoort
Baarn
Bunschoten
Eemnes
Leusden
Soest
Woudenberg
29.723.422
20.426.353
1.639.716
776.377
605.726
1.926.364
3.146.206
1.202.680
22.547.310
15.494.828
1.243.840
588.937
459.486
1.461.283
2.386.619
912.317
1.593.175
1.094.853
87.889
41.614
32.467
103.253
168.637
64.464
5.582.936
3.836.672
307.987
145.827
113.773
361.828
590.950
225.899
Bijlage 2 geeft het voorlopige budget per zorgaanbieder zoals vastgelegd wordt in de begrotingsbrieven. Voor meer uitleg over de achtergronden en berekening van de budgetten zie bijlage 3.
RISICO’S Onderstaand zijn de belangrijkste risico’s weergegeven met betrekking tot het thans verstrekken van voorlopige budgetten 2015 aan de zorgaanbieders.
1.1 Het gewijzigd macrobudget 2015 is nog steeds niet toereikend voor de verwachte kosten. Het gewijzigde macrobudget 2015 versie december 2013 is voor het totaal van de jeugdzorg niet toereikend. Er is nog steeds sprake van niet verklaarbare verschillen tussen de historische budgetten die het Rijk ons heeft meegedeeld en informatie die wij krijgen van de zorgaanbieders en –verzekeraars (Vektis). In samenwerking met de regio’s in de provincie Utrecht worden thans de oorzaken van dit verschil in beeld gebracht en besproken met VNG en Rijk. De Utrechtse regio’s hebben hierover een brief naar VWS gestuurd (zie bijlage 1). Als het definitieve macrobudget 2015 niet toereikend zal zijn voor de kosten van de gehele jeugdzorg (inclusief Kinderen met een beperking en J-GGZ) zal dit mogelijk consequenties kunnen hebben voor de huidige toezeggingen. Ondanks de verhoging in de meicirculaire 2014 van het macrobudget voor de totale jeugdzorg regio Eemland met € 10,2 miljoen blijft het de vraag of dit voldoende is voor de totale kosten jeugdzorg 2015. Maatregel: in de begrotingsbrieven wordt aan de zorgaanbieders aangegeven dat indien er sprake blijft van tekorten voor het totaal van de jeugdzorg, de mogelijkheid bestaat dat de gemeenteraad bij begrotingsvaststelling 2015-2018 de budgetten 2015 gewijzigd vaststelt.
1.2 Beschikbaar bedrag voor wijkteams. Een belangrijk deel van de bezuinigingen dient te worden gerealiseerd door de wijkteams een sleutelrol te laten vervullen. Conform eerder genomen besluiten wordt het werk ten behoeve van de wijkteams (formatie en trajecten) ingekocht bij de huidige zorgaanbieders. Hiervoor worden nu ook budgetgaranties gegeven. Hiermee leggen de gemeentes zich vast aan deze aanbieders. Hieraan zijn risico’s verbonden zoals: voldoende beschikbaarheid gekwalificeerd personeel, mate waarin overhead bij zorgaanbieders kan worden teruggebracht (zodat overhead wijkteams kan worden gedekt). Maatregel: in de begrotingsbrieven aangeven dat de budgetgarantie nog bijgesteld kan worden als minder of andere prestaties geleverd worden door de betreffende organisatie dan waar de gelden voor bedoeld. randvoorwaarden opnemen ten aanzien van beperking overhead en beschikbaar stellen gekwalificeerd personeel voor wijkteams.
1.3 Beschikbaar bedrag voor uitvoering. Om continuïteit van de zorg te garanderen hanteren we het uitgangspunt dat wij het budget dat het Rijk ons beschikbaar stelt maximaal benutten voor de uitvoer van jeugdhulp. Dit betekent dat ons uitgangspunt is om geen extra kortingen te hanteren voor onze apparaatskosten/ uitvoeringskosten dan er beschikbaar en gereserveerd is in het macrobudget (ongeveer 1,6%). In de praktijk zal dit mogelijk onvoldoende blijken te
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4716893 pagina 4
zijn. Het is vooralsnog niet duidelijk in hoeverre er in de meicirculaire extra middelen zijn opgenomen voor uitvoeringskosten. In de begroting 2015 zullen wij u een totaaloverzicht bieden van de verwachtte uitvoeringskosten en de wijze waarop met middelen vanuit de decentralisaties sociaal domein inclusief de jeugdzorg zal moeten worden gedekt. Maatregel: De ambtelijke uitvoering wordt zo sober mogelijk ingericht zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit. De verwachting is dat in de meicirculaire 2014 meer budget is opgenomen voor dit deel van de kosten.
DUURZAAMHEID Nvt
VERVOLG Na goedkeuring van dit voorstel door alle gemeenteraden in de regio Eemland zal het regionaal inkoop- en subsidiebureau namens de colleges van B&W in de regio de begrotingsbrieven uitwerken en aan de aanbieders Jeugd & Opvoedhulp, Jeugdbescherming, Jeugdreclassering, Jeugdzorg+ en Bureau Jeugdzorg verzenden. Op basis van de begrotingsbrieven zullen we nadere afspraken maken over onder meer: De te leveren zorg (volume, prijs, voorwaarden en kwaliteitseisen); Het realiseren van de innovatie van de zorg in 2015; De samenwerking in de keten en met partnerinstellingen; De rol en bijdrage aan de wijkteams/generalistische teams; De wijze van registratie en verantwoording Het regionaal inkoop en subsidiebureau regio Amersfoort realiseert de contracten/subsidies voor 2015 zodat deze, na vaststelling van de begroting 2015 in de raad, definitief kunnen worden afgesloten. Het contracteren en subsidiëren van de bovenregionale zorg wordt gerealiseerd in samenwerking met de gemeentelijke/regionale inkoop en subsidieorganisaties in de 6 Utrechtse regio’s. In het verlengde van de gehanteerde uitgangspunten en gemaakte voorbehouden bij de begrotingsgefinancierde jeugdzorg zullen wij ook het proces tot het maken van afspraken met de zorgaanbieders Kinderen met een beperking en de J-GGZ starten. Inmiddels hebben conform afspraken van het Rijk over de JGGZ gesprekken plaatsgevonden met de zorgverzekeraar Achmea.
BETROKKEN PARTIJEN Gemeenten Eemland, gemeenten overige 5 Utrechtse regio’s, te weten stad Utrecht, regio Utrecht West, regio Utrecht Zuid oost, regio Lekstroom en regio FoodValley, provincie Utrecht, begrotingsgefinancierde jeugdzorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg Utrecht.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
Bijlagen
- brief VWS - Overzicht voorlopige budgetten 2015 - Toelichting berekening voorlopige budgetten 2015
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr .4716893
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 juni 2014, sector MO/WO (nr.4716893); b e s l u i t: 3. Op basis van het regionaal transitiearrangement jeugd voor de regio Eemland en de in december 2013 ontvangen budgetcijfers van het Rijk, de voorlopige budgetten 2015 vast te stellen voor de huidige zorgaanbieders van Jeugd & opvoedhulp, Jeugdbescherming, Jeugdreclassering, Jeugdzorg+ en Bureau Jeugdzorg met als voorbehoud dat bij de vaststelling van de definitieve budgetten hiervan kan worden afgeweken indien : - het Rijk (in de Meicirculaire 2014) meer/minder middelen beschikbaar stelt, - de raad bij de vaststelling van de gemeentelijke begrotingen 2015-2018 op grond van hun integrale afweging besluiten meer/minder budget voor deze zorgcategorieën beschikbaar te stellen, dan wel de door zorgaanbieders beschikbaar gestelde gegevens niet correct blijken te zijn. 1. het college de opdracht te geven voor de JGGZ en AWBZ jeugdzorg (KmB) de voorlopige budgetten 2015 vast te stellen in lijn met de gehanteerde uitgangspunten voor de begrotingsgefinancierde jeugdzorg en de gemaakte voorbehouden.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 juli 2014. de griffier
de voorzitter
Gemeente Amersfoort
BIJLAGE 1 Gezamenlijke brief aan ministerie van VWS
27 februari 2014
Betreft: budgetten voor de uitvoering jeugdwet 2015
Aan het Ministerie van VWS, Deze brief is een gezamenlijke reactie van de gemeenten van de provincie Utrecht, inclusief Wijdemeren en Weesp op de budgetten voor de uitvoering van jeugdwet, zoals u die heeft gepubliceerd in de decembercirculaire gemeentefonds 20131. Hoezeer wij uw poging tot meer duidelijkheid ook waarderen, net als de moeite die u heeft gestoken in de mondelinge toelichting per regio, het blijkt onvoldoende soelaas te bieden voor het maken van bindende en houvast biedende afspraken met aanbieders. Namens de wethouders van de andere gemeenten wil ik u laten weten dat wij ons hierover grote zorgen maken. Zoals de transitiecommissie stelselwijziging jeugd aan u heeft gerapporteerd, zijn wij met het maken van onze regionale transitiearrangementen gestuit op een aanzienlijk verschil tussen het ons toebedeelde bedrag in de meicirculaire 2013 en het budget dat volgens de zorgaanbieders omging in 2012. Het totale budget voor onze gemeenten is sinds december weliswaar verhoogd, maar de kloof lijkt beslist onvoldoende gedicht. Dit ondanks het feit dat we in overleg met de aanbieders ook het door hen opgegeven budget op een aantal punten hebben kunnen corrigeren. Het verschil in macro-budget en “uitvraagbudget” is nog steeds dermate groot dat het ons belemmert in het maken van afspraken. Sommige regio’s zien een fors tekort, sommige regio’s lijken juist over te houden. En wanneer we dieper inzoomen op waar volgens ons de verschillen door veroorzaakt worden, dan leidt dit eerder tot een diffuser dan een duidelijker beeld. De grote verschillen lijken zich te concentreren op een drietal onderwerpen: 1. Het woonplaatsbeginsel: door de veranderde definitie is voor de “voogdij-groep” meer helderheid ontstaan, maar voor de jongeren die vrijwillig in residentiele zorg zitten is dat zeker niet het geval. Aanbieders van residentiële zorg blijken vaak moeite te hebben om de oorspronkelijke woonplaats van cliënten te achterhalen. Verder lijkt het gewijzigde woonplaatsbeginsel ertoe te leiden, dat op gemeentelijk niveau de verschillen tussen toegekend budget en opgegeven budget alleen maar groter worden. We zijn dan ook benieuwd naar de gegevens die uw ministerie heeft gebruikt om tot de huidige verdeling te komen. 2. In de AWBZ is het voor een fors aantal zwaardere (en dure) onderdelen niet duidelijk voor gemeenten en aanbieders of dit nu overgeheveld wordt naar de Jeugdzorg of naar de Langdurige zorg. Dit veroorzaakt onzekerheid in de opgegeven budgetten, die zowel negatief als positief kan uitpakken. 1
De onderwerpen in de brief zijn op verschillende momenten aan de orde geweest in het overleg van gemeenten/ regio’s en het Rijk. Er is geen formele recatie op de brief geweest.
Gemeente Amersfoort
3. Voor de GGZ geldt dat 2012 een overgangsjaar betreft, omdat toen de DBC-structuur is ingevoerd. Deze nieuwe structuur leidde tot noodzakelijke correcties (GGZ-instellingen noemen dit het “DBCgat”), die nu een goed beeld en een goede vergelijking met het “uitvraagbudget” in de weg staan. Tot op heden heeft contact met uw ministerie, VNG en King helaas niet tot meer duidelijkheid geleid. En ook van andere regio’s buiten de provincie Utrecht ontvangen wij signalen dat ze op deze punten lijken vast te lopen. Omdat voor het verdeelmodel van 2015 uitgegaan wordt van de huidige situatie, zou er geen groot verschil meer mogen zijn hoe de verschillende regio’s uitkomen met het aan hen toebedeelde budget. Als we meer inzicht krijgen in de onderliggende cijfers van het verdeelmodel (op welke gegevens zijn die gebaseerd) kunnen we ook de verschillen zien, met de opgaven van de zorgaanbieders en het grootste deel van de onduidelijkheid wegnemen. Graag zouden we op zeer korte termijn van u informatie willen ontvangen op bovenstaande punten, zodat wij de stappen kunnen zetten, ook met onze gemeenteraden, om tot houvast biedende en bindende afspraken met onze zorgaanbieders te komen. Hopend op een spoedige reactie, Namens de 27 andere wethouders van de provincie Utrecht J.W. Spigt Wethouder Jeugd, Werk en Inkomen, Sport en Wijk Overvecht Gemeente Utrecht
Gemeente Amersfoort
BIJLAGE 2
Overzicht voorlopige budgetten 2015 begrotingsgefinancierde zorgaanbieders
Organisatie J&O en JB/JR Bureau Jeugdzorg Utrecht De Rading Horizon (jeugdzorg en onderwijs) Intermetzo Leger des Heils Lijn 5 Lindenhorst-Almata Stichting Parlan jeugd en opvoedhulp Pluryn - De Hoenderloo Groep Stichting gereformeerd Jeugdwelzijn Reinaerde s Heeren Loo Timon William Schrikker Groep YouKé Subtotaal J&O en JB/JR
BudgetUitvraag na korting Budgetgarantie garantie in % *) 3,5% totaal 8.093.821 3.016.590 133.824 897.449 2.304.044 1.144.134 2.233.107 308.172 44.459 408.388 106.905 23.734 792.227 1.299.855 7.371.698 28.178.407
6.515.345
80,5%
2.444.739
81,0%
103.600
77,4%
717.960
80,0%
1.843.236
80,0%
915.307
80,0%
1.728.761
77,4%
240.158
77,9%
35.567
80,0%
326.710
80,0%
85.524
80,0%
18.987
80,0%
633.782
80,0%
1.040.275
80,0%
5.897.358
80,0%
22.547.310
80,0%
De bedragen hebben betrekking op Jeugd- en Opvoedhulp en gedwongen kader (Jeugdreclassering en Jeugdbescherming). Gedwongen kader geldt alleen voor Bureau Jeugdzorg Utrecht, Leger des Heils, Stichting Gereformeerd Jeugdwelzijn en de William Schrikker Groep. *) De verschillen bij de zorgaanbieders in budgetgarantie heeft te maken met het feit dat deze zorgaanbieders enkel zorg leveren in de bovenregionale jeugdzorgtaken, dus geen zorg in de lokale zorgstructuur/ generalistische teams. Op basis van de RTA percentages kunnen deze zorgaanbieders dan onder of boven de 80% terechtkomen. Onder de 80% indien zij jeugdzorgtaken bieden waarop 80% budgetgarantie is afgegeven en boven de 80% indien zij jeugdzorgtaken bieden waarop 95% of 100% budgetgarantie is afgegeven.
Gemeente Amersfoort
BIJLAGE 3 jeugdzorg
Toelichting berekening voorlopige budgetten 2015 begrotingsgefinancierde
Beschikbaar budget Per 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg. De gemeenten ontvangen daarvoor middelen van het Rijk, het zogenoemde macrobudget. Dit macrobudget is onderverdeeld in drie sectoren: de begrotingsgefinancierde jeugdzorg (provincie en Rijk), de AWBZ gefinancierde jeugdzorg (kinderen met een beperking) en de zorgverzekerde zorg (Jeugd GGZ). Zie overzicht nr. 1. De overdracht van de jeugdzorgtaken gaat echter gepaard met een landelijke kortingen. Voor 2015 is dat 3,5% voor alle jeugdzorg, respectievelijk 22% voor een deel van de AWBZ zorg. In de meicirculaire is het macrobudget voor alle drie de sectoren jeugdzorg regio Eemland verhoogd met gemiddeld 18% op het totaal budget voor de jeugdzorg. Omdat de landelijke korting voor 2015 een vast bedrag is, is daarmee het percentage van de landelijke korting naar rato percentueel gedaald naar gemiddeld 3% met uitzondering van een deel van de AWBZ zorg. Overzicht nr. 1: budget uitgesplitst naar huidige financieringsstroom, situatie decembercirculaire 2013 en meicirculaire 2014, bron: Bijstelling verdeling historische middelen jeugdzorg 2011, 3 december 2013.
Macrobudget Eemland
Regio Eemland (€) Amersfoort (€) Regio Eemland (€) Decmeber 2013 December 2013 Mei 2014
Amersfoort (€) Mei 2014
Begrotingsgefinancierde jeugdzorg
27.267.924
18.715.675
29.723.422
20.426.353
J-GGZ (ZVW)
15.750.724
7.949.706
17.139.989
8.814.826
Kinderen met een beperking (AWBZ)
14.446.426
7.628.866
20.792.421
12.129.834
Totaal budget
57.465.074
34.294.246
67.655.832
41.371.013
Bovenregionale verdeling De toekenning van de voorlopige budgetten begrotingsgefinancierde jeugdzorg is een uitwerking van de afspraken zoals vastgelegd in het Regionaal Transitiearrangement Eemland (RTA). Hierbij werkt regio Eemland samen met de andere Utrechtse regio’s, te weten stad Utrecht, regio Zuid Oost, regio West, regio Lekstroom en regio FoodValley. Het macrobudget 2015 voor het deel begrotingsgefinancierde jeugdzorg is vergeleken met de kosten van de zorg op basis van de zorguitvraag 2012. Hieruit blijkt dat het macrobudget voor de zes Utrechtse regio’s gezamenlijk vooralsnog toereikend is, maar laat opmerkelijke verschillen zien tussen de regio’s onderling. Dit is met de meicirculaire 2014 eveneens het geval ook al hebben er zowel tussen regio’s onderling als tussen gemeenten in de regio’s flinke verschuivingen van budgetten plaatsgevonden. Met de 6 Utrechtse regio’s is besloten om bij de toekenning van budgetten het uitgangspunt te hanteren dat er niet meer toegezegd wordt dan op grond van de budgetten voor dit deel van de jeugdzorg uit het macrobudget beschikbaar is (in geval van ‘tekort’) dan wel niet meer beschikbaar gesteld wordt dan op grond van de Zorguitvraag gerechtvaardigd is (ingeval van ‘overschot’). Onderstaand overzicht geeft de verdeling over de 6 Utrechtse regio’s weer op basis van de decembercirculaire 2013. Voor regio Eemland was er met de cijfers van de decembercirculaire 2013 sprake van een berekend tekort van € 0,9 miljoen. Dit is het verschil tussen de verwachtte kosten op basis van zorguitvraag 2012 en het beschikbaar budget voor dit deel van de jeugdzorg op basis van het macrobudget, december 2013. Met de meicirculaire 2014 is dit voor onze regio gewijzigd naar een verwacht overschot van 1,5 miljoen. In lijn met het besluit van de 6 Utrechtse regio’s zal regio Eemland niet meer beschikbaar stellen dan op grond van de Zorguitvraag gerechtvaardigd is. Overzicht 2b geeft aan wat het gewijzigde macrobudget mei 2014 versus kosten begrotingsgefinancierde jeugdzorg betekent voor regio Eemland. Overzicht nr. 2a: verdeling macrobudget december 2013 versus kosten begrotingsgefinancierde jeugdzorg obv zorguitvraag 6 Utrechtse regio’s
Gemeente Amersfoort
Bron: Bijstelling verdeling historische middelen jeugdzorg 2011, 3 december 2013 en Zorguitvraag bij de zorgaanbieders jeugd 2012 Regio
Macrobudget
Utrecht Stad
€
57.947.132
% prov jeugdzorg 58%
Macrobudget jeugdzorg
Uitvraag incl korting 3,5% € 35.285.640
Verschil
€
33.862.855
Eemland
€
57.465.074
47%
€
27.267.924
€
28.178.407
€
-910.483
Lekstroom
€
37.822.524
54%
€
20.270.895
€
17.952.422
€
2.318.473
West
€
33.646.600
47%
€
15.833.694
€
12.729.797
€
3.103.897
Zuidoost
€
42.124.123
Totaal
€ 229.005.453
€ -1.422.785
50%
€
20.896.869
€
22.317.358
€ -1.420.489
52%
€
118.148.434
€
116.178.448
€ 1.969.986
Overzicht nr. 2b: nieuwe verdeling aan van het macrobudget mei 2014 versus kosten begrotingsgefinancierde jeugdzorg regio Eemland
Regio Eemland
% prov. Macrobudget Uitvraag incl. korting Macrobudget jeugdzorg jeugdzorg 3,5% Verschil € 67.655.832 44% € 29.723.422 € 28.178.407 € 1.545.015
Regionale verdeling Ook binnen de regio Eemland is er vooralsnog sprake van grote verschillen tussen het macrobudget en de kosten van de jeugdzorg op basis van de zorguitvraag 2012. Dit geldt zowel in de situatie van de decembercirculaire 2013 als met de meicirculaire 2014. Onderstaand schema nr. 3 geeft een overzicht van de verschillen tussen de gemeenten Eemland. Overzicht nr. 3: verdeling macrobudget meicirculaire 2014 versus kosten begrotingsgefinancierde jeugdzorg obv zorguitvraag gemeenten Eemland € Macrobudget Zorguitvraag [na Rijkskorting) Verschil
Regio Eemland
Amersfoort
Baarn
Bunschoten
29.723.422
20.426.353
1.639.716
776.377
28.178.407
18.632.347
1.350.624
1.545.015
1.794.006
289.092
Eemnes
Leusden
Soest
Woudenberg
605.726
1.926.364
3.146.206
1.202.680
889.740
441.293
1.827.321
4.082.734
954.349
-113.363
164.433
99.043
-936.528
248.331
De oorzaak van bovenstaande verschillen tussen de gemeenten is vooralsnog niet te achterhalen. Het zal te maken kunnen hebben met het niet juist hanteren van het woonplaatsbeginsel. In de toelichting van het Rijk op de cijfers van de meicirculaire geven zij aan dat de huidige definitieve budgetten meer aansluiten bij de realistische cijfers van historisch gebruik van jeugdzorg2.Tegelijkertijd is de betekenis van de verschillen beperkt omdat de zorguitvraag het jaar 2012 betreft dat wezenlijk verschilt van de situatie in 2014/2015. In de afgelopen jaren is het zorgaanbod sterk veranderd zoals een sterke afbouw van residentiële zorg ten gunste van ambulante zorgvormen. Voorgesteld wordt de budgetgarantie naar rato van het macrobudget te verdelen over de gemeenten regio Eemland. Dit sluit aan bij de regionale afspraken over risicoverevening voor 2015. Op deze wijze hebben alle gemeenten naar rato een overeenkomstig budget beschikbaar voor de jeugdzorg om in te zetten ten behoeve van het functioneren van de wijkteams. Risicodeling Op 6 februari 2014 is in het Bestuurlijk Overleg Sociaal Domein Regio Amersfoort besloten om bij jeugd en enkele delen van de AWBZ in 2015 regionaal de risico’s af te dekken. Dit betekent dat gemeenten, onafhankelijk of de zorg in de eigen gemeente wordt geleverd, in het geval van tekorten op basis van historische budgetten naar rato het verschil bijleggen. Ook al is regio Eemland met de meicirculaire 2014 van een regio met een tekort van 0,9 miljoen voor dit deel van de jeugdzorg 2
Verdeling historische middelen jeugdhulp 2012, Cebeon, en Sociaal Cultureel Planbureau, Den Haag / Amsterdam, mei 2014
Gemeente Amersfoort
gewijzigd naar een regio met een overschot van 1,5 miljoen, het principe van risicodeling blijft van kracht. Ook in het breed wethoudersoverleg Utrechtse gemeenten van 12 december 2013 is besloten tot risicobeheersing door gezamenlijke financiering van de in de RTA genoemde bovenregionale jeugdzorgtaken in 2015. In opdracht van de Utrechtse regio’s zal KPMG in overleg met de ambtelijke stuurgroep en wethouders dit vraagstuk uitwerken tot een concreet voorstel dat na de zomer ter besluitvorming aan u zal worden voorgelegd. Regionaal Transitiearrangement Jeugdzorg Eemland De percentages per zorgcategorie zoals vastgesteld in het RTA vormen de basis voor de berekening van de voorlopige budgetten. De percentages zijn een uitdrukking van de beweging en vernieuwing die gemeenten met de zorgaanbieders willen realiseren. De in het RTA genoemde percentages per zorgcategorie moeten organisaties voldoende armslag bieden om zorgcontinuïteit te leveren voor zittende en wachtende cliënten. Onderdeel van de afspraken in het RTA is dat de zorgaanbieders vanuit het oogpunt van zorgcontinuïteit – onafhankelijk van de geleverde zorg in het betreffende jaar het gehele bedrag uitbetaald krijgen. Dit is een afspraak die alleen geldt voor 2015. Overzicht nr. 4 geeft inzicht in de voorlopige verdeling budgetten begrotingsgefinancierde jeugdzorg over de gemeenten Eemland. Overzicht nr. 4: Voorlopige verdeling budgetten begrotingsgefinancierde jeugdzorg regio Eemland obv de definitieve budgetten 2015 vastgelegd in de meicirculaire 2014. € Macrobudget Verdeling garantie over gemeenten Verschil Reservering uitvoeringskosten/ landelijk arrangement Restant voor onverwachte kosten, nieuwe/ aanvullende zorg wijkteams
Regio Eemland
Amersfoort
Baarn
Bunschoten
Eemnes
Leusden
Soest
Woudenberg
29.723.422
20.426.353
1.639.716
776.377
605.726
1.926.364
3.146.206
1.202.680
22.547.310 7.176.111
15.494.828 4.931.524
1.243.840 395.876
588.937 187.440
459.486 146.240
1.461.283 465.081
2.386.619 759.587
912.317 290.362
1.593.175
1.094.853
87.889
41.614
32.467
103.253
168.637
64.464
5.582.936
3.836.672
307.987
145.827
113.773
361.828
590.950
225.899
Ten opzichte van het RTA zijn twee wijzigingen in de percentages doorgevoerd: In het kader van het in standhouden van een werkzame infrastructuur voor de jeugdbescherming en de jeugdreclassering hebben de Utrechtse regio’s, Bureau Jeugdzorg Utrecht en de landelijk werkende instellingen (de William Schrikker Groep, Christelijke Jeugdzorg/Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering) in februari 2014 nadere afspraken gemaakt. Conform de landelijke richtlijnen is daarbij in afwijking van het RTA een budgetgarantie van 80% afgegeven. In het RTA is het percentage voor de regionale jeugdzorgtaken, te weten generalistische en preventieve zorg, in de regio Eemland vooralsnog op 0% gezet. De reden hiervoor was om dit budget te reserveren voor de kosten van deelname van jeugdzorgmedewerkers aan de wijkteams. Omdat hierdoor een aantal zorgaanbieders onder de 80% komen, ontstaan er risico’s ten aanzien van de zorgcontinuïteit. Met de 6 Utrechtse regio’s is afgesproken om te zorgen dat alle zorgaanbieders in 2015 een budgetgarantie van tenminste 80% van het gecorrigeerde budget 2012 ontvangen. Het toe te kennen bedrag voor regionale jeugdzorgtaken zal worden ingezet ten behoeve van het functioneren van de wijkteams. Dat betekent dat de zorgaanbieders met de 80% voorlopige budgetgarantie een passend en dekkend zorgaanbod moeten leveren voor de zorg voor jeugd, zowel ten behoeve van de continuïteit van zorg als ten behoeve van nieuwe instroom als voor de inzet aan lokale zorgstructuur (zoals deelname aan de sociale teams). De resterende budgetten jeugdzorg (laatste rij in het schema) zullen vooralsnog worden gereserveerd voor onverwachte kosten (zoals nieuwe zorgvragen en/ of ontstaan van wachtlijsten) als mogelijke nieuwe en/ of benodigde aanvullende inzet van zorg bij de zorgaanbieders of ten gunste van de wijkteams.
M-3.1 AANGENOMEN 15 JULI 2014
MOTIE Meten behandelingsresultaten (outcome-criteria)
Amersfoort, 15 juli 2014 Raadsvoorstel nr.: Financiële kaders begrotingsgefinancierde jeugdzorg 2015, aangepaste versie (4716893)
De raad van de gemeente Amersfoort; overwegende dat de transitie jeugdzorg ook voor een kwaliteitsverbetering van de jeugdhulp moet zorgen, maar dat we dit wel moeten meten; de gemeenten op dit moment nauwelijks zicht hebben op de kwaliteit en de effectiviteit van de jeugdhulp bij bestaande en eventueel nieuwe jeugdhulpaanbieders; volgens een brief van 10 juni jl. van het ministerie van VWS aan de Tweede Kamer voor het meten van de behandelingsresultaten een basisset outcome-criteria is ontworpen; dit een handreiking is van VNG, Kwaliteitsinstituut Gemeenten, Nederlands Jeugd Instituut aan gemeenten en aanbieders van jeugdhulp; outcome-criteria zijn te koppelen aan typen diensten of veel voorkomende combinaties van diensten, zoals bij hulptrajecten en zorgpakketten; gekozen is voor een basisset van 3 criteria: uitval, tevredenheid en doelrealisatie; om kwalitatieve en effectieve jeugdhulp te contracteren inzicht in deze criteria onontbeerlijk is; het jaar 2015 nog een overgangsjaar is, maar al in 2015 contractbesprekingen gaan plaatshebben met het oog op het jaar 2016. verzoekt het college 1. In de overgangsarrangementen met jeugdhulpaanbieders nu al afspraken te maken over een meting van de behandelingsresultaten aan de hand van 3 outcome-criteria (uitval, tevredenheid en doelrealisatie) en het toepassen hiervan bij de voorbereiding van de inkoopcontracten voor het jaar 2016. 2. De gemeenteraad over het opnemen van de criteria in de contracten voor 15 mei 2015 te informeren.
VVD Koos Voogt
D66 Tyas Bijlholt
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouders A. Houwing /J.C. Buijtelaar
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: : : :
03-06-2014 24-06-2014 15-07-2014 15-07-2014
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 4700030 : 3 juni 2014 :
Met in achtneming van aangenomen amendementen
TITEL Overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening BESLISPUNTEN 1. te besluiten dat in overeenstemming met artikel 6.5, derde lid, van het Besluit omgevingsrecht een verklaring van geen bedenkingen, zoals bedoeld in artikel 2.27 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, niet is vereist in de navolgende categorieën van gevallen: a. bij het weigeren door burgemeester en wethouders van een aanvraag om toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; b. bij het beslissen door burgemeester en wethouders op een aanvraag om toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, indien de op de aanvraag betrekking hebbende activiteiten niet strijdig zijn met de door de gemeenteraad vastgestelde vigerende structuurvisie en andere beleidsbeslissingen en betrekking hebben op: - het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van woningen c.q. woongebouwen tot een maximum van 50 woningen binnen de bebouwde kom; - het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van bedrijven, mits gelegen op bedrijventerreinen; - het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van winkels, bedrijven, kantoren en horeca op buurt- en wijkniveau; - het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van bouwwerken ten behoeve van sport en recreatie en ten behoeve van maatschappelijke doeleinden en cultuur, mits de bebouwing en het beoogde gebruik daarvan in relatie tot de omgeving niet hinderlijk van aard is; - het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van bouwwerken voor openbare nutsvoorzieningen, het openbaar vervoer en het wegverkeer, zoals elektriciteitsgebouwen, gemalen en wachthuisjes; - het aanleggen van nieuwe en/of wijzigen van bestaande (spoor)weg- en waterinfrastructuur, parkeer- en groenvoorzieningen met de bijbehorende bouwwerken en werken; - het oprichten van bouwwerken en het aanleggen van werken ten behoeve van de functies water en natuur; - het realiseren van functiewijzigingen van gebouwen en/of onbebouwde gronden, anders dan ten behoeve van bouwen, op buurt- en wijkniveau; - het realiseren van functiewijzigingen van bestaande gebouwen met de daaruit voortkomende bouwactiviteiten, evenals het uitbreiden van bestaande functies op buurt- of wijkniveau; - het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van kleinschalige milieuvoorzieningen van algemeen belang, zoals voorzieningen voor afvalinzameling; - het afwijken van in het bestemmingsplan gehanteerde maten en aantallen tot ten hoogste 25% en het overschrijden van in het bestemmingsplan opgenomen bestemmings- en bouwgrenzen en aanduidingen met ten hoogste 10 m;
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4700030 pagina 2
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde; het realiseren van bijbehorende bouwwerken bij woningen buiten de bebouwde kom; het uitbreiden van bestaande niet-agrarische bedrijven buiten de bebouwde kom met maximaal 15 %. 2. te besluiten dat de bevoegdheid tot het nemen van besluiten op grond van artikel 6.12, eerste en tweede lid, van de Wet ruimtelijke ordening (Grondexploitatie), voor zover deze betrekking hebben op een omgevingsvergunning, overeenkomstig artikel 6.12, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening te delegeren aan burgemeester en wethouders. 3. te besluiten dat de hiervoor genoemde beslispunten van toepassing zijn op alle aanvragen om een omgevingsvergunning die na [datum raadsbesluit…2014] zijn ingediend. AANLEIDING In het coalitieakkoord is onder het kopje “Deregulering” het voorstel opgenomen om de bevoegdheden voor de besluitvorming over Wabo-projectbsluiten aan burgemeester en wethouders te laten. Dit voorstel beschrijft op welke wijze dat vorm kan worden gegeven. Onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zijn burgemeester en wethouders onder andere bevoegd tot het verlenen van omgevingsvergunningen, waarbij wordt afgeweken van bestemmingsplannen. Bij grotere afwijkingen van het bestemmingsplan moet de raad voordat door het college een omgevingsvergunning kan worden verleend een verklaring van geen bedenkingen afgeven. De raad kan echter categorieën van gevallen aanwijzen, waarin zo’n verklaring niet nodig is. Voorgesteld wordt te besluiten dat voor een aantal met name genoemde categorieën van gevallen, die in overeenstemming zijn met door de gemeenteraad vastgesteld ruimtelijk beleid (structuurvisie) en andere beleidsbeslissingen, geen voorafgaande verklaring van geen bedenkingen van de raad is vereist. Daarmee kan worden bereikt dat het besluit over een omgevingsvergunning in één hand (van het college) komt, wordt tijdwinst behaald in het besluitvormingsproces, worden dubbele toetsingen en extra procedures in agendering en behandeling van stukken voor (de Ronde en) de raad voorkomen en is de kans op overschrijding van termijnen beperkt. Daarnaast wordt voorgesteld om de bevoegdheid van de raad om bij omgevingsvergunningen exploitatieplannen vast te stellen (of daarvan af te zien) aan burgemeester en wethouders te delegeren. TOELICHTING In verreweg de meeste gevallen zijn burgemeester en wethouders bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning. In een beperkt aantal situaties kan het bevoegd gezag geen omgevingsvergunning verlenen voordat een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen (verder te noemen: vvgb) heeft uitgebracht over bepaalde aspecten van de vergunning. Een vvgb is onder andere voorgeschreven indien er sprake is van een (grotere) afwijking van het bestemmingsplan. Dit wordt ook wel het Waboprojectbesluit genoemd. Bij het “Waboprojectbesluit” is een vvgb van de gemeenteraad vereist. In de Wabo is geregeld dat de gemeenteraad de afweging of voor het betrokken project wordt afgeweken van het bestemmingsplan ook kan overlaten aan het college. In artikel 6.5 van het Besluit omgevingsrecht is daarover vastgelegd, dat de raad categorieën van gevallen kan aanwijzen waarin geen verklaring van geen bedenkingen is vereist. In dat geval beslist niet de raad maar beslissen burgemeester en wethouders over de mogelijkheid tot afwijken van het bestemmingsplan (en vervalt dus de verplichting van een aan de omgevingsvergunning voorafgaande vvgb van de raad). Met het besluit van de raad, waarin voor categorieën van gevallen wordt vastgelegd, dat geen verklaring van geen bedenkingen is vereist, wordt bereikt dat de besluitvorming over de omgevingsvergunning geheel in handen van het college komt. Dit is een efficiënte werkwijze en levert tijdwinst op in het besluitvormingstraject. Dat is mede van belang omdat binnen 26 weken moet worden beslist op een aanvraag om een Wabo-projectbesluit. Met het besluit van de raad wordt bovendien voorkomen dat niet én de raad (bij de vvgb) én het college (bij de verlening van de vergunning) beoordelen of de aanvraag voldoet aan de eisen van goede ruimtelijke ordening.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4700030 pagina 3
Delegatie exploitatieplan bij omgevingsvergunning Aan een omgevingsvergunning kan op grond van de Grondexploitatiewet (Wro afdeling 6.4) ook een exploitatieplan zijn gekoppeld. Dat plan waarborgt o.a. het verhaal van gemeentelijke kosten bij particuliere grondexploitatie als het sluiten van een privaatrechtelijke overeenkomst daarover met de particuliere eigenaar niet mogelijk is. Op grond van de Wro is de raad bevoegd om een exploitatieplan vast te stellen. Deze bevoegdheid kan op grond van artikel 6.12, lid 3 van de Wro juncto hoofdstuk 1 afdeling 3.3 van de Invoeringswet Wabo door de raad worden gedelegeerd aan het college. Dat geldt ook voor de bevoegdheid om te besluiten om geen exploitatieplan vast te stellen als aan de voorwaarden is voldaan van artikel 6.12, lid 2 van de Wro (het verhaal van de kosten van grondexploitatie is verzekerd door middel van het sluiten van een voorafgaande overeenkomst met de betrokken eigenaar/ontwikkelaar). Met het delegeren van de vaststelling van het bij de omgevingsvergunning behorende exploitatieplan (dan wel het besluit om dat plan niet vast te stellen) wordt bereikt dat de besluitvorming omtrent dat plan in handen komt van het gezag, dat ook is bevoegd om te beslissen over de omgevingsvergunning zelf. Ook hier geldt dat er in dat geval sprake is van een efficiënte werkwijze en tijdwinst. Voorgeschiedenis In 2011 (raadsvoorstel “Overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening, reg.nr 3551806), is aan de raad een met het voorliggende voorstel vergelijkbaar voorstel gedaan voor de overdracht van bevoegdheden. Door de raad is destijds (25 januari 2011) in meerderheid besloten om de desbetreffende bevoegdheden niet aan het college over te dragen. De lijst met de nu voorgestelde categorieën van gevallen correspondeert met de lijst uit 2011, met dien verstande dat de categorie “het realiseren, veranderen, vervangen of uitbreiden van woningen c.q. woongebouwen tot een maximum van 100 woningen binnen de bebouwde kom (uit de lijst van 2011) in het voorliggende voorstel is teruggebracht naar 50 woningen. BEOOGD EFFECT Vereenvoudigde en versnelde besluitvorming. Met het besluit wordt een praktische werkwijze bereikt, tijdwinst en een goede dienstverlening naar de aanvrager, waarbij minimaal wordt voldaan aan de termijnen die zijn gesteld in de Wabo. Het voorstel voorkomt extra procedures in agendering en behandeling van stukken door (de Ronde en) de raad. ARGUMENTEN 1.1 De raad heeft de kaders aangegeven. Alleen als die worden gerespecteerd kunnen burgemeester en wethouders afzien van het vragen van een verklaring van geen bedenkingen aan de raad. In de andere gevallen (ontwikkelingen die buiten de kaders treden of van een schaalniveau zijn die uitstijgt boven de genoemde categorieën van gevallen) blijft de raad bevoegd om een verklaring van geen bedenkingen af te geven. 1.2 Burgemeester en wethouders zullen de raad periodiek informeren over de genomen Waboprojectbesluiten. 1.3 Het voorstel doet recht aan de bedoelingen van de Wabo (vereenvoudigen en verbeteren dienstverlening, verminderen regeldruk en vermindering van administratieve lasten). 1.4 Door in voorkomende gevallen af te zien van een verklaring van geen bedenkingen van de raad wordt de vergunningprocedure verkort en is de kans op overschrijding van termijnen en daardoor de kans op claims (Wet dwangsom en beroep) beperkt. 1.5 De behandeling van verklaringen van geen bedenkingen in de raad legt niet alleen een groot beslag op de wettelijke beschikbare termijnen van besluitvorming maar ook op agenda van de raad. Een aanvraag zal twee maal (bij publicatie van het ontwerpbesluit en nadat eventuele zienswijzen zijn ingediend) aan de raad moeten worden voorgelegd alvorens kan worden besloten tot het afgeven van de verklaring van geen bedenkingen. 1.6 Vanaf de invoering eind 2010 van het fenomeen “verklaring van geen bedenkingen” is in alle voorkomende gevallen door de raad in overeenstemming met de desbetreffende voorstellen van het college besloten om de verklaring van geen bedenkingen te verlenen.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4700030 pagina 4
1.7 Er zijn jaarlijks ongeveer 10 tot 15 Waboprojectbesluiten, waarvoor een verklaring van geen bedenkingen noodzakelijk is. Als wordt uitgegaan van zienswijzen door derden in de helft van deze gevallen, gaat het dan om in totaal 15 tot 22 behandel- en besluitmomenten door de raad. 1.8 Aanvragen, die weliswaar vallen onder de voorgestelde categorieën van gevallen, maar waarvan het niettemin belangrijk is dat een voorafgaand overleg met de raad nodig is, zullen voorafgaande aan besluitvorming voor bespreking in de Ronde worden aangeboden. KANTTEKENINGEN 1.1 De kans op overschrijding van de wettelijke termijnen bij projecten die niet vallen onder de door de raad aangewezen categorieën blijft aanwezig. 1.2 Er is een wijziging van de Wabo/Besluit omgevingsrecht in aantocht (invoering naar verwachting eind 2014). Onder andere de mogelijkheden voor functiewijzigingen van bestaande gebouwen worden dan verruimd. Dat betekent, dat sommige van de nu voorgestelde categorieën van “Wabo-gevallen” dan sowieso niet meer aan de raad worden voorgelegd omdat de wetgever in de nieuwe situatie het college als bevoegd gezag aanwijst. De lijst van categorieën van gevallen is in het voorliggende voorstel nog gebaseerd op de huidige wetgeving, maar is mogelijk voor een deel (vooral de kleinere gevallen) achterhaald als de bovenstaande wetswijziging wordt doorgevoerd. De raad zal daarover te zijner tijd afzonderlijk worden geïnformeerd. FINANCIËN Niet van toepassing. COMMUNICATIE EN VERVOLG Het besluit zal bekend worden gemaakt in de Stadsberichten en op de gemeentelijke website
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
Bijlagen
- geen
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr .4700030
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 juni 2014, sector SOB/RO (nr.4700030); b e s l u i t: 1. te besluiten dat in overeenstemming met artikel 6.5, derde lid, van het Besluit omgevingsrecht een verklaring van geen bedenkingen, zoals bedoeld in artikel 2.27 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, niet is vereist in de navolgende categorieën van gevallen: a. bij het weigeren door burgemeester en wethouders van een aanvraag om toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; b. bij het beslissen door burgemeester en wethouders op een aanvraag om toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, indien de op de aanvraag betrekking hebbende activiteiten niet strijdig zijn met de door de gemeenteraad vastgestelde vigerende structuurvisie en andere beleidsbeslissingen en betrekking hebben op: - het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van woningen c.q. woongebouwen tot een maximum van 50 woningen binnen de bebouwde kom; - het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van bedrijven, mits gelegen op bedrijventerreinen; - het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van winkels, bedrijven, kantoren en horeca op buurt- en wijkniveau; - het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van bouwwerken ten behoeve van sport en recreatie en ten behoeve van maatschappelijke doeleinden en cultuur, mits de bebouwing en het beoogde gebruik daarvan in relatie tot de omgeving niet hinderlijk van aard is; - het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van bouwwerken voor openbare nutsvoorzieningen, het openbaar vervoer en het wegverkeer, zoals elektriciteitsgebouwen, gemalen en wachthuisjes; - het aanleggen van nieuwe en/of wijzigen van bestaande (spoor)weg- en waterinfrastructuur, parkeer- en groenvoorzieningen met de bijbehorende bouwwerken en werken; - het oprichten van bouwwerken en het aanleggen van werken ten behoeve van de functies water en natuur; - het realiseren van functiewijzigingen van gebouwen en/of onbebouwde gronden, anders dan ten behoeve van bouwen, op buurt- en wijkniveau; - het realiseren van functiewijzigingen van bestaande gebouwen met de daaruit voortkomende bouwactiviteiten, evenals het uitbreiden van bestaande functies op buurt- of wijkniveau; - het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van kleinschalige milieuvoorzieningen van algemeen belang, zoals voorzieningen voor afvalinzameling; - bouwwerken, geen gebouwen zijnde; - het realiseren van bijbehorende bouwwerken bij woningen buiten de bebouwde kom; - het uitbreiden van bestaande niet-agrarische bedrijven buiten de bebouwde kom met maximaal 15 %.
Gemeente Amersfoort raadsbesluit 470030 pagina 2
2.a. te besluiten dat in ieder geval een verklaring van geen bedenkingen is vereist voor onder beslispunt 1, onder b genoemde categorieën wanneer een van de volgende criteria van toepassing is: - Het is noodzakelijk dat voor het initiatief een milieueffectrapport of een milieueffectbeoordeling op grond van de Wet milieubeheer wordt opgesteld; - Er sprake is van de bouw van een UMTS-mast of een andere mast voor communicatiedoeleinden; of - Uit een analyse van het initiatief blijkt dat de realisering planschade kan veroorzaken als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening en de aanvrager is niet bereid deze schade voor zijn rekening te nemen. 2.b. te besluiten dat de bevoegdheid tot het nemen van besluiten op grond van artikel 6.12, eerste en tweede lid, van de Wet ruimtelijke ordening (Grondexploitatie), voor zover deze betrekking hebben op een omgevingsvergunning, overeenkomstig artikel 6.12, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening te delegeren aan burgemeester en wethouders. 3. te besluiten dat de hiervoor genoemde beslispunten van toepassing zijn op alle aanvragen om een omgevingsvergunning die na 15 juli 2014 zijn ingediend.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 juli 2014 de griffier
de voorzitter
A-4.1 VERWORPEN 15 JULI 2014
AMENDEMENT BEPERKING AANTAL EXTRA WONINGEN
Amersfoort, 15 juli 2014 Raadsvoorstel nr.: 4700030 - Overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening
Indieners constateren dat: 1. er geen inhoudelijke onderbouwing is voor het aantal extra woningen waarvoor het College mandaat vraagt; 2. het aantal van 50 woningen ver boven de tussen 2010 en 2014 afgegeven 'verklaringen van geen bedenkingen' uit stijgt; en overwegen dat: 3. het aantal van 50 woningen extra op elke locatie in Amersfoort een zodanig effect zal hebben, dat het College dit aan de Raad zal voorleggen; 4. het aantal van 10 woningen ongeveer de maat is die past bij de tussen 2010 en 2014 afgegeven 'verklaringen van geen bedenkingen' ,
en stellen het onderstaande amendement voor.
De raad van de gemeente Amersfoort besluit:
Bij beslispunt 1b het eerste gedachtestreepje, de tekst "het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van woningen c.q. woongebouwen tot een maximum van 50 woningen binnen de bebouwde kom;" te wijzigen in "het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van woningen c.q. woongebouwen tot een maximum van 10 woningen binnen de bebouwde kom;" GroenLinks Astrid Janssen
CDA Bas Aghina
A-4.2 AANGENOMEN 15 JULI 2014
Amendement: Verklaring wenselijk Amersfoort, 15 juli 2014 Raadsvoorstel nr.: 4700030 - Overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening
De Raad van Amersfoort, constaterende dat: - in het genoemde raadsvoorstel onder beslispunt 1, onder b, 11e aandachtstreepje, staat dat geen verklaring van geen bedenkingen is vereist voor het afwijken van in het bestemmingsplan gehanteerde maten en aantallen tot ten hoogste 25% en het overschrijden van in het bestemmingsplan opgenomen bestemmings- en bouwgrenzen en aanduidingen met ten hoogste 10 m; - dit specifieke voorstel niet gestoeld is op bestaand beleid; overwegende dat: - met de inwerkingtreding van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) per 1 oktober 2010 er beduidend meer mogelijkheden bestaan om vergunningvrij te bouwen; - daarnaast het college de bevoegdheid heeft om daarbovenop nog, in afwijking van het bestemmingsplan, ruimere bouw- en gebruiksmogelijkheden toe te staan, in absolute en - relatieve zin (middels de kruimellijst van art. 4, bijlage II Bor); - het wenselijk is om voor een nog verdere afwijking een verklaring van geen bedenkingen te vragen aan de Raad (in de lijn van art. 2.27, eerste lid WABO); en stellen het onderstaande amendement voor besluit: beslispunt 1 , onder b, 11e aandachtstreepje van het raadsbesluit (4700030 - Overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening): “het afwijken van in het bestemmingsplan gehanteerde maten en aantallen tot ten hoogste 25% en het overschrijden van in het bestemmingsplan opgenomen bestemmings- en bouwgrenzen en aanduidingen met ten hoogste 10 m;” te laten vervallen.
ChristenUnie
D66
GroenLinks
VVD
R.K. Dijksterhuis
N. Sanders
A. Janssen
H. Hessels
A-4.3 AANGENOMEN 15 JULI 2014
Amendement: Uitsluiting van categorieën Amersfoort, 15 juli 2014 Raadsvoorstel nr.: 4700030 - Overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening
De Raad van Amersfoort, constaterende dat: - Het genoemde raadsvoorstel een groot aantal categorieën noemt waarin wordt voorgesteld dat geen verklaring van geen bedenkingen is vereist; overwegende dat: - Het uit het oogpunt van goed bestuur, en de invloed van de Raad wenselijk is dat bepaalde gevallen expliciet worden uitgesloten van het vereiste dat geen verklaring van geen bedenkingen is vereist; en stellen het onderstaande amendement voor besluit: Aan het raadsbesluit (4700030 - Overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening ) beslispunt 2a, in te voegen, met de volgende tekst: “te besluiten dat in ieder geval een verklaring van geen bedenkingen is vereist voor onder beslispunt 1, onder b genoemde categorieën wanneer een van de volgende criteria van toepassing is: a. Het is noodzakelijk dat voor het initiatief een milieueffectrapport of een milieueffectbeoordeling op grond van de Wet milieubeheer wordt opgesteld; b. Er sprake is van de bouw van een UMTS-mast of een andere mast voor communicatiedoeleinden; of c. Uit een analyse van het initiatief blijkt dat de realisering planschade kan veroorzaken als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening en de aanvrager is niet bereid deze schade voor zijn rekening te nemen.”
ChristenUnie
D66
GroenLinks
R. Dijksterhuis
N. Sanders
A. Janssen
A-4.4 NIET IN STEMMING GEBRACHT 15 JULI 2014 AMENDEMENT Inbreidingsplannen vragen om bescheiden afwijkingen
Amersfoort, 15 juli 2014 Raadsbesluit nr. 470030 Overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening
De Raad van Amersfoort, Overwegende dat: 1) de stad de komende jaren m.n. zal inzetten op verdere inbreiding, waardoor de functionele gebruiksdrukte en daarmee de bouwdrukte waarschijnlijk verder zullen toenemen. Dit impliceert dat de onder beslispunt 1 b, 11e streepje de bandbreedte in gehanteerde maten en aantallen en overschrijdingen in afwijkingen bescheiden dienen te zijn; 2) zelfs bij binnenplanse afwijkingen er steeds breder sociaal maatschappelijke reacties ontstaan over proces en inhoud van het invullen van bouwplannen (denk recent aan de Valkstraat); en stellen het onderstaande amendement voor. De raad van de gemeente Amersfoort besluit: -
bij 1 b, 11e aandachtstreepje: de tekst “het afwijken van in het bestemmingsplan gehanteerde maten en aantallen tot ten hoogste 25% en het overschrijden van in het bestemmingsplan opgenomen bestemmings- en bouwgrenzen en aanduidingen met ten hoogste 10 meter;” te vervangen door: “het afwijken van in het bestemmingsplan gehanteerde maten en aantallen tot ten hoogste 15% en het overschrijden van in het bestemmingsplan opgenomen bestemmings- en bouwgrenzen en aanduidingen met ten hoogste 5 meter;”
15 juli 2014 Bas Aghina CDA Fractie
M-4.5 NIET INGEDIEND 15 JULI 2014 MOTIE Een effectief mandaat voor Wabo
Amersfoort, 15 juli 2014 Raadsbesluit nr. 470030 Overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening
De Raad van Amersfoort, Overwegende dat: 1) de kans bestaat dat genoemde aanvragen onder Wabo door de voorgestelde verruimingen en het niet hoeven afgeven van ‘verklaring van geen bedenkingen door de raad in tweede instantie toch weer bij de raad op de agenda komen i.v.m. mogelijk grote maatschappelijke weerstand; 2) naarmate het College meer uitvoerend te werk gaat, de Raad in gelijke mate zijn eigen bevoegdheid in deze ook politiek werkbaar wil houden (balans tussen kaderstellende, controlerende en vertegenwoordigende rollen), ook in de procesgang; verzoekt het college: na 1 jaar het effect van de overdracht van bevoegdheden te evalueren en indien gewenst te herzien. Evaluatie zal (indien mogelijk gekwantificeerd) op punten plaatsvinden zoals: vereenvoudigen en verbeteren dienstverlening, verminderen regeldruk en vermindering van administratieve lasten (doel van de Wabo) (door College zelf benoemd), ; vermindering agendatijd van de raad voor deze projecten (argument 1.5 uit Raadsvoorstel) in relatie tot aantal alsnog geagendeerde aanvragen i.v.m. bijvoorbeeld ontstane maatschappelijke vragen etc.
15 juli 2014 Bas Aghina CDA Fractie
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder J.C. Buijtelaar
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: 01-07-2014 : : 15-07-2014 :
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 4704961 : 11 juni 2014 :
TITEL Aanpak veiligheid voetbalaccommodaties
BESLISPUNTEN € 132.287,- te onttrekken uit de reserve sportvoorzieningen (1/3de regeling) voor aanpak veiligheid voetbalaccommodaties. AANLEIDING In september 2012 werd er kort na elkaar bij twee voetbalverenigingen ingebroken en inboedel vernield. Het college van B&W en de wijkpolitie hebben de verenigingen daarna bezocht vanwege het belang dat zij hechten aan veilige sportaccommodaties. Een werkgroep werd opgestart om de problemen bij de voetbalaccommodaties in beeld te brengen en te zoeken naar oplossingen. In de werkgroep zitten de gezamenlijke voetbalverenigingen, verenigd in de stichting Amersfoorts Voetbal Kampioenschap (AVK), SRO, Amersfoortse Sport Federatie en gemeente. De werkgroep heeft de afgelopen twee jaar initiatieven genomen om de veiligheid op sportaccommodaties te bevorderen. Een van die initiatieven is het laten uitvoeren van een quick scan die inzicht geeft in de zwakke technische en bouwkundige aspecten van de voetbalaccommodaties in relatie tot de kans op inbraak en vandalisme. In samenhang met een pakket aan maatregelen wil het college als sluitstuk nu ook de fysieke veiligheid aanpakken en stelt voor de benodigde maatregelingen uit de quick scan uit te voeren. Het eenmalig benodigde subsidiebedrag kan onttrokken worden uit de reserve sportvoorzieningen, op die manier wordt deze reservering blijvend ingezet voor de sport.
BEOOGD EFFECT Veiliger voetbalaccommodaties die minder kans hebben op inbraak en vernielingen. Hiermee geven we uitvoering aan de wens van de raad om “beter in te spelen op actualiteiten zoals maatregelen voor de aanpak van veiligheid sportaccommodaties”, opgenomen in de actualisatie van het sportbeleid dat unaniem door de raad is vastgesteld in december 2013.
ARGUMENTEN 1.1 De huidige subsidieregelingen sport voorzien niet in veiligheidsaspecten van sportaccommodaties. De voetbalverenigingen kunnen daarom geen subsidieaanvraag indienen binnen de bestaande regelingen. In de actualisatie van het sportbeleid (reg. nr. 4515775 van 3 december 2013), unaniem door de raad vastgesteld, is opgenomen dat “we beter willen inspelen op actualiteiten zoals maatregelen voor de aanpak van veiligheid sportaccommodaties”. En ook is opgenomen dat we de bestaande subsidieregeling in een nader Inlichtingen bij :
E. Speelman, MO/ZCS, (033) 469 46 21
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4704961 pagina 2
te ontwikkelen subsidieregeling sport willen onderbrengen. Omdat deze regeling er nog niet is stellen we voor, vooruitlopend op de nieuwe regeling, deze subsidieaanvraag te honoreren uit de reserves van de subsidieregeling sportvoorzieningen. 1.2 Toekenning vormt sluitstuk van set van veiligheidsmaatregelen. Aanvullend aan de fysieke maatregelen uit dit voorstel, heeft de projectgroep initiatieven ontwikkeld voor andere mogelijkheden om de veiligheid te bevorderen. Dit betreffen maatregelen op het gebied van communicatie: meeliften op de gemeentelijke campagne ‘Veilig Amersfoort’, op het gebied van sociale veiligheid: afspraken richting jongeren die buiten verenigingsuren om gebruik maken van de sportvelden, het opstellen van huisregels en het opleiden van buurtsportcoaches om veiligheid op sportaccommodaties te bevorderen. Alle maatregelen tezamen versterken elkaar. 1.3 Door zelfwerkzaamheid van de leden bij de uitvoering krijgt het veiligheidsaspect breed aandacht binnen de vereniging. Verenigingen vragen op die manier aandacht voor veiligheid onder de leden van de vereniging. Bovendien worden de kosten gereduceerd met 10% (reeds verwerkt in het gevraagde bedrag).
KANTTEKENINGEN 1.1 Deze aanpak heeft alleen betrekking op de Amersfoortse voetbalaccommodaties, overige sportaccommodaties komen niet in aanmerking met dit voorstel. Omdat het een urgent probleem is waar de gezamenlijke voetbalverenigingen al geruime tijd inzet voor plegen zien we dit onderdeel als sluitstuk van de overige (sociale) veiligheidsmaatregelen van deze verenigingen. 1.2 De huidige subsidieregeling sportvoorzieningen (1/3de regeling) voorziet niet in het veiliger maken van sportaccommodaties, alleen in het vergroten van sportmogelijkheden. Met dit voorstel doen we een beroep op (de reserves van) die regeling, in feite dus voor een ander doel. Bij het start van de 1/3de regeling in 2006 kregen de problemen op het gebied van veiligheid nog niet de aandacht. Inbraak en vernielingen zijn door de gezamenlijke voetbalverenigingen op de agenda gezet. Bij de vaststelling van de actualisatie van het sportbeleid hebben we aangegeven hier in de toekomst op in willen spelen. Omwille van de tijd en het honoreren van de inzet van de voetbalverenigingen willen we nu overgaan tot snelle actie. 1.3 Het hebben van veilige sportaccommodatie is een primaire verantwoordelijkheid van verenigingen. Toch ontbreekt het de meeste verenigingen aan tijd, kennis, inzicht en middelen om hier adequaat mee om te gaan. Met de uitvoering van de benodigde maatregelen ondersteunen we de verenigingen zodat de verenigingen goed kunnen blijven functioneren. 1.4 De adviescommissie sportvoorzieningen constateert dat zij, gelet op de doelstelling en de taak van de commissie, in deze aanvraag van de voetbalverenigingen inhoudelijk geen taak heeft, zie daarvoor ook de bijlage bij dit raadsvoorstel. De subsidieregeling voorziet immers niet in het veiliger maken van sportaccommodaties. Nu we alle subsidieregelingen sport gaan aanpassen (door raad vastgesteld in de actualisatie) is nu een aanpassing van de bestaande regeling niet meer aan de orde. De commissie geeft het college wel mee om in acht te nemen dat eerdere aanvragen in het kader van veiligheid zijn afgewezen en dat precedentwerking kan gaan optreden. In de toekomst dienen we rekening te houden met aanvragen omtrent veiligheid, daarop hebben we voorgesorteerd in de actualisatie van het sportbeleid. De commissie merkt vervolgens op dat de systematiek van de 1/3de regeling wordt losgelaten. De verenigingen dragen in het voorstel 10% bij (in de vorm van zelfwerkzaamheid) in plaats van 66% (namelijk het 2/3de deel). Dit voorstel dient dan ook separaat van de regeling te worden bezien en als een eenmalige investering te worden bezien. Ook geven wij in de toekomst de adviescommissie vooraf inzicht in de financiële situatie inclusief reserves voordat een bij nieuwe subsidieronde advies wordt gevraagd van de commissie. De reserves kunnen namelijk per jaar wisselen afhankelijk van definitieve vaststelling van de toegekende subsidies. Verenigingen kunnen bijvoorbeeld besluiten van een geplande investering afzien of investeringen kunnen goedkoper uitvallen.
FINANCIËN De raad is geïnformeerd over de bestaande reserve 1/3de regeling sport met de RIB 2013 – 123 IJkpuntennota inclusief bijlagen (pagina 67).
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4704961 pagina 3
Het niet met subsidieverplichtingen belaste deel van de reserve sportvoorzieningen (1/3de regeling) bedraagt per 1 januari 2014 ruim € 185.000,-. Hieruit wordt het eenmalig benodigde subsidiebedrag onttrokken. De eenmalige subsidie in de bouwkundige maatregelen, inclusief camera observatie komen totaal uit op maximaal € 132.287,- . De verdeling en de uitvoering van de subsidie wordt gedaan door de stichting AVK in samenwerking met SRO op basis van de uitgevoerde quick scan. Toelichting opbouw subsidiebedrag: Met het collegebesluit (reg. nr. 4478148 van 24 september 2013) is al een incidentele subsidie van € 10.000,- toegekend aan de AVK voor de meeste noodzakelijke aanpassingen op elektrotechnisch gebied. Met dit voorstel worden nu ook de andere noodzakelijke maatregelen aangepakt. Die investeringen van de bouwkundige maatregelen uit de quick scan bedragen € 89.087,- inclusief 10% zelfwerkzaamheid van de verenigingen. De investeringen voor de camera’s met observatie bedragen € 43.200,-.
VERVOLG Investeringen worden gerealiseerd bij de verschillende voetbalaccommodaties samen met de verenigingen. Het projectplan geeft inzicht in de zwakke technische en bouwkundige aspecten van de voetbalaccommodaties, daarom wordt geheimhouding opgelegd van het projectplan ter voorkoming van benadeling van de betreffende verenigingen (artikel 55 lid 2 gemeentewet).
BETROKKEN PARTIJEN Gezamenlijke voetbalverenigingen, verenigd in de Stichting Amersfoorts Voetbalkampioenschap (AVK) , SRO, ASF en de adviescommissie sportvoorzieningen. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Bijlagen
- advies van de adviescommissie subsidieregeling sportvoorzieningen 13/16 juni 2014.
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr .4704961
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 juni 2014, sector MO/ZCS (nr.4704961); b e s l u i t: € 132.287,- te onttrekken uit de reserve sportvoorzieningen (1/3de regeling) voor aanpak veiligheid voetbalaccommodaties. Vastgesteld in de openbare vergadering van … de griffier
de voorzitter
A-5.1 NIET INGEDIEND 15 JULI 2014 AMENDEMENT Alle Amersfoortse sportaccommodaties veiliger
Amersfoort, 15 juli 2014 Raadsvoorstel nr.: Aanpak veiligheid voetbalaccommodaties (4704961)
Indieners overwegen: 1. Dat het college € 132.287 uit de reserve sportvoorzieningen wil onttrekken voor de aanpak van veiligheid van sportaccommodaties. 2. Het college zich in het voorstel richt op voetbalaccommodaties alleen. 3. Dat het voorstel is gebaseerd op twee inbraken in 2012 . 4. Het college in het voorstel niet met recente cijfers omtrent inbraken bij sportverenigingen onderbouwt waarom juist alleen de voetbalaccommodaties in aanmerking komen voor de extra subsidie. 5. Dat twee genoemde voetbalverenigingen ook in 2013 extra budget hebben gekregen om de inbraakveiligheid te verbeteren. 6. Dat de adviescommissie subsidieregelingen sportvoorzieningen zich afvraagt waarom het voorstel alleen gericht is op beveiliging bij voetbalaccommodaties terwijl ook ander verenigingen met dit probleem te maken hebben. 7. Dat er geen informatie uit de scan met de raad is gedeeld en dus niet helder is op welke informatie het college zijn besluit baseert en stellen het onderstaande amendement voor.
De raad van de gemeente Amersfoort besluit: Het beslispunt van het raadsbesluit Aanpak veiligheid voetbalaccommodaties (4704961) “€ 132.287,te onttrekken uit de reserve sportvoorzieningen (1/3de regeling) voor aanpak veiligheid voetbalaccommodaties” te vervangen door: “€ 132.287 te onttrekken uit de reserve sportvoorzieningen (1/3de regeling) voor aanpak veiligheid van die sportaccommodaties die afgelopen jaren last hebben gehad van inbraak.”
Ben van Koningsveld Fractie CDA
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder J.C. Buijtelaar
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: : : :
01-07-2014 15-07-2014 15-07-2014
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 4724540 : 25 juni 2014 :
Met in achtneming van aangenomen amendement
TITEL Programma indeling nieuwe begroting
BESLISPUNTEN In te stemmen met de programma-indeling zoals is weergegeven in de achterliggende bijlage.
AANLEIDING In De Ronde op 27 mei is besloten om een ad hoc raadswerkgroep te vormen die adviseert over de programma-indeling van de begroting in deze raadsperiode. De raadswerkgroep heeft mandaat gekregen van de commissie B&V, die op grond het Reglement van orde van de raad kan adviseren over de begrotings- en verantwoordingscyclus. De raad dient over de programma-indeling een besluit te nemen, overeenkomstig art. 2 van de Verordening financieel beleid en beheer. De raadswerkgroep is op 3 juni bijeengeweest en heeft gesproken over de kwaliteit van de begrotingen uit de afgelopen jaren en wensen ten aanzien van de nieuwe begroting. Deze notitie bevat een weergave van de belangrijkste gesprekspunten en aanbevelingen voor het college. Het college wordt gevraagd een raadsvoorstel voor de nieuwe programma-indeling voor te bereiden en aan de raad voor te leggen voor besluitvorming. De raadswerkgroep verzoekt het college om haar aanbevelingen bij de voorbereiding van de nieuwe begrotingsopzet te betrekken.
BEOOGD EFFECT De begroting zodanig in te delen dat de indeling op draagvlak kan rekenen bij de gemeenteraad.
ARGUMENTEN De raadswerkgroep adviseert om de bestaande programma-indeling zoveel als mogelijk ongewijzigd te laten. Men hecht aan de vergelijkbaarheid tussen de verschillende jaren en om die reden zou er zwaarwegende redenen moeten zijn voor een wijziging. Desondanks pleiten wij ervoor om toch een toch programma Sociaal Domein in te richten, door samenvoeging van de programma’s Zorg en Welzijn en Werk en Inkomen. De volgende redenen liggen hieraan ten grondslag: De vergelijkbaarheid in financiële zin tussen 2015 en eerdere jaren is dit jaar beperkt van waarde, omdat er in 2015 € 90 miljoen aan budget wordt toegevoegd; De gemeenteraad op 9 juli 2013 uitgesproken heeft de middelen binnen het Sociaal Domein “ontschot” beschikbaar te stellen. Ten aanzien van de sturing binnen het Sociaal Domein vindt een kanteling plaats en wordt conform de opdracht van de raad integraal en ontschot gewerkt. Een indeling in doelgroepen, zoals bijvoorbeeld Jeugd en Senioren is daardoor veel minder voor de hand liggend. Dat betekent wel dat het programma Sociaal Domein een groot deel (ongeveer 40%) van de totale gemeentebegroting omvat. Dat betekent dat we ten aanzien van de autorisatie van de budgetten en de mogelijkheden tot schuiven binnen de programma’s, respectievelijk tussen de deelprogramma in de
Gemeente Amersfoort
loop van het jaar met voorstellen voor nadere spelregels zullen komen. Wij gaan daarbij uit van de zgn “één-begrotingsgedachte”. Dat wil zeggen dat er tussen de programma’s geen “Berlijnse muren” zijn opgetrokken, maar dat alle programma’s verantwoordelijk zijn voor de gemeentebrede financiële opgaven. Dit moet voorkomen dat door de omvang van het programma Sociaal Domein er een situatie zou ontstaan het zicht voor uw Raad zou verdwijnen. De werkgroep heeft daarbij aangegeven dat het van belang is dat inzichtelijk wordt gemaakt hoe de opbouw is van de rijksvergoeding van het Sociaal Domein en of deze toereikend is voor het beleidsterrein. Alternatief zou kunnen zijn om binnen het programma Sociaal Domein een splitsing aan te brengen tussen werk en inkomen en zorg/jeugd. Dat zou betekenen dat het ontschotte sociaal deelfonds over twee programma’s wordt verdeeld. Bovendien zien we dat steeds meer samenwerking [vangnet, inning eigen bijdragen, schuldenproblematiek-zorg] over de programma’s heen plaatsvindt en ook om die reden zou een splitsing wat minder opportuun zijn. De samenvoeging van Economie en Wonen vond de werkgroep te gekunsteld. De werkgroep adviseert om te bezien of Wonen kan worden samengevoegd met Wijkontwikkeling. Dat is in dit voorstel doorgevoerd. Door de werkgroep wordt geadviseerd wordt om van Bestuurlijke Vernieuwing een aparte paragraaf te maken. Het is ook denkbaar dat we het onderwerp Bestuurlijke Vernieuwing zichtbaar maken in het programma bestuur.
BETROKKEN PARTIJEN Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort
Bestuur en dienstverlening 1. Algemeen bestuur 2. Bestuurlijke vernieuwing en deregulering (nieuw deelprogramma) 3. Dienstverlening Veiligheid en handhaving (ongewijzigd) 1. Sociale Veiligheid 2. Fysieke Veiligheid 3. Toezicht en handhaving Stedelijk beheer en milieu (ongewijzigd) 1. Stedelijk beheer 2. Milieu Sociaal Domein (samenvoeging werk en inkomen / zorg en welzijn, muv wijkontwikkeling ) 1. Basisinfrastructuur 2. Ambulante zorg en ondersteuning, inclusief wijkteams 3. Specialistische zorg en ondersteuning 4. Bescherming en Veiligheid 5. Werk en inkomen Onderwijs (ongewijzigd) 1. Onderwijsbeleid 2. Onderwijsvoorzieningen Sport (ongewijzigd) 1. Sport Ruimtelijke Ontwikkeling ( deelprogramma vastgoed toegevoegd) 1. Ruimtelijke Ontwikkeling (inclusief Groene Stad) 2. Grondexploitaties 3. Vastgoed Wijkontwikkeling en wonen (samenvoeging van de deelprogramma’s wijkontwikkeling en wonen) 1. Wijkontwikkeling 2. Wonen Mobiliteit (ongewijzigd) 1. Mobiliteit Economie en Duurzaamheid (wonen overgeheveld naar ruimtelijke ontwikkeling / duurzaamheid toegevoegd) 1. Economie 2. Duurzaamheid en innovatie Cultuur (ongewijzigd) 1. Archief Eemland 2. Monumentenzorg en Archeologie 3. Kunst en Cultuur
Gemeente Amersfoort
Financien en Belastingen 1 Algemene baten lasten (vastgoeddeel naar een nieuw deelprogramma) 2 Algemene uitkering Gemeentefonds 3 Belastingen en heffingen 4 Geldleningen en beleggingen
Paragrafen 1. Weerstandsvermogen 2. Bedrijfsvoering 3. Verbonden partijen 4. Onderhoud Kapitaalgoederen 5. Treasury 6. Lokale Lasten 7. Grondbeleid
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr .4721392
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 juni 2014, sector CM/CF (nr.4721392); b e s l u i t: In te stemmen met de programma-indeling zoals is weergegeven in de achterliggende bijlage met in achtneming van de volgende wijzigingen: - De overgehevelde rijksmiddelen, het beleid van de gemeente en de financiële risico’s betreffende de drie decentralisaties in het sociale domein worden duidelijk weergegeven in een aparte paragraaf, en niet alleen als onderdeel van het programma Sociaal Domein. - Bestuurlijke vernieuwing wordt een aparte begrotingsparagraaf. - Duurzaamheid wordt naast een onderdeel van het Programma Economie een aparte begrotingsparagraaf waarin zichtbaar wordt gemaakt hoe duurzaamheid een integraal onderdeel is van alle beleidsterreinen. Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 juli 2014 de griffier
de voorzitter
#4707334
Advies van ad hoc raadswerkgroep aan college over begrotingsopzet en programma-indeling 2015-2018 10 juni 2014 Inleiding In De Ronde op 27 mei is besloten om een ad hoc raadswerkgroep te vormen die adviseert over de programma-indeling van de begroting in deze raadsperiode. De raadswerkgroep heeft mandaat gekregen van de commissie B&V, die op grond het Reglement van orde van de raad kan adviseren over de begrotings- en verantwoordingscyclus. De raad dient over de programma-indeling een besluit te nemen, overeenkomstig art. 2 van de Verordening financieel beleid en beheer. De raadswerkgroep is op 3 juni bijeengeweest en heeft gesproken over de kwaliteit van de begrotingen uit de afgelopen jaren en wensen ten aanzien van de nieuwe begroting. Deze notitie bevat een weergave van de belangrijkste gesprekspunten en aanbevelingen voor het college. Het college wordt gevraagd een raadsvoorstel voor de nieuwe programma-indeling voor te bereiden en aan de raad voor te leggen voor besluitvorming. De raadswerkgroep verzoekt het college om haar aanbevelingen bij de voorbereiding van de nieuwe begrotingsopzet te betrekken. Samenstelling raadswerkgroep Erwin Blaauw (D66), Lineke van Bruggen (PvdA), Sergey van Daalen (SP), Bart Huijdts (D66), Ben van Koningsveld (CDA) en Frans Prins (GroenLinks). Verder waren aanwezig: Erwin Ormel (afd. concernfinanciën), Jos van Winkel (afd. strategie en bestuur) en Mark Pen (griffie, verslag). Algemene constateringen -
De gemeentelijke begrotingen zijn over het algemeen inzichtelijk en goed leesbaar. Ze geven goed inzicht in de inkomsten en uitgaven van de gemeente.
-
De begroting wordt door de raad vooral gebruikt om debat te voeren over de verdeling van geld. De begroting biedt minder goed aanleiding om te spreken over het bereiken van maatschappelijke effecten. Het accent zou in de begroting op het laatste moeten liggen. Daarvoor helpt het dat in de begroting een betere koppeling wordt gemaakt tussen beleidsdoelen, financiële input, maatregelen/uitvoering en effecten. In dat verband is het ook belangrijk dat in de programma’s de bijdrage van verbonden partijen aan het bereiken van maatschappelijke doelen wordt beschreven. De middelen die aan de partijen worden besteed dragen immers mede bij aan de uitvoering van gemeentelijke taken c.q. het bereiken van gemeentelijke doelen.
-
Het instrument ‘beleidsevaluatie’ (ook wel bekend als de ‘permanente beleidsevaluatie’) biedt een goede gelegenheid om in gesprek te gaan over beleidsdoelen en effecten. Een beleidsevaluatie geeft meer gelegenheid tot verdieping 1
#4707334 en sturing dan een begroting. De uitkomsten van de uitgevoerde beleidsevaluaties kunnen een plek krijgen in de begroting. -
In de begroting worden twee typen ‘paragrafen’ onderscheiden: de verplichte financiële paragrafen (op grond van Besluit Begroting en Verantwoording) en beleidsinhoudelijke paragrafen (bijv. Amersfoort Vernieuwt, Vathorst, Duurzaamheid), die gaan over prominente onderdelen van het collegebeleid. Programma’s en beleidsinhoudelijke paragrafen kunnen goed naast elkaar blijven bestaan.
-
Risicomanagement heeft de laatste jaren meer aandacht gekregen. In de meest recente begroting komt het zelfs op twee plekken naar voren: bij de inleiding en in de financiële paragraaf. Dat is enigszins dubbelop en daardoor verwarrend, maar wel verklaarbaar.
-
De raad heeft steeds vaker behoefte aan vergelijking van financiële kengetallen en indicatoren met andere gemeenten (bijv. weerstandsvermogen, schuldpositie). De begroting voorziet nauwelijks in deze behoefte.
-
De kwaliteit van achtergrondinformatie bij de begroting wisselt. Om de eenduidigheid van begrippen en cijfers te vergroten is goede ambtelijke coördinatie nodig.
-
Mogelijke financiële tegenvallers krijgen veel aandacht, inclusief risico-assessments. Vaak blijkt achteraf, bij de jaarrekening, dat er ook de nodige meevallers zijn geweest. Dat leidt tot de vraag of in de begroting naast tegenvallers ook meevallers kunnen worden voorzien, of als positief ‘risico’ kunnen worden weergegeven.
-
De programma-indeling is grotendeels logisch en werkbaar. De nieuwe begrotingsindeling moet daar slechts van afwijken als daar goede inhoudelijke argumenten voor zijn. De vergelijkbaarheid van cijfers tussen jaren moet zoveel mogelijk gehandhaafd worden.
Aanbevelingen 1. Breng in de programma’s een logische opbouw aan tussen beleidsdoelen, maatregelen, financiële input en verwachte effecten. Dat helpt de raad om het debat ook te richten op beoogde effecten naast de verdeling van middelen (van inputsturing naar effectsturing). Betrek in de programma’s ook de lessen van uitgevoerde beleidsevaluaties en de wijzigingen die deze in doelen en financiën tot gevolg hebben gehad. 2. Verwerk in de programma’s de bijdrage die verbonden partijen leveren aan het bereiken van gemeentelijke doelen en maatschappelijke effecten. De koppeling tussen gemeentelijke subsidie en verwachte effecten geeft de raad betere aanleiding om hierover in debat te gaan. Financiële en bedrijfsmatige ontwikkelingen met betrekking tot de verbonden partijen kunnen in de aparte paragraaf ‘verbonden partijen’ een plek krijgen. Daar kan ook aandacht worden besteed aan de kosten van een eventuele exitstrategie (uittredingskosten). 3. Hanteer een vaste indeling voor de begroting, ook voor het inleidende financiële hoofdstuk. Dat draagt bij aan de leesbaarheid en vergelijkbaarheid van begrotingen door de jaren heen. De teksten in het inleidende financiële hoofdstuk kunnen samenvattingen (inclusief verwijzingen) bevatten van beschouwingen die verderop in de begroting aan de orde komen. Onnodige dubbelingen in de tekst moeten zoveel mogelijk worden voorkomen. 2
#4707334
4. Behoud de huidige programma-indeling zoveel mogelijk omwille van de vergelijkbaarheid met eerdere begrotingen en jaarrekeningen. Programma’s hoeven geen vergelijkbaar financieel volume te hebben. Op enkele punten kan de programmaindeling worden heroverwogen: a. Splitsing economie en wonen. Wonen koppelen aan wijkontwikkeling (incl. Amersfoort Vernieuwt). Economie koppelen aan Duurzaamheid of aan Werk en Inkomen. b. Bestuurlijke vernieuwing in aparte paragraaf zichtbaar maken. 5. De overgehevelde rijksbudgetten voor de drie decentralisaties moeten elk apart zichtbaar worden gemaakt, als afgezonderd onderdeel van het programma waar het inhoudelijk gezien past en in de eerste (drie) jaren ook in een aparte paragraaf waaruit blijkt of de overgehevelde rijksbijdragen toereikend zijn. 6. Maak vergelijking van financiële kengetallen en indicatoren mogelijk. Dat kan door de cijfers in meerjarenperspectief te zetten, en/of door benchmarking met andere (vergelijkbare) gemeenten. 7. Richt de ‘achtergronden bij de begroting’ zo uniform mogelijk in. Zorg voor vergelijkbaarheid door de jaren heen. Bekijk de bijdragen van beleidsafdelingen kritisch. 8. Betrek het rapport van de VNG-adviescommissie “Vernieuwing van de begroting en verantwoording gemeenten” (16 mei 2014) bij de uitwerking van het voorstel voor de programma-indeling.
Vervolg Het college wordt verzocht de programma-indeling verder uit te werken en deze voor besluitvorming aan te bieden aan de raad.
3
A-6.1a AANGENOMEN 15 JULI 2014 AMENDEMENT Amersfoort, 15 juli 2014 Raadsvoorstel: Programma indeling nieuwe begroting (reg.nr. 4724540)
Indieners constateren dat: - In het “Raadvoorstel Programma indeling nieuwe begroting” wordt voorgesteld het aantal paragrafen terug te brengen van 15 naar 7. - Daardoor alleen de paragrafen overblijven die verplicht zijn onder het Besluit Begroting en Verantwoording. Indieners overwegen dat: Een ad hoc raadswerkgroep op 10 juni advies aan het college heeft uitgebracht over de begrotingsindeling en dat deze werkgroep heeft geconstateerd dat verplichte financiële paragrafen en beleidsinhoudelijke paragrafen over prominente onderdelen van het collegebeleid goed naast elkaar kunnen bestaan. De drie decentralisaties een dermate grote impact hebben, zowel beleidsmatig als wat betreft financiële risico's, dat het een separate paragraaf rechtvaardigt. Dit sluit ook aan bij aanbeveling 5 van de werkgroep, die luidt: "De overgehevelde rijksbudgetten voor de drie decentralisaties moeten elk apart zichtbaar worden gemaakt, als afgezonderd onderdeel van het programma waar het inhoudelijk gezien past en in de eerste (drie) jaren ook in een aparte paragraaf waaruit blijkt of de overgehevelde rijksbijdragen toereikend zijn." Bestuurlijke vernieuwing aparte aandacht verdient, omdat het een van de belangrijke aandachtsgebieden in deze raadsperiode is, dat bovendien relevant is voor alle beleidsterreinen. Het belang van een aparte paragraaf werd ook geconstateerd door de werkgroep, zoals blijkt uit aanbeveling 4b: "Bestuurlijke vernieuwing in aparte paragraaf zichtbaar maken". Dat iets vergelijkbaars geldt voor duurzaamheid, dat een integraal onderdeel is en moet blijven van afwegingen binnen alle beleidsterreinen. en stellen het onderstaande amendement voor. De raad van de gemeente Amersfoort besluit: Het beslispunt van het raadsbesluit "Programma indeling nieuwe begroting" (reg.nr. 4724540) aan te vullen met de tekst: "met in achtneming van de volgende wijzigingen: De overgehevelde rijksmiddelen, het beleid van de gemeente en de financiële risico’s betreffende de drie decentralisaties in het sociale domein worden duidelijk weergegeven in een aparte paragraaf, en niet alleen als onderdeel van het programma Sociaal Domein. Bestuurlijke vernieuwing wordt een aparte begrotingsparagraaf. Duurzaamheid wordt naast een onderdeel van het Programma Economie een aparte begrotingsparagraaf waarin zichtbaar wordt gemaakt hoe duurzaamheid een integraal onderdeel is van alle beleidsterreinen.
D66 Erwin Blaauw
SP Sergey van Daalen
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder J.C. Buijtelaar
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: : : :
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 4711018 : 1 juli 2014 :
01-07-2014 15-07-2014 15-07-2014
TITEL Parkeeroplossing Stichting Cultureel Podium (SCP), De Nieuwe Stad
BESLISPUNTEN De raad wordt gevraagd akkoord te gaan met het voorlopig oplossen van de parkeervraag voor SCP De Kelder op het openbare parkeerterrein Oliemolenkwartier, tot het parkeren voor het mogelijk te vestigen poppodium in de definitieve parkeeroplossing voor De Nieuwe Stad zal worden opgenomen.
AANLEIDING Begin 2013 heeft ontwikkelaar Schipper Bosch de voormalige Prodentfabriek in het Oliemolenkwartier aangekocht. Gelet op de ligging van het gebied, de kavelstructuur en een wederzijds belang in een goede ontwikkeling van het gebied, hebben de gemeente en Schipper Bosch de samenwerking gezocht. Aan het bureau ZUS is een gezamenlijke opdracht verstrekt die tot doel heeft een beeld te schetsen van de mogelijke betekenis en identiteit (conceptueel, ruimtelijk en programmatisch) van de locatie. Momenteel wordt er gewerkt aan een document waarin de gezamenlijke ambities voor het gebied zijn verwoord. In het najaar 2014 wordt er besluitvorming over de ambities en het proces aan uw raad gevraagd. Op 3 december 2013 hebben wij u per Raadsinformatiebrief 2013-159 geïnformeerd over de mogelijke vestiging van SCP De Kelder in een van de oude loodsen van de Prodentfabriek op het Oliemolenkwartier (werknaam: De Nieuwe Stad). Inmiddels is voor deze ontwikkeling een Omgevingsvergunning aangevraagd. Voor het poppodium is met de huidige parkeernormen een parkeereis berekend van 37 parkeerplaatsen. Op grond van de bouwverordening moet de parkeereis opgelost worden op eigen terrein. Op het Oliemolenkwartier is op dit moment een parkeerterrein aanwezig van circa 320 parkeerplaatsen. Dit is een openbaar toegankelijk terrein, wat voorheen voornamelijk voorzag in parkeergelegenheid voor de functies op het Oliemolenkwartier en voor langparkeerders voor de binnenstad. Na de bouw van het Eemplein biedt de ondergelegen garage ruimte voor de functies op het Eemplein, maar bijvoorbeeld ook voor de restaurants langs de Eem. Uit onlangs gehouden parkeertellingen blijkt dat het terrein op piekmomenten voor maximaal 35% gevuld is. Vanwege de – door u nog vast te stellen – parkeervisie op het Oliemolenkwartier en de beschikbaarheid van een overmaat van parkeerplaatsen op deze locatie, stellen wij u voor tijdelijk de eis te laten vervallen om het parkeren op eigen terrein te realiseren. U heeft op grond van de Beleidregel Toepassing Parkeernormen de bevoegdheid hierover te besluiten.
Inlichtingen bij :
W.N. Prot/ Y.H.G. Grutters, SOB, 4965/ 4915
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4711018 pagina 2
BEOOGD EFFECT Wij streven op de locatie De Nieuwe Stad naar een duurzame parkeeroplossing en beogen een optimale parkeersituatie met parkeercapaciteiten die aansluiten bij de werkelijke parkeervraag. Wij willen, vooruitlopend op de visievorming op het Oliemolenkwartier (inclusief een gezamenlijke parkeeroplossing), geen parkeerplaatsen op eigen terrein eisen, als er in de directe nabijheid voldoende parkeergelegenheid is. Momenteel werken we dit als onderdeel van de totale visie op het Oliemolenkwartier (De Nieuwe Stad) verder uit. Vooruitlopend daarop vragen wij uw raad om vooralsnog akkoord te gaan met het oplossen van de parkeereis op het openbare parkeerterrein. Daardoor hoeft er op dit moment geen nieuwe extra parkeergelegenheid op eigen terrein te worden gerealiseerd.
ARGUMENTEN De voorgestelde aanpak past binnen het nieuwe (organisch) ontwikkelmodel dat we momenteel ontwikkelen en er is ruim voldoende parkeergelegenheid op het naastgelegen parkeerterrein Oliemolenkwartier. Momenteel wordt er gewerkt aan de ambities voor het Oliemolenkwartier, volgens een nieuw (organisch) ontwikkelmodel. Dit vraagt ook om een andere aanpak van het parkeervraagstuk. Bij de besluitvorming in het najaar over het Oliemolenkwartier zal u ook om besluitvorming over een andere parkeervisie voor het gebied worden gevraagd. In het kader van de bovengenoemde – door u nog vast te stellen – parkeervisie voor het Oliemolenkwartier, stellen wij u het volgende voor de mogelijke vestiging van het poppodium voor: 1. Wij gaan vooralsnog uit van de beschikbaarheid van 37 parkeerplaatsen, op basis van de parkeernorm. 2. Die 37 parkeerplaatsen hoeven nu nog niet op eigen terrein gerealiseerd te worden. Het huidige openbare parkeerterrein kan voorlopig in voldoende mate voorzien in de parkeeroplossing. Er wordt geen vergoeding gevraagd van het poppodium voor het (tijdelijk) gebruik van openbare parkeerplaatsen. Parkeerders betalen wel het gebruikelijke parkeertarief. 3. De parkeervraag voor het poppodium wordt betrokken bij de visie op het hele gebied.
KANTTEKENINGEN Dit najaar wordt uw raad om besluitvorming over de ontwikkeling van het Oliemolenkwartier gevraagd. Dit voorstel loopt vooruit op die besluitvorming. Mocht u echter niet instemmen met de later dit jaar aan u voorgelegde visie op het gebied, dan zal (en kan) de parkeereis van 37 parkeerplaatsen alsnog op eigen terrein worden opgelost. Dit wordt in de omgevingsvergunning ook als zodanig voorgeschreven. In de omgevingsvergunning worden daarnaast voorwaarden opgenomen over een bijdrage aan een collectieve parkeeroplossing, mocht dat de uitkomst worden van besluitvorming over het gebied in dit najaar. Afspraken over het gebruik maken van de centrale parkeervoorziening op het Oliemolenkwartier zijn in het verleden ook al gemaakt met andere partijen in het gebied zoals Zandfoort aan de Eem en de functies in het Rohm & Haas gebouw.
FINANCIËN Dit besluit heeft geen financiële consequenties.
DUURZAAMHEID Er is op dit moment een overmaat aan parkeerplaatsen op de locatie De Nieuwe Stad. Door nu niet te verplichten dat het poppodium parkeerplaatsen op eigen terrein moet aanleggen, maar voorlopig gebruikt maakt van reeds aanwezige parkeerplaatsen, ontstaat een efficiënte parkeersituatie en voorkomen we onnodige aanleg van parkeerplaatsen.
VERVOLG Zodra uw raad heeft ingestemd met dit voorstel en na en afhankelijk van de uiteindelijke besluitvorming over de vestiging van het poppodium in De Nieuwe Stad kan kort na de zomer gestart worden met de bouwwerkzaamheden zodat begin 2015 het poppodium haar deuren kan openen. Over de besluitvorming met betrekking tot de vestiging van SCP De Kelder binnen de Nieuwe Stad wordt uw raad apart geïnformeerd.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4711018 pagina 3
BETROKKEN PARTIJEN Bij de beschreven ontwikkeling zijn SCP De Kelder en ontwikkelaar Schipper Bosch betrokken. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
Bijlagen
- geen
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr .4711018
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 01 juli 2014, sector SOB/PO (nr.4711018); b e s l u i t: akkoord te gaan met het voorlopig oplossen van de parkeervraag voor het poppodium van de Stichting Cultureel Podium De Kelder op het openbare parkeerterrein Oliemolenkwartier, tot het parkeren voor het poppodium in de definitieve parkeeroplossing voor De Nieuwe Stad zal worden opgenomen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 juli 2014 de griffier
de voorzitter
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder J.C. Buijtelaar
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: : : :
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 4721997 : 1 juli 2014 :
01-07-2014 15-07-2014 15-07-2014
TITEL Aangepaste parkeernorm voor vestiging Loods 5
BESLISPUNTEN Vaststellen van de parkeereis voor Loods 5 op basis van de aangepaste parkeernorm.
AANLEIDING Op 28 maart 2014 is door Loods 5 Vastgoed IV B.V. een aanvraag voor omgevingsvergunning ingediend voor het bouwen van een bedrijfspand op de locatie hoek Belgische Frank en Euroweg in Vathorst. Loods 5 is een formule waarin verschillende woonwarenhuizen en meubelzaken verzameld zijn. Bij de beoordeling van de aanvraag is gebleken dat de gebruikelijke parkeernorm voor detailhandel voor deze vestiging een overmaat aan parkeerplaatsen oplevert. De aanvrager heeft verzocht de parkeereis te baseren op door hem aangeleverde ervaringsgegevens van bezoekersaantallen op locaties van Loods 5 in Zaandam en Sliedrecht. Op grond van de Bouwverordening artikel 2.5.30 is het mogelijk de parkeernorm te verlagen, mits daar een goede motivering aan ten grondslag ligt. De beslissing hierover is voorbehouden aan de raad.
BEOOGD EFFECT Door een aangepaste parkeernorm te hanteren wordt het mogelijk een omgevingsvergunning te verlenen voor de vestiging van Loods 5 op deze locatie.
ARGUMENTEN 1. Het bruto vloeroppervlak (bvo) bedraagt 18.000 m2. De parkeernorm detailhandel in stadsdeelcentra voor snelweglocaties is 3.5 parkeerplaatsen/100 m2 (Nota parkeernormen Amersfoort 2009). Voor Loods 5 komt dit uit op 630 parkeerplaatsen. De parkeernormen zijn gebaseerd op parkeerkencijfers van het CROW. In 2012 heeft het CROW de parkeerkencijfers geactualiseerd en is ook de functie ‘meubelboulevard/woonboulevard’ toegevoegd. Op basis van deze nieuwe functie in de CROW kan gerekend worden met een gemiddeld parkeerkencijfer van 2,25 parkeerplaatsen/100 m2 bvo. Daarmee zouden dan 405 parkeerplaatsen voor Loods 5 nodig zijn. Loods 5 is een formule met karakteristieke eigenschappen. Aan de hand van gegevens van andere vestigingen van Loods 5 in Sliedrecht en Zaandam is in opdracht van de initiatiefnemer van Loods 5 door verkeerskundig adviesbureau Goudappel Coffeng een verwachte parkeervraag voor het piekmoment bepaald van 394 parkeerplaatsen. In de bouwaanvraag wordt voor Loods 5 uitgegaan van het realiseren van 440 parkeerplaatsen. Dit voldoet ruimschoots aan de door het CROW geactualiseerde parkeerkencijfers en aan de door Goudappel Coffeng berekende parkeervraag op piekmomenten.
Inlichtingen bij :
P. Richters, SOB/VV, (033) 469 49 75
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4721997 pagina 2
2. Met de aangepaste parkeernorm wordt het verder mogelijk de vestiging van Loods 5 te laten bijdragen aan de in de Nota Detailhandel beschreven gewenste vestiging van perifere detailhandel op Bedrijventerrein Vathorst. De vestiging van Loods 5 zorgt daarbij voor een positieve bijdrage aan de ontwikkeling van het gebied, geeft een impuls aan de werkgelegenheid en zorgt dat de grondopbrengsten voor de grondexploitatie worden gerealiseerd.
KANTTEKENINGEN Bij het niet vaststellen van de aangepaste parkeernorm zal de voorliggende aanvraag voor omgevingsvergunning worden geweigerd en is de vestiging van Loods 5 onzeker.
DUURZAAMHEID Er hebben geen duurzaamheidsoverwegingen ten grondslag gelegen in dit voorstel.
FINANCIËN Leges voor de omgevingsvergunning worden na vergunningverlening in rekening gebracht bij de aanvrager. Er zijn geen bijkomende kosten.
VERVOLG Na uw besluit verlenen wij een omgevingsvergunning waartegen belanghebbenden op de gebruikelijke wijze bezwaar kunnen maken. Daarnaast kunnen belanghebbenden bezwaar maken tegen het besluit tot vaststelling van de aangepaste parkeernorm. Dit bezwaar kan kenbaar worden gemaakt door het sturen van een gemotiveerd bezwaarschrift aan de Gemeenteraad van Amersfoort. Bezwaren tegen de omgevingsvergunning kunnen door belanghebbenden kenbaar worden gemaakt bij burgemeester en wethouders.
BETROKKEN PARTIJEN De aanvrager van het verzoek is Loods 5 Vastgoed IV B.V. Uw besluit en ons daarop volgende besluit tot verlening van de omgevingsvergunning worden op de gebruikelijke wijze in de Stadsberichten en op de website gepubliceerd.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
Bijlagen
- geen
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr .4721997
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 juli 2014, sector SOB/VV (nr.4721997); b e s l u i t: de parkeereis voor Loods 5 op basis van de aangepaste parkeernorm vast te stellen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 juli 2014 de griffier
de voorzitter
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Portefeuillehouder
: Presidium : Gemeenteraad : -
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: : : :
Van Aan
Reg.nr. Datum
: 4722687 : 24 juni 2014
15-07-2014 15-07-2014
TITEL Vaststellen besluitenlijsten en verslagen
BESLISPUNTEN Vaststellen besluitenlijsten en verslagen van 3 tot en met 24 juni 2014
AANLEIDING Conform het reglement van orde van de raad worden besluitenlijsten en verslagen vastgesteld in Het Besluit.
BEOOGD EFFECT Vaststelling van de verslagen en besluitenlijsten.
ARGUMENTEN Ingekomen voorstellen voor wijzigingen: -
VERVOLG De conceptverslagen die op internet staan worden vervangen door de vastgestelde verslagen
BETROKKEN PARTIJEN Gemeenteraad. Presidium van de gemeenteraad van Amersfoort De griffier,
Bijlage :
- ontwerpraadsbesluit
de voorzitter,
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr .
4722687
De raad van de gemeente Amersfoort; Op basis van het voorstel van het presidium van 24 juni 2014, GRF (nr. 4722687); B e s l u i t: De besluitenlijsten en verslagen van 3 tot en met 24 juni 2014 vast te stellen: -
-
Besluitenlijst De Ronde 3 juni 2014, OPA: Stand van zaken invulling gebouw Smallepad 3 (voormalig kunsthal KAdE) (nr. 4701518) Besluitenlijst De Ronde 10 juni 2014, Herinrichting Hulp bij het Huishouden per 2015 (nr. 4709873) Besluitenlijst De Ronde 10 juni 2014, Raadsinformatiebrief 2014-44 Ontwerpbestemmingsplan Aansluiting Hertekop (nr. 4709931) Besluitenlijst De Ronde 10 juni 2014, Preventie- en handhavingsplan alcohol (nr. 4709938) Besluitenlijst De Ronde 10 juni 2014, Jaarstukken 2013 (jaarrekening en jaarverslag) en bestemming rekeningresultaat 2013 (nr. 4709946) Verslag Het Besluit 10 juni 2014 (nr. 4711423), besluitenlijst (nr. 4704630) Besluitenlijst De Ronde 17 juni 2014, Herinrichting Hulp bij het Huishouden per 2015 (nr. 4715445) Verslag De Ronde 17 juni 2014, Kadergesprek: Sociaal domein, incl. zorg, welzijn en wijken (nr. 4716735), besluitenlijst (nr. 4715249) Verslag De Ronde 17 juni 2014, Kadergesprek: Cultuur (nr. 4716849), besluitenlijst (nr. 4715288) Verslag De Ronde 17 juni 2014, Kadergesprek: Mobiliteit (nr. 4716731), besluitenlijst (nr. 4715314) Verslag De Ronde 17 juni 2014, Kadergesprek: Economie en duurzaamheid (nr. 4716730), besluitenlijst (nr. 4715340) Verslag De Ronde 17 juni 2014, Kadergesprek: Financieel beleid (nr. 4716729), besluitenlijst (nr. 4715343) Verslag De Ronde 17 juni 2014, Kadergesprek: Onderwijs en jongeren (nr. 4716851), besluitenlijst (nr. 4715401) Verslag De Ronde 17 juni 2014, Kadergesprek: Wonen (incl. huurbeleid) ruimtelijke ontwikkeling (incl. Amersfoort Vernieuwt) (nr. 4716856), besluitenlijst (nr. 4715410) Verslag De Ronde 17 juni 2014, Kadergesprek: Groen, milieu, leefbaarheid en veiligheid (nr. 4717434), besluitenlijst (nr. 4715415) Verslag De Ronde 17 juni 2014, Kadergesprek: Werk en inkomen, armoede/minima, participatie (nr. 4716872), besluitenlijst (nr. 4715449) Verslag De Ronde 17 juni 2014, Kadergesprek: Sport (nr. 4717224), besluitenlijst (nr. 4716064) Besluitenlijst De Ronde 24 juni 2014, Overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening (nr. 4720000) Besluitenlijst De Ronde 24 juni 2014, CDA: Fietsparkeren (nr. 4720025) Besluitenlijst De Ronde 24 juni 2014, Inrichting wijkteams sociaal domein 2015 (nr. 4720034) Besluitenlijst De Ronde 24 juni 2014, Financiële kaders begrotingsgefinancierde jeugdzorg 2015 (nr. 4720047) Besluitenlijst De Ronde 24 juni 2014, Commissie Begroting & Verantwoording (nr. 4721173)
Gemeente Amersfoort raadsbesluit 4213098 pagina 2
-
Verslag Het Besluit 24 juni 2014 (nr. 4723199), besluitenlijst (nr. 4719897)
Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 juli 2014 De griffier,
de voorzitter,
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL Van Aan Portefeuillehouder
: Presidium : Gemeenteraad : -
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: : : :
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 4733148 : 9 juli 2014 :
15-7-2014 15-7-2014
TITEL Wijzigingsverordening Reglement van orde van de raad
BESLISPUNTEN 1. Het Reglement van orde van de raad als volgt te wijzigen: Artikel 7 1. 2.
3. 4.
Bijeenkomsten
De vergaderingen van de gemeenteraad ‘De Raad’ vinden plaats in principe één keer per twee weken op dinsdag in het Stadhuis. De bijeenkomsten vangen in de regel om 19.00 uur aan en eindigen uiterlijk om 23.00 uur. De indeling is in principe als volgt: a. Het Plein: van 19.30 tot 20.30 uur; b. De Ronde: 19.00 uur; c. Het Besluit: tussen 20.30 en 23.00 uur. De andere dinsdagen zijn beschikbaar voor werkbezoeken, commissies en De Ronde en bij uitzondering voor Het Besluit. Het presidium stelt een vergaderrooster vast.
Artikel 16 Agendering 1. 2.
3. 4. 5.
Het presidium stelt de agenda op voor De Ronde. De onderwerpen worden van één van de volgende kwalificeringen voorzien: a. voorbereiding besluit: debat over raadsvoorstel ter voorbereiding op besluitvorming in Het Besluit b. peiling: inventariseren van meningen en standpunten (waarmee tevens wordt bedoeld het aangeven van wensen en bedenkingen op grond van de artikelen 160, lid 2, 165, lid 3en 169, lid 4 van de Gemeentewet) c. informatie: kennisoverdracht d. rondetafelgesprek: vrije gespreksvorm waarin de dialoog met raad, college en inwoners/organisaties wordt gevoerd over een onderwerp Indien een raadslid een onderwerp wil agenderen dient hij een verzoek in bij het presidium. De indiener krijgt bericht over de afhandeling van het verzoek. Het presidium is gerechtigd, ook na verzending van de agenda, in bijzondere gevallen onderwerpen toe te voegen of af te voeren.
Artikel 55
Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking van deze verordening.
Gemeente Amersfoort
AANLEIDING Aan het eind van de vorige raadsperiode (2010-2014) hebben presidium en fractievoorzitters nagedacht over mogelijke verbeteringen voor de werkwijze van de raad. Dat heeft geleid tot een aantal ideeën over de structuur van de raadsavond. Afgesproken is toen om geen wijzigingen van het Reglement van orde voor te stellen, maar dit over te laten aan de nieuwe raad. In een peiling op 1 juli jl. zijn voorstellen gedaan voor wijzigingen. De griffie is gevraagd om een raadsvoorstel voor wijziging van het Reglement van orde van de raad uit te werken met in achtneming van de gevoerde discussie.
BEOOGD EFFECT Met dit besluit is in het Reglement vastgelegd dat Het Besluit in principe om 20.30 uur begint en wordt het rondetafelgesprek onderscheiden van de andere bijeenkomsten in De Ronde.
ARGUMENTEN 1.1 De voorstellen over aanvangstijd Het Besluit, benutting andere dinsdagen, meer mogelijkheden voor debat en spreektijden en soorten bijeenkomsten in De Ronde kregen brede steun. Er werden ook andere peilpunten besproken. De peilpunten “adviesrecht presidium bij interpellatie”, “meepraten van ‘de stad’ in De Ronde” krijgen ook brede steun, maar moeten nog verder uitgewerkt worden. De reacties op peilpunten “vragenkwartier” en “videobeelden De Ronde” liepen uiteen. Deze punten worden nader uitgewerkt. Het peilpunt “drempel agendering De Ronde” kreeg nauwelijks steun.
1.2 De vergadertijd voor Het Besluit staat vaak onder druk. In drukke tijden zijn de plenaire raadsvergaderingen laat afgelopen. Dat is zowel voor raadsleden als publiek niet altijd prettig. Met het eerder beginnen van Het Besluit is er minder tijd voor De Ronde. Dat geeft knelpunten omdat de gewoonte was dat in principe alleen op avonden waarop Het Besluit plaatsvindt, in De Ronde ruimte is voor peilingen en voorbereiding van besluitvorming. Met de brede steun ten tijde van de peiling op 1 juli om ook op de andere dinsdagen onderwerpen als ‘voorbereiding besluit’ en ‘peiling’ te agenderen, komt deze interpretatie te vervallen. Dit heeft geen consequentie voor het Reglement van orde omdat die mogelijkheid daarin al is geboden.
1.3 Regelmatig hebben fracties behoefte aan meer ruimte voor debat in Het Besluit. Als de vergadering eerder begint kan meer ruimte voor debat worden gemaakt. Om de tijdsduur van Het Besluit binnen de perken te houden, kan het zinvol zijn om met spreektijden te werken. Dit gebeurt al bij algemene beschouwingen (begrotingsbehandeling), maar kan ook bij andere raadsvergaderingen worden toegepast.
1.4 Werkbezoeken blijven mogelijk, maar De Ronde gaat voor Er zijn geen aanbevelingen gedaan over een andere structuur van De Ronde. De vier typen bijeenkomsten geven een beeld van de huidige situatie.
KANTTEKENINGEN n.v.t.
FINANCIËN De wijzigingen van de werkwijze van de raad hebben geen financiële gevolgen.
VERVOLG In september wordt opnieuw een wijzigingsverordening voorgelegd waarbij een nadere uitwerking wordt gegeven van de andere peilpunten, relevante informatie uit de Richtingwijzers als Toelichting bij het Reglement van Orde wordt vastgesteld en andere, meer technische, voorstellen voor wijziging inzichtelijk in het Reglement van Orde worden opgenomen.
Gemeente Amersfoort
BETROKKEN PARTIJEN Presidium, de griffier,
de voorzitter,
Bijlage
1. Raadsbesluit 2. Reglement van Orde van de raad met wijzigingen 3. Concept-besluitenlijst De Ronde 1 juli 2014: Peiling Werkwijze van De Raad
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT Reg.nr.4733148
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van het presidium van 9 juli 2014, sector GRF (nr.4733148); b e s l u i t:
1.
Het Reglement van orde van de raad als volgt te wijzigen: Artikel 17 Bijeenkomsten 1. 2.
3. 4.
De vergaderingen van de gemeenteraad ‘De Raad’ vinden plaats in principe één keer per twee weken op dinsdag in het Stadhuis. De bijeenkomsten vangen in de regel om 19.00 uur aan en eindigen uiterlijk om 23.00 uur. De indeling is in principe als volgt: a. Het Plein: van 19.30 tot 20.30 uur; b. De Ronde: 19.00 uur; c. Het Besluit: tussen 20.30 en 23.00 uur. De andere dinsdagen zijn beschikbaar voor werkbezoeken, commissies en De Ronde en bij uitzondering voor Het Besluit. Het presidium stelt een vergaderrooster vast.
Artikel 18 Agendering 1. 2.
3. 4. 5.
Het presidium stelt de agenda op voor De Ronde. De onderwerpen worden van één van de volgende kwalificeringen voorzien: a. voorbereiding besluit: debat over raadsvoorstel ter voorbereiding op besluitvorming in Het Besluit b. peiling: inventariseren van meningen en standpunten (waarmee tevens wordt bedoeld het aangeven van wensen en bedenkingen op grond van de artikelen 160, lid 2, 165, lid 3en 169, lid 4 van de Gemeentewet) c. informatie: kennisoverdracht d. rondetafelgesprek: vrije gespreksvorm waarin de dialoog met raad, college en inwoners/organisaties wordt gevoerd over een onderwerp Indien een raadslid een onderwerp wil agenderen dient hij een verzoek in bij het presidium. De indiener krijgt bericht over de afhandeling van het verzoek. Het presidium is gerechtigd, ook na verzending van de agenda, in bijzondere gevallen onderwerpen toe te voegen of af te voeren.
Artikel 55
Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking van deze verordening. Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 juli 2014 de griffier
de voorzitter
Gemeente Amersfoort Reglement van orde van de raad 2013 reg.nr.4733775
Verordening
Reg.nr.
4733775
De raad van de gemeente Amersfoort; heeft het voorstel van het presidium d.d. 10 juli 2014, GRF (nr. 4733148) gelezen; vindt het gewenst om het Reglement van orde van de raad 2013 te actualiseren; heeft artikel 147 eerste lid van de Gemeentewet, artikel 16 van de Gemeentewet, artikel 82 van de Gemeentewet en op de Algemene wet bestuursrecht gelezen; b e s l u i t: vast te stellen de volgende verordening:
Reglement van orde van de raad 2014
HOOFDSTUK 1 Artikel 1
ALGEMENE BEPALINGEN
Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder: a. instellingen: non-profitorganisaties en bedrijven die in Amersfoort zijn gevestigd of zich in Amersfoort zullen vestigen; b. portefeuillehouder: een lid van het college dat in bijzonder met een onderwerp is belast of de burgemeester; c. vice-voorzitter: een door de raad uit zijn midden aangewezen plaatsvervangend voorzitter van de raad; d. amendement: voorstel tot wijziging van een ontwerp-verordening of ontwerp-beslissing, geschikt om daarin direct te worden opgenomen; e. subamendement: voorstel tot wijziging van een aanhangig amendement, geschikt om daarin direct te worden opgenomen; f. motie: korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens, verzoek of opdracht wordt uitgesproken; g. voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering; h. initiatiefvoorstel: een voorstel voor een verordening of een ander voorstel ingediend door een raadslid; i. interpellatie: vragen van inlichtingen aan een portefeuillehouder of burgemeester. j. geloofsbrief: de schriftelijke kennisgeving van de benoeming door de voorzitter van het centraal stembureau Artikel 2 1. 2.
Presidium
Het presidium is een commissie zoals bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet. Het presidium heeft tot taak: a. de vergaderingen van de raad voor te bereiden; b. de zaken te behartigen die de werkgeverspositie van de raad betreffen; c. de zaken te behartigen die het functioneren van de raad betreffen. 1 van totaal 14
Gemeente Amersfoort Reglement van orde van de raad 2013 reg.nr.4733775
3.
4. 5. 6. 7. 8.
De raad benoemt de leden en plaatsvervangend leden van het presidium. Iedere fractie die in de gemeenteraad is vertegenwoordigd, heeft recht op één fractievertegenwoordiger in het Presidium. Het presidium kies uit zijn midden een voorzitter. De voorzitter van de raad en de griffier zijn bij de vergadering van het presidium aanwezig. Elk lid heeft één stem in het presidium. Het presidium beslist bij meerderheid van stemmen. De vergaderingen zijn openbaar, tenzij er geheime of persoonlijke zaken in het geding zijn. Artikel 3
Commissie begroting en verantwoording
1.
De Commissie begroting en verantwoording is een commissie zoals bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet. 2. De commissie heeft tot taak te adviseren over: a. de uitwerking en naleving van de verordeningen 212, 213, 213A Gemeentewet. b. de behandeling van de begrotings- en verantwoordingscyclus c. het bevorderen van afstemming van: - onderzoeken door de raad - onderzoeken op grond van verordeningen 213 en 213a Gemeentewet (accountantscontrole en doelmatigheidsonderzoeken door het college) - onderzoeken door de rekenkamercommissie 3. Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding en het onderzoek van de begroting, jaarrekening en het jaarverslag, alsmede van de vaststelling van de jaarrekening en van een eventueel indemniteitsbesluit in De Ronde na advies van de Commissie begroting en verantwoording. 4. De raad benoemt de leden en plaatsvervangend leden van de commissie. Iedere fractie kan een fractielid ter benoeming aan de raad voordragen. Ook buitengewone fractieleden, als bedoeld in artikel 15, kunnen als lid worden voorgedragen. 5. De commissie kiest uit zijn midden een voorzitter. 6. Elk lid heeft één stem in de commissie. 7. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen. 8. De vergaderingen, agenda’s en besluitenlijsten zijn openbaar, tenzij er geheime of persoonlijke zaken in het geding zijn.
HOOFDSTUK II Artikel 4 1.
2. 3. 4.
5. 6.
Benoemingsprocedure en beëdiging raadsleden
Bij elke benoeming van nieuwe raadsleden stelt de voorzitter van de raad een commissie in, bestaande uit drie raadsleden. De commissie onderzoekt de geloofsbrieven, de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde leden en de processen-verbaal van het Centraal stembureau. De commissie kan haar bijeenkomst houden voorafgaand aan Het Besluit. De commissie brengt na haar onderzoek schriftelijk verslag uit aan de raad en doet daarbij een voorstel voor een besluit. In het verslag wordt ook melding gemaakt van een minderheidsstandpunt. De voorzitter van de raad roept een toegelaten lid op om in de eerste vergadering van Het Besluit, waarin hij zijn functie volgens de Kieswet kan aanvaarden, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte, af te leggen. In afwijking van artikel 18, lid 4 kan de toelating dezelfde avond in Het Besluit plaatsvinden. De benoeming van een nieuw raadslid vindt plaats als eerste agendapunt, tenzij de raad anders besluit. Artikel 5
1.
TOELATING VAN NIEUWE LEDEN; FRACTIES
Benoemingsprocedure en beëdiging wethouders
Bij elke benoeming van een of meerdere wethouders stelt de voorzitter van de raad een commissie in, 2 van totaal 14
Gemeente Amersfoort Reglement van orde van de raad 2013 reg.nr.4733775
2.
3.
4. 5. 6.
7.
bestaande uit drie raadsleden. De kandidaat wethouder legt de documenten en informatie over die nodig zijn voor de in lid 3 door de commissie te verrichten toetsing. De kandidaat wethouder maakt bovendien alle overige door hem/haar in dat verband relevante geachte informatie aan de commissie kenbaar. De commissie toetst de van de kandidaat wethouder ontvangen documenten en informatie aan de hand van: - de benoembaarheidsvereisten zoals opgenomen in de Gemeentewet; - de vereisten omtrent onverenigbare functies zoals opgenomen in de Gemeentewet; - de vereisten omtrent nevenfuncties zoals opgenomen in de Gemeentewet; - de vereisten omtrent onverenigbare of verboden handelingen zoals opgenomen in de Gemeentewet; - de verklaring omtrent het gedrag. De commissie kan haar bijeenkomst houden voorafgaand aan Het Besluit. De kandidaat wethouder kan in de gelegenheid worden gesteld de documenten en aangedragen informatie mondeling toe te lichten. De commissie brengt na haar onderzoek verslag uit aan de raad in Het Besluit en formuleert een schriftelijk advies aan de raad ten aanzien van de benoembaarheid van de voorgedragen wethouder(s). Indien de commissie niet unaniem is in haar oordeel wordt hiervan melding gemaakt in het advies. In de vergadering waar de wethouder wordt benoemd legt hij de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af. Artikel 6
1.
2.
3. 4.
5. 6. 7.
Fractie
De leden, die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als één fractie beschouwd. Is onder een lijstnummer slechts één lid verkozen, dan wordt dit lid als een afzonderlijke fractie beschouwd. Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie binnen de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren. De namen van degenen die als voorzitter van de fractie en als diens plaatsvervanger optreden worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter. Indien: - één of meer leden van een fractie als zelfstandige fractie gaat of gaan optreden; - twee of meer fracties als één fractie gaan optreden; - één of meer leden van een fractie zich aansluit(en) bij een andere fractie; wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter. Met de in het vierde lid beschreven veranderde situatie wordt rekening gehouden met ingang van de eerstvolgende vergadering van de raad na de mededeling daarvan. De financiële gevolgen van het afsplitsen van fracties worden nader uitgewerkt in de Verordening geldelijke voorzieningen voor raadsleden, commissieleden en fracties in de gemeente Amersfoort. Indien naar aanleiding van de in het vierde lid beschreven situatie een nieuwe fractie ontstaat, kan deze nieuwe fractie uitsluitend de naam “lijst…(naam afsplitser)” of “groep …(naam afsplitser)” voeren.
HOOFDSTUK III Artikel 7 1. 2.
BIJEENKOMSTEN
Bijeenkomsten
De vergaderingen van de gemeenteraad ‘De Raad’ vinden plaats in principe één keer per twee weken op dinsdag in het Stadhuis. De bijeenkomsten vangen in de regel om 19.00 uur aan en eindigen uiterlijk om 23.00 uur. De indeling is in principe als volgt: a. Het Plein: van 19.30 tot 20.30 uur; b. De Ronde: 19.00 uur; 3 van totaal 14
Gemeente Amersfoort Reglement van orde van de raad 2013 reg.nr.4733775
3. 4.
c. Het Besluit: tussen 20.30 en 23.00 uur. De andere dinsdagen zijn beschikbaar voor werkbezoeken, commissies en De Ronde en bij uitzondering voor Het Besluit. Het presidium stelt een vergaderrooster vast. Artikel 8
1. 2.
De burgemeester zendt de raadsstukken ten minste vijf dagen voor de bijeenkomst aan de leden en de buitengewone fractieleden, bedoeld in artikel 15. De raadsstukken bevatten: a. een aanduiding van de dag, het tijdstip en de plaats van de bijeenkomst; b. een programma voor Het Plein; c. een agenda en stukken voor De Ronde; d. een voorlopige agenda en stukken voor Het Besluit. Artikel 9
1.
2. 3.
Oproep
Ter inzage leggen van documenten
Raadsstukken worden gelijktijdig met het verzenden geplaatst op de gemeentelijke website en voor een ieder op het stadhuis ter inzage gelegd. Hierbij kan ook achterliggende informatie worden gevoegd. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het stadhuis gebracht. Indien voor stukken op grond van artikel 25, eerste dan wel tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden van de raad inzage. Artikel 10 Openbare kennisgeving
1.
2.
De bijeenkomsten worden door aankondiging in een dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen of in een gemeentelijk informatieblad en door plaatsing op de gemeentelijke website ter openbare kennis gebracht. De openbare kennisgeving vermeldt: a. de datum, aanvangstijd en plaats van de bijeenkomst; b. de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien.
HOOFDSTUK IV
HET PLEIN
Artikel 11 Doelstelling Het Plein heeft tot doel het informeel uitwisselen van informatie tussen betrokkenen. Artikel 12 Ruimte aanvragen Bij het presidium kunnen portefeuillehouders, ambtenaren, inwoners en instellingen verzoeken om ruimte op Het Plein.
4 van totaal 14
Gemeente Amersfoort Reglement van orde van de raad 2013 reg.nr.4733775
HOOFDSTUK V
De Ronde
Artikel 13 Toepasselijkheid Gemeentewet Bijeenkomsten in De Ronde worden gelijkgesteld met vergaderingen van een commissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet. Artikel 14 Doelstelling De Ronde heeft tot doel: het voorbereiden van besluitvorming, het peilen van meningen, het verstrekken van informatie (voor zover daar anderszins onvoldoende mogelijkheid voor is). Artikel 15 Buitengewone fractieleden 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Iedere fractie is gerechtigd niet-raadsleden voor te dragen om als buitengewoon fractielid aan De Ronde deel te nemen. De raad benoemt de buitengewone fractieleden. Om als buitengewoon fractielid benoemd te kunnen worden moet het niet-raadslid verkiesbaar zijn geweest tijdens de meest recente gemeenteraadsverkiezingen. Een fractie kan maximaal twee personen hebben als buitengewoon fractielid. De artikelen 10, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing. De zittingsperiode van een buitengewoon fractielid eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad of wanneer een fractie gedurende een raadsperiode ophoudt te bestaan. In de overige artikelen van dit hoofdstuk wordt een buitengewoon fractielid als raadslid beschouwd. Artikel 16 Agendering
1. 2.
3. 4. 5.
Het presidium stelt de agenda op voor de Ronde. De onderwerpen worden van één van de volgende kwalificeringen voorzien: a. voorbereiding besluit: debat over raadsvoorstel ter voorbereiding op besluitvorming in Het Besluit b. peiling: inventariseren van meningen en standpunten (waarmee tevens wordt bedoeld het aangeven van wensen en bedenkingen op grond van de artikelen 160, lid 2, 165, lid 3 en 169, lid 4 van de Gemeentewet) c. informatie: kennisoverdracht d. rondetafelgesprek: vrije gespreksvorm waarin de dialoog met raad, college en inwoners/organisaties wordt gevoerd over een onderwerp Indien een raadslid een onderwerp wil agenderen dient hij een verzoek in bij het presidium. De indiener krijgt bericht over de afhandeling van het verzoek. Het presidium is gerechtigd, ook na verzending van de agenda, in bijzondere gevallen onderwerpen toe te voegen of af te voeren. Artikel 17 Deelname
1. 2. 3. 4.
Elke fractie kan één raadslid afvaardigen om deel te nemen aan De Ronde. In afwijking van het eerste lid kunnen bij een peiling van wensen en bedenkingen bedoeld in artikel 169, lid 4 van de Gemeentewet meerdere leden per fractie deelnemen. Portefeuillehouders nemen, indien daartoe uitgenodigd, deel aan de discussie in De Ronde. Zij kunnen zich daarbij ambtelijk laten ondersteunen. Inwoners en vertegenwoordigers van instellingen kunnen, indien daartoe uitgenodigd door het presidium of de voorzitter van de bijeenkomst, het woord voeren in De Ronde. Artikel 18 Orde
1. 2.
Het presidium wijst per onderdeel van De Ronde een voorzitter aan. De orde gedurende een onderwerp wordt bepaald door de voorzitter. Artikel 29 is overeenkomstig van 5 van totaal 14
Gemeente Amersfoort Reglement van orde van de raad 2013 reg.nr.4733775
3. 4.
toepassing. Voor het verstrijken van de geraamde tijd concludeert de voorzitter of het onderwerp voldoende is behandeld of dat het nogmaals geagendeerd moet worden. Onderwerpen uit De Ronde worden niet dezelfde avond geagendeerd in Het Besluit, tenzij daarvoor dringende redenen aanwezig zijn. Artikel 19 Verslagen
1. 2. 3. 4.
Van een onderwerp in De Ronde wordt een korte besluitenlijst gemaakt. Het presidium kan besluiten dat van een onderwerp een verslag wordt gemaakt. De concept-besluitenlijsten en verslagen worden binnen een week geplaatst op de gemeentelijke website. De besluitenlijsten en verslagen worden vastgesteld in Het Besluit. De vastgestelde versie wordt geplaatst op de gemeentelijke website. Artikel 20 Burgerinitiatief
1. 2. 3. 4. 5.
Door middel van het recht van initiatief kunnen burgers een nieuw onderwerp, een globaal idee of een meer uitgewerkt voorstel in De Ronde brengen. Het recht van initiatief wordt niet gebruikt voor vragen over gemeentelijk beleid en/of de uitvoering ervan, onderwerpen die privé-belangen, klachten of bezwaarprocedures betreffen. Het initiatief moet schriftelijk bij het presidium worden ingediend en toegelicht. Indien het voorstel voldoet aan de voorwaarden agendeert het presidium het onderwerp voor De Ronde en stelt het de indiener in de gelegenheid het initiatiefvoorstel kort toe te lichten in De Ronde. De Ronde meldt de bevindingen aan de raad via een voorstel, via de besluitenlijst of het verslag. Artikel 21 Spreekrecht burgers en belanghebbenden
1.
2.
3. 4. 5. 6. 7. 8.
Een toehoorder heeft het recht het woord te voeren over onderwerpen die in De Ronde als ‘peiling’ of ‘voorbereiding besluit’ staan geagendeerd. Hij kan van dat recht gebruik maken wanneer hij bij het presidium of bij aanvang van het onderwerp bij de voorzitter heeft meegedeeld, dat hij over dat onderwerp het woord wenst te voeren. Geen spreekrecht bestaat voor: a. een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat; b. een benoeming, keuze, voordracht of aanbeveling van personen; c. een gedraging waarover een klacht op grond van artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend. De voorzitter geeft toehoorders die zich overeenkomstig het eerste lid hebben aangemeld gelegenheid te spreken en vervolgens de leden van De Ronde. De spreektijd voor een inspreker is maximaal 2 minuten, tenzij de voorzitter hiervan afwijkt. De voorzitter kan een inspreker tot slot nog kort de gelegenheid geven tot reageren. De voorzitter kan bij de aanvang of in de loop van De Ronde regels geven ten aanzien van de spreektijd van toehoorders, die verplicht zijn zich daaraan te houden. Bij niet-nakoming van de in het zesde lid bedoelde regels ontneemt de voorzitter de toehoorder het woord. Als een onderwerp een volgende bijeenkomst wordt voortgezet, is er niet opnieuw spreekrecht, tenzij hiervoor bijzondere redenen aanwezig zijn.
6 van totaal 14
Gemeente Amersfoort Reglement van orde van de raad 2013 reg.nr.4733775
HOOFDSTUK VI
HET BESLUIT
Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 22 Doelstelling Het Besluit heeft tot doel het voeren van debat en het nemen van besluiten door de raad. Artikel 23 Toepasselijkheid Gemeentewet Het Besluit is een raadsvergadering als bedoeld in artikel 17 van de Gemeentewet.
Paragraaf 2 Voorbereidingen Artikel 24 Agendering 1. 2. 3. 4.
5. 6.
Het presidium stelt de voorlopige agenda op voor Het Besluit. Alvorens het presidium een onderwerp voor Het Besluit agendeert, beslist hij of het zal worden voorbereid in De Ronde. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter van de raad na het verzenden van de raadsstukken tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van de vergadering een aanvullende agenda opstellen. Bij aanvang van de vergadering stelt de raad de agenda vast. Op voorstel van een lid van de raad of de voorzitter kan de raad bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren. Wanneer de raad een onderwerp onvoldoende voor de openbare beraadslaging voorbereid acht, kan hij het onderwerp verwijzen naar De Ronde of aan het college nadere inlichtingen of advies vragen. Op verzoek van een lid of op voorstel van de voorzitter kan de raad de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen. Artikel 25 Deelname portefeuillehouders en consultatie college
1. 2.
Een portefeuillehouder kan voor de beraadslaging begint het woord vragen. Alvorens een besluit te nemen over een voorstel dat niet is voorbereid door het college of de burgemeester, geeft de raad het college de gelegenheid zijn mening schriftelijk kenbaar te maken.
Paragraaf 3 Orde van de vergadering Artikel 26 Primus bij hoofdelijke stemming Artikel is vervallen. Artikel 27 Ingekomen stukken 1. 2. 3.
Bij de raad ingekomen stukken plaatst de griffier op een lijst. Deze lijst wordt, na vaststelling van de wijze van afdoening door het presidium, met de raadsstukken verzonden en geplaatst op de gemeentelijke website. Als de afzender van een ingekomen stuk een natuurlijk persoon is wordt het ingekomen stuk geanonimiseerd op de gemeentelijke website geplaatst. Artikel 28 Spreekregels en spreektijd
1.
Eén raadslid opent het debat. Het raadslid geeft in drie tot vijf minuten de argumenten voor of tegen een voorstel. 7 van totaal 14
Gemeente Amersfoort Reglement van orde van de raad 2013 reg.nr.4733775
2. 3. 4. 5. 6.
Vervolgens vindt het debat plaats met in beginsel één woordvoerder per fractie. Raadsleden kunnen zich aanmelden voor het openen van het debat. Bij aanmelding van meerdere personen vindt onderling overleg plaats. Komt men er niet uit, dan bepaalt het presidium wie opent. De voorzitter geeft de portefeuillehouder gelegenheid te reageren. De voorzitter bewaakt de geraamde spreektijd. De voorzitter kan een afwijkend voorstel doen over de spreekregels en de spreektijd. Artikel 29 Volgorde sprekers en ordevoorstellen
1. 2. 3.
Een raadslid of portefeuillehouder voert het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben. De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer een raadslid het woord vraagt over de orde van de vergadering. Een voorstel van orde kan door de voorzitter, een raadslid of portefeuillehouder worden gedaan. Over een voorstel van orde beslist de raad terstond. Artikel 30 Handhaving
1.
2.
3.
Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij a. de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren; b. een lid hem interrumpeert; de voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden. Indien een persoon die het woord voert, zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de desbetreffende persoon die het woord voert, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten. Artikel 31 Beraadslaging
1. 2.
De raad kan op voorstel van de voorzitter of een lid van de raad besluiten over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen. Op verzoek van een lid van de raad of het college of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door de voorzitter te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is. Artikel 32 Deelname aan de beraadslaging door anderen
1. 2.
De raad kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden van de raad of portefeuillehouders of de voorzitter deelnemen aan de beraadslaging. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of één der leden van de raad genomen alvorens de beraadslaging over een agendapunt begint. Artikel 33 Stemverklaring
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder raadslid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren. Artikel 34 Beslissing 1.
Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raad anders beslist.
8 van totaal 14
Gemeente Amersfoort Reglement van orde van de raad 2013 reg.nr.4733775
2.
3.
Nadat de beraadslaging is gesloten, vindt na een stemming over eventuele moties en amendementen, de stemming plaats over het voorstel in zijn geheel, zoals het dan luidt, tenzij geen stemming wordt gevraagd. Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel over de te nemen eindbeslissing. Artikel 35 Verslag
1. 2. 3. 4. 5.
6. 7. 8.
Van Het Besluit wordt een verslag gemaakt. Het concept-verslag wordt geplaatst op de gemeentelijke website binnen een week na de vergadering. De raadsleden en de voorzitter van de raad kunnen een voorstel tot verandering doen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Het verslag wordt vastgesteld in Het Besluit. Het verslag moet inhouden: a. de namen van de voorzitter, de griffier en de ter vergadering aanwezige leden, de portefeuillehouders; b. de overige personen die het woord gevoerd hebben, alsmede van de leden die afwezig waren; een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest; c. een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen der aanwezigen die het woord voerden; d. een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden; e. de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen; f. bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 32 door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen. Het verslag wordt opgesteld onder de zorg van de griffier. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend. De besluiten worden gepubliceerd op de gemeentelijke pagina in een huis-aan-huis blad en geplaatst op de gemeentelijke website
Paragraaf 4 Procedures bij stemmingen Artikel 36 Algemene bepalingen over stemming 1. De voorzitter van de raad vraagt of stemming wordt verlangd. Indien dit niet het geval is en ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen. 2. Ingeval geen stemming wordt verlangd, kunnen in de vergadering aanwezige leden aantekening in het verslag vragen dat zij tegen het voorstel zijn of zich van stemming hebben te onthouden. 3. Indien door een of meer leden stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter daarvan mededeling. 4. Bij stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden verplicht zijn stem uit te brengen. 5. Stemmingen vinden elektronisch plaats, mits de uitslag direct na het sluiten van de stemming voor iedereen zichtbaar wordt met de uitgebrachte stem per raadslid en het elektronisch stemsysteem naar het oordeel van de voorzitter ook verder goed en zonder onredelijk oponthoud functioneert. 6. Bij elektronische stemmingen geeft de voorzitter het moment aan waarop hij de stemming gaat sluiten. Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij mondeling op dat moment nog een verzoek tot herstel doen. Hierna sluit de voorzitter de stemming en wordt de uitslag getoond. 7. De uitslag van een stemming is definitief wanneer de voorzitter melding heeft gemaakt van het aantal stemmen voor en tegen. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit. 9 van totaal 14
Gemeente Amersfoort Reglement van orde van de raad 2013 reg.nr.4733775
8. Wanneer elektronisch stemmen op grond van lid 5 niet mogelijk is, vindt mondelinge hoofdelijke stemming plaats. Daartoe wijst de voorzitter bij loting een volgnummer van de presentielijst aan, om aan te geven bij welk lid de stemming zal beginnen. Vervolgens geschiedt de oproeping naar de volgorde van de presentielijst. De leden brengen hun stem uit door het woord ‘voor’ of ‘tegen’ uit te spreken, zonder enige toevoeging. 9. Heeft een raadslid zich bij het uitbrengen van een mondelinge stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. 10. Bemerkt een raadslid zowel bij elektronische als bij mondelinge stemming zijn vergissing in het uitbrengen van zijn stem na de mogelijkheid tot herstel, dan kan hij uiterlijk tot het vaststellen van het verslag van de betreffende beraadslaging aantekening vragen dat hij zich heeft vergist. In de uitslag van de stemming brengt dit geen verandering. Artikel 37 Stemmingen over amendementen en moties 1. 2. 3.
4. 5.
Indien een amendement op een voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd. Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement. Indien twee of meer amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, bepaalt de voorzitter van de raad de volgorde waarin hierover zal worden gestemd. Daarbij geldt de regel, dat het meest verstrekkende amendement of subamendement het eerst in stemming wordt gebracht. Indien over een voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over de motie gestemd en vervolgens over het voorstel. Indien zowel moties als amendementen zijn ingediend, vindt eerst stemming plaats over amendementen daarna over moties. Artikel 38 Stemming over personen
1.
2. 3.
4.
5.
6.
Wanneer een stemming over personen, voor het doen van een voordracht of het opstellen van een voordracht of aanbeveling moet plaatshebben, benoemt de voorzitter van de raad drie leden tot stembureau. Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van de Gemeentewet van stemming moet onthouden is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje. Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden. Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan: a. een blanco ingevuld stembriefje; b. een ondertekend stembriefje; c. een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij de stemming verschillende vacatures betreft; d. een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen; e. een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad, op voorstel van de voorzitter. Artikel 39 Herstemming over personen 10 van totaal 14
Gemeente Amersfoort Reglement van orde van de raad 2013 reg.nr.4733775
1. 2.
3.
Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan. Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben. Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot. Artikel 40 Beslissing door het lot
1. 2. 3.
Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie de beslissing moet plaatshebben, door de voorzitter op afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven. Deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal gedeponeerd en omgeschud. Vervolgens neemt de voorzitter een van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen.
Paragraaf 5 Rechten van raadsleden Artikel 41 Amendementen 1.
2. 3.
4.
5.
Een raadslid kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Ook kan hij voorstellen, een geagendeerde voorgestelde beslissing in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door raadsleden, die in de vergadering aanwezig zijn. Een raadslid dat in de vergadering aanwezig is, kan op het amendement een subamendement voorstellen. Elk (sub)amendement en elk voorstel moet, om in behandeling genomen te kunnen worden, schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter - met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde - oordeelt, dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan. Een amendement is ontoelaatbaar, indien het een strekking heeft tegengesteld aan die van het voorstel of indien er tussen de strekking van het amendement en die van het voorstel geen rechtstreeks verband bestaat. Een amendement wordt geacht toelaatbaar te zijn zolang de raad het niet ontoelaatbaar heeft verklaard. Een daartoe strekkend voorstel kan, zo nodig met onderbreking van de orde, worden gedaan hetzij door de voorzitter, hetzij door een raadslid. Artikel 42 Moties
1. 2. 3. 4.
Een raadslid kan ter vergadering een motie indienen. Een motie moet om in behandeling genomen te worden schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend. De behandeling van een motie over een geagendeerd onderwerp of voorstel vindt tegelijk met de beraadslaging over dat onderwerp of voorstel plaats. Een motie over een niet-geagendeerd onderwerp of voorstel wordt ten minste acht dagen voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het presidium ingediend. Deze motie wordt op de agenda geplaatst na de overige agendapunten. Als na deze termijn een motie wordt ingediend, dan wordt deze slechts behandeld indien hij, naar het oordeel van de raad op advies van het presidium, actueel en urgent is. Artikel 43 Schriftelijke vragen
1.
Schriftelijke vragen aan het college worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven, of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd.
11 van totaal 14
Gemeente Amersfoort Reglement van orde van de raad 2013 reg.nr.4733775
2. 3.
4. 5.
De vragen worden bij de voorzitter van de raad ingediend. Deze draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college worden gebracht. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen twintig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in een bijeenkomst van De Ronde binnen deze termijn. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het college de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. De antwoorden worden door het college aan de raadsleden medegedeeld. De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in een volgende vergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde vergadering in De Ronde, nadere inlichtingen vragen omtrent het door het college gegeven antwoord, tenzij het presidium anders beslist. Artikel 44 Inlichtingen
1.
2. 3.
Indien een raadslid over een onderwerp inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet verlangt, doet hij een schriftelijk verzoek aan het college of de burgemeester. Een afschrift van dit verzoek zendt hij in afschrift aan de raad. Binnen vier weken worden de inlichtingen mondeling in De Ronde of schriftelijk gegeven. Artikel 45 Mondelinge vragen van raadsleden aan het college in De Ronde
1. 2. 3. 4.
In De Ronde wordt tijd gereserveerd voor mondelinge vragen van raadsleden aan een portefeuillehouder of de burgemeester, tenzij de agenda het niet toelaat. Het moet gaan om actuele, korte, meer procesmatige vragen en niet om politiek inhoudelijke kwesties. Vragen worden op maandag, voorafgaand aan de dinsdag van De Ronde, voor 16.00 uur aangemeld bij de griffie. De voorzitter bepaalt de orde van de vergadering en kan vragen doorverwijzen naar een volgende of andere mogelijkheid. Artikel 46 Voorstellen van orde
1. 2. 3.
De voorzitter en ieder raadslid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort wordt toegelicht. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen. Over een voorstel van orde beslist de raad terstond. Artikel 47 Initiatiefvoorstel
1. 2. 3. 4.
Een initiatiefvoorstel wordt alleen in behandeling genomen, indien het schriftelijk bij het presidium is ingediend. Het presidium plaatst het voorstel op de agenda van één van de komende vier bijeenkomsten. De raad neemt een voorstel niet in behandeling indien het voorstel in strijd is met een wet, een algemene maatregel van bestuur of een verordening. De raad kan nadere voorwaarden aan de indiening en behandeling van een voorstel stellen. Artikel 48 Interpellatie
1.
2.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van het presidium spoedeisende gevallen, ten minste acht dagen voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het presidium ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen. Het presidium brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en portefeuillehouders. In de eerstvolgende vergadering wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt wanneer de interpellatie zal worden gehouden. 12 van totaal 14
Gemeente Amersfoort Reglement van orde van de raad 2013 reg.nr.4733775
3.
De interpellant voert niet meer dan tweemaal het woord, de overige raadsleden en portefeuillehouders niet meer dan eenmaal, tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft.
Paragraaf 6 Lidmaatschap van andere organisaties Artikel 49 Lidmaatschap van andere organisaties 1.
2.
3.
4.
5.
Een raadslid, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de De Ronde. Ieder raadslid kan aan een persoon als bedoeld in het eerste lid schriftelijke vragen stellen. De regels voor het stellen van schriftelijke vragen, vastgesteld in artikel 43, zijn van overeenkomstige toepassing. Wanneer een raadslid de persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 44, zijn van overeenkomstige toepassing. Over een voorstel tot ontslag van een door de raad aangewezen lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, als bedoeld in het eerste lid, wordt niet beraadslaagd dan nadat in een vergadering is besloten te verklaren dat de betrokken persoon niet meer het vertrouwen van de raad bezit als lid van het bedoelde bestuur. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op andere organisaties of instituties, waarin de raad één van zijn leden heeft benoemd.
Paragraaf 8 Toehoorders en pers Artikel 50 Toehoorders en pers 1. 2.
De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden. Artikel 51 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Artikel 52 Verbod gebruik mobiele telefoons In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.
13 van totaal 14
Gemeente Amersfoort Reglement van orde van de raad 2013 reg.nr.4733775
HOOFDSTUK VII
SLOTBEPALINGEN
Artikel 53 Uitleg reglement Bij twijfel omtrent de toepassing van dit reglement, beslist het presidium. Artikel 54 Citeertitel Dit reglement wordt aangehaald als Reglement van orde van de raad 2013. Artikel 55 Inwerkingtreding Dit reglement treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking van deze verordening. Artikel 56 Intrekking vorige versie Het Reglement van orde van de raad 2011 wordt ingetrokken. Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 juli 2014
de griffier,
de voorzitter,
PUBLICATIEDATUM: 14 van totaal 14
Concept-Besluitenlijst De Ronde datum:
1 juli 2014
van
vergaderruimte: Molendijkzaal (0.01) Titel Van Doel activiteit Voorstel Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden
Inspreker(s) Conclusie voorzitter
20.30 tot
aantal bezoekers:
22.00 uur 6
Reg.nr. 4725986 Werkwijze van De Raad Soort verslag Presidium Besluitenlijst Soort document Peiling Peiling Het presidium stelt voor om de werkwijze van de raad en mogelijke verbeterpunten te bespreken Portefeuillehouder Kennedy-Doornbos Opsteller Pen Bongers -
De la Combé (PvdA), Huijdts (D66), Kennedy- Portefeuillehouder Ambtenaren Doornbos (CU), Land (GL), Meijer (SP), Mulder (OPA), Paffen-Zeenni (CDA), Stoelinga (Amersfoort2014), Van Wijngaarden (VVD) De aanwezige fractieleiders hebben gereageerd op de peilpunten. De peilpunten 1 (aanvangstijd Het Besluit en benutting ‘tussenliggende’ dinsdag), 2 (meer debat en spreektijden in Het Besluit) en 4 (soorten bijeenkomsten in De Ronde) krijgen brede steun. Peilpunt 6 (adviesrecht presidium) en peilpunt 8 (meepraten van ‘de stad’ in De Ronde) krijgen ook brede steun, maar moeten nog verder uitgewerkt worden. De reacties op peilpunten 3 (vragenkwartier) en 7 (videobeelden De Ronde) lopen uiteen. Deze punten verdienen verdere uitwerking. Peilpunt 5 (drempel agendering De Ronde) krijgt nauwelijks steun. De griffie is gevraagd om een raadsvoorstel voor wijziging van het Reglement van orde van de raad uit te werken met in achtneming van de gevoerde discussie. Het presidium wordt gevraagd een bijeenkomst in De Ronde te plannen die gaat over de lessen van burgerinitiatieven als Het Nieuwe Samenwerken en de G1000. Advies aan presidium: Vervolgstap griffie: voorstel voor wijziging Reglement van orde voorbereiden
Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag
Wethouder B. Houwing (bestuurlijke vernieuwing) en de heer P. de Langen (SGLA) hebben op verzoek van fractievoorzitters deelgenomen aan het gesprek.
#4725986 v1 - BESLUITENLIJST DR 1-7-2014 WERKWIJZE VAN DE RAAD
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder J.C. Buijtelaar
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit
: 15-04-2014 : : 13-05-2014 15-07-2014 : 15-07-2014
Vastgesteld besluit
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 4652632 : 27 maart 2014 :
Van de agenda afgevoerd
TITEL Ontheffing Parkeereis Lange Beekstraat 10
BESLISPUNTEN Ontheffing te verlenen van het vereiste om de parkeereis voor het bouwen van 13 appartementen aan de Lange Beekstraat op eigen terrein op te lossen.
AANLEIDING Op het perceel Lange Beekstraat 10 is een leegstaand, voormalig atelier aanwezig. Eigenaar is voornemens deze bebouwing te slopen en daarvoor in de plaats vervangende nieuwbouw te realiseren met daarin 13 kleine huurappartementen. Belangrijk aspect bij dit bouwplan is het voorzien in de vereiste parkeervoorzieningen. In deze situatie is vergunningparkeren van toepassing. Door aanvrager is gezocht naar een oplossing voor het parkeren en gebleken is dat in de particuliere parkeergarage onder het complex aan het Prinses Julianaplein, met als adres Arnhemseweg 27 (ingang parkeergarage), capaciteit beschikbaar is en 13 parkeerplaatsen kunnen worden gehuurd, waarover overeenstemming is met de verhuurder. Een driepartijenovereenkomst is daarvoor opgesteld en zal worden ondertekend na het verlenen van ontheffing door de raad. Voor het niet realiseren van het vereiste aantal parkeerplaatsen op eigen terrein is op grond van artikel 2 van de ‘Beleidsregel Toepassing Parkeernormen 2013’ ontheffing nodig van de gemeenteraad.
BEOOGD EFFECT Door ontheffing te verlenen van het vereiste om op eigen terrein de parkeereis op te lossen is het mogelijk een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van vervangende nieuwbouw voor een woongebouw met 13 kleine huurappartementen.
ARGUMENTEN De parkeerdruk in het gebied Lange Beekstraat en omgeving is van dien aard dat daaraan geen 13 parkeerplaatsen kunnen worden toegevoegd. Het gebied is aangewezen als vergunningengebied voor parkeren. Bovendien mag het bouwplan niet als consequentie hebben dat daaruit een extra claim op het aanvragen van een parkeervergunning kan ontstaan. Het plan wordt opgenomen in de zogenaamde poetlijst en zodoende zullen er geen parkeervergunningen hiervoor mogelijk zijn. Het bouwplan zal zelf in het vereiste aantal van 13 (vervangende) parkeerplaatsen moeten voorzien. Het voorstel voorziet in die vervangende parkeerplaatsen.
KANTTEKENINGEN Hoewel de capaciteit van de bestaande parkeergarage bij het Prinses Julianaplein niet volledig benut wordt door gebruikers/bewoners van het complex waarvan de parkeergarage bouwkundig gezien deel uitmaakt, is deze parkeergarage wel primair voor dit complex bestemd. Onderdeel van de driepartijenovereenkomst is dat bij een parkeervraag vanuit het complex deze prioriteit heeft boven de parkeervraag voor het complex Lange Beekstaat 10A t/m 10N en dat eigenaar van het complex Lange Beekstraat 10 na opzegging van (een Inlichtingen bij : P. Bal, SOB/VTH, (033) 469 44 27
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4652632 pagina 2
deel van) de overeenkomst tijdig in vervangende parkeerruimte als bedoeld in de ‘Beleidsregel Toepassing Parkeernormen 2013’ zal moeten voorzien.
FINANCIËN De leges worden in het kader van de aanvraag om omgevingsvergunning in rekening gebracht bij de aanvrager. De kosten voor de huur van 13 parkeerplaatsen in de particuliere parkeergarage zijn voor rekening van aanvrager. Er zijn geen bijkomende kosten.
VERVOLG Na uw ontheffingsbesluit kan met gebruikmaking van dit besluit de driepartijenovereenkomst (verhuurderhuurder-gemeente) worden getekend en na verdere beoordeling van de overige aspecten (zoals het Bouwbesluit e.d.) de omgevingsvergunning worden verleend. Belanghebbenden kunnen hun bezwaar tegen het besluit tot ontheffing van de eis om de volledige parkeerbehoefte op eigen terrein op te lossen kenbaar maken door het sturen van een gemotiveerd bezwaarschrift aan de Gemeenteraad van Amersfoort. Bezwaren tegen de omgevingsvergunning kunnen door belanghebbenden kenbaar worden gemaakt bij burgemeester en wethouders.
BETROKKEN PARTIJEN De indiener van de aanvraag om omgevingsvergunning is de eigenaar van het perceel, dhr. R. van de Linden. Uw besluit en ons daarop volgende besluit tot het verlenen van de omgevingsvergunning worden op de gebruikelijke wijze in de Stadsberichten gepubliceerd. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Bijlagen
- Driepartijenovereenkomst huur parkeerplaatsen en onderliggende huurovereenkomst ‘verhuurder-huurder’
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr .4652632
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 maart 2014, sector SOB/VTH (nr.4652632); b e s l u i t: ontheffing te verlenen van het vereiste om de parkeereis voor het bouwen van 13 appartementen aan de Lange Beekstraat op eigen terrein op te lossen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 juli 2014 de griffier
de voorzitter
DRIEPARTIJENOVEREENKOMST HUUR PARKEERPLAATS(EN)
Partijen, 1. R. van de Linden, Hessenweg 231 te Achterveld, hierna te noemen Aanvrager c.q. Huurder; 2. BrenOG b.v., gevestigd te Amsterdam, Sarphatikade 12, vertegenwoordigd door J.J. Boering, hierna te noemen Verhuurder; 3. Gemeente Amersfoort, vertegenwoordigd door de directeur van de Sector Stedelijke Ontwikkeling en Beheer, de heer N.W. Kamphorst, hierna te noemen Gemeente, overwegende: 1. dat de Aanvrager bij de Gemeente een omgevingsvergunning heeft aangevraagd voor het bouwen van 13 appartementen in een vervangende nieuwbouw voor een bestaand atelier op het perceel Lange Beekstraat 10 te Amersfoort; 2. dat volgens het bepaalde in artikel 2.5.30, eerste lid van de geldende bouwverordening van de Gemeente bij een gebouw in de juiste mate ruimte voor het parkeren en het stallen van auto’s moet zijn aangebracht in, op of onder dat gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, tenzij de raad op grond van het tiende lid ontheffing verleent van dit artikel; 3. dat na toepassing van de voorwaarden in de bouwverordening en de van toepassing zijnde beleidsregel voor dit bouwplan voor het bouwplan een parkeereis wordt gesteld van 13 parkeerplaatsen, waarin door de Aanvrager voor een aantal van 13 parkeerplaatsen niet volgens de voorwaarden in de bouwverordening kan worden voorzien; 4. dat de aanvrager verzoekt ontheffing te verlenen van de eis het parkeren op eigen terrein op te lossen voor het aantal van 13 parkeerplaatsen; 5. dat de Gemeente dit verzoek in overweging wil nemen, onder de voorwaarde dat aanvrager in de directe omgeving van de te realiseren locatie 13 parkeerplaatsen huurt; 6. dat Verhuurder bereid is onder voorwaarden 13 parkeerplaatsen te verhuren aan Huurder en daartoe een overeenkomst wil sluiten; 7. dat de Gemeente belang heeft bij een gedegen juridische verankering om te waarborgen dat Aanvrager blijvend voldoet aan de onder 5 genoemde voorwaarde en om die reden partij wil zijn bij de overeenkomst tussen Huurder en Verhuurder,
#4722491
komen als volgt overeen: Artikel 1 1.1 Verhuurder verhuurt aan Huurder en Huurder huurt van Verhuurder 13 parkeerplaatsen in de parkeergarage op de locatie Arnhemseweg 27 (onder complex, gelegen op de hoek Leusderweg-Prinses Julianaplein-Arnhemseweg), hierna te noemen het gehuurde. 1.2 Huurder verplicht zich jegens Verhuurder dat hij het gehuurde uitsluitend zal gebruiken voor de stalling van personenauto’s. 1.3 Huurder verplicht zich jegens de Gemeente het gehuurde ook daadwerkelijk gedurende de gehele duur van de overeenkomst beschikbaar te houden om te voorzien in de vereiste parkeervoorziening ten behoeve van genoemde 13 appartementen aan de Lange Beekstraat 10. 1.4 Het is huurder niet toegestaan het gehuurde geheel of gedeeltelijk in huur of gebruik af te staan, behoudens aan gebruikers van de ontwikkeling waarvoor de omgevingsvergunning is aangevraagd. 1.5 In het geval dat er geen parkeerplaatsen voor uitgifte meer beschikbaar zijn voor gebruikers van het boven de garage gelegen complex, zal Verhuurder bij een aanvraag om een of meerdere parkeerplaats van een gebruiker van het bovengelegen complex, deze parkeerplaats(en) in mindering brengen op de parkeerplaatsen die Verhuurder aan Huurder verhuurt, en de parkeerplaats(en) aanbieden aan de betreffende gebruiker, daarbij artikel 2.2 in acht nemend. Artikel 2 2.1 Deze overeenkomst wordt aangegaan voor de duur van twintig jaar met ingang van de datum van ingebruikname van de woningen aan de Lange Beekstraat 10, welke behoudens opzegging als bedoeld in het volgende lid, telkenmale voor vijf jaren wordt verlengd. 2.2. In het geval dat een deel van de parkeerplaatsen volgens artikel 1.5 moet worden onttrokken aan deze overeenkomst, zal Verhuurder de Huurder en de Gemeente hiervan schriftelijk op de hoogte stellen. Huurder heeft maximaal een halfjaar de tijd om in vervangende parkeergelegenheid te voorzien. Huurder heeft voor de vervangende parkeergelegenheid de instemming van de Gemeente nodig. 2.3 Deze overeenkomst kan door Verhuurder en Huurder schriftelijk worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van één halfjaar. Huurder en Verhuurder verplichten zich jegens de Gemeente van een opzegging als hiervoor bedoeld onmiddellijk mededeling te doen aan de Gemeente. 2.4 Huurder verplicht zich jegens de Gemeente geen gebruik te maken van de mogelijkheid van opzegging dan nadat hij ten genoegen van de Gemeente op vergelijkbare of andere wijze in de op te zeggen parkeerplaatsen zal voorzien. Artikel 3 Verhuurder heeft met de Aanvrager of Huurder een aparte overeenkomst gesloten voor de verhuur van de betreffende parkeerplaatsen, in aanvulling op deze overeenkomst. Een kopie van die overeenkomst wordt aan deze overeenkomst gevoegd. Artikel 4 Deze overeenkomst wordt als ontbonden beschouwd als de in de preambule bedoelde omgevingsvergunning om wat voor reden dan ook door de Gemeente niet wordt verleend of zal zijn ingetrokken.
#4722491
Aldus in drievoud opgemaakt en getekend te Amersfoort op [datum] , Aanvrager/Huurder
[handtekening ] [naam] [datum] Verhuurder
[handtekening ] [naam] [datum] Gemeente,
[handtekening ] [naam] [datum]
#4722491
COLLEGEBERICHT AAN DE RAAD 2014-064 Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : J.C. Buijtelaar
Reg. nr. Datum
: 4733579 : 09-07-2014
ONDERWERP Ontheffing parkeren op eigen terrein Lange Beekstraat 10 AANLEIDING Op het perceel Lange Beekstraat 10 is een leegstaand, voormalig atelier aanwezig. Eigenaar is voornemens deze bebouwing te slopen en daarvoor in de plaats vervangende nieuwbouw te realiseren met daarin 13 kleine huurappartementen. Belangrijk aspect bij dit bouwplan is het voorzien in de vereiste parkeervoorzieningen. In deze situatie is vergunningparkeren van toepassing. Door aanvrager is gezocht naar een oplossing voor het parkeren en gebleken is dat in de particuliere parkeergarage onder het complex aan het Prinses Julianaplein, met als adres Arnhemseweg 27 (ingang parkeergarage), capaciteit beschikbaar is en 13 parkeerplaatsen kunnen worden gehuurd, waarover overeenstemming is met de verhuurder. In de raadsvergadering van 13 mei 2014 hebben wij ons raadsvoorstel om ontheffing te verlenen van het parkeren op eigen terrein teruggenomen. Gebleken was namelijk dat er in de Driepartijenovereenkomst (voor de huur en verhuur van de parkeerplaatsen) een clausule ontbrak, die voorrang moet bieden aan gebruikers van de boven de parkeergarage gelegen ruimten (woningen/kantoren), op het moment dat in de garage geen parkeerplaatsen meer beschikbaar zouden zijn. Inmiddels hebben wij in overleg met de huurder en verhuurder die clausule aan de overeenkomst toegevoegd (zie artikel 1, lid 5 en artikel 2, lid 2.2). Met deze aanpassing bieden wij u opnieuw ons raadsvoorstel aan. Gelet op de vertraging die de aanvraag van de ontwikkelaar van de Lange Beekstraat 10 inmiddels heeft opgelopen en gelet op zijn verzoek op een spoedig besluit hierin, verzoek ik u om het raadsvoorstel op 15 juli 2014 nog in behandeling te nemen. Tot slot meld ik u dat wij met de heer Vahstal (Vabeog Amersfoort BV)in overleg zijn over de wijze waarop het parkeren opgelost kan worden voor hun initiatief aan het Prinses Julianaplein (omvorming kantoor naar 21 woonstudio’s). Hoewel in de garage voldoende parkeerplaatsen beschikbaar zijn voor dit initiatief (ook met de oplossing voor de Lange Beekstraat 10), is de parkeergarage als oplossing niet meer in beeld. BERICHT Het college verzoekt de raad het aangepaste raadsvoorstel ‘Ontheffing parkeren op eigen terrein Lange Beekstraat 10’ op 15 juli 2014 te behandelen.
M-x.1 MOTIE PARENTSHOUSE
Amersfoort, 15 juli 2014 De raad van de gemeente Amersfoort overwegende dat:
-
-
-
-
De hoeveelheid zogenoemde “bankslapers” toeneemt. Dit zijn mensen die hun huis en baan kwijtraken vaak na een scheiding en dan bij familie of kennissen op de bank slapen. In toenemende mate komt dit o.a. voor in Vathorst.* Naast relationele problemen zijn er ook vaak financiële problemen. Deze mensen kunnen hun kinderen niet ontvangen en hebben rust nodig om de boel weer op orde te krijgen. Op het moment dat men niet ingeschreven staat in het GBA of niet in het register nietingezetenen dan mag men niet werken. Niet ingeschreven staan kan ook consequenties hebben voor AOW-opbouw, uitkering en toeslagen, toewijzing huurwoning etc.. Een parentshouse een oplossing voor gescheiden ouders is die geen (betaalbare) woonruimte kunnen vinden. In Amsterdam zijn zogenaamde “Parentshouses” opgezet vanuit particulier initiatief in goede samenwerking met de gemeente en de woningbouwvereniging. Het huis wordt gehuurd van de woningstichting. Huur en bijkomende kosten worden door drie bewoners gedeeld waardoor ze een redelijke huur zelf kunnen opbrengen. Ze mogen niet langer dan een jaar daar wonen. Ze moeten bereid zijn zich in het huis met de beide andere bewoners goed te willen verhouden. Ze moeten één of meer kinderen hebben voor wie zij in goed overleg met hun partner één of meer dagen kunnen zorgen. De kinderen mogen er niet wonen maar wel als logé verblijven. http://www.eenvandaag.nl/binnenland/49569/parentshouse_geen_studentenhuis_maar_ou dershuis. Gescheiden ouders niet in aanmerking komen voor een urgentieverklaring De doelgroep uit schaamte vaak niet naar de bekende instellingen gaat om hulp te vragen.
En verzoekt daarom het college 1. Om als er zich in Amersfoort particuliere initiatieven voordoen voor een parentshouse daar proactief op te acteren en te faciliteren, in samenwerking met partijen als woningbouwverenigingen en bijvoorbeeld het wijkteam om bewoning voor meerdere bewoners mogelijk te maken. 2. Zorg te dragen voor verwerking van deze problematiek in de systematiek van urgentie en daartoe afspraken te maken met de corporaties en particuliere verhuurders. *Vathorst heeft het hoogste percentage echtscheidingen t.o.v. de rest van de wijken in Amersfoort: cijfers Afdeling onderzoek en statistiek Amersfoort 2013 D66 Noëlle Sanders
M-13.1 AANGENOMEN 15 JULI 2014
Motie:
Voortzetting Buurtnatuurtuin en Weggeefwinkel
Amersfoort, 15 juli 2014 De raad van de gemeente Amersfoort, Overwegende Dat er sinds september 2013 veel verwarring en miscommunicatie is geweest over de wijze waarop de Weggeefwinkel en de Buurtnatuurtuin aan de Keerkring 118 voortgezet zou kunnen worden, waardoor zowel de bewoners als projectontwikkelaar die de grond wil bebouwen lange tijd in onzekerheid hebben verkeerd. Dat een bestemmingswijziging nodig is om woningbouw toe te staan. Dat het tijd is om knopen door te hakken. Dat de bewoners en gebruikers volgens het door hen op 30 december gepresenteerde haalbaarheidsonderzoek bereid zijn om huur te betalen, zorg te dragen voor onderhoudskosten en bereid zijn prestatieafspraken en een jaarverslag te maken voor sociaal-maatschappelijke activiteiten. Dat de jaarlijkse beheerkosten 11.000 euro zouden bedragen. Draagt het college op 1. Geen wijziging van het bestemmingsplan voor te bereiden, omdat de gemeenteraad nu nog geen woningbouw toe wil staan. Hiertoe pas over te gaan als blijkt dat uitvoering van onderstaande punten onhaalbaar is. 2. Om de grond/gebouw voor een periode van drie jaar te verpachten, te verhuren of in bruikleen te geven aan de bewonersgroep en een kostendekkende jaarlijkse huur te vragen, die bestaat uit 2300 euro eigen opbrengsten, onderhoud en zelfwerkzaamheid ter waarde van 5200 euro en 3500 euro subsidie voor sociaal-maatschappelijke activiteiten. 3. Na deze periode van drie jaar evalueren of dit burgerinitiatief voldoet aan de criteria voor deze initiatieven die de raad tegen die tijd heeft opgesteld, zodat burgerinitiatieven gelijk worden behandeld. Een vijfjarig huurcontract wordt dan ook overwogen. 4. In de prestatieafspraken op te nemen dat het pand van de Weggeefwinkel wordt opgeknapt en dat de buurtnatuurtuin een publieke functie behoudt. 5. Dat afgeweken kan worden van de vorige twee punten als de bewonersgroep en de wethouder samen een ander voorstel doen aan de raad om de reële kosten te dekken. CDA GroenLinks Micheline Paffen Hiske Land
BPA Hans van Wegen
SP Ad Meijer
PvdA Lineke van Bruggen
ChristenUnie Simone Kennedy
Amersfoort2014 Ben Stoelinga
OPA Roel Mulder
M-3.14 STEMMEN GESTAAKT 8 juli 2014 VERWORPEN 15 juli 2014
MOTIE
BEHOUD OPENBAAR VERVOER VOOR SENIOREN
Amersfoort, 8 juli 2014
De raad van de gemeente Amersfoort; overwegende dat: 1. er in de Kaderbrief staat dat bereikbaarheid een hoge prioriteit heeft, maar dat naast fiets en auto het openbaar vervoer niet wordt genoemd, 2. openbaar vervoer met name voor senioren een belangrijk middel van vervoer is, 3. bij de komende aanbesteding van de concessie busvervoer de focus ligt op vraaggericht openbaar vervoer, wat ten koste zal gaan van buslijnen en frequenties, 4. met name senioren hier de dupe van zullen zijn, en niet scholieren en forensen die vooral gebruik maken van druk belaste buslijnen. draagt het college op:
Zich extra in te spannen om het openbaar vervoer netwerk voor ouderen zoveel mogelijk op peil te houden, Bij het aanbestedingsproces van de nieuwe concessie busvervoer in te zetten op behoud van goede busverbindingen tussen seniorenwoningen en -voorzieningen, zorgcentra en stedelijke voorzieningen en winkelgebieden, Over deze inspanningen en het resultaat hiervan te rapporteren aan de Raad, Deze ambitie te verwerken in de kaderbrief onder het kopje “Bereikbaarheid en verkeersveiligheid”.
SP Marijke Jongerman
OPA Amersfoort2014 ChristenUnie CDA GroenLinks Roel Mulder Ben Stoelinga Gert Hunink Micheline Paffen Frans Prins
M-15.1 VERWORPEN 15 JULI 2014
Motie Lelijke Sportkooi (of Dure Sportkooi, Veel onderhoud vergende Sportkooi, Veel weerstand te wachten sportkooi, Veel overlast Sportkooi) Amersfoort, 15 juli 2014
De raad van de gemeente Amersfoort; overwegende dat 1. Er een intentie ligt om een multifunctioneel sportveld c.q. voetbalkooi te plaatsen bij Emiclaer naast een flat met voornamelijk ouderen. 2. Deze locatie door de welstandscommissie in toelichting plan multifunctioneel sportveld Kattenbroek is aangeduid als: - esthetisch: lelijk - kosten: hoog, door veel grondwerk, voetpad verplaatsen, aanleg ruimte voor toeschouwers, langs bomenrij - onderhoud: maximaal, aanleg voetpad naast opwortelende bomen, net aan bovenzijde steeds kapot - procedure: veel weerstand te verwachten - geluid naar omwonende: maximaal, geluidsoverdracht maximaal door klankbord van 22 meter hoog. 3. Alle andere overwogen locaties beter scoorden. 4. Een ‘voetbalkooi’ een aanzuigende werking heeft op hangjongeren. 5. Om overlast voor omwonenden tegen te gaan, zij de sleutel krijgen om de kooi bij overlast af te sluiten. Hetgeen zelfs in theorie al een absurde situatie is, laat staan in de praktijk. 6. De gemeente aangeeft dat “de bewoners gehoord zijn en dat er veel draagvlak is”, en dat niet gedragen wordt door omwonenden.
Verzoekt het College om 1. tijdens het reces geen onomkeerbare stappen te zetten in het proces omtrent het multifunctionele sportveld Kattenbroek. 2. de raad te betrekken in de (her)overweging(en) van de beslissing van de locatie en eigenschappen van een multifunctioneel sportveld Kattenbroek.
15 juli 2014 Ben van Koningsveld Fractie CDA
Besluitenlijst Het Besluit Datum:
15 juli 2014
van
Raadzaal
(1.02)
aantal bezoekers:
20.30
tot 23.50
Reg.nr.:
4735946
uur
100
Aanwezig zijn Voorzitter raad Griffier Leden raad
Wethouders Afwezig (mk)
drs. L.M.M. Bolsius (burgemeester) mevrouw W.M. van der Vlies Aghina (CDA), Bijlholt (D66), Blaauw (D66), Van Bruggen (PvdA), De la Combé (PvdA), Van Daalen (SP), Dassen (D66), Dijksterhuis (CU), El-Messaoudi (PvdA), Flikkema (VVD), Van Hamersveld (D66), Hessels (VVD), Huijdts (D66), Janssen (GL), Jongerman (SP), Kennedy-Doornbos (CU), Keskin (PvdA), Van Koningsveld (CDA), Kraanen (VVD), Land (GL), Meijer (SP), Molenkamp SP), Van de Kolk (CU), Mulder (OPA), Noortman-Nieuwendijk (CDA), Paffen-Zeenni (CDA), Pijper (D66), Prins (GL), Sanders (D66), Smulders (PvdA), Sondorp (D66), Steenbeek-Los (BPA), Stoelinga (Amersfoort 2014), Voogt (VVD), Van Wegen (BPA), Van Wijngaarden (VVD) Van den Berg, Buijtelaar, Houwing, Imming, Tigelaar Happe (D66), Hunink (CU), Van der Spoel (CU)
Besluitvorming Titel
1. Vaststelling agenda
Reg.nr.
xxx
Besluit Toezeggingen Stemming
Alle aangekondigde moties en amendementen zijn aan de agenda toegevoegd. Voorstel om agendapunt 15 als eerste te behandelen is unaniem aangenomen. Voorstel om agendapunt 5 eerst in De Ronde te behandelen is aangenomen. De agenda is gewijzigd vastgesteld. Reg.nr. Titel 2. Inrichting wijkteams 2015 sociaal domein 4700878 Besluit in uitwerking van de vastgestelde kaders voor de wijkteams met het raadsbesluit van 17 december 2013: 1. per 1/1/15 stadsbreed in elke wijk van Amersfoort een wijkteam operationeel te hebben, en hierbij uit te gaan van het volgende: a. dat de toegang tot ondersteuning en voorzieningen zoveel mogelijk wordt belegd bij de wijkteams, behoudens de toegang tot zorg en voorzieningen waar specifieke (technische) kennis nodig is; b. de sturing op de wijkteams te beleggen bij de gemeente; 2. de kosten voor de wijkteams geraamd op € 10,9 miljoen te dekken uit de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen voor het Sociaal domein en de bestaande middelen in de gemeentebegroting en daarbij in 2015 uit te gaan van: a. functiegerichte bekostiging van de wijkteams; b. substitutie van taken (nieuw voor oud). Toezeggingen Wethouder Imming zegt toe de vragen over ingebrekestelling en het mandateren aan de VNG van het sluiten van raamcontracten en het maken van afspraken met specialistische zorgaanbieders schriftelijk te beantwoorden. Wethouder Imming zegt toe de raad op de hoogte te houden van de ontwikkeling in BTW. Wethouder Imming zegt toe dat, als Motie M-2.9 wordt aangenomen, zij deze uitspraak mee zal nemen naar het regio-overleg.
#4735946 v1 - BESLUITENLIJST HET BESLUIT 15 JULI 2014
Stemming
Titel Besluit
Amendement A-2.10 (VVD, ChristenUnie) is verworpen met 13 stemmen voor en 23 tegen. voor: VVD, ChristenUnie, CDA, Amersfoort2014 tegen: D66, PvdA, SP, GroenLinks, BPA, OPA Motie M-2.1a (OPA, D66) is aangenomen met 31 stemmen voor en 5 tegen. voor: D66, VVD, ChristenUnie, SP, CDA, GroenLinks, BPA, Amersfoort2014, OPA tegen: PvdA Motie M-2.2 (ChristenUnie) is niet ingediend. Motie M-2.3 (ChristenUnie) is niet ingediend. Motie M-2.4 (ChristenUnie, OPA) is aangenomen met 27 stemmen voor en 9 tegen. voor: D66, VVD (Hessels), ChristenUnie, SP, CDA, GroenLinks, BPA, Amersfoort2014, OPA tegen: VVD (Flikkema, Kraanen, Voogt, Van Wijngaarden), PvdA Amendement A-2.5 (VVD) is niet ingediend: Motie M-2.6 (SP) is verworpen met 6 stemmen voor en 30 tegen. voor: SP, BPA tegen: D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, CDA, GroenLinks, Amersfoort2014, OPA Motie M-2.7 (BPA, VVD) is verworpen met 9 stemmen voor en 27 tegen. voor: VVD, BPA, Amersfoort2014, OPA tegen: D66, ChristenUnie, PvdA, SP, CDA, GroenLinks Motie M-2.8 (BPA) is verworpen met 7 stemmen voor en 29 tegen. voor: PvdA (Keskin), CDA, BPA tegen: D66, VVD, ChristenUnie, PvdA (Van Bruggen, De la Combé, El-Messaoudi, Smulders), SP, GroenLinks, Amersfoort2014, OPA Motie M-2.9 (PvdA, OPA, BPA) is aangenomen met 28 stemmen voor en 8 tegen. voor: VVD, ChristenUnie, PvdA, SP, CDA, GroenLinks, BPA, Amersfoort2014, OPA tegen: D66 Raadsvoorstel is aangenomen met 30 stemmen voor en 6 tegen. voor: D66 (Blaauw, Van Hamersveld, Huijdts, Pijper, Sanders, Sondorp), VVD, ChristenUnie, PvdA, CDA, GroenLinks, BPA, Amersfoort2014, OPA tegen: D66 (Bijlholt, Dassen), SP (De heren Bijlholt en Dassen laten aantekenen per abuis tegen te hebben gestemd). Reg.nr. 3. Financiële kaders begrotingsgefinancierde jeugdzorg 2015, 4716893 aangepaste versie 1. Op basis van het regionaal transitiearrangement jeugd voor de regio Eemland en de in december 2013 ontvangen budgetcijfers van het Rijk, de voorlopige budgetten 2015 vast te stellen voor de huidige zorgaanbieders van Jeugd & opvoedhulp, Jeugdbescherming, Jeugdreclassering, Jeugdzorg+ en Bureau Jeugdzorg met als voorbehoud dat bij de vaststelling van de definitieve budgetten hiervan kan worden afgeweken indien : - het Rijk (in de Meicirculaire 2014) meer/minder middelen beschikbaar stelt, - de raad bij de vaststelling van de gemeentelijke begrotingen 2015-2018 op grond van hun integrale - afweging besluiten meer/minder budget voor deze zorgcategorieën beschikbaar te stellen, - dan wel de door zorgaanbieders beschikbaar gestelde gegevens niet correct blijken te zijn. 2. Het college de opdracht te geven voor de JGGZ en AWBZ jeugdzorg (KmB) de voorlopige budgetten 2015 vast te stellen in lijn met de gehanteerde uitgangspunten voor de begrotingsgefinancierde jeugdzorg en de gemaakte voorbehouden
Toezeggingen Stemming
Motie M-3.1 (VVD, D66) is aangenomen met 19 stemmen voor en 17 tegen (stemming 11) voor:D66, VVD, CDA, BPA tegen:ChristenUnie, PvdA, SP, GroenLinks, Amersfoort2014, OPA
#4735946 v1 - BESLUITENLIJST HET BESLUIT 15 JULI 2014
Stemming (vervolg) Titel
Besluit
Raadsvoorstel is zonder hoofdelijke stemming aangenomen, de SP wordt geacht tegen te hebben gestemd. Reg.nr. 4. Overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college op 4700030 basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening 1. te besluiten dat in overeenstemming met artikel 6.5, derde lid, van het Besluit omgevingsrecht een verklaring van geen bedenkingen, zoals bedoeld in artikel 2.27 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, niet is vereist in de navolgende categorieën van gevallen: a. bij het weigeren door burgemeester en wethouders van een aanvraag om toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; b. bij het beslissen door burgemeester en wethouders op een aanvraag om toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, indien de op de aanvraag betrekking hebbende activiteiten niet strijdig zijn met de door de gemeenteraad vastgestelde vigerende structuurvisie en andere beleidsbeslissingen en betrekking hebben op: - het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van woningen c.q. woongebouwen tot een maximum van 50 woningen binnen de bebouwde kom; - het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van bedrijven, mits gelegen op bedrijventerreinen; - het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van winkels, bedrijven, kantoren en horeca op buurt- en wijkniveau; - het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van bouwwerken ten behoeve van sport en recreatie en ten behoeve van maatschappelijke doeleinden en cultuur, mits de bebouwing en het beoogde gebruik daarvan in relatie tot de omgeving niet hinderlijk van aard is; - het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van bouwwerken voor openbare nutsvoorzieningen, het openbaar vervoer en het wegverkeer, zoals elektriciteitsgebouwen, gemalen en wachthuisjes; - het aanleggen van nieuwe en/of wijzigen van bestaande (spoor)weg- en waterinfrastructuur, parkeer- en groenvoorzieningen met de bijbehorende bouwwerken en werken; - het oprichten van bouwwerken en het aanleggen van werken ten behoeve van de functies water en natuur; - het realiseren van functiewijzigingen van gebouwen en/of onbebouwde gronden, anders dan ten behoeve van bouwen, op buurt- en wijkniveau; - het realiseren van functiewijzigingen van bestaande gebouwen met de daaruit voortkomende bouwactiviteiten, evenals het uitbreiden van bestaande functies op buurt- of wijkniveau; - het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van kleinschalige milieuvoorzieningen van algemeen belang, zoals voorzieningen voor afvalinzameling; - bouwwerken, geen gebouwen zijnde; - het realiseren van bijbehorende bouwwerken bij woningen buiten de bebouwde kom; - het uitbreiden van bestaande niet-agrarische bedrijven buiten de bebouwde kom met maximaal 15 %. 2.a. te besluiten dat in ieder geval een verklaring van geen bedenkingen is vereist voor onder beslispunt 1, onder b genoemde categorieën wanneer een van de volgende criteria van toepassing is: - Het is noodzakelijk dat voor het initiatief een milieueffectrapport of een milieueffectbeoordeling op grond van de Wet milieubeheer wordt opgesteld; - Er sprake is van de bouw van een UMTS-mast of een andere mast voor communicatiedoeleinden; of
#4735946 v1 - BESLUITENLIJST HET BESLUIT 15 JULI 2014
-
Uit een analyse van het initiatief blijkt dat de realisering planschade kan veroorzaken als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening en de aanvrager is niet bereid deze schade voor zijn rekening te nemen. 2.b. te besluiten dat de bevoegdheid tot het nemen van besluiten op grond van artikel 6.12, eerste en tweede lid, van de Wet ruimtelijke ordening (Grondexploitatie), voor zover deze betrekking hebben op een omgevingsvergunning, overeenkomstig artikel 6.12, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening te delegeren aan burgemeester en wethouders. 3. te besluiten dat de hiervoor genoemde beslispunten van toepassing zijn op alle aanvragen om een omgevingsvergunning die na 15 juli 2014 zijn ingediend. Toezeggingen Stemming
Titel Besluit
Amendement A-4.1 (GroenLinks, CDA) is verworpen met 17 stemmen voor en 19 tegen. voor: VVD (Voogt), PvdA (El-Messaoudi), SP, CDA, GroenLinks, BPA, Amersfoort2014, OPA tegen: D66, VVD (Flikkema, Hessels, Kraanen, Van Wijngaarden), PvdA (Van Bruggen, De la Combé, Keskin, Smulders) Amendement A-4.2 (ChristenUnie, D66, GroenLinks, VVD) is aangenomen met 34 stemmen voor en 2 tegen. voor: D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, SP, CDA (Van Koningsveld, Paffen-Zeenni), GroenLinks, BPA, Amersfoort2014, OPA tegen: CDA (Aghina, Noortman-Nieuwendijk) Amendement A-4.3 (ChristenUnie, D66, GroenLinks) is aangenomen met 32 stemmen voor en 4 tegen. voor: D66, VVD (Voogt), ChristenUnie, PvdA, SP, CDA, GroenLinks, BPA, Amersfoort2014, OPA tegen: VVD (Flikkema, Hessels, Kraanen, Van Wijngaarden) Amendement A-4.4 (CDA): niet in stemming gebracht want Amendement A-4.2 is verstrekkender en aangenomen. Motie M-4.5 (CDA): niet ingediend. Raadsvoorstel is aangenomen met 22 stemmen voor en 14 tegen. voor: D66, VVD (Flikkema, Hessels, Kraanen, Van Wijngaarden), ChristenUnie, PvdA (Van Bruggen, De la Combé, Keskin, Smulders), GroenLinks tegen: VVD (Voogt), PvdA (El-Messaoudi), SP, CDA, BPA, Amersfoort2014, OPA Reg.nr. 5. Aanpak veiligheid voetbalaccommodaties 4704961 de € 132.287,- te onttrekken uit de reserve sportvoorzieningen (1/3 regeling) voor aanpak veiligheid voetbalaccommodaties.
Toezeggingen Stemming
Titel Besluit
Van de agenda afgevoerd Amendement A-5.1 (CDA) is niet ingediend. Reg.nr. 6. Programma indeling nieuwe begroting 4724540 In te stemmen met de programma-indeling zoals is weergegeven in de achterliggende bijlage met in achtneming van de volgende wijzigingen: - De overgehevelde rijksmiddelen, het beleid van de gemeente en de financiële risico’s betreffende de drie decentralisaties in het sociale domein worden duidelijk weergegeven in een aparte paragraaf, en niet alleen als onderdeel van het programma Sociaal Domein. - Bestuurlijke vernieuwing wordt een aparte begrotingsparagraaf. - Duurzaamheid wordt naast een onderdeel van het Programma Economie een aparte begrotingsparagraaf waarin zichtbaar wordt gemaakt hoe duurzaamheid een integraal onderdeel is van alle beleidsterreinen..
Toezeggingen
#4735946 v1 - BESLUITENLIJST HET BESLUIT 15 JULI 2014
Stemming
Titel Besluit
Amendement A-6.1a (D66, SP) is aangenomen met 28 stemmen voor en 8 tegen. voor: D66, PvdA, SP, CDA, GroenLinks, BPA, Amersfoort2014, OPA tegen: VVD, ChristenUnie Raadsvoorstel is zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 7. Parkeeroplossing Stichting Cultureel Podium (SCP), De Nieuwe Reg.nr. 4711018 Stad De raad wordt gevraagd akkoord te gaan met het voorlopig oplossen van de parkeervraag voor SCP De Kelder op het openbare parkeerterrein Oliemolenkwartier, tot het parkeren voor het mogelijk te vestigen poppodium in de definitieve parkeeroplossing voor De Nieuwe Stad zal worden opgenomen.
Toezeggingen Stemming
Titel Besluit
Zonder hoofdelijke stemming conform besloten, BPA wordt geacht tegen te hebben gestemd. Reg.nr. 8. Aangepaste parkeernorm voor vestiging Loods 5 4721997 de parkeereis voor Loods 5 op basis van de aangepaste parkeernorm vast te stellen.
Toezeggingen Stemming
Titel Besluit
Raadsvoorstel is aangenomen met 24 stemmen voor en 12 tegen. voor: D66 (Blaauw, Dassen, Van Hamersveld, Huijdts, Pijper, Sanders, Sondorp), VVD, PvdA, CDA (Aghina, Van Koningsveld, Noortman-Nieuwendijk), GroenLinks, OPA tegen: D66 (Bijlholt), ChristenUnie, SP, CDA (Paffen-Zeenni), BPA, Amersfoort2014 9. Vaststellen besluitenlijsten en verslagen van 3 tot en met 24 juni Reg.nr. 4722687 2014 De besluitenlijsten en verslagen van 3 tot en met 24 juni 2014 vast te stellen.
Toezeggingen Stemming Titel
Zonder hoofdelijke stemming conform besloten. 10. Wijzigingsverordening Reglement van orde van de raad
Reg.nr. Reg.nr.
Besluit
4733148 4733775
Het Reglement van orde van de raad als volgt te wijzigen: Artikel 7 Bijeenkomsten 1. De vergaderingen van de gemeenteraad ‘De Raad’ vinden plaats in principe één keer per twee weken op dinsdag in het Stadhuis. 2. De bijeenkomsten vangen in de regel om 19.00 uur aan en eindigen uiterlijk om 23.00 uur. De indeling is in principe als volgt: a. Het Plein: van 19.30 tot 20.30 uur; b. De Ronde: 19.00 uur; c. Het Besluit: tussen 20.30 en 23.00 uur. 3. De andere dinsdagen zijn beschikbaar voor werkbezoeken, commissies en De Ronde en bij uitzondering voor Het Besluit. 4. Het presidium stelt een vergaderrooster vast. Artikel 16 Agendering 1. Het presidium stelt de agenda op voor De Ronde. 2. De onderwerpen worden van één van de volgende kwalificeringen voorzien: a. voorbereiding besluit: debat over raadsvoorstel ter voorbereiding op besluitvorming in Het Besluit b. peiling: inventariseren van meningen en standpunten (waarmee tevens wordt bedoeld het aangeven van wensen en bedenkingen op grond van de artikelen 160, lid 2, 165, lid 3en 169, lid 4 van de Gemeentewet) c. informatie: kennisoverdracht d. rondetafelgesprek: vrije gespreksvorm waarin de dialoog met raad, college en inwoners/organisaties wordt gevoerd over een onderwerp 3. Indien een raadslid een onderwerp wil agenderen dient hij een verzoek in bij het presidium. 4. De indiener krijgt bericht over de afhandeling van het verzoek.
#4735946 v1 - BESLUITENLIJST HET BESLUIT 15 JULI 2014
5.
Het presidium is gerechtigd, ook na verzending van de agenda, in bijzondere gevallen onderwerpen toe te voegen of af te voeren. 6. Dit reglement treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking van deze verordening. Artikel 55 Inwerkingtreding 1. Dit reglement treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking van deze verordening. Toezeggingen Stemming Titel
Zonder hoofdelijke stemming conform besloten. 11. Ontheffing Parkeereis Lange Beekstraat 10
Reg.nr.
4652632 ontheffing te verlenen van het vereiste om de parkeereis voor het bouwen van 13 appartementen aan de Lange Beekstraat op eigen terrein op te lossen.
Besluit Toezeggingen Stemming
Titel
Zonder hoofdelijke stemming conform besloten, SP en BPA worden geacht tegen te hebben gestemd. Reg.nr. 12. Motie D66: Parentshouse: VERVALLEN -
Besluit Toezeggingen Stemming Titel
13. Motie CDA, SP, GroenLinks, ChristenUnie, Amersfoort 2014,
Reg.nr.
-
OPA, BPA, PvdA: Voortzetting Buurtnatuurtuin en Weggeefwinkel Besluit Toezeggingen Stemming
Titel
Motie M-13.1 (CDA, SP, GroenLinks, ChristenUnie, Amersfoort2014, OPA, BPA, PvdA) is aangenomen met 22 stemmen voor en 14 stemmen tegen. voor: ChristenUnie, PvdA (Van Bruggen, De la Combé, Keskin, Smulders), SP, CDA, GroenLinks, BPA, Amersfoort2014, OPA tegen: D66, VVD, PvdA (El-Messaoudi) 14. Motie 3.14 (8-7-2014) SP, OPA, Amersfoort2014, ChristenUnie, Reg.nr. CDA, GroenLinks: Behoud Openbaar Vervoer voor Senioren
Besluit Toezeggingen Stemming
Titel
Motie M-3.14 (SP, OPA, Amersfoort 2014, ChristenUnie, CDA, GroenLinks) (8-7-2014 stemmen gestaakt) is verworpen met 18 stemmen voor en 18 stemmen (omdat de stemmen voor de tweede keer staakten). voor: ChristenUnie, SP, CDA, GroenLinks, BPA, Amersfoort2014, OPA tegen: D66, VVD, PvdA Reg.nr. 15. Motie CDA: Lelijke Sportkooi (of Dure Sportkooi, Veel onderhoud vergende Sportkooi, Veel weerstand te wachten sportkooi, Veel overlast Sportkooi)
Besluit Toezeggingen Stemming
Motie M-15.1 (CDA) is verworpen met 17 stemmen voor en 19 tegen. voor: VVD, SP, CDA, BPA, Amersfoort2014, OPA tegen: D66, ChristenUnie, PvdA, GroenLinks
#4735946 v1 - BESLUITENLIJST HET BESLUIT 15 JULI 2014
Verslag raadsvergadering Het Besluit
15 juli 2014 om 20.30 uur (nr. 4740701)
Agenda 1.
Vaststelling agenda
15 juli 2014 pag. 3
Motie 15.
Motie: Lelijke sportkooi
3
Inrichting wijkteams 2015 Sociaal Domein
7
Besluit met debat 2.
4700878
Besluiten zonder debat, met moties en amendementen 3.
4716893
Financiële kaders begrotingsgefinancierde Jeugdzorg 2015
23
4.
4700030
Overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening
26
Aanpak veiligheid voetbalaccommodaties
31
5.
4704961
Besluiten zonder debat 6.
4711018
Parkeeroplossing Stichting Cultureel Podium (SCP), De Nieuwe Stad
31
7.
4721997
Aangepaste parkeernorm voor vestiging Loods 5
35
8.
4724540
Programma-indeling nieuwe begroting
36
9.
4722687
Vaststellen verslagen en besluitenlijsten juni 2014
36
10.
4733148
Wijziging Reglement van Orde van de raad
36
11.
4652632
Ontheffing Parkeereis Lange Beekstraat 10
36
12.
Motie: Parentshouse
37
13.
Motie: Voortzetting Buurtnatuurtuin en Weggeefwinkel
37
14.
Motie: Behoud Openbaar Vervoer voor Senioren
40
Moties
2
NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE AMERSFOORT, GEHOUDEN OP DINSDAG 15 JULI 2014 OM 20.30 UUR Voorzitter: drs. L.M.M. Bolsius Griffier: mevrouw W.M. van der Vlies Voorts zijn aanwezig: de leden: S.J.L. Aghina, T.L.W. Bijlholt, ir. E.R. Blaauw, mevrouw ir. S. van Bruggen, drs. L. de la Combé, S.J. Van Daalen, ir. W.H. Dassen, mr. R.K. Dijksterhuis, Y. El-Messaoudi, ir. M.B. Flikkema, T.J.T. van Hamersveld, mevrouw drs. M.E. Hessels, drs. L.A.M.G. Huijdts, mevrouw ir. A.P.A.M. Janssen, mevrouw M.J. Jongerman, mevrouw drs. S.J. Kennedy-Doornbos, H. Keskin, mevrouw F. van de Kolk, drs. B. van Koningsveld, C.W. Kraanen, mevrouw A.H. Land, A.M. Meijer, drs. R.W. Molenkamp, R. Mulder, mevrouw A.E.M. Noortman-Nieuwendijk, mevrouw ir. M. Paffen-Zeenni, ir. H. Pijper, dr. F.J. Prins, mevrouw drs. N.P.C. Sanders, R.A.P. Smulders, mevrouw M.N.E. Sondorp, mevrouw D.S.C. Steenbeek-Los, B.H.A. Stoelinga, mr. J.F.H. Voogt, ing. J.J.W. van Wegen en mevrouw drs. D. van Wijngaarden de wethouders: drs. ing. P. van den Berg, J.C. Buijtelaar, mevrouw A. Houwing, mevrouw F.G. Imming en drs. M. Tigelaar Afwezig zijn: de leden: J.F.P.M. Happe, G.H. Hunink en drs. P.L.R. van der Spoel De VOORZITTER opent de vergadering. De heer Van Kan is vader geworden van een zoon. Op vrijdag 5 september a.s. is er een raadsopening. De ontvangen berichten van verhindering worden gemeld. Aansluitend aan de vergadering is er een afsluiting van het raadsseizoen op de vide. 1.
Vaststellen agenda De VOORZITTER: - Diverse voorstellen zijn (te laat) aangeleverd en/of gewijzigd. Het presidium heeft geadviseerd deze voorstellen toch te behandelen. - Motie M-15.1: "Lelijke Sportkooi" wordt voor agendapunt 2 behandeld, vanwege de mensen die op de publieke tribune aanwezig zijn. Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - Stelt voor om agendapunt 5: "Aanpak veiligheid voetbalaccommodaties" in De Ronde behandelen, omdat wordt voorgesteld het te betalen uit de 1/3e- regeling zonder dat verenigingen 2/3e betalen. De 1/3eregeling wordt gebruikt voor een doel waarvoor ze niet is bedoeld. Andere accommodaties hebben wellicht ook investeringen in de veiligheid nodig. De VOORZITTER: - Brengt dit ordevoorstel in stemming. Voor het ordevoorstel stemmen de leden van de fracties van D66, VVD, ChristenUnie, SP, CDA, GroenLinks, BPA, Amersfoort2014, OPA, de heer De la Combé, de heer El-Messaoudi en de heer Smulders. Tegen het ordevoorstel stemmen mevrouw Van Bruggen en de heer Keskin. Het ordevoorstel wordt aangenomen met 34 stemmen voor en 2 stemmen tegen. Agendapunt 5 wordt verdaagd naar De Ronde. De agenda wordt hiermee vastgesteld.
3
15.
Motie: Lelijke Sportkooi (of Dure Sportkooi, Veel onderhoud vergende Sportkooi, Veel weerstand te wachten Sportkooi, Veel overlast Sportkooi) De heer VAN KONINGSVELD (CDA): - Het oorspronkelijke idee stamt uit 2007. Het is een lang proces. Er zijn stakeholdergroepen geweest. Daarnaar is goed geluisterd. Het is een gemiste kans dat de Welstandscommissie daar niet in zat. Van de bewoners van de flat waarover het gaat was de gemiddelde leeftijd 75 jaar. De omstandigheden zijn gewijzigd. - Toont de drie onderzochte plekken waarover de Welstandscommissie een mening heeft gegeven. De kooi is esthetisch lelijk. De kosten zijn hoog. Het onderhoud is maximaal. Het voetpad moet worden aangelegd naast ontwortelende bomen. Veel weerstand is te verwachten. Het geluid naar omwonenden is maximaal. Dit is de domste plek om een sportkooi te plaatsen. Vraagt de raad dit te heroverwegen en te kijken of het proces goed is gegaan. - Op de tribune is een grote groep tegenstanders aanwezig. - Dient motie M-15.1 in. Motie M-15.1: Lelijke Sportkooi (of Dure Sportkooi, Veel onderhoud vergende Sportkooi, Veel weerstand te wachten Sportkooi, Veel overlast Sportkooi) "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 15 juli 2014; overwegende dat: 1. er een intentie ligt om een multifunctioneel sportveld c.q. voetbalkooi te plaatsen bij Emiclaer naast een flat met voornamelijk ouderen; 2. deze locatie door de Welstandscommissie in toelichting plan multifunctioneel sportveld Kattenbroek is aangeduid als: - esthetisch: lelijk; - kosten: hoog, door veel grondwerk, voetpad verplaatsen, aanleg ruimte voor toeschouwers, langs bomenrij; onderhoud: maximaal, aanleg voetpad naast opwortelende bomen, net aan bovenzijde steeds kapot; - procedure: veel weerstand te verwachten; - geluid naar omwonende: maximaal, geluidsoverdracht maximaal door klankbord van 22 meter hoog; 3. alle andere overwogen locaties beter scoorden; 4. een 'voetbalkooi' een aanzuigende werking heeft op hangjongeren; 5. om overlast voor omwonenden tegen te gaan, zij de sleutel krijgen om de kooi bij overlast af te sluiten. Hetgeen zelfs in theorie al een absurde situatie is, laat staan in de praktijk; 6. de gemeente aangeeft dat "de bewoners gehoord zijn en dat er veel draagvlak is", en dat niet gedragen wordt door omwonenden; verzoekt het college om: 1. tijdens het reces geen onomkeerbare stappen te zetten in het proces omtrent het multifunctionele sportveld Kattenbroek; 2. de raad te betrekken in de (her)overweging(en) van de beslissing van de locatie en eigenschappen van een multifunctioneel sportveld Kattenbroek; en gaat over tot de orde van de dag." Mevrouw HOUWING (wethouder): 4
-
-
-
-
-
Het traject om tot een goede inrichting van de Groene Huiskamer te komen, loopt al jaren. Veel mensen zijn betrokken geweest. Het was niet eenvoudig alle verschillende belangen te verenigen. De samenwerking met de verschillende belanghebbenden stond centraal. Recht doen aan de inzet van betrokkenen en behartiging van alle belangen zijn belangrijk bij de reactie van het college. Er is een stakeholdersgroep geformeerd die heeft gewerkt aan een plan voor de inrichting van de openbare ruimte. Er is een inrichtingsplan voor het hele gebied rondom de vijver gemaakt, de zogenaamde Groene Huiskamer. Een werkgroep heeft een beheerplan opgesteld. Leefbaarheid was een van de centrale thema's. Naast de inwoners waren ook SWA, ondernemers, politie, beveiliging Emiclaer, de Alliantie Eemvallei en de gemeente lid van deze werkgroep. In 2009 is het inrichtings- en beheerplan aangeboden aan de toenmalig wethouder. De wethouder en een afvaardiging van de stakeholders hebben een convenant ondertekend. Uit de stakeholdersgroep is een kwaliteitsgroep en een beheergroep samengesteld. De kwaliteitsgroep is betrokken bij de uitwerking van het inrichtingsplan. De beheergroep is verantwoordelijk voor de uitvoering van het inrichtingsplan. Er zijn de afgelopen jaren meerdere inloop- en inspraakbijeenkomsten georganiseerd. Daarnaast zijn er gesprekken geweest met wethouders en inwoners van Kattenbroek en Zielhorst, bijvoorbeeld naar aanleiding van de bezwaren die werden geuit tijdens een informatiebijeenkomst van de beheergroep. In 2010 is naar alternatieve locaties voor het multifunctionele sportveld gezocht. De huidige plek blijft, gelet op de randvoorwaarden, de beste optie. Geluiden van weerstand vragen veel aandacht, maar er zijn ook positieve geluiden. Vorig jaar heeft de leerlingenwijkraad handtekeningen aan de wijkwethouder overhandigd met de boodschap vaart te maken met de realisatie van het sportveld. Weet dat het lastig is en dat er weerstand is, maar er zijn ook inwoners die deze sportlocatie gerealiseerd willen zien. Dit sportveld is een onderdeel van het inrichtingsplan Groene Huiskamer. Een groot aantal onderdelen is al gerealiseerd. Onderdelen die nog resteren zijn het multifunctionele sportveld aan het Masker en de herinrichting van de westoever. Het college ziet geen aanleiding in deze fase de afgeronde besluitvorming en juridische planologische procedures geheel of gedeeltelijk over te doen. Ontraadt de motie. Stelt voor vast te houden aan het plan en de uitvoering voort te zetten. Is bereid met de bezwaarhebbers te spreken over hoe het voor iedereen zo leefbaar mogelijk kan worden gehouden. De beheergroep zal in die besprekingen betrokken worden.
De heer VAN WEGEN (BPA): - De wethouder heeft een mooi verhaal gehouden. Vond het een slecht plan en vindt het een slechte oplossing. Gaat akkoord met een sportveld in die wijk, maar niet hier. Steunt de motie. Mevrouw SANDERS (D66): - Is in 2007 betrokken geweest bij het Groene Huiskamer-project. Veel jongeren gaven veel problemen. Dat is opgelost. Geconcludeerd is dat er te weinig was voor kinderen in die leeftijd. Met een grote groep is nagedacht. Uiteindelijk is een plan gepresenteerd. Geprobeerd is aanpassingen te doen, waarmee alle bezwaren waren weggenomen. Was verbaasd dat men naar de Raad van State is gegaan om dit geheel aan 5
te klagen. Er waren weinig mensen van de flats bij het proces aanwezig. Betreurt het dat het inspraakproces onderuit wordt gehaald. De heer MEIJER (SP): - Wellicht is het inspraakproces niet op de juiste manier vormgegeven. Het voorliggende plan rust niet op voldoende draagvlak in de omgeving. Wil gesprekken voeren met de mensen die op de tribune aanwezig zijn en met jongeren over de problematiek en de mate waarin er voorzieningen kunnen komen. Wil het huidige plan niet doorvoeren. Steunt de motie. Mevrouw HESSELS (VVD): - Waarom is in 2010 naar alternatieve locaties gezocht? - Het feit dat het een lang proces is geweest, betekent niet dat de tegenstanders voldoende zijn gehoord. Mevrouw JANSSEN (GroenLinks): - Volgens de wethouder is er een lang en zorgvuldig proces geweest. - Draagt jongeren een warm hart toe. Wil graag dat er ruimte is om te bewegen en te sporten. - Worstelt ermee dat er ook mensen zijn die er niet blij mee zijn. - De motie vraagt tijdens het reces niets te doen, wat geen probleem is. De motie vraagt ook om een heroverweging, wat erg ver gaat, omdat dan het proces moet worden overgedaan. De heer STOELINGA (Amersfoort2014): - De situatie en omstandigheden zijn in zeven jaar gewijzigd. De problematiek rondom Emiclaer en het vandalisme is veranderd. Vraagt om te kijken of iets anders kan worden gedaan dan nu wordt voorgesteld. Steunt de motie. Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - Sluit zich aan bij de betogen van mevrouw Sanders en mevrouw Janssen. Wil de wethouder houden aan de toezegging om te gaan praten om eventuele bezwaren nog tegemoet te komen. De heer VAN KONINGSVELD (CDA): - De mensen die in de flats wonen, zijn uitgenodigd voor de stakeholdergroep. Als mensen hieraan geen gehoor geven, moeten hun belangen wel worden meegewogen. Nieuwe bewoners werden geweigerd in de stakeholdergroep. Dit proces kan verbeteren. Wil niet het hele proces over doen. Gekeken moet worden of dit de beste keuze is. Schorsing op verzoek van CDA van 20.56 uur tot 21.00 uur. De heer VAN KONINGSVELD (CDA): - Wil niet dat het hele proces opnieuw wordt gedaan. Stelt voor dat binnen vier maanden duidelijk moet zijn waar de kooi komt. Mevrouw HOUWING (wethouder): - Begrijpt de geest van de motie. Wil het proces niet overdoen. Is bereid in gesprek te gaan met de bewoners die problemen hebben met de locatie en de multifunctionele sportvoorziening, samen met de beheergroep, om het voor iedereen zo leefbaar mogelijk te maken.
6
De VOORZITTER: - Gaat over tot de stemming. Motie M-15.1, ingediend door CDA: Motie: Lelijke Sportkooi (of Dure Sportkooi, Veel onderhoud vergende Sportkooi, Veel weerstand te wachten Sportkooi, Veel overlast Sportkooi) Mevrouw HESSELS (VVD): - Stemt voor de motie. Draagt sporters een warm hart toe. Kortdurend sportgenot is iets anders dan langdurig woongenot. Wil daarover een betere weging. Vindt het goed dat een tijdslimiet is aangegeven. De heer MULDER (OPA): - Vindt de geest van de motie aanvaardbaar, omdat het uitstel overzichtelijker is. Stemt voor de motie. Mevrouw JANSSEN (GroenLinks): - De locatie is het belangrijkste punt. Gelooft niet in een tijdpad van vier maanden, omdat dan wordt ingegaan tegen het gevolgde proces. Steunt de motie niet. De heer VAN WEGEN (BPA): - Het is een zeer klein onderdeel van een lang proces van zeven jaar. Het multifunctionele sportveld kan worden heroverwogen. Steunt de motie. De heer SMULDERS (PvdA): - Het is een lang proces waarin zorgvuldig is gehandeld. Stemt tegen de motie. Uitstel is niet de weg. Voor de motie stemmen de leden van de fracties van VVD, SP, CDA, BPA, Amersfoort2014 en OPA. Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van D66, ChristenUnie, PvdA en GroenLinks. Motie M-15.1 wordt verworpen met 17 stemmen voor en 19 stemmen tegen. 2.
Inrichting wijkteams 2015 Sociaal Domein (4700878) De heer MEIJER (SP): - Ongeveer een jaar geleden heeft het vorige college een raadsinformatiebrief toegezonden waarin werd gemeld dat zes lerende wijkteams zouden worden gevormd. Heeft schriftelijke vragen hierover gesteld, met de titel: "met geouwehoer kan je niet zorgen". Hoe wordt er zorg gegeven? Hoe zit het met taken en verantwoordelijkheden? Wie krijgt wel zorg en wie niet? Hoe zit het met het geld? Hoe zit het met de werkgelegenheid van de mensen in de zorg? Die vragen zijn nog steeds niet beantwoord. - Eerder deze avond is een Ronde gehouden over de invulling van het beleid van de wijkteams. Vindt het vreemd dat de status en de plek van de wijkteams worden besproken. In de marge wordt gerommeld met de invoering. Naarmate het proces verdergaat, kan dan niets meer worden veranderd aan de fundamentele kaders, omdat alles dan vastligt. Hoe zit het met de bevoegdheden? Hoe zit het met het geld? Wat wordt de samenstelling van de teams? Dit is water naar de zee dragen. Wil dat niet. - Hoe gaat het met de mensen zonder thuiszorg? Wie houdt de mensen in de gaten om te zorgen dat niemand tussen de wal en het schip valt? 7
-
-
-
-
De raad verzaakt zijn taken als met dit voorstel wordt ingestemd. Mensen uit de GGZ worden uitgeplaatst uit instellingen en moeten in de wijken gaan wonen. Hoe zit het met de opvang? Die mensen hebben zorg nodig. Hoe zit het met mensen met autisme? Dat verdient aandacht en zorg. Er is nog geen begin van een handreiking of oplossing van hoe dat zal gaan. Dit is de aanzet tot een enorme bezuinigingsoperatie ten laste van de mensen die zorg nodig hebben en die hun brood verdienen in de zorg. Heeft in de Ronde van 24 juni jl. aandacht gevraagd voor de werkgelegenheid. Organisaties ontslaan mensen. Mensen verliezen hun baan in de thuiszorg en in de Jeugdzorg. De zaken moeten eerst helder en duidelijk zijn. De stad mag niet aan zijn lot worden overgelaten. Het besluit kan nu niet worden genomen. Op onderdelen is een aantal voorstellen ingediend, maar het blijft het repareren van iets dat in essentie niet goed is. Op dit moment is er bij Service Bureau Gemeenten bij het behandelen van WMO-zorgaanvragen een achterstand van 600 zorgvragen. Er liggen vele ingebrekestellingen, omdat mensen niet terecht zorg onthouden hebben gekregen en daartegen bezwaar hebben ingediend. Worden deze problemen en zorgen meegenomen naar de wijkteams? Dient motie M-2.6 in.
Motie M-2.6, ingediend door SP: Inzicht in ontslagen en functiereducties "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 15 juli 2014; indieners overwegen: - dat in De Ronde van 24 juni jl. onvoldoende zicht is geboden op het aantal ontslagen en functiereducties die zich als gevolg van het voorliggende raadsvoorstel zullen voltrekken; draagt het college op: - eens in de drie maanden de gemeenteraad te informeren met betrekking tot het aantal ontslagen en functiereducties die zich bij de huishoudelijke hulp en huidige aanbieders van Jeugdzorg voltrokken hebben; en gaat over tot de orde van de dag." Mevrouw SONDORP (D66): - Realiseert zich dat de kracht van de samenleving niet vanzelfsprekend is als je het moeilijk hebt in je leven. De sociale wijkteams – de nieuwe manier van buurtzorg - zullen zich door voortschrijdend inzicht moeten bewijzen. De raad heeft de ondoenlijke taak ervoor te zorgen dat zij hun werk goed gaan doen. Dat betekent: zoveel mogelijk goede zorg aan cliënten zonder dat het financieel uit de hand loopt. Er is een veelheid aan specialismen. De instellingen hebben grote belangen. De werkelijkheid van de cliënten is vaak hard. Er gaat veel geld in om: ruim 40% van de totale gemeentebegroting. Dat alles maakt van dit controleren een vak apart. - Steeds vaker lopen formele en informele zorg door elkaar. Vrijwilligers nemen een deel van de zorg over van professionals. Ook hierop is het lastig sturen, zowel aan de kant van de informele zorg (vrijwilligers en mantelzorger) als aan de kant van de formele zorg, met vanaf 2016 mogelijk nieuwe aanbieders. Dat biedt weinig garanties voor continuïteit. 8
-
-
-
-
Maakt zich zorgen over de aansluiting tussen de basiszorginfrastructuur en de sociale wijkteams. Onvoldoende duidelijk is hoe en door wie de vroegtijdige signalering tot stand moet komen. Ziet voor de gemeente de rol van verbinder en doorpakker om het contact tussen de sociale wijkteams en de basiszorg een van twee zijden doorlatend membraam te laten zijn. Iedereen moet de verantwoordelijkheid kunnen nemen om elkaar te helpen om ervoor te zorgen dat problemen niet onnodig zwaar worden. Aan de raad de taak om ervoor te zorgen dat deze beweging – deining – geen hoog water veroorzaakt. Heeft vertrouwen in de werkwijze van het college en gaat akkoord met het raadsvoorstel. Vindt het belangrijk tijdig financiële risico's te kunnen monitoren. Begrijpt dat de voorliggende risicolijst in november financieel wordt onderbouwd. Verzoekt de wethouder de raad binnen afzienbare termijn heldere gereedschappen te bieden waarmee overzicht kan worden gehouden. Vindt het belangrijk dat de sociale wijkteams hun zaken goed op orde hebben. Steunt motie M-2.4: "Juridische aansprakelijkheid wijkteams". Is medeondertekenaar van motie M-2.1a: "Organisatie beroep en toezicht in het sociale domein". Blijft aansturen op die voorwaarden die maken dat de last eerlijker wordt verdeeld. Vroegtijdige signalering is een belangrijk speerpunt. Voorkomen moet worden dat mensen in de knel komen. Ondersteunt mantelzorgers en stuurt aan op het faciliteren van brede netwerkmogelijkheden in de wijk, zodat het voor iedereen makkelijk en vanzelfsprekend wordt om elkaar te vinden en er samen te zijn voor de mensen in de buurt.
De heer STOELINGA (Amersfoort2014): - Er komen 18 wijkteams. Wachten en uitstellen kan niet meer. De gemeente moet aan de slag. - Is voorstander van sterke wijkteams. Maakt zich ernstig zorgen over de verbinding tussen de wijkteams en de lokale basiszorginfrastructuur. Met name de verbinding tussen onderwijs en de zorgteams baart zorgen. Maakt zich zorgen over de juridisering. Steunt motie M-2.4: "Juridische aansprakelijkheid wijkteams" en dient deze mede in. - Onduidelijk is de samenwerking van wijkteams met Sociale Zaken en de gevolgen van de Participatiewet. Hoe worden inwoners geactiveerd tot participatie? Hoe verplichtend is dat? Welke status heeft het wijkteam in dit proces? Volgens de nota heeft het wijkteam de regie als er meerdere problemen spelen in een huishouden. Welke ervaringen zijn in de acht proeftuinen opgedaan? - Bij de Jaarrekening 2013 is circa € 1 miljoen bestemd voor organisatieverbetering. Deze gelden worden ook ingezet voor programmasturing in het Sociale Domein. In de nota wordt ook gesproken over € 10,9 miljoen waaronder ook de gemeentelijke overheadkosten vallen. Zit daarin geen dubbeling of overlap? - Op het VNG-congres zijn moties aangenomen en zijn afspraken gemaakt over standaardisering van declaratie en facturering. Er worden raamcontracten voor specialistische zorg via de VNG aangeboden. In welke mate maakt Amersfoort gebruik van de VNG in dit proces? De heer MULDER (OPA): - Het college zet de logische volgende stap van wat in Den Haag is be9
-
-
-
-
-
gonnen. Vond het merkwaardig dat de landelijke politiek vond dat het afgelopen moest zijn met al die mensen die hun hand op houden voor zorg, omdat ze veel meer zelf kunnen. Er zijn 2,6 miljoen mantelzorgers in Nederland en er zijn nog nooit zoveel mensen professioneel in die sector werkzaam geweest. De overgrote meerderheid van de zorg wordt al tientallen jaren gedaan. Heeft de Sociale Academie gevolgd: "helpen als ambacht". Er zitten goede ontwikkelingen in de veranderingen. Geeft als voorbeeld de samenwerking van jeugd hulporganisaties in AmsterdamWest die erachter kwamen dat een deel van de overlastgevende jongeren een dermate grote geestelijke handicap hadden dat ze niet tussen de "draaideurcriminelen" thuishoorden. Ze hadden thuisgehoord in opvang op dat gebied. Dat is een voorbeeld van waar de gedwongen integratie van organisaties een grote verbetering is. De andere kant is dat er moet worden bezuinigd. Het gaat voor een deel om het voorkomen van een vrijwel zekere kostenstijging en voor een deel om de vermindering van de kosten van nu. Wil vooropgesteld zien dat de gedwongen samenwerking werkelijk meerwaarde oplevert en dat de kwaliteit wordt gegarandeerd. In het algemeen zijn de collegevoorstellen aanvaardbaar tot goed. Wil een aantal lacunes in het voorstel verhelpen. Onafhankelijk deskundig toezicht is iets wat de samenleving wil en moet goed worden geregeld. De raad controleert en stelt de kaders. Heeft geen wantrouwen, maar is blij als wordt toegezien. Er moet een eenvoudige en overzichtelijke vorm van beroep of bezwaar zijn voor uitspraken van een wijkteam. Er zitten straks een of twee mensen van de sociale wijkteams bij de hulpvrager aan tafel, waar de problemen in kaart worden gebracht. Deze mensen moeten zich voortdurend afvragen of het wel kan worden betaald en of het de goede oplossing is. Tijdens het gesprek moet het gaan over de problemen van de hulpvrager. Als dat leidt tot kostbare adviezen, moet daarover later een besluit worden genomen. Dient, mede namens D66, motie M-2.1a in.
Motie M-2.1a, ingediend door OPA, D66: Organisatie beroep en toezicht in het Sociale Domein "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 15 juli 2014; overwegende dat: - met ingang van 1 januari 2015 de gemeente grote rijksverantwoordelijkheden overneemt in het Sociale Domein; - onder het rijk deze verantwoordelijkheden ingebed zijn in stelsels met gedetailleerde beroepsmogelijkheden die in (semi-)wetgeving vastliggen; - er eveneens wettelijk geregeld is hoe mensen bezwaar kunnen maken tegen het handelen van instellingen zodra zij daar in de bewassing zijn, welke wetgeving ook na 1-1-2015 van kracht blijft, als de gemeente opdrachtgever zal zijn; - er daarentegen niets geregeld is voor een vorm van beroep na 1-1-2015 als mensen zouden worden afgewezen voor door de gemeente gefinancierde faciliteiten in het Sociale Domein; verder overwegende dat: - de zeggenschap over deze faciliteiten door de gemeente geheel wordt overgedragen aan de circa 18 sociale wijkteams met 150-200 leden; 10
-
-
de professionals in deze teams specialisten zullen zijn die als generalist moeten werken in een beroep dat nog niet bestaat en waar zij dus niet voor zijn opgeleid; het daarom zeker te verwachten valt, zonder daarmee wantrouwen in de teams uit te spreken, dat zij fouten zullen maken; een eenmaal gegeven vertrouwen in mensen niet wordt aangetast door het regelen van toezicht op hen;
draagt het college op: 1. het toedelingsproces zo in te richten dat de 'keukentafelgesprekken' worden gevoerd door wijkteamleden die een volstrekt onafhankelijk advies geven en daarom als regel zelf niet deelnemen aan de uiteindelijke beslissing die over de betreffende hulpvraag in het wijkteam genomen wordt; 2. het proces verder zo in te richten dat een duidelijke en eenvoudige vorm van bezwaar mogelijk is voor wie van mening is dat ten onrechte door het wijkteam niet of onvoldoende antwoord is gegeven op zijn/haar hulpvraag; 3. onafhankelijk en deskundig toezicht op het functioneren van de wijkteams op te zetten, zodat zulks gewaarborgd is met ingang van het moment dat deze teams verzelfstandigd worden ten opzichte van de gemeente; en gaat over tot de orde van de dag." De heer MULDER (OPA): - Worden mensen geregistreerd die laten weten dat ze misschien hulp nodig hebben, maar die vervolgens uit beeld verdwijnen? Dat is een reëel probleem bij het minima- en armoedebeleid. Wil voorkomen dat dit probleem ontstaat. De heer FLIKKEMA (VVD): - Deelt niet de somberheid van de voorgaande bijdragen, maar wel de zorgen. De zorg wordt gedecentraliseerd naar gemeenten en wordt uitgevoerd met wijkteams. Daar zit een deel van de zorgen. De verzorgingsstaat verandert in een participatiesamenleving. De mensen die in de sociale wijkteams gaan werken, moeten een andere mindset krijgen. Het is belangrijk dat raad, college en ambtenaren voldoende tools krijgen om te monitoren hoe deze mensen werken. Wil niet alleen naar geld kijken, maar ook naar de kwaliteit van de zorg. De wijkteams moeten de zorgvraag ophalen en uitzetten in een netwerk of bij de professionele zorg. De heer FLIKKEMA (VVD): - Steunt motie M-2.7: "Beperk overheadkosten wijkteams met 25%". De heer MULDER (OPA): - Het monitoren van de kwaliteit hoort voorop te staan en de centen als laatste. Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - Is blij met het raadsvoorstel. Kan zich in veel punten vinden. Heeft vertrouwen in de wijkteams. De wijkteams moeten beter betrokken raken op de sociale basis infrastructuur. Heeft in De Ronde vernomen dat de wijkteams gaan investeren in de sociale infrastructuur. Laat mo11
tie M-2.2 vervallen. Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - Wie is juridisch aansprakelijk als het fout gaat? Hierop moet worden geanticipeerd. De gemeente moet zich daartegen indekken. Dient, mede namens OPA en Amersfoort2014, motie M-2.4 in. Motie M-2.4, ingediend door ChristenUnie, OPA: Juridische aansprakelijkheid wijkteams "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 15 juli 2014; overwegende dat: 1. wijkteams bestaan uit professionals die worden aangetrokken uit de huidige zorgorganisaties; 2. de zorginstellingen een vergoeding krijgen voor de salariskosten van de professionals die in de wijkteams zitting hebben; 3. het niet duidelijk is wie verantwoordelijk zal worden gesteld als hulpverlening vanuit het wijkteam leidt tot verkeerde resultaten en wie dan juridisch aansprakelijk is; draagt het college op: 1. de gemeenteraad voor 1 december 2014 te informeren wie aansprakelijk is voor de hulpverlening vanuit de wijkteams en expertteams en hoe dit financieel wordt afgedekt; en gaat over tot de orde van de dag." Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - Alles wordt door de zorginstellingen gedaan. De professionals worden aangetrokken uit de zorginstellingen. De manager is afkomstig uit een zorginstelling. Waar is de gemeente? Heeft vertrouwen in de zorgprofessionals en wil geen bureaucratie optuigen, maar de gemeente moet inzicht hebben in wat daar gebeurt. Perverse prikkels mogen niet leiden tot extra kosten of minder goede hulp. Dient met VVD amendement A-2.10 in. Hiermee vervallen motie M-2.3: "Toezicht wijkteams" en amendement A-2.5: "Beheersing financiële risico's". Amendement A-2.10, ingediend door VVD, ChristenUnie: Beheersing risico's wijkteams "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 15 juli 2014; overwegende dat: 1. wijkteams de toegangspoort zijn naar de zorg en daarmee de spil van de transitie in het Sociaal Domein; 2. de € 10,9 miljoen die we uittrekken voor wijkteams vooral bestaat uit de salariskosten van professionals die worden aangetrokken uit de huidige zorgorganisaties; 3. dit bedrag een schatting is op basis van de huidige verwachtingen van zorgvraag, aantal en omvang van de wijkteams; 4. de (beperkte) financiële middelen zo effectief en efficiënt mogelijk ingezet moeten worden, zodat de kwetsbaren de hulp blijven krijgen die ze nodig hebben; 5. sommige professionals in de wijkteam mogelijk (nog) erg op zorg gericht zijn en minder op participatie; 6. het niet de bedoeling is dat toezicht of monitoring ontaardt in bureau12
cratische papierwinkels, die de aandacht afleiden van het geven van zorg; en stellen het onderstaande amendement voor: De raad van de gemeente Amersfoort besluit: beslispunt 2b van het raadsbesluit 4700878 "de sturing op de wijkteams te beleggen bij de gemeente" te wijzigen in: "de sturing op de wijkteams te beleggen bij de gemeente, die ook de kwaliteit van de zorg, de organisatie en de kostenbeheersing van de wijkteams strikt zal monitoren en waar nodig tijdig bij zal sturen."" Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - Motie M-2.1a: "Organisatie beroep en toezicht in het sociale domein": Beslispunt 1 geeft aan dat degene die het keukentafelgesprek voert niet bij de besluitvorming aanwezig mag zijn. Vreest voor bureaucratie en meerdere mensen die met dezelfde cliënt spreken. Wacht de reactie van de wethouder af. - Motie M-2.9: "Normering inkomen bestuurders van aanbieders van zorg en ondersteuning": Verwijst naar een motie van 1 maart 2011. De wethouder heeft toen toegezegd in de begroting of het jaarverslag aan te geven welke instellingen te maken hebben met overschrijding van de Balkenende-norm. Dit mag niet volgens artikel 4.39 AWB en de uitspraak van de Raad van State van 25 juni 2014. Vraagt uitleg van de PvdA en een reactie van de wethouder. De heer DE LA COMBÉ (PvdA): - Citeert Jan Schaefer, oud-staatssecretaris Volkshuisvesting: "In gelul kun je niet wonen". - Er zijn al veel woorden gewijd aan dit proces. Nu wordt de indruk gewekt alsof het nieuw is. Dat is niet zo. Er bestaat gezondheidszorg. Er worden zaken gedaan met 160 instellingen. Honderden mensen bereiden zich voor op de wijkteams. In De Ronde is gesproken over de toegang tot de zorg, over de verhouding tussen sociale wijkteams en de basis infrastructuur, over kwaliteit, keuzevrijheid, cliëntenparticipatie en vangnet. Heeft vertrouwen in het voorstel. In het proces zullen zich veel risico's voordoen. Het college heeft de risico's zelf benoemd. - Is Amersfoort op 1 januari 2015 klaar met de voorliggende opgave? Kan Amersfoort de sociale wijkteams optuigen, zodat ze die taken kunnen vervullen? Zo nee: Waar liggen de risico's en hoe wordt daarmee omgegaan? - Een risico is of kan worden ingekocht tegen de voorgestelde tarieven. Gezorgd moet worden dat goed wordt ingekocht en aanbesteed, zodat het beschikbare geld bij de mensen komt die het nodig hebben. De gemeente mag geen inkomensbeleid voeren, maar mag wel in de aanbestedingsregels opnemen met wie wel of geen zaken worden gedaan. Dient, mede namens OPA, BPA en CDA, motie M-2.9 in. Motie M-2.9, ingediend door PvdA, OPA, BPA, CDA: Normering inkomen bestuurders van aanbieders van zorg en ondersteuning "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 15 juli 2014;
13
overwegende dat: de gemeente met ingang van 2015 verantwoordelijk wordt voor jeugdzorg, participatie en ondersteuning, begeleiding en verzorging van mensen met een ziekte of beperking; deze nieuwe verantwoordelijkheden gepaard gaan met een aanzienlijke bezuiniging; het beschikbare budget mede daarom zoveel als mogelijk uitgegeven dient te worden aan zorg en ondersteuning en dat hoge overheadkosten niet passend en onwenselijk zijn; ons via de media berichten bereiken over bestuurders van maatschappelijke organisaties die een inkomen ontvangen dat ver boven de norm ligt zoals die nu al is vastgelegd in de Wet Normering Bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector op 130% van een ministersalaris; dat dit niet past, zeker niet in een tijd dat bezuinigd moet worden in de maatschappelijke sector en dat op de werkvloer veel ontslagen vallen; de regering een wetsvoorstel 'Normering topinkomens' (WNT) heeft ingediend, die zou moeten ingaan per 1 januari 2015, waarin geregeld wordt dat voor zorgaanbieders de norm komt te liggen op 100% van een ministersalaris; de mogelijkheid van een afbouwperiode van maximaal 4 jaar geen noodzakelijkheid inhoudt; afspraken met aanbieders van ondersteuning (gedeeltelijk) gezamenlijk met andere gemeenten in de regio worden gemaakt; de gemeente vrij is om eigen eisen te stellen aan de offertes die in het kader van de drie decentralisaties zullen worden uitgebracht; draagt het college op: om in de aanbestedingsvoorwaarden op te nemen en maximaal te bevorderen dat alle bestuurders van (in het kader van de drie decentralisaties) te contracteren organisaties niet meer verdienen dan de norm van bezoldiging in de WNT; om hierbij geen afbouwperiode te hanteren noch gebruik te maken van constructies waarbij dezelfde bestuurder via een constructie als adviseur/consultant of ZZP-er alsnog een bezoldiging ontvangt boven de geldende norm om dit standpunt aan de orde te stellen in het regionaal portefeuillehouderoverleg Sociaal Domein, i.c. met de gemeenten waarmee Amersfoort bij de drie decentralisaties samenwerkt; er voor te pleiten dat in de regionale aanbestedingsvoorwaarden opgenomen wordt dat bestuurders van te contracteren organisaties niet meer verdienen dan de norm van bezoldiging zoals vastgelegd is in de WNT; en gaat over tot de orde van de dag." De heer DE LA COMBÉ (PvdA): - Gekeken moet worden of de bestaande budgetten voldoende zijn. Dat is een risico dat wordt gemonitord. Wil niet investeren in nog meer papier, protocollen of onderzoek, maar wil investeren in kwaliteit en de teams. Hoe kan de kwaliteit van de teams worden verbeterd? De heer MEIJER (SP): - Erkent de heer De la Combé dat fundamentele vragen niet zijn beant14
-
-
woord? De invulling wordt in de komende tijd behandeld, maar de inrichting van de wijkteams is nu al een feit waardoor aan de kaders niet veel meer kan worden veranderd. Erkent de heer De la Combé dat de coalitie heeft besloten geen extra geld te reserveren, geoormerkt voor zorg, om de klappen op te vangen? Als gevolg daarvan worstelt de gemeente met een tekort aan middelen die door het rijk aan de gemeente worden toebedeeld.
De heer DE LA COMBÉ (PvdA): - Heeft de vraag over geld vorige week al beantwoord met een motie. Het betreft geld dat wordt gehaald uit alle beschikbare potten. - Er zijn fundamentele keuzes gemaakt. De raad stelt kaders, maar bepaalt niet exact hoe het zou moeten. De heer MEIJER (SP): - Vindt dergelijke algemeenheden niet bevorderlijk voor een goede discussie. De discussie moet gaan over het feit dat geen geld voor de zorg is gereserveerd. Er is voorgesteld uit allerlei potjes eventueel geld te gebruiken als er problemen zijn. Dat is volstrekt iets anders. De coalitie neemt daarmee een belangrijke verantwoordelijkheid op zich als het gaat om het oplossen van problemen waarvoor straks geen geld is. Als dit beleid wordt doorgevoerd, is er sprake van een kaalslag in de zorg en krijgen veel mensen geen zorg en verliezen veel mensen hun baan. Wil een gesprek hebben over de gevolgen daarvan, over de effecten die nu optreden en wat kan worden gedaan om die effecten zoveel mogelijk te beperken. Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - Jaarlijks wordt € 600.000,00 toegevoegd aan de Sociale Reserve. Deze is op dit moment aangevuld tot € 1 miljoen. Daarnaast zijn er allerlei reserves naar de Algemene Reserve. Als er tekorten zijn in het Sociaal Domein, dan worden deze aangevuld vanuit de Algemene Reserve. De heer MEIJER (SP): - De Sociale Reserve kan nooit een reserve zijn om de kosten in de zorg voldoende te dekken. De Sociale Reserve heeft een aantal bestemmingen voor mensen die sociaal in de problemen zijn of in de sfeer van het Sociaal Fonds in de problemen komen. Wat op de gemeente afkomt is een tekort van miljoenen. Daarvoor is het bedrag in de Sociale Reserve absoluut niet toereikend. De heer DE LA COMBÉ (PvdA): - Een aantal zaken kan niet op dit niveau worden opgelost, bijvoorbeeld de btw-problematiek. Dit moet in Den Haag, in VNG-verband, worden aangekaart. Stemt tegen motie M-2.8: "Inzicht btw-risico's wijkteams". - Wil dat zoveel mogelijk geld gaat naar de uitvoering. Wil zoveel mogelijk geld overhouden door afspraken te maken met aanbieders en die scherp tegen elkaar uit te spelen. Wil strikt budgetbeheer nastreven. De grote omvang van de overheadkosten heeft aandacht en zorg nodig. Steunt motie M-2.7: "Beperk overheadkosten wijkteams met 25%". Mevrouw LAND (GroenLinks): - Is blij dat de heer Meijer het eens is met GroenLinks over de financiële paragraaf en hoe het college hiermee omgaat. 15
-
-
-
-
Heeft veel zorgen. Kan zich niet onttrekken aan de indruk dat het dossier wordt dichtgeregeld. Dichtregelen dat vaak klinkt als noodzakelijk, vanwege wantrouwen of gebrek aan vertrouwen in de professional en de sociale wijkteams. De raad moet zich houden aan zijn kaderstellende rol en moet de doelen voorop stellen: de "wat willen we"-vraag in plaats van de "hoe"vraag. Er moet ruimte worden gegeven waar de kennis zit bij de professionals. Bekijkt de moties en amendementen vanuit dat perspectief. Is blij dat de moties M-2.3: "Toezicht wijkteams" en M-2.5: "Beheersing financiële risico's" zijn ingetrokken. Sluit zich aan bij de vraag van mevrouw Kennedy bij motie 2.1a: "Organisatie beroep en toezicht in het sociale domein" op het eerste beslispunt. Wil graag een toelichting. Zou graag het tweede punt willen steunen, maar dat is onmogelijk vanwege het eerste punt. Wil doorgaan met het proces. Het is work in progress. Gedwongen door de rijksoverheid moet een enorme omslag worden gemaakt. Wil aan de slag en een nieuw systeem maken. Ziet het raadsvoorstel als een noodzakelijke bouwsteen.
De heer VAN KONINGSVELD (CDA): - Steunt het raadsvoorstel, ondanks twijfels en zorgpunten. De belangrijkste is de koppeling met de huisarts. Is voorstander van een wijkzuster. - Er moet enorm worden gelet op de perverse prikkels. Verwacht dat dit goed komt met de mensen aan de keukentafel. Het mag geen protocollenfabriek worden: "in een protocol kun je niet wonen". Protocollen worden gemaakt door mensen die in hokjes denken. - Motie M-2.1a: "Organisatie beroep en toezicht in het sociale domein": Steunt beslispunt 1 niet. Kan de beslispunten 2 en 3 wel steunen. Wellicht kan de motie worden opgeknipt. - Motie M-2.6: "Inzicht in ontslagen en functiereducties": De zorg is geen banenmachine. De heer MEIJER (SP): - Het voorliggende stuk is abstract. De gevolgen voor de mensen zijn niet zichtbaar. De raad moet weten wat de effecten zijn en waar de ontslagen vallen. De ontslagen komen niet alleen door het rijksbeleid, maar door de manier waarop de gemeente het beleid invult en de aanbesteding en inkoop doet. Daardoor verliezen thuiszorgmedewerkers en mensen in de Jeugdzorg hun baan. Wil inzicht hebben in de gegevens en de consequenties. De heer VAN KONINGSVELD (CDA): - Verschilt daarover wezenlijk van mening. Het is minder interessant om te zien hoeveel mensen hun baan verliezen. Het gaat om de kwaliteit van zorg. - Motie M-2.7: "Beperk overheadkosten wijkteams met 25%": In de overhead zat ook de vrije ruimte: het behandelen van mensen zonder dat ze echt behandeld worden in het team. Wordt met deze motie ook in die kosten gesneden? De managerskosten zijn aan de hoge kant. - Steunt de moties M-2.4: "Juridische aansprakelijkheid wijkteams", M2.8: "Inzicht btw-risico's wijkteams" en amendement A-2.10.: "Beheersing risico's wijkteams". De heer MULDER (OPA): 16
-
Motie M-2.1a: "Organisatie beroep en toezicht in het sociale domein": Het gaat om een interne werkafspraak die de wijkteams moeten maken om ervoor te zorgen dat de mensen aan de keukentafel zich kunnen concentreren op de vraag: wat is voor deze persoon de beste oplossing en wat zijn de beste mogelijkheden in zijn/haar eigen wijkteam? Zijn die antwoorden er wel? Kan dat betaald worden? Dat is geen extra bureaucratie. Er moet het nodige worden opgeschreven in de gesprekken. Dat kan snel en beknopt.
De heer VAN KONINGSVELD (CDA): - Er zijn twee mensen van een verschillende instelling die aan de keukentafel gaan zitten. Hoe wordt het proces beter als ze niet zelf mogen beslissen? Vraagt met klem de motie in tweeën te knippen. De heer MULDER (OPA): - Die behoefte om zaken te scheiden komt van de mensen die nu in de pilotteams zitten. Zij moeten binnen het budget blijven en het beste doen voor de persoon. Dat is een te brede aandachtspanne die van hen wordt gevraagd. Daarom kan het met interne werkafspraken worden geregeld. De focus van de gesprekken moet helder blijven. Mevrouw LAND (GroenLinks): - Het blijft een voorbeeld van het "hoe". De vraag moet zijn: "wat willen we?". Sluit zich aan bij het verzoek van het CDA. Mevrouw STEENBEEK-LOS (BPA): - Dient, mede namens VVD, motie M-2.7: "Beperk overheadkosten wijkteams met 25%" in: Hier moet ruimte zijn voor besparing. De wens is 25%, maar dit mag niet ten koste van zorg en kwaliteit gaan. Er kan wel worden ingezet op efficiëntere bedrijfsvoering. - Dient motie M-2.8: "Inzicht btw-risico's wijkteams" in: Ontkomen is moeilijk, maar kan wanneer diensten formeel binnen de gemeente worden georganiseerd. 21% te moeten afdragen, is afhankelijk van de wijze waarop de gemeente de aanbesteding van de zorg organiseert. Nog niet duidelijk is of de door Amersfoort gekozen wijkteams een druk van 21% opleveren. Deze kosten kunnen niet worden gecompenseerd uit het BCF. Het budget laat geen ruimte voor dergelijke tegenvallers. Het college moet uitgaan van het slechtste scenario en komen met een plan. Motie M-2.7, ingediend door BPA, VVD: Beperk overheadkosten wijkteams met 25% "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 15 juli 2014; overwegende dat: - we aan de vooravond staan van ingrijpende veranderingen in de zorg en ondersteuning met als belangrijke ontwikkeling de vorming van wijkteams; - de wijkteams worden ingevuld op basis van berekeningen/schattingen, waardoor afwijkingen in zowel de zorgvraag als het aanbod kunnen optreden; - de wijkteams moeten worden gefinancierd uit een beperkt budget, waarbij weinig tot geen ruimte is voor overschrijding; - vaststaat dat een deel van het budget per wijkteam op zal gaan aan zogenoemde "overheadkosten", zoals bijvoorbeeld € 39.000,00 mana17
gementkosten per wijkteam; verzoekt het college: - te onderzoeken op welke wijze de overheadkosten kunnen worden teruggebracht en richting de raad te komen met voorstellen over de wijze waarop deze besparing kan worden gerealiseerd; en gaat over tot de orde van de dag." Motie M-2.8, ingediend door BPA: Inzicht btw-risico's wijkteams "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 15 juli 2014; overwegende dat: - een belangrijk doel van de algehele kanteling van de zorg het realiseren van een hard benodigde kostenbesparing is; - er bij afwijking van de berekende zorgvraag of de voorgestelde inkooptarieven minder zorg kan worden geleverd dan verwacht; - er nu al zeer realistische risico's inzake de btw-druk bestaan die tot kostenverhogingen (en dus uiteindelijk minder zorg) kunnen leiden; verzoekt het college: - ruim voor de startdatum van de wijkteams te (laten) onderzoeken wat de consequenties zijn van een btw-druk van 21% op het zorgaanbod en hierover te rapporteren aan de raad; en gaat over tot de orde van de dag." De heer MEIJER (SP): - Amendement A-2.10: "Beheersing risico's wijkteams": In de overweging staat dat er misschien hulpverleners zijn die zich nog teveel laten leiden aan de behoefte om hulp te bieden. In het amendement wordt teveel de indruk gegeven dat mensen hun vak niet mogen uitoefenen. Dat moet zijn beloop hebben in het nieuwe ideaal van de burgerparticipatie c.q. het schrappen van taken. De heer MULDER (OPA): - Motie M-2.1a: "Organisatie beroep en toezicht in het sociale domein": Beslispunt 1 wordt eruit gelicht tot een nader overleg over de werkwijze van de wijkteams. De beslispunten 2 en 3 blijven staan. Schorsing op verzoek van de wethouder van 22.00 uur tot 22.05 uur. Mevrouw IMMING (wethouder): - Het is een immense opgave. Heeft de raad in de verschillende besprekingen over het Sociaal Domein elke keer aangegeven hoe ingewikkeld en veelomvattend het is. Het rijk vraagt veel van de gemeente. Vraagt veel van de raad. Raad en college vragen veel van de stad. Amersfoort heeft goed voorgesorteerd op een compleet andere inrichting van de zorg op lokaal niveau. Er draaien nu al acht wijkteams in zes wijken. Alles wat daarin wordt gezien en gehoord is input om het nog beter te maken en te zorgen dat op 1 januari 2015 in iedere wijk een wijkteam is. - Wat is voorgelegd is het voorstel voor 2015 om ervaringen op te doen, ervan te leren en met elkaar te bepalen of het genoeg is. Om aan de voorkant met de raad de discussie te voeren over wat het college be18
-
langrijk vindt, is in De Ronde gesproken over het beleidskader Sociaal Domein voor de jaren na 2015. In het najaar wordt gesproken over waar moet worden gemonitord. Wil niet alles dichtregelen. Voelt de behoefte om grip en controle te houden op wat wordt gedaan. Stelt voor om de monitor en het gesprek daarover te gebruiken om de gehele set aan controle-instrumenten in te richten. Vindt het lastig om bij voorbaat al dingen af te dichten. Vraagt zich af of daarmee grip wordt verkregen op het gewenste inzicht en de gewenste controle.
De heer MEIJER (SP): - De inrichting van de sociale wijkteams zijn harde kaders waar de wethouder op zal terugvallen. Straks worden alle open vragen beantwoord. De kaders zijn dan al vastgelegd. Dat is een vreemde positie. De vrijheid om de zorg te bieden is ingeperkt door het voorliggende voorstel. Mevrouw IMMING (wethouder): - Gekozen wordt voor een werkwijze. Dat is geen kader, maar een praktische uitvoering voor de taken vanuit het rijk. De meeste gemeenten gaan met wijkteams werken. Wil in iedere wijk een of meerdere wijkteams afgaande op de demografie en zorgproblematiek van de betreffende wijk. Vindt dat een nobel uitgangspunt om de praktijk in te kunnen gaan. De heer MEIJER (SP): - Wat nu wordt vastgelegd zijn dwingende kaders. Dat geldt ook voor de manier waarop de middelen worden verdeeld. Er zijn geen extra middelen om de tekorten op te vangen. Daarvoor is de wethouder, als vertegenwoordiger van het college, mede verantwoordelijk. Dat is niet de manier waarop de zorg voor deze stad kan worden geregeld. Mevrouw IMMING (wethouder): - De raad en het college zijn al heel lang bezig om de kaders voor het Sociaal Domein te bepalen. Op basis daarvan bespreekt het college een aantal uitwerkingsvraagstukken met de raad. Daar is dit voorstel er een van. Dit is geen dwingend kader. De heer MEIJER (SP): - Constateert dat de wethouder nu al teruggrijpt op de visie en uitgangspunten Sociaal Domein van vorig jaar wat alle indicatie geeft dat zij bij komende problemen zal teruggrijpen op voorliggend voorstel. Daarmee is er geen bewegingsvrijheid om de problemen van de mensen op te lossen. Mevrouw IMMING (wethouder): - Vindt dit een Babylonische spraakverwarring. In dit voorstel wordt stringent benoemd dat de principes die vorig jaar zijn vastgesteld leidend zijn. - Als in de sociale wijkteams de regie rond de participatiewetproblematiek aan de orde is, is er vaak sprake van meer problemen. Als sprake is van inkomensproblematiek komt Sociale Zaken erbij kijken voor de oplossing van dat specifieke deel. De toeleiding daar naartoe vindt via het sociale wijkteam plaats. - Er is geen dubbeling of overlap in de gelden. - De VNG werkt aan rasters, richtlijnen en kaders. Door de landelijke 19
overlap maakt de gemeente dankbaar gebruik van de benchmarks, onderzoeken en ervaringen die zij al hebben opgedaan. De heer STOELINGA (Amersfoort2014): - Op het congres is besloten het sluiten van raamcontracten en het maken van afspraken met specialistische aanbieders te mandateren aan de VNG door de gemeente. Mevrouw IMMING (wethouder): - Zal de raad daarover schriftelijk informeren met meer uitleg. - Motie M-2.1a: "Organisatie beroep en toezicht in het sociale domein": Is teleurgesteld dat beslispunt 1 is vervallen. Hoopte meer inzicht te kunnen verschaffen in de werkpraktijk van de sociale wijkteams. De strikte scheiding tussen de intake en de uiteindelijke indicering/toeleiding vindt op twee fronten plaats. Twee leden van het wijkteam nemen het gesprek af. Vervolgens wordt in het brede wijkteam met elkaar bediscussieerd wat de cliënt nodig heeft (intercollegiaal overleg). De nazorg en het in zicht houden van de cliënten is opgenomen in de werkwijze van de wijkteams. De heer MULDER (OPA): - Bij het Armoedebeleid is vaak aan de orde gekomen dat mensen een beroep doen op Stadsring 51 of het SBG en dat uiteindelijk het traject niet doorgaat. Het is niet bekend wat er met die mensen is gebeurd. Mevrouw IMMING (wethouder): - Als een intakegesprek plaatsvindt, is iemand in zicht en verdwijnt niet zo makkelijk meer. Neemt het signaal mee. - Motie M-2.1a: "Organisatie beroep en toezicht in het sociale domein": Heeft geen bezwaar tegen de overige punten. Onafhankelijk en deskundig toezicht is ook binnen de huidige wetgeving georganiseerd. De gemeente wordt wel gevraagd een en ander in te richten voor de WMO. Komt daarop bij de raad terug. Dat vergt uitwerking naar aanleiding van de nieuwe wettelijke situatie in 2015. - Motie M-2.2: "Verbinding wijkteams met sociale basiszorgstructuur" is ingetrokken. - Motie M-2.3: "Toezicht wijkteams" en amendement A-2.5: "Beheersing financiële risico's" zijn in amendement A-2.10: "Beheersing risico's wijkteams" vervat. - Motie M-2.4: "Juridische aansprakelijkheid wijkteams" wordt nu uitgewerkt. Komt daarop graag terug. - Motie M-2.6: "Inzicht in ontslagen en functiereducties": Neemt de zorg van de SP over de werkgelegenheid in de zorg uiterst serieus. Op lokaal, regionaal en provinciaal niveau wordt met 120 aanbieders samengewerkt. Het in kaart brengen van de ontslagcijfers bij die verschillende organisaties is veel gevraagd. Wat wil de SP met die informatie? De heer MEIJER (SP): - De cijfers kunnen worden toegespitst op de thuiszorg en de Jeugdzorg. Wil weten wat de gevolgen zijn van het door de gemeente gevoerde beleid op de werkgelegenheid. Dat is zeker in van de dingen die moeten worden gemonitord. Mevrouw IMMING (wethouder): 20
-
Ziet dat niet als haar verantwoordelijkheid. Kan daaraan geen invulling geven.
Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - De heer Meijer vraagt vaak het woord, maar wil geen kaders en stukken vaststellen, want de wethouder mag er niet op terugkomen. Hij wil dat de ambtenaren bezig zijn met ontslagcijfers. Zo komt de discussie geen stap verder. - Verzoekt het presidium een volgende keer weer spreektijden in te voeren. De heer MEIJER (SP): - Maakt bezwaar tegen deze opmerking. Mevrouw Kennedy heeft de vorige keer zelf het onderwerp personeelsbeleid bij de huishoudelijke hulp aan de orde gesteld en is met voorstellen gekomen. - Pleit niet voor een spreektijdenregeling. Mevrouw IMMING (wethouder): - Motie M-2.7: "Beperk overheadkosten wijkteams met 25%": Nu wordt ongeveer 25-45% van het budget uitgegeven aan overhead. In de nieuwe situatie wordt dit ongeveer 18%. Met de kosten die zijn voorgelegd is een realistisch beeld gegeven van wat nodig is om het komende jaar een lerende organisatie te kunnen faciliteren. - Motie M-2.8: "Inzicht btw-risico's wijkteams": Btw wordt landelijk opgepakt. De zorg is btw-vrij. Door de veranderingen moet worden gekeken hoe daarmee moet worden omgegaan. Houdt de raad op de hoogte van de voortgang daarvan. Ontraadt de motie. - Motie M-2.9: "Normering inkomens bestuurders": Amersfoort is onderdeel van de regio Eemland en werkt met verschillende gemeenten samen. Zegt toe deze uitspraak mee te nemen naar het regio-overleg. Om dit gestand te kunnen doen, moeten alle regiogemeenten en regioraden hiervoor toestemming geven. Vraagt tijd hiervoor. - Amendement A-2.10: "Beheersing risico's wijkteams": De sturing van de wijkteams wordt al belegd bij de gemeente. - Monitor Minimabeleid en WMO is recentelijk toegezonden. Daarin is uitgebreid uitgeweid over de wachtlijsten bij het SBG. De wachtlijsten zijn niet wenselijk. Heeft activiteiten en geld vrijgemaakt om ervoor te zorgen dat voor eind 2014 de wachtlijsten langer dan acht weken op nul staan. - Komt schriftelijk terug op de vraag over de ingebrekestellingen. - Niet-cliëntgebonden uren zijn uren waarbij het wijkteam intercollegiaal overleg voert over de verschillende casuïstiek om te kijken welke behandelplannen of zorgtrajecten bij welke cliënt moeten worden ingezet. Deze zitten niet in de overheadkosten? De VOORZITTER: - Gaat over tot de stemmingen. Amendement A-2.10, ingediend door VVD, ChristenUnie: Beheersing risico's wijkteams De heer MULDER (OPA): - Het amendement wordt niet gesteund. Er wordt een merkwaardige tegenstelling tussen zorg en participatie gemaakt. Het dictum is onuitvoerbaar. De gemeente kan alleen op centen sturen.
21
Voor het amendement stemmen de leden van de fracties van VVD, ChristenUnie, CDA en Amersfoort2014. Tegen het amendement stemmen de leden van de fracties van D66, PvdA, SP, GroenLinks, BPA en OPA. Amendement A-2.10 wordt verworpen met 13 stemmen voor en 23 stemmen tegen. Motie M-2.1a (waarbij het eerste dictum is vervallen), ingediend door OPA, D66: Organisatie beroep en toezicht in het Sociale Domein Voor de motie stemmen de leden van de fracties van D66, VVD, ChristenUnie, SP, CDA, GroenLinks, BPA, Amersfoort2014 en OPA. Tegen de motie stemmen de leden van de fractie van PvdA. Motie M-2.1a wordt aangenomen met 31 stemmen voor en 5 stemmen tegen. Motie M-2.2, ingediend door ChristenUnie: Verbinding wijkteams met sociale basiszorgstructuur Deze motie is ingetrokken. Motie M-2.3, ingediend door ChristenUnie: Toezicht wijkteams Deze motie is niet ingediend. Motie M-2.4, ingediend door ChristenUnie, OPA: Juridische aansprakelijkheid wijkteams Voor de motie stemmen de leden van de fracties van D66, ChristenUnie, SP, CDA, GroenLinks, BPA, Amersfoort2014, OPA en mevrouw Hessels. Tegen de motie stemmen de leden van de fractie van PvdA, de heer Flikkema, de heer Kraanen, de heer Voogt en mevrouw Van Wijngaarden. Motie M-2.4 wordt aangenomen met 27 stemmen voor en 9 stemmen tegen. Motie M-2.5, ingediend door VVD: Beheersing financiële risico's Deze motie is niet ingediend. Motie M-2.6, ingediend door SP: Inzicht in ontslagen en functiereducties Mevrouw LAND (GroenLinks): - Wat is het doel ervan? Wat kan de raad ermee? Als daarnaar wordt gekeken, moeten ook alle ZZP'ers worden meegenomen. Stemt tegen de motie. Voor de motie stemmen de leden van de fracties van SP en BPA. Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, CDA, GroenLinks, Amersfoort2014 en OPA. Motie M-2.6 wordt verworpen met 6 stemmen voor en 30 stemmen tegen. Motie M-2.7, ingediend door BPA, VVD: Beperk overheadkosten wijkteams met 25% Voor de motie stemmen de leden van de fracties van VVD, BPA, Amersfoort2014 en OPA. Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van D66, ChristenUnie, PvdA, SP, CDA en GroenLinks. Motie M-2.7 wordt verworpen met 9 stemmen voor en 27 stemmen tegen. Motie M-2.8, ingediend door BPA: Inzicht btw-risico's wijkteams Voor de motie stemmen de leden van de fracties van CDA, BPA en de heer Keskin. Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van D66, VVD, ChristenUnie, SP, GroenLinks, Amersfoort2014, OPA, mevrouw Van Bruggen, de heer De la Combé, de heer El-Messaoudi en de heer Smulders. Motie M-2.8 wordt verworpen met 7 stemmen voor en 29 stemmen tegen. 22
Motie M-2.9, ingediend door PvdA, OPA, BPA, CDA: Normering inkomen bestuurders van aanbieders van zorg en ondersteuning Voor de motie stemmen de leden van de fracties van VVD, ChristenUnie, PvdA, SP, CDA, GroenLinks, BPA, Amersfoort2014 en OPA. Tegen de motie stemmen de leden van de fractie van D66. Motie M-2.9 wordt aangenomen met 28 stemmen voor en 8 stemmen tegen. Raadsvoorstel: Inrichting wijkteams 2015 Sociaal Domein (4700878) Voor het raadsvoorstel stemmen de leden van de fracties van VVD, ChristenUnie, PvdA, CDA, GroenLinks, BPA, Amersfoort2014, OPA, de heer Blaauw, de heer Van Hamersveld, de heer Huijdts, de heer Pijper, mevrouw Sanders en mevrouw Sondorp. Tegen het raadsvoorstel stemmen de leden van de fractie van SP, de heer Bijlholt en de heer Dassen. Raadsvoorstel 4700878 wordt aangenomen met 30 stemmen voor en 6 stemmen tegen. De heer HUIJDTS (D66): - Twee leden van D66 hebben foutief gestemd. D66 is unaniem voor het raadsvoorstel. 3.
Financiële kaders begrotingsgefinancierde Jeugdzorg 2015 (4716893) De heer VOOGT (VVD): - De Tweede Kamer heeft de voortgang van de Jeugdzorg besproken en heeft daaraan drie conclusies verbonden. Voor 1 augustus denken zij dat de aanbieders geïnformeerd zijn. De contracten zouden er voor 15 oktober liggen met accordering van de raad. Gekeken moet worden naar vernieuwende en nieuwe zorgaanbieders. In de brief van VWS zijn drie kwaliteitscriteria genoemd die moeten worden verwerkt in het opereren van de gemeente. Wil gegevens over uitval, tevredenheid en doelrealisatie. In de afspraken voor 2015 moet dit worden meegenomen. - Dient, mede namens D66, amendement A-3.1 in. Motie M-3.1, ingediend door VVD, D66: Meten behandelingsresultaten (outcome-criteria) "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 15 juli 2014; overwegende dat: - de transitie Jeugdzorg ook voor een kwaliteitsverbetering van de jeugdhulp moet zorgen, maar dat we dit wel moeten meten; - de gemeenten op dit moment nauwelijks zicht hebben op de kwaliteit en de effectiviteit van de jeugdhulp bij bestaande en eventueel nieuwe jeugdhulpaanbieders; - volgens een brief van 10 juni jl. van het ministerie van VWS aan de Tweede Kamer voor het meten van de behandelingsresultaten een basisset outcome-criteria is ontworpen; - dit een handreiking is van VNG, Kwaliteitsinstituut Gemeenten, Nederlands Jeugd Instituut aan gemeenten en aanbieders van jeugdhulp; - outcome-criteria zijn te koppelen aan typen diensten of veel voorkomende combinaties van diensten, zoals bij hulptrajecten en zorgpakketten; - gekozen is voor een basisset van 3 criteria: uitval, tevredenheid en doelrealisatie; 23
-
om kwalitatieve en effectieve jeugdhulp te contracteren inzicht in deze criteria onontbeerlijk is; het jaar 2015 nog een overgangsjaar is, maar al in 2015 contractbesprekingen gaan plaatshebben met het oog op het jaar 2016;
verzoekt het college: 1. in de overgangsarrangementen met jeugdhulpaanbieders nu al afspraken te maken over een meting van de behandelingsresultaten aan de hand van 3 outcome-criteria (uitval, tevredenheid en doelrealisatie) en het toepassen hiervan bij de voorbereiding van de inkoopcontracten voor het jaar 2016; 2. de gemeenteraad over het opnemen van de criteria in de contracten voor 15 mei 2015 te informeren; en gaat over tot de orde van de dag." De heer MEIJER (SP): - In de bestaande Jeugdzorg is er een grote klacht dat de administratie en bureaucratie tot verhoging van de case leiden. Dit voorstel kan ertoe leiden dat de druk tot rapportage wordt vergroot. De heer VOOGT (VVD): - Was daar aanvankelijk bang voor. Is wars van bureaucratie. - De genoemde punten zijn de kwaliteitscriteria die een burger verwacht. Wil die kwaliteit in beeld krijgen om te kunnen bepalen of wordt verdergegaan met een zorgaanbieder. Mevrouw IMMING (wethouder): - 2015 is een overgangsjaar. In die overgang bestaat een aantal kwaliteitscriteria vanuit de huidige wetgeving. Heeft de indieners gevraagd de motie aan te houden. Wil met de hele raad spreken over welke kwaliteitscriteria daarin belangrijk zijn. Vreest dat, als nu voor de Jeugdzorg specifiek kwaliteitscriteria worden benoemd, de integraliteit niet meer kan worden vasthouden en zo geen zaken aan haar kunnen worden meegegeven. In het najaar wordt concreet gesproken over hoe het eruit moet komen te zien. De heer VOOGT (VVD): - Het voorstel is een motie. Daar zit rek in. Het college kijkt ernaar en weegt dat en neemt het mee in de besprekingen. Mevrouw IMMING (wethouder): - Wil graag in de geest van de motie handelen. Wellicht kan het dictum worden afgezwakt. Wil met de raad kijken welke criteria belangrijk zijn. De heer VOOGT (VVD): - Volgt de Tweede Kamer. Moet worden afgeweken van wat het ministerie aanbeveelt? De VOORZITTER: - Gaat over tot de stemmingen. De heer EL-MESSAOUDI (PvdA): - De motie is te vroeg en wordt niet gesteund. 24
De heer MEIJER (SP): - Vreest dat de case load voor de weinige werkers die al het werk moeten verzetten te zwaar wordt. Steunt de motie niet. De heer MULDER (OPA): - Steunt de motie niet. Het is belangrijk dat de kwaliteitsdiscussie integraal is voor de verschillende onderdelen van het Sociaal Domein en niet wordt geïsoleerd en gespecifieerd. De heer PRINS (GroenLinks): - Vindt de uitleg van de wethouder overtuigend. Steunt de motie niet. De heer VAN WEGEN (BPA): - Vindt de uitleg van de VVD overtuigend. Het gaat specifiek over de Jeugdzorg. Steunt de motie. De heer STOELINGA (Amersfoort2014): - Steunt de motie niet. Wil het college ruimte geven. Motie M-3.1, ingediend door VVD, D66: Behandelingsresultaten (outcome-criteria) Voor de motie stemmen de leden van de fracties van D66, VVD, CDA en BPA. Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van ChristenUnie, PvdA, SP, GroenLinks, Amersfoort2014 en OPA. Motie M-3.1 wordt aangenomen met 19 stemmen voor en 17 stemmen tegen. Raadsvoorstel: Financiële kaders begrotingsgefinancierde Jeugdzorg 2015 (4716893) De heer MEIJER (SP): - Stemt tegen het voorstel in het licht van de gevoerde discussies en de standpunten die zijn gewisseld. De heer BIJLHOLT (D66): - Stemt voor het voorstel. Ziet het belang dat het college in gesprek gaat en afspraken maakt met de zorgaanbieders. Heeft vraagtekens bij het voorstel, zoals de risico's. Hoopt dat het college de risico's goed in kaart brengt en snel naar de raad terug komt. Heeft vraagtekens bij beslispunt 1. Voor het raadsvoorstel stemmen de leden van de fracties van D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, CDA, GroenLinks, BPA, Amersfoort2014 en OPA. Tegen het raadsvoorstel stemmen de leden van de fractie van SP. Raadsvoorstel 4716893 wordt aangenomen met 32 stemmen voor en 4 stemmen tegen. 4.
Overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening (4700030) Mevrouw JANSSEN (GroenLinks): - Het college vraagt de raad bevoegdheden ten aanzien van het omgevingsrecht begrenst over te dragen. Het college moet naar de raad bij politiek gevoelige onderwerpen. Er is een lijst met criteria. Een daarvan is het aantal woningen dat binnen een projectbesluit valt. Vijftig 25
-
woningen is erg veel. Dat zou om meerdere straten kunnen gaan. Wil wijzigingen bij de raad langs zien komen als het om meer dan tien woningen gaat. Dient, mede namens CDA, amendement A-4.1 in.
Amendement A-4.1, ingediend door GroenLinks, CDA: Beperking aantal extra woningen "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 15 juli 2014; indieners constateren dat: 1. er geen inhoudelijke onderbouwing is voor het aantal extra woningen waarvoor het college mandaat vraagt; 2. het aantal van 50 woningen ver boven de tussen 2010 en 2014 afgegeven 'verklaringen van geen bedenkingen' uit stijgt; en overwegen dat: 1. het aantal van 50 woningen extra op elke locatie in Amersfoort een zodanig effect zal hebben, dat het college dit aan de raad zal voorleggen; 2. het aantal van 10 woningen ongeveer de maat is die past bij de tussen 2010 en 2014 afgegeven 'verklaringen van geen bedenkingen'; en stellen het onderstaande amendement voor: De raad van de gemeente Amersfoort besluit: bij beslispunt 1b het eerste gedachtestreepje, de tekst "het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van woningen c.q. woongebouwen tot een maximum van 50 woningen binnen de bebouwde kom;" te wijzigen in "het realiseren, veranderen, vervangen en uitbreiden van woningen c.q. woongebouwen tot een maximum van 10 woningen binnen de bebouwde kom;"." De heer DIJKSTERHUIS (ChristenUnie): - Dient, mede namens D66, GroenLinks en VVD, amendement A-4.2 in. - Dient, mede namens D66 en GroenLinks, amendement A-4.3 in. Amendement A-4.2, ingediend door ChristenUnie, D66, GroenLinks: Verklaring wenselijk "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 15 juli 2014; constaterende dat: - in het genoemde raadsvoorstel onder beslispunt 1, onder b, 11e aandachtstreepje, staat dat geen verklaring van geen bedenkingen is vereist voor het afwijken van in het bestemmingsplan gehanteerde maten en aantallen tot ten hoogste 25% en het overschrijden van in het bestemmingsplan opgenomen bestemmings- en bouwgrenzen en aanduidingen met ten hoogste 10 m; - dit specifieke voorstel niet gestoeld is op bestaand beleid; overwegende dat: - met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) per 1 oktober 2010 er beduidend meer mogelijkheden 26
-
-
bestaan om vergunningvrij te bouwen; daarnaast het college de bevoegdheid heeft om daarbovenop nog, in afwijking van het bestemmingsplan, ruimere bouw- en gebruiksmogelijkheden toe te staan, in absolute en relatieve zin (middels de kruimellijst van art. 4, bijlage II Bor); het wenselijk is om voor een nog verdere afwijking een verklaring van geen bedenkingen te vragen aan de Raad (in de lijn van art. 2.27, eerste lid WABO);
en stellen het onderstaande amendement voor: de raad van de gemeente Amersfoort besluit: beslispunt 1, onder b, 11e aandachtstreepje van het raadsbesluit (4700030 Overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening): "het afwijken van in het bestemmingsplan gehanteerde maten en aantallen tot ten hoogste 25% en het overschrijden van in het bestemmingsplan opgenomen bestemmings- en bouwgrenzen en aanduidingen met ten hoogste 10 m;" te laten vervallen." Amendement A-4.3, ingediend door ChristenUnie, D66, GroenLinks: Uitsluiting van categorieën "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 15 juli 2014; constaterende dat: - het genoemde raadsvoorstel een groot aantal categorieën noemt waarin wordt voorgesteld - dat geen verklaring van geen bedenkingen is vereist; overwegende dat: - het uit het oogpunt van goed bestuur, en de invloed van de Raad wenselijk is dat bepaalde gevallen expliciet worden uitgesloten van het vereiste dat geen verklaring van geen bedenkingen is vereist; en stellen het onderstaande amendement voor: de raad van de gemeente Amersfoort besluit: aan het raadsbesluit (4700030 - Overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening ) beslispunt 2a, in te voegen, met de volgende tekst: "te besluiten dat in ieder geval een verklaring van geen bedenkingen is vereist voor onder beslispunt 1, onder b genoemde categorieën wanneer een van de volgende criteria van toepassing is: a. Het is noodzakelijk dat voor het initiatief een milieueffectrapport of een milieueffectbeoordeling op grond van de Wet milieubeheer wordt opgesteld; b. Er sprake is van de bouw van een UMTS-mast of een andere mast voor communicatiedoeleinden; of c. Uit een analyse van het initiatief blijkt dat de realisering planschade kan veroorzaken als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening en de aanvrager is niet bereid deze schade voor zijn rekening te nemen."." 27
De heer AGHINA (CDA): - Vindt het positief dat dit initiatief wordt genomen. Vindt de genoemde maten en aantallen overschrijdingen aan de ruime kant. Verwacht een aantal inbreidingsplannen. Wil de aantallen naar beneden bijstellen. - Dient amendement A-4.4 in. Amendement A-4.4, ingediend door CDA: Inbreidingsplannen vragen om bescheiden afwijkingen "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 15 juli 2014; overwegende dat: 1. de stad de komende jaren m.n. zal inzetten op verdere inbreiding, waardoor de functionele gebruiksdrukte en daarmee de bouwdrukte waarschijnlijk verder zullen toenemen. Dit impliceert dat de onder beslispunt 1 b, 11e streepje de bandbreedte in gehanteerde maten en aantallen en overschrijdingen in afwijkingen bescheiden dienen te zijn; 2. zelfs bij binnenplanse afwijkingen er steeds breder sociaal maatschappelijke reacties ontstaan over proces en inhoud van het invullen van bouwplannen (denk recent aan de Valkstraat); en stellen het onderstaande amendement voor: De raad van de gemeente Amersfoort besluit: - bij 1 b, 11e aandachtstreepje: de tekst "het afwijken van in het bestemmingsplan gehanteerde maten en aantallen tot ten hoogste 25% en het overschrijden van in het bestemmingsplan opgenomen bestemmings- en bouwgrenzen en aanduidingen met ten hoogste 10 meter;" te vervangen door: "het afwijken van in het bestemmingsplan gehanteerde maten en aantallen tot ten hoogste 15% en het overschrijden van in het bestemmingsplan opgenomen bestemmings- en bouwgrenzen en aanduidingen met ten hoogste 5 meter."" De VOORZITTER: - Als amendement A-4.2: "Verklaring wenselijk" wordt aangenomen, hoeft amendement A-4.4: "Inbreidingsplannen vragen om bescheiden afwijkingen" niet in stemming te worden gebracht. De heer VAN WEGEN (BPA): - Steunt de ingediende amendementen. Stemt tegen het raadsvoorstel. De controlefunctie van de gemeenteraad wordt nog verder uitgekleed. Wil de vinger aan de pols houden. De heer BUIJTELAAR (wethouder): - In De Ronde is uitvoerig over de amendementen gesproken. Het gaat om "vertrouwen". Er worden grenzen getrokken daar waar de bevoegdheden van de raad teruggaan naar het college. Over grenzen kan altijd worden gediscussieerd. - Amendement A-4.1: "Beperking aantal extra woningen": Sinds de invoering in 2010 van het fenomeen "verklaring van geen bedenkingen" heeft de raad altijd in overeenstemming met het college besloten. Dit 28
-
-
geldt ook voor amendement A-4.2: "Verklaring wenselijk". Amendement A-4.3: "Uitsluiting van categorieën": Waar sprake is van MER kan geen sprake zijn van een gedelegeerde bevoegdheid. Een UMTS-mast leidt in de stad altijd tot discussies. Het is goed dergelijke zaken langs de raad te laten gaan. Kan zich vinden in het amendement. Ontraadt de overige amendementen.
Mevrouw SANDERS (D66): - Is het eens met de opmerking van de wethouder over het vertrouwen. In het voortraject moet meer worden gedaan en moeten burgers meer worden betrokken. Hoopt dat mensen kunnen worden meegenomen in projecten, zodat zij er tevreden over zijn. Wellicht kunnen bouwers zelf met inwoners zover komen. Mevrouw HESSELS (VVD): - Amendement A-4.1: "Beperking aantal extra woningen": Het college heeft het aantal van vijftig niet gemotiveerd. GroenLinks motiveert het aantal van tien niet. Vertrouwt op de politieke sensitiviteit van het college om op het juiste moment naar de raad te gaan. Stemt tegen het amendement. - Het voorstel is een procesverbeteringsvoorstel. Dat ontslaat de raad niet van zijn controlefunctie. - Amendement A-4.3: "Uitsluiting van categorieën" is een vreemde collectie van criteria. De samenstelling ervan is onvoldoende gemotiveerd. Wil vertrouwen op het college om met de goede politieke sensitiviteit te oordelen of het naar de raad moet. De heer MOLENKAMP (SP): - De efficiency mag nooit een argument zijn om een democratische controle op het handelen van het college te laten varen. Dit geldt voor onomkeerbare bouwkundige projecten. Onomkeerbaarheid maakt zorgvuldigheid in de besluitvorming vele malen belangrijker dan snelheid en efficiency. - Steunt de amendementen, maar het raadsvoorstel niet. De heer SMULDERS (PvdA): - Stemt voor amendement A-4.2: "Verklaring wenselijk" en A-4.3: "Uitsluiting van categorieën". Heeft vertrouwen in het college, maar zal zeker controleren. De heer STOELINGA (Amersfoort2014): - Steunt de amendementen, maar het raadsvoorstel niet. De heer VOOGT (VVD): - Was drie jaar geleden de initiatiefnemer om deze overdracht tegen te gaan. Er is een uiterst pragmatische regeling getroffen. Nu brengt het college dit opnieuw in discussie. Is blij dat zoveel raadsleden amendementen hebben ingediend. Het punt is gevoelig. Wil oppassen met het overdragen van bevoegdheden. - Stemt voor de amendementen en tegen de overdracht. De heer VAN WEGEN (BPA): - Heeft vertrouwen, maar controle is beter. Houdt graag de controlefunctie.
29
De heer EL-MESSAOUDI (PvdA): - Sluit zich aan bij het betoog van de heer Voogt. De VOORZITTER: - Gaat over tot de stemmingen. Amendement A-4.1, ingediend door GroenLinks, CDA: Beperking aantal extra woningen Voor het amendement stemmen de leden van de fracties van SP, CDA, GroenLinks, BPA, Amersfoort2014, OPA, de heer Voogt en de heer El-Messaoudi. Tegen het amendement stemmen de leden van de fracties van D66, ChristenUnie, de heer Flikkema, mevrouw Hessels, de heer Kraanen en mevrouw Van Wijngaarden, mevrouw Van Bruggen, de heer De la Combé, de heer Keskin en de heer Smulders. Amendement A-4.1 wordt verworpen met 17 stemmen voor en 19 stemmen tegen. Amendement A-4.2, ingediend door ChristenUnie, D66, GroenLinks: Verklaring wenselijk Voor het amendement stemmen de leden van de fracties van D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, SP, GroenLinks, BPA, Amersfoort2014, OPA, de heer Van Koningsveld en mevrouw Paffen-Zeenni. Tegen het amendement stemmen de heer Aghina en mevrouw Noortman-Nieuwendijk. Amendement A-4.2 wordt aangenomen met 34 stemmen voor en 2 stemmen tegen. Amendement A-4.3, ingediend door ChristenUnie, D66, GroenLinks: Uitsluiting van categorieën Voor het amendement stemmen de leden van de fracties van D66, ChristenUnie, PvdA, SP, CDA, GroenLinks, BPA, Amersfoort2014, OPA en de heer Voogt. Tegen het amendement stemmen de heer Flikkema, mevrouw Hessels, de heer Kraanen en mevrouw Van Wijngaarden. Amendement A-4.3 wordt aangenomen met 32 stemmen voor en 4 stemmen tegen. Amendement A-4.4, ingediend door CDA: Inbreidingsplannen vragen om bescheiden afwijkingen Dit amendement wordt niet in stemming gebracht, omdat amendement A-4.2: "Verklaring wenselijk" is aangenomen. Geamendeerd raadsvoorstel: Overdracht van bevoegdheden van de raad aan het college op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening (4700030) Voor het raadsvoorstel stemmen de leden van de fracties van D66, ChristenUnie, GroenLinks, de heer Flikkema, mevrouw Hessels, de heer Kraanen en mevrouw Van Wijngaarden, mevrouw Van Bruggen, de heer De la Combé, de heer Keskin en de heer Smulders. Tegen het raadsvoorstel stemmen de leden van de fracties van SP, CDA, BPA, Amersfoort2014, OPA, de heer Voogt en de heer El-Messaoudi. Raadsvoorstel 4700030 wordt aangenomen met 22 stemmen voor en 14 stemmen tegen. 5.
Aanpak veiligheid voetbalaccommodaties Dit agendapunt is tot nader order verdaagd. 30
6.
Programma-indeling nieuwe begroting (4724540) De heer BLAAUW (D66): - Een nieuwe raadsperiode met nieuwe uitdagingen en prioriteiten is een goed moment om over de programma-indeling na te denken. De raad heeft hiervoor een werkgroep gevormd die aanbevelingen en constateringen heeft gedaan. - Het is geen probleem als naast programma's ook paragrafen in de begroting staan. Het college heeft alle beleidsinhoudelijke paragrafen uit de begroting geschrapt. Het enige wat overblijft zijn de verplichte financiële paragrafen. Dit is niet in lijn met de aanbevelingen. - Wil drie paragrafen handhaven. De werkgroep heeft uitgesproken de drie decentralisaties afzonderlijk in het programma zichtbaar te maken. Ook heeft de werkgroep aanbevolen er een paragraaf over op te stellen. Het college heeft dat niet gedaan. Vindt dit onbegrijpelijk. De wethouder heeft gezegd dat de decentralisaties een ontzettend ingewikkeld proces zijn. Het risico is groot dat het niet transparant wordt. Het gaat om kwetsbare groepen waar de raad toezicht op moet houden en zijn controlerende functie moet uitvoeren. - Bestuurlijke vernieuwing was ook een aanbeveling van de werkgroep. Dat is een prominent onderdeel van het beleid en verdient aandacht in de vorm van een paragraaf. - Wil de paragraaf Duurzaamheid behouden. Dit is vrij goed geïnstitutionaliseerd en raakt meerdere programma's. Wil dat in een paragraaf. - Wat nu wordt vastgesteld als nieuwe indeling van de programma's bij de begroting wordt ook gevolgd voor het jaarverslag. Door het weglaten van deze paragrafen mist de raad vitale informatie, wat het werk van de raad moeilijker maakt. - Dient, mede namens SP, amendement A-6.1a in. Amendement A-6.1a, ingediend door D66, SP: Programma-indeling nieuwe begroting "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 15 juli 2014; indieners constateren dat: - in het "Raadvoorstel Programma-indeling nieuwe begroting" wordt voorgesteld het aantal paragrafen terug te brengen van 15 naar 7; - daardoor alleen de paragrafen overblijven die verplicht zijn onder het Besluit Begroting en Verantwoording; indieners overwegen dat: - een ad-hocraadswerkgroep op 10 juni advies aan het college heeft uitgebracht over de begrotingsindeling en dat deze werkgroep heeft geconstateerd dat verplichte financiële paragrafen en beleidsinhoudelijke paragrafen over prominente onderdelen van het collegebeleid goed naast elkaar kunnen bestaan; - de drie decentralisaties een dermate grote impact hebben, zowel beleidsmatig als wat betreft financiële risico's, dat het een separate paragraaf rechtvaardigt. Dit sluit ook aan bij aanbeveling 5 van de werkgroep, die luidt: "De overgehevelde rijksbudgetten voor de drie decentralisaties moeten elk apart zichtbaar worden gemaakt, als afgezonderd onderdeel van het programma waar het inhoudelijk gezien past en in de eerste (drie) jaren ook in een aparte paragraaf waaruit blijkt of de overgehevelde rijksbijdragen toereikend zijn."; 31
-
-
bestuurlijke vernieuwing aparte aandacht verdient, omdat het een van de belangrijke aandachtsgebieden in deze raadsperiode is, dat bovendien relevant is voor alle beleidsterreinen. Het belang van een aparte paragraaf werd ook geconstateerd door de werkgroep, zoals blijkt uit aanbeveling 4b: "Bestuurlijke vernieuwing in aparte paragraaf zichtbaar maken". dat iets vergelijkbaars geldt voor duurzaamheid, dat een integraal onderdeel is en moet blijven van afwegingen binnen alle beleidsterreinen;
en stellen het onderstaande amendement voor: De raad van de gemeente Amersfoort besluit: het beslispunt van het raadsbesluit "Programma-indeling nieuwe begroting" (reg.nr. 4724540) aan te vullen met de tekst: "met in achtneming van de volgende wijzigingen: - de overgehevelde rijksmiddelen, het beleid van de gemeente en de financiële risico's betreffende de drie decentralisaties in het sociale domein worden afzonderlijk en duidelijk weergegeven in een aparte begrotingsparagraaf, en niet alleen als onderdeel van het programma Sociaal Domein; - bestuurlijke vernieuwing wordt een aparte begrotingsparagraaf; - duurzaamheid wordt naast een onderdeel van het Programma Economie een aparte begrotingsparagraaf waarin zichtbaar wordt gemaakt hoe duurzaamheid een integraal onderdeel is van alle beleidsterreinen." De heer MULDER (OPA): - Is het eens met het amendement. Betreurt het dat uit het amendement is gehaald dat een apart overzicht van subsidies en subsidieregelingen moest worden gegeven. De heer BLAAUW (D66): - Er is een openbaar register voor subsidies. Daarvan kan een uitdraai worden gemaakt. Heeft het daarom niet in het amendement meegenomen. De heer PRINS (GroenLinks): - Er is een apart programma voor het Sociale Domein en voor de Bestuurlijke Vernieuwing. Vindt duurzaamheid zo belangrijk, dat voor het amendement wordt gestemd. - Dit voorstel gaat niet over wat bij de programma's wordt besproken. Bij elk programma kan worden aangegeven hoe bijvoorbeeld verbonden partijen en beleidsdoelstellingen met elkaar samenhangen. Hoopt dat het college daar binnen de programma's aandacht aan besteed. Mevrouw VAN BRUGGEN (PvdA): - Steunt het amendement. - Vindt inzicht in de decentralisaties in een aparte paragraaf belangrijk. - Gaat er bij het onderdeel bestuurlijke vernieuwing vanuit dat het ook gaat over hoe met de stad wordt samengewerkt. Verwijst naar de motie GroenLinks van 24 juni jl. Het is goed dat in een aparte paragraaf op te nemen.
32
Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - De werkgroep heeft een uitstekend verslag afgeleverd, waarin veel punten staan die nog moeten worden meegenomen. - Stemt tegen het amendement, omdat dan de drie decentralisaties in een aparte paragraaf moeten worden weergegeven. - Duidelijk moet zijn of de overgehevelde rijksbudgetten voor de drie decentralisaties toereikend zijn. Wil niet dat wijkteamleden administratie en tijd moeten besteden aan het apart verantwoorden van hun uren. Het moet integraal op de beste manier worden besteed. De heer VAN KONINGSVELD (CDA): - Wil de begrotingen kunnen vergelijken. Is blij met de keuze van het college. Een aantal zaken is niet meegenomen. Dit wordt met het amendement hersteld. Steunt het amendement. Als het amendement wordt aangenomen, wordt het raadsvoorstel gesteund. De heer VAN WEGEN (BPA): - Had liever het subsidieoverzicht in de begroting. - Steunt het amendement. Mevrouw VAN WIJNGAARDEN (VVD): - Stemt tegen het amendement. Het amendement suggereert dat begrotingsparagrafen nodig zijn om financiën inzichtelijk te maken. Paragrafen als Duurzaamheid en Bestuurlijke Vernieuwing zijn een soort politiek ingegeven willekeurige keuzes. Het gaat om zeer beperkte bedragen ten opzichte van de totale begroting. De heer BUIJTELAAR (wethouder): - Een programma-indeling leidt niet tot meer of minder inzicht. Is vanwege de navolgbaarheid van financiële stukken bezig stappen te maken. Het kiezen van een programma-indeling staat los daarvan. De raad kan kijken hoe de gelden lopen. De rijksgelden moet integraal worden bezien. Nu is het voorstel daar toch weer schotten in te zetten. - In het voorliggende advies staat dat de programma-indeling op enkele punten kan worden heroverwogen. Dat is niet gedaan. Dat heeft te maken met de hoeveelheid geld die daarin omgaat. Duurzaamheid is een integraal onderdeel. Door dat los te knippen wordt het een apart stukje, terwijl het een ingedesemd stuk is van het handelen van het college. Dit geldt ook voor Bestuurlijke Vernieuwing. - Het subsidieregister is inzichtelijk en kan bij alle stukken inzichtelijk worden gemaakt. Een andere keuze in de programma-indeling heeft daarop geen invloed. Mevrouw IMMING (wethouder): - Oud en nieuw beleid wordt met elkaar geïntegreerd, waardoor tot een andere vorm wordt gekomen. Als dat in de financiële verantwoording uit elkaar moet worden gehaald, staat dat haaks op elkaar. Dat kan consequenties hebben voor de manier waarop het college de informatie wil aanleveren. Het geld van het rijk wordt overgeheveld in het Sociaal Deelfonds. Hieruit mag geen geld naar andere programma's worden weggesluisd. Het geld dat daarvan overblijft mag worden meegenomen naar de volgende jaren. Het Jaarverslag en de monitor verschaffen de raad inzicht in de financiële stromen. Betreurt het dat wordt vastgehouden aan dictum 1.
33
De heer BLAAUW (D66): - Het Sociale Domein is samengevoegd in een programma. Zo kan ontschot te werk worden gegaan. Ziet graag dat het qua informatievoorziening wel duidelijk wordt weergegeven in een paragraaf. Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - Betekent dit dat een wijkteam aparte administraties moet bijhouden voor Jeugdzorg en AWBZ/WMO? De heer BLAAUW (D66): - Het mag op een breder abstracter niveau. Inzichtelijk moet zijn wat de financiële risico's zijn. Vreest dat het overzicht weg is, als het niet wordt verantwoord. Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - Elke uitgave zal dan ergens moeten worden geplaatst. Dit ondergraaft de wens om ontschot bezig te zijn en de meest effectieve hulp te geven. Als alles moet worden verantwoord, kost dit tijd. De heer BUIJTELAAR (wethouder): - De keuze voor een programma-indeling versus de wijze waarop inzicht wordt verkregen in de diverse geldstromen staat los van elkaar. Streeft naar maximaal inzicht. Is er geen voorstander van dat zorgleveranciers al schiftingen moeten maken. Wil zoveel mogelijk handen aan het bed. Wil kijken hoe dat inzicht goed kan worden geaccommodeerd. Dit vasthouden zou met name in het Sociaal Domein tot niet wenselijke gevolgen leiden. Mevrouw IMMING (wethouder): - Het is nodeloos ingewikkeld als financiële verantwoording wordt gevraagd vanuit oude vormen van zorg als nieuwe vormen van zorg zijn ingevoerd. Wil kijken welke instrumenten er zijn om de inzichtbehoefte van de raad te kunnen vervullen. Het aangereikte instrument past niet bij de decentralisatiegedachte. De heer VAN KONINGSVELD (CDA): - Achteraf kan worden bepaald welk percentage van de "nieuwe" zorg overeen komt met een bepaalde term in de "oude" zorg. Dan hoeft niet in details te worden getreden. Stemt voor het amendement. Schorsing op verzoek van GroenLinks van 23.14 uur tot 23.24 uur. De heer BLAAUW (D66): - Begrijpt dat het amendement financieel-technisch wel haalbaar is, maar beleidstechnisch niet. De raad heeft goede informatie nodig over hoe het proces verloopt van de drie decentralisaties. Begrijpt het probleem niet. Wijzigt dictum 1 van amendement A-6.1a: "de overgehevelde rijksmiddelen, het beleid van de gemeente en de financiële risico's betreffende de drie decentralisaties in het sociale domein worden afzonderlijk en duidelijk weergegeven in een aparte begrotingsparagraaf, en niet alleen als onderdeel van het programma Sociaal Domein". Mevrouw IMMING (wethouder): - Kan hiermee instemmen. 34
De VOORZITTER: - Gaat over tot de stemmingen. Amendement A-6.1a, ingediend door D66, SP: Programma-indeling nieuwe begroting Voor het amendement stemmen de leden van de fracties van D66, PvdA, SP, CDA, GroenLinks, BPA, Amersfoort2014 en OPA. Tegen het amendement stemmen de leden van de fracties van VVD en ChristenUnie. Motie M-6.1a wordt aangenomen met 28 stemmen voor en 8 stemmen tegen. Raadsvoorstel Programma-indeling nieuwe begroting (4724540) Het raadsvoorstel wordt unaniem aangenomen. 7.
Parkeeroplossing Stichting Cultureel Podium (SCP), De Nieuwe Stad (4711018) Mevrouw JONGERMAN (SP): - Na de zomer wil het college parkeerbeleid wegnemen uit de handen van de raad. Heeft de raad te zijner tijd nog iets te zeggen over de permanente parkeeroplossing? Wil niet op deze discussie vooruitlopen. Stemt voor het voorstel. De heer VAN WEGEN (BPA): - Stemt tegen het voorstel. De parkeeroplossing wordt weer bij de raad weggehaald. De Parkeernota wordt met voeten getreden. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel, met dien verstande dat de fractie van de BPA wordt geacht te hebben tegengestemd.
8.
Aangepaste parkeernorm voor vestiging Loods 5 (4721997) Mevrouw JONGERMAN (SP): - Ook hier loopt het college vooruit op toekomstige parkeernormen. Loods 5 is een woonwarenhuis. De nieuwe parkeernormen van woonwarenhuizen zijn strenger in plaats van soepeler. Stemt tegen het voorstel. De heer VAN HAMERSVELD (D66): - D66 zal verdeeld stemmen. Een fractielid vindt de wijze waarop de afwijking is omschreven en ingebracht te kort door de bocht. Mevrouw PAFFEN-ZEENNI (CDA): - CDA stemt verdeeld met dezelfde redenering als D66. Mevrouw VAN WIJNGAARDEN (VVD): - Kan zich vinden in deze pragmatische insteek van de hantering van de parkeernormen. Het is duidelijk onderbouwd. Ziet het economisch belang van de vestiging van dit bedrijf in Amersfoort. De heer VAN WEGEN (BPA): - Is voorstander van een sterk ondernemersklimaat. - Bij de toepassing van de Parkeernota wordt regelmatig willekeur toegepast. Wil daaraan niet meedoen. Stemt tegen het voorstel. 35
De heer DIJKSTERHUIS (ChristenUnie): - Ziet het economisch belang van de vestiging van Loods 5 op deze locatie. De motivering om af te wijken van de parkeernormen is diffuus, arbitrair en van enig gevoel van chantage omgeven. Stemt tegen het voorstel. Voor het voorstel stemmen de leden van de fracties van VVD, PvdA, GroenLinks, OPA, de heer Blaauw, de heer Dassen, de heer Van Hamersveld, de heer Huijdts, de heer Pijper, mevrouw Sanders, mevrouw Sondorp, de heer Aghina, de heer Van Koningsveld en mevrouw Noortman-Nieuwendijk. Tegen het voorstel stemmen de leden van de fracties van ChristenUnie, SP, BPA, Amersfoort2014, de heer Bijlholt en mevrouw Paffen-Zeenni. Het voorstel wordt aangenomen met 24 stemmen voor en 12 stemmen tegen. 9.
Vaststellen verslagen en besluitenlijsten juni 2014 (4722687) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel.
10.
Wijziging Reglement van Orde van de raad (4733148) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel.
11.
Ontheffing Parkeereis Lange Beekstraat 10 (465232) Mevrouw JONGERMAN (SP): - Dit is geen structurele oplossing. De Lange Beekstraat 10 is een klein perceel voor 13 appartementen. Stemt tegen het voorstel. De heer DIJKSTERHUIS (ChristenUnie): - Het college heeft er adequaat op ingespeeld. Stemt voor het voorstel. De heer VAN WEGEN (BPA): - Hier wordt van de parkeernorm afgeweken met willekeur. Stemt tegen het voorstel. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel, met dien verstande dat de fracties van SP en BPA worden geacht te hebben tegengestemd.
12.
Motie: Parentshouse Dit agendapunt is geagendeerd in De Ronde.
13.
Motie: Voortzetting Buurtnatuurtuin en Weggeefwinkel Motie M-13.1, ingediend door CDA, SP, GroenLinks, ChristenUnie, Amersfoort2014, OPA, BPA, PvdA: Voortzetting Buurtnatuurtuin en Weggeefwinkel "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 15 juli 2014; overwegende dat: 36
er sinds september 2013 veel verwarring en miscommunicatie is geweest over de wijze waarop de Weggeefwinkel en de Buurtnatuurtuin aan de Keerkring 118 voortgezet zou kunnen worden, waardoor zowel de bewoners als projectontwikkelaar die de grond wil bebouwen lange tijd in onzekerheid hebben verkeerd; een bestemmingswijziging nodig is om woningbouw toe te staan; het tijd is om knopen door te hakken; de bewoners en gebruikers volgens het door hen op 30 december gepresenteerde haalbaarheidsonderzoek bereid zijn om huur te betalen, zorg te dragen voor onderhoudskosten en bereid zijn prestatieafspraken en een jaarverslag te maken voor sociaal-maatschappelijke activiteiten; de jaarlijkse beheerkosten € 11.000,00 zouden bedragen;
draagt het college op: 1. geen wijziging van het bestemmingsplan voor te bereiden, omdat de gemeenteraad nu nog geen woningbouw toe wil staan. Hiertoe pas over te gaan als blijkt dat uitvoering van onderstaande punten onhaalbaar is; 2. om de grond/gebouw voor een periode van drie jaar te verpachten, te verhuren of in bruikleen te geven aan de bewonersgroep en een kostendekkende jaarlijkse huur te vragen, die bestaat uit € 2.300,00 eigen opbrengsten, onderhoud en zelfwerkzaamheid ter waarde van € 5.200,00 en € 3.500,00 subsidie voor sociaal-maatschappelijke activiteiten; 3. na deze periode van drie jaar evalueren of dit burgerinitiatief voldoet aan de criteria voor deze initiatieven die de raad tegen die tijd heeft opgesteld, zodat burgerinitiatieven gelijk worden behandeld. Een vijfjarig huurcontract wordt dan ook overwogen; 4. in de prestatieafspraken op te nemen dat het pand van de Weggeefwinkel wordt opgeknapt en dat de Buurtnatuurtuin een publieke functie behoudt; 5. dat afgeweken kan worden van de vorige twee punten als de bewonersgroep en de wethouder samen een ander voorstel doen aan de raad om de reële kosten te dekken; en gaat over tot de orde van de dag." De heer BUIJTELAAR (wethouder): - Sinds 29 september 2003 is er sprake van een gebruikersovereenkomst opgesteld tussen de gemeente en het Autonoom Centrum Amersfoort. Het was een tijdelijke overeenkomst. De gemeente zal tot opzegging overgaan als het pand voor planontwikkeling benodigd is. - In mei 2012 heeft de raad bij het vaststellen van de Tussenbalans bepaald dat een verbeterde exploitatie van gemeentelijk vastgoed vanaf 2014 structureel € 1 miljoen moet opleveren. Die opdracht is nooit ingetrokken. Het college is vanuit die opdracht gaan werken. - In 2013 is de SP-motie voor behoud van de Kledingbank, later aangepast door toevoeging van de Weggeefwinkel, aangenomen. Een paar maanden later is wederom een motie ingediend en is de Natuurtuin toegevoegd. - Citeert de notulen van 26 maart: "De Weggeefwinkel is een belangrijke voorziening die niet per se op de Keerkring hoort" (mevrouw Kennedy). "De Weggeefwinkel moet open blijven totdat de ruimte wordt 37
-
-
-
-
-
-
-
-
verkocht" (mevrouw Pongers). "Amersfoort heeft een Voedselbank, Kledingbank en Weggeefwinkel. Als dit stuk wordt verkocht is er de morele plicht een nieuwe locatie te zoeken" (Van Wegen). Deze nieuwe locatie is gevonden waar de Voedselbank, de Kledingbank en de Speelgoedbank zijn gehuisvest. De Weggeefwinkel wilde niet met deze organisaties onder een dak en claimt een belangrijke buurtfunctie. Vervolgens is er een stortvloed aan moties met als doel om te komen tot het besluit waarin wordt vastgelegd dat de Natuurtuin en de Weggeefwinkel tot uiterlijk 31 december 2013 een bod konden uitbrengen. Het college handelde in de geest van de opdracht en had een aankoopgedachte. In motie M-13.1: "Voortzetting Buurtnatuurtuin en Weggeefwinkel" wordt gesproken over veel verwarring en miscommunicatie. Het college is helder geweest in de opdracht die de raad heeft meegegeven. Heeft moeite met dat stuk tekst. De motie gaat uit van een aantal zaken waarover de raad geen heldere uitspraken heeft gedaan. Kan zich niet herinneren dat de vraag over het niet toestaan van woningbouw zo expliciet is neergelegd. De voortzetting van het initiatief is het uitgangspunt. Verwijst naar een raadsvergadering vlak voor de verkiezingen waarin geen meerderheid werd gevonden voor dit uitgangspunt. Gesproken is over de criteria. De raad is daar niet uitgekomen. In de motie wordt aangegeven dat verhuur een van de criteria is van buurtinitiatieven. De criteria zijn nog niet vastgesteld. Desondanks wordt aangegeven dat na drie jaar wordt geëvalueerd of dit initiatief voldoet aan de criteria die de raad tegen die tijd heeft opgesteld. Het is een weinig ordentelijk proces. Is in de mail gevraagd om een collegebesluit op te schorten. Complimenteert de heer Meijer voor zijn doorzettingsvermogen, maar is het niet eens met de keuze. Hoe wordt de financiering geregeld? Waarom wordt geen heldere keuze gemaakt? Mag kennelijk de keuze maken om € 3.500,00 uit sociaalmaatschappelijke activiteiten te halen. Mag samen met de initiatiefnemers kijken hoe de dekking wordt geregeld. Waarom wordt geen heldere keuze gemaakt? Waarom haalt de raad dit initiatief niet uit de lijst van af te stoten vastgoed? De andere initiatiefnemer wordt in alle voorstellen ondergesneeuwd en onderbelicht en wacht al meer dan een jaar op een uitsluitsel van de raad. Waarom haalt de raad het bod van € 140.000,00 niet uit een van de andere maatschappelijke zaken? Heeft voorgesteld de zaken af te stoten voor een symbolisch bedrag, vanuit de gedachte dat het vastgoed dat de gemeente niet gebruikt moest worden afgestoten en vanuit de gedachte dat de initiatiefnemers naast een financiële waarde ook een maatschappelijke waarde vertegenwoordigen. De bal is niet ingekopt. Vindt dat heel erg! De raad vraagt na een periode van drie jaar te evalueren of het voldoet. Wat gaat de raad doen na drie jaar? Dan zijn de verkiezingen van 2018 aanstaande. Wat zegt dan dat er weer een initiatiefnemer opstaat? Als de raad zo wispelturig is, zal er niemand instappen. De raad moet een heldere keuze maken. Dit is een rommeldossier.
Mevrouw VAN WIJNGAARDEN (VVD): - VVD was altijd tegen en zal ook nu tegenstemmen. Dat staat los van het respect en de bewondering voor de bewoners die zich hebben ingezet. Heeft altijd tegengestemd. De grond was in bruikleen gegeven 38
en er was een andere bestemming beoogd. Het college heeft de opdracht gekregen maatschappelijk vastgoed af te stoten. Dat deed het college. Vervolgens wordt het college gecorrigeerd door een zwabberende raad. Een ondernemer wilde seniorenwoningen bouwen. Daaraan was behoefte. Een ondernemer is een jaar aan het lijntje gehouden. Vindt dit een behoorlijke mate van onbehoorlijk bestuur. De heer HUIJDTS (D66): - Sluit zich aan bij de opmerkingen van mevrouw Van Wijngaarden. - Het is een vreemde wending. Is voor dit soort initiatieven en heeft veel respect voor het doorzettingsvermogen van de groep die ermee bezig is geweest. Het heeft een looptijd gehad met veel meanderen. Wil aansturen op een betrouwbaar bestuur. Als een ondernemer wil investeren, moet hierop in worden gegaan. - Als dergelijke initiatieven op deze manier onduidelijk aflopen, vindt een nieuw initiatief lastig opnieuw een voedingsbodem vinden waarbij de gemeente grond geeft voor drie of vier jaar. - Stemt tegen de motie. De VOORZITTER: - Gaat over tot de stemming. Voor de motie stemmen de leden van de fracties van ChristenUnie, SP, CDA, GroenLinks, BPA, Amersfoort2014, OPA, mevrouw Van Bruggen, de heer De la Combé, de heer Keskin en de heer Smulders. Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van D66, VVD en de heer El-Messaoudi. Motie M-13.1 wordt aangenomen met 22 stemmen voor en 14 stemmen tegen. 14.
Motie 3.14: Behoud Openbaar Vervoer voor Senioren De VOORZITTER: - De stemmen staakten in het vorige Besluit en wordt nu opnieuw in stemming gebracht. Voor de motie stemmen de leden van de fracties van ChristenUnie, SP, CDA, GroenLinks, BPA, Amersfoort2014 en OPA. Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van D66, VVD en PvdA. Motie M-3.14 wordt niet opnieuw in stemming gebracht en wordt derhalve verworpen met 18 stemmen voor en 18 stemmen tegen.
De VOORZITTER sluit de vergadering (23.49 uur) en dankt de aanwezigen voor hun inbreng. Goedgekeurd door de raad der gemeente Amersfoort in de openbare vergadering van d.d. 9 september 2014 de griffier,
de voorzitter,
39
Verslag Het Besluit 15-7-2014
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 15 juli 2014 19:00
Van afval naar grondstof Peiling
Verslag Het Besluit 15-7-2014
Van afval naar grondstof Peiling Inhoud agendapunt Van afval naar grondstof - terugkoppeling resultaten uit dialoog, voorlichting en onderzoeken (pdf) Peiling Van afval naar grondstof - terugkoppeling resultaten uit dialoog, voorlichting en onderzoeken (incl. bijlagen 1-5a) (pdf) Bijlage 5b - Onderzoek naar inzamelstructuren, ontwikkelingen en innovaties in huishoudelijk afvalbeheer (pdf) Bijlage 5c - Notitie financiële aspecten afvalbeheer door HaskoningDHV, juni 2014 (pdf) Bijlage 6 - Bewonersonderzoek Amersfoortpanel, Onderzoek en Statistiek gemeente Amersfort, april 2014 (pdf) Bijlage 7 - Samenvatting resultaten consultatie bewoners binnenstad Amersfoort door HaskoningDHV, juni 2014 (pdf) Besluitenlijst Van afval naar grondstof terugkoppeling resultaten uit dialoog, voorlichting en onderzoeken (pdf) Audioverslag
Agendapunt De Ronde Titel
Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting
Doel activiteit Reden van aanbieding
Van de raadsleden wordt gevraagd
Vervolgtraject
Opm. presidium Soort verslag
Reg.nr. 4726190 Van afval naar grondstof: terugkoppeling resultaten uit dialoog, voorlichting en onderzoeken 15 juli 2014 Ambtelijk contact College van B&W Bakker (033-469 4287 ) Tigelaar Op 24 september 2013 is het raadsvoorstel Uitgangspunten Grondstoffenplan 2014-2020 van afval naar grondstof door de raad vastgesteld. Vervolgens is op 14 januari 2014 in De Ronde gesproken over het vervolgproces rond afvalinzameling. In de Raadsinformatiebrief van 17 januari 2014 heeft het college aangegeven hoe tot de zomer invulling te geven aan het nadrukkelijke verzoek van woordvoerders in De Ronde om de dialoog met de stad aan te gaan, om te investeren in voorlichting en om te onderzoeken hoe andere gemeenten met afvalscheiding omgaan. Het intensieve contact met de stad in de afgelopen maanden heeft inzicht gegeven in wat onder inwoners leeft op het gebied van afval. Soort document Peiling Peiling Toezegging van de portefeuillehouder dat de uitkomsten van de dialoog, voorlichting en onderzoeken over afvalinzameling aan de raad worden voorgelegd. Zich uit te spreken over de peilpunten (zie peiling): de dialoog met de stad en de (bewoners)onderzoeken van het afgelopen half jaar hebben voldoende informatie opgeleverd om enkele pilots op te zetten, zodat kan worden ervaren wat in Amersfoort goed werkt om meer waardevolle grondstoffen in te kunnen zamelen. Indien de woordvoerders de mening van het college zoals verwoord in de peilpunten delen werkt het college vier pilots verder uit (zie peiling). Na de zomer zal de raad geïnformeerd worden over de aanpak van en begroting voor de pilots. De pilots worden in 2015 uitgevoerd. Over de resultaten van de pilots en de ervaringen van inwoners met de pilots wordt de raad eind 2015 geïnformeerd. In deze De Ronde wordt gestart met een 1-minuutronde. Besluitenlijst
Bijbehorende documenten
Peiling
x BIS
Raadsstukken
Fractie
Achterliggende documenten
Bijlage 1In gesprek met de stad Bijlage 2 Verslag bijeenkomst Stadscafé, 20 mei 2014 Bijlage 3Voorstel Binnenstad bewoners netwerk (BBN) Bijlage 4 Verslagen Afvalroadshow Bijlage 5a Conclusies van Bijlage 5b Bijlage 5b ‘Onderzoek naar inzamelstructuren, ontwikkelingen en innovaties in huishoudelijk afvalbeheer’, HaskoningDHV, juni 2014 bijlage 5c Notitie financiële aspecten afvalbeheer, HaskoningDHV, juni 2014 Bijlage 6 Bewonersonderzoek Amersfoortpanel, Onderzoek en Statistiek gemeente Amersfoort, april 2014 Bijlage 7 Samenvatting resultaten consultatie bewoners binnenstad Amersfoort, HaskoningDHV, juni 2014
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
#4726190 v12 - AGENDAPUNT DR 15-7-2014 VAN AFVAL NAAR GRONDSTOF
PEILING Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : gemeenteraad : Wethouder M. Tigelaar
Reg.nr. Datum
: 4706961 : 1 juli 2014
TITEL Van afval naar grondstof: terugkoppeling resultaten uit dialoog, voorlichting en onderzoeken PEILPUNTEN Bent u met ons van mening dat: 1) de dialoog met de stad en de (bewoners)onderzoeken die het afgelopen half jaar zijn uitgevoerd voldoende informatie hebben opgeleverd om enkele pilots op te zetten. 2) de vertaling van de uitkomsten van de dialoog en de onderzoeken in vier pilots een goede manier is om te ervaren wat in Amersfoort werkt om meer waardevolle grondstoffen in te kunnen zamelen. De vier pilots die gezien de wensen van inwoners en de ervaringen uit andere steden voor de hand liggen om in de volgende fase in vier verschillende wijken uit te werken zijn: o Pilot gft en tuinafval: beide fracties apart ophalen uit de binnenstad (eventueel aangevuld met een zak voor kunststof) o Pilot container erbij: een extra container voor kunststof aan huis (opschalen van de pilot in Nieuwland naar een andere wijk) o Pilot omgekeerd inzamelen: de containers voor restafval aan huis gebruiken voor kunststof en wegbrengen van het restafval naar een verzamelcontainer in de buurt. o Pilot belonen: inwoners financieel of anders belonen voor het goed scheiden van restafval. AANLEIDING Uit de grondstoffenmonitor 2013 blijkt dat in Amersfoort 51% van het restafval wordt gescheiden door inwoners (dit was 53% in 2012). Dat is vergelijkbaar met voorgaande jaren. Om uitvoering te geven aan de ambitie ‘afvalloze stad in 2030’ moet dit percentage stapsgewijs omhoog. Voor het behalen van de ambitie 70% hergebruik in 2020 (zoals geformuleerd in het raadsvoorstel Uitgangspunten grondstoffenplan) moet nog 89 kg per inwoner extra gescheiden worden ingezameld. Om dit te realiseren zijn we op zoek naar andere manieren om onze inwoners te stimuleren en te helpen hun afval beter te scheiden. Uit het kamerstuk van afval naar grondstof van 30-6-2013: “In de 20e eeuw is de wereldbevolking 34 keer meer materialen, 27 keer meer mineralen, 12 keer meer fossiele brandstoffen en 3,6 keer meer biomassa gaan gebruiken. (…) Een verdrievoudiging van het mondiale materiaalgebruik in 2050 is een reële verwachting. Door de groei van de middenklasse veranderen consumptiepatronen en neemt de vraag naar luxeartikelen en andere voedingsproducten toe. De productie hiervan vraagt extra inzet van natuurlijke hulpbronnen. Voor niet-hernieuwbare materialen, zoals metalen, mineralen of fossiele brandstoffen, krijgen we te maken met toenemende schaarstevraagstukken. (…) De uitdaging is om te groeien door te vergroenen, door met zowel hernieuwbare als niet-hernieuwbare grondstoffen in onze welvaart te voorzien door een optimale omgang met natuurlijke hulpbronnen. (…) Dit kan door slimmer, efficiënter en zorgvuldiger omgaan met grondstoffen en te streven naar een circulaire economie.”
Inlichtingen bij :
mw. S. Bakker, SOB/MIL, (033) 469 42 87
Gemeente Amersfoort Peiling 4706961 pagina
2
Afvalinzameling is een onderwerp dat dicht bij mensen staat en dagelijks onderdeel uitmaakt van ons gedragspatroon. We willen daarom ook samen met onze inwoners werken aan betere manieren van inzamelen om het scheidingspercentage te verhogen. Op 24 september 2013 is het raadsvoorstel Uitgangspunten Grondstoffenplan 2014-2020 ‘van afval naar grondstof’ en de bijbehorende Startnotitie geamendeerd aangenomen door de raad. Op basis van de uitgangspunten is het raadsvoorstel ‘nieuwe inzamelstructuur afval en grondstoffen gemeente Amersfoort 2014-2020’ opgesteld. Op 14 januari 2014 bleek in De Ronde dat er niet voldoende steun was om het voorstel door te laten gaan voor definitieve besluitvorming. In de Raadsinformatiebrief van 17 januari 2014 (RIB 2014-07) is aangegeven hoe het college tot de zomer van 2014 invulling wilde geven aan uw nadrukkelijk verzoek om de dialoog met de stad aan te gaan om input op te halen voor een nieuw voorstel en om te investeren in voorlichting. Daarnaast zijn onderzoeken uitgezet om input op te halen. Met de dialoog is ook uitvoering gegeven aan een deel van de motie van de VVD van 4 maart 2014. In deze motie heeft u ons ook opgedragen om voor de varianten die aan de raad worden voorgelegd o.a. aan te geven hoe deze scoren op afvalscheiding en milieuwinst, kosten voor gemeente en inwoner, het serviceniveau en de praktische effecten voor de inwoners. Aan deze onderdelen van de motie kunnen wij op dit moment nog geen uitvoering geven omdat er nu nog geen varianten worden voorgelegd, dit gebeurt in een volgende fase van het proces. BEOOGD EFFECT Samen met bewoners toewerken naar een manier van inzamelen waarmee meer waardevolle grondstoffen kunnen worden ingezameld. ARGUMENTEN 1.1 De dialoog en alle onderzoeken hebben veel informatie opgeleverd. Het gesprek met de stad en het ophalen van informatie bestond uit vier onderdelen: 1. Ophalen ervaringen en beweegredenen van bewoners via dialogen 2. Intensivering voorlichting en bewustwording 3. Stimuleren afvalpreventie initiatieven 4. Ophalen ervaringen en beweegredenen van bewoners en gemeenten via onderzoek (Amersfoortpanel, aanvullend bewonersonderzoek in Amersfoort, landelijk onderzoek door HaskoningDHV). Resultaten zijn opgenomen in de bijlagen 5, 6 en 7. Ad 1: De afgelopen maanden zijn er op 3 manieren ervaringen en beweegredenen opgehaald van bewoners via gesprekken. - Een speciale trailer van een vrachtwagen (de Afvalroadshow) is ingezet waarin belangstellenden van alles konden zien, horen en vragen over afval scheiden. Deze trailer heeft 5 keer in de stad gestaan op verschillende plekken en trok elke keer honderden bezoekers. In totaal hebben voorlichters met zo’n 1400 inwoners gesproken. We hebben in de weken voorafgaand aan de Afvalroadshow in de betreffende wijk de net geleegde container voorzien van een hanger. Daarop werd de bewoner bedankt voor het scheiden van het gft afval en uitgenodigd een klein bedankje (mini containertje) op te halen tijdens de Afvalroadshow. De Afvalroadshow werd gewaardeerd, mensen vonden het leuk en informatief (zie bijlage 4 voor een overzicht van alle gestelde opmerkingen en vragen). - Via internet en social media is contact gezocht met inwoners, zo is een facebookpagina opgezet over afvalscheiding in Amersfoort. - Bij bestaande bijeenkomsten is aansluiting gezocht om met bewoners in gesprek te gaan over afval scheiden (voor uitkomsten/verslagen zie bijlagen 1, 2, 3)
Gemeente Amersfoort Peiling 4706961 pagina
3
Het intensieve contact met de stad in de afgelopen maanden heeft inzicht gegeven in wat onder bewoners leeft op het gebied van afval. Over het algemeen zijn de meeste mensen tevreden over de huidige wijze van afval inzamelen en over mogelijkheden om het afval kwijt te kunnen in de wijk. Er zijn tijdens de Afvalroadshow wel veel vragen gesteld over de afvalverwerking. De mensen willen weten waar het ingezamelde afval naartoe gaat en waar het wordt verwerkt. De meningen over ophalen of wegbrengen van restafval blijken verdeeld. Onderwerpen die in de gesprekken vaker werden genoemd zijn: - Onduidelijkheid over wat in de kunststofbak moet; - Behoefte aan meer kunststofcontainers of vaker legen of meer voorzieningen om kunststof aan huis op te halen. - Meer informatie over nascheiding; - Betere mogelijkheden om grof tuinafval en groente-fruit-en tuin afval (gft) op te halen of weg te brengen uit de binnenstad en de hoogbouw. Het Binnenstad Bewoners Netwerk wil gft en tuinafval kunnen scheiden en wil hiervoor graag voorzieningen van de gemeente. Zij heeft hiertoe een voorstel ingediend (zie bijlage 3) en we gaan met hen in gesprek. Wij trekken de conclusie dat er in de gesprekken met inwoners veel informatie en goede suggesties zijn opgehaald die ons helpen de wijze van afvalinzameling te verbeteren. De dialogen hebben echter geen uitgesproken voorkeur opgeleverd voor een bepaald systeem van afvalinzameling waarmee het afvalscheidingspercentage substantieel kan worden verhoogt. Ad 2: Er is een folder ‘afvalnieuws Amersfoort’ gemaakt waarin informatie wordt versterkt over de inzameling van verschillende afvalstromen. Deze is verspreid tijdens de afvalroadshow en het stadscafe en staat op de website. Daarnaast zijn artikelen verschenen over afvalscheiding in Stadsberichten. Ad 3: We faciliteren verschillende projecten in de stad om lokaal hergebruik van grondstoffen te stimuleren. Voorbeelden zijn het inzamelen van herbruikbare tapijttegels bij het milieubrengstation, een proef met de WijkWormery waarin GFT afval door wormen omgezet wordt tot bruikbare mest en de e-waste Race met enkele basisscholen om zo veel mogelijk afgedankte elektronische apparaten op te halen. Ad 4: Er zijn drie onderzoeken uitgevoerd, zowel binnen als buiten Amersfoort: - Door onze eigen afdeling Onderzoek & Statistiek via het AmersfoortPanel naar beweegredenen voor het al dan niet scheiden van huishoudelijk afval (bijlage 6); - Door bureau HaskoningDHV naar de huidige praktijkervaringen in Amersfoort met verschillende inzamelstructuren in de binnenstad en in Nieuwland (bijlage 7a en 7b); - Door bureau HaskoningDHV naar ervaringen met verschillende manieren van afvalinzameling bij andere gemeenten en naar verwachte innovaties binnen de afval- en grondstoffenketen (zie bijlage 5a en 5b). Daarnaast is een notitie financiële aspecten afvalbeheer opgesteld door bureau HaskoningDHV (bijlage 5c). Belangrijkste inhoudelijke conclusies van bovenstaande onderzoeken: -
Het is belangrijk om bewoners te betrekken bij verbeteringen van afvalinzameling en scheiding. Veel gemeenten zijn bezig om de kunststofinzameling te verbeteren. Kunststofinzameling aan huis levert de beste milieuresultaten. Gemeenten doen dit vaak samen met maatregelen om te ontmoedigen dat mensen alles in de restafvalcontainer gooien.
Gemeente Amersfoort Peiling 4706961 pagina
-
-
-
-
4
Een aantal gemeenten doet pilots met gft en grof tuinafval in hoogbouw. De meeste gemeenten willen binnen circa 3 jaar een verbetering van 15% realiseren. De ambitie van Amersfoort om van 53% naar 70% te gaan (17% in 6 jaar) is hiermee in lijn. Er zijn aardig wat gemeenten die kiezen voor (een vorm van) diftar. (bovenstaande punten komen uit het Onderzoek naar inzamelstructuren, ontwikkelingen en innovaties in huishoudelijk, gebaseerd op consultatie van 15 gemeenten, uitgevoerd door bureau HaskoningDHV ). Er is vaak in eerste instantie weerstand tegen een verandering. Uit het onderzoek onder Amerfsoortpanel blijkt dat het eventueel inruilen van een container voor restafval voor een container voor plastic niet op bijval kan rekenen. Indien inwoners ervaring hebben opgedaan met een systeem worden de voordelen vaak ook gezien. Uit de consultatie binnenstad blijkt dat meer dan 60% de wijziging van restafvalcontainers aan huis naar ondergrondse containers op loopafstand een verbetering vindt. De pilot in Nieuwland met een extra container voor kunststof had als resultaat een sterke daling van gft, papier en kunststof in de restafval. Er werd beter gescheiden. Uit de notitie financiële aspecten afvalbeheer blijkt dat met omgekeerd inzamelen, het project Afval Anders en met Diftar aanzienlijke kostenbesparingen worden gerealiseerd.
Onderzoek AmersfoortPanel april 2014 Belangrijkste conclusie is dat de overgrote meerderheid tevreden is met het huidige inzamelsysteem. Als reden om niet te scheiden noemt men vooral dat het te veel moeite kost of dat men geen ruimte heeft om het apart te bewaren. Wat betreft plastic lijkt het wel uit te maken of men een eigen container heeft. Een derde van de panelleden scheidt het plastic (meestal) niet wanneer zij geen eigen plastic container hebben. Het plaatsen van een extra container voor plastic bij eengezinswoningen ziet de helft van de panelleden als een verbetering, terwijl een kwart het niet (zo) ziet zitten. Het inruilen van de container voor restafval voor een container voor plastic vindt veel minder bijval. Slechts 10% ondersteunt dit idee, terwijl driekwart het als een verslechtering beschouwt. Evaluatie pilot Nieuwland 2012 De pilot houdt in dat 473 huishoudens in de wijk Nieuwland er een container voor kunststof bij hebben gekregen aan huis. Resultaat is een sterke daling van gft, papier en kunststof in het restafval. Daarnaast is de hoeveelheid restafval verminderd (van 574 kg restafval per huishouden naar 403 kg, een afname van bijna 30%). Er is meer gft gescheiden ingezameld (van 179 kg naar 269 kg) en meer kunststof gescheiden ingezameld (van 8 kg naar 56 kg). Op de website. http://www.amersfoort.nl/afval.html kunt u diverse monitoringsrapporten vinden over afval in Amersfoort, waaronder de evaluatie pilot Nieuwland. Overige relevante rapporten zijn de benchmark afvalinzameling 2012, het kringrapport afvalinzameling 2012 en de monitoringsrapportage 2013. In de benchmark staat hoe Amersfoort scoort ten opzichte van andere 100.000+ gemeenten op service, kosten, milieu en dienstverlening. In het kringrapport is informatie opgenomen van andere gemeenten. In de monitoringsrapportage wordt ingegaan op het hergebruiksresultaat in Amersfoort. Onderzoek binnenstad Amersfoort mei/juni 2014 (uitgevoerd door HaskoningDHV) In de binnenstad van Amersfoort wordt het restafval ingezameld via ondergrondse verzamelcontainers. Aanleiding voor het plaatsen van deze ondergrondse containers was destijds de beeldkwaliteit. Uit de consultatie van de bewoners in de binnenstad blijkt dat meer dan 60% de wijziging een verbetering vindt. 20% geeft aan het als een verslechtering te zien. Als grootste voordeel van de ondergrondse container wordt aangegeven dat men op ieder gewenst moment zijn restafval kwijt kan. Als grootste nadeel wordt genoemd dat het restafval nu weggebracht moet
Gemeente Amersfoort Peiling 4706961 pagina
5
worden. Het gemiddelde rapportcijfer voor de tevredenheid over de ondergrondse containers is een 7.3 (zie verder bijlage 7). Onderzoek ervaringen met verschillende manieren van afvalinzameling bij andere gemeenten in Nederland (uitgevoerd door HaskoningDHV) Uit de consultatie blijkt dat de huidige prestaties en ambities sterk verschillen per gemeente. Gemiddeld komen deze ambities neer op het verhogen van het afvalscheidingspercentage met ongeveer 15% en een reductie van de hoeveelheid restafval met 45 kilo in de komende drie jaar. Veel gemeenten hanteren inzamelsystemen die vergelijkbaar zijn met die van Amersfoort. De verandering die gaande is dat gemeenten overgaan om naast GFT en papier ook kunststof aan huis in te zamelen. De ervaringen van gemeenten hiermee zijn overwegend positief: extra scheidingsresultaat, kostenreductie en tevreden bewoners. Tegelijkertijd met het aantrekkelijker maken van scheiding, wordt het aanbieden van restafval onaantrekkelijker gemaakt. Dit wordt meestal gedaan door restafval minder frequent of zelfs helemaal niet meer aan huis in te zamelen. De meeste gemeenten kiezen bij laagbouw voor (een variant op) omgekeerd inzamelen. Alphen aan de Rijn experimenteert met een PMD+ systeem waarbij ondermeer plastic, metalen en drankenkartons met één inzamelmiddel ingezameld kunnen worden. Vijf gemeenten hanteren een diftar systeem (Maastricht, Sittard-Geleen, Deventer, Apeldoorn en Horst aan de Maas). In vergelijking met de laagbouw is het aantal inzamelvarianten bij de hoogbouw beperkter. Veel gemeenten waren huiverig met de inzameling van GFT bij hoogbouw, maar voeren wel weer steeds meer pilots uit. Met name de diftar gemeenten bieden deze service wel aan. Innovaties en ontwikkelingen Op tal van vlakken zijn ontwikkelingen gaande in het afvalbeheer. Van veel ontwikkelingen kan op dit moment nog onvoldoende worden aangegeven in hoeverre deze grote consequenties zullen hebben. Hoogwaardige nascheiding van restafval zal voorlopig niet aan de orde zijn. Wel zijn er ontwikkelingen richting hoogwaardige(re) verwerkingstechnieken voor specifieke stromen als GFT en plastic. Ook experimenteren gemeenten met “nieuw” te scheiden stromen, zoals drankenkartons, luiers en metalen. Om de vaak aanzienlijke ambities van gemeenten te realiseren, is geconstateerd dat alle gemeenten inzetten op verbetering van het scheidingsgedrag van haar bewoners. Veel ontwikkelingen in het vakgebied spelen hierop in, bijvoorbeeld verschuivingen naar inzamelsystemen die scheiding faciliteren, verleiden van bewoners via prijsprikkels of ondersteuning via ICT. Een andere belangrijke constatering is dat afval niet meer als een alleenstaand maar als een ketenvraagstuk wordt gezien. De ontwikkelingen met betrekking tot de circulaire economie spelen hierin een belangrijke rol, maar ook de sterke verwevenheid met de kwaliteit van de openbare ruimte en sociale werkvoorziening. Nascheiding Integraal ingezameld huishoudelijk afval kan fabrieksmatig worden gescheiden. Installaties hiervoor zijn in het verleden in Nederland vooral ontwikkeld om de te verbranden stroom te verminderen en te optimaliseren. Waardevolle componenten zonder verbrandingswaarde (metalen) werden in het proces dan ook afgescheiden. Omdat met bronscheiding de kwaliteit van de afvalcomponenten aanzienlijk beter is dan bij nascheiding van integraal ingezameld afval ziet Haskoning DHV in Nederland geen ontwikkeling richting integraal inzamelen en fabrieksmatig scheiden. Wel zijn twee installaties gebouwd (of aangepast) gericht op het (na)scheiden van restafval: één van OMRIN in Oudehaske en één van Attero in Groningen. Hier wordt met name de organisch natte fractie, de metaalfractie en de gemengde kunststoffractie uit het restafval gehaald. Door overcapaciteit in de markt voor verwerking van restafval en omdat de verwerkingstarieven voor verbranding van restafval minder dan de helft bedragen dan de kosten van nascheiding, is het niet waarschijnlijk dat er op korte termijn nieuwe grootschalige nascheidingsinstallaties gebouwd zullen worden.
Gemeente Amersfoort Peiling 4706961 pagina
6
De kosten om restafval na te scheiden in de installaties van OMRIN en Attero bedragen ongeveer € 80,- per ton restafval inclusief het verbranden van de verder niet te recyclen afvalfracties. (de huidige kosten voor verwerking van het restafval van Amersfoort bedragen € 66,- per ton). Nascheiding van restafval is voorlopig een kostenpost. Het tarief voor transport van restafval is hierbij buiten beschouwing gelaten. De gescheiden inzameling en verkoop van papier, kunststof en textiel levert geld op. Ten opzichte van bronscheiding is nascheiding financieel niet interessant voor de gemeente Amersfoort (zie verder bijlage 5c notitie financiële aspecten afvalbeheer). Enkele tientallen gemeenten in Nederland kiezen ervoor om kunststof door middel van nascheiding bij OMRIN en Attero uit het restafval te halen. De kwaliteit van de nagescheiden kunststof is echter lager dan die van brongescheiden kunststof vanwege vervuiling door vermenging met restafval. In opkomst is sorteren. Dit is het in deelstromen scheiden van reeds gescheiden ingezameld afval. Zo wordt gescheiden ingezameld plastic verpakkingsafval op plastic soort gesorteerd (zoals PET, PE-flessen, PE-folies en PP) om zo de afzonderlijke plasticsoorten hoogwaardig te kunnen recyclen. 2.1 Pilots bieden de mogelijkheid om ervaring op te doen met verschillende inzamelmethoden die aansluiten op de fysieke situatie in een gebied Om samen met inwoners te werken aan betere inzamelmethoden die het scheidingspercentage verhogen stellen wij voor om de komende periode vier pilots uit te voeren rond gft, kunststof en restafval. Deze leveren ons informatie over toekomstige kansrijke inzamelmethoden. Doel van de pilots is om inzicht te krijgen in wat werkt in Amersfoort. We willen inzicht krijgen in de beleving en tevredenheid van mensen, het milieuresultaat en de kosten van de verschillende pilots. We zullen gaan monitoren aan de hand van steekproeven van sorteeranalyses in het pilotgebied. De pilots zullen kleinschalig zijn (tussen 200 - 500 huishoudens per pilot). Op basis van de uitkomsten van de pilots nemen we een besluit welke aanpassingen in de inzamelstructuur wenselijk zijn en wat werkt in de diverse wijken van Amersfoort. 2.2 Een pilot groente-fruit-en-tuin-afval (gft) en tuinafval apart ophalen uit de binnenstad (eventueel aanvullen met een zak voor kunststof) sluit aan bij de wensen en behoeften van inwoners uit de binnenstad. Met name uit de diverse gesprekken en bijeenkomsten van de dialoog, de ingezonden brief van het Bewonersnetwerk Binnenstad en het bewonersonderzoek in de binnenstad uitgevoerd door HaskoningDHV, blijkt dat inwoners in Amersfoort het tuinafval en gft afval in de binnenstad graag beter willen scheiden en willen dat de gemeente hiervoor betere voorzieningen biedt. Daarnaast blijkt uit het onderzoek van HaskoningDHV over afvalscheiding in Nederland dat veel gemeenten met pilots gft in hoogbouw bezig zijn en dat dit kansrijk is. Om deze redenen willen wij samen met een afvaardiging van bewoners uit de binnenstad een pilot gft en tuinafval aan huis ophalen opzetten. Ook stellen we voor te onderzoeken of er kunststof aan huis opgehaald kan worden in de binnenstad d.m.v. plastic zakken. Inwoners hoeven dan met minder restafval naar de ondergrondse verzamelcontainer te lopen. 2.3. Een pilot met een extra container voor kunststof aan huis (opschalen van de pilot in Nieuwland naar een andere wijk) kan rekenen op draagvlak bij Amersfoorters. Uit de evaluatie door ROVA van 2012 van de pilot Nieuwland blijkt dat er een sterke daling is van gft, papier en kunststof in het restafval in Nieuwland. Daarnaast is de hoeveelheid restafval met bijna 30% verminderd. Ook blijkt uit het Bewonersonderzoek van Marintel van 2010 (zie paragraaf 3.9 van het rapport dat op de website staat) dat bewoners gemiddeld een 7.1 geven voor de proef. 70% van de deelnemers heeft destijds aangegeven door te willen gaan met de proef.
Gemeente Amersfoort Peiling 4706961 pagina
7
Uit het Bewonersonderzoek onder het Amersfoortpanel in 2014 blijkt dat het plaatsen van een extra container voor plastic bij eengezinswoningen door de helft van de panelleden als een verbetering wordt gezien. De goede milieuresultaten en het draagvlak bij inwoners van Amersfoort voor een extra vierde container maakt dat we deze pilot ook in een andere wijk op willen zetten. Wij zullen dit samen met een afvaardiging van inwoners uit een geselecteerde wijk gaan doen. 2.4. Ervaringen bij andere gemeenten hebben uitgewezen dat een pilot in een wijk met een container voor kunststof aan huis in plaats van de container voor restafval en wegbrengen van het restafval naar een verzamelcontainer in de buurt (omgekeerd inzamelen) resulteert in een scheidingsprestatie dat 10 tot 20% beter is. Uit het onderzoek uitgevoerd door HaskoningDHV onder andere gemeenten blijkt dat zeven van de 15 gemeenten bezig zijn met pilots of de invoering van omgekeerd inzamelen. Uit de voorlopige resultaten blijkt dat via omgekeerd inzamelen circa een 10 tot 20% betere scheidingsprestatie behaald kan worden. In een stad als Deventer is na 1 jaar al 10% verbetering behaald. De ambitie van Amersfoort is om van 53% naar 70% te gaan. Met omgekeerd inzamelen zou dit te realiseren kunnen zijn. Uit de notitie financiële aspecten afvalbeheer (bijlage 5c) blijkt dat alle onderzochte gemeenten een kostenbesparing hebben gerealiseerd met omgekeerd inzamelen. De gemiddelde kostenbesparing is € 22,- per huishouden. De spreiding is met € 6,- tot € 43,- groot. 2.5 Een pilot belonen voor het goed scheiden van restafval aan huis in een wijk kan mensen motiveren om het afval beter te scheiden Er wordt door individuele gemeenten ook geëxperimenteerd met andere inzamelstrategieën, zoals Afval Anders of Afval Loont. Ook hiermee worden goede resultaten geboekt in de ordegrootte van 5 tot 10% extra afvalscheiding. Inwoners krijgen dan een financiële beloning als afval goed wordt gescheiden. De proef met Afval Anders in Emmen en Hoogeveen heeft geleid tot 25% minder restafval. In de evaluatie wordt aangegeven dat op basis van de proef een begroting is opgesteld, waaruit blijkt dat gemeenten bij een volledige invoering van de methodiek Afval Anders aanzienlijk minder kosten zullen hebben voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval. Hierdoor ontstaat een tariefsverlagend effect voor de afvalstoffenheffing. Dit is verder niet gekwantificeerd in de evaluatie. KANTTEKENINGEN 2.1 In het begin is er mogelijk weerstand tegen veranderingen in de inzamelstructuur Er is vaak in eerste instantie weerstand tegen een verandering. Indien inwoners ervaring opgedaan hebben met een nieuw systeem worden de voordelen echter vaak ook gezien. Uit de consultatie van de bewoners in de binnenstad blijkt dat meer dan 60% de wijziging van restcontainers aan huis naar ondergrondse verzamelcontainers op loopafstand een verbetering vindt. Het gemiddelde rapportcijfer voor de tevredenheid over de ondergrondse containers in de binnenstad is een 7.3. Ook de extra container in Nieuwland stuitte in eerste instantie op weerstand, maar wordt nu als positief ervaren. Financiën
De totale kosten voor de dialoog, voorlichting en onderzoeken bedragen tot nu toe circa 40.000 euro. Deze zijn gedekt vanuit het afvalpreventiebudget in de gemeentebegroting. De pilots kunnen naar verwachting binnen bestaand exploitatiebudget worden uitgevoerd. Vervolg Wij zullen dit jaar een besluit nemen over de opzet, begroting van de kosten en financiële dekking van de vier pilots. Na de zomer zullen wij u informeren over de aanpak van en begroting voor de pilots. De pilots worden in 2015 uitgevoerd.
Gemeente Amersfoort Peiling 4706961 pagina
8
Over de resultaten van de pilots en de ervaringen van inwoners met de pilots wordt u eind 2015 geïnformeerd. DUURZAAMHEID Meer waardevolle grondstoffen inzamelen per huishouden draagt bij aan een hoger afvalscheidingpercentage en een beter milieu. Hiermee wordt invulling gegeven aan het thema Planet. Door middel van de dialoog, voorlichting en pilots willen we samen met inwoners werken aan een verbeterde afvalinzameling, hiermee wordt ingezet op Proces. BETROKKEN PARTIJEN Inwoners, gemeente.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort,
de secretaris,
de burgemeester,
Bijlagen
1. In gesprek met de stad over afval scheiden 2. verslag bijeenkomst stadscafe 3. voorstel Binnenstad Bewoners Netwerk (BBN) 4. verslagen Afvalroadshow 5a conclusies van ”onderzoek naar inzamelstructuren, ontwikkelingen en innovaties in huishoudelijk afvalbeheer” uitgevoerd door HaskoningDHV juni 2014 5b.”het rapport van het onderzoek naar inzamelstructuren, ontwikkelingen en innovaties in huishoudelijk afvalbeheer” uitgevoerd door HaskoningDHV juni 2014 5c. notitie financiële aspecten afvalbeheer door HaskoningDHV juni 2014 6. bewonersonderzoek onder AmersfoortPanel uitgevoerd door Onderzoek en Statistiek april 2014 7. samenvatting resultaten consultatie bewoners binnenstad Amersfoort
Gemeente Amersfoort Peiling 4706961 pagina
9
Bijlage 1
In gesprek met de stad over afval scheiden In de eerste helft van 2014 zijn we in gesprek gegaan met de stad over afval scheiden. Onderwerp van de gesprekken was hoe inwoners omgaan met hun afval en wat ze belangrijk vinden bij het scheiden van afval en grondstoffen. Hoe scheiden zij hun afval nu? Hoe brengen ze het weg en waarom? Waar lopen ze tegenaan? Wat zouden ze anders willen en wat willen ze daar zelf in doen?
Activiteiten februari – juni 2014 Uitgangspunt van de dialoog met de stad was dat de gemeente dit op twee manieren zou doen: 1. Aansluiten bij bestaande bijeenkomsten in de stad, zoals het Stadscafe, activiteiten op scholen en initiatieven van kinderen, bewonersspreekuren van wethouders en andere wijkbijeenkomsten. 2. Inzetten van een informatiestand/informatiewagen om het gesprek aan te gaan met Amersfoorters. De afgelopen maanden zijn de volgende activiteiten ondernomen: Afvalroadshow: maart-juni We hebben gekozen voor een pragmatische aanpak, door gebruik te maken van bestaande middelen. De campagne van de AVU ‘Doe meer met afval’, een initiatief van gemeenten in de provincie Utrecht, was in december 2013 in principe afgerond. De campagnemiddelen konden echter tegen betaling nog worden ingezet. We hebben ervoor gekozen om dat te doen, aangezien de campagne al bekend is én de middelen er al zijn. Een onderdeel van de campagne was de Afvalroadshow: een trailer van een vrachtwagen waar belangstellenden alles kunnen zien, horen en vragen over afval scheiden. Door middel van spelletjes, een film en voorlichters krijgen bezoekers op allerlei manieren informatie. De Afvalroadshow werd vijf keer ingezet op diverse drukbezochte plekken verspreid over de stad: 1. Zaterdag 15 maart – winkelcentrum Emiclaer 2. Vrijdag 25 april - Kraailandhof (Hoogland) 3. Zaterdag 10 mei - Euterpeplein 4. Zaterdag 24 mei - Eemplein 5. Zaterdag 14 juni – Neptunusplein De voorlichters gingen met de bezoekers het gesprek aan over afval scheiden. De uitkomsten zijn vermeld in een uitgebreid verslag van elke Afvalroadshow. De Afvalroadshow van 15 maart trok zo’n 300 à 400 belangstellenden. Naar de Afvalroadshow van 25 april en 10 mei kwam ongeveer hetzelfde aantal bezoekers. Om extra bezoekers te krijgen, heeft de gemeente in de weken voorafgaand aan de Afvalroadshow in de betreffende wijk de net geleegde gft-container voorzien van een hanger. Daarop wordt de bewoner bedankt voor het scheiden van het gft-afval en uitgenodigd om een klein bedankje (mini-gftcontainertje) op te halen tijdens de Afvalroadshow. Bij de Afvalroadshow van 25 april en die van 10 mei is dat gedaan, er zijn toen 90 (van de 210) respectievelijk 100 (van de 265) hangkaarten ingeleverd. Stadscafé over afval scheiden: 20 mei (zie bijlage 2 voor uitkomsten) Stadscafé Het Nieuwe Samenwerken: 1 april Tijdens het Stadscafé Het Nieuwe Samenwerken op 1 april zijn contacten gelegd met Elisabeth Groen. Aftrap E-waste race: 10 maart De Bilalschool en KBS de Biezen deden mee aan de E-waste race: een landelijke wedstrijd waarin de scholieren zoveel mogelijk klein elektronisch afval verzamelen. Wethouder Van Eijk was op 10 maart bij de aftrap om met de leerlingen in gesprek te gaan over afval scheiden. Ze gaven onder andere aan goed te weten wat er in de grijze en groene container mag. Wat nou precies in de containers voor plastic afval mag, vonden ze moeilijker, dat weten ze eigenlijk niet. Als idee om meer afval te scheiden gaven de kinderen aan dat er vaker dit soort wedstrijden georganiseerd zouden moeten worden. Portiekportiers: 12 februari
Gemeente Amersfoort Peiling 4706961 pagina
10
Op 12 februari brachten vier Portiekportiers uit Kruiskamp een bezoek aan het milieubrengstation van ROVA. Portiekportiers zijn kinderen die zich inzetten voor een schone wijk waar het prettig wonen is. Dit is een project van de Alliantie, Welzin en de gemeente Amersfoort (Amersfoort Vernieuwt). Een van de thema’s waarmee de Portiekportiers zich bezighouden, is ‘groen en schoon’. Ze zorgen er onder andere voor dat zwerfvuil wordt opgeruimd. Vanuit dat thema is een rondleiding op het milieubrengstation geregeld: zo kunnen de kinderen zien waar afval terechtkomt. Het viel op dat de kinderen niet erg geïnteresseerd waren in afval scheiden en het thuis niet doen. Samen met de begeleiders komen we tot de conclusie dat er veel meer voorlichting moet komen in de vorm van filmpjes en dergelijke. Bezoek scholier en afvalambassadeur Wiebe Beeftink aan ROVA: 7 maart Op 7 maart ging de 9-jarige Wiebe Beeftink met zijn klas naar ROVA in Zwolle. Wiebe zit in groep 6 van basisschool de Tafelronde en heeft een idee om zwerfafval in Amersfoort tegen te gaan. Zijn idee is om een app te ontwikkelen voor je telefoon, waarbij je op een kaart kunt zien waar er in de stad zwerfvuil ligt. Wiebe wil graag de jongste duurzaamheidsambassadeur van Amersfoort zijn. ROVA heeft hem en zijn klas uitgenodigd om naar ROVA in Zwolle te komen. Wethouder Cees van Eijk ging met hen in gesprek voordat ze in de duurzame ROVA-bus stapten. De kinderen konden van alles vertellen over recyclen en kwamen met allerlei voorbeelden. De school verzamelt zelf ook oud papier, batterijen en cartridges van de school zelf en van mensen uit de buurt. Op die manier verdient de school een beetje bij. Ook hadden de kinderen allerlei ideeën om (zwerf)afval tegen te gaan, zoals een tv-serie over ROVA met een ROVA-journaal en kinderprogramma’s over afval en meer prullenbakken op straat. G1000: 22 maart Afval scheiden was een van de onderwerpen die tijdens de G1000 op 22 maart naar voren werden gebracht door inwoners. Een beleidsadviseur Milieu van de gemeente zat bij de groep ‘Keigroen Samen Doen’ en is betrokken bij de uitwerking van de plannen. Ideeën over afval die toen besproken zijn: afvalpreventie bij bewoners/ scheiden; eigen compost maken; recycle-industrie naar Amersfoort; slimmer scheiden in de woning; communiceren over de successen van de afvalscheiding die we hanteren. Algemene opmerking: breng het onderwerp dichtbij, maak het concreet. In de vervolgbijeenkomst van de G1000 zijn afspraken gemaakt over samenwerking met Platform Amersfoort Duurzaam. Facebook: sinds 12 maart We zetten www.facebook.com/033scheidtafval in voor de voorlichting (wat kan in welke bak) én voor de dialoog (hoe scheiden Amersfoorters nu hun afval, waarom en wat zouden ze eventueel anders willen). We proberen deze pagina regelmatig bij te houden en de interactie te stimuleren: actief vragen om ervaringen, foto’s en filmpjes te plaatsen. Ook vragen we andere relevante partijen in de stad om content. Dit kost tijd. Op dit moment zijn er 11 ‘likes’. Andere activiteiten We hebben contact opgenomen met diverse wijkcentra en bewonersorganisaties. Daar is vooralsnog geen concrete bijeenkomst uit voortgekomen. Het blijkt lastig om het onderwerp afval op hun bijeenkomsten te agenderen. Een aantal opties staat nog open: 1. Duurzaamheidscafé van Platform Amersfoort Duurzaam: de afdeling Milieu is in gesprek met het platform om de mogelijkheden te onderzoeken en waar nodig ondersteuning te bieden. 2. Seniorencafé: op 12 mei is met de Seniorenraad over de mogelijkheden gesproken. 3. Culturele kamers voor inwoners van Turkse en Marokkaanse afkomst: in overleg met de wijkmanager wordt bekeken of dit mogelijkheden biedt. 4. Sinds de voorlichting en dialoog over afval scheiden zijn geïntensiveerd, hebben negen bewoners een brief of e-mail over dit onderwerp naar de gemeente gestuurd. Eén reactie gebruiken we voor de dialoog: het Binnenstad Bewoners Netwerk (BBN) heeft naar eigen zeggen een ‘Constructieve reactie’ ingestuurd op afval scheiden specifiek in de binnenstad. BBN heeft actief bijgedragen aan het Stadscafé van 20 mei. (zie bijlage 3)
Vervolg Uit de diverse activiteiten krijgen we een algemene indruk van hoe Amersfoorters nu hun afval scheiden, waarom ze dit doen, wat ze eventueel anders zouden willen en wat ze daar zelf in kunnen doen. Samen met de diverse, lokale en landelijke, onderzoeken die we laten uitvoeren, geeft dit een goed, breed beeld van waar de stad behoefte aan heeft. Onze conclusie is dat qua dialoog in deze fase van informatievergaring geen extra activiteiten nodig zijn.
Gemeente Amersfoort Peiling 4706961 pagina
11
Bijlage 2 Verslag bijeenkomst Stadscafe “Afvalloze stad in 2030?” (verslag door Sjarka Bakker) Zie ook de link voor de presentaties en het programma van het Stadscafé op 20 mei 2014.
Belangrijkste vragen/punten: Mensen willen graag weten wat we nog meer doen om in dialoog te gaan met de stad (zie bijlage 1 voor de dialoog). De opkomst was niet zo hoog (50 aanwezigen), waaronder veel ambtenaren en raadsleden en weinig inwoners uit de stad. Vraag over nascheidingsinstallatie , waarom dat toen verdwenen is uit Amersfoort. Antwoord : metaal wordt ook in Amersfoort nagescheiden, de discussie over voor of nascheiden gaat vooral over kunststof. Binnenstad Bewoners Netwerk (BBN) wil gft en tuin afval in de binnenstad kunnen scheiden. Wil voorzieningen door de gemeente in de binnenstad –suggesties die zijn gedaan door de zaal: vermaler in de gootsteen voor gft, bakken, boot voor tuinafval, e.d. Informatie over een voorstander van nascheiding wordt gemist. Meningen over effect service waren verdeeld (van “doe alles maar zo ver weg mogelijk” tot liever alles aan huis, restafval wegbrengen was 50/50) Oproep dat de discussie niet is of we beter afval moeten scheiden maar hoe- werd breed ondersteund Aantal vragen over het verdienmodel van de presentatie over het project ‘afval loont’ Aantal vragen over beëindiging contract verwerking restafval Onderscheid bedrijfsafval en huishoudelijk afval (Burger King) Oproepen panelleden: - de gemeente moet keuzes maken - maak een keuze en investeer erin, het is niet gratis - kijk naar wat er wel goed gaat en laat dat zien, dat stimuleert ook anderen. Kijk naar hoe bewoners zaken stimuleren. Samenvatting van de flappen waar mensen opmerkingen op hebben geschreven: - Bewoners willen beter scheiden als het hen iets oplevert (geld, werkgelegenheid, geld voor verenigingen). - Circa 50% wil beter scheiden. - Een deel van de mensen wil weten wat er met het afval gebeurd als het wordt opgehaald. - Een groot deel van de mensen geeft aan dat het met de huidige afvalinzameling niet lukt om meer te scheiden omdat: de plastic container te ver weg is, men het gft niet kwijt kan (flat en stadskern), 3 containers is genoeg plastic en grof vuil brengt men zelf weg. Behalve afvalinzameling wijst men ook op het kopen van goederen zonder verpakkingen. - De meeste mensen willen niet extra betalen om het afval niet te hoeven scheiden. - Een deel ziet afval scheiden als een kleine moeite, afval is grondstof. - Mensen voelen zich zelf ook verantwoordelijk om afval te scheiden, het is niet alleen een taak van de gemeente. Een enkeling vindt niet dat inwoners zelf iets moeten bijdragen omdat ze al belasting betalen. - Een deel van de mensen (minder dan de helft ) vindt dat afvalscheiding het straatbeeld vervuild, bv verzamelcontainers trekken zelfvuil aan. Een ander deel van de mensen vind dit niet. Er worden veel reacties gegeven over dit punt. Aangegeven wordt dat mensen bewust moeten worden gemaakt van een schone leefomgeving, de gemeente moet handhaven, bewoners moeten elkaar aanspreken op asociaal gedrag. Men geeft aan dat niet afvalscheiding maar afval het straatbeeld vervuild. Containers kunnen door aantrekkelijke vormgeving ook onderdeel worden gemaakt van de buitenruimte.
Gemeente Amersfoort Peiling 4706961 pagina
12
Bijlage 3
Ontvangen mail op 30 april 2014 van het Binnenstad Bewoners Netwerk ---------------------------------------------------------Onderwerp Nieuwe manieren van afval inzamelen
Voorafgaand In oktober 2013 is er in de gemeenteraad van Amersfoort een Grondstoffenplan 2014-2020 besproken waarin behandeld worden: 1. dienstverlening/service en gedragsverandering t.a.v. het scheiden van afval, 2. een kostenverlaging van de afvalinzameling van 15%, 3. een afvalscheiding van minimaal 70%, 4. een afvalloos Amersfoort in 2030. Op 14 januari 2014 bleek in de gemeenteraad (de Ronde) onvoldoende steun te bestaan t.a.v. de voorstellen. Momenteel gaan er gesprekken gevoerd worden met de burgers over de afvalscheiding en wordt er al duidelijk gewerkt aan de genoemde wenselijke gedragsverandering, zie De Stad Amersfoort van woensdag 16 april 2014. Constructieve reactie Binnenstad Bewoners Netwerk (BBN) I. Betreft het onderwerp in het algemeen Het BBN is van mening dat scheiding en verwerking van afval altijd als aspect van een bredere definitie van/visie op duurzaamheid gezien dienen te worden. De verschillende aspecten van duurzaamheid dienen tegen elkaar afgewogen te worden, een kostenverlaging van de gemeentelijke ophaaldienst kan leiden tot meer vervuiling en onzorgvuldig omgaan met kostbare grondstoffen doordat individuele burgers in hun auto's naar de gemeentewerf dienen te rijden. Een dergelijke “besparing”doet een onevenredig beroep op de hulpbronnen, anders gesteld het laat een grote ecologische voetafdruk na. II. Het onderwerp m.b.t. de Binnenstad Het BBN zet vraagtekens bij de rol die de ondergrondse afvalinzameling nu speelt en gaat spelen bij de nieuwe manieren van afval inzamelen in de historische binnenstad. Het stellen dat men “restafval zelf kan weggooien en waardevolle grondstoffen kan laten ophalen” gaat misschien wel op in de buitenwijken maar zeker niet in de binnenstad. Een van de waardevolle grondstoffen is het groene afval vanuit parken, tuinen en bomen, met name in het voorjaar en najaar. In de Binnnenstad zijn GFT-containers nooit geintroduceerd, dus sommige bewoners hebben een compostvat en andere scheiden het gft-afval niet.. Voor de binnenstadbewoners die graag hun tuinafval willen scheiden, zeker in voorjaar en najaar, vormt het afvoeren van klein tuinafval een groot probleem. Het tuinafval zelf naar de gemeentewerf vervoeren is nauwelijk mogelijk, ook kan niet iedereen het tuinafval door een tuinman laten afvoeren. Het gft-afval probleem is al vaker door bewoners van de binnenstad aangekaart, door de gemeente wordt naar de ROVA verwezen en vice versa. III. Bij I.
Enige constructieve sugggesties
Gemeente Amersfoort Peiling 4706961 pagina
13
De gemeente gaat haar visie op duurzaamheid verduidelijken door alle aspecten ervan naast elkaar te leggen. Hierdoor kan er richting gegeven worden aan een beleid dat geen onevenredig beroep doet op de hulpbronnen van de aarde (het gezamenlijk streven naar een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk). Het is goed dat de gemeente nadruk legt haar eigen rol bij afvalverzameling en -verwerking, maar ook de individuele verantwoordelijkheid van iedere burger dient benadrukt te worden om tot een gedragsverandering te kunnen komen. Waarom we allen afval moeten scheiden en niet alleen hoe we dat moeten doen. Bij II. In de gemeente Leusden zijn vaste stortplaatsen voor tuinafval gecreeerd waar de bewoners van woonerven erg tevreden over zijn. Een dergelijke oplossing, waarbij de burger zelfwerkzaam is, kan ook voor Amersfoort mogelijk zijn. Omdat de Binnenstad minder ruimte heeft, zou een oplossing voor het gft-probleem kunnen zijn dat op vaste dagen/tijden open containers geplaatst worden op geschikte plekken in of langs het Plantsoen, bijv. voor de duur van 1 dag. Bewoners kunnen hun eigen tuinafval (en het storende bladafval van bomen in de herfst) kunnen opsparen en per kruiwagen naar de dichtstbijzijnde container vervoeren. In het voor- en najaar iets vaker dan in de rest van het jaar. Misschien kan hetzelfde met overdekte containers gedaan worden voor oud papier. Verder is de huidige opstelling van containers (papier,glas en plastic) in de buurt van supermarkten een juiste keuze geweest. De binnenstadbewoners kunnen op weg naar hun boodschappen een deel van hun afval meenemen. Evenals de winkelier op vaste momenten zijn papier en vooral karton wegbrengt naar de route waar het wordt opgehaald. Het BBN gaat ervan uit dat bij de gesprekken die er al plaatsvinden en die nog komen, de reactie van het BBN meegenomen wordt. Met vriendelijke groet, namens het Binnenstad Bewoners Netwerk Jenna Vermaat
Gemeente Amersfoort Peiling 4706961 pagina
14
Bijlage 4 Verslagen 3 afvalroadshow bijeenkomsten
Inzet Afvalroadshow 15 maart 2014 in Amersfoort Plaats: winkelcentrum Emiclaer op De Beurs Tijd: 9.30 -16.00 uur Inschatting aantal bezoekers: Gemêleerd publiek: Aantal klikootjes uitgedeeld:
300-400 bezoekers (jong en oud) gezinnen, stelletjes, studenten en gepensioneerden/ouderen. ruim 200 stuks
Naast de mensen die op- en aanmerkingen hebben gemaakt over de afvalinzameling, afvalscheiding en het afvalbeleid (verbeterpunten en verzoeken) zijn er ook zeker nog zo'n 40 - 50 bezoekers geweest die hebben aangegeven heel tevreden te zijn over de afvalinzameling, faciliteiten voor afvalscheiding en het afvalbeleid van de gemeente. Deze zijn niet meegenomen in het verslag, maar dit is wel degelijk een resultaat. Op- en aanmerkingen van bezoekers/inwoners op huidige afvalbeleid van de gemeente Amersfoort en de uitvoering ervan: (cijfers tussen haakjes zijn aantal mensen) - tevreden over huidige afvalinzameling en over mogelijkheden om je afval kwijt te kunnen in de wijk. (2) - Blij dat het scheiden van afval (m.n. plastic) niet verplicht is i.v.m. te weinig of niet genoeg ruimte in huis is. (1) - Gebrek aan inleverpunten voor KCA. Kunnen er meer KCA-inleverpunten komen? (3) Verzoek: Kunnen er meer KCA-inleverpunten komen? - Er is een glasbak verplaatst die eerst bij de ‘Hema’ stond. De glasbak ligt naar de mening van een aantal inwoners te ver van de huizen. (6) Verzoek: Kan de gemeente dit toegankelijker maken? - Iedereen had een kliko in de straat of per huis. Nu is dit veranderd en is er een container voor de hele straat /wijk gekomen. Nu staat de container veel verder weg van de meeste huizen. Dit is vooral voor de minder validen en oudere mensen erg lastig. (5) Verzoek: Kan de gemeente niet weer terug naar de oude situatie. - Voor een bewoner is het niet helemaal duidelijk waar hij terecht kan met zijn plastic afval. Hij zou graag meer voorlichting willen hebben, het liefst informatie die je thuis ontvangt of actie zoals de Afvalroadshow, waarin het een en ander wordt uitgelegd. Onder meer over waar je er mee terecht kan mee en wat ermee gebeurt. (7) Verzoeken: Kunnen er meer mogelijkheden komen om plastic afval te scheiden? En graag meer voorlichting over plasticscheiding en –inzameling. - Krijgt het gescheiden afval daadwerkelijk de juiste bestemming? Sommige inwoners zeggen de ervaring te hebben dat er veel afval op ‘een hoop’ wordt gegooid. De juiste voorlichting kan mensen juist aansporen afval daadwerkelijk te scheiden. (3) Initiatieven als de Afvalroadshow worden als positief ervaren. Als voorlichters in de roadshow konden wij de mensen wel vertellen welke bestemmingen welke soorten afval krijgen. - Plastic bak is vaak vol, kan dit veranderd worden? (5) - Kan er meer voorlichting over afval scheiden komen op scholen? (3) - Liever één verzamelbak dan heel veel zakken in de tuin. (2) - De bakken (containers) voor plastic en papier zijn vaak vol, vooral in het centrum. Verzoek: Kunnen deze vaker geleegd worden? (6) - Twee inwoners zijn van mening dat de papiercontainer maar 1 x per maand wordt geleegd (2) Idee: app ontwikkelen waarop je kunt zien of de bak (container) vol zit. - Verzoek: Kan er een inleverpunt komen voor KCA? (3) Deze vraag beoordeelde onze voorlichters als gebrek aan kennis. Meer voorlichting hierover kan geen kwaad. - Verzoek: Kan de groene kliko in de zomerperiode vaker geleegd worden? (4)
Gemeente Amersfoort Peiling 4706961 pagina
15
Inzet Afvalroadshow 25 april 2014 in Amersfoort Plaats: Kraailandhofplein in Hoogland (Amersfoort) Tijd: 9.30 -16.00 uur Inschatting aantal bezoekers: Gemêleerd publiek: Aantal klikootjes uitgedeeld: Aantal hangkaarten ingeleverd:
200-300 bezoekers (jong en oud) gezinnen, stelletjes, studenten en gepensioneerden/ouderen. ongeveer 210 stuks ongeveer 90 stuks
Op- en aanmerkingen van bezoekers/inwoners op huidige afvalbeleid van de gemeente Amersfoort en de uitvoering ervan: - De voorlichters geven aan veel dezelfde vragen te hebben gehad. - Over het algemeen zijn de meeste mensen tevreden over huidige afvalinzameling en over mogelijkheden om je afval kwijt te kunnen in de wijk. - Verder werd het initiatief van de Afvalroadshow als erg goed ervaren. - Veel vragen werden gesteld over de afvalverwerking. De mensen willen graag weten waar het ingezamelde afval naartoe gaat en waar het wordt verwerkt. Bij sommigen bestaat nog steeds het idee dat al het apart ingezamelde afval nog steeds ergens op een hoop terecht komt of bij elkaar wordt gegooid en dan verbrand wordt. Een meneer vroeg zich af of er ook afval uit Nederland in ‘Derde Wereldlanden’ wordt gestort. - Een andere meneer geeft aan het scheiden van afval een goede zaak te vinden. Wel zijn de plastic verzamelcontainers in zijn buurt zijn vol. Verzoek: Deze mogen wel vaker geleegd worden. - Een mevrouw uit Bunschoten laat weten dat ze in haar gemeente het plastic afval huis-aan-huis ophalen en dat zij dat erg prettig vindt. - Diverse vragen gingen over welk soort plastic nu wel apart in de plasticcontainer mag en welk soort niet. Dit was voor de voorlichters steeds weer een aanleiding om de Afvalnieuwsbrief mee te geven waar dat in wordt uitgelegd. - Diverse bezoekers geven aan hun GFT niet goed kwijt te kunnen. Zij gooien dit nu dan toch bij het restafval. - Er zijn ook meerdere vragen binnengekomen over waar de mensen hun frituurvet kunnen inleveren. Tip: bij een restaurant in de wijk kun je dat gewoon bij ze afgeven. - Een mevrouw wil graag weten waar zij met haar textiel en oude kleding naartoe kan. Verzoek: Kan de gemeente hier meer voorlichting over geven?
Inzet Afvalroadshow 10 mei 2014 in Amersfoort Plaats: Euterpeplein in Amersfoort Tijd: 9.30 -16.00 uur Inschatting aantal bezoekers: Gemêleerd publiek: Aantal klikootjes uitgedeeld: Aantal hangkaarten ingeleverd:
rond 300 bezoekers (jong en oud) gezinnen, stelletjes, studenten en gepensioneerden/ouderen. ongeveer 265 stuks ongeveer 101 stuks
Gemeente Amersfoort Peiling 4706961 pagina
16
Op- en aanmerkingen van bezoekers/inwoners op huidige afvalbeleid van de gemeente Amersfoort en de uitvoering ervan: - Over het algemeen zijn de meeste mensen tevreden over huidige afvalinzameling en over mogelijkheden om je afval kwijt te kunnen in de wijk. - Verder werd het initiatief van de Afvalroadshow als erg goed ervaren. - Er kwamen veel verzoeken en vragen binnen over waar mensen welk afval kwijt kunnen. Sommigen wilde graag weten waar het ingezamelde afval naartoe gaat en wordt verwerkt. - Een bezoeker vraagt of de chemokar vaker in de maand kan komen. - Diverse mensen vragen of er meer textielcontainers in de wijk kunnen komen. - Sommigen zeggen dat zij helemaal nergens in de wijk textiel kwijt kunnen. - Diverse vragen gingen over welk soort plastic nu wel apart in de plasticcontainer mag en welk soort niet. Dit was voor de voorlichters steeds weer een aanleiding om de Afvalnieuwsbrief mee te geven waar dat in wordt uitgelegd. - Een meneer benadrukt dat het plastic gebruik niet de schuld is van de consument, maar van de producent. Zij verpakken het vaak in te veel plastic. - Er zijn ook meerdere vragen binnengekomen over waar mensen hun kapotte elektrische apparaten kwijt kunnen. Na uitleg door de voorlichters bleek dat veel inwoners niet op de hoogte zijn van het feit dat zij een kapot apparaat ook gratis kunnen inleveren bij de winkeliers als ze daar weer een soortgelijk apparaat terugkopen. Ook bleek niet altijd bekend dat vooral kleine elektrische apparaten bij het afvalbrengstation/milieustraat kunnen worden ingeleverd. - Diverse mensen willen weten hoe het werk als zij afval naar Rova willen brengen. Ook willen ze weten wat daarna met het afval gebeurd. - Diverse inwoners geven aan dat de opening van de ondergrondse container te klein voor plastic verzamelzakken is.
-
Persoonlijke aanmerkingen, klachten en/of verzoeken: Onderstaande personen willen graag teruggebeld of gemaild worden. - Enkele bewoners uit de Schubertstraat geven aan dat er geen plastic-, glas- en papiercontainer meer staat. Deze blijken te zijn weggehaald. Zij vragen waar zij hun afval voortaan kwijt kunnen? - Mevrouw scheidt al haar afval, maar andere mensen gooien hun afval in haar afvalbakken. Kan de gemeente hier controle op houden? - Familie Van Dolder uit de Randenbroekerweg 55 uit Amersfoort wil graag een grotere Kliko (met groene deksel). - Kan de gemeente niet beter en vaker aangeven wanneer textiel wordt ingezameld en/of waar de inwoners het in deze wijk kwijt kunnen. - Een aantal inwoners verzoeken om grotere groencontainers voor de mensen met een tuin. - Een veelgehoorde klacht is dat de mensen te ver moeten lopen om hun afval te kunnen weggooien in de ondergrondse containers. - Verzoek: Kan Rova meer links op hun website plaatsen die verwijzen naar bedrijven, zoals het Leger des Heil/Reshare. - Enkele inwoners klagen over het feit dat ondergrondse containers meer zwerfafval veroorzaken. Mensen willen graag geen moeite doen om het netjes te houden. - Er is geen rekening gehouden met oudere mensen die hun afval willen weggooien. Er zijn verzamelcontainers weggehaald of verplaatst, maar er is geen vervanging/alternatief gekomen. Zij kunnen niet zover lopen om hun afval weg te brengen. - Kan de gemeente in deze wijk ook voor een papierbak/-container zorgen. Nu zijn er alleen containers voor rest, groen en plastic afval. - Verzoek: Inwoners vaker per post informeren over afvalinzameling en afvalscheiding. Nu is er een gebrek aan informatie hierover. Bij het flatgebouw aan het Operahplein staan wel een plastic-, glas- en papiercontainer, maar geen GFT-container. Kan deze hier ook geplaatst worden?
Gemeente Amersfoort Peiling 4706961 pagina
17
bijlage 5a
CONCLUSIES ONDERZOEK VAN HASKONIINGDHV . ONDERZOEK NAAR INZAMELSTRUCTUREN, ONTWIKKELINGEN EN INNOVATIES IN HUISHOUDLEIJK AFVALBEHEER, JUNI 2014. (voor het rapport zelf zie bijlage 5B)
CONCLUSIES Prestatie afvalscheiding Vergelijking van de scheidingsprestaties van de gemeente Amersfoort en die van de geconsulteerde gemeenten laten zien dat de prestaties van Amersfoort min of meer in lijn zijn met die van gemeenten met vergelijkbare kenmerken. Wel zijn er enkele gemeenten die aanzienlijk hogere scheidingsprestaties realiseren. Deze gemeenten hebben een keuze gemaakt voor een specifieke inzamelstructuur welke bronscheiding bij bewoners stimuleert of faciliteert. Uit de consultatie blijkt dus dat er voor de gemeente Amersfoort voldoende mogelijkheden zijn om de doelstelling voor 2020 (70% afvalscheiding) te realiseren. Eerste slag: meer afvalscheiding door inzamelsysteem Vrijwel alle geconsulteerde gemeenten geven aan te werken aan verbetering van afvalscheiding. Enkele hebben de afgelopen jaren al een flinke slag gemaakt, terwijl anderen aan de vooravond staan om deze slag te maken. De geconsulteerde gemeenten hanteren verschillende strategieën om een slag te realiseren. Het inzamelsysteem speelt hierin een centrale rol. De strategieën hebben als belangrijkste kenmerken bronscheiding aantrekkelijker en het aanbieden van restafval juist onaantrekkelijker. Door deze eerste slag zijn scheidingspercentages tot circa 70% realiseerbaar. Resultaten van inzamelstrategieën voor verhoging afvalscheiding Meest voorkomende inzamelstrategieën om scheiding te bevorderen zijn “diftar” en “omgekeerd inzamelen”. Vijf van de geconsulteerde gemeenten werken momenteel met een diftar systeem. Deze gemeenten halen een circa 10 tot 20% hogere scheidingsprestatie. Dit resultaat kan vaak al binnen een jaar worden behaald (voorbeeld is Deventer). Zeven gemeenten zijn bezig met pilots of de invoering van omgeveerd inzamelen. Uit de (voorlopige) resultaten blijkt dat via omgekeerd inzamelen eveneens een circa 10 tot 20% betere scheidingsprestatie behaald kan worden. Er wordt door individuele gemeenten ook geëxperimenteerd met andere inzamelstrategieën, zoals Afval Anders of Afval Loont. Ook hiermee worden goede resultaten geboekt in de ordegrootte van 5 tot 10% extra afvalscheiding. Innovaties en ontwikkelingen Het afvalbeheer is momenteel volop in ontwikkeling. Op diverse fronten wordt gewerkt aan innovaties. Deze zijn bijvoorbeeld gericht op hoogwaardigere verwerking van afvalstromen. Ontwikkelingen met betrekking tot nascheidingstechnieken zijn zodanig dat gemeenten in ieder geval op de middellange termijn (tot 2020) grotendeels aangewezen zullen zijn op bronscheiding om de doelen met betrekking tot afvalscheiding te realiseren. Ook op beleidsmatig vlak zijn er diverse ontwikkelingen die implicaties zullen hebben op het gemeentelijk afvalbeheer. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de mogelijke afschaffing van statiegeld op termijn (is recent uitgesteld), introductie van bronscheiding van drankenkartons, transitie naar een circulaire economie, het belasten van de verwerking van restafval of maatregelen om voedselverspilling tegen te gaan. Tweede slag: meer afvalscheiding door intensieve samenwerking met bewoners Op de lange termijn is de landelijke doelstelling (en ook die van enkele gemeenten) om “afvalloos” te worden. Dit houdt is dat al het afval opnieuw als grondstof kan worden ingezet en niet meer verbrand hoeft te worden. De geconsulteerde gemeenten geven aan om tot deze volgende slag te komen (richting afvalloos), wijzigingen in het inzamelsysteem alleen onvoldoende zijn. Hiervoor is een veel grotere inzet van en samenwerking met bewoners vereist. Veel gemeenten vragen zich af hoe deze interactie vormgegeven kan worden. Gemeenten zoeken momenteel naar mogelijkheden en zijn aan het ontdekken hoe via aanpassingen in het fysieke afvalbeheersysteem, communicatie- en participatietrajecten bewoners kunnen worden aangespoord om te komen tot de gewenste verandering in gedrag cq motivatie om een zeer
Gemeente Amersfoort Peiling 4706961 pagina
18
hoge afvalscheidingsprestatie neer te zetten. Dit is op dit moment een zoektocht voor bijna alle gemeenten. Gemeente Horst aan de Maas (haalt nu al >95% scheiding) laat zien dat dit wel mogelijk is)!
Onderzoek naar inzamelstructuren, ontwikkelingen en innovaties in huishoudelijk afvalbeheer Gebaseerd op consultatie van 15 gemeenten
Resultaten onderzoek 1 Juni 2014 Gemeente Amersfoort
Tabel 1
Overzicht inzamelstrategieën laagbouw per gemeente (huidig en ontwikkelingen)
Strategie
Omgekeerd inzamelen Verlagen service en/of capaciteit restafval (bijv. lagere leegfrequentie, kleinere bak) Verhogen service en/of capaciteit te scheiden stromen (bijv. hoge leegfrequentie)
Diftar
Belonen afvalscheiding
Beïnvloedingsmethode Restafval aanbieden Gescheiden aanbieden Bewoners (financieel) onaantrekkelijk maken aantrekkelijk maken prikkelen Apeldoorn, ArnAlmere, Horst aan de hem, Venlo, Zwolle, Maas, Arnhem, ZwolUtrecht, Almere, Alle, Utrecht, Venlo, phen aan den Rijn Apeldoorn Almere, Emmen Horst aan de Maas, Emmen (“Afval Anders”), Alphen aan den Rijn Maastricht, Deventer, Apeldoorn, SittardGeleen, Horst aan de Maas Pijnacker-Nootdorp (“Afval loont”)
Samenvatting Achtergrond De gemeente Amersfoort streeft ernaar de bronscheiding van huishoudelijk afval te verbeteren. In het vastgestelde raadsvoorstel “Uitgangspunten Grondstoffenplan 2014-2020” zijn hiertoe de uitgangspunten neergelegd. Vervolgens is een raadsvoorstel opgesteld voor een nieuwe inzamelstructuur voor afval en grondstoffen. Hiervoor bleek in de raad onvoldoende draagvlak te zijn. De raad heeft verzocht om een nieuw raadsvoorstel en heeft daarvoor enkele randvoorwaarden aangegeven. Twee daarvan betreffen onderzoek te doen naar de ervaringen met betrekking tot afvalinzameling bij vergelijkbare gemeenten en het in kaart brengen van verwachte innovatie en ontwikkelingen binnen de afval- en grondstoffenketen. De resultaten van het onderzoek hiernaar staan in dit rapport.
De ambities en prestaties van gemeenten Landelijke doelstellingen vormen vaak de basis voor doelstellingen op gemeenteniveau. De landelijke doelstellingen zijn 65% afvalscheiding in 2015, oplopend naar 75% in 2020. In het kader van dit onderzoek zijn vijftien gemeenten uitvoerig geconsulteerd over hun afvalbeheer (referentiegroep). Uit de consultatie blijkt dat veel gemeenten hun eigen doelstellingen hebben voor afvalscheiding en restafvalreductie. De huidige prestaties en ambities verschillen sterk per gemeente. Gemiddeld komen deze in de referentie-groep neer op het verhogen van afvalscheiding met ongeveer 15% en een reductie van de hoeveelheid restafval van 45 kilo, te realiseren in de komende drie jaar.
Figuur 1
Figuur 1 Scheidingsprestaties en scheidingsdoelen van gemeenten in de geconsulteerde groep
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
Inzamelsystemen laagbouw Veel gemeenten hanteren inzamelsystemen die vergelijkbaar zijn met die van Amersfoort. Voor hoogbouw en laagbouw worden in vrijwel alle gemeenten verschillende systemen toegepast. Bij laagbouw is de inzameling aan huis van restafval, GFT en papier gebruikelijk. Veel gemeenten willen toe naar een situatie waarin scheiden aantrekkelijk wordt gemaakt en niet scheiden minder. Een aantal gemeenten heeft deze stap al gemaakt. Veel gemeenten doen hiertoe pilots. De verandering die al enkele jaren gaande is, is dat steeds meer gemeenten naast GFT en papier ook kunststof aan huis willen inzamelen. De ervaringen van gemeenten hiermee zijn overwegend positief: extra scheidingsresultaat, kostenreductie en tevreden bewoners. Tegelijkertijd met het aantrekkelijker maken van scheiding, wordt het aanbieden van restafval vaak onaantrekkelijker gemaakt. Dit wordt meestal gedaan door restafval minder frequent of zelfs helemaal niet meer aan huis in te zamelen. De meeste gemeenten kiezen bij laagbouw voor (een variant op) “omgekeerd inzamelen”. Ook worden enkele bijzondere systemen toegepast, zoals “Afval Anders” in Emmen en zeer intensieve aan huis inzameling in Horst aan de Maas. Alphen aan den Rijn begint binnenkort met een PMD+ systeem waarbij ondermeer plastic, metalen en drankenkartons met één inzamelmiddel ingezameld kunnen worden. Vijf gemeenten uit de referentiegroep hanteren een diftar systeem (Maastricht, Sittard-Geleen, Deventer, Apeldoorn en Horst aan de Maas).
juni 2014
3
Inzamelsystemen hoogbouw In vergelijking met de laagbouw is het aantal inzamelvarianten bij de hoogbouw over het algemeen beperkter. Vrijwel alle gemeenten signaleren dat het realiseren van afvalscheiding in de hoogbouw een complex vraagstuk is. De hoogbouwpercentages van de diverse gemeenten lopen uiteen en liggen (bij de gemeenten met meer dan 100.000 inwoners) tussen de 20% en 60%. Sommige gemeenten hebben vrijwel dezelfde voorzieningen voor de hoogbouw als de laagbouw. De gemeenten zamelen afval bij hoogbouw in met zakken, inpandige containers en vaak ook met (ondergrondse) verzamelcontainers. Bij meerdere gemeenten bestaat de behoefte om (met name voor het restafval) het aantal ondergrondse containers uit te breiden. De focus ligt vooral op de inzameling van restafval. Er zijn verschillende afwegingen genoemd om niet gescheiden in te zamelen bij hoogbouw, vaak praktisch van aard: (inpandig) ruimtegebrek, stank, hoge investeringen en lage kosteneffectiviteit. Naast restafval wordt er vaak slechts één andere stroom nabij om in het complex gescheiden ingezameld. Meestal is dit papier en soms plastic. Met name voor plastic is te zien dat gemeenten in toenemende mate ook inzamelvoorzieningen voor plastic creëren. Veel gemeenten zijn huiverig met de inzameling van GFT bij hoogbouw. Met name de diftar gemeenten bieden deze service wel aan. Ook voeren enkele gemeenten momenteel pilots uit met GFT bij hoogbouw.
Innovaties en ontwikkelingen Op tal van vlakken zijn ontwikkelingen gaande in het afvalbeheer. Van veel ontwikkelingen kan op dit moment nog onvoldoende worden aangegeven in hoeverre deze grote consequenties zullen hebben. Hoogwaardige nascheiding van restafval zal op middellange termijn (tot 2020) niet aan de orde zijn. De belangrijkste redenen hiervoor zijn dat de kosten van nascheiding hoog zijn in vergelijking met verbranden en dat de kwaliteit van de nagescheiden stromen een stuk lager is dan bij bronscheiding. Wel zijn er ontwikkelingen richting hoogwaardige(r) verwerkingstechnieken voor specifieke stromen als GFT (hoogwaardige toepassingen) en plastic (betere sorteertechnieken). Ook experimenteren gemeenten met “nieuw” te scheiden stromen, zoals drankenkartons en metalen, al dan niet via één inzamelmiddel. Om de vaak aanzienlijke ambities van gemeenten te realiseren, is geconstateerd dat alle gemeenten inzetten op verbetering van het scheidingsgedrag van haar bewoners. Veel ontwikkelingen in het vakgebied spelen hierop in, bijvoorbeeld verschuivingen naar inzamelsystemen die scheiding faciliteren, verleiden van bewoners via prijsprikkels of ondersteuning via ICT. Een andere belangrijke constatering is dat afval steeds meer (bestuurlijke) belangstelling geniet en dat afval niet meer als een alleenstaand maar als een ketenvraagstuk wordt gezien. De ontwikkelingen met betrekking tot de circulaire economie spelen hierin een belangrijke rol, maar ook de sterke verwevenheid met de kwaliteit van de openbare ruimte en sociale werkvoorziening.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
Conclusies De afvalprestaties van de gemeente Amersfoort liggen in lijn met landelijke gemiddelden. Veel gemeenten hebben de afgelopen jaren een eerste slag gemaakt in afvalscheiding. Deze eerste slag is veelal gemaakt door te sleutelen aan inzamelsystemen of de introductie van een prijsprikkel. Methoden als “omgekeerd inzamelen” en diftar laten zien dat met een omslag naar een dergelijk systeem (veelal binnen een jaar) een verhoging van de afvalscheiding van ordegrootte 10 tot 20% goed mogelijk is. Op basis van resultaten van andere gemeenten zou kunnen worden geconcludeerd dat een scheidingsresultaat richting 70% ook voor de gemeente Amersfoort haalbaar zou moeten zijn. Om tot een volgende slag te komen (richting volledig afvalloos), is een veel grotere inzet van en samenwerking met bewoners vereist. Veel gemeenten vragen zich af hoe deze interactie vorm gegeven kan worden. Via aanpassingen in het fysieke afvalbeheersysteem - gecombineerd met communicatie- en participatietrajecten – zoeken gemeenten naar mogelijkheden om bewoners tot de gewenste gedragsverandering aan te zetten en te motiveren tot een zeer hoge afvalscheidingsprestatie. Dit is op dit moment een zoektocht voor bijna alle gemeenten. Dat het mogelijk is laat gemeente Horst aan de Maas zien: daar wordt nu al meer dan 95% van het afval gescheiden ingezameld.
juni 2014
5
Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 9 2. Aanpak onderzoek 11 3. Doelstellingen van gemeenten 13 3.1 Landelijke doelstellingen 13 3.2 Gemeentelijke doelen voor Afvalscheiding 13 3.3 Overige doelen van gemeenten 15 4. Huidige prestaties gemeenten 17 4.1 Prestaties op hoofdlijnen 17 4.2 Prestaties per afvalstroom 19 4.3 Financiële prestaties 23
6. Innovaties en ontwikkelingen 35 6.1 Inzameling 35 6.2 Bewerking 41 6.3 ICT 45 6.4 Prikkels voor bewoners 47 6.5 Marktontwikkelingen 49 6.6 Beleidsontwikkelingen 51 7. Aandachtspunten en aanbevelingen
55
8. Conclusies 57
5. Inzamelsystemen in gemeenten 25 5.1 Huidige situatie 25 5.2 Ontwikkelingen in inzamelstructuur 27 5.3 Uitdagingen afvalbeheer komende jaren 31
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
juni 2014
7
1. Inleiding Achtergrond De gemeente Amersfoort streeft ernaar de bronscheiding van huishoudelijk afval te verbeteren. In het op 24 september 2013 vastgesteld raadsvoorstel “Uitgangspunten Grondstoffenplan 2014-2020” zijn hiertoe de uitgangspunten neergelegd voor het afvalbeheer voor de komende jaren: • inzetten op gedragsverandering bij bewoners, • daarbij een hoge service bieden voor gescheiden stromen en een lage service voor restafval, • dit moet 70% afvalscheiding opleveren in 2020 en Amersfoort moet afvalloos zijn in 2030, • hierbij dient een kostenverlaging van 15% te worden gerealiseerd.
1. Intensivering van voorlichting en bewustwording; 2. Stimuleren van initiatieven voor afvalpreventie; 3. Verzamelen van ervaringen en beweegredenen van bewoners via dialogen; 4. Verzamelen van ervaringen en beweegredenen van bewoners en gemeenten via onderzoek (Amersfoortpanel, aanvullend bewonersonderzoek in Amersfoort, landelijk onderzoek).
Vervolgens is een raadsvoorstel opgesteld voor een nieuwe inzamelstructuur voor afval en grondstoffen voor de gemeente Amersfoort. Op 14 januari 2014 bleek er onvoldoende steun te zijn voor dit raadsvoorstel. In de raadsinformatiebrief van 17 januari 2014 is daarom een aanpak geschetst om, rekening houdend met de wensen van de raad (de dialoog aan te gaan met de stad en investeren in voorlichting), in de zomer van 2014 te komen tot een nieuw raadsvoorstel. Het gesprek met de stad en het vergaren van informatie bestaat uit vier onderdelen:
Onderzoek naar praktijkervaringen en verwachte innovaties Half april 2014 heeft de gemeente Amersfoort Royal HaskoningDHV opdracht gegeven om onderdeel 4 uit te voeren. Royal HaskoningDHV levert de resultaten op in twee rapporten: 1. Rapport 1: resultaten van het onderzoek naar de ervaringen met betrekking tot afvalinzameling bij vergelijkbare gemeenten en verwachte innovatie binnen de afval- en grondstoffenketen. 2. Rapport 2: resultaten consultatie bewoners binnenstad Amersfoort.
In de op 4 maart aangenomen motie “Invulling kaders nieuw systeem afvalinzameling”, en als aanvulling daarop de beantwoording van de feitelijke vraag van GroenLinks, is verder afgekaderd hoe de raadsinformatiebrief geschetste aanpak uitgevoerd dient te worden.
Doelstelling De resultaten van het onderzoek moeten de basis vormen voor de besluitvorming binnen de gemeente Amersfoort rondom een nieuwe inzamelstructuur voor afval en grondstoffen voor de periode 2014 - 2020. Scope Dit rapport behelst een beschrijving van de resultaten van dit onderzoek. Een advies naar hoe de gemeente Amersfoort haar afvalbeheer zou moeten of kunnen inrichten maakt geen deel uit van dit onderzoek. In het kader van het onderzoek ligt de focus op “fijn afval” (afval dat in de stad wordt ingezameld). Grof vuil inzameling maakt slechts beperkt deel uit van dit onderzoek.
Dit rapport betreft rapport 1.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
juni 2014
9
Tabel 2.1 Overzicht van geconsulteerde gemeenten
Naam gemeente
Argumentatie keuze voor deze gemeente
Maastricht
Best scheidende diftar gemeente (68%) in referentiegroep
Venlo
Best scheidende niet diftar gemeente (65%) in referentiegroep
Sittard-Geleen
Goed scheidende diftar gemeente (64%) in referentiegroep
Apeldoorn
Goed scheidende diftar gemeente (62%) in referentiegroep
Eindhoven
Goed scheidende grote gemeente zonder diftar in referentiegroep
Deventer
Heeft in 2013 scheidingsresultaat met 15% (‘procentpunt’) verbeterd
Almere
Heeft ambitie om in 2020 restafval te beperken tot 50 kg/inw
Zwolle
ROVA gemeente; voert diverse pilots uit met inzamelsystemen
Utrecht
Gemeente in provincie Utrecht; voert diverse pilots uit
Arnhem
Bewoners hebben gekozen voor systeem “omgekeerd inzamelen”
Den Bosch
Zamelt veel tuinafval in, maar geen GFT
Groningen
Veel ervaring met ondergrondse containers en nascheiding restafval
Alphen aan den Rijn
Wil experimenteren met PMD+ systeem
Pijnacker-Nootdorp
Had beloningssysteem voor gescheiden brengen van 4 afvalstromen
Horst aan de Maas
Gemeente in NL met minste restafval (ca 20 kg/inw)
Figuur 2.1 Ontwikkelingen in afvalbeheer
2. Aanpak onderzoek De aanpak van dit onderzoek kent vier stappen: 1. Samenstellen referentiegroep en benchmarken resultaten binnen deze groep; 2. Selecteren van 15 interessante gemeenten en deze nader consulteren; 3. Inzichtelijk maken van trends, ontwikkelingen en innovaties in het afvalbeheer; 4. Rapporteren van de bevindingen. 1. Benchmark met vergelijkbare gemeenten in startdocument Om de huidige inzamelstructuren en ontwikkelingen daarin goed in beeld te brengen, is allereerst een referentiegroep samengesteld met gemeenten die op basis van twee criteria vergelijkbaar zijn met Amersfoort. Van deze gemeenten zijn enkele belangrijke kenmerken met betrekking tot afvalbeheer in beeld gebracht (scheidingsresultaat, inzamelsystemen en ingezamelde hoeveelheden). De twee gebruikte selectiecriteria zijn: 1. Stedelijkheidsklasse: De gemeente Amersfoort heeft stedelijkheidsklasse 2. Om te komen tot een goede referentiegroep worden gemeenten beschouwd uit dezelfde stedelijkheidsklasse en daarnaast één klasse hoger en één lager. 2. Inwoneraantal: De gemeente Amersfoort heeft ruim 150.000 inwoners. Binnen de referentiegroep van gemeenten met stedelijkheidsklasse 1, 2 en 3 worden gemeenten meegenomen die maxi-
maal grofweg 50.000 inwoners meer of minder hebben dan de gemeente Amersfoort. In de referentiegroep zitten dus gemeenten met ongeveer 100.000 tot 200.000 inwoners. De referentiegroep bevat 25 gemeenten. De belangrijkste kenmerken en prestaties van deze groep zijn uitgebreid beschreven in het startdocument dat Royal HaskoningDHV in het kader van deze opdracht eind april heeft opgeleverd. 2. Consultatie 15 interessante gemeenten Uit de hierboven genoemde referentiegroep is een selectie gemaakt van gemeenten die - nog meer dan de andere - interessant zijn om nader te onderzoeken. Gemeenten die interessant zijn, kunnen bijvoorbeeld goed presteren binnen de referentiegroep of bijzondere inzamelsystemen hanteren. Naast de gemeenten uit de referentiegroep zijn ook enkele “bijzondere” gemeenten geselecteerd. De systematiek die deze gemeenten hanteren, zou ook interessant kunnen zijn voor de gemeente Amersfoort. In onderstaande tabel staan de gemeenten waarvan de aanpak voor afvalbeheer nader is onderzocht. Ook is aangegeven waarom voor een specifieke gemeente is gekozen. Van deze groep zijn de afvalprestaties in beeld gebracht (zie hoofdstuk 4). Deze gemeenten zijn uitgebreid telefonisch geconsulteerd (interview van circa één tot anderhalf uur). Ook is van deze gemeenten achtergrondinformatie verzameld.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
3. Overzicht trends, ontwikkelingen en innovaties Om een keuze te kunnen maken voor een inzamelstructuur, moet rekening worden gehouden met waarschijnlijke toekomstige ontwikkelingen. Daarom zijn trends, ontwikkelingen en innovaties in afvalbeheer en inzamelstructuren in kaart gebracht. Hierbij zijn diverse aspecten in kaart gebracht (zie figuur 2.1). Ontwikkelingen in deze aspecten tezamen zullen naar verwachting de komende jaren een grote impact hebben op de wijze waarop het afvalbeheer in gemeenten zal worden ingericht. Trends, ontwikkelingen en innovaties zijn op basis van vier bronnen in kaart gebracht: 1. Informatie verzameld via de consultatie van gemeenten. 2. Achtergrondinformatie (rapporten en andere documenten) van de geconsulteerde gemeenten. 3. Informatie uit eerder door RHDHV uitgevoerde projecten. 4. Aanvullend bureauonderzoek naar trends, ontwikkelingen en innovaties. 4. Bevindingen in dit rapport In dit rapport staan de bevindingen van de hiervoor genoemde onderzoeken. De bevindingen betreffen een (feitelijke) beschrijving van de resultaten en de conclusies die daaruit getrokken kunnen worden.
juni 2014
11
Tabel 3.1 Overzicht prestaties en doelen gemeenten afvalscheiding en restafval
Naam gemeente
Scheidingspercentage 2013/2014
Scheidingspercentage doel
Hoeveelheid 2013/2014 (in kg restafval/inw)
Hoeveelheid doel (in kg restafval/inw)
Jaartal realisatie doel
Maastricht
68%
70%
144
?
?
Venlo
69%
?
148
100
2016
Sittard-Geleen
64%
75%
Landelijk
Landelijk
Landelijk
Apeldoorn
64%
?
145
?
?
Emmen
54%
65%
260
?
2015
Deventer
68%
n.t.b.
114
150
2014
Almere
56%
90%
195
50
2020
Zwolle
45%
60%
230
183
2015
Utrecht
43%
n.t.b.
214
Ntb
Ntb
Arnhem
44%
52%
246
209
2016
Den Bosch
53%
?
215
150
2017
Groningen
53% (nascheiding)
?
219
?
2015
Alphen aan den Rijn
47%
60%
245
190
2015
Pijnacker-Nootdorp
49%
75%
225
100
2020
Horst aan de Maas
90%
100%
22
?
?
Gemiddelde
58%
72%
179
135
2016
Amersfoort
51%
70%
223
Ca 140 kg
2020
3. Doelstellingen van gemeenten 3.1 Landelijke doelstellingen Landelijke doelstellingen vormen vaak de basis voor doelstellingen op gemeenteniveau. De doelstellingen van de Rijksoverheid met betrekking tot afvalbeheer zijn te vinden in het Landelijk AfvalbeheerPlan (LAP2), de Afvalbrief van staatssecretaris Atsma uit 2011 en de VANG-brief van staatssecretaris Mansveld uit 2014. In deze laatste brief staat dat het kabinet de ambitie heeft om te komen tot 75% scheiding van huishoudelijk afval in 2020 (voor alle gemeenten gezamenlijk) en uiteindelijk (op langere termijn) zelfs richting 100%.
Uit het verschil tussen de huidige praktijk (anno 2012 wordt, gemiddeld over alle Nederlandse gemeenten, ruim 50% scheiding gerealiseerd) en de doelstellingen (65% in 2015 en 75% in 2020) blijkt dat er op korte termijn veel moet gebeuren. Uit figuur 3.1 blijkt dat dit geen gemakkelijke opgave zal zijn: De afgelopen jaren ligt het scheidingspercentage zowel gemiddeld in Nederland als in Amersfoort rond de 50%. Er zal een transitie moeten plaatsvinden om de sprong naar 65% te maken in 2015 en naar 75% in 2020. Dit betekent automatisch de introductie van nieuwe innovatieve manieren van inzamelen en een andere benadering van het afvalvraagstuk.
Figuur 3.1
Figuur 3.1 Scheidingspercentages huishoudelijk afval in NL en Amersfoort en doelstellingen 2015 en 2020
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
3.2 Gemeentelijke Doelen voor afvalscheiding Veel gemeenten hebben in hun eigen beleid invulling gegeven aan de landelijke doelstellingen. In tabel 3.1 staat een overzicht van de doelstellingen die de gemeenten hanteren die in het kader van dit onderzoek geconsulteerd zijn. Belangrijke referentiepunten voor de gemeenten om hun doelstellingen te bepalen zijn de landelijk gemiddelden en hoe zij als gemeente presteren ten opzichte van andere gemeenten (in hun stedelijkheidsklasse). De gemeenten Maastricht, Apeldoorn en Venlo presteren zeer goed, met een scheidingspercentage hoger dan 64%. Dit percentage is slechts één benchmark. Deze drie gemeenten geven tegelijkertijd aan dat gemeten hoeveelheid restafval per inwoner per jaar belangrijker is. Hieronder een klein overzicht. Uit de consultatie is gebleken dat sommige gemeenten een scheidingsdoel hebben en andere een doel met betrekking tot de maximale hoeveelheid restafval. Niet van alle gemeenten hebben we de doelstellingen kunnen achterhalen. Uit de tabel kan geconcludeerd worden dat gemeenten de komende jaren een slag willen maken met betrekking tot verhoging van afvalscheiding: van 58% naar 72%. Dit moet gerealiseerd worden in (gemiddeld) 2016. De consequenties voor restafval zijn dat de hoeveelheid per inwoner moet dalen van (gemiddeld) 179 kg in 2013/2014 naar 135 kg in 2016.
juni 2014
13
Tabel 3.2 Doelstellingen per stroom Arnhem
Tabel 3.3 Doelstellingen Alphen aan den Rijn
Arnhem
Realisatie in 2011
Doelstelling 2016
Doelstelling 2020
Restafval
247
209
163
Grofvuil
57
54
49
GFT
60
65
74
Oud papier
42
57
70
Kunststof
5
13
22
Glas
19
21
23
Overige
120
123
130
Hergebruik %
44%
52%
60%
Alphen ad Rijn
Doelstelling 2015
Restafval
daling van 13 % van het restafval
Grofvuil
teruggang van 15 % grof restafval
GFT
inzamelen van 25 % meer GFT-afval
Oud papier
inzamelen van 20 kg meer oud papier
Kunststof
inzamelen van 5 kg per inwoner
Kringloopgoederen
inzamelen van 5 kg per inwoner
3.3 Overige doelen van gemeenten Naast doelen op gebied van scheiding en restafvalhoeveelheid hebben gemeenten ook andere doelen wat afvalbeheer betreft. Uit de consultatie is naar voren gekomen dat deze doelen betrekking hebben op: - Doelstellingen in breder kader - Doelstellingen per specifieke afvalstroom - Financiële doelstellingen - Service doelstellingen - Doelstellingen in relatie tot andere beleidsterreinen Doelstellingen in breder kader Gemeente Zwolle, Apeldoorn en Sittard-Geleen plaatsen expliciet afvalbeheer in een groter kader van circulaire economie en het terugwinnen van grondstoffen. Doelstellingen per specifieke afvalstroom Sommige gemeenten hebben ook doelstellingen per afvalstroom benoemd. De gemeente Venlo wil bijvoorbeeld vanaf 2019 20 kg elektrische apparatuur per huishouden per jaar inzamelen. Dit sluit aan bij landelijke doelstellingen. Ook Arnhem en Alphen aan den Rijn hanteren doelstellingen per afvalstroom. Deze dienen ter ondersteuning van de hoofddoelstellingen. Financiële doelstellingen Gemeenten hebben ook financiële doelstellingen. De gemeente Apeldoorn geeft aan dat voor haar de randvoorwaarde is dat het afvalbeheer niet duurder wordt. De gemeente Maastricht heeft kostenverlaging op de zakken voor restafval kunnen doorvoeren dankzij efficiency-winst. Andere financiële doelstelling is het afsluiten van gunstige contracten met afvalverwerkers. Dit is o.a. belangrijk voor Sittard-Geleen die samen met andere gemeenten in de regio aanbestedingen uitzet.
Service doelstellingen Verder hebben de gemeenten enkele servicegerelateerde doestellingen benoemd. Deze doelstellingen zijn vaak gekoppeld aan het tevredenheidsonderzoek dat (meestal tweejaarlijks) wordt uitgevoerd per gemeente. Apeldoorn heeft als minimum vereiste een rapportcijfer 7 en ook de gemeente Maastricht probeert haar hoge score te handhaven. Gemeente Utrecht wil met het nieuwe inzamelen vooral inzetten op een serviceverbetering tegen gelijke kosten. Door grondstoffen een hoge service te geven moet de inzameling hiervan eenvoudiger en beter gewaardeerd worden door de inwoners. Arnhem heeft de algemene doelstelling om het serviceniveau te verbeteren. Doelstellingen in relatie tot andere beleidsterreinen Tot slot raakt ‘afval’ ook aan andere doelstellingen van de gemeente. Een voorbeeld hiervan is de kwaliteit van de openbare ruimte. Op dit onderwerp komen de gemeentelijke ambities rondom beeldkwaliteit, duurzaamheid, kostenreductie, integraal werken, de rol van de regisserende gemeente en regionale samenwerking samen.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
juni 2014
15
Figuur 4.1 Scheidings-percentage totaal
Figuur 4.3 Scheidings-percentage grof afval
Figuur 4.2 Scheidings-percentage fijn afval
Figuur 4.4 Totale hoeveelheid afval (in kg per inwoner per jaar)
4. Huidige prestaties gemeenten Op basis van CBS gegevens uit 2012 zijn de afvalbeheer prestaties van de gemeenten in de referentiegroep in beeld gebracht. De volgende prestaties worden per paragraaf in dit hoofdstuk beschreven: 4.1 Prestaties van gemeenten op hoofdlijnen 4.2 Prestaties per (gescheiden) afvalstroom 4.3 Financiële prestaties Uit de consultatie is naar voren gekomen dat sommige gemeenten sinds 2013 een behoorlijke slag hebben gemaakt, ondermeer door wijziging van de inzamelstructuur. Dit geldt bijvoorbeeld voor de gemeenten Deventer en Almere.
4.1 Prestaties op hoofdlijnen Scheidingsprestaties In de grafieken op pagina 16 zijn van de referentiegemeenten en van Amersfoort de scheidingsprestaties weergegeven voor het totaal aan afval, fijn afval en grof afval. De cijfers hebben betrekking op 2012. Uit Figuur 4.1 blijkt dat alleen Horst aan de Maas al de doelstellingen haalt die Amersfoort zichzelf stelt (meer dan 70% scheiding in 2020). Ook blijkt uit de figuur dat de gemeenten met een diftar systeem (groene gemeenten) tot de best scheidende gemeenten behoren. Evenzo scoren enkele gemeenten zonder diftar systeem, zoals Venlo en Emmen goed. De slechtst scheidende gemeenten (Utrecht en Groningen) hebben stedelijkheidsklasse 1 en hebben het hoogste hoogbouwpercentage van de referentiegroep. Sommige gemeenten hebben sinds 2012 in één jaar tijd een behoorlijke slag gemaakt naar een hoger scheidingspercentage (Deventer van 53% naar 58% en Almere van 50% naar 56%). Hierop wordt later in het rapport dieper ingegaan. Figuur 4.2 laat zien dat de scheidingspercentages tussen de best (Horst aan de Maas met 91%) en slechtst scheidende gemeente (Utrecht met 27%) meer dan een factor 3 uit elkaar liggen. Amersfoort scoort met 40% scheiding gemiddeld in de referentiegroep. De slechtst scheidende gemeente Utrecht heeft een stedelijkheidsklasse 1 en het hoogste hoogbouwpercentage van de referentiegroep.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
De scheidingspercentages voor grof afval liggen een stuk dichter bij elkaar dan voor fijn afval (zie Figuur 4.3). Dit komt voor een groot deel doordat de gemeenten hier meer grip op hebben, ondermeer via de inrichting van de milieustraat(en). Ook hier is te zien dat gemeenten met diftar beter scoren, al liggen de resultaten erg dicht bij elkaar. Dit komt mogelijk doordat het aanbod kleiner is, omdat voor aanlevering van grof afval op milieustraten betaald moet worden. Amersfoort scoort met 76% scheiding gemiddeld in de referentiegroep. Totale hoeveelheid afval In Figuur 4.4 is de totale hoeveelheid afval per gemeente weergegeven. Deze ligt tussen de circa 400 en 670 kg per inwoner per jaar. De hoeveelheid aangeboden afval in Amersfoort is de op twee na hoogste in de referentiegroep. De hoeveelheid fijn afval per inwoner vertoont tussen de gemeenten relatief weinig verschil. Alleen de gemeente Horst aan de Maas vormt hierop een uitzondering. Amersfoort scoort met 378 kg gemiddeld. De hoeveelheid grof afval verschilt veel meer: van 59 kg (Pijnacker-Nootdorp) tot 159 kg (Amersfoort) en zelfs 444 kg in Horst aan de Maas.
juni 2014
17
Figuur 4.5 Hoeveelheid restafval (in kg per inwoner per jaar)
Figuur 4.6 Hoeveelheid GFT (in kg per inwoner per jaar)
Figuur 4.7 Hoeveelheid oud papier en karton (in kg per inwoner per jaar)
4.2 Prestaties per afvalstroom 4.2.1 Hoeveelheid restafval De hoeveelheid restafval per inwoner in de referentiegroep ligt tussen de 21 en 260 kg per inwoner per jaar. Het enorme verschil wordt vooral veroorzaakt door de zeer goed scheidende gemeente Horst aan de Maas (de gemeente in Nederland met het minste restafval). Vooral de diftar gemeenten scoren alle laag. De gemiddelde hoeveelheid restafval bedraagt 209 kg/ inw. De hoeveelheid in Amersfoort is met 223 kg/inw iets bovengemiddeld.
4.2.2 Hoeveelheid GFT De hoeveelheid gescheiden ingezameld GFT varieert sterk per gemeente: van 32 kg per inwoner in Utrecht tot 145 kg in Emmen. In de gemeente Den Bosch wordt vrijwel nergens GFT aan huis ingezameld (alleen in kleine kernen). Wel wordt daar veel tuinafval ingezameld (77 kg per inwoner). In Horst aan de Maas wordt alleen keukenafval opgehaald (GF-fractie). Het tuinafval (Tfractie) wordt via bladkorven opgehaald (385 kg/inw per jaar). Er zijn verschillende oorzaken die bepalend zijn voor het scheidingsresultaat. Een belangrijke oorzaak is het percentage hoogbouw en de grootte van de tuinen in de laagbouw. In gemeenten met hoge hoogbouwpercentages en hoge stedelijkheidsklasse is het inzamelresultaat over het algemeen lager. Voorbeelden zijn Utrecht en Groningen. Gemeenten met een diftar systeem scoren over het algemeen iets beter op GFT. Een belangrijk onderscheid is echter wel te maken in diftar gemeenten waar GFT gratis kan worden aangeboden (zoals in Apeldoorn) en waarvoor voor het aanbieden van GFT betaald moet worden. De gemeente Amersfoort scoort met 70 kg per inwoner per jaar gemiddeld. Uit de resultaten van de sorteeranalyse blijkt dat er nog 54 kg GFT in het restafval zit. Er is dus nog potentieel voor Amersfoort om de GFT-scheiding te optimaliseren.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
4.2.3 Hoeveelheid oud papier en karton De gemiddelde ingezamelde hoeveelheid papier per inwoner binnen de groep geconsulteerde gemeenten ligt op 64 kg. Vooral de diftar gemeenten scoren goed op de hoeveelheid gescheiden ingezameld oud papier en karton (groen in figuur). Ook is te zien dat in gemeenten waarbij papier bij laagbouw aan huis wordt ingezameld meer per inwoner oplevert dan gemeenten waar alleen met verzamelcontainers wordt ingezameld (Groningen, Arnhem en Utrecht). In Pijnacker-Nootdorp (ook verzamelcontainers) liep in 2012 de proef “Afval loont” waarbij bewoners betaald kregen voor het aanleveren van papier. Dit zorgde voor een toename van ca. 10 kg per inwoner per jaar. De gemeente Amersfoort scoort met 54 kg per inwoner iets onder het groepgemiddelde. Als de diftar gemeenten buiten beschouwing worden gelaten, scoort Amersfoort gemiddeld. Uit de resultaten van de sorteeranalyse blijkt dat er nog 33 kg papier in het restafval zit. Er is dus nog potentieel voor Amersfoort om papierscheiding te verbeteren.
juni 2014
19
Figuur 4.8 Hoeveelheid kunststof (in kg per inwoner)
Figuur 4.9 Hoeveelheid glas (in kg per inwoner)
4.2.4 Hoeveelheid kunststof De kunststofinzameling is in veel gemeenten pas in 2010 opgestart. Het gescheiden inzamelen van kunststof is daarmee een relatief nieuwe ontwikkeling voor burgers en gemeenten. Het belang van het scheiden van kunststof van ander huishoudelijk afval begint door te dringen. Veel gemeenten zijn nog zoekende naar de beste manier van inzamelen van deze soort afval. Hierin zijn veel ontwikkelingen gaande. De meeste gemeenten zijn begonnen met bovenof ondergrondse verzamelcontainers. Resultaten tot op heden hebben uitgewezen dat met huis aan huis inzameling significant betere resultaten worden bereikt. Onder andere de resultaten in Horst aan de Maas (zak), Venlo (duobak voor restafval en plastic), Sittard-Geleen (zak) en Almere (minicontainer) laten dat zien. Ook blijkt kunststofinzameling de hoeveelheid restafval stevig te kunnen verminderen, omdat dit een volumineuze stroom is. Dit maakt dat ook in diftar gemeenten goede resultaten worden geboekt. In Groningen wordt kunststof via nascheiding uit het restafval gesorteerd. Dit levert een nagescheiden hoeveelheid kunststof op van ongeveer 12 kg per inwoner.
4.2.5 Hoeveelheid glas Alle gemeenten maken voor de inzameling van verpakkingsglas gebruik van verzamelcontainers. Gemiddeld wordt 23 kg per inwoner ingezameld. Ten opzichte van de andere stromen is de spreiding in het resultaat relatief beperkt (tussen 14 en 32 kg). De mate van stedelijkheid lijkt relatief weinig invloed te hebben op de grootte van de afvalstroom. De gemeenten met een diftarsysteem zamelen een bovengemiddelde hoeveelheid glas in per inwoner. Veel gemeenten, die door Royal HaskoningDHV in een eerder stadium werden geconsulteerd, hebben aangegeven dat er een mate van vervuiling in de gegevens voor glas zit. Dit komt doordat de horeca ook vaak gebruik maakt van de openbare glas verzamelcontainers. In gemeenten met een relatief sterke horeca sector, kan dit een bovengemiddeld resultaat mede verklaren.
4.2.6 Hoeveelheid textiel De hoeveelheden gescheiden ingezameld textiel verschillen relatief sterk. Dit komt waarschijnlijk mede vanwege de veelheid aan partijen (liefdadigheidsinstellingen) die hierbij betrokken zijn en de wijze van registratie. De absolute hoeveelheid - en daarmee de bijdrage aan de vermindering van het overblijvende restafval - is echter beperkt. Toch is het een soort afval waar vrij veel aandacht aan wordt besteed. Tot nu toe was de gescheiden inzameling sterk gericht op herbruikbare kleding. Naarmate er meer mogelijkheden voor recycling tot op vezelniveau toe ontstaan, en er meer informatie beschikbaar komt over de sociale - en milieueffecten in de textielketen, wordt er meer aandacht aan scheiding besteed. Deze vorm is echter nog niet in de cijfers van 2012 te zien.
Figuur 4.10 Hoeveelheid textiel (in kg per inwoner)
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
juni 2014
21
Figuur 4.12 & 4.13 Gemiddelde afvalstoffenheffing per huishouden en inwoner in 2012 (bron: CBS)
4.3 Financiële prestaties Type afvalstoffenheffing Uit figuur 4.11 blijkt dat de meeste gemeenten in de referentiegroep (59%) de afvalstoffenheffing baseren op het aantal personen waaruit een huishouden bestaat. 27% van de gemeenten uit de referentiegroep hanteert een sterkere mate van kostendifferentiatie: een diftar systeem. Het gaat hierbij om vier type diftar systemen. Het meest toegepaste systeem is het systeem gebaseerd op “volume”. Hierbij gaat het alleen om de grootte van de restafval container: bij een grotere container moet er een hoger tarief worden betaald. Ook combinatiesystemen komen voor. Sinds 2013 past Deventer ook een diftar systeem toe. Dit is nog niet in de bovenstaande figuur verwerkt. Hoogte afvalstoffenheffing In figuren 4.12 en 4.13 is de hoogte van de afvalstoffenheffing weergegeven (peiljaar 2012). Uit figuur 4.12 blijkt dat de hoogte van de afvalstoffenheffing behoorlijk verschilt per gemeente. Bij de meeste gemeenten ligt het tarief per gemiddeld huishouden ordegrootte tussen de € 200,- en € 250,per jaar. Het verschil tussen het laagste tarief (Horst aan de Maas) en het hoogste tarief (Almere) is ongeveer 100%. Het gemiddelde is € 224,-. Het gemiddelde tarief in Amersfoort ligt met € 196,- ruim 10% lager. Per inwoner bezien ligt het tarief gemiddeld op € 107,- per inwoner per jaar. Ook hier zit Amersfoort met € 86,ruim onder.
Figuur 4.11 Type afvalstoffenheffing van gemeenten in referentiegroep in 2013
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
juni 2014
23
5. Inzamelsystemen in gemeenten 5.1 Huidige situatie 5.1.1. Inzamelsystemen laagbouw Omgekeerd inzamelen Meerdere gemeenten hebben gekozen voor inzamelsystemen voor de laagbouw gebaseerd op het principe “omgekeerd inzamelen” en zijn bezig met de implementatie of hebben die inmiddels afgerond. Dit geldt bijvoorbeeld voor de gemeenten Zwolle en Almere. Enkele gemeenten voeren hier op dit moment pilots mee uit, waaronder Utrecht en Apeldoorn. In laatstgenoemde gemeente bleek in de raad onvoldoende draagvlak te zijn om omgekeerd inzamelen direct gemeentebreed in te voeren. Sommige gemeenten proberen hier met hun huidige afvalsysteem op voor te sorteren. Een goed voorbeeld hiervan is de gemeente Zwolle. Zij heeft drie containers aan huis, namelijk een grijze, groene en blauwe. De grijze container wordt in de nieuwe situatie van omgekeerd inzamelen voortaan gebruikt voor het plastic. Venlo wil een soortgelijke overgang maken. Deze gemeente heeft gekozen voor duobakken voor de laagbouw, waarmee sinds 2010 plastic en restafval wordt opgehaald. In 2016 wil zij overgaan op omgekeerd inzamelen. Dit betekent dat de duobak later alleen nog voor plastic en blik wordt ingezet. Hiermee zal in de tweede helft van 2014 een proef worden gedaan.
Inzamelen in het buitengebied De gemeente Venlo bestaat uit meerdere kleine kernen met relatief grote buitengebieden. Het op peil houden van het voorzieningenniveau is hierdoor niet altijd even gemakkelijk. In verband met de loopafstand zullen er in Venlo in totaal 150 extra ondergrondse containers worden bijgeplaatst. De gemeente Pijnacker-Nootdorp ziet ook een probleem ontstaan met omgekeerd inzamelen in haar buitengebied. Een andere oplossing in het buitengebied is een vierde container (voor plastic). Hiervoor heeft o.a. de gemeente Apeldoorn gekozen. De gemeente Zwolle zag hier juist weer van af, omdat de vierde container in haar ogen weer teveel ruimte in beslag nam. De gemeente Den Bosch voert hier op dit moment een pilot mee uit. Afwijkende inzamelsystemen De gemeente Den Bosch kiest voor huis-aan-huis inzameling van papier middels een minicontainer of speciaal papierkratje dat vierwekelijks wordt opgehaald. In Den Bosch wordt met de ‘groene’ minicontainer geen GFT opgehaald, maar slechts de ‘T’: het tuinafval. Het groente- en fruitafval dient gewoon in de minicontainer van het restafval te worden te worden gedeponeerd. Horst aan de Maas is de best scheidende gemeente in Nederland en heeft en uniek inzamelsysteem. Veel te scheiden stromen worden aan huis opgehaald (o.a.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
voedselafval, luiers, plastic, blik, drankenkartons, papier, metalen) Ook Horst aan de Maas zamelt ‘GF’ en ‘T’ niet gezamenlijk in, maar houdt tuinafval en keukenafval apart. Hier mogen ook luiers bij. Tuinafval wordt ingezameld in korven (1.200 stuks in de gemeente) en verwerkt tot groencompost. Keukenafval wordt twee keer per week aan huis ingezameld in kleine emmers (10 of 25 liter). Het keukenafval wordt vergist - wat biogas oplevert – en nagecomposteerd. In Emmen (en Hoogeveen en Coevorden) wordt met de methodiek “Afval Anders” geëxperimenteerd. Bij Afval Anders ontvangen inwoners een derde container voor het aan huis scheiden van plastic verpakkingen. Tevens verandert de inzamelfrequentie voor restafval, GFT-afval en kunststofverpakkingen van eens per twee naar eens per drie weken. Op verzoek wordt gratis een tweede gft-container verstrekt. Ook wordt bij Afval Anders in de winkelcentra een sorteerstraat aangelegd. Deze ‘straat’ bestaat uit ondergrondse containers voor glas, papier, kunststofverpakkingen en textiel. Daarnaast is er een recyclezuil voor batterijen, spaarlampen, inktcartridges, cd’s/dvd’s, kleine elektrische apparaten en (mobiele) telefoons. In Groningen wordt kunststof niet gescheiden ingezameld. Bij Attéro wordt het kunststof nagescheiden uit het Groningse restafval. Het resultaat (2013) bedroeg 12 kg per huishouden.
juni 2014
25
Tabel 5.1
Overzicht inzamelstrategieën in de huidige en toekomstige situatie
Strategie Omgekeerd inzamelen
Verlagen service en/of capaciteit restafval (bijv. lagere leegfrequentie, kleinere bak) Verhogen service en/of capaciteit te scheiden stromen (bijv. hoge leegfrequentie) Diftar
Beïnvloedingsmethode Restafval aanbieden onaan- Gescheiden aanbieden aantrekkelijk maken trekkelijk maken Apeldoorn, Arnhem, Venlo, Almere, Zwolle, Utrecht, Almere, Horst aan de Maas, ArnAlphen aan den Rijn hem, Zwolle, Utrecht, Venlo, Apeldoorn
Bewoners (financieel) prikkelen
Almere, Emmen
Horst aan de Maas, Emmen, Alphen aan den Rijn
Maastricht, Deventer, Apeldoorn, SittardGeleen, Horst aan de Maas
Belonen afvalscheiding
Pijnacker-Nootdorp
5.1.2 Inzamelsystemen hoogbouw In vergelijking met de laagbouw is het aantal inzamelvarianten bij de hoogbouw over het algemeen beperkter. Ook signaleren vrijwel alle gemeenten dat het realiseren van afvalscheiding in de hoogbouw een complex vraagstuk is. Sommige gemeenten, zoals Maastricht, hebben vrijwel dezelfde voorzieningen voor de hoogbouw als de laagbouw. Gescheiden fracties kunnen daar naar de ca 60 milieuperrons worden gebracht. Daar kunnen papier en karton, wit en bont glas, kunststof verpakkingen, blik en drankkartons worden aangeboden. De hoogbouwpercentages van de diverse gemeenten lopen uiteen en liggen (bij de gemeenten met meer dan 100.000 inwoners) tussen de 25% (in Apeldoorn) en 60% (Maastricht). De gemeenten zamelen afval bij hoogbouw in met zakken, inpandige containers en vaak ook met (ondergrondse) verzamelcontainers. Bij meerdere gemeenten bestaat de behoefte om (met name voor het restafval) het aantal ondergrondse containers uit te breiden. Argumentatie om (niet) te scheiden bij hoogbouw De mogelijkheden om verschillende afvalstromen gescheiden aan te bieden zijn vaak beperkt. Naast het restafval lijkt er over het algemeen te worden gekozen voor één andere afvalstroom nabij de hoogbouwwoningen. In Venlo zijn bijvoorbeeld ook ondergrondse containers voor plastic geplaatst en in de gemeente Zwolle is dit gedaan voor papier. Utrecht kiest voor de combinatie van papier en plastic. Andere afwegingen om niet gescheiden in te zamelen zijn vaak praktisch van aard. Er is sprake van inpandig ruimtegebrek, stank, hoge investeringen om de benodigde inzamelvoorzieningen aan te brengen en onvoldoende zicht op kosteneffectiviteit.
GFT bij hoogbouw In Nijmegen, Maastricht, Apeldoorn en Deventer is ook gekozen om GFT bij hoogbouw in te zamelen. In Apeldoorn en Deventer kunnen hoogbouwbewoners met voldoende ruimte een GFT minicontainer krijgen. Ook kan daar een GFT container in een gezamenlijke ruimte worden geplaatst. In Maastricht hebben hoogbouwbewoners een 25 liter GFT-emmer die wekelijks wordt geleegd. In Nijmegen staan verzamelcontainers. Vanwege diftar hebben bewoners in deze gemeenten ook een financiële prikkel om te scheiden (GFT aanbieden is gratis). De andere gemeenten hebben juist afgezien van GFT inzameling bij de hoogbouw, vaak omdat de verwachte opbrengst en kwaliteit van het GFT niet opweegt tegen de benodigde investeringen of exploitatiekosten. Omdat GFT in vrijwel alle gemeenten een groot aandeel in het restafval vormt, zal op termijn gescheiden GFT inzameling wel noodzakelijk zijn om de doelstellingen (zie H3) te halen. Enkele gemeenten (waaronder Almere) denken daarom na hoe GFT inzameling wel gebruiksvriendelijk en kosteneffectief in de hoogbouw kan plaatsvinden.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
5.2 Ontwikkelingen in inzamelstructuur 5.2.1 Inzet en strategieën van gemeenten Vrijwel alle Nederlandse gemeenten streven naar verbetering van afvalscheiding door de bewoners en naar vermindering van de hoeveelheid restafval. Om deze doelstellingen te realiseren tekenen zich enkele strategieën af. Tabel 5.1 geeft een overzicht van de strategieën met betrekking tot inzamelsystemen die de geconsulteerde gemeenten op dit moment toepassen of in de toekomst willen gaan toepassen om afvalscheiding te verbeteren c.q. de hoeveelheid restafval te beperken. Veel gemeenten passen een combinatie van systemen toe. Er zijn ook gemeenten die op dit moment nog geen strategie toepassen of aangegeven hebben plannen daartoe te hebben. Niet alle gemeenten zijn al zover dat ze een bepaalde strategie hanteren om de hoeveelheid restafval te verminderen c.q. scheiding te verhogen. Dat geldt op dit moment bijvoorbeeld ook voor de gemeente Amersfoort. Voor de gemeenten Pijnacker Nootdorp (belonen afvalscheiding is inmiddels gestopt), Utrecht, Den Bosch en Groningen is dat eveneens het geval. 5.2.2 Pilot projecten GFT inzameling hoogbouw Keukenafval (GFT) in de hoogbouw krijgt zowel in Venlo als Den Bosch momenteel veel aandacht. Beide gemeenten voeren op dit moment een proef uit met biologisch afbreekbare zakjes. Venlo doet deze proef in het kader van een eerdere Green Deal in samenwerking met Attéro. Hiervoor zal ook een verwerkingsinstallatie gebouwd worden in het eerste kwartaal van 2015, zodat gestart kan worden in het tweede kwartaal van 2015. In de pilot van de gemeente Den Bosch wordt het GFT afval in principe in de zomermaanden vaker geleegd.
juni 2014
27
Inwoners krijgen echter de keuze om gebruik te maken van deze extra inzamelrondes (tweewekelijks), of het gebruik van biologisch afbreekbare zakjes (driewekelijks). De inwoners krijgen de beschikking over een klein GFT-emmertje voor in de keuken. Hierbij worden biologisch afbreekbare zakjes beschikbaar gesteld, en deze kunnen vervolgens in de groene minicontainer. Bij de afsluitende enquête wordt hier speciaal aandacht aan besteed en zal de vraag worden gesteld of men gebruik wil maken van de biologisch afbreekbare zakjes in combinatie met driewekelijkse GFT inzameling danwel een tweewekelijkse inzameling, zonder de afbreekbare zakjes. Omgekeerd inzamelen Veel gemeenten zijn bezig met pilots omgekeerd inzamelen (Utrecht, Apeldoorn, Arnhem en Venlo) of zullen daar op korte termijn mee starten (Almere). In paragraaf 5.1.1 is hierover ook informatie te vinden. In Apeldoorn is een pilot uitgevoerd in een laagbouwwijk in de binnenstad. De ervaringen zijn erg positief. Voordeel hier was dat er weinig investeringen voor ondergrondse containers benodigd waren, omdat die al aanwezig waren. In Arnhem loopt in drie wijken een proef gericht op omgekeerd inzamelen. Het betreft drie verschillende soorten wijken: een zogenaamde achterstandswijk (relatief veel hoogbouw), een gemiddelde wijk (zowel laag als hoogbouw) en een wijk met uitsluitend laagbouw. Bij woningen met een tuin wordt GFT, oud papier en kunststof aan huis ingezameld door middel van drie minicontainers. De huidige minicontainer voor restafval gaat gebruikt worden voor de inzameling van kunststof. Bewoners kunnen het oud papier (op vrijwillige basis) aanbieden via een minicontainer. Het restafval moet worden gebracht naar ondergrondse containers op logische locaties in de wijk of naar de al
aanwezige ondergrondse container bij hoogbouwlocaties.
algemene kosten voor de afvalheffing met € 15 lag gevoelig. Om politieke redenen is destijds besloten niet door te gaan met deze pilot.
PMD (plastic, metaal en drankenkartons) PMD inzameling is nu al gebruikelijk in Vlaanderen en Duitsland. Alphen aan den Rijn is van plan om op grote schaal PMD+ inzameling te introduceren. Dit betekent dat plastic, metaal en drankenkartons in één zak of container aan huis worden opgehaald. Bij de hoogbouw zal dit gebeuren door de inzet van verzamelcontainers. In de fusiegemeenten zal in eerste instantie nog met zakken worden ingezameld maar de doelstelling is overal mincontainers te gaan gebruiken. Ook Horst aan de Maas wil PMD in de toekomst invoeren. De plasticcontainer wordt dan een ‘verpakkingencontainer’ en de aparte zak voor metaal- en drankpakken wordt dan afgeschaft. Dit is gemakkelijker voor bewoners, omdat die dan een zak minder hebben. Bovendien hebben bewoners aangegeven liever een bak te hebben voor het afval dan een plastic zak. Verder scheelt het voor de gemeente een ‘ophaalronde’ en het maakt daarmee de inzameling efficiënter en goedkoper. Afval loont Pijnacker-Nootdorp heeft in 2011 en 2012 geëxperimenteerd met het systeem “Afval loont” waarbij bewoners betaald werden als ze papier, plastic, textiel of (kleine) elektronische apparaten inleverden op speciale inzamelpunten. Deze vorm van afvalinzameling werd buiten de reguliere dienstverlening aangeboden. Uiteindelijk deed bijna de helft van de bewoners mee aan het systeem. De inwoners konden met dit systeem per huishouden gemiddeld tot € 50 verdienen. De algemene kosten zouden dan wel met € 15 toenemen, maar het nettoresultaat zou een lastenverlichting van ongeveer € 35 kunnen opleveren. De verhoging van de
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
juni 2014
29
Tabel 5.2 Overzicht Uitdagingen afvalbeheer in geconsulteerde gemeenten
Naam gemeente
Belangrijkste uitdaging
Specifieke stroom?
Maastricht
Ondergronds inzamelen specifiek voor restafval en sluiten van contracten (zie 1, 6)
Textiel
Venlo
Interactie met bewoners in de hoogbouw en bestuurlijk draagvlak (zie 1, 3, 5)
Textiel/GFT/frituurvet & elektrisch
Sittard-Geleen
Monitoring van containersysteem en het afsluiten van nieuwe contracten (zie 2 en 6)
Restafval
Apeldoorn
Toenemend belang van het sociale domein en de interactie met bewoners (zie 1 en 4)
Emmen
Geen gegevens
Deventer
Het illegaal of onjuist aanbieden (zie 1)
Almere
Het betrekken van bewoners bij afvalbeheer (zie 1)
Zwolle
Optimalisering van systeem kan botsen met bestuurlijk draagvlak (zie 5)
Papier, (glas) en plastic
Utrecht
Grote schaal van aansluitingen en diversiteit van reacties en sociaal domein (zie 4)
GFT/plastic/textiel
Arnhem
Ondergronds inzamelen (zie 2)
Den Bosch
GFT in de hoogbouw (zie 3)
Groningen
Het illegaal of onjuist aanbieden (zie 1)
Alphen aan den Rijn
Het afsluiten van nieuwe contracten (zie 6)
Pijnacker-Nootdorp
De juiste communicatiemethode (zie 1)
Restafval
Horst aan de Maas
Het afsluiten van nieuwe contracten (zie 6)
GFT/PMD
Plastic
Restafval, GFT
Papier/kunststof/restafval GFT/restafval Restafval/plastic Papier/Metaal/Drankkartons
5.3 Uitdagingen afvalbeheer komende jaren In onderstaande tabel schetsen we de belangrijkste uitdagingen die de geconsulteerde gemeenten hebben genoemd. Zes uitdagingen worden in deze paragraaf nader toegelicht. In tabel 5.2 is dit aangegeven door middel van een nummer in de kolom “belangrijkste uitdaging”. Uitdaging 1: De zoektocht naar een volwaardige dialoog met bewoners Veel gemeenten hebben de afgelopen jaren een slag gemaakt in afvalscheiding. Deze slag is veelal gemaakt door te sleutelen aan inzamelsystemen. Om tot een volgende slag te komen, is een veel grotere inzet van - en samenwerking met bewoners vereist. Veel gemeenten vragen zich af hoe deze interactie vorm gegeven kan worden. Via aanpassingen in het fysieke afvalbeheersysteem - gecombineerd met communicatie- en participatietrajecten – zoeken gemeenten naar mogelijkheden om bewoners tot de gewenste gedragsverandering aan te zetten en te motiveren tot een zeer hoge afvalscheidingsprestatie. Dit is op dit moment een zoektocht voor bijna alle gemeenten. Uitdaging 2: Zoveel mogelijk ondergronds inzamelen en verbeteren containermanagementsysteem Meerdere gemeenten willen graag zoveel mogelijk ondergrondse containers in plaats van bovengrondse containers in de gemeente. Bij hoogbouw wordt ook voor plastic en papier steeds sneller gekozen voor ondergronds inzamelen. Arnhem is hier een goed voorbeeld van. Maastricht zamelt ook meerdere afvalstromen ondergronds in, maar het restafval wordt op dit moment nog aan huis opgehaald met restzakken
(diftar zakken). De gemeente werkt momenteel aan een uitvoeringsplan voor 300 ondergrondse restafvalcontainers nabij hoogbouw. Deze investering zal Maastricht nog moeten doen. Er zijn ook meerdere gemeenten die hun huidige systeem van ondergrondse containers willen optimaliseren. Een voorbeeld hiervan is de gemeente Sittard-Geleen. Zij monitort de containers nauwlettend en probeert te achterhalen welke containers vaker geleegd dienen te worden. Een andere gemeente die dit doet, is Utrecht. Zij verbetert het pasjessysteem. Zo wordt het tarief verlaagd en gaan de pasjes werken voor meerdere ondergrondse containers, zodat bewoners bij een defecte container nog een alternatief hebben. De pasjes worden vooral ingezet om de belading van ondergrondse containers op basis van tellingen te monitoren. De inzet van ondergrondse containers vraagt om grote investeringen. Deze maken van ondergrondse containers een duur inzamelsysteem. Van belang is om voldoende huishoudens op een container aan te sluiten, om de kosten per aansluiting niet te hoog te laten oplopen. Gemeenten hanteren een gemiddelde van 30 tot ruim 100 huishoudens per container. Ondergrondse containers kunnen volgens meerdere gemeenten zorgen voor een fraaier staatbeeld. Enerzijds doordat de vervuiling op straat afneemt en anderzijds doordat er minder inzamelmiddelen in de openbare ruimte staan. De gemeente Zwolle ziet dit zelfs als een belangrijke doelstelling van haar integrale beleid voor de openbare ruimte. De uitrol van ondergrondse containers gaat in de praktijk echter soms ook anders dan op voorhand gedacht.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
Een voorbeeld hiervan is Pijnacker-Nootdorp. In de buurt van de containers is vaak erg veel zwerfvuil, het scheiden van het afval is beperkt en er is vaak sprake van veel grof huisvuil in de containers. Dit heeft vooral te maken met de anonimiteit bij het storten in dergelijke containers. Het eerder genoemde pasjessysteem kan dit wel helpen te voorkomen, zo blijkt uit de ervaringen van de gemeente Den Bosch. Uitdaging 3: Afweging tussen investeringen en opbrengsten voor GFT in de hoogbouw De ervaringen met GFT inzameling bij hoogbouw zijn in veel gemeenten slecht. De ingezamelde hoeveelheden waren vaak laag en de kwaliteit was vaak slecht door sterke mate van vervuiling met andere afvalstromen. Daarom hebben veel gemeenten jaren geleden besloten om te stoppen met GFT inzameling in de hoogbouw. Vanwege de aangescherpte ambitieuze afvalscheidingsdoelstellingen staat herintroductie van de gescheiden GFT inzameling sinds kort bij veel gemeenten weer op de agenda. Via andere methodieken dan voorheen proberen gemeenten hoogbouwbewoners ertoe te bewegen nu wel GFT in voldoende hoeveelheden en kwaliteit gescheiden te laten inzamelen. De gemeente Utrecht is van mening dat het nog ontbreekt aan een goed concept om afval bij de hoogbouw gescheiden in te zamelen. Utrecht zamelt al wel GFT in, maar met onvoldoende resultaat. Er is interesse om ervaringen te delen en te leren van de pilots van andere gemeenten. In de gemeente Sittard-Geleen is te weinig GFT-afval voor handen bij hoogbouw, waardoor containers slechts halfvol raken. Dit maakt gescheiden inzameling erg duur. Ook de gemeente Maastricht vindt de opbrengsten niet opwegen tegen de kosten die gemaakt moeten worden.
juni 2014
31
Andere gemeenten zijn juist weer enthousiaster, waaronder de gemeente Venlo en Den Bosch. Volgens deze gemeenten ligt de uitdaging de komende tijd juist in de gescheiden inzameling van afvalstromen (waaronder ook juist GFT) in de hoogbouw. Hiervoor zijn zij bezig met een innovatieve pilot waarbij gebruik gemaakt wordt van biologisch afbreekbare zakjes. In Almere mag GFT ook in niet-afbreekbare zakjes worden aangeboden. Dit is zo afgesproken met de verwerker (Orgaworld). Uitdaging 4: Professionaliseren van textiel én ruimte voor het sociale domein Apeldoorn ziet een verschuiving in het afvalbeheer van gemeenten ontstaan. Sociale aspecten zullen een grotere rol krijgen in het afvalbeheer. Enerzijds doordat er goede mogelijkheden liggen om mensen vanuit sociale werkvoorziening in te zetten in het afvalbeheer en anderzijds doordat gemeenten vanaf 2015 veel sociale taken overgeheveld krijgen vanuit de Rijksoverheid. Binnen het afvalbeheer zou mogelijkerwijs hierbinnen een brug geslagen worden. Hierdoor ontstaan naar verwachting ook andere discussies, zoals die over de circulaire economie. Deze twee domeinen komen elkaar overigens ook sterk tegen bij de inzamelingen van stromen als papier en textiel, waarbij vaak charitatieve instellingen en sociale werkplaatsen betrokken zijn. Textiel kan bijvoorbeeld in Utrecht apart worden ingezameld, maar dan moeten de baten wel opwegen tegen de kosten en de mogelijke charitatieve waarde. Venlo heeft onlangs samen met de sociale werkplaats een kringloopbedrijf voor textiel opgezet. Uitdaging 5: Bestuurlijk draagvlak Gemeenten Zwolle en Groningen geven aan dat het gratis aanbieden van herbruikbare stromen bij
ondergrondse containers (voor herbruikbare stromen) ook door bedrijven gebeurt, maar dat dit vaak wordt getolereerd. Hetzelfde gebeurt bij verschillende gemeenten in de binnenstad, waar lokale bedrijven hun afval storten in de verzamelcontainers of hun zakken aan de straat zetten tussen zakken huishoudelijk afval, die bedoeld zijn voor huishoudelijk afval. In Zwolle kunnen bedrijven tegen betaling een pasje krijgen waarmee toegang wordt verkregen tot ondergrondse restafval containers. De gemeente Venlo heeft na meerdere pilots veel ervaring opgedaan met het bereiken van bestuurlijk draagvlak.
gemeente van Nederland een nieuw systeem uit te rollen. Bij Alphen is bijvoorbeeld de contractering van het gewenste PMD+ een behoorlijke uitdaging.
Uitdaging 6: Het regelen van goede contracten voor verwerking van afvalstromen De verwerkingsmarkt, met name voor restafval en GFT, is de afgelopen jaren sterk veranderd (zie o.a. paragraaf 6.5.3). Laatste ontwikkeling hierin is de boete van ca € 7 miljoen die restafvalverwerker Attéro 18 Brabantse gemeenten wil opleggen, omdat ze door verbeterde afvalscheiding minder restafval aanbieden dan contractueel afgesproken vele jaren geleden. Met name voor de gemeenten in Limburg (waaronder Maastricht en Sittard-Geleen) is het verkrijgen van gunstige verwerkingscontracten een actueel onderwerp. Voor Amersfoort is dit niet van toepassing. Een nadeel van de op dit moment lage verbrandingstarieven, is dat de “business case” voor verbeterde afvalscheiding slechter wordt. Door het lage verbrandingstarief is de winst per ton extra gescheiden afval lager dan voorheen. Wanneer het tarief bijvoorbeeld is gewijzigd van € 100,- naar € 50,per ton, is de winst voor afvalscheiding € 50,- lager. Tot slot geeft Alphen aan den Rijn aan dat het contractueel (prijstechnisch) lastig is om als eerste
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
juni 2014
33
6. Innovaties en ontwikkelingen Het afvalbeheer is momenteel volop in ontwikkeling. Nieuwe technieken en methodes leiden ertoe dat vergaande scheiding en hoogwaardige verwerking mogelijk worden. In dit hoofdstuk worden een overzicht gegeven van innovaties en ontwikkelingen die momenteel in de breedte van het vakgebied plaatsvinden. De uitwerking van de volgende aspecten is per paragraaf opgesplitst: • Inzamelsystemen; • Verwerkingstechnieken; • ICT; • Prikkels voor bewoners; • Marktontwikkelingen; • Beleidsontwikkelingen. 6.1 Inzamelsystemen 6.1.1 Voorgeschiedenis Voor inzameling is de minicontainer in diverse kleuren of met deksels in verschillende kleuren het meest gebruikte middel. Allereerst werd deze gebruikt voor al het afval van huishoudens en de containers werden geleegd in kraakperswagens die een systeem hadden dat de container - als deze er goed achter werd gerold - optilde en leeggooide. In de 90-er jaren werd aparte GFT inzameling geïntroduceerd. Gemeenten gaven huishoudens een tweede container of een container met twee vakken, zodat beide soorten afval op dezelfde manier apart konden worden ingezameld. De ontwikkeling in dit deel van de inzameling bestaat uit het
gebruik van meer containers voor de inzameling aan huis. Daarnaast is er een ontwikkeling in het voertuig: de containers hoeven niet meer achter het voertuig gemanoeuvreerd te worden: zij worden door een grijpsysteem aan de zijkant van de wagen opgetild en leeg gekiept. Naast de container (een vormvast en blijvend systeem om afval tijdelijk in te verpakken) wordt de afvalzak veel gebruikt. Ook deze is een oudgediende die vooral in zijn toepassing is vernieuwd. Groot voordeel is dat de zak alleen ruimte vraagt als hij gevuld is. Nadeel is dat de zak bij gebruik afval wordt. Traditioneel werd de zak gebruikt voor huishoudelijk afval vóór scheiding werd geïntroduceerd. Recenter is het gebruik van de zak waar in de prijs kosten voor inzameling en verwerking zijn opgenomen. Alleen de herkenbare, ‘dure’ zakken worden ingezameld. Naast deze veelgebruikte middelen voor huis-aan-huis inzameling wordt al lang gebruik gemaakt van ‘groepscontainers’. In flats stonden deze lang geleden al onder de stortkokers: zo kwam al het afval van de hogere verdiepingen op de begane grond in een container, die in een inzamelwagen werd geleegd. De groepscontainer werd ook bij winkelcentra geplaatst voor lege flessen en potten en, in een eigen vorm, voor de inzameling van gebruikte kleding. Inmiddels worden groepscontainers ook veelvuldig
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
in wijken geplaatst, bijvoorbeeld waar de straten of percelen niet geschikt zijn voor huis-aan-huis inzameling van diverse minicontainers. Zeker sinds de introductie van de ondergrondse containers (waarvan bovengronds alleen een inwerpzuil te zien is die deel kan uitmaken van het straatmeubilair en waarvan het volume aanzienlijk groter kan zijn dan van een bovengronds exemplaar) wordt dit inzamelmiddel steeds vaker toegepast, zowel voor gescheiden ingezamelde afvalsoorten als voor restafval. 6.1.2 Inzameling in huis Scheiden van huishoudelijk afval begint in huis bij de bewoners: wat weggegooid moet worden moet in een (prullen)bak of zak. Om te scheiden moet er gekozen kunnen worden tussen verschillende bakken/zakken. Daarnaast zijn de benodigde ruimte en het gedrag van de bewoner belangrijk. De simpele beslissing dat iets afval is en of het gescheiden wordt gehouden of niet is een heel bepalende voor het uiteindelijke recyclingdoel. Informeren en motiveren zijn de instrumenten die hierop ingrijpen. Hiervoor zijn steeds meer mogelijkheden (zie ook paragraaf 6.3). De laatste jaren zijn er steeds meer hulpmiddelen te krijgen om in huis afval te scheiden: van de gratis Jekko voor batterijen en kleine elektrische en elektronische apparaten tot allerlei speciale bakken en bakjes, zoals bijvoorbeeld IKEA die aanbiedt voor keuken en bijkeuken.
juni 2014
35
6.1.3 Nieuwe inzamelsystemen en -concepten Omgekeerd inzamelen Omgekeerd inzamelen legt bij de inzameling van huishoudelijk afval de nadruk herbruikbare grondstoffen. Bij omgekeerd inzamelen wordt het de bewoner gemakkelijk gemaakt om herbruikbare grondstoffen te scheiden. De volumineuze herbruikbare grondstoffen worden daarom aan huis opgehaald. Meestal zijn dit kunststoffen, papier en GFT. De inzameling van niet gescheiden afval (restafval) wordt juist moeilijker gemaakt. Dit wordt niet meer aan huis opgehaald (zoals voorheen gebruikelijk was), maar moet naar een verzamelcontainer in de wijk worden gebracht. De term is door ROVA in 2009 in het leven geroepen. ROVA heeft inmiddels in veel van haar gemeenten proeven gedaan met omgekeerd inzamelen en in enkele gemeenten inmiddels ook geïmplementeerd. Veel gemeenten hebben goede ervaringen opgedaan met omgekeerd inzamelen en dit heeft geleid tot een grote toename van de hoeveelheid afvalscheiding: • Dalfsen (ROVA): van 61% naar 73% scheiding • Staphorst (ROVA): van 52% naar 79% scheiding • Steenwijkerland (ROVA): van 52% naar 71% scheiding • Hattem (ROVA): van 56% naar 72% • Pilot Utrecht Lunetten: van 43% naar 51% scheiding (52 kg minder restafval) • Pilots Arnhem: ca 70 kg minder restafval per jaar • Pilot Zwolle Stadshagen: van 45% naar 55-60% scheiding (45 kg minder restafval) Veel andere gemeenten zijn ook bezig met pilots of hebben plannen daartoe. Het gaat ondermeer om Alkmaar, Almere, Woerden, Schagen, Wageningen, Almelo, Ommen en Sliedrecht.
Vrijwel alle resultaten van omgekeerd inzamelen laten een flinke sprong in afvalscheiding zien. Het gaat hierbij om ordegrootte 10 tot 20%. Veel gemeenten geven aan de pilots te willen uitrollen over de hele gemeente. Utrecht wil bijvoorbeeld vanaf 2014 het systeem uitrollen naar andere geschikte laagbouw-wijken in Utrecht. In Arnhem konden bewoners zelf kiezen welk nieuw afvalsysteem zij graag wilden hebben. Bewoners hebben na massale stemming gekozen voor omgekeerd inzamelen. In Arnhem worden daar momenteel onder 8.000 huishoudens in drie wijken proeven mee gedaan. Naast een flinke toename aan afvalscheiding, leidt omgekeerd inzamelen vaak ook tot lagere afvalbeheerkosten. De afvalstoffenheffing in Dalfsen is bijvoorbeeld gemiddeld met 41 euro omlaag gegaan. Afval Anders In Emmen (en Hoogeveen en Coevorden) wordt de methodiek “Afval Anders” gehanteerd. Dit is een concept van Area Reiniging NV (Overheidsbedrijf afvalinzameling). Bij Afval Anders ontvangen inwoners een derde container voor het aan huis scheiden van plastic verpakkingen. Tevens verandert de inzamelfrequentie voor restafval, GFT-afval en kunststofverpakkingen van eens per twee naar eens per drie weken. Op verzoek wordt gratis een tweede gft-container verstrekt. Ook wordt bij Afval Anders in de winkelcentra een sorteerstraat aangelegd. Deze ‘straat’ bestaat uit ondergrondse containers voor glas, papier, kunststofverpakkingen en textiel. Daarnaast is er een recyclezuil voor batterijen, spaarlampen, inktcartridges. cd’s/dvd’s, kleine elektrische apparaten en (mobiele) telefoons. Het concept is inmiddels beproefd in twee wijken in Emmen en Hoogeveen. De resultaten: • 25% minder restafval
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
• • •
10 kg/inw extra plastic Concept leidt tot lagere afvalbeheerkosten Bewoners waarderen de extra plastic minicontainer
PMD+ inzameling PMD staat voor plastic, metalen en drankenkartons. In ondermeer Vlaanderen en Duitsland wordt al jaren PMD gezamenlijk via één inzamelmiddel ingezameld, namelijk de PMD zak. Na inzameling vindt sorteren plaats in plastic, metalen en drankenkartons. Dit kan (vanwege de verschillen van de materialen) vrij eenvoudig met behulp van installaties. In Nederland overwegen steeds meer gemeenten om ook PMD (en eventueel enkele andere stromen) te introduceren. Het gaat hierbij ondermeer om gemeenten in het Gooi , Almere en Alphen aan den Rijn. In Huizen en Bussum zijn onlangs proeven gestart bij laagbouwwoningen. Bij de proef in Bussum komt een andere wijze van inzameling voor het plastic afval en voor het restafval. Bewoners krijgen een minicontainer aangeboden voor het PMD. Deze container wordt eens in de vier weken geleegd. De grijze container voor het restafval komt te vervallen. Gedurende de pilot kunnen de inwoners het restafval naar een daarvoor bestemde ondergrondse verzamelcontainer in de wijk brengen. Bewoners hebben net als voorheen drie minicontainers. In Huizen wordt een vierde container uitgereikt voor PMD en kleine elektrische apparaten. Deze container wordt een keer per twee weken geleegd. De deelnemers houden de grijze container, maar deze wordt nog maar eens per vier weken geleegd. De meetresultaten en bevindingen van de bewoners worden mede gebruikt om de beste inzamelmethode voor de komende jaren vast te stellen.
juni 2014
37
Figuur 6.3 Recyclelocaties drankenkartons Europa
Figuur 6.1 Kleurenzakkensysteem
Figuur 6.2 KlimM systeem
Figuur 6.4 Inzameling recyclezak
Kleurenzakkensysteem voor hoogbouw De TU Delft zet momenteel in samenwerking met de vier grote steden een inzamelconcept op speciaal voor de hoogbouw: het kleurenzakken-systeem. Zakken van verschillende kleuren kunnen allemaal in één container worden gegooid en later (automatisch) gescheiden worden. Er kan bijvoorbeeld gewerkt worden met blauw (papier), oranje (kunststof ), groen (GFT) en grijs (restafval). In Zweden en Noorwegen zamelen ze al in met gekleurde zakken, die in installaties automatisch van elkaar worden gescheiden. Optibag is het bedrijf dat de scheidingsinstallatie op de markt brengt.. In steden als Oslo worden sinds 2011 goede resultaten geboekt. Stockholm liet in 2013 een proef uitvoeren. Na een vier maanden durende test werd besloten om het systeem in te voeren. In sommige gemeenten in Noorwegen en Zweden worden zes verschillende fracties ingezameld. Droge componenten inzameling In de gemeenten Sliedrecht en Noordoostpolder worden sinds 2011 in samenwerking met HVC proeven gedaan met de inzameling van ´droge componenten´. In deze gemeenten worden drie stromen ingezameld: restafval, GFT-afval en de droge componenten. In de container voor droge componenten kunnen alle “schone” herbruikbare stromen worden gedaan, zoals papier, textiel, elektrische apparaten, hout, glas, etc. Achteraf worden de herbruikbare stromen uitgesorteerd. Deze methode wordt gezien als een gebruiksvriendelijke methode die ook het aantal benodigde containers bij bewoners beperkt. In Sliedrecht nam de hoeveelheid restafval (in één jaar) af met 48 kg en in de Noordoostpolder met 35 kg.
KlikM’s gescheiden ingezameld. Het EU gemiddelde is 33%. Er Veel gemeenten willen geen zakkeninzameling meer. zijn verschillende inzamelvarianten. Drankenkartons Redenen zijn onder andere vervuiling van de openbare kunnen als monostroom worden ingezameld of samen ruimte, illegaal aanbod dat wordt bijgeplaatst door met andere fracties. In Vlaanderen en Duitsland is het bedrijven, en arbeidsomstandig-heden. Voor kunstgebruikelijk om drankenkartons samen met plastic en stof verpakkingsafval zijn zakken op dit moment wel metalen in te zamelen (PMD). De totale kosten voor een veel toegepast inzamelmiddel. Ook bij hoogbouw PMD inzameling (inzameling, transport, sortering en en in dicht bebouwde wijken zoals binnensteden kan verwerking) bedragen ongeveer € 400,- per ton in kunst-stof op deze wijze aan huis worden ingezameld. België. Uit onderzoek van KIDV uit 2013 naar draagvlak Om wegwaaien en vervuiling te voorkomen is er een onder burgers voor het gescheiden inzamelen van ophangsysteem voor plastic zakken, de KlikM, ontwordrankenkartons blijkt dat de houding en gedrag van de pen. respondenten positief is ten opzichte van het scheiden van drankenkartons. In Amstelveen is dit systeem goed ontvangen. Door dit systeem liggen er geen zakken met plastic afval meer Drankenkartons bestaan voor 75% tot 90% uit op straat, maar worden ze opgehangen aan haken die papiervezels. De teruggewonnen papiervezels aan lichtmasten hangen. In 2013 zijn de KlikM’s op alle blijken van goede kwaliteit te zijn. Nu nog moeten de doorgaande wegen geplaatst. In 2014 worden nog ingezamelde verpakkingen naar Duitsland worden meer KlikM’s geplaatst nabij de aanbiedplekken voor afgevoerd voor recycling, maar verwacht mag de minicontainers in woonwijken en binnenstraten. worden dat ook in Nederland capaciteit zal worden gerealiseerd als gescheiden inzameling op grote schaal 6.1.4 Nieuw in te zamelen stromen wordt ingevoerd. In Europa zijn meerdere verwerkers (zie figuur 6.3). Drankenkartons Drankenkartons vormen met circa 3,5% aandeel in Herbruikbare spullen het restafval een grote en in veel gemeenten nog niet Er komen diverse (private) initiatieven op om gescheiden afvalstroom. Stichting Hedra schat in dat herbruikbare spullen gescheiden in te zamelen. jaarlijks circa 70 miljoen kg aan drankenkartons op de Kringloopzaken en “Marktplaats” krijgen concurrentie Nederlandse markt wordt gebracht. Vanaf 2015 komen van vooral “zakken” voor herbruikbare spullen die aan er voorlopige vergoedingen voor de gescheiden inzahuis ingezameld kunnen worden. Voorbeelden: meling van drankenkartons (zie paragraaf 6.6). • Recyclezak: Twence en de gemeente Rijssen-Holten beproeven het komende jaar de afvalinzameling Enkele gemeenten in Nederland scheiden al jaren met een speciale Recyclezak. Kunststof afval, drankenkartons. Ook in onder andere Noorwegen, drankenkartons, blik en kleine elektronica worden Zwitserland, België en Duitsland is gescheiden samen ingezameld in de Recyclezak, die eens in de inzameling gebruikelijk. In België wordt gemiddeld twee weken aan huis wordt opgehaald. 77% van de op de markt gebrachte drankenkartons • Best-tas: Circulus en Berkel Milieu starten proeven
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
juni 2014
39
• •
met de Best-tas voor boeken, kleine elektrische apparaten, speelgoed en textiel. De proeven vinden plaats in geselecteerde wijken in de gemeenten Deventer, Apeldoorn, Bronckhorst en Zutphen. De tassen worden in het kader van de proef opgehaald en uitgesorteerd door medewerkers van sociaal werkvoorzieningsschap Delta uit Zutphen. Alle ingeleverde spullen worden zo goed mogelijk hergebruikt en krijgen bijvoorbeeld via de kringloopwinkel en gespecialiseerde verwerkers een nieuwe bestemming. Goedzak Zak van Max
Luiers Luiers vormen met circa 5% aandeel in het restafval de grootste nog niet gescheiden afvalstroom (ca 10-15 kg/ inw en ca. 200.000.000 kg voor heel Nederland). In het verleden is er in Nederland een speciale verwerkingsinstallatie voor luiers geweest, maar die is vanwege faillissement gesloten (Knowaste in Arnhem). Gesteld kan worden dat de luierrecycling in Nederland in een neerwaartse spiraal zit. Er zijn nog enkele gemeenten die luiers gescheiden inzamelen of samen met GFT. Momenteel verwerkt alleen Orgaworld in Lelystad nog luiers. Het gaat dan zowel om luiers die apart zijn ingezameld, als luiers die met het GFT worden ingezameld. Vanwege het streven om de hoeveelheid restafval verregaand terug te brengen de komen jaren, komen luiers nadrukkelijker in beeld om ook gescheiden in te zamelen. Aan een nieuwe recyclingfabriek wordt momenteel gewerkt (Attéro). Technisch is het mogelijk, de uitdaging ligt nu in het rondkrijgen van de financiën. De focus bij deze installatie ligt op het terugwinnen van kunststoffen en cellulosevezels.
6.2 Afvalverwerking Na inzameling wordt het afval bewerkt of verwerkt. Verwerken is de ‘definitieve’ oplossing: storten of verbranden (zie 6.1). De meeste ontwikkelingen in de afvalketen vinden in de schakel bewerking plaats. Dit komt enerzijds omdat door gescheiden inzameling de voor recycling aangeboden hoeveelheden toenemen, en anderzijds omdat bronscheiding grenzen kent: huishoudens zijn tot op een bepaald punt te motiveren om afval gescheiden voor inzameling aan te bieden en de fysieke mogelijkheden voor het beschikbaar stellen en ledigen van inzamelmiddelen zijn beperkt. In de bewerking kan onderscheid gemaakt worden tussen voorbewerking en recycling. De voorbewerking bestaat uit (na)scheiden en sorteren. 6.2.1 Nascheiden en sorteren Nascheiden Integraal ingezameld huishoudelijk afval kan fabrieksmatig worden gescheiden. Installaties hiervoor zijn erg robuust uitgevoerd en zijn in het verleden in Nederland vooral ontwikkeld om de te verbranden stroom te verminderen en te optimaliseren. Waardevolle componenten zonder verbrandingswaarde (metalen!) werden in het proces dan ook afgescheiden. Omdat met bronscheiding de kwaliteit van de afvalcomponenten aanzienlijk beter is dan bij nascheiding van integraal ingezameld afval, zien we in Nederland geen ontwikkeling richting integraal inzamelen en fabrieksmatig scheiden. Wel zijn twee installaties gebouwd (of aangepast) gericht op het (na) scheiden van restafval: één van OMRIN in Oudehaske en één van Attéro in Groningen. De installatie van Attéro heeft een capaciteit van ca. 170 kton en die
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
van OMRIN een van ca. 230 kton restafval per jaar (Ter vergelijking: de AVI van AEB in Amsterdam heeft een capaciteit van 1.400 kton per jaar). Naast de installatie in Groningen heeft Attéro ook een installatie voor het nascheiden van vormvaste kunststoffen uit restafval als onderdeel van de voorscheidingsinstallatie bij de afvalverbrandingsinstallatie in Wijster. Hoofdstappen in het nascheidingsproces zijn: 1. Scheiding in een organisch natte fractie (ONF), een metaalfractie, een gemengde kunststoffractie en een restfractie (RDF ofwel refuse derived fuel, een brandstof uit afval); 2. Sorteren van de gemengde kunststoffractie met als resulterende output een folie kunststoffractie en een vormvaste kunststoffractie. De RDF wordt ingezet als brandstof in verbrandingsinstallaties. Het ONF wordt naar een vergistingsinstallatie gevoerd en vergist nadat de inerte fractie, zoals zand en grind is afgescheiden. Deze inerte fractie kan voor een deel worden hergebruikt als ophoopmateriaal in de wegenbouw. Bij de ONF vergisting ontstaat biogas (ca 5% van het ONF). Uitgegist ONF blijft over. Dit wordt vervolgens deels ontwaterd en daarna verbrand in een verbrandingsinstallatie. De installatie van Attéro haalt uit 170 kton restafval: 6 kton ijzer en non-ferrometalen 27 kton papier en kunststof 70 kton RDF 67 kton ONF Door overcapaciteit in de markt voor verwerking van restafval, en omdat de verwerkingstarieven voor verbranding van restafval minder dan de helft bedragen dan de kosten van nascheiding, is het niet waarschijnlijk dat er op korte termijn nieuwe
juni 2014
41
grootschalige nascheidingsinstallaties gebouwd zullen worden. Voor meer informatie over de markt voor restafvalverwerking zie paragraaf 6.5.1. Nascheiding is sinds 2010 weer nadrukkelijk in beeld gekomen vanwege de in januari 2010 ingegane verplichting om kunststof uit het huishoudelijk afval te scheiden. Enkele tientallen gemeenten in Nederland kiezen ervoor om kunststof door middel van nascheiding bij OMRIN en Attero uit het restafval te halen. OMRIN heeft in 2013 ruim 13,5 kton kunststof afval via nascheiding uit het restafval gehaald. Dat is 40,3 kilo per huishouden. In 2012 was dat nog 26,8 kilo per huishouden. De groei is het gevolg van optimalisatie van de scheidingsinstallatie. Attéro haalde in 2013 37,9 kg per huishouden op. Hiervan voldeed 21,4 kg aan de DKR kwaliteitseisen. De kwaliteit van de nagescheiden kunststof is echter lager dan die van brongescheiden kunststof vanwege vervuiling door vermenging met restafval. Sorteren Ook op andere bewerkingsinstallaties zien we scheiding terug: het primaire doel is verwijdering van stoorstoffen, die ongewenst zijn in het verdere proces. Ook hier worden waardevolle stromen dan ook afgescheiden. In opkomst is sorteren. Dit is het verder in deelstromen scheiden van reeds gescheiden ingezameld afval. Zo wordt gescheiden ingezameld plastic verpakkingsafval op plasticsoort gesorteerd (zoals PET, PE-flessen, PE-folies en PP) om zo de afzonderlijke plasticsoorten hoogwaardig te kunnen recyclen.
6.2.2 Recycletechnieken Voorgeschiedenis Steeds meer wordt afval gezien als bron voor (secundaire) grondstoffen. Het recyclen van metalen en papier bestaat al sinds mensenheugenis. De hoeveelheid papier die we in het westen gebruiken zou zonder recycling waarschijnlijk niet eens geproduceerd kunnen worden. Van oudsher werd dit ingezameld door scholen en verenigingen of door scholieren. Een veel grotere hoeveelheid blijkt te kunnen worden ingezameld als gemeenten huis-aan-huis inzameling met minicontainers organiseren. Wat later werd glas interessant voor aparte inzameling en recycling, eerst gemengd en later in drie hoofdkleuren gescheiden. Een doorbraak was de recycling van GFT. Toen storten onwenselijk bleek door ruimtebeslag en de milieurisico’s, en toen verbranden door de hoge kosten onaantrekkelijk werd, bleek dat de totale afvalverwerkingskosten flink verlaagd konden worden door GFT (bijna de helft van alle huishoudelijk afval) apart in te zamelen en om te zetten in als bodemverbeteraar bruikbare compost. De meerkosten van de gescheiden inzameling bleken ruimschoots terugverdiend te kunnen worden door het relatief goedkope composteringsproces. Recente ontwikkelingen De laatste jaren neemt het aantal gescheiden soorten afval vooral toe door de invoering van producentenverantwoordelijkheid: Europese en nationale regelgeving maakt producenten en importeurs verantwoordelijk voor het afval dat hun producten na gebruik opleveren. Autowrakken, ‘wit- en bruingoed’ (elektrische en elektronische apparaten), accu’s en batterijen en zeker verpakkingen
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
zijn bekende voorbeelden. De regels van de Europese Unie leggen verplichtingen op voor de hoeveelheden die jaarlijks moeten worden ingezameld en gerecycled of nuttig toegepast. Waar de producten op de consumentenmarkt belanden, verzorgen de gemeentes vaak de gescheiden inzameling. Zij krijgen voor de verleende diensten dan een vergoeding van de producenten en importeurs. Zo is de gemeentelijke inzameling afgestemd geraakt op de inzameling van afgedankte elektrische en elektronische apparaten en is de gescheiden inzameling van glazen verpakkingen en oud papier en karton geïntensiveerd. De recent begonnen gescheiden inzameling van plastic verpakkingen is helemaal een gevolg van deze regelgeving. Het beleid van de gemeenten zelf, het beleid van de nationale en Europese overheid en de (door regelgeving ontstane) druk van de producerende bedrijven zijn allemaal gericht op het vergroten van het aandeel van het afval dat gerecycled wordt. Steeds grotere hoeveelheden afval komen zo op de recyclemarkt. Dit biedt kansen voor ondernemingen die zich richten op recycling. Er tekenen zich voorzichtig enkele tendensen af: • De toenemende hoeveelheid kan schaalvoordeel opleveren, waardoor de secundaire grondstof goedkoper wordt en beter met nieuwe grondstoffen kan concurreren, • De kwaliteit van de output kan verbeterd worden omdat de grotere hoeveelheden ruimte bieden voor optimalisatie van de technologie, • Niches in de recyclemarkt kunnen ontwikkeld worden. Ontwikkelingen organisch afval In het kader van de biobased economy, worden mo-
juni 2014
43
Figuur 6.5 Onderdeel sorteerinstallatie Sita
menteel tal van onderzoeken gedaan om organische (rest-)stromen op een zo hoogwaardig mogelijke wijze te benutten. Ook binnen GFT zijn hierbij diverse ontwikkelingen. Zo is voor GFT verwerking de afgelopen jaren het zwaartepunt verschoven van compostering naar vergisting. Naast compost wordt ook biogas geproduceerd. Met betrekking tot GFT verwerking zijn er verschillende technologieën in ontwikkeling. Hieronder worden er drie nader toegelicht: 1. GF voor insectenkweek: Er wordt al pilot onderzoek gedaan om de GF fractie ‘hoogwaardiger’ in te zetten dan de T fractie. Door insecten te kweken op de GF fractie kunnen eiwitten en vetten voor de veevoedersector worden geproduceerd. Het AEB in Amsterdam test het proces uit en het is bedoeling dat in 2015 de eerste ‘GFT-larven’ fabriek van Nederland wordt geopend. 2. Thuiscomposteren (wormerie): Nieuwe initiatieven met betrekking tot thuiscomposteren zijn recent getoond zoals de ‘wormerie’. De GFT productie van een woning wordt ‘gevoerd’ aan speciale wormen in een speciale bak. Het resultaat is dat de GFT verdwijnt en er wormencompost overblijft die in de tuin of plantenbakken kan worden gebruikt. Amersfoort voert hiermee een kleinschalige proef van een jaar uit. Ook grootschalig zijn hiermee proeven gedaan waarbij de wormen en de wormencompost als product konden worden verkocht. 3. GFT verwerking op wijkniveau: Ook de Swillgasser op wijkniveau is gericht op kleinschalige GFT verwerking. In dit geval is sprake van een biogasinstallatie in containerformaat waarin GFT omgezet wordt in biogas.
Ontwikkelingen textiel In de gescheiden textielinzameling heeft in Nederland altijd de nadruk op kleding gelegen. De beste kwaliteit werd verkocht in bijvoorbeeld kringloopwinkels. Iets minder, maar goed draagbaar werd uitgevoerd naar minder ontwikkelde landen en de laagste kwaliteit werd voor een groot deel verwerkt tot poetslappen. Nu textielrecycling technisch ook op vezelniveau mogelijk is worden de kansen aanzienlijk groter. Ook niet-kleding kan worden ingezameld en gerecycled en mindere kwaliteiten kunnen na teruggebracht te zijn naar vezelniveau weer hoogwaardig worden ingezet. Ontwikkelingen kunststof Nadat het verpakkingenakkoord in 2013 is ondertekent door alle relevante partijen, is er tot 2022 zekerheid gekomen voor (financiering van) de gescheiden inzameling en verwerking van kunststof verpakkingsafval. Deze zekerheid heeft ervoor gezorgd dat steeds meer partijen bereid zijn om te investeren in de sorteerinstallaties voor brongescheiden kunststof. Op dit moment is Sita met haar installatie in Rotterdam nog het enige bedrijf in Nederland dat kunststof kan sorteren. Het grootste deel van het in Nederland gescheiden kunststof verpakkingsafval gaat nu nog naar het buitenland. Daar zullen de komende jaren nieuwe partijen bijkomen. Zo gaat Inverko in Friesland een recyclingfabriek bouwen die de door Omrin uit restafval gescheiden kunststoffen als input gebruikt en kunststof producten, zoals afvalcontainers, als output levert. De nieuwe installaties zijn over het algemeen geavanceerder dan de bestaande installaties en beter geënt op Nederlandse verpakkingen. Dit zal ertoe leiden dat de verschillende kunststofsoorten in het verpakkingsafval hoogwaardiger hergebruikt kunnen worden.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
6.3 ICT Volmeldsystemen De introductie van volmeldsystemen op (ondergrondse) containers is momenteel gaande. Enkele gemeenten hebben al containers met volmeldsystemen. In plaats van op frequentie wordt een container dan op basis van volmelding geleegd. Dit heeft diverse voordelen: • Het aantal huishoudens dat op een restafval container kan worden aangesloten kan omhoog (lagere investering in ondergrondse restafval containers); • Het aantal transportbewegingen daalt; • Kans op vervuiling door overloop van ondergrondse containers (bijplaatsingen) neemt af. De investeringen in volmeldsystemen zijn over het algemeen fors. Containermanagementsystemen Het wordt in toenemende mate gebruikelijk dat minicontainers worden voorzien van een identificatiechip (of barcode). Hierdoor is containermanagement mogelijk en ook kan worden gemonitord wanneer de container wordt geleegd. In diverse verrekensystemen kan deze informatie worden gebruikt voor de verrekening van de kosten (bijvoorbeeld bij volume-frequentiesystemen of bij weegsystemen, waarbij het inzamelvoertuig is uitgerust met een systeem dat het verschil in gewicht van de volle en de geleegde container bepaalt). Ook is dit een uitstekende methode gebleken om “illegale” containers op te sporen en uit het systeem te halen. Ook groepscontainers kunnen worden voorzien van ICT toepassingen die bijvoorbeeld de toegang regelen (de gebruiker moet dan een pas aanbieden voordat de
juni 2014
45
Figuur 6.6 Schoonsupporters in Almere
Figuur 6.8 Gemeenten met diftar (paars)
Figuur 6.7 Afval loont filiaal in Hoogvliet
container gebruikt kan worden) of melden wanneer een bepaalde vulgraad wordt bereikt (zie bovenstaand kopje). Afval app Steeds meer gemeenten hebben een “Afval app” die door bewoners kan worden gedownload.. Over het algemeen biedt de app informatie rondom het inzamelschema van de verschillende afvalstromen. Ook geeft het een signaal wanneer er bijvoorbeeld een zak of container aan de straat gezet moet worden. De mogelijkheden van de app nemen toe. Zo kan ook via de app interactie kunnen ontstaan tussen de inzamelaar en de bewoner. Vragen, meldingen en tips kunnen worden doorgegeven en op termijn is ook een meer op maat dienstverlening mogelijk. Tot slot zou de app op termijn ook alle individuele afvalgegevens van een huishouden inzichtelijk kunnen maken. Bewoners krijgen dan in detail inzicht in hun afvalprestaties. Dit betekent wel registratie van al het aangeboden afval. Communities De gemeente Almere is voornemens een (online) community te starten waarbij bewoners de strijd aangaan om de Almeerse doelstelling (50 kg restafval in 2020) nu reeds te halen. Via de online community kunnen bewoners hun prestaties met die van anderen vergelijken, tips uitwisselen en buurtgerichte activiteiten organiseren. Almere heeft reeds 3.400 “Schoon supporters”. Eerst draaide dit vooral om de eigen buurt schoon te houden, maar inmiddels zijn de activiteiten veel breder uitgegroeid.
6.4 Prikkels voor bewoners Afval loont In 2011 en 2012 is in de gemeente Pijnacker Nootdorp een radicale innovatie geïntroduceerd om bewoners te prikkelen vier stromen (kunststof, papier, textiel en kleine elektrische apparaten) zoveel mogelijk gescheiden in te zamelen. Voor het gescheiden aanbieden van deze stromen ontvingen bewoners tussen de 5 en 25 cent per aangeleverde kg. Na een jaar deed ongeveer de helft van de bevolking mee met het concept. De ingezamelde hoeveelheden van de vier stromen zijn gemiddeld met 31% gestegen, wat neerkwam op 6% extra afvalscheiding. In 2012 is besloten om de proef niet te verlengen. Sindsdien worden vergelijkbare proeven wel voortgezet in andere gemeenten. In Etten-Leur is in april 2014 de proef gestart “Afval verdient beter”. Tijdens de proefperiode, die tot half oktober duurt, worden vier inzamelplaats-en ingericht bij supermarkten. Hier kunnen plastic verpakkings-afval en huishoudelijk blik worden ingeleverd. Twee medewerkers nemen het afval in en wegen het. De statiegeldbon kan daarna worden ingeleverd bij een van de deelnemende supermarkten. In Hoogvliet (deelgemeente Rotterdam) wordt het concept “Afval loont” voortgezet in samenwerking met Van Gansewinkel. Voor het inleveren van oud papier en karton, kleine elektrische apparaten, kunststof verpakkingen, textiel en frituurvet kunnen bewoners tussen 4 en 15 cent per kilo in ontvangst nemen. Er staan twee filialen waar het afval kan worden ingeleverd. Vanaf de start (september 2013) tot heden (begin juni 2014) is er 420 ton afval bij de filialen ingeleverd.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
Ontwikkelingen Diftar Diftar staat voor gedifferentieerde tarieven. Inmiddels brengt 40% van de Nederlandse gemeenten een afvalstoffenheffing in rekening die afhankelijk is van het afvalaanbod van een huishouden. Deze vorm van tariefdifferentiatie is door de gemeenten vooral ingevoerd om burgers financieel te prikkelen afval te voorkomen en meer afval te scheiden. Meestal wordt bij de introductie van diftar direct een grote slag gemaakt naar extra afvalscheiding (circa 15 tot 20% gemid-deld). Sinds diftar bij AVRI (gemeenten regio Rivierenland) is ingevoerd in januari 2014 is de hoeveelheid restafval direct met 37% gedaald. In 2013 is bij de introductie van diftar in Deventer de hoeveelheid restafval met 30% gedaald en de afvalstoffenheffing met € 24,-. Ook steeds meer grotere gemeenten gaan over tot de invoering van diftar. Zie op pagina 49 Deventer als voorbeeld.
juni 2014
47
Invoering Diftar in Deventer In Deventer is in 2013 diftar ingevoerd. Dit was een intensief en uitgebreid traject wat samen met afval inzamelbedrijf Circulus goed doorlopen is. Door veel communicatie met bewoners en uitleg op informatieavonden over de (financiële) consequenties aan de hand van rekenmodellen is er relatief weinig weerstand opgetreden. Niet iedereen was echter tevreden: vooral bij de gescheiden inzameling van GFT in de binnenstad en bij hoogbouw was er ontevredenheid. Dit kwam door de keuze om hiervoor alleen met minicontainers te werken, waardoor wegbrengen van GFT naar een ondergrondse container niet mogelijk is. De gemeente heeft wel veel ruimte geboden aan de bewoners om zelf met initiatieven te komen zolang de minicontainers per woning geregistreerd konden worden. Dit is goed opgepakt via diverse bewonersinitiatieven.
6.5 Marktontwikkelingen
Deventer heeft in het jaar van invoering een gemiddelde besparing van circa 25 euro per persoon gerealiseerd en een restafval reductie van 30%. Deventer kijkt tevreden op dit resultaat terug. Deventer wil nu vooral toewerken naar een hoger service niveau voor de grondstoffen.
Door de import van brandbaar afval uit het buitenland is vraag en aanbod momenteel meer in evenwicht en is prijsstabilisatie in de verwerkingstarieven opgetreden. Een verdere prijsdaling wordt nu niet meer door de markt verwacht. Hoe de verwerkingsprijs zich op langere termijn gaat ontwikkelen, is moeilijk te voorspellen. Naar verwachting zal op langere termijn overcapaciteit buiten werking wordt gesteld, wat kan leiden tot opwaartse prijsdruk. Van de andere kant moet de hoeveelheid restafval tussen nu en 2020 met 50% afnemen (VANG doel is 75% afvalscheiding). Wanneer deze doelstelling (deels) wordt gehaald, zal de bestaande overcapaciteit alleen maar toenemen.
Keuze in dienstverlening Op dit moment kiest de gemeente het inzamelsysteem voor haar bewoners. De gemeente Almere wil dit omdraaien en experimenteren met het omgekeerde: bewoners kunnen zelf een inzamelsysteem kiezen. Bij nieuwbouw gaat de gemeente hierover al in overleg met de (toekomstige) bewoners. In bestaande bouw wil de gemeente een proef uitvoeren waarbij bewoners zelf kunnen aangeven welke inzamelmiddelen zij willen. Hier staat dan wel een prestatieafspraak tegenover. Bewoners kunnen ook kiezen om geen afval te scheiden, maar daar hoort dan een prijskaartje en een speciaal gekleurde container bij.
6.5.1 Restafval In Nederland is in de afgelopen jaren als gevolg van de bouw van nieuwe afvalverbrandingsinstallaties en vermindering van het aanbod overcapaciteit in de restafvalverwerkingsmarkt ontstaan. Dit was voor gemeenten een gunstige ontwikkeling vanwege de sterke daling die is opgetreden in de verwerkingstarieven (daling van ca € 100,-/ton in 2008 naar ca € 50,-/ton nu). Het tarief in Amersfoort ligt met € 40,- per ton zelfs nog onder het marktgemiddelde. Dit tarief is vastgelegd tot 2018/2019. In veel nieuwe aanbestedingen wordt momenteel een prijsplafond van ca € 55,- per ton voor restafvalverwerking gehanteerd om een aantrekkelijk verbrandingstarief veilig te stellen.
De huidige overcapaciteit en lage tarieven hebben ook ongewenste neveneffecten: • door verminderde aanlevering van restafval komen sommige gemeenten in de knoei met hun leveringsverplichting. Onlangs heeft Attéro
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
•
enkele Brabantse gemeenten een miljoenenboete opgelegd vanwege een te lage geleverde hoeveelheid; duurzamere initiatieven (zoals nascheidingsinstallaties) komen voorlopig niet van de grond, omdat de verwerkingskosten (kosten voor sorteren e.d.) hoger liggen dan verbranding van afval. Dit scheelt momenteel (minimaal) een factor 2.
Het businessmodel van afvalverbrandingsinstallaties is mede door bovengenoemde ontwikkelingen aan het veranderen. Eerder vormden de verwerkingstarieven de primaire inkomstenbron. Nu is meer aandacht voor het terugwinnen van energie en materialen en vormen inkomsten hieruit een steeds belangrijkere bron van inkomsten. Het energetisch rendement van AVI’s wordt steeds hoger (ca. 30%) en metalen kunnen voor ca. 90% uit het restafval worden teruggewonnen. Veel AVI’s bekijken momenteel de mogelijkheden om ook andere materialen via voorscheiding terug te winnen. 6.5.2 GFT De totale hoeveelheid GFT-afval van huishoudens bedroeg in 2010 ongeveer 1,3 miljoen ton. Daarnaast produceerden bedrijven zo’n 0,3 miljoen ton vergelijkbaar organisch afval. Deze in totaal 1,6 miljoen ton wordt verwerkt in 22 inrichtingen in Nederland. Het merendeel van het GFT-afval wordt momenteel nog gecomposteerd. Recent heeft het ontwikkelen van vergistingsinstallaties voor GFT-afval een grote vlucht genomen. De huidige operationele vergistingscapaciteit in Nederland bedraagt in totaal ongeveer 400 kton. Verwacht wordt dat op termijn (na 2015) de GFT-vergistingscapaciteit zal toenemen tot in totaal ongeveer 1 miljoen ton. Op dit moment is er al sprake van een behoorlijke over-
juni 2014
49
Figuur 6.9 Verloop van de papierprijs 1999-2014
Figuur 6.10 Transitie van een lineaire naar een circulaire economie
capaciteit met betrekking tot GFT-compostering. De huidige overcapaciteit ten aanzien van composteren wordt in de nabije toekomst waarschijnlijk nog groter door de bouw van nieuwe GFT-vergistingsinstallaties, omdat er tegelijkertijd vaak ook een nacompostering (voor het digestaat) wordt gerealiseerd. In de markt wordt er momenteel gewaarschuwd voor een overcapaciteit aan GFT-vergistingsinstallaties. Het effect hiervan is de afgelopen jaren sterk zichtbaar geweest in de verwerkingstarieven: deze zijn meer dan gehalveerd waar de tarieven voor compostering voorheen tussen de € 50 en € 100,- per ton lagen, liggen deze momenteel rond de € 30,- per ton. Marktprijzen voor vergisting liggen iets hoger: tussen de € 30 en € 45,- per ton. Het verwerkingstarief van Amersfoort bevindt zich (tot en met 2019) met € 35,- per ton aan de onderkant van de bandbreedte. 6.5.3 Papier De hoeveelheid papier is de afgelopen jaren ten gevolge van de crisis en digitalisering afgenomen. In Nederland is dit de hoeveelheid sinds 2008 met 10 kg per inwoner afgenomen (van 69 naar 59 kg/inw). In Amersfoort is een daling van 11 kg opgetreden (van 65 naar 54 kg/inw). Deze trend kan zich de komende jaren voortzetten. Daarnaast is te zien dat de prijzen van papier, mede als gevolg van onzekerheden in de vraag, de afgelopen jaren behoorlijk heeft fluctueert. In 2009 lag de papierprijs kortstondig onder € 0,- per ton (kosten in plaats van opbrengsten) terwijl krap twee jaar later de papierprijs piekte op ruim € 150,- per ton. Dit maakt voor gemeenten een business case voor duurzaam afvalbeheer risicovol. Trend is dan ook dat gemeenten in aanbestedingen een garantieprijs vragen voor de
opbrengst van papier per ton.
6.6 Beleidsontwikkelingen
Kunststoffen De toepassing van (verpakkings-)kunststoffen en daarmee het afvalaanbod neemt nog altijd toe. Per jaar neemt de totale hoeveelheid kunststofverpakkingen met 1 tot 2% toe. Positieve producteigenschappen zoals recyclebaarheid, licht gewicht en vormgevingsmogelijkheden maken van kunststof een aantrekkelijk verpakkingsmateriaal. In Nederland ligt het gebruik van kunststof (waaronder kunststof voor verpakkingen) per hoofd van de bevolking op circa 110 kg per inwoner.
Circulaire economie Vanuit de Rijksoverheid wordt ingezet een brede en integrale aanpak waarbij de transitie naar een circulaire economie centraal staat. Dit is uitgewerkt in het programma Van Afval Naar Grondstof (VANG). De ambitie is dat Nederland in 2020 een “hotspot van de circulaire economie” in de wereld is.
Binnen de Europese kunststoffenindustrie vormen biokunststoffen de snelst groeiende productgroep. De groeicijfers bedragen 10% of meer per jaar. Sommige biokunststoffen zijn composteerbaar en zouden bij het GFT afval kunnen. Andere biokunststoffen zijn niet composteerbaar. Op dit moment is het aandeel biokunststofverpakkingen nog gering (ca 1%). Wanneer het aandeel significant groter wordt, moet het afvalbeheer hierop inspelen. In Nederland gooien we per jaar ongeveer 26 miljoen kilo aan plastic tasjes weg. Per Nederlander is dat 1,6 kilo. Het Rijk en de EU zoeken naar maatregelen om deze hoeveelheid terug te brengen, zoals een verbod op gratis plastic tassen of de introductie van tassen van biokunststoffen. Glas Glasrecycling loopt in Nederland de laatste jaren terug. In 2012 werd nog 71 procent van de glasverpakkingen gerecycled. In 2011 was dat nog 82,75 procent en in 2010 zelfs 91,27 procent. Nedvang heeft nog geen adequate verklaring voor de daling gevonden
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
De circulaire economie is een economisch systeem dat de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen en het behoud van natuurlijke hulpbronnen als uitgangspunt neemt en waardecreatie in iedere schakel van het systeem nastreeft. Waardevernietiging in het systeem – zowel economisch als ecologisch – wordt hiermee zoveel mogelijk voorkomen. De transitie naar een circulaire economie is een systeeminnovatie. Dit proces staat nog in de kinderschoenen. Bedrijven en overheden experimenteren momenteel met nieuwe business modellen (bijvoorbeeld gebaseerd op gebruik in plaats van op bezit) en inkoopprocessen (‘circulair inkopen’). Ook de gemeente Amersfoort doet met betrek-king tot het laatste hieraan mee: via de ondertekende Green Deal committeert de gemeente zich aan het uitvoeren van enkele pilot projecten op basis van circulair inkopen. Wanneer de transitie naar een circulaire economie daadwerkelijk vorm begint te krijgen, zal dat grote gevolgen hebben voor (huishoudelijk) afvalbeheer. Afvalbeheer is immers een schakel in de circulaire economie en een keten is zo sterk als de zwakste schakel. De gemeente Amersfoort (en ROVA) zullen de ontwikkelingen hierin daarom nauwgezet moeten volgen. Op dit moment zijn de consequenties echter nog onvoldoende te overzien.
juni 2014
51
Het Utrecht Sustainability Institute heeft een stappenplan ontwikkeld voor een circulaire stad. Uitgangspunt van een circulaire stad is dat alle grondstofstromen na gebruik opnieuw gebruikt worden voor nieuwe producten en diensten. Het gaat daarbij niet alleen om huidige afvalstromen zo goed mogelijk in de kringloop terug te brengen, maar ook om het herontwerpen van materiaalen productketens om volledige kringloopsluiting mogelijk te maken. Voor steden levert dit zowel directe voordelen op, zoals: milieuwinst, kostenbesparing en extra waardecreatie, alsook indirecte baten in de vorm van extra werkgelegenheid, nieuwe bedrijvigheid en innovatie. Afschaffing statiegeld per 2015 Waarschijnlijk zal de statiegeldverplichting voor grote PET-flessen komen te vervallen. Hierover loopt een vrijwel permanente discussie over de voor- en nadelen van het statiegeldsysteem. Op 11 juni 2014 heeft de staatssecretaris aangegeven dan in 2015 statiegeld op PET-flessen nog niet wordt afgeschaft, omdat nog niet aan alle voorwaarden is voldaan. In 2015 bekijkt de staatssecretaris het dossier opnieuw en wordt duidelijk of statiegeld vanaf 2016 wordt afgeschaft. Vanaf het moment van afschaffing, zullen gemeenten de inzameling van deze afvalstroom op zich moeten nemen. Dit kan met aparte PET-bakken of samen met de andere kunststofstromen. Voor Amersfoort gaat het naar schatting om ruim 6 miljoen flessen. Qua tonnage is dit iets minder dan de huidige hoeveelheid kunststof verpakkingsafval die in 2012 in Amersfoort werd ingezameld. Qua volume is dit bijna een twee keer zo grote hoeveelheid. Afschaffing van het statiegeld heeft dus grote gevolgen (voor de benodigde capaciteit) voor de gescheiden kunststof-inzameling. Omdat PET een hoge waarde heeft (statiegeld PET ca € 700,- per
ton) en PET-flessen makkelijk te sorteren is, zouden de financiële implicaties positief kunnen zijn. Vergoeding drankenkartons Op basis van de resultaten van de pilots met drankenkartons die in 2013 in enkele tientallen gemeenten zijn uitgevoerd, gaat de Staatsecretaris van I&M in overleg met de gemeenten en het verpakkende bedrijfsleven om te bepalen of en hoe gescheiden inzameling uitgevoerd kan worden. In de voorbereiding van dit overleg heeft het verpakkende bedrijfsleven een aanbod gedaan om vanaf januari 2015 de gemeenten voor het gescheiden inzamelen van drankenkartons een vergoeding te betalen. Door dit te doen op een redelijk niveau, voor een periode van drie jaar, ontstaat er duidelijkheid in de markt over de mogelijkheden voor deze stroom. De voorwaarden voor het vergoeden, de hoogte van de vergoeding en de ambitie worden met de partijen die de raamovereenkomst hebben ondertekend nader uitgewerkt. Gemeenten krijgen ketenverantwoordelijkheid kunststofafval In het kader van de producentenverantwoordelijkheid regisseert de stichting Nedvang nu nog de gescheiden inzameling en de verwerking van verpakkingsafval waaronder kunststof, papier en glas. Vanaf 2015 hebben gemeenten zelf de verantwoordelijkheid om de hele keten voor inzameling, transport en verwerking van kunststof verpakkingsafval te regelen. Hier staat wel een vergoeding tegenover. Om dit te regelen, werkt de gemeente Amersfoort momenteel samen in AVU-verband met zeven andere samenwerkingsverbanden aan een aanbesteding voor de sortering en vermarkting van het kunststof verpakkingsafval.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
Belasten restafval Op dit moment wordt nagedacht over de herintroductie van een afvalstoffenbelasting (ministerie van Financiën). Er is een sterke lobby gaande onder verschillende partijen in de afvalbranche om geen algemene afvalstoffen-belasting, maar een restafvalbelasting in te voeren. Een dergelijke ‘restafvaltaks’ stimuleert bedrijven, burgers en gemeenten om afval beter te scheiden, zodat het hergebruikt kan worden. Het kabinet wil met een afvalstoffenbelasting dit jaar 25 miljoen euro ophalen en vanaf 2015 100 miljoen euro per jaar. Omgerekend naar de totale hoeveelheid restafval in Nederland komt dit op een bedrag van € 20,- per ton restafval. Op basis van de huidige hoeveelheid restafval van de gemeente Amersfoort zou het op jaarbasis in totaal om een bedrag van zes tot zeven ton gaan. Voedselverspilling Voedselverspilling kan de laatste tijd rekenen op toenemende aandacht. Ongeveer 14% van de boodschappen in Nederland belandt ongebruikt in de vuilnisbak. De jaarlijkse voedselverspilling per Nederlandse consument ligt op ongeveer 47 kilo. Nederlandse consumenten gooien ieder jaar voor zo’n € 2,5 miljard aan voedsel weg. Dat is ruim € 150 per persoon. Omgerekend gaat het ook voor Amersfoort om grote hoeveelheden (ca 7 miljoen kilo en € 22 miljoen). De overheid wil onnodige verspilling van voedsel verminderen. Hierbij heeft de Rijksoverheid als doel gesteld om de voedselverspilling in 2015 met 20% te verminderen (t.o.v. 2013). Gemeenten kunnen hierin ook een rol spelen.
juni 2014
53
7. Aandachtspunten en aanbevelingen In onderstaande tabel staat een overzicht van aanbevelingen die de geconsulteerde gemeenten hebben gedaan aan de gemeente Amersfoort. Technisch
Organisatorisch/proces
Diftar invoeren, maar liever met OGC i.p.v. zakken (Maastricht)
Lid zijn van de NVRD (Sittard-Geleen)
Financieel
Hoe om te gaan met het MKB in de binnenstad? Kunnen Regionale opschaling (Sittard-Geleen) deze gebruik maken van dezelfde inzamel-voorzieningen als bewoner?
Schaalvoordelen van regionaal oppakken (gezamenlijke contracten zoals in Limburg met de ASL)
Eerst voorzieningen op peil, daarna pas communiceren met bewoners of grote wijzigingen doorvoeren (Apeldoorn)
Je moet alle stappen doorlopen, incl. vallen en opstaan (Maastricht)
Denk goed na over de presentatie van de financiële gevolgen aan de bewoners (Deventer)
Vervlechten van publiek en privaat afval inzamelen. Koppeling tussen deze twee stromen is beter, twee afzonderlijke systemen leiden tot geen optimale situatie (gelet op circulaire economie)
Zet niet allemaal verschillende afval-bedrijven (Sita, ROVA, etc) in die op verschillende tijden komen ophalen. ROVA heeft andere contracten overgenomen (Zwolle)
Het lijkt een open deur, maar heldere financiële afspraken maken, vastleggen van rolverdeling is hierin fundamenteel. Belangen van gemeente en publieke organisatie zijn niet per definitie gelijk
Hou beeldkwaliteit in relatie tot afvalinzameling in de gaten (Venlo)
Heb het lef om veranderingen door te voeren, bijvoorbeeld Diftar (Apeldoorn en Utrecht)
Pas op met de anonimiteit van verzamelcontainers (Pijnacker-Nootdorp) en verstrek pasjes om onterecht gebruik te voorkomen (Arnhem, Groningen)
Doe mee aan benchmark (Apeldoorn)
Staar je niet blind op stedelijkheids-klasse bij benchmarking (Utrecht)
Realiseer bestuurlijk draagvlak, inclusief tips en ervaringen beschreven (Venlo)
Hou rekening met loopafstanden bij OGC’s want die hebben mogelijk hoge impact op kosten en inzamelfrequenties (Utrecht)
Koopavonden voor milieustraten georganiseerd maar dit werkte niet, dus ook niet teveel luisteren naar de burger (Den Bosch)
Pas op met investeringen in OGC als je met omgekeerd inzamelen (en dus beter scheiden van afval) wellicht een overcapaciteit op de lange termijn creëert (Alphen)
Timing van heroverwegen (bij milieupark, restafvalcontainers, nieuw contract)
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
juni 2014
55
8. Conclusies Prestatie afvalscheiding Vergelijking van de scheidingsprestaties van de gemeente Amersfoort en die van de geconsulteerde gemeenten laten zien dat de prestaties van Amersfoort min of meer in lijn zijn met die van gemeenten met vergelijkbare kenmerken. Wel zijn er enkele gemeenten die aanzienlijk hogere scheidingsprestaties realiseren. Deze gemeenten hebben een keuze gemaakt voor een specifieke inzamelstructuur welke bronscheiding bij bewoners stimuleert of faciliteert. Uit de consultatie blijkt dus dat er voor de gemeente Amersfoort voldoende mogelijkheden zijn om de doelstelling voor 2020 (75% afvalscheiding) te realiseren. Eerste slag: meer afvalscheiding door inzamelsysteem Vrijwel alle geconsulteerde gemeenten geven aan te werken aan verbetering van afvalscheiding. Enkele hebben de afgelopen jaren al een flinke slag gemaakt, terwijl anderen aan de vooravond staan om deze slag te maken. De geconsulteerde gemeenten hanteren verschillende strategieën om een slag te realiseren. Het inzamelsysteem speelt hierin een centrale rol. De strategieën hebben als belangrijkste kenmerken bronscheiding aantrekkelijker en het aanbieden van restafval juist onaantrekkelijker. Door deze eerste slag zijn scheidingspercentages tot circa 70% realiseerbaar.
Resultaten van inzamelstrategieën voor verhoging afvalscheiding Meest voorkomende inzamelstrategieën om scheiding te bevorderen zijn “diftar” en “omgekeerd inzamelen”. Vijf van de geconsulteerde gemeenten werken momenteel met een diftar systeem. Deze gemeenten halen een circa 10 tot 20% hogere scheidingsprestatie. Dit resultaat kan vaak al binnen een jaar worden behaald (voorbeeld is Deventer). Zeven gemeenten zijn bezig met pilots of de invoering van omgeveerd inzamelen. Uit de (voorlopige) resultaten blijkt dat via omgekeerd inzamelen eveneens een circa 10 tot 20% betere scheidingsprestatie behaald kan worden. Er wordt door individuele gemeenten ook geëxperimenteerd met andere inzamelstrategieën, zoals Afval Anders of Afval Loont. Ook hiermee worden goede resultaten geboekt in de ordegrootte van 5 tot 10% extra afvalscheiding. Innovaties en ontwikkelingen Het afvalbeheer is momenteel volop in ontwikkeling. Op diverse fronten wordt gewerkt aan innovaties. Deze zijn bijvoorbeeld gericht op hoogwaardigere verwerking van afvalstromen. Ontwikkelingen met betrekking tot nascheidingstechnieken zijn zodanig dat gemeenten in ieder geval op de middellange termijn (tot 2020) grotendeels aangewezen zullen zijn op bronscheiding om de doelen met betrekking tot afvalscheiding te realiseren. Ook op beleidsmatig vlak zijn er diverse ontwikkelingen die implicaties
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
zullen hebben op het gemeentelijk afvalbeheer. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de mogelijke afschaffing van statiegeld, introductie van bronscheiding van drankenkartons, transitie naar een circulaire economie, het belasten van de verwerking van restafval of maatregelen om voedselverspilling tegen te gaan. Tweede slag: meer afvalscheiding door intensieve samenwerking met bewoners Op de lange termijn is de landelijke doelstelling (en ook die van enkele gemeenten) om “afvalloos” te worden. Dit houdt is dat al het afval opnieuw als grondstof kan worden ingezet en niet meer verbrand hoeft te worden. De geconsulteerde gemeenten geven aan om tot deze volgende slag te komen (richting afvalloos), wijzigingen in het inzamelsysteem alleen onvoldoende zijn. Hiervoor is een veel grotere inzet van en samenwerking met bewoners vereist. Veel gemeenten vragen zich af hoe deze interactie vormgegeven kan worden. Via aanpassingen in het fysieke afvalbeheersysteem - gecombineerd met communicatie- en participatietrajecten – zoeken gemeenten naar mogelijkheden om bewoners tot de gewenste gedragsverandering aan te zetten en te motiveren tot een zeer hoge afvalscheidingsprestatie. Dit is op dit moment een zoektocht voor bijna alle gemeenten. Gemeente Horst aan de Maas (haalt nu al >95% scheiding) laat zien dat dit wel mogelijk is)!
juni 2014
57
Laan 1914 nr. 35 Postbus 1132 3818 EX Amersfoort
www.rhdhv.com Gemeente Amersfoort BD1607-101-100/ MD-AF20140728
internet
client
number
definitief
versie
juni 2014
datum
Paul Mul, Jantine Zwinkels, Wim van Lierop Cees Riksen, Lars van Doremalen Ir. P. (Paul) Mul
auteurs bijdragen projectleider
+31 88 348 30 61
telefoon
+31 6 29 09 83 18
mobiel
[email protected]
e-mail
Paraaf projectmanager
© HaskoningDHV Nederland B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HaskoningDHV Nederland B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van HaskoningDHV Nederland B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.
Gemeente Amersfoort Onderzoek naar inzamelstructuren, innovaties en ontwikkelingen in huishoudelijk afvalbeheer
Ir. W. (Wim) van Lierop 18 juni 2014
naam datum
juni 2014
59
Logo
HaskoningDHV Nederland B.V.
NOTITIE FINANCIELE ASPECTEN AFVALBEHEER Aan Van Dossier Project Betreft Datum Classificatie
: : : : : : :
Gemeente Amersfoort Paul Mul BD1607-101-100 Onderzoeken Afval Inzamelstructuren gemeente Amersfoort Notitie Financiële aspecten afvalbeheer 24 juni 2014 Alleen voor intern gebruik
In deze notitie wordt nader ingegaan op de financiële aspecten van afvalbeheer. Hierbij komen de volgende aspecten aan bod: 1. Wat is de afvalstoffenheffing 2. Hoogte van de afvalstoffenheffing 3. Effect “Omgekeerd inzamelen” op kosten afvalbeheer 4. Effect “Afval Anders” op kosten afvalbeheer 5. Effect “Diftar” op kosten afvalbeheer 6. Kosten nascheiding 1. Afvalstoffenheffing De kosten voor het ophalen en verwerken van huishoudelijk afval betalen gemeenten uit de afvalstoffenheffing. Gemeenten kunnen zelf bepalen hoe ze individuele huishoudens hieraan willen laten meebetalen. Grofweg zijn er drie varianten: 1. Vast tarief 2. Tarief op basis van grootte huishouden 3. Tarief op basis van aangeboden hoeveelheid (rest-)afval (diftar) Amersfoort hanteert (net als 53% van de gemeenten in Nederland) een tarief op basis van grootte van een huishouden (aantal personen). 40% van de gemeenten heeft een diftar systeem en 7% heeft een vasttarief. 2. Hoogte afvalstoffenheffing Gemeenten kunnen (deels) zelf bepalen hoe de afvalstoffenheffing is opgebouwd en hoe kostendekkend deze is. Dit maakt dat het lastig is om de afvalstoffenheffing van gemeenten onderling te vergelijken: er zijn veel parameters die van invloed zijn op de hoogte van de afvalstoffenheffing en de parameters verschillen per gemeente . Belangrijke parameters hierbij zijn:
De meeste gemeenten kiezen voor een kostendekkingsgraad van 100%, maar dat is niet altijd het geval. Gemeenten mogen ook een deel van de kosten van straatreiniging met de afvalstoffenheffing verdisconteren. Sommige gemeenten doen dat wel en andere niet en ook het percentage verschilt per gemeente Aan inkomens met een laag inkomen kan de gemeente vrijstelling verlenen. Andere huishoudens moeten dit dan alsnog betalen. Dit heeft effect op de afvalstoffenheffing. De algemene overhead wordt in sommige gemeenten wel en in andere gemeenten niet in de afvalstoffenheffing verwerkt.
Royal HaskoningDHV, met het hoofdkantoor in Amersfoort, is een van Europa’s toonaangevende projectmanagement-, ingenieurs- en adviesbureaus. HaskoningDHV Nederland B.V. is onderdeel van Royal HaskoningDHV. Kamer van Koophandel nr. 56515154. Het kwaliteitssysteem van HaskoningDHV Nederland B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.
HaskoningDHV Nederland B.V.
De gemiddelde afvalstoffenheffing per huishouden is € 246,- per jaar (Amersfoort € 208,-). Tussen gemeenten blijft de spreiding in afvalstoffenheffing groot. In de vijf ‘duurste’ gemeenten zijn de kosten meer dan 360 euro per huishouden. In de vijf ‘goedkoopste’ gemeenten is dit minder dan 135 euro per huishouden. Gemeenten met een lage afvalstoffenheffing hebben over het algemeen tariefdifferentiatie op afvalaanbod (diftar) ingevoerd. 3. Effect “Omgekeerd inzamelen” op kosten afvalbeheer In tientallen gemeenten in Nederland is ervaring opgedaan met “omgekeerd inzamelen” waarbij herbruikbare stromen GFT, papier en kunststof aan huis worden ingezameld en restafval naar een verzamelcontainer moet worden gebracht. De opgedane ervaringen en resultaten van pilots betrekken gemeenten bij de brede implementatie. In de onderstaande tabel wordt een indicatie gegeven van deze ervaringen en effecten op kosten. Gemeente
Ervaring
Milieueffect
Utrecht
Pilot Lunetten
48 kg minder restafval
€ 14 daling kosten
Stapkorst (ROVA)
Gemeentebreed
+22% scheiding
€ 15 daling kosten
Dalfsen (ROVA)
Gemeentebreed
+12% scheiding
€ 42 daling kosten
Steenwijkerland (ROVA)
Gemeentebreed
+18% scheiding
€ 18 daling kosten
Hattem (ROVA)
Gemeentebreed
+27% scheiding
€ 28 daling kosten
Olst-Wijhe (ROVA)
Gemeentebreed
+17% scheiding
€ 43 daling kosten
Oost Gelre (ROVA)
Gemeentebreed
+8% scheiding
€ 8 daling kosten
Zwolle (ROVA)
Pilot Stadshagen
54 kg minder restafval
Geen gegevens
Leeuwarden
Pilot Zuiderburen
20% minder restafval
€ 6 daling kosten
Financiële aspecten Afvalbeheer Alleen voor intern gebruik
Kosteneffect (per woning)
24 juni 2014 -2-
HaskoningDHV Nederland B.V.
Uit de tabel blijkt dat alle gemeenten een kostenbesparing hebben gerealiseerd met omgekeerd inzamelen. De spreiding is met € 6,- tot € 43,- groot. De gemiddelde kostenbesparing is € 22,- per huishouden. De besparing is ondermeer afhankelijk van de hoeveelheid extra scheiding cq minder restafval die kan worden gerealiseerd (hoe groter de ombuiging, hoe hoger de besparing) en het tarief voor restafval verbranding (hoe hoger het tarief, hoe groter de besparing). 4. Effect “Afval Anders” op kosten afvalbeheer De proef met Afval Anders is in Emmen en Hoogeveen uitgevoerd. Bij Afval Anders ontvangen inwoners een derde container voor het aan huis scheiden van plastic verpakkingen. Tevens verandert de inzamelfrequentie voor restafval, GFT-afval en kunststofverpakkingen van eens per twee naar eens per drie weken. Op verzoek wordt gratis een tweede gft-container verstrekt. Ook wordt bij Afval Anders in de winkelcentra een sorteerstraat aangelegd. Deze 'straat' bestaat uit ondergrondse containers voor glas, papier, kunststofverpakkingen en textiel. Daarnaast is er een recyclezuil voor batterijen, spaarlampen, inktcartridges. cd's/dvd's, kleine elektrische apparaten en (mobiele) telefoons. Dit heeft geleid tot 25% minder restafval (gemiddeld 56 kg/inw). In de evaluatie wordt aangegeven dat op basis van de proef een begroting is opgesteld, waaruit blijkt dat gemeenten bij een volledige invoering van de methodiek Afval Anders aanzienlijk minder kosten zullen hebben voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval. Hierdoor ontstaat een tariefsverlagend effect met betrekking tot de afvalstoffenheffing. Dit is niet verder gekwantificeerd in de evaluatie. 5. Effect “Diftar” op kosten afvalbeheer In de bovenstaande figuur is te zien dat de afvalstoffenheffing in diftar gemeenten over het algemeen circa € 60,lager ligt dan in niet-diftar gemeenten. Onderzoek en evaluaties van gemeenten die een diftar systeem hebben ingevoerd, tonen aan dat de hoeveelheid restafval met ordegrootte 20 tot 40% daalt en er een kosten reductie optreedt van ongeveer € 20 tot € 60,-. In de onderstaande tabel wordt dit geïllustreerd met enkele voorbeelden. Gemeente
Jaar invoering
Milieueffect
Kosteneffect (per woning)
Deventer
2013
30% minder restafval
€ 24,- daling kosten
Oosterhout
2013
50% minder restafval
€ 75,- daling kosten
Woensdrecht
2013
26% minder restafval
€ 67,- daling kosten
AVRI gemeenten
2014
35% minder restafval
€ 16,- daling kosten
Hengelo
2012
32% minder restafval
Geen gegevens
6. Kosten nascheiding De kosten om restafval na te scheiden in de installaties van OMRIN en Attero (de enige installaties in Nederland) bedragen ongeveer € 80,- per ton restafval inclusief het verbranden van de niet verder te recyclen afvalfracties. Relatief hoogwaardige nascheiding van enkele afvalfracties is momenteel mogelijk, zoals kunststof en metalen. De kunststoffractie dient na de nascheiding in de installaties van OMRIN en Attero in kunststofsorteerinstallaties verder te worden gesorteerd in zuivere kunststofstromen als PP, PE en PET. Dezelfde installaties worden gebruikt voor het sorteren van brongescheiden kunststof. Andere afvalfracties kunnen niet goed gerecycled worden met de huidige nascheidingstechnologie voor restafval. Nascheiding van restafval is voorlopig een kostenpost. Vanwege de lage tarieven voor de verbranding van restafval, liggen de kosten voor nascheiding circa een factor 2 hoger ten opzichte van verbranden van Amersfoorts restafval. Het tarief voor transport van restafval is hierbij buiten beschouwing gelaten. Restafval nascheiden is ten opzichte van verbranden van restafval dus financieel zeer onaantrekkelijk.
Financiële aspecten Afvalbeheer Alleen voor intern gebruik
24 juni 2014 -3-
HaskoningDHV Nederland B.V.
In de meeste gemeenten levert de gescheiden inzameling en verkoop van kunststof, papier en textiel netto opbrengsten op. De inzameling van glas kan meestal vrijwel budget neutraal. Inzameling en nascheiding van restafval kost juist geld. Ten opzichte van bronscheiding is nascheiding financieel dus gezien zeer oninteressant voor de gemeente Amersfoort. 7. Overzicht kosten inzameling en verwerking van afvalstromen: restafval, papier, kunststof, glas en gft De onderstaande tabel met tarieven voor inzameling en verwerking (op basis van de benchmark 2013) illustreert het bovenstaande. NB. Negatieve bedragen zijn opbrengsten. De opbrengsten van papier, kunststof en glas gelden zowel bij voor- als nascheiding van restafval. Verwerking van restafval en gft kost geld. Afvalstroom
Kosten inzameling
Kosten verwerking
(per ton)
(per ton)
Netto (per ton)
Restafval (verbranden)
€ 58
€ 66
€ 124
Restafval (nascheiden)
€ 58
€ 80
€ 138
Papier
€ 77
- € 108
- € 31
€ 100
- € 500
- € 400
Glas
€ 57
- € 43
€ 14
GFT
€ 58
€ 48
€ 106
Kunststof
Financiële aspecten Afvalbeheer Alleen voor intern gebruik
24 juni 2014 -4-
Onderzoek huishoudelijk afval Gemeente Amersfoort Ben van de Burgwal, Marlies Visser 16 april 2014
Samenvatting Leden van het AmersfoortPanel hebben in maart 2014 deelgenomen aan een onderzoek over het huidige systeem van afvalinzameling in Amersfoort en over de bereidheid om (meer) aan afvalscheiding te doen. Papier en glas worden het meeste gescheiden aangeboden, ook als men zelf niet over een papiercontainer beschikt. Wat betreft plastic lijkt het wel uit te maken of men een eigen container heeft. Een derde van de panelleden scheidt het plastic (meestal) niet wanneer zij geen eigen plastic container hebben. Als reden om niet te scheiden noemt men vooral dat het te veel moeite kost of dat men geen ruimte heeft om het apart te bewaren. Voor GFT en plastic vindt men het vaak te vies om het apart te houden. Bijna 90% van de huishoudens met eigen container(s) en 70% van de huishoudens die zijn aangewezen op verzamelcontainers is tevreden over het huidige systeem van inzamelen. Het plaatsen van een extra container voor plastic bij eengezinswoningen ziet de helft van de panelleden als een verbetering, terwijl een kwart het niet (zo) ziet zitten. Het inruilen van de container voor restafval voor een container voor plastic vindt veel minder bijval. Slechts 10% ondersteunt dit idee, terwijl driekwart het als een verslechtering beschouwt. Ongeveer de helft van het Panel heeft behoefte aan aanvullende informatie. Daarbij gaat het vooral om inzicht in kosten en opbrengsten van afvalscheiding en over wat er met het aangeboden afval gebeurt. Aanleiding De gemeente Amersfoort streeft naar een zo goed mogelijke scheiding van huishoudelijk afval en naar het verkleinen van de hoeveelheid restafval. Om hiervoor weloverwogen keuzes te kunnen maken, wil de gemeenteraad dat een dialoog met de inwoners van de stad wordt aangegaan. Onderzoek naar de mening van inwoners vormt een onderdeel van deze dialoog. De gemeente wil graag weten of en hoe inwoners nu hun huishoudelijk afval scheiden en hoe zij aankijken tegen verschillende vormen van afvalscheiding. De raad heeft ook gevraagd om meer inzicht te geven in de ervaringen met afvalscheiding voor bewoners van de binnenstad en huishoudens in Nieuwland die beschikken over een container voor plastic afval.
1
Opzet Om dit te onderzoeken, heeft Onderzoek & Statistiek in maart 2014 het AmersfoortPanel per e-mail een digitale vragenlijst toegestuurd. Van de circa 3.800 leden van het panel heeft 65% (2460 personen) de vragenlijst volledig ingevuld. De deelnemers vormen geen getrouwe afspiegeling van de bevolking. Vooral 40-plussers, hoger opgeleiden en bewoners van eengezinswoningen zijn oververtegenwoordigd. Hoger opgeleiden zijn over het algemeen meer milieubewust, dus de uitkomsten van het onderzoek kunnen hierdoor beïnvloed zijn. Uit dit onderzoek blijkt echter niet dat hoger opgeleiden een afwijkende mening hebben over afvalscheiding. Verwacht mag worden dat de uitkomsten van dit onderzoek een redelijk getrouw beeld geven van het gedrag en de meningen over afvalscheiding in Amersfoort. In de vragenlijst is rekening gehouden met de huidige situatie van de respondenten: er is onderscheid gemaakt naar huishoudens in eengezinswoningen die doorgaans over drie containers beschikken, huishoudens die zijn aangewezen op verzamelcontainers in de buurt (meestal flat- en binnenstadbewoners) en inwoners van Nieuwland, waarvan sommigen over een extra container voor plastic beschikken. Van de Nieuwlanders met een eigen plastic container hebben er 31 deelgenomen aan dit onderzoek. Gezien dit kleine aantal, kan er met dit onderzoek slechts een indicatie gegeven worden over het gebruik van deze plastic container en de ervaringen die men hiermee heeft.
Resultaten Soorten containers in Amersfoort De meeste bewoners van eengezinswoningen beschikken over drie containers: een groene container voor groente-, fruit- en tuinafval (GFT), een blauwe voor papier en karton en een grijze voor het restafval. Meer dan 90% van de bewoners van een eengezinswoning met tuin beschikken over een grijze en groene container en 80% beschikt ook over een papiercontainer (zie figuur 1). Voor bewoners van flats en appartementen is de situatie eerder omgekeerd: zo’n 80% is voor het huishoudelijk afval geheel aangewezen op verzamelcontainers in de buurt (onder- of bovengronds), iets minder dan een vijfde heeft een grijze of blauwe container en ongeveer 6% heeft een GFTcontainer. Van de bewoners van Nieuwland beschikt een kleine 10% (473 huishoudens) sinds september 2010 ook over een container voor plastic afval, naast de drie bestaande containers. De bestaande container voor restafval (240 liter) is ingeruild voor een kleinere container (140 liter). Het gaat hier om een proef, die, indien succesvol, mogelijk ook bij andere eengezinswoningen wordt ingevoerd. Van de huishoudens in de binnenstad (190 panelleden) is volgens het onderzoek ongeveer driekwart geheel aangewezen op verzamelcontainers in de buurt. Een kwart heeft wel de beschikking over een of meer afvalcontainers.
2
Figuur 1: verdeling afvalcontainers rest
GFT
papier
plastic
geen eigen container 0%
10%
20%
30%
40%
50%
eengezinswoning met tuin
60%
70%
80%
90%
100%
flat of appartement
bron: O&S
Papier en glas wordt meest gescheiden, plastic het minst Van de huishoudens die over een GFT-container beschikken, scheidt bijna driekwart (vrijwel) altijd het GFT-afval (zie figuur 2). Heeft men zelf geen GFT-container, dan scheidt men het afval slechts bij uitzondering, bijvoorbeeld als bewoners over een eigen composthoop beschikken. Dat men weinig GFT scheidt, ligt voor de hand. Er zijn in Amersfoort immers geen verzamelcontainters voor GFT. Het glas en oud-papier wordt doorgaans veel beter gescheiden: bijna alle inwoners die over een eigen papiercontainer beschikken scheiden hun oud-papier en karton. Maar ook zo’n 80% van de huishoudens zonder eigen papiercontainer houdt het papier (bijna) altijd apart van het andere afval. Glas wordt door bijna 85% van de inwoners vrijwel altijd gescheiden. Van de huishoudens zonder een container voor plastic afval, scheidt ongeveer de helft het plastic (bijna) altijd en zo’n 10% doet dit meestal.1 Inwoners die wel over een container voor plastic beschikken (31 personen uit het onderzoek) houden het plastic afval vrijwel altijd gescheiden. Mensen die in het geheel zijn aangewezen op verzamelcontainers, zoals flatbewoners en bewoners van de binnenstad, scheiden hun plastic afval minder dan inwoners die minimaal over één eigen container beschikken: de helft van hen scheidt het afval meestal wel of (bijna) altijd, tegenover 65% van de inwoners die over minimaal één eigen container beschikken. Het lijkt dus niet zo te zijn dat mensen die toch al naar een verzamelcontainer moeten voor hun restafval, ook meteen het plastic afval meenemen. In dit onderzoek blijken hoger opgeleiden niet beter hun afval te scheiden dan lager opgeleiden.
1
Dit is inclusief huishoudens die voor al het afval zijn aangewezen op verzamelcontainers
3
Figuur 2: in hoeverre scheiden inwoners hun afval? gft (mensen met gft-container) gft (mensen zonder gft-container)
papier (mensen met papiercontainer) papier (mensen zonder papiercontainer)
plastic (mensen met plastic-container) plastic (mensen zonder plastic-container)
glas 0%
10% 20% (bijna) altijd
30% 40% meestal wel
50% 60% soms wel, soms niet
70%
80% meestal niet
90%
100% nooit
bron: O&S
Redenen om niet te scheiden: teveel moeite, geen ruimte en te vies In tabel 1 zijn de redenen te zien waarom inwoners hun afval niet (altijd) scheiden van het restafval. De meest genoemde redenen zijn dat het (soms) teveel moeite kost, dat men geen ruimte in huis heeft om het afval tijdelijk te bewaren en dat het afval (soms) te vies is om apart te houden. Vooral voor plastic afval is het hebben van weinig ruimte in huis een veelgenoemde reden: deze reden wordt door bijna de helft (45%) genoemd. Verder vinden inwoners die een papiercontainer bezitten deze vaak te klein (41%). Vooral bewoners van flats en van de binnenstad geven als verklaring dat men in huis te weinig ruimte heeft om het afval vooraf te scheiden. Daarnaast geven binnenstadsbewoners vaak aan dat men niet weet waar bij hen de verzamelcontainer voor plastic of papier in hun buurt staat. Tabel 1: redenen om het afval niet (altijd) te scheiden van het restafval plastic 6% 29%
2
GFT 3% 31%
papier glas daar zie ik het nut niet van in 6% 5% dat kost mij (soms) teveel moeite 29% 33% ik heb geen ruimte in mijn huis om het plastic/GFT/papier/glas tijdelijk te bewaren 45% 23% 29% 25% het afval is (soms) te vies om apart te houden 33% 53% x 25% ik wist niet dat dat kon 5% x x x ik weet niet waar in mijn buurt een verzamelcontainer voor plastic/papier/glas staat 19% x 17% 6% de verzamelcontainer staat te ver weg 20% x 21% 21% de verzamelcontainer staat niet op een logische plek voor mij 11% x 12% 10% het is niet de moeite, ik heb te weinig plastic/GFT/papier/glas afval 9% 14% 16% 26% de container voor papier is soms te klein x x 41% x het glas is te zwaar voor mij x x x 3% andere reden 10% 15% 14% 7% Op deze vraag mocht men meerdere antwoorden aankruisen. De percentages tellen daarom op tot meer dan 100%. x = deze antwoordcategorie is niet gegeven voor dit soort afval. Bron: O&S 2
Deze vraag is niet aan flatbewoners van de binnenstad gesteld, omdat in het verleden is gebleken dat verzamelcontainers voor GFT hier op veel problemen stuitten.
4
Scheiden GFT- afval door flatbewoners? Van de flatbewoners zou 46% het GFT-afval wel willen scheiden als dit mogelijk was en 39% zou dit misschien willen doen.2 Als mogelijkheid wordt een afgesloten ondergrondse verzamelcontainer genoemd om het GFT-afval in te deponeren. Men maakt zich wel zorgen dat dit voor stankoverlast en ongedierte zal zorgen. Sommigen merken daarom op dat deze container wel tijdig geleegd en gereinigd moet worden. Ook zou volgens hen dan met een pasjessysteem gewerkt moeten worden, om het storten van afval door onbevoegden te voorkomen. Verder is er volgens sommige flatbewoners te weinig plaats voor een extra container.
“Er stonden in het verleden twee verschillende ondergrondse containers: één voor GFT-afval en één voor restafval. Helaas werden de containers niet vaak genoeg geleegd en niet gereinigd. Gevolg was dat er veel stankoverlast was.”
Meeste Amersfoorters tevreden over de huidige afvalinzameling Figuur 3 laat zien hoe tevreden inwoners zijn over het huidige systeem van afvalinzameling in Amersfoort. De meerderheid is tevreden over dit systeem, waarbij inwoners die over minimaal één eigen container beschikken (meestal bewoners van eengezinswoningen) vaker tevreden zijn (87%) dan inwoners zonder eigen container (71%). Gezien het huidige ambitieniveau van Amersfoort (minimaal 75% is tevreden) is bij de laatste groep enige verbetering wenselijk. Als mogelijke verbeterpunten noemt men het vaker legen van de (verzamel)containers in verband met stankoverlast en het plaatsen van meer verzamelcontainers verspreid over de buurt, zodat deze minder snel vol zitten en in de buurt staan. Ook vinden sommige bewoners de containers te veel plaats in beslag nemen. Zij geven de voorkeur aan kleinere containers die vaker opgehaald worden of aan meer ondergrondse verzamelcontainers op loopafstand (in plaats van eigen containers). Sommige inwoners zien de bovengrondse verzamelcontainers liever verdwijnen in verband met stankoverlast. Figuur 3: mate van tevredenheid met het huidige afvalinzamelingsysteem
tevreden
niet (zo) tevreden
weet niet / geen mening
0%
10%
20%
30%
40%
bewoners zonder eigen container
50%
60%
70%
80%
90%
100%
bewoners met minimaal 1 container
bron: O&S
Bijna driekwart wil wel meer afval scheiden Op de vraag of de gemeente Amersfoort van inwoners mag vragen om nog meer afval te scheiden, antwoordt bijna de helft (48%) dat zij dit een goede zaak vinden en dat men hiervoor zelf wel wat moeite wil doen (tabel 2). Een kwart vindt het ook een goede zaak, maar vindt dat het niet te veel 5
moeite moet kosten. Nog eens 15% kan pas een mening hierover vormen als de geboden oplossingen bekend zijn. Een beloning zou slechts 4% van de inwoners extra over de streep halen om meer afval te scheiden. Bewoners die nu volledig zijn aangewezen op verzamelcontainers denken er nauwelijks anders over dan bewoners met minimaal één container. Wel geeft eerstgenoemde groep iets vaker aan dat hun mening afhangt van de geboden oplossingen. Tabel 2: mag de gemeente Amersfoort van inwoners vragen om nog meer afval te scheiden?
Ja, dat vind ik een goede zaak en daar wil ik als bewoner wel wat moeite voor doen
48%
Ja, dat vind ik een goede zaak, maar het moet mij niet te veel moeite kosten
25%
Daar kan ik niets over zeggen. Dat hangt af van de geboden oplossingen.
15%
Nee, ik vind dat er al genoeg van bewoners gevraagd wordt
8%
Ja, dat mag, maar alleen als ik daarvoor beloond word
3%
Weet niet / geen mening
1%
totaal bron: O&S
100%
Vertrouwen in gescheiden afvalverwerking belangrijkste motivatie voor afvalscheiding Als inwoners zeker zouden weten dat het afval ook gescheiden wordt verwerkt, dan is 42% gemotiveerd om het afval (nog) meer te scheiden (tabel 3). Inwoners zijn hier soms sceptisch over en zijn bang dat het afval na inzameling weer op één hoop wordt gegooid. Een derde zou meer plastic scheiden als zij hier een extra container voor zouden hebben (meestal bewoners van eengezinswoningen) en ruim een kwart is gebaat bij verzamelcontainers dichter bij huis. Andere maatregelen, zoals een beloning of het informeren over de voordelen voor het milieu, zouden sommigen ook nog helpen om het afval meer te scheiden. Verder vindt ongeveer een kwart dat zij het afval nu al zo goed mogelijk scheiden. Er zijn maar weinig mensen die niets (meer) willen doen aan afvalscheiding (3%). Tabel 3: wat zou u helpen om het afval (nog) meer te scheiden? als ik zeker weet dat het afval ook gescheiden wordt verwerkt als er een container voor plastic en kunststof bij mij thuis zou staan als de verzamelcontainers, bijvoorbeeld voor glas en plastic, dichter bij mijn huis zouden staan niets, ik scheid het afval al zo goed mogelijk als ik beloond word voor het beter scheiden van afval als de effecten voor het milieu voor mij duidelijker zouden zijn als er ook andere soorten afval, zoals blik en luiers, apart zouden worden ingezameld als ik beter weet hoe ik de verschillende soorten afval moet scheiden niets, ik wil niet (méér) doen aan afvalscheiding Op deze vraag mocht men meerdere antwoorden aankruisen. De percentages tellen daarom op tot meer dan 100%. bron: O&S
42% 33% 26% 24% 17% 15% 12% 11% 3%
Helft van de huishoudens heeft behoefte aan meer informatie Zowel uit tabel 3 als figuur 4 blijkt dat veel mensen behoefte hebben aan (meer) informatie over afvalscheiding. Het meest is men geïnteresseerd in de kosten en opbrengsten van afvalscheiding. Ook willen veel inwoners weten wat er met de verschillende afvalstromen gebeurt die men aanbiedt. Verder is men benieuwd naar de milieueffecten of wil men beter weten hoe het afval moet worden gescheiden. 6
Figuur 4: behoefte aan informatie over afvalscheiding ik heb geen behoefte aan meer informatie over de kosten en opbrengsten van afvalscheiding over wat er gebeurt met het GFT/plastic/glas/papier dat ik gescheiden aanbied over wat er gebeurt met het restafval over de effecten van afvalscheiding voor het milieu over hoe ik de verschillende soorten afval moet scheiden anders
Op deze vraag mocht men meerdere antwoorden aankruisen. De percentages tellen daarom op tot meer dan 100%. bron: O&S
Ruim twee op de vijf vindt een extra container voor plastic een goed idee, een kwart twijfelt Aan bewoners van een eengezinswoning, die over minimaal één eigen container beschikken, is gevraagd wat zij vinden van een extra container voor plastic afval (tabel 4). Veel van hen vinden een extra container voor plastic afval een (redelijk) goed idee (47%) en een kwart vindt dat het ervan afhangt hoe dit systeem wordt uitgevoerd. Ongeveer een kwart ziet zo’n systeem niet zitten. Tabel 4: wat vindt men van een extra container voor plastic afval?
een goed idee
41%
het heeft meer voordelen dan nadelen
6%
dat hangt ervan af hoe dat wordt uitgevoerd
25%
het heeft meer nadelen dan voordelen
8%
een slecht idee
16%
weet niet / geen mening bron: O&S
4%
Geen ruimte voor extra container De vraag wat men vindt van het idee om een extra container “Er staan bij mij twee plastic verzamelcontainers te plaatsen voor plastic afval kon men toelichten. Dit leverde op loopafstand. Ik heb ruim 1100 antwoorden op. De mensen die dit geen goed idee liever een gezamenlijke vinden geven vooral aan dat zij geen ruimte hebben voor een plastic container dan nog extra container. De mensen die het wel een goed idee vinden, een vierde container in mijn tuin” scheiden nu al meestal hun plastic en beschouwen een extra container als een stimulans om beter te scheiden. Van de respondenten die over een eigen container voor plastic afval beschikken (Nieuwland), vindt 92% dit een goed of “Met een aparte container voor redelijk goed systeem. Het valt hen vooral op hoeveel plastic plastic valt het me nu op hoeveel zij hebben en hoe weinig restafval, al vinden sommigen plastic afval ik heb. De container het ruimtebeslag wel een nadeel. voor restafval is meestal maar voor de helft gevuld. Prima systeem!”
7
Bewonersonderzoek ROVA naar pilot Nieuwland In september 2010 is bij 473 huishoudens een extra container voor kunststof afval geplaatst. De container voor restafval is ingeruild voor een kleiner exemplaar (140 i.p.v. 240 liter). Dit resulteerde volgens de ROVA in een opbrengst van gemiddeld 56 kg. kunststof afval in 2011 tegen gemiddeld 8 kg in heel Amersfoort. Een half jaar na de invoering heeft ROVA een enquête onder de bewoners uitgezet om de ervaringen te evalueren. Circa 70% van de bewoners bleek tevreden over de proef met de extra container. 59% was tevreden over de kleinere container voor restafval; 32% vond deze te klein.
Driekwart is geen voorstander van inruilen container restafval voor container plastic afval Aan de bewoners van eengezinswoningen is de vraag voorgelegd, wat men vindt van een systeem, waarbij de container voor restafval vervangen wordt door een container voor plastic afval. Mensen zouden bij dit systeem hun restafval dan naar een verzamelcontainer in de buurt moeten brengen. Deze containers zouden dan op meer plekken in de buurt geplaatst worden. Driekwart van de leden van het AmersfoortPanel vindt dit een slecht idee of ziet meer nadelen dan voordelen. Slechts tien procent vindt dit een goed idee of ziet meer voordelen van zo’n aanpak. Restafval wegbrengen? Zakken zijn te vies, te zwaar en te kwetsbaar De vraag of men bereid is de huidige grijze container voor restafval in te ruilen voor een container voor plastic afval leverde bijna 1600 toelichtende reacties op. Vooral de negatieve reacties over deze aanpak zijn soms zeer uitgesproken: “de zakken zijn te vies en te zwaar” is het meest genoemde argument. Maar ook “Voordat je het naar de verzamelcontainers brengt, zul je het tijdelijk in huis moeten opslaan en daarvoor is het te vies” en “de zakken kunnen gemakkelijk openscheuren door scherpe voorwerpen”. Tabel 5: wat vindt men van inruilen container restafval voor container plastic afval?
een goed idee
7%
het heeft meer voordelen dan nadelen
3%
dat hangt ervan af hoe dat wordt uitgevoerd
14%
het heeft meer nadelen dan voordelen
15%
een slecht idee
59%
weet niet / geen mening bron: O&S
2%
8
Bijlage 1. Onderzoek huishoudelijk afval: vragenlijst met scores Geslacht [N=2461] 55% man 45% vrouw Leeftijd [N=2461] 22% 18-39 40% 40-54 21% 55-64 17% 65+ 1. In welke wijk woont u? [N=2461] 8% Nieuwland 8% binnenstad 84% in een andere wijk in Amersfoort 2. In wat voor type woning woont u? [N=2461] 18% flat of appartement 79% eengezinswoning met tuin 3% andere woning zonder tuin 3. Hoe is uw huishouden samengesteld? [N=2461] 14% alleen wonend 39% paar of echtpaar 45% huishouden met kind(eren) 2% anders 4. Over welke container(s) beschikt u op dit moment? (meerdere antwoorden mogelijk) [N=2461] 80% Een grijze container voor restafval 77% Een groene container voor groente-, fruit- en tuinafval (gft) 68% Een blauwe papiercontainer 1% Een container voor plastic (alleen in Nieuwland) 20% Geen van deze. Ik breng alles naar ondergrondse of bovengrondse verzamelcontainers 5. In hoeverre scheidt u op dit moment uw plastic van het andere afval? [N=2460] 51% (bijna) altijd 10% meestal wel 8% soms wel, soms niet 10% meestal niet 21% nooit
9
6. Wat is de reden dat u plastic niet (altijd) scheidt van de rest? (meerdere antwoorden mogelijk) [N=1186] 6% Daar zie ik het nut niet van in 29% Dat kost mij (soms) te veel moeite 45% Ik heb geen ruimte in mijn huis om het plastic tijdelijk te bewaren 33% Het afval is (soms) te vies om apart te houden 5% Ik wist niet dat dat kon 19% Ik weet niet waar in mijn buurt een verzamelcontainer voor plastic staat (niet voorgelegd aan bewoners van Nieuwland) 20% De verzamelcontainer staat te ver weg (niet voorgelegd aan bewoners van Nieuwland) 11% De verzamelcontainer staat niet op een logische plek voor mij (niet voorgelegd aan bewoners van Nieuwland) 9% Het is niet de moeite, ik heb te weinig plastic afval 10% Anders, namelijk _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 7. In hoeverre scheidt u op dit moment uw groente-, fruit- en tuinafval (gft) van uw andere afval? [N=2460] 56% (bijna) altijd 12% meestal wel 7% soms wel, soms niet 5% meestal niet 20% nooit 8. Wat is de reden dat u het gft-afval niet (altijd) scheidt? (meerdere antwoorden mogelijk) [N=557] 3% Daar zie ik het nut niet van in 31% Dat kost mij (soms) te veel moeite 53% Het afval stinkt (soms) of het trekt ongedierte/vliegjes aan 23% Ik heb geen ruimte in mijn huis om het gft-afval tijdelijk te bewaren 14% Het is niet de moeite, ik heb te weinig gft-afval 15% Anders, namelijk _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 9. U heeft als flatbewoner nu niet de mogelijkheid om het groente-, fruit- en tuinafval (gft) apart aan te bieden. Als daar een mogelijkheid voor was, zou u dit afval dan scheiden van het overige afval? [N=340] 46% ja 39% misschien, dat hangt ervan af 15% nee 10. Welke mogelijkheden ziet u bij uw flat om het gft-afval te scheiden? _____________________________________________________ 11. In hoeverre scheidt u op dit moment uw papier van uw andere afval? [N=2460] 90% (bijna) altijd 4% meestal wel 2% soms wel, soms niet 1% meestal niet 3% nooit
10
12. Wat is de reden dat u het papier niet (altijd) scheidt? (meerdere antwoorden mogelijk) [N=239] 5% Daar zie ik het nut niet van in 28% Dat kost mij (soms) te veel moeite 12% De container voor papier is (soms) te klein (voorgelegd aan bewoners met container) 29% Ik heb geen ruimte in mijn huis om het papier tijdelijk te bewaren 16% Het is niet de moeite, ik heb te weinig papierafval 17% Ik weet niet waar er een verzamelcontainer voor papier in mijn wijk staat (alleen voorgelegd aan bewoners zonder eigen papiercontainer) 21% De verzamelcontainer voor papier staat te ver weg (alleen voorgelegd aan bewoners zonder eigen papiercontainer) 12% De verzamelcontainer voor papier staat niet op een logische plek voor mij (alleen voorgelegd aan bewoners zonder eigen papiercontainer) 14% Anders, namelijk _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 13. In hoeverre scheidt u op dit moment uw glasafval van uw andere afval? [N=2461] 84% (bijna) altijd 6% meestal wel 3% soms wel, soms niet 3% meestal niet 4% nooit 14. Wat is de reden dat u het glasafval niet (altijd) scheidt? (meerdere antwoorden mogelijk) [N=384] 5% Daar zie ik het nut niet van in 33% Dat kost mij (soms) te veel moeite 3% Het glas is te zwaar voor mij 25% Het glasafval is (soms) te vies om apart te houden 6% Ik weet niet waar in mijn buurt een verzamelcontainer voor glas staat 21% De verzamelcontainer voor glas staat te ver weg 10% De verzamelcontainer voor glas staat niet op een logische plek voor mij 25% Ik heb geen ruimte in mijn huis om het glas tijdelijk te bewaren 26% Het is niet de moeite, ik heb te weinig glasafval 7% Anders, namelijk _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 15. De meeste bewoners van eengezinswoningen beschikken nu over drie containers: een voor gft, een voor papier en een voor restafval. Wat vindt u in het algemeen van dit systeem van afvalinzameling in Amersfoort? [N=1881] 87% Daar ben ik wel tevreden over 12% Ik ben daar niet (zo) tevreden over 1% Weet niet / geen mening 16. Bewoners van flats zijn voor hun afval doorgaans aangewezen op verzamelcontainers in de buurt. Wat zijn in het algemeen uw ervaringen met deze verzamelcontainers? [N=343] 71% Daar ben ik wel tevreden over 24% Ik ben daar niet (zo) tevreden over 5% Weet niet / geen mening 17. Wilt u uw antwoord toelichten? _____________________________________________________
11
18. Op dit moment wordt ongeveer de helft van het huishoudelijk afval in Amersfoort door bewoners gescheiden. Het gescheiden afval wordt hergebruikt. Vindt u dat de gemeente Amersfoort van inwoners mag vragen om nog meer afval te gaan scheiden? [N=2460] 48% Ja, dat vind ik een goede zaak en daar wil ik als bewoner wel wat moeite voor doen 25% Ja, dat vind ik een goede zaak, maar het moet mij niet te veel moeite kosten 3% Ja, dat mag, maar alleen als ik daarvoor beloond word 8% Nee, ik vind dat er al genoeg van bewoners gevraagd wordt 15% Daar kan ik niets over zeggen. Dat hangt af van de geboden oplossingen. 1% Weet niet / geen mening 19. Wat zou u helpen om het afval (nog) meer te scheiden? (meerdere antwoorden mogelijk) [N=2455] 11% Als ik beter weet hoe ik de verschillende soorten afval moet scheiden 42% Als ik zeker weet dat het afval ook gescheiden wordt verwerkt 15% Als de effecten voor het milieu voor mij duidelijker zouden zijn 17% Als ik beloond word voor het beter scheiden van afval 26% Als de verzamelcontainers, bijvoorbeeld voor glas en plastic, dichter bij mijn huis zouden staan 33% Als er een container voor plastic en kunststof bij mij thuis zou staan 12% Als er ook andere soorten afval, zoals blik en luiers, apart zouden worden ingezameld 24% Niets, ik scheid het afval al zo goed mogelijk 3% Niets, ik wil niet (méér) doen aan afvalscheiding 20. Over welke onderwerpen op het gebied van afvalscheiding zou u meer informatie willen ontvangen? (meerdere antwoorden mogelijk) [N=2422] 47% Ik heb geen behoefte aan meer informatie 12% Over hoe ik de verschillende soorten afval moet scheiden 23% Over wat er gebeurt met het restafval 26% Over wat er gebeurt met het andere afval dat ik gescheiden aanbied 21% Over de effecten van afvalscheiding voor het milieu 31% Over de kosten en opbrengsten van afvalscheiding 3% Anders, namelijk _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 21. Om meer plastic uit het restafval te krijgen, zou er bij iedereen een extra container voor plastic verpakkingen geplaatst kunnen worden. Dit gebeurt nu al in Nieuwland. Wat vindt u van zo’n systeem van inzameling? [N=1843] 42% Een goed idee 6% Het heeft meer voordelen dan nadelen 24% Dat hangt ervan af hoe dat wordt uitgevoerd (niet voorgelegd aan bewoners van Nieuwland) 8% Het heeft meer nadelen dan voordelen 16% Een slecht idee 4% Weet niet / geen mening 22. Wilt u uw antwoord toelichten? _____________________________________________________
12
23. Een andere mogelijkheid is dat uw grijze container voor restafval wordt ingeruild voor een container voor plastic afval. De containers voor gft en papier blijven. Bewoners moeten dan het restafval wegbrengen naar verzamelcontainers in de buurt. Bij deze aanpak zullen op meer plekken in de wijk verzamelcontainers worden geplaatst. Wat vindt u van deze aanpak? 7% Een goed idee 3% Het heeft meer voordelen dan nadelen 14% Dat hangt ervan af hoe dat wordt uitgevoerd 15% Het heeft meer nadelen dan voordelen 60% Een slecht idee 2% Weet niet / geen mening 24. Wilt u uw antwoord toelichten? _____________________________________________________ 25. Heeft u zelf nog ideeën om het huishoudelijk afval nog beter te scheiden? _____________________________________________________
13
Samenvatting resultaten consultatie bewoners binnenstad Amersfoort Ervaringen, beleving en tevredenheid over afvalinzameling
Inhoudsopgave 1.
Algemene kenmerken van de bewoners in de binnenstad ......................................................................... 2
2.
Bevindingen afvalscheiding en -inzameling ................................................................................................ 3 2.1 De invoering van de ondergrondse container: inzamelen op afstand ............................................................ 3 2.1.1 Verbetering of verslechtering? (Vraag 9) ................................................................................................. 3 2.1.2 Ervaren voor- en nadelen (vraag 12 gaat over voordelen, vraag 13 over de nadelen) ............................ 3 2.1.3 Tevredenheid (vraag 10) ......................................................................................................................... 4 2.1.4
Effecten op afvalscheidingsprestatie (vraag 16) ................................................................................ 4
2.1.5 Aandachtspunten..................................................................................................................................... 4 2.2 Scheidingsgedrag van bewoners ................................................................................................................... 5 2.2.1 Hoe goed op dit moment? (Vraag 22) ..................................................................................................... 5 2.2.2 Veelvoorkomende problemen .................................................................................................................. 5 2.2.3 Mogelijke rol voor gemeente voor verdere stimulering ............................................................................ 5 2.2.4 Wensen voor toekomstig inzamelsysteem (vraag 23 en 24) ................................................................... 6 2.3 Serviceniveau en dienstverlening .................................................................................................................. 7 Verbetering of verslechtering van het serviceniveau? Vraag 29 ....................................................................... 7 Tevredenheid over de algehele dienstverlening (Vraag 27) ............................................................................. 7 3.
OVER DE VRAGENLIJST .......................................................................................................................... 9 3.1 Reacties van bewoners op de vragenlijst ....................................................................................................... 9 3.1.1 Gestelde vragen ...................................................................................................................................... 9 3.1.2 Enkele kritieke noten ............................................................................................................................... 9 3.1.3 Uitgebreide reacties................................................................................................................................. 9 3.2 Moeilijkheden met invullen van de vragenlijst .............................................................................................. 10 3.2.1 Poblemen met vraagstelling .................................................................................................................. 10 3.2.2 Verzoek tot contact ................................................................................................................................ 10
1. Algemene kenmerken van de bewoners in de binnenstad
Leeftijdscategorie van bewoners
Woningen met een tuin
120 100
Geen tuin 42%
80 60
Een tuin 58%
40
20 0 0-24
25-29
40-64
65 of ouder
-
2. Bevindingen afvalscheiding en -inzameling 2.1 De invoering van de ondergrondse container: inzamelen op afstand De gemeente Amersfoort heeft ervoor gekozen om het restafval in de binnenstad in te zamelen middels ondergrondse verzamelcontainers. Voorheen werd dit gedaan met containers aan huis. In de enquête zijn bewoners bevraagd op hun ervaringen met deze nieuwe manier van inzamelen. Hieronder volgen de resultaten. 2.1.1 Verbetering of verslechtering? (Vraag 9) Het merendeel, namelijk meer dan 60%, vindt de wijziging een verbetering. Daarnaast gaf een vijfde van de bewoners aan dat zij het zien als een verslechtering. Een andere 20% heeft deze vraag niet beantwoord. Van deze groep is niet bekend hoe zij hierover denken. Het is vervolgens interessant om te weten waarom de bewoners de ondergrondse containers zien als een verbetering of verslechtering.
De ondergrondse container als verandering
19,5%
Verbetering Verslechtering 19,9%
Geen antwoord
60,6%
2.1.2 Ervaren voor- en nadelen (vraag 12 gaat over voordelen, vraag 13 over de nadelen) De mensen zijn bevraagd op de voor- en nadelen die zij ondervinden bij ondergrondse verzamelcontainers. Zij konden uit meerdere (op voorhand geformuleerde) voor- en nadelen kiezen. Het resultaat is hieronder getoond. A
Geen
180
B
Er is minder vervuiling (zwerfafval)
160
C
Ik kan mijn restafval op ieder gewenst moment kwijt
140
D
Ik kan meer restafval kwijt dan voorheen
E
Het kost geen ruimte meer in mijn tuin
F
Geen overlast meer in de straat bij inzameling
G
Anders, namelijk…
A
Geen
80
B
Toegenomen vervuiling (zwerfafval)
70
C
Ik moet mijn restafval nu wegbrengen
60
D
De loopafstanden zijn (veel) te groot
50
E
De containers zijn te vol waardoor het niet past
40
F
De containers zijn vaak vies en/of niet netjes
30
G
Anders, namelijk…
Voordelen van de ondergrondse container
120 100 80
60 40 20 0 A
B
C
D
E
F
G
Nadelen van de ondergrondse container
20 10 0 A
B
C
D
E
F
G
2.1.3 Tevredenheid (vraag 10)
Tevredenheid ondergrondse containers (rapportcijfer)
De tevredenheid van de bewoners aangaande de ondergrondse containers is gemeten door hen te vragen welk cijfer zij geven aan de inzet van ondergrondse containers voor hun restafval. Het gemiddelde rapportcijfer is een 7.3. Vervolgens is gevraagd waarom zij wel of niet tevreden waren.
70
60 50 40
30 20 10
0 1
2
3
4
5
6
7
8
Aangegeven redenen voor tevredenheid: Altijd beschikbaar/ op ieder moment/flexibel/geen vaste dag Openingen zijn groot genoeg Voldoende capaciteit Eenvoudig/gemak Schoon/geen stank, zowel bij container als in huis Container aan huis neemt geen ruimte meer in en kan ook niet meer vergeten worden Beter straatbeeld
9
10
Aangegeven redenen voor ontevredenheid: Frequentie afval wegbrengen is hoog Te ver lopen/sjouwen/slepen met zware afvalzakken Vervelend met slecht weer (regen, winter, gladheid) Oude mensen zijn slecht te been Containers zitten vol en/of zijn niet altijd groot genoeg Afhankelijkheid van pasje (niet kwijtraken, duur bij verlies) Afhankelijkheid van 1 container Zakken zijn onhandig voor tuinafval De frequentie waarmee de ondergrondse containers worden geleegd is niet optimaal: soms te vaak en vaak te weinig. Er is een restaurant dat opvallend hinderlijk het glas en vet dumpt (ca 4x genoemd) De mogelijkheid om klein afval op straat correct weg te gooien is vervallen met het verdwijnen van de containers langs de huizen. Men wil graag ook afvalbakken.
2.1.4 Effecten op afvalscheidingsprestatie (vraag 16) Hoeveelheid restafval is afgenomen, want (incidenteel) Men is hierdoor ook meer glas en plastic gaan scheiden (dankzij gelijktijdige introductie plastic container). Ook afgenomen omdat mensen minder te besteden hebben en hierdoor minder consumeren en dus afval produceren en/of meer op hun ‘inkoop’ letten “Omdat je alles weg moet brengen” Vanwege de nabijheid bij containers voor glas, plastic en papier Het is bijna noodgedwongen, omdat het anders te zwaar is om te tillen Er is ruimte in het huis beschikbaar gekomen voor plastic/papier en glas (ipv minicontainer in huis) Hoeveelheid restafval is toegenomen, want (incidenteel) Nu zit ook het GFT-afval bij het restafval (en dit wordt dus niet meer apart opgehaald zoals voorheen) Het is té makkelijk geworden voor mensen die heel dichtbij de restcontainer wonen 2.1.5 Aandachtspunten Twee aandachtspunten, ook gelet op bovenstaande bevindingen, namelijk: 1. Ervaringen van bewoners verschillen op sommige punten, waaronder stank (juist toegenomen of afgenomen?) en lawaai van de inzamelaars van voertuigen van ROVA (juist verergerd of niet)? 2. De ondergrondse verzamelcontainers hebben bepaalde effecten, bijvoorbeeld op het straatbeeld. De meningen lopen uiteen of dit nu mooier is of juist niet
2.2 Scheidingsgedrag van bewoners 2.2.1 Hoe goed op dit moment? (Vraag 22)
180
160 140 120
GFT Series1
100
Papier Series2
80
Series3 Kunststof
60
Series4 Glas
40
Series5 Textiel
20 0
Nooit
Meestal Soms wel, Meestal niet soms niet wel
Altijd
Onbekend
De indruk is dat mensen flink actief zijn in de scheiding van hun afval, ook al is dit naar eigen zeggen. Vooral glas en papier wordt goed gescheiden. Bij kunststof lijkt op te gaan ‘je doet het nu eenmaal wel of niet’ (‘altijd of nooit’). In iets mindere mate geldt dit ook voor textiel. GFT is een lastigere. De scheiding van tuinafval is momenteel moeilijk gescheiden aan te bieden, aangezien de regel is dat mensen dit bij het restafval mogen doen. Voor veel bewoners is dit echter niet praktisch en zij kiezen daarom voor andere oplossingen, zoals het bellen van de ROVA voor hun grof tuinafval of een composthoop voor hun kleinere GFT. Bij de bewoners bestaat wel de behoefte om deze afvalstroom beter te organiseren. Voorheen werd ook gewerkt met een boot die het inzamelde, maar dit gebeurt niet meer of nauwelijks. 2.2.2 Veelvoorkomende problemen Er zijn enkele problemen die de bewoners tegenkomen met het scheiden van hun afval. Die problemen weerhoudt ze er soms van om daadwerkelijk goed hun afval te blijven scheiden. Hieronder volgt een opsomming van voorbeelden die zijn genoemd en relevant zijn (soms specifiek voor de binnenstad): In algemene zin zien meerdere bewoners het wegbrengen van afval toch als een ‘extra moeite’. Tijd, luiheid en gemakzucht zijn de opgegeven redenen hiervoor. Het is zeker vervelend als je moet lopen voor kleine hoeveelheden, die wellicht wel anders gaan stinken in huis. Sommige bewoners moeten door het winkelend publiek lopen met afval. Dit heeft absoluut niet de voorkeur en wordt als niet prettig en zelfs gênant ervaren. De afstand tot een verzamelcontainer blijft ook meespelen, zeker als de mogelijkheden (i.v.m. beperkt aantal containers en/of openingstijden van inzamelpunten) niet altijd beschikbaar zijn Een gebrek aan ruimte in huis wordt ook ervaren als een probleem, dat ertoe leidt dat men minder goed scheidt. Soms moeten mensen ook door het hele huis lopen met vieze of zelfs lekkende zakken (bijvoorbeeld met GFT uit de tuin, dat via de voordeur naar de verzamelcontainer voor het restafval moet). 2.2.3 Mogelijke rol voor gemeente voor verdere stimulering Er wordt zeer verschillend gedacht over de rol voor de gemeente voor stimulering. Het is moeilijk om hier echt een patroon in te ontdekken, aangezien de suggesties zo variabel/uiteenlopend zijn. De informatie die hier is opgehaald, kan juist ter inspiratie dienen voor de gemeente. In onderstaand kader op de volgende pagina zijn een paar goede ideeën overgenomen. Het idee van een ‘word cloud’ is gehanteerd, wat betekent dat veelgehoorde ideeën groter zijn gemaakt dan de andere.
Suggesties voor rol van de gemeente in stimuleren van beter scheidingsgedrag
Meerdere ondergrondse containers bij elkaar plaatsen op één locatie voor diverse afvalstromen Een extra ophaalservice voor o.a. papier en karton
Duidelijker aangeven en communiceren waar ik mijn afval kwijt kan Belonen in de vorm van minder betalen
Ik scheid al veel van mijn afval Meer containers plaatsen Oplossingen bedenken voor in huis, zodat het scheiden minder ruimte inneemt
Handzamere en klantvriendelijkere verzamelunits (zakken o.i.d.)
Ophalen van GFT aan huis Meer informatie verstrekken/voorlichting richting bewoners over de verwerking van afval Weet of wil ik niet
2.2.4 Wensen voor toekomstig inzamelsysteem (vraag 23 en 24) 140 120
100 80 60
gft
40
oud papier / karton
20
Plastic / kunststof
0
Glas Textiel
Zoals ook al even in bovenstaand kader naar voren kwam, wensen veel bewoners de inzamelvoorzieningen voor restafval, papier en plastic gecombineerd op één plek.
2.3 Serviceniveau en dienstverlening Verbetering of verslechtering van het serviceniveau? Vraag 29
Ervaren verandering in serviceniveau 7,7% 1,4%
Positief, verbeterd 23,1%
Negatief, verslechterd 49,8%
Neutraal, gelijk gebleven Neutraal, woon hier net
18,1%
Onbekend
Tevredenheid over de algehele dienstverlening (Vraag 27)
Tevredenheid dienstverlening (rapportcijfer) 80 70 60 50 40 30 20 10 0
De tevredenheid van de bewoners aangaande de algehele dienstverlening is gemeten door hen te vragen welk cijfer zij geven aan de inzet van ondergrondse containers voor hun restafval. Het gemiddelde rapportcijfer is een 6.9. Het merendeel van de bewoners geeft aan geen opmerkingen of klachten te hebben. Zij zijn tevreden en vinden dat de inzameling goed is georganiseerd en geregeld. Er zijn wel wat kritische geluiden als het gaat om (de communicatie over) GFT, dit zou wel beter kunnen. Andere zaken waarin verbetering mogelijk is, is de geluidsoverlast van de voertuigen en het aanpakken van het zwerfafval. De meningen lopen uiteen of de ondergrondse containers voldoende worden geleegd en of de containers dus voldoende capaciteit hebben of niet. Een deel van de bewoners heeft het gevoel dat zij (door het op afstand inzamelen van restafval) inleveren op service, maar dat zij nog steeds het zelfde moeten betalen. Dit beleven zij als oneerlijk.
Methodologie Enquête In overleg en na een gezamenlijke voorbereiding is een enquête uitgegaan naar bewoners van de binnenstad van Amersfoort om hun specifieke ervaringen met de ondergrondse containers (voor restafval) te achterhalen en na te gaan wat bij hen leeft als het gaat om het scheiden van afval. Van de 1000 huishoudens hebben er 241 gereageerd, wat een response betekent van 24,1%. Dit lijkt in eerste instantie laag, maar dit is te verklaren door de korte doorlooptijd waarbinnen bewoners konden reageren (1 week) en het feit dat het een anonieme, breed uitgestuurde enquête betreft. Gelet op de deelname van verschillende typen bewoners (leeftijd, wel of geen tuin, type woning, etc.) is de steekproef representatief te noemen. Wij zijn in staat geweest om op basis van deze 241 ingevulde vragenlijsten verschillende patronen te ontdekken en wij verwachten dat meer response niet had geleid tot andere uitkomsten.
3. OVER DE VRAGENLIJST 3.1 Reacties van bewoners op de vragenlijst 3.1.1 Gestelde vragen Waarom is er gekozen voor externe inhuur voor dit onderzoek? Wat gebeurt er met het afval na inzameling? Wordt in de toekomst afval per kg. verrekend? Waarom geen specifieke aandacht voor bewoners met grote tuinen? 3.1.2 Enkele kritieke noten Slechts politiek, niet objectief en puur een bezuinigingsslag van de gemeente Waarom besteden wij ons belastinggeld aan dit onderzoek (van externen)? Ik heb geen inspraak gehad bij de overgang naar ondergrondse containers 3.1.3 Uitgebreide reacties Beste Paul Mul, Als mede verantwoordelijke voor dit onderzoek moet ik u,hoe spijtig ook,meedelen dat : De slecht geadresseerde, helaas ook in groeiende mate gebruikte vorm door reclame aanbieders. "Bewoners van ....: iplv de tenaamstelling van de geadresseerde = bekend bij de Gemeente en Na lezing van de brief en het onderzoek zelf en vooral stijl en vorm. en Mijn verdrietige en teleurstellende ervaring met de Gemeente en de ROVA in de afgelopen 3 jaar mij niet erg motiveerden de enquete in te vullen. Ik heb dat toch gedaan, maar zoveel informatie die bij de Gemeente al bekend is en een tevredenheidonderzoek over een zeer onvolledige aanpak van de TOTALE afvalinzameling ... Het werd een klachten formulier en dat zal de bedoeling niet zijn ,dus het geheel maar bij de gescheiden papierafval bak gedaan. Het moet wel werken en zin hebben. Ik ben ook nog verbaasd over het feit dat een zeer gerespecteerd bedrijf als DHV de opdracht voor zo'n onderzoek accepteert terwijk toch genoeg deskundigheid aanwezig is om de Gemeente te adviseren over de TOTALE aanpak van het afval probleem. De goede plaatsing van ondergrondse afvalcontainers ( OC) , voor restafval ( wat is dat? ) heeft de afvoer van de veel grotere hoeveelheid RESTEREND afval vooral GVT en plastic sterk verslechterd ! De Gemeente heeft enkele matige oplossingen inmiddels geheel beeindigd. Pogingen hierover voor plaatsing van de OC's of nu in contact te komen leiden allen tot opmerkingen als we zijn nog aan het evalueren .... of er zijn zo weinig tuinen in de binnenstad !! Ik ben 77 jaar en heb een tuin van 500 m2 in de binnenstad evenals 8 buurtgenoten. Zou een simpel gebruik van Google Earth, het bekijken van 50 variabele "objekten" Grootte ,wel/niet tuin gecombineerd met Gemeentelijke bestaande informatie en goed onderzoek bij de betrokken bewoners niet veel meer RESULTAAT opbrengen. Gaarne bereid U deze infomatie te verstrekken. Met vriendelijke groet, E.M.Douwes
Geachte heer Mul, Nav de enquete afval. Vraag 24 bevat geen negatieve optie, vragen 24, 25 en 26 zijn tendentieus, u gaat in de vraagstelling er vanuit dat er meer gescheiden moet worden (vindt ik niet). In de papieren versie van vraag 3 wordt appartement niet genoemd, vraag 12 optie e, waarom beperken tot tuin? Bij mij stonden de kliko's vroeger in de berging. Er gaan diverse vragen over het scheiden van gft, dat wordt toch helemaal niet apart ingezameld in de binnenstad? Vraag 21, ik heb geen tuin, maar wel een dakterras met planten, waarom deze vraag beperken tot mensen met een tuin. Hoop dat u hier wat aan heeft. Met vriendelijke groet, remco
3.2 Moeilijkheden met invullen van de vragenlijst 3.2.1 Poblemen met vraagstelling De tabel van vraag 23 is lastig in te vullen, want deze vraag is vaak onvolledig ingevuld. Ook was vraag 17 volgens een bewoner onlogisch. Nieuwe bewoners hebben soms moeite met vraag 9 (verbetering of verslechtering?) en 14 (toename of afname van de hoeveelheid restafval?) 3.2.2 Verzoek tot contact Er waren meerdere verzoeken om op de hoogte te worden gehouden, maar bewoners willen dit niet altijd via email (omdat zij die niet hebben). Enkelen verzochten om een brief.
Besluitenlijst De Ronde datum:
15 juli 2014
vergaderruimte: Raadzaal (1.02) Titel Van Doel activiteit Voorstel
van
19.00 tot
aantal bezoekers:
20.00 uur 19
Van afval naar grondstof: terugkoppeling resultaten uit dialoog, voorlichting en onderzoeken Soort verslag College van B&W Soort document Peiling Peilpunten:
Reg.nr.
4737436
Besluitenlijst Peiling
1) de dialoog met de stad en de (bewoners)onderzoeken die het afgelopen half jaar zijn uitgevoerd voldoende informatie hebben opgeleverd om enkele pilots op te zetten. 2) de vertaling van de uitkomsten van de dialoog en de onderzoeken in vier pilots een goede manier is om te ervaren wat in Amersfoort werkt om meer waardevolle grondstoffen in te kunnen zamelen. De vier pilots die gezien de wensen van inwoners en de ervaringen uit andere steden voor de hand liggen om in de volgende fase in vier verschillende wijken uit te werken zijn: o Pilot gft en tuinafval: beide fracties apart ophalen uit de binnenstad (eventueel aangevuld met een zak voor kunststof) o Pilot container erbij: een extra container voor kunststof aan huis (opschalen van de pilot in Nieuwland naar een andere wijk) o Pilot omgekeerd inzamelen: de containers voor restafval aan huis gebruiken voor kunststof en wegbrengen van het restafval naar een verzamelcontainer in de buurt. o Pilot belonen: inwoners financieel of anders belonen voor het goed scheiden van restafval. Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden
Paffen-Zeenni Pen -
Portefeuillehouder Opsteller
Tigelaar Bakker
Dassen (D66), Flikkema (VVD), Janssen (GL), Portefeuillehouder Tigelaar Ambtenaren Van de Kolk (CU), Molenkamp (SP), Kwak Noortman-Nieuwendijk (CDA), Smulders (PvdA)
Inspreker(s) Conclusie voorzitter
Fracties zijn in debat gegaan over de volgende punten: dialoog met de stad over afvalinzameling effectiviteit en efficiëntie van omgekeerd inzamelen effectiviteit en kosten van nascheiden handhaving van afvaldump De ChristenUnie is voorstander van de voorgestelde pilots en wil deze gebruiken om zo nodig bij te sturen in het beleid. De SP wil de pilots gebruiken om een keuze te maken voor een effectieve methode van inzamelen. De PvdA wil een snelle uitvoering van pilots om zo spoedig mogelijk een keuze te maken voor een inzamelmethode. Het CDA en de VVD zijn voor uitvoering van pilots 1, 2 en 4.
#4737436 v1 - BESLUITENLIJST DR 15-7-2014 VAN AFVAL NAAR GRONDSTOF: TERUGKOPPELING RESULTATEN UIT DIALOOG, VOORLICHTING EN ONDERZOEKEN
GroenLinks vindt de pilots niet nodig omdat er zo snel mogelijk een principiële keuze gemaakt moet worden voor omgekeerd inzamelen. D66 wil zo snel mogelijk een positief besluit van de raad over omgekeerd inzamelen en niet eerst de pilots afwachten. Alle fracties zijn van oordeel dat de dialoog met de stad goed op gang is gekomen, maar dat voortzetting van de dialoog belangrijk is voor bewustwording en draagvlak. De VVD zoekt in de komende tijd draagvlak in de raad voor een motie over een onderzoek naar nascheiding van afval. Het CDA kondigt schriftelijke vragen aan over handhaving van afvaldump. De wethouder heeft geconstateerd dat er bij fracties voldoende draagvlak is om met de pilots aan de slag te gaan. De raad wordt na de zomer geïnformeerd over de aanpak en begroting van de pilots, inclusief criteria voor succesmeting. De wethouder gaat desgevraagd na of de inzameling van kunststof (peilpunt 2) kan worden vervangen door inzameling van PMD-afval. Advies aan presidium: Voldoende besproken, college werkt aanpak pilots uit Toezeggingen / Afspraken
#4737436 v1 - BESLUITENLIJST DR 15-7-2014 VAN AFVAL NAAR GRONDSTOF: TERUGKOPPELING RESULTATEN UIT DIALOOG, VOORLICHTING EN ONDERZOEKEN
Besluitenlijst Van afval naar grondstof terugkoppeling resultaten uit dialoog, . . .
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 15 juli 2014 19:00
Beleidskader sociaal domein: De Amersfoorter in het sociaal domein Rondetafelgesprek
Besluitenlijst Van afval naar grondstof terugkoppeling resultaten uit dialoog, . . .
Beleidskader sociaal domein: De Amersfoorter in het sociaal domein Rondetafelgesprek Inhoud agendapunt Beleidskader Sociaal Domein - De Amersfoorter in het sociaal domein (pdf) Bijlage - Gespreksnotitie Beleidskader Sociaal Domein - De Amersfoorter in het sociaal domein (pdf) Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit (9-7-2013) Visie en uitgangspunten voor de beweging in het sociaal domein (pdf) Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit (17-12-2013) Organiseren van de beweging in het sociaal domein (pdf) Agendapunt + bijlagen De Ronde 24 juni Inrichting wijkteams2015 sociaal domein Besluitenlijst Beleidskader Sociaal Domein - De Amersfoorter in het sociaal domein (pdf) Verslag Rondetafelgesprek Beleidskader Sociaal Domein - De Amersfoorter in het sociaal domein (pdf) Audioverslag
Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting
Doel activiteit Reden van aanbieding
Van de raadsleden wordt gevraagd
Vervolgtraject Opm. presidium
Soort verslag Bijbehorende documenten
Achterliggende documenten
Reg.nr. 4728537 Beleidskader Sociaal Domein: De Amersfoorter in het sociaal domein 15 juli 2014 Ambtelijk contact College van B&W Lans (033-469 4341) Imming en Tigelaar Nu een aantal belangrijke besluiten op de diverse deelterreinen van het sociaal domein door het Rijk zijn genomen of bijna zijn genomen kan het college aan de raad in het najaar, zoals aangekondigd, een integraal beleidskader sociaal domein ter vaststelling voorleggen. Het college ontwikkelt het beleid over deze onderwerpen graag in dialoog met de stad en de raad. Met het oog daarop gaat het college graag nog voor de zomer met de raadsleden in gesprek over een aantal thema’s die te maken hebben met de rol en de positie van Amersfoorters in het sociale domein. In de notitie zijn stellingen geformuleerd in relatie tot enkele thema’s wil het college het gesprek met de raadsleden voeren. Het college beoogt met dit gesprek input te krijgen van de woordvoerders over de dilemma’s en keuzes die voorliggen. Thema’s: - Positie van de Amersfoorter in het sociaal domein - Toegang - Sociale basisinfrastructuur - Kwaliteit - Keuzevrijheid - Cliëntenparticipatie - Vangnet Soort document Rondetafelgesprek Gespreksnotitie Voorafgaand aan de vaststelling van het Beleidskader Sociaal Domein (wettelijke bevoegdheid van de raad) wil het college in gesprek met de woordvoerders. Zijn of haar mening te geven over de voorliggende stellingen (en notitie) en zich daarmee voor te bereiden op besluitvorming over het beleidskader sociaal domein in oktober. In het najaar zal het beleidskader sociaal domein ter bespreking in de Ronde en vervolgens ter besluitvorming in het Besluit wordt geagendeerd. Volgens de spelregels is dit eerder een peiling maar het college verzoekt om deze gespreksnotitie in een rondetafelgesprek-opzet te behandelen. Omdat de gespreknotitie met stellingen is bijgevoegd, kunt u uw mening desgewenst voorbereiden in uw fractie. Besluitenlijst x BIS Raadsstukken Gespreksnotitie Beleidskader Sociaal Domein: De Amersfoorter in het sociaal domein x BIS Raadsstukken Raadsvoorstel en -besluit Visie en uitgangspunten voor de beweging in het sociaal domein (9 juli 2013) x BIS Raadsstukken Raadsvoorstel en –besluit Organiseren van de beweging in het sociaal domein (17 december 2013) x BIS Raadsstukken Voorstel inrichting wijkteams (De Ronde 24 juni jl. en Het Besluit 15 juli 2014)
#4728537 v1 - AGENDAPUNT DR 15-7-2014 BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN: DE AMERSFOORTER IN HET SOCIAAL DOMEIN
Gespreksnotitie beleidskader sociaal domein, versie 30 juni 2014
De Amersfoorter in het sociaal domein Amersfoort staat – net als alle andere Nederlandse gemeenten – voor ingrijpende veranderingen in zorg en ondersteuning. De gemeente wordt met ingang van 2015 verantwoordelijk voor een groot aantal nieuwe taken in het sociaal domein, en dat onder een grote budgettaire druk. Het systeem moet efficiënter en dat kan alleen als het op een andere manier wordt georganiseerd: met meer samenhang, rondom de Amersfoorter, van wie meer eigen verantwoordelijkheid wordt gevraagd. In de afgelopen anderhalf jaar heeft uw raad zich meermalen gebogen over die omslag. Zo heeft u in juli 2013 met het raadsbesluit ‘Visie en uitgangspunten voor de beweging in het sociaal domein’, naast organisatorische en sturingsprincipes, de volgende inhoudelijke uitgangspunten onderschreven: Zelfredzaamheid voorop De omgeving doet mee Voorkomen is beter dan genezen Oplossingen per persoon, soms samen We laten niemand vallen Hulp dichtbij huis Eén huishouden, één plan Snelle interventies als hulp nodig is Op basis van die uitgangspunten wordt momenteel een nieuwe manier van werken ingericht. Zo zijn er sociale wijkteams in wording, is de transitie van de jeugdzorg geregeld in een regionaal arrangement en wordt de hulp bij het huishouden ingekocht. Over elk van die onderwerpen heeft u besluiten genomen of liggen deze momenteel voor. Een sterk accent ligt tot nog toe op de organisatie van deze nieuwe manier van werken. Dat is begrijpelijk aangezien er over luttele maanden hoe dan ook een werkend systeem moet staan. Dat maakt 2015 ook tot een overgangsjaar. In dat transitiejaar is er door de richtlijnen en afspraken vanuit het Rijk (bijvoorbeeld de garanties aan zorgaanbieders) beperkte ruimte voor aanpassingen: de continuïteit van zorg is voor 2015 het eerste uitgangspunt. . Maar ondanks dat , of juist omdat, de blik nu zo gericht is op 2015 wil het college nu al verder kijken naar de situatie ná 2015.
Het beleidskader en doel van deze gespreksnotitie Nu een aantal belangrijke besluiten op de diverse deelterreinen van het sociaal domein door het Rijk zijn genomen of bijna zijn genomen kunnen wij uw raad, zoals aangekondigd, in het najaar een integraal beleidskader sociaal domein voorleggen. Dit is wettelijk verplicht. In dit beleidskader legt de gemeente de basis voor de uitvoering van haar taken in het sociaal domein. Hierin zullen wij deels eerder genomen besluiten door uw raad samenvatten en daarnaast andere onderwerpen ter besluitvorming voorleggen. Wij ontwikkelen het beleid over deze onderwerpen graag in dialoog met de stad en uw raad. Met het oog daarop gaan we nu nog voor de zomer graag met u in gesprek over een aantal thema’s die te maken hebben met de rol en de positie van Amersfoorters in het sociale domein:
1
1
hoe krijgt hij toegang, hoeveel keuzevrijheid krijgt hij, welke invloed heeft hij op de kwaliteit, welke formele en informele kanalen staan er voor hem open om het beleid te beïnvloeden en – last but not least: welke noodvoorzieningen zijn er als het systeem hem onverhoopt te weinig soelaas biedt? Doel van deze notitie is om een basis te bieden voor dit gesprek. Wij beogen met dit gesprek input te krijgen van uw raad over de dilemma’s en keuzes die voorliggen. Wij gebruiken de zomer om vervolgens onze uitgangspunten nader te bepalen. In het najaar leggen wij u onze keuzes voor in het beleidskader dat ter bespreking in de Ronde en vervolgens ter besluitvorming in het Besluit aan u zal worden voorgelegd. In deze notitie hebben wij stellingen geformuleerd In relatie tot elk thema . Aan de hand daarvan willen wij het gesprek met ue voeren; soms om tot een herbevestiging of precisering van keuzen en uitgangspunten te komen, soms om op nieuwe dilemma’s richting te krijgen. Positie van de Amersfoorter in het sociaal domein Fundamenteel voor de nieuwe manier van zorgen en ondersteunen is de centrale positie van de Amersfoorter zelf en zijn omgeving, ongeacht of hij hulp nodig heeft of die juist biedt. De burger en zijn sociale netwerken vormen het vertrekpunt. Het systeem daar omheen moet dus zo zijn ingericht dat het optimaal ruimte biedt aan de kracht en eigen verantwoordelijkheid van inwoners. Daarnaast is de realiteit dat er de komende jaren minder geld beschikbaar is. Ook daarom moet de zorg en ondersteuning op een andere wijze georganiseerd worden zodat deze ook op de lang(ere) termijn aansluit bij de beschikbare middelen. Dit betekent dat zorg en ondersteuning de komende jaren soms minder wordt en/of dat er meer wordt gevraagd van het eigen initiatief. Tegelijkertijd is het een gegeven dat een kleiner deel van de Amersfoorters niet of in beperkte mate in staat is zijn eigen ondersteuning te organiseren. Voor deze groepen willen en zullen wij een altijd een vangnet bieden.
Stelling In het maken van de beweging in het sociaal domein heeft de Amersfoorter zelf een centrale positie, met het inzetten van de eigen kracht, het eigen netwerk en het nemen van eigen verantwoordelijkheid.Alleen wanneer inwoners niet of in beperkte mate in staat zijn eigen ondersteuning te organiseren bieden wij een vangnet.
Toegang Over de toegang tot zorg en ondersteuning heeft u de afgelopen maanden al (soms ingrijpende)besluiten genomen, onder meer bij het bepalen van de uitgangspunten voor de organisatie van het sociaal domein (december 2013) en toen het ging over de sociale wijkteams. Daarmee ligt de route tot zorg en ondersteuning in grote lijnen vast. Uitgangspunt is dat het inwoners van de stad duidelijk moet zijn bij wie ze een vraag kunnen stellen, dat ze snel en dichtbij zorg en ondersteuning kunnen vinden en dat de zorg en ondersteuning op een logische plek is georganiseerd. Dat geldt ook voor Amersfoorters die zorg en ondersteuning bieden en zich willen inzetten voor de samenleving.
1
Waar we ‘hij’ schrijven bedoelen we natuurlijk ook ‘zij’. 2
Gekozen is voor een nabij systeem met een sociale basisinfrastructuur (waarover straks meer) en sociale wijkteams. Met elkaar vormen die de toegang tot zorg en ondersteuning. Waar een voorziening veel specifieke kennis vereist, zoals hulpmiddelen of inkomensondersteuning, is de kennis gebundeld in een stedelijke voorziening. Doel van deze manier van werken is, te voorkomen dat mensen van het kastje naar de muur worden gestuurd om de zorg en ondersteuning te krijgen die ze nodig hebben en bovendien eenvoudig een nabij aanspreekpunt kunnen vinden als ze zelf initiatief willen nemen. Niet alle vormen van zorg en ondersteuning zijn gemeentelijk gefinancierd en ook andere partijen kunnen toegang bieden tot voorzieningen, denk aan de rol die de huisartsen als verwijzer naar de (jeugd) GGZ hebben. De sociale wijkteams hebben nadrukkelijk de opdracht om op basis van samenwerking te zorgen dat er wordt toegeleid naar passende zorg en ondersteuning. Voor die Amersfoorters die moeite hebben om op eigen kracht de zorg en ondersteuning te vinden die ze nodig hebben, bieden de sociale basisinfrastructuur en de sociale wijkteams verschillende vormen van cliëntenondersteuning. Stelling Amersfoort organiseert zorg en ondersteuning vanuit het perspectief van de inwoners. De centrale rol wordt daarin vervuld door de sociale wijkteams in samenhang met de sociale basisinfrastructuur. De sociale wijkteams zijn zoveel mogelijk de toegang tot ondersteuning en voorzieningen. Als voor vragen specifieke (technische) kennis vereist is die niet op wijkniveau te organiseren is wordt een stedelijk loket of voorziening ingericht. Sociale basisinfrastructuur Veel ondersteuning vindt, ook nu al, plaats in de privésfeer, tussen mensen onderling, jong en oud, van lichte vormen tot zware mantelzorg. Direct daaromheen organiseren inwoners, maatschappelijke organisaties en de gemeente samen de zogeheten sociale basisinfrastructuur: dé plek waar zelf- en samenredzaameid al bestaat en versterkt wordt. Dit is ook de ruimte bij uitstek voor burgerinitiatief, voor allerlei mengvormen van formele en informele dienstverlening. Hier zijn groepen inwoners, netwerken, verenigingen, scholen en andere laagdrempelige organisaties actief. Er worden drie functies vervuld: Amersfoorters kunnen er terecht voor informatie en advies (ook digitaal), voor ontmoeting en voor lichte ondersteuning en toerusting. Als in de sociale basisinfrastructuur geen oplossing kan worden gevonden, is het verstandig om een beroep te doen op het sociaal wijkteam. In 2015 kiest de gemeente voor continuïteit: met de structureel gesubsidieerde instellingen die in 2014 diensten aanbieden in de sociale basisinfrastructuur, worden ook voor 2015 prestatieafspraken gemaakt. In deze prestatieafspraken wordt al wel de beweging ingezet zoals eerder beschreven in deze notitie. Er is echter reden genoeg om de komende jaren echt nieuwe wegen in te slaan om de sociale basisinfrastructuur te versterken. Dat kan door in de wijken te sturen op meer flexibiliteit, meer maatwerk, meer couleur locale. Er moet meer ruimte komen voor burgerinitiatieven en andere innovaties. Dit is conform de lijn die uw raad heeft aangegeven in het amendement bij het raadsbesluit Visie en uitgangspunten voor de beweging in het sociaal domein op 09-07-2013: “Voortbouwen op en/of uitbreiden van de bestaande activiteiten, voorzieningen en bewonersinitiatieven in de wijken.” Dat hoeft dus niet in alle wijken op eenzelfde manier, er is behoefte aan innovatie en experimenten. Hiervoor geven we ook nu al de gesubsidieerde instellingen inhoudelijke richtlijnen mee. Onlangs is met bestaande instellingen en vertegenwoordigers van burgerinitiatieven al gesproken over deze koers. Zij kunnen zelf proberen inwoners meer aan het roer te krijgen van hun aanbod 3
maar het is ook mogelijk dat inwoners in coöperatief verband zelf initiatieven nemen, zodat er op wijkniveau nieuwe organisaties ontstaan, die als uitvoerder of opdrachtgever kunnen fungeren. Stelling Amersfoort beoogt met ingang van 2015 de sociale basisinfrastructuur in de wijken te versterken door meer flexibiliteit, lokale kracht en innovatie. Voor de bestaande organisaties en professionals is dat een uitdaging, maar ook een bedreiging omdat hun voortbestaan in het geding kan komen. Na 2016 kunnen er ook met andere (zelf)organisaties en partijen afspraken worden gemaakt. Kwaliteit In de jaren voor de decentralisaties in het sociaal domein zijn voor de vele (en vaak verkokerde) vormen van zorg en ondersteuning vele kwaliteitsstandaarden, keurmerken en certificeringen ontwikkeld. Die komen ter discussie te staan door de nieuwe inrichting van het sociaal domein, met principes als zelfredzaamheid en één huishouden, één plan. Ook landelijk is die discussie gaande: zo ontwikkelt de VNG met cliëntenorganisaties een basisset kwaliteitsnormen voor de meest kwetsbare mensen. Voor 2015 zal die basisset echter niet klaar zijn. Wel is nu al duidelijk welke kwaliteitsnormen de wet (met name de WMO, de Jeugdwet en de Participatiewet) stelt. Die wettelijke eisen vormen een solide, maar (te) smalle basis. Het zoeken is dus naar heldere kaders voor kwaliteit in een sterk veranderende situatie. Daarbij is fasering mogelijk. Ook hier is 2015 een overgangsjaar. In dat jaar geldt voor de gemeente en voor de door haar gecontracteerde, professionele aanbieders de eis dat ze minimaal voldoen aan de wettelijke eisen en aan de kwaliteitseisen die nu al gelden. In 2015 en de jaren daarna is verdere vernieuwing mogelijk. Voor die vernieuwing gelden als uitgangspunten (1) dat de cliëntervaring centraal staat, (2) de administratieve lasten minimaal zijn en (3) de kwaliteitsnormen mogen verschillen per vorm van zorg en ondersteuning. Een goede basis vormen de inzichten die worden opgedaan in de sociale basisinfrastructuur, in de sociale wijkteams en in de specialistische zorg en ondersteuning. Amersfoorters zelf spelen een actieve rol in het formuleren van de kwaliteitskaders. Cliënten en hun organisaties hebben al te kennen gegeven dat maatwerk, respect en gelijkwaardigheid een belangrijke rol spelen. Zij willen dat naar hen geluisterd wordt, dat ze gezamenlijk met de professional een plan kunnen trekken, met doelen en interventies waarmee ze het eens zijn. En dat cliënten ondersteuning krijgen als zij dit gesprek niet zelfstandig kunnen voeren. Nadat de kaders voor de kwaliteit zijn vastgesteld, komt het erop aan die te handhaven, dat wil zeggen: aanbieders selecteren die daaraan kunnen voldoen en afscheid nemen van de anderen. Ook klachtbehandeling en de omgang met vertrouwelijkheid hoort bij kwaliteit. We komen daarop terug onder het kopje ‘Cliëntenparticipatie’. Stelling De kwaliteitszorg dient te passen bij de nieuwe inrichting van het sociaal domein. Daarbij moet de cliëntervaring centraal staan. Dat is niet altijd hetzelfde als cliënttevredenheid. Zo zijn zogeheten ‘zorgmijders’ bijna per definitie niet tevreden met de hun geboden zorg en ondersteuning, maar de mensen rondom hen wel. Soms is het maatschappelijk belang (in termen van veiligheid en beperking van de overlast) groter dan de cliënttevredenheid.
4
Keuzevrijheid Het is een groot goed dat alle Amersfoorters – zeker als ze in een kwetsbare positie verkeren – keuzen hebben in het zorgaanbod. In het coalitieakkoord ‘Samen maken we de Stad - 2014-2018’ is op dit punt het volgende opgenomen: Kwetsbare groepen in Amersfoort behouden keuzevrijheid in de zorg, huishoudelijke hulp, begeleiding en dagbesteding, ook op levensbeschouwelijk gebied. In het aanbod dat hen wordt gedaan kunnen zij kiezen uit meerdere alternatieven. Zorg en ondersteuning zijn een persoonlijke aangelegenheid en dat maakt maatwerk een vereiste. In beginsel is een persoonsgebonden budget daartoe het optimale instrument, vandaar dat wettelijk is vastgelegd dat iedere Nederlander een PGB voor WMO-voorzieningen kan aanvragen. Voor jeugdzorg geldt hierbij dat de cliënt moet motiveren waarom een aanbod niet past. Keuzevrijheid en maatwerk vereisen dat de professionele organisaties zorg en ondersteuning kunnen leveren die aansluit bij de situatie van de cliënt: zijn zorgbehoefte, zijn kracht, zijn persoonlijke preferenties. Dat professionele aanbod dient dan ook voldoende divers te zijn, zowel qua diensten als qua medewerkers. Dit is ook in lijn met het door uw raad aangenomen amendement bij het raadsbesluit van 09-07-2013 ‘Visie en uitgangspunten voor de beweging in het sociaal domein’: “Zorgbehoevenden die langdurige zorg nodig hebben, krijgen keuzevrijheid in het selecteren van zorgaanbieders die bij hen passen”. Mede om die reden is al eerder besloten om in het overgangsjaar 2015 de contracten te continueren met de circa 160 partijen waarmee de gemeente Amersfoort in het sociale domein nu zaken doet. In elke wijk is één wijkteam. Alle inwoners in die wijk zijn in beginsel daarop aangewezen. Mochten individuele Amersfoorters met geen van de medewerkers van het team een juiste ‘klik’ ervaren, moet er de mogelijkheid zijn om een beroep te doen op een ander wijkteam. Echter: keuzevrijheid kan op gespannen voet staan met efficiency en kwaliteit. Als de gemeente een aanbieder niet langer contracteert omdat deze niet kan voldoen aan de samen met cliënten vastgestelde kwaliteitsnormen, verkleint dat de keuzevrijheid van Amersfoorters. Een onbeperkt aantal aanbieders brengt hoge administratieve lasten met zich mee, zonder dat daarmee het vermogen tot maatwerk wordt vergroot. Dat lijkt reden genoeg om bij de inkoop van zorg en ondersteuning met ingang van 2016 een kritische afweging te maken van keuzevrijheid, kwaliteit en efficiency. Stelling Hoeveel keuzevrijheid kan de gemeente zich veroorloven als dat ten koste gaat van kwaliteit en bedrijfsmatig verantwoord werken? Het zoeken is naar een acceptabel evenwicht tussen keuzevrijheid, kwaliteit en efficiency. Uitgangspunt is daarom dat de cliënt voldoende keuzevrijheid heeft in aan de voorkant geselecteerde aanbieders. Cliëntenparticipatie Centraal in het sociaal domein staat niet de overheid of de professionele aanbieders van zorg en ondersteuning, maar de Amersfoorter zelf, ongeacht of hij zich als cliënt of als actief burger manifesteert. Dat heeft gevolgen voor zijn betrokkenheid bij alle beleid en interventies. Voor de rol van inwoners in het beleidsproces stellen de relevante wetten (zoals de WMO) formele vereisten. Voor zich spreekt dat de gemeente en de aanbieders daaraan voldoen. Op verschillende niveaus zijn in het sociaal domein in Amersfoort adviesraden in functie, van de Cliëntenraad Sociale Zekerheid en de Cliëntenraad Wmo Individuele Voorzieningen tot de 5
Seniorenraad en de Bewonersnetwerken. Bekeken moet worden of dat systeem van adviesraden meer in overeenstemming kan worden gebracht met de nieuwe inrichting van het sociaal domein, dat wil zeggen: minder versnipperd. Dat geldt ook voor de (wettelijk voorgeschreven) regelingen voor klachtrecht en de vertrouwenspersonen. Er is echter meer dan alleen formele participatie van cliënten, nu vaak gebundeld in adviesraden, in het beleidsproces. Hoofdzaak is dat Amersfoorters in staat worden gesteld zelf de regisseurs te zijn van het proces van zorg en ondersteuning, als brengers én als ontvangers. En op alle niveaus: van de relatie tussen cliënt en zorgverlener tot aan de beleidsdiscussies op gemeentelijk niveau. Samen moet gezocht worden naar nieuwe vormen waarop dit georganiseerd kan worden. Stelling Cliëntenparticipatie in de beweging in het sociaal domein is meer dan deelname van inwoners aan het beleidsproces. Kern is een optimale zeggenschap van Amersfoorters op alle niveaus van zorg en ondersteuning, ook – en met name – dicht op de uitvoering. Dit vraagt dat we de huidige wijze waarop we clientparticipatie hebben georganiseerd durven los te laten en samen willen zoeken naar nieuwe vormen van organiseren. Vangnet Het lokale systeem van zorg en ondersteuning kan nog zo integraal ontworpen zijn, er zullen altijd Amersfoorters zijn die tussen wal en schip (dreigen te) raken en er niet inslagen de eigen ondersteuning te organiseren. Om wat voor oorzaak dan ook: dat kunnen oorzaken buiten het lokale systeem zijn, bijvoorbeeld problemen met de zorgverzekering of met de kredietregistratie of de stapeling van effecten van lokaal en landelijk beleid. Het is niet altijd doenlijk om voor elke individuele uitvaller het systeem aan te passen. Het uitgangspunt ‘We laten niemand vallen’ indachtig moet er voor deze Amersfoorters wel een vangnet zijn. Dat vangnet bestaat per definitie uit individueel maatwerk: een combinatie van gesprekken en doorgaans geldelijke ondersteuning. Onderwerp in die gesprekken is in elk geval een brede beoordeling van de situatie van de aanvrager, met aandacht voor de noden maar ook voor de eigen mogelijkheden. Dit vangnet wordt nu al op verschillende wijzen invulling gegeven. Onderzocht wordt of en hoe het mogelijk is de samenhang tussen die verschillende wijzen waarop het vangnet is georganiseerd te verbeteren en de vangnetfunctie te versterken. En daarbij ook nieuwe mogelijkheden en kansen die zich voordoen te betrekken. Bij het beleidskader komen wij met voorstellen daarvoor. Daarin gaan we ook in op de effecten van het afschaffen van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (WTCG) en de regeling Compensatie Eigen Risico (CER) door het Rijk. Zonder die rijksregelingen kan immers een ongewenste stapeling van eigen bijdragen ontstaan voor mensen met een laag inkomen en dat willen we voorkomen.
Stelling De gemeente biedt een vangnet voor uitvallers uit het Amersfoortse systeem van zorg en ondersteuning en voor mensen die niet in staat zijn eigen ondersteuning te organiseren. Het uitgangspunt daarbij is het bieden van maatwerk.. De verschillende regelingen en (nieuwe) kansen en mogelijkheden op dit gebied dienen hiertoe te worden geïntegreerd en afgestemd.
6
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouders B.J. Lubbinge, R.G.H. van Muilekom, en C. van Eijk
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: : : :
21-05-2013 04-06-2013 09-07-2013 09-07-2013
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 4384952 : 14 mei 2013 : HB-4
11-06-2013 Met inachtneming aangenomen amendementen
TITEL Visie en uitgangspunten voor de beweging in het sociaal domein
BESLISPUNTEN 1. De kaders voor de beweging in het sociale domein vast te stellen, inhoudende: 1. De inhoudelijke uitgangspunten Zelfredzaamheid voorop De omgeving doet mee Voorkomen is beter dan genezen Oplossingen per persoon, soms samen We laten niemand vallen Hulp dichtbij huis Één huishouden, één plan 2. De organisatorische principes Wijkgericht werken De toegang tot nulde en eerstelijnszorg primair te beleggen bij de wijkteams Waar mogelijk de toegang tot overige ondersteuning concentreren op één plek in de stad Regionale samenwerking vanuit het principe: lokaal doen wat kan en (boven-)regionaal doen wat écht niet lokaal kan. 3. De sturingsprincipes Professionele ondersteuning op regionaal niveau inkopen Financiële kaders: de door rijk beschikbaar gestelde middelen en middelen binnen gemeentebegroting Inzet van middelen ontschotten 2. Het college op basis van de vastgestelde kaders de opdracht te geven de beweging in het sociale domein uit te werken, de invulling van onze nieuwe taken vorm te geven en beleidsmatige keuzes aan u voor te leggen.
AANLEIDING Maatschappelijke ontwikkelingen geven ons aanleiding om met de stad een flinke beweging te maken in het sociale domein. Zorg en ondersteuning voor mensen die dat nodig hebben, kost steeds meer en lijkt tegelijk niet altijd aan te sluiten bij dat wat mensen echt nodig hebben. In de huidige economische omstandigheden gaan naar verwachting meer mensen een (tijdelijk) beroep doen op het vangnet bij de overheid. De komende jaren worden taken op het gebied van de jeugdzorg, de AWBZ, passend onderwijs en werk en inkomen (Participatiewet) door het Rijk gedecentraliseerd naar de gemeente. Dit gaat gepaard met forse bezuinigingen door het Rijk. Inlichtingen bij :
M. van Leur, MO/ZCS, (033) 469 43 28
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 2
Om deze nieuwe taken op een goede manier over te nemen van het Rijk hebben wij met uw Raad over de verschillende decentralisaties gesproken. Met uw Raad zijn wij van mening dat wij -om tot een goede invulling te komen en de beweging te bewerkstelligen die nodig is- de verschillende taken niet los van elkaar, maar als één geheel moeten benaderen. Alleen dan is het mogelijk ondersteuning dichtbij mensen te brengen en om bureaucratisering, versnippering en onnodige medicalisering tegen te gaan. Een samenhangende benadering dus die de beweging in het sociaal domein mogelijk maakt. Ook met de manier waarop wij onze taken uitvoeren op onderwerpen als veiligheid, fysieke leefomgeving, en wijken willen we die beweging ondersteunen. Deze beweging maken we in een situatie waarin er de nodige onzekerheid, onduidelijkheid en nieuwe ontwikkelingen zijn. De totstandkoming van het Sociaal Akkoord en het Zorgakkoord en vooral de onduidelijkheden die er zijn over de concrete invulling daarvan illustreren dit. Wij kiezen ervoor om niet te wachten totdat er meer duidelijkheid komt van het Rijk, maar om nu concreet aan de slag te gaan. Doen we dat niet dan zijn we niet op tijd klaar om de taken per 2015 over te nemen. Wij vragen u daarom de richting te bepalen en een aantal keuzes maken. Dit gaat om een visie, inhoudelijke uitgangspunten, organisatorische principes en sturingsprincipes. In dit raadsvoorstel leggen wij u deze achtereenvolgens voor.
BEOOGD EFFECT Met dit raadsvoorstel leggen wij u onze visie en uitgangspunten op de beweging in het sociaal domein voor. Dit is het kader waarbinnen wij de invulling van onze nieuwe taken vormgeven en beleidsmatige keuzes aan u voor te leggen. Dit voorstel is voor ons de basis voor een verantwoorde invulling van taken die op ons afkomen en het vertrekpunt voor de beweging die wij in het sociale domein voorstaan. We schrijven met nadruk ‘basis’. Veel is nog onzeker en in ontwikkeling. Willen we op tijd voldoende voorbereid zijn dan kunnen we simpelweg niet wachten tot alles zeker is. We markeren met dit voorstel dan ook een vertrekpunt waarbij het eind nog niet altijd even helder is. Dit vraagt om flexibiliteit, ruimte en vertrouwen in de verdere uitwerking.
VISIE OP DE BEWEGING IN HET SOCIALE DOMEIN De komende jaren willen we als gemeente een forse beweging in het sociale domein maken. Willen omdat een aantal zaken beter kan worden geregeld dan deze nu zijn geregeld, en omdat we het dichter bij de burger willen organiseren. Vraagstukken die we willen aanpakken zijn: De (jeugd)zorg staat nu te ver van mensen af, is te versnipperd, problematiseert en medicaliseert onnodig, kan kwalitatief beter en is duur. De verkokering in de zorg doorbreken en meer inzetten op preventie en vroegsignalering. Mensen naar vermogen laten meedoen in de samenleving. Bij voorkeur door naar vermogen werkzaam te zijn bij een reguliere werkgever, en als dat niet lukt in de vorm van het vervullen van een maatschappelijke tegenprestatie. Daardoor kunnen meer mensen deelnemen aan het maatschappelijk leven en aan de arbeidsmarkt. Noodzakelijk ook omdat het Rijk belangrijke taken decentraliseert: op het gebied van de jeugdzorg, de AWBZ en werk en inkomen. Het Rijk decentraliseert deze taken omdat ze op gemeentelijk niveau beter en dichter bij onze inwoners kunnen worden uitgevoerd en gaat er vanuit dat de taken kwalitatief beter en met minder middelen door gemeenten kunnen worden uitgevoerd. Ook wordt het passend onderwijs gedecentraliseerd naar de samenwerkingsverbanden van schoolbesturen. Passend onderwijs kent een sterke samenhang met de jeugdzorg. De uitvoering van al deze taken moet minder bureaucratisch worden, dichter bij de burger, in vertrouwen en met oog op rechtmatigheid en handhaving worden georganiseerd. Dit biedt mogelijkheden om kwaliteit en kostenvermindering hand in hand te laten gaan. De eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners komt meer centraal te staan. Dit gaat verder dan alleen het sociale domein en geldt bijvoorbeeld ook voor onderwerpen als veiligheid, de fysieke leefomgeving en wijkbeheer- en ontwikkeling. Centraal staat wat mensen zelf kunnen, alleen of met behulp van naaste
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 3
familie, vrienden of buren. Wij doen een beroep op de inzet van de eigen mogelijkheden van mensen. En we vinden dat we van een hulpbehoefte niet meteen een onnodig ingewikkeld probleem moeten maken, dat door professionals moet worden opgelost. We blijven wel zorgen voor een vangnet voor wie ondersteuning nodig heeft, en we maken van het vangnet zoveel mogelijk een springplank naar zelfredzaamheid en volwaardige participatie in de samenleving. Wij vinden dat professionals zich moeten inzetten voor die taken waarvoor ze nodig zijn. Dat zijn taken die niet door mensen zelf of hun omgeving kunnen worden opgepakt omdat deze bijvoorbeeld te zwaar of complex zijn. We willen dat het aantal hulpverleners in één huishouden zo beperkt mogelijk is. Wij willen dat mensen zelf, samen met hun omgeving en vrijwilligers, en als dat indien noodzakelijk samen met professionals doen wat nodig is: van een broodje smeren tot het begeleiden naar een activiteit; van helpen met aan- en uitkleden tot verplegen. Daarbij staat niet de instelling waar de professional voor werkt centraal, maar de Amersfoorter die ondersteuning nodig heeft. De wijkverpleegkundige, wijkagent, onderwijzer, huisarts, welzijnswerker en hulpverlener krijgen alle ruimte om hun werk met elkaar slimmer en beter te doen. Het ondersteunen en toerusten van (soms nu al actieve) vrijwilligers en het bieden van steun aan onze inwoners om ieders eigen mogelijkheden te benutten staat daarbij voorop. De beweging in het sociale domein gaat dus niet alleen over mensen die de weg niet zelf kunnen vinden en ondersteuning nodig hebben, het gaat ons allemaal aan! Er zijn immers volop Amersfoorters die hun buren of familie en vrienden (willen) helpen met sneeuw vegen of grasmaaien, met naar de dokter gaan, de kinderen naar school brengen als de ouders dat even niet zelf kunnen, of ouders ondersteunen bij het opvoeden van hun kinderen. Zulke vrijwilligers zijn voor ons het fundament van de Amersfoortse samenleving. Veel (ondersteunende) activiteiten zouden niet kunnen worden uitgevoerd als onze inwoners niet belangeloos de handen uit de mouwen steken. Denk aan sport, speeltuinen, politieke of culturele activiteiten, maar ook aan het ondersteunen van zieken en mensen met een beperking thuis of in instellingen. Ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt vragen wij om een rol te spelen bij het bieden van ondersteuning aan mensen die dat nodig hebben. Daarbij maken we gebruik van de mogelijkheden die de Participatiewet geeft. We willen zoveel mogelijk doen in de wijken, zodat iedereen die wil en kan binnen zijn mogelijkheden in zijn eigen omgeving zijn bijdrage kan leveren. Bij voorkeur zonder een rol van de gemeente, indien nodig gestimuleerd of ondersteund vanuit de STIPS (Steun- en Informatiepunten in de wijk), wijkteams of bijvoorbeeld de eigen buurtonderneming. Wat we in de wijken en in de stad effectief en efficiënt kunnen organiseren, doen we daar ook. Alleen als het niet anders kan, organiseren we het met de regio of op bovenregionaal niveau. Om deze beweging in het sociaal domein samen met onze inwoners, professionals en bedrijven te maken is tijd nodig en moeten we de dialoog met elkaar aan blijven gaan. Het vergt een omslag in cultuur, structuur en werkwijzen en vertrouwen van een ieder. Dat kan alleen als we bereid zijn om over bestaande schotten heen te denken en te werken, we bereid zijn om nieuwe dingen uit te proberen en we accepteren dat er dingen fout kunnen gaan.
INHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN VOOR DE BEWEGING IN HET SOCIALE DOMEIN Op 3 juli 2012 heeft uw Raad de uitgangspunten en leidende principes voor de Jeugdzorg vastgesteld. De transformatie die wij op het gebied van Jeugd – inclusief Passend Onderwijs - voorstaan, is in essentie gelijk aan de transformatie op het gebied van Zorg en het terrein van Werk & Inkomen. We starten vandaag – ondanks alle onzekerheden op Rijksniveau– met de professionals in de wijk aan een nieuwe manier van werken, zoals in de pilot Jeugdzorg Soesterkwartier. Deze transformatie, ofwel ‘beweging in het sociaal domein’ kenmerkt zich door trefwoorden als nabije zorg, eigen verantwoordelijkheid, participatie en het tegengaan van versnippering, problematisering, medicalisering en bureaucratisering. Op basis van de leidende principes uit de jeugdzorg, hanteren wij de volgende uitgangspunten die gelden voor de beweging in het sociale domein.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 4
1. Zelfredzaamheid voorop Als ondersteuning gevraagd wordt, dan kijken we eerst wat iemand zelf kan. We bouwen op, vergroten de zelfredzaamheid en benutten en versterken de contacten met de omgeving. We nemen het probleem daarbij niet over, maar zorgen dat iemand zelf aan het stuur blijft.
2. De omgeving doet mee ‘Iedereen doet mee’ in Amersfoort. Dat geldt niet alleen voor de mensen die hulp nodig hebben, maar voor iedereen. Buurtbewoners, familie, de gemeente, hulpverleners, de politiek en bijvoorbeeld ook werkgevers. Iemand die hulp of ondersteuning nodig heeft, staat nooit alleen. De omgeving is vaak meer dan bereid om te helpen. Maar dat gaat niet altijd vanzelf. Het kan nodig zijn dat iemand helpt organiseren dat de omgeving mee doet in de oplossing van het probleem of de vraag. Een belangrijk uitgangspunt is dus dat we altijd eerst zoeken naar oplossingen in de eigen omgeving: het gezin, het eigen netwerk, de buurt.
3. Voorkomen is beter dan genezen Als we op tijd kunnen signaleren dat er bij iemand een vraag om hulp is, en daar goed op inspelen kunnen we problemen voorkomen. Dat is natuurlijk prettiger voor de mensen waar het om gaat en ook nog eens goedkoper. Daarbij is het nodig dat we oog hebben voor de mensen die geen vraag (durven te) stellen, niet weten dat ze hem kunnen stellen of niet weten waar. We rekenen hierbij op de signalerende rol van zowel formele als informele organisaties en mensen in de persoonlijke omgeving.
4. Oplossingen per persoon, soms samen Het is belangrijk om per persoon te kijken hoe iemand het best geholpen is. Dat betekent niet dat elke oplossing ook persoonlijk hoeft te zijn. De oplossing kan soms juist liggen in het gebruik maken van activiteiten die voor een groep bedoeld zijn. Denk bijvoorbeeld aan een buurtmaaltijd in plaats van bezorging aan huis. Deelnemen aan een groep geeft de mogelijkheid om contact op te doen met andere mensen. Het ontmoeten van andere mensen is niet alleen prettig, maar kan ook weer nieuwe informatie of hulp opleveren.
5. We laten niemand vallen Als iemand hulp nodig heeft, moet hij of zij eerst proberen om dat zelf in zijn omgeving te regelen. Maar dat is niet altijd wenselijk, of kan of lukt niet altijd meteen. Als het echt niet kan, moet de hulp van professionals komen. Er moet altijd ondersteuning zijn voor mensen die het moeilijk hebben. Die professionele hulp komt alleen nooit in de plaats van de eigen verantwoordelijkheid van mensen. 6. Hulp dichtbij huis Als mensen hulp en ondersteuning nodig hebben, zoeken we die dichtbij huis. In het eigen netwerk, de straat, buurt of wijk. En we maken daarbij gebruiken van het aanbod van zorg en welzijn in de buurt. Ondersteuning in de buurt of wijk is makkelijk te vinden via één ingang, snel toegankelijk en gebundeld.
7.
Eén huishouden, één plan
Er zijn huishoudens die geholpen moeten worden omdat zij meerdere problemen tegelijk kennen. Deze mensen zijn niet geholpen door op verschillende onderdelen van het dagelijks leven iets te organiseren, maar juist door een plan te maken om alle problemen in 1 keer aan te pakken. Ook in het geval van gezinnen kijken we naar wat de gezinsleden zelf wel kunnen doen en welke mogelijkheden er zijn voor hulp in de omgeving.
ORGANISATORISCHE PRINCIPES VOOR DE BEWEGING IN HET SOCIALE DOMEIN Ondanks de onzekerheden over de Rijkskaders voor de overdracht van taken, willen we nu de kansen pakken die er zijn om de lange termijn beweging die nodig is in het sociaal domein te stimuleren. Immers om zorg dichtbij mensen te brengen en om bureaucratisering, versnippering en onnodige medicalisering tegen te gaan moet er het nodige veranderen. Professionals moeten op een andere manier met elkaar leren samenwerken en de tijd hebben om deze nieuwe manier van werken te ontwikkelen. Om de daarbij
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 5
behorende ontwikkelopgaven in te kunnen vullen, gaan we uit van de volgende principes. Deze zijn gebaseerd op de inhoudelijke uitgangspunten zoals verwoord in de vorige paragraaf. 1. Wijkgericht werken is een van de uitgangspunten voor de drie decentralisaties. We ontwikkelen met inwoners, professionals en instellingen een aanpak die goed aansluit bij de kenmerken en behoeften van bewoners en ondernemers in de wijk. We toetsen onder andere met behulp van proeftuinen in de praktijk wat de beste vorm en schaal is voor wijkgericht werken. Uiteraard blijven we oog houden voor netwerken van onze inwoners die anders zijn dan de geografische schaal van de wijk. Als het werken via deze netwerken effectief is, past een andere dan de wijkgerichte benadering. 2. De toegang voor onze inwoners tot algemene basisvoorzieningen beleggen we primair bij de wijkteams en steunpunten in de wijk (STIPS). Daar waar het effectief en efficiënt is organiseren we ook de toegang voor de tweedelijnszorg op die manier. 3. De toegang voor de ondersteuning die niet is belegd bij de wijkteams en/of STIPS concentreren we zo mogelijk op één plek in de stad. We onderzoeken of en op welke manier de huidige loketten van bijvoorbeeld UWV, WMO en Sociale Zekerheid zouden kunnen worden samengebracht. 4. Ondersteuning die niet effectief en efficiënt in de wijk of in de stad kan worden georganiseerd, organiseren we in de regio Amersfoort en als dat niet kan op schaal van de provincie Utrecht. De Regio Amersfoort bestaat uit negen gemeenten: Amersfoort, Baarn, Barneveld, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Nijkerk, Soest, Woudenberg. Daar waar bovenregionale inkoop nodig is vormt de Regio Amersfoort voor ons het vertrekpunt. Dat doen we via bestaande, logische verbanden waarbij de inhoud leidend is. De lokale autonomie, kracht en diversiteit van de samenwerkende gemeenten is uitgangspunt. Waar mogelijk voeren de samenwerkende gemeenten taken zelf uit, zo dichtbij onze inwoners als mogelijk. De kern is dat we lokaal uitvoeren wat lokaal kan en (boven-)regionaal doen wat écht niet lokaal kan worden uitgevoerd. We verkennen samen met de regiogemeenten het onderscheid wat we op de verschillende niveaus doen.
STURINGSPRINCIPES VOOR DE BEWEGING IN HET SOCIALE DOMEIN 1. In uitwerking op ons uitgangspunt met betrekking tot regionale samenwerking (4) geldt dat voor sommige vormen van ondersteuning het niet efficiënt is deze op lokaal niveau in te kopen. We kopen1 deze ondersteuning en instrumenten in met de gemeente in de Regio Amersfoort. 2. We geven ondersteuning binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde budgetten en de al in de gemeentebegroting aanwezige middelen voor deze domeinen (o.a. jeugd en wijkwelzijn). Kortingen op deze budgetten compenseren we niet vanuit de gemeentelijke begroting, m.u.v. Participatiewet. Dit laatste is in lijn met het coalitieakkoord en het collegeprogramma 2013/2014 en de kadernota. 3. We geven ondersteuning binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde budgetten en de al in de gemeentebegroting aanwezige middelen voor deze domeinen (o.a. jeugd en wijkwelzijn). Kortingen op deze budgetten compenseren we niet vanuit de gemeentelijke begroting. Gezien het coalitieakkoord wordt zo nodig een uitzondering gemaakt voor de Participatiewet. Ter zake is in het Coalitieakkoord opgenomen: “de coalitie is bereid geld uit de algemene middelen in te zetten om de gevolgen van de participatiewet voor de betreffende mensen te verzachten”. Indien uit het nieuwe wetsvoorstel Participatiewet blijkt dat vanaf 1 januari 2015 aanvullende maatregelen nodig zijn zal het college ter zake een voorstel aan de raad voorleggen. Hierbij wordt primair bezien of de maatregelen zijn te financieren door herschikking binnen het ontschotte budget voor het sociaal domein.
1
De term ‘inkopen’ moet hier gezien worden in de brede zin van het woord. Hieronder worden verschillende varianten van financiering verstaan waaronder subsidiering, ‘klassiek’ aanbesteden en bestuurlijk aanbesteden.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 6
DE BEWEGING IN HET SOCIAAL DOMEIN IN BEELD
De beweging in het sociale domein is hierboven in een piramide weergegeven. De visie, inhoudelijke uitgangspunten, organisatorische principes en sturingsprincipes vormen de kern waar vanuit we dit gaan vormgeven. Daarbij staat voorop dat we willen voorkomen dat mensen onnodig gebruik moeten maken van de lokale basis(zorg)voorziening of van de tweedelijnszorg. Als mensen daar toch in terecht komen is alles er op gericht om daar zo kortstondig mogelijk gebruik van te hoeven maken. We investeren daarom vooral in de onderkant van de piramide: de burgerkracht/kracht van de omgeving. Dan gaat het op individueel niveau om mensen die vaardig zijn in het oplossen en aanpakken van problemen. Op groepsniveau kan het bijvoorbeeld gaan om buurtbewoners die initiatieven nemen om de leefbaarheid in de wijk te verbeteren, een familie die samen mantelzorg biedt aan een familielid of ouders die ouders met opvoedproblemen helpen. Ondersteuning op dit niveau komt altijd uit de omgeving, niet van professionals. Als gemeente staan we voor het samen met inwoners, professionals, bedrijven en instellingen inrichten en organiseren van een effectieve en efficiënte lokale basis(zorg)infrastructuur. Deze is ondersteunend aan de burgerkracht. Ondersteuning op dit niveau is bijvoorbeeld gericht op informatie en advies en doorverwijzing, ondersteuning van burgerinitiatieven, ondersteuning van mantelzorgers, coördinatie van vrijwilligers, signaleren van problemen en het toeleiden naar passende zwaardere of specialistische(re) vormen van hulp. Beroepskrachten signaleren en lossen samen met burgers problemen op. Zij worden hierbij bijvoorbeeld ondersteund door leden uit de wijkteams en professionals op de ‘werk- en vindplaatsen’.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 7
Tot slot nemen we als gemeente onze rol om een solide vangnet (de top van de piramide) in te richten als burgerkracht en de lokale basis(zorg)infrastructuur niet toereikend zijn. Het vangnet is gericht op individuen of gezinnen met problemen op een of meerdere levensgebieden die zij niet op eigen kracht kunnen aanpakken. Zij hebben voor korte of lange tijd intensieve ondersteuning nodig. Vaak is een vorm van regie nodig om te zorgen dat deze problemen volgens een duidelijk plan in samenhang worden aangepakt. Ook op dit niveau gelden nog steeds de principes van ondersteuning van eigen kracht en benutten van de mogelijkheden van het informele netwerk, ook kunnen lichtere vormen van ondersteuning uit de andere cirkels een rol blijven spelen. De toegang tot het vangnet is veelal georganiseerd via indicatiestelling. Regionale samenwerking op dit terrein evenals op het terrein van inkoop ligt voor de hand.
ARGUMENTEN 1.1 Visie en uitgangspunten zijn nu nodig om ons goed voor te bereiden op nieuwe taken In augustus 2014 wordt het passend onderwijs naar samenwerkingsverbanden van schoolbesturen gedecentraliseerd. Op 1 januari 2015 worden de taken op het gebied van jeugdzorg en de AWBZ gedecentraliseerd en treedt de Participatiewet in werking. Om klaar te zijn voor de overdracht van de taken van het Rijk en om de gewenste beweging in het sociale domein te maken, is het nodig dat we nu een flink aantal stappen zetten op verschillende sporen en in goede samenhang met elkaar. Deze beweging blijft niet beperkt tot het sociale domein, maar vraagt ook dat we de samenhang en verbinding met het economische en fysieke domein opzoeken en vorm geven.
1.2 Samenwerken met inwoners, professionals en instellingen Een grote ontwikkelopgave ligt in een andere verdeling van rollen en verantwoordelijkheden en de manier waarop de gemeente samenwerkt met professionele partijen en inwoners. De beweging kunnen we immers alleen maken als we dit doen in een goed samenspel met de bewoners, de professionals en de raad. Dat vraagt tijd, een wijze van opereren die dat samenspel alle ruimte geeft en ondersteunt en heldere kaders van uw Raad waarbinnen wij dit kunnen doen. Hierbij gaan we niet voorbij aan de stappen die we moeten zetten om aan onze wettelijke taken en verplichtingen te voldoen en bezuinigingsopgaven te behalen.
KANTTEKENINGEN 1.1 Onduidelijkheid over wetgeving Over de wetgeving rond de Jeugdzorg, Passend onderwijs, de Participatiewet, en de AWBZ bestaat nog
veel onduidelijkheid. Door niet op duidelijkheid te wachten maar nu al te beginnen aan de ontwikkelopgaven vanuit een aantal leidende principes kan het zijn dat we werkwijzen of beleid ontwikkelen dat niet (meteen) passend is binnen de uiteindelijke wettelijke kaders.
1.2 Onduidelijkheid over financieel kader vanuit het Rijk Door de voortdurende onzekerheden over de budgetten van het Rijk en de provincies die met de taken mee komen, is het mogelijk dat er financiële tegenvallers of meevallers zijn die het noodzakelijk maken om de ambities en beoogde werkwijze bij te stellen. We werken op basis van een zo reëel mogelijke inschatting van de budgetten,
1.3 Onduidelijkheid over de inwoners die het aangaat Het Rijk heeft tot nog toe onvoldoende informatie beschikbaar gesteld om te kunnen bepalen welke inwoners de beweging in het sociaal domein aangaan en die hulpbehoefte hebben. Deze aantallen kunnen dus mee- of tegenvallen. We werken op basis van een zo reëel mogelijke inschatting van de aantallen. Per decentralisatie zijn startfoto’s gemaakt waarvan de cijfers ook zijn opgenomen in de bijlagen per decentralisatieopgave bij dit Raadsvoorstel.
1.4 Er kunnen dingen mislukken We willen zaken heel anders gaan doen en zien dus een groot aantal ontwikkelopgaven. Daarvoor is ruimte om te leren van successen en mislukkingen nodig. Als die ruimte er niet is, is de kans groot dat de benodigde vernieuwing niet tot stand komt. Een goed proces met inwoners, professionals en instellingen is
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 8
alleen mogelijk als zij daarvoor open staan. Het is dus van belang om helder te communiceren over de visie, onze uitgangspunten en ruimte te geven aan dit proces. 1.5 Er zitten grenzen aan ‘eigen kracht’ van onze inwoners We zouden misschien graag onbegrensd willen geloven in de draagkracht en capaciteit van ‘de eigen kracht’ van onze inwoners. We geloven immers dat beter is voor ‘de mens’ en ook nog eens beter voor de overheidsportemonnee. Echter, de realiteit is dat er beperkingen zijn aan wat onze inwoners met eigen kracht en hun eigen netwerk kunnen oplossen. We zijn er van overtuigd dat we onze inwoners moeten aanmoedigen deze grens op te zoeken en soms op te rekken. Niet te snel moeten we denken dat het niet kan. Tegelijkertijd is er wel het besef van de begrenzing van wat je van mensen mag/kunt verwachten. Hoe voorkomen we dat we mensen uit het oog verliezen? Dat de focus juist komt te liggen op die groep mondige en assertieve mensen met genoeg vrije tijd en kennis? Juist het besef en oog voor deze begrenzing, versterkt naar onze mening de eigen kracht. Door de grens te (h)erkennen en zekerheid te bieden dat mensen worden opgevangen als ze het op eigen kracht niet redden, durven mensen meer hun eigen kracht – en die van anderen – aan te spreken.
FINANCIËN Er is op dit moment nog grote onzekerheid over de definitieve budgetten die beschikbaar zullen zijn en het aantal Amersfoorters dat thans ondersteuning krijgt en in de toekomst nodig heeft. Onze huidige inschatting is dat het thans gaat om de volgende budgetten en aantallen: Jeugd
AWBZ (WMO Hulp bij het Huishouden
AWBZ (WMO) Ondersteuning, begeleiding en verzorging aan huis (per 1-12015) 2200 (begeleiding
2500 cliënten (schatting op basis van landelijke cijfers 6-8% van de jongeren)
3000 (cliënten hulp bij het huishouden)
Korting op huidig budget
17%
40%
25%
Schatting resterend budget
€ 25 miljoen
€ 5,2 miljoen
€ 38 miljoen
Aantal Amersfoorters
2000 (persoonlijke verzorging)
Participatiewet (per 1-1-2015)
2756 WWB uitkeringen ( april 2013) + 50 à 75 cliënten vanuit nieuwe doelgroep Participatiewet ( in de schatting is de herkeuring uit het Sociaal Akkoord van de huidige groep Wajongers niet meegenomen)
Re-integratie: er wordt een doelmatigheidskorting op het huidig budget doorgevoerd. Aan het huidig budget worden middelen toegevoegd voor de begeleiding van nieuwe doelgroepen participatiewet. Hiermee dient wel een grotere doelgroep bediend te worden WSW: efficiencykorting regeerakkoord; ca. 13%) en uitstroom WSW (ca. 45 per jaar). Verder is onduidelijk welke middelen worden toegevoegd voor het organiseren van beschut werk. Totaaleffect op budget is onduidelijk i.v.m. uitwerking Sociaal Akkoord.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 9
We geven ondersteuning binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde budgetten en de al in de gemeentebegroting aanwezige middelen voor deze domeinen (o.a. jeugd en wijkwelzijn). Kortingen op deze budgetten compenseren we niet vanuit de gemeentelijke begroting. Gezien het coalitieakkoord wordt zo nodig een uitzondering gemaakt voor de Participatiewet. Ter zake is in het Coalitieakkoord opgenomen: “de coalitie is bereid geld uit de algemene middelen in te zetten om de gevolgen van de participatiewet voor de betreffende mensen te verzachten”. Indien uit nieuwe wetsvoorstel Participatiewet blijkt dat vanaf 1 januari 2015 aanvullende maatregelen nodig zijn zal het college ter zake een voorstel aan de raad voorleggen. Hierbij wordt primair bezien of de maatregelen zijn te financieren door herschikking binnen het ontschotte budget voor het sociaal domein.
RISICO’S Het mag helder zijn dat er door de grote onzekerheden de nodige risico’s zijn die deels beperkt kunnen worden beheerst. De risicorapportage die voor Jeugdzorg is gemaakt en beschikbaar is gesteld aan uw Raad biedt hier een goed eerste overzicht van de risico’s die samenhangen met de overdracht van alle taken van het Rijk naar de gemeente. In de rapportage worden naast risico’s ook beheersmaatregelen genoemd. Hieronder beperken we ons tot het benoemen van de 10 grootste risico’s en laten we onder verwijzing naar de risicorapportage over Jeugdzorg de beheersmaatregelen hier achterwege: 1. Heftige reactie op incidenten na 1 januari 2015. 2. Gemeente is niet in staat om de inkoop en aanbesteding van zorg tijdig te realiseren. 3. Er is onvoldoende budget om het benodigde zorgaanbod te realiseren. 4. De informatie van Rijk en provincies komt te laat om de beleidsontwikkeling tijdig af te ronden voor de begroting 2015. 5. Benodigde samenwerkingsverbanden op regionaal en bovenregionaal niveau komen niet of niet tijdig tot stand. 6. Er ontstaat discontinuïteit tussen het huidige en het gewenste zorgaanbod door de overdracht van de taken naar de gemeente. 7. Er is een groter zorgvraag dan waar rekening mee is gehouden. 8. De kosten voor lopende zorgtrajecten van voor 2015 lopen door na 2015. 9. Cliëntgegevens komen bij onbevoegde personen terecht. 10. De ICT-infrastructuur is niet tijdig gereed om o.a. de kosten te beheersen. De Raad wordt via de reguliere en afgesproken rapportages geïnformeerd over de belangrijkste risico’s en beheersmaatregelen.
COMMUNICATIE De beweging die wordt ingezet in het sociaal domein is een beweging die veel mensen op verschillende manieren raakt. Deze beweging vraagt om zorgvuldige communicatie. Maar zeker ook om communicatie die flexibel is en oog heeft voor individuele behoeftes en maatschappelijke ontwikkelingen. Aan de basis van onze communicatie-inzet staat een degelijke informatievoorziening die past bij de informatiebehoefte in de stad. Om op korte termijn een gezicht en een stem te geven aan de mensen om wie het gaat, starten we met het vertellen van persoonlijke verhalen. Daarnaast stellen we per decentralisatie een communicatieplan op met daarin onder andere een planning van de belangrijke informatiemomenten. Naast tijdige en gerichte informatie, zijn ook verschillende vormen van interactie belangrijk in onze communicatie. Inzet van deze interactie is het gebruik maken van kennis in de stad en het samen ontwikkelen van nieuwe manieren van werken. Er worden binnen de decentralisaties verschillende vormen van interactie gepland en ingezet: van gesprekken met oudergroepen, tot dialoogsessies met professionals en van het delen van proeftuinervaringen tot een frisse blikken panel. Ook het samenstellen van een stadsbrede kopgroep is een van de vormen van interactie. Zo’n stadsbrede groep van professionals en ervaringsdeskundigen kan een voortrekkersrol vervullen in het sociaal domein door samen te zorgen voor inspiratie, onverwachte verbindingen en initiatieven.
VERVOLG In de bijlagen bij dit Raadsvoorstel is per decentralisatieopgave een kernbeschrijving en planning opgenomen. Hieronder vindt u een integrale mijlpalenplanning t.a.v. besluitvorming in uw Raad. De
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 10
planning voor Werk & Inkomen wordt verder ingevuld als er meer duidelijkheid is op Rijksniveau over de invulling van het Sociaal Akkoord. Integrale opgave beweging in het sociaal domein 2013 Juni/Juli Juni/Juli
Juli
Kwartaal 2
Kwartaal 3 Kwartaal 4
Werk & Inkomen (Participatiewet)
Regionaal transitiearrangement Jeugdzorg
Peiling over rol gemeente sociaal domein, sturing, bekostiging en kwaliteitsbewaking
Peiling over transformatieproces: hoe te komen tot de gewenste verandering Vaststellen begroting 2014 door Raad Peiling over het aanbod: resultaten op cliëntniveau en toegang
Concept beleidsplan en concept uitvoeringsplan in de Raad
December
2014 Kwartaal 1
AWBZ (WMO)
Raadsvoorstel beweging in het sociaal domein ter besluitvorming in de Raad Informeren over STIPS en nieuwe wijkteams Eerste organisatieontwerp bespreken in de Raad
Augustus September Oktober
November November
Jeugdzorg
Resultaat pilot tegenprestatie in de Raad
Evaluatie wijkteams bespreken met Raad Gemeenteraadsverkiezingen Vaststellen beleidsplan en uitvoeringsplan in de Raad Tussenrapportage voortgang beweging sociaal domein bespreken in Raad Nieuwe taken en budgetten in de begroting 2015 Vaststellen Vaststellen beleidskader en beleidskader en uitvoeringsplan verordening door door Raad Raad Vaststellen begroting 2015 door Raad
Vaststellen beleidskader en verordening door Raad
Taak formeel overgedragen 2015 Januari Belangrijk onderdeel is dat we dit najaar met u in gesprek willen over de principes van sturing en bekostiging. Het gaat hierbij o.a. om de invulling van de (regie)-rol van de gemeente in het sociaal domein, de vorm van inkoop/subsidiering van zorg/diensten (sturing en bekostiging) en de kwaliteitsbewaking.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4384952 pagina 11
Naast de momenten in de mijlpalenplanning informeren we u over de ervaringen die we opdoen met vernieuwende werkwijzen, wijkteams, STIPS etc. Op basis van deze ervaringen en opgedane kennis is het aan een volgend college en een nieuwe Raad om na de verkiezingen in maart 2014 de definitieve beleidskaders en resterende verordeningen voor de uitvoering van deze taken vast te stellen.
BETROKKEN PARTIJEN Inwoners in de stad, vrijwilligers, cliëntenraden, zorginstellingen professionals in de ondersteuning. Wij stellen een kopgroep in waarin een aantal van de betrokkenen op persoonlijke titel kunnen plaatsnemen en met ons kunnen meedenken over de wijze waarop we de beweging in het sociaal domein vormgeven.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
Bijlagen
- Kernbeschrijving Werk & Inkomen (Participatiewet). - Kernbeschrijving WMO/AWBZ - Kernbeschrijving Jeugdzorg, inclusief Passend onderwijs
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr .4384952
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 mei 2013, sector MO/ZCS (nr.4384952); b e s l u i t: 1. de kaders voor de beweging in het sociale domein vast te stellen, inhoudende: 1. De inhoudelijke uitgangspunten - Zelfredzaamheid voorop - De omgeving doet mee - Voorkomen is beter dan genezen - Oplossingen per persoon, soms samen - We laten niemand vallen - Hulp dichtbij huis - Één huishouden, één plan - Snelle interventies als hulp nodig is 2. De organisatorische principes - Wijkgericht werken - De toegang tot nulde en eerstelijnszorg primair te beleggen bij de wijkteams - Waar mogelijk de toegang tot overige ondersteuning concentreren op één plek in de stad - Regionale samenwerking vanuit het principe: lokaal doen wat kan en (boven-)regionaal doen wat écht niet lokaal kan - Voortbouwen op en/of uitbreiden van de bestaande activiteiten, voorzieningen en bewonersinitiatieven in de wijken - Zorgbehoevenden die langdurige zorg nodig hebben, krijgen keuzevrijheid in het selecteren van zorgaanbieders die bij hen passen 3. De sturingsprincipes - Professionele ondersteuning op regionaal niveau inkopen - Financiële kaders: de door rijk beschikbaar gestelde middelen en middelen binnen gemeentebegroting - Inzet van middelen ontschotten 2. het college op basis van de vastgestelde kaders de opdracht te geven de beweging in het sociale domein uit te werken, de invulling van onze nieuwe taken vorm te geven en beleidsmatige keuzes aan u voor te leggen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 9 juli 2013. de griffier
de voorzitter
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouders Lubbinge, Van Eijk, Van Muilekom
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: : : :
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 4543793 : 19 november 2013 : HB-11
03-12-2013 17-12-2013 17-12-2013
TITEL Organiseren van de beweging in het sociaal domein
BESLISPUNTEN Het college de opdracht te geven om de organisatie voor het sociaal domein op basis van de volgende kaders verder uit te werken. 1. Wijkteams de volgende kernfuncties toe te kennen: a. beslissen over de toegang tot ‘specifieke’ (gemeentelijk gefinancierde) voorzieningen, behalve voor inkomensvoorzieningen en arbeidstoeleiding b. toeleiden (wegwijzen) naar de basis(zorg)infrastructuur c. voeren van regie i.k.v. één huishouden, één plan, één regisseur (aanspreekpunt) d. vraag verhelderen e. versterken eigen kracht f. uitvoeren van ambulante zorg en ondersteuning op het gebied van Jeugdzorg, Wmo en sociale zekerheid g. signaleren 2. Ter ondersteuning en aanvulling van de wijkteams uit te gaan van een stedelijke/regionale infrastructuur waarbij we onderscheiden: a. Digitaal loket b. Toegang tot de inkomensvoorzieningen en arbeidstoeleiding c. Specialistische expertise en diagnostiek ter ondersteuning van het functioneren van de wijkteams d. Backoffice (administraties) e. Inkoop en contractering (waaronder tevens het verlenen van subsidies wordt verstaan) 3. Op onderdelen (waaronder in ieder geval de onder beslispunt 2 genoemde onderwerpen), de meerwaarde van (boven)regionale samenwerking en de organisatorische consequenties hiervan te onderzoeken. 4. Met betrekking tot sturing: a. Bij de start van de wijkteams uit te gaan van nauwe samenwerking tussen gemeente en instellingen waarbij instellingen medewerkers aan het wijkteam detacheren. (Het kan ook om uitleenafspraken gaan). b. Na evaluatie en op termijn toe te groeien naar een vorm waarbij de wijkteams worden ‘uitbesteed’. 5. Met betrekking tot bekostiging: a. Bij de start wijkteams uit te gaan van functiegerichte bekostiging (detachering of uitlenen binnen bestaande contracten) en specialistische zorg zo veel mogelijk te bekostigen op basis van prestatie per cliënt of per product te financieren b. Na evaluatie op termijn voor wijkteams toe te werken naar een vorm van populatiebekostiging. Inlichtingen bij :
M. van Leur, MO/ZCS, (033) 469 43 28
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4543793 pagina 2
c. Een vorm van PGB mogelijk te maken en waar nodig het instrument PGB ‘sociaal domein breed’ in te zetten
AANLEIDING De komende jaren willen we als gemeente samen met onze burgers en aanbieders van zorg en ondersteuning een forse beweging in het sociale domein maken. Achtergrond hierbij zijn grote maatschappelijke ontwikkelingen met als kern dat de uitvoering van taken in het hele sociale domein minder bureaucratisch moet worden, dichter bij de burger, in vertrouwen en met oog op rechtmatigheid en handhaving worden georganiseerd. Dit biedt mogelijkheden om kwaliteit en kostenvermindering hand in hand te laten gaan. Kern van de visie en uitgangspunten, zoals door uw Raad op 9 juli vastgesteld is dat de zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners meer centraal komt te staan. Op basis van die visie en uitgangspunten werken wij de beweging in het sociaal domein verder uit. Deze uitgangspunten moeten we vertalen naar een wijze waarop we het sociale domein op hoofdlijnen willen organiseren en de beweging kunnen maken. Vragen die in dit verband bijvoorbeeld aan de orde zijn: ‘Wat is de concrete rol van de wijkteams, hoe krijgt de burger toegang tot zorg en ondersteuning op maat (niet teveel, niet te weinig), hoe sturen we dit aan en wie is verantwoordelijk voor welke zaken en tot slot: wat voor een bekostigingssysteem hanteren we ten einde de gewenste beweging in het sociaal domein te bevorderen?’ In voorliggend raadsvoorstel doen wij voorstellen over de kaders waarop wij de zorg en ondersteuning willen organiseren. Het geeft zicht op hoe wij de complexe opgave efficiënt en effectief kunnen uitvoeren. Een ontwerp met oog voor de hulpvrager en financiën, zonder daarbij te vervallen in een bureaucratisch gedrocht. Dit is het kader dat meer inzicht biedt in hoe wij vanuit het principe van 1 huishouden 1 plan de hulpvrager de regie geven en daaromheen de zorg en ondersteuning organiseren. Samenwerken is daarbij het trefwoord: tussen hulpvrager en professional, tussen professionals onderling en met aanpalende voorzieningen. Het gaat om zorg en ondersteuning op de juiste maat: niet teveel, niet te weinig en met garanties waar veiligheid in het geding is. Hiermee faciliteren we de beweging die we samen met de stad, inwoners, organisaties en bestuur, willen maken. De op 9 juli aangenomen moties en amendementen (M.4.1, A.4.2, 4.4, 4.5) en strekking van het ingetrokken amendement (A.4.6), evenals uw inbreng in de Ronde van 12 november (Peiling ‘organiseren van de beweging in het sociale domein’) hebben we verwerkt in voorliggend voorstel.
BEOOGD EFFECT Met dit raadsvoorstel leggen wij op basis van de eerder vastgestelde visie en uitgangspunten, de kaders voor verdere (organisatorische) uitwerking vast. Onderstaand figuur geeft naar ons idee goed weer hoe de beweging in het sociale domein er uit ziet en wat dit betekent voor de organisatie van de professionele zorg. Een verschuiving van nadruk op de traditionele 1ste en 2de lijn (huisartsen, specialisten, zorgstructuren) naar een krachtige kern van burgerkracht en basis(zorg)infrastructuur die ondersteund wordt door de wijkteams en waarbij een (dunnere) schil van specialistische zorg als vangnet fungeert. Hierbij bouwen we voort op bestaande activiteiten, voorzieningen en bewonersinitiatieven in de wijken. Het wijkteam is hierbij voor ons de spil in het systeem. Het geeft toegang tot specialistische/specifieke (gemeentelijke gefinancierde) zorg en leidt toe (wijst de weg) naar vormen van burgerkracht en de basis(zorg)infrastructuur. Het wijkteam wordt hierbij ondersteund door gemeentelijke (en regionale en bovenregionale) voorzieningen, bijvoorbeeld als het gaat om specifieke specialistische expertise.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4543793 pagina 3
Alle elementen van de traditionele 0e, 1e, en 2e lijnszorg ondergaan door de beweging in het sociale domein een verandering: de 2e lijnszorg wordt ten dele in meer generalistische vorm door het wijkteam geboden en het volume wordt waar mogelijk verkleind, onderdelen van de 1e lijn worden ook door het wijkteam verzorgd. Om die reden hebben wij het klassieke begrippenkader vervangen door de nieuwe begrippen: basis (zorg) infrastructuur, wijkteam en een ondersteuningsschil, en tot slot het specialistische aanbod (inclusief specifieke Wmo-voorzieningen).
ARGUMENTEN 1.1 Met de spilfunctie van het wijkteam brengen we de toegang tot ondersteuning zo dicht mogelijk bij mensen waarbij we het best kunnen aansluiten bij eigen kracht en informele netwerken. Wij stellen voor de toegang tot ‘specialistische/specifieke’ (gemeentelijk gefinancierde) voorzieningen primair, maar niet uitsluitend bij de wijkteams te organiseren. Dit houdt in dat de professional in gesprek met de burger tot afspraken komt over welke zorg en ondersteuning op maat nodig is, welk deel daarvan door het eigen netwerk kan worden verzorgd, welk deel het wijkteam zelf kan bieden en zo nodig voor welk deel toegang wordt verleend tot specialistische zorg of specifieke ondersteuning. De wijkteams verlenen niet uitsluitend toegang tot deze voorzieningen. Er zijn meerdere spelers actief: huisartsen, medisch specialisten en jeugdartsen die kunnen verwijzen naar de jeugd-GGZ, het gedwongen kader voor volwassenen en jeugd met een verwijzende functie naar jeugdbescherming, -reclassering en residentiële voorzieningen, en maatschappelijke opvang, beschermd wonen en vrouwenopvang met een eigen opvangregeling. En om het nog complexer te maken een deel van deze spelers ontvangt ook nog niet gemeentelijke middelen waarmee we combinaties/arrangementen zullen moeten maken. Afstemming met aanpalende toegangverleners, huisartsen op eerste plaats, is dan ook geboden. Het samenspel tussen huisarts, wijkteam en burger/cliënt is van groot belang. Hierbij geldt dat de toegang tot een benodigde interventie op een zo snel mogelijke manier moet worden georganiseerd. 1.2 Een wijkteam is de professionele schakel tussen burgerkracht, de lokale basis zorg infrastructuur en specialistische/specifieke zorg. De beweging in het sociale domein is in onderstaande piramide weergegeven. In deze piramide vormt het wijkteam een schakelfunctie tussen de verschillende lagen: burgerkracht en lokale basis (zorg)infrastructuur enerzijds en specialistische/specifieke zorg in de top. Nee, het is geen wondermiddel. Ja, het is wel de kern van de beweging. Het wijkteam: 1. Ondersteunt waar mogelijk ‘de beweging naar beneden’ (richting eigen kracht en lokale basis (zorg)infrastructuur); toeleiden betekent niet dat alleen via het wijkteam de basiszorg bereikbaar is,
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4543793 pagina 4
burgers kunnen die zorg, bij voorbeeld de huisarts, uiteraard ook op eigen kracht benaderen. Wel betekent het dat daar waar een beroep op het wijkteam of specialistische zorg wordt gedaan ook gekeken wordt of van de basiszorginfrastructuur gebruik kan worden gemaakt. 2. Pakt waar nodig en mogelijk zelf problemen op; 3. Werkt samen met en geeft (indien nodig, snel) toegang tot specialistische vormen van hulp of specifieke wmo-voorzieningen, die het niet in staat is zelf te bieden. Zoals eerder gesteld kunnen verschillende vormen van deze hulp ook via andere ‘toegangspoorten’ worden benaderd,
1.3. Het wijkteam voert regie i.k.v. één huishouden, één plan, één regisseur Het principe van een wijkteam is dat het integraal (kijkend naar het geheel van hulpvragen in samenhang met elkaar), generalistisch (brede aanpak van vragen door een en dezelfde persoon) en contextgebonden (eigen kracht, omgeving, de wijk etc.) werkt. Dit gebeurt op basis van het principe ‘één plan, één huishouden’ waarvoor de regiefunctie ligt bij de professional in het wijkteam. Deze regiefunctie houdt zo nodig ook doorzettingsmacht in. Overigens geldt ook hierbij het uitgangspunt van de hulpvrager als eigen regisseur. Professionals zijn op basis van maatwerk in the lead als dat echt nodig is. Het wijkteam voert ‘ambulante zorg en ondersteuning’ uit. Dit houdt een verschuiving van taken in die voorheen werden gezien als specialistische, 2de lijns zorg. Voor wat betreft de functies van sociale zekerheid is in onderzoek in welke mate functies op het gebied van minimacoach, schuldhulpverlening en activering door of vanuit het wijkteam kunnen worden aangeboden. Overigens wordt ook ten aanzien van jeugdzorg en Wmo nog onderzocht welke de precieze taken van het wijkteam zullen zijn, bij voorbeeld ten aanzien van dagbesteding. Tot slot, het wijkteam heeft ook een signaleringsfunctie mede in relatie tot de voorzieningen in de basis(zorg)infrastructuur, dit op basis van de ervaringen die het wijkteam bij de toeleiding vanuit en naar de basis(zorg)infrastructuur opdoet. 1.4 Om dit waar te kunnen maken, bestaat het wijkteam uit generalisten en is in de samenstelling afgestemd op basis van wijkkenmerken Dit alles is een veelheid aan kernfuncties, die bovendien op generalistische wijze moeten worden uitgevoerd. De wijkteams worden vooralsnog bemenst vanuit de huidige instellingen in het sociaal domein. Van medewerkers wordt gevraagd het eigen specialisme te verbreden naar een generalistische taakuitvoering. Dit betekent dat zo mogelijk van alle medewerkers een verbreding van expertise wordt
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4543793 pagina 5
gevraagd gericht op een zo breed mogelijke inzetbaarheid ten behoeve van de kernfuncties. Overigens is het de bedoeling dat de wijkteams divers worden samengesteld, afhankelijk van de kenmerken van de populatie in de wijk. Niet alle soorten generalistische zorg en ondersteuning hoeft in elk wijkteam aanwezig te zijn. Er zullen ook generalisten met specialistische kennis aan het wijkteam deelnemen. Een belangrijk vraagstuk betreft de expertise die nodig is bij voorbeeld voor een verantwoord besluit over de toegang tot zeer specialistische zorg en ondersteuning. Wij achten het niet verstandig en ook niet realistisch allerlei zeer specialistische kennis, die wel nodig is voor een verantwoord besluit, in het wijkteam onder te brengen en stellen daarom voor hiertoe een ondersteuningsschil op stedelijk of (boven)regionaal niveau te organiseren. Het organiseren van deze ondersteuningsschil biedt betere garanties voor het beschikbaar zijn van een kwalitatief hoogwaardige expertise voor diagnose en advies. Het besluit tot de toegang blijft in principe een zaak van het wijkteam, dat ook de regie behoudt bij het vervolg.
2.1 Stedelijke voorzieningen en ondersteuning van wijkteams bevordert de kwaliteit van de dienstverlening en de efficiency Zoals we u informeerde in RIB 2013-92 is de schaalgrootte van de wijkteams nog één van de ontwikkelvragen. Vooruitlopend hierop kunnen we al wel concluderen dat alles op wijkteamniveau organiseren, zou leiden tot versnippering van capaciteit en hiermee inefficiëntie. Denk bijvoorbeeld aan de functies op het gebied van kwaliteits- en budgetbewaking, inkoop, het backoffice. Om de wijkteams goed te kunnen laten functioneren, organiseren we daarom een aantal functies op stedelijk (en bovenlokaal) niveau. We zien deze voorzieningen als het ware als een schil om de wijkteams heen, ter ondersteuning en aanvulling van deze. We onderscheiden hierbij de volgende functies: a. Digitaal loket Dit onderdeel is een belangrijk element in de organisatie van het sociaal domein, omdat veel burgers van de gemeente bij het zoeken naar hulp en ondersteuning eerst via internet en de social media hun weg proberen te vinden. Het is de ambitie om antwoorden op hulp en ondersteuning via het digitale loket aan te bieden. Om dit goed te kunnen laten functioneren is ‘een gezicht achter het loket’ van belang. Dit betekent dat een vorm van bemensing achter het loket wordt georganiseerd. Het digitale loket vormt zo een belangrijke stedelijke informatie- en adviesfunctie. Ook bij het vinden van de juiste zorg- of hulpverlener in de specialistische zorg en specifieke ondersteuning kan het digitaal loket een rol spelen. Deze kan weer benut worden om hulpzoekenden toe te leiden naar de efficiënt en doeltreffend werkende instellingen. Wat de toegang tot voorzieningen betreft heeft het digitaal loket alleen een ondersteunende rol. Een burger die zijn of haar weg zoekt via het digitaal loket wordt zodra een persoonlijk advies door een professional nodig is, rechtstreeks in contact gebracht met de juiste professional, die werkzaam is bij een van de wijkteams of bij sociale zaken. Dit bevordert eenduidigheid bij de behandeling van aanvragen en voorkomt versnippering die kan ontstaan bij het inrichten van een stedelijk loket naast dat van de wijkteams. b. Toegang voor inkomensvoorzieningen en arbeidstoeleiding Toegang voor inkomensvoorzieningen willen wij stedelijk blijven organiseren. Deze expertise in generalistische vorm onderbrengen in het wijkteam achten wij vooralsnog niet efficiënt en ook niet doeltreffend. Dat geldt ook voor de hiermee nauw samenhangende arbeidstoeleiding. De toegevoegde waarde van het wijkteam verwachten wij wel op de onderdelen minimacoach, schuldhulpverlening en activering, dit wordt in de proeftuinen onderzocht. c. Ondersteuningsschil Wijkteams vormen een scharnierpunt tussen specialistische/specifieke zorg enerzijds en de lokale informele en formele preventie en ondersteuning anderzijds. Beiden vormen als het ware een schil om het team heen. Voor het goed laten functioneren van het team is het van belang dat het team toegang heeft tot specialistische consultatie, advies en diagnostiek om te bepalen wanneer specialistische zorg in het kader van één gezin, één plan aan de orde is. Op dit onderdeel zijn bijvoorbeeld ook afspraken gemaakt in het kader van het regionaal transitiearrangement jeugdzorg. Wat de organisatie van dit specialisme betreft, zijn wij nog in overleg met instellingen die over de benodigde expertise beschikken. d. Inkoop en backoffice
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4543793 pagina 6
De subsidiëring en contractering (verder kortheidshalve inkoop genoemd) van zorgaanbieders geschiedt niet door de wijkteams. Afhankelijk van de soorten zorg en onder meer de complexiteit en omvang vindt inkoop plaats op landelijk, bovenregionaal, regionaal en lokaal nivo plaats. Voor de decentralisatie jeugdzorg is uw raad een overzicht gegeven welke soorten zorg op welk niveau zullen worden ingekocht. In vervolg op het opstellen van de regionale transitiearrangementen en in overleg met de betrokken gemeenten in regio Eemland en de provincie Utrecht wordt thans een voorstel voor de vormgeving van de inkoop en contractering voorbereid. Wij vinden daarbij onder meer belangrijk dat: goede afstemming plaatsvindt tussen de diverse niveaus waarop wordt ingekocht (vergelijkbare werkwijzen, geen dubbelingen). aangezien met alle zorg en ondersteuning leverende partijen een relatie moet worden onderhouden, professionele inkooporganisaties noodzakelijk zijn dat iedere toegelaten zorgaanbieders een contract heeft met één heldere set verantwoordingscriteria. Zo houdt de gemeente overzicht over de taken die zorgaanbieders voor de gemeente uitvoeren en worden meerdere verantwoordingsregiems voorkomen. dat getoetst en bewaakt wordt of zorgaanbieders voldoen aan de toelatingscriteria en de overige contractuele afspraken om door de gemeente bekostigde zorg te mogen leveren. dat samen met de betrokken beleidsafdelingen van de gemeente het contractmanagement en relatiebeheer uitgevoerd wordt en samen met de beleidsafdeling wordt toegezien op de kwalitatieve en kwantitatieve levering en beschikbaarheid van het aanbod. Een belangrijke functie bij de toetsing van de afspraken is de analyse van de productie-, waardering- en kwaliteitsgegevens van en over de zorgaanbieder. Slecht presterende zorgaanbieders (bijvoorbeeld lage waarderingen, lage scores op effectmetingen, veel klachten of relatief dure behandelingen) worden ter verantwoording geroepen. 3.1 (boven) regionale samenwerking kan op onderdelen efficiencywinst en een verhoogde effectiviteit opleveren Naast subsidie en/of contractadministraties dienen ook cliëntenadministraties, financiële administraties en voorraadadministraties te worden gevoerd. Ook deze worden niet gevoerd door de wijkteams. Wij bezien of wij deze backofficetaken geheel of gedeeltelijk in de regio samen met andere gemeenten kunnen uitvoeren, dan wel dat wij deze taken geheel of gedeeltelijk binnen de gemeentelijke organisatie beleggen. Andere onderdelen waarop wij de mogelijkheden tot regionale samenwerking verder verkennen zijn: 1. Beheer digitaal loket 2. Inkoop en contractering 3. Kwaliteits- en budgetbewaking/Verzorging stuurinformatie en beheersmaatregelen 4. Verzorgen kennissysteem en ondersteunende expertises 5. Gemeentelijke samenwerking bij beleidsvoorbereiding en beleidsvertaling: beleidskeuzes worden binnen elke afzonderlijke gemeente gemaakt. Bij de organisatie van de regionale samenwerking betrekken wij ook wat de gevolgen zullen zijn voor het SbG. De huidige toegangsfunctie van SbG ten behoeve van de Wmo gaat op grond van onze voorstellen met betrekking tot de wijze waarop wij de toeleiding en toegang willen organiseren met de spilrol van de wijkteams, in ieder geval veranderen. 4.1 We willen de professional de ruimte geven, naast de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de kwaliteit, beschikbaarheid en betaalbaarheid van de zorg en ondersteuning. In het organisatieontwerp is een belangrijke vraag wie waarvoor verantwoordelijk is, meer specifiek: hoe verantwoordelijkheden worden afgebakend. Rond de basis(zorg)infrastructuur en de specialistische zorg of specifieke ondersteuning is het antwoord helder: de gemeente is verantwoordelijk voor kwaliteit, beschikbaarheid en betaalbaarheid van de door haar bekostigde zorg, maar de uitvoering van de zorgverlening zelf is geen gemeentelijke verantwoordelijkheid. De vraag is of deze afbakening ook voor de wijkteams geldt. Wij denken van niet, althans niet bij de start. De beweging in het sociaal domein betreft niet alleen onze burgers en instellingen, maar ook de gemeentelijke organisatie zelf. Onze kennis en ervaring bij het aansturen van dit soort dienstverlening, die bovendien naar aard en omvang in hevige beweging is, is beperkt en de belangen voor de burgers die zorg en ondersteuning op maat zoeken en voor instellingen die het aanbod verzorgen zijn groot. Ons inziens is nauwe samenwerking in de startfase tussen gemeente en instellingen bij het inrichten en functioneren van de wijkteams geboden, waarbij ieder wel in die samenwerking primair positie kiest vanuit de beoogde afbakening van verantwoordelijkheden. De gemeente blijft in deze opzet overall verantwoordelijk. Dit betekent dat de medewerkers in de wijkteams
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4543793 pagina 7
vooralsnog werken onder gemeentelijke verantwoordelijkheid. Aan de hand van de ervaringen van de proefteams zullen uitspraken worden gedaan over de wijze waarop de gemeente de regie uitoefent. Dit volgt in het tweede kwartaal van volgend jaar/2014. Indien een burger een klacht over het werk van een wijkteam of bezwaar over een beslissing heeft wordt dit onder gemeentelijke verantwoordelijkheid afgehandeld. We richten hiertoe procedures in.
5.1 We moeten kunnen sturen op kosten Bekostiging van de wijkteams Alleen bij een kwalitatief hoogwaardige invulling van de functies van de wijkteams is het beoogde effect van meer eigen kracht, toeleiding naar basiszorg en het beperken van specialistische inzet haalbaar. Om die reden willen wij in de bekostiging tot uitdrukking brengen dat niet het volume bepalend is (het aantal cliënten), noch de prestatie per cliënt, maar de kwaliteit om te komen tot een hoogwaardige regievoering en zorgverlening op de juiste maat. Dit houdt in dat wij voorstellen in de eerste fase de wijkteams functiegericht te bekostigen. De omvang en samenstelling van de wijkteams wordt mede bepaald op grond van kenmerken van de populatie in de wijk en in die zin is hier al sprake van een voorloper van populatiebekostiging, maar de wijkteams worden niet afgerekend op het te meten resultaat voor de gehele populatie in de wijk. Bekostiging van de Specialistische zorg en specifieke ondersteuning Voor specialistische zorg en specifieke voorzieningen streven wij het juiste maatwerk na. Bekostiging die volumeopdrijvend werkt of die standaardproducten bevordert dragen niet aan deze doelstelling bij. De professionals en instellingen die zorg leveren in het ‘specialistische’ aanbod zullen in het eindbeeld overwegend worden bekostigd op de werkelijk door hen gerealiseerde uren en het door de gemeente bepaalde tarief. Het gaat hier dus om een prestatiebekostiging. Tijd die een zorgprofessional aan de cliënt besteedt, wordt vergoed. Het maximaal te besteden aantal uur per cliënt is bepaald in het toegangsbesluit. In die zin kan ook gesproken worden van een cliëntvolgende bekostiging. De regiefunctie van het wijkteam is hier essentieel om de prikkels tot overproductie te voorkomen. Voor een ander deel zal specialistische zorg worden bekostigd op basis van beschikbaarheid, of een combinatie van beschikbaarheid en prestatiebekostiging. Gemeentelijk kwaliteits- en budgetbeheer vanaf de startfase. Budgetten worden al vanaf de startfase geoormerkt per wijk(team), maar blijven (vooralsnog) in beheer bij de gemeente. Dit noemen wij het wijkteambudget. Binnen de gemeente worden budget- en kwaliteitsbeheerders aangewezen. Deze zijn onder meer verantwoordelijk voor de planning en control van deze budgetten en kunnen waar nodig tijdens het jaar voorstellen doen om budgetten over de wijken her te verdelen, dit op basis van signalen van dreigende budgetover- en onderschrijding. Op termijn is onze ambitie om de wijkteambudgetten wel te baseren op populatiebekostiging. Dat wil zeggen dat de bekostiging plaatsvindt op basis van kenmerken van de populatie in een wijk en dat afgerekend wordt op het behalen van prestaties voor de populatie als geheel. Dit noemen wij wijkbudgetten. Ook op termijn blijven de professionals en instellingen die zorg leveren in het ‘specialistische’ aanbod voor een belangrijk deel bekostigd worden op de werkelijk door hen gerealiseerde uren en het door de gemeente bepaalde tarief. Ons streven is de bekostiging op basis van beschikbaarheid zo veel mogelijk te verminderen.
5.2 We willen eigen verantwoordelijkheid en keuzevrijheid bevorderen Bekostigingspincipes zijn een essentieel onderdeel van de beweging in het sociale domein. Met de keus voor een bekostigingsmodel moeten prikkels ontstaan om eigen verantwoordelijkheid, keuzevrijheid en zorg en ondersteuning op maat te bevorderen. Dat betreft enerzijds de bekostiging van het wijkteam zelf. Anderzijds willen wij bevorderen dat bij de toegang tot specialistische inzet van capaciteit meer maatwerk wordt geboden, in plaats van standaardtrajecten zoals nu nog vaak het geval is. Dit doen we bijvoorbeeld door de inzet van het persoonsgebonden budget (PGB) mogelijk te maken.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4543793 pagina 8
Het PGB werkt in hoofdlijnen als volgt. Iemand met een ondersteuningsvraag meldt zich bij het wijkteam. Als op basis van het gesprek in het wijkteam blijkt dat er behoefte is aan een vorm van specialistische/specifieke vorm van zorg, verleent het wijkteam toegang (‘indicatiebesluit’) tot deze zorg. Het toegangsbesluit kan worden ‘verzilverd’ in de vorm van een PGB of in de vorm van Zorg in natura (ZIN). ZIN wordt geleverd door, door ons (soms in bovenlokaal verband) gecontracteerde zorgaanbieders. Het PGB kan een cliënt besteden bij een door hemzelf uitgezochte zorgaanbieder. Doordat de toegang tot deze voorziening, integraal vanuit het wijkteam is georganiseerd, ligt het hiermee ook voor de hand het PGB-systeem integraal (in ieder geval vanuit jeugd en Wmo) te organiseren.
KANTTEKENINGEN 1
Maatwerk in wijkteams kan leiden tot willekeur
De vraag is of de toegang verlenende functie van de wijkteams niet gaat leiden tot eigen toegangsregels per team. Wij vinden dat de regels rond toegang een beleidszaak is die gemeentelijk moet worden bepaald en in het beleidsplan en in verordening(en) moet worden vastgelegd. Bij de toepassing van de regels is een zeker maatwerk wenselijk, dit kan namelijk bijdragen aan oplossingen op maat die ook rekening kunnen houden met verschillen tussen de wijken. Ook willen wij dat in alle gevallen waar dat nodig is snelle interventie zonder bureaucratische rompslomp geboden kan worden. Ook dat vergt een voldoende zelfstandige beoordelingsruimte van de professionals. Maar dit mag niet tot willekeur leiden. Het gemeentelijk kwaliteitsbeheer vervult hier een belangrijke taak. 2 Het (her)inrichten van stedelijke voorzieningen heeft gevolgen voor huidige voorzieningen We proberen de ‘ondersteuningsschil’ rondom te wijkteams zo efficiënt mogelijk in te richten. Dit heeft mogelijk consequenties voor bestaande, stedelijk functionerende organisaties. Digitale en fysieke loketten worden soms verplaatst naar de wijkteams of waar mogelijk samengevoegd op stedelijk niveau. Zo worden in 2014 de uitvoerende werkzaamheden van het CJG verder verplaatst richting de wijkteams. In 2014 zet het CJG haar functie op stedelijk niveau voort waarbij het accent ligt op informatie en advies. De vormgeving van het stedelijke voorzieningenniveau werken wij nog nader uit. 3 Regionale samenwerking vergt regionaal gelijk oplopende besluitvormingsprocessen Regionale samenwerking vergt een gelijktijdige en gelijkluidende besluitvorming binnen de betrokken gemeenten. Als dat niet of onvoldoende lukt, kan dit resulteren in vertraging. Regionale samenwerking kan bijvoorbeeld onder druk komen te zijn omdat nog niet elke gemeente de lokale afweging heeft gemaakt of een dusdanig afwijkend standpunt heeft ingenomen. Waar dit niet lukt, en mogelijk vertraging ontstaat waardoor het tijdig goed uit kunnen voeren van de taken in gevaar komt, gaan wij uit van uitwerking op lokaal niveau. 4 De gemeente is overall verantwoordelijk, maar kan niet alle risico’s uitsluiten. Wat als er een ongewenste situatie ontstaat? Behalve het goed afspreken en vastleggen van randvoorwaarden, werkprocessen, het investeren in en bewaken van kwaliteit is het ook van belang om te erkennen dat er ondanks dat toch ongewenste situaties kunnen ontstaan. Wij vinden het van belang om voordat een dergelijke situatie zich voordoet met elkaar te spreken over ieders verantwoordelijkheid: raad, college, uitvoering, betrokkenen zelf, in het streven naar een kwalitatief goede aanpak. Hoe spreken we met elkaar af dat we wel streven naar veiliger en beter maar nooit ieder risico kunnen uitsluiten. Door het met elkaar hier van te voren over te hebben en dit ook vast te leggen hoeft dat minder op het moment dat er een incident speelt. Hiermee kunnen we de ongewenste reactie om te zoeken naar schuldigen en ‘meer regels om het voortaan te voorkomen' beperken. Dit werkt immers de gewenste ruimte voor de professional om passend bij de situatie op te treden en een omgeving waarin op basis van ervaringen wordt geleerd tegen. Wij gaan hierover graag met u in gesprek. 5 Hanteren van het PGB systeem kan kostenverhogend werken Het PGB wordt veelal in verband gebracht met de toename van zorgkosten. Wij zien dit risico. Echter, door de toegang tot het PGB goed te organiseren, denken wij dit risico te beperken. Sterker, als uit het brede vraagverhelderingsgesprek blijkt dat een vorm van specifieke hulp noodzakelijk is, is het verstrekken van die hulp in de vorm van een PGB vaak goedkoper dan zorg in natura. Voor de Wmo geldt op dit moment bijvoorbeeld dat het PGB tarief 75% bedraagt van de kosten voor zorg in natura. Van belang is als
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4543793 pagina 9
vertrekpunt het resultaat van het brede vraagverhelderingsgesprek te nemen en niet ‘het recht op PGB’. Dit vertrekpunt, aangevuld met niet teveel maar wel de juiste drempels, moet bijdragen aan een efficiënt en effectief PGB systeem.
FINANCIËN In de vastgestelde visie op de beweging in het sociaal domein is opgenomen dat ondersteuning moet plaatsvinden binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde budgetten en de al in de gemeentebegroting aanwezige middelen voor deze domeinen (bijv. Jeugd en Algemeen maatschappelijk werk). Kortingen op de rijksbudgetten compenseren we niet vanuit de gemeentelijke begroting. Gezien het coalitieakkoord wordt zo nodig een uitzondering gemaakt voor de Participatiewet. Ter zake is in het Coalitieakkoord opgenomen: “de coalitie is bereid geld uit de algemene middelen in te zetten om de gevolgen van de participatiewet voor de betreffende mensen te verzachten”. Indien uit het nieuwe wetsvoorstel Participatiewet blijkt dat vanaf 1 januari 2015 aanvullende maatregelen nodig zijn zal het college ter zake een voorstel aan de raad voorleggen. Hierbij wordt primair bezien of de maatregelen zijn te financieren door herschikking binnen het ontschotte budget voor het sociaal domein. Stand van zaken budgetten Duidelijkheid over de per decentralisatie in 2015 beschikbare middelen ontbreekt nog. Voor jeugdzorg is het landelijke decentralisatiebudget nog niet definitief vastgesteld. Via de meicirculaire 2013 is recent door het Rijk een eerste raming bekend gemaakt, waarin nog veel onzekerheden zitten. Er blijkt ook landelijk een verschil te zitten van circa 15% (voor Amersfoort 10%) tussen het in de meicirculaire opgenomen budget en gegevens bij de zorgaanbieders. Dit verschil wordt thans geanalyseerd en leidt naar verwachting tot ophoging van de toegekende budgetten. Voor de gemeente Amersfoort is in de meicirculaire een bedrag geraamd van € 29,7 miljoen. Dit bedrag is gebaseerd op een verdeelmodel dat uitgaat van een historisch gebruik van jeugdzorg op gemeentelijk niveau. Vanaf 2015 worden de functies begeleiding en kortdurend verblijf van de AWBZ naar de gemeenten overgeheveld. Ook worden een aantal zorgzwaartepakketten binnen de AWBZ afgeschaft waardoor mensen langer thuis blijven wonen en langer of extra beroep op de gemeenten zullen doen. In de septembercirculaire 2013 is in tegenstelling tot de toezegging geen eerste inzicht gegeven in de verdeling van het macrobudget nieuwe WMO voor 2015 op basis van historische budgetten. Het gaat om een macrobudget van € 3,7 miljard voor de nieuwe WMO (exclusief persoonlijke verzorging). De macrobudgetten van het Rijk worden voor de nieuwe taken voor zover nu bekend gekort met circa 25% gekort. De bedragen worden nog getoetst door de Algemene rekenkamer. Het bedrag voor Amersfoort voor deze functies zou o.b.v. een grove eerste inschatting circa 25 miljoen bedragen. Voor 2014 is er door het Rijk een macrobudget Wsw geraamd van € 2,6 miljard en een Participatiebudget van € 685 miljoen (budgetten zijn vergelijkbaar met 2013). Op 1-1-2015 treedt de Participatiewet in werking. Het kabinet beoogt met deze wet één regime voor iedereen met arbeidsvermogen die voorheen een beroep zou doen op WSW, Wajong of WWB. De invoering van de Participatiewet gaat gepaard met bezuinigingen. De maatregelen in het Sociaal akkoord leiden tot een structurele bezuiniging van € 1,62 miljard (1,25 miljard Participatiewet en 370 miljoen baangarantie. In deze bezuiniging zijn de extra middelen uit het Sociaal Akkoord van € 550 miljoen structureel voor de nieuwe Participatiewet (inclusief baangarantie) verwerkt. De implicaties van de Participatiewet zijn nog onderwerp van gesprek tussen de VNG, ministerie van SZW, de sociale partners en andere betrokkenen en worden de komende maanden uitgewerkt in de recent opgerichte Werkkamer. Bekostiging Uit de door het Rijk beschikbaar te stellen budgetten en de al in de gemeentebegroting aanwezige middelen voor deze domeinen dienen de kosten voor zorg (incl. wijkteams), maar ook de kosten van uitvoering en backoffice te worden bekostigd.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4543793 pagina 10
RISICO’S Eerder hebben wij uw Raad geïnformeerd over de tien grootste risico’s die in het kader van de decentralisatie jeugdzorg zijn geïnventariseerd. Het betreft: 1. Heftige reactie op incidenten na 1 januari 2015. 2. Gemeente is niet in staat om de inkoop en aanbesteding van zorg tijdig te realiseren. 3. Er is onvoldoende budget om het benodigde zorgaanbod te realiseren. 4. De informatie van Rijk en provincies komt te laat om de beleidsontwikkeling tijdig af te ronden voor de begroting 2015. 5. Benodigde samenwerkingsverbanden op regionaal en bovenregionaal niveau komen niet of niet tijdig tot stand. 6. Er ontstaat discontinuïteit tussen het huidige en het gewenste zorgaanbod door de overdracht van de taken naar de gemeente. 7. Er is een groter zorgvraag dan waar rekening mee is gehouden. 8. De kosten voor lopende zorgtrajecten van voor 2015 lopen door na 2015. 9. Cliëntgegevens komen bij onbevoegde personen terecht. 10. De ICT-infrastructuur is niet tijdig gereed om o.a. de kosten te beheersen. Sinds 9 juli zijn de risico’s niet substantieel gewijzigd. Zij vormen mede de aanleiding waarom wij in de voorstellen rond toegang, sturing en bekostiging een voorzichtig begin met een startfase hebben voorgesteld, waarin de gemeentelijke betrokkenheid maximaal tot zijn recht kan komen. Ook is ons voorstel van een krachtige budgetbewaking hierop geënt, aangevuld met de afspraak de gemeenteraad bij budgetoverschrijding te informeren, vergezeld van voorstellen voor passende maatregelen. Thans wordt gewerkt aan risicoanalyses voor de decentralisaties AWBZ en Participatiewet. De risico’s welke specifiek betrekking hebben op dit raadsvoorstel, willen wij nog onder de aandacht brengen: a. Wijkteams gaan tijdelijk opereren als “onderdeel van de gemeente”. De gemeente is echter geen zorgverlener. Er moet kennis opgebouwd worden. Bijvoorbeeld niet alle protocollen zullen bij de aanvang aanwezig, dan wel verinnerlijkt zijn. Lerend werken, kennis van huidige organisaties/andere gemeenten benutten en detachering zijn o.a. maatregelen om risico’s – met name op kwaliteit zorg - te beheersen. b. Wijkteams zijn het instrument om kosten te beperken, maar kosten zelf ook geld. Het risico is dat de kosten van de wijkteams en de bezuiniging niet worden goedgemaakt door lagere zorgkosten. c. Vanuit het Rijk zijn beperkte budgetten voor implementatie beschikbaar gesteld. Bij de inrichting van de wijkteams zijn de ontwikkelaanpak en detachering instrumenten om frictiekosten te beperken. d. Het risico op frictiekosten ligt voor de nieuwe taken ten principale niet bij de gemeente, maar we spannen ons in om onnodige frictiekosten te beperken. Met betrekking tot SBG wordt bij het voorstel voor de inrichting van een backoffice dit element expliciet betrokken. e. Er is weinig tijd voor inrichting backoffice, ICT en budget en kwaliteitsbewaking. We willen mede daarom gebruik maken van kennis en hulpmiddelen van organisaties die thans de uitvoering verzorgen. f. Door te kiezen voor detachering in de aanvangfase is het risico aanwezig dat “overheadkosten” blijven ‘hangen”bij huidige zorgaanbieders.
DUURZAAMHEID Met de voorgestelde inrichting van zorg en ondersteuning denken wij een toekomstbestendig ‘systeem’ te organiseren. Het gaat hierbij om zowel financiële (efficiënter) als maatschappelijke (effectieve) toekomstbestendigheid.
VERVOLG Op basis van deze kaders geven we verder invulling aan de beweging in het sociale domein. Een vervolgstap richting uw Raad is het voorleggen van de contouren van de beleidsplannen. Dit is voorzien in het eerste kwartaal van 2014. Parallel hieraan werken wij samen met partners in de stad aan de verdere uitwerking en invulling van deze beweging.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 4543793 pagina 11
BETROKKEN PARTIJEN De beweging in het sociaal domein kunnen we alleen doen slagen als we die beweging samen met de stad (burgers, maatschappelijke organisaties en gemeente) maken. Op basis van de kaders in dit voorstel geven we met hen verder uitwerking aan deze beweging. In aanvulling op de manier waarop we al verschillende partijen op verschillende manieren betrekken (regionaal transitiearrangement, in de proeftuinen, begeleidingsgroep, overleg adviesraden en cliëntenorganisaties, bijeenkomsten etc) vinden we het van belang om de samenwerking met aanbieders verder te verstevigen. Dit deden we al in het kader van het regionaal transitiearrangement jeugd (RTA) en gaan we op korte termijn verbreden. Zo stellen we analoog aan de RTA aanpak overlegtafels in met Wmo/Awbz aanbieders, partijen die deelnemen in de wijkteams en organisaties die een belangrijke rol spelen bij de invulling van de basiszorginfrastructuur (civil society). Met deze aanpak maken we afspraken over de transitiefase, bijvoorbeeld met betrekking tot de continuïteit van zorg, financiële consequenties en het benutten van expertise Ook gaan we bijeenkomsten met bewoners organiseren. Deze vinden plaats in de Stips. Met hen gaan we in gesprek over praktische vraagstukken in de civil society, welke rol kunnen Amersfoorters voor elkaar vervullen en waar liggen grenzen? Tenslotte geven we in het webdossier http://www.amersfoort.nl/sociaaldomein uitleg over veranderingen, actuele informatie, persoonlijke verhalen van Amersfoorters en een overzicht van bijeenkomsten en gesprekken met professionals en inwoners.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
Bijlagen
- geen
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr .4543793
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2013, sector MO/ZCS (nr.4543793); b e s l u i t: Het college de opdracht te geven om de organisatie voor het sociaal domein op basis van de volgende kaders verder uit te werken. 1. Wijkteams de volgende kernfuncties toe te kennen: a. beslissen over de toegang tot ‘specifieke’ (gemeentelijk gefinancierde) voorzieningen, behalve voor inkomensvoorzieningen en arbeidstoeleiding b. toeleiden (wegwijzen) naar de basis(zorg)infrastructuur c. voeren van regie i.k.v. één huishouden, één plan, één regisseur (aanspreekpunt) d. vraag verhelderen e. versterken eigen kracht f. uitvoeren van ambulante zorg en ondersteuning op het gebied van Jeugdzorg, Wmo en sociale zekerheid g. signaleren 2. Ter ondersteuning en aanvulling van de wijkteams uit te gaan van een stedelijke/regionale infrastructuur waarbij we onderscheiden: a. Digitaal loket b. Toegang tot de inkomensvoorzieningen en arbeidstoeleiding c. Specialistische expertise en diagnostiek ter ondersteuning van het functioneren van de wijkteams d. Backoffice (administraties) e. Inkoop en contractering (waaronder tevens het verlenen van subsidies wordt verstaan) 3. Op onderdelen (waaronder in ieder geval de onder beslispunt 2 genoemde onderwerpen), de meerwaarde van (boven)regionale samenwerking en de organisatorische consequenties hiervan te onderzoeken. 4. Met betrekking tot sturing: a. Bij de start van de wijkteams uit te gaan van nauwe samenwerking tussen gemeente en instellingen waarbij instellingen medewerkers aan het wijkteam detacheren. (Het kan ook om uitleenafspraken gaan). b. Na evaluatie en op termijn toe te groeien naar een vorm waarbij de wijkteams worden ‘uitbesteed’. 5. Met betrekking tot bekostiging: a. Bij de start wijkteams uit te gaan van functiegerichte bekostiging (detachering of uitlenen binnen bestaande contracten) en specialistische zorg zo veel mogelijk te bekostigen op basis van prestatie per cliënt of per product te financieren b. Na evaluatie op termijn voor wijkteams toe te werken naar een vorm van populatiebekostiging. c. Een vorm van PGB mogelijk te maken en waar nodig het instrument PGB ‘sociaal domein breed’ in te zetten. Vastgesteld in de openbare vergadering van 17 december 2013. de griffier
de voorzitter
Besluitenlijst De Ronde datum:
15 juli 2014
vergaderruimte: Molendijkzaal (0.01) Titel Van Doel activiteit Voorstel
Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden Inspreker(s) Conclusie voorzitter
van
19.00 tot
aantal bezoekers:
20.00 uur 40
Reg.nr. 4737511 Beleidskader Sociaal Domein: De Amersfoorter in het sociaal domein Soort verslag College van B&W Verslag Soort document Rondetafelgesprek Gespreksnotitie Nu een aantal belangrijke besluiten op de diverse deelterreinen van het sociaal domein door het Rijk zijn genomen of bijna zijn genomen kan het college aan de raad in het najaar, zoals aangekondigd, een integraal beleidskader sociaal domein ter vaststelling voorleggen. Het college ontwikkelt het beleid over deze onderwerpen graag in dialoog met de stad en de raad. Met het oog daarop gaat het college graag nog voor de zomer met de raadsleden in gesprek over een aantal thema’s die te maken hebben met de rol en de positie van Amersfoorters in het sociale domein. In de notitie zijn stellingen geformuleerd in relatie tot enkele thema’s. Het college beoogt met dit gesprek input te krijgen van de woordvoerders over de dilemma’s en keuzes die voorliggen. Thema’s: - Positie van de Amersfoorter in het sociaal domein - Toegang - Sociale basisinfrastructuur - Kwaliteit - Keuzevrijheid - Cliëntenparticipatie - Vangnet Portefeuillehouder Imming, Tigelaar Van Bruggen Opsteller Bongers Lans MKW
Ballast-Tatarian (VVD), De la Combé (PvdA), Portefeuillehouder Imming Kennedy-Doornbos (CU), Meijer (SP), Prins Ambtenaren (GL), Sondorp (D66), Steenbeek-Los (BPA), Vijzelman (OPA), Vlug (CDA) De woordvoerders hebben aangegeven over welke thema’s zij in ieder geval met elkaar in gesprek zouden willen gaan: toegang, vangnet, basisinfrastructuur en kwaliteit. Per thema zijn +/- 12 minuten uitgetrokken. Twee woordvoerders deden in het kort een aftrap; daarna konden de andere woordvoerders reageren. In een laatste ronde hebben woordvoerders nog andere punten meegegeven die de portefeuillehouder kan gebruiken om nader uit te werken in het beleidskader. Advies aan presidium: Vervolgstap college: input van dit gesprek wordt gebruikt voor aanscherping beleidskader (+ raadsvoorstel, na de zomer).
Toezeggingen / Afspraken
Portefeuillehouder nodigt de raad uit om in september deel te nemen aan een door haar te organiseren gesprek met de cliëntenraden over de implicaties van de transitie/transformatie.
Aantekeningen voor verslag
#4737511 v1 - BESLUITENLIJST DR 15-7-2014 BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN: DE AMERSFOORTER IN HET SOCIAAL DOMEIN
Verslag De Ronde op 15 juli 2014: Rondetafelgesprek Beleidskader Sociaal Domein: De Amersfoorter in het sociaal domein Voorzitter: Van Bruggen Secretaris: Bongers Aanwezig: Ballast-Tatarian, De la Combé, Kennedy-Doornbos, Meijer, Prins, Steenbeek-Los, Sondorp, Vijzelman-Waarheid, Vlug Pers: nee Publiek: 40 Conceptverslag: MKW secretariaatsservices Portefeuillehouder: Imming Ambtenaar/Gast: Reg. nr.: 4740397 Tel. nr.: (033) 4694379 E-mail:
[email protected] Punt
Inhoud Actie
De Ronde: Rondetafelgesprek Beleidskader Sociaal Domein: De Amersfoorter in het sociaal domein Doel: Van de raadsleden wordt gevraagd zijn of haar mening te geven over de voorliggende stellingen (en notitie) en zich daarmee voor te bereiden op de besluitvorming over het beleidskader sociaal domein in oktober 2014. Voorzitter (Van Bruggen): - Het college wil met dit gesprek input van de woordvoerders van de fracties krijgen over: - De positie van de Amersfoorter in het sociaal domein - De toegang - De basisinfrastructuur - De kwaliteit - De keuzevrijheid - De cliëntenparticipatie - Het vangnet Vraag woordvoerders om aan te geven waarover zij in ieder geval willen spreken. SP (Meijer): - Vindt vooral de toegang en het vangnet van essentieel belang. VVD (Ballast-Tatarian): - Wil het gesprek niet vanuit dilemma's, maar vanuit de mogelijkheden voeren. Alle genoemde thema's zijn belangrijk. PvdA (De la Combé): - Vindt de toegang en het vangnet cruciaal. Ook de sociale basisinfrastructuur is belangrijk. ChristenUnie (Kennedy-Doornbos): - Wil spreken over de sociale basisinfrastructuur, de cliëntervaring in plaats van de cliënttevredenheid, de keuzevrijheid en de cliëntparticipatie. GroenLinks (Prins): - Wil over kwaliteit spreken, maar ook over toegang, keuzevrijheid en vangnet. BPA (Steenbeek-Los): - Vindt de basis een groot aandachtspunt. CDA (Vlug): - Wil de toegang, sociale basisinfrastructuur en vangnet bespreken. 1
OPA (Vijzelman-Waarheid): - Sluit zich aan bij de vorige sprekers. Ze wil spreken over de kwaliteit, maar waarover ze wil spreken, wordt niet gedekt door de stelling. D66 (Sondorp): - De financiën moeten in de pas lopen. - Er moet bij de kwaliteit aandacht worden besteed aan vroegtijdige signalering en aan het verschil tussen informele en formele zorg. Voorzitter (Van Bruggen): - Per thema doen steeds twee woordvoerders een korte aftrap, daarna kunnen de anderen ook reageren. - Het eerste onderwerp is toegang. VVD (Ballast-Tatarian): - Het sociale wijkteam wordt de toegangspoort en het risico bestaat dat meer vraag naar zorg wordt gecreëerd. ChristenUnie (Kennedy-Doornbos): - De regie lag bij de cliënt, maar in deze notitie staat dat de cliënt alles zelf moet doen en dat er alleen nog een vangnet is als de cliënt tussen de wal en het schip dreigt te vallen. Waar is de eigen regie van de cliënt? D66 (Sondorp): - Cliëntervaring: De omgeving is tevreden over de zorg, maar wat vindt de zorgbehoevende er zelf van? - Zijn er tools om cliëntervaring te meten? ChristenUnie (Kennedy-Doornbos): - Wil graag criteria horen voordat dit begrip centraal wordt gesteld. Wat wordt precies gemeten en wanneer is de cliëntervaring positief? - Als alleen aan de cliënt wordt gevraagd hoe het is gegaan, komt er vaak een negatieve reactie omdat er altijd meer te wensen is. - Cliënttevredenheid moet onderdeel blijven van monitoring. D66 (Sondorp): - Heeft niet gezegd dat de cliënttevredenheid weg moet. - Er is een verschil tussen wat de omgeving goede zorg vindt en wat de hulpbehoevende zelf ervaart. - Lastig te duiden en te beoordelen. ChristenUnie (Kennedy-Doornbos): - Vreest dat de wethouder de cliënttevredenheid weg doet. - Ze wil meer informatie van de wethouder over dit punt. OPA (Vijzelman-Waarheid): - In de stelling staat: "als voor vragen specifieke technische kennis is vereist die niet op wijkniveau is te organiseren". Wat heeft men daarbij in gedachten? - Wat zijn de criteria om iemand naar specialistische zorg of de basiszorginfrastructuur te leiden? VVD (Ballast-Tatarian): - De hulpvraag is doorslaggevend. Een lichte hulpvraag kan binnen de infor2
mele zorg worden opgelost, De cliënt hoeft dan niet naar specialistische zorg te worden verwezen. OPA (Vijzelman-Waarheid): - Welke criteria zijn er om te bepalen of iemand specialistische zorg moet krijgen? PvdA (De la Combé): - Er is een uitgebreid team van mensen die dit werk al jarenlang doen. Die mensen zijn ingeleend van allerlei professionele instellingen, er zijn protocollen en wet- en regelgeving. De kennis, ervaring en inzichten worden meegenomen naar de sociale wijlteams. - Heeft geen behoefte aan een handboek intake of iets dergelijks. De kennis en inzichten van het sociaal wijkteam moeten voldoende zijn om tot een goede intake en eventueel een verwijzing naar specialistische zorg te komen. ChristenUnie (Kennedy-Doornbos): - Wil dit verbinden aan de sociale basisinfrastructuur. - Gaat de zorg in een wijk met meer zelforganiserend vermogen vaker naar de sociale basisinfrastructuur dan naar de specialistische zorg? - Wat gebeurt er in wijken waar dat vermogen afwezig is? Blijft daar een bepaalde basiskwaliteit en wie garandeert de basiskwaliteit? OPA (Vijzelman-Waarheid): - Dat verwijst naar maatwerk dat per wijk verschillend kan zijn. Er zitten goede mensen; specialisten uit een organisatie. - In alle rapporten over de wijkteams staat dat de netwerken moeilijk zijn te mobiliseren, dat specialisten uit de instellingen nog moeten worden opgeleid tot generalisten en dat de kanteling nog niet volwassen is. GroenLinks (Prins): - Hoeft de criteria niet te weten. Het moet aannemelijk worden gemaakt dat de mensen in de wijkteams hun taak kunnen uitvoeren. OPA (Vijzelman-Waarheid): - Criteria zijn mooi, maar dat leidt tot protocollen die de zaak inflexibel maken. - Ze is op zoek naar competente mensen die goede afwegingen kunnen maken. ChristenUnie (Kennedy-Doornbos): - Hoopt dat in de wijkteams mensen met veel ervaring zitten en die goed weten waar naartoe moet worden verwezen. PvdA (De la Combé): - Wil geen uitgebreide protocollen en dikke handboeken. - Er is ervaring opgedaan met zes tot acht wijkteams. - 2015 wordt een soort pilotjaar. - Amersfoort loopt vooruit op veel andere gemeenten in het land, maar er valt nog veel te leren. Wethouder (Imming): - Wil op basis van de input van vandaag de volgende slag maken met het Beleidskader. - Op 19 juni jl. is met de cliëntenraden gesproken over hun zorgen over het 3
-
sociaal domein. Na de zomer wordt dit herhaald. Ze nodigt de raadsleden daarbij uit. Ze is op werkbezoek geweest bij het sociaal wijkteam Berg-, Leusder- en Vermeerkwartier en ze adviseert de raadsleden met deze mensen in gesprek te gaan. Dat kan veel theoretische zorgen wegnemen en duidelijkheid verschaffen over de manier waarop deze professionals hun werk doen.
BPA (Steenbeek-Los): - Ziet graag dat de politie intensief bij de casussen van Jeugd en Gezin wordt betrokken. Wethouder (Imming): - Nodigt mevrouw Steenbeek uit voor een gesprek met over haar zorgen. - Bij veel specifieke zorggevallen is er goede afstemming met de politie. Voorzitter (Van Bruggen): - Gaat verder met het thema vangnet. SP (Meijer): - Vindt deze indeling kunstmatig. - Het is vreemd dat wordt besloten over wijkteams en hun status, maar dat nu over de inhoud wordt gesproken. Dat had andersom moeten zijn. - Hij vreest dat mensen met een zorgvraag en weinig geld geen aansluiting vinden. - Slechts de volhouders kunnen op een vangnet rekenen. Mensen die niet assertief of zelfredzaam zijn, dreigen tussen de wal en het schip te vallen. GroenLinks (Prins): - Wil dat wordt voorkomen dat mensen in het vangnet vallen. - Hoe wordt ervoor gezorgd dat mensen die in het vangnet dreigen te vallen tijdig worden bereikt? ChristenUnie (Kennedy-Doornbos): - Vindt het erg dat er alleen een vangnet is voor inwoners die niet of in beperkte mate in staat zijn hun eigen ondersteuning te organiseren. - Wil dat er nog iets in het midden is. Er zijn veel mensen met een laag inkomen die bijvoorbeeld graag een tegemoetkoming of korting kunnen gebruiken. VVD (Ballast-Tatarian): - Hoe snel wordt bepaald dat iemand geen netwerk heeft of de eigen zorg niet zelf kan organiseren? ChristenUnie (Kennedy-Doornbos): - Dat zal moeilijk worden. - Slimme mensen weten al dat ze direct moeten zeggen dat hun kinderen niet voor hen kunnen zorgen en dat ze geen geld hebben. VVD (Ballast-Tatarian): - Het kan erg cruciaal zijn hoe snel kan worden bepaald of iemand een eigen netwerk kan organiseren. PvdA (De la Combé): - Een vangnet zou eigenlijk niet nodig moeten zijn. - Het staat of valt met de vraag hoe de sociale wijkteams en de sociale basis4
zorginfrastructuur zijn geregeld. D66 (Sondorp): - Constateert dat de aansluiting tussen de sociale wijkteams en de basiszorginfrastructuur nog onvoldoende is. - Hoeveel mensen zouden op dit moment in het vangnet vallen? ChristenUnie (Kennedy-Doornbos): - Er is nog niet gedefinieerd wie in aanmerking komt voor het vangnet. - Het zou prettig zijn als mensen een aanvraag kunnen doen. - Heeft een werkbezoek gebracht aan Leef 3.0 die particuliere hulp regelt. - Zou een soort onafhankelijk fonds willen dat geen stigma oplevert: "Daar moet je naartoe als je helemaal niets hebt". CDA (Vlug): - Vindt een vangnet voor degenen die het nodig hebben wel gewenst. - Hoe vindt de juiste groep, ook zorgmijders, het vangnet? SP (Meijer): - Het gaat vooral om de mensen waar geen hulp-/zorgverleners komen. - Wat wordt de positie van mensen die uit de GGZ worden geplaatst of mensen met autisme? - Hoe komt op het goede moment de kennis in het wijkteam om een verantwoorde en tijdige beslissing te nemen? OPA (Vijzelman-Waarheid): - Is het daarmee hartgrondig eens. Mensen die niet springen, komen niet in het vangnet terecht. ChristenUnie (Kennedy-Doornbos): - De seniorenwegwijzers die de mensen thuis bezoeken zouden terug moeten komen. Voorzitter (Van Bruggen): - Gaat verder met het thema basisinfrastructuur. D66 (Sondorp): - De basisinfrastructuur moet niet alleen uit professionals zoals huisartsen, scholen of kerken bestaan, maar ook uit iedereen die wil omzien naar iemand die hulp nodig heeft. - Het is de taak van de gemeente om dat mogelijk en laagdrempelig te maken. BPA (Steenbeek-Los): - Hoe krijg je de mensen naar het wijkteam met vrijwilligers? - In het wijkteam moeten één of twee vaste professionals komen. Wethouder (Imming): - In alle wijkteams zitten alleen professionals. BPA (Steenbeek-Los): - Bedoelt de STIP's. Het is handig daar één vaste professional, een vertrouwd gezicht, neer te zetten zodat het voor de bewoners laagdrempelig wordt en er korte lijnen zijn.
5
PvdA (De la Combé): - Er gebeurt veel op wijkniveau, zowel professioneel als in de sfeer van mantelzorg en vrijwilligerswerk. - De wethouder heeft toegezegd met een delegatie van de raad de STIP's te bezoeken. - Naast de STIP's zijn er ook activiteitencentra en andere vormen van ondersteuning en zorg. Het zou mooier zijn als er nu al een concreet beeld is van wat de basiszorginfrastructuur is. Als dat duidelijk is, weet je wat er niet is en wat nog moet komen. Wethouder (Imming): - Verwijst naar de piramide waarin wordt benoemd welke partijen formeel of informeel een rol spelen in de basisinfrastructuur. Iedereen die voelt dat hij of zij daarin de rol wil pakken, als vrijwilligersorganisatie of als kerk, wordt die plek toegedicht. De laag tussen het eigen netwerk en het wijkteam kan een rol bij de zorgvraag spelen. - Iedere wijk en iedere basisinfrastructuur in een wijk is anders. Ze spreekt met de wijkteams en de basisinfrastructuur over hoe zij optimaal kunnen worden geëquipeerd om een link met elkaar te kunnen leggen. - Het is het aan elkaar knopen van de bestaande netwerken zodat iedereen de weg kan vinden Bijvoorbeeld Welzin, Ravelijn en de Raad van Kerken zien een informele of formele rol. De lijntjes tussen deze organisaties zijn nodig om te weten wie er zijn en wat zij met elkaar kunnen. OPA (Vijzelman-Waarheid): - Maakt onderscheid tussen basisinfrastructuur en basiszorginfrastructuur. Wethouder (Imming): - Vindt dit dezelfde discussie als over hoe de wijkteams worden genoemd. Een sociaal wijkteam heeft blijkbaar ook een implicatie in zich die niet door iedereen op dezelfde manier wordt gevoeld. - Het veld heeft gevraagd om het “basisinfrastructuur” en niet “basiszorginfrastructuur” te noemen omdat ook veel partijen niet op zorg zijn gericht. SP (Meijer): - In een levendige sociale wijk waarin veel mensen meedoen, is de kans op eenzaamheid kleiner dan in wijken waar dit niet zo is. - Vroeger was zware zorg niet altijd nodig omdat er ontmoetingsplaatsen waren. De afgelopen jaren is veel bezuinigd en veel ontmoetingsplaatsen zijn verdwenen. - Er zijn nog wel ontmoetingsplaatsen, maar die zijn vaak gekoppeld aan een bepaalde activiteit of signatuur. Niet iedereen hoort bij een kerk. - Grote groepen in een aantal wijken participeren niet in een sociaal geheel en die worden in dit beleid aan hun lot worden overgelaten. - In het Soesterkwartier is in kaart gebracht wat er is, maar het gaat erom dat iedereen die daarvoor in aanmerking komt de hulp krijgt die nodig is. Daar zit een groot gat. Hoe wordt dat opgevuld? CDA (Vlug): - Op de website van de gemeente kan inwoners de mogelijkheid worden geboden zich aan te melden om zorg te kunnen krijgen of te verlenen. - Naar aanleiding van een gesprek met de klankbordgroep GGZ: Mensen die hulp nodig hebben, moeten bij het gesprek ondersteuning krijgen van een vrijwilliger.
6
GroenLinks (Prins): - Is het eens met de heer Meijer. - Wat moet de basisinfrastructuur bieden? Welke functies en taken heeft die infrastructuur? - Een van de belangrijkste taken van de basisinfrastructuur is dat iedereen in beeld is. - Hoe wordt dat georganiseerd? In bepaalde wijken is al een infrastructuur en in andere wijken moet dit nog worden opgebouwd. - Wat moet de basisinfrastructuur bieden? Het belangrijkste is dat niemand buiten de boot valt. ChristenUnie (Kennedy-Doornbos): - Vraagt aandacht voor de verbinding tussen de wijkteams en de sociale basisinfrastructuur bij de begeleiding van de cliënten om hen te helpen contacten te leggen. - Krijgt een wijkteamlid tijd om contact op te nemen met bijvoorbeeld een voetbalvereniging of een kerk om iemand te ondersteunen? CDA (Vlug): - Dit voorbeeld is waar de kanteling in werking treedt. - Als wordt gezegd dat iemand het zelf moet proberen is de coachende rol van de gemeente vanuit de kanteling aan de orde. Wat mensen zelf kunnen wordt hierbij niet overgenomen. ChristenUnie (Kennedy-Doornbos): - Is het ermee eens dat mensen zelf de regie hebben en trots zijn op wat ze hebben gedaan als een coachende rol voldoende is. Wordt dan niet teruggekoppeld wat iemand heeft gedaan of ga je er zelf achteraan als het iemand niet is gelukt? Wethouder (Imming): - De casuïstiek en het maatwerk dat wordt ingezet bij de cliënten die bij het sociale wijkteam komen en de inzet van de professional bepalen hoe met een cliënt wordt omgegaan. - Krijgt een steeds beter gevoel bij hoe de zorgprofessional in een wijkteam omgaat met de zorg voor cliënt. ChristenUnie (Kennedy-Doornbos): - Indien nodig neemt het wijkteam zelf contact op met de mensen in de sociale basisinfrastructuur. Wethouder (Imming): - Er gaat altijd een vraag vooraf: Hoe ziet het netwerk eruit, wie kunnen een rol spelen in het antwoord op een vraag en wat kan daaraan worden toegevoegd als het niet toereikend is? SP (Meijer): - Uit het rapport van de Rekenkamercommissie over huishoudelijke hulp blijkt dat mensen op een eigen spoor worden gezet, maar dat de gemeente niet wist hoe het verder ging met die mensen. Dat is niet goed. - Hij roept op de fouten uit de kanteling niet in de nieuwe structuur over te nemen.
7
Voorzitter (Van Bruggen): - Gaat verder met het thema kwaliteit. OPA (Vijzelman-Waarheid): - De stelling is niet dekkend. Welke informatie wil de wethouder hiermee ophalen? Wethouder (Imming): - In dit gespreksdocument worden de raadsleden bewust uitgelokt tot het geven van hun mening. - De cliëntervaring kan bijvoorbeeld in de Jeugdzorg erg behulpzaam zijn. - Er wordt de cliënten gevraagd een netwerk om zich heen te organiseren en gebruik te maken van het netwerk dat zij hebben. Als sprake is van een zorgtraject is het belangrijk te weten hoe dit is ervaren. - De wereld om de cliënt heen is ook belangrijk en die krijgt ook een plek in het beoordelen van de kwaliteit van de zorg. CDA (Vlug): - Is het eens met de stelling "De kwaliteitszorg dient te passen bij de nieuwe inrichting van het sociaal domein". - Cliënttevredenheid is erg belangrijk, maar hij vindt de nuance over cliënttevredenheid gevaarlijk. Een persoon die altijd ontevreden is, kan niet als uitgangspunt worden genomen. - Kwaliteit betekent ook dat de verantwoordelijkheid op de juiste plaats wordt gelegd. STIP's moeten geen kwalitatieve professionals hebben. Deze horen in het wijkteam. - Kwaliteit is slechts gewaarborgd als het kan worden gefinancierd. Waar worden de wijkteams gehuisvest? € 700.000,00 is veel geld om de maximaal 18 wijkteams aan te sturen. OPA (Vijzelman-Waarheid): - Als maatwerk een onderdeel van de kwaliteitskaders. is, worden dit erg brede kaders. Het is lastig kwaliteitskaders te formuleren in combinatie met de zorgmijders. PvdA (De la Combé): - Kwaliteit is een schimmig begrip. Er zijn wettelijke kwaliteitseisen, maar hij wil daarin niet teveel energie steken en geen problemen creëren die er niet zijn. - De uitvoering moet goed worden vormgegeven. - De financiën moeten toereikend zijn. - Er moeten aanvullende kwaliteitseisen worden geformuleerd. GroenLinks (Prins): - Is het daarmee niet eens. De ingezette exercitie gaat om het verbeteren van de kwaliteit van de zorg. - Kwaliteit heeft te maken met de vraag of de doelstellingen worden bereikt en dat moet worden gemeten. Het is prima daarbij breder te kijken dan alleen naar cliënttevredenheid. SP (Meijer): - Vraagt een toelichting op de opmerking van de heer De la Combé dat de financiën toereikend moeten zijn.
8
D66 (Sondorp): - Pleit ervoor in 2015 de kwaliteitscriteria helder te definiëren, ook op basis van voortschrijdend inzicht. PvdA (De la Combé): - Heeft niet gezegd niet voor kwaliteitseisen te zijn, maar heeft gezegd dat die er al zijn. Wil geen nieuwe kwaliteitseisen ontwikkelen, maar het werk goed doen binnen bestaande kaders. - De coalitie heeft met de motie over toekomstbestendige financiën geprobeerd uit alle geldstromen en programmabegrotingen een reserve te kweken waaruit ook sociaal kan worden gedaan. SP (Meijer): - Het Servicebureau Gemeenten houdt op te bestaan en de functionarissen komen bij de wijkteams. - Het SBG heeft een achterstand van 600 niet behandelde aanvragen en er is een redelijke hoeveelheid ingebrekestellingen voor een niet adequate behandeling. Hoe wordt daarmee omgegaan? GroenLinks (Prins): - Ziet een groot spanningsveld bij de keuzevrijheid, maar hij weet de oplossing niet. - Er wordt gezocht naar een acceptabel evenwicht tussen keuzevrijheid, kwaliteit en efficiency. Dat moet beter worden uitgewerkt: Om wat voor keuzevrijheid gaat het (kosten, kwaliteit van de zorg, zorg dichtbij, zorg continueren)? Wat is voldoende? In hoeverre mogen cliënten zelf bepalen waar zij hun zorg inkopen? - Hoopt op een vervolggesprek in begin september a.s. Keuzevrijheid raakt het systeem van de zelfredzaamheid. OPA (Vijzelman-Waarheid): - Sluit zich bij deze woorden aan. ChristenUnie (Kennedy-Doornbos): - Het is prima om aan de voorkant geselecteerde aanbieders keuzevrijheid te geven: iemand kan gratis of voor een bijdrage die bij iemands inkomen past binnen zijn wijk terecht voor bijvoorbeeld dagbesteding. - Er moet ook rekening worden gehouden met keuzevrijheid in levensbeschouwing. - Het is belangrijk dat mensen die dan hun eigen zorg willen inkopen een PGB houden en dat ze ook zorg kunnen inkopen bij aanbieders buiten de eigen regio. Mensen moeten dan de meerkosten zelf betalen. - Ze vindt het prettig dat ze een advies van cliëntenraden heeft. - Soms hebben cliëntenraden niet veel contact met hun achterban en daarin moet worden geïnvesteerd. - Moeten cliëntenraden zoveel geld krijgen als ze nu krijgen? SP (Meijer): - Heeft geen duidelijke reactie gehoord op zijn opmerking over de rol van de wijkteams bij uitgeplaatste GGZ-cliënten en mensen met autisme. Voorzitter (Van Bruggen): - Dit was geen vragenronde aan de wethouder, maar de input wordt gebruikt bij de invulling van de voorstellen.
9
SP (Meijer): - Is begonnen met de opmerking dat niet eerst een besluit kan worden genomen en er daarna invulling aan kan worden gegeven. Wethouder (Imming): - Gaandeweg wordt gezorgd dat het 2015 wordt geregeld. - Er blijft zorgcontinuïteit; mensen die in Amersfoort van zorg gebruikmaken moeten weten dat ze in 2015 op de gemeente en de zorg kunnen rekenen. - Het gaat om de jaren erna. Welke visie is er op zorg en hoe wordt met de cliënten omgegaan? Dit gaat erg over de transformatie en de kaders daarvoor. Die worden in de deelonderwerpen verder uitgewerkt. - Deze bijeenkomst geeft voldoende inzicht in de zorgpunten en de voorkeuren. Dit geeft aanleiding tot een aantal aanscherpingen en uitbreidingen van het voorliggende stuk. - Wil hierover in september a.s. verder spreken.
Conclusie: -
-
De woordvoerders hebben aangegeven over welke thema’s zij in ieder geval met elkaar in gesprek zouden willen gaan: toegang, vangnet, basisinfrastructuur en kwaliteit. Per thema zijn +/- 12 minuten uitgetrokken. Twee woordvoerders deden in het kort een aftrap; daarna konden de andere woordvoerders reageren. In een laatste ronde hebben woordvoerders nog andere punten meegegeven die de portefeuillehouder kan gebruiken om nader uit te werken in het beleidskader.
Portefeuillehouder nodigt de raad uit om in september deel te nemen aan een door haar te organiseren gesprek met de cliëntenraden over de implicaties van de transitie/transformatie.
Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 september 2014 de griffier,
de voorzitter
10
Verslag Rondetafelgesprek Beleidskader Sociaal Domein - De Amersfoorter in . . .
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 15 juli 2014 19:00
*D66 en ChristenUnie: Huisvesting van gescheiden ouders Rondetafelgesprek VERVALLEN: Vragen raadsleden aan het college Geen onderwerpen aangemeld
Verslag Rondetafelgesprek Beleidskader Sociaal Domein - De Amersfoorter in . . .
*D66 en ChristenUnie: Huisvesting van gescheiden ouders Rondetafelgesprek Inhoud agendapunt D66 en ChristenUnie - Huisvesting van gescheiden ouders (pdf) Motie D66 Parentshouse (pdf) Schriftelijke vraag - Beantwoording vragen 2014-005, D66, Noodzaak parentshouses (pdf) Concept besluitenlijst D66 en ChristenUnie - Huisvesting van gescheiden ouders (pdf) Audioverslag
Verslag Rondetafelgesprek Beleidskader Sociaal Domein - De Amersfoorter in . . .
VERVALLEN: Vragen raadsleden aan het college Geen onderwerpen aangemeld Inhoud agendapunt Vragen raadsleden aan het college (pdf)
Agendapunt De Ronde Titel Datum Van
Portefeuillehouder Samenvatting
Reg.nr. 4733297 D66 en ChristenUnie: Huisvesting van gescheiden ouders 15 juli 2014 Ambtelijk contact D66: Sanders en Van der Tol (033-469 4272) ChristenUnie: Dijksterhuis Imming Vathorst heeft het hoogste aantal scheidingspercentage ten opzichte van de rest van de wijken in Amersfoort (cijfers Afdeling onderzoek en statistiek Amersfoort 2013). Onder hen zijn in toenemende mate zogenoemde ‘bankslapers’: dit zijn mensen die hun huis en baan kwijtraken vaak na een scheiding en dan bij familie of kennissen op de bank slapen. Deze mensen kunnen hun kinderen niet ontvangen. Op het moment dat men niet ingeschreven staat in het GBA of niet in het register niet-ingezetenen dan mag men niet werken. Niet ingeschreven staan kan ook consequenties hebben voor AOW-opbouw, uitkering en toeslagen, toewijzing huurwoning etc.
In antwoord op schriftelijke vragen waren er volgens het college geen gegevens over de toename van het aantal bankslapers. Na deze beantwoording hebben verschillende fracties wel signalen gekregen van mensen die zich in deze problematiek herkenden. Zij kunnen om verschillende redenen geen verklaring krijgen voor sociale urgentie of gaan uit schaamte niet naar de bekende instellingen om hulp te vragen. In Amsterdam worden zgn. parentshouses opgezet. Dit zou een oplossing kunnen zijn voor gescheiden ouders die geen (betaalbare) woonruimte kunnen vinden. Het huis wordt gehuurd van de woningstichting. Huur en bijkomende kosten worden door drie bewoners gedeeld. Ze mogen niet langer dan een jaar daar wonen. Ze moeten bereid zijn zich in het huis met de beide andere bewoners goed te willen verhouden. Ze moeten één of meer kinderen hebben voor wie zij in goed overleg met hun partner één of meer dagen kunnen zorgen. De kinderen mogen er niet wonen maar wel als logé verblijven. http://www.eenvandaag.nl/binnenland/49569/parentshouse _geen_studentenhuis_maar_oudershuis Doel van dit gesprek is in den brede met elkaar te praten over de problematiek van de huisvesting van gescheiden ouders, waarbij een parentshouse een voorbeeld van een oplossing zou kunnen zijn.
Doel activiteit Reden van aanbieding
Van de raadsleden wordt gevraagd Vervolgtraject Opm. presidium Soort verslag Bijbehorende documenten
Aan tafel zijn uitgenodigd: René Slotboom, straatadvocaat en mevrouw Trudy Mijnheer, coördinator Centrum Jeugd en Gezin Soort activiteit Informatie Rondetafelgesprek D66 had het onderwerp voor Het Besluit van 15 juli geagendeerd als motie over een niet-geagendeerd onderwerp. Op verzoek van meerdere fracties wordt het onderwerp eerst in De Ronde besproken. - In gesprek te gaan met elkaar en de genodigden over de problematiek van de huisvesting van gescheiden ouders Afhankelijk van de bespreking in De Ronde. Het presidium heeft dit onderwerp in zijn vergadering van 8 juli toegevoegd aan de agenda van De Ronde van 15 juli. Verslag x BIS Raadsstukken Motie x BIS Raadsstukken Beantwoording schriftelijke vragen 20145 D66: Noodzaak parentshouses
#4733297 v1 - AGENDAPUNT DR D66 EN CHRISTENUNIE: HUISVESTING GESCHEIDEN OUDERS
M-x.1 MOTIE PARENTSHOUSE
Amersfoort, 15 juli 2014 De raad van de gemeente Amersfoort overwegende dat:
-
-
-
-
De hoeveelheid zogenoemde “bankslapers” toeneemt. Dit zijn mensen die hun huis en baan kwijtraken vaak na een scheiding en dan bij familie of kennissen op de bank slapen. In toenemende mate komt dit o.a. voor in Vathorst.* Naast relationele problemen zijn er ook vaak financiële problemen. Deze mensen kunnen hun kinderen niet ontvangen en hebben rust nodig om de boel weer op orde te krijgen. Op het moment dat men niet ingeschreven staat in het GBA of niet in het register nietingezetenen dan mag men niet werken. Niet ingeschreven staan kan ook consequenties hebben voor AOW-opbouw, uitkering en toeslagen, toewijzing huurwoning etc.. Een parentshouse een oplossing voor gescheiden ouders is die geen (betaalbare) woonruimte kunnen vinden. In Amsterdam zijn zogenaamde “Parentshouses” opgezet vanuit particulier initiatief in goede samenwerking met de gemeente en de woningbouwvereniging. Het huis wordt gehuurd van de woningstichting. Huur en bijkomende kosten worden door drie bewoners gedeeld waardoor ze een redelijke huur zelf kunnen opbrengen. Ze mogen niet langer dan een jaar daar wonen. Ze moeten bereid zijn zich in het huis met de beide andere bewoners goed te willen verhouden. Ze moeten één of meer kinderen hebben voor wie zij in goed overleg met hun partner één of meer dagen kunnen zorgen. De kinderen mogen er niet wonen maar wel als logé verblijven. http://www.eenvandaag.nl/binnenland/49569/parentshouse_geen_studentenhuis_maar_ou dershuis. Gescheiden ouders niet in aanmerking komen voor een urgentieverklaring De doelgroep uit schaamte vaak niet naar de bekende instellingen gaat om hulp te vragen.
En verzoekt daarom het college 1. Om als er zich in Amersfoort particuliere initiatieven voordoen voor een parentshouse daar proactief op te acteren en te faciliteren, in samenwerking met partijen als woningbouwverenigingen en bijvoorbeeld het wijkteam om bewoning voor meerdere bewoners mogelijk te maken. 2. Zorg te dragen voor verwerking van deze problematiek in de systematiek van urgentie en daartoe afspraken te maken met de corporaties en particuliere verhuurders. *Vathorst heeft het hoogste percentage echtscheidingen t.o.v. de rest van de wijken in Amersfoort: cijfers Afdeling onderzoek en statistiek Amersfoort 2013 D66 Noëlle Sanders
Gemeente Amersfoort
Collegebesluit
Org. onderdeel: Opsteller: User-id:
SOB/BC E. Berendsen, T. van Nijen, G. v.dr Tol Tel: BERX
4801
Onderwerp:
BEANTWOORDING RAADSVRAGEN VAN D66 OVER NOODZAAK PARENTSHOUSES Toelichting:
Reg.nr. Datum
4592172 28-01-2014
Raadsvragen 2014-005. Het college besluit:
Afdoening Motie / Toezegging
De beantwoording vast te stellen van Raadsvragen over "Noodzaak parentshouses".
Uit Raad datum:
M nr. M-………………………. DOCS nr. besluitenlijst: T ………………………………
Verantwoordelijk Ambtenaar
Datum
Paraaf
Afdelingshoofd Controller GMT …… Collegebehandeling agenderen voor datum: agendastuk hamerstuk geheim embargo
datum:
Verantwoordelijk Portefeuillehouder
tijd:
Datum
Paraaf Akkoord
burgemeester weth. Van den Berg weth. Buijtelaar weth. Van Eijk weth. Lubbinge weth. -- weth. Van der Werff
Advies De Raad De Ronde
Collegebesluit d.d.:
conform aangehouden vervallen
Het Besluit Raadsinformatiebrief geen
Peiling Voorbereiding besluit
Gemeente Amersfoort BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN Reglement van Orde van de Raad Docs.nr 4586910 Nr. 2014 - 005 Vragen van raadslid Noëlle Sanders (D66), over “Noodzaak Parentshouses”, conform Reglement van Orde van de Raad, ontvangen 15 januari 2014. ANTWOORD van het College, dd. 4 februari 2014. INLEIDING door D66 In Amsterdam worden de zgn. Parentshouses opgezet. Dit is een oplossing voor gescheiden ouders die geen (betaalbare) woonruimte kunnen vinden. Het huis wordt gehuurd van de woningstichting. Huur en bijkomende kosten worden door drie bewoners gedeeld. Ze mogen niet langer dan een jaar daar wonen. Ze moeten bereid zijn zich in het huis met de beide andere bewoners goed te willen verhouden. Ze moeten één of meer kinderen hebben voor wie zij in goed overleg met hun partner één of meer dagen kunnen zorgen. De kinderen mogen er niet wonen maar wel als logé verblijven. Volgens Rene Slotboom van Motiva straatadvocaten nemen in Amersfoort, de zgn. “bankslapers” toe. Dit zijn mensen die hun huis en baan kwijtraken vaak na een scheiding en dan bij familie of kennissen op de bank slapen. In toenemende mate komt dit voor in Vathorst. Deze mensen kunnen hun kinderen niet ontvangen.
VRAGEN AAN HET COLLEGE Vraag 1: Is het college op de hoogte van deze Parenthouses? En ziet de gemeente een rol voor zichzelf in het realiseren van Parenthouses in Amersfoort? Antwoord 1: Ons college is op de hoogte van de Parentshouses. Dit gaat om een particulier initiatief waar woningstichting de Key in Amsterdam medewerking aan verleent, door het beschikbaar stellen van een woning. Omdat in Amersfoort mensen na echtscheiding (onder voorwaarden) een urgentie kunnen aanvragen, waarmee zijn in hun woonvraag kunnen voorzien, bestaat er een voor die doelgroep adequate regeling en zien wij geen aanleiding tot het realiseren van Parentshouses. Vraag 2: Is er overleg met de woningstichting over de mogelijkheid hiervan? Antwoord 2: Na navraag bij de corporaties blijkt dat zij geen signalen hebben van (toename van) de problematiek en geen daarom geen aanleiding zien tot het realiseren van Parentshouses. Daarnaast is het in Amersfoort onder voorwaarden voor deze doelgroep mogelijk om urgentie aan te vragen. Daarom hebben we niet gesproken over de mogelijkheid van de realisatie van Parentshouses. Vraag 3: Is het college bekend met de problematiek van de ‘bankslapers”? Antwoord 3: Het college heeft geen signalen voor (toename van) de problematiek in Amersfoort. Daarnaast is het in Amersfoort voor deze doelgroep onder voorwaarden mogelijk om urgentie aan te vragen. Vraag 4: Is er onderzoek gedaan naar deze problematiek? Wilt u in uw beantwoording ook specifiek ingaan op de wijk Vathorst? Antwoord 4: Er is geen specifiek onderzoek gedaan naar deze problematiek, ook niet specifiek ten aanzien van Vathorst. Kwintes, de grootste instelling voor maatschappelijke opvang in Amersfoort, heeft geen specifiek aanbod voor de doelgroep “bankslapers”. Het is Kwintes ook niet gebleken dat er de laatste tijd meer behoefte zou zijn aan een aanbod voor “bankslapers”.
p.1
Concept-Besluitenlijst De Ronde datum:
15 juli 2014
vergaderruimte: Vermeerzaal (1.02) Titel Van Doel activiteit Voorstel
Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden
Inspreker(s) Conclusie voorzitter
van
19.00 tot
aantal bezoekers:
20.00 uur 3
4737533 D66 en ChristenUnie: Huisvesting van gescheiden ouders Reg.nr. Soort verslag Fracties D66 en ChristenUnie Besluitenlijst Soort activiteit Informatie Rondetafelgesprek Doel van dit gesprek is in den brede met elkaar te praten over de problematiek van de huisvesting van gescheiden ouders, waarbij een parentshouse een voorbeeld van een oplossing zou kunnen zijn. Portefeuillehouder Imming Land Opsteller Van der Vlies D66: Sanders en ChristenUnie: Dijksterhuis Aghina (CDA), Dijksterhuis (CU), ElVan den Berg Aanwezig Messaoudi (PvdA), Hessels (VVD), Vervanger Jongerman (SP), Land (GL), Langendam Portefeuillehouder (BPA), Sanders (D66) Er is behoefte om dit gesprek voort te zetten en in een breder perspectief te plaatsen. D66 en CU doen daar een voorstel voor agendering voor. Er is behoefte aan meer cijfermateriaal. Aandachtspunten: Er is onvoldoende in beeld om welke aantallen echtscheidingen het gaat, hoeveel problemen hierdoor ontstaan en welke toename er is t.o.v. van vorige jaren. Cijfers van O&S, voedselbank, corporaties, CJG, Kwintes, straatadvocaat etc. geven wel een indicatie, maar moeten worden geïnterpreteerd. Indien een particulier initiatief voor een parenthouse door bestaande regelgeving wordt gehinderd wil Wethouder van den Berg samen met initiatiefnemers zoeken naar een oplossing. Advies aan presidium: Terug in De Ronde: ChristenUnie en D66 nemen initiatief
Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag
Deelnemers aan het rondetafelgesprek: de heer R. Slotboom (Straatadvocaat) en mevrouw T. Mijnheer (Coördinator Centrum Jeugd en Gezin)
#4737533 v1 - BESLUITENLIJST DR 15-7-2014 D66 EN CHRISTENUNIE: HUISVESTING VAN GESCHEIDEN OUDERS
Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting
Reg.nr. 4728329 Vragen raadsleden aan het college 15 juli 2014 Ambtelijk contact Richard-Pronk Presidium (033 469 4379) Niet van toepassing Gelegenheid voor raadsleden om mondeling vragen te stellen aan het college.
Uitgangspunten De mogelijkheid is bedoeld voor raadsleden (en derhalve niet voor insprekers). De mogelijkheid is bedoeld voor korte vragen (en derhalve niet voor discussie, peiling van meningen of interpellatie, waarvoor immers andere mogelijkheden en spelregels bestaan). Doel activiteit Reden van aanbieding Van de raadsleden wordt gevraagd Vervolgtraject Opmerkingen presidium
Soort verslag Bijbehorende documenten
Soort activiteit Raad stelt vragen aan college Informatie ----Afhankelijk van het antwoord Spelregels Onderwerpen vragen worden uiterlijk maandag, voorafgaand aan de dinsdag van Het Besluit, voor 16.00 uur aangemeld bij de griffie. De griffie mailt de aanmeldingen maandagmiddag door aan het college en maakt deze bekend op de website. De voorzitter bepaalt de orde van de vergadering en kan vragen doorverwijzen naar een volgende of andere mogelijkheid.
--Onderwerpen aangemelde vragen (worden maandagmiddag 14 juli op de website geplaatst)
#4728329 v1 - Agendapunt Dr 15-7-2014 Vragen raadsleden aan het college
x BIS
Raadsstukken
Fractie
Inhoud agendapunt Vragen raadsleden aan het college
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 15 juli 2014 19:00
VERVALLEN: Werkgroep uit Commissie B&V over indicatoren begroting Intern
Inhoud agendapunt Vragen raadsleden aan het college
VERVALLEN: Werkgroep uit Commissie B&V over indicatoren begroting Intern