Uitwerking van het jaarprogramma: activiteitensuggesties rond beginnende geletterdheid’
Voor u ligt deel 2 van ‘juf, dat is mijn letter’, een meesterstuk over beginnende geletterdheid. Hierin zijn de uitwerkingen van de suggesties zoals in het schema van het jaarprogramma opgenomen, uitgewerkt. In deel 1 heeft u kunnen lezen waarop de uitwerkingen van de suggesties die in dit deel aan bod komen, gebaseerd zijn. Allereerst volgt het schema zoals dat ook in deel 1 opgenomen is, daarna volgen de uitwerkingen hiervan. pagina 2
Schematische weergave jaarprogramma Thema's die aan bod komen: - Weer naar school/ kennismaken / nieuw op school - Kinderboekenweek - Herfst - Sinterklaas - Kerst - Winter - Carnaval - Voorjaar/lente - Pasen - Vakantie / op reis Extra thema's: - Heksen - Post
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
5
51
9 14 17 24 31 36 40 48
57 61
1
Augustus/ Weer naar school / kennismaken/ september nieuw op school (p. 5)
Echte huishoek ‘zo is het bij mij thuis’.
Klassendagboek, nieuwsbord, vertelkoffer, verteltafel kunnen geïntroduceerd worden. (zie deel 1 meesterstuk beginnende geletterdheid) Oktober
Kinderboekenweek (p. 9)
Boekenwinkel Bibliotheek
Teksten over het M.b.v. kind zelf, kunnen pictogrammen gebundeld dagprogramma worden in een weergeven. ‘dit-ben-ik’-boek.
Maak-een-boekhoek. Zelf verhalen maken.
Bezoek brengen aan bibliotheek. Auteur / illustrator uitnodigen. Zelf meegebrachte boeken bekronen.
November
Herfst (p. 14) Lettermuur kan geïntroduceerd worden. (zie deel 1 meesterstuk beginnende geletterdheid)
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
Geen
Teksten voor bij Herhaald herfsttafel maken, (schrijf)motief in stempelen met spinnenweb. natuurlijke materialen.
2
December
Sinterklaas (p.17)
Kerst (p.24)
Januari
Winter (p. 31)
Stal van Americo
Verlanglijstjes
Werkkamer van de Sint
Gedichtjes maken
Speelgoedwinkel
Brief aan Sinterklaas
Stal van rendieren
Brief aan Kerstman
Werkkamer van de kerstman
Maken van Kerstkaarten
Restaurant
Kerstmenu
Postkantoor
Kerstwens
IJsbaan met ‘koek en zopie’.
Schaatsroute maken. Uitnodigingen, pamfletten, naambordjes voor alternatieve elfstedentocht.
Letters van brooddeeg Inpakpapier maken met herhaald (schrijf)motief. Decoratie op kerstbal d.m.v. herhaalde (schrijf)motief.
Herhaald (schrijf)motief in wanten/trui laten tekenen/ borduren.
Februari
Carnaval (p. 36)
Feestwinkel
Pamfletten voor carnavalsoptocht
(uitgerolde) serpentines en confetti namaken (schrijfpatroon).
Maart
Voorjaar/lente (p. 40)
Kinderboerderij/ dierentuin
Routekaart voor dierentuin/ Kinderboerderij.
Groeiproces tuinkers / ander plantje volgen en noteren.
Reclamemateriaal voor dierentuin/ kinderboerderij. Informatiebordjes over de dieren. Bloemenwinkel
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
Informatiebordjes over de bloemen.
3
April
Pasen (p. 48)
Werkkamer en winkel van de paashaas.
Mei/juni
Vakantie / op reis (p. 51)
Reisbureau
Camping met receptie
XXExtraXX
Heksen (p. 57)
Geen Reisfolder/gids maken. Reisdocumenten maken zoals kofferlabel/ticket.
Marina Kromwijk.
Post (p. 61)
Camping met campingwinkel
Lijstje van wat mee moet op vakantie maken.
(Werk)kamer voor heksen
Spreuken noteren.
Hogeschool Domstad
Postkantoor
Geen
Vakantiekaartje maken.
Recepten voor toverdrankjes/ brouwsels noteren. XXExtraXX
(Schrijf)motief als decoratie op paasei.
Brieven/ enveloppen/ kaarten maken.
Vleermuis tekenen/ uitknippen met schrijfpatroon als uitgangspunt voor vleugels. Postpapier maken met herhaald (schrijf)motief als versiering.
4
Weer naar school / kennismaken/ nieuw op school
Suggesties voor de huishoek Echte huishoek. •
Context De kinderen gaan weer naar school en maken ook kennis met nieuwe leerlingen. Door een echte huishoek te gebruiken kunnen er rollenspelen gespeeld worden die de eigen thuissituatie van de kinderen verduidelijkt. Kinderen ervaren zo hoe het er bij hen zelf en anderen aan toe gaat. In de hoek kunnen kinderen dus hun eigen of een verzonnen thuissituatie naspelen.
•
Inrichting/benodigdheden: als een huiskamer met keuken: - meubilair zoals stoelen, tafel, bankje, eventueel bed; - decoratie zoals tafelkleed, gordijntjes, bloemen in een vaas; - keukentje met benodigdheden (pannen, bestek, borden, potjes en verpakkingen met opschriften e.d.); - boeken in een boekenkastje, diverse genres zoals kookboeken, voorleesboeken, informatieve boeken; - tijdschriften en kranten in een lectuurmand; - telefoonboek, gouden gids; - telefoon; - papier, briefjes, lijstjes; - schrijfbenodigdheden zoals potloden, pennen, papier; - memobord; - televisie / radio; - televisiegids; - reclamefolders.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - boodschappenlijstjes maken aan de hand van reclamefolders, ‘inventariseren van de voorraden’, wensen van medebewoners, n.a.v. een recept uit een kookboek of een televisieprogramma; - boekjes (voor)lezen en over communiceren; - tijdschriften, kranten, televisiegids, reclamefolders lezen en over communiceren; - memo schrijven aan medebewoners; - schrijven voor hun (school)werk; - telefoongids, gouden gids raadplegen; - gemaakte afspraken noteren.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
5
Weer naar school kennismaken/ nieuw op school Suggesties voor de schrijftafel Tekst over jezelf maken • Context Door kinderen wat over zichzelf te laten maken, leren anderen hen ook kennen. Dit kan door het kind zelf te laten kiezen wat hij over zichzelf maakt (bijv. bij de jongste kleuters) of door punten vast te leggen op een blad dat zij in kunnen vullen (bijv. bij de wat oudere kleuters). De bladen kunnen verzameld worden in een map en een plaatsje krijgen in de boekenhoek. Laat jongste kleuters geholpen worden door oudere kleuters en houd er rekening mee dat niet alle onderdelen juist ingevuld hoeven te worden (zoals lengte). Het gaat erom dat het kind zelf zijn interpretaties vastlegt. •
Benodigdheden naast de standaarduitrusting zoals beschreven in paragraaf 5.10 van het bijbehorende meesterstukverslag: - papier waarop zij dit kunnen maken. Op een vooropgezet formulier kunnen de volgende onderdelen aan bod komen: naam; tekening van het kind zelf; jongen/meisje; vingerafdruk m.b.v. stempelinkt; kleur ogen; kleur haar (eventueel plukje haar op laten plakken); lengte; lievelingsdier/kleur/speelgoed/spel/bezigheid/eten laten tekenen; zelf meegebrachte foto’s op laten plakken en voorzien van commentaar. Om duidelijkheid te bieden wat er bedoeld wordt, zodat de kinderen het zelfstandig kunnen maken, is het verstandig gebruik te maken van een voorbeeld (bijv. één van de leerkracht zelf) en pictogrammen. Pas ook variatie toe door bij het ene onderdeel ruimte te bieden voor een tekening, een ander onderdeel letters schrijven (eigen naam), weer iets anders omcirkelen (bijv. pictogram jongen of meisje).
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - schrijven van de eigen naam; - rolmaat aflezen bij elkaar; - vastleggen van persoonlijke kenmerken en hierover communiceren; - hanteren van schrijfgerei zoals inkt, potlood, pen; - eigen en andermans notities en uitspraken terug lezen.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
6
Weer naar school / kennismaken/ nieuw op school Overige suggesties •
Met behulp van pictogrammen, het dagprogramma van het kind zelf of de schooldag, op laten stellen. Het kind kan zelf pictogram’s maken en/of door de leerkracht aangereikte pictogrammen gebruiken. Biedt een duidelijke opdracht aan waarbij goed te zien is welk deel van een dag bedoeld wordt (bijv. m.b.v. zon en maan, klokje).
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
7
Weer naar school / kennismaken/ nieuw op school Aan te raden boeken om te gebruiken tijdens dit thema: Vriens, J. (2002). Lieve, dikke juffrouw Jans. Houten: Van Holkema en Warendorf. Voorleesboek over de belevenissen van juffrouw Jans en haar klas vol kleuters. Vanaf 4 jaar. Slee, C. (2002). De kleuters van de Grote beer. Amsterdam: Prometheus. Voorleesboek over de belevenissen van kleuters in groep 1 en later in groep 2 van de basisschool. Vanaf 4 jaar. Baseler, M. (2003). Naar school! Vianen: The House of books. Informatie met tips voor als je voor het eerst naar school gaat. Vanaf 3 jaar. Steur, J. (1984) Naar school. Deltas. Een peuter laat zien wat je kunt verwachten als je voor het eerst naar school gaat. Vanaf 3 jaar.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
8
Thema Kinderboekenweek Suggesties voor de huishoek Boekenwinkel •
Context De kinderboekenweek heeft ieder jaar weer een ander thema, in dit verslag kan dus niet op het thema ingespeeld worden. Maar uiteraard draait het tijdens de kinderboekenweek vooral om boeken. Zo is er het boekenweekgeschenk dat je krijgt als je tijdens de boekenweek een boek koopt, worden boeken bekroond met griffels, penselen. In een boekenwinkel kan tijdens de kinderboekenweek deze extra festiviteiten benadrukt worden. Kinderen kunnen kennis maken met verschillende soorten boeken en spelen alsof zij in de winkel werken, iets kopen of als schrijver/illustrator boeken signeren.
•
Inrichting/benodigdheden: - boekenkasten met boeken van verschillende niveaus, genres, afmetingen, vorm e.d.; - een etalage, presentatietafel met bekroonde boeken/ boeken rond het thema van de kinderboekenweek; - tafeltje en stoelen waar men boeken kan lezen; - folders, reclame, brochures over boeken (zoals boekenmolen, verkrijgbaar in boekenhandel en bibliotheek); - tijdschriften en kranten; - kassa; - geld, bankpasjes; - portemonnees, tassen; - etiketten, stickers, kaartjes om boeken mee (aan) te prijzen. - schrijfgerei zoals pennen, potloden, papier, lijstjes zowel bij de kassa als in een kast ter verkoop; - tafel waarop artikelen ingepakt kunnen worden, inpakpapier, plakband, schaar; - tasjes.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - boeken kunnen gesorteerd worden, kind verkend verschillende kenmerken van boeken; - lijstje maken van boeken die het kind wil kopen, besteld moeten worden, verouderd zijn en weg kunnen; - boeken, reclame, folders, brochures, tijdschriften, kranten (voor)lezen/bekijken en over communiceren; - memo schrijven aan medewerkers van de winkel; - reclamebordjes en prijskaartjes maken en lezen; - bord met openingstijden maken;
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
9
-
pictogrammen gebruiken voor berichten als niet eten/roken/geen honden toegestaan; uithangbord met naam van de winkel maken; kassabon maken en lezen, cijfers op geld lezen; bestellingen noteren en bestellen via telefoon; gemaakte afspraken noteren; als schrijver/illustrator zijnde over boeken communiceren en ‘signeren’.
Bibliotheek. •
Context De bibliotheek is bij uitstek de plek waar het kind met boeken in aanraking komt. Het kind kan een bezoeker of medewerker spelen en via diverse rolspelen boeken leren kennen en gebruiken. Veel van deze rolspelen komen overeen met die als in de boekenwinkel, alleen ligt het accent nu meer op het boeken lenen i.p.v. kopen. Echter ook in een bibliotheek kunnen vaak (afgeschreven) boeken gekocht worden en moet men soms leengeld betalen. Ook is er in een bibliotheek meer gelegenheid om een boek te lezen.
•
Inrichting/benodigdheden: zelfde als boekenwinkel met als aanvulling: - kussens, meer ruimte om lekker te lezen; - computer; - bibliotheekpasjes.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - boeken kunnen gesorteerd worden, het kind verkend verschillende kenmerken van boeken; - lijstje maken van boeken die het kind wil lenen, uitgeleend zijn, besteld of gereserveerd moeten worden, verouderd zijn en weg kunnen; - computer gebruiken om dergelijke lijstjes te maken; - boeken, reclame, folders, brochures, tijdschriften, kranten (voor)lezen/bekijken en over communiceren; - memo schrijven aan medewerkers van de bibliotheek; - promotieteksten en tariefkaartjes maken en lezen; - uithangbord met naam van de bibliotheek maken; - bord met openingstijden maken; - pictogrammen gebruiken voor berichten als niet eten/roken/geen honden toegestaan; - strookje met uitleendatum maken en lezen; - kassabon maken en lezen, cijfers op geld lezen; - bestellingen noteren en bestellen via telefoon; - gemaakte afspraken noteren; - als schrijver/illustrator zijnde over boeken communiceren en ‘signeren’.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
10
Kinderboekenweek Suggesties voor de schrijftafel Maak een boek hoek • Context In een maak-een-boek-hoek maken kinderen boeken over onderwerpen die zij zelf kiezen of aangereikt zijn door de leerkracht. Tijdens de kinderboekenweek zou dat het thema van de boekenweek van dat jaar kunnen zijn. De kinderen leren omgaan met de regels van geschreven en gedrukte taal. Door in de hoek verschillende boeken neer te leggen ontdekken kinderen weer nieuwe dingen die zij kunnen overnemen in hun zelfgemaakte boekje. •
Benodigdheden naast de standaarduitrusting zoals beschreven in paragraaf 5.10 van het bijbehorende meesterstukverslag: - een opbergsysteem voor de gemaakte boekjes, bijv. een rek of een kastje; - voorbeelden van verschillende boeken; - lege of gedeeltelijk bedrukte boekjes (halfproducten); - rijglinten; - (kleur)potloden, viltstiften, krijt, verf; - een stempeldoos en stempelkussens; - bijzondere pennen zoals gekleurde en glitterpennen; - reclamefolders, kranten, tijdschriften om afbeeldingen uit te knippen. Voor de bladzijden en het kaft verschillende soorten papier zoals: - wit papier; - lijntjes papier; - ruitjespapier; - gekleurd papier; - cadeaupapier.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - schrijven en lezen van eigen en andermans naam; - bedoelingen noteren door (na) schrijven, stempelen, plaatjes opplakken; - afbeeldingen voorzien van tekst door schrijven, stempelen of tekst uit een blaadje knippen; - boeken, folders, tijdschriften bekijken, tekst lezen en over communiceren; - voorbeelden bekijken, tekst lezen en over communiceren; - informatie en tekst ordenen (bijv eerst de titel van het boek dan de naam van de schrijver etc.).
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
11
Kinderboekenweek Overige suggesties • • •
Bezoek brengen aan bibliotheek. Vaak werkt de plaatselijke bibliotheek daar graag aan mee en stellen zij een speciaal programma voor de klas op. Schrijver/illustrator in de klas. Sommige bibliotheken willen hier graag in bemiddelen. De gast kan vertellen over zijn beroep, zijn boeken en voorlezen uit eigen werk. Kinderen laten communiceren over hun favoriete boek. Zij kunnen deze meenemen waarna in de klas m.b.v. door de leerkracht gemaakte formuliertjes door de kinderen aangegeven wordt welke drie boeken volgens hen een prijs winnen. Boeken kunnen een letter of kleur krijgen die de kinderen dan in hun top 3 vermelden. De winnende boeken krijgen een speciaal plekje in de klas. Een soort kleinschalige uitwerking van de kinderboekenjury dus.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
12
Kinderboekenweek Aan te raden boeken om te gebruiken tijdens dit thema: Bekroonde boeken 2003: Haeringen, A, van. (2002). Het begin van de zee. Amsterdam: Leopold. Prentenboek. Kofi wil de zee schilderen, maar weet niet waar hij moet beginnen. Daarom is hij op zoek naar het begin van de zee. Vanaf 4 jaar. Zilveren Griffel. Cneut, C. (2002). Het ongelooflijke liefdesverhaal van de heer Morf.,Wielsbeke: De eenhoorn. Prentenboek. De circushond voelt zich eenzaam en gaat op zoek naar de ware liefde, die hij veel dichter bij huis vindt dan hij dacht. Vanaf 5 jaar. Zilveren Penseel. Crowther, K. (2002). In het pikkedonker. Amsterdam: Querido. Prentenboek. Kikkertje Jeroen is bang in het donker. Hij durft niet te gaan slapen totdat zijn vader laat zien waar de geluiden die hij hoort vandaan komen. Vanaf 3 jaar. Zilveren Penseel. Daele, H., van. (2002). Djuk, het kolenpaard van fort Lapijn Tielt: Lannoo. Voorleesboek, een kolenpaard heeft het de hele week druk met het sjouwen van kolen maar op zaterdag is het feest. Dan haalt zijn baas het geld bij zijn klanten op. Vanaf 6 jaar. Vlag & Wimpel van de Penseeljury. Oudheusden, P., van. (2002). Ik verveel me nooit. Wielsbeke: De eenhoorn. Prentenboek. Een meisje verveelt zich nooit omdat ze in haar fantasie van alles beleeft. Vanaf 3 jaar. Vlag & Wimpel van de Penseeljury. Bekroonde boeken 2002: Heede, S., van den. (2001). Opgestaan is plaats vergaan. Tielt: Lannoo. Prentenboek. Seppe woont met zijn ouders in een huis op een heuvel dat wordt gekraakt door mevrouw de Kraker. Hoe krijgen ze haar er weer uit? Vanaf 5 jaar. Zilveren Griffel. Veldkamp, T. (2001). De lievelingstrui. Rotterdam: Lemniscaat. Prentenboek. Biggetje wil heel groot worden. Hij kan zijn trui al zelf aantrekken maar op een dag past hij er niet meer in. Vanaf 4 jaar. Vlag & Wimpel van de Griffeljury. Reek, H., van. (2001). Bokje. Amsterdam: Querido. Verhalen rondom het meisje Bokje en haar vriendin Li. Vanaf 5 jaar. Zilveren Penseel. Posthuma, P. (2001). Rintje. Rotterdam: Lemniscaat. Prentenboek. Een hondje is niet alleen zijn bot maar ook zijn reukvermogen kwijt. Hij gaat daarom met mama naar de dokter. Vanaf 4 jaar. Vlag & Wimpel van de Penseeljury.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
13
Herfst Suggesties voor de schrijftafel Teksten bij herfsttafel • Context In veel klassen wordt ten tijde van de herfst een herfsttafel gemaakt met daarop materialen als kastanjes, eikels, (plaatjes van) spinnen, bladeren e.d. Kinderen kunnen hier zelf teksten bij maken door bijv. tekeningen van het materiaal in een ander seizoen te tekenen, voorwerpen te tekenen die iets te maken hebben met de tentoongestelde spullen (bijv. een web bij een spin, een eekhoorn bij beukennootjes) en namen van voorwerpen te stempelen. De kinderen die daar aan toe zijn, kunnen dit uitbreiden door langere teksten (na) te stempelen of schrijven. De resultaten krijgen een plekje bij de hersfttafel. Ook kunnen kinderen stempelen met natuurlijke materialen zoals bladeren, doorgesneden kastanjes. Hun werk kan eventueel voorzien worden van commentaar en gestempelde of geschreven namen van de gebruikte voorwerpen. •
Benodigdheden naast de standaarduitrusting zoals beschreven in paragraaf 5.10 van het bijbehorende meesterstukverslag: - diverse informatie over de tentoongestelde en andere typische herfstdingen bijv. een kinderencyclopedie; - diverse natuurlijke materialen om mee te stempelen zoals verschillende bladeren, (doorgesneden) kastanjes, paddestoelen (let op giftigheid), eikels e.d.; - verf op schoteltjes en verfschort.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - stempelen met diverse materialen; - teksten lezen en bekijken; - teksten maken door te tekenen, schrijven, stempelen; - eigen en andermans teksten teruglezen.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
14
Herfst Overige suggesties •
Maken van een spinnenweb is een vorm van schrijfpatronen maken. Het kind kan verf, potlood, pen, wasco of krijt gebruiken.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
15
Herfst Aan te raden boeken om te gebruiken tijdens dit thema: Bijlsma, I. (2003). Bobbie naar het bos. Alkmaar: Kluitman. Prentenboek op rijm. Beertje Bob gaat met zijn moeder naar het herfstbos. Vanaf 3 jaar. Root, P. (2002). Wat nu Olivier? Rotterdam: Lemniscaat. Prentenboek. Beertje Olivier verdwaalt als hij in het bos een geel herfstblad achterna rent. Vanaf 3 jaar. Schmitz, D. (1991). Het blad. Antwerpen: De Vries-Brouwers. Prentenboek. Meneer Meulenaar wil alles netjes hebben in zijn tuin voor de herfst, maar dat ene blad blijft maar steeds aan de boom zitten. Vanaf 5 jaar. Daniels, G. (1999). Stekels in de stad. Antwerpen: De Vries- Brouwers. Prentenboek. Bram de egel rolt tijdens een wandeling van een helling en komt in de stad terecht. Vanaf 4 jaar. Beskow, E. (2002). Kleine Koen in de tuin. Zeist: Cristofoor. Prentenboek. Koen speelt in de tuin met zijn bal en ontdekt allerlei planten en bloemen in de herfsttuin. Vanaf 4 jaar. Slee, C. (1992). Rood met witte stippen. Amsterdam: Prometheus kinderboeken. Voorleesverhalen over Iris en Michiel in de herfst. Vanaf 5 jaar Noort, S., van. (2003). In de blaadjes schoppen. Tilburg: Zwijssen. Voorleesboek over Nikkie en Rajiv die allerlei avonturen beleven in de herfst. Vanaf 4 jaar. Rius, M. (2001). Herfst. Averbode. Informatief prentenboek. Twee kinderen laten de aspecten van de herfst zien. Bevat informatie en tekst voor de begeleiders. Vanaf 4 jaar. Kuiper, N. (1997). Het herfstwoordenboek. Amsterdam: Piramide. Prentenboek waarin allerlei moeilijke woorden aan de hand van korte belevenissen van Sofie en Maarten worden uitgelegd. Vanaf 4 jaar. Neumeier, M. (1998). Egels in de tuin. Baarn: Trion natuur. Informatief boek over de leefwijze van egels.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
16
Thema Sinterklaas Suggesties voor de huishoek Stal van Americo (paard van Sinterklaas) •
Context In de stal van Americo kunnen kinderen het trouwe beestje en eventueel ook de hulppaarden verzorgen.
•
Inrichting/benodigdheden: - paard (tip; makkelijk te maken van kleine tafel met kleed als lijf, doos als hoofd); - hooi, stro, bix, wortels, suikerklontjes, appels om het paard mee te voeren; - emmers, voederbakken; - stoffer en blik, bezem; - attributen als borstel om te roskammen, paardenleisel, zadel e.d.; - paardenvijgen van papier-maché; - Sint- en Pietkleding; - schrijfgerei zoals pen, lijstjes; - groot vel karton/boek waarin genoteerd kan worden wat het paard die dag gegeten heeft of te eten zouden moeten krijgen; - Hek/afbakening zodat het paard niet weg kan lopen.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - in het boek of in een zelf ontworpen schema noteren wat het paard te eten heeft gekregen of te eten zou moeten krijgen. Dit kan d.m.v. pictogrammen, tekeningen, geschreven woorden en cijfers; - memo voor de andere medewerkers maken; - boodschappenlijstjes maken aan de hand, van inventarisatie van de voedselvoorraden; - etiketten maken met daarop soort voedsel voor de emmers, zakken, voederbakken en deze lezen; - bord met de naam van de stal; - routelijstjes maken van waar de Sint met het paard die avond heen moet.
Werkkamer van Sinterklaas en zijn pieten •
Context In de werkkamer kunnen de kinderen het werk uitvoeren waar Sint en piet mee te maken krijgen. Een heel mooie gelegenheid voor het schrijven en lezen van diverse dingen.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
17
•
Inrichting/benodigdheden: - mooie stoel voor de Sint; - werktafel/bureau voor de Sint; - werktafel voor de pieten; - het grote boek; - schrijfgerei zoals pen, potlood, papier, lijstjes; - brievenbus; - telefoon, telefoonboek; - inpakpapier, plakband, schaar; - spulletjes om in te pakken; - juten zakken; - folders van speelgoedwinkel, andere winkels; - landkaart/wereldbol; - Sint- en Pietkleding.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - in het grote boek/ op lijstjes lezen en noteren wat de kinderen voor cadeaus wensen en krijgen, en hoe zij zich gedragen hebben; - boodschappenlijstjes maken aan de hand van verlanglijstjes, grote boek, inventariseren van de speelgoedvoorraden, wensen van Sint en pieten, n.a.v. bekijken van een reclamefolder; - bestellingen noteren en doorbellen; - afspraken noteren; - telefoongids, gouden gids raadplegen; - lijstjes voorlezen en over communiceren; - reclamefolders lezen en over communiceren; - memo schrijven aan Sint/pieten; - routebeschrijving maken, lezen en over communiceren; - hierbij landkaart/wereldbol raadplegen.
Speelgoedwinkel •
Context Ervan uitgaande dat de Sint de cadeaus in de speelgoedwinkel koopt, kan deze hoek ook gebruikt worden. Kinderen kunnen er ook rondneuzen om zo op ideeën voor een verlanglijstje te komen of om zelf cadeautjes te kopen.
•
Inrichting/benodigdheden: - kasten met verschillende soorten speelgoed; - een etalage, presentatietafel met populair speelgoed of speelgoed dat in de reclame is; - reclamefolders, brochures over speelgoed; - kassa; - geld, bankpasjes; - portemonnees, tassen; - etiketten, stickers, kaartjes om producten mee (aan) te prijzen; - schrijfgerei zoals pennen, potloden, papier, lijstjes zowel bij de kassa als in een kast ter verkoop;
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
18
•
Sint- en Pietkleding; het grote boek van de Sint die hij bij het winkelen mee kan nemen; tafel waarop artikelen ingepakt kunnen worden, inpakpapier, plakband, schaar; tasjes.
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - lijstje maken en lezen van speelgoed dat het kind wil kopen, cadeau wil krijgen, besteld moet worden, verouderd is en weg kan; - in het grote boek lezen; - boeken, reclame, folders, brochures, tijdschriften, kranten (voor)lezen/bekijken en over communiceren; - memo schrijven aan medewerkers van de winkel; - reclamebordjes en prijskaartjes maken en lezen; - bord met openingstijden maken; - pictogrammen gebruiken voor berichten als niet eten/roken/geen honden toegestaan; - uithangbord met naam van de winkel maken; - kassabon maken en lezen, cijfers op geld lezen; - bestellingen noteren en bestellen via telefoon; - gemaakte afspraken noteren.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
19
Sinterklaas Suggesties voor de schrijftafel Verlanglijstjes •
Context Kinderen maken verlanglijstjes voor Sinterklaas. De lijstjes kunnen, voorzien van naam, in het grote boek van Sinterklaas (dat in de huishoek gelegd kan worden) verzameld worden. Hierdoor kunnen de lijstjes echt gebruikt worden in een rollenspel rond Sint en piet. Kinderen kunnen de lijstjes op verschillende manieren maken. Zo kunnen zij tekeningen maken, plaatjes uitknippen en deze al dan niet voorzien van geschreven, gestempelde of uitgeknipte tekst.
•
Benodigdheden naast de standaarduitrusting zoals beschreven in paragraaf 5.10 van het bijbehorende meesterstukverslag: - diverse reclamefolders (vooral boekjes van speelgoedwinkels zijn goed bruikbaar); - schaar; - lijm.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - schrijven van de eigen naam; - wensen voor cadeaus op een lijstje weergeven; - afbeeldingen voorzien van tekst door schrijven, stempelen of tekst uit een blaadje knippen; - (reclame)folders bekijken, tekst lezen en over communiceren; - gebruik maken van de indeling van de folders (zoeken bij het juiste gedeelte in de folder voor bijv. specifiek computerspel).
Gedichtjes maken •
Context Kinderen maken gedichtjes voor henzelf, de Sint, een vriendje of vriendinnetje, familielid of iemand anders. Het dichten is een schrijfvorm die veel gebruikt word in teksten aan en van Sinterklaas. Echt dichten is natuurlijk wel moeilijk voor kinderen. Het kan makkelijker gemaakt worden als de kinderen een aantal voorbeelden ter beschikking hebben. Voorbeelden van complete (makkelijke) gedichtjes, voorbeelden van (bekende, makkelijke) woorden die op elkaar rijmen zoals Sint - kind. Maak bij deze voorbeelden ook gebruik van pictogrammen. Het kind kan gedichtjes nastempelen of schrijven, zijn bedoelingen tekenen, gedeeltelijke stukken tekst (na) schrijven of stempelen en andere delen tekenen of gebruik maken van de pictogram’s en/of uitgeknipte plaatjes van bijv. de Sint, speelgoed.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
20
•
Benodigdheden naast de standaarduitrusting zoals beschreven in paragraaf 5.10 van het bijbehorende meesterstukverslag: - diverse voorbeelden van gedichtjes en rijmwoorden, voorzien van pictogrammen; - diverse reclamefolders (vooral boekjes van speelgoedwinkels zijn goed bruikbaar); - Schaar; - lijm.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - (meer) bewustwording van rijmende woorden; - bedoelingen noteren door (na) schrijven, stempelen, plaatjes opplakken; - schrijven van de eigen naam; - gedichtjes en (reclame)folders bekijken, tekst lezen en over communiceren; - gebruik maken van de indeling van de folders (zoeken bij het juiste gedeelte in de folder voor bijv. specifiek computerspel).
Brief aan Sinterklaas •
Context Kinderen kunnen een brief aan Sinterklaas maken. Hierin kunnen ze allerlei dingen vermelden zoals wat hen bezighoudt, wat ze graag cadeau willen (lijkt dan vooral op een verlanglijstje), vragen die ze aan de Sint hebben etc. Net als bij de verlanglijstjes en gedichten kunnen afbeeldingen, teksten en pictogrammen op diverse manieren gecombineerd worden.
•
Benodigdheden naast de standaarduitrusting zoals beschreven in paragraaf 5.10 van het bijbehorende meesterstukverslag: - diverse reclamefolders, vooral boekjes van speelgoedwinkels zijn goed bruikbaar; - Schaar; - lijm.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - schrijven van de eigen naam; - bedoelingen noteren door (na) schrijven, stempelen, plaatjes opplakken; - afbeeldingen voorzien van tekst door schrijven, stempelen of tekst uit een blaadje knippen; - (reclame)folders bekijken, tekst lezen en over communiceren; - gebruik maken van de indeling van de folders (zoeken bij het juiste gedeelte in de folder voor bijv. specifiek computerspel).
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
21
Sinterklaas Overige suggesties • Banket- en chocoladeletters zijn niet bij Sinterklaas weg te denken. Maak ze met de kinderen van brooddeeg. • Van dun papier kan inpakpapier gemaakt worden. Kinderen kunnen daarbij gebruik maken van (herhaalde) schrijfpatronen.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
22
Sinterklaas Aan te raden boeken om te gebruiken tijdens dit thema: Vriens, J. (1997). Dag Sinterklaasje. Houten: Van Holkema en Warendorf. Voorleesverhalen over Mieke en Wouter rondom Sinterklaas. Ze beleven allerlei avonturen. Vanaf 4 jaar. Dubelaar, T. (2003). Sinterklaas zakt door zijn paard. Amsterdam: Ploegsma. Voorleesboek. Tijdens de voorbereidingen van het grote feest blijkt dat Americo, het paard van Sint, veel te dik is. Hij moet van Pedro op dieet, maar of dat nou zo’n goed idee is? Vanaf 5 jaar. Kuijper, S. (1998). Robin en Sinterklaas. Amsterdam: Leopold. Voorleesboek. Robin speelt dat hij Zwarte Piet is en zijn varkentje Sinterklaas. Papa en mama worden heel moe van hun spelletje. Vanaf 5 jaar. Bos, B. e.a. (2001). Sinterklaas voor alle kinderen. Amsterdam: Leopold. Bundel verhalen rondom Sinterklaas. Vanaf 4 jaar. Bos, T. (2002). Winky en het paard van Sinterklaas. Amsterdam: Leopold. Voorleesboek. De Chinese Winky woont nu een jaar in Nederland, ze wil heel graag een paard. Als ze alle kinderen hoort praten over cadeaus van Sinterklaas vraagt ze aan hem een paard. Vanaf 4 jaar. Minne, B. (2002). De Sint is weer lui. Wielsbeke: De eenhoorn. De Sint doet niks, piet is boos en stapt op. Vanaf 6 jaar. Bel, M., de. (1996). Zotte Klaas en zwarte Miet. Leuven: Aids-fonds. Prentenboek met humoristische illustraties. Twee muisjes ontdekken dat er steeds iemand cadeautjes komt brengen. Vanaf 3 jaar. Fredriks, I. (2002). O, kom er eens kijken. Hilversum: Schooltv. Prentenboek. Door zijn schoen te zetten voor zijn dassenburcht hoopt Das net als alle kinderen cadeautjes te krijgen in zijn schoen. Vanaf 4 jaar. Busser, M. en Schroder, R. (2000). Het Sinterklaasboek voor peuters en kleuters. Houten: Van Holkema en Warendorf. Prentenboek. Het traditionele Sinterklaasverhaal verteld op rijm. Vanaf 3 jaar. Paul, A. (2001). Het verhaal van Sinterklaas. Weert: Van Buuren. Prentenboek op rijm. Belevenissen van Sinterklaas in Spanje, hartje zomer, tot aan zijn verjaardag in het koude Nederland. Vanaf 4 jaar.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
23
Thema Kerst Suggesties voor de huishoek Stal van rendier Rudolf •
Context Rudolf (het rendier met de rode neus) is het populairste rendier van de kerstman. In zijn stal kunnen de kinderen hem verzorgen en eventueel andere rendieren.
•
Inrichting/benodigdheden: Zelfde als bij ‘de stal van Americo’ (zie thema ‘Sinterklaas’) alleen i.p.v. een paard wordt er nu een rendier in de stal geplaatst. Sint- en Pietkleding worden natuurlijk vervangen door kerstmankleding. Als aanvulling kan er als attribuut een slee, omgetoverd tot arrenslee in de hoek gezet worden.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: Zelfde als beschreven bij ‘de stal van Americo’ (zie thema ‘Sinterklaas’). Waar paard staat, wordt dan uiteraard rendier bedoeld en waar Sint staat, wordt kerstman bedoeld.
Werkkamer van de kerstman •
Context In de werkkamer kunnen de kinderen het werk uitvoeren waar de kerstman mee te maken krijgt. Het verhaal gaat dat de kerstman elfjes als hulpjes heeft die vergelijkbare taken hebben als de pieten van de Sint.
•
Inrichting/benodigdheden: Zelfde als ‘werkkamer van Sinterklaas en zijn pieten’ (zie thema ‘Sinterklaas’). In plaats van Sint kan dan kerstman gelezen worden.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: Zelfde als ‘werkkamer van Sinterklaas en zijn pieten’ (zie thema ‘Sinterklaas’). In plaats van Sint kan dan kerstman gelezen worden.
Restaurant •
Context Met Kerst is het een traditie om lekker te eten, thuis, bij familie of in een restaurant. Met een restaurant in de klas kunnen de kinderen deze traditie
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
24
uitspelen zowel vanuit het perspectief van bezoeker als medewerker van het restaurant. In deze hoek kan een gedeelte ingericht worden als keuken en een gedeelte als eetruimte met daarin de kassa. •
Inrichting/benodigdheden: voor het eetgedeelte: - meerdere tafeltjes gedecoreerd met tafelkleden, bloemen, kandelaars met kaarsen, peper- en zoutstel; - menukaarten; - krijt/schrijfbordje om menu van de dag op te schrijven; - nette kleding; - kleding voor de ober; - notitieblokje voor de ober, pen; - kassa; - schrijfgerei zoals pennen, potloden, papier, lijstjes voor bij de kassa; - geld, bankpasjes; - portemonnees, tassen; - telefoon. Voor het keukengedeelte: - keukenblok/keukenstel; - potten en pannen; - ander kookgerei als pollepels, soeplepel e.d.; - potjes en verpakkingen met ingrediënten; - kookboeken; - prikbord/standaard waarop de bestellingen geprikt worden; - schorten, mutsen voor de koks; - borden en bestek.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - lezen en maken van menukaart en hierover communiceren; - noteren van bestellingen door de ober en hierover communiceren; - lezen van bestellingen door de kok en herover communiceren; - memo schrijven aan medewerkers van de winkel; - menu van de dag, speciaal menu noteren op krijt/schrijfbordje; - bordjes ‘gereserveerd’ maken en lezen; - bord met openingstijden maken; - pictogrammen maken en lezen voor berichten als niet roken/geen honden toegestaan; - uithangbord met naam van het restaurant maken; - kassabon maken en lezen, cijfers op geld lezen; - gemaakte afspraken (zoals reserveringen) noteren; - lijstje maken van etenswaar dat besteld moet worden, weg kan n.a.v. inventariseren, wensen van medewerkers; - etiketten voor op potjes en verpakkingen met ingrediënten maken en lezen; - recepten uit kookboeken zoeken en lezen; - zelf recepten noteren.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
25
Postkantoor Rond Kerst worden natuurlijk volop kerstkaarten verstuurd. Een postkantoor past dus ook binnen dit thema. Zie voor een uitwerking van deze hoek ‘Postkantoor’ (zie thema ‘Post’).
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
26
Kerst Suggesties voor de schrijftafel Brief aan de kerstman Zie hiervoor ‘Brief aan Sinterklaas’ (zie thema ‘Sinterklaas’). In plaats van Sinterklaas leest u kerstman. Maken van kerstkaarten Bij Kerst horen kerstkaarten. Kinderen kunnen deze zelf maken. Kijk voor een uitwerking van deze activiteit bij ‘Kaarten maken’ (zie thema ‘Post’). Om het accent meer op kerstkaarten te leggen kunnen er nu het beste voorbeelden van kerstkaarten gebruikt worden. Voor plaatjes die de kinderen uit kunnen knippen en opplakken kunnen reclamefolders van rond de kersttijd gebruikt worden bijv. van speelgoedwinkels en tuincentra. Maken van kerstmenu •
Context Traditiegetrouw wordt er met Kerst lekker en uitgebreid gegeten. Dit gebeurt thuis, bij familie of in een restaurant. Kinderen maken zelf kerstmenu’s die gebruikt kunnen worden tijdens een kerstdiner op school, voor het kerstdiner van het kind zelf, of in een restauranthoek. Menukaarten voor diners thuis of op school bevatten alleen het menu van dat moment. Dit past op één papier. Menukaarten voor een restaurant zijn uitgebreider.
•
Benodigdheden naast de standaarduitrusting zoals beschreven in paragraaf 5.10 van het bijbehorende meesterstukverslag: - diverse voorbeelden van menukaarten, groot en klein voor eigen diner en restaurant; - reclamefolders en tijdschriften met afbeeldingen van etenswaar. (bijv. van de supermarkt, slijterij, groothandel, kooktijdschrift); - schaar; - lijm; - strikjes voor om het menu; - glittertjes, plakkertjes om het geheel mee te versieren.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - bedoelingen noteren door (na) schrijven, stempelen, plaatjes opplakken; - ordenen van tekst (eerst voorgerecht, toetje als laatst) en hierover communiceren; - folders en tijdschriften bekijken, tekst lezen en over communiceren. Bij een restaurantmenu ook;
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
27
-
kaft maken met belangrijke gegevens (naam restaurant, aanduiding menukaart); schrijven van cijfers in geldbedragen.
Kerstwens •
Context De ware boodschap van Kerst is de vredesboodschap. Kinderen kunnen hun eigen kerstboodschap of kerstwens maken. Dit kunnen zij doen op een kaartje in de vorm van een kerstdecoratie (kerstbal/kerstboom) of briefje. De kerstwensen kunnen in de boom of ergens anders zichtbaar opgehangen worden. Kinderen zouden ze ook mee naar huis kunnen nemen.
•
Benodigdheden naast de standaarduitrusting zoals beschreven in paragraaf 5.10 van het bijbehorende meesterstukverslag: - voorbeelden van verschillende kerstwensen; - glitters, plakkertjes om het geheel mee te versieren; - lijm.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - schrijven van de eigen naam; - bedoelingen noteren door (na) schrijven, stempelen, tekenen; - afbeeldingen voorzien van tekst door schrijven, stempelen; - andere kerstwensen bekijken, tekst lezen en over communiceren.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
28
Kerst Overige suggesties • Versiering op kerstdecoraties zoals kerstbal, kerstboom, klokje (af) maken m.b.v (herhaald) schrijfpatroon.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
29
Kerst Aan te raden boeken om te gebruiken tijdens dit thema: Pfister, M. (1993). De ster van Bethlehem. Amsterdam: De Vier Windstreken. Prentenboek. Om de herders de weg te wijzen naar het pasgeboren kindje Jezus, komt er een ster aan de hemel te staan. Vanaf 5 jaar. Carle, E. (2001). Droomsneeuw. Haarlem: Gottmer. Prentenboek. Een boer die maar vijf dieren heeft, droomt dat het gaat sneeuwen. Als hij wakker wordt en ziet dat het echt heeft gesneeuwd, gaat hij de kerstboom versieren. Vanaf 3 jaar. Spang, G. (2001). De ezel en de os. Voorschoten: De Vier Windstreken. Prentenboek. Het kerstverhaal wordt verteld vanuit het oogpunt van de ezel en de os. Vanaf 4 jaar. Bruna, D. (1991). Kerstmis. Houten: De cocon. Prentenboek. Het kerstverhaal verteld op een sobere maar duidelijke manier m.b.v. grote platen op de typische Dick Bruna wijze. Vanaf 3 jaar. Weninger, B. (1999). Vrolijk kerstfeest, Paultje! Voorschoten: De Vier Windstreken. Prentenboek. Vlak voor Kerstmis ziet Paultje het konijn dat veel dieren honger hebben. Hij besluit zijn wintervoorraad aan te breken. Vanaf 4 jaar. Busser, M. en Schroder, R. (2002). Zullen we kerstfeest vieren? Houten: Van Holkema en Warendorf. Prentenboek op rijm. De stal, die muis en haar vriendjes voor Kerstmis hebben gebouwd, is een goede plek voor twee ottertjes. Vanaf 4 jaar. Busser, M. en Schroder, R. (2002). Het kerstverhaal. Houten: Van Holkema en Warendorf. Prentenboek. Het kerstverhaal simpel navertelt. Vanaf 3 jaar. Vriens, J. (1998). O, Denneboom. Houten: Van Holkema en Warendorf. Voorleesboek. Verhaaltjes over Mieke en Wouter omstreeks Kerst waarin o.a. het kerstverhaal op een simpele en speelse wijze wordt uitgelegd. Vanaf 4 jaar. Kromhout, R. e.a. (2003). Een kerstboom vol verhalen. Amsterdam: Leopold. Een verzamelbundel met kerstverhalen en gedichten. Vanaf 4 jaar. Grootel, L., van. e.a. (2003). Kinderverhalen rond Kerstmis. Haarlem: Holland. Een verzamelbundel met kerst- en winterverhalen. Hofman, W. e.a. (1995). Kerstklokje, klingelingeling. Houten: Van Holkema en Warendorf. Korte verhalen en gedichten rondom Kerstmis. Vanaf 3 jaar.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
30
Thema Winter Suggesties voor de huishoek IJsbaan met koek en zopie •
Context In de winter hoort het te vriezen zodat je kunt schaatsen. Soms gebeurt dat niet en kun je altijd nog terecht op de schaatsbaan. Bij deze ijsbaan moet je entreegeld betalen. Er is ook een ‘koek en zopie’. Deze kan op een apart plekje van de ijsbaan komen of (bij ruimtegebrek) bij de entreekassa
•
Inrichting/benodigdheden: - plastic voor op de grond bijv. vuilniszakken (glad genoeg om schaatsbewegingen op te maken); - kassa’s; - schrijfgerei voor bij kassa zoals pen, papier, lijstjes; - geld, portemonnee; - diverse (rol)schaatsen die bij de kassa gehuurd kunnen worden; - folders van schaatsbanen en schaatsen; - telefoon en telefoongids, telefoonklapper; - tafeltje voor koek en zopie; - diverse snackverpakkingen en drinkbekers; - kannen voor de drank en soep; - mutsen, handschoenen, sjaals.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - toegangsbewijzen maken en lezen; - bij een georganiseerde tocht stempelkaarten maken, lezen, afstempelen; - naambord voor de ijsbaan en koek en zopie tent maken en lezen; - bord met openingstijden en tarieven maken en lezen; - kassabon maken en lezen; - cijfers op geld lezen; - prijskaartjes voor etenswaar maken en lezen; - lijstje maken voor wat er aangeschaft moet worden n.a.v. inventariseren van de voorraden, wensen medewerkers, wensen klanten en hier over communiceren; - bestellingen doen; - (schoen)maatbordjes maken en lezen voor bij de schaatsen; - (schoen)maten van de schaatsen aflezen, gelijk maatbordje zoeken; - folders bekijken en over communiceren; - pictogrammen maken en lezen voor berichten als niet eten/roken/geen honden toegestaan; - gemaakte afspraken noteren.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
31
Winter Suggesties voor de schrijftafel Schaatsroutes maken •
Context Bij grote gebieden met natuurijs kun je dikwijls tegen een kleine vergoeding een schaatsroute kopen. Kinderen kunnen zelf een route verzinnen die bijv. langs een aantal plekjes voert die zij hebben getekend of plaatjes van hebben opgeplakt. Zij kunnen hier ook opdrachten in verwerken zoals ‘zoek dit’ met daarbij een foto van een molen/… Op die manier wordt het meer een puzzeltocht.
•
Benodigdheden naast de standaarduitrusting zoals beschreven in paragraaf 5.10 van het bijbehorende meesterstukverslag: - verschillende, overzichtelijke routekaartjes; - tijdschriften, folders van bezienswaardigheden (verkrijgbaar bij VVV); - schaar; - lijm.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - schrijven en lezen van de (plaats)namen; - schrijven en lezen van cijfers en geldbedragen; - maken van de route uit één stuk (vorm van schrijfpatroon maken); - bedoelingen noteren door (na) schrijven, stempelen, plaatjes opplakken; - afbeeldingen voorzien van tekst door schrijven, stempelen of tekst uit een blaadje knippen; - folders, tijdschriften bekijken, tekst lezen en over communiceren.
Uitnodigingen, plaatsnaamkaartjes, pamfletten, stempelkaarten alternatieve elfstedentocht •
Context Zoals ook ieder jaar bij de schaatsbaan in Utrecht, organiseren schaatsbanen vaak ‘alternatieve elfstedentochten’. Hierbij worden langs de schaatsbaan elf plaatsnaambordjes neergezet. Bezoekers schaatsen hier langs en krijgen telkens een stempel op hun aangeschafte stempelkaart. Een volle kaart is vaak goed voor een kleine attentie zoals een gratis beker soep of een certificaat. Dit geheel kan nagespeeld worden op school bijv. in de schaatsbaanhoek, op een ochtend in de hele klas (spullen aan de kant en met plastic zakken op de grond een schaatsbaan maken), in het speellokaal of (met meerdere klassen) op het plein. Helemaal geweldig wordt het natuurlijk als het op echt natuurijs plaats kan vinden! Voor dit spektakel kunnen verschillende dingen gemaakt worden:
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
32
uiteraard plaatsnaambordjes; stempelkaarten; uitnodigingen; pamfletten voor reclame voor dit spektakel of reclame van zogenaamde sponsors. Het kan zo groot uitgepakt worden als je maar wilt (en kunt). De andere schrijftafelactiviteit (routebeschrijving maken) kan hier ook bij gebruikt worden. •
Benodigdheden naast de standaarduitrusting zoals beschreven in paragraaf 5.10 van het bijbehorende meesterstukverslag: - voorbeelden van de te maken spullen (kan ook foto’s hiervan zijn); - schaar; - lijm.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - schrijven en lezen van plaatsnamen; - schrijven en lezen van eigen en andermans naam; - schrijven en lezen van adressen (bij uitnodigingen); - bedoelingen noteren door (na) schrijven/ stempelen; - afbeeldingen voorzien van tekst door schrijven, stempelen; - stempelkaart afstempelen; - voorbeelden bekijken, tekst lezen en over communiceren; - informatie en tekst ordenen (bij uitnodiging eerst vertellen waarvoor de uitnodiging is, dan datum, tijd etc.).
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
33
Winter Overige suggesties • Van stevig papier kunnen wanten, truien, mutsen gemaakt worden, waarop kinderen verschillende (herhaalde) schrijfpatronen af kunnen maken met potlood of stift of m.b.v. borduurtechnieken.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
34
Winter Aan te raden boeken om te gebruiken tijdens dit thema: Berner, R. S. (2002). Sneeuw op de vensterbank. Amsterdam: Querido. Verhalen, liedjes en gedichten voor de winter, Sint en Kerst. Vanaf 4 jaar. Visser, R. (2002). Een echte sneeuwman. Haarlem: Gottmer. Voorleesboek met verschillende verhalen over winter, Sint en Kerst. Vanaf 3 jaar. Slee, C. (1993). Sneeuwman pak me dan! Amsterdam: Prometheus. Voorleesboek. Iris en Michiel ontdekken wat je allemaal in de winter kunt doen. Vanaf 5 jaar. Paul, K. (1996). Hennie de heks in de sneeuw. Amsterdam: Sjaloom. Prentenboek. Hennie de heks tovert haar tuin om in de zomer omdat ze de winter veel te koud vindt. Vanaf 6 jaar. Velthuijs, M. (2003). Kikker in de kou. Amsterdam: Leopold. Prentenboek. Kikker komt maar moeilijk de winter door. Zijn vrienden zorgen daarom voor hem. Vanaf 4 jaar. Busser, M. en Schroder, R. (2002). De schaatstocht van Olifant Tilburg: Zwijssen. Prentenboek. Olifant nodigt andere dieren uit om op zijn rug te klimmen voor een schaatstocht, maar muis is net te veel. Vanaf 3 jaar. Cornwell, L. (2001). Winterslaap. Oud-Beierland: De eekhoorn. Prentenboek.Twee beren eten in de herfst heel veel om in de winter tijdens hun winterslaap geen honger te krijgen. Vanaf 4 jaar. Kuyper, S. (2003). Robin op het ijs. Amsterdam: Leopold. Prentenboek. Robin maakt in de nacht samen met zijn ouders een schaatstocht. Vanaf 4 jaar. Kuyper, S. (2003). Een muts voor de maan. Amsterdam: Leopold. Prentenboek. Aap, Kip en Krokodil denken dat de maan het koud heeft en besluiten hem een das, muts en wanten te geven. Vanaf 4 jaar.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
35
Thema Carnaval Suggesties voor de huishoek Feestwinkel •
Context Met carnaval mag je je altijd gek verkleden en uitdossen. Spulletjes hiervoor kun je kopen in de feestwinkel.
•
Inrichting/benodigdheden: - kasten met verschillende soorten feestartikelen zoals mutsen, neuzen, verkleedspullen, fopartikelen, maskers, boeken over schminken; - een etalage, presentatietafel met populaire artikelen of artikelen die in de reclame zijn; - folders, reclame, brochures over feestartikelen; - kassa; - geld, bankpasjes; - portemonnees, tassen; - etiketten, stickers, kaartjes om producten mee (aan) te prijzen; - schrijfgerei zoals pennen, potloden, papier, lijstjes voor bij de kassa; - tafel waarop artikelen ingepakt kunnen worden, inpakpapier, plakband, schaar; - tasjes.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - lijstje maken en lezen van artikelen dat het kind wil kopen, besteld moet worden, verouderd zijn en weg kan; - reclame/folders/brochures (voor)lezen/bekijken en over communiceren; - memo schrijven aan medewerkers van de winkel; - reclamebordjes en prijskaartjes maken en lezen; - bord met openingstijden maken; - pictogrammen gebruiken voor berichten als niet eten/roken/geen honden toegestaan; - uithangbord met naam van de winkel maken; - kassabon maken en lezen, cijfers op geld lezen; - bestellingen noteren en bestellen via telefoon; - gemaakte afspraken noteren.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
36
Carnaval Suggesties voor de schrijftafel Pamfletten voor carnavalsoptocht •
Context Voor optochten of andere carnavalsfestiviteiten moet reclame worden gemaakt, anders komt er niemand. Kinderen kunnen dit zelf doen. Helemaal leuk is het als zij reclame maken voor festiviteiten die echt plaats gaan vinden bijv. een optocht met de school of een modeshow in de klas. De gemaakte producten zouden dan zelfs ook buiten de klas en zelfs buiten de school opgehangen kunnen worden.
•
Benodigdheden naast de standaarduitrusting zoals beschreven in paragraaf 5.10 van het bijbehorende meesterstukverslag: - Voorbeelden van pamfletten - Folders, tijdschriften waar het kind plaatjes uit kan knippen voor op het pamflet - Serpentine, confetti om het geheel mee te versieren. - Schaar - Lijm
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - Schrijven en lezen van eigen en andermans naam - Bedoelingen noteren door (na) schrijven, stempelen. - Afbeeldingen voorzien van tekst door schrijven, stempelen - Voorbeelden bekijken, tekst lezen en over communiceren. - Informatie en tekst ordenen (bijv eerst festiviteit zelf noemen, dan de datum, dan de tijd etc.)
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
37
Carnaval Overige suggesties • Uitgerolde serpentines en confetti (na)tekenen is ook een vorm van het maken van een schrijfpatroon.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
38
Carnaval Aan te raden boeken om te gebruiken tijdens dit thema: Met betrekking tot carnaval: Denou, V. (1988). Ivo viert carnaval Tielt: Lannoo. Prentenboek met didactische handleiding. In een zelf gemaakt pak kijkt Ivo naar de carnavalsoptocht en doet mee aan een verkleedwedstrijd. Vanaf 3 jaar. Hol, C. (1991). Tippie viert carnaval. Amsterdam: De vier windstreken. Prentenboek met collages. Beer Tippie gaat als clown naar het carnavalsfeest op school. Vanaf 4 jaar. Met betrekking tot feest in het algemeen: Schuurmans, H. (1999). Plotter viert feest op school. Hasselt: Clavis. Prentenboek met grote, zachtkleurige illustraties. Tijdens een feest op school doet de klas van Plotter een dansje waarbij hij een bloem is, maar hij doet er alles voor om een paddestoel te mogen zijn. Vanaf 4 jaar. . Depondt, L. (2000). Alles voor een feest? Mechelen: Bakermat. Prentenboek met aanwijzen om zelf spullen voor een feest te maken. Varkentjes wil een feest en vraagt al zijn vrienden wat hij daarvoor nodig heeft. Hij vergeet alleen hen uit te nodigen. Vanaf 4 jaar. Hollander, V., den. (2003). Overal slingers. Houten: Van Holkema en Warendorf. Voorleesboek. Lisa kan niet wachten tot ze jarig is. Als het zover is mag ze trakteren op school. Het allerleukst is wel haar feestje, een heus sprookjesfeest. De in het verhaal genoemde traktaties en spelletjes staan beschreven aan de binnenzijde van de kaft.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
39
Thema Voorjaar/lente Suggesties voor de huishoek Kinderboerderij/dierentuin •
Context In het voorjaar worden de meeste dieren geboren. Lente wordt dan ook meestal geassocieerd met groei en bloei. Op een kinderboerderij of in een dierentuin kunnen kinderen kennis maken met jonge en oudere dieren. Het verschil in de opzet tussen beiden ligt hier in de dieren die er te vinden zijn. Op de kinderboerderij zijn voornamelijk boerderijdieren te vinden, in de dierentuin ook andere dieren waar je niet altijd bij mag komen. Waak er wel voor dat het geheel overzichtelijk blijft voor de kinderen. Een dierentuin met 4 hokken is leuker om in te werken dan een hoek waarin de kinderen overspoeld worden met dieren en niet meer weten waar ze moeten beginnen. In deze hoek kunnen kinderen spelen dat zij een bezoeker of medewerker zijn.
•
Inrichting/benodigdheden: - diverse grote (knuffel)dieren; - hek/afbakening zodat dieren niet weg kunnen lopen; - voer zoals hooi, stro, bix, wortels, suikerklontjes, appels, kleine dieren voor roofdieren, groenten; - emmers, voederbakken; - stoffer en blik, bezem; - laarzen, overalls; - schrijfgerei zoals pen, lijstjes; - groot vel karton/boek waarin genoteerd kan worden wat de dieren die dag gegeten hebben of te eten zouden moeten krijgen en andere bijzonderheden. Hiervoor kan per dier of kooi een apart stuk papier, schrift of pagina uit een map gebruikt worden; - kassa bij de entree; - geld, bankpasjes; - portemonnees; - telefoon; - souvenirs en etenswaar (verpakkingen) die gekocht kunnen worden bij de entree of als de ruimte dat toelaat een speciale souvenirshop.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - in het boek of in een zelf ontworpen schema noteren wat de dieren te eten hebben gekregen of te eten zou moeten krijgen, andere bijzonderheden. Dit kan d.m.v. pictogrammanen, tekeningen, geschreven woorden en cijfers; - memo voor de andere medewerkers maken; - etiketten maken met daarop soort voedsel voor de emmers, zakken, voederbakken en deze lezen;
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
40
-
bord met de naam van de kinderboerderij of dierentuin; routelijstjes maken voor hoe de bezoekers zouden kunnen lopen of de medewerker die dag moet afleggen om de dieren te kunnen verzorgen; bord met openingstijden maken; pictogrammen gebruiken voor berichten als niet eten/roken/geen honden toegestaan; kassabon maken en lezen, cijfers op geld lezen; lijstje maken voor wat er aangeschaft moet worden n.a.v. inventariseren van de voorraden, wensen medewerkers, wensen klanten en hier over communiceren; bestellingen noteren en bestellen via telefoon; gemaakte afspraken noteren; toegangsbewijzen maken en lezen; kassabon maken en lezen; cijfers op geld lezen; prijskaartjes voor etenswaar en souvenirs maken en lezen; informatie en naambordjes van te bezoeken dieren maken en lezen en over communiceren.
Bloemenwinkel •
Context Lente is de tijd van groei en bloei. In de klas wordt tijdens dit thema vaak gekeken naar de groei van bloemen. Een bloemenwinkel past dan ook goed bij dit thema. In deze winkel worden dus verschillende soorten bloemen en plantjes verkocht.
•
Inrichting/benodigdheden: - kasten, tafels, rekken met verschillende soorten (zelfgemaakte) bloemen, plantjes, bloemstukjes, vazen, bloempotten; - emmers met daarin bloemen; - een etalage, presentatietafel met bloemstukjes, producten die in de reclame zijn; - kassa; - geld, bankpasjes; - portemonnees, tassen; - etiketten, stickers, kaartjes om producten mee (aan) te prijzen; - kleine kaartjes voor aan de bloemen met verschillende boodschappen; - schrijfgerei zoals pennen, potloden, papier, lijstjes zowel bij de kassa als in een kast ter verkoop; - (doorzichtig) folie/ papier waar de bloemen ingerold kunnen worden; - tafel waarop artikelen ingepakt kunnen worden, inpakpapier, plakband, schaar; - tasjes.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen:
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
41
-
lijstje maken en lezen van speelgoed dat het kind wil kopen, besteld moet worden, verouderd is en weg kan; memo schrijven aan medewerkers van de winkel; reclamebordjes en prijskaartjes maken en lezen; kleine kaartjes voor aan bloemen en planten maken en lezen; bord met openingstijden maken; pictogrammen gebruiken voor berichten als niet eten/roken/geen honden toegestaan; uithangbord met naam van de winkel maken; kassabon maken en lezen, cijfers op geld lezen; bestellingen noteren en bestellen via telefoon; gemaakte afspraken noteren.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
42
Voorjaar/Lente Suggesties voor de schrijftafel Routekaart voor dierentuin/kinderboerderij •
Context Om bezoekers langs alle dieren te laten lopen, hen informatie te verschaffen over de plaats van de kassa, de in- en uitgang, toilet e.d kunnen routekaartjes gemaakt worden. De kinderen kunnen hierop de looppaden, bezienswaardigheden en andere belangrijke dingen vermelden. Deze routebeschrijvingen zouden aan de kassa in de speelhoek verkocht kunnen worden.
•
Benodigdheden naast de standaarduitrusting zoals beschreven in paragraaf 5.10 van het bijbehorende meesterstukverslag: - verschillende, overzichtelijke routekaartjes; - tijdschriften, folders met plaatjes van dieren en dierentuinen (verkrijgbaar bij VVV); - schaar; - lijm.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - schrijven en lezen van de (dieren)namen; - schrijven en lezen van cijfers en geldbedragen; - maken van de route uit één stuk (vorm van schrijfpatroon maken); - bedoelingen noteren door (na) schrijven, stempelen, plaatjes opplakken; - afbeeldingen voorzien van tekst door schrijven, stempelen of tekst uit een blaadje knippen; - folders/tijdschriften bekijken, tekst lezen en over communiceren.
Reclamemateriaal voor dierentuin/kinderboerderij •
Context Om bezoekers te trekken worden van veel dierentuinen brochures gemaakt die men kan vinden bij de VVV kantoren en bijv. op campings in de buurt. Kinderen kunnen een brochure maken van een kinderboerderij of dierentuin. Het leukst en betekenisvolst is het natuurlijk om dit te maken van de kinderboerderij/dierentuin die in de klas zelf staat. Gemaakte brochures zouden dan ook in de speelhoek neergelegd kunnen worden voor de bezoekers.
•
Benodigdheden naast de standaarduitrusting zoals beschreven in paragraaf 5.10 van het bijbehorende meesterstukverslag: - verschillende, overzichtelijke brochures, reclamemateriaal van dierentuinen en kinderboerderijen;
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
43
•
tijdschriften, folders met plaatjes van dieren en dierentuinen; schaar; lijm.
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - schrijven en lezen van de (dieren)namen; - schrijven en lezen van cijfers en geldbedrag; - bedoelingen noteren door (na) schrijven, stempelen, plaatjes opplakken; - afbeeldingen voorzien van tekst door schrijven, stempelen of tekst uit een blaadje knippen; - folders, tijdschriften bekijken, tekst lezen en over communiceren; - voorbeelden bekijken, tekst lezen en over communiceren; - informatie en tekst ordenen (bijv eerst naam van de dierentuin noemen, dan bezienswaardigheden, dan tarieven etc.).
Informatiebordjes over dieren •
Context In iedere kinderboerderij en dierentuin zijn bordjes te vinden met daarop informatie over de dieren die er te zien zijn. Kinderen kunnen deze informatiebordjes zelf maken. Zij kunnen bijv. vermelden hoe het dier heet, een afbeelding laten zien, hoe lang het dier kan worden, wat zijn leefomgeving is. Dit kan op een heel concrete manier met plaatjes en een paar woorden al gemaakt worden.
•
Benodigdheden naast de standaarduitrusting zoals beschreven in paragraaf 5.10 van het bijbehorende meesterstukverslag: - (zelfgemaakt) voorbeeldmateriaal; - boeken, tijdschriften, brochures met plaatjes en informatie van dieren en dierentuinen; - schaar; - lijm.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - schrijven en lezen van de (dieren)namen en andere informatie; - bedoelingen noteren door (na) schrijven, stempelen, plaatjes opplakken; - afbeeldingen voorzien van tekst door schrijven, stempelen of tekst uit een blaadje knippen; - boeken, brochures, tijdschriften bekijken, tekst lezen en over communiceren; - voorbeelden bekijken, tekst lezen en over communiceren; - informatie en tekst ordenen (bijv eerst naam van het dier noemen, dan wat hij eet etc.); - gebruik maken van de indeling van de boeken (zoeken bij het juiste gedeelte in het boek bijv. specifiek insecten).
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
44
Informatiebordjes over bloemen •
Context Vergelijkbaar met ‘informatiebordjes van dieren’ (zie hierboven), alleen worden deze bordjes bij de plant gestoken of aan de plant bevestigd om de koper te informeren. Dingen die hierop vermeld kunnen worden zijn: naam, bloeiwijze, bloeimaand, hoeveel zon en water de bloem of plant nodig heeft. Ook dit kan weer gebeuren m.b.v. pictogrammen en tekeningen voorzien van een paar woorden. Het leukst is het natuurlijk om dit voor planten en bloemen te maken die ook daadwerkelijk in de klas aanwezig zijn (echt of nagemaakt).
•
Benodigdheden naast de standaarduitrusting zoals beschreven in paragraaf 5.10 van het bijbehorende meesterstukverslag: - voorbeelden; - boeken, tijdschriften, brochures met plaatjes en informatie van bloemen en planten (bijv. folders van tuincentra); - (saté)stokjes om ze mee bij de bloemen of planten te steken; - schaar; - lijm.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - schrijven en lezen van de (planten en bloemen)namen en andere informatie; - bedoelingen noteren door (na) schrijven, stempelen, plaatjes opplakken; - afbeeldingen voorzien van tekst door schrijven, stempelen of tekst uit een blaadje knippen; - boeken, brochures, tijdschriften bekijken, tekst lezen en over communiceren; - voorbeelden bekijken, tekst lezen en over communiceren; - informatie en tekst ordenen (bijv eerst naam van de plant noemen dan hoeveel water hij nodig heeft etc.); - gebruik maken van de indeling van de boeken (zoeken bij het juiste gedeelte in het boek bijv. specifiek bloemen).
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
45
Voorjaar/lente Overige suggesties • In de klas kunnen plantjes of bloemen geplant worden (bijv. tuinkers) waarvan het groeiproces wordt bijgehouden. Het kind kan dit zelf doen m.b.v. tekeningen of het plakken van plaatjes van verschillende groeistadia. Om het geheel overzichtelijk te maken kan er gebruik worden gemaakt van een soort kalender met voor iedere dag of week voldoende ruimte om verschillen weer te geven. Het kind kan deze kalender zelf maken en daarin namen van dagen en datums stempelen, opplakken of schrijven.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
46
Voorjaar/lente Aan te raden boeken om te gebruiken tijdens dit thema: Slee, C. (1993). Met zonder jas. Houten: Van Holkema en Warendorf. Voorleesboek. Iris en Michiel beleven de lente op hun eigen manier. Vanaf 4 jaar. Feldmann, G. (2000). De lentefee. Amsterdam: De Kleine prins. De lentefee wordt wakker en gaat naar de dwergen en de elfen; samen zorgen ze voor alles wat groeit en bloeit. Vanaf 4 jaar. Genechten, G. (2002). Piep, zie Bruno. Amsterdam: Clavis. Prentenboek met grote platen en weinig tekst. Tina en Dirk hebben van hun oom een klein beestje gekregen waar ze voor willen zorgen, maar wat eet zo’n kuiken eigenlijk? Vanaf 3 jaar. Mockford, C. (2000). Wat is dit? Naarden: Middernacht Press. Een meisje vindt een zaadje en stopt die in de grond. Er groeit een mooie zonnebloem uit. De pitten deelt ze uit op school. Vanaf 4 jaar. Sykes, J. (2000). Dottie’s eieren. Rotterdam: Lemniscaat. Dottie is zo trots op haar eerste nest eieren dat ze het aan iedereen wil vertellen. Rooij, S., de. (2002). De lente van… kalf, big, lam, ros, kip, pup en Annabel. Vianen: The house of books. Prentenboek. Bundel met zeven verhalen over dieren op de boerderij die allemaal hun eigenaardigheden hebben. Vanaf 4 jaar. Ruis, M. (2001) Lente. Averbode: Averbode. Prentenboek. Twee kinderen laten alle aspecten van de zomer zien op paginagrote tekeningen. Vanaf 4 jaar. Patchett, F. (2003). Eieren en kuikens. London: Usborne Informatief boek met veel illustraties. Geeft informatie over kippen, kuikens, nesten en eieren. Andel, L. van. (1997) De bloemist. Houten: De Ruijter. Informatieboek. In korte hoofdstukken en m.b.v. grote kleurenfoto’s en tekeningen wordt verteld over het werk van de bloemist. Kuiper, N. (1998). Het lentewoordenboek. Amsterdam: Piramide. Woordenboek waarin alledaagse moeilijke woorden aan de hand van korte belevenissen van Sofie en Maarten in de lente worden uitgelegd. Vanaf 4 jaar
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
47
Thema Pasen Suggesties voor de huishoek Werkkamer en winkel van de paashaas en zijn hulpjes •
Context Met Pasen worden er eitjes verstopt door de paashaas. Dat vergt natuurlijk heel wat werk want al die eieren moeten ook beschilderd worden. Verder kunnen er in zijn werkkamer ook andere eieren gemaakt worden en kunnen mensen hier ook eieren kopen. Kinderen kunnen hier al die werkzaamheden van de paashaas en zijn hulphazen verrichten, of als klant een bezoekje brengen aan de winkel.
•
Inrichting/benodigdheden: - werktafel; - verf en kwasten om eieren te verven; - verschillende soorten eieren (chocolade, stenen, echte, verschillende kleuren en formaten); - eierdozen om eieren in te stoppen; - boek met bestellingen (plaatjes van verschillende eieren, bestellijsten); - schrijfgerei zoals pen, potlood, papier, lijstjes; - telefoon, telefoonboek; - landkaart/wereldbol; - een etalage, presentatietafel met de mooiste eieren of eieren die in de reclame zijn; - kassa; - geld, bankpasjes, portemonnees; - etiketten, stickers, kaartjes om producten mee (aan) te prijzen; - hazenkleding (oren en tanden).
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - boodschappenlijstjes maken, lezen en hierover communiceren; - bestellingen noteren, deze (terug)lezen en doorbellen; - afspraken noteren; - memo schrijven aan medewerkers; - routebeschrijving voor waar eieren heen moeten maken, lezen en over communiceren; - hierbij een landkaart/wereldbol raadplegen; - reclamebordjes en prijskaartjes maken en lezen; - bord met openingstijden maken; - pictogrammen gebruiken voor berichten als niet eten/roken/geen honden toegestaan; - uithangbord met naam van de winkel maken; - kassabon maken en lezen, cijfers op geld lezen.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
48
Pasen Overige suggesties • Eieren (echte, papieren, …..) kunnen versierd worden. Kinderen kunnen daarbij gebruik maken van (herhaalde) schrijfpatronen.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
49
Pasen Aan te raden boeken om te gebruiken tijdens dit thema: Hol, C. (2003). Paashaas waar blijf je toch? Wielsbeke: De Eenhoorn. Prentenboek. Paashaas vindt zijn beschilderde eieren zo mooi dat hij ze eigenlijk niet weg wil geven. In het boek staan kleurige collages met stoffen en gaas verwerkt. Vanaf 3 jaar Busser, M. en Schroder, R. (2003). Liselotje en het paasfeest. Houten: Van Holkema en Warendorf, Prentenboek op rijm. Prinses Liselotje schildert paaseieren, luistert naar het paasverhaal en speelt voor paashaas, maar dat wil haar vader eigenlijk ook. Vanaf 3 jaar. Wind, A. (2003) Opa Knoest vertelt het paasverhaal, Amsterdam: Ark Boeken. Prentenboek. Opa Knoest vertelt zijn kleinkinderen het paasverhaal. Vanaf 4 jaar. Elschner, G. (2003) Het paaskuiken. Amsterdam: De vier Windstreken. Prentenboek. Een kuiken in een ei laat zijn moeder precies voorrekenen wanneer het paaszondag is, want dan wil hij geboren worden. Vanaf 4 jaar. Weninger, B. (2002) Vrolijk Pasen, Paultje! Amsterdam: De Vier Windstreken. Prentenboek. Konijn Paultje en zijn broertjes en zusjes weten dat de paashaas bestaat maar ze kunnen hem niet vinden, totdat Paultje een goed idee krijgt. Vanaf 3 jaar. Wilde, E. de. (1997) Een wensei voor opa Amsterdam: Zirkoon. Prentenboek. Wanneer Linn met Pasen het wensei vindt, geeft ze hem aan opa die de laatste tijd heel vergeetachtig is. Vanaf 6 jaar. Vriens, J. (2003) Drie ei is een paasei. Houten: Van Holkema en Warendorf. Voorleesboek. Mieke en Wouter vieren het paasfeest. Vanaf 3 jaar. Moost, N. (1999). Alles geschilderd! Wielsbeke: De Eenhoorn. Prentenboek. Kleine raaf mag de anderen niet helpen met eieren schilderen, maar hij mag ze wel verstoppen, dan vindt hij iets heel bijzonders. Vanaf 4 jaar.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
50
Thema Vakantie/op reis Suggesties voor de huishoek Reisbureau •
Context Bij een reisbureau worden vakantiereizen geboekt. Een prima hoek om verschillende lees- en schrijfactiviteiten uit te lokken. In deze hoek kunnen de kinderen bezoekers spelen, die een reis willen boeken en zich laten adviseren, of een medewerker van het reisbureau.
•
Inrichting/benodigdheden: - verschillende reisbrochures en boeken over reizen, landen, steden, bezienswaardigheden, attractieparken; - verschillende tafels dienend als balie, bureau, tafeltje waar brochures, boeken op liggen; - stoelen voor bij de tafels; - kast met verschillende reisbrochures; - computer (bijv. van een doos gemaakt); - schrijfgerei zoals pen, lijstjes; - typische vakantiespulletjes ter decoratie voor in de etalage zoals strandbal, zwembril, zand, hangmat, grote plant e.d.; - posters met natuurafbeelding (strand, bos) of iets anders dat met vakantie geassocieerd kan worden (zwembad, attractiepark); - telefoon, telefoonklapper; - landkaart/wereldbol.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - lijstje maken en lezen van reisbestemmingen, wensen van de klant; - boeken, brochures (voor)lezen/bekijken en over communiceren; - memo schrijven aan medewerkers van het reisbureau; - bordjes met daarop aanbiedingen maken en lezen; - bord met openingstijden maken; - pictogrammen gebruiken voor berichten als niet eten/roken/geen honden toegestaan; - uithangbord met naam van het reisbureau maken; - boekingen noteren op papier, in de computer, via de telefoon; - gemaakte afspraken noteren; - routebeschrijvingen, reisschema’s maken en lezen.
Camping met receptie Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
51
•
Context Op zo goed als ieder vakantieadres is een receptie te vinden. De receptie is het aanspreekpunt van de camping. Hier worden veel administratieve werkzaamheden verricht waar kinderen kennis mee kunnen maken. Kinderen kunnen in deze hoek een campinggast spelen of een medewerker van de camping.
•
Inrichting/benodigdheden: Campinggedeelte tentje met daarin: - luchtbed; - koffertje; - kleding; - toilettas met daarbij kam, zeep, spons, handdoek; - zwemkleding; - uitklapstoel; - kookstelletje; - EHBO-doos; - portemonnee met geld, bankpas, identiteitspapieren; - handtas. Receptiegedeelte: - tafel met stoelen dienend als bureau; - computer, boek voor reserveringsgegevens; - schrijfgerei als pen, papier, lijstjes; - kastje waar post voor campinggasten in gelegd kan worden; - tafeltje met folders van bezienswaardigheden, kranten; - rekje met vakantiekaartjes; - postzegels; - brievenbus; - telefoon, telefoonboek; - boek met lege vellen papier als zijnde gastenboek.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - naamkaartjes voor medewerkers maken en lezen; - post sorteren op eerste letter van geadresseerde; - post maken en lezen en hierover communiceren; - vakantiekaartje schrijven en lezen en hierover communiceren; - brochures, kranten lezen en over communiceren; - in computer/reserveringsmap reservering opzoeken, lezen, maken en hierover communiceren; - adres noteren en lezen; - ID-papieren maken, gebruiken en lezen; - boodschap schrijven en lezen in gastenboek; - afspraken noteren; - klachten noteren; - telefoneren; - memo’s maken en lezen; Camping met campingwinkel Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
52
•
Context Op veel campings is een campingwinkel te vinden die de noodzakelijke spullen verkoopt. Kinderen zullen deze ook bezoeken tijdens hun vakantie en alvast kunnen ervaren dat dit toch meestal andere winkels zijn dan die bij hen thuis. Kinderen kunnen in deze hoek campinggast of medewerker van de camping spelen.
•
Inrichting/benodigdheden: Campinggedeelte tentje met daarin: - luchtbed; - koffertje; - kleding; - toilettas met daarbij kam, zeep, spons, handdoek; - zwemkleding; - uitklapstoel; - kookstelletje; - EHBO-doos; - portemonnee met geld, bankpas, identiteitspapieren; - handtas. Campingwinkel gedeelte; - kasten met verschillende producten op het gebied van etenswaar, kookartikelen, toiletartikelen, speelgoed, vakantiekaartjes en postzegels; - een etalage, presentatietafel met populair speelgoed of speelgoed dat in de reclame is; - kassa; - geld; - telefoon; - tasjes; - etiketten, stickers, kaartjes om producten mee (aan) te prijzen; - schrijfgerei zoals pennen, potloden, papier, lijstjes zowel bij de kassa als in een kast ter verkoop.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - lijstje maken en lezen van artikelen dat het kind wil kopen, besteld moet worden, verouderd is en weg kan; - memo schrijven aan medewerkers van de winkel; - reclamebordjes en prijskaartjes maken en lezen; - bord met openingstijden maken; - pictogrammen gebruiken voor berichten als niet eten/roken/geen honden toegestaan; - uithangbord met naam van de winkel maken; - kassabon maken en lezen, cijfers op geld lezen; - bestellingen noteren en bestellen via telefoon; - gemaakte afspraken noteren. Vakantie/op reis
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
53
Suggesties voor de schrijftafel Reisfolder/gids maken • Context Informatie over bestemmingen vind je in reisbrochures en reisgidsen. Kinderen kunnen hun favoriete plekje beschrijven voor anderen. De resultaten kunnen gebundeld worden in een reisbrochure die weer in de hoek ‘het reisbureau’ gebruikt kan worden. Het kind kan tekeningen maken van zijn favoriete plekje, plaatjes opplakken en stukjes tekst maken. Hierbij kan ook vermeld worden waar je kunt slapen, hoeveel dat kost e.d. •
Benodigdheden naast de standaarduitrusting zoals beschreven in paragraaf 5.10 van het bijbehorende meesterstukverslag: - verschillende, overzichtelijke brochures, reclamemateriaal van vakantiebestemmingen en de plaatselijke omgeving (verkrijgbaar bij VVV en reisbureau); - schaar; - lijm.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - schrijven en lezen van de (plaats)namen; - schrijven en lezen van cijfers en geldbedragen; - bedoelingen noteren door (na) schrijven, stempelen, plaatjes opplakken; - afbeeldingen voorzien van tekst door schrijven, stempelen of tekst uit een blaadje knippen; - brochures bekijken, tekst lezen en over communiceren; - voorbeelden bekijken, tekst lezen en over communiceren; - informatie en tekst ordenen (bijv. eerst naam van de bestemming noemen, dan wat er te zien is etc.).
Reisdocumenten maken zoals kofferlabel en ticket • Context Als er gereisd wordt met het vliegtuig, zijn kofferlabels en tickets nodig. Dit is nodig om de bagage niet kwijt te raken en te kunnen vliegen. Kinderen kunnen deze makkelijk zelf maken: labels worden voorzien van hun eigen adres, geschreven of gestempeld. Vliegtickets bevatten naast de naam van de reiziger ook het land van bestemming, het logo van het reisbureau en het stoelnummer. •
Benodigdheden naast de standaarduitrusting zoals beschreven in paragraaf 5.10 van het bijbehorende meesterstukverslag: - voorgeknipte labels met perforatie erin; - voorbeelden van labels en tickets; - touwtjes waarmee labels bevestigd kunnen worden; - reisbrochures om kinderen op ideeën voor reisbestemmingen te brengen, namen na te schrijven, stempelen.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
54
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - schrijven en lezen van (eigen) namen; - bedoelingen noteren door (na) schrijven, stempelen, plaatjes opplakken; - kaarten, folders, tijdschriften bekijken, tekst lezen en over communiceren; - adres noteren en (terug) lezen.
Lijstje van wat mee moet op vakantie • Context Wat neem je mee op vakantie? Om niets te vergeten maken veel mensen vooraf een lijstje van wat zij mee moeten nemen op vakantie. Kinderen kunnen dit doen m.b.v. tekeningen, opgeplakte plaatjes, gestempelde en/of geschreven woorden. Kinderen ondervinden zo ook het gemak van lijstjes. •
Benodigdheden naast de standaarduitrusting zoals beschreven in paragraaf 5.10 van het bijbehorende meesterstukverslag: - voorbeelden van dergelijke lijstjes (vaak te vinden in tijdschriften, reclamefolders van drogisterijen e.d.); - folders, tijdschriften waar het kind plaatjes uit kan knippen voor op hun lijstjes zoals speelgoedgidsen, folders van drogisterij, kledingwinkels e.d.; - schaar; - lijm.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - schrijven van de eigen naam; - bedoelingen noteren door (na) schrijven, stempelen, plaatjes opplakken; - afbeeldingen voorzien van tekst door schrijven, stempelen of tekst uit een blaadje knippen; - folders, tijdschriften bekijken, tekst lezen en over communiceren.
Vakantiekaartje maken Zie: ‘maken van kaarten/brieven’ (thema ‘Post’). Nu ligt de nadruk meer op het maken van vakantiekaartjes. Gebruik daarom ook vakantiekaartjes als voorbeeld en leg verschillende reisbrochures klaar waar de kinderen plaatjes uit kunnen knippen. De kaartjes kunnen gebruikt worden in de campinghoeken.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
55
Vakantie /op reis Aan te raden boeken om te gebruiken tijdens dit thema: Vriens, J. (2003). Tommie en Lotje gaan op vakantie Houten: Van Holkema en Warendorf. Voorleesverhaaltjes. Tommie en lotje beleven allerlei avonturen als zij op vakantie zijn in een huisje. Vanaf 4 jaar. Busser, M. en Schroder R. e.a. (2002) Zwemmen, zon en zand. Houten: Van Holkema en Warendorf. Bundel verhalen en versjes over de zomer en vakantie door Nederlandse auteurs. Vanaf 4 jaar. Slee, C. (1994). Zandtaartjes. Houten: Van Holkema en Warendorf. Voorleesverhaaltjes. De tweeling Iris en Michiel ontdekken hoe leuk de zomer kan zijn. Voorlezen vanaf 4 jaar. Slee, C. (2003). We zijn er bijna! Houten: Van Holkema en Warendorf. Voorleesverhaaltjes. Iris en Michiel gaan een weekje met hun ouders en hun kleine broertje een weekje logeren in de Ardennen. Vanaf 4 jaar. Tielmann, C. (2003). De vakantie van boer Bram. Amsterdam: Zirkoon. Prentenboek. Boer Bram weet niet waar hij zijn dieren laten moet als hij op vakantie gaat, dus neemt hij ze gewoon mee. Vanaf 5 jaar. Hollander, V., den. (2003) Lekker op vakantie. Houten: Van Holkema en Warendorf. Prentenboek. Lisa gaat met haar ouders en broertje op vakantie in een huisje in het bos. Daar doet ze allerlei leuke dingen en maakt nieuwe vriendjes. Vanaf 4 jaar. Jagtenberg, Y. (2003) De vlieger. Amsterdam: Hillen. Prentenboek. Arno is met zijn moeder op de camping. De campinggasten helpen hem met het oplaten van zijn vlieger. Vanaf 4 jaar. Lindenbaum, P. (2002). Julia en de domme schapen, Amsterdam: Hoogland en van Klaveren. Prentenboek. Julia is met haar ouders een weekje op vakantie in een hotel en verveelt zich totdat ze een klein eilandje met schapen ontdekt. Vanaf 4 jaar. Sluyzer, B. (2002). Daar is de zee! Tilburg: Zwijssen. Prentenboek. Timo gaat op vakantie maar weet niet welke knuffel hij mee moet nemen. Vanaf 4 jaar. Reusens, S. (2002). De wolkjesfabriek. Antwerpen: Standaard. Prentenboek. Als Kim met haar vader op een snikhete dag gaat fietsen, ontdekt ze waarom er geen wolken zijn. Vanaf 4 jaar. Ruis, M. (2001) Zomer. Averbode: Averbode. Prentenboek. Twee kinderen laten alle aspecten van de zomer zien op paginagrote tekeningen. Vanaf 4 jaar. Kuiper, N. (1998). Het zomerwoordenboek. Amsterdam: Piramide. Woordenboek waarin alledaagse moeilijke woorden aan de hand van korte belevenissen van Sofie en Maarten in de zomer worden uitgelegd. Vanaf 4 jaar
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
56
Thema Heksen Suggesties voor de huishoek Werkkamer van de heks •
Context In de werkkamer van de heks kunnen de kinderen heksenbrouwsels maken en volop toveren. Hierbij is het noteren en raadplegen van recepten en toverspreuken één van de belangrijkste lees- en schrijfactiviteiten die het kind kan ondernemen.
•
Inrichting/benodigdheden: - heksenketel opgehangen of op een tafel geplaatst; - grote (pol)lepels; - haardblokken voor onder de ketel; - diverse potjes met ingrediënten als (plastic) insecten, blaadjes, steentjes, takjes, veren etc.; - maatbekertjes; - bestek; - borden; - zwarte kat; - mand voor de kat; - tafel en stoelen; - donkere lappen voor verduisteren; - toverstokje; - heksenkleding en accessoires, nepnagels, nepneus, zwarte pruik; - schrijfgerei als pen, potlood, papier; - boek/map waarin spreuken genoteerd kunnen worden; - boek/map waarin recepten genoteerd kunnen worden.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - lijstjes maken van ingrediënten die verkregen moeten worden n.a.v. inventariseren, doornemen van een recept, wensen van andere heksen; - spreuken noteren, (voor)lezen en over communiceren; - brouwsels noteren, (voor)lezen en over communiceren; - etiketten voor ingrediëntenpotjes maken en lezen; - maatbekers aflezen; - memo schrijven aan andere heksen; - gemaakte afspraken noteren.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
57
Heksen Suggesties voor de schrijftafel Spreuken noteren •
Context Belangrijke bezigheden van heksen zijn toveren en toverdrankjes maken. Spreuken kunnen vastgelegd worden om zo de spreuk later nog eens terug te kunnen lezen. In de spreuk kan de baan van de toverstaf getekend worden, de spreuk zelf opgeschreven worden (bijv. in een zelf verzonnen ‘heksenkrabbels-handschrift’) en het eindresultaat waarin het slachtoffer veranderd kan erbij getekend worden. Om het extra mysterieus te maken kan het papier, nadat stift e.d. opgedroogd is, bestreken worden met een nat theezakje. Dit maakt het papier geelachtig en het gaat wat krom trekken. Zo lijkt het op een soort oud perkament. Resultaten kunnen gebundeld worden in een spreukenboek of -map waarvan kinderen zelf de kaft kunnen maken. Deze kan vervolgens in de heksenhoek gelegd worden.
•
Benodigdheden naast de standaarduitrusting zoals beschreven in paragraaf 5.10 van het bijbehorende meesterstukverslag: - zelfgemaakt voorbeeld; - theezakjes op schoteltje/in een bakje (werken het beste als zij eerst in lauwwarm water gedompeld worden).
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - hanteren van schrijfpatronen bij het tekenen van de baan van de toverstok; - bedoelingen noteren m.b.v. van echte letters of zelfverzonnen ‘heksenhandschrift’, tekeningen; - voorbeeld lezen en over communiceren.
Recepten voor toverdrankjes/ brouwsels noteren De opzet is hetzelfde als die van ‘Spreuken noteren’ (zie hierboven). Het enige verschil is dat het uitgangspunt nu een recept voor een heksenbrouwsel is. Hierdoor is het noteren van een spreuk en de baan van een toversok niet persé nodig. Wel is het nodig om een lijst te maken met welke ingrediënten er in het brouwsel moeten. Dit kan m.b.v. tekeningen of geschreven (zelf verzonnen) tekst.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
58
Heksen Overige suggesties • De vleermuis is een dier dat makkelijk met heksen geassocieerd kan worden. de vleugels van dit dier zijn golvend. Een kind kan een vleermuis maken door een vel zwart papier dubbel te vouwen, het golvende (schrijf)patroon er op te tekenen, en een rondje voor de kop te tekenen. Daarna kan dit uitgeknipt en opgehangen worden.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
59
Heksen Aan te raden boeken om te gebruiken tijdens dit thema: Pawlak, P. (2003). Bent u misschien een heks? Amsterdam: Sjaloom. Prentenboek. Mikkie de eenzame zwarte kat gaat op zoek naar een heks omdat hij heeft gelezen dat heksen van zwarte katten houden. Vanaf 4 jaar. Schubert, I. (2002). Platvoetje. Rotterdam: Lemniscaat. Prentenboek. Een meisje vindt op een morgen een heel klein heksje met platvoeten bij de wastafel. Vanaf 4 jaar. Baeten, L. Lotje en de heksenprinses. Amsterdam: Clavis. Prentenboek. Avonturen van een jong heksje. Ook verkrijgbaar: Lotje is jarig, Nieuwsgierige Lotje en Slimme Lotje. Vanaf 4 jaar. Paul, K. (2002). Hennie de heks. Amsterdam Sjaloom, Amsterdam, 2002. Prentenboek met illustraties waarop heel veel te zien is. De wat domme Hennie de heks woont in een huis waar alles zwart is. Vanaf 4 jaar. Ook verkrijgbaar: Hennie de heks en de toverwedstrijd, Hennie de heks ziet ze vliegen, Hennie de heks ziet ze vliegen. Adams, G. (2001) De drie kleine heksen. Amsterdam: Zirkoon. Voorleesboek met verhalen over drie jonge heksen die nog niet zo goed kunnen toveren. Vanaf 5 jaar. Schubert, I. (2002). Abracadabra. Rotterdam: Lemniscaat. Prentenboek. De dieren van het Duisterbos nemen wraak op de tovenaar Macrobiotus die hen allemaal heeft betoverd. Vanaf 4 jaar. Loon, P.., van. (2002). Foeksia de miniheks Amsterdam: Leopold. Voorleesboek met verhalen over tovenaar Kwark en zijn dochter Foeksia de miniheks. Vanaf 5 jaar.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
60
Thema Post Suggesties voor de huishoek Postkantoor •
Context Het postkantoor is natuurlijk bij uitstek de hoek waar lees- en schrijfactiviteiten kunnen worden uitgelokt. Kinderen kunnen in deze hoek een klant of een medewerker van het postkantoor spelen.
•
Inrichting/benodigdheden: - tafel/lage kast, als balie fungerend; - verschillende kaarten in een rekje ter verkoop; - geld, bankpasje; - portemonnees, tassen; - schrijfgerei zoals potloden, pennen, papier, lijstjes zowel aan de balie als ter verkoop in een kast/rekje; - tafel, stoelen, tijdschriften voor wachtende bezoekers; - brievenweger; - kassa; - verschillende soorten enveloppen; - overschrijfformulieren van de postbank; - postzegels; - letterstempels; - briefpapier; - luchtpoststickers; - karton op ansichtkaartformaat, zodat de kinderen zelf kaarten kunnen maken om te verkopen; - rekenmachine; - foldertjes van het postkantoor; - posttas; - postbodepet; - postkar; - doosjes om pakketpost van te maken; - telefoon, telefoongids/gouden gids; - (zelfgemaakte) brievenbus; - elastiekjes.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - op lijstjes lezen en noteren wat gekocht moet worden, besteld moet worden, verzonden moet worden en hierover communiceren; - bestellingen noteren en doorbellen; - afspraken noteren; - telefoongids, gouden gids raadplegen; - tijdschriften, brochures lezen en over communiceren;
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
61
-
memo schrijven aan medewerkers; routebeschrijving voor postbode maken en lezen en over communiceren; maken en lezen van een brief en kaart; adres noteren en lezen; reclamebordjes en prijskaartjes maken en lezen; bord met openingstijden maken; pictogrammen gebruiken voor berichten als niet eten/roken/geen honden toegestaan; uithangbord met aanduiding van het postkantoor maken en lezen; kassabon maken en lezen, cijfers op geld lezen.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
62
Post Suggesties voor de schrijftafel Maken van kaarten, brieven, enveloppen •
Context Kinderen kunnen zelf kaarten, brieven en enveloppen maken die vervolgens echt verstuurd, zelf bezorgd bij bijv. familie, of in de brievenbus in de speelhoek gestopt kunnen worden.
•
Benodigdheden naast de standaarduitrusting zoals beschreven in paragraaf 5.10 van het bijbehorende meesterstukverslag: - kaarten verschillend in afmetingen, vormen, kleuren, gedrukte tekst, boodschap; - folders, tijdschriften waar het kind plaatjes uit kan knippen voor op de kaart; - vouwblaadjes, knutselmateriaal voor het versieren van de kaart; - enveloppen in diverse formaten (kunnen sommige kinderen ook zelf maken); - schaar; - lijm; - postzegels.
•
Activiteiten m.b.t. geletterdheid die de kinderen kunnen ondernemen: - schrijven van de eigen naam en die van de geadresseerde; - bedoelingen noteren door (na) schrijven, stempelen, plaatjes opplakken; - afbeeldingen voorzien van tekst door schrijven, stempelen of tekst uit een blaadje knippen; - kaarten, folders, tijdschriften bekijken, tekst lezen en over communiceren; - adres noteren.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
63
Post Overige suggesties • Van gewoon schrijfpapier kan briefpapier gemaakt worden. Het kind bij het versieren gebruik maken van (herhaalde) schrijfpatronen.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
64
Post Aan te raden boeken om tijdens dit thema te gebruiken: Kollenburg, C., van. (2003). Yasmin als postbode. ’s Hertogenbosch: Malmberg. Prentenboek. Wanneer de Turkse Yasmin een brief naar haar oma in Istanbul post, vindt ze een brief in een plas water. Vanaf 4 jaar. Damon, E. (2003). Vossenpost. Amsterdam: Sjaloom. Prentenboek. Vincent Vos wil graag postbode worden maar de mensen zijn bang voor hem. Vanaf 4 jaar. Wise-Brown, M. en Tacher-Hurd, E. (2003). De zeven postbodes. Amsterdam: Rubinstein. Prentenboek De Amerikaanse Robin stuurt een brief naar zijn oma om te vertellen dat hij komt logeren. De brief wordt door bemiddeling van zeven postbodes bij haar bezorgd. Vanaf 4 jaar. Velthuijs, M. (1998) De trouwe dienaar. Amsterdam: Leopold. Prentenboek. Koning Leo stuurt een brief naar zijn vriend in Amerika maar zijn dienaar durft er niet op te vertrouwen dat de brief ook aankomt en gaat de brief achterna. Vanaf 4 jaar. Eeden, M., van. (1989). Post voor Jona. Tilburg: Zwijssen. Prentenboek met platen. Jona is jarig en krijgt een brief van opa. Ze moet allerlei aanwijzingen opvolgen. Behorend bij Schatkist taal. Vanaf 4 jaar. Alhberg, J. (1987). De puike postbode of: briefgeheimpjes. Haarlem: Gottmer Prentenboek. Op de fiets brengt de postbode post rond bij figuren uit bekende sprookjes. Vanaf 4 jaar. Kuratomi, C. (1988). Kummeling wordt postbode. Baarn: Bekadict. Kummeling brengt de post rond en vind het zielig dat een vrouw nooit post krijgt. Hij besluit haar daarom zelf een brief te sturen.
Marina Kromwijk.
Hogeschool Domstad
65