GIDS VOOR HET BEGINNENDE FOTOMODEL
versie 3.0 Candela Zone © Leon Volders, 2007
Woordje vooraf Zowat veertig jaar ben ik nu actief met foto en film bezig. Een groot deel van die tijd is besteed aan het werken met modellen. Na een tijd merk je dan hoe dezelfde verwachtingen, wensen en fouten blijven terugkomen. Onwetendheid en onzekerheid zijn voor vele fotomodellen een belangrijke hinderpaal op weg naar succes. Een kleine raadgeving, wat informatie, een beetje concrete hulp kan dan helpen. Vooral als die komen vanuit de hoek van de ervaring en de praktijk.
Dit werkje heeft geen grote pretenties, maar het zet enkele zaken op een rijtje. Het is geen naslagwerk, en verwacht ook geen geneesmiddel voor alle kwalen. Maar als enkele beginnende modellen erdoor wat aan het denken zijn gezet, een idee hebben opgedaan of wat meer zekerheid hebben over wat ze doen, dan is mijn opzet geslaagd. Deze kleine handleiding wordt nog steeds gratis verspreid via het internet. Ze mag worden gekopieerd voor eigen gebruik, mits vermelding van het copyright. Commerciële vermenigvuldiging is niet toegestaan. Vanaf versie 4.0 beschouw ik deze gids als volwassen. Hij zal dan niet meer kosteloos worden verspreid omdat de uitgaven, vooral voor webverkeer, te hoog oplopen. Van de vorige versie werden 3.582 exemplaren gedownload. Wie nog met vragen, opmerkingen of suggesties blijft zitten, kan steeds terecht op mijn website http://www.chronax.be. Dat is tevens de beste manier om contact op te nemen.
Candela Zone is de naam van mijn fotostudio. Deze handleiding is een deel van de publicaties die door Candela Zone in de toekomst nog zullen worden uitgegeven. Omdat we uitsluitend nog digitaal werken, is de informatie in deze gids voornamelijk gericht op digitale beeldverwerking. Het copyright op alle foto’s in deze handleiding berust bij de fotograaf. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of verspreid zonder de uitdrukkelijke toestemming van de auteur, ongeacht het gebruikte medium. Commercialisering is niet toegestaan en downloaden mag alleen geschieden voor eigen gebruik.
Gids voor het beginnende fotomodel
2
1. Waarom een model worden? Vele jonge mensen voelen zich geroepen om voor de camera te gaan staan. En vaak denken ze dat het hebben van een knap snoetje of een lichaam met de juiste proporties hun de weg naar roem en faam zal bezorgen. Ze vergissen zich. Ook is het een misvatting als men denkt dat een model een gemakkelijk leventje zou hebben. Ze moeten toch niet veel meer doen dan wat poseren onder de filmlampen? En de rest, de glitter en de glamour, die komt wel vanzelf. Voor wie er zo over denkt, volgt snel een ontnuchtering. Anderen voelen zich aangetrokken door het gemakkelijke geld. En inderdaad, voor enkele uren modelwerk worden soms hoge bedragen neergeteld. Maar gemakkelijk wordt vergeten dat een model niet de hele tijd poseert, vaak op opdrachten moet wachten en toch intussen flink wat onkosten heeft. Ook gaat men dan voorbij aan de investering die het model heeft moeten doen: opleiding, samenstellen van een portfolio, ervaring opdoen door (kosteloos) te poseren en vooral: leren met vallen en opstaan. Er zijn ook kosten verbonden aan het werk zélf. Vele modellen staan in voor hun eigen verzorgingsproducten. Make-upmateriaal is niet goedkoop. Vaak zorgen ze ook voor de eigen kleding waarin ze poseren. En bij het samenstellen van een portfolio worden de reiskosten niet steeds vergoed. Soms komt daarbij nog eten op verplaatsing. En ten slotte zijn er degenen die schoolmoe zijn, een hekel hebben aan studeren, en denken dat je voor een modelopleiding geen studies moet volgen. Iedereen kan toch voor de camera gaan staan? Daar moet je toch niets bijzonders voor kunnen of kennen? Zoals we verder in deze cursus zullen zien, maakt deze mentaliteit het verschil tussen de amateur en het professionele model. Een goed model weet wat er van haar verwacht wordt en begrijpt wat de fotograaf en de opdrachtgever wil. Dat vraagt ervaring en … veel studie. Wie op een internationale carrière mikt moet daarbij ook terdege aan haar talenkennis werken. Met gebarentaal kom je in deze branche niet zo ver. Maar al deze misverstanden maken dat (té) veel jongeren hun weg in deze richting willen zoeken, zonder dat ze een juist beeld hebben van wat het beroep eigenlijk inhoudt. En dan zijn teleurstellingen natuurlijk nooit ver weg. Zijn er dan geen modellen die een bliksemcarrière maken? Die op enkele maanden tijd tot de hoogste toppen opklimmen? Ja, die zijn er, maar ze zijn zeer zeldzaam. En als je naam niet Kelly Pfaff is, moet je niet op mirakels gaan rekenen. Met deze cursus willen we het je wat gemakkelijker maken. Hier vind je al wat je moet doen en laten om een goede kans te maken om als model te slagen. Maar het is niet voldoende. Ervaring moet je zelf opdoen, wilskracht en discipline komen niet vanzelf en niet iedereen heeft de nodige ambitie om het vol te houden tot het doel is bereikt.
Gids voor het beginnende fotomodel
3
Maar wie de moed en de durf kan opbrengen, zal merken dat de inspanningen niet tevergeefs zijn geweest: het is een spannend beroep met veel afwisseling, een interessante werkomgeving, en boeiende mensen. Vaak werk je op verplaatsing, dus je reist veel, verrijkt je talenkennis en je krijgt zelfvertrouwen. Maar evengoed moet je veel geduld kunnen opbrengen en soms leiden uren voorbereidend werk tot slechts enkele geslaagde opnamen. En sommige posen moeten tot in het oneindige herhaald worden, tot dat éne shot alles goedmaakt. Veel succes in je toekomstige loopbaan! Leon Volders
Een randbemerking: we zijn er ons van bewust dat we in het beroep veel mannelijke modellen aantreffen. Maar voor het gemak zullen we het verder voornamelijk hebben over vrouwelijke modellen. Dat vermijdt het weerkerende gebruik van hij/zij en hem/haar en leest een stuk vlotter. Onthoud alleen dat we bij het gebruik van het woord model dus telkens zowel mannelijke als vrouwelijke modellen bedoelen.
Gids voor het beginnende fotomodel
4
2. Hoe beginnen? De opleiding van een model doorloopt verschillende fasen. De eerste en belangrijkste stap is het informeren, het rondkijken en het trekken van je eigen conclusies. Geef niet te snel op!
2.1. De informatiefase Mogelijk heb je wel een idee wat een model zoal doet, maar heb je het nog nooit in de praktijk meegemaakt. Tijd dus om eens wat rond te kijken. Je eerste stappen kan je zetten op vele manieren. Misschien heb je familie, vrienden of kennissen die een fotostudio hebben. Vraag eens of je een shoot 1 mag meemaken. Of misschien ken je een visagiste die voor een fotograaf werkt. Het mooist is het natuurlijk als je een student fotografie kan vragen of je wat mag oefenen. De meeste studenten krijgen doorlopend opdrachten van de school en zijn maar wat blij als ze kandidaat modellen hebben. De betere fotografen werken met assistenten. Maar niet iedereen kan of wil die betalen. Je kunt dus ook een fotograaf vragen of je mag komen helpen. Dat kan betekenen dat je een reflectiescherm vasthoudt, dat je controleert of het model geen valse plooitjes in de kleding heeft, of dat je gewoon de koffie zet. Maar intussen steel je met je ogen en je leert bij. Natuurlijk kan je ook naar een Academie voor Beeldende Kunsten stappen en vragen of ze geen modellen nodig hebben. Dat is bijna steeds het geval. Er is echter een groot verschil tussen poseren voor een klas met schilders of beeldhouwers en het werk in een fotostudio. In het eerste geval moet je uren stilzitten en krijg je in verhouding minder betaald (ongeveer 10-12 € per uur). Met studiowerk verdien je een pak meer omdat je meestal werkt voor betaalde opdrachten. Je kan je ook registreren bij een van de talrijke modellenwebsites die het internet rijk is. Met een fotootje erbij en de belangrijkste gegevens over jezelf laat je de wereld weten dat je er bent. Verwacht niet meteen een storm van aanvragen, maar gebruik de wachttijd om contacten te leggen met andere aspirant modellen via de forums die je op zo’n site vindt. Photograaf en Dutch Heaven behoren tot de beste. Een mogelijkheid die velen over het hoofd zien is het figurantenwerk. Haast alle film- en tv-huizen vragen regelmatig om vers bloed. Je leert het werk van dichtbij kennen, leert de kneepjes van make-up, volgt de instructies van de regisseurs en legt interessante contacten (foto 1 en 2)
1
woorden die schuingedrukt zijn gaan over vaktermen die achteraan in het boek worden uitgelegd Gids voor het beginnende fotomodel 5
foto 1: Even pauzeren met Jan Verheyen tussen de opnamen door van “Buitenspel”.
foto 2: Enkele modellen maken kennis met de cameraploeg.
Ook fotoclubs vragen vaak naar modellen. Het volstaat om enkele visitekaartjes achter te laten om al snel enige reactie te krijgen. Als je dan stelt dat je een beginnend model bent, kan je vaak op veel begrip rekenen. En tenslotte zijn er de unieke gelegenheden als de shooting days van BelgiumDigital (http://forum.belgiumdigital.com) . Die worden op regelmatige tijdstippen ingericht, gewoonlijk in erg fotogenieke omgevingen als oude mijnen of fabrieken. Soms zijn er honderd of meer fotografen aanwezig, en tien of twintig modellen zijn geen uitzondering. Je kunt dan al snel merken hoe het allemaal in zijn werk gaat. Gratis en in een echte vriendensfeer.
Gids voor het beginnende fotomodel
6
foto 3: een shooting day van BelgiumDigital in de mijn van Waterschei
Al deze bronnen kunnen voor een sneeuwbaleffect zorgen. Hoe meer mensen je leert kennen, hoe meer je zult gevraagd worden. Maar het belangrijkst is dat je het wereldje leert kennen, vriendschappen sluit en jezelf de knepen van het vak eigen maakt. Reken er niet op dat je als startend model zal betaald worden. Je moet immers nog ervaring opdoen. Zie het als een leerschool. Daarom bestaat er een bepaalde formule die veel wordt gebruikt: de TFP of TFCD.
2.1.1 Poseren op TFP- of TFCD-basis TFP staat voor “Time for Photographs” en TFCD voor “Time for CDs”. Het is de bedoeling dat het model haar tijd ter beschikking stelt in ruil voor een keuze uit de gemaakte foto’s. Op die wijze kan ze op korte tijd een grote verzameling foto’s aanleggen, die de basis kunnen vormen voor een portfolio. De betaling geschiedt dan bij wijze van spreken in foto’s. En nu nagenoeg alle fotomateriaal digitaal is, kan het ook gebeuren dat de fotograaf alle opnamen gewoon op CD aanlevert. Dat is tegenwoordig zelfs de meest gebruikelijke vorm. Spreek van tevoren goed af met de fotograaf wat de overeenkomst precies inhoudt. Sommige fotografen bezorgen àlle gemaakte foto’s (zonder de mislukkingen) anderen geven een beperkt keuzerecht uit de meest geslaagde opnamen, bijvoorbeeld 10 foto’s. Spreek ook duidelijk af over het formaat en de resolutie. Voor het samenstellen van een portfolio is een postkaartformaat van 10 op 15 cm minder geschikt dan een A4 blad. Weinig fotografen zullen de foto’s op A3formaat of groter afleveren. Maar vragen staat vrij, zeker als er een bijzonder geslaagde opname tussen zit. En ten slotte is er de fotokwaliteit. Die hangt niet alleen af van de gebruikte fotoprinter, maar ook van de dichtheid in afdrukpuntjes en het totaal aantal beschikbare beeldpunten. Voor goede printafdrukken zijn 150, 200 of zelfs meer punten per duim gewenst, afhankelijk van het totale aantal beeldpunten of pixels en dus de grootte van de foto. Zeker als de foto moet dienen om je portfolio te vullen, mag je op kwaliteit staan.
Gids voor het beginnende fotomodel
7
Als je de CD zelf wil laten afdrukken, hou er dan rekening mee dat de kwaliteit van afdrukcentrales onderling enorm varieert. Laat ze eerst enkele afdrukken maken en beoordeel die op hun kwaliteit. Geef in geen geval je hele portfolio in handen van één enkele centrale, zonder die eerst te hebben getest. Waarop moet je letten als je de kwaliteit van je foto’s wil beoordelen? Sommige afdrukcentrales knoeien met het formaat van je foto: er worden stukken afgesneden of brede randen wit gelaten. Andere vinden dat ze je foto moeten ‘verfraaien’ en voegen extra contrast toe. Bij nog andere zal je merken dat de kleuren van je foto helemaal niet lijken op wat je op de CD te zien kreeg. Dat heeft te maken met het zogenaamde ‘kleurenprofiel’ dat ze gebruiken. Je speelt het veiligst als ze het standaard rood-groen-blauw profiel (sRGB) gebruiken. Ook is het belangrijk dat je kunt kiezen tussen glans en matte afwerking. Glans heeft voor modelwerk meer cachet, maar de glanskwaliteit durft nogal eens verschillen, zeker bij schuin opvallend licht. En ten slotte is er de houdbaarheid. Sommige foto’s beginnen hun kleur te verliezen als ze een tijdje in fel licht worden geplaatst (in het zonlicht aan de muur, bijvoorbeeld). Bij sommige goedkope papier- en inktsoorten is dat al na enige uren. Als de fotograaf zélf de foto’s afdrukt of je hebt een eigen fotoprinter, dan zijn er ook een paar zaken waarop je moet letten. Om te beginnen is zelf afdrukken veel duurder dan een fotocentrale gebruiken. Maar vaak ligt de bereikte kwaliteit veel hoger. Een goede digitale fotograaf heeft zijn materiaal gekalibreerd, wat wil zeggen dat de kleuren van zijn beeldscherm en zijn printer op elkaar zijn afgestemd. Je krijgt dan heel kleurechte foto’s. De hoogste kwaliteit krijg je wanneer er pigmenten in plaats van drukinkt worden gebruikt. Het is duurder, maar de houdbaarheid van je foto’s is dan ook veel langer, omdat pigmenten niet verbleken. Zulke foto’s worden 70 tot zelfs 200 jaar gegarandeerd op kleurvastheid. En ten slotte leveren de duurdere printers naast een glanslaagje ook nog een vernislaagje, dat de foto beschermt tegen water en vlekken. Je krijgt waar je voor betaalt. En je portfolio moet toch nog lang meegaan?
Gids voor het beginnende fotomodel
8
2.2 De portfolio Een portfolio (je herkent er het woord portefeuille in) is een map met opnamen van het betrokken model. Ze kan dit gebruiken om aan een opdrachtgever of modellenbureau te laten zien welke soort opdrachten ze al heeft gehad en welk soort werk haar het best ligt. Daarom is het belangrijk dat een portfolio voldoende foto’s bevat om een goed beeld van de kwaliteiten van het model te geven. Het belang van een gevarieerde portfolio kan niet genoeg benadrukt worden: buiten- en binnenopnamen, portretten, bikinishoots, feestkleding, kleur- en zwartwitopnamen, hoe meer afwisseling, hoe liever. Alleen maar snapshots van het verjaardagsfeestje van tante Evelien zijn écht niet voldoende. Dat maakt dan ook dat een goede portfolio niet goedkoop is, zowel door de vele werkuren als de kwaliteit van het materiaal. Voor een composietalbum (een oudere benaming voor portfolio) van hoge kwaliteit betaal je al snel zo’n 2500 €. En dat is een extra reden om zélf je portfolio aan te leggen via TFP-opdrachten. Op sommige websites vind je aanbiedingen om een portfolio te laten maken. Over het algemeen is dit niet aan te raden: het is duur en in de gemaakte opnamen zit weinig variatie. Vaak is het ook bandwerk zonder veel originaliteit. En slechts zelden zijn er buitenopnamen voorzien. Dat is dus sterk te mijden. Je krijgt dan steeds weer dezelfde opnamen in dezelfde poses en in dezelfde studiosetting. En je portfolio wordt er dan een van 13 in een dozijn. Dat wil je toch niet? Zorg er dus voor dat je creatieve en originele ideeën hebt en werk die samen met je fotograaf uit. Sprankelende en vernieuwende opnamen, die de opdrachtgever versteld doen staan, dàt moet je hebben. Hoe meer het model op TFP-basis werkt, hoe sneller ze voldoende foto’s bijeensprokkelt om goedkoop een portfolio te maken. Reken op een zestal maanden hard werken om een degelijke portfolio bij elkaar te krijgen, en dan nog op voorwaarde dat alle opnamen van een zeer behoorlijke kwaliteit zijn. Want uiteindelijk is het op de portfolio dat je wordt afgerekend. Er zit een flink stukje psychologie achter. De foto’s moeten de opdrachtgever zó aanspreken, dat hij meteen dat model wil engageren, in de hoop even goede foto’s te kunnen maken.
2.2.1 Wat maakt een goede portfoliofoto? Regel 1: zorg voor variatie. Gooi alle dubbels eruit, zelfs de foto’s waarop je dezelfde outfit draagt. Elke foto moet zoveel mogelijk verschillen van alle andere. Regel 2: wees kritisch en verwijder meteen de opnamen die niet zo perfect zijn. Wie is er geïnteresseerd in een foto waarop je juist met je ogen knippert of waar de arm van een ander model voor je gezicht zwaait? Zelfs al staat je hondje er zo schattig op. Regel 3: let op kwaliteit. Wazige en bewogen foto’s mogen geen kans krijgen. Zorg dat minstens je ogen (het belangrijkste op een foto) gestoken scherp zijn.
Gids voor het beginnende fotomodel
9
De meeste problemen met portfolio’s die ik onder ogen kreeg, hadden te maken met onscherpte. Maar ook te donkere of te lichte foto’s, of opnamen die verknoeid zijn door een onjuiste kleurenweergave heb ik teveel gezien. Regel 4: de compositie is belangrijk. Hiermee bedoelen we de manier waarop de verschillende elementen in een opname geplaatst zijn en met elkaar samenwerken. Vermijd foto’s waarop je (teveel) pal in het midden staat. Zorg dat er niet teveel lege vlakken zijn en hou de foto ‘in balans’. Dat wil zeggen dat er een evenwichtige verdeling is tussen de elementen, dus bijvoorbeeld niet alles op een hoop op de linkerzijde en niets op de rechterkant; tenzij je daar een effect mee nastreeft. Regel 5: zorg voor een interessante omgeving. De context maakt een foto interessant. Zitten in een fauteuil levert zelden knallend vuurwerk op. Zoek de natuur op, gebruik voorwerpen eens op een originele wijze, kom met iets nieuws af. En vooral: zie dat je veel afwisseling gebruikt. Vooral in een studio kan er heel veel effect bereikt worden met een andere backdrop, nieuwe props of een ander type belichting.
Hoeveel foto’s moeten er in een portfolio? Ook hier bestaat een eenvoudig regeltje: minder dan je denkt nodig te hebben en meer dan je toont. Een goede portfolio is dynamisch. Je kunt er steeds foto’s uit wegnemen of eraan toevoegen. Het loont dus om meer foto’s te hebben, zodat je regelmatig de inhoud van je portfolio kan aanpassen. Op die manier kan je een selectie maken uit de foto’s die voor een bepaalde opdracht het meest in aanmerking komen. De meeste portfolio’s tellen tussen de 20 en de 40 foto’s. Als je het album te zwaar maakt, heb je kans dat niet alle foto’s worden bekeken, want tijd is geld. Als er te weinig foto’s inzitten geeft dat de indruk dat je nog niet veel materiaal hebt, en dus weinig ervaring. Zorg er dus voor dat de portfolio bestaat uit verwisselbare bladen. Je kunt dan je album samenstellen naar gelang de wensen van de opdrachtgever. Als je weet dat je voor een glamoursessie gaat, hebben allleen je foto’s met de wintercollectie minder zin… Tegelijk moet je ook voor een evenwicht zorgen, dus zoveel mogelijk facetten van jezelf tonen, in zoveel mogelijk verschillende omstandigheden. Wat er ook bij hoort: een zorgvuldig bijgehouden lijst van alle fotografen waar je al hebt mee gewerkt, evenementen waaraan je deelnam en bijzondere verwezenlijkingen. Zorg dat die lijst steeds recent is: een opsomming van vijf jaar geleden maakt echt geen indruk meer.
Gids voor het beginnende fotomodel
10
foto 4: klassiek headshot voor een portfolio, gesigneerd
Signeren of niet? De meeste fotografen staan erop hun naam of logo op de foto te plaatsen, meestal ingewerkt in een randje of kader. Dat is geen slechte zaak, want op die manier vertelt je portfolio ook iets over de fotografen waarmee je hebt gewerkt. En van een bekende fotograaf straalt ook iets op het model af. Dus geef de fotograaf ruim de tijd om de foto af te werken. Alleen ongeduldige modellen kiezen ervoor om meteen de onafgewerkte foto’s mee te nemen. Een goede fotograaf zal dit weigeren. En ten slotte vinden we in de portfolio vaak ook nog een modellenblad. Meer daarover later. Gids voor het beginnende fotomodel
11
2.3 En daarna? Een portfolio is te duur om zomaar uit handen te geven. En dus moet je zorgen voor een goede kopie. Tegenwoordig wordt dat meestal op CD gedaan. Die kost nauwelijks een halve euro en kan toch al het materiaal van je hele album bevatten. Ook hier is het van belang de uitvoering van de CD goed te verzorgen, bijvoorbeeld door een diashow in te bouwen. Er zijn heel wat eenvoudige programma’s op de markt die dit verzorgen. Enkele zijn zelfs gratis, zoals More Minishow of AlbumDIY. Wil je meer toeters en bellen, dan kan je geld uitgeven aan Nero, de programma’s van Magix of bijvoorbeeld Proshow Gold. Het kost iets, maar je krijgt dan ook veel meer mogelijkheden. En zo’n show kan ook op een tv worden afgespeeld. Ben je verliefd op jezelf, dan kan je ook je foto’s als screensaver gebruiken! Het internet biedt hier veel uitkomst. Het is immers de bedoeling zoveel mogelijk mensen met je foto’s in contact te brengen. Een eigen website is ideaal en niet duur (gewoonlijk gratis als je al een provider hebt), maar je kan je foto’s ook opslaan bij een zogenaamde fotoserver. Vaak is dit gratis of erg goedkoop en bijna allemaal hebben ze een gratis proefperiode, soms tot één jaar lang. Gratis zijn o.a. http://www.phoice.com en http://www.pictureparking.com. Betalende sites zijn http://www.pixagogo.com en http://www.photobucket.com. Ook Telenet biedt nu een plaats om je foto’s te parkeren, zodat iedereen ze kan zien. Ze hebben een gratis en een betalende versie. Deze laatste heeft een onbeperkte opslagcapaciteit. Als je meer wil weten, kijk dan maar op: http://foto.telenet.be/Photos/Albums/features.aspx?p=uploadphotos Ook Skynet doet hieraan mee, met zijn dienst Omninet en geeft je hiervoor 50 GB gratis. Als je een beetje rondkijkt vind je er nog veel meer… Natuurlijk kan je ook een fotoalbum op je eigen website plaatsen, in plaats van schijfruimte te huren. Dan ben je helemaal je eigen baas over de foto’s. Hiervoor gebruik je bijvoorbeeld het gratis programma JAlbum (http://www.jalbum.net) of het goedkope en veelzijdige IdImager (http://www.idimager.com). Dit laatste programma biedt de meeste mogelijkheden en is heel gemakkelijk in het gebruik. Het is jammer dat we het hier moeten neerschrijven, maar foto’s worden soms ‘gestolen’. Ineens duikt je foto dan op bij een modellenagentschap van mindere faam. Die hebben ze dan gewoon van je website geplukt om hun eigen site wat meer aanzien te geven. Het spreekt vanzelf dat dit illegaal is. Best waarschuw je dan de fotograaf, en die kan stappen nemen om zijn eigendom te beschermen, meestal via een auteursrechtenorganisatie als SOFAM. Voor de misbruiker zit er een stevige rekening in.
Gids voor het beginnende fotomodel
12
Je kunt dit voorkomen door op elke foto een watermerk te plaatsen. Dat is een tekst die de foto voor ander gebruik waardeloos maakt, bijvoorbeeld met je naam of die van de fotograaf. De tekst is zwak uitgevoerd om niet te erg te storen, maar toch opvallend genoeg om het voor anderen niet interessant te maken je eigendom te stelen.
foto 5: foto met watermerk
En natuurlijk heeft elk model haar eigen visitekaartjes, mét afbeelding. Je weet immers nooit of je iemand tegenkomt die meer informatie wil. En het staat professioneel als je dan meteen alle gegevens kan verstrekken, zonder te moeten zoeken achter een pen of – erger – een afgescheurd stukje papier. Als je een goede printer hebt, kan je die kaartjes zélf maken. Wees creatief! Maar wil je het helemaal goed hebben, zorg dan voor een eigen website! Misschien heb je wel vrienden die er voor jou een willen in elkaar steken. Als je wil weten hoe zoiets er kan uitzien, kijk dan maar eens op de site van een bekend model als Kate Watts (www.kate-watts.be)
Gids voor het beginnende fotomodel
13
En een eigen website komt gewoonlijk ook met eigen mailboxen. En dat staat toch heeft wat professioneler dan een hotmail of msn-adres. Houdt het hierbij op? Nee toch! Je kunt je ook nog als model laten registreren op specifieke modellensites. Bekendste zijn het Belgische photograaf.be (www.photograaf.be/home.php) en het Nederlandse dutchheaven (www.dutchheaven.nl) waar we ook enige Vlaamse modellen vinden, of de site van modellenstart (www.modellenstart.be) en fotobord (www.fotobord.be). Er bestaat ook zoiets als vakliteratuur! In de eerste plaats Engelstalige fotobladen als Vogue, Vanity Fair en Cosmopolitan. In de gewone dagbladhandel zal je ze vaak niet vinden, dus je moet wat rondkijken. Ook het Franse Photo bevat vaak modellenstudies van hoge kwaliteit. Er zijn televisiezenders die zich uitsluitend met modellen en fotografie bezighouden. Denk maar aan Fashion TV, dat ook hier tegen betaling te ontvangen is. Het is de bedoeling dat je leert uit voorbeelden, zonder ze te imiteren. Dus niet slaafs navolgen, maar proberen tot een eigen stijl te komen.
Gids voor het beginnende fotomodel
14
2.4 Een opleiding is nooit voltooid. In de wereld van de fotografen en de modellen evolueert alles heel vlug. Nieuwe technieken komen in de plaats van vorige en wie wil poseren heeft de plicht minstens een oppervlakkige kennis te hebben van de technologie die gebruikt wordt. Natuurlijk moet een model geen volleerde fotograaf zijn, maar enige kennis van het materiaal is toch belangrijk. Hoe werken studioflitsers, wat zijn modelleerlichten, waarom geeft een groothoeklens vertekening als je op een korte afstand staat? … Daarom is het nuttig dat ook een model een woordje kan meespreken over fotografie. Een matige telelens (70-100mm) is zeer geschikt voor portretten, een extreme groothoeklens gewoonlijk niet. Maar dat betekent dat je iets moet weten over brandpuntafstanden, over scherptediepte en de afstand tot de lens. Het kan dus helpen als je al eens een boek over fotografie in de hand neemt. Aan de fotograaf moet je doorgaans tijdens een sessie weinig vragen: hij heeft het te druk met zich te concentreren op beeld, belichting, scherpte en effecten. Ook enige kennis van de PC kan nuttig zijn, bijvoorbeeld als je achteraf zélf je foto’s wil bewerken. De meeste professionele fotografen werken trouwens met een laptop bij de opnamen, zodat ze het resultaat meteen op het computerscherm kunnen zien. De computer en de digitale camera zijn voor elkaar gemaakt. Maar de belangrijkste kennis blijft die over jezelf. Daarom dat we daar een apart hoofdstuk aan zullen wijden.
Gids voor het beginnende fotomodel
15
3. De tweede stap Met talent en ervaring achter de hand, en de nodige opleiding, ben je klaar om de volgende stap te zetten. Enkele modellen werken freelance: ze zijn hun eigen baas en bepalen zélf waar en wanneer ze werken. Anderen vinden dit niet voldoende, en schrijven zich in bij een of meerdere agentschappen (“model agencies”). Het werken met een agentschap heeft voor- en nadelen. Niet alle agentschappen zijn even betrouwbaar en sommige zijn er vooral op uit het model eerder geld afhandig te maken dan het te laten verdienen. De verkoop van dure cursussen en portfolio’s, hoge inschrijvingsgelden en ‘onkosten’ bieden niet altijd waar voor hun geld. Maar ook de betere agentschappen zijn geen liefdadigheidswerken. In ruil voor hun bemiddeling vragen ze vaak een – soms hoog – percentage van je verdiensten. Anderzijds bieden ze vaak een redelijke werkzekerheid en soms ook een wettelijke basis. Dit laatste is zeer belangrijk, omdat ze je hiermee een hoop werk uit handen nemen. Het is dus zeer belangrijk je vooraf zeer goed te laten informeren, te vragen naar referenties en eventueel met andere modellen in het agentschap te praten over de voor- en nadelen. Soms kan je vragen over agentschappen stellen op een modellenforum. In enkele gevallen vraagt een agentschap de exclusiviteit. Dat wil zeggen dat je alleen bij hen mag ingeschreven zijn. Dit komt echter steeds minder voor. De betere agentschappen zullen je alleen accepteren als je ook een bewijs van kwaliteit kan leveren. Dat zijn ze aan hun opdrachtgevers verplicht. Minder betrouwbare firma’s nemen echter iedereen aan die hun geld kan opbrengen. Als je jezelf gaat aanbieden bij een agentschap of fotograaf, denk er dan aan dat je maar één gelegenheid krijgt om een eerste indruk te maken. Dus niet alleen ervoor zorgen dat je goed voorkomt, maar ook dat je volledig bent geïnformeerd. Neem je portfolio mee (je gaat toch niet zeggen dat je hem thuis vergeten bent?) en zorg dat je precies kunt vertellen voor wie je al gewerkt hebt. En natuurlijk kom je op tijd. Die eerste indruk krijg jij natuurlijk ook. Hoeveel mensen werken er voor het agentschap? Hoelang bestaan ze al? Hoeveel modellen hebben ze ingeschreven? Wat zijn hun referenties? Nu is het de tijd om vragen te stellen. Dus informeer je meteen ook naar hun voorwaarden en vraagt een typecontract ter inzage, zodat je dat thuis even hebt kunnen bekijken. Teken niets voordat je precies weet waaraan je begint. Vraag desnoods nog even bedenktijd. En laat je niet verleiden om je handtekening te zetten onder een overeenkomst om een shoot te doen bij het agentschap, tegen betaling. Zij moeten jou betalen, niet omgekeerd.
Gids voor het beginnende fotomodel
16
Pas vooral op met agentschappen die je gouden bergen beloven of, erger nog, die melden dat ‘ervaring niet vereist’ is. Op het internet schieten ze als paddenstoelen uit de grond, maar de enige die eraan verdient zijn de mensen van het agentschap zélf, op kosten van het model. Verwar agentschappen niet met opleidingsinstituten of sommige modellenbureaus. Die grens is soms moeilijk te trekken, maar doorgaans werken agentschappen met modellen die ervaren zijn. Het is natuurlijk de bedoeling dat een agentschap je geld opbrengt. Als ze je laten betalen moet je al direct voorzichtig worden. Pas ten slotte ook op voor sommige éénmansagentschappen, die minder eerbare bedoelingen hebben. Sommige daarvan fungeren als dekmantel voor een dubieuze seksindustrie. In het algemeen hebben de betere agentschappen een naam en faam voor zichzelf opgebouwd, en ze bieden dan ook de beste waarborgen. Ook bij opleidingen bestaan er nogal wat twijfelachtige instituten. Wees vooral voorzichtig als men je portfolio afwijst om onduidelijke redenen en stelt dat die moet gemaakt worden door ‘hun’ fotografen. Want dat betekent alleen maar dat ze je bijkomende kosten willen aanrekenen voor een portfolio die mogelijk benedenmaats is. En als je twijfelt kan je nog altijd bijkomende informatie vragen op een van de modellenforums op de websites die we hierboven vernoemden. Daar kan je van andere modellen horen welke ervaring ze met bepaalde opleidingen of agentschappen hebben opgedaan. Maar lopen we nu niet een beetje vooruit op de feiten? Natuurlijk! Eerst en vooral moeten we leren wat er allemaal bij een opname komt kijken. Een daarover gaat het volgende hoofdstuk.
Gids voor het beginnende fotomodel
17
4. Het perfecte model. Hier kunnen we kort over zijn: het perfecte model bestaat niet. Maar met de hulp van de reeks richtlijnen die hieronder volgen, komen we al een heel eind verder.
4.1. Ken jezelf! Het heeft geen enkele zin jezelf complexen aan te kweken over je lichaam. Als je bijvoorbeeld klein van gestalte bent, kan dat ook een pluspunt zijn. In de autoindustrie vraagt men bijvoorbeeld liefst kleinere modellen, omdat het interieur van de auto dan groter toont. Aan mannequins stelt men andere eisen dan aan fotomodellen! Denk er ook aan dat in de natuur niets perfect symmetrisch is (aan alle zijden gelijk): aan een boom zijn geen twee blaadjes hetzelfde. En dit geldt ook voor het menselijk lichaam. Het is dus heel normaal als de ene borst wat kleiner is dan de andere, of dat de ene gelaatshelft wat gevulder is dan de andere. Elk model leert al snel welke haar ‘voordelige’ zijde is, en anders zal men haar dat wel snel duidelijk maken. Dat kan te maken hebben met lichaamssymmetrie, met de haarsnit, met kleine gebreken of houdingsafwijkingen. Een belangrijke plaats nemen hier de lichaamskenmerken in. Maar zelfkennis gaat veel verder dan dat. Sommige modellen weten bijvoorbeeld dat ze irritabel of ongenietbaar zijn vlak voor hun maandstonden. In dat geval bewijs je de fotograaf geen dienst om een lange en eisende sessie te plannen op dergelijke momenten. Ben je ‘betrouwbaar’? Daarmee bedoelen we dat de fotograaf op je moet kunnen rekenen. Een model dat niet komt opdagen op een belangrijke afspraak mag haar carrière wel vergeten. En als je regelmatig “ziek” wordt, haal je jezelf uit de markt. Het kan verleidelijk zijn ’s morgens in bed te blijven liggen en even te bellen dat je belet bent. Doe dat twee keer en je bent uitgeteld. Want in jouw plaats staan er honderd anderen te wachten. Je mag niet vergeten dat de fotograaf investeert in tijd, planning en moeite en daarbij nog kosten maakt ook. En de assistent en de visagist rekenen eveneens op je aanwezigheid. Bovendien moeten ze dan nog snel naar een ander model uitkijken, wat in de praktijk vaak niet zal lukken. Niemand kan zich dat permitteren. Het heeft te maken met twee persoonlijkheidskenmerken. Het eerste is je verantwoordelijkheden opnemen. Als je een verbintenis bent aangegaan, moet je die ook nakomen. En ten tweede is er de ambitie, de wil om hogerop te komen. Als je er niets voor over hebt, zal je het nooit ver schoppen. Als je hier geen zelfdiscipline hebt, mag je het wel vergeten. Maar er zijn nog enkele andere vereisten.
Gids voor het beginnende fotomodel
18
4.1.1 Persoonlijkheid van het model Van een model wordt veel verwacht. Soms teveel. Maar er is een reeks persoonlijkheidskenmerken die ieder model zou moeten bezitten. Zo zijn er in de eerste plaats de contactuele vaardigheden. Ben je vlot sociaal? Leg je gemakkelijk nieuwe contacten? Heb je een vlotte babbel en ben je snel op je gemak in onbekende situaties? Dan heb je al een streepje voor op de anderen. Ook belangrijk is flexibiliteit, het vermogen om je soepel aan te passen als de vereisten veranderen. Onregelmatige werkuren, wisselende fotografen, plotse improvisatie, hals over kop vertrekken naar het buitenland, het moet allemaal kunnen. Openstaan voor nieuwe ervaringen is een belangrijke vereiste. Een model dat alleen wil werken van 19 tot 20 uur bij haar thuis zal hoogstens wat foto’s van haar vriendje in haar portfolio hebben en zonder opdrachten zitten. Wat psychologisch inzicht is nooit weg. Begrijp je wat de fotograaf wil? Kan je met hem meedenken, je in zijn denkwereld verplaatsen? Ben je stressbestendig en vooral, kan je geduld opbrengen? Geduld hebben is van heel groot belang. Het grootste deel van de werktijd van een model bestaat niet uit poseren, maar uit wachten. Wachten terwijl de fotograaf zijn apparatuur bijstelt, wachten tot je aan de beurt bent, wachten terwijl de eerste resultaten worden bekeken, … Maar geduldig zijn betekent ook dat je in staat bent je impulsen te bedwingen. Dus niet na elke foto gaan kijken wat het geworden is. Dat vraagt om enige mate van zelfcontrole, net zoals het onderdrukken van de neiging om bij de minste aanleiding te gaan giechelen. Bij professionele modellen zal je dit nooit aantreffen. En dan is er ook nog de noodzaak aan zelfdiscipline. Wees streng voor jezelf. Kom op tijd, ook als dat betekent dat je vroeg moet opstaan. Hou je voeding in de gaten en weersta aan de verleiding van teveel snoepen. Ga niet nachtbraken als je de dag daarna een belangrijke shoot hebt. Sommige van deze vaardigheden kan je leren, met andere word je geboren. Niemand is volmaakt. Maar je kan minstens proberen je persoonlijkheid zoveel mogelijk te doen aansluiten bij dit psychologisch profiel. Persoonlijkheid is wat je er zelf van maakt. Dat is iets anders dan karakter, want dat krijg je bij de geboorte mee. En dan is er ook nog temperament, je ‘vinnigheid’. Of om het te vergelijken met een auto: karakter is de blauwdruk, het plan. Temperament is de kracht van de motor en persoonlijkheid zijn de accessoires die je erop zet: chroom, sportvelgen, kleur of andere verfraaiing. En daarvoor kies je zelf. Of je een aangename persoonlijkheid hebt, bepaal je alleen, ook al zit je karakter tegen.
Gids voor het beginnende fotomodel
19
4.1.2. Fysieke vereisten Op het eerste gezicht zou je het niet vermoeden, maar poseren is zware fysieke arbeid. Je moet lang rechtstaan en geconcentreerd blijven, en dat soms in ongemakkelijke houdingen. Een goede gezondheid is dan ook voornaam. Zo kan een lage bloeddruk een tegenaanwijzing vormen, wegens het risico op bewusteloos vallen bij een langdurige sessie. Dus is een stevige conditie is een eerste vereiste. Een model dat zich uithongert om er slank uit te zien, is verkeerd bezig, want al snel zal ze niet meer de nodige energie kunnen opbrengen om een volledige fotosessie door te maken. Glucosetabletjes kunnen je overigens door een dode periode heen helpen. Ze geven snel energie en een beetje extra uithoudingsvermogen. Frisse lucht, zonlicht, gezonde voeding en voldoende slaap, gekoppeld aan beweging geven je de voorwaarden om in shape te blijven. Niet voor niets gaan vele modellen naar de fitness of doen ze onder begeleiding aan conditietraining. We hadden het al over stressbestendigheid. Maar stress heeft ook een lichamelijke component: spierpijn, hoofdpijn, maag- en darmklachten. Blijven die aanhouden, zoek dan een dokter of psycholoog op. En probeer van medicatie af te blijven als er niet een dwingende medische noodzaak voor bestaat. Het innemen van medicijnen maakt afhankelijk, heeft nevenwerkingen en kan zelfs verslaving in de hand werken. En nog meer geldt dit voor het gebruik van drugs, hoe onschuldig ze er ook uitzien. In het professionele modellenwereldje wordt soms naar pepmiddelen gegrepen om de stress het hoofd te bieden. Iedereen zal je vertellen dat dit de slechtst mogelijke remedie is. Er bestaan vele tientallen manieren om aan stress te weerstaan: van relaxatietechnieken tot sport. Als je onder druk komt, raadpleeg een deskundige en zoek samen welke methode of techniek voor jou het meest geschikt is.
Gids voor het beginnende fotomodel
20
4.1.3 Wat is een fotomodel niet? Er is niets op tegen om tegelijk hostess, model en mannequin of actrice te zijn. Toch zijn de vereisten voor elk van deze beroepen volkomen verschillend. Bij elk wordt een redelijk voorkomen verwacht. Maar bij mannequins zal men eerder de voorkeur geven aan slanke, rijzige gestalten die zich zeer gracieus en soepel op de catwalk kunnen bewegen. Alle lichaamsmaten spelen hier een grote rol, en die moeten binnen een kleine variatiebreedte worden gehouden. Dus is bijvoorbeeld lengte van belang, maar ook en voornamelijk présence. “Présence” is een term die moeilijk te omschrijven is. Het gaat hem vooral om de manier waarop je jezelf (en je kleding, natuurlijk) aan de wereld presenteert, om de zelfbewuste, beetje hautaine houding die je jezelf aanmeet, om je lichaam te gebruiken om een maximaal effect te scoren. Wat présence is voor een mannequin, is glamour voor een model. Een bijzonder soort uitstraling, met pit en frisheid, die fascineert en de aandacht vasthoudt. Soms wordt glamour verward met sex appeal, maar het gaat om twee zeer verscheiden zaken. Een hostess presenteert informatie en niet haar lichamelijke verschijning. Ze moet dus kennis van zaken hebben en over uitgebreide talenkennis beschikken. De klemtoon ligt hier op het beeld dat ze geeft over de firma die ze vertegenwoordigt en niet dat van haarzelf. Er is een wijdverbreid misverstand over de status van fotomodel. Voor sommigen zijn ze ongenaakbaar en veel te hoog gemikt om als partner te hebben. Je moet dan wel een buitengewoon soort man zijn om een vrouwelijk fotomodel aan de haak te kunnen slaan. Merkwaardig genoeg bestaat ook het omgekeerde denkbeeld, dat fotomodellen gemakkelijk te versieren zijn. Het spreekt vanzelf dat beide opvattingen mis zijn, maar vooroordelen hebben soms een sterk bestaan. Een fotomodel dat expressief is, met andere woorden veelsoortige emoties met haar lichaam of gezicht kan uitdrukken, heeft meer kans om veel gevraagd te worden. Toch is dit meer het terrein van de actrice. Wie is nu het meest succesvolle fotomodel? Ongetwijfeld de persoon die de allure en présence van een mannequin weet te koppelen aan de glamoureuze uitstraling van het model, met de informatiecapaciteit en public relationsgevoel van de hostess en de expressieve vaardigheden van de actrice. Merk op dat we het niet noodzakelijk hebben over lichamelijke schoonheid. Kijk eens naar de topmodellen: zij verenigen al deze kenmerken in zich.
Gids voor het beginnende fotomodel
21
4.2 De lichaamskenmerken Hieronder rekenen we natuurlijk op de eerste plaats de maten van het model. Die zijn vaak belangrijker dan men zou denken. En soms worden er enkele vergeten. In enkele gevallen kan zelfs de huidtint belangrijk zijn. Na een tijdje beseffen vele modellen bijvoorbeeld dat ze veel voordeliger ‘presenteren’ als hun bleke huidtint tegen een donkere of gekleurde backdrop wordt gefotografeerd. Donkerder tinten zijn dan vaak weer beter uit met een lichte achtergrond. Daarom dat het nodig is alle gegevens over het model samen te vatten op een modelblad. Het is belangrijk dat je dit modelblad regelmatig aanvult en bijwerkt.
4.2.1 Het modelblad Op een modelblad vinden we eerst de personalia: de identificatiegegevens van het model, als naam en voornaam, de modelnaam, geboortedatum, adres en telefoon/gsm. Dan volgen de lichaamsmaten: lengte en gewicht, borst-, heupen- en tailleomvang, en de kledingmaten. Daarop volgen de specifieke lichaamskenmerken als haarkleur en kleur van de ogen. Een modelblad vermeldt ook eventuele littekens, opvallende moeder- of wijnvlekken en piercings of tatoeages. Als laatste vermeldt een modelblad de beschikbaarheid van het model (bijvoorbeeld: alleen in de weekends), of er eigen vervoer is, en de opgedane ervaring, met eventuele referenties. Ten slotte staat daar ook nog de gewenste vergoeding, met de verplaatsingskosten al dan niet inbegrepen, en de voorkeuren van het model, zoals reclame, mode, … Er is een verschil tussen bereikbaarheid en beschikbaarheid. Een model dat je nooit kan bereiken, bijvoorbeeld omdat de telefoon niet wordt opgenomen of de e-mail niet wordt beantwoord, zal al snel geen opdrachten meer krijgen. En hetzelfde gebeurt natuurlijk ook als het model nooit beschikbaar is. Het is de regel dat het model zich best aanpast aan de uren van de fotograaf en niet omgekeerd: er zijn meer modellen dan modelfotografen en de tijd van een fotograaf is veel duurder. Zodra er een lichaamskenmerk wijzigt (een piercing bijvoorbeeld) dient dit op het modelblad te worden aangevuld. Maar ook veranderingen in de lichaamsmaten moeten worden vastgelegd. Stel je maar eens voor dat je met kleding moet werken die niet past, omdat je maten intussen zijn veranderd! In de bijlagen achteraan is er een voorbeeld van een modelblad opgenomen.
Gids voor het beginnende fotomodel
22
4.2.2 Bijzondere lichaamskenmerken: piercings en tatoeages Bij dit laatste willen we even stilstaan. Vele fotografen zijn er niet van gediend dat een model blijvende lichaamsverminkingen vertoont. Als je een opvallende aangezichtspiercing hebt, loop je zelfs kans zonder enige betaling terug naar huis te worden gestuurd. Hetzelfde voor tatoeages en tribals. Wil je met alle geweld een lichaamsversiering, zorg er dan voor dat die kan verwijderd worden zonder enig spoor na te laten. Modeverschijnselen kunnen zich hier tegen je keren. De enige uitzondering is natuurlijk wanneer het juist om die bijzondere kenmerken te doen is. Bij een gothic shoot bijvoorbeeld.
foto 6: bij gothica worden piercings en tatoeages wél getolereerd Gids voor het beginnende fotomodel
23
Aan een moedervlek heeft niemand schuld, maar als je de dag voor een belangrijke shoot uren in de zon hebt gelegen en er uitziet als een gekookte kreeft, dan mag de fotograaf zich terecht opwinden. Niet alleen omdat de sessie dan niet kan doorgaan, maar ook omdat hij meestal op die korte termijn geen ander model kan reserveren. Het komen opdraven met een piercing, tatoeage of litteken dat niet op het modelblad staat ingeschreven, is voor de fotograaf een voldoende reden om je zonder vergoeding door te sturen. Zorg er voor dat je modelblad steeds in orde is!
4.2.3. Je profiel (letterlijk) Hiermee bedoelen we hoe je jezelf weet over te brengen. Ieder model heeft wel een deel van haar lichaam waar ze minder over te spreken is. Dan is het nuttig dat je dit wat kan toedekken. Een groot litteken op de linkerarm vraagt op opnamen van de rechterzijde, om wat langere mouwen of een tijdelijk bedekkende crème. Een vooruitstekende kin kunnen we met juiste visagie minder nadruk geven, en natuurlijk gaan we ons hoofd dan niet teveel naar achter leggen. Een grotere neus vraagt om driekwart profiel en geen silhouet. Voor oren en neus geldt overigens: geen inkijk – niemand is geïnteresseerd in de inhoud van je neusgaten. Draai je hoofd dus wat omlaag als de fotograaf op de grond gaat liggen om je in kikvorsperspectief te fotograferen. Je zou er van versteld staan hoeveel je met een juiste houding kan corrigeren. En denk maar niet dat al die perfecte supermodellen in het dagelijkse leven even perfect zijn. Ook zij hebben last van puistjes, van een rode en gezwollen neus bij een verkoudheid en van kippenvel als het in de studio nog niet warm genoeg is.
Gids voor het beginnende fotomodel
24
4.3 Persoonlijke hygiëne Een wat delicaat onderwerp, maar we mogen het niet uit de weg gaan. Ik heb modellen gezien met vuile vingernagels, met ongewassen haar en besmeurde kleding. Geen enkel professioneel model kan zich dit veroorloven. Bij shoots op buitenlocaties kan er echter van alles mislopen en de kans dat een model zich vuilmaakt, is reëel. Tot de vaste bagage van elk model behoren dus reinigingsdoekjes, waarmee ze de meeste problemen wel de baas kan. Gebruik in een studio nooit sterk parfum. Onder de hitte van de studiolampen gaat dit in een kleine ruimte vaak reukhinder geven. Een goede deodorant is daarentegen onontbeerlijk. Besteed er tijd en geld aan om een goede uit te kiezen. Transpiratievlekken zijn niet alleen heel hinderlijk, ze zijn ook moeilijk weg te retoucheren. Lichaamsgeur is onvergeeflijk. Soms merk je het zelf niet, maar als je signalen krijgt moet je er dringend iets aan doen. Water en zeep zijn nog altijd de betere remedie. En nu we het er over hebben: ook okselbeharing is natuurlijk uit den boze. En elk model zorgt er natuurlijk voor dat ze haar bikinilijn bijhoudt. Haar mag alleen maar gezien worden op plaatsen waar het gewenst is. Een goede estheticienne kan hier raad geven. Oppassen met sommige ontharingscrèmes die irritatie kunnen geven: de rode vlekken maken dan een bikinishoot onmogelijk. Laserontharing is duur, maar geeft goede resultaten als het door een expert wordt toegepast. En anders rest nog de klassieke methode met schuim en scheermes. Vele modellen zweren bij Gilette Mach 3. Dat de stoppels na een dag al terugkomen, nemen ze er bij. Bij maandstonden: tampons en geen maandverband, tenzij er uitdrukkelijke (bijvoorbeeld medische) redenen zijn om ze niet te gebruiken. Sommige modellen gebruiken speciale kleine sponsjes, hoewel dit wat in onbruik raakt. Als er aan de studio geen kleed- of make-upruimte is verbonden, is de fotograaf zijn geld niet waard. Ook een badkamer en toiletten dienen zich in de onmiddellijke nabijheid te bevinden.
4.3.1 Voeding Het mag raar klinken, maar ook onze voeding maakt deel uit van de hygiëne. Veel zuiver water drinken zorgt voor de verwijdering van afvalstoffen en is ideaal voor een gave huid. Anderhalve liter per dag is geen luxe. Vetrijke en suikerrijke voeding zijn uit den boze: McDonalds, veel snoepen en een goed figuur gaan niet samen. Over het gebruik van kauwgom of snoep kunnen we kort zijn: nooit tijdens een fotosessie. Ik heb het al meegemaakt dat een fotograaf zich achteraf mocht gaan bezighouden met het retoucheren van een foto omdat té duidelijk te zien was wat het model achter haar kiezen had. Soms loopt een sessie over meerdere uren en wordt er tussendoor wat gegeten. Het is mijn ervaring dat een zware maaltijd tussendoor niet écht bevorderlijk is Gids voor het beginnende fotomodel
25
voor de kwaliteit van het geleverde werk dat daarna nog komt. En zeker niet als er nog een paar glazen bier of wijn bij komen kijken. Dan kan je beter na afloop (samen?) iets gaan eten. En totaal onontbeerlijk is de tandenborstel. Als je dan toch zo nodig iets wil eten tussendoor, zorg er dan ook voor dat je tanden gepoetst worden. Je mag er niet aan denken dat er etensresten tussen de tanden zichtbaar zijn. Ook dat heb ik al meegemaakt.
4.3.2 Slaap Niet voor niets wordt er gesproken over een schoonheidsslaap. Voor een model is acht uur onafgebroken slaap een noodzaak. De wallen onder je ogen na een nachtje uit, verdwijnen niet na een hazenslaapje. Kom enkele malen onuitgerust op een fotoshoot, en je zult merken dat je niet meer gevraagd wordt: aan een gapend en geeuwend model heeft een fotograaf niets! Hou er ook rekening mee dat een mens ongeveer anderhalf uur nodig heeft om na het opstaan zijn eerste activiteitspiek te bereiken. Als je pas uit je bed komt, zullen de anderen dit merken.
Gids voor het beginnende fotomodel
26
4.4 Omgaan met lichamelijkheid Modellen leren met hun lichaam vaak anders omgaan dan andere mensen. Ze kennen en verzorgen het beter, en proberen het zo voordelig mogelijk voor te stellen. Doordat ze zich veel moeten omkleden, meestal in elkaars gezelschap, gaan ze vaak anders om met naaktheid. Dat wil niet zeggen dat er geen grenzen moeten gesteld worden. De kleedruimte van de modellen dient steeds gescheiden te zijn van de studio en is bij voorkeur afsluitbaar. De aanwezigheid van de fotograaf is daar ongewenst (tenzij het juist het onderwerp van de opnamen is, natuurlijk). Het is ook zeer belangrijk dat het model haar eigen grenzen vastlegt. Noch de fotograaf, noch de opdrachtgever kunnen bijvoorbeeld een model verplichten naakt te poseren als ze dit niet wil. Daarom dat het belangrijk is dat een model aandachtig een contract doorneemt voordat ze het tekent en eventuele passages laat schrappen als die ingaan tegen haar principes. Op het modelblad wordt gewoonlijk aangegeven welk soort werk het model wel of niet wil doen. Maar er zijn nog andere aspecten aan die lichamelijkheid. Als blijkt dat een model twintig kilogram meer weegt dan op haar modelblad staat aangegeven, heeft ze weinig verweer als ze wordt doorgestuurd. Er wordt dus van haar verwacht dat ze haar eigen biometrische gegevens aandachtig bijhoudt en haar modelfiche aanpast als het nodig is. We hebben het daar al eerder over gehad.
Gids voor het beginnende fotomodel
27
5. Het poseren. Zoals we verder zullen zien is poseren een zeer actieve bezigheid. Niet alleen is er het geconcentreerd luisteren naar de instructies van de fotograaf, maar er is ook de doorlopende controle. Valt de kleding in de juiste plooien? Steken er geen etiketjes uit? Krijg ik in deze houding geen dubbele buik? Zitten de bandjes van de jurk wel recht? En vallen er geen lelijke schaduwen waar ze niet moeten zijn? De fotograaf kan niet op alles letten, en het is de bedoeling dat een model ook voor zichzelf nakijkt of alles in orde is. De reden hiertoe is zeer simpel: het wegwerken van een uitstekend kledingetiketje kost één seconde, maar voor de fotograaf betekent het achteraf tien minuten retoucheerwerk. Dat is zeshonderd maal zoveel tijd, en de tijd van de fotograaf is duurder dan die van het model. Daarom ook dat professionele modellen zoveel meer betaald worden. Niet omdat ze mooier zijn, maar omdat ze dit soort fouten niet maken, en de fotograaf dus veel tijd besparen. En ook al omdat ze dadelijk begrijpen wat de fotograaf van hen verwacht. Met een duurder model doet de fotograaf uiteindelijk zijn voordeel! Ook weet een gevorderd model dat ze niet meer moet bewegen als de piep van de scherpstelling van het fototoestel heeft geklonken. En een professioneel model zal ook niet vragen of ze eens naar het resultaat mag kijken tijdens de sessie (een duidelijke fout van vele beginners). Toch kan ze een beetje meegluren, want de meeste studiofotografen werken met een computer. Elke foto die door de camera gemaakt wordt, gaat naar een laptop en komt vergroot op het scherm. De fotograaf ziet dan meteen wat het resultaat is en waar er nog problemen zijn met het haar, de belichting, een valse schaduw… En soms staat de computer zo opgesteld dat het model kan meekijken. Niet elke fotograaf apprecieert dit. Want hou er rekening mee: de fotograaf is de baas. Hoe beter het model de wensen van de baas weet in te schatten, hoe beter ze is. Het is een beetje zoals de dirigent en zijn orkest. Maar zonder het orkest kan ook de beste dirigent geen muziek maken!
5.1 Wat is poseren? Het woord poseren komt van het Latijn ‘ponere’, wat ‘neerzetten’ betekent. Ook de woorden pose en positie zijn ervan afgeleid. Een model wordt dus ‘neergezet’. En dat vormt het grootste verschil tussen studiofotografie en bijvoorbeeld reportagewerk. Gewoonlijk probeert een fotograaf de werkelijkheid vast te leggen zoals ze zich aan hem voordoet. Maar bij modelfotografie maakt de fotograaf de werkelijkheid zelf: hij schept een beeld, hij verfraait het, kiest voor een belichting en scherpstelling, plooit het model naar zijn wensen… het is geen beeld naar de natuur, maar een beeld zoals de fotograaf wil dat het door de mensen wordt gezien. Het hangt dan ook van de fotograaf af hoe dit beeld wordt weergegeven. Sommige fotografen houden van realistische beelden: elke rimpel, elk litteken wordt onbarmhartig getoond. Anderen willen een perfect beeld oproepen en ze zorgen ervoor dat elke onvolmaaktheid uit de foto wordt gehouden. Gids voor het beginnende fotomodel
28
foto 7: voorbeeld van een licht geïdealiseerd model
De meningen hierover zijn verdeeld. Persoonlijk ben ik er voorstander van om een model op zijn of haar voordeligst te tonen en ik zal dan ook schoonheidsfoutjes gewillig wegwerken. Sommige fotografen vinden dit kunstmatig, en kiezen er zelfs voor ruis en vertekening in het beeld aan te brengen. Of de beelden worden met opzet te donker of onscherp afgedrukt om een sfeer te scheppen. Het helpt dus als je vooraf weet hoe de fotograaf denkt en werkt. De beste manier om dit te weten te komen is te vragen naar zijn werk. Bekijk zijn foto’s en let erop hoe hij zijn modellen afbeeldt. Uit zijn werk leer je hem kennen.
Gids voor het beginnende fotomodel
29
Natuurlijk vraagt elk onderwerp om zijn eigen aanpak: een verweerde zeemanskop mag doorploegd en doortekend zijn, maar bij een baby leg je de nadruk op zachtheid en dromerigheid. Het kan interessant zijn vooraf met de fotograaf te overleggen welke stijl hij gaat gebruiken. Een foto in high key vraagt een heel andere benadering dan een low key opname.
foto 8: een verwerking in high key
Gids voor het beginnende fotomodel
30
foto 9: zelfde model, zelfde pose, ditmaal in low key Zal er worden geretoucheerd? Is er ruisonderdrukking achteraf? Dit is een moment waarop het model haar eigen wensen en vragen kan stellen. Ook kan ze vragen dat er wordt rekening gehouden met details die ze liever niet wil tonen, koortsblaasjes bijvoorbeeld.
Gids voor het beginnende fotomodel
31
5.2 De voorbereiding We hebben het al eens gezegd: zorg ervoor dat je uitgeslapen op de fotosessie verschijnt. Kom ook op tijd, want de voorbereidingen nemen ook een hele tijd in beslag. Terwijl het model bij de visagist zit of zich omkleedt, kan de fotograaf zijn materiaal nakijken en testen. Wie te laat komt, zal merken dat hij of zij niet veel meer gevraagd wordt, want tijd is zeer kostbaar in de fotografiewereld. Als je van kleding moet wisselen, hou er dan vooral rekening mee geen spannende onderkleding te dragen. Niets is zo ergerlijk als striemen van elastieken of bh-bandjes als er een bikinishoot moet plaatsvinden. Die striemen blijven enkele uren bestaan, dus neem je voorzorgen. Ga niet naar een fotoshoot, als je je niet lekker voelt. Ten eerste kan dit op de foto’s merkbaar zijn, maar ten tweede doen de omstandigheden (studiolampen, langdurig staan, …) er niet veel voor om je situatie te verbeteren. En verder ga je geneigd zijn meer te denken aan je toestand dan aan de sessie, wat ook niet interessant is voor de fotograaf. Dit kan in tegenspraak lijken met wat we eerder opmerkten over afwezigheid op de set. Sommige modellen vallen nog liever bewusteloos op de vloer dan dat ze afwezig blijven. Anderen gebruiken ziekte als uitvlucht voor het minste. De twee gevallen zijn uitersten die we liever niet zien voorkomen,. Probeer een middenweg te bewandelen: bel af als je werkelijk ziek bent met objectieve verschijnselen (diarree, koorts, braken,…) maar verschuil je niet achter akkefietjes. Nog een zeer belangrijk punt: toiletbezoek. Stel je voor: er wordt bijna twee uur aan een model gewerkt met grimage en barokkleding, kompleet met hoepelrok en alle toebehoren. Op het moment dat het model klaar is, zegt ze doodleuk dat ze dringend een plasje moet plegen. Weg kleding, weg grime. Als ik zoiets meemaak, moet ik wel even slikken. Dus heel duidelijk: een toiletbezoek vóór elke fotosessie is verplicht! Wacht, ik herhaal het even: aan elke studiosessie gaat een toiletbezoek vooraf. Ik zou het nog een derde keer zeggen, maar dit zal nu wel volstaan. Als je lipgloss op hebt, drink dan niet uit een glas, maar gebruik een rietje. Het bespaart de visagiste de moeite om je lippen telkens opnieuw te doen. En ten slotte, ga naar de opnamen om je te amuseren. Op het moment dat je het als een karwei gaat opvatten, had je er al mee moeten stoppen. De meeste sessies gaan door in een zeer ontspannen sfeer. Geniet ervan.
5.2.1 Over vergezeld poseren Wie voor het eerst bij een onbekende fotograaf gaat poseren, laat zich soms vergezellen door een vriend of familielid. Op zich is daar helemaal niets tegen, het is zelfs aan te raden, maar het schept toch enkele problemen. Daarom willen we er hier even aandacht aan geven. Professionele fotografen staan niet makkelijk toe dat onbevoegden op de studiovloer komen. De reden ligt voor de hand: de studio staat vol peperdure spullen en de ruimte is gewoonlijk eerder beperkt. Overal liggen kabels. Een ongeval is snel gebeurd en de kosten lopen dan hoog op. Gids voor het beginnende fotomodel
32
Bovendien hebben vergezellende personen vaak de neiging de concentratie van de fotograaf te verstoren. Ze maken opmerkingen, bemoeien zich met het verloop van de sessie of staan gewoon – soms letterlijk – in de weg. Het beste dat de fotograaf dan kan doen is ze in een aanpalende kamer te zetten met wat lectuur, ze tv laten kijken of zich op een andere manier laten bezighouden. Het kan ook anders: als er geen assistent is en hij niet in de weg loopt, kan de vergezellende persoon worden ingeschakeld bij de sessie. Hij kan een reflector vasthouden, lampen richten, het model observeren, … Op die manier leert iedereen er iets bij en alles wordt een stuk aangenamer. Er is dus voor en tegen. Persoonlijk heb ik geen enkel bezwaar tegen extra aanwezigheid, maar ze krijgen wél duidelijke instructies over wat kan en mag. En vooral, waar ze moeten afblijven en niet mogen staan. Maar evenzeer heb ik begrip voor fotografen die een vergezellende vader in de kleedkamer neerplanten met wat fototijdschriften of hem de koffie laten maken. Sommige fotografen verdragen absoluut geen pottenkijkers, ook geen collega’s. Zelfs als ze in andermans studio staan, hebben ze liever niet dat er iemand over hun schouder meekijkt. Vaak heeft dat te maken met hun manier van werken, of het voor zich houden van hun trucjes en werkwijze. Ook daar moet je begrip voor kunnen opbrengen. De wetenschap dat een vergezellende persoon in een aangrenzende kamer zit, is voor de meeste modellen al geruststellend genoeg.
Gids voor het beginnende fotomodel
33
5.3 Het poseren zelf Ervaren modellen weten doorgaans welke poses de fotograaf van hen verlangt. Als fotograaf en model zélf niet erg ervaren zijn, kan dit leiden tot onzekerheid. Daarom de volgende vuistregeltjes:
5.3.1 Ontspanning: Ontspan je lichaam zoveel mogelijk. Hou je handen in een natuurlijke pose. Een ontspannen hand is lichtjes gebogen (de buigspieren zijn sterker dan de strekspieren). Span je spieren zo weinig mogelijk. Ook het hoofd lichtjes zijwaarts gebogen houden kan een ontspannen effect geven. Gebruik slechts één steunvak, in plaats van beide voeten stevig op de grond te planten. Steun op één been, en hou het andere lichtjes gebogen.
5.3.2 Houding: Beginnende modellen weten vaak niet welke houding ze moeten aannemen. Meestal betekent dit dat ze met hun handen geen blijf weten. Haak de duimen in je broeksband, leg een hand op je achterste of in je zij, maak een gebaar of hou een prop vast (hierover straks meer). Probeer de armen en benen zo dicht mogelijk bij het lichaam te houden, tenzij het anders wordt gevraagd. Molenwieken is zelden esthetisch, maar de fotograaf krijgt achteraf ook last met het formaat van zijn foto’s. Neem geen gekunstelde poses aan. Je mag denken dat dit ‘gevorderd’ staat, maar vaak betekent een torsie (draaiing) van het lichaam alleen maar dat je er een paar lelijke huidplooien bij krijgt. Een natuurlijke houding is het best. Als je wat meer ervaring hebt, is er nog tijd voor experimenten genoeg. Wapen je ook tegen een ‘slappe’ houding. Oefen desnoods een paar uurtjes voor de spiegel. Afgezakte schouders, vleugelstand (uitstekende schouderbladen), een hangbuikje… geven een lamlendig beeld dat weinig dynamiek uitstraalt. Hou er rekening mee dat de meeste fotostudio’s niet heel ruim bemeten zijn. Als de camera slechts op een viertal meter staat en met een groothoeklens werkt, is de kans op vervorming groot als je een ledemaat dicht naar de camera draait. Een voet kan dan plots vele malen groter worden dan je hoofd. Hetzelfde geldt ook voor de belichting. Een arm die wordt uitgestrekt naar een studiolamp, kan makkelijk overbelicht worden. De meeste fotografen zullen hier natuurlijk rekening mee houden. Voor beginners is portretfotografie ideaal, omdat de ruimte waarin gewerkt wordt eerder begrensd is. Er komt minder poseren bij kijken. Eens de belichting optimaal is ingesteld, volgt de rest vanzelf. Je moet dan alleen nog op je gelaatsuitdrukking letten.
Gids voor het beginnende fotomodel
34
5.3.3 Expressie: Lachen: Er was een tijd dat er op elke foto moest gelachen worden. Daarvan is men gelukkig afgestapt: het heeft ons honderdduizenden mislukte foto’s met krampachtig vertrokken monden opgeleverd. Een lichte glimlach, gewoon om aan te tonen dat het model zich goed voelt, is ruimschoots voldoende. Of alleen maar het ontspannen van de gelaatstrekken. Echtheid en spontaneïteit hebben het gewonnen van de kunstmatigheid. Gevoelens: In de plaats daarvan komt nu ook ruimte om andere gevoelens zichtbaar te maken: woede, angst, verwondering, overpeinzing… het kan allemaal. Niet elk model beschikt echter over zoveel uitdrukkingsvermogen. En dan is de stelling: beter jezelf blijven dan onecht te doen. Een tweede regel: als het echt nodig is, dan kan je gaan oefenen, maar let op voor overacting. Een kleine gevoelstoon scoort vaak beter dan breed uitgemeten gevoelens. En modellen zijn meestal geen acteurs. Bovendien zit de camera er bovenop, wat bij het toneel veel minder het geval is. Voor wie echt een acting model wil worden, zijn er opleidingen dramatische kunsten weggelegd in de meeste conservatoria. Het kan een interessante combinatie zijn. Nog even over lachen en giechelen. Vele beginnende – vooral vrouwelijke - modellen verschuilen hun nervositeit achter giechellachjes. Dit moeten ze zo snel mogelijk leren onder controle te krijgen, want het is zeker geen teken van professionaliteit.
5.3.4 Originaliteit: Niet alle modellen zijn even los en informeel. Vooral bij het eerste poseren, kan het er soms wat houterig aan toegaan. Beginners houden zich dan ook best aan ‘klassieke’ poses. Op het internet kan je websites raadplegen die je helpen met het aannemen van verschillende houdingen die goed overkomen. Dat neemt niet weg dat er een groot verschil bestaat tussen statisch en dynamisch poseren. In het eerste geval komt het model nauwelijks van de grond los en blijft rechtop staan. Bij dynamisch poseren zit er ‘schwung’ en beweging in de pose: van hoofdschudden tot springen, van een doorgezette draai tot benen in de lucht, er is steeds iets dat activiteit suggereert. Een windmachine die beweging in de haren brengt kan bijvoorbeeld van een statische pose een dynamische maken.
Gids voor het beginnende fotomodel
35
foto 10: aanbrengen van wat dynamiek in een pose door de windmachine.
Bij een dynamische pose wordt er steeds een beweging, een kracht gesuggereerd. En dat hoeft niet steeds de beweging van de wind te zijn. Een vallend voorwerp, een dansend duo, de rook van een kanonschot… er zijn vele manieren om beweging aan te tonen. Een dergelijke foto is bijna steeds pakkend, omdat er ‘schwung’ in zit. Je voelt je als het ware door de beweging meegenomen. Modellen doen er dan ook goed aan te proberen hun opnamen wat extra punch mee te geven.
Gids voor het beginnende fotomodel
36
foto 11: dit is écht wel een dynamisch pose
Sommige modellen hebben het ‘in hun bloed’ en de meeste van hun houdingen stralen dynamiek uit. Statische poses gaan snel vervelen omdat ze allemaal op elkaar lijken. Probeer ze dus te vermijden. En als je niet creatief genoeg bent om zelf iets te verzinnen, kijk dan eens hoe andere modellen het doen, bijvoorbeeld op een shooting day. Misschien brengt het je op ideeën.
Gids voor het beginnende fotomodel
37
5.3.5 Het observatiemoment Het maken van een opname gaat in verschillende stappen. Tijdens de voorbereiding maakt het model zich op en kijkt de fotograaf zijn materiaal na. Daar kan makkelijk een half uur mee gemoeid zijn: laptop opstarten, kabels verbinden, lampen afstellen, batterijen nakijken, proefbelichting maken… Als hij belichting en scherpte onder controle heeft, kan de opname beginnen. Dan komt eerst het observatiemoment. Heeft het model de juiste houding? Staat ze op de juiste afstand? Hoe ziet ze eruit? Liggen de haren goed, zit de kleding zonder plooien, steken er geen etiketjes uit? Hoe zit het met gedraaide bandjes van de bh, met kettinkjes, met armbanden? Hoe vallen de schaduwen en hoe zit de lichtverdeling? Al die zaken en nog veel meer worden in enkele seconden nagegaan. Het lijkt onbelangrijk, maar niets is meer storend dan een halsketting waar de sluiting plots vooraan blijkt te zitten. Of een armbandje in de verkeerde kleur. Of haren die ineens onbedoeld voor de ogen hangen. Na het observatiemoment maakt de fotograaf de opname. En onmiddellijk daarna doet hij een controle. Hij bekijkt het histogram van de opname, dat is een grafiek die de lichtverdeling voor rood, groen en blauw nagaat. Daarop kan hij zien of de belichting perfect was of nog moet worden aangepast. Vaak zal hij daarna ook nog even het beeld op het grotere computerscherm bekijken om ook de details te zien. En zo nodig worden er correcties aangebracht en de opname overgedaan. Het observatiemoment is dus zeer belangrijk: het onderscheidt de betere van de minder goede fotograaf.
5.3.6 Props Het woord is afgeleid van het Engelse property (eigendom) en betekent hier zoveel als rekwisiet of theaterattribuut. Prop betekent ook steun, en dat is het eigenlijk ook wel. Met props brengen we wat kleur en leven in het poseren. Elk toebehoren, elke aanvulling bij het poseren kan als een prop worden beschouwd: een hoed, een paraplu, een gekleurde bal maar ook een sluier, een masker, een geweer… kunnen dienst doen als prop. [masker als prop]: foto Het gevaar bestaat erin dat props een eigen leven gaan leiden. Die éne hoed is dan op alle opnamen te zien. Of het model denkt dat ze zonder die sluier niet meer kan poseren. Een prop is nooit een vervangmiddel voor originaliteit of creativiteit. En de beste props zijn gewoonlijk degene die er op het laatste moment in een ingeving zijn bijgehaald: de make-upset, een spiegel, een koffertje… En je hoeft het niet ver te gaan zoeken: zelfs een studiolamp kan als attribuut worden aangewend. Props hebben ook een psychologische functie. Onzekere modellen hebben het wat makkelijker als ze achter een sluier of masker kunnen schuilen. Tegelijk geeft het hen iets om te doen, om vast te houden, om met hun handen blijf te weten.
Gids voor het beginnende fotomodel
38
Foto 12: Omgeving, zwaard, naalden, vleugels en kleding werden hier als prop gebruikt
Op oude foto’s zien we nog wel eens de klassieke props: een stenen zuil, waartegen geleund werd, een boek in de hand, en de pijp waarmee de succesvolle schrijver steevast werd afgebeeld. Die clichés heeft men gelukkig intussen verlaten. Maar vergelijk een eerste communiefoto van 50 jaar geleden met een hedendaagse, en iedereen begrijpt wat ik bedoel. Pluchen dieren worden ook nogal eens als prop gebruikt. Maar wie kinderfoto’s wil maken neemt best iets dat recht uit de belevingswereld van het kind zelf stamt. Ook hier geen onnatuurlijk bijeengezochte toestanden. En in vele gevallen kan de kleding zelf als prop gebruikt worden, gewoon door ze een ander uitzicht of gebruik te geven. De beste props liggen overal. Laat je blik gewoon door de kamer gaan en je zal merken hoe simpel het is om een prop te adopteren: een vaasje, een kussen, een staande klok, … Niet het attribuut is belangrijk, maar de manier waarop je ermee omgaat en welke nieuwe functie je eraan geeft: een kussen op je hoofd, komen piepen achter de staande klok, je ogen achter een stukje krant. Niet de prop doet het hem, maar de fantasievolle manier waarmee je ermee omgaat. Gids voor het beginnende fotomodel
39
foto 13: maskers, grimage en kleding, een mooie combinatie In een zekere zin is ook de omgeving een rekwisiet. Het model dat poseert in een dure auto, met een vervallen fabriek als achtergrond, of op een boot, gebruikt ook props. Maar in het algemeen worden er de kleine attributen mee bedoeld: een toeter, een schaakspel, … en zelden de werkkamer zelf. En de piano is maar een prop als het model er op gaat zitten. Sommige props werken contraproductief: een grote zonnebril kan de studiolampen weerkaatsen, net zoals grote glitteroorbellen. Hierdoor kunnen delen van de foto overbelicht raken. De fotograaf zal er wel voor zorgen dat het licht er niet recht op valt. Gids voor het beginnende fotomodel
40
En nu we het er toch over hebben: ook de ogen zijn kleine spiegeltjes. De studioflitsers worden er in weerkaatst, de zogenaamde “catchlights”. Als er meerdere lampen worden gebruikt, ziet men soms al die reflecties in de ogen en dat is storend. Een teveel aan catchlight wordt daarom vaak weggeretoucheerd. Omgekeerd: een oog zonder enige lichtpuntje erin is vaak doods. En dat zijn niet de enige glimlichten: een lichtpuntje op de neus, op het voorhoofd, … vaak het teken dat je opnieuw aan poederen toe bent. Door transpiratie gaat de huid glanzen en ook dat geeft ongewenste weerkaatsingen.
5.3.7 Even pauze In de fotostudio vliegt de tijd voorbij. Elk model weet dat. En toch is model staan een vermoeiende bezigheid. Niemand kan uren achter elkaar poseren, zonder dat de kwaliteit achteruit gaat. Daarom is het belangrijk dat er regelmatig een pauze wordt ingelast. Soms gebeurt dit uit noodzaak: lampen moeten worden bijgesteld, een fototoestel vervangen, opnamen op harde schijf vastgelegd. Ontspan je even, strek je armen en benen of werk even je make-up bij. Glimmende neuzen of een voorhoofd dat glanst kunnen snel worden bijgewerkt. Daarnaast zijn er de voorziene pauzes. Om de drie kwartier een kwartier extra, bijvoorbeeld. Normaal worden deze pauzes bij de werkuren van het model gerekend. Toiletbezoek, een kleinigheidje eten, even wat drinken of een babbel slaan met de medewerkers breekt dan even het hoge werkritme. Maak hier geen misbruik van. Tijd is geld voor de fotograaf en hij probeert natuurlijk zoveel mogelijk goede foto’s in een zo klein mogelijke tijdspanne te produceren. Zorg dus dat je snel opnieuw ter beschikking bent als het nodig is. En laat vooral niemand wachten.
Gids voor het beginnende fotomodel
41
5.4 Duoshoots Een vaste regel bij het modelwerk luidt: je kijkt ofwel récht in de camera, ofwel van de camera weg. In het laatste geval moet er een duidelijk blikpunt zijn. Als je recht in het objectief kijkt, is dat confronterend, zelfs wat uitdagend. Het geeft het model dan ook een zelfbewuste indruk. Kies je voor een ander punt, dan moet daar een goede reden voor zijn, anders lijkt het of je geen interesse hebt. Dus vlak naast de camera kijken is er niet bij! Moeilijker wordt het als er een duoshoot wordt gehouden. Er zijn dan twee modellen, die allebei dezelfde bliklijn moeten hebben. Dus ofwel kijken ze allebei in de camera, of naar elkaar, of naar een gemeenschappelijk punt. In de praktijk durft dat al eens tegenvallen, dus er moet hier duidelijk worden afgesproken. Hoe meer modellen, hoe moeilijker het wordt om alles gecoördineerd te laten verlopen. Er is er altijd wel eentje bij die juist haar ogen dichtheeft, moet niezen of haar mond scheeftrekt. Groepsessies vragen niet alleen meer concentratie, maar ook meer afstemming van de bewegingen: een verkeerd geplaatste hand, haren die opwaaien voor het gezicht van een ander model, … elke fotograaf kent het wel. Als grap wordt wel eens gesteld dat bij een groepshoot het aantal problemen toeneemt met het kwadraat van het aantal modellen. Twee modellen geven dan viermaal meer problemen, voor drie modellen is dat negenmaal enz. Ik ben geneigd de man die deze “wet” heeft ontworpen gelijk te geven.
Gids voor het beginnende fotomodel
42
5.5 Naakt poseren of niet? Hier is een zeer eenvoudig antwoord op: doe het niet als je 1) minderjarig bent of 2) je er niet goed bij voelt. Maar naaktheid komt in verschillende vormen Ik heb al portfolio’s gezien van minderjarige meisjes die me bijzonder uitdagend voorkwamen. Ik wil hier geen waardeoordeel over uitspreken, maar in een tijd dat vele meisjes aan de kust topless zonnebaden en waarin de benedenleeftijd voor seksueel verkeer op 16 jaar is gebracht, begint men normen rond naaktheid te herdefiniëren. De foto’s en films (‘Bilitis’) die David Hamilton in de tachtiger jaren uitbracht, gingen over duidelijk minderjarige meisjes totaal naakt gefotografeerd in zijn heel eigen stijl. Maar niet iedereen heeft de faam die hij toen genoot. Thans zwaait de slinger enigszins naar de andere zijde. Alhoewel bedekt of esthetisch naakt doorgaans geen problemen zal geven – zelfs bij minderjarigen – ligt de materie toch gevoelig. Bovendien is het een onderdeel van de fotografie dat zware eisen stelt, zowel aan model als fotograaf. Het subtiele spel van licht en schaduw op de menselijke huid is moeilijker te vatten dan de meesten denken. Bij artistiek naakt wordt de nadruk gelegd op het ethetische, op de zuivere schoonheid van het lichaam. Vaak wordt slechts een gedeelte van het lichaam afgebeeld, al dan niet bedekt. Bij erotisch naakt gaat men verder en wordt de prikkeling belangrijk, maar dit is een gebied dat zeker niet is weggelegd voor beginnende modellen en we zullen er dus niet verder op ingaan. Pas wel op voor fotografen die voorstellen om artistieke opnamen te maken, maar intussen steeds de grenzen verschuiven. Leg van tevoren duidelijk je eigen limieten vast, tot daar en niet verder!
Foto 14: subtiele lichtval over een naakt Gids voor het beginnende fotomodel
43
5.6 Bodypaint Ten slotte nog een woordje over verschillende vormen van Body Art. Hieronder rekent men bijvoorbeeld bodypaint, maar ook andere versieringen van het menselijk lichaam met behulp van decoratiestukken.. Daarmee kan je op het lichaam ware kunstwerken tonen. Maar er zijn enkele zaken die het opletten waard zijn. Laat alleen verf gebruiken die hiervoor speciaal bedoeld is, wateroplosbaar en zonder chemische oplosmiddelen. Ga hier niet mee experimenteren, want met goud- en zilververf die de poriën dichtzetten zijn al ongelukken gebeurd. En werk dus alleen met vakmensen. Zoek iemand die in het circuit zijn waarde al bewezen heeft. Kijk bijvoorbeeld eens op de site van het internationaal festival dat elk jaar in Putte bij Mechelen wordt gehouden: http://www.body-art.be/. Zij kunnen je ook namen en adressen van kunstenaars bezorgen. Zoals je daar kan merken is het helemaal niet nodig dat bodypaint op het volledig naakte lichaam wordt aangebracht. Je kunt dus gerust een slipje aanhouden. Er zijn drie belangrijke werkwijzen: met penseel en spons, met airbrush en met decoratie. De airbrush geeft fraaie effecten maar minder detail dan het penseel. Zelfs in een warme omgeving krijgen de modellen vaak kippenvel door de koude luchtstroom die door de compressor wordt opgewekt. Ben je geïnteresseerd, dan kan je best eerst eens naar een dergelijk evenement gaan kijken. Je weet dan meteen of het iets voor jou is. En meteen krijg je de kans om met enkele van de artiesten te praten. De meesten ervan zijn erg fier op hun werk en geven je graag meer informatie. Je moet er wel aan denken dat het kunstwerk dat op die manier wordt geschapen, zeer vergankelijk is. En dat terwijl de kunstenaar gemiddeld zes uur werk heeft om een creatie te maken. Veel geduld is dus de boodschap. Zorg ook dat je van tevoren weet welke faciliteiten je hebt om achteraf opnieuw toonbaar te worden. Er wordt namelijk niet alleen lichaamsverf gebruikt, maar ook fixerende gels en een soort vernis, naast glitter, nagellak en lippenstift. Dus veel stromend warm water, verschillende shampoos en flink wat tijd zal er nodig zijn om je af te schrobben. Een goede opname van een befaamde bodypainter als Mario Speleman in je portfolio is nooit weg. Hij kaapt regelmatig de grootste prijzen weg. Kijk eens hier: http://bodypaint.free.fr/interviews/int10/Speleman_nl.html
Gids voor het beginnende fotomodel
44
foto 15: Mario Speleman aan het werk op het festival 2006 Natuurlijk is bodypaint niet de enige manier om het lichaam te verfraaien. Over visagie hebben we het verderop. Maar wie kent er de kindergrime niet, of face painting? Grimage is een hoofdstuk apart. Tegenwoordig worden meestal hypo-allergene producten gebruikt, maar als je voor de eerste keer geschminkt wordt is het wel nuttig even te testen. Sommige mensen zijn namelijk overgevoelig voor de producten die gebruikt worden. Daarom even een klein stukje van de huid bewerken. Als er na een uur geen reactie van de huid optreedt (rood worden, jeuken), dan is het in orde en kan je verder werken.
foto 16: face painting
Gids voor het beginnende fotomodel
45
6. De studio. Als het poseren binnenskamers gebeurt, dan gaat dat meestal door in een studio. Daar heeft de fotograaf het meeste comfort en vele mogelijkheden zijn aanwezig. Alles is er onder controle: temperatuur, belichting, lichtverdeling, sluitertijden, … noem maar op. Bij een buitenshoot is een fotograaf meestal minder gelukkig, omdat hij in hoge mate afhankelijk is van omstandigheden die hij niet in handen heeft. Vaak is er dan geen elektriciteit beschikbaar, of het weer zit niet mee – een huwelijk in de regen bijvoorbeeld – of er staan hopen nieuwsgierige mensen toe te kijken. In een studio kan alles perfect worden nagebootst en de werkomstandigheden zijn optimaal. Er zijn essentieel twee soorten studio’s: open en gesloten. Bij een open studio is er gewoonlijk één grote ruimte, die in verschillende zones is verdeeld. De ene zone is voor de opname, de andere wordt gebruikt als kleedruimte, nog een andere is dan bedoeld voor de visagie.
foto 17: een studio, opnamezijde (foto: Nat Deryckere)
Een gesloten studio heeft aparte ruimten voor elk onderdeel. In de studio zelf worden de opnamen gemaakt. Daarnaast zijn er de kleedkamers en de kamers voor make-up en visagie. Ook de computerruimte voor het bewerken en afdrukken van de foto’s, staat vaak apart. Verder heeft elke studio natuurlijk binnen korte afstand een toilet en een badkamer, of toch minstens warm en koud stromend water.
Gids voor het beginnende fotomodel
46
6.1 Inrichting van de studio Oppassen als je de studio binnenkomt! De vloer ligt vol draden en de apparatuur staat over de hele ruimte verspreid. En die apparatuur is niet goedkoop: de inrichting van een studio loopt al snel in de vele tienduizenden euro. Er kan al eens over een draad worden gestruikeld of een statief worden omvergelopen. Het model blijft dan ook het veiligst op de haar toegewezen ruimte.
foto 18: modelruimte met backdrop, reflectiescherm en ventilator
Wat vinden we in een studio? Tegen de muur hangen een of meerdere backdrops of achterwanden. Die bepalen de toon van de foto. Ze zijn snel verwisselbaar, en de fotograaf kan dus van een witte naar een blauwe achtergrond overschakelen in enkele seconden. Vaak zijn die achtergronden van (duur) papier: behandel ze dus met zachtheid. Een vuile, gekreukte of gescheurde achtergrond staat heel slordig. Duurdere achtergronden zijn van textiel of in massa gekleurde plastic. Verder zijn er de studiolampen. Dat zijn ofwel flitsers (“strobes”) of lampen die blijven branden. De laatste zijn goedkoper, maar kunnen veel warmte afgeven. De twee belangrijkste types zijn de umbrella die het licht in een soort reflecterende paraplu weerkaatst, en de softbox, een grote doos met een wit doek voorgespannen. De bedoeling is dat deze lampen door de spreiding en demping een zacht en gelijkmatig verdeeld licht opleveren, zonder schaduwen. De softbox doet dit nog iets beter dan de umbrella en is dan ook net iets meer geschikt voor modelwerk. Dan is er de camera-apparatuur, meestal op een zwaar statief en met aangepaste objectieven. Aan de camera hangt een voeding, vaak een afstandsbesturing, een verbinding met de computer en een synchronisatie voor de flitsers.
Gids voor het beginnende fotomodel
47
Echte studiocamera’s zijn duur. Alleen mensen die er hun brood mee moeten verdienen, kunnen ze betalen, professionals dus. Voor een redelijk complete middenformaatcamera als de Hasselblad H3D leg je al snel honderdduizend euro neer. En soms wordt die in tweevoud gebruikt, met een toestel als backup. Vele fotografen gebruiken dan liever een full format reflextoestel. Dat werkt op het volledige formaat van een kleinbeeld, en met een hoge resolutie. Die toestellen behoren tot het beste wat er in die categorie is te krijgen. Maar ook daarnaast bestaan er zeer goede reflexcamera’s, die uitstekende opnamen leveren. Beoordeel de fotograaf echter niet naar zijn toestel, maar naar de foto’s die hij maakt. Ook op een dure gitaar kan je vals spelen! Maar wat je weinig zal aantreffen zijn fotografen die uitsluitend een compactcamera gebruiken. Die biedt voor echt studiowerk te weinig mogelijkheden, onder andere omdat bijzondere aansluitpunten voor studioflitsers, computer, voeding en afstandbediening ontbreken. Ook voor nadere toepassingen blijkt hij vaak ondermaats (bijvoorbeeld geen verwisselbare lenzen). Let dus op wanneer je iemand die zich beroepsfotograaf noemt, in de studio met een goedkoop prulledingetje ziet afkomen: waarschijnlijk is hij niet wat hij beweert te zijn. Sommigen proberen zelfs met een GSM opnamen te maken. De computer mag niet ontbreken. Gewoonlijk is het een laptop, waarop de gemaakte beelden onmiddellijk te zien zijn, zodat ze kunnen beoordeeld worden. Natuurlijk kan dat op het cameravenster ook, maar dat is véél kleiner en geeft geen goed idee van de uiteindelijke foto. Dan zijn er nog een hele reeks toebehoren: flitsmeters, kleurkaarten, reflectieschermen, opbergruimte voor lenzen en kleurfilters, een reservecamera, statieven, enz, enz, teveel om op te noemen. Voor speciale effecten vind je soms een wind- en een rookmachine. De muren van een studio zijn ofwel zwart (geen weerkaatsingen) ofwel wit of heel lichtgrijs. Nooit gekleurd, want dan kunnen de foto’s de kleur van de wanden overnemen. Niemand wil er groen uitzien omdat de muur van de studio in een graskleurtje is gezet. Verluchting en verwarming zijn twee belangrijke factoren. Dus bij voorkeur een raam dat kan worden opengezet of airconditioning voor de luchtstroom. Een snelle en goed regelbare verwarming is ook nodig. Voor naaktfotografie bijvoorbeeld is 25°C geen te hoge waarde. Bij een venster hoort verder een lichtdicht gordijn, zodat er geen invallend zonlicht kan worden gemengd met het licht van de studiolampen.
Gids voor het beginnende fotomodel
48
6.2 De kleedkamer Elke studio heeft een aparte kleedkamer. Op verplaatsing moet soms geïmproviseerd worden, maar bij een vaste studio is het een must. Het spreekt vanzelf dat de kleedkamer van binnenuit afsluitbaar moet zijn. Ook hier zorgt het model meestal voor haar eigen kleding. Soms verstrekt de opdrachtgever kledingstukken. Bij een lingerieshoot bijvoorbeeld, is dit meestal het geval. Toch kan je in de kleedkamer vaak een ruim assortiment aan kledingstukken vinden. Omdat de maten van een model niet vooraf zijn vastgelegd, vinden we meestal weinig kleding op maat, maar wel bijvoorbeeld grote T-shirts, sjaaltjes, boa’s en sluiers . Vaak ook een kamer- of badjas, die even tussendoor kan worden aangetrokken. Een strijkplank met strijkijzer is handig om even een plooi weg te werken. En de kleerborstel mag niet ontbreken. Met een verstelbare mannequinpop kan je dingen uittesten, maar ze is ook ideaal om de belichting te regelen als het model nog niet aanwezig is. Ook een staande spiegel op volle lengte moet aanwezig zijn, zodat het model zélf kan zien wat het gaat worden. Dat veronderstelt dat er ook voldoende regelbare lichtbronnen zijn. En natuurlijk zijn er ook rekken en kleerhangers of een dressboy. In de kleedkamer vinden we ook vaak de props: hoeden en petten, paraplu’s, maskers, linten, kinderspeelgoed, enz. Slordige modellen zijn een pest. Probeer de kleedruimte achter te laten in de toestand waarin je ze hebt aangetroffen! Soms lijkt het of er in de kleedkamer na een sessie een tsunami is gepasseerd. Reken er niet op dat je opnieuw wordt gevraagd als je niet een minimum aan orde toont. Want opruimen en opkuisen kost ook tijd en dus geld.
Gids voor het beginnende fotomodel
49
6.3 Visagie en make-up Aan sommige studio’s is een visagiste verbonden. In andere gevallen moeten de modellen zélf voor hun make-up zorgen. Best zorg je zelf voor je eigen spullen, want het is niet vanzelfsprekend dat je in de make-up ruimte alles gaat vinden wat je nodig hebt. Huidverzorging is een persoonlijke zaak, en niet alle preparaten zijn voor iedereen geschikt.
foto 19: de make-up hoek in de kleedkamer
Normaal dient de fotograaf dus niet te voorzien in make-upproducten, omdat elk model toch haar eigen materiaal gebruikt. Enkele reserveborstels, ontschminkingswatten en een haardroger komen echter vaak van pas. Onontbeerlijk is een goede verlichting, zeker aan de tafel. Verder heb je natuurlijk een spiegel en enkele handspiegels. Voor retouche heb ik steeds twee reservemake-up sets (sommige modellen zijn vergeetachtig), met borsteltjes en sponsjes. Ook demaquillageproducten, reinigingsdoekjes, papieren zakdoekjes, watjes en papier op rol mogen niet ontbreken. Schmink in allerlei kleuren, lippenstift, fond de teint: het is allemaal voorzien. Maar de eerste bedoeling is wel dat het model haar eigen spullen meebrengt.
Gids voor het beginnende fotomodel
50
Dus is er een minimum bagage die je zélf dient bij te hebben: een goede fond de teint, rouge, een aanbrengborsteltje, mascara en oogschaduw. Daarnaast natuurlijk de lippenstift, nagellak en diverse haarborstels. Tenslotte reinigings- en ontschminkingsdoekjes of watten. Waarom is visagie belangrijk? De fotograaf kan toch achteraf elke foto naar eigen inzicht bijwerken? Wel, er zijn verschillende redenen. Op de eerste plaats dient de visagie om de oneffenheden in de huid weg te werken of te camoufleren, om met behulp van lichte en donkere partijen een andere indruk te geven. Verder kunnen speciale effecten worden opgeroepen die meer bij de sfeer van de opname passen. En zeer belangrijk: een glimmende huid kan worden matter gemaakt, zodat er geen lichtgevende neuzen op de foto komen. Maar een goedgeschoolde schoonheidsspecialiste kan nog veel meer: ze kan creatieve accenten leggen door hier of daar een gedurfd kleurtje te gebruiken, door een speciale haarstijl of extra accessoires aan te brengen. Belangrijk is ook dat de visagiste tussendoor beschikbaar blijft om het model even bij te werken. En doe je het zelf, zorg er dan voor dat je bij de gelaatsverzorging steeds werkt bij een goede belichting, want de flitsers en de haarscherpe lenzen van de fotograaf kennen geen genade: élk detail wordt getoond zonder medelijden. Wat voor de kleedkamer geldt, is ook waar voor de make-upruimte: laat ze netjes achter, zorg ervoor dat er geen spullen rondslingeren en ruim alle doekjes en watjes op. Die vuilbakjes staan er niet voor niets. Als er een visagiste is, praat dan met haar. Ze hebben elk hun eigen stijl, maar vaak kunnen ze je interessante tips geven die je er nóg beter doen uitzien. Léér van hun ervaring. Het kan nog beter. Voor bijzondere shoots worden ook stylisten ingeschakeld. Die zorgen voor gedurfde kapsels, speciale vormgeving of bijvoorbeeld het verwerken van props in het haar. Een hoed op het hoofd wordt dan ineens een kunstwerk. Het werk van een goede visagiste of styliste mag niet onderschat worden. Vaak bepalen zij het verschil tussen een goede foto en een prijswinner! Soms zie je op een foto staat: MUA: gevolgd door een naam. Dat is dan de make-up artist, dus de visagiste. Haar werk wordt zó belangrijk gevonden dat haar naam mee wordt vermeld.
Gids voor het beginnende fotomodel
51
6.4 Andere faciliteiten. Soms kan je na afloop een douche nemen of je toch enigszins opknappen. Ook hier geldt dat je geen misbruik mag maken van de aangeboden mogelijkheden. Wie de badkamer als een ruïne achterlaat zal zelden opnieuw voor een shoot gevraagd worden. Zelfs al is er maar een lavabo met stromend water beschikbaar, dan nog heb je de mogelijkheid om even je tanden te poetsen of je vingernagels te verzorgen. De spullen daarvoor heb je natuurlijk steeds bij.
Gids voor het beginnende fotomodel
52
6.5 Het fotolabo Voor de digitale fotograaf is het labo wat vroeger de donkere kamer was. Hier staan de computers, de fotoprinters, de snijmachines, scanners en al wat nodig is om mooie en grote afdrukken te maken. Modellen worden hier zelden toegelaten. Toch kan het ook voor een model interessant zijn om de beginselen van de digitale beeldverwerking te leren. Je eigen foto’s bewerken is niet alleen fun, maar ook leerzaam. En er bestaan genoeg goedkope, of zelfs gratis softwarepakketten om de eerste stappen te zetten.
foto 20: een stukje van een labo
Misschien kan je eens aan de fotograaf vragen of je mag toekijken als hij zijn opnamen bewerkt. De meeste professionelen werken in RAW, dat is het ruwe, onbewerkte materiaal dat uit de camera komt. Het voordeel hiervan is dat je nagenoeg alles zelf nog kan instellen: contrast, kleurbalans, lichtsterkte, scherpte en nog vele andere aspecten. Dan gaat het bestand naar de convertor, het programma dat de RAW beelden omzet in meer traditionele .jpg files. Die worden dan verder bewerkt, bijgesneden, eventueel omkaderd en van een copyrightnota voorzien. Dan gaat het naar de printer. Het geheel van al die bewerkingen noemt men de workflow. En meestal komen daar verschillende programma’s bij kijken voor het eindresultaat te zien is.
Gids voor het beginnende fotomodel
53
6.6 Buiten de studio We spreken dan over buitenopnamen en je zult er zeker mee te maken krijgen. Zonlicht is niet altijd flatterend, want de contrasten worden meestal veel groter. En vooral bij strijklicht wordt elke oneffenheid van de huid benadrukt. Fotografen zullen dus vermijden te fotograferen bij volle zonlicht of pal op de middag. De voor- of namiddag geeft doorgaans beter licht en is dus meer geschikt. In de studio worden de contrasten verminderd door extra lampen in te schakelen. Bij buitenopnamen doen we dat met reflectieschermen, die licht brengen in de schaduwpartijen, en met invulflitsen, die het tegenlicht compenseren. Maar soms volstaat dat niet. Dan gaan fotografen bij buitenopnamen soms een mini-studio opzetten. Ze werken dan met lampen of flitsers die op batterijen werken of op een stroomgroep. . Het weer kan een flinke spelbreker zijn. En strandopnamen bij 10 graden zijn geen lachertje. Wie zei daar dat het leven van een model altijd over rozen gaat?
foto 21: buitenopnamen maken betekent spelen met zon en wind
Gids voor het beginnende fotomodel
54
7. De fotograaf Modellen en fotografen zijn op elkaar aangewezen. Dat schept een bijzondere band, en vele fotografen werken bij voorkeur met hun lievelingsmodellen. Maar iedereen moet eens beginnen, en dat geldt zowel voor de persoon voor als achter de lens. Hoe weten we nu of we de ideale fotografiepartner hebben gevonden? Het best is natuurlijk meteen open kaart te spelen. Doe je niet voor als een volleerd model als je nog een lange weg hebt te gaan. Ook de beginnende fotograaf moet zijn onzekerheid niet verbergen door te doen alsof hij al jaren ervaring heeft. Zeg beter vanaf het begin dat het allemaal nog nieuw is. Het werkt ontwapenend en voorkomt misverstanden. En als je doet alsof, val je toch snel door de mand. Die beginperiode is voor beiden het belangrijkst, want het is de tijd dat je het meeste leert. Wat het model mist aan ervaring, mist de fotograaf aan materiaal. En dus moeten ze allebei improviseren. Daarbij maak je fouten en dus leer je. En als het meezit ken je ook geweldige meevallers.
7.1 Voorzichtigheid Een model dat voor het eerst gaat poseren bij een voor haar onbekende fotograaf, doet er beter aan wat voorzichtig te zijn. Niet iedereen is even betrouwbaar. De GSM is je vriend. Meldt vooraf aan familie of vrienden waar je bent en hoe lang het zal duren. Als plots de tijd of de locatie verandert, bel je opnieuw. Ook een agentschap heeft graag dat je hen op de hoogte houdt van je sessies. Een fotograaf met minder goede bedoelingen is dan meteen gewaarschuwd. Wees vooral voorzichtig als duidelijk wordt dat fotograferen niet de eerste bedoeling is. Vroeger werden er nogal eens grapjes gemaakt over fotografen zonder film in de camera. Maar een fotograaf die nog geen voorbereidingen heeft gemaakt, zonder werkruimte of plan in zijn hoofd, en met een wergwerpcamera, geef je beter niet meteen je vertrouwen. Neem dus vooraf inlichtingen. Met hoeveel modellen heeft hij al gewerkt? Welk materiaal gebruikt hij? Waar en in welke omstandigheden gaat de shoot door? Zijn er andere mensen bij aanwezig? Een visagiste? Mag een vriend of vriendin meekomen (zeker bij een eerste shoot belangrijk!). Kan je wat van zijn werk bekijken? En als je werkt op TFP-basis, is er dan ook een kans dat je de foto’s echt in handen krijgt? (nogal wat ‘fotografen’ komen hun beloften niet na). Je belangrijkste houvast: heeft hij een website? Staat daar een portfolio op? Zijn die foto’s ook werkelijk door hem vervaardigd? Bevalt zijn stijl je? Vele vragen vinden daar een antwoord. Een fotograaf die niet over het juiste materiaal beschikt of op het laatste moment met heel andere voorstellen afkomt (“de studio is tijdelijk niet beschikbaar …”), moet je met argwaan bekijken. Een betrouwbare fotograaf heeft er zelden bezwaar tegen als er iemand meekomt bij een eerste fotosessie, op voorwaarde dat die zich beperkt tot toekijken en niet in de weg loopt.
Gids voor het beginnende fotomodel
55
7.2 Vertrouwdheid Gelukkig is er ook een keerzijde. Naargelang je de fotograaf beter leert kennen, wordt doorgaans de kwaliteit van je werk steeds beter. Een goede fotograaf zal ook proberen het beste in je naar boven te halen. Niet alleen leer je van elkaar, maar een goede combinatie ontwikkelt ook een eigen stijl. Natuurlijk moet een goed model in vele uiteenlopende omstandigheden kunnen poseren. Maar wat je in de relatie met de ene fotograaf leert, kan je meenemen als ervaring naar een andere (transfer). En elke fotograaf heeft zijn eigen vormgeving en methode – bekijk hun foto’s maar eens. Dus: werken met een vertrouwde fotograaf heeft duidelijke voordelen, maar afwisseling geeft je een ruimere kijk. Al snel ga je als model merken welke fotograaf qua methode en aanpak jou het beste ligt. Ook de persoonlijkheid van de fotograaf speelt een rol. Sommige modellen zweren bij een fotograaf die veel structuur aanbrengt en hen precies vertelt wat ze moeten doen, ook al is hij daarbij wat dominant, terwijl anderen liever hun eigen gang gaan en blij zijn dat de fotograaf hen veel ruimte laat. Dat is wel belangrijk. Vooral beginnende modellen hebben graag dat de fotograaf hen richtlijnen geeft en laat horen wat hij verwacht. Hij geeft dan duidelijke instructies en het is aan de modellen om zich aan de richtlijnen te houden. Naargelang het model meer ervaring krijgt, voelt ze beter aan wat de fotograaf eigenlijk wil, en heeft ze minder uitleg nodig. Haar eigen inbreng wordt dan steeds belangrijker. Ten slotte is en blijft het teamwerk en samenspel. Maar bij belangrijke opdrachten bepaalt de fotograaf het verloop alleen. Hij is immers de laatste verantwoordelijke. Het model is dan de uitvoerder, terwijl de fotograaf regisseert. Bij een student in de fotografie ligt het nog even anders: ook hij heeft immers niet veel ervaring in het werken met modellen en moet nog aan zijn zelfvertrouwen werken. Daarom dat hij dan beter werkt met een model dat al wat ervaring heeft. Hou er rekening mee dat er soms onder hoge druk wordt gewerkt en dat er al eens iets kan mislopen. Niet iedereen reageert hierop even gelijkmoedig. Sommige fotografen verliezen hun geduld, worden kortaf of beginnen te snauwen. Leer hiermee omgaan. Als je dat niet kan, zoek dan een andere fotograaf. Je hebt je gevoel van eigenwaarde, en niemand hoeft je te beledigen of zijn frustraties op jou af te werken.
Gids voor het beginnende fotomodel
56
7.3 Hoe herken je de betere fotograaf? Niet alle professionele fotografen leveren geweldige foto’s en niet alle amateurs zijn knoeiers. Sommige fotografen kunnen met bescheiden middelen zeer goede foto’s maken, terwijl de duurste studiocamera ook mislukte opnamen kan laten zien. Het oog van de fotograaf en zijn technische kennis zijn dus belangrijk. Aan de vruchten herkent men de boom. Kijk dus vooral naar het geleverde werk. Je weet dan meteen of de fotograaf in kwestie bekwaam is, of met ander woorden, of hij in staat is goede foto’s te maken. Natuurlijk is dit niet voldoende. Er is ook zoiets als stijl. Is hij origineel en creatief, of imiteert hij alleen maar andere fotografen? Hebben zijn foto’s net dat ietsje meer, of is het seriewerk? En vooral: ligt zijn stijl je? Een fotograaf die alleen maar sombere en donkere foto’s maakt heeft misschien zijn eigen publiek, maar dat wil nog niet zeggen dat je dat bij jou vindt passen. Dan is er de specialisatie. Natuurfotografie vraagt een heel andere benadering dan bijvoorbeeld een trouwreportage. De meeste fotografen houden zich bij één onderwerp dat hun vertrouwd is. Echte all-round fotografen, van alle markten thuis, zijn zeldzaam. Er is een gezegde dat stelt dat contact belangrijker is dan competentie. Bij een fotograaf gaat dat niet helemaal op, maar het toont wel aan dat het moet ‘klikken’. Als je je niet op je gemak voelt, zal dat geen goed materiaal opleveren. Er moet dus een speciale relatie zijn, een vertrouwensrelatie, maar ook een verstandhouding. En je moet elkaar ‘liggen’. Sommige fotografen maken een opmerking over het feit dat ik doorlopend met mijn modellen praat. Ik vertel hen wat ik van hun uiterlijk vind, wat ik van de opname verwacht, wanneer ik een close-up ga maken, geef een verdiend complimentje of maak hen aan het lachen. Het zorgt voor een gemoedelijke en ontspannen sfeer en de meeste modellen stellen het op prijs. Ze worden actief mee bij de opnamen betrokken en dat waarderen ze wel. Als ik zou merken dat ik beter mijn mond houd omdat het hen stoort, dan zal ik dat wel doen. Dat alles maakt dat modellen vaak een voorkeursfotograaf hebben en andersom. En dat is niet altijd dezelfde! De beste fotograaf is dus degene die voor jou het beste is, die je de beste prestaties laat leveren, je weet te bezielen en wondermooie opnamen maakt. De fotograaf die het beste uit zijn modellen naar boven haalt, is de beste fotograaf.
Gids voor het beginnende fotomodel
57
8. De postproductie Een belangrijk aspect van de digitale fotografie is het feit dat het eindresultaat gemakkelijk te bewerken, aan te passen of te verbeteren is. Maar dit schept enkele problemen. Zo kan een model niet akkoord zijn met het gebruik dat uiteindelijk van haar foto’s wordt gemaakt, doordat ze een heel andere bestemming krijgen. Het is dus nodig dat hier heel duidelijke afspraken worden gemaakt. Een ander aspect is dat van de retouches. Met fotobewerkingssoftware is het zeer goed mogelijk rimpeltjes, vlekjes en onzuiverheden weg te werken. Sommige modellen zijn hier zeer van gediend, anderen vinden het maar niets. Het gaat nog verder: met programma’s als Neat Image of Noise Ninja is het zelfs mogelijk modellen grondig te verjongen, een perfecte huid te geven en alle onvolmaaktheden uit de weg te ruimen. De verschillen zijn vaak spectaculair. Maar als deze methode overdreven wordt, dan beginnen de modellen op plastic poppen te lijken.
foto 22 en23: voor en na postprocessing. Zoek de verschillen.
Als de fotograaf zélf zijn foto’s afdrukt – meestal op een betere fotoprinter, dan heeft hij vaak de keuze tussen meerdere formaten en papiersoorten. Ook hier kan hij het eindresultaat sterk beïnvloeden. Een foto die genomen is met een lage resolutie kan moeilijk worden afgedrukt op posterformaat. Ook de instellingen van het stuurapparaat van de printer (driver) en de gebruikte software bepalen het eindresultaat. Tenzij er een professioneel fotolabo wordt gebruikt, zijn de zélf afgedrukte foto’s vaker van een betere kwaliteit dan die van een gewone afdrukcentrale komen. Een minder geslaagde foto kan immers direct opnieuw worden afgedrukt met andere instellingen. Gids voor het beginnende fotomodel
58
En ten slotte: zelfs de beste software kan een totaal mislukte foto niet redden. Binnen bepaalde grenzen kan een foto wel verscherpt worden, maar een echt onscherpe foto krijg je niet zuiver. Er zijn twee belangrijke soorten onscherpte: een lensonscherpte (verkeerde afstand, verkeerde lens) of bewegingsonscherpte. Dit laatste betekent dat de camera of het model teveel heeft bewogen tijdens de opname. Aangezien de fotograaf gewoonlijk met een statief werkt, ligt de schuld hier meestal bij het model. Vele fotografen kondigen dan ook aan wanneer ze de foto gaan maken, bijvoorbeeld door af te tellen: drie, twee, een, klik. In andere gevallen vertelt een pieptoon in de camera dat is scherpgesteld, en dat de opname gaat volgen. Het model weet dat ze dan even moet stilstaan. Of juist springen, naargelang de bedoeling, natuurlijk. Overbelichte foto’s herken je aan zogenaamde ‘uitgebrande’ delen. Een wit truitje wordt dan bijvoorbeeld helemaal wit, zonder details. Dergelijke foto’s zijn in de postproductie niet of nauwelijks te redden. Onderbelichte (te donkere) foto’s kunnen vaak nog toonbaar gemaakt worden, als er nog voldoende informatie in de schaduwpartijen zit. Er is ook het probleem van de contrasten. De camera kan moeilijk heel lichte en heel donkere partijen tegelijk juist belichten. Een model in het zwart tegen een witte achtergrond vraagt om problemen of een héél nauwkeurige uitlichting. Hier bewijst de fotograaf zijn kunnen.
Gids voor het beginnende fotomodel
59
9. Wettelijke beschikkingen 9.1 Zelfstandig of in dienst? Zolang je als model gratis of tegen TFP werkt, zijn er weinig problemen. Maar als je ernstig geld gaat verdienen zijn er wel een paar hindernissen te nemen. Een ervan heeft te maken met het statuut waaronder je werkt. Wil je volledig zelfstandig gaan werken in hoofdberoep, dan moet je een ondernemingsnummer aanvragen dat je krijgt na inschrijving bij de kruispuntbank. Dit brengt een verdere reeks verplichtingen mee in verband met BTW-plicht en sociale wetten. Verder heb je dan een reeks boekhoudkundige verplichtingen. Al deze rompslomp maakt dat slechts weinige modellen werken op zelfstandige basis. Sommige modellen hebben een boekhouder of manager, die deze zaken voor hen regelt. Zélf de BTW-verrekening bijhouden laat je beter over aan iemand die de weg kent. Het grote voordeel is natuurlijk dat alle kosten aftrekbaar zijn: reisonkosten (het gebruik van de auto bijvoorbeeld), kleding – meestal tot een bepaald plafond – en make-up artikelen, eten op verplaatsing, tot zelfs de telefoonrekening en de kapper toe. De fiscus accepteert dat een fotomodel meer geld moet spenderen aan haar contacten en haar uiterlijk en zal hier zelden problemen over maken als je niet overdrijft. Toch komt het er op neer dat modelleren in hoofdberoep alleen aantrekkelijk is als je dit een zeer riant inkomen oplevert. Het brengt veel extra werk en kosten mee en na een tijd zou je tot het besluit kunnen komen dat het de moeite niet loont. De meeste modellen werken daarom in een soort dienstverband, doordat ze zijn ingeschreven bij een agentschap. Dat neemt dan het grootste gedeelte van de sociale zekerheidverplichtingen op zich. Het nadeel is dat een belangrijk deel van je inkomen in ruil voor die zekerheden naar het agentschap gaat. Sommige modellen werken gewoon ‘in het zwart’ en staan nergens geregistreerd. Op een kwade dag kan het fout lopen: een arbeidsongeval (niet verzekerd), sociale controle (arbeidsinspectie) of het opgeven van alle pensioenrechten zijn een paar voorbeelden van wat kan misgaan. Wanneer je inkomen uit modellenwerk beneden een bepaald minimumbedrag valt, hoef je geen aangifte te doen. Dit bedrag wordt regelmatig aangepast, dus informeer je jezelf best hierover.
Gids voor het beginnende fotomodel
60
9.2 Fotomodel in bijberoep Een alternatief is zelfstandig werken in bijberoep. Zolang de inkomsten niet overdreven hoog worden, vallen de sociale bijdragen best mee. De andere verplichtingen blijven echter bestaan. Het is van het grootste belang je grondig te informeren vooraleer je deze stap gaat zetten. De meeste sociale secretariaten en diensten voor zelfstandigen kunnen je die informatie wel geven. Net als bij het hoofdberoep kan je alle beroepskosten aangeven. Maar ook hier moet je zorgvuldig de staten van alle inkomsten en uitgaven bijhouden, want je bent ook onderworpen aan controle door de belastingen. Bij sommigen is dat tweejaarlijks, bij anderen nagenoeg nooit, maar je zorgt er beter voor in regel te zijn. Ook in bijberoep moet je dus aangesloten zijn bij een sociaal secretariaat. Door je hoofdberoep heb je echter een veiligere thuisbasis. Zo is bijvoorbeeld je statuut van je hoofdberoep doorslaggevend, zodat je dus op het vlak van kinderbijslag, pensioenen, bijdragen en tal van andere factoren een veel gunstigere regeling krijgt.
Gids voor het beginnende fotomodel
61
9.3 Nog studerend Als je nog studeert en minderjarig bent, gelden er andere regels. Je mag tot een bepaald plafond bijverdienen, zonder dat je ouders daar financiële gevolgen van ondervinden. De wetgeving terzake is onlangs aanzienlijk versoepeld. Voor jonge modellen gelden ook de wetten op de kinderarbeid. Dit betekent dat je tijdens de schooluren niet of nauwelijks kan presteren, dat het aantal uren per dag is beperkt en dat aan nog enkele andere voorwaarden moet voldaan zijn. Het wordt dan voornamelijk vakantie- en weekendwerk.
Gids voor het beginnende fotomodel
62
9.4 Copyrights Bij wie berusten de rechten van de gemaakte foto’s? Daarover is al heel wat te doen geweest. Als een model foto’s krijgt op TFP-basis, mag ze die dan vrij verspreiden? Dat hangt er van af. Om geen betwistingen te hebben wordt bij een professioneel model steeds een ‘model release’ getekend. Het model doet dan afstand van alle rechten op de foto’s, en geeft die aan de fotograaf. Er is dan geen verdere discussie meer mogelijk. Bij minderjarigen dient de model release door de ouders (liefst beiden) te worden getekend. Verder dienen de ouders uitdrukkelijk hun toestemming te verlenen (parental consent). In de bijlagen is er een voorbeeld van een zogenaamde ‘waiver’ opgenomen (het model ‘wuift’ alle rechten weg). Dit voorbeeld mag vrij gekopieerd worden. Als er een model release is ondertekend, kan het model de TFP-foto’s alleen nog ten eigen bate gebruiken (vb. in een portfolio). Ze mag ze niet verkopen, of openbaar maken, tenzij met de uitdrukkelijke toestemming van de fotograaf. De wet maakt hierin een onderscheid tussen auteursrecht en portretrecht. Het auteursrecht berust steeds bij de fotograaf die de foto heeft genomen. Het portretrecht daarentegen berust bij de geportretteerde, in dit geval het model. Wie ongewild en ongevraagd (de wet spreekt in dit verband van “zonder gegeven opdracht”) wordt gefotografeerd, kan hiertegen verzet aantekenen. De foto’s mogen dan niet openbaar worden gemaakt of verspreid. Wie zich op het moment van de opname niet verzet, wordt verondersteld stilzwijgend zijn toestemming te geven. Wie pas achteraf vaststelt dat zijn foto zonder zijn toestemming wordt gebruikt, kan zich tot de rechtbank wenden. Maar dit geldt niet voor BVs en mensen die een publieke functie hebben. De burgemeester mag je dus steeds fotograferen. In feite geldt dit voor nagenoeg alle foto’s die in het openbaar worden genomen. Wie hiertegen achteraf protesteert, zal dan meestal moeten aantonen dat zijn belangen door de foto worden geschaad. Als de foto’s in opdracht werden gemaakt is de toestemming van de opdrachtgever nodig. Die heeft immers gewoonlijk betaald voor de opnamen. Soms is de opdrachtgever de fotograaf, soms het model en soms een derde persoon. Maar de fotograaf mag steeds zijn naam op de foto’s vermelden. Het portretrecht gaat over op de nabestaanden: de kinderen hebben dus rechten op de foto’s waar hun ouders op staan, zodat ze die vrij kunnen verkopen, bijvoorbeeld. Deze rechten eindigen 20 jaar na de dood van de betrokkene. Iedereen mag er vanaf dan vrij over beschikken.
Gids voor het beginnende fotomodel
63
9.5 Tarifering. Welke vergoeding mag een model nu verwachten voor haar werk? Beginnende modellen werken tegen TFP, en ontvangen dus geen vergoeding. Als ze al wat ervaring hebben, is een vergoeding van zowat 20-25€ per uur een gebruikelijk bedrag, al dan niet met reiskosten inbegrepen. Echt ervaren modellen vragen doorgaans 25-40 €/uur met of zonder kosten.Delicaat fotowerk (lingerieshoots, bikinishow) wordt gewoonlijk hoger gehonoreerd, vanaf 50€. Voor naaktfotografie gelden soms nog hogere tarieven. Modellen die met een agentschap werken hebben meer kosten, en vragen vaak het dubbele. Daar staat tegenover dat ze meestal ook goed ingewerkt zijn, en dus beter presteren. Deze tarieven zijn niet gebeiteld in steel, en soms kan je met onderhandelen een hogere som bedingen, bijvoorbeeld als je kan aantonen dat je voor die sessie meer onkosten hebt. Overdrijf hierin niet, want je loopt het risico je uit de markt te prijzen als je meer vraagt dan je gepresteerde tegenwaarde. Alleen de topmodellen verdienen meer. Maar verwacht niet dat de mensen van Playboy je morgen 6000€ zullen komen aanbieden voor een fotoshoot om Playmate van de maand te worden. Dat is elke maand slechts voor één model weggelegd. En dat zijn niet de beginnelingen.
Gids voor het beginnende fotomodel
64
10. Enkele vaktermen die elk model moet kennen Backdrop Een achtergrond, meestal op rol, in papier of textiel. Het model wordt voor deze achtergrond geplaatst. Meestal heeft een backdrop één enkele kleur, soms een motief. Backdrops zijn snel verwisselbaar, zodat er steeds verschillende achtergronden beschikbaar zijn. Brandpuntafstand Elke lens heeft een zogenaamde focus of brandpuntafstand. Dat is het gebied waar een scherp beeld wordt gevormd. Hoe groter de brandpuntafstand, des te kleiner de hoek waaronder wordt gefotografeerd. We spreken dan van een telelens. Bij een grote hoek (kleine brandpuntsafstand) hebben we het over een groothoeklens. Catchlight De weerkaatsing van de fotolampen in de ogen. Als er meerdere lampen worden gebruikt, kan het aantal lichtpuntjes storend worden. Omgekeerd: als er helemaal geen licht in de ogen wordt weerkaatst, zien de ogen er niet levendig uit. Composietalbum Een wat oudere term voor een portfolio. Copyright Het alleenrecht op reproductie. Alleen de fotograaf heeft het recht op zijn foto’s. Wie ongevraagd foto’s van een ander reproduceert, door ze bijvoorbeeld op het internet te zetten, schendt het copyright en kan daarvoor veroordeeld worden. Diafragma Het diafragma of de lensopening bepaalt hoeveel licht er in de lens wordt toegelaten. Een groot diafragma wordt door een kleiner getal weergegeven. Een lens met diafragmagetal 1:1.8 noemen we bijvoorbeeld lichtsterk: omdat de lens helemaal openstaat, kan ze ook bij minder licht nog goed werken. Bij fel zonlicht wordt bijvoorbeeld het diafragma van de lens dichtgeschroefd, tot een waarde 1:11 of 1:16. Dan komt er minder licht door de lens en is de opname niet overbelicht. Figurant Iemand die in een opname een bijrol speelt, bijvoorbeeld toeschouwer bij een ongeval. Fotoserver Een website waar foto’s worden bijgehouden. Tegen een kleine vergoeding kan je daar je foto’s op plaatsen, die dan door iedereen kunnen bekeken worden. Glamour Letterlijk: schittering, glans of betovering. Deze term wordt gebruikt om de aantrekkelijkheid, de charme of de uitstraling van een model te onderlijnen. Glamourfotografie houdt zich dan ook voornamelijk bezig met de (vrouwelijke) uitstraling. Groothoeklens Met een groothoeklens kan je ook in een kleine ruimte toch nog een groot beeldveld vullen. In de modelfotografie worden ze minder gebruikt omdat ze snel vervorming geven. In de landschapsfotografie zijn ze daartegen zeer nuttig. Modelblad Gids voor het beginnende fotomodel
65
Een blad waarop al de bijzondere karakteristieken van het model staan vermeld. Maakt gewoonlijk deel uit van de portfolio. Model release Een getekende verklaring waarin het model haar rechten over de foto’s afstaat aan de fotograaf en hem toestemming tot publicatie verleent. Modelleerlichten Studiolampen die niet flitsen, maar een zacht licht geven om aan te tonen wat het effect van de flitser zal zijn en hoe de schaduwen vallen. Ook soms: aanvullende lampen die een strijklicht geven om meer reliëf (dieptewerking) aan te brengen. Parental consent Ouderlijke toestemming. Vereist om minderjarigen te laten poseren. Pixel Samentrekking van picture element: de kleinste beeldeenheid. Een pixel komt overeen met één beeldpunt, gevormd door een combinatie van een rood, groen en blauw onderdeel. Portfolio Een verzameling foto’s die de bekwaamheid en de ervaring van een model aantonen. Het is een essentieel bezit voor elk model. Zonder portfolio kom je letterlijk geen stap verder. Postproductie Alle bewerkingen die op de opname worden uitgevoerd nadat de foto is genomen. In professionele digitale camera’s wordt de foto meestal in ruw (RAW) formaat aangeleverd, waarna scherpte, contrast enz. nog moeten worden bijgeregeld aan de hand van software. Tegelijk worden dan ook andere bewerkingen uitgevoerd als cropping (juist formaat bepalen), correcties, of sfeerbepaling. Props Of attributen zijn voorwerpen die men gebruikt om meer interessepunten in de opname te brengen of om het model iets in handen te geven. Ze spelen een zeer belangrijke rol. Quitclaim Een documentje dat het contract voor figuranten vervangt. De figurant tekent de quitclaim om zijn rechten aan de producent van de film af te staan, en ontvangt in ruil een (meestal bescheiden) bedrag. Een gewone figurant ontvangt ongeveer 25€ per draaidag. Resolutie Het oplossend vermogen van een camera. Meestal bedoelt men hiermee het aantal beeldpunten per oppervlakte. Hoe hoger dit aantal, hoe meer men de foto kan vergroten zonder kwaliteitsverlies. Maar zelfs bij gelijke resolutie kunnen camera’s nog belangrijke verschillen tonen, met andere woorden, resolutie is niet de enige kwaliteitsfactor. Het aantal beeldpunten wordt ook vaak weergegeven in megapixels. Een megapixel is een miljoen beeldpunten. Scherptediepte Het gebied dat een lens bij een bepaalde afstand scherp kan stellen. Bij groothoeklenzen is dit groter dan bij telelenzen. Dit is niet altijd een nadeel. Een telelens kan gemakkelijk een hoofd scherp weergeven, tegen een onscherpe achtergrond, waardoor het geheel meer gaat spreken. Shoot Een shoot is een opnamesessie waarbij foto’s worden gemaakt. Gids voor het beginnende fotomodel
66
Sluitertijd De tijd dat een lens blijft openstaan om een opname te maken. Bij lange sluitertijden kan bewegingsonscherpte optreden. SOFAM De beheersmaatschappij voor auteursrechten, gespecialiseerd in de visuele kunsten. Deze maatschappij beschermt de rechten van de fotograaf op zijn intellectueel werk, het copyright en de inbreuken daarop. Op hun website http://www.sofam.be vind je alle informatie over je rechten in verband met foto’s van jezelf. Studioflitsers Krachtige flitslampen die meestal in combinatie gebruikt worden. Om het licht te spreiden gebruikt men vaak umbrella’s (paraplus met weerkaatsende bekleding) of softboxen (lichtbakken met brede stralingshoek en wit gaas). Stylist Wat de visagist is voor het aangezicht, is de stylist voor het haar. Maar de taak van de stylist houdt daar niet op. Vaak verzorgen ze ook het model met ornamenten en decoratieve kunstwerken. Telelens Lens met een grote brandpuntsafstand, geschikt om verre onderwerpen dichtbij te halen. TFCD Afkorting voor ‘Time for CD’. Het is een overeenkomst waarbij het model poseert in ruil voor de opnamen op een CD-schijfje. TFP Afkorting voor ‘Time for Photographs’. Het is een overeenkomst waarbij het model poseert in ruil voor een keuze uit de gemaakte foto’s. Tribal Letterlijk: stamteken. Een vorm van tatoeage met ineengevlochten symbolen. Ook chinese lettertekens worden hier soms bij gerekend. Niet aan te raden voor modellen, tenzij de tekening uitwisbaar is. Visagiste Schoonheidsspecialiste die zich bezig houdt met de opmaak van modellen. Vaak is dit meer dan alleen maar het aanbrengen van make-up, maar vallen hier ook grimage en correcties onder. Workflow Alle stappen die een fotograaf moet nemen om van de opname tot een afgewerkt product te komen. De ruwe opname komt in de pc terecht, wordt dan bewerkt met beeldbewerkingssoftware, omgezet in een toonbaar beeld en gaat vervolgens naar een afdrukprogramma of wordt gebrand op CD. In de workflow kunnen nog vele andere stappen zitten (ruis weghalen, kleurprofielen gebruiken, aanpassen voor website enz). Zoomlens Een lens met veranderlijke brandpuntsafstand, die in verschillende standen zowel als tele- als groothoek kan dienen. Vaak is de kwaliteit iets minder dan die van lenzen met een vaste brandpuntsafstand, maar daar tegenover staat een groter gebruiksgemak.
Gids voor het beginnende fotomodel
67
Bijlagen 1. Modelblad 2. Model release en ouderlijke toestemming
Gids voor het beginnende fotomodel
68
MODELFICHE Model record
Martha Van Evert (Miranda) 16 april 1986 Verbroederingstraat 62 1800 VILVOORDE 02/321.67.52 0498/72.76.83
Lengte: Gewicht: Borstomvang: Taille: Heupomvang:
1.72 m 56 kg 87/90 cm 79 cm 89 cm
Kledingmaat: Schoenmaat:
36-37 39
Haarkleur: Ogen:
lichtbruin grijs
Littekens: Piercings: Tatoeages/tribals:
appendix geen geen
Beschikbaar: Eigen vervoer: Ervaring:
buiten schooluren ja een jaar studiowerk diverse fotografen 50 €/uur + verplaatsingskosten publiciteit, glamour, mode artistiek naakt geen bezwaar
Vergoeding: Voorkeuren:
(de gegevens op dit blad zijn verzonnen)
Gids voor het beginnende fotomodel
69
VRIJGAVE VAN MODEL Model release
Vrijgave van rechten Waiving of rights
□ Ouders of voogd van: □ Parents or tutor of: □ Het model (voornaam en naam): □ The model (christian name, name): …………………………………………………………
geboortedatum: date of birth: ……………………………………….
verklaart/verklaren hierbij alle fotorechten op de opnamen gemaakt door NN aan deze laatste af te staan en hem toestemming te geven tot publicatie en verspreiding naar goeddunken en onder elke vorm. declares herewith to waive all rights on the photographs made by mr. L. Volders and to agree to the publication and distribution of all materials in any way or by any medium he deems fit.
Een vergoeding is voorzien onder vorm van Compensation is made by
□ opleiding, □ TFP/TFCD □ …… € per opname-uur
□ training □ TFP/TFCD □ a fee of ……€/hour
naam, datum en handtekening,
naam, datum en handtekening,
name, date and signature,
name, date and signature,
………………………………….
…………………………………
Ouderlijke toestemming (vereist bij minderjarigen) Parental permission (mandatory for minors)
Ondergetekende(n), houder(s) van het ouderlijk gezag The undersigned, holding parental authority
verklaart/verklaren hierbij toestemming te geven aan hun minderjarig kind om model te staan en aan bovenstaande fotosessies deel te nemen. herewith declare(s) to give permission to their minor child to pose as a model and participate in aforementioned photoshoots.
naam, datum en handtekening,
naam, datum en handtekening,
name, date and signature,
name, date and signature,
………………………………
………………………….
Getuige/witness naam, datum en handtekening,
naam, datum en handtekening,
name, date and signature,
name, date and signature,
………………………………
………………………….
Gids voor het beginnende fotomodel
70
Inhoudsopgave Woordje vooraf ...................................................................................................... 2 1. Waarom een model worden? ........................................................................... 3 2. Hoe beginnen? .................................................................................................. 5
2.1. De informatiefase ......................................................................................... 5 2.1.1 Poseren op TFP- of TFCD-basis ............................................................ 7 2.2 De portfolio ................................................................................................... 9 2.2.1 Wat maakt een goede portfoliofoto? ...................................................... 9 2.3 En daarna?................................................................................................... 12 2.4 Een opleiding is nooit voltooid. .................................................................. 15 3. De tweede stap ............................................................................................... 16 4. Het perfecte model. ......................................................................................... 18
4.1. Ken jezelf!.................................................................................................. 18 4.1.1 Persoonlijkheid van het model ............................................................. 19 4.1.2. Fysieke vereisten................................................................................. 20 4.1.3 Wat is een fotomodel niet?................................................................... 21 4.2 De lichaamskenmerken ............................................................................... 22 4.2.1 Het modelblad ...................................................................................... 22 4.2.2 Bijzondere lichaamskenmerken: piercings en tatoeages...................... 23 4.2.3. Je profiel (letterlijk) ............................................................................ 24 4.3 Persoonlijke hygiëne ................................................................................... 25 4.3.1 Voeding ................................................................................................ 25 4.3.2 Slaap..................................................................................................... 26 4.4 Omgaan met lichamelijkheid ...................................................................... 27 5. Het poseren. .................................................................................................... 28
5.1 Wat is poseren? ........................................................................................... 28 5.2 De voorbereiding......................................................................................... 32 5.2.1 Over vergezeld poseren........................................................................ 32 5.3 Het poseren zelf........................................................................................... 34 5.3.1 Ontspanning: ........................................................................................ 34 5.3.2 Houding:............................................................................................... 34 5.3.3 Expressie: ............................................................................................. 35 5.3.4 Originaliteit: ......................................................................................... 35 5.3.5 Het observatiemoment ......................................................................... 38 5.3.6 Props..................................................................................................... 38 5.3.7 Even pauze ........................................................................................... 41 5.4 Duoshoots.................................................................................................... 42 5.5 Naakt poseren of niet?................................................................................. 43 5.6 Bodypaint .................................................................................................... 44 6. De studio. ........................................................................................................ 46
6.1 Inrichting van de studio............................................................................... 47 6.2 De kleedkamer ............................................................................................ 49 6.3 Visagie en make-up..................................................................................... 50 6.4 Andere faciliteiten....................................................................................... 52 6.5 Het fotolabo................................................................................................. 53 6.6 Buiten de studio .......................................................................................... 54 Gids voor het beginnende fotomodel
71
7. De fotograaf..................................................................................................... 55
7.1 Voorzichtigheid........................................................................................... 55 7.2 Vertrouwdheid ............................................................................................ 56 7.3 Hoe herken je de betere fotograaf? ............................................................. 57 8. De postproductie ............................................................................................. 58 9. Wettelijke beschikkingen ................................................................................. 60
9.1 Zelfstandig of in dienst?.............................................................................. 60 9.2 Fotomodel in bijberoep ............................................................................... 61 9.3 Nog studerend ............................................................................................. 62 9.4 Copyrights ................................................................................................... 63 9.5 Tarifering. ................................................................................................... 64 10. Enkele vaktermen die elk model moet kennen.............................................. 65 Bijlagen................................................................................................................ 68
Gids voor het beginnende fotomodel
72