Het Nieuwe Testament Gids voor de cursist
Omslag: Carl Bloch, De bergrede. Met toestemming van het Nationaal Historisch Museum te Frederiksborg © 1998 by De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen Alle rechten voorbehouden Gedrukt in Duitsland Engels origineel vrijgegeven: 8/96 Ter vertaling vrijgegeven: 8/96 Titel van het origineel: New Testament: Class Member Study Guide Een uitgave van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen 35682120 Dutch
Inleiding Jezus heeft gezegd: ‘Leert van Mij’ (Matteüs 11:29). Kennis verkrijgen over de Heiland en zijn waarheden is een essentieel onderdeel van het naleven van zijn evangelie. Doordat u zich dagelijks in de Schriften verdiept zult u nader tot Hem komen, want ‘deze zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zoon van God, en opdat gij, gelovende, het leven hebt in zijn naam’ (Johannes 20:31). De afdelingen in deze gids komen overeen met de lessen in het lesboek Het Nieuwe Testament voor de leerkracht Evangelieleer. In elke afdeling staat de wekelijkse leesopdracht, met vragen ter verrijking van uw studie. De vragen kunnen gebruikt worden om de Schriften op uzelf van toepassing te maken, om thuis over het evangelie van gedachten te wisselen, en om tijdens de les een zinvolle bijdrage te kunnen leveren. Deze studiegids is een waardevol hulpmiddel voor het gezin. Elke afdeling bevat een idee voor een activiteit of een gesprek om het evangelieonderwijs thuis interessant en gevarieerd te maken. Elke afdeling bevat ook een tekstenreeks – een lijst met teksten die verband houden met de leesopdracht. U kunt die lijsten achterin uw Schriften noteren. U kunt eventueel ook uw eigen tekstenreeksen ontwikkelen. Om een tekstenreeks in uw Schriften duidelijk aan te geven, kunt u in uw
Schriften de eerste tekst van de lijst markeren. Naast die tekst noteert u de verwijzing naar de tweede tekst van de lijst. Zoek de tweede tekst op, markeer die, en zet de verwijzing naar de derde tekst ernaast. Ga zo door tot en met de laatste tekst van de lijst, en maak de reeks sluitend door naast die tekst de verwijzing naar de eerste tekst te noteren. Met die tekstenreeksen bent u in staat om snel teksten over een bepaald evangeliebeginsel op te zoeken. Aan het eind van deze studiegids vindt u een aanvullend gedeelte met uitspraken van hedendaagse profeten over de zegeningen van schriftstudie. Samen met uw leerkracht Evangelieleer heeft u de taak om de lessen tot een succes te maken. De Heer heeft gezegd dat leerkrachten moeten ‘prediken in de Geest der waarheid’ en dat wie ‘het woord der waarheid ontvangt’ het behoort te ontvangen ‘door de Geest der waarheid’ (LV 50:17, 19). Bereid u op de les voor zodat u een bijdrage kunt leveren met uw inzichten, door vragen te stellen, over uw ervaringen te vertellen, uw getuigenis te geven en aandachtig naar de leerkracht en de anderen in de klas te luisteren. Wanneer u de leesopdracht bestudeerd hebt en nagedacht hebt over de vragen in deze studiegids, zult u merken dat wat de Heer gezegd heeft in vervulling gaat, namelijk: ‘Hij, die predikt, en hij die ontvangt, [begrijpen] elkander en worden beiden opgebouwd, en zij verheugen zich tezamen’ (LV 50:22).
Opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus
1
Jesaja 61:1–3; Bijbelvertaling van Joseph Smith, Lucas 3:4–11; Johannes 1:1–14; 20:31 • Wat bent u uit Johannes 1:1–3, 14 over Jezus Christus te weten gekomen? (Merk op dat ‘het Woord’ in Johannes 1:1, 14 op de Heiland betrekking heeft.) • De apostel Johannes heeft gezegd: ‘in [Jezus] was leven’ (Johannes 1:4). Hij heeft ook getuigd dat Jezus ‘het waarachtige licht [is] dat ieder mens verlicht, (. . .) komende in de wereld’ (Johannes 1:9). Op welke manier heeft de Heiland u leven en licht gegeven? • Welke verhalen of leringen van het Nieuwe Testament zijn u vooral tot inspiratie of steun geweest? Op welke manier zou uw studie van het
Nieuwe Testament dit jaar uw getuigenis van Jezus Christus kunnen versterken? Tip voor thuis Lees Johannes 1:1–3. Leg uit dat Jezus (‘het Woord’ in Johannes 1:1–3) onder leiding van onze hemelse Vader de aarde heeft geschapen. Maak met uw huisgenoten een wandeling en let daarbij goed op al het moois van de schepping. Tekstenreeks: de voorsterfelijke ordening van Jezus Christus Johannes 1:1–5 Johannes 1:9–17 Abraham 3:22–27
Mosiah 3:5–10 Jesaja 61:1–2 Lucas 4:16–21
Mijn ziel maakt groot de Here
2
Lucas 1; Matteüs 1 • Wat kunnen we over Maria te weten komen door haar gesprek met de engel en met Elisabet? (Zie Lucas 1:26–38, 45–49; zie ook Alma 7:10.) Hoe kunt u haar voorbeeld volgen? • Waarom kunt u door het voorbeeld van Elisabet, Zacharias, Johannes de Doper, Maria en Jozef de grootheid van de Heiland beter zien en waarom versterkt dat uw geloof in Hem? Hoe kunt u anderen aanzetten tot een groter geloof in Jezus Christus?
Tip voor thuis Lees Lucas 1:16 en bespreek hoe belangrijk het is om mensen te stimuleren te ‘bekeren tot de Here’ door ze over het evangelie te vertellen. Maak een lijst van familieleden of vrienden die geen lid, of minder-actief lid zijn van de kerk. Bid als gezin om leiding bij het besluit met wie u over het evangelie kunt praten en hoe u dat kunt doen. Tekstenreeks: profetieën over Johannes de Doper Jesaja 40:3 1 Nephi 10:7–10
2
Lucas 1:13–17 Lucas 1:67, 76–79
U is de Heiland geboren
3
Lucas 2; Matteüs 2 • In welke omstandigheden werd Jezus geboren? (Zie Lucas 2:7.) Op welke manier weigeren mensen in onze tijd om plaats te maken voor de Heiland? Wat kunt u doen om plaats voor Hem te maken? • Waarom is Jezus op aarde gekomen? (Zie 3 Nephi 27:13–16.) • Wat deden de ‘wijze mannen uit het oosten’ toen ze Jezus gevonden hadden? (Zie Matteüs 2:11.) Wat kunt u de Heer schenken? • In zijn jeugd nam Jezus toe ‘in wijsheid en grootte en genade bij God en mensen’ (Lucas 2:52). Met andere woorden: Hij maakte een verstandelijke, lichamelijke, geestelijke en
maatschappelijke ontwikkeling door. Noem eens een aantal zaken die u kunt doen om verstandelijk, lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk te grœien. Tip voor thuis Lees regels voor uit lofzangen of jeugdwerkliedjes over Jezus’ geboorte en laat uw huisgenoten raden welke lofzangen of liedjes het zijn. Zing samen een van die lofzangen of liedjes, en bespreek hoe belangrijk het is om niet alleen in de kersttijd, maar het hele jaar door de geboorte van Jezus te gedenken. Tekstenreeks: Jezus’ geboorte Jesaja 9:6 Helaman 14:1–8
1 Nephi 11:13–21 Lucas 2:7–14
Bereid de weg des Heren
4
Matteüs 3– 4; Johannes 1:35–51 • Welke boodschap predikte Johannes om de mensen voor te bereiden op de komst van de Heiland? (Zie Matteüs 3:1–2.) Wat houdt bekering in? (Zie 2 Korintiërs 7:9–10; Lucas 19:8; Mosiah 7:33; LV 1:31–32; 58:42–43.) • Wat wordt u duidelijk over het weerstaan van verleidingen uit de confrontatie die in de woestijn plaatsvond tussen de Heiland en Satan? (Zie Matteüs 4:1–11.) • Hoe reageerde Filippus op de twijfels van Natanaël toen hij een getuigenis had ontvangen dat Jezus de Messias was? (Zie Johannes 1:43–46.) Wat kunt u doen om anderen te vragen: ‘Kom en zie’ de Heiland?
Tip voor thuis Tref voorbereidingen voor een les aan gezinsleden die zich op de doop voorbereiden of voor een bespreking van manieren om bekeerlingen die zich binnenkort laten dopen tot steun te zijn. Bespreek waarom Jezus zich moest laten dopen (Matteüs 3:13–15; 2 Nephi 31:6–9) en waarom wij ons moeten laten dopen (2 Nephi 31:5, 10–12; LV 20:71–73; 49:13–14). Laat gezinsleden die al gedoopt zijn, iets vertellen over hun doop en over de zegeningen die zij door hun doop hebben ontvangen. Tekstenreeks: bekering Lucas 15:3–10 2 Korintiërs 7:9–10 Alma 34:31–34
1 Johannes 1:8–9 Matteüs 3:1–2 LV 58:42–43
3
Wederom geboren
5
Johannes 3– 4 • Jezus zei tegen Nikodemus: ‘Tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan’ (Johannes 3:3). Wat houdt wedergeboren worden in? (Zie de tekstenreeks in dit gedeelte.) • Lees Alma 5:14–31 en stel u voor dat Alma tegen u spreekt. Wat moet u doen om ‘geestelijk uit God geboren’ te worden? (Alma 5:14). • Jezus zei tegen de Samaritaanse vrouw dat Hij haar ‘levend water’ kon geven (Johannes 4:10). Wat betekent dat? (Zie 1 Nephi 11:25; LV 63:23.) Hoe kunnen wij levend water krijgen? Hoe is dat levende water u tot zegen geweest?
Tip voor thuis Geef elk gezinslid een glas. Schenk water in elk glas en laat iedereen water drinken. Vraag of ze denken dat ze ooit aan meer water behoefte zullen hebben. Lees dan Johannes 4:1–15, en bespreek de vragen in de derde alinea van dit gedeelte. Getuig dat we, als we tot Christus komen en leven volgens zijn evangelie, eeuwig leven zullen ontvangen (zie Johannes 4:14). Tekstenreeks: ‘Wederom geboren’ Johannes 3:3–5 Alma 5:14–16 Mosiah 5:1–7
Mosiah 27:25–26 Johannes 3:16–17 Alma 22:15–18
Zij lieten terstond hun netten liggen
6
Lucas 4:14–32; 5; 6:12–16; Matteüs 10 • Waarom was het belangrijk dat Jezus apostelen riep? (Zie Matteüs 9:36–38; 16:19; Marcus 3:14–15; Johannes 20:19–21, 23; Efeziërs 4:11–15.) Waarom is het belangrijk dat de Heer in onze tijd apostelen heeft geroepen? • Wat komen wij uit Jezus’ raad in Matteüs 10 te weten over de bevoegdheid en de taken van de apostelen? Op welke manier heeft u de huidige apostelen die taken zien vervullen? • Hoe bent u gezegend door de raad van een apostel op te volgen?
4
Tip voor thuis Toon het overzicht van de algemene autoriteiten uit het meest recente conferentienummer van De Ster. Noem, de namen van de leden van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen. Vertel hoe u zich gezegend voelt dat we geleid worden door profeten en apostelen. Tekstenreeks: de roeping van een apostel Lucas 6:13 Matteüs 10:5–8 Efeziërs 4:11–15 LV 107:23
LV 107:33, 35 LV 112:14 LV 112:19–22
Hij heeft onze zwakheden op Zich genomen en onze ziekten heeft Hij gedragen
7
Marcus 1–2; 4:35– 41; 5; Lucas 7:11–17 • Een wonder is een buitengewone gebeurtenis die plaatsvindt door goddelijke of geestelijke kracht (Bible Dictionary, ‘Miracles’, blz. 732–733). Waarom heeft Jezus tijdens zijn aardse bediening wonderen verricht? (Zie Matteüs 9:27–30; Marcus 1:27; 2:10–11; 5:19 voor antwoorden op deze vraag.) • Waarom behoort geloof aan wonderen vooraf te gaan? Waarom zijn wonderen alleen geen stevig fundament voor ons geloof? • Waarom zijn de wonderen die Jezus tijdens zijn aardse leven verrichtte,
belangrijk voor u? Waarom is het belangrijk om te weten dat Hij ook nu nog wonderen doet? Noemt u eens voorbeelden van wonderen in deze tijd. Tip voor thuis Laat iemand iets vertellen over de wonderen die in hun leven of in het leven van kennissen zijn gebeurd. Tekstenreeks: wonderen en geloof in Jezus Christus 2 Nephi 27:23 Marcus 1:34 3 Nephi 17:5–10
De bergrede: een voortreffelijker weg Matteüs 5 • Hoe kunnen heiligen der laatste dagen ‘het licht der wereld’ zijn? (Matteüs 5:14; zie ook vers 16.) • Waarom zijn de leringen van de Heiland in Matteüs 5:22–24, 28, 34–37, 39–40 en 44–48 hogere wetten dan die welke genoemd worden in Matteüs 5:21, 27, 33, 38 en 43? • Op welke manier zijn de aanmoedigingen in de bergrede ons tot steun om tot Christus te komen en in Hem vervolmaakt te worden? (Moroni 10:32.)
Ether 12:12 Mormon 9:15–21
8
Tip voor thuis Zet de volgende zin (of een andere die voor de gezinsleden toepasselijker is) op een bord of een vel karton of papier): De leringen in de bergrede kunnen mij op school tot steun zijn. Laat een paar verzen uit Matteüs 5 voorlezen en bespreek waarom die verzen verband houden met wat u heeft opgeschreven. Tekstenreeks: vervolmaking door de verzoening van Jezus Christus Matteüs 5:48 Ether 12:27
Moroni 10:32–33 LV 76:68–70
5
Zoek eerst het koninkrijk Gods
9
Matteüs 6–7 • Wat zal de beloning zijn voor mensen die goed doen om door anderen gezien te worden? (Zie Matteüs 6:2, 5, 16.) Wat zouden wij kunnen doen om door anderen gezien te worden in plaats van God te willen behagen? Hoe kunnen wij zorgen dat onze motieven om dienstbaar te zijn en andere goede werken te doen, zuiver worden? • Matteüs 7:12 wordt vaak de gulden regel genoemd. Waardoor heeft u ondervonden hoe waardevol dat beginsel is? Waarom worden we door toepassing van die gulden regel betere discipelen van Jezus Christus? • Jezus heeft beloofd dat wij, als we ‘eerst zijn Koninkrijk [zoeken]’, al het andere zullen krijgen wat we nodig hebben (Matteüs 6:33). Hoe heeft u van die belofte een getuigenis gekregen? Tip voor thuis 1. Laat een steen of een hoopje zand zien. Vraag de gezinsleden welk
materiaal zij zouden gebruiken voor het fundament van een huis. Lees Matteüs 7:24–27 voor, en bespreek waarom ons leven bouwen op de leringen van de Heiland net zoiets is als een huis bouwen op de stevige ondergrond van een rots. 2. Laat een landkaart zien. Vraag hoe je met behulp van een landkaart een reis kunt plannen. Als uw gezinsleden kortgeleden een reis hebben gemaakt of binnenkort op reis gaan, kunt u bespreken hoe ze een kaart op reis hebben gebruikt of zullen gaan gebruiken. Leg uit dat op onze reis naar het eeuwige leven, de Schriften en de leringen van de levende profeten ongeveer dezelfde functie hebben als een landkaart, omdat we daardoor weten hoe we bij onze hemelse Vader terug kunnen keren. Tekstenreeks: leven als discipelen van Christus Matteüs 16:24–25 Matteüs 7:21 Johannes 8:31
Neem mijn juk op u en leer van Mij Matteüs 11:28–30; 12:1–13; Lucas 7:36–50; 13:10–17 • Kunt u voorbeelden noemen van lasten die wij in dit leven dragen? Hoe kan de Heer ons daarin ‘rust geven’? (Zie Matteüs 11:28–30.) Wat betekent het om het juk van Christus op ons te nemen? (Zie de tekstenreeks in dit gedeelte.) • De vrouw die het huis van Simon de Farizeeër binnenkwam, had een zondenlast op zich (Lucas 7:37). Wat deed de vrouw waardoor Jezus die last van haar af kon nemen? (Zie
6
Johannes 13:35 2 Nephi 31:10–13 Moroni 7:48
10
Lucas 7:38, 44–50.) Wat kunnen wij doen waardoor de Heiland onze zondenlast van ons af zal nemen? Tip voor thuis Laat een gezinslid een open, lege zak of doos vasthouden. Laat een ander gezinslid daar één voor één een aantal voorwerpen in doen. Als de zak of doos zwaar wordt, laat u weer een ander gezinslid helpen die te dragen. Leg uit dat de voorwerpen de lasten voorstel-
len die we dragen, zoals tegenspoed en zorgen. De hulp van het tweede gezinslid stelt de rust voor die de Heiland ons biedt wanneer we tot Hem komen als we ‘vermœid en belast’ zijn (Mateüs 11:28). Lees Matteüs 11:28–30 en Mosiah 24:8–15 voor en laat de leden van het gezin inzien dat de
Heiland, als we Hem volgen, onze lasten zal verlichten. Tekstenreeks: ‘Neemt mijn juk op u (. . .) en gij zult rust vinden’ Matteüs 11:28–30 Mosiah 24:8–15 Alma 12:33–35
Hij leerde hun veel in gelijkenissen Matteüs 13 • Wat is de betekenis van de gelijkenis van de zaaier? (Zie Matteüs 132:3–8, 18–23.) Waarom gaat het in de gelijkenis van de zaaier meer over de grond dan over de zaaier of het zaad? • Wat zei Jezus toen Hij de gelijkenis van de zaaier verteld had? (Zie Matteüs 13:9.) Wat betekent hier volgens u het woord horen? Wat betekent het om ziende niet te zien, en horende niet te horen? (Zie Matteüs 13:13–15.) • De profeet Joseph Smith heeft gezegd dat de gelijkenissen van het mosterdzaad en de zuurdesem betrekking hebben op De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. (Leringen van de profeet Joseph Smith, verzameld door Joseph Fielding Smith, blz. 85, 86.) Waaraan heeft u gezien dat het werk van God zich uitbreidt zoals dat in deze gelijkenissen wordt voorgesteld?
11
Tip voor thuis Zorg voor 14 blaadjes papier. Zet op elk van die blaadjes een van de volgende zinnen die te maken hebben met de gelijkenis van het graan en het onkruid: (1) de zaaier, (2) De Heer en zijn apostelen, (3) het goede zaad, (4) de rechtschapen leden van de kerk, (5) de akker, (6) de wereld, (7) het onkruid, (8) de goddelozen, (9) de vijand, (10) de duivel, (11) de oogst, (12) het einde van de wereld, (13) de maaiers, en (14) de engelen. Voor een herhaling van de gelijkenis van het graan en het onkruid schudt u de blaadjes door elkaar. Laat de gezinsleden de personen, zaken en handelingen in de gelijkenis en hun betekenis bij elkaar zoeken. U kunt daarbij eventueel Matteüs 13:24–30, 36–43 en Leer en Verbonden 86:1–7 voorlezen. Tekstenreeks: ‘Wie oren heeft, die hore’ Matteüs 13:9–16 Mosiah 2:9
Ik ben het brood des levens Johannes 5– 6; Marcus 6:30– 44; Matteüs 14:22–33 • Jezus daagde de Joodse leiders uit om de Schriften te onderzoeken (zie Johannes 5:39). Wat is het verschil tussen de Schriften onderzoeken en ze lezen? Hoe heeft u uw schriftstu-
LV 54:10 LV 59:23
Alma 10:2–6 Alma 12:9–11
12
die en die in uw gezin zinvoller gemaakt? Hoe bent u gezegend doordat u de Schriften hebt onderzocht? • Waarom wankelde Petrus’ geloof toen hij op het water liep? (Zie 7
Matteüs 14:30.) Waarom maken wij soms soortgelijke fouten als er zich mœilijkheden voordoen? • In welk opzicht is ‘brood des levens’ een passende beschrijving van de Heiland en van de zegeningen die Hij ons geeft? (Zie Johannes 6:35, 47–51.) Hoe kunnen wij nemen van ‘het brood des levens’? (Zie Johannes 6:47, 51–54; Matteüs 26:26–28; Alma 5:33–35; LV 20:77.) Tip voor thuis Lees Matteüs 14:22–32 voor. Wijs erop dat Petrus groot geloof toonde toen hij
op het water liep, maar dat hij begon te zinken toen hij bang werd. Toon een plaat van Jezus Christus, en verzeker uw huisgenoten ervan dat ze soms wel mœilijkheden zullen krijgen, maar dat ze hun angst kunnen overwinnen door aan de Heiland te denken en Hem te volgen. Vraag wanneer ze hun angst overwonnen hebben door aan Jezus Christus en zijn leringen te denken. Tekstenreeks: de Schriften getuigen van Christus Johannes 5:39 Johannes 20:31
Handelingen 18:28 2 Nephi 25:26
Ik zal u de sleutels geven van het koninkrijk der hemelen
13
Matteüs 15:21–17:9 • Jezus zei tegen Petrus: ‘Op deze petra zal Ik mijn gemeente bouwen’ (Matteüs 16:18). De profeet Joseph Smith heeft gezegd dat de rots waar Jezus op doelde, openbaring is (Leringen van de profeet Joseph Smith, verzameld door Joseph Fielding Smith, blz. 248). In welk opzicht is openbaring het fundament van de kerk van de Heer? • Ouderling David B. Haight heeft gezegd dat de verheerlijking van Jezus ‘zowel bedoeld was voor onze geestelijke verlichting als voor degenen die er persoonlijk getuigen van zijn geweest’ (zie De Ster, juli 1977). Wat kunnen wij van de verheerlijking leren als we geestelijke kracht nodig hebben? (Zie Matteüs 17:1–5.)
8
Tip voor thuis Lees Matteüs 16:13–17 voor. Leg uit dat Petrus door openbaring een getuigenis van Jezus Christus kreeg, en dat wij op dezelfde manier een getuigenis van de Heiland kunnen krijgen. Vertel hoe u een getuigenis van Jezus Christus heeft gekregen en wat u blijft doen om uw getuigenis te versterken. Laat de gezinsleden, als de situatie dat toelaat, hun getuigenis geven. Spoor ze aan om hun getuigenis te versterken door dagelijks gebed, schriftstudie en gehoorzaamheid aan de geboden van God. Tekstenreeks: openbaring Spreuken 29:18 Amos 3:7 1 Korintiërs 2:9–12
Galaten 1:11–12 2 Petrus 1:20–21 Alma 5:46 Moroni 10:5
Wie is mijn naaste?
14
Matteüs 18; Lucas 10 • Welke raad geeft Jezus aan degenen die echt groot willen worden in zijn koninkrijk? (Zie Matteüs 18:2–4; Marcus 9:35.) Hoe kunnen we nog meer gaan lijken op een kind en ons nog beter onderwerpen aan de wil van onze Vader in de hemel? • Toen Hij de gelijkenis van de ondankbare slaaf vertelde, benadrukte Jezus hoe belangrijk het is om anderen te vergeven (Matteüs 18:23–35). Waarom zijn wij met betrekking tot onze schuld aan de Heer net als de slaaf van de koning? Welke gevaren schuilen erin als we anderen niet vergeven? (Zie Matteüs 18:34–35.) • Wat kunt u leren van de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan? (Zie Lucas 10:25–37.) Hoe zijn ‘barmhartige Samaritanen’ u tot zegen geweest? Hoe kunt u een ‘barmhartige Samaritaan’ zijn? (Zie Mosiah 4:26.)
Tip voor thuis Lees de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan voor (Lucas 10:25–37). Schenk in het bijzonder aandacht aan de aansporing van de Heiland: ‘Ga heen, doe gij evenzo’ (Lucas 10:37). Maak dan een lijst van uw vrienden, familieleden en anderen kennissen. Laat elk gezinslid tenminste één naam op de lijst zetten. Maak plannen om een aantal mensen die op de lijst staan, de komende week ergens mee van dienst te zijn. Tekstenreeks: ‘Gij zult uw naaste liefhebben’ Lucas 10:25–37 Leviticus 19:18 Matteüs 22:35–40
Ik ben het licht der wereld
15
Johannes 7–8 • Wat moesten de mensen volgens Jezus doen om een getuigenis te krijgen van zijn leringen? (Zie Johannes 7:17.) Hoe kunt u die instructie toepassen? • Wat betekent het dat Jezus het licht der wereld is? (Zie de tekstenreeks in dit gedeelte.) Hoe kunt u anderen het licht laten zien dat Christus aanbiedt? (Zie Matteüs 5:16; 28:18–20; Filippenzen 2:14–15.) • Wat beloofde Jezus aan degenen die Hem zouden blijven volgen? (Zie Johannes 8:31–32.) Waarvan worden
Johannes 13:34–35 Mosiah 2:17 LV 38:24–25
we door de waarheid bevrijd? (Zie Johannes 8:33–34.) Waarom raken we door zonde in gevangenschap? (Zie Alma 12:11; 34:35.) In welk opzicht bent u vrij gemaakt doordat u de waarheid kent? Tip voor thuis Doe de lichten in de kamer uit en doe de gordijnen dicht. Geef iemand opdracht tot iets waar licht bij nodig is, zoals een tekst voorlezen of een plaat beschrijven. Doe dan het licht weer aan, doe de gordijnen open en laat dan de opdracht opnieuw uitvoeren.
9
Bespreek waarom het makkelijker is om die opdracht uit te voeren met het licht aan. Lees Johannes 8:12 voor en bespreek op welke manieren Jezus Christus het licht van de wereld is.
Tekstenreeks: Jezus Christus – ‘het licht der wereld’ Johannes 8:12 Psalm 27:1 Jesaja 2:5
Alma 38:9 3 Nephi 15:9 LV 88:6–13
Ik, die blind was, kan nu zien
16
Johannes 9–10 • Jezus genas een man die blind geboren was (Johannes 9:1–7). Hoe groeide het getuigenis van die man naarmate hij zijn getuigenis gaf? (Zie Johannes 9:11, 17, 33, 38.) Hoe is uw getuigenis gegrœid naarmate u uw getuigenis gaf? • Wat antwoordden de ouders van de blindgeborene toen de Farizeeën vragen stelden over het wonder? (Zie Johannes 9:18–23.) Waarom reageerden de ouders op die manier? (Zie Johannes 9:22.) In welk opzicht lijken wij soms op de ouders van die man? Hoe kunt u moediger worden in het geven van uw getuigenis? • Wie stelden de schapen voor in het verhaal van Jezus over de herder en zijn schapen? (Zie Johannes 10:4, 27.) Wie is de herder? (Zie Johannes 10:11.) Wat zijn eigenschappen van een
goede herder? (Zie Johannes 10:3–4, 7, 9–15.) In welk opzicht is Jezus een volmaakt voorbeeld van een herder? Tip voor thuis Lees Johannes 9:1–38 voor en laat de gezinsleden daarbij letten op welke manieren de Heiland de blinde man zowel lichamelijk als geestelijk de ogen opende. Bespreek in welk opzicht geestelijk en lichamelijk zien met elkaar overeenkomen en van elkaar verschillen. Bespreek hoe de gezinsleden hun vermogen om de evangeliewaarheden te ‘zien’ kunnen vergroten. Tekstenreeks: Jezus Christus – ‘de goede herder’ Psalm 23:1–6 Jesaja 40:11 Ezechiël 34:11–12
Wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven?
Johannes 10:11 Mosiah 26:21 Alma 5:60
17
Marcus 10:17–30; 12:41– 44; Lucas 12:13–21; 14; 16 • Welke zegeningen zijn belangrijker dan materieel bezit? (Zie voor voorbeelden: Lucas 12:31–34; LV 6:7.) • Waarom zetten veel mensen hun hart op wereldse rijkdom, hoewel ze weten dat het maar tijdelijk is? Hoe kunnen wij erachter komen of we ons teveel richten op aardse bezittingen?
10
• Welke opofferingen heeft de Heer van u gevraagd? Hoe bent u gezegend doordat u zich die opofferingen getroost heeft? Tip voor thuis Leg de standaardwerken aan de ene kant van de kamer en een geldstuk aan de andere kant. Laat een gezinslid proberen om, onderwijl kijkend naar het
geld, in een rechte lijn naar de standaardwerken te lopen. Als hij of zij daar mœite mee heeft, vraagt u waarom het zo mœilijk is. Als hij of zij het voor elkaar krijgt, vraagt u hoe lang het mogelijk zou zijn om door te lopen zonder van de rechte lijn af te wijken. Lees Marcus 10:17–24 voor en leg uit dat we het koninkrijk van God (voorgesteld door de standaardwerken) niet kunnen binnengaan als we onze aan-
dacht gericht houden op aardse bezittingen (voorgesteld door het geld). Bespreek hoe we een juiste instelling ten aanzien van aardse bezittingen kunnen verwerven en behouden. Tekstenreeks: eerst het koninkrijk van God zoeken Matteüs 6:19–21 Matteüs 6:33 Marcus 10:28–30
Hij was verloren en is gevonden Lucas 15; 17 • Wat kunt u leren van de handelingen van de herder in de gelijkenis van het verloren schaap en van de vrouw in de gelijkenis van de verloren penning? (Zie LV 18:10–13.) In welk opzicht kan iemand ‘verloren’ zijn? Welke taak hebben wij ten opzichte van degenen die verdwaald zijn? (Zie Lucas 15:4–5, 8; Alma 31:34–35.) • Wat deed de vader in de gelijkenis van de verloren zoon toen hij zijn zoon zag terugkomen? (Zie Lucas 15:20.) Hoe reageerde de vader op de bekentenis van zijn zoon? (Zie Lucas 15:21–24.) Waarom is de reactie van die vader hetzelfde als die van de Heer als wij ons bekeren? (Zie Lucas 15:7; Mosiah 26:30; LV 58:42.)
Vertel het verhaal over Jezus en de tien melaatsen nog eens (Lucas 17:11–19). Bespreek waarom wij, net als de negen melaatsen, de Heer niet altijd onze dankbaarheid kenbaar maken. Bespreek wat wij kunnen doen om de Heer elke dag onze dankbaarheid te betuigen. Als onderdeel van dat gesprek kunt u samen ’k Sta spraak’loos’ (lofzang 129) zingen. Tekstenreeks: ons samen met de Heer verheugen over wie zich bekeren Lucas 15:4–10 Lucas 15:11–24
Lucas 18:1–8, 35– 43; 19:1–10; Johannes 11
• Hoe toonde Zacharias zijn grote verlangen om Jezus te zien? (Zie Lucas 19:3–4.) Wat zei Jezus tegen Zacharias toen Hij hem in de boom
18
Tip voor thuis
Uw geloof heeft u behouden • Hoe liet de blinde man in de buurt van Jericho zien dat hij geloof had in de Heer? (Zie Lucas 18:38–42.) Waarmee bent u gezegend toen u geloof in Jezus Christus geoefend had?
Jakob 2:18–19 LV 6:6–7
Alma 26:11–16 LV 18:10–16
19
zag zitten? (Zie Lucas 19:5.) Hoe reageerde Zacharias op wat Jezus zei? (Zie Lucas 19:6.) Wat kunnen wij doen om de Heer met vreugde in ons huis te ontvangen? • Welke indruk krijgt u van Maria’s getuigenis van de goddelijke zending van de Heiland in Johannes 11:21–27? 11
Tip voor thuis Lees Johannes 11:1–46 voor. Vraag welk gevoel ze door dat verhaal voor de Heiland krijgen. Herlees de verzen in die tekst waaruit blijkt hoeveel geloof Maria en Marta in Jezus Christus hadden. Laat de gezinsleden iets kiezen
waardoor ze een groter geloof in de Heiland kunnen tonen. Tekstenreeks: onwankelbaar geloof Matteüs 8:5–10, 13 Marcus 10:46–52
2 Timoteüs 4:7 Ether 3:3–13
Wee u, huichelaars
20
Matteüs 21–23; Johannes 12:1–8 • Wat maakt indruk op u in het verhaal over Jezus die nederig maar toch zegevierend Jeruzalem binnenkomt? (Zie Matteüs 21:1–1.0 Hoe zou u zich gevoeld hebben als u daar op die dag geweest zou zijn? • Waarom zijn de geboden die in Matteüs 22:37–40 genoemd worden zo belangrijk? Wat kunnen wij doen om die geboden beter na te leven? • De Heiland heeft de schriftgeleerden en de Farizeeën herhaaldelijk vervloekt omdat ze schijnheilig waren. Ze besteedden veel aandacht aan uiterlijke verordeningen en handelingen waardoor ze rechtschapen leken, maar ze getroostten zich zulke inspanningen niet om werkelijk, innerlijk rechtschapen te worden. (Matteüs 23:13–33). Wat kunt u doen om schijnheiligheid te vermijden?
Tip voor thuis Teken een boom met bladeren, maar zonder vruchten. Teken op de achterkant van het papier een boom met bladeren en vruchten. Laat de tekening van de boom zonder vruchten zien en laat Matteüs 21:17–20 voorlezen. Leg uit dat wij, als we voorgeven rechtschapen te zijn, maar geen rechtschapen leven leiden, lijken op een vruchtboom met veel bladeren maar zonder vruchten. Laat de tekening van de boom met vruchten zien, en spoor de gezinsleden aan om rechtschapen te leven – om meer te doen dan alleen alsof. Tekstenreeks: echte toewijding Matteüs 22:37 Jozua 24:15 1 Nephi 3:7
Wat is het teken van uw komst? Matteüs naar Joseph Smith (Matteüs 24) • Welk teken van de wederkomst van de Heiland wordt beschreven in Matteüs naar Joseph Smith 1:22? Welk bewijs hebben we dat die profetie in vervulling gaat? Hoe kunnen we misleiding door valse profeten voorkomen? (Zie Matteüs 7:15–20; LV 45:57; 46:7–8.)
12
Omni 1:26 LV 4:1–2 LV 20:37
21
• De Heer heeft gezegd dat we ‘niet verschrikt’ moeten worden door oorlogen en geruchten van oorlogen (MJS 1:23). Hoe kunnen we in zo’n zorgelijke tijd toch vrede vinden? (Zie 1 Johannes 4:16–18; LV 6:34–36; 45:34–35; 59:23.)
• De Heer heeft tegen zijn volgelingen in Jeruzalem gezegd dat ze ‘in de heilige plaats’ moesten staan (MJS 1:12), en soortgelijke raad heeft Hij in onze tijd gegeven (LV 87:8; 101:22). Kunt u een aantal heilige plaatsen noemen? Tip voor thuis Bespreek een aantal tekenen die aan de wederkomst voorafgaan en zoals die in de tekstenreeks van dit gedeelte wordt aangegeven. Deel recente kranten en
kerkelijke tijdschriften uit. Laat gezinsleden alleen of in koppels in de kranten en de tijdschriften zoeken naar tekenen van de wederkomst. Laat ze vertellen wat ze gevonden hebben en bespreek hoe we ons op de wederkomst kunnen voorbereiden. Tekstenreeks: tekenen van de wederkomst Jesaja 2:2–3 MJS 1:21–37
Beërf het koninkrijk, dat u bereid is Matteüs 25 • De gelijkenis van de tien maagden (Matteüs 25:1–13) stelt symbolisch de wederkomst voor. De bruidegom is de Heiland, de tien maagden zijn leden van de kerk, en de olielampen staan voor de voorbereiding op de wederkomst. Hoe kunnen wij de ‘olie’ in onze ‘lampen’ bijvullen? • In Matteüs 25:14–30 zijn de talenten het symbool voor de gaven van God. Iedereen heeft minstens één gave van God gekregen (LV 46:11–12). maar sommige gaven zijn gemakkelijker te herkennen dan andere. Welke gaven zijn mœilijk te herkennen, maar kunnen gebruikt worden om anderen van dienst te zijn en God te verheerlijken? • Wat bedoelde de Heiland toen Hij zei: ‘In zoverre gij dit aan één van deze mijn minste broeders hebt
• Toen Jezus met zijn apostelen voor het paasmaal samenkwam, introduceerde Hij de verordening van het avondmaal (Lucas 22:19–20).
22
gedaan, hebt gij het Mij gedaan’? (Matteüs 25:40; zie ook Mosiah 2:17). Tip voor thuis Lees de gelijkenis van de talenten voor (Matteüs 25:14–30), en leg uit dat de talenten een symbool zijn van de gaven van God. Laat elk gezinslid aan het woord over één of twee talenten of gaven waarmee hij of zij gezegend is. Laat daarna elk gezinslid aan het woord over talenten of gaven waarmee de andere gezinsleden gezegend zijn. Bespreek hoe we die gaven kunnen gebruiken om mee te werken aan de opbouw van het koninkrijk van God op aarde. Tekstenreeks: voorbereiding op de wederkomst Matteüs 25:1–13 LV 38:29–30
Heb elkander lief, gelijk Ik u liefgehad heb Lucas 22:1–38; Johannes 13–15
Daniël 2:44 LV 45:16–35
LV 45:36–39 LV 88:123–26
23
Waarom is het belangrijk dat we elke week van het avondmaal nemen? Hoe kun je je geestelijk op het avondmaal voorbereiden?
13
• Welke reden gaf Jezus zijn apostelen voor het feit dat Hij hun voeten waste? (Zie Johannes 13:12–17.) Op welke manier heeft uw hulp aan anderen u geluk gebracht? • Jezus heeft gezegd: ‘Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkander’ (Johannes 13:35). Kan men aan de manier waarop u met anderen omgaat, zien dat u een discipel, of volgeling van Christus bent? Kunt u specifieke zaken noemen die we kunnen doen om het liefdevolle voorbeeld van Christus te volgen? Tip voor thuis
avondmaalsbrood. Laat iemand anders Leer en Verbonden 20:79 voorlezen. Bespreek de betekenis van het avondmaalswater, en merk daarbij op dat we tegenwoordig water gebruiken in plaats van wijn. Leg uit dat wij, als we van het avondmaal nemen, beloven dat we Jezus altijd zullen gedenken. Bespreek wat de gezinsleden kunnen doen om Jezus te gedenken. Als onderdeel van deze bespreking kunt u samen een avondmaalslofzang zingen. Tekstenreeks: het avondmaal Matteüs 26:26–28 Lucas 22:19–20
3 Nephi 18:5–12 LV 20:77, 79
Laat Leer en Verbonden 20:77 voorlezen. Bespreek de betekenis van het
Dit nu is het eeuwige leven
24
Johannes 16–17 • Waaruit bestaat de zending van de Heilige Geest? (Zie Johannes 14:26; 15:26; 16:7–14.) Hoe kunnen we de invloed van de Heilige Geest herkennen? (Zie Galaten 5:22–23; LV 6:15, 23; 11:13.) Op welke manier heeft de gave van de Heilige Geest u geholpen? • Jezus heeft tegen zijn apostelen gezegd: ‘In de wereld lijdt gij verdrukking, maar houdt goede moed. Ik heb de wereld overwonnen’ (Johannes 16:33). Waarom kan de wetenschap dat Jezus de wereld overwonnen heeft, ons helpen om goede moed te houden als we met beproevingen te maken krijgen? Waarom is het belangrijk om goedsmoeds te zijn? • In zijn gebed heeft de Heiland gezegd: ‘Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige en waar-
14
achtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt’ (Johannes 17:3). Waarom is er verschil tussen onze hemelse Vader en Jezus Christus kennen en alleen maar iets over Hen weten? Hoe kunnen wij Hen leren kennen? Tip voor thuis Doe een blaadje met De gave van de Heilige Geest erop in een doos. Doe in een andere doos een blaadjes met Eeuwig leven erop. Verpak de dozen in kadopapier. Leg uit dat Jezus in Johannes 16–17 twee van de grootste gaven noemt die we kunnen ontvangen. Laat iemand de eerste doos openmaken en voorlezen wat er op het blaadje staat. Lees Johannes 16:13 voor en leg uit dat ‘de Geest der waarheid’ in dat vers betrekking heeft op de Heilige Geest. Laat iemand anders de tweede doos openen en voorlezen wat er op dat
blaadje staat. Lees Johannes 17:1–3 voor. Vertel hoe dankbaar u bent voor de gave van de Heilige Geest en de mogelijkheid om het eeuwige leven te verwerven.
Tekstenreeks: ‘Opdat zij één zijn, gelijk Wij één zijn’ Johannes 17:20–26 Filippenzen 1:27 Mosiah 18:21
Doch niet mijn wil, maar de uwe geschiede Matteüs 26:36– 46; Marcus 14:32– 42; Lucas 22:39– 46 • Waarom was Jezus bereid Zich te onderwerpen aan het grote lijden dat Hem in de hof van Getsemane te wachten stond? (Zie Matteüs 26:39, 42, 44.) Wat kunt u leren van het gebed van de Heiland in Getsemane? Hoe bent u gezegend toen u zich onderwierp aan de wil van onze hemelse Vader? • Wat heeft de Heiland in Getsemane doorgemaakt? (Zie LV 19:16–19; Lucas 22:44; Mosiah 3:7; Alma 7:11–13.) • Waarom hebben wij de verzoening van Jezus Christus nodig? (Zie 1 Nephi 10:21; 2 Nephi 2:5–9; Alma 34:9; Mozes 6:48.) Welke zegeningen staan ons ter beschikking door het zoenoffer van de Heiland?
Tip voor thuis Toon de plaat Jezus bidt in Getsemane (Evangelieplaten 227). Lees het verhaal van Jezus in Getsemane voor, zoals u dat kunt vinden in Matteüs 26:36–46, Lucas 22:39–46, of Leer en Verbonden 19:16–19. Laat ieder gezinslid zijn of haar gevoelens over de verzoening van Jezus Christus uiten. Tekstenreeks: de verzoening van Jezus Christus Lucas 22:39–44 LV 19:15–19 Mosiah 3:7, 9
Matteüs 26:47–27:66; Marcus 14:43–15:39; Lucas 22:47–23:56; Johannes 18–19
• Wat voelt u als u erover nadenkt dat de Heiland voor u geleden heeft? Hoe
25
(Zie Mosiah 16:7–8; Alma 7:11–13; LV 19:23.) Hoe kunnen ons die zegeningen deelachtig worden? (Zie Alma 7:14; geloofsartikel 3.)
Hiertoe ben Ik geboren
• Wat deed Petrus toen de mensen buiten het paleis van Kajafas zeiden dat hij Jezus kende? (Zie Matteüs 26:69–75; zie ook vers 34.) Op welke manier verloochenen wij soms, net als Petrus, ons geloof? Wat kunnen wij leren van het leven van Petrus nadat hij de Heer verloochend had?
4 Nephi 1:15–17 LV 35:2 LV 38:24–27
2 Nephi 9:5–8 Alma 7:11–14 Geloofsartikel 3
26
kunt u uw dankbaarheid voor de verzoening tonen? (U kunt uw gedachten hierover eventueel in uw dagboek schrijven.) Tip voor thuis Bespreek de volgende personen die vermeld worden in het verslag van Jezus’ dood en begrafenis. Vraag wat de gezinsleden zich van die personen of van die groep personen kunnen herinneren.
15
Jezus Christus Pilatus Simon van Cyrene Soldaten Jozef van Arimatea
Twee rovers De spotters Johannes de Geliefde De hoofdman Maria, de moeder van Jezus
Tekstenreeks: ‘Niemand heeft grotere liefde’ Lucas 23:33–461 Johannes 15:13
Hij is hier niet, want Hij is opgewekt Matteüs 28; Lucas 24; Johannes 20:21 • Waarom is het belangrijk om te weten dat Jezus uit de dood is opgestaan? Welke invloed heeft dat nieuws op de mensheid? Welke invloed heeft het op u? • De herrezen Heer toonde zich aan zeven van zijn apostelen terwijl die bezig waren met de visvangst en Hij ze op wonderbaarlijke wijze een groot aantal vissen liet vangen. (Johannes 21:4–7). Wat vroeg Jezus na de maaltijd aan Petrus en de andere apostelen? (Zie Johannes 21:15–17.) Hoe kunnen wij de schapen van de Heer hoeden? • Welke reden had Johannes voor het noteren van wat de herrezen Jezus gezegd en gedaan had? (Zie Johannes 20:30–31.) In welk opzicht heeft u uw voordeel gedaan met uw studie van de opstanding van de Heer? Tip voor thuis Laat iemand een handschoen aandoen en zijn of haar vingers bewegen. Leg uit dat de handschoen ons lichaam, en de hand onze geest voorstelt. Een geest
Wij zijn getuigen Handelingen 1–5 • Op welke manier was de gave van de Heilige Geest de apostelen tot steun in hun opdracht om van 16
Nephi 19:9–10 LV 34:1–4
27
met een lichaam samen vormen een levende persoon. Laat de handschoen uittrekken. Leg uit dat onze geest bij onze dood van ons lichaam gescheiden wordt. Dan zal ons lichaam dood zijn, maar onze geest zal dan nog leven. Laat de handschoen weer aantrekken. Leg uit dat bij de opstanding de geest weer met het lichaam verenigd wordt. Na onze opstanding zullen we nooit meer sterven of ziek worden. Getuig dat iedereen door de opstanding van Jezus Christus zal worden opgewekt. (Deze aanschouwelijke les is ontleend aan een presentatie van Boyd K. Packer [in De Ster, februari 1974, blz. 77–79]). Als onderdeel van deze bespreking kunt u samen zingen: ‘Hij is verrezen!’ (lofzang 135), of: ‘Is Jezus werk’lijk opgestaan?’ (Kinderliedjes, blz. 45). Tekstenreeks: verschijningen van de herrezen Heer Johannes 20:11–29 Lucas 24:36–51 1 Korintiërs 15:3–8
Handelingen 9:1–6 3 Nephi 11:1–14 Geschiedenis van Joseph Smith 1:11–17
28 Jezus Christus te getuigen? (Zie Johannes 15:26–27; 1 Korintiërs 12:3.) Wat is de rol van de Heilige Geest bij
onze inspanningen om het evangelie te verkondigen? (Zie 2 Nephi 33:1; LV 42:14.) • Hoe reageerde Petrus op degenen die de spot dreven met de apostelen die in tongen spraken? (Zie Handelingen 2:14–24, 36.) Welke indruk maakt Petrus’ antwoord op u? Waarom is het belangrijk dat we een getuigenis hebben van Jezus Christus en zijn goddelijke zending? Op welke manier kan de Heilige Geest ons bijstaan als we ons getuigenis geven? • Petrus maakte gebruik van een wonder om van Jezus Christus te kunnen getuigen (Handelingen 3:12–26; 4:5–12). Wanneer bent u in de gelegenheid om van Christus te getuigen? Hoe bent u gezegend toen u uw getuigenis gaf van Jezus Christus (of
toen u anderen dat heeft horen doen)? Tip voor thuis Lees Mosiah 18:8–9 voor en besteed veel aandacht aan de opdracht om ‘te allen tijde als getuigen van God te staan, in alle dingen en in alle plaatsen’. Vraag gezinsleden hoe zij aan die opdracht kunnen voldoen. Laat een gezinslid iets vertellen over een situatie waarin hij of zij van Jezus Christus en zijn evangelie getuigd heeft. Spoor de gezinsleden aan om de komende week in woord en daad van de Heiland te getuigen. Tekstenreeks: apostelen – bijzondere getuigen van Christus Handelingen 1:1–8 Handelingen 4:33
De discipelen werden talrijk
LV 27:12 LV 107:23
29
Handelingen 6–9 • Naarmate de kerk grœide, kregen groepen leden soms onenigheid met elkaar (Handelingen 6:1). Hoe kunnen wij als kerkleden onenigheid en verdeeldheid ondervangen? Waarom is dat belangrijk?
Tip voor thuis
• Hoe ontmoette Filippus de Ethiopische kamerling? (Zie handelingen 8:25–29.) Welke zegeningen vielen Filippus en de Ethiopiër ten deel omdat Filippus naar de Geest luisterde? (Zie handelingen 8:30–38.) Welke zegeningen heeft u (of iemand die u kent) ontvangen omdat u naar de Geest geluisterd heeft?
• Waarom is het belangrijk om lid van een wijk (of gemeente) te zijn? Noem eens een paar leiders en leerkrachten in onze wijk. Wat doen zij om ons te helpen en te steunen? Wat kunnen wij doen om hen te helpen en te steunen?
• Saulus veranderde van vervolger van de heiligen in een groot dienstknecht van de Heer toen hij de stem van de Heer hoorde (Handelingen 9:1–9, 17). Hoe kunnen wij de stem van de Heer horen? (Zie LV 1:38; 6:23; 8:2;
18:34–36.) Waarom kunnen wij ons beter bekeren als we zijn stem horen?
Stel, nadat iedereen de tekstenreeks van dit gedeelte gelezen en gemarkeerd heeft, de volgende vragen:
Tekstenreeks: samenwerken in het koninkrijk van God Exodus 18:13–26 Handelingen 6:1–3 LV 64:33–34
LV 107:99 1 Korintiërs 12:12–21 Efeziërs 4:11–16
17
Bij God is er geen aanneming des persoons
30
Handelingen 10–14; 15:1–35 • Hoe reageerden sommige kerkleden toen ze hoorden dat Petrus het evangelie aan mensen van andere volken had verkondigd? (Zie Handelingen 11:1–3.) Wat moeten wij doen als we nieuwe instructies krijgen van onze kerkleiders, ook als we die instructies aanvankelijk niet fijn vinden of ze maar mœilijk kunnen begrijpen? (Zie Johannes 7:17; 2 Nephi 28:30; LV 6:11, 14–15.) • Wat kunnen we uit de roeping van Saulus en Barnabas opmaken over de manier waarop kerkleden voor Gods werk geroepen worden? (Zie Handelingen 13:1–3.) Welke ervaringen heeft u gehad waardoor u wist dat roepingen in de kerk door de Geest geïnspireerd worden? • Paulus en Barnabas keerden terug naar de steden waar ze gemeenten van de kerk hadden gevestigd om de heiligen aan te moedigen om ‘te blijven in geloof’ (Handelingen 14:22;
zie ook de verzen 21 en 23). Wat kunt u doen om nieuwe leden in uw wijk of gemeente te steunen? Tip voor thuis Bespreek wat Saulus en Barnabas tijdens hun zending meemaakten (Handelingen 13–14). Vertel ervaringen die u als voltijdzendeling gehad heeft, of nodig daarvoor een teruggekeerde zendeling uit. Bespreek in welk opzicht de ervaringen van Saulus en Barnabas overeenkomen met die van hedendaagse zendelingen. Schrijf als gezin een brief aan een zendeling. Vraag uw hemelse Vader in het gezinsgebed om zegen en bescherming voor de zendelingen. Tekstenreeks: ‘Bij God [is er] geen aanneming des persoons’ Handelingen 10:34–35 Handelingen 15:7–11
Romeinen 2:9–11 2 Nephi 26:33
De gemeenten dan werden bevestigd in het geloof Handelingen 15:36–18:22; 1 en 2 Tessalonicenzen
31
• Hoe werden Paulus’ leringen ontvangen door de mensen in de synagoge in Berea? (Zie Handelingen 17:10–12.) Hoe kunt u ‘alle bereidwilligheid’ ontwikkelen om meer over het evangelie te weten te komen?
• Wat zegt Paulus in 1 Tessalonicenzen 1:5 en 2:2–12 over de manier waarop we het evangelie moeten uitdragen? Op welke manier is dat voor u een hulpmiddel geweest bij het uitdragen van het evangelie?
• Wat maakte Paulus de Atheners duidelijk over God? (Zie Handelingen 17:22–31.) Waarom is het belangrijk dat we weten dat ‘wij van [Gods] geslacht’ zijn? (Handelingen 17:28). Waarom kunnen we, als we inzicht hebben in de aard van God en zijn rol als onze Vader, Hem beter liefhebben en aanbidden?
Tip voor thuis
18
Maak plannen om de voltijdzendelingen in uw gebied uit te nodigen om bij u te komen eten. Laat ze vertellen hoe belangrijk ze het zendingswerk vinden en hoe ze zich op hun voltijdzending hebben voorbereid.
Als onderdeel van deze bespreking kunt u samen zingen: ‘Uitgekozen Hem altijd te dienen’ (lofzang 167) of ‘Een zending hoop ik te volbrengen’ (Kinderliedjes, blz. 91).
Tekstenreeks: eigenschappen van goede zendelingen 1 Tessalonicenzen 2:1–12 2 Korintiërs 4:5 LV 4:1–7
Leven in de Geest
• Paulus spoorde de Galaten ertoe aan te streven naar de vruchten, of resultaten, van een leven dat geleid werd door de Geest (Galaten 5:16, 25). Kunt u een aantal van die vruchten noemen? (Zie de tekstenreeks in dit gedeelte.) Op welke manier zijn die vruchten in uw leven zichtbaar geworden? Wat moeten wij doen als we merken dat die vruchten er in ons leven niet zijn?
LV 88:81 LV 123:12–14
32
Handelingen 18:23–20:38; Galaten • Paulus besloot zijn toespraak tot de broeders in Efeze door ze te herinneren aan de leer van de Heer dat het ‘zaliger [is] te geven dan te ontvangen’ (Handelingen 20:35). Hoe heeft u de waarheid daarvan ondervonden?
LV 38:41
In welk opzicht kunnen we dat beginsel toepassen op ons vermogen om de influisteringen van de Geest te horen en te volgen? Wat heeft het te maken met onze relatie tot anderen en met andere situaties in ons leven? Tip voor thuis Vraag hoe je kunt merken dat de invloed van de Geest thuis werkzaam is. Bespreek wat je als gezin kunt doen om de Geest aanwezig te laten zijn. Stel doelen met het gezin opdat de Geest de komende week thuis aanwezig kan zijn. Tekstenreeks: vruchten van de Geest Galaten 5:22–23 Johannes 14:26 Johannes 15:26
Moroni 8:26 Moroni 10:3–5 LV 6:22–23
• Wat betekent: ‘Wat de mens zaait, zal hij ook oogsten’? (Zie Galaten 6:7–9.)
Gij zijt Gods tempel 1 Korintiërs 1– 6 • Welk probleem besprak Paulus in 1 Korintiërs 1:10–13? Waarom tasten verdeeldheid en conflicten onze eensgezindheid als discipels van Christus aan? (Zie Mosiah 18:21–23; 3 Nephi 11:29–30; LV 38:27.) Wat adviseerde Paulus de heiligen om meer één te worden? (Zie 1 Korintiërs 1:10.) • Paulus vertelde dat de wijsheid van God de wijsheid van de we-
33 reld ‘tot dwaasheid’ zal maken (1 Korintiërs 1:18–21). Wat is het verschil tussen de wijsheid van God en de wijsheid van de wereld? (Zie Jesaja 55:8–9; LV 38:1–2.) Noem voorbeelden van Gods wijsheid die de wijsheid van de wereld tot dwaasheid maakt. Hoe kunnen wij de ‘dingen Gods’ onderscheiden? (Zie 1 Korintiërs 2:10–13.)
19
• Waarmee vergeleek Paulus ons lichaam? (Zie 1 Korintiërs 3:16–17; 19–20.) Wat kunnen wij doen om ons lichaam te behandelen als een tempel? Wat zijn de zegeningen van zedelijke reinheid?
contact met ons onderhouden. Lees samen met het gezin een conferentietoespraak uit De Ster of uit andere publikaties van de kerk. Bespreek hoe je die boodschap kunt toepassen.
Tip voor thuis
1 Korintiërs 3:16–173 1 Korintiërs 6:19–20 Galaten 5:16
Leg uit dat Paulus vaak door middel van epistels, of brieven, contact onderhield met de leden van de kerk. Bespreek op welke manier profeten, apostels en andere kerkleiders in deze tijd
Tekstenreeks: zedelijke reinheid
Dat gij aan de overleveringen zó vasthoudt, als Ik ze u overgegeven heb
Nephi 12:27–30 LV 42:22 LV 46:33
34
1 Korintiërs 11–16 • Wat betekent ‘in de Here is evenmin de vrouw zonder man iets, als de man zonder vrouw’ (1 Korintiërs 11:11.) Waarom is de relatie tussen man en vrouw zo belangrijk in het koninkrijk van God? Wat wordt ons daardoor duidelijk over de manier waarop man en vrouw elkaar behoren te behandelen? • Wat zijn volgens Paulus de doeleinden van het avondmaal? (Zie 1 Korintiërs 11:23–26; zie ook Lucas 22:19–20.) Waarom is de overweging of we het wel waardig zijn een belangrijk onderdeel van het avondmaal? • In de Schriften wordt ons aangeraden naar geestelijke gaven te streven (1 Korintiërs 12:31; LV 46:8). Om welke redenen moeten we naar geestelijke gaven streven? (Zie 1 Korintiërs 14:12; LV 46:9.)
20
• Wat heeft Paulus verteld over de koninkrijken van heerlijkheid? (Zie 1 Korintiërs 15:35–44; zie ook LV 88:27–32.) In hoeverre wordt uw manier van leven beïnvloed door uw kennis van de opstanding en de koninkrijken van heerlijkheid? Tip voor thuis Lees een aantal teksten voor uit de tekstenreeks van dit onderdeel. Bespreek vervolgens de vragen in de derde alinea van dit deel. Laat de gezinsleden iets vertellen over de geestelijke gaven die ze bij elkaar zien waardoor het hele gezin gesterkt wordt. Zorg dat ieder gezinslid weet dat hij of zij belangrijk is voor het gezin. Tekstenreeks: gaven van de Geest 1 Korintiërs 12:1–11 1 Korintiërs 12:31 Jakobus 1:17
3 Nephi 29:5–6 Moroni 10:8–19 LV 46:8–26
Word met God verzoend
35
2 Korintiërs • Waarom wisten Paulus en Timoteüs wanhoop te vermijden, ondanks dat ze verdrukt werden, om raad verlegen, vervolgd en ter aarde geworpen waren? (Zie 2 Korintiërs 1:3–5; 4:5–15.) Hoe hebben onze hemelse Vader en Jezus Christus u door beproevingen heen geholpen? • Paulus vroeg de heiligen dringend elkaar te vergeven (2 Korintiërs 2:5–8). Waarom is het belangrijk dat we anderen vergeven? (Zie Matteüs 6:14–15; 2 Korintiërs 2:7–8; LV 64:9–10.) Wat kunnen wij doen om vergevens gezinder te worden? • Wat betekent ‘bedroefd zijn naar Gods wil’ vanwege onze zonden? (2 Korintiërs 7:9–10). Waarom is droefheid naar Gods wil een belangrijk onderdeel van bekering?
Tip voor thuis Lees 2 Korintiërs 1:3–4 en richt de aandacht vooral op de pogingen van Paulus om anderen te troosten ‘met de troost, waarmede wijzelf door God vertroost worden’. Regel een bezoek aan een plaatselijk ziekenhuis, een opvangcentrum voor daklozen of een verpleegtehuis. Help daar met de maaltijden, houd de bewoners aangenaam bezig, of schenk voedsel, kleding, of andere zaken waar behoefte aan bestaat. Als onderdeel van deze bespreking kunt u samen ‘Daar Gij mij veel gegeven hebt’ zingen (lofzang 151). Tekstenreeks: kenmerken van discipelen van Christus 2 Korintiërs 1:3–5 2 Korintiërs 1:11 2 Korintiërs 2:5–8
Geliefden Gods, geroepen heiligen Romeinen We zijn gerechtvaardigd als we ons met God verzoend hebben, als we kwijtschelding hebben verkregen van de straf voor onze zonden en rechtschapen en schuldloos zijn verklaard. Waarom moeten we gerechtvaardigd worden? (Zie Romeinen 3:10–12, 23; zie ook Alma 7:21.) Wat heeft Paulus gezegd over de manier waarop we gerechtvaardigd worden? (Zie Romeinen 3:24, 28; 5:1–2; zie ook 2 Nephi 2:6.) • Op welke manier worden dood, begrafenis en opstanding (opnieuw geboren worden) door de doop
2 Korintiërs 4:5–10 2 Korintiërs 5:17–21 2 Korintiërs 7:9–10
36
voorgesteld? (Zie Romeinen 6:3–4; LV 76:50–52.) Hoe is de doop voor u een wedergeboorte geweest? • Hoe heeft u gezien dat God ‘alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben’? (Romeinen 8:28.) • Welke kenmerken van oprechte heiligen worden in Romeinen 12:9–21 genoemd? Welk van die kenmerken is voor u het mœilijkst om te ontwikkelen? Wat kunt u deze week doen om die eigenschap verder te ontwikkelen? 21
Tip voor thuis Lees de teksten van deze tekstenreeks voor, en laat uw huisgenoten leden van de wijk of de gemeente noemen die een aantal van de in die teksten genoemde eigenschappen bezitten. Spoor iedereen aan om de komende week iets te doen
om het voorbeeld van die mensen na te volgen. Tekstenreeks: eigenschappen van heiligen Romeinen 1:7–8 Romeinen 12:9–21 Efeziërs 4:1–3
Mosiah 3:19 LV 4:5–6 LV 88:74–77, 81
Jezus Christus: de leidsman en voleinder des geloofs
37
Hebreeën • Wat komen we uit Hebreeën 1 over Jezus Christus te weten? • Waarom moet een priesterschapsdrager ‘geroepen [worden] door God’, in plaats van ‘zichzelf die waardigheid [aan te matigen]’? (Hebreeën 5:4). • Paulus gaf veel voorbeelden van mensen die door hun geloof in Jezus Christus grote dingen tot stand brachten. Wie noemde hij? (Zie Hebreeën 11:4–12, 17–34.) • Paulus heeft gezegd dat geloof ons in tijden van tegenspoed of tegenstand tot steun kan zijn (Hebreeën 11:32–38). Hoe heeft uw geloof u geholpen om tegenspoed het hoofd te bieden? Welke andere zegeningen heeft u (of iemand die u kent) ontvangen door geloof in Jezus Christus?
Gij hebt van Mij getuigd Handelingen 21–28 • Paulus toonde zich heel moedig toen hij de boze menigte in Jeruzalem het verhaal van zijn bekering en zijn visioen van Jezus Christus vertelde (Handelingen 21:27–22:21). Wanneer heeft u uw getuigenis gegeven in een situatie die moed vereiste? Hoe kunt u door Paulus’ daden meer moed ver-
22
Tip voor thuis Stop zaad in de aarde. Lees Hebreeën 11:1 en Alma 32:21 voor en vraag waarom zaaien een daad van geloof is. Lees dan Jakobus 2:17 voor. Vraag wat je moet doen om een zaadje te laten grœien. Zorg de komende weken goed voor het zaaigoed en let op hoe het door uw geloof en werk ontkiemt en grœit. Als onderdeel van deze bespreking kunt u samen het lied ‘Geloof’ zingen (Kinderliedjes, blz. 50). Tekstenreeks: Geloof Hebreeën 11:1–6 Jakobus 2:14–18 1 Nephi 7:12
Alma 32:21 Ether 12:6 LV 63:10–11
38 zamelen om anderen uw getuigenis te geven? • Wat gebeurde er toen de schipper van het schip dat uit Goede Rede vertrok, Paulus’ waarschuwing dat het te gevaarlijk was, in de wind sloeg? (Zie Handelingen 27:7–20.) Wat bracht de hoofdman ertoe om Paulus’ advies te
negeren? (Zie Handelingen 27:11–12.) Waarom negeren sommigen onder ons af en toe het advies van onze kerkleiders? Hoe bent u erachter gekomen dat het belangrijk is om de raad van de kerkleiders op te volgen? Tip voor thuis Laat de gezinsleden iemand in gedachten nemen wiens voorbeeld hen geïnspireerd of bemoedigd heeft. Laat ze ver-
tellen aan wie ze gedacht hebben en waarom. Tekstenreeks: als getuigen van God staan Handelingen 26:22–23 Handelingen 28:30–31 Romeinen 1:16
LV 18:10–16 LV 33:7–11
Om de heiligen toe te rusten
39
Efeziërs • Wat zei Paulus in Efeziërs 2:20 en 4:11–14 over het belang van apostelen en profeten? Waarom zijn levende apostelen en profeten van essentieel belang voor de ware kerk? Door welke leringen van hedendaagse apostelen en profeten kunnen we vooruitgang maken in vervolmaking en eenheid? • Waarom kan Paulus’ advies in Efeziërs 6:1–4 de familiebanden verstevigen en de eenheid in het gezin waarborgen? Welke raad hebben hedendaagse apostelen en profeten aan het gezin gegeven? • Wat zijn de onderdelen van wat Paulus de wapenrusting Gods noemt? Wat stelt elk onderdeel voor? (Zie Efeziërs 6:13–18; LV 27:15–18.) Welke bescherming biedt elk onderdeel van de wapenrusting Gods ons tegen de
Ik vermag alles door Christus Filippenzen; Kolossenzen; Filemon • Hoe kunnen wij Paulus’ raad in Filippenzen 4:8 opvolgen? (Zie ook geloofsartikel 13.) Hoe worden we gezegend als we gehoor geven aan die aansporing?
invloed van Satan? Hoe kunnen wij die wapenrusting elk dag aan doen? Tip voor thuis Geef elk gezinslid een blaadje. Laat iedereen zijn of haar blaadje doorscheuren. Geef een van de gezinsleden dan een dik boek en laat hem of haar proberen alle bladzijden ervan tegelijk door te scheuren. Leg uit dat de bladzijden van het boek samen sterker zijn, en dat wij ook sterker zijn als we in ons gezin en in de kerk een eenheid vormen. Bespreek wat u als gezin kunt doen om thuis en in de wijk of gemeente de eenheid te bevorderen. Tekstenreeks: eenheid Psalm 133:1 1 Korintiërs 1:10 Efeziërs 4:11–16
2 Nephi 1:21 Mozes 7:18
40 • Wat betekent ‘wel gegrond en standvastig’ in het evangelie blijven? (Zie Kolossenzen 1:23.) Waardoor laten sommige mensen zich ‘afbrengen van de hoop van het evangelie’?
23
(Kolossenzen 1:23.) Wat kunt u doen om uw getuigenis te versterken? • Paulus heeft herhaaldelijk benadrukt hoe belangrijk dankbaarheid is (Kolossenzen 2:7; 3:15, 17). Waarom is het belangrijk dat we dankbaar zijn? Hoe kunt u onze hemelse Vader en de Heiland uw dankbaarheid tonen? Tip voor thuis
bord, op een poster of een blaadje. Laat het een aantal malen voorlezen. Elke keer als het artikel is voorgelezen, bedekt u een trefwoord of veegt u het uit. Laat het geloofsartikel herhalen totdat de gezinsleden het uit het hoofd kennen. Tekstenreeks: ‘De aansporing van Paulus’ Filippenzen 4:8
Geloofsartikel 13
Zet het dertiende geloofsartikel op het
Ik heb mijn loop ten einde gebracht 1 en 2 Timoteüs; Titus • Waarom zijn er mensen ‘die zich te allen tijde laten leren, zonder ooit tot de erkentenis van de waarheid te kunnen komen’? (2 Timoteüs 3:7.) Hoe kunnen we ervoor zorgen dat wat we leren ons brengt tot een erkenning van de waarheid? Op welke manier bent u gezegend omdat u zich in de ware leerstellingen van het evangelie verdiept heeft? • Wat houdt dat in: ‘een voorbeeld voor de gelovigen’ zijn? (1 Timoteüs 4:12.) Hoe kunt u een voorbeeld zijn zoals dat in 1 Timoteüs 4:12 beschreven wordt? In welke mate bent u beïnvloed door iemand die ‘een voorbeeld voor de gelovigen’ was? • In welk opzicht is liefde voor geld ‘de wortel van alle kwaad?’ (Zie 1 Timoteüs 6:7–10.) Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we ons niet
Zuivere godsdienst Jakobus • Welke raad heeft Jakobus gegeven aan wie ‘in wijsheid te kort schiet’? (Zie Jakobus 1:5–6.) Welke uitwerking had dat advies op de profeet Joseph 24
41
blind staren op geld en andere materie? (Zie 1 Timoteüs 6:17–19; Jakob 2:18–19.) Tip voor thuis Laat een aantal platen zien, bijvoorbeeld platen uit de doos Evangelieplaten of uit tijdschriften van de kerk, waarop bekende verhalen uit de Schriften staan afgebeeld. Zing dan een paar lofzangen of jeugdwerkliedjes. Na elke plaat en het zingen van een lied vraagt u welke leerstellingen of leringen met gebruikmaking van die plaat en die lofzang of dat lied behandeld zouden kunnen worden. Tekstenreeks: de kracht van de ware leer 1 Timoteüs 4:16 2 Timoteüs 3:16–17 Johannes 8:31–32
3 Nephi 11:31–41 LV 88:77–78
42 Smith? (Zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:11–13.) Hoe heeft u antwoorden op uw gebeden ontvangen?
• Jakobus heeft gezegd dat we ‘snel [moeten] zijn om te horen, langzaam om te spreken’ (Jakobus 1:19). Hoe heeft u ontdekt dat dit een wijze raad is? • Wat moeten we volgens Jakobus vooral doen om volgens een zuivere godsdienst te leven? (Zie Jakobus 1:27.) Waarom is het bezoeken en helpen van mensen in nood een onderdeel van zuivere godsdienst? Wat kunt u doen om ‘onbesmet van de wereld’ te blijven? Tip voor thuis
zorgen dat we ‘onbesmet van de wereld’ blijven (Jakobus 1:27). Bespreek waarom die leer invloed kan hebben op onze dagelijkse beslissingen. U kunt eventueel verwijzen naar de brochure Voor de kracht van de jeugd (34285 120), waarin het Eerste Presidium advies geeft hoe we ‘onbesmet van de wereld’ kunnen blijven. Tekstenreeks: antwoord krijgen op gebed Jakobus 1:5–6 Matteüs 21:22 Alma 37:37
Jakobus heeft gezegd dat we, als onderdeel van de zuivere godsdienst, moeten
Een uitverkoren geslacht
43
1 en 2 Petrus; Judas • Wat kunnen we doen om het voorbeeld van de Heiland te volgen, en beproevingen en vervolging het hoofd te bieden? (Zie 1 Petrus 2:19–23.) Welke voorbeelden heeft u gezien van mensen die op een christelijke manier hun beproevingen verdroegen? Hoe worden wij gezegend als we bij beproevingen het voorbeeld van de Heiland volgen? • Welke eigenschappen zijn volgens Petrus deel van de goddelijke natuur? (Zie 2 Petrus 1:4–7.) Waarom is het belangrijk dat we die eigenschappen ontwikkelen? (Zie Petrus 1:8.) Welke van die eigenschappen heeft u bij anderen gezien? • Petrus en Judas hebben gewaarschuwd dat er valse leraren onder de leden van de kerk zouden zijn. Wat waren volgens hen kenmerken van valse leraren? (Zie 2 Petrus 2:1–3, 10,12–19; Judas 1:4, 8, 10–13, 16,
3 Nephi 18:20–21 LV 112:10 Geschiedenis van Joseph Smith 1:11–19
18–19.) Welke raad hebben Petrus en Judas gegeven om valse leerstellingen te vermijden en trouw te blijven bij onze voorbereiding op de wederkomst? (Zie 2 Petrus 3:11–14, 17–18; Judas 1:3, 20–21; zie ook Moroni 7:12–17; LV 45:57; 46:7–8.) Tip voor thuis Zoek een recept van iets lekkers om met elkaar klaar te maken. Werk samen volgens het recept, bespreek waarom het belangrijk is om alle ingrediënten bij de hand te hebben. Als het klaar is, leest u 2 Petrus 1:4–8 voor. Bespreek waarom elk kenmerk van de goddelijke natuur belangrijk is als we op onze hemelse Vader en Jezus Christus willen gaan lijken. Tekstenreeks: ‘Wacht u voor valse profeten’ 2 Petrus 2:1–3 Matteüs 7:15–20 Matteüs 24:24
2 Nephi 28:7–9 LV 45:57
25
God is liefde
44
1, 2 en 3 Johannes • Welk woord heeft Johannes in 1 Johannes 4:8, 16 gebruikt om een beschrijving te geven van onze hemelse Vader? Waarom is dat een passend woord? • Lees 1 Johannes 4:9–10. Welk blijk van Gods liefde noemt Johannes in die verzen? (Zie ook Johannes 3:16; 1 Johannes 5:11; 2 Nephi 9:10.) Waarom blijkt de liefde van onze hemelse Vader voor ons uit het feit dat Hij zijn Zoon gezonden heeft om verzoening voor onze zonden tot stand te brengen? • Johannes heeft gezegd dat onze hemelse Vader onze gebeden zal beantwoorden als wij iets vragen wat met zijn wil overeenkomt (1 Johannes 5:14, 15). Op welke manier is gebed voor u een hulpmiddel geweest om de liefde van uw hemelse Vader te voelen? • Welke beschrijving gaf Johannes van degenen die zich erop beroepen God lief te hebben, maar geen liefde hebben voor anderen? (Zie 1 Johannes 2:9, 11; 3:14–15, 17; 4:20.) Waarom is onze liefde voor ande-
ren een maatstaf van onze liefde voor God? • Waarom zijn ouders zo blij als ze horen ‘dat [hun] kinderen in de waarheid wandelen’? (3 Johannes 1:4.) Tip voor thuis Vertel dat u met het gezin op onderzoek uitgaat. Maak dan een wandeling of een ritje en let daarbij op zaken waaraan de gezinsleden kunnen zien dat onze hemelse Vader en Jezus Christus van ze houden. Als iemand iets ziet waaruit de liefde van onze hemelse Vader en Jezus Christus blijkt, schrijft u dat op. Aan het einde van de tocht leest u voor wat de gezinsleden hebben opgenoemd. Als onderdeel van deze bespreking kunt u gezamenlijk het lied ‘Waar liefde is’ zingen (Kinderliedjes, blz. 76). Tekstenreeks: ‘Wie zijn broeder liefheeft, blijft in het licht’ 1 Johannes 2:10–11 1 Johannes 3:16–19 1 Johannes 4:7–11
Wie overwint, zal dit alles beërven Openbaring 1–3; 12 • Wat kwam er in het visioen van Johannes uit de mond van de Heiland? (Zie Openbaring 1:16.) Wat stelde dat zwaard voor? (Zie LV 6:2.) In welk opzicht is het woord van de Heer als een zwaard? (Zie Hebreeën 4:12; Helaman 3:29.) • Wat beloofde de Heer in het visioen van Johannes aan degenen die de
26
1 Johannes 4:20–21 Johannes 21:15–17 Moroni 7:45–48
45
beproevingen en de verleidingen van dit sterfelijk leven het hoofd bieden? (Zie de tekstenreeks van dit gedeelte.) • Hoe zullen de kerk en het koninkrijk van God Satan uiteindelijk overwinnen? (Zie Openbaring 12:11.) Hoe kan de verzoening van Christus en uw getuigenis daarvan u helpen in uw persoonlijke strijd tegen Satan?
Tip voor thuis Lees Openbaring 6:12–14 en 16:18–21 voor, en leg uit dat in die teksten beschreven wordt wat Johannes in zijn visioen van de laatste dagen gezien heeft. Leg dan uit dat een aantal profetieën in het boek Openbaring wel beangstigend kunnen zijn, maar dat andere profetieën in het boek Openbaring ons hoop kunnen geven en onze
angst in mœilijke tijden kunnen wegnemen. Lees een aantal teksten uit de tekstenreeks in dit gedeelte voor die hoop geven. Tekstenreeks: beloften aan degenen die overwinnen Openbaring 2:7 Openbaring 2:11 Openbaring 2:17
Openbaring 3:5 Openbaring 3:12 Openbaring 3:21
Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volken zijn Openbaring 5– 6; 19–22 • Eén ding dat we uit Openbaring 6 kunnen opmaken is dat Satan door de hele geschiedenis van de aarde tegen de rechtvaardigen gevochten heeft. Wat zijn volgens Openbaring 6:4–11 een aantal manieren waarop hij dat gedaan heeft? Welke strategieën gebruikt Satan nu om te proberen de rechtvaardigen omver te werpen? Hoe kunnen wij in de strijd tegen Satan hoopvol blijven en positieve verwachtingen blijven koesteren? • De wederkomst van Jezus Christus zal het millennium inluiden, een periode van duizend jaar waarin Christus Zelf op aarde zal regeren. Wat zal er in het millennium met Satan gebeuren? (Zie Openbaring 20:1–3.) Hoe zal het zijn als Satan gebonden is? (Zie
1 Nephi 22:26; LV 45:55, 58.) Hoe kunnen wij nu de macht van Satan in ons leven beperken? Tip voor thuis • Lees Openbaring 20:1–3 voor, waarin staat dat Satan in het millennium gebonden zal zijn. Deel dan recente kranten of tijdschriften uit. Laat de gezinsleden de kranten of tijdschriften doorbladeren en vaststellen welke artikelen in het millennium wel of niet in een krant of tijdschrift zullen staan. Tekstenreeks: Woorden van hoop en troost in het boek Openbaring Openbaring 3:20
Openbaring 22:1–7 Openbaring 7:13–17 Openbaring 22:17 Openbaring 21:3–7
Leringen van profeten van de laatste dagen over de zegeningen van schriftstudie ‘Onderzoek de Schriften – onderzoek de openbaringen die wij uitgeven en vraag uw hemelse Vader in de naam van zijn Zoon Jezus Christus om u de waarheid bekend te maken. En als u dit wilt doen met het oog alleen gericht op zijn heer-
46
47
lijkheid, en niet twijfelt, zal Hij u door de macht van zijn Heilige Geest antwoorden. Dan zult u het zelf weten en niet door middel van een ander. Dan behoeft u zich niet op anderen te verlaten om de kennis van God deelachtig
27
te worden. Ook zullen er dan geen bespiegelingen meer zijn. Neen, want als de mens zijn onderricht ontvangt van de Bron ervan, weet hij hoe Hij hem zalig kan maken’ (Leringen van de profeet Joseph Smith, verzameld door Joseph Fielding Smith, blz. 7). ‘Ik ben dankbaar dat er zoveel nadruk is gelegd op het lezen van de Schriften. Ik hoop dat dit voor jullie veel meer zal worden dan een verplichting, iets waarvan je zult genieten; dat je verliefd zult raken op het woord van God. Ik beloof je dat je verstand zal worden verlicht wanneer je leest, en dat je geest erdoor omhoog zal worden getild. Aanvankelijk lijkt het misschien vervelend, maar het zal veranderen in een wonderbaarlijke ervaring met gedachten en woorden over goddelijke zaken’ (Gordon B. Hinckley, ‘Het licht dat je in je hebt’, De Ster, juli 1995, blz. 91). ‘Naarmate u over het leven en de leringen van de Heer Jezus Christus leest, komt u nader tot Hem die de oorzaak is van onze verlossing’ (Gordon B. Hinckley, ‘Verwezenlijk uw goddelijk potentieel’, De Ster, januari 1990, blz. 88). ‘Als wij de raad van onze leiders opvolgen en de Schriften lezen en bestuderen, zullen ons velerlei zegeningen ten deel vallen. Het is de meest rendabele studie waarin we ons kunnen verdiepen’ (Howard W. Hunter, Conference Report, oktober 1979, blz. 91.) ‘Wanneer individuele leden en gezinnen zich volledig in de Schriften verdiepen, regelmatig en constant, (. . .) zullen de andere gebieden van activiteit (. . .) zich vanzelf aandienen. Getuigenissen zullen groter worden. Toewijding zal toenemen. Gezinnen zullen gesterkt worden. Persoonlijke openbaring zal hun toevlœien’ (zie Ezra Taft Benson, ‘De kracht van het woord’, De Ster, juli 1986, blz. 77).
28
‘Laat ons de grote dingen die wij uit de hand des Heren hebben ontvangen, niet lichtvaardig behandelen! Zijn woord is een van de kostbaarste gaven die Hij ons gegeven heeft. Ik dring er bij u op aan uzelf opnieuw te verplichten tot een dagelijkse studie van de Schriften. Laaf u dagelijks, zodat de macht van de Geest u zal vergezellen in uw roeping. Lees de Schriften in uw gezin en leer uw kinderen ze lief te hebben en te koesteren’ (Ezra Taf Benson, ‘De kracht van het woord’, De Ster, juli 1986, blz. 77). ‘Soms bemerk ik dat mijn relatie met de godheid oppervlakkig wordt, dat het lijkt alsof er geen goddelijk oor naar mij luistert en of er geen goddelijke stem tot mij spreekt – dat ik ver, ver weg ben. Als ik mijzelf dan onderdompel in de Schriften, wordt de afstand kleiner en komt mijn geestelijke instelling terug. Ik merk dan dat ik Degenen Die ik met mijn hele hart, verstand en sterkte dien lief te hebben, intenser liefheb, en naarmate ik Hen meer liefheb, vind ik het gemakkelijker om hun raad op te volgen’ (Spencer W. Kimball, The Teachings of Spencer W. Kimball, uitgegeven door Edward L. Kimball [1982], blz. 135). ‘Ik ben ervan overtuigd dat wij allemaal, tenminste op een bepaald moment van ons leven, zelf de Schriften wel moeten ontdekken – en niet eenmaal, maar steeds opnieuw’ (Spencer W. Kimball, “How Rare a Possession – The Scriptures!” Ensign, september 1976, blz. 4). ‘Ik denk dat mensen die de Schriften bestuderen als geen ander een dimensie aan hun leven toegevoegd krijgen die alleen door schriftstudie verkregen kan worden. Het geloof, het verlangen om te doen wat goed is neemt toe, en inspiratie en inzicht van mensen die het evangelie bestuderen – in het bijzonder de standaardwerken – en de
beginselen overdenken, vlœit ze toe zoals dat op geen enkele andere manier mogelijk is’ (Bruce R. McConkie, Church News, 24 januari 1976, blz. 4). ‘Ik daag elke heilige der laatste dagen uit om de Schriften te leren kennen en begrijpen. Die heilige boeken zijn ons bolwerk ter bescherming tegen een sluwe tegenstander’ (Marvin J. Ashton, Conference Report, oktober 1977).
‘Ik beloof u dat dagelijks gezinsgebed en schriftstudie in uw gezin een gevoel van veiligheid en verbondenheid zal ontwikkelen dat uw leven zal verrijken en uw gezin erop zal voorbereiden de mœilijkheden van deze tijd en de eeuwigheid onder ogen te zien’ (L. Tom Perry, De Ster, juli 1993, blz. 90).
29
Dutch 35682 120