LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
Uitgave: Redactie: Marian de Regt Mirjam de Jong
Kenniscentrum PMLF Loire 150 2491 AK Den Haag T 070 337 83 12 E
[email protected] I www.pmlf.nl
Den Haag februari 2011
2
Februari 2011
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
Februari 2011
Inhoud Inhoud ................................................................................................................. 3 1
Aanleiding en vraagstelling................................................................................ 4
2
Samenvatting en conclusies .............................................................................. 5
3
Werkwijze ....................................................................................................... 6
4
Wettelijke kaders ............................................................................................. 7
5
Wat gebeurt er al? ..........................................................................................12
6
Hoe kijken bedrijven er tegen aan? ...................................................................21
Bijlage 1: ............................................................................................................23 Bijlage 2: ............................................................................................................24 Bijlage 3: ............................................................................................................25 Bijlage 4: ............................................................................................................26 Bijlage 5: ............................................................................................................27
3
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
1
Februari 2011
Aanleiding en vraagstelling
Naar verwachting zal de schaarste op de arbeidsmarkt in de procesindustrie de komende jaren groeien. Door vergrijzing en ontgroening zal het voor bedrijven moeilijker worden om geschikt personeel te vinden, vooral aan mbo-ers proces, AOT- en laboratoriumtechniek zullen tekorten ontstaan. Om over tien jaar voldoende aanbod te hebben moet de uitstroom vanuit het mbo met 40% toenemen, schat de Regiegroep Chemie1. De instroom van jongeren in mbo opleidingen proces, AOT- en laboratoriumtechniek is gering. Dit heeft een aantal redenen: • Het vmbo kent geen specialisaties procestechniek en laboratoriumtechniek. Jongeren zijn daardoor onbekend met deze beroepsrichtingen en zijn na het behalen van het vmbo diploma geneigd om voor hen bekende richtingen te kiezen die aansluiten op het vmbo. De procesindustrie mist hierdoor een groep die mogelijk op latere leeftijd wel in de sector wil werken. • De Arbeidstijden wet en de ARBO- wet beperken mogelijkheden voor bedrijven om minderjarigen als stagiaire of werknemer toe te laten. • De sector heeft met een imagoprobleem te maken. • Voor procestechniek specifiek geldt dat er weinig mbo scholen zijn die BOL-opleidingen aanbieden. Van de 30 ROC's die in 2009 procestechniekopleidingen aanboden, waren er tien met BOL-jongeren. Jongerenaantallen varieerden van enkele jongeren tot ruim 100. Meer gegevens over leerlingaantallen en verdeling over BOL- en BBL- trajecten zijn te vinden in bijlage 1.2
De instroomproblematiek wordt inmiddels breed erkend en in allerlei gremia besproken en opgepakt. Omdat bedrijven nu al moeite hebben de vacatures voor procesoperators en technici in te vullen zijn de laatste jaren veel projecten gestart om scholieren te interesseren voor een baan in de procesindustrie. Een aantal van die projecten richt zich op leerwerktrajecten voor jongeren in de procesindustrie. Met deze verkenning wil Kenniscentrum PMLF een bijdrage leveren aan de discussie over de (on)mogelijkheden voor leren en werken voor 16-18 jarigen in de procesindustrie. De centrale vraag daarbij is: “(hoe) kun je 16-18 jarigen, met inachtneming van de wettelijke beperkingen, zinvol in het bedrijf laten leren en werken”? We kijken achtereenvolgens naar: • de wet- en regelgeving en hoe bedrijven daarmee omgaan • een aantal leerwerktrajecten die momenteel worden uitgevoerd en die als "best practice’’ beschouwd kunnen worden • ervaringen en standpunten van bedrijven met betrekking tot minderjarige stagiaires en BBL-ers De informatie in deze rapportage en de (voorlopige) conclusies die we op basis van onze verkenning kunnen trekken, kunnen dienen als input, niet alleen voor verdere discussie, maar naar wij hopen ook voor concrete acties om de instroom van jongeren in de procesindustrie te vergroten.
1
http://www.regiegroepchemie.nl/
2
De laboratoriumopleiding bieden voor het merendeel BOL-opleidingen aan en van oudsher zijn de lesprogramma's dan ook al zo ingericht dat met de wettelijke beperkingen rekening is gehouden. In deze verkenning wordt vooral over de procestechniekopleidingen gesproken. Maar de instroomproblematiek en de wettelijke beperking gelden evenzeer voor de laboratoriumopleidingen.
4
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
2 • • • • • • •
Februari 2011
Samenvatting en conclusies De noodzaak van een jonge instroom in de procesindustrie wordt breed gedeeld. Er is een gevoel van urgentie dat dit alleen lukt als je jongeren al vroeg weet te interesseren voor deze sector. Voor succesvolle leerwerktrajecten voor jongeren is een groep bedrijven nodig die zich committeert aan afspraken om gezamenlijk zo’n leerwerktraject in te zetten. Belangrijk is om voortdurend de aandacht van jongeren te blijven trekken voor dit soort trajecten. Wet- en regelgeving vormt een cruciale beperking in aanbod van stage- en BBL-plaatsen voor minderjarigen. Voor 16- en 17-jarigen lijkt de BBL geen geschikte vorm omdat jongeren dan nog niet in ploegen mogen werken (en die maatregel is er natuurlijk niet voor niets). Jongeren vragen veel begeleiding. Organiseren van begeleiding is lastig voor bedrijven, zeker als dit binnen de ploegensterkte moet worden geregeld. Vormen van begeleiding waarmee goede ervaringen zijn opgedaan zijn: koppelen van jongeren aan oudere operators die niet meer in ploegen willen / kunnen werken. Een andere mogelijkheid is jongeren een deel met de ochtend en een deel met de middagploeg mee laten lopen. Hierdoor wordt de nachtdienst ontweken. Bovendien leren jongeren van verschillende mensen, wat een voordeel kan zijn.
5
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
3
Februari 2011
Werkwijze
Hieronder wordt per hoofdstuk kort aangegeven op welke wijze de informatie voor deze verkenning is verkregen.
4. Wettelijke kaders: De wetsteksten zijn via internet gedownload en is er contact geweest met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). De wettelijke kaders zijn bekeken en er is een gesprek met de Vereniging Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) gevoerd.
5.Wat gebeurt er al? We hebben vertegenwoordigers van 7 leerwerktrajecten benaderd met een vragenlijst. Aan de hand van de vragenlijst is een interview afgenomen. Per traject zijn de volgende vragen gesteld • Doelgroep: hoe is de doelgroep gedefinieerd, hoe is doelgroep geworven, hoeveel jongeren zijn bereikt • Vormgeving leerwerktraject: welke kwalificatie(s), niveau instroom en beoogde uitstroom, duur opleiding, partners in het traject en hun rollen (scholen / bedrijven / anderen), visie op leren/opleiden • Financiering van het traject • Positieve ervaringen en knelpunten (hoe gaan ze om met wettelijke kaders) • Is de aanpak geschikt voor bredere toepassing? (Best practice?)
6. Hoe kijken bedrijven er tegen aan? Via de Regionale Adviescommissies Procestechniek (RAP) en nog een tweetal andere bedrijvengroepen zijn bedrijven gevraagd te reageren op vijf vragen. 28 Bedrijven hebben gereageerd. In drie RAP's stond dit onderwerp al op de agenda. De reacties, weergegeven in de notulen, zijn meegenomen in dit hoofdstuk. De vragen waren: • Hoe kijkt u tegen stage/BBL aan voor 16- tot 18-jarigen? • Ziet u ze als mogelijk potentieel voor de toekomst? • Welke mogelijkheden ziet u voor deze groep? • Welke belemmeringen ziet u voor deze groep? • Zijn er oplossingen voor deze belemmeringen? Welke werkbare oplossingen adviseert u?
Waar nodig is aanvullende informatie via internet gezocht. Alle PMLF-consultants hebben de conceptrapportage ontvangen. Aanvullingen en commentaar zijn verwerkt. De conceptrapportage is bij alle met naam genoemde bedrijven/personen aangeboden met de vraag of de gegevens juist zijn en of zij konden instemmen met publicatie op deze wijze. Aangedragen wijzigingen/aanvullingen zijn verwerkt. Als een bedrijf/persoon liever niet met naam genoemd wilde worden, is de bijdrage zo in de tekst opgenomen dat die niet op het bedrijf/persoon is terug te voeren.
6
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
4
Februari 2011
Wettelijke kaders
Een van de belangrijkste beperkingen voor bedrijven om 16- en 17-jarigen niet toe te laten voor stage of een leerwerktraject en in sommige gevallen zelfs niet voor een excursie, is gelegen in wettelijke beperkingen. Bijna alle bedrijven die hebben gereageerd op onze oproep geven wettelijke beperkingen aan als belemmering voor leerwerktrajecten voor 16- en 17-jarigen. In deze paragraaf wordt de wet- en regelgeving waarmee bedrijven te maken hebben als het gaat om deze doelgroep op een rijtje gezet. De betreffende wet- en regelgeving is terug te vinden in de Arbeidstijdenwet (ATW) en het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit). De extra bepalingen voor jeugdigen in het Arbobesluit sluiten aan bij de EU-richtlijn jongeren. Volgens deze richtlijn moeten jongeren op het werk beschermd worden. Werken met machines, gevaarlijke stoffen, in afgesloten ruimte, in de bouw en dergelijke kan gevaren met zich mee brengen, met name voor jeugdige werknemers. De informatie in deze paragraaf is gebaseerd op de uitgave Kinder- en jeugdarbeid, informatie voor werkgevers van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid3. Een samenvatting van aandachtspunten is opgenomen in bijlage 2. Achtereenvolgens komen aan de orde: Arbeidstijd, Aard van Werkzaamheden, Werken onder toezicht en Risico Inventarisatie & Evaluatie. Na elk onderwerp hebben we een aantal ervaringen opgenomen op basis van onze inventarisatie onder bedrijven (cursief). Aan het eind van het hoofdstuk wordt een aantal algemene effecten beschreven die de wet- en regelgeving heeft op de toegankelijkheid van jeugdigen tot het beroep van operator in de procesindustrie.
Arbeidstijd Jeugdige werknemers: • hebben recht op langere rustperiodes • mogen niet ‘s nachts werken • mogen niet overwerken • mogen geen diensten verrichten, waarbij ze opgeroepen kunnen worden (zgn. consignatiediensten) Jongeren van 16 en 17 jaar zijn nog (gedeeltelijk) leerplichtig. Het werk mag hen niet verhinderen om naar school te gaan. Daarom wordt de tijd die jongeren naar school gaan meegeteld als arbeidstijd Blok 1 geeft een overzicht van minimum rusttijden en maximum arbeidstijden voor jongeren van 16 en 17 jaar.
3
Zie: http://osha.europa.eu/fop/netherlands/en/euweek/PDFdownloads/szw_kinderenjeugdarbeid.pdf 7
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
Februari 2011
Jongeren van 16 en 17 jaar Minimum rusttijden Dagelijkse rust In elk geval tussen Of Wekelijkse rust
12 uur 22.00 – 06.00 uur 23.00 – 07.00 uur 36 uur per periode van 7 x 24 uur
Maximum arbeidstijden Arbeidstijd per dienst Arbeidstijd per week Arbeidstijd per vier weken
9 uur 45 uur 160 uur (gemiddeld 40 uur per week)
Zondagsarbeid
4 vrije zondagen per 13 weken (zo. werken dan za. vrij)
Pauze Bij werktijd van meer dan 4,5 uur Bij werktijd van meer dan 8 uur
½ uur aaneengesloten pauze ¾ uur, waarvan een half uur aaneengesloten
Blok 1: rust- en arbeidstijden
De wettelijke beperking om in nachtdienst te werken wordt door veel bedrijven als een belemmering genoemd. In de procesindustrie wordt nu eenmaal in ploegendienst gewerkt. Een aantal bedrijven geeft aan dat door het verbod op nachtdiensten BBL-trajecten voor de groep 16en 17-jarigen niet werkbaar zijn. Echter, de nachtdienstclausule lijkt niet de belangrijkste wettelijke beperking. Cargill bijvoorbeeld geeft aan dat zij deze beperking zouden kunnen omzeilen door jongeren in twee-ploegendienst te laten werken, in wisselende ploegen. De beperkingen omtrent de aard van de werkzaamheden en het vereiste toezicht lijken een grotere belemmering dan de nachtdienstbeperking.
Aard van de werkzaamheden Jongeren van 16 en 17 jaar mogen bijna elk soort werk doen, maar geen gevaarlijk werk. Ze mogen bijvoorbeeld niet werken met bestrijdingsmiddelen of andere gevaarlijke stoffen. Er zijn ook risicovolle werkzaamheden die werknemers van 16 en 17 jaar wel mogen verrichten, maar dan uitsluitend onder deskundig toezicht.
Risicovolle werkzaamheden onder toezicht Jeugdige werknemers mogen de volgende risicovolle werkzaamheden alleen onder adequaat deskundig toezicht uitvoeren • Werkzaamheden in een omgeving waarbij gevaar bestaat voor instorting. • Werken aan of in de directe omgeving van hoogspanningsleidingen. • Werken met stoffen die kunnen ontploffen, irriteren of bijtend zijn, of waarbij op de verpakking staat dat de stof schadelijk is met als toevoeging “onherstelbare effecten niet uitgesloten”. • Werken met persgassen, onder druk vloeibaar gemaakte gassen, en opgeloste gassen. • Werken aan of met kuipen, bassins, leidingen of reservoirs waarin zich een of meer van bovengenoemde stoffen of gassen bevinden. • Werken met, maken of vasthouden van artikelen die kunnen ontploffen, zoals vuurwerk. • Het besturen van een trekker en het aan- of afkoppelen van aanhangwagens of werktuigen. (Jeugdige werknemers mogen met een trekker op de openbare weg rijden, mits ze in bezit zijn van een trekkerrijbewijs). • Werken met wilde, giftige of andere dieren die gevaar opleveren. • Dieren slachten in een slachthuis. • Eentonig, zich binnen korte tijd herhalend werk, waarvoor de werknemer stukloon ontvangt. • Aan een machine of lopende band staan, waarbij de werknemer niet zelf zijn werktempo kan bepalen.
8
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
Februari 2011
Verboden werkzaamheden Werknemers die nog geen 18 jaar oud zijn, mogen bepaalde werkzaamheden die grote gevaren kunnen opleveren voor de veiligheid en de gezondheid, niet uitvoeren. Zo mogen zij bijvoorbeeld niet werken met giftige stoffen of in een lawaaiige omgeving. De volgende werkzaamheden mogen jeugdigen niet uitvoeren, ook niet onder toezicht • Werken met stoffen die zeer giftig, sensibiliserend, kankerverwekkend, mutageen en voor de voortplanting schadelijk zijn. • Werken met stoffen die zich in het lichaam ophopen of slecht zijn voor de gezondheid als er lang mee gewerkt wordt. • Werken met biologische agentia (virussen, bacteriën) van categorie 3 of 4. Informatie kan worden opgevraagd bij Arbodienst of Arbeidsinspectie. • Werken met of aan kuipen, bassins, leidingen of reservoirs met daarin een of meer van de genoemde stoffen of biologische agentia. • Werken onder overdruk, zoals duiken, in een caisson en in afgesloten ruimten. • Werken met toestellen die schadelijke, niet-ioniserende elektromagnetische straling kunnen uitzenden, zoals sealapparatuur, lasers en radarinstallaties. • Werken op lawaaiige plekken. De dagelijkse blootstelling aan lawaai mag niet hoger zijn dan gemiddeld 80 dB. • Werken met apparatuur die zo trilt, dat het gevaar oplevert voor de gezondheid. Voor bedrijven die in hun ‘core business’ te maken hebben met omstandigheden die onder de groep ‘Verboden werkzaamheden’ vallen vormen de wettelijke beperkingen op dit gebied een onoverkomelijke hindernis om jeugdigen leerwerktrajecten of stages aan te bieden. Ook Persoonlijke Beschermingsmiddelen, zoals afdoende gehoorbescherming bieden in dit geval geen oplossing. Jeugdigen mogen gewoon niet aan de bovengenoemde omstandigheden worden blootgesteld.
Voor de risicovolle werkzaamheden die alleen onder toezicht mogen worden uitgevoerd ligt het complexer. Het mag onder goede begeleiding, maar kunnen bedrijven die begeleiding bieden?
Werken onder toezicht Afgezien van verboden werkzaamheden mogen 16- en 17-jarigen dus wel risicovolle werkzaamheden verrichten mits ze onder deskundig toezicht staan. Blok 2 geeft een aantal richtlijnen voor het organiseren van toezicht:
Aandachtspunten voor de werkgever bij het organiseren van toezicht • • • • • • • • •
Voor welke taken is de jongere werknemer het meest geschikt? Is hij goed geïnstrueerd over zijn taak? Zijn voldoende en adequate veiligheidsbrillen, speciale kleding, veiligheidsschoeisel en helmen aanwezig? Gebruikt of past de werknemer deze op de juiste manier toe? Werkt diegene die toezicht moet houden vlak bij de betreffende werknemer of is die direct oproepbaar? Wordt de werkplek regelmatig beoordeeld op risico’s voor de veiligheid? Is de voorlichting en instructie goed bij de werknemer overgekomen? Is misschien nieuwe instructie noodzakelijk? Kan diegene die toezicht houdt ingrijpen in het productieproces wanneer dat noodzakelijk is voor de veiligheid van de werknemer?
Blok 2: richtlijnen voor toezicht (ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid)
Veel bedrijven geven aan dat de intensieve begeleiding, die voor de groep 16- en 17-jarigen vereist is, niet haalbaar is vanwege de minimale bezetting die de bedrijven hanteren. ProfCore noemt als oplossing het koppelen van jongeren in leerwerktrajecten aan ervaren operators. Dat 9
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
Februari 2011
kan alleen als stagiaires in leerwerktrajecten boven de ploegensterkte kunnen worden aangenomen en dat is vaak niet het geval. Om jongeren succesvol in te zetten zullen bedrijven energie en tijd moeten reserveren voor de begeleiding van jongeren.
Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) Volgens het Arbobesluit zijn werkgevers verplicht alle gevaren op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn in hun bedrijf te inventariseren en op te schrijven in een RI&E. Ze moeten ook vastleggen welke maatregelen ze hebben genomen om de gevaren voor hun werknemers zoveel mogelijk te beperken. Voor werkgevers met jeugdige werknemers in dienst gelden de volgende specifieke aandachtspunten bij hun risico-inventarisatie en risico-evaluatie • Wat is de leeftijd van de jeugdige werknemer(s)? • Welke specifieke gevaren zijn er op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn voor de jeugdige werknemer? • Hoe ziet de werkplek eruit? • Met wat voor stoffen, agentia en fysische factoren krijgt de jeugdige werknemer te maken en hoe lang moet hij er mee werken? • Welke arbeidsmiddelen worden er gebruikt en waarom en zijn er veiligheidsbrillen, speciale kleding, helmen en schoeisel aanwezig? • Wat doet het bedrijf allemaal? • Hoe is de inrichting en de organisatie? • Wat voor opleiding hebben de jeugdige werknemers en wat moeten zij nog weten om goed en veilig te kunnen werken?
Geen van de bedrijven van wie wij een reactie hebben ontvangen noemt de extra eisen tav de RI&E als belemmering om 16- en 17-jarigen toe te laten.
Effecten op de toegankelijkheid voor jeugdigen tot technische beroepen in de procesindustrie De belemmeringen die de wet- en regelgeving vormen voor leerwerktrajecten voor 16- en 17jarigen in de procesindustrie, lijken ook effect te hebben op de toegankelijkheid voor jongeren tot andere technische beroepen in de procesindustrie. Een concreet voorbeeld biedt Dow Chemical, Terneuzen. Tot voor kort ontving Dow regelmatig BOL-leerlingen techniek van de ROC’s Westerschelde, ROC Zeeland en Markiezaat College. Naar aanleiding van de review zijn de regels die voor deze groep gelden ook met de juridische afdeling besproken. Daaruit is als aanbeveling naar voren gekomen om in dit kader de voorschriften die voor "normaal” werk gelden ook op stages van toepassing te verklaren. Dat heeft geresulteerd in een beleidsregel die er op neerkomt dat het lopen van stage door 16 tot 18 jarigen binnen een fabrieksomgeving waar doorgaans met zeer gevaarlijke stoffen wordt gewerkt (voorlopig) niet meer wordt gefaciliteerd. De beleidsregel is voorlopig, want Dow hoopt dat in overleg met het bevoegde gezag een nadere nuancering mogelijk is. Dow heeft deze beslissing kenbaar gemaakt aan de ROC’s waarmee het bedrijf samenwerkt. Daarnaast heeft Dow de problematiek in diverse netwerken gecommuniceerd. Een aantal bedrijven in de regio heeft het standpunt van Dow overgenomen. Het gevolg voor de ROC’s in de regio is dat zij leerlingen techniek van 16 en 17 jaar moeilijker voor stages kunnen plaatsen. ROC Westerschelde overweegt voor komend schooljaar een leeftijdsgrens van minimum 16,5 jaar in te voeren voor toelating tot de opleiding procestechniek. ROC Zeeland overweegt de BOL-2 opleiding procestechniek niet meer aan te bieden vanwege de stageproblematiek. Dat juristen verschillend oordelen over het plaatsen van 16- en 17-jarigen in de (petrochemische) procesindustrie blijkt uit het standpunt van een ander bedrijf. Dit bedrijf heeft ook onderzoek gedaan naar het al dan niet plaatsen van 16- en 17-jarigen. Hier is door personeelszaken, juridische zaken en de HSEQ managers naar gekeken. Men is tot de conclusie gekomen dat er geen belemmeringen zijn. Het bedrijf gaat dus door met het plaatsen van deze groep jongeren.
10
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
Februari 2011
Discussie in Vereniging Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) De discussie over plaatsing van minderjarige stagiaires wordt ook gevoerd in de Onderwijsgroep van de VNCI. Deze groep bestaat uit opleidingsfunctionarissen van zeven grote chemiebedrijven (DSM, Shell, AkzoNobel, Dow Chemical, Dupont, Huntsman en Sabic) en wordt geleid door Manager Onderwijs van de VNCI, Nelo Emerencia. De standpunten binnen de Onderwijsgroep zijn, zoals ook uit de vorige paragraaf blijkt, niet eenduidig. De positie van VNCI hierin is tweeledig: zij onderkent het belang van het vroegtijdig interesseren van jongeren voor een loopbaan in de chemische industrie en van daaruit wil zij bedrijven stimuleren om open te staan voor stages voor minderjarige jongeren. Anderzijds staan de veiligheid en gezondheid van de jongeren natuurlijk voorop. VNCI kan en wil bedrijven niet adviseren om jongeren bloot te stellen aan risicovolle omstandigheden. De VNCI Onderwijsgroep heeft advies gevraagd aan de VNCI- beleidsgroep Veiligheid, Gezondheid en Milieu (VGM). In 2011 wordt de zaak besproken in de beleidsgroep en deze brengt hierover uiteindelijk een advies uit aan het VNCI-bestuur Het al dan niet toelaten van minderjarige jongeren voor stages of leerwerktrajecten zal altijd de keuze en verantwoordelijkheid van individuele bedrijven blijven. Om bedrijven te helpen om een verantwoorde keuze te kunnen maken, streeft VNCI ernaar om gezamenlijk condities te formuleren waaronder bedrijven 16- en 17-jarigen kunnen toelaten als stagiaires. Je kunt daarbij bijvoorbeeld denken aan verplicht stellen van VCA en geen werkzaamheden laten uitvoeren waarvoor een werkvergunning is vereist. Het standpunt van de VNCI geldt voor de chemische sector.
11
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
5
Februari 2011
Wat gebeurt er al?
In deze paragraaf beschrijven we zeven initiatieven die als voorbeeld kunnen dienen voor leerwerktrajecten voor de procesindustrie. Het gaat in alle gevallen om samenwerkingsverbanden tussen een of meerdere scholen en een aantal bedrijven. Sommige initiatieven lopen al jaren en zijn inmiddels reguliere trajecten geworden, andere zijn nog niet zo lang geleden gestart of starten binnenkort. In het kader van deze verkenning hebben we niet gestreefd naar volledigheid, maar naar een aantal aansprekende voorbeelden die tot inspiratie kunnen leiden voor nieuwe initiatieven. Eerst een aantal cijfers4.
De cijfers: In 2009 waren er in totaal 9966 leerlingen in opleiding voor het beroep van operator op verschillende niveaus. De leeftijdsverdeling van de leerlingen is te zien in onderstaande grafiek.
aantal leerlingen per leeftijdscategorie 1800 1600
aantal leerlingen
1400 1200 1000 800 600 400 200 0 15-19
20-24
25-29
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-60
>60
leeftijdscategorie
In de leeftijdscategorie 16-18 jaar zaten 510 jongeren: 16 jaar: 90 17 jaar: 209 18 jaar: 211 Uit deze cijfers blijkt duidelijk dat er in verhouding van het totaal aantal leerlingen maar een gering aantal is in de leeftijdsgroep van 16-18 jaar.
4
bron Cfi/ Duo 12
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
Februari 2011
Voorbeelden van leer-werktrajecten voor de procesindustrie Process Class ROC Tilburg Sinds 2004 kunnen jongeren met een vmbo -t diploma met wis- en natuurkunde naar de Process Class van ROC Tilburg5. De Process Class leidt in een speciaal vierjarig (BOL) leer-werktraject op tot Operator C (niveau 4). Er is ook een uitstroommogelijkheid op niveau 3 en (sinds 2009) op niveau 2. Sinds de start van de Process Class zijn er 107 jongeren begonnen aan de opleiding en 76 (niveau 3 of niveau 4) uitgestroomd. 25 van deze jongeren werken nu als operator in de procesindustrie. 15 zijn nog bezig met de opleiding. De Process Class heeft een voorloper in de Fujiclass waarmee het bedrijf Fuji in 2003 startte. In 2004 werd het initiatief van Fuji verbreed en werd de Stichting Process Class opgericht met zo’n 5 bedrijven uit verschillende sectoren. De bedrijven zijn vanaf het begin betrokken bij de opzet van het traject. Er zijn onder meer afspraken gemaakt over stageplaatsen.
Theorie-praktijk De Process Class opleiding bestaat voor 50% uit praktijkstages. De stages beginnen al direct in het eerste jaar. Theorie en stage worden dan afgewisseld in blokken van 6 weken theorie en 3-4 weken stage. Dit schema wordt ook in het tweede jaar gevolgd. Ook in het derde en vierde jaar zijn er afwisselend blokken theorie en stage, maar stages zijn dan langer. Het vierde jaar wordt afgesloten met 20 weken stage. De keuze voor dit systeem is gemaakt in overleg met de bedrijven waarbij met name gekeken is naar de mogelijkheden voor begeleiding tijdens de stageperiodes in het bedrijf. Om te voldoen aan specifieke Arboregels voor jongeren tussen 16 en 18 jaar, zoals vermijden van gevaarlijke situaties en geen ploegendienst, bieden de deelnemende bedrijven in de eerste twee jaar een vaste begeleider in dagdienst aan de stagiaires. Na hun 18e kunnen de stagiaires in de ploegendienst mee draaien.
Samenwerking school - bedrijven De ervaring met de samenwerking tussen ROC Tilburg en de bedrijven is zeer positief, vooral omdat de bedrijven vanaf het begin bij de opzet van de Process Class betrokken zijn geweest. De theorie en stageblokken worden zo ingedeeld dat een bedrijf geen piekbelasting heeft voor de begeleiding. Voor de start van een nieuw schooljaar, geeft een bedrijf aan hoeveel stagiaires het kan opnemen. De bedrijven committeren zich aan een aantal stageplaatsen voor vier jaar, de duur van de opleiding.
Knelpunten en oplossingen In de afgelopen 6 jaar dat de Process Class door ROC Tilburg wordt aangeboden, hebben zich geen grote problemen voorgedaan. Bedrijven bieden voldoende stageplaatsen. Wel kost het bedrijven soms moeite om de dagdienstbegeleiding te organiseren. En eerstejaars stagiaires komen bij sommige bedrijven nog niet op bepaalde afdelingen vanwege te grote risico's. Punt van aandacht blijft wel om de aandacht van jongeren te blijven trekken voor deze manier van opleiden. Bij de opstart was de belangstelling groot, nu is de instroom erg teruggelopen. In 2010 is er vanwege gebrek aan belangstelling geen nieuwe Process Class gestart. Er is door de deelnemende bedrijven nu een Taskforce opgericht om de belangstelling onder jongeren voor dit opleidingstraject nieuw leven in te blazen.
Financiering Het project wordt gefinancierd door middel van reguliere bekostiging van het ROC. Daarnaast zijn met de bedrijven aanvullende afspraken gemaakt voor stagevergoeding en opleidingskosten. Na het eerste jaar betalen de bedrijven alle kosten voor de opleiding , zoals lesgeld, boeken en leermiddelen. In de periodes dat er stage wordt gelopen, betalen de bedrijven een vaste stagevergoeding.
5
www.processclass.nl 13
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
Februari 2011
Operator Class Limburg Operator Class Limburg6 is een initiatief van Arcus College en Procestechniek Limburg. Sinds 2009 wordt deze opleiding verzorgd op twee locaties in Limburg. Het eerste jaar bedroeg de instroom ongeveer 40 jongeren en afgelopen jaar is dat aantal opgelopen tot 80.
Theorie-Praktijk De opleiding is verdeeld in blokken theorie en praktijk. Er zijn twee stageperiodes van 8 weken per leerjaar. Tijdens de stage worden praktijkopdrachten gemaakt, die afgestemd zijn op de theorie die zojuist op school behandeld is. De stage vindt plaats bij een van de deelnemende bedrijven en na een jaar wisselt de jongere van bedrijf. Het bedrijf biedt een vaste begeleider aan de jongere. Deze begeleider is iemand die niet in de ploeg zit, maar altijd ter beschikking staat voor de jongere.
Samenwerking School-bedrijven Limburg kent al een langere traditie van samenwerking tussen de bedrijven en het onderwijs om het vak operator te promoten in de regio. Stichting MIT is hiermee al vele jaren bezig. De samenwerking tussen de bedrijven en school is dan ook zondermeer positief. De Operator Class is in nauwe samenwerking met de bedrijven vormgegeven.
Knelpunten en oplossingen Uit eerdere ervaring met de jonge doelgroep waren onder andere begeleiding en onduidelijke opdrachten als knelpunten naar voren gekomen. Bij de operator Class zijn afspraken met de bedrijven gemaakt over vaste begeleiders. Jongeren onder de 18 worden of op afdelingen/plants geplaatst waar in tweeploegendienst gewerkt wordt, of ze werken verdeeld over de ochtend- en middagploeg. Als een jongere niet aan een vaste ploeg gekoppeld is, is er altijd een vaste begeleider beschikbaar naast natuurlijk begeleiding in de ploeg. Tot nu toe zijn er geen problemen geweest om jongeren geplaatst te krijgen in de aangesloten bedrijven. Ook zijn er duidelijke opdrachten geformuleerd zodat zowel de jongere als bedrijf weten wat er verwacht wordt.
Financiering De MIT/Procestechniek Limburg bedrijven maken de opleiding ook financieel mogelijk. MIT/Procestechniek Limburg bedrijven betalen school- en boekengeld terug op het moment dat de jongere het diploma behaalt en bij één van deze bedrijven gaat werken.
Andere initiatieven in de regio Aspirant operator In het project Aspirant operator worden jongeren op het vmbo al opgeleid voor de eerste modules van de VAPRO basisoperator lesstof (niveau 1). Deze modules zijn teruggeschreven naar het niveau van de vmbo leerling en afgestemd op een procesinstallatie die in de vmbo school staat. Dit is tevens een unieke gelegenheid om de leerlingen bekend te maken met procestechniek en het beroep operator. De leerlingen ontvangen na afloop van een module een certificaat waarmee ze vrijstellingen kunnen krijgen, van het ROC, voor het eerste jaar in het mbo. www.limburg.toalimburg.nl/geplande-activiteiten/license-to-operate/
Stichting Maak het in de Techniek (MIT) Limburg In de stuurgroep van Procestechniek Limburg werken bedrijven samen aan meer toe- en instroom in de opleidingen en beroepen omtrent de Procestechniek. Máák het In de Techniek heeft een sectorplan dat bestaat uit projecten die elkaar opvolgen gedurende de schoolperiode van jongeren. In elke fase van het (basisschool- en vmbo-) onderwijs maken de jongeren op een boeiende manier kennis met procestechniek. De fases zijn: 6
www.operatorclass.nl 14
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
Februari 2011
vmbo onderbouw groep 7, vmbo onderbouw leerjaar 1 en 2, vmbo bovenbouw leerjaar 3, vmbo bovenbouw leerjaar 4, na het vmbo en ‘aan het werk’’. www.procestechnieklimburg.nl
Operator Textiel ROC ter AA ROC Ter AA7 in Helmond start in 2011 met Operator Textiel opleidingen nieuwe stijl, op niveau 2 en 3. De vraag naar de nieuwe stijl opleidingen komt van de textielbedrijven in de regio die behoefte hebben aan nieuwe instroom van jongeren ter vervanging van werknemers die met pensioen gaan. De bedrijven hopen ook met een instroom van nieuwe jonge mensen een cultuurverandering in het bedrijf te kunnen realiseren. Jonge mensen die leren in het bedrijf stimuleren zittend personeel om ook weer te leren is de verwachting.
Theorie-praktijk De nieuwe stijl opleidingen werken met een systeem van twee dagen theorie en drie dagen stage. Tijdens de stagedagen krijgen de jongeren speciale stageopdrachten. De stagedagen worden ook benut voor leren op de werkplek. Het eerste jaar is een BOL-opleiding vanaf het tweede jaar kan overgestapt worden naar de BBL-variant.
Samenwerking school-bedrijven Omdat de vraag van de regionale textielbedrijven komt is de medewerking van de bedrijven groot. Eén bedrijf heeft een voortrekkersrol vervuld en heeft de andere bedrijven meegenomen. Niet alle textielbedrijven in de regio doen overigens mee aan het initiatief. Sommige bedrijven doen (nog) niet mee omdat ze nog last hebben van de economische crisis of omdat ze op korte termijn geen tijd voor begeleiding van de stagiaires kunnen vrijmaken. ROC ter AA zou graag eenzelfde constructie als de operator Textiel met de procesbedrijven in de omgeving opzetten. Tot nu toe lijkt het animo niet groot bij de procesbedrijven.
Knelpunten en oplossingen De knelpunten zitten ook hier in de begeleiding. De bediening van de machines door stagiaires kan alleen onder begeleiding. De stagiaires zijn boventallig op de ploeg en krijgen kleine, duidelijke opdrachten. Goede stageopdrachten zijn belangrijk om te voorkomen dat de stagiaires gaan ‘zwerven’. De stagiaire heeft een begeleider als hoofdaanspreekpunt, maar loopt mee over twee ploegen, in dagdienst. De stagiaire heeft dus verschillende begeleiders (operators) aan de machines en krijgt van verschillende mensen praktijkinstructies. Dit heeft een positief effect. Het maakt een overstap van een BOL- naar een BBL-opleiding (vanaf 18 jaar) bovendien makkelijker omdat al praktijkervaring is opgedaan.
Financiering Het project wordt gefinancierd door middel van reguliere bekostiging van het ROC. Als een jongere na het eerste jaar overstapt naar de BBL-variant komen de kosten voor de opleiding van het tweede jaar voor rekening van het bedrijf. Verder zijn er de volgende afspraken gemaakt met de deelnemende bedrijven: • na afsluiting van het tweede leerjaar met een diploma is er een baangarantie • na afsluiting van het tweede leerjaar met een diploma worden de kosten van de leermaterialen van het eerste leerjaar vergoed.
7
www.roc-teraa.nl 15
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
Februari 2011
Vakcollege Zuidoost Drenthe In september 2008 namen drie vmbo scholen samen met het Drenthe College het initiatief voor een vakcollege Zuidoost Drenthe. Het initiatief werd direct breed ondersteund door het regionaal bedrijfsleven en de gemeenten. In het Vakcollege kunnen jongeren na de basisschool direct met veel praktijk beginnen. De richtingen die vakcollege Zuidoost Drenthe nu aanbiedt zijn: bouw, metaal, installatietechniek, voertuigentechniek en mobiliteit. Na het vierde jaar gaat de jongere in een doorgaande leerlijn een beroepsopleiding volgen tot mbo 2 en 3. De vmbo scholen hebben daarvoor afspraken gemaakt met het ROC. Het vakcollege Zuidoost Drenthe is onderdeel van het landelijk initiatief ‘Vakcollege’ geïnitieerd door Hans de Boer vanuit de Taskforce Jeugdwerkeloosheid. Sinds de start zijn er 431 jongeren begonnen aan een opleiding van het vakcollege Zuidoost Drenthe. Momenteel worden alle technische richtingen van de deelnemende vmbo scholen alleen nog aangeboden via het vakcollege. Procestechniek is een nieuw domein in het vakcollege Zuidoost Drenthe.
Theorie-praktijk De eerste twee jaar van het vakcollege zijn beroepsoriënterend. De jongeren werken dan 10-12 uur per week aan praktijkopdrachten in de school. Het derde en vierde jaar zijn beroepsvoorbereidend. Jongeren lopen dan stage bij verschillende bedrijven. Sinds de start zijn 251 jongeren van het vakcollege als stagiair geplaatst bij de deelnemende bedrijven. Dit zijn jongeren beneden de 18 jaar. De eerste vier jaren van het vakcollege worden afgesloten met het vmbo diploma. Vanaf leerjaar 5 wordt een mbo beroepsopleiding gekozen en is de opleiding in de vorm van een BBL-traject.
Samenwerking school-bedrijven De samenwerking tussen scholen en bedrijven is geformaliseerd in de stichting Vrienden van het Vakcollege Zuidoost Drenthe. Via deze stichting werken al meer dan 50 bedrijven mee in het Vakcollege. Dit zijn vooral installatie-, metaal- en bouwbedrijven, garagehouders en bedrijven in de transport en logistiek. In het kader van het nieuwe domein procestechniek worden nu ook procesbedrijven geworven. Inmiddels hebben zich vier procesbedrijven aangesloten. De betrokkenheid van bedrijven bij het vakcollege is groot. Bedrijven zien op termijn een probleem met de instroom van jongeren en zien het vakcollege als een positieve manier om jongeren voor de techniek te werven. Vooral de praktische aanpak, gericht op vakmanschap spreekt aan.
Knelpunten en oplossingen Een belangrijk knelpunt voor het nieuwe domein procestechniek is dat het vmbo geen curriculum heeft voor procestechnische beroepen. Het vakcollege biedt een doorlopende leerlijn waar jongeren in hun 3e jaar al voor een richting kiezen. Tot dusver zijn de richtingen die het vakcollege aanbiedt daarom beperkt tot de opleidingen die aansluiten bij de vmbo richtingen. Een oplossing is gevonden in de nieuwe leerroute vmbo-mbo procestechniek die in het kader van een project van de Human Capital Chemie wordt ontwikkeld.8 In dit project worden lesmateriaal en praktijkopdrachten ontwikkeld voor een ononderbroken leerroute vmbo-mbo procestechniek. Ook wordt in dit project veel aandacht besteed aan de werving van bedrijven en de promotie van de nieuwe leerroute onder jongeren. Het vakcollege Zuidoost Drenthe start in augustus 2011 met het nieuwe domein procestechniek. Het vmbo - deel van de leerroute procestechniek sluit aan op het vmbo diploma Techniek Breed. Het feit dat procesindustriebedrijven geen BBL trajecten aanbieden aan jongeren beneden de 18 jaar is een tweede knelpunt waarvoor een oplossing moet worden gevonden. In de metaal, bouw en installatiebedrijven worden jongeren van 16 tot 18 jaar overigens wel toegelaten voor BBL trajecten. Vakcollege Zuidoost Drenthe heeft VCA opgenomen in het curriculum van het derde jaar omdat installatie- en metaalbedrijven een VCA-diploma als voorwaarde stellen om jongeren toe te laten. De bouwsector stelt deze voorwaarde overigens niet.
8
Zie bijlage 3: HCC-project doorlopende leerlijnen 16
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
Februari 2011
Financiering In deze eerste fase van het vakcollege komt de financiering van de gemeente Emmen en de provincie Drenthe en de reguliere bekostiging van de scholen. Later zal op basis van een lidmaatschap een bijdrage van de bedrijven worden gevraagd. Het lesmateriaal wordt ontwikkeld met onder andere financiering uit de HCC.
Proces- en Maintenance College Rijnmond (PMR) In 1998 nam de procesindustrie in de regio Rotterdam het gezamenlijk initiatief door in Deltalinqs9 verband, samen met het Scheepvaart & Transport College (STC) en ROC Zadkine, het Proces College 10 (geheel gericht op de reguliere beroepsopleiding procesoperator) op te zetten. Het Proces College is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een samenwerkingsverband tussen ca. 35 chemische, petrochemische en energiebedrijven en de twee MBO scholen in de regio Rotterdam met een instroom van 235 leerlingen en een gediplomeerde uitstroom van ca. 145 leerlingen op niveau 3/4 in 2010. In 2006 is, naar voorbeeld van het succesvolle Procescollege het Maintenance College11 opgericht. Binnen het Maintenance College werken de chemische, petrochemische bedrijven en onderhoudsbedrijven en drie mbo scholen samen aan de opleiding jonge mensen (schoolverlaters) tot onderhoudstechnicus in de procesindustrie op niveau 2, 3 en 4.
Theorie-praktijk Het Procescollege richt zich op de opleiding tot procesoperator via de Beroeps Opleidende Leerweg (BOL). De theorieopleiding wordt verzorgd door Zadkine in Hoogvliet en het Scheepvaart & Transport College (STC) in Brielle of Rotterdam. De eerste twee jaar krijgen de jongeren veel theorie. Ze gaan op snuffelstage bij de bedrijven en krijgen praktijk in de Oefenfabriek12 en de praktijklokalen van het STC en Zadkine. Tijdens het 3e en 4e jaar lopen de jongeren stage in de aangesloten bedrijven. De jongeren zijn over het algemeen dan 18 jaar of ouder. Ook het Maintenance College richt zich op de opleiding via de Beroeps Opleidende Leerweg (BOL). De theorieopleiding wordt verzorgd door de ROC’s Zadkine en het Albeda College en het Scheepvaart & Transport College (STC). De verhouding theorie-praktijk verschilt binnen het Maintenance College per onderwijsinstelling. Hierdoor is het mogelijk dat jongeren al in de eerste twee jaar via een duaal leertraject praktijkervaring opdoen binnen het bedrijf.
Samenwerking school-bedrijven Circa 40 bedrijven nemen deel aan het Proces- en Maintenance College Rijnmond (PMR). Binnen PMR werkt het bedrijfsleven intensief samen met het onderwijs bij: Werving van nieuwe leerlingen Via advertenties, deelname aan beurzen en Open Dagen ondersteunt het PMR de betrokken scholen bij de werving van nieuwe deelnemers. Daarnaast hebben ca. 20 bedrijven een samenwerkingsrelatie met evenveel scholen uit het Voortgezet Onderwijs in de regio. Jaarlijks worden binnen deze samenwerking gastlessen en bedrijfsexcursies (binnen de week van de Procestechniek) georganiseerd voor leerlingen uit het 2e, 3e en 4e leerjaar. Opzetten en inrichten van de opleidingen Door structureel overleg tussen het onderwijs en het bedrijfsleven wordt gezorgd dat de opleidingen gericht blijven op de arbeidsmarkt binnen de procesindustrie. Op aangeven van het bedrijfsleven krijgen leerlingen binnen het Proces- en Maintenance College specifieke aanvullende trainingen en cursussen (waaronder bv. VCA en brandblussen). Invulling van stages en/of leer –werkplekken Leerlingen binnen het Proces College lopen in het 3e en 4e jaar van hun opleiding stage bij exclusief de aangesloten bedrijven. Jaarlijks worden in onderling overleg de stagiaires over de 9
www.deltalinqs.nl www.procescollege.nl 11 www.maintenancecollege.nl 12 www.oefenfabriek.nl 10
17
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
Februari 2011
bedrijven verdeeld. Binnen het Maintenance College is een dergelijke afspraak (door verschillende vormen van praktijkleren binnen de aangesloten scholen) nog niet realiseerbaar.
Knelpunten en oplossingen Knelpunten ten aanzien van de plaatsing van 16 tot 18 jarige jongeren zijn er in deze opzet van de opleidingen binnen het Proces College eigenlijk niet. De oplossing zit in de inzet van de Oefenfabriek en de praktijklokalen in de eerste twee jaar van de opleidingen. Binnen het Maintenance College bestaat het probleem wel degelijk. Omdat binnen de betrof/chemische bedrijven te weinig of geen plaatsen zijn voor stagiaires maintenance jonger dan 18 jaar verdwijnen er veel leerlingen naar bedrijven buiten de sector. Ook de contractors (installatie/onderhoudsservice bedrijven) hebben moeite met het bieden van stageplaatsen aangezien werkzaamheden op locatie door minderjarigen bij de petro/chemische bedrijven niet wordt toegestaan. De praktijk heeft aangetoond dat stagiaires na hun studie in het algemeen in vaste dienst treden bij een bedrijf waar zij stage hebben gelopen. Het gevolg is dat er te weinig aanbod is aan afgestudeerden onderhoudstechnici voor de petrochemische- en de aanverwante onderhoud/service bedrijven.
Financiering Deelnemende bedrijven betalen een jaarlijkse bijdrage aan PMR. Zodoende kan PMR aan leerlingen een prestatievergoeding per kwartaal betalen en worden extra trainingen en cursussen betaald door de aangesloten bedrijven. Tijdens hun stage krijgen jongeren een vaste geldelijke vergoeding. Hierover zijn door de bedrijven afspraken gemaakt.
18
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
Februari 2011
Stichting support AOT Noord Stichting Support AOT Noord13 is een samenwerkingsverband tussen Noorderpoort, regionale bedrijven en Startpeople. De doelstelling van het samenwerkingsverband is: • verbetering van het imago techniek/opleiding • bevorderen van instroom jongeren voor de technische opleiding • verhogen uitstroom jongeren met een diploma • optimaliseren kwaliteit onderwijs/opleiding. De insteek is om jongeren op te leiden naar niveau 4, maar uitstroom op niveau 3 is ook mogelijk. De eerste twee jaar is de opleiding breed, vanaf het derde jaar wordt er gedifferentieerd. Sinds de start in 2008 is de jongereninstroom toegenomen van 15 naar ruim 68 jongeren in 2010. De jongeren krijgen de mogelijkheid na afronding van het mbo, de studie duaal in het hbo te vervolgen. Ook is er een baanaanbod mogelijk.
Theorie-praktijk De bedrijven zijn nauw betrokken geweest bij de invulling van de leerlijn, zowel de theorie als de Beroeps Praktijk Vorming (BPV). In het eerste leerjaar zijn 8 ministages bij verschillende bedrijven ingeroosterd. In het tweede leerjaar lopen de leerlingen drie keer een korte stage bij verschillende bedrijven In het derde en vierde leerjaar gaan de leerlingen een lange periode op stage bij een bedrijf. Het derde jaar is een integrerende stage, het vierde jaar een afsluitende stage. De bedrijven waar de stages gelopen worden, zijn allemaal lid van de Stichting. Voor elk bedrijf is een BPV portfolio gemaakt waarin de BPV-opdrachten van de stagiaires zijn gespecificeerd. Zowel de school, St. AOT als het bedrijf moeten deze opdrachten beoordelen en becijferen. Daarnaast worden alle contactmomenten met de leerling in dit portfolio bijgehouden.
Samenwerking school-bedrijven De Stichting streeft naar een duurzame intensieve samenwerking met de bedrijven en de onderwijsinstelling. Het samenwerkingsverband is gestart in 2009 met 9 bedrijven, inmiddels zijn er 12 bedrijven aangesloten. Nieuwe bedrijven kunnen aansluiten volgens een vastgestelde procedure. De Stichting heeft een samenwerkingsovereenkomst met Startpeople afgesloten en een samenwerkingsovereenkomst met Noorderpoort.
Knelpunten en oplossingen Mochten de stagiaires jonger zijn dan 18 jaar lopen ze mee in dagdienst en eventueel een deel van de middagdienst. Er wordt gewerkt met vaste begeleiders, zowel vanuit de school als het bedrijf.
Financiering De opleiding is grotendeels gratis zonder enige financiële verplichting voor de jongere. Boekengeld, laptop, excursies en dergelijke worden volledig betaald. Er bestaat geen terugbetalingsverplichting.
13
www.aotnoord.nl
19
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
Februari 2011
Middenkader Techniek (MKT) opleiding, operator C Samen met de procesindustrie in de wijde omtrek van Zaanstad verzorgt het Regio College de MKT opleiding14. Voor toelating tot de opleiding is een vmbo -t of vmbo gemengd diploma nodig met wis- en natuurkunde. Een overgangsbewijs van HAVO of VWO 3 naar 4 is ook goed. MKT is andere manier van leren. Er wordt gewerkt in projectgroepen aan opdrachten (prestaties) en thema’s (theorie of praktijklessen) die nodig zijn om de prestatie te kunnen uitvoeren. De prestaties worden steeds langer en worden steeds complexer. Binnen MKT kan gekozen worden uit vijf vakgebieden; bouwkunde, elektrotechniek, werktuigbouwkunde, motorvoertuigentechniek, procestechniek.
Theorie - praktijk Het eerste gemeenschappelijke halve jaar kan er gekozen worden uit prestaties in de verschillende richtingen, pas in de loop van het eerste jaar wordt de definitieve keuze voor een richting gemaakt. Met de opleiding operator C kan het mbo -niveau 4 diploma behaald worden via werken en leren. In jaar 1 vinden naast prestaties een oriënterende stage van 10 weken plaats. In het tweede jaar wordt er 10 weken op stage gegaan bij 2 verschillende procesbedrijven Het derde jaar heeft een stageperiode van 20 weken aaneengesloten. Het stagelopen is dan in een ploeg. In het vierde jaar wordt ook een blokstage van 20 aaneengesloten weken aangeboden en de proeve van bekwaamheid vindt bij dit bedrijf plaats.
Samenwerking school - bedrijven Stichting ProMitech is in 2001 opgericht. Het is een samenwerkingsverband tussen bedrijven in de chemie en voedingsmiddelen in Noord-Holland, het Regio College en het Technocentrum NoordHolland Noord. Het is een unieke samenwerking, waarbij het bedrijfsleven investeert in een opleidingsprogramma om zo op termijn over voldoende arbeidskrachten te kunnen blijven beschikken. Het resultaat is een duale opleiding procestechniek binnen MKT. Er zijn nu acht bedrijven aangesloten bij de Stichting, bij de start waren dit er 12.
Knelpunten en oplossingen Als de leerling in het tweede leerjaar nog geen 18 is, kan hij/zij tijdens de eerste stage bij bedrijven terecht, die ook dagdiensten draaien. Of de leerling wordt nog niet ingeroosterd in de nachtdiensten.
Financiering Het schoolgeld en boekengeld worden door de bedrijven betaald. Vanaf het tweede leerjaar krijgt de leerling tijdens de stages een aantrekkelijke vergoeding.
Actuele stand van zaken De instroom van leerlingen is de laatste jaren steeds minder geworden en in het schooljaar 20102011 waren er geen aanmeldingen. Door afname van het aantal deelnemers stoppen ook deelnemende bedrijven en zal er waarschijnlijk per 31-12-2011 een liquidatie van de stichting plaatsvinden. Er wordt echter druk gezocht naar andere vormen van samenwerking om dit concept van opleiden toch te laten bestaan in de regio. Ook zou het jammer zijn als alle opgedane ervaring verdwijnt. Op dit moment is het nog niet duidelijk of en in welke vorm een eventuele doorstart gaat plaatsvinden.
14
www.promitech.nl 20
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
6
Februari 2011
Hoe kijken bedrijven er tegen aan?
Via de Regionale Adviescommissies Procestechniek (RAP) en twee andere bedrijvengroepen hebben we bedrijven gevraagd te reageren op vijf vragen. In totaal hebben 26 bedrijven en twee scholen gereageerd15. Het betreft bedrijven binnen het brede spectrum van de procesindustrie. In drie RAP's liep de discussie over dit onderwerp al. Uitkomsten van de discussie hierover, weergegeven in de notulen, zijn verwerkt in dit hoofdstuk. De 1. 2. 3. 4. 5.
vragen waren Hoe kijkt u tegen stage/BBL aan voor 16 tot 18 jarigen? Ziet u ze als mogelijk potentieel voor de toekomst? Welke mogelijkheden ziet u voor deze groep? Welke belemmeringen ziet u voor deze groep? Zijn er oplossingen voor deze belemmeringen? Welke werkbare oplossingen adviseert u?
Weinig leerplaatsen voor de groep 16 tot 18 jaar Hoewel de noodzaak van een jonge instroom in de procesindustrie wordt gedeeld door een ruime meerderheid van de bedrijven die op onze oproep hebben gereageerd, neemt slechts een beperkt aantal bedrijven regelmatig jongeren onder de 18 aan voor een stage of BBL traject. Een paar voorbeelden van reacties: • Bij Koninklijke MOSA wordt elk jaar aan ongeveer 25 studenten de mogelijkheid geboden om hun BPV/stage invulling te geven. Het gaat om studenten van vmbo (snuffelstages) t/m hbo uit diverse disciplines. Eveneens wordt aan studenten de mogelijkheid geboden een minor bij MOSA te verrichten • Bij Sappi zijn 16 tot 18 jarigen van harte welkom. Sappi heeft momenteel 5 leerwerkplekken ter beschikking. • Tata Steel IJmuiden heeft goede ervaringen met een drie fasensysteem waarbij de jongeren in de eerste fase opgeleid worden in het Tata Steel Trainings Centre (TSTC), in fase 2 krijgen ze een leerplaats in het bedrijf in dagdienst en pas in de laatste fase gaan ze in de volcontinue. • Nedmag: Bij de bedrijven die aangesloten zijn bij de Stichting Support AOT Noord is een oplossing gevonden voor jongeren. Als de jongeren tussen 16 of 17 jaar zijn, worden ze bij de onderhoudsgroep ingedeeld en werken ze alleen in dagdienst. Ze zijn boven de sterkte van de ploeg en krijgen begeleiding van de teamleider. Als de jongeren rond de 18 jaar zijn dan worden ze in de ochtend en middagdienst geplaatst ook hier worden de stagiaires begeleid door de teamleider. • Océ neemt regelmatig stagiaires aan uit de Operator Class Limburg (zie ook hoofdstuk 5). De jongeren worden bij voorkeur geplaatst in plants waar in 2-ploegendienst gewerkt wordt.
Wel willen maar niet kunnen 13 van de bedrijven staan in principe positief tegenover stagiaires / BBL trajecten voor deze leeftijdsgroep. Maar een ruime minderheid van de bedrijven ziet geen mogelijkheden in het eigen bedrijf voor deze groep. Als belangrijkste belemmeringen noemen bedrijven wettelijke beperkingen, in het bijzonder de aard van de werkzaamheden, de benodigde begeleiding en het niet mogen werken in diensten. Maar ook andere knelpunten worden genoemd, zoals: • 16 en 17 jarigen zijn erg jong, werken aan grote machines vergt inzicht en verantwoordelijkheid, de groep vanaf 18 jaar is beter inzetbaar; • de werkzaamheden binnen het bedrijf zijn te risicovol. Zeker tijdens een BBL-traject, maar ook tijdens een stage, wil je het traject zo interessant mogelijk maken zodat een jongere uiteindelijk ook echt kiest voor een bedrijf in de metaal. Dit realiseer je niet als een jongere niets mag doen behalve toekijken;
15
Bijlage 4 bevat een lijst met bedrijven die input hebben geleverd. 21
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
• •
Februari 2011
doordat ons bedrijf niet bereikbaar is per openbaar vervoer en afgelegen ligt en deze leeftijdsgroep nog niet in bezit is van auto en rijbewijs is het heel lastig voor ze om hier te komen; deze groep is nog te jong om in nachtdienst te mogen werken, en in dagdienst zijn bij ons niet veel mogelijkheden om veel te leren.
Er wordt nagedacht over mogelijke oplossingen: • nachtwerk omzeilen door jongeren in wisselende ploegen mee te laten werken. • jongeren pas stage laten lopen vanaf het derde jaar. In de eerste twee jaar zouden ze dan praktijkervaring op moeten doen in een proeffabriek16, via fabrieksexcursies etc.; • wellicht dat er bij grote bedrijven de mogelijkheid bestaat om stageplaatsen in dagdienst in een simulatieomgeving of bedrijfsschool aan te bieden; • een andere optie is dat opleidingscentra pilot plants gaan inrichten in de praktijkscholen, al dan niet in samenwerking met het bedrijfsleven; • er wordt gepleit voor een afdeling Procestechniek binnen de sector Techniek van het VMBO (al dan niet in een intrasectoraal programma); • koppel jongeren (boven de sterkte) aan een ervaren operator.
Potentieel voor de toekomst? Het antwoord op deze vraag kan kort zijn. De meeste bedrijven die reageerden beantwoordden deze vraag met een volmondig ja. ‘Natuurlijk zijn ze onze toekomst’; ‘Absoluut !’; ‘Het bedrijfsleven heeft een nieuwe aanwas van personeel nodig, denk aan de vergrijzing. Het potentieel van deze leeftijdsgroep wordt zeker onderkend’; ‘Wel degelijk’; ‘Ja, zeker met op de achtergrond de ontwikkelingen van ontgroening en vergrijzing’. Ter vergelijking17: In 2002 is er in opdracht van de directie VAPRO-OVP een onderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid van Leerwerktrajecten in de Procesindustrie. In deze haalbaarheidstudie is ook de mening van de bedrijven gepeild. De bedrijven zagen toen de leeftijdsgroep minder als potentieel voor de toekomst dan nu uit de reacties blijkt. Ook toen al werden de beperkende maatregelen vanuit de wet en problemen met begeleiding als grootste bezwaren gezien.
16 17
zie bijlage 5 voor een overzicht van geaccrediteerde praktijkcentra Leerwerktrajecten in de Procesindustrie VAPRO-OVP, November 2002 22
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
Februari 2011
Bijlage 1: Overzicht leerlingaantallen en verdeling in BOL en BBL procestechniekopleidingen 2004-2009 (bron: Cfi/Duo) Totalen Basiso perator '04-'09
300 0
3000
250 0
2500 Aantal leerlingen
Aantal leerlingen
Basiso pe ra tor BOL v s. BB L '04- '09
200 0 BOL
150 0
BBL 100 0 50 0
2000 1500 1000 500
0
0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
2004
2005
2006
Jar en
2008
2009
2008
2009
To talen Operat or '04- '09
3500
3500
3000
3000
2500 2000
BOL
1500
BBL
Aantal leerlingen
Aantal leerlingen
Operator BOL vs. BBL '04-'09
1000 500
2500 2000 1500 1000 500
0
0 2004
2005
2 006
2007
2008
2009
2004
2005
2006
Jaren
2007 Jare n
Tot a a l A l l r ound ope r a t or ' 0 4 - ' 0 9
Allround operator BOL vs. BBL '04-'09 3500
3000
3000
2500 Aantal leerlingen
2007 Jare n
2500
2000 1500
BOL
2000
BBL
1500
1000 1000
500
500
0
0
2004
2005
2 006
2007
2008
2009
2004
2005
2006
Jaren
2007
2008
2009
2008
2009
Jar en
T o t a l e n Op e r a t o r C ' 0 4 - ' 0 9
Operator C BOL vs. BBL 1300
900 800
1250
700 600
1200
500
BOL
400
BBL
1150
300 200
1100
100 0
1050
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2004
Jaren
2005
2006
2007 Jar en
23
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
Februari 2011
Bijlage 2: Samenvatting: Welk werk is verboden voor 16 tot 18 jarigen? Giftige stoffen en bestrijdingsmiddelen Jongeren onder 18 jaar mogen niet werken met stoffen die giftig, sensibiliserend, kankerverwekkend, mutageen en voor de voortplanting schadelijk zijn. Gevaaraanduidingen horen op de verpakking van de stoffen te staan. Hieronder vallen ook bestrijdingsmiddelen. Jongeren mogen pas veertien dagen na het verspuiten van bestrijdingsmiddelen op een gewas weer met dat gewas in aanraking komen.
Werken met gevaarlijke stoffen, virussen of bacteriën Jongeren onder 18 jaar mogen niet werken met stoffen die zich in het lichaam ophopen of slecht zijn voor de gezondheid. Gevaaraanduidingen horen op de verpakking van de stoffen te staan. Ze mogen niet werken met biologische agentia (virussen, bacteriën) die ernstige ziekten bij mensen kunnen veroorzaken. Ook mogen ze niet werken met of aan kuipen, bassins, leidingen of reservoirs met daarin een of meer van de genoemde stoffen.
Werken onder overdruk Jongeren onder 18 jaar mogen niet werken onder overdruk, zoals duiken, in een caisson en in afgesloten ruimten.
Werken met straling Jongeren tot 18 jaar mogen niet werken met toestellen die schadelijke niet-ioniserende elektromagnetische straling kunnen uitzenden, zoals seal-apparatuur, lasers en radarinstallaties.
Werken op plekken met lawaai Jongeren tot 18 jaar mogen niet werken op lawaaiige plekken. De dagelijkse blootstelling aan lawaai mag niet hoger zijn dan gemiddeld 85 dB(A). Dit is een absolute norm, waarbij geen rekening wordt gehouden met de dempende werking van gehoorbeschermers.
Werken met trillingen Jongeren onder 18 jaar mogen niet werken met apparatuur die zo trilt dat het gevaar oplevert voor de gezondheid.
Verantwoordelijkheid Ouders en werkgever zijn verantwoordelijk Zowel de werkgever als de ouders of verzorgers zijn ervoor verantwoordelijk dat de regels ten aanzien van kinderarbeid en jeugdarbeid worden nageleefd. Wanneer de wet en regels niet worden nageleefd, kan de Arbeidsinspectie een boete opleggen. Zowel de werkgever als de ouders of verzorgers van het kind kunnen strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld. Als werkgever bent u verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid van uw eigen werknemers, stagiairs, uitzendkrachten en vrijwilligers in uw bedrijf. Voor al deze krachten moet u zorgen voor een goede werkomgeving. Publicaties18 Een totaal overzicht van regels over jeugdige werknemers is te vinden in het kennisdossier “Arbeid door jongeren” van het Ministerie van SZW. Over het onderwerp Arbeid door jongeren is ook nog een Special beschikbaar. Deze special is bedoeld als additionele informatie. 18 Voor vragen, naar aanleiding van bovengenoemde verwijzingen, kunt u contact opnemen met de afdeling Publieksinformatie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Postbus 90801, 2509 LV Den Haag, telefoon: 0800 9051 (gratis).
24
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
Februari 2011
Bijlage 3: Samenvatting Human Capital Chemie (HCC)-project doorlopende leerlijnen met initiatieven uit de diverse regio's Leerroute vmbo mbo: kwalificatie én werk in de chemie/procesindustrie Projectvoorstel in het kader van de Human Capital Chemie In dit project staat de doorstroom vanuit het vmbo naar het mbo procestechniek centraal. Enerzijds in het vmbo zelf als onderdeel van de activiteiten waarin de oriëntatie op vervolgopleidingen aan de orde is, zoals bij praktische sectororiëntatie of door aanpassen van het lesmateriaal en anderzijds in het traject vmbo mbo via het vakcollege vmbo als (verkorte) opleiding naar minimaal een mbo niveau 2 of 3 diploma.
Doelstelling project Het doel van het project is meervoudig. 1. het vergroten van de instroom vanuit het vmbo in de opleidingen procestechniek van het mbo. 2. De kwaliteit van deze (en eventueel alternatieve) onderwijsroutes te verbeteren. 3. De regionale samenwerking tussen scholen voor (v)mbo en bedrijven, gericht op doorstroom vanuit vmbo naar mbo, te verbeteren.
Beoogde resultaten In de regio’s Emmen, Noord-Holland, Rotterdam en Zuid-Limburg werken een of meer vmboscholen, een ROC en verschillende bedrijven samen om een leerroute procestechniek voor het vmbo te ontwikkelen en te implementeren. Er wordt onderwijsmateriaal ontwikkeld dat is toegesneden op de chemie en de procesindustrie voor twee verschillende leerroutes in het vmbo. 1. Voor scholen die aangesloten zijn (of die willen aansluiten) bij het Vakcollege zijn lesbrieven voor een leerroute procestechniek beschikbaar. 2. Voor de overige vmbo-scholen is onderwijsmateriaal gericht op procestechniek beschikbaar. Het Vakcollege start per 1 augustus 2011 met de leerroute procestechniek. In de regio’s Emmen en Noord-Holland biedt minimaal één vmbo-school het programma procestechniek volgens de methode van het Vakcollege aan. In de regio’s Rotterdam en Zuid-Limburg start minimaal één vmbo-school met het materiaal dat voor procestechniek in het vmbo ontwikkeld is. Er is promotiemateriaal beschikbaar dat gebruikt kan worden om de ontwikkelde leerroutes voor procestechniek bij andere vmbo-scholen te promoten.
25
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
Februari 2011
Bijlage 4: Overzicht van bedrijven en RAP’s die input hebben geleverd Arkema Vlissingen BV
Vlissingen
Cargill Benelux BV
Sas van Gent
Celanese Emulsions B.V.
Geleen
Depron B.V.
Weert
Dow Benelux Bv
Terneuzen
DSM Dyneema B.V.
Heerlen
Faurecia Emissions Control
Roermond
Dr. W. Kolb Nederland BV
Klundert
Koninklijke Mosa B.V.
Maastricht
Nedmag Industries Mining & Manufacturing BV
Veendam
Nufarm BV
Botlek
Nyrstar
Budel
Océ Technologies BV
Venlo
O-I Manufacturing BV
Maastricht
Pack2Pack Halsteren
Halsteren
Profcore Business Services BV
Geleen
Philips Lighting BV
Winschoten
Randstad Techniek
Deventer
RAP Noord Holland RAP Noord Nederland RAP ZW Nederland ROC Westerschelde
Terneuzen
ROC Zeeland
Vlissingen
Sappi Maastricht BV
Maastricht
Sara Lee Coffee Joure
Joure
Saturn Petfood BV
Hattem
Shell Nederland BV
Pernis
Tata Steel IJmuiden
IJmuiden
Tata Steel Nederland Service Centre Maastricht BV
Maastricht
Vion Food
Schijndel
VNCI
Den Haag
Werk en Vakmanschap
Velp
Yara
Sluiskil
26
LEREN EN WERKEN voor minderjarigen in de procesindustrie
Februari 2011
Bijlage 5: Overzicht geaccrediteerde praktijkcentra Bedrijfsnaam
Vestigingsplaats
S.T.C. lokatie Brielle/oefenfabriek
BRIELLE
Koning Willem 1 College/"De Waterfabriek" PC
DEN BOSCH
Sapfabriek Ede B.V.
EDE
Stichting PTC+
EDE
ROC van Twente/Afdeling Laboratorium en Procestechniek
ENSCHEDE
Het Noorderpoortcollege/afd. Procestechniek
GRONINGEN
ROC Alfa College/praktijkcentrum
GRONINGEN
Arcus College
HEERLEN
ROC Zadkine
HOOGVLIET
ROC Westerschelde
TERNEUZEN
X-Factory (Praktijkcentrum)
VEGHEL
VMBO Het Kwadrant
WEERT
Tata Steel Training Centre
IJMUIDEN
27