Functiefamilie: Niveau:
TECHNISCHE ASSISTENTIE
MEDISCH ASSISTENT C
Doel van de functiefamilie Toedienen van verzorging en basis medische hulp teneinde bij te dragen tot de geestelijke en fysieke gezondheid van de interne en externe klanten.
Resultaatsgebieden Kernresultaatsgebieden • Als medisch assistent uitvoeren van de voorgeschreven behandeling en verpleegkundige zorgen op een deskundige wijze, conform de deontologische code teneinde de patiënten optimale verzorging te bieden. Hieronder kunnen volgende taken begrepen worden: Distribueren van de medicatie volgens richtlijnen van arts of verpleegkundige Toedienen van medicatie Inventariseren medische klachten Toedienen van EHBO • Als verzorger instaan voor de hygiëne en voeding van de patiënten volgens de geldende voorschriften. Hieronder kunnen volgende taken begrepen worden: Wassen en verzorgen van de patiënten Opmaken van de bedden Distribueren en toedienen van voeding Mogelijke bijkomende resultaatsgebieden • Als administratief medewerker de administratieve taken in de dienst volgens de geldende voorschriften inzake gezondheidszorg uitvoeren. Hieronder kunnen volgende taken begrepen worden: Administratieve opvolging dossiers Verzorgen van de rapporten • Als assistent van de bevoegde arts, inrichtingsarts en tandarts bijstaan in de dagelijkse consultatie teneinde hen hun opdracht in optimale omstandigheden te laten uitvoeren. Hieronder kunnen volgende taken begrepen worden: Klaarmaken van het materiaal in de consultatieruimte Assisteren van de arts bij de consultatie Onthaal van de patiënten • Als leidinggevende optreden als coach van een kleine groep medewerkers
Beslissingsbevoegdheden •
• • •
Is verantwoordelijk voor personeelsbestand van: Aantal rechtstreekse medewerkers: 0 Totaal aantal rechtstreekse en onrechtstreekse medewerkers: 0 Niveaus waaraan men leiding geeft: 0 Graden waaraan men leiding geeft: Heeft bevoegdheid over budget van: Kan autonoom beslissen over: zeer beperkte actievrijheid: ontvangt concrete instructies voor specifieke, duidelijk afgelijnde taken Moet autorisatie vragen aan de leiding i.v.m.: alles wat afwijkt van de normale procedures en specifieke richtlijnen waarbinnen de verpleegkundig assistent zijn/haar taken uitoefent.
Competenties: Omgaan met Informatie Begrijpen X Informatie verwerken Analyseren Integreren
Omgaan met Taken Taken uitvoeren X Werk structureren X Problemen oplossen Beslissen
Vernieuwen
Organiseren
Conceptualiser en
Sturen
Inzicht in de Besturen van organisatie de organisatie Visie Ondernemen ontwikkelen Generieke competenties
Leiding geven Leren X Ondersteunen L
Direct aansturen Motiveren Coachen/ontwi kkelen Bouwen van teams Teams aansturen Inspireren
Interpersoonlijke relaties Communiceren X Actief luisteren In team werken Servicegericht handelen Adviseren Beïnvloeden
Persoonlijk functioneren Inschikkelijkheid tonen Zich aanpassen Betrouwbaarheid tonen Inzet tonen Stressbestendig heid tonen Zichzelf ontwikkelen
Relaties bouwen Netwerken
Doelstellingen halen Organisatie betrokkenheid
X Samenwerken
X Loyaal handelen
X Dienstbaarheid
X Resultaatgerichtheid tonen X Zichzelf ontwikkelen
OMGAAN MET INFORMATIE Informatie verwerken Informatie verwerken betekent het efficiënt en effectief zoeken, decoderen en verwerken van grote hoeveelheden gegevens binnen de beschikbare termijn Gedragsindicatoren: • • • • •
Verwerkt een ruim informatiepakket binnen het gegeven tijdsbestek Verwerkt de gegevens tot een dossier dat toegankelijk is voor anderen Neemt initiatieven om de informatie te bekomen die nodig is voor de uitvoering van de taken Verifieert de informatie en ontdekt mogelijke tekorten of fouten Structureert de verkregen informatie
OMGAAN MET TAKEN Werk structureren Werk structureren betekent het structureren van het eigen werk door prioriteiten te stellen en een veelvoud aan taken op een systematische manier uit te voeren. Gedragsindicatoren: • • • • •
Stelt prioriteiten met het oog op de verzorging van patiënten Behandelt de patiënten die het meest dringend verzorging nodig hebben Speelt snel in op gewijzigde behoeften van patiënten Plant de eigen taken verspreid over de dag zodanig dat de doeltreffendheid van het proces verbetert Brengt een duidelijke structuur aan in de eigen taken
LEIDING GEVEN Ondersteunen Ondersteunen betekent het peter/meterschap van nieuwe medewerkers op zich nemen, een voorbeeldfunctie uitoefenen en anderen ondersteunen in hun dagelijkse functioneren. Gedragsindicatoren: • • • • •
Is beschikbaar en toegankelijk voor vragen van minder ervaren collega’s Ondersteunt minder ervaren collega’s wanneer ze het moeilijk hebben Toont minder ervaren collega’s hoe taken het best kunnen uitgevoerd worden Neemt actief een voorbeeldrol op zich, toont hoe het zou moeten Geeft advies en richting aan nieuwkomers over het reilen en zeilen van de organisatie
Indien hiërarchisch leidinggevende bevoegdheid: Direct aansturen Direct aansturen betekent het geven van duidelijke instructies, het opvolgen en bijsturen van resultaten van anderen en het bewaren van discipline. Gedragsindicatoren: • • • • •
Geeft duidelijke instructies aan de technici – teamleden als hij/zij een taak doorgeeft Spreekt duidelijk af wat moet gedaan worden tegen wanneer als hij/zij een taak doorgeeft Stuurt de resultaten van de technici - teamleden bij in functie van de doelstellingen en de beschikbare middelen Controleert de prestaties en resultaten van de technici - teamleden op geregelde tijdstippen Controleert of afgesproken regels en procedures gevolgd worden
INTERPERSOONLIJKE RELATIES Kerncompetentie “Actief luisteren” Het leren kennen van, luisteren naar en begrijpen van anderen en zich inleven in hun situatie. Gedragsindicatoren: • • • • •
Toont aandacht voor de gevoelens van de patiënten Speelt in op deze gevoelens door deze te bevragen – onderneemt acties om daaraan tegemoet te komen Peilt naar de interesses van de patiënten – gaat op zoek naar gemeenschappelijke interesses Stimuleert de patiënt om te praten over gevoelens – angsten – bekommernissen Toont begrip voor andere culturen/rassen/nationaliteiten – drukt zich verstaanbaar uit
Kerncompetentie “Samenwerken” Samenwerken betekent zich identificeren met het team; kennis en informatie op een transparante manier en dienstoverschrijdend delen en de teamgeest bevorderen teneinde mee te werken aan het behalen van afgesproken teamresultaten. Gedragsindicatoren: • • • • •
Deelt de kennis met anderen Stimuleert de samenwerking en de coördinatie van de activiteiten over de verschillende diensten heen Zorgt voor de correcte informatiedoorstroming zodat de collectieve resultaten maximaal kunnen worden behaald Werkt samen met externe instanties (brandweer, geneesheren, politiediensten, …) Onderhoudt informele contacten met de collega’s
PERSOONLIJK FUNCTIONEREN Kerncompetentie “Loyaal handelen” Loyaal handelen betekent het loyaal ondersteunen, uitdragen en uitvoeren van genomen beslissingen met behoud van een constructief kritische geest ten overstaan van die beslissingen. Gedragsindicatoren: • • • • •
Behandelt de verkregen informatie van patiënten met de nodige discretie en legt de nodige gereserveerdheid aan de dag ten overstaan van derden Voert de behandeling rechtvaardig en objectief uit zonder een patiënt te bevoordelen Bouwt een vertrouwensrelatie op met de klanten en leveranciers en stelt zich hierbij onder elke omstandigheid onpartijdig op Voert de genomen beslissingen nauwgezet uit Verdedigt de genomen beslissingen, ook al staat hij/zij er niet helemaal achter
Kerncompetentie “Resultaatsgerichtheid tonen” Resultaatsgerichtheid tonen betekent de inzet, de wil en de ambitie tonen om resultaten te boeken door doel- en oplossingsgericht en op de meest efficiënte manier alle nodige acties en initiatieven te nemen binnen de vooropgestelde deadlines en er steeds de volle verantwoordelijkheid voor nemen. Gedragsindicatoren: • • • • •
Controleert de kwaliteit van het eigen werk Voelt zich verantwoordelijk voor de eigen taken en resultaten Zet door ongeacht problemen, frustraties of hindernissen Voert op efficiënte wijze uit wat gevraagd wordt Toont een grote inzet en werkkracht doet meer dan strikt gevraagd wordt
Kerncompetentie “Zichzelf ontwikkelen” Zichzelf ontwikkelen betekent open staan voor en zich flexibel aanpassen aan veranderingen en zich continu nieuwe inzichten, vaardigheden en kennis eigen maken in functie van de professionele noden en in het kader van actief plannen van de eigen groei. Gedragsindicatoren: • • • • •
Past zich gemakkelijk aan veranderende omstandigheden aan Kiest voor andere methoden of oplossingen indien de omstandigheden dit vereisten Neemt een flexibele houding aan ten aanzien van wisselende omstandigheden en situaties Vraagt zelf naar bijscholing Zet de nodige stappen om te komen waar hij/zij wil komen in zijn/haar carrière