Functiefamilie: Niveau:
TECHNISCHE ASSISTENTIE
KINDERVERZORGER C
Doel van de functiefamilie Organiseert de opvang van kinderen tussen 0 en 3 jaar van leden van het personeel teneinde de kinderen op een kwaliteitsvolle manier te verzorgen en op te voeden. Resultaatsgebieden Kernresultaatsgebieden: • Als kinderverzorger over de nodige kennis van verzorgingstechnieken beschikken teneinde de kinderen op de juiste manier te verzorgen. Hieronder kunnen de volgende taken worden begrepen: Gezondheidstoestand van de kinderen opvolgen, melden van eventuele onregelmatigheden en toedienen van medicatie en kleine zorgen op aanvraag Toezien op de orde en de hygiëne van de lokalen waarin de kinderen worden opgevangen Op de hoogte zijn van de voedingstechnieken en –principes voor baby’s Zorg dragen dat de kinderen voldoende rust hebben en dit volgens de behoefte van ieder kind • Als kinderverzorger het creëren van een huiselijke en aantrekkelijke speelomgeving teneinde de kinderen een herkenbare opvang te bieden. • Als opvoeder, de kinderen dusdanig opvangen dat de gepaste opvoeding wordt gegeven. Hieronder kunnen de volgende taken worden begrepen: Observeren van de psychische en fysische gezondheidstoestand alsook van de psychosociale ontwikkeling van het kind zodat elke stoornis of vertraging herkend en gemeld kan worden Observatie psycho-sociale ontwikkeling van het kind, van de evolutie in de fijne en grove motoriek. Dit op schalen kunnen aanduiden en bespreken Organiseren van vrije en geleide activiteiten, creatief en stimulerend zijn, bieden van bewegingsvrijheid, kennis van het spelmateriaal De autonomie van de kinderen stimuleren ; individuele benadering van elk kind om het tot een zelfstandig persoon te laten opgroeien Aanleren van sociale vaardigheden, bevorderen van de zelfredzaamheid, zindelijkheidstraining • Als administratief medewerker administratieve taken verrichten teneinde de gepaste informatie over het kind aan de ouders te kunnen meegeven en de nodige informatie over de werking van het kinderdagverblijf bij te houden. Hieronder kunnen de volgende taken worden begrepen: Observatieschema’s invullen Aanwezigheidslijsten bijhouden • Als contactpersoon, goede contacten met ouders onderhouden teneinde hun vertrouwen te winnen en te behouden. Hieronder kunnen de volgende taken worden begrepen: Een vertrouwensrelatie met de ouders opbouwen Informatie over het kind aan de ouders meegeven Door vlotte contacten en voldoende informatie-uitwisseling een goede samenwerking met de ouders bekomen Mogelijke bijkomende resultaatsgebieden Als leidinggevende optreden als coach van een kleine groep medewerkers
Beslissingsbevoegdheden •
• • •
Is verantwoordelijk voor een personeelsbestand van : niet relevant Aantal rechtstreekse medewerkers: Totaal aantal rechtstreekse en onrechtstreekse medewerkers: 0 Niveaus waaraan men leiding geeft: Graden waaraan men leiding geeft: Heeft bevoegdheid over een budget van : niet relevant Kan autonoom beslissen over : niet relevant (ontvangt concrete instructies en heeft duidelijke gedefiniëerde, specifieke taken) Moet toestemming vragen aan de directie i.v.m.: alles wat afwijkt van de normale procedures en de specifieke richtlijnen
Competenties Omgaan met informatie Begrijpen X Informatie verwerken Analyseren
Omgaan met Taken Taken uitvoeren X Werk structureren X Problemen oplossen
Leiding geven Leren X Ondersteunen
Actief luisteren
L
In teamverband werken Servicegericht handelen Adviseren
Direct aansturen
Integreren
Beslissen
Motiveren
Vernieuwen
Organiseren
Coachen/ontwi kkelen Teams bouwen Teams aansturen Inspireren
Conceptualiser en Inzicht in de organisatie Visie ontwikkelen Kerncompetenties
Sturen De organisatie besturen Ondernemen
Interpersoonlijke relaties Communiceren
Beïnvloeden Relaties bouwen Netwerken
Persoonlijk functioneren Inschikkelijkheid tonen Zich aanpassen Betrouwbaarheid tonen Inzet tonen Stressbestendig heid tonen Zichzelf ontwikkelen Doelstellingen halen Organisatie betrokkenheid
X Samenwerken
X Loyaal handelen
X Dienstbaarheid
X Resultaatsgerich t-heid tonen X Zichzelf ontwikkelen
OMGAAN MET INFORMATIE Informatie verwerken Informatie verwerken betekent het efficiënt en effectief zoeken, decoderen en verwerken van grote hoeveelheden gegevens binnen de beschikbare termijn. Gedragsindicatoren: • • • • •
Verzamelt alle noodzakelijke gegevens met betrekking tot het kind en geeft relevante informatie door aan de ouders Structureert de verkregen informatie Behandelt informatie volgens de voorgeschreven procedures en systemen Verwerkt informatie tot rapporten Interpreteert en verwerkt gegevens zodat ze begrijpelijker wordt voor de ouders
OMGAAN MET TAKEN Werk structureren Werk structureren betekent het structureren van het eigen werk door prioriteiten te stellen en een veelvoud aan taken op een systematische manier uit te voeren. Gedragsindicatoren: • • • • •
Neemt de belangrijkste of dringendste taken eerst op, ziet de juiste prioriteiten Ziet urgenties en past deze in binnen de lopende taken Organiseert het werk doeltreffend volgens de toegekende opdrachten Voert systematisch verschillende taken tegelijkertijd uit en behoudt hierbij het overzicht Voert de taken systematisch uit en heeft een efficiënte werkaanpak en -methode
Problemen oplossen Problemen oplossen betekent het omgaan met en zelfstandig oplossen van onverwachte situaties, het zoeken van alternatieven en het implementeren van de oplossing. Gedragsindicatoren: • • • • •
Garandeert ook de uitvoering van de taken bij onverwachte situaties Reageert autonoom en doeltreffend op alle mogelijke problemen die het normale verloop van de taken verstoren Vindt oplossingen voor problemen die betrekking hebben op de eigen verantwoordelijkheden Vangt situaties die niet voorzien in de procedures of reglementen succesvol op Anticipeert op problemen door terug te vallen op kennis en ervaring
LEIDING GEVEN Ondersteunen Ondersteunen betekent het peter/meterschap van nieuwe medewerkers op zich nemen, een voorbeeldfunctie uitoefenen en anderen ondersteunen in hun dagelijkse functioneren. Gedragsindicatoren: • • • • •
Is beschikbaar en toegankelijk voor vragen van minder ervaren collega’s Ondersteunt minder ervaren collega’s wanneer ze het moeilijk hebben Toont minder ervaren collega’s hoe taken het best kunnen uitgevoerd worden Neemt actief een voorbeeldrol op zich, toont hoe het zou moeten Geeft advies en richting aan nieuwkomers over het reilen en zeilen van de organisatie
Indien hiërarchisch leidinggevende bevoegdheid: Direct aansturen Direct aansturen betekent het geven van duidelijke instructies, het opvolgen en bijsturen van resultaten van anderen en het bewaren van discipline. Gedragsindicatoren: • • • • •
Geeft duidelijke instructies aan de teamleden als hij/zij een taak doorgeeft Spreekt duidelijk af wat moet gedaan worden tegen wanneer als hij/zij een taak doorgeeft Stuurt de resultaten van de teamleden bij in functie van de doelstellingen en de beschikbare middelen Controleert de prestaties en resultaten van de teamleden op geregelde tijdstippen Controleert of afgesproken regels en procedures gevolgd worden
INTERPERSOONLIJKE RELATIES Kerncompetentie “Samenwerken” In team werken betekent het soepel samenwerken, waarbij men zich vlot in het team integreert, zich met het team identificeert, kennis en informatie deelt en de teamgeest bevordert teneinde mee te werken aan het behalen van teamresultaten. Gedragsindicatoren: • • • • •
Integreert zich vlot in het team Stimuleert een vriendschappelijke sfeer binnen de groep Bezorgt de juiste informatie aan collega’s, deelt ervaringen met hen Bespreekt werkgerelateerde problemen met collega’s opdat ze allen aan hetzelfde touw trekken en over dezelfde informatie beschikken Werkt teamgericht, maar ontwijkt geen persoonlijke verantwoordelijkheden
Kerncompetentie “Dienstbaarheid” Dienstbaarheid betekent geloofwaardigheid verwerven door ten dienste te staan van de interne klant en/of de burger, hem/haar steeds met respect te behandelen en zijn/haar vragen steeds op een transparante, integere en objectieve wijze te behandelen.
Gedragsindicatoren: • • • • •
Stelt de nodige vragen aan de ouders zodat het kind op een correcte manier kan opgevangen worden Luistert naar de ouders Geeft de nodige informatie aan de ouders omtrent de evolutie van het kind Wint het vertrouwen van de ouders door een correcte service te bieden Organiseert de opvang van de kinderen met aandacht voor de individuele noden en behoeften van elk kind
PERSOONLIJK FUNCTIONEREN Kerncompetentie “Loyaal handelen” Loyaal handelen betekent het loyaal ondersteunen, uitdragen en uitvoeren van genomen beslissingen met behoud van een constructief kritische geest ten overstaan van die beslissingen. Gedragsindicatoren: • • • • •
Voert de genomen beslissingen nauwgezet uit Volgt de geldende regels en procedures op correcte wijze Behandelt de verkregen informatie met de nodige discretie en legt de nodige gereserveerdheid aan de dag tegenover derden Gedraagt zich in overeenstemming met zowel de persoonlijke als de organisatorische waarden Stelt constructief-kritische vragen bij het gevoerde beleid
Kerncompetentie “Resultaatsgerichtheid tonen” Resultaatsgerichtheid tonen betekent de inzet, de wil en de ambitie tonen om resultaten te boeken door doel- en oplossingsgericht en op de meest efficiënte manier alle nodige acties en initiatieven te nemen binnen de vooropgestelde deadlines en er steeds de volle verantwoordelijkheid voor nemen. Gedragsindicatoren: • • • • •
Werkt met hart en ziel om de resultaten te bereiken die verbonden zijn met de functie Zet zich in om de best mogelijke dienst te bieden, rekening houdend met de opgelegde begrenzingen en beperkingen Toont een grote inzet, toewijding en werkkracht Neemt de verantwoordelijkheden die nodig zijn om de kwaliteit van de dienstverlening te garanderen Ziet toe op een goed beheer en een goede opvolging van de eigen taken
Kerncompetentie “Zichzelf ontwikkelen” Zichzelf ontwikkelen betekent open staan voor en zich flexibel aanpassen aan veranderingen en zich continu nieuwe inzichten, vaardigheden en kennis eigen maken in functie van de professionele noden en in het kader van actief plannen van de eigen groei. Gedragsindicatoren: • • • • •
Blijft continu op de hoogte van alle regels en procedures Volgt de regelgeving en de “best practices” inzake kinderopvang van nabij op Is steeds bereid zich verder te ontwikkelen, ook al vereist dit enige inspanning Neemt leeropportuniteiten aan om de eigen loopbaan te ontwikkelen Zoekt actief naar mogelijke verbeterpunten binnen het eigen functioneren