STUDIEGIDS KANDIDAATGERECHTSDEURWAARDER 2007 – 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
1
VOORWOORD
Wijzigingen voorbehouden Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de HU/FMR, behoudens de uitzonderingen bij de wet gesteld. Aan de tekst kunnen geen rechten worden ontleend, voor zover deze strijdig zijn met een wettelijk voorschrift of een andere voor of binnen de Hogeschool Utrecht geldende regeling. Overal waar in deze gids de mannelijke vorm wordt gebruikt dient ook het vrouwelijke equivalent te worden gelezen. Prijs: v 7,00 (deze gids wordt eenmaal per studiejaar gratis verstrekt). © HU/FMR augustus 2007
Voor u ligt de studiegids van de opleiding tot kandidaat-gerechtsdeurwaarder (GDW) van de Hogeschool Utrecht. Kandidaatgerechtsdeurwaarder is een afstudeerrichting van de opleiding HBO Rechten en heeft een geheel eigen plaats binnen de organisatie van het Centrum voor Juridische Beroepspraktijk van de Hogeschool Utrecht. Dat betekent dat GDW een eigen team en opleidingsmanager heeft en dat het studieprogramma specifiek is ontwikkeld op het beroepsprofiel en de competenties van de gerechtsdeurwaarder. GDW is ontwikkeld in nauwe samenwerking tussen de vorige opleiding tot kandidaat-gerechtsdeurwaarder (de mr. Dr. M. Teekens stichting) en de KBvG (Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders). Deze studiegids bevat relevante informatie over regelingen en afspraken die gelden binnen deze afstudeerrichting. Deze afspraken vormen veelal een nadere uitwerking van facultaire regels, die niet in de studiegids zelf zijn opgenomen, maar te vinden zijn op het intranet van de faculteit. Voorts is het nodige te lezen over het beroep en het curriculum. Zoals bij elke opleiding is een curriculum voortdurend aan verandering onderhevig om te voldoen aan de (veranderende) eisen van het beroepenveld. Voor de kandidaat-gerechtsdeurwaarder is de brede HBO-opleiding relatief nieuw en het curriculum daarom nog steeds in ontwikkeling. Nieuwe cursussen zijn op maat ontwikkeld, bestaande cursussen zijn geactualiseerd of hebben een accentaanpassing gekregen. Wat u niet in de studiegids kunt lezen heeft betrekking op de sfeer en identiteit van de opleiding. De docenten van de opleiding GDW vormen een hecht en betrokken team dat gezamenlijk werkt aan het realiseren van het programma. Naast de vaste docenten en de medewerker praktijkbureau van het team GDW, zijn er ook gastdocenten uit verschillende vakdisciplines en vele gastdocenten uit de beroepsgroep van gerechtsdeurwaarders.
2
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
3
GDW maakt onderdeel uit van het Centrum voor Juridische Beroepspraktijk van de Hogeschool Utrecht waarbinnen ook de andere juridische opleidingen een plaats hebben gekregen. Door de bundeling van de juridische opleidingen binnen het centrum voor juridische beroepspraktijk kunnen we onze deskundigheid verder ontwikkelen en verdiepen en ontstaan er voor studenten meer keuzemogelijkheden waardoor beter tegemoet gekomen kan worden aan eigen interessegebieden. Het centrum voor juridische beroepspraktijk werkt nauw samen met de faculteit rechtgeleerdheid van de Universiteit Utrecht en met de juridisch georiënteerde opleidingen op MBO-niveau. Een hecht team van ondersteunende medewerkers zet zich ervoor in de studenten zo goed mogelijk bij te staan bij alle organisatorische aspecten van de opleiding, zoals de administratieve afhandeling van tentameninschrijving en herkansingen en bij het vinden van de juiste weg in huisregels. Studieloopbaanbegeleiders tenslotte hebben een coachende rol bij studieplanning, persoonlijke problemen en bij belangrijke keuzeprocessen tijdens de studie. Wij hopen en vertrouwen erop dat deze studiegids uw nieuwsgierigheid naar het komende studiejaar zal prikkelen en dat u met evenveel enthousiasme als het team GDW het nieuwe studiejaar in zult gaan. Pieter Cornelissen
Hans Mreijen
Directeur Centrum voor juridische beroepspraktijk
Opleidingsmanager GDW
4
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
5
INHOUDSOPGAVE
1 1.1 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.5 1.1.6 1.1.7 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6 1.2.7 1.2.8 1.3
11 12 12 13 15 17 18 19 20 22 22 23 24 26 36 38 38 39
1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4 1.3.5 1.3.6 1.3.7
Algemene informatie Algemene informatie HU Onderwijsprofiel HU Bachelor- en Masterstelsel Hogeschool- en faculteitsregelingen Kwaliteitszorg Ordehandhaving Organogram HU Locaties HU Algemene informatie Faculteit Maatschappij & Recht Algemeen Contactgegevens Organogram faculteit Plattegrond Praktische voorschriften en aanwijzingen Openingstijden gebouwen Vakanties en vrije dagen Faciliteiten Algemene informatie afstudeerrichting tot kandidaat-gerechtsdeurwaarder Algemeen Contactgegevens In- en uitschrijven voor de opleiding Examencommissie Onderwijsbalie Studievereniging Overige informatie
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Studentenvoorzieningen Studie(loopbaan)begeleiding Studentendecaan Vertrouwenspersoon Studentenarts Bureau Studentenpsychologen
49 50 53 56 57 58
6
41 41 41 41 43 45 45 45
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.12.1 2.12.2 2.12.3 2.12.4 2.12.5 2.12.6 2.13 2.13.1 2.13.2 2.14 2.14.1 2.14.2 2.15 2.16 2.16.1 2.16.2 2.17 2.18 2.19 2.20 2.21 2.22 2.23
Mediation Financiële steun Studeren met een functiebeperking Keuzevakken taal- en studievaardigheden Mentorproject Mediatheek ICT-faciliteiten Algemeen Studentenmail Sharepoint OSIRIS Student Wachtwoord Informatiebeveiliging en privacy International Office Study abroad Stage in het buitenland Medezeggenschap Inspraakorganen Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten Studium Generale Studentenvereniging Algemeen Bestuursbeurs en stimuleringsfonds Topsport Trajectum Sport en Cultuur Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren Wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen Werken naast uw studie Huisvesting
59 60 61 62 63 64 67 67 67 68 68 70 70 71 71 72 72 72 74 75 76 76 76 78 79 80 81 84 85 86
3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5
Opleiding en beroep Beroepsprofiel Beroep Vaardigheden afgestudeerde Werkveld en functies Opleidingsprofiel Doelstelling opleiding Uitwerking van beroepsprofiel Het hbo-niveau van de opleiding Didactische uitgangspunten Didactische werkvormen
89 90 90 90 93 94 94 94 95 95 97
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
7
3.2.6 Competenties beginnende beroepsbeoefenaar 3.2.7 Horizontale doorstroommogelijkheden 3.2.8 Vervolgopleidingsmogelijkheden 4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4 4.1.5 4.1.6 4.1.7 4.1.8 4.1.9
98 98 98 101 102 104 105 106 107 110 111 111 115
4.1.10 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6
Inrichting en organisatie opleiding Organisatie opleiding Opleidingsvarianten Opleidingsstructuur algemeen Verkorte opleidingsroutes Overzicht curriculum (per studiejaar) Lesdagen en –tijden Uitval van lessen Studieloopbaanbegeleiding Registratie studievoortgang Introductie- en begeleidingsdagen, excursies, werkweken en trainingen Studiekosten en eigen bijdragen Inrichting propedeuse Algemeen Studieprogramma propedeuse Instroom en toelating propedeuse Studieadvies Inrichting hoofdfase Algemeen Studieprogramma hoofdfase Toegang hoofdfase en studierichtingen Stages en stagewaardigheid Profileringsruimte Afstuderen
5 5.1 5.2 5.3 5.4
Cursusdeelname Algemeen Inschrijving voor cursussen Aanwezigheidsplicht Beginvereisten
127 128 129 131 133
6 6.1 6.2 6.3 6.3.1 6.3.2
Tentamens en examens Algemeen Vrijstellingen Organisatie tentamens Tentamenvorm en –duur Inschrijving en deelname (her)tentamens
135 136 142 144 144 145
8
116 116 118 118 118 119 119 123 123 123 123 124 125 125
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
6.3.3 Voorzieningen wegens functiebeperking 6.3.4 Legitimatieplicht bij schriftelijke tentamens 6.3.5 Gang van zaken tijdens tentamens 6.3.5.2Regels voor studenten bij toetsen 6.3.5.3 Regels voor docenten bij toetsen 6.3.5.4Te laat inleveren van tentamens/thuisopdrachten 6.3.5.5Kopie van schriftelijke werkstukken 6.3.6 Beoordeling en inzage tentamenwerk 6.3.6.1Tentamenbeoordeling 6.3.6.2Eindbeoordeling cursus 6.3.6.3Deeltentamens 6.3.6.4Bekendmaking tentamenresultaten 6.3.6.5Tentamenresultaten 6.3.6.6Inzage tentamenwerk 6.3.6.7Nabespreking 6.3.7 Onregelmatigheden / fraude 6.3.8 Bewaking en teruggave tentamen- en examenwerk 6.3.9. Geldigheidsduur studieresultaten 6.4 Getuigschriften en titulatuur 6.4.1 Algemeen 6.4.2 Graden en titulatuur 6.4.3 Aantekening cum laude of met genoegen 6.4.4 Procedure afgifte getuigschrift
147 148 149 150 151 152 152 152 152 153 153 153 154 154 155 155 156 157 159 159 160 161 162
7 7.1 7.2 7.3 7.4
Klachten, bezwaar en beroep Inleiding Bezwaar Beroep Algemeen klachtrecht
165 166 167 168 170
8 8.1 8.2 8.3
Roosters Jaarrooster Weekrooster Tentamenrooster
175 176 178 179
9
Cursusbeschrijvingen
182
10 10.1 10.2 10.3
Bijlagen Onderwijs- en examenregeling FMR Studentenstatuut Trefwoordenregister
259 260 261 262
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
9
1 ALGEMENE INFORMATIE
1.1
ALGEMENE INFORMATIE HU
Hogeschool Utrecht (HU) is met zo’n 32.000 studenten en 3.000 medewerkers een van de grootste en meest veelzijdige hbo-instellingen in Nederland. De 6 faculteiten bieden samen meer dan 70 bacheloropleidingen aan op het gebied van communicatie en journalistiek, economie en management, natuur en techniek, gezondheidszorg, onderwijs, en maatschappij en recht. Na het behalen van je bachelordiploma, kunt u bij HU ook nog in diverse richtingen een mastergraad behalen. Het onderwijs is per opleiding georganiseerd en is daardoor overzichtelijk en persoonlijk. Is uw interesse breder dan uw eigen opleiding, dan kunt u deelnemen aan onderwijsactiviteiten van andere HU-opleidingen of aan andere onderwijsinstellingen in Nederland of in het buitenland. Hogeschool Utrecht heeft onderwijslocaties in de Utrechtse binnenstad, op De Uithof en in Amersfoort.
in te richten en studenten te laten studeren binnen sterke leeromgevingen. Competentiegericht onderwijs Ons onderwijs is erop gericht dat studenten op samenhangende wijze hun competenties verwerven, zodat ze in staat zijn professioneel te handelen in kenmerkende beroepssituaties van toenemende complexiteit. De opleidingen formuleren, valideren en actualiseren de competenties in nauw overleg met het werkveld. Competentiegericht opleiden betekent ook dat we voor de student maatwerk leveren. We sluiten aan op eerder verworven competenties, we stimuleren de student om in toenemende mate regisseur te worden van zijn eigen leerproces, keuzes te maken en deze te verantwoorden. Tevens dagen we studenten uit te werken aan hun onderzoeksvaardigheid en hun competenties te ontwikkelen in een internationale/multiculturele context. Vraaggestuurd onderwijs Het onderwijs richt zich zowel op de vraag van de beroepspraktijk als op de vraag van de student. Wij matchen de kennis en leervragen van studenten met die van de beroepspraktijk op een manier die past binnen de kwaliteitseisen van de opleiding.
1.1.1 Onderwijsprofiel HU Hoger beroepsonderwijs in de (kennis)samenleving Hogeschool Utrecht geeft zichzelf de opdracht hoogwaardige professionals op te leiden die een actieve bijdrage leveren aan de innovatie van de beroepspraktijk en aan de verdere ontwikkeling van de kennissamenleving. Daarbij zijn wij erop gericht iedere student optimale ontplooiingsmogelijkheden te bieden en het beste uit studenten te halen. Het onderwijsprofiel van HU In 2005 heeft Hogeschool Utrecht haar onderwijsprofiel vastgesteld. Het onderwijsprofiel geeft het kader aan waarbinnen het onderwijs van Hogeschool Utrecht in 2005-2007 wordt (door)ontwikkeld en uitgevoerd en geeft richting aan lopende en komende onderwijsinnovaties. Het uitgangspunt van het profiel luidt: Hogeschool Utrecht geeft haar ambities vorm door opleidingen competentie- en vraaggericht
12
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Een sterke leeromgeving Een competentiegerichte en vraaggerichte opleiding veronderstelt een sterke leeromgeving. Een leeromgeving die studenten inspireert, uitdaagt en waarin ze zich steeds op de grens van hun kunnen begeven. Een leeromgeving die het leren vanuit het werken in de praktijk vormgeeft: leren is werken en werken is leren. Vanaf het eerste jaar staat het verwerven van kennis centraal vanuit realistische beroepstaken binnen in toenemende mate authentieke beroepssituaties. 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel Bachelor-masterstructuur In september 2002 is de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs (in Nederland) ingevoerd. Doel hiervan is om in Europa tot één stelsel van hoger onderwijs te komen, zodat herkenning en erkenning van opleidingen gemakkelijker wordt.
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
13
Het onderwijs aan universiteiten en hogescholen is opgedeeld in twee fasen: de bachelorfase en de masterfase. Een vierjarige hboopleiding heet sindsdien een bacheloropleiding. Na afronding van de opleiding krijgt u een bachelorgraad. Op de universiteit kunt u in drie jaar een bachelordiploma behalen. Hierna kunt u doorstuderen voor een masterdiploma. Zowel hogescholen als universiteiten bieden masteropleidingen aan. Studeert u voltijd of duaal aan een hogeschool, dan hebt u recht op studiefinanciering voor de duur van uw bacheloropleiding: vier jaar. Op de universiteit hebt u recht op studiefinanciering voor de duur van uw bachelor- én uw masteropleiding. Voordelen bachelor-masterstructuur Uw bachelordiploma levert u een internationaal (h)erkenbaar diploma op. Daarmee kunt u beter aan de slag in het buitenland. Gedurende uw opleiding kunt u ook makkelijker tijdelijk in het buitenland studeren. De bacheloropleidingen aan HU bieden tevens veel vrije keuzeruimte, de zogenaamde profileringsruimte. U kunt deze profileringsruimte vullen met een minor (= een samenhangend pakket van keuzecursussen) óf met een pakket van keuzecursussen dat u zelf samenstelt. Zie verder par. 4.3.5 (profileringsruimte). De profileringsruimte maakt het ook mogelijk om studieonderdelen te volgen aan andere hogescholen of universiteiten. Hiermee verruimt u uw blik. Masteropleidingen Na afronding van uw bacheloropleiding kunt u nog een masteropleiding volgen aan een hogeschool of universiteit. Hogeschool Utrecht heeft een groeiend aantal masteropleidingen. Ook voor mensen die al een aantal jaren werkervaring hebben. Kijk voor meer informatie op www.masters.hu.nl. Wilt u een master volgen aan een universiteit, dan kan dat ook. Een hbo-opleiding sluit echter niet altijd naadloos aan op een universitaire master. Om uw kennis en vaardigheden op het vereiste niveau te brengen zijn voor een aantal masters speciale trajecten ontwikkeld, zogenaamde pre-masters die u voorafgaand aan de master volgt en die u direct toegang geven. Kijk voor meer informatie op
14
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
www.premasters.hu.nl of haal de folder Doorstuderen na je bachelor aan de UU. 1.1.3 Hogeschool- en faculteitsregelingen De Wet op het Hoger onderwijs en het Wetenschappelijk onderzoek (WHW) legt instellingen een aantal verplichtingen op. Hogeschool Utrecht heeft deze in reglementen verwerkt. Sommigen hiervan zijn uitgewerkt op faculteitsniveau. De reglementen zijn te vinden op www.reglementen.hu.nl. Iedere student wordt geacht op de hoogte te zijn van de inhoud van deze reglementen. Hieronder volgt een opsomming van de meest relevante reglementen met een korte toelichting op de inhoud. Studentenstatuut HU In het Studentenstatuut zijn de rechten en verplichtingen van studenten vastgelegd op hoofdlijnen. Veel onderwerpen worden nader uitgewerkt in specifieke reglementen zoals hieronder vermeld. Onderwijs- en Examenregeling van de faculteit De Onderwijs- en Examenregeling van de faculteit (faculteits-OER) moet worden gezien als onderdeel van deze studiegids. In dit document zijn de rechten en plichten van studenten ten aanzien van het onderwijs, tentamens, examens en verwante zaken vastgelegd. Dit wordt op een aantal punten nader uitgewerkt in de studiegids. Inschrijvingsregeling HU In de Inschrijvingsregeling worden de procedurele (niet: inhoudelijke) aspecten rond inschrijving, collegegeld en uitschrijving beschreven. Zie ook par. 1.3.3. Reglement College van Beroep HU Het kan voorkomen dat een student het niet eens is met een beslissing van de examencommissie of faculteitsdirectie. In de meeste gevallen kan de student dan in beroep gaan bij het College van Beroep. In het reglement College van Beroep zijn de samenstelling en de bevoegdheid van het College van Beroep, alsmede de beroepsgronden, de beroepsprocedures en het tot stand komen van de uitspraak nader geregeld. Zie ook par. 7.3.
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
15
Steunfondsregeling HU Tijdens de opleiding kan een student te maken krijgen met persoonlijke omstandigheden die tot studievertraging leiden en problemen (kunnen) gaan geven met de studiefinanciering. Ook kan sprake zijn van bestuurlijke activiteiten naast de studie. Onder bepaalde voorwaarden kan een student een beroep doen op financiële ondersteuning. Een en ander staat beschreven in deze regeling. Zie ook par. 2.7 en 2.16.2. Noodfondsregeling HU De Noodfondsregeling is vastgelegd in het Studentenstatuut. Hogeschool Utrecht biedt door middel van het Noodfonds hulp bij onvoorziene uitgaven van studenten die hun draagkracht te boven gaan maar waar ze zich redelijkerwijs niet tegen kunnen verzekeren. Zie ook par. 2.7. Privacyreglement persoonsgegevens studenten HU In dit reglement is de verzameling, opslag, correctie en verstrekking van persoonsgegevens van de student geregeld. Reglement Studentendecanen HU Hierin zijn onder meer taken, bevoegdheden en functioneren van de decanen geregeld. Zie ook par. 2.2. Regeling inzake ongewenst gedrag, HU Elke faculteit heeft een of meer vertrouwenspersonen. In deze regeling zijn onder andere de taken en bevoegdheden van de vertrouwenspersoon geregeld en de waarborging van een onafhankelijk functioneren van de vertrouwenspersoon. Reglement voor de Opleidingscommissies De (gezamenlijke) opleidingscommissies ((G)OC’s) zijn medezeggenschapsorganen op afdelingsniveau. De samenstelling en verkiezingen, bevoegdheden, facilitering en geschillenoplossing zijn geregeld in het door de faculteitsdirectie vastgestelde OC-reglement. Zie ook par. 2.14.1. Reglement voor de Faculteitsmedezeggenschapsraad De faculteitsmedezeggenschapsraad is een medezeggenschapsorgaan op faculteitsniveau. De samenstelling en verkiezingen, bevoegdheden, facilitering en geschillenoplossing zijn geregeld in
16
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
het door de faculteitsdirectie vastgestelde FMR-reglement. Zie ook par. 2.14.1. Reglement Centrale Medezeggenschapsraad De centrale medezeggenschapsraad (CMR) is een medezeggenschapsorgaan op hogeschoolniveau. De samenstelling en verkiezingen, bevoegdheden, facilitering en geschillenoplossing zijn geregeld in het door het College van Bestuur vastgestelde CMR-reglement. Zie ook par. 2.14.1. 1.1.4 Kwaliteitszorg Hogeschool Utrecht besteedt veel zorg en aandacht aan kwaliteit. Kwaliteitszorg heeft betrekking op alle onderdelen van het onderwijs, het curriculum, de studievoortgang, de begeleiding, de onderwijsorganisatie, de relatie opleiding-arbeidsmarkt, etc. Een precieze uitwerking van het systeem van kwaliteitszorg dat de opleiding hanteert, vindt plaats in het kwaliteitsplan. Hierin staat beschreven op welke wijze en met welke middelen inzicht wordt verkregen in de kwaliteit van de opleiding, hoe aan eventuele verbetering gewerkt kan worden, hoe studenten zijn betrokken bij de evaluatie en op welke wijze verslag wordt gedaan van de resultaten van deze evaluaties. Opleidingscommissies spelen een belangrijke rol in het systeem voor kwaliteitszorg en hebben in het verleden belangrijke verbeteringen in gang gezet. De kwaliteit van het onderwijs kan natuurlijk prima beoordeeld worden door degenen die het onderwijs genieten: de studenten. Van u wordt daarom regelmatig gevraagd schriftelijk te evalueren. De vragenlijsten zijn anoniem. U loopt dus geen risico dat negatieve oordelen tegen u zullen werken. De opleiding verzamelt de informatie en treft wanneer nodig maatregelen. Ook kan bijvoorbeeld in de vorm van studentenpanels met studenten besproken worden wat de uitkomst van de evaluaties is; of er kan met behulp van die gesprekken op signalen van studenten worden ingegaan. De vorm waarin dit gebeurt, kan per instituut verschillen. Daarnaast wordt een keer per jaar aan alle eerstejaars studenten en aan studenten die in Osiris 180 studiepunten hebben, uitvoerig hun mening gevraagd over verschillende aspecten – variërend van de kwaliteit van de docenten tot de kwaliteit van de kantine. Aan eer-
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
17
stejaars worden iets andere vragen gesteld dan aan studenten die zich aan het eind van de studie bevinden: zo krijgen eerstejaars vragen over de voorlichting van de studie en hoofdfase studenten vragen over de hele studie. De uitkomsten van dit grote HU Studenten tevredenheidonderzoek (STO) zijn zeer belangrijk: gaan er zaken niet naar wens, dan worden daarover afspraken gemaakt tussen de verschillende directies in hogeschool – faculteit – instituut. Ook zijn deze uitkomsten onderwerp van gesprek tussen de instituutsdirecties en de opleidingscommissies. Kortom: uw mening (positief of negatief) wordt gehoord en er wordt ook iets mee gedaan. Dus wilt u uw betrokkenheid bij de kwaliteitszorg vergroten, dan is het invullen van het studenten tevredenheidonderzoek een absolute aanrader. 1.1.5 Ordehandhaving Artikel 48 van het Studentenstatuut (zie www.reglementen.hu.nl) regelt de ordehandhaving binnen Hogeschool Utrecht. Deze regeling luidt – samengevat - als volgt:
• • •
•
de plicht om in werk en studie zorgvuldig en voorzichtig te handelen; de plicht om zich op de hoogte stellen van (veiligheids)voorschriften die betrekking hebben op het werk en de studie; de plicht om aangebrachte veiligheidsvoorzieningen op de juiste wijze te gebruiken en de verplichte beschermingsmiddelen te dragen of toe te passen; de plicht om onveilige en/of ongezonde werksituaties te melden aan de desbetreffende faculteitsdirectie.
Maatregelen Bij overtreding van de voorschriften/aanwijzingen of niet nakoming van de plichten zoals hierboven genoemd, kunnen door de faculteitsdirectie de volgende maatregelen worden getroffen: het geven van een waarschuwing of berisping; het ontzeggen van de toegang tot gebouwen en terreinen van de hogeschool voor de tijd van ten hoogste een jaar. 1.1.6 Organogram HU
Voorschriften en aanwijzingen Ter handhaving van de goede gang van zaken binnen de hogeschool gelden, behalve de wet, nadere voorschriften en aanwijzingen zoals vastgesteld door of namens het College van Bestuur of de faculteitsdirectie. Deze voorschriften en aanwijzingen kunnen betrekking hebben op, maar zijn niet beperkt tot de volgende onderwerpen: • ongewenst gedrag; • het gebruik van de gebouwen en terreinen met de daarin of daarop aanwezige voorzieningen; • afmelding van de student bij ziekte of verhindering anderszins; • roosterwijzigingen en tussenuren; • bijzondere omstandigheden. Binnen de hogeschool geldt verder een algemeen verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding. De opleiding kan aanvullende kledingvoorschriften stellen, indien dit uit het oogpunt van praktische uitvoering van het onderwijs noodzakelijk is.
Een organogram van de HU is te vinden op www.organogram.hu.nl. Per 1 september 2005 heeft Hogeschool Utrecht het onderwijsaanbod als volgt georganiseerd: • Instituten Hier zijn verwante voltijd bacheloropleidingen naar interessegebied geclusterd • Centra Voor deeltijd en duale opleidingen, cursussen en workshops. En voor (incompany) trainingen, consultancy en coaching voor professionals. • Academies Met het aanbod van masteropleidingen voor afgestudeerden. Een overzicht van alle instituten, centra en academies vindt u op www.hu.nl/overhu. Organisatorisch is Hogeschool Utrecht ingedeeld in faculteiten (zie ook par. 1.1.7).
Plichten student Op basis van de Arbeidsomstandighedenwet gelden voor de studenten de volgende plichten:
18
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
19
1.1.7 Locaties HU
Faculteit Maatschappij & Recht Heidelberglaan 7 3584 CS Utrecht Telefoon (030) 252 96 00
Locaties HU in Utrecht College van Bestuur, Centrale Organisatie, Faculteit Natuur & Techniek Oudenoord 330 en 340 3513 EX Utrecht Telefoon (030) 238 88 98 Faculteit Natuur & Techniek Oudenoord 700 3513 EX Utrecht Telefoon (030) 230 82 08 Faculteit Natuur & Techniek Nijenoord 1 3552 AS Utrecht Telefoon (030) 230 81 08 Faculteit Natuur & Techniek, International Office F.C. Dondersstraat 65 3572 JE Utrecht Telefoon (030) 275 88 88
Faculteit Gezondheidszorg Bolognalaan 101 3584 CJ Utrecht Telefoon (030) 258 51 00
Locaties HU in Amersfoort HU Amersfoort Berkenweg 11 3818 LA Amersfoort Telefoon (033) 421 21 00 FMR, Instituut voor Social Work, Creatieve Therapie Hooglandseweg-Noord 140 3813 VE Amersfoort Telefoon (033) 479 13 00 Routebechrijvingen naar alle locaties vindt u op www.hu.nl. Kijk voor de bereikbaarheid per openbaar vervoer op www.gvu.nl.
Faculteit Educatie Archimedeslaan 16 3584 BA Utrecht Telefoon (030) 254 71 00 Faculteit Communicatie & Journalistiek Padualaan 99 3584 CH Utrecht Telefoon (030) 219 30 00 Faculteit Economie & Management Padualaan 101 3584 CH Utrecht Telefoon (030) 258 62 00
20
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
21
1.2
ALGEMENE INFORMATIE FACULTEIT MAATSCHAPPIJ & RECHT
1.2.1 Algemeen De Faculteit Maatschappij & Recht (FMR) maakt deel uit van Hogeschool Utrecht en is een grote, moderne onderwijsinstelling waar het prettig studeren en werken is. De FMR heeft haar hoofdvestiging in Utrecht (De Uithof) en heeft twee nevenvestigingen in Amersfoort (Hooglandseweg en Berkenweg). De FMR biedt een scala aan opleidingen op het gebied van Recht, Social Work, Arbeid & Organisatie en Integrale Veiligheidskunde. Er volgen ongeveer 6300 studenten een studie binnen de FMR en er zijn ongeveer 450 personeelsleden werkzaam.
1.2.2 Contactgegevens Faculteit Maatschappij & Recht Heidelberglaan 7 3584 CS Utrecht Telefoon (030) 252 96 00 Fax (030) 252 96 01 FMR, Instituut voor Social Work / De Horst Berkenweg 11 3818 LA Amersfoort Telefoon (033) 421 21 00 Fax: (033) 421 21 02 FMR, Instituut voor Social Work, Creatieve Therapie Hooglandseweg-Noord 140 3813 VE Amersfoort Telefoon (033) 479 13 00 Fax (033) 472 36 22
De Faculteit Maatschappij en Recht verzorgt de volgende bacheloropleidingen in voltijd en deeltijd en de opleiding CMV, MWD en SPH ook duaal. • Creatieve Therapie (CT) • Culturele en Maatschappelijke Vorming (CMV) • Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD) • Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) • Integrale Veiligheidskunde (IVK) • Personeel & Arbeid (P&A) • Sociaal Juridische Dienstverlening (SJD) • HBO-Rechten (HBR) waaronder de afstudeerrichting Kandidaatgerechtsdeurwaarder (GDW) In samenwerking met de Faculteit Educatie verzorgt de Faculteit Maatschappij & Recht ook de bacheloropleiding Pedagogiek.
22
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
23
1.2.3 Organogram faculteit
Faculteit Maatschappij & Recht Faculteitsdirecteur, vz Managementteam (MT)
Facultaire Mede-zeggenschapsraad (MR)
Jan Welmers
Kenniscentrum Sociale
Directiesecretaris
Instituut voor Social Work
Innovatie
Adviserend lid MT
lid MT
Hans van Ewijk
Liesbeth Aveling
Coen van der Linden
Instituut voor Recht
Instituut voor Arbeid & Organisatie / Instituut
Instituutsdirecteur, lid MT
voor Veiligheid
Pieter Cornelissen
Instituutsdirecteur, lid MT Jan Thijs
Projectbureau
Instituut voor Pedagogiek samenwerking met FE aansturing door fac.dir FMR/FE Marcel Meer projectleider Riki Verhoeven (Ma) vacature (Ba)
(Staf)diensten
Social Work
Recht
Arbeid & Organisatie
IVK
I&A / Bedrijfsbureau /
opleidingsmanagers
managers onderwijs
manager onderwijs
manager onderwijs
Mediatheek
CT
SJD vt
Personeel & Arbeid
Integrale veiligheidskunde
vacature
Annemiek van Benthem
Thea van Rooijen
Peter Kosterman
vacature
hoofd stafdienst
CMV
SJD dt
P&O
vacature
Marjan Brouwer
Jeanette Wijgand
MWD
HBO Rechten vt
hoofd stafdienst
vacature
vacature
P&C
SPH
GDW/HBO Rechten dt
Ton Bogers, controller
Ed Bouwman
Hans Mreijen
Decanaat
Propedeuse Utrecht
Onderwijslogistiek
Margriet Andriesen
Jeanet Fennema
Peter Rogge
Annie van der Ent
Propedeuse Amersfoort
Thora Justesen
vacature
Fred Piek
Contractactiviteiten
Maria Smit
Piet Janssen
Opleidingscommissies (OC)
Opleidingscommissies (OC)
Vertrouwenspersoon Sytske Teppema
Opleidingscommissies (OC)
24
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Opleidingscommissies (OC)
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
25
1.2.4 Plattegrond
26
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
BEGANE GROND
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
27
VERDIEPING 1
28
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
29
VERDIEPING 2
30
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
31
VERDIEPING 3
32
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
33
VERDIEPING 4
34
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
35
1.2.5 Praktische voorschriften en aanwijzingen
•
Bij brand / ongeval / verzoek EHBO: Bel eerst de receptie, toets daarvoor de 1 (Amersfoort CT de 9, Amersfoort De Horst toestel 2111), meld daarbij het volgende: • uw naam; • de plaats van de calamiteit • de aard van de calamiteit • of/ en hoeveel personen erbij betrokken zijn • wacht daarna (als het om een ongeval gaat) bij het slachtoffer tot er hulp is.
•
Ontruiming: Door middel van de omroepinstallatie (slow whoop signaal) of door een hulpverlener wordt iedereen verzocht het pand te verlaten. • verlaat het pand rustig via de dichtstbijzijnde (nood) nooduitgang, • gebruik nooit de lift, • volg de instructies van de bedrijfshulpverlener op, • ga naar de aangewezen verzamelplaats en wacht daar op verdere instructies, • voorkom paniek en blijf kalm.
Huisregels (extra) leslokalen • Het is niet toegestaan te eten en te drinken in de leslokalen. • Afval (en kauwgom) dient in de afvalbakken te worden gedeponeerd. • Wordt in een lokaal vergaderservice verleend, alles achteraf graag bij elkaar zetten voor catering. • Geen kauwgom onder en/op op stoelen en tafels plakken. • Niet met pennen/stiften schrijven op meubilair. • Meubilair in de leslokalen dient in de oorspronkelijke opstelling te worden teruggeplaatst
Huisregels Neem de volgende huisregels in acht voor een leefbare studie- en werkomgeving: • Fietsen stallen in de fietsenrekken of in de fietsenstalling van de parkeergarage Cambridgelaan. • Bromfietsen en motoren stallen in de parkeergarage Cambridgelaan, niet op het faculteitsplein. • Alleen geleidehonden zijn toegestaan, geen andere huisdieren. • Skaten, steppen, boarden of rolschaatsen op het faculteitsplein is niet toegestaan. • Mobiele telefoons zijn tijdens onderwijsactiviteiten, in mediatheek en studieplein uitgeschakeld. • Serviesgoed in de restaurants altijd terugbrengen naar een afruimmeubel. • Meegenomen servies en bestek dezelfde dag nog terugbrengen naar de catering. • Het is niet toegestaan te eten en te drinken in de leslokalen, de mediatheek en het studieplein. • Afval (en kauwgom) dient in de afvalbakken te worden gedeponeerd.
36
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
• • • •
Het is niet toegestaan om met punaises of plakband iets op de muren en deuren te bevestigen. Posters alleen ophangen met toestemming van de Facilitaire Dienst. Mededelingen alleen op de daarvoor bestemde borden of met toestemming Facilitaire Dienst. Aan het eind van de dag: licht uit, ramen, deuren, computer en monitor (af)sluiten. Het is wettelijk niet toegestaan in het faculteitsgebouw te roken. Het noodtrappenhuis (de aluminium cilinder) alleen gebruiken bij calamiteiten.
Vragen? Bel het Facilitair Meldpunt: 9666 Voorziening voor mindervaliden Utrecht, Heidelberglaan 7 Mindervaliden kunnen de beschikking krijgen over een liftsleutel; deze liftsleutel geeft tevens toegang tot de aangepaste toiletruimte. Aangepaste toiletruimten zijn te vinden op de begane grond en de tweede etage. De liftsleutel is aan te vragen bij het facilitair meldpunt. Bij aanvraag kan om een doktersverklaring gevraagd worden. Amersfoort, Hooglandseweg Noord 140 De aangepaste toiletruimte is te vinden links achter de trefplek. De sleutel is verkrijgbaar bij de receptie. Amersfoort, Berkenweg 11 De aangepaste toiletruimte is te vinden op de begane grond bij collegezaal 0.50.
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
37
1.2.6 Openingstijden gebouwen Utrecht, Heidelberglaan 7 Maandag t/m donderdag van 7.00 – 22.00 uur. Vrijdag van 7.00 uur – 18.00 uur. Tijdens de vakantieweken is het gebouw geopend van 8.00 uur – 17.30 uur (onder voorbehoud van eventuele andere besluiten van de directie. Amersfoort, Hooglandseweg Noord 140 Maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag van 8.00 uur – 18.00 uur. Donderdag van 8.00 – 22.00 uur. Amersfoort, Berkenweg 11 Maandag, woensdag en vrijdag van 8.30 uur – 18.30 uur. Dinsdag en donderdag van 8.30 uur – 21.30 uur. Openingstijden zijn onder voorbehoud 1.2.7 Vakanties en vrije dagen Vakantieperiodes 2007-2008: Vakantie
Data
Herfstvakantie
22 oktober t/m 28 oktober 2007
Kerstvakantie
24 december 2007 t/m 6 januari 2008
Voorjaarsvakantie
25 februari t/m 2 maart 2008
Meivakantie
28 april t/m 4 mei 2008
Zomervakantie
21 juli t/m 17 augustus 2008
Officiële vrije dagen (feestdagen) 2007-2008: officiële vrije dagen
Data
1e en 2e Kerstdag
dinsdag 25 en woensdag 26 december 2007
Nieuwjaarsdag
dinsdag 1 januari 2008
Goede vrijdag
vrijdag 21 maart 2008
Pasen
zondag 23 en maandag 24 maart 2008
Koninginnedag
woensdag 30 april 2008
Hemelvaartsdag
donderdag 1 mei 2008
Bevrijdingsdag
maandag 5 mei 2008
1e en 2e Pinksterdag
zondag 11 en maandag 12 mei 2008
38
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Verplichte vrije dagen 2007-2008: verplichte vrije dagen
Data
tussen Kerst en Oud en Nieuw maandag 24, donderdag 27 en vrijdag 28 december 2007 dag na Hemelvaart
vrijdag 2 mei 2008
1.2.8 Faciliteiten Studentenservice FMR Voor vragen over studiefinanciering, tempobeurs, prestatiebeurs, steunfondsregelingen, inschrijving, (tussentijdse) uitschrijving enzovoort kunnen studenten terecht bij de Studentenservice (Utrecht) telefoon 030 252 9999
[email protected]. Studenten Creatieve Therapie in Amersfoort kunnen terecht bij: secretariaat Amersfoort, telefoon: 033 4791 300 (behalve op woensdag). Studenten Instituut voor Social Work / De Horst kunnen terecht bij de servicebalie Utrecht (zie hierboven) of de studentenbalie van het Instituut voor Social Work / De Horst in Amersfoort, Berkenweg 11. Voor vragen over studiefinanciering kunnen studenten ook terecht bij het regiokantoor Herman Gorterstraat 40 in Utrecht (plattegrond bij studentenservice verkrijgbaar.) Voor telefonische informatie over studiefinanciering is het volgende nummer beschikbaar: 050-5997755 Restaurant Utrecht, Heidelberglaan 7 Het restaurant is te vinden op de begane grond. Openingstijden: maandag t/m donderdag van 8.30 uur – 18.30 uur. Vrijdag van 8.30 uur – 16.00 uur. Tijdens vakantieweken is het restaurant gesloten. Warme drankautomaten zijn te vinden op de brinken. Bij het restaurant staan frisdrank- en snoepautomaten. Amersfoort, Hooglandseweg Noord 140 Het restaurant is te vinden op de begane grond. Openingstijden: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag van 9.30 uur – 14.30 uur. Donderdag van 9.30 uur – 18.30 uur. Tijdens vakantieweken is het restaurant gesloten. Bij de helpdesk zijn automaten voor warme dranken, frisdranken en soep te vinden.
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
39
Amersfoort, Berkenweg 11 Het restaurant is te vinden op de begane grond. Openingstijden: maandag, woensdag, donderdag en vrijdag van 8.30 uur – 16.00 uur. Dinsdag van 8.30 uur – 19.00 uur. Tijdens vakantieweken is het restaurant gesloten.
1.3
ALGEMENE INFORMATIE AFSTUDEERRICHTING TOT KANDIDAATGERECHTSDEURWAARDER
Repro 1.3.1 Algemeen Utrecht, Heidelberglaan 7 De reproruimte bevindt zich op de begane grond. Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 8.30 uur – 17.00 uur. Tijdens vakantieweken is de repro beperkt open. Amersfoort, Hooglandseweg Noord 140 Heeft geen specifieke reproruimte. Amersfoort, Berkenweg 11 Heeft geen specifieke reproruimte.
De opleiding tot kandidaat-gerechtsdeurwaarder (verder: GDW) is een gespecialiseerde HBO opleiding waarin naast de juridische cursussen aandacht besteed wordt aan de ondernemerskant van het vak, de omgeving waarin de deurwaarder opereert en zijn of haar communicatieve vaardigheden. De opleiding maakt formeel deel uit van de studie HBO Rechten, maar heeft een volledig eigen, op de beroepspraktijk toegesneden curriculum. Afgestudeerden krijgen de kwalificatie Bachelor of Laws, dit is een internationaal erkende titel. 1.3.2 Contactgegevens
Kiosk / winkel / readerverkoop Utrecht, Heidelberglaan 7 De kiosk is te vinden op de begane grond naast het auditorium. Openingstijden: maandag, dinsdag en donderdag van 9.00 uur – 19.00 uur. Woensdag en vrijdag van 9.00 uur – 17.00 uur. Bij de kiosk kan men terecht voor: kantoorartikelen, readers en het reserveren en lenen van audiovisuele middelen. Amersfoort, Hooglandseweg Noord 140 Het magazijn is te vinden op de begane grond (0.12). Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 8.45 – 10.30 Amersfoort, Berkenweg 11 De winkel bevindt zich op de 2e verdieping. Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 8.30 uur – 17.00 uur. Op aanvraag kan de winkel op dinsdag en donderdagavond geopend blijven tot 19.00 uur. Openingstijden zijn voor alle locaties onder voorbehoud.
40
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Instituut voor Recht Heidelberglaan 7 Postbus 85397 3508 AJ Utrecht Telefoon 030 2529840 Telefax 030 2529731 E-mailadres
[email protected] 1.3.3 In- en uitschrijven voor de opleiding Bureau Inschrijving Studeren aan Hogeschool Utrecht begint bij Bureau Inschrijving. Bureau Inschrijving verzorgt de inschrijving, herinschrijving en uitschrijving van studenten voor Hogeschool Utrecht en is verantwoordelijk voor de wettelijke toelating. Inschrijving Als student wordt u ingeschreven voor de opleiding onder de volgende voorwaarden: • er is voldaan aan de toelatingseisen (zie ook par. 4.2.3 en 4.3.3);
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
41
•
het collegegeld is betaald (of betaling ervan is verzekerd door een machtiging of garantieverklaring) • er is voldaan aan de overige vereisten zoals genoemd in de Inschrijvingsregeling HU (zie www.reglementen.hu.nl). Pas na rechtsgeldige inschrijving heeft u recht op gebruik van de onderwijsfaciliteiten. De student die zich voor de propedeuse wil inschrijven moet zich eerst aanmelden bij de Informatie Beheer Groep. De IB-groep geeft uw aanmeldingsgegevens door aan Hogeschool Utrecht. Zodra uw naam bij ons bekend is, ontvangt u de informatie die nodig is om u bij ons in te schrijven. Hebt u al een propedeuse gehaald voor een hbo of wo opleiding? Dan hebt u kans dat u kunt instromen in een hoger jaar van de opleiding. U krijgt dan vrijstelling van de propedeutische vakken. Als u wilt instromen in de hoofdfase, neem dan contact op met uw opleiding. Zij kunnen u meer vertellen over de mogelijkheden. Vervolginschrijving Als u al student bent van Hogeschool Utrecht ontvangt u medio mei een herinschrijfformulier. Het is noodzakelijk dat u dit naar ons terugstuurt; ook als u volgend jaar niet meer verder wilt studeren, of als u afstudeert dit jaar. U wordt pas opnieuw ingeschreven wanneer is voldaan aan de financiële verplichtingen en eventuele overige eisen. Collegekaart en bewijs van inschrijving Tegelijk met de collegekaart ontvangt u een schriftelijk bewijs van inschrijving. De collegekaart dient echter ook als inschrijvingsbewijs. Beëindiging inschrijving Als een student zich niet opnieuw inschrijft voor het nieuwe studiejaar (zie onder ”vervolginschrijving” hierboven) eindigt de inschrijving op 1 september. Ook kan de inschrijving tussentijds op verzoek van de student worden beëindigd. Daarbij kan de student aanspraak maken op gedeeltelijke teruggave van het collegegeld, indien sprake is van: • beëindiging wegens afstuderen (met ingang van de maand volgend op de maand van afstuderen; daarmee eindigt ook het recht op studiefinanciering en OV-kaart); • beëindiging in het eerste jaar van inschrijving in de propedeuse
42
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
•
•
•
(met ingang van de tweede maand volgend op de maand waarin het verzoek is ingediend); beëindiging wegens niet aansluiten van praktijkperiodes (met ingang van de maand volgend op de maand waarin het verzoek is ingediend); beëindiging wegens ziekte of bijzondere familieomstandigheden (met ingang van de maand volgend op de tweede hele maand waarin de student niet aan het onderwijs heeft kunnen deelnemen); beëindiging vanwege andere, zwaarwegende omstandigheden, ter beoordeling door de faculteitsdirectie (met ingang van de tweede maand na de maand waarin het verzoek is ingediend).
Verder kan de inschrijving worden beëindigd als gevolg van een negatief bindend studieadvies (zie ook par. 4.2.4). Hierbij bestaat ook recht op teruggave van collegegeld, met uitzondering van de maanden juli en augustus. Het is raadzaam om bij bijzondere omstandigheden direct contact op te nemen met de studentendecaan. Zie verder par. 2.2. Bij tussentijdse beëindiging van de studie om andere redenen blijft de student ingeschreven tot het einde van het studiejaar. Er wordt dan ook geen collegegeld terugbetaald. Bovenstaande informatie is slechts een samenvatting. De procedures zijn nader geregeld in de Inschrijvingsregeling HU (zie www.reglementen.hu.nl). Kijk voor meer informatie over in- en uitschrijven op de website van Bureau Inschrijving: www.bureauinschrijving.hu.nl.
1.3.4 Examencommissie Taken en bevoegdheden De opleiding kent een examencommissie, die onder meer de volgende taken en bevoegdheden heeft: • • •
toezicht op het afnemen van tentamens en examens; vaststellen en bekendmaken van de uitslag van tentamens en examens; toepassen van het bindend studieadvies;
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
43
• toekennen van voorzieningen bij tentamens; • verlenen van vrijstellingen; • uitreiken van getuigschriften. De examencommissie is bevoegd om bepaalde taken door een of meer leden van die commissie of door examinatoren (docenten of externe deskundigen) te laten uitvoeren. De examencommissie blijft echter altijd eindverantwoordelijk. Samenstelling en besluitvorming De faculteitsdirectie benoemt de examencommissie uit het onderwijsgevend personeel van de desbetreffende opleiding (of groep van opleidingen). Aan de examencommissie kan een ambtelijk secretaris zijn verbonden; deze is geen lid van de commissie. De examencommissie neemt besluiten bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staken van stemmen beslist de voorzitter omtrent het te nemen besluit. De besluiten worden in notulen vastgelegd, en de vergaderingen zijn niet openbaar. Afhankelijk van de situatie kan de examencommissie studenten en/of docenten horen alvorens een beslissing te nemen. De taken en bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de examencommissie zijn uitgebreid beschreven in hoofdstuk 4 van de Onderwijs- en Examenregeling HU 2007-2008 (www.reglementen.hu.nl).
de instantie waartoe zij zich kunnen richten, indien zij bezwaar willen maken tegen een door of vanuit de opleiding genomen besluit of wanneer zij een verzoek willen indienen ten behoeve van een speciale individuele regeling. Bezwaren en verzoeken moeten schriftelijk, en wel getypt bij de examencommissie worden aangeleverd bij de ambtelijk secretaris mevrouw J. Kroon (postvak examencommissie op de brink van het Instituut voor Recht of per e-mail naar
[email protected]). Alleen brieven, gesteld in behoorlijk Nederlands, worden in behandeling genomen. Het verzoek- of bezwaarschrift wordt ondertekend en bevat tenminste: a. naam en adresgegevens van de afzender; b. opleiding; c. studentnummer; d. studiejaar; e. naam studieloopbaanbegeleider; f. de aard van het verzoek resp. bezwaar; g. motivatie/ onderbouwing; h. verwijzing naar regels indien relevant. De examencommissie vergadert wekelijks op donderdag. De sluitingstermijn voor brieven aan de examencommissie is maandagmorgen 9.00 uur voorafgaande aan de vergadering van de examencommissie. Voor de behandeling van klachten is voorzien in een andere procedure (zie hoofdstuk 7). 1.3.5 Onderwijsbalie
Verzoeken aan de examencommissie De student die in aanmerking denkt te komen voor een vrijstelling, voorziening of andere beslissing waartoe de examencommissie bevoegd is, kan een verzoekschrift bij de examencommissie indienen. Een verzoek moet schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend, en eventueel voorzien zijn van bewijsstukken. Ook moeten de naam en het adres van de student erop staan, en moet het zijn ondertekend. De examencommissie maakt tijdig, doch uiterlijk binnen drie weken na ontvangst van het verzoek haar beslissing schriftelijk aan de aanvrager bekend. Tegen de beslissing op het verzoek staat bezwaar en beroep open (zie hoofdstuk 7). Examencommissie Instituut voor Recht De examencommissie Instituut voor Recht heeft binnen de opleiding een wettelijke taak, geformuleerd in de Onderwijs- en examenregeling van de FMR. Voor studenten is de examencommissie allereerst van betekenis als
44
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Voor informatie over de Onderwijsbalie van het Instituut voor Recht kunt u terecht op www.sharepoint.hu.nl (zie ‘onderwijs’ en vervolgens de betreffende opleiding). 1.3.6 Studievereniging Studieverenigingen hebben als doel uw studententijd zo leuk mogelijk te maken. U vindt hier activiteiten die voor veel gezelligheid zorgen, maar ook voor betrokkenheid bij uw studie en uw toekomstige vak. De studieverenigingen binnen Hogeschool Utrecht zijn verenigd in de koepelorganisatie OSHU, die hogeschoolbreed de belangen van de diverse verenigingen behartigt. 1.3.7 Overige informatie Mededelingen voor studenten over lessen en tentamens worden via
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
45
mededelingenborden (de Onderwijsbalie, zie par. 1.3.5), het intranet en de studentenmail bekend gemaakt. Ook correcties en aanvullingen op de studiegids worden zo bekend gemaakt. Studenten worden geacht zich actief te informeren via de voor hen bestemde post en mededelingen, te zorgen dat hun postadres bij de studentenadministratie klopt, en regelmatig het door de hogeschool verleende e-mail adres te lezen. Roosters en roosterwijzigingen zijn via Internet te vinden op de roostersite (www.roosters.hu.nl).
46
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
47
2 STUDENTENVOORZIENINGEN
2.1
STUDIE(LOOPBAAN)BEGELEIDING
Inleiding Een afgestudeerd hbo-student wordt geacht zelfstandig te kunnen handelen. Gedurende de opleiding wordt u daarom ook gestimuleerd tot zelfstandig en initiatiefrijk optreden. Voor het onderwijs betekent dit dat de opleiding die typen onderwijs kiest die zelfstandig en kritisch leren stimuleren, namelijk probleemgestuurd- en projectonderwijs. Als student wordt u verantwoordelijk gesteld voor het eigen leerproces en studieloopbaan; de opleiding dient daarbij voor randvoorwaarden en voor ondersteuning te zorgen. De wijze waarop de opleiding u in uw studie begeleidt sluit aan op onze opvattingen over HBO-niveau, over leren en over onderwijs. ‘Begeleiding geven bij de studie’ vat de opleiding dus op als ‘de student zodanig ondersteunen dat de studievoortgang gefaciliteerd wordt en de ontwikkeling tot zelfstandigheid bevorderd wordt’. De opleiding verzorgt studiebegeleiding op diverse facetten van het studie- en leerproces. We onderscheiden vier typen begeleiding: inhoudelijke begeleiding, begeleiding bij studievaardigheden, studieloopbaanbegeleiding en begeleiding bij persoonlijke (studie)problemen. Er wordt van u verwacht dat u op eigen initiatief gebruik maakt van gepresenteerde vormen van begeleiding.
Studieloopbaanbegeleiding Elke student heeft recht op begeleiding door een (vaste) studieloopbaanbegeleider, bij wie de student terecht kan met vragen en problemen die rechtstreeks verband houden met de studie. De studieloopbaanbegeleider heeft vooral de volgende taken: • gevraagd en ongevraagd informatie verstrekken over de inhoud en organisatie van het onderwijs • bewaking en bespreking van studieresultaten • adviseren van studenten bij het maken van keuzes, die in het kader van de opleiding van belang zijn • verwijzen naar studentendecaan in kwesties die niet direct met de studie te maken hebben (persoonlijke omstandigheden, studiefinanciering, bezwaar en beroep, etc.). Zie voor meer informatie over studieloopbaanbegeleiding tijdens de opleiding par. 4.1.7. Begeleiding bij studieproblemen Bij problemen van persoonlijke aard, die belemmerend zijn voor het studeren, en bij problemen met het studeren zelf, kan de student al dan niet in overleg met de studie(loopbaan)begeleider een beroep doen op de studentendecaan. Deze kan de student eventueel doorverwijzen naar bijvoorbeeld een studentenpsycholoog, assertiviteitscursus, faalangsttraining, multiculturele begeleiding of voorzieningen bij handicap. Docenten of tutoren die problemen signaleren kunnen de student adviseren contact op te nemen met de studie(loopbaan)begeleider of studentendecaan, maar de student neemt zelf het initiatief tot dit contact. Zie verder par. 2.2.
Inhoudelijke begeleiding De begeleiding bij de studie-inhoud wordt op verschillende manieren gegeven. De opleiding zorgt voor een studeerbare opbouw en spreiding van leersituaties. Hiermee verzorgt zij de randvoorwaarden voor het studieproces. De studiehandleidingen geven vervolgens duidelijke informatie over te bereiken kennis- en vaardigheidsdoelen. Vakdeskundige docenten ontwerpen studieprogramma’s en verzorgen practica, colleges en spreekuren en begeleiden de studenten op inhoudelijk en competentie gebied.
Bijzondere voorzieningen Voor studenten met bijvoorbeeld een handicap of dyslexie of voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, zijn bijzondere voorzieningen beschikbaar. Dat kan bijvoorbeeld een verlenging van de tentamentijd zijn, of toestemming om woordenboeken of technische hulpmiddelen te gebruiken bij een tentamen. Om bijzondere voorzieningen aan te vragen, maakt de student een afspraak met zijn studieloopbaanbegeleider bij het Centrum voor Juridische Beroepspraktijk. Samen maken zij een voorlopig individueel studieplan, waarin staat hoe de student de te verwachten hindernissen zal aanpakken en welke rol de afstudeerrichting daarbij kan spelen. Het advies van de studieloopbaanbegeleider kan uiteenlopen van een verwijzing naar de decaan van de afstudeerrichting tot een gemoti-
50
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
51
veerd verzoek tot ondersteuning aan de examencommissie (zie par. 1.3.4). De examencommissie beslist of de student de voorzieningen toegekend krijgt. Daarvoor mag de commissie vragen om medische verklaringen en/of testresultaten. De deadline voor het indienen van een verzoek aan de examencommissie is vóór 15 oktober, tenzij de oorzaak van de aanvraag later is ontstaan. De student krijgt binnen drie weken na de aanvraag schriftelijk uitslag van de aanvraag. Onberispelijke taal: de Nedercom computerprogramma's. Van studenten met een hbo-opleiding verwacht het werkveld terecht - onberispelijke taalvaardigheid, zie ook par. 6.3.6. Dit betekent dat afgestudeerden foutloos moeten kunnen spellen, formuleren en samenvatten. Maar de ervaring leert dat de meerderheid van de studenten dit niveau nog niet hebben bereikt bij aanvang van de studie. Daarom stelt de Faculteit Maatschappij en Recht u in de gelegenheid om met de computerprogramma's van Nedercom uw taalvaardigheid op het juiste niveau te brengen. U beschikt over Nedercom Spelling, Nedercom Formuleren en Nedercom Samenvatten. De programma's bieden u de mogelijkheid om met diagnostische toetsen te bepalen waar uw aandachtspunten liggen. U kunt vervolgens aan uw aandachtspunten werken met oefeningen, zodat u uw taalvaardigheid op het niveau van een hbostudent brengt. Wanneer u geregistreerd gebruiker bent, kunt u in de mediatheek met de drie programma's werken. Voor eerstejaarsstudenten kan het even duren voordat ze geregistreerd gebruiker zijn, want alle namen moeten worden ingevoerd. Via de website www.nedercom.nl kunt u de programma's ook aanschaffen om er thuis mee te werken. Binnen uw opleiding is er ook volop aandacht voor taalvaardigheid en de programma's van Nedercom.
2.2 STUDENTENDECAAN
De studentendecanen behartigen studentenbelangen in de ruimste zin. Ze zijn er voor alle studenten van HU, dus ook voor u. Ze geven hulp, informatie, advies en begeleiding aan studenten over studie en onderwijs, onderwijszaken en studentenvoorzieningen. De decanen hebben een onafhankelijke positie binnen de faculteit. Ze hebben tevens een geheimhoudingsplicht. Zonder uw toestemming wordt geen mededeling aan anderen gedaan (zoals ouders en docenten) over de inhoud van de gesprekken. Veel studenten worden door hun studieloopbaanbegeleider naar het decanaat verwezen, maar u kunt ook op eigen initiatief komen. U kunt bij de decanen terecht voor onder meer: • financiele steunaanvragen bij het Noodfonds of het Steunfonds van HU (zie ook par. 2.7); • toelatingseisen, uitschrijving, inschrijving elders; • vervolgopleidingen, twijfel over studie of beroepskeuze; • studiestaking of onderbreking; • een (dreigend) bindend negatief studieadvies; • studievertraging; • studiebelemmerende persoonlijke omstandigheden; • verwijzing naar het Bureau Studentenpyschologen; • studeren met een functiebeperking en het zo nodig aanvragen van een extra jaar beurs; • andere kwesties op het gebied van studiefinanciering, uitkeringen, fondsen; • bezwaar en beroep tegen b.v. een beslissing van de examencommissie; • conflictsituaties op de opleiding. Via de decanen kunt u u ook opgeven voor trainingen in bij voorbeeld assertiviteit, studieplanning en de omgang met faalangst. Het is van belang u tijdig bij het decanaat te melden. Voor bepaalde voorzieningen, zoals bij voorbeeld het Steunfonds, gelden termijnen waarbinnen u u moet melden. Daarnaast geldt uiteraard: hoe
52
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
53
eerder u een probleem aanpakt, hoe sneller het in het algemeen is opgelost en hoe langer u plezier hebt van de oplossing. Zie ook artikel 40 Studentenstatuut en Reglement Studentendecanen HU (www.reglementen.hu.nl) Vanaf 1 januari 2007 is er een Centrum voor Studiekeuze , een gezamenlijk initiatief van Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht. Twijfelt u over de opleiding, bent u vastgelopen of wilt u doorstuderen na uw bachelor-diploma, dan kunt uw hier terecht voor advies en ondersteuning met betrekking tot uw studiekeuze. Ga naar de studentendecaan voor meer informatie of kijk op www.studiekeuze.hu.nl.
Studenten Instituut Social Work / De Horst kunnen terecht bij de servicebalie Utrecht (zie hierboven) of de studentenbalie van het Instituut Social Work / De Horst in Amersfoort, Berkenweg 11. Voor vragen over studiefinanciering kunnen studenten ook terecht bij het regiokantoor Herman Gorterstraat 40 in Utrecht (plattegrond bij studentenservicebalie verkrijgbaar.) Voor telefonische informatie over studiefinanciering is het volgende nummer beschikbaar: 050-5997755
Studentendecanen FMR Utrecht, Heidelberglaan 7 Margriet Andriesen, telefoon: 030 252 9033, kamer 0.125, e-mail:
[email protected] Fred Piek, telefoon: 030 252 9983, kamer 0.120, e-mail:
[email protected], Maria Smit, telefoon: 030 252 9984, kamer 0.122, e-mail:
[email protected] Amersfoort, Hooglandseweg Noord 140 Thora Justesen, aanwezig: dinsdagochtend en donderdag, telefoon 033 421 2346, kamer 226, e-mail:
[email protected] Amersfoort Berkenweg 11 Thora Justesen, aanwezig: dinsdagmiddag en vrijdag, telefoon: 033 421 2427, kamer 0.03, e-mail:
[email protected] Annie van der Ent, aanwezig: maandag en donderdag, telefoon: 033 421 2427, kamer 0.03, e-mail:
[email protected] Studentenservice FMR Voor vragen over studiefinanciering, tempobeurs, prestatiebeurs, steunfondsregelingen, inschrijving, (tussentijdse) uitschrijving enzovoort kunnen studenten terecht bij Studentenservice (Utrecht) telefoon 030 252 9999
[email protected]. Studenten Creatieve Therapie in Amersfoort kunnen terecht bij: secretariaat Amersfoort, telefoon: 033 4791 300 (behalve op woensdag).
54
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
55
2.3 VERTROUWENSPERSOON
2.4 STUDENTENARTS
Hogeschool Utrecht heeft een regeling inzake ongewenst gedrag. Te denken valt onder meer aan: seksuele en verbale intimidatie. Dergelijke vormen van gedrag worden op onze hogeschool absoluut niet getolereerd. Dit om te voorkomen dat medewerkers of studenten door intimidatie belemmerd worden in hun werk, studie of stage. Seksuele intimidatie loopt uiteen van ongewenste dubbelzinnige opmerkingen en handtastelijkheden tot zelfs pogingen tot aanranding en verkrachting. Verbale intimidatie is het ernstig lastigvallen, beledigen, bedreigen, aanvallen of discrimineren van iemand door woord, geschrift of houding.
In geval van door ziekte gemiste tentamens, studiestaking door ziekte of bij het aanvragen voor ondersteuning uit het studentensteunfonds, is het overleggen van een doktersverklaring soms noodzakelijk. Niet iedere huisarts wil dergelijke verklaringen ten behoeve van derden afgeven. Bovendien heeft de KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst) een richtlijn uitgegeven dat de behandelende arts niet de aangewezen persoon is om zo'n verklaring af te geven. Wanneer u een verklaring over uw gezondheid nodig hebt en uw eigen huisarts kan of wil deze niet geven, dan kunt u naar de studentenarts gaan. Verwijzing naar de studentenarts gaat uitsluitend via de studentendecaan (zie par. 2.2). De studentenarts van Hogeschool Utrecht is: Huisartsenmaatschap Therapeuticum Utrecht, telefoonnummer (030) 275 95 00, Dekhuyzenstraat 60, 3572 WN in Utrecht
Hebt u last van intimiderend en/of ongewenst gedrag of signaleert u dit in uw omgeving, meld het dan bij de vertrouwenspersoon van uw faculteit of bij één van de andere faculteiten. De vertrouwenspersoon bedenkt dan samen met u een strategie om de intimidatie te doen stoppen. De vertrouwenspersoon is onafhankelijk, praat met niemand over wat u vertelt en onderneemt geen actie zonder uw toestemming. De brochure "Vertrouwenspersoon voor studenten en medewerkers" is verkrijgbaar bij de vertrouwenspersoon. Meer informatie vindt u ook op www.studentzaken.hu.nl. Wanneer studenten over deze onderwerpen liever iemand van buiten de hogeschool raadplegen, kan contact worden opgenomen met de Vertrouwensinspecteur Hoger Onderwijs, telefoon (030) 666 57 04. Vertrouwenspersoon voor de FMR is: Sytske Teppema, kamer 0.123, telefoon 030 252 9745 ,e-mail:
[email protected], . Aanwezig op maandag, woensdag en donderdag. Mail of bel voor een afspraak.
56
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
57
2.5 BUREAU STUDENTENPSYCHOLOGEN
2.6 MEDIATION
Bureau Studentenpsychologen biedt op verzoek kortdurende psychologische hulp aan studenten van Hogeschool Utrecht. Dat kan een kortdurende therapie zijn (van maximaal acht gesprekken) of een groepstraining, zoals faalangsttraining, sociale vaardigheidstraining, omgaan met depressieve klachten en omgaan met angstklachten. Als het maximum aantal gesprekken te weinig blijkt te zijn of de hulp niet aansluit bij uw problemen en/of hulpverwachting, dan kan Bureau Studentenspychologen u helpen de weg te vinden naar andere hulpverlenende instanties binnen of buiten Utrecht.
Als u als student een conflict hebt met een medestudent of met een docent, en het lukt niet om dit onderling op te lossen, dan kunt u een gesprek aangaan met een mediator. Een mediator is een competente, onafhankelijke bemiddelaar die probeert met beide partijen tot een oplossing te komen. De contactpersonen voor mediation op de FMR zijn: Simone Kalff , telefoon: 030 252 9731, e-mail:
[email protected] Marion Uitslag, telefoon 030 2529755, e-mail:
[email protected] Meer informatie vindt u op www.studentzaken.hu.nl.
Voor aanmelding bij het Bureau Studentenpsychologen is een verwijzing nodig van een studentendecaan. Neem dus eerst contact op met de studentendecaan voor een verwijzing. Vervolgens kunt u langskomen of u telefonisch aanmelden tijdens de spreekuren. Vertrouwelijkheid staat voorop. Niemand anders dan u en het Bureau Studentenpsychologen kent de inhoud van de gesprekken. En alleen als u dat wilt, kunnen er anderen bij betrokken worden. Bureau Studentenspychologen is een voorziening van Hogeschool Utrecht. Er zijn voor u dus geen kosten aan verbonden. Zie voor meer informatie www.studentzaken.hu.nl.
58
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
59
2.7 FINANCIËLE STEUN
2.8 STUDEREN MET EEN FUNCTIEBEPERKING
Hogeschool Utrecht biedt financiële ondersteuning aan studenten die om speciale redenen studievertraging oplopen. De afstudeersteun is hogeschoolbreed geregeld in de Steunfondsregeling HU. Ook is er het Noodfonds dat financiële hulp biedt bij onvoorziene omstandigheden, geregeld in de Noodfondsregeling HU. Beide regelingen zijn te vinden op www.reglementen.hu.nl In deze regelingen zijn voorwaarden opgenomen voor het in aanmerking komen van de steun en welke procedure daarbij geldt.
Als u een functiebeperking hebt vraagt studeren, net als veel andere dingen, méér inzet. Hogeschool Utrecht geeft daarom gerichte ondersteuning aan studenten met een functiebeperking. De studentendecaan van uw faculteit kan u met raad en daad ter zijde staan bij het organiseren van uw studie. Er is veel mogelijk: • aangepaste studieplanning; • speciale studiefaciliteiten (zoals extra tijd om iets af te ronden); • toegankelijkheid van onderwijslocaties; • voorzieningen voor de deelname aan het onderwijs (bv. speciaal materiaal); • aangepaste huisvesting; • hulp bij het indienen van aanvragen bij instanties zoals de examencommissie (voor bv. verlenging van tentamentijd); • het in bruikleen krijgen van noodzakelijke hulpmiddelen of het verkrijgen van (financiële) hulp voor de aanschaf daarvan; • ondersteuning van verzoeken aangaande studiefinanciering bij de Informatie Beheer Groep.
Afstudeersteun Deze ondersteuning is bedoeld voor studenten die door bijzondere omstandigheden studievertraging hebben opgelopen tijdens de periode waarin ze recht op een WSF-beurs hebben. Dit is nader geregeld in hoofdstuk D van de Steunfondsregeling. Noodfonds Voor studenten die door onvoorziene omstandigheden in acute financiële nood verkeren heeft de HU een voorziening in de vorm van een Noodfonds voor studenten. Een bijdrage uit het Noodfonds is in principe een lening, maar in voorkomende gevallen kan er een gift verstrekt worden. U kunt een aanvraag uit het Noodfonds voor studenten alleen doen via de studentendecaan. Dit is nader geregeld in artikel 47a van het Studentenstatuut HU en in de Noodfondsregeling HU. Zie voor financiële ondersteuning van bestuurlijk actieve studenten par. 2.16.2.
Een verzoek voor aanpassingen in het studieprogramma of examentijdverlenging dient schriftelijk, met redenen omkleed en zo mogelijk van bewijsstukken voorzien, bij de examencommissie te worden ingediend. Het besluit van de examencommissie wordt schriftelijk meegedeeld aan de student. Dit besluit is in principe ook geldig wanneer je onderwijs volgt aan een andere opleiding binnen Hogeschool Utrecht (overdraagbaarheid). Je hebt zelf de verantwoordelijkheid dit tijdig te melden. De volledige procedure is opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling HU (www.reglementen.hu.nl) en/of die van de faculteit. Zie ook par. 1.3.4 en 6.3.3. Neem contact op met uw studentendecaan voor meer informatie. Heeft u moeite om de juiste persoon te vinden, dan kunt u terecht bij de HU-coördinator Studie en handicap, Ria van Muiswinkel, tel. (030) 230 82 93. Zie verder www.studentzaken.hu.nl en www.handicap-studie.nl.
60
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
61
2.9 KEUZEVAKKEN TAAL- EN STUDIEVAARDIGHEDEN
2.10 MENTORPROJECT
Om uw taal- en studievaardigheden te vergroten kunt u gebruik maken van het aanbod van interfacultaire keuzevakken voor allochtone studenten. De folder Succesvol studeren, ook als Nederlands niet uw moedertaal is is te verkrijgen bij uw studentendecaan. U vindt de cursussen in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Na het inloggen gaat u naar onderwijs. Vul bij cursussoort ‘interfacultair keuzeaanbod’ in en bij faculteit ‘centrale organisatie’. Kunt u niet inschrijven? Neem dan contact op met Christine Spijkerman, telefoon (030) 230 83 84 of e-mail
[email protected].
Als eerstejaars kan het lastig zijn om uw weg te vinden binnen de studie. Hoe pakt u het studeren aan, wat doet u bij misverstanden met uw ouders, uw docenten of medestudenten? Als Nederlands niet uw eerste taal is, is er voor u een ouderejaars student als mentor beschikbaar. De mentor put uit zijn of haar ervaring en kan daarmee van grote steun zijn in het moeilijke eerste jaar.
62
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Is Nederlands niet uw moedertaal en heeft u belangstelling voor een ouderejaars als mentor, of bent u ouderejaars student en wilt u graag mentor worden? Neem dan contact op met Christine Spijkerman voor meer informatie: telefoon (030) 230 83 84 of e-mail
[email protected].
63
2.11 MEDIATHEEK
De mediatheken van Hogeschool Utrecht kunt u op het internet bezoeken via de gezamenlijke website www.hu.nl/Mediatheek. Via deze site hebt u toegang tot de catalogus van Hogeschool Utrecht, waarin u kunt zoeken in alle HU mediatheekcollecties. Ook hebt u toegang tot de catalogus van de Universiteit Utrecht. De site geeft een overzicht van alle vakgebieden die relevant zijn voor het onderwijs binnen de HU. Door een vakgebied te selecteren, vindt u de daarbij behorende bronnen en internetlinks. Op de website kunt u ook terecht voor alle databanken die de HU beschikbaar heeft. Hierin kunt u algemene informatie vinden zoals het laatste nieuws, maar ook vakspecifieke informatie, zoals juridische informatie, marktinformatie en nog veel meer. Bent u op zoek naar diensten van een specifieke faculteitsmediatheek, klik dan door naar de locatiepagina. Naast digitale informatie kunt u uiteraard op de verschillende locaties ook terecht voor boeken, tijdschriften en andere materialen. Als HU student kunt u in elke HU mediatheek en bij de bibliotheek van de Universiteit Utrecht gratis lenen op vertoon van uw collegekaart. Zie ook artikel 41 Studentenstatuut (www.reglementen.hu.nl). Mediatheek FMR De FMR heeft, verspreid over drie locaties, een volledig geïntegreerde mediatheek en studieplein. Het doel hiervan is gebruikers een zo optimaal mogelijke service te bieden om zowel studiemateriaal te verzamelen, alsook (zonodig) uit te werken Mediatheek FMR Utrecht is gevestigd aan de Heidelberglaan Utrecht, de andere locaties, Creatieve Therapie en Social Work / De Horst, zijn gevestigd aan de Hooglandseweg en de Berkenweg in Amersfoort.
steuning van de opleidingen CMV, IVK, MWD, SPH, SW, P&A, SJD, HBR, GDW en Pedagogiek. Bijzonderheden: De mediatheek biedt o.a. de databanken van de Kluwer Knowledge Portal (Rechten) en de Lexis-Nexis Nieuwsportal en de NIZW Encyclopedie via het netwerk aan. Daarnaast zijn er diverse cd-roms aanwezig. De scripties zijn uitleenbaar. De uitleentermijn is gelijk aan die van boeken: vier weken. Videobanden, dvd’s en cd’s zijn uitleenbaar (1 week). Tijdschriften zijn niet uitleenbaar. Op het studieplein staan: drie kleurenprinter/kopieerapparaten , een scanner, 130 pc’s, 4 multimedia pc’s voor bewerking van digitale video en audio- en video/dvdafspeelapparatuur. Van alle verplichte literatuur, is naast uitleenbare exemplaren, altijd een exemplaar ter inzage aanwezig, dit exemplaar is niet uitleenbaar. Openingstijden mediatheek FMR Utrecht: (onder voorbehoud): maandag t/m donderdag 08.30-20.00 uur, vrijdag 08.30-17.00 uur. Tijdens de vakanties zijn er gewijzigde openingstijden. Zie hiervoor de mediatheeksite www..hu.nl/Mediatheek onder locaties ➔ Heidelberglaan 7. Mediatheek FMR Creatieve Therapie Amersfoort De collectie van de mediatheek voor Creatieve Therapie bevat o.a. boeken, scripties, cd’s, bladmuziek, tijdschriften, videobanden, dvd’s en spelmateriaal voor de opleiding Creatieve Therapie en Social Work. Videobanden, dvd’s en cd’s zijn uitleenbaar (1 week). Ook is er de mogelijkheid cd-roms te raadplegen van o.a. “Begrippen verbeeld”, “De wereld van Sofie”. De databank Lexis-Nexis Newsportal en de ZW zijn via het netwerk te raadplegen. Op het studieplein staan: een kleurenprinter/kopieerapparaat, een kleuren printer, een scanner, een multimedia pc voor bewerking van digitale video en fotomateriaal en audio- en video/dvd afspeelapparatuur. In de mediatheek is van alle verplichte literatuur naast uitleenbare exemplaren, altijd een exemplaar ter inzage aanwezig, dit exemplaar is niet uitleenbaar. Openingstijden mediatheek FMR Creatieve Therapie Amersfoort (onder voorbehoud): maandag t/m vrijdag van 9.30 tot 16.30 uur. Tijdens de vakanties zijn er gewijzigde openingstijden. Zie hiervoor de mediatheeksite. www.hu.nl/Mediatheek onder locaties ➔ Hooglandseweg Noord 140.
Mediatheek FMR Utrecht: De collectie van de mediatheek Utrecht bestaat uit boeken, scripties, videobanden, dvd’s, cd’s en tijdschriften. Dit alles ter onder-
HU Mediatheek Amersfoort: Social Work / De Horst In de HU Mediatheek Amersfoort kunt u:
64
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
65
• •
boeken en spellen lenen materialen inzien zoals naslagwerken, vaktijdschriften en lijstboeken • groepsoverleg houden en individueel studeren • digitale informatiebronnen raadplegen • publicaties, aanwezig in een andere HU Mediatheek, gratis aanvragen • een afspraak maken voor een mediatheekworkshop bij uw (af)studeren Bijzonderheden: HU Mediatheek Amersfoort bedient studenten en docenten van opleidingen die vallen onder de faculteiten (FMR, FNT en FEM). Hierdoor bevindt zich naast de Social Work / De Horst - collectie voor de opleidingen CMV, SPH, MWD, een brede collectie publicaties voor andere opleidingen in de mediatheek. Openingstijden: maandag, woensdag, donderdag en vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur, dinsdag van 9.00 tot 20.00 uur. Alle informatie vindt u op www.hu.nl/Mediatheek ➔ locatie Berkenweg. Mediatheekinstructie Om zich informatievaardigheden eigen te maken, is voor studenten een complete mediatheekinstructie ontwikkeld. Deze instructie is te vinden op de internetsite van de mediatheek (www..hu.nl/Mediatheek onder locaties ➔ desbetreffende locatie)) en kan zelfstandig en in eigen tempo bestudeerd worden. De instructie is te vinden op: www.hu.nl/Zwevend/Zwevend+mediatheek/Mediatheekinstructie+FMR.htm. Binnen de meeste opleidingen valt de mediatheekinstructie onder studieloopbaanbegeleiding. Na het doorwerken van de instructie moet de student in staat zijn om: • een onderwerp af te bakenen • verschillende zoekstrategieën te gebruiken • te zoeken op internet, in de HU catalogus en de catalogus van de Universiteitsbibliotheek Utrecht (UBU) • de gevonden informatie te beoordelen.
2.12 ICT-FACILITEITEN
2.12.1 Algemeen Hogeschool Utrecht biedt haar studenten een aantal standaard ICTfaciliteiten aan. U hebt toegang tot (de meeste van) deze faciliteiten via uw eigen HU inlognaam en wachtwoord. Uw HU inlognaam en wachtwoord krijgt u vlak voor aanvang van uw studie per brief thuisgestuurd. Zodra u deze hebt ontvangen kunt u (onder andere) inloggen op: • uw eigen mailadres (webmail.hu.nl); • de computers aanwezig op de hogeschool; • de online catalogus van de mediatheek (www.catalogus.hu.nl); • het intranet van de hogeschool (www.sharepoint.hu.nl ); • uw eigen ruimte om bestanden op te slaan (zie intranet, My Site); • OSIRIS Student (www.osiris.hu.nl); • indien aanwezig toegang tot het draadloze netwerk. Daarnaast zijn er nog een aantal openbare sites waarop u kunt inloggen met uw HU wachtwoord, zoals Surfspot (www.surfspot.nl). Hier kunt u tegen gereduceerde prijs software kopen. Studenten aan de faculteit Maatschappij & Recht hebben naast bovenstaande hogeschoolbrede faciliteiten ook toegang tot Workspaces (http://workspaces.hu.nl). Dit is een elektronische leeromgeving die door docenten en studenten kan worden gebruikt ten behoeve van het onderwijs. Let op: Hier geldt een afwijkend wachtwoord voor. 2.12.2 Studentenmail Elke student aan Hogeschool Utrecht heeft een eigen HU e-mailadres. Deze studentenmail is een belangrijk communicatiemiddel om u over actuele informatie van uw opleiding te informeren. De mailbox is toegankelijk via de webversie van Microsoft Outlook (webmail.hu.nl). Inloggen kan met uw standaard HU wachtwoord.
66
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
67
De studentenmail is zeer gebruiksvriendelijk en heeft veel mogelijkheden. Behalve e-mail heeft u ook de beschikking over een agenda en een taken- en contactpersonenlijst. Verder kunt u gemakkelijk met medestudenten en docenten mailen. Via het adresboek kunt u namelijk alle mailadressen opzoeken. De capaciteit van uw mailbox is 100Mb. Het is ook mogelijk om mail naar uw privé mailadres door te sturen. U blijft er echter zelf verantwoordelijk voor dat de e-mail aankomt en door u gelezen wordt.
•
Studievoortgang Wilt u weten welke vakken u nog moet volgen voor u kunt afstuderen, ga dan weer naar het tabblad Voortgang. Onder het kopje Studievoortgang selecteert u de opleiding die u volgt en geeft u aan dat u ‘nog te volgen onderwijs’ wilt zien. OSIRIS vergelijkt uw resultaten dan met het curriculum dat u volgt en geeft aan wat u gehaald hebt en wat u nog moet doen. Wanneer dit overzicht niet werkt, dan is uw curriculum (examenprogramma) mogelijk nog niet vastgelegd. Meld dit bij de administratie.
2.12.3 Sharepoint
•
Toets- en Cursusinformatie Alle informatie over toetsen, cursussen, minors en keuzecursussen, en over de wijze van inschrijven is te vinden in OSIRIS.
•
Inschrijven op cursussen en toetsen Inschrijven kunt u op twee manieren in OSIRIS. Via het tabblad Inschrijven kunt u de code opgeven van het vak waarvoor u u wilt opgeven. Selecteer daarna voor welk blok u wilt inschrijven. De cursuscode vindt u of in de studiegids, of kunt u opvragen in het eerder genoemde studievoortgangsoverzicht. U kunt zich ook inschrijven via de knop Onderwijs. Zoek hier het vak dat u wilt volgen en plaats het in de winkelwagen. Klik op het winkelwagentje (rechtsboven) om de inschrijving definitief te maken.
•
Overzicht inschrijvingen Wilt u weten voor welke cursussen en toetsen u bent ingeschreven, kijk dan bij het tabblad Inschrijven onder het kopje Overzicht inschrijvingen. In zwart staan hier de cursussen en in rood de toetsen waarvoor u bent ingeschreven. Dit overzicht laat alleen de cursussen en toetsen zien die op dit moment lopen of in de toekomst liggen.
•
Bevestiging inschrijving Soms denkt u dat u zich correct hebt ingeschreven op een cursus of toets, maar is uw inschrijving bij de administratie niet te vinden. Om dit probleem te voorkomen krijgt u na iedere inschrijving een bevestiging van de inschrijving op uw HU e-mailadres. Controleer altijd of u dit bericht hebt ontvangen en bewaar het goed.
Hogeschool Utrecht gebruikt sinds 1 september 2005 Sharepoint als interne webomgeving. Hierop kunt u veel informatie vinden van uw opleiding, maar ook van de hogeschool. Tevens kunt u op Sharepoint een eigen My Site maken, waarop u bestanden kunt plaatsen die u zowel thuis als op school kunt openen en wijzigen. U kunt hierop ook werkruimten creëren om gezamenlijk met andere studenten aan een project of werkstuk te werken. Toegang tot uw eigen My Site verkrijgt u door in te loggen op Sharepoint (www.sharepoint.hu.nl) en te klikken op de link My Site, die u rechts bovenin het scherm vindt. Steeds meer docenten maken ook gebruik van Sharepoint om informatie over de cursus te verspreiden. 2.12.4 OSIRIS Student OSIRIS staat voor Onderwijs en Studenten Informatie, Registratie en Inschrijf Systeem. Hogeschool Utrecht gebruikt dit systeem voor de registratie van studenten. Hierin worden alle gegevens, cijfers en ook toetsinschrijvingen van studenten bijgehouden. Elke student heeft zelf toegang tot OSIRIS via www.osiris.hu.nl. Eenmaal ingelogd kunt u gebruik maken van de volgende basis functionaliteiten: • Cijfers inzien Via het tabblad Resultaten ziet u welke cijfers u voor de laatste 10 toetsen of cursussen hebt behaald. Wilt u alle resultaten in het huidige studiejaar zien, kijk dan bij het tabblad Voortgang. Onder Dossier vindt u een overzicht van de resultaten die u gedurende uw hele studie hebt behaald. U kunt zelf bepalen of u alles wil zien of bijvoorbeeld alleen de resultaten uit de hoofdfase.
68
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
69
•
Uitschrijven op cursussen en toetsen Indien u bent ingeschreven op een cursus of een toets en u wenst u hiervoor uit te schrijven dan kunt u gebruik maken van het tabblad: Uitschrijven. U kunt hier kiezen uit de cursussen in zwart en de toetsen in rood, waarvoor u bent ingeschreven om u uit te schrijven. Uitschrijving voor een cursus of toets is alleen mogelijk in de daarvoor opengestelde periode. Ook van het uitschrijven op een cursus of toets ontvangt u een bevestigingsmail.
•
Adres wijzigen Op het tabblad Personalia kunt u zelf uw adres wijzigen.
•
mail vragen en/of missers op het gebied van vertrouwelijkheid van gegevens aan
[email protected]. Hogeschool Utrecht kent tevens een privacy reglement op grond van de Wet Persoonsregistraties. Hierin is de bescherming van persoonsgegevens geregeld. In dit reglement staat onder meer welke informatie geldt als vertrouwelijk en welke regels gelden ten aanzien van het gebruik van deze gegevens. Een speciale medewerker houdt toezicht op de naleving hiervan: de Functionaris voor de Gegevensbescherming privacy (FG-p). Op de site www.informatiebeveiliging.hu.nl leest u meer hierover. Zie ook Gedragsregels ICT en Privacyreglement persoonsgegevens studenten HU (www.reglementen.hu.nl)
2.12.5 Wachtwoord
2.13
Uw HU wachtwoord verloopt 14 maanden na de laatste keer dat uw wachtwoord is gewijzigd (in de meeste gevallen dus in september of oktober). U krijgt dan vanzelf het verzoek om een nieuw wachtwoord in te voeren. Dit kan vanaf elke werkplek op de hogeschool. Vanuit thuis uw wachtwoord wijzigen kan via de website www.wachtwoord.hu.nl. Het nieuwe wachtwoord dat u kiest moet uit acht posities bestaan en zowel letters als cijfers bevatten. Let op: voor sommige programma’s die in uw eigen opleiding gebruikt worden, kunnen afwijkende wachtwoorden gelden. Voor vragen en ondersteuning m.b.t. uw wachtwoord kunt u zich wenden tot de onderwijsbalie (zie par. 1.3.5).
Alle studenten van Hogeschool Utrecht hebben de mogelijkheid om voor studie of stage naar het buitenland te gaan. Voor sommige studenten (IBMS en IBL) is dit zelfs een verplicht onderdeel van het bachelor programma. Alle andere studenten kunnen in hun eigen profileringsruimte hiervoor kiezen. Heeft u interesse in een (half) jaar Canada, de Verenigde Staten, Thailand, Nieuw Zeeland of Europa? Dan kan het International Office u wellicht helpen.
2.12.6 Informatiebeveiliging en privacy Hogeschool Utrecht hecht veel waarde aan informatiebeveiliging. Dit betekent dat we op infrastructureel gebied maatregelen hebben genomen om alle gegevens binnen de hogeschool zo goed mogelijk tegen misbruik te beschermen. Daarnaast bestaan er regels ten aanzien van het gebruik van de computers en het netwerk op de Hogeschool, de ICT-gedragsregels. Hieraan dienen alle gebruikers van de ICT-voor¬zieningen binnen de hogeschool zich te houden. Als gebruiker kunt u ook zelf een en ander doen om de veiligheid te vergroten, zoals: • laat de pc waarop u bent aangemeld niet onbeheerd achter; • geef uw wachtwoord niet aan anderen; • haal brieven en lijsten met vertrouwelijke gegevens direct bij de printer op;
70
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
International Office
2.13.1 Study abroad Hogeschool Utrecht heeft een groot aantal uitwisselingspartners zowel in Europa als daarbuiten. Het International Office onderhoudt de contacten met partneruniversiteiten, doet de selectie en plaatsing, helpt u bij de introductie en verzamelt de evaluatierapporten. Elk jaar verzorgt het International Office speciale informatiebijeenkomsten (meestal in oktober/november) over een studie in het buitenland. Wilt u zich aanmelden voor een uitwisselingsprogramma of internationale Minor van Hogeschool Utrecht? Kijk dan eerst op www.sharepoint.hu.nl/sites/international onder Study abroad voor de mogelijkheden, voorwaarden en formulieren. U vindt er bovendien informatie over beschikbare beurzen. LET OP: de deadline om u aan te melden voor Study abroad is doorgaans rond januari. De exacte datum wordt bekend gemaakt via Sharepoint.
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
71
Op de FEM, FNT (Nijenoord) en HU Amersfoort is er een International Office desk waar u terecht kunt voor algemene vragen, meer informatie of formulieren. De locaties en openingstijden vindt u op www.io.hu.nl. Studenten van de FCJ, FG, FMR en FE kunnen ook bij één van deze desks terecht. Voor meer specifieke vragen kunt u het beste een afspraak maken via (030) 275 89 28 of
[email protected]. 2.13.2 Stage in het buitenland Deeltijd opleidingen kennen in beginsel geen stage omdat de student in de beroepspraktijk werkzaam is. Bij de opleiding kandidaat-gerechtsdeurwaarder is er echter wel sprake van een stage. Gedurende het hele vierde jaar is de student tijdelijk toegevoegd als kandidaat-gerechtsdeurwaarder en is daarmee bevoegd ambtshandelingen te verrichten. Deze bevoegdheid is uitsluitend beperkt tot het Nederlands rechtsgebied. Voor meer informatie over de stage verwijzen wij naar hoofdstuk 9. 2.14
Medezeggenschap
Instemming van studenten met het beleid van de hogeschool is erg belangrijk. Hierdoor blijft het onderwijs en de regelgeving studentvriendelijk. We besteden daarom veel aandacht aan inspraak.
sollicitatieronden om in de Opleidingscommissie te komen. Studenten krijgen daar automatisch bericht over. De Opleidingscommissie heeft regelmatig een gesprek met de opleidingsmanager van de opleiding om klachten, suggesties en veranderingen door te nemen. Om actueel en actief bezig te kunnen zijn, vergadert de Opleidingscommissie meestal om de week over zaken die betrekking hebben op de opleiding. De notulen van deze vergaderingen zijn te vinden op Sharepoint, het communicatiemiddel van de Hogeschool Utrecht. De Opleidingscommissie behandelt klachten die specifiek betrekking hebben op de opleiding. Mochten er rechten zijn geschonden, plichten zijn verzuimd of heeft u ideeën voor verandering of aanpassing van onze opleiding, neem dan contact op met de Opleidingscommissie. Alleen als de student een klacht laat horen, kan de OC er iets mee doen. De klachten zullen vertrouwelijk behandeld worden en u wordt op de hoogte gesteld wat er met de klacht gebeurd. Als u vragen hebt over de OC of als u een klacht hebt over de opleiding, neem dan contact op met de Opleidingscommissie van uw opleiding. U kunt de OC schriftelijk bereiken via de brievenbus bij de Onderwijsbalie. •
De faculteitsdirectie wordt gecontroleerd door de Facultaire Medezeggenschapsraad (FMR). Ze spreken met elkaar over alle opleidingsoverstijgende zaken binnen een faculteit. Hierbij moet u denken aan randvoorwaarden, zoals ICT-voorzieningen, de catering en het facultaire praktijkbureau. Maar ook de begroting van de faculteit komt langs. Elke faculteit kent een FMR; er zijn er dus zes in totaal.
•
De Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) tot slot controleert de allerhoogste directie van de hogeschool: het College van Bestuur (CvB). Hier gaat het om hogeschoolbrede onderwerpen, zoals de onlangs nieuw ingevoerde merkenstructuur, de hogeschoolbrede begroting, en samenwerkingsverbanden met andere hogescholen. Er is één CvB, dus ook één CMR.
2.14.1 Inspraakorganen U treft medezeggenschap op onze hogeschool op drie niveaus aan: Opleidingscommissies (OC’s) controleren en adviseren de afdelingsdirecties. Het gaat hier bijvoorbeeld om de inhoud van het onderwijs, de studiebegeleiding die aangeboden wordt en de praktijkcomponent van een opleiding. Alles wat met uw opleiding te maken heeft. Elke opleiding binnen de hogeschool heeft zo’n opleidingscommissie. De Opleidingscommissie (OC) is een inspraakorgaan voor studenten. Zij vertegenwoordigt de studenten van de opleiding. Een van haar taken is het adviseren en controleren van de opleiding. Studenten weten vaak goed wat er in een opleiding veranderd kan of moet worden, daarom wordt de OC vertegenwoordigd door studenten uit elk studiejaar. Zo wordt er rekening gehouden met alle studenten van het Instituut voor Recht. Er zijn ieder collegejaar
De inspraakorganen hebben tal van mogelijkheden om hun invloed uit te oefenen, met als uiteindelijke doel het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs. Kijk voor meer informatie over medezeggenschap en de inspraakorganen op www.studentzaken.hu.nl.
72
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
73
Zie ook de reglementen voor de Centrale Medezeggenschapsraad, Faculteitsmedezeggenschapsraad en Opleidingscommissies, hoofdstuk 6 van het Studentenstatuut HU, en het Kiesreglement CMRFMR-personeelsraden (www.reglementen.hu.nl).
2.15 STUDIUM GENERALE
2.14.2 Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten Hogeschool Utrecht stimuleert studenten om bestuurlijk actief te zijn, zodat u bestuurlijke en organisatorische vaardigheden in de praktijk kunt opdoen. Daarnaast zien we graag dat zoveel mogelijk studenten betrokken worden bij de beleidsontwikkeling van de hogeschool. Daarom zijn er tal van voorzieningen in het leven geroepen: • Als studentlid van een inspraakorgaan kunt u zich gratis en onbeperkt laten trainen in bepaalde competenties. • Er is een handboek voor studentleden die zitting nemen in opleidingscommissies. • Via het speciaal voor alle bestuurlijk actieve studenten opgezette intranet (www.bps.hu.nl) kunt u vliegensvlug kennis en informatie delen met studentleden uit andere inspraakorganen. • Uiteraard doet u het niet voor niets, behalve een flinke hoeveelheid bestuurlijke ervaring krijgt u er studiepunten voor of per vergadering v 40,-. Wilt u graag lid worden van een (of meerdere) inspraakorga(a)n(en), dan kan dat door u kandidaat te stellen bij de eerstkomende verkiezingen. Raadpleeg met vragen over de OC het secretariaat van uw opleiding of stuur een email naar
[email protected]. Zie voor meer informatie ook www.studentzaken.hu.nl.
74
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Studium Generale organiseert cursussen, trainingen, workshops, ontmoetingen en debatten voor studenten, docenten en medewerkers van Hogeschool Utrecht. De activiteiten van Studium Generale zijn gericht op kleinschalige, inspirerende en interdisciplinaire ontmoetingen tussen mensen die verbonden zijn aan HU. Deelname is in principe vrij en kosteloos. Zijn er wel kosten aan verbonden, dan is dat altijd aangegeven bij de desbetreffende activiteit. Het actuele aanbod vindt u in OSIRIS en op www.studiumgenerale.hu.nl. Het aanbod wordt iedere vier maanden vernieuwd. De cursussen voor studenten kunnen ingepast worden in de vrije keuzeruimte en zijn te volgen tegen studiepunten. Dit ter beoordeling van de examencommissie. Meer informatie over het aanbod en aanmelding vindt u op www.studiumgenerale.hu.nl.
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
75
2.16 STUDENTENVERENIGING
organisaties UU/HU .Zie ook hoofdstuk F van de Steunfondsregeling HU (www.reglementen.hu.nl). Kijk voor meer informatie over de procedure of voor het aanvragen van een bestuursbeurs op www.studentzaken.hu.nl.
2.16.1 Algemeen Utrecht heeft een bruisend studentenleven. De verenigingen en studentenorganisaties in allerlei soorten en maten dragen daar hun steentje aan bij. Het bekendst zijn de gezelligheidsverenigingen. Er zijn ook verenigingen die een andere inslag hebben, zoals de levensbeschouwelijke studentenverenigingen, internationale en interculturele verenigingen. En natuurlijk hebben studenten ook allerlei eigen sportverenigingen en culturele verenigingen. Een overzicht van verenigingen vindt u op www.utrecht.studiestad.nl.
Stimuleringsfonds HU-studenten zijn ondervertegenwoordigd in de besturen van studentenverenigingen. Daarom heeft Hogeschool Utrecht buiten de hierboven genoemde vergoeding een stimuleringsfonds in het leven geroepen. Kijk voor meer informatie op www.studentzaken.hu.nl onder het kopje bestuursbeurs. Hebt u nog vragen, neem dan contact op met Noortje de Bondt (
[email protected]).
HU geeft financiële steun aan studentenverenigingen. De subsidie kan gegeven worden voor structurele en voor incidentele activiteiten. Wilt u meer weten over het aanvragen van subsidie? Kijk dan op www.studentzaken.hu.nl. Ter verduidelijking nog even het volgende. Naast studentenverenigingen zijn er ook studieverenigingen. Studieverenigingen zijn gekoppeld aan uw opleiding. Zie hiervoor par. 1.3.6. 2.16.2 Bestuursbeurs en stimuleringsfonds Bestuursbeurs Zit u in het bestuur of in een commissie van een studentenvereniging (Utrechtbreed of hogeschoolbreed), dan kunt u in aanmerking komen voor een bestuursbeurs. Een bestuursbeurs is een toelage die dient als compensatie voor de studievertraging die u door uw bestuursactiviteiten oploopt en die u buiten uw prestatiebeurs ontvangt. Welke studentenorganisaties en bestuurlijke functies in aanmerking komen voor een bestuursbeurs kunt u vinden in de Bijlage bij de Regeling bestuursbeurzen voor studentbestuurders in studenten-
76
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
77
2.17 TOPSPORT
2.18 TRAJECTUM
Hogeschool Utrecht heeft een breed scala aan faciliteiten voor studenten die hun studie willen combineren met een carrière in de topsport. Deze voorzieningen worden verstrekt op basis van de individuele omstandigheden en het niveau waarop u de sport beoefent. U kunt een beroep doen op de volgende faciliteiten: • begeleiding in het plannen van uw studie; • indien noodzakelijk: uitstel of verplaatsing van tentamens; • samenwerking met coaches, trainers, sportbonden, Olympische steunpunten en de afdeling Individuele Begeleiding van NOC*NSF; • mogelijkheid gebruik te maken van sportaccommodaties bemiddeling bij huisvesting en sportmedische begeleiding; • vergoeding van (een deel van de) extra kosten die het beoefenen van topsport voor de student met zich meebrengt; • financiële ondersteuning als u studievertraging oploopt ten gevolge van sporten op topniveau.
Trajectum is de redactioneel onafhankelijke krant van Hogeschool Utrecht die tweewekelijks verschijnt. Naast actuele informatie over HU zelf, vindt u er ook artikelen over studeren en het studentenleven en over het hoger onderwijs in het algemeen. Trajectum wordt verspreid via displays op alle locaties van de hogeschool. Meer informatie en het laatste nieuws vindt u op www.trajectum.hu.nl.
Voor meer informatie neemt u contact op met topsportcoördinator HU, Mieke Wikkerman (
[email protected] of 030 - 2585 126) of met uw studentendecaan (zie par.2.2).
78
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
79
2.19 SPORT EN CULTUUR
2.20 VEILIG, GEZOND EN MILIEUVRIENDELIJK STUDEREN
Als student kunt u tegen aantrekkelijke tarieven sporten bij Olympos op de Uithof, het sportcentrum van Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht. U kunt er deelnemen aan allerlei cursussen, instuiven, maar ook lid worden van een studentensportvereniging. Meer informatie vindt u op www.olympos.nl.
Alle faculteiten van Hogeschool Utrecht (HU) beschikken over een Arbo- en Milieucommissie die het aanspreekpunt is voor arbo- en milieuzaken. De commissie zorgt ervoor dat studenten zo veilig en gezond mogelijk kunnen studeren in een omgeving waar ook het milieu meetelt. Een deel van de verantwoordelijkheid voor veiligheid, gezondheid en milieu ligt ook bij de studenten zelf.
Wilt u iets cultureels doen in Utrecht? Wilt u zich bekwamen in muziek, theater of dans? Speelt u piano en wilt u oefenen of zoekt u een orkest of een theatergroep? Ga dan naar Parnassos, het Internationaal & Cultureel centrum van de Universiteit Utrecht. Studenten van HU zijn er welkom tegen studentenprijzen. Parnassos is er aan de Kruisstraat en op De Uithof (www.parnassos.nl). Bent u eerstejaarsstudent? Dan ontvangt u in januari gratis de Pas in Utrecht. Met deze cultuurpas kunt u een jaar lang gratis naar voorstellingen van meer dan achttien culturele instellingen. Kijk voor meer info en de cultuuragenda op www.pasinutrecht.nl. Kijk voor meer informatie op www.studentzaken.hu.nl. Zie ook artikel 42 van het Studentenstatuut (www.reglementen.hu.nl).
Hoe kunnen studenten bijdragen aan de veiligheid en gezondheid? Van studenten binnen de HU wordt verwacht dat zij meewerken aan een veilige, gezonde en milieuvriendelijke studieomgeving. Aandachtspunten zijn: • Weet wat u moet doen in geval van brand, ongevallen en andere calamiteiten; • Voorkom CANS (RSI); • Heb aandacht voor het milieu. Wat te doen bij brand, ongeval of calamiteit? Studenten worden geacht op de hoogte te zijn van de regeling voor brand, calamiteiten, ongevallenmelding (zie hieronder) en van vluchtroutes en nooduitgangen. Deze informatie is te vinden op de vluchtplattegronden in het gebouw. Bel nooit zelf brandweer, politie of ambulance! Bel wel onmiddellijk het interne alarmnummer (zie par.1.2.3, u komt dan in contact met de receptie. Meld kort en duidelijk: • uw naam en lokaal / werkplek • uw telefoonnummer • wat er is gebeurd • of er slachtoffers zijn en hoeveel • waar het is gebeurd.
80
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
81
De receptie alarmeert het bedrijfshulpverleningsteam (BHV-team). Blijf kalm, waarschuw alle in gevaar zijnde personen en wacht tot hulpverleners ter plaatse zijn. Bedrijfshulpverlening (BHV) & EHBO Iedere locatie beschikt over een bedrijfshulpverleningsteam dat bij brand, ongevallen en andere calamiteiten wordt ingezet. Mensen van het BHV-team zijn herkenbaar aan hun gekleurde hesjes. Volg bij brand, ongevallen of andere calamiteiten altijd strikt hun aanwijzingen op. Maak bij ontruiming van het gebouw geen gebruik van de lift en zorg dat anderen dat ook niet doen. Verzamel buiten op de plek, aangewezen door het BHV-team en wacht op verdere instructies van het team. Houd altijd de weg vrij voor brandweer en ambulances. Verlaat het gebied niet zonder u af te melden. Dit voorkomt eventuele zoekacties. Studeren en CANS (RSI) “Het lijkt wel of ik steeds vaker last heb van mijn nek.” Misschien hebt u pijn in uw arm, schouder, elleboog of pols. In eerste instantie denkt u dat het wel over zal gaan. Maar helaas is dat niet altijd het geval. Deze pijn kan namelijk duiden op CANS (Complaints of Arm, Neck and or Shoulder), vroeger ook wel RSI genoemd. Ook studenten kunnen hiermee te maken krijgen. En als u de eerste signalen niet serieus neemt, kunnen de klachten zich uitbreiden. Oorzaken van CANS kunnen zijn: • Repeterend werk; • Een statische werkhouding; • Weinig afwisseling; • Een verkeerde zithouding op uw werkplek; • Stress, vooral in piekperioden (tentamens, scriptie schrijven). Tijdens uw studie werkt u soms lang achter elkaar in dezelfde houding en/of maakt u steeds dezelfde bewegingen. U werkt bijvoorbeeld regelmatig en langdurig aan een beeldscherm, niet alleen op school maar ook nog thuis. Vergeet ook niet de uren die u ‘s avonds doorbrengt met spelletjes en internet. U kunt CANS grotendeels zelf voorkomen. De belangrijkste tips zijn: • Wissel beeldschermwerk af met lezen, aantekeningen maken etc; • Werk per dag niet langer dan 5 à 6 uur aan een beeldscherm en
82
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
• • • • •
niet langer dan 2 uur met een laptop; Zorg bij laptopgebruik langer dan 2 uur voor laptopstandaard, losse muis en los toetsenbord; Neem bij beeldschermwerk ieder uur een korte pauze; Let op een goede zithouding voor het beeldscherm; Zorg voor voldoende ontspanning naast uw studie; Neem lichamelijke klachten serieus. Beginnende klachten (pijn, tintelingen, stijf gevoel) kunnen snel verergeren.
Studenten met CANS-klachten kunnen terecht bij de decaan van hun afdeling en bij de arbo-adviseur van de faculteit. Als er een arts geconsulteerd moet worden, is de student aangewezen op de eigen huisarts. Milieu De faculteit heeft aandacht voor het milieu. Dit betekent zuinig omgaan met water en energie, minder afval en een goede afvalscheiding. De student moet daar ook een bijdrage aan leveren: • Doe het licht niet aan wanneer er voldoende licht is; • Doe het licht uit als u een lokaal leeg achterlaat; • Verspil geen water en gebruik de spaarknop van de spoelbak (als die er is); • Mocht u het warm hebben, zet dan niet het raam open maar zet de verwarming lager; • Zet de computer uit als u klaar bent met uw werk; • Doe afval in de daarvoor bestemde afvalbakken, ook in de kantine; • Houdt in elk geval batterijen en ander schadelijk afval apart; • Houd het gebouw schoon, voorkom zwerfafval. • Roken binnen het gebouw is verboden. Voor vragen, opmerkingen of ideeën over arbo- en milieuzaken kunt u terecht bij de Arbo- en Milieucommissie van uw faculteit of bij het Arbo- & Milieuteam HU: https://www.hu-sharepoint.nl/sites/Arbo_Milieu.
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
83
2.21 WETTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID EN ONGEVALLEN
2.22 WERKEN NAAST UW STUDIE
In beginsel is de student zelf aansprakelijk voor schade veroorzaakt aan derden en gevolgen van ongevallen. Een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren kan bij verzekeringsmaatschappijen worden afgesloten.
Dit is uiteraard niet van toepassing voor studenten GDW.
Voor ongevallen/overlijden en voor wettelijke aansprakelijkheid tijdens het verblijf in of op weg naar gebouwen van de faculteit, heeft Hogeschool Utrecht een beperkte verzekering. Activiteiten in het kader van de studie buiten de HU-locaties (in Nederland) vallen hier ook onder, evenals activiteiten in het kader van het HU-onderwijs in het buitenland. Studenten die in het kader van HU-onderwijs naar het buitenland gaan wordt echter ten sterkste geadviseerd een aanvullende verzekering af te sluiten. Bij schade toegebracht door een student tijdens de stage, wordt eerst de WA-verzekering van de stagebiedende instelling aangesproken. Daarna de WA-verzekeraar van de student; is deze er niet of weigert de verzekeraar de schade te vergoeden, dan biedt de HU-verzekering in beginsel dekking.
84
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
85
2.23 HUISVESTING
Voor een leuke betaalbare kamer in Utrecht zult u zelf actie moeten ondernemen. De kamernood in Utrecht is hoog. Vraag bij het studieinformatiecentrum (030-236 80 40 of
[email protected]) van Hogeschool Utrecht de informatieve brochure Op kamers in Utrecht aan voor de beste tips. Zie hieronder enkele adressen waar u terecht kunt als u een kamer zoekt. SSH Utrecht (www.sshu.nl of www.kamersinutrecht.nl) Ina Boudier–Bakkerlaan155 3582 ZA Utrecht (030) 252 57 25 Woningnet (www.woningnet.nl) In de regio Utrecht publiceert WoningNet elke twee weken de vrijkomende huurwoningen van woningcorporaties op deze site. Hebt u woonruimte gevonden en bent u verhuisd, schrijf u dan in in het bevolkingsregister van de gemeente. Onder andere om voor uw studiefinanciering aan te tonen dat u uitwonend bent. Inschrijven kan (binnen 5 dagen na uw verhuizing) bij de Dienst Burgerzaken. Neem een geldig legitimatiebewijs mee.
86
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
87
3 OPLEIDING EN BEROEP
88
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
89
3.1
BEROEPSPROFIEL
Het hoger onderwijs in Nederland is competentiegericht. Dit houdt in dat niet alleen kennisoverdracht centraal staat, maar ook de vaardigheden en attitude die nodig zijn om deze kennis in de beroepspraktijk toe te passen. Voor de afstudeerrichting GDW heeft de Hogeschool in nauwe samenspraak met de Beroepenveldcommissie (vertegenwoordigers uit de deurwaarderspraktijk) 19 beroepscompetenties vastgesteld. In de opbouw van het curriculum komen al deze competenties aan bod, op een zodanige manier dat de afge-
studeerde GDW’er als toegevoegd kandidaat in de beroepspraktijk kan werken. De GDW-competenties zijn: Juridisch rechercheren, analyseren en formuleren. De gerechtsdeurwaarder is in staat tot juridisch rechercheren, analyseren en formuleren wat zeggen wil dat hij als beroepsbeoefenaar zowel ambtelijke als andere juridische rollen en taken volgens de geldende normen in het juridische werkveld respectievelijk kan vervullen en uitvoeren. Betekenen. De gerechtsdeurwaarder is in staat tot betekenen wat zeggen wil dat hij als openbaar ambtenaar ambtelijke stukken die voldoen aan (wettelijke) kwaliteitseisen (een rechtsgeldige betekend exploot), zo uitreikt dat debiteuren en derden na betekening weinig vragen hebben. Redigeren van exploten. De gerechtsdeurwaarder is in staat tot het redigeren van exploten wat zeggen wil dat hij exploten samenstelt die voldoen aan juridische en wettelijke en overige kwaliteitseisen. Executeren. De gerechtsdeurwaarder is in staat tot executeren wat zeggen wil dat hij als openbaar ambtenaar alle mogelijke executievormen (titels), conform wettelijke en overige kwaliteitseisen en afgestemd op individueel niveau, uitvoert en afhandelt. Rechercheren. De gerechtsdeurwaarder is in staat tot rechercheren wat zeggen wil dat hij binnen de grenzen van de wet (WBP) en met gebruikmaking van alle beschikbare bronnen informatie verzamelt over de debiteur ten einde snel en efficiënt te incasseren. Incasseren. De gerechtsdeurwaarder is in staat tot incasseren wat zeggen wil dat hij als ondernemer, binnen de grenzen van de wet en de hem of haar gegeven bevoegdheden, buitengerechtelijk werkzaamheden ontplooit die tot gevolg hebben dat de vordering (op welk gebied dan ook) van de eisende partij wordt voldaan. Boekhouden. De gerechtsdeurwaarder is in staat tot boekhouden wat zeggen wil dat hij volgens de wettelijke richtlijnen zijn administratie en de geïncasseerde gelden van debiteuren en derden gescheiden beheert, controleert en volgens de regels de uitbetaling afhandelt. Procederen. De gerechtsdeurwaarder is in staat tot procederen wat zeggen wil dat hij als procesgemachtigde voor de opdrachtgever optreedt in een rechtsbeding dat aanhangig is gemaakt bij de kantonrechter; de gerechtsdeurwaarder beïnvloedt door middel van processtukken en daadkrachtig optreden tijdens de rechtszitting de kwaliteit en snelheid van de procedure in positieve zin. Communiceren. De gerechtsdeurwaarder is in staat tot communiceren wat zeggen wil dat hij zowel mondeling als schriftelijk of in
90
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
3.1.1 Beroep De afstudeerrichting (van HBO Rechten) kandidaat-gerechtsdeurwaarder bereidt studenten voor op het brede takenpakket van de gerechtsdeurwaarder. Beroepsgerichtheid staat dan ook tijdens de hele studie centraal. Het takenpakket bestaat uit ambtelijke en nietambtelijke taken. Voor de ambtelijke taken is de gerechtsdeurwaarder benoemd door de Kroon. Hij of zij is dus openbaar ambtenaar. De ambtelijke taken zijn onder andere het uitbrengen van dagvaardingen en het uitvoeren van vonnissen en dwangbevelen. De nietambtelijke taken voert de gerechtsdeurwaarder uit als zelfstandig ondernemer. Hij of zij geeft bijvoorbeeld opdrachtgevers juridisch advies en voert incasso-opdrachten uit. De eisen die het ondernemerschap aan de gerechtsdeurwaarder stelt, zijn zwaarder geworden toen de Gerechtsdeurwaarderswet in 2001 in werking trad. Deze wet zorgt voor meer marktwerking in de sector, doordat de vestigingseisen zijn versoepeld en prijzen zijn vrijgegeven. Ook de eisen aan de bedrijfsvoering zijn verzwaard: het financiële en het tuchtrechtelijk toezicht is aanzienlijk verscherpt. De afstudeerrichting biedt daarom meer dan alleen juridische cursussen, er is ruime aandacht voor zaken als ondernemerschap en communicatieve vaardigheden. 3.1.2 Vaardigheden afgestudeerde
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
91
gebaar zijn bedoeling, standpunt of boodschap aan alle in de beroepsuitoefening betrokken personen, zo kenbaar maakt dat hij (bij elke doelgroep) zijn doel bereikt. Adviseren. De gerechtsdeurwaarder is in staat te adviseren wat zeggen wil dat hij als adviseur een persoon, op correcte en deskundige wijze en volgens de geldende normen, mondeling en / of schriftelijk verder helpt op zowel juridisch als sociaal gebied over de mogelijk te nemen stappen en/of zijn rechtspositie. Onderhandelen. De gerechtsdeurwaarder is in staat tot onderhandelen wat zeggen wil dat hij bij een verschil van mening of geschilpunten of andere probleemsituaties waarbij meerder partijen betrokken zijn, door middel van effectieve communicatie komt tot een consensusmodel waarover iedereen tevreden is. Ondernemen. De gerechtsdeurwaarder is in staat tot ondernemen wat zeggen wil dat hij als ondernemer een bedrijf op alle mogelijk maatschappelijke aanvaardbare en wettelijke eisen zo leidt dat het bedrijf winst oplevert. Leidinggeven. De gerechtsdeurwaarder is in staat leiding te geven wat zeggen wil dat hij medewerkers en derden afhankelijk van de situatie en de opdracht informeert (kennisoverdracht), coacht, stuurt of evalueert zodat opdrachten goed en efficiënt worden uitgevoerd; bovendien geeft hij zo leiding dat medewerkers zich prettig voelen in hun werk en zich optimaal kunnen ontplooien. Acquireren. De gerechtsdeurwaarder is in staat tot acquireren wat zeggen wil dat hij die acquisitieactiviteiten onderneemt die leiden tot een stabiele gezonde bedrijfsvoering. Bedrijfsvoering. De gerechtsdeurwaarder is in staat tot bedrijfsvoering wat zeggen wil dat hij niet alleen zorgdraagt voor de dagelijkse gang van zaken binnen (de aan hem toevertrouwde afdeling binnen) de organisatie, maar ook een bijdrage levert aan (personeels)beleid en financieel management. Kwaliteitszorg toepassen en bewaken. De gerechtsdeurwaarder is in staat tot het toepassen van kwaliteitszorg in zijn beroepsmatig handelen en het werken in zijn organisatie; hij werkt aan een proces van continue verbetering van dienstverlening, waarbij de wensen van de klant en een efficiënte dienstverlening voorop staan. Professioneel samenwerken. De gerechtsdeurwaarder is in staat tot professioneel samenwerken wat zeggen wil dat hij binnen en buiten de eigen organisatie met andere professionals en diverse doelgroepen samenwerkt om het gewenste doel te bereiken. Zichzelf ontwikkelen in beroep. De gerechtsdeurwaarder is in staat tot het zichzelf ontwikkelen in het beroep wat zeggen wil dat
hij in staat is te reflecteren op zijn eigen handelen, daaruit consequenties te trekken en dit te vertalen naar ontwikkeldoelen, c.q. (loopbaan)activiteiten. Hij is in staat de eigen professionaliteit voortdurend te ontwikkelen op basis van nieuwe situaties in de samenleving en /of beroepsdomein. Een bijdrage leveren aan ontwikkeling van beroep. De gerechtsdeurwaarder is in staat tot het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van het beroep door systematisch gegevens te verzamelen over de beroepsuitoefening en de uitkomsten te vertalen naar de consequenties voor het beroep. Hij is bovendien in staat veranderingen in de samenleving en in regelgeving te signaleren, te onderzoeken en de resultaten hiervan te vertalen in een bijdrage aan het beroep en het beroepsmatig handelen. Tot slot is hij in staat een bijdrage te leveren aan intercollegiale kwaliteitszorg.
92
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
3.1.3 Werkveld en functies Kandidaat-gerechtsdeurwaarder is een specifiek beroep. In beginsel zullen alle afgestudeerden dan ook in de functie van kandidaatgerechtsdeurwaarder (waarin zij overigens door de Kroon worden benoemd) terechtkomen.
93
3.2 OPLEIDINGSPROFIEL
3.2.1 Doelstelling opleiding De opleiding tot kandidaat-gerechtsdeurwaarder bereidt studenten voor op het brede takenpakket van de gerechtsdeurwaarder. Beroepsgerichtheid staat dan ook tijdens de hele opleiding centraal. Het takenpakket van de gerechtsdeurwaarder bestaat uit ambtelijke en niet-ambtelijke taken. Voor de ambtelijke taken is de gerechtsdeurwaarder benoemd door de Kroon. Hij of zij is dus openbaar ambtenaar. De ambtelijke taken zijn onder andere het uitbrengen van dagvaardingen en het uitvoeren van vonnissen en dwangbevelen. De niet-ambtelijke taken voert de gerechtsdeurwaarder uit als zelfstandig ondernemer. Hij of zij geeft bijvoorbeeld aan opdrachtgevers juridisch advies en voert incasso-opdrachten uit. 3.2.2 Uitwerking van beroepsprofiel
3.2.3 Het hbo-niveau van de opleiding
Hogeschool Utrecht heeft als doel haar studenten op te leiden voor een functie op hbo-niveau en elke afgestudeerde student dient aan een groot aantal (beroeps)eisen te voldoen die zijn afgeleid van het beroepsprofiel. De eindtermen van de opleiding zijn op hun beurt weer afgeleid van die beroepsvereisten. Behalve formele eisen die door het Ministerie van Justitie aan de kandidaat-gerechtsdeurwaarder én aan de opleiding worden gesteld, is het programma van de opleiding tot stand gekomen in nauw overleg met de beroepsorganisatie van gerechtsdeurwaarders, de KBvG. Hbo-afstudeerrichting: de afstudeerrichting tot kandidaat-gerechtsdeurwaarder (verder: GDW) is een gespecialiseerde HBO afstudeerrichting waarin naast de juridische cursussen aandacht besteed wordt aan de ondernemerskant van het vak, de omgeving waarin de deurwaarder opereert en zijn of haar communicatieve vaardigheden. De afstudeerrichting maakt formeel deel uit van de studie HBORechten, maar heeft een volledig eigen, op de beroepspraktijk toegesneden curriculum. Afgestudeerden krijgen de kwalificatie Bachelor of Laws, dit is een internationaal erkende titel.
Uitgangspunt van het GDW-curriculum is een deeltijdopleiding, die bestaat uit vier collegejaren. De eerste drie jaar volgt de student colleges naast het werk. Doordat het een deeltijdopleiding is, krijgen de studenten ook studiepunten voor uren die zij in de beroepspraktijk werken in combinatie met opdrachten die zij in werktijd uitvoeren en die aan de beroepspraktijk zijn gerelateerd. Het vierde jaar is het stagejaar: de student werkt dan onder toezicht van een gerechtsdeurwaarder als toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder en volgt daarnaast gespecialiseerde cursussen op school. Het curriculum bestaat uit juridische, funderende en communicatieve cursussen, waarbij de nadruk zwaar ligt op de deurwaarderspecifieke juridische cursussen. Bij de funderende en communicatieve cursussen staan inzicht en vaardigheden centraal die de GDW’er nodig heeft in de beroepspraktijk. Deze zijn gekoppeld aan en gebaseerd op casuïstiek uit de praktijk. De opbouw van het curriculum is grofweg van algemeen naar specifiek, met inleidende cursussen in het eerste jaar en verdieping en verbreding in de volgende jaren
3.2.4 Didactische uitgangspunten
94
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
De opleiding heeft gekozen voor een competentiegericht onderwijsmodel. Een competentie is het vermogen van een persoon om (beroeps)taken in een bepaalde (beroeps)context uit te voeren. Dit vermogen bestaat eruit dat de persoon beschikt over een samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten. Voor het onderwijs betekent dit het volgende: • Het onderwijs is gericht op het verwerven van beroepscompetenties, d.w.z. het in samenhang verwerven van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten waarmee beroepstaken kunnen worden uitgevoerd. • Het leren wordt opgevat als een doelgerichte activiteit van de student; het onderwijs bevordert actief en zelfstandig leren. • De docent ondersteunt en coacht het leerproces van de student en is inhoudelijk expert op een bepaald competentiegebied.
95
•
•
• •
Het leren vindt zoveel mogelijk plaats in realistische leeromgevingen, waarbij leertaken lijken op beroepstaken. Hierbij wordt waar wenselijk en mogelijk gebruik gemaakt van moderne media (ICT). Het onderwijs is gebaseerd op het concurrency-principe, waarbij leermomenten op de opleiding en in de beroepspraktijk elkaar wederzijds positief beïnvloeden. Het leren is een sociaal en interactief proces, studenten werken samen: met elkaar, de docent en professionals uit de praktijk. Toetsen zijn bedoeld om vast te stellen welk beheersniveau van de competenties is bereikt en om de student inzicht te geven in de vorderingen in het eigen leerproces.
Samenwerking en verantwoordelijkheden Rol en verantwoordelijkheid van docenten Studenten kunnen van docenten verwachten dat zij zich optimaal inzetten voor: • Beroepsrelevant onderwijs en deskundigheid op een vakgebied in theorie en praktijk. • Didactische werkwijzen die gericht zijn op stimulering van zelfstandigheid en professionaliteit van studenten. • Het begeleiden van studenten in een gelijkwaardige relatie. • Het kunnen vertegenwoordigen van de onderwijsorganisatie en als zodanig tekst en uitleg kunnen geven over doelen van de onderwijseenheden en hun onderlinge samenhang. • Begeleiding tijdens de studie en tevens een bijdrage leveren in de oriëntering, verwijzing, motivatie en selectie van studenten. • Het helpen van individuele studenten en groepen studenten bij het reflecteren en evalueren van het eigen groeps- en leerproces. • Het tijdig verstrekken van studieresultaten en het geven van commentaar op de toetsresultaten. • Het verzorgen en bevorderen van de communicatie tussen studenten onderling en naar collega-docenten. Gewenst studiegedrag van studenten De docenten en de opleiding kunnen het volgende van studenten verwachten: • Inzet en participatie tijdens de lessen. • Interesse in de leerinhouden. • Bereidheid sterke en zwakke punten bespreekbaar te maken daar waar reflectie als deel van het leerproces wordt gezien.
96
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
• •
• • •
Informatie te geven daar waar dit voor een optimale communicatie belangrijk is. Samen met medestudenten sociale controle uit te oefenen op collega-studenten bij persoonlijke en/of functionele problemen en door te verwijzen naar studentendecaan en/of studieloopbaanbegeleider. In toenemende mate actief participeren in het onderwijs. Een bijdrage leveren aan de kwaliteitsbewaking d.m.v. onderwijsevaluaties. In acht nemen van werkafspraken die de uitvoering van het onderwijs en voortgang van de studie bevorderen. Bijvoorbeeld het respecteren van les- en werktijden, het naleven van inleverdata voor opdrachten en toetsen, het volgen van de opleidingsprocedures rond herkansingen en registratie van stagegegevens.
Samenwerking en klimaat De opleiding ziet haar studenten en cursisten als samenwerkingspartners en verwacht van haar studenten gedrag dat gericht is op samenwerking. De opleiding streeft ernaar het onderwijs zodanig in te richten dat studenten zelfstandig kunnen werken en leren. De opleiding stelt het op prijs wanneer studenten en cursisten zich met vragen, suggesties, commentaar of klachten direct tot de betrokken docent of medewerker wenden. Wanneer dit om een of andere reden niet mogelijk of gewenst is, wordt nadrukkelijk verwezen naar de studieloopbaanbegeleider. In laatste instantie kan op opleidingsniveau contact met de opleidingmanager worden opgenomen. In dit kader wordt ook verwezen naar de standaardprocedure bij klachten binnen de faculteit (zie deel I studiegids). De opleiding zal studenten tijdig (laten) informeren ten aanzien van: • de studieloopbaanbegeleider. • het (telefonische)spreekuur van de studieloopbaanbegeleider. • de verplichtingen die voortvloeien uit het curriculum (onder andere afwijzing aan het eind van de propedeutische fase, stagegeschiktheid, andere studievoortgangaspecten, studiefinanciering). • bereikbaarheid van decanen en andere vertrouwenspersonen. 3.2.5 Didactische werkvormen De didactiek van de opleiding staat in het teken van competentiegericht onderwijs. Hierbij wordt gestreefd naar een optimale balans
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
97
tussen levensechte praktijkopdrachten en verdiepende cursorische lesprogramma’s en trainingen. De opleiding kent daarmee verschillende onderwijsvormen: • Studieloopbaanbegeleiding: ondersteuning en coaching van het binnen- en buitenschoolse leren. • Theorieonderwijs: hoorcolleges, responsie- en werkcolleges en zelfstudieopdrachten. • Trainingen in kleine groepen (max. 20 studenten) die erop gericht zijn dat de student zich methodische kennis eigen maakt en specifieke beroepsvaardigheden oefent. • Praktijktijd (zie ook bij Cursusomschrijvingen). • Casus/projectonderwijs: groepsgewijze realisatie van producten in een afgebakende periode. 3.2.6 Competenties beginnende beroepsbeoefenaar De eindtermen van de opleiding worden weergegeven in competenties die de beginnende beroepsbeoefenaar dient te bezitten. Zie hiervoor par. 3.1.2. 3.2.7 Horizontale doorstroommogelijkheden Kandidaat-gerechtsdeurwaarder is een beroepsspecifieke opleiding die sterk juridisch van aard is. De meeste studenten hebben door hun werkervaring een duidelijk beeld van het toekomstige beroep. Naarmate de student vordert in de studie is het overstappen naar een andere opleiding echter lastiger. Een voor de hand liggende overstap is die naar HBO Rechten. 3.2.8 Vervolgopleidingsmogelijkheden Studenten kunnen na het voltooien van de opleiding vervolgen met een universitaire studie, waarbij Rechten het meest voor de hand zal liggen.
98
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
99
4 INRICHTING EN ORGANISATIE OPLEIDING
100
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
101
4.1
ORGANISATIE OPLEIDING
De basis van de organisatiestructuur van de opleiding wordt gevormd door het opleidingsteam. Het team bestaat uit docenten van verschillende disciplines die gezamenlijk zorg dragen voor ontwikkeling, innovatie, inhoud, uitvoering, toetsing en evaluatie van de opleiding. Opleidingsmanager De opleidingsmanager is integraal verantwoordelijk voor de opleiding en geeft hiërarchisch leiding aan het team. Hij/zij is verantwoordelijk voor kwaliteit, inhoud en opbouw van het curriculum binnen de organisatorische en financiële kaders die zijn vastgesteld. Hij/zij is verantwoordelijk voor het behalen van de resultaten zoals afgesproken met de instituutsdirectie. De opleidingsmanager brengt doelen in, verdeelt verantwoordelijkheden, volgt realisatie en rapporteert aan de instituutsdirectie. De opleidingsmanager is verantwoordelijk voor een goede communicatie tussen het managementoverleg van het Instituut voor Recht en het team. Daarnaast draagt de opleidingsmanager zorg voor de continuïteit in de personele bezetting van het team en de inzet van (gast-)docenten in de geplande cursussen. De opleidingsmanager overlegt met de Beroepenveldcommissie, de opleidingscommissie en vertegenwoordigt de opleiding binnen en buiten de faculteit. Managementoverleg Instituut voor Recht De opleidingsmanagers hebben zitting in het managementoverleg van het Instituut voor Recht. Het managementoverleg bestaat verder uit de beleidsmedewerker onderwijs, de manager onderwijsorganisatie en de directeur van het instituut en wordt ondersteund door de managementassistente. Het managementoverleg heeft tot taak tot afstemming te komen tussen strategie, onderwijsinhoud en onderwijsorganisatie van de opleiding. Het adviseert de directeur van het instituut over de inhoudelijke, personele, financiële en organisatorische kaders van het Instituut voor Recht.
102
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Beleidsmedewerker onderwijs De beleidsmedewerker onderwijs ontwikkelt de onderwijsinhoudelijke kaders binnen het Instituut voor Recht en doet daarvoor voorstellen aan het managementteam. De beleidsmedewerker onderwijs heeft verder tot taak de ontwikkeling en uitvoering van de kwaliteitszorg binnen het instituut. De beleidsmedewerker onderwijs signaleert ontwikkelingen in het veld en vertaalt die naar onderwijsvisie en -beleid voor het Instituut voor Recht. De beleidsmedewerker onderwijs is voorzitter van de examencommissie. Onderwijskundige De onderwijskundige ondersteunt de docenten(teams) bij de ontwikkeling en de vernieuwing van het onderwijs. De ondersteuning vindt plaats in projectvorm, in opdracht van de beleidsmedewerker onderwijs en met betrokkenheid van docenten. Manager onderwijsorganisatie en team onderwijssecretariaat De manager onderwijsorganisatie is verantwoordelijk voor de logistieke bedrijfsvoering en organisatie van het onderwijs. De manager geeft de logistieke, financiële en personele kaders aan voor een uitvoerbare organisatie van het onderwijs. De manager onderwijsorganisatie geeft leiding aan de medewerkers van het team onderwijssecretariaat. Het team onderwijssecretariaat speelt een belangrijke rol bij o.a. de volgende onderwerpen: • Realiseren van roosters en planningen • Verzorgen van de informatie en communicatie over alle logistieke en organisatorische zaken binnen het onderwijs naar studenten en docenten; • Verzorgen van de managementinformatie naar leidinggevenden binnen het Instituut Recht; • Zorgen voor de verstrekking van studiemateriaal aan studenten; • Administreren van de studievoortgang van studenten; • Zorgen voor de organisatie van toetsen en de verwerking van toetsresultaten Binnen het team onderwijssecretariaat zijn de zogenaamde logistiek assistenten direct gekoppeld aan de opleidingen binnen het instituut. Daarnaast voeren administratief medewerkers algemeen administratieve taken uit.
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
103
De onderwijsbalie van het instituut voor recht Mededelingen van algemene aard en het onderwijsrooster, het tentamenrooster en eventuele roosterwijzigingen treft u aan bij de onderwijsbalie van de afdeling. Studenten worden geacht kennis te nemen van de gegevens op de prikborden en kunnen zich niet beroepen op het gegeven dat ze deze niet hebben gezien. Daar waar dat mogelijk is, worden studenten ook via e-mail geïnformeerd. Ook voor e-mail berichten geldt, dat studenten geacht worden er met grote regelmaat (b.v. ééns in de twee dagen) kennis van te nemen. Team GDW De afstudeerrichting heeft een vast team en werkt verder met gastdocenten uit de beroepspraktijk. Het vaste team bestaat uit: Hans Mreijen, opleidingsmanager Sharon Nijland, logistiek assistent, Sylvia van Son, medewerker praktijktijd Robert Agelink, docent Corné Biezemans, docent Liesbeth Tettero, docent Annelies van Vliet, docent Mark van de Zee, docent De docenten hebben spreekuur op de lesdagen op afspraak. 4.1.1 Opleidingsvarianten De opleiding kandidaat-gerechtsdeurwaarder wordt alléén aangeboden in een deeltijdvariant. Deeltijdopleiding Het deeltijdonderwijs biedt studenten de mogelijkheid om in de avonduren een volledige bacheloropleiding te volgen. De programma’s van de deeltijdopleiding zijn toegesneden op studenten die naast hun werk willen studeren. Kenmerkend voor de deeltijdopleiding is dus dat relevant werk in een voor het beroep relevante organisatie wordt gecombineerd met het volgen van beroepsonderwijs. De roostering is daarop aangepast. Het curriculum van de deeltijdopleiding heeft een ander karakter dan dat van de dagopleiding. Om toegelaten te worden tot de deeltijdopleiding dient de student aan dezelfde vooropleidingseisen te voldoen als bij de voltijdoplei-
104
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
ding. Het diploma van de deeltijdopleiding is gelijkwaardig aan dat van de voltijdopleiding. 4.1.2 Opleidingsstructuur algemeen Studiefases De opleiding bestaat uit twee studiefases: de propedeutische fase en de hoofdfase. De opleiding begint met een propedeutische fase van 1 jaar. Deze fase wordt afgesloten met een propedeutisch getuigschrift. Na de propedeuse volgt de hoofdfase die drie jaar duurt en wordt afgesloten met een bachelordiploma. Zie verder par. 4.2 en 4.3. Wettelijke studieduur, studielast en studiepunten De studielast (of –belasting) van de opleiding en de daartoe behorende cursussen wordt uitgedrukt in European Credits (EC). Dit is een in het studiejaar 2003/2004 nieuw ingevoerd studiepuntensysteem om opleidingen internationaal vergelijkbaar te maken. De studielast van 1 EC-studiepunt komt overeen met 28 studie-(klok)uren (inclusief contacttijd). Per cursus is aangegeven uit hoeveel EC de studiebelasting bestaat. Hierin zijn de contacturen op school verwerkt, maar ook de uren voor zelfstudie, het maken van opdrachten en van tentamens. De studiebelasting per collegejaar is 60 EC, dit is dus 1680 uur (inclusief de uren van de praktijktijd). Reken per week op een tijdsinvestering van 20 tot 25 uur. De ervaring leert dat dit een pittige belasting is voor de studenten door de combinatie van werk, studie en privé. De reguliere bacheloropleiding duurt vier jaar. Bij de opbouw van de opleiding is een gemiddelde studielast van 60 studiepunten, of te wel 1680 uur per studiejaar als uitgangspunt genomen. De totale studielast van de opleiding (onderwijs, zelfstudie en praktijktijd/stages) bedraagt dus 240 studiepunten. De studiepunten zijn als volgt over de studiejaren verdeeld: propedeuse: 60 studiepunten hoofdfase: 180 studiepunten
Tabel verdeling studielast over opleiding:
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
105
Propedeuse (60 EC) Hoofdfase (180 EC) In de cursusbeschrijvingen is per cursus de studielast opgenomen, uitgedrukt in hele studiepunten. Zie OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Studiepunten worden pas toegekend nadat de desbetreffende cursus is afgerond met het bijbehorende tentamen (c.q. alle deeltentamens). Zie ook par. 6.3.6. Propedeuse De propedeuse is een afgerond deel van de studie, waarvoor de student een getuigschrift krijgt. De student krijgt dit getuigschrift als hij de 60 EC gehaald heeft van het programma van het eerste jaar. Er is in principe geen tijdslimiet gesteld voor het halen van de propedeuse. Wel moeten GDW-studenten alle cursussen van de eerste drie jaar gehaald hebben voor zij aan hun stage mogen beginnen. Zie ook par. 4.2. Vrijstellingen in de propedeuse De student kan op basis van eerdere opleidingen vrijstellingen aanvragen voor onderdelen uit de propedeuse. Zie hiervoor ook 1.3.4, 4.2.4 en 6.2.
lingenbeleid zoals dat in 6.2 is beschreven. Consequentie van versnellen is wel dat de student lessen volgt op verschillende dagen, omdat de cohorten op verschillende dagen van de week zijn ingeroosterd. Om in aanmerking te komen voor een versneld traject, is een persoonlijk intakegesprek noodzakelijk. Hierin wordt op basis van de vooropleiding een individueel maatwerktraject opgesteld. Voor meer informatie kunnen belangstellenden contact opnemen met de vrijstellingscoördinator van de afstudeerrichting, Annelies van Vliet. 4.1.4 Overzicht curriculum (per studiejaar) Per studiejaar wordt door de opleiding het onderwijsprogramma ofwel curriculum van zowel de gehele studie als van de onderdelen vastgesteld. Dit studieprogramma geldt uitsluitend voor het studiejaar waarvoor het is vastgesteld. De curriculum overzichten van zowel propedeuse als hoofdfase zijn hieronder aangegeven inclusief het aantal bijbehorende studiepunten. De volledige cursusbeschrijvingen zijn te vinden in hoofdstuk 9 van deze studiegids en in OSIRIS.
Hoofdfase Het tweede en derde jaar richten zich voornamelijk op de verdieping van de juridische kennis en het verdiepen en verbreden van de funderende cursussen en communicatieve vaardigheden. In het vierde jaar loopt de student stage (zie 4.3.4). Tijdens de stage volgt de student verdiepende cursussen en maakt hij afstudeeropdrachten. Vrijstellingen in de hoofdfase Voor meer informatie over vrijstellingen zie ook par. 6.2 4.1.3 Verkorte opleidingsroutes Versneld traject Met ingang van het collegejaar 2005-2006 biedt de afstudeerrichting GDW aan (privaatrechtelijk) afgestudeerde juristen de mogelijkheid om de eerste twee studiejaren in één jaar te volgen. Deze versnelling is mogelijk door een persoonlijk vrijstellingenpakket en valt dus binnen het vrijstellingenbeleid van het Centrum voor Juridische Beroepspraktijk. Voor dit versneld traject geldt dan ook het vrijstel-
106
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
107
Propedeuse
Hoofdfase jaar 2
Periode A
Hoofdfase jaar 3
Periode A
Hoofdfase jaar 4
Periode A **
Periode A
Inleiding recht
3
Procesrecht in de praktijk 1
Juridische vaardigheden
2
Verdieping verbintenissenrecht 1
4
Juridisch argumenteren
3
Schriftelijke communicatie
3
Handelsrecht
3
Ondernemerschap 1 GDW
4
Training timemanagement
* Periode B
Procesrecht in de praktijk 1
6
Executie- en beslagrecht 1
6
3
Ethiek in de rechtspraktijk
3
Ondernemerschap 2 GDW
2
Juridisch argumenteren
3
Verdieping verbintenissenrecht 2
Staats- en bestuursrecht
3
Personen- en familierecht
3
Management en organisatie
2
Training Onderhandelen GDW
1
Training presenteren
1
Periode C Periode C
Periode C
**
Juridische stagebegeleiding
1
Intervisie
1
Periode B Periode B
Periode B
Executie- en beslagrecht 1
Executie- en beslagrecht 2
Procesrecht in de praktijk 2
**
1
Intervisie
1
Periode C Juridische stagebegeleiding
1
Intervisie
1
** 3
Periode D
Burgerlijk procesrecht 1
3
Verdieping goederenrecht
4
Verzekeringsrecht GDW
2
Juridische stagebegeleiding
1
Ethiek in de rechtspraktijk
3
Woon- en huurecht
3
Pacht GDW
1
Intervisie
1
Inleiding verbintenissenrecht
4 Periode D
Periode D
Periode D 6
Executie- en beslagrecht 2
8
Afstuderen
Internationalisering
3
Loopbaan- en competentie-
3
Koop- en consumentenrecht
3
Inleiding goederenrecht
4
Financieel management
3
Personen- en familierecht
3
Training gespreksvoering
2
Loopbaan- en competentie1
ontwikkeling (LCO) 1
ontwikkeling (LCO) Praktijktijd jaar 1
Opdr A
12
(niveau 1)
Opdr B
8
Totaal ECTS:
6
2
Stage (praktijktijd jaar 4)
28
Totaal ECTS:
60
ontwikkeling (LCO) Praktijktijd jaar 3 (niveau 2)
Praktijktijd jaar 2
Opdr A
10
Oefenrechtbank
(niveau 1)
Opdr B
10
Totaal ECTS:
Totaal ECTS:
18
ontwikkeling (LCO)+stageverslag Periode A t/m D
Periode A t/m D Loopbaan- en competentie-
Loopbaan- en competentie-
Periode A t/m D
Procesrecht in de praktijk 2
Burgerlijk procesrecht 2
Periode A t/m D
Arbeidsrecht
Juridische stagebegeleiding
20 3 60
60
60
* moet voldoende zijn voor behalen LCO ** toetsing in volgende periode
108
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
109
Uitgangspunt van het GDW-curriculum Uitgangspunt van het GDW-curriculum is een deeltijdstudie, die bestaat uit vier collegejaren. De eerste drie jaar volgt de student colleges naast het werk. Doordat het een deeltijdafstudeerrichting is, krijgen de studenten ook studiepunten voor uren die zij in de beroepspraktijk werken in combinatie met opdrachten die zij in werktijd uitvoeren en die aan de beroepspraktijk zijn gerelateerd. Het vierde jaar is het stagejaar: de student werkt dan onder toezicht van een gerechtsdeurwaarder als toegevoegd kandidaat en volgt daarnaast enkele gespecialiseerde cursussen op school. Het curriculum bestaat uit juridische, funderende en communicatieve cursussen, waarbij de nadruk zwaar ligt op de deurwaarderspecifieke juridische cursussen. Bij de funderende en communicatieve cursussen staan inzicht en vaardigheden centraal die de GDW’er nodig heeft in de beroepspraktijk. Deze zijn gekoppeld aan en gebaseerd op casuïstiek uit de praktijk. De opbouw van het curriculum is grofweg van algemeen naar specifiek, met inleidende cursussen in het eerste jaar en verdieping en verbreding in de volgende jaren.
4.1.6 Uitval van lessen
De praktijktijd, het deel beroepsuitoefening waar de student studiepunten voor krijgt, beslaat in principe een derde deel van de eerste drie jaar van de afstudeerrichting. Belangrijk is dat de studenten werken in een voor de deurwaarderspraktijk relevante omgeving. Dit hoeft in het eerste en tweede jaar nog niet noodzakelijkerwijs een gerechtsdeurwaarderskantoor te zijn. Aan het werk van de student wordt door de hogeschool een niveau toegekend. Zie voor meer informatie hierover deel 9 van deze studiegids.
Telefooncirkel De afstudeerrichting hanteert de telefooncirkel om de groep te informeren over veranderingen ten aanzien van de lessen, bijvoorbeeld bij ziekte van een docent. De afstudeerrichting verzoekt studenten om veranderingen van adres en telefoonnummer (ook van het werk) tijdig schriftelijk aan het secretariaat door te geven, zodat de afstudeerrichting studenten bijtijds kan bereiken.
Afwezigheid docenten De opleiding streeft ernaar om in geval van ziekte of afwezigheid om een andere reden van een docent, ervoor te zorgen dat lessen zoveel mogelijk doorgang kunnen vinden. Indien een college uitvalt, worden studenten hiervan op de hoogte gesteld via de e-mail. De docent overlegt bij terugkeer met de groep hoe de stof van de uitgevallen lessen wordt ingehaald. Afwezigheid studenten Indien een student afwezig is geldt de volgende regel: alleen bij cursussen met een aanwezigheidsplicht dient u zich ziek te melden bij de desbetreffende docent. Indien een student langdurig ziek is wordt hem aangeraden contact op te nemen met de studieloopbaanbegeleider. Het gaat daarbij niet alleen om studievoortgang, maar ook om eventuele financiële consequenties van studievertraging. Wanneer studievertraging dreigt, dient u tevens contact op te nemen met de studentendecaan (zie par. 2.2).
4.1.7 Studieloopbaanbegeleiding 4.1.5 Lesdagen en –tijden Iedere opleiding van het Instituut voor Recht kent eigen lesdagen en lestijden. De student wordt geacht hiervan zelf kennis te nemen via www.roosters.hu.nl.
Elke student krijgt bij aanvang van de studie een studieloopbaanbegeleider (slb’er) toegewezen. De studieloopbaanbegeleider, een docent van de opleiding, is uw eerste aanspreekpunt tijdens de studie.
De lesdag voor studenten GDW van het cohort 2007 – 2008 is de maandag. Voor het cohort 2006-2007 is donderdag de lesdag en voor het cohort 2005-2006 is dinsdag de lesdag. De lessen vinden plaats tussen ’s morgens 09.00 uur en ’s avonds 22.00 uur.
Studieloopbaanbegeleiding is het proces waarin u uw eigen studie en loopbaan stuurt en leert sturen. Doel van studieloopbaanbegeleiding is dat u: • inzicht verwerft in het beroep en in de eisen die de beroepsuitoefening stelt; • op basis daarvan kunt beoordelen of u zichzelf in het beroep wilt bekwamen en ontplooien;
110
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
111
•
•
u zich daadwerkelijk bekwaamt in de beroepsuitoefening, zodat u na afronding van de opleiding voldoet aan de gestelde eindtermen; optimaal gebruik maakt van de beschikbare middelen en tijd, zodat een maximaal studierendement wordt bereikt.
In de praktijk komt dit op het volgende neer. Onder begeleiding van de studieloopbaanbegeleider komt u tot een bepaalde wijze van werken en tot inhoudelijke activiteiten die moeten leiden tot een succesvol verloop van uw studie. Daarnaast helpt de studieloopbaanbegeleider u om te reflecteren op het studieproces en de organisatie daarvan, en de daaruit voortvloeiende resultaten. De studieloopbaanbegeleider vervult hierbij de rol van coach. De begeleiding vindt plaats door middel van individuele gesprekken met de studieloopbaanbegeleider, groepsbijeenkomsten en opdrachten. Naarmate de studie vordert, zal de intensiteit van de studieloopbaanbegeleiding geleidelijk verminderen. De gesprekken die u met de studieloopbaanbegeleider voert, zijn gebaseerd op de ervaringen die zijn opgedaan in projecten, lessen, practica, SLO-opdrachten, bedrijfsbezoeken en stage. In deze gesprekken leert u verbanden te leggen tussen de verschillende ervaringen. Gaandeweg krijgt u een beeld van wat u met de opleiding wilt, en welke rol u binnen het beroepenveld zou willen spelen. Daaruit trekt u conclusies en formuleert u vervolgens leerdoelen en een daarbij behorend plan van aanpak. Dit laatste maakt deel uit van uw persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Het geheel wordt opgenomen in uw portfolio. Studieloopbaanbegeleiding (SLB) jaar 1 Bij de studieloopbaanbegeleiding van het eerste jaar staat het BSA centraal. Iedere student krijgt een studieloopbaanbegeleider toegewezen. Dit is een docent van het vaste GDW-team. Deze persoon is het eerste aanspreekpunt voor de student als het gaat over de studievoortgang. Indien nodig verwijst de SLB’er de student naar de studentendecaan, bijvoorbeeld als de student uitstel van het BSA vraagt. Iedere student heeft in het eerste jaar minstens één individueel gesprek met de SLB’er. Na periode B nodigt de SLB’er alle studenten uit voor een pré-adviesgesprek om de voortgang te bespreken. Verder is SLB’er bereikbaar voor individuele afspraken.
112
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Studieloopbaanbegeleiding en het portfolio van het Centrum voor Juridische Beroepspraktijk Studieloopbaanbegeleiding Binnen het Centrum voor Juridische Beroepspraktijk is er studieloopbaanbegeleiding door de gehele studie. Studieloopbaanbegeleiding geeft sturing aan het eigen leerproces van de student en neemt een belangrijke plaats in in het curriculum. Het is een belangrijke plek waar de studenten met elkaar en met de studieloopbaanbegeleider de voortgang bekijken en plannen maken voor het vervolg. Het uiteindelijke doel is studenten af te leveren die beschikken over alle benodigde competenties en hierop ook kunnen reflecteren. Voor een deel is de studieloopbaanleerlijn een onderdeel van het curriculum. Er is weliswaar geen ‘toetsing’ (en de studieloopbaanbegeleider is ook geen beoordelaar) maar studenten ontvangen wel studiepunten in het eerste jaar. Voor een ander deel is de leerlijn een ondersteuning van het curriculum en biedt de leerlijn een structuur aan waar de student gedurende zijn studietijd wordt ondersteund in de ontwikkeling van zijn competenties. Uitgangspunten van het studieloopbaanbeleid De inhoudelijke uitwerking voor het onderwijsprogramma van de verschillende afstudeerrichtingen heeft een aantal uitgangspunten, maar kan verschillende inhoudelijke uitwerkingen krijgen. Uitgangspunten van het studieloopbaanbeleid: • begeleiding bij de studievoortgang van de student. • begeleiding van de competentieontwikkeling van de student. • de student is uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor zijn eigen studieloopbaan. De leerlijn in de verschillende jaren: 1e jaar: Gericht op oriëntatie, ondersteuning en verwijzing. Daarnaast wordt een eerste aanzet gemaakt met de competentie ontwikkeling. 2e jaar: De student heeft de keuze gemaakt voor de studie. Aandacht voor de studieplanning, reeds verworven en te ontwikkelen competenties, oriëntatie naar een stageplek of werkplek op niveau 2. 3e jaar: De student heeft een werkplek als HBO’er. Aandacht voor
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
113
de reeds verworven en te ontwikkelen competenties. 4e jaar: De student komt terug op de afstudeerrichting (voor de VT) en gaat afstuderen. Aandacht voor de studieplanning, (afstuderen), reeds verworven en te ontwikkelen competenties, oriëntatie op de toekomst. Een portfolio is bij dit onderwijsconcept een onmisbaar instrument. Het ondersteunt de competentieontwikkeling van studenten en maakt deze zichtbaar. De studieloopbaanbegeleiding en het instrument portfolio kan een dubbele functie innemen: het is ter ondersteuning van de ontwikkeling en reflectie (toekomstgericht); op grond van een studentgebonden portfolio kan beoordeeld worden welke competenties de student reeds beheerst in het licht van de eindkwalificaties van een de HBO afstudeerrichting (terugkijkend). Het Portfolio van het Centrum voor Juridische Beroepspraktijk Binnen het Centrum voor Juridische Beroepspraktijk wordt gewerkt met het portfolio. Het portfolio is een hulpmiddel ter ondersteuning van de professionele ontwikkeling. Een portfolio wordt onder andere gebruikt door kunstenaars om hun werk te presenteren. Het is een map met een bundeling van het meest kenmerkende eigen werk. Daarnaast geeft het inzicht in welke ontwikkeling iemand heeft doorgemaakt en maakt het des te makkelijker om ook op de eigen ontwikkeling te sturen. De studenten van het Instituut voor Recht kunnen op dezelfde wijze een portfolio aanleggen van hun studievoortgang tijdens de afstudeerrichting.
Het portfolio is een onderdeel van de studieloopbaanbegeleiding die door de gehele studietijd loopt. Hoe het portfolio voor uw afstudeerrichting eruit ziet, komt aan de orde in de bijeenkomsten van studieloopbaanbegeleiding. Het portfolio wordt gebruikt tijdens de gehele studietijd en is eigendom van de student , die hier ook zelf verantwoordelijk voor is. De student heeft minimaal 1x per jaar een gesprek met zijn studieloopbaanbegeleider over zijn portfolio. Aan het eind van de studietijd wordt het portfolio gepresenteerd. Dit kan bijvoorbeeld tijdens het eindgesprek met de studieloopbaanbegeleider of tijdens een presentatie. 4.1.8 Registratie studievoortgang Van iedere ingeschreven student worden de behaalde studieresultaten geregistreerd in het digitale studievoortgangsysteem van de HU: OSIRIS. Zie ook par. 2.12.4. De studievoortgang wordt uitgedrukt in studiepunten (EC). Voor elke cursus waarvan de eindbeoordeling voldoende is, worden de bijbehorende studiepunten toegekend. Zie ook par. 6.3.6. Via OSIRIS kunnen studenten te allen tijde zelf hun studievoortgang bekijken. Aan het einde van elk studiejaar wordt de studievoortgang van iedere student door de examencommissie vastgesteld.
Zoals al eerder gezegd is het portfolio een instrument om de ontwikkeling van competenties te sturen en te monitoren gedurende de afstudeerrichting. Met behulp van het portfolio heeft de student en de studieloopbaanbegeleider een overzicht van de ontwikkeling van zijn of haar competenties.
Registratie van studieresultaten en bewaking ervan Op het onderwijssecretariaat worden de studieresultaten van de studenten geregistreerd. Een kopie van deze resultatenlijst wordt in het studentendossier bewaard. Deze studieresultatenlijst geldt voor de student als bewijsstuk voor beoordeeld werk. Aan onjuistheden in deze lijst kan de student geen rechten ontlenen. Onvolledigheden en onjuistheden moeten door de student onmiddellijk schriftelijk worden gemeld bij het onderwijssecretariaat. Het is voor de student van groot belang te beschikken over een lijst met het juiste aantal studiepunten, in verband met het getuigschrift maar ook bijvoorbeeld om de werkgever te informeren over de voortgang van de studie. De afstudeerrichting neemt contact op met die studenten die een beduidende achterstand oplopen bij het behalen van de studiepunten. In overleg met de student wordt dan bekeken welke factoren de achterstand veroorzaken en of (en hoe) daar iets aan gedaan kan worden. Ook van de student wordt verwacht dat hij bij studie-
114
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Het portfolio laat een afspiegeling zien van de kerncompetenties die voor de afstudeerrichting gelden. De kerncompetenties verschillen voor de verschillende afstudeerrichtingen binnen het Instituut voor Recht. De studenten dienen aan het eind van de rit een aantal kerncompetenties te bezitten behorend bij de desbetreffende afstudeerrichting. De meeste competenties (bv. kennis, inzicht, vaardigheden) leert u echter niet in een cursus, maar gaan door de verschillende cursussen heen of doet u op in de praktijk of tijdens de stage.
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
115
achterstand initiatief neemt tot contact met de studieloopbaanbegeleider of de studentendecaan. In het studentendossier worden onder andere vastgelegd: • vrijstellingen, voortgangsgegevens en verslagen van gesprekken. • het voortgangsgesprek met de studieloopbaanbegeleider. 4.1.9 Introductie- en begeleidingsdagen, excursies, werkweken en trainingen Bovengenoemde excursies, werkweken e.d. maken onderdeel uit van het onderwijsprogramma van de opleiding. Deelname is daarom verplicht. Studenten die door overmacht en/of persoonlijke omstandigheden (waaronder financiële problemen) niet kunnen deelnemen aan excursies, werkweken, trainingen en begeleidingsdagen kunnen in aanmerking komen voor een vervangende opdracht. Daartoe kunt u een verzoek indienen bij de examencommissie (zie par. 1.3.4).
Het door Hogeschool Utrecht vastgestelde examengeld voor extraneï bedraagt v 1.538-. Deze inschrijvingsvorm is mogelijk voor studenten die alleen tentamens afleggen en geen begeleiding of ondersteuning nodig hebben. Kosten voor boeken en leermiddelen Voor de diverse studieonderdelen van de GDW-afstudeerrichting dienen de studenten boeken, readers en/of studiewijzer aan te schaffen. Als vuistregel geldt, dat de studenten ongeveer v 550,per jaar aan boeken, readers en studiewijzers uitgeven. Financiële tegemoetkoming Studenten die wegens aantoonbare financiële redenen de kosten van bepaalde onderwijsvoorzieningen niet kunnen dragen, kunnen in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming. Daarvoor moet een verzoek worden ingediend bij de faculteitsdirectie.
De GDW-opleiding kent geen werkweken. 4.1.10 Studiekosten en eigen bijdragen Als student moet je rekening houden met de volgende kosten verbonden met het onderwijs: Collegegeld Voor het studiejaar 2007-2008 gelden de volgende collegegelden: Het wettelijk collegegeld bedraagt v 1.538,- voor voltijdstudenten die daadwerkelijk studiefinanciering ontvangen en aan het begin van het studiejaar nog minstens 12 maanden studiefinanciering over hebben. Het door Hogeschool Utrecht vastgestelde collegegeld bedraagt: • v 1.538,- voor voltijdstudenten die geen studiefinanciering ontvangen of aan het begin van het studiejaar minder dan 12 maanden studiefinanciering over hebben; • v 1.538,- voor duale studenten; • v 1.033,- voor deeltijdstudenten. Voor niet-EER studenten (behalve studenten met een erkende vluchtelingenstatus / UAF) bedraagt het collegegeld bij de elke inschrijving voor een voltijdse of duale opleiding v 3.500,- en voor een deeltijdse opleiding v 2.350,-.
116
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
117
4.2 INRICHTING PROPEDEUSE
gen van de cursussen vindt u in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). De cursusbeschrijvingen zijn in deze studiegids opgenomen in hoofdstuk 9. 4.2.3 Instroom en toelating propedeuse • • •
4.2.1 Algemeen
Voor inschrijvingsvoorwaarden zie par. 1.3.3. Voor versnelde opleidingsroutes zie par. 4.1.3 . Toelatingseis is staatsexamen Nederlands NTII.2 voor studenten met een gelijkwaardig buitenlands diploma.
De propedeutische fase heeft drie functies: 4.2.4 Studieadvies Oriëntatie De student oriënteert zich op de beroepsuitoefening in het brede werkterrein van de opleiding en oriënteert zich op de opleiding en de vaardigheden die nodig zijn om de opleiding te volgen. Daarnaast is er aandacht voor persoonlijke ontwikkeling en motivatie om de studie te volgen. Selectie In de loop van het jaar bepaalt de student samen met de opleiding of de juiste keuze is gemaakt. De student ontvangt hierover een schriftelijk advies van de opleiding. Bij een negatief advies mag de student de opleiding aan Hogeschool Utrecht niet voortzetten. Zie verder par. 4.2.4. Verwijzing Wil of moet de student de opleiding verlaten dan wordt hij desgewenst geholpen bij het vinden van een meer geschikte opleiding. De propedeuse is een afgerond deel van de studie, waarvoor de student een getuigschrift krijgt. De student krijgt dit getuigschrift als hij de 60 EC gehaald heeft van het programma van het eerste jaar. Er is in principe geen tijdslimiet gesteld voor het halen van de propedeuse. Wel moeten GDW-studenten alle cursussen van de eerste drie jaar gehaald hebben voor zij aan hun stage kunnen beginnen (zie hoofdstuk 4.3, Hoofdfase). 4.2.2 Studieprogramma propedeuse Zie voor korte informatie over het studieprogramma van de propedeuse paragraaf 4.1.4. Een gedetailleerd overzicht en beschrijvin-
118
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
De propedeuse heeft onder meer een selectieve functie (zie ook par. 4.2.1). Daarom krijgt iedere student tijdens het eerste jaar van inschrijving voor de propedeuse twee maal een schriftelijk studieadvies over de voortzetting van de studie. Tussentijds studieadvies Uiterlijk halverwege het eerste studiejaar (in maart) ontvangt elke student van de examencommissie een schriftelijk tussentijds studieadvies over de voortzetting van de studie. Dit tussentijds advies bestaat uit een toelichting op de behaalde studieresultaten en de studievoortgang. Aan het tussentijdse advies wordt een waarschuwing verbonden wanneer op grond van de geregistreerde studieresultaten moet worden geconstateerd dat niet is voldaan aan de studievoortgangsnorm voor het desbetreffende deel van het eerste studiejaar. De waarschuwing bevat tevens het advies om in overleg met de studieloopbaanbegeleider en zonodig met de studentendecaan een studieplan op te stellen voor de tweede helft van het studiejaar, dat erop is gericht om binnen een redelijke termijn aan de norm voor studievoortgang te kunnen voldoen. Positief of negatief studieadvies Aan het einde van het eerste propedeusejaar (omstreeks juli) krijgt elke student van de examencommissie van de opleiding een (bindend) studieadvies over de voortzetting van de opleiding. Dit studieadvies kan positief of negatief zijn. Eerstejaarsstudenten krijgen aan het eind van het eerste collegejaar een Bindend Studieadvies (BSA). Dit advies is bedoeld als toets of
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
119
de student de studiebelasting aankan en of hij een Hbo-denk- en werkniveau heeft. Als de student 46 EC of meer heeft gehaald, dan krijgt hij een positief advies en dan kan hij de studie vervolgen. Voorwaarde is wel dat van deze 46 EC tenminste 34 punten behaald zijn uit het cursorisch gedeelte (de vakken) van het eerste jaar. De overige 12 punten komen uit de praktijktijd. Heeft de student minder dan 46 EC gehaald in het eerste jaar, of wordt niet voldaan aan de eis van 34 EC uit het cursorisch programma, dan krijgt hij een negatief BSA. Dit betekent dat de student de opleiding niet mag voortzetten. Mocht de student door zwaarwegende omstandigheden niet in staat zijn geweest om 46 EC meer te halen, dan kan hij de examencommissie vragen om uitstel van het BSA . De eerste 14 EC aan vrijstellingen tellen niet mee voor het BSA. Dit betekent in de praktijk dat studenten met meer dan 14 EC aan vrijstellingen, hogerejaarscursussen moeten volgen om aan de limiet voor een positief BSA te komen. Studenten krijgen een negatief advies als zij: • Aan het einde van het eerste studiejaar in de propedeuse 45 studiepunten of minder hebben behaald • Niet voldoen aan de eis tenminste 34 EC te hebben behaald uit het cursorisch gedeelte van het eerste jaar
Een negatief studieadvies bevat tenminste de gronden waarop de afwijzing is gebaseerd, de eventuele duur van de afwijzing, een verwijzingsadvies en de mogelijkheden van beroep voor de student. Het studieadvies wordt ondertekend door of namens de examencommissie, en wordt binnen een week na ondertekening aangetekend aan de student verzonden of persoonlijk uitgereikt. Een negatief advies is bindend. Een student aan wie een dergelijk advies is gegeven kan niet meer bij deze opleiding als student of extraneus worden ingeschreven. De examencommissie kan aan de afwijzing wel een termijn verbinden en/of besluiten dat de afwijzing zich ook uitstrekt tot opleidingen met hetzelfde propedeutisch examen. De examencommissie stelt de student in de gelegenheid te worden gehoord voordat wordt besloten om een negatief studieadvies af te geven. Tegen een negatief advies kan de student bezwaar aantekenen bij de examencommissie en/of beroep aantekenen bij het College van Beroep HU (zie hoofdstuk 7).
De examencommissie houdt bij het afgeven van een studieadvies rekening met bijzondere omstandigheden, zie hier onder bij Uitstel advies wegens bijzondere omstandigheden.
Uitstel advies wegens bijzondere omstandigheden De examencommissie houdt bij het uitbrengen van het studieadvies rekening met studievertraging die het gevolg is van persoonlijke omstandigheden van de student. Het betreft uitsluitend de volgende omstandigheden: • ziekte; • lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis; • zwangerschap; • bijzondere familieomstandigheden, waaronder tevens die van degene met wie de student samenwoont of een LAT-relatie onderhoudt; • het lidmaatschap van een medezeggenschapsraad of een opleidingscommissie; • andere omstandigheden waarin de aanvrager activiteiten ontplooit in het kader van de organisatie en het bestuur van (een onderdeel van) Hogeschool Utrecht, ter beoordeling door de faculteitsdirectie; • het lidmaatschap van het bestuur van een door het College van Bestuur krachtens de Steunfondsregeling HU erkende studentenorganisatie of een daarmee vergelijkbare organisatie van enige omvang; • andere situaties waarin de student door overmacht niet heeft
120
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
In de opleidingen van het Instituut voor Recht is geen bepaling van kracht die het behalen van het propedeutisch getuigschrift aan een specifieke termijn bindt (zie OER-FMR art. 23, lid 9). Vrijstellingen in de Propedeutische fase Voor vrijstellingen (OER-FMR, art. 23, lid 9) geldt, dat de eerste 14 studiepunten, verkregen middels vrijstellingen, niet meetellen bij de vaststelling van een studieadvies. Als een student meer dan 14 studiepunten aan vrijstellingen van de opleiding heeft verkregen, tellen de studiepunten boven het aantal van 14 mee bij de berekening van het puntenaantal in het kader van het vaststellen van het studieadvies. In voorkomende gevallen kan de vrijstellingscoördinator namens de examencommissie (gedelegeerde bevoegdheid) hoofdfaseonderdelen vaststellen, die kunnen meetellen bij de berekening van het bindend studieadvies.
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
121
kunnen deelnemen aan tentamens dan wel het onderwijs, ter beoordeling door de examencommissie.
4.3 INRICHTING HOOFDFASE
De student dient een studievertraging die is ontstaan door een van bovengenoemde persoonlijke omstandigheden zo spoedig mogelijk schriftelijk te melden bij de examencommissie met het verzoek om deze omstandigheden te betrekken bij de totstandkoming van het studieadvies. Zie ook par. 1.3.4. 4.3.1 Algemeen De student moet tevens zo snel mogelijk de studentendecaan en de studieloopbaanbegeleider benaderen. Deze adviseren de examencommissie over de te nemen beslissing. Zie ook par. 2.2. Een modelformulier voor melding bijzondere omstandigheden is verkrijgbaar via de Onderwijsbalie van het Instituut voor Recht.
De hoofdfase is de studieperiode na de propedeuse tot en met de diplomering. De hoofdfase bestaat uit: • Twee lesjaren van 120 EC; • Een stagejaar van 60 EC. Let op: de student mag de stage pas aanvangen nadat alle onderdelen uit de eerste drie leerjaren zijn behaald! U sluit de hoofdfase af met een eindexamen. Als de hoofdfase met goed gevolg is afgerond ontvangt u het bachelordiploma. 4.3.2 Studieprogramma hoofdfase Zie voor korte informatie over het studieprogramma van de hoofdfase paragraaf 4.1.4. Een gedetailleerd overzicht en beschrijvingen van de cursussen vind u in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). De cursusbeschrijvingen zijn in deze gids opgenomen in hoofdstuk 9. 4.3.3 Toegang hoofdfase en studierichtingen Studenten die de propedeuse van de opleiding hebben afgerond (en dus het propedeutisch getuigschrift hebben behaald) worden toegelaten tot de hoofdfase van de opleiding. Indien een student op grond van een elders behaald propedeutisch getuigschrift vrijstelling heeft gekregen van het afleggen van het propedeutisch examen van de opleiding, wordt het bewijs van vrijstelling gelijkgesteld aan het getuigschrift. Een propedeutisch getuigschrift wordt in dat geval niet verstrekt. Zie ook par. 6.2 (vrijstellingen). Studenten die de propedeuse nog niet hebben afgerond kan worden toegestaan vakken uit de hoofdfase te volgen en deze met een tentamen af te sluiten, op voorwaarde dat:
122
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
123
• • •
•
de student een positief studieadvies heeft ontvangen; de student over de benodigde voorkennis beschikt om de cursus te kunnen volgen (dus voldoet aan de beginvereisten); er geen garantie wordt gegeven dat het vak nog deel uitmaakt van het curriculum of nog dezelfde inhoud heeft op het moment dat de student officieel tot de hoofdfase wordt toegelaten; indien de inhoud van de cursus gewijzigd is, de examencommissie bepaalt welk vak of welke vakinhoud hiervoor in de plaats komt;
Studieloopbaanbegeleiding hoofdfase Ook in de hoofdfase krijgt iedere student een studieloopbaanbegeleider toegewezen. Doel van de studieloopbaanbegeleiding is het monitoren van de studievoortgang. Dit is voor GDW-studenten van groot belang, omdat zij pas aan hun stage mogen beginnen als zij alle cursussen van jaar 1 t/m 3 met een voldoende hebben afgerond (zie 4.4.4, Stage). In nauw overleg met de medewerker van het Praktijkbureau houdt de SLB’er ook in de gaten of de studenten een werkplek van voldoende niveau hebben. Als dat nodig is, nodigt de SLB’er de student uit voor een gesprek. Natuurlijk kunnen ook de studenten daartoe het initiatief nemen.
4.3.5 Profileringsruimte De opleiding kent geen keuzecursussen meer. De vrije keuzeruimte, de zogenaamde profileringsruimte, wordt gevonden in de verschillende afstudeerlijnen. Deze profileringsruimte is bedoeld om een eigen accent aan de studie te geven. De student kan er bijvoorbeeld voor kiezen de ondernemingskant op te gaan of een meer juridische kant. Binnen bepaalde grenzen en met toestemming van de opleiding kan ook voor een eigen profiel worden gekozen, de vrije variant. 4.3.6 Afstuderen Zie hoofdstuk 6 voor meer informatie over het examen en het getuigschrift. Zie par. 1.3.3 voor uitschrijving na afstuderen.
Voor vrijstellingen zie par. 4.1.2 en paragraaf 6.2. 4.3.4 Stages en stagewaardigheid Het vierde studiejaar staat in het teken van de stage. De student mag de stage pas aanvangen als hij alle onderdelen van de eerste drie studiejaren heeft afgerond. Hij kan dan, samen met de gerechtsdeurwaarder, het ministerie van Justitie verzoeken om goedkeuring van een tijdelijke toevoeging als kandidaat-gerechtsdeurwaarder. Hij mag dan ambtelijke handelingen verrichten, mits onder de verantwoordelijkheid van een gerechtsdeurwaarder. De student volgt verder nog aan de stage gerelateerd verdiepend onderwijs aan de hogeschool en maakt afstudeeropdrachten. De student is pas afgestudeerd als hij alle onderdelen van het vierdejaarsprogramma heeft afgerond. Zie voor meer informatie ook hoofdstuk 9.
124
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
125
5 CURSUSDEELNAME
126
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
127
5.1
ALGEMEEN
Het onderwijsprogramma van de opleiding is samengesteld uit onderwijseenheden, de zgn. cursussen. Een cursus is een samenhangend geheel van te verwerven kennis, inzicht en (beroeps)vaardigheden, met een studielast uitgedrukt in een geheel aantal studiepunten. Een cursus wordt afgerond door middel van een toets. Alle cursussen worden aan het begin van het studiejaar gepubliceerd via OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Zie voor een curriculumoverzicht par. 4.1.4, en voor meer informatie over de specifieke cursussen hoofdstuk 9.
5.2 INSCHRIJVING VOOR CURSUSSEN
Deelname aan cursussen is slechts mogelijk na tijdige inschrijving via OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Inschrijven (en evt. uitschrijven) is in elk geval mogelijk tot twee weken voor de start van een onderwijsperiode waarin het onderwijs van de desbetreffende cursus wordt gegeven. Als student bent u in principe hier zelf verantwoordelijk voor. U kunt in hetzelfde studiejaar niet meer dan eenmaal voor dezelfde cursus ingeschreven staan. Inschrijving voor een minor houdt tevens inschrijving in voor alle cursussen die deel uitmaken van de minor. Echter: studenten GDW worden voor cursussen uit hun eigen curriculum ingeschreven door het Onderwijssecretariaat. Voor cursussen buiten het eigen curriculum dienen studenten zich zelf digitaal via het programma OSIRIS (http://osiris.hvu.nl) op internet in te schrijven. Voor cursussen in het eigen curriculum kunnen studenten zich uitschrijven als ze daaraan niet wensen deel te nemen. Dit biedt studenten de mogelijkheid om, indien zij dit willen, eventueel sneller of langzamer te studeren. Indien gewenst kan de student contact opnemen met zijn studieloopbaanbegeleider ten behoeve van advisering ten aanzien van versneld of vertraagd studeren. Plaatsing in een cursus buiten het eigen curriculum kan alleen als er voldoende plaats is (dit ter beoordeling van de afstudeerrichting). In- (en eventueel uit)schrijven dient altijd te geschieden uiterlijk in het weekend van de laatste lesweek van de vorige periode, d.w.z. de periode die voorafgaat aan de periode waarin de student de cursus wil volgen. Studenten die zich niet aan de regels houden worden niet toegelaten bij colleges.
128
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
129
5.3 AANWEZIGHEIDSPLICHT
Overzicht data in- en uitschrijving voor cursussen: Onderwijsperiode
Data
Periode A (blok 1)
1 juli t/m 26 augustus 2007
Sluit in
Periode B (blok 2)
8 oktober t/m 28 oktober 2007
A8
Periode C (blok 3)
17 december t/m 20 januari 2008
B8
Periode D (blok 4)
17 maart t/m 6 april 2008
C8
De vorm en/of inhoud van een cursus kan met zich meebrengen dat studenten een aanwezigheidsplicht wordt opgelegd. Per cursus wordt in OSIRIS aangegeven of de aanwezigheidsverplichting van toepassing is. In uitzonderlijke gevallen kan de examencommissie vrijstelling verlenen van de aanwezigheidsplicht, eventueel onder bepaalde voorwaarden. De student moet daartoe een verzoek indienen (zie ook par. 1.3.4). Van elke student wordt optimale deelname (aanwezigheid en inzet) verwacht aan de programmaonderdelen waarvoor hij staat ingeschreven. • Bij practica en een aantal andere cursussen is 80% aanwezigheid voorwaarde voor toelating tot het tentamen (standaard-aanwezigheidsregel). Dit kan inhouden dat het pas in het volgende studiejaar mogelijk is voor dit studieonderdeel weer in te schrijven indien niet aan de aanwezigheidsverplichting is voldaan. • Voor cursussen met zeven bijeenkomsten betekent deze aanwezigheidsregel, dat zes lessen moeten worden gevolgd en dat maximaal één les mag worden gemist. • Voor cursussen met een afwijkend aantal bijeenkomsten wordt de 80%-regel rekenkundig toegepast, waarbij getallen achter de komma op de gangbare wijze tot hele getallen worden afgerond. Een voorbeeld van deze wijze van afronden: 5,01 tot en met 5,49 wordt een 5, een getal van 5,50 tot 5,99 wordt afgerond tot een 6. • Indien voor een specifiek(e) cursus/studieonderdeel de standaard-aanwezigheidsverplichting van kracht is, is hiervan melding gemaakt in de cursusomschrijving in hoofdstuk 9. Zonder vermelding in de studiegids kan geen aanwezigheidsverplichting worden opgelegd. • Bij onvoldoende deelname kan de docent besluiten om de betrokken student uit te schrijven. Dit houdt in dat de student van verdere deelname aan dit programmaonderdeel wordt uitgesloten.
130
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
131
•
•
•
Wanneer studenten bij een cursus/studieonderdeel, waarvoor de aanwezigheidsverplichting van kracht is, een deel van de lessen hebben gemist (20% of minder), kan er een compensatieopdracht worden geëist. Op dit punt kunnen studenten alleen verplichtingen worden opgelegd, die schriftelijk staan vermeld in de studiewijzer. Indien de aanwezigheidsregel van kracht is, geldt deze ongeacht de gronden en/of motieven die studenten in een specifieke situatie ertoe gebracht hebben om een of meer lessen te missen. Andersoortige aanwezigheidsbepalingen dan de standaard-aanwezigheidsregeling zijn mogelijk. Bij dergelijke regelingen-perstudieonderdeel kunnen studenten uitsluitend sancties worden opgelegd die expliciet zijn geformuleerd in studiewijzer en/of studiegids.
5.4 BEGINVEREISTEN
Aan een cursus kunnen begin- of toegangsvereisten zijn verbonden. Zie daarvoor de cursusbeschrijvingen (hoofdstuk 9). Een student die niet voldoet aan deze vereisten kan in beginsel niet deelnemen aan de cursus, tenzij de examencommissie daarvoor toestemming verleent. Zie ook par. 1.3.4. Indien een student niet voldoet aan de beginvereisten van een cursus kan hij uitsluitend met toestemming van de examencommissie het onderwijs van die cursus volgen. Voor aanvang van de cursus dient de student het benodigde lesmateriaal aan te schaffen
132
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
133
6 TENTAMENS EN EXAMENS
134
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
135
6.1
ALGEMEEN
alle benodigde studiepunten (60 voor de propedeuse en 180 voor de hoofdfase) zijn behaald. Het eindexamen kan slechts worden afgelegd als het propedeutisch examen is behaald. Het tijdstip waarop het laatste onderdeel is afgesloten, wordt aangemerkt als het tijdstip waarop het afsluitend examen is afgelegd.
Tentamens / toetsen Een cursus wordt afgerond door middel van een tentamen of toets. Binnen het Instituut voor Recht wordt als algemene term de voorkeur gegeven aan toets, boven tentamen. De term tentamen is echter onmisbaar, omdat zij de standaardterm is in juridische teksten (WHW, OER). Elke toets omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de individuele student, evenals de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. Een toets kan ook een onderzoek naar de beroepshouding van een student betreffen. Toetsen (ook die in groepsverband worden gemaakt) dienen dus primair om de leerresultaten van individuele studenten te toetsen aan de beoogde doelstellingen. Het onderzoek wordt verricht namens de examencommissie van het instituut die de cursus verzorgt. Inhoud en vorm van de toets worden bepaald door de desbetreffende docent onder verantwoordelijkheid van de examencommissie. Een toets kan onderverdeeld zijn in deeltoetsen. De examencommissie kan onder te stellen voorwaarden bepalen dat niet ieder tentamen met goed gevolg hoeft te worden afgelegd. Verder bepaalt de examencommissie de volgorde waarin in de propedeutische fase en in de hoofdfase tentamens kunnen of moeten worden afgelegd en waar nodig dat het met goed gevolg afgelegd hebben van tentamens voorwaarde is voor toelating tot andere tentamens.
Het door de student af te leggen examen is een formele aangelegenheid; aanmelding is niet nodig. Zodra de student het programma van de propedeutische fase of hoofdfase heeft afgerond, beoordeelt de examencommissie in haar eerstvolgende vergadering de resultaten. De data van de examenvergaderingen staan in het jaarrooster vermeld. Indien de student is geslaagd en aan alle overige verplichtingen met betrekking tot de opleiding heeft voldaan, reikt de examencommissie het getuigschrift uit. Daarvoor gelden wel procedurele regels. Zie verder par. 6.4. Uitgangspunten toetsbeleid Instituut voor Recht In het competentiegericht onderwijs is de toets (het examen, het tentamen) het startpunt van het onderwijs. In de toets wordt zichtbaar, wat de student werkelijk weet en kan. De toets en de beoordeling door de docent geven de student een beeld van zijn vorderingen: hoe ver bent u in uw ontwikkeling als professional? De toets heeft, vooral in de propedeuse, een selecterende werking. Het kan blijken, dat iemand het vereiste niveau niet haalt ondanks een grote inspanning.
Examens Iedere opleiding kent twee examens: het propedeutisch examen en het eindexamen. Deze examens vormen de afsluiting van respectievelijk de propedeutische fase en hoofdfase. De student slaagt voor het propedeutisch examen of eindexamen als voor dat deel voldaan is aan de beschreven normen. Daarvoor moeten de tentamens van de betrokken studiefase als voldoende zijn beoordeeld, en daarmee
Algemene regels betreffende toetsen en beoordelen • Alle programmaonderdelen worden tenminste tweemaal per studiejaar getoetst. • Wanneer een onderdeel meer dan twee maal per jaar wordt getoetst, hebben studenten het recht om aan deze extra toetsmogelijkheden deel te nemen, voor zover het om studieonderdelen gaat die voor hen zijn open gesteld inzake deelname en toetsing. Op deze regel geldt één uitzondering, en wel bij de propedeuse. Ten gevolge van de werking van het studieadvies is bij propedeusecursussen het wettelijk voorgeschreven minimumaantal van twee toetsmogelijkheden voor studenten tevens het maximumaantal. • Toetsperioden staan aangegeven in het onderwijsrooster.
136
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
137
•
Een docent is gerechtigd de beoordeling niet uit te voeren van toetsen die niet in correct Nederlands zijn gesteld. • Voldoendes kunnen niet worden herkanst. Werkstukken, die digitaal worden aangeleverd, kunnen worden gescreend door het programma Ephorus. Dit programma geeft informatie aan docenten, op basis waarvan plagiaat resp. vermeende fraude kan worden vastgesteld ( zie verder paragraaf 6.3.7).
1.5.
Indien niet anders is aangegeven in hoofdstuk 9, is de duur van een schriftelijk klassikaal toets twee uur.
1.9. 1.10.
Regels en richtlijnen voor verslagen en werkstukken Inleiding Hieronder volgen regels van het Instituut voor Recht voor de manier waarop verslagen, werkstukken en opdrachten moeten worden opgebouwd en vorm gegeven, en de manier waarop de taal moet verzorgt. Deze regels zijn er op gericht, dat de teksten die studenten tijdens de studie inleveren goed leesbaar en dus beoordeelbaar zijn. De regels over 'opbouw van de tekst' gelden uiteraard niet voor samenvattingen (literatuurstudies) en vraag/antwoordtoetsen. In de studiewijzers van cursussen kunnen nadere aanwijzingen staan voor de wijze waarop een student een specifieke tekst moet schrijven.
1.11. 1.12.
1.6. 1.7. 1.8.
1.13.
1.14.
Alinea's en witregels: scheid alinea's (korte teksteenheden over één thema) duidelijk van elkaar met witregels . Illustraties: gebruik alleen illustraties als deze een functie in de tekst hebben. Kleur: zorg dat de tekst goed leesbaar is op de achtergrond. Lettertype en -grootte: gebruik lettertype Times of Arial, grootte 10 of 11. Gebruik alleen grotere letters als dat strikt noodzakelijk is, bijvoorbeeld om een kop te laten opvallen. Regelafstand: gebruik regelafstand anderhalf. Letterafstand: gebruik tussen de letters de standaardafstand van de tekstverwerker. Uitlijnen: lijn de tekst links uit. Afbreken: breek woorden alleen af in samenstellingen (fietsen-stalling; maar niet: fietsenstalling). Als een tekst via de workspace wordt ingeleverd, moet de naam van de student en de naam of het nummer van de opdracht in de boven- of ondermarge van iedere pagina worden opgenomen. Als een tekst als bijlage bij een mailbericht wordt ingeleverd, moet de naam van de bijlage met de naam van de student beginnen.
Vormgeving 1. Werk opdrachten, verslagen en werkstukken uit met een tekstverwerker. 1.1. Papierformaat: lever verslagen, opdrachten en werkstukken in op A4-formaat. 1.2. Afwerking: lever opdrachten geniet in. Gebruik geen plastic omslagen, ringen e.d. Dit scheelt kosten voor de student en belast het milieu minder. 1.3. Voorblad: lever stukken in met een voorblad, met daarop: - de naam van de student(-en) - het studentnummer van de student(-en) - de opleiding / klas / groep - de naam van de cursus - de naam van de docent - de naam of het nummer van de opdracht 1.4. Marges: hanteer de standaardmarges van Word, dit is 2,54 cm aan de boven- en onderkant van de pagina en 3,17 cm aan de linker- en rechterkant.
Opbouw van de tekst 1. De tekst heeft een duidelijke structuur en is opgebouwd volgens een logisch bouwplan: de kernboodschap is duidelijk, wat bij elkaar hoort, staat bij elkaar en hoofd- en bijzaken zijn gescheiden. 1.2. Begin de tekst met een inleiding, met daarin: Een beschrijving van het onderwerp: verantwoording van de keuze en afbakening. De centrale vraag die in het stuk aan de orde komt. Een vooruitblik op de inhoud van het stuk. 1.3. Nummering en inhoudsopgave: nummer hoofdstukken en paragrafen. Gebruik bij langere teksten een inhoudsopgave. 1.4. Opsommingen: geef opsommingen duidelijk aan met nummers of opsommingtekens. 1.5. Koppen en tussenkoppen: gebruik in langere teksten koppen boven de hoofdstukken en tussenkoppen boven paragrafen en eventueel alinea's. 1.6. Gebruik voet- en eindnoten om extra informatie te geven. 1.7. Bronnenlijst: het laatste onderdeel van de tekst is een controleerbare lijst van geraadpleegde bronnen: een overzicht van de literatuur, tijdschriften, websites e.d. die gebruikt is.
138
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
139
1.8. 1.9.
Hou daarbij de volgende methodes aan (zie ook Leren communiceren of Zakelijke Communicatie): - Voor een boek: Auteur(s) of redactie (Jaar). Titel van het boek druk uitgever: plaats Ysebaert, T. (2005) Een goede onderhandeling. 1e druk, Thieme Meulenhoff: Utrecht-Zutphen Kuin, Y. (Red.) (1995). Levenservaringen en zinvragen. Ambo: Baarn - Voor een artikel: Auteur(s) (Jaar). 'Titel van het artikel' In: Naam van het tijdschrift jaargang, pp. pagina's Kleemann, E.R. (1996). 'Herhaald slachtofferschap van het delict woninginbraak.' In: Tijdschrift voor criminologie 38, pp. 232-244 Voor een website: Auteur(s). 'Titel van de tekst/bron'. Titel volledige werk of pagina. versie, nummer van de jaargang (jaartal): aantal paragrafen/pagina's. Volledige datum van raadpleging. URL. Nielsen, Jakob. 'Does the Internet make us lonely?,' Useit. (2000): 5 pars. 14 september 2004. http://www.useit.com/alertbox/20000220.html. Zorg dat alles wat in de tekst staat, bijdraagt aan de rode lijn van die tekst. Bewijs altijd wat in de tekst wordt beweert, gebruik goede argumenten.
NB! Bij meer dan (gemiddeld) twee fouten per pagina op het gebied van spelling en/of grammatica krijgt de student een onvoldoende voor het ingeleverde werk .
Taalverzorging 1. Stem het taalgebruik af op de doelgroep: is de tekst begrijpelijk voor degene voor wie hij bedoeld is? Zijn de zinnen helder? Staat er geen onnodig jargon in de tekst? 1.2. Zinslengte: maak de zinnen niet te lang, houd een gemiddelde aan van ca. 15 woorden per zin. 1.3. Schrijf helder: voorkom onnodige lijdende vormen, tangconstructies en voorzetselconstructies en ambtelijke taal. 1.4. Verbanden: leg duidelijke, logische verbanden, bijvoorbeeld met signaalwoorden. 1.5. Schrijf afkortingen voluit. 1.6. Schrijf correct. Gebruik de spellingscontrole, maar vaar er niet blind op. Let vooral op: - de spelling van werkwoorden (d/t!) - correcte zinsconstructies - correct gebruik van hoofdletters - correcte interpunctie.
140
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
141
6.2 VRIJSTELLINGEN
De examencommissie kan een student vrijstellen van (deelt)tentamens en/of het propedeutisch examen, op grond van:
De bevoegdheid om vrijstellingen toe te wijzen berust bij de examencommissie. De examencommissie heeft de uitvoering van het vrijstellingenbeleid gedelegeerd aan de vrijstellingscoördinatoren van de opleiding. Vrijstellingen GDW Studenten kunnen op basis van eerder gevolgde opleidingen, cursussen en trainingen vrijstellingen aanvragen voor cursussen. Voorwaarden hiervoor zijn dat de student kan aantonen: •
• •
een eerder behaald toets of examen; elders opgedane kennis of vaardigheden waaruit blijkt dat de student al aan de vereisten van het (deel)tentamen heeft voldaan.
Op dit moment beschikt het Instituut voor Recht nog niet over instrumenten ter beoordeling van elders verworven competenties (EVC). Daarom worden vrijstellingen uitsluitend toegekend op basis van elders behaalde studieonderdelen. Vrijstellingen worden onder vermelding van de geldigheidsduur schriftelijk verstrekt en ondertekend door de examencommissie. Zie par. 1.3.4 voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie. Vrijstelling van een toets of examen betekent dat de student niet hoeft deel te nemen aan de desbetreffende cursus(sen). De student wordt aangeraden om eerst met de studieloopbaanbegeleider, te overleggen om te bezien, of het zinvol is om een vrijstelling aan te vragen. Als een vrijstellingsverzoek wordt ingediend, moet daarbij altijd een schriftelijk bewijsstuk (diploma, cijferlijst, verklaring etc.) gevoegd zijn.
•
•
dat hij deze cursussen e.d. niet langer dan vijf jaar geleden heeft gehaald; dat de cursussen e.d. voor wat betreft de aard, inhoud en studiebelasting gelijk zijn aan die waar de student vrijstelling voor vraagt; in geval van een training, dat de training gevolgd is bij een organisatie die aangesloten is bij de Vetron.
De deadline voor het aanvragen van vrijstellingen is 1 november 2007. Vrijstellingen die hierna worden aangevraagd, worden alleen in behandeling genomen voor zover het een cursus of training betreft die de student na deze datum heeft gehaald. Om vrijstellingen aan te vragen, levert de student een compleet ingevuld formulier in dat verkrijgbaar is bij de Studentenservicebalie en bij de Onderwijsbalie van het Instituut voor Recht. Met het formulier levert de student relevant bewijsmateriaal in: diploma’s, certificaten en cijferlijsten (of een gewaarmerkte kopie hiervan), cursusbeschrijvingen en/of literatuurlijsten.
Vrijstellingen op basis van binnen de onderwijsafdeling behaalde resultaten, worden in OSIRIS met het oorspronkelijke cijfer opgevoerd. Andere vrijstellingen worden weergegeven als "VRY". De vrijstelling blijft buiten beschouwing bij eventuele berekening van een gemiddelde. Het vrijstellingenbeleid van de opleiding wordt uitgevoerd conform de bepalingen in de OER-FMR.
142
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
143
6.3 ORGANISATIE TENTAMENS
6.3.2 Inschrijving en deelname (her)tentamens
6.3.1 Tentamenvorm en –duur
Inschrijving schriftelijke tentamens Deelname aan schriftelijke tentamens is slechts mogelijk na tijdige inschrijving via OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Als student bent u hier zelf verantwoordelijk voor. Het tentamenrooster wordt bekend gemaakt op het moment dat de inschrijvingsperiode opent.
Tentamens (toetsen) zijn instrumenten om de studieresultaten van studenten te toetsen en beoordelen. Dit kan op verschillende manieren. De meest gebruikte tentamenvormen zijn: • • • • • • •
tentamens met gesloten vragen; tentamens met open vragen; tentamens met meerkeuzevragen; tentamens met een combinatie van multiple choice en open vragen; werkstukken of andere vormen van schriftelijke opdrachten; reflectieverslagen; het vervaardigen en/of uitvoeren van een presentatie en/of taak; een mondeling tentamen.
De examinatoren stellen de benodigde opdrachten, opgaven en beoordelingsnormen vast en zorgen ervoor (samen met andere bij een toets betrokkenen) dat de vereiste geheimhouding in acht wordt genomen totdat de opgaven zijn uitgereikt aan de kandidaten. De beschikbare tijdsduur voor tentamens is in de faculteits-OER bepaald. Bij uitzondering kunnen tentamens langer of korter duren. De werkelijke duur van elk tentamen wordt in OSIRIS vermeld, is telkens op het opgavenblad aangegeven en wordt ook door de surveillant bekendgemaakt. Studenten, die op grond van schriftelijke bewijsstukken en/of op grond van psychologisch onderzoek kunnen aantonen dat zij bij bepaalde vormen van toetsen verminderde prestaties leveren, kunnen voor 15 oktober van het lopende schooljaar een verzoek indienen bij de examencommissie om op een andere wijze te toetsen of hulpmiddelen te gebruiken bij de toetsen. Zie ook par. 1.3.4. en par. 6.3.3.
144
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Tabel inschrijfdata voor (her)tentamens: Onderwijsperiode
Data
Sluit in
Periode A (blok 1)
3 september t/m 30 september 2007
A4
Periode B (blok 2)
12 november t/m 9 december 2007
B4
Periode C (blok 3)
4 februari t/m 11 maart 2008
C4
Periode D (blok 4)
21april t/m 25 mei 2008
D4
(her)tentamens periode D (blok 4)
De data van deze tentamens wordt nog nader bekend gemaakt.
Mocht een student zich in de bovenstaande periodes niet hebben ingeschreven, dan is het mogelijk om via de “ v 15-regeling “ alsnog in te schrijven. Dit kan vanaf lesweek 5 tot en met vrijdag 12.00 uur van lesweek 7. Mocht een student gebruik willen maken de v 15-regeling dan dient de student bij de kiosk v 15 per (her-)tentamen te betalen. Met het bewijs van betaling kan de student zich bij het onderwijssecretariaat inschrijven. Na de inschrijving krijgt de student een kopie van zijn inschrijving en bewijs van betaling. De dag van de toets dient de student zich ruim van te voren, met de kopieën, te melden bij het onderwijssecretariaat. Daar zal hij/zij doorverwezen worden naar het uitgiftelokaal, waar de student te horen krijgt in welk lokaal hij het (her-)toets kan maken. Studenten dienen hun inschrijving voor schriftelijke toetsen te controleren op de presentielijsten in de map op de onderwijsbalie van het Instituut voor Recht. Studenten die zich via de v 15-regeling hebben ingeschreven staan niet op deze presentielijsten, aangezien zij in een calamiteitenlokaal deelnemen aan het tentamen. Studenten wordt dringend geadviseerd een uitdraai te maken van hun inschrijvingen, zodat zij een schriftelijke bevestiging mee kun-
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
145
nen nemen bij de tentamens, waarvoor zij zich hebben ingeschreven. Inschrijving niet-schriftelijke tentamens Zie hiervoor de cursusbeschrijvingen (hoofdstuk 9) voor de inschrijving voor niet-schriftelijke tentamens. Tentamenmogelijkheden / herkansingen Herkansing van een afgelegd tentamen is slechts mogelijk als de beoordeling van het tentamen onvoldoende is. Bij deelname aan een herkansing vervallen alle eerdere beoordelingen voor het tentamen. Als de student staat ingeschreven voor een tentamen maar daaraan niet deelneemt, verliest hij een tentamenmogelijkheid in dat studiejaar. Hij wordt dan verwezen naar de volgende reguliere tentamenmogelijkheid. De student die door overmacht niet aan een tentamen heeft kunnen deelnemen, kan de examencommissie verzoeken om een extra tentamenmogelijkheid. Van overmacht is sprake als zich één of meer van de volgende omstandigheden voordoen: • • • • •
ziekte; lichamelijk of andere functiestoornis; zwangerschap; bijzondere familieomstandigheden; andere situaties van overmacht, zulks ter beoordeling van de examencommissie.
Zie par. 1.3.4 voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie. Herkansingen De herkansing heeft dezelfde vorm als in deze studiegids is aangegeven bij de cursusomschrijving van de betreffende cursus onder 'toets', tenzij expliciet bij deze cursusomschrijving in de studiegids anders is aangegeven.
de tweede herkansing (derde toetsmogelijkheid) en verdere herkansingen moeten studenten er rekening mee houden, dat er nieuwe stof bestudeerd moet worden. Het is immers mogelijk, dat de cursus-in-kwestie geheel of gedeeltelijk is bijgesteld. Het aantal herkansingen is niet aan een limiet gebonden, maar de te tentamineren stof kan veranderd zijn ten opzichte van de eerste keer, dat de cursus werd getentamineerd. In dat geval wordt studenten geadviseerd om het onderdeel opnieuw te volgen. Ook de beoordelingswijze van de toets van de betreffende cursus kan zijn aangepast. Studenten kunnen zich niet beroepen op de wijze waarop in een voorafgaand studiejaar de toets van de betreffende cursus is beoordeeld. Dit geldt ook, indien de inhoud van het lesmateriaal niet zou zijn veranderd. 6.3.3 Voorzieningen wegens functiebeperking Algemeen Een student met functiebeperking kan de examencommissie verzoeken om een voorziening te treffen, waardoor de student een examen of toets op aangepaste wijze kan afleggen. Een verzoek hiertoe moet schriftelijk met bijbehorende deskundigenverklaring aan het begin van het semester tot uiterlijk aan het einde van de tweede lesweek (of aan het begin van het studiejaar in september) ingediend worden bij de examencommissie. Onder functiebeperking kan onder meer worden verstaan: astma, auditieve handicap, chronische vermoeidheid, dyslexie, epilepsie, meervoudig lichamelijke handicap, motorische aandoeningen, nierproblemen, psychische stoornissen, rugklachten, reumatische klachten, spierziekten, spraakaandoeningen, visuele handicap, RSI en whiplash. Zie par. 2.8 voor algemene informatie over studeren met een functiebeperking, en par. 1.3.4 voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie.
Nieuw lesmateriaal na twee toetsmogelijkheden De eerste twee toetsmogelijkheden, waarvan sprake is in het examenreglement, zijn erop gericht om de lesinhoud te tentamineren, die tijdens het betreffende programma aan de orde is geweest. Bij
Extra tentamentijd wegens dyslexie e.d. Als de examencommissie de aanvraag honoreert, kunnen studenten bij tentamens in het betreffende studiejaar extra tijd krijgen. Hiervoor moeten zij, naast de reguliere inschrijving, een speciaal formulier bij de onderwijsbalie ophalen. Daarop moet per tentamenpe-
146
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
147
riode worden aangegeven voor welke tentamens extra tijd wordt aangevraagd. Dit formulier moet binnen de inschrijfperiode worden ingeleverd op de onderwijsbalie. Algemene geldigheid van voorzieningen Een voorziening wegens een functiebeperking geldt na toekenning voor elk volgend toets of examen, tenzij uit het besluit van de examencommissie anders blijkt. Ook heeft de student recht op dezelfde voorziening ten aanzien van een toets of examen aan een andere opleiding, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: •
•
de toegekende voorziening is uiterlijk bij inschrijving voor het tentamen of examen gemeld bij de examencommissie van de andere opleiding; de student kan op verzoek het schriftelijk besluit tonen waaruitblijkt dat de voorziening is toegekend; de examencommissie van de andere opleiding heeft de gemelde voorziening niet geweigerd (een weigering moet schriftelijk en gemotiveerd voor het tentamen of examen aan de student worden bekendgemaakt).
een maximum van v 100,- per tentamenperiode. Studenten die door aantoonbare overmacht hun collegekaart zijn verloren, zijn per tentamenperiode v 25, - (tarief 1e tentamenpas) verschuldigd. Deze tentamenpas wordt slechts afgegeven indien de student: • rechtsgeldig staat ingeschreven als student aan HU; • bij de aanvraag een geldig legitimatiebewijs toont; • staat ingeschreven voor het desbetreffende tentamen. Overigens dient een student die de collegekaart is kwijtgeraakt dit direct te melden en een nieuwe collegekaart aan te vragen (tegen betaling van vervangingskosten). 6.3.5 Gang van zaken tijdens tentamens 6.3.5.1 Regels voor tentamens (algemeen)
De student die wel een collegekaart heeft ontvangen, maar deze door verlies, diefstal of anderszins is kwijtgeraakt, kan tijdens de tentamenperiode een tentamenpas (dagpas) aanvragen. Deze tentamenpas is uitsluitend geldig op de dag van afgifte. Voor de afgifte zijn administratiekosten verschuldigd van v 25,- per tentamenpas tot
1. De school zal zorg dragen voor adequate en voldoende tentamenruimte waarbij rekening gehouden wordt met het aantal studenten per lokaal en voldoende afstand tussen medestudenten. 2. Dit kan betekenen dat een tentamen soms in twee of meer lokalen gelijktijdig wordt afgenomen. Op het tentamenrooster is aangegeven in welk lokaal de student dient plaats te nemen. 3. De tentamens beginnen op de tijd zoals aangegeven in het tentamenrooster. De verschillende shifts beginnen om 10.00 uur, 13.00 uur, 16.00 uur en 19.00 uur. Studenten hebben na aanvang van het tentamen (op het moment dat de tentamenvragen worden uitgereikt) geen toegang meer tot het lokaal. Wie op deze wijze een tentamen heeft gemist, verliest een tentamenkans. 4. Tentamens en hertentamens kunnen ook op de avond worden afgenomen. In uitzonderingssituaties kan het voorkomen, dat hertentamens op een dag of avond in een lesweek worden geroosterd. 5. Wanneer een student onverhoopt twee (her)tentamens moet afleggen die op hetzelfde tijdstip zijn geroosterd, dient de student te beslissen aan welk tentamen hij in het kader van zijn studievoortgang prioriteit toekent. In twijfelgevallen kan hij zich bij het maken van deze keuze laten adviseren door de studieloopbaanbegeleider. 6. Wanneer er ten gevolge van gelijktijdig geroosterde tentamens en het daarmee gepaard gaande vervallen van een wettelijk gegarandeerde tentamenmogelijkheid problemen ontstaan t.a.v. studievoortgang (bijv. een afwijzing aan het eind van de prope-
148
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
•
6.3.4 Legitimatieplicht bij schriftelijke tentamens Voor deelname aan schriftelijke tentamens geldt dat een student zich moet legitimeren door middel van een geldige collegekaart van Hogeschool Utrecht. Indien een student geen geldige collegekaart kan tonen, is deelname aan tentamens alleen mogelijk door het tonen van een geldige tentamenpas in combinatie met een geldig legitimatiebewijs (geldig paspoort, geldige Europese identiteitskaart, een geldig Nederlands of internationaal rijbewijs of een geldig vluchtelingendocument). De student die nog geen collegekaart heeft ontvangen, kan in de week direct voorafgaande aan de tentamenperiode kosteloos een tentamenpas (periodepas) aanvragen. Deze tentamenpas is geldig gedurende de daarop aangegeven periode.
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
149
deutische fase, stagegeschiktheid, afstuderen), kan de student zich richten tot de examencommissie met het verzoek om te beoordelen, of hij voor een speciaal voor hem te organiseren tentamen in aanmerking komt (zie par. 1.3.4.). 6.3.5.2 Regels voor studenten bij toetsen 1. Studenten die door bijzondere persoonlijke omstandigheden niet kunnen deelnemen aan een (her)tentamen dienen dit schriftelijk te melden bij de examencommissie. Deze regel is relevant in verband met belangrijke studievoortgangmomenten als het bindend studieadvies, de stagegeschiktheid e.d. Indien door deze persoonlijke omstandigheden de student niet over twee tentamenmogelijkheden in het betreffende studiejaar zou beschikken, beoordeelt de examencommissie of de reden van afwezigheid onder de zogenaamde bijzondere omstandigheden valt (zie artikel 23 en artikel 39 van de FMR OER). In deze situatie bekijkt de examencommissie in overleg met de vakdocent of er nog een herkansing in het betreffende studiejaar mogelijk is. 2. De gang van zaken tijdens mondelinge tentamens en/of bij practicumonderdelen is gedelegeerd aan de desbetreffende docenten. 3. Studenten dienen uiterlijk vijftien minuten voor aanvang van de toets aanwezig te zijn, zodat de surveillanten de collegekaarten kunnen controleren. Studenten leggen daartoe hun collegekaart zichtbaar op tafel. 5. Tijdens het maken van een schriftelijk tentamen is het verboden met elkaar te overleggen of met elkaar te praten. Iedere vorm van fraude maakt de toets ongeldig. De surveillant maakt hiervan een aantekening en meldt dit aan de examencommissie (zie verder paragraaf 6.3.7). 6. Het gebruik van elektronische apparatuur (GSM, buzzer, message watch, organizer, portable computer, etc.) tijdens de tentamens is verboden, tenzij expliciet is vermeld dat dit zulks is toegestaan. Genoemde apparaten moeten tijdens het tentamen zijn uitgeschakeld en opgeborgen. 7. Studenten die klaar zijn met het tentamenwerk leveren individueel het tentamen in bij de surveillant en verlaten in alle rust de tentamenruimte. De laatste 15 minuten mag niemand het lokaal verlaten tot het einde van de tentamentijd. Bij inlevering van het tentamen tekent de student de aanwezige presentielijst.
150
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
8. Indien een student zich heeft ingeschreven voor het tentamen, maar niet op de presentielijst blijkt voor te komen, verwijst de surveillant de student naar de betreffende afdeling. Indien blijkt, dat de student door een fout van de afdeling niet op de lijst voorkomt, wordt hij begeleid naar een aparte ruimte waar alsnog aan het tentamen kan worden deelgenomen. De in deze ruimte afgenomen tentamens worden apart aan het onderwijssecretariaat overhandigd. 9. Indien een student op basis van een inschrijving van een andere student aan de toets heeft deelgenomen, is het toetswerk onbeoordeelbaar en maakt de surveillant melding van fraude bij de examencommissie (zie verder paragraaf 6.3.7). 10. Een docent is gerechtigd de beoordeling niet uit te voeren van tentamens die niet in correct Nederlands zijn gesteld. Eerstejaars studenten voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, mogen tijdens het tentamen een woordenboek gebruiken. Indien zij van deze regeling gebruik willen maken moeten zij vóór 15 oktober van het lopende schooljaar een verzoek hiertoe indienen bij de examencommissie van het instituut. 6.3.5.3 Regels voor docenten bij toetsen 1. Docenten zorgen voor een duidelijke toetsinstructie aan surveillanten zodanig dat instructies niet strijdig zijn met deze richtlijnen en het examenreglement. 2. Docenten nemen maatregelen om afkijken te voorkomen. Een maatregel die daartoe wordt genomen is dat bij tentamen voor meer dan 30 studenten wordt gewerkt met twee of meer toetsvarianten. 3. De in de OER-FMR 2007/2008 vastgelegde nakijktermijn van 15 werkdagen na afname van het tentamen geldt binnen het Instituut voor Recht. 4. Tentamenuitslagen worden bekendgemaakt onder voorbehoud van fouten (overschrijffouten, typefouten, berekeningsfouten e.d.). 5. De opleiding organiseert een nabespreking van het tentamen (zie hiervoor verder paragraaf 6.3.6.8). 6. Docenten houden zich aan de voorschriften van de OER betreffende centralisatie van tentamens en bewaartermijnen (zie verder paragraaf 6.3.8). 7. De algemene verjaringstermijn voor herziening van tentamenresultaten is gelijk aan de bewaartermijn.
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
151
6.3.5.4 Te laat inleveren van tentamens/thuisopdrachten Wanneer een tentamen/thuisopdracht te laat wordt ingeleverd, wordt deze opdracht beschouwd als een niet benutte tentamenkans. De opdracht wordt niet beoordeeld; er worden geen studiepunten toegekend. Indien het gaat om de eerste tentamenkans, resteert voor de betreffende student één toetsmogelijkheid, namelijk de regulier georganiseerde herkansing. De student moet zich dus voorbereiden op het maken van een nieuwe thuisopdracht, die gebaseerd is op de opgaven voor de reguliere herkansing. Na twee onvoldoendes voor het betreffende onderdeel is par. 6.3.2. van kracht, over nieuw lesmateriaal na twee tentamenmogelijkheden. Als inlevertermijn voor thuisopdrachten geldt de laatste dag van de tentamenweken van de betreffende periode, tenzij in de studiewijzer anders is aangegeven. 6.3.5.5 Kopie van schriftelijke werkstukken De student dient van elke thuisopdracht een kopie voor zichzelf te maken, voordat hij deze aan de betreffende docent doet toekomen. Hetzelfde geldt voor alle werkstukken en verslagen, die in het kader van de opleiding door studenten worden geproduceerd.
6.3.6 Beoordeling en inzage tentamenwerk 6.3.6.1 Tentamenbeoordeling De beoordeling van een toets wordt uitgedrukt in: •
een cijfer op een schaal van 1 t/m 10, of
•
een woordbeoordeling: VRY (vrijstelling), V (voldoende) of O (onvoldoende).
Een tentamen is als voldoende beoordeeld bij een cijfer 6 of hoger en als onvoldoende bij 5 of lager. Cijfers met decimalen kunnen niet op de studieresultatenlijst worden bijgeschreven en worden afgerond volgens de gangbare rekenkundige praktijk (5,5 wordt 6, 5,49 wordt 5).
6.3.6.2 Eindbeoordeling cursus De eindbeoordeling van een cursus wordt uitgedrukt in een cijfer of woordbeoordeling, op dezelfde wijze als bij tentamens (zie boven). De eindbeoordeling van een cursus is voldoende bij een (afgerond) eindcijfer van 6 of hoger, dan wel VRY of V. De aan een cursus verbonden studiepunten (zie cursusbeschrijvingen, hoofdstuk 9) worden pas toegekend als het bijbehorende tentamen op alle onderdelen is behaald. Cijfers worden individueel toegekend op basis van het door de individuele student geleverde werk, tenzij conform de opgaven in deze studiegids en in de studiewijzer de individuele beoordeling wordt afgeleid van de beoordeling van een groepsresultaat. 6.3.6.3 Deeltentamens Er is sprake van een deeltentamen indien het eindcijfer wordt vastgesteld door cijfers die voor afzonderlijke onderdelen worden behaald, volgens een gewichtsverhouding te wegen en dan bij elkaar op te tellen. Voor deeltentamens gelden de volgende bepalingen. a. Voldoende deelcijfers, behaald in het kader van een deeltentamenopdracht, blijven geldig gedurende het studiejaar, waarin het betreffende onderdeel is aangeboden. Dit betekent, dat het voldoende deelcijfer altijd blijft staan bij de herkansing en niet meer geldt voor het daaropvolgende studiejaar. Het betekent ook, dat een deelcijfer zoals hierboven bedoeld blijft staan, wanneer binnen één studiejaar meer dan twee toetsmogelijkheden voor de betreffende cursus plaatsvinden. Dit laatste is het geval, wanneer deze cursus in meerdere perioden van hetzelfde studiejaar wordt aangeboden (voor voltijders in een andere periode dan voor deeltijders). b. Ook voor deeltentamens geldt, dat voldoendes niet kunnen worden herkanst. c. De student wordt geïnformeerd over zijn cijfer, ook al heeft hij slechts een deel van het totale tentamen gemaakt.
De resultaten van tentamens worden door de examencommissie definitief vastgesteld. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan mondeling meegedeelde resultaten.
6.3.6.4 Bekendmaking tentamenresultaten Ten bewijze dat een tentamen met goed gevolg is afgelegd, wordt de uitslag door de desbetreffende examinator of examinatoren bekend gemaakt via OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Tentamenresultaten
152
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
153
worden altijd bekend gemaakt onder voorbehoud van type- en overschrijffouten. Studenten kunnen zelf uit OSIRIS een resultatenlijst uitprinten en deze controleren.
6.3.6.7 Nabespreking De volgende regels gelden als aanvullend beleid betreffende nabesprekingen.
6.3.6.5 Tentamenresultaten De Osiris-site geeft informatie over de behaalde studieresultaten. Als de studieresultatenlijst onvolledig is, kan de student contact opnemen met de betreffende docent. De opleiding is verplicht tweemaal per jaar een resultaatlijst op papier te verstrekken en verstuurt deze naar het postadres van de student aan het eind van periode B en D.
1. Voor elk door studenten geleverd schriftelijk toets resp. werkstuk wordt vanuit de opleiding een nabespreking georganiseerd. Studenten hebben recht op een nabespreking voor elk studieonderdeel dat schriftelijk wordt afgerond. 2. Deelname aan nabesprekingbijeenkomsten is voor studenten facultatief tenzij in de studiewijzer anders is vermeld. 3. De nabesprekingen worden georganiseerd in week 3 of week 4 van de eerstvolgende periode na de periode, waarin de cursusin-kwestie is gegeven en getoetst. 4. Tijdens de nabespreking hebben studenten het recht om het door hen geleverde schriftelijk werk in te zien. 5. De functie van de nabespreking kan als volgt worden getypeerd. a. De student krijgt commentaar op het door hem geleverde werk. De docent presenteert de 'juiste' antwoorden op de opgaven, en de student kan op die manier leren wat er goed en wat er minder goed was aan het door hem geleverde werk. Alle specifieke vragen, die voortkomen uit de confrontatie tussen het door de student geleverde werk en de 'modelantwoorden' die de docent presenteert, kunnen tijdens de nabespreking aan de orde komen. Hier ligt het onderwijskundig belang van nabesprekingen: er kan per student maatwerk worden geleverd. b. De student krijgt toelichting op de beoordeling van het door hem geleverde werk. 6. Bij nabesprekingbijeenkomsten noteren de aanwezige studenten hun naam op een presentielijst. 7. Wanneer er geen groepsgewijze nabespreking wordt georganiseerd, heeft de student recht op een individuele nabespreking, in beginsel tijdens het spreekuur van de betreffende docent. 8. Wanneer de student geen gebruik heeft gemaakt van een door de opleiding georganiseerde groepsgewijze nabespreking, kan hij geen aanspraak maken op een individuele nabespreking.
Voor de bekendmaking van tentamenresultaten gelden de volgende termijnen: • uiterlijk 15 werkdagen na afname van een schriftelijk tentamen; • op de dag van afname van een mondeling tentamen. De beoordelingstermijn wordt opgeschort gedurende ingeroosterde vakantieperioden, met uitzondering van de zomervakantie. Indien sprake is van een eindbeoordeling op basis van meerdere deeltentamens, begint de termijn zoals hierboven genoemd te lopen vanaf het laatste deeltentamen. De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van de genoemde beoordelingstermijnen, mits het belang van de student hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. 6.3.6.6 Inzage tentamenwerk De student heeft recht op inzage van het gemaakte en beoordeelde tentamenwerk. De inzage, al dan niet gekoppeld aan een nabespreking, vindt plaats binnen drie weken na het bekendmaken van de tentamenuitslag. De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van deze termijn, mits het belang van de student hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Het moment van inzage wordt in het jaarrooster vermeld of door de docent tijdig bekend gemaakt. Om praktische redenen wordt voor de deeltijdstudenten geen collectieve inzage georganiseerd. Zij worden geacht (via e-mail) een afspraak te maken met de desbetreffende docent, zodat een moment van inzage kan worden afgesproken.
154
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
6.3.7 Onregelmatigheden / fraude De OER-FMR bevat een aantal bepalingen (art. 38) over onregelmatigheden. Op (vermeende) fraude zijn deze bepalingen van toepassing.
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
155
Binnen het Instituut voor Recht is de gang van zaken bij een serieus fraudevermoeden als volgt. a. De betreffende docent meldt vermeende fraude altijd bij de examencommissie. Hij overhandigt de relevante documentatie en informeert de betrokken student. Na deze stap vindt geen nader overleg plaats tussen de betrokken student en docent. b. De examencommissie informeert de opleidingsmanager over de fraudeverdenking. c. De examencommissie, resp. het DB van de examencommissie, hoort de docent en nodigt de student uit voor een gesprek. d. Tijdens dit gesprek confronteert het DB van de examencommissie de student met de gerezen verdenkingen. De student krijgt de gelegenheid hierop te reageren en zijn versie van de gebeurtenissen uiteen te zetten. De ambtelijk secretaris maakt van dit gesprek een verslag. e. Na het horen van de student overlegt de examencommissie om tot een eindoordeel te komen en stelt daarbij al dan niet een sanctie vast. f. De student ontvangt schriftelijk bericht van de beslissing van de examencommissie, binnen een termijn van maximaal vier werkdagen. g. De faculteitsdirectie ontvangt een rapport van de beslissing van de examencommissie en van de feiten, waarop deze beslissing steunt.
de beslissing in een eventuele beroepsprocedure met betrekking tot die uitslag. In geval van beroep tegen de uitslag van het tentamen wordt het desbetreffende tentamenwerk bewaard gedurende de periode dat nog niet op dat beroep is beslist. Alle documenten met betrekking tot: • (voldoende) tentamen- of examenuitslagen, • vrijstellingen, • de inschrijving van de student, • de afgifte van getuigschriften of verklaringen,worden door de afdelingsdirectie bewaard gedurende een periode van 30 jaar, conform het Privacyreglement studenten HU. • De student kan pas na afloop van de bewaartermijn op verzoek tentamen- of examenwerk terugkrijgen. Wel is het mogelijk om tussentijds voor eigen rekening een fotokopie ervan te verkrijgen. De GDW student dient dit aan te geven op het geleiderblad van het tentamen. 6.3.9 Geldigheidsduur studieresultaten
Alle schriftelijk tentamen- en examenwerk wordt in elk geval bewaard tot zes maanden na bekendmaking van de uitslag, of tot
Registratie van studieresultaten en bewaking ervan Op het onderwijssecretariaat worden de studieresultaten van de studenten geregistreerd. De opleiding is verplicht tweemaal per jaar een resultatenlijst op papier te verstrekken en verstuurt deze naar het postadres van de student aan het eind van periode B en D. Een kopie van deze resultatenlijst wordt in het studentendossier bewaard. Deze studieresultatenlijst geldt voor de student als bewijsstuk voor beoordeeld werk. Aan onjuistheden in deze lijst kan de student geen rechten ontlenen. Onvolledigheden en onjuistheden moeten door de student onmiddellijk schriftelijk worden gemeld bij het onderwijssecretariaat, zonodig de docent. Het is voor de student van groot belang te beschikken over een lijst met het juiste aantal studiepunten, in verband met het getuigschrift maar ook bijvoorbeeld om de werkgever te informeren over de voortgang van de studie. De studieloopbaanbegeleider neemt contact op met die studenten die een beduidende achterstand oplopen bij het behalen van de studiepunten. In overleg met de student wordt dan bekeken welke factoren de achterstand veroorzaken en of (en hoe) daar iets aan gedaan kan worden. Ook van de student wordt verwacht dat hij bij studieachterstand initiatief neemt tot contact met de studieloopbaanbegeleider. In het studentendossier wordt onder andere vastgelegd:
156
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Bij onregelmatigheden ten aanzien van een tentamen of examen (waaronder fraude), kan de examencommissie de volgende maatregelen nemen tegen de desbetreffende student(en): • ontzeggen van de deelneming aan één of meer tentamens voor een termijn van ten hoogste één jaar; • onthouden van het getuigschrift of certificaat; • afnemen van een hernieuwd examen op door de examencommissie aan te wijzen onderdelen en op een door haar te bepalen wijze. Zie voor de volledige procedure artikel 38 van de Onderwijs- en examenregeling 2007-2008 (www.reglementen.hu.nl). 6.3.8 Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
157
• •
vrijstellingen, voortgangsgegevens en verslagen van gesprekken. het voortgangsgesprek met de studieloopbaanbegeleider.
Bij onderbreking van de inschrijving voor de desbetreffende opleiding, kan de examencommissie met betrekking tot een cursus waarvan het tentamen langer dan vijf jaar geleden is behaald of waarvan de inhoud aantoonbaar is verouderd, een aanvullend danwel vervangend tentamen opleggen alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het volgende tentamen. Indien de geldigheidsduur van het met goed gevolg afgelegde tentamen is beperkt, is de examencommissie van het instituut bevoegd die geldigheidsduur te verlangen.
6.4 GETUIGSCHRIFTEN EN TITULATUUR
6.4.1 Algemeen Ten bewijze dat een examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt: •
het propedeutisch getuigschrift na het behalen van het propedeutisch examen; • het (eind)getuigschrift na het behalen van het afsluitend examen. Propedeutisch getuigschrift en diploma worden ondertekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie van het instituut. Aan beide getuigschriften wordt een supplement toegevoegd, met als doel inzicht te geven in de aard en de inhoud van de opleiding en de behaalde studieresultaten. Elke student die afstudeert ontvangt tevens een (Engelstalige) HU-brochure, The education system in the Netherlands, over de structuur van het Nederlandse Hoger Onderwijs. Dit bevordert de internationale herkenbaarheid van de opleiding en het getuigschrift of diploma. Getuigschrift en supplement worden in het Nederlands uitgereikt. Daarnaast verstrekt de examencommissie een Engelstalige versie. De student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd, maar aan wie geen propedeutisch getuigschrift of diploma kan worden uitgereikt, kan bij de examencommissie een verklaring (certificaat) verkrijgen. Daarin zijn in elk geval de behaalde tentamens vermeld. De verklaring wordt ondertekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie van het instituut. Artikel 42 van de Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen HU 2007-2008 (www.reglementen.hu.nl) regelt welke gegevens het getuigschrift en supplement moeten bevatten. Zie ook bijlage 3 bij deze regeling (diplomaformats HU). Studenten die binnen één jaar hun propedeutisch getuigschrift behalen, ontvangen het getuigschrift in de loop van periode A (als ze aan de opleiding verder studeren) of aan het eind van het eerste
158
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
159
studiejaar, wanneer ze een andere studie gaan volgen. Het onderwijssecretariaat controleert of aan de criteria is voldaan en maakt het getuigschrift. Het getuigschrift wordt ondertekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie. Voor studenten, die na het halen van hun propedeutisch getuigschrift de opleiding verlaten, geldt de regeling, dat zij hun getuigschrift pas ontvangen nadat aan alle verplichtingen jegens de faculteit is voldaan. Vóór de uitreiking van het getuigschrift wordt door de studentenadministratie en andere diensten gecontroleerd of door de desbetreffende student de financiële zaken met de faculteit zijn afgewikkeld en al het geleende mediatheek- en/of ander materiaal is ingeleverd. Een kopie van het getuigschrift gaat in het studentdossier. Propedeuse in een later studiejaar Indien een student in de loop van het tweede studiejaar of later aan alle propedeusevereisten heeft voldaan, is hij op dat moment zelf verantwoordelijk voor desbetreffende melding aan het onderwijssecretariaat. Het propedeutisch getuigschrift kan daar worden aangevraagd. Het onderwijssecretariaat controleert de resultaten, vervaardigt het getuigschrift en legt het ter ondertekening voor aan de examencommissie. De student krijgt bericht als het getuigschrift klaar ligt. De examencommissie verleent de graad Bachelor aan degene die met goed gevolg het afsluitend examen van de opleiding heeft afgelegd. Aan de graad kan een vermelding van het vakgebied of het beroepenveld waarop de graad betrekking heeft, worden toegevoegd.
het beroepenveld waarop de graad betrekking heeft, worden toegevoegd. Het verlenen van de graad Bachelor geeft het recht om deze als titel te voeren, afgekort tot B (met evt. toevoeging) achter de eigen naam. In plaats daarvan (dus niet in combinatie) kan ook worden gebruikt de titel baccalaureus, afgekort tot bc. voorafgaand aan de naam. (Zie art. 43 OER-FMR, lid 4 voor de voor de FMR geldende titulatuur) 6.4.3 Aantekening cum laude of met genoegen Cum laude Op het einddiploma wordt uitsluitend op voorafgaand verzoek van de student de aantekening cum laude vermeld, indien de student heeft voldaan aan alle volgende eisen: • aan alle gevolgde cursussen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is een (eind)beoordeling van tenminste 6.0 verbonden; • het gewogen rekenkundige gemiddelde van alle (eind)beoordelingen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is minimaal 8.0; • de (eind)beoordeling van een afstudeeropdracht of eindscriptie is minimaal 8.0; • de student is maximaal 4 studiejaren ingeschreven geweest voor de opleiding. Vermelding met genoegen Op het einddiploma wordt uitsluitend op voorafgaand verzoek van de student de aantekening met genoegen vermeld, indien de student heeft voldaan aan alle volgende eisen: •
Het verlenen van de graad Bachelor geeft het recht om deze als titel te voeren, afgekort tot B (met evt. toevoeging) achter de eigen naam. In plaats daarvan (dus niet in combinatie) kan ook worden gebruikt de titel baccalaureus, afgekort tot bc. voorafgaand aan de naam. (Zie art. 43 OER-FMR, lid 4 voor de voor de FMR geldende titulatuur)
• • •
aan alle gevolgde cursussen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is een (eind)beoordeling van tenminste 6.0 verbonden; het gewogen rekenkundige gemiddelde van alle (eind)beoordelingen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is minimaal 7.0; de (eind)beoordeling van een afstudeeropdracht of eindscriptie is minimaal 7.0; de student is maximaal 4 studiejaren ingeschreven geweest voor de opleiding.
6.4.2 Graden en titulatuur De examencommissie verleent de graad Bachelor aan degene die met goed gevolg het afsluitend examen van de opleiding heeft afgelegd. Aan de graad kan een vermelding van het vakgebied of
Uitzonderingen De student aan wie meer dan 120 studiepunten aan vrijstellingen is verleend voor de betreffende opleiding kan niet in aanmerking komen voor bovengenoemde aantekeningen op het diploma.
160
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
161
Indien de inschrijvingsduur langer is dan 4 studiejaren als gevolg van erkende persoonlijke omstandigheden, kan de examencommissie beslissen dat de student toch in aanmerking komt voor de aantekening cum laude of met genoegen, mits wel voldaan is aan de overige eisen. Reikwijdte Bovenstaande regeling is uitsluitend van toepassing op studenten die op of na 1 september 2005 voor het eerst deelnemen aan de hoofdfase van de opleiding. Zie artikel 44 OER FMR, lid 6 voor de regeling voor studenten die al voor 1 september 2005 in de hoofdfase van hun opleiding stonden ingeschreven). 6.4.4 Procedure afgifte getuigschrift De examencommissie geeft pas een getuigschrift af nadat de faculteitsdirectie heeft verklaard dat dit kan worden afgegeven. Daarvoor wordt eerst onderzocht of de student aan alle verplichtingen jegens de opleiding heeft voldaan (onder meer moeten alle tentamens zijn behaald en dient de student rechtsgeldig te zijn ingeschreven).
162
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
163
7 KLACHTEN, BEZWAAR EN BEROEP
164
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
165
7.1
INLEIDING
Als u het niet eens bent met een beslissing en u komt er samen met uw opleiding niet uit, dan kunt u verschillende stappen ondernemen. Is het een besluit dat u rechtstreeks aangaat, dan kunt u beroep instellen bij het College van Beroep. Zie verder par. 7.3. Daarnaast kunt u een bezwaarschrift indienen bij de instantie door of namens wie het besluit is genomen (examencommissie of directie). Deze moet het besluit dan heroverwegen en een nieuwe beslissing nemen. Zie verder par. 7.2. Tegen bepaalde beslissingen is echter geen bezwaar of beroep mogelijk. Het gaat dan om beslissingen van algemene strekking; deze betreffen niet een individuele student, maar een algemene regel of algemeen beleid. Tegen die beslissingen kan soms wel een klacht worden ingediend, zie par. 7.4. De studentendecaan kan adviseren over bezwaar en beroep. Daarnaast kunt u uiteraard het conflict bespreken met degene die het besluit heeft genomen (examencommissie, docent, directie). U kunt daarbij de studentendecaan inschakelen en eventueel een mediator benaderen. Zie par. 2.2 en 2.6. Hieronder volgt een toelichting op de verschillende procedures.
7.2 BEZWAAR
Bezwaar is mogelijk tegen besluiten die zijn genomen op grond van de onderwijs- en examenregeling. Dit zijn besluiten die rechtstreeks met onderwijs, tentamens en examens te maken hebben (zoals tentamenbeoordelingen, voorzieningen en het bindend studieadvies). Het betreft alleen besluiten die zijn gericht op een individuele student (dus niet van algemene strekking, zie ook par. 7.4). De student dient binnen twee weken na bekendmaking van het besluit een schriftelijk bezwaarschrift in te dienen bij de examencommissie. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, en bevat tenminste naam en adresgegevens van de student, de redenen van het bezwaar en een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is. De examencommissie kan de student in de gelegenheid stellen om de bezwaren mondeling toe te lichten. In dat geval wordt de student tijdig uitgenodigd voor een hoorzitting. De examencommissie neemt in principe binnen twee weken na ontvangst van het bezwaarschrift een beslissing en maakt deze schriftelijk bekend aan de student. De beslissing is gebaseerd op een hernieuwde beoordeling en moet gemotiveerd zijn. Bij toewijzing van het bezwaar neemt de examencommissie tevens een nieuw (inhoudelijk) besluit. Als het bezwaar wordt afgewezen, blijft het oorspronkelijke besluit in stand. In het laatste geval kan de student nog beroep instellen bij het College van Beroep (zie par. 7.3). Dat moet wel gebeuren binnen 4 weken na bekendmaking van het oorspronkelijke besluit. De volledige bezwaarprocedure staat beschreven in art. 45 van de Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen HU 2007-2008 (www.reglementen.hu.nl). In dit artikel is ook opgenomen dat de examencommissie ten gunste van de student kan afwijken van deze procedure.
166
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
167
7.3 BEROEP
Beroep staat open tegen besluiten die op grond van de onderwijsen examenregeling zijn genomen (zoals tentamenbeoordelingen, voorzieningen en het bindend studieadvies) en besluiten van financiële aard (zoals steunfonds en restitutie collegegeld). Het betreft alleen besluiten die gericht zijn op een individuele student (dus niet van algemene strekking, zie ook par. 7.4). De student kan binnen 4 weken vanaf de bekendmaking van het besluit schriftelijk beroep aantekenen bij het College van Beroep. Het College van Beroep is de onafhankelijke, hogeschoolbrede beroepsinstantie voor studenten en extraneï van Hogeschool Utrecht. Het is dus niet verbonden aan een faculteit of opleiding. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat tenminste: • de naam, het huisadres, de woonplaats en het telefoonnummer van de student; • vermelding van de faculteit en de afdeling/opleiding waar de student is ingeschreven; • de dagtekening; • een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, onder vermelding • van de persoon die, of het orgaan dat het besluit heeft genomen; • één of meer gronden, waarop het beroep berust; • een zo nauwkeurig mogelijk omschreven vordering. Daarnaast moet een kopie van het bestreden besluit worden bijgevoegd. Het beroepschrift moet worden gericht aan het College van Beroep HU, postbus 573, 3500 AN Utrecht.
beroep instelt, ook als u daarnaast een bezwaarschrift indient. Mocht de beslissing op het bezwaarschrift voor u gunstig uitvallen, dan kunt u het beroep altijd weer intrekken. Het College van Beroep kan het beroep gegrond of ongegrond verklaren. Als het beroep gegrond wordt verklaard, betekent dat vaak dat de examencommissie of directie die het oorspronkelijke besluit heeft genomen, een nieuw besluit moet nemen. Het College van Beroep doet dat dus niet zelf. Als het beroep ongegrond wordt verklaard, blijft het oorspronkelijke besluit in stand. In art. 54-57 van het Studentenstatuut HU en in het reglement College van Beroep HU (www.reglementen.hu.nl) wordt nader beschreven wanneer beroep mogelijk is en welke procedure daarbij geldt. Zie voor meer informatie www.collegevanberoep.hu.nl en de folder Het College van Beroep, informatie over de beroepsprocedure. U kunt u voor informatie en advies ook wenden tot de studentendecaan (zie par. 2.2) of het secretariaat van het College van Beroep, tel. 030-2308352 en e-mail
[email protected] (let op: een beroepschrift kan niet per mail worden ingediend).
Let op: voor het instellen van beroep geldt een termijn van 4 weken. Deze termijn wordt niet opgeschort door het eventueel indienen van een bezwaarschrift. Zorg er dus voor dat u tijdig
168
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
169
7.4 ALGEMEEN KLACHTRECHT
Zie voor specifieke informatie over klachten wegens seksuele of verbale intimidatie par. 2.3. Zie voor meer informatie www.studentzaken.hu.nl. U kunt u voor informatie en advies ook wenden tot de studentendecaan (zie par. 2.2). De FMR Klachtenprocedure
Zoals gezegd kunt u bij onenigheid over besluiten of handelingen van algemene strekking (niet gericht op een individuele student) geen beroep of bezwaar aantekenen. In dat geval hebt u wel het recht een klacht in te dienen bij de faculteitsdirectie en om een voorziening te vragen. Het gaat dan vaak om de dagelijkse gang van zaken zoals bijvoorbeeld de vaststelling van roosters en niet om formele beslissingen. Een klacht moet schriftelijk worden ingediend binnen 4 weken nadat de handeling is verricht of het besluit is genomen. De klacht wordt ondertekend en bevat ten minste: • naam, adres, woonplaats en opleiding van de student; • een vermelding van degene die de bestreden handeling heeft verricht dan wel het bestreden besluit heeft genomen; • een duidelijke omschrijving van de handeling of het besluit waarop de klacht betrekking heeft; • de datum waarop de handeling plaatsvond of het besluit werd genomen dan wel ter kennis van de student werd gebracht; • de voorziening die naar het oordeel van de student behoort te worden getroffen. Alvorens een beslissing te nemen hoort de faculteitsdirectie alle betrokkenen bij het besluit of de handeling waartegen de klacht is gericht. Ook kunnen getuigen en deskundigen worden geraadpleegd. De faculteitsdirectie neemt in principe binnen vier weken na ontvangst van de klacht een (gemotiveerde) beslissing en maakt deze schriftelijk bekend aan de student. Tegen de beslissing van de faculteitsdirectie op de ingediende klacht kan de student beroep instellen bij het College van Beroep HU (zie par. 7.3).
Wanneer is er sprake van een klacht? De faculteit is structureel bezig met kwaliteitszorg. Maar overal waar gewerkt wordt kunnen fouten worden gemaakt. Als u vindt dat u niet naar behoren bent behandeld, kunt u een klacht indienen. Let wel op. Als u het niet eens bent met een beslissing van de examencommissie, spreken we niet van een klacht. Dan tekent u bezwaar aan bij de examencommissie of, in sommige gevallen, bij de faculteitsdirectie. Deze procedure staat beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling FMR, artikel 45. Maar als u over de werkwijze van de examencommissie niet tevreden bent, dan kunt u wél spreken van een klacht. De klachtenprocedure maakt integraal deel uit van het zogenoemde kwaliteitszorgsysteem. Jaarlijks wordt een geanonimiseerd rapport gemaakt. In dit rapport wordt beschreven: het aantal klachten, de aard en soort van de klachten en de wijze van afhandeling. Het rapport wordt voorgelegd aan de directie van de faculteit. Na vaststelling door de directie ontvangt de FMR een kopie ter kennisname. Hieronder volgt de procedure voor klachten: Een klacht uitpraten Het is mogelijk dat de klacht opgelost kan worden door een gesprek tussen betrokkenen. Is er bijvoorbeeld een klacht over de serviceverlening in de mediatheek, dan spreekt u eerst een van de medewerkers hierop aan. Houdt een docent zich regelmatig niet aan zijn spreekuur, dan is hij het eerste aanspreekpunt. Ook kunt u een afspraak maken met de medewerker van de opleiding, die speciaal belast is met kwaliteitszorg. Op het afdelingssecretariaat is bekend wie dat is. Als het toch niet lukt om zo tot een oplossing te komen dan volgt de klachtenprocedure.
Het algemeen klachtrecht is nader geregeld in art. 53 van het Studentenstatuut HU (www.reglementen.hu.nl).
Klachtenformulier Klachtenformulieren zijn te verkrijgen bij de Studentenservice. Studenten Creatieve Therapie kunnen de formulieren op het afdelingssecretariaat verkrijgen.
170
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
171
Wat gebeurt er met de klacht? Het klachtenformulier wordt behandeld door de instituutsdirecteur of door de medewerker die daarvoor is aangesteld. Betreft het een klacht die te maken heeft met de diensten van de faculteit, dan wordt de klacht onderzocht door het diensthoofd van de betreffende dienst. Vanaf stap 4, zie verder in dit artikel, gaat het Studentenstatuut in werking en komt de klacht terecht bij de faculteitsdirectie en eventueel bij het College van Beroep Hogeschool Utrecht. Vertrouwenspersoon Voor klachten van vertrouwelijke aard, zoals seksuele en verbale intimidatie of ander ongewenst gedrag, kunt u terecht bij de vertrouwenspersoon. De brochure “Vertrouwenspersoon voor studenten en medewerkers” is verkrijgbaar bij alle instituten en centra en bij de studentenservice. Wanneer studenten over deze onderwerpen liever iemand van buiten de faculteit raadplegen, kan contact worden opgenomen met de Vertrouwensinspecteur Hoger Onderwijs. Vertrouwenspersoon FMR: Sytske Teppema, e-mail:
[email protected], telefoon 030 252 9745.. Vertrouwensinspecteur Hoger Onderwijs, telefoon 030 666 5704. De opleidingscommissie Op een aantal afdelingen speelt de Opleidingscommissie een actieve rol bij de behandeling van klachten. Informeer hiernaar op de afdeling. De Procedure. Stap 1 Probeer de klacht op te lossen in onderling overleg. Stap 2 Als er geen oplossing bereikt is: U haalt een klachtenformulier bij Studentenservice. Studenten Creatieve Therapie halen een klachtenformulier op het afdelingssecretariaat CT. Studenten Instituut voor Social Work / De Horst kunnen een klachtenformulier halen bij de studentenbalie. Stap 3 U levert het ingevulde klachtenformulier in bij Studentenservice of het afdelingssecretariaat CT.
172
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
U krijgt van de Studentenservice, als bevestiging van ontvangst, een kopie van uw klachtenformulier, met vermelding van de datum waarop u het formulier hebt ingeleverd. De reactietermijn bedraagt maximaal 3 weken, afhankelijk van aard en ernst van de klacht. In verband met de dislocatie van de afdeling Creatieve Therapie in Amersfoort kan het voorkomen dat de uitwerking van de klachtenprocedure bij CT op onderdelen afwijkt. Stap 4 Studentenservice geeft de klacht onmiddellijk door aan de desbetreffende afdeling of dienst. De klacht wordt onderzocht en binnen 3 weken ontvangt u een schriftelijke reactie, die rechtstreeks wordt toegestuurd naar uw huisadres. Studentenservice ontvangt een afschrift hiervan. In de reactie staat concreet beschreven op welke manier de klacht is behandeld en welke maatregelen zijn genomen of worden genomen. Stap 5 Is de klacht niet naar tevredenheid afgehandeld, dan neemt u contact op met Studentservice. Bent u het namelijk niet eens met de schriftelijke reactie, dan kunt u binnen 4 weken een bezwaarschrift indienen bij de faculteitsdirectie. Indienen van het bezwaar geschiedt overeenkomstig artikel 53 van het Studentenstatuut HU. Stap 6 Voordat de faculteitsdirectie een besluit neemt naar aanleiding van uw bezwaarschrift, worden betrokkenen gehoord. U krijgt van de faculteitsdirectie binnen 4 weken een gemotiveerd besluit. Een afschrift daarvan gaat naar Studentenservice. Stap 7 Tegen het besluit van de faculteitsdirectie kunt u ook weer bezwaar maken. U kunt dan in beroep gaan bij het College van Beroep van de Hogeschool Utrecht. Meldt u opnieuw bij Studentenservice of het afdelingssecretariaat CT of de balie van het ISW /De Horst. U kunt daar een brochure over beroepsgang krijgen. Zie hiervoor het Studentenstatuut, artikel 54. Zonodig kunt u een decaan raadplegen. De beroepsprocedure van het College van Beroep vraagt over het algemeen veel tijd. Houd daar rekening mee.
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
173
8 ROOSTERS
174
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
175
8.1
JAARROOSTER
Zowel tijdens de propedeuse als tijdens de hoofdfase is het onderwijsprogramma ingedeeld in vier perioden (blokken). Deze perioden worden aangeduid met de letters A t/m D (ofwel als blok 1 t/m 4). Elke periode of blok beslaat gemiddeld ongeveer 10 weken, waarvan 7 lesweken en 3 weken die bestemd zijn voor (her-)tentamens, afronden van projecten e.d. en voor speciale activiteiten (trainingen, inhaallessen, studiedagen etc.). Vakanties en vrije dagen herftsvakantie: 22 t/m 28 oktober kerstvakantie: 24 december t/m 6 januari • 24, 27 en 28 december verplichte verlofdagen (hele week gebouw gesloten) • 25 en 26 december Kerstmis • 01 januari Nieuwjaarsdag voorjaarsvakantie: 25 februari t/m 2 maart 21 maart Goede Vrijdag; 23 en 24 maart Pasen mei-vakantie: 24 april t/m 4 mei • 30 april Koninginnedag • 1 mei Hemelvaart • 2 mei verplichte verlofdag 5 mei Bevrijdingsdag 11 en 12 mei Pinksteren zomervakantie (2008): 14 juli t/m 20 augustus
Het jaarrooster studiejaar 2007-2008 van de opleiding ziet er als volgt uit:
Onderwijsjaarrooster 2007-2008 Instituut voor Recht Kal. FMR Periode A 33 34 35 36 A1 37 A2 38 A3 39 A4 40 A5 41 A6 42 A7 43 44 A8 45 A9 Periode B 46 B1 47 B2 48 B3 49 B4 50 B5 51 B6 52 1 2 B7 3 B8 4 B9 5 B10 Periode C 6 C1 7 C2 8 C3 9 10 C4 11 C5 12 C6 13 C7 14 C8 15 C9 16 C10 Periode D 17 D1 18 19 D2 20 D3 21 D4 22 D5 23 D6 24 D7 D8 25 D9 26 D10 27 D11 28 33 34 35
176
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
D16 D17 A0
SP
Datum Maandag 13-08-07 20-08-07 27-08-07 03-09-07 10-09-07 17-09-07 24-09-07 01-10-07 08-10-07 15-10-07 22-10-07 29-10-07 05-11-07
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Her-Toets Introductie Les Les Les Les Les Les Les Vakantie A-T-I Toets
Her-Toets Introductie Les Les Les Les Les Les Les Vakantie A-T-I Toets
Her-Toets Introductie Les Les Les Les Les Les Les Vakantie A-T-I Toets
Her-Toets Introductie Les Les Les Les Les Les Les Vakantie A-T-I Toets
Introductie Les Les Les Les Les Les Les Vakantie A-T-I Toets
12-11-07 19-11-07 26-11-07 03-12-07 10-12-07 17-12-07 24-12-07 31-12-07 07-01-08 14-01-08 21-01-08 28-01-08
Les Les Les Les Les Les Vakantie Vakantie Les A-T-I Toets Toets
Les Les Les Les Les Les Vakantie Vakantie Les A-T-I Toets Toets
Les Les Les Les Les Les Vakantie Vakantie Les A-T-I Toets Toets
Les Les Les Les Les Les Vakantie Vakantie Les A-T-I Toets Toets
Les Les Les Les Les Les Vakantie Vakantie Les A-T-I Toets Toets
04-02-08 11-02-08 18-02-08 25-02-08 03-03-08 10-03-08 17-03-08 24-03-08 31-03-08 07-04-08 14-04-08
Les Les Les Vakantie Les Les Les Pasen A-T-I Toets Toets
Les Les Les Vakantie Les Les Les Les A-T-I Toets Toets
Les Les Les Vakantie Les Les Les Les A-T-I Toets Toets
Les Les Les Vakantie Les Les Les Les A-T-I Toets Toets
Les Les Les Vakantie Les Les Goede Vrijdag Les A-T-I Toets Toets
21-04-08 28-04-08 05-05-08 12-05-08 19-05-08 26-05-08 02-06-08 09-06-08 16-06-08 23-06-08 30-06-08 07-07-08
Les Vakantie Bevrijdingsdag Pinksteren Les Les Les Les A-T-I Toets Toets Diplomering
Les Vakantie Les Les Les Les Les Les A-T-I Toets Toets Diplomering
Les Vakantie Les Les Les Les Les Les A-T-I Toets Toets Diplomering
Les Hemelvaart Les Les Les Les Les Les A-T-I Toets Toets Diplomering
Les ADV Les Les Les Les Les Les A-T-I Toets Toets Diplomering
11-08-08 18-08-08 25-08-08
Her-Toets Introductie
Her-Toets Introductie
Her-Toets Introductie
Her-Toets Introductie
Her-Toets
Her-Toets Introductie
8.2 WEEKROOSTER
8.3 TENTAMENROOSTER
Per periode wordt een weekrooster vastgesteld. Hierin staat vermeld welke cursussen op welk moment worden gegeven door welke docent, in welk lokaal en voor weke groep. Het is de bedoeling dat iedere student zelf de voor hem of haar geldende gegevens overneemt. Dit rooster is uiterlijk een week voor aanvang van de nieuwe periode bekend.
De tentamens worden gedurende de tentamenweken aan het einde van elke lesperiode (elk blok) afgenomen. Via de opleiding wordt hiervoor een tentamenrooster bekend gemaakt. Dit rooster wordt voor aanvang van de betreffende periode bekend gemaakt via de reguliere publicatiekanalen. Aan de hand van de curriculumschema’s kunnen studenten zien in welke periode bepaalde cursussen worden afgesloten. Herkansingen vinden in de regel plaats in de eerstvolgende tentamenperiode nadat de cursus is aangeboden. Op het tentamenrooster voor de betreffende periode wordt exact aangegeven op welke dag en op welk tijdstip de toets (of herkansing) plaatsvindt. De indeling van studenten in de tentamenlokalen wordt uiterlijk in lesweek 7 bekend gemaakt via de reguliere publicatiekanalen. De tentamentijden voor sommige onderdelen van GDW kunnen afwijken. Van de student wordt verwacht dat hij het tentamenrooster daarom nauwkeurig in de gaten houdt. Bovendien zijn tentamens niet altijd op dezelfde dag als de lesdag. Daardoor kan de student gemakkelijk hertentamens én gewone tentamens maken, omdat die niet samenvallen. Tabel tentamentijden
178
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Tentamentijd
Tijden
Shift 1
10.00 – 12.00 uur
Shift 2
13.00 – 15.00 uur
Shift 3
16.00 – 18.00 uur
Shift 4
19.00 – 21.00 uur
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
179
9 CURSUSBESCHRIJVINGEN
180
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
181
AFSTUDEERPROJECT GDW
ARBEIDSRECHT GDW
Cursuscode:
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-030-07 (juridische variant) ADR-GDW-040-07 (ondernemerschap variant) ADR-GDW-050-07 (vrije variant) Verplicht 18 EC
Korte inleiding In het vierde jaar van de opleiding kiest u voor een afstudeerproject. U kiest zelf een onderwerp voor het afstudeerproject binnen de juridische, ondernemers- of vrije variant. Het onderwerp moet in ieder geval relevant zijn voor de beroepspraktijk van de gerechtsdeurwaarder. Leerdoelen • U kunt een projectplan opstellen, uitvoeren en presenteren. Inhoud U voert het project zelfstandig uit. Voor het opstellen van het projectplan volgt u aan het begin van het afstudeerjaar een training. Onderwijsvorm Training, bijeenkomsten en individuele gesprekken. Toetsing Verslag en presentatie Literatuur • Studiewijzer Afstudeerproject GDW 2007-2008. • verdere literatuur wordt nog bekend gemaakt
ADR-GDW-I654-04 Verplicht 3 EC
Korte inleiding In deze cursus wordt ingegaan op het arbeidsrecht, een meer specifiek terrein van het privaatrecht waarmee ook de deurwaarder in zijn praktijk te maken kan krijgen (temeer nu in arbeidszaken voor de sector kanton van de rechtbank wordt geprocedeerd). De relatie tussen de individuele werknemer en werkgever wordt onder de loep genomen, waarbij de rechten en plichten van partijen en het ontslagrecht centraal staan. Van het collectieve arbeidsrecht (medezeggenschapsrecht, CAO, Sociaal plan) komt vooral de CAO ter sprake. Ook wordt geschakeld tussen het arbeidsrecht en het sociale zekerheidsrecht. Leerdoelen • De student heeft kennis van de relevante arbeidsrechtelijke wetgeving en een selectie van rechterlijke uitspraken • De student kan arbeidsrechtelijke wetgeving en jurisprudentie toepassen op aan de beroepspraktijk ontleende casuïstiek Inhoud • Inleiding arbeidsrecht; individueel en collectief arbeidsrecht; • Afbakening arbeidsovereenkomst; • Rechten en verplichtingen werkgever en werknemer; • Loonbepalingen; • De arbeidsongeschikte werknemer; • Vakantie en verlof; • Gelijke behandeling; • Beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Onderwijsvorm Werkgroep.
182
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
183
Toetsing Schriftelijk tentamen (open vragen)
BURGERLIJK PROCESRECHT 1 GDW
Presentieregeling Aanwezigheid is niet verplicht. Literatuur • Studiewijzer Arbeidsrecht GDW 2007-2008 • Selecte van jurisprudentie (workspace) • Arbeidsrecht begrepen, mr. P.M.H.J van Grinsven, mr. H.C. Geugjes, Boom juridische uitgevers, ISBN 978-90-5454-875-1 • Vermande Verzameling Nederlandse Wetgeving 2007-2008, Koninklijke Vermande, Den Haag
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-091-07 Verplicht 3 EC
Korte inleiding Het gaat in deze cursus om een eerste kennismaking met en een inleiding op het algemene Nederlands burgerlijk procesrecht. Het burgerlijk procesrecht is het formele recht dat regelt op welke wijze de materiële rechten uit het privaatrecht kunnen worden verwezenlijkt, met name in geval van geschillen. Gerechtsdeurwaarders kunnen worden ingeschakeld wanneer een partij ten nadele van een andere partij in gebreke blijft. Zij geven aan crediteuren en debiteuren advies over hun rechtspositie en hoe zij hun materiele rechten in een (dagvaardings)procedure kunnen waarborgen. Tevens hebben gerechtsdeurwaarders wetenschap van alle procedures voor de burgerlijke rechter. Leerdoelen Aan het einde van deze cursus kunt u: • Uitleggen wat het belang is van het burgerlijk procesrecht in ons rechtsstelsel. • Aangeven welke personen in welke hoedanigheid een rol spelen in een burgerlijk proces. • Benoemen en toepassen van de belangrijkste beginselen van burgerlijk procesrecht. • Toepassen en definiëren van de in de lesstof voorkomende procesrechtelijke begrippen. • Hanteren en toepassen van de relevante rechtsbronnen. • Lezen van uitspraken inzake burgerlijk (proces)recht van nationale en internationale rechters en er de rechtsregel in herkennen. Daarbij kunt u aangeven wat het belang is van de betreffende uitspraak. • Beargumenteren welke rechter absoluut en relatief bevoegd is zowel nationaal als internationaal.
184
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
185
• •
• •
Uitleggen waarom het wel of niet haalbaar is om een procedure aan te gaan. Beschrijven hoe de dagvaardingsprocedure verloopt en in een gegeven geval kunnen beargumenteren hoe deze kan/zal verlopen. Beschrijven welke incidenten er in het burgerlijk procesrecht zijn en hoe deze ingesteld moeten worden. Aangeven hoe een procedure in kort geding verloopt.
Inhoud Aan de orde komen onder meer de hoofdbeginselen van het burgerlijk procesrecht en de diverse personen die een rol spelen in het burgerlijk proces. Ook de absolute, relatieve, nationale en de internationale bevoegdheid van de rechter worden behandeld. De incidenten in het civiele proces worden beschreven als de wijze waarop deze moeten worden ingesteld. Daarbij wordt uit de doeken gedaan in welke situatie een kort geding procedure de geijkte weg is en hoe deze procedure verloopt. Onderwijsvorm Hoorcollege en werkgroep waarin onder meer opgegeven stof wordt behandeld en mondeling antwoord gegeven op vooraf verstrekte vragen/casusposities. Toetsing Schriftelijk tentamen met casus en open vragen. Literatuur • Studiewijzer Burgerlijk Procesrecht 1 2007-2008; • Vermande Verzameling Nederlandse Wetgeving 2007/2008, Den Haag, Koninklijke Vermande of Gouden Kluwer 2007/2008; • Prof.mr. P.A. Stein en mr. A.S. Rueb, Compendium burgerlijk procesrecht, Deventer, Kluwer, 16e druk 2007; • C.J.J. van Nispen, A.W. Jongbloed en G.J. Meijer (red.), Rechtspraak burgerlijk procesrecht, Den Haag, SDU Uitgevers, 5e druk 2007, ISBN10: 9012116120/ ISBN13: 9789012116121 • Het in workspace geplaatste materiaal.
186
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
BURGERLIJK PROCESRECHT 2 GDW
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-092-07 Verplicht 3 EC
Korte inleiding Deze cursus is een vervolg op Burgerlijk Procesrecht en gedurende deze cursus zal u verder kennis maken met het algemene Nederlands burgerlijk procesrecht. In deze cursus wordt inhoudelijk op enkele aspecten ingegaan van de procedure in eerste aanleg. Zoals het bewijsrecht en het vonnis. Daarbij wordt er aandacht besteed aan rechtsmiddelen en het kostenplaatje van een procedure. Eveneens leert u hoe de verzoekschriftprocedure verloopt. Kortom u doet kennis op die noodzakelijk is voor het beargumenteerd oplossen van eenvoudige procesrechtelijke casus. Leerdoelen Aan het einde van deze cursus kunt u: • Toepassen en definiëren van de in de lesstof voorkomende procesrechtelijke begrippen. • Hanteren en toepassen van de relevante rechtsbronnen. • Lezen van uitspraken inzake burgerlijk (proces)recht van nationale en internationale rechters en er de rechtsregel in herkennen. Daarbij aangeven wat het belang is van de betreffende uitspraak. • Uitleggen hoe het bewijsrecht geregeld is. • Benoemen welke kosten er zijn verbonden aan een burgerlijk proces en waar deze te vinden zijn in de wet. • Aangeven welke vonnissen er zijn en wat daarin moet staan conform de wet. • Benoemen en kunnen onderbouwen welk rechtsmiddel in een gegeven situatie moet worden gehanteerd. • Aangeven welke zaken moeten worden ingeleid met een verzoekschrift en hoe de verzoekschriftprocedure verloopt. • Uitleggen welke alternatieven er voorhanden zijn voor een dag-
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
187
•
vaardings-of verzoekschriftprocedure en wat het voordeel & nadeel is van een dergelijk alternatief (ADR). De grote lijnen van het executierecht kunnen beschrijven.
Inhoud Na het volgen van deze cursus kunt u aan rechtzoekenden aangeven hoe zij hun stellingen kunnen bewijzen. U kunt een kostenbatenanalyse maken van zowel het navolgen van een procedure in eerste aanleg als nadat een rechtsmiddel is ingesteld. U kunt rechtmiddelen benoemen, aangeven wel rechtsmiddel ingesteld moet worden en op welke termijn. Daarnaast kent u het onderscheid tussen eigenlijke en oneigenlijke rechtspraak en kunt u aangeven op welke manier een civiel proces in gang kan worden gezet: met een dagvaarding of een verzoekschrift. Alsmede kunt u een alternatief aanreiken voor het voeren van een procedure voor een overheidsrechter en de grote lijn van het executierecht uiteenzetten. Onderwijsvorm Hoorcollege en werkgroep waarin onder meer opgegeven stof wordt behandeld en mondeling antwoord gegeven op vooraf verstrekte vragen. Toetsing Schriftelijk tentamen met casus en open vragen. Literatuur • Studiewijzer Burgerlijk Procesrecht 2 2007-2008; • Vermande Verzameling Nederlandse Wetgeving 2007/2008, Den Haag, Koninklijke Vermande of Gouden Kluwer 2007/2008; • Prof.mr. P.A. Stein en mr. A.S. Rueb, Compendium burgerlijk procesrecht, Deventer, Kluwer, 16e druk 2007; • C.J.J. van Nispen, A.W. Jongbloed en G.J. Meijer (red.), Rechtspraak burgerlijk procesrecht, Den Haag, SDU Uitgevers, 5e druk 2007, ISBN 10: 9012116120 / ISBN 13: 9789012116121 • Het in workspace geplaatste materiaal.
188
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
ETHIEK IN DE RECHTSPRAKTIJK GDW
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-105-07 Verplicht 3 EC
Korte inleiding Binnen de beroepspraktijk van de deurwaarder is er momenteel sprake van een aantal belangrijke ontwikkelingen op financieel, organisatorisch en juridisch gebied. Denk bijvoorbeeld aan de schaalvergroting en de concurrentiestrijd om opdrachten tussen kantoren onderling. Deze ontwikkelingen hebben ook consequenties voor de wijze waarop u als kandidaat-gerechtsdeurwaarder uw beroep uitoefent. De gerechtsdeurwaarder is sinds 2001 zowel openbaar ambtenaar als ondernemer. In dit spanningsveld heeft u naast een goede vakinhoudelijke kennis ook een eigen verantwoordelijkheid bij het toepassen en uitvoeren van rechtsregels. In deze cursus wordt er onder andere aandacht besteed aan de vraag wat deze ontwikkelingen betekenen voor de beroepsethiek van de kandidaat-gerechtsdeurwaarder. Competenties • Methodisch en reflectief handelen: u oefent in het verzamelen en analyseren van relevante; • Informatie en in het reflecteren op het beroepsmatig handelen vanuit morele vragen; • Oordeelsvorming: op basis van op het vakgebied verzamelde en geïnterpreteerde relevante gegevens oefent u in het vormen van een oordeel waarbij morele aspecten worden afgewogen; • Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid: in verband met het thema ‘persoonlijke en professionele integriteit’ werkt u met maatschappelijke en morele vragen die samenhangen met de beroepspraktijk.
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
189
Leerdoelen Na de cursus kunt u: • Morele kwesties en dilemma’s in de deurwaarderspraktijk herkennen, benoemen en van verschillende kanten belichten; • Vanuit uw functie als kandidaat-gerechtsdeurwaarder in morele kwesties en dilemma’s een standpunt innemen en beargumenteren; • Beschrijven wat de “Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders” concreet voor u betekent, mede aan de hand van tuchtrechtspraak en praktijkcasus die tijdens colleges worden besproken; • In een dilemma uit de deurwaarderspraktijk zich een moreel oordeel vormen volgens het zogenaamde zeven-stappenplan; • Een bijdrage te leveren aan het moreel gesprek binnen de beroepspraktijk; • Enkele relevante ethische begrippen en theorieën toepassen.
•
Schriftelijk tentamen (multiple choice) over de literatuur (Workspace) en de collegestof. Voor beide onderdelen moet minimaal een 5,5 gehaald worden. Beide onderdelen wegen voor 50% met voor het eindcijfer. Literatuur • Studiewijzer Ethiek in de Rechtspraktijk GDW 2007-2008 • Relevante artikelen en documenten (Workspace).
Inhoud In deze cursus staat de beroepsuitoefening van de kandidaatgerechtsdeurwaarder centraal: wat houdt het begrip ‘goed gerechtsdeurwaarder’ uit artikel 1 van de “Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders” concreet in? En wat betekent het om openbaar ambtenaar te zijn én ondernemer? Deze en andere voor uw beroepspraktijk relevante vragen zullen worden behandeld aan de hand van de bespreking van verschillende morele dilemma’s en lastige situaties met collega’s, opdrachtgevers, debiteuren en andere belanghebbenden. Zo krijgt u meer zicht op wat de beroepsethiek van de gerechtsdeurwaarder voor u concreet inhoudt en betekent. Hierbij komen ook thema’s aan bod als recht en moraal, normen en waarden, professionele verantwoordelijkheid en integriteit. Hoewel enige (ethische) theorie in deze cursus niet zal ontbreken, zal de beroepspraktijk centraal staan. Uiteraard wordt ook aandacht besteed aan de tuchtrechtspraak voor gerechtsdeurwaarders en de relatie met de beroeps- en gedragsregels. Onderwijsvorm Werkcollege Toetsing Schriftelijk tentamen met als onderdelen: • Analyse van een moreel dilemma aan de hand van het zeven stappenplan.
190
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
191
EXECUTIE- EN BESLAGRECHT 1 EN 2 GDW
Cursuscode:
ADR-GDW-110-07 (Executie- en beslagrecht 1, 6 EC) ADR-GDW-125-07 (Executie- en beslagrecht 2, 8 EC) Verplicht Totaal 14 EC
Soort cursus: Studiebelasting:
Korte inleiding Het executie en beslagrecht is een essentieel onderdeel van de kennis die de deurwaarder in de uitoefening van zijn beroep moet hebben. In vier op elkaar aansluitende cursussen wordt de stof behandeld. Daarmee is dit onderdeel van de opleiding in alle periodes van het derde jaar aan de orde. Eenmaal wordt een tussentijds tentamen afgenomen, namelijk aan het einde van periode B. Voor dit deel van de stof behaalt de student na voldoende beoordeling 6 EC. De gehele stof wordt vervolgens getoetst in een groot eindtentamen Executie en Beslagrecht, in periode D. Hiervoor zijn 8 EC gereserveerd
• • • • • • • •
beslag roerende zaken; beslag onroerende zaken; aandelen; derdenbeslag; afgifte; ontruiming; dwangsom; beslag op schepen.
Onderwijsvorm Hoorcollege en werkgroep. Toetsing • Een tussentijds schriftelijk tentamen in periode B over de stof van periode A en B. • Een schriftelijk eindtentamen in periode D over de gehele stof, open vragen (college- en werkgroepstof behoort ook tot het tentamen). De tentamenduur van beide tentamens wijkt af van de normaal geldende tijdsduur voor tentamens. Literatuur De literatuur wordt nog nader bekend gemaakt
Leerdoelen Na afloop van de cursus is de student onder andere in staat om: • Het gehele executierecht zoals is neergelegd in de boeken 2, 3 en 4 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering te doorgronden op verdiepingsniveau, dit in samenhang met (o.a.) het burgerlijk wetboek en het wetboek van Koophandel; • Kennis op Verdrags- en EU Verordeningsteksten toe te passen, voor zover voor het uitoefenen van het ambt van gerechtsdeurwaarder van belang; • Alle voorkomende aktes te schrijven op het gebied van beslag en executierecht. Inhoud Onder andere • algemene bepalingen;
192
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
193
FINANCIEEL MANAGEMENT GDW
Onderwijsvorm Werkcollege Toetsing Werkstuk en presentatie. Voor beide onderdelen moet minimaal een 5,5 gehaald worden. Het werkstuk telt voor 70% mee voor het eindcijfer en de presentatie telt voor 30% mee.
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-170-06 Verplicht 3 EC
Literatuur • Studiewijzer Financieel Management GDW 07-08 • Van Alphen, K; Financieel Management voor niet-financiële managers
Korte inleiding Zowel in zijn functie naar buiten toe, als in zijn functioneren binnen de organisatie krijgt de gerechtsdeurwaarder regelmatig te maken met financiële zaken. Ook heeft de gerechtsdeurwaarder te maken met strikte regelgeving omtrent het beheer van derdengelden. In deze module worden de basisprincipes voor het beheer en de inzet van financiële middelen behandeld. Daarnaast wordt gekeken naar kosten- en opbrengstaspecten die een rol spelen bij het besturen van organisaties. De administratieve organisatie en interne controle komen ook aan de orde. Leerdoelen • U onderkent de noodzaak van financieel management voor de besturing van bedrijfsorganisaties; • U begrijpt de hoofdlijnen van de balans en de winst- en verliesrekening en kunt hiermee werken; • U kunt werken en redeneren met enkele belangrijke kengetallen; • U hebt een praktisch inzicht in de verwerking en het belang van de bijzondere financiële bedrijfshuishouding van een gerechtsdeurwaarderskantoor, waaronder het beheren van derden gelden. Inhoud De volgende onderwerpen komen aan bod: • Bedrijfsvoering en Financieel Management • Balans en Winst- en Verliesrekening • Kosten • Financiering • Investeringsbeslissingen
194
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
195
HANDELSRECHT GDW
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
• •
Reader handelsrecht verkrijgbaar bij de kiosk. De overige literatuur wordt nader bekend gemaakt.
ADR-GDW-I651-04 Verplicht 3 EC
Korte inleiding In deze cursus komen de handelsrechtelijke onderwerpen aan de orde. Zo wordt uitgebreid ingegaan op het rechtspersonenrecht. Leerdoelen • De student kan (handelsrechtelijke) casusposities oplossen waarbij de verworven kennis wordt toegepast; • De student verkrijgt kennis van het handelsrecht (voor de onderwerpen zie hierna onder de inhoud), en wel • zodanig dat men daarmee in de deurwaarderspraktijk op een goed niveau kan functioneren. Inhoud • Diverse rechtspersonen: naamloze vennootschap en besloten vennootschap,publiekrechtelijke rechtspersonen, vereniging en stichting. • Commanditaire vennootschap en vennootschap onder firma. • Rechtspersonenrecht: vermogen, kapitaal en aandelen, organen. • Intellectuele eigendom. Onderwijsvorm Hoorcollege en/of werkgroep Toetsing Schriftelijk tentamen (open vragen) Literatuur • Studiewijzer Handelsrecht GDW 2007-2008. • Verzameling Nederlandse Wetgeving 2007/2008, Sdu Uitgevers, Den Haag.
196
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
197
INLEIDING GOEDERENRECHT GDW
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-193-07 Verplicht 4 EC
Toetsing Schriftelijk tentamen met casusposities en open vragen. Het tentamen heeft een afwijkende tentamenduur. Literatuur • Studiewijzer Inleiding goederenrecht GDW 2007-2008. • Inleiding Privaatrecht Werkboek 1, Goederenrecht (uitgave van de Open Universiteit), laatste druk, evenals de bijbehorende jurisprudentie (als één pakket te koop bij de kiosk van de HU). • Verzameling Nederlandse Wetgeving 2007/2008, Den Haag, Sdu Uitgevers. • Het in workspace geplaatste materiaal.
Korte inleiding Deze cursus behandelt de rechtsverhouding tussen rechtssubjecten (natuurlijke en rechtspersonen) en goederen. De cursus sluit deels aan op de cursus Inleiding verbintenissenrecht. Aan de orde komen specifieke goederenrechtelijke kwesties. Aangezien gerechtsdeurwaarders beslag op goederen leggen en zelf procederen, zullen goederenrechtelijke geschillen regelmatig in de praktijk aan de orde komen. Leerdoelen • De student weet wat het goederenrecht inhoudt en wat het verschil is met het verbintenissenrecht. • De student kent de gevolgen van verbintenissen die van invloed zijn op de goederenrechtelijke positie van rechtssubjecten. • De student kan goederenrechtelijke casusposities oplossen waarbij de verworven kennis wordt toegepast. Inhoud • Goederenrechtelijke rechten en persoonlijke rechten. • Goederen en hun onderscheidingen. • Bezit. • Overdracht, beschikkingsbevoegdheid. • Acquisitieve verjaring, eigendom. • Absolute en beperkte rechten. • Zekerheidsrechten. Onderwijsvorm Hoor/werkcollege.
198
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
199
INLEIDING RECHT GDW
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-210-05 Verplicht 3 EC
Toetsing Schriftelijk tentamen (multiple choice) Literatuur • Studiewijzer Inleiding recht GDW 2007-2008; • M. de Blois (red.), Grondslagen van het recht: Hoofdlijnen, Den Haag, Boom Juridische uitgevers, nieuwste druk; • Vermande Verzameling Nederlandse Wetgeving 2007 / 2008, Den Haag, Koninklijke Vermande, ISBN nog niet bekend (verschijningsdatum 31 juli 2007) of Kluwer collegebundel 2007 / 2008, ISBN nog niet bekend • In workspace bekend te maken materiaal.
Korte inleiding De cursus biedt een voor elk juridisch beroep, gerechtsdeurwaarders niet uitgezonderd, noodzakelijke elementaire inleiding in het recht. De bedoeling van deze cursus is dat studenten inzicht verwerven in de belangrijkste rechtsgebieden en hun onderlinge samenhang. Er is een grote samenhang met de cursus Juridische vaardigheden, die in dezelfde periode wordt gegeven. In latere juridische cursussen wordt voortgebouwd op deze basis. Leerdoelen • De student kan de verschillende rechtsgebieden onderscheiden en kan uitleggen wat het belang van het recht is in de samenleving. • De student kan de verschillende rechtsbronnen benoemen. • De student kan de belangrijkste rechtsregels, beginselen en begrippen die gelden op het privaatrechtelijke, staatsrechtelijke, bestuursrechtelijke, strafrechtelijke en internationale rechtsgebied benoemen en uitleggen. • De student kan eenvoudige juridische casus uit de verschillende rechtsgebieden oplossen. Inhoud In de cursus komen de systematiek van het recht en de bronnen van het geldende recht aan de orde. Ook passeren de verschillende rechtsgebieden de revu: het staatsrecht, waarbij ook aandacht wordt besteed aan de rechterlijke organisatie, het bestuursrecht, het privaatrecht, het strafrecht en het internationale recht. Onderwijsvorm Hoorcollege en werkgroep
200
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
201
INLEIDING VERBINTENISSENRECHT GDW
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-225-07 Verplicht 4 EC
Korte inleiding In deze cursus wordt voortgebouwd op de cursussen Inleiding recht GDW en Juridische vaardigheden GDW. Voor de gerechtsdeurwaarder is kennis van het verbintenissenrecht van groot belang. De gerechtsdeurwaarder heeft in de praktijk immers te maken met verbintenissen uit overeenkomst als bijvoorbeeld koop en huur. Als één der partijen zich niet aan de overeenkomst houdt, kan de andere partij een deurwaarder inschakelen.
Toetsing Schriftelijk tentamen met casusposities en open vragen Het tentamen heeft een afwijkende tentamenduur. Literatuur • Studiewijzer Inleiding verbintenissenrecht GDW 2007-2008. • Inleiding Privaatrecht Werkboek 1 en 2, Goederenrecht en Verbintenissenrecht (uitgave van de Open Universiteit), laatste druk, evenals de bijbehorende jurisprudentie (als één pakket te koop bij de kiosk van de HU). • Verzameling Nederlandse Wetgeving 2007/2008, Den Haag, Sdu Uitgevers. • Het in workspace geplaatste materiaal.
Leerdoelen • De student kan de in de leerstof voorkomende privaatrechtelijke begrippen definiëren. • De student kan uitleggen hoe verbintenissen tot stand komen, wat zij inhouden en hoe zij tenietgaan. • De student kan de gevolgen van niet-nakoming benoemen. • De student kan de relevante rechtsbronnen hanteren. • De student kan verbintenisrechtelijke casusposities oplossen. Inhoud • Vereisten voor de totstandkoming van rechtshandelingen. • Wilsgebreken. • Verbintenis in het algemeen. • Verbintenis uit overeenkomst. • Inhoud van de overeenkomst. • Nakoming en de gevolgen van niet-nakoming. • Verbintenissen uit de wet. • Wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding. Onderwijsvorm Hoor/werkcollege
202
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
203
INTERNATIONALISERING GDW
Toetsing Opdracht Literatuur • Studiewijzer Internationalisering GDW 2007/2008. • Het in workspace geplaatste materiaal. • Overige literatuur wordt nog nader bekend gemaakt.
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-230-07 Verplicht 3 EC
Korte inleiding In deze nieuwe cursus (welke deels nog in ontwikkeling is) wordt een kijkje over de grens genomen. Hoe is het beslag- en executierecht in het buitenland geregeld? Hoe is een (vergelijkbare) functie als gerechts¬deurwaarder aldaar geregeld? Kunnen we daar ook voor Nederland nog wat van leren? Leerdoelen • De student kan de taken en de positie van de Nederlandse gerechtsdeurwaarder in een meer internationaal rechtsvergelijkend verband plaatsen. • De student kan het Nederlandse beslag- en executierecht in een meer internationaal rechtsvergelijkend verband plaatsen. • Door rechtsvergelijking kan de student vanuit een andere invalshoek kijken naar het Nederlandse systeem, hetgeen nieuwe gezichtspunten oplevert. Inhoud • De taken en de positie van de Nederlandse gerechtsdeurwaarder worden in een meer internationaal rechtsvergelijkend verband geplaatst. • Het Nederlandse beslag- en executierecht wordt in een meer internationaal rechtsvergelijkend verband geplaatst. • Een buitenlands systeem wordt met het Nederlandse systeem vergeleken. Onderwijsvorm Hoorcollege en/of werkgroep, waarbij zo mogelijk ook gastsprekers uit het buitenland worden betrokken.
204
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
205
INTERVISIE GDW
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
Literatuur • Er wordt geen literatuur opgegeven, maar het kan nuttig zijn de literatuur van de eerder gevolgde trainingsvakken nog eens te bekijken. • Eventueel wordt er materiaal in workspace geplaatst.
ADR-GDW-233-07 Verplicht 4 EC totaal (periode A t/m D)
Korte inleiding De stagiair(e) doet allerlei ervaringen op en kan tegen problemen van uiteenlopende aard aanlopen. Hij/zij kan in situaties terechtkomen die niet altijd even soepel verlopen. Deze ervaringen en problemen brengt de stagiair(e) in deze cursus in. Het gaat hierbij niet om juridische problematiek. Leerdoel • De stagiair(e) krijgt inzicht in de mogelijke benaderingswijzen in uiteenlopende praktijksituaties. Inhoud In deze cursus gaat het om de praktijkproblemen en –ervaringen van niet-juridische aard, waarmee de stagiair(e) tijdens de stage wordt geconfronteerd. De ingebrachte casuïstiek bespreekt hij/zij in een klein groepje met de stagedocent en andere studenten/stagiair(e)s. De te bespreken onderwerpen zijn afhankelijk van de inbreng van de studenten/stagiair(e)s. Eventueel kan de docent een onderwerp opgeven. Onderwijsvorm intervisiegroepje Toetsing Het inleveren van casuïstiek en actieve deelname is vereist om de EC toegewezen te krijgen. Presentieregeling Deelname aan de intervisiebijeenkomsten is verplicht.
206
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
207
JURIDISCH ARGUMENTEREN GDW (JAAR 1)
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
Literatuur • Studiewijzer Juridisch Argumenteren GDW (Jaar 1) 07-08; • Boek, titel wordt nog bekend gemaakt.
ADR-GDW-237-07 Verplicht 3 EC
Korte inleiding In een juridisch beroep is het bij uitstek belangrijk dat u al uw stellingen, meningen en adviezen goed kunt onderbouwen. Argumenteren is dan ook een van de belangrijkste vaardigheden voor een gerechtsdeurwaarder. Uitspraken die een standpunt onderbouwen, heten samen het betoog. Tijdens deze cursus leert u hoe u een betoog kunt opbouwen en beoordelen. De cursus is een vervolg op de cursus Schriftelijke communicatie in periode A. Verder is de cursus gekoppeld aan de training Presenteren, waarin het mondeling presenteren van het betoog centraal staat. Leerdoelen • U kunt een betoog opstellen met geldige en aanvaardbare argumenten • U kunt een betoog opstellen met een heldere en correcte argumentatiestructuur • U kunt een betoog beoordelen aan de hand van criteria voor goede argumentatie Inhoud • Geldigheid en aanvaardbaarheid van argumenten • Argumentatiestructuur Onderwijsvorm Werkcolleges Toetsing Opdracht
208
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
209
JURIDISCH ARGUMENTEREN GDW (JAAR 3)
JURIDISCHE STAGEBEGELEIDING GDW
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-237-07 Verplicht 3 EC
Korte inleiding In een juridisch beroep is het bij uitstek belangrijk dat u al uw stellingen, meningen en adviezen goed kunt onderbouwen. Argumenteren is dan ook een van de belangrijkste vaardigheden voor een gerechtsdeurwaarder. Uitspraken die een standpunt onderbouwen, heten samen het betoog. Tijdens deze cursus leert u hoe u een betoog kunt opbouwen en beoordelen. De cursus is gekoppeld aan de cursus Oefenrechtbank. Leerdoelen • U kunt een betoog opstellen met geldige en aanvaardbare argumenten • U kunt een betoog opstellen met een heldere en correcte argumentatiestructuur • U kunt een betoog beoordelen aan de hand van criteria voor goede argumentatie Inhoud • Geldigheid en aanvaardbaarheid van argumenten • Argumentatiestructuur Onderwijsvorm Werkcolleges.
Korte inleiding Tijdens de stage loop je tegen juridische problemen of bijzonderheden aan. Die breng je in deze cursus in. Deze casuïstiek bespreek je met de docent en de andere studenten/stagiair(e)s. Aldoende verwerf je kennis en vaardigheden die bijdragen aan de ontwikkeling van de juridische competenties die je je eigen moet maken tijdens de opleiding tot kandidaat-gerechtsdeurwaarder. Leerdoelen • Je kunt juridische problemen onderkennen en onder woorden brengen; • Je kunt de relevante regelgeving en eventuele jurisprudentie vinden; • Je kunt beargumenteerde oplossingen vinden voor de, ook door anderen, ingebrachte problematiek; • Je kunt je oplossingen mondeling en schriftelijk verdedigen. Inhoud In deze cursus gaat het om de praktijkproblemen en -ervaringen van juridische aard, waarmee u tijdens de stage wordt geconfronteerd. De te bespreken onderwerpen zijn afhankelijk van de inbreng van de stagiair(es). Onderwijsvorm Werkgroep
Toetsing Opdracht Literatuur • Studiewijzer Juridisch Argumenteren GDW (Jaar 3) 07-08; • Boek wordt nog bekend gemaakt.
210
ADR-GDW-240-07 Verplicht 4 EC
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Toetsing Om de vier EC voor dit onderdeel te behalen is het inleveren van casuïstiek voor elke bijeenkomst en actieve deelname vereist.
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
211
Presentieregeling Deelname aan de bijeenkomsten is verplicht.
JURIDISCHE VAARDIGHEDEN GDW
Literatuur • De student wordt geacht zelf relevante regelgeving, literatuur en jurisprudentie op te zoeken. • Eventueel wordt er materiaal in workspace geplaatst. Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-250-05 Verplicht 2 EC
Korte Inleiding In deze cursus maakt de student zich voor de praktijk buitengewoon relevante juridische vaardigheden eigen, zoals het kunnen hanteren van een wettenbundel en het kunnen opzoeken van relevante wetsteksten. Minstens zo belangrijk is het kunnen lezen, begrijpen en analyseren van rechterlijke uitspraken (jurisprudentie) en het kunnen oplossen van (eenvoudige) casus. Er wordt ook aandacht besteed aan zoeken op internet. Deze vaardigheden worden geoefend door het maken van opdrachten die waar mogelijk verband houden met het rechtsgebied dat op dat moment bij Inleiding recht aan de orde is. De casus sluiten waar mogelijk aan bij de praktijk van de gerechtsdeurwaarder. De eindopdracht wordt behalve op juridische inhoud ook beoordeeld op een juist taalgebruik, zoals dat aan de orde komt in de cursus Schriftelijke communicatie en argumentatie GDW. Leerdoelen • De student heeft inzicht in de systematiek van enkele relevante wetten, met name het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet bestuursrecht. • De student kan het primaire rechtsgebied van een casus of rechterlijke uitspraak herkennen en benoemen. • De student kan in een wettenbundel de relevante regelgeving vinden en vervolgens in de regelgeving de relevante artikelen. • De student kan juridische bronnen vinden op internet. • De student kan rechterlijke uitspraken uit de verschillende rechtsgebieden lezen, begrijpen, analyseren en samenvatten. • De student kan eenvoudige juridische casus oplossen en de oplossingen beargumenteerd en in goed Nederlands verwoorden, met gebruikmaking van de beschikbare rechtsbronnen.
212
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
213
Inhoud Aan de hand van casuïstiek uit de verschillende rechtsgebieden die bij Inleiding recht aan de orde zijn, worden de vaardigheden zoals het kunnen hanteren van een wettenbundel, zoeken op internet, casus oplossen en analyseren van rechterlijke uitspraken worden geoefend. Bij de (praktijk)opdrachten moeten naast wetsartikelen en jurisprudentie in voorkomende gevallen ook andere informatiemiddelen worden gehanteerd.
KOOP EN CONSUMENTENRECHT GDW
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
Onderwijsvorm Werkgroep. Toetsing Door middel van een of meer te maken schriftelijke opdrachten. Literatuur • Studiewijzer Juridische vaardigheden GDW 2007-2008; • M. Henket (red.), Grondslagen van het recht, Vaardigheden, Den Haag, Boom Juridische uitgevers, nieuwste druk; • Vermande Verzameling Nederlandse Wetgeving 2007/2008, Den Haag, Koninklijke Vermande, ISBN nog niet bekend (verschijningdstum 31 juli 2007), of Kluwer Collegebundel 2007/2008, ISBN nog niet bekend; • Het in workspace geplaatste materiaal.
ADR-GDW-261-06 Verplicht 3 EC
Korte inleiding De gerechtsdeurwaarder heeft veel te maken met de juridische aspecten van koop en verkoop van zowel roerende als onroerende zaken. Zo wordt er menig exploot uitgebracht dat koop tot onderwerp heeft. Veelal betreft het dan het niet nakomen van verplichtingen die uit de koopovereenkomst voortvloeien. Daarnaast zal de gerechtsdeurwaarder vaak optreden als gemachtigde in procedures op het gebied van koop en consumentenkrediet. Leerdoelen De student kan (complexe) casusposities oplossen waarbij de verworven kennis wordt toegepast. De verworven kennis betreft: • de wettelijke verplichtingen van de verkoper; • de gevolgen van niet nakoming van de verplichtingen door de verkoper; • de gevolgen van niet nakoming van de verplichtingen door de (consument)koper; • productaansprakelijkheid; • de koop van onroerende zaken; • de verbanden tussen koop onroerende zaken en beslag; • de algemene voorwaarden; • de Wet op het Consumentenkrediet. Inhoud • Kooprecht algemeen; • Verplichtingen van koper en verkoper; • Consumentenkoop; • Productaansprakelijkheid; • Algemene voorwaarden; • Koop van onroerende zaken;
214
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
215
• •
Handelskoop; Wet op het consumentenkrediet en koop op afbetaling.
LOOPBAAN- EN COMPETENTIEONTWIKKELING GDW (LCO)
Onderwijsvorm Hoorcollege en werkgroep Toetsing Schriftelijk tentamen (open vragen) Het tentamen heeft een afwijkende tentamenduur. Literatuur • Studiewijzer Koop en Consumentenkoop GDW 2007-2008; • Verzameling Nederlandse Wetgeving 2007 / 2008, Den Haag, SDU; • Ars Aequi jurisprudentie, Burgerlijk recht, eerste editie, 1927 2005, ISBN 90-6916-553-8 (tenzij er een nieuwe druk is); • P.Klik, Koop en consumentenkoop, zesde druk (of nieuwere druk als die uit is), Kluwer 2004(ISBN 9013011985); • Reader Kooprecht, te koop in de kiosk op de HU.
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-263-07/264-07/265-07/266-07 Verplicht 1 EC (jaar 1 en 2) / 2 EC (jaar 3 en 4)
Korte inleiding In vier jaar wordt u opgeleid tot een competente (beginnende) kandidaat-gerechtsdeurwaarder. De opleiding en het werkveld hebben daarvoor een competentieprofiel opgesteld. In LCO staat uw competentieontwikkeling centraal. Leerdoelen • U kunt een Persoonlijk Ontwikkelplan opstellen • U kunt reflecteren op uw competentieontwikkeling • U kunt aantonen hoe u uw competenties hebt ontwikkeld. Inhoud In LCO maakt u plannen voor het ontwikkelen van je beroepscompetenties, zowel op school als in je werkpraktijk. LCO loopt door alle studiejaren. U krijgt gerichte opdrachten en hebt gesprekken met uw studieloopbaan? of stagebegeleider. Onderwijsvorm Opdrachten, bijeenkomsten en individuele gesprekken. Toetsing Opdrachten Literatuur • Studiewijzer Loopbaan en Competentieontwikkeling jaar 1, 2, 3 of 4, GDW 2007-2008.
216
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
217
MANAGEMENT EN ORGANISATIE GDW
Inhoud • De volgende onderwerpen komen onder andere aan bod: • Denken over organisatie en management, • Omgevingsinvloeden, • Strategisch management, • Samenwerking. Onderwijsvorm Hoorcollege.
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-268-07 Verplicht 3 EC
Korte inleiding Als kandidaat gerechtsdeurwaarder is het van belang te weten op welke wijze organisaties worden ingericht en functioneren. Waar komen de ideeën over het inrichten van organisaties vandaan. Een organisatie staat niet op zichzelf, een organisatie past binnen een bepaalde omgeving. Op welke wijze wordt een strategie voor een organisatie ontwikkeld. Welke samenwerkingsvormen zijn er tussen organisaties en onder welke omstandigheden worden die ingevuld. Deze cursus vormt de basis voor de cursus management en organisatie in het tweede jaar, als ook voor de cursussen ondernemerschap en financieel management in het derde jaar.
Toetsing Schriftelijk tentamen (open vragen) Literatuur • Studiewijzer Management en organisatie GDW 2007-2008 • “Een praktijkgerichte benadering van organisatie en management”, Van Dam en Marcus, Wolters-Noordhoff, vijfde druk (ISBN 90 01 21027 9)
Leerdoelen • U kent de belangrijkste denkrichtingen uit de geschiedenis van de organisatiekunde; • U hebt inzicht in de hedendaagse ontwikkelingen van het vakgebied organisatiekunde; • U kunt verschillende partijen en omgevingsfactoren benoemen die invloed hebben op de ontwikkeling van organisaties; • U bent bekend met de meest voorkomende begrippen op het terrein van strategisch management; • U kent de verschillende fasen binnen het klassieke proces van strategisch management; • U kent de meest voorkomende motieven voor het aangaan van een samenwerkingsverband; • U hebt inzicht in de verschillende samenwerkingsverbanden tussen zowel concurrerende en als niet-concurrerende organisaties;
218
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
219
OEFENRECHTBANK GDW
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-266-07 Verplicht 3 EC
Ingangseisen Alle studenten die de volgende onderdelen hebben behaald kunnen met deze cursus meedoen: • Beroepsgericht rapporteren of Schriftelijke communicatie en argumentatie; • Inleiding en Verdieping verbintenissenrecht • Procesrecht (incl. Gerechtsdeurwaarderswet); • Training presenteren • Juridisch argumenteren Korte inleiding In deze cursus draait het om argumentatie, het produceren van stukken en een mondelinge presentatie. Er wordt een grote mate van zelfwerkzaamheid verwacht. De student vervult aan de hand van casuïstiek de rol van gemachtigde in een kantongerechtsprocedure.
len, moet de student zelf de voor de casus relevante literatuur, regelgeving en rechterlijke uitspraken bestuderen en analyseren. Hij/zij moet de voor de cliënt gunstigste oplossing vinden en met argumenten onderbouwen. De oplossing moet juridisch en taalkundig op juiste wijze worden geformuleerd, eerst in de op te stellen stukken, later mondeling bij het pleidooi op de zitting. Het gaat dus om de argumentatie en de schriftelijke en mondelinge presentatie. Onderwijsvorm Werkgroep, maar slechts weinig contacturen. Toetsing Aan de hand van schriftelijke stukken en het mondelinge pleidooi. Presentieregeling Deelname aa de de bijeenkomst(en) is verplicht. Literatuur • Studiewijzer Oefenrechtbank GDW 2007-2008; • Broekers-Knol, A. en B. van Klink, Pleitwijzer, succesvol pleiten in de praktijk, 7e druk, 2005, Uitgeverij Prometheus BV Vassallucci, ISBN 9035128702; • Zelf te vinden literatuur, wetgeving en jurisprudentie; • Materiaal dat in workspace wordt gezet; • Eventueel later bekend te maken literatuur.
Leerdoelen • De student kan de voor de juridische problemen in de casus relevante literatuur, regelgeving en jurisprudentie vinden en toepassen. • De student kan uit de gevonden gegevens de voor de cliënt gunstigste oplossing destilleren. • De student kan zijn oplossing op een juridisch en taalkundig juiste wijze, beargumenteerd, schriftelijk verwoorden. • De student kan de oplossing op een juridisch en taalkundig juiste wijze, beargumenteerd, mondeling overtuigend presenteren. Inhoud De student heeft de rol van procesgemachtigde van een partij in een kantongerechtsprocedure. Om die rol goed te kunnen vervul-
220
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
221
ONDERNEMERSCHAP 1 EN 2 GDW
• • •
• Ondernemerschap 1: Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-272-07 Verplicht 4 EC
Ondernemerschap 2: Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-273-07 Verplicht 2 EC
U bent in staat deze aspecten te signaleren in je directe werkomgeving U kunt deze signalering(en) vertalen in een voorstel voor verbetering, inclusief stappenplan U bent in staat jouw signalering en voorstel effectief voor het voetlicht te brengen bij jouw bedrijfsleiding. Idealiter voer je de verbeterslag uit U kunt reflecteren op de competenties die je (nog niet) bezit om jouw verbetervoorstel uit te voeren
Toetsing Werkstuk (Ondernemerschap 1) en presentatie (Ondernemerschap 2) Literatuur Wordt nader bekend gemaakt.
Korte inleiding Als kandidaat-gerechtsdeurwaarder heb je een bijzonder veelzijdige functie. Gaandeweg hun loopbaan houden veel gerechtsdeurwaarders zich (náást het uitoefenen van het vak zelf) ook bezig met acquisitie, aspecten van bedrijfsvoering of het managen van (een deel van) het deurwaarderskantoor. Sommigen zullen zelfs aan een eigen onderneming gaan leiding geven. In al deze gevallen is het hebben van 'ondernemerschap' een cruciale vereiste voor het hebben van succes als ondernemende manager/medewerker of als zelfstandig ondernemer. In deze (opeenvolgende) modules staan zowel persoonlijk als zelfstandig ondernemerschap centraal. Startend vanuit een overkoepelend beeld van de onderneming zullen aspecten aan bod komen die belangrijk zijn voor het succes van diezelfde onderneming. De student zal worden geprikkeld om in de eigen werkomgeving ideeën voor verbeteringen te signaleren en uit te werken die het succes van de onderneming kunnen vergroten. Parallel hieraan zal de student worden uitgedaagd na te denken over de persoonlijke competenties die nodig zijn om zulke verbeteringen in gang te zetten en te reflecteren over de groeikansen van het persoonlijk ondernemerschap van de student zelf. Leerdoelen • U kent bepalende aspecten van het succes van de onderneming
222
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
223
PACHT GDW • •
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
Den Haag. Het in de workspace geplaatste materiaal. De overige literatuur wordt nader bekend gemaakt.
ADR-GDW-275-06 Verplicht 1 EC
Korte inleiding In deze cursus wordt ingegaan op het pachtrecht, een meer specifiek civielrechtelijk terrein van het recht waarmee ook de deurwaarder in zijn praktijk te maken kan krijgen. Leerdoelen • De student verkrijgt kennis van het pachtrecht (voor de onderwerpen zie hierna onder de inhoud), en wel zodanig dat men daarmee in de deurwaarderspraktijk op een goed niveau kan functioneren. • De student kan casusposities met betrekking tot het pachtrecht oplossen, waarbij de verworven kennis wordt toegepast. Inhoud • Het (nieuwe) pachtrecht. • De pachtovereenkomst. • De rechten en plichten van de pachter en verpachter. • De wijzen van beëindiging van de pachtovereenkomst. • Melkquota. • Procesrecht. Onderwijsvorm Hoor/werkcollege. Toetsing Schriftelijk tentamen met casusposities en open vragen. Literatuur • Studiewijzer Pacht GDW 2007-2008. • Verzameling Nederlandse Wetgeving 2007/2008, Sdu Uitgevers,
224
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
225
PERSONEN- EN FAMILIERECHT GDW
• • •
Echtscheidingsprocesrecht Curatele, beschermingsbewind en mentorschap; Erfrecht
Onderwijsvorm Werkcollege
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-320-03 Verplicht 3 EC
Korte inleiding Dit studieonderdeel behandelt een inleiding in het personen-, familie- en erfrecht. In de dagelijkse praktijk komen deze rechtsgebieden regelmatig aan de orde. Vele beslagleggingen en exploten hebben personen- en familierechtelijke onderwerpen als grondslag, zodat kennis van de grondslagen van die onderwerpen voor de gerechtsdeurwaarderspraktijk noodzakelijk is. Daarnaast zal op de gevolgen van de echtscheiding, met name in het kader van het huwelijksvermogensrecht, alsmede op het echtscheidingsprocesrecht worden ingegaan.
Toetsing Schriftelijk tentamen (open vragen) Literatuur • Studiewijzer Personen- en familierecht 2007-2008; • Vermande Verzameling Nederlandse Wetgeving 2007-2008, Koninklijke Vermande, Den Haag. • Compendium Personen- en familierecht, prof. mr. S.F.M. Wortman en mr. J. van Duijvendijk-Brand, 9e druk, uitgeverij Kluwer-Deventer-2005 (ISBN 9013031587);
Leerdoelen • Het verwerven van kennis en inzicht in het personen- en familierecht; • Het verkrijgen van kennis van het erfrecht en van het huwelijksvermogens- en echtscheidingsrecht; • Het kunnen analyseren van familierechtelijke casus met behulp van de verworven kennis. Inhoud De volgende onderwerpen zullen in de cursus worden behandeld: • De persoon, naam, nationaliteit, woonplaats, handelingsbekwaamheid; • Afstamming en adoptie; • Huwelijk en huwelijksvermogensrecht; • Ongehuwd samenwonen en geregistreerd partnerschap; • Ouderschap en kinderen, ouderlijk gezag, voogdij; • Echtscheiding en gevolgen (alimentatie, afwikkeling huwelijksvermogensregime);
226
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
227
PROCESRECHT IN DE PRAKTIJK 1 GDW
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-460-05 Verplicht 6 EC
Korte inleiding Deze cursus maakt u bekend met de plaats en functie van de gerechtsdeurwaarder binnen het rechtssysteem en in het bijzonder zijn plaats binnen het burgerlijk procesrecht. Dit wordt aan de hand gedaan van de Gerechtsdeurwaarderswet, het Wetboek van Burgerlijk Rechtsvordering en het Burgerlijk Wetboek. Daarnaast wordt u vertrouwd gemaakt met voorschriften voor het betekenen van exploten in het algemeen en voor de dagvaarding in het bijzonder. Gedurende deze cursus leert u de termijnen berekenen en toepassen die van cruciaal belang zijn voor de dagelijkse praktijk van de gerechtsdeurwaarder. Aan het einde van de cursus kunt u een dagvaarding, of relaas van betekening van een ander procesinleidend stuk, opstellen zonder stellingen. De cursus Procesrecht in de praktijk I is verspreid over de perioden A en B. Leerdoelen Aan het einde van deze cursus kunt u: • De begrippen en algemene formaliteiten uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering die voor exploten gelden, benoemen en toepassen. • Nietigheden in procesinleidende exploten ontdekken en herstellen. • De bepalingen uit boek 1 van het Burgerlijk Wetboek over de woonplaats van natuurlijke personen (inclusief diegenen met een afhankelijke woonplaats) hanteren. • Het termijnensysteem correct toepassen. • Een dagvaarding, of relaas van betekening van een ander procesinleidend stuk, opstellen zonder stellingen.
228
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Inhoud Tijdens deze cursus wordt hoofdzakelijk, maar niet uitsluitend, aandacht besteed aan: • Het Wetboek van Burgerlijk Rechtsvordering waarvan zullen worden behandeld Boek I, titel 1, afdeling 1, 2, 3 en 6 & Boek I, titel 2 afdelingen 1 t/m 4. • Het boek 1 van het Burgerlijk Wetboek waarvan zullen worden behandeld artikelen 1 t/m 15 over woonplaats en de van belang zijnde bepalingen over rechten en plichten t.a.v. minderjarigen en familieprocesrecht worden globaal behandeld. • Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (BTAG). • Gerechtsdeurwaarderswet • Algemene Termijnenwet • Andere voorstellen voor regelgeving op het gebied van het burgerlijk procesrecht, c.q. betreffende de positie van de gerechtsdeurwaarder. Onderwijsvorm Hoorcollege en werkgroep waarin onder meer opgegeven stof wordt behandeld en mondeling antwoord gegeven op vooraf verstrekte vragen/casussen. Toetsing In periode A vindt geen toetsing plaats. In periode B vindt een schriftelijk tentamen plaats over de totale lesstof van Procesrecht in de praktijk 1 (zijnde perioden A en B). Het tentamen bevat een aantal open vragen en een casus met als opdracht een dagvaarding, of relaas van betekening van een ander procesinleidend stuk, op te stellen zonder stellingen. Het tentamen heeft een afwijkende tentamenduur. Literatuur • Studiewijzer Procesrecht in de praktijk 1 GDW 2007/2008. • Syllabus Procesrecht in de praktijk 1 onder redactie van J. Nijenhuis en M. van der Zee (te koop bij de kiosk van de HU). • Van Nispen c.s. (red.), Tekst en Commentaar Burgerlijke Rechtsvordering, Kluwer, Deventer, tweede druk 2005, ISBN 9013008356. • Verzameling Nederlandse Wetgeving 2007/2008, Sdu Uitgevers, Den Haag of de Gouden Kluwer 2007/2008. • Eventuele overige literatuur, zoals recent verschenen tijdschrift-
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
229
artikelen. Dit wordt nader bekend gemaakt op de workspace van dit vak.
PROCESRECHT IN DE PRAKTIJK 2 GDW
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-480-05 Verplicht 6 EC
Korte inleiding Tijdens deze cursus wordt onder meer geïntegreerd behandeld de bekend veronderstelde stof van de vakken Burgerlijk Procesrecht I & II GDW en Procesrecht in de Praktijk I GDW. Er zal aan de hand van opdrachten een vertaalslag plaatsvinden van het vermogensrecht naar burgerlijke rechtsvordering. U zult procesinleidende stukken (thuis) opstellen waarbij aan de hand van het Burgerlijk Wetboek en het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering moet kunnen worden vastgesteld wie, waarvoor in rechte moet worden betrokken. Eveneens zult u bekend worden gemaakt met het dagvaarden van een gedaagde die woonachtig in het buitenland is, of die zonder bekende woon- of verblijfplaats is. Ook moeten u aan het einde van de cursus exploten die hangende een geding worden betekend, kunnen vervaardigen. De cursus Procesrecht in de praktijk 2 is verspreid over de perioden C en D. Leerdoelen Aan het einde van deze cursus: • Kunt u alle bepalingen van boek I van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vinden, interpreteren en toepassen. Als ook de daarmee samenhangende verdragen en verordeningen die zien op betekening over landsgrenzen (de Rechtsvorderingverdragen van 1905, 1954, 1965 en de EU-betekeningsverordening), met uitzondering van specifieke bepalingen die zien op het procesverloop in hoger beroep en cassatie. • Beheerst u alle bepalingen omtrent termijnen, alsook de procesinleidende voorschriften met betrekking tot de rechtsmiddelen. • Bent u in staat een procesinleidend stuk voor de Rechtbank sector kanton of sector civiel, gerechtshof of de Hoge Raad op te
230
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
231
•
stellen dat aan alle eisen van artikel 111 Rv en aanverwante artikelen (zoals artikel 262 Rv e.v.) voldoet. Beheerst u grondig het procesrecht in eerste aanleg en de diverse procesincidenten.
artikelen. Dit wordt nader bekend gemaakt op de workspace van dit vak.
Inhoud Tijdens deze cursus wordt hoofdzakelijk, maar niet uitsluitend, aandacht besteed aan: • Boek I van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. • De Rechtsvorderingverdragen van 1905, 1954, 1965 en de EUbetekeningsverordening. • Het vermogensrecht uit het Burgerlijk Wetboek, boeken 3, 4, 6, 7 en 7A. • Het personen- en familierecht voor zover dat invloed heeft op het procesrecht (aansprakelijkheid voor minderjarigen e.d.). • Andere voorstellen voor regelgeving op het gebied van het burgerlijk procesrecht c.q. betreffende de positie van de gerechtsdeurwaarder. Onderwijsvorm Hoorcollege en werkgroep waarin onder meer opgegeven stof wordt behandeld en mondeling antwoord gegeven op vooraf verstrekte vragen/casussen. Toetsing In periode C vindt geen toetsing plaats. In periode D vindt een groot schriftelijk tentamen plaats over de gehele stof van Procesrecht in de praktijk 1 (perioden A en B) en Procesrecht in de praktijk 2 (perioden C en D). Het tentamen heeft een afwijkende tentamenduur en bestaat (deels) uit een werkstuk met daarnaast mogelijk open vragen. Literatuur • Studiewijzer Procesrecht in de praktijk 2 GDW 2007/2008. • Syllabus Procesrecht in de praktijk 1 onder redactie van J. Nijenhuis en M. van der Zee (te koop bij de kiosk van de HU). • Van Nispen c.s. (red.), Tekst en Commentaar Burgerlijke Rechtsvordering, Kluwer, Deventer, tweede druk 2005, ISBN 9013008356. • Verzameling Nederlandse Wetgeving 2007/2008, Sdu Uitgevers, Den Haag of de Gouden Kluwer 2007/2008. • Eventuele overige literatuur, zoals recent verschenen tijdschrift-
232
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
233
SCHRIFTELIJKE COMMUNICATIE GDW
• Formuleren Onderwijsvorm Werkcolleges Toetsing Opdracht na afloop van de cursus
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-550-07 Verplicht 3 EC
Literatuur • Studiewijzer Schriftelijke communicatie GDW 2007-2008; • Valbracht en Gerlofs, Schrijfvaardigheid in de Rechtspraktijk. Den Haag, Boom Juridische Uitgevers, 2005 (ISBN 90-5454-567-4).
Korte inleiding Effectieve schriftelijke communicatie is voor de beroepspraktijk van de gerechtsdeurwaarder zeer belangrijk. Ook tijdens de opleiding is het belangrijk dat u effectieve teksten kunt schrijven, denk aan tentamens en andere schriftelijke opdrachten. Of een tekst effectief is, hangt af van de inhoud, de opbouw en de formulering ervan. Deze moeten begrijpelijk, passend en correct zijn. Tijdens de cursus leert u hoe u ervoor kunt zorgen dat uw teksten aan deze criteria voldoen. De school én de beroepsgroep vinden correct taalgebruik uiterst belangrijk. Daarom heeft de opleiding regels opgesteld voor het taalgebruik in en de structuur van werkstukken, opdrachten e.d. Deze regels staan in de studiegids. Studenten die moeite hebben met spelling en grammatica, kunnen met het computerprogramma Nedercom hun Nederlands opfrissen. Nedercom is beschikbaar op de computers in de mediatheek. Leerdoelen U schrijft teksten die voldoen aan de criteria voor effectieve schriftelijke communicatie • U kunt het doel, de doelgroep en de context van teksten beschrijven. • U kunt de juiste inhoud selecteren. • U kunt de tekst goed structureren. • U kunt de tekst begrijpelijk, passend en correct formuleren. Inhoud • Tekstdoelen en informatieselectie • Tekstopbouw
234
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
235
STAATS- EN BESTUURSRECHT GDW
•
•
• Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-J460-03 Verplicht 3 EC
• •
Korte inleiding In deze cursus wordt de bij Inleiding recht opgedane kennis van het staats- en bestuursrecht verdiept. Bij het staatsrecht gaat het in het bijzonder om het functioneren van de rechtsstaat en de democratie, en daarbij de totstandkoming van wet- en regelgeving. Deze onderwerpen zijn voor elke jurist van belang, omdat het gehele recht binnen die context functioneert. Het inzicht in het recht wordt daardoor vergroot. De Nederlandse staat maakt ook deel uit van internationale kaders, zoals de Europese Unie. Een groot deel van de in Nederland geldende regelgeving heeft daar haar oorsprong. Aan de andere kant opereren binnen Nederland ook lagere overheden, die bindende regels kunnen maken. Daarom wordt ook aan die aspecten aandacht besteed. Voor het bestuursrecht dient de Algemene wet bestuursrecht tot uitgangspunt. Het systeem van deze wet en de erbij behorende begrippen en beginselen worden uiteengezet. De bestuursrechtelijke beginselen werken ook door in andere onderdelen van het recht. De overheid heeft een aantal instrumenten om van haar bestuursbevoegdheid gebruik te maken. Daar staat tegenover dat de burger de mogelijkheid heeft tot het instellen van bezwaar en beroep tegen overheidsbesluiten. De macht van de overheid is derhalve niet onbeperkt. Het bestuursprocesrecht regelt dit nader. Gerechtsdeurwaarders komen ook regelmatig met bestuursorganen en met regelgeving van lagee overheden in aanraking, bijvoorbeeld bij ontruimingen.
• •
De student kan het verschil aangeven tussen klassieke en sociale grondrechten, kan van beide voorbeelden geven en kan uitleggen wat het belang is van rechterlijke uitspraken over grondrechten. De student kan uitleggen wat wordt verstaan onder de centrale en de decentrale overheid en kan aangeven hoe die overheden aan hun bevoegdheden komen. De student kan aangeven hoe de verschillende vormen van wetgeving tot stand komen. De student kan de belangrijkste bestuursrechtelijke beginselen benoemen. De student kan een definitie geven van de belangrijkste bestuursrechtelijke begrippen, zoals de begrippen bestuursorgaan en besluit. De student kan aangeven hoe het bestuursrecht wordt gehandhaafd en welke rechtsbescherming de burger daartegen geniet. De student kan bestuursrechtelijke casus oplossen, met gebruikmaking van literatuur, wetgeving en jurisprudentie.
Inhoud De kenmerken van de rechtsstaat worden behandeld, waarbij ook de grondrechten aan de orde komen. Ook wordt de organisatie van de centrale en de decentrale overheid behandeld, evenals de totstandkoming van regelgeving. Aan de hand van de Algemene wet bestuursrecht komen de kenmerken van het bestuursrecht aan de orde. Daarbij is aandacht voor de verkrijging en uitoefening van overheidsbevoegdheid en voor de normering van die bevoegdheid door algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De mogelijkheden die de burger heeft om tegen de overheid op te komen worden eveneens behandeld. Onderwijsvorm Hoorcollege en/of werkgroep. Toetsing Schriftelijk tentamen (open vragen en/of casus).
Leerdoelen • De student kan uitleggen wat de kenmerken zijn van een rechtsstaat.
Literatuur • Studiewijzer Staats- en bestuursrecht 2007-2008; • Vermande Verzameling Nederlandse Wetgeving 2007/2008, Koninklijke Vermande, Den Haag, ISBN nog onbekend (verschijningsdatum 31 juli 2007), of Kluwer Collegebundel 2007/2008,
236
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
237
• •
ISBN nog niet bekend Materiaal dat in workspace wordt gezet; Overige literatuur wordt later bekend gemaakt.
TRAINING GESPREKSVOERING GDW
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-760-07 Verplicht 1 EC
Korte inleiding Mondelinge communicatie is een basisvaardigheid voor iedereen die op Hbo-niveau studeert en werkt. Dat geldt zeker ook voor de gerechtsdeurwaarder. U communiceert met gesprekspartners met verschillende achtergronden en belangen, van debiteuren tot (potentiële) opdrachtgevers. In deze training ontwikkelt u de basisvaardigheden voor effectieve gespreksvoering. Deze vaardigheden komen gedurende de hele opleiding terug in de vervolgtrainingen, waar u leert om ze in specifieke situaties toe te passen. Leerdoelen • U kunt actief luisteren; • U kunt op een effectieve manier informatie vergaren door goede vragen te stellen; • U herkent de betekenis van non-verbale communicatie bij gespreksvoering; • U kunt de regie over een gesprek voeren; • U kunt op een effectieve manier feedback geven en ontvangen. Inhoud • Actief luisteren; • Vraagtechniek; • Non-verbale communicatie in gesprekken; • Regulerende vaardigheden; • Feedback als gespreksvaardigheid. Onderwijsvorm Training.
238
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
239
Toetsing U krijgt een cijfer op basis van actieve deelname aan de training en opdrachten die u voor en na afloop van de training maakt.
TRAINING ONDERHANDELEN GDW
Presentieregeling Deelname aan de training is verplicht. Literatuur • Studiewijzer Training Gespreksvoering GDW 2007-2008; • Van der Molen: Gespreksvoering, vaardigheden en modellen, Groningen, Wolters-Noordhoff, 2005 (ISBN 90 01596355).
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-777-07 Verplicht 1 EC
Ingangseisen Om mee te kunnen doen, heeft u de training presenteren en de training gespreksvoering in jaar 1 gevolgd en met succes afgerond. Korte inleiding Onderhandelen is een basisvaardigheid voor professionals in het algemeen. Voor gerechtsdeurwaarders is het zelfs een van de belangrijkste competenties. Zij hebben immers vaak te maken met situaties waarin degene met wie zij tot een oplossing moeten komen, een ander of zelfs tegenstrijdig belang heeft dan zijzelf. Er ontstaat een onderhandelingssituatie als de partijen voor het vinden van de beste oplossingen afhankelijk van elkaar zijn. In deze training leert u de basisprincipes van onderhandelen kennen en toe te passen in beroepssituaties. Leerdoelen • U kunt de principes van effectieve mondelinge communicatie (trainingen Presenteren en Gespreksvoering) toepassen in onderhandelingssituaties; • U kent en herkent in gesprekken de factoren die een onderhandeling beïnvloeden en u kunt op uw beurt deze factoren beïnvloeden. Inhoud • Basisprincipes van effectieve mondelinge communicatie in onderhandelingssituaties. • Beïnvloedingsfactoren in een onderhandeling • Eigen casuïstiek van de deelnemers
240
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
241
TRAINING PRESENTEREN GDW
Onderwijsvorm Training Toetsing Beoordeling van actieve deelname aan de training, de voorbereidende opdracht en de eindopdracht. Presentieregeling Deelname aan de training is verplicht. Literatuur • Studiewijzer Training Onderhandelen GDW 2007-2008; • Mastenbroek: Vaardiger Onderhandelen, Heemstede, Holland Business Publications, zesde druk, 2004, ISBN 90-74885-06-3.
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-400-07 Verplicht 1 EC
Korte inleiding Presenteren is een basisvaardigheid voor iedereen die op Hboniveau studeert en werkt. In deze training ontwikkelt u basisvaardigheden voor effectieve presentaties. De training is gekoppeld aan de cursussen Schriftelijke communicatie en Juridisch Argumenteren. Naast de inhoud en de opbouw van de presentatie is er veel aandacht voor uw persoonlijke presentatievaardigheden: houding, spreekstijl e.d. Leerdoelen • U weet hoe u een presentatie opbouwt; • U kunt uw presentatie afstemmen op uw publiek; • U kunt de vaardigheden die u hebt ontwikkeld bij Schriftelijke communicatie en Juridisch argumenteren toepassen bij de mondelinge presentatie van uw betoog; • U weet welke rol non-verbale communicatie speelt bij het presenteren; • U weet hoe u kunt omgaan met zenuwen voor en tijdens een presentatie. Inhoud • De opbouw van een presentatie; • Argumentatietheorie en presenteren; • Non-verbale communicatie. Onderwijsvorm Eén dag training en opdrachten.
242
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
243
Toetsing Opdracht en presentatie. Beide onderdelen moeten voldoende zijn en tellen voor 50% mee voor het eindcijfer.
TRAINING TIMEMANAGEMENT GDW
Presentieregeling Deelname aan de training is verplicht. Literatuur • Studiewijzer Presentatietraining GDW 2007-2008; • Boek: wordt nog bekend gemaakt
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-700-07 Verplicht 1 EC (als onderdeel LCO jaar 1)
Korte inleiding De studiebelasting van de opleiding tot kandidaat-gerechtsdeurwaarder is zwaar. De combinatie van studie, werk en privé plus het feit dat veel studenten al een tijdje uit het studieritme zijn, maakt dat de student goed moet kunnen plannen. Daarom is deze training aan het begin van de opleiding ingeroosterd. De training maakt deel uit van de cursus Loopbaan- en Competentieontwikkeling, waarvoor u in totaal 1 EC krijgt. Leerdoelen • U kent de principes van actief studeren en kunt die toepassen; • U kent de principes van goed plannen en kunt die toepassen; • U kunt prioriteiten stellen. Inhoud • Actief studeren; • Plannen. Onderwijsvorm Eén dagdeel training Toetsing U krijgt een cijfer op basis van actieve deelname aan de training en de opdracht die u na afloop van de training maakt. Het cijfer is een voorwaarde voor het behalen van het studiepunt voor Loopbaan- en Competentieontwikkeling van jaar 1. Presentieregeling Deelname aan de training is verplicht.
244
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
245
Literatuur • Studiewijzer Training Timemanagement GDW 2007-2008; • Bastings, Louwerse: Studeer Actief. Baarn, HBUitgevers, 10e druk, 3e oplage, 2004 (ISBN 9055743178); • Hand-outs.
VERDIEPING GOEDERENRECHT GDW
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-785-06 Verplicht 4 EC
Korte inleiding In dit studieonderdeel zal nader op de stof van de cursus Inleiding Goederenrecht uit het eerste jaar worden ingegaan. De regeling van het goederenrecht in het BW wordt nader uiteengezet door o.a. verder in te gaan op bezit en houderschap, eigendom en beperkte rechten, het verschil tussen roerende en onroerende zaken, natrekking, zaaksvorming, retentierecht en verhaalsuitoefening door schuldeisers. Leerdoelen • De student kan (complexe) goederenrechtelijke casusposities oplossen waarbij de verworven kennis wordt toegepast. • De student verkrijgt een diepere kennis van het goederenrecht en wel zodanig dat men in staat is om zelfstandig rechtsverhoudingen te benoemen en te analyseren, feitelijke verhoudingen te juridiseren en met de verworven kennis in de deurwaarderspraktijk op een goed niveau te kunnen functioneren. Inhoud • Het begrip “goederen”; • Vermogensactiva als verhaalsobject voor schuldeisers; • Natrekking, zaaksvorming, vermenging; • Bezit en houderschap; • Verkrijging van goederen; • Levering bij voorbaat; • Derdenbescherming; • Verhaalsuitoefening door schuldeisers; • Zekerheidsrechten.
246
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
247
Onderwijsvorm Hoorcollege en werkgroep.
VERDIEPING VERBINTENISSENRECHT 1 GDW
Toetsing Schriftelijk tentamen (open vragen). Afwijkende tentamenduur. Literatuur • Studiewijzer Verdieping Goederenrecht GDW 2007-2008 (workspace); • Verzameling Nederlandse Wetgeving 2007 / 2008, Den Haag, SDU Uitgevers; • Ars Aequi jurisprudentie, Burgerlijk recht, eerste editie, 1927 2005, ISBN 90-6916-553-8 (tenzij er een nieuwe druk is); • Boek wordt nog nader bekend gemaakt.
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-793-07 Verplicht 4 EC
Korte inleiding In dit studieonderdeel zal nader op de stof van de cursus Inleiding Verbintenissenrecht uit het eerste jaar worden ingegaan en wordt actuele jurisprudentie toegevoegd. Zo wordt verder ingegaan op de verbintenis, de rechtshandeling en de overeenkomst en komen m.n. de nakoming met haar rechtsgevolgen en de niet-nakoming aan de orde. Leerdoelen • De student kan (complexe) verbintenisrechtelijke casusposities oplossen waarbij de verworven kennis wordt toegepast. • De student verkrijgt een diepere kennis van het verbintenissenrecht en wel zodanig dat men in staat is om zelfstandig rechtsverhoudingen te benoemen en te analyseren, feitelijke verhoudingen te juridiseren en met de verworven kennis in de deurwaarderspraktijk op een goed niveau te kunnen functioneren. Inhoud • De bronnen van de verbintenis; • Natuurlijke verbintenissen; • Verbintenissen met meer dan twee partijen; • Rechtshandelingen; • Totstandkoming van overeenkomsten; • Vertegenwoordiging en volmacht; • Nietigheid en vernietigbaarheid; • Rechtsgevolgen van de overeenkomst t.a.v. partijen en ten aanzien van derden; • Nakoming en rechtsvorderingen; • Niet-nakoming;
248
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
249
• • •
Gevolgen overgang van vorderingen en schulden; Schade en schadevergoeding; Bijzondere overeenkomsten.
VERDIEPING VERBINTENISSENRECHT 2 GDW
Onderwijsvorm Hoorcollege en werkgroep. Toetsing Schriftelijk tentamen (open vragen). Afwijkende tentamenduur. Literatuur • Studiewijzer Verdieping Verbintenissenrecht 1 GDW 2007-2008 (workspace); • Verzameling Nederlandse Wetgeving 2007/2008, Den Haag, SDU; • Ars Aequi jurisprudentie, Burgerlijk recht, eerste editie, 1927 2005, ISBN 90-6916-553-8 (tenzij er een nieuwe druk is); • Verbintenissenrecht algemeen, Prof. Mr. C.J.H. Brunner en mr. G.T. de Jong, Studiereeks Burgerlijk recht 4, tweede druk, Kluwer 2004, ISBN 90-13-01202-7 (tenzij er een nieuwe druk is); • Rechtshandeling en Overeenkomst, Prof. Mr. Jac. Hijma e.a. , Studiereeks Burgerlijk recht 3, vierde druk, Kluwer 2004, ISBN 90-268-4075-6 (tenzij er een nieuwe druk is); • Reader Verdieping verbintenissenrecht (verkrijgbaar bij de kiosk).
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-794-07 Verplicht 3 EC
Korte inleiding In dit studieonderdeel zal nader op de stof van de cursus Inleiding Verbintenissenrecht uit het eerste jaar worden ingegaan voor wat betreft de verbintenissen uit de wet en de schadevergoeding en zal actuele jurisprudentie worden toegevoegd. Leerdoelen • De student kan (complexe) verbintenisrechtelijke casusposities oplossen waarbij de verworven kennis wordt toegepast. • De student verkrijgt een diepere kennis van het verbintenissenrecht en wel zodanig dat men in staat is om zelfstandig rechtsverhoudingen te benoemen en te analyseren, feitelijke verhoudingen te juridiseren en met de verworven kennis in de deurwaarderspraktijk op een goed niveau te kunnen functioneren. Inhoud • De verbintenissen uit de wet; • Aansprakelijkheid voor eigen gedrag o.g.v. art. 6:162 • Aansprakelijkheid voor personen; • Aansprakelijkheid voor zaken en stoffen; • Aansprakelijkheid voor motorrijtuigen; • Onrechtmatige overheidsdaad; • Arbeidsongevallen en beroepsziekten; • Schadevergoedingsrecht; • Zaakwaarneming, onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking. Onderwijsvorm Hoorcollege en werkgroep.
250
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
251
Toetsing Schriftelijk tentamen (open vragen). Afwijkende tentamenduur. Literatuur • Studiewijzer Verdieping Verbintenissenrecht 2 GDW 2007-2008 (workspace); • Verzameling Nederlandse Wetgeving 2007 / 2008, Den Haag, SDU Uitgevers; • Ars Aequi jurisprudentie, Burgerlijk recht, eerste editie, 1927 2005, ISBN 90-6916-553-8 (tenzij er een nieuwe druk is); • Verbintenis uit de Wet en Schadevergoeding, Studiereeks Burgerlijk recht 5, Prof, mr.J. Spier e.a. , Kluwer 2006, ISBN 90 1303343 1.
VERZEKERINGSRECHT GDW
Cursuscode: Soort cursus: Studiebelasting:
ADR-GDW-795-06 Verplicht 2 EC
Korte inleiding In deze cursus wordt ingegaan op het verzekeringsrecht, een meer specifiek civielrechtelijk terrein van het recht waarmee ook de deurwaarder in zijn praktijk te maken kan krijgen. Leerdoelen • De student verkrijgt kennis van het verzekeringsrecht (voor de onderwerpen zie hierna onder de inhoud), en wel zodanig dat men daarmee in de deurwaarderspraktijk op een goed niveau kan functioneren. • De student kan casusposities met betrekking tot het verzekeringsrecht oplossen, waarbij de verworven kennis wordt toegepast. Inhoud • Het (nieuwe) verzekeringsrecht. • De verzekeringsovereenkomst. • Schadeverzekering en sommenverzekering. • Het te verzekeren onzekere voorval. • De rechten en plichten van de verzekeraar, verzekeringnemer en verzekerde. • Het indemniteitsbeginsel. • Verzwijging, verzekeringsfraude. Onderwijsvorm Hoor/werkcollege. Toetsing Schriftelijk tentamen met casusposities en open vragen. Afwijkende
252
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
253
tentamenduur. Literatuur • Studiewijzer Verzekeringsrecht GDW 2007-2008. • Verzameling Nederlandse Wetgeving 2007/2008, Sdu Uitgevers, Den Haag. • Het in de workspace geplaatste materiaal. • De overige literatuur wordt nader bekend gemaakt.
WOON- EN HUURRECHT GDW
Cursuscode Soort cursus Studiebelasting
ADR-GDW-900-05 Verplicht 3 EC
Korte inleiding Dit studieonderdeel behandelt het woon- en huurrecht, waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de huur van woonruimte en (middenstands) bedrijfsruimte. De verplichtingen van de huurder en verhuurder, huuropzeggingsbescherming en huurprijsbescherming komen aan de orde. Eveneens zullen kwesties als bescherming van de onderhuurder en medehuurder in het woonruimterecht en de ontbinding van de huurovereenkomst worden behandeld. Het huurrecht (met name het adviseren en procederen over huur van woonruimte) vormt een belangrijk onderdeel van de juridische beroepspraktijk, zodat kennis van het theoretisch fundament daarvan noodzakelijk is. Leerdoelen • Het verwerven van kennis en inzicht in het woon- en huurrecht; • Het toepassen van wet- en regelgeving en jurisprudentie op aan de beroepspraktijk ontleende casusposities ; Inhoud • Afbakening huurovereenkomst; • Verplichtingen van huurder en verhuurder; • Huurprijs van woonruimte; • Rechtspositie medehuurder, onderhuurder; voortzetting na overlijden; • Het eindigen van de huurovereenkomst , huurbescherming; • Ontbinding van de huurovereenkomst; • Huur van bedrijfsruimte; • Termijnbescherming en huuropzeggingsbescherming; • Rechtspositie onderhuurder; • Indeplaatsstelling;
254
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
255
•
Procesrechtelijke verwikkelingen.
Onderwijsvorm Werkgroep. Toetsing Schriftelijk tentamen, open vragen (college- en werkgroepstof behoort ook tot het tentamen). Literatuur • Studiewijzer Woon- en huurrecht GDW 2007-2008 • Oldenhuis, F.T. en Russel, H.J. e.a. Hoofdlijnen in het Huurrecht, 5de druk, Kluwer Deventer 2005 (ISBN 9013023800) • Vermande Verzameling Nederlandse Wetgeving 2007-2008, Koninklijke Vermande, Den Haag,
256
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
257
10 BIJLAGEN
258
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
259
10.1 ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FMR
10.2 STUDENTENSTATUUT
Het Studentenstatuut is te vinden op www.reglementen.hu.nl De onderwijs- en examenregeling FMR is te vinden via www.hu-sharepoint.nl. Ga naar onderwijs, kies een opleiding, ga naar reglementen en klik op Onderwijs en Examenregeling FMR, of ga naar Intranet FMR, klik op beleid, kies regelingen en reglementen FMR en klik op Onderwijs en Examenregeling FMR.
260
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
261
10.3 TREFWOORDENREGISTER
Aanwezigheidsplicht Adres wijzigen Afstudeerproject GDW Afstudeersteun Afstuderen Angstklachten Arbeidsrecht GDW Arbo- en milieuzaken Bachelor-masterstructuur Beroep Beroepenveldcommissie Beroepsprofiel Bezwaar Bezwaarschrift Bijzondere voorzieningen Brand Bureau Studentenpsychologen Burgerlijk Procesrecht 1 GDW Burgerlijk Procesrecht 2 GDW Collegegeld Collegekaart Competentiegericht onderwijs Cultuurpas Curriculum Decanen Deeltentamen EHBO Eindbeoordeling cursus Ethiek in de rechtspraktijk GDW Examentijdverlenging 61 Executie- en beslagrecht 1 en 2 GDW Faalangst Faalangsttraining Financieel management GDW
262
131 70 182 60 125 58 183 81 13 168 90 90 167 167 51 36 58 185 187 116 42 13, 95 80 107 53 153 36 153 189 192 53 58 194
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Financiële steun Fraude Functiebeperking GDW-competenties Getuigschriften en titulatuur Gewenst studiegedrag van studenten Handelsrecht GDW Herinschrijving Hoofdfase Horizontale doorstroommogelijkheden Huisregels ICT-faciliteiten Informatiebeveiliging Inleiding Goederenrecht GDW Inleiding recht GDW Inleiding verbintenissenrecht GDW Inrichting Inschrijven Inschrijving Inschrijving schriftelijke tentamens Inschrijving voor cursussen Inschrijvingsregeling Inspraak Inspraakorgaan International Office Internationalisering GDW Intervisie GDW Jaarrooster Juridisch Argumenteren GDW (Jaar 1) Juridisch Argumenteren GDW (Jaar 3) Juridische Stagebegeleiding GDW Juridische vaardigheden GDW Kiosk / winkel / readerverkoop Klacht Klachten, bezwaar en beroep Klachtenformulier Koop en consumentenrecht GDW Kwaliteitszorg Legitimatieplicht bij schriftelijke tentamens Locaties HU in Amersfoort Locaties HU in Utrecht Loopbaan- en competentieontwikkeling GDW (LCO)
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
60 155 61, 147 91 159 96 196 41 106 98 36 67 70 198 200 202 123 69 41, 129 145 129 15 72 74 71 204 206 176 208 210 211 213 40 170 165 171 215 17 148 21 20 217
263
Management en Organisatie GDW Masteropleiding Mediatheken Mediation Mindervaliden Nabespreking Noodfonds Noodfondsregeling Oefenrechtbank GDW Ondernemerschap 1 en 2 GDW Onderwijs- en Examenregeling Onderwijsprofiel Onderwijsvormen Ongeval Ontruiming Openingstijden Opleidingscommissie Opleidingsprofiel Opleidingsstructuur Ordehandhaving Organisatie opleiding Organogram faculteit Organogram HU OSIRIS Student Overzicht inschrijvingen Pacht GDW Personen- en familierecht GDW Plattegrond Plichten student privacy reglement Privacyreglement Procesrecht in de praktijk 1 GDW Procesrecht in de praktijk 2 GDW Profileringsruimte Propedeuse Readerverkoop Regeling inzake ongewenst gedrag Regels voor tentamens Reglement Centrale Medezeggenschapsraad Reglement Studentendecanen Reglement voor de Faculteitsmedezeggenschapsraad Reglement voor de Opleidingscommissies
264
218 14 64 59 37 155 60 16 220 222 15 12 98 36 36, 82 38 72 94 105 18 102 24 19 68 69 224 226 26 18 71 16 228 231 125 106, 118 40 16 149 17 16 16 16
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
Repro Restaurant Resultaten Rol en verantwoordelijkheid van docenten Schriftelijke communicatie GDW Sharepoint Sociale vaardigheidstraining Staats- en bestuursrecht GDW Stage Steunfondsregeling Stimuleringsfonds Studenten tevredenheidonderzoek Studentenarts Studentendecaan Studentenmail Studentenpsychologen Studentenservice Studentenservice FMR Studentenstatuut Studieadvies Studielast Studieloopbaanbegeleiding Studieprogramma propedeuse Studievoortgang Studium Generale Taal- en studievaardigheden Team GDW Tentamenbeoordeling Tentamenresultaten Tentamenrooster Tentamens en examens Tentamentijden Tentamenvorm en –duur Toets- en Cursusinformatie Topsport Training gespreksvoering GDW Training Presenteren GDW Training timemanagement GDW Trajectum Tussentijdse beëindiging Uitschrijving Uitstel advies wegens bijzondere omstandigheden
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008
40 39 68 96 234 68 58 236 124 16, 60 77 18 57 53 67 58 39 54 15 119 105 51, 111 118 69 75 62 104 152 153 179 135 179 144 69 78 239 243 245 79 43 41 121
265
Vakanties en vrije dagen Verdieping goederenrecht GDW Verdieping verbintenissenrecht 1 GDW Verdieping verbintenissenrecht 2 GDW Versneld traject Vertrouwenspersoon Vervolgopleidingsmogelijkheden Verzekering Verzekeringsrecht GDW Voorkom CANS (RSI) Vraaggestuurd onderwijs Vrijstellingen Wachtwoord Weekrooster Winkel Woon- en huurrecht GDW
266
38 247 249 251 106 56 98 84 253 81 13 106, 120, 142 70 178 40 255
Kandidaat-Gerechtsdeurwaarder Studiegids 2007 - 2008