Studiegids 2011-2012 Domein Health | Instituut Paramedische Studies
ERGOTHERAPIE FYSIOTHERAPIE LOGOPEDIE
Voeding is complex en veelomvattend, net als het leven zelf.
plaats
keuzegids Hoger Onderwijs 2010-2011
VOEDING EN DIËTETIEK
IN BALANS
1e
Inhoudsopgave 1. Zo kijken wij naar onderwijs
PAG 3
2. Daarom horen deze beroepen bij elkaar
PAG 8
3. Het beroep Voedingskundige/Diëtist
PAG 6
4. Majorcompetenties Voeding en Diëtetiek
PAG 10
5. Onderwijsaanbod Voeding en Diëtetiek
PAG 14
6. Onderwijseenheden Propedeuse
Voeding en Diëtetiek
PAG 18
7. Onderwijseenheden Hoofdfase
Voeding en Diëtetiek
PAG 28
8. Minoraanbod van het Instituut
Paramedische Studies
PAG 51
9. Tentamens en examens
PAG 53
10. Studieloopbaanbegeleiding
PAG 61
Deze studiegids is samengesteld op basis van het Opleidingsstatuut 2011-2012 Domein Health, Instituut Paramedische Studies. Aan de inhoud van deze studiegids kun je geen rechten ontlenen.
1. Zo kijken wij naar onderwijs Het beheersen van een vak heeft alles te maken met het toepassen van de theorie in de dagelijkse praktijk. Met boekenwijsheid kom je er niet. Om maar een voorbeeld te noemen: lezen over de behandeling van een aandoening is iets heel anders dan daadwerkelijk zelf behandelen. Je gaat de theorie in de praktijk toepassen en begint daarmee, wat ons betreft, meteen al bij aanvang van je studie. Theorie en praktijk vormen dus de basis van je studie bij de HAN. We werken daarom bij de HAN met realistische beroepstaken.
Bij deze studiegids krijg je een USB-stick. HAN-dig! Hierop kun je alle praktische informatie vinden over het Instituut Paramedische Studies.
DIG
Jouw studiegids! 2011-2012 Instituut Paramedische Studies
ergotherapie | Fysiotherapie | Logopedie | Voeding en diëtetiek
11119 Usb HANdig 2011.indd 1
STUDIEGIDS
28-07-11 15:32
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 3
Zelfstandig denken Je doet niet alleen nieuwe kennis op, maar spiegelt deze ook aan de mening van anderen. Hierdoor verbind
Dit zijn de uitgangspunten van je studie:
je nieuwe informatie aan dat wat je al weet en dat wat anderen weten. Op deze manier leer je zelfstandig keuzes te maken en een mening te vormen over je
• Je verwerft beroepscompetenties omdat de
vakgebied. Dit is straks handig, je kunt dan je
dagelijkse praktijk van je vak het uitgangs-
vakkennis en vakvaardigheden ook toepassen in
punt vormt van je studie. Dit komt zowel in
nieuwe, onbekende en deels onvoorziene situaties.
de begeleiding als in de toetsing tot uitdruk-
Er is in de maatschappij behoefte aan vakmensen die
king; m.a.w. je spiegelt je als student continu
nieuwe oplossingen kunnen bedenken voor nieuwe
aan de eisen van het beroep;
problemen. Met alleen oplossingen voor bestaande
• Je ontwikkelt een houding waarin ‘life long learning’ (levenslang leren) een vanzelfspre-
problemen kom je er niet!
Verschil voedings-kundige/diëtist en een goede voedings-kundige/ diëtist
kendheid is; • Je bent in toenemende mate in staat om je eigen leerproces te sturen; • De opleiding die je volgt, voert een continue
Maar er komt nog wat bij. We verwachten, naast
dialoog met het werkveld. Er zijn nauwe
vakmatige kennis, ook vaardigheden van je. Deze
contacten met het werkveld op alle niveaus
vaardigheden helpen je bij het zo goed mogelijk
van de opleiding. Zo zullen ook beroepsbeoe-
uitoefenen van je beroep. Om een goede diagnose te
fenaren uit het werkveld meewerken aan de
kunnen stellen, moet je bijvoorbeeld goed leren luisteren naar je cliënten. Deze samenhang tussen kennis, vaardigheden en attitude noemen we een competentie. Het zijn die bijkomende maar altijd
beoordeling van jouw inspanningen; • Je leert voor een beroep waarin het vraaggericht handelen het paradigma is; • Een professional in de dienstverlening werkt
vakgerelateerde vaardigheden, die het verschil maken
vraaggericht. De vraag van de cliënt staat
tussen een voedingskundige/diëtist en een goede
centraal bij het zoeken naar een oplossing.
voedingskundige/diëtist. Bij de HAN vormen deze
De professional helpt de cliënt de goede vraag
vaardigheden dan ook een wezenlijk onderdeel van je
te formuleren.
studie.
Leven in de 21ste eeuw betekent blijven leren
Je zult het druk krijgen en hard moeten werken, maar
In de tijd waarin wij leven veranderen allerlei zaken in
vak waar je je hele leven plezier van zult hebben.
een hoog tempo. Denk maar aan de veranderingen die de computer en de mobiele telefoon teweeg hebben gebracht. Deze veranderingen hebben niet alleen een grote invloed op ons werk, maar op heel ons leven. Om bij te blijven moet je in staat zijn om deze veranderingen te begrijpen en op bepaalde gebieden moet je misschien ook wel leidinggeven aan of helpen bij de uitvoering van veranderingen. Om dit te kunnen moet je ook blijven leren. Kennis en vaardigheden die je vandaag leert kunnen ‘morgen’ al weer verouderd zijn. In ons onderwijs proberen we jullie daarom vaardigheden aan te leren die je helpen om te blijven werken aan je professionele ontwikkeling.
PAG 4 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
de beloning is hoog: je beheerst straks een prachtig
Internationalisering In je toekomstige beroep krijg je steeds meer te maken
Onderwijs in onderzoek onderzoek in onderwijs
met internationalisering. Denk maar aan de internatio-
In de beroepspraktijk van de voedingskundige/diëtist
nale literatuur die je gebruikt om je behandelplan te
neemt onderzoek een steeds belangrijkere plaats in. Je
onderbouwen, of de deelname van je beroepsgroep aan
zult je als voedingskundige/ diëtist steeds beter
internationale congressen of een Europese beroepsver-
moeten kunnen verantwoorden tegenover de cliënt én
eniging. Je kunt bij internationalisering ook denken
de zorgverzekeraar. Ook maatschappelijke ontwikkelin-
aan de cliënten met verschillende culturele achter-
gen, zoals bijvoorbeeld de opkomst van e-health en de
gronden die je in je toekomstige praktijk gaat
groeiende vergrijzing, vragen niet alleen van jou, maar
tegenkomen.
ook van het beroep zelf een voortdurende bereidheid tot verdere ontwikkeling.
Je opleiding bereidt je voor op deze internationale omgeving.
Je wordt opgeleid tot een voedingskundige/diëtist, die
We hebben verschillende mogelijkheden voor uitgaande
zijn beslissingen neemt op basis van het best beschik-
studenten. Zo kun je via een minor participeren in
bare bewijs, in combinatie met de kennis en ervaring
buitenlandse projecten zoals het ‘Theewaterskloofpro-
als therapeut en de waarde(n) en voorkeur(en) van de
ject’ in Zuid Afrika of het ‘Skol Salu’ project op
individuele cliënt. Maar ook tot een voedingskundige/
Curaçao. Je kunt ook een deel van je studie in het
diëtist die zichzelf kan blijven ontwikkelen en een
buitenland volgen, door te studeren aan een andere
bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling en innovatie
hogeschool of universiteit in Europa of daarbuiten.
van het eigen beroep.
Internationalisering@home (I@H) betekent het leren in een internationale omgeving op de HAN in
In het onderwijs kom je vanaf het begin van je studie
Nijmegen. Denk bijvoorbeeld aan digitale vergelijkings-
in aanraking met onderzoek en onderzoeksvaardighe-
opdrachten binnen onderwijseenheden met buiten-
den. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het leren lezen en
landse studenten of uitwisselingsbijeenkomsten met
interpreteren van (wetenschappelijke) artikelen, waar
buitenlandse studenten op de HAN. I@H is een
je een behandeling of advies op kunt baseren. Of een
speerpunt van de HAN en krijgt binnen je opleiding de
hoorcollege waarin de meest recente ontwikkelingen
komende jaren steeds meer body.
wat betreft voedingsadviezen voor volwassenen worden
Iedere opleiding heeft een contactpersoon Internatio-
gepresenteerd. Ook leer je zoekvragen opstellen, zodat
nalisering, die je meer informatie kan geven. Ook kun
je zélf de theoretische verdieping en de meest recente
je met vragen terecht bij het International Office. Kom
ontwikkelingen kunt vinden in bepaalde onderwerpen.
in elk geval langs op de jaarlijkse ‘ Wil Weg Dag’ in
Daarnaast leer je ook zelf onderzoek te doen, wanneer
oktober, op de HAN in Nijmegen!
je een vraagstuk uit de praktijk gaat beantwoorden
Nationale Studenten Enquete (NSE)
Studenten Voeding en Diëtetiek geven aan dat ze tevreden zijn over de voorbereiding op hun beroepsloopbaan en de inhoud van hun studie. Ook zijn ze meer dan gemiddeld tevreden over de studiefaciliteiten, de docenten, de studieomgeving en de studiebegeleiding.
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 5
waarbij het product direct resultaat oplevert voor de
behandelen enz. Kortom: een complex geheel om er voor
beroepspraktijk.
te zorgen dat al deze facetten samen er voor zorgen dat je een stevige en krachtige beginnende gezond-
De lectoren en kenniskringen van de HAN verrichten
heidszorgprofessional wordt. Dit proces komt het meest
dagelijks praktijkgericht onderzoek naar verschillende
tot zijn recht als docenten en studenten gezamenlijk de
thema’s op het gebied van de gezondheidszorg. Om de
interesse voor hun vak delen en aan elkaar uitdragen.
meest actuele kennis te verwerken in het onderwijs en
Een gezamenlijke interesse zorgt ervoor dat er een
om te kunnen participeren in projecten vanuit de
professionele community ontstaat, binnen het instituut,
praktijk, werkt de opleiding voeding en diëtetiek nauw
maar zeker binnen de opleidingen. In zo’n professionele
samen met de lectoraten sport, voeding en leefstijl,
community staan laagdrempeligheid , betrokkenheid en
arbeid en gezondheid, werkzame factoren in de zorg
respect hoog in het vandaal. Door met elkaar te
voor jeugd en langdurige zorg. Soms staat de lector
communiceren , discussiëren, experimenteren, explici-
dan ook letterlijk voor de klas!
teren en te werken ontstaat er een optimaal klimaat voor jullie als studenten om uit te groeien tot deze
Onderzoek lijkt misschien nu nog erg theoretisch en
krachtige gezondheidszorg professional. IPS heeft
een ‘ver van mijn bed show’, maar je zult zien dat het
professionele community’s in de verschillend opleidin-
een praktische invulling krijgt als het je helpt een
gen. Niet alleen studenten, maar ook docenten worden
behandeling vorm te geven of om de beroepspraktijk te
aangemoedigd om samen te werken, zowel binnen als
verbeteren!
buiten de eigen groep. Het samenwerken binnen de
Professional community: een top zorgverlener vraagt een top samenwerking
professionele community zorgt er voor dat begrip en visie ten aanzien van de verschillende beroepen ontstaan. Begrip en visie zorgen ervoor dat je als student de inhoud van de opleiding kunt relateren aan
Hoe studenten en medewerkers samen naar een
het toekomstige beroep. Het uitgroeien tot een
hoog niveau streven
krachtige gezondheidzorg professional krijgt een extra
De kernwaarde van het instituut Paramedische studies is
stimulans in deze community’s, doordat de leerstof
het opleiden van goede en moderne gezondheidszorg
continue is ingebed in de context van het beroep.
professionals. Het proces van opgeleid worden bestaat uit: lessen bijwonen, op school en thuis studeren,
Extra ondersteuning
overleggen, reflecteren, opdrachten maken, ‘kennis
Soms zijn er omstandigheden waardoor je extra
stampen’, inzicht verwerven, vaardigheden verwerven,
ondersteuning nodig hebt om je studie succesvol te
oefenen op simulatiepatiënten, echte patiënten
kunnen volgen. Voorbeelden daarvan zijn: •
je wilt gebruikmaken van de faciliteiten voor topsporters.
•
je hebt een functiebeperking, zoals dyslexie, dyscalculie, ADHD, een chronische ziekte of een psychische ziekte.
•
je bent hoogbegaafd.
•
je komt uit een ander land, bv. de Nederlandse Antillen, en bent nog niet gewend in de Nederlandse maatschappij.
Je SLB-er is de persoon aan wie je je vraag kunt stellen. Als het nodig is kan hij je verwijzen naar de senior SLB-er. Deze persoon kan je verder op weg helpen bij jouw vraag naar extra ondersteuning. In sommige gevallen is het handig om je vraag in te brengen voordat je aan de studie begint. Als je bijvoorbeeld nu al weet dat je dyslectisch bent en om die reden extra tentamenfaciliteiten nodig hebt, dan is PAG 6 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
het verstandig om die vraag te stellen voor je aan de
nodig om bv. naar het toilet te kunnen, ook dan is het
opleiding begint. Dan kunnen de extra voorzieningen
handig dat de voorzieningen getroffen kunnen worden
op tijd worden geregeld, en daarmee voorkom je dat je
voordat jij de 1e dag op school komt. Of je wilt je
meteen bij de start van je studie al vertraging oploopt.
studie combineren met je topsport activiteiten.
Of je zit in een rolstoel en je hebt extra aanpassingen
Het voorkomt veel ongemak als je je vroegtijdig meldt.
Studenten hebben het naar hun zin op de HAN. Steeds meer studenten Voeding en Diëtetiek melden zich aan bij ons opleidingsinstituut. Als je de cijfers hieronder bekijkt, kun je zien dat het grootste deel van de studenten hun opleiding bij ons afmaakt.
Instroom Instroom opleiding Voeding 2007
2008
2009
2010
178
158
233
203
2008
2009
2010
Voeding
Rendement Propedeuse (na 2 jaar studeren) 2007
Voeding HAN 63%
53%
61%
55%
71%
56%
69%
59%
Hoofdfase rendement 2008
2009
2010
Voeding HAN 91%
82%
93%
81%
85%
78%
Zie ook www.hbo-raad.nl/hbo-raad/feiten-en-cijfers voor interessante gegevens, kijk bij Feiten en cijfers Onderwijs.
We wensen je veel succes (en veel plezier) bij je studie! STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 7
2. Daarom horen deze beroepen bij elkaar Het Instituut voor Paramedische Studies valt binnen
Multidisciplinair samenwerken
het domein Health. De opleidingen in dit domein
In deze beroepen werk je zelfstandig of in een
richten zich op het lichamelijke en geestelijke
organisatie. Je werkt voor individuele klanten, maar
welzijn van de mens. Beroepsbeoefenaren in het
ook voor organisaties of personen die bij de behande-
domein proberen mensen te genezen en ze proberen
ling, verzorging of begeleiding betrokken zijn.
te voorkomen dat mensen ziek worden.
Je werkt dus in nauwe samenwerking (integraal) met
De competenties die studenten ontwikkelen binnen
andere professionals (artsen, tandartsen, bedrijfsart-
de opleidingen van het domein zijn vergelijkbaar en
sen). Zo lever je een bijdrage aan een keten van zorg.
kunnen zelfs voor een deel hetzelfde zijn.
Het belang van het functioneren in netwerken is dan
Ergotherapie, Fysiotherapie, Voeding en Diëtetiek en Voeding en Diëtetiek
ook groot. Deze samenwerking tussen verschillende (para) medische beroepsbeoefenaren zal in de toekomst alleen maar toenemen.
Deze opleidingen zitten natuurlijk niet voor niets bij
Uniek in Nederland is dat de vier opleidingen van het
elkaar in hetzelfde domein. Wat ze met elkaar gemeen
Instituut voor Paramedische Studies gezamenlijk onder-
hebben, is dat ze allemaal een aanvullende rol hebben
wijseenheden aanbieden, waarbij studenten niet alleen
naast de algemene medische zorg. Ze richten zich er
gezamenlijke colleges volgen, maar ook multidiscipli-
voornamelijk op mensen (weer) te laten deelnemen aan
nair samenwerken in projecten en opdrachten. Om deze
de maatschappij, zodat ze weer mee kunnen doen na
samenwerking te bevorderen werken studenten binnen
een ziekte of ongeluk. Maar het kan ook om preventie
het Instituut voor Paramedische Studies aan het
gaan. Dan ligt de focus op het voorkomen van
ontwikkelen en versterken van gezamenlijke major
klachten, of voorkomen dat klachten verergeren.
competenties.
Humeyra Nazli, afgestudeerd in 2010.
“In het begin ben je onervaren en onzeker. Maar de docenten zijn enthousiast en behulpzaam. Je wordt goed begeleid en daardoor kom je er snel achter wat je zelf precies wilt en hoe je je ambities vorm kunt geven. De opleiding is compleet en alles grijpt in elkaar. Ik begrijp nu pas waarom de studie op deze manier is opgebouwd. In het begin snap je dat nog niet.”
PAG 8 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
3. Het beroep Voedingskundige/Diëtist Het werkterrein van de voedingskundige/diëtist
Waar kun je werken?
gaat natuurlijk over de voeding van de mens.
• ziekenhuizen, psychiatrische ziekenhuizen, verpleeg-
Voeding omvat het leven en dat maakt het tot een
huizen, verzorgingshuizen
zeer breed vakgebied.
• revalidatiecentra
Je kunt het vak vanuit verschillende gezichtspunten
• instituten voor mensen met een lichamelijke en/of
benaderen:
verstandelijke handicap • basisgezondheidsdiensten of organisaties voor thuis-
1.
Verandering in gedrag: voorlichting geven en preventief te werk gaan, gericht op verandering van leefstijl wat betreft voeding en voedingsmiddelen (rol: diëtist als behandelaar, voorlichter,
zorg/kruisverenigingen • jeugdhulpverlening of bijvoorbeeld Stichtingen Welzijn Ouderen • fitnessof wellnessorganisaties, eigen praktijk
onderzoeker); 2.
De voedingskundige benadering: onderzoek doen
Of in de bedrijfsen dienstverlenende sector:
naar en advies geven over de rol en de effecten
• voedingsen genotmiddelenindustrie, bijvoorbeeld op
van een bepaalde voeding, van specifiek product 3.
4.
het gebied van dieetproducten
tot voedingspatroon (rol: onderzoeker, adviseur);
• geneesmiddelenindustrie
De marktgerelateerde benadering: ontwikkelen,
• cateringindustrie
distribueren en verkopen van voedingsproducten
• voorlichtingsen adviesbureaus
(rol: productmanager voeding, ondernemer);
• bedrijfsgezondheidsdiensten
De technologische benadering: het samenstellen
• opleidingsinstituten
van voeding, het bewaken van de veiligheid en de
• onderzoeksinstituten
kwaliteit van voedingsproducten en de productie
• sportclubs en sportorganisaties
ervan (rol: adviseur, manager voeding).
Beroepstaken en competenties Het beroepenveld verwacht nieuwe en andere kwaliteiten van HBO-afgestudeerden dan voorheen. Straks ben je als voedingskundige/diëtist niet alleen vakbekwaam, maar ook in staat om nieuwe kennis en oplossingen te produceren in soms nieuwe, onbekende en deels onvoorziene situaties. De HAN wil daar recht aan doen door gebruik te maken van realistische beroepstaken, waarvan de complexiteit naadloos aansluit bij de praktijk.
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 9
4. Majorcompetenties Voeding en Diëtetiek Elke HBO-studie bestaat uit een majordeel en een
Om de studie Voeding en Diëtetiek succesvol af te
minordeel. In het majordeel leer je de basiskennis
ronden, ga je op verschillende terreinen aan de slag. Je
en basisvaardigheden van het toekomstige beroep.
gaat leren om diverse aspecten van het vak -de
Het majordeel beslaat 210 studiepunten en is dus
beroepstakenonder de knie te krijgen.
7/8 deel van je studie. In het minordeel kies je, in overleg met je studieloopbaanbegeleider, een
De beroepstaken bij het beroep voedingskundige/
keuzevak of minor. Dit kan een minor zijn van je
diëtist zijn:
eigen opleiding, maar je kunt ook kiezen voor een
• werken met en voor cliënten
minor van een andere opleiding van Paramedische
• werken in en voor een organisatie
Studies, bij een ander HAN-instituut of zelfs bij een
• werken aan professionalisering
andere Hogeschool of Universiteit. Op deze manier kun je je competenties verbreden of verdiepen op een manier die aansluit bij je eigen capaciteiten en
Competenties zijn nodig om een beroepstaak
interesse. Een minor bij de HAN beslaat altijd 30
adequaat uit te voeren.
studiepunten en is dus 1/8 deel van je studie.
Hiervoor zijn de volgende domeincompetenties ontwikkeld: Diagnosticeren Behandelen en begeleiden Voorlichten Adviseren Werken aan kwaliteit Kennisontwikkeling en professionalisering Ondernemen Samenwerken in professionele relaties Persoonlijke ontwikkeling
Per domeincompetentie kennen we majorcompetenties. Dit zijn concrete uitwerkingen van de domeincompetentie. Deze majorcompetenties staan uitgebreid beschreven in de toetshandleiding van de opleiding Voeding en Diëtetiek.
PAG 10 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
Domeincompetentie
Majorcompetentie
Voeding en Diëtetiek
Diagnosticeren Diagnosticeren
Opmerking Om zich een beroepsspecifiek oordeel te vormen over de vraag van een klant met een aandoening ten gevolge van overvoeding of ondervoeding of een aan voeding gerelateerde stofwisselingsziekte (metabole aandoening), voert de voedingskundige/diëtist een anamnesegesprek en doet (eventueel aanvullend) onderzoek, met het doel een diëtistische diagnose te stellen.
Rol
Domeincompetentie
Majorcompetentie
Voeding en Diëtetiek
Hulpverlener
Behandelen en begeleiden Behandelen en begeleiden
Opmerking Op basis van de diëtistische diagnose intervenieert de voedingskundige/ diëtist op methodische wijze ter bevordering van gezondheid, welzijn en/of prestatievermogen en evalueert de interventie.
Rol
Domeincompetentie
Majorcompetentie
Voeding en Diëtetiek
Hulpverlener
Voorlichten Voorlichten
Opmerking De voedingskundige/diëtist realiseert op methodische wijze voorlichting/ interventieprogramma’s op het gebied van leefstijl en vooral voeding(smiddelen), zodat een klant verantwoord kan kiezen uit een verantwoord aanbod van voedingsmiddelen/gerechten ter bevordering van gezondheid, welzijn en prestatie. De voedingskundige/diëtist werkt mee aan onderzoek op het gebied van voedselconsumptie en voedingsinterventie.
Rol
Domeincompetentie
Majorcompetentie
Voeding en Diëtetiek
voorlichter/ontwerper, onderzoeker
Adviseren Adviseren
Opmerking De voedingskundige/diëtist adviseert over het verbeteren van gezond gedrag, preventie of herstel bij ziekte aan professionals die werkzaam zijn in zorg voor gezondheid en/of organisaties.
Rol
Onderzoeker, adviseur, manager voeding
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 11
Domeincompetentie
Majorcompetentie
Voeding en Diëtetiek
Werken aan kwaliteit Werken aan kwaliteit
Opmerking De voedingskundige/diëtist werkt methodisch aan de kwaliteit van primaire en secundaire processen.
Rol
Domeincompetentie Majorcompetentie
Regisseur
Kennisontwikkeling en professionalisering Kennisontwikkeling en professionalisering
Voeding en Diëtetiek
Opmerking De voedingskundige/diëtist houdt ontwikkelingen in het vakgebied bij. Hij/ zij gebruikt relevante bronnen voor kennisontwikkeling en deelt deze kennis met anderen.
Rol
Domeincompetentie
Majorcompetentie
Voeding en Diëtetiek
Innovator/ontwikkelaar
Ondernemen Ondernemen
Opmerking De voedingskundige/diëtist stemt de vraag naar en het aanbod van zijn/ haar diensten continu op elkaar af en anticipeert daarbij op externe ontwikkelingen.
Rol
Domeincompetentie
Majorcompetentie
Voeding en Diëtetiek
Ondernemer/manager
Samenwerken in professionele relaties Samenwerken in professionele relaties
Opmerking De voedingskundige/diëtist werkt samen in professionele relaties. Hij/zij levert een bijdrage aan organisatieprocessen.
Majorcompetentie
Voeding en Diëtetiek
Begeleiden en coachen
Opmerking De voedingskundige/diëtist werkt samen in professionele relaties. Hij/zij levert een bijdrage aan leerprocessen van derden.
PAG 12 |
Rol
STUDIEGIDS
2011-2012 |
Coach
VOEDING EN DIËTETIEK
Domeincompetentie
Majorcompetentie
Voeding en Diëtetiek
Persoonlijke ontwikkeling Bevorderen eigen deskundigheid en ontwikkeling
Opmerking De voedingskundige/diëtist werkt op zodanige wijze aan de eigen ontwikkeling dat hij/zij voldoet aan de geldende maatschappelijke en beroepsnormen en het werk betekenisvol, uitdagend en plezierig vindt.
Rol
Beroepsbeoefenaar/innovator
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 13
5. Onderwijsaanbod Voeding en Diëtetiek De studie Voeding en Diëtetiek duurt vier studiejaren.
Onderwijsaanbod Voeding & Diëtetiek
En elk jaar is verdeeld in vier periodes. Het eerste jaar, de propedeuse, wordt gevolgd door drie hoofdfa-
beroeps
sen. Voor elke onderwijseenheid kun je studiepunten
taken
Werken aan professionalisering
(stp) behalen. Het aantal studiepunten kan per onderwijseenheid verschillen. Dit is afhankelijk van het aantal uur dat je (gemiddeld genomen) moet besteden aan de onderwijseenheid: het aantal studiebelastingsuren (sbu). Niveau 3
Stage Toegepast onderzoek (15 stp)1
Niveau 2
(centrale competenties uit deze OWE worden getoetst bij integrale toets 2)
OWE Evidence Based Practice (7,5 stp)
Niveau 1
PAG 14 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
Werken met en voor cliënten
Werken in en voor een organisatie
Verbeteren van gezond gedrag
Optimaliseren van herstelprocessen
Werken aan preventie
Integrale toets 4 (2,5 stp) Stage Werken aan
Stage Health Promotion (15 stp)
kwaliteit 2
Nutrition and Communication
Stage Diëtistisch handelen (22,5 stp)
of Ondernemen 2 (5 stp) (centrale competenties
Minor*
uit deze OWE worden getoetst bij integrale toets 3)
Integrale toets 2
Integrale toets 3
(2,5 stp)
(2,5 stp)
OWE Werken
OWE
OWE Meta
OWE Voeding
OWE Gezonde OWE Welvaart- OWE Klinische OWE Dieet
aan
Ondernemen
bolisme en
en gezondheid
voeding en
ziekten
voeding
behandeling
kwaliteit 1
1
Voedings
(12,5 stp)
veilig voedsel
(15 stp)
(15 stp)
bij kinderen
(7,5 stp)
(7,5 stp)
patronen
en voedsel-
2 (7,5 stp)
overgevoelig-
(7,5 stp)
heid (5 stp) Integrale toets 1 (2,5 stp) OWE Samen gezonder
OWE Lekker
Voeding en
Gezonde
Ondervoeding
(5 stp)
en gezond
Energie
voeding
(15 stp)
(OWE 15 stp)
(OWE 15 stp)
en veilig voedsel 1 (OWE 7,5 stp)
* Standaard route is minor in semester 2 van het derde studiejaar. Hiervan kan gemotiveerd worden afgeweken, waardoor de route in het vierde jaar verandert.
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 15
In het voorgaande schema is te zien hoe bij de
Hiermee willen we de behoefte van excellerende
opleiding Voeding & diëtetiek OWE’s en studiepunten
studenten aan meer diepgang in de stof vanuit een
gekoppeld zijn aan beroepstaken. Dit schema geldt
interdisciplinair perspectief binnen de paramedische
voor studenten die instromen in de propedeuse,
problematiek aanpakken.
hoofdfase 1 en hoofdfase 3.
Het Honours programma is daarom interdisciplinair van aard. Dit houdt in dat alle leeractiviteiten in het teken
Honours Programma
staan van een verdieping in de paramedische beroeps-
Voor excellente studenten met meer capaciteiten en
beoefening vanuit een integraal perspectief. Het kijken
meer ambities heeft het Instituut Paramedische Studies
over de grenzen van je eigen opleiding of vak staat
van de HAN een specifiek opleidingsprogramma
centraal. Er ligt een duidelijke nadruk op een meer
ontwikkeld: het Honours Programma. Je kunt je straks
onderzoeksmatige benadering van het vak; de parame-
onderscheiden van je medestudenten door dit extracur-
dische problematiek wordt bezien in een internationaal
riculaire Honours Programma te doorlopen.
perspectief, maar ook vanuit het perspectief van de
Het Honours Programma omvat minimaal 20 studiepun-
vergrijzing en integrale zorg, vanuit de diversiteit in de
ten en kan uitgebreid worden tot 30 studiepunten
paramedische zorg of vanuit een op preventie geba-
binnen 1 ½ jaar.
seerde benadering van de leefstijlproblematiek.
Het programma vindt deels plaats in de avonduren,
Je krijgt op interdisciplinair niveau de mogelijkheid je
aansluitend aan het reguliere onderwijs. Je moet
te verrijken met de vier inhoudelijke thema’s van het
rekenen op één avond per week, exclusief zelfstudie.
instituut, maatschappelijke problematiek in de
De studiebelasting beslaat ongeveer 10 uur per week.
gezondheidszorg en verdere persoonlijke ontwikkeling.
We bieden je een uiterst gevarieerd programma.
Humeyra Nazli, student
“Terugkijkend na mijn afstuderen kan ik zeggen dat het superenthousiasme van de docenten de mooiste ervaring was voor mij. Ten tweede de grote vrijheid die je vanaf het tweede jaar krijgt bij de theorie. De keus is aan jou of je voor een voldoende gaat of meer wilt.”
PAG 16 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 17
6. Onderwijseenheden Propedeuse Voeding en Diëtetiek Lekker en gezond Doelgroep
Propedeuse
Beroepstaak/Beroepstaken
Werken met en voor cliënten: verbeteren van gezond gedrag, werken aan preventie
Centrale beroepstaak
Werken met en voor cliënten: verbeteren van gezond gedrag, werken aan preventie
(Beroeps)Producten
Rapport ontwerp en onderbouwing voorlichting Voedingswaardeberekening Ontwikkelingsverslag
Studiepunten/ Studielast
420 SBU/ 15 stp
Algemene omschrijving
In deze OWE krijg je als diëtist werkzaam bij de thuiszorg, vanuit een GGD de opdracht om voorlichting te geven aan volwassenen over gezonde voeding. Je gaat een voedselconsumptie-onderzoek opzetten onder gezonde volwassenen, een rapport schrijven over de resultaten en voorlichting geven in de vorm van een presentatie. Je werkt hiervoor samen in kleine groepen. Je volgt lessen over o.a. voedingsleer, voedselbereiding, productleer, scheikunde, anatomie, computervaardigheden en presenteren en rapporteren.
Competenties
Voorlichten Persoonlijke ontwikkeling
Tentaminering
Deeltentamens/
Weging
toetsvorm Basistoets
Compensatie-
Frequentie
mogelijkheden Minimaal 6
n.v.t.
Scheikunde (c)
Zomercursus, instaptoets en 2 kansen per jaar
Basistoets
Minimaal 6
n.v.t.
Anatomie (c)
Zomercursus, instaptoets en 2 kansen per jaar
Vaardigheidstoets Minimaal voldaan Voedselvoorbereiding (v)
PAG 18 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
n.v.t.
3 kansen per jaar
Vaardigheidstoets Minimaal voldaan
n.v.t.
3 kansen per jaar
n.v.t.
3 kansen per jaar
n.v.t.
3 kansen per jaar
voedingswaardeberekening (v) Sociale vaardighe- Minimaal voldaan den (v) Kennistoets (c)
Minimaal 6 en 25%
Rapport ontwerp
50%
3 kansen per jaar
25%
3 kansen per jaar
en onderbouwing voorlichting (c) Voorlichting (c)
Ontwikkelingsver- Minimaal voldaan
n.v.t.
3 kansen per jaar
slag (v) Activiteiten
Je krijgt als diëtist bij de Thuiszorg, de opdracht van een GGD om voorlichting geven aan volwassenen over gezonde voeding. Uitgangspunt voor deze voorlichting zijn de resultaten van een voedselconsumptie-onderzoek dat je hebt uitgevoerd bij de doelgroep. De GGD vraagt je: een voedselconsumptie-onderzoek op te zetten en uit te voeren onder gezonde volwassenen met een Nederlands voedingspatroon; een rapport te schrijven waarin je de resultaten weergeeft van het onderzoek. Hierin vergelijk je de resultaten met de richtlijnen en met de voedselconsumptie in Nederland. Ook onderzoek je waarom mensen eten zoals ze eten; een voorlichting te geven in de vorm van een presentatie naar aanleiding van het door jou uitgevoerde voedselconsumptie-onderzoek. Je werkt in kleine groepen samen aan deze (project)opdracht. In deze OWE gaat het om de beroepstaak werken met en voor cliënten: verbeteren van gezond gedrag, werken aan preventie, waarbij je de competenties voorlichten en persoonlijke ontwikkeling verder ontwikkelt. In de bijbehorende cursussen komen onderwerpen aan bod die je nodig hebt bij het ontwerpen van een voorlichting over gezonde voeding, zoals: • Wat is gezonde voeding? Hoeveel eiwitten, vetten en koolhydraten hebben we nodig en waarom? Welke voedingsmiddelen zijn belangrijk bronnen van deze voedingsstoffen? Hoeveel eten Nederlanders? Hoe komt voedingsgedrag tot stand? • Het bereiden van een eenvoudige warme maaltijd. • Productkennis over ingrediënten van een traditionele warme maaltijd (aardappelen, vetten en oliën, vlees). • Het berekenen van een dagvoeding. • Rapporteren en presenteren en rapporteren
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 19
• Projectvaardigheden. • Hoe zorg je voor een goede samenwerking en wat is daar voor nodig. Werkvormen
Hoorcolleges Tutorgroepen Werkgroepen Practica
Les-/Contacturen
Gemiddeld 15 – 18. Onder voorbehoud.
Onderwijsperiode
1
Voeding en Energie Doelgroep
Propedeuse
Beroepstaak/beroepstaken
Werken met en voor cliënten; verbeteren van gezond gedrag, werken aan preventie
Centrale beroepstaak
Werken met en voor cliënten: verbeteren van gezond gedrag, werken aan preventie
(Beroeps)Producten
Voorbeelden van beroepsproducten: • Presentatie van gezondheidsprogramma over voeding en beweging • Onderbouwing van het gezondheidsprogramma • Ontwikkelingsverslag
Studiepunten, studielast
420 SBU/ 15 stp
Algemene omschrijving
Je krijgt de opdracht een gezondheids(voorlichtings)programma over voeding en beweging op te zetten. Jegaat hierbij methodisch te werk volgens het GVO-model en presenteert het ontwikkelde programma aan je medestudenten. Je volgt lessen over o.a. voedingsleer, voedselbereiding, productleer, scheikunde, anatomie en antropometrie.
Competenties
Voorlichten Samenwerken Persoonlijke ontwikkeling
Tentaminering
Deeltentamens/
Weging
toetsvorm Basistoets
Compensatie-
Frequentie
mogelijkheden Minimaal 6
Scheikunde (c)
n.v.t.
Zomercursus, instaptoets en 2 kansen per jaar
PAG 20 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
Basistoets
Minimaal 6
n.v.t.
Anatomie (c)
Zomercursus, instaptoets en 2 kansen per jaar
Vaardigheidstoets Minimaal voldaan
n.v.t.
2 kansen per jaar
n.v.t.
2 kansen per jaar
Antropometrie (v) Kennistoets (c)
Minimaal 6 en 25%
Rapport onder-
40%
2 kansen per jaar
15%
2 kansen per jaar
20%
2 kansen per jaar
bouwing gezondheidsprogramma (c) Gezondheidsprogramma (c) Feedback op gezondheidsprogramma (c) Samenwerken (v)
Minimaal voldaan
n.v.t.
2 kansen per jaar
Ontwikkelingsver- Minimaal voldaan
n.v.t.
2 kansen per jaar
slag (v) Activiteiten
Het opzetten en onderbouwen van een gezondheids(voorlichtings)programma over voeding en beweging. Je werkt methodisch volgens het GVO-model. Je doet kennis op van o.a. anatomie, antropometrie, productleer (energierijke en energiearme producten, voedingsleer (metabole wegen, spijsvertering) en scheikunde. Deze kennis verwerk je in het ontwerp van een gezondheidsprogramma en voorlichtingsmateriaal. Je presenteert het programma aan je collega-studenten.
Werkvormen
Hoorcolleges Tutorgroepen Werkgroepen Practica
Les-/Contacturen
Gemiddeld 15 – 18. Onder voorbehoud
Onderwijsperiode
1
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 21
Gezonde voeding en veilig voedsel 1 Doelgroep
Propedeuse
Beroepstaak/beroepstaken
Werken met en voor cliënten: verbeteren van gezond gedrag, werken aan preventie
Centrale beroepstaak
Werken met en voor cliënten: verbeteren van gezond gedrag, werken aan preventie
(Beroeps)Producten
Voorbeelden: • Adviesrapport over voedingsaanbod en hygiëneonderzoek • Presentatie van het adviesrapport • Ontwikkelingsverslag
Studiepunten/ Studielast
210 SBU/ 7,5 stp
Algemene omschrijving
Je vormt samen met collega-studenten een adviesbureau dat opdrachten uitvoert op het gebied van voedingsbeleid. Je hebt de opdracht om voor een opdrachtgever het voedingsbeleid en aanbod te analyseren en te ontwikkelen, adviezen te geven voor implementatie en een hygiëneonderzoek uit te voeren. Het eindproduct is een adviesrapport voor de betreffende organisatie. Je werkt het adviesrapport zelfstandig uit. Je volgt lessen over o.a. voedingsleer, receptenen menuleer en microbiologie.
Competenties
Adviseren Samenwerken Persoonlijke ontwikkeling
Tentaminering
Deeltentamens/
Weging
toetsvorm Kennistoets (c)
Compensatie-
Frequentie
mogelijkheden Minimaal 6 en
n.v.t.
2 kansen per jaar
25% Adviesrapport (c)
50%
Presentatie advies Minimaal voldaan
2 kansen per jaar n.v.t.
2 kansen per jaar
(v) Feedback op
25%
2 kansen per jaar
adviesrapport (c) Ontwikkelingsver- Minimaal voldaan slag (v)
PAG 22 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
n.v.t.
2 kansen per jaar
Activiteiten
Je vormt samen met je collega-studenten een adviesbureau. Het adviesbureau voert zowel opdrachten uit voor commerciële instellingen als voor instellingen in de zorg. De meeste opdrachten hebben betrekking op het gezondheidsbeleid. In deze opdracht gaat het om een onderdeel van dit gezondheidsbeleid, namelijk het voedingsbeleid. Jullie zijn als adviesbureau gevraagd om projecten op het gebied van het voedingsaanbod en voedselveiligheid te begeleiden. Je gaat het voedingsbeleid en -aanbod van de gekozen organisatie analyseren, ontwikkelen en adviezen geven voor de implementatie en in het kader van voedselveiligheid ook een hygiëne-onderzoek uitvoeren. Je stelt een adviesrapport op voor de desbetreffende organisatie. Jouw rol Je krijgt de vraag om samen met enkele medestudenten in een projectgroepje een adviesrapport op te stellen voor een organisatie. Je werkt deze opdracht zelfstandig uit. Je leidinggevende bij het adviesbureau wil tussentijds wel op de hoogte gehouden worden van de stand van zaken. Daarom breng je na de analysefase tussentijds verslag uit. Er is voor het project ondersteunend onderwijs in de vorm van de volgende cursussen: • VC 31 Microbiologie en voedselveiligheid • VC 32 De organisatie van de zorg voor gezond en veilig voedsel In deze cursussen komen onderwerpen aan bod die je nodig hebt bij het opstellen van het adviesrapport. In cursus VC31 komt alles aan de orde wat te maken heeft met micro-organismen en hun rol bij voedselbereiding en voedselbederf, het bewaren van producten, het voorkómen van voedselinfecties en voedselvergiftiging, toxicologie en contaminaties. Ook HACCP hoort bij deze module. In cursus VC32 komen verschillende onderwerpen aan de orde die te maken hebben met de organisatie van de zorg voor gezond en veilig voedsel. Beide begeleidende cursussen hebben hun eigen studiehandleiding, waarin je meer informatie vindt over de werkwijze, het programma overzicht, te gebruiken literatuur en de toetsing.
Werkvormen
Hoorcolleges Tutorgroepen Werkgroepen Practica
Les-/Contacturen
Gemiddeld 15 – 18. Onder voorbehoud
Onderwijsperiode
4
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 23
Ondervoeding Doelgroep
Propedeuse
Beroepstaak/beroepstaken
Werken met en voor cliënten: optimaliseren van herstelprocessen
Centrale beroepstaak
Werken met en voor cliënten: optimaliseren van herstelprocessen
(Beroeps)Producten
Voorbeelden: Casusverslag Ontwikkelingsverslag
Studiepunten/ Studielast
420 SBU/ 15 stp
Algemene omschrijving
Je leert in projectvorm om individuele cliënten of patiënten te diagnosticeren, behandelen en begeleiden. Je werkt binnen het project als diëtist in een gezondheidscentrum en oefent met collega-studenten en met simulatiepatiënten. Je volgt dieetlessen (over diagnosticeren, behandelen en begeleiden), vergaart kennis over anatomie en pathologie, krijgt inzicht in de sociale wetenschappen en volgt lessen biochemie om de juiste dieetbehandeling op te kunnen stellen. Jeeindproduct is een casusverslag.
Competenties
Diagnosticeren Behandelen en begeleiden Persoonlijke ontwikkeling
Tentaminering
Deeltentamens/
Weging
toetsvorm
Compensatie-
Frequentie
mogelijkheden
Casustoets
Minimaal 6 en
Ondervoeding (c)
25%
Methodische toets Minimaal 6 en
n.v.t.
2 kansen per jaar
n.v.t.
2 kansen per jaar
(c)
25%
Casusverslag (c)
25%
2 kansen per jaar
Skillstoets (c)
25%
2 kansen per jaar
Reflectieverslag
Minimaal voldaan
n.v.t.
2 kansen per jaar
Ontwikkelingsver- Minimaal voldaan
n.v.t.
2 kansen per jaar
skills
slag (v)
PAG 24 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
Activiteiten
Dit is de onderwijseenheid van de propedeuse waarbij je leert om individuele cliënten of patiënten te diagnosticeren, behandelen en begeleiden. Project: diëtist in een gezondheidscentrum Je werkt als diëtist in een gezondheidscentrum. Je behandelt cliënten met ondervoeding in de thuissituatie, verzorgingshuis en verpleeghuis. Dieetleer In de lessen dieetleer leer je hoe je iemand met ondervoeding diagnosticeert, behandelt en begeleidt. Pathologie en anatomie Om de dieetbehandeling te kunnen opstellen en te begrijpen, moet je kennis hebben van de pathologie en anatomie van ondervoeding en van ziektebeelden waarbij ondervoeding vaak voorkomt. Sociale wetenschappen De behandeling van deze categorie cliënten vraagt ook inzicht in sociale wetenschappen. Biochemie Voor een diëtist is het belangrijk de biochemische processen van verschillende cliëntenen patiëntencategorien te begrijpen en te interpreteren. Dat leer je in de biochemie lessen. Skills Als diëtist zul je veel gesprekken voeren met cliënten. Dat lijkt eenvoudig, maar in de praktijk blijkt dat het vaak lastiger is dan gedacht. In deze cursus leer je hoe je een voedingsanamnese afneemt bij een cliënt of patiënt. Je gaat oefenen met elkaar en met simulatiepatiënten
Werkvormen
Hoorcolleges Tutorgroepen Werkgroepen Practica
Les-/Contacturen
Gemiddeld 15 – 18. Onder voorbehoud
Onderwijsperiode
3
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 25
Samen Gezonder/Werken Aan Kwaliteit Doelgroep
Propedeuse Voeding en Diëtetiek, E
Beroepstaak/Beroepstaken
Werken in en voor een organisatie
Centrale beroepstaak
Werken in en voor een organisatie
(Beroeps)Producten
Voorbeelden: Kwaliteitsverslag Reflectieverslag over samenwerking Ontwikkelingsverslag
Studiepunten/
140 SBU/ 5 stp
Studielast Algemene omschrijving
In deze OWE behandel je op papier een aantal patiënten in een multidisciplinair team. De nadruk ligt hierbij op de verantwoording van kwaliteit van zorg en de kwaliteit van de samenwerking. Je eindproduct is een kwaliteitsverslag en reflectieverslag over de samenwerking binnen het team. De OWE is een gezamenlijke IPS OWE. Dit betekent dat je met studenten van de andere drie opleidingen van IPS samenwerkt in een projectgroep
Competenties
Samenwerken Werken aan kwaliteit Persoonlijke ontwikkeling
Tentaminering
Deeltentamens/
Weging
toetsvorm Kwaliteitsverslag
Compensatie-
Frequentie
mogelijkheden Minimaal voldaan
n.v.t.
2 kansen per jaar
Minimaal voldaan
n.v.t.
2 kansen per jaar
Minimaal voldaan
n.v.t.
2 kansen per jaar
Ontwikkelingsver- Minimaal voldaan
n.v.t.
2 kansen per jaar
(o/m/v/g) Reflectieverslag samenwerking (v) Peerbeoordeling (o/m/v/g)
slag (v) Activiteiten
Als multidisciplinair behandelteam zorg je voor een kwalitatief hoogwaardige behandeling, een goede verantwoording van zorg en volledige rapportage en verslaglegging.
PAG 26 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
Werkvormen
Hoorcolleges Tutorgroepen
Les-/Contacturen
Gemiddeld 15 – 18. Onder voorbehoud
Onderwijsperiode
4
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 27
7. Onderwijseenheden Hoofdfase Voeding en Diëtetiek Metabolisme en voedingspatronen Doelgroep
Hoofdfase 1
Beroepstaak/Beroepstaken
Werken met en voor cliënten: verbeteren van gezond gedrag en werken aan preventie
Centrale beroepstaak
Werken met en voor cliënten: verbeteren van gezond gedrag en werken aan preventie
(Beroeps)Producten
Voorbeelden: • Rapport met analyse van het voedingspatroon en het risico voor de gezondheid • Casustoets • Ontwikkelingsverslag
Studiepunten, studielast
210 SBU/7,5 stp
Algemene omschrijving
In deze OWE vergaar je kennis over het functioneren van het (gezonde) metabolisme (van de mens) en de invloed van voeding en activiteiten op het functioneren van dit metabolisme. Je maakt als eindproduct een rapport met een analyse van voedingspatronen en het risico voor de gezondheid en sluit de OWE af met een casustoets.
Competenties
Voorlichten Adviseren Samenwerken Persoonlijke ontwikkeling
Tentaminering
Deeltentamens/
Weging
toetsvorm Casustoets (c)
Compensatie-
Frequentie
mogelijkheden Minimaal 6 en
n.v.t.
2 kansen per jaar
25% Keuzecasus (c)
40%
2 kansen per jaar
Beoordeling
35%
2 kansen per jaar
keuzecasus (c) Ontwikkelings
Minimaal voldaan
verslag (v)
PAG 28 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
n.v.t.
2 kansen per jaar
Tentaminering onder voorbehoud (toetsprogramma is in ontwikkeling) Activiteiten
Centraal in deze onderwijseenheid staat het functioneren van het (gezonde) metabolisme (van de mens) en de invloed van voeding en activiteiten op het functioneren van dit metabolisme. Het metabolisme omvat de processen in het lichaam, waarbij de voedingsstoffen worden afgebroken om energie te krijgen voor de levensprocessen of waarbij de voedingsstoffen gebruikt worden om stoffen op te bouwen die voor het functioneren van het lichaam van belang zijn. Een optimaal voedingsen activiteitenpatroon bevordert het optimaal functioneren van het metabolisme.Een optimaal functionerend metabolisme is een belangrijk aspect van (lichamelijke) gezondheid, op korte én op langere termijn. Om een metabolisme maximaal te laten presteren bijvoorbeeld bij (top)sport is het belangrijk om o.a. aandacht te besteden aan specifieke aspecten van de samenstelling van de voeding.
Werkvormen
Hoorcolleges Tutorgroepen Werkgroepen
Les-/Contacturen
Gemiddeld 15 – 18. Onder voorbehoud
Onderwijsperiode
1
OWE Voeding en Gezondheid Doelgroep
Hoofdfase 1
Beroepstaak/Beroepstaken
Werken met en voor cliënten: verbeteren van gezond gedrag en werken aan preventie
Centrale beroepstaak
Werken met en voor cliënten: verbeteren van gezond gedrag en werken aan preventie
(Beroeps)Producten
Voorbeelden: • Rapport met de verantwoording van een voorlichtingsinterventie • Coachgesprek • Ontwikkelingsverslag
Studiepunten/
350 SBU/ 12,5 stp
Studielast Algemene omschrijving
Je zet methodisch een voorlichtingsinterventie in volgens het GVO-model voor de cliëntgroep zwangeren, kinderen, ouderen of sporters. Om de interventie
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 29
optimaal te laten aan sluiten bij de gekozen cliëntgroep doe je literatuuren veldonderzoek en vergaar je kennis over voedingsleer, voedselconsumptieonderzoek, sociale wetenschappen, determinanten van gedrag, productieleer en statistiek. Met de analysegegevens van de doelgroep maak je een beargumenteerde en onderbouwde keuze voor een interventie. Je presenteert de interventie aan de cliëntgroep. Aan de hand van procesen effectevaluatie wordt bekeken of de vooraf opgestelde doelen zijn bereikt. Competenties
Voorlichten Samenwerken Werken aan kwaliteit Persoonlijke ontwikkeling
Tentaminering
Deeltentamens/
Weging
toetsvorm Casustoets (c)
Compensatie-
Frequentie
mogelijkheden Minimaal 6 en
n.v.t.
2 kansen per jaar
25% Rapport ‘Ontwer-
35%
2 kansen per jaar
15%
2 kansen per jaar
Peerboordeling (c) 25%
2 kansen per jaar
pen van een voorlichtingsinterventieprogramma’ (c) uitvoering van deel van een voorlichtingsinterventieprogramma (c)
Coachen en
Minimaal voldaan
n.v.t.
2 kansen per jaar
Ontwikkelingsver- Minimaal voldaan
n.v.t.
2 kansen per jaar
begeleiden (v)
slag (v) Activiteiten
Onderzoek naar de voedselconsumptie (wat eten mensen?) en naar het voedingsgedrag (waarom eten mensen wat ze eten?) zijn twee centrale onderwerpen binnen deze onderwijseenheid. Om als diëtist de juiste voorlichting te kunnen geven, afgestemd op de cliëntgroep zul je eerst onderzoek moeten doen naar de cliëntgroep. Bij gezondheidsvoorlichting staan problemen waarbij gedrag een belangrijke rol speelt centraal. Het gaat steeds om activiteiten die gebaseerd zijn op een
PAG 30 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
zorgvuldige analyse van de oorzaken van het gedrag en van de factoren die het gedrag aansturen. Het beïnvloeden van gedrag op basis van theorieën en het zorgvuldig uitvoeren en evalueren van interventies speelt hierbij een belangrijke rol. Deze aspecten maken gezondheidsvoorlichting planmatig. Je start met een literatuuronderzoek naar de cliëntgroep en het voedingsprobleem/de ‘voedingsvraag’, waar de voorlichting/interventie op gericht zal zijn. Vervolgens ontwerp je een voedselconsumptieonderzoek, een vragenlijst over het voedingsgedrag en omgevingsinvloeden met inclusiecriteria. Het uitgevoerde voedselconsumptieonderzoek en het onderzoek naar het voedingsgedrag en de omgeving analyseer je. Met de analysegegevens maak je een beargumenteerde en onderbouwde keuze voor een interventie, afgestemd op de wensen en behoeften van de cliëntgroep. Deze interventie werk je verder uit en presenteer je aan de cliëntgroep. Aan de hand van een procesen effectevaluatie wordt bekeken of je de doelen hebt bereikt die je voorafgaand aan de interventie hebt opgesteld. Werkvormen
Hoorcolleges Tutorgroepen Werkgroepen
Les-/Contacturen
Gemiddeld 15 – 18. Onder voorbehoud
Onderwijsperiode
2
Gezonde voeding, veilig voedsel 2 Doelgroep
Hoofdfase 1
Beroepstaak/Beroepstaken
Werken met en voor cliënten: verbeteren van gezond gedrag en werken aan preventie
Centrale beroepstaak
Werken met en voor cliënten: verbeteren van gezond gedrag en werken aan preventie
(Beroeps)Producten
Voorbeelden: • Rapport met de verantwoording van de ontwikkeling van een nieuw gezond en veilig product • Ontwikkelingsverslag
Studiepunten/
210 SBU/ 7,5 stp
Studielast Algemene omschrijving
Je ontwikkelt een vernieuwend en gezond product voor een doelgroep dat tevens commercieel interessant is. Je schrijft een adviesrapport voor het gekozen bedrijf, waarin je het ontwerp onderbouwt met literatuur-, velden
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 31
sensorisch onderzoek. Daarnaast geef je in het rapport advies over de verpakking, promotie en marktintroductie en evalueer je het product. Daarvoor volg je ondersteunende cursussen op het gebied van marketing en organisatiekunde. Ook verdiep je je in onderwerpen rond de veiligheid van voedsel en de manier waarop een voedingsmiddel gepresenteerd mag worden aan consumenten. Je sluit de OWE af met een presentatie van het adviesrapport. Competenties
Adviseren Samenwerken Persoonlijke ontwikkeling
Tentaminering
Deeltentamens/
Weging
toetsvorm Casustoets (c)
Compensatie-
Frequentie
mogelijkheden Minimaal 6 en
n.v.t.
2 kansen per jaar
n.v.t.
2 kansen per jaar
25% Adviesrapport (c)
35%
Peerbeoordeling
25%
analysefase (c) Coachen en
15%
begeleiden (c) Ontwikkelingsver- Minimaal voldaan slag (v) Activiteiten
In deze OWE staat het ontwikkelen en vermarkten van een gezond en veilig levensmiddel centraal. Je ontwerpt mede op basis van een voedingskundige analyse een nieuw product voor een cliëntgroep. Wat zijn de behoeften, wat zijn de gedragspatronen van de consumenten in deze uiteenlopende marktsegmenten? In de ondersteunende cursussen maak je kennis met de beginselen van marketing en organisatiekunde. Aan de hand van casussen en opdrachten werk je bijvoorbeeld aan het voorbereiden en uitvoeren van marktonderzoek, de verschillende aspecten van consumentengedrag, de vier basiselementen van een marketingplan, en de inhoud van een promotieen introductieplan. Daarnaast leer je kijken naar de verschillende processen die binnen bedrijven en instellingen het primaire proces ondersteunen. Ook de verschillende disciplines die binnen een bedrijf een rol spelen bij de productontwikkeling komen aan bod. Samenwerking en afhankelijkheden binnen organisaties staan daarbij centraal. Daarnaast verdiep je je in onderwerpen rond de veiligheid van voedsel, en de wijze waarop je een voedingsmiddel kunt en mag presenteren aan consumenten.
PAG 32 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
Werkvormen
Hoorcolleges Tutorgroepen Werkgroepen Practica
Les-/Contacturen
Gemiddeld 15 – 18. Onder voorbehoud
Onderwijsperiode
3
Klinische Voeding Doelgroep
Hoofdfase 2
Beroepstaak/Beroepstaken
Werken met en voor cliënten: optimaliseren van herstelprocessen
Centrale beroepstaak
Werken met en voor cliënten: verbeteren van gezond gedrag en werken aan preventie
(Beroeps)Producten
Voorbeelden: • Presentatie en verslag klinische voeding • Multiprofessioneel behandelplan • Ontwikkelingsverslag
Studiepunten/
420 SBU/ 15 stp
Studielast Algemene omschrijving
Je gaat in een projectgroep een dieetbehandelplan bij een patiënt ontwerpen, uitvoeren, evalueren en bijstellen in het project ‘De ziekenhuisdiëtist’. Je laat hierin zien dat je de gegevensverzameling (diëtistische anamnese), de diëtistische diagnose, de behandeldoelen, het behandelplan en de rapportage kunt verantwoorden naar de patiënt en collega-diëtisten/betrokken hulpverleners. Daarvoor vergaar je kennis over dieetleer, pathologie en anatomie, sociale wetenschappen en biochemie. Ook ontwikkel je de benodigde skills (diëtistisch onderzoek, diëtistische diagnose en dieetbehandeling) door het oefenen met simulatiepatiënten. Als eindproducten maak je een multiprofessioneel behandelplan en een verslag. Daarnaast geef je een presentatie van het plan.
Competenties
Diagnosticeren Behandelen en begeleiden Samenwerken Werken aan kwaliteit Persoonlijke ontwikkeling
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 33
Tentaminering
Deeltentamens/
Weging
toetsvorm Casustoets
Compensatie-
Frequentie
mogelijkheden Minimaal 6 en
n.v.t.
2 kansen per jaar
Klinische voeding 25% (c) Skillstoets (c)
25%
Reflectieverslag
Minimaal voldaan
2 kansen per jaar n.v.t.
2 kansen per jaar
skills Casusverslag
25%
2 kansen per jaar
25%
2 kansen per jaar
Klinische voeding (c) Peerbeoordeling van casusverslag Klinische voeding (c) Ontwikkelingsver- Minimaal voldaan
n.v.t.
2 kansen per jaar
slag (v) Tentaminering onder voorbehoud (toetsprogramma is in ontwikkeling) Activiteiten
Project ‘De ziekenhuisdiëtist’: Centraal staat het projectonderwijs. Je gaat met je projectgroep bij een patiënt een dieetbehandelplan ontwerpen, uitvoeren, evalueren en bijstellen. Je laat hierbij zien dat je de gegevensverzameling (de diëtistische anamnese), de diëtistische diagnose, de behandeldoelen, het behandelplan en de rapportage kunt verwoorden naar de patiënt. Daarnaast moet je je plan kunnen verantwoorden naar collega-diëtisten en andere betrokken hulpverleners, zoals de arts en de verpleegkundige. Ondersteunende leeractiviteiten: Dieetleer In de werkgroepen dieetleer leer je hoe de dieetbegeleiding van verschillende ziekenhuispatiënten eruit zou moeten zien. Je leert hier dus alles over de anamnese en het dieet voor nierpatiënten, oncologische patiënten en patiënten met maag-, darm, leverziekten. Pathologie en anatomie Om de dieetbehandeling te kunnen opstellen en begrijpen, heb je kennis nodig van de anatomie en pathologie van de verschillende ziektebeelden die centraal staan in deze onderwijseenheid.
PAG 34 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
Sociale wetenschappen Bovendien vraagt de behandeling van deze categorie patiënten ook dat je inzicht hebben in sociale wetenschappen. De onderwerpen die in deze werkgroepen worden besproken zijn bijvoorbeeld: therapietrouw, ziektebeleving van mensen met chronische ziekte, palliatieve voeding en slecht-nieuwsgesprekken. Biochemie Naar welke labwaarden kijkt de diëtist bij nierpatiënten, oncologische patiënten en patiënten met maag-, darm, leverziekten en hoe interpreteer je die labwaarden? Dit leer je in de biochemielessen. Skills Als diëtist zul je veel gesprekken voeren met cliënten. Dat lijkt eenvoudig, maar in de praktijk blijkt dat het vaak lastiger is dan gedacht. In deze cursus komen het diëtistisch onderzoek, de diëtistische diagnose en de dieetbehandeling aan de orde. Met elkaar en met simulatiepatiënten ga je deze vaardigheden oefenen.
Werkvormen
Hoorcolleges Tutorgroepen Werkgroepen Practica
Les-/Contacturen
Gemiddeld 15 – 18. Onder voorbehoud
Onderwijsperiode
1
Welvaartsziekten Doelgroep
Hoofdfase 1
Beroepstaak/Beroepstaken
Werken met en voor cliënten: optimaliseren van herstelprocessen
Centrale beroepstaak
Werken met en voor cliënten: optimaliseren van herstelprocessen
(Beroeps)Producten
Voorbeelden:: • Casuspresentaties • Casusverslag welvaartsziekten • Ontwikkelingsverslag
Studiepunten, studielast
420 SBU/ 15 stp
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 35
Algemene omschrijving
Binnen het project ‘Je eigen praktijk’ ga je als diëtist aan de slag met het diagnosticeren, behandelen en begeleiden van mensen met welvaartsziekten, diabetis mellitus type 1 en eetstoornissen. Voor de nodige ondersteuning bij het uitwerken van de casuïstieken in het project, volg je cursussen op het gebied van dieetleer, pathologie en anatomie, sociale wetenschappen en biochemie. Ook ontwikkel je de benodigde skills (diëtistisch onderzoek, diëtistische diagnose en dieetbehandeling) door het oefenen met simulatiepatiënten. Eindproducten vormen de presentaties van de cases en een casusverslag welvaartsziekten.
Competenties
Diagnosticeren Behandelen en begeleiden Werken aan kwaliteit Samenwerken Persoonlijke ontwikkeling
Tentaminering
Deeltentamens/
Weging
toetsvorm
Compensatie-
Frequentie
mogelijkheden
Casustoets
Minimaal 6 en
Welvaartsziekten
25%
n.v.t.
2 kansen per jaar
(c) Skillstoets (c)
25%
Reflectieverslag
Minimaal voldaan
2 kansen per jaar n.v.t.
2 kansen per jaar
skills (v) Casusverslag
25%
2 kansen per jaar
25%
2 kansen per jaar
Welvaartsziekten (c) Peerbeoordeling van Patiëntenoverdracht (c) Intervisieverslag
Minimaal voldaan
n.v.t.
2 kansen per jaar
Ontwikkelingsver- Minimaal voldaan
n.v.t.
2 kansen per jaar
(v)
slag (v) Activiteiten
Project ‘Je eigen praktijk!’ Je gaat als diëtist aan de slag met het diagnosticeren, behandelen en begeleiden van mensen met welvaartsziekten, diabetes mellitus type 1 en eetstoornissen. Deze onderwijseenheid biedt naast het project ook een aantal ondersteunende cursussen voor het uitwerken van de casuïstieken in het project.
PAG 36 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
Dieetleer Zoals beschreven in de beroepstaak ga je in het kader van het project casuspresentaties geven van cliënten die in jullie praktijk komen. Maar hoe diagnosticeer, behandel en begeleid je mensen met welvaartsziekten, diabetes mellitus type 1 en eetstoornissen? In de dieetleercursus leer je, aan de hand van eenvoudige casuïstiek hoe de dieetbehandeling van welvaartsziekten er bij verschillende ziektebeelden uitziet. Pathologie en anatomie Om de dieetbehandeling te kunnen opstellen en te begrijpen, moet je kennis hebben van anatomie en de pathologie van de verschillende welvaartsziekten. Sociale wetenschappen Bovendien vraagt de behandeling van deze categorie cliënten ook dat je inzicht hebt in sociale wetenschappen. Hoe kun je voedingsgedrag veranderen? Welke middelen zijn er om eetgedrag in kaart te brengen? Hoe vergroot je therapietrouw? Kortom, allemaal vragen die in deze onderwijseenheid ruim aan bod komen. Biochemie Naar welke labwaarden kijk je bij een cliënt met diabetes mellitus en hoe interpreteer je deze? En hoe zit dat bij een cliënt met hypercholesterolemie? Skills Als diëtist zul je veel gesprekken voeren met cliënten. Dat lijkt eenvoudig, maar in de praktijk blijkt dat het vaak lastiger is dan gedacht. In deze cursus komen het diëtistisch onderzoek, de diëtistische diagnose en de dieetbehandeling aan de orde. Met elkaar en met simulatiepatiënten ga je deze vaardigheden oefenen.
Werkvormen
Hoorcolleges Tutorgroepen Werkgroepen Practica
Les-/Contacturen
Gemiddeld 15 – 18. Onder voorbehoud
Onderwijsperiode
4
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 37
Dieetbehandeling bij kinderen en voedselovergevoeligheid Doelgroep
Hoofdfase 2
Beroepstaak/Beroepstaken
Werken met en voor cliënten: optimaliseren van herstelprocessen
Centrale beroepstaak
Werken met en voor cliënten: optimaliseren van herstelprocessen
(Beroeps)Producten
Voorbeelden:: • Diëtistisch dossier • Verslag van samenwerken aan kwaliteit bij pku/cf • Ontwikkelingsverslag
Studiepunten, studielast
140 SBU/ 5 stp
Algemene omschrijving
In deze OWE staat kinderdiëtetiek en voedselovergevoeligheid centraal. Je werkt bij thema 1 ‘Kinderen’ en thema 2 ‘Voedselovergevoeligheid’ in een projectgroep aan een dieetbehandelplan bij een kind en/of ouders. Je ontwerpt het dieetbehandelplan, voert het uit, evalueert het en stelt het plan bij als dat nodig is. In thema 3 krijg je een casus over een kind met een stofwisselingsziekte. Je maakt een verslag van de casus, waarin je laat zien hoe je multidisciplinair kunt samenwerken en hoe je de kwaliteit van de behandeling bewaakt en verbetert. Je volgt ook ondersteunende cursussen op het gebied van dieetleer, pathologie en anatomie en ontwikkelingspsychologie. Ook ontwikkel je de benodigde skills door het oefenen van het vervolgconsult met simulatiepatiënten.
Competenties
Diagnosticeren Behandelen en begeleiden Werken aan kwaliteit Samenwerken Persoonlijke ontwikkeling
Tentaminering
Deeltentamens/
Weging
toetsvorm
Compensatie-
Frequentie
mogelijkheden
Casustoets
Minimaal 6 en
Kinderen en
33,3%
n.v.t.
2 kansen per jaar
voedselovergevoeligheid (c) Skillstoets (c)
33,3%
Reflectieverslag
Minimaal voldaan
skills
PAG 38 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
2 kansen per jaar n.v.t.
2 kansen per jaar
Casusverslag
33,3%
2 kansen per jaar
Kinderen en voedselovergevoeligheid, (c) Ontwikkelingsver- Minimaal voldaan
n.v.t.
2 kansen per jaar
slag (v) Activiteiten
Thema 1 Kinderen/thema 2 voedselovergevoeligheid: Centraal staat het projectonderwijs. Je gaat met je projectgroep bij een kind en/of ouders een dieetbehandelplan ontwerpen, uitvoeren, evalueren en bijstellen. Je laat hierbij zien dat je de gegevensverzameling (de diëtistische anamnese), de diëtistische diagnose, de behandeldoelen, het behandelplan en de rapportage kunt verwoorden naar het kind en/of de ouders. Daarnaast moet je je plan kunnen verantwoorden naar collega-diëtisten en andere betrokken hulpverleners zoals de arts. Thema 3: In dit project staat samenwerken in professionele relaties en werken aan kwaliteit centraal. Je krijgt een casus over een kind met een stofwisselingsziekte. Je maakt een verslag waarin je laat zien hoe je multidisciplinair kunt samenwerken en hoe je de kwaliteit van de behandeling bewaakt/verbetert. Dieetleer In de werkgroepen dieetleer leer je hoe de dieetbegeleiding van verschillende kinderen eruit zou moeten zien. Je leert hier dus alles over de anamnese en het dieet voor kinderen met failure to thrive, voedselovergevoeligheid en stofwisselingsziekten. Pathologie en anatomie Om de dieetbehandeling te kunnen opstellen en te begrijpen, moet je kennis hebben van de anatomie en pathologie van de verschillende ziektebeelden die centraal staan in deze onderwijseenheid. Ontwikkelingspsychologie Bovendien vraagt de behandeling van een kind ook dat je inzicht hebt in de ontwikkeling van het kind. Skills Als diëtist zul je veel gesprekken voeren met kinderen en hun ouders. Dat lijkt eenvoudig, maar in de praktijk blijkt dat het vaak lastiger is dan gedacht. In deze cursus komt het vervolgconsult aan de orde. Je gaat de benodigde vaardigheden oefenen met elkaar en met simulatiepatiënten.
Werkvormen
Hoorcolleges Tutorgroepen
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 39
Werkgroepen Practica Les-/Contacturen
Gemiddeld 15 – 18. Onder voorbehoud
Onderwijsperiode
2
Evidence Based Practice Doelgroep
Hoofdfase 1
Beroepstaak/Beroepstaken
Werken aan professionalisering
Centrale beroepstaak
Werken aan professionalisering
(Beroeps)Producten
Voorbeeld: Case study Ontwikkelingsverslag
Studiepunten, studielast
210 SBU/ 7,5 stp
Algemene omschrijving
In deze OWE ga je op werkplekbezoek bij een diëtist om een consult te observeren. Je interviewt de diëtist en als dat mogelijk is na afloop de cliënt. Je bekijkt hoe Evidence Based besluitvorming in de praktijk tot stand komt. Je leert in deze OWE de cliënt centraal te stellen en wetenschappelijke literatuur te zoeken, te beoordelen en te integreren in de behandeling. Ook leer je gebruik te maken van eigen kennis en vaardigheden en van kennis binnen de beroepsgroep.
Competenties
Kennisontwikkeling en professionalisering Persoonlijke ontwikkeling
Tentaminering
Deeltentamens/
Weging
toetsvorm Kennistoets (c)
Compensatie-
Frequentie
mogelijkheden Minimaal 6 en
n.v.t.
2 kansen per jaar
33,3% Groepsverslag
66,6%
2 kansen per jaar
Evidence Based Practice (c) Ontwikkelingsver- Minimaal voldaan slag (v)
PAG 40 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
n.v.t.
2 kansen per jaar
Tentaminering onder voorbehoud (toetsprogramma is in ontwikkeling) Activiteiten
In deze onderwijseenheid leer je hoe je de cliënt centraal kunt stellen, hoe je wetenschappelijke literatuur kunt zoeken, beoordelen en integreren in de behandeling en hoe je gebruik kunt maken van je eigen kennis en vaardigheden en van kennis en vaardigheden binnen de beroepsgroep. Als dat mogelijk is, ga je op werkplekbezoek bij een diëtist om een consult te observeren. Je interviewt de diëtist en als dat mogelijk is na afloop van het consult de cliënt. Je bekijkt hoe de Evidence Based besluitvorming in de praktijk tot stand komt.
Werkvormen
Hoorcolleges Tutorgroepen Werkgroepen
Les-/Contacturen
Gemiddeld 15 – 18. Onder voorbehoud
Onderwijsperiode
1
Ondernemen 1 Doelgroep
Hoofdfase 1
Beroepstaak/Beroepstaken
Werken in en voor een organisatie
Centrale beroepstaak
Werken in en voor een organisatie
(Beroeps)Producten
Voorbeelden: • Ondernemingsplan • Ontwikkelingsverslag
Studiepunten, studielast
210 SBU/ 7,5 stp
Algemene omschrijving
In deze OWE ga je op werkplekbezoek bij een diëtist om een consult te observeren. Je interviewt de diëtist en als dat mogelijk is na afloop de cliënt. Je bekijkt hoe Evidence Based besluitvorming in de praktijk tot stand komt. Je leert in deze OWE de cliënt centraal te stellen en wetenschappelijke literatuur te zoeken, te beoordelen en te integreren in de behandeling. Ook leer je gebruik te maken van eigen kennis en vaardigheden en van kennis binnen de beroepsgroep.
Competenties
Ondernemen Werken aan kwaliteit Samenwerken Persoonlijke ontwikkeling
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 41
Tentaminering
Deeltentamens/
Weging
toetsvorm
Compensatie-
Frequentie
mogelijkheden
Kennistoets
Minimaal 6 en
Ondernemen
33,3%
n.v.t.
Ondernemingsplan 66,6%
2 kansen per jaar
2 kansen per jaar
(c) Ontwikkelingsver- Minimaal voldaan
n.v.t.
2 kansen per jaar
slag (v) Activiteiten
In deze OWE werk je aan een ondernemingsplan, waaruit blijkt dat JIJ de professional bent die een gezondheidscentrum zoekt.
Werkvormen
Hoorcolleges Tutorgroepen
Les-/Contacturen
Gemiddeld 15 – 18. Onder voorbehoud
Onderwijsperiode
3
Werken aan kwaliteit en adviseren 1 Doelgroep
Hoofdfase 2
Beroepstaak/Beroepstaken
Werken in en voor een organisatie
Centrale beroepstaak
Werken in en voor een organisatie
(Beroeps)Producten
Voorbeeld van een product waaraan je in deze OWE werkt: -
Studiepunten, studielast
210 SBU/ 7,5 stp
Algemene omschrijving
In deze OWE werk je aan een kwaliteitsprobleem, waarmee diëtisten in de dagelijkse praktijk te maken krijgen. Je verplaatst je in de rol van adviseur en doet aanbevelingen ter verbetering van het probleem en maakt daarbij gebruik van de PDCA-cyclus. Het gaat in deze OWE om verbeteringsprocessen op organisatieniveau, zoals afstemming van de werkwijze tussen diëtisten, het verbeteren van een screeningsprotocol op ondervoeding en het vormgeven van de evaluatie van de dienstverlening van diëtisten.
PAG 42 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
Competenties
Werken aan kwaliteit Adviseren Ondernemen Samenwerken Persoonlijke ontwikkeling
Tentaminering
Deeltentamens/
Weging
Compensatie-
toetsvorm
Frequentie
mogelijkheden
Kennistoets
Minimaal 6 en
Kwaliteit en
33,3%
n.v.t.
2 kansen per jaar
advisering (c) Adviesrapport (c)
66,6%
2 kansen per jaar
Presenteren
Minimaal voldaan
n.v.t.
2 kansen per jaar
Ontwikkelingsver- Minimaal voldaan
n.v.t.
2 kansen per jaar
advies (v)
slag (v) Tentaminering onder voorbehoud (toetsprogramma is in ontwikkeling) Activiteiten
n.v.t.
Werkvormen
Hoorcolleges Tutorgroepen
Les-/Contacturen
Gemiddeld 15 – 18. Onder voorbehoud
Onderwijsperiode
2
Stage Diëtistisch handelen Doelgroep
Hoofdfase 3
Beroepstaak/Beroepstaken
Werken met en voor cliënten: optimaliseren van herstelprocessen
Centrale beroepstaak
Werken met en voor cliënten: optimaliseren van herstelprocessen
(Beroeps)Producten
Voorbeelden: • Stageverslag • Case study • Ontwikkelplan
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 43
Studiepunten/
630 SBU/ 22,5 stp
Studielast Algemene omschrijving
In deze OWE loop je 20 weken (een half studiejaar) stage op niveau 3. Je hebt de rol van behandelaar onder begeleiding van een ervaren beroepsbeoefenaar. Je krijgt begeleiding van een docentbegeleider en van één of meer praktijkbegeleiders. In de eerste week volg je op school ter voorbereiding op de stage een verplicht programma met onderwerpen als: het stagewerkplan, EBP, de ernstig zieke patiënt en lastige gesprekssituaties. Je voert ook een simulatiegesprek uit tijdens de skillsles. Na de eerste week start je met de stage op de stagewerkplek. Tijdens de stage heb je drie terugkomdagen om samen met medestudenten en onder begeleiding van de docentbegeleider te reflecteren op het diëtistisch handelen. Dit gebeurt in de vorm van casuspresentaties en intervisie. Deze stage wordt vaak gecombineerd met de OWE/stage ‘Werken aan kwaliteit2/ ondernemen2’.
Competenties
Diagnosticeren Behandelen en begeleiden Voorlichten Werken aan kwaliteit Samenwerken Persoonlijke ontwikkeling
Tentaminering
Deeltentamens/
Weging
toetsvorm Casestudy(c)
Compensatie-
Frequentie
mogelijkheden Minimaal 6 en
n.v.t.
2 kansen per jaar
n.v.t.
2 kansen per jaar
n.v.t.
2 kansen per jaar
n.v.t.
2 kansen per jaar
30% Stage beoordeling Minimaal voldaan (v) Gesprek over
Minimaal 6 en
competentieont-
70%
wikkeling (c) Ontwikkelplan (v) Minimaal voldaan Activiteiten
De eerste week van de stage bestaat uit een verplicht te volgen stagevoorbereidingsweek. In deze week komt aan de orde het stagewerkplan, EBP handelen, medicijnen, de ernstig zieke patiënt en lastige gespreksituaties. Ook heeft iedereen nog een skills simulatiegesprek. Na de eerste week start de stage op de stageplek zelf. Tijdens de stage zijn drie terugkomdagen gepland: op die dag kom je terug naar de opleiding om samen met medestudenten en onder begeleiding van de
PAG 44 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
docentbegeleider te reflecteren op het diëtistisch handelen. Dit gebeurt aan de hand van casuspresentaties en intervisie. Zie de HAN Scholar site van het praktijkbureau voor de stagehandleidingen en mogelijke stageplekken.
Werkvormen
Stage
Les-/Contacturen
Gemiddeld 15 – 18. Onder voorbehoud
Onderwijsperiode
1-2 en 3-4
Stage Health Promotion Doelgroep
Hoofdfase 3
Beroepstaak/Beroepstaken
Werken met en voor cliënten: verbeteren van gezond gedrag, werken aan preventie
Centrale beroepstaak
Werken met en voor cliënten: verbeteren van gezond gedrag, werken aan preventie
(Beroeps)Producten
Voorbeelden: • Vormgeven toegepast onderzoek • Vormgeven en uitvoeren van toegepast onderzoek • Ontwerpen van innovaties • Implementatie van innovaties • ontwikkelplan
Studiepunten/Studielast
420 SBU/ 15 stp
Algemene omschrijving
In deze OWE voer je, vaak in combinatie met de OWE/stage ‘Toegepast onderzoek’, in de praktijk een opdracht uit voor een opdrachtgever. Bijvoorbeeld voor de GGD, een zorginstelling of een universiteit. Je werkt 20 weken in een groep van twee tot vier junioradviseurs aan een project. Dit project is gericht op gezondheidsbevordering en/of het verbeteren van voedingsaanbod. Je doet literatuuren veldonderzoek en schrijft een onder bouwing en een adviesrapport voor de opdrachtgever. Ter ondersteuning neem je deel aan een intervisiegroep en volg je inhoudelijke workshops.
Competenties
Voorlichten Adviseren Werken aan kwaliteit
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 45
Samenwerken Persoonlijke ontwikkeling Tentaminering
Deeltentamens/
Weging
toetsvorm Verslag (c)
Compensatie-
Frequentie
mogelijkheden Minimaal 6 en
n.v.t.
2 kansen per jaar
n.v.t.
2 kansen per jaar
n.v.t.
2 kansen per jaar
n.v.t.
2 kansen per jaar
70% Individuele
Minimaal 6 en
opdracht (c)
30%
Stage beoordeling Minimaal voldaan (v) Ontwikkelplan (v) Minimaal voldaan Activiteiten
Je werkt 20 weken in een groep van twee tot vier junioradviseurs aan een onderzoek. De inhoud van het project is afhankelijk van de vraag van de opdrachtgever. Enkele voorbeelden: -Onderzoek de voedingstoestand van topsporters; -Onderzoek hoe leeftijdgenootjes elkaars voedingsgedrag beïnvloeden; -Hoe kunnen we zorgen dat patiënten na ontslag niet ondervoed raken? -Onderzoek of medewerkers belangstelling hebben voor gezonde voeding en ontwikkel een gezond concept voor onze bedrijfskantines; -Evalueer onze interventie voor schoolkinderen. Je doet meestal literatuuren veldonderzoek, schrijft een onderbouwings-/ adviesrapport voor je opdrachtgever. Ter ondersteuning van je onderzoeksproject doe je mee aan intervisiegroepen en zijn er inhoudelijke workshops op het gebied van wetenschapsfilosofie, literatuuronderzoek, kwalitatief onderzoek, kwantitatief onderzoek en statistiek.
Werkvormen
Stage
Les-/Contacturen
Gemiddeld 15 – 18. Onder voorbehoud
Onderwijsperiode
1-2 en 3-4
PAG 46 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
Stage Toegepast onderzoek Doelgroep
Hoofdfase 3
Beroepstaak/Beroepstaken
Werken aan professionalisering
Centrale beroepstaak
Werken aan professionalisering
(Beroeps)Producten
Voorbeelden: • Vormgeven toegepast onderzoek • Vormgeven en uitvoeren van toegepast onderzoek • Ontwerpen van innovaties • Implementatie van innovatie • Ontwikkelplan
Studiepunten/
420 SBU/ 15 stp
Studielast Algemene omschrijving
In deze OWE ga je, vaak in combinatie met de OWE/stage ‘Health promotion’, in de praktijk een onderzoek uitvoeren voor een opdrachtgever. Bijvoorbeeld voor de GGD, een zorginstelling of een universiteit. Je werkt 20 weken in een groep van twee tot vier junioradviseurs aan een onderzoek. Je doet literatuuren veldonderzoek, schrijft een onderbouwing en een adviesrapport voor de opdrachtgever. Ter ondersteuning neem je deel aan een intervisiegroep en volg je inhoudelijke workshops op het gebied van wetenschapsfilosofie, literatuuronderzoek, kwalitatief en kwantitatief onderzoek en statistiek.
Competenties
Kennisontwikkeling en professionalisering Ondernemen Samenwerken Persoonlijke ontwikkeling
Tentaminering
Deeltentamens/
Weging
Compensatie-
toetsvorm Verslag (c)
Frequentie
mogelijkheden Minimaal 6 en
n.v.t.
2 kansen per jaar
n.v.t.
2 kansen per jaar
n.v.t.
2 kansen per jaar
n.v.t.
2 kansen per jaar
70% Individuele
Minimaal 6 en
opdracht (c)
30%
Stage beoordeling Minimaal voldaan (v) Ontwikkelplan (v) Minimaal voldaan
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 47
Activiteiten
Je werkt 20 weken in een groep van twee tot vier junioradviseurs aan een onderzoek. De inhoud van het project is afhankelijk van de vraag van de opdrachtgever. Enkele voorbeelden: -Onderzoek de voedingstoestand van topsporters; -Onderzoek hoe leeftijdgenootjes elkaars voedingsgedrag beïnvloeden; -Hoe kunnen we zorgen dat patiënten na ontslag niet ondervoed raken? -Onderzoek of medewerkers belangstelling hebben voor gezonde voeding en ontwikkel een gezond concept voor onze bedrijfskantines; -Evalueer onze interventie voor schoolkinderen. Je doet meestal literatuuren veldonderzoek, schrijft een onderbouwings-/ adviesrapport voor je opdrachtgever. Ter ondersteuning van je onderzoeksproject doe je mee aan intervisiegroepen en zijn er inhoudelijke workshops op het gebied van wetenschapsfilosofie, literatuuronderzoek, kwalitatief onderzoek, kwantitatief onderzoek en statistiek.
Werkvormen
Stage
Les-/Contacturen
Gemiddeld 15 – 18. Onder voorbehoud
Onderwijsperiode
1-2 en 3-4
student propedeuse (bron: HBO-Spiegel)
“In de hoofdfase krijg je een steeds duidelijker beeld van de beroepspraktijk. Het wordt ook steeds interessanter!”
PAG 48 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
Stage Werken aan kwaliteit 2/Ondernemen 2 Doelgroep
Hoofdfase 3
Beroepstaak/Beroepstaken
Werken in en voor een organisatie
Centrale beroepstaak
Werken in en voor een organisatie
(Beroeps)Producten
Voorbeelden: • Adviesrapport m.b.t. verbetering van kwaliteit van processen • Adviesrapport over inrichting van praktijkof afdelingsadministratie • Voorstellen voor delen van het beleidsof ondernemingsplan van een afdeling of organisatie • Aanvraag van een project, gericht op het optimaliseren van de zorg • Ontwikkelplan
Studiepunten/
140 SBU/5 stp
Studielast Algemene omschrijving
In deze OWE loop je stage op niveau 3 in de rol van adviseur en/of ondernemer onder begeleiding van een ervaren beroepsbeoefenaar. Deze stage wordt vaak gecombineerd met de OWE/stage ‘Diëtistisch handelen’ en duurt 20 weken (een half studiejaar). Je krijgt begeleiding van een docentbegeleider en van één of meer praktijkbegeleiders. In de eerste week volg je ter voorbereiding op de stage een verplicht programma op school. Tijdens de stage heb je drie terugkomdagen met casuspresentaties en intervisie. Deze producten zitten in de stagehandleiding.
Competenties
Adviseren Werken aan kwaliteit Ondernemen Samenwerken Persoonlijke ontwikkeling
Tentaminering
Deeltentamens/
Weging
Compensatie-
toetsvorm Stagebeoordeling
Frequentie
mogelijkheden Minimaal voldaan
n.v.t.
2 kansen per jaar
Minimaal 6 en
n.v.t.
2 kansen per jaar
n.v.t.
2 kansen per jaar
(v)
Verslag (c)
100% Ontwikkelplan (v) Minimaal voldaan
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 49
Activiteiten
De stage ‘Werken aan kwaliteit/Ondernemen’ wordt vaak gecombineerd met de stage ‘Diëtistisch handelen’ en duurt 20 weken, een half studiejaar. De stage vindt tweemaal per jaar plaats: September – januari Februari – juni De competenties waar je aan werkt zijn: werken aan kwaliteit, ondernemen, samenwerken in professionele relaties en persoonlijke ontwikkeling. Je wordt begeleid door een docentbegeleider en door één of meer praktijkbegeleiders, die zelf de competenties bezitten waar jij aan gaat werken. De eerste week van de stage bestaat uit een verplicht te volgen stagevoorbereidingsweek. Na de eerste week begint de stage op de stageplek zelf. Tijdens de stage zijn drie terugkomdagen gepland: je komt op deze dag terug naar de opleiding om samen met medestudenten en onder begeleiding van de docentbegeleider te reflecteren op je plan van aanpak en het product ‘organisatie’ dat je maakte. Dit gebeurt aan de hand van presentaties en intervisie. Zie de HAN Scholar site van het praktijkbureau voor de stagehandleidingen en mogelijke stageplekken.
Werkvormen
Stage
Les-/Contacturen
Gemiddeld 15 – 18. Onder voorbehoud
Onderwijsperiode
1-2 en 3-4
Minor Gedrag enGezondheid, (bron: HBO-Spiegel)
“Motivational interviewing, De HC’s waren allen inhoudelijk erg sterk, met een gedreven en inhoudelijke docent! Ik heb heel veel geleerd over de benadering naar de client toe en ik vond ook het schrijven van een richtlijn erg verdiepend!”
PAG 50 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
8. Minoraanbod van het Instituut Paramedische Studies Deelname aan minoren en vrije minoren
In die notitie is ook een toestemmingsformulier
Voor het volgen van een minor heb je toestemming
toestemming kunt vragen voor het volgen van een vrije
nodig van je studieloopbaanbegeleider en daarna kun
minor.
bijgesloten waarmee je de examencommissies om
je je inschrijven bij het instituut van de HAN waar je de minor gaat volgen. Voor een HAN-minor schrijf je je
Een semester geeft twee periodes aan. S1 omvat
altijd in op de minor in HAN-SIS. De spelregels voor
periode 1 & 2, S2 omvat periode 3 & 4. Niet alle IPS
het volgen van een vrije minor vind je in de notitie
minoren zijn geschikt voor studenten van de vier
‘Regeling vrije minor en toestemmingsformulier’, te
opleidingen. Voor meer informatie, zie tabel 1 en 2.
vinden op HAN-insite/minoren/welke soorten minoren zijn er?
Tabel 1: Minoraanbod IPS 2011-2012 SIS code
Minor
Soort
Niveau
2011-2012
M_IPS01
Arbeid & Gezondheid
Verbredend
3
Uit aanbod
(wordt niet meer aangeboden)
en
3
Voorlopig
Verdiepend M_IPS02
Ouderen & Participatie
Verdiepend
(Nog niet bekend of deze minor nog
uit aanbod
aangeboden zal worden) M_IPS03
Ondernemen in Health & Sport
Verdiepend
3
Uit aanbod
(is overgenomen door het Centrum voor Ondernemerschap) M_IPS04
Neurorevalidatie
Verdiepend
3
S1 en S2
M_IPS05
Manueel Therapeutisch Handelen
Verdiepend
3
S2
M_IPS06
Kind & Omgeving:
Verdiepend
3
S2
Verdiepend
3
S2
een multidisciplinaire aanpak M_IPS07
Gedrag & Gezondheid van invloed op participatie
M_IPS08
Pijn!
Verdiepend
3
S2
M_IPS09
Klinische Voeding
Verdiepend
3
S2
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 51
M_IPS10
Logopädische Therapie bei Kinder
Verdiepend
3
S1
und Erwachsenen M_IPS11
De stem centraal
Verdiepend
3
S1
M_IPS12
Die Stimme im Mittelpunkt
Verdiepend
3
S2
M_IPS13
Gezond werken
Verdiepend
3
S2
Tabel 2: Doelgroep per IPS minor. IPS Opleiding SIS code
Minor
M_IPS04
Neurorevalidatie
M_IPS05
Manueel therapeutisch handelen
M_IPS06
Kind en Omgeving: een multidiscipli-
Ergo
Fysio
Logo
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
naire aanpak M_IPS07
Gedrag & Gezondheid van invloed op participatie
M_IPS08
Pijn de baas
M_IPS09
Klinische Voeding
M_IPS10
Logopädische Therapie bei Kinder
x x
und Erwachsenen M_IPS11
De stem centraal
x
M_IPS12
Die Stimme im Mittelpunkt
x
M_IPS13
Gezond werken
x
x
x
x
Voor de IPS minoren geldt als instap dat je tenminste
Een uitgebreidere beschrijving van de minoren is terug
90 studiepunten hebt behaald voordat je aan een
te vinden op de minorensite van de HAN, KiesOpMaat
minor mee mag doen. Voor enkele minoren heeft het
en op het volledige Opleidingsstatuut op www.han.nl
ook de voorkeur dat je voorafgaand aan een minor stage-ervaring hebt opgedaan.
PAG 52 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
9. Tentamens en examens Algemeen
Dit bewijsmateriaal kan gebruikt worden bij leerwegaf-
In je opleiding ontwikkel je competenties om de
hankelijke en leerwegonafhankelijke tentamens. Bij de
beroepstaken uit te kunnen voeren. Binnen de
leerwegafhankelijke tentaminering beoordelen de
onderwijseenheden (OWE) werk je aan competen-
docenten die de tentamens afnemen of het bewijsma-
ties die je in staat stellen om in je latere beroep de
teriaal aan de voorwaarden voldoet.
beroepstaken uit te kunnen voeren. Aan het eind
De examencommissie bepaalt of het bewijsmateriaal
van zo’n OWE stellen we vast of jouw competenties
dat je aandraagt aan de formele voorwaarden voldoet
het vereiste niveau hebben bereikt. Dit doen we
voor deelname aan leerwegonafhankelijk tentamen. De
door tentamens of via integrale toetsen.
examencommissie legt deze voorwaarden vast in de Uitvoeringsregeling van het HAN-reglement Examen-
Beroepstaken staan niet los van elkaar; ze hebben vaak
commissies.
heel direct met elkaar te maken. De beroepstaak ‘werken met cliënten’ bijvoorbeeld zal in een ziekenhuis anders ingevuld worden dan in een eigen praktijk. In integrale toetsen wordt het verband tussen beroepstaken getoetst. Integrale toetsen kunnen gekoppeld zijn aan onderwijseenheden, maar ook onafhankelijk zijn van de onderwijseenheden. Tijdens de opleiding doorloop je een toetsprogramma, waarin per onderwijseenheid een of meerdere tentamens zijn opgenomen.
Competenties bewijzen Tijdens de hele opleiding voer je opdrachten uit, waarbij we zoveel mogelijk de beroepspraktijk nabootsen. Je werkt dan vanaf het begin aan competenties die bij je beroep horen. Tijdens de opleiding moet je ook steeds bewijsmateriaal verzamelen, zodat je kunt laten zien dat je de competenties beheerst. Er zijn vele typen bewijsstukken rondom de competentiebeheersing zoals: • ervaringsverslagen • getuigschriften • referenties • beroepsproducten • video-opnamen van beroepshandelingen • reflectieverslagen • feedback van studenten/docenten/praktijk-begeleiders • werkstukken • certificaten en cursusbeschrijvingen van derden • observatie van het handelen en interviews. STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 53
Studiepunten
gekoppelde tentamens aan te tonen over de relevante
Je krijgt studiepunten (stp) nadat je een onderwijseen-
competenties te beschikken. Dan toon je ten overstaan
heid (OWE) met een voldoende hebt afgerond. Hoeveel
van de examinator(en) met andere bewijsstukken aan
studiepunten aan een onderwijseenheid gekoppeld zijn,
dat je de competenties beheerst.
kun je in hoofdstuk 5 vinden. Dit verschilt per OWE, maar is altijd 7,5 of een veelvoud van 7,5. Dit geldt
Integrale toetsing
voor studenten die in 2011-2012 starten in de
De opleiding Voeding en Diëtetiek heeft integrale
propedeuse, hoofdfase 1 of hoofdfase 3. Voor studen-
toetsen in de propedeuse, niveau 2 en niveau 3. Voor
ten die al zijn gestart in hoofdfase 1 of hoofdfase 3,
studenten die in 2010-2011 zijn gestart in hoofdfase 1
geldt dat in sommige toetsen meerdere onderwijseen-
of 3 worden de integrale toetsen summatieve toetsen
heden samen worden getoetst.
genoemd.
Tentamens en integrale toetsen
De opleiding heeft vier integrale toetsen*:
Een tentamen kan bestaan uit deeltentamens.
1. Integrale toets: gesprek over competentieontwik-
Daarnaast zijn er minimaal drie keer tijdens de opleiding integrale toetsen: aan het eind van de prope-
keling (niveau 1) 2. Integrale toets 2 gesprek over
deuse, aan het eind van de opleiding en nog één of
competentie(ontwikkeling) of mate van compe-
meerdere keren tussen einde propedeuse en einde
tent zijn in de Beroepstaken Werken aan
studie. De tentamens en integrale toetsen kunnen op
professionalisering en Werken met en voor
twee manieren afgelegd worden.
cliënten: bevorderen van gezond gedrag en werken aan preventie (niveau 2)
Tentamens verbonden aan de onderwijseenheden
3. Integrale toets 3: performance en gesprek over
De meeste studenten zullen gebruik maken van
competentieontwikkeling of mate van competent
tentamens verbonden aan de onderwijseenheden om aan
zijn in de beroepstaken: werken in en voor een
te tonen dat ze de relevante competenties beheersen.
organisatie en werken met en voor cliënten: werken aan herstelprocessen (niveau 2)
Dit is het zogenaamde leerwegafhankelijke tentamen.
4. Integrale toets 4: gesprek over competentie Leerwegonafhankelijk tentamen
ontwikkeling of mate van competent zijn als beginnend voedingskundige diëtist (niveau 3)
Je kunt ook bij de examencommissie aanvragen om via een andere weg dan de aan de onderwijseenheden
* Onder voorbehoud, toetsprogramma is in ontwikkeling
Integrale toets 1: gesprek over competentieontwikkeling Doelgroep
Propedeuse
Beroepstaak/Beroepstaken
Werken met en voor cliënten Verbeteren van gezond gedrag/Werken aan preventie Optimaliseren van herstelprocessen Werken in en vanuit een organisatie
Algemene omschrijving
De toets bestaat uit: • Een ontwikkelingsplan op basis van ontwikkelingsverslagen opgesteld in de OWE’s: • Samen gezonder • Lekker en Gezond • Voeding en Energie
PAG 54 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
• Gezonde Voeding en veilig voedsel 1 • Ondervoeding waarin je je competentieontwikkeling beschrijft in relatie tot samenhangende beroepstaken en waarin je vooruitkijkt naar het programma van de hoofdfase. • Een gesprek over het ontwikkelingsplan met de SLBer en met een docent/ assessor • Extra bewijs van competent gedrag dat je hebt verworven. • DPF kan als instrument gebruikt worden. (Beroeps)Producten
Een persoonlijk ontwikkelingsplan Een toets die bestaat uit een gesprek tussen examinator(en) en jou over de competentieontwikkeling na één studiejaar met een vooruitblik naar de hoofdfase.
Studiepunten/ Studielast
2.5 studiepunten/70 SBU
Competenties
Persoonlijke ontwikkeling in de competenties: Diagnosticeren Behandelen en begeleiden Voorlichten Adviseren Werken aan kwaliteit Samenwerken in professionele relaties
Weging
De volgende aspecten spelen een rol in de beoordeling en worden gewogen tot het eindresultaat: 1. Ontwikkelingsverslagen opgesteld in de OWE’s: • Samen gezonder • Lekker en Gezond • Voeding en Energie • Gezonde Voeding en veilig voedsel 1 • Ondervoeding 2. Resultaat van het gesprek over de ontwikkeling tot voedingskundige/ diëtist en het kunnen reflecteren op je eigen ontwikkeling wat betreft de integratie van de verschillende beroepstaken. Alle aspecten krijgen een cijfer als beoordeling, bij elk is een 6 het minimaal vereiste cijfer. De tendens in deze cijfers plus eventueel extra bewijs bepaalt de eindscore.
Frequentie
De toets wordt afgenomen op het eind van periode 4 of erna. Er is een herkansingsmogelijkheid in augustus.
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 55
Integrale toets 2: Voeding en Dietetiek niveau 2 Doelgroep
Hoofdfase 1
Beroepstaak/Beroepstaken
Werken aan professionalisering Werken met en voor cliënten Bevorderen gezond gedrag en werken aan preventie
Algemene omschrijving
De toets bestaat uit: Een persoonlijk ontwikkelingsplan op basis van ontwikkelingsverslagen uit de OWE’s: • Evidence Based Practice • Metabolisme en voedingspatronen • Voeding en gezondheid • Gezonde Voeding en veilig voedsel 2 waarin je je competentieontwikkeling beschrijft in relatie tot samenhangende beroepstaken en waarin je vooruitkijkt naar het programma van de stages. • Een gesprek met een docent/assessor en bij voorkeur een externe assessor, waarin je een casus uit de praktijk analyseert binnen de geïntegreerde beroeps taken Werken aan professionalisering en Werken met en voor cliënten: Bevorderen van gezond gedrag en werken aan preventie Ook verantwoord je de aanpak van deze casus. • Extra bewijs van competent gedrag dat je hebt verworven binnen deze twee beroepstaken. • DPF kan als instrument gebruikt worden.
(Beroeps)Producten
Een persoonlijk ontwikkelingsplan Een toets die bestaat uit een gesprek tussen examinator(en) en jou over een casus in de praktijk wat betreft je competentieontwikkeling met een vooruitblik naar de stage Extra bewijs
Studiepunten/
2.5 studiepunten/70 SBU
Studielast Competenties
Competenties: Voorlichten Adviseren Kennisontwikkeling en professionalisering Persoonlijke ontwikkeling Zijdelingse competenties: Werken aan kwaliteit Samenwerken
PAG 56 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
Weging
De volgende aspecten spelen een rol in de beoordeling en worden gewogen tot het eindresultaat: 1. Resultaat van het gesprek over het kunnen reflecteren op je competentieontwikkeling gebaseerd op de ontwikkelingsverslagen uit de OWE’s: • Evidence Based Practice • Metabolisme en voedingspatronen • Voeding en gezondheid • Gezonde Voeding en veilig voedsel 2 met een vooruitblik naar de stage 2. Resultaat van het gesprek over een casus uit de praktijk. Alle aspecten krijgen een cijfer als beoordeling, bij elk is een 6 het minimaal vereiste cijfer. De tendens in deze cijfers plus eventueel extra bewijs bepaalt de eindscore.
Frequentie
De toets wordt afgenomen op het eind van periode 3 of erna. Er is een herkansingsmogelijkheid in augustus.
Integrale toets 3 Voeding en Diëtetiek niveau 2 Doelgroep
Hoofdfase
Beroepstaak/Beroepstaken
Werken in en voor een organisatie Werken met en voor cliënten: Optimaliseren van herstelprocessen
Algemene omschrijving
De toets bestaat uit: • Een persoonlijk ontwikkelingsplan op basis van de ontwikkelingsverslagen uit de OWE’s: • Ondernemen • Kwaliteit en adviseren • Welvaartsziekten • Klinische voeding • Dieetbehandeling bij kinderen en voedselovergevoeligheid waarin je je competentieontwikkeling beschrijft in relatie tot samenhangende beroepstaken en waarin je vooruitkijkt naar het programma van de stages. • Een performance assessment Skills* • Een gesprek met een docent/assessor en een externe assessor, waarin je: de diagnose en het behandelplan uit * verantwoordt en toelicht hoe in de setting van de casus uit * ondernemend gewerkt kan worden aan kwaliteitsverbetering. • Door jou verworven extra bewijs van competent gedrag binnen deze twee beroepstaken. • DPF kan als instrument gebruikt worden
(Beroeps)Producten
Een persoonlijk ontwikkelingsplan Een performance assessment Skills
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 57
Een toets die bestaat uit een gesprek tussen de examinator(en) en jou over de verantwoording van je diagnose en behandelplan en over ondernemen en werken aan kwaliteit Extra bewijs. Studiepunten/Studielast
2.5 studiepunten/70 SBU
Competenties
Diagnosticeren Behandelen en begeleiden Ondernemen Werken aan kwaliteit Samenwerken Persoonlijke ontwikkeling
Weging
De volgende aspecten spelen een rol in de beoordeling en worden gewogen tot het eindresultaat: 1.
Resultaat van het gesprek over het kunnen reflecteren op competentieontwikkeling gebaseerd op ontwikkelingsverslagen uit de OWE’s: • Ondernemen • Kwaliteit en adviseren • Welvaartsziekten • Klinische voeding • Dieetbehandeling bij kinderen en voedselovergevoeligheid met een vooruitblik naar de stage
2.
het performance assessment Skills
3.
Resultaat van het gesprek over a) verantwoording van je diagnose en behandelplan en b) over ondernemen en werken aan kwaliteit
Alle aspecten krijgen een cijfer als beoordeling, bij elk is een 6 het minimaal vereiste cijfer. De tendens in deze cijfers en het eventuele extra bewijs bepalen de eindscore. Frequentie
De toets wordt afgenomen op het eind van periode 2 of erna. Er is een herkansingsmogelijkheid in augustus.
PAG 58 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
Integrale toets 4 De voedingskundige diëtist niveau 3 Doelgroep
Afstudeerders
Beroepstaak/Beroepstaken
Werken aan professionalisering Werken in en voor een organisatie Werken met en voor cliënten: Verbeteren van gezond gedrag en werken aan preventie Optimaliseren van herstelprocessen
Algemene omschrijving
De toets bestaat uit: • Een persoonlijk ontwikkelingsplan op basis van ontwikkelingsverslagen uit de stages: • Toegepast onderzoek • Kwaliteit of ondernemen • Health promotion • Diëtistisch handelen waarin je je competentieontwikkeling tot beginnend voedingskundige/ diëtist laat zien. • Een gesprek met een docent/assessor en bij voorkeur een externe assessor, met als uitgangspunt het verslag van de stage ‘Kwaliteit en ondernemen’ waarin je als beginnend beroepsbeoefenaar • mogelijke werkzaamheden van de voedingskundige/diëtist schetst en • toelicht en verantwoordt hoe een voedingskundige/diëtist die werkzaamheden zou oppakken • Door jou verworven extra bewijs van competent gedrag • DPF kan als instrument gebruikt worden
Beroeps)Producten
Een persoonlijk ontwikkelingsplan Een toets die bestaat uit een gesprek tussen de examinator(en) en jou over het beroep voedingskundige/diëtist met als uitgangspunt jouw verslag Extra bewijs
Studiepunten/Studielast
2.5 studiepunten/70 SBU
Competenties
Diagnosticeren Behandelen en begeleiden Voorlichten Adviseren Werken aan kwaliteit; Kennisontwikkeling en professionalisering Ondernemen Samenwerken Persoonlijke ontwikkeling
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 59
Weging
De volgende aspecten spelen een rol in de beoordeling en worden gewogen tot het eindresultaat: 1.
Resultaat van het gesprek over het kunnen reflecteren op je competentieontwikkeling tot beginnend beroepsbeoefenaar, gebaseerd op ontwikkelingsverslagen uit de stages: • Toegepast onderzoek • Kwaliteit of ondernemen • Health promotion • Diëtistisch handelen
2.
Resultaat van het een gesprek tussen de examinator(en) en jou over het beroep voedingskundige/diëtist met als uitgangspunt jouw verslag
Alle aspecten krijgen een cijfer als beoordeling, bij elk is een 6 het minimaal vereiste cijfer. De tendens in deze cijfers en het eventuele extra bewijs bepalen de eindscore. Frequentie
De toets wordt afgenomen op het eind van periode 4 of erna. Er is een herkansingsmogelijkheid in augustus en in januari.
PAG 60 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
10. Studieloopbaanbegeleiding Aan het begin van je opleiding krijg je een studie-
Portfolio
loopbaanbegeleider (SLB-er) toegewezen. Dit is een
Het portfolio is een bewaarplaats van bestanden/
docent die je begeleidt tijdens één of meer studie
documenten waarmee je jouw eigen individuele
jaren. De studieloopbaanbegeleiding vindt plaats in
ontwikkeling (leerproces) zichtbaar maakt en het door
individuele gesprekken én in groepsbijeenkomsten.
jou behaalde niveau aantoont. Het portfolio vervult
Het is de ‘rode draad’ in jouw leerproces.
verschillende functies:
Taken van de studieloopbaan begeleider
• persoonlijke leerarchivering • interactie tussen jou en de opleiding over jouw planning, ontwikkeling en prestaties
De studieloopbaanbegeleider fungeert als schakel
• beoordeling
tussen jouw onderwijsvraag (POP) en het aanbod van
In het portfolio verzamel je het bewijsmateriaal dat je
de opleiding (toetsprogramma, onderwijseenheden).
wilt gebruiken voor tentamens en examens.
Bij keuzemomenten stelt hij samen met jou het de opleiding. Hij houdt je leerproces in de gaten, helpt
Persoonlijk 0ntwikkelingsplan (POP)
je bij het maken van keuzes en hij stimuleert of
In het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) beschrijf je
adviseert je wanneer zich problemen voordoen tijdens
de manier waarop je jouw eigen opleidingsprogramma
je studie. Ook kan hij je begeleiden bij het ontwikkelen
wilt vormgeven. Het POP is regelmatig onderwerp van
of verbeteren van studievaardigheden.
gesprek met de studieloopbaanbegeleider (SLB-er). In
Hierbij zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd:
elk geval voorafgaand aan ieder studiecontract (her)
• de opleiding is verantwoordelijk voor de waarbor-
schrijf je een POP, bespreek je de resultaten ervan met
studiecontract op en accordeert dit vervolgens namens
ging van de continuïteit van de begeleiding; • de student is verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces; • er zijn groepsbijeenkomsten en individuele gesprekken, bij voorkeur persoonlijk; • de studieloopbaanbegeleiding is zowel in de
jouw SLB-er en voeg je het toe aan je portfolio. Het leren reflecteren is een belangrijk element in je opleiding. In alle onderwijseenheden reflecteer je samen met je docent(en) op de stand van zaken in de onderwijseenheid.
propedeuse als in de hoofdfasen intensief. De
Studiecontract
studieloopbaanbegeleiding neemt over het algemeen
In het studiecontract wordt vastgelegd op welke
in intensiteit af gedurende de opleiding;
tentamens/examens jij je in het komende half jaar gaat
• resultaatgericht slb: monitoren van slb op basis van de slb-voortgangsverslagen.
voorbereiden. In hoofdfase 2-3 maak je een studiecontract op, met daarin de onderwijseenheden die je gaat volgen, de stage die je gaat lopen, welke minorkeuze
Om je te begeleiden tijdens je leertraject, hebben we
je maakt en of er andere (buitenschoolse) activiteiten
een aantal instrumenten ontwikkeld. Opleidingen
zijn die je gaat ondernemen.
hebben zelf de keus óf en hoe ze deze instrumenten inzetten. Het gebruik maken van HAN-SIS is voor een aantal zaken verplicht. Hieronder zijn de belangrijkste instrumenten kort beschreven.
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 61
HAN studie-informatie systeem
leerroutes, onderwijseenheden en tentamens/examens.
Het studie-informatiesysteem van de HAN (HAN-SIS) is
Docenten en examinatoren gebruiken SIS ook voor het
een online informatieen registratie systeem dat
vastleggen van tentamens/examens, die je dan als
competentiegericht onderwijs ondersteunt. Met dit
student weer kunt bekijken.
systeem kun je informatie oproepen over het onder-
HAN-SIS is voor studenten overal bereikbaar via de
wijsaanbod en je resultaten. Je kunt je studiecontract
link: http://sis.han.nl
inzien en je kunt je inschrijven voor deelname aan
PAG 62 |
STUDIEGIDS
2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
STUDIEGIDS STUDIEGIDS
2010-2011 2011-2012 |
VOEDING EN DIËTETIEK
| PAG 63
HAN BACHELOROPLEIDINGEN
Postbus 6960, 6503 GL Nijmegen T (024) 353 05 00 E
[email protected]
Contactgegevens: Instituut Paramedische Studies Postbus 6960 6503 GL Nijmegen Bezoekadres Nijmegen Kapittelweg 33 6525 EN Nijmegen T (024) 353 11 11 F (024) 353 13 53 Redactie Opleidingsstatuut 2011 - 2012 Piet Leermakers, OS/OER redacteur IPS E
[email protected]
Algemene informatie HAN VoorlichtingsCentrum (HVC) T (024) 353 05 00 E
[email protected] I www.han.nl Voor meer info www.han.nl/ips/studiegids
Voor meer info
www.han.nl/ips/studiegids
Economie, Management en Recht Techniek en Life Sciences Informatica, Media en Communicatie Onderwijs en Opleidingen Gedrag en Maatschappij Gezondheid Sport en Bewegen Redactie, vormgeving en realisatie Eberson & Nijhof Reclame Marketing BV www.eberson-nijhof.nl - Fotografie Inge Hondebrink en Marketing, Communicatie en Voorlichting HAN Uitgave augustus 2011
HAN VOORLICHTINGSCENTRUM