VOEDING & DIËTETIEK STUDIEJAAR 2015 - 2016 Domein Health Instituut voor Paramedische Studies
VOEDING & DIËTETIEK
ERGOTHERAPIE
FYSIOTHERAPIE
LOGOPEDIE
MONDZORGKUNDE
VOEDING & DIËTETIEK
Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Zo kijken wij naar onderwijs
4
2. Daarom horen deze beroepen bij elkaar
8
3. Het beroep diëtist
9
4. Beroepstaken, beroepsrollen en competenties
10
5. Onderwijsaanbod Voeding en Diëtetiek
16
5.1. Curriculum
16
5.2. Tentamens en examens
18
5.3. Excellentieprogramma (EP) Instituut Paramedische Studies
22
6. Onderwijseenheden (OWE): Propedeuse Voeding en Diëtetiek
24
7. Onderwijseenheden (OWE) Hoofdfase 1 Voeding en Diëtetiek
44
8. Onderwijseenheden (OWE) Hoofdfase 2 Voeding en Diëtetiek (HOF curriculum)
57
9. Onderwijseenheden (OWE) Afstudeerfase Voeding en Diëtetiek 74 10. Minoraanbod van het Instituut Paramedische Studies
90
11. Studieloopbaanbegeleiding
92
Bijlage 1: De boekenlijst 1e en 2e jaar
94
Bijlage 2: Competentieprofiel LEF
99
Lesdagen en vakanties/ Jaarplanning
109
Domein Health Instituut Paramedische Studies | Domein Nursing Instituut Verpleegkunde Studies
2
Inge Hondebrink Fotografie:
VOEDING & DIËTETIEK
Inleiding Deze Studiegids is onderdeel van het Opleidingsstatuut (OS) van het Instituut Paramedische Studies (IPS) 2015-2016. Het opleidingsstatuut bestaat uit drie delen: Deel 1 omvat de Studiegids. Elke opleiding van het instituut IPS heeft een eigen studiegids. Deel 2 bevat het Onderwijs- en Examenregelement en geldt voor het hele instituut. Deel 3 beschrijft het onderwijs bij de HAN en geldt ook voor het hele instituut. Alle startende propedeuse-studenten krijgen de studiegids van hun opleiding in een gedrukte magazine-versie uitgereikt. Voor studenten in de hoofdfasen is de studiegids te vinden op Scholar. In deze studiegids is informatie opgenomen over de opbouw van de opleiding, het curriculum, de onderwijseenheden (OWE’s), de tentaminering, de integrale toetsen, studieloopbaan en de minoren. De informatie in dit deel hoort bij de Onderwijs- en Examenregeling (OER), deel 2 van het opleidingstatuut. Het Opleidingsstatuut is terug te vinden op de websites van de 5 IPS-opleidingen. Voor Voeding & Diëtetiek is dat op: http://specials.han.nl/themasites/ips-studiewijzer/voeding-dietetiek/studiegids/
VOEDING & DIËTETIEK
3
VOEDING & DIËTETIEK
1. Zo kijken wij naar onderwijs Het goed uitoefenen van het beroep heeft alles te maken met het toepassen van recente kennis in de dagelijkse praktijk. Met theorie alleen kom je er niet. Het lezen over de behandeling van een aandoening is iets heel anders dan daadwerkelijk zelf behandelen. De theorie in de praktijk toepassen begint direct bij aanvang van je studie. Theorie en praktijk vormen de basis van je studie bij de HAN. We werken daarom bij de HAN vanuit realistische beroepsrollen aan opdrachten.
Zelfstandig denken
Deze samenhang tussen kennis, vaardigheden en attitude
Je doet niet alleen nieuwe kennis op, maar spiegelt deze
noemen we een competentie. Het goed integraal kunnen
ook aan de mening van anderen. Hierdoor verbind je
toepassen van de kennis, de vaardigheden en de attitude
nieuwe informatie aan dat wat je al weet en dat wat
(beroepshouding) maakt het verschil tussen een diëtist
anderen weten. Op deze manier leer je zelfstandig keuzes
en een goede diëtist. Bij de HAN is het aanleren van de
te maken en een mening te vormen over je vakgebied. Dit
competenties een wezenlijk onderdeel van de studie.
is straks belangrijk: je kunt dan je vakkennis en vakvaardigheden ook toepassen in nieuwe, onbekende en deels
Leven in de 21ste eeuw
onvoorziene situaties.
In de tijd waarin wij leven veranderen zaken in een
De moderne maatschappij heeft behoefte aan vakmensen
hoog tempo. Deze veranderingen hebben niet alleen een
die nieuwe oplossingen kunnen bedenken voor bestaande
grote invloed op ons werk, maar op heel ons leven. Om
of nieuwe problemen.
bij te blijven moet je in staat zijn om deze veranderin-
Verschil diëtist en een goede diëtist
4
gen te begrijpen en je moet ze kunnen toepassen in het werken met cliënten. Om dit te kunnen moet je blijven
Maar er komt nog wat bij. We verwachten, naast vakma-
leren. Kennis en vaardigheden die je vandaag leert
tige kennis, ook vaardigheden van je. Deze vaardigheden
kunnen ‘morgen’ al weer achterhaald zijn. In ons
helpen je bij het zo goed mogelijk uitoefenen van je
onderwijs proberen we daarom vaardigheden aan te leren
beroep. Om een goede diagnose te kunnen stellen, moet
die je ondersteunen om te blijven werken aan je
je bijvoorbeeld goed kunnen luisteren naar je cliënten.
professionele ontwikkeling.
VOEDING & DIËTETIEK
in Zuid Afrika of het ‘Skol Salu’ project op Curaçao en/of
De uitgangspunten van de studie:
een deel van je studie in het buitenland uitvoeren. Door te studeren aan een andere hogeschool of universiteit in Europa of daarbuiten.
• Je verwerft beroepscompetenties omdat de dagelijkse praktijk van de diëtist het uitgangspunt
Maar je kunt je ook intern, bij de HAN, internationaal
vormt van de studie. Dit komt in de begeleiding
ontwikkelen: internationalisering@home (I@H) betekent
door docenten tot uitdrukking en ook in de
het leren in een internationale omgeving op de HAN in
toetsing; je spiegelt je als student continu aan de
Nijmegen. Denk bijvoorbeeld aan digitale vergelijkingsop-
eisen van het beroep.
drachten binnen onderwijseenheden met buitenlandse
• Je ontwikkelt een houding waarin ‘life long
studenten of uitwisselingsbijeenkomsten met buitenland-
learning’ (levenslang leren) een vanzelfsprekend-
se studenten op de HAN. I@H is een speerpunt van de
heid is.
HAN en krijgt binnen je opleiding de komende jaren
• Je bent in toenemende mate in staat om je eigen
steeds meer body.
leerproces te sturen. • De opleiding die je volgt, voert een continue
Iedere opleiding heeft een contactpersoon Internationali-
dialoog met het werkveld. Er zijn nauwe contac-
sering waar je terecht kunt voor informatie, voor Voeding
ten met het werkveld op alle niveaus van de
en Diëtetiek is dit Annemarie Nijhof. Ook kun je met
opleiding. Zo zullen ook beroepsbeoefenaren uit
vragen terecht bij het International Office. Kom zeker
het werkveld meewerken aan de beoordeling van
langs op de jaarlijkse ‘ Wil Weg Dag’ in oktober op de HAN
jouw inspanningen.
in Nijmegen!
• Je leert voor een beroep waarin het vraaggericht handelen het paradigma is. • Een professional in de dienstverlening werkt
Onderwijs in onderzoek – onderzoek in onderwijs
vraaggericht. De vraag van de cliënt staat centraal
In de beroepspraktijk van de diëtist neemt onderzoek
bij het zoeken naar een oplossing.
een belangrijke plaats in. Je zult je als diëtist steeds
• De professional helpt de cliënt de goede vraag te formuleren.
beter moeten kunnen verantwoorden tegenover de cliënt en de zorgverzekeraar. Ook maatschappelijke ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld de toenemende vergrijzing en de opkomst van e-health vragen niet
Je zult het druk krijgen en hard moeten werken, maar de
alleen van jou, maar ook van het beroep zelf een
beloning is hoog: je beheerst straks een prachtig vak waar
voortdurende bereidheid tot verdere ontwikkeling. Je
je je hele leven plezier van kunt hebben.
wordt opgeleid tot een diëtist, die zijn beslissingen
Internationalisering
neemt op basis van het best beschikbare bewijs, in combinatie met de kennis en ervaring als paramedicus
In je toekomstige beroep krijg je steeds meer te maken
en de waarden en voorkeuren van de individuele cliënt.
met internationalisering. Denk maar aan de internationale
Maar ook tot een diëtist die zichzelf kan blijven
literatuur die gebruikt wordt om een behandelplan te
ontwikkelen en een bijdrage kan leveren aan de
onderbouwen of de deelname van je beroepsgroep aan
ontwikkeling en innovatie van het eigen beroep.
internationale congressen of een Europese beroepsvereniging. Je kunt bij internationalisering ook denken aan de
In het onderwijs kom je vanaf het begin van je studie in
toekomstige cliënten met verschillende culturele achter-
aanraking met onderzoek en onderzoeksvaardigheden. Denk
gronden die je in je praktijk tegenkomt. Je opleiding
daarbij bijvoorbeeld aan het leren lezen en interpreteren
bereidt je voor op deze internationale omgeving. We
van (wetenschappelijke) artikelen, waarop je een behande-
hebben verschillende mogelijkheden voor uitgaande
ling of advies kunt baseren. Of een hoorcollege waarin de
studenten. Zo kun je via een minor participeren in
basis van onderzoeksvaardigheden worden gepresenteerd.
buitenlandse projecten zoals het ‘Theewaterskloofproject’
Ook leer je zoekvragen opstellen, zodat je zelf de theoretiVOEDING & DIËTETIEK
5
VOEDING & DIËTETIEK
sche verdieping in en de meest recente ontwikkelingen
docenten, andere medewerkers en vertegenwoordigers
over bepaalde onderwerpen kunt vinden. Daarnaast leer je
uit het werkveld. Iedereen krijgt de gelegenheid om
ook zelf onderzoek te doen, waarbij je een vraagstuk uit de
het beste uit zichzelf te halen. Binnen Voeding en
praktijk gaat beantwoorden en het product direct resultaat
Diëtetiek komt dit tot uiting in alles wat we samen
oplevert voor de beroepspraktijk.
doen: in de lessen, het praktijkhuis, de stages, SLB, inzet van gastdocenten, alumni en studentoverleg
De lectoren en kenniskringen van de HAN verrichten
(Opleidingscommissie (OC) en klassenvertegenwoordi-
dagelijks praktijkgericht onderzoek naar verschillende
gers) in alle extra activiteiten buiten het onderwijs
thema’s op het gebied van de gezondheidszorg. Om de
om, maar ook ‘in de wandelgangen van de B2 en
meest actuele kennis te verwerken in het onderwijs en om
C2-vleugel’.
te kunnen participeren in projecten vanuit de praktijk, werkt de opleiding Voeding en Diëtetiek nauw samen met
Instroom en uitstroom
lectoraten Arbeid en Gezondheid en Voeding in relatie tot
Studenten hebben het naar hun zin op de HAN. Steeds
sport en gezondheid. Onderzoek lijkt nu misschien nog
meer studenten Voeding en Diëtetiek melden zich aan
erg theoretisch en ver w eg, maar je zult zien dat het een
bij ons opleidingsinstituut, vandaar dat er decentrale
praktische invulling krijgt als het je helpt een behande-
selectie plaats vindt. Alleen studenten die weloverwo-
ling vorm te geven of de beroepspraktijk te verbeteren!
gen gekozen hebben voor het beroep van diëtist
Professionele Leergemeenschap
6
worden toegelaten. Als je de cijfers hieronder bekijkt, kun je zien dat
In een professionele leergemeenschap kan iedere
het grootste deel van de studenten hun opleiding bij
betrokkene zich optimaal ontwikkelen: studenten,
ons afmaakt.
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
Instroom Instroom opleiding Voeding 2010
2011
2012
2013
2014
218
258
223
284
172
2011
2012
2013
2014
Voeding
Rendement Propedeuse-rendement na 2 jaar studie 2010
Voeding HAN 66%
60%
71%
59%
63%
59%
67%
59%
65%
59%
Hoofdfase-rendement 2010
2011
2012
2013
2014
Voeding HAN 85%
78%
93%
73%
90%
77%
89%
75%
86%
71%
Zie ook www.hbo-raad.nl/hbo-raad/feiten-en-cijfers voor interessante gegevens, kijk bij Feiten en cijfers Onderwijs.
VOEDING & DIËTETIEK
7
VOEDING & DIËTETIEK
2. Daarom horen deze beroepen bij elkaar Het Instituut voor Paramedische Studies valt binnen het domein Health. De opleidingen in dit domein richten zich op het lichamelijke en geestelijke welzijn van de mens. Beroepsbeoefenaren in het domein proberen mensen te genezen en te voorkomen dat mensen ziek worden. De competenties die studenten ontwikkelen binnen de opleidingen van het domein zijn vergelijkbaar en zijn voor een deel hetzelfde.
Ergotherapie, Fysiotherapie, Logopedie, Mondzorgkunde en Voeding en Diëtetiek Deze opleidingen zitten natuurlijk niet voor niets bij
gezamenlijke colleges volgen, maar ook multidisciplinair samenwerken in projecten en opdrachten.
elkaar in hetzelfde domein. Wat ze met elkaar gemeen
Praktijkhuis
hebben, is dat ze allemaal een aanvullende rol hebben
Het Praktijkhuis is een moderne, multidisciplinaire
naast de algemene medische zorg. Paramedici richten zich
leeromgeving binnen de HAN. Het Instituut Verpleegkun-
voornamelijk op het weer laten deelnemen van mensen
dige Studies en het Instituut Paramedische Studies
(weer) aan de maatschappij, na een ziekte of ongeluk,
hebben dit samen gerealiseerd . Als student leer je hier te
maar ook op preventie. Dan ligt de focus op het voorkó-
werken in realistische praktijksituaties die herkenbaar zijn
men van klachten of voorkómen dat klachten verergeren.
voor jouw vakgebied. Met je vragen kun je altijd terecht
Multidisciplinair samenwerken
8
heden aanbieden, waarbij studenten niet alleen
bij bijvoorbeeld de praktijkcoach.
Paramedici werken in een (eigen) zelfstandige praktijk
Je ontmoet studenten en docenten van je eigen oplei-
of in een organisatie voor individuele klanten, maar
ding, maar ook studenten van andere opleidingen van het
ook voor organisaties of personen die bij de behande-
Paramedisch instituut. Je maakt kennis met elkaars
ling, verzorging of begeleiding betrokken zijn. Er wordt
vakgebied en werkt samen in diverse praktijkgerichte
nauw samengewerkt (integraal) met andere professio-
situaties. Dat is belangrijk omdat je straks in de
nals in de gezondheidszorg (artsen, tandartsen,
beroepspraktijk elkaar met grote regelmaat zult tegenko-
bedrijfsartsen). Zo wordt een bijdrage geleverd aan een
men. In het Praktijkhuis worden regelmatig lezingen,
keten van zorg. Het belang van het functioneren in
demonstraties en workshops gegeven over actuele
netwerken is dan ook groot. Deze samenwerking tussen
ontwikkelingen in de gezondheidszorg. Hier ontmoet je
verschillende (para)medische beroepsbeoefenaren zal
naast de zorgprofessionals uit het werkveld ook de
in de toekomst alleen maar toenemen. Uniek in
lectoren die verbonden zijn aan de HAN. Het Praktijkhuis
Nederland is dat de vijf opleidingen van het Instituut
is dé plek waar studenten, docenten, patiënten, cliënten
voor Paramedische Studies gezamenlijk onderwijseen-
en het regionale werkveld elkaar ontmoeten en inspireren.
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
3. Het beroep diëtist Het werkterrein van de diëtist gaat natuurlijk over de voeding van de mens. Voeding omvat het leven en dat maakt het tot een zeer breed vakgebied.
Wat doet een diëtist? 1. Mensen met gezondheidsproblemen, maar ook andere
van deze producten en de productie hiervan en het adviseren over het assortiment (rol productontwikkelaar) 4. Het adviseren over het voedingsbeleid, het gezondheidsbeleid of het kwaliteitsbeleid van een organisatie of een instelling (rol beleidsadviseur)
doelgroepen die vragen hebben over hun voeding, zoals
Waar kun je werken?
(top)sporters, adviseren over voeding. Je draagt bij aan
• Ziekenhuizen, psychiatrische ziekenhuizen, verpleeg-
hun herstel en hun kwaliteit van leven (rol behandelaar). 2. Voorlichting geven en/of interventies initiëren, die gericht zijn op het veranderen van het voedingsgedrag en de leefstijl van mensen. (rol voorlichter). 3. Het ontwikkelen van voedingsproducten, menu’s en recepten, het toezien op de veiligheid en de kwaliteit
huizen, verzorgingshuizen, revalidatiecentra, instellingen voor mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap, thuiszorg • Zelfstandige diëtistenpraktijken • Fitness- of wellness-organisaties, sportclubs en sportorganisaties • In de bedrijfssector: voedings- en genotmiddelenindustrie,
‘Real life’ taken en competenties
farmaceutische-industrie, cateringindustrie, supermarkten • Voorlichtings- en adviesbureaus • Opleidingsinstituten • Onderzoeksinstituten
Het beroepenveld verwacht nieuwe en andere kwaliteiten van hbo-afgestudeerden dan voorheen.
Sinds 1 juni 2011 is de diëtist direct toegankelijk. Dat
Straks ben je als diëtist niet alleen vakbekwaam,
betekent dat een cliënt de diëtist kan consulteren zonder
maar ook in staat om nieuwe kennis en oplossingen
verwijzing van een (tand)arts of specialist. Samen met de
te produceren in soms nieuwe, onbekende en deels
noodzaak tot het aantonen van de effectiviteit van
onvoorziene situaties. De HAN wil daar recht aan
diëtistisch handelen vraagt dit van de diëtist een goede
doen door gebruik te maken van realistische
omgang met uit de wetenschap voortkomende kennis en
beroepstaken, waarvan de complexiteit naadloos
het vermogen om hiermee het eigen handelen te
aansluit bij de praktijk.
innoveren. Praktijkgericht onderzoek wordt daarom steeds belangrijker in het werk van de diëtist.
Humeyra Nazli, afgestudeerd
“In het begin ben je onervaren en onzeker. Maar de docenten zijn enthousiast en behulpzaam. Je wordt goed begeleid en daardoor kom je er snel achter wat je zelf precies wilt en hoe je je ambities vorm kunt geven. De opleiding is compleet en alles grijpt in elkaar. Ik begrijp nu pas waarom de studie op deze manier is opgebouwd. In het begin snap je dat nog niet.”
VOEDING & DIËTETIEK
9
VOEDING & DIËTETIEK
4. Beroepstaken, beroepsrollen en competenties jaars studenten is hierop gebaseerd. Dit wordt in dit document aangegeven als het LEF model. Hieronder een uitleg over het competentieprofiel gebaseerd op de beroepstaken en de beroepsrollen.
De beroepstaken (alleen voor het 3e en 4e jaar, het HOF-model) De beroepstaken bij het beroep diëtist zijn: 1. Werken met en voor cliënten a. verbeteren van gezond gedrag/werken aan preventie b. optimaliseren van herstelprocessen De diëtist geeft vorm aan het primaire proces in dialoog met de klant of opdrachtgever. Elke hbo-studie bestaat uit een majordeel en een minordeel.
2. Werken in en voor een organisatie
In het majordeel leer je de basiskennis en basisvaardigheden
De diëtist geeft vorm aan de organisatie met als doel:
van het toekomstige beroep. Het majordeel beslaat 210
optimalisering van het primaire proces. Zowel interne
studiepunten en is dus 7/8 deel van je studie. In het
factoren (vanuit het primaire proces) als externe factoren
minordeel kies je, in overleg met je studieloopbaanbegeleider
(door beleidsmaatregelen) zijn van invloed op deze
een minor. Dit kan een minor zijn van je eigen opleiding,
vormgeving.
maar je kunt ook kiezen voor een minor van een andere
3. Werken aan professionalisering
paramedische opleiding, bij een ander HAN-instituut of zelfs
De diëtist geeft richting aan het beroep en de organisatie,
bij een andere hogeschool of universiteit in binnen- of
met als doel: verdere professionalisering van de beroepsuit-
buitenland. Op deze manier kun je je competenties verbreden
oefening en het aanpassen van de organisatie als antwoord
of verdiepen op een manier die aansluit bij je eigen capaci-
op externe ontwikkelingen.
teiten en interesses. Een minor bij de HAN beslaat altijd 30 studiepunten en is dus 1/8 deel van je studie. De competenties die nodig zijn om de beroepstaken Om de studie Voeding en Diëtetiek succesvol af te ronden, ga je
adequaat uit te voeren zijn.
op verschillende terreinen aan de slag. Je gaat leren om diverse
• Diagnosticeren
aspecten van het vak -de beroepstaken- onder de knie te krijgen.
• Behandelen en begeleiden • Voorlichten
Het derde- en vierdejaars onderwijs dat in 2015-2016 aangebo-
• Adviseren
den wordt, is gebaseerd op het competentieprofiel zoals dat in
• Werken aan kwaliteit
2005 is opgesteld. In dit document wordt dit aangegeven als
• Ondernemen
het HOF-model (HAN onderwijs flexibilisering). De beroepsta-
• Samenwerken in professionele organisaties
ken staan daarbij centraal.
• Kennisontwikkeling en professionalisering
In 2015 is een nieuw competentieprofiel opgesteld, op basis
• Persoonlijke ontwikkeling
van beroepsrollen. Het onderwijs voor de eerste- en tweede-
10
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
De competenties die nodig zijn om de beroepstaken adequaat uit te voeren zijn.
Competentie
Diagnosticeren
Toelichting Om een beroepsspecifiek oordeel te vormen over de vraag van een klant met een aandoening ten gevolge van overvoeding of ondervoeding of een aan voeding gerelateerde stofwisselingsziekte (metabole aandoening), voert de diëtist een anamnesegesprek en doet (evt. aanvullend) onderzoek, met het doel een diëtistische diagnose te stellen.
Rol
Competentie
Behandelaar*
Behandelen en begeleiden
Toelichting Op basis van de diëtetische diagnose intervenieert de diëtist op methodische wijze ter bevordering van gezondheid, welzijn en/of prestatievermogen en evalueert de interventie.
Rol
Competentie
Behandelaar
Voorlichten
Toelichting De diëtist realiseert op methodische wijze voorlichting/ interventieprogramma’s op het gebied van leefstijl en voeding(smiddelen), zodat een klant goed doordacht kan kiezen uit een verantwoord aanbod van voedingsmiddelen/gerechten ter bevordering van gezondheid, welzijn en prestatie. De diëtist werkt mee aan onderzoek op het gebied van voedselconsumptie en voedingsinterventie.
Rol
Competentie
Voorlichter/ onderzoeker
Adviseren
Toelichting De diëtist adviseert op methodische wijze over de bereiding en samenstelling van voedingsmiddelen en gerechten en het voedingsaanbod binnen een organisatie, zodat een klant een verantwoorde keuze kan maken (primaire proces) en ten aanzien van secundaire processen binnen een organisatie ter bevordering van het primaire proces. Rol
Competentie
Adviseur
Werken aan Kwaliteit
Toelichting De diëtist werkt methodisch aan de kwaliteit van primaire en secundaire processen. Rol
Competentie
Adviseur, manager voeding
Ondernemen
Toelichting De diëtist stemt de vraag naar en het aanbod van zijn/haar diensten continu op elkaar af en anticipeert daarbij op externe ontwikkelingen. Rol
Competentie
Ondernemer, manager voeding
Samenwerken in professionele relaties
Toelichting De diëtist werkt samen in professionele relaties. Hij/zij levert een bijdrage aan organisatieprocessen en aan leerprocessen van anderen. Rol Alle rollen VOEDING & DIËTETIEK
11
VOEDING & DIËTETIEK
Competentie
Toelichting
Kennisontwikkeling en professionalisering De diëtist houdt ontwikkelingen in het vakgebied bij. Hij/zij gebruikt relevante bronnen voor kennisontwikkeling en deelt deze kennis met anderen.
Rol
Competentie
Toelichting
Alle rollen
Persoonlijke ontwikkeling De diëtist werkt op zodanige wijze aan de eigen ontwikkeling dat hij/zij voldoet aan de geldende maatschappelijke- en beroepsnormen en hij/zij het werk betekenisvol, uitdagend en plezierig vindt.
Rol
Alle rollen
De rollen zijn ontleend aan de rolbeschrijvingen in: “Competentieprofiel voor de opleiding Voeding en Dietetiek (2004)“
Beroepstaken/competentiematrix HOF-model In onderstaand schema wordt de relatie tussen de beroepstaken en de competenties weergegeven. Met * wordt aangegeven in hoeverre de competentie belangrijk is voor de beroepstaak.
Schema relatie beroepstaken en competenties Beroepstaken
Werken met en voor cliënten
Competenties Voeding en Diëtetiek
Werken aan professionalisering
Optimaliseren van herstelprocessen
Diagnosticeren
***
Behandelen en begeleiden
***
Voorlichten
***
*
Adviseren
***
***
Werken aan kwaliteit
***
*
*
***
*
*
*
*
*
Kennisontwikkeling en professionalisering Ondernemen
***
*
Samenwerken in professionele relaties Persoonlijke ontwikkeling
12
Werken in en voor een organisatie
Verbeteren van gezond gedrag/ Werken aan preventie
VOEDING & DIËTETIEK
*
***
VOEDING & DIËTETIEK
De beroepsrollen (alleen voor het 1e en 2e jaar, het LEF-model) Het LEF model is gebaseerd op een competentieprofiel dat uitgaat van vier beroepsrollen. Het LEF-curriculum wordt met ingang van 2015-2016 ingevoerd en geldt alleen voor 1ste en 2de jaars studenten.
Beroepsrollen
Beschrijving beroepsrollen
Behandelaar Centraal staat:
- Het op basis van een analyse bij cliënten met voeding gerelateerde ziekten of aandoeningen stellen en verantwoorden van een diëtistische diagnose (of verwijzing), waarbij relevante gegevens worden vastgelegd in het diëtistisch dossier, waarbij de rapportage/doorverwijzing is afgestemd op de informatiebehoefte van de verwijzer/ontvanger van de doorverwijzing
- Met cliënten met voeding gerelateerde ziekten of aandoeningen opstellen van een behandelplan (waarin opgenomen behandeldoelen en een voedings- of dieetadvies), het begeleiden/coachen van de cliënt op maat (tijdens de gedragsverandering)
- Het afsluiten en evalueren van de begeleiding waarbij relevante gegevens worden vastgelegd in het diëtistisch dossier.
Voorlichter Centraal staat het verantwoorden, ontwerpen, uitvoeren en evalueren van interventies gericht op het optimaliseren van voedingsgedrag en leefstijl ter verbetering van gezond gedrag of ter preventie van ziekte. Hierbij levert de student een bijdrage aan het kwaliteitsbeleid van de afdeling/ organisatie. Ontwikkelaar Centraal staat het op methodische wijze en gebruikmakend van de best beschikbare evidentie (uit de wetenschappelijke literatuur / praktijk) (evidence en practice based) ontwerpen van nieuwe voedingsconcepten of het verbeteren van bestaande producten of productiemethoden voor de nationale en internationale markt. Beleidsadviseur Centraal staat:
- het analyseren van problemen, vragen en behoeften van zorgorganisaties, (semi)overheid, scholen en het bedrijfsleven op het gebied van voeding en gezondheid te analyseren en op basis hiervan voedings- en gezondheidsbeleid op te stellen;
- het adviseren van voedingsmiddelenbedrijven en instellingen over productieprocessen, specificatie-
- het -in samenwerking met andere professionals- implementeren van nieuwe
beheer, voedselkwaliteit en levensmiddelenwetgeving. voedingsconcepten of verbeteringen in voedingsconcepten en hierover mondeling en schriftelijk te communiceren.
Beroepscompetenties
Omschrijving
Behandelen Idem als rolomschrijving Voorlichten Idem als rolomschrijving
Adviseren
Idem als rolomschrijving
Product ontwikkelen
Idem als rolomschrijving
Stamcompetenties
Professionaliseren De diëtist heeft het vermogen om:
- te werken aan het verbeteren van het handelen en de deskundigheid van zichzelf (life long learning) en van samenwerkingspartners waarmee wordt bijgedragen aan de profilering en professionalisering van het beroep;
- ontwikkelingen rond nieuwe (inter-) nationale inzichten, producten en diensten bij te houden, deze te vertalen naar het eigen werk en naar het werkveld en deze ontwikkelingen te communiceren naar samenwerkingspartners en andere betrokkenen. VOEDING & DIËTETIEK
13
VOEDING & DIËTETIEK
Ondernemen
De diëtist heeft het vermogen om:
- in te spelen op veranderende vragen en behoeften van cliënten, klanten en markten;
- initiatieven te nemen om nieuwe cliënten, klanten en markten te creëren en om diensten en producten te realiseren en te positioneren.
Onderzoeken
De diëtist heeft het vermogen om:
- wetenschappelijke literatuur te beoordelen op bruikbaarheid en betrouwbaarheid en relevante
- een praktijkgericht onderzoek uit te voeren dan wel een bijdrage te leveren aan praktijkgericht
informatie toe te passen als onderbouwing van de eigen werkzaamheden; onderzoek van anderen volgens de daarvoor geldende methodologische regels en rekening houdend met wettelijke kaders en ethische regels. Samenwerken
De diëtist heeft het vermogen om:
- zich in te zetten om met anderen resultaten te bereiken en daarmee bij te dragen aan een
- te denken en handelen vanuit gemeenschappelijke belangen.
gezamenlijk doel; Communiceren
Werken aan Kwaliteit
De diëtist heeft het vermogen om: - boodschappen effectief en efficiënt over te brengen en te ontvangen. De diëtist heeft het vermogen om:
- zorgvuldig en adequaat te handelen gericht op het werken volgens afgesproken kwaliteitsnormen;
- de kwaliteit van werkprocessen en/of uitkomsten te verbeteren.
Schema relatie beroepstaken en competenties Beroepsrollen
14
Beroepscompetenties Stamcompetenties
Competenties Voeding en Diëtetiek
Behandelaar Behandelen
Voorlichter
Beleidsadviseur
Productontwikkelaar
***
Voorlichten
***
Adviseren
***
Productontwikkelen
***
Werken aan kwaliteit
*
*
*
*
Onderzoeken
*
*
*
*
Ondernemen
*
*
*
*
Samenwerken
*
*
*
*
Communiceren
*
*
*
*
Professionaliseren
*
*
*
*
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
Transitie tabel: de verhouding beroepstaken en beroepsrollen Onderstaand schema geeft aan hoe de beroepstaken (HOF) en beroepsrollen (LEF) samenhangen. Beroepstaken
Beroepsrollen
Werken met en voor cliënten
Behandelaar
Werken met en voor cliënten Verbeteren van gezond gedrag/ Werken aan preventie
Voorlichter Productontwikkelaar
Werken in en voor een organisatie
Beleidsadviseur
Werken aan professionalisering
* is nu competentie geworden (professionaliseren).
Relatie Dublindescriptoren – Beroepsrollen - Stamcompetenties
Werken aan kwaliteit
Communiceren
Samenwerken
Onderzoeken
Ondernemen
Professionaliseren
Productontwikkelaar
Stamcompetenties
Beleidsadviseur
Voorlichter
Beroepsrollen
Behandelaar
Dublin descriptoren
Knowledge and understanding: Have demonstrated knowledge and understanding in a field of study that builds upon and supersedes their general secondary education, and is typically at a level that, whilst supported by advanced textbooks, includes some aspects that will be informed by knowledge of the forefront of their field of study Applying knowledge and understanding: Can apply their knowledge and understanding in a manner that indicates a professional approach to their work or vocation, and have competences typically demonstrated through devising and sustaining arguments and solving problems within their field of study Making judgements: Have the ability to gather and interpret relevant data (usually within their field of study) to inform judgements that include reflection on relevant social, scientific or ethical issues Communication: Can communicate information, ideas, problems and solutions to both specialist and non-specialist audiences Learning skills: Have developed those learning skills that are necessary for them to continue to undertake further study with a high degree of autonomy
VOEDING & DIËTETIEK
15
VOEDING & DIËTETIEK
5. Onderwijsaanbod Voeding en Diëtetiek De studie Voeding en Diëtetiek duurt vier jaar. Elk jaar is verdeeld in vier periodes. Het eerste jaar, de propedeuse, wordt gevolgd door drie hoofdfasen. Voor elke onderwijseenheid kun je studiepunten (STP) behalen. Het aantal studiepunten kan per onderwijseenheid verschillen. Dit is afhankelijk van het aantal uren dat je (gemiddeld genomen) moet besteden aan de onderwijseenheid: het aantal studiebelastingsuren (SBU). In het studiejaar 2015-2016 wordt onderwijs aangeboden in twee vormen. Het 3e en 4ejaars programma gaat uit van beroepstaken (HOF model), het 1e en 2e jaar van beroepsrollen (LEF model). 5.1. Curriculum De volgende OWE’s worden aangeboden in 2015-2016 aan 3e en 4e-jaars studenten (HOF-model).
Beroepstaken/ HOF model Werken aan
Werken in en voor
professionalisering
een organisatie
Werken met en voor cliënten Verbeteren van gezond gedrag Werken aan preventie
1e jaar
Niet van toepassing
2e jaar
Niet van toepassing
3e jaar
Integrale toets 3 Voeding & diëtetiek (2,5 stp)
Optimaliseren van herstelprocessen
*Minor (30 stp) Dieetbehandeling bij
Kwaliteit en
kinderen en
adviseren
voedselover-
(7,5 stp)
gevoeligheid
Klinische voeding (15 stp)
(5 stp) 4e jaar
Praktijk N3 (60 stp)
* student is vrij om te bepalen wanneer de minor wordt gevolgd. Studenten die er voor kiezen om de minor in het 4e jaar te volgen, kiezen tevens voor de alternatieve praktijkroute. Zie OWE beschrijvingen afstudeerfase.
16
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
In het studiejaar 2015-2016 worden onderstaande OWE’s aangeboden aan 1ste en 2e-jaars studenten onderwijs (LEF-model )
Beroepsrollen / LEF-model Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
Voeding als beleving
Gezond leven 1
Gezond leven 1
Arbeid & Gezondheid
(7,5 stp)
(7,5 stp)
(7,5 stp)
(7,5 stp)
LEF 1
LEF 2a
LEF 2b
LEF 3
(7,5 stp)
(7,5 stp)
(7,5 stp)
(7,5 stp)
Voorlichter in de wijk 1
Voorlichter in de wijk 2
De innovatieve
De innovatieve
(15 stp)
(15 stp)
behandelaar 1
behandelaar 2
(15 stp)
(15 stp)
1e jaar
2e jaar
3e jaar
Niet van toepassing
4e jaar
Niet van toepassing
Onderwijsaanbod (LEF) in relatie tot de beroepsrollen en competenties: propedeuse In onderstaande tabel wordt weergegeven welke competenties bij welke beroepsrol expliciet aan de orde komen en in welke OWE.
OWE- Alluris code Behandelen
Behandelaar
Voorlichter
Adviseur
Productontwikkelaar
VED103
VED102
VED104
VED101
X
Voorlichten
X
Adviseren
X
Productontwikkelen
X
Werken aan
X
kwaliteit Onderzoeken
X
X
Ondernemen
X
Samenwerken
X (alleen VED-106)
Communiceren
X
Professionaliseren
x
x x (VED-105/ VED-106/ VED-107/ VED-108)
VOEDING & DIËTETIEK
17
VOEDING & DIËTETIEK
Onderwijsaanbod (LEF) in relatie tot de beroepsrollen en competenties: hoofdfase 1 In onderstaande tabel wordt weergegeven welke competenties bij welke beroepsrol expliciet aan de orde komen en in welke OWE. Behandelaar OWE = Alluris code Behandelen
VED-203
VED-204
X
X
Voorlichter
Adviseur
VED-201
VED-202
X
x
Voorlichten
Productontwikkelaar
Adviseren Productontwikkelen Werken aan kwaliteit Onderzoeken
X X
Ondernemen Samenwerken
x X X
X
X X
Communiceren
X
x
Professionaliseren
X
x
5.2. Tentamens en examens
Competenties bewijzen
In je opleiding ontwikkel je competenties om de ‘real life’
Tijdens de hele opleiding voer je opdrachten uit, zoveel
taken’ of beroepstaken uit te kunnen voeren. Aan het
mogelijk in de beroepspraktijk, waarbij de competen-
eind van zo’n OWE stellen we vast of jouw competenties
ties geoefend worden die bij het beroep van diëtist
het vereiste niveau hebben bereikt. Dit doen we door
horen. Tijdens de opleiding verzamel je voortdurend
(deel)tentamens of via integrale toetsen.
bewijsmateriaal, zodat je kunt laten zien dat je de competenties beheerst.
Beroepsrollen en beroepstaken staan niet los van elkaar; ze
18
hebben vaak heel direct met elkaar te maken. In de rol van
Er zijn verschillende soorten bewijsmaterialen die
‘voorlichter’ kan de diëtist in de 1e lijn gevraagd worden om
getuigen van competentiebeheersing, zoals:
een interventie op te zetten met als doel de wijkbewoners te
• Getuigschriften
stimuleren tot een gezonde leefstijl, terwijl in een ziekenhuis
• Beroepsproducten
de diëtist in de rol van voorlichter een voorlichting kan geven
• Video-opnamen van beroepshandelingen
aan b.v. nierpatiënten over een eiwitbeperkt dieet. In de
• Reflectieverslagen
integrale toetsen worden de verbanden tussen de beroepsrol-
• Feedback van studenten/docenten/praktijkbegeleiders
len of de beroepstaken getoetst. Tijdens de opleiding
• Werkstukken
doorloop je een toetsprogramma, waarin per onderwijseen-
• Certificaten en cursusbeschrijvingen van derden
heid één of meerdere tentamens zijn opgenomen.
• Observatie van het handelen en interviews
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
Studiepunten
De tentamens en integrale toetsen kunnen op twee manieren
Je krijgt studiepunten (STP) nadat je een onderwijseenheid
afgelegd worden:
(OWE) met een voldoende hebt afgerond. Hoeveel studiepunten aan een onderwijseenheid gekoppeld zijn, lees je in
1. Tentamens verbonden aan de onderwijseenheden
hoofdstuk 6.
De meeste studenten zullen gebruik maken van de (deel) tentamens die verbonden zijn aan de onderwijseenheden om aan
Tentamens en integrale toetsen
te tonen dat ze de relevante competenties beheersen. Dit zijn de
Een tentamen kan bestaan uit deeltentamens. Daarnaast zijn er
zogenaamde leerwegafhankelijke (deel)tentamen.
integrale toetsen tijdens de opleiding: aan het eind van de
In het overzicht toetsen Voeding en Diëtetiek 2015-2016
propedeuse, aan het eind van de opleiding en in de hoofdfase.
worden alle (deel)tentamens genoemd.
Overzicht toetsen Voeding en Diëtetiek 2015-2016 - LEF (jaar 1 en 2) en HOF (jaar 3 en 4) Periode 1
Periode 2
Jaar 4
Periode 3
Periode 4
Praktijk N3 (60 stp) Scriptie Praktijkbeoordeling Werken aan Professionaliteit Integrale toets Werken aan Professionaliteit Praktijkbeoordeling Werken met en voor cliënten: herstelprocessen Integrale toets Werken met en voor cliënten: herstelprocessen Praktijkbeoordeling Werken met en voor cliënten: preventie Integrale toets Werken met en voor cliënten: preventie Praktijkbeoordeling Werken in en voor organisatie. Integrale toets Werken in en voor organisatie.
Jaar 3
Integrale toets 3 Voeding & diëtetiek (2,5 stp)
HOF
Kwaliteit en adviseren (7,5 stp) - casustoets -adviesrapport -presentatie advies Klinische voeding
- ontwikkelingsverslag
(15 stp) - casustoets
Dieetbehandeling bij
-individueel product
kinderen en voedsel-over-
-skills toets
gevoeligheid
* Minor
(5 stp) - casustoets - individueel product - skills toets - ontwikkelingsverslag
* Een minor kan gevolgd worden in het 3e jaar, maar ook in het 4e jaar. Studenten die de route kiezen minor 3e jaar volgen de OWE – praktijk N3. Studenten die de route praktijk – minor 4e jaar – praktijk kiezen, volgen de alternatieve praktijk route. (zie OWE beschrijvingen afstudeerroute)
VOEDING & DIËTETIEK
19
VOEDING & DIËTETIEK
Jaar 2
Periode 2
Periode 3
De voorlichter in
De voorlichter in de
De innovatieve
de wijk 1 (15 stp)
wijk 2 (15 stp)
behandelaar 1
- analyse
- uitvoering
(15 stp)
leefstijlinterventie
leefstijlinterventie
- diagnose toets
- kennistoets
- kennistoets
- kennistoets
- slb leergesprek
- onderwijsleergesprek
- slb leergesprek
Gezond leven 1
Gezond leven 2
Jaar 1 Voeding als beleving
(7,5 stp)
(7,5 stp)
(7,5 stp)
- ontwerpen en uitvoeren
- vaardigheidstoets:
- korte film
voorlichtingsinterventie
gesprek voedingsanam-
-onderbouwing product
- kennistoets
nese & antropometrie
-kennistoets
- basistoets scheikunde
- kennistoets
- basistoets biologie
- behandelplan
Periode 4 De innovatieve behandelaar 2 (15 stp) - toets behandelen - kennistoets - onderwijs-leergesprek
Arbeid en gezondheid
LEF
Periode 1
(7,5 stp) - vaardigheids-toets - kennistoets
LEF 1 (7,5 stp)
LEF2a (7,5 stp)
LEF 2b (7,5 stp)
LEF 3 (7,5 stp)
- reflectie personal
- stagebeoordeling
- stagebeoordeling
- toekomstbeeld
challenge
- samenwerken
en reflectie
- integrale toets 1
Je kunt ook bij de examencommissie aanvragen om je compe-
Hertentamens 2015-2016 die onderdeel zijn van onderwijs 2014-2015
tenties te laten beoordelen doordat je deze op een andere
In het studiejaar 2015-2016 bestaat de mogelijkheid om voor
manier hebt verworven, bijvoorbeeld door ervaring of door het
de laatste keer deel te nemen aan alle (deel) tentamens die
volgen van een andere opleiding. Je toont dan ten overstaan
horen bij de OWE’s zoals deze zijn aangeboden in het studiejaar
van de examinator(en) met bewijsstukken aan dat je de
2014-2015. Het betreft de (deel) tentamens die behoren bij de
competenties beheerst.
OWE’s uit onderstaand schema. Deze worden ook op pag 19, 20
2. Leerwegonafhankelijk tentamen
en 56 verder toegelicht.
20
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
Beroepstaken/ HOF model Werken aan
Werken in en voor
professionalisering
een organisatie
Werken met en voor cliënten Verbeteren van gezond gedrag Werken aan preventie
Niveau 3
Optimaliseren van herstelprocessen
Integrale toets 4 Voeding & diëtetiek (2,5 stp) Stage Praktijkgericht onderzoek (15 stp)
Niveau 2
Stage Werken aan kwaliteit of
Stage Health Promotion
Stage Ondernemen
(15 stp)
Stage Diëtistisch handelen (22,5 stp)
(5 stp) Integrale toets 2 Voeding &diëtetiek (2,5 stp) Integrale toets 3 Voeding & diëtetiek (2,5 stp)
Evidence Based Practice
Metabolisme
van de voedingskundige
Ondernemen 1
en Voedings-
diëtist
(7,5 stp)
patronen
(7,5 stp)
(7,5 stp)
Voeding en gezondheid (12,5 stp)
Welvaartziekten (15 stp)
DieetbehanKwaliteit en
Gezond
deling bij
voeding,
kinderen en
Klinische
adviseren
veilig
voedsel-
voeding
(7,5 stp)
voedsel 2
overgevoe-
(15 stp)
(7,5 stp)
ligheid (5 stp)
Niveau 1
Integrale toets 1 Voeding & diëtetiek (2,5 stp) Integrale toets 1 Voeding & diëtetiek (2,5 stp)
Lekker en
Voeding en
gezond
Energie
(15 stp)
(15 stp)
Ondervoeding (15 stp)
Gezonde voeding, veilig voedsel 1 (7,5 stp) In hoofdstuk 6 t/m 9 worden de onderwijseenheden (OWE’s) uitgebreider beschreven.
VOEDING & DIËTETIEK
21
VOEDING & DIËTETIEK
Examen
Speciaal voor studenten die extra in zichzelf willen
Aan de opleiding zijn 2 examen verbonden, het propedeu-
investeren en die ook in de propedeuse hebben laten zien
tisch examen en het afsluitend examen. Het propedeu-
dat zij de studie ruimschoots aankunnen, heeft het
tisch examen is gehaald als alle tentamens en de
Instituut Paramedische Studies een specifiek opleidings-
integrale toets met betrekking tot de onderwijseenheden
programma ontwikkeld: het Honours Programma.
uit de propedeutische fase naar het oordeel van de examencommissie met goed gevolg zijn afgelegd.
Het Instituut wil extra in je talenten investeren en door middel van dit programma jou uitdagen ‘ambassadeur’ van
Het afsluitend examen oftewel het bachelorexamen is
je opleiding en je instituut te worden. Je verwerft een
gehaald indien alle tentamens en integrale toetsen met
surplus aan kennis, inzicht en zelfreflectieve vaardighe-
betrekking tot de onderwijseenheden uit de postprope-
den dat je een voorsprong geeft op je medestudenten.
deutische naar het oordeel van de examencommissie met
Met andere toptalenten en topdocenten uit het werkveld
goed gevolg zijn afgelegd.
en de opleidingen doorloop je in anderhalf jaar in een multidisciplinaire groep het Honours Programma .
Meer informatie over de regelgeving rondom tentamens en examens: zie OER – artikel 7 – deel 2.
5.3. Excellentieprogramma (EP) Instituut Paramedische Studies
Als je toegelaten wordt tot dit progamma besteed je vanaf de tweede helft van het tweede studiejaar gedurende anderhalf jaar ongeveer 10 uur extra per week buiten het normale lesprogramma om aan je verdere
Naast het reguliere programma van de opleiding biedt het
ontwikkeling. In totaal is de studielast voor dit program-
Instituut Paramedische Studies studenten die meer
ma 22,5 studiepunten. Deze extra uitbreiding van
kunnen en willen dan de normale leerroute van hun
studielast wordt vermeld op je bachelordiploma Voeding
opleiding, de mogelijkheid om excellentieprogramma’s te
en Diëtetiek.
volgen. In deze programma’s worden studenten in staat gesteld om hun competenties te verbreden en te
Je leert in het eerste deel om over de grenzen van je
verdiepen, vaak in een multi- of interdisciplinaire setting.
eigen vak heen te kijken en je ontwerpt een multidiscipli-
Op dit moment zijn er binnen IPS vier verschillende
nair ‘topzorg’-behandelprogramma voor jouw patiënt die
excellentieprogramma’s waar studenten aan mee kunnen
je gedurende een half jaar regelmatig ontmoet. Aan het
doen, namelijk:
einde van dit onderwijsblok organiseer je samen met je
• Honoursprogramma,
medestudenten een symposium waar je jouw ‘topzorg’-
• Excellentieprogramma ondernemendheid en leiderschap,
behandelprogramma presenteert.
• Talentprogramma onderzoek,
In het tweede gedeelte van het programma ga je meer
• Euregionaal programma.
grensoverschrijdend werken: interculturele en internationale competenties worden daarbij vergeleken. Je werkt
22
De eerste drie programma’s zijn multidisciplinair, wat wil
mono- of multidisciplinair aan de hand van opdrachten
zeggen dat studenten van verschillende opleidingen
met een internationale of interculturele insteek.
samen kunnen werken aan programma-onderdelen. Het
Deel 3 staat in het teken van een hogere mate van
Euregionaal programma is monodisciplinair en bestemd
reflectie. Samen met je medestudenten, lectoren,
voor Duitse en Nederlandse Logopedie-studenten. Daarom
promovendi en professionals die een rolmodel vervullen
is dit programma alleen opgenomen in de Studiegids van
werk je aan projecten met een innovatief of onderzoe-
Logopedie en niet in dit document.
kend karakter.
Honours Programma
Het lesprogramma vindt deels plaats in de avonduren,
De studie Voeding en Diëtetiek past helemaal bij jou!
aansluitend aan het reguliere onderwijs. Daarnaast moet
Wellicht kun je deze studie gemakkelijk aan en wil je nog
je zelf ook extra tijd in je agenda vrijmaken om het
meer diepgang of breedte in je studie om daarmee je
Honours Programma succesvol te doorlopen.
talenten verder te ontwikkelen?
Een uitgebreide beschrijving van het programma met
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
daarin o.a. de OWE-beschrijving is terug te vinden in de
dat hij/zij het EP heeft gevolgd en welke activiteiten hij/
aparte brochure van het Honoursprogramma.
zij daarin heeft uitgevoerd.
Excellentieprogramma (EP) Ondernemendheid en Leiderschap
Talentprogramma Onderzoek
Voor de paramedische student die zich extra wil profile-
op het thema onderzoek, is het Talentprogramma
ren, is het ‘Excellent Programma Ondernemendheid en
Onderzoek in ontwikkeling. Het programma zal bestaan
Leiderschap ontwikkeld. Met dit programma kunnen
uit 3 modules van 7,5 EC elk. In studiejaar 2015-2016 zal
gemotiveerde en ondernemende studenten extra compe-
een van deze modules worden aangeboden; ‘Onderzoek in
tenties verwerven op het gebied van ondernemen en
de breedte’ (7,5 EC). Door het volgen van dit programma
leidinggeven in multidisciplinaire settings binnen de
ontwikkel je met name de competentie Werken aan
(para)medische zorg.
Professionalisering. Centraal in deze module staan de
Door het volgen van het programma ontwikkel je
thema’s: onderzoeksvragen afleiden van problemen in de
competenties op het gebied van interprofessioneel samen-
beroepspraktijk, op basis van een onderzoeksvraag een
werken, ondernemen, managen en leidinggeven.
onderzoeksopzet maken, methodes voor dataverzameling
Het programma start in het eerste semester van hoofdfase
(o.a. interviewen, vragenlijsten) oefenen en verwerken
1 en eindigt in het tweede semester van hoofdfase 1. Dit
(o.a. kwalitatieve analyse, gebruik statistiek). Het
betekent een extra studielast van ongeveer 3 uur per
programma omvat een doorlopend programma, waarbij
week gedurende 8 maanden. Wanneer je het programma
trainingen afgewisseld worden met zelfstudie, gastcolle-
succesvol hebt afgesloten, heb je 7,5 STP (studiepunten)
ges, deelname aan symposia en werkveldbezoek.
extra verdient, bovenop de 240 STP van je complete
De module Onderzoek in de breedte is bedoel voor studenten
hbo-opleiding.
in semester 2 van de propedeuse. Het programma zal een
Je wordt toegelaten tot het programma op basis van een
vervolg krijgen in semester 1 en 2 van het tweede studiejaar.
motivatiebrief en intakegesprek. Voorwaarde is wel, dat je
De modules 2 en 3 zullen zicht richten op het uitvoeren van
geslaagd bent voor de propedeuse van je opleiding. Ook
onderzoek en communiceren over onderzoek.
moet je bereid zijn om een buitenlandse reis te maken als
Wanneer je de module ‘Onderzoek in de breedte’ succesvol
onderdeel van het programma.
hebt afgesloten, heb je 7,5 STP (studiepunten) extra verdient,
Voor de paramedische student die zich extra wil profileren
bovenop de 240 STP van je complete hbo-opleiding. Je wordt Er nemen 20 tot 40 studenten deel aan het programma.
toegelaten tot het programma op basis van een motivatiebrief
Naast groepsgewijze activiteiten zoals trainingen,
en intakegesprek. Aan het einde van je opleiding ontvang je
werkbezoeken en hoorcolleges zijn er individuele
naast je bachelordiploma een certificaat waaruit blijkt dat je
opdrachten. Tussentijdse toetsing geschiedt door middel
de module Onderzoek in de breedte van het Talentprogramma
van werkstukken en presentaties. Het programma wordt
Onderzoek succesvol hebt doorlopen
afgesloten met een symposium.
Een uitgebreide beschrijving van het programma met daarin o.a. de OWE-beschrijving is terug te vinden in de
De EP student ontvangt aan het einde van zijn opleiding
aparte brochure van het Excellentprogramma. Contactper-
naast zijn bachelordiploma een certificaat waaruit blijkt
soon: Elke Naumann;
[email protected]
VOEDING & DIËTETIEK
23
VOEDING & DIËTETIEK
6. Onderwijseenheden (OWE): Propedeuse Voeding en Diëtetiek In dit hoofdstuk staan de onderwijseenheden (OWE’s) op een
– algemeen dietetiek – toetsen en in bijlage 3 van dit document.
rij die je volgt in de propedeutische fase van de opleiding
De nummers verwijzen naar de leeruitkomsten. De leeruitkom-
Voeding en Diëtetiek. De beschrijvingen zijn een onderdeel van
sten beschrijven het gedrag wat je moet kunnen laten zien
Bijlage 1 van het OER en als zodanig een uitwerking van art.
indien je de beroepsrol en/of de stamcompetentie beheerst op
4.1 lid 2, deel 2 van het Opleidingsstatuut. Alle OWE beschrij-
het gewenste niveau.
vingen gelden voor het voltijd onderwijsprogramma.
In het genoemde document worden alle beroepsrollen en
Toelichting onderwijstijd
stamcompetenties beschreven op drie niveaus (propedeuse niveau, hoofdfase niveau, afstudeerniveau).
Voor de studenten die het onderwijs volgen volgens het LEF
De leeruitkomsten zijn afgeleid van het Landelijk Beroepsprofiel
model (jaar 1 en 2) worden 4 dagdelen (4 x 4 lesuren) per
(2013) en het Landelijk Opledingsprofiel Opleidingen Voeding
week ingeroosterd gedurende 10 weken (per periode). Op
en Dietetiek, april 2015.
deze uren zijn de docenten aanwezig en vinden de contactgebonden activiteiten plaats. De niet-ingeroosterde
Toelichting verplichte literatuur.
dagdelen zijn bedoeld voor zelfstudie, werken in de project-
Onder het kopje verplichte literatuur wordt voor jaar 1 en 2
groepen en stage-activiteiten.
verwezen naar “de matrix boekenlijst” en naar “voor overige
Toelichting beoordelingscriteria
bronnen zie Scholar”. De matrix boekenlijst is te vinden in bijlage 1 en op de website van Studystore.
De beoordelingscriteria van alle deeltentamens die in de OWE-
De “overige bronnen” worden vermeld in de OWE-handleiding
beschrijvingen worden genoemd, verwijzen naar nummers. Deze
die op Scholar te vinden is (onder OWE naam), zodat goed op
nummers zijn terug te vinden in het document HAN VeD LEF!
de actualiteit kan worden ingespeeld. Het betreft websites,
Competentieprofiel. Dit document is te vinden op Scholar leren
pdf-documenten, filmpjes, etc.
24
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
Titel Onderwijseenheid (OWE): Voeding als beleving 1. Engelstalige omschrijving
Experiencing food
2. Alluris code
VED-101
3. Opleiding
Voeding en Diëtetiek
4. Doelgroep
Propedeuse studenten , voltijd
5. Onderwijsperiode
Periode 1
6. Studiepunten Studielast
7,5 STP
Onderwijstijd (les en contacttijd)
Ongeveer 8-10 lesuren per week daarnaast projectwerk en zelfstudie
7. Maximum aantal deelnemer
Geen
8. Ingangseisen
Geen
Doelen en werkvormen 9. Beroepstaak Beroepsrollen
Beroepstaak productontwikkelaar
10. Competenties
Product ontwikkelen Ondernemen
11. Algemene omschrijving
In deze onderwijsperiode ga je in de beroepsrol productontwikkelaar aan de slag. Je gaat met een projectgroep een aantrekkelijke, gezonde maaltijd ontwikkelen en verkopen. De ondersteunende leerlijnen zijn: • Productleer en voedselbereiding • De Mens; voedingsleer & sociale wetenschappen
12. Samenhang
• De beroepsrol productontwikkelaar komt in de hoofdfase en afstudeerfase op een hoger niveau en in een andere context (OWE) terug. • De leerlijn ‘productleer en voedselbereiding’ en ‘ De mens’ maken onderdeel uit van de leerlijnen die in elke periode in de propedeuse terugkomen.
13. Activiteiten en werkvormen
In de ingeroosterde dagdelen werk je onder begeleiding van docenten aan leerlijnen, workshops en het centrale project. Jij krijgt praktijkgerichte opdrachten aangeboden, waaruit jij op basis van interesse een keuze kunt maken. Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en dialooggericht gewerkt worden.
14. Tentaminering Naam deeltentamen
Korte film
Toetscode
101-P
Tentamenmoment
Periode 1
Toetsvorm
Mondeling en/of schriftelijk (digitaal)
Aantal Examinatoren
1
Oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel)tentamen
Minimaal 5,5
Weging
30% van het eindcijfer van de OWE VOEDING & DIËTETIEK
25
VOEDING & DIËTETIEK
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten rol productontwikkelaar niveau 1 LEF! navigator Zie leeruitkomsten stamcompetentie ‘ondernemen’ niveau 1 LEF! navigator: nummer 3, 5, 6.
Compensatie mogelijkheden
-
Toegestane hulpmiddelen
-
Naam deeltentamen
Onderbouwing van het product
Toetscode
101-OP
Tentamenmoment
Periode 1
Toetsvorm
Schriftelijk en/of mondeling
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
30% van het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol productontwikkelaar/beroepscompetentie voedingsreceptuur ontwikkelen: niveau 1, nummer 1 - stamcompetentie ‘ondernemen’: niveau 1, nummer 1, 4, 7.
Compensatie mogelijkheden
-
Toegestane hulpmiddelen
-
Naam deeltentamen
Kennistoets
Toetscode
101-K
Tentamenmoment
Periode 1
Toetsvorm
Schriftelijk
Aantal Examinatoren
1
Oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
40% van het eindcijfer
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol productontwikkelaar/beroepscompetentie voedingsreceptuur ontwikkelen: niveau 1, nummer 1.
Compensatie mogelijkheden
-
Toegestane hulpmiddelen
-
Studiematerialen 15. Verplichte Literatuur
26
VOEDING & DIËTETIEK
Zie voor boeken: matrix boekenlijst Voor overige bronnen: Scholar
VOEDING & DIËTETIEK
Titel Onderwijseenheid (OWE): Gezond leven 1 1. Engelstalige omschrijving
Healthy living 1
2. Alluris code
VED-102
3. Opleiding
Voeding en Diëtetiek
4. Doelgroep
Propedeuse studenten , voltijd
5. Onderwijsperiode
Periode 2
6. Studiepunten Studielast
7,5 STP
Onderwijstijd (les en contacttijd)
Ongeveer 8-10 lesuren per week daarnaast projectwerk en zelfstudie
7. Maximum aantal deelnemer
Geen
8. Ingangseisen
Geen
Doelen en werkvormen 9. Beroepstaak Beroepsrollen
Beroepsrol voorlichter
10. Competenties
Voorlichten Onderzoeken Communiceren
11. Algemene omschrijving
In deze onderwijsperiode ga je in de beroepsrol van voorlichter een voorlichtingsinterventie opzetten, uitvoeren en evalueren. De opdracht wordt uitgevoerd in een projectgroep. De leerlijnen zijn: • Productleer en voedselbereiding • Communicatie • Onderzoek • De Mens; voedingsleer & sociale wetenschappen
12. Samenhang
De beroepsrol voorlichter komt in de hoofdfase en afstudeerfase op een hoger niveau en in een andere context (OWE) terug. In hoofdfase 1 is dit in de OWE’s “Voorlichter in de wijk 1 en 2” De leerlijnen: productleer en voedselbereiding, communicatie, onderzoek en de mens; voedingsleer & sociale wetenschappen maken onderdeel uit van de doorlopende leerlijnen in de propedeuse.
13. Activiteiten en werkvormen
De rol van voorlichter wordt getoetst. Deze wordt geoefend in de workshops en leerlijnen. De workshops ondersteunen de centrale projectopdracht. In de ingeroosterde dagdelen werk je onder begeleiding van docenten aan leerlijnen, workshops en het centrale project. Jij krijgt praktijkgerichte opdrachten aangeboden, waaruit jij op basis van interesse een keuze kunt maken. Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en dialooggericht gewerkt worden.
14. Tentaminering Naam deeltentamen
Ontwerpen en uitvoeren van een voorlichtingsinterventie
Toetscode
102-P
Tentamenmoment
Periode 2
Toetsvorm
Mondeling en schriftelijk
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer VOEDING & DIËTETIEK
27
VOEDING & DIËTETIEK
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
20% van het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol voorlichter/beroepscompetentie voorlichten: niveau 1, nummer 1 - stamcompetentie ‘onderzoeken’: niveau 1, nummer 1 t/m 4, 9.
Compensatie mogelijkheden
-
Toegestane hulpmiddelen
Middelen ter verduidelijking van een presentatie.
Naam deeltentamen
Kennistoets
Toetscode
102-K
Tentamenmoment
Periode 2
Toetsvorm
schriftelijk
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
40% van het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol voorlichter/beroepscompetentie voorlichten: niveau 1, nummer 1 - stamcompetentie ‘communiceren’: niveau 1, nummer 7,8.
Compensatie mogelijkheden
-
Toegestane hulpmiddelen
-
Naam deeltentamen
Basistoets Scheikunde
Toetscode
102-K-S
Tentamenmoment
Periode 2
Toetsvorm
Schriftelijk
Aantal examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
20% van het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Eindexamen HAVO.
Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen
28
VOEDING & DIËTETIEK
-
VOEDING & DIËTETIEK
Naam deeltentamen
Basistoets Biologie
Toetscode
Toetscode: 102-K-B
Tentamenmoment
Periode 2
Toetsvorm
Schriftelijk
Aantal examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
20% van het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Eindexamen HAVO.
Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen
-
Studiematerialen 15. Verplichte Literatuur
Zie voor boeken: matrix boekenlijst Voor overige bronnen: Scholar
VOEDING & DIËTETIEK
29
VOEDING & DIËTETIEK
Titel Onderwijseenheid (OWE): Gezond leven 2 1. Engelstalige omschrijving
Healthy living 2
2. Alluris code
VED-103
3. Opleiding
Voeding en Diëtetiek
4. Doelgroep
Propedeuse studenten, voltijd
5. Onderwijsperiode
Periode 3
6. Studiepunten Studielast
7,5 STP
Onderwijstijd (les en contacttijd)
Ongeveer 8-10 lesuren per week daarnaast projectwerk en zelfstudie
7. Maximum aantal deelnemer
Geen
8. Ingangseisen
Geen
Doelen en werkvormen 9. Beroepstaak Beroepsrollen
Beroepsrol behandelaar
10. Competenties
Behandelen Onderzoeken & Communiceren
11. Algemene omschrijving
In deze onderwijsperiode ga je in de beroepsrol behandelaar aan de slag. Je gaat een cliënt met overgewicht begeleiden. Je voert een gesprek met een cliënt met overgewicht, waarin de focus op de voedingsanamnese & antropometrie ligt. Je stelt een diëtistische diagnose op aan de hand van het ICF-model met een EBP onderbouwd voedingsadvies / dieetvoorschrift De ondersteunende leerlijnen zijn: • Productleer en Voedselbereiding • Communicatie • Onderzoek • De Mens; voedingsleer, patho-/fysiologie, dieetleer & sociale wetenschappen
12. Samenhang
De beroepsrol behandelaar komt in de hoofdfase en afstudeerfase op een hoger niveau en in een andere context (OWE) terug. In hoofdfase 1 is dit in de OWE’s “de innovatieve behandelaar 1 en 2” De leerlijnen: Productleer en voedselbereiding, Communicatie, Onderzoek en De Mens; voedingsleer & sociale wetenschappen maken onderdeel uit van de doorlopende leerlijnen in de propedeuse.
13. Activiteiten en werkvormen
De rol van behandelaar wordt getoetst. Deze wordt geoefend in de workshops en leerlijnen. De workshops ondersteunen de centrale projectopdracht. In de ingeroosterde dagdelen werk je onder begeleiding van docenten aan leerlijnen, workshops en het centrale project. Jij krijgt praktijkgerichte opdrachten aangeboden, waaruit jij op basis van interesse een keuze kunt maken. Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en dialooggericht gewerkt worden.
14. Tentaminering
30
Naam deeltentamen
Vaardighedentoets gesprek Voedingsanamnese & Antropometrie
Toetscode
103-VT
Tentamenmoment
Periode 3
Toetsvorm
Mondeling
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
40% van het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol behandelaar/beroepscompetentie behandelen: niveau 1, nummer 3,4,5 - stamcompetentie ‘communiceren’: niveau 1, nummer 2 t/m 6.
Compensatie mogelijkheden
-
Toegestane hulpmiddelen
Middelen ter verduidelijking van een presentatie.
Naam deeltentamen
Kennistoets
Toetscode
103-K
Tentamenmoment
Periode 3
Toetsvorm
schriftelijk
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
40% van het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol behandelaar/beroepscompetentie behandelen: niveau 1, nummer 1 t/m 5 - stamcompetentie ‘onderzoeken’: niveau 1, nummer 5,6,7,8
Compensatie mogelijkheden
-
Toegestane hulpmiddelen
-
Naam deeltentamen
Behandelplan
Toetscode
103-P
Tentamenmoment
Periode 3
Toetsvorm
Schriftelijk
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
20% van het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol behandelaar/beroepscompetentie behandelen: niveau 1, nummer 9 - stamcompetentie ‘onderzoeken’: niveau 1, nummer 9 - stamcompetentie ‘ communiceren’: niveau 1, nummer 1
VOEDING & DIËTETIEK
31
VOEDING & DIËTETIEK
Compensatie mogelijkheden
-
Toegestane hulpmiddelen
-
Studiematerialen 15. Verplichte Literatuur
32
VOEDING & DIËTETIEK
Zie voor boeken: matrix boekenlijst Voor overige bronnen: Scholar
VOEDING & DIËTETIEK
Titel Onderwijseenheid (OWE): Arbeid en Gezondheid 1. Engelstalige omschrijving
Occupational health
2. Alluris code
VED-104
3. Opleiding
Voeding en Diëtetiek
4. Doelgroep
Propedeuse studenten, voltijd
5. Onderwijsperiode
Periode 4
6. Studiepunten Studielast
7,5 STP
Onderwijstijd (les en contacttijd)
Ongeveer 8-10 lesuren per week daarnaast projectwerk en zelfstudie
7. Maximum aantal deelnemer
Geen
8. Ingangseisen
Geen
Doelen en werkvormen 9. Beroepstaak Beroepsrollen
Beroepsrol beleidsadviseur
10. Competenties
Adviseren Werken aan kwaliteit Ondernemen
11. Algemene omschrijving
In deze onderwijsperiode ga je in de beroepsrol van beleidsadviseur aan de slag. Je maakt kennis met het werkveld Arbeid en Gezondheid. In de rol van adviseur ga jij onderzoeken wat je kunt bijdragen aan het gezondheids-/ voedingsbeleid van jouw opdrachtgever. Vervolgens profileer je jouw meerwaarde en overtuig je in een echt gesprek met de opdrachtgever op welke manier jij een bijdrage kan leveren aan het gezondheidsbeleid in zijn organisatie. De ondersteunende leerlijnen zijn: • Onderzoek • De Mens: Voedingsleer & sociale wetenschappen • Communicatie
12. Samenhang
De beroepsrol voorlichter komt in de hoofdfase en afstudeerfase op een hoger niveau en in een andere context (OWE) terug. In hoofdfase 1 is dit in de OWE’s “ de beleidsadviseur” De leerlijnen: Communicatie, Onderzoek en De Mens; voedingsleer & sociale wetenschappen maken onderdeel uit van de doorlopende leerlijnen in de propedeuse.
13. Activiteiten en werkvormen
De rol van beleidsadviseur wordt getoetst. Deze wordt geoefend in de workshops en leerlijnen. De workshops ondersteunen de centrale projectopdracht. In de ingeroosterde dagdelen werk je onder begeleiding van docenten aan leerlijnen, workshops en het centrale project. Jij krijgt praktijkgerichte opdrachten aangeboden, waaruit jij op basis van interesse een keuze kunt maken. Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en dialooggericht gewerkt worden.
14. Tentaminering Naam deeltentamen
Vaardigheidstoets
Toetscode
104-VT
Tentamenmoment
Periode 4
Toetsvorm
Mondeling en/of schriftelijk
VOEDING & DIËTETIEK
33
VOEDING & DIËTETIEK
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
60% van het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol beleidsadviseur/beroepscompetentie adviseren: niveau 1, nummer 1,2,3 - stamcompetentie ‘kwaliteit’: niveau 1, nummer 2 - stamcompetentie ‘ondernemen’: niveau 1, nummer 4
Compensatie mogelijkheden
-
Toegestane hulpmiddelen
Middelen ter verduidelijking van een telefonisch interview.
Naam deeltentamen
Kennistoets
Toetscode
104-K
Tentamenmoment
Periode 4
Toetsvorm
schriftelijk
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
40% van het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol beleidsadviseur/beroepscompetentie adviseren: niveau 1, nummer 1,2,3 - stamcompetentie ‘kwaliteit’: niveau 1, nummer 1 - stamcompetentie ‘ondernemen’: niveau 1, nummer 3,8
Compensatie mogelijkheden
-
Toegestane hulpmiddelen
-
Studiematerialen 15. Verplichte Literatuur
34
VOEDING & DIËTETIEK
Zie voor boeken: matrix boekenlijst Voor overige bronnen: Scholar
VOEDING & DIËTETIEK
Titel Onderwijseenheid (OWE): LEF 1 1. Engelstalige omschrijving
LEF 1
2. Alluris code
VED-105
3. Opleiding
Voeding en Diëtetiek
4. Doelgroep
Propedeuse studenten, voltijd
5. Onderwijsperiode
Periode 1
6. Studiepunten Studielast
7,5 STP
Onderwijstijd (les en contacttijd)
Ongeveer 8-10 lesuren per week daarnaast projectwerk en zelfstudie
7. Maximum aantal deelnemer
Geen
8. Ingangseisen
Geen
Doelen en werkvormen 9. Beroepstaak Beroepsrollen
Het LEF project speelt in op de houding van jou als dio (dietist in opleiding). Op deze manier ondersteunt LEF de beroepsrollen.
10. Competenties
Professionaliseren
11. Algemene omschrijving
In deze onderwijsperiode ga je met de stamcompetentie ‘professionaliseren’ aan de slag. Je gaat werken aan een personal challenge en aan een maatschappelijk vraagstuk.
12. Samenhang
Deze OWE maakt onderdeel uit van de OWE’s LEF 1, LEF2a, LEF2b en LEF3 in de propedeuse.
13. Activiteiten en werkvormen
De competentie professionaliseren wordt geoefend in de workshops en leerlijnen. De workshops hebben altijd een link met de centrale projectopdracht. Naast workshops is er een leerlijn. Leerlijnen zijn doorlopende lessen, waarin kennis wordt verkregen, welke ondersteunend zijn aan het project. In de ingeroosterde dagdelen werk je onder begeleiding van docenten aan leerlijnen, workshops en het centrale project. Jij krijgt praktijkgerichte opdrachten aangeboden, waaruit jij op basis van interesse een keuze kunt maken. Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en dialooggericht gewerkt worden. In studieloopbaanbegeleiding staat centraal: ‘leren leren’
14. Tentaminering Naam deeltentamen
Reflectie Personal Challenge (onderdeel A) & Pitch maatschappelijk vraagstuk (Onderdeel B)
Toetscode
105-RF
Tentamenmoment
Periode 1
Toetsvorm
Schriftelijk en/of mondeling
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5 Onderdeel A of onderdeel B mag een 5 zijn.
Weging
100% van het eindcijfer van de OWE
VOEDING & DIËTETIEK
35
VOEDING & DIËTETIEK
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - stamcompetentie ‘professionaliseren’ : niveau 1, nummer 1, 2
Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen
Middelen ter verduidelijking van een presentatie.
Studiematerialen 15. Verplichte Literatuur
36
VOEDING & DIËTETIEK
Zie voor boeken: matrix boekenlijst Voor overige bronnen: Scholar
VOEDING & DIËTETIEK
Titel Onderwijseenheid (OWE): LEF 2A 1. Engelstalige omschrijving
LEF 2a
2. Alluris code
VED-106
3. Opleiding
Voeding en Diëtetiek
4. Doelgroep
Propedeuse studenten
5. Onderwijsperiode
Periode 2
6. Studiepunten Studielast
7,5 STP
Onderwijstijd (les en contacttijd)
Ongeveer 8-10 lesuren per week daarnaast projectwerk en zelfstudie
7. Maximum aantal deelnemer
Geen
8. Ingangseisen
Geen
Doelen en werkvormen 9. Beroepstaak Beroepsrollen
Het LEF project speelt in op de houding van jou als dio (diëtist in opleiding). Op deze manier ondersteunt LEF de beroepsrollen.
10. Competenties
Professionaliseren Samenwerken
11. Algemene omschrijving
In deze onderwijsperiode ga je met de stamcompetentie ‘professionaliseren’ aan de slag. Je gaat een stage lopen en hierop reflecteren. De ondersteunende leerlijn is: sociale wetenschappen
12. Samenhang
Deze OWE maakt onderdeel uit van de OWE’s LEF 1, LEF2a, LEF2b en LEF3 in de propedeuse.
13. Activiteiten en werkvormen
Centraal staan de competenties professionaliseren & samenwerken. Deze worden geoefend in de workshops, de leerlijn & de stage. De workshops hebben altijd een link met de centrale projectopdracht (de stage). De leerlijnen zijn doorlopende lessen, waarin kennis wordt verkregen, welke ondersteunend zijn aan het project. In de ingeroosterde dagdelen werk je onder begeleiding van docenten aan leerlijnen, workshops en het centrale project. Jij krijgt praktijkgerichte opdrachten aangeboden, waaruit jij op basis van interesse een keuze kunt maken. Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en dialooggericht gewerkt worden. Studieloopbaanbegeleiding staat centraal: ‘Beroepsbeeld’
14. Tentaminering Naam deeltentamen
Stagebeoordeling
Toetscode
106-SB
Tentamenmoment
Periode 2
Toetsvorm
Schriftelijk
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
VOEDING & DIËTETIEK
37
VOEDING & DIËTETIEK
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
50% van het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - stamcompetentie ‘professionaliseren’ : niveau 1, nummer 1, 2, 3
Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen
Naam deeltentamen
Samenwerken
Toetscode
106-SW
Tentamenmoment
Periode 2
Toetsvorm
Schriftelijk
Aantal examinatoren
1
Oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel)tentamen
Minimaal 5,5
Weging
50% van het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - stamcompetentie ‘samenwerken’ : niveau 1, nummer 1,2,3,4,5,6
Compensatiemogelijkheden
-
Studiematerialen 15. Verplichte Literatuur
38
VOEDING & DIËTETIEK
Zie voor boeken: matrix boekenlijst Voor overige bronnen: Scholar
VOEDING & DIËTETIEK
Titel Onderwijseenheid (OWE): LEF 2B 1. Engelstalige omschrijving
LEF 2b
2. Alluris code
VED-107
3. Opleiding
Voeding en Diëtetiek
4. Doelgroep
Propedeuse studenten, voltijd
5. Onderwijsperiode
Periode 3
6. Studiepunten Studielast
7,5 STP
Onderwijstijd (les en contacttijd)
Ongeveer 8-10 lesuren per week, daarnaast projectwerk, zelfstudie & stage
7. Maximum aantal deelnemer
Geen
8. Ingangseisen
Geen
Doelen en werkvormen 9. Beroepstaak Beroepsrollen
Het LEF project speelt in op de houding van jou als dio (diëtist in opleiding). Op deze manier ondersteunt LEF de beroepsrollen.
10. Competenties
Professionaliseren
11. Algemene omschrijving
In deze onderwijsperiode ga je met de stamcompetentie ‘professionaliseren’ aan de slag. Je gaat een stage lopen en hierop reflecteren. De ondersteunende leerlijn is: sociale wetenschappen
12. Samenhang
Deze OWE maakt onderdeel uit van de OWE’s LEF 1, LEF2a, LEF2b en LEF3 in de propedeuse.
13. Activiteiten en werkvormen
De competentie professionaliseren staat in deze OWE centraal. Deze wordt geoefend in de workshops, de leerlijn & de stage. De workshops hebben altijd een link met de centrale projectopdracht (de stage). Naast de workshops is er een leerlijn. Leerlijnen zijn doorlopende lessen, waarin kennis wordt verkregen, welke ondersteunend zijn aan het project. In de ingeroosterde dagdelen werk je onder begeleiding van docenten aan leerlijnen, workshops en het centrale project. Jij krijgt praktijkgerichte opdrachten aangeboden, waaruit jij op basis van interesse een keuze kunt maken. Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en dialooggericht gewerkt worden. In studieloopbaanbegeleiding staat centraal: ‘zelfbeeld’
14. Tentaminering Naam deeltentamen
Stagebeoordeling & reflectie
Toetscode
107-SB
Tentamenmoment
Periode 3
Toetsvorm
Schriftelijk en/of mondeling
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
100% van het eindcijfer van de OWE
VOEDING & DIËTETIEK
39
VOEDING & DIËTETIEK
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - stamcompetentie ‘professionaliseren’ : niveau 1, nummer 1, 2, 3
Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen
Studiematerialen 15. Verplichte Literatuur
40
VOEDING & DIËTETIEK
Zie voor boeken: matrix boekenlijst Voor overige bronnen: Scholar
VOEDING & DIËTETIEK
Titel Onderwijseenheid (OWE): LEF 3 1. Engelstalige omschrijving
LEF 3
2. Alluris code
VED-108
3. Opleiding
Voeding en Diëtetiek
4. Doelgroep
Propedeuse studenten
5. Onderwijsperiode
Periode 4
6. Studiepunten Studielast
7,5 STP
Onderwijstijd (les en contacttijd)
Ongeveer 8-10 lesuren per week, daarnaast projectwerk en zelfstudie
7. Maximum aantal deelnemer
Geen
8. Ingangseisen
Geen
Doelen en werkvormen 9. Beroepstaak Beroepsrollen
Het LEF project speelt in op de houding van jou als dio (diëtist in opleiding). Op deze manier ondersteunt LEF de beroepsrollen.
10. Competenties
Professionaliseren
11. Algemene omschrijving
In deze onderwijsperiode ga je met de stamcompetentie ‘professionaliseren’ aan de slag. Je gaat een beeld vormen van je toekomstige rol als dio (diëtist in opleiding) en diëtist. Daarnaast reflecteer je aan de hand van de rollen en stamcompetenties op het afgelopen jaar. De ondersteunende leerlijn is: sociale wetenschappen.
12. Samenhang
Deze OWE maakt onderdeel uit van de OWE’s LEF 1, LEF2a, LEF2b en LEF3 in de propedeuse.
13. Activiteiten en werkvormen
In de OWE staat de competentie professionaliseren centraal. Deze wordt geoefend in de workshops en leerlijnen. De workshops hebben een link met de centrale projectopdracht. Naast workshops is er een leerlijn. Leerlijnen zijn doorlopende lessen, waarin kennis wordt verkregen, welke ondersteunend zijn aan het project. In de ingeroosterde dagdelen werk je onder begeleiding van docenten aan leerlijnen, workshops en het centrale project. Jij krijgt praktijkgerichte opdrachten aangeboden, waaruit jij op basis van interesse een keuze kunt maken. Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en dialooggericht gewerkt worden. In studieloopbaanbegeleiding staat centraal: ‘opleidingsbeeld’.
14. Tentaminering Naam deeltentamen
Toekomstbeeld
Toetscode
108-T
Tentamenmoment
Periode 4
Toetsvorm
Schriftelijk
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
VOEDING & DIËTETIEK
41
VOEDING & DIËTETIEK
Weging
30% van het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - stamcompetentie ‘professionaliseren’ : niveau 1, nummer 2,3,4
Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen
Middelen ter verduidelijking van een presentatie.
Naam deeltentamen
Integrale toets 1
Toetscode
108-IT
Tentamenmoment
Periode 4
Toetsvorm
Mondeling en schriftelijk
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
70% van het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - stamcompetentie ‘professionaliseren’ : niveau 1, nummer 2, 3, 4 In het kader van oriënteren, selecteren en reflecteren in de propedeuse komen de volgende criteria aan bod: samenwerken, methodisch handelen, respectvolle bejegening & sturen van je eigen ontwikkeling.
Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen
Middelen ter verduidelijking van een presentatie.
Studiematerialen 15. Verplichte Literatuur
42
VOEDING & DIËTETIEK
Zie voor boeken: matrix boekenlijst Voor overige bronnen: Scholar
VOEDING & DIËTETIEK
Mogelijkheden tot het herkansen van toetsen uit het HOF curriculum
Lekker en gezond
Voeding en energie
Ondervoeding
Samen gezonder
Gezonde voeding, veilig voedsel 1
(deeltentamens)
Mogelijkheid tot herkansing (hoe?)
Casustoets (CT)
oude stijl/ casustoets
1e kans na herfstvakantie 2e kans na kerstvakantie
Voorlichting met onderbouwing (VO)
Groepje(s) vormen van herkansers, 1 begeleider, project opnieuw doen.
Periode 1: toewijzing opdracht in week 1; inleveren opdracht rond week 8
Vaardigheidstoets voedselbereiding (VVB)
oude stijl toetsen, beoordelen tijdens LEF practicum
Periode 1; datum nader te bepalen
Vaardigheidstoets voedselwaardeberekening (VVW)
oude stijl / Vaardigheidstoets voedselwaardeberekening
Periode 1; datum nader te bepalen
Casustoets (CT)
oude stijl/casustoets
1e kans na herfstvakantie 2e kans na kerstvakantie
Basistoets biologie (BB)
oude stijl/ basistoets biologie
In reguliere rooster 1e jaars
Toets scheikunde (TS)
oude stijl/ toets scheikunde
In reguliere rooster 1e jaars
Rapport onderbouwing gezondheidsprogramma (ROG)
Groepje(s) vormen van herkansers, 1 begeleider, project opnieuw doen.
Periode 1: toewijzing opdracht in week 1; inleveren opdracht rond week 8
Samenwerken (TS)
Oude stijl toetsen, beoordelen tijdens LEF projectwerk
Periode 1/2/3/4
Vaardigheidstoets Antropometrie (VA)
LEF toets skills
Tijdens onderwijs periode 3; datum nader te bepalen
Ontwikkelingsverslag (OV)
Oude stijl herkansen bij SLB-er schoolhaar 2014-2015
In overleg met SLB-er
Casustoets (CT)
oude stijl/ casustoets
1e kans na herfstvakantie 2e kans na kerstvakantie
Casusverslag
Groepje(s) vormen van herkansers, 1 begeleider, project opnieuw doen.
Periode 1: toewijzing opdracht in week 1; inleveren opdracht rond week 8
Skillstoets
LEF toets skills
Tijdens onderwijs periode 3; datum nader te bepalen
Ontwikkelingsverslag (OV)
Oude stijl herkansen bij SLB-er schooljaar 2014-2015
In overleg met SLB-er
Beoordeling samenwerking (IPS-BSW)
Beslissing op IPS niveau
In overleg met docent
Kennistoets (IPS-KT)
Beslissing op IPS niveau
Na periode 1 en 2
Kwaliteitsverslag (IPS-KV)
Beslissing op IPS niveau
In overleg met docent
Casustoets (CT)
Oude stijl/ Casustoet
1e kans na herfstvakantie 2e kans na kerstvakantie
Adviesrapport
Groepje(s) vormen van herkansers, 1 begeleider, project opnieuw doen.
Periode 1: toewijzing opdracht in week 1; inleveren opdracht rond week 8
Wanneer?
VOEDING & DIËTETIEK
43
VOEDING & DIËTETIEK
7. Onderwijseenheden (OWE) Hoofdfase 1 Voeding en Diëtetiek In dit hoofdstuk staan alle onderwijseenheden (OWE’s) op een rij die je volgt tijdens de hoofdfasen van je opleiding Voeding en Diëtetiek. In hoofdstuk 5 vind je deze onderwijseenheden terug in een schema. Zo zie je in welke fase elke onderwijseenheid thuishoort. Alle OWE beschrijvingen gelden voor het voltijd onderwijsprogramma.
Titel Onderwijseenheid (OWE): Voorlichter in de wijk deel 1 1. Engelstalige omschrijving
Health promotion in communities 1
2. Alluris code
VED-201
3. Opleiding
Voeding en Diëtetiek
4. Doelgroep
Hoofdfase 1 studenten, voltijd, niveau 2
5. Onderwijsperiode
Periode 1
6. Studiepunten Studielast
15 STP
Onderwijstijd (les en contacttijd)
4 dagdelen per week = 15 klokuren per week daarnaast projectwerk en zelfstudie
7. Maximum aantal deelnemer
Geen
8. Ingangseisen
Propedeuse dient behaald te zijn
Doelen en werkvormen
44
9. Beroepstaak Beroepsrollen
Beroepsrol voorlichter
10. Competenties
Voorlichten, Onderzoeken, Samenwerken, Ondernemen
11. Algemene omschrijving
In deze onderwijsperiode ga je in de beroepsrol van voorlichter aan de slag. Je gaat met een projectgroep wijkgericht werken in een wijk naar keuze (dit kan zowel nationaal als internationaal). “Ontwikkel een maatschappelijk relevante leefstijlinterventie voor een doelgroep in een wijk naar keuze ” is de centrale vraagstelling waar je in deze OWE aan werkt. De leerlijnen zijn: - Productleer en voedselbereiding - Communicatie - Onderzoek - De Mens; voedingsleer, dieetleer, sociale wetenschappen, pathofysiologie.
12. Samenhang
Deze OWE hangt samen met de OWE ‘ gezond leven 1 in de propedeuse, waarin ook de rol van voorlichter centraal staat en de OWE “de voorlichter in de wijk, 2”. De leerlijnen: productleer en voedselbereiding, communicatie, onderzoek en de mens: voedingsleer & sociale wetenschappen maken onderdeel uit van de doorlopende leerlijnen in de propedeuse en in hoofdfase 1.
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
13. Activiteiten en werkvormen
De rol voorlichter wordt getoetst. De overige beroepsrollen komen zijdelings aan bod. Deze worden geoefend in de workshops en leerlijnen. De workshops hebben altijd een link met de centrale projectopdracht. Naast workshops zijn er leerlijnen. De leerlijnen zijn doorlopende lessen, waarin kennis wordt verkregen, welke ondersteunend zijn aan het project. De lessen worden in vier dagdelen ingeroosterd. In deze dagdelen werk je onder begeleiding van docenten aan leerlijnen, workshops, het centrale project en aan studieloopbaanbegeleiding. Je krijgt praktijkgerichte opdrachten aangeboden, waaruit jij op basis van interesse een keuze kunt maken. Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en dialooggericht gewerkt worden.
14. Tentaminering Naam deeltentamen
Analyse leefstijlinterventie
Toetscode
201-B
Tentamenmoment
Periode 1
Toetsvorm
Mondeling en schriftelijk
Aantal Examinatoren
2
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
50% in het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol voorlichter/ beroepscompetentie voorlichten: niveau 2, nummer 1,4 - stamcompetentie ‘onderzoeken’ : niveau 2, nummer 3,4 - stamcompetentie ‘ samenwerken’: niveau 2, nummer 1 - stamcompetentie ‘ondernemen’: niveau 2, nummer 1,2
Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen
Middelen ter verduidelijking van een presentatie.
Naam deeltentamen
Kennistoets
Toetscode
201-K
Tentamenmoment
Periode 1
Toetsvorm
schriftelijk
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
40% in het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol voorlichter/ beroepscompetentie voorlichten: niveau 2, nummer 1,2,3,4
Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen
Rekenmachine
VOEDING & DIËTETIEK
45
VOEDING & DIËTETIEK
Naam deeltentamen
Slb leer gesprek
Toetscode
201-Sl
Tentamenmoment
Periode 1
Toetsvorm
Mondeling en schriftelijk
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
10% in het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - stamcompetentie ‘ samenwerken’: niveau 2, nummer 1 - stamcompetentie ‘professionaliseren” : niveau 2, nummer 3
Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen
Studiematerialen 15. Verplichte Literatuur
46
VOEDING & DIËTETIEK
Zie voor boeken: matrix boekenlijst Voor overige bronnen: Scholar
VOEDING & DIËTETIEK
Titel Onderwijseenheid (OWE): Voorlichter in de wijk deel II 1. Engelstalige omschrijving
Health promotion in communities 2
2. Alluris code
VED-202
3. Opleiding
Voeding en Diëtetiek
4. Doelgroep
Hoofdfase 1 studenten, niveau 2
5. Onderwijsperiode
Periode 2
6. Studiepunten Studielast
15 STP
Onderwijstijd (les en contacttijd)
4 dagdelen per week = 15 klokuren per week daarnaast projectwerk en zelfstudie
7. Maximum aantal deelnemer
Geen
8. Ingangseisen
Propedeuse dient behaald te zijn. Voorlichter deel 1 gevolgd hebben
Doelen en werkvormen 9. Beroepstaak Beroepsrollen
Beroepsrol voorlichter
10. Competenties
Voorlichten, communiceren, professionaliseren, werken aan kwaliteit
11. Algemene omschrijving
In deze onderwijsperiode ga je in de beroepsrol voorlichter aan de slag. Je gaat met een projectgroep wijkgericht werken in een wijk naar keuze (dit kan zowel nationaal als internationaal). “Ontwikkel een maatschappelijk relevante leefstijlinterventie voor een doelgroep naar keuze in een wijk naar keuze ” is de centrale vraag stelling waar je aan werkt. De leerlijnen zijn: - Productleer en voedselbereiding - Communicatie - Onderzoek - De Mens; voedingsleer, dieetleer, sociale wetenschappen, patho fysiologie.
12. Samenhang
Deze OWE hangt samen met de OWE ‘ gezond leven 1 in de propedeuse, en de OWE voorlichter in de wijk 1, waarin ook de rol van voorlichter centraal staat.. De leerlijnen: productleer en voedselbereiding, communicatie, onderzoek en de mens: voedingsleer & sociale wetenschappen maken onderdeel uit van de doorlopende leerlijnen in de propedeuse en in hoofdfase 1.
13. Activiteiten en werkvormen
De rol voorlichter wordt getoetst. De overige beroepsrollen komen zijdelings aan bod. Deze worden geoefend in de workshops en leerlijnen. De workshops hebben altijd een link met de centrale projectopdracht. Naast workshops zijn er leerlijnen. De leerlijnen zijn doorlopende lessen, waarin kennis wordt verkregen, welke ondersteunend zijn aan het project. De lessen worden in vier dagdelen ingeroosterd. In deze dagdelen werk je onder begeleiding van docenten aan leerlijnen, workshops, het centrale project en aan studieloopbaanbegeleiding. Je krijgt praktijkgerichte opdrachten aangeboden, waaruit jij op basis van interesse een keuze kunt maken. Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en dialooggericht gewerkt worden.
VOEDING & DIËTETIEK
47
VOEDING & DIËTETIEK
14. Tentaminering Naam deeltentamen
uitvoering leefstijl interventie
Toetscode
202-B
Tentamenmoment
Periode 2
Toetsvorm
Mondeling en schriftelijk
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
50% in het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol voorlichter/ beroepscompetentie voorlichten: niveau 2, nummer 1,2,3,4 - stamcompetentie ‘professionaliseren’ : niveau 2, nummer 4 - stamcompetentie ‘ communiceren’: niveau 2, nummer 5,6,7 - stamcompetentie ‘kwaliteit’: niveau 2, nummer 2
Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen
Middelen ter verduidelijking van een presentatie, video opname apparatuur
Naam deeltentamen
onderwijsleergesprek
Toetscode
202-OL
Tentamenmoment
Periode 2
Toetsvorm
Mondeling en schriftelijk
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
10% in het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
De DIO laat zien dat hij kan reflecteren op zijn samenwerking in de projectgroep Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - stamcompetentie ‘ communiceren’: niveau 2, nummer 5,6,7 -stamcompetentie ‘professionaliseren’: niveau 2, nummer 4
Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen
48
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
Naam deeltentamen
Kennistoets
Toetscode
202-K
Tentamenmoment
Periode 1
Toetsvorm
schriftelijk
Aantal Examinatoren
1
Oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
40% in het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol voorlichter/ beroepscompetentie voorlichten: niveau 2, nummer 1,2,3, 4
Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen
Gebruik van rekenmachine
Studiematerialen 15. Verplichte Literatuur
Zie voor boeken: matrix boekenlijst Voor overige bronnen: Scholar
VOEDING & DIËTETIEK
49
VOEDING & DIËTETIEK
Titel Onderwijseenheid (OWE): De innovatieve behandelaar I 1. Engelstalige omschrijving
The innovative health professional 1
2. Alluris code
VED-203
3. Opleiding
Voeding en Diëtetiek
4. Doelgroep
Hoofdfase 1 studenten, niveau 2
5. Onderwijsperiode
Periode 3
6. Studiepunten Studielast
15 STP
Onderwijstijd (les en contacttijd)
4 dagdelen per week = 15 klokuren per week daarnaast projectwerk en zelfstudie
7. Maximum aantal deelnemer
Geen
8. Ingangseisen
Propedeuse dient behaald te zijn.
Doelen en werkvormen 9. Beroepstaak Beroepsrollen
Beroepsprol Behandelaar
10. Competenties
Behandelaar Onderzoeken, Samenwerken, werken aan kwaliteit
11. Algemene omschrijving
In deze onderwijsperiode ga je in de beroepsrol van de behandelaar aan de slag. Je gaat bij een cliënt een diagnose stellen, een behandelplan opstellen en evalueren. Daarnaast werk je aan een centrale vraagstelling: bedenk een innovatief idee dat de huidige manier van behandelen en begeleiden positief beïnvloedt. De leerlijnen zijn: - Productleer en voedselbereiding - Communicatie - Onderzoek - De Mens; voedingsleer, dieetleer, sociale wetenschappen, pathofysiologie.
12. Samenhang
Deze OWE hangt samen met de OWE ‘ gezond leven 2 in de propedeuse, en de OWE innovatieve behandelaar 2, waarin ook de rol van voorlichter centraal staat.. De leerlijnen: productleer en voedselbereiding, communicatie, onderzoek en de mens: voedingsleer & sociale wetenschappen maken onderdeel uit van de doorlopende leerlijnen in de propedeuse en in hoofdfase 1.
13. Activiteiten en werkvormen
De rol behandelaar wordt getoetst. De overige beroepsrollen komen zijdelings aan bod. Deze worden geoefend in de workshops en leerlijnen. De workshops hebben altijd een link met de centrale projectopdracht. Naast workshops zijn er leerlijnen. De leerlijnen zijn doorlopende lessen, waarin kennis wordt verkregen, welke ondersteund zijn aan het project. De lessen worden in vier dagdelen ingeroosterd. In deze dagdelen werk je onder begeleiding van docenten aan leerlijnen, workshops, het centrale project en aan studieloopbaanbegeleiding. Je krijgt praktijkgerichte opdrachten aangeboden, waaruit jij op basis van interesse een keuze kunt maken. Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en dialooggericht gewerkt worden.
14. Tentaminering
50
Naam deeltentamen
Diagnose toets
Toetscode
203-B
Tentamenmoment
Periode 3
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
Toetsvorm
Mondeling en schriftelijk
Aantal Examinatoren
1
Oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
50% in het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol behandelaar/ beroepscompetentie behandelen: niveau 2, nummer 1,3 - stamcompetentie ‘onderzoeken’ : niveau 2, nummer 5,6,7,8 - stamcompetentie ‘ samenwerken’: niveau 2, nummer 3 - stamcompetentie ‘kwaliteit’: niveau 2, nummer 2
Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen
Middelen ter verduidelijking van een presentatie.
Naam deeltentamen
Kennistoets
Toetscode
203-K
Tentamenmoment
Periode 3
Toetsvorm
schriftelijk
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
40% in het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol behandelaar/ beroepscompetentie behandelen: niveau 2, nummer 1,2,3
Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen
Rekenmachine
Naam deeltentamen
Slb leer gesprek
Toetscode
203-Sl
Tentamenmoment
Periode 3
Toetsvorm
Mondeling en schriftelijk
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
10% in het eindcijfer van de OWE
VOEDING & DIËTETIEK
51
VOEDING & DIËTETIEK
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - stamcompetentie samenwerken: niveau 2, criteria 1 - stamcompetentie ‘professionaliseren’: niveau 2, criteria 3
Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen
Middelen ter verduidelijking van een presentatie.
Studiematerialen 15. Verplichte Literatuur
52
VOEDING & DIËTETIEK
Zie voor boeken: matrix boekenlijst Voor overige bronnen: Scholar
VOEDING & DIËTETIEK
Titel Onderwijseenheid (OWE): De innovatieve behandelaar II 1. Engelstalige omschrijving
The innovative health professional 2
2. Alluris code
VED-204
3. Opleiding
Voeding en Diëtetiek
4. Doelgroep
Hoofdfase 1 studenten , niveau 2
5. Onderwijsperiode
Periode 4
6. Studiepunten Studielast
15 STP
Onderwijstijd (les en contacttijd)
4 dagdelen per week (16 klokuren per week) daarnaast projectwerk en zelfstudie
7. Maximum aantal deelnemer
Geen
8. Ingangseisen
Propedeuse dient behaald te zijn De innovatie behandelaar deel 1 moet gevolgd zijn.
Doelen en werkvormen 9. Beroepstaak Beroepsrollen
Beroepsprol Behandelaar
10. Competenties
Behandelaar Professionaliseren Ondernemen Communiceren
11. Algemene omschrijving
In deze onderwijsperiode ga je in de beroepsrol van de behandelaar aan de slag. Je gaat bij een cliënt een diagnose stellen en een behandelplan opstellen en evalueren. Daarnaast werk je aan een centrale vraagstelling: bedenk een innovatief idee dat de huidige manier van behandelen en begeleiden positief beïnvloedt. De leerlijnen zijn: - Productleer en voedselbereiding - Communicatie - Onderzoek - De Mens; voedingsleer, dieetleer, sociale wetenschappen, patho- fysiologie
12. Samenhang
Deze OWE hangt samen met de OWE ‘ gezond leven 2 in de propedeuse, en de OWE innovatieve behandelaar 1, waarin ook de rol van voorlichter centraal staat.. De leerlijnen: productleer en voedselbereiding, communicatie, onderzoek en de mens: voedingsleer & sociale wetenschappen, maken onderdeel uit van de doorlopende leerlijnen in de propedeuse en in hoofdfase 1.
13. Activiteiten en werkvormen
De rol behandelaar wordt getoetst. De overige beroepsrollen komen zijdelings aan bod. Deze worden geoefend in de workshops en leerlijnen. De workshops hebben altijd een link met de centrale projectopdracht. Naast workshops zijn er leerlijnen. De leerlijnen zijn doorlopende lessen, waarin kennis wordt verkregen, welke ondersteund zijn aan het project. De lessen worden in vier dagdelen ingeroosterd. In deze dagdelen werk je onder begeleiding van docenten aan leerlijnen, workshops, het centrale project en aan studieloopbaanbegeleiding. Je krijgt praktijkgerichte opdrachten aangeboden, waaruit jij op basis van interesse een keuze kunt maken. Tijdens de ingeroosterde dagdelen zal er met de docenten veelal vraaggericht en dialooggericht gewerkt worden.
VOEDING & DIËTETIEK
53
VOEDING & DIËTETIEK
14. Tentaminering Naam deeltentamen
Toets Behandelen
Toetscode
204-B
Tentamenmoment
Periode 4
Toetsvorm
Mondeling en schriftelijk
Aantal Examinatoren
1
Oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
50% in het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol behandelaar/ beroepscompetentie behandelen: niveau 2, nummer 1,2,3 - stamcompetentie ‘professionaliseren’ : niveau 2, nummer 1,3 - stamcompetentie ‘ communiceren’: niveau 2, nummer 2,4 - stamcompetentie ‘ondernemen’: niveau 2, nummer 8
Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen
Middelen ter verduidelijking van een presentatie.
Naam deeltentamen
Kennistoets
Toetscode
204-K
Tentamenmoment
Periode 4
Toetsvorm
schriftelijk
Aantal Examinatoren
1
Oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
40% in het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - rol behandelaar/ beroepscompetentie behandelen: niveau 2, nummer 1,2,3
Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen
54
VOEDING & DIËTETIEK
Middelen ter verduidelijking van een presentatie.
VOEDING & DIËTETIEK
Naam deeltentamen
Onderwijs leer gesprek
Toetscode
204-OL
Tentamenmoment
Periode 4
Toetsvorm
Mondeling en schriftelijk
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Minimaal 5,5
Weging
10% in het eindcijfer van de OWE
Beoordelingscriteria
Zie leeruitkomsten in het document HAN VeD LEF! Competentieprofiel - stamcompetentie communiceren: niveau 2, nummer 5,6,7 - stamcompetentie professionaliseren: niveau 2, nummer 4
Compensatie mogelijkheden Toegestane hulpmiddelen
Middelen ter verduidelijking van een presentatie.
Studiematerialen 15. Verplichte Literatuur
Zie voor boeken: matrix boekenlijst Voor overige bronnen: Scholar
VOEDING & DIËTETIEK
55
VOEDING & DIËTETIEK
Mogelijkheden tot het herkansen van toetsen uit het HOF curriculum
Metabolisme en voedingspatronen (80533)
Evidence Based Practice (50529)
Voeding en Gezondheid (80531)
Ondernemen (80523)
Gezonde Voeding, Veilig Voedsel 2 (80535)
Welvaartsziekten (80538)
Integrale toets 2 (82054)
56
(deeltentamens)
Mogelijkheid tot herkansing (hoe?)
Casustoets CT
Casustoets
3e of 4e week januari & 3e of 4e week van april
Keuzecasus KC
Inleveren bij aangewezen beoordelaar
in overleg
Casustoets CT
Casustoets
3e of 4e week januari & 3e of 4e week van april
Groepsverslag EBP
Inleveren bij aangewezen beoordelaar
in overleg
Ontwikkelingsverslag OV
Door SLB-er nakijken
na alle deeltentamenss
Kennistoets CT
Kennistoets
3e of 4e week januari & 3e of 4e week van april
Onderbouwingsrapport OR, Uitvoering interventie UvvIP
Inleveren bij aangewezen beoordelaar
in overleg
Casustoets CT
Kennistoets
3e of 4e week januari & 3e of 4e week van april
Ondernemingsplan OP
Inleveren bij aangewezen beoordelaar
in overleg
Casustoets CT
Kennistoets
3e of 4e week januari & 3e of 4e week van april
Adviesrapport AR Uitvoering adviesrapport UvAR
Inleveren bij aangewezen beoordelaar
in overleg
Ontwikkelingsverslag OV
Door SLB-er nakijken
na alle deeltentamens
Casustoets CT
Kennistoets
3e of 4e week januari & 3e of 4e week van april
Skillstoets SK
skillstoets
3e of 4e week januari & 3e of 4e week van april
Individueel product IP
Inleveren bij aangewezen beoordelaar
in overleg
Integrale toets IT2
VOEDING & DIËTETIEK
Wanneer?
Integrale toets IT2
VOEDING & DIËTETIEK
8. Onderwijseenheden (OWE) Hoofdfase 2 Voeding en Diëtetiek (HOF curriculum) Titel onderwijseenheid (OWE): Klinische voeding / Clinical nutrition Aluris code 80541
1. Opleiding Voeding en Diëtetiek
2. Doelgroep Hoofdfase 2 studenten, niveau 2
3. Centrale beroepstaak Werken met en voor cliënten
4. Beroepstaak Optimaliseren van herstelprocessen: niveau 2
5. Competenties • Diagnosticeren • Behandelen en begeleiden • Samenwerken in professionele relaties • Werken aan kwaliteit
6. (Beroeps)Producten Presentatie van een dieetbehandelplan en begeleidingsplan voor een klinische (simulatie) patiënt aan collega-diëtisten.
7. Studiepunten Studielast 15 STP 420 SBU
8. Samenhang De OWE bouwt voort op: OWE EBP: zoeken en beoordelen van wetenschappelijke artikelen OWE Voeding en Gezondheid: voeding in de verschillende levensfasen OWE Ondervoeding: het diagnosticeren en behandelen van patiënten met ondervoeding; afnemen voedingsanamnese, werken dïetistisch consult. OWE Welvaartsziekten diëtistische anamnese, - diagnose; - behandelingplan; evaluatie De onderwijseenheid is voorbereidend OWE Dieetbehandeling bij kinderen en voedselovergevoeligheid OWE stage Diëtistisch Handelen(DH) (niveau 3) De OWE valt samen met OWE Welvaartsziekten, Kinderen en voedselovergevoeligheid onder de beroepstaak Werken met en voor cliënten: herstelprocessen, niveau 2.
9. Ingangseisen m.b.t. tentamens Propedeuse gehaald.
VOEDING & DIËTETIEK
57
VOEDING & DIËTETIEK
10. Algemene omschrijving In deze onderwijseenheid staat de diëtetiek in een klinische setting centraal. In de projectgroep wordt gewerkt aan de opdracht: het ontwerpen, uitvoeren en evalueren en bijstellen van een dieetbehandelplan voor een klinische patiënt (o.a. MDL; nierziekten; oncologie) in de rol van diëtist in een ziekenhuis. Gebruik wordt daarbij gemaakt van het ziekenhuisdossier van een patiënt. Het uitgewerkte consult (de gegevensverzameling - de diëtistische anamnese, de diëtistische diagnose, de behandeldoelen, het behandelplan en de rapportage) wordt gepresenteerd aan collega-diëtisten in de vorm van een: casuspresentatie; journaalclub; klinische les; multidisciplinair overleg. Vaardigheden op het gebied van diëtistisch onderzoek, diëtistische diagnose en dieetbehandeling worden geoefend met simulatiepatiënten. Er worden 5 ondersteunende cursussen gegeven op het gebied van dieetleer, pathologie/fysiologie, sociale wetenschappen en skills (zie activiteiten) en keukenpractica. Meer info: zie onder kopje ‘activiteiten’
11. Beoordelingscriteria Beoordelingscriteria/Indicatoren De student kan voor klinische (simulatie) patiënten : • de diagnose-instrumenten, de diëtistische diagnose (of doorverwijzing) en een behandelplan (waaronder behandeldoelen, uitvoeringsafspraken, evaluatieplan en rapportage) beschrijven en evalueren en deze naar collega-diëtisten en verwijzers verantwoorden. • hierop reflecteren met protocollen en richtlijnen, medische, diëtistische en sociaal-wetenschappelijke concepten, modellen en theorieën en onderzoeksresultaten. • de diagnose-instrumenten, de diëtistische diagnose (of doorverwijzing) en het behandelplan (waaronder behandeldoelen, uitvoeringsafspraken, evaluatieplan en rapportage) te verwoorden naar cliënten en naar collega-diëtisten. • de diagnose-instrumenten, diëtistische diagnose en het behandelplan in een controleconsult verwoorden en hierop reflecteren. • de gegevens (met welk doel) die dienen te worden vastgelegd in het diëtistisch dossier te beschrijven en te verantwoorden. • het belang van en de bijdrage van de diëtist aan intercollegiale professionalisering / intervisie beschrijven. • de bijdrage van de diëtist en de andere disciplines aan een multidisciplinair behandelteam beschrijven.
12. Tentaminering Berekening eindcijfer: - Voorwaardelijk: Individueel product = voldaan. - (1 x Casustoets + 1 x Skillstoets )/2 = eindcijfer Examinatoren
1 voor elk deeltentamen
Aantal kansen per jaar
2 kansen per deeltentamen
Casustoets Toetscode
CT
Toetsvorm
Schriftelijk: meerkeuze vragen
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
Cesuur = gokscore + 0,60 * (P95 - gokscore).
Minimaal vereiste resultaten
5,5
Individueel product
58
Toetscode
IP
Toetsvorm
Presentaties (5)
Beoordelingswijze
Voldaan/niet voldaan
Cesuur
Zie beoordelingsformulier (Scholar). Minimaal 55 van de 100 punten = voldaan
Minimaal vereiste resultaten
Voldaan
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
Skills toets HAN-SIS toetscode
ST
Toetsvorm
Performance toets
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
Zie beoordelingsformulier Scholar Voor inhoudelijke criteria (5) geldt: allen voldoende Voor communicatieve criteria (5) geldt: minimaal 3 van de 5 voldoende.
Minimaal vereiste resultaten
5,5
13. Verplichte literatuur Boeken: • Bastiaansen, C.A., Jochems, A.A.F. & Tervoort, M.J. (2007). Fysiologie en anatomie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Becker-Woudstra G en anderen (2008) Het diëtistisch consult. Derde druk 2008, Uitgeverij Lemma Bv.Utrecht • Meer, K van, NeijenhofJ. Bouwens, M. (2001) Elementaire sociale vaardigheden. Tweede druk + cd-rom Bohn Stafleu Van Loghum Houten. • Raymakers, J.A., Kreutzer, H.J.H. & Schneeberger, P.M. (2005). Interpretatie van medisch laboratoriumonderzoek. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Silverman, J., Kurtz, S., Draper, J., Dalen, J. v. (2006). Vaardig communiceren in de gezondheidszorg : Een evidence-based benadering. Den Haag: LEMMA. • Whitney, E. & Rolfes, S.R. (2011). Understanding Nutrition, 12th edition. Belmont, California: Wadsworth • Kruizenga, H, Wierdsma, N, (2014) Zakboek diëtetiek. VU University Press Rapporten/ Websites • Artsenwijzer diëtetiek. Nederlandse Vereniging voor Diëtisten. geraadpleegd 28 april 2015 http://www.artsenwijzer.info/site/index.php Farmacotherapeutisch kompas, geraadpleegd 28 april 2015, https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/ Ondervoeding: • Evers, R. & Frank, W. (2012) Dieetbehandelrichtlijn 43: Enterale en parenterale voeding. Rotterdam: 2010 Uitgevers. • Jonkers, C. F., & Tas, T. A. J. (2012) Klinische voeding. Informatorium Voeding en dietetiek. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Jonkers, C., Klos, M, Kouwenoord, K., Kruizenga, H., & Remijnse, W. (2012). Dieetbehandelingsrichtlijn 17 Ondervoeding. Rotterdam: 2010 Uitgevers. • Nutritional Assessment, geraadpleegd op 28 april 2015 http://www.nutritionalassessment.azm.nl • Stuurgroep ondervoeding (2011). Richtlijn screening en behandeling van ondervoeding. Geraadpleegd 26 maart 2013, http://www.stuurgroepondervoeding.nl/fileadmin/dbc/Stuurgroep/Richtlijn_screenen_en_behandeling_van_ondervoeding_juni_2011.pdf Oncologie: • Jager-Wittenaar, H., Vissink, A., Van Weissenbruch, R. & Van Nieuw Amerongen, A. (2011) Voeding bij smaak en reukstoornissen. Informatorium Voeding en dietetiek. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Vogel, J., Beijer, S., Doornink, N., & Wipkink, A. (2012). Handboek voeding bij kanker. Utrecht: De Tijdstroom. • Winkels, R. & Kampman, E. (2011) Voeding en primaire en secundaire preventie van kanker. Informatorium Voeding en dietetiek. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Gastro-enterologie: • C. Helfrich, P. Tap en N. Wierdsma. (2012) Dieetbehandelingsrichtlijn 31 Inflammatoire darmziekten (Inflammatory Bowel Disease, IBD ): colitis ulcerosa en de ziekte van crohn Rotterdam: 2010 Uitgevers. • Donker, A. S. (2010). Voeding bij lever- en galaandoeningen. Informatorium Voeding en dietetiek. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Haverkort, E. B., & Siersema, P. D. (2006). Voeding en slokdarmaandoeningen. Informatorium Voeding en dietetiek. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Informatorium Voeding en Dietetiek (2004). Voeding bij maagaandoeningen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Noordhof, H. & Tabak, S. (2006) Dieetbehandelrichtlijn 30: Acute en chronische pancreatitis. Rotterdam: 2010 Uitgevers. • Van der Linde-van Dijk, H.J. & Brons, E.N. (2010) Voeding bij pancreasaandoeningen. Informatorium Voeding en dietetiek. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Van der Marel-Sluijter, S. (2009). Dieetbehandelingsrichtlijn 2 Divertikelziekte en IBS (Irritable Bowel Syndrome), Rotterdam: 2010 Uitgevers. • Welink – Lamberts, B. J. (2007). Dieetbehandelingsrichtlijn 32 Ileostoma, Rotterdam: 2010 Uitgevers. • Wierdsma, N. J., & Bodergraven, van A. A. (2007). Voeding bij dikke darmaandoeningen. Informatorium Voeding en dietetiek. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Wierdsma, N. J., & Mulder, C. J. J. (2009). Voeding bij dunne darmaandoeningen. Informatorium Voeding en dietetiek. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
VOEDING & DIËTETIEK
59
VOEDING & DIËTETIEK
Nierziekten: • http://www.dietistennierziekten.nl/richtlijnen-mainmenu-2 • Empel van, A., & Luderer, S. (2014). Dieetbehandelingsrichtlijn dieet bij hemodialyse, versie 3, Diëtisten Nierziekten Nederland. Geraadpleegd 28 april 2015, • Empel van, A., & Luderer, S. (2013). Dieetbehandelingsrichtlijn dieet bij peritioneale dialyse, versie 2, Diëtisten Nierziekten Nederland. Geraadpleegd 28 april 2015, • Jans, I., Brandts, H. (2011). Dieetbehandelingsrichtlijn predialyse, versie 2 (deel van multidisciplinaire richtlijn chronische nierschade in predialysefase (2008), Diëtisten Nierziekten Nederland. Geraadpleegd 28 april 2015, • Spijker, A., & Struijk-Wielinga, T. (2012). Eten met plezier : Dieetboek voor nierpatiënten. Utrecht: Inmerc. • Struijk-Wielenga, G. I. (2008). Dieetbehandelingsrichtlijn 13 Niertransplantatie. Rotterdam: 2010 Uitgevers. geraadpleegd 28 april 2015 • Ter Wee, P. M. (2007). Nierziekten bij volwassenen. Informatorium Voeding en dietetiek. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Sociale wetenschappen: • Gramsbergen-Hoogland, Y. H., Deveer, M. A. J., & Leezenberg, M. G. (2010). Persoonlijke kwaliteit : Inzicht, oefening en ontwikkeling. Groningen: Noordhoff. • Kaptein, A. A., Prins, J. B., Collette, E. H., & Huisman, R. L. (2010) Medische psychologie, pp. 131-139. Bohn Stafleu van Loghum, Houten, 2e druk • Nederlandse Vereniging van Dietisten. Beroepscode Diëtisten. Geraadpleegd 26 maart 2013, http://www.kwaliteitsregisterparamedici.nl/Paramedici/ Paginas/Regelingen.aspx • Soonius J. (2002). Communicatie in de gezondheidszorg. Soest, Nelissen. paragraaf 1.4: De professionaliteit van de hulpverlener. • Verhulst, J. C. R. M. (2006). Psychologie voor de gezondheidszorg. Groningen: Wolters-Noordhoff. Keukenpractica: • Blommestein, I. v., Eijndhoven, A. v., Mil, J. v., & Lansbergen, T. (2008). Kook ook : Het meest complete basiskookboek met productinformatie, alle basistechnieken en meer dan 1400 recepten. Wormer: Inmerc. • Catsberg, C. M. E., & Kempen-van Dommelen, G. J. M. (2008). Levensmiddelenleer. Baarn: HB Uitgevers. • Eden, J.G. van, Gerritsen, W.J., Visser, T.F. & Zedde, A. van de (2009) Receptenleer Processen en Technieken (6e druk). Baarn: Thieme Meulenhof.
14. Aanbevolen literatuur Zie handleiding/ Scholar
15. Software Evry
16. Overige materialen
17. Activiteiten Projectopdracht: het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van dieetbehandelplannen voor klinische patiënten en het presenteren van deze plannen in de vorm van een casuspresentatie, een journalclub, een klinische les, multidisciplinair overleg. Ondersteunende cursussen: Cursus 1 Dieetleer: o.a. diëten voor klinische patiënten o.a. nierpatiënten, oncologie patiënten, en patiënten met maag-, darm- leverziekten. Cursus 2 Pathologie/fysiologie: o.a. nierziekten (dialyse, transplantatie); oncologie; MDL ziekten: (Crohn, colitis, ileostoma, pancreatitis, prikkelbaar darmsyndroom, levercirrose) Cursus 3 Sociale wetenschappen: therapietrouw, ziektebeleving van mensen met chronische ziekte, omgaan met palliatieve voeding en slechtnieuwsgesprekken Cursus 4 Skills : het oefenen met klinische simulatiepatiënten in het afnemen van de diëtistische anamnese, het vaststellen van de diëtistische diagnose, het opstellen van een behandelplan en het begeleiden van de cliënt hierbij. Cursus 5 Keukenpractica: drinkvoeding, energie en eiwitverrijkte-; Na en K beperkte en vezelverrijkte maaltijden op basis van eigen receptuur (aansluiting casus van het project)
18. Werkvormen Hoorcolleges Tutorgroepen Werkgroepen Practica: skills Practica: voedselbereiding Project
60
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
19. Les-/ contacturen Uren per week
Aantal Weken
Totaal
Hoorcolleges: Dieetleer Pathologie
2 2
7 7
14 (les) uren 14 (les) uren
Tutorgroepen
5
7
35 (les) uren
Werkgroepen: Dieetleer Sociale wetenschappen
2 2
7 7
14 (les) uren 14 (les) uren
Practica (Skills-gesprekken)
3
7
21 (les) uren
Practica- voedselbereiding
4
7
28 (les) uren
Zelfstudie
+/- 30
10
+/- 305 uur
20. Onderwijsperiode Periode 1
21. Maximum aantal deelnemers Geen
VOEDING & DIËTETIEK
61
VOEDING & DIËTETIEK
Titel onderwijseenheid (OWE): Kwaliteit en adviseren / Quality and advising Aluris code 80525
1. Opleiding Voeding en Diëtetiek
2. Doelgroep Hoofdfase 2 studenten, niveau 2
3. Centrale beroepstaak Werken in en voor een organisatie
4. Beroepstaak Werken in en voor een organisatie: niveau 2
5. Competenties • Werken aan kwaliteit • Adviseren • Ondernemen • Samenwerken in professionele relaties • Persoonlijke ontwikkeling
6. (Beroeps)Producten Advies over een te nemen maatregel om de kwaliteit van de zorg en/of (patiënt)veiligheid te verbeteren
7. Studiepunten Studielast 7,5 STP 210 SBU
8. Samenhang De OWE bouwt voort op: OWE 4 - Samen Gezonder: wet- en regelgeving op het gebied van kwaliteitszorg en PDCA-cyclus. OWE Ondernemen. Samenhang ondernemen en kwaliteit, b.v. kosten/baten analyse. De onderwijseenheid is voorbereidend op: stage Werken aan Kwaliteit/Ondernemen (KO-niveau 3). De OWE vormt samen met de OWE Ondernemen de beroepstaak Werken in en voor een organisatie, niveau 2.
9. Ingangseisen m.b.t. tentamens Propedeuse gehaald.
10. Algemene omschrijving In deze onderwijseenheid staat de aanpak van een probleem m.b.t. kwaliteit of (patiënt)veiligheid waarmee diëtisten in de dagelijkse praktijk in aanraking komen centraal. In de rol van adviseur worden aanbevelingen ter verbetering van de kwaliteit van de zorg of de (patiënt)veiligheid gedaan op organisatieniveau, gebruikmakend van de PDCA-cyclus. Casussen waaruit gekozen kan worden zijn o.a.: het afstemmen van de werkwijze van diëtisten onderling, het verbeteren van de (patiënt)veiligheid of het verbeteren van een screeningsprotocol op ondervoeding. In ondersteunende lessen wordt ingegaan op o.a. PDCA cyclus en het methodisch werken als adviseur (meer informatie: zie ook kopje ‘activiteiten’)
62
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
11. Beoordelingscriteria/Indicatoren De student kan: • een kwaliteitsprobleem ten aanzien van een secundair proces in een organisatie methodische aanpakken (PDCA) • een adviesrapport schrijven volgens de fasen van het adviestraject uit het boek ’ competent adviseren’. • een advies hoe een kwaliteits- of (patiënt)veiligheidsprobleem verbeterd kan worden binnen een organisatie op methodische wijze presenteren aan een opdrachtgever. • samenwerken in professionele relaties, waarbij hij/zij een bijdrage aan het organisatieproces levert en aan leerprocessen van anderen. • de vraag naar en het aanbod van diensten op elkaar afstemmen en anticiperen op externe ontwikkelingen. • reflecteren op de samenwerking en de eigen bijdrage binnen het project en op grond hiervan een persoonlijk verantwoordingsverslag schrijven • op basis van de ervaringen met alle hierboven genoemde punten wordt de eigen ontwikkeling beschrijven ten aanzien van de competenties werken aan kwaliteit, adviseren, ondernemen en samenwerken in professionele relaties en doelen formuleren hoe verder aan deze competenties gewerkt gaat worden.
12. Tentaminering Berekening eindcijfer: - Voorwaardelijk: Presentatie advies en Ontwikkelingsverslag = voldaan. - (1 x Casustoets + 1 x Adviesrapport)/2 = eindcijfer Examinatoren
1 voor elk deeltentamen
Aantal kansen per jaar
2 kansen per deeltentamen
Casustoets Toetscode
CT
Toetsvorm
Schriftelijk: open vragen
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
Min 22 van de 40 punten =5,5
Minimaal vereiste resultaten
5,5
Adviesrapport toetscode
AR
Toetsvorm
Schriftelijk: verslag
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
Zie beoordelingsformulier (Scholar K&A) - voldaan voorwaarden voor beoordeling - 55 van de 100 punten = 5,5 , waarbij de onderdelen ondernemen en samenwerken (criterium 9 en 10 beoordelingsformulier) voldoende moeten zijn. Individuele cijfer wordt berekend door het groepscijfer te vermenigvuldigen met individuele bijdrage (verantwoordingsverslag) van elke student aan de totstandkoming van het product (maximaal 100%).
Minimaal vereiste resultaten
5,5
Presentatie advies Toetscode
PA
Toetsvorm
Performance toets. Groepspresentatie aan opdrachtgever, waarbij iedereen een onderdeel presenteert.
Beoordelingswijze
Voldaan/ Niet Voldaan
VOEDING & DIËTETIEK
63
VOEDING & DIËTETIEK
Cesuur
Zie beoordelingsformulier (Scholar K&A) Beoordeling op drie onderdelen (A,B,C), Voldaan is als maximaal één criterium per onderdeel onvoldoende is.
Minimaal vereiste resultaten
Voldaan
Ontwikkelingsverslag toetscode
OV
toetsvorm
Schriftelijk: verslag
Beoordelingswijze
Voldaan/niet voldaan
Cesuur
Voldaan als: B: resultaten ingevuld als in HAN-SIS en conclusies getrokken C: voldoende beschreven voor alle competenties D: voldoende beschreven voor alle competenties
Minimaal vereiste resultaten
Voldaan
13. Verplichte literatuur Boeken: • Grit, R. en M. Gerritsma (2012) Competent adviseren. Professioneel aan het werk!. Noordhoff Uitgevers bv Groningen/Houten. • Aubèl, G.F.(2014). ZorgBasics Kwaliteitszorg, Boom Lemma, Den Haag Artikelen (op HAN Scholar): • Nathans, H. (2005) Adviseren als tweede beroep. Resultaat bereiken als adviseur. Kluwer, Deventer, hoofdstuk 3 Websites: • http://www.zorgvoorveilig.nl/ • http://www.mijnzorgveilig.nl/ • http://www.zonmw.nl/nl/themas/thema-detail/implementatie/nl/ • http://www.cbo.nl/themas/veilige-zorg
14. Aanbevolen literatuur Geen
15. Software N.v.t.
16. Overige materialen
17. Activiteiten Projectopdracht: in de rol van adviseur wordt een casus waarbij er sprake is van een kwaliteitsprobleem in een organisatie en/of een (patiënt) veiligheidsprobleem methodisch uitgewerkt. Daarbij wordt gebruik gemaakt van verschillende kwaliteitsinstrumenten. Ondersteunende lessen: • Kwaliteitszorginstrumenten (PDCA cyclus/ visgraatdiagram) • (patiënt) Veiligheid • Offertes opstellen • Omgaan met weerstanden/draagvlak creëren • Voeren intakegesprek en uitbrengen advies als adviseur • Haalbaarheidsonderzoek advies • Indicatoren/normen/certificering/HKZ • Roos van Leary • Implementatieplan opstellen
64
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
18. Werkvormen Hoorcolleges Tutor/werkgroepen Practica: skills adviesgesprekken
19. Les-/ contacturen Uren per week
Aantal Weken
Totaal
hoorcolleges
1
8
8 (les) uren
Tutor/werkgroepen
2
8
16 (les) uren
Practica (Skills gesprekken)
2
8
16 (les) uren
Zelfstudie
+/- 15 uur
10
+/- 150 uur
20. Onderwijsperiode Periode 2
21. Maximum aantal deelnemers Geen
VOEDING & DIËTETIEK
65
VOEDING & DIËTETIEK
Titel onderwijseenheid (OWE): Dieetbehandeling bij kinderen en voedselovergevoeligheid / Dietary treatment in children and food allergy and intolerance Aluris code 80542
1. Opleiding Voeding en Diëtetiek
2. Doelgroep Hoofdfase 2 studenten, niveau 2
3. Centrale beroepstaak Werken met en voor cliënten
4. Beroepstaak Optimaliseren van herstelprocessen: niveau 2
5. Competenties • Diagnosticeren • Behandelen en begeleiden • Werken aan kwaliteit • Samenwerken in professionele relaties • Persoonlijke ontwikkeling
6. (Beroeps)Producten Presentatie van een dieetbehandelplan en begeleidingsplan voor een (simulatie) cliënt met voedselovergevoeligheid en een (simulatie) patiënt met failure to thrive
7. Studiepunten Studielast 5 STP 140 SBU
8. Samenhang De OWE bouwt voort op: - OWE’s Lekker en Gezond; Voeding en Energie; Metabolisme en Voedingspatronen: basiskennis voedingsleer; productleer en bereidingstechnieken. - OWE Voeding en gezondheid: voeding in de verschillende levensfasen; met name zuigelingen, peuters en kleuters - OWE Ondervoeding: diagnosticeren en behandelen van patiënten met ondervoeding; afnemen voedingsanamnese; werken diëtistisch consult. - OWE Klinische voeding - skills, diëtistisch consult. - OWE Welvaartsziekten: ziektebeelden – overgewicht, diabetes, eetstoornissen, (transfer naar kinderen) De onderwijseenheid is voorbereidend op Stage Diëtistisch Handelen (niveau 3). De OWE vormt samen met de OWE Welvaartsziekten en Klinische Voeding onder de beroepstaak Werken met en voor cliënten, niveau 2.
9. Ingangseisen m.b.t. tentamens Propedeuse gehaald.
66
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
10. Algemene omschrijving In deze onderwijseenheid staat het diagnosticeren, behandelen en begeleiden van gezonde kinderen, kinderen met failure to thrive, Diabetes, voedselintolerantie, voedselallergieën en kinderen die voedsel weigeren centraal. Ook komt voedselintolerantie en voedselallergieën bij volwassenen aan de orde. In de projectgroep wordt gewerkt aan de opdracht: het ontwerpen, uitvoeren, evalueren en bijstellen van een dieetbehandelplan voor een cliënt (kind) met failure to thrive en voedselovergevoeligheid. In de werkgroepen worden casussen uitgewerkt voor kinderen met o.a. groeiachterstand; spugen; Diabetes Mellitus; voedselovergevoeligheid; eetproblemen Er worden ondersteunende cursussen gegeven op het gebied van dieetleer, pathologie/fysiologie, genetica, sociale wetenschappen (ontwikkelingspsychologie); skills (gesprekstechnieken) en keukenpractica (meer informatie: zie onder kopje ‘activiteiten’).
11. Beoordelingscriteria/Indicatoren De student kan voor kinderen met voedingsproblemen: • inschatten of een cliënt die zonder verwijzing bij de diëtist komt behandeld kan worden door de diëtist (Directe Toegankelijkheid Diëtetiek) • de diagnose-instrumenten, de diëtistische diagnose (of doorverwijzing) en een behandelplan (waaronder behandeldoelen, uitvoeringsafspraken, evaluatieplan en rapportage) beschrijven en evalueren en deze naar collega-diëtisten en verwijzers verantwoorden. • hierop reflecteren met protocollen en richtlijnen, medische, diëtistische en sociaalwetenschappelijke concepten, modellen en theorieën en onderzoeksresultaten. • de diagnose-instrumenten, de diëtistische diagnose (of doorverwijzing) en het behandelplan (waaronder behandeldoelen, uitvoeringsafspraken, evaluatieplan en rapportage) te verwoorden naar cliënten en naar collega-diëtisten. • de diagnose-instrumenten, diëtistische diagnose en het behandelplan in een controleconsult verwoorden en hierop reflecteren. • de gegevens (met welk doel) die dienen te worden vastgelegd in het diëtistisch dossier te beschrijven en te verantwoorden. • het belang van en de bijdrage van de diëtist aan intercollegiale professionalisering / intervisie beschrijven. • de bijdrage van de diëtist en de andere disciplines aan een multidisciplinair behandelteam beschrijven. • op basis van de ervaringen met alle hierboven genoemde punten wordt de eigen ontwikkeling beschrijven ten aanzien van de competenties die aan de orde zijn geweest en doelen formuleren hoe verder aan deze competenties gewerkt gaat worden.
12. Tentaminering Berekening eindcijfer: - Voorwaardelijk: deeltentamen Individuele product en Ontwikkelingsverslag = voldaan. - (1 x Casustoets + 1 x Skillstoets)/2 = eindcijfer Examinatoren
1 voor elk deeltentamen
Aantal kansen per jaar
2 kansen per deeltentamen
Casustoets HAN-SIS Toetscode
CT
Toetsvorm
Schriftelijk: meerkeuze vragen
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
Cesuur = gokscore + 0,60 * (P95 - gokscore).
Minimaal vereiste resultaten
5,5
Individueel product HAN-SIS toetscode
IP
Toetsvorm
Presentaties (2x)
Beoordelingswijze
Voldaan/ Niet Voldaan
VOEDING & DIËTETIEK
67
VOEDING & DIËTETIEK
Cesuur
Zie beoordelingsformulier (Scholar K&V) Failure to Thrive: presentatie wordt op 9 criteria beoordeeld. Voldoende is als minimaal 6 van de 9 criteria en criterium 1 en 9 voldoende zijn . Voedselovergevoeligheid: presentatie wordt op 6 criteria beoordeeld. Voldoende is als minimaal 2 van de 6 criteria voldoende zijn
Minimaal vereiste resultaten
Voldaan
Skills toets Toetscode
ST
Toetsvorm
Performance toets.
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
Zie beoordelingsformulier (Scholar K&V): Beoordeling op 4 inhoudelijke en 5 communicatieve criteria. Als alle inhoudelijke criteria voldoende zijn en de communicatieve criteria minimaal 3 van de 5 voldoende zijn.
Minimaal vereiste resultaten
5,5
Ontwikkelingsverslag Toetscode
OV
Toetsvorm
Schriftelijk
Beoordelingswijze
Voldaan/niet voldaan
Cesuur
Zie formulier ontwikkelingsverslagen N2 (Scholar Toetsen) Voldaan als: B: resultaten ingevuld als in HAN-SIS en conclusies getrokken C: voldoende beschreven voor alle competenties D: voldoende beschreven voor alle competenties
Minimaal vereiste resultaten
Voldaan
13. Verplichte literatuur Boeken • Adriaansen, M., Caris, J., & Transferpunt ‘Vaardigheidsonderwijs”. (2011). Elementaire sociale vaardigheden. Houten: Bohn Stafleu van Loghum • Bastiaansen, C.A., Jochems, A.A.F. & Tervoort, M.J. (2007). Fysiologie en anatomie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Becker-Woudstra G en anderen (2012) Het diëtistisch consult. Vierde druk 2012, Uitgeverij Lemma Bv.Utrecht • Mahan, L.K. & Escott-Stump S. (2012). Krause’s Food & Nutrition Therapy, 13th edition. St. Louis, Missouri: Saunders Elsevier. • Hoffmann, J.J.M.L., Peters, F.P.A.M.N., Schneeberger, P.M., Slabbers, G.H.P.R. (2011). Interpretatie van medisch laboratoriumonderzoek. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. • Silverman, J., Kurtz, S., Draper, J., Dalen, J. v. (2006). Vaardig communiceren in de gezondheidszorg : Een evidence-based benadering. Den Haag: LEMMA. • Whitney, E. & Rolfes, S.R. (2012). Understanding Nutrition, 13th edition. Belmont, California: Wadsworth. Websites • Farmacotherapeutisch kompas, geraadpleegd 24 maart 2014, http://www.fk.cvz.nl/. • Artsenwijzer diëtetiek. Nederlandse Vereniging voor Diëtisten. geraadpleegd 24 maart 2014, http://www.artsenwijzer.info/site/index.php
68
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
Gezonde kind • Voedingscentrum. (2012). Alles over gezond eten en bewegen met baby en peuter. Den Haag: Voedingscentrum. • Voedingscentrum. (2011). Alles over gezond eten en bewegen met kinderen 4-18 jaar. Den Haag: Voedingscentrum. • Schönbeck Y & van Gameren-Oosterom HBM (2012). Groei, groeistudies en groeidiagrammen in Nederland. Informatorium voor voeding en diëtetiek. Houten: Bohn Stafleu van Loghum • Stuurgroep Ondervoeding. (2010). Toolkit kinderen factsheet energie- en eiwitbehoefte. TNO, 2010. http://www.stuurgroepondervoeding.nl/index. php?id=149 • Gezondheidsraad (2001). Voedingsnormen: energie, eiwitten, vetten en verteerbare koolhydraten. Publicatienummer 2001/19. • Gezondheidsraad (2006). Richtlijn goede voeding. Publicatienummer 2006/21. • Gezondheidsraad (2012). Evaluatie van de voedingsnormen voor vitamine D. Publicatienummer 2012/15. • Voedingscentrum (2011). Rapport consultatieronde vitamine D-suppletie adviezen (inclusief vitamine K). Den Haag: Voedingscentrum. • Voedingscentrum (2012). Alles over gezond eten en bewegen met baby en peuter. Den Haag: Voedingscentrum. • Voedingscentrum (2011). Alles over gezond eten en bewegen met kinderen van 4-18 jaar. Den Haag: Voedingscentrum. • Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Sport (2013). RIVM bevolkingsonderzoek, hielprik. • Kersten S. (2010). Nutrigenomics: over eten, genen en gezondheid. Voeding en Visie, 23 (2),3-5. Ondervoede kind: • Jonkers-Schuitema, C., Klos, M., Kouwenoord-van Rixel, Kruizenga, H., & Remijnse-Meester, W. (2012). Dieetbehandelingsrichtlijn 17 Ondervoeding. Rotterdam: 2010 Uitgevers. • Flos, R. (2005). Dieetbehandelingsrichtlijn 28: gastro-oesofageale reflux bij zuigelingen, kinderen en volwassenen. Rotterdam: 2010 Uitgevers. • Spanjers JHM & Sigmond M (2009). Ondervoeding bij kinderen. Informatorium voor voeding en diëtetiek. Houten: Bohn Stafleu van Loghum • Jonkers-Schuitema, C., Klos, M., Kouwenoord-van Rixel, Kruizenga, H., & Remijnse-Meester, W. (2011). Richtlijn screening en behandeling van ondervoeding. • Mash E.J. & Wolfe D.A. (2002). Chapter 13 Eating disorders and related conditions in A Redacteur (Red.), Abnormal Child Psychology (pp 350-357) (2nd edition). Belmont, California: Wadsworth Group. • Pelleboer, R.A.A. & Hoekstra, J.H. (2008). Gastro-enteritis. Praktische Pediatrie (3), 179-182. Diabetes: • Lappenschaar, T. J., & Sigmond, M. (2013). Dieetbehandelingsrichtlijn 33: Diabetes mellitus type 1 bij kinderen en tieners. Rotterdam: 2010 Uitgevers. • Colagiuri, S. (2011). Global IDF/ISPAD guideline for diabetes in childhood and adolescence. Austrilia: International Diabetes Federation, 2011. Allergie en intolerantie: • Voedingscentrum. (2010). Voedingsadviezen bij glutenintolerantie. Den Haag: Voedingscentrum. • Voedingscentrum. (2011). Voedingsadviezen bij lactose-intolerantie. Den Haag: Voedingscentrum. • Bastiani, C.W.F. (2008). Dieetbehandelingsrichtlijn 10: Coeliakie en dermatitis herpitiformis. Rotterdam: 2010 Uitgevers. • Lincklaen Arriens-Heus EAM, Michelsen AD, et al (2013). Dieetbehandelingsrichtlijn 46: Allergische voedselovergevoeligheid bij volwassenen en kinderen vanaf 1 jaar. Rotterdam: 2010 Uitgevers. • Salverda IP en Panis MPRM (2014). Dieetbehandelingsrichtlijn 21: Lactoseintolerantie. Rotterdam: 2010 Uitgevers. • Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (2013). JGZ-Richtlijn Voedselovergevoeligheid. • Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK). Artikel ‘De nieuwe ESPGAN richtlijnen voor coeliakie bij kinderen’ (NVK nieuwsbrief mei 2012). • Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde. Richtlijn Diagnostiek van Koemelkallergie bij Kinderen in Nederland, 2012. • VoedselOvergevoeligheid Overleg Diëtisten Academische Ziekenhuizen (VODAZ) (2012). Stroomschema ter ondersteuning van de diagnostiek en dieetbehandeling van voedselovergevoeligheid. • Nederlandse Huisartsen Genootschap. Protocol eliminatie-provocatie, 2010. Voedselweigeringsproblematiek • Glas, B. (2013). Het jonge kind met een eetprobleem. Nijmegen: Academic journals, voeding en visie 2013. • Schuurman, C. (2013) Kinderdiëtist adviseert over voedingsproblemen bij jonge kinderen. Nijmegen: Academic journals, voeding en visie, 2013. • Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (2013). JGZ-Richtlijn Voeding en eetgedrag. Sociale wetenschappen: • Gramsbergen-Hoogland, Y. H., Deveer, M. A. J., & Leezenberg, M. G. (2010). Persoonlijke kwaliteit : Inzicht, oefening en ontwikkeling. Groningen: Noordhoff. • Verhulst, J. C. R. M. (2006). Psychologie voor de gezondheidszorg. Groningen: Wolters-Noordhoff. Keukenpractica: • Blommestein, I. v., Eijndhoven, A. v., Mil, J. v., & Lansbergen, T. (2008). Kook ook : Het meest complete basiskookboek met productinformatie, alle basistechnieken en meer dan 1400 recepten. Wormer: Inmerc. • Catsberg, C. M. E., & Kempen-van Dommelen, G. J. M. (2008). Levensmiddelenleer. Baarn: HB Uitgevers. • Eden, J.G. van, Gerritsen, W.J., Visser, T.F. & Zedde, A. van de (2009) Receptenleer Processen en Technieken (6e druk). Baarn: Thieme Meulenhof
VOEDING & DIËTETIEK
69
VOEDING & DIËTETIEK
14. Aanbevolen literatuur Zie Scholar.
15. Software Evry
16. Overige materialen
17. Activiteiten Projectopdrachten: 1. ingevuld diëtistisch dossier voor een cliënt met Failure to thrive, met behandelplan en evaluatievoorstel. 2. dieetvoorschrift voor kind met voedselovergevoeligheid. Beide opdrachten worden gepresenteerd aan collega diëtisten. Ondersteunende cursussen: Cursus 1 dieetleer: o.a. voeding gezonde kinderen (0-18 jaar), kinderen met voedselovergevoeligheid (o.a. lactose intolerantie; coeliakie), groeiachterstand, Failure to thrive, spugen, Diabetes Mellitus, eetproblemen. Cursus 2 Fysiologie en pathologie: o.a. allergieën; Diabetes Mellitus, Coeliakie, voedselweigering en Genetica: erfelijkheid, nutrigenomics en epigenetica. Cursus 3 Sociale wetenschappen: o.a. lichamelijke en psychische ontwikkeling kind en stoornissen. Cursus 4 skills: o.a. dieetbehandeling in het vervolgconsult Cursus 5 keukenpractica (4): o.a. zuigelingen en kindervoeding, energieverrijkte zuigelingen en kindervoeding; glutenvrije en lactose vrije producten. provocatietesten.
18. Werkvormen Hoorcolleges Tutorgroepen Werkgroepen Practica: skills Practica: voedselbereiding Project Excursie: supermarktbezoek
19. Les-/ contacturen Uren per week
Aantal Weken
Totaal
Hoorcolleges (incl. Gastcolleges)
3
8
24 (les) uren
Tutor/werkgroepen
2
8
16 (les) uren
Werkgroepen
2
8
16 (les) uren
Practica (Skills-gesprekken)
3
4
12 (les) uren
Practica- voedselbereiding
3
4
12 (les) uren
Project: casus
3
8
24 (les) uren
Zelfstudie
+/- 6
10
60 uren
20. Onderwijsperiode Periode 2
21. Maximum aantal deelnemers Geen
70
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
De beschrijving van de hieronder staande integrale toets van de opleiding Voeding en diëtetiek is een uitwerking van het OER conform art. 6.1 lid 4.
Titel onderwijseenheid (OWE): Integrale toets 3 / Integrated exam 3 Nutrition and Dietetics Aluris code 82054
1. Opleiding Voeding en Diëtetiek
2. Doelgroep Hoofdfase 2 studenten, niveau 2
3. Centrale beroepstaak Integratie 2 beroepstaken • Werken met en voor cliënten • Werken in en voor een organisatie
4. Beroepstaak • Werken in en voor een organisatie (niveau 2) • Optimaliseren van herstelprocessen (niveau 2)
5. Competenties Persoonlijke ontwikkeling
6. (Beroeps)Producten Twee casusuitwerkingen Persoonlijk ontwikkelingsplan. Verantwoordingsgesprek integratie beroepstaken en persoonlijke ontwikkeling.
7. Studiepunten Studielast 2,5 STP 70 SBU
8. Samenhang Deze OWE bouwt voort op: OWE- IT1 en 2 De onderwijseenheid is voorbereidend op: OWE –IT 4
9. Ingangseisen m.b.t. tentamens Voldoende beoordeling voor: • OWE Ondernemen • OWE Kwaliteit en Adviseren • OWE Welvaartziekten • OWE Klinische Voeding • OWE Dieetbehandeling bij kinderen en voedselovergevoeligheid Waarbij minimaal 3 verschillende cliëntgroepen zijn uitgewerkt in drie verschillende settings. • Voldoende beoordeling van de ontwikkelingsverslagen. • Het DPF moet op een bepaalde datum voor het gesprek worden ingeleverd voor assessoren (zie rooster IT op Scholar).
VOEDING & DIËTETIEK
71
VOEDING & DIËTETIEK
10. Algemene omschrijving 1. Er zijn 2 ontwikkelingsverslagen geschreven. a. Eén ontwikkelingsverslag heeft betrekking op de beroepstaak Werken in en voor een organisatie (OWE Ondernemen en Kwaliteit en Adviseren) b. Eén ontwikkelingsverslag heeft betrekking op de beroepstaak Werken met en voor cliënten: optimaliseren van herstelprocessen In de slb-werkgroepen zijn de formulieren voor het schrijven van de ontwikkelingsverslagen besproken en is de voorbereiding op de IT aan de orde geweest. De slb-er heeft de ontwikkelingsverslagen beoordeeld. 2. Aan de hand van de ontwikkelingsverslagen (reflectie) stelt de student een persoonlijk ontwikkelingsplan op. Hierin wordt ingegaan op hoe aan de 6 competenties (diagnosticeren, behandelen en begeleiden, samenwerken aan professionele relaties, werken aan kwaliteit, ondernemen, adviseren) verder gewerkt gaat worden op niveau 3. Dit persoonlijk ontwikkelingsplan wordt opgenomen in het DPF. 3. Er worden 2 casussen uitgewerkt. De integratie tussen de beroepstaken “Werken in en voor de organisatie” en “werken met en voor cliënten: Herstelprocessen’’ wordt gepresenteerd aan de hand van 2 casussen (kwaliteitszorgcasus en ondernemerscasus). Een casus wordt opgenomen in het DPF, de andere wordt mondeling toegelicht aan de hand van een PowerPoint presentatie. Beide casussen worden beschreven aan de hand van de fases van het diëtistisch consult en aangegeven wordt hoe ondernemen en kwaliteit daarbij een rol kunnen spelen. 4. In het gesprek worden vragen gesteld over het persoonlijk ontwikkelingsplan en de beide casussen. 5. De student kan extra bewijs opnemen in het DPF en dit laten beoordelen door de examinatoren.
11. Beoordelingscriteria/Indicatoren De student kan: • aan de hand van twee casussen de beroepstaken Werken in en voor een organisatie en Werken met en voor cliënten: herstelprocessenplaatsen in relatie tot het beroep van voedingskundige/diëtist. • benoemen hoe en waar hij op niveau 2 gewerkt heeft aan zijn competenties, laten zien dat hij daarbij aandacht heeft besteed aan diverse cliëntcategorieën in verschillende settings, hierop kan reflecteren en dit toelichten met behulp van een casus. • benoemen hoe hij –in de stages (niveau 3) en zo mogelijk met behulp van extra bewijs- gaat werken om een competente voedingskundige/ diëtist te worden.
12. Tentaminering Berekening eindcijfer: IT3 = eindcijfer
Integrale toets 3 Toetscode
IT3
Toetsvorm
Portfolio assessment met verantwoordingsgesprek
Examinatoren
2 (waarvan 1 externe examinator)
Aantal kansen per jaar
2
Beoordelingswijze
Cijfer
Cesuur
Zie beoordelingsformulier (Scholar-toetsen) Beoordeeld worden twee criteria waarbij cesuur is: Cijfer 4: Eén of beide criteria als onvoldoende beoordeeld. Cijfer 6: Beide criteria als voldoende beoordeeld. Cijfer 7: 1 criterium als voldoende en 1 criterium als goed beoordeeld. Cijfer 8: Beide criteria als goed beoordeeld. Cijfer 9 of 10: Beide criteria als goed beoordeeld EN extra bewijsmateriaal ingezet dat relevant is, juist is ingezet en goed is onderbouwd.
Minimaal vereiste resultaten
5,5
13. Verplichte literatuur Alle literatuur uit voorgaande OWE’s
14. Aanbevolen literatuur Alle literatuur uit voorgaande OWE’s
15. Software Alle literatuur uit voorgaande OWE’s
72
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
16. Overige materialen
17. Activiteiten SLB werkgroepen: ontwikkelingsplan schrijven, IT voorbereiden.
18. Werkvormen SLB werkgroepen SLB individuele gesprekken
19. Les-/ contacturen klokuren/ periode
Aantal periodes
Totaal
SLB werkgroepen
6
4
24 uur
Integrale toets
6
4
24 uur
Zelfstudie
22 uur
20. Onderwijsperiode Periode 0,1,3 en 4 Zie toets schema Scholar
21. Maximum aantal deelnemers Geen
VOEDING & DIËTETIEK
73
VOEDING & DIËTETIEK
9. Onderwijseenheden (OWE) Afstudeerfase Voeding en Diëtetiek In studiejaar 2015-2016 worden er 2 studieroutes aangeboden: - Studieroute A: 60 studiepunten in 4e jaar opleiding (voor cohort 2012 – 2013) - Studieroute B: 30 studiepunten in jaar 3 en 30 studiepunten in jaar 4 van de opleiding (voor cohort 2013-2014) - Studieroute C: afronding HOF-studieroute: cohort 2011 – 2012 of daarvoor en voor studenten uit cohort 2012 – 2013, die in studiejaar 2014 -2015 al gestart zijn met onderwijs op niveau 3. LEF-studieroute A: 60 studiepunten in 4e jaar opleiding
1. Titel Onderwijseenheid (OWE): Praktijk N3 / Work placement 2. Alluris code
VED-400
3. Opleiding
Voeding en Diëtetiek
4. Doelgroep
Afstudeerfase
5. Onderwijsperiode
Periode 1,2,3,4
6. Studiepunten Studielast
60 STP
Onderwijstijd (les en contacttijd) 7. Maximum aantal deelnemer
Geen
8. Ingangseisen
Ingangseisen voor deelname tentamen: • Integrale toetsen niveau 1 en 2 behaald en • Er zijn minimaal 70 kwaliteitspunten behaald
Doelen en werkvormen
74
9. Beroepstaken
Ingangseisen voor deelname tentamen: • Integrale toetsen niveau 1 en 2 behaald en • Er zijn minimaal 70 kwaliteitspunten behaald
10. Competenties
• Diagnosticeren • Behandelen en begeleiden • Samenwerken in persoonlijke relaties • Werken aan kwaliteit • Adviseren • Ondernemen • Voorlichten • Kennisontwikkeling en professionaliseren • Persoonlijke ontwikkeling
11. Algemene omschrijving
In deze onderwijsperiode werk je aan alle beroepstaken in de beroepspraktijk.
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
12. Samenhang
Deze OWE bouwt voort op de OWE’s die in de propedeuse en de hoofdfase aan de orde zijn geweest. Passend bij de opdracht uit de praktijk en de ambities van de student kunnen meerdere beroepstaken worden gecombineerd. Bij voorkeur wordt de beroepstaak werken aan professionalisering gecombineerd met tenminste één andere beroepstaak. In een plan van aanpak beschrijft de student uitgaande van één of meerdere opdrachten uit de praktijk welke competenties in welke beroepstaak worden getoetst, waarbij elke competentie tenminste één keer wordt getoetst. Met deze OWE worden de 4 beroepstaken op niveau 3 afgesloten en ben je beginnend beroepsbeoefenaar.
13. Activiteiten en werkvormen
Gesolliciteerd kan worden op een door de opleiding aangeboden stageplaats, maar je kunt ook zelf een stageplaats verwerven (en deze door de opleiding laten goedkeuren). De stage wordt begeleid door een docentbegeleider van de opleiding en in het werkveld door een ervaren praktijkbegeleider. De docentbegeleider beoordeelt de praktijkbeoordelingen met input van de praktijkbegeleider. Hetzelfde geldt voor de integrale toetsen, die in de vorm van een gesprek worden afgenomen. De input voor de integrale deeltoetsen zijn de praktijkbeoordelingen en de door de student verzamelde bewijsmaterialen. Tijdens de integrale deeltoetsen verantwoordt de student zijn of haar keuzes rond het bewijsmateriaal en legt de relatie tussen het bewijsmateriaal en de competenties. De scriptie, als deeltentamen van de beroepstaak ‘werken aan professionaliseren’, wordt door een onafhankelijke examinator beoordeeld. Dit cijfer zal in belangrijke mate het eindcijfer van de integrale toets ‘werken aan professionaliseren’ bepalen. De scriptie zal worden beoordeeld met het beoordelingsinstrument “de scriptiebarometer”. Voorbeelden van bewijsmateriaal zijn: - een opname van een presentatie aan medewerkers in een organisatie(beroepstaak organisatie), - een opname van een voorlichting aan mensen met DM type 2, - een evaluatie van een workshop die uitgevoerd is aan cliënten. De casestudy is een verplicht bewijsmateriaal voor de beroepstaak ‘werken met en voor cliënten: herstelprocessen”
14. Tentaminering Berekening eindcijfer: - Voorwaardelijk = voldaan o Praktijkbeoordeling werken met en voor cliënten, optimaliseren herstelprocessen o Praktijkbeoordeling, Werken in en voor organisatie. o Praktijkbeoordeling, werken met en voor cliënten gezond gedrag/preventie o Praktijkbeoordeling, werken aan professionaliteit - Voorwaardelijk = minimaal 5,5 o Integrale deeltoets werken met en voor cliënten: optimaliseren van herstelprocessen o Integrale deeltoets werken in en voor een organisatie o Integrale deeltoets werken met en voor cliënten: gezond gedrag/ preventie o 60% resultaat scriptie plus 40% resultaat Individueel gesprek scriptie - 37,5% resultaat Integrale deeltoets werken met en voor cliënten: optimaliseren van herstelprocessen plus - 12,5% resultaat Integrale deeltoets werken in en voor een organisatie plus - 25% resultaat Integrale deeltoets werken met en voor cliënten: gezond gedrag/ preventie plus - 15% resultaat Scriptie - 10% resultaat Gesprek scriptie
Naam deeltentamen
Praktijkbeoordeling werken met en voor cliënten, optimaliseren herstelprocessen
Toetscode
400-PB1
Tentamenmoment
Het hele jaar
Toetsvorm
Praktijkbeoordeling
Aantal Examinatoren
1
Oordeel
Voldaan/Niet voldaan
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Voldaan
Weging
-
VOEDING & DIËTETIEK
75
VOEDING & DIËTETIEK
Beoordelingscriteria
Zie Competentiebarometer
Compensatie mogelijkheden
-
Toegestane hulpmiddelen
.
Naam deeltentamen
Integrale deeltoets werken met en voor cliënten: optimaliseren van herstelprocessen
Toetscode
400-IT3a
Tentamenmoment
Periode 1,2,3 of 4
Toetsvorm
Integrale toets
Aantal Examinatoren
1
Oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
5,5
Weging
37,5%
Beoordelingscriteria
Zie Competentiebarometer en - Gesprek over feedback Praktijkbeoordeling werken met en voor cliënten, optimaliseren herstelprocessen; - Presenteert case-study en verantwoord gemaakt keuzes; - Student verantwoordt een ingenomen standpunt over een door student en/of examinator ingebracht dilemma; - Brengt innovatieve oplossing in en verantwoord gemaakt keuzes; - Legt op basis van plan van aanpak relaties tussen competenties en deze en de drie andere beroepstaken; - Verwoordt hoe hij in deze beroepstaak verder werkt op niveau 3 en/of na de opleiding.
Naam deeltentamen
Praktijkbeoordeling, Werken in en voor organisatie.
Toetscode
400-PB2
Toetsvorm
Praktijkbeoordeling
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Voldaan/niet voldaan
Minimaal oordeel (deel) tentamen
voldaan
Weging
76
Beoordelingscriteria
Zie Competentiebarometer
Compensatie mogelijkheden
-
Toegestane hulpmiddelen
-
Naam deeltentamen
Integrale deeltoets werken in en voor een organisatie
Toetscode
400-IT3b
Tentamenmoment
Periode 1,2,3 of 4
Toetsvorm
Integrale toets
Aantal Examinatoren
1
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
5,5
Weging
12,5%
Beoordelingscriteria
Competentie barometer en - Gesprek over feedback Praktijkbeoordeling werken in en voor een organisatie; - Presenteert beroepsproduct en verantwoord gemaakt keuzes; - Student verantwoordt een ingenomen standpunt over een door student en/of examinator ingebracht dilemma; - Brengt innovatieve oplossing in en verantwoord gemaakt keuzes; - Legt m.b.v. competenties relaties met deze beroepstaak en met de drie andere beroepstaken; - Verwoordt hoe hij in deze beroepstaak verder werkt op niveau 3 en/of na de opleiding.
Compensatie mogelijkheden
-
Toegestane hulpmiddelen
-
Naam deeltentamen
Praktijkbeoordeling, werken met en voor cliënten gezond gedrag/preventie
Toetscode
400-PB3
Tentamenmoment
Hele jaar
Toetsvorm
Praktijkbeoordeling
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Voldaan
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Voldaan
Weging Beoordelingscriteria
Zie Competentiebarometer
Compensatie mogelijkheden
-
Toegestane hulpmiddelen
-
Naam deeltentamen
Integrale deeltoets werken met en voor cliënten: gezond gedrag/ preventie
Toetscode
400-IT3c
Tentamenmoment
Hele jaar
Toetsvorm
Integrale toets
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Periode 1,2,3 of 4
Minimaal oordeel (deel) tentamen
5,5
Weging
25%
VOEDING & DIËTETIEK
77
VOEDING & DIËTETIEK
Beoordelingscriteria
Competentie barometer en - Gesprek over feedback Praktijkbeoordeling werken in en voor een organisatie; - Presenteert beroepsproduct en verantwoord gemaakt keuzes; - Student verantwoordt een ingenomen standpunt over een door student en/of examinator ingebracht dilemma; - Brengt innovatieve oplossing in en verantwoord gemaakt keuzes; - Legt op basis van plan van aanpak relaties tussen competenties en deze en de drie andere beroepstaken; - Verwoordt hoe hij in deze beroepstaak verder werkt op niveau 3 en/of na de opleiding.
Compensatie mogelijkheden
N.v.t.
Toegestane hulpmiddelen
N.v.t.
Naam deeltentamen
Praktijkbeoordeling, werken aan professionaliteit
Toetscode
400-PB4
Tentamenmoment
Hele jaar
Toetsvorm
Praktijkbeoordeling
Aantal examinatoren
1
oordeel
Voldaan / niet voldaan
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Voldaan
Weging
-
Beoordelingscriteria
Zie Competentiebarometer
Compensatiemogelijkheden
-
Toegestane hulpmiddelen
-
Naam deeltentamen
Scriptie
Toetscode
400-IT3-S
Tentamenmoment
Periode 1,2,3 of 4
Toetsvorm
Verslag
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen Weging
78
Beoordelingscriteria
Scriptiebarometer
Compensatie mogelijkheden
60% resultaat scriptie plus 40% resultaat Individueel gesprek scriptie minimaal 5,5
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
Naam deeltentamen
Individueel gesprek scriptie
Toetscode
400-IT3-SG
Tentamenmoment
Periode 1,2,3,4
Toetsvorm
Mondeling
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen Weging Beoordelingscriteria
- - - - -
Gesprek over feedback Praktijkbeoordeling ‘werken aan professionalisering’; Verantwoording gemaakte keuzes in scriptie; Verantwoording conclusies en aanbevelingen uit scriptie Legt op basis van plan van aanpak relaties tussen competenties en deze en de drie andere beroepstaken; Verwoordt hoe hij in deze beroepstaak verder werkt op niveau 3 en/of na de opleiding.
Compensatiemogelijkheden
60% resultaat scriptie plus 40% resultaat Individueel gesprek scriptie minimaal 5,5
VOEDING & DIËTETIEK
79
VOEDING & DIËTETIEK
LEF-studieroute B: 30 studiepunten in jaar 3 en 30 studiepunten in jaar 4 van de opleiding 1. Titel Onderwijseenheid (OWE): Praktijk N3: werken met en voor cliënten, optimaliseren herstelprocessen 2. Alluris code
VED-401
3. Opleiding
Voeding en Diëtetiek
4. Doelgroep
Afstudeerfase
5. Onderwijsperiode
Periode 1,2,3,4
6. Studiepunten Studielast
22,5 STP
Onderwijstijd (les en contacttijd) 7. Maximum aantal deelnemer
Geen
8. Ingangseisen
Ingangseisen voor deelname tentamen: Integrale toetsen niveau 1 en 2 behaald
Doelen en werkvormen 9. Beroepstaken
Werken met en voor cliënten: Optimaliseren van herstelprocessen
10. Competenties
• Diagnosticeren • Behandelen en begeleiden • Samenwerken in persoonlijke relaties • Werken aan kwaliteit • Persoonlijke ontwikkeling
11. Algemene omschrijving
In deze onderwijsperiode werk je in de beroepspraktijk aan de beroepstaak Werken met en voor cliënten: Optimaliseren van herstelprocessen
12. Samenhang
Deze OWE bouwt voort op de OWE’s in de beroepstaak Werken met en voor cliënten: Optimaliseren van herstelprocessen, die in de propedeuse en de hoofdfase aan de orde zijn geweest. In een plan van aanpak Voeding en Diëtetiek, niveau 3, beschrijft de student uitgaande van één of meerdere opdrachten uit de praktijk welke competenties in welke beroepstaak worden getoetst, waarbij elke competentie tenminste één keer wordt getoetst. Met deze OWE wordt deze beroepstaak op niveau 3 afgesloten en ben je –als je ook de andere drie beroepstaken op niveau 3 hebt afgesloten- beginnend beroepsbeoefenaar.
13. Activiteiten en werkvormen
80
VOEDING & DIËTETIEK
Gesolliciteerd kan worden op een door de opleiding aangeboden stageplaats, maar je kunt ook zelf een stageplaats verwerven (en deze door de opleiding laten goedkeuren). De stage wordt begeleid door een docentbegeleider van de opleiding en in het werkveld door een ervaren praktijkbegeleider. De docentbegeleider beoordeelt de praktijkbeoordelingen met input van de praktijkbegeleider. Hetzelfde geldt voor de integrale toetsen, die in de vorm van een gesprek worden afgenomen. De input voor de integrale deeltoetsen zijn de praktijkbeoordelingen en de door de student verzamelde bewijsmaterialen. Tijdens de integrale deeltoetsen verantwoordt de student zijn of haar keuzes rond het bewijsmateriaal en legt de relatie tussen het bewijsmateriaal en de competenties. De casestudy is een verplicht bewijsmateriaal voor de beroepstaak ‘werken met en voor cliënten: herstelprocessen”
VOEDING & DIËTETIEK
14. Tentaminering Berekening eindcijfer: - Voorwaardelijk = voldaan o Praktijkbeoordeling werken met en voor cliënten, optimaliseren herstelprocessen - Integrale deeltoets werken met en voor cliënten: optimaliseren van herstelprocessen
Naam deeltentamen
Praktijkbeoordeling werken met en voor cliënten, optimaliseren herstelprocessen
Toetscode
400-PB1
Tentamenmoment
Het hele jaar
Toetsvorm
Praktijkbeoordeling
Aantal Examinatoren
1
Oordeel
Voldaan/Niet voldaan
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Voldaan
Weging
-
Beoordelingscriteria
Zie Competentiebarometer
Compensatie mogelijkheden
-
Toegestane hulpmiddelen
.
Naam deeltentamen
Integrale deeltoets werken met en voor cliënten: optimaliseren van herstelprocessen.
Toetscode
400-IT3a
Tentamenmoment
Periode 1,2,3 of 4
Toetsvorm
Integrale toets
Aantal Examinatoren
1
Oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
5,5
Weging Beoordelingscriteria
Zie Competentiebarometer en - Gesprek over feedback Praktijkbeoordeling werken met en voor cliënten, optimaliseren herstelprocessen; - Presenteert case-study en verantwoord gemaakt keuzes; - Student verantwoordt een ingenomen standpunt over een door student en/of examinator ingebracht dilemma;; - Brengt innovatieve oplossing in en verantwoord gemaakt keuzes; - Legt op basis van plan van aanpak relaties tussen competenties en deze en de drie andere beroepstaken; - Verwoordt hoe hij in deze beroepstaak verder werkt op niveau 3 en/of na de opleiding.
VOEDING & DIËTETIEK
81
VOEDING & DIËTETIEK
1. Titel Onderwijseenheid (OWE): Praktijk N3: Werken in en voor een organisatie 2. Alluris code
VED-402
3. Opleiding
Voeding en Diëtetiek
4. Doelgroep
Afstudeerfase
5. Onderwijsperiode
Periode 1,2,3,4
6. Studiepunten Studielast
7,5 STP
Onderwijstijd (les en contacttijd) 7. Maximum aantal deelnemer
Geen
8. Ingangseisen
Ingangseisen voor deelname tentamen: Integrale toetsen niveau 1 en 2 behaald
Doelen en werkvormen 9. Beroepstaken
Werken in en voor een organisatie
10. Competenties
• Adviseren • Werken aan kwaliteit • Ondernemen • Samenwerken in persoonlijke relaties • Persoonlijke ontwikkeling
11. Algemene omschrijving
In deze onderwijsperiode werk je in de beroepspraktijk aan de beroepstaak Werken in en voor een organisatie
12. Samenhang
Deze OWE bouwt voort op de OWE’s in de beroepstaak Werken in en voor een organisatie, die de hoofdfase aan de orde zijn geweest. In een plan van aanpak Voeding en Diëtetiek, niveau 3, beschrijft de student uitgaande van één of meerdere opdrachten uit de praktijk welke competenties in welke beroepstaak worden getoetst, waarbij elke competentie tenminste één keer wordt getoetst. Met deze OWE wordt deze beroepstaak op niveau 3 afgesloten en ben je –als je ook de andere drie beroepstaken op niveau 3 hebt afgesloten- beginnend beroepsbeoefenaar.
13. Activiteiten en werkvormen
82
VOEDING & DIËTETIEK
Gesolliciteerd kan worden op een door de opleiding aangeboden stageplaats, maar je kunt ook zelf een stageplaats verwerven (en deze door de opleiding laten goedkeuren). De stage wordt begeleid door een docentbegeleider van de opleiding en in het werkveld door een ervaren praktijkbegeleider. De docentbegeleider beoordeelt de praktijkbeoordelingen met input van de praktijkbegeleider. Hetzelfde geldt voor de integrale toetsen, die in de vorm van een gesprek worden afgenomen. De input voor de integrale deeltoetsen zijn de praktijkbeoordelingen en de door de student verzamelde bewijsmaterialen. Tijdens de integrale deeltoetsen verantwoordt de student zijn of haar keuzes rond het bewijsmateriaal en legt de relatie tussen het bewijsmateriaal en de competenties.
VOEDING & DIËTETIEK
14. Tentaminering Berekening eindcijfer: - Voorwaardelijk = voldaan o Praktijkbeoordeling, Werken in en voor organisatie. - resultaat Integrale deeltoets werken in en voor een organisatie plus
Naam deeltentamen
Praktijkbeoordeling, Werken in en voor organisatie.
Toetscode
400-PB2
Toetsvorm
Praktijkbeoordeling
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Voldaan/niet voldaan
Minimaal oordeel (deel) tentamen
voldaan
Weging Beoordelingscriteria
Zie Competentiebarometer
Compensatie mogelijkheden
-
Toegestane hulpmiddelen
-
Naam deeltentamen
Integrale deeltoets werken in en voor een organisatie
Toetscode
400-IT3b
Tentamenmoment
Periode 1,2,3 of 4
Toetsvorm
Integrale toets
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen
5,5
Weging Competentie barometer en - Gesprek over feedback Praktijkbeoordeling werken in en voor een organisatie; - Presenteert beroepsproduct en verantwoord gemaakt keuzes; - Student verantwoordt een ingenomen standpunt over een door student en/of examinator ingebracht dilemma; - Brengt innovatieve oplossing in en verantwoord gemaakt keuzes; - Legt m.b.v. competenties relaties met deze beroepstaak en met de drie andere beroepstaken; - Verwoordt hoe hij in deze beroepstaak verder werkt op niveau 3 en/of na de opleiding. Compensatie mogelijkheden
-
Toegestane hulpmiddelen
-
VOEDING & DIËTETIEK
83
VOEDING & DIËTETIEK
1. Titel Onderwijseenheid (OWE): Praktijk N3: Werken met en voor cliënten: Verbeteren van gezond gedrag/Werken aan preventie 2. Alluris code
VED-403
3. Opleiding
Voeding en Diëtetiek
4. Doelgroep
Afstudeerfase
5. Onderwijsperiode
Periode 1,2,3,4
6. Studiepunten Studielast
15 STP
Onderwijstijd (les en contacttijd) 7. Maximum aantal deelnemer
Geen
8. Ingangseisen
Ingangseisen voor deelname tentamen: Integrale toetsen niveau 1 en 2 behaald
Doelen en werkvormen 9. Beroepstaken
Werken met en voor cliënten: Verbeteren van gezond gedrag/Werken aan preventie
10. Competenties
• Voorlichten of Adviseren • Werken aan kwaliteit • Samenwerken in persoonlijke relaties • Persoonlijke ontwikkeling
11. Algemene omschrijving
In deze onderwijsperiode werk je in de beroepspraktijk aan de beroepstaak Werken met en voor cliënten: Verbeteren van gezond gedrag/Werken aan preventie.
12. Samenhang
Deze OWE bouwt voort op de OWE’s in de beroepstaak Werken met en voor cliënten: Verbeteren van gezond gedrag/Werken aan preventie, die in de propedeuse en de hoofdfase aan de orde zijn geweest. In een plan van aanpak Voeding en Diëtetiek, niveau 3, beschrijft de student uitgaande van één of meerdere opdrachten uit de praktijk welke competenties in welke beroepstaak worden getoetst, waarbij elke competentie tenminste één keer wordt getoetst. Met deze OWE wordt deze beroepstaak op niveau 3 afgesloten en ben je –als je ook de andere drie beroepstaken op niveau 3 hebt afgesloten- beginnend beroepsbeoefenaar.
13. Activiteiten en werkvormen
Gesolliciteerd kan worden op een door de opleiding aangeboden stageplaats, maar je kunt ook zelf een stageplaats verwerven (en deze door de opleiding laten goedkeuren). De stage wordt begeleid door een docentbegeleider van de opleiding en in het werkveld door een ervaren praktijkbegeleider. De docentbegeleider beoordeelt de praktijkbeoordelingen met input van de praktijkbegeleider. Hetzelfde geldt voor de integrale toetsen, die in de vorm van een gesprek worden afgenomen. De input voor de integrale deeltoetsen zijn de praktijkbeoordelingen en de door de student verzamelde bewijsmaterialen. Tijdens de integrale deeltoetsen verantwoordt de student zijn of haar keuzes rond het bewijsmateriaal en legt de relatie tussen het bewijsmateriaal en de competenties.
14. Tentaminering Berekening eindcijfer: - Voorwaardelijk = voldaan o Praktijkbeoordeling, werken met en voor cliënten gezond gedrag/preventie - resultaat Integrale deeltoets werken met en voor cliënten: gezond gedrag/ preventie plus
84
Naam deeltentamen
Praktijkbeoordeling, werken met en voor cliënten gezond gedrag/preventie
Toetscode
400-PB3
Tentamenmoment
Hele jaar
Toetsvorm
Praktijkbeoordeling
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Voldaan
Minimaal oordeel (deel) tentamen
Voldaan
Weging Beoordelingscriteria
Zie Competentiebarometer
Compensatie mogelijkheden
-
Toegestane hulpmiddelen
-
Naam deeltentamen
Integrale deeltoets werken met en voor cliënten: gezond gedrag/ preventie
Toetscode
400-IT3c
Tentamenmoment
Hele jaar
Toetsvorm
Integrale toets
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Periode 1,2,3 of 4
Minimaal oordeel (deel) tentamen
5,5
Weging Beoordelingscriteria
Competentie barometer en - Gesprek over feedback Praktijkbeoordeling Werken met en voor cliënten: Verbeteren van gezond gedrag/ Werken aan preventie; - Presenteert beroepsproduct en verantwoord gemaakt keuzes; - Student verantwoordt een ingenomen standpunt over een door student en/of examinator ingebracht dilemma; - Brengt innovatieve oplossing in en verantwoord gemaakt keuzes; - Legt op basis van plan van aanpak relaties tussen competenties en deze en de drie andere beroepstaken; - Verwoordt hoe hij in deze beroepstaak verder werkt op niveau 3 en/of na de opleiding.
Compensatie mogelijkheden
-
Toegestane hulpmiddelen
-
VOEDING & DIËTETIEK
85
VOEDING & DIËTETIEK
1. Titel Onderwijseenheid (OWE): Praktijk N3: Werken aan professionalisering 2. Alluris code
VED-404
3. Opleiding
Voeding en Diëtetiek
4. Doelgroep
Afstudeerfase
5. Onderwijsperiode
Periode 1,2,3,4
6. Studiepunten Studielast
15 STP
Onderwijstijd (les en contacttijd) 7. Maximum aantal deelnemer
Geen
8. Ingangseisen
Ingangseisen voor deelname tentamen: Integrale toetsen niveau 1 en 2 behaald
Doelen en werkvormen 9. Beroepstaken
Werken aan professionalisering
10. Competenties
• Kennisontwikkeling en professionaliseren • Adviseren • Ondernemen • Samenwerken in persoonlijke relaties • Persoonlijke ontwikkeling
11. Algemene omschrijving
In deze onderwijsperiode werk je in de beroepspraktijk aan de beroepstaak Werken aan professionalisering.
12. Samenhang
Deze OWE bouwt voort op de OWE’s in de beroepstaak Werken aan professionalisering die in de propedeuse en de hoofdfase aan de orde zijn geweest. Bij voorkeur wordt de beroepstaak werken aan professionalisering gecombineerd met tenminste één andere beroepstaak. In een plan van aanpak Voeding en Diëtetiek, niveau 3, beschrijft de student uitgaande van één of meerdere opdrachten uit de praktijk welke competenties in welke beroepstaak worden getoetst, waarbij elke competentie tenminste één keer wordt getoetst. Met deze OWE wordt deze beroepstaak op niveau 3 afgesloten en ben je –als je ook de andere drie beroepstaken op niveau 3 hebt afgesloten- beginnend beroepsbeoefenaar.
13. Activiteiten en werkvormen
86
VOEDING & DIËTETIEK
Gesolliciteerd kan worden op een door de opleiding aangeboden stageplaats, maar je kunt ook zelf een stageplaats verwerven (en deze door de opleiding laten goedkeuren). De stage wordt begeleid door een docentbegeleider van de opleiding en in het werkveld door een ervaren praktijkbegeleider. De docentbegeleider beoordeelt de praktijkbeoordelingen met input van de praktijkbegeleider. Hetzelfde geldt voor de integrale toetsen, die in de vorm van een gesprek worden afgenomen. De input voor de integrale deeltoetsen zijn de praktijkbeoordelingen en de door de student verzamelde bewijsmaterialen. Tijdens de integrale deeltoetsen verantwoordt de student zijn of haar keuzes rond het bewijsmateriaal en legt de relatie tussen het bewijsmateriaal en de competenties. De scriptie, als deeltentamen van de beroepstaak ‘werken aan professionaliseren’, wordt door een onafhankelijke examinator beoordeeld. Dit cijfer zal in belangrijke mate het eindcijfer van de integrale toets ‘werken aan professionaliseren’ bepalen. De scriptie zal worden beoordeeld met het beoordelingsinstrument “de scriptiebarometer”.
VOEDING & DIËTETIEK
14. Tentaminering Berekening eindcijfer: - Voorwaardelijk = voldaan o Praktijkbeoordeling, werken aan professionaliteit Resultaat wordt als volgt bepaald: - 60% resultaat deeltentamen Scriptie plus - 40% resultaat deeltentamen Individueel gesprek scriptie
Naam deeltentamen
Praktijkbeoordeling, werken aan professionaliteit
Toetscode
400-PB4
Tentamenmoment
Hele jaar
Toetsvorm
Praktijkbeoordeling
Aantal examinatoren
1
oordeel
Voldaan / niet voldaan
Minimaal oordeel (deeltentamen)
Voldaan
Weging
-
Beoordelingscriteria
Zie Competentiebarometer
Compensatiemogelijkheden
-
Toegestane hulpmiddelen
-
Naam deeltentamen
Scriptie
Toetscode
400-IT3-S
Tentamenmoment
Periode 1,2,3 of 4
Toetsvorm
Verslag
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen Weging
60%
Beoordelingscriteria
Scriptiebarometer
Compensatie mogelijkheden
-
VOEDING & DIËTETIEK
87
VOEDING & DIËTETIEK
Naam deeltentamen
Individueel gesprek scriptie
Toetscode
400-IT3-SG
Tentamenmoment
Periode 1,2,3,4
Toetsvorm
Mondeling
Aantal Examinatoren
1
oordeel
Cijfer
Minimaal oordeel (deel) tentamen Weging
40%
Beoordelingscriteria
- - - - -
Compensatie mogelijkheden
88
VOEDING & DIËTETIEK
Gesprek over feedback Praktijkbeoordeling ‘werken aan professionalisering’; Verantwoording gemaakte keuzes in scriptie; Verantwoording conclusies en aanbevelingen uit scriptie Legt op basis van plan van aanpak relaties tussen competenties en deze en de drie andere beroepstaken; Verwoordt hoe hij in deze beroepstaak verder werkt op niveau 3 en/of na de opleiding.
VOEDING & DIËTETIEK
Regeling voor studenten die in studiejaar 2014-2015 gestart zijn met het onderwijs dat deel uit maakt van de afstudeerfase OWE in 2014-2015 (zie beschrijving studiegids Voeding en Dietetiek 2014-2015) Diëtetisch handelen (80282) Praktijkgericht onderzoek (80251) Health Promotion (80283 Kwaliteit en ondernemen( 82058)
Toelichting Conform artikel 1.1, lid 6 van het OER, gelden voor alle studenten die in het studiejaar 2014-2015 of eerder gestart zijn aan de afstudeerfase de OWE’s, met de daarbij horende (deel) tentamens en examens zoals die in de studiegids 2014-2015 zijn beschreven.
Mogelijkheid tot afleggen oude (deel) tentamens Alle studenten hebben nog 1 jaar de mogelijkheid om aan de (deel)tentamens die behoren bij de OWE beschrijvingen afstudeerfase uit de studiegids 2014-2015 deel te nemen
Integrale toets 4 (82053)
VOEDING & DIËTETIEK
89
VOEDING & DIËTETIEK
10. Minoraanbod van het Instituut Paramedische Studies Deelname aan minoren en vrije minoren
minoren/welke soorten minoren zijn er? In die notitie is
Voor het volgen van een minor moet je toestemming
ook een toestemmingsformulier opgenomen, waarmee je
vragen aan de studieloopbaanbegeleider en je vervolgens
de examencommissies om toestemming kunt vragen voor
inschrijven bij het instituut van de HAN waar je de minor
het volgen van een vrije minor.
gaat volgen. Voor een HAN-minor schrijf je je altijd in op
Een semester geeft twee periodes aan. S1 omvat
de minor in HAN-SIS. De spelregels voor het volgen van
periode 1 en 2, S2 omvat periode 3 en 4. Niet alle
een vrije minor vind je in de notitie ‘Regeling vrije minor
IPS-minoren zijn geschikt voor studenten van de vier
en toestemmingsformulier’, te vinden op HAN-insite/
opleidingen. Voor meer informatie, zie tabel 2.
Tabel 1: Minoraanbod IPS 2015-2016 Alluris code
Minor
Soort
Niveau
2014-2015
M_IPS04
Neurorevalidatie
Verdiepend
3
S1 en S2
M_IPS05
Manueel Therapeutisch Handelen
Verdiepend
3
S1
M_IPS06
Kind & Omgeving: een multidisciplinaire aanpak
Verdiepend
3
S2
M_IPS07
Gedrag bij leefstijl en gezondheid
Verdiepend
3
S2
M_IPS
DAAD
verdiepend
3
S2
M_IPS08
Pijn voor health professionals
Verdiepend
3
S2
M_IPS09
Klinische Voeding
Verdiepend
3
S2
M_IPS10
Logopädische Therapie bei Kindern und Erwachsenen
Verdiepend
3
S1
M_IPS11
De stem centraal
Verdiepend
3
S1
M_IPS14
Sport Physiotherapy & Active Aging (SPAA)
Verdiepend
3
S2
M_IPS15
Health professionals in international perspective
Verdiepend
3
S2
M_IPS16
Gedrag bij leefstijl en gezondheid
Verdiepend
3
S2
M_IPS17
Diet and physical activity in ageing and disease
Verdiepend
3
S2
M_IPS18
Het kind centraal: een interdisciplinaire benadering
Verdiepend
3
S2
van complexe stoornissen M_IPS19
Leadership in Enabling Occupation
Verdiepend
3
S2
MZK-MO9
Jeugd en mondzorg
Verdiepend
3
S2 14-15 en S1 15-16
MZK-M10
Mondzorg bij volwassenen in specifieke zorggroepen
Verdiepend
3
S2 14-15 en S1 15-16
90
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
Tabel 2: Doelgroep per IPS minor IPS Opleidingen Alluris code
Minor
Ergo
Fysio
Logo
x
x
x
MZK
V&D
M_IPS04
Neurorevalidatie
M_IPS05
Manueel therapeutisch handelen
M_IPS06..
Kind en Omgeving: een multidisciplinaire aanpak
x
x
x
x
M_IPS07
Gedrag bij leefstijl en gezondheid
x
x
x
x
M_IPS08
Pijn voor health professionals
x
x
M_IPS09
Klinische Voeding
M_IPS10
Logopädische Therapie bei Kindern und Erwachsenen
x
M_IPS11
De stem centraal
x
M_IPS14
Sport Physiotherapy & Active Aging (SPAA) -
M_IPS15
Health professionals in international perspective
x
x
x
M_IPS16
Gedrag bij leefstijl en gezondheid
x
x
x
M_IPS17
Diet and physical activity in ageing and disease
M_IPS18
Het kind centraal: een interdisciplinaire benadering van complexe stoornissen
x
M_IPS19
Leadership in Enabling Occupation
x
MZK-M09
Jeugd en mondzorg
x
MZK-M010
Mondzorg bij volwassenen in specifieke zorggroepen
x
x
x
x x
x
x x
x
x
Voor de IPS-minoren geldt als instap dat je tenminste 90 studiepunten hebt behaald voordat je aan een minor mee mag doen. Het heeft de voorkeur dat je voorafgaand aan een minor stage-ervaring hebt opgedaan. Een uitgebreide beschrijving van de minoren is terug te vinden op de minorensite van de HAN, KiesOpMaat en op het volledige Opleidingsstatuut op www.han.nl
Minor Gedrag en Gezondheid (bron: HBO-Spiegel)
“Motivational interviewing, de HC’s waren allemaal inhoudelijk erg sterk, met een gedreven en inhoudelijke docent! Ik heb heel veel geleerd over de benadering naar de client toe en ik vond ook het schrijven van een richtlijn erg verdiepend!”
VOEDING & DIËTETIEK
91
VOEDING & DIËTETIEK
11. Studieloopbaanbegeleiding Aan het begin van je opleiding krijg je een studieloopbaanbegeleider (SLB’er) toegewezen. Dit is een docent die je begeleidt tijdens één of meer studiejaren. De studieloopbaanbegeleiding vindt plaats in individuele gesprekken én in groepsbijeenkomsten. Het is de ‘rode draad’ in jouw leerproces.
Taken van de studieloopbaanbegeleider
Portfolio
De studieloopbaanbegeleider fungeert als schakel tussen
Het portfolio is een bewaarplaats van bestanden en
jouw onderwijsvraag en het aanbod van de opleiding
documenten waarmee je jouw eigen individuele ontwikke-
(toetsprogramma, onderwijseenheden). Bij keuzemomenten
ling (leerproces) zichtbaar maakt en het door jou
stelt hij samen met jou het studiecontract op. Hij houdt je
behaalde niveau aantoont. Het portfolio vervult verschil-
leerproces in de gaten, helpt je bij het maken van keuzen
lende functies:
en stimuleert of adviseert je wanneer zich problemen
• Persoonlijke leerarchivering
voordoen tijdens je studie. Ook kan hij je begeleiden bij
• Interactie tussen jou en de opleiding over je planning,
het ontwikkelen of verbeteren van studievaardigheden.
ontwikkeling en prestaties • Beoordeling
Hierbij zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd:
In het portfolio verzamel je het bewijsmateriaal dat je
• De opleiding is verantwoordelijk voor de waarborging
wilt gebruiken voor tentamens en examens.
van de continuïteit van de begeleiding. • De student is verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces.
Extra ondersteuning
• Er zijn groepsbijeenkomsten en individuele gesprekken.
Soms zijn er omstandigheden waardoor je extra onder-
• De studieloopbaanbegeleiding maakt onderdeel uit van
steuning nodig hebt om je studie succesvol te kunnen
de propedeutisch en het hoofdfase programma, maar de
volgen. Voorbeelden daarvan zijn:
intensiteit van de studieloopbaanbegeleiding neemt
• Je wilt gebruikmaken van de faciliteiten voor topsporters.
gedurende de opleiding af.
• Je hebt een functiebeperking, zoals dyslexie, dyscalculie,
• Resultaatgerichte studieloopbaanbegeleiding: vastleggen van de studievoortgang in de SLB-voortgangsverslagen.
ADHD, een chronische ziekte of een psychische ziekte. • Je bent hoogbegaafd. • Je bent nog niet gewend in de Nederlandse maatschap-
92
Om je te begeleiden tijdens je leertraject, zijn een aantal
pij omdat je uit een ander land komt, bijvoorbeeld de
instrumenten ontwikkeld.
Nederlandse Antillen.
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
Je studieloopbaanbegeleider (SLB’er) is de persoon die je
HAN studie-informatiesysteem
tijdens de hele studie coacht en met wie je vragen en
Het studie-informatiesysteem van de HAN , Alluris, is
bijzonderheden kunt bespreken. Als het nodig is, kan hij
een online informatie- en registratiesysteem dat
je verwijzen naar de senior SLB’er. Deze persoon kan je
competentiegericht onderwijs ondersteunt. Met dit
verder op weg helpen naar extra ondersteuning.
systeem kun je informatie oproepen over het onderwijsaanbod en je resultaten. Je kunt je studiecontract
In sommige gevallen is het handig om voor aanvang van de
inzien en je kunt je inschrijven voor deelname aan
studie je vraag in te brengen, bijvoorbeeld als je dyslec-
leerroutes, onderwijseenheden, tentamens enexamens.
tisch bent en om die reden extra tentamenfaciliteiten
Docenten en examinatoren gebruiken Alluris ook voor
nodig hebt. Eventuele extra voorzieningen kunnen dan op
het vastleggen van tentamens en examens, die je dan
tijd geregeld worden, waarmee je mogelijke studievertra-
als student weer kunt bekijken.
ging kunt voorkomen. Het voorkomt veel ongemak als je je vroegtijdig meldt. Je hoeft daarmee niet te wachten tot je
Minoren en Alluris
weet wie je SLB’er is, je kunt met je vraag terecht bij
Inschrijven voor een minor kan in 2015 . Zie t.z.t. www.
Femke Spikmans.
[email protected]
han.nl/insite/alluris voor de handleidingen
Student Hoofdfase
“Ik dacht voordat ik aan dit onderzoek begon, dat het erg vaag en theoretisch zou zijn. Ik zag er enorm tegenop. Maar nu ik klaar ben, ben ik eigenlijk best trots op het resultaat en vind ik het geweldig dat ik mee heb kunnen helpen deze vraag uit de praktijk op te lossen!”
VOEDING & DIËTETIEK
93
VOEDING & DIËTETIEK
Bijlage 1: De boekenlijst 1e en 2e jaar Propedeuse Vakgebied/OWE
Auteur
Leerlijn Productleer en voedselbereiding
94
titel
druk
Haltersloof roze met borduurwerk (HAN) (vrouwen)
uitgever Van Dijk Educatie
Leerlijn Productleer en voedselbereiding
Van Eijndhoven, A., van Eijndhoven, A., (2008)
Kook ook
12
Inmerc
Leerlijn Productleer en voedselbereiding
Voedingscentrum (2014)
Eettabel
1
Den Haag: Voedingscentrum
Leerlijn Productleer en voedselbereiding
Kempen-van Dommelen, G.J.M., Catsberg, C.M.E., Kempen-van Dommelen, G.J.M. (2013)
Levensmiddelenleer
6
Thieme Meulenhoff bv
Leerlijn Productleer en voedselbereiding
Eden, J.G. van, Visser, A.A., Visser T.F., de Zedde, A., van (2013)
Receptenleer. Processen en technieken
6
ThiemeMeulenhoff bv
Leerlijn De Mens; voedingsleer en sociale wetenschappen
McCann, V. , Zimbardo, P.G., Johnson, R.L.
Psychologie. Een inleiding
2
Pearson Benelux
Leerlijn De Mens; voedingsleer en sociale wetenschappen
Whitney e., Rolfes S.R. (2012)
Understanding nutrition
13
Cengage Learning Services
Leerlijn Onderzoek
Fischer, T., Julsing, M. (2009)
Onderzoeksvaardigheden
1
Noordhoff Uitgevers
Productontwikkelaar
Dijk, R. (2014)
Veilig voedsel. Microbiologische principes, chemische en fysische factoren.
2
Boom Uitgevers
Biologie
Bastiaanssen, C.A., Jochems, A.A.F., (2012)
Fysiologie en anatomie
1
Bohn Stafleu Van Loghum
Scheikunde
Scholte, H. (2011)
Basisvaardigheden toegepaste scheikunde voor het HO.
1
Noordhoff Uitgevers
Biologie/scheikunde
Prop- van den Berg. W., Lune, C.M.van, Bouwens, R. (2013)
Binas havo/vwo informatieboek
6
Noordhoff Uitgevers
Studieloopbaanbegeleiding
Adriaansen, M., Caris, J. (2011)
Elementaire sociale vaardigheden
3
Bohn Stafleu Van Loghum
Studieloopbaanbegeleiding
Jongepier, P, Scheijen, A., Wies
Studeer Effectief
2
Hout Wolters
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
Voorlichter
Burgt, M. van der, Mechelen, E. van (2011)
Preventie en gezondheidsbevordering door paramedici
1
Bohn Stafleu Van Loghum
Arbeid en gezondheid
Grit, R., Gerritsma, M. (2012)
Competent adviseren
2
Noordhoff Uitgevers
Behandelaar
Silverman, J. , Kurtz, S., Draper, J. (2014)
Vaardig communiceren in de gezondheidszorg
3
Boom Uitgevers
Behandelaar
Becker-woudstra, G. Et.al.
Het Dietistisch Consult 4e druk
4
Boom Lemma
(2012)
2012
Kruizenga, H., Wierdsma,
Zakwoordenboek Dietetiek
1
Vu uitgeverij
Behandelaar
N. (2015) Behandelaar
Tijdschrift Nederlandse Vereniging van Dietisten
Behandelaar
Tijdschrift Voeding Nu
VOEDING & DIËTETIEK
95
VOEDING & DIËTETIEK
Hoofdfase 1
96
Vakgebied/OWE
Auteur
titel
druk
uitgever
Beleidsadviseur
Verhage, B. (2005)
Inleiding tot de marketing
3
Stenfert Kroese (EPN)
Beleidsadviseur
Grit, R., Gerritsma, M. (2012)
Competent adviseren
2
Noordhoff Uitgevers
Beleidsadviseur
Aubèl, G.F. (2009)
ZorgBasics Kwaliteitszorg
2
Boom Uitgevers
Beleidsadviseur
Roel, D
Rapport over Rapporten
6
Noordhoff Uitgevers
De innovatieve behandelaar
Voedingscentrum
Alles over gezond eten en bewegen met baby en peuter
4
Den Haag: Voedingscentrum
De innovatieve behandelaar
Voedingscentrum
Alles over gezond eten en bewegen met kinderen van 4-18 jaar
1
Den Haag: Sticht Voedingscentrum
De innovatieve behandelaar
Voedingscentrum
Voedingsadviezen bij glutenintolerantie
1
Den Haag: Voedingscentrum
De innovatieve behandelaar
voedingscentrum
Voedingsadviezen bij lactoseintolerantie
1
Den Haag: Voedingscentrum
De innovatieve behandelaar
Voedingscentrum
Voedingsadviezen bij diabetes
1
Den Haag: Voedingscentrum
De innovatieve behandelaar
Voedingscentrum
voedingsadviezen bij een verhoogd cholesterol
1
Den Haag: Voedingscentrum
De innovatieve behandelaar
Voedingscentrum
Voedingsadviezen bij overgewicht
1
Den Haag: Voedingscentrum
De innovatieve behandelaar & De voorlichter in de wijk
Voedingscentrum (2014)
Eettabel
1
Den Haag: Voedingscentrum
De innovatieve behandelaar & De voorlichter in de wijk
Voedingscentrum
Lekker eten met minder zout
De innovatieve behandelaar
Hoffmann, J.J.M.L., Peters, F.P.A.M.N. (2014)
Interpretatie van medisch laboratoriumonderzoek
2
Bohn Stafleu Van Loghum
De innovatieve behandelaar
Becker-woudstra, G. Et.al. (2012)
Het Dietistisch Consult
4
Boom Lemma
VOEDING & DIËTETIEK
Den Haag: Voedingscentrum
VOEDING & DIËTETIEK
De innovatieve behandelaar
Spijker, A., StruijkWielinga, T. (2012)
Eten met plezier
8
Inmerc
De innovatieve behandelaar
Vogel, J. Et.al (2012)
Handboek voeding bij kanker
1
Uitgeverij De Tijdstroom
De innovatieve behandelaar, De voorlichter in de wijk
Bastiaanssen, C.A., Jochems, A.A.F., (2012)
Fysiologie en anatomie
1
Bohn Stafleu Van Loghum
De innovatieve behandelaar, De voorlichter in de wijk
Whitney e., Rolfes S.R. (2012)
Understanding nutrition
13
Cengage Learning Services
De innovatieve behandelaar, De voorlichter in de wijk
Van Eijndhoven, A., van Eijndhoven, A., (2008)
Kook ook
12
Inmerc Uitgeverij
De innovatieve behandelaar, De voorlichter in de wijk
Kempen-van Dommelen, G.J.M., Catsberg, C.M.E., Kempen-van Dommelen, G.J.M. (2013)
Levensmiddelenleer
6
Thieme Meulenhoff
De innovatieve behandelaar, De voorlichter in de wijk
Eden, J.G. van, Visser, A.A., Visser T.F., de Zedde, A., van (2013)
Receptenleer. Processen en technieken
6
ThiemeMeulenhoff bv
De innovatieve behandelaar, De voorlichter in de wijk
Kruizenga, H., Wierdsma, N. (2015)
Zakwoordenboek Dietetiek
1
Vu uitgeverij
De voorlichter in de wijk
Brinkman, J. (2014)
De Vragenlijst. Een goed meetinstrument voor toepasbaar onderzoek
3
Noordhoff Uitgevers
De voorlichter in de wijk
Brug, J., Assema, P. van, Lechner,L. (2012)
Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering een planmatige aanpak
8
Van Gorcum & Comp.
Burgt, M. van der, Mechelen, E. van (2011)
Preventie en gezondheidsbevordering door paramedici
1
Leerlijn communicatie*
Gramsbergen-Hoogland, Y., Deveer, M.A.J. (2010)
Persoonlijke kwaliteit
3
Noordhoff Uitgevers
Leerlijn communicatie
Silverman, J. , Kurtz, S., Draper, J. (2014)
Vaardig communiceren in de gezondheidszorg
3
Boom Uitgevers
De voorlichter in de wijk
bv
bv
Bohn Stafleu Van Loghum
VOEDING & DIËTETIEK
97
VOEDING & DIËTETIEK
98
Leerlijn sociale wetenschappen*
Adriaansen, M., Caris, J. (2011)
Elementaire sociale vaardigheden
3
Leerlijn sociale wetenschappen
Verhulst, J. (2006)
Psychologie voor de gezondheidszorg
6
Noordhoff Uitgevers
Leerlijn sociale wetenschappen
McCann, V. , Zimbardo, P.G., Johnson, R.L.
Psychologie. Een inleiding
2
Pearson Benelux
Onderzoeksleerlijn*
Kuiper, C.J. (2012)
Evidence-based practice voor paramedici (digitale versie via HAN beschikbaar)
3
Boom Uitgevers
Onderzoeksleerlijn
Fischer, T., Julsing, M. (2009)
Onderzoeksvaardigheden
1
Noordhoff Uitgevers
VOEDING & DIËTETIEK
Bohn Stafleu Van Loghum
VOEDING & DIËTETIEK
Bijlage 2: Competentieprofiel LEF Beroepsrol:
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Behandelaar
(vakkennis en
(teamroutines en
(zelfredzaamheid)
vaardigheden)
vakvaardigheid)
* veel evalueren en
* veel onthouden/
* veel toepassen/
begrijpen
creëren
analyseren
Beroepscompetentie behandelen
Leeruitkomsten
Leeruitkomsten (naast de punten van niveau 1/cumulatief)
Leeruitkomsten
De diëtist heeft het vermogen om: 1. op methodische wijze een evidence based dieetbehandelplan met en voor cliënten op te stellen (LOP-E1/1b1); 2. het dieetbehandelplan uit te voeren en te evalueren in samenwerking met andere professionals en hierover mondeling en schriftelijk te communiceren met de betrokkenen (LOP-E1/1b2); 3. op methodische wijze en gebruikmakend van de best beschikbare evidentie (uit de wetenschappelijke literatuur/praktijk) (evidence en practice based) behandelstrategieën en voedingsreceptuur te ontwerpen en/of te verbeteren (LOP-E1/1b3).
De diëtist heeft het vermogen om: 1. op methodische wijze een evidence based dieetbehandelplan met en voor cliënten op te stellen (LOP-E1/1b1); 2. het dieetbehandelplan uit te voeren en te evalueren in samenwerking met andere professionals en hierover mondeling en schriftelijk te communiceren met de betrokkenen (LOP-E1/1b2); 3. op methodische wijze en gebruikmakend van de best beschikbare evidentie (uit de wetenschappelijke literatuur/praktijk) (evidence en practice based) behandelstrategieën en voedingsreceptuur te ontwerpen en/of te verbeteren (LOP-E1/1b3).
De DIO is in staat om 1. bij een (simulatie) cliënt met behulp van het ICF model een evidence based diagnose op te stellen en een bijpassend evidence based voedingsadvies/ dieetvoorschrift te formuleren; 2. bij een (simulatie)cliënt een evidence based behandelplan op te stellen en te evalueren; 3. bij een cliënt met een meervoudig dieetvoorschrift de juiste prioriteiten (dieetkenmerken) te stellen.
De DIO is in staat om 1. bij een (simulatie) cliënt met behulp van het ICF model een evidence based diagnose op te stellen en een bijpassend evidence based voedingsadvies/ dieetvoorschrift te formuleren; 2. bij een (simulatie)cliënt een evidence based behandelplan op te stellen en te evalueren; 3. bij een cliënt met een meervoudig dieetvoorschrift de juiste prioriteiten (dieetkenmerken) te stellen.
VOEDING & DIËTETIEK
99
VOEDING & DIËTETIEK
Beroepsrol:
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Beleidsadviseur
(vakkennis en
(teamroutines en
(zelfredzaamheid)
vaardigheden)
vakvaardigheid)
* veel evalueren en
* veel onthouden/
* veel toepassen/
begrijpen
N
100
creëren
analyseren
Beroepscompetentie adviseren
Leeruitkomsten
Leeruitkomsten (naast de punten van niveau 1/cumulatief)
Leeruitkomsten
De diëtist heeft het vermogen om: A. problemen, vragen en behoeften van zorgorganisaties, (semi)overheid, scholen en het bedrijfsleven op het gebied van voeding en gezondheid te analyseren en op basis hiervan voedingsbeleid op te stellen (LOP-E1/1a1);
De DIO: 1. bezit vaardigheden om een potentiële opdrachtgever te benaderen en om een intakegesprek te voeren met potentiële opdrachtgeverN ; 2. leert door middel van een netwerkanalyse belangrijke potentiële opdrachtgevers en partners te identificerenN; 3. heeft kennis van organisatiekunde, gezondheidsbeleid, financieringsstromenN.
De DIO: 1. kent partners of opdrachtgevers (in of buiten de organisatie), kan deze bevragen, is in staat de vraag van de opdrachtgevers te verhelderen en hen te adviseren over producten en diensten die passen bij het professioneel handelenN. 2. adviseert zorgorganisaties, (semi)overheid, scholen en het bedrijfsleven planmatig over voedingsbeleid dat bijdraagt aan het bevorderen van gezondheid, welzijn en vitaliteit (LOP-F1.1/1.1); 3. werkt mee aan het ontwikkelen en bijstellen van het beleid van de organisatie rekening houdend met externe ontwikkelingen en de positie van de organisatie in het veld / de markt (LOP-F2.6/2.14);
De DIO: 1. geeft op basis van projectmatig werken richting en sturing aan personen en (beheersmatige en beleidsmatige) processen, binnen en buiten de organisatie met als doel zo doeltreffend en doelmatig mogelijk resultaten te bereiken (LOP-F2.6/2.15).
= Nijmeegs Profiel
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
Beroepsrol:
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Productontwikkelaar
(vakkennis en
(teamroutines en
(zelfredzaamheid)
vaardigheden)
vakvaardigheid)
* veel evalueren en
* veel onthouden/
* veel toepassen/
begrijpen
creëren
analyseren
Beroepscompetentie voedingsreceptuur ontwikkelen
Leeruitkomsten
Leeruitkomsten (naast de punten van niveau 1/cumulatief)
Leeruitkomsten
De diëtist heeft het vermogen om: 1. op methodische wijze en gebruikmakend van de best beschikbare evidentie (uit de wetenschappelijke literatuur / praktijk) (evidence en practice based) voedingsreceptuur te ontwerpen en/of te verbeteren (LOP-E1/1b3).
De DIO: 1. Kan een voedingskundige analyse uitvoeren en op basis hiervan een vertaling maken naar een geschikt product voor een betreffende doelgroep en / of organisatie.
De DIO: 1. heeft kennis van voedingskundige knelpunten bij de doelgroep en kennis van diverse voedingspatronen wordt getoetst, evenals de juiste toepassing. 2. adviseert cliënten of bedrijven over de wettelijke eisen waaraan voedingsmiddelen moeten voldoen en over de onderbouwing van claims volgens de geldende levensmiddelenwetgeving (LOP-F1.1/1.5); 3. signaleert behoeften aan nieuwe voedingsreceptuur en adviseert ondernemingen betreffende het proactief anticiperen hierop (LOP-F1.1/1.11); 4. ontwerpt op methodische wijze (analyse-ontwerpuitvoer-evaluatie) en evidence based nieuwe voedingsreceptuur of past bestaande voedingsreceptuur aan, gericht op gezondheid, duurzaamheid en het opheffen, verminderen of compenseren van met voeding samenhangende of door voeding beïnvloedbare ziekten en klachten (LOP-F1.1/1.12); 5. evalueert of de opgestelde doelen zijn bereikt en stelt zo nodig de voedingsreceptuur bij aan de hand van een kwaliteitscyclus (LOP-F1.1/1.13).
De DIO: 1. Is in staat om binnen een organisatie op methodische wijze evidence based in de rol van productontwikkelaar te werken, waarbij minimaal 2 van de volgende fasen worden uitgevoerd: analyseren, ontwerpen, uitvoeren en evalueren.
VOEDING & DIËTETIEK
101
VOEDING & DIËTETIEK
Beroepsrol:
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Voorlichter
(vakkennis en
(teamroutines en
(zelfredzaamheid)
vaardigheden)
vakvaardigheid)
* veel evalueren en
* veel onthouden/
* veel toepassen/
begrijpen
102
creëren
analyseren
Beroepscompetentie voorlichten
Leeruitkomsten
Leeruitkomsten (naast de punten van niveau 1/cumulatief)
Leeruitkomsten
De diëtist heeft het vermogen om: 1. op methodische wijze evidence based interventies op het gebied van voeding en gezondheid voor cliënten te ontwikkelen (LOP-E1/1a2); 2. de interventie uit te voeren en te evalueren in samenwerking met andere professionals en hierover mondeling en schriftelijk te communiceren met de betrokkenen (LOP-E1/1a3).
De DIO: 1. weet hoe een gezondheidskundig voorlichtingsmodel evidence based in elkaar steekt, heeft ervaring opgedaan met de uitvoer van een bestaande interventie in een organisatie en leert van de evaluatie van die ervaring met behulp van de theorie van het voorlichtingsmodel.
De DIO: 1. stelt op methodische wijze evidence based interventies op aan de hand van gedragsverklaring- en veranderingsmodellen, gericht op het voorkomen van met voeding samenhangende of door voeding beïnvloedbare ziekten en klachten (in termen van functioneringsproblemen) (LOPF1.1/1.2); 2. voert bestaande of zelf ontwikkelde interventies uit volgens vooropgesteld plan en zorgt voor een goede adoptie en implementatie (supervisie en monitoring (LOP-F1.1/1.3); 3. evalueert of de opgestelde doelen zijn bereikt en stelt zo nodig de interventie bij aan de hand van een kwaliteitscyclus (LOPF1.1/1.4); 4. bouwt routine en vakvaardigheid op in het methodisch handelen.
De DIO: 1. Is in staat om binnen een organisatie op methodische wijze evidence based in de rol van voorlichter te werken, waarbij minimaal 2 van de volgende fasen worden uitgevoerd: analyseren, ontwerpen, uitvoeren en evalueren.
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
Stamcompetentie
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Professionaliseren
(vakkennis en
(teamroutines en
(zelfredzaamheid)
(Bildung)
vaardigheden)
vakvaardigheid)
* veel evalueren en
* veel onthouden/
* veel toepassen/
begrijpen De diëtist heeft het vermogen om: 1. te werken aan het verbeteren van het handelen en de deskundigheid van zichzelf (life long learning) en van samenwerkingspartners waarmee wordt bijgedragen aan de profilering en professionalisering van het beroep (LOP-E2/7a); 2. ontwikkelingen rond nieuwe (inter-) nationale inzichten, producten en diensten bij te houden, deze te vertalen naar het eigen werk en naar het werkveld en deze ontwikkelingen te communiceren naar samenwerkingspartners en andere betrokkenen (LOP-E2/7b); 3. moreel te oordelen, ethisch te reflecteren en kritisch te kunnen nadenken in de brede zin van het woordN.
N
De DIO: 1. handelt integer waarbij rekening wordt gehouden met ethische aspecten en de vertrouwensrelatie die er bestaat met cliënten, klanten, andere zorgverleners en zakelijke partners (LOP-F2.7/2.23); 2. is in staat om met behulp van een reflectiemethodiek op zichzelf te reflecteren en weet daarbij kwaliteiten en valkuilen te benoemen; 3. is in staat om de beroepsnormen te benoemen en is in staat om belangrijke ontwikkelingen in het vakgebied en de maatschappij bij te houden; 4. begrijpt wat het belang is van methodisch handelen.
creëren
analyseren (naast punten van niveau 1) De DIO: 1. is in staat om beroepsnormen te herkennen en te analyseren; 2. is in staat om eigen kwaliteiten in te zetten voor het organisatie belang; 3. is in staat om de beroepsnormen te benoemen en belangrijke ontwikkelingen in het vakgebied en de maatschappij bij te houden en te analyseren hoe deze van invloed zijn op het beroep; 4. routine en vakvaardigheid wordt opgebouwd in het methodisch handelen.
(naast punten niveau 1 en 2) De DIO: 1. ontwikkelt de eigen deskundigheid volgens de normen van de beroepsgroep en de eigen organisatie (LOPF2.7/2.18); 2. integreert nieuwe werkwijzen, producten en diensten in de eigen werkzaamheden en die van samenwerkingspartners (LOP-F2.7/2.19); 3. ontwikkelt deskundigheid bevorderende activiteiten op het gebied van voeding en gezondheid voor samenwerkingspartners (LOP-F2.7/2.20); 4. reflecteert op het eigen handelen en dat van andere zorgverleners en zakelijke partners met als doel kwaliteitsverbetering van de organisatie en het beroep (LOP-F2.7/2.21); 5. draagt de eigen deskundigheid uit zowel binnen de eigen organisatie als in het overleg met andere professionals en andere organisaties om zo duidelijk aan te geven wat de mogelijkheden zijn en wat de positie van de diëtist is (LOP-F2.7/2.22); 6. neemt vanuit een expert rol deel aan het maatschappelijk debat waarbij op heldere wijze en beargumenteerd uiting wordt gegeven aan de nuances van het vakgebied met als doel consumenten en anderen te informeren (LOP-F2.7/2.24).
= Nijmeegs Profiel
VOEDING & DIËTETIEK
103
VOEDING & DIËTETIEK
Stamcompetentie
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Ondernemen
(vakkennis en
(teamroutines en
(zelfredzaamheid)
vaardigheden)
vakvaardigheid)
* veel evalueren en
* veel onthouden/
* veel toepassen/
begrijpen De diëtist heeft het vermogen om: A. in te spelen op veranderende vragen en behoeften van cliënten, klanten en markten (LOP-E2/5a); B. initiatieven te nemen om nieuwe cliënten, klanten en markten te creëren en om diensten en producten te realiseren en te positioneren (LOP-E2/5b). C. de eigen dienstverlening te organiseren met doeltreffende en doelmatige inzet van medewerkers, middelen en materialen (LOP-E2/6a); D. bij te dragen aan doeltreffendheid, doelmatigheid en continuïteit van de bedrijfsvoering van de organisatie (LOP-E2/6b).
Onderzoekt/kent zichzelf en zijn (werk)omgeving
Signaleert mogelijkheden voor verandering (analyseren)
Neemt initiatieven in en voor zijn werk (creëren)
De DIO: 1. kent de kansen en mogelijkheden voor zichzelf (inzicht in kwaliteiten); 2. kent de rollen van de diëtist en weet welke kansen er liggen in het werkveld (vernieuwing van werkwijzen, producten, diensten of markten); 3. weet hoe zij een netwerk kunnen gebruiken om ideeën te verwezenlijken; 4. herkent kansen en risico’s bij zichzelf; 5. herkent kansen en risico’s in de omgeving; 6. herkent ontwikkelingen in de markt voor producten en diensten binnen het vakgebied;
(naast punten van niveau 1) De DIO: 1. kan met gepaste hulp besluiten nemen en tot oplossingen komen, signaleert mogelijkheden en doet binnen de gestelde grenzen voorstellen voor verbetering; streeft excellente oplossingen na, verbetert bestaande oplossingen en aanpakken tot nieuwe diensten; 2. durft initiatief te nemen om de doelgroep aan te spreken en weet hoe zij hierbij hun netwerk gebruiken; 3. houdt bij verbetervoorstellen rekening met de risico’s; 4. kan de stappen om een product/dienst in de markt te zetten toepassen; 5. analyseert de interne en externe omgeving (voor een opdrachtgever) met behulp van marketinginstrumenten, zodat producten of diensten afgestemd worden of blijven op de vraag in de markt (LOP-F2.5/2.11); 6. ontwikkelt op basis van een SWOT-analyse marketingdoelstellingen en een marketingstrategie voor producten of diensten (LOP-F2.5/2.12) ; 7. implementeert de marketingstrategie door toepassing van marketingmix-instrumenten (LOP-F2.16);
(naast punten niveau 1 en 2) De DIO: 1. werkt op actieve wijze aan het opbouwen en onderhouden van werkrelaties binnen en buiten de organisatie teneinde bij te dragen aan het realiseren van doelen, plannen en lange termijn strategieën (LOPF2.5/2.9); 2. neemt initiatieven om ontwikkelingen in de markt te vertalen naar producten en diensten zodat wordt bijgedragen aan het innoveren van de organisatie (LOP-F2.5/2.10);
Financieel 7. kent de onderdelen van een kosten-baten analyse; 8. weet wat een interventie kost (verzekeraar, wetgeving: SMO/subsidie) en weet wie betaalt.
Financieel 8. kan financiële beslissingen overwegen.
104
VOEDING & DIËTETIEK
creëren
analyseren
Financieel 3. geeft advies over kosten en baten
VOEDING & DIËTETIEK
Stamcompetentie
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Onderzoeken
(vakkennis en
(teamroutines en
(zelfredzaamheid)
vaardigheden)
vakvaardigheid)
* veel evalueren en creëren
* veel onthouden/
* veel toepassen/
begrijpen
analyseren
De diëtist heeft het vermogen om:
Onderzoekende houding en gebruik literatuur
Onderzoekende houding en gebruik literatuur
A. wetenschappelijke literatuur te beoordelen op bruikbaarheid en betrouwbaarheid en relevante informatie toe te passen als onderbouwing van de eigen werkzaamheden (LOP-E2/4a); B. een praktijkgericht onderzoek uit te voeren dan wel een bijdrage te leveren aan praktijkgericht onderzoek van anderen volgens de daarvoor geldende methodologische regels en rekening houdend met wettelijke kaders en ethische regels (LOP-E2/4b).
De DIO: 1. is nieuwsgierig naar ontwikkelingen in het vakgebied; 2. formuleert vragen vanuit de dagelijkse praktijk; 3. begrijpt aangereikte bronnen (willen begrijpen en willen weten); 4. DIO’s delen met elkaar artikelen die zij hebben gevonden (willen delen); 5. begrijpt welk doel onderzoek heeft in de diëtistische praktijk;
(naast punten van niveau 1) De DIO: 1. is actief nieuwsgierig naar nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied; 2. zoekt, interpreteert en vergelijkt bronnen (willen begrijpen en willen weten); 3. heeft een kritische houding ten aanzien van modellen, theorieën en onderzoeksresultaten (kan omgaan met rivaliserende verklaringen) (kritisch zijn); 4. herkent in de praktijk problemen waar onderzoek naar kan worden gedaan; 5. selecteert de best beschikbare evidentie (uit de wetenschappelijke literatuur / praktijk) volgens de daartoe geldende principes en gebruikt de relevante informatie als onderbouwing van de eigen werkzaamheden (LOPF2.4/2.3);
Zelf onderzoek doen (begrijpen rode draad onderzoekscyclus) 6. herkent onderdelen van een onderzoek; 7. begrijpt hoe je een onderzoeksvraag formuleert; 8. kent een aantal onderzoeksdesigns en methoden en begrijpt hoe je zo betrouwbaar en valide mogelijk bijvoorbeeld een veldonderzoek doet; 9. kan de regels van APA toepassen.
Zelf onderzoek doen (begrijpen rode draad onderzoekscyclus) 6. past een aangereikt protocol toe; 7. formuleert onderzoeksvraag (van vraagstelling naar probleemstelling); 8. begrijpt welke methodiek past bij de onderzoeksvraag.
Onderzoekende houdingen literatuur (naast punten niveau 1 en 2) De DIO: 1. kan goede bronnen toepassen en verbindt verschillende soorten informatie met elkaar en komt daarmee tot eigen ideeën om een vraagstuk op te lossen (kritisch zijn en willen vernieuwen); 2. realiseert een vernieuwing in één specifieke situatie (willen vernieuwen); Zelf onderzoek doen (begrijpen rode draad onderzoekscyclus) 3. formuleert in het kader van een praktijkgericht onderzoek een doelstelling en een onderzoeksvraag of onderzoeksvragen in overleg met en aansluitend bij de vraag van de eventuele opdrachtgever (vraagarticulatie) en op basis van reeds bestaande evidentie (LOP-F2.4/2.4); 4. maakt onderbouwde keuzes voor het ontwerp van een praktijkgericht onderzoek en daarbij passende instrumenten (LOP-F2.4/2.5); 5. analyseert de in het praktijkgericht onderzoek verkregen data volgens de daartoe geldende normen (LOP-F2.4/2.6); 6. communiceert zowel mondeling als schriftelijk adequaat over de opzet, het verloop en de resultaten van het praktijkgericht onderzoek volgens de daarvoor geldende regels, concludeert op basis van de bevindingen en de bestaande evidentie welke vervolgstappen nodig zijn en geeft praktische aanbevelingen (LOP-F2.4/2.7); 7. bepaalt op basis van daarvoor bestaande procedures of het praktijkgericht onderzoek moet worden voorgelegd aan een ethische commissie (LOPF2.4/2.8). VOEDING & DIËTETIEK
105
VOEDING & DIËTETIEK
Stamcompetentie
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Samenwerken
(vakkennis en
(teamroutines en
(zelfredzaamheid)
vaardigheden)
vakvaardigheid)
* veel evalueren en
* veel onthouden/
* veel toepassen/
begrijpen De diëtist heeft het vermogen om: A. op een effectieve wijze samen te werken met professionals zowel vanuit de eigen discipline als in inter/multidisciplinaire setting (LOP-E2/3a); B. op dusdanige wijze samen te werken dat dit het (behandel/werk) proces ondersteunt (LOP-E2/3b); C. doelbewust te communiceren met en informeren van anderen om afstemming mogelijk te maken (LOP-E2/3c).
106
VOEDING & DIËTETIEK
De DIO: 1. stelt leren van elkaar centraal in de samenwerking; 2. kent het belang van diversiteit in teams om optimaal te leren van elkaar; 3. herkent eigen rol en inbreng, persoonlijke kwaliteiten en affiniteiten; 4. kan kwaliteiten en affiniteiten van teamleden bespreekbaar maken; 5. herkent de andere betrokken disciplines en weet wie over bepaalde informatie/kwaliteiten beschikt; 6. komt afspraken na; informeert anderen over eigen activiteiten en houdt zich op de hoogte van activiteiten van anderen (toepassen).
creëren
analyseren naast punten van niveau 1)
(naast punten niveau 1 en 2)
De DIO: 1. leert van samenwerken; 2. kan gebruik maken van diversiteit in een team; 3. kan samenwerken in een multidisciplinair team (kan over grenzen van eigen discipline heenkijken) en kan een juiste inschatting maken op welke wijze hij zijn vakkennis en vaardigheden kan inzetten om tot het gewenste resultaat te komen; 4. streeft gezamenlijke doelen na; wisselt informatie en ideeën uit met anderen en geeft en vraagt reactie; 5. doet concessies om tot gezamenlijk doel of resultaat te komen; stelt op basis van meningen van anderen, eigen gedachten/ handelingen bij.
De DIO: 1. werkt op effectieve wijze samen met professionals zowel vanuit de eigen discipline als in multidisciplinaire setting (LOPF2.3/2.2) 2. initieert en stimuleert samenwerkingsvormen/ verbanden/relaties en betrekt relevante partijen in besluitvorming en houdt daarbij rekening met hun kwaliteiten om tot het gewenste resultaat te komen; 3. beweegt anderen tot samenwerken en zorgt ervoor dat het resultaat wordt ervaren als een gezamenlijke verantwoordelijkheid; 4. toont verantwoordelijkheid voor groepsproces; toont initiatief, doet voorstellen, komt met suggesties; 5. werkt met andere professionals en organisaties samen om gezamenlijk resultaten te bereiken op basis van de geformuleerde doelstellingen (LOP-F2.6/2.16); 6. draagt de eigen deskundigheid uit zowel binnen de eigen organisatie als in het overleg met andere professionals en andere organisaties om zo duidelijk aan te geven wat de mogelijkheden en de positie van de diëtist zijn.
VOEDING & DIËTETIEK
Stamcompetentie
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Communiceren
(vakkennis en
(teamroutines en
(zelfredzaamheid)
vaardigheden)
vakvaardigheid)
* veel evalueren en
* veel onthouden/
* veel toepassen/
begrijpen De diëtist heeft het vermogen om: A. effectief te communiceren met cliënten en professionals bij het realiseren van de te behalen doelen (LOP-E2/2a); B. zich helder en eenduidig te uiten in rapporten en presentaties (LOP-E2/2b).
De DIO: 1. schrijft grammaticaal correct, spelt goed; 2. kent de elementen van een (schriftelijke) (deel) rapportage aan zorgverleners, (cliëntdossiers) volgens vaststaande procedure; 3. kan basisgesprekstechnieken toepassen, bijvoorbeeld: Luisteren-Samenvatten-Doorvragen; 4. houdt bij contacten van verschillend niveau rekening met afwijkende behoeften en belangen; herkent tegenstellingen en kiest een geschikt communicatiemiddel; 5. bejegent personen open en respectvol, stelt open vragen en heeft belangstelling voor anderen; 6. Maakt oogcontact met gesprekspartner. 7. weet aan welke eisen een presentatie moet voldoen (begrijpen); 8. kent bestaande communicatiemiddelen, relevant voor het vak van diëtist.
creëren
analyseren (naast punten van niveau 1)
(naast punten niveau 1 en 2)
De DIO: 1. houdt rekening met de behoefte en belangen van de ander (zorgt voor begrijpelijk en aansprekend taalgebruik) - schrijft en redigeert interne en externe documenten; 2. kan een (schriftelijke) (terug-) rapportage (cliëntdossiers) maken aan zorgverleners volgens vaststaande procedure; 3. kan voor een complex vraagstuk een rapportage maken waarbij zij diverse invalshoeken betrekken; 4. past de gesprekstechnieken toe op het juiste moment, durft daarbij lastige situaties bespreekbaar te maken; en laat hierbij zien om te kunnen gaan met weerstand; 5. houdt bij contacten van verschillend niveau rekening met afwijkende behoeften en belangen; herkent tegenstellingen; 6. past de presentatie aan voor de doelgroep; 7. kiest een geschikt communicatiemiddel (professioneel gebruik sociale/digitale media).
De DIO: 1. communiceert effectief met cliënten en andere professionals en rapporteert en presenteert correct volgens de daartoe geldende normen (LOP-F2.2/2.1). 2. schrijft en redigeert documenten over complexe onderwerpen; 3. voert gesprekken in al dan niet complexe situaties (gevoelige onderwerpen, tegenstellingen en belangen) en voorkomt weerstand; 4. formuleert met anderen vraagstukken op strategisch niveau en behandelt gevoelige onderwerpen binnen een complexe context en houdt daarbij goed rekening met tegenstellingen en belangen; 5. past een presentatie aan voor de doelgroep en maakt daarbij gebruik van zijn eigen visie.
VOEDING & DIËTETIEK
107
VOEDING & DIËTETIEK
Stamcompetentie
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Werken aan kwaliteit
(vakkennis en
(teamroutines en
(zelfredzaamheid)
vaardigheden)
vakvaardigheid)
* veel evalueren en
* veel onthouden/
* veel toepassen/
begrijpen De diëtist heeft het vermogen om: A. zorgvuldig en adequaat te handelen gericht op het werken volgens afgesproken kwaliteitsnormen; B. de kwaliteit van werkprocessen en/of uitkomsten te verbeteren.
108
VOEDING & DIËTETIEK
De DIO: 1. kent de geldende vakkennis, procedures, regels en kwaliteitsafspraken; 2. hanteert een transparante werkwijze en heeft inzicht in zijn eigen fouten en kwaliteiten (duidelijk naar projectgroep, stage etc.).
creëren
analyseren (naast punten van niveau 1)
(naast punten niveau 1 en 2)
De DIO: 1. past de geldende procedures, regels en kwaliteitsafspraken toe en herkent en benoemt afwijkingen; 2. is duidelijk naar andere collega’s over eigen werkwijze, hanteert in eigen gedrag een voorbeeldfunctie.
De DIO: 1. stimuleert en onderneemt met anderen acties ter verbetering van de geldende procedures, regels en kwaliteitsafspraken; 2. wijkt beargumenteerd af van procedures, regels en richtlijnen zodat ongewenste resultaten worden voorkomen of kwaliteit wordt verhoogd; 3. beoordeelt de kwaliteit van producten en diensten, op systematische wijze, conform relevante wet- en regelgeving en met behulp van relevante kwaliteitsinstrumenten (LOP-F2.6/2.17).
VOEDING & DIËTETIEK
Lesdagen en vakanties/ Jaarplanning Jaarindeling studiejaar 2015-2016
Vastgesteld in CvB-vergadering d.d. 3-6-2014/CvB-besluitnr.2014/605
wk
datum
Onderwijsweek
bijzonderheden
34
17-aug-15
1
herkansing/opstart
35
24-aug-15
2
introductie
36
31-aug-15
3
Start 1e semester
37
7-sep-15
4
38
14-sep-15
5
39
21-sep-15
6
40
28-sep-15
7
41
5-okt-15
8
42
12-okt-15
9
43
19-okt-15
10
44
26-okt-15
Herfstvakantie
45
2-nov-15
11
46
9-nov-15
12
47
16-nov-15
13
48
23-nov-15
14
49
30-nov-15
15
50
7-dec-15
16
51
14-dec-15
17
52
21-dec-15
Kerstvakantie
Kerstmis, donderdag 25 december - vrijdag 26 december 2015
53
28-dec-15
Kerstvakantie
Nieuwjaarsdag, donderdag 1 januari 2015
1
4-jan-16
18
2
11-jan-16
19
3
18-jan-16
20
4
25-jan-16
21
5
1-feb-16
22
Start 2e semester
6
8-feb-16
Voorjaarsvakantie
Carnaval 7 t/m 9 februari 2016
7
15-feb-16
23
8
22-feb-16
24
9
29-feb-16
25
10
7-mrt-16
26
11
14-mrt-16
27
12
21-mrt-16
28
Goede vrijdag, vrijdag 25 maart 2016
13
28-mrt-16
29
2e Paasdag maandag 28 maart 2016
24 oktober t/m 1 november 2015 Herfstvakantie
VOEDING & DIËTETIEK
109
VOEDING & DIËTETIEK
110
14
4-apr-16
30
15
11-apr-16
31
16
18-apr-16
32
17
25-apr-16
33
Koningsdag woensdag 27 april 2016
18
2-mei-16
Meivakantie
Bevrijdingsdag, donderdag 5 mei; Hemelvaartsdag donderdag 5 mei
19
9-mei-16
34
20
16-mei-16
35
21
23-mei-16
36
22
30-mei-16
37
23
6-jun-16
38
24
13-jun-16
39
25
20-jun-16
40
26
27-jun-16
41
27
4-jul-16
42
Jaarafsluiting
28
11-jul-16
43
Jaarafsluiting
29
18-jul-16
Zomervakantie
Nijmeegse vierdaagse 19 juli t/m 22 juli 2016
30
25-jul-16
Zomervakantie
Zomervakantie 16 juli 2016 t/m 21 augustus 2016
31
1-aug-16
Zomervakantie
32
8-aug-16
Zomervakantie
33
15-aug-16
Zomervakantie
34
22-aug-16
Herkansing/opstart
35
29-aug-16
Introductie
36
5-sept-16
VOEDING & DIËTETIEK
Start studiejaar 2016/2017
2e Pinksterdag maandag 16 mei 2016
Maandag 5 september 2016
VOEDING & DIËTETIEK
VOEDING & DIËTETIEK
111
Wil je meer informatie? Stuur dan een mail naar
[email protected] of bel tussen 09.00 en 17.00 uur naar (024) 35 30 500. Kijk ook op www.han.nl
Bezoekadres HAN-campus Nijmegen Kapittelweg 33 6525 EN Nijmegen