Strategisch beleidsplan 2008 - 2012
Inhoudsopgave
Om te beginnen
Om te beginnen /2
Dit plan is de uitkomst van 9 maanden denken, discussiëren en schrijven over de toekomst van stichting Taalvorming. Dat deden we met ons team, met ons bestuur en met een aantal externe deskundigen. Allen dank voor de denkkracht en toewijding. Ons werk als zelfstandige stichting, opgericht in 1999 maar pas werkgever vanaf 2005, ontwikkelt zich steeds verder. In dit plan geven wij de richting aan waarin wij ons willen ontwikkelen, de inhoudelijke en zakelijke prioriteiten in de komende jaren. Ons uitgangspunt daarbij blijft: we zijn een financieel gezonde non-profit organisatie.
Visie en missie /3 Doelgroepen /4 Taalvorming in de samenleving /5 Strategische aanpak /8 Bereik /8 Kwaliteit /12 Innovatie /13 Interne organisatie /14
Allereerst verwoorden wij de visie en missie, waarop we ons werk baseren. In de tweede paragraaf gaan wij in op onze doelgroepen. In het derde gedeelte beschrijven we Taalvorming in de samenleving: wat zijn onze kansen en wat zijn de moeilijkheden die we tegen kunnen komen. Onze streefdoelen en onze strategische aanpak voor de komende jaren beschrijven we in de vierde paragraaf. Deze aanpak heeft een aantal kanten: vergroten van ons bereik in de gewenste richting, behoud en versterking van de kwaliteit en innovatie.
Bijlage: samenwerkingsverbanden /15
In dit plan staan de grote lijnen. Uitwerkingen komen in aparte plannen aan de orde: een personeelsplan en een plan voor marketing en communicatie tot 2012; een begroting per kalenderjaar en een activiteitenplan per schooljaar.
Visie en missie
Onze missie Taalvorming maakt mensen op creatieve wijze bewust van hun mogelijkheden zich uit te drukken. Zij stimuleert mensen deze mogelijkheden uit te breiden, zodat ze met zelfvertrouwen kunnen communiceren in de samenleving.
Taal is een van de belangrijke creatieve uitdrukkingsmogelijkheden van mensen. Ieder mens leert op eigen kracht taal, omdat hij of zij taal nodig heeft om te leven met zichzelf en met anderen. Hoe vruchtbaarder de omstandigheden, hoe beter het leren van taal gaat. Taalvorming werkt aan het ondersteunen en verrijken van het eigen taalvermogen van kinderen, jongeren en volwassenen. Taalvorming gaat uit van kansen in plaats van problemen. Ieder mens, met welke culturele achtergrond en welk taalniveau dan ook, is in staat tot communiceren. Het gaat erom bij iedereen communicatieve vermogens te vergroten. Dat komt de persoonlijke ontwikkeling van mensen ten goede, maar dat niet alleen. Ook de inbedding van al die verschillende culturen in de Nederlandse samenleving heeft daar voordeel van. De diversiteit van de samenleving zien wij als positief. Achtergrond van onze werkwijze is de theorie van de meervoudige intelligentie. Mensen hebben meer intelligenties dan alleen een talige of een logisch-mathematische; ze hebben bijvoorbeeld ook een sociale, een bewegings- en een interpersoonlijke intelligentie. Vanuit deze gedachte kan het onderwijs veelzijdiger en effectiever worden ingericht. De creatieve invalshoek van Taalvorming levert een bijdrage aan de verbetering en vernieuwing van het onderwijs en slaat een brug tussen de cognitieve en de persoonlijke, creatieve taalontwikkeling van mensen. Taalvaardigheid vormt de basis van een goed functionerende democratie. Wie zich niet goed in taal kan uitdrukken, kan niet goed gebruik maken van democratische grondrechten als vrijheid van meningsuiting en recht van spreken. Naar anderen kunnen luisteren en kritisch lezen zijn hierbij noodzakelijke vaardigheden. Wij werken met Taalvorming aan de ontwikkeling van deze vaardigheden vanaf jonge leeftijd en in deze zin aan goed burgerschap. In al ons werk zijn werkvormen uit de literaire vorming, uit het theater en de beeldende kunst de basis. Onze kunsteducatie achtergrond is essentieel: we praten, spelen, schrijven, tekenen met groepen. We maken gebruik van inspiratiebronnen uit de kunst en het cultureel erfgoed: boeken, gedichten, beeldende kunst, muziek, fotografie. We zoeken met onze groepen naar kunstzinnige verbeelding zowel op papier als in spel.
Doelgroepen
Samengevat is de kernbelofte van Taalvorming:
Onze expertise is opgebouwd in, maar ook buiten het onderwijs vanaf 1975, toen de Taaldrukwerkplaats is opgericht binnen de toenmalige Werkschuit. Alle plekken waar ruimte is voor onze benadering van taal en kunsteducatie zijn geschikt om Taalvorming in te zetten. Op dit moment zijn onze doelgroepen divers: kinderen, jongeren, volwassenen (m.n. ouders), professionals.
De beproefde creatieve werkwijze van Taalvorming levert duidelijk waarneembare verbeteringen op in attitude en communicatieve vaardigheden van professionals binnen de school én de kinderen/jongeren/volwassenen waar zij mee werken. Voor de school betekent dit het volgende: - De aanpak draagt ertoe bij dat leerlingen een betere plek op deze wereld krijgen - Het resultaat van de begeleiding is snel waarneembaar en duurzaam - Professionals én de mensen waarmee zij werken hebben baat bij de aanpak - De werkwijze is op maat van de organisatie - Het proces is in goede handen, men profiteert van jarenlange ervaring van consulenten Taalvorming
De kern van ons werk ligt in het onderwijs. Daar staan mensen aan het begin van hun leven en ontwikkeling en kan er veel gewonnen worden op taal- en creatief gebied. Bovendien werken binnen het onderwijs (Primair en Voortgezet) veel mensen en instanties met elkaar samen: kinderen/jongeren, ouders, leerkrachten, voorschool, buurt, culturele infrastructuur. Werken met Taalvorming levert al deze groepen in en rond school een werkwijze op die het zelfvertrouwen versterkt, de communicatiemogelijkheden en culturele deelname aan het leven in Nederland vergroot. Als meerdere groepen in en rond de school gebruik maken van Taalvorming heeft dit een ‘stapeleffect’: 1+1=3. Binnen de school ervaren de verschillende groepen dat iedereen met hetzelfde bezig is, er ontstaan meer persoonlijke verbindingen en gezamenlijke ervaringen. Taalvorming maakt de school als leefgemeenschap concreet. Daarbij gaat het om alle mogelijke combinaties en dwarsverbindingen, bijvoorbeeld kinderen én leerkrachten, kinderen én ouders, kinderen én culturele instelling, ouders én leerkrachten. Wij leveren onze doelgroepen deskundigheid en begeleiding op drie gebieden: - Vernieuwing van taalonderwijs - Koppeling van taalonderwijs aan cultuureducatie - Verbetering van de sociale vaardigheden van mensen en de communicatie tussen mensen Dit aanbod is interessant voor alle scholen, maar sluit het best aan bij scholen die communicatie en creativiteit zien als speerpunten om veranderingen te kunnen realiseren. Achterliggende visie van deze scholen is dat creativiteit binnen de school en de interactie tussen docent, leerling en ouders ervoor kunnen zorgen dat de school maxi
maal bijdraagt aan een goede plek in de wereld voor de leerling. Bij dit proces is professionalisering nodig. Taalvorming biedt het team praktische ondersteuning bij deze professionalisering. Vanuit deze visie is geen school hetzelfde: de nadruk ligt op creatieve processen en oplossingen binnen elke specifieke school. Dat betekent dat we elke school op maat begeleiden. De komende jaren willen we inzetten op trajecten met meer dan één doelgroep in en rond de school vanwege het 1+1=3 effect.
Taalvorming in de samenleving:
kansen en bedreigingen, sterktes en zwaktes We beginnen met de kansen voor Taalvorming in de samenleving. Op demografisch gebied kunnen we constateren dat er grote groepen in de bevolking zijn en voorlopig blijven, die een taalachterstand hebben. Bovendien wordt op scholen in stedelijke gebieden de samenstelling van de groepen steeds diverser en neemt het niveauverschil tussen de kinderen steeds verder toe. Politiek gezien is er op dit moment veel aandacht voor gebieden en doelgroepen waar wij mee bezig zijn: taalachterstand, culturele verscheidenheid en de problemen die dat geeft, de rol en integratie van ouders, talentontwikkeling van kinderen en samenwerkingsverbanden tussen cultuur en onderwijs. Onze markt ligt vooral in het onderwijs. We moeten dus naar de kansen daar kijken. In het Primair en het Voortgezet Onderwijs wordt interactief onderwijs breed gedragen: de noodzaak voor leerkrachten om meer gebruik te maken van interactie in het onderwijs. Ook de term passend onderwijs wordt steeds meer gehanteerd: zorg voor de differentiatie tussen kinderen in een groep. Er is veel aandacht voor kunst- en cultuureducatie en voor sociaal- emotionele competenties van kinderen. Het grensgebied tussen cognitieve en creatieve vermogens van kinderen en jongeren wordt interessant gevonden. Ook is er een toenemend besef dat de kwaliteit van onderwijs in grote mate bepaald wordt door de competenties van leerkrachten/docenten en dat daar dus op ingezet moet worden.
Taalvorming in de samenleving We nemen ons voor de ontwikkelingen in het onderwijs in de komende jaren nauwkeurig te blijven volgen en daarbij te letten om mogelijkheden voor onze manier van werken. Uiteraard staan er tegenover kansen ook bedreigingen. Politiek gezien is het voor ons lastig dat het beleid op het gebied van onderwijs en cultuur nogal wisselend is en erg op de korte termijn gericht. Ook de tendens om steeds meer kwantitatief te meten is in ons nadeel: wij werken met langere termijndoelen en vooruitgang in creativiteit en taalbeheersing is niet makkelijk kwantitatief te meten. Bij de politiek worden we ook regelmatig heen en weer geschoven als een hete aardappel: horen we nu bij onderwijs of bij cultuur? Het opereren op een grensvlak zoals wij doen is met name financieel gezien niet altijd in ons voordeel. Op het gebied van onderwijs zijn er ook een aantal bedreigingen. Allereerst de positie van individuele scholen ten opzichte van hun schoolbestuur; met het invoeren van de lump-sum-financiering in het onderwijs zijn nog veel onduidelijkheden: voor individuele scholen is het soms moeilijk om genoeg financiering bij elkaar te krijgen. Verder lopen wij regelmatig aan tegen een gebrek aan goede, stabiele directies, die zowel inhoudelijk en financieel langere lijnen kunnen uitzetten. Een derde factor van belang is de overbelasting binnen het onderwijs, of in ieder geval: het gevoel van overbelasting. Naast deze kansen en bedreigingen die vanuit ontwikkelingen in de samenleving te constateren zijn, hebben wij als organisatie natuurlijk ook onze sterke en zwakke punten. Allereerst de sterke punten. - Het merk Taalvorming - Jarenlange, goede reputatie - Producten ontwikkeld in de praktijk - Onderscheidend aanbod met de combinatie van taalonderwijs en kunsteducatie - Product op maat - Differentiatie binnen groepen - Goede begeleiding in de praktijk - Interne organisatie - Bevlogen team medewerkers
Taalvorming in de samenleving - Korte lijnen - Multidisciplinair/ diversiteit in achtergrond - Sfeer van vertrouwen - Variabele/gevarieerde werkomgeving - Goede begeleiding, persoonsgericht - Ruimte voor initiatief En dan de zwakke punten: wat betreft het merk Taalvorming kunnen we zeggen dat onze naamsbekendheid niet optimaal is en dat onze PR te zwak ontwikkeld is. Daardoor is onze profilering naar buiten toe regelmatig te smal en nog gebaseerd op ‘oude beelden’ (Oh, jullie zijn van het taaldrukken…) Ook de moeilijke meetbaarheid van de resultaten in kwantiteit en het feit dat wij vaak langdurige processen begeleiden, die moeilijker zichtbaar zijn, zijn zwakke punten van het merk Taalvorming. Intern zijn er ook een aantal zwakke punten. We hebben een democratische traditie en dat heeft voors en tegens. Processen kunnen daardoor soms traag zijn. Verder zijn de loopbaanmogelijkheden beperkt, waardoor ambitieuze jonge mensen moeilijk vast te houden zijn. Het team bestaat voor driekwart uit zeer ervaren vrouwen van boven de veertig (en de helft daarvan boven de 50) en een aantal junioren, er is weinig deskundigheid daar tussenin. Dat is een bedreiging voor het werk. Verder zijn wij ook qua sexe zeer eenzijdig samengesteld, het is een vrouwenbolwerk. Vanuit onze democratische traditie hebben we er discussies over of dit nu een voor- of een nadeel is. We zijn er nog niet uit en verwachten dat op dit éne punt in 2012 ook nog niet te zijn…
Strategische aanpak Onze ambities in de komende jaren liggen op drie vlakken: - Het bereik en de declarabele uren vergroten - De kwaliteit behouden en verbeteren - Onze innovatieve rol verder ontwikkelen Hieronder beschrijven we in grote lijnen deze ambities en de aanpak die we in de komende jaren gaan uitvoeren om die ambities te bereiken.
Bereik Op dit moment (2007) vindt meer dan 75% van onze activiteiten in het Primair Onderwijs plaats met kinderen, leerkrachten en ouders. Het Voortgezet Onderwijs beslaat ongeveer 15% van onze activiteiten. Daarnaast zijn er ook een aantal incidentele groepen, waar we mee werken: volwasseneneducatie, buurtinitiatieven. Vanuit deze groepen komen vaak nieuwe contacten voort met het onderwijs.
Wij streven naar meer declarabele uren in 2012: van bijna 7500 uren in het schooljaar 2006-2007 naar 10.000 uren in 2012. Door ons aantal declarabele uren omhoog te brengen scheppen we meer mogelijkheden voor nieuw personeel en voor innovatie in ons beleid. Van belang is nog de term klant. Wij hebben verschillende soorten klanten: klanten die we met begeleidingstrajecten redelijk intensief bereiken en klanten waar we minder intensieve contacten mee hebben (zij volgen bijvoorbeeld workshops/trainingen, bestellen onze producten). De uitbreiding van het aantal klanten zit vooral in deze laatste, minder intensieve groep. Bij het HBO streven we ernaar om naast de uitbreiding van klanten van de tweede categorie ook het aantal uren te vergroten, doordat trainingen een opstap kunnen zijn voor het ook door ons uitvoeren van activiteiten op het HBO.
In 2012 streven wij naar een verschoven verdeling: het aandeel Voortgezet Onderwijs en Hoger Beroeps Onderwijs gaat omhoog. Taalvorming is goed bruikbaar in het VO, het biedt een bijdrage aan de grote problemen die op dit moment ervaren worden in het VO: inclusief onderwijs, interactief onderwijs, ondersteuning van docentkwaliteiten. In het HBO worden de leerkrachten en docenten opgeleid die later weer in de praktijk van VO en PO gaan werken. De werkwijze van Taalvorming kan door onze grotere inzet in het HBO meer spreiden, zonder dat wij daar fysiek aan te pas hoeven te komen. Wij zien onszelf vooral als organisatie die tweedelijns werkt, uitbreiding naar het HBO is daarvan een logisch gevolg. In het Primair Onderwijs willen we niet minder doen, maar we willen onze plannen voor uitbreiding vooral in het Voortgezet en HBO-onderwijs realiseren.
Hiernaast de verschuiving in schema.
Huidige verdeling Uren
Klanten
Streefverdeling
Uren
Klanten
Primair Onderwijs (PO)
3786,5
79
4000
100
PO Ouders
1993
10
2000
16
Voortgezet Onderwijs (VO)
1020,5
7
2000
10
Volwassenen Educatie
233
2
500
6
Buurtproject
418,5
1
500
2
Hoger Beroeps Onderwijs (HBO)
45,5
8
100o
30
7497
98
10000
164
Totaal
Klanten
Uren
Streef klanten
Streef uren
Strategische aanpak - Bereik Meerjarenplan bereik vergroten
tiegebied. Daaraan gekoppeld is een vernieuwing van werkwijzen, die permanent doorgaat. Belangrijk om in de komende jaren uit te werken is de werkwijze van 1+1=3: het met verschillende groepen binnen de school werken. Concreet gaan wij dit vormgeven in het programma SAMEN, waarin wij verschillende groepen in school (ouders, kinderen, leerkrachten) en culturele instellingen in buurt en stad bij elkaar willen brengen. De nieuwe inhoudelijke impuls die SAMEN geeft, heeft ook voor het bereik goede gevolgen. Zie voor een korte beschrijving van SAMEN de ambitie ‘innovatieve rol’. Verder is het van belang om contacten in de wereld van de wetenschap te onderhouden. Wij streven ernaar om een of twee onderzoeken te laten doen, met name naar de opbrengst van het werken met taalvorming. Dat heeft inhoudelijk aspecten, maar natuurlijk is het ook goed te gebruiken in de netwerkopbouw.
Om een dergelijke uitbreiding te realiseren moeten we bestaande activiteiten uitbouwen en nieuwe activiteiten ontwikkelen. Per werkveld geven we aan welke activiteiten we nu al doen en welke activiteiten we willen uitbouwen in de komende jaren. Primair Onderwijs De activiteiten die wij in het Primair Onderwijs ontplooien zijn: begeleiding taalvorming en drama in diverse vormen, bijscholing leerkrachten, samenwerkingsprojecten met musea/kunstenaars/bibliotheken, ontwikkelprojecten, cursussen taal en ouderbetrokkenheid. Het aandeel van Primair Onderwijs in de doelgroepencirkel neemt iets af in procenten, en gaat in volume iets omhoog. Gezien bedreigingen en kansen betekent het dat we extra inspanningen moeten leveren. Die liggen op het gebied van netwerkonderhoud en uitbouw en op inhoudelijk gebied.
Voortgezet Onderwijs In het Voortgezet Onderwijs willen we het aantal uren verdubbelen en het aantal klanten uitbreiden. In het seizoen 2006-2007 hebben we verschillende activiteiten ontplooid op het gebied van Voortgezet Onderwijs, variërend van kennismakingsprojecten taal en drama tot intensieve begeleiding en trajecten voor risicojongeren. Uit onze ontwikkelde expertise moet in het jaar 2008 een helder aanbod komen: wat hebben wij het VO te bieden? Dat betreft een aanbod voor begeleiding op scholen, maar ook een nascholingsaanbod voor docenten. Met dit aanbod kunnen we extra inspanningen leveren op het gebied van netwerkuitbouw en inhoudelijke ontwikkelingen.
Netwerkonderhoud en -uitbouw moet met besturen van het Primair Onderwijs, met directeuren van scholen en met instellingen waarmee we samenwerken (musea, bibliotheken, onderwijsbegeleidingsdiensten, kunstenaars). Kwantificeerbaar is deze inspanning niet, maar het moet voortdurend in het achterhoofd van alle medewerkers zitten. Zichtbaarheid op conferenties is wel kwantificeerbaar: we nemen ons voor elk jaar op tenminste drie conferenties een presentatie/workshop te doen. Ook regelmatige publicaties zijn van belang. Bij elk ontwikkeltraject hoort een publicatie, tot 2012 zijn dat er tenminste 3 (mogelijk in samenwerking met een uitgever). Ook nemen wij ons voor elk jaar tenminste 2 artikelen in vakbladen (onderwijs, kunst, sociale omgeving) te publiceren.
Inhoudelijk willen we aansluiten bij een aantal ontwikkelingen in het VO: de aandacht voor docentcompetenties, de aandacht voor inclusief onderwijs en voor sociaal-emotionele competenties van leerlingen, taal en het nieuwe leren, een andere manier van vreemde talen onderwijs. Scholing van medewerkers en een voortdurende ver-
Inhoudelijk betekent het een voortdurende scholing van onze medewerkers op onderwijs- en kunsteduca10
Strategische aanpak - Bereik nieuwing van werkwijzen zal ook hier nodig zijn. Ook in SAMEN wordt er met een aantal VO-scholen samengewerkt, met gunstige gevolgen voor bereik en uren.
ons werk. Dat zijweggetje willen we niet uitbreiden, maar ook niet afsluiten: in het denken over onderwijs en vooral bij Brede Scholen is de samenhang met de buurt altijd aanwezig. Het is belangrijk dat wij kennis hebben en ontwikkelen op dit terrein.
Een netwerk binnen het Voortgezet Onderwijs hebben we tot nu toe bijna niet. Dat moeten we in de komende jaren gaan opbouwen, mede door met andere partners samen te werken (onderwijsbegeleidingsdiensten, musea, bibliotheken, kunstenaars). Deelname aan netwerken en conferenties voor het VO en publicatie van tenminste één artikel per jaar kan daaraan meewerken: wij moeten onze naam op dit gebied opbouwen. Dat kost tijd. In ons marketingplan besteden wij hier verder aandacht aan.
Hoger Beroepsonderwijs en Onderwijsbegeleidingsdiensten Veel docenten in het HBO kennen Taalvorming. Ze kennen onze publicaties. Uit onderzoek blijkt dat ze belangstelling hebben voor bijscholing op het gebied van Taalvorming. De invoering van ‘taalminoren’ op de Pabo’s kan ook een nieuwe kans voor ons zijn. Met onderwijsbegeleidingsdiensten liggen de zaken anders. In principe opereren wij op dezelfde markt als zij. Met de Onderwijsbegeleidingsdienst in Amsterdam hebben wij een goede samenwerkingsrelatie opgebouwd, waarin we de wederzijdse deskundigheid waarderen. Deze manier van samenwerking willen wij graag naar andere diensten uitbreiden. Het totale urenbereik was in 2006-2007 bijna nihil. Wij willen dit tot een substantieel aantal uren (1000) opvoeren. Dat betekent inspanningen op verschillende gebieden: - bijscholingscursussen voor Pabodocenten en medewerkers van Onderwijsbegeleidingsdiensten, die ook intervisietrajecten omvatten - met Pabo’s die nu tot ons netwerk behoren plannen ontwikkelen waarin Taalvorming ook een actieve uitvoerende rol speelt. - met onderwijsbegeleidingsdiensten samenwerkingsplannen ontwikkelen, waarin Taalvorming delen van de begeleiding van scholen uitvoert. - het ontwikkelen van een website waar studenten/docenten/leerkrachten met elkaar kunnen uitwisselen wat zij met taalvorming doen. Deze site heeft ook een ‘helpdesk’functie. Voor dit het ontwikkelen van dit plan moet projectsubsidie gevonden worden, onderhoud is mogelijk kostendekkend via abonnementen te financieren. Samenwerking met een andere organisatie (bv. de Activiteit) moet in dit verband onderzocht worden.
Volwassenen In het seizoen 2006-2007 hebben we met volwassenen (ROC-maatwerkgroepen en groepen die NT2 onderwijs kregen) vooral met cursisten, dus eerstelijns gewerkt. In 2012 willen wij een positie op de markt van deskundigheidsbevordering voor NT2 docenten veroverd hebben. Onze aanpak van het werken met volwassenen is vooral gericht op werken vanuit intrinsieke motivatie van de deelnemers. Vanuit het werkveld is grote behoefte aan een werkwijze op dit gebied. We hebben dus meer uren en meer klanten in ons ambitieschema voor 2012 gezet. Inhoudelijk moeten we daarvoor inspanningen verrichten: een goed cursusprogramma ontwikkelen, zo mogelijk in samenwerking met een andere partner op dit gebied. De inspanningen qua contacten en netwerkopbouw zijn groot: allereerst samenwerkingspartners identificeren en vervolgens met grote en kleine aanbieders van volwasseneneducatie overleggen over ons aanbod. Ook hier is aanwezigheid op conferenties en netwerkbijeenkomsten van groot belang. Buurtprojecten Het aandeel buurtprojecten blijft in ons ambitieschema ongeveer gelijk. Buurtprojecten zijn een zijweggetje van 11
Strategische aanpak - Kwaliteit Kwaliteit behouden en verbeteren: een meerjarenplan
De laatste maatregel om onze kwaliteit naar buiten toe te bewijzen en te garanderen is de aanvraag van een CEDEO-erkenning in 2008. CEDEO doet hiervoor een klanttevredenheidsonderzoek, dat zij elke 2 jaar herhaalt. Een erkenning volgt pas als 80% van de klanten tevreden tot zeer tevreden is. Voor nieuwe klanten is deze erkenning een bewijs van constante kwaliteit.
Een tweede ambitie is het behoud en de verbetering van onze kwaliteit. Daarbij doelen we zowel op de kwaliteitseisen die we aan onszelf stellen, als op de eisen die onze klanten aan ons stellen. Om deze ambitie te bereiken gaan we een aantal wegen in. Allereerst de noodzaak tot meer systematische evaluatie van ons werk met de klanten. Bij de afsluiting van elk traject wordt nu geëvalueerd met de klant, maar dat gebeurt niet altijd volgens een vaste systematiek. In 2008 willen wij een dergelijke systematiek ontwikkelen (op grond van de methodiek van ‘responsive evaluation’), zodat wij zelf een beter beeld krijgen van successen en knelpunten. Bij specifieke projecten en trajecten waarvoor aparte subsidies verkregen zijn, passen we deze zelf ontwikkelde systematiek aan, aan de vraag van de subsidieverstrekkers. Op de tweede plaats komt scholing van onze medewerkers op het gebied van onderwijsontwikkelingen en de versterking van begeleidingsvaardigheden. Onze klanten vragen steeds meer deskundigheid op beide gebieden: de vragen aan ons zijn gericht op inpassing van taalvorming in andere ontwikkelingen binnen de school en op vergroten van de vaardigheden van de leerkrachten. Dat alles vereist consulenten die up-to-date zijn op beide gebieden. In het uitgebreide personeelsplan concretiseren we deze plannen, zowel op het gebied van aannemen van nieuw personeel als op het scholen van huidig personeel. Dan de klanten. We willen hen graag een rol geven in de kwaliteitsbewaking. De opzet van een klantenpanel, dat één à twee keer per jaar bij elkaar komt zien wij als een goede manier daarvoor. In dit panel worden onze plannen besproken, van commentaar en adviezen voorzien.
12
Strategische aanpak - Innovatie Innovatieve rol van Taalvorming
De werkwijze wordt beschreven, we zoeken naar toepasbaarheid in het hele land. In 2012 willen we een scholing ontwikkeld hebben voor de werkwijze van SAMEN.
Taalvorming is altijd bezig met innovatie. Dat gebeurt zowel in het dagelijkse werk als in speciale projecten of trajecten. De dagelijkse werkelijkheid is de basis voor onze innovatie. Doordat wij op maat werken, bedenken we elke keer nieuwe oplossingen in onze werkwijze. Ook komen klanten regelmatig met een vraag die op de rand van ons kunnen ligt. Innovaties vinden dus voortdurend plaats op de plekken waar wij begeleiden. Ook ontwikkelen we regelmatig projecten (die door fondsen gefinancierd worden) om delen van ons werk verder te ontwikkelen. Intern is er veel uitwisseling over innovaties: we doen regelmatig intervisie in de teams; op een werkplek die een uitdaging is qua innovatie, werken vaak twee mensen vanwege de onderlinge ondersteuning en inspiratie. In de komende jaren willen we deze manier van innovatie doorzetten.
Bij innovatie is een belangrijke vraag altijd: wie gaat dat betalen? Van oudsher leggen wij nieuwe ontwikkelingen vast in publicaties, tot nu toe meestal in boeken en brochures. In 2005-2006 zijn daar filmfragmenten aan toegevoegd, die op internet gepubliceerd worden. Voor het ontwikkelen en vastleggen van deze innovaties hebben we altijd gewerkt met projectsubsidies. Dat blijft in de komende jaren een weg die openstaat: voor specifieke ontwikkelprojecten en met name de neerslag daarvan in een product vragen we bij fondsen subsidie aan. De ontwikkeling van SAMEN gaat echter verder: dat is een integrale ontwikkeling in ons werk, die alleen werkt als hij langlopend is. Wij streven dan ook naar een langlopende subsidie voor deze innovatie. In deze periode gaat het vooral om de ontwikkeling en uitvoering van SAMEN in Amsterdam. Als SAMEN in Amsterdam werkt, gaan we in 2011 landelijke subsidie aanvragen voor het ontwikkelen van landelijke toepasbaarheid en scholing van andere partners in deze werkwijze. Op kleine schaal streven we er ook naar om onze expertise te innoveren voor gebruik in het buitenland. Er zijn contacten met organisaties in België, Palestina en Mali. Onderhoud en uitbouw van dit werk geeft ons veel plezier en geeft interessante input ook voor ons werk in Nederland.
Een van de belangrijke innovaties die nu voor de deur staat is de ontwikkeling van de 1+1=3 benadering: het samenwerken met verschillende partners in en rond de school: kinderen, leerkrachten, ouders, brede school, culturele instellingen in de buurt. We gaan hiervoor een programma opzetten dat meerdere jaren loopt: SAMEN, dwarsverbanden in taal en cultuur. SAMEN gaan we ontwikkelen in een aantal buurten in Amsterdam. In 2009 starten we in 2 buurten, in 2012 willen we het programma opgezet hebben in 6 buurten in Amsterdam. In het kort: we ontwikkelen workshops, waarin verschillende groepen binnen de school participeren. Kunst is daarbij een aanleiding om met elkaar in gesprek te komen, te gaan spelen en schrijven. De workshops monden uit in een eindresultaat dat we tentoonstellen in samenwerking met een culturele instelling; dit eindresultaat wordt weer bezocht door groepen van andere scholen in de buurt. Zo gaan we ‘webben’ vormen in de buurt.
13
Interne organisatie
Administratieve processen:
In de periode 2008-2012 willen we onze interne organisatie verder professionaliseren: personeelsbeleid, administratieve processen en financieel management. Hieronder gaan we op elk van deze onderdelen kort in. Uitgebreid beschrijven we onze plannen in het personeelsplan 2008-2012.
Sinds de zelfstandige start van Taalvorming in september 2005 is er hard gewerkt aan de opbouw en professionalisering van de administratie. Er is een inzichtelijk overzicht ontwikkeld van alle activiteiten per schooljaar, de urenadministratie van de medewerkers, er is een ziekte- en verzuimbeleid. Een beschrijving van alle administratieve processen die er binnen Stichting Taalvorming spelen is eind 2007 gerealiseerd. We houden deze beschrijvingen in de komende jaren actueel.
Personeel:
Onze kernactiviteiten vereisen competenties en vaardigheden bij ons personeel die zij vaak pas na jarenlang werken (bij ons) kunnen opbouwen. Onze seniorconsulenten hebben die competenties en vaardigheden in huis. Naast deze hoog gekwalificeerde werkzaamheden voeren we verwante werkzaamheden uit op minder hoog niveau, die uitgevoerd kunnen worden door docenten van verschillende niveaus. Voortdurende scholing van alle medewerkers is noodzakelijk. Binnen het personeelsplan is een scholingsplan opgesteld.
Financiën:
Omdat we een kleine organisatie zijn komen alle financiële aspecten en processen op hetzelfde bureau terecht. Dit heeft als groot voordeel dat er altijd overzicht over het geheel is. Het nadeel is dat een iemand overal heel veel van moet weten. Daarom laten wij ons hierin ondersteunen door Stichting ASK. Deze samenwerking verloopt bijzonder prettig en die willen we dan ook nog jaren op deze manier continueren. Er is een cyclus ontwikkeld van begroten, bijhouden en verantwoorden. De boekhouding wordt bijgehouden m.b.v. Exact Online. Een beschrijving van alle financiële processen die er binnen Stichting Taalvorming spelen is eind 2007 gerealiseerd en wordt in de komende jaren actueel gehouden. Onze omzet bedraagt naar verwachting in 2008 rond € 440.000. In de komende jaren willen we de omzet verhogen tot € 620.000 in 2012.
In de komende jaren moet onze personeelsopbouw evenwichtiger worden, uitbreiding moet in de categorie 30-ers en 40-ers zitten met genoeg ervaring om de seniorwerkzaamheden uit te voeren. Om het personeel te behouden komen er loopbaanperspectieven: we gaan werken met projectleiders op verschillende werkgebieden (basisonderwijs, voortgezet onderwijs, HBO en OBD, SAMEN). Verder zijn er een aantal arbeidsvoorwaarden die het werken bij Taalvorming aantrekkelijk maken: de inhoudelijke aantrekkelijkheid van innovatie, een vaste aanstelling (een uitzondering in de branche van kunst en cultuur) en een redelijke beloning binnen de CAO-Kunsteducatie. In juni 2007 zijn er 15 medewerkers in dienst bij Stichting Taalvorming. Het gemiddeld aantal fte in schooljaar 2006/2007 is 7 fte. Wij streven naar een uitbreiding in 2012 tot maximaal 12 fte en maximaal 20 mensen. In 2008 willen we onze hele personeelscyclus op orde en beschreven hebben: functionering en beoordeling. Professionele hulp van buiten wordt zonodig ingeschakeld.
Bestuur en organisatie:
Ons bestuur bestaat uit 5 personen uit verschillende sectoren van de samenleving, die voor ons van belang zijn: onderwijs, musea, politiek. We hebben een bestuur op afstand, dat vier keer per jaar vergadert over de hoofdlijnen van het beleid. Met de penningmeester is regelmatig contact. Indien een bestuurslid aftreedt wordt in gezamenlijk overleg tussen directie en bestuur een nieuw bestuurslid gezocht. Deze manier van werken functioneert goed. We houden het zo. 14
Bijlage
Samenwerkingsverbanden in 2008-2012
Financiële samenwerkingspartners
In de afgelopen jaren hebben wij samenwerking opgebouwd met een aantal stedelijke en landelijke instellingen. Deze samenwerking vindt plaats op het niveau van management en uitvoering en met kleinere instellingen op het niveau van de directie. Onze intentie is deze samenwerking in de komende jaren voort te zetten. Uit onze ervaring blijkt tot nu toe dat er elk jaar partners bijkomen en af en toe een partner afvalt. De samenwerking wordt regelmatig geëvalueerd en kan wisselen in intensiteit per jaar.
In de loop van dit meerjarenplan worden nieuwe plannen ontwikkeld waarvoor geld van fondsen en subsidiegevers nodig is. We plannen daarbij samen te werken met: - Gemeente Amsterdam DMO - Stadsdelen Amsterdam - Amsterdams Fonds voor de Kunst - Stichting Kinderpostzegels - Prins Bernard Cultuurfonds - Oranjefonds - VSB fonds
De volgende partners horen in ieder geval bij ons in 2008: - Openbare Bibliotheek Amsterdam - ABC, onderwijsadviseurs - Stuurgroep Taalbeleid Amsterdam - Expertisecentrum Nederlands - B&A groep - Amsterdams Historisch Museum - FOAM - Kindermuseum Amsterdam - De Activiteit - Stichting Pedagogiekontwikkeling 0-7 - Kenniscentrum Verteltassen - Hogeschool Ipabo - Koninklijke Uitgeverij Van Gorcum
15