11/03/2016
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie Postbus 217, 3700 AH Zeist Telefoon : 030 697 3700
[email protected] E-mail Internetsite www.mijnheinzpensioen.nl
Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 41047264
Liquidatieverslag 2015 1-1-2015 t/m 31-10-2015
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
1
11/03/2016
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
2
11/03/2016
Bestuur en organisatie Samenstelling bestuur en organen per 31 oktober 2015 Bestuur
Benoemd op voordracht van werkgever Arthur Theunissen Marten Hofstra Willem van den Nieuwenhof
Voorzitter Lid Lid
Benoemd op voordracht van ondernemingsraad Wim Bouwman Willem Janssen Caroline in ‘t Veld
Secretaris / namens de pensioengerechtigden Lid Lid
Verantwoordingsorgaan
Namens de pensioengerechtigden Cees Donkers (voorzitter) Nol Verhaaff (secretaris)
Namens de deelnemers Harry van Herpen Henk Houthuijzen Hein Kroft Ramona van Zuijlen (tot medio 2015) Commissies
Commissie Beleggingen en Riskmanagement (per 1 september 2015 op gehouden te bestaan) Arthur Theunissen Wim Bouwman Willem van den Nieuwenhof Nathalie Houwaart
Voorzitter Lid Lid Lid
Commissie Communicatie Marten Hofstra Caroline in ’t Veld
Commissie Pension fund governance en financiële verslaglegging Wim Bouwman Willem Janssen Visitatie commissie VCHolland, begin 2015 uitgevoerd door Dries Nagtegaal, Henk Hanneman en John Ruben en opgenomen in jaarverslag over 2014 Aangesloten ondernemingen Geen: de uitvoeringsovereenkomst is per 31/12/2014 opgezegd
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
3
11/03/2016
Organisaties - uitbestedingen Waarmerkend actuaris
Drs. P. Heesterbeek AAG verbonden aan Triple A Risk Finance Certification B.V. te Amsterdam (geen certificering in 2015, wel controle op overgangstarieven 65-67)
Adviserend actuaris
Drs. Ir. P.M. Halkes AAG verbonden aan Towers Watson B.V. te Apeldoorn
Accountant
Drs. Maarten van Zeelst RA verbonden aan PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. te Rotterdam
Administrateur
AZL N.V. te Heerlen
Bestuursondersteuning
Montae Pensioen te Rijswijk
Vermogensbeheer Aandelen Vastrentende waarden
Robeco Institutional Asset management (aandelen) tot 1 juli 2015 BlackRock (staats-/bedrijfsobligaties en renterisico) tot 1 juli 2015 Syntrus Achmea Real Estate & Finance (particuliere hypotheken) tot 1 juli 2015
Custodian
Bank of New York Mellon tot 1 juli 2015
Beschikbare premie vermogen
Robeco (Robeco-Flexioen) tot 1 september 2015
Herverzekeraar In 2015 geen risico verzekeringen in verband met de beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst per 31/12/2014 Vereffenaars Het bestuur heeft de afwikkeling van de liquidatie in handen gelegd van de vereffenaars (A. Theunissen en W. Bouwman) die verantwoording afleggen aan het bestuur.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
4
11/03/2016
Meerjarenoverzicht 2015
2014
2013
2012
2011
Aantallen Actieve deelnemers Basis beschikbare premieregeling Middelloon/eindloon regeling
0 0
500 351
472 407
618 450
553 520
Gewezen deelnemers Pensioengerechtigden
0 0 0
851 1.233 536
879 1.141 513
1.068 937 479
1.073 862 448
Totaal
0
2.620
2.533
2.484
2.383
0,00%
2,01%
1)
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
1,56%
2)
0,00%
0,00%
0,00%
0 -3.650 -1,7%
235.554 40.765 21,2%
197.538 9.703 5,2%
188.987 21.857 13,4%
166.057 18.878 13,1%
0 1.656 6,5%
53.061 4.716 10,2%
43.889 3.279 8,5%
36.387 2.924 9,4%
29.019 -536 -2,0%
Reserves Algemene reserve
0
37.327
30.056
14.574
6.158
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Herverzekeringsdeel technische voorzieningen
0 0
198.924 61
167.731 161
174.510 208
162.625 140
0 0,0
198.985 16,5
167.892 15,8
174.718 16,6
162.765 17,3
n.v.t.
1,8%
2,7%
2,4%
2,7%
0
53.061
43.889
36.387
29.019
Totaal actieve deelnemers
Financiële gegevens (in duizenden euro) Toeslagen Indexatie actieven Indexatie inactieven Beleggingen voor risico pensioenfonds Belegd vermogen 3) Beleggingsopbrengsten Beleggingsrendement totale portefeuille Beleggingen voor risico deelnemers Belegd vermogen Beleggingsopbrengsten Beleggingsrendement
Totaal technische voorzieningen Gemiddelde duration (in jaren) Rentetermijnstructuur (RTS) 4) Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers
1)
Dit betreft de toeslagen per 1 januari 2014 ad 1% en per 1 januari 2015 ad 1%.
2)
Dit betreft de toeslagen per 1 januari 2014 ad 1% en per 1 januari 2015 ad 0,55%.
3)
Voor meer informatie wordt verwezen naar de toelichting op de balans.
4)
De afgeleide rente is de vaste rekenrente die resulteert in exact dezelfde technische voorziening ultimo boekjaar als de marktwaardevoorziening op basis van de DNB-rentetermijnstructuur.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
5
11/03/2016
2015 Premiebijdragen van werkgevers en werknemers
5)
2013
2012
2011
1.314
9.174
10.843
9.227
9.484
2.766
5.198
4.649
4.296
3.909
Vermogenssituatie en solvabiliteit Pensioenvermogen Pensioenverplichtingen
n.v.t n.v.t
236.251 198.924
197.787 167.731
189.084 174.510
168.783 162.625
Aanwezige dekkingsgraad Vereiste dekkingsgraad
n.v.t n.v.t
118,8% 110,9%
117,9% 115,1%
108,4% 113,8%
103,8% 113,8%
Pensioenuitkeringen
5)
2014
Inclusief premiebijdragen voor risico deelnemers.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
6
11/03/2016
Verzekerdenbestand (Aantallen) Actieve deelnemers Stand per 31 december 2014
Gewezen deelnemers
Pensioen gerechtigden
Totaal
851
1.233
536
2.620
Mutaties door: Nieuwe toetredingen Ontslag met premievrije aanspraak Mutatie i.v.m einde pensioenopbouw per 1-1-2015 Waardeoverdracht regulier Waardeoverdracht collectief Ingang pensioen Overlijden Afkoop Andere oorzaken
2 -35 -820 0 -1 -3 0 0 6
0 35 820 -21 -2.031 -23 -1 -4 -8
0 0 0 0 -557 27 -4 -1 -1
2 0 0 -21 -2.589 1 -5 -5 -3
Mutaties per saldo
-851
-1.233
-536
-2.620
0
0
0
0
Stand per 31 oktober 2015
2015
2014
Specificatie actieve deelnemers Basis beschikbare premieregeling Middelloon/eindloon regeling
0 0
500 351
Totaal
0
851
Specificatie pensioengerechtigden Ouderdomspensioen Nabestaandenpensioen Wezenpensioen
0 0 0
382 133 21
Totaal
0
536
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
7
11/03/2016
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
8
11/03/2016
Bestuursverslag / Verslag vereffenaars Inleiding Het pensioenfonds is een stichting naar Nederlands recht en de statutaire doelstelling is omschreven in artikel 3:
De stichting bevindt zich sinds het liquidatiebesluit dat eind 2014 is genomen in liquidatie. In dit hoofdstuk vindt u een toelichting en verantwoording van de vereffenaars, onder eindverantwoordelijkheid van het bestuur, over de belangrijkste gebeurtenissen in het kalenderjaar 2015. Stichting Pensioenfonds Heinz voerde tot 1 januari 2015 de pensioenregelingen uit die Heinz voor haar medewerkers in Nederland had getroffen, met uitzondering van de Koninklijke De Ruyter vestiging te Utrecht (i.v.m. aansluiting BPF-Zoetwaren). Dit verslag is bedoeld voor gewezen deelnemers, de (voorheen) aangesloten werkgever, pensioengerechtigden en overige belanghebbenden bij de pensioenregeling die Heinz had ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds Heinz. De pensioenregelingen voor actieve deelnemers bestonden in de periode 2006 t/m 2014 uit: Middelloonregeling voor medewerkers die onder de bepalingen van een cao vallen Beschikbare premie regelingen voor medewerkers die niet onder de bepalingen van een cao vallen en Een flexibele, aanvullende beschikbare premieregeling die mede bedoeld is om medewerkers in staat te stellen om een individuele flexibele datum te kiezen waarop men met pensioen kan gaan. Als gevolg van de collectieve waardeoverdrachten per 1 juli 2015 aan BPL en per 1 september 2015 aan TW PPI is het boekjaar vervroegd afgesloten, namelijk per 31 oktober 2015. Het financieel verslag betreft de periode 1 januari 2015 tot en met 31 oktober 2015.
Financiële informatie
Verplichtingen en vermogen voor rekening van het Heinz pensioenfonds
Het pensioenfonds is 2015 gestart met een dekkingsgraad van 118,8%, nadat eind 2014 respectievelijk 1% en 0,55% toeslagen voor actieven/inactieven waren toegekend. Met die dekkingsgraad was er geen sprake van een reservetekort. Als gevolg van de invoering van nFTK (nieuw financieel toetsingskader) zijn de parameters voor de presentatie van de cijfers voor 2015 ingrijpend gewijzigd. Met het oog op de ontwikkelingen van ons pensioenfonds is de operationele impact van het nFTK voor ons pensioenfonds zeer beperkt geweest, immers de pensioenopbouw is per 1 januari 2015 gestopt. Het nFTK had wel gevolgen voor de wijze van vaststelling van de dekkingsgraad (tot 1 juli 2015); iets dat voor alle pensioenfondsen in Nederland geldt. De term beleidsdekkingsgraad is daarin nieuw: die geeft een meer stabiel beeld van de ontwikkeling omdat die over een twaalfmaandsperiode wordt bepaald en niet meer per een specifieke datum. De beleidsmatige beslissingen werden tot de collectieve waardeoverdracht per 1 juli 2015 op die beleidsdekkingsgraad gebaseerd. Voor de voorziene collectieve waardeoverdracht van uitkeringsrechten/aanspraken geldt de actuele dekkingsgraad van de betreffende maand en die is gebaseerd op de marktsituatie van de betreffende maand, rekening houdend met de voorgeschreven rentetermijnstructuur van DNB (en de daarin opgenomen toepassing van de UFR). Daarmee is de 3-maandsmiddeling van de UFR-rentecurve komen te vervallen. Op maandbasis leverde dat voor de actuele dekkingsgraad een groot verschil op: de dekkingsgraad 118,8% zou op basis van het vervallen van de 3-maandsmiddeling circa 4,5% lager uitvallen. Het vergelijken van historische
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
9
11/03/2016
dekkingsgraden is daarmee ernstig bemoeilijkt, de formele dekkingsgraden zijn eigenlijk onderling niet meer vergelijkbaar. Voor een faire vergelijking van cijfers in 2015 dient uitgegaan te worden van een gecorrigeerde dekkingsgraad eind 2014: 114,3% gebaseerd op de ongemiddelde UFR-rente zoals DNB die in 2015 heeft voorgeschreven. De aanhoudende instabiele situatie op de financiële markten heeft invloed op het benodigde vermogen (pensioenverplichtingen gerelateerd aan de hoogte van de rente) en het belegde vermogen (onder invloed van beleggingsresultaten). De resultaten waren vooral volatiel (beweeglijk) met helaas een wat negatieve trend: tot eind juni daalde de beleidsdekkingsgraad geleidelijk naar 116,9% per eind juni (een gemiddeld cijfer over twaalf laatste maanden). Voor de collectieve waardeoverdracht naar BPL is de ongemiddelde dekkingsgraad op basis van de UFR (Ultimate Forward Rate) bepalend.. Die bedroeg per eind juni 2015 (direct voorafgaand aan de overdracht aan BPL) 116,4%. Onderstaand is de ontwikkeling van de dekkingsgraad vanaf eind 2013 weergegeven.
(bron: Quickscan juni 2015)
De stijging van de dekkingsgraad is het resultaat van verschillende invloeden. 122,0%
122,0%
118,8% -4,8%
118,0%
118,0% 2,0%
114,0%
0,0%
0,2%
0,1%
0,2%
-0,2%
0,0%
0,1%
0,0% 116,4%
114,0%
114,0%
N.v.t.
110,0%
110,0%
uit actuarieel rapport
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
10
11/03/2016
De actuele DNB UFR dekkingsgraad van Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw (BPL) lag per dezelfde datum op 106,1%.
De betekenis van het verschil in dekkingsgraden MijnHeinzPensioen en BPL voor de pensioenrechten en aanspraken:
Voor elke €100 euro aan pensioenverplichting heeft ons Heinz pensioenfonds € 116,40 aan vermogen. BPL heeft voor elke euro pensioenverplichting € 106,10 en heeft die ook van ons pensioenfonds nodig om de verplichtingen over te nemen. We houden dus € 10,30 over. Dat overschot wordt gebruikt om extra pensioen in te kopen zowel voor actieve middelloon deelnemers van Heinz als voor de gewezen middelloon deelnemers en gepensioneerden. Omdat er nog wat verschillen zijn die te maken hebben met andere verzekeringstechnische tarieven bij BPL, zal het daadwerkelijke percentage bijna 11% bedragen. Omdat we de afgelopen jaren de pensioenen niet altijd helemaal konden laten meegroeien met de koopkracht of loonontwikkeling, kun je het ook zien als een inhaalslag. BPL zal die verhoging per 1 juli 2015 implementeren, maar dat gebeurt feitelijk pas in de eerste helft van 2016 (na de definitieve vaststelling van het liquidatieverslag). De pensioengerechtigden krijgen dan een nabetaling vanaf 1 juli 2015. Vervolgens zullen de pensioenen nog verhoogd gaan worden door de afspraak met Heinz: begin 2016/2017/2018 zal telkens €1 miljoen gebruikt worden om de pensioenen/pensioenaanspraken van oud Heinz deelnemers te verhogen. Die voorwaarde bij de beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst heeft geleid tot een afzonderlijke overeenkomst tussen Heinz en BPL. De pensioencommissie van Heinz zal toezicht houden op de naleving van die overeenkomst. Het verloop van de dekkingsgraad was grillig te noemen en dat werd veroorzaakt door enerzijds schommelingen in de UFR-rente en anderzijds door de soms zeer heftige bewegingen op de financiële markten.
De aandelenmarkten lieten tot medio 2015 wel nog een positief resultaat zien, maar de waarde van de dollar was daarop mede van invloed. Omdat het pensioenfonds geen valutarisico’s wilde lopen, resulteerde de afdekking van dat risico in aanzienlijke negatieve resultaten, zodat het resultaat op aandelen in Euro’s zeer beperkt was.
Verplichtingen en vermogen voor rekening van de deelnemers
De beschikbare premieregeling die het pensioenfonds tot eind 2014 uitvoerde, resulteerde in pensioenverplichtingen die gelijk waren aan de pensioenkapitalen voor de betreffende deelnemers (actieve deelnemers en gewezen deelnemers). Eind 2014 was het gezamenlijke pensioenkapitaal voor rekening van de deelnemers net iets meer dan € 53 miljoen. Dat kapitaal is sinds 2006 gevormd uit de ingelegde premies en de rendementen op de beleggingen. Omdat de uitvoering van de pensioenregeling eind 2014 is gestaakt, zijn er vanaf 2015 geen premiestortingen meer geweest door de voormalig aangesloten ondernemingen. Wel zijn er nog stortingen en onttrekkingen geweest als gevolg van individuele waardeoverdrachten, pensioeningang en dergelijke. Per saldo werd iets meer dan 1,8 miljoen pensioenkapitaal onttrokken. Doordat er een beleggingsrendement werd gehaald van circa 1,7 miljoen kon het pensioenfonds begin september net iets minder dan 53 miljoen over maken aan TowersWatson-PPI (TW-PPI), de nieuwe uitvoerder van de beschikbare premieregeling. In de periode januari tot en met augustus 2015 waren de rendementen ook voor de beschikbare premieregeling erg volatiel (de waarde schommelde erg). Eind juni was het beleggingsresultaat nog ruim 2,6 miljoen, maar dat werd door erg negatieve maanden juli en augustus flink aangetast. Dat beeld was een reflectie van de slechte financiële markten in die periode. Desondanks kunnen we een positief beleggingsresultaat laten zien van circa 5% op jaarbasis.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
11
11/03/2016
Uitvoeringskosten en vermogensbeheerskosten De uitvoeringskosten in 2015 stonden voor een belangrijk deel in het teken van de liquidatie van het fonds. Een vergelijking van de kosten met de kosten van Nederlandse pensioenfondsen is daardoor niet relevant. De samenstelling van de kosten was immers significant anders doordat er slechts over een deel van het jaar een uitvoering betrof van een ‘slapend’ pensioenfonds. Voor de dekking van de liquidatiekosten was in de uitvoeringsovereenkomst een aparte afspraak gemaakt: de voormalig aangesloten ondernemingen zouden in het totaal tot een maximum van €1,3 miljoen bijdragen in de liquidatie kosten. In 2015 is ook €1,3 miljoen door het fonds ontvangen voor alle kosten die in 2014 en 2015 zijn gemaakt met betrekking tot de liquidatie. De vermogensbeheerkosten zijn eveneens niet vergelijkbaar met andere jaren of andere pensioenfondsen. De contractuele beheerskosten zijn ongewijzigd gebleven, maar de liquidatie van fondsen heeft geleid tot extra kosten rond de uitvoering van de liquidatie en de ‘exit’-kosten die sommige fondsen in rekening hebben gebracht. De exit kosten voor de beschikbare premie kapitalen/vermogens zijn door de nieuwe uitvoerder van die regeling (TowersWatson PPI) gedragen. De (transactie)kosten vermogensbeheer conform RJ610 zijn opgenomen in het financieel verslag onder toelichting [11]. In het licht van de liquidatie zijn nadere analyses in het bestuursverslag ten opzichte van het gemiddeld belegd vermogen, de beleggingsmix, de bijbehorende benchmarkkosten en het rendement op lange termijn volgens het bestuur niet meer vergelijkbaar met eerdere jaren. Om die reden heeft het bestuur hier dan ook geen nadere toelichtingen aan gewijd. Liquidatie centrale thema voor 2015 In de loop van 2014 heeft het bestuur, na overleg met Heinz als (voormalige) sponsor, besloten om de uitvoering van de in het verleden opgebouwde pensioenen over te dragen aan de nieuwe pensioenuitvoerders: BPL en TWPPI (zie ook het jaarverslag 2014). Die overdracht zou gevolgd worden door een algehele liquidatie van het pensioenfonds. In 2015 was de implementatie van die beslissing het centrale thema voor de bestuursvergaderingen. Het dagelijks bestuur, versterkt met Ramon Verspeek (adviseur Montae), vormde het implementatieteam. De oorspronkelijke doelstelling om de collectieve waardeoverdrachten tegelijkertijd per 1 juli 2015 te implementeren moest worden losgelaten. Overdracht aan BPL De pensioenverplichtingen en vermogens die betrekking hadden op ingegane pensioenen en uitgestelde pensioenuitkeringen werden per 1 juli 2015 aan BPL overgedragen. Voor de administratieve overdracht is nauw samengewerkt door met name de teams van AZL en TKP (administrateur van BPL). Daarmee kon worden zeker gesteld dat de lopende pensioenuitkeringen per 1 juli vlekkeloos konden worden overgenomen door BPL. Omdat BPL een andere pensioendatum heeft (67 jaar), moesten de pensioenaanspraken nog wel gewijzigd worden. De actuaris heeft de omrekeningsfactoren vastgesteld en die zijn door de certificerend actuaris getoetst en akkoord bevonden. Vervolgens heeft de pensioenadministrateur (AZL) de pensioenaanspraken herrekend naar de pensioendatum van 67 jaar. Dat resulteerde in een verhoging van de opgebouwde aanspraken (die dan weliswaar later ingaan). Rond die omzetting van de pensioenleeftijd en de overdracht naar BPL is ook intensief gecommuniceerd met persoonlijke brieven, verschillende nieuwsbrieven en via de website. Parallel aan de administratieve overdracht liep de overdracht van het pensioenvermogen. Met uitzondering van de hypothekenportefeuille (circa € 20 miljoen) moesten alle beleggingen van het Heinz pensioenfonds liquide gemaakt worden c.q. verkocht worden. Het ging om een totaal pensioenvermogen van circa € 230 miljoen dat overgedragen moest worden aan BPL. Dat proces is door het implementatieteam nauwgezet gepland en afgestemd met alle relevante partijen: de respectievelijke vermogensbeheerders, de custodian en de
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
12
11/03/2016
vermogensbeheerder van BPL. Centraal in die planning stond de direct aansluitende belegging bij BPL, zodat het vermogen zonder onderbreking belegd bleef (verkoop van de beleggingen door het Heinz pensioenfonds per 30 juni en aankoop van beleggingen door BPL per 1 juli). Op 6 juli bleek dit proces succesvol te zijn afgerond. Een klein deel van het vermogen bleef nog gereserveerd voor de afwikkeling van de lopende verplichtingen. Die afwikkeling is zodanig positief verlopen, zodat per liquidatie een restvermogen van circa € 1,8 miljoen wordt overgemaakt aan BPL. In januari 2016 hebben het Heinz pensioenfonds en BPL vastgesteld dat aan de afspraken rond de collectieve waardeoverdracht was voldaan. Daarmee was de collectieve waardeoverdracht volledig afgewikkeld. Overdracht aan TW-PPI De collectieve waardeoverdracht van de beschikbare premiekapitalen die tot en met eind 2014 waren opgebouwd, heeft enige vertraging opgelopen. Door aanloopproblemen bij de nieuwe uitvoerder werd die waardeoverdracht uitgesteld tot 1 september 2015. Dat uitstel heeft ertoe geleid dat de implementatie ook kon worden gespreid. De overdracht van de administratieve gegevens van de betrokken rechthebbenden is door een goede samenwerking van AZL met TW-PPI tijdig gerealiseerd. De beleggingen die tot september bij Robeco (Flexioen) waren ondergebracht, zijn onder regie van het implementatieteam eind augustus verkocht. De opbrengsten zijn begin september aan TW-PPI overgemaakt. TWPPI heeft al per 1 september het belangrijkste deel (circa 80%) van de opbrengsten belegd en het resterende deel is direct na ontvangst van het overgedragen vermogen belegd. Aan de overdracht van de individuele pensioenkapitalen heeft het bestuur extra aandacht besteed. Met de overdracht wijzigde ook het beleggingsbeleid dat van toepassing was op de kapitalen ingrijpend en dat was reden om daar in zowel nieuwsbrieven, individuele brieven als bijeenkomsten aandacht aan te besteden. Op de website van het fonds werd ook aandacht besteed aan die bijeenkomsten. In november 2015 hebben het Heinz pensioenfonds en TW-PPI vastgesteld dat aan de afspraken rond de collectieve waardeoverdracht was voldaan, met als kanttekening dat de implementatie van communicatie via het pensioenportaal nog aandacht verdient van de kant van TW-PPI. Toezicht van de Nederlandsche Bank Als gevolg van de waardeoverdracht aan BPL heeft het Heinz pensioenfonds per balansdatum (31 oktober 2015) geen pensioenverplichtingen meer ten laste van het pensioenfonds. Als gevolg daarvan is er per die datum dus ook geen sprake meer van een vereist vermogen en/of vereiste dekkingsgraad en aanwezige dekkingsgraad. Ook voor de beschikbare premieregeling geldt dat de pensioenverplichtingen en het volledig bijbehorend kapitaal aan de nieuwe pensioenuitvoerder (TowersWatson-PPI) zijn overgedragen. Voorafgaand aan de waardeoverdrachten heeft het Heinz pensioenfonds overleg gehad met De Nederlandsche Bank (DNB) conform de geldende regels. DNB heeft eind juni bevestigd dat er geen bezwaar was tegen de voorgenomen collectieve waardeoverdrachten. De waardeoverdrachten zijn daarna conform de ingediende plannen uitgevoerd. Het bestuur blijft voor de afhandeling van de liquidatie wel nog onder toezicht van DNB. Dat toezicht eindigt pas als het liquidatieverslag door de DNB is beoordeeld en akkoord bevonden. Formaliteiten liquidatie Zodra het bestuur bericht heeft ontvangen van DNB zal het pensioenfonds helemaal ophouden te bestaan en het pensioenfonds wordt dan uit de registers van de Kamer van Koophandel uitgeschreven. De verwachting is dat uiterlijk in de eerste helft van 2016 zal gebeuren. Vooruitlopend daarop is in november een rekening en verantwoording en een plan van verdeling bij de Kamer van Koophandel gedeponeerd. Daarop zijn geen reacties ontvangen en per 26-01-2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een verklaring van non-verzet afgegeven. Risico management 2015 Het bestuur heeft voor 2015 nadrukkelijk aandacht gehad voor de veranderde omstandigheden en de aanmerkelijk kortere beleggingshorizon. Gegeven de relatief goede dekkingsgraad stond risicobeperking van de beleggingen centraal. Het bestuur heeft besloten om zoveel mogelijk vast te houden aan het vastgestelde beleggingsbeleid en de gemaakte tactische keuzes. Het bestuur was zich bewust dat risicobeperking ook een schaduwzijde kon hebben: als risico achteraf een goede beloning blijkt te krijgen, dan zal het pensioenfonds daar minder van profiteren. In een omgeving met relatief grote onzekerheden op vele fronten en de korte beleggingshorizon had het pensioenfonds geen eigen visie op de financiële markten en koos het voor zekerheid van de deelnemers en pensioengerechtigden. Uiteindelijk is gebleken dat de dekkingsgraad van ons pensioenfonds iets is gedaald (van 118,8% naar 116,4%). Daarmee is de doelstelling het behoud van waarde grotendeels gerealiseerd. De beperkte daling is vooral het gevolg van verschillen in de wijze waarop de dekkingsgraden worden berekend.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
13
11/03/2016
Overige bestuursaangelegenheden Gedurende het jaar is door het bestuur negen keer vergaderd. Bij deze vergaderingen waren de adviserend actuaris, de projectbegeleider liquidatie van Montae en waarnemers van het verantwoordingsorgaan aanwezig. Twee van deze vergaderingen waren gezamenlijk met het verantwoordingsorgaan. Door de commissies is afzonderlijk vergaderd en daarvan is in bestuursvergaderingen verslag gedaan. Het bestuur heeft zich voor de organisatie van de werkzaamheden laten bijstaan door een organisatie die professionele begeleiding verzorgt voor besturen van pensioenfondsen (Montae). Toeslagverlening Voor de pensioenen van actieve deelnemers was het theoretische toeslagpercentage tot 2013 gebaseerd op de gemiddelde loonontwikkeling volgens de CAO’s van de Vereniging van de Nederlandse Groenten- en Fruitverwerkende Industrie (GFI) en Honig. Vanaf 2013 is het alleen nog gebaseerd op de GFI-CAO. Voor de ingegane pensioenen en de uitgestelde pensioenen van arbeidsongeschikte en gewezen deelnemers is het theoretische toeslagpercentage gebaseerd op de ontwikkeling van het CPI-prijsindexcijfer (alle huishoudens). De afgelopen jaren zijn de volgende toeslagen verleend:
Actieven Jaar
Inactieven
theoretisch
feitelijk
achterstand
theoretisch
feitelijk
achterstand
2006
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
2007
1,75%
1,75%
0,00%
0,90%
0,90%
0,00%
2008
2,70%
2,70%
0,00%
1,60%
1,60%
0,00%
2009
3,77%
0,00%
3,77%
2,78%
0,00%
2,78%
2010
3,26%
0,00%
7,15%
0,71%
0,00%
3,51%
2011
0,75%
0,00%
7,96%
1,57%
0,00%
5,13%
2012
1,38%
0,00%
9,44%
2,60%
0,00%
7,86%
2013
1,38%
0,00%
10,95%
2,90%
0,00%
10,99%
2014 (januari)
1,75%
1,00%
11,78%
1,60%
1,00%
11,66%
2014 (december)
2,00%
1,00%
12,90%
1,10%
0,55%
12,27%
Uitbesteding pensioenadministratie naar AZL De pensioenadministratie vormde de ruggengraat voor de uitvoering van pensioenen. Het bestuur hield daarom nauw toezicht op de uitvoering van die administratie. AZL leverde per kwartaal een rapportage op waarbij de resultaten ten opzichte van de afgesproken serviceniveaus werden weergegeven. In de loop van 2014 heeft het bestuur AZL al geïnformeerd dat de administratie-overeenkomst eind 2015 geheel zou eindigen en dat in 2015 een andere inhoud aan de afgesproken dienstverlening moest worden gegeven. Tijdens 2015 stond immers de collectieve waardeoverdracht naar de nieuwe pensioenuitvoerders centraal. AZL had daarbij een cruciale rol: het overdragen van de essentiële pensioenadministratie om de nieuwe uitvoerders in staat te stellen de uitvoering adequaat over te nemen. De onderwerpen die daarbij onder andere een rol speelden: • Het verstrekken van de laatste Heinz pensioenfonds UPO 2015. • Het laten opnemen van de pensioenstanden in het nationale pensioenregister. • Het omzetten van de pensioendatum (van 65 naar 67) en het informeren van de deelnemers daarover. • Het verstrekken van een ‘slot-UPO’ met de pensioenrechten/-aanspraken die zijn overgedragen. • Voor de pensioengerechtigden een (belasting)jaaropgaaf van de pensioenuitkeringen. • Overdracht van de deelnemersgegevens alsmede de deelnemersdossiers aan de nieuwe uitvoerders. • Het vervaardigen van een actuarieel verslag over de periode tot aan de overdracht van de pensioenen. • Het vervaardigen van de balans en resultatenrekening voor het liquidatieverslag. In 2015 eindigde de contractperiode van het lopende contract met AZL en dat viel samen met de algehele liquidatie van ons pensioenfonds. Organisatie, bestuur en bedrijfsvoering De samenstelling van het bestuur is gedurende het boekjaar 2015 ongewijzigd gebleven, met dien verstande dat de benoeming van Caroline in ’t Veld door de goedkeurende verklaring van DNB d.d. 6 maart 2015 werd bekrachtigd.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
14
11/03/2016
Het dagelijks bestuur van het pensioenfonds wordt gevormd door de voorzitter en de secretaris. Het bestuur heeft voor specifieke deelgebieden commissies. In 2015 waren dat de: • Commissie Beleggingen en Riskmanagement • Communicatiecommissie • Commissie Pension fund governance en financiële verslaglegging Deze commissies zijn in 2015 actief gebleven, met als kanttekening dat de beleggingscommissie per september haar bestaansrecht had verloren. Na de waardeoverdrachten waren er immers geen beleggingen meer. Het bestuur liet zich tijdens alle vergaderingen bijstaan door de adviserend actuaris, Patrick Halkes en/of Indira Noordhof van Towers Watson. Rond de liquidatie had de actuaris een belangrijke rol ten aanzien van de toetsing van de koopsom welke BPL had vastgesteld voor de overname van de pensioenrechten/aanspraken. Voor de bestuursondersteuning heeft het bestuur zich ook in 2015 laten bijstaan door Montae Bestuurscentrum. Montae ondersteunt het dagelijks bestuur en het bestuur in de uitvoering van haar taken, daarnaast verzorgde Montae de communicatie en juridische advisering die in 2015 extra aandacht vroegen gegeven de ingrijpende veranderingen. Montae leverde ook in de persoon van Ramon Verspeek een cruciale bijdrage in het implementatietraject van de collectieve waardeoverdrachten en liquidatie. Voor het beleggingsbeleid heeft Sprenkels&Verschuren een rol voor de rapportage en advisering rond beleggingen. Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur ten aanzien van het uitgevoerde beleid en over beleidskeuzes voor de toekomst en is door het bestuur actief betrokken bij de ingrijpende besluitvorming die in 2014 heeft plaatsgevonden en de uitvoering daarvan in 2015. Vanaf 2012 werd het toezicht op de naleving van de gedragscode Compliance Officer. Die rol wordt vervuld door Chiel Holterman, die daarover voor het laatst verslag heeft uitgebracht in 2015 over 2014. In verband met de liquidatie wordt er eind 2015 geen compliance verslag meer opgesteld. Voor het intern toezicht is in 2014 opdracht gegeven aan een visitatiecommissie voor de uitvoering van een eindvisitatie die in het bijzonder aandacht besteed aan de collectieve waardeoverdracht en de liquidatie. De visitatiecommissie wordt gevormd door een voor visitatie in de pensioensector gespecialiseerde organisatie: VCHolland en wordt concreet ingevuld door: Dries Nagtegaal, Henk Hanneman en John Ruben. De commissie Beleggingen en Riskmanagement wordt ondersteund door Sprenkels &Verschuren, Investment Consultants. Begin 2014 is de beleggingscommissie versterkt met een extern lid: Nathalie Houwaart (Montae). Beleggingsparagraaf Assetmix Beleggingen voor rekening en risico van het fonds Het vermogen van het pensioenfonds werd tot medio 2015 belegd in de volgende beleggingscategorieën: • Vastrentende waarden • Aandelen • Vastgoed • Liquiditeiten Het pensioenfonds heeft de beleggingen uitbesteed aan vermogensbeheerders die het toegewezen vermogen beheren op basis van contractueel afgesproken mandaten. Het pensioenfonds belegt daarom niet rechtstreeks in aandelen, obligaties van individuele bedrijven. De basis van het beleggingsbeleid werd in 2007 gelegd (ALM en formulering strategisch beleggingsbeleid). In 2010 werd dat beleid, na uitvoering van een ALM-studie, opnieuw geformuleerd en daarbij is de strategische beleggingsmix ongewijzigd gebleven. Tussentijds is afscheid genomen van het vastgoedmandaat en werd een hypothekenmandaat als onderdeel van vastrentende waarden toegevoegd (tactisch beleid). De in 2014 uitgevoerde ALM-studie had primair betrekking op het onderzoek naar alternatieven voor de uitvoering van de bestaande pensioenverplichtingen. In de vormgeving van het tactische beleggingsbeleid is in 2013 al rekening gehouden met een aanmerkelijk kortere beleggingshorizon als zelfstandig pensioenfonds.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
15
11/03/2016
De strategische beleggingsmix, ofwel de normportefeuille, is onderstaand weergegeven (als percentage van het totale belegde vermogen). De bandbreedtes die bij de verdeling van het vermogen over de verschillende beleggingscategorieën in acht dienen te worden genomen en de per beleggingscategorie relevante vergelijkingsmaatstaf (benchmark) zijn als volgt gedefinieerd: Minimum
Maximum
Tactisch
Vastrentende waarden BlackRock SAV-Part. Hypotheken
Strategische mix 65% 55% 5%
55% 45% 0%
75% 65% 15%
Aandelen
35%
25%
45%
65% 55% 10% 25%
22,5% 22,5% 0%
0% 35% 0%
2,5%
0% 10%
Aberdeen Robeco Vastgoed
17,5% 17,5% 0%
12,5% 12,5% 0%
Rente derivaten Liquide middelen
0% 0%
-2,5%
Randvoorwaarden Aandelen (aandelen) Het pensioenfonds had haar aandelenportefeuille ondergebracht bij twee vermogensbeheerders: Aberdeen Asset Management en Robeco Institutional Asset Management. Vanaf medio 2013 is het gehele mandaat ondergebracht bij Robeco Institutional Asset Management. Beleggingsfondsen Robeco Institutioneel Global Enhanced Index Fonds Totaal
Benchmark MSCI Wereld Index met herbelegging van netto dividenden
Streefverdeling 100% 100%
Alle aandelen in de beleggingsfondsen dienen te zijn genoteerd aan algemeen erkende beurzen. Conform 2014 was ook in 2015 de weging in aandelen op tactische gronden, rekening houdend met de kortere beleggingshorizon en het prudente beleid, beperkt tot de ondergrens van 25%. Randvoorwaarden vastrentende waarden Voor de obligatieportefeuille werd door BlackRock voor een belangrijk deel een ‘actieve’ beleggingsstrategie gehanteerd, hetgeen betekent dat door de vermogensbeheerder actief op marktontwikkelingen wordt ingespeeld binnen de hieronder geformuleerde randvoorwaarden. Binnen deze actieve vastrentende waarden portefeuille van BlackRock werd er, in overeenstemming met de beleggingsstijl, een actief duration beleid gevoerd. Hiermee beoogt de vermogensbeheerder een extra rendement te realiseren. De ‘modified duration’ van de portefeuille mocht op enig moment maximaal 20% (positief en negatief) afwijken van de duration van de benchmark. BlackRock zag ook toe op de door het fonds in eigen beheer gehouden staatsobligaties (keep en hold beleid) die gebruikt worden in de context van de renteafdekking. De leningportefeuille met hypotheekonderpand werd door Syntrus Achmea Vastgoed beheerd, met een directe zeggenschap voor de samenwerkende pensioenfondsen. Voor de beleggingen gelden strikte mandaatafspraken en de nadrukkelijke beperking dat uitsluitend in Nederlandse hypotheekleningen kan worden belegd met een hoge mate van zekerheid door onderpand of garantie. Dit mandaat is in de tweede helft van 2013 verdubbeld van circa 5% naar circa 10% en werd per 1 juli 2015 ‘in kind’ overgedragen aan BPL. Het merendeel van de vastrentende beleggingen werd in Euro’s belegd en hiervoor gold het volgende:
Valutabelangen
Strategische mix
Minimum
Maximum
Euro Niet-euro Geldmarkt- / vastrentende fondsen euro
100% 0% 0%
90% 0% 0%
100% 10% 10%
Totaal vastrentende waarden
100%
Voor zover er in de vastrentende waarden in andere valuta’s werd belegd dan in euro’s, werd het valutarisico door de vermogensbeheerder afgedekt.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
16
11/03/2016
Voor de vermogensbeheerder gold de volgende richtlijn:
Debiteuren:
Strategische mix
Minimum
Maximum
Euro vastrentende waarden 100% 75% 100% Emerging Markets Debt *) 0% 0% 25% Overige 0% 0% 25% *) De categorie van obligaties ‘Emerging Markets Debt’ bestaat uit obligaties die door overheden van Opkomende Landen zijn uitgegeven. De gehele vastrentende portefeuille werd ingezet in het renteafdekkingsbeleid. Inherent daaraan is dat de beoogde renteafdekking kon afwijken omdat niet alle vastrentende waarden zich volledig in lijn met de swaprenteontwikkeling bewegen en voor de langere looptijden de UFR-rentes bepalend waren. Het strategisch afdekkingsniveau was 75% en dat werd in 2013 tactisch teruggebracht tot 65%. Randvoorwaarden liquide middelen Onder liquide middelen wordt verstaan: deposito’s en kasgeld in Euro’s met een looptijd van maximaal één jaar, alsmede money market funds. Dit is exclusief het door het fonds aangehouden werkkapitaal. Voor de liquiditeiten golden de volgende beleidsbepalingen: • Het opnemen van kasgeldleningen (tot een maximum van 2,5% van het vermogen) is toegestaan bij de voorfinanciering van beleggingen en/of het overbruggen van tijdelijke tekorten. • Liquiditeiten die niet vallen binnen de beheermandaten mogen alleen worden aangehouden bij de custodian (was Bank of New York Mellon), behoudens werkkapitaal en spaarrekeningen/deposito’s. • Liquiditeiten die onder het beheer van BlackRock Investment Management vallen, kunnen worden belegd in 'commercial paper', 'certificates' of deposito’s in ‘banker’s acceptances’ met een ‘investment grade rating’, evenals in het Institutional Euro Fund van BlackRock Investment Management. Conform 2014 werden vrijkomende middelen door de beperking van het aandelen mandaat primair belegd in spaarrekeningen en kortlopende deposito’s. In verband met de risicospreiding is daarbij gebruik gemaakt van drie instellingen: ABNAMRO / ING / Staalbankiers. Een en ander leidde tot een tactische weging van circa 10%. Beleggingen voor rekening en risico van de deelnemers Voor de beleggingen van de beschikbare premieregeling(en) die zijn ondergebracht bij Robeco geldt dat deze voor rekening en risico van de deelnemers zijn. Rendement beleggingen voor rekening van het fonds Op de gehele portefeuille is over de eerste helft van 2015 (tot de waardeoverdracht aan BPL) een rendement behaald van -1,7%. Daar staat tegenover dat de ‘zuivere’ technische voorzieningen met 3,6% zijn gedaald per eind juni 2015. Dat verklaart ook dat het vermogen door de renteafdekking is gedaald. Het financieel verslag bevat een nadere toelichting op beleggingen en resultaten conform de geldende verslaggevingseisen. Voor de monitoring van beleggingsresultaten en -risico’s maakt het bestuur gebruik van gegevens van AZL alsmede het eigen ontwikkelde pensioendashboard dat door Sprenkels&Verschuren wordt samengesteld. Onderstaande tabel is ontleend aan het pensioendashboard per eind juni 2015. De daarin opgenomen voorlopige cijfers kunnen op onderdelen afwijken van de definitieve cijfers in het financieel verslag.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
17
11/03/2016
Rapportage over Pension Fund Governance Algemeen In de Pensioenwet is een bepaling opgenomen met betrekking tot de plicht tot waarborging van goed bestuur van de pensioenuitvoerder. Dit houdt in dat er in ieder geval verantwoording wordt afgelegd aan de aanspraak- en pensioengerechtigden en de werkgever. Hiervoor dient er bij pensioenfondsen een verantwoordingsorgaan te worden ingesteld. Verder houdt de norm tot goed bestuur in dat er intern toezicht is bij de pensioenuitvoerder. De belangrijkste punten voor pensioenfonds Heinz zijn: • Het pensioenfonds heeft in 2007 een begin gemaakt met het opstellen van een gedragscode ter voorkoming van conflicten tussen het belang van het pensioenfonds en de privébelangen van betrokkenen alsmede ter voorkoming van het gebruik van vertrouwelijke informatie van het pensioenfonds voor privédoeleinden. Het bestuur hanteerde hiervoor de gedragscode die door de pensioensector zelf (koepel van ondernemingspensioenfondsen (voorheen OPF, nu Pensioenfederatie) is opgesteld. Vanwege de liquidatie heeft het bestuur zich - in overleg met de toezichthouder - niet meer verder verdiept in de ‘Code Pensioenfondsen’ • Aan het pensioenfonds is een verantwoordingsorgaan (VO) verbonden op grond van wettelijke bepalingen, bestaande uit vier deelnemers en twee pensioengerechtigden. De taken en bevoegdheden van het VO zijn vastgelegd in het huishoudelijk reglement. Het bestuur heeft in 2015 tweemaal in een gezamenlijke vergadering met het VO vergaderd. • Het bestuur legt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd en over de naleving van deze principes. In het verantwoordingsorgaan zijn vertegenwoordigd de actieve deelnemers. • Voor de inrichting van het interne toezicht heeft het bestuur gekozen om een visitatiecommissie in te schakelen. VC Holland heeft de visitatie begin 2015 uitgevoerd met de opdracht om specifiek naar het traject van besluitvorming rond de liquidatie te kijken en de bevindingen zijn in een rapport weergegeven. Het verslag was in aanwezigheid van het verantwoordingsorgaan besproken en het bestuur had kennisgenomen van de bevindingen. Een en ander is opgenomen in het jaarverslag 2014. • Conform de vereisten voor de verslaglegging meldt het bestuur dat er in 2015 geen boetes noch sancties zijn opgelegd door de toezichthouders (De Nederlandsche Bank en AFM). • In 2015 is overeenstemming bereikt met de belastingdienst over de BTW-positie van het pensioenfonds. In totaal speelden er vier zaken. Door middel van een vaststellingsovereenkomst zijn al deze zaken op een voor het fonds bevredigende wijze afgehandeld. • Naast de controle van de liquidatie / jaarwerk heeft PWC ook twee rapportages van bevindingen opgesteld van de overdracht deelnemersbestand naar BPL en naar Towers Watson PPI. Risicoparagraaf Inleiding Het pensioenfonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico’s. De belangrijkste doelstelling van het pensioenfonds is het nakomen van de pensioenverplichtingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. Het beheer van de risico’s is in 2015 niet gewijzigd. Deze paragraaf is derhalve vrijwel identiek aan de risicoparagraaf uit het jaarverslag 2014. Daarin wordt ingegaan op het beleid van het pensioenfonds en de risico’s die het pensioenfonds bij de uitvoering van zijn taken loopt. Voor de wijze waarop deze risico’s zijn afgedekt en een kwantificering van deze risico’s wordt verwezen naar de paragraaf ‘Risicoparagraaf’ in het financieel verslag. Deze risicoparagraaf beperkt zich tot de periode van 1 januari t/m 31 oktober 2015. Risicobeheer en derivaten Beleid en risicobeheer Voor risicobeheer heeft het bestuur de beschikking over de volgende beleidsinstrumenten: • ALM-beleid en duration-matching • Dekkingsgraad • Financieringsbeleid • Premiebeleid • Toeslagbeleid • Herverzekeringsbeleid • Risicobeleid ten aanzien van uitbesteding.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
18
11/03/2016
Het inzetten van deze beleidsinstrumenten wordt deels beschreven in de actuariële en bedrijfstechnische nota (abtn). Het beleid is mede tot stand gekomen op basis van uitvoerige analyses van de te verwachten toekomstige ontwikkelingen van de verplichtingen en de ontwikkelingen op de financiële markten. Voor deze analyses heeft het bestuur onder andere gebruik gemaakt van verschillende studies: Asset-Liability Management (ALM)-studies uitgevoerd in 2007 en 2010. Een ALM-studie analyseert de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario’s. Voorts continuïteitsanalyses in 2008 en een update in 2009 in verband met het formuleren van het herstelplan. In 2011 is inmiddels een nieuwe continuïteitsanalyse uitgevoerd evenals een consistentietoets. Op basis van de uitkomsten van deze analyses zijn de beleggingsrichtlijnen vastgesteld waarop het door het pensioenfonds uit te voeren beleggingsbeleid is gebaseerd. De beleggingsrichtlijnen zetten uiteen binnen welke grenzen en normen het beleggingsbeleid moet worden uitgevoerd, en richten zich op het beheersen van de belangrijkste (beleggings)risico’s. Dit beleid is in 2013 nadrukkelijk getoetst en herbevestigd. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt voor het afdekken van bepaalde risico’s gebruikgemaakt van derivaten die worden toegelicht in beleggingsparagraaf. Het bestuur heeft de abtn in 2014 geactualiseerd en in het kader van het project Strategische Heroriëntatie is een ALM in aangepaste vorm worden uitgevoerd, die echter geen invloed meer heeft op het beleggingsbeleid. Tot de collectieve waardeoverdracht en liquidatie is het bestaande beleid voortgezet. Prijsrisico Bij het beleggen wordt gestreefd naar een optimaal rendement, maar dat gaat gepaard met risico’s. Het prijsrisico is uit te splitsen in renterisico, valutarisico en marktrisico. De beleggingsdoelstellingen bepalen de strategie die de stichting volgt ten aanzien van het beleggingsrisico. In de dagelijkse praktijk ziet de beleggingscommissie toe op het prijsrisico conform de binnen het pensioenfonds aanwezige beleidskaders en de beleggingsrichtlijnen. De overallmarktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur.
Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen niet in gelijke mate veranderen als gevolg van ongunstige veranderingen in de marktrente. Maatstaf voor de rentegevoeligheid is de duration. De duration is de gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren van de kasstromen. Indien op balansdatum de duration van de beleggingen aanzienlijk korter is dan de duration van de verplichtingen is er sprake van een zogenaamde ‘duration-mismatch’. Bij een rentestijging daalt de waarde van beleggingen minder snel dan de waarde van de verplichtingen (bij toepassing van de actuele marktrentestructuur), met als gevolg dat de dekkingsgraad dan stijgt. Voor het pensioenfonds geldt dat bij een rentedaling de waarde van de beleggingen minder snel stijgt dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad daalt. Het beleid van het pensioenfonds was gericht op het verkleinen van de duration-mismatch, bijvoorbeeld door gebruik te maken van renteswaps of staatsobligaties met een langdurige looptijd. Een renteswap ruilt een te ontvangen vaste lange rente (vergelijkbaar met de kasstroom van een langlopende obligatie) tegen een te betalen variabele korte rente (bijvoorbeeld Euribor). Aan de ene kant verkleint dit de duration-mismatch, maar aan de andere kant wordt het pensioenfonds nu afhankelijk van de ontwikkeling van de korte rente. Het renterisico van de verplichtingen wordt strategisch voor 75% van de verplichtingen afgedekt. Hiervan mag op tactische gronden worden afgeweken binnen een bandbreedte van plus of minus 25%-punten (de bandbreedte voor het afdekkingpercentage is dus 50% tot 100%). Er werd bij de matching ook nadrukkelijk rekening gehouden met de verschillende rentestanden over de rentecurve. De in 2014 geldende afdekking van 65% werd in 2015 zoveel mogelijk gehandhaafd en is per 30 juni 2015 beëindigd.
Valutarisico Dit is het risico dat de waarde van de beleggingen verandert door veranderingen in valutakoersen. Voor het vastrentende deel van de beleggingen geldt dat de vermogensbeheerder dit risico in principe volledig afdekt, maar een discretionaire ruimte houdt om via maximaal 10% valutarisico extra rendement te maken. In het strategische beleid van het pensioenfonds geldt als uitgangspunt dat alle valutaposities in het in aandelen belegde vermogen worden afgedekt middels valutaderivaten. De valuta-afdekking middels derivaten is op 30 juni 2015 beëindigd.
Marktrisico Marktrisico is het risico dat door de ontwikkeling van marktprijzen (veroorzaakt door factoren die samenhangen met een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren) waarde wijzigingen plaatsvinden. Wijzigingen in marktomstandigheden hebben altijd direct invloed op het beleggingsresultaat, omdat alle beleggingen worden gewaardeerd op reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk worden verwerkt in het saldo van baten en lasten. Spreiding binnen de portefeuille (diversificatie) heeft geholpen om het marktrisico te dempen. Rond de CWO is een gedetailleerde planning gehanteerd om de markt-exposure onafgebroken te behouden.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
19
11/03/2016
Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het pensioenfonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het pensioenfonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito’s worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)-derivatenposities worden aangegaan en aan bijvoorbeeld herverzekeraars. Het pensioenfonds heeft geen noemenswaardige problemen ondervonden ten aanzien van het kredietrisico. Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico is het settlement-risico. Dit heeft betrekking op het risico dat partijen waarmee het pensioenfonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten, waardoor het pensioenfonds financiële verliezen lijdt. Het pensioenfonds heeft daarvan in 2015 geen nadeel ondervonden. Beheersing vindt verder plaats door het stellen van limieten aan tegenpartijen op totaalniveau, dat wil zeggen met inachtneming van alle posities die een tegenpartij heeft tegenover het pensioenfonds. Ter afdekking van het settlement-risico werd door het pensioenfonds enkel belegd in markten waar een voldoende betrouwbaar clearing- en settlement-systeem functioneerden. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het pensioenfonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico wordt beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities, rekening houdend met directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. Met andere woorden: het pensioenfonds houdt nadrukkelijk rekening met het moment waarop pensioenen daadwerkelijk moeten worden uitbetaald en zorgt dat er dan ook voldoende liquiditeiten zijn. Sinds 2009 is een omslag waarneembaar, waarbij de pensioenuitkeringen groter zijn geworden dan de ontvangen middelloonpremies. Het bestuur hanteert daarom nauwgezet een cash-flowplanning. De beleggingen zijn zodanig gekozen dat ze voor een belangrijk deel eenvoudig te gelden te maken zijn. Beleggingen met beperkte liquiditeit zijn de particuliere hypotheken en in beperktere mate ook bedrijfsobligaties. Ultimo 2014 zijn er voldoende beursgenoteerde beleggingen, die onmiddellijk te gelde kunnen worden gemaakt om een eventuele onvoorziene uitstroom van geldmiddelen te financieren. De liquiditeiten zijn voorts verhoogd uit vrijgekomen middelen uit de reductie van het aandelenmandaat. Van de hypotheekbeleggingen is nadrukkelijk met de beheerder afgestemd dat deze liquiditeit indien nodig aanwezig zal zijn. Rond de collectieve waardeoverdracht bleek dat dit mandaat ‘in kind’ door BPL kon worden overgenomen (omdat BPL ook al gebruik maakte van die beleggingscategorie en die beheerder). Daarmee heeft het liquiditeitsrisico zich ook niet voorgedaan. Slechts ten aanzien van de afbouw van de vastrentende waarden en de rentederivaten werd in goed overleg met de beheerder (BlackRock) besloten om de verkopen over een korte periode (minder dan een week) te spreiden. Dat hield verband met de zorgelijke situatie die dreigde bij mogelijke rentestijgingen en het risico van een te hoog aanbod tegenover een te zwakke vraag. Verzekeringstechnische risico’s (actuariële risico’s) Het belangrijkste actuariële risico is het langlevenrisico (het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen). Het bestuur heeft gekozen voor een prudente inschatting van dit risico door toepassing van de meest actuele AG-prognosetafels met adequate correcties voor ervaringssterfte. Het bestuur realiseert zich dat de aannames weliswaar prudent zijn, maar dat verdere ontwikkelingen in lang leven op termijn niet uit te sluiten zijn. In 2015 was er geen aanleiding om aanpassingen in de aannames te maken. Het overlijdensrisico betekent dat het pensioenfonds in geval van overlijden mogelijk een nabestaandenpensioen moet toekennen waarvoor door het pensioenfonds geen voorzieningen zijn getroffen. Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen. Het pensioenfonds heeft het arbeidsongeschiktheids- en overlijdensrisico van actieve deelnemers herverzekerd bij een externe, onder toezicht van DNB staande verzekeringsmaatschappij. De herverzekeringsovereenkomsten zijn per 2012 met een andere verzekeraar gesloten waarbij AON een adviserende rol heeft gespeeld. De looptijd van die verzekeringen was drie jaar en de verzekeringen eindigden per eind 2014. Gezien de besluitvorming over de beëindiging uitvoeringsovereenkomst werden de verzekeringscontracten niet verlengd. De uitlooprisicodekking is overgedragen aan de nieuwe uitvoerders. Premierisico Het pensioenfonds ontving tot eind 2014 van de aangesloten werkgevers de benodigde financiële middelen om de benodigde actuariële premie te kunnen dekken. Als gevolg van de beëindiging van de uitvoering van de pensioenregeling per 1 januari 2015 zijn er geen premies meer ontvangen die betrekking hebben op 2015. Conform de rapportage-eisen kan het bestuur melden dat er geen premieachterstanden bestaan per liquidatiedatum.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
20
11/03/2016
Kostenrisico Voor reservering van toekomstige kosten ter zake van de (toekomstige) uitbetaling van de pensioenen is in de voorziening pensioenverplichtingen eigen rekening een excasso-voorziening opgenomen van 2% van de netto voorziening pensioenverplichtingen eigen rekening. Op basis van een eerder uitgevoerd onderzoek zou de kostenopslag dan circa 6% bedragen. In het kader van de beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst door Heinz was de kostenopslag een belangrijke overweging in de onderhandelingen met de aangesloten werkgever(s). Dat resulteerde in een afwikkeling waarbij Heinz 1,3 miljoen euro heeft bijgedragen voor de dekking van de liquidatiekosten. De kosten over 2015 zijn ruimschoot gedekt door die vergoeding, maar daarbij moet aangetekend worden dat de kosten in 2014 aanmerkelijk hoger waren dan in de voorafgaande jaren. Op basis van onderstaand overzicht waren de kosten voor het gehele liquidatietraject circa €1,6 miljoen.
Overzicht uitvoeringskosten Jaar
Kosten (x €1.000)
2015
1.227
2014
1.266
2013
896
2012
844
2011
869
2010
850
2009
894
2008
958
Meerkosten liquidatie € 1.609
Gemiddelde voorgaande 6 jaren: 885
Toeslagrisico Het pensioenfonds kent een voorwaardelijke toeslagregeling, hetgeen inhoudt dat er geen vaste verplichting tot het verlenen van toeslagen bestaat. In dat opzicht is er geen formeel toeslagrisico. Dat neemt niet weg dat het bestuur aandacht heeft voor toeslagverlening. Het bestuur van het pensioenfonds heeft de ambitie om de pensioenen volledig te indexeren. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd, is afhankelijk van de ontwikkelingen in de dekkingsgraad. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de toeslagtoezegging voorwaardelijk is. Vanaf 2009 tot en met 2013 is, gezien de financiële positie van het pensioenfonds geen toeslag verleend. In de bestuursvergadering van december 2014 is inmiddels een besluit genomen om een gedeeltelijke indexatie te verlenen van 50% van de indexatie maatstaf. In 2015 is besloten geen indexatie te verlenen daar het overschot gebruikt wordt voor verhoging van de pensioenrechten/-aanspraken. De indexatie voor 2015 was al verstrekt op 31 december 2014. De toekomstige indexatie zal verder aan de nieuwe uitvoerder zijn. Het bestuur zal het vermogensoverschot na de collectieve waardeoverdracht aanwenden voor inhaalindexatie over het verleden. Concentratierisico De beleggingen van het pensioenfonds waren doorgaans breed gespreid. Die spreiding betreft de beleggingscategorieën, maar ook binnen elk van deze categorieën werden de beleggingen gespreid naar regio, valuta en wordt voorkomen dat er een te grote invloed ontstaat uit een specifieke belegging. Per liquidatiedatum is een concentratierisico niet meer relevant.
Niet-financiële risico’s Operationeel risico Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico’s beheerste het pensioenfonds door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures, processen en controles en kwaliteit geautomatiseerde systemen. De ‘custodian’ die zorg draagt voor afwikkeling van transacties en het bewaren van de beleggingen beschikte begin 2015 over een ISAE3402 verklaring waarin de interne procedures zijn beschreven en waarin verslag wordt gedaan van toetsing van die procedures. Het bestuur heeft kennis genomen van die verklaring en heeft geen bijzonderheden kunnen constateren die aanleiding vormden voor een nader onderzoek.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
21
11/03/2016
De administrateur (AZL) heeft begin 2015 ook voor 2014 een ISAE3402 type II-rapportage afgegeven en geeft de directie wederom een In Control Statement af. Bij de beoordeling van die rapportage heeft het bestuur geen bijzonderheden geconstateerd. Het overleggen van deze ISAE 3402 type II-rapportage komt tegemoet aan de Beleidsregel ‘Uitbesteding Pensioenfondsen’ waarin DNB heeft vastgesteld dat een pensioenfonds dat zijn administratie uitbesteedt aan een uitvoerder verantwoordelijk is en blijft voor een juiste administratie. Het bestuur heeft bij alle partijen erop aangedrongen om de procesbeheersing conform de geldende procedures te continueren. In het overleg met de accountant is nadrukkelijk aandacht besteed aan de ISAE rapportages en de noodzaak om te borgen dat die ook op 2015 betrekking hebben. De accountant heeft op dat onderdeel nadrukkelijk getoetst nadat de ISAE3402-verklaringen over 2015 beschikbaar kwamen. Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het pensioenfonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het pensioenfonds niet beheersbaar omdat het pensioenfonds daar geen invloed op kan uitoefenen. Per datum van de waardeoverdrachten en uiterlijk de datum van de liquidatiebalans is dit risico ook niet meer relevant. Juridisch risico Contracten en pensioenfondsdocumenten worden doorgaans juridisch getoetst en het pensioenfonds laat zich bijstaan door juridische adviseurs. Zowel in 2014 als in 2015 heeft het bestuur extra aandacht besteed aan het juridisch toetsen van alle overeenkomsten die voortvloeiden uit het besluit om te liquideren. In 2015 hebben geen zaken gespeeld die aan de beoordeling van een onafhankelijke rechter moesten worden voorgelegd. Specifieke financiële instrumenten (derivaten) Het pensioenfonds beperkte de inzet van derivaten tot het afdekken van samenhangende risico’s. Het inzetten van derivaten heeft in geen geval het behalen van additionele beleggingsresultaten als doel gehad. Het pensioenfonds heeft in 2015 de volgende derivaten gebruikt: •
Valutatermijncontracten: Dit zijn met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het verkopen van een valuta en de aankoop van een andere valuta, tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een vooraf vastgestelde datum. Door middel van valutatermijncontracten zijn in het vastrentende mandaat de valutarisico’s afgedekt. De afdekking werd door de custodian verzorgd en wordt namens het bestuur getoetst door de beleggingsadviseur (Sprenkels & Verschuren). • Renteswaps: Dit betreft met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting werd aangegaan tot het uitwisselen van rentebetalingen over een nominale hoofdsom. Door middel van swaps kan het pensioenfonds de rentegevoeligheid van de portefeuille beïnvloeden, en van dit instrument is zeer actief gebruik gemaakt om het renterisico te beperken (zie ook renterisico). Het renterisico werd ingericht en operationeel uitgevoerd door de vermogensbeheerder die ook de vastrentende mandaten verzorgde (BlackRock). Dit gebeurde op basis van jaarlijks geactualiseerde uitkeringsstromen. Bij de renteafdekking werd tevens rekening gehouden met het ‘curve-risico’ en het geheel wordt maandelijks door de vermogensbeheerder gerapporteerd. In 2010 zijn ten aanzien van de tarieven van de beheerder van het vastrentende mandaat expliciete afspraken gemaakt over de kosten van de rente afdekking. • Collatoral swaps: Tegenpartijrisico in derivaten is afgedekt door collatoral management. Per 30 juni 2015 werden, in het licht van de overdracht van de pensioenvermogens van de BPL populatie, alle derivaat posities volledig gesloten. Overige risico’s Uitbestedingsrisco Het bestuur heeft diverse activiteiten uit besteed aan derden, hetgeen ook in het bestuursverslag is beschreven. Voor de selectie van de externe partijen werd gewerkt op basis van ‘tendering’, waarbij meerdere partijen de gelegenheid kregen om een offerte uit te brengen. De selectieprocessen in die tendering waren nauwgezet en omvatten naast prijzen ook diverse aspecten van de kwalitatieve dienstverlening evenals de borging van interne bedrijfsprocessen en IT-infrastructuur. Het bestuur hanteerde voor die uitbesteding ‘service level agreements’ met een regelmatige evaluatie. Voor de meest kritische uitbestede activiteiten beoordeelt het bestuur daarnaast de ISAE3402 verklaringen. Tendering en wijzigingen uitbesteding hebben in 2015 niet plaatsgevonden. Het uitbestedingsrisico was specifiek aandachtspunt van de PFG-commissie.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
22
11/03/2016
Samenvatting actuarieel verslag Financiële positie Per 1 juli 2015 heeft het fonds door de collectieve waardeoverdracht niet langer een technische voorziening en is er geen sprake van een dekkingsgraad of vereiste dekkingsgraad. Indien er geen rekening gehouden wordt met de collectieve waardeoverdracht, dan zou de dekkingsgraad medio 2015 gelijk zijn aan 116,4%. Ultimo 2014 was deze gelijk aan 118,8%. Onderstaande grafiek laat de ontwikkeling van de dekkingsgraad zien. De dekkingsgraad is gebaseerd op een technische voorziening waarbij de voorgeschreven rentetermijnstructuur is gebruikt voor de verdiscontering. Er is conform de voorschriften van DNB gerekend met de Ultimate Forward Rate (UFR)-methodiek.
140%
120%
118,8% 117,9% 116,4%
115,1% 110,6%
110,9%
112,9%
104,4% 104,6%
100%
80%
60% Dekkingsgraad (2015 voor coll WO)
Minimale vereiste dekkingsgraad
Ultimo 2015 voor coll. WO.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
Vereiste dekkingsgraad (feitelijke verdeling) Ultimo 2014
Vereiste dekkingsgraad (strategische verdeling) Ultimo 2013
23
11/03/2016
Na de overdracht van de pensioenverplichtingen was er in het fonds nog wel vermogen aanwezig. Dit vermogen wordt gebruikt voor een éénmalige verhoging van pensioenrechten en pensioenaanspraken van de populatie die met de collectieve waardeoverdracht zijn overgegaan. Rekening houdend met deze éénmalige verhoging is het vermogen op liquidatiedatum nihil. De volgende grafiek geeft het vermogen en de technische voorziening(en) weer.
300.000 236.251 198.924
200.000
197.787
189.084
167.731
174.510
100.000
0
0
0
2015
2014
2013
2012
Vermogen
Actieven en arbeidsongeschikten
Gewezen deelnemers (actief in DC)
Gewezen deelnemers
Gepensioneerden
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
24
11/03/2016
Analyse van het resultaat In boekjaar 2015 heeft het fonds een negatief resultaat gerealiseerd van 14.668. Dit resultaat betreft het resultaat voordat het resterende eigen vermogen aangewend wordt voor een éénmalige verhoging van de pensioenaanspraken en pensioenrechten. In dit negatieve resultaat is het resultaat van de collectieve waardeoverdracht verwerkt. Indien geen rekening gehouden wordt met de collectieve waardeoverdracht, dan bedraagt het negatieve resultaat 4.821. In 2014 was sprake van een positief resultaat van 7.271. De invloed van het resultaat over 2015 op de dekkingsgraad is in de grafiek weergegeven en uitgesplitst naar mutatie-oorzaak. 122,0%
122,0%
118,8% -4,8%
118,0%
118,0% 2,0%
114,0%
0,0%
0,2%
0,1%
0,2%
-0,2%
0,0%
0,1%
0,0% 116,4%
114,0%
114,0%
N.v.t.
110,0%
110,0%
Het negatieve resultaat ontstaat voornamelijk doordat bij de inkoopsom voor de collectieve waardeoverdracht tevens een solvabiliteitsopslag verschuldigd is. Dit resultaat is in bovenstaande grafiek niet zichtbaar, aangezien op dat moment niet langer sprake is van een dekkingsgraad. Het overige negatieve resultaat wordt met name veroorzaakt door de wijziging van de rente primo 2015.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
25
11/03/2016
Collectieve waardeoverdracht Het fonds heeft de voorziening voor risico deelnemers overdragen aan de PPI van Towers Watson. Het resultaat op deze overdracht is als volgt: 2015 Koopsom TW PPI Vrijval voorziening risico deelnemers
-52.877 52.877
Resultaat op overdracht voorziening risico deelnemers
0
De voorziening voor risico fonds is overgedragen aan BPL. Het resultaat op deze overdracht en de specificatie van het liquidatiesaldo ten behoeve van een eenmalige verhoging van pensioenaanspraken en pensioenrechten/aanspraken is als volgt: 2015 Koopsom BPL exclusief dekkingsgraadtoeslag Vrijval voorziening risico fonds 30-06-2015 Vrijval schadevoorziening 01-01-2015 Ontvangen afkoopsom arbeidsongeschiktheidsrentes herverzekeraar
Subtotaal resultaat exclusief dekkingsgraad toeslag Dekkingsgraadtoeslag BPL (6,1%)
-196.501 197.569 666 406
2.140 -11.987
Subtotaal resultaat inclusief dekkingsgraad toeslag
-9.847
Vrijval solvabiliteit fonds
32.506
Beschikbaar voor eenmalige verhoging na overdracht voorziening risico fonds
22.659
Na overdracht van de voorzieningen resteert een vermogen van 22.659 welke aangewend kan worden voor een éénmalige verhoging van de pensioenaanspraken en pensioenrechten/-aanspraken. Naar verwachting kan een éénmalige verhoging van bijna 11% verleend worden vanuit dit vermogen.
Zeist, 26 februari 2016 Namens het bestuur, A.J.E.J. Theunissen, voorzitter / vereffenaar
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
W.J.F.G. Bouwman, secretaris / vereffenaar
26
11/03/2016
Verantwoordingsorgaan Rapport van het Verantwoordingsorgaan over 2015 Het verantwoordingsorgaan heeft tot taak om: • •
Een oordeel te geven over de evenwichtigheid in het gevoerde beleid; Overleg te voeren met het bestuur om belangen goed te kunnen afwegen.
Vanuit deze grondtaak geven wij nu ons oordeel over het gevoerde beleid. In het verslagjaar bestond het verantwoordingsorgaan uit de volgende deelnemers: • •
Namens de gepensioneerden: Cees Donkers en Nol Verhaaff; Namens de actieve deelnemers: Harry van Herpen, Henk Houthuijzen, Hein Kroft en Ramona van Zuijlen.
Ramona heeft zich in het verslagjaar teruggetrokken omdat ze Heinz heeft verlaten. Het verantwoordingsorgaan is in het verslagjaar niet afzonderlijk bij elkaar geweest. De basis daarvoor lag in de aanwijzing van Nol Verhaaff en Hein Kroft als toehoorders in het bestuur. Hierdoor werden belangrijke zaken direct per mail of telefonisch als dat nodig was gecommuniceerd zodat de leden zo goed als mogelijk op de hoogte waren van wat er speelde. In het verslagjaar is het Verantwoordingsorgaan tweemaal in een gezamenlijke vergadering van het bestuur bij elkaar geweest. Wat waren de belangrijkste zaken waarover ons oordeel werd gevraagd? •
Het jaarwerk over 2014, alsmede het liquidatie verslag 31 oktober 2015, waarover het verantwoordingsorgaan een positief advies heeft uitgebracht.
•
De beslissing om het pensioenfonds op te heffen en de mensen onder te brengen bij andere pensioenorganisaties.
In het proces van het opheffen van ons pensioenfonds heeft het bestuur tijdens haar vergaderingen telkens weer ons oordeel belangrijk gevonden en meegenomen in de besluitvorming. Concluderend kunnen we zeggen dat het verantwoordingsorgaan volledig achter de beslissing van het bestuur staat en daaruit kan opmaken dat het bestuur zorgvuldig de belangen van alle groepen heeft behartigd. Zeist, 26 februari 2016 Namens het verantwoordingsorgaan Cees Donkers, voorzitter Nol Verhaaff, secretaris
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
27
11/03/2016
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
28
11/03/2016
Financieel verslag
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
29
11/03/2016
Liquidatiebalans (na resultaatverdeling; in duizenden euro) Activa 31-10-2015
Beleggingen voor risico pensioenfonds Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
31-12-2014
[1] 0 0 0 0 0
0 60.714 115.848 18.112 39.554 0
Beleggingen voor risico deelnemers Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Overige beleggingen
234.228
[2] 0 0 0 0
4 21.733 23.618 7.706 0
53.061
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen
[3]
0
61
Vorderingen en overlopende activa
[4]
785
2.536
Liquide middelen
[5]
1.674
1.605
2.459
291.491
Totaal activa
[..]De tussen haken vermelde nummers verwijzen naar corresponderende nummers in de toelichting op de balans, die een integraal onderdeel uitmaakt van het financieel verslag.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
30
11/03/2016
Passiva 31-10-2015
Stichtingskapitaal en reserves
[6]
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Herverzekeringsdeel technische voorzieningen
[7] [8]
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers Kortlopende schulden en overlopende passiva
Totaal passiva
31-12-2014
0
0 0
37.327
198.924 61 0
198.985
[9]
0
53.061
[10]
2.459
2.118
2.459
291.491
[..]De tussen haken vermelde nummers verwijzen naar corresponderende nummers in de toelichting op de balans, die een integraal onderdeel uitmaakt van het financieel verslag.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
31
11/03/2016
Staat van baten en lasten (in duizenden euro) 1-1-2015 t/m 31-10-2015
Beleggingsopbrengsten voor risico pensioenfonds Directe beleggingsopbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten Kosten van vermogensbeheer
[11]
Beleggingsopbrengsten voor risico deelnemers Directe beleggingsopbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten
[12]
2.852 -6.480 -22
2014
5.320 35.670 -225 -3.650
443 1.213
40.765 393 4.323
1.656
4.716
Premiebijdragen van werkgevers en werknemers
[13]
1.314
4.772
Premiebijdragen voor risico deelnemers
[14]
0
4.402
Overige werkgeversbijdragen
[15]
1.300
0
Saldo van overdrachten van rechten
[16]
-209.000
-539
Saldo van overdrachten van rechten voor risico deelnemers
[17]
-54.961
54
Pensioenuitkeringen
[18]
-2.766
-5.198
-266.107
48.972
Subtotaal
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
32
11/03/2016
1-1-2015 t/m 31-10-2015
Transport Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Inkoop nieuwe aanspraken Toevoeging i.v.m. kosten Benodigde intresttoevoeging technische voorzieningen Overgenomen pensioenverplichtingen Uitkeringen Vrijgevallen voor kosten uit de technische voorzieningen Overgedragen pensioenverplichtingen Toeslagverlening pensioentrekkenden Toeslagverlening slapers Toeslagverlening actieven Wijziging als gevolg van verandering rente(-termijnstructuur) Wijziging van actuariële grondslagen en/of methoden Resultaat op sterftegrondslagen Resultaat op arbeidsongeschiktheid Resultaat op mutaties Collectieve waardeoverdracht
2014
-266.107
48.972
[19] -911 0 -162 0 2.757 55 730 0 0 0 -1.397 0 -190 -42 -151 198.235
-2.247 -24 -632 -30 5.162 103 586 -1.214 -759 -824 -32.495 831 489 -144 5 0 198.924
-31.193
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers
[20]
53.061
-9.172
Herverzekering
[21]
405
-119
Pensioenuitvoerings- en administratiekosten
[22]
-1.227
-1.266
Overige baten en lasten
[23]
276
49
Saldo van baten en lasten
-14.668
7.271
Bestemming van het saldo Algemene reserve
-14.668
7.271
Statutair is bepaald dat een batig saldo zal worden aangewend ten bate van deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en overige rechthebbenden. [..]De tussen haken vermelde nummers verwijzen naar corresponderende nummers in de toelichting op de staat van baten en lasten, die een integraal onderdeel uitmaakt van het financieel verslag.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
33
11/03/2016
Kasstroomoverzicht (in duizenden euro) 1-1-2015 t/m 31-10-2015
2014
Pensioenactiviteiten Ontvangsten Premiebijdragen van werkgevers en werknemers 1) Uitkeringen uit herverzekering Overgenomen pensioenverplichtingen Overige
1.280 2) 69 0 1.561
4.785 122 43 48 2.910
Uitgaven Uitgekeerde pensioenen Overgedragen pensioenverplichtingen Premies herverzekering Pensioenuitvoerings- en administratiekosten
-2.877 -230.278 -65 -987
4.998
-5.187 -250 -478 -1.328 -234.207
-7.243
Beleggingsactiviteiten Ontvangsten Directe beleggingsopbrengsten Verkopen en aflossingen beleggingen
4.668 410.755
5.286 277.039 415.423
Uitgaven Aankopen beleggingen Kosten van vermogensbeheer
-183.927 -130
282.325
-281.331 -228 -184.057
-281.559
69
-1.479
Saldo liquide middelen 1 januari
1.605
3.084
Saldo liquide middelen per 31 oktober 2015 / 31 december 2014
1.674
1.605
Mutatie liquide middelen
1) 2
Exclusief premiebijdragen voor risico deelnemers
) Betreft inkoopsommen a.g.v. onttrekkingen uit spaarkapitalen en afloop van de vordering per 31-12-2014.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
34
11/03/2016
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Beëindiging activiteiten Als gevolg van de beëindigingsovereenkomst met Heinz heeft het bestuur in 2015 besloten tot een collectieve waardeoverdracht (CWO) per 1 juli 2015 van uitkeringsaanspraken naar Bedrijfspensioenfonds voor de landbouw (BPL) en een CWO per 1 september 2015 van pensioenkapitaalrechten naar TowersWatson PPI. Op basis van deze overeenkomst is besloten tot liquidatie van het pensioenfonds. Op 19 mei 2015 heeft het bestuur ingestemd met het voorstel tot liquidatie. Het financieel verslag is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (‘RJ’), uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Het financieel verslag is opgesteld in euro’s. In dit financieel verslag wordt RJ170 toegepast vanwege de aanstaande liquidatie. In deze richtlijn staat onder andere beschreven hoe omgegaan moet worden met de waardering van activa en passiva. Het fonds verwacht aan al haar verplichtingen te kunnen blijven voldoen. Het effect van de aanstaande liquidatie op het vermogen en resultaat van het fonds is nihil.
Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op reële waarde. De overige activa en passiva worden gewaardeerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen waarmee wordt verwezen naar de toelichting.
Verslagperiode Als gevolg van de collectieve waardeoverdrachten per 1 juli 2015 aan BPL en per 1 september 2015 aan TW PPI is het boekjaar vervroegd afgesloten, namelijk per 31 oktober 2015. Het financieel verslag betreft de periode 1 januari 2015 tot en met 31 oktober 2015.
Vergelijking met voorgaand jaar
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Grondslagen
Toepassing richtlijnen voor de jaarverslaggeving Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie heeft bij de samenstelling van dit jaarverslag de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving en Titel 9 Boek 2 BW toegepast, met uitzondering van artikel 390. Het financieel verslag is opgesteld in euro’s. De beleggingen zijn gewaardeerd op reële waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen waarmee wordt verwezen naar de toelichting.
Schattingen en veronderstellingen De opstelling van het financieel verslag in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen.
Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
35
11/03/2016
waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post “vorderingen of schulden uit hoofde van effectentransacties”.
Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen.
Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen.
Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar Euro tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum.
Kasstroomoverzicht Voor de opstelling van het kasstroomoverzicht is de directe methode gehanteerd. Hierbij worden alle ontvangsten en uitgaven als zodanig gepresenteerd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen kasstromen uit pensioenactiviteiten en kasstromen uit beleggingsactiviteiten. Waardering
Algemene grondslagen Alle activa en passiva zijn gewaardeerd tegen de kostprijs, tenzij hierna een andere waarderingsgrondslag wordt vermeld. Voor kortlopende vorderingen en schulden wordt de kostprijs geacht een redelijke benadering te zijn van de reële waarde.
Vreemde valuta Functionele valuta Het financieel verslag is opgesteld in euro’s, zijnde de functionele en presentatievaluta van het pensioenfonds. Transacties, vorderingen en schulden Transacties in vreemde valuta gedurende de verslagperiode zijn in het financieel verslag verwerkt tegen de koers op transactiedatum. Monetaire activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per balansdatum. De uit de afwikkeling en omrekening voortvloeiende koersverschillen komen ten gunste of ten laste van de staat van baten en lasten.
Beleggingen Vastgoedbeleggingen Voor de niet-beursgenoteerde (indirecte) vastgoedbeleggingen is de marktwaarde gebaseerd op opgave van fondsmanagers. Aandelen De ter beurze genoteerde aandelen worden gewaardeerd tegen de beurswaarde ultimo boekjaar. De niet ter beurze genoteerde fondsen worden gewaardeerd tegen hun actuele waarde, zijnde de intrinsieke waarde ultimo boekjaar, waarbij de onderliggende beleggingen zijn gewaardeerd op marktwaarde.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
36
11/03/2016
Vastrentende waarden De ter beurze genoteerde obligaties worden gewaardeerd tegen de beurswaarde ultimo boekjaar. De niet ter beurze genoteerde fondsen worden gewaardeerd tegen hun actuele waarde, zijnde de intrinsieke waarde ultimo boekjaar, waarbij de onderliggende beleggingen zijn gewaardeerd op marktwaarde. Leningen op schuldbekentenis worden gewaardeerd tegen marktwaarde, zijnde de contante waarde van de met vervroegde aflossing aangepaste kasstromen, verdisconteerd tegen de rente op staatsobligaties met vergelijkbare looptijden inclusief eventuele opslagen, behorende bij het risicoprofiel van de leningen. Deposito’s worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor deposito’s is het verschil tussen marktwaarde en nominale waarde in het algemeen gering. Derivaten Beleggingen in beursgenoteerde derivaten worden gewaardeerd tegen de op 31 december bekende marktprijzen. Beleggingen welke onderhands zijn gekocht, waarvoor geen directe marktwaardering beschikbaar is, worden gewaardeerd op basis van actuele marktparameters. RJ 610 schrijft voor dat derivaten met een negatieve waarde op de passiva zijde van de balans moeten worden weergegeven. Overige beleggingen De ter beurze genoteerde Overige beleggingen worden gewaardeerd tegen de beurswaarde ultimo boekjaar. De niet ter beurze genoteerde fondsbeleggingen in liquiditeiten worden gewaardeerd tegen hun actuele waarde, zijnde de intrinsieke waarde ultimo boekjaar, waarbij de onderliggende beleggingen zijn gewaardeerd op marktwaarde.
Beleggingen voor risico deelnemers Participaties in beleggingsinstellingen ten behoeve van de pensioenkapitaalrekeningen worden gewaardeerd tegen de beurswaarde per 31 december van het verslagjaar. Deze beleggingen worden aangehouden voor rekening en risico van de deelnemer, hetgeen weerspiegeld wordt in de Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers (Pensioensparen).
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Herverzekeringspremies Herverzekeringspremies worden verantwoord in de periode waarop de herverzekering betrekking heeft. Herverzekeringscontracten op risicobasis Vorderingen uit herverzekeringscontracten op risicobasis worden als actief verantwoord op het moment dat de onderhavige verzekerde gebeurtenis zich voordoet. De waardering vindt plaats op basis van de contante waarde van de verzekerde uitkeringen uit hoofde van het contract, volgens de grondslagen van het pensioenfonds.
Vorderingen en overlopende activa Vorderingen worden opgenomen tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de nominale waarde.
Liquide middelen Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Stichtingskapitaal en reserves Het jaarlijkse resultaat volgens de staat van baten en lasten wordt gemuteerd in de algemene reserve.
Schattingswijzigingen In 2014 heeft de Commissie Overlevingstafels van het AG een nieuwe prognosetafel gepubliceerd, zijnde de Prognosetafel AG2014, en heeft het fonds besloten over te gaan op deze nieuwe overlevingstafel. Dit is in 2014 verantwoord als een schattingswijziging. Ultimo 2014 is de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds verlaagd met 0,4% als gevolg van deze schattingswijziging. Het effect van deze schattingswijziging op de technische voorziening ad € 831.000 in 2014 is als mutatie in het resultaat verwerkt.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
37
11/03/2016
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds De voorziening voor pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds (VPV) wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de per balansdatum toegekende (toeslag)toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente, waarvoor de actuele rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door DNB wordt gebruikt. Bij de berekening van de VPV is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. Alle per balansdatum bestaande toeslagbesluiten zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op basis van de contante waarde van de toekomstige pensioenopbouw waarvoor vrijstelling is verleend wegens arbeidsongeschiktheid. Hierbij wordt geen rekening gehouden met revalidatiekansen. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt rekening gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. Deze trend is prognosejaar afhankelijk. De voorziening is gebaseerd op de volgende actuariële grondslagen: Sterfte Prognosetafel AG2014, inclusief fondsspecifieke ervaringssterfte, gebaseerd op het ervaringssterftemodel Towers Watson 2012. Voor (half)wezen wordt geen sterfte verondersteld. Rekenrente De rentetermijnstructuur Financieel Toetsingskader conform publicatie door DNB. Voor Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie kwam de rekenrente in 2014 overeen met 1,81%. Partnerfrequenties Voor de gepensioneerden wordt uitgegaan van de werkelijke burgerlijke staat (bepaalde partnersysteem). Voor de deelnemers en gewezen deelnemers wordt uitgegaan van het onbepaalde partnersysteem, rekening houdend met partnerfrequenties per leeftijd en geslacht. Leeftijdsverschil Uitgangspunt is dat de vrouw drie jaar jonger is dan de man. Kosten Ter dekking van toekomstige kosten wordt een opslag gehanteerd van 2% van de netto voorziening. Jaarlijks zal hierdoor 2% van de pensioenuitkeringen voor dekking van excassokosten beschikbaar komen. Arbeidsongeschiktheid Bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid wordt (gedeeltelijke) vrijstelling van premiebetaling verleend. Wezenpensioen Voor de reservering van latent wezenpensioen wordt tot pensioendatum een opslag van 5% op de technische voorziening van latent partnerpensioen gehanteerd.
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Voor de berekening van de gekapitaliseerde waarde van de verzekeringspolissen zijn dezelfde grondslagen aangehouden als voor de totale voorziening pensioenverplichtingen.
Voorziening pensioenverplichtingen risico deelnemers De beschikbare premies worden belegd bij de vermogensbeheerder Robeco waarbij de beleggingsrisico’s (zowel positief als negatief) geheel voor rekening en risico van de deelnemers komen. Deze wijze van pensioensparen leidt tot vorming van een kapitaal waarmee op de (gekozen) pensioendatum een ouderdomspensioen en een nabestaandenpensioen moet worden aangekocht. De voorziening van de beschikbare premieregeling is gelijk aan de som van de waarden die voor rekening en risico van de deelnemers komen.
Kortlopende schulden en overlopende passiva Schulden worden opgenomen tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de nominale waarde.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
38
11/03/2016
Resultaatbepaling
Algemeen De in de staat van baten en lasten opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen en de voorziening pensioenverplichtingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat.
Directe beleggingsopbrengsten Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt in dit verband verstaan: rente; dividend; soortgelijke opbrengsten.
Indirecte beleggingsopbrengsten Onder indirecte beleggingsopbrengsten worden de volgende resultaten opgenomen: gerealiseerde en niet-gerealiseerde beleggingsopbrengsten; valutaverschillen inzake deposito’s en bankrekeningen in buitenlandse valuta en valutatermijntransacties.
Kosten vermogensbeheer Onder de kosten vermogensbeheer worden de kosten opgenomen die verband houden met het beheer van de beleggingen.
Premiebijdragen (van werkgevers en werknemers) Onder premiebijdragen van werkgevers en werknemers wordt verstaan de aan derden in rekening gebrachte c.q. te brengen bedragen voor de in het verslagjaar verzekerde pensioenen onder aftrek van kortingen. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Extra stortingen en opslagen op de premie zijn eveneens als premiebijdragen verantwoord.
Saldo overdrachten van rechten De post saldo overdrachten van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen.
Pensioenuitkeringen De pensioenuitkeringen betreffen de aan deelnemers uitgekeerde bedragen inclusief afkopen. De pensioenuitkeringen zijn berekend op actuariële grondslagen en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben.
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds Pensioenopbouw Bij de pensioenopbouw zijn aanspraken en rechten over het boekjaar gewaardeerd naar het niveau dat zij op balansdatum hebben. Rentetoevoeging De rentetoevoeging wordt berekend over de beginstand van de voorziening pensioenverplichtingen en de mutaties hierin gedurende het jaar. Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoerings- en administratiekosten Vooraf wordt een actuariële berekening gemaakt van de toekomstige pensioenuitvoerings- en administratiekosten (met name excassokosten) en pensioenuitkeringen die in de voorziening pensioenverplichtingen worden opgenomen. Deze post betreft de vrijval ten behoeve van de financiering van de kosten en uitkeringen van het verslagjaar.
Herverzekering Het pensioenfonds heeft het arbeidsongeschiktheids- en overlijdensrisico herverzekerd bij een externe, onder toezicht van DNB staande verzekeringsmaatschappij. Voor dit risico werd jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht. De looptijd van die verzekeringen was 3 jaar en de verzekeringen eindigden per eind 2014. Gezien de besluitvorming over de beëindiging uitvoeringsovereenkomst zijn de verzekeringscontracten niet verlengd. De uitloop risicodekking is in 2015 overgedragen aan Elipslife. Voor de lopende arbeidsongeschiktheidsrentes vanaf 1 juli 2015 heeft de herverzekeraar een afkoopsom betaald.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
39
11/03/2016
Pensioenuitvoerings- en administratiekosten De pensioenuitvoerings- en administratiekosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Overige baten en lasten Overige baten en lasten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Bestemming van het saldo Het saldo wordt toegevoegd aan de algemene reserve.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
40
11/03/2016
Toelichting op de balans per 31 oktober resp. 31 december (in duizenden euro) Activa [1] Beleggingen voor risico pensioenfonds Categorie
Stand ultimo 2014
Aankopen/ Verstrekkingen
Verkopen aflossingen
Gerealiseerde koersverschillen
Stand liquidatie (31-10-2015)
Aandelen Aandelen beleggingsfondsen
60.714
0
-66.835
6.121
0
Vastrentende waarden Staatsobligaties Index linked obligaties Bedrijfsobligaties Hypothecaire leningen Inkomende en uitgaande collateral
72.380 7.448 31.419 19.767 -15.166
43.828 680 13.202 0 38.866
-113.975 -8.209 -44.214 -20.337 -23.724
-2.233 81 -407 570 24
0 0 0 0 0
96.576
-210.459
-1.965
0
0 18.087 25
0 10.683 36
0 -22.852 -80
0 -5.918 19
0 0 0
18.112
10.719
-22.932
-5.899
0
39.554
86.764
-126.318
0
0
234.228
194.059
-426.544
-1.743
0
Derivaten (passiva zijde) Valutaderivaten
-1.197
5.937
0
-4.740
0
Totaal beleggingen voor risico pensioenfonds passiva zijde
-1.197
5.937
0
-4.740
0
233.031
199.996
-426.544
-6.483
0
115.848 Derivaten Valutaderivaten Rentederivaten Kredietderivaten
Overige beleggingen Beleggingsfondsen in liquiditeiten Totaal beleggingen voor risico pensioenfonds activa
Totaal beleggingen voor risico pensioenfonds Overige balansposten m.b.t. beleggingen voor risico pensioenfonds Lopende intrest vastrentende waarden Terug te vorderen dividendbelasting Liquide middelen beschikbaar voor beleggingen Vorderingen/schulden uit hoofde van effectentransacties
Totaal beleggingen voor risico pensioenfonds, incl. lopende intrest en liquide middelen beschikbaar voor beleggingen
1)
1.754 46 447 276
0 0 0 0
235.554
0
In het kader van de liquidatie van het fonds en de overdracht van de verplichtingen naar BPL zijn de beleggingen, met uitzondering van de hypothekenportefeuille, verkocht. Op 30 juni 2015 is het PVF Particuliere Hypothekenfonds met een waarde van 20.673 (inclusief te vorderen dividend) overgedragen aan BPL. 1)
In de vergelijkende cijfers is op basis van voortschrijdend inzicht een reclassificatie doorgevoerd van staatsobligaties naar bedrijfsobligaties voor een bedrag van € 2,4m. Deze reclassificatie heeft plaatsgevonden binnen de categorie vastrentende waarden en heeft geen impact op het saldo van baten en lasten 2014 en 2015, noch op de reserves en de (beleids)dekkingsgraad in beide jaren.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
41
11/03/2016
Toelichting op de balans per 31 december (in duizenden euro) [2] Beleggingen voor risico deelnemers Categorie
Stand ultimo 2014
Aankopen/ Verstrekkingen
Verkopen aflossingen
Directe Gerealiseerde Stand beleggings koersliquidatie opbrengsten verschillen (31-10-2015) 1)
Vastgoedbeleggingen Vastgoed beleggingsfondsen
4
0
-4
0
0
0
Aandelen Aandelen beleggingsfondsen
21.733
58
-23.100
262
1.047
0
Vastrentende waarden Vastrentende beleggingsfondsen
23.618
120
-23.911
7
166
0
7.706
1.781
-9.661
174
0
0
53.061
1.959
-56.676
443
1.213
0
Overige beleggingen Liquide middelen Totaal beleggingen voor risico deelnemers activa zijde 1)
De directe beleggingsopbrengsten zijn ingelegd en bestaan uit netto dividend en rendement uit cashposities. Overzicht beleggingen voor risio deelnemers per beleggingsfonds: 31-10-2015
Vastgoedbeleggingen Robeco Property Equity Aandelen Robeco Emerging Markets Equities Robeco Robeco European Equities
31-12-2014
0
0 0 0
4
1.075 10.831 9.827 0
Vastrentende waarden Robeco High Yield Bonds Robeco AS Eur Bond BH Robeco Lux-o-rente
Overige beleggingen Flexioen spaarrekening
0 0 0
21.733 472 11.552 11.594
0
23.618
0
7.706
0
53.061
Methodiek bepaling marktwaarde Bij de waardering van de beleggingen voor risico deelnemers wordt gebruik gemaakt van marktnoteringen. In het kader van de liquidatie van het fonds en de overdracht van de verplichtingen naar TW PPI zijn de beleggingen verkocht.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
42
11/03/2016
Toelichting op de balans per 31 oktober resp. 31 december (in duizenden euro)
31-10-2015
[3] Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Stand per 1 januari Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen
61
161
-61
-100 0
Stand per 31 oktober resp. 31 december Dit betreft de contante waarde van de toekomstige te ontvangen arbeidsongeschiktheidsrentes. [4] Vorderingen en overlopende activa Vorderingen op aangesloten ondernemingen Vorderingen op verzekeringsmaatschappijen
31-12-2014
61
1 591
210 191
Lopende intrest en nog te ontvangen dividend * Vastrentende waarden * Banken
0 6
1.754 18
Subtotaal lopende intrest en nog te ontvangen dividend
6
1.772
38 149
87 276
Terugvorderbare dividendbelasting Overige vorderingen Totaal vorderingen en overlopende activa De vorderingen hebben een looptijd korter dan 1 jaar. [5] Liquide middelen Depotbanken ING Bank N.V.
785
0 1.674
2.536
447 1.158 1.674
1.605
De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de stichting.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
43
11/03/2016
31-10-2015
31-12-2014
[6] Stichtingskapitaal en reserves Stichtingskapitaal Algemene reserve Stand per 1 januari Saldobestemming boekjaar Liquidatie overschot Vrijval t.g.v. BPL t.b.v. eenmalige verhoging van aanspraken/rechten
0
0
37.327 -14.668
30.056 7.271
22.659
37.327
-22.659
0
Stand per 31 oktober resp. 31 december
0
37.327
Totaal eigen vermogen
0
37.327
Het minimaal vereist eigen vermogen bedraagt Het vereist eigen vermogen bedraagt De dekkingsgraad is
n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
8.846 21.687
104,4% 110,9% 118,8%
De dekkingsgraad uiltimo 2014 is vastgesteld als het totaal vermogen gedeeld door de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds De berekening is als volgt: (37.327 + 198.924 ) /198.924 x 100% = 118,8% De dekkingsgraad was ultimo 2014 hoger dan de vereiste dekkingsgraad waardoor er sprake was van een toereikende solvabiliteit.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
44
11/03/2016
31-10-2015
31-12-2014
Technische voorzieningen [7] Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Stand per 1 januari Het verloop van de voorziening is als volgt: Inkoop nieuwe aanspraken Toevoeging i.v.m. kosten Benodigde intresttoevoeging technische voorzieningen Overgenomen pensioenverplichtingen Uitkeringen Vrijgevallen voor kosten uit de technische voorzieningen Overgedragen pensioenverplichtingen Toeslagverlening pensioentrekkenden Toeslagverlening slapers Toeslagverlening actieven Wijziging als gevolg van verandering rente(-termijnstructuur) Wijziging van actuariële grondslagen en/of methoden Resultaat op sterftegrondslagen Resultaat op arbeidsongeschiktheid Resultaat op mutaties Subtotaal voor collectieve overdracht Collectieve waardeoverdracht
198.924
167.731
911 0 162 0 -2.757 -55 -730 0 0
2.247 24 632 30 -5.162 -103 -586 1.214 759
198.235 -198.235
198.924 0 0
Stand per 31 oktober resp. 31 december 1)
824 1) 32.495 -831 -489 144 -5
0 1.397 0 190 42 151
198.924
Betreft de indexatie van de pensioengrondslag van arbeidsongeschikten. De voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds is als volgt opgebouwd: Actieve deelnemers - Basis beschikbare premieregeling - Middelloon/eindloon regeling
0 0
17.874 33.977
Totaal actieve deelnemers Gewezen deelnemers Pensioengerechtigden
0 0 0
51.851 59.547 87.526
0
198.924
61 -61
161 -100
[8] Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Stand per 1 januari Mutatie Stand per 31 oktober resp. 31 december
0
61
Totaal technische voorzieningen
0
198.985
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
45
11/03/2016
31-10-2015 [9] Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers Stand per 1 januari Stortingen Overgenomen pensioenverplichtingen Inkoopsommen Onttrekkingen t.b.v. inkoop rechten Onttrekkingen t.b.v. inkoop rechten buiten pensioenfonds Onttrekkingen i.v.m. overlijden Onttrekkingen t.b.v. waarde overdracht Rendement Subtotaal voor collectieve overdracht Onttrekkingen t.b.v. collectieve waardeoverdracht naar Towers Watson PPI
53.061 244 24 0 -1.314 4 0 -798 1.656
43.889 4.402 212 2.233 -1.138 -207 -44 -1.002 4.716
52.877
53.061
-52.877
0 0
Stand per 31 oktober resp. 31 december [10] Kortlopende schulden en overlopende passiva Schulden uit hoofde van derivaten Belastingen en sociale premies Schulden inzake kosten van vermogensbeheer Schulden inzake pensioenuitvoerings- en administratiekosten Vooruit ontvangen bedragen volgend boekjaar Overige schulden
Eindafrekening collectieve waarde overdracht met BPL Verschuldigde inkoopsom Liquidatie overschot (vrijval algemene reserve t.b.v. eenmalige verhoging van aanspraken/rechten) Af: betaling termijn 1 Af: betaling termijn 2 Af: overgedragen Hypothekenfonds Resterend saldo BPL
31-12-2014
53.061
0 75
1.197 111
118 502 0 1
296 132 382 0
696
2.118
208.488
0
22.659 -141.076 -67.635 -20.673
0 0 0 0
1.763
0
1)
0
Dit betreft de eindafrekening met Bedrijfspensioenfonds voor de landbouw (BPL). Kortlopende schulden en overlopende passiva
2.459
2.118
De kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan 1 jaar. Niet in de balans opgenomen verplichtingen N.v.t. Alle verplichtingen zijn opgenomen in de balans.
Verbonden partijen Er zijn geen aan het fonds verbonden partijen. 1)
Inclusief voorziening af te dragen BTW ad 213.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
46
11/03/2016
Toelichting op de staat van baten en lasten (in duizenden euro) Bezoldiging bestuursleden In de "pensioenuitvoerings- en administratiekosten" is in 2015 een bedrag ad € 343.000,- (2014: € 287.000,-) aan bestuursvergoedingen opgenomen.
Personeel Gedurende de boekjaren 2014 en 2015 had Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie één bestuurslid in dienst. Deze kosten zijn opgenomen in bovengenoemde post "bestuursvergoedingen".
1-1-2015 t/m 31-10-2015
2014
[11] Beleggingsopbrengsten voor risico pensioenfonds Directe beleggingsopbrengsten Aandelen Vastrentende waarden Derivaten
935 1.557 281
701 3.336 1.164
Subtotaal
2.773
5.201
5 -6 80
18 -8 109
2.852
5.320
6.121 -1.965 -10.639 0 3
10.913 14.086 10.677 0 -6
-6.480
35.670
Banken Waardeoverdrachten Overige Totaal directe beleggingsopbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten
Gerealiseerde en ongerealiseerde resultaten *) Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen Valutaverschillen Totaal indirecte beleggingsopbrengsten Als gevolg van de gestegen marktrentes zijn de marktwaardes van de vastrentende beleggingen en de rentederivaten in waarde gedaald. Aangezien het de koersen van die beleggingen raakt en niet de rentevergoedingen, betreft het hier een negatief resultaat “Indirecte beleggingsopbrengsten”. *)
Ongerealisreede resultaten hebben alleen betrekking op 2014. In 2015 zijn, vanwege de verkoop van de beleggingen, alle resultaten gerealiseerd.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
47
11/03/2016
1-1-2015 t/m 31-10-2015
2014
Kosten van vermogensbeheer Beheer- en bewaarloon: -Aandelen 1) -Vastrentende waarden -Voorziening af te dragen BTW boekjaar
37 -166 0
Beleggingsadviseur Beleggingsadministratie
202 2) -6 67 -13 -76
Totaal kosten vermogensbeheer
-22
-Vrijval voorziening af te dragen BTW -Overige
Totaal beleggingsopbrengsten voor risico pensioenfonds
216 -315 -66 100 -6 -71 -71 -83 -225
-3.650
40.765
[12] Beleggingsopbrengsten voor risico deelnemers Directe beleggingsopbrengsten Aandelen Vastrentende waarden Overige beleggingen
262 7 174
278 7 108
Totaal directe beleggingsopbrengsten
443
393
Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Overige beleggingen
0 1.047 166 0
9 2.244 2.070 0
Totaal indirecte beleggingsopbrengsten
1.213
4.323
Indirecte beleggingsopbrengsten
Gerealiseerde en ongerealiseerde resultaten
3)
Totaal beleggingsopbrengsten voor risico deelnemers 1)
2)
3)
1.656
4.716
Dit betreft de rebates (correctie van reeds in de koers verwerkte kosten) van het Robeco Inst. Global Enhanced Index Fonds. Vanaf 2011 heeft het fonds een voorziening gevormd voor nog af te dragen BTW. Het bestuur heeft met de fiscus een vaststellingsovereenkomst opgesteld waarin het verschuldigde BTW bedrag is vastgesteld op € 70.000,-. Dit betekent een vrijval van de voorziening ad € 202.000,-.
Ongerealiseerde resultaten hebben alleen betrekking op 2014. In 2015 zijn, vanwege de verkoop van de beleggingen, alle resultaten gerealiseerd.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
48
11/03/2016
1-1-2015 t/m 31-10-2015 [13] Premiebijdragen van werkgevers en werknemers Pensioenpremie werkgevers Pensioenpremie werknemers Storting inzake Vigef VUT Kostenopslag instandhouden pensioenfonds Subtotaal Premie WIA excedent Bijdrage FVP regeling Inkoopsommen: Extra stortingen door onderneming Inkoopsommen: a.g.v. onttrekking pensioenspaarkapitalen
2014
0 0 0 0
1.711 521 238 1.039
0
3.509
0 0 0 1.314
87 8 31 1.137 1.314
[14] Premiebijdragen voor risico deelnemers Pensioenpremie werkgevers Pensioenpremie werknemers Korting Robeco op beheerfee
0 0 0
[15] Overige werkgeversbijdragen Bijdrage kosten liquidatie
[16] Saldo van overdrachten van rechten Overgenomen pensioenverplichtingen Overgedragen pensioenverplichtingen Collectieve waardeoverdracht naar BPL
4.772
2.979 1.423 0 0
4.402
1.300
0
0 -512 -208.488
28 -567 0 -209.000
[17] Saldo van overdrachten van rechten voor risico deelnemers Onttrekkingen t.b.v. inkoop rechten Onttrekkingen t.b.v. inkoop rechten buiten pensioenfonds Onttrekkingen t.b.v. waardeoverdracht Onttrekkingen i.v.m. overlijden Inleg inkomende waardeoverdracht Inleg inkoopsommen Onttrekkingen t.b.v. collectieve waardeoverdracht naar Towers Watson PPI
-1.314 4 -798 0 24 0
-1.138 -207 -1.002 -44 212 2.233
-52.877
0 -54.961
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
-539
54
49
11/03/2016
1-1-2015 t/m 31-10-2015 [18] Pensioenuitkeringen Pensioenen Ouderdomspensioen Partnerpensioen Wezenpensioen Invaliditeitspensioen Subtotaal Andere uitkeringen Afkoopsommen
-2.246 -475 -16 -16
-4.205 -902 -33 -41
-2.753
-5.181
-13
-17
Totaal pensioenuitkeringen [19] Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds [20] Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers Stortingen Overgenomen pensioenverplichtingen Inkoopsommen Onttrekkingen t.b.v. inkoop rechten Onttrekkingen t.b.v. inkoop rechten buiten pensioenfonds Onttrekkingen i.v.m. overlijden Onttrekkingen t.b.v. waarde overdracht Rendement Onttrekkingen t.b.v. collectieve waardeoverdracht naar Towers Watson PPI
2014
-2.766
-5.198
198.924
-31.193
-244 -24 0 1.314 -4 0 798 -1.656
-4.402 -212 -2.233 1.138 207 44 1.002 -4.716
52.877
0 53.061
[21] Herverzekering Premies herverzekering Uitkeringen uit herverzekering
-66 471
-9.172
-323 204 405
-119
Met de herverzekeraar is geen winstdeling in verzekeringstechnische resultaten overeengekomen. Voor de lopende arbeidsongeschiktheidsuitkeringen vanaf 1 juli 2015 heeft de herverzekeraar een afkoopsom betaald.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
50
11/03/2016
1-1-2015 t/m 31-10-2015 [22] Pensioenuitvoerings- en administratiekosten Administratie Accountantsorganisatie: controle van de jaarrekening Accountantsorganisatie: andere controle diensten Accountantsorganisatie: fiscale advisering Actuaris Contributies en bijdragen Bestuurskosten Door onderneming doorbelaste (bestuurs)kosten Bestuursondersteuning e.d. Kosten toezicht (visitatie) Communicatiekosten Overige advieskosten Aansprakelijkheidsverzekering Overige kosten Voorziening kosten vereffening
-248 -37 -27 -49 -108 -21 -378 0 -271 -11 -30 0 -27 -10 -10
2014
-247 -26 0 -28 -270 -22 -287 -61 -219 0 -66 -24 -12 -4 0 -1.227
[23] Overige baten en lasten Onttrekking pensioenspaarkapitaal i.v.m. overlijden Premieresultaat WIA excedent Saldo VUT Vigef Overige
1)
-1.266
0 36
44 0
240 1) 0
0 5 276
49
-14.668
7.271
Betreft de overdracht van het batig saldo van de per 31 december 2014 ontbonden Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Groentenen Fruitverwerkende Industrie.
Saldo van baten en lasten
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
51
11/03/2016
1-1-2015 t/m 31-10-2015
2014
Actuariële analyse van het saldo van baten en lasten Vervallen driemaandsmiddeling rente Beleggingsopbrengsten Premies Waardeoverdrachten Kosten Uitkeringen Sterfte Arbeidsongeschiktheid Reguliere mutaties Toeslagverlening Overige (incidentele) mutaties technische voorzieningen Collectieve overdracht excl eenmalige verhoging Overige baten en lasten
-8.253 3.044 92 218 164 7 -141 -42 -151 0 0 -9.847 241
0 7.638 1.103 17 -88 -3 590 -30 5 -2.797 836 0 0 -14.668
7.271
Zeist, 26 februari 2016 Namens het bestuur, A.J.E.J. Theunissen, voorzitter / vereffenaar
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
W.J.F.G. Bouwman, secretaris / vereffenaar
52
Overige gegevens
11/03/2016
Gebeurtenissen na balansdatum Op 24 februari 2015 is door het verantwoordingsorgaan een positief advies uitgebracht betreffende de formele liquidatie van het fonds. Op grond van artikel 14 van de statuten neemt het bestuur op 26 februari 2016 een definitief besluit omtrent de liquidatie van het fonds, na vaststelling van het liquidatieverslag.
Eindafrekening collectieve waarde overdracht met BPL: De koopsom voor de overname van de pensioenrechten door BPL bedraagt € 208,5 miljoen. Het liquidatie overschot vanuit de algemene reserve bedraagt € 22,7 miljoen. Dit liquidatie overschot zal, binnen de fiscale mogelijkheden, worden aangewend voor de inkoop van een eenmalige verhoging van de opgebouwde aanspraken en ingegane rechten die aan BPL zijn overgedragen. Dit geldt zowel voor deelnemers, gewezen deelnemers als pensioengerechtigden betrokken bij de overdracht. In juli 2015 is een bedrag ad € 208,7 miljoen in 2 termijnen overgemaakt aan BPL en zijn beleggingen (Hypothekenfonds) t.w.v. € 20,7 miljoen overgedragen aan BPL. Het resterende saldo ad € 1,763 miljoen zal direct na vaststelling van dit verslag worden overgemaakt naar BPL. Afloop overige balansposten: • • • • • •
• • •
De vordering op de aangesloten ondernemingen is afgewikkeld. Vorderingen op verzekeringsmaatschappijen: Van de vordering ad € 591.000,- is eind december 2015 een bedrag ad € 198.000,ontvangen. Eind januari 2016 is een bedrag ad € 264.000,- ontvangen. Het restant ad € 129.000,- is in februari 2016 ontvangen. Te vorderen dividendbelasting: de belastingdienst heeft op 27 januari 2016 een beschikking gestuurd met de bevestiging dat het bedrag ad € 38.000,- zal worden overgemaakt. De lopende intrest is ontvangen. De overige vorderingen ad € 149.000,- zijn in november 2015 ontvangen. Van de schulden inzake belastingen en sociale premies moet nog € 70.000 worden afgewikkeld. Dit betreft de vaststellingsovereenkomst met de belastingdienst inzake de afwikkeling van de BTW-positie. Zodra de beschikking van de belastingdienst is ontvangen zal dit bedrag worden betaald. De schulden inzake kosten van vermogensbeheer zijn geheel afgewikkeld. De pensioenuitvoerings- en administratiekosten ad € 592.000 zijn grotendeels betaald. In maart 2016 zullen naar verwachting alle facturen betaald zijn. De overige schulden zijn afgewikkeld.
Pensioenregelingen Korte beschrijving van de aard van de pensioenregelingen
Basis middelloonregeling De basis middelloonregeling kan worden gekenmerkt als een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling met een pensioenleeftijd van 65 jaar. Jaarlijks wordt een aanspraak op ouderdomspensioen opgebouwd van 1,50% van de in dat jaar geldende pensioengrondslag. Onder pensioengevend jaarsalaris wordt verstaan de som van: a. 12 maal het bruto maandsalaris; b. de ploegentoeslag; c. de vakantietoeslag zijnde 8% over de som van a en b; d. de 14e periode/eindejaarsuitkering/gratificatie. De franchise wordt jaarlijks vastgesteld. Deelname aan de regeling is mogelijk vanaf datum indiensttreding. Jaarlijks beslist het bestuur de mate waarin de opgebouwde aanspraken worden geïndexeerd. Overeenkomstig artikel 10 van de Pensioenwet kwalificeert de pensioenregeling als een uitkeringsovereenkomst.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
53
11/03/2016
Basis beschikbare premieregeling De basis beschikbare premieregeling kan worden gekenmerkt als een toegezegde bijdragenregeling met een pensioenleeftijd van 65 jaar. Onder pensioengevend jaarsalaris wordt verstaan de som van: a. 12 maal het bruto maandsalaris; b. de ploegentoeslag; c. de vakantietoeslag zijnde 8% over de som van a en b; d. de 14e periode/eindejaarsuitkering/gratificatie. De franchise wordt jaarlijks vastgesteld. Deelname aan de regeling is mogelijk vanaf datum indiensttreding. Overeenkomstig artikel 10 van de Pensioenwet kwalificeert de pensioenregeling als een premieovereenkomst.
Toeslagbeleid Toeslagverlening t/m 2014 Voor de middelloonregeling gold het volgende: Voor de pensioenen van actieve deelnemers was het toeslagpercentage gemaximeerd op de gemiddelde loonontwikkeling volgens de CAO’s van de Vereniging van de Nederlandse Groenten- en Fruitverwerkende Industrie (Vigef). Voor de ingegane pensioenen en de uitgestelde pensioenen van arbeidsongeschikte en gewezen deelnemers was het toeslagpercentage gemaximeerd op de ontwikkeling van het CPIprijsindexcijfer alle huishoudens over de periode oktober/oktober in het voorafgaande kalenderjaar en het daaraan voorafgaande kalenderjaar. Voor deelnemers aan de beschikbare premieregeling gold dat toeslagverlening niet van toepassing is. De toeslagverlening op pensioenrechten en pensioenaanspraken werd jaarlijks vastgesteld door het bestuur. De ambitie bestond om jaarlijks de pensioenrechten en pensioenaanspraken aan te passen. De toeslag in een jaar was voorwaardelijk en was afhankelijk van de beschikbare middelen. In 2013 heeft het bestuur besloten de toeslag per 1 januari 2013 gelijk te stellen aan 0%. Vanaf 2009 tot en met 2012 had het bestuur eveneens besloten de toeslag per 1 januari van het betreffende jaar gelijk te stellen aan 0%. In 2014 heeft het bestuur besloten de toeslag per 1 januari 2014 gelijk te stellen aan 1% en per 1 januari 2015 een toeslag te verlenen van 1% aan de actieve deelnemers en 0,55% aan de inactieve deelnemers. Er was geen recht op toekomstige toeslagen. Toeslag werd uit de beschikbare middelen gefinancierd. Toeslag was niet opgenomen als onderdeel van de kostendekkende premie. Aanwending liquidatie overschot Er is door het bestuur gekozen om eenmalig een voor alle (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden gelijk percentage verhoging van aanspraken en rechten in te kopen bij BPL. Het aan BPL te betalen liquidatie overschot bedraagt € 22,7 miljoen. Er is geen liquidatie overschot m.b.t. TW PPI. De rechten zijn 1 op 1 overgegaan van Robeco naar TW PPI. Bij een DC-regeling geldt in principe geen collectieve dekkingsgraad.
Resultaatbestemming Statutaire bepalingen omtrent de resultaatbestemming De jaarresultaten worden toegevoegd aan de reserves ter dekking van algemene risico’s. Een batig liquidatiesaldo zal worden aangewend ten bate van deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en overige rechthebbenden. Resultaatverdeling Het Bestuur heeft besloten het resultaat over het boekjaar 2015 toe te voegen aan de Algemene reserve. De Algemene reserve zal, binnen de fiscale mogelijkheden, worden aangewend voor de inkoop van een eenmalige verhoging van de opgebouwde aanspraken en ingegane rechten die aan BPL zijn overgedragen. Dit geldt zowel voor deelnemers, gewezen deelnemers als pensioengerechtigden betrokken bij de overdracht.
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
54
11/03/2016
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant PM
Stichting Pensioenfonds Heinz in liquidatie liquidatieverslag 2015
55