Sport is tof (zegt men)… maar… kan ook levensgevaarlijk zijn... (bewijzen de feiten) door : H. Smulders (Dr. L.O.)
Inhoud
1. Situering
2
2. Sport is tof
2
3. Sport kan levensgevaarlijk zijn
3
4. Opleiding
3
5. Het oneigenlijk gebruik van vzw’s
4
6. Sport & Recht
4
7. Besluit
5
Voetnoten
5
1 Sport is tof (zegt men)... maar... kan ook levensgevaarlijk zijn
ı
H. Smulders (Dr. L.O.)
1. Situering Met de toenemende vrijetijd neemt ook de recreatieve sportbeoefening toe. Alpinisme, trektochten, kajakvaren, zeilen...enz. zitten als vakantie activiteiten in de lift. Het aantal organisaties dat zich op het commerciële ‘sportief toerisme’ stort, is angstwekkend groot. De sport is verworden tot een ‘chasse public’, waarbij ‘grootmeesters in de survivalkunst’, avonturiers allerhande, zelfs ziekenfondsen - niet gehinderd door enig gebrek aan bekwaamheid - om het even wat voor avontuur aan de argeloze ‘consument’ verkopen. Het volstaat bepaalde kranten-advertenties erop na te lezen om een beeld te krijgen van de grondigheid en professionele geloofwaardigheid van sommige organisaties. Intersoc bijboorbeeld, de vakantieorganisatie van de Christelijke Mutualiteiten (sic.) zoekt anno sept ‘97: Ski-monitoren (m/v) voor een part-time tewerkstelling. Naast een aantal algemene voorwaarden verwacht Intersoc van de potentiele ski-monitoren dat deze : de basistechnieken van het skiën beheersen. De jarenlange inspanningen die o.a. BLOSO levert om, in het kader van de Vlaamse Trainersschool (i.s.m. de skifederatie en de Vlaamse Universiteiten), degelijk onderbouwde ski-trainersdiploma’s af te leveren zijn kennelijk voor de VZW Intersoc van generlei waarde. Of vreest men misschien de kostprijs voor deze geschoolde ski-monitoren?
2. Sport is tof Met het eerste deel in de titel van onze bijdrage verwijzen wij naar de meer algemeen gekende sportpromotie aktie ‘Sport voor Allen’ die het BLOSO reeds sinds meerdere jaren hoog in het vaandel voert. Wij mogen zelfs stellen dat het Vlaamse BLOSO op dit vlak wereldwijd toonaangevend is geweest. Anderzijds willen wij hier onmiddellijk de bedenking aan vastknopen dat sport inderdaad tof kan zijn maar daarom is o.i. ELKE sport niet noodzakelijk voor ALLEN geschikt. M.a.w., het is goed dat de bevoegde overheid zoveel mogelijk sporten voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk tracht te maken, maar men mag het niet doen overkomen alsof dat iedereen alle sporten zou moeten beoefenen om tot de kategorie van de ‘toffe’ Vlamingen te behoren. Een volgende bedenking is dat men o.i. terdege moet afwegen wat als sport wel door de beugel kan en wat niet. Men moet zich hoeden om niet in de vaak erg commerciële val van bepaalde media te trappen. Wij denken hier met name aan de promotie die bepaalde tv-stations (MTV & Eurosport) soms maken voor de meest extreme zg. sporten. Dit laatste leidt immers tot waanzinnige excessen. Met name in de schoolsport kan het overdreven aanbod van de meest uiteenlopende ‘sport’-activiteiten o.i. nefaste gevolgen hebben; de lichamelijke opvoeding dreigt immers af te glijden naar bezigheidstherapie. 2 uur snookeren in een muffe berookte snookerzaal of karting in een weinig verluchte indoor-karting zijn o.i. niet onmiddellijk activiteiten die onder de noemer lichamelijke opvoeding te plaatsen zijn. Wat dan nog te denken van een zg. paint-ball wedstrijd waarbij men, uitgedost als volmaakte para-commando’s elkaar met pistolen en verfkogels tracht uit te schakelen. Dit alles zijn excessen die wellicht bijdragen tot een zeer tijdelijke populariteit van chool of leerkracht, maar of ze enige bijdrag leveren tot de mentale of fysieke gezondheid van de schoolgaande jeugd valt sterk te betwijfelen. Anderzijds moet men de moed kunnen opbrengen te aanvaarden dat er bepaalde mensen zijn die helemaal geen behoefte hebben aan sportbeoefening. Wij kunnen slechts betreuren dat sommigen niet graag sporten, maar er zijn nu eenmaal mensen die liever boeken lezen, muziek beluisteren, tuinieren, koken, enz... Tegelijkertijd moeten wij ons dan ook hoeden voor de tegenovergestelde reactie namelijk die van de gemakszucht. Wij willen hier dan ook van de gelegenheid gebruik / misbruik maken om te wijzen op de soms zeer grote frustratie en ergernis die bij vele leerkrachten L.O. leeft bij het moeten aanschouwen van de massa’s dokters attesten die schoolkinderen vrijstellen van het volgen van de lessen L.O. Het is uitgesloten dat zovele kinderen om zg. ‘medische redenen’ niet aan sport mogen doen. De fysieke conditie van de Vlaamse jeugd is zo beangstigend slecht dat het medisch corps voor wat deze aangelegenheid betreft o.i. dringend een andere diagnose moet gaan stellen.
Terug naar het sportaanbod: Erger is nog dat op termijn, bepaalde mensen zich geroepen voelen om hun persoonlijke excessen ook nog eens aan derden te verkopen. Wij denken hier met name aan allerlei survival toestanden, benji-springen, stuntvliegen, sifon-duiken, .... Sport is tof (zegt men)... maar... kan ook levensgevaarlijk zijn
ı
H. Smulders (Dr. L.O.)
2
3. Sport kan levensgevaarlijk zijn Wij hebben reeds verwezen naar de toenemende populariteit van alpinisme, trektochten, enz . De vele ongevallen in het hooggebergte die ieder jaar in toenemende mate de krantenkoppen halen zijn hier signicant. De steeds oplopende kosten voor opsporing en berging, de medische en sociale kosten swingen de pan uit. Een aspect dat in gans deze context bovendien nogal eens over het hoofd gezien wordt is dat van de aansprakelijkheid [1]. Een recent en schrijnend voorbeeld is dat van een dertigjarige die na een raftingongeval voor het leven verlamd is. De betrokken ‘rafting-monitor’ is bediende bij een Belgisch overheidsbedrijf. De geraamde schadeclaim is inmiddels opgelopen tot 58,8 milj. Bfr. en de beschikbare verzekering is 5.000.000,-. Het valt bovendien nog maar te bezien of de een of andere verzekeringmaatschappij bereid zal gevonden worden de persoonlijke aansprakelijkheid van de betrokken monitor te dekken. Alles wijst erop dat dit laatste niet het geval is. De persoonlijke en sociale drama’s voor slachtoffer, organisator en ‘monitor’ zijn onmogelijk in te schatten [2]. Opleiding, verzekering, aansprakelijkheid, reisvergunning, vennootschapsvorm... zovele elementen waar vaak zo lichtzinnig wordt over heengegaan. Op twee van deze aspecten willen wij even verder ingaan, namelijk : opleidingen en het oneigenlijke gebruik van vzw’s.
4. Opleiding Het is zonder meer duidelijk dat er een enorme wildgroei is in de sector van sportorganisaties die, al dan niet tegen betaling, sportmanifestaties aan de consument aanbieden. Het is evenzeer duidelijk dat er ogenschijnlijk niet de minste vestigings- of erkenningsvoorwaarde bestaat waaraan de organisatoren van sportmanifestaties zouden moeten voldoen. Er zou o.i. dringend werk moeten gemaakt worden van een wettelijke regeling ‘houdende de voorwaarden voor sportorganisatie’. Via het ‘European Network of Sport Sciences in Higher Education’ is er ondertussen al wel een aanzet tot harmonisatie gegeven [3]. Maar, intimidaties (vaak ten gevolge van plaatselijke corporatistische reexen), conscatie van materiaal, tijdelijke opsluitingen, boetes en zelfs strafrechterlijke vervolging, zijn legio voor diegenen die hun beroep in het buitenland uitoefenen. In het Europa van het vrij verkeer anno 1997, blijken diploma’s van Doctor, Licentiaat of Regent in de L.O. in de praktijk vrijwel waardeloos te zijn. Hetzelfde geldt voor de trainersdiploma’s van de Vlaamse Trainersschool (VTS - BLOSO ) [4]. BLOSO beroept zich op het Decreet van 1990 betreffende het bestuurlijk beleid (Art.35, §2, ten 7°) om te stellen dat zij de enige instantie in Vlaanderen is die ofciële trainersdiploma’s mag aeveren [5] . Van enige Europese valorisering van deze diploma’s is er in de praktijk evenwel niet veel te merken. De vraag die zich hierbij opdringt is in hoeverre zg. ofciële BLOSO-diploma’s waardevoller zijn dan diploma’s afgeleverd door een willekeurige vzw. Het mooiste dat wij in deze context tot hiertoe hebben gevonden zijn cursussen in allerlei survival toestanden, geleid door één van de zeven op wereldvlak erkende “Grootmeesters in de Survivalkunst” (sic.) [6]. Dit alles illustreert niet enkel dat een groot aantal onbevoegden en ‘avonturiers’ in de organisatie van sportmanifestaties een lukratieve bezigheid hebben gevonden. Bijna automatisch betekent dit ook dat men het in de meeste gevallen niet erg nauw neemt met de skale en sociale verplichtingen terzake. Het is verbazend te moeten vaststellen dat deze situatie ondertussen al meer dan twintig jaar aanhoudt en dat het aantal zwartwerkers en vzw’s in deze sector nog steeds ongehinderd toeneemt. Er zijn ons slechts enkele gevallen bekend van vzw’s die, op basis van de wetgeving op de reisbureaus, juridisch worden aangepakt. Nochtans heeft de overheid o.i. toch meerdere argumenten om tot de aktie over te gaan. Maar, - wellicht heeft de overheid deze rotte plek in het hedendaags sportaanbod nog niet ontdekt - of zijn de bedragen die in dit milieu circuleren nog niet van dien aard om de nodige aandacht te trekken bij Economische Inspectie, BBI, BTW en andere controle instanties. - of houden sommigen dit potje liever gedekt omdat zij zelf maar al te graag eens een gratis etentje, uitstap, skivakantie (Intersoc), enz...., meepikken. Het aantal ambtenaren, leraars, zelfs professoren en beroepsmilitairen dat tijdens en na de diensturen, vaak zelfs met materiaal van hun werkgever militairen blinken hierin uit - in het zwart aktief zijn, is ronduit schandalig. Sport is tof (zegt men)... maar... kan ook levensgevaarlijk zijn
ı
H. Smulders (Dr. L.O.)
3
5. Het oneigenlijk gebruik van vzw’s Het aantal organisaties dat zich momenteel op de markt van het avontuur hebben gestort, neemt onrustwekkend toe. Momenteel (29-04-2003) zijn er ons voor gans België niet minder dan 256 dergelijke organisaties bekend. Van deze 256 zijn er : a. vennootschappen
102
b. vzw’s
101
c. organisatievorm onbekend
53
Totaal :
(vermoedelijk overwegend vzw’s)
256
Het ziet ernaar uit dat al deze organisaties niet enkel een ‘gat in de markt’ hebben gevonden, maar dat ze eveneens een belangrijk hiaat in de vigerende wetgeving hebben blootgelegd. Allen organiseren ze immers sportactiviteiten, allen verkopen ze sport aan consumenten, maar de ene doet het als vennootschap, een tweede als vzw en een derde konsekwent in het zwart. Voor eenzelfde activiteit moet de ene BTW aanrekenen en de andere niet. De ene is onderworpen aan een relatief strenge BTW- en scale controle, de andere helemaal niet, de ene betaalt belastingen en sociale lasten, de andere niet, maar allen hebben zij gemeen dat niemand rekening schijnt te (moeten) houden met eventuele organisatie verplichtingen. Het is o.i. niet langer houdbaar dat zowat iedereen zich met de organisatie en commercialisering van de sport mag en kan blijven inlaten. Het is evenmin nog langer tolereerbaar dat het ganse ‘zootje ongeregeld ‘, gaande van feitelijke verenigingen, over pure zwartwerkers, tot vzw’s allerhande, zich ongehinderd kunnen blijven verrijken door het aanbieden van sport als koopwaar. Daar waar sport, al dan niet tegen vergoeding, aan de consumenten wordt aangeboden is er geen plaats meer voor hobbyisten en zwartwerkers.
6. Sport & Recht Vanaf het moment dat men sport ‘verkoopt’ moet men zich in feite houden aan een uitgebreid arsenaal van wetten, decreten, ordonanties, richtlijnen, omzendbrieven... Zonder volledigheid te willen nastreven vermelden wij : - de wet op de handelspraktijken - de BTW wetgeving - wet op de reisbureaus - wet op het reiscontract en reisbemiddeling - wet op de bescherming van de consument - sociale zekerheid - zelfs het decreet op de MVS moet hier vermeld worden Vele sportorganisatoren staan hier niet of onvoldoende bij stil of menen dit alles te kunnen omzeilen door zich in een vzw-structuur in te kapselen. Men speelt zodoende met vuur en dit zowel t.o.v. de consument als ten opzicht van zich zelf. Een vzw op zich kan niet failliet gaan, maar zeer vaak worden - in geval van ernstige juridische problemen de bestuurders/leden van de vzw geherkwaliceerd als feitelijke verenigingen en draaien diegenen die zich in de vzw geëngageerd hebben persoonlijk op voor de nanciële en/of andere narigheden. Een vzw geeft m.a.w. een vals gevoel van veiligheid [7]. Sport wordt op deze wijze niet enkel levensgevaarlijk voor de consument maar tevens ook voor de verantwoordelijke organisator. Uit dit alles moet men niet besluiten dat sport, en zeker de meer avontuurlijke sporten, automatisch gevaarlijk worden als ze door niet gediplomeerden georganiseerd worden. Bepaalde individuele mensen kunnen uitstekende begeleiders en/of sporttechnici zijn. Het gevaar is veeleer structureel van aard. De algemene tendens is immers om alles zo goedkoop mogelijk te houden. De kosten voor zwartwerk zijn uiteraard lager dan voor ofcieel werk, verzekeringen zijn meestal zo goedkoop dat ze ontoereikend zijn. Er wordt beknot op materiaal, omkadering, voorbereiding, voeding, logies, ... 4 Sport is tof (zegt men)... maar... kan ook levensgevaarlijk zijn
ı
H. Smulders (Dr. L.O.)
7. Besluit Deze bijdrage is informatief opgevat. Het is uiteraard niet aan de medici om bijvoorbeeld de problemen rond opleidingen in de sport op te lossen. Wij moeten evenmin van het medisch corps verwachten dat zij het zwartwerk in de sport gaat aanpakken. Wel menen en hopen wij, dat deze toelichting de medici er zal toe aanzetten om in de mate van het mogelijke ‘preventief’ advies te geven aan alle would-be avonturiers; zowel organisatoren als deelnemers. De fysieke, psychische en nanciële gevolgen van uit de hand gelopen avontuur zijn voor het individu (slachtoffer zowel als organisator / monitor) vaak desastreus. Het is immers niet denkbeeldig dat de hoger genoemde magazijnier tot het einde van zijn dagen zal moeten werken om de mogelijke schadeclaim te kunnen afbetalen. De hamvraag blijft tenslotte: wat is onder de huidige omstandigheden een goede commerciële sportorganisatie ? Ons voorlopig antwoord zouden wij willen samenvatten in de volgende regel van 4: 1. wat is de vennootschapsvorm ? (geen feitelijke vereniging of vzw) 2. is de organisator lid van BFNO ? (beroepsfederatie)
[8]
3. worden de ‘sport’-reizen via een reisbureau verkocht ? (bestelbon EN betaling) 4. is de BA-verzekering afdoende ? (minstens 100 milj. zonder beperking) Voor de toekomst hopen wij deze regel van 4 uit te breiden naar een regel van 5, namelijk door het inbouwen van diploma vereisten. Besluitend zou het wellicht eveneens de moeite waard zijn te overwegen het decreet op de Medisch Verantwoorde Sportbeoefening, uit te breiden met een paragraaf rond diploma vereisten voor de organisatoren en begeleiders van sportmanifestaties. Dit laatste leikt ons zeker als preventieve maatregel te verantwoorden.
VOETNOTEN 1. Smulders, H., Aansprakelijkheid in de sport: probleemstelling vanuit de sportpraktijk, Colloquium Sport en Aansprakelijkheid, K.U. Leuven, Faculteit Rechtsgeleerdheid, 6 mei 1994. 2. Het rafting ongeval is reëel gebeurd. Het overige is op te vatten als een gedramatiseerde inkleuring van de werkelijkheid 3. Van Gerven, D., Kadervorming in Europees perspectief, -in: Boes, M. (et al.), De rol van de Overheid in de sport, (Belgische Vereniging voor Sportrecht),Leuven, Peeters, 1995, pp.89-95. 4. Smulders, H., Verslag parallelsessie: Kadervorming, - in: Boes, M. o.c., pp.101-111. 5. Vlaamse Gewest, Decreet betreffende het bestuurlijk beleid van 12 dec. 1990 (B.S. 21-12-90) 6. Smulders, H., Voorwaarden voor organisatie, scaliteit en sociale zekerheid in de sport, in: Blanpain, R. (Ed.), De organisatie van de sport (Belgische vereniging voor Sportrecht), Leuven, Peeters, 1997, pp.7-21. 7. Laga, H., Vennootschap, vzw en de faillissementswet, in: Blanpain, R. o.c., pp. 39-52. 8. BFNO is de Beroepsfederatie van Natuursportondernemingen. BFNO overkoepelt ± 32 ondernemingen die natuursporten volgens een strikte gedragscode organiseren. VZW’s kunnen geen lid zijn van BFNO.
5 Sport is tof (zegt men)... maar... kan ook levensgevaarlijk zijn
ı
H. Smulders (Dr. L.O.)