2
c o g isc o p e
0410
Haat kan ook productief zijn
Lies Schneiders
Jos van Mosel over een psychoanalytische visie op haat
Haat kan ook productief zijn Jos van Mosel is klinisch psycholoog, psychoanalyticus en systeemtherapeut. Hij is lid van de Nederlandse PsychoAnalytische Groep, van de Nederlandse Vereniging voor Psychoanalyse, zelfstandig gevestigd in Leiden en als stafmedewerker verbonden aan het Nederlands Psychoanalytisch Instituut in Amsterdam.
Jos van Mosel.
Wat is haat eigenlijk? ‘Haat is een element in onze agressiehuishouding. Daarbij rijst al gauw de vraag: wat is de oorsprong van agressie? Is het een aangeboren, ingeboren drift op zichzelf of is agressie een reactie op een frustrerende omgeving? Mijn gedachte is dat er wel degelijk een aangeboren agressieve drijfveer is. Agressie speelt in ons allemaal altijd een rol. Er zijn in ons voortdurend twee driften, krachten aanwezig. De ene, de libidineuze drift, is de neiging, het verlangen om op te gaan in het samenzijn met de ander, the blissfull union die we nastreven. De andere, de agressieve drift, is het verlangen om ons te onderscheiden van die ander. Die twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Menselijke driften kennen stadia van ontwikkeling. De ene, de libidineuze begint met: ik vreet je op, ik drink je melk op. Dat wordt gaandeweg: ik wil dicht bij je zijn, ik wil met je zijn en komt uiteindelijk via rijping tot liefde die de vorm aanneemt van welwillende, liefdevolle toewijding en zorgzaamheid. Dat is een eind verwijderd van “ik vreet je op”, maar het heeft
Haat kan ook productief zijn
wel dezelfde wortel, het is een loot van dezelfde stam. Zo zit het bij agressie ook. Dat begint met “ik maak je af, ik vernietig je” en helemaal bovenaan bij wijze van spreken zou je zeggen: “meneer de voorzitter, wilt u alstublieft ook aandacht geven aan het standpunt van minderheden in de samenleving?” Dan gaat het inmiddels om assertiviteit die op een geciviliseerde manier wordt geuit, maar het is ook een onderdeel van de ontwikkeling van die agressieve drift. Ik noem even de verschillende stadia: het eerste stadium is het elimineren van een bron van irritatie of pijn. Dat is de eerste stap, daar begint agressie zou je kunnen zeggen. De tweede is het elimineren van een obstakel of barrière die bevrediging in de weg staat. De derde is het elimineren van het bad object, de slechte ander. Dat wil zeggen: als je iemand ervaart als bewust in de weg staand van bevrediging van jouw behoeften, wil je die uit de weg ruimen. Een hogere vorm van ontwikkeling van deze agressieve drift is de wens het object te doen lijden, die dan vervolgens overgaat naar de wens
c o g isc o p e 0 4 1 0
3
het slechte object te domineren en te controleren. Wat aanvankelijk begint met “ik maak je af” wordt gaandeweg “ik doe je pijn” en dat wordt vervolgens “ik ben jou de baas, ik bepaal wat er gebeurt” tot het verkrijgen van autonomie in een nog weer hoger stadium van die agressieve drift: “ik heb de touwtjes van mijn leven in handen”. Haat zou je een van de niveaus van ontwikkeling van de agressie kunnen noemen en dan moet je de haat afzetten tegen de razernij. Razernij, het primitieve razende haten, is tijdelijk, acuut, ontregelend, beneemt je bijna het verstand zou je kunnen zeggen. Haat, in analytische zin zoals door Akhtar beschreven in The Birth of Hatred, is niet tijdelijk, niet momentaan, maar is een geïntegreerd deel van ons gevoelsleven. Haat beneemt je niet het verstand maar het scherpt in het algemeen het verstand, ook al versmalt het de focus. Het brengt je ertoe om goed na te denken over hoe je de ander het beste kunt kwetsen. Haat is een affect, de psychoanalyse spreekt over affecten waar het emoties en gevoelens
4
c o g isc o p e
0410
bedoelt, en aan het affect zijn verschillende cognities, denkbeelden, ideeën verbonden. Haat heeft te maken met het niet krijgen van bevrediging en richt zich op de ander die jou die bevrediging van behoeften onthoudt of die iets heeft wat je zelf zou willen hebben. Dat ligt dicht bij afgunst. Maar haat kan zich ook richten tegen de ander die je pijn doet en dat heeft weer niets met afgunst te maken.’
Haat kan ook productief zijn
allerbelangrijkste innerlijke conflict: het wordt gevaarlijk om heftige destructieve woede te uiten tegen een en dezelfde persoon die je ook weer nodig hebt om je door te laten voeden. Als je die stuk maakt, verlies je ook de bron van bevrediging. Dat maakt het noodzakelijk om in die tegenstrijdige gevoelens enige integratie aan te brengen. Onze haat en liefde die we eerst splitsten en richtten op verschillende deelobjecten, richten zich nu op een en dezelfde persoon Kunt u iets zeggen over het splitsen van haat en en omdat we die persoon ook liefhebben willen liefde? we uiteindelijk de schade die we hem aandoen ‘Onze binnenwereld bestaat uit beelden en verof hebben aangedaan, herstellen, omdat we debeeldingen van gebeurtenissen. In de vroegste gene die ons lief is in tact willen houden. Nu is een algemeen gegeven dat naarmate de druk – stress – Wij zijn allemaal in staat toeneemt, ons niveau van functioneren primitiever wordt. tot haat Bijvoorbeeld: als ik met een fase van de menselijke ontwikkeling zijn onze groep mensen in een vergadering zit kunnen ervaringen niet geïntegreerd. De baby beleeft we goed naar elkaar luisteren, de argumenten de ander niet als een geïntegreerd geheel en van de een en van de ander wegen en zijn we zichzelf ook niet. Er is sprake van een disconin staat om dingen in perspectief te zien en te tinue opeenvolging van heftige, emotionele, afnuanceren. Als dan het brandalarm afgaat en fectieve ervaringen. In die chaos ontstaat een er gevaar ontstaat verkruimelt ons vermogen allereerste ordening die we splitsing noemen, om te nuanceren, om zaken in perspectief te waarbij de wereld wordt verdeeld in positieve zien. We zien de ander niet langer als iemand en negatieve gevoelsmodi. De baby kan de desdie er ook mag zijn, maar het wordt hij of ik, tructieve woede die hij voelt probleemloos uierop of eronder. Dan ontstaat een primitievere ten omdat het beeld van de frustrerende moemanier van denken en beleven die lijkt op de der die hem melk onthoudt bijvoorbeeld, niet fase waarin we ervaringen splitsen. Jij of ik, verbonden is met het beeld van de voedende helden of hufters, nu of nooit. Dat hele primimoeder. In onze psychologische ontwikkeling tieve denken komt omhoog en daar horen ook wordt een belangrijke stap gezet als de baby ongenuanceerde ideeën bij over je eigen macht ontdekt dat de frustrerende en voedende moeen kracht, en over de ander die als geminacht der dezelfde persoon is. Daarmee ontstaat het en minderwaardig wordt gezien. Dit primitie-
ver wordend denken en beleven ontstaat onder invloed van stress of druk die van buitenaf kan komen of van binnenuit. Honger kan ons bijvoorbeeld erg primitief doen worden. Dat is het vreselijke wat er gebeurd is in sommige gezinnen die in de hongerwinter elkaar het licht in de ogen niet meer gunden omdat “ieder kruimeltje wat de ander krijgt ik tekort kom”. Het wordt óf/of; jij of ik, erop of eronder. De ander wordt in zekere zin levensbedreigend. De liefde die je voor de ander voelt en op grond waarvan je de ander iets gunt, die kan je je niet meer veroorloven. Dat laat gigantische sporen na, ook in de betrekkingen die mensen met elkaar hebben.’ Wat beweegt mensen om wreedheden te begaan? En wat is de rol van haat daarbij? ‘Wij zijn allemaal in staat tot haat. Daarmee zou ik niet willen zeggen dat iedereen geneigd is om zomaar wreedheden te begaan. Ik weet ook niet of haat, zoals beschreven door Akhtar, ten grondslag ligt aan wreedheid. Wat speelt er zich in mensen af voordat ze onmenselijke wreedheden begaan? Eén element daarvan is wat je dissociatie zou kunnen noemen: een splitsing die kan optreden tussen wat er gebeurt en wat je belééft. De vanzelfsprekende continuïteit in de zelfbeleving, in het zelfgevoel, die gaat verloren en een deel van de persoon kan wreedheden begaan, terwijl een ander deel dat niet als werkelijk beleeft. Een tweede aspect is denk ik, dat het bij extreme wreedheden gaat over razernij, over bloeddorst en over omnipotent control, de behoefte een almachtige controle te willen uitoefenen op
Haat kan ook productief zijn
choanalytische termen. Je kunt het je voorstellen als de bouwstenen. Elke bouwsteen bevat een beeld van jezelf, een beeld van de ander en een heftig affect wat zich in die relatie tussen jou en de ander Honger kan ons erg primitief afspeelt. Die bouwstenen worden gevormd in onze vroege doen worden kinderjaren. Het zijn in zeker zin scenario’s die je met je meedraagt, en ze als ik eerder zei, beneemt mensen het verstand. bepalen wat je verwacht te beleven en wat je beJe zou kunnen zeggen dat je door haat verblind leeft in interactie met anderen. Bijvoorbeeld, je wordt maar dan heb je het over het primitieve kunt jezelf zien als zwak en kwetsbaar, en de razende haten, primitieve razernij. Je zakt dan ander als uitbuitend, het verbindend affect kan af tot een lager stadium. En dan is er denk ik zijn achterdocht of bitterheid. Je kunt jezelf ook nog iets anders, namelijk dat die razernij, het zien als grandioos, onkreukbaar, onbevlekt, en uiten van agressie, zich verbindt met lust, er de ander als onbelangrijk, waardeloos, en verontstaat een soort sadistisch genoegen. achting is dan het affect daartussen. Een relatie Onze binnenwereld is opgebouwd uit verbeelkan ook vorm krijgen om een onderliggende redingen van relaties waarbinnen zich een affect latie die als pijnlijk wordt ervaren, af te weren. afspeelt. Dat noemen we representaties, in psyde ander. Dat verwijst naar het afzakken naar een primitievere fase van ontwikkeling, die begint met de razernij van de baby. Razernij, zo-
c o g isc o p e 0 4 1 0
5
Terug naar het sadistisch genoegen: als we plezier beleven aan de pijn die de ander voelt wordt er zo’n bouwsteen bij onszelf geactiveerd, waarin iemand een sadistische misdadiger is en de ander een schuldeloos slachtoffer. En daar kan ook triomf, vergelding en almachtige controle bij gevoeld worden over de vernedering van die ander. Het is niet altijd vanzelfsprekend dat als dat scenario wordt geactiveerd ik, die slachtoffer was, altijd in de schuldeloze slachtofferpositie zit. Het kan ook zijn dat, omdat die relatie is geïnternaliseerd, degene die dat als slachtoffer heeft meegemaakt, vervolgens bij activering diezelfde relatie herbeleeft vanuit een andere positie, namelijk als dader. Dat maakt dat vernederde mensen soms zo vernederend kunnen doen jegens anderen. Er zijn dingen die in onze binnenwereld leven die zo pijnlijk zijn, dat we ze absoluut niet meer in het bewustzijn willen
Hongerwinter 1944-1945. Een vrouw wordt beroofd van sloophout dat zij zojuist heeft verzameld (foto’s Menno Huizinga, afkomstig uit: ‘De illegale camera 1940-1945’. Naarden, 1995
6
c o g isc o p e
0410
Haat kan ook productief zijn
Wat is de relatie tussen haat en schaamte? ‘Wij schamen ons om onszelf in onze haveloosheid te tonen. Schaamte heeft een sterk biologische component. Je krijgt een rode kop, je hart bonkt, je krijgt het warm, je gaat zweten; alle fysiologische kenmerken van heftige en angstige gevoelens. Het is zo’n sterk affect, gevoel, dat je het zoveel mogelijk probeert te vermijden. Wurmser spreekt over separatieschuld en afhankelijkheidsschaamte. Schaamte Welke rol speelt wraak in deze context? gaat volgens hem over afhankelijkheid, over ‘Woede, wrok en wraak heette het sympoonvermogen, over je beperktheid, over wat we sium in maart 2010 van de Nederlandse niet kunnen. In schuld zit het differentiëren van de ander, en daar Haat kan productief zijn wanneer heb je agressie voor nodig, die loot van agressie die begint met je bestaan wordt bedreigd “ik maak je af” tot “ik bepaal mijn eigen leven”. Het kan gevaarlijk zijn om je onafhankelijk en zelfstandig te maniPsychoAnalytische Groep. Dat ging onder anfesteren en dat kan tot schuld leiden over wat je dere over de agressieve drift die in ons allen in je fantasie of je gedachten degene hebt aanzit en een duidelijk stimulerende kant heeft. gedaan die je hebt voorbijgestreefd. Schaamte De verschillende stadia van deze drift heb ik in gaat over het je afhankelijk weten, voelen, het het begin genoemd. Je kunt wraak zien als het niet kunnen. Schuld gaat over doen en kracht. motief tot herstel van het vermogen om te doAls je zelfbeeld beschadigd is door het beschamineren. Wraak neem je om wat er van jezelf mende niet kunnen, door afhankelijkheid waarbeschadigd of afgepakt is en dat kan ook het om je bent geminacht of gehoond, dan kan, beeld van jezelf zijn als iemand die in staat is afhankelijk van het ontwikkelingsstadium, de om zijn eigen leven te leiden. Dat wil je als het reactie zijn: “ik ga flink mijn best doen om zelf ware terugnemen van de ander en dat kan de de touwtjes in handen te nemen, om te laten vorm aannemen van de ander laten voelen wat zien wat ik wel kan”. Maar een of twee trapjes jou is aangedaan. Van wrok spreek je als het lager in de ontwikkeling kan de reactie zijn: “ik niet tot wraak kan komen, als de woede over haat degene die mij dat gevoel heeft bezorgd”. het aangedane leed stolt, vast gaat zitten, als er Die reactie kan tot haat leiden, maar eventugeen uitzicht op of poging tot herstel meer lijkt eel ook tot razernij: geen gerichte haat, maar te zijn en iemand zich mismoedig terugtrekt in “ik mep alles om me heen kapot, inclusief wat zijn gekrenktheid.’ toelaten of menen te kunnen verdragen. Dan kan het gebeuren dat we via afweer een andere relatie geactiveerd zien en dat iemand in de actuele presentatie de positie van de almachtige, dominante dader inneemt om te vermijden dat in zijn bewustzijn doordringt dat hij ook die hele pijnlijke andere ervaringen als slachtoffer met zich meedraagt.’
me dierbaar is”. Dan ben ik níet meer afhankelijk en zwak, maar integendeel oersterk en almachtig.’
Is er een productieve kant aan haat? ‘Agressie is een belangrijk en noodzakelijk constituerend element van ons psychisch beleven en er is dus een heel productieve kant aan te ontdekken. Wat haat betreft: Ik denk dat het productief is om te haten wanneer je bestaan wordt bedreigd. Ik denk dat je jezelf daarmee een dienst bewijst, een grotere dienst dan wanneer je geneigd blijft om degene die je bedreigt lief te hebben, bijvoorbeeld. Dat kan je beter niet doen.’ Zijn er aspecten aan haat die nog niet aan bod zijn geweest en die u belangrijk vindt? ‘Toen ik in de aanloop naar dit gesprek de afgelopen week wat over haat mijmerde dacht ik: het is niet af met alleen maar haat. In iedere verwerking van traumatische ervaringen speelt: 1. wat is er precies gebeurd? 2. wie is waar voor verantwoordelijk? 3. wie heeft welke pijn of schade geleden? 4. welke maatregelen worden genomen om de pijn te verzachten of weg te nemen? En ten slotte: 5. welke maatregelen worden genomen om herhaling te voorkomen? Iets hiervan zal moeten gebeuren om weer in ontwikkeling te kunnen komen, om uit de haat los te kunnen raken. Er moet herstel plaatsvinden, er moet gerepareerd worden, voor zover dat kan. Dat betekent dat de dader, de schuldige dader, degene die het leed toebracht, die moet duidelijk zijn in wat hij precies heeft aangericht
en erkennen dat de ander, het slachtoffer, in de positie is om een claim op hem te hebben. De dader biedt excuus aan en vraagt om vergiffenis. Dat is trouwens heel iets anders dan zeggen: het spijt me dat het zo is gelopen, of het spijt me dat ik u pijn heb gedaan. Een deel (let wel: een deel!) van het herstel van de beschadigde zit hem in het zien dat de ander die om vergiffenis vraagt, de vragende wordt en níet meer in de dominante positie zit waarin hij schade toe kan brengen. Is daarna alles vergeven en vergeten? Ja en nee. Salman Akhtar grijpt terug op de schrijver Cees Nooteboom in Rituelen en zegt daarover: “Nooteboom brought together the two views (i.e. what is forgiven should be forgotten and what is forgiven should be remembered) in a deliciously paradoxical manner. He wrote that the injury that has been forgiven should be forgotten, but the fact that it has been forgotten should be remembered!”‘
Haat kan ook productief zijn
c o g isc o p e 0 4 1 0
Literatuur Akhtar, Salman, Selma Kramer & Henri Parens (Eds.), The birth of hatred: development, clinical, and technical aspects of intense aggression. Northvale, NJ: Jason Aronson, 1995. Akhtar, Salman, ‘Forgiveness: origins, dynamics, psychopathology, and technical relevance’, in: Salman Akhtar & Harald P. Blum (Eds.), The language of emotions: development, psychopathology, and technique. Jason Aronson, 2005. Nooteboom, Cees, Rituelen. Amsterdam: De Bezige Bij, 1980. Wurmser, Léon, The Mask of Shame. Baltimore/London, 1981.
Lies Schneiders is freelance opleider en hoofdredacteur van Cogiscope.
7