G E B R U I K S A A N W I J Z I N G
Bestnr.: 23 49 07 22 52 15
Bouwpakket Bouwsteen
Servo-elektronica
Impressum
Omwille van het milieu 100% recyclingpapier
Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en zetfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden. © Copyright 1995 by CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV Windmolenweg 42, 7548 BM Boekelo Internet: www.conrad.com
Belangrijk! Beslist lezen!
Introductie
Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikname en het gebruik. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. Voor volgschades, die hieruit ontstaan zijn wij niet aansprakelijk.
Geachte klant,
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig!
Bij vragen kunt u zich wenden tot onze Technische Dienst,
Inhoudsopgave
Pagina
Nederland: 053 – 428 54 80 Ma. – vr. 09.00 – 20.00 uur
Introductie
3
Gebruiksvoorschriften
4
Gebruik waarvoor het product bedoeld is
6
Veiligheidsbepalingen
6
Beschrijving van het product
8
Beschrijving van de schakeling
8
Opbouw
11
Technische gegevens
12
Algemene opmerkingen voor de opbouw van een schakeling
13
Soldeerhandleiding
15
1. Bouwfase I
17
Schakelschema
20
Onderdelenschema
20
2. Bouwfase II
21
Checklist voor het zoeken van fouten
22
Storing
24
Garantie
24
2
Hartelijk dank voor de aankoop van dit product. Lees eerst deze handleiding volledig en zorgvuldig door voordat u begint met opbouwen. U dient zich beslist te houden aan de aanwijzingen betreffende de veiligheid en het gebruik.
Let op! Diegene, die een bouwset maakt of een bouwgroep door uitbreiding resp. behuizinginbouw voor gebruik gereed stelt, is volgens DIN VDE 0869 als fabrikant te beschouwen en hij is verplicht, bij het verder geven van het apparaat alle constructiepapieren mee te leveren en ook zijn naam en adres op te geven. Apparaten, die uit bouwsets zijn samengesteld, moeten zoals een industrieel product worden beschouwd.
3
Gebruiksvoorschriften *
De bouwgroep mag alleen gevoed worden met de voorgeschreven spanning.
*
Bij apparaten met een voedingsspanning >35 Volt mag de eindmontage alleen door een vakman met inachtneming van de VDE-bepalingen uitgevoerd worden.
*
Bescherm het bouwpakket tegen vochtinwerking, spatwater en hitte!
*
Het apparaat mag niet in de nabijheid van gemakkelijk ontvlambare vloeistoffen gebruikt worden.
*
Bouwgroepen en bouwonderdelen horen niet in handen van kinderen!
*
De bouwgroepen mogen alleen onder toezicht van een vakkundige volwassene of een vakman in gebruik worden genomen!
*
In commerciële instellingen dient u zich te houden aan de ARBOvoorschriften!
*
In scholen, opleidingsinstituten, hobby-, en doe-het-zelfwerkplaatsen dient het bedienen van bouwgroepen door geschoold personeel te worden gecontroleerd.
*
De gebruikspositie van het apparaat is willekeurig.
*
Bij de installatie dient er op gelet te worden, dat de kabeldoorsnede van de aansluitkabels voldoende is.
*
De aangesloten verbruikers moeten volgens de VDE-voorschriften verbonden zijn.
*
De toegestane omgevingstemperatuur (kamertemperatuur) mag tijdens het gebruik niet beneden 0 ºC en niet boven de 40 ºC komen.
*
Gebruikt u de bouwgroep niet in een omgeving, waar brandbare gassen, dampen of stoffen voorhanden zijn of voorhanden kunnen zijn.
*
Het apparaat is bestemd voor het gebruik in een droge en schone ruimte.
*
*
Bij het ontstaan van condenswater moet een acclimatiseringstijd van tenminste 2 uur in acht worden genomen.
Indien het apparaat gerepareerd moet worden, dan moeten onderdelen altijd vervangen worden door originele onderdelen! Het gebruik van afwijkende onderdelen kan leiden tot ernstige schade aan personen of goederen!
*
Het gebruik van het apparaat buiten resp. in een vochtige ruimte is verboden!
*
Een reparatie van het apparaat mag alleen door een vakman gebeuren!
*
Het apparaat moet na gebruik altijd van de voedingsspanning af gehaald worden!
*
Dringt een of andere vloeistof het apparaat binnen, dan kan het daardoor beschadigd worden. Indien u een vloeistof over de bouwset gemorst heeft, laat het apparaat dan door een gekwalificeerde vakman nakijken!
*
*
4
Het is aan te raden, in het geval dat de bouwsteen zware trillingen of vibraties moet doorstaan, deze goed te isoleren. Let u er absoluut op, dat er op de printplaat bouwelementen heet kunnen worden en daardoor brandgevaar ontstaat, wanneer brandbaar isolatiemateriaal gebruikt wordt. Het apparaat moet uit de buurt van bloemvazen, badkamers, wasbakken, vloeistoffen, enz. gehouden worden.
5
Gebruik waarvoor het apparaat bedoeld is Het product is bedoeld voor gebruik voor traploze toerentalregeling en voor de verandering van de draairichting van kleine motoren en verder voor reserve-elektronica voor de modelbouw-servo. Een ander gebruik dan hiervoor beschreven is niet toegestaan!
Indien u niet duidelijk uit de handleiding kunt opmaken hoe een externe schakeling geplaatst moet worden, of wat voor externe bouwstenen of extra apparaten aangesloten mogen worden en wat voor aansluitwaarden deze componenten mogen hebben, moet u te rade gaan bij een vakman. *
Voor de ingebruikname van een apparaat is in het algemeen te controleren, of dit apparaat of bouwgroep in principe voor het doel, waarvoor het gebruikt moet worden, geschikt is! In twijfelgevallen zijn absoluut wedervragen aan vakmensen, deskundigen of de fabrikant van de gebruikte bouwgroepen noodzakelijk!
*
Let u er alstublieft op, dat bediening- en aansluitfouten buiten ons invloedbereik liggen. We kunnen dan ook voor schade op grond van deze fouten geen verantwoording nemen.
*
Bouwsets moeten bij niet functioneren met een gedetailleerde foutomschrijving (weergave van datgene, wat niet functioneert. want alleen een exacte foutomschrijving maakt een kosteloze reparatie mogelijk!) en de toebehorende bouwhandleiding. De bouwset's moeten zonder behuizing teruggezonden worden, omdat de montage of demontage van behuizingen die veel tijd in beslag nemen extra berekend moeten worden. Bij installaties en bij omgang met voedingsspanning moet men absoluut de VDE-voorschriften in acht nemen.
*
Apparaten, die onder een spanning ( 35 V staan, mogen alleen door een vakman aangesloten worden.
*
In ieder geval moet er gecontroleerd worden, of de bouwset voor het desbetreffende gebruik en inzetplaats geschikt is resp. ingezet kan worden.
*
De ingebruikneming mag in principe alleen plaatshebben, indien de schakeling absoluut aanraakveilig in een behuizing gebouwd is.
*
Het in gebruik nemen van de schakeling mag per definitie alleen dan gebeuren, indien de schakeling in een aanraakveilige behuizing is ondergebracht.
Veiligheidsbepalingen Bij het omgaan met producten, die met elektrische spanning in aanraking komen, moeten de geldige VDE-voorschriften in acht genomen worden, vooral VDE 0100, VDE 0550/0551, VDE 0700, VDE 0711 en VDE 0860. *
Trek voor het openen van een apparaat steeds de netstekker en verzeker u dat er geen spanning meer op het apparaat staat.
*
Componenten, bouwpakketten of apparaten mogen alleen in bedrijf worden genomen, indien zij voor die tijd aanraakveilig in een behuizing ingebouwd worden. Gedurende het inbouwen mogen ze niet onder stroom staan.
*
Gereedschap mag alleen gebruikt worden bij componenten of bouwpakketten als deze ontkoppeld zijn van de voedingsspanning en als eventuele elektrische ladingen die nog in het apparaat aanwezig kunnen zijn, bij zgn. memory componenten (o.a. condensatoren en spoelen), voordien zijn ontladen.
*
*
6
Spanningsvoerende kabels of draden, waarmee het apparaat, het bouwdeel of de bouwgroep verbonden is, moeten steeds op isolatiefouten of breuken onderzocht worden. Bij het vaststellen van een fout in de bedrading moet het apparaat onmiddellijk uitgeschakeld worden, totdat de defecte leiding is vernieuwd. Bij het gebruik van bouwpakketten of bouwgroepen moet steeds strikt voldaan worden aan de in de bijbehorende handleidingen vermelde grootheden voor elektrische eenheden.
7
*
Indien metingen bij een geopende behuizing noodzakelijk zijn moet er, omwille van de veiligheid, een scheidingstransformator gebruikt worden. Of er moet zoals al beschreven een spanning (volgens de veiligheidsbepalingen) via een geschikte netadapter aangesloten zijn.
*
Alle bedradingen mogen alleen aangebracht worden als de spanning op het apparaat niet is aangesloten.
Beschrijving van het product Dit bouwpakket is niet alleen geschikt voor vervanging (bij reparaties), maar ook voor inbouw in reeds bestaande servo-behuizingen. Bij het gebruik van kleine aandrijvingsmotoren, is het mogelijk om een voor een betreffende behoefte een "roeimachine" te bouwen. Hiervoor is het noodzakelijk om een kleine externe potmeter(van 5 k Ohm) mechanisch d.m.v de aandrijfas van de aandrijvende motor aan te sturen. Deze techniek is ook bijzonder goed geschikt voor het gebruik in mini-snelheidsregelaars. Een externe potmeter wordt op de middelste aansluiting aangesloten. Het is nu mogelijk het toerental van de motor traploos voorwaarts als ook achterwaarts te regelen (wordt geleverd zonder servo-kabel).
Dit artikel werd volgens de EG-richtlijn 89/336/EWG (EMVG van 09-11-1992, elektromagnetische verdraagzaamheid) gecontroleerd en komt met de wettelijke bepalingen overeen. Bij eigenmachtige verandering van de schakeling of gebruik van andere onderdelen vervalt deze toelating.
Beschrijving van de schakeling: Het hartstuk van deze mini-bouwgroep is het schakelcircuit M51660L. Hij heeft een zogenoemde zigzag-behuizing (Engels: Zig-zag-in-line-Package) waarbij de in een reeks uitstekende pootjes afwisselend naar boven en onder omgebogen zijn. Hierdoor heeft hij voor het inbouwen weinig plaats nodig en dit is in deze situatie heel belangrijk. 8
Wie zich meer met de materie vertrouwt wil maken heeft hiervoor enige basiskennis nodig. Eerst willen wij duidelijk stellen: een regelaar heeft een gesloten regelcircuit nodig, wat bij de knoppen op uw radio niet het geval is: volume, hoogte en bassen worden namelijk via de insteller bediend, die zeker een goedbedoeld kenmerk dragen (b.v. +20 dB). Of het gewenste effect ook daadwerkelijk optreedt (b.v. de verhoging om 20 dB) is bij de insteller niet te controleren. Anders is dit bij het regelcircuit: hier wordt constant tussen de gewenste basisinstelling en de uiteindelijk bereikte echt-waarde vergeleken en zo lang bijgeregeld tot beide gelijk zijn. Hiervoor heeft het IC een sterk werkend binnenleven. Het is geschikt voor installaties met positieve impulsen, waarbij de impulsen telkens volgens de knuppelpositie van 1,0....2,0 ms schommelen (1,5 ms bij neutrale positie). Proportioneel aan deze digitale positieimpulsen gebeurt de servo-sturing (zodoende de naam Digi(tal)-Prop(portional)). De vergelijking tussen basis- en echtwaarde gebeurt hier d.m.v. deze overdrachtsvorm iets omslachtig. Tijdens de impulsduur van het ontvangersignaal IMP wordt de op IC-uitgang 1 aangesloten condensator Cext van een permanente stroom opgeladen; de oplaadspanning stijgt hierdoor in de vorm van een zaagtand, waarbij de weerstand Rext op pin 3 de steilheid bepaald (grootte van de condensatorstroom). Aan het einde van de impuls wordt de condensator elke keer weer op nul ontladen. Wanneer de "zaagtand" de aan de ingang 1 toegevoerde spanning (echtwaarde) binnen de IMP-duur bereikt, is niets aan de hand: basis- en echtwaarde kloppen met elkaar en de regeling is tevreden (dit geldt voor elke positie, dus niet alleen voor de neutrale positie). Komt het tot een verschil wordt de uitgangssturing geactiveerd; deze stuurt de motor aan, welke vast met de retourpotmeter gekoppeld is. Motor en potmeter worden nu zo lang aangestuurd tot de spanning van de potmeter weer overeenstemt met de zaagtand (regelafwijking nul). Wordt het schakelschema bekeken kunt u zien dat het IC ook de draairichting van de motoren kan bepalen: de twee externe aansturingstransistoren T1 en T2 schakelen altijd tegen elkaar, dit betekent dat de een volgens plus en de ander volgens massa of omgekeerd schakelt. Uiteraard moet de draairichting en de gemaakte correctie bij elkaar passen, omdat anders een ramp zou ontstaan; de servo zou tot de aanslag gaan en de retourmelding op foutieve wijze doorgeven dat dit nog niet genoeg is. Dit zou hetzelfde zijn als 9
een bestuurder van een auto tijdens gevaar meer gas zou geven; juist was dat hij moet remmen. Zodat van de potmeter altijd de juiste signalen terugkomen bezit het IC over een gestabiliseerde uitgangsspanning; elco C6 steunt deze spanning omdat elke storing hierop een wapperen van de servo als gevolg zou hebben! Precies dit zal C2 bij de sleper verhinderen. Ook het RC-schakel R3/R4 heeft iets met de rust in het regelcircuit te maken; deze legt de dode punt vast, dit houdt in: hij bepaald de tolerantie welke mag afwijken van de basis- en de echtwaarde, zonder dat een reactie op de uitgang ontstaat. Hierdoor wordt een overstuurd reageren op minimale afwijkingen verhinderd welke in ruisen ondergaan (de dode punt liegt hierbij ca. 7 µs, dit is ca. 0,5 % van de impulsduur in de neutrale positie). Weerstand R1 neemt de bekende functie over: hij verzorgt in het versterkercircuit de terugkoppeling vanaf de uitgang naar de ingang en zorgt hierdoor voor een stabilisering van de schakeling. Dit is precies hetzelfde als bij een "normale" operatieversterker, zijn reuze nullastversterking wordt door een tegenkoppeling op een stabiele maat teruggevoerd (vermindering externe invloeden en ouderdom). Omdat de servo-motor zo goed als mogelijk de volle voedingsspanning moet ontvangen (als hij moet draaien) trakteert men de twee externe aansturingen T1/T2. Als eerste ontlasten hen het IC wat betreft vermogen en ten tweede schakelen hun beter door naar plus dan de IC-uitgangen (minder restspanning). Volgens de materie is dit voor het IC relatief probleemloos: zijn uitgangstrappen hebben ook bij 400 mA alleen een verzadigingsspanning van 0,4 V. In rusttoestand (dit betekent bij afwijking nul) liggen alle twee motoruitgangen op een halve voedingsspanning, dit betekent: de motorspanning is nu nul. Hierbij is voor het M51660 3 mA als ruststroomopname voldoende en dit is weer positief voor de energiebalans. Uiteraard probeert men ieder onnodig energieverbruik (niet alleen bij de modelbouw) te vermijden. Tijdens gebruik neemt het IC ca. 20 mA op (zonder motorstroom).
10
Opbouw Begin bij het soldeerwerk met het inzetten van de IC's. Een van hun pootjes krijgt eerst provisorisch een beetje soldeer hierna kunnen ze perfect gericht worden. Aansluitend worden alle 14 pootjes zorgvuldig gesoldeerd. Open boorgaten kunt u beter openlaten, anders heeft u achteraf meer werk. Verder is er op te letten dat er geen soldeerbruggen tussen de dicht bij elkaar liggende ogen ontstaan. Anders is deze bij twee elektrisch verbonden buren hier kunt u wel een dikke soldeerbrug leggen dit verhoogd alleen maar de mechanische vastigheid. Voor het eerste werk hebben wij de miniprintplaat inclusief IC eenvoudig tussen twee gummen gestoken die als minibankschroef dienen. Nadat meer componenten geplaatst zijn is deze "klemhulp" niet meer nodig. Nu worden de vier weerstanden geplaatst, deze moeten allemaal staand gemonteerd worden. Anders dan normaal kunnen hier de isolatiebuisjes weggelaten worden, als een inbouw in een behuizing geplant is. Bij de condensatoren C1, C2 en C4 zijn tantaalparels aan te raden omdat deze makkelijker geplaatst kunnen worden. Volgens de aan het begin genoemde oorzaken zijn de waarden voor R2 en C1 beslist aan te houden, van deze hangt uiteindelijk de schakeling af (bijzonders de positie van het nulpunt). Wanneer de schakeling klaar voor u ligt moet deze volgens het onderdelenschema nog een keer op eventuele soldeerfouten gecontroleerd worden. Uiteraard is ook bij alle elco's (ook bij de kleine 0,1-µF-typen) op een juiste poling te letten. Voor een functiecontrole is een servo-tester raadzaam; van deze krijgen de servo en elektronica ook hun voedingsspanning. Let beslist op tijdens het aanleggen van de externe 5 V! Het kan bij een demontagetoestand voorkomen dat het deksel van de aandrijving los zit en hierdoor kunnen zich de tandwielen zelfstandig maken. Wanneer de servo direct naar de eindstand loopt en niet op de signalen van de tester reageert liegt een al genoemde fout voor (gas en rem zijn verwisselt). Dit kan makkelijk verholpen worden door de twee motoraansluitingen andersom te solderen (alleen die welke direct aan de motor zitten!). Het 11
roerhoorn welke op de servo-aandrijving zit kan afgehaald worden en weer zo vast gemaakt worden dat deze bij de knuppel-neutraal-positie in een mechanische rustpositie komt; De potentiometer heeft bij een draaihoek van 270° voldoende reserve hiervoor (de servo-uitslag bedraagt maar maximaal ± 90°).
Technische gegevens: Werkspanning Verbruik
: :
4,8...6V= max. 800mA
Let op! Voor u met het opbouwen begint, moet u eerst deze handleiding in alle rust helemaal tot het einde doorlezen, voor u het bouwpakket of het apparaat in gebruik neemt (vooral het hoofdstuk over mogelijke fouten en het verhelpen daarvan) en uiteraard de veiligheidsbepalingen. U weet dan, waar het op aankomt en waar u op moet letten en u vermijdt daardoor vooraf fouten, die soms pas met veel moeite weer verholpen kunnen worden. Voer solderingen en bedradingen absoluut zuiver en precies uit, gebruik geen zuurhoudend soldeertin, soldeervet of dergelijke. Overtuig u ervan, dat er geen koude soldeerplek aanwezig is. Want een onzuivere of slechte soldeerplek, een niet goed vastzittend contact of een slechte opbouw betekenen een tijdrovend zoeken naar fouten en onder bepaalde omstandigheden het vernielen van onderdelen, wat vaak een kettingreactie tot gevolg heeft, waardoor het complete bouwpakket vernield wordt. Denk er ook aan dat bouwpakketten die met zuurhoudend soldeertin, soldeervet e.d. gesoldeerd zijn, door ons niet gerepareerd worden. Bij het nabouwen van elektronische schakelingen wordt er verondersteld dat u beschikt over enige basiskennis van de behandeling van onderdelen, solderen, en het omgaan met elektronische resp. elektrische componenten.
Algemene opmerkingen voor de opbouw van een schakeling De mogelijkheid, dat er na het in elkaar zetten iets niet functioneert, kan drastisch beperkt worden door precies en netjes te werken. Controleer iedere stap, iedere soldeerplek twee keer, voordat u verder gaat! Houdt u aan de handleiding! Voer iedere daarin beschreven stap niet anders uit en sla niets over! Vink iedere stap dubbel af: eenmaal voor het bouwen, eenmaal voor het controleren. Neem in ieder geval alle tijd: knutselen is geen haastwerk, want de hier gebruikte tijd is drie keer zo kort als de tijd nodig voor het zoeken van fouten. Een vaak voorkomende oorzaak voor het niet functioneren is een onderdelenfout, bijv. verkeerd ingezette componenten zoals IC's, diodes en elco's. Let ook beslist op de kleurringen van de weerstanden, omdat sommige darvan kleurringen hebben die makkelijk door elkaar gehaald kunnen worden. Let ook op de condensatorwaarden, bijv. n 10 = 100 pF (geen 10 nF). Daartegen helpt dubbel en drievoudig controleren. Let er ook op, dat alle pootjes van een IC ook daadwerkelijk in de voet steken. Het gebeurt heel makkelijk, dat er een pootje bij het er insteken omgebogen wordt. Heel licht drukken, en de IC moet bijna vanzelf in het voetje springen. Als dat niet gebeurt, is er zeer waarschijnlijk een pootje verbogen. Als alles hier klopt, dan moet als volgende eventueel de oorzaak gezocht worden bij een koude soldeerplek. Deze onaangename begeleiders van het knustelaarsleven treden op, als de soldeerplek niet goed verwarmd is, zodat het tin geen goed contact maakt met de leidingen, of als u bij het afkoelen de verbinding precies op het moment van verstijven bewogen heeft. U herkent dergelijke fouten vaak aan het matte uiterlijk van het oppervlak van de soldeerplek. De enige oplossing is, de soldeerplek opnieuw te solderen. Bij 90% van de teruggestuurde bouwpakketten gaat het om soldeerfouten, koude soldeerplekken, verkeerd soldeertin enz. Menig teruggestuurd "meesterwerk" gaf blijk van niet juist solderen.
12
13
Gebruik daarom bij het solderen alleen elektronicasoldeertin met de aanduiding "SN 60 Pb" (60% tin en 40% lood). Dit soldeertin heeft een colofoniumkern die als vloeimiddel dient, om de soldeerplek tijdens het solderen te beschermen tegen roesten. Andere vloeimiddelen, zoals soldeervet, soldeerpasta of soldeerwater mogen in een geval gebruikt worden, omdat ze zuur bevatten. Deze middelen kunnen de printplaat aantasten en elektronische componenten vernielen, bovendien geleiden ze de stroom en veroorzaken daardoor kruipstromen en kortsluitingen. Als tot hier aan toe alles in orde is, en het apparaat functioneert desondanks toch niet, dan is er waarschijnlijk een onderdeel defect. Als u een beginner bent op het gebied van de elektronica, is het in zo'n geval het beste als u advies vraagt aan een kennis die op het gebied van de elektronica beter op de hoogte is en eventueel de benodigde meetapparatuur bezit. Als u deze mogelijkheid niet hebt, stuurt u het bouwpakket als het niet functioneert goed verpakt en met een precieze omschrijving van de fout, alsmede met de betreffende handleiding naar de Technische Dienst van Conrad (alleen een exacte omschrijving van de fout maakt een juiste reparatie mogelijk!). Een juiste omschrijving van de fout is belangrijk, omdat de fout ook bij uw netvoeding of bij de schakeling van buitenaf kan liggen.
Aanwijzing Dit bouwpakket werd, voor het in productie ging, vele keren als prototype opgebouwd en getest. Pas als een optimale kwaliteit voor wat betreft functie en gebruiksveiligheid bereikt is, wordt het vrijgegeven voor serieproductie.
Omdat het bij dit bouwpakket gedeeltelijk om zeer kleine, resp. dicht bij elkaar liggende soldeerpunten gaat (gevaar voor soldeerbruggen), mag hier alleen met een soldeerbout met kleine punt gesoleerd worden. Voer de soldeerprocedure en de opbouw zorgvuldig uit.
Soldeerhandleiding Als u nog niet zo veel ervaring heeft met solderen, lees dan eerst deze soldeerhandleiding voordat u naar de soldeerbout grijpt. Want solderen moet je leren. 1.
2.
3.
4.
5.
Om een bepaalde functiezekerheid bij het bouwen van de installatie te bereiken, is de totale opbouw in twee fases onderverdeeld: 1. Bouwfase I : montage van de componenten op de printplaat 2. Bouwfase II : functietest Let er bij het solderen van de componenten op, dat deze (indien niet anders aangegeven) zonder afstand tot de printplaat gesoldeerd worden. Alle uitstekende aansluitdraden worden direct boven de soldeerplek afgeknipt.
14
6.
7.
Gebruik voor het solderen van elektronische schakelingen principieel nooit soldeerwater of soldeervet. Deze bevatten een zuur dat onderdelen en printbanen vernielt. Als soldeermateriaal mag alleen soldeertin SN 60 Pb (d.w.z. 60% tin, 40% lood) met een colofoniumkern gebruikt worden, dat tegelijkertijd als vloeimiddel dient. Gebruik een kleine soldeerbout met max. 30 Watt warmtevermogen. De soldeerpunt moet vrij zijn van aanslag, opdat de warmte goed afgevoerd kan worden. D.w.z.: de warmte van de soldeerbout moet goed naar de te solderen plek geleid worden. Het solderen zelf dient snel uitgevoerd te worden, want door te lang solderen worden onderdelen vernield. Het leidt eveneens tot het loslaten van de soldeerogen of printbanen. Voor het solderen wordt de goed vertinde soldeerpunt op de te solderen plek gehouden, zodat tegelijkertijd de bedrading van het onderdeel en printbaan geraakt worden. Gelijktijdig wordt (niet teveel) soldeertin toegevoerd, dat eveneens verwarmd wordt. Zodra het soldeertin begint te vloeien, verwijdert u het van de soldeerplek. Dan wacht u nog een ogenblik, tot het achtergebleven soldeer goed uitgelopen is en haalt u de soldeerbout weg van de soldeerplek. Let er op, dat het zojuist gesoldeerde onderdeel, nadat u de bout verwijderd heeft, ca. 5 sec niet bewogen wordt. Er blijft een zilverglanzende, perfecte soldeerplek achter. Voorwaarde voor een perfecte soldeerplek en goed solderen is een schone, niet geoxideerde soldeerpunt. Want met een vuile soldeerpunt 15
8. 9.
10.
11.
is het absoluut onmogelijk netjes te solderen. Verwijder daarom na elke keer solderen overtollig soldeer en vuil met een vochtige spons of met een siliconenstripper. Na het solderen worden de aansluitdraden direct boven de soldeerplek afgeknipt met een kantknipper. Bij het solderen van halfgeleiders, LED's en IC's moet u er speciaal opletten, dat de soldeertijd van 5 sec niet overschreden wordt, omdat anders het onderdeel vernield wordt. U moet bij deze onderdelen eveneens letten op de juiste poling. Na het aanbrengen van de onderdelen controleert u grondig elke schakeling nog een keer om te zien of alle onderdelen er juist ingezet en gepoold zijn. Controleer ook, of er niet per ongeluk aansluitingen of printbanen met tin overbrugd zijn. Dit kan niet alleen tot een verkeerd functioneren, maar ook tot vernieling van dure onderdelen leiden. Let er op, dat verkeerde soldeerplekken, verkeerde aansluitingen, foutieve bediening en fouten in het aanbrengen van de onderdelen buiten onze invloedssfeer liggen.
1. Bouwfase I: Monteren van de bouwcomponenten op de printplaat. 1.1 Geïntegreerde schakeling (IC) Meteen als eerste wordt de printplaat met het geïntegreerde circuit component (IC) voorzien. Steek hiertoe op de componentenzijde van de printplaat de aansluitpootjes van het IC door de daarvoor uitgespaarde boorgaten. Soldeer vervolgens de IC-pootjes met de sporen. Let echter goed op de juiste positie van het IC. Een kant van de behuizing van het IC is afgevlakt. Op het onderdelenschema is deze afgevlakte kant weergegeven met een tweede streep. IC1 = M51660 L Servo-controle IC Echt-waarde Ext. condensator Ext. weerstand Aandrijving 1 Ingang (IMP) Uitgang 1 Massa (GND) Massa (GND) Diff. uitgang Uitgang 2 Impulsrekking Aandrijving 2 Referentie (+2,45 V) Voedingsspanning
1.2 Weerstanden Buig de aansluitdraden van de weerstanden op de juiste lengte om, overeenkomend met de rastergrootte op de printplaat en steek deze in de daarvoor voorziene boorgaten. (zie componentenschema). Bij dit bouwpakket worden alle weerstanden staand gemonteerd. Opdat bij het omdraaien van de printplaat niet alle weerstanden er uit vallen moet u de aansluitdraden ongeveer 45º uit elkaar buigen en aansluitend op de onderzijde vastsolderen op de printsporen. Daarna moeten de uitstekende aansluitdraden afgeknipt worden. 16
17
R1 R2 R3 R4
= = = =
560k 18k 1k5 220k
groen, bruin, bruin, rood,
blauw, grijs, groen, rood,
geel oranje rood geel
1.4 Transistoren Nu worden de transistoren overeenkomstig met het opgedrukte onderdelenschema geplaatst en aan de printsporen gesoldeerd. Let daarbij op de juiste positie: de omtrek van de behuizingen van de transistoren moet overeenkomen met de op de printplaat afgebeelde omtrek. Oriënteer u hierbij op de afgevlakte kant van de transistor. De aansluitpootjes mogen zich beslist niet kruisen, bovendien moet een transistor ongeveer 5 mm boven de printplaat gemonteerd worden.
1.3 Condensatoren Steek nu de condensatoren door de overeenkomstig gemerkte boorgaten, buig de draden iets uit elkaar en maak een schone soldeerverbinding met de printsporen. Let bij de elektrolytische condensatoren(Elco's) op de juiste polariteit(+-).
Let erop dat de soldeerbout niet te lang in aanraking komt met de transistor, om te voorkomen dat de transistoren door oververhitting beschadigd worden. T1 = BC327 PNP, kleinvermogens-transistor T2 = BC327 PNP, kleinvermogens-transistor
Let op! Afhankelijk van het type fabrikaat vertonen elco's verschillende polariteitkenmerken. Enkele fabrikanten geven de '+' aan, andere fabrikanten echter de '-'. Doorslaggevend is de polariteitaanduiding die door de fabrikant opgegeven wordt. C1 C2 C3 C4 C5 C6
= 0,1 µF = 100 = 0,1 µF = 100 = 0,010 µF = 10 = 0,1 µF = 100 = 10 µF = 2,2 µF
nF = 100.000 nF = 100.000 nF = 10.000 nF = 100.000
pF = 104 tantaal-condensator pF = 104 tantaal-condensator pF = 103 foliecondensator pF = 104 tantaal-condensator Mini-elco Mini-elco
1.5 Afsluitende controle Controleer voor ingebruikname de printplaat nog eens op een juiste plaatsing en poling van de componenten. Controleer op de soldeerzijde van de print of er geen bruggen tussen printsporen gemaakt worden door soldeerresten, dit kan leiden tot kortsluitingen en tot beschadigingen van componenten. De meeste onder garantie teruggestuurde bouwpakketten, werden veroorzaakt door een slechte soldeerverbinding (koude soldeerpunten, tinbruggen, foutieve of niet geschikte soldeertin enz.).
18
19
Schakelschema
Echt-waarde
stelelement
naar ontvanger
2. Bouwfase II: Aansluiting/ingebruikname 2.1
Nadat de printplaat bestukt is en op eventuele fouten (slechte soldeerverbindingen, tinbruggen) gecontroleerd is, kan de eenheid in gebruik worden genomen.
2.2
Let erop dat deze schakeling alleen maar met een gestabiliseerde gelijkspanning uit een netadapter of een batterij/accu gevoed mag worden. Deze spanningsbron moet ook de benodigde stroom kunnen leveren. Auto acculaadapparaten of speelgoed treintrafo's zijn hiervoor als spanningsbron niet geschikt. Deze leiden tot beschadiging van de componenten of tot het niet functioneren van het bouwpakket.
Levensgevaar!
geel
rood
zwart
C4
C6
Servokabel
+ P
R3
BH + R4
C3
R2
C2 + +
-
IC1 Poti 5 kΩ
2.99
+ C5
M +
M +
T1
T2
R1
M
20
Motor
P
Onderdelenschema
naar ontvanger
Gebruikt u een netvoeding als spanningsbron, dan moet deze absoluut voldoen aan de VDE-normen. 2.3
Sluit nu de servomotor, de positie-potmeter, en de ontvangeraansluitkabel aan op de servo-elektronica. De juiste aansluitpunten worden in het navolgende bedradingoverzicht aangegeven. Gebruik als aansluitleiding voor de motor en de potmeter een dunne flexibele draad. Omdat er in het binnenste van de Servo niet veel plaats is, moeten de verbindingen niet langer worden dan noodzakelijk. Als servo aansluitkabel kan het beste een compleet voorbereide kabel met stekker die op uw zender past gebruiken. Wilt u zelf een kabel fabriceren, dan zou u de standaard kleuren voor de kabels aan kunnen houden:
C1
Kleur kabel: rood zwart geel, groen, blauw
= = =
aansluiting ontvanger Plus + Min puls 21
2.4
Komt het opgedrukte onderdelenschema van de transistoren overeen met de vorm van de behuizingen?
Als alle kabels zijn aangesloten kan de elektronica aan de ontvanger of aan een servo-tester aangesloten worden. o
Gaat de servo echter meteen naar zijn eindstand, zonder enige stuurbeweging van de zender, dan is de servomotor verkeerd gepoold aangesloten. Schakel in dit geval meteen de voedingsspanning uit en verwissel de motoraansluitingen.
Zijn de elco's en de tantaal condensatoren juist gepoold? Vergelijk de op de elco's afgebeelde polariteit "+" of "-" nog een keer met de op de print aangebrachte opdruk of met het onderdelenschema uit deze handleiding. Let erop dat afhankelijk van de fabrikant, de "+" of de "-" aangegeven kan zijn op de elco's!
o
Is het IC volgens de goede poling in de print gesoldeerd? De afgevlakte kant van het IC moet naar R3 wijzen.
Controleer ook of de positie-potmeter wel mechanisch verbonden is met de servo-aandrijving.
o
Bevind er zich een soldeerbrug of een kortsluiting op de soldeerzijde van de print? Vergelijk de printsporen die er eventueel als een soldeerbrug uitzien, met de afgebeelde verbindingen op de printplaat en met de schakeling afgebeeld in deze handleiding, voordat u een spoortje (vermeende soldeerbrug) onderbreekt.
o
Om printspoorverbindingen of onderbrekingen gemakkelijker vast te kunnen stellen, kunt u de printplaat tegen het licht houden en vervolgens vanuit de soldeerzijde op zoek gaan naar deze onaangename bijkomstigheden.
o
Komt er misschien een koude soldeerplek voor? Controleer elke soldeerplek aandachtig. Controleer met een pincet of componenten goed vastzitten. Komt u een soldeerplaats enigszins verdacht voor, soldeer deze dan voor de zekerheid nog eens.
o
Controleer ook of wel alle soldeerplaatsen ook daadwerkelijk gesoldeerd zijn, vaak genoeg gebeurd het dat bij het solderen enkele punten over het hoofd worden gezien.
o
Denk eraan dat een met soldeerwater, soldeervet of soortgelijke soldeervloeistof bewerkte printplaat niet kan functioneren. Deze middelen geleiden de stroom en veroorzaken daardoor kringstromen en kortsluitingen.
De servo zou nu de bewegingen van de stuurknuppel resp. de signalen van de servo-tester exact moeten volgen.
2.5
Is tot hier alles in orde, sla dan de navolgende foutenchecklist over.
2.6
Maakt de servo tegen de verwachtingen in nog steeds geen beweging, of gaat de servo nog steeds naar zijn uiterste stand, ondanks het ompolen van de bedrijfsspanning, schakel dan meteen de voedingsspanning uit en controleer de hele printplaat nog een keer op fouten.
Checklist voor het zoeken van fouten Streep iedere stap af! o
Was de voedingsspanning juist gepoold?
o
Ligt de voedingsspanning bij ingeschakeld apparaat nog steeds tussen de 4,5 en 6 Volt?
o
Voedingsspanning weer uitschakelen.
o
Zijn de weerstanden overeenkomstig hun waarde geplaatst? Controleer de waarden nog een keer m.b.v. 1.2 van de bouwhandleiding.
o
22
Zijn de transistoren T1 en T2 juist geplaatst? Kruizen de aansluitpootjes elkaar?
23
o
Bij bouwpakketten die met zuurhoudend soldeertin, met soldeervet of met soortgelijke soldeermiddelen bewerkt worden, vervalt dan ook de garantie, of ze worden door ons niet in reparatie genomen of vervangen.
van de technische gegevens van de schakeling bij voorgeschreven ingebruikname en werkwijze in overeenstemming met de soldeervoorschriften en juiste verwerking. Verdergaande aansprakelijkheid is uitgesloten.
2.7
Zijn deze punten gecontroleerd en eventuele fouten gecorrigeerd, sluit dan de print als beschreven onder 2.3 weer aan. Is door een eventuele vorige fout geen component beschadigd, dan zou de schakeling nu moeten functioneren.
Storing Als er aangenomen kan worden dat gebruik zonder gevaar niet meer mogelijk is, dient het apparaat buiten werking gesteld te worden en beschermd tegen per ongeluk in werking stellen door derden. Dit is van toepassing bij: • als het apparaat zichtbaar beschadigd is • als het apparaat niet meer • als onderdelen van het apparaat los zijn of loszitten • als verbindingsleidingen zichtbaar beschadigd zijn.
Garantie Op dit apparaat verlenen wij 1 jaar garantie. De garantie omvat het gratis verhelpen van gebreken, die aantoonbaar terug te voeren zijn op het gebruik van ongeschikt materiaal of op fabricagefouten. Aangezien wij geen invloed kunnen uitoefenen op de juiste en vakkundige opbouw, kunnen wij om begrijpelijke redenen bij bouwpakketten alleen garantie geven voor het volledig aanwezig zijn en het juist functioneren van de onderdelen. Gegarandeerd wordt het functioneren overeenkomstig de gekenmerkte waardes van de onderdelen in niet ingebouwde toestand en het aanhouden 24
Wij geven geen garantie en zijn niet aansprakelijk voor schades die met dit product samenhangen. Wij houden ons het recht voor het apparaat te repareren, verbeteren, onderdelen te leveren of u uw geld terug te geven. Bij de volgende criteria vindt er geen reparatie plaats resp. vervalt het recht op garantie: * Als er voor het solderen zuurhoudend soldeertin, soldeervet of zuur bevattende vloeimiddelen e.d. gebruikt zijn. Als het bouwpakket onvakkundig gesoldeerd en opgebouwd is. Hetzelfde geldt ook: * Bij veranderingen en pogingen tot reparatie van het apparaat * Bij eigenmachtige verandering van de schakeling * Bij de constructie niet voorziene, onvakkundige uitbouw van onderdelen, vrije bedrading van onderdelen zoals schakelaars, potmeters, bussen enz. * Bij gebruik van andere, niet origineel bij het bouwpakket horende onderdelen * Bij het vernielen van printbanen of soldeerogen * Bij verkeerde montage van onderdelen en de daaruit resulterende schades * Overbelasting van de module * Bij schades door ingrepen van derden * Bij schades die ontstaan door het niet opvolgen van de bedieningshandleiding en van het aansluitschema * Bij aansluiting op een verkeerde spanning of stroomsoort * Bij het verkeert polen van de module * Bij verkeerde bediening of schades door slordige behandeling of misbruik * Bij defecten, die ontstaan door overbrugde zekeringen of door het gebruik van verkeerde zekeringen In al deze gevallen gebeurt het terugsturen van het bouwpakket op uw kosten. 25