G E B R U I K S A A N W I J Z I N G
Bestnr.: 10 32 50
Power Monitor Pro
Impressum
Omwille van het milieu 100% recyclingpapier
Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en zetfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden. © Copyright 1995 by CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV Windmolenweg 42, 7548 BM Boekelo Internet: www.conrad.com
Belangrijk! Beslist lezen!
1. Introductie
Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikname en het gebruik. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. Voor volgschades, die hieruit ontstaan zijn wij niet aansprakelijk. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig!
Geachte klant,
Inhoudsopgave
Pagina
1.0 Introductie
3
2.0 Algemeen en functie’s
4
3.0 Voorbereiding voor de werking
5
4.0 Bediening
5
4.1 Functieoverzicht
6
4.2 Bedieningsvoorbeeld
6
4.3 De speciale functies
7
4.4 Min.- /max.-geheugen wissen
7
4.5 Instellen van de drempelstroom
7
4.6 Instelling van de kostenfactor
8
4.7 Resetten
8
4.8 Kalibreren
9
5.0 Technische gegevens
11
6.0 Korte handleiding PowerMonitor Pro
12
2
Hartelijk dank voor de aankoop van dit product. Lees eerst deze handleiding volledig en zorgvuldig door voordat u de Power monitor in gebruik neemt. U dient zich beslist te houden aan de aanwijzingen betreffende de veiligheid en het gebruik. Bij vragen kunt u zich wenden tot onze Technische Dienst, Nederland: 053 - 428 54 80 Ma. - vr. 09.00 - 20.00 uur
PAS OP! Maximaal aansluitvermogen: Het maximale vermogen van de op de Power Monitor Pro aangesloten apparaten bedraagt 3.600 VA. De stroomsterkte mag echter niet hoger zijn dan 16 ampère. Boven deze waarde zijn metingen niet meer mogelijk. Bij spanningen kleiner dan 225 V neemt het max. vermogen daarom overeenkomstig af. (Voorbeeld: 210 V x 16 A = 3.360 VA). Het maximale werkelijke vermogen bedraagt 3.600 W bij een cos phi van 1. Bij cos phi kleiner dan 1 neemt het maximale werkelijke vermogen overeenkomstig af. (Voorbeeld: 230 V x 16 X x 0,8 = 2.944 W) Toleranties: Spanning Stroom Cos phi Werkelijk vermogen Schijnbaar vermogen Blind vermogen Verbruik Kosten
: : : : : : : :
1% 1% 1% 3% 2% 3% 3% 3%
+ + + + + + + +
3 3 3 3 3 3 3 3
digits digits digits digits digits digits digits digits 3
2.0 Algemeen en functie Met de energiemonitor Power Monitor Pro kunt u op eenvoudige wijze de vermogensopname en het energieverbruik van elektrische apparaten meten. In tegenstelling tot gebruikelijke apparaten meet de Power Monitor Pro het werkelijke vermogen (reeds van 1 W). Lees deze bedieningshandleiding a.u.b. zorgvuldig en volledig door voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt, om storingen en onjuiste bediening te voorkomen. Maak het apparaat niet open. Het bevat geen onderdelen die u moet onderhouden of repareren. In geval van storing kunt u het apparaat aan onze klantenservice sturen. Op de laatste pagina van deze bedieningshandleiding vindt u een korte handleiding. Om de vermogensopname van verbruikers juist te beoordelen is het normaal gesproken niet voldoende om alleen de spanning en de stroom te meten om op basis daarvan het vermogen te berekenen. Het is veel belangrijker ook de faseverhouding van stroom en spanning te betrekken bij de berekening van het vermogen en het energieverbruik. Dat is noodzakelijk om ook het werkelijke vermogen van capaciteits- en inductiebelasting (motoren, tl-lampen enz.) te registreren, want bij de particuliere huishouding berekent het energiebedrijf de te betalen kosten normaal gesproken niet op basis van de vermenigvuldiging van spanning, stroom en tijd, maar ook op basis van de fasehoek. Daarom worden de volgende gegevens door de Power Monitor Pro berekend en weergegeven: * * * * * * * * * * 4
Werkelijk vermogen met min-max-aanduiding in W Schijnbaar vermogen met min-max-aanduiding in VA Blind vermogen met min-max-aanduiding in var Gemiddeld werkelijk vermogen (komt overeen met het energieverbruik gedeeld door de meettijd) in W (ED) Stroom met min-max-aanduiding in A Netspanning met min-max-aanduiding in V Vermogensfactor cos ϕ met min-max-aanduiding Netfrequentie met min-max-aanduiding in Hz Energieverbruik in Wh/kWh/MWh Totale bedrijfstijd in min/h
*
* * *
Inschakelduur in min/h met min-max-aanduiding (vaststelling van de minimale en maximale periode waarin de aangesloten verbruiker zonder onderbreking in bedrijf was). Procentuele verhouding tussen totale bedrijfstijd en inschakelduur Ontstane kosten met inachtneming van het individuele tarief Een kostenraming voor één maand, gebaseerd op de tot nu toe vastgestelde resultaten.
Bij stroomuitval worden alle relevante waarden opgeslagen in een EEPROM. Wanneer de spanning terugkeert, gaat de energiemotor verder met meten, zonder dat er gegevens verloren zijn gegaan. Op deze manier zijn er geen batterijen nodig voor het geval de stroom uitvalt en wordt het apparaat nog gebruikersvriendelijker.
3.0 Voorbereiding voor de werking Steek de Power Monitor Pro in een geaard stopcontact en steek de stekker van het apparaat dat u wilt controleren in het contact van de Power Monitor Pro. Dat is alles wat u moet doen om het apparaat aan te sluiten. Na een korte test van het display, die circa 1,5 sec duurt en waarbij alle beschikbare weergave-elementen van het display verschijnen, is het apparaat klaar voor gebruik.
4.0 Bediening Het apparaat wordt bediend met behulp van de vier toetsen onder het display. De functies zijn in vier groepen verdeeld en kunnen met de bijbehorende toetsen worden geactiveerd. De toetsen en de bijbehorende functiegroepen zijn afgebeeld in tabel 4.1. Door een toets meerdere malen in te drukken, wordt steeds de volgende waarde in de actuele groep weergegeven. Wanneer u aan het eind van de groep nogmaals op de toets drukt, keert u terug naar de eerste waarde van de groep.
5
4.1 Functieoverzicht van de PowerMonitor Pro met de 4 functietoetsen en de bijbehorende functies Energie Meten Max. Energie Stroom Minimaal Kosten Spanning Maximaal Kostenraming 1 Vermogensfactor Normale weergave maand Frequentie Totaaltijd Inschakelduur Verhouding inschakelduur/totaaltijd in %
Vermogen Werkelijk vermogen Schijnbaar vermogen Blind vermogen Gemiddeld vermogen
4.3 De speciale functies Door enkele toetsen langer (ca. 3 sec) ingedrukt te houden, zijn enkele speciale functies beschikbaar, die onderstaand worden beschreven. Speciale functies: * Minimum- en maximumwaarden uit het geheugen wissen * Instellen van de drempelstroom * Kostenfactor invoeren * Alle waarden verwijderen * Kalibreren
4.4. Min-max-geheugen verwijderen 4.2 Bedieningsvoorbeeld Wanneer de toets “Meten” voor het eerst wordt ingedrukt, wordt het stromverbruik weergegeven. Door nogmaals te drukken wordt de netspanning weergegeven. Een derde maal indrukken toont de vermogensfactor en de vierde maal toont de frequentie enz. Wanneer de toets voor de achtste maal wordt ingedrukt, wordt de belastingsstroom weergegeven. Als de toets van een andere groep wordt ingedrukt, wordt die meetwaarde van deze groep weergegeven die het latst werd gekozen voordat naar een andere groep werd omgeschakeld. Een uitzondering hierop vormt de toets “Max”. Als deze toets voor het eerst wordt ingedrukt, wordt altijd de minimumwaarde weergegeven van de eerder gekozen meeteenheid, b.v. van de belastingsstroom in de groep “Meten”. Door de toets nogmaals in te drukken wordt de maximumwaarde weergegeven. Een derde maal indrukken toont de actuele waarde weer. Let op! Niet alleen de minimum- en maximumwaarden zijn beschikbaar! Welke metbereiken mogelijk zijn, vindt u in de beknopte handleiding aan het eind van deze bedieningshandleiding.
6
Met de toets “Max” is het niet alleen mogelijk de minimum- en maximumwaarden weer te geven, u kunt ze er ook mee wissen. Wanneer u vanuit de normale weergavemodus de toets “Max” circa 3 seconden ingedrukt houdt, wordt de betreffende minimumwaarde gewist. Wanneer u vanuit de weergavemodus van de minimumwaarde de toets “Max” circa 3 seconden ingedrukt houdt, wordt de betreffende maximumwaarde gewist.
4.5 Instellen van de drempelstroom Voor de instelling van de drempelstroom (dat is de stroom die een aangesloten apparaat minimaal moet opnemen om als ingeschakeld te worden herkend), drukt u de toets “Meten” circa 3 seconden in. Nu verschijnt op het display de tot nu toe geldende drempelstroom (1 mA resolutie) en ziet u rechtsonder een “A” knipperen. Met de drie toetsen “Energie”, “Meten”, en “Max” kunt u de waarde voor de drempelstroom nu wijzigen. Toets “Energie” Toets “Meten” Toets “Max”
- eerste cijfer - tweede cijfer - derde cijfer
(0.100) (0.010) (0.001)
7
Iedere keer dat één van deze toetsen wordt ingedrukt, wordt het betreffende cijfer met 1 verhoogd, waarbij niet wordt doorgeteld naar het volgende cijfer. Ieder cijfer moet dus afzonderlijk worden ingesteld. Wanneer de juiste waarde ingesteld is, drukt u eenmaal kort op de toets “Vermogen” om de nieuwe drempelstroom op te slaan. De Power Monitor Pro keert vervolgens terug naar de weergavemodus die daarvoor actief was.
4.6 Instelling van de kostenfactor Druk ca. 3 seconden op de toets “Energie” tot de weergave verdwijnt. Vervolgens wordt de tot nu toe geldende kostenfactor weergegeven en ziet u rechtsonder “COST” knipperen. Met de vier toetsen “Energie”, “Meten”, “Max” en “Vermogen” kunt u de waarde voor de kostenfactor (ƒ/kWh) nu wijzigen. Toets “Energie” Toets “Meten” Toets “Max”
- eerste cijfer - tweede cijfer - derde cijfer
(0.100) (0.010) (0.001)
Iedere keer dat één van deze toetsen wordt ingedrukt, wordt het betreffende cijfer met 1 verhoogd, waarbij niet wordt doorgeteld naar het volgende cijfer. Ieder cijfer moet dus afzonderlijk worden ingesteld. Wanneer de juiste waarde ingesteld is, drukt u eenmaal kort op de toets “Vermogen” om de nieuwe kostenfactor op te slaan. De PowerMonitor Pro keert vervolgens terug naar de weergavemodus die daarvoor actief was.
4.7 Resetten van de energie- en kostenteller Druk ca. 3 seconden op de toets “Vermogen” tot de tekst “rES” op het display verschijnt. Nu zijn de energieteller, kostenteller en de gegevens voor de totale gebruikstijd, inschakelduur, min-max-waarden en kostenraming op nul gezet en kan opnieuw worden begonnen met het meten van de energie.
8
4.8 Kalibreren Het apparaat is af fabriek volledig gekalibreerd, zodat het bij het in gebruik nemen niet opnieuw gekalibreerd hoeft te worden. Bij professioneel gebruik is de mogelijkheid te kalibreren na een gebruikstijd van enkele jaren van belang om afwijkingen ten gevolge van veroudering te compenseren. Daarbij is het van belang dat alle werkzaamheden die hiermee samenhangen uitsluitend worden uitgevoerd door personen die daartoe op grond van hun opleiding bevoegd zijn. Voor het kalibreren heeft u zuiver ohmse belastingen nodig in de grootte 200 tot 350 W (bijv. 300 W halogenlamp) en 2.000 W (bijv. elektrische verwarming of verwarmingsplaat). Het kalibreren zelf gebeurt in drie stappen: eenmaal zonder belasting, tweemaa met belasting. De daarbij geldende spanning en de stroom door de belasting moeten daarbij in de Power Monitor Pro worden ingevoerd. De Power Monitor Pro slaat deze ingevoerde waarden en de gemeten waarden als referentie in het geïntegreerde EEPROM op. Daarom is het van belang dat de ingevoerde waarden exact overeenstemmen met de werkelijke waarden. U komt in de kalibreermodus door tijdens het inschakelen van de Power Monitor Pro (wanneer u deze in het stopcontact steekt), de toetsen “Meten”, “Max” en “Vermogen” ingedrukt te houden. Op het display verschijnt de weergave “CAL”. Nu volgen de drie kalibreerprocessen, waarbij de volgorde niet van belang is. Zodra een kalibreerproces is afgerond, verschijnt rechts naast de weergave “CAL” een horizontale balk die aangeeft dat de waarde is overgenomen. Daarbij kunnen ook afzonderlijke waarden meerdere malen worden ingesteld, waarbij alleen de laatste invoer geldig is. Wanneer het kalibreren is afgerond, moeten er drie boven elkaar liggende horizontale balken verschijnen. Onderstaand wordt beschreven hoe u moet kalibreren:
4.8.1 Referentiespanning invoeren Hiervoor moet de spanning op de Power Monitor Pro exact bekend zijn (met een nauwkeurige AC-meter meten) Nadat de toets “Energie” is ingedrukt, dient u de huidige waarde van de spanning in te voeren. Ga hiervoor met behulp van de toetsen “Energie”, 9
“Meten”, “Max” en “Vermogen” net zo te werk als bijvoorbeeld beschreven is bij het instellen van de drempelstroom (paragraaf 3.5). Wanneer u deze waarde heeft ingevoerd, verschijnt de eerste (bovenste) horizontale balk rechts naast de weergave “CAL”.
4.8.2 Referentiestroom meetbereik 1 invoeren Hiervoor moet een bekende stroom van ca. 1,3 A door de Power Monitor Pro stromen. Daarvoor moet hierop de eerder genoemde belasting van 220 W tot 350 W worden aangesloten en moet het stroomverbruik met een nauwkeurige AC-ampèremeter worden gemeten. Nadat de toets “Meten” is ingedrukt, wordt de actuele waarde van de stroom ingevoerd. Ga hiervoor met behulp van de toetsen “Energie”, “Meten”, “Max” en “Vermogen” net zo te werk als bijvoorbeeld beschreven is bij het instellen van de drempelstroom (paragraaf 4.5). Wanneer u deze waarde heeft ingevoerd en de referentiestroom 1 door de Power Monitor Pro is gemeten, verschijnt de tweede (middelste) horizontale balk rechts naast de weergave “CAL”.
4.8.3 Referentiestroom meetbereik 2 invoeren Hiervoor moet een bekende stroom van ca. 8 A door de PowerMonitor Pro stromen. Daarvoor moet hierop de eerder genoemde belasting van 2.000 W worden aangesloten en moet het stroomverbruik met een nauwkeurige ACampèremeter worden gemeten. Nadat de toets “Meten” is ingedrukt, wordt de actuele waarde van de stroom ingevoerd. Ga hiervoor met behulp van de toetsen “Energie”, “Meten”, “Max” en “Vermogen” net zo te werk als bijvoorbeeld beschreven is bij het instellen van de drempelstroom (paragraaf 4.5). Wanneer u deze waarde heeft ingevoerd en de referentiestroom 2 door de PowerMonitor Pro is gemeten, verschijnt de derde (onderste) horizontale balk rechts naast de weergave “CAL”. Wanneer alle drie kalibreerprocessen zijn afgesloten, geeft de PowerMonitor Pro “rES” aan en keert deze automatisch terug naar de reguliere functie.
10
5. Technische gegevens Meetwijze/weergavebereik
Resolutie
Nauwkeurigheid
Spanning 200 V - 250 V
IV
2% ± 3 digit
Stroom 0,000 A - 1.599 A 1,60 A - 16,00 A
1 mA 10 mA
2% ± 3 digit 2% ± 3 digit
Vermogensfactor (cos) 0,00 - 1,00
0,0 t
2% ± 3 digit
Frequentie 45 Hz - 55 Hz
0,1 Hz
1% ± 1 digit
Meettijd/inschakelduur 0:00 min - 59:59 1:00 h - 99:59 h 100 h - 9.999h 10,00 kh - 65,55 kh
1 sec. 1 min. 1h 10 h
netsynchroon netsynchroon netsynchroon netsynchroon
Schijnbaar vermogen 0,0 VA - 999,9 VA 1.0 VA - 4.000 VA
0,1 VA 1 VA
3% ± 3 digit 3% ± 3 digit
Werkelijk vermogen 0,0 W - 999,9 W 1.000 W - 4.000 W
0,1 W 1W
3% ± 3 digit 3% ± 3 digit
Meetwijze/weergavebereik
Resolutie
Nauwkeurigheid
Blind vermogen 0,0 W - 999,9 Var 1.0 W - 3.000 Var
0,1 Var 1 Var
3% ± 3 digit 3% ± 3 digit 11
Energiekosten 0,00 - 9,99 NLG 10,00 - 99,99 NLG 100,0 - 999,9 NLG 1.000 - 9.999 NLG
0,01 NLG 0,01 NLG 0,1 NLG 1 NLG
De basisfuncties van de Power Monitor Pro met de 4 functietoetsen en de bijbehorende functies
Energieverbruik 0,000 Wh - 9,999 Wh 10,00 Wh - 99,99 Wh 100,0 Wh - 999,9 Wh 1,000 kWh - 9.999 kWh 10,00 kWh - 99,99 kWh 100 kWh - 999,9 kWh 1,000 mWh - 9,999 mWh 10,00 mWh - 99,99 mWh
1 mWh 10 mWh 100 mWh 1 Wh 10 Wh 100 kWh 1 kWh 10 kWh
3% 3% 3% 3% 3% 3% 3% 3%
Werkelijk vermogen 0,0 W - 999,9 W 1.000 W - 4.000 W
100 mW 1W
3% ±3 digit 3% ±3 digit
±3 ±3 ±3 ±3 ±3 ±3 ±3 ±3
digit digit digit digit digit digit digit digit
Extra aanduiding van de minimum- en maximumwaarden van: Spanning, stroom, vermogensfactor, frequentie, inschakelduur, schijnbaar vermogen, werkelijk vermogen, blind vermogen
Energie:
Meten:
Max.
Vermogen
Energie Kosten Kostenraming 1 maand
Stroom Spanning
Minimaal Maximaal
werkelijk vermogen schijnbaar vermogen
Vermogensfactor Normale weergave blind vermogen Frequentie Totaaltijd Inschakelduur Verhouding inschakel/totaaltijd in %
Als extra de toets “Max” wordt ingedrukt, worden de minimum- en maximumwaarden weergegeven van: * spanning * stroom * vermogensfactor * frequentie * inschakelduur * schijnbaar vermogen * werkelijk vermogen * blind vermogen.
6. Korte handleiding Power Monitor Pro A. Inbedrijfstelling (2) Steek de Power Monitor Pro in een geaard stopcontact. Steek de stekker van het te controleren apparaat in het contact van de Power Monitor Pro
B. Bediening (3) De basisfuncties kunnen worden opgeroepen met behulp van de vier toetsen onder het display:
12
13