Schoolveiligheidsplan ROC Noorderpoortcollege Postbus 530 9700 AM Groningen
COLOFON
Titel: Schoolveiligheidsplan
Schrijver: Schoolveiligheidscoordinator
Status: Vastgesteld
Datum: 1januari 2006
ROC Noorderpoortcollege
1
Schoolveiligheidsplan ROC Noorderpoortcollege Postbus 530 9700 AM Groningen
Inhoudsopgave Inleiding Hfd. 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Visie op sociale veiligheid Onderliggende waarden en normen Samenvatting speerpunten De organisatie van het Schoolveiligheidsbeleid Implementatie
Hfd. 2 Preventie 2.1 Competentieontwikkeling 2.2 Tijdpad 2.3 Verantwoordelijkheid 2.4 Rol vertrouwenspersonen 2.5 Evaluatie 2.6 Relatie tussen BHV-teams, calamiteitenteams en ARBO-teams 2.7 Verbinding met andere NPC doelstellingen 2.8 NPC informatie en publicatie mbt Schoolveiligheid Hfd. 3 3.1 3.2
Maatregelen Registratiesysteem Sanctiebeleid en/of begeleiding
Hfd. 4
Nazorg
Hfd. 5
Protocollen, procedures, documenten
Intentieverklaring RvT, CvB, CMR, Personeel Bijlagen: 1. Deelnemersstatuut 2. Sociale veiligheid: klachtenregeling en gedragscode, incl. ‘oude klachten’. 3. Protocol Sancties/maatregelen en incidentenregistratie, -procedure en -formulieren 4. Protocol ‘als een ramp de school treft’, omgaan met calamiteiten in het onderwijs 5. Protocol meldplicht en aangifteplicht bij (vermoeden van) seksueel misbruik of seksuele intimidatie 6. Gedragscode “Veiligheid op de electronische snelweg” 7. Protocol: “Rehabilitatie bij een ongegronde klacht en valse beschuldiging” 8. Protocol “als een student nog in detentie is of nog begeleid wordt door justitie” 9. Gevaarlijke liefde “hoe te handelen bij lover-boys” 10. Schema relatie calamiteitenteam, BHV-team en ARBO-team
2
Schoolveiligheidsplan ROC Noorderpoortcollege Postbus 530 9700 AM Groningen
Inleiding SchoolVeiligheidsPlan
De school is een plek, waar je als medewerker en als deelnemer heel wat tijd doorbrengt. Deelnemeren vaak een paar jaar, medewerkers soms hun hele werkende leven lang. Voor beiden is het daarom de moeite waard zich in te zetten voor een plezierig en veilig klimaat. De meeste medewerkers en cursisten doen dat uit zichzelf. Sommigen lukt het echter niet bij te dragen aan een sociaal veilig klimaat. Pesten, bedreigingen, agressie, racisme, sexuele intimidatie, aanrandingen, beledigingen, geweld, vernielingen, het komt voor, ook in onze school. Door deelnemers onderling, door deelnemers jegens medewerkers, door medewerkers onderling en door medewerkers jegens deelnemers. Daarom heeft het Noorderpoortcollege dit schoolveiligheidsplan opgesteld. In dit plan staat beschreven: - welke visie het Noorderpoortcollege heeft op sociale veiligheid en welke waarden en normen ten grondslag liggen aan deze visie. - welke inspanningen het Noorderpoortcollege pleegt om incidenten te voorkomen, sociale veiligheid te scheppen en te handhaven. - hoe belangrijk het is het slachtoffer goed op te vangen. - hoe een incident gemeld, geregistreerd en afgehandeld wordt. - met welk sanctiebeleid c.q. met welke maatregelen de dader te maken krijgt. - welke procedures, protocollen en reglementen worden gehanteerd als er inbreuk wordt gemaakt op de sociale veiligheid. Er wordt tevens verwezen naar andere binnen en buiten het Noorderpoortcollege gehanteerde documenten, die samenhangen met of verwijzen naar sociaal veiligheidsbeleid. De Inspectie schrijft voor, dat elk ROC een schoolveiligheidsplan heeft, dit aan de CMR voorlegt en jaarlijks de resultaten van incidentenregistratie met de CMR bespreekt. Aan deze eis wordt met de uitvoering van dit plan voldaan. Een plan, hoe goed ook uitgevoerd, garandeert niet dat er geen incidenten meer plaats vinden. Het garandeert wel, dat er professioneel gewerkt wordt aan het voorkomen van incidenten, het begeleiden van slachtoffers en het opleggen van sancties aan de dader. Het plan staat, na vaststelling door de diverse gremia, op de website van het Noorderpoortcollege. Voor medewerkers op het Medewerkersplein, voor deelnemers op het Studentenplein. Van dit plan wordt een sterk verkorte versie gemaakt voor dagelijks gebruik. In de tekst wordt over ‘daders en slachtoffers’ gesproken, terwijl soms de termen ‘klager en aangeklaagde’ passender zijn. Immers, een dader is pas dader als bewezen is dat hij de daad heeft gepleegd. Bij vernielingen is er vaak geen persoonlijk slachtoffer, maar voelt de schoolorganisatie zich wel slachtoffer. Desondanks is voor de leesbaarheid gekozen voor de termen ‘dader en slachtoffer’. In de tekst wordt eveneens ten behoeve van de leesbaarheid hij/hem gebruikt. Hiermee worden zowel mannen als vrouwen, meisjes als jongens bedoeld.
3
Schoolveiligheidsplan ROC Noorderpoortcollege Postbus 530 9700 AM Groningen Hoofdstuk 1. De visie van het Noorderpoortcollege op sociale veiligheid.
Met sociale veiligheid bedoelen we een manier van omgaan met elkaar, die gevoelens van veiligheid oproept. Je hoeft niet op je hoede te zijn, je kunt redelijk jezelf zijn, er zijn plezierige omgangsvormen. Je kunt als medewerker rustig je werk doen en als deelnemer zonder angst door de school lopen. Er wordt met je meegedacht en je wordt geholpen. Er wordt wel geplaagd, maar niet gepest, er zijn wel conflicten, maar die lopen niet uit de hand, er is wel eens iemand boos, maar er wordt niets vernield, je wordt respectvol behandeld, er gebeurt niets dat je bang maakt, het is er veilig, zowel voor medewerkers als voor deelnemers. In hoofdstuk 2 Preventie staat hoe het Noorderpoortcollege zich inzet om zo dicht mogelijk bij dit ideaal te komen. Immers: voorkomen is beter dan genezen. Naar de dader is er een glasheldere boodschap: gedrag, dat het gevoel van veiligheid van medewerkers of deelnemers verstoort, wordt niet geaccepteerd. Er volgt zonodig een sanctie. Bij medewerkers wordt de CAO-BVE/VO gehanteerd, bij deelnemers het vastgestelde sanctiebeleid. Ook ouders of verzorgers kunnen daders zijn. Soms is een maatregel of straf geboden, soms hulp, soms beide Het Noorderpoortcollege beschikt niet over precieze cijfers , die laten zien hoe vaak, van welke aard en door wie jegens wie onacceptabel gedrag wordt vertoond. In dit plan wordt voorzien in de invoering van een registratiesyteem, waarin alle gemelde incidenten geregistreerd worden. Ook dat biedt veiligheid. In hoofdstuk 3 Maatregelen worden het registratiesysteem en het sanctiebeleid toegelicht. Er is nazorg en opvang van slachtoffers. Uit onderzoek blijkt dat onderwijsinstellingen daarin tot nog toe te kort schieten. Vooral van de direct leidinggevende wordt aandacht en zorg verwacht. Ook medewerkers of deelnemers, die ten onrechte worden beschuldigd, zijn slachtoffer. Steun en rehabilitatie zijn dan op hun plaats. Zie hoofdstuk 4 Nazorg Vertrouwenspersonen op elke locatie behandelen klachten serieus en zorgvuldig. Bij een calamiteit wordt effectief ingegrepen. Er zijn reglementen, protocollen en procedures, die waarborgen dat de juiste personen de juiste handelingen verrichten, waardoor de schade zo beperkt mogelijk blijft. In hoofdstuk 5 Protocollen en Procedures staat hierover meer. In dit Schoolveiligheidsplan gaat het om het voorkomen van, reageren op en registreren van ongewenst gedrag van medewerkers, van deelnemers of van ouders/verzorgers, zoals: - verbaal bedreigen, verbaal agressief zijn, chanteren, afpersen, onder druk zetten - fysiek geweld tonen, vernielen, brand stichten, stelen, beroven, bedreigen met wapens - schelden, pesten, bespotten, zwart maken, lastig vallen, achtervolgen, intimideren - racistische of seksistische uitingen plegen - vernederen, kwetsen, systematisch negeren, achterstellen - aanranden of verkrachten
4
Schoolveiligheidsplan ROC Noorderpoortcollege Postbus 530 9700 AM Groningen -
digitaal en/of mobiel pesten en/of chanteren publiek maken van persoonlijke gegevens en al het andere gedrag, dat als bedreigend wordt ervaren door een medewerker of deelnemer
Naast ongewenst gedrag kunnen ook rampen, de plotselinge dood van een deelnemer of medewerker, een brandalarm of een bommelding het gevoel van veiligheid bedreigen. Voor deze situaties wordt verwezen naar het boek “Als een ramp de school treft”, dat als bijlage (bijlage 4) in dit beleidsplan is opgenomen en op elke locatie ligt.
1.1 Onderliggende waarden, normen en uitgangspunten.
* Het Noorderpoortcollege gaat uit van de gelijkwaardigheid van mensen. Verschillen tussen alle ‘bewoners’ van de school in sekse, culturele achtergrond, geloofsovertuiging, sexuele geaardheid en maatschappelijke opvattingen zijn welkom; zij geven kleur aan de school. In een sociaal veilige school is er expliciet ruimte voor al die verschillen en wordt het debat aangemoedigd, mits men de algemeen geaccepteerde gedrags-grenzen niet overschrijdt, de NPC-regels niet overschrijdt en de wet niet overschrijdt.
* Het Noorderpoortcollege erkent het verlangen van mensen, ongeacht hun verschillen, naar waardering, erkenning, gezien en gehoord worden. In een sociaal veilige school is er oog voor dit verlangen. Men sluit elkaar niet uit, men negeert elkaar niet, men doet zijn best een verstoorde relatie te herstellen, men is bereid om de eerste stap te zetten. De school realiseert zich dat ‘contact maken’ een sleutelwoord is, het is belangrijk te investeren in relaties, in de relatie tussen medewerkers, tussen medewerkers en deelnemers, tussen deelnemers onderling en tussen de school en de ouders/verzorgers.
* Het Noorderpoortcollege is zich bewust van haar (ped)agogische opdracht. Als (beroeps)opleiding hebben we de opdracht (jonge) mensen de kans te geven zich te ontwikkelen, niet alleen tot professionele beroepskrachten, maar ook tot (jong)volwassenen, die zichzelf weten te redden in het leven. Op alle gebieden: sociaal, financieel, relationeel, fysiek, emotioneel. Medewerkers zijn zich bewust van hun voorbeeldfunctie en van hun pedagogische opdracht. De dienst CDV ondersteunt, begeleidt en schoolt zowel deelnemers als medewerkers hierbij professioneel.
* Het Noorderpoortcollege stimuleert ontwikkelingen, waarin medewerkers en deelnemers samen verantwoordelijkheid dragen voor de sociale veiligheid. Dat kan op veel manieren: samen met de deelnemers de regels en sancties opstellen en uitvoeren; peermediators inzetten bij conflicten tussen deelnemers; deelnemers opleiden tot deelnemer-vertrouwenspersonen; werken met een soort
5
Schoolveiligheidsplan ROC Noorderpoortcollege Postbus 530 9700 AM Groningen jury van deelnemers, die passende hulp biedt of sancties oplegt aan (deelnemer)daders.
* Het Noorderpoortcollege legt verband tussen zorg voor elkaar en zorg voor de fysieke omgeving. Verzorgde gebouwen, opgeruimde lokalen, gangen en buitenruimtes maken de weg vrij voor een positief sociaal klimaat. Invoering van een vorm van ‘sociale dienstplicht’ in de vorm van ‘alle deelnemers of lesgroepen bij toerbeurt een dag plein-opruim-dienst, een dag kantinebeheer en een dag binnen-opruim-dienst’ lijkt de moeite van het proberen waard.
* Het Noorderpoortcollege hecht aan goede opvang en begeleiding van slachtoffers na een incident. Uit onderzoek blijkt dat de kwaliteit van de opvang en begeleiding van een slachtoffer na een incident doorslaggevend zijn voor de mate, waarin de gebeurtenis verwerkt wordt. Niet de aard van het incident, maar de kwaliteit van de opvang bepalen of langdurige uitval of arbeidsongeschiktheid voorkomen kan worden. De direct leidingegevende is hierin van doorslaggevende betekenis. Ook iemand die vals beschuldigd is, voelt zich slachtoffer en heeft behoefte aan steun en begeleiding. Hij heeft recht op rehabilitatie.
* Het Noorderpoortcollege hecht aan blijvende aandacht voor het thema schoolveiligheid. Op elke locatie is een vertrouwenspersoon, die in samenspraak met de coordinerend vertrouwenspersonen de (onderwijs-)teams ondersteunen om vorm te blijven geven aan het schoolveiligheidsbeleid. De vertrouwenspersonen zijn bij uitstek deskundig en het eerste aanspreekpunt voor alle vragen, die een locatie heeft rond sociale veiligheid. Medewerkers en deelnemers worden gestimuleerd competenties te ontwikkelen, die bijdragen aan de sociale veiligheid.
1.2 Samengevat: speerpunten voor het schoolveiligheidsbeleid. Het beleid spitst zich toe op de punten: - preventie van ongewenst en grensoverschrijdend gedrag - maatregelen bij incidenten - nazorg Preventie: om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen worden informatieverstrekking, communicatie en competentieontwikkeling / scholing ingezet. Maatregelen: hieronder vallen het sanctiebeleid voor deelnemers, de CAObepalingen voor medewerkers en het registratiesysteem voor incidenten. Ook het indienen van een klacht, het melden van een incident, het in beroep gaan tegen een maatregel horen hierbij. Nazorg: slachtoffers hebben meer behoefte aan steun en opvang dan algemeen wordt gedacht. Met name steun en begrip van de direct leidinggevende en de
6
Schoolveiligheidsplan ROC Noorderpoortcollege Postbus 530 9700 AM Groningen onmiddellijke omgeving zijn belangrijk. Aan deze “omgevingswarmte” dient het schoolveiligheidsbeleid structuur te geven. Ook getuigen kunnen zich slachtoffer voelen of iemand, die ten onrechte beschuldigd is van sociaal onveilig gedrag.
1.3 De organisatie van het NPC-schoolveiligheidsbeleid. Er is in juni 2005 een Werkgroep SchoolVeiligheid ingesteld voor het schooljaar 2005-2006. De leden van de werkgroep zijn: - de coordinerend vertrouwenspersonen: Joanet van der Honing, Dennis Hiwat, Helen de Jong, Anne-Marie Sjoerds - een vertegenwoordiger van het CDV: Guus van Wifferen. - een vertegenwoordiger van het locatiemanagement : Ellie Roelfsema - een vertegenwoordiger van de Facilitaire Dienst: Ger Procee, - een vertegenwoordiger van de stafdienst P&O: Annemarie Sjoerds. De werkgroep SV wordt namens het management voorgezeten door een Schoolveiligheidscoordinator. Gedurende het schooljaar 2005-2006 is dat Dinie Wijnmaalen. De schoolveiligheidscoordinator legt namens de werkgroep verantwoording af aan Dick Lieftink, sectordirecteur met Onderwijs en Innovatie in portefeuille. De opdracht aan deze werkgroep is: Voer het 10-punten actieplan Sociale Veiligheid uit, dat in mei 2005 is vastgesteld door het Directieberaad. Uit dit 10-punten SV-plan vloeit dit schoolveiligheidsplan voort. Dit Schoolveiligheidsplan wordt in een eerste concept eind september 2005 voorlegd aan CvB en Sectordirectie. Na accordering wordt het plan voorgelegd aan de CMR. Daarna wordt de intentieverklaring (zie pag. 16) door alle betrokken partijen ondertekend. Dit is het startsein voor de implementatie. De werkgroep ondersteunt de voorzitter bij de implementatie van het plan. Met de implementatie van het plan is aan het voornoemde 10-punten actieplan voldaan.
1.4 Implementatie. In december 2005 wordt een kleine regiegroep gevormd, waarin o.a. Dick Lieftink en Dinie Wijnmaalen zitting hebben. De regiegroep stelt in het voorjaar van 2006 met elke locatiemanager aan de hand van het Schoolveiligheidsplan op maat een plan van invoering voor die locatie op. Elke locatie kan daarbij zijn eigen proces, tijdpad, accenten en PDCA cyclus bepalen, met gebruikmaking van de in dit plan beschreven gestandaardiseerde instrumenten. Elke locatiemanager beschikt aldus voor de duur van de implementatie over een lid van de regiegroep als sparring partner. De vertrouwenspersonen van de locaties zijn ondersteunend in de uitvoering.
7
Schoolveiligheidsplan ROC Noorderpoortcollege Postbus 530 9700 AM Groningen
Hoofdstuk 2. Preventie Er wordt met elke locatiemanager of – coordinator een invoeringsplan opgesteld. Op de werkvloer wordt het beleid door de medewerkers en deelnemers samen ingevuld. De sectormanagers en teammanagers hebben een stimulerende en ondersteunende taak. Zij geven te allen tijde in hun gedrag het goede voorbeeld. Calamiteitenteams, die op elke locatie worden gevormd, springen in bij grotere incidenten. In het invoeringsplan, dat met elke locatiemanager wordt opgesteld komen de volgende aspecten aan de orde.
2.1 Competentieontwikkeling. Voor elke geleding wordt er een bijeenkomst, scholing of training verzorgd, die die geleding voorbereidt op zijn preventieve bijdrage. * Management In het voorjaar van 2006 vindt er een kick-off plaats voor CvB, sectordirecteuren, sector managers, teammanagers en directeuren van de stafdiensten Programma: * presentatie en inleiding Schoolveiligheidsbeleid (o.a invoering registratiesysteem) * theatergroep over Schoolveiligheid * aansluitende workshop over de rol van het management bij het scheppen en handhaven van een veilig klimaat.
* Medewerkers De vertrouwenspersonen van elke locatie informeren in overleg met de teammanagers de teams en de deelnemers over de incidentenregistratie. Met het oog op de invoering van het registratiesysteem, zijn 0-meting gegevens nodig. Deze gegevens worden met behulp van de BVE-monitor gegenereerd voor elke locatie (februarimei 2006). Hierbij worden de teammanagers en (hoofden van) de facilitaire diensten betrokken. De behoefte aan scholing gericht op het voorkomen, reageren op en hanteren van agressie. wordt per team geinventariseerd, zodat een gecoordineerd maatwerk-scholingaanbod verzorgd kan worden. Investering: max. 2 dagdelen per team. Ook andere scholingsbehoeften rond schoolveiligheid worden geinventariseerd. Hierbij kan bij voorbeeld gedacht worden aan ‘contact maken met deelnemers’, ‘samen met deelnemers werken aan schoolveiligheid’. Teams plannen zelf met hun teammanager / sectormanager de uitvoering, zodat ook op dit punt maatwerk geleverd kan worden. Voorjaar 2006
8
Schoolveiligheidsplan ROC Noorderpoortcollege Postbus 530 9700 AM Groningen * Deelnemeren/deelnemers. Deelnemeren ontvangen meteen in het begin van hun schooljaar informatie over het schoolveiligheidsplan. Deze informatie wordt in overleg met de mentoren verzorgd door de vertrouwenspersonen. De deelnemers wordt gewezen op alle informatiebronnen, het affiche van de vertrouwenspersonen, het mailadres van de vertrouwenspersonen, de incidentenregistratie en de rol van de calamiteitenteams. De mogelijkheden om zelf een bijdrage te leveren aan het scheppen en handhaven van een veilig klimaat, worden met de deelnemeren in kaart gebracht. Op elke locatie liggen tijdig 2 exemplaren van het spel “gedragen gedrag’ klaar. Start schooljaar 2006.
* Calamiteitenteams De calamiteitenteams worden waar ze nog niet zij alsnog gevormd. Ze breiden zichzelf en hun taak uit door de/een vertrouwenspersoon in hun midden op te nemen. Sommige calamiteitenteams hebben aangegeven behoefte te hebben aan scholing/training rond hun rol en taak. Aan alle calamiteitenteams wordt in het voorjaar van 2006 deze scholing aangeboden, zodat er voor de teams die dat wensen, een gecoordineerd aanbod verzorgd kan worden. Najaar 2005.
2.2. Tijdpad. Voor de zomer van 2006 heeft het geheel zijn beslag gekregen, met uitzondering van de nieuwe lesgroepen, die pas in september geinformeerd kunnen worden. 2.3.Verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt bij de locatiemanager, die als sparring partner mag rekenen op een lid van de regiegroep en in de uitvoering op de expertise van een vertrouwenspersoon. 2.4 Rol vertrouwenspersonen. Dit jaar ligt veel nadruk op de invoering van het incidentenregistratiesysteem en het ondersteunen van de onderwijsteams. Zij zijn de eersten tot wie men zich wendt bij klachten rond schoolveiligheid. Daarnaast adviseren zij medewerkers en deelnemers bij de uitvoering van het Schoolveiligheidsbeleid. Zie voor een uitgebreide taakomschrijving van zowel vertrouwenspersonen als coordinerend vertrouwenspersonen de als bijlage opgenomen klachtenregeling. 2.5 Evaluatie Het schoolveiligheidsbeleid is onderdeel van het totale ARBO-beleid van de instelling en wordt als zodanig opgenomen in de PDCA-cyclus van het Noorderpoortcollege. Daarnaast zal elke locatie haar eigen PDCA cyclus vastleggen in het locatiegebonden uitvoeringsplan. Eigen accenten kunnen daarin worden meegenomen. 2.6 Relatie tussen BHV-teams, calamiteitenteams en ARBO-teams. Als laatste bijlage is een schema opgenomen, dat de relatie tussen BHV-teams, calamiteitenteams en arboteams en hun respectievelijk taken weergeeft.
9
Schoolveiligheidsplan ROC Noorderpoortcollege Postbus 530 9700 AM Groningen 2.7. Verbinding van dit schoolveiligheidsplan met andere NPC doelstellingen. Het Noorderpoortcollege heeft eerder dit jaar een onderwijsvisie geformuleerd. Deze gaat uit van onderwijsmodellen, waarin begeleiding en coaching van deelnemers rond hun (levens)loopbaan even belangrijk zijn als instructie en kennisoverdracht. Het persoonlijk en maatschappelijk functioneren van deelnemers vormt in de nabije toekomst een integraal onderdeel van elke (beroeps)opleiding. Voor deelnemers wordt het daarom een serieuze zaak zich in te spannen om sociaal acceptabel gedrag te ontwikkelen en te tonen. De medewerkers spannen zich op hun beurt in de deelnemer hierin te begeleiden. Ze dragen bij aan een sociaal veilig klimaat door contact te maken met deelnemers, individueel of in groepsverband. Ze lopen niet weg voor hun verantwoordelijkheid om zowel deelnemers als collega’s aan te spreken op ongewenst gedrag. De wet BIO, waarin recentelijk de bekwaamheidseisen voor docenten BVE zijn vastgelegd, biedt hiervoor voldoende aanknopingspunten. Medewerkers worden expliciet in de gelegenheid gesteld en aangemoedigd hun competenties verder te ontwikkelen op het gebied van schoolveiligheid. Het CDV kan hierbij ondersteuning bieden.
2.8 Noorderpoortinformatie en - publicaties rond Sociale Veiligheid Het Sociaal Veiligheidsbeleid wordt op de volgende manieren schriftelijk onder de aandacht gebracht bij medewerkers en deelnemers: - Er hangen in elke locatie NPC posters en er liggen brochures over wat medewerkers en deelnemers kunnen doen als ze met sociaal onveilig gedrag geconfronteerd worden. - Er is een verwijzing op de website van het Noorderpoortcollege naar dit Schoolveiligheidsplan en naar de notitie ‘een veilige school’. - Er is een verwijzing op het studentenplein naar dit Schoolveiligheidsplan. - Het plan ligt op elke locatie ter inzage voor zowel medewerkers als deelnemers op een altijd toegankelijke plek. - In elke locatiegids wordt verwezen naar dit plan. - Er wordt jaarlijks een verslag op de website geplaatst rond de resultaten van de incidentenregistratie, de aanpak van incidenten, de begeleiding van slachtoffers van incidenten, de sancties tegen daders en de vastgestelde verbeterplannen. - Er worden regelmatig tips en relevante items in de vorm van een nieuwsbrief op de site gezet. - In de regioplannen wordt het schoolveiligheidsbeleid expliciet meegenomen. De betreffende sectordirecteuren dragen daar zorg voor. - Er is een emailadres opengesteld voor vragen, verzoeken en problemen:
[email protected]. Hierop wordt door een van de coordinerend vertrouwenspersonen gereageerd.
10
Schoolveiligheidsplan ROC Noorderpoortcollege Postbus 530 9700 AM Groningen
Hoofdstuk 3. Maatregelen 3.1. Registratiesysteem Registratie en evaluatie dragen bij aan veiligheid; het feit, dat men weet dat er geregistreerd wordt, heeft op zich al een preventief effect. Door te registreren en te evalueren - krijgt de organisatie zicht op de incidenten, zowel in aantal als in aard, - kan er een inschatting van de risico’s worden gemaakt - kan een analyse worden gemaakt van de aanpak van incidenten: in hoeverre waren deze aanpakken succesvol zowel vanuit de beleving van het slachtoffer als de effecten op de dader? - kunnen verbeterplannen worden gemaakt en uitgevoerd op het gebied van preventie, opvang, sancties of registratie. Het NPC heeft gekozen voor het IRIS-systeem van registratie. Het is eenvoudig om in dit systeem een incident te registreren. Het is een geautomatiseerd systeem, zodat er gegevens uit gehaald kunnen worden om beleid op te maken. Er kan zowel via de PC als via een papieren versie geregistreerd worden. Het systeem maakt het bovendien mogelijk de geregistreerde inzage te geven in wat er over hem geregistreerd is. De vertrouwenspersonen overleggen per locatie wie bevoegd is/zijn rechtstreeks in het IRISsysteem te registreren en wie via de papieren versie (via studentenplein en medewerkersplein down te loaden) moet registreren. De vertrouwenspersonen zullen het systeem op elke locatie implementeren en bekend maken hoe de routing op die locatie is. De vertrouwenspersonen zien erop toe dat de privacy-voorschriften in acht worden genomen. In het proefjaar (2006-2007) wordt alleen met de papieren versie gewerkt. Implementeren betekent: - onder de aandacht van deelnemers en medewerkers brengen dat er geregistreerd wordt - aangeven wat er geregistreerd wordt - het belang van complete registratie onder ieders aandacht brengen: registratie heeft alleen zin als echt alle incidenten gemeld worden. Alleen dan kun je onderzoeken of er verbetering of verergering optreedt en of genomen maatregelen zinvol zijn - informatie verstrekken over hoe je een incident kunt (laten) registreren, waar de formulieren te downloaden zijn, aan wie je je formulier vervolgens mailt/overhandigt. - informatie verstrekken over hoe, aan wie, door wie en met welke frequentie gerapporteerd wordt over de resultaten van registratie - vermelden hoe terug gerapporteerd wordt aan de invullers - vermelden wie verantwoordelijk is voor het opstellen van een verbeterplan op grond van de resultaten -
vermelden welke rol de MR in deze heeft, aangezien de wet voorschrijft dat over de resulaten jaarlijks overleg wordt gepleegd met de CMR.
Resultaat: er is een waterdicht registratiesysteem, waaruit beleidsinformatie gegenereerd kan worden
In bijlage 3 is de papieren versie te zien van de registratieformulieren.
11
Schoolveiligheidsplan ROC Noorderpoortcollege Postbus 530 9700 AM Groningen
3.2. Sanctiebeleid c.q. maatregelen jegens daders Men kan onderstaand beleid overnemen of op de eigen locatie samen met de deelnemers vaststellen welke sancties men passend vindt bij welk ongewenst gedrag en dat beleid samen met de deelnemers uitvoeren. Uit het in de bijlage beschreven sanctiebeleid blijkt dat er altijd twee sporen zijn: het Noorderpoortcollege voelt zich verplicht de dader te straffen, maar ook om hem/haar te begeleiden teneinde herhaling te voorkomen. Het sanctiebeleid geeft een uitgebreide opsomming van mogelijke daden en bijpassende straffen. Bij kleine incidenten zal de daad afgedaan worden met een gesprek met de mentor of de teammanager, eventueel de sectormanager. Bij grotere incidenten wordt de dader opgeroepen door de teammanager of sectormanager. Men bespreekt met de dader het sanctiebeleid en beslist wat er moet gebeuren. Soms is hulp geboden, soms een sanctie, soms beide. De maatregelen staan beschreven in het sanctiebeleid in bijlage 2. Ze werken alleen als ze passen bij de daad, uitvoerbaar zijn door de dader en als er heel serieus mee om wordt gegaan door degene, die de maatregel oplegt. De sanctie kan conform Deelnemerstatuut varieren van een formele waarschuwing tot verwijdering van de onderwijsactiviteit, schorsing van max. 5 dagen tot definitieve verwijdering, afhankelijk van de ernst van de daad en van de vraag of de dader voor het eerst of al vaker in de fout is gegaan De sancties, die de deelnemer verplichten een werkstuk te schrijven, hebben tot doel de deelnemer te dwingen tot reflectie: hoe kwam ik tot mijn daad, hoe voorkom ik dat ik in herhaling val, welke effect heeft mijn daad op het slachtoffer en/of getuigen, hoe zou ik me voelen als mij dit werd aangedaan, wat zal ik de volgend keer niet meer/juist wel doen? De deelnemer geeft in het werkstuk antwoord op bovenstaande vragen. Er wordt in het sanctiebeleid onderscheid gemaakt tussen strafbare feiten en niet strafbare feiten. * Medewerkers zijn verplicht melding te maken als er een verdenking is van een strafbaar feit. De melding wordt gedaan bij de team- of sectormanager. Deze manager draagt er zorg voor dat aangifte gedaan wordt bij de politie. De school kan besluiten daarnaast zelf een sanctie op te leggen. * Bij niet strafbare feiten, die wel onacceptabel in de zin van dit schoolveiligheidsbeleid, kan een sanctie volgen. Zie hiervoor ook het betreffende hoofdstuk uit het Deelnemersstatuut. Bij minderjarige deelnemers worden de ouders/verzorgers altijd op de hoogte gesteld. Bij schade, vernieling of diefstal volgt de verplichting de kosten voor reparatie of heraanschaf te vergoeden. Soms kan een dader alleen bestraft worden als er eerst een klacht is ingediend door het slachtoffer. Informatie over de procedure van het indienen van een klacht, verstrekt de vertrouwenspersoon. Deze informatie ook te vinden in de betreffende bijlage (2) en op www.noorderpoort.nl. Daders, die door hun gedrag gevoelens van onveiligheid oproepen, zijn verantwoordelijk voor dat gedrag. Dat neemt niet weg dat er vaak een probleem aan het gedrag ten grondslag ligt: de
12
Schoolveiligheidsplan ROC Noorderpoortcollege Postbus 530 9700 AM Groningen dader heeft geen gedragsregels van huis uit meegekregen of afwijkende; de dader heeft weinig gewetensfunctie ontwikkeld of weinig invoelingsvermogen. Sommige daders hebben niet geleerd conflicten pratend op te lossen, anderen zijn te snel ‘aangebrand’, te driftig van aard, hebben te losse handen. Ook omstandigheden buiten de dader om kunnen een rol spelen: een moeilijke thuissituatie of met te veel ellende achter elkaar geconfronteerd worden. Desondanks blijft hij volledig verantwoordelijk voor zijn daad. Om hem te kunnen ondersteunen bij het voorkomen van herhaling, is het belangrijk de dader de gelegenheid te geven zijn verhaal te doen. Resultaat: op gedrag, dat gevoelens van onveiligheid oproept, wordt gereageerd op een wijze, die passend is en overeenstemt met het overeengekomen sanctiebeleid.
Zie voor uitgebreide informatie rond het sanctiebeleid bijlage 3. Het sanctiebeleid is met instemming grotendeels overgenomen van het Alfacollege
13
Schoolveiligheidsplan ROC Noorderpoortcollege Postbus 530 9700 AM Groningen
Hoofdstuk 4. Nazorg Nazorg is een onderschat onderdeel in het proces. Medewerkers voelen zich vaak in de steek gelaten na een bedreigend voorval. Er is veel aandacht voor het incident en voor de dader en vaak weinig voor het slachtoffer. Kennelijk vinden we het niet zo gemakkelijk een slachtoffer adequaat te ondersteunen en te begeleiden na een incident. Alertheid hierop is geboden, omdat goede opvang en begeleiding na een incident langdurige uitval of arbeidsongeschiktheid kunnen voorkomen. De opvang kan het beste geboden worden door de directe omgeving van het slachtoffer, maar dient ondersteund te worden door het management. Bagatelliseren van de gevolgen van het incident voor het slachtoffer is uit den boze. Als geen opvang of ondersteuning nodig is, geeft het slachtoffer dat zelf wel aan, het is niet aan de omgeving om dat te bepalen. Biedt dus altijd steun en een luisterend oor aan, ook al zou je er zelf in die situatie geen behoefte aan hebben. Goede opvang bestaat uit ‘omgevingswarmte’: luisteren naar het verhaal, meevoelen en meeleven. Zonodig kan men daarnaast verwijzen naar een deskundige. Nazorg is ook nodig bij onterechte beschuldigingen. Er is schade berokkend aan een persoon, zijn naam is besmet, het vertrouwen kan daardoor beschadigd worden. Dit geldt des te meer als de organisatie zich, hangende het onderzoek, niet neutraal heeft opgesteld of steun heeft verleend. Het slachtoffer voelt zich vogelvrij en kwetsbaar. Rehabilitatie is dan op zijn plaats. Zie voor uitgebreide informatie bijlage 7: “Aan zet “
Resultaat: slachtoffers krijgen hulp en steun aangeboden door hun directe omgeving. Zonodig wordt daarnaast externe hulp ingeschakeld.
14
Schoolveiligheidsplan ROC Noorderpoortcollege Postbus 530 9700 AM Groningen
Hoofdstuk 5. Protocollen, procedures en documenten. De sociale veiligheid wordt mede gewaarborgd door vastgestelde protocollen, procedures en andere relevante documenten. De volgende protocollen, procedures en documenten maken onderdeel uit of zijn gelieerd aan dit sociaal veiligheidsplan. Een aantal zijn voor deelnemers via ‘studentenplein’ op de noorderpoort-website in te zien, voor medewerkers via ‘medewerkersplein. -
-
-
Deelnemersstatuut Noorderpoortcollege (zie website www.noorderpoort.nl ) Het deelnemers-statuut bevat tal van regelingen, die voor deelnemers interessant zijn: grondrechten, orde- en gedragsregels, schorsingsprocedure. Het recht op een sociaal veilige omgeving valt daar ook onder. Voor studenten kan dit schoolveiligheidsplan niet los gezien worden van alle regelingen, die in het Deelnemersstatuut staan beschreven (zie bijlage 1). Klachtenregeling)* Noorderpoortcollege: zie website www.noorderpoort.nl en bijlage 2 Sociale Veiligheid) Sanctiebeleid en protocol incidenten-registratie (zie bijlage 3) Protocol opvang na een schokkende gebeurtenis “als een ramp de school treft”(zie bijlage 4) Protocol meldplicht en aangifteplicht bij (vermoeden van) strafbaar feit bij de politie (zie bijlage 5) Privacy reglement )*(zie website www.noorderpoort.nl) CAO-BVE (zie website www. BVE.nl) en CAO-VO (zie website www.VO.nl) Inrichting eigen schoolveiligheids-organisatie: wie zijn de BHV-ers in elke gebouw, wie is de veiligheidscoordinator, wie vormen het calamiteitenteam op elke locatie: zie voor bijgewerkte actuele info de website www.noorderpoort.nl bij ‘schoolveiligheidsplan’ . Gedragscodes op de elektronische snelweg, gsm, foto en video NPC (zie bijlage 6) Protocol rehabilitatie bij ongegronde klacht (bijlage 7) Protocol ‘als een deelnemer nog in detentie zit’ (bijlage 8) Gevaarlijke liefde: hoe te handelen bij lover boys (bijlage 9) ARBO-reglement (zie website www.noorderpoort.nl ). Schema relatie BHV-team, calamiteitenteam, ARBO-team, etc. (bijlage 10)
)* Deze regelingen worden op dit moment herijkt.
15
Schoolveiligheidsplan ROC Noorderpoortcollege Postbus 530 9700 AM Groningen
Intentieverklaring
Binnen het Noorderpoortcollege wordt gedrag, dat gevoelens van onveiligheid oproept, niet geaccepteerd. De Raad van Toezicht, het College van Bestuur, de CMR en het voltallig personeel geven daarom de volgende verklaring af: 1. 2. 3. 4. 5.
Er is een schoolklimaat, waarin ieder elkaars integriteit respecteert Ieder draagt actief bij aan het voorkomen en bestrijden van ongewenst gedrag Klachten worden serieus behandeld Slachtoffers worden goed opgevangen en begeleid Passende gedragsregels en een passend sanctie- en registratiebeleid zullen hieraan bijdragen.
Ondertekend in januari 2006 te Groningen door:
Namens RvT
Namens CvB
Naam:
Naam:
Namens CMR
Namens Personeel
Naam:
Naam:
:
16