Schoolveiligheidsplan 2009-2012 Breda, maart 2009 Ellen Ydo Versie 0901 Goedgekeurd: MT d.d. 16 maart 2009 DMR d.d 26 maart 2009 Goed voor elkaar! is ontwikkeld door de Dienst P&O van het ROC West-Brabant en omvat alle onderdelen van het arbeidsomstandighedenbeleid.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 2
1
2
3
4
Inleiding ............................................................................................................................................ 3 1.1
Wettelijke kaders ........................................................................................................................ 4
1.2
Visie op veiligheid....................................................................................................................... 4
Coördinatie veiligheid ....................................................................................................................... 5 2.1
Input schoolveiligheidsplan ........................................................................................................ 5
2.2
Arbostructuur .............................................................................................................................. 6
2.3
Bedrijfshulpverlening (BHV) ....................................................................................................... 6
2.4
Externe partijen .......................................................................................................................... 8
Preventieve maatregelen ................................................................................................................. 9 3.1
Risico Inventarisatie en Evaluatie .............................................................................................. 9
3.2
Gedragscode ............................................................................................................................ 10
3.3
Ongewenste omgangsvormen ................................................................................................. 11
3.4
Sleutelbeheer ........................................................................................................................... 12
3.5
Voorlichting............................................................................................................................... 13
3.6
Beroepspraktijkvorming en buitenschoolse activiteiten............................................................ 13
Incidenten en calamiteiten ............................................................................................................. 14 4.1
Incidenten ................................................................................................................................. 15
4.2
Calamiteiten.............................................................................................................................. 15
4.3
Omgang met de media ............................................................................................................. 16
Bijlage 1 – Prestatie-indicatoren ROC West-Brabant ........................................................................... 17
Schoolveiligheidsplan Florijn College - versie 0901
2
1
Inleiding
Voorliggend plan beschrijft de situatie zoals veiligheid aan het eind van 2012 georganiseerd zal zijn. In het bijbehorende ‘actieplan arbo Florijn College’ staat uitgewerkt op welke wijze dat in de praktijk wordt aangepakt.
Veiligheid, “je veilig voelen”, “je zoon of dochter met een gerust hart naar school laten gaan…”.
Veiligheid is gek genoeg een relatief begrip. Veiligheid heeft veel te maken met beleving, verschillende personen kunnen een zelfde (on)veilige gebeurtenis of situatie heel verschillend ervaren en beoordelen. Je zou veiligheid kunnen meten aan de hand van het aantal incidenten dat geregistreerd wordt, of aan het aantal meldingen dat bij de politie wordt gedaan. Maar is alles wat er werkelijk speelt wel bij de ‘juiste’ mensen bekend? Weten studenten en medewerkers eigenlijk wel waar ze incidenten moeten melden? En wat zijn de risico’s die aan een bepaalde locatie verbonden zijn? Hoe kunnen we die zoveel mogelijk inperken? Voelen de studenten en medewerkers zich wel veilig op school?
Binnen het Florijn College willen we samen met medewerkers en studenten werken aan een veilig werk- en leerklimaat. Samen…, dat betekent dat student, docent, conciërge, afdelingsmanager, directeur en ga zo maar door, zich bewust is van zijn eigen verantwoordelijkheid op het gebied van veiligheid. Juist de studenten, de docenten en anderen die nauw verbonden zijn met de school, weten goed wat er moet veranderen om de school nog veiliger te maken. Als we samen regels opstellen, staan we er ook samen achter en is het makkelijker om ons er aan te houden. Dit schoolveiligheidsplan vormt een onderdeel van het ‘Arbobeleidsplan Florijn College’ 1 . Veiligheid vormt een dusdanig veelomvattend en belangrijk onderdeel van de arbeidsomstandigheden dat ervoor gekozen is hier een apart plan voor op te stellen. Het arbobeleidsplan en het schoolveiligheidsplan zijn beiden op de Portal geplaatst, beschikbaar voor medewerkers en studenten. De samenhang tussen de diverse arbodocumenten is weergegeven in figuur 1 aan het einde van deze paragraaf.
In paragraaf 1.1 worden de wettelijke kaders genoemd en paragraaf 1.2 verwoordt de visie van ROC West-Brabant en van het Florijn College specifiek met betrekking tot veiligheid. In hoofdstuk 2 zijn diverse onderwerpen op het gebied van de coördinatie van veiligheid beschreven. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op preventieve maatregelen en beschrijft hoofdstuk 4 wat er geregeld is op het gebied van incidenten en calamiteiten.
1
Het ‘Arbobeleidsplan Florijn College’ beschrijft de wijze waarop invulling gegeven wordt aan de verschillende onderdelen die onder arbo vallen, het plan is gepubliceerd op de Portal.
Schoolveiligheidsplan Florijn College - versie 0901
3
Figuur 1
1.1
Wettelijke kaders
Bij het ontwikkelen van het schoolveiligheidsplan is rekening gehouden met de Arbeidsomstandighedenwet (arbowet) van 26 september 2006, die op 1 januari 2007 is ingegaan en de Wet Medezeggenschap op scholen van 2006. Besloten is om ook discriminatie mee te nemen in het schoolveiligheidsplan, waardoor tevens de passages met betrekking tot discriminatie in de grondwet kaderstellend zijn geweest. In de ‘infogids Florijn College’ 2 wordt, volgens de regels van de arbowet, onder andere betreffende seksuele intimidatie, agressie, geweld, discriminatie en pesten een verwijzing gemaakt naar het schoolveiligheidsplan. Bij het wijzigen en vaststellen van het schoolveiligheidsplan van het Florijn College wordt rekening gehouden met de instemmingsbevoegdheid van de DMR (deelmedezeggenschapsraad).
1.2
Visie op veiligheid
Veiligheid is een van de belangrijkste voorwaarden om je te kunnen ontwikkelen. In het Strategisch Beleidsplan 3 verwijst het ROC West-Brabant naar de ontwikkelingspiramide van Maslow, waarin veiligheid (onder de noemer ‘bestaanszekerheid’), samen met de primaire (fysieke) behoeften, als essentiële basis worden gezien. 2
Informatiegids van het Florijn College, gepubliceerd op de Portal en verspreid onder de studenten, met daarin opgenomen onder andere de gedragscode en een verwijzing naar het schoolveiligheidsplan. 3 Strategisch beleidsplan ROC West-Brabant 2006 – 2010 ‘Onderwijs met passie’, gepubliceerd op de Portal.
Schoolveiligheidsplan Florijn College - versie 0901
4
In het ‘Schoolveiligheidsbeleid ROC West-Brabant’ 4 , welke definitief is vastgesteld op 6 oktober 2008, zijn naast de algemene wettelijke kaders tevens ‘ROC West-Brabant kaders’ opgenomen. Een deel van deze kaders is vertaald naar prestatie-indicatoren. Dit schoolveiligheidsplan is volgens de structuur en de kaders van het schoolveiligheidsbeleid ROC West-Brabant opgesteld, de prestatieindicatoren zijn in de bijlage opgenomen.
Het Florijn College streeft naar een werk- en leerklimaat waarin de studenten, medewerkers, ouders/verzorgers en externe betrokkenen zich veilig voelen en zich positief verbonden voelen met de school. De verantwoordelijkheid voor een veilig klimaat wordt in eerste instantie gedragen door de directie, maar ook de medewerkers en de studenten hebben op dit gebied een verantwoordelijkheid. Het is belangrijk dat elke persoon binnen het Florijn College zijn/haar verantwoordelijkheid kent.
Dit schoolveiligheidsplan heeft als doel enerzijds alle vormen van agressie, geweld, seksuele intimidatie, discriminatie en pesten binnen of in de directe omgeving van en/of relatie met de school zoveel mogelijk te voorkomen. Anderzijds is het schoolveiligheidsplan bedoeld om daar waar zich incidenten of calamiteiten voordoen adequate maatregelen te treffen om verdere escalatie tegen te gaan. Het resultaat waarnaar wordt gestreefd is een algemeen gedragen gevoel van veiligheid.
2
Coördinatie veiligheid
De werkgever draagt volgens de arbowet zorg voor de veiligheid en gezondheid van de medewerkers, de studenten en de bezoekers. Om adequaat op te kunnen treden op het gebied van arbo en daarmee veiligheid, is een goede structuur en organisatie onontbeerlijk. De directie heeft de verantwoordelijkheid om zaken op het terrein van sociale en fysieke veiligheid van zowel studenten als medewerkers goed te organiseren en zorgvuldig in te bedden in de school.
In paragraaf 2.1 is weergegeven op welke wijze voorliggend plan tot stand is gekomen. Paragraaf 2.2 betreft een korte uitleg van de structuur op het gebied van arbo (‘Arbostructuur’). In paragraaf 2.3 en 2.4 wordt nader ingegaan op twee partijen binnen de ‘Arbostructuur’, namelijk de bedrijfshulpverleners en externe partijen.
2.1
Input schoolveiligheidsplan
Dit schoolveiligheidsplan is, zoals eerder genoemd, gebaseerd op de kaders die in het schoolveiligheidsbeleid ROC West-Brabant worden beschreven. Het is gedeeltelijk tot stand gekomen
4
In het ‘Schoolveiligheidsbeleid ROC West-Brabant’ zijn zowel wettelijke als ROC-kaders opgenomen en het bevat tevens advies op het gebied van veiligheid.
Schoolveiligheidsplan Florijn College - versie 0901
5
in samenwerking met direct betrokken partijen: studenten, medewerkers en politie. Daarnaast zijn de uitkomsten van enquêtes/onderzoeken onder medewerkers en studenten betreffende veiligheid meegenomen bij het opstellen van dit schoolveiligheidsplan.
2.2
Arbostructuur
Om beleid op het gebied van veiligheid en gezondheid te kunnen voeren, dienen we als werkgever volgens de wet te zorgen voor een goede verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden tussen de medewerkers. Om de bevoegdheden en verantwoordelijkheden op het gebied van arbo (waaronder veiligheid) goed te beleggen, is de ‘Arbostructuur ROC West-Brabant’ 5 opgesteld. Deze structuur heeft de basis gevormd voor de Arbostructuur (inclusief arbocommissie) van het Florijn College, het arbobeleidsplan en het schoolveiligheidsplan welke via de Portal beschikbaar zijn voor de medewerkers en studenten.
De volgende partijen c.q. rollen staan beschreven in de Arbostructuur: - arbocommissie (monitoren van de aanpak van de risico’s en van de implementatie van het arbobeleid) - arbocontactpersonen (medewerkers die als aanspreekpunt dienen betreffende arbo-zaken) - vertrouwenspersonen (eerste aanspreekpunt voor medewerkers en studenten op het gebied van ongewenst gedrag) - bedrijfshulpverleningsorganisatie (betreft de structuur van de bedrijfshulpverlening, beschreven in paragraaf 2.3) - EHBO’ers (medewerkers die zijn opgeleid om eerste hulp bij ongevallen te kunnen bieden) - arbonetwerk (ROC-breed netwerk waarin vanuit elk instituut een vertegenwoordiger zitting heeft)
2.3
Bedrijfshulpverlening (BHV)
De bedrijfshulpverleningsorganisatie moet zorg op maat verlenen. Die organisatie (en daarmee het aantal bedrijfshulpverleners) is dus afhankelijk van de risico's die niet of niet geheel kunnen worden weggenomen (restrisico’s).
De Arbostructuur beschrijft de volgende functies c.q. taakverdeling: - hoofd BHV: deze persoon heeft de algehele verantwoordelijkheid over de BHV-organisatie van het instituut, het hoofd BHV zal vooral op beleidsniveau opereren; - coördinatoren BHV (op elke vestiging): deze functionarissen zijn belast met de dagelijkse leiding van de BHV-organisatie zoals het regelen van opleidingen en herhalingen, het BHV-overleg (in samenwerking met hoofd BHV), communicatie naar de BHV’ers, het organiseren en leiden van ontruimingsoefeningen e.d. De taken liggen vooral op uitvoerend niveau; 5
De ‘Arbostructuur West-Brabant’ stelt kaders betreffende de organisatie van de arbeidsomstandigheden en de rollen, taken en verantwoordelijkheden op dit gebied. De Arbostructuur is gepubliceerd op de Portal.
Schoolveiligheidsplan Florijn College - versie 0901
6
- BHV’ers: deze personen zijn vooral belast met de directe uitvoering van de BHV-taken.
Het Florijn College heeft in het gebouw aan de Wilhelminasingel minimaal één BHV’er (aanwezig) per 50 aanwezigen. In Oosterhout is het gebouw veel kleiner met minder studenten en hanteren we een minimum van één BHV’er aanwezig, de overige medewerkers op deze locatie krijgen jaarlijks een uitgebreide instructie van de BHV-coördinator betreffende hoe te handelen bij calamiteiten. Het is belangrijk dat alle medewerkers die vast op deze locatie werken, bepaalde aspecten van bedrijfshulpverlening kennen zodat ze de bedrijfshulpverlener goed en adequaat kunnen assisteren. Wanneer uit de RI&E en/of uit de ervaringen van de ontruimingsoefeningen blijkt dat het aantal BHV’ers onvoldoende is, wordt het aantal verhoogd.
De BHV-coördinator is ervoor verantwoordelijk dat op alle dagen voldoende BHV’ers daadwerkelijk in het gebouw aanwezig zijn. Hierbij wordt rekening gehouden met avondopenstellingen, open dagen, evenementen en dergelijke. Wanneer het pand beschikbaar wordt gesteld aan een externe partij, worden afspraken gemaakt en vastgelegd over ieders verantwoordelijkheid op dit gebied. Het betreft goed opgeleide en uitgeruste BHV’ers die: -
in noodsituaties alle medewerkers en andere personen in het gebouw alarmeren en evacueren;
-
brand beperken en bestrijden en de gevolgen van ongevallen beperken;
-
EHBO verlenen.
De BHV’ers volgen jaarlijks de herhalingscursus BHV inclusief AED, waarmee de geldigheid van het diploma gewaarborgd is. De herhalingscursus wordt één keer per twee jaar op een eigen locatie gegeven. Het andere jaar vindt de herhalingscursus extern plaats op een locatie waar op een goede en veilige manier ervaring kan worden opgedaan met het blussen van brand. Bij het inplannen van de cursusdagen wordt, voor zover ze extern worden gehouden, rekening gehouden met het minimum aantal BHV’ers dat in het gebouw aanwezig moet zijn.
Elke medewerker die een rol heeft in de BHV-organisatie heeft een aanstellingsbrief in zijn of haar dossier, ondertekend door de locatieverantwoordelijke en de medewerker zelf, waarin is vastgelegd wat de werkgever van de medewerker verwacht vanuit zijn of haar rol in de bedrijfshulpverlening. Dit geldt ook voor de EHBO’ers.
Minimaal drie keer per kalenderjaar wordt per locatie een BHV-bijeenkomst georganiseerd om enerzijds de kennis en de deskundigheid en anderzijds de teamvorming binnen de BHV-ploeg te bevorderen. Tijdens de BHV-bijeenkomsten wordt met name aandacht besteed aan de specifieke omstandigheden van de school en de omgeving, zoals alarminstallatie, vluchtroutes, praktijklokalen en het gebruik van diverse (blus)middelen. Regelmatig wordt tevens een externe partij zoals brandweer of politie uitgenodigd. Zo kunnen de brandweerlieden, politieagenten en BHV’ers met elkaar kennismaken en daarnaast kunnen de deskundigen praktijkvoorbeelden of gerichte adviezen geven en direct vragen beantwoorden en onduidelijkheden toelichten.
Schoolveiligheidsplan Florijn College - versie 0901
7
Tevens worden, als onderdeel van deze bijeenkomsten en/of aanvullend daarop, minimaal drie deeloefeningen per kalenderjaar georganiseerd waarmee onderdelen van het calamiteitenplan worden geoefend en geëvalueerd. Naast deze deeloefeningen vindt jaarlijks een ontruimingsoefening plaats. In paragraaf 4.2 wordt verder ingegaan op calamiteiten en de oefeningen op dit gebied. Meer informatie over de bedrijfshulpverleningsorganisatie is beschreven in het calamiteitenplan Florijn College.
2.4
Externe partijen
Als school is het Florijn College zelf verantwoordelijk voor de veiligheid en een gezond werk- en leerklimaat in de schoolgebouwen en op de daarbij behorende terreinen. De regie over de veiligheid rond de scholen berust bij de gemeente en justitie. De gemeente is verantwoordelijk voor de openbare orde en de politie voor veiligheidsactiviteiten op en rond scholen.
Het is belangrijk dat we als school zowel pro-actief (preventief) als reactief goed samenwerken met externe partijen zoals politie, gemeente, justitie, hulpverlenende instanties, enzovoort. Hiertoe worden afspraken gemaakt en vastgelegd met de externe partijen over wie welke taak en verantwoordelijkheid heeft. Minimaal één keer per schooljaar vindt controle plaats op verboden spullen en middelen, in samenwerking met de politie.
Door structureel overleg te voeren met externe partijen over problemen die op school (dreigen te gaan) spelen en specifieke studenten die hierbij betrokken zijn, kunnen escalaties voorkomen worden. Daarom heeft de arbo-coördinator en/of stafmedewerker Facilitaire Zaken van het Florijn College structureel contact met de politie (wijkagent), in dit kader vindt minimaal drie keer per kalenderjaar een overleg plaats. Met de politie zijn afspraken gemaakt en vastgelegd met betrekking tot de verantwoordelijkheden van beide partijen, contactpersonen en rolverdeling.
Daarnaast bestaat er pro-actief en reactief contact met de leerplichtambtenaar, transit (trajectbegeleiding voortijdige schoolverlaters), bureau jeugdzorg, decanen van toeleverende scholen, ambulante begeleiding in het kader van de LGF (leerlinggebonden financiering) en GGD. Er bestaat een zorgadviesteam (ZAT), gebaseerd op de ’notitie begeleidingsstructuur’ 6 van ROC West-Brabant, waarin naast medewerkers ook vertegenwoordigers van belangrijke externe instanties zitting hebben. Het ZAT voert structureel overleg over studenten waar problemen mee zijn of te verwachten zijn die over de grenzen van de school gaan, met als doel ondersteuning en optimalisering van de zorg.
6
Notitie betreffende uitgangspunten voor zorg binnen ROC West-Brabant, gepubliceerd op de portal.
Schoolveiligheidsplan Florijn College - versie 0901
8
3
Preventieve maatregelen
Het schoolveiligheidsplan is eerst en vooral gericht op preventie; de risico’s en gevaren voor de veiligheid en gezondheid van studenten, medewerkers en bezoekers worden zoveel mogelijk bij de bron voorkomen of beperkt. Betreffende onderhoud van gebouwen, apparatuur en installaties en betreffende keuringen op deze gebieden zijn onderhoudscontracten afgesloten en wordt met logboeken gewerkt.
In het kader van preventie vindt structureel registratie plaats van persoons- en contactgegevens, inclusief noodnummers, van alle medewerkers en studenten. Dit gebeurt bij de aanmelding c.q. intake. Ook bijzonderheden betreffende gezondheid worden preventief vastgelegd.
Goede (traject)begeleiding van studenten levert een belangrijke bijdrage op het gebied van veiligheid (preventief) aangezien tijdig signaleren en bijsturen bij studenten die dreigen te ‘ontsporen’ mogelijk is. Binnen het Florijn College wordt veel tijd en aandacht besteed aan begeleiding van studenten. In de notitie begeleidingsstructuur is hierover meer informatie te vinden. Betreffende gehandicapten zijn aangepaste afspraken gemaakt vanuit veiligheidsoogpunt als gevolg van beperkte mobiliteit.
Om te zorgen dat alle plannen op het gebied van veiligheid ook gerealiseerd worden en dat er een vast aanspreekpunt is binnen de organisatie waar studenten, medewerkers en bezoekers terecht kunnen met hun vragen en opmerkingen betreffende veiligheid, is een veiligheidscoördinator benoemd. Zoals de benaming al zegt, heeft de persoon die deze rol vervult vooral een coördinerende taak. Om de verschillende rollen en functies die in het teken staan van c.q. raakvlak hebben met veiligheid, goed te kunnen vervullen is het belangrijk over de nodige kennis en kunde te beschikken. Middels cursussen en/of opleidingen wordt gezorgd dat hierin wordt voorzien.
Betreffende de volgende specifieke onderwerpen wordt in onderstaande paragrafen nader invulling gegeven: RisicoInventarisatie en –Evaluatie (3.1), gedragscode (3.2), ongewenste omgangsvormen (3.3), voorlichting (3.4), buitenschoolse activiteiten (3.5).
3.1
Risico Inventarisatie en Evaluatie
Middels een RI&E leggen we schriftelijk vast welke risico’s het schoolgebouw, de werkzaamheden en andere omstandigheden met zich meebrengen voor de medewerkers en de studenten en wat we eraan doen om de risico’s te voorkomen of te beperken. Op elke locatie wordt minimaal eenmaal per vier jaar een RI&E gehouden (inclusief goedkeuring door een gecertificeerde arbodeskundige) en het bijbehorende plan van aanpak (PvA) wordt elk kwartaal binnen de arbocommissie geëvalueerd en geactualiseerd.
Schoolveiligheidsplan Florijn College - versie 0901
9
Het PvA vormt een vast onderdeel van het arbojaarplan, de tussentijdse voortgangsrapportage (halverwege het kalenderjaar) en het arbojaarverslag. Op de Portal is steeds het meest actuele PvA beschikbaar. De restrisico’s die uit de RI&E naar voren komen vormen in grote lijnen input voor dit schoolveiligheidsplan. Als instrument wordt gebruik gemaakt van de branche RI&E van de MBO-raad.
3.2
Gedragscode
De algemene regels van ROC West Brabant zijn vastgelegd in het deelnemersstatuut 7 . Op basis van dit deelnemersstatuut is het ‘Studentenstatuut Florijn College’ 8 opgesteld, welke ter inzage bij STIP/receptie ligt en beschikbaar voor studenten en medewerkers via de Portal. Binnen de kaders van dit statuut is binnen het Florijn College de gedragscode opgesteld voor zowel studenten als medewerkers. De gedragscode is goedgekeurd door de DMR en opgenomen in de infogids en gepubliceerd op de Portal. Er is een vijftal normen welke binnen ROC West-Brabant en daarmee ook binnen het Florijn College de basis vormen van de gedragscode en tevens van een prettige en veilige werksfeer, te weten: * Rechtvaardigheid * Ordelijkheid * Correctheid * Welwillendheid * Betrouwbaarheid
De gedragscode heeft een meervoudige functie. Enerzijds dient deze ter preventie doordat het een leidraad vormt voor het gedrag van alle studenten en medewerkers, hiermee heeft de gedragscode een belangrijke invloed op de schoolcultuur. Anderzijds heeft de code een curatieve functie, het biedt namelijk een maatstaf om vast te stellen of er sprake is van grensoverschrijdend gedrag zodat passend opgetreden kan worden. Wanneer de vastgestelde code wordt overtreden, kan dit binnen het Florijn College leiden tot sancties. Wanneer sprake is van schorsing of verwijdering wordt gehandeld volgens de ‘procedure schorsing en verwijdering’ van ROC West-Brabant. De vastgestelde code vormt slechts een leidraad, het betekent niet dat alle gedrag wat niet genoemd is toelaatbaar is.
Het is belangrijk dat er overeenstemming bestaat over de gedragscode en dat deze bij alle betrokkenen bekend is. Jaarlijks vindt een overleg plaats met een vertegenwoordiging van studenten en medewerkers over de beleving van veiligheid en met name de gedragscode: heeft deze betrekking op wat er in de praktijk werkelijk speelt en is de gedragscode effectief? Op basis van de bevindingen wordt de gedragscode mogelijk bijgesteld. De gedragscode is opgenomen in de infogids en tevens gepubliceerd op de Portal (beschikbaar voor medewerkers en studenten) en in de
7 8
‘Deelnemersstatuut ROC West-Brabant’, gepubliceerd op de Portal.
Het ‘Studentenstatuut Florijn College’ betreft het ‘Deelnemersstatuut ROC West-Brabant’ met enkele toevoegingen welke specifiek betrekking hebben op het Florijn College. Het is gepubliceerd op de Portal.
Schoolveiligheidsplan Florijn College - versie 0901
10
onderwijsovereenkomst 9 (‘inspannings- en gedragsverplichting’) wordt ernaar verwezen. Alle medewerkers zien toe op naleving van de gedragscode en geven hierin zelf het goede voorbeeld. Daarnaast wordt er bij de introductie van de studenten en medewerkers aandacht aan de gedragscode besteed (zie ook paragraaf 3.4).
Binnen en rond de schoolgebouwen worden veiligheidssurveillances uitgevoerd door een professioneel beveiligingsbedrijf en stagiaires beveiliging, waarbij onder andere aandacht besteed wordt aan de naleving van de gedragscode. Tevens volgen medewerkers die vanuit hun functie veel te maken hebben met ongewenst gedrag van studenten, zoals conciërges, met een bepaalde regelmaat een cursus/training op dit gebied.
De gedragscode van het Florijn College betreft: orde/netheid, communicatie en taalgebruik, op tijd/te laat komen en absentie/verzuim, digitale apparatuur, bezit van en handelen in verboden middelen, respect en tolerantie, privacy en integriteit, conflicten, pesten, seksuele intimidatie/discriminatie/geweld, bedreigen, vandalisme, Email- en internetgebruik.
3.3
Ongewenste omgangsvormen
Onder ongewenste omgangsvormen valt eenmalig ernstig gedrag, zoals fysieke agressie, bedreiging, aanranding en dergelijke maar ook minder ernstig gedrag (ook verbaal) wat, als het systematisch op steeds dezelfde persoon gericht is, ernstige schade toe kan brengen.
De basis van het beleid op het gebied van ongewenste omgangsvormen binnen het Florijn College is het stimuleren van gewenst gedrag. Op de tweede plaats komt het duidelijk aangeven welk gedrag pertinent niet wordt getolereerd. Preventie staat dus voorop. Vertrouwen en respect moeten de basis vormen van de onderlinge omgang tussen studenten en medewerkers.
Het Florijn College hanteert drie instrumenten om gewenst gedrag te stimuleren en ongewenst gedrag te voorkomen: * Voorbeeldfunctie management, onderwijzend en ondersteunend personeel Het is van belang dat het management en tevens de overige medewerkers gewenst gedrag vertonen, zoals elkaar aanspreken en afspraken nakomen. Daarnaast is het belangrijk dat alle medewerkers duidelijk stelling nemen tegen ongewenst gedrag van collega’s en van studenten. Hiertoe is bekendheid met het onderwerp een vereiste, dit wordt gerealiseerd door informatievoorziening en bespreekbaar maken van het onderwerp. * Informatieverstrekking Informatie over dit onderwerp wordt verstrekt via de infogids, de Portal en bij introductie (meer hierover is te lezen in paragraaf 3.4).
9
ROC West-Brabant Onderwijsovereenkomst beroepsonderwijs, gepubliceerd op de Portal.
Schoolveiligheidsplan Florijn College - versie 0901
11
* Bespreekbaar maken Het bespreekbaar maken van dit onderwerp gebeurt door het aan de orde te stellen in overlegvormen en in het onderwijsprogramma. Op deze manier worden medewerkers en studenten gestimuleerd mee te denken en afspraken te maken over de manier van omgaan met elkaar.
Ter bestrijding van ongewenst gedrag is een klachtenregeling ROC West-Brabant opgesteld en, als aanvulling hierop, een klachtenregeling 10 Florijn College (opgenomen in de infogids, op de Portal en in het studentenstatuut). Welk gedrag als ongewenst wordt beschouwd verschilt per individu en per situatie. Daarom is het uitgangspunt bij de bestrijding van ongewenst gedrag dat de problemen in eerste instantie in de lijn worden opgelost. Indien een student of medewerker het om wat voor reden dan ook niet bij zijn of haar docent/trajectbegeleider/mentor/leidinggevende wil of kan aankaarten, dan kan hij of zij zich wenden tot de vertrouwenspersoon. Binnen ROC West-Brabant is hiertoe een ‘Adviesnotitie vertrouwenspersonen’ 11 opgesteld. In paragraaf 2.4 staat de begeleidingsstructuur van het Florijn College genoemd.
Op de Portal kunnen studenten en medewerkers de nodige informatie vinden over studentenbegeleiders, vertrouwenspersonen en andere functies en rollen die een rol spelen in het arbobeleid (en dus ook betreffende ongewenste omgangsvormen) en welke personen deze rollen vervullen.
Medewerkers die op de hoogte zijn van (vermoeden van) een seksueel misdrijf jegens een minderjarige student, zijn verplicht de schooldirectie hierover in te lichten. De directie dient dan contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. Als er na overleg met de vertrouwensinspecteur een redelijk vermoeden van een strafbaar feit bestaat, doet de directeur direct aangifte bij politie of justitie (‘aangifteplicht’). De betreffende studenten en de ouders/verzorgers van de studenten worden, voordat aangifte wordt gedaan, op de hoogte gebracht.
3.4
Sleutelbeheer
Om te voorkomen dat sleutels ‘uit beeld’ verdwijnen, is een sleutelplan opgesteld. Hierin is beschreven hoe uitgifte en inname van sleutels geregeld is, wie de uitgifte en inname beheert, wie waarvoor tekent, wat de actie is bij verlies, wie welke verantwoordelijkheid heeft, welke sleutels aan welke functies en rollen gekoppeld zijn e.d.
10 11
Klachtenregeling Florijn College, gebaseerd op de klachtenregeling ROC West-Brabant, beiden gepubliceerd op de Portal.
In de ‘Adviesnotitie vertrouwenspersonen’ is de rol en positionering van de vertrouwenspersonen van ROC West-Brabant beschreven. Deze is gepubliceerd op de Portal.
Schoolveiligheidsplan Florijn College - versie 0901
12
3.5
Voorlichting
Uit gesprekken en schriftelijke onderzoeken blijkt dat studenten en medewerkers van het Florijn College over het algemeen tevreden zijn over de aanpak en informatievoorziening betreffende veiligheid. Voorlichting speelt een belangrijke rol in de uitkomst van dergelijke onderzoeken.
Studenten en medewerkers worden tijdig ingelicht over de te verrichten werkzaamheden en de daaraan verbonden risico’s en de maatregelen die er op gericht zijn deze risico’s te voorkomen of te beperken. Het onderwijzend personeel zorgt voor de benodigde instructie aan studenten en ziet toe op de naleving van de instructies en voorschriften die gericht zijn op het voorkomen of beperken van de risico’s. Voor nieuwe medewerkers is in de ‘informatiegids nieuwe medewerkers’ 12 belangrijke informatie opgenomen op het gebied van arbo (en dus veiligheid). In het intakegesprek wordt hiernaar verwezen en wordt verteld wie de vertrouwenspersoon is. Voor de studenten geldt dat hun trajectbegeleider/mentor in de eerste maand van het nieuwe schooljaar middels een checklist een aantal zaken op het gebied van arbo/veiligheid bespreekt. De trajectbegeleiders/mentoren van eerstejaars studenten lopen dan tevens met de klas volgens de afgesproken route naar de verzamelplaats. Hierbij wordt de aanwezigheid van de studenten genoteerd, studenten die niet aanwezig waren worden alsnog geïnstrueerd betreffende dit onderwerp. Een korte weergave van wat besproken is (inclusief calamiteitenflyer) en wie aanwezig waren wordt vastgelegd door de trajectbegeleider/mentor en door de arbocoördinator op de Portal geplaatst, beschikbaar voor medewerkers en studenten.
Tevens worden door de arbo- en/of veiligheidscoördinator jaarlijks voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd voor studenten en medewerkers waarbij fysieke en sociale veiligheid onder de aandacht worden gebracht vanuit een praktische invalshoek.
Alle studenten en medewerkers worden zo in hoofdlijnen op de hoogte gebracht van de belangrijkste zaken, waaronder de arbostructuur, calamiteiten en bedrijfshulpverlening, ongewenste omgangsvormen en vertrouwenspersonen, gedragscode. Hierbij wordt tevens verteld waar alle informatie te vinden is. Daarnaast vormt arbo periodiek een vast agendapunt van werkoverleg op alle niveau’s binnen de organisatie.
3.6
Beroepspraktijkvorming en buitenschoolse activiteiten
De meest voorkomende activiteit buiten de school betreft de beroepspraktijkvorming (BPV). De BPV maakt integraal onderdeel uit van de beroepsopleiding. Op alle BPV-plaatsen is de
12
Een folder waarin zaken die van belang zijn voor de medewerkers van het Florijn College, in hoofdlijnen beschreven staan. De inhoud van de folder/gids is tevens gepubliceerd op de Portal.
Schoolveiligheidsplan Florijn College - versie 0901
13
‘Praktijkovereenkomst’ 13 van toepassing. Hierin zijn onder andere bepalingen opgenomen met betrekking tot gedragscode en aansprakelijkheid.
Andere activiteiten welke vanuit het Florijn College buiten de school (kunnen) worden georganiseerd zijn excursies, werkweken en externe opdrachten en projecten. Deze activiteiten maken op een andere wijze dan de BPV deel uit van de opleiding. Bij excursies en werkweken gaan altijd begeleiders mee, deze begeleiders zien gedurende de activiteit toe op de veiligheid van de deelnemende studenten. Externe projecten en opdrachten worden door studenten uitgevoerd zonder aanwezigheid van begeleiders. Het betreffend onderwijzend personeel is verantwoordelijk voor instructie betreffende veiligheid, voorafgaand aan het project of de opdracht.
Schoolfeesten worden in horeca-gelegenheden gehouden, hierbij is de eigenaar van deze gelegenheid verantwoordelijk voor het voldoen aan de geldende regels en normen van verkoop en gebruik van alcohol. Er is altijd minimaal één medewerker van het Florijn College aanwezig als begeleider en tevens een beveiligingsbeambte.
4 Incidenten en calamiteiten Hoewel het schoolveiligheidsplan met name gericht is op het voorkómen van incidenten en calamiteiten, dient ook goed vastgelegd te zijn welke acties er ondernomen worden wanneer een incident of calamiteit heeft plaats gevonden. Vaak worden de begrippen incidenten en calamiteiten door elkaar gebruikt. Het verschil tussen deze begrippen zit in de omvang van de gebeurtenis en de bijkomende gevolgen. Een incident is een onverwachte, ongeplande en ongewenste gebeurtenis die geen verreikende gevolgen heeft voor een grote groep mensen. De wijze waarop binnen het Florijn College wordt omgegaan met incidenten is beschreven in paragraaf 4.1. Een calamiteit is een onverwachte, ongeplande en ongewenste gebeurtenis die omvangrijke gevolgen heeft voor de voortgang van het werken en leren van medewerkers en studenten. Het onderwerp calamiteiten is verder uitgewerkt in paragraaf 4.2.
Een belangrijk deel van de acties die volgen op een incident of calamiteit betreffen de nazorg. Binnen het Florijn College wordt de opvang/begeleiding van degenen die dit nodig hebben (‘trauma-opvang’) heel serieus genomen. Dit kan, naast de directe slachtoffers zelf, betrekking hebben op ooggetuigen, op direct betrokken medewerkers, op de klasgenoten en de ouders van de slachtoffers en/of daders en zelfs op de daders zelf.
13
In de ‘Praktijkovereenkomst ROC West-Brabant’ zijn de rechten en plichten van het instituut en van de student betreffende de beroepspraktijkvorming vastgelegd. De overeenkomst is gepubliceerd op de Portal.
Schoolveiligheidsplan Florijn College - versie 0901
14
Wanneer een student of medewerker ernstig ziek is, wordt gehandeld volgens de procedure ‘hoe om te gaan met ernstig zieken’ 14 . Bij overlijden van een student, medewerker of partner/kind van een medewerker wordt gewerkt zoals beschreven in de draaiboeken die hiervoor zijn opgesteld. De genoemde procedure en draaiboeken zijn beschikbaar voor medewerkers via de Portal.
In het gebouw aan de Wilhelminasingel is een AED (automatische externe defibrillator) aanwezig.
4.1
Incidenten
In het protocol ‘werkwijze incidentenregistratie Florijn College’ 15 staat beschreven welke incidenten geregistreerd worden, bij wie ze intern gemeld worden, op welke wijze registratie plaatsvindt en de daarbij behorende taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Daarnaast is in het protocol een passage opgenomen over het melden van incidenten bij de politie en over het doen van aangifte.
Voor de registratie van incidenten wordt gebruik gemaakt van de Incidentenmonitor. Dit is een incidentenregistratiesysteem dat gericht is op het Bve-onderwijs en ontwikkeld is door het Arboservicepunt. Elk kwartaal wordt een rapportage uitgedraaid en besproken binnen de arbocommissie, onder andere met als doel trends te signaleren. Op basis van eventuele trends wordt het schoolveiligheidsplan waar nodig geactualiseerd. De voortgang incidentenregistratie en de rapportages vormen een vast onderdeel van het arbojaarverslag.
Als werkgever is het Florijn College verplicht ongevallen die leiden tot de dood, blijvend letsel of ziekenhuisopname direct te melden aan de Arbeidsinspectie. Dat gebeurt binnen het Florijn College door één van de leden van het managementteam, deze persoon informeert ook de DMR. De stafmedewerker facilitair bedrijf houdt een lijst bij van de gemelde arbeidsongevallen en van arbeidsongevallen welke hebben geleid tot een verzuim van meer dan drie werkdagen en registreert daarop de aard en datum van het ongeval.
4.2
Calamiteiten
In het calamiteitenplan Florijn College is vastgelegd welke acties worden ondernomen wanneer een calamiteit plaats vindt. In het calamiteitenplan zijn de volgende onderwerpen opgenomen: -
Omschrijving van het gebouw en de omgeving
-
Organisatie, taken en verantwoordelijkheden van de bedrijfshulpverlening
-
Namen van de BHV’ers en de BHV-coördinator
-
Ongevallen met persoonlijk letsel
-
Brand en explosie
14
Procedure, gepubliceerd op de Portal, waarin beschreven is hoe men binnen ROC West-Brabant dient te handelen bij ernstige ziekte onder medewerkers en studenten. 15 Protocol waarin beschreven staat welke gevaarlijke gebeurtenissen en situaties worden geregistreerd en op welke wijze dit georganiseerd is binnen het Florijn College. Dit protocol is gepubliceerd op de Portal.
Schoolveiligheidsplan Florijn College - versie 0901
15
-
Gevaar vanuit de omgeving
-
Technische calamiteiten
-
Overige calamiteiten (o.a. bommelding)
-
Ontruimingsplan
-
Calamiteitenprotocol
Het ontruimingsplan is opgesteld volgens het protocol NTA 8112-2 16 en goedgekeurd door de plaatselijke brandweer. Het plan wordt jaarlijks geëvalueerd en wanneer nodig geactualiseerd aan de hand van ontruimingsoefeningen en veranderende omstandigheden. Het onderhoud van de brandmeldinstallatie wordt in een logboek bijgehouden, het ontruimingsplan en de verslagen van de ontruimingsoefeningen zijn als bijlage aanwezig in het logboek zodat alle belangrijke informatie voor de brandweer gebundeld en direct beschikbaar is.
Elk jaar wordt op elke locatie een ontruimingsoefening gehouden, deze wordt met de BHV’ers en observatoren geëvalueerd en er wordt een verslag gemaakt met daarin opgenomen de verbeterpunten, welke als leidraad dienen voor het aanpakken van veranderingen en eventueel het aanpassen van het ontruimingsplan. Deze verslagen worden op de Portal geplaatst. De ontruimingsoefeningen worden bij voorkeur aan het begin van een schooljaar gehouden zodat nieuwe studenten in een vroeg stadium ervaren hoe de werkwijze bij een ontruiming is. De ontruimingsoefeningen vormen een vast onderdeel van het arbojaarplan en het arbojaarverslag.
4.3
Omgang met de media
Bij calamiteiten waar media op af komt is het belangrijk de media te sturen en concrete afspraken met ze te maken. In het ‘Persprotocol van ROC West-Brabant’ 17 staat beschreven hoe omgegaan wordt met de media. Alle mediacontacten verlopen door/via de Raad van Bestuur, directie en/of communicatiemedewerkers. Alle medewerkers binnen het Florijn College zijn hiervan op de hoogte, zodat zij de media te allen tijde naar de juiste persoon kunnen verwijzen en ze in geen geval zelf te woord staan.
16 17
Een landelijke leidraad voor ontruimingsplannen, NTA staat voor ‘Nederlands Technische Afspraak’.
Protocol waarin beschreven staat hoe binnen ROC West-Brabant wordt omgegaan met de media. Het protocol is gepubliceerd op de Portal.
Schoolveiligheidsplan Florijn College - versie 0901
16
Bijlage 1 – Prestatie-indicatoren ROC West-Brabant Prestatie-indicator 1: Elk instituut maakt op basis van het Schoolveiligheidsbeleid ROC West-Brabant een instituutseigen schoolveiligheidsplan welke gepubliceerd wordt op de Portal.
Prestatie-indicator 2: Elk instituut maakt op basis van de notitie Arbostructuur een instituutseigen arbostructuur welke gepubliceerd wordt op de Portal.
Prestatie-indicator 3: De arbocommissieleden hebben minimaal vijf keer per schooljaar overleg met elkaar, de verslagen hiervan worden op de Portal geplaatst.
Prestatie-indicator 4: Elk instituut maakt in december een arbojaarplan voor de directeur en het arbonetwerk. Op basis van het arbojaarplan wordt in juni een voortgangsverslag gemaakt en in januari/februari een arbojaarverslag, welke beiden overhandigd worden aan de directeur en aan het arbonetwerk.
Prestatie-indicator 5: Van elke BHV-bijeenkomst wordt een verslag gemaakt met daarin opgenomen de namen van de aanwezigen en afwezigen. Dit verslag wordt geplaatst op de Portal. Een samenvatting van de verslaglegging maakt onderdeel uit van het arbojaarverslag.
Prestatie-indicator 6: Een verslag van de gemaakte afspraken met de externe partijen (in ieder geval met politie en gemeente) vormt een vaste bijlage van het arbojaarverslag en is gepubliceerd op de Portal.
Prestatie-indicator 7: Elk kwartaal wordt het PvA geëvalueerd en herzien, het PvA vormt een vast onderdeel van het arbojaarplan, de tussentijdse voortgangsrapportage (halverwege het kalenderjaar) en het arbojaarverslag. Op de Portal is steeds het meest actuele PvA beschikbaar.
Prestatie-indicator 8: De huis- en gedragsregels zijn opgenomen in de studiegids en tevens gepubliceerd op de Portal (beschikbaar voor studenten en medewerkers).
Prestatie-indicator 9: Informatie over het beleid met betrekking tot ongewenste omgangsvormen is geplaatst op de Portal (beschikbaar voor studenten en medewerkers).
Prestatie-indicator 10: De verslagen van de voorlichting zijn geplaatst op de Portal (beschikbaar voor studenten en medewerkers).
Schoolveiligheidsplan Florijn College - versie 0901
17
Prestatie-indicator 11: Elk kwartaal wordt een rapportage van de incidentenregistratie gegenereerd en besproken in de arbocommissie. De voortgang incidentenregistratie en de rapportages vormen een vast onderdeel van het arbojaarverslag.
Prestatie-indicator 12: Elk schooljaar wordt op elke locatie minimaal één ontruimingsoefening gehouden, het verslag van de evaluatie wordt op de Portal geplaatst. De ontruimings-oefeningen vormen een vast onderdeel van het arbojaarplan en het arbojaarverslag.
Prestatie-indicator 13: Het persprotocol is geplaatst op de Portal.
Schoolveiligheidsplan Florijn College - versie 0901
18