SCHOOLVEILIGHEIDSPLAN PRAKTIJKSCHOOL EINDHOVEN (geanonimiseerd)
d.d 15.12.2010
schoolveiligheidsplan PPE
1
21-12-2010
INHOUDSOPGAVE Intentieverklaring Inleiding Veiligheid Schoolveiligheidsplan (SVP) 1. Coördinatie veiligheid Taakomschrijving veiligheidscoördinator Taken van de Arbo-werkgroep: Overzicht taken 2. Schoolspecifieke gegevens 3. Bedrijfshulpverlening (BHV) 4. Crisisteam Crisisteam Taken crisisteam Omgaan met de media bij calamiteiten Externe Organisaties Externe deskundigen 5. Leerlingenstatuut 6. Convenant Veiligheid Op School 7. Schoolgebouw en omgeving Gebouw Fysieke inrichting Eisen aan het algemeen onderhoud zijn op PPE Eisen aan orde, netheid en schoonmaak op PPE Eisen aan toiletten, urinoirs en wasbakken op PPE Eisen aan doorgangen op PPE Eisen aan uitgangen op PPE Eisen aan noodverlichting op PPE Eisen aan deuren op PPE Eisen aan vloeren op PPE Eisen aan EHBO-materiaal op PPE Eisen aan kleedruimten op PPE Eisen aan wasgelegenheden en doucheruimten op PPE Werkplekken Voorschriften meubilair en lichaamshouding op PPE Eisen aan het werken met een computer op PPE voor personeel
schoolveiligheidsplan PPE
2
21-12-2010
Rookbeleid PPE Praktijklokalen Brandveiligheid Gebruiksvergunning Nood-evacuatieverlichting Rookmelders Receptie Fysische factoren Geluid Ioniserende straling Licht Water Klimaat Energievoorzieningen Elektriciteit Gas Omgeving Toegang Verlichting Graffiti Beperking zwerfvuil Communicatie met de buurt Fietsenstalling Openbaar Vervoer 8. Schoolregels Gedragsregels Aanpak verzuim Aanpak pesten Plagen en pesten Leerkracht / leerling & ouders Gedragscode omgaan met vertrouwelijkheid Meldplicht seksuele misdrijven Bijzondere afspraken rond privacy Bijzondere afspraken rond privacy hiv-geïnfecteerden 9. Schoolbinding Kantines en pauzeruimten Schoolfeesten Voorbereiding van het feest Tijdens het feest Buitenschoolse activiteiten Schoolreis Introductieschoolkamp Andere activiteiten Incidentenbespreking voor leerlingen Incidentenbespreking voor personeel Leerlingenmentoring Zorgstructuur op PPE Leerlingenparticipatie Betrokkenheid van leerlingen bij de school
schoolveiligheidsplan PPE
3
21-12-2010
Ouderparticipatie Deelraad Reglement MR Begeleiding beginnende docenten Toezicht / surveillance 10.
Incidentprotocollen
11.
Stappenplan Ongevallen
12.
Scholing
13.
Sancties Sancties leerlingen Sancties Personeel
14. Incidentenregistratie Registratie Incidenten 15. Klachtenregelingen Kwaliteitswet Klachtenregeling OMO Algemeen reglement Ons Middelbaar Onderwijs Directiestatuut Ons Middelbaar Onderwijs Privacyreglement Ons Middelbaar Onderwijs Regeling ter voorkoming seksuele intimidatie, agressie en geweld (waaronder pesten) en discriminatie Vertrouwenspersoon De vertrouwensinspecteur Aangifteplicht en meldplicht Rehabilitatie na valse aantijgingen 16.
Kwaliteitshandhaving veiligheidsbeleid Instrumenten voor toetsing Arbodienst Veiligheidscoördinator en leden Arbowerkgroep Risicoinventarisatie en -evaluatie Toezichtkader Onderwijsinspectie De medezeggenschapsraad Functioneringsgesprekken Bijstelling van het schoolveiligheidsplan Controle Arbeidsinspectie Herziening
INCIDENTPROTOCOLLEN Incidentenprotocollen mei 2008 Checkists Diefstal Inbraak
schoolveiligheidsplan PPE
4
21-12-2010
Vermissing leerling Vernieling Pesten Vechtpartij Mishandeling Verbale bedreiging (leerling jegens docent) Verbale bedreiging (leerling jegens leerling) Verbale bedreiging (anders) Fysieke bedreiging (leerling jegens docent) Fysieke bedreiging (leerling jegens leerling) Fysieke bedreiging (anders) Discriminatie Discriminatie Seksuele intimidatie Alcohol Drugs Vuurwerk Wapenbezit Wapengebruik BHV/EHBO Brandstichting Opvang na ingrijpende gebeurtenis Preventieve acties CALAMITEITENPLAN Inhoudsopgave 1: Alarmnummers: 1.1 Alarmnummers school 1.2 Interne telefoonnummers 1.3 Alarmnummers hulpverleningsdiensten 2: Risico’s: 2.1 Inventarisatie 2.2 Beheersing risico's 3. Maatregelen bij brand: 3.1 Algemeen 3.2 Alarmering 3.3 Brandinstructies 3.4 Ontruimen 3.5 Bluswaterverontreiniging 3.6 Opruimen verbrande resten 4: Maatregelen bij sirene alarm: 4.1 Algemeen 4.2 Maatregelen 4.3 Frequentie rampenzender 4.4 Ontruimen 5: Maatregelen bij explosiegevaar & gaswolk: 5.1 Algemeen 5.2 Maatregelen 5.3 Schuilen 5.4 Ontruimen
schoolveiligheidsplan PPE
5
21-12-2010
6: Maatregelen bij bommelding: 6.1 Melding 6.2 Maatregelen 6.3 Ontruimen 7: 7.1 7.2 7.3 7.3.1 7.3.2 7.3.3 7.4
Maatregelen bij ongeval: Algemeen Melding Maatregelen Reanimatie /AED Beknelling Aanrijding Ontruimen
8:
Ontruimingsinstructies:
9:
Bijlage index
BIJLAGEN Overzicht op de schooladministratie relevante beschikbare documenten ter inzage 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Samenwerkingsovereenkomst Veiligheid Op school Calamiteitenplan / ontruimingsplan Klachtenregeling OMO Privacy reglement OMO Algemeen reglement OMO Regeling ter voorkoming seksuele intimidatie OMO Directiestatuut OMO Schooldirectiestatuut Het Plein / PPE Gebruiksvergunning gebouw Amundsenlaan 6 (G)MR-reglement OMO Zorgstructuur PPE Verzuimprocedure leerlingen
Overzicht bijlagen: Bijlage 1
Overzicht gediplomeerde BHV-ers en EHBO-ers
Bijlage 2
Handelwijze omtrent media-aandacht
Bijlage 3
Leerlingenstatuut
Bijlage 4
Stappenplan bij overlijden
Bijlage 5
Evaluatievragen
Bijlage 6
Belangrijke adressen
schoolveiligheidsplan PPE
6
21-12-2010
INTENTIEVERKLARING
Eindhoven, augustus 2008 Pleincollege Praktijkschool Eindhoven wil veiligheid op school bevorderen en verbiedt in die zin alle vormen van agressie en geweld. Werknemers en leerlingen hebben recht op een veilig en gezond werk- en leefklimaat. Preventie en het terugdringen van agressie en geweld is een verantwoordelijkheid van alle betrokkenen. De directie, de deelraad en het voltallige personeel van Pleincollege praktijkschool Eindhoven geeft de volgende intentieverklaring af: ►
De directie en het personeel willen een schoolklimaat handhaven waarin iedereen elkaars integriteit respecteert.
►
Hiertoe wordt door de directie en het personeel een actief beleid gevoerd, gericht op het voorkomen en bestrijden van agressie, geweld en seksuele intimidatie.
►
De directie behandelt klachten dienaangaande serieus
►
De directie en het personeel tolereren geen enkel vorm van agressie, geweld en seksuele intimidatie. Passende gedragsregels en een passend sanctiebeleid zullen hieraan vorm geven.
Ondertekend door: Directie
………………………………………………………..
Personeel (deelraad)
……………………………………………………….
schoolveiligheidsplan PPE
7
21-12-2010
INLEIDING Veiligheid Formeel is het bestuur van de school (Ons Middelbaar Onderwijs / het bevoegd gezag) verantwoordelijk voor het veiligheidsbeleid. Op PPE is de dagelijkse schoolleiding gemandateerd voor Arbo-zaken, waarvan veiligheid deel uit maakt. De schoolleiding heeft de plicht zaken op het terrein van sociale en fysieke veiligheid van personeelsleden en leerlingen goed te organiseren en zorgvuldig in te bedden in de school. Schoolveiligheidsplan (SVP) Het veiligheidsbeleid in de school is een uitvloeisel en nadere concretisering van het arbobeleid en is gebaseerd op de inventarisatie van risico’s in de school. De school als leefgemeenschap is de rode draad in het veiliger maken van de school als werk- en leeromgeving. Diegenen die er werken, personeel en leerlingen moeten elkaar kennen en vertrouwen, en de school dient een ordelijk onderwijsklimaat te scheppen, waarin de leerlingen en hun ouders (en het personeel) weten waar ze aan toe zijn. Het schoolbeleid aangaande veiligheid dient door de personeelsleden gedragen te worden en leidt ook tot het spreiden van verantwoordelijkheid. Van het personeel wordt een voorbeeldgedrag verwacht. Voor iedereen in de school geldt de verplichting om t.a.v. een strafbaar feit dan wel een of andere vorm van geweld of een incident actief op te treden dan wel te melden bij de schoolleiding. In dezen geldt de gedragscode : WETEN = VERANTWOORDELIJK ZIJN Een schoolveiligheidsplan dient niet een extra “papieren tijger” te zijn, maar een praktische uitwerking van de verantwoordelijkheid van de werkgever voor een goed arbeidsomstandighedenbeleid. Het schoolveiligheidsplan bevat: -
Duidelijke afspraken over preventieve maatregelen, schoolregels en sancties bij het overtreden. Heldere procedures over welke maatregelen er genomen worden bij incidenten en de opvang van slachtoffers. Registratie van incidenten en bespreking daarvan met MR Verplichting van de werkgever om aangifte te doen van misdrijven Scholing werknemers in het omgaan met agressie en geweld.
De directie van PPE is verantwoordelijk voor een adequaat SVP. De coördinatie van de inhoud van het plan is in handen van de veiligheidscoördinator van PPE. Het SVP wordt jaarlijks geactualiseerd en 1x per 4 jaar geëvalueerd in het kader van een risicoinventarisatie. De schoolleiding legt verantwoording af over het gevoerde beleid aan MR en team. Het SVP is voor alle medewerkers digitaal beschikbaar op “het plein”, zodat men in voorkomende situaties te allen tijde het plan kan raadplegen danwel ( gedeeltelijk) kan uitprinten. Daarnaast is een fysiek exemplaar van het plan beschikbaar op de administratie Veiligheid is een speerpunt van PPE. De evaluatie spitst zich toe op: de effectiviteit van het plan opsporen van lancunes in het veiligheidsbeleid inspelen op actualiteiten
schoolveiligheidsplan PPE
8
21-12-2010
1.
Coördinatie veiligheid
Op PPE zijn veiligheidstaken verdeeld over: Hoofd BHV Conciërge Arbo-werkgroep Veiligheidscoördinator Hoofd BHV Coördinatie van de bedrijfshulpverlening
- overzicht wie zijn BHV-er? - “vacatures” melden bij MT - nieuwe collega’s voorlichten over ontruimingsplan
Actualiseren calamiteitenplan
bijvoorbeeld aanpassen n.a.v.: - verbouwing, - nieuwe regelgeving of - inspectie van de brandweer
Brandveiligheidsmaatregelen
Uitvoeren van en controle op veiligheidsregels, b.v.: - aanduiding vluchtroute - vrijhouden uitgangen - kerstversieringen
Initiëren en evalueren van ontruimingsoefeningen
- aan- en onaangekondigd alarm simuleren - regie bij een ontruimingsoefening - evaluatieformulier aan BHV-ers sturen: wat ging goed / wat kan beter - zonodig BHV-ers bij elkaar roepen voor overleg
Incidenten- / ongevallenregistratie
- er op toezien dat ongevallen genoteerd worden - periodiek de genoteerde gegevens bespreken met veiligheidscoördinator / MT - zijn er conclusies te trekken m.b.t. aanpassing beleid / regelgeving ?
Onderhoudt contact met preventiemede-werker 20AT
- ……. neemt zelf contact op / neemt initiatief voor overleg - doorgeven aan ……..hoeveel BHV-ers / EHBO-ers een start- of herhalingscursus moeten volgen - BHV-ers en EHBO-ers de cursusdata doorgeven, die Paul plant
Neemt deel aan BHV-overleg 20AT-breed
- overleg met andere Hoofd-BHV-ers
Taken conciërge Beheert dagelijks de BHV-telefoon (222) / zorgt voor overdracht aan collega’s bij afwezigheid Is goed geïnformeerd betreffende alle zaken die te maken hebben met veiligheid Onderhoudt contacten met externe deskundigen Draagt zorg voor de fysieke veiligheid (gebouw)
schoolveiligheidsplan PPE
9
21-12-2010
Voorziet het MT en team tijdig van informatie van gesignaleerde problematieken
Taken van de Arbo-werkgroep Initiëren uitvoering van een RI&E (in overleg met preventiemedewerker) Het uitvoeren van het plan van aanpak n.a.v. de risico-inventarisatie Afstemmen van de te ondernemen acties met de directie Communiceren met teamleden over de uitvoering van het plan van aanpak Rapporteren t.b.v. een jaarverslag
Taken veiligheidscoördinator De veiligheidscoördinator heeft tot taak zorg te dragen voor een veilige leeromgeving voor leerlingen en personeel. Coördineert werkzaamheden middels: • zorg dragen voor vertaling van de visie op veiligheid naar een concrete aanpak in de school; • zorg dragen voor het opzetten, bijhouden en bewaken van de uitvoering van het veiligheidsplan; • is verantwoordelijk dat de procedures en protocollen rondom veiligheid volgens afspraak (SVP) worden uitgevoerd; • is goed geïnformeerd betreffende alle zaken die te maken hebben met veiligheid; • vraagbaak te zijn met betrekking tot het veiligheidsbeleid en de structuur (protocollen en procedures) voor alle werknemers binnen de school; • contact te onderhouden met externe deskundigen. Verricht werkzaamheden ten behoeve van het schoolteam door: • toezicht te houden op de uitvoering en handhaving van de gedragsregels; • (zorg te dragen voor de fysieke veiligheid; • realisatie van het jaarverslag; • informeert het team (o.a. middels het personeelsbulletin). Verricht werkzaamheden ten behoeve van het MT door: • binnen het managementteam innovatieve ideeën aan te dragen aangaande het beleid rond veiligheid en de voorbereiding hiervan; • het beleid en de structuur rondom veiligheid op te zetten en aan te sturen; • het management team tijdig van adequate informatie te voorzien; • is verantwoordelijk voor opvang van slachtoffers bij ernstige incidenten.
schoolveiligheidsplan PPE
10
21-12-2010
2.
Schoolspecifieke gegevens
School Vestigingsdirecteur
: :
pleincollege Praktijkschool Eindhoven
ATC
tel. privé : Veiligheidscoördinator: Conciërge : Telefoon Fax
: :
E-mail Website
: :
Hoofdlocatie Rector
: :
Pleincollege Sint Joris
Bestuur Postadres
: :
Telefoon E-mail Bezoekadres
: : :
3.
Ons Middelbaar Onderwijs Postbus 574 5000 AN Tilburg
Bedrijfshulpverlening (BHV)
De bedrijfshulpverlening (BHV) is de organisatie die optreedt bij calamiteiten in de school en bestaat uit getrainde docenten en getrainde onderwijsondersteunende personeelsleden. Op basis van het aantal aanwezige medewerkers (inclusief leerlingen) is een minimumaantal bedrijfshulpverleners voorgeschreven: bedrijven met meer dan 250 werknemers:
minimaal 5 bedrijfshulpverleners.
Het hoofd bedrijfshulpverlening is: naam: telefoonnummer: telefoonnummer mobiel: Het hoofd bedrijfshulpverlening is bij ontruiming verantwoordelijk voor de bedrijfshulpverleningsploeg die onder zijn leiding staat. Hij heeft daartoe een speciale opleiding genoten. Er is tijdens de lesuren altijd vanuit alle werkruimten een dienstdoende BHV-er binnen de school op een draadloze telefoon direct bereikbaar. BHV ? BEL 222 ! Overzicht BHV-ers PPE zie bijlage 1 4. Crisisteam Bij een crisis of calamiteit is er sprake van een onverwachte en accute situatie waarbij een grote groep personen betrokken is en waarbij de dagelijkse gang van zaken ontwricht wordt. Het betreft
schoolveiligheidsplan PPE
11
21-12-2010
een situatie die levensbedreigend is of zou kunnen zijn en die een meer dan buitengewone inspanninf van docenten en schoolleiding vraagt. Te denken valt b.v. aan zelfdoding, levensbedreigende situaties, plotselinge dood en geweld. De schoolleiding stelt in voorkomende gevallen een crisisteam samen. Het crisisteam handelt overeenkomstig het calamiteitenplan. De leiding van het crisisteam ligt bij de eindverantwoordelijk schoolleider F. Bakermans of diens plaatsvervanger J. Cornelissen. Naam
Telefoon werk
Privé adres
Telefoon privé
Telefoon mobiel
Het crisisteam wordt samengesteld uit de volgende personen: -
Eindverantwoordelijk schoolleider F. Bakermans en/of de vestigingsdirecteur J. Cornelissen Hoofd BHV E. van der spek Andere personen worden afhankelijk van de situatie toegevoegd aan het crisisteam
Crisisteam Naam
Privé adres
Telefoon privé
Telefoon mobiel
Taken crisisteam -
Zorg voor en coördinatie van sociaal emotionele opvang Zorg voor een goede bereikbaarheid van de school en haar personeel In geval van crisis / calamiteit is het crisisteam of een van de crisisteamleden ook buiten schooltijd bereikbaar Verzamelt informatie Controleert bericht / melding Neemt snelle en slagvaardige beslissingen Onderhoudt externe contacten, met politie, justitie en hulpverlening en de media Instrueert personeel Brieft personeel Communiceert of regelt communicatie met leerlingen, ouders en personeel Is alert op psychische gevolgen en adequaat doorverwijzen Draagt zorg voor nazorg Delegeert taken aan de juiste mensen Benoemt een lid van de schoolleiding als persvoorlichter en maakt dit bekend
Omgaan met de media bij calamiteiten Het is lastig om te gaan met negatieve aandacht van de media. Medewerkers van kranten en televisie kunnen de school, bijvoorbeeld na een ernstig incident, ongewenst belagen met telefoontjes en bezoekjes. Vervelende situaties kunnen worden voorkomen door de media te sturen en afspraken met ze te maken. Om een gestructureerde aanpak met de media te realiseren is op de school de afspraak gemaakt dat in voorkomende gevallen één functionaris met de media communiceert. Op PPE is in eerste instantie de vestigingsdirecteur de mediacoördinator van de school.
schoolveiligheidsplan PPE
12
21-12-2010
Zie bijlage 2
Wat te doen met media-aandacht
De mediacoördinator is: naam: telefoonnummer werk: telefoonnummer thuis: telefoonnummer mobiel: Externe Organisaties Met externe deskundige organisaties is contact gelegd en zijn afspraken gemaakt over inzet, bereikbaarheid van personene bij crisis / calamiteiten. De veiligheidscoördinator houdt de gemaakte afspraken up to date. Externe deskundigen Organisatie GGD Eindhoven Politie alarm Politie algemeen Politie Woensel Z Buurtbrigadier
Naam
Adres
Telefoon
Mobiel tel.
Brandweer alarm Brandw. Ehv Bureau Slachtofferhulp Ehv KPC Groep
5.
Leerlingenstatuut
Het leerlingenstatuut is een reglement van de school waarin de rechten en plichten van de leerlingen zijn vastgelegd. Het leerlingenstatuut is een kwaliteitsversterkend en consumentenbeschermend instrument voor de centrale partij in het onderwijs: de leerlingen zelf. Hiermee wordt voor beide partijen duidelijk dat onderwijs geen vrijblijvende zaak is. De school heeft een leerlingenstatuut dat in overleg met de ouders in de deelraad is opgesteld en is vastgesteld door de directeur. Het leerlingenstatuut is het laatst vastgesteld op: 1 augustus 2009 Het leerlingenstatuut - wordt aan alle leerlingen verstrekt - is integraal in de schoolgids opgenomen - ligt op de school(administratie) ter inzage - wordt 2-jaarlijks met instemming van de deelraad-MR vastgesteld In bijlage 3 is het leerlingenstatuut biigevoegd
schoolveiligheidsplan PPE
13
21-12-2010
6.
Convenant Veiligheid Op School
Jaarlijks wordt er een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de volgende partijen: Pleincollege Praktijkschool Eindhoven Politie Brabant-Zuid-Oost / afd. Woensel Zuid Gemeente Eindhoven / Bureau HALT Eindhoven e.o.
-
De samenwerkingsovereenkomst omvat afspraken om gezamenlijk de veiligheid in en om school te vergroten. In de overeenkomst worden de verplichtingen aan de verschillende partijen vermeld, die er enerzijds voor zorgen dat informatie over strafbare feiten, vermoedens van een ernstige bedreiging van de veiligheid etc. te allen tijden spoedig bij de politie gemeld worden en anderzijds een adequate bemoeienis en afhandeling van politie / justitie garanderen. In de schoolgids wordt de samenwerkingsovereenkomst vermeld en met leerlingen en ouders communiceert de school over het bestaan er van. De werking van de overeenkomst is zowel preventief als curatief. De samenwerkingsovereenkomst ligt op de schooladministratie ter inzage. 7.
Schoolgebouw en omgeving
Gebouw Fysieke inrichting Eisen aan het algemeen onderhoud zijn op PPE -
De school heeft een meerjaren onderhoudsplan dat voorziet in het onderhoud van lokalen, sanitair, installaties, casco, toegangen, dak en dergelijke. De school heeft een eigen budget voor klein onderhoud, zoals het laten repareren van lekkende kranen, kapotte schakelaars en dergelijke. Eisen aan orde, netheid en schoonmaak op PPE
-
-
Er zijn voldoende afvalbakken geplaatst die regelmatig worden geleegd. Gereedschappen en hulpmiddelen die niet in gebruik zijn, worden op de daarvoor bestemde plaatsen opgeborgen. De gereedschappen en de hulpmiddelen worden periodiek gecontroleerd op gebreken en slijtage. De school wordt dagelijks schoongemaakt door een gekwalificeerd schoonmaakbedrijf; speciale aandacht gaat daarbij uit naar de schoonmaak van sanitair. De schoonmaakdienst maakt gebruik van een jaarplan, waaruit af te leiden is welke ruimten wanneer en op welke manier worden schoongemaakt. Een overzicht van de werkzaamheden en de plaatsen en tijden waarop die plaatsvinden is beschikbaar op een algemeen toegankelijke plaats. De schoonmaak wordt regelmatig gecontroleerd door de conciërge van de school, waarbij zonodig externe, deskundige en onafhankelijke hulp wordt ingeroepen. Eisen aan toiletten, urinoirs en wasbakken op PPE
-
Voor iedere .. of minder personeelsleden en leerlingen van hetzelfde geslacht is ten minste één toilet aanwezig. Er is een toilet met voorzieningen voor gehandicapten aanwezig.
schoolveiligheidsplan PPE
14
21-12-2010
-
De toiletruimten worden goed geventileerd en bevinden zich in de nabijheid van de plek waar wordt gewerkt. De toiletten zijn gescheiden naar sekse. In de onmiddellijke nabijheid van de toiletten en urinoirs bevinden zich wasbakken met koud stromend water, zeep en handdroogmiddelen om de handen te kunnen wassen en drogen. Eisen aan doorgangen op PPE
-
Looppaden en transportroutes worden vrijgehouden van obstakels en versperringen. Rondom machines is voldoende ruimte aanwezig voor de bediener om vrij rond te kunnen lopen. De werkomgeving van bijvoorbeeld verspanende machines wordt regelmatig schoongehouden. Deuren in doorgangen waarin glas is aangebracht, zijn voorzien van veiligheidsglas. Eisen aan uitgangen op PPE
-
Wanneer personen in een gebouw aanwezig zijn, wordt dit gebouw nooit afgesloten ofwel hebben de in het gebouw aanwezige personen de mogelijkheid het gebouw van binnenuit te openen. In geval van een calamiteit kan het gebouw snel worden ontruimd. De vluchtroutes zijn berekend op het maximale aantal mogelijk aanwezige personen in het gebouw. De vluchtroutes zijn duidelijk gemarkeerd. Indien in één ruimte meer dan honderd personen werkzaam of aanwezig kunnen zijn, of indien er sprake is van verhoogd brandgevaar, is er een tweede uitgang aanwezig (en open of met panieksluiting!). Indien er geen buitendeur aanwezig is en geen twee uitgangen beschikbaar, wordt deze ruimte zo min mogelijk gebruikt. Dit geldt ook voor kelders. De deuren van nooduitgangen kunnen altijd snel, gemakkelijk en naar buiten toe worden geopend. Vluchtdeuren zijn altijd bereikbaar. Dit betekent dat ze noch aan de binnenkant noch aan de buitenkant geblokkeerd zijn door obstakels. Eisen aan noodverlichting op PPE
-
In ruimten waarin mensen gevaar kunnen lopen door het uitvallen van verlichting, is noodverlichting aangebracht. Op vloerhoogte heeft de noodverlichting een verlichtingssterkte van ten minste 1 lux vanaf 15 seconden na het uitvallen van de normale elektriciteit tot 60 minuten daarna. De noodverlichting wordt regelmatig gecontroleerd. Eisen aan deuren op PPE
-
De deuren zijn beveiligd tegen het optreden van knel- en valgevaar. Deuren met glas bevatten veiligheidsglas en/of zijn voorzien van beschermingsplanken. Eisen aan vloeren op PPE
-
De vloeren zijn geschikt voor de stoffen waarmee wordt gewerkt, bijvoorbeeld waterbestendig, oliebestendig of bestand tegen agressieve stoffen. De vloer is gemakkelijk en goed schoon te maken en is niet te glad.
schoolveiligheidsplan PPE
15
21-12-2010
-
De vloer is egaal, zeker wanneer met transportmiddelen over de vloer wordt gereden. Dit zorgt voor een verkleining van het risico van lasten die ten gevolge van trillingen en schokken de rug te zeer belasten. Eisen aan EHBO-materiaal op PPE
-
Bij de conciërge, in werkplaatsen, in praktijklokalen en in het gymnastieklokaal is EHBOmateriaal aanwezig. Tijdens schooltijden zijn steeds personeelsleden aanwezig met voldoende kennis van EHBO om indien nodig, in afwachting van hulpdiensten, maatregelen te treffen om lichamelijke schade zo veel mogelijk te beperken. De inhoud van EHBO-trommels wordt gecontroleerd en aangevuld door de conciërge. Eisen aan kleedruimten op PPE
-
Voor personeel en leerlingen die speciale kleding moeten dragen, zoals bij gymnastiek, en zich moeten kunnen omkleden, is kleedruimte beschikbaar Deze kleedruimte ligt in de nabijheid van de plek waar wordt gewerkt en is gescheiden naar sekse. De kleding die men niet draagt, wordt in de kleedruimte op doelmatige en veilige wijze bewaard. Eisen aan wasgelegenheden en doucheruimten op PPE
-
Indien personeel en leerlingen blootstaan aan vuil of stof, is een wasruimte met een voldoende aantal wasbakken beschikbaar. De wasbakken beschikken over koud en zonodig warm stromend water. De ruimten zijn gescheiden naar sekse. Indien de werkzaamheden leiden tot een zodanige vervuiling, of wanneer de werknemers werken onder zulke hoge temperaturen dat een reiniging van het gehele lichaam noodzakelijk is, is een naar sekse gescheiden, goed ingerichte doucheruimte beschikbaar. De douches beschikken over koud en warm stromend water.
Werkplekken Voorschriften meubilair en lichaamshouding op PPE -
Het schoolmeubilair voor leerlingen is zoveel mogelijk afgestemd op de lengte van de leerlingen. De school beschikt over een aantal in hoogte verstelbare leerlingensets. Leerlingen krijgen de juiste technieken voor tillen, bukken, sjouwen en dergelijke aangeleerd. Eisen aan het werken met een computer op PPE voor personeel
-
bureau of tafel: in hoogte verstelbaar, voldoende ruimte, geen struikelgevaar (geen losse kabels); stoel: in hoogte verstelbaar, verrijdbaar (vijf wieltjes), rugleuning verstelbaar en kantelbaar, verstelbare armleuningen; toetsenbord: los, licht hellend, geen spiegelende toetsen; beeldscherm: weinig spiegeling, goed contrast, geen flikkeringen, contrast en helderheid instelbaar, kantelbaar en draaibaar; verlichting: aangepast aan de ruimte en aan het werk; geluid: geen hinderlijke geluiden (piepen, ratelen, enzovoort); computermuizen: ergonomisch verantwoord;
schoolveiligheidsplan PPE
16
21-12-2010
-
werktijd aan de computer: nooit langer dan twee uur achtereen, niet meer dan vijf à zes uur per dag, afwisselen met ander werk.
Rookbeleid PPE Het rookbeleid op PPE is als volgt kort samen te vatten: -
In het gehele gebouw wordt niet gerookt Leerlingen mogen tot aanvang van het eerste lesuur (8.20 uur) op het schoolterrein roken Bij schoolverlaten mag alleen buiten het schoolterrein gerookt worden Personeelsleden roken alleen buiten het schoolterrein Op feestavonden mogen leerlingen onder toezicht roken op de patio van het schoolgebouw In de lessen wordt aandacht besteed aan gezond gedrag, waaronder de kwalijke gevolgen van het roken zijn begrepen
Praktijklokalen In praktijklokalen kunnen, eerder dan in een theorielokaal, situaties voorkomen die een bedreiging vormen voor de gezondheid en de veiligheid. In praktijklokalen dienen de veiligheidsvoorschriften duidelijk zichtbaar aanwezig te zijn. Deze voorschriften worden bovendien aan elke leerling ter beschikking gesteld en aan het begin van het schooljaar in een speciale les behandeld en toegelicht. Brandveiligheid De gevolgen van een brand kunnen zeer ingrijpend zijn, daarom is een goede brandveiligheid van groot belang. Dit geldt in het bijzonder voor die gebouwen waar een verhoogd risico is of waar bij een brand de verwachte gevolgen bovenmatig ernstig zijn. Gebruiksvergunning De school beschikt over een gebruiksvergunning van de gemeente. De gebruiksvergunning is ter inzage op de schooladministratie. Het beschikken over een gebruiksvergunning betekent dat de school voldoet aan de brandveiligheidseisen zoals die door de lokale brandweer zijn gesteld. Enkele voorbeelden: -
-
de school is gecompartimenteerd: brand en rook kunnen niet van het ene deel van het gebouw overslaan naar het andere; er is op de vereiste plaatsen veiligheidsglas aangebracht; de school beschikt over voldoende blusmiddelen om beginnende brand te kunnen blussen; de blusmiddelen zijn geschikt voor de ruimten waarin ze in geval van brand kunnen worden gebruikt; de school beschikt over rookalarm middels brandmelders de school beschikt over een door de brandweer goedgekeurd ontruimingsplan.
Nood-evacuatieverlichting De op de locatie aanwezige nood-evacuatieverlichting voldoet aan de voorschriften. Op grond van een contract met ……… Elektrotechniek wordt de voorziening jaarlijks gecontroleerd.
schoolveiligheidsplan PPE
17
21-12-2010
Rookmelders De op PPE aanwezige rookmelders voldoen aan de voorschriften. Op grond van een contract met ….. Elektrotechniek wordt de voorziening jaarlijks gecontroleerd. Receptie De medewerkers op de administratie hebben als neventaak het verzorgen van de receptiefunctie. Zij hebben daarbij de verantwoordelijkheid om de contacten van buiten met de school in goede banen te leiden en alert te zijn op problemen, die eventueel kunnen ontstaan. de voordeur is van buiten zonder sleutel niet te openen; van binnen uit wel de voordeur wordt alleen door personeel van de school geopend er hangt een camera om te zien wie er aanbelt bezoek moet zich melden aan het loket van de administratie. het personeel van de administratie beslist of de deur naar de hal van de school geopend wordt (afstandsbediening) òf dat het bezoek verzocht wordt te wachten in het halletje, tot men wordt opgehaald. Fysische factoren Geluid De school draagt er zorg voor dat er zo min mogelijk hinderlijke geluiden in de school zijn. In lokalen en andere werkruimten wordt zoveel mogelijk geprobeerd het geluidsniveau op een acceptabel niveau te houden, onder andere door toepassing van geluidsabsorberende materialen zoals vloerbedekking en gordijnen. Vuistregel: met elkaar kunnen praten zonder stemverheffing. Voor het bedienen van machines zijn gehoorbeschermers beschikbaar voor personeel en leerlingen. Ioniserende straling Op school worden stralingsarme apparaten gebruikt. Beeldschermen in de computerlokalen en andere werkruimten voldoen aan de norm. Licht -
In de school zijn de apparaten die schadelijk UV-licht kunnen uitstralen, zoals kopieerapparaten, voldoende afgeschermd. Waar niet goed mogelijk is om UV-licht af te schermen voor de ogen en de huid, zoals bij lassen, wordt gezorgd voor voldoende beschermende middelen zoals een lasbril en een lasschort. De verlichting in de lesruimten is zodanig dat voldoende daglicht kan binnentreden en dat de ondersteuning door TL-licht niet verblindend is en gelijkmatig over de werkplek is verdeeld, volgens de geldende normen. Voor het gebruik van een enkel lokaal met een matige lichtinval wordt er op toegezien dat leerkrachten en leerlingen niet langer dan twee klokuren achtereen in deze ruimte vertoeven. Water
-
De watervoorziening in school geschiedt via het gemeentelijk waterleidingnet dat over het algemeen aan de hoogste kwaliteitseisen voldoet. Het water is steriel, helder en vrij van zware metaalverbindingen.
schoolveiligheidsplan PPE
18
21-12-2010
-
Gebouwen die aan de bouwvoorschriften voldoen, voldoen automatisch aan voorschriften als voldoende tappunten, voldoende mogelijkheden om de handen te wassen, voldoende krachtige doorspoeling van de toiletten en voldoende druk voor de brandslangen. Oneigenlijk gebruik van brandslangen wordt voorkomen door beschermde of verzegelde afsluiters. De school treft maatregelen ter voorkoming van besmetting met de legionellabacterie. De watervoorziening is in een vierjaarlijkse risicoanalyse opgenomen. Klimaat
-
De school zorgt voor een goed evenwicht in het fysisch klimaat in schoolgebouwen. De school probeert langdurig en extreem tochtige omstandigheden te voorkomen. De school probeert extreme kou en warmte evenals snelle wisselingen daartussen in schoolgebouwen te voorkomen. Apparaten die schadelijke stoffen produceren, zoals een houtzaagmachine, hebben een eigen afzuiging. De ventilatie in de school geschiedt op natuurlijke wijze of geforceerd, zodanig dat leerlingen en personeel voldoende verse lucht krijgen die niet meer ziektekiemen bevat dan de buitenlucht.
Energievoorzieningen Elektriciteit De belangrijkste voorschriften met betrekking tot dit onderwerp zijn te vinden in NEN 1010 en NEN 3140. De elektriciteitsvoorzieningen voldoen aan de daaraan gestelde eisen. Maatregelen die genomen zijn om de risico's van het werken met elektriciteit zo veel mogelijk te beperken: -
-
-
Beheersmaatregelen: werkzaamheden aan elektrische installaties worden alleen uitgevoerd door een ter zake deskundige. Open spanningsbronnen zijn afgeschermd, zodat directe aanraking niet mogelijk is. Schakelkasten zijn te allen tijde gesloten, dat wil zeggen op slot, en de sleutel is alleen in het bezit van de deskundige. Periodieke controles: machines worden regelmatig gecontroleerd. Dit voorkomt storingen. Ook de aansluitingen en de kabels worden regelmatig gecontroleerd. Ze worden vervangen wanneer dat nodig is. Vast opgestelde machines: deze zijn door middel van vaste leidingen met de elektrische installatie verbonden. Vast opgestelde machines zijn deugdelijk geaard. Het intact zijn van de aarding is belangrijk en wordt daarom periodiek gecontroleerd. Verplaatsbare machines: deze zijn aangesloten met losse leidingen. Deze leidingen zijn, om beschadigingen te voorkomen, zo kort mogelijk gehouden. Aardlekschakelaar: deze is geplaatst ter beveiliging van een elektrische installatie. Bij een defect aan een apparaat waarbij een geringe lekstroom ontstaat, onderbreekt de aardlekschakelaar de stroomvoorziening. Dubbelgeïsoleerd handgereedschap: elektrisch handgereedschap is niet voorzien van een aarding, maar is volgens de voorschriften dubbelgeïsoleerd uitgevoerd. Dit gereedschap kan men herkennen aan twee in elkaar liggende vierkantjes op het typeplaatje. Dergelijk gereedschap wordt periodiek gecontroleerd. Veilige spanning: hieronder wordt verstaan een maximale wisselspanning van 50 Volt of een gelijkspanning van 120 Volt. Indien mogelijk is gekozen voor het werken met een veilige spanning. In besloten ruimten wordt altijd met een veilige spanning gewerkt. Een veilige wisselspanning van 24 Volt wordt bijvoorbeeld in het technieklokaal gebruikt in de soldeerhoek.
schoolveiligheidsplan PPE
19
21-12-2010
-
Schakelaar: aan het elektrische apparaat is een gemakkelijk bereikbare en herkenbare schakelaar bevestigd. Noodschakelaar: in een (praktijk)lokaal met meerdere vast opgestelde elektrische apparaten is vlak naast de ingang en achter in het lokaal een herkenbare noodschakelaar duidelijk aanwezig. Deze kan met een enkele beweging de stroomtoevoer van alle apparaten in het lokaal uitschakelen.
Gas Gas is elke stof die bij een temperatuur van 15 °C onder een druk van 1 bar in gasvormige toestand verkeert. Gastoestellen zijn toestellen bestemd of geschikt voor koken, verwarmen, warmwaterproductie, koeling, verlichting of wassen. Gastoestellen hebben, indien van toepassing, een normale watertemperatuur van ten hoogste 105 °C. Omgeving Aan de omgeving van de school worden de volgende eisen gesteld: Toegang -
De toegang tot de school is gemakkelijk herkenbaar en vrij van obstakels. De ingang van de school is groot genoeg om op drukke tijden, zoals bij aanvang van de school, grote aantallen leerlingen te verwerken, zonder dat duwen en trekken nodig is. Camera’s zijn permanent opgesteld bij de hoofdingang, rijwielstalling, het schoolplein en de leerlingtoegang; de monitor is in de conciërgeruimte opgesteld. De camerabeelden zijn ook door andere personeelsleden op de pc te volgen.
Verlichting De school is aan de buitenkant goed verlicht zodat op klassenavonden, voorlichtingsavonden en ouderavonden de toegangswegen en de ingang goed zichtbaar zijn. Graffiti -
Het gebouw is gedeeltelijk voorzien van een anti-graffiti beschermlaag. Binnen / buiten het gebouw wordt graffiti onmiddellijk na constatering verwijderd door de conciërge of, indien nodig, door een externe specialist.
Maatregelen om zwerfvuil te beperken: -
Op het schoolterrein zijn afvalbakken geplaatst Het is de leerlingen niet toegestaan zich in portieken van omwonenden op te houden; Er wordt op toegezien dat leerlingen na schooltijd spoedig de schoolomgeving verlaten Leerlingen van wie geconstateerd wordt dat zij vuil op straat deponeren, worden hierop aangesproken; Leerlingen worden ingeschakeld om zwerfvuil op te ruimen.
Communicatie met de buurt -
De school ziet er op toe dat leerlingen geen overlast bezorgen Op klachten uit de buurt wordt altijd serieus gereageerd De school heeft afspraken met de wijkagent, die onverwijld wordt ingeschakeld in geval van klachten en overlast in de buurt. De school verwittigt omwonenden als schoolactiviteiten onverhoopt (geluids)overlast bezorgen
schoolveiligheidsplan PPE
20
21-12-2010
Fietsenstalling -
De school beschikt over een fietsenstalling, die schade aan fietsen zoveel mogelijk voorkomt De fietsenstalling is alleen tijdens de schooluren toegankelijk. De fietsenstalling wordt met camera's bewaakt
Openbaar Vervoer Een groot deel van de leerlingen reist met het openbaar vervoer PPE onderhoudt contact met een school in de buurt (……) over eventuele ongeregeldheden bij de bushalte. Voor de politie is dit tijdens de surveillance ook een aandachtspunt. 8.
Schoolregels
Gedragsregels De omgangsvormen tussen personeel en leerlingen van de school hebben een belangrijke invloed op de schoolcultuur. Daarom is het goed als er afspraken worden gemaakt op het gebied van sociale veiligheid. Gedragsregels vormen slechts een leidraad. Een gedragscode houdt niet in dat gedrag wat niet door regels is verboden, wel toelaatbaar is. Gedragsregels zijn breed toepasbare principes en uitgangspunten die algemeen geldend zijn en niet specifiek voor een school. De schoolregels worden in beknopte versie op de website en op een jaarlijks aan de leerling te verstrekken schoolagenda vermeld: 1.
Ik ben zelf verantwoordelijk voor wat ik doe
2.
Ik ga eerlijk en vriendelijk met anderen om
3.
Ik blijf van anderen en andermans spullen af
4.
Ik zorg dat onze school opgeruimd, netjes en veilig blijft
5.
Als ik iets afspreek, dan houd ik me er aan
6.
Als ik op school kom zet ik mijn telefoon en geluidsapparatuur uit
Aanpak verzuim De procedure van aanpak van het verzuim van leerlingen op Pleincollege Praktijkschool Eindhoven is uitvoerig beschreven. Op de schooladministratie is deze procedure ter inzage. Voor het personeel is deze beschikbaar op het digitale plein. Aanpak pesten Plagen en pesten
schoolveiligheidsplan PPE
21
21-12-2010
Er is een verschil tussen plagen en pesten. Onder plagen verstaan we gedrag tussen leerlingen die aan elkaar gewaagd zijn: de ene keer doet de een iets onaardigs, een volgende keer is het de ander. Plagen is een spelletje, niet altijd leuk, maar nooit echt bedreigend. Plagen kan wel overgaan in pesten. Pesten is wél bedreigend. Pesten vindt niet zomaar een keer plaats, maar meerdere keren per week of zelfs meerdere keren per dag, gedurende een langere periode. De pester misbruikt zijn macht en het slachtoffer wordt uitgelachen, uitgescholden, vernederd, gekleineerd, geslagen of er worden dingen van hem of haar afgepakt. Internet wordt soms ook gebruikt om te pesten. Naast deze openlijke vormen van pesten, komen ook vormen van pesten voor die niet zichtbaar zijn, zoals het buitensluiten van iemand. In de incidentenprotocollen is een checklist opgenomen m.b.t. pesten. Leerkracht / leerling & ouders Het personeel van de school heeft te maken met meer of minder persoonlijke gegevens van leerlingen, ouders/verzorgers en overig personeel van de school. Zowel binnen als buiten de school kunnen zich situaties voordoen waarin het zich op de hoogte stellen van vertrouwelijke informatie van anderen wenselijk of noodzakelijk is. Dit kan intieme informatie of zakelijke gegevens betreffen. In alle gevallen van persoonlijke informatie is het goed de privacy van de leerlingen, hun ouders/verzorgers en het schoolpersoneel te beschermen. De school heeft het personeel op de hoogte gesteld van de regels die gelden voor het omgaan met de vertrouwelijke gegevens van leerlingen en hun ouders/verzorgers. Hieronder volgen enkele richtlijnen voor het personeel van de school over het omgaan met vertrouwelijke gegevens van leerlingen en hun ouders/verzorgers: -
-
-
Uitslagen van testen en onderzoeken, die nodig zijn voor de beschikking praktijkonderwijs inclusief de beschikking van de RVC zelf dienen van rechtswege in het dossier aanwezig te zijn. Uitslagen van testen en onderzoeken van onderwijsbegeleidingsdiensten en vergelijkbare instanties, worden alléén met toestemming van de ouders/verzorgers of betrokken instanties doorgegeven aan derden en uitsluitend in die gevallen dat het doorgeven van die gegevens voor de verdere begeleiding en ontwikkeling van de leerling van belang is. Persoonlijke gegevens die door leerlingen zelf, hun ouders/verzorgers of betrokken instanties aan docenten, schoolleiding en/of onderwijsondersteunend personeel in strikt vertrouwen worden gemeld, worden alléén besproken met de schoolleiding en (een) collega('s) die direct te maken hebben met de begeleiding en ontwikkeling van die leerling. Gegevens die bij regelgeving door instanties kunnen worden opgevraagd zonder medeweten van de leerling en/of de ouders/verzorgers worden te allen tijde met de grootste terughoudendheid verstrekt.
Gedragscode omgaan met vertrouwelijkheid In het algemeen geldt dat gegevens die door een leerling of ouder/verzorger of personeelslid of andere betrokkene van de school in strikt vertrouwen worden verteld, niet worden doorgegeven aan derden (hierna wordt dit genoemd: geheimhoudingsplicht). Er zijn bepaalde gevallen waarin degene die beschikt over vertrouwelijke gegevens van een ander, gerechtigd is deze gedragscode te doorbreken. Uitzonderingen op de geheimhoudingsplicht mogen alleen worden gemaakt als de informatiegever toestemming geeft de geheimhouding te doorbreken of wanneer er zeer dringende redenen voor zijn. Denk hierbij aan wettelijke plichten, bijvoorbeeld de aangifteplicht bij levensdelicten in het algemeen en de meldings- en aangifteplicht bij (strafbare) seksuele handelingen tussen personeel en leerlingen, zie Regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie en misbruik.
schoolveiligheidsplan PPE
22
21-12-2010
Indien toestemming van de informatiegever ontbreekt, kan de geheimhouding pas worden doorbroken als er ten minste is voldaan aan alle hieronder genoemde voorwaarden. Alles is in het werk gesteld om van de informatiegever toestemming te verkrijgen voor het doorbreken van de geheimhoudingsplicht. Het in vertrouwen genomen personeelslid raakt in gewetensnood door het handhaven van de geheimhoudingsplicht. Het probleem kan op geen andere manier worden opgelost dan door het doorbreken van de geheimhoudingsplicht. Indien een dergelijke situatie zich voordoet, bespreekt het in vertrouwen genomen personeelslid de redenen voor het doorbreken van de geheimhoudingsplicht met een lid van de schoolleding alvorens de geheimhouding te doorbreken. Verder onderneemt hij of zij de volgende acties: Indien het in vertrouwen genomen personeelslid op grond van het bovenstaande besluit om de geheimhouding te doorbreken, worden alleen de relevante gegevens doorgegeven aan diegenen die direct bij de opvang en/of bemiddeling en de eventueel te nemen maatregelen betrokken zijn. Indien het doorbreken van de geheimhoudingsplicht de vertrouwensrelatie schaadt, kan de afweging gemaakt worden om een ander als (vertrouwens)persoon toe te wijzen òf door te verwijzen naar een externe instantie. Meldplicht seksuele misdrijven Sinds medio 1999 is er in de wet een meldplicht en aangifteplicht van seksuele misdrijven vastgelegd: personeelsleden die op de hoogte zijn van een seksueel misdrijf jegens een minderjarige leerling, zijn verplicht het schoolbestuur hierover in te lichten (zie verder de regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie en misbruik). Het schoolbestuur dient dan contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. Als er na overleg met de vertrouwensinspecteur een redelijk vermoeden van een strafbaar feit bestaat, is het schoolbestuur wettelijk verplicht direct aangifte te doen bij politie of justitie. In deze procedure kunnen zonder toestemming van de betrokken klager(s) en aangeklaagde(n) de benodigde vertrouwelijke gegevens worden verstrekt aan de inspectie, politie of justitie. De leerling en de ouders/verzorgers van de leerling worden wel, voordat aangifte wordt gedaan bij politie of justitie, op de hoogte te gebracht. In de incidentprotocollen is een checklist melding seksueel misdrijf opgenomen. Bijzondere afspraken rond privacy In situaties waarin ouders/verzorgers gescheiden zijn, verstrekt de docent of de schoolleiding op verzoek van de niet met het ouderlijk gezag belaste ouder, informatie die de leerling of diens verzorging of opvoeding betreft, zoals over leerprestaties en ontwikkeling. Voor het geven van de informatie is het mogelijk de niet met het ouderlijk gezag belaste ouder / verzorger te ontvangen op een ouderavond, mits daardoor de sociale veiligheid voor de overige aanwezigen gewaarborgd blijft. Informatie aan de niet met het ouderlijk gezag belaste ouder/verzorger wordt niet verstrekt als de informatie ook niet gegeven zou zijn aan de wel met het ouderlijke gezag belaste ouder/verzorger. Informatie aan de niet met het ouderlijk gezag belaste ouder/verzorger wordt niet verstrekt als de met het ouderlijk gezag belaste ouder schriftelijk te kennen geeft dat het in het belang van de leerling is om dat niet te doen. Dit belang moet blijken uit aangevoerde feiten en omstandigheden. Indien een personeelslid de niet met het ouderlijk gezag belaste ouder/verzorger geen informatie wil geven, kan deze ouder/verzorger de rechter vragen te bepalen dat de informatie alsnog wordt gegeven. De rechter zal dit verzoek afwijzen indien het verschaffen van de informatie in strijd is met de belangen van de betreffende leerling.
schoolveiligheidsplan PPE
23
21-12-2010
Bijzondere afspraken rond privacy hiv-geïnfecteerden Een seropositief personeelslid, de ouders/verzorgers van een seropositieve leerling of een ouder / verzorger die seropositief is, is niet wettelijk verplicht de school daarover in te lichten. Indien een hiv-geïnfecteerd personeelslid, leerling of ouder/verzorger een personeelslid van de school dit in vertrouwen meldt, is het de verantwoordelijkheid van de school om naar alle betrokken partijen zorgvuldig met deze informatie om te gaan. De docent die op de hoogte is van de aanwezigheid van een hiv-geïnfecteerde leerling, laat de betreffende leerling onbevangen aan alle schoolactiviteiten meedoen. Indien personeelsleden of ouders/verzorgers van leerlingen vragen of er op school docenten of leerlingen aanwezig zijn die besmet zijn met het hiv-virus, worden deze ouders doorverwezen naar de schoolleiding. N.B. Alle genoemde afspraken gelden in beginsel ook wanneer het om andere besmettelijke aandoeningen of ernstige ziekten gaat. 9.
SCHOOLBINDING
Schoolbinding heeft een positieve invloed op de sociale veiligheid op school. Leerlingen voelen verantwoordelijkheid voor het goed functioneren van de school als samenlevingseenheid. Middels voorzieningen en activiteiten wordt dit gestimuleerd. Kantines en pauzeruimten Door in de kantine een variëteit aan eten en drinken aan te bieden, wordt het verblijf in de pauzes aantrekkelijker gemaakt. Een eventuele wens om naar de dichtstbijzijnde snackbar of supermarkt gaan wordt daarmee gecompenseerd. Door bij de inrichting van de pauzeruimten rekening te houden met de verschillende behoeftes van leerlingen als het gaat om het doorbrengen van hun pauze, kan ervoor worden gezorgd dat leerlingen het sneller naar hun zin hebben en zich gemakkelijker vermaken. Schoolfeesten Schoolfeesten zijn feesten die worden georganiseerd voor de leerlingen van de school. Introducés worden doorgaans niet toegestaan. Het personeel houdt altijd toezicht. De school organiseert minstens één keer per jaar voor de school een schoolfeest. Hieronder staan enkele richtlijnen en aandachtspunten die het goede verloop van een schoolfeest bevorderen. Voorbereiding van het feest Schoolfeesten zijn feesten voor leerlingen en eventueel voor oud-leerlingen die in het lopende schooljaar van school zijn gegaan (als dit niet het gevolg van een verwijdering was). Leerlingen worden middels een brief (t.k.n. aan de ouders) uitgenodigd. Docenten zijn op de feestavond aanwezig en houden toezicht Een eventuele externe dj wordt geïnformeerd over de leerlingen /doelgroep Vooraf worden de veiligheidsaspecten (vluchtwegen, brandgevaar, versieringen, BHV) gecontroleerd door de veiligheidscoördinator. Tijdens het feest -
Het meenemen en/of consumeren van alcoholische dranken of drugs is verboden. Roken is alleen op de patio toegestaan.
schoolveiligheidsplan PPE
24
21-12-2010
-
Tijdens schoolfeesten hang je je jas op de kapstok en neem je deze dus niet mee naar binnen. Kluisjes worden tijdens schoolfeesten niet gebruikt. Bij de ingang staan personeelsleden van de school die de meeste leerlingen kennen. Zij laten op die manier weten dat ze er zijn en zo is er bovendien extra controle op wie er binnenkomt. Buitenstaanders worden buiten de deur gehouden Het schoolgebouw in en uit lopen is niet toegestaan. Je gaat alleen naar buiten als je het feest verlaat. Indien een aanwezige zich misdraagt, neemt de schoolleiding maatregelen.
Buitenschoolse activiteiten Schoolreis Schoolreizen zijn goede gelegenheden om elkaar eens op een andere manier mee te maken. Tegelijkertijd kunnen schoolreizen educatieve doelen dienen. De school organiseert jaarlijks excursies en schoolreizen voor alle bouwen. Richtlijnen en aandachtspunten bij het organiseren van schoolreizen: -
Verbandmiddelen en medicatie Minimaal 1 BHV-er gaat mee op reis. Zorg voor voldoende docenten tijdens de schoolreis. Vooral in de bus kunnen veel problemen worden voorkomen door voldoende toezicht. Het is belangrijk dat de mentoren van de leerlingen meegaan. Zij kennen de leerlingen het beste, weten hun achtergronden en daardoor vertrouwen de leerlingen hen. Leerlingen moeten tijdens een schoolreis voldoende eten. Vooraf dient met de leerlingen hierover gesproken te worden. Bij het instappen wordt a.d.h.v. een leerlingenlijst de aanwezigheid gecontroleerd. Personeelsleden hebben een lijst met mobiele nummers van collega’s. De leerlingen ontvangen één centraal mobiel nummer. Leerlingen en leerkrachten zijn centraal door OMO verzekerd tegen ongevallen tijdens schoolreizen, schoolkampen en excursies. Introductieschoolkamp Ieder jaar (met uitzondering van het schooljaar 2010 / 2011) organiseert de school een introductiekamp voor nieuwe onderbouwleerlingen. M.b.t. de veiligheid van de te organiseren schoolkampen worden onderstaande punten in de voorbereiding zorgvuldig meegenomen: -
-
Bij aanvang op de kamplocatie worden de gedragsregels besproken met de leerlingen; Terrein afbakening, toelichting vluchtplan etc. Iedere mentor heeft voor aanvang van het schooljaar de dossiers van de eigen leerlingen bekeken. Eventuele bijzonderheden (handicaps, ontbreken van bepaalde vaardigheden denk aan zwemmen) worden geïnventariseerd en evnentueel worden er maatregelen genomen om deze op te lossen. Gebruik van medicijnen wordt in de bouw afgestemd. Ouders worden gevraagd dit te melden. Bij het huren van materiaal zoals huifkarren, roeiboten of kajaks is navraag gedaan of dit materiaal voldoet aan de wettelijk gestelde veiligheidsvoorschriften.
schoolveiligheidsplan PPE
25
21-12-2010
-
-
Indien er sprake is van een verblijf in jeugdherbergen of gebouwen met slaapzalen, is het duidelijk of deze gebouwen voldoen aan de wettelijk gestelde veiligheidsvoorschriften? Dit wordt vastgesteld bij boeken van de accommodatie. De voorschriften worden mee gestuurd bij het contract. De begeleiding is voldoende bekend (bij aankomst) met de nooduitgangen en de ontruimingsprocedures van de overnachtinggelegenheid. Het vluchtplan wordt kort besproken bij aankomst op kamplocatie. Aanspreekpunt en eindverantwoordelijke op het kamp is ten alle tijden de kampleider. De kampleider wordt van te voren aan gewezen en bekend gemaakt bij de deelnemers, zowel bij leerlingen als aanwezige collega’s. Kampleider heeft een mobiele telefoon bij. Het nummer is bekend bij de school. Ouders kunnen naar school bellen. School neemt dan contact op met de kampleider. Op de kamplocatie zijn te allen tijde minimaal twee auto’s beschikbaar. Schoolkamp is schooltijd. Verantwoordelijkheden zijn dus hetzelfde als tijdens een normale schoolweek.
Andere activiteiten Bij de diverse andere (buitenschoolse) activiteiten, zoals sporttoernooien, sportieve activiteiten, vieringen, theaterbezoek en andere culturele activiteiten wordt overeenkomstig met de hiervoor beschreven werkwijze gehandeld. Incidentenbespreking Incidentenbespreking voor leerlingen Incidenten worden altijd nabesproken met leerlingen. Dit heeft tot doel om het gevoel van veiligheid op school te verbeteren door bewustwording en het formuleren van concrete verbetervoorstellen of veiligheidsmaatregelen. De incidentbesprekeing vindt plaats in het mentoruur. Afhankelijk van de situatie wordt de afweging gemaakt om een nagesprek individueel of in een groep te laten plaatsvinden. Incidenten worden door leerlingen besproken tijdens een groepsgesprek. Het gesprek verloopt volgens een vaste structuur en er is een gespreksleider die het gesprek leidt. Daarnaast gelden er een aantal spelregels zoals dat iedereen zijn eigen verhaal vertelt, persoonlijke informatie binnen de groep blijft, leerlingen elkaar niet in de rede mogen vallen en ook dat ze geen afbrekende kritiek mogen geven. In de praktijk van het voeren van deze gesprekken, worden leerlingen tevens enkele belangrijke gespreksvaardigheden bijgebracht. Een gesprek over incidenten wordt afgerond met een plan van aanpak voor het verbeteren van de veiligheid op school of met een plan van aanpak voor het verbeteren van de hulp die kan worden gegeven door medeleerlingen, docenten en het thuisfront. Time-out Soms heeft de school te maken met leerlingen die moeilijk te handhaven zijn. Zij verstoren het school- en klassenklimaat dusdanig dat de schoolleiding schorsing of verwijdering overweegt. De doelgroep van PPE komt doorgaans niet in aanmerking voor een opvang in de bestaande timeoutvoorzieningen. De zorg van PPE is er daarom op gericht om tot het uiterste te gaan om leerling een adequate en verantwoorde begeleiding binnen de school te bieden. Als leerlingen uiteindelijk niet meer verantwoord binnen de schoolstructuur is op te vangen, maakt de school in overleg met ouders, leerplicht en eventueel begeleidende instanties individuele afspraken over een (tijdelijk) traject of alternatieve opvang.
schoolveiligheidsplan PPE
26
21-12-2010
Incidentenbespreking voor personeel Voor het bespreekbaar maken van incidenten is een checklist (no. 24) voor de opvang na ingrijpende gebeurtenissen opgesteld. Los van de gerichte hulp aan de collega is het belangrijk dat personeelsleden incidenten met elkaar bespreken. Ze kunnen leren van elkaars inzichten en ervaringen en kunnen een uitlaatklep vinden bij hun collega's voor emoties die door agressief gedrag worden opgeroepen. Er wordt gewerkt aan het onder woorden brengen van gedachten en gevoelens, aan het luisteren naar verhalen van anderen over incidenten tijdens het werk en aan het geven en ontvangen van begrip. Daarnaast kan een gesprek over incidenten voorkomen dat het betrokken personeelslid extra emotionele schade oploopt en dat een vergelijkbaar incident nog eens plaatsvindt. Met de bespreking van incidenten wordt beoogd het gevoel van veiligheid op school te verbeteren door bewustwording en het formuleren van concrete verbetervoorstellen of veiligheidsmaatregelen. Leerlingenmentoring De mentor is het eerste aanspreekpunt in de school voor leerlingen, voor ouders/verzorgers van leerlingen en voor docenten en schoolleiding. Hij of zij is degene die het meeste inzicht heeft in de specifieke omstandigheden van zijn of haar mentorklas en degene die het beste overzicht heeft over de schoolprestaties van zijn of haar mentorleerlingen. Een mentor speelt een belangrijke rol in het welbevinden van een leerling in de klas: hij of zij begeleidt leerlingen in de richting van zelfstandigheid en leert ze keuzes te maken en een plek te vinden tussen de andere leerlingen. De mentor meldt leerlingproblematieken in het teamoverleg / leerlingbespreking en plant huisbezoeken. Zorgstructuur op PPE De zorgstructuur op Pleincollege Praktijkschool Eindhoven is uitvoerig beschreven en beschikbaar op de schooladministratie. Leerlingenparticipatie Betrokkenheid van leerlingen bij de school Leerlingparticipatie dient vanuit een breder perspectief dan alleen vanbuit een leerlingenraad te worden benaderd. In principe gaat het om de betrokkenheid van de leerlingen bij de school. Bevordering van de betrokkenheid van leerlingen bij het reilen en zeilen van de school is om meerdere redenen van belang en kan geschieden vanuit diverse motieven. Vanuit pedagogische hoek kan de school worden gezien als een oefenplek voor de jongere op weg naar maatschappelijke zelfstandigheid. Participatie van jongeren draagt echter niet alleen bij aan de opvoeding van jongeren tot democratische medeburgers. Naast opvoedkundige motieven spelen ook andere motieven een rol. Motieven van meer pragmatische en zakelijke aard: de betrokkenheid van jongeren bij de school kan ook een bijdrage leveren aan een open, creatief en veilig leefklimaat. Vanuit organisatorisch oogpunt gezien is het van niet te onderschatten betekenis dat voorzieningen en ontwikkelingen in de school goed afgestemd worden op de leerlingen. In het verlengde hiervan kan ook worden bijgedragen aan de vermindering van voortijdig schoolverlaten. In het hedendaags bedrijfsmatig denken over de school kan de leerling gezien worden als een kritische klant. De inbreng van de leerlingen kan worden gezien als een belangrijke factor voor de bevordering van de kwaliteit van het onderwijs. Op PPE functioneert sinds 2009-2010 een leerlingenraaad.
schoolveiligheidsplan PPE
27
21-12-2010
Ouderparticipatie Deelraad Op PPE functioneert als onderdeel van de MR van pleinschool Joris een deelraad: Personeelsgeleding: Voorzitter Lid Lid Lid Oudergeleding: Lid Lid Lid Lid Reglement MR De inspraak van de MR is op PSJ / PPE geregeld in een door de Raad van Bestuur vastgesteld reglement. Het reglement ligt op de schooladministratie ter inzage. Begeleiding beginnende docenten PPE beschikt over vier docentbegeleiders/coaches. Deze docenten hebben daartoe scholing gevolgd en wisselen schoolbreed hun ervaringen uit via collegiale consultatiebijeenkomsten. Deze bijeenkomsten vinden viermaal per jaar plaats onder leiding van een van hen. De docenten coach werkt vertrouwelijk met de beginnende docent en traint op de benodigde vaardigheden voor het lesgeven aan en het begeleiden van leerlingen in het praktijkonderwijs. De teamleider ondersteunt (coacht) de beginnende docent middels lesbezoeken en daar aan gekoppelde begeleidingsgesprekken. Toezicht / surveillance Toezicht is van invloed op de veiligheid omdat het incidenten kan helpen voorkomen en omdat het doeltreffend optreden bij incidenten kan bevorderen. Voor het gevoel van veiligheid van leerlingen en een prettig leerklimaat is effectief toezicht van groot belang. Elk personeelslid op school heeft een toezichthoudende taak, zowel binnen als buiten de lessen. Het is voor alle personeelsleden duidelijk wat hun toezichthoudende taak inhoudt. Tijdens het toezicht houden wordt aandacht besteed aan naleving van de gedragsregels en de huisregels die op school gelden. Met bijzondere aandacht voor de volgende punten: -
hoe leerlingen met elkaar omgaan; dat leerlingen Nederlands spreken dat vechtpartijen worden voorkomen of snel worden gestopt; dat risicoplaatsen zoals onzichtbare hoeken, de fietsenstalling en dergelijke extra in de gaten worden gehouden;
schoolveiligheidsplan PPE
28
21-12-2010
-
dat leerlingen hun rommel opruimen; dat leerlingen netjes omgaan met spullen van de school; dat leerlingen die eten en drinken zich op de daarvoor aangewezen plaatsen bevinden; dat leerlingen niet roken in de school; dat leerlingen niet mobiel bellen in de school; dat personen die niet in en om de school thuishoren, zich niet onder de leerlingen begeven; dat leerlingen die les hebben niet na de pauzes achterblijven in de pauzeruimten;
10.
Incidentprotocollen
Op PPE is in protocollen vastgelegd hoe te handelen bij verschillende probleemsituaties, die zich op de school kunnen voordoen. Het handhaven van de protocollen en de evaluatie van de werkwijze is essentieel voor het creëren en verbeteren van de schoolveiligheid op PPE voor leerlingen, medewerkers en ouders. De incidentprotocollen zijn aan het schoolveiligheidsplan toegevoegd. 11.
Stappenplan Ongevallen
Hoe te handelen bij ongevallen, brand en andere calamiteiten is beschreven in het calamiteitenplan. Dit is eveneens aan het schoolveiligheidsplan toegevoegd. 12.
SCHOLING
Om het personeel goed toe te rusten om een veilig schoolklimaat te bevorderen / in stand te houden, is er op PPE structureel aandacht voor gerichte scholing: - Coaching van (beginnende) leerkrachten - Training omgaan met agressie / conflicthantering Daarnaast bestaat de mogelijkheid om aan individuele trainingswensen van personeelsleden tegemoet te komen als het gaat om het zich veilig voelen in en om de school. Locatie-overstijgend wordt voor de betreffende personeelsleden scholing verzorgd aangaande: - BHV - EHBO 13.
SANCTIES
Sancties leerlingen De begeleidende leerkracht bepaalt primair een sanctie als het gedrag van een leerling daar aanleiding voor geeft. Zodra het gedrag van de leerling valt onder één van de in hoofdstuk 6 beschreven protocollen, bepaalt de in het protocol genoemde verantwoordelijke / regievoerder de op te leggen sanctie. Melding bij de politie wordt conform de samenwerkingsovereenkomst met politie / Halt uitgevoerd. Verschillende, mogelijke sancties zijn: - waarschuwing registratie met/zonder contact ouders - berisping registratie en contact met ouders - maatregel registratie en contact met ouders - schorsing registratie en contact met ouders, leerplicht, inspectie - definitieve verwijdering registratie en contact met ouders, leerplicht, inspectie Sancties Personeel Verschillende, mogelijke sancties, die in de CAO en het algemeen reglement van OMO zijn
schoolveiligheidsplan PPE
29
21-12-2010
vermeld: - waarschuwing - berisping - schorsing - ontslag 14.
INCIDENTENREGISTRATIE
Registratie Binnen de school heeft één persoon de verantwoordelijkheid voor de incidentenregistratie. Op de PPE is dat de veiligheidscoördinator. Door een centraal meldpunt in te stellen is het voor iedereen duidelijk waar incidenten gemeld moeten worden. Registreren is geen doel op zich, incidentenregistratie is een instrument om het veiligheidsbeleid te ontwikkelen en te verbeteren. De veiligheidscoördinator analyseert de cijfers, signaleert trends en vertaalt dit in adviserende zin in beleid, maatregelen en/of voorzieningen. Voorwaarden Heldere communicatie: iedereen binnen school weet welke incidenten bij de veiligheidscoördinator gemeld worden. Registratie is in handen van één persoon, de veiligheidscoördinator. Niet alle incidenten worden automatisch gemeld. De veiligheidscoördinator moet daarom voeling houden met de werkvloer. Analyse van de geregistreerde gegevens. Actie op basis van de gegevens. Incidenten Incidenten die gemeld moeten worden zijn: - Vechtpartij - Agressie (verbaal en/of fysiek) - Pesterij - Diefstal - Vernieling - Ongeluk - Verwonding - Discriminatie - Ongewenste intimiteiten Naast de registratie van deze feiten door de veiligheidscoördinator worden door de mentoren ook (dezelfde) voorvallen geregistreerd. Deze registratie is ten behoeve van het leerlingvolgsysteem en zijn bedoeld om een volledig beeld van de ontwikkeling van een individuele leerling te verkrijgen.
15.
KLACHTENREGELINGEN
Kwaliteitswet De inwerkingtreding van de Kwaliteitswet heeft onder meer betekend dat schoolbesturen sinds 1 augustus 1998 verplicht zijn een klachtenregeling vast te stellen en in te voeren. Volgens deze wet kunnen leerlingen en hun ouders/verzorgers klachten indienen over gedragingen en beslissingen of het nalaten daarvan van het bevoegd gezag en het personeel van de school. Het klachtrecht
schoolveiligheidsplan PPE
30
21-12-2010
heeft een belangrijke signaalfunctie met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. Door middel van de klachtenregeling ontvangen het bevoegd gezag en de school signalen die hen kunnen ondersteunen bij het verbeteren van het onderwijs en de gang van zaken op school. De rechten en plichten van ouders, leerlingen en bevoegd gezag zijn voor PPE als school onder het bevoegd gezag van OMO in een aantal documenten vastgelegd. Al deze documenten liggen op de school (administratie) ter inzage. Klachtenregeling OMO Voor de school is een klachtenregeling vastgesteld door de Raad van Bestuur. Op basis van deze regeling kunnen ouders en leerlingen klachten indienen over gedragingen en beslissingen of het nalaten daarvan van onderwijzend personeel, schoolleiding of bestuursleden. Een klacht op basis van de klachtenregeling wordt in behandeling genomen als geen beroepsmogelijkheid mogelijk is op basis van het algemeen reglement of de regeling ter voorkoming seksuele intimidatie, agressie en geweld (waaronder pesten) en discriminatie.” Algemeen reglement Ons Middelbaar Onderwijs Het algemeen reglement regelt onder andere de rechten en plichten van ouders/leerlingen en eindverantwoordelijk schoolleider bij bevordering of afwijzing tot een volgend schooljaar, (niet-) toelating, schorsing en definitieve verwijdering. Het algemeen reglement ligt ter inzage bij de schooladministratie. Tegen een dergelijk besluit is bezwaar mogelijk bij de eindverantwoordelijk schoolleider. Een bezwaarschrift tegen een besluit tot bevordering of afwijzing tot een volgend leerjaar en schorsing moet binnen één week worden ingediend. Voor een bezwaarschrift tegen een besluit tot (niet-)toelating en definitieve verwijdering is de indieningtermijn zes weken. Directiestatuut Ons Middelbaar Onderwijs Het Directiestatuut regelt de verhouding tussen de voorzitter van de Raad van Bestuur en de eindverantwoordelijke schoolleider van de individuele school. Privacyreglement Ons Middelbaar Onderwijs In het privacyreglement staat weergegeven op welke wijze persoonsgegevens worden verwerkt en op welke wijze uitvoering gegeven wordt aan de Wet Bescherming Persoonsgegevens Regeling ter voorkoming seksuele intimidatie, agressie en geweld (waaronder pesten) en discriminatie Voor de school is een regeling vastgesteld door de Raad van Bestuur. Op basis van deze regeling wordt de zorg voor een prettig en veilig schoolklimaat en een prettige omgang met elkaar nagestreefd. Vertrouwenspersoon Seksuele intimidatie en seksueel misbruik kan zoveel, vooral psychische, schade aan een leerling of personeelslid toebrengen dat er terecht veel aandacht aan dit onderwerp wordt besteed. Zoals bij elke vorm van intimidatie en misbruik zijn er machtsverhoudingen in het spel. Een vertrouwenspersoon moet daarom gevoelsmatig dicht bij de slachtoffers staan en een open en gevoelige instelling hebben. Het is daarnaast de taak van de school de toegang tot de vertrouwenspersoon of de contactpersoon zo laagdrempelig mogelijk te maken. Over de vertrouwenspersoon: -
Vertrouwenspersonen worden aangesteld door de schooldirectie.
schoolveiligheidsplan PPE
31
21-12-2010
-
-
De directie stelt middelen (waaronder scholing) en faciliteiten beschikbaar De uitvoering van de klachtenregeling die door de school wordt gebruikt, mag nooit tot de taak van de vertrouwenspersoon behoren. Wel is de vertrouwenspersoon verplicht, indien er een klacht bij hem of haar wordt ingediend, de klacht door te verwijzen naar de klachtencommissie. Daarnaast is het ongewenst als vertrouwenspersonen worden belast met andere taken die in het vertrouwenscircuit voorkomen, maar die eigenlijk taken zijn van bijvoorbeeld het schoolmaatschappelijk werk of andere hulpverleners. De vertrouwenspersoon werkt wel nauw samen met de verschillende disciplines, maar kiest bewust het moment van doorverwijzing of overdracht. De vertrouwenspersoon is zich bewust van de plicht tot geheimhouding van de bij hem of haar ingediende klachten en de met hem of haar besproken vertrouwelijke informatie. Deze geheimhouding is echter ondergeschikt aan de meldplicht van de vertrouwenspersoon tegenover het bevoegd gezag van de school in gevallen van seksuele (en daarmee strafbare) handelingen tussen een medewerker van de school en een minderjarige leerling. De vertrouwenspersoon moet in voorkomende gevallen aan de klager mededelen dat hij of zij vanuit de functie verplicht is de inhoud van de klacht aan het bevoegd gezag van de school mede te delen.
De vertrouwensinspecteur Bij de Onderwijsinspectie zijn vertrouwensinspecteurs aangesteld, die een speciale scholing hebben gevolgd om klachten over seksuele intimidatie en seksueel misbruik adequaat af te handelen. Vertrouwensinspecteurs vervullen een klankbordfunctie voor leerlingen en personeelsleden die slachtoffer zijn van seksuele intimidatie of seksueel misbruik of die worden geconfronteerd met seksuele intimidatie of seksueel misbruik jegens andere leerlingen of personeelsleden. Vertrouwensinspecteurs adviseren over te nemen stappen en verlenen bijstand bij het zoeken naar oplossingen. Desgewenst begeleiden ze bij het indienen van een klacht of het doen van aangifte. Aangifteplicht en meldplicht Aangifteplicht bevoegd gezag. Om tot gerechtelijke vervolging te kunnen overgaan, is aangifte bij politie of justitie over het algemeen noodzakelijk. Daarom bevat de wet een aangifteplicht voor het bevoegd gezag van de school. Meldplicht personeel. Daarnaast is aan het personeel een meldplicht opgelegd. Alleen zo kan worden bewerkstelligd dat het bevoegd gezag daadwerkelijk in kennis wordt gesteld van strafbaar seksueel gedrag binnen de school. Het is niet voldoende voor een personeelslid om zich te wenden tot een tussenpersoon, zoals een lid van de schoolleiding. Het personeelslid is ervoor verantwoordelijk dat de informatie over het strafbare seksuele gedrag het bevoegd gezag bereikt. Meldt een personeelslid dergelijke informatie niet, dan kan hij of zij worden aangesproken op het verzaken van de plichten als werknemer. De wettelijke aangifteplicht en meldplicht is beperkt tot seksueel misbruik van leerlingen die op het moment van het misbruik jonger zijn dan achttien jaar. De grens is bij deze leeftijd gelegd omdat alle seksuele handelingen tussen medewerkers van de school en minderjarige leerlingen strafbaar zijn. Rehabilitatie na valse aantijgingen Als na justitieel onderzoek blijkt dat de klacht op valse gronden is ingediend, kan het bevoegd gezag de aangeklaagde een rehabilitatietraject aanbieden. Dat traject wordt samengesteld in overleg met de valselijk beschuldigde. Mogelijke onderdelen van dat traject zijn een brief aan de ouders/verzorgers, een teamgesprek, een leerlingenbijeenkomst, al dan niet in aanwezigheid van
schoolveiligheidsplan PPE
32
21-12-2010
de vals beschuldigde. Het bevoegd gezag kan tevens maatregelen treffen jegens de leerling die de valse beschuldiging heeft geuit. Dit kan variëren van de eis dat in het openbaar excuses worden aangeboden tot schorsing of verwijdering. De aangeklaagde kan over een incorrecte behandeling door het bevoegd gezag een klacht indienen bij de klachtencommissie. De aangeklaagde wordt daarmee klager. 16.
KWALITEITSHANDHAVING VEILIGHEIDSBELEID
Instrumenten voor toetsing Er zijn allerlei instrumenten waarmee de kwaliteit van het veiligheidsbeleid continu kan worden getoetst. Hieronder staan de belangrijkste voor PPE op een rij. Arbodienst De school is aangesloten bij een Arbo-dienst: Human Capital Care. Deze dienst verleent primair ondersteuning bij de uitvoering van het ziekteverzuimbeleid, maar wordt ook ingeschakeld bij andere Arbo-zaken omdat deze dienst, naast medici en maatschappelijk werkers, ook deskundige arbeidsspecialisten in dienst heeft. De Arbo-dienst werkt met vaste protocollen ziekteverzuim en bewaakt op die manier een deel van de kwaliteit van het werk. Veiligheidscoördinator en leden Arbowerkgroep Zij vervullen een belangrijke rol bij de bewaking van de kwaliteit. Door hun kennis van de school zijn ze in staat op details te letten en signalen tijdig op te vangen. Ze kunnen daardoor alert reageren en gebrek aan kwaliteit van het veiligheidsbeleid voorkomen. Risicoinventarisatie en -evaluatie De school is verplicht regelmatig, dat wil zeggen minstens eenmaal in de vijf jaar, een risicoinventarisatie en -evaluatie (RI&E) te houden. Een actueel plan van aanpak maakt zichtbaar wat er aan maatregelen is getroffen en welke knelpunten nog opgelost dienen te worden. De RI&E wordt volgens de wettelijke voorschriften uitgevoerd. Tijdens een inspectie (actief of reactief) verifieert SZW in principe: -
of geconstateerde overtredingen in de risicoinventarisatie en -evaluatie zijn opgenomen als risico; of de werkgever beschikt over een door een gecertificeerde Arbo-dienst getoetste risicoinventarisatie en -evaluatie; of de Arbo-dienst advies heeft uitgebracht ten aanzien van het plan van aanpak.
Toezichtkader Onderwijsinspectie Veiligheid is opgenomen in de toezichtkaders van de Onderwijsinspectie, onder het kwaliteitsaspect schoolklimaat. De beoordeling van het kwaliteitsaspect schoolklimaat vindt plaats aan de hand van zes indicatoren: personeelsleden en leerlingen gaan op een positieve manier met elkaar om; de school zorgt voor een aangename en motiverende omgeving voor leerlingen; de school zorgt voor een aangename en stimulerende werkomgeving voor personeelsleden; de school stimuleert de betrokkenheid van ouders en verzorgers; de school speelt een functionele rol binnen de lokale en regionale gemeenschap; de school zorgt voor veiligheid. De medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad / deelraad heeft eigen en uitgebreide bevoegdheden op het terrein van veiligheid. Bij Arbeidsinspectiezaken wordt de medezeggenschapsraad steeds
schoolveiligheidsplan PPE
33
21-12-2010
inge-licht. Zowel in de Arbo-wet als in de Wet medezeggenschap onderwijs zijn de bevoegdhe-den van de medezeggenschapsraad opgenomen. Deze bevoegdheden hebben meestal het hoogste niveau, namelijk het instemmingsrecht. Functioneringsgesprekken Door het open karakter van functioneringsgesprekken zijn zij voor de schoolleiding een goed middel om te weten te komen welke gevoelens van onveiligheid er bij het personeel leven en welke maatregelen ter verbetering werkzaam kunnen zijn. Bijstelling van het schoolveiligheidsplan Door het jaarlijks bijstellen van het SVP wordt de schoolveiligheidssituatie geactualiseerd. Controle Arbeidsinspectie De arbeidsinspectie (SZW) inspecteert scholen op eigen initiatief. De school kan ook om een inspectiebezoek verzoeken. Herziening Het SVP wordt jaarlijks in oktober geëvalueerd en gegeactualiseerd door de veiligheidscoördinator in overleg met de directie. Alle medewerkers zijn in de gelegenheid om suggesties tot aanpassing te doen. Tussentijdse aanpassing is mogelijk als hiervoor dringende redenen zijn. Aangepast beleid wordt gecommuniceerd met alle medewerkers.
schoolveiligheidsplan PPE
34
21-12-2010
SCHOOLVEILIGHEIDSPLAN Pleincollege PRAKTIJKSCHOOL EINDHOVEN
INCIDENTPROTOCOLLEN
schoolveiligheidsplan PPE
35
21-12-2010
Incidentenprotocollen Praktijkschool Eindhoven Incidentenprotocollen mei 2008 •
De incidentenprotocollen zijn opgesteld in de vorm van checklists ‘zijn we niet een stap vergeten’? Het kan nodig zijn om voor bepaalde incidenten een uitgebreider draaiboek binnen de school op te stellen.
•
In dit incidentenprotocol wordt geen aandacht besteed aan wettelijk verplichte procedures, zoals die voor brand, arbo ed. Let er op dat dit binnen de school wel geregeld is. Tevens behelst dit protocol geen strafmaat.
•
De school besteedt ook aandacht aan minder zichtbare incidenten, zoals (lichte) vormen van pesten, intimidatie en (stille) bedreiging (als jij dat, dan..). De school besteed aandacht aan het scheppen van een klimaat waarbinnen iedereen (personeel en leerlingen) melding durft te maken van incidenten.
•
Voor de procedures rond schorsing en verwijdering verwijzen we u naar artikel 2.2 t/m 2.4 van de paragraaf veilig in het schoolreglement.
•
Wanneer er sprake is van een strafbaar feit is het belangrijk dat het slachtoffer zelf aangifte doet. Juridisch gezien is het namelijk noodzakelijk dat de benadeelde c.q. het slachtoffer zelf gehoord wordt. Met een aangifte van alleen de school kan de politie vaak weinig uitrichten.
In geval van incidenten jegens de school als rechtspersoon (bijv diefstal) kan een hiertoe gemandateerd persoon namens de school uiteraard wel aangifte doen. Bij ernstige incidenten, zoals een steekpartij en geweldsincidenten, is het mogelijk dat politie, zonder aangifte van het slachtoffer, ambtshalve een proces-verbaal opmaakt, waarna het OM een zaak ambtshalve kan vervolgen. Dit is afhankelijk van de specifieke situatie en wordt door politie en OM beoordeeld. Het is dan ook altijd raadzaam om melding te doen bij de politie van ernstige incidenten die zich in en om de school voordoen! Gezien de aard van ons werk hebben wij de plicht, naast allerlei materiële veiligheidsbevorderende voorzieningen, continue alert te zijn met betrekking tot de vraag wat we kunnen doen of nalaten om optimale veiligheid voor collega’s en leerlingen te waarborgen. Ook de organisatie moet ervoor zorgdragen dat de werknemer zoveel mogelijk beschermd wordt tegen agressie en geweld en tegen de nadelige gevolgen ervan.
schoolveiligheidsplan PPE
36
21-12-2010
INHOUDSOPGAVE
Checklist Diefstal (bij leerling of school) Inbraak Vermissing leerling Vernieling Pesten Vechtpartij Mishandeling Verbale bedreiging (leerling jegens docent) Verbale bedreiging (leerling jegens leerling) Verbale bedreiging (anders) Fysieke bedreiging (leerling jegens docent) Fysieke bedreiging (leerling jegens leerling) Fysieke bedreiging (anders) Discriminatie Seksuele intimidatie Alcohol Drugs Vuurwerk Wapenbezit Wapengebruik BHV/EHBO Brandstichting Opvang na ingrijpende gebeurtenis Preventieve acties
schoolveiligheidsplan PPE
Nummer van checklist 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
37
21-12-2010
Checklist diefstal
Checklist nummer 1
Definitie: een goed dat van een ander is wegnemen met het oogmerk om dit toe te eigenen. Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader:
-melding diefstal bij veiligheidscoördinator -verder uitzoeken diefstal door coördinator (is dader bekend, zijn er cameraopnamen, getuigen) -afweging melding (incident en dader) ZT -gesprek dader -opleggen straf (afweging schorsing) -informeren ouders en afweging ouders op school -afwegen vertrouwenspersoon
Slachtoffer:
-aangifte (door slachtoffer / school als rechtspersoon) -(indien slachtoffer leerling) mentor slachtoffer wordt ingelicht -eventueel nazorg slachtoffer
School:
-schoolleiding wordt geïnformeerd -in geval van schorsing melding bij Leerplicht (gewenst), in geval van verwijdering melding bij Leerplicht en Inspectie (verplicht) -communicatie binnen de school over incident en afhandeling (met name slachtoffer, mentor, veiligheidscoördinator) -aansprakelijkheidstelling -afhandeling met de gemeente (verzekering) (als dader onbekend, of als diefstal uit de school) -vullen leerling logboek (zowel dader als slachtoffer, als dit een leerling is) -registeren IRIS
Niveau verantwoordelijkheid / regievoerder:
Teamleider
schoolveiligheidsplan PPE
38
21-12-2010
Checklist Inbraak
Checklist nummer 2
Definitie: diefstal + de toegang tot de plaats van het misdrijf verschaffen of het weggenomen goed onder zijn bereik brengen door middel van braak, verbreking of inklimming of met (een) valse sleutel(s). Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader (indien dader leerling)
-mentor / begeleider wordt ingelicht -afwegen melding ZT -gesprek dader -opleggen straf (in afstemming met eventueel strafrechtelijke traject) -informeren ouders -eventueel zorgtraject dader
Slachtoffer:
-aangifte (door school als rechtspersoon) -(indien slachtoffer leerling) nazorg slachtoffer
School:
-herstelwerkzaamheden politie -verzekering (let op termijn) -schoolleiding wordt geïnformeerd -afweging communicatie binnen de school over incident en afhandeling -vullen leerling dossier (zowel dader als slachtoffer) -registreren IRIS
Niveau verantwoordelijkheid / regievoerder:
Directie.
schoolveiligheidsplan PPE
39
21-12-2010
Checklist vermissing leerling
Checklist nummer 3
Definitie: het vermist worden van een leerling Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader: Slachtoffer:
--op de hoogte brengen ouders en inschakelen van hun hulp -inschakelen hulp politie, melding van zorg tot vermissing doen. -eventueel inschakelen hulpverlening / schoolmaatschappelijk werk voor eerste opvang en nazorg direct betrokkenen
School:
-schoolleiding wordt geïnformeerd -communicatie binnen de school over incident en afhandeling -vullen leerling logboek -registreren IRIS
Niveau verantwoordelijkheid / regievoerder:
Teamleider
schoolveiligheidsplan PPE
40
21-12-2010
Checklist vernieling
Checklist nummer 4
Definitie: het (volledig) vernielen, beschadigen, onbruikbaar maken of wegmaken van eigendommen van andere c.q. school N.B. Onder vernieling valt ook de vernieling van software (verspreiden van virussen e.d.) Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader:
-melding (bij veiligheidscoördinator / mentor) -mentor dader wordt ingelicht -afwegen melding zorg team -gesprek dader -opleggen straf -afweging informeren ouders -eventueel zorgtraject dader
Slachtoffer:
-afweging aangifte (door slachtoffer/ door school als rechtspersoon) -schadevergoeding / aansprakelijkheid
School:
-aanspreken verzekering dader en afwikkeling hiervan -schoolleiding wordt geïnformeerd -communicatie binnen de school over incident en afhandeling -vullen leerling dossier (zowel dader als slachtoffer) -registreren IRIS
Niveau verantwoordelijkheid / regievoerder:
Teamleider
schoolveiligheidsplan PPE
41
21-12-2010
Checklist pesten
Checklist nummer 5
Definitie: kwellen, treiteren van anderen. N.B. Stel als school een pestprotocol vast. Melding conform OMO regeling: Regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie. Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader:
-een ieder binnen de school die getuige is van pesten meldt dit (bij mentor of bouwcoördinator) -gesprek dader door mentor -opleggen straf -eventueel doorverwijzen naar ZT -afweging informeren ouders
Slachtoffer:
-slachtoffer meldt pesten bij docent (of direct bij mentor) -docent maakt melding bij mentor -mentor gaat gesprek aan met slachtoffer -afweging melding ZT -eventueel aanbieden hulp middels individuele gesprekken -afweging bemiddeling tussen slachtoffer en dader
School:
-afweging gesprek in de klas -informeren docententeam, zodat zij in hun lessen hier ook aandacht voor hebben -vullen leerling dossier (zowel dader als slachtoffer) -registeren
Niveau verantwoordelijkheid / regievoerder:
Docent evt Teamleider
schoolveiligheidsplan PPE
42
21-12-2010
Checklist vechtpartij
Checklist nummer 6
Definitie: met lichamelijk geweld of met wapens tegen iemand tekeergaan. Melding conform OMO regeling: Regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie. Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader:
-melding vechtpartij (bij veiligheidscoördinator / mentor) -mentor / begeleider dader wordt ingelicht -afwegen melding ZT. -gesprek dader -opleggen straf -afweging informeren ouders -eventueel zorgtraject dader
Slachtoffer:
-afweging aangifte (door slachtoffer) -eerste hulp slachtoffer en gesprek -eventueel nazorg slachtoffer
School:
-communicatie binnen de school over incident en afhandeling -vullen leerling dossier (zowel dader als slachtoffer) -registreren IRIS
Niveau verantwoordelijkheid / regievoerder:
Teamleider
schoolveiligheidsplan PPE
43
21-12-2010
Checklist mishandeling
Checklist nummer 7
Definitie: het bewust geestelijk dan wel fysiek toebrengen van letsel. Melding conform OMO regeling: Regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie. Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader:
-melding mishandeling (bij veiligheidscoördinator / mentor) -mentor dader wordt ingelicht -afweging melding ZT -gesprek dader -opleggen straf, afweging schorsing / verwijdering -afweging informeren ouders en /of ouders op school -eventueel zorgtraject dader
Slachtoffer:
-afweging aangifte (door slachtoffer) -eerste hulp slachtoffer en gesprek -eventueel nazorg slachtoffer -inschakelen vertrouwenspersoon
School:
-schoolleiding wordt geïnformeerd -in geval van schorsing melding bij Leerplicht (gewenst), in geval van verwijdering melding bij Leerplicht en Inspectie (verplicht) -communicatie binnen de school over incident en afhandeling -vullen leerling dossier (zowel dader als slachtoffer) -registreren IRIS
Niveau verantwoordelijkheid / regievoerder:
Teamleider
schoolveiligheidsplan PPE
44
21-12-2010
Checklist Verbale bedreiging (lln vs docent)
Checklist nummer 8
Definitie: woordelijk, mondeling dreigen kwaad te berokkenen op een docent. Melding conform OMO regeling: Regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie. Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader:
-een ieder binnen de school die getuige is van verbale bedreiging doet hiervan melding (bij veiligheidscoördinator / mentor) -docent maakt melding (bij veiligheidscoördinator / mentor) -mentor leerling wordt ingelicht -melding ZT -gesprek leerling -opleggen straf -ouders op school -eventueel zorgtraject leerling
Slachtoffer:
-afweging aangifte (door slachtoffer) -checken bij docent of afhandeling naar tevredenheid is verlopen -afwegen vertrouwenspersoon -nazorg docent
School:
-communicatie binnen de school over incident en afhandeling -vullen leerling dossier -registreren IRIS
Niveau verantwoordelijkheid / regievoerder:
Teamleider
schoolveiligheidsplan PPE
45
21-12-2010
Checklist Verbale bedreiging (lln. vs lln.)
Checklist nummer 9
Definitie: woordelijk, mondeling dreigen kwaad te berokkenen op een leerling. Melding conform OMO regeling: Regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie. Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader:
-een ieder binnen de school die getuige is van verbale bedreiging doet hiervan melding (bij veiligheidscoördinator / mentor) -en / of slachtoffer maakt melding (bij veiligheidscoördinator / mentor) -mentor dader wordt ingelicht -afweging melding ZT -gesprek dader -opleggen straf -afweging informeren ouders en / of ouders op school -eventueel zorgtraject dader
Slachtoffer:
-afweging aangifte (door slachtoffer) -gesprek slachtoffer -nazorg slachtoffer
School:
-communicatie binnen de school over incident en afhandeling -vullen leerling dossier (zowel dader als slachtoffer) -registreren IRIS
Niveau verantwoordelijkheid / regievoerder:
Teamleider
schoolveiligheidsplan PPE
46
21-12-2010
Checklist verbale bedreiging (overig)
Checklist nummer 10
Definitie: woordelijk, mondeling dreigen kwaad te berokkenen op een ander persoon. bijv ouder, bewoner, leerling andere school jegens leerling, personeel school) Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader:
-een ieder binnen de school die getuige is van verbale bedreiging doet hiervan melding (bij veiligheidscoördinator / mentor) -en / of slachtoffer maakt melding (bij veiligheidscoördinator / mentor) -afweging inschakelen externe deskundige / bemiddelaar -afweging gesprek dader
Slachtoffer:
-afweging aangifte (door slachtoffer) -gesprek slachtoffer -nazorg slachtoffer
School:
-afweging communicatie binnen de school over incident en afhandeling -vullen leerling dossier (als leerling betrokken is) -registreren IRIS
Niveau verantwoordelijkheid / regievoerder:
Teamleider
schoolveiligheidsplan PPE
47
21-12-2010
Checklist Fysieke bedreiging (lln vs docent)
Checklist nummer 11
Definitie: lichamelijk dreigen kwaad te berokkenen op een docent. Melding conform OMO regeling: Regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie. Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader:
-een ieder binnen de school die getuige is van fysieke bedreiging doet hiervan melding (bij veiligheidscoördinator / mentor) -docent maakt melding (bij veiligheidscoördinator / mentor) -mentor leerling wordt ingelicht -afwegen melding ZT -gesprek dader -opleggen straf (afweging schorsing, verwijdering) -ouders op school -eventueel zorgtraject leerling
Slachtoffer:
-afweging aangifte (door slachtoffer) -checken bij docent of afhandeling naar tevredenheid is verlopen -nazorg docent
School:
-in geval van schorsing melding bij Leerplicht, in geval van verwijdering melding bij Leerplicht en Inspectie. -communicatie binnen de school over incident en afhandeling -vullen leerling dossier -registreren IRIS
Niveau verantwoordelijkheid / regievoerder:
Teamleider
schoolveiligheidsplan PPE
48
21-12-2010
Checklist Fysieke bedreiging (lln. vs lln.)
Checklist nummer 12
Definitie: lichamelijk dreigen kwaad te berokkenen op een leerling. Melding conform OMO regeling: Regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie. Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader:
-een ieder binnen de school die getuige is van fysieke bedreiging doet hiervan melding (bij veiligheidscoördinator / mentor) -en / of slachtoffer maakt melding (bij veiligheidscoördinator / mentor) -mentor dader wordt ingelicht -afwegen melding ZT -gesprek dader -opleggen straf (schorsing, verwijdering) -ouders op school -eventueel zorgtraject dader
Slachtoffer:
-afweging aangifte (door slachtoffer) -gesprek slachtoffer -nazorg slachtoffer
School:
-in geval van schorsing melding bij Leerplicht, in geval van verwijdering melding bij Leerplicht en Inspectie. -communicatie binnen de school over incident en afhandeling -vullen leerling dossier (zowel dader als slachtoffer) -registreren IRIS
Niveau verantwoordelijkheid / regievoerder:
Teamleider
schoolveiligheidsplan PPE
49
21-12-2010
Checklist Fysieke bedreiging (anders)
Checklist nummer 13
Definitie: lichamelijk dreigen kwaad te berokkenen op een ander persoon. (bijv ouder, bewoner, leerling andere school jegens leerling, personeel school) Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader:
-een ieder binnen de school die getuige is van fysieke bedreiging doet hiervan melding (bij veiligheidscoördinator / mentor) -en / of slachtoffer maakt melding (bij veiligheidscoördinator / mentor) -afweging inschakelen externe deskundige / bemiddelaar -afweging gesprek dader
Slachtoffer:
-aangifte (door slachtoffer) -gesprek slachtoffer -nazorg slachtoffer
School:
-afweging communicatie binnen de school over incident en afhandeling -vullen leerling dossier (als leerling betrokken is) -registreren IRIS
Niveau verantwoordelijkheid / regievoerder:
Teamleider
schoolveiligheidsplan PPE
50
21-12-2010
Checklist Discriminatie
Checklist nummer 14
Definitie: ongeoorloofd onderscheid dat gemaakt wordt op grond van bepaalde kenmerken. N.B. besteed binnen de mentorlessen aandacht aan discriminatie en de ernst hiervan. Melding conform OMO regeling: Regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie. Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader:
-melding discriminatie (bij veiligheidscoördinator / mentor) -mentor wordt ingelicht -afweging melding ZT -gesprek dader -opleggen straf, afweging schorsing -afweging informeren ouders -eventueel zorgtraject dader
Slachtoffer:
-afweging aangifte (door slachtoffer) -eventueel nazorg slachtoffer
School:
-in geval van schorsing melding bij Leerplicht (gewenst) -communicatie binnen de school over incident en afhandeling -vullen leerling dossier (zowel dader als slachtoffer) -registreren IRIS
Niveau verantwoordelijkheid / regievoerder:
Teamleider
schoolveiligheidsplan PPE
51
21-12-2010
Checklist seksuele intimidatie
Checklist nummer 15
Definitie: allerlei vormen van seksueel getinte aandacht die tot uitdrukking komt in verbaal, nonverbaal of lichamelijk gedrag. Het gedrag wordt door degene die het ondergaat ervaren als ongewenst en onplezierig. Het seksueel intimiderend gedrag kan zowel opzettelijk als onopzettelijk zijn. Melding conform OMO regeling: Regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie. N.B. Met name als een docent beschuldigd wordt van seksuele intimidatie; zorg voor een snelle afhandeling, met één vast aanspreekpunt binnen de school, en leg de regie bij de directie. N.B. De inspectie kan ook hulp bieden. Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader:
-melding seksuele intimidatie (bij veiligheidscoördinator / vertrouwenspersoon / mentor) -mentor dader wordt ingelicht -afweging melding ZT -gesprek dader -opleggen straf, afweging schorsing / verwijdering -afweging informeren ouders en /of ouders op school -eventueel zorgtraject dader
Slachtoffer:
-afweging aangifte (door slachtoffer) -eerste hulp slachtoffer en gesprek -inschakelen vertrouwenspersoon -afweging inschakelen hulp externe deskundige voor nazorg slachtoffer -nazorg slachtoffer en eventueel ouders /direct betrokkenen slachtoffer
School:
-in geval van schorsing melding bij Leerplicht (gewenst), in geval van verwijdering melding bij Leerplicht en Inspectie (verplicht) -afweging communicatie binnen de school over incident en afhandeling -eventueel nabespreken met docententeam / personeel school -eventueel organiseren nazorg binnen de school -vullen leerling dossier (zowel dader als slachtoffer) -registreren IRIS
Niveau verantwoordelijkheid / regievoerder:
Teamleider / directie
schoolveiligheidsplan PPE
52
21-12-2010
Checklist Alcohol
Checklist nummer 16
Definitie: Alcohol bezit en / of gebruik (door leerling) Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader:
-een ieder die alcohol vindt of gebruik hiervan ziet bij leerlingen binnen de school doet melding hiervan (bij veiligheidscoördinator / mentor) -als dader niet bekend wordt er door de bouwcoördinator een ‘onderzoek’ ingesteld -gesprek dader -opleggen straf (afweging straf of schorsing) -informeren ouders en eventueel ouders op school
Slachtoffer: School:
--indien leerling minderjarig melding hiervan bij verkoper -in geval van schorsing melding bij Leerplicht -communicatie binnen de school over incident en afhandeling (o.a. mentor, veiligheidscoördinator) -vullen leerling logboek -registratie IRIS
Niveau verantwoordelijkheid / regievoerder:
Teamleider
schoolveiligheidsplan PPE
53
21-12-2010
Checklist Drugs
Checklist nummer 17
Definitie: stimulerend, verdovend of hallucinerend middel in het bezit van een leerling. Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader:
-een ieder die drugs vindt en / of ziet doet melding hiervan (bij directie) -indien eigenaar onbekend wordt er door bouwcoördinator, eventueel in overleg met de politie, een onderzoek ingesteld -bij een redelijk vermoeden van drugsbezit bij een leerling / op de school, dient contact opgenomen te worden met de politie. De reguliere activiteiten bij misdrijf worden vervolgens uitgevoerd op basis van de Opiumwet. Hierbij wordt op initiatief van de politie opgetreden, de politie is op dit vlak regiehouder. -bouwcoördinator spreekt leerling aan en neemt drugs af -directie neemt contact op met politie -school doet aangifte en draagt drugs over aan politie -opleggen straf (afweging schorsing) -ouders op school -zorg traject leerling
Slachtoffer: School:
--in geval van schorsing melding bij Leerplicht -communicatie binnen de school over incident en afhandeling -vullen leerling logboek -registratie IRIS
Niveau verantwoordelijkheid / regievoerder:
Teamleider
schoolveiligheidsplan PPE
54
21-12-2010
Checklist vuurwerk
Checklist nummer 18
Definitie: een of meer voorwerpen, gevuld met ontploffende, brandbare en lichtgevende mengsels in het bezit van een leerling. Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader:
-een ieder die vuurwerk vindt en / of ziet doet melding hiervan (bij veiligheidscoördinator / mentor) -mentor dader wordt ingelicht -afweging melding ZT -gesprek dader -aangifte (door slachtoffer indien letselschade / door school als rechtspersoon) -opleggen straf -afweging informeren ouders
Slachtoffer:
-Opvang / eerste hulp slachtoffer. -aangifte door slachtoffer indien letselschade.
School:
-in geval van letselschade, afwikkeling hiervan -afweging communicatie binnen de school over incident en afhandeling -vullen leerling logboek -registreren IRIS
Niveau verantwoordelijkheid / regievoerder:
Teamleider
schoolveiligheidsplan PPE
55
21-12-2010
Checklist wapenbezit
Checklist nummer 19
Definitie: het in bezit hebben van wapens (voorwerp om mee te vechten) Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader:
-een ieder die een wapen vindt en / of ziet doet melding hiervan (bij directie) -indien eigenaar onbekend wordt er door bouw coördinator, in overleg met de politie, een onderzoek ingesteld -bij een redelijk vermoeden van wapenbezit bij een leerling / op de school, dient contact opgenomen te worden met de politie. De reguliere activiteiten bij misdrijf worden vervolgens uitgevoerd op basis van de Wet Wapens en Munitie (conform de bepalingen in het wetboek van strafvordering). Hierbij wordt op initiatief van de politie opgetreden, de politie is op dit vlak regiehouder -bouwc. spreekt leerling aan -bouwc. neemt contact op met politie -bouwc. neemt, eventueel na overleg met politie, het wapen in -school doet aangifte en draagt wapen over aan politie -opleggen straf (schorsing of verwijdering) -ouders op school -zorg traject leerling (in afstemming met eventueel strafrechtelijk traject)
Slachtoffer: School:
--in geval van schorsing melding bij Leerplicht, in geval van verwijdering melding bij Leerplicht en Inspectie. -communicatie binnen de school over incident en afhandeling -vullen leerling logboek -registratie IRIS
Niveau verantwoordelijkheid / regievoerder:
Teamleider
schoolveiligheidsplan PPE
56
21-12-2010
Checklist wapengebruik
Checklist nummer 20
Definitie: een voorwerp gebruiken om mee te vechten. Denk aan mes, pistool, geweer etc. N.B. Denk na over eventuele communicatie naar buiten toe, de aanpak, effecten hiervan ed. Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader:
-directie wordt terstond op de hoogte gebracht -inschakelen politie (is regiehouder) -ouders op school -afweging verwijdering leerling
Slachtoffer:
-aangifte (door slachtoffer) -nazorg slachtoffer en omgeving slachtoffer (familie, vrienden, school)
School:
-in geval van verwijdering melding bij Leerplicht en Inspectie -communicatie binnen de school over incident en afhandeling -nabespreken met docententeam / personeel school -organiseren nazorg binnen de school -registratie IRIS
Verantwoordelijkheid / regievoerder:
Directie
schoolveiligheidsplan PPE
57
21-12-2010
Checklist BHV & EHBO
Checklist nummer 21
Definitie: bedrijfshulpverleningsorganisatie – eerste hulp bij ongelukken. N.B. de BHV beschikt over een eigen plan (te weten calamiteitenplan en ontruimingsplan). Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader: Slachtoffer:
--eerste hulp slachtoffer -eventueel nazorg slachtoffer -afweging informeren ouders -gesprek slachtoffer oorzaak ongeval -afhandeling schadevergoeding / aansprakelijkheid
School:
-organiseren Bedrijfshulpverlening (BHV) -inschakelen arbeidsinspectie -schoolleiding wordt geïnformeerd -onderzoek naar oorzaak ongeval -eventueel aanpassen regelingen, gedragingen, materialen nav ongeval -afhandeling schadevergoeding / aansprakelijkheid -eventueel communicatie binnen de school over incident en afhandeling -vullen leerling logboek (indien slachtoffer leerling) -registreren IRIS
Niveau verantwoordelijkheid / regievoerder:
Hoofd BHV
schoolveiligheidsplan PPE
58
21-12-2010
Checklist Brandstichting
Checklist nummer 22
Definitie: delict, het opzettelijk vernietigen van voorwerpen door middel van vuur, als het door schuld veroorzaken van brand. Uiteraard bij brand Hoofd BHV waarschuwen of 112 bellen. Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader:
-een ieder die brandstichting ziet binnen of buiten de school doet melding hiervan (bij veiligheidscoördinator / bouwcoördinator) -als dader niet bekend wordt er door de bouw coördinator een ‘onderzoek’ ingesteld -gesprek dader -opleggen straf (afweging straf of schorsing) -informeren ouders en eventueel ouders op school
Slachtoffer:
-Bij eventuele slachtoffers eerste hulp verlenen. -Ter medische controle naar arts of eerste hulp brengen. -Ouders inlichten.
School:
-in geval van letselschade, afwikkeling hiervan. -schoolleiding wordt geïnformeerd -in geval van verwijdering melding bij Leerplicht en Inspectie -communicatie binnen de school over incident en afhandeling -nabespreken met docententeam / personeel school -organiseren nazorg binnen de school -registratie IRIS
Niveau verantwoordelijkheid / regievoerder:
Teamleider
schoolveiligheidsplan PPE
59
21-12-2010
Checklist opvang na ingrijpende gebeurtenis Checklist nummer 23 Definitie: Onder een ingrijpende gebeurtenis wordt verstaan voorvallen waarbij een werknemer psychisch of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van arbeid. Beheersing gebeurtenis: zie inhoudsopgave voor andere checklist. Actie die ondernomen wordt tegen c.q met: Dader: Slachtoffer:
-Collega's en/of leiding bieden eerste hulp en opvang.
School:
-De leidinggevende informeert naar situatie slachtoffer, dader, gang van zaken, en wijze van beëindiging van situatie. -Bespreekt direct de eventueel te nemen maatregelen zoals: hervatting werk, (bijzonder) verlof, ziekmelding, maatregelen naar dader, mogelijke aangifte bij politie. -indien noodzakelijk een melding aan de bedrijfsarts en/of de arbeidsinspectie. - Indien nodig wordt in een teambijeenkomst c.q. bouwoverleg het geweldsincident besproken: ruimtegevend gesprek zonder beoordeling/veroordeling van het handelen van betrokkene. - De leidinggevende heeft na enkele dagen gesprek(je) met betrokkene: belangstelling, praten over veiligheidsgevoel en veiligheidsbeleid en hoe het verder kan gaan. -De Bedrijfsarts neemt contact op met betrokkene als deze of de leiding hierom gevraagd heeft. - Enkele weken na het geweldsincident c.q. na werkhervatting heeft de leidinggevende een afrondend gesprek met betrokkene. -De geregistreerde geweldsincidenten worden besproken in het eerstvolgende overleg van de veiligheidscommissie. Betrokken medewerkers en/of leiding kunnen, ook op eigen verzoek daarbij worden uitgenodigd.
Niveau verantwoordelijkheid / regievoerder:
Direct leidinggevende / directie
NB. Ondanks voornoemde maatregelen zijn incidenten nooit geheel uit te sluiten en blijven deze voorkomen. Daarom is een goede opvang van slachtoffers van agressie- en geweldsincidenten van groot belang. In de eerste plaats zal betrokkene zich gesteund voelen door de organisatie en het incident mogelijk beter kunnen verwerken. Verder kan door een goede opvang de drempel om over de oorzaak van het incident te praten verlaagd worden, hetgeen belangrijk is voor preventie naar de toekomst toe.
schoolveiligheidsplan PPE
60
21-12-2010
Checklist Luizen
Checklist nummer 24
Hoe te herkennen • luizen zijn te herkennen aan jeuk op het hoofd; • als je luizen of neten (= eitjes) ziet, is er besmetting; • een volwassen luis is ongeveer 3 mm groot; • luizen leggen 6 eitjes per dag, vlakbij de haarwortel; • 1 luis kan tijdens zijn (korte) leven 240 eitjes leggen; • neten zijn meestal grijswit en lijken erg op roos; • roos zit los maar neten zitten vast; • luizen zoeken warme plekjes (achter de oren, etc.) • vrouwtjes-luis (links) • mannetjes-luis (rechts) Hoe te handelen Op het PPE word niet preventief gecontroleerd. Er is gekozen om pas actie te ondernemen wanneer er hoofdluis word geconstateerd bij leerlingen. Bij het vermoeden dat een kind besmet is met hoofdluis kan het “Luizenteam” worden ingeschakeld. De klas zal worden gecontroleerd door een lid van het luizenteam. Deze stelt een diagnose. De leerlingen waarbij hoofdluis is geconstateerd krijgen aan het einde van de dag een brief mee naar huis waarin ouders verzocht worden hun kind te behandelen met een luizenbestrijdingsmiddel. De veiligheidscoördinator belt naar huis om ouders verder voor te lichten. Nadat ouders hun kind thuis hebben behandeld moeten leerlingen zo spoedig mogelijk terugkeren naar school. Na twee weken controleert wederom een lid van het luizenteam de gehele klas. Luizenteam Het luizenteam is een geselecteerde groep docenten die door de GGD zijn voorgelicht over het herkennen van hoofdluis en de behandeling daarvan. Deze docenten kunnen worden ingezet als er het vermoeden bestaat van hoofdluis. Deze docenten zijn direct inzetbaar. Het luizenteam bestaat uit de volgende leerkrachten: • • • • • (Als er luizen worden geconstateerd op het ATC, zal ……. de heren controleren en zal ……. worden ingeschakeld om op het ATC de dames te komen controleren.)
schoolveiligheidsplan PPE
61
21-12-2010
Checklist preventieve acties
Checklist nummer 25
Definitie: acties bedoeld om erger te voorkomen. Waarbij voorwerpen cq goederen die verboden zijn of die door de schoolleiding als niet verantwoord worden aangemerkt, aangetroffen worden . - Er kan, ter preventie van wapen- of drugsbezit op school, door de school een preventieve kluisjescontrole actie worden opgestart. - De school kan ook besluiten om ter preventie van wapen- of drugsbezit op school preventief te fouilleren of tassencontrole uit te voeren. Bij het aantreffen van voorwerpen cq goederen door de schoolleiding dient als volgt gehandeld te worden: - Alle harddrugs en wapens, met uitzondering van voorwerpen vermeld onder artikel 2 lid 1 cat 4 onder Wet Wapens en Munitie, worden door de schoolleiding overgedragen aan de politie en door de politie in beslag genomen. - Indien het een voorwerp betreft dat geschaard kan worden onder art 2 lid 1 cat 4 onder 7 WWM, dan hangt het ervan af of gelet op de aard en/of omstandigheden waaronder de voorwerpen worden aangetroffen redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij voor geen ander doel bestemd zijn dan om letsel toe te brengen of te dreigen. - Overige voorwerpen en/of goederen zijn ter beoordeling van de schoolleiding hoe te handelen. PREVENTIE In de preventieve sfeer zijn er een tweetal veiligheidsmaatregelen te onderscheiden; de fysieke en de sociale preventie. 1) Fysieke preventie Dit soort preventie richt zich op materiële en bouwkundige zaken. Materiële zaken zijn bijvoorbeeld een goed werkende alarminstallatie. Onder bouwkundige zaken vallen b.v. de inrichting van (spreek)kamer, verlichting, inrichting wachtruimte etc. 2) Sociale preventie Sociale preventie richt zich op maatregelen voor een betere veiligheid van personele en organisatorische aard. Onder personele maatregelen worden verstaan: Voorlichting/instructie De medewerkers dienen te worden voorgelicht over de risico's inzake agressie en geweld hoe te handelen bij een incident, welke veiligheidsmaatregelen er genomen zijn en hoe de opvang van slachtoffers is geregeld. Dit dient ter sprake te komen bij de introductie van nieuwe medewerkers en tijdens het werkoverleg. Training Voor iedere medewerker zijn trainingsmogelijkheden. Zogeheten "training agressiepreventie". Deze trainingen richten zich op preventie en fysieke technieken en vaardigheden. Organisatorische maatregelen kunnen o.m. zijn: - melding- en registratieprocedure - voldoende personeel - aanleg alarmeringssysteem. - duidelijke openings-/sluitingsprocedure. In principe zijn de leidinggevenden verantwoordelijk om voornoemde maatregelen te effectueren. Daarnaast heeft ook de werknemer de verplichting (wettelijk) om de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht te nemen, ter vermijding van gevaren voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemer zelf of anderen (b.v. collega's).
schoolveiligheidsplan PPE
62
21-12-2010
CALAMITEITENPLAN PRAKTIJKSCHOOL EINDHOVEN inhoudsopgave
Pleincollege Praktijkschool Eindhoven
schoolveiligheidsplan PPE
63
21-12-2010
INHOUDSOPGAVE: 1: Alarmnummers: 1.1 Alarmnummers school 1.2 Interne telefoonnummers 1.3 Alarmnummers hulpverleningsdiensten 2: Risico’s: 2.1 Inventarisatie 2.2 Beheersing risico's 3.Maatregelen bij brand: 3.1 Algemeen 3.2 Alarmering 3.3 Brandinstructies 3.4 Ontruimen 3.5 Bluswaterverontreiniging 3.6 Opruimen verbrande resten 4: Maatregelen bij sirene alarm: 4.1 Algemeen 4.2 Maatregelen 4.3 Frequentie rampenzender 4.4 Ontruimen 5: Maatregelen bij explosiegevaar & gaswolk: 5.1 Algemeen 5.2 Maatregelen 5.3 Schuilen 5.4 Ontruimen 6: Maatregelen bij bommelding: 6.1 Melding 6.2 Maatregelen 6.3 Ontruimen 7: Maatregelen bij ongeval: 7.1 Algemeen 7.2 Melding 7.3 Maatregelen 7.3.1 Reanimatie /AED 7.3.2 Beknelling 7.3.3 Aanrijding 7.4 Ontruimen 8: Ontruimingsinstructies: 9: Bijlage index:.
schoolveiligheidsplan PPE
64
21-12-2010
SCHOOLVEILIGHEIDSPLAN Pleincollege PRAKTIJKSCHOOL EINDHOVEN
BIJLAGEN
schoolveiligheidsplan PPE
65
21-12-2010
Overzicht op de schooladministratie relevante beschikbare documenten ter inzage 2.
Samenwerkingsovereenkomst Veiligheid Op school
2.
Calamiteitenplan / ontruimingsplan
3.
Klachtenregeling OMO
4.
Privacy reglement OMO
5.
Algemeen reglement OMO
6.
Regeling ter voorkoming seksuele intimidatie OMO
7.
Directiestatuut OMO
8.
Schooldirectiestatuut Het Plein / PPE
9.
Gebruiksvergunning gebouw Amundsenlaan
10.
(G)MR-reglement OMO
11.
Zorgstructuur PPE
12.
Verzuimprocedure leerlingen
Overzicht bijlagen: Bijlage 1
Overzicht gediplomeerde BHV-ers en EHBO-ers
Bijlage 2
Handelwijze omtrent media-aandacht
Bijlage 3
Leerlingenstatuut
Bijlage 4
Stappenplan bij overlijden
Bijlage 5
Evaluatievragen
Bijlage 6
Belangrijke adressen
schoolveiligheidsplan PPE
66
21-12-2010
BIJLAGE 1 Gediplomeerde BHV-ers op PPE d.d. ……….: …… ………….. ………. Gediplomeerde EHBO-ers op PPE d.d. ………: …… ………… ….. BIJLAGE 2 -
-
-
-
Wat te doen met media-aandacht
Als je voor het eerst over een onderwerp wordt benaderd door de media, vraag dan door wie je precies wordt benaderd en hoe die persoon te bereiken is. Voordat je inhoudelijk ingaat op vragen van de media, laat je je informeren over de aanleiding van het contact, de inhoud van het contact, de bedoeling van het contact en over de informatie die ze al hebben. Als je daadwerkelijk informatie gaat verstrekken, zorg dan dat je met iemand uit je eigen werkomgeving hebt besproken wat je gaat zeggen, dat je bedenktijd inbouwt voordat je antwoordt en dat je de waarheid spreekt. Stel het personeel, de leerlingen en de MR, en eventueel alle ouders per brief, op de hoogte van de feiten opdat het verhaal intern niet wordt behandeld als geheim of als taboe en daardoor een eigen leven gaat leiden. Laat het personeel, de leerlingen en de ouders weten dat eigenhandige informatieverstrekking aan de media zorgt voor verwarring en tegenstrijdige verhalen en dat het beter is eerst te spreken met de mediacoördinator van de school voordat je informatie verstrekt aan de media. Als je informatie gaat verstrekken aan de media, spreek dan vooraf (wanneer je nog wat te bieden hebt en dus de macht hebt om voorwaarden te stellen) af dat je de publicatie wilt zien vóór plaatsing, met de gelegenheid om te corrigeren. Als dit laatste niet mogelijk is, bedenk dan of je wel wilt meewerken. Een handige manier om de berichtgeving zelf in de hand te houden is het uitgeven van een persbericht. Dit is over het algemeen zeer aan te raden. Een persbericht heeft de vorm van een kort artikel, klaar voor publicatie. Van belang is dat er in een persbericht nieuws wordt gemeld, in heldere en bondige formuleringen. Een persconferentie is een andere manier om zaken onder de aandacht te brengen en is vooral geschikt voor positief nieuws. Voor het verstrekken van informatie over een incident is een persbericht gepaster. Het aanmaken van een persbestand is aan te raden. Dit bestand kan contact-informatie bevatten van persbureaus, kranten, tijdschriften, omroepen, radio- en televisieprogramma's en individuele journalisten. Als er ongewenst cameraploegen rondlopen bij de school, zorg dan dat de personeelsleden geen toestemming aan de media geven om binnen te komen en dat de leerlingen zo veel mogelijk naar binnen worden gehaald en binnen blijven. Vraag de media vriendelijk om niet te filmen. Zolang dit filmen op de openbare weg gebeurt, kun je het niet verbieden. Je kunt ze in ruil daarvoor iets aanbieden, bijvoorbeeld een interview op een ander moment en op een andere plaats.
schoolveiligheidsplan PPE
67
21-12-2010
Wat na te laten -
-
-
Kaart geen problemen binnen de school aan via de media in plaats van ze intern te proberen op te lossen. Dan wordt de school van binnenuit kapotgemaakt. Denk niet dat de media-aandacht wel mee zal vallen. Behandel journalisten niet alsof ze zonder uitzondering sensatiezoekende aasgieren zijn. Wanneer journalisten druk uitoefenen voor het krijgen van informatie, is het goed te bedenken dat hun handelen vaak wordt beïnvloed door de druk van een deadline. Verder is het goed te bedenken dat de media vaak geen expert zijn op het gebied van het onderwerp dat ze verslaan. Houd daar rekening mee bij het gebruik van jargon en afkortingen. Onthoud de media niet alle informatie en verbied ze niet van alles, zonder tegelijkertijd ook iets te bieden. Beloof een medium niet te gemakkelijk een primeur: dit beperkt je verdere vrijheid van informatieverstrekking. Doe dit daarom alleen als daar belangrijke voordelen uit voortvloeien. Beloof de media niet om terug te bellen als je dat vervolgens niet doet. Maak geen ruzie met de media. Word bij voorkeur niet emotioneel tijdens een contact met de media. Reageer niet inhoudelijk voordat je je hebt laten informeren over de naam en het telefoonnummer van degene met wie je spreekt, over de aanleiding, de inhoud en de bedoeling van het mediacontact en over de informatie waarover ze al beschikken. Noem geen namen van betrokken personen en/of scholen. Noem ook geen andere persoonlijke gegevens zoals adres en achtergrond van betrokken personen. In dit verband is het verstandig om interviews niet op de eigen school af te geven, maar om een neutrale locatie te kiezen (bijvoorbeeld een park in de buurt / bureau Het Plein). Zo wordt voorkomen dat leerlingen en personeel voortdurend met de media-aandacht worden geconfronteerd en dat er in en om de school wordt rondgeneusd. Lieg niet en verstrek geen informatie waarvan je niet zeker bent of over zaken waar je niet genoeg vanaf weet. Het is beter toe te geven dat je iets niet weet, tijd te vragen om een antwoord voor te bereiden of eerlijk te zeggen dat je liever niet wilt antwoorden. De woorden 'geen commentaar' zijn af te raden omdat deze de indruk geven dat er iets te verbergen valt. Ga er niet vanuit dat een positief gesprek met een aardige journalist het overbodig maakt om vóór publicatie een artikel in te zien en te corrigeren. Als het goed is, vinden journalisten het normaal als je vraagt om inzage vooraf.
Overige aandachtspunten -
Het is erg afhankelijk van de journalist en/of het medium hoe je wordt benaderd en hoe informatie wordt weergegeven. Je weet vooraf dus niet wat je kunt verwachten. Wanneer een medium de verstrekte informatie onjuist weergeeft en dit medium niet openstaat voor nuancering van zijn bericht, kun je een ander medium benaderen om de juiste informatie te verslaan. Je kunt een bordje 'Verboden toegang voor onbevoegden, artikel 461 Wetboek van Strafrecht' bij de ingang van de school ophangen om aan te geven dat het privé-terrein van de school niet zonder toestemming mag worden betreden. Als de media-aandacht is veroorzaakt door een gebeurtenis die in de school zelf ook veel gevolgen heeft, zorg dan dat de schoolleiding alle tijd en ruimte heeft voor de interne afwikkeling van het incident door een niet-betrokken mediacoördinator aan te wijzen. Deze persoon draagt zorg voor alle contacten met de media en voor neutrale informatieverstrekking. Dit kan de eindverantwoordelijk schoolleider van een Pleincollege Sint-Joris zijn.
schoolveiligheidsplan PPE
68
21-12-2010
-
Alle media worden naar de mediacoördinator van de school verwezen. In ernstige gevallen is dat bij voorkeur iemand van buiten de school. Alleen het werktelefoonnummer van diegene mag aan de media worden gegeven. De mediacoördinator van de school regelt wie er door de media mogen worden geïnterviewd. Je kunt altijd met de afdeling voorlichting van de politie of met de gemeente contact opnemen. Zij kunnen helpen door bijvoorbeeld de media-aandacht naar zich toe te trekken of door te adviseren over de soort en de mate van informatieverstrekking aan de media.
BIJLAGE 3
Leerlingenstatuut (d.d 01.08.2009)
Leerlingenstatuut
(d.d. 01.08.09)
Dit is het leerlingenstatuut van het Pleincollege Praktijkschool Eindhoven. Hierin staan je rechten en plichten. Het is belangrijk dat je weet wat dat betekent. Je hebt bijvoorbeeld recht op goed onderwijs, een goede beoordeling van je werk en een eerlijke behandeling. Je hebt ook plichten: de lessen bijwonen, de regels respecteren en je daar aan houden. Ook moet je de opdrachten goed uitvoeren. De rechten en plichten van de leerlingen zijn vastgelegd in het Leerlingenstatuut. Dit statuut is afgedrukt in de schoolgids van de school. 1 Definitie Het leerlingenstatuut legt de rechten en plichten van de leerlingen vast en bevat tevens daaruit voortvloeiende plichten van andere personen, geledingen en organen binnen de school. 2 Begrippen In dit statuut wordt bedoeld met: de school: Pleincollege Praktijkschool Eindhoven leerlingen: allen die als leerling van de school staan ingeschreven. ouders: ouders, voogden, feitelijke verzorgers. docenten: personeel met lesgevende taak. coördinatoren: afdelingsleiders en hun vervangers. directie: directeur en teamleiders medezeggenschapsraad: het vertegenwoordigend orgaan van de gehele school, met uitzondering van de leerlingen. mentor: docent, aangewezen om een leerling of een groep leerlingen gedurende een schooljaar of gedurende een periode te begeleiden.
3 Procedure Het leerlingenstatuut wordt vastgesteld door de directie. De directie gaat niet tot vaststelling over voordat de medezeggenschapsraad zich over het leerlingenstatuut heeft kunnen uitspreken.
4 Geldigheidsduur Het leerlingenstatuut gaat in per 1 augustus 2009 voor een periode van 2 jaar. Indien de directie een maand voordat de termijn van 2 jaar afloopt geen voorstel tot verandering heeft gekregen, zal het leerlingenstatuut voor een volgende periode van 2 jaar geldig zijn.
5 Veranderingen Het leerlingenstatuut kan tussentijds worden veranderd op voorstel van de directie, de docenten, de
schoolveiligheidsplan PPE
69
21-12-2010
medezeggenschapsraad of de leerlingenraad. De MR moet zich uitspreken over de wijzigingen.
6 Geldigheid Het leerlingenstatuut geldt voor leerlingen van Pleincollege Praktijkschool Eindhoven en voor de mensen die er werken. Het schept verplichtingen voor iedereen die met de school te maken heeft. Het geldt in het schoolgebouw en op de schoolterreinen, plaatsen vlak bij school en plaatsen waar je met school naar toe gaat. 7 Publicatie Iedere leerling krijgt een leerlingenstatuut. 8 Het geven van onderwijs De leerlingen hebben er recht op dat de docenten onderwijs geven overeenkomstig de doelstelling van de school. Dit betekent dat je docent je goede lessen moet geven. De leerlingen hebben er recht op dat de docenten deugdelijk onderwijs geven, vooral in de volgende zaken: goede verdeling van de leerstof over de lessen goede presentatie en duidelijke uitleg van de leerstof keuze van geschikte schoolboeken en andere leermiddelen goede aansluiting bij de interesses van de leerlingen
9 Het ontvangen van onderwijs Je bent verplicht om je volledige medewerking te geven aan een goed verloop van het onderwijs, dat gericht is op de overdracht van kennis en vaardigheden. Als je een goede voortgang van de les verstoort of verhindert, kan je door de docent verplicht uit de les gestuurd worden. Je moet dan de klas verlaten en aanwijzingen opvolgen. 10 Rapporten Twee maal per jaar krijg je een rapport. In het rapport staat de beoordeling die een docent je voor een bepaald vak gegeven heeft. 11 Overgang Tijdens de leerlingbesprekingen praten je leerkrachten met elkaar over hoe het met je gaat. Tijdens die besprekingen wordt er ook besproken of je naar een volgend leerjaar kunt en in welke groep je zou kunnen komen. De coördinatoren nemen hierover een beslissing. Als je bezwaar hebt dan kun je dat indienen bij de directie.
12 Huiswerk Op de praktijkschool krijg je niet vaak huiswerk. Als je een huiswerkopdracht krijgt dan moet je die maken. Als je een reden hebt waarom je, je huiswerk niet hebt kunnen maken dan kun je dit melden door middel van een briefje van je ouders waarop staat waarom je, je huiswerk niet hebt kunnen maken en een handtekening van je ouders/verzorger(s). 13 Leerlingenregistratie en privacybescherming Het Pleincollege Praktijkschool Eindhoven registreert gegevens van alle leerlingen. De Wet op de Registratie Persoonsgegevens is van toepassing op deze gegevens in schoolbestanden. De gegevens van de leerlingen dienen juist te zijn. De leerling mag de eigen gegevens inzien en zonodig vragen ze te veranderen of te verbeteren. Dit geldt ook voor de ouders van de leerlingen. De gegevens die we van jou bewaren zijn belangrijk om jou goed te begeleiden. De gegevens bewaren we in een dossier. De volgende personen mogen jouw dossier lezen: de schoolleiding, je mentor, je docenten, het zorgteam en de leden van de administratie. De verkregen informatie moet geheim blijven, ook als de leerling van school is. Soms zijn er uitzonderingen en kan het zijn dat je dossier door andere instanties gelezen moet worden. Dat kan alleen nadat jij of jouw ouders daarvoor toestemming hebben gegeven. Wil je precies weten hoe dat zit, dan kun je dat lezen in het privacyreglement.
14 Orde Op de PPE gelden een aantal regels. Iedereen in de school moet zich aan die regels houden. Iedereen mag een overtreding van die regels melden bij de schoolleiding. De regels zijn goedgekeurd en vastgesteld door de MR.
schoolveiligheidsplan PPE
70
21-12-2010
De schoolregels kun je hieronder lezen:
-
Zorg dat je op tijd op school bent. Te laat komen heeft gevolgen.
-
De leerlingen mogen niet de hoofdingang gebruiken.
-
Bij aankomst ga je direct naar het schoolplein; je blijft niet voor de ingang van het schoolterrein of in de buurt van de school staan.
-
Niemand is zonder geldige reden in de fietsenstalling. Je komt er alleen voor het weg zetten of ophalen van je fiets.
-
In de klas houdt niemand zijn jas aan. Petten worden afgezet.
-
Het eten in de klas van brood, snoep, kauwgom, chips e.d. is verboden.
-
Het gebruik en bezit van alcohol en drugs in welke vorm dan ook is verboden.
-
Het gebruik of bezit van vuurwerk, in welke vorm dan ook, is verboden
-
Het gebruik of bezit van voorwerpen, die onder de wapenwet vallen is uiteraard verboden.
-
In de schoolgebouwen wordt niet gerookt. Op het schoolplein van de Amundsenlaan mag alleen tót 8.20 uur gerookt worden.
-
Leerlingen mogen in de pauzes het schoolterrein niet verlaten.
-
Zorg dat je nooit zonder toestemming in de gang of elders in het schoolgebouw bent.
-
Als je door de gangen loopt stoor je niemand.
-
Ga zoveel mogelijk in de pauze naar het toilet. Toiletbezoek tijdens de lessen mag alleen met toestemming van de leerkracht.
-
Bij problemen op het schoolplein ga je naar de pleinwacht.
-
Houdt het schoolgebouw (gangen, lokalen en toiletten) en het schoolplein schoon.
-
Voor de verschillende schoolvakken kunnen extra regels gelden. Dit verneem je van de betreffende leerkracht.
-
Voor waardevolle spullen ben je zelf verantwoordelijk. Draag ze bij je of laat ze thuis.
-
Zet je GSM uit vóór je het schoolterrein betreedt. Het gebruik van geluidsapparatuur en GSM in schooltijd is niet toegestaan.
-
Voor schade aan of vermissing van eigendommen is de school niet aansprakelijk.
-
Problemen worden uitgepraat en niet uitgevochten.
-
In en om de school is de spreektaal voor de leerlingen Nederlands
-
Respecteer elkaar in en buiten school.
15 Omgang met elkaar Je hebt er recht op dat er respectvol met je wordt omgegaan. Als je jezelf gekwetst voelt door een medeleerling of een personeelslid dan kun je naar de vertrouwenspersoon toe gaan. In de hal hangt een poster waar op staat bij wie je terecht kunt. Op het moment dat je een klacht indient volgt de school de klachtenprocedure inzake ongewenste intimiteiten. Deze procedure ligt ter inzage op de administratie. Als je wilt weten hoe je dit moet doen kun je de map met de procedure vragen aan de directeur.
schoolveiligheidsplan PPE
71
21-12-2010
16 Aanwezigheid Leerlingen zijn verplicht de lessen volgens het voor hen geldende rooster te volgen, tenzij er een andere regeling is getroffen.
17 Strafbevoegdheden Het kan zijn dat je straf krijgt van de schoolleiding, je docent of van een andere medewerker. Je verdient een eerlijke straf. Tegen een opgelegde straf kun je schriftelijk in beroep gaan bij de schoolleiding. Voor ernstige straffen, zoals schorsen en verwijderen is alleen de adjunct directeur bevoegd.
18 Straffen Lijfstraffen zijn verboden. Als je straf krijgt moet er rekening gehouden worden met wat je hebt gedaan en hoeveelheid straf en wat voor straf je krijgt. Het moet duidelijk zijn voor welke overtreding de straf gegeven wordt.
19 Klachten Als je vindt dat de regels uit dit leerlingenstatuut niet goed worden toegepast, dan kun je bezwaar maken bij degene die zich volgens jou niet aan de regels houdt. Je kunt dan vragen of de docent zich wil houden aan de rechten en verplichtingen van het leerlingenstatuut. Als je geen bevredigende reactie krijgt van degene tegen wie je klacht is gericht, kan je naar je mentor gaan. De mentor heeft de gelegenheid om een bemiddelende rol te vervullen. Indien er geen oplossing gevonden wordt, kan de klacht schriftelijk naar de adjunct directeur gaan. De laatste stap is behandeling door de directie. Ook je ouders kunnen een klacht indienen. Hierbij wordt het algemeen reglement van OMO, het inrichtingsbesluit WVO en het schooldirectie statuut toegepast. Deze stukken liggen ter inzage op de administratie.
20 Beroep bij de directie De directie is verplicht elke klacht inzake vermeende onjuiste of onzorgvuldige toepassing van het leerlingenstatuut in behandeling nemen. Een klacht wordt schriftelijk ingediend bij de directeur, dat kun je alleen doen of met meerdere personen. Wanneer daartoe door één der partijen een gegrond verzoek wordt ingediend zal een lid van de directie uitgesloten worden van deelname aan de behandeling van een klacht. Op eigen verzoek kan een lid van de directie zich onttrekken van deelname aan de behandeling van een klacht. De directie stelt de klager in de gelegenheid de klacht mondeling toe te lichten en hoort degene tegen wie de klacht is ingediend. De klager en degene tegen wie de klacht is ingediend, kunnen zich bij de behandeling van de klacht door de directie laten bijstaan door een ander. Door de directie en betrokkenen kunnen getuigen worden opgeroepen. De zitting van de directie is openbaar, tenzij één van de betrokkenen verzoekt de zitting besloten te verklaren. De uitspraak van de directie wordt gemotiveerd kenbaar gemaakt aan de direct betrokkenen en wordt openbaar gemaakt. De behandeling van een klacht door de directie geschiedt binnen vier schoolweken na indiening van de klacht. De directie kan een klacht gegrond, ongegrond of gedeeltelijk ongegrond verklaren. De uitspraak van de directie is bindend voor de betrokken partijen.
schoolveiligheidsplan PPE
72
21-12-2010
BIJLAGE 4
Stappenplan bij overlijden
Overlijden
De hevigheid waarmee een overlijdensgeval op school wordt beleefd, is afhankelijk van wie er is gestorven, van hoe dat is gebeurd en van de rol die de overledene had op school. Een 'stappenplan' klinkt wellicht wat zakelijk, maar het doel ervan is het tegendeel van kilheid. Vanzelfsprekend bevat een stappenplan overlijden geen voorschriften, elk sterfgeval staat immers op zichzelf, maar een stappenplan is wel onontbeerlijk bij een emotioneel zwaar belastende gebeurtenis zoals een sterfgeval. Het stappenplan biedt structuur, houvast en overzicht en voorkomt dat mensen belangrijke handelingen vergeten. Zorgvuldigheid in optreden en het treffen van maatregelen in de juiste volgorde, is van groot belang om verdriet te kunnen verwerken en de mensen die steun nodig hebben goed en op tijd te kunnen helpen. Juist bij een sterfgeval is het van groot belang dat er een goede coördinatie is. Het stappenplan overlijden biedt deze houvast. Stappenplan bij overlijden Van het stappenplan overlijden zijn minimaal op de hoogte: de schoolleiding, de bedrijfshulpverleners, de mentoren, de vertrouwenspersoon en de conciërge. EERSTE DAG Stap 1 Degene bij wie de melding van het overlijdensgeval binnenkomt, schakelt het eerste aanspreekpunt in. In geval van overlijden zijn de directieleden het eerste aanspreekpunt. Zij zijn minimaal bekend met de uitvoering van het stappenplan en hebben het stappenplan in hun bezit. Het eerste aanspreekpunt draagt, conform het stappenplan, zorg voor de eerste opvang van de melder(s) en voor het samenstellen van het coördinatieteam. De melder van het overlijdensgeval wordt opgevangen tot dat deze opvang, het liefst zo spoedig mogelijk, kan worden overgenomen door het eerste aanspreekpunt. Er moet - indien de melder melding maakt van het overlijden als getuige van een kort daarvoor plaatsgevonden sterfgeval - zo snel mogelijk worden gecontroleerd of de politie, ambulance en/of brandweer zijn ingeschakeld. Dit gebeurt eerst door de melder daarnaar te vragen, vervolgens door contact op te nemen met de politie. Het kan voorkomen dat iemand in een toestand van bewustzijnsvernauwing (shock) de school alarmeert, zonder hulp te hebben ingeroepen. Deze activiteit dient ook zo spoedig mogelijk te worden overgenomen door het eerste aanspreekpunt. De boodschap wordt tot nader order geheim gehouden. Geheimhouding totdat de schoolleiding de relevante procedures in werking heeft gesteld, is noodzakelijk om ongecontroleerde reacties van docenten en leerlingen te voorkomen. Alle informatie wordt kort en bondig, maar wel volledig, doorgegeven aan het eerste aanspreekpunt zodra deze is gearriveerd. Stap 2 Het eerste aanspreekpunt organiseert de eerste opvang en verzamelt de belangrijkste informatie over het overlijden. Het eerste aanspreekpunt verzamelt kort informatie bij de melder over de omstandigheden van het overlijden. Afhankelijk van de situatie kunnen de volgende vragen aan de melder van belang zijn: 1. Om wie gaat het? Deze vraag betreft de persoonsgegevens van de overledene. Let op: met name in grote scholen waar meerdere leerlingen met dezelfde naam voorkomen, moet persoonsverwisseling worden uitgesloten. 2. Wat is er gebeurd? Deze vraag betreft de oorzaken van het overlijden en de plaats waar de overledene zich bevindt. 3. Wie ben je en hoe kom je aan deze informatie? Deze vraag betreft het verzamelen van de persoonsgegevens van de melder en het achterhalen van zijn of haar verband met het ongeval. 4. Wie weten hiervan of zijn erbij betrokken geweest? Deze vraag betreft het verzamelen van de persoonsgegevens van getuigen en van betrokkenen die wellicht hulp nodig hebben.
schoolveiligheidsplan PPE
73
21-12-2010
-
-
-
-
-
Het eerste aanspreekpunt zorgt voor de opvang van de melder. De manier waarop de melder wordt opgevangen, is afhankelijk van de wijze waarop de melding plaatsvindt, van de relatie van de melder met de overledene, van de leeftijd van de melder en van de periode tussen het sterfgeval en de melding. Als een leerling bijvoorbeeld telefonisch ooggetuigeverslag uitbrengt, dan wordt gecontroleerd of er ter plaatse opvang voor die leerling is. Is dat niet het geval, dan wordt deze leerling aangeraden contact te zoeken met een aanwezige volwassene of vriend. Als de beller een leerling van de school is, dan wordt deze opgehaald door een medewerker en naar school begeleid. Dit geldt ook voor andere leerlingen die zich op de plek van het ongeval bevinden. In alle gevallen wordt betrokken leerlingen geadviseerd met hun ouders/verzorgers over de gebeurtenis te praten, ook de ouders/verzorgers worden gewezen op het belang hiervan. Een melding van een overlijden kan ook persoonlijk gebeuren, op school. Ook dan is opvang nodig. In de eerste plaats zal deze opvang de vorm hebben van iets te drinken aanbieden en persoonlijke aandacht geven door met name te luisteren. Gevoelens van onzekerheid, verdriet en hulpeloosheid kunnen worden verzacht door het geven van aandacht en het tonen van betrokkenheid. In de consternatie kan de melder zich verloren en alleen en soms ook schuldig voelen, door de heftige reacties op de melding. Om te voorkomen dat de melder na de eerste opvang wordt vergeten, wordt er met de melder een afspraak gemaakt voor een vervolgcontact. Het eerste aanspreekpunt verzamelt kort informatie en controleert de feiten. Hieronder valt het verzamelen van de persoonsgegevens van de overledene en informatie over de achtergronden van het sterfgeval. Dit kan het beste gebeuren bij andere personen dan de melder, zoals de administratie en de politie, indien de informatie niet afkomstig is van familie, politie of andere betrouwbare bronnen. De melding wordt altijd geverifieerd om de juistheid van de aard, de omvang en de aanleiding van de gebeurtenis te controleren. Een enkele keer blijkt er sprake te zijn van een misselijke grap of een ongegrond gerucht. Enige voorzichtigheid is dan ook geboden. Verificatie is nodig om te voorkomen dat er onjuiste gegevens in school worden verspreid. Het eerste aanspreekpunt stelt de andere aanspreekpunt(en) en de overige schoolleiding op de hoogte. De boodschap wordt tot nader order geheim gehouden. Geheimhouding totdat het coördinatieteam de procedures in werking heeft gesteld en het nieuws via die wegen heeft verspreid, is noodzakelijk om ongecontroleerde reacties van docenten en leerlingen te voorkomen. Het eerste aanspreekpunt zorgt ervoor dat hij of zij telefonisch bereikbaar is.
Stap 3 Het eerste aanspreekpunt roept het coördinatieteam samen of roept dit team samen als het een reeds bestaande vaste groep is, stelt een taakverdeling vast en activeert het team. Het voordeel van een vaste groep is dat er geen formatie meer nodig is. Het voordeel van een niet-vaste groep is dat de formatie kan worden afgestemd op de situatie: emotioneel betrokken en verwarde personen worden niet gevraagd en er wordt voorkomen dat er niemand in het team zit die bekend is met de overledene. Het coördinatieteam bestaat uit minimaal drie en maximaal vijf personen (een oneven aantal personen vergemakkelijkt de besluitvorming). Op PPE wordt de samenstelling van het coördinatieteam in eerste instantie gerecruteerd uit leden van de schoolleiding, mentoren en de vertrouwenspersonen. Het coördinatieteam is verantwoordelijk voor het stappenplan en coördineert de verdere uitvoering van het stappenplan. Het coördinatieteam kan taken delegeren, maar niet verantwoordelijkheden. Dit betekent dat het team erop toeziet dat de gedelegeerde taken goed worden/zijn uitgevoerd. Daarnaast is het van belang dat het voor elk lid van het team duidelijk is wie wat wanneer doet en waarom. Een van de leden van het coördinatieteam is degene die heeft gefunctioneerd als eerste aanspreekpunt, ten minste één persoon uit het coördinatieteam is bekend met het slachtoffer, bijvoorbeeld de mentor. Deze persoon is tevens de vaste contactpersoon voor de familie. Tijdens het uitvoeren van het stappenplan overlijden blijft de samenstelling van het coördinatieteam gelijk, tenzij bijzondere omstandigheden veranderingen in de samenstelling noodzakelijk maken. Het coördinatieteam begint met het vaststellen van de omvang van de gebeurtenis indien dit nog niet duidelijk is. Zo moet het inventariseren wie er vanuit school bij de gebeurtenis betrokken zijn (slachtoffers, veroorzakers, ooggetuigen), waar deze personen zich op dit moment bevinden, waar en wanneer de gebeurtenis zich afspeelt of heeft afgespeeld en of er hulpverlening in gang is gezet.
schoolveiligheidsplan PPE
74
21-12-2010
Stap 4 Het coördinatieteam licht het bevoegd gezag, de familie, het personeel, de leerlingen, de ouders/verzorgers en de administratie in. Afhankelijk van wie het slachtoffer is en van de omstandigheden van overlijden, zullen er bepaalde personen als eerste moeten worden ingelicht. De volgorde die wordt aangegeven, kan in de meeste gevallen worden aangehouden. In de school is het van belang het bericht eenduidig en zo veel mogelijk aan iedereen binnen een groep, zoals alle leerlingen, tegelijk bekend te maken. Daarnaast is het van belang ervoor te zorgen dat de personen die eerder zijn ingelicht, weten wanneer en door wie het bericht verder wordt verspreid. Voor de specifieke informatie over de in te lichten personen, volgen hier eerst enkele algemene aandachtspunten voor het inlichten. In geval van een calamiteit is het essentieel de bereikbaarheid van de school zeker te stellen. Niet alleen zullen ouders/verzorgers contact zoeken om zich te informeren over de toestand van hun kinderen, maar ook hulp- en dienstverleners zullen met de school in overleg willen treden. Dit betekent dat de school continu telefonisch bereikbaar moet zijn en er steeds een buitenlijn vrij moet blijven. Telefonische gesprekken worden dan ook kort gehouden als er te weinig buitenlijnen zijn. Hieronder volgt een aantal belangrijke tips voor het geven van informatie over een sterfgeval op school. Het coördinatieteam stelt samen met de schoolleiding de inhoud van de te verspreiden informatie vast. Geef bij vragen van direct betrokkenen zo volledig mogelijke en precieze informatie: draai niet om pijnlijke feiten heen. Versluiering heeft vaak negatieve gevolgen en bovendien moet de ontvanger in staat worden gesteld de ernst van de gebeurtenis in te schatten en te ervaren. Geef het slechte nieuws onmiddellijk, zonder lange inleiding, door bijvoorbeeld te beginnen met: 'Ik heb slecht nieuws. Er is iets ergs gebeurd: x is overleden. Hij/zij heeft een ongeluk gehad/een acute ziekte gekregen/zichzelf gedood.' Blijf bij de feiten, bij twijfel of onduidelijkheid moet expliciet worden gesteld dat er twijfel of onduidelijkheid is. Vertel verder het hoe, waar en wanneer van de gebeurtenis. Vertel met wie van de familie contact wordt onderhouden en wat de bedoeling is van dat contact. Vertel wie, behalve de gezinsleden, nog meer direct betrokkenen zijn. Geef uitleg over gevoelens van verdriet die bij dit soort gebeurtenissen naar boven kunnen komen. Noem de namen van de vertrouwenspersonen, de orthopedagoog en de leerlingbegeleiders die beschikbaar zijn voor een persoonlijk gesprek. Noem ook de plaatsen waar deze personen kunnen worden bereikt en de overige opvangmoge-lijkheden in en buiten de school. Vertel verder wat er wordt of is georganiseerd in verband met condoleance en het bezoek aan de uitvaart. Geef een overzicht van de organisatie van de informatieverstrekking in en buiten de school. Spreek af hoe de rest van de dag zal worden doorgebracht en geef een overzicht van de roosteraanpassingen. Maak duidelijk dat de school niet wordt gesloten en dat iedereen op school wordt verwacht en vertel hoe de rest van de school wordt geïnformeerd. Begin en eindig de dag voorlopig gemeenschappelijk. Denk aan de dependances en vergeet ook de afwezige (zieke) leerlingen en medewerkers niet. Stel van nauw betrokkenen die niet op school zijn de verblijfplaatsen vast en controleer de redenen voor afwezigheid. Licht zo nodig ook deze personen in. Inlichten bevoegd gezag De schoolleiding zorgt ervoor dat het bevoegd gezag op de hoogte wordt gesteld. Inlichten familie van de overledene Bij het overlijden van een leerling of medewerker, in het bijzonder wanneer dit het gevolg is van een incident in schoolverband, zal er vóór het inlichten van personeel en leerlingen contact moeten worden opgenomen met de familie van de overledene. Neem contact op met de familie op dezelfde dag dat de melding bij de school binnenkomt.
schoolveiligheidsplan PPE
75
21-12-2010
-
-
-
-
Maak daarnaast, voor diezelfde dag, een afspraak voor een huisbezoek. Voorafgaand aan het huisbezoek kan al telefonisch worden overlegd welke informatie in de school wordt verstrekt. Adviseer de familie van het slachtoffer zo volledig mogelijk te zijn in de mededelingen aan de school. Dit wil niet zeggen dat alles in detail moet worden verteld, maar de feitelijke gebeurtenissen moeten wel bekend worden gemaakt. Anders kunnen er geruchtenstromen ontstaan die leiden tot onjuiste verhalen en het ontzenuwen van dergelijke verhalen kost veel moeite. Allerlei ongewenste, want onterechte, emoties kunnen dan ontstaan en betrokken leerlingen en medewerkers worden geremd in hun rouw. De contactpersoon van de school overlegt tijdens het huisbezoek met de familie over de te verstrekken informatie en over de te nemen stappen zoals de mogelijkheden voor bezoek, condoleance en deelname aan de uitvaart. De contactpersoon van de school onderhoudt daarna ook contact met de directe familie en overlegt over alle te nemen stappen. Het onderhouden van contact door de school kan voor de familie van de overledene een grote steun zijn. Bovendien wordt zo aan de leerlingen en medewerkers getoond dat rouwverwerking in eenheid en gezamenlijkheid kan gebeuren. De familie heeft meestal behoefte om over de overledene te praten. De contactpersoon van de school weet misschien dingen die zij nog niet weten en kent de overledene op een andere manier. Misschien heeft de familie ook nog belangrijke informatie over de overledene voor (leerlingen of medewerkers van) de school. Wees als contactpersoon van de school niet te bang om snel contact op te nemen. De familie reageert meestal positief en als ze geen vertegenwoordiger van de school willen spreken, geven ze dat wel aan. De contactpersoon van de school blijft beschikbaar voor de directe familieleden van de overledene en laat ze dat weten. De contactpersoon van de school kan echter niet de begeleiding van de familie op zich nemen en verwijst hen zonodig door naar passende hulpverlening of, in het geval van een overleden leerling, naar de Vereniging van ouders van een overleden kind.
Inlichten personeel Alle medewerkers die op school aanwezig zijn, worden in de docentenkamer op de hoogte gesteld tijdens een korte bijeenkomst met de schoolleiding en met ten minste één lid van het coördinatieteam. Indien dit niet mogelijk is, wordt er langs alle klassen gegaan om de docenten in te lichten. In de praktijk betekent dit dat de docent uit de klas wordt gehaald en op de gang op de hoogte wordt gesteld van het sterfgeval en de te volgen procedure. Daarnaast wordt er een mededeling in de docentenkamer opgehangen. Alle medewerkers die niet op school aanwezig zijn, worden telefonisch op de hoogte gesteld. Verder worden alle mentoren bijeengeroepen en krijgen zij een korte instructie voor te voeren klassengesprekken. Excursies en dergelijke vervallen in beginsel voor de hele school. Inlichten leerlingen Docenten informeren de klassen die zij op dat moment lesgeven. Leerlingen van de meest betrokken groep(en) die absent zijn, worden telefonisch op de hoogte gebracht. Daarbij wordt verteld bij wie de leerlingen terecht kunnen en hoe, wanneer, waar, wie bereikbaar is in de avond. Inlichten ouders/verzorgers De PDR wordt geïnformeerd. Daarnaast worden de ouders/verzorgers van de leerlingen in de meest betrokken groep(en) schriftelijk ingelicht. Verder geeft de school aan alle leerlingen een brief mee om hun ouders/verzorgers van het gebeurde op de hoogte te stellen. In de brief staat wat de school als opvang heeft geregeld, wat de afspraken zijn over condoleance en bezoek aan de uitvaart en hoe en wanneer ouders/verzorgers contact kunnen opnemen met de school over de gebeurtenis. Via deze brief kunnen de ouders/verzorgers ook worden gestimuleerd thuis met hun kind(eren) over het sterfgeval te praten. Bij voorkeur laat de school, met behulp van een antwoordstrook, de ouders/verzorgers hun wensen kenbaar maken over het bezoek van hun zoon of dochter aan de uitvaart. Inlichten overige instanties
schoolveiligheidsplan PPE
76
21-12-2010
-
Overige instanties waaraan de overledene was verbonden en die op enigerlei wijze in relatie staan met de school of het onderwijs, dienen ook te worden geïnformeerd. Daarbij kan worden gedacht aan het stagebedrijf van de leerling, het uitzendbureau van de medewerker of aan organisaties waaraan medewerkers zijn verbonden die niet in dienstverband op de school werkzaam zijn, zoals hulpverleningsinstellingen en schoonmaakbedrijven.
Administratieve en organisatorische handelingen De schoolleiding stelt het coördinatieteam vrij van lessen op de dag van de melding van het overlijden en zorgt voor beschikbare lokalen voor klassengesprekken en personeelsgesprekken, voorzien van koffie en thee. Er wordt tevens een ruimte vrijgemaakt met telefoon(s) voor mensen die naar huis willen bellen. Daarnaast wordt uitgaande post naar de overleden leerling of medewerker geblokkeerd. Verder worden administratieve handelingen in gang gezet waar minder haast mee is, zoals het uitschrijven uit het schoolregister en de klassenlijsten, het retourneren van het schoolgeld of het afhandelen van de salarisadministratie en het overhandigen van persoonlijke bezittingen. Administratieve afronding betekent niet dat de band van de school met de familie wordt verbroken. Overlijden door ongeval: inlichten Arbeidsinspectie Als het overlijden het gevolg is van een ongeval, doet de school onverwijld een schriftelijke mededeling hiervan aan een ambtenaar van de Arbeidsinspectie (artikel 9 lid 1 juncto art. 2 sub b Arbeidsomstandighedenwet). Stap 5 Het coördinatieteam, de schoolleiding en mentor(en) en eventueel externe hulpverlening, zoals Bureau Slachtofferhulp vangen de meest betrokken en overstuur geraakte personen op. -
-
-
Voor leerlingen en medewerkers die zeer overstuur zijn, wordt een achterwacht geregeld. Deze zorg wordt later eventueel overgenomen door Bureau Slachtofferhulp, zie ook onder stap 6. De achterwacht draagt tevens zorg voor het zorgvuldig opvangen van leerlingen en medewerkers die het slachtoffer goed kenden en van de personen die, in het geval dat het overlijden gevolg is van een incident, bij het overlijden aanwezig waren. Er kunnen bij ooggetuigen of ander nauw betrokkenen posttraumatische stressreacties optreden. Dergelijke reacties kunnen zich bij onvoldoende begeleiding tot chronische stoornissen ontwikkelen. Vooral kinderen kunnen extreem angstig reageren omdat ze bijvoorbeeld nooit eerder met de dood te maken hebben gehad. Ook kan een kind denken dat de dood zijn of haar schuld is als het bijvoorbeeld ruzie heeft gehad met de overleden persoon. Ook volwassenen kunnen kampen met schuldgevoelens. Voorbeelden van rouwreacties zijn ongeloof (ontkenning), verbijstering, verdriet, somberheid, woede, angst en paniek. Hieraan kunnen prestatieverlies en schoolverzuim worden gekoppeld. Voorbeelden van posttraumatische stressreacties zijn vermijdingsgedrag, een steeds terugkerende herbeleving van de gebeurtenis in dromen, nachtmerries en dagdromen, een verhoogde prikkelbaarheid zoals schrikreacties en woede en lichamelijke klachten zoals hoofdpijn, buikpijn en angstzweet. Leerlingen en docenten blijven, na de melding van het sterfgeval, bij voorkeur op school en maken daar zo nodig gebruik van de opvangfaciliteiten. Alleen na overleg met de ouders/verzorgers mag een leerling vroegtijdig naar huis. Het identificeren van personen die zeer nauw bij de overledene betrokken zijn en het bij elkaar brengen van deze personen, dient een aantal doelen. Behalve dat deze personen een zekere bescherming en privacy moet worden geboden waarin zij de eerste confrontatie met hun verlies kunnen verwerken, zijn de opgeroepen emoties in groepsverband beter te hanteren voor de begeleiders en kan er makkelijker persoonlijke aandacht worden gegeven. Ook verkleint het samenbrengen van direct betrokkenen de kans dat er zeer heftige emotionele uitingen plaatsvinden in de grotere groep van alle leerlingen en medewerkers. Nauw betrokkenen worden aangemoedigd over het gebeuren te praten en ooggetuigen worden aangemoedigd hun verslag te doen. Het delen van de informatie met anderen helpt de emotionele impact van de gebeurtenis te verwerken. Het is belangrijk dat de leerlingen en medewerkers elkaar troosten. Verstrekking van eten en drinken draagt bij aan een sfeer van vertrouwen en samenzijn.
schoolveiligheidsplan PPE
77
21-12-2010
-
-
-
Ook het functioneren van de school als organisatie kan door een overlijdensgeval op school ernstig worden belemmerd. Het is daarom zaak dat de school, in samenwerking met hulp- en dienstverlenende instellingen in de regio, een aantal maatregelen treft die de ongewenste gevolgen beperken. De contactpersoon voor de familie bezoekt de familie voor de eerste opvang en met de familie worden vervolgafspraken gemaakt. De contactpersoon voor de familie draagt daarnaast zorg voor een begeleide thuiskomst van eventuele familieleden van het slachtoffer die zich op school bevinden ten tijde van de melding. Vooraf verifieert hij of zij of er thuis opvang aanwezig is. Zolang dit niet het geval is, blijft de leerling of medewerker bij voorkeur op school. De mentoren houden klassengesprekken in een vast lokaal. Hier is ruimte voor emoties en het stellen van vragen. Deze gesprekken worden herhaald zo vaak als nodig is. De schoolleiding houdt gesprekken met medewerkers in een vast lokaal. Hier is ook ruimte voor emoties en het stellen van vragen en ook deze gesprekken worden herhaald zo vaak als nodig is. Indien mogelijk wordt er weer les gegeven op de dag na de melding van het overlijden. Verdere opvang van en hulpverlening aan leerlingen en personeel kan worden verzorgd door externe hulpverlening, zoals Bureau Slachtofferhulp.
Stap 6 Mentoren worden geïnstrueerd voor het voeren van klassengesprekken. In de begeleiding van de klas speelt de klassenmentor vaak een centrale rol. De mentor weet het meest van de leerlingen in zijn of haar klas en kent hun onderlinge verhoudingen. De aard en de intensiteit van de klassengesprekken is afhankelijk van de betrokkenheid van de klas bij de overledene. Over het algemeen geldt dat wanneer de leerlingen geen persoonlijk contact hadden met de overledene, er kan worden volstaan met een korte bespreking van het overlijden. In een dergelijk geval kunnen gevoelens naar aanleiding van de mededeling, het sterven en de dood en ervaringen met eerdere sterfgevallen aan de orde komen. Aan het einde van het lesuur waarin deze bespreking heeft plaatsgevonden, kan worden voorgesteld zo veel mogelijk het reguliere lesprogramma te vervolgen. Wie nog verder wil praten, kan dat in de pauzes doen met de klassenmentor of een docent. Voor vertrouwelijke gesprekken kunnen de leerlingen ook contact zoeken met de de leerlingbegeleiders of de vertrouwenspersoon van de school. Leerlingen wordt deze mogelijkheid aangereikt. Groepen die wel persoonlijk contact met de overledene hadden, vragen een intensievere en langdurige benadering. Voor deze klassen stelt de school een aangepast dagprogramma samen, dat ruimte biedt voor uiting en bespreking van verdriet en andere reacties. De houding van de mentor is bepalend voor de stemming en het verloop van de rouwverwerking in de klas. Het is daarbij belangrijk dat begeleiders hun eigen gevoelens niet wegstoppen, dat geeft de leerlingen namelijk ruimte er ook over te praten. Ongecontroleerde en heftige emotionele uitingen van docenten moeten echter wel worden vermeden in het bijzijn van leerlingen. Zo mogelijk blijft de klas de verdere dag tijdens de lesuren bij elkaar. Leerlingen worden vrij gelaten in het uiten van hun emoties: verdriet tonen, huilen en somber zijn, mag. Laat leerlingen dicht bij elkaar zitten en geef ze de mogelijkheid elkaar te troosten. Het overlijden kan ook verdriet oproepen over een eerder sterfgeval in de eigen omgeving. Houd er verder rekening mee dat de religieuze achtergrond van de leerlingen van invloed kan zijn op hun reactie: ga hier respectvol mee om en vraag zo nodig informatie bij deskundigen. Ten slotte is het goed te weten dat jongeren heftig kunnen reageren op een sterfgeval, maar dat zij soms ook weer snel kunnen overgaan tot de orde van de dag. Dit gebeurt soms tot verbijstering van anderen, maar net zoals de heftige emoties moet ook deze reactie worden gerespecteerd. Wanneer er twijfels zijn over de reactie van een of meer leerlingen, bespreek dit in het coördinatieteam en schakel zo nodig een deskundige in. Vraag leerlingen niet weg te lopen uit de klas, verbiedt het echter ook niet. De school verlaten zonder toestemming van de schoolleiding is wel verboden. Stap 7 De school wordt afgeschermd van de media.
schoolveiligheidsplan PPE
78
21-12-2010
-
Er wordt voor de school een mediacoördinator benoemd. Op PPE is dat in principe de vestigingsdirecteur Hij kan ook bepalen dat het een niet direct betrokken, maar wel goed geïnformeerde, medewerker van de school zijn. Zie voor meer informatie de paragraaf Omgang met de media.
Stap 8 Klassengesprekken worden zo vaak herhaald als nodig is. De mentoren houden klassengesprekken in een vast lokaal. Hier is ruimte voor emoties en het stellen van vragen. Geef bij vragen van direct betrokkenen zo volledig mogelijke en precieze informatie: draai niet om pijnlijke feiten heen. Blijf verder bij de feiten en maak bij twijfel of onduidelijkheid expliciet dat daar sprake van is. De leerlingen worden ingelicht over en op de hoogte gehouden van de volgende zaken: met wie van de familie van de overledene contact wordt onderhouden; hoe dit contact verloopt; wie in de school beschikbaar zijn voor een persoonlijk gesprek; waar die personen te bereiken zijn; welke andere opvangmogelijkheden de school heeft georganiseerd; dat er met de ouders/verzorgers afspraken worden gemaakt over condoleance en bezoek aan de uitvaart; dat ieder mens zijn eigen manier heeft om met dit soort gebeurtenissen om te gaan; dat het niet gek is als je moet huilen en dat het ook niet gek is als je dat niet doet; dat sommigen onmiddellijk veel voelen en dat willen uiten, en dat dat bij anderen anders kan zijn; dat de school open blijft; dat iedereen op school moet komen; dat alleen in verband met ziekte of speciale gezinsomstandigheden verlof wordt gegeven; dat alle huiswerkopdrachten en festiviteiten zijn uitgesteld; dat voor de lopende dag een aangepast lesrooster geldt. Soms moet een bepaalde docent of mentor juist niet degene zijn die zich met de informatiever-strekking of de opvang bezighoudt. Een en ander vereist een zekere mate van rust, tact en ge-spreksvaardigheid, die niet een ieder is gegeven. Stap 9 Gesprekken met medewerkers worden zo vaak herhaald als nodig is. De gesprekken met medewerkers vinden plaats in een vaste ruimte. Hier is ruimte voor emoties en het stellen van vragen. Geef bij vragen zo volledig mogelijke en precieze informatie: draai niet om pijnlijke feiten heen. Blijf verder bij de feiten en maak bij twijfel of onduidelijkheid expliciet dat daar sprake van is. De medewerkers worden ingelicht over en op de hoogte gehouden van de volgende zaken: met wie van de familie van de overledene contact wordt onderhouden; hoe dit contact verloopt; wie in de school beschikbaar zijn voor een persoonlijk gesprek; waar die personen te bereiken zijn; welke andere opvangmogelijkheden de school heeft georganiseerd; dat er afspraken worden gemaakt over condoleance en bezoek aan de uitvaart; dat ieder mens zijn eigen manier heeft om met dit soort gebeurtenissen om te gaan; dat sommigen onmiddellijk veel voelen en dat willen uiten, en dat dat bij anderen anders kan zijn; dat de school open blijft; dat iedereen op school moet komen; dat alleen in verband met ziekte of speciale gezinsomstandigheden verlof wordt gegeven; dat alle proefwerken en toetsen zijn uitgesteld; dat voor de lopende dag een aangepast lesrooster geldt.
schoolveiligheidsplan PPE
79
21-12-2010
EERSTE WEEK Stap 10 Het coördinatieteam, de schoolleiding en de mentor(en) verlenen nazorg waar dat nodig is en er wordt een herdenkingsplaats met condoleanceregister ingericht. Klassengesprekken en gesprekken met medewerkers worden voortgezet en herhaald zo vaak als nodig is. Eventueel verdere hulpverlening wordt aangeboden of er wordt doorverwezen. Er wordt een stiltelokaal/herdenkingsplaats ingericht met bijvoorbeeld foto's, bloemen, condoleanceboek, prikborden, tekenpotloden, pennen, papier of kaarsen. De contactpersoon voor de familie blijft contact onderhouden met de familie. Stap 11 Namens de school wordt er een rouwadvertentie geplaatst in een of meer (landelijke) dagbladen. Het is handig om een raamtekst van de school ter beschikking te hebben, zodat er slechts nog hoeft te worden nagedacht over een persoonlijke boodschap in de advertentie en niet meer over de namen van schoolmedewerkers die er in moeten. Stap 12 De school organiseert een moment waarop leerlingen en medewerkers die daar behoefte aan hebben gezamenlijk naar de plaats van het incident kunnen gaan, eventueel met bloemen. In het geval dat het overlijden een gevolg is van een incident in of om school, wordt minimaal met de meest betrokken medewerkers en de meest betrokken groep(en) een bezoek gebracht aan de plek van het incident, indien mogelijk en gewenst gebeurt dit met de gehele school. Stap 13 Het coördinatieteam en de schoolleiding organiseren de deelname van leerlingen en medewerkers aan de uitvaart en de condoleance van nabestaanden. -
-
-
De contactpersoon overlegt met de familie van de overledene over condoleancebezoek en over de aanwezigheid van leerlingen en medewerkers op de uitvaart. Er vindt tevens een peiling plaats van wie van de medewerkers en leerlingen een condoleancebezoek willen brengen en wie de uitvaart willen bezoeken. Voordat met de leerlingen een condoleancebezoek wordt afgelegd, onderzoekt de school of de overledene toonbaar is. Vraag hierover de mening van de familie van de overledene en de uitvaartbegeleider, en ga het bij een bevestigend antwoord ook persoonlijk controleren. Bekijk meteen of de inrichting van de rouwzaal zodanig is dat men niet in de kist hóéft te kijken. Ook moet het mogelijk zijn voldoende afstand te houden van het gezicht van de overledene. Ten slotte moet er voldoende ruimte zijn om met elkaar in de buurt van de kist te blijven staan. Formuleer een instructie bij het bezoek, waarin bijvoorbeeld wordt opgenomen dat iedereen voor zichzelf beslist of hij of zij naar de kist loopt, in de kist kijkt of op afstand blijft. Bespreek de instructie van tevoren. Met de ouders/verzorgers en het rouwcentrum moet het condoleancebezoek zo worden voorbereid dat, behalve de gezinsleden van de overledene, er geen andere aanwezigen zijn. Stel voor het bezoek een draaiboek op met de volgende aandachtspunten: -
-
verzamelen in de school; gezamenlijk reizen; gezamenlijk afscheid nemen; gezamenlijk terugreizen naar school; gezamenlijk nabespreken.
Bij terugkomst in school, wordt er voor verfrissing gezorgd. In de nabespreking van het condoleancebezoek is er opnieuw gelegenheid over gevoelens, ervaringen en gedachten te spreken. Er volgt een gesprek met de medewerkers die naar de uitvaart willen gaan en overleg over de aanwezigheid van (een delegatie van) leerlingen.
schoolveiligheidsplan PPE
80
21-12-2010
-
Met de meest betrokken groep worden afspraken gemaakt over aanwezigheid bij de uitvaart. Iedereen die een persoonlijke band heeft met de overledene, wordt in de gelegenheid gesteld aan een condoleancebezoek deel te nemen en de uitvaart bij te wonen. Niemand mag er echter toe worden gedwongen. De school onthoudt zich hierbij van selectie. Leerlingen beslissen samen met hun ouders/verzorgers over deelname aan de condoleance en de uitvaart. Te overwegen valt om de groepen die niet direct betrokken zijn bij de slachtoffers, te laten vertegenwoordigen door twee leerlingen per klas. Indien medewerkers en leerlingen de plechtigheid bijwonen, zijn er minimaal twee medewerkers die de leerlingen begeleiden. De condoleance en de uitvaart vragen een aantal praktische voorbereidingen. In de organisatie staat voorop dat een en ander vanuit de school plaatsvindt. Men verzamelt vooraf op school zodat gezamenlijk, wanneer nodig in bussen, wordt gereisd. De leerlingen reizen in ieder geval onder begeleiding. Het moet verder mogelijk worden gemaakt voor ouders/verzorgers hun kind te begeleiden. Een eventuele toespraak tijdens de uitvaartdienst wordt voorbereid in overleg met de familie van de overledene. Een vertegenwoordiger van de school, bij voorkeur een schoolleider, tenzij er een voorkeur is om de mentor namens de school te laten spreken, bereidt een toespraak voor waarin hij of zij het verlies bespreekt voor de school. Met de uitvaartbegeleider wordt, eventueel na overleg met de familie van de overledene, overlegd over de plaats van de leerlingen en docenten op de begraafplaats, in het crematorium of in de kerk. Als deze klein is en een grote opkomst wordt verwacht, kan dit namelijk problemen opleveren. Ook de aula moet voldoende ruimte bieden. De school zorgt, in overleg met de ouders/verzorgers, voor bloemen en kransen. Leerlingen die dat willen, kunnen zelf bloemen meebrengen. Niet alleen tijdens de plechtigheid, maar ook daarna, kunnen zeer heftige emoties loskomen: Huilbuien, hyperventilatieaanvallen en flauwvallen zijn voorbeelden van mogelijke reacties. Door de omstandigheden en de massaliteit, kan de opvang daarvan worden bemoeilijkt. Het is dan ook raadzaam voldoende volwassenen mee te nemen als begeleiders en de opvangtaken van tevoren te verdelen en voor te bespreken. Betrek op het moment zelf ook altijd de andere leerlingen bij de opvang van groep- en schoolgenoten. De begeleiders hebben hierin voornamelijk een structurerende taak. Na de uitvaart is er opvang in school voor leerlingen en medewerkers. EERSTE MAAND Stap 14 Het coördinatieteam en de schoolleiding organiseren nazorg en een herdenkingsbijeenkomst voor leerlingen en medewerkers van de school en familie van de overledene. Verlies door sterfte, en van deze sterfte getuige zijn, resulteert in een aantal gevallen in posttraumatische stressreacties. Voorbeelden daarvan zijn: vermijdingsgedrag zoals het uit de weg gaan van de plaats van de gebeurtenis of van plaatsen die sterk herinneren aan de overledene, een verminderde belangstelling voor vrienden en hobby's, het zich terugtrekken uit allerlei activiteiten, Een steeds terugkerende herbeleving van de gebeurtenis, Een verhoogde prikkelbaarheid zoals schrikreacties en woede of verdrietreacties en lichamelijke klachten zoals hoofdpijn, buikpijn en angstzweet. Op school kunnen de stressreacties ook zichtbaar worden in prestatieverlies, concentratievermindering en/of schoolverzuim. Over het algemeen lukt het om na verloop van tijd op eigen kracht en met hulp van de omgeving te herstellen. De omgeving kan op verschillende manieren bij dit herstel helpen, onder andere door ruimte te bieden te praten over wat er is gebeurd, de reacties van de leerling te accepteren, rust en veiligheid te bieden en door voorzichtig te stimuleren dagelijkse taken en gewoonten weer op te pakken.
schoolveiligheidsplan PPE
81
21-12-2010
-
-
Geduld is in deze erg belangrijk. Collega's dragen hun bevindingen met aangeslagen leerlingen aan elkaar over. Soms lukt het niet om een sterfgeval te verwerken zonder professionele hulp. Het is daarom aan te bevelen al in een vroeg stadium met bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg of Bureau Slachtofferhulp te overleggen over de noodzaak van professionele nazorg: bijvoorbeeld in de vorm van individuele gesprekken voor enkelen of in de vorm van gespreksgroepen. Wanneer tot een dergelijke activiteit wordt besloten, worden opnieuw alle geledingen in school en de ouders/verzorgers geïnformeerd. Participatie van een leerling in een dergelijke activiteit kan over het algemeen alleen met toestemming van de ouders/verzorgers. Het is voor alle betrokkenen belangrijk dat er vooral de eerste tijd na het sterfgeval contact wordt onderhouden met de familie van de overledene. Geleidelijk kan dit contact worden afgebouwd. Het stiltelokaal of de herdenkingsplaats met condoleanceregister wordt onderhouden. Na ongeveer een maand wordt er een herdenkingsbijeenkomst georganiseerd in overleg met de familie. De familie wordt uitgenodigd en krijgt het condoleanceregister aangeboden.
Stap 15 Het coördinatieteam en de schoolleiding evalueren de gang van zaken in de school rond het overlijdensgeval en herzien het stappenplan indien nodig. De evaluatie vindt enkele maanden na het overlijden plaats en betreft: de handelingen door de school in het algemeen; het functioneren van het eerste aanspreekpunt; het functioneren van het coördinatieteam; het functioneren van het stappenplan. Bij negatieve punten die in de evaluatie naar voren komen, wordt gekeken of deze punten kunnen worden verbeterd door een herziening of aanvulling van delen van het stappenplan of door veranderingen in de samenstelling van de leden van het coördinatieteam of de eerste aanspreekpun-ten. Wanneer een gezinslid van een leerling of van een medewerker overlijdt, zal het stappenplan aanzienlijk korter zijn. Afhankelijk van de omstandigheden en de beleving kan voor een centrale aanpak gekozen worden. De volgende taken kunnen worden uitgevoerd en de coördinatie ervan is in handen van de schoolleiding: -
de medewerkers van de school worden op de hoogte gesteld; de schoolleiding informeert samen met mentor(en) de meest betrokken klas(sen); er wordt een mededeling opgehangen in de docentenkamer; de meest betrokken klas(sen) krijgt de gelegenheid brieven te schrijven, de mentor stuurt deze naar de betreffende leerling of medewerker; de schoolleiding stuurt een condoleancebrief naar de familie of andere belangrijke nabestaanden; de mentor stuurt een aparte brief gericht aan de leerling als het een gezinslid van een leerling betreft, de schoolleiding stuurt een aparte brief aan de medewerker als het een gezinslid van een medewerker betreft.
Wanneer een oud-leerling of oud-medewerker overlijdt, zal het stappenplan aanzienlijk korter zijn. Afhankelijk van de omstandigheden en de beleving kan voor een centrale aanpak gekozen worden. De volgende taken kunnen worden uitgevoerd en de coördinatie ervan is in handen van de schoolleiding: -
de medewerkers van de school worden op de hoogte gesteld; er wordt een mededeling opgehangen in de docentenkamer; de schoolleiding stuurt een condoleancebrief naar de familie of andere belangrijke nabestaanden; de school geeft leerlingen en medewerkers de gelegenheid om de uitvaart te bezoeken; er worden bloemen gezonden namens de school.
schoolveiligheidsplan PPE
82
21-12-2010
BIJLAGE 5 Evaluatievragen Bij de evaluatie van het veiligheidsbeleid van de school, kan het doornemen van de volgende vragen hulp bieden. Daarbij zijn de belangrijkste vragen steeds wat de plannen waren, wat er is bereikt en wat de gevolgen zijn. 1.
Welke actie- of jaarplannen zijn binnen de school een eventuele bron voor evaluatie? Arbo-jaarplan of Arbo-actieplan lijst aandachtspunten volgens het schoolveiligheidsplan besluiten personeelsvergadering, medezeggenschapsraad en dergelijke afspraken met de Arbeidsinspectie (directe opdrachten of in een rapport) afspraken met de Onderwijsinspectie (verbeterpunten) jaarkeuringen apparaten (zoals gereedschap, gymtoestellen, installaties) afspraken met politie (zoals controle op wapenbezit) afspraken met gemeente of stadsdelen onderhoudsplannen herziening draaiboeken en protocollen ontruimingsoefeningen begeleidingsplan nieuwe docenten tijdschema functionerings- en beoordelingsgesprekken taakbeleid tijdschema incidentbesprekingen door leerlingen en personeel
2.
Welke plannen zijn uitgevoerd en welke niet?
3.
Welke delen uit welke plannen zijn wel of niet uitgevoerd?
4.
Wat zijn de oorzaken van het niet of niet volledig uitvoeren van de plannen?
5.
Wie zijn verantwoordelijk voor het niet of niet volledig uitvoeren van de plannen?
6.
Hoe kan de achterstand in de uitvoering van de plannen worden weggewerkt?
7.
Welke volgorde is van belang bij het wegwerken van de achterstand?
8.
Wat is de schade die is opgetreden of nog kan optreden als gevolg van het niet (compleet) uitvoeren van de plannen?
9.
Met welke instanties of groeperingen moet worden overlegd (zoals Arbeidsinspectie, Onderwijsinspectie, personeelsvergadering, vaksecties, medezeggenschapsraad)?
10.
Zijn er nog andere consequenties van het niet compleet uitvoeren van de plannen?
11.
Wat kan aan die consequenties worden gedaan?
schoolveiligheidsplan PPE
83
21-12-2010
BIJLAGE 6 Adressen en telefoonnummers Ambulance/ Politie/ Brandweer Ziekenhuizen Gemeentelijke Gezondheidsdienst GGD Brabant – Zuidoost Slachtofferhulp Raad voor de Kinderbescherming Bureau Jeugdzorg Eindhoven Adviespunt Discriminatie Zuidoost Brabant Advies en Meldpunt Kindermishandeling Meld Misdaad Anoniem: Schoonmaakbedrijf PPE Scholierenorganisatie Ouderorganisaties Veiligheidsorganisaties Onderwijsbonden Geschillencommissies en klachtencommissies Onderwijsinspectie en vertrouwensinspecteurs Arbeidsinspectie Besturenorganisatie Diversen Telefoonnummers voor hulp en advies De Jeugdtelefoon: De Kindertelefoon: De Meidentelefoon: De Onderwijstelefoon: Meldpunt seksueel misbruik: Informatiecentrum Kindermishandeling: Landelijk Bureau Slachtofferhulp :
schoolveiligheidsplan PPE
84
21-12-2010
Nog een plaats te geven in / af te stemmen op inhoud van het SVP: Gedragscode voorkomen van pesten Begripsbepaling/definitie. Pesten is het buitensluiten van een leerling door één of meerdere leerlingen dat kan leiden tot een gevoel van eenzaamheid en ongelukkig zijn van het slachtoffer. Het kan zelfs leiden tot spijbelen en ziekte. Pesten is een vorm van zinloos geweld, heeft alles te maken met macht en komt vaak voort uit onzekerheid. Kinderen die pesten en kunnen blijven pesten, hebben een grote kans later in de criminaliteit terecht te komen. Pesten kan zich manifesteren door schelden, schoppen, slaan, roddelen, negeren, bedreigen, spullen vernielen, weghalen, verstoppen, isoleren, in een kring insluiten, bijnaam gebruiken, tegenaan lopen in de gang, schuld geven van alles, e-mails of sms-berichten versturen, steeds opbellen etc. Duidelijk onderscheid is er tussen pesten en plagen; plagen is niet gemeen, meer lollig, je kunt er om lachen, er is geen winnaar of verliezer, je bent in staat om je te verdedigen, er is geen (blijvende) schade toegebracht en het gebeurt bij iedereen. Algemene uitgangspunten t.a.v. pesten: 1. Iedereen is er zich van bewust dat pestgedrag niet kan, pijn doet en vergaande negatieve gevolgen kan hebben voor het welzijn en de ontwikkeling van het gepeste kind. 2. Elke leerling heeft het recht met plezier naar school te gaan. 3. Om een passend en afdoend antwoord te vinden op het pestprobleem is een zo goed mogelijke samenwerking en communicatie tussen medewerkers van de school, ouders en leerlingen noodzakelijk. 4. Acties: a. Medewerkers en leerlingen moeten pestgedrag kunnen herkennen door alert te zijn op verschijnselen zoals het vaak alleen staan van een leerling, achterblijvende leerprestaties en afzonderingsverschijnselen. b. Leerlingen en medewerkers zijn er zich van bewust dat je medeschuldig bent aan pestgedrag indien je ziet/merkt dat het gebeurt en er niets aan doet. c. Leerlingen zijn bewust van het bestaan en de gevolgen van pesten. d. Leerlingen weten welke stappen ze kunnen ondernemen als ze gepest worden of als ze weten dat een medeleerling gepest wordt. 5. Pesten wordt niet geaccepteerd. Iedereen heeft het recht zichzelf te zijn. 6. Ieder geval van pesten wordt gemeld; bij melding dient er altijd een vervolgactie ondernomen te worden. Zie folders meld en aangifteplicht) 7. Schoolactiviteiten ter voorkoming van pesten vinden o.a. in de mentorlessen plaats m.b.v. de methode Leefstijl, Haltlessen, infobrieven en voorlichtingsles vertrouwensleerlingen over pesten. 8. Een kopie van deze afspraken wordt bekend gemaakt in de school en wordt opgenomen in het schoolplan en de schoolgids. 9. Alle medewerkers zien toe op de naleving van dit protocol 4.1.6 Gedragscode personeel • Neem onmiddellijk maatregelen. Accepteer pestgedrag niet. Stop het pesten! • In een gesprek met de dader(s) moet duidelijk gemaakt worden dat dit gedrag onacceptabel is. Doel is de gevoeligheid van de pester voor wat hij/zij met het slachtoffer uithaalt, te vergroten. Een gesprek gevoerd door de mentor met de pester en het slachtoffer behoort tot de mogelijkheden. • In een gesprek met het slachtoffer dient direct duidelijk gemaakt te worden dat er alles aan gedaan wordt om het pestgedrag te stoppen en op welke manier dat geschiedt. • Stel de collega’s en platform op de hoogte en vraag advies.
Schoolveiligheidsplan PPE
85
21-12-2010
•
• •
Stel ouder(s) van de dader(s) (nadat een eerste aanpak op school niet het gewenste resultaat heeft bereikt) en het slachtoffer zo snel mogelijk op de hoogte. Betrek deze ouders in een plan van aanpak om pesten te voorkomen. Lukt dat niet, schakel dan de leerling-coördinator in Bespreek het probleem samen met alle leerlingen in de klas met als doel het pesten te stoppen. Maak duidelijk aan leerlingen dat melden van pesten geen klikken is
Handleiding voor docenten bij gesprek met ouders • Praat regelmatig met het kind over de positie van het kind in de klas. • Ben ervan bewust dat een groot deel gepeste kinderen het thuis niet vertelt. • Indien geconstateerd wordt dat het kind gepest wordt, informeer dan naar wat het kind daar tot nu toe aan gedaan heeft en of dat geholpen heeft. Vraag naar wie, wat, waar en wanneer. Help het kind met het bedenken van een mogelijke oplossing. • Ben bewust van het feit dat het kind het moeilijk heeft met dit probleem naar de docent of mentor te stappen. • Zeg nooit dat het ‘eigen schuld’ is dat het kind gepest wordt • Ga niet met de ouder(s) van de pester of de pester zelf in gesprek, maar laat de school dit doen.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Gedragscode voorkomen discriminatie en homoseksuele intimidatie Definitie Artikel 1 van de Nederlandse Grondwet: discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook is niet toegestaan. Discriminatie wordt omschreven als het zich in het openbaar, mondeling of schriftelijk of door afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaten over een groep mensen wegens hun sekse, ras, godsdienst of levensovertuiging. De school is een afspiegeling van de multiculturele samenleving. Dit betekent dat verschillende groepen uit de samenleving een eigen cultuur hebben. Dit vraagt extra inzet, aandacht en alertheid om tot een goed pedagogisch klimaat voor alle leerlingen te komen. De aandacht hiervoor moet structureel zijn. Preventief Gedragscode personeel Het pedagogische klimaat en de grondhouding van de personeelsleden vormt de basissfeer waar een preventieve werking vanuit gaat naar elkaar en naar de leerlingen. Tijdens de lessen Leefstijl wordt expliciet aandacht besteed aan het thema discriminatie. Leerlingen zowel als personeelsleden zijn afkomstig uit verschillende culturen en zijn als zodanig een heldere afspiegeling van de samenleving. Om discriminatie te voorkomen zijn de volgende regels uitgangspunt: personeelsleden, leerlingen en ouders worden gelijkwaardig behandeld er wordt toegezien dat personeelsleden, leerlingen en ouders ten opzichte van personeelsleden, leerlingen en ouders geen discriminerende houding aannemen in taal en gedrag in en rondom de school wordt geen discriminerende taal en of gebaar gebruikt binnen de school wordt voorkomen dat discriminerende teksten en/of afbeeldingen voorkomen op posters, in de schoolkrant, in te gebruiken boeken, e-mail, gsm en anders op het schoolplein en het schoolgebouw worden discriminerende teksten en of tekeningen niet getolereerd en deze worden zo snel als mogelijk verwijderd het personeel neemt duidelijk afstand van discriminerende taal en of gedrag en maakt dit te allen tijde duidelijk en kenbaar de school versterkt de sociale integratie onder leerlingen door aandacht te besteden aan een positieve manier van omgaan met elkaar Schoolveiligheidsplan PPE
86
21-12-2010
4.1.2 Protocol bij discriminatie -
-
-
-
bij discriminatie door personeel wordt het betreffende personeelslid hierop aangesproken door de direct leidinggevende bij herhaling van overtreding van deze gedragsregel volgt een schriftelijke waarschuwing door de directie de directie neemt bij herhaalde overtreding een passende maatregel bij discriminatie door vrijwilligers, stagiaires, ouders en schoonmaakpersoneel worden deze door de directie uitgenodigd voor een gesprek. Bij herhaling van dit gedrag wordt door de directie na een schriftelijke waarschuwing een passende maatregel getroffen bij een klacht van een leerling, over een personeelslid of medeleerling, wordt deze in principe gemeld bij de betreffende leerling-coördinator. Deze gaat in gesprek met de leerling en het betreffende personeelslid of medeleerling en licht, indien nodig, de adjunct- (sector) directeur in over de melding. als de adjunct-(sector) directeur, de leerling-coördinator gehoord hebbend, constateert dat de klacht gegrond is, volgt een gesprek met het personeelslid en wordt het verslag van het gesprek opgenomen in het personeelsdossier bij herhaling wordt de eindverantwoordelijke schoolleider ingelicht en worden maatregelen genomen conform de klachtenregeling van OMO de klachtenregeling van OMO is onder andere te vinden op de OMO website
Gedragscode leerling -
leerlingen gaan met respect en op voet van gelijkwaardigheid met elkaar om leerlingen spreken elkaar aan op het doen van discriminerende uitspraken leerlingen gebruiken geen discriminerende taal / teksten en of afbeeldingen leerlingen nemen geen discriminerende houding aan ten opzichte van medeleerlingen en / of docenten
Protocol bij discriminatie door leerlingen worden betreffende leerlingen door de mentor uitgenodigd voor een gesprek bij constatering dat de klacht gegrond is wordt deze vastgelegd in het leerlingvolgsysteem en wordt het registratieformulier ingevuld door de mentor de mentor stelt de betreffende leerling-coördinator op de hoogte van de melding de leerling-coördinator ziet erop toe dat er daadwerkelijk registratie plaatsvindt de preventiemedewerker verwerkt de melding in het registratiesysteem bij herhaling van dit gedrag wordt een passende maatregel genomen conform de klachtenregeling van OMO indien nodig informeert de adjunct-(sector) directeur de ouders van de leerlingen en nodigt deze indien wenselijk uit voor een gesprek op school door de leerling-coördinator wordt een passende maatregel genomen de klachtenregeling van OMO Zie voor procedure ook de folder (bijlage…
---------------------------------------------------------------------------------------------------Ongewenst bezoek in en rond de school Algemene definitie Bij ongewenst bezoek kan bijvoorbeeld gedacht worden aan personen in of rond de school: − met criminele activiteiten (dealen, heling) − leerlingen van andere scholen die problemen veroorzaken − die komen om iemand te intimideren/mishandelen, bijvoorbeeld ouders die verhaal komen halen bij leerlingen, personeel, directie.
Schoolveiligheidsplan PPE
87
21-12-2010
Juridische definitie Zich bevinden op verboden grond (artikel 461 WvS) Hij die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, zich op eens anders grond waarvan de toegang op een voor hem blijkbare wijze door de rechthebbende is verboden, bevindt of daar vee laat lopen, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie. Lokaalvredebreuk (artikel 139 WvS) − Hij die in een voor de openbare dienst bestemd lokaal wederrechtelijk binnendringt, of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van de bevoegde ambtenaar aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie. − Hij die zich de toegang heeft verschaft door middel van braak of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum, of die zonder voorkennis van de bevoegde ambtenaar en anders dan ten gevolge van vergissing binnengekomen, aldaar wordt aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd, wordt geacht te zijn binnengedrongen. − Indien hij bedreigingen uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of een geldboete van de derde categorie. − De in het eerste en derde lid bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen. Toelichting Bovenstaande wordt als bedreigend of erg onprettig ervaren. Zeker als daadwerkelijk sprake is van bedreigingen of als er fysiek of verbaal geweld wordt gebruikt heeft dit een negatief effect op het veiligheidsgevoel in en rond de school. Wanneer de persoon in kwestie ondanks deze waarschuwing toch terugkomt, dan heeft elke burger in Nederland het recht om een verdachte op heterdaad aan te houden. De directie kan dit recht dus gebruiken om jongeren, ouders of andere lieden aan te spreken als zij ondanks waarschuwingen toch zonder toestemming de school of het schoolplein betreden. Hetzelfde geldt in geval van lokaalvredebreuk.
---------------------------------------------------------------------------------------------------Gedragscode voorkomen van ongewenst seksueel gedrag •
schoolcultuur/pedagogisch klimaat Personeel en leerlingen onthouden zich van seksistisch taalgebruik zowel schriftelijk als mondeling Het is de taak van het personeel om leerlingen en collega’s aan te spreken en te corrigeren op dergelijk taalgebruik. Personeel en leerlingen onthouden zich van lichamelijk seksistisch en seksueel getint gedrag Het is de taak van het personeel om leerlingen en collega’s aan te spreken en te corrigeren op lichamelijk seksistisch getint gedrag.
•
een op een contacten docenten – leerlingen Een op een contacten tussen docenten en leerlingen zijn toegestaan in klaslokalen Een op een contacten tussen docenten en leerlingen zijn toegestaan in andere ruimtes mits het van buitenaf zichtbaar is. Indien leerlingen door docenten worden verzocht buiten de reguliere lestijden op school te blijven of aan buitenschoolse activiteiten deel te nemen, dienen ouders hiervan op de hoogte te zijn gesteld.
Schoolveiligheidsplan PPE
88
21-12-2010
•
relatie Conform de wet is een relatie tussen minderjarigen en een volwassenen niet toegestaan troosten/belonen e.d. in schoolse situatie Het troosten en/of belonen van leerlingen gebeurt altijd op een respectvolle wijze en mag op geen enkele manier aanleiding geven tot ongewenste intimiteiten.
•
kleding Volgens art 19 van het leerlingenstatuut mag een leerling zich kleden en zijn uiterlijk verfraaien mits passend binnen de grenzen van gangbare kleding van een schoolgaande persoon
•
omkleden Personeel ziet er op toe dat jongens en meisjes zich gescheiden omkleden Personeelsleden van de andere sekse betreden de omkleedruimten alleen bij calamiteiten
•
buitenschoolse activiteiten Tijdens meerdaagse buitenschoolse activiteiten bestaat de begeleiding uit mannelijk en vrouwelijk personeel. Als er sprake is van overnachting(en) wordt gebruik gemaakt van aparte slaapruimtes
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Digitale communicatiemiddelen Visie De school heeft een opdracht ten aanzien van het omgaan met digitale communicatiemiddelen. De school leert leerlingen de digitale media correct gebruiken en leert de leerlingen dat de digitale media minder leuke en soms gevaarlijke kanten kan hebben. Deze aspecten gelden voor de leerlingen en voor het personeel. Ongewenst gedrag en misbruik van de digitale media: Uit onderzoek naar en meldingen van ongewenst gedrag en misbruik van de digitale media blijkt dat: • leerlingen elkaar hate-mail sturen via de schoolcomputer • leerlingen en medewerkers surfen naar pornosites • leerlingen en medewerkers porno verspreiden via e-mail • digitale foto’s van leerlingen en personeelsleden tot pornografie worden gemanipuleerd en rondgezonden • leerlingen pesten via hun gsm door te bellen, sms-sjes te sturen of compromitterende foto’s te maken en deze te versturen Beleid Omgangsvormen en regels De school is zich bewust zijn van bovenstaande praktijken en heeft de taak om alles te doen om de omgeving voor leerlingen en medewerkers veilig te houden. De school hanteert correcte omgangsvormen ten aanzien van digitale media en formuleert hiervoor duidelijke regels voor haar leerlingen:
Schoolveiligheidsplan PPE
89
21-12-2010
Op school zijn deze regels van toepassing: •
iedereen toont respect voor elkaar
•
er worden geen berichten verstuurd die je zelf niet zou willen ontvangen
•
emails worden altijd met vermelding van afzender verstuurd
•
gemene of vervelende e-mails, (discrimineren, pesten of (seksueel) intimideren) worden niet getolereerd
•
surfen naar porno-sites, seks-sites, racistische of treiter-sites is niet toegestaan
•
technische snufjes op je gsm (camera,mp3speler en anders) mogen niet misbruikt worden
Preventie De school hanteert de volgende uitgangspunten ter voorkoming van misbruik van: Internet • • • • • • • • • • •
De school heeft een veiligheidsbeleid ontwikkeld ten aanzien van veilig internetgebruik op school Systeembeheerders van de school waken over het internetgebruik vanuit het oogpunt van misbruikpreventie Door de school zijn duidelijke gedragsregels en omgangsregels ontwikkeld Het beleid wordt gecommuniceerd met medewerkers, ouders en leerlingen Het thema veilig internetten is regelmatig onderwerp van gesprek in de klas, met de leerlingen worden omgangsregels op internet besproken De school voorziet in advies / tips aan medewerkers en leerlingen om de risico’s van internet zoveel mogelijk te voorkomen Leerlingen en ouders weten dat zij onbeschofte of gemene mailberichten kunnen melden en bij wie Als zich problemen voordoen in het kader van onveilig internetten dan wordt daar door de school aandacht aan besteed Klachten van leerlingen over ‘onveilig internetten’ worden altijd serieus genomen De school heeft in haar anti-pest-beleid ook pesten via internet opgenomen Er is een vertrouwenspersoon aangesteld met kennis van internet die leerlingen/ouders kan helpen en adviseren als er sprake is van onveilige situaties
Maatregelen De systeembeheerders/ICT-leerkrachten hebben naast de zorg voor de hard-en de software verantwoordelijkheid ten aanzien van het veilig gebruik van de internetvoorziening. Daarbij gaat het om de fysieke opstelling van de computers, maar ook om het uitgeven van inlognamen aan leerlingen en medewerkers. Bij ongewenst gedrag op internet is samenwerking van de vertrouwenspersoon en systeembeheerders een belangrijke voorwaarde. Bij meldingen/klachten over internetporno, hatemail of pest-mail is het van belang dat de vertrouwenspersoon de systeembeheerder raadpleegt en samenwerkt om duidelijke informatie over de klacht te achterhalen. Het gemelde gedrag wordt aan de schoolleiding doorgegeven.
Schoolveiligheidsplan PPE
90
21-12-2010
Sancties De school neemt maatregelen bij geconstateerd incorrect gebruik van internet door leerlingen of medewerkers. Maatregelen en sancties zijn door de school vastgelegd in haar veiligheidsbeleid en gecommuniceerd met leerlingen, medewerkers en ouders. Intimiderende, discriminerende, racistische of bedreigende e-mail is in ernstige mate ontoelaatbaar en kan aanleiding geven tot het indienen van een klacht bij justitie. Een uitdraai van het bericht tonen aan de politie of de officier van justitie maakt duidelijk om welk gedrag het gaat. Andere communicatiemiddelen Leerlingen gebruiken allerlei moderne communicatiemiddelen die zij ook mee naar school nemen. Leerlingen mogen deze communicatiemiddelen echter niet gebruiken op school. De school heeft over het gebruik ervan beleid geformuleerd.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Gedragscode bij gebruik, bezit en handel in drugs, alcohol en medicijnen Definitie Het voorhanden hebben van alcohol en of drugs is niet toegestaan, evenals het voorhanden hebben van medicijnen welke niet aantoonbaar in het belang van de eigen gezondheid zijn. Deze moeten worden ingeleverd. Ook het handelen in en of verstrekken van drugs of bedoelde medicijnen is verboden. Het schoolreglement bevat regelgeving ten aanzien van roken, alcohol, cannabis en overige drugs. Enerzijds tast drugs- en alcoholgebruik en of het bezit ervan het leefklimaat binnen een school aan en anderzijds is het een directe bedreiging voor de onderwijsdoelstellingen. Het onderscheid tussen het voorhanden hebben van drugs voor eigen gebruik dan wel het voorhanden hebben van drugs bestemd voor de handel is moeilijk te trekken. Juridische definitie • het gebruik van hard drugs, zoals heroïne, cocaïne, XTC en paddo’s en gedragingen met betrekking tot deze drugs zijn verboden op basis van de Opiumwet en deels ook Warenwet; • Het handelen in bepaalde middelen, zoals de hierboven genoemde hard drugs en cannabis is eveneens verboden op basis van de Opiumwet • Voor gebruik en bezit van alcohol geldt de Drank- en Horecawet, waarin tevens is aangegeven dat verkoop van alcohol aan jongeren beneden de 16 jaar verboden is • Het roken van tabak in openbare gebouwen, zoals scholen, is verboden bij de Tabakswet, met uitzondering van daarvoor specifiek aangewezen ruimten • Voor productie en of handel in geneesmiddelen die als drugs worden gebruikt, is de Geneesmiddelenwet van toepassing Maatregelen Wanneer door signalen of uit een gesprek blijkt dat een leerling onder invloed is, dan reageert de school hier op. De leerling die onder invloed van alcohol of drugs de lessen volgt, wordt uit de les verwijderd. Indien leerlingen cannabis voorhanden hebben en dit aan anderen uitdelen, al dan niet uit winstbejag, wordt de politie ingeschakeld. Leerlingen mogen ook niet in het bezit zijn van softdrugs voor eigen gebruik. Bij middelengebruik dan wel handel moet de grens op nul gesteld worden, dat houdt in dat hard drugs in het geheel niet getolereerd worden. De school verbiedt alcohol, drugs of medicijnen die niet aantoonbaar door een arts zijn voorgeschreven binnen de school of het terrein van de school te brengen. In het geval dat de school kennis dan wel een redelijk vermoeden heeft dat een persoon drugs en of medicijnen binnen de school of het schoolterrein heeft gebracht of voorhanden of op andere wijze onder zicht heeft, wordt deze persoon bewogen tot afgifte van deze goederen. De school geeft hiervoor geen
Schoolveiligheidsplan PPE
91
21-12-2010
schadevergoeding en is niet aansprakelijk voor schade, in welke zin dan ook, welke voortvloeit uit deze maatregel. De school verbindt deze regel en maatregel als voorwaarde tot toelating tot het schoolgebouw of schoolterrein. Dit wordt vooraf in het schoolreglement kenbaar gemaakt. Hiermee wordt intern rechtmatigheid van handelen verkregen. Ingeleverde drugs en medicijnen worden ter vernietiging overgedragen aan de politie. Protocol De school schat de omvang en ernst van de situatie in en bepaalt of de politie wordt ingeschakeld Primair: • • • •
Maatregelen toepassen; zie reglement Gezonde school en genotmiddelen drugs afgeven aan de politie Politie op de hoogte stellen of om advies vragen (vooral wanneer jongeren drugs op school uitdelen, als dan niet met winstbejag) Bepalen welke instantie te betrekken bij hulpverlening, verwijzing en preventieactiviteiten
Secundair, indien er sprake is van een in de toelichting genoemde situatie: • ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren • de politie in kennis stellen wanneer er sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die overeenkomen met juridische definitie • Alle relevante informatie in verband met feiten en personen doorgeven aan de politie Maatregelen politie • De school legt contact met de politie als er informatie nodig is over verkooppunten • indien door een leerling wordt gehandeld in strijd met de Opiumwet dan wordt tegen de leerling proces-verbaal opgemaakt • de ouders van de betreffende leerling worden door de school hierover geïnformeerd Maatregelen OM • het procesverbaal wordt afgedaan door een aanbod taakstraf via de Officier van Justitie, dit kan in de vorm van een werkstraf, leerstraf en begeleiding of een combinatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM over invulling van de straf • Bij recidive of ernstige drugsdelicten wordt het procesverbaal door het OM voorgelegd aan de Kinderrechter. De Raad voor Kinderbescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf • De school kan, indien het feit zich op school heeft afgespeeld en school hierover (indien noodzakelijk) een verklaring heeft afgelegd, op grond van de veiligheid op school, informeren bij het Om hoe de zaak wordt afgehandeld
Schoolveiligheidsplan PPE
92
21-12-2010