SCHALLY zangbundel
Het College Gamel van de Delftsche Studenten Bond
Wij zijn zo vaag.
Salem Aleikum.
Wij zijn zo vaag, vaag wij drinken toch zo graag een glaasje bier, een spaatje rood, al op de bond, of in de boot. Wij zijn zo vaag, vaag wij eten toch zo graag een bitterbal of borrelnoot.
Salem aleikum, Wij zijn de rasechte turken en dragen hele lange jurken en roken fatima sigaren. ‘T kan ons niet verdijen met hoeveel vrouwen wij vrijen
Dat wist ik niet en bovendien dat kon ik zonder bril niet zien; dat kon ik zonder bril niet zien. Wij zijn zo vaag, vaag en drinken toch zo graag een glaasje bier, een spaatje rood, al op de bond, of op de boot. Wij zijn zo vaag, vaag en eten toch zo graag een bitterbal of borrelnoot.
Het is een voorrecht turk te wezen met ons onvolprezen haremsysteem, hoi haremsysteem, hoi ha-a-aremsysteem, Gamel! Salem aleikum, Wij zijn de rasechte turken en dragen hele lange jurken en roken fatima sigaren. ‘T kan ons niet verrekken hoeveel vrouwen we dekken
Dat wist ik niet en bovendien dat kan ik zonder bril niet zien; dat kan ik zonder bril niet zien.
Het is een voorrecht turk te wezen met ons onvolprezen haremsysteem, hoi haremsysteem, hoi ha-a-aremsysteem, Gamel!
(De twee versies zijn afhankelijk van het bondsjaar)
Sjel neet op mich. Salem aleikum, Wij zijn de rasechte turken en dragen hele lange jurken en roken fatima sigaren. ‘T kan ons niet verdommen hoeveel kind’ren d’r kommen Het is een voorrecht turk te wezen met ons onvolprezen haremsysteem, hoi haremsysteem, hoi ha-a-aremsysteem, Gamel! Nooit, nooit nemen wij verkering, nooit, nooit nemen wij een vrouw, laat het die sufferds zelf maar proberen, wij zijn de leden van de vrijgezellenstam, Gamel!
Peer hauw èns get aan d’r handj, door ein gläeske beer, mer gebroekde zien verstandj, en lag zich d’r biej neer. Want zien vrouw die sjol mer raak, maakde zon’ne kal. Mer Peer zong toe dus dit refrein, en zeet, toen ging ‘t waal: Sjet neet op mich, sjel neet op mich, gön mich toch dat klein plezeer, gön mich toch dat gläeske beer. Sjel neet op mich, sjel neet op mich, want bie jedder gläeske beer, denk ich toch ann dich. Nog gein veertieën daag d’r nao, noom zien vruike wraak, ‘t moos toe nao ein fieëske toe, Peer bleaf biej de sjnaak. Mer ‘t doerde oerelank, Ieër ze heivesj koam, en zong toe auch nog sjel mer neet, es ich es effe goan.
Gamel is het college... Sjet neet op mich, sjel neet op mich, gön mich toch dat klein plezeer, gön mich toch dat gläeske beer. Sjel neet op mich, sjel neet op mich, want bie jedder gläeske beer, denk ich toch ann dich.
Gamel is het college dat gewoon het hardst kan zeilen, veel harder dan die dweilen, we winnen het met mijlen. Gamel is het college dat gewoon het hardst kan zeilen, we winnen het met mijlen, dat is nu eenmaal zo!
Zouwt ger èns get later zeen, door ein gläeske beer, denk dan èns aan dit gediech, dat hulp toch altied weer; Zing ‘t mer oet volle bors, al is de sop auch kauwt sjel toch neet, noe sjel toch neet, doe wets dat ich doa neet van hauw.
Gamel is het college dat gewoon het hardst kan brallen, veel harder dan die ballen, hier in de Tyche stallen. Gamel is het college dat gewoon het hardst kan brallen, hier in de Tyche stallen, dat is nu eenmaal zo!
Sjet neet op mich, sjel neet op mich, gön mich toch dat klein plezeer, gön mich toch dat gläeske beer. Sjel neet op mich, sjel neet op mich, want bie jedder gläeske beer, denk ich toch ann dich.
Gamel is het college dat gewoon het hardst kan zuipen, we laten geen druppel druipen, al moeten we huiswaarts kruipen. Gamel is het college dat gewoon het hardst kan zuipen, al moeten we huiswaarts kruipen, dat is nu eenmaal zo!
(Grevenbrichts carnevalsliedje uit eind jaren vijftig)
Gamelding.
Pico-Gamel.
Geef nu wat bier aan mij en alles is vergeten geef mij een biertje en ik houdt mijn mondje dicht; Wordt er nu bier mij toegestopt, dan wordt de roddel afgeklopt en dan vertel ik wel dat was je eigen nicht. Geef nu wat bier aan mij en alles is vergeten; ‘n gesloten deur voor de GTTTerreur.
Giga-Gamel, giga-gamel, kilo-, mega-, giga-gamel.
Bitterballenlied.
Gamel is Hupsakee.
DDL moet gaan bakken, bitterbal in het vet. DDL moet gaan bakken, bitterbal in het vet.
Gamel dat is hupsakee; Gamel dat is hupfalderiere; Gamel dat is jippiejee... Driemaal in de rondte,... Joechee !!!
Wie wil/lust er nog een bitterbal, bitterbal, bitterbal, wie wil/lust er nog een bitterbal, uit het hete vet.
Giga-Gamel, giga-gamel, kilo-, mega-, giga-gamel. Giga-Gamel, giga-gamel, kilo-, mega-, giga-gamel. Yocto-, zepto-, atto-, femto-, pico-, nano-, micro-, milli-, centi-, deci-, deca-, hecto-, kilo-, mega-, giga-, tera-, peta-, exa-, zetta-, yotta-gamel.
Gamel 1973.
Het lied der winden.
Kielekallekoud, hé daar heb je Wout Mallemullemop, hé... Rob Tinnetannetinus, hé... Rinus Glimmeglammeglieter, hé... Pieter Stirrestorresteen, hé... Leen Billeballebaasje, hé... Klaasje Plareplureplan, hé... Jan Mennemannemee en daar heb je nummer twee Kiezekozekans, hé... Hans Pellepallepeerd, hé... Geert Zwielezwallezwans, hé... Frans Stroelestraulestrik, hé... Dick Tippetappetop, hé... Bob Libbelelellebel, dat is nou Gamel !
Sirocco, bergwind en cycloon, Tornado, landwind en passaat, Zuidwester, bora en de föhn, Elk heerst als vorst in eigen staat! Maar ach, hij is het minste kind, hij is slechts de gelaten wind. Hij stuwt geen branding, vult geen zeilen en waar hij even komt verwijlen kijkt men elkaar verwijtend aan en denkt: ‘Wie heeft dat wel gedaan?’. De blizzard en de avondwind, De sneeuwjacht en de windkracht acht, De steppewind, de wind bij nacht, Elk heerst uit eigen recht en macht! Maar ach, hij is het minste kind, hij is slechts de gelaten wind. Hij knakt geen bomen, buigt geen riet, wanneer hij aanzwelt uit het niet, Spreekt niemand: ‘Heerlijk, uit het Zuien!’ Men denkt slechts: ‘Dat komt van de uien...’
Lied van de wind. Een teken van leven, doet mensen zo goed. Zo’n scheet uit je reet, die trekt in het bloed. Je wordt opgekikt en het achterwerk fikt; Een zucht van verlichting, voordat j’er in stikt. 10
11
Vervelend nummer. Dit wordt een vervelend nummer, het rijmt vooral op ‘iek’, zoals in encykliek, molenwiek, republiek.
Een man in de gracht, een vreemd borrelend roepen en iedereen lacht, dat is ludiek.
Ook de jonge Hilversummer en de oude excentriek zullen zich vervelen, dat mag ik niet verhelen, al zijn bepaalde delen toch wel uniek.
Een man en een vrouw, die elkander beminnen, nou, ik blijf je trouw, da’s romantiek.
Een veldheer te paard en tienduizend man troepen in vliegende vaart, dat is epiek. Storm teistert het dek het volk vlucht in de sloepen, de sloepen zijn lek, dat ik tragiek. Eén, twee, drie, vier, al schijnt U hier weinig plezier aan te beleven. Toe roep nu niet ‘boe’, zulk een gedoe is overdreven. 12
Een uitslaande brand, een buurman snelt naar binnen, met één emmer zand, dat is heroïek. Raldaldaldie, wat een geflier leef nu toch eens mee met deze zanger; Oh roep een ‘bravo’, mensen want zo gaat het niet langer. ... Hoe kwam ik zo gek, om hier aan te beginnen, dat toont een gebrek aan goede lyriek.
13
Het grieslied.
Also sprach Gamel.
Gries is overheerlijk. Het is onontbeerlijk. Gries dat is zo fijn. Gries dat moet en zal er zijn.
Ga-, Ga-, Ga-, Ga-, GGGAAAMMMEEELLL !!!
Het anti-grieslied.
Gamel.
Eet nooit een bakje met gries. Eet nooit een bakje met gries. Eet nooit een bakje, bakje, bakje, bakje grie-ie-ies, want dat is smerig en vies...
Gamel, Gamel, Gamel, Gamel, Gamel, Gamel, Gamel.
tweede advies:
Gamel, Gamel, Gamel, Gamel, Gamel, Gamel, Gamel.
Eet nooit een bakje met gries. Eet nooit een bakje met gries. Eet nooit.... ...etc.
14
Gamel, Gamel, Gamel, Gamel, Gamel, Gamel, Gamel.
Gamel, Gamel, Gamel, Gamel, Gamel, Gamel, Gamel. Gamel !!!
15
Gamel hatsjekidee.
Gamel-Lustrumlied (5e lustrum).
Gamel, hatsjekidee! We gaan met kollumer naar de zee, we nemen chocomel en pijpjes mee. Maar we komen er toch nooit, want we zitten in de boot, en de giro staat weer rood.
Salem aleikum, wat is Gamel zonder geheimen en persoonlijk heel wat kleine en spinnen daarvan technisch garen.
Ode aan Gamel.
Het is een voorrecht lid te wezen van ons onvolprezen college, jawel college, jawel colle-e-ge, Gamel !
Gekenmerkt door grapg’heid, zie ik mijn gi-gamel; Weinig gesaapg’heid, onordlijk gezell’; Zeiltje gaat flop flop flop, dopje zegt plop plop plop; Klots’nde geluiden, daar is Gamel... Gamel !!!
Delftenaren zullen nooit weten, waarom juist wij Gamel mogen heten.
Gamelletjes-gordijn. Weet je wel wat ik zou willen zijn: Gamelletjes-gordijn, Gamelletjes-gordijn. ‘K weet het niet, het doet een beetje pijn: Gamelletjes-gordijn, -gordijn, -gordijn, -gordijn.
16
17
Betonnenkano-boogie.
Eerste levensbehoeften.
‘T is de betonnenkano-boogie, betonnenkano-boogie, yeah, yeah, yeah, yeah; Betonnenkano-boogie, betonnenkano-boogie, yeah, yeah, yeah, yeah;
Ik wil een biertje... of een spaatje rood, een portie ballen en een borrelnoot, penningmeester, haal het... of ik val dood!
Kippegaas hier, plamuurtje daar, schegje knip, Gamel is klaar.
Borr’len in de vroegte, borr’len heel erg laat, zo nu en dan eens zeilen, maar dan weer snel paraat!
‘T is de betonnenkano-boogie, betonnenkano-boogie, yeah, yeah, yeah, yeah; Betonnenkano-boogie, betonnenkano-boogie, yeah, yeah, yeah, yeah;
Gamel hier, Gamel daar, Gamel is weer in de lucht! Gamel !!!
Reünist.
Gamehul.
Weet je nog wel, die vakantie in de regen, die borrel tot half negen, hoe we allen baalden van tentamens, in die Gamel-TH-tijd.
gamehul, Gamel, gahamel, Gamel... gamehul, Gamel, gahamel, Gamel... gamehul, Gamel, gahamel, Gamel... gamehul, Gamel, gahamel, Gamel... ...etc.
18
19
Hangend in de stagen.
Salem Aleikum (5e lustrum).
Het bier daar van zonet dat joeg al door het keelgat heen en valt met veel gespet in een begolfd toilet. Nou ja, nou ja, gezelligheid, dat kent men wel, al varend, niet te snel, bij het colleeg’ Gamel... Gamel !!!
Salem aleikum, Wij zijn de rasechte turken en dragen hele lange jurken en roken fatima sigaren.
Zeil-vakantie. Kwaakie zwom over een heel Friesch meer, daar kwam een bootje met veel gezwier, Kwaakie keek niet uit en verdraaid, flip, flap, flop,... een eend genaaid.
20
1. We laten ons niet besturen; door een commissie onguren. Het is een voorrecht turk te wezen met ons onvolprezen haremsysteem, hoi haremsysteem, hoi ha-a-aremsysteem, Gamel! 2. In een huifkar bevriezen, wie zou daar nou voor kiezen? 3. Wij zullen niet betalen, dat komt de penningboer maar halen. 4. Wij willen niet graag horen, dat we tot de middelmaat behoren.
21
Verbazing. 5. We zullen niets versturen, voor enquetes zijn er besturen. 6. Bijna uitgestorven, maar toch nog leden geworven Het is een voorrecht turk te wezen met ons onvolprezen haremsysteem, hoi haremsysteem, hoi ha-a-aremsysteem, Gamel!
Het lijkt soms wel een vuilnisvat, een bootje gevuld met man en krat... dat is Gamel. Gamel, dat zich onderscheidt, door totale ondoorzichtigheid, dat is Gamel... Gamel !!!
(Oh) Gamel. Oh Gamel, het wordt niets zonder jou, Oh Gamel. Oh Gamel, het wordt niets zonder jou, Oh Gamel.
22
23
Index.
(pag.)
Wij zijn zo vaag. Salem Aleikum. Sjel neet op mich. Gamel is het college... Gamelding. Bitterballenlied. Pico-Gamel. Gamel is Hupsakee. Gamel 1973. Lied van de wind. Het lied der winden. Vervelend nummer. Het grieslied. Het anti-grieslied. Also sprach Gamel. Gamel. Gamel hatsjekidee. Ode aan Gamel. Gamel-Lustrumlied. (5e lustrum) Gamelletjes-gordijn. Betonnenkano-boogie. Reünist. Eerste levensbehoeften. Gamehul. Hangend in de stagen. Zeil-vakantie. Salem Aleikum. (5e lustrum) Verbazing. (Oh) Gamel. 24
2 3 5 7 8 8 9 9 10 10 11 12 14 14 15 15 16 16 17 17 18 18 19 19 20 20 21 23 23