Samenwerkingsverband RiBA – 28.05
Ondersteuningsplan 2016‐2020
Inleiding Sinds augustus 2014 heeft samenwerkingsverband RiBA als een van de 77 samenwerkingsverbanden primair onderwijs in Nederland, de opdracht passend onderwijs te bieden aan leerlingen die woonachtig zijn in Ridderkerk, Barendrecht en Albrandswaard (BARgemeenten). Het bieden van passend onderwijs is afhankelijk van de samenwerking van vele partijen binnen en buiten het onderwijsveld. Vooraleerst is het van belang dat de organisatie van passend onderwijs planmatig en in samenhang vormgegeven wordt. Voor dit tweede ondersteuningsplan van Samenwerkingsverband RiBA hebben ook nu weer veel deelnemers van verschillende werkgroepen, studiebijeenkomsten en de leden van de ondersteuningsplanraad meegeholpen en meegedacht. Het bestuur van samenwerkingsverband RiBA bedankt iedereen voor zijn/haar inzet in welke vorm dan ook. Samenwerkingsverband RiBA is van de scholen en voor de scholen. Passend onderwijs wordt tenslotte gegeven in de scholen. Samenwerkingsverband RiBA wil ten dienste staan van alle scholen die iedere dag opnieuw passend onderwijs aan ieder kind realiseren, omdat “Ieder kind telt”. Het realiseren van passend onderwijs vraagt doorlopend om reflectie op de eigen werkpraktijk van alle betrokkenen. Het bieden van passend onderwijs is primair een proces waarbij we iedereen hard nodig hebben: onderwijsprofessionals, ouders, verzorgers, schoolbesturen, medewerkers van de BAR-gemeenten en de medewerkers van samenwerkingsverband RiBA. In dit plan kunt u lezen hoe we in gezamenlijkheid passend onderwijs willen realiseren voor ieder kind in Ridderkerk, Barendrecht en Albrandswaard. April 2016 Het bestuur van RiBA
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 1
Inhoud Inleiding........................................................................................................................1 1. Missie en visie ............................................................................................................3 2. Organisatie en bestuurlijke inrichting .............................................................................5 3. Inrichting dekkend netwerk van ondersteuning ...............................................................8 4. De route van ondersteuningstoewijzing ........................................................................ 11 5. Passend onderwijs in relatie tot gemeentelijk beleid ....................................................... 15 6. Communicatie .......................................................................................................... 16 7. Financiën ................................................................................................................. 17 8. Kwaliteitsontwikkeling ............................................................................................... 19 9. Beoogde Resultaten 2016-2020 .................................................................................. 20 Bijlagen: ..................................................................................................................... 24
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 2
1. Missie en visie Samenwerkingsverbanden maken onderdeel uit van een keten aan regionale spelers in een beperkte regio met als hoofddoelstelling te komen tot een meer persoonlijke en integrale vorm van zo passend mogelijke ondersteuning van het kind en het gezin waarin het kind opgroeit. Ouders, leerkrachten, scholen, schoolbesturen, gemeenten en het samenwerkingsverband zijn ieder op hun eigen manier verantwoordelijk voor het realiseren van Passend Onderwijs. Het is hierbij vanzelfsprekend dat iedere partner hieraan een bijdrage levert. Samenwerkingsverband Passend Onderwijs RiBA wil een actieve en verbindende rol spelen in deze keten. 1.1 Missie De missie van het samenwerkingsverband luidt: “Ieder kind telt.” Uitgangspunt van onze missie is dat iedere leerling passend onderwijs krijgt aangeboden. Indien mogelijk volgt de leerling onderwijs binnen het regulier onderwijs en dichtbij huis. Ouders, school en samenwerkingsverband stellen gezamenlijk vast wat een kind nodig heeft om zich optimaal te ontwikkelen. Wanneer de onderwijsbehoeften van een kind dit vragen, kan voor plaatsing in het speciaal (basis)onderwijs gekozen worden. Samenwerkingsverband RiBA stelt de belangen van ieder kind voorop in haar beleid en beschouwt zichzelf als pleitbezorger voor het kind. 1.2 Visie op passend onderwijs Uitgangspunten voor de ontwikkeling van beleid door het samenwerkingsverband zijn: I. Thuisnabij passend onderwijs voor ieder kind II. Vraaggericht ontwikkelen van arrangementen met zo min mogelijk bureaucratie III. Nadruk op het preventief inzetten van ondersteuning IV. Integraal handelen; Ouders zijn partners, Jeugdhulp als bondgenoot V. Ruimte voor de professional VI. Scholen ontwikkelen een brede en sterke basisondersteuning VII. Handelingsgericht denken en handelen Thuisnabij passend onderwijs voor ieder kind Vanuit het perspectief van een kind is het van belang om de schoolomgeving te laten aansluiten op de sociale en fysieke omgeving. Thuisnabij onderwijs is derhalve een vanzelfsprekend streven in het tegemoetkomen aan de onderwijsbehoeften van een kind. Scholen kunnen door het ontwikkelen van een brede basisondersteuning hier een belangrijke bijdrage aan leveren. Scholen en samenwerkingsverband RiBA nemen het op zich om voor elk kind in haar regio een passende thuisnabije onderwijsplek te realiseren. Vraaggericht ontwikkelen van arrangementen Het samenwerkingsverband ontwikkelt samen met haar partners een dekkend onderwijs ondersteuningsnetwerk voor passend onderwijs. Dit netwerk is in de eerste plaats flexibel omdat hierin de onderwijsbehoeften van de leerling en de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht gevolgd worden. Alle deskundigheid en ondersteuningsvormen van samenwerkingsverband RiBA worden derhalve regelmatig en procesmatig geëvalueerd. De noodzakelijke bureaucratie wordt tot een minimum beperkt. Nadruk op het preventief inzetten van de ondersteuning Streven naar snel beschikbare en vakkundige preventieve ondersteuning om te voorkomen dat de onderwijsvraag groter wordt dan noodzakelijk is. En tijdig anticiperen op de ontwikkelingen zodat een lang traject van falen en mislukken voorkomen kan worden door het stellen van heldere doelen.
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 3
Integraal handelen; Ouders zijn partners, Jeugdhulp als bondgenoot Ouders dragen de verantwoordelijkheid voor de dagelijkse zorg en opvoeding van hun kind. Zij kennen hun kind als geen ander. Ouders worden niet alleen betrokken in alle gesprekken over een kind omdat zij verantwoordelijk zijn voor hun kind, maar juist omdat zij de meeste kennis hebben van hun kind. Wij realiseren ons dat het welslagen van het onderwijs aan een kind afhankelijk is van de steun van ouders. Gemeenten en schoolbesturen zijn samen verantwoordelijk voor het welzijn van kinderen in de regio. De school is tot op heden een vindplaats voor ondersteuningsvragen bij het opgroeien en opvoeden van kinderen. Schoolbesturen en gemeenten streven ernaar om de scholen verder te ontwikkelen tot een plaats waar de samenwerking vorm krijgt. Het is van belang dat beide spelers als partners optrekken in ondersteunings- en zorgtoewijzing aan kinderen. Jeugdhulp en onderwijs dienen elkaar op structurele wijze te ontmoeten en werkwijze en ondersteuningssystematiek op elkaar af te stemmen. De wijkteams (gebiedsteams) spelen hierbij een coördinerende rol. Ruimte voor de professional. De organisatie van Passend Onderwijs in samenwerkingsverband RiBA is zo opgebouwd dat de verantwoordelijkheid voor de ondersteuningsvraag indien mogelijk laag in de organisatie wordt ingezet. De leerkracht kent het kind en is regisseur van het onderwijs aan dat kind. De leerkracht wordt derhalve betrokken bij alle processen rond onderwijsondersteuning van een kind. De kwaliteit van het onderwijs is in zeer sterke mate afhankelijk van de competentie van de leerkracht en de kwaliteit van de ondersteuning aan die leerkracht. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de schoolbesturen en het samenwerkingsverband. De leerkracht zal in de uitvoering van zijn/haar taken ondersteund worden door leidinggevenden, medewerkers van het samenwerkingsverband en beleidsontwikkelingen. De intern begeleider speelt een belangrijke rol in de verbinding tussen de praktijk waarin onderwijsondersteuningsvragen ontstaan en de ondersteuners van het samenwerkingsverband en de wijkteams. De intern begeleider brengt partijen in gesprek met elkaar en voorziet partijen van voldoende informatie zodat adequaat kan worden gehandeld. Scholen bieden een sterke basisondersteuning Scholen zijn primair verantwoordelijk voor het bieden van basisondersteuning. Schoolbesturen, het samenwerkingsverband en Jeugdhulp bieden de scholen een context waarin de basisondersteuning verder kan worden ontwikkeld. Afstemming op elkaar is hierbij voorwaarde tot succes. Handelingsgericht denken en handelen Onderwijs is gericht op het tegemoetkomen aan de onderwijsbehoeften van ieder individueel kind in een bepaalde (onderwijs)context. Afstemming op de onderwijs- en opvoedbehoeften van een kind vraagt om een procesmatige en arrangerende aanpak. School, het samenwerkingsverband en Jeugdhulp stemmen doorlopend in dit proces op het kind af. Samen ontwikkelen zij een structuur waarin passend onderwijs gerealiseerd wordt op een handelingsgerichte wijze. Ouders worden vanzelfsprekend betrokken in dit proces.
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 4
2. Organisatie en bestuurlijke inrichting 2.1 Samenwerkingsverband passend onderwijs; Rechtspersoon en bestuursmodel Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs hebben de vorm van een privaatrechtelijke rechtspersoon, opgericht door de aangesloten schoolbesturen. Bij samenwerkingsverband RiBA zijn in april 2016 aangesloten: Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs te Barendrecht/Ridderkerk, Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden, Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs, Vereniging voor Protestant Christelijk Basis Onderwijs Albrandswaard, Stichting Openbaar Primair Onderwijs Albrandswaard, Stichting PIT, Gereformeerd Primair Onderwijs West-Nederland en Yulius Onderwijs. Het samenwerkingsverband wordt in stand gehouden door een stichting. Het bestuur van deze stichting heeft een algemeen bestuur (AB) en een dagelijks bestuur (DB). Het Algemeen Bestuur bestaat uit een vertegenwoordiger van elk aan het samenwerkingsverband deelnemend schoolbestuur. Het Algemeen Bestuur benoemt een Dagelijks Bestuur, dat bestaat uit een voorzitter en een penningmeester. Elk lid van het Algemeen Bestuur heeft één stem. Samenwerkingsverband RiBA zal in de komende jaren verder ontwikkelen om te blijven voldoen aan de wettelijke richtlijnen ten aanzien van de scheiding tussen uitvoerende werkzaamheden en toezicht. Op de website van het samenwerkingsverband (www.swv-riba.nl) wordt het bestuursmodel toegelicht. De directie van RiBA wordt bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid geadviseerd door de Werkgroep Inhoud van het samenwerkingsverband. Elk deelnemend bestuur aan samenwerkingsverband RiBA wordt vertegenwoordigd in deze werkgroep. 2.2 Personele bezetting Voor alle professionals werkzaam voor samenwerkingsverband RiBA geldt dat zij, naast onderwijsspecialist, ook samenwerkingspartner zijn. In die hoedanigheid zijn zij medeverantwoordelijk voor ieder kind in het samenwerkingsverband en tegelijkertijd verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het samenwerkingsverband. De personele bezetting van samenwerkingsverband RiBA is samengesteld uit werknemers die in centrale dienst zijn van het samenwerkingsverband, personeelsleden die op detacheringsbasis zijn ‘uitgeleend’ aan het samenwerkingsverband en personeelsleden die werkzaamheden verrichten voor het samenwerkingsverband op contractbasis. 2.2.1 Directie De werkgeversrol wordt in de praktijk vervuld door een bezoldigd directeur, verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en aansturing binnen RiBA. Dit betreft onder andere: het leiding geven aan personeel benoemd in de centrale dienst, personeel op detacheringsbasis en personeel werkend op contractbasis. het vertegenwoordigen van het samenwerkingsverband naar externen. het ontwikkelen en uitvoeren van beleid. het afhandelen van klachten. het uitoefenen van de doorzettingsmacht als er geen plek voor een leerling kan worden gevonden. het aanspreken van de besturen van de scholen op (aan passend onderwijs gerelateerde) kwaliteit en resultaten. de uitvoering van beleid, begroting en aanlevering van kengetallen, zoals vastgesteld in het ondersteuningsplan.
2.2.2 Gedragswetenschappers en Ambulante Ondersteuners De gedragswetenschappers van RiBA zijn orthopedagoog of (GZ-)psycholoog met een wetenschappelijke opleiding en een diagnostiekbevoegdheid. Zij zijn in dienst van samenwerkingsverband RiBA en hebben allen specifieke competenties en vaardigheden op
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 5
onderwijskundig gebied. De gedragswetenschappers worden door het samenwerkingsverband ingezet om scholen te ondersteunen bij het realiseren van passend onderwijs. De gedragswetenschappers zijn beschikbaar voor consultatie door de school en maken deel uit van het school ondersteuningsteam (SOT). De gedragswetenschapper kan psychodiagnostisch onderzoek verrichten als dat noodzakelijk is. De ambulante ondersteuner kan worden ingezet om de groepsleerkracht te ondersteunen bij het in kaart brengen en afstemmen op de onderwijsbehoeften van een leerling in de klas. De ambulante ondersteuners zijn leerkrachten met expertise, competenties en vaardigheden op het gebied van specifieke onderwijsbehoeften die gerelateerd zijn aan het speciaal onderwijs cluster 3, cluster 4 en/of het speciaal basisonderwijs. Jaarlijks wordt op basis van de vraag van de scholen vastgesteld hoeveel ondersteuners er nodig zijn. In sommige gevallen wordt personeel vanuit het speciaal (basis) onderwijs op detacheringsbasis ingezet voor het bieden van ondersteuning. 2.2.3 Trajectbegeleiders De trajectbegeleiders zijn medewerkers van het samenwerkingsverband die op onafhankelijke en objectieve wijze de arrangerende gesprekken over leerlingen in samenwerkingsverband RiBA leiden. De trajectbegeleider verbindt ouders, school en externe deskundigen in het zoeken naar nieuw perspectief voor een leerling. De trajectbegeleider is opgeleid en gecertificeerd voor deze rol. 2.2.4 Onderwijskundige en secretariële ondersteuning De onderwijskundige beleidsmedewerker ondersteunt, monitort, evalueert en bereidt onderwijskundig beleid voor in opdracht van de directie van het samenwerkingsverband. De secretariële medewerker ondersteunt de administratieve verrichtingen van het samenwerkingsverband in opdracht van de directie. 2.2.5 Ondersteuning in de financiële administratie De financiële administratie wordt beheerd door een administratiekantoor in opdracht van de directie van het samenwerkingsverband. 2.3 Medezeggenschap (OPR & MR) RiBA kent twee organen voor medezeggenschap: de ondersteuningsplanraad (OPR) en de medezeggenschapsraad (MR). Ondersteuningsplanraad (OPR) De ondersteuningsplanraad bestaat uit 3 ouders en 3 onderwijsmedewerkers en heeft instemmingsrecht op het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. Alle besturen worden vertegenwoordigd in de Ondersteuningsplanraad op basis van één stem per schoolbestuur. Op basis van een rooster van aftreden wordt bezien of een bestuur een ouder of een leerkracht levert. De huidige zetelverdeling in de OPR is te vinden op de website van het samenwerkingsverband (www.swv-riba.nl/opr). Naast het formele instemmingsrecht dat de Ondersteuningsplanraad heeft op het ondersteuningsplan, vindt het samenwerkingsverband het van belang ouders en personeel te betrekken bij haar beleidsvorming. Bij voorkeur fungeert de Ondersteuningsplanraad tevens als klankbord voor de besturen en leest, denkt en adviseert zij mee in de besluitvorming. Medezeggenschapsraad (MR) De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op een groot aantal personele aangelegenheden, waaronder: de formatie van RiBA (kwalitatief en kwantitatief). arbeidsvoorwaarden (nascholing, verlofregeling, vergoedingen). arbeidsomstandigheden (ziekteverzuim, ARBO, taakbelasting). beoordeling en beoordelingsinstrumenten en beloning van het personeel;
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 6
De medezeggenschapsraad bestaat uit minimaal 2 personen en zijn door de medewerkers van RiBA gekozen uit haar eigen geleding.
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 7
3. Inrichting dekkend netwerk van onderwijsondersteuning Het dekkend netwerk van onderwijsondersteuning in samenwerkingsverband RiBA is een continuüm. Deze start op de basisschool bij het onderwijsaanbod die reguliere basisscholen vanuit hun wettelijke opdracht moeten kunnen bieden (de basiskwaliteit). Bovendien maken alle scholen binnen het samenwerkingsverband een afspraak over een uitbreiding van de onderwijsondersteuning die alle scholen binnen het samenwerkingsverband bovenop de basiskwaliteit moeten bieden aan leerlingen (gezamenlijk: de basisondersteuning). Belangrijk uitgangspunt voor samenwerkingsverband RiBA is dat de basiskwaliteit van alle scholen van goede kwaliteit is. Naast de basiskwaliteit is er een gezamenlijk niveau aan basisondersteuning welke op alle scholen aanwezig moet zijn. Uitgangspunt is dat deze basisondersteuning geboden wordt onder regie en verantwoordelijkheid van scholen en schoolbesturen. Scholen en schoolbesturen dragen zelf de verantwoordelijkheid om dit te organiseren. Elke school beschikt over een schoolondersteuningsprofiel (SOP) waarin de basisondersteuning beschreven staat. Indien de onderwijsbehoefte van een leerling de basisondersteuning, zoals beschreven in het schoolondersteuningsprofiel (SOP), de expertise van de school overstijgt, wordt met het samenwerkingsverband een arrangement voor de leerling ontwikkeld. Voor enkele leerlingen zal het arrangement van een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig zijn voor een plaats op een school voor speciaal (basis)onderwijs.
Basisonderstuning: Basiskwaliteit
Basisondersteu‐ ning: zoals afgesproken in RiBA
Lichte en extra: arrange‐ menten
TLV
Continuüm van ondersteuning
3.1 Basisondersteuning In samenwerkingsverband RiBA is de afspraak gemaakt dat de scholen verantwoordelijk zijn voor het bieden van de basisondersteuning aan alle leerlingen van het samenwerkingsverband. De basisondersteuning betreft de minimale onderwijskwaliteit die gemeten wordt door de inspectie van het onderwijs (de basiskwaliteit) én de ondersteuning die is afgesproken in samenwerkingsverband RiBA. Binnen de afspraken voor basisondersteuning vallen: handelingsgericht en planmatig werken, actieve participatie aan de onderwijs ondersteuningsstructuur van het samenwerkingsverband en in staat zijn om preventieve en lichte ondersteunende interventies uit te voeren in de school. Jaarlijks kent het samenwerkingsverband middelen toe aan de schoolbesturen van de basisscholen ter versterking en uitbreiding van de basisondersteuning. Op basis van leerlingkenmerken wordt verwacht dat de basisondersteuning minimaal voldoende is om leerlingen met een uitstroomverwachting eind groep 6 passend onderwijs te bieden in de reguliere basisschool. Een school werkt handelingsgericht en planmatig als zij systematisch de onderwijsbehoeften van de leerling en de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht in kaart brengt en het aangeboden onderwijsprogramma en geboden interventies daaraan relateert op basis van de principes van het handelingsgericht werken. Een basisschool participeert in de onderwijs ondersteuningsstructuur van het samenwerkingsverband door deelname aan een schoolondersteuningsteam (SOT). Hierin hebben
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 8
naast de ouders en de leerkracht, de intern begeleider van de school, een gedragswetenschapper van het samenwerkingsverband en een wijkteamlid een vaste plaats. Van de basisscholen wordt verwacht dat zij preventieve en licht ondersteunende interventies kunnen uitvoeren. Uitgangspunt is dat deze handelingen tot het handelingsrepertoire van de basisschool behoort. Hierbij moet gedacht worden aan: hanteren van dyslexie- en dyscalculieprotocollen, een aanbod voor leerlingen met een taalachterstand, tegemoetkomen aan verschillen in cognitieve en sociaal-emotionele eigenschappen tussen leerlingen, individuele begeleiding of een prikkelarme werkplek, het werken met een aanpak ter regulering van gedrag, het werken met een pestprotocol, en een protocol medische handelingen. Van alle scholen wordt verwacht dat zij een onderwijsvoorziening treffen voor (hoog of meer)begaafde leerlingen. 3.2 Arrangementen Samenwerkingsverband RiBA kent drie vormen van arrangementen: het lichte arrangement, extra arrangement en de toelaatbaarheidsverklaring (TLV). Van een licht arrangement is sprake als kort tijdelijk ondersteuning (in begeleiding en/of middelen) nodig is voor een leerling of een leerkracht. Van extra ondersteuning is sprake als de school na haar basisondersteuning niet meer in staat is tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van een leerling en of de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht. Deze arrangementen hebben een tijdelijk karakter en duren langer dan 6 maanden. Met behulp van het school ondersteuningsteam (SOT) wordt op dat moment een passend arrangement ontwikkeld qua omvang (begeleiding en/of middelen) en tijdsduur. Dit arrangement wordt door de school opgenomen in een ontwikkelingsperspectief plan (OPP). Het samenwerkingsverband heeft een breed scala aan deskundigen in dienst met wie een op de leerling toegesneden arrangement ontwikkeld wordt. Gedragswetenschappers en ambulante ondersteuners kunnen vanuit hun expertise een bijdrage leveren aan de uitvoering en invulling van een arrangement. 3.3 Toelaatbaarheidsverklaringen (TLV) SBO en SO Soms kan geen adequate ondersteuning worden ontwikkeld voor een leerling in het regulier basisonderwijs. In dat geval kan een passende onderwijsplaats worden gezocht in een andere school. In de meeste gevallen zal overwogen worden of een school voor speciaal basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs tegemoet kan komen aan de onderwijsbehoeften van betreffende leerling. Het samenwerkingsverband geeft na uitvoerig overleg met de ouders, de school en externe deskundigen een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) af voor een plaats op de speciale school. 3.4 Scholen voor speciaal (basis)onderwijs Binnen de grenzen van samenwerkingsverband RiBA staan een school voor speciaal basisonderwijs (SBO De Burcht) en een school voor speciaal onderwijs (SO De Wilgen). De scholen voor speciaal (basis)onderwijs onderscheiden zich door hun specialisme in het aanbod voor leerlingen met onderwijsbehoeften die de reguliere basisschool te boven gaan. Voor deze scholen geldt dat de groepen kleiner zijn dan in het regulier onderwijs waardoor de intensiteit van het onderwijsaanbod voor de leerling groter is. Ook de speciale (basis) school krijgt een gedragswetenschapper toegewezen vanuit RiBA. Het samenwerkingsverband onderhoudt goede contacten met scholen voor speciaal onderwijs die leerlingen ontvangen uit Ridderkerk, Barendrecht en de Albrandswaard. Ook met de besturen voor speciaal onderwijs cluster 1 (onderwijs aan leerlingen met een visuele beperking) en cluster 2 (dove en slechthorende leerlingen en leerlingen met een communicatieve beperking) wordt regelmatig contact onderhouden. Indien de onderwijsbehoefte van een leerling vraagt om expertise die de scholen binnen de grenzen van samenwerkingsverband RiBA niet kunnen bieden, bestaat de mogelijkheid een leerling toelaatbaar te verklaren voor een van deze scholen. De basisschool kan ook een beroep doen op ambulante ondersteuning van deze clusters. Het samenwerkingsverband
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 9
heeft de bevoegdheid een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) af te geven voor het speciaal basisonderwijs en voor de zogenaamde cluster 3 (verstandelijk beperkt en langdurig zieke kinderen) en cluster 4 (kinderen met gedragsproblemen en psychiatrische problematiek) scholen. Het samenwerkingsverband heeft echter geen bevoegdheid tot het afgeven van de toelaatbaarheidsverklaring voor cluster 1 en cluster 2 scholen. De toelaatbaarheidsverklaring wordt afgegeven door een commissie verbonden aan de cluster 1 of cluster 2 scholen. Ouders vragen toelating aan voor hun kind bij deze commissies. Samenwerkingsverband RiBA kan de aanvraag voor een toelaatbaarheidsverklaring wel ondersteunen.
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 10
4. De route van ondersteuningstoewijzing 4.1 Zorgplicht Schoolbesturen hebben op basis van de Wet Passend Onderwijs, zorgplicht voor iedere leerling die op een van haar scholen schriftelijk is aangemeld. Uitgangspunt is dat altijd eerst de overweging wordt gemaakt of de aangemelde leerling passend onderwijs geboden kan worden op de school van aanmelding of op een andere school van het bestuur of een andere school in de buurt. Indien er geen passend onderwijsaanbod voor een leerling mogelijk is, wordt samen met het samenwerkingsverband een passend onderwijsarrangement, met een passende vorm van ondersteuning voor de leerling en/of de leerkracht, ontwikkeld. 4.2 Kindkans; Koppeling van het leerling volgsysteem van de school en het Loket RiBA Alle scholen in samenwerkingsverband RiBA maken gebruik van het digitale leerling volgsysteem (LVS) ParnasSys. ParnasSys is op het niveau van het samenwerkingsverband gekoppeld aan het digitaal monitorsysteem Kindkans. Arrangementaanvragen worden samen met de informatie uit ParnasSys en de bevindingen uit het school ondersteuningsteam (SOT) digitaal in Kindkans geplaatst. Kindkans ondersteunt en vergemakkelijkt de administratieve taak van iedere rol in het samenwerkingsverband. Het systeem biedt rechthebbenden de mogelijkheid om de uitgezette trajecten te bewaken, te monitoren en te evalueren. Kindkans bewaakt de statusovergangen in de trajecten en, indien gewenst, bewaakt het de beschikbare budgetten. Door middel van Kindkans worden tevens de kengetallen van het samenwerkingsverband verzameld. Kindkans is een gesloten systeem waardoor ook de privacy van de leerling en ouders is gegarandeerd. 4.3 De route van ondersteuningstoewijzing Als de basisvoorwaarden voor goed onderwijs op de school op orde zijn, geeft de route van ondersteuningstoewijzing aan welke stappen er worden gezet in het proces van handelingsgericht (integraal) arrangeren. Dit proces start bij het door een leerkracht signaleren van een onderwijsbehoefte bij een leerling en eindigt op het moment dat een passend arrangement gevonden is.
Stap 1: Signaleren
Stap 2: in gesprek met de IB
Stap 4a: licht arrangement
evaluatie binnen 6 maanden
Stap 4b: extra arrangement
evaluatie OPP jaarlijks
Stap 4c: plaatsing op een S(B)O school
evaluatie OPP jaarlijks
Stap 3a: in gesprek in het SOT en/of
Stap 3b: in gesprek in de HIA
Gesprekken in de schoolomgeving leiden tot arrangementen. Stap 1 - Signaleren De leerkracht signaleert op basis van structurele evaluaties en observaties in de klas welke onderwijsbehoeften een leerling heeft. Meestal kan de leerkracht op eigen kracht tegemoet komen aan de onderwijsbehoeften van de leerlingen in de klas. Ouders worden geïnformeerd. Stap 2 – In gesprek met de intern Begeleider Op het moment dat de leerkracht handelingsverlegen is, vindt consultatie van de intern begeleider (IB) plaats. Op basis van dit overleg wordt een antwoord gezocht op de ondersteuningsvraag van de leerkracht. Ouders worden in dit gesprek betrokken. Indien de opbrengsten van de interventie in de school onvoldoende zijn voor de leerling, ouders en de leerkracht, dan kan het gesprek uitgebreid worden met deskundigen van het
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 11
samenwerkingsverband. De intern begeleider en de leerkracht kunnen daarbij een keuze maken uit een gesprek in de school met de medewerkers van het ondersteuningsteam (SOT) of een handelingsgericht integraal arrangerend gesprek (HIA). Het speciaal onderwijs kent hiervoor een commissie van begeleiding. Stap 3a – School ondersteuningsteam (SOT) Indien zowel leerkracht als intern begeleider (en ouders) handelingsverlegen zijn, doch helder zicht hebben op de benodigde onderwijsondersteuning voor een leerling, roept de intern begeleider de hulp in van het school ondersteuningsteam (SOT). Het SOT bestaat uit de leerkracht, intern begeleider, ouders, gedragswetenschapper van samenwerkingsverband RiBA en een vertegenwoordiger van het wijkteam. Ook andere deskundigen kunnen bij het gesprek in het schoolondersteuningsteam worden betrokken. In dit gesprek wordt een arrangement ontwikkeld. Het ondersteuningsteam is het collegiale netwerk van de intern begeleider. Voor een bespreking in het school ondersteuningsteam (SOT) worden ook de ouders uitgenodigd. Stap 3b – Handelingsgericht Integraal Arrangeren (HIA) HIA is samen met leerkracht, intern begeleider, ouders, gedragswetenschapper, wijkteamlid en eventuele verdere ondersteunende deskundigen, in een intensief gesprek, op zoek gaan naar nieuw perspectief op de school en in het gezin. Onder leiding van een onafhankelijk trajectbegeleider wordt, op gelijkwaardige basis, door betrokkenen nieuw perspectief voor een leerling gecreëerd. De trajectbegeleider en gedragswetenschapper hebben gezamenlijk namens het samenwerkingsverband het mandaat om een arrangement te ontwikkelen. Indien het perspectief niet ontstaat op de huidige school, wordt een andere school betrokken bij het HIA-gesprek om te verkennen of op die school een passend onderwijsarrangement gerealiseerd kan worden. Doorgaans zal een HIA-gesprek plaatsvinden na een overleg in het school ondersteuningsteam (SOT). Als de school en de gedragswetenschapper direct willen schakelen naar een HIA-gesprek, dan is dat mogelijk. De vervolgstap is afhankelijk van welk soort arrangement uit de bespreking komt: een licht arrangement als aanvulling op de basisondersteuning van de school (stap 4a), ondersteuning binnen de basisschool in de vorm van een extra arrangement (stap 4b) of overplaatsing op een school voor speciaal (basis) onderwijs (stap 4c) Stap 4a – Licht arrangement aanvullend op de basisondersteuning van de basisschool In aanvulling op het budget dat de school voor versterking van de basisondersteuning beschikbaar heeft, kunnen kortdurend diensten en middelen van het samenwerkingsverband beschikbaar worden gesteld voor een licht arrangement. Hierbij wordt indien nodig, gebruik gemaakt van deskundigen van het samenwerkingsverband. Doel van dit arrangement is om kortdurende eenmalige interventie te bewerkstelligen. Dit arrangement geldt voor maximaal een half jaar. In principe is dit arrangement niet verlengbaar. Stap 4b – Extra arrangement aanvullend op de basisondersteuning van de basisschool Op het moment dat een onderwijsbehoefte de afspraak over basisondersteuning te boven gaat, wordt een extra arrangement ontwikkeld. De school zal in dit geval een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) opgesteld hebben of opstellen. Voor een extra arrangement is instemming van de ouders nodig. Het extra arrangement wordt in het OPP opgenomen. Tevens hebben ouders de mogelijkheid een second opinion aan te vragen (stap 5). Stap 4c - Aanvraag toelaatbaarheidsverklaring (TLV) bij het samenwerkingsverband Indien in een breed gevoerd integraal arrangerend gesprek vastgesteld wordt dat alleen in een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs tegemoet kan worden gekomen aan de onderwijsbehoeften van de leerling, dan wordt overgegaan tot het afgeven van een TLV. De school
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 12
voor speciaal (basis) onderwijs is bij voorkeur betrokken in dit gesprek. Als leerlingen vanuit een voorschoolse voorziening (bijv. medisch kinderdagverblijven) worden aangemeld voor speciaal (basis)onderwijs, wordt altijd een HIA-gesprek georganiseerd. Terugplaatsen vanuit het speciaal (basis)onderwijs naar de reguliere school is een reële optie en bespreekbaar. Stap 5 – Evaluatie van het arrangement en monitoring Voordat het arrangement daadwerkelijk start, worden afspraken gemaakt over de doelen van het arrangement en evaluatie. Arrangementen worden minimaal elk half jaar geëvalueerd. De evaluatie wordt cyclisch ingericht en de opbrengsten worden opgenomen in het leerling dossier. Op het niveau van het samenwerkingsverband wordt daarnaast een monitorfunctie belegd: hier worden aantallen, doorlooptijd en kosten van de arrangementen bijgehouden ten behoeve van beleidskeuzes in de toekomst.
4.4 Ontwikkelingsperspectiefplan Voor leerlingen die extra onderwijsondersteuning nodig hebben, stelt de school een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) op. Dit voorschrift is opgenomen in de wet Passend Onderwijs. De school voert op overeenstemming gericht overleg met de ouders over het ontwikkelingsperspectiefplan. In het ontwikkelingsperspectiefplan worden de doelen van het onderwijs vastgelegd, de onderbouwing daarvan en de onderwijsondersteuning die de leerling krijgt. De school evalueert het ontwikkelingsperspectiefplan ten minste één keer per schooljaar. Uitgangspunt in dit proces zijn de mogelijkheden van het kind. Het ontwikkelingsperspectiefplan wordt inhoudelijk beoordeeld door de Onderwijsinspectie (en niet door het samenwerkingsverband).
4.5 Deskundigenadvies en Toelaatbaarheidsverklaring Als een leerling toelaatbaar geacht wordt voor het speciaal (basis)onderwijs, is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) van het samenwerkingsverband nodig. Scholen voor speciaal (basis)onderwijs hebben een TLV nodig om een leerling op de school te kunnen inschrijven. Het bevoegd gezag van de (basis)school vraagt de TLV aan en het samenwerkingsverband geeft de TLV af op basis van het deskundigenadvies en de gesprekken die gevoerd zijn met ouders en deskundigen over de leerling. Voordat het samenwerkingsverband een besluit kan nemen over de toelaatbaarheidsverklaring, dienen twee deskundigen advies te geven. De eerste deskundige is een gedragswetenschapper. De tweede deskundige is een kinder- of jeugdpsycholoog, een pedagoog, een kinderpsychiater, een maatschappelijk werker of een arts. In het HIA-gesprek zijn beide deskundigen aanwezig en worden de deskundigenadviezen in een gesprek afgegeven. 4.6 Bezwaar aantekenen en Second opinion Een bericht over het besluit over de aanvraag voor de toelaatbaarheidsverklaring (TLV) wordt toegestuurd aan in ieder geval de aanvrager, de ouders en de school waar de leerling wordt ingeschreven. Op het besluit wordt aangegeven dat en waar bezwaar kan worden aangetekend tegen het besluit van het samenwerkingsverband. In dat geval kan een second opinion worden georganiseerd. Deskundigen van een ander samenwerkingsverband zullen in dat geval gevraagd worden een uitspraak te doen over de gevolgde procedure en de voorgestelde oplossingen. Samenwerkingsverband RiBA heeft hiervoor een samenwerkingsconvenant opgesteld. Samenwerkingsverband RiBA heeft een Commissie van Beroep en Bezwaar ingesteld en een geschillenregeling. RiBA is aangesloten bij de Landelijke Geschillencommissie. 4.7 Beleidsafstemming en overdracht met voorschoolse voorzieningen Een goede overdracht vanuit voorschoolse voorzieningen naar het basisonderwijs is noodzakelijk voor een ononderbroken ontwikkeling van leerlingen. Samenwerkingsverband RiBA, de voorschoolse voorzieningen en de BAR-gemeenten ontwikkelen een werkwijze voor overdracht en Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 13
continuering van ondersteuning van leerlingen. Samenwerkingsverband RiBA kan in het geval dat er sprake is van bijzondere onderwijsbehoeften bij een jong kind, betrokken worden in de voorbereidingen voor plaatsing in het regulier of speciaal (basis)onderwijs. 4.8 Beleidsafstemming en overdracht met het voortgezet onderwijs (VO) Ook in de overdracht van het primair naar het voortgezet onderwijs dient de ononderbroken ontwikkeling van leerlingen geborgd te worden. Het samenwerkingsverband heeft daarom, in overleg met het voortgezet onderwijs, een systematiek ingericht waarbij boven schools informatie uitgewisseld kan worden. Deze systematiek van Digitale Overdracht van Dossiers (DOD) wordt technisch gefaciliteerd en ondersteund door de Overstapservice Onderwijs (OSO) of Onderwijs Transparant. De systematiek werkt met een regionaal platform waar een overdrachtsdossier wordt samengesteld vanuit de scholen voor primair onderwijs. Samenwerkingsverband RiBA en samenwerkingsverband-Koers VO zullen de overdrachtssystematiek verder uitwerken. Dossiers kunnen in de nieuwe systematiek, evenals nu het geval is, alleen met instemming van ouders worden overgedragen. 4.9 Terugplaatsing van leerlingen uit het S(B)O naar het reguliere basisonderwijs Het samenwerkingsverband opteert voor preventie. De voorkeur van het samenwerkingsverband gaat uit naar plaatsing in het speciaal (basis)onderwijs voordat het welbevinden van het kind onder druk komt te staan in het regulier onderwijs. Een effectieve ondersteuning van leerkrachten en begeleiding van leerlingen in een vroeg stadium en een arrangement bij de terugplaatsing, maakt het voor sommige leerlingen mogelijk weer terug te keren naar het regulier onderwijs. Om die reden geeft het samenwerkingsverband in enkele gevallen, toelaatbaarheidsverklaringen af met een relatief korte geldigheidsduur, zorgt de verwijzende basisschool ervoor dat in de aanvraag het doel van het verblijf in het speciaal (basis)onderwijs helder omschreven staat en vraagt het samenwerkingsverband ook evaluaties van geplaatste leerlingen. Een leerling kan altijd aangemeld worden op een reguliere basisschool. De basisschool zal in een (HIA-)gesprek de overweging maken of deze, eventueel met ondersteuning van het samenwerkingsverband, tegemoet kan komen aan de onderwijsbehoeften van de leerling.
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 14
5. Passend onderwijs in relatie tot gemeentelijk beleid Gemeenten kunnen op basis van de Jeugdwet, integraal beleid ontwikkelen en maatwerk bieden. Zij kunnen dit afstemmen op de lokale situatie en uitgaan van de mogelijkheden en de behoeften van de individuele jeugdigen en hun ouders. De gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk (BAR-gemeenten) vallen volledig samen met het gebied dat bestreken wordt door samenwerkingsverband RiBA. Dit vergemakkelijkt afstemming van wederzijds beleid. 5.1 Afstemming Jeugdhulp en Passend Onderwijs De scholen, het samenwerkingsverband en gemeente ontmoeten elkaar op de werkvloer in de schoolondersteuningsteams (SOT) waarin een gedragswetenschapper van het samenwerkingsverband en een wijkteamlid (gebiedsteam) zitting hebben. Samenwerkingsverband RiBA stemt haar ondersteuningsplan af met de gemeenten. Gemeenten stemmen hun beleidsplan jeugd af met het samenwerkingsverband. In dit plan staat onder meer de visie van de gemeente en de uitvoering van het beleid beschreven, waaronder regels over de toekenning van individuele voorzieningen, de wijze van beoordeling en de afweging van toekenning. Daarnaast voeren gemeenten en schoolbesturen overleg om het onderwijsbeleid vorm en inhoud te geven in Lokale Educatieve Agenda’s (LEA), waarin schoolbesturen en beleidsmakers van de gemeenten elkaar ontmoeten, en in de Regionaal Educatieve Agenda (REA), waarin het samenwerkingsverband en beleidsmakers van de gemeenten elkaar treffen. Thema’s van het overleg met de beleidsmakers en de gemeentebeleidsuitvoerders zijn: afstemming op Jeugdhulp, voor- en vroegschoolse educatie (VVE) en afstemming op het voortgezet onderwijs in de regio. Daarnaast komen thema’s zoals verzuimbeleid, leerlingenvervoer, de brede school, doorlopende leerlijnen, thuiszitters en veiligheid in en om de school aan de orde. 5.2 Visie Het is de gezamenlijke wens van de BAR-gemeenten en samenwerkingsverband RiBA om af te stemmen op elkaar bij de uitvoering van taken. Hierbij is het uitgangspunt meer ruimte aan de professionals geven voor toekenning van ondersteuningsmiddelen. Tevens dienen de scholen, samenwerkingsverband en de vertegenwoordigers van de wijkteams (gebiedsteams) helder met elkaar af te spreken wie casusregisseur is voor een leerling. 5.3 Leerlingenvervoer De gemeente is verantwoordelijk voor het toewijzen van leerlingenvervoer. De gemeente en samenwerkingsverband RiBA vinden elkaar in de wens onderwijs voor elke leerling zo thuisnabij mogelijk te organiseren. 5.4 Leerplicht; schoolverzuim en thuiszitters Gemeenten en samenwerkingsverband RiBA delen de visie dat elke leerling een onderwijsplaats dient te hebben. Samenwerkingsverband RiBA en gemeentes ontwikkelen gezamenlijke registratie, uitwisseling en afstemming ter opheffing van (langdurig) schoolverzuim en (dreigend) thuiszitten.
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 15
6. Communicatie Het samenwerkingsverband is een organisatie waarin een breed scala aan belangen en verantwoordelijkheden worden gedeeld met ouders, onderwijsorganisaties en gemeenten. De ontwikkeling en uitvoering van beleid in deze context vraagt een hoge mate van organisatie van de communicatie met alle betrokken partijen. Dit verhoogt de kwaliteit van besluitvorming en het draagvlak van de gemaakte en te maken keuzes. Het samenwerkingsverband onderscheidt daarbij als primaire doelgroepen: de scholen met de leerkrachten, ouders, directieleden, intern begeleiders, schoolbesturen en externe partners. Uitgangspunt is dat de communicatie met de scholen binnen het samenwerkingsverband over de inhoud en de voortgang primair de eigen verantwoordelijkheid is van de schoolbesturen. Zij gebruiken hiervoor hun eigen kanalen. Samenwerkingsverband RiBA verstuurt op regelmatige basis een digitale nieuwsbrief aan haar partners. 6.1 Educatief partnerschap Ouders worden beschouwd als een waardevolle gesprekspartner. In de eerste plaats zijn zij de belangrijkste deskundige van hun kind. Ouders krijgen daartoe de ruimte in de organisatie van gesprekken in het school ondersteuningsteam (SOT) en in de integraal arrangerende gesprekken (HIA). Daarnaast dienen ouders over voldoende informatie te beschikken om dat gesprek te kunnen voeren. Samenwerkingsverband RiBA informeert ouders door middel van digitale en papieren informatie, de website van samenwerkingsverband RiBA, in de Ondersteuningsplanraad, middels een paragraaf met informatie over het samenwerkingsverband in de schoolgidsen en beschikbaarheid van informatie over het samenwerkingsverband op de websites van de scholen. Het samenwerkingsverband ontwikkelt brochures bestemd voor ouders waarin werkzaamheden en bevoegdheden van het samenwerkingsverband worden toegelicht. 6.2 Directieleden en Intern Begeleiders en schoolteamleden Alle schooldirecties en schoolteams worden op continue basis op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen binnen het samenwerkingsverband. Dit gebeurt door middel van gesprekken, nieuwsbrieven en bijeenkomsten. Het samenwerkingsverband organiseert studiebijeenkomsten voor directieleden en intern begeleiders van de scholen waar ook gelegenheid is tot het uitwisselen van informatie. Aangenomen wordt dat deze informatie vervolgens gedeeld wordt met andere teamleden van de scholen. 6.3 Externe partners Het samenwerkingsverband houdt externe partners op de hoogte van ontwikkelingen door het toezenden van de digitale nieuwsbrief. Daarnaast voert het samenwerkingsverband op overeenstemming gericht overleg (OOGO) met de gemeenten in lokaal educatieve agenda’s (LEA) en in de regionaal educatieve agenda (REA).
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 16
7. Financiën Passend onderwijs is gebaseerd op budgetfinanciering. Samenwerkingsverbanden krijgen op lumpsumbasis middelen uitgekeerd om vormen van onderwijsondersteuning te verzorgen. De samenwerkende schoolbesturen bepalen gezamenlijk hoe deze middelen worden ingezet. 7.1 Uitgangspunten De missie en visie van RiBA leiden tot een viertal uitgangspunten voor het financieel beleid van het samenwerkingsverband: 1. De bekostigingssystematiek bevordert dat zoveel mogelijk middelen en expertise ten goede komen aan de leerlingen op de scholen van samenwerkingsverband RiBA. 2. Samenwerkingsverband RiBA streeft ernaar onderwijs voor de leerlingen thuisnabij te organiseren. 3. Samenwerkingsverband RiBA streeft naar een bescheiden deelnamepercentage in het speciaal (basis)onderwijs. Hierdoor ontstaat budgettaire ruimte om de expertise te versterken. 4. Samenwerkingsverband RiBA investeert in een brede basisondersteuning van de basisscholen. Uitgangspunt hierbij is dat basisscholen de regie nemen over de onderwijsondersteuning van hun leerlingen. 7.2 Schoolmodel en Expertisemodel In samenwerkingsverband RiBA is een combinatie van het expertisemodel en het schoolmodel ontwikkeld. In het schoolmodel worden de aan het samenwerkingsverband beschikbaar gestelde middelen onder schoolbesturen verdeeld op basis van het leerlingenaantal. In het expertisemodel richt het samenwerkingsverband een aanbod van diensten en middelen in waar scholen gebruik van kunnen maken. Een deel van de financiële middelen van samenwerkingsverband RiBA wordt direct geïnvesteerd in de versterking en verbreding van de basisondersteuning van de scholen. Daarnaast worden middelen ingezet ter ontwikkeling en onderhoud van onderwijskundige en pedagogische deskundigheid van medewerkers in het samenwerkingsverband. De balans in besteding van de middelen wordt jaarlijks beoordeeld op basis van evaluaties, de kengetallen en wensen van het samenwerkingsverband. Het aantal kinderen dat verwezen wordt naar het speciaal (basis)onderwijs is bepalend voor de hoeveelheid middelen die de reguliere basisscholen ontvangen voor de versterking van de basisondersteuning. De middelen die beschikbaar komen door een deelnamepercentage aan het speciaal basisonderwijs, lager dan 2%, komen ten goede aan de basisscholen. 7.3 Allocatiemodel Verwerkt in een allocatiemodel leidt dit tot de volgende stappen van bekostiging: Basisondersteuning; uitvoering van hulp in de basiskwaliteit De dagelijkse schoolpraktijk, het schoolgebouw, professionalisering van personeel, leermiddelen en de uitvoering van kleinschalige onderwijsondersteuning binnen de basisschool komen ten laste van het budget van de school. Basisondersteuning; uitvoering van hulp in de versterking van de basisondersteuning Het samenwerkingsverband stelt jaarlijks op basis van leerlingaantallen financiële middelen en ondersteuning door een gedragswetenschapper ter beschikking van de basisscholen. Deze middelen worden op de school ingezet voor het realiseren van de versterking en verbreden van de basisondersteuning. Jaarlijks verantwoorden de schoolbesturen de besteding van de maandelijks toegewezen middelen. Arrangementen; uitvoering van hulp in de lichte en extra ondersteuning
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 17
Op basis van de onderwijsbehoeften van de individuele leerling en ondersteuningsbehoefte van de leerkrachten wordt een licht of extra arrangement ontwikkeld met inachtneming van de financiële en praktische mogelijkheden van het samenwerkingsverband. Elk arrangement wordt beschreven en geëvalueerd op basis van SMART-geformuleerde doelen. De arrangementen in de lichte en extra ondersteuning worden uitgevoerd en elk half jaar geëvalueerd. Toelaatbaarheidsverklaringen (TLV); uitvoering van hulp in het speciaal (basis) onderwijs Samenwerkingsverband RiBA bekostigt de lesplaats van iedere leerling waarvan in een integraal arrangerend gesprek is vastgesteld dat alleen in een school voor speciaal onderwijs tegemoet gekomen kan worden aan de ondersteuningsbehoeften van die leerling. Voor het speciaal basisonderwijs geldt een afwijkende wijze van financiering op basis van de zogenaamde 2%regeling. Speciale Basis)scholen worden middels de voorgestelde groeiregeling van de PO-raad financieel gecompenseerd voor tussentijdse instroom van leerlingen. Bij extreme schommelingen in het leerlingaantal mag redelijkerwijs verwacht worden dat het samenwerkingsverband mee verantwoordelijk is voor de oplossing. 7.4 Overdracht bekostiging bij onvoldoende budget zware ondersteuning De budgetten voor lichte en zware ondersteuning zijn, ondanks de vrijheid van het samenwerkingsverband ze gecombineerd in te zetten, wettelijk gezien gescheiden budgetten. De reden voor die scheiding is, dat mocht de situatie ontstaan waarin onverhoopt de lasten voor zware en/of lichte ondersteuning leiden tot een tekort bij het samenwerkingsverband, het samenwerkingsverband alsnog in staat moet zijn om een toelaatbaarheidsverklaring af te geven voor het speciaal onderwijs. Bij wet (WPO, artikel 18a, lid 8j) is bepaald dat in een dergelijk geval, DUO de deelnemende bevoegd gezagen van de scholen in het samenwerkingsverband zal korten op de lumpsum om op die manier de toelaatbaarheidsverklaring te bekostigen. Diezelfde bevoegd gezagen zullen in dat geval bovendien de middelen van het samenwerkingsverband aanvullen zodat de uitvoering en lasten van het samenwerkingsverband gedekt zijn. De bevoegd gezagen in het samenwerkingsverband hebben afgesproken deze korting te laten geschieden naar rato van leerlingenaantal per bevoegd gezag dat toe te rekenen valt aan het samenwerkingsverband. Samenwerkingsverband RiBA zal bij de toekenning van arrangementen doorlopend anticiperen op de financiële mogelijkheden die het samenwerkingsverband tot zijn beschikking heeft. Deze tussentijdse monitoring is ter voorkoming van een situatie waarin het budget overschreden wordt en kan leiden tot tussentijdse wijzigingen in de toewijzing van arrangementen. 7.5 Meerjarenprogrammabegroting Het beleid dat in dit ondersteuningsplan is beschreven in een meerjarenprogrammabegroting voor de periode 2016-2020. Deze is te vinden in de bijlage van het ondersteuningsplan. Het doel van de programmabegroting is om inzicht te verkrijgen in de inkomsten en uitgaven die zijn gebudgetteerd voor een bepaald programma en maakt doelgerichte monitoring mogelijk.
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 18
8. Kwaliteitsontwikkeling 8.1 Monitoring en evaluatie Samenwerkingsverband RiBA heeft met Kindkans een eigen monitor in gebruik. Dit instrument geeft in combinatie met de instrumenten vanuit de overheid en evaluaties door het samenwerkingsverband inzicht in het totaal aan resultaatgebieden, waaronder: Financiën middels een jaarlijkse begroting en een meerjarenprogrammabegroting. De inzet van de middelen vanuit het samenwerkingsverband voor de versterking van de basisondersteuning. Personeel middels het formatieplan samenwerkingsverband RiBA. Arrangementen middels de kengetallen. Dekkend netwerk van voorzieningen middels de tweejaarlijkse bijstelling van de SOP. Thuiszitters en langdurig verzuim middels rapportage van de scholen en schoolbesturen in samenwerking met leerplichtambtenaren van de BAR-gemeenten. Inspectiebeoordelingen van deelnemende scholen in samenwerkingsverband RiBA. Status van de basisondersteuning op de scholen. Status van de ontwikkeling van de versterking van de basisondersteuning op de scholen. In Kindkans zijn de leerlingvolgsystemen van alle scholen centraal verbonden met medewerkers van samenwerkingsverband RiBA. Gegevens over leerlingen kunnen, gelimiteerd en mits met een autorisatie, door betrokken deskundigen werkzaam voor RiBA, worden ingezien. In Kindkans worden aanvragen en toekenning van arrangementen geregistreerd. Deze gegevens worden gebruikt bij het opstellen van de kengetallen. Tevredenheidspeiling bij ouders. Samenwerkingsverband RiBA kan gebruik maken van het door de PO-raad ontwikkelde ‘Dashboard Passend Onderwijs’. Dit instrument geeft een overzicht van de belangrijkste stuurinformatie die het samenwerkingsverband nodig heeft. Voorbeelden zijn leerlingenaantallen, deelnamepercentages, de kwaliteitsbeoordeling van de scholen binnen het samenwerkingsverband en het aantal gewichtenleerlingen. Het Dashboard maakt het ook mogelijk om samenwerkingsverband RiBA te vergelijken met de andere samenwerkingsverbanden passend onderwijs in het PO (benchmark). Het Dashboard geeft echter alleen indicatoren weer die voor alle samenwerkingsverbanden dezelfde definitie kennen. Indicatoren die per samenwerkingsverband sterk kunnen verschillen (zoals bijvoorbeeld de inhoud van arrangementen) zijn niet in het Dashboard opgenomen. 8.2 Onderwijsinspectie De Onderwijsinspectie monitort ook de ontwikkelingen van samenwerkingsverbanden. De bevindingen van de Onderwijsinspectie worden door samenwerkingsverband RiBA gebruikt ter monitoring van de ontwikkelingen en voorgenomen ontwikkelingen. Tweemaandelijks rapporteert het samenwerkingsverband hoeveel leerlingen langdurig verzuimen in het onderwijs. 8.3 Planning- & Control cyclus In de planning- en control cyclus (P&C-cyclus) wordt op een systematische wijze inhoud gegeven aan het proces van richting geven (besturen/plannen) en het op koers houden van het samenwerkingsverband. Het doel van planning en control is het vergroten van de doelmatigheid en beheersbaarheid van de organisatie in financiële zin en het uitvoeren en bewaken van de realisatie dan wel bijsturen van de beleidsdoelstellingen. Bij de inrichting van de P&C-cyclus gaat het in essentie om: 1. Het vaststellen wat de organisatie wil (missie, visie en doelstellingen) en wat zij daarvoor nodig heeft (beleid en inzet van middelen). 2. Plannen (wanneer doet wie wat), uitvoeren en de planning vergelijken met de uitvoering. 3. Evalueren en aan de hand van deze evaluatie de planning eventueel verbeteren.
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 19
9. Beoogde Resultaten 2016-2020 9.1 Dekkend netwerk van onderwijsondersteuning Beginsituatie 2016: Alle reguliere basisscholen in samenwerkingsverband RiBA voldoen aan de afspraken die gemaakt zijn over basisondersteuning. Samenwerkingsverband RiBA heeft ook een school voor speciaal basisonderwijs en een school voor speciaal onderwijs (Cluster 4: voor kinderen met onderwijsvraag op het gebied van gedrag) binnen haar grenzen. Toelating en plaatsing tot deze en andere scholen voor speciaal onderwijs wordt in nauw overleg en binnen 8 weken georganiseerd. Samenwerkingsverband RiBA onderhoudt via het Loket nauw contact met andere scholen voor speciaal onderwijs in de regio. Doelen en resultaten 2016-2020: a. Samenwerkingsverband RiBA is samen met haar schoolbesturen mede verantwoordelijk voor een dekkend onderwijsondersteuningsnetwerk. b. Samenwerkingsverband RiBA ontwikkelt samen met haar schoolbesturen thuisnabije gespecialiseerde onderwijsvoorzieningen. c. Samenwerkingsverband RiBA streeft naar passend onderwijs voor alle kinderen in haar regio. Alle thuiszitters zijn in beeld en in een traject gericht op het vinden van een onderwijsplek. d. Scholen binnen een wijk delen hun schoolondersteuningsprofiel (SOP) met elkaar, stemmen af en houden elkaar op de hoogte van de eigen schoolontwikkeling. e. Samenwerkingsverband RiBA ontwikkelt samen met schoolbesturen en de gemeentes (Jeugdhulp) een wijkgerichte ondersteuning van kinderen. f. Samenwerkingsverband RiBA en de BAR-gemeenten ontwikkelen gezamenlijk onderwijszorgarrangementen voor kinderen die een gecombineerde zorg- en onderwijsondersteuningsvraag hebben. g. Samenwerkingsverband RiBA onderzoekt samen met de scholen of de lichte arrangementen omgezet kunnen worden in een versterking van de basisondersteuning. 9.2 Onderwijskwaliteit en organisatie van de basisondersteuning Beginsituatie 2016: Het bieden van kwalitatief goed onderwijs is de primaire verantwoordelijkheid van de deelnemende schoolbesturen in het samenwerkingsverband. Samenwerkingsverband RiBA ondersteunt de kwaliteit van het onderwijs op diverse manieren. Het bestuur van de basisscholen ontvangt maandelijks substantiële financiële middelen ter versterking van de basisondersteuning en het realiseren van onderwijs aan (hoog of meer)begaafde leerlingen. Samenwerkingsverband RiBA organiseert de ondersteuningsstructuur waarin ook de gemeentelijke jeugdhulp deelneemt. Samenwerkingsverband RiBA voegt de expertise van ambulante ondersteuners en trajectbegeleiders toe aan de in de school aanwezige kennis en kunde; zij voorziet elke school van een gedragswetenschapper die (voor een vastgesteld aantal uur per jaar) geconsulteerd kan worden op individuele basis of in het school ondersteuningsteam (SOT) en diagnostisch onderzoek kan verrichten. Daarnaast organiseert samenwerkingsverband RiBA studiedagen en diverse andere ontmoetingsmomenten. Doelen en resultaten 2016-2020: a. Signaleren of de basisondersteuning van elke school in samenwerkingsverband RiBA in voldoende mate wordt ontwikkeld en geborgd. b. De middelen voor het versterken en verbreden van de basisondersteuning afstemmen op de vraag van de schoolbesturen. c. Samenwerkingsverband RiBA voorziet de scholen structureel van statistische feedback op geboden ondersteuning en toegekende arrangementen.
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 20
d.
Onderzoeken of de rol van de trajectbegeleiders door intern begeleiders van het eigen samenwerkingsverband gewenst blijft.
9.3 Deelnamepercentages Beginsituatie 2016: Deelnamepercentages aan speciale(basis) scholen lagen in RiBA onder het landelijk gemiddelde. In de praktijk betekent dit dat relatief meer kinderen thuisnabij onderwijs krijgen aangeboden. Het daardoor beschikbaar komende budget wordt ingezet voor diensten en middelen aan de scholen van het samenwerkingsverband. Het deelnamepercentage aan het speciaal basisonderwijs ligt nog steeds beneden het landelijk gemiddelde. Het deelnamepercentage aan speciaal onderwijs is in het afgelopen cursusjaar gestegen naar het niveau van het landelijk gemiddelde. Doelen en resultaten 2016-2020: a. Streven naar het beheersen van het deelnamepercentage speciaal basisonderwijs (SBO) vergelijkbaar met het niveau van oktober 2013 (deelnamepercentage speciaal basisonderwijs 1,14%) b. Streven naar het beheersen van het deelnamepercentage speciaal onderwijs vergelijkbaar met het niveau van oktober 2013 (deelnamepercentage speciaal onderwijs 1,4%). De deelnamepercentages blijven hiermee beneden het landelijk gemiddelde en volgen de trend die lange tijd zichtbaar was in samenwerkingsverband RiBA. Hierdoor komt budget beschikbaar om meer diensten en middelen op de deelnemende scholen in te zetten. 9.4 Bestuursmodel Beginsituatie 2016: Het Algemeen Bestuur heeft besloten om over te gaan tot het ontwikkelen van een scheiding tussen het bestuur en toezicht door te gaan werken met een College van Bestuur of een directeur bestuurder en een interne Raad van Toezicht. Doelen en resultaten 2016-2018: a. Het bestuursmodel is geeffectueerd. b. Er is een bijpassend functiehuis. c. De statuten van de stichting zijn aangepast. 9.5 Jeugdhulp en gemeentes als partner Beginsituatie 2016: Op alle niveaus in het dekkend netwerk van samenwerkingsverband RiBA is de samenwerking met de gemeentes cruciaal. Bestuurders weten elkaar gemakkelijk te vinden, er is een grote mate van wederzijds vertrouwen en er is een grote bereidheid tot samenwerking. De ontwikkeling van een gezamenlijk traject vraagt extra aandacht. In de afstemming op elkaar hebben de wijkteams (gebiedsteams) een sleutelrol. Doelen en resultaten 2016-2020: a. Jeugdhulp en samenwerkingsverband RiBA stemmen hun werkwijze verder af op elkaar zodat ouders een minimaal aantal gesprekken dienen te voeren met beide instellingen. b. Leerplicht en samenwerkingsverband RiBA stemmen de registratie en in behandeling nemen van verzuim en thuiszitten op elkaar af. c. Leerplicht en samenwerkingsverband RiBA stemmen op elkaar af bij de preventie en aanpak van verzuim en thuiszitten. d. Wijkteams en school ondersteuningsteams (SOT) stellen arrangementen voor kinderen gezamenlijk op en geven hiermee invulling van “één kind, één gezin, één plan”.
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 21
9.6 Een heldere route van ondersteuningstoewijzing Beginsituatie 2016: De route voor het gesprek over een leerling en ondersteuningstoewijzing is helder voor alle scholen. Scholen zijn allen in staat om onderwijsbehoeften te benoemen en in kaart te brengen. Er moet echter geconstateerd worden dat leerlingen nog steeds in een eerder stadium van de ontwikkeling van problematiek kunnen worden gesignaleerd. De slag van curatief naar preventief is speerpunt in de beleidsontwikkeling. Doelen 2016-2020: a. Als gevolg van het door ontwikkelen van de school ondersteuningsteams (SOT), wordt er sneller, preventiever gearrangeerd. De doorlooptijd is minimaal 4 weken. b. Als gevolg van het preventief inzetten van de ambulante ondersteuning, wordt er in een vroeger stadium ingezet op ondersteuning van een leerling. 9.7 Doorgaande ontwikkelingslijn 0-18 Beginsituatie 2016: Het gesprek met voorschoolse voorzieningen en scholen voor voortgezet onderwijs is in de praktijk doorlopend aan de orde. Partners weten elkaar te vinden. Structureel overleg met het samenwerkingsverband-voortgezet onderwijs (Koers VO) vindt plaats in de REA en op wederzijdse uitnodiging. De huidige ontwikkelingen in en de organisatie van het voorschoolse aanbod maakt dat het organiseren van structureel overleg een uitdaging is. Doelen en resultaten 2016-2020: a. Het ontwikkelen van een doorgaande lijn met de voorscholen. b. Het ontwikkelen van een doorgaande lijn PO-VO voor leerlingen met een arrangement. 9.8 Communicatie Beginsituatie 2016: Samenwerkingsverband RiBA informeert beleidsmakers van de scholen, leerkrachten en ouders regelmatig over ontwikkelingen binnen het samenwerkingsverband. Ouders weten de weg naar het samenwerkingsverband te vinden. De indruk is echter nog wel dat het samenwerkingsverband dichter bij de ouders en de leerkracht kan staan. Met het verbeteren van de informatievoorziening aan ouders, onderwijsprofessionals en externe partners kan samenwerkingsverband RiBA iedereen beter betrekken bij haar ontwikkeling. Doelen en resultaten 2016-2020: a. De website van samenwerkingsverband RiBA wordt toegankelijk ingericht voor ouders. b. De nieuwsbrieven worden verder ontwikkeld. c. Samenwerkingsverband RiBA ontwikkelt een serie informatieve brochures bestemd voor ouders en onderwijsprofessionals. 9.9 Kwaliteitsontwikkeling Beginsituatie 2016: Inzicht in de begroting en de kengetallen van het samenwerkingsverband blijken een belangrijk middel te zijn om inzicht te verkrijgen in de ontwikkeling van het samenwerkingsverband en de scholen en hierover te rapporteren. Doelen en resultaten 2016-2020: a. Samenwerkingsverband RiBA neemt deel aan het Dashboard Passend Onderwijs. b. Samenwerkingsverband RiBA neemt deel aan de landelijke monitor jeugdhulp dat wordt ontwikkeld door het NJI. c. Samenwerkingsverband RiBA ontwikkelt een instrument voor de eigen registratie om tijdig bij te kunnen sturen bij overvraging of ondervraging van de beschikbare arrangementen. d. Samenwerkingsverband RiBA evalueert jaarlijks de kengetallen van het samenwerkingsverband.
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 22
e.
Samenwerkingsverband RiBA werkt met een vierjarige PDCA(Plan, Do, Check, Act)beleidscyclus.
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 23
Bijlagen I. II. III. IV.
Contactgegevens RIBA Deelnemende scholen en besturen Stroomschema zorg op school Verklarende woordenlijst
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 24
Bijlage I – Contactgegevens Samenwerkingsverband RiBA Organisatie Stichting Passend Onderwijs RiBA 28.05 Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard
Post- en bezoekadres Mozartstraat 180A 2983 AK Ridderkerk (Slikkerveer) Telefoon: 078-8200036 E-mail:
[email protected] Web: www.swv-riba.nl
SWV Loket RiBA Anita Japenga E-mail:
[email protected] Telefoon: 078-8200036
Directeur Monique de Sterke
Kamer van Koophandel: 58856757 Rekening: Rabobank NL26RABO0167125931
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 25
Bijlage II – Deelnemende schoolbesturen en scholen Protestants Christelijk Onderwijs Barendrecht en Ridderkerk CBS De Ark te Barendrecht brinnummer CBS De Bongerd te Ridderkerk brinnummer CBS De Fontein te Ridderkerk brinnummer Groen van Prinsterer te Barendrecht brinnummer CBS De Hoeksteen te Barendrecht brinnummer CBS DE Klimop te Rijsoord brinnummer CBS Het Kompas te Barendrecht brinnummer CBS De Regenboog te Ridderkerk brinnummer CBS Smitshoek te Barendrecht brinnummer CBS De Vrijenburg te Barendrecht brinnummer CBS De Wingerd te Ridderkerk brinnummer CBS De Wingerd dep. De Klimop te Ridderkerk brinnummer
19UU 10NL 11MP 19UC 19RG 08WM 19SZ 10IJ 26AG 28AV 09UK 09UK01
Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor PO en VO OBS De Bosweide te Ridderkerk brinnummer OBS De Botter te Ridderkerk brinnummer OBS De Draaimolen te Barendrecht brinnummer OBS De Driehoek te Barendrecht brinnummer OBS De Noord te Ridderkerk brinnummer OBS De Piramide te Ridderkerk brinnummer OBS De Reijer te Ridderkerk brinnummer OBS De Tweemaster te Barendrecht brinnummer O.D.S. De Zeppelin te Barendrecht brinnummer
13RB 13YO 21LX 27YW 14BV 14HR 14MU 18LQ 26AE
Stichting Gereformeerd Primair Onderwijs West -Nederland GBS De Driemaster te Ridderkerk brinnummer 14YV01 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs R.K. Daltonschool Don Bosco te Rhoon BS De Grote Reis te Rhoon Dr. Schaepmanschool te Ridderkerk, Hovystraat Dr. Schaepmanschool te Barendrecht, loc. Marijkestraat Dr. Schaepmanschool te Barendrecht, loc. Evertsenstraat De Trinoom te Barendrecht
brinnummer brinnummer brinnummer brinnummer brinnummer brinnummer
16KS 16KS02 16BO01 16BO 16BO02 26AF
Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs te Albrandswaard Julianaschool te Rhoon brinnummer 09NH CBS Het Lichtpunt te Rhoon brinnummer 27LR CBS De Parel te Poortugaal brinnummer 04QM Stichting Openbaar Primair Onderwijs Albrandswaard OBS Rhoon, locatie De Overkant te Rhoon OBS Rhoon, locatie Portland te Rhoon OBS Valckesteyn te Poortugaal
brinnummer 12LT01 brinnummer 12LT02 brinnummer 11SI
PIT Kinderopvang & Onderwijs SBO De Burcht te Ridderkerk
brinnummer 00MN
Stichting Yulius Onderwijs SO De Wilgen te Barendrecht
brinnummer 01UC
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 26
Passend Onderwijs en Zorg passend onderwijs en zorg Stroomschema zorg op school
Wie er onderwijsondersteuning of zorg moet bieden tijdens onderwijstijd, hangt af van de ondersteunings- en/of zorgbehoefte van de leerling. Met de invoering van passend onderwijs hebben scholen zorgplicht. Dat betekent dat de school waar ouders hun zoon of dochter schriftelijk hebben aangemeld verplicht is om een passende plek te bieden als het kind extra onderwijsondersteuning nodig heeft. Soms is er naast onderwijsondersteuning ook extra zorg op school nodig. In onderstaand schema zijn de verschillende vormen beschreven. Zorg tijdens onderwijsuren, zoals begeleiding, persoonlijke verzorging en/of verpleging, wordt vergoed op basis van de Jeugdwet, de Zorgverzekeringswet (Zvw) of de Wet langdurige zorg (Wlz). De mogelijkheid bestaat dat meerdere zorgwetten van toepassing zijn. Zo kan een leerling begeleiding en persoonlijke verzorging vanuit de Jeugdwet ontvangen en verpleging vanuit de Zvw. In dat geval kan er sprake zijn van twee verschillende persoonsgebonden budgetten (pgb’s). Binnen een zorgwet is verder zowel zorg in natura, een pgb als een combinatie van beide mogelijk. In onderstaand schema is per zorgwet aangegeven welke mogelijkheden er zijn en hoe de inzet van zorg in onderwijs wordt geregeld en verantwoord. Hoewel de zorg en ondersteuning van een leerling soms vanuit verschillende systemen worden geleverd, komen deze samen in de gezamenlijke aanpak van zorg- en onderwijspartners. Zij bekijken samen met ouders en leerling wat er nodig is en wie welke ondersteuning of zorg kan bieden. Ouders kunnen voor informatie en advies ook altijd een beroep doen op kosteloze en onafhankelijke cliëntondersteuning. Elke gemeente biedt deze cliëntondersteuning aan.
Ja
Heeft de leerling 24 uur per dag zorg nabij of toezicht nodig?
Nee
Doelgroep en zorgbehoefte Meervoudige complexe beperkingen (verstandelijk, lichamelijk, zintuiglijk) maken dat blijvend permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig is. De benodigde zorg omvat begeleiding en persoonlijke verzoring, al dan niet gecombineerd met: • verpleging en/of behandeling • verblijf in een instelling
• Zwaar complexe somatische problematiek met een behoefte aan verpleging en verzorging waarbij permanent toezicht nodig is • Lichtere somatische problematiek waarbij 1 of meer specifieke verpleegkundige handelingen nodig zijn en waarbij voortdurend zorg in de nabijheid nodig is
Verpleging (en waar nodig hiermee samenhangende persoonlijke verzorging)
Een combinatie van enerzijds verpleging en anderzijds begeleiding
Begeleiding en/of persoonlijke verzorging
Wettelijk kader Wet langdurige zorg (Wlz) Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) indiceert op basis van landelijke criteria een Wlz-zorgprofiel. De Wlz-zorgaanbieder stelt in samenspraak met ouders een Wlz-zorgplan op. Bij de zorgplanbespreking worden ook afspraken over eventuele zorg op school gemaakt.
Intensieve Kindzorg op basis van de Zorgverzekeringswet (Zvw)
Zvw
Verpleging uit de Zvw en begeleiding uit de Jeugdwet.
Jeugdwet
Wijk- of kinderverpleegkundige indiceert en stelt in samenspraak met de ouders en de kinderarts een zorgplan op.
Wijk- of kinderverpleegkundige indiceert en stelt in samenspraak met de ouders en de kinderarts een zorgplan op.
Wijk- of kinderverpleegkundige indiceert voor de Zvw en stelt in samenspraak met de ouders en de kinderarts een zorgplan op.
Bij de zorgplanbespreking worden ook afspraken over eventuele zorg op school gemaakt.
Bij de zorgplanbespreking worden ook afspraken over eventuele zorg op school gemaakt.
Bij de zorgplanbespreking worden ook afspraken over eventuele zorg op school gemaakt.
Het wijkteam, de huisarts, jeugdarts of medisch specialist verwijst ouders door naar de jeugdhulp. De jeugdhulpaanbieder stelt in samenspraak met ouders vast welke hulp nodig is. Dit wordt vastgelegd in het hulpverleningsplan.
Huisarts, jeugdarts, wijkteam of medisch specialist verwijst. voor de Jeugdwet. De jeugdhulpaanbieder stelt in samenspraak met ouders vast welke hulp nodig is. Dit wordt vastgelegd in het hulpverleningsplan.
Als er begeleiding of verzorging tijdens onderwijstijd nodig is, dan wordt dit hierin meegenomen. Het samenwerkingsverband passend onderwijs en de gemeente stemmen de voorzieningen op elkaar af.
Als er begeleiding of verzorging tijdens onderwijstijd nodig is, dan wordt dit hierin meegenomen.
Zorg-vorm Wlz-persoonsgebonden budget (pgb) en/of zorg in natura vanuit de Wlz.
Zvw-pgb en/of zorg in natura vanuit de Zvw.
Zvw-pgb en/of zorg in natura vanuit de Zvw.
Zvw-pgb en Jeugdwet-pgb en/of zorg in natura vanuit Zvw en Jeugdwet.
Jeugdwet-pgb of zorg in natura vanuit de Jeugdwet.
Ouders maken met school afspraken over de inzet van de zorgaanbieder op school of over de inzet van het Zvw-pgb. Ouders maken met gemeente en school afspraken over de invulling van de verzorging of individuele begeleiding. Dit wordt vastgelegd in het ontwikkelingsperspectief (opp).
Ouders maken met gemeente en school afspraken over de invulling van de individuele begeleiding en eventueel leerlingenvervoer. Dit wordt vastgelegd in het ontwikkelingsperspectief (opp).
Inzet op school Ouders maken met school afspraken over de inzet van de zorgaanbieder op school of over de inzet van het pgb (contractering van de zorgaanbieder van de school of van een eigen zorgaanbieder). Dit wordt vastgelegd in het ontwikkelingsperspectief (opp). Eventueel maken zij met de gemeente afspraken over leerlingenvervoer.
Ouders maken met school afspraken over de inzet van de zorgaanbieder op school of over de inzet van het pgb (contractering van de zorgaanbieder van de school of van een eigen zorgaanbieder). Dit wordt vastgelegd in het ontwikkelingsperspectief (opp). Eventueel maken zij met de gemeente afspraken over leerlingenvervoer.
Ouders maken met school afspraken over de inzet van de zorgaanbieder op school of over de inzet van het pgb (contractering van de zorgaanbieder van de school of van een eigen zorgaanbieder). Dit wordt vastgelegd in het ontwikkelingsperspectief (opp). Eventueel maken zij met de gemeente afspraken over leerlingenvervoer.
December 2015
Toelichting op het stroomschema zorg op school
Wet langdurige zorg • Doelgroep en zorgbehoefte: kinderen die vanwege zorg in verband met een meervoudige verstandelijke, lichamelijke en/of zintuiglijke beperking blijvend (voor de rest van hun leven) behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid (anders dan gebruikelijke zorg). • Zorgaanbod: Wlz-zorg kan zowel thuis geleverd worden, door één of meer professionele zorgaanbieders, als in een instelling of op school. Het Centrum Indicatiestelling Zorg indiceert. Het zorgkantoor heeft voor cliënten met een Wlz-indicatie in zijn regio vervolgens zorgplicht. Het zorgkantoor is verantwoordelijk voor inkoop van Wlz-zorg van voldoende kwaliteit en is ook verantwoordelijk voor de ondersteuning van cliënten met een Wlz-indicatie als het gaat om hun toeleiding naar Wlz-zorg. Voor het kind wordt een zorgplan opgesteld. Een zorgplanbespreking tussen zorgaanbieder en ouders is daarbij verplicht. Indien een kind ook zorg op school nodig heeft, wordt ook het onderwijs betrokken. Het zorgplan is de uitkomst van dat wat door partijen besproken is. • Zorgvorm: Wlz-zorg kent verschillende leveringsvormen: zorg in natura met verblijf in een instelling (ZIN), zorg in natura thuis (VPT: volledig pakket thuis), persoonsgebonden budget (pgb) of een combinatie van pgb en zorg in natura (modulair pakket thuis: MPT). • Inzet op school: als een kind voorheen nog geen onderwijs volgde en nu wel naar school gaat, kan de zorgbehoefte veranderen. Bijvoorbeeld omdat er eerst sprake was van zorg door ouders/mantelzorgers en de zorg op school door een externe wordt geboden, of omdat een school voor speciaal onderwijs zelf een verpleegkundige in dienst heeft. Een Wlz-indicatie is weliswaar voor onbepaalde tijd, maar hoeft daarmee niet ook constant te zijn. Het verdient aanbeveling om bij het opstellen van het zorgplan en/of de evaluatiemomenten al rekening te houden met het (gaan) volgen van onderwijs en de eventuele consequenties die dit kan hebben voor de zorgvraag en –inzet. Als een deel van het trekkingsrecht pgb wordt ingezet voor Wlz-zorg op school betekent dit dat de pgb-budgethouder of diens vertegenwoordiger (een ouder) een contract heeft met een Wlz-zorgaanbieder die op school Wlz-zorg levert. Er kan ook gebruik worden gemaakt van een zorgaanbieder waar de school zelf al afspraken mee heeft. • Verantwoording: het deel van het trekkingsrecht pgb vanuit de Wlz dat wordt ingezet op school loopt mee in de wijze van verantwoording die geldt binnen de Wlz voor het gehele pgb. • Meer informatie: - www.ciz.nl
Intensieve Kind Zorg (Zorgverzekeringswet) • Doelgroep en zorgbehoefte: a. Kinderen met zwaar complexe somatische problematiek met een behoefte aan permanent toezicht. b. Kinderen met lichtere complexe problematiek, waarbij 24-uur zorg per dag in de nabijheid nodig is, in combinatie met specifieke verpleegkundige handelingen zoals intraveneuze medicatietoediening. Zorg aan minderjarigen met ernstige medische problematiek die onder de verantwoordelijkheid staan van een medisch specialist of kinderarts. Belangrijkste onderscheid tussen Wlz en IKZ is dat kinderen in de Wlz naast de behoefte aan intensieve medische zorg, levenslang en levensbreed op zorg aangewezen zijn vanwege hun ernstige verstandelijke beperking. • Zorgaanbod: voor intensieve kindzorg geldt dat naast verpleging en daarmee samenhangende verzorging ook begeleiding thuis, verblijf in een kinderhospice, kortdurend verblijf en opvang in een verpleegkundig kinderdagverblijf inclusief het vervoer van en naar dit dagverblijf onder de Zvw-aanspraak vallen. Door de Nederlandse Zorgautoriteit zijn alleen de prestaties verpleging en verzorging beschreven. Voor de intensieve kindzorg is specifiek geregeld dat naast de verpleging ook de persoonlijke verzorging en de begeleiding in de thuissituatie vanuit de Zvw kan worden geleverd. Ook kortdurend verblijf valt voor deze kinderen onder de Zvw omdat het toezicht dat deze kinderen nodig hebben op het niveau van een verpleegkundige moet worden geboden. Vanaf 2016 valt het vervoer van en naar een verpleegkundig kinderdagverblijf onder de aanspraak op zittend ziekenvervoer in de Zvw. Gemeenten zijn dus te allen tijde verantwoordelijk voor het leerlingenvervoer van en naar school. • Zorgvorm: Zorg in Natura of pgb. • Inzet op school: in het kader van intensieve kindzorg worden verpleging, daarmee samenhangende verzorging en begeleiding ook geleverd op school. Vaak wordt deze zorg geleverd door een kinderverpleegkundige. Afspraken over de inzet van zorg in onderwijstijd worden vastgelegd in het zorgplan IKZ. Net als in de Wlz, verdient het aanbeveling om bij het opstellen van het zorgplan en/of de evaluatiemomenten al rekening te houden met het (gaan) volgen van onderwijs en de eventuele consequenties die dit kan hebben voor de zorgvraag en –inzet. • Verantwoording: de zorgverzekeraar bepaalt op welke wijze verantwoording van het pgb plaatsvindt. • Meer informatie: - www.regelhulp.nl - www.hoeverandertmijnzorg.nl
Overige zorg uit de Zorgverzekeringswet Indien er geen sprake is van IKZ, maar wel van verpleging valt ook dit onder de Zvw. Als verpleging en daarmee samenhangende persoonlijke verzorging samen worden aangeboden, vallen beiden onder de Zvw. Als verpleging wordt aangeboden met begeleiding komt de zorg uit twee wetten: verpleging valt onder de Zvw en de begeleiding valt onder de Jeugdwet.
Jeugdwet • Doelgroep en zorgbehoefte: kinderen van 0 tot 18 jaar die hulp nodig hebben bij opvoed- en/of opgroeiproblemen en die begeleiding en/of persoonlijke verzorging op school nodig hebben. Bij persoonlijke verzorging kan worden gedacht aan hulp bij het opstaan, wassen, aankleden en toiletbezoek. Begeleiding is hulp in het dagelijks leven om zo zelfstandig mogelijk te kunnen leven. Daarbij valt te denken aan hulp bij praktische zaken, bij communicatie en dagopvang. Onder de Jeugdwet vallen ook de behandeling van psychische problemen en ernstige enkelvoudige dyslexie. Toegang tot de voorzieningen vanuit de Jeugdwet verloopt via een sociaal wijkteam of een jeugdteam. De huisarts, jeugdarts en medisch specialist kunnen ook verwijzen naar jeugdhulp. • Zorgaanbod: ondersteuning van en hulp en zorg bij opvoed- en opgroeiproblemen, psychische hulp of behandeling, begeleiding of persoonlijke verzorging i.v.m. een somatische aandoening, een verstandelijke, lichamelijke, of zintuiglijke beperking. • Zorgvorm: zorg in natura of een pgb. • Inzet op school: de gemeente is vanuit de Jeugdwet verantwoordelijk voor de bekostiging van begeleiding en persoonlijke verzorging op school. De gemeente maakt over de invulling van begeleiding en persoonlijke verzorging afspraken met het betrokken samenwerkingsverband. Ouders, school en gemeente maken afspraken over individuele voorzieningen voor een kind op school. • Verantwoording: de gemeente bepaalt hoe er over de inzet van middelen verantwoording wordt afgelegd. • Meer informatie: - www.regelhulp.nl - www.hoeverandertmijnzorg.nl
Passend onderwijs • Doelgroep en zorgbehoefte: Alle leerlingen die extra onderwijsondersteuning nodig hebben, zowel als er sprake is van een lichte als van een zware ondersteuningsbehoefte. • Ondersteunings- en zorgaanbod: Scholen bieden extra onderwijsondersteuning. Het gaat dan om didactische en pedagogische ondersteuning die nodig is om de onderwijsdoelen te bereiken. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan ondersteuning van de leraar of een (tijdelijke) plaats voor de leerling in een bovenschoolse voorziening, het speciaal basisonderwijs of het (voortgezet) speciaal onderwijs. In het (voortgezet) speciaal onderwijs is expertise beschikbaar voor de specifieke doelgroep van de school. Dit betekent dat een school voor langdurig zieke leerlingen vaak ook enkele zorgvoorzieningen beschikbaar heeft. Een school voor kinderen met gedragsproblematiek zal in veel mindere mate zorg op school aanbieden. • Zorgvorm: binnen passend onderwijs is er geen sprake van een persoonsgebonden budget voor ouders. Scholen maken binnen het samenwerkingsverband passend onderwijs afspraken over de inzet van de middelen voor extra ondersteuning. Deze wordt altijd in natura geboden. • Inzet op school: Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, stelt de school een ontwikkelingsperspectief op. Hierin staan de onderwijsdoelen en -ondersteuning beschreven. De school voert hierover overleg met de ouders en waar mogelijk de leerling zelf. • Verantwoording: Het samenwerkingsverband legt verantwoording over de besteding van middelen voor extra ondersteuning af in het jaarverslag. • Meer informatie: - www.passendonderwijs.nl - Link naar gesprekshandleiding
Bijlage V – Verklarende woordenlijst
AO
Ambulante ondersteuning kan worden geboden aan een leerkracht werkzaam binnen het samenwerkingsverband. Deze richt zich op het versterken van het ontwikkelen van leerkrachtvaardigheden teneinde tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van de leerling.
CJG
Centrum voor Jeugd en Gezin. (Fysiek of figuurlijk) centrum waar ouders terecht kunnen voor vragen, advies en hulp in het opvoeddomein.
Dyslexie
Ernstige en hardnekkige problemen bij het automatiseringsproces van de lees- en/of spellingvaardigheden. De diagnose dyslexie mag alleen door een daartoe bevoegd deskundige gesteld worden. Het samenwerkingsverband richt een netwerk in van voorzieningen waar scholen gebruik van kunnen maken.
Expertisemodel
Gedragswetenschapper
orthopedagoog, psycholoog of GZ-psycholoog
Handelingsverlegenheid
Handelingsverlegenheid ontstaat wanneer een leraar / school niet in staat is om aan de onderwijsbehoeften van een leerling te voldoen. Het is de door school en leraar gevoelde (en dus reële) impasse die ontstaat door de discrepantie tussen gewenst onderwijsaanbod aan de leerling en/of de verlangde ondersteuningsbehoefte van de leraar. Handelingsverlegenheid waarover we hier spreken is altijd onderwijs gerelateerd.
HGW
Handelingsgericht werken: een stapsgewijze constructieve manier van werken voor de intern begeleider waarbij de uitgangspunten en de fasen hetzelfde zijn als bij handelingsgerichte diagnostiek.
IB
Intern begeleider, de coördinator van de ondersteuning op de basisschool.
Collegiale consultatie
Kennisuitwisseling op gelijkwaardig niveau; de gespreksdeelnemers hebben hetzelfde werk / eenzelfde functie en kunnen op collegiale basis informatie / kennis uitwisselen.
Leerlingvolgsysteem
Het geheel van methode-gebonden en methode-onafhankelijke toetsen en observatiemodellen dat een school bijhoudt om de vorderingen van leerlingen in kaart te kunnen brengen. In samenwerkingsverband RiBA werken alle scholen met het digitale leerlingvolgsysteem ParnasSys.
MKD
Medisch Kinderdagverblijf: heeft specifieke expertise in het signaleren en onderkennen van ontwikkelingsproblemen en het vervolgens stimuleren van een optimale ontwikkeling voor kinderen van 0 tot 7 jaar.
Multidisciplinair
Een team dat is samengesteld uit mensen met een verschillende expertise, bijvoorbeeld vanuit het onderwijs (een orthopedagoog) en de jeugdhulp (een maatschappelijk werker).
OKR
Onderwijskundig rapport: verzamelnaam voor documenten die gebruikt worden om gegevens over leerlingen door te geven aan een commissie of een andere school.
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 29
Onderwijsbehoeften
Ondersteuningsbehoeften
Onderwijsarrangementen
De omschrijving van de begeleiding die een leerling nodig heeft om tot leren te kunnen komen. Dit laat zich het best omschrijven middels de aanvullingen op de volgende zinnen: ‘deze leerling heeft instructie nodig die…, opdrachten nodig die…, (leer)activiteiten nodig die…, feedback nodig die…, groepsgenoten nodig die…, een leraar nodig die…, een leeromgeving nodig die…, ondersteuning nodig die….’.
Deze verwijzen naar dat wat de betrokken opvoeders (leraren en ouders) en andere professionals (zoals een pedagogisch medewerker of een intern begeleider) nodig hebben om de onderwijs- en opvoedingsbehoeften te kunnen realiseren. Een leraar heeft bijvoorbeeld behoefte aan feedback bij het realiseren van een aanpak die gericht is op het versterken van de competentiegevoelens van een kind. Een ouder kan behoefte hebben aan hulp bij het maken en handhaven van een dagindeling, zodat haar kind meer structuur krijgt.
beschouwen we als een inhoudelijk aanbod dat aansluit bij de onderwijsbehoeften van een leerling. Dat kan via begeleiding aan de leerling of de leerkracht (door een interne of ambulante begeleider) of door (tijdelijke) plaatsing van de leerling in een speciale onderwijssetting. Bij het realiseren van het juiste onderwijsarrangement speelt de ondersteuningsbehoefte van de leraar een belangrijke rol.
OP
Ondersteuningsplan; In het ondersteuningsplan legt het samenwerkingsverband vast hoe kinderen die extra ondersteuning nodig hebben een passende plek en passende begeleiding kunnen krijgen. Dit ondersteuningsplan wordt ten minste 1 keer per 4 jaar opgesteld. Het ondersteuningsplan is gebaseerd op de school ondersteuningsprofielen van de deelnemende scholen. Ook staat er in het ondersteuningsplan welk niveau van basisondersteuning alle scholen in het samenwerkingsverband ten minste moeten bieden.
OPR
Ondersteuningsplanraad, het medezeggenschapsorgaan van het samenwerkingsverband dat instemmingsrecht heeft op het ondersteuningsplan. Hierin zijn zowel ouders als personeel van de scholen vertegenwoordigd.
Orthopedagoog
Een orthopedagoog houdt zich bezig met kinderen in een problematische leer- opvoedingssituatie. Hieronder vallen leer-, gedrags- en opvoedingsproblemen.
Ouders
Onder ouders wordt tevens verstaan: verzorgers en/of voogden.
Passend onderwijs
Onderwijs passend bij een specifieke leerling. Scholen en hun besturen hebben met ingang van de wet Passend Onderwijs (augustus 2014) de verantwoordelijkheid om voor alle leerlingen (ongeacht hun onderwijsbehoeften) een passend onderwijsaanbod te realiseren.
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 30
PO
Primair onderwijs: het funderend onderwijs aan leerlingen van 4 tot 12 jaar. Verzamelnaam voor BAO, SBO en SO.
SMW
School Maatschappelijk Werk: een laagdrempelige brugfunctie tussen onderwijs en jeugdhulp, gericht op het vroegtijdig signaleren en aanpakken van opvoed- en opgroeiproblemen.
SBO
Scholen in het speciaal basisonderwijs hebben dezelfde kerndoelen als gewone basisscholen. Maar de leerlingen in het speciaal basisonderwijs krijgen meer tijd om die te halen. De groepen in het speciaal basisonderwijs zijn kleiner en er zijn meer deskundigen. Leerlingen kunnen tot hun 14e jaar op een school voor speciaal basisonderwijs terecht.
Schoolmodel
De financiële middelen van het samenwerkingsverband worden onder schoolbesturen/scholen besteed op basis van het leerlingenaantal
SO
Speciaal onderwijs. Het speciaal onderwijs (SO) geeft onderwijs aan leerlingen die zeer specialistische en/of intensieve begeleiding nodig hebben. Bijvoorbeeld omdat zij een handicap, langdurige ziekte of psychiatrische aandoening hebben. Het SO is opgedeeld in vier clusters: cluster 1 voor kinderen met een visuele beperking cluster 2 voor kinderen met een auditieve beperking en/of ernstige taalspraakproblematiek cluster 3 voor kinderen met een verstandelijke beperking, een lichamelijke handicap en meervoudig beperkte leerlingen cluster 4 voor kinderen met ernstige gedragsproblemen en/of psychiatrische problematiek.
SOP
Schoolondersteuningsprofiel: een document waarin de school beschrijft welke mogelijkheden (expertise, materialen) zij in huis heeft op het gebied van ondersteuning aan leerlingen. In het profiel beschrijft de school ook haar ontwikkeldoelen op dat gebied.
SWV
Samenwerkingsverband. In ons geval swv-RiBA (PO-2805), een samenwerking van alle scholen voor basisonderwijs en speciaal (basis)onderwijs in Ridderkerk, Barendrecht en Albrandswaard.
TLV
Toelaatbaarheidsverklaring van het samenwerkingsverband waarmee ouders hun kind aan kunnen melden bij een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs.
Trajectbegeleider
De trajectbegeleider is de neutrale voorzitter van het HIA-gesprek. Bij afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring, treedt de trajectbegeleider op als tweede deskundige.
VO
Voortgezet onderwijs
VSO
Voortgezet Speciaal Onderwijs: het equivalent van het speciaal onderwijs voor leerlingen van 12-18 jaar.
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 31
Wijkteam (gebiedsteam)
PDCA
In veel gemeenten zijn nu wijkteams opgezet met beroepskrachten uit verschillende instellingen. Deze teams houden zich bezig met preventie en ondersteuning en bieden daarnaast vaak ook lichte hulp en toegang tot gespecialiseerde hulp. In Barendrecht en Albrandswaard spreekt men van wijkteams. In Ridderkerk spreekt men van gebiedsteams. Een afkorting die staat voor de belangrijkste stappen uit de cirkel: Plan (maak een plan met de resultaten die je wilt bereiken), Do (voer het plan uit), Check (vergelijk de resultaten met wat je had willen bereiken), Act (bij afwijking: neem maatregelen/stuur bij om de resultaten alsnog te bereiken).
Ondersteuningsplan 2016-2020 Samenwerkingsverband RiBA – 28.05; Ieder kind telt! 32
Samenwerkingsverband RiBA – 28.05