Regionaal opleidingsplan Kindergeneeskunde

Regionaal opleidingsplan Kindergeneeskunde, cluster Maastricht, 2013

Regionaal opleidingsplan Kindergeneeskunde Cluster Zuid Oost Nederland

1

PDF gemaakt met pdfFactory probeerversie www.datraverse.nl/fineprint

Regionaal opleidingsplan Kindergeneeskunde, cluster Maastricht, versie 2013

Inhoudsopgave

Inleiding

pag. 3

Structuur van de opleiding

pag. 4

Inhoud van de opleiding

pag. 5

Begeleiding en Toetsing

pag. 8

a. Algemeen b. Toetsinstrumenten per themakaart c. Toetsmatrix

Onderwijs

pag. 20

a. Landelijk b. Regionaal c. Lokaal

Portfolio

pag. 22

Wetenschappelijk onderzoek

pag. 23

Kwaliteitsbewaking van de opleiding op clusterniveau

pag.24

2



1. Inleiding Welkom in het cluster Zuid Oost Nederland voor uw opleiding tot kinderarts Voor u ligt het regionaal opleidingsplan Kindergeneeskunde van OOR Zuid Oost Nederland (ZON). De basis voor het regionaal opleidingsplan kindergeneeskunde vormt a. het kaderbesluit van de Commissie Geneeskundige Specialismen (CGS) b. het specifiek besluit kindergeneeskunde (2010) c. het herziene landelijke opleidingsplan kindergeneeskunde: GOED II (2009). Alle AIOS kindergeneeskunde zullen een academisch deel van de opleiding doen in het MUMC en een niet academisch deel in een van de vier perifere opleidingsklinieken in het cluster. In het regionaal opleidingsplan staat beschreven hoe in het Cluster ZON invulling wordt gegeven aan het landelijk opleidingsplan GOED II. Meer specifieke informatie over de stages, supervisie en werkroosters wordt beschreven in het Lokaal Opleidingsplan van de clusterziekenhuizen waarin u uw opleiding volgt. Taken en verantwoordelijkheden De opleiding kindergeneeskunde in het cluster Zuid Oost Nederland wordt verzorgd door: Ziekenhuis Maastricht UMC+ Atrium Medisch Centrum Heerlen Catherina Ziekenhuis Eindhoven VieCuri Medisch centrum Venlo Maxima Medisch Centrum Veldhoven

Opleider dr. T. Mulder dr. J. Busari dr. H. Brackel dr. H. Hendriks dr. R van Gent

Plaatsvervangend opleider prof. L Zimmermann drs. R. Moonen drs. J.E. Bunt dr. B Loza dr. M de Kleine

De opleiders zijn verantwoordelijk voor de opleiding Kindergeneeskunde binnen hun ziekenhuis. Voor de algemene taken en verantwoordelijkheden t.a.v. de opleiding wordt verwezen naar de laatste versie van het Kaderbesluit. Daarnaast zijn de opleiders verantwoordelijk voor: 1. De stages die binnen de opleiding kindergeneeskunde worden verzorgd, inclusief de daarbij behorende toetsing en monitoring. 2. Het faciliteren en monitoren van het electronisch portfolio 3. De verdeling van taken t.a.v. de opleiding binnen de lokale opleidingsgroep 4. Het faciliteren van het deelnemen van de AIOS aan de verplichte cursussen en het cursorisch onderwijs 5. Het ontwikkelen, uitvoeren en monitoren van de verdiepingsen profileringsstages in de eigen kliniek 6. Het participeren in het kwaliteit volgsysteem van de opleiding binnen het cluster 7. Het participeren van AIOS in de regionale refereerdagen en nascholingsdagen

3



2. Structuur van de opleiding De opleiding bestaat uit een universeel deel (common trunk) van vier jaar en een differentiatie deel in het vijfde jaar. Gedurende de eerste vier jaren dienen AIOS alle competentiegebieden die in het Rapport Herziening Opleiding Kindergeneeskunde zijn benoemd zodanig te beheersen dat de taken die hieruit voortvloeien na 4 jaar minimaal onder globale supervisie uitgevoerd kunnen worden. In de differentiatiefase krijgen de AIOS de gelegenheid zich te profileren binnen bepaalde gebieden, door middel van verdiepingsen profileringsstages. Common trunk: jaar 1 t/m 4 1 ½ jaar perifeer

Differentiatie deel: jaar 5

2 ½ jaar academisch

Kliniek algemene pediatrie

Kliniek algemene pediatrie

Persoonlijke leerdoelen

Polikliniek algemene pediatrie

Polikliniek algemene pediatrie / subspecialistische pediatrie PICU 3 maanden

Verdiepingsstages 2 x 3 maanden Profileringsstages 1 x 6 maanden

NICU

6 maanden

Persoonlijke leerdoelen De opleiding begint niet per definitie perifeer, maar kan ook aanvangen in het academisch centrum. De perifere stage wordt gevolgd binnen de common trunk van de eerste 4 jaar. De stages zijn flexibel, zodat er ruimte wordt geboden voor individuele persoonlijke leerdoelen ook in het common trunk gedeelte van de opleiding. Hierdoor kan er individueel een iets afwijkend opleidingsschema gemaakt worden dan bovenstaand schema. In het differentiatiedeel van de opleiding (jaar 5) bestaat de mogelijkheid van 2 verdiepingsstages (2 x 3 maanden) en één profileringstage van maximaal 6 maanden. Daarnaast wordt in dit jaar ook nog aandacht besteed aan de algemene Kindergeneeskunde. De AIOS ziet binnen de verdiepingsen profileringsstage dus ook andere patiënten (diensten, andere patiënten op de afdeling dan alleen subspecialistisch behorend bij de verdiepings/profileringstage). In bijlage 1 wordt het aanbod aan verdiepingsen profileringsstages weergegeven.

4



3. Inhoud van de opleiding De inhoud van de opleiding Kindergeneeskunde wordt samengevat weergegeven in 13 specialistische thema’s en de themakaart van de algemene competenties Tabel 1: Thema’s kindergeneeskunde 1) Acute geneeskunde en intensive care

8) Hematologie en oncologie

2) Immunologie en bewegingsapparaat

9) Infectieziekten

3) Psychosociale problematiek (gedrag, adolescentie)

10) Neonatologie/perinatologie

4) Cardiovasculair systeem

11) Nefrologie en urologie

5) Endocrinologie en metabole ziekten

12) Pulmonologie

6) Gastro-enterologie en voeding

13) Huid, KNO, oogheelkunde

7) Neurologie en psychomotore ontwikkeling

14) Themakaart algemene competenties

Binnen het cluster is afgestemd in welk deel van de opleiding de thema’s aan bod komen. Voor veel thema’s geldt dat de AIOS zowel in het academisch als het niet-academisch deel van de opleiding onderdelen van het thema tegenkomen. In bijlage 2 is per thema aangegeven welke specifieke thema-gebonden ziektebeelden kunnen worden gezien. Ook is aangegeven als deze specifiek tijdens de academische stage aan bod komen. Deze bijlage is voor de AIOS bedoeld als reflectie-instrument om een indruk te krijgen of hij/zij voldoende diversiteit aan patiënten aanbod heeft gezien. Op deze manier kan het als hulpmiddel gebruikt worden voor het individueel opleidingsplan van de AIOS. Het is uitdrukkelijk niet bedoeld als afvinklijst ter beoordeling van de AIOS. In principe zal de niet-academische stage gebruikt worden om de kindergeneeskunde in de volle breedte te leren. Tijdens de academische stage wordt verdere (algemene en subspecialistische) verdieping nagestreefd. Binnen het cluster bestaan er lokale verschillen in subspecialistisch patiëntenaanbod afhankelijk van de beschikbaarheid van subspecialistisch opgeleide kinderartsen. Hierdoor is ook niet-academische subspecialistische verdieping mogelijk. De opleiders dragen zorg voor een adequate overdracht van de door de AIOS bereikte niveaus van bekwaamheid in de competenties en themakaarten. Themakaart XIV is bedoeld als reflectie-instrument voor de competentie specifieke groei van de AIOS.

5



Een belangrijk aspect van de niet academische stage is de follow up van patiënten met een chronische ziekte

6


Algemene anamnese (screening) uitvoeren

X

X

Klachtgerichte anamnese afnemen

X

X

Lichamelijk onderzoek uitvoeren

X

Beleid opstellen van een patiënt

X

Therapeutisch beleid uitvoeren

X

Aanvullend onderzoek aanvragen

X

De resultaten van aanvullend onderzoek interpreteren

X

Uitvoeren van medische verrichtingen

X

Consulten doen bij patiënten met nieuw probleem

X

X

Het afhandelen van patiënten met acute problematiek

X

X

Het superviseren van anderen (co-ass; verpleegkundig personeel)

X

X

Diensten doen

X

De hulpvraag van een patiënt verhelderen Manier van werken aanpassen aan de patiënt

Professionaliteit

Kennis en wetenschap

Maarschappelijk handelen

Organisatie

Samenwerken

Taken met primaire focus op de volgende competenties

Communicatie

XIV: Hoofdthema: Competentiespecifieke groei AIOS

Medisch handelen

Regionaal opleidingsplan Kindergeneeskunde, cluster Maastricht, 2013

X X

X X

X

Gesprekken voeren met familie of bekenden van patiënt

X

Het voeren van slecht nieuws gesprekken

X

X

Samenwerken met ondersteunend personeel, verpleegkundigen

X

Samenwerken in multidisciplinair team

X

Leiding geven aan een team

X

X

X

Het medisch dossier bijhouden

X

Formulieren invullen en/of ondertekenen

X

Een planning maken van eigen werkzaamheden

X

Brieven schrijven en/of dicteren

X

Voorbereiden patiëntenoverdracht

X

Verwijst zonodig patiënten naar andere organisaties in de gezondheidszorg

X

Betrekt omgeving bij zorg zieke kind

X

Informeert familie op verzoek over het omgaan met patiëntgegevens

X

Houdt rekening met wettelijke bepalingen bij uitvoering taken

X

Het opheffen van geconstateerde lacunes in kennis /vaardigheden

X

Het houden van een referaat

X

Eigen grenzen kennen; raadplegen supervisor indien nodig

X

Omgaan met onverwachte gebeurtenissen

X

Het bewaken van de grenzen van het specialisme

X

Om kunnen gaan met feedback

X

Omgaan met ongewenst gedrag van patiënten Het scheiden van werk en privé

X X

X

Komen tijdens elk voortgangsgesprek met de opleider aan bod

7



4. Begeleiding en toetsing Algemene punten • • • • • • • • • •

De common trunk van de opleiding bestaat voornamelijk uit lijnleren, waarbij binnen de stages meerdere thema’s aan bod komen. De invulling van de stages wordt weergegeven in de lokale opleidingsplannen van de clusterafdelingen. De AIOS volgt het landelijk cursorisch onderwijs en maakt de daaraan verbonden kennistoetsen. De AIOS is verantwoordelijk voor het plannen van de afspraken met de stagebegeleider, en het monitoren van de voortgang in de te behalen KBS’en voor de desbetreffende stage. De AIOS draagt zorg voor een 360o feedback tenminste 2 keer tijdens de opleiding. Alle stages worden voorafgegaan door een gesprek tussen stagebegeleider en AIOS, waarin aan de hand van het IOP (individueel opleidingsplan) van de AIOS en de leerdoelen van de stage individuele doelen worden gesteld voor de komende periode Aan het einde van de stage volgt een eindbeoordeling, volgens een competentiegericht model. Tenminste jaarlijks wordt de competentiespecifieke groei van de AIOS beoordeeld met het hoofdthema XIV. De AIOS draagt zorg voor tenminste 2 CAT’s per jaar. Dit kan als EBM bespreking, protocolbespreking of voordracht tijdens de stage / een grote visite. De AIOS overlegt met de stagebegeleider welke vaardigheden in de desbetreffende stage kunnen worden aangeleerd en zonodig afgetekend De opleider draagt zorg voor de jaarlijkse- en eindbeoordeling. In het niet-academische deel van de opleiding wordt de jaarbeoordeling gegeven door de desbetreffende opleider.

Gevraagd competentieniveau Gedurende de eerste vier jaren dienen AIOS alle competentiegebieden die in GOED II zijn benoemd zodanig te beheersen dat de taken die hieruit voortvloeien na 4 jaar minimaal onder globale supervisie uitgevoerd kunnen worden. In de differentiatiefase krijgen de AIOS de gelegenheid zich te profileren binnen bepaalde gebieden, door middel van verdiepingsen profileringsstages. Bovengenoemde activiteiten dienen ertoe te leiden dat AIOS aan het eind van de opleiding zelfstandig kunnen functioneren voor tenminste 80% van de thema’s (10 van de 13) en de daaraan gekoppelde competentiegebieden die samen de Kindergeneeskunde omvatten.

8



Toetsinstrumenten per thema De thema’s en de daaraan gekoppelde competentiegebieden worden getoetst door middel van zogenaamde Kenmerkende Beroeps Situaties (KBS). Dit zijn situaties waarin de kinderarts geacht wordt adequaat te kunnen handelen. Per thema zijn 2-4 KBS’en benoemd. Per KBS worden de relevantie competenties aangegeven en de daarvoor geschikte toetsinstrumenten. Tenminste 1x/jaar en bij alle transitiemomenten (van academische naar niet-academische of vise versa) wordt het bekwaamheidsniveau per KBS door de opleidingsgroep en de AIOS bepaald. In het gesprek van de AIOS met de opleiders wordt dit vervolgens besproken. Indien aan alle toetselementen op niveau algemeen kinderarts voldaan is kan na aftekening van de themakaart een bekwaamheid voor het thema worden aangevraagd bij de opleider, die na ruggespraak met de opleidingsgroep deze bekwaamheid zal toekennen of niet. Dit kan zowel tijdens de academische als perifere stages.

9



I - Thema : Acute geneeskunde en Intensive Care Geneeskunde- KBS MedH Com SW Prof Org MaatH K&W X X X X Shock of sepsis kunnen herkennen, opvangen en behandelen inclusief reanimatie indien nodig

KPB X

X

X

X

X

Acute allergische reacties kunnen herkennen en behandelen inclusief reanimatie indien nodig

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

Bewustzijnsverlies (coma) kunnen herkennen, de ernst kunnen scoren, en onderzoek naar de onderliggende oorzaak uitvoeren, inclusief reanimatie indien nodig Acute benauwdheid kunnen herkennen, onderzoek naar de onderliggende oorzaak uitvoeren, en een adequate behandeling starten, inclusief reanimatie indien nodig

KPB

X

X

X

X

X

X X

X

Acute en chronische pijn van gewrichten en ledematen kunnen onderzoeken, differentiëren naar oorzaak, en behandelen of verwijzen Eczeem en andere veel voorkomende dermatosen kunnen herkennen en adequaat behandelen of verwijzen

X

Scenario X

360

X

X

II - Thema: Immunologie en Bewegingsapparaat, chirurgie –KBS MedH Com SW Prof Org MaatH K&W X

Dossier/Brf

X

Dossier/Brf

Scenario

Portfolio X Diploma APLS X Diploma APLS X Diploma APLS X Diploma APLS

360

Portfolio

X

10



III - Thema: Psychosociale problematiek (gedrag, adolescentie) – KBS MedH Com SW Prof Org MaatH K&W X X X X X X Gedrags- en opvoedingsproblemen kunnen herkennen en de juiste begeleiding of behandeling kunnen starten of daartoe kunnen verwijzen X X X X X Tekenen van mishandeling herkennen en adequaat op reageren; adequaat hulpverlening kunnen organiseren, adequaat met ouders/verzorgers hierover kunnen communiceren

IV - Hoofdthema: Cardiovasculair systeem – KBS MedH Com SW Prof Org MaatH K&W X X X X

X

X

De meest voorkomende cyanotische en niet-cyanotische aangeboren hartafwijkingen kunnen herkennen en stabiliseren/behandelen Een cardiaal geruis kunnen analyseren en classificeren

V- Hoofdthema: Endocrinologie en Metabole ziekten - KBS MedH Com SW Prof Org MaatH K&W X X X X X Diabetes mellitus en diabetische ketoacidose kunnen herkennen en behandelen X X X X Afwijkende groei (inclusief failure to thrive) en geslachtsontwikkeling kunnen herkennen en behandelen of verwijzen X X X X X Eerste onderzoek kunnen starten bij vermoeden op een aangeboren stofwisselingsziekte

KPB X

Dossier/Brf X

X

X

KPB X

Dossier/Brf

X

X

KPB X

Dossier/Brf

X

X

Scenario

360

Portfolio

Scenario X

360

Portfolio

X

Scenario

360

Portfolio

X

X*: Dit thema kan worden afgetekend na het behalen van de cursus DM

11



VI - Thema: Gastro-enterologie en voeding – KBS MedH Com SW Prof Org MaatH K&W X X X X X X X

X X

X

VII - Thema: Neurologie en psychomotore ontwikkeling – KBS MedH Com SW Prof Org MaatH K&W X X X Convulsies en status epilepticus kunnen herkennen en behandelen X X X X X X X Ontwikkelingsachterstand en/of dysmorfe kenmerken herkennen en een differentiaaldiagnose kunnen opstellen bij een patiënt gericht onderzoek en behandeling starten X X X X X X Een kind met meervoudige handicap kunnen begeleiden en adequate hulpverlening inzetten en coördineren VIII- Thema: Hematologie/Oncologie – KBS MedH Com SW Prof Org MaatH X X X

X

X

K&W X

KPB X

Chronische en acute buikpijn kunnen analyseren (organisch of chronisch recidiverend-functioneel) behandelen en zo nodig verwijzen Dehydratie kunnen herkennen en behandelen Voor ieder kind een adequaat en volwaardig voedings- en vochtbeleid kunnen voorschrijven

Anemie kunnen herkennen en adequate diagnostiek en behandeling kunnen inzetten. Acute lymfatische leukemie kunnen herkennen en diagnosticeren

Dossier/Brf X

X

Scenario

360

Portfolio

X

X

X

X

KPB X

Dossier/Brf

Scenario X

360

Portfolio

Scenario

360

Portfolio

X

X

X

KPB

Dossier/Brf X

X

X

12



IX - Thema: Infectieziekten – KBS MedH Com SW Prof Org X

MaatH

X

X

X

K&W X

X - Thema: Neonatologie/perinatologie – KBS MedH Com SW Prof Org MaatH K&W X X X

X X

X X

X

X

X

X

XI - Thema: Nefrologie en urologie – KBS MedH Com SW Prof Org MaatH X X

K&W X

X

X

X

Adequate diagnostiek kunnen inzetten bij recidiverende of ongebruikelijke infecties De meest voorkomende bacteriële en virale infecties (waaronder luchtweginfecties) kunnen herkennen en behandelen

De zieke en asfyctische pasgeborene kunnen opvangen, stabiliseren en zo nodig reanimeren Icterus bij pasgeborenen kunnen herkennen, adequate diagnostiek en behandeling kunnen starten Beslissingen rondom het levenseinde in teamverband kunnen nemen (incl bekendheid met principes orgaandonatie)

Adequate diagnostiek en behandeling kunnen inzetten bij enuresis nocturna en bij incontinentie (voor urine en faeces) Urineweginfecties bij kinderen kunnen herkennen en behandelen; passende diagnostiek naar onderliggende afwijkingen kunnen inzetten

KPB X

Dossier/Brf X

X

X

KPB X

Dossier/Brf

X

X

Scenario

360

Portfolio

X

Scenario X

360 X

X

Portfolio

X

KPB X

Dossier/Brf X

X

X

Scenario

360

Portfolio

13



XII - Hoofdthema: Pulmonologie - KBS MedH Com SW Prof Org MaatH X X X X X X

K&W X

X

X

X

X

X

X

X

Recidiverend piepen & hoesten kunnen herkennen, de verschillende oorzaken hiervan kunnen onderscheiden en op de juiste wijze behandelen en begeleiden. Dyspnoe kunnen herkennen, de verschillende oorzaken hiervan kunnen onderscheiden en op de juiste wijze behandelen en begeleiden.

KPB X

X

Dossier/Brf

Scenario X

X

360

Portfolio X*

X

XIII - Thema: Huid, KNO en oogheelkunde Dit thema wordt niet middels een KBS getoetst

14



1

Tabel 1: Overzicht Toetsing Kindergeneeskunde Toetsingsmoment 3 mnd 6 mnd POP

X X

Voortgangsgesprek

X X

9 mnd

1 jr

1 ½ jr

2 jr

2 ½ jr

3 jr

3 ½ jr

4 jr

4 ½ jr

5 jr

X X

X X X X X

X X

X X X

X X

X X X X X

X

X X X

X X

X

Toetsing kennis landelijk (thema/voortgangstoetsing/cct) 360 graden beoordeling* CAT(critical appraisal of a topic) Lokaal Cursorisch Onderwijs (landelijke toetsing) Landelijk Cursorisch Onderwijs KPB (korte praktijk beoordeling) KBS*** Praktijkvoering, management en professionaliteit KBS (kenmerkende beroepssituatie) Vaardigheidstoetsing

Toetsing Wetenschap

X X

X Jaarweekend & toetsing

X X X X X X

X

X X X X X X

Jaarweekend & Jaarweekend & Jaarweekend & toetsing toetsing toetsing Min. 10x per Min. 10x per jaar** Min. 10x per jaar** jaar**

Min. 10x per jaar**

X

X

X

X

X

X Min. 10x per jaar**

X

80% alle KBS*

Eindpakket KBS

Eindpakket vaardigheden

(Optioneel) Specialistische vaardigheden

bijwonen internationaal congres en minimaal 1 voordracht of publicatie

Geschiktheidsbeoordeling

X

X

Eindbeoordeling C formulier

X

X X

* Minimaal een 360 graden beoordeling in de niet-academische stage ** In de praktijk zullen meer dan 10 KPB’s per jaar nodig zijn om de KBS-en af te ronden. *** Kenmerkende Beroeps Situatie

15


Regionaal opleidingsplan Kindergeneeskunde, cluster OORZON, versie 2013

Tijdens de periodieke voortgangsgesprekken worden de algemene competenties van themakaart XIV ten minste 1x per jaar besproken en beoordeeld. Tabel : per competentie de te toetsen elementen met een globale weergave van het ontwikkelingsniveau dat de AIOS na 1, na 3 jaar en aan het eind van haar/zijn opleiding behaald moet hebben. Med Handelen Anamnese/LO

Differentiaaldiagnose

Interpretatie alg. ontwikkeling

1 beheerst A+LO bij Algemeen KG problematiek kan een algemeen pediatrische DD opstellen kent normale ontwikkeling kind

3 beheerst A+LO bij deelspecialistische problematiek kan een gewogen DD opstellen

Ziekte inschatting

herkent ontsporing van e vitale functies + start 1 opvang

kan afwijkingen in psychomotore ontwikkeling plaatsen + nabespreken (beperkte supervisie) navellijn, thoraxdrain, intubatie, blaaspunctie, ECG, longfunctie plan, do + check + act van complexe patiënt onder globale supervisie herkent dreigende ontsporing vitale functies en start beleid

Communicatie Verslaglegging

1 adequate, gestructureerde weergave van patiëntengegevens, incl. follow-up, samenvatting, probleemstelling en beleid bij patiënt met

3 complete+bondige samenvatting van patiëntgegevens met synthese, analyse, conclusie en beleidsweergave van patiënt met complexe/

Vaardigheden

Beleid

VP, infuus, BLS, botnaald, LP, PAC, Xthorax plannen en doen onder supervisie van alg-KG patiënt

5 leert anderen

kan een gewogen DD opstellen, passend bij differentiatie fase komt zelfstandig tot een goed oordeel over ontwikkeling van het kind deelspec. vaardigheid passend bij differentiatie fase kan zelfstandig PDCA uitvoeren bij patient met complexe problematiek zelfstandig onder beperkte supervisie

5 geeft anderen adequaat feedback op verslaglegging

16



Overdracht/ patiëntenbespreking

Ouder Slechtnieuwsgesprek (SN)

enkelvoudige problematiek. compleet en bondig overzicht van relevante aspecten van een patiënt (en/of afdeling of dienst) enkelvoudig/probleem uitleggen zit bij en vult aan

multidisciplinaire problematiek adequate synthese en analyse met weergave van probleemstelling en conclusie van patiënt met complexe /MD problematiek complexe problematiek uitleggen voert SN-gesprek onder supervisie

Patiënt

dokter begrijpt het kind

kind begrijpt de dokter

Samenwerking Vpk/paramedici

1 maakt goede werkafspraken met vpk

3 stuurt verpleegkundige aan

Supervisor

initiatief bij supervisor

initiatief bij AIOS

Teamrol

coördineert MD zorg onder supervisie

Consulent

kan gericht advies van consulent inwinnen

coördineert complexe zorg onder beperkte supervisie kan advies van consulent wegen

Professionaliteit Kennis eigen competentie

1 bewust van eigen beperkingen en handelt daarnaar

Persoonlijk en interpersoonlijk gedrag

stelt zich toetsbaar en leerbaar op

3 bewust van eigen expertise en beperkingen en handelt daarnaar kan anderen professioneel feedback geven

voorzitter/coördinator van patiëntbespreking met formulering van samenvatting/conclusies en leermomenten

omgaan met conflictsituaties voert SN-gesprek zelfstandig (of in aanwezigheid deelspecialist) kan complexe problematiek uitleggen 5 stuurt zelfstandig verpleegkundige groep aan superviseert anderen, incl. jongerejaars-AIOS coördineert complexe zorg overlegt zelfstandig met consulent 5 is bekwaam maar weet adequaat hulp in te roepen en kan delegeren kan anderen professioneel feedback geven

17



Betrokkenheid bij patiëntenzorg

betrokkenheid bij patiënt en ouder

goede balans tussen betrokkenheid en distantie

als jaar 3 + begeleidt jongere collega

Organisatie Functioneren binnen gezondheidszorg organisatie Time management

1 herkent belangen van organisatie

3 goede balans tussen eigen belang en organisatiebelang kan eigen taken zelfstandig prioriteren

5 neemt initiatieven t.a.v. organisatie

Maatschappelijk handelen Wet- en regelgeving en ethiek

1

3

5

is op de hoogte van wet- en regelgeving

kent wet- en regelgeving en past deze toe

past wet- en regelgeving toe en onderwijst deze aan derden

Partners in de jeugdgezondheidszorg

is op de hoogte van de actoren in het veld

kent de sociale kaart en overlegt

kan eigen taken prioriteren onder supervisie

kan teamwerk organiseren

18



Kennis en wetenschap Wetenschappelijke vorming

Onderwijs

Kennistoets

Stagebonden kennis

1

3

5

weet adequaat wetenschappelijke informatie te vinden

kan wetenschappelijke informatie kritisch beoordelen en integreert deze in patiëntenzorg kan ad-hoc patiënt gebonden onderwijs geven in klinische setting wordt getoetst binnen (lokaal) cursorisch onderwijs complexe algemeen KG problematiek

kan wetenschappelijke informatie vertalen naar protocollen/ richtlijnen of onderzoeksvoorstel

kan voorbereid patiëntencasus presenteren met leerdoelen wordt getoetst binnen (lokaal) cursorisch onderwijs alg. KG problematiek

Superviseert patiëntenbespreking

wordt getoetst binnen (lokaal) cursorisch onderwijs deelspecialistisch niveau cf stages

19



5. Onderwijs Landelijk Cursorisch Onderwijs Alle AIOS zijn verplicht het landelijk Cursorisch Onderwijs te volgen en de daaraan gekoppelde toetsing te maken. Dit bestaat uit een opleidingsweekend (vrijdag en zaterdag) per jaargroep per jaar in jaar 1 tot en met 4. Eerstejaarsweekend Water & Zout, Zuur & Zoet Tweedejaarsweekend Kinderradiologie en Kindermishandeling Derdejaarsweekend Immunologie, Reumatologie en Infectieziekten Vierdejaarsweekend Klaar voor de start

Verplichte cursussen tijdens de opleiding verplichte cursussen en bijpassend budget tijdens opleiding tot kinderarts Cursus APLS (advanced pediatric life support) Diabetescursus Epilepsiecursus Basiscursus astma NVK congres (1 dag/jaar) NLS (neonatal life support) Onderwijsweekenden NVK JA Themadag cursus/congres gebonden aan stage in differentatiefase cursus EBM/ statistische beginselen cursus teach the teacher (voor AIOS) cursus signalering kindermishandeling Totale kosten

Inschrijfkosten € 1300

Reis/verblijfkosten € 150

€ 145 € 125 € 125 € 800 (€ 160 per jaar) € 395 € 175 (€ 35 per jaar) € 125 (€ 25 per jaar) € 1000

€ 50 € 50 € 50 € 250 € 50 € 250 € 250

€ 750

€ 50

Gratis € 995 (WOKK cursus)

€ 50

€ 5935

€ 1200

Regionaal Cursorisch Onderwijs

Het regionaal cursorisch onderwijs bestaat uit 12 middagen onderwijs per jaar. Tijdens het cursorisch onderwijs zijn alle AIOS vrij gepland van werkzaamheden op de werkvloer. De onderwerpen worden bepaald conform het schema van de Stuurgroep Cursorisch Onderwijs van de NVK. Zo mogelijk worden de kinderartsen uit de affiliatie ziekenhuizen betrokken bij het onderwijs. De coördinatie van het regionaal cursorisch onderwijs ligt bij de cursorisch onderwijs commissie van het cluster.

20



Discipline overstijgend onderwijs OOR Zuid Oost Nederland In het cluster worden verschillende Discipline Overstijgende Cursussen aangeboden. Iedere AIOS is verplicht 1 cursus per jaar te volgen. In de volgende domeinen worden cursussen aangeboden: • • • • • • • • •

Evidence based Medicine Communicatie, attitude en samenwerking Patientveiligheid Professioneel en maatschappelijk handelen Klinmische onderwijskunde Gezondheidsrecht Gezondheidsethiek Management I: Verbetermanangement Management II: Gezondheidseconomie en organisatie

Lokaal Onderwijs Voor het lokaal onderwijs wordt verwezen naar het lokale opleidingsplan

21



6. Portfolio Alle AIOS kindergeneeskunde in het cluster Zuid Oost Nederland maken gebruik van het elektronisch portfolio E-pass. AIOS krijgen bij begin opleiding een instructiehandleiding “starten met het portfolio”. Het portfolio wordt in de opleiding gebruikt voor zelfreflectie, stimulering voor verdieping en verdere ontwikkeling in de competenties en anderzijds om de groei hierin aan te tonen. Het portfolio is de basis voor de voorgangsgesprekken met de opleiders. Vanaf het begin van de opleiding hebben zowel de academische als de nietacademische opleiders inzage in het portfolio van de AIOS.

22



7. Wetenschappelijk Onderzoek Wetenschappelijk onderzoek wordt gestimuleerd. Er zijn met name in het MUMC verschillende onderzoekslijnen waarbinnen een AIOS kan participeren. Het is mogelijk om een wetenschapsstage te volgen in het kader van verdieping of profilering. Ook is er in het common trunk deel van de opleiding ruimte om individuele wetenschappelijke leerdoelen / doelstellingen te realiseren. Hiervoor wordt wel verwacht dat de AIOS ruim van te voren een realistisch plan met de opleiders en begeleiders bespreekt. In het MUMC zijn er verschillende mogelijkheden voor statistische en epidemiologische begeleiding. Op initiatief van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven wordt een keer per jaar het Concours Pediatrique gehouden waarin de AIOS met elkaar strijden om de prijs voor de beste case report presentatie in het cluster Zuid Oost Nederland.

23



8. Kwaliteitsbeleid rondom de opleiding clusterbreed Het kwaliteitsbeleid binnen cluster cluster Maasticht is gegroepeerd weergegeven volgens de indeling in het rapport Scherpbier2[1]. Inhoudelijk zijn alleen die elementen weergegeven die voor dit regionaal opleidingsplan relevant en van toepassing zijn. Er is overlap met de lokale opleidingsplannen. Inhoud van de opleiding en organisatie & ontwikkeling van groepsleden van de opleidersgroep betreft niet alleen de lokale opleidersgroep, maar ook de groep kinderartsen die de opleiding regiobreed vormgeeft. Domein I: de OOR • Er is regionaal cluster overleg: hierbij worden discipline overstijgende afspraken gemaakt over zaken gerelateerd aan de opleiding. • Het cluster Maasticht beschikt over een pakket aan discipline overstijgend onderwijs dat OOR breed wordt uitgerold. Deelname aan dit onderwijs wordt gefaciliteerd. • De OOR ZON organiseert didactische themamiddagen waarvoor de AIOS zich kunnen inschrijven. • Het patiëntenaanbod in cluster Maastricht is breed en veelzijdig. De clusterpartners bieden in de algemene praktijk de kindergeneeskunde in de volle breedte aan. Patiëntenaantallen zijn hoog. Dit is terug te vinden in de jaarverslagen van de afdelingen. Domein IIIa: organisatie en ontwikkeling van de groep(sleden) Hiermee wordt in dit kader de opleidingsgroep van het cluster bedoeld, die wordt geleid door de academisch opleider. • De opleiders vergaderen samen met een afvaardiging van de AIOS 4x per jaar over zaken gerelateerd aan de opleiding. Binnen deze vergaderingen is implementatie van de herziene opleiding een vast belangrijk agendapunt. • Een deel van de stafvergaderingen is gereserveerd voor het bespreken van de AIOS en het evalueren en implementeren van verbeteringen in de opleiding • De opleiders hebben afspraken gemaakt over implementatie en beheer van het elektronisch portfolio, inclusief een voorlichtingsplan • Scholing van nieuwe AIOS in portfoliogebruik wordt op lokaal niveau uitgevoerd. • Alle supervisoren krijgen een instructie over het gebruik van het elektronisch portfolio • De AIOS volgt de Teach the AIOS cursus, waarbij de AIOS inzicht krijgt in leerprocessen, het gebruik van portfolio inclusief het maken van een POP, vertrouwd wordt met de nieuwe beoordelingsmethoden • Alle stafleden volgen de Basic clinical teaching cursus en de cursus: toetsen op de werkvloer • Clusterbreed wordt geparticipeerd in meten van de kwaliteit van de opleiding middels D-RECT. Hierbij moet worden aangetekend dat gezien het geringe aantal AIOS in de niet-academische klinieken de betrouwbaarheid onder druk staat. • Opleiders hebben gemeenschappelijk de eisen aan kandidaten voor de opleiding geformuleerd.

24



Domein IIIb: opleider(sgroep): inhoud van de opleiding • Het regionale opleidingsplan is de basis voor de opleiding binnen het cluster • Binnen de ziekenhuizen zijn de stages beschreven en aan leerdoelen gekoppeld. • Begeleiding en toetsing van AIOS heeft als basis het gesprek voorafgaande aan de stage, waarbij POP en stagedoelen tezamen leiden tot individuele doelen voor de stage. Deze doelen worden getoetst in interim- en eindevaluaties, beide volgens procedures beschreven in het plan GOED. • De opleiders hebben, tezamen met de AIOS, een pakket aan cursus- en onderwijs geformuleerd, dat aandacht schenkt aan alle CANMEDS competenties. Dit pakket wordt tijdens de cluster-vergaderingen geëvalueerd en zonodig bijgesteld.

25



Bijlage 1 Verdiepingsstages MUMC: Stage Neonatologie NICU PICU Kinderlongziekten Metabole ziekten Kindercardiologie Kinderoncologie Kinderendocrinologie Kindernefrologie Erfelijke en aangeboren afwijkingen KinderMDL ziekten Kinderneurologie

Lokatie MUMC+ MUMC+ MUMC+, MUMC+ MUMC+ MUMC+ MUMC+ MUMC+ MUMC+ MUMC+ MUMC+

Profileringsstages Kindergeneeskunde OORZON Stage Neonatologie NICU PICU Respiratoire aandoeningen Cardiologie Erfelijke en aangeboren aandoeningen Algemene pediatrie / supervisie Diabetes Astma / allergie Algemeen management Hemato – onco- infectiologie Psychosociale pediatrie Wetenschapsstage Ontwikkelingsneurologie

Lokatie MUMC+ / Maxima Medisch Centrum MUMC+ MUMC+ / Atrium MC / CZE / Viecuri Maxima Medisch Centrum MUMC+ MUMC+ / Atrium MC / CZE / Viecuri / Maxima Medisch Centrum MUMC+ / Atrium MC / CZE CZE / Viecuri / MUMC+ CZE / Atrium MC CZE MUMC+, Catherina Ziekenhuis Eindhoven / Atrium MC MUMC+ / Maxima Medisch Centrum Maxima Medisch Centrum

26


Regionaal opleidingsplan Kindergeneeskunde

Recommend Documents