REACTIENOTA Voorstellen toedeling vaarwegbeheer (Behandeling door PS op 21 mei 2014)
Vastgesteld door GS op: Besluit nr.
1
1. Inleiding Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. Deze wet beoogt de overheidszorg voor de watersystemen in één wet te regelen. De wet biedt daarmee de juridische verankering van een ontwikkeling naar integraal waterbeheer. In dit verband delen Provinciale Staten uiterlijk in 2014 de ‘vaarwegbeheertaak’ toe. Dit betreft het beheer van de vaarweg infrastructuur op het niveau van de voor betreffende vaarweg vastgestelde klasse en het nautische beheer. De toedeling betreffen de binnendijks gelegen vaarwegen, uitgezonderd het Prinses Margrietkanaal, dat per 1-1-2014 in beheer van het Rijk gekomen is. De afgelopen periode is veelvuldig overleg gevoerd met de verschillende gemeenten. Per gemeente is in kaart gebracht welke vaarwegen in aanmerking komen voor overdracht. Per vaarweg is bepaald welke recreatieklasse het betreft en onder welke voorwaarden de vaarweg kan worden overgedragen. Het resultaat is vertaald in een overdrachtsovereenkomst tussen gemeente, waterschap en provincie. In het proces om te komen tot de overeenkomst zijn de volgende uitgangspunten gekozen: - De eigendomssituatie wijzigt niet, het betreft een overdracht van het vaarwegbeheer. - De vaarweg wordt ‘schoon’ overgedragen of er wordt een afkoopsom betaald voor de restopgave (bagger) - Water in woonwijken, havens en doodlopende vaarten in de bebouwde kom blijven in beheer bij de gemeente. Hierdoor ontstaat de situatie dat de vaarwegbeheerder verantwoordelijk is voor doorgaande vaarroutes en het bereikbaar maken van watersportkernen en havens. Het maatwerk bij aanlegplekken, havens en woonwijken blijft bij de gemeente. - Het oeverbeheer wijzigt niet, dit blijft bij de huidige beheerder. - Niet betonde routes over de meren blijven bij de overdracht buiten beschouwing, omdat de provincie nog geen beleid heeft voor het vaarwegbeheer van de meren buiten de geulen. - Vaarwegen die nog een opwaardering nodig hebben voordat deze voldoen aan een vaarwegklasse zijn bij de overdracht buiten beschouwing gelaten. Na opwaardering naar een vaarwegklasse (meestal op initiatief van de gemeente) kan het vaarwegbeheer deze vaarwegen worden overgedragen aan provincie of waterschap (afhankelijk van de gerealiseerde klasse). Voorbeelden hiervan zijn Polder Hoofdkanaal (Dm), De Arumer Feart (Dm) en Súd Ie (Dm). Inmiddels hebben we met alle gemeenten ambtelijk overeenstemming over de overeenkomst. Een groot aantal is inmiddels ook bestuurlijk akkoord en ondertekend. Bij de laatsten is nog bestuurlijke besluitvorming nodig . De (ontwerp) wijzigingen hebben ter inspraak heeft gelegen van 7 december 2013 tot en met 17 januari 2014. In de concept teksten, die door ons ter behandeling door Provinciale Staten in mei 2014 worden aangeboden, zijn de reacties op de inspraak meegenomen. Na definitieve besluitvorming door PS worden de indieners van de zienswijzen schriftelijk door geïnformeerd.
2
1.1 Leeswijzer De ingekomen reacties en onze antwoorden daarop zijn hierna in hoofdstuk 2 eerst samengevat en vervolgens integraal weergegeven. De benodigde aanpassingen zijn in de bij de vaarwegenverordening behorende Lijst A doorgevoerd.
2. Samenvatting van de verwerking van de zienswijzen en inspraakreacties Er zijn in totaal zes reacties binnen gekomen, namelijk van een vereniging van dorpsbelangen, een jachthavenvereniging, een vereniging van eigenaren van een villapark, een bootbezitter, een watersportonderneming en een reactie van een gemeente. De reacties zijn niet gericht op tekstuele wijzigingsvoorstellen van het reglement en de verordeningen, maar hebben betrekking op het onderhoudsniveau van specifieke vaarwegen. In één geval kan dat, als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, consequenties hebben voor de toewijzing van de beheerder.
H 2.1 2.2
2.3
Zienswijze Vereniging van dorpsbelangen Holwerd Gemeente Boarnsterhim
Wijziging Geen wijziging
- VVE Villapark Untwyk De Morra; - Wsv De Swaeikom; - Zeilfabriek De Morra; - De heer Tom Mulder uit Bolsward
De vaargeul in het verlengde van de Hemelumer Feart over De Morra wordt aangemerkt als een Cm-vaarweg maar met OHD van Cm ‘nieuw’ (1,90) in plaats van OHD Cm ‘oud’ (1,70).Lijst A wordt dienovereenkomstig aangepast.
De te betonnen geul in de Terkaplester Puollen vanaf de Hearresyl naar het Akkrumer Rak, wordt als Czm verbinding toegevoegd aan lijst A.
2.1 Hieronder worden de reacties en onze antwoorden daarop weergeven. De Vereniging van Dorpsbelangen Holwerd heeft bezwaar tegen ‘degradatie’ van de Holwerterfeart.
3
4
Antwoord: De vaarweg voldoet niet aan de normen die horen bij een Dm-klasse. De huidige vaarwegbeheerder van de Holwerterfeart, de gemeente Dongeradeel, heeft aangegeven dat zij de vaarweg niet wil opwaarderen. Hieraan ligt een besluit van de gemeenteraad ten grondslag. De provincie volgt in deze de gemeente omdat de achterstand betaald moet worden door de gemeente. Pas als duidelijk is dat de vaarweg op orde is of wordt gebracht kan de vaarweg worden aangewezen en het beheer worden overgedragen.
2.2 De (voormalige) gemeente Boarnsterhim heeft ten aanzien van onderstaande vaarwegen gevraagd of deze in provinciaal beheer kunnen worden genomen. Hierover heeft tussen de gemeente en de provincie ambtelijk overleg plaats gevonden.
5
6
7
Naar aanleiding van de opmerkingen van de gemeente Boarnsterhim antwoorden wij als volgt: D 039, De Singel te Grou Antwoord: De toedeling van het vaarwegbeheer te Grou is geheel overeenkomstig het ter zake te hanteren beleid waarbij de vaarwegbeheerder voor de ontsluiting zorgt, de havenbeheerder of gemeente voor het op diepte houden van havens en de bereikbaarheid van aanlegvoorzieningen. Het gehele gebied ten westen van de Wide en Neare Galle merken wij aan als haven en industrieterrein. Vanaf de invaart vanaf de SMR of De Mear bevinden zich talrijke schiphuizen en aanlegplaatsen; aansluitend liggen de bedrijventerreinen Biensma en Frisia. Een soortgelijke situatie doet zich voor in de kern Burgum. Ook daar ligt de grens van de provinciale verantwoordelijkheid bij de invaart vanaf het Prinses Margrietkanaal naar de meerdere havens en aanlegvoorzieningen in de kern Burgum en blijft de zorg/verantwoordelijkheid voor deze wateren bij de huidige beheerder. Wij blijven van mening dat het de provinciale zorg is om deze haven en bedrijventerreinen te ontsluiten en dat de grens terecht bij de invaart van de Singel vanaf de Staande Mastroute is neergelegd. De zorg voor het beheer van de vaarwegen binnen het industrie- en havengebied vinden wij een typische zorg van de gemeente. C 011-3, Geul Terkaplester Puollen. Antwoord: Op dit punt kunnen wij aan de wens van de gemeente tegemoet komen. Wij werken mometeel aan het ontwerp voor een rechtstreekse diagonale Czm-verbinding over de Puollen vanaf de Hearresyl naar het Akkrumer Rak. Deze verbinding zal moeten worden betond met enkele tonnen. Op korte termijn bespreken wij onze plannen met de plaatselijke watersportvereniging. Deze vaarverbinding incl. betonning komt, gelet op de Czm-klasse, in beheer bij de provincie. C 007-1, Janssleat deel op meer (?) Antwoord: De volgende stap in het proces van aanwijzing vaarwegbeheerders i.k.v. is het classificeren van de meren of delen daarvan en vervolgens de toedeling in beheer van deze meren(gedeelten). In afwachting daarvan hebben wij consequent de betonde verbindingen door meren niet benoemd, zo ook dit verlengde van de Janssleat. D 089-1, De Geau en Tsjerkewiid, Terherne. Antwoord: Ook hier geldt het hierboven bij de Janssleat vermelde; er is geen geul en kan er nu (nog) geen vaarwegbeheerder worden benoemd. In het kader van het Fries Merenproject onderzoekt men of hier een betonde vaargeul kan worden gerealiseerd. D 044-1, Alde Sânsleat. Antwoord: Wij blijven op het standpunt staan dat deze vaarverbinding te smal is en niet geschikt is te worden aangemerkt als een Czm-verbinding welke in beheer zou moeten komen bij de provincie. Dat geldt ook als deze verbinding een lagere PVVP-classificatie toebedeeld zou krijgen. Niet alleen de brug is en blijft een probleem (erg laag, < 1m, en alleen op afroep bediend) ook (het gebruik van) de aanlegvoorzieningen o.m. voor de 8
pramen van de Kameleonorganisatie in het heel smalle middengedeelte van de Alde Sânsleat vormen grote hinderlijke obstakels. De grens van de oostelijke invaart (traject D044-1, L 259c) hebben wij getrokken bij de invaart naar de laatste haven aldaar, op ca. 60 m1 van de brug. Wij zijn van mening dat wij daarmee de gemeente al tegemoet zijn gekomen. D 059-1, Oude De Boarn door de Boarnstee te Nes/Akkrum. Antwoord: Voor de goede orde merken wij op dat de oude De Boarn door de Boarnstee slechts voor de helft in provinciaal beheer is geweest, nl dat gedeelte dat deel uitmaakte van het oorspronkelijke tracé van de oude De Boarn. De andere helft van deze verbinding, te weten het gedeelte dat evenwijdig aan RW 32 loopt, is nieuw gegraven. De doorgaande, de wijk ontsluitende vaarweg loopt nu via de Nesker Sylroede en de Omgelegde Boarn. Wij handhaven ons standpunt dat de Oude De Boarn hier voor 100% een woonwijk waterfunctie heeft waarover bovendien een vaste brug is gelegen met een beperkte doorvaarthoogte van slechts 1,90m, zelfs voor een E-verbinding (sloepenroute) te laag. C 048-1, Polsleat Akkrum (laatste stukje in kom Akkrum naar De Boarn. Antwoord: Het tracé van deze waterverbinding is veel te nauw om opgenomen te kunnen worden in het vaarwegennetwerk als E- of F-vaarweg. Bovendien ligt hierover in de kom van het dorp een lage vaste brug. Wij handhaven ons standpunt m.b.t. de waardering van deze verbinding. A 042-2, Jongebuorster Feart vanaf meer tot keersluis Antwoord: Achter de Jongebuorsterslûs zijn louter aanlegplaatsen, havens en woonwijkwater gelegen. Wij vinden dat het beheer van dit water een typische gemeentelijke zorg en verantwoordelijkheid is. Gelet hierop zijn wij van mening dat wij de scheiding van verantwoordelijkheden terecht neergelegd hebben bij deze keersluis en dat wij daarmee het vastgestelde beleid consistent hanteren.
2.3 In verband met de vaarwegontsluiting en bereikbaarheid van Hemelum hebben wij reacties ontvangen, van: - VVE Villapark Untwyk De Morra; - Wsv De Swaeikom; - Zeilfabriek De Morra; - De heer Tom Mulder uit Bolsward.
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
L207a opvaart Hemelum Antwoord: Als gevolg van afwaaiing kan bij Hemelum, gelegen aan de uiterste zuidwestelijk zijde van de langgerekte meren De Morra, De Fluezen en de Hegemer Mar 40 centimeter waterspiegeldaling plaats vinden. Door de gemeente Súdwest Fryslân wordt de Hemelumer Feart tot het meer De Morra aan de provincie overgedragen op het niveau 150/160/190. Bovengenoemde belanghebbenden verzoeken om de verbindende geul door het meer tot aan de hoofdgeul van het Johan Frisokanaal, eveneens op hetzelfde niveau te brengen. Gelet op de bijzondere situatie van deze geul in het meer, kunnen wij hiermee instemmen.
20