Rapport evaluatie ROL-VRZ Regeling Operationele Leiding Veiligheidsregio Zeeland
Opstellers: projectgroep Versienummer 1.05 Datum 27-03-2013
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 1 van 41
Managementsamenvatting De inspectie VenJ heeft een quickscan gemaakt van de operationele hoofdstructuur binnen de Veiligheidsregio Zeeland (VRZ). Naar aanleiding van deze quickscan heeft het Algemeen Bestuur van de VRZ in september 2012 een plan van aanpak vastgesteld. Aan de inspectie is toegezegd de Regeling Operationele Leiding (ROL) te evalueren en verbetervoorstellen uit te werken. Op basis van de projectopdracht is gezocht naar twee mogelijke varianten voor een alternatieve invulling van de bestaande ROL-regeling. Echter, vanwege de complexiteit – er zijn verschillende systeemonderdelen en normen – is het niet mogelijk gebleken om twee afgeronde ‘totaalalternatieven’ aan te bieden. Er is derhalve per systeemonderdeel gezocht naar alternatieven voor de regeling, soms is er geen alternatief, soms zijn er meer dan twee. Het eindresultaat geeft inzicht in: Mogelijke systeemvarianten; Personele consequenties; Financiële consequenties; Mate waarin wordt voldaan aan wet- en regelgeving; alsmede bestaand beleid afgestemd op het risicoprofiel en de behoefte binnen de regio. Bij de meeste varianten wordt in vrijwel het gehele verzorgingsgebied voldaan aan de normtijd. Samengevat zijn de onderstaande voorstellen gedaan, per onderdeel wordt middels de nummering verwezen naar de genoemde paragraaf in het rapport. Voorgesteld besluit 1.4 Voorgesteld wordt om opdracht te verstrekken om de hoofdstructuur in totaliteit te analyseren en verbetervoorstellen te formuleren. 5.2 Voorgesteld wordt om vier pikettypes te onderscheiden, gebaseerd op wettelijke opkomsteisen.
5.4 Voorgesteld wordt om bij nieuw te werven of nieuw aan te stellen functionarissen voor de pikettypen A, B en C randvoorwaarden ten aanzien van woon- en verblijfslocatie te hanteren. 5.5 Voorgesteld wordt om de genoemde uitgangspunten voor vrije instroom te hanteren. 6.2.1 Voorgesteld wordt om de nu gehanteerde veldnorm voor monodisciplinair optreden van een OVD-B te verruimen naar
Toelichting Omdat de quickscan van de Inspectie VenJ zich beperkt tot de Hoofdstructuur in enge zin is ook de voorliggende evaluatie van de ROL daartoe beperkt. Aangegeven is dat in een later stadium de hoofdstructuur in totaliteit zal worden geanalyseerd. Hierbij worden dan eveneens de onderliggende functies en rollen binnen de secties van het RCC geanalyseerd. Daarnaast dienen dan ook de relaties met andere partners, inclusief de Politie te worden bezien. De kosten hiervoor bedragen naar schatting € 65.000. Het Besluit veiligheidsregio’s bepaalt normtijden voor wettelijk verplichte functies. Dit betekent echter niet automatisch dat al deze functies door middel van een piket moeten worden gevuld. Er wordt onderscheid gemaakt in functies die met een piket worden geborgd en functies die via ‘vrije instroom’ kunnen worden ingevuld. Het geeft duidelijkheid over de eisen aan de functionarissen. Daarnaast kan onder andere het aantal piketvoertuigen worden verminderd. Per piketvoertuig bespaart dit ca. € 11.000 per jaar. In de huidige situatie wordt in een aantal gevallen de normtijd niet gehaald omdat de woon- en verblijfslocaties niet altijd zijn vastgelegd. Door het vastleggen van de randvoorwaarden kan hierin een verbetering worden gerealiseerd. Voor zittende functionarissen die niet aan deze voorwaarden voldoen kan een verhuisverplichting worden opgelegd met een bijbehorende verhuisvergoeding. Hiervoor zijn vooralsnog geen middelen beschikbaar. Indien geen verhuisverplichting wordt opgelegd zal hierin geen verbetering worden gerealiseerd. De genoemde uitgangspunten voor het principe van vrije instroom zijn van belang om invulling te kunnen geven aan deze vorm van invulling van functies in de crisisorganisatie. Er zijn geen financiële consequenties verbonden aan dit voorstel. De Veiligheidsregio Zeeland heeft in de huidige uitvoeringregeling ROL een veldnorm van 15 minuten voor opkomst van de OvD-B vastgelegd. Hieraan kan niet in alle gevallen worden voldaan. Om de dekking te optimaliseren zijn minimaal negen OvD-gebieden noodzakelijk. In diverse regio’s is inmiddels een ruimere norm vastgelegd, de huidige
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 2 van 41
maximaal 22 minuten. Na wijziging van de veldnormtijd kan het huidige piket voor het gebied Veere/Noord-Beveland vervallen. Na realiseren van het gescheiden piket voor de OVD en HOVD in Midden Zeeuws Vlaanderen kan het piketgebied Hulst vervallen. 6.2.2 Voorgesteld wordt om huidige OVDG regeling te handhaven, daarmee wordt tevens de functie CVDG geborgd. 6.2.3 Voorgesteld wordt om het bestaande piket voor de WVDstralingsdeskundige te combineren met de MPL en 1 piket AGS te laten vervallen.
6.3 Voorgesteld wordt om in te stemmen met 2 COPI-gebieden voor Zeeland
6.4 Voorgesteld wordt om het piket van de AC-Bz te gaan verzorgen door vier, maximaal vijf gemeentesecretarissen. 6.5 Voorgesteld wordt om: a) Regionaal commandant, of bij afwezigheid diens plaatsvervanger aan te wijzen als Strategisch Adviseur Brandweerzorg voor het GBT en RBT; b) De functie Beleidsadviseur RBT te laten vervallen;
opleiding bevelvoerder voorziet in het leidinggeven aan meerdere eenheden. Voorgesteld wordt om buiten de risicogebieden de nu gehanteerde veldnorm van 15 minuten voor een OVD-B te verruimen naar maximaal 22 minuten. Dit e is gebaseerd op de gemiddelde opkomsttijd van de 3 tankautospuit. Hierdoor kan op korte termijn de OVD-B Veere/Noord-Beveland vervallen. Na werving en opleiding voor functionarissen in Midden Zeeuws Vlaanderen kan vervolgens de OVD-B in Hulst vervallen. Na volledige implementatie kan hierdoor jaarlijks een besparing van ca. € 50.000 worden gerealiseerd. De functie CvD-G is in de regio Zeeland nooit ingevuld door een aparte e functionaris, indien nodig wordt de 2 dienstdoende OvDG als zodanig ingezet. Dit is overigens ook in een aantal andere Veiligheidsregio’s het geval. Er zijn geen financiële consequenties verbonden aan dit voorstel. Momenteel zijn er twee piketten AGS en een piket WVD-stralingsdeskundige. Afhankelijk van de incidentlocatie vervult één van de AGS-en de functie MPL. Als alternatief voor de huidige situatie kan de MPL worden ingevuld door het WVD-stralingsdeskundige piket. Hierdoor is er geen noodzaak meer voor een tweede AGS-piket. Vanwege het langdurige opleidingstraject voor beide functies is een piket van vijf personen rechtvaardig. Er wordt hierbij voldaan aan de wettelijke normen. Op basis van het voorstel dienen de OVD-B beter voorbereid te op incidenten met gevaarlijke stoffen. Daarnaast dient de AGS om goede advisering op afstand te kunnen verzorgen te worden voorzien van de juiste middelen. Na volledige implementatie kan hierdoor jaarlijks een besparing van ca. € 38.000 worden gerealiseerd. Momenteel wordt vanuit de kolommen op verschillende wijze invulling gegeven aan de beschikbaarheid van functies binnen het COPI. in het voorstel wordt uitgegaan van twee gebieden. Indien wordt ingestemd met voorstel 5.4, (het hanteren van randvoorwaarden voor woon- en verblijfslocaties) verbetert de normtijd voor de functionarissen. Eén van de piketten voor Leider-COPI kan hiermee vervallen. Na volledige implementatie kan hierdoor jaarlijks een besparing van ca. € 38.000 worden gerealiseerd. Hierbij dient de functie van Compagniescommandant voor de brandweer vooralsnog te worden geborgd. De huidige AC-Bz wordt ingevuld door ca. 18 functionarissen. Een aantal van deze functionarissen voldoet niet aan de opkomstnorm van 45 minuten. Voorgesteld wordt om een nieuw piket op te zetten zodat beter voldaan kan worden aan de opkomstnorm en bij een opschaling van GRIP 2 naar een hoger niveau een overdracht plaats te vinden. a) In de huidige situatie is de functie Strategisch Adviseur Brandweerzorg gekoppeld aan het RCvD piket. De RCvD vervult tevens de functie van Leider OT, de Inspectie VenJ heeft aangegeven dat dit niet acceptabel is. Daarom wordt voorgesteld de Regionaal commandant, of bij afwezigheid diens plaatsvervanger aan te wijzen als Strategisch Adviseur Brandweerzorg voor het GBT en RBT , op deze wijze kan tevens worden voorzien in de rol van een Bestuurlijk adviseur van de VRZ;Hierbij dienen twee extra functionarissen te worden geworven voor de functie Leider OT. b) In de huidige “Integrale uitwerkingsregeling regionale regeling operationele leiding” is de operationele functie van Beleidsadviseur RBT opgenomen. De functie van Beleidsadviseur RBT is niet opgenomen in het Besluit personeel veiligheidsregio of het Regionaal Zeeuws Crisisplan. Deze functie kan zonder risico vervallen omdat de Strategische adviseurs hierin voorzien.
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 3 van 41
c) De rol Bestuurlijk adviseur te laten vervullen door de regionaal commandant;
d) Invulling van informatiemanagement voor het GBT en RBT te borgen. 7.1 Voorgesteld wordt om bij de invulling van functies binnen de secties de mogelijkheden van samenwerking nader uit te werken.
7.2 Voorgesteld wordt om genoemde samenwerkingsmogelijkheden nader te onderzoeken. 7.3 Voorgesteld wordt om bij de actualisatie van het Regionaal Crisisplan, de noodzaak voor aanwezige extra functies en/of normtijden ten opzichte van de wet- en regelgeving, te onderzoeken.
c) In het Regionaal Crisisplan (RCP) is de functie Bestuurlijk adviseur opgenomen. Deze functie is niet opgenomen in het Besluit personeel veiligheidsregio, in het Handboek Informatievoorziening staat aangegeven welke taken deze functionaris vervult. In het RCP wordt aangegeven dat deze functionaris de alarmering voor de burgemeester verzorgt. In de praktijk geschiedt dit altijd door de RCvD. De verzorging van doorzending van informatie uit het NCC kan door de informatiemanagers ROT geschieden. d) Informatievoorziening binnen het GBT en RBT dient geborgd te zijn.
Tijdens de bijeenkomsten van de projectgroep en uit de enquête is hier met enige regelmaat aandacht gevraagd voor samenwerking. Daarbij is eveneens aangegeven dat een aantal van deze functies weliswaar een plaats binnen een bepaalde sectie hebben, maar een fors deel van dergelijke ondersteunende functies kunnen “ontkleurd” worden vervuld. Dat betekent enerzijds dat er binnen de organisatie breed geworven kan worden, anderzijds kunnen deze functionarissen ondersteuning bieden aan processen waar op dat moment de behoefte bestaat Ter verbetering voor het behalen van de normtijden, maar ook mogelijke besparingen op de lange termijn, wordt aanbevolen om mogelijke samenwerkingsverbanden nader te onderzoeken. Deze aspecten zijn nader benoemd in hoofdstuk 7.2. Tijdens de evaluatie is gebleken dat in het Regionaal Crisisplan op een aantal onderdelen extra functies zijn vermeld bovenop de eisen vanuit de wet- en regelgeving. De noodzaak van de aanwezige extra functies dient nader te worden onderzocht om bijvoorbeeld extra piketten te voorkomen. Zoals aangegeven kunnen wellicht goede combinaties worden gevonden binnen de wettelijk noodzakelijke functies.
Aanbevelingen
Voorgesteld wordt in te stemmen met de voorgestelde systeemvarianten voor de in de invulling van de genoemde onderdelen van de hoofdstructuur. De ROL evaluatie beperkt zich tot een deel van de Zeeuwse crisisbestrijdingsorganisatie. Voorgesteld wordt om opdracht te verstrekken om de hoofdstructuur in totaliteit te analyseren en verbetervoorstellen te formuleren, waaronder secties en actiecentra, evenals de hiermee samenhangende planvorming. Daarnaast dienen dan ook de relaties met andere partners, inclusief de Politie te worden bezien. Voorgesteld wordt om de mogelijke samenwerkingsverbanden met andere veiligheidspartners te onderzoeken voor de volgende functies: Leider COPI en Leider OT; Informatiemanager ROT en COPI; Meetplanleider; OVD-B. Daarnaast verdient het de aanbeveling om als toekomstige ontwikkeling de ontschotting van de kolommen te onderzoeken. Voorgesteld wordt om de balans tussen repressieve en niet-repressieve (dagelijkse) taken van piketfunctionarissen te herzien, zodat voldoende gelegenheid wordt geboden te voldoen aan de OTOverplichtingen die de piketfunctie met zich meebrengt. Daarnaast dienen er consequenties te worden verbonden aan het niet deelnemen aan verplichte activiteiten voor de piketfunctie.
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 4 van 41
Inhoudsopgave Managementsamenvatting ......................................................................................................... 2 Inhoudsopgave ............................................................................................................................ 5 HOOFDSTUK 1
INLEIDING ........................................................................................................ 7
1.1 Aanleiding ............................................................................................................................. 7 1.2 Projectopdracht .................................................................................................................... 7 1.3 Aanpak project ...................................................................................................................... 7 1.4 Omvang project ..................................................................................................................... 8 1.5 Doel en resultaat evaluatie ................................................................................................. 10 1.6 Projectteam ......................................................................................................................... 10 HOOFDSTUK 2
HUIDIGE REGELING ........................................................................................ 11
2.1 De huidige ROL-regeling ...................................................................................................... 11 2.2 Voorwaarden voor piketfunctie .......................................................................................... 12 2.3 Normtijden .......................................................................................................................... 12 2.4 Knelpunten in huidige regeling ........................................................................................... 12 HOOFDSTUK 3
KADERS EN RANDVOORWAARDEN................................................................ 13
3.1 Wetten, besluiten en regelingen ......................................................................................... 13 3.2 Operationele Hoofdstructuur.............................................................................................. 13 3.3 Overige functionarissen ...................................................................................................... 14 3.4 Normtijden .......................................................................................................................... 14 HOOFDSTUK 4
RISICO’S IN ZEELAND ..................................................................................... 16
4.1 Analyse ............................................................................................................................... 16 4.2 Risico’s naar geografie ........................................................................................................ 17 HOOFDSTUK 5
PIKET OF VRIJE INSTROOM ........................................................................... 18
5.1 Kenmerken piket ................................................................................................................. 18 5.2 Mogelijke pikettypen .......................................................................................................... 18 5.3 Consequenties ..................................................................................................................... 19 5.4 Woon- verblijflocaties ......................................................................................................... 20 5.5 Vrije instroomfuncties ......................................................................................................... 21
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 5 van 41
HOOFDSTUK 6
MOGELIJKE VARIANTEN................................................................................. 22
6.1 Algemene toelichting .......................................................................................................... 22 6.2 Routinefase ......................................................................................................................... 23 6.2.1 Officier van Dienst Brandweerzorg .................................................................................. 23 6.2.2 Officier/Commandant van Dienst Geneeskundig ............................................................ 25 6.2.3 Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen .......................................................................... 27 6.2.4 Meldkamer ....................................................................................................................... 29 6.3 GRIP 1 / COPI ....................................................................................................................... 30 6.4 GRIP 2 / ROT ........................................................................................................................ 32 6.5 GRIP 3-4 GBT / RBT ............................................................................................................. 34 HOOFDSTUK 7
TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN ................................................................ 36
7.1 Ondersteuning secties ......................................................................................................... 36 7.2 Samenwerkingen ................................................................................................................. 36 7.3 Regionaal Crisisplan ............................................................................................................ 37 HOOFDSTUK 8
HRM-ASPECTEN ............................................................................................ 38
8.1 Uitwerkingsregeling ............................................................................................................ 38 8.2 Afbouwtoelage beëindiging piket door werkgever ............................................................. 38 HOOFDSTUK 9
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ................................................................. 40
9.1 Conclusies .......................................................................................................................... 40 9.2 Aanbevelingen ................................................................................................................... 41
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 6 van 41
HOOFDSTUK 1
INLEIDING
1.1 Aanleiding De inspectie VenJ heeft een quickscan gemaakt van de operationele hoofdstructuur binnen de Veiligheidsregio Zeeland (VRZ). Naar aanleiding van deze quickscan heeft het Algemeen Bestuur van de VRZ in september 2012 een plan van aanpak vastgesteld. Aan de inspectie is specifiek toegezegd de evaluatie van de Regeling Operationele Leiding (ROL) uiterlijk in 2012 af te ronden en in algemene zin de verbetervoorstellen van de hoofdstructuur in het ste 1 kwartaal van 2013 uit te werken. Door omstandigheden is dit helaas vertraagd. De huidige ROL-regeling dateert van 2001 en was destijds voornamelijk bedoeld voor de operationele leiding van de brandweer in Zeeland. Op 21 februari 2008 is de “Integrale uitwerkingsregeling regionale regeling operationele leiding” van Veiligheidsregio Zeeland vastgesteld. Destijds werden de piketten zoals vermeld in de ROL-regeling ingevuld door functionarissen van verschillende werkgevers met een eigen rechtspositie. Hierdoor waren er verschillen in rechtspositioneel opzicht. De integrale uitwerkingsregeling had tot doel, het bereiken en waarborgen van uniformiteit op rechtspositioneel gebied voor medewerkers die optreden in het kader van de operationele leiding. Per 1 januari 2013 is de nieuwe organisatie Veiligheidsregio Zeeland inclusief regionalisering van de Zeeuwse brandweerkorpsen een feit. De nieuwe VRZ heeft een eigen rechtspositieregeling die van toepassing is op de functionarissen die werkzaam zijn in een ROL-functie. Daarnaast is er gewijzigde wet- en regelgeving met eisen ten aanzien van de verschillende functies binnen de operationele hoofdstructuur. Naast deze aspecten dient eveneens rekening te worden gehouden met de opgelegde taakstelling.
1.2 Projectopdracht Huidige ROL-regeling tegen het licht houden en komen tot tenminste twee voorstellen voor een alternatieve invulling. Hierbij moet het gaan om alternatieven waarbij gezocht wordt naar een zo efficiënt mogelijke, maar wel werkbare opzet, en waarbij tevens wordt voldaan aan de wettelijke vereisten.
1.3 Aanpak project Er is een projectteam geformeerd met functionarissen die een rol hebben in de huidige ROL-regeling. Deze functionarissen hebben gezamenlijk met het IFV in een aantal bijeenkomsten vorm gegeven aan de inhoud van de evaluatie van de regeling. Een onderdeel van die evaluatie bestond uit een enquête die is uitgezet naar alle functionarissen binnen de huidige uitvoeringsregeling ROL van de VRZ. (Zie bijlage A) Een ander deel van het onderzoek bestond uit referentiemateriaal uit andere regio’s. In de maanden november en december zijn er zes bijeenkomsten belegd met deze groep functionarissen en het IFV. Daarnaast hebben nog verschillende bijeenkomsten met afzonderlijke leden plaatsgevonden om het voorliggende rapport samen te stellen. Het projectteam is opgedeeld in een aantal deelteams: Deelteam 1: Uitwerking OvD-B / HOvD; Deelteam 2: Uitwerking MPL / AGS / WVD-Stralingsdeskundige; Deelteam 3: Uitwerking GHOR / IM; Deelteam 4: Uitwerking Meldkamer; Deelteam 5: Uitwerking Bevolkingszorg / Crisiscommunicatie / HRM; Deelteam 6: Uitwerking financiële consequenties; Deelteam 7: Bewaking/uitwerking integraliteit/regie. De deelteams hebben separate aspecten uitgewerkt in losse documenten, deze zijn opgenomen in de bijlagen.
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 7 van 41
1.4 Omvang project De volgende functies, al dan niet in een piket, maken gebruik van de ROL-VRZ en worden betrokken bij de evaluatie; ROL-B, ca 50 pers: o.a. (H)OvD-B, AGS, OL-ROT, Leider-COPI, WVD/Stralingsdeskundige; GHOR, ca 15 pers: o.a. OvD-G, RGF, HSGHOR; IM, ca 15 pers: o.a. t.b.v. COPI en ROT; Meldkamer, ca 5 pers: OvD-M; Crisiscommunicatie, 4 pers: ROT en persalarm, woordvoering; 1 Daarnaast wordt de functie Algemeen Commandant Bevolkingszorg betrokken in de rapportage.
Figuur 1.1 afbakening project
Zoals aangegeven in het Plan van Aanpak uit september 2012 kan er een onderscheid worden gemaakt tussen de Hoofdstructuur van de crisisorganisatie in enge zin (in bovenstaande schema rood omlijnd) en de Hoofdstructuur in ruime zin (in bovenstaande schema de aspecten die buiten de rode omlijning vallen). De Hoofdstructuur in ruime zin behelst de gehele crisisorganisatie bij een calamiteit waarbij ook functionarissen van gelieerde instanties betrokken zijn. Hierbij kan gedacht worden aan functionarissen van de Provincie, het Waterschap, Rijkswaterstaat, energiebedrijven, Defensie en Gemeenten. De Hoofdstructuur in enge zin heeft betrekking op de functies die vanuit Veiligheidsregio Zeeland en hoofdzakelijk de operationele diensten worden georganiseerd. Omdat de quickscan van de Inspectie VenJ zich beperkt tot de Hoofdstructuur in enge zin is ook de voorliggende evaluatie van de ROL daartoe beperkt. Mede door nieuwe ontwikkelingen, zoals regionalisering van bevolkingszorg en opleidingseisen, zal in een later stadium de hoofdstructuur in totaliteit worden geanalyseerd. De kosten hiervoor bedragen naar schatting € 65.000. Dit kan mogelijk leiden tot noodzakelijke verdere aanpassingen. Hierbij worden dan eveneens de onderliggende functies en rollen binnen de secties van het RCC geanalyseerd.
1.4 Voorgesteld wordt om opdracht te verstrekken om de hoofdstructuur in totaliteit te analyseren en verbetervoorstellen te formuleren.
1
Binnen de evaluatie is de functie AC-Bz betrokken omdat deze binnen de Hoofdstructuur van het ROT valt, overige functies voor Bevolkingszorg en andere secties worden in een later stadium geanalyseerd.
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 8 van 41
Figuur 1.2 Scope project
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 9 van 41
1.5 Doel en resultaat evaluatie Het hoofddoel van de evaluatie: Het evalueren van de bestaande ROL-regeling en komen met twee mogelijke varianten voor een alternatieve invulling. De nevendoelen van de evaluatie: De ROL-regeling operationeel zo efficiënt mogelijk inrichten; De ROL-regeling financieel zo efficiënt mogelijk inrichten; De ROL-regeling moet voldoen aan wet- en regelgeving en verantwoord zijn; De ROL-regeling moet werkbaar zijn voor functionarissen die hierin een rol hebben. Het eindresultaat moet inzicht geven in: Bestuurlijke keuzes gebaseerd op wet- regelgeving, risico’s (profiel) en financiën; Personele consequenties; Financiële consequenties; Mate waarin wordt voldaan aan wet- en regelgeving, alsmede bestaand beleid afgestemd op het risicoprofiel en behoefte binnen de regio; Inbedding binnen de nieuwe VRZ met ingang van 1 januari 2013.
1.6 Projectteam De samenstelling van de projectgroep vanuit de VRZ bestond uit de onderstaande personen; o Aart van Oosten Coördinator ROL-B tevens crisiscommunicatie ROT o Kees Overdulve (H)OvD-B OM-IB Zeeuws-Vlaanderen o Rudy Ovaa (H)OvD-B SGB, tevens dekkingsplan o Marlike Lankhuizen OvD-B Schouwen-Duiveland o Gert Mulder OvD-B Zuid-Beveland o Edwin de Maat AGS AGS-Zuid, WVD-Stralingsdeskundige o Jan Rotte GHOR AC-GHOR, tevens teamleider GHOR o Wilfred Minnaard CaCo-Meldkamer Centralist o Jeroen Zonnevijlle Informatiemanagement tevens Deltawater o Dorina Willemse Taskforce Quickscan tevens AGS-Noord o Maarten vd Weerd HRM o Jan de Regt Bevolkingszorg Later aangevuld met o Pieter Jongejan o Willem Pentury
Informatiemanagement Bevolkingszorg
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 10 van 41
HOOFDSTUK 2
HUIDIGE REGELING
2.1 De huidige ROL-regeling Binnen een veiligheidsorganisatie als de VRZ is de voortdurende paraatheid van operationeel leidinggevenden en adviseurs gewaarborgd door middel van piketten. De organisatie en wijze van uitvoering van deze piketten is vastgelegd in de Regeling Operationele Leiding van de VRZ. Deze stamt oorspronkelijk uit 2001. Deze regeling was destijds bedoeld voor de monodisciplinaire brandweerfuncties die gezamenlijk in de regio dienden te worden vervuld. Nadat ook voor de GHOR en enkele andere operationele functies bij de VRZ een piket diende te worden verzorgd is de regeling aangevuld met de Integrale uitvoeringsregeling ROL uit 2009. Momenteel nemen ongeveer negentig medewerkers van de VRZ deel aan de piketten van de ROL-VRZ, binnen een aantal piketten bestaan vacatures. Onderstaande tabel geeft het overzicht van de functies die binnen de VRZ bij wijze van piket worden ingevuld. Functionaris CoPI HOvD: leider CoPI HovD: CC OvD-B OvD-G IM-CoPI ROT RCvD: OL HovD: AC-B AC-GZ AC-Bz IM-ROT Voorlichting ROT GBT RCvD: SA B SA GZ Meldkamer CaCo OGS AGS MPL GAGS WVD-StrD Tabel 2.1
Aantal piketten
Aantal functionarissen
2+1
2
7+3
7+1 2 2
3
28+3 8 8
In Bvr
ja ja ja ja ja ja
(zie onder ROT) 1 3
ja ja
5
2
7
n.v.t. 1
n.v.t. 5 4
Bijzonderheden
ja nee ja ja ja
1 3 (zie onder CoPI) 1 3 4 1 5+13 1 3 1 4
1
1
Bvr: ‘leidinggevende sectie’
Bvr: ‘leidinggevende’
ja ja ja
o.b.v. Wvr wanneer zowel AGS als MPL nodig zijn, vervult tweede AGS rol MPL
ja
o.b.v. Wet Publieke Gezondheid
nee
Huidige piketten
1
Functie wordt vermeld in het Besluit veiligheidsregio’s (Bvr) In totaal drie piketten HOvD, waarvan één combipiket HOvD en RCvD 3 In totaal acht piketten OvD-B, waarvan één combipiket HOvD en OvD-B. 4 Betreft 5 OvD-Bz (bij GRIP 2) en 13 Gemeentesecretarissen (bij GRIP 3 en 4) 5 Formeel is de benaming van deze functionaris Waarschuwings- en verkenningsdienstdeskundige / Chemisch adviseur stralingsdeskundige niveau 3. 2
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 11 van 41
2.2 Voorwaarden voor piketfunctie Aan de invulling van de huidige piketfuncties zijn de volgende voorwaarden gesteld: De piketregeling is een weekpiket (7 x 24 uur) waarbij de dienstdoende ROL-functionaris in roosterdienst geconsigneerd is; De piketdienst vindt in de regel eens in de vier weken plaats, afhankelijk van de bezetting in het piket (regulier 4 personen); De functionarissen die binnen de diverse piketten uitvoering geven aan de piketfuncties hebben een beroeps- of vrijwillig dienstverband bij de VRZ of zijn werkzaam bij een externe partij (voorbeeld: de functionarissen die het GAGS-piket invullen). De functionaris kan worden opgelegd woonachtig te zijn binnen het aangewezen piketgebied om te voldoen aan de gestelde normtijden. Nadere uitwerking is vastgelegd in de werkinstructies per piketgebied; De functionaris dient tijdens piketdiensten de aan hem ter beschikking gestelde persoonlijke beschermings- en vervoersmiddelen te gebruiken; De functionaris dient tijdens piketdiensten in het aangewezen piketgebied te verblijven conform de geldende werkinstructie; De functionaris wordt verplicht om deel te nemen aan de gestelde bijscholingen en oefeningen zoals door de directeur VRZ is vastgesteld. De directeur VRZ kan de functionaris verplichten ook andere dan deze bijscholingen en oefeningen te volgen.
2.3 Normtijden De huidige ROL-VRZ schrijft normtijden voor. Dit zijn voor een deel veldnormtijden (omdat deze niet in het Bvr zijn vastgesteld), zoals voor de OvD-B en voor de WVD-Stralingsdeskundige. ‘Multidisciplinair’ is de GRIP voor Zeeland van toepassing, waarin nadere opkomsttijden zijn vastgesteld voor incidentbestrijdingsteams. Normtijd volgens de huidige ROL-VRZ (minuten) 15 30 45 90
Functionarissen cfm. huidige regeling OvD HOvD, AGS, OvD-G, OvD-M, IM RCvD, WVD-StrD, hoofd sectie GHOR, voorlichter ROT Regionaal geneeskundig functionaris van dienst
Evt. nieuwe functienaam
L-OT / SA-B AC-GHOR SA-G
Tabel 2.2 Overzicht (veld)normtijden
2.4 Knelpunten in huidige regeling Vanuit het eerder genoemde inspectierapport van VenJ is een aantal knelpunten, die te maken hebben met deze evaluatie, te noemen: De combinatie van het vervullen van de functies OvD-B en HOvD-B; De combinatie van het vervullen van de functies RCvD en SA-B; Algemene knelpunten uit de huidige regeling zijn: Het veelal niet kunnen behalen van de (veld)normtijden; De (zeer) ruime gebiedsafspraken die al dan niet zijn vastgelegd.
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 12 van 41
HOOFDSTUK 3
KADERS EN RANDVOORWAARDEN
3.1 Wetten, besluiten en regelingen Bij het doen van voorstellen voor een herziene ROL-VRZ gelden een aantal kaders en randvoorwaarden. Daarbij gaat het niet alleen om voor de hand liggende kaders, zoals wetgeving op dat gebied, maar ook bijvoorbeeld om vastgesteld regionaal beleid. Daarnaast vormen de regionale risico’s en de Zeeuwse geografie cruciale factoren bij voorstellen voor een nieuwe ROL-VRZ. De belangrijkste wet op het gebied van functies en leidinggevende structuren bij rampen- en incidentbestrijding is de op 1 oktober 2010 van kracht geworden Wet veiligheidsregio’s (Wvr). Onder de Wvr ressorteren twee besluiten: het Besluit veiligheidsregio’s (Bvr) en het Besluit personeel veiligheidsregio’s (Bpv). De Regeling personeel veiligheidsregio’s (Rpv) is een ministeriële regeling die de bepalingen in het Bpv verder uitwerkt.
Figuur 3.1 Schema wet, regeling of besluit
De Wvr geeft een algemeen raamwerk over doel en inrichting van een veiligheidsregio, terwijl beide besluiten concrete bepalingen bevatten op het gebied van de operationele leiding bij incident- en rampenbestrijding. Het Bvr bepaalt de inrichting van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing, hier en ook elders aangeduid met de term ‘operationele hoofdstructuur’. De Bvr stelt tevens eisen aan de tijden waarbinnen bepaalde functionarissen en leidinggevende structuren met hun werkzaamheden dienen te beginnen en/of ter plaatse dienen te zijn, hier aangeduid met ‘normtijden’. Het Bpv bevat bepalingen over de functies die in een veiligheidsregio te onderscheiden zijn binnen de brandweer- en GHOR-organisaties. Het gaat daarbij om alle functies, niet alleen de functies die deel uitmaken van de operationele hoofdstructuur. Opgemerkt moet worden dat het Bpv geen bepalingen bevat over functies binnen de gemeentelijke crisisorganisatie, terwijl het team bevolkingszorg wel genoemd wordt in de operationele hoofdstructuur uit het Bvr. De Rpv bevat gedetailleerde bepalingen over onder andere taken en competenties van functionarissen. Deze detaillering is voor dit project niet relevant.
3.2 Operationele Hoofdstructuur Artikel 2.1.1 van het Bvr schrijft voor uit welke elementen de hoofdstructuur rampenbestrijding en crisisbeheersing (hier: de operationele hoofdstructuur) dient te bestaan. Dit zijn: de meldkamer; een Commando Plaats Incident (COPI) of – afhankelijk van de aard van de ramp of crisis en de wijze waarop deze zich ontwikkelt – meerdere COPI’s; indien er meer dan één COPI actief is: een commando met een coördinerende taak; een team bevolkingszorg of – afhankelijk van de aard van de ramp of crisis en de wijze waarop deze zich ontwikkelt – meerdere teams bevolkingszorg; een regionaal operationeel team (ROT); een gemeentelijk beleidsteam (GBT) bij een lokale ramp of crisis of een regionaal beleidsteam (RBT) bij een bovenlokale ramp of crisis.
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 13 van 41
3.3 Overige functionarissen Tot slot bevat het Bvr bepalingen over een aantal functionarissen buiten de hoofdstructuur: een leidinggevende van de meldkamer die met de uitoefening van zijn functie begint zodra is vastgesteld dat is voldaan aan de criteria voor grootschalige alarmering (zie hoofdstuk 6.2.4, meldkamer); de Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen (GAGS); de adviseur gevaarlijke stoffen (AGS); de meetplanleider (MPL).
3.4 Normtijden Een normtijd is de maximale tijdsduur tussen het moment van alarmeren en het moment waarop de functionaris begint met de uitvoering van zijn taken. Voor de meeste functionarissen betekent dit dat ze binnen deze normtijd aanwezig moeten zijn op de locatie waar ze hun taken uitvoeren. In een aantal functies (bijvoorbeeld AGS) kan al gestart worden vanaf de locatie waar men op dat moment verblijft. Het Bvr bepaalt normtijden voor een aantal functionarissen dat betrokken is bij de rampenbestrijding en crisisbeheersing die zijn opgenomen in de tabel hieronder. Beleidsmatige normtijden worden in deze rapportage ‘veldnormtijden’ genoemd. Veldnormtijden worden onder andere genoemd in de brancherichtlijnen, de visie Grootschalig Brandweeroptreden (GBO) en het regionaal dekkingsplan brandweer en in de huidige ROL-VRZ. Functionaris(sen)
Normtijd (min)
leden CoPI
30
leden team coördinator voorlichting
90 30
leidinggevenden ROT leiding sectie IM ROT voorlichting ROT sectie IM ROT overige secties ROT
45 30 30 40 60
leden GBT
60
Waar
CoPI plaats incident Team bevolkingszorg incidentgemeente incidentgemeente ROT ROT ROT ROT ROT ROT GBT* incidentgemeente
Bijzonderheden
Binnen 30 min. starten inclusief hoofden secties
na bijeenroepen GBT door burgemeester
Niet-hoofdstructuur AGS
30/60
MPL
30
plaats incident meldkamer/ROT
afhankelijk van regionaal risicoprofiel, start direct start werkzaamheden direct na alarmering
Tabel 3.2 Normtijden volgens Bvr
*het Bvr vermeldt het RBT wel (‘[…] of een regionaal beleidsteam bij een bovenlokale ramp of crisis’), maar stelt hiervoor geen normtijd.
Naast de Wvr en gelieerde besluiten en regelingen zijn in het kader van dit project relevant (in alfabetische volgorde):
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 14 van 41
Wet- en regelgeving Arbeidsomstandighedenwet; Arbeidstijdenwet; Regeling optische en geluidssignalen 2009; Wet publieke gezondheid; CAR-UWO en lokale rechtspositieregelingen (o.a. Integrale uitwerkingsregeling Regionale Operationele Leiding, juni 2009). (concept) Brancherichtlijnen en leidraden Brancherichtlijn optische en geluidssignalen brandweer 2003; Brancherichtlijn optische en geluidssignalen spoedeisende medische hulpverlening 2009; Visie Grootschalig Brandweeroptreden 2012. Visie Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen door de brandweer 2013-2018. Vastgesteld regionaal beleid VRZ Voorstellen voor een herziene ROL-VRZ dienen in lijn te zijn met bestaand bestuurlijk vastgesteld regionaal beleid. Daarbij zijn de volgende vastgestelde beleidsstukken van belang: Handboek grootschalig brandweeroptreden, versie 2.4, april 2010; Materieelspreidingsplan grootschalig brandweer optreden, versie 1.1, juli 2010; Organisatieplan Veiligheidsregio Zeeland, versie 1.2, juli 2011; Plan van aanpak meldkamer en crisisorganisatie Veiligheidsregio Zeeland, september 2012; Regionaal risicoprofiel Veiligheidsregio Zeeland, versie 2.2, maart 2011; Regionaal Zeeuws crisisplan 2011-2015, versie 3.0 (definitief), september 2011; Zeeuwse GRIP 2011, versie 3.0 (definitief), september 2011. Daarnaast is bij dit project gekeken naar bepaalde beleidsvoorstellen om rekening te kunnen houden met te verwachten toekomstig beleid: Verbeterplan operationele GHOR v5.0 (zie bijlage);
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 15 van 41
HOOFDSTUK 4
RISICO’S IN ZEELAND
4.1 Analyse De risico’s binnen de VRZ zijn geanalyseerd en gewogen in het document Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Zeeland van maart 2011. Gerubriceerd naar veiligheidsthema en de hoogte van het risico voor de Zeeuwse samenleving geeft onderstaande tabel een overzicht van de regionale risico’s: Water en veiligheid Risico 1
Risico 2 Overstroming vanuit zee
Risico 3 Brand op water
Giftige stof op water
Incident waterrecreatie & pleziervaart
Nucleaire veiligheid Risico 1
Risico 2 Kernincident
Risico 3
Recreatie, toerisme en evenementen Risico 1
Risico 2 Besmetting/voedselvergiftiging Duinbrand
Risico 3 Rellen menigten Bosbrand Paniek menigten
Industriële veiligheid en infrastructuur Risico 1
Risico 2 Treinincident Giftige stof spoor Giftige stof weg Verkeersincident Brand spoor Weg tunnelincident Veilig wonen en werken Risico 1 Risico 2 Pandemie ernstig Brand binnenstad Brand gebouwen grootschalige publieksfunctie Instorting gebouw Uitval spraak/datacommunicatie Extreme hitte & Extreme koude, sneeuw en ijzel smog Uitval elektriciteitsvoorziening Windhozen & zware storm
Risico 3 Giftige stof Brzo Brand weg Brand Brzo Brand aardgasleiding
Risico 3 Uitval gasvoorziening Brand hoog gebouw Dierziekten Uitval drinkwater
Brand gebouwen niet zelfredzame personen Tabel 4.1 Risico’s binnen de VRZ
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 16 van 41
4.2 Risico’s naar geografie Alleen een opsomming van risico’s geeft niet het volledige beeld dat nodig is voor een herziening van de ROL-VRZ. Omdat geografische dekking een cruciale eigenschap van piketten is, is ook een geografisch risicobeeld van belang. In dat beeld zijn de belangrijkste Zeeuwse risico’s en risicogebieden:
Figuur 4.1 Overzicht risicogebieden
Nucleair (geel/zwart) de kerncentrale Borssele en de Belgische kerncentrale bij Doel; de opslag van radioactief afval van de kerncentrale Borssele bij Covra, Industrieterrein VlissingenOost; Transport water (blauw) de Zeeuwse waterwegen, met name de Westerschelde, de Oosterschelde, het kanaal ZuidBeveland, het kanaal Gent-Terneuzen en het Schelde-Rijnkanaal; transportroutes gevaarlijke stoffen over het water; Transport weg, spoor en buisleiding (zwart) de Westerscheldetunnel; de buisleidingstraten met gevaarlijke stoffen parallel aan de A58 en in Zeeuws-Vlaanderen; transportroutes gevaarlijke stoffen over de weg en het spoor; Natuur (groen) natuurbrand in duingebieden, met name op de kop van Schouwen; Infrastructuur slecht beheersbare branduitbreiding in oude, dichtbebouwde historische stadskernen (grijs); grote aantallen vakantiebewoners van de kustgebieden, met als gevolg volle campings en recreatiegebieden en een grotere belasting van de infrastructuur (geel); twintig Brzo-bedrijven (de meesten in de risicogebieden (rood) en enkele Brzo bedrijven in Middelburg, Goes en Sas van Gent) Geografisch gezien concentreren de belangrijkste risico’s zich op Walcheren en de Bevelanden (samen met de Ooster- en Westerschelde noord en zuid daarvan), op de kop van Schouwen en in het midden van Zeeuws-Vlaanderen, waarbij het Schelde-Rijnkanaal niet mag worden vergeten.
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 17 van 41
HOOFDSTUK 5
PIKET OF VRIJE INSTROOM
5.1 Kenmerken piket Piket is de aan de functionaris opgelegde verplichting zich buiten de voor hem geldende werktijden ter beschikking te houden ten behoeve van de dienst. De piketfunctionaris: vervult de piketfunctie per toerbeurt; start binnen een gestelde normtijd met de uitvoering van de taken. Doorgaans betekent dit dat de functionaris binnen de (veld)normtijd ter plaatse moet zijn; is gedurende de dienstperiode altijd bereikbaar en beschikbaar voor de uitvoering van de taken; heeft een opkomstverplichting; beschikt over een specifieke deskundigheid; dient zich te houden aan aanvullende afspraken over bijvoorbeeld alcohol-, drugs- en medicijngebruik; heeft de verplichting zich gedurende de gehele dienstperiode op een zodanige plaats op te houden dat overal in het aangewezen piketgebied de gestelde normtijd kan worden gehaald. De piketfunctionaris heeft een woon/werk gebiedsverplichting; heeft gedurende de dienstperiode de beschikking over materieel en uitrusting in zoverre deze nodig zijn om de taken uit te kunnen voeren en de gestelde normtijd te kunnen halen; voert de piketfunctie uit in overeenstemming met de bepalingen uit de Arbeidstijdenwet en de Arbeidsomstandighedenwet; is vakbekwaam en competent als bedoeld in de Rpv; vervult bij toerbeurt door vier functionarissen ingevuld, maximaal door vijf personen. Hoewel vijf personen per piketfunctie de landelijke (veld)norm is, doet een aantal van vier personen meer recht aan de specifieke situatie binnen de VRZ. Het aantal incidenten binnen de VRZ waarbij piketfunctionarissen daadwerkelijk worden ingezet zorgt voor een zodanig beperkte werkdruk dat een aantal van vijf personen niet noodzakelijk is. Bij overmacht (zoals ziekte) is tijdelijk een invulling door drie functionarissen acceptabel; Materieel en uitrusting die nodig zijn voor het uitvoeren van de taken van de piketfunctionaris dient voorhanden en in goede (technische) staat te zijn.
5.2 Mogelijke pikettypen Bij de invulling van de functies binnen de ROL-VRZ wordt een onderscheid gemaakt in functies die met een piket worden geborgd en functies die via ‘vrije instroom’ worden ingevuld. De keuze tussen piket en vrije instroom wordt bepaald door meerdere factoren, zoals de geldende normtijd en of de functie wettelijk vereist of aanvullend is, risico’s, kans op escalatie, etc. Het Besluit veiligheidsregio’s bepaalt normtijden voor wettelijk verplichte functies. Dit betekent echter niet automatisch dat al deze functies door middel van een piket moeten worden gevuld. Door bijvoorbeeld op een efficiënte wijze binnen de wettelijke kaders functies te organiseren of, indien noodzakelijk en verantwoord, een bestuurlijke keuze voor een afwijking van de kaders vast te laten leggen. Aan de hand van de normtijden uit het Besluit veiligheidsregio’s worden vier typen voorgesteld, aangeduid met de letters A t/m D. Functie type
Normtijd (min)
Piket/vrije instroom
A B C D
≤30 ≤45 <60
piket Piket piket(**) vrije instroom
≥60
Woon/werk gebiedsverplichting ja ja ja nee
Dienstvoertuig ja nee (*) nee (*) nee
Prio rijden conform brancherichtlijn evt. nee nee nee
Extra ruimte in voertuig voor uitrusting ja nee nee nee
Tabel 5.1 functietype *Dit verkleint mogelijk het woon-/werkgebied van potentiële functionarissen en kan problemen opleveren bij bestaande piketfunctionarissen die nu over een dienstvoertuig beschikken. ** bij voldoende functionarissen voor deze functie kan met vrije instroom worden volstaan.
5.2 Voorgesteld wordt om vier functietypes te onderscheiden, gebaseerd op wettelijke opkomsteisen.
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 18 van 41
5.3 Consequenties De voorgestelde indeling van pikettypen uit tabel 5.1 heeft de volgende consequenties: De wettelijk vereiste en aanvullende functies van de functietypen A, B en C worden, gezien de daarvoor geldende normtijden, door middel van een piket ingevuld. Dat betekent tevens dat aan de functionarissen die een piketfunctie vervullen een woon/werk gebiedsverplichting kan worden opgelegd; Alleen aan pikethouders van piketfuncties van het functietype A, met een normtijd van maximaal 30 minuten, wordt een dienstvoertuig ter beschikking gesteld. Bij de overige pikettypen wordt het haalbaar geacht om geen dienstvoertuig beschikbaar te stellen; Functietype D wordt niet door middel van een piket ingevuld, maar volgens de methode van vrije instroom. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de wettelijk vereiste en aanvullende functies die volgens het voorstel deel uitmaken van de herziene ROL-VRZ. Functie
Wettelijk vereist
Aanvullend
Ingevuld door piketfunctie
Functietype
Normtijd (min)
Incidentlocatie Leiding aan 2 tot 4 brandweereenheden
x
OvD-B
A
15 (veld)
Pelotonscommandant (PC)
x
OvD-B
A
15 (veld)
Compagniescommandant (CC)
x
HOvD
A
45 (veld)
Leiding aan geneeskundige eenheden
x
OvD-G
A
30 (veld)
1
CoPI Leider CoPI
x
HOvD
A
30
OvD-B
x
OvD-B
A
30
OvD-G
x
OvD-G
A
30
IM-CoPI
x
IM-CoPI
A
30
RCvD
B
45
ROT
2
OL
x
AC-B
x
HOvD
B
45
AC-GZ
x
AC-GZ
B
45
AC-Bz
x
AC-Bz
B
45
IM-ROT
x
IM-ROT
A
30
Communicatie ROT
x
CrisisComm. ROT
A
30
(geen)
C
60
RGF
C
60
AGS
A
30 of 60
3
GBT en RBT SA B
x
SA GZ
x OGS
AGS
x
MPL
x
4
AGS/WVD-StrD
A
30
GAGS
x
externe partij
-
-
WVD-StrD
x
WVD-StrD
B
45 (veld)
5
Tabel 5.2 Functies bij Herziene-ROL
1
Betreft huidige veldnorm, cfm. Grootschalig Brandweeroptreden (visie 2012-2016) 60 min. Voor de secties, met uitzondering van de AC’en, geldt een normtijd van 60 minuten. 3 Dit geldt voor de leidinggevende van de sectie IM. De sectie IM heeft een normtijd van 40 minuten. 4 Afhankelijk van de risico’s. 5 Is adviseur “op afstand” die geen normtijd heeft maar advies uitbrengt 2
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 19 van 41
5.4 Woon- verblijflocaties Er wordt voorgesteld om bij nieuw te werven of nieuw aan te stellen functionarissen voor de pikettypen A, B en C de volgende randvoorwaarden ten aanzien van woon- en verblijfslocatie te hanteren. In de huidige situatie wordt in een aantal gevallen de normtijd niet gehaald omdat de woon- en verblijfslocaties niet altijd zijn vastgelegd. Door het vastleggen van de randvoorwaarden kan hierin een verbetering worden gerealiseerd.
In de berekening van de opkomsttijden van de piketfunctionarissen is uitgegaan van de reeds aangewezen werklocaties die ook binnen de nieuwe organisatie van de Veiligheidsregio Zeeland zijn aangewezen. Dit zijn: 1) Middelburg Stromenweg 2) Goes Oranjeweg 3) Zierikzee (gemeentehuis) 4) Tholen (gemeentehuis Tholen stad) 5) Terneuzen (Koegorsstraat) 6) Oostburg (nieuwe kazerne Stampershoek) Hulst (kan vervallen, na implementatie zes OvD-gebieden)
Bij deze berekening is geen rekening gehouden met de woonlocaties van de piketfunctionarissen die binnen een piket naar een onbekende incidentlocatie dienen op te komen. Hiervoor moet een 1 duidelijke regeling worden afgesproken, bijvoorbeeld door een cirkel te trekken rond de werklocaties van waaruit de 6 berekeningen zijn gemaakt. Wanneer er geen voorwaarden worden gesteld aan het woon- en verblijfsgebied dan betekent het Figuur 5.1 dat dat de reeds berekende normen niet in alle gevallen kunnen worden gehaald;
3
4 2
5
Binnen de gebieden met de grootste risico’s, (1, 2 en 5) is dit niet van toepassing omdat de huidige functionarissen binnen deze gebieden woonachtig zijn.
Bij de berekening van de woonafstand tot de werklocatie kan gekeken worden vanuit een cirkel in afstand in meters of in rijtijd. Belangrijk is om rekening te houden met de geografische omstandigheden in het gebied waarin de werklocatie zich bevindt. Indien alleen gekeken wordt naar afstand in meters ontstaat een groot verschil in rijtijd ten opzichte van een dichtbevolkt gebied zoals bijvoorbeeld Middelburg en een plattelandgebied zoals Tholen of Oostburg. Het heeft nadrukkelijk de voorkeur dat het woon- en verblijfsgebied van de piketfunctionaris binnen een rijafstand van maximaal 8 minuten van de werklocatie (de aangewezen kantoorfunctie voor de piketfunctionaris) ligt. Deze wordt berekend met de Care module en gebaseerd op het rijden onder prio 1 (licht voertuig);
Ondanks bovenstaande kan niet te allen tijde worden voldaan aan de opkomstnormen in de gehele regio. Binnen de gehele regio zijn ca. 7 personen niet woonachtig in de voorgestelde gebieden. Voor deze functionarissen zal individueel op basis van maatwerk een alternatief worden gezocht binnen de hoofdstructuur.
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 20 van 41
Voor piketfunctionarissen voor het ROT geldt een vaste opkomstlocatie. Zij dienen binnen het aangegeven gebied, afhankelijk van hun functie in respectievelijk 30 of 45 minuten van het ROT aan de Segeerssingel in Middelburg te verblijven tijdens hun piket.
Figuur 5.2 30 minuten opkomsttijd naar ROT Middelburg
Figuur 5.3 45 minuten opkomsttijd naar ROT Middelburg
5.4 Voorgesteld wordt om bij nieuw te werven of nieuw aan te stellen functionarissen voor de pikettypen A, B en C randvoorwaarden ten aanzien van woon- en verblijfslocatie te hanteren.
5.5 Vrije instroomfuncties In de Wet veiligheidsregio’s, het Besluit personeel veiligheidsregio’s en het Regionaal Zeeuws Crisisplan worden functionaliteiten genoemd waaraan niet de verplichting is verbonden tot het verrichten van bereikbaar- en beschikbaarheidsdiensten. Dit is van toepassing indien de borging van de functie niet noodzakelijk is. Om een functie door middel van vrije instroom in te kunnen vullen moet worden voldaan aan een aantal randvoorwaarden: Een functionaris voert zijn functie uit in overeenstemming met de bepalingen uit de Arbeidstijdenwet en de Arbeidsomstandighedenwet; Een functionaris is vakbekwaam en competent als bedoeld in de Rpv; Het aantal functionarissen dat op basis van vrije instroom een bepaalde functie vervult dient minimaal vijf te zijn. Indien aan bovenstaande niet kan worden voldaan dient voor de betreffende functie in een piketfunctie te worden voorzien.
5.5 Voorgesteld wordt om de genoemde uitgangspunten voor vrije instroom te hanteren.
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 21 van 41
HOOFDSTUK 6
MOGELIJKE VARIANTEN
6.1 Algemene toelichting Ten behoeve van de ROL-evaluatie zijn alle functies behorend tot de hoofdstructuur (conform het Besluit Veiligheidsregio’s) onderzocht. Hierbij zijn per functie of groep verschillende systeemvarianten uitgewerkt: Groep RBT/GBT
Functies SA Brandweerzorg SA Geneeskundige zorg
ROT
Leider OT AC Brandweerzorg AC Geneeskundige zorg AC Bevolkingszorg Informatiemanager ROT Voorlichtingsfunctionaris ROT Leider COPI OVD-B OVD-G Informatiemanager COPI Voorlichtingsfunctionaris COPI OVD-B
AGS MPL WVD stralingsdeskundige
COPI
OVD-B (veld)
OGS
Onderzocht systeemvarianten 1. Huidige situatie: geen functiekoppeling met gedefinieerde pikettypen (A, B of C) 2. Functiekoppeling met pikettypen 1. Huidige situatie: een ROT zonder afbakening woon/werkgebied 2. ROT met koppeling pikettype en afbakening woon/werkgebied
1. Huidige situatie (varieert per functie) 2. 3 COPI-gebieden voor Zeeland 3. 2 COPI-gebieden voor Zeeland 4. 1 COPI-gebieden (24h) voor Zeeland 5. 5 COPI-gebieden voor Zeeland 1. Huidige situatie: 7 OVD-B piketten + 1 OVDB/HOVD combinatiepiket 2. 9 OVD-B piketten, waarbij de veldnormtijd van 15 minuten wordt gehandhaafd 3. 6 OVD-B piketten, waarbij de veldnormtijd wordt gewijzigd in 22 minuten. 4. 1 COPI-gebied, met daaromheen nog een aantal OvD-B piketten. 1. Huidige situatie: 2 AGS/MPL combinatiepiketten, waarbij de MPL functie vanaf GRIP 2 wordt ingevuld door de AGS uit het ‘niet incidentgebied’ + 1 WVD stralingsdeskundige-piket 2. 1 AGS piket + 1 combipiket MPL/WVDstralingsdeskundige
Tabel 6.1 Systeemvarianten
Uit overleg met de afdeling financiën blijkt dat voor 2012 en 2013 de budgetten van 2011 als uitgangspunt gehanteerd kunnen worden. Om een totaal overzicht van de huidige situatie te genereren is bijzonder complex vanwege de huidige regionalisatie. De budgetten voor de vergoedingen, opleidingen, oefeningen, middelen en dergelijke vallen momenteel onder verschillende begrotingsposten en komen voort uit verschillende (voormalige) organisatieonderdelen. Om een financieel overzicht voor de verschillende voorstellen in beeld te kunnen brengen zijn derhalve kengetallen verzameld. De kengetallen betreffen bedragen in euro’s en uren per jaar per functie. De kosten op jaarbasis bestaan onder andere uit de pikettoelage, initiële opleidingskosten, eventueel een piketvoertuig en dergelijke. De uren hebben betrekking op oefeningen, bijscholing en dergelijke. De eventuele inzetkosten zijn niet meegenomen. De bedragen van de pikettoelage zijn nog gebaseerd op de oude vergoedingssystematiek, de 10/16 regeling en de maxima van schalen 9, 11 en 13. Per 1 januari 2013 is de rechtspositie van VRZ van toepassing en geldt dat de pikettoelage wordt gebaseerd op de 10/16 regeling berekend over het maximum van schaal 9. De gegevens zijn bedoeld om de varianten te voorzien van een zo realistisch mogelijke inschatting van de kosten, zodat een vergelijking mogelijk is tussen de verschillende modellen.
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 22 van 41
De indeling van de hierna volgende hoofdstukken is gebaseerd op het crisisplan en de vastgestelde GRIPregeling, zie figuur 1.2 (hoofdstuk 1).
6.2 Routinefase 6.2.1 Officier van Dienst Brandweerzorg Conform het Besluit Veiligheidsregio’s kan een Officier van Dienst van de brandweer (OvD-B) worden ingezet als lid van het Commando Plaats Incident (COPI), als leider van een eenheid bestrijding van ongevallen met gevaarlijke stoffen en als leider van een ontsmettingseenheid voor grootschalige chemische, biologische, radiologische en nucleaire incidenten. Voor deze drie rollen is in het Besluit Veiligheidsregio’s het volgende gesteld: OVD-B als lid van het COPI: binnen 30 minuten na alarmering wordt gestart met de uitvoering van taken; OVD-B als leider van eenheid bestrijding van ongevallen met gevaarlijke stoffen: binnen 30 minuten na alarmering wordt gestart met de uitvoering van taken; OVD-B als leider van een ontsmettingseenheid: binnen 30 minuten na alarmering gereed voor vertrek. In Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Bpv staan de taken voor de OvD-B beschreven. De OvD-B functie bevindt zich tussen de bevelvoerder en de HOvD. De OvD-B vervult drie rollen. Deze rollen komen in elke OvD-B functie voor. Elke rol brengt wel verschillende verantwoordelijkheden met zich mee en vereist andere competenties. De drie rollen van de OvD-B luiden als volgt: 1. Bij basis monodisciplinair repressief optreden is de OvD eindverantwoordelijk voor de bestrijding van het incident. Bij grootschalig monodisciplinair repressief optreden is de OvD-B pelotonscommandant, en staat hij onder bevel van de compagniescommandant. De OvD draagt de eindverantwoordelijkheid voor de bestrijding van het incident in het betreffende pelotonsvak. 2. Bij basis multidisciplinair repressief optreden kan de OvD het multidisciplinaire overleg coördineren in het motorkapoverleg indien noodzakelijk start de OvD het COPI op en geeft hier leiding aan in afwachting van de HOvD. De OvD heeft de operationele leiding en is als coördinator eindverantwoordelijk voor de multi/disciplinaire inzet in de GRIP 0 situatie. 3. Bij grootschalig multidisciplinair repressief optreden vervult de OvD de rol van staffunctionaris in het COPI, staffunctionaris in het actiecentrum brandweer of staffunctionaris in de sectie brandweer binnen het Regionaal Operationeel Team (afhankelijk van regionale afspraken). De OvD adviseert, informeert en ondersteunt de HOvD. De Veiligheidsregio Zeeland heeft in de huidige uitvoeringsregeling ROL een veldnorm voor het monodisciplinaire optreden van de OVD-B van 15 minuten voor opkomst van de OvD-B vastgelegd. In de huidige situatie zijn er zeven OvD-B piketten en één combinatiepiket OvD/HOvD. Om in de gehele regio aan de veldnormtijd van 15 minuten te kunnen voldoen dienen minimaal negen OvD-gebieden te worden gerealiseerd. In het huidige model met zeven OvD-B piketten en één OvD-B/HOvD combinatiepiket wordt niet in alle gevallen aan de veldnorm van 15 minuten voldaan (zie figuur 6.1 huidige dekking 15 minuten). Op basis van de risico’s in Zeeland is een voorstel gemaakt voor een andere gebiedsverdeling voor de piketten OvD-B. Bij wijziging van de veldnormtijd is een andere gebiedsindeling mogelijk van zeven en uiteindelijk zes gebieden. Voorgesteld wordt om de nu gehanteerde veldnorm van 15 minuten voor een OVD-B te verruimen naar maximaal 22 minuten. De veldnormtijd van 22 minuten is gebaseerd op de gemiddelde opkomsttijd van e de 3 tankautospuit, een grotere verruiming is derhalve niet verantwoord. In risicogebieden (zie figuur 4.1) blijft normtijd 15 minuten. Op basis van bovenstaande voorstel kan hiermee het huidige model zeven OvD-B piketten en één OvDB/HOvD combinatiepiket worden aangepast in zes OvD-B piketten. Hierbij vervallen dan twee huidige OvD-B piketten en wordt het piket HOvD gesplitst. Op deze wijze wordt invulling gegeven aan een van de
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 23 van 41
opmerkingen die Inspectie VenJ heeft gemaakt over het combinatiepiket OvD/HOvD in het gebied Midden Zeeuws-Vlaanderen. Na de voorgestelde wijziging van de veldnormtijd kan het huidige piket voor het gebied Veere/NoordBeveland vervallen. Na realiseren van het gescheiden piket voor de OvD en HOvD in Midden Zeeuws Vlaanderen kan het piketgebied Hulst vervallen (zie gebiedsverdeling in figuur 6.2). Dit zal geen verslechtering van de dekking voor de piketgebieden OVD-B veroorzaken. Zie de nadere uitwerking en toelichting op de systeemvarianten met dekkingskaarten in bijlage B. Bij de groep OvD-B zijn de systeemvarianten 1, 2 en 3 nader onderzocht. Systeemvariant 4 is financieel en technisch niet haalbaar. Zie bijlage voor het nadere onderzoek. Bij de uitwerking van de systeemvarianten is getoetst aan de normtijd van 30 minuten voor het COPI en aan de veldnormtijd van 15 minuten. Door de verdeling van de OvD-en over de regio is de wettelijke normtijd voor een COPI altijd te realiseren.
OvD-B Schatting dekking veldnormtijd Aantal piketten Kosten
Systeemvariant 1. Huidige situatie: Zeven OvD-B piketten 1) 85% 3)
7 € 349.200
2. Negen OvD-B piketten 1) 98%
3. Zes OvD-B piketten
9 € 447.900
6 € 299.850
90%
2)
4)
Tabel 6.2 Systeemvarianten OvD-B 1) Veldnormtijd van 15 minuten. 2) De veldnormtijd wordt gewijzigd in 22 minuten, i.p.v. 15 minuten waardoor dekking verbetert 3) Daarnaast bestaat een gecombineerd piket OvD-B/HOVD Midden-Zeeuws Vlaanderen 4) Na wijziging van de veldnormtijd en realiseren van gescheiden piket Midden-Zeeuws Vlaanderen
6.2.1 Voorgesteld wordt om de nu gehanteerde veldnorm voor monodisciplinair optreden van 15 minuten voor een OvD-B te verruimen naar maximaal 22 minuten. Na de voorgestelde wijziging van de veldnormtijd kan het huidige piket voor het gebied Veere/Noord-Beveland vervallen. Na realiseren van het gescheiden piket voor de OvD en HOvD in Midden Zeeuws Vlaanderen kan het piketgebied Hulst vervallen.
Figuur 6.1 Overzicht huidige OvD-B piketten
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Figuur 6.2 Overzicht zes OvD-B piketten
Pagina 24 van 41
6.2.2 Officier/Commandant van Dienst Geneeskundig Officier van Dienst Geneeskundig Alarmering en inzet: Wettelijke eis (BPV) – binnen 30 minuten na alarmering ter plaatse incident. Taken: Namens de directeur publieke gezondheid op de plaats incident coördineren van de uitvoering van de 3 hoofdprocessen van de GHOR; geneeskundige hulpverlening, preventieve openbare gezondheidszorg en psycho-sociale hulpverlening. Daarnaast: Geneeskundige hulpbehoefte inschatten en zo nodig opschalen. In het COPI de operatiën multidisciplinair afstemmen. Leidinggeven aan de eenheden van de Geneeskundige Combinatie. Bestaande ROL regeling: Zeeland is verdeeld in 2 verzorgingsgebieden met piket, Zeeuws Vlaanderen en boven de Westerschelde. Daarnaast is er een samenwerkingsverband met GHOR Midden en West Brabant voor het Scheldee Rijnkanaal, Tholen en Oostelijk Reimerswaal. De 2 OVDG fungeert zonodig als CVDG. Alle OVDG-en kunnen worden opgeroepen t.b.v. het actiecentrum. Risico’s: Niet alle locaties in de periferie van de verzorgingsgebieden kunnen binnen de normtijd worden bereikt. Bij deze constructie is er een evenwicht tussen maximale haalbaarheid van tijdig ter plaatse kunnen zijn in de risicogebieden en kosten vanwege vakbekwaam zijn en blijven. Toevoegen van een extra piket levert geen meerwaarde tegen aanvaardbare kosten op. Verminderen van het aantal piketten betekent dat volstrekt niet aan de wettelijke eisen kan worden voldaan. Kosten:
COPI Schatting dekking Aantal piketten Kosten
Variant 1. Huidige situatie: 2 COPIgebieden 1 90% 2 € 80.400
2. Één piket voor geheel Zeeland
3. drie piketten voor Zeeland
50% 1 € 40.200
99% 3 € 120.600
Tabel 6.3 Systeemvarianten OvD-G 1
In de risicogebieden, in de periferie (Grevelingendam, strand Haamstede, Cadzand, e.d.) is dit percentage lager. Commandant van Dienst Geneeskundig Alarmering en inzet: Wettelijke eis (BPV) – binnen 30 minuten na alarmering ter plaatse incident. Taken: Idem als bij OVDG maar dan specifiek voor optreden in het COPI met de OVDG permanent ter plaatse in het veld. ROL regeling: e Deze functie is in de regio Zeeland nooit ingevuld door een aparte functionaris, indien nodig wordt de 2 dienstdoende OVDG als zodanig ingezet. Dit is overigens ook in een aantal andere Veiligheidsregio’s het geval, daarmee kan deze constructie als een veldnorm worden beschouwd. Risico’s: e Het invullen van deze specifieke functie kan alleen als het 2 OVDG piket in stand wordt gehouden. Bij de huidige constructie is er een evenwicht tussen maximale haalbaarheid van tijdig ter plaatse kunnen zijn in de risicogebieden en vakbekwaamheid zijn en blijven. Toevoegen van een extra piket levert geen meerwaarde tegen aanvaardbare kosten op Kosten:
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 25 van 41
COPI Schatting dekking Aantal piketten Kosten
Variant 1. Huidige situatie: Niet ingevuld n.v.t. n.v.t. n.v.t.
2. één piket voor geheel Zeeland 50% 1 € 40.200
Tabel 6.3 Systeemvarianten CvD-G
6.2.2 Voorgesteld wordt om de huidige OVDG regeling te handhaven, daarmee wordt tevens de functie CVDG geborgd Zie ook de nadere uitwerking en toelichting in bijlage C.
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 26 van 41
6.2.3 Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen Conform het Besluit Veiligheidsregio’s treedt een eenheid voor de bestrijding van ongevallen met gevaarlijke stoffen en een adviseur gevaarlijke stoffen (AGS) op in aanvulling op de basisbrandweereenheden. De AGS adviseert daarbij de OvD-B. Voor het eventueel bepalen van het effectgebied wordt een eenheid voor het verkennen van gevaarlijke stoffen ingezet. Die bestaat uit een Meetplanleider (MPL) en ten minste vier meetploegen. Een AGS start met werkzaamheden binnen 30 tot 60 minuten, waarbij de te hanteren normtijd wordt gebaseerd op het risicoprofiel van de regio. Een MPL start direct na alarmering met de uitvoering van zijn werkzaamheden en is binnen 30 minuten na alarmering met de uitvoering van de werkzaamheden op het RCC. De Veiligheidsregio Zeeland beschikt in het kader van incidenten met gevaarlijke stoffen tevens over een Gezondheidskundig adviseur gevaarlijke stoffen (GAGS). Deze functionaris wordt momenteel extern ingehuurd en is 24/7 beschikbaar voor de Veiligheidsregio Zeeland. De taken van de GAGS worden beschreven in de Wet publieke gezondheid. De piketregeling voor de WVD-stralingsdeskundige is ook nader beschouwd. Dit piket is niet wettelijk verplicht, maar middels een samenwerkingsverband met de Veiligheidsregio Midden- & West-Brabant opgericht vanwege de nucleaire risico’s voor beide regio’s. Op basis van het voorstel geldt voor systeemvariant 1 pikettype A voor de AGS/MPL en pikettype B voor de WVD-stralingsdeskundige, conform tabel 5.1. Voor systeemvariant 2 pikettype A voor de AGS en pikettype A voor het combinatiepiket MPL/WVD-stralingsdeskundige, conform tabel 5.1. Zie de nadere uitwerking en toelichting op de systeemvarianten met dekkingskaarten in bijlage D.
Systeemvariant
OGS
Piket
AGS MPL WVDstralingsdeskundige
Schatting Dekking normtijd Aantal piketten Kosten Aantal piketten Kosten Aantal piketten Kosten
1. Huidige situatie 2x AGS/MPL + 1x WVD 95% 2 € 94.120 1) 0 €0 1 € 61.100
2. 1x AGS + 1x MPL/WVD 75% 1 € 52.300 2) 0 €0 1 € 64.300
Tabel 6.3 Systeemvarianten OGS
1) Het MPL piket wordt gecombineerd met het AGS-piket (variant 1) of met het WVD-stralingsdeskundigepiket (variant 2). Een vrije instroom MPL wordt gevraagd vanuit het AGS-piket-functionarissen naar het RCC en neemt de MPL functie van de WVD-stralingsdeskundige over; 2) Voor systeemvariant 2 geldt dat vanwege een langdurig opleidingtraject en de beperkte mogelijkheden voor werving een piket moet bestaan uit 5 functionarissen.
Op basis van het voorstel dienen bij systeemvariant 2 de OVD-B beter zijn voorbereid op OGS incidenten zodat hij langduriger dan nu, zonder fysieke aanwezigheid van de AGS het incident kan bestrijden. Dit gebeurt d.m.v. extra gebiedskennis, extra oefenmomenten en betere communicatie tussen de AGS en de OVD-B. Daarnaast dient de AGS om goede advisering op afstand te kunnen verzorgen te worden voorzien van de juiste middelen.
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 27 van 41
Figuur 6.3 Overzicht 1x AGS en 1x MPL/WVD
6.2.3 Voorgesteld wordt om het bestaande piket voor de WVD-stralingsdeskundige te combineren met de MPL en 1 piket AGS te laten vervallen Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen Alarmering en inzet: Veldnorm – na alarmering z.s.m. telefonisch contact met Algemeen Commandant Geneeskundige zorg, komt zonodig naar het ROT. Taken: De GAGS is een operationele functie die wordt ingezet bij een incident met gevaarlijke stoffen, bijvoorbeeld bij lekkages met gevaarlijke stoffen, rook bij branden, asbest en onwelwordingen met onbekende oorzaak. De GAGS adviseert de leidinggevende GHOR-functionaris op basis van metingen van de brandweer en RIVM en/of op basis van gezondheidsklachten van betrokkenen over de gezondheidskundige risico's voor de bevolking en over de te nemen maatregelen om gezondheidsschade zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. De leidinggevende GHOR-functionaris adviseert vervolgens de besluitvormers in het operationeel team of het beleidsteam. De GAGS adviseert ook over de bescherming van hulpverleners in de acute fase en over de publieksvoorlichting. Risico’s: Betreft een hoog professionele functie met wetenschappelijke vooropleiding die onontbeerlijk is voor een goede crisisbeheersing. Bijzonderheden: Deze functie wordt door de VRZ/GHOR ingehuurd bij bureau GMV. Kosten:
GAGS Schatting dekking Aantal piketten Kosten
Variant 1. Huidige situatie: 1 piket voor geheel Zeeland 99% 1 € 44.000
Tabel 6.4 Systeemvarianten GAGS
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 28 van 41
6.2.4 Meldkamer In het Regionaal Crisisplan zijn de definitie voor grootschalig alarmering en de startcriteria, tot instelling van het GRIP niveau verwerkt. Ook is hierin opgenomen dat zodra is vastgesteld dat is voldaan aan deze criteria, de meldkamer door één leidinggevende wordt aangestuurd. Er is beschreven dat de meldkamer, binnen 2 minuten nadat is voldaan aan de criteria voor grootschalig alarmeren (GRIP 2, 3 en 4), begint met de alarmering en beschrijving van het incident voor de overige onderdelen van de hoofdstructuur. Om uitvoering te geven aan de één hoofdige leiding vanaf het moment dat wordt voldaan aan de criteria voor grootschalig alarmering en om binnen 5 minuten een meldkamerbeeld gereed te hebben voor de overige onderdelen zoals in de wet wordt vermeld, wordt de calamiteitencoördinator aangewezen (zie bijlage F). Ideaal is dat dit wordt uitgevoerd door functionarissen met een 24 uursbezetting. Het aantal meldingen waarbij sprake is van grootschalig alarmeren is echter gering. Landelijk is er naar diverse oplossingen gezocht om zo dicht mogelijk bij het ideaal van 24/7 aanwezigheid van de calamiteitencoördinator te komen. Van het plannen boven de sterkte van centralisten in de rol van calamiteitencoördinator, het aanwijzen van calamiteitencoördinatoren vanuit de aanwezige organisatieonderdelen tijdens kantoortijden, tot het in de sterkte opstaan van een centralist zodra er een incident plaats vindt. Tijdens incidenten is het onmogelijk om centralisten een andere rol dan de rol van centralist te laten vervullen. Daarom is in Zeeland gekozen om de rol van calamiteiten coördinator te laten uitvoeren door een pool medewerkers anders dan de zittende centralisten. De huidige pool van zes medewerkers (4 VRZ en 2 MKA) wordt uitgebreid met medewerkers van de meldkamer politie. Hierdoor zal op werkdagen in veel gevallen een calamiteitencoördinator in het gebouw aanwezig zijn en is hierdoor in veel gevallen de opkomsttijd verwaarloosbaar. Buiten kantoortijden wordt gewerkt met een piketstructuur, met een opkomst tijd van 30 minuten na alarmering. Om maximaal te voldoen aan de aanwezigheid van de calamiteitencoördinator nadat is vastgesteld dat aan de criteria voor grootschalig alarmeren (GRIP 2, 3 en 4) is voldaan, wordt de calamiteitencoördinator in een vroeg stadium van de opschaling gealarmeerd. De calamiteitencoördinator wordt in ieder geval gealarmeerd als: Er sprake is van een middel OGS; Er sprake is van een grote brand; in voorkomende gevallen op verzoek van de centralist. Door deze vervroegde alarmering zal in gevallen van een doorgeschaald incident de calamiteitencoördinator al op de meldkamer aanwezig zijn om zo leiding te kunnen geven aan het meldkamer proces bij GRIP. Daarnaast moet er binnen vijf minuten, nadat is voldaan aan de eerder genoemde criteria, door de meldkamer een beschrijving van het incident beschikbaar zijn voor de overige onderdelen van de hoofdstructuur. Dit kan de calamiteitencoördinator zelf doen maar ook kan hij gebruik maken van de IM medewerker informatievoorziening. Deze IM medewerker zal onder regie van de calamiteitencoördinator het eerste beeld van de meldkamer gereed zetten voor de rest van de hulpverlening. Hij blijft werken onder regie van de calamiteitencoördinator tot GRIP2. Deze medewerker informatievoorziening is de IM COPI niet-incident gebied, staat onder piket en is uitgerust met de middelen om dit beeld op afstand te kunnen maken. Na het schetsen van het eerste beeld wordt dit meldkamer beeld onderhouden door de calamiteitencoördinator. Alle calamiteitencoördinatoren worden opgeleid conform de huidige opleiding calamiteitencoördinator en LCMS. Ze zijn bekend met het regionaal crisisplan en GRIP regeling, overige rampen,incidentbestrijdingsplannen in de regio en andere planvorming van toepassing het meldkamer proces. Op dit moment wordt uitvoering gegeven aan de actiepunten zoals bestuurlijk vastgesteld in het plan van aanpak meldkamer naar aanleiding van het inspectie bezoek februari 2012. Hierin is ook bovenstaande werkwijze vermeld. Door deze bovengenoemde taakverdeling wordt voldaan aan de noodzaak van het hebben van een éénhoofdige leiding en zal de meldkamer binnen 5 minuten nadat is voldaan aan de criteria voor grootschalig alarmering een zo compleet mogelijk beeld gereed hebben en onderhouden voor de rest van de hulpverlening.
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 29 van 41
6.3 GRIP 1 / COPI Conform het Besluit Veiligheidsregio’s bestaat een Commando Plaats Incident (COPI) uit: een leider commando plaats incident; een officier van dienst van de brandweer; een officier van dienst geneeskundig; een officier van dienst van de politie of van de Koninklijke marechaussee; een informatiemanager commando plaats incident; een voorlichtingsfunctionaris commando plaats incident. Naast het besluit is in het (Zeeuwse) Regionaal Crisisplan een officier van dienst Bevolkingszorg opgenomen. De volgende functies worden vervuld door personeel van de veiligheidsregio en worden in dit hoofdstuk nader beschouwd: een leider commando plaats incident, de HovD; een officier van dienst van de brandweer; een officier van dienst geneeskundig; een informatiemanager commando plaats incident. Een COPI start binnen 30 minuten na alarmering met de uitvoering van haar taken, conform de Wvr. Voor COPI-functionarissen geldt op basis van het voorstel pikettype A, conform tabel 5.1.
Onderzochte systeemvarianten; 1. huidige situatie (varieert per functie) 2. drie COPI-gebieden voor Zeeland 3. twee COPI-gebieden voor Zeeland 4. één COPI-gebied (24h) voor Zeeland 5. vijf COPI-gebieden voor Zeeland Hierbij zijn de systeemvarianten 1, 2 en 3 nader onderzocht. Systeemvariant 4 en 5 zijn financieel en technisch niet haalbaar. Bij systeemvariant 4 dient naast de voorziening voor een 24-uursbezetting te worden voorzien in voldoende dekking, dit is een niet realistische variant. Bij systeemvariant 5 zijn 5 COPI-gebieden noodzakelijk voor een volledige dekking in Zeeland, dit vraagt echter een omvangrijke uitbreiding van functionarissen uit alle kolommen en is hiermee niet realistisch. Voor een nadere toelichting op de systeemvarianten, dekkingskaarten en personele consequenties zie bijlage B. Voor financiële consequenties zie bijlage J.
Systeemvariant
COPI Schatting dekking Aantal piketten Kosten
1. Huidige situatie: 1 2-3 COPI-gebieden met gevarieerde bezetting 75% 2 tot 3 €152.000
2. 3 COPIgebieden voor Zeeland 85% 3 € 159.656
3. 2 COPI-gebieden voor Zeeland 80% 2 € 128.489
Tabel 6.5 Systeemvarianten COPI 1
De leider commando plaats incident wordt nu verzorgd vanuit drie piketten, OvD-B nu vanuit acht piketten, OVD-G, IM vanuit twee piketten
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 30 van 41
De voorlichtingsfunctionaris COPI wordt momenteel verzorgd door een piket vanuit de politie. Doordat dit één piketfunctionaris is voor het gebied Zeeland en Midden & West-Brabant moet gesteld worden dat in een groot deel van Zeeland niet aan de normtijd van 30 minuten kan worden voldaan door deze functionaris. In het voorgestelde vervolg om de hoofdstructuur in totaliteit te analyseren en verbetervoorstellen te formuleren dienen de effecten hiervan in beeld te worden gebracht. 40 minuten 35 minuten
35 minuten 40 minuten
30 minuten
35 minuten
30 minuten
Figuur 6.3 Twee COPI-gebieden(30 minuten, 35 en 40 minuten)
Figuur 6.3 geeft een beeld van de dekking die bereikt kan worden door invulling van twee COPI-gebieden voor Zeeland. Hierbij wordt uitgegaan van de werklocaties Oranjeweg (geel) en Koegors (oranje) In ca 80% van de gevallen kan hiermee worden voldaan aan de opkomstnorm van 30 minuten voor het COPI. De risicogebieden zijn hiermee gedekt binnen de norm. Het natuurgebied kop van Schouwen kan voor het COPI in 35 minuten worden bereikt. Overwogen kan worden om in het toekomstige incidentbestrijdingsplan voor de kop van Schouwen in voorkomende gevallen een voorbereid COPI te formeren. In de toekomst kan mogelijk een nog bredere dekking worden bereikt door hiermee rekening te houden in de doorontwikkeling van de VRZ.
6.3 Voorgesteld wordt om in te stemmen met 2 COPI-gebieden voor Zeeland
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 31 van 41
6.4 GRIP 2 / ROT Conform het Besluit Veiligheidsregio’s bestaat een Regionaal Operationeel Team (ROT)uit: een regionaal operationeel leider; een sectie brandweer; een sectie GHOR; een sectie politie; een sectie bevolkingszorg; een sectie informatiemanagement; een voorlichtingsfunctionaris regionaal operationeel team. Een regionaal operationeel team (ROT) is belast met de operationele leiding, de afstemming met andere bij de ramp of crisis betrokken partijen en het adviseren van het gemeentelijk of regionaal beleidsteam. Conform het Besluit Veiligheidregio’s starten de leidinggevenden binnen een regionaal operationeel team binnen 45 minuten met de uitvoering van hun taken, uitgezonderd de leidinggevende van de sectie informatiemanagement die binnen 30 minuten begint met de uitvoering van zijn taken. De voorlichtingsfunctionaris van het regionaal operationeel team start eveneens binnen 30 minuten met uitvoering van de taken. De leidinggevende functies (Leider-ROT en Algemeen Commandanten) binnen het ROT en de functie Informatiemanager en Voorlichtingsfunctionaris ROT worden in dit hoofdstuk nader beschouwd. De ondersteunende secties worden hierin niet meegenomen, zie hiervoor de beschreven projectafbakening in de inleiding van dit rapport. In de huidige situatie wordt de rol van AC Brandweerzorg, afhankelijk van de geografische positie van het incident, vervuld door de gepiketteerde HOvD van Walcheren/Noord-Beveland of Oosterscheldebekken. Bij de herziening van de HOvD piketten kan de gekozen structuur voor invulling van de rol Algemeen Commandant Brandweerzorg wijzigen. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat er minimaal 2 HOvD piketten blijven bestaan, waaruit geput kan worden voor de invulling van de rol AC Brandweerzorg. Indien op een andere wijze invulling wordt gegeven aan de functie van HOvD/L-COPI dient voor de AC Brandweerzorg een separaat piket te worden verzorgd Bij GRIP 3 en 4 nemen de dertien Zeeuwse gemeentesecretarissen deel aan het piket ten behoeve van de functie van Algemeen Commandant Bevolkingszorg . Bij GRIP 2 verzorgen de Officieren van Dienst Bevolkingszorg (OvD-Bz) van Middelburg en Vlissingen deze functie. Gebleken is dat vanuit delen van West- en Oost-Zeeuws-Vlaanderen, Tholen en Schouwen-Duiveland, de opkomsttijd van 45 minuten niet kan worden gehaald. De opkomsttijd is derhalve niet gegarandeerd.Door de omvang van de groep, totaal 18 personen is de repressieve ervaring per functionaris gering. Ook zal er overdracht moeten plaatsvinden bij opschaling van GRIP 2 naar een hoger niveau. Voorgesteld wordt het piket van de AC-Bz te gaan verzorgen door vier, maximaal vijf gemeentesecretarissen op basis van piket. Hiermee vervalt ook de separate inzet van de OvD-BZ bij GRIP 2. Hierbij dient een keuze te worden gemaakt welke huidige Algemeen Commandanten Bevolkingszorg deel gaan uitmaken van het nieuwe piket. Uitgangspunt hierbij is dat binnen 45 minuten het ROT in Middelburg kan worden bemenst. Een beperkte groep wordt opgeleid getraind en geoefend. Dit legt minder beslag op de tijd en financiële middelen. Daarnaast is deze opzet meer analoog aan de omvang en piketten van de andere kolommen.
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 32 van 41
Systeemvariant 2. Huidige situatie: een ROT ROT met koppeling zonder afbakening pikettype en afbakening woon/werkgebied woon/werkgebied
ROT
Piketregeling
Leider ROT (RCVD) AC B (HOVD) AC GZ AC Bz IM ROT Communicatie ROT
Dekking normtijd Aantal piketten Kosten Aantal piketten Kosten Aantal piketten Kosten Aantal piketten Kosten Aantal piketten Kosten Aantal piketten Kosten
100%
100%
1 € 53.000 2) 3 € 47.666 1 € 44.783 1 5) € 1.520 1 € 47.400 1 € 43.800
1 € 43.000 3) 1–2–3 € 47.666 1) 1 € 33.783 1) 1 5) € 1.625 4) 1 € 47.400 4) 1 € 43.800
1)
Tabel 6.6 Systeemvarianten ROT 1) 2) 3) 4) 5)
Conform de nieuwe pikettypen geldt voor deze functie pikettype B (opkomsttijd 45 minuten). De Algemeen Commandant Brandweerzorg wordt geleverd uit een van beide HOvD-gebieden Zie de toelichting in dit hoofdstuk ten aanzien van de invulling van de functie AC Brandweerzorg. Conform de nieuwe pikettypen geldt voor deze functie pikettype A (opkomsttijd 30 minuten). De VRZ voorziet niet in financiële dekking voor dit piket.
Voor een nadere toelichting op de systeemvarianten, personele consequenties zie bijlage B (Brandweer), C (GHOR), D OGS) en E (Bevolkingszorg), nadere financiële aspecten zie bijlage J, voor dekkingskaarten zie figuur 5.1 en 5.2. De begroting VRZ voorziet niet in financiële dekking voor dit piket.
6.4 Voorgesteld wordt om het piket van de AC-Bz te gaan verzorgen door vier, maximaal vijf gemeentesecretarissen (De begroting VRZ voorziet niet in financiële dekking voor dit piket).
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 33 van 41
6.5 GRIP 3-4 GBT / RBT Conform het Besluit Veiligheidsregio’s bestaat een Gemeentelijk BeleidsTeam (GBT) uit leidinggevenden van de brandweer, GHOR, politie en bevolkingszorg. Een gemeentelijk beleidsteam ondersteunt de burgemeester bij de rampenbestrijding en crisisbeheersing en start met haar werkzaamheden binnen 60 minuten vanaf het moment dat de burgemeester het beleidsteam bijeen heeft geroepen. Het Besluit Veiligheidsregio’s bevat geen bepalingen over functies binnen het Regionaal BeleidsTeam (RBT), evenmin zijn normtijden voor het RBT vastgelegd. In dit rapport worden voor het RBT dezelfde uitgangspunten gehanteerd als voor het GBT. De volgende functies binnen het GBT/RBT worden in dit hoofdstuk nader beschouwd: Strategisch Adviseur Brandweerzorg; Strategisch Adviseur Geneeskundige zorg. Conform het Besluit personeel veiligheidsregio’s heeft de Commandant van Dienst (RCvD) twee taken: Leider Operationeel Team; Strategisch Adviseur Brandweerzorg voor het GBT en RBT. In de huidige situatie is de functie Strategisch Adviseur Brandweerzorg gekoppeld aan het RCvD piket, waardoor momenteel sprake is van een knelpunt: De RCvD vervult in de huidige situatie tevens de rol van Leider ROT. De functie Operationeel Leider OT wordt momenteel op afstand gefaciliteerd middels videoconferencing tussen het ROT en het GBT. Hierdoor kan de RCvD de functie van Operationeel Leider OT en Strategisch Adviseur Brandweerzorg vanuit één locatie vervullen. Voor de functie Strategisch Adviseur Geneeskundige zorg is wel een apart piket ingericht. Voorgesteld wordt om naast het RCvD piket de Regionaal commandant, of bij afwezigheid diens plaatsvervanger aan te wijzen als Strategisch Adviseur Brandweerzorg voor het R/GBT, op deze wijze kan tevens worden voorzien in de rol van een Bestuurlijk adviseur van de VRZ. Voor deelname aan het GBT geldt dat voor sommige gemeenten de normtijd van 60 minuten mogelijk niet behaald kan worden door met name de strategisch adviseurs van de operationele diensten. Het vooraf bepalen van een aantal vaste locaties in Zeeland voor de inrichting van een GBT kan een mogelijke oplossing zijn voor het kunnen optreden binnen de wettelijke normtijd. Daarnaast kan hierdoor een kostenbesparing optreden voor de inrichting van het GBT.
R/GBT
Pikegelin g
SA brandweerzorg SA Geneeskundige zorg
Schatting dekking normtijd Aantal piketten Kosten Aantal piketten Kosten
Systeemvariant Huidige situatie: geen Functiekoppeling met gedefinieerde pikettype pikettypen (pikettype C) 100% RBT 100% RBT 80% GBT 80% GBT 1) 2) 1 1 1) -1 1 € 48.100 € 37.900
Tabel 6.7 Systeemvarianten COPI 1) Wordt ingevuld door de RCvD in combinatie met de functie Leider ROT door het piket RCvD 2)
Wordt ingevuld door de Regionaal Commandant (geen piketvergoeding)
Conform de voorgestelde pikettypen geldt voor de genoemde functies pikettype C (opkomsttijd 60 minuten). Dit heeft tot gevolg dat aan deze functies geen dienstvoertuig gekoppeld is.
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 34 van 41
Beleidsadviseur RBT In de huidige “Integrale uitwerkingsregeling regionale regeling operationele leiding” is de operationele functie van Beleidsadviseur RBT opgenomen. De functie van Beleidsadviseur RBT is niet opgenomen in het Besluit personeel veiligheidsregio of het Regionaal Zeeuws Crisisplan. Momenteel is niet feitelijk voorzien in de operationele functie van Beleidsadviseur RBT, gelet op de strategische adviseurs waar momenteel binnen het RBT in wordt voorzien lijkt deze functie ook niet meer noodzakelijk. Bestuurlijk adviseur RBT en GBT In het Regionaal Crisisplan is de functie Bestuurlijk adviseur opgenomen. Deze functie is zijn niet opgenomen in het Besluit personeel veiligheidsregio. In het Handboek Informatievoorziening staat beschreven dat de Bestuurlijk adviseur GBT voorziet in de Informatiemanagement in het gemeentelijk beleidsteam en dat deze functie wordt ingevuld door een ambtenaar openbare en veiligheid (AOV‐er) van de betreffende gemeente. Indien deze niet beschikbaar is, wordt een AOV‐er van een andere gemeente gewaarschuwd. Voor de Bestuurlijk adviseur RBT staat in dat Handboek dat deze adviseur verantwoordelijk is voor het proces informatiemanagement en dat deze functie wordt ingevuld uit een pool van bestuurlijk adviseurs van Veiligheidsregio Zeeland. In het Regionaal Crisisplan staat vermeld dat binnen 2 minuten nadat is vastgesteld dat is voldaan aan de criteria voor grootschalige alarmering wordt de burgemeester of in geval van bovenlokale rampen en crisis de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland en de betrokken burgemeesters door tussenkomst van de bestuurlijk adviseur / informatiemanager geïnformeerd. De functie voor informatiemanagement in het RBT dient op een andere wijze worden vervuld, bijvoorbeeld binnen de ‘AOV‐pool’. De genoemde alarmering voor de burgemeester geschiedt altijd door de RCvD, deze zal immers onmiddellijk contact opnemen met de burgemeester van de brongemeente en/of de voorzitter van de VRZ. Gelet op bovenstaande wordt voorgesteld om de functie Bestuurlijk adviseur te laten vervullen door regionaal commandant of diens plaatsvervanger en invulling van informatiemanagement voor het GBT en RBT te borgen.
6.5 Voorgesteld wordt om: a) De regionaal commandant, of bij afwezigheid diens plaatsvervanger aan te wijzen als Strategisch Adviseur Brandweerzorg voor het GBT en RBT b) De functie Beleidsadviseur RBT te laten vervallen; c) De rol Bestuurlijk adviseur te laten vervullen door de regionaal commandant; d) Invulling van informatiemanagement voor het GBT en RBT te borgen.
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 35 van 41
HOOFDSTUK 7
TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN
7.1 Ondersteuning secties Ofschoon de ROL evaluatie nadrukkelijk beperkt blijft tot de piketfuncties binnen de hoofdstructuur van de Veiligheidsregio Zeeland dient er bij het verder vormgeven van de crisisbestrijdingsorganisatie zeker ook aandacht besteed te worden aan de manier waarop de secties worden ingevuld. Er is een scala aan functies wat door vrije instroom wordt ingevuld, enkele voorbeelden hiervan zijn; commandant uitgangsstelling, plotters informatiemanagement en WVD, secretariële ondersteuning, ondersteunend medewerkers secties brandweer en GHOR, hoofd gewondennest, etc. etc. Het is absoluut noodzakelijk om, liefst tegelijkertijd met het realiseren van een verbeterde hoofdstructuur, hier aandacht aan te besteden. Als dit namelijk niet geborgd is kan het RCC niet adequaat functioneren. Dit betekent nadrukkelijk niet dat alle genoemde functies op basis van een pikettype A, B of C dienen te worden vervuld. Wel is het van belang dat de medewerkers die een dergelijke functie dienen te vervullen competent zijn. Naast gedegen instructie dienen zij ook deel te nemen aan oefeningen, trainingen en dergelijke. Tijdens de bijeenkomsten van de projectgroep en uit de enquête is hier met enige regelmaat aandacht voor gevraagd. Daarbij is eveneens aangegeven dat een aantal van deze functies weliswaar een plaats binnen een bepaalde sectie hebben, maar een fors deel van dergelijke ondersteunende functies kunnen “ontkleurd” worden vervuld. Dat betekent enerzijds dat er binnen de organisatie breed geworven kan worden, anderzijds kunnen deze functionarissen ondersteuning bieden aan processen waar op dat moment de behoefte bestaat. Voorgesteld wordt om deze mogelijkheden gezamenlijk met partners nader uit te werken.
7.1 Voorgesteld wordt om bij de invulling van functies binnen de secties de mogelijkheden van samenwerking nader uit te werken. 7.2 Samenwerkingen Ter verbetering voor het behalen van de normtijden, maar ook mogelijke besparingen op de lange termijn, wordt aanbevolen om de volgende mogelijke samenwerkingsverbanden nader te onderzoeken: Leider COPI en Leider OT: betreffen ontkleurde functies, waardoor deze mogelijk ook vervuld kunnen worden door andere veiligheidspartners, zoals Rijkswaterstaat, Politie, GHOR en gemeenten; Informatiemanager ROT en COPI: Ook hier geldt dat deze niet per definitie vanuit 1 kolom vervuld moet worden. Mogelijk bestaan hier kansen voor samenwerking met de politie; Meetplanleider: Mogelijkheden voor een gezamenlijk MPL-piket met de Veiligheidsregio Midden&West-Brabant dient nader te worden onderzocht. Dit sluit aan op de landelijke conceptvisie OGS; Bedrijfsbrandweren: Het Sloegebied is een gebied waar de OvD-B een lange opkomsttijd heeft: ca. 24 minuten. Een mogelijk samenwerkingsverband op OvD-B niveau met bedrijfsbrandweren in het Sloegebied kan hier mogelijk een oplossing bieden. Ook deze variant behoeft nader onderzoek. Daarnaast verdient het de aanbeveling om als toekomstige ontwikkeling de ontschotting van de kolommen te onderzoeken. Zo zou bijvoorbeeld de OvD-B, na bijscholing, mogelijk enkele OvD-G taken op zich kunnen nemen. Ook kunnen mogelijk een aantal spoedeisende processen voor Bevolkingszorg vanuit een dergelijke functie worden vervuld.
7.2 Voorgesteld wordt om samenwerkingsmogelijkheden tussen de kolommen nader te onderzoeken.
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 36 van 41
7.3 Regionaal Crisisplan Tijdens deze evaluatie is gebleken dat in het Regionaal Crisisplan op een aantal onderdelen extra functies zijn vermeld bovenop de eisen vanuit de wet- en regelgeving. De noodzaak van deze extra functies dient nader te worden onderzocht om bijvoorbeeld extra piketten te voorkomen. Zoals aangegeven kunnen wellicht goede combinaties worden gevonden binnen de wettelijk noodzakelijke functies.
7.3 Voorgesteld wordt om bij de actualisatie van het Regionaal Crisisplan de noodzaak voor de aanwezige extra functies en/of normtijden ten opzichte van de wet- en regelgeving te onderzoeken.
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 37 van 41
HOOFDSTUK 8
HRM-ASPECTEN
8.1 Uitwerkingsregeling Op 21 februari 2008 is de “Integrale uitwerkingsregeling regionale regeling operationele leiding” van Veiligheidsregio Zeeland vastgesteld. Destijds werden de piketten zoals vermeld in de ROL-regeling ingevuld door functionarissen van verschillende werkgevers met een eigen rechtspositie. Hierdoor waren er verschillen in rechtspositioneel opzicht. De integrale uitwerkingsregeling had tot doel: het bereiken en waarborgen van uniformiteit op rechtspositioneel gebied voor medewerkers die optreden in het kader van de operationele leiding. Met ingang van 1 oktober 2010 zijn de Wet veiligheidsregio’s, het Besluit personeel veiligheidsregio’s en de Ministeriële regeling veiligheidsregio’s van kracht. Per 1 januari 2013 is de nieuwe organisatie Veiligheidsregio Zeeland inclusief regionalisatie van de Zeeuwse brandweerkorpsen een feit. De nieuwe VRZ heeft een eigen rechtspositieregeling die van toepassing is op de ROL-functionarissen. De inwerkingtreding van deze wet- regelgeving heeft eveneens geleid tot het bereiken en waarborgen van uniformiteit op rechtspositioneel gebied voor medewerkers die optreden in het kader van de operationele leiding. Naar analogie van 2.4.2 CAR/UWO geschiedt de invulling van ROL-functies in beginsel door medewerkers die een hoofdbetrekking hebben bij Veiligheidsregio Zeeland teneinde het risico op mogelijke belangenverstrengelingen te voorkomen. Tevens is dit gewenst in relatie tot het sluitend krijgen van dienstroosters waarbij het uitgangspunt is dat de piketdiensten door de functionarissen naar evenredigheid worden verricht. In het kader van de reorganisatie VRZ, inclusief de regionalisering van de brandweer in Zeeland, wordt in de eerste helft van 2013 de rechtspositie van brandweervrijwilligers (zonder hoofdbetrekking bij VRZ) die zowel zijn aangesteld in een niet-officiers en officiersfunctie geharmoniseerd. Een artikelsgewijze evaluatie van de huidige integrale uitwerkingsregeling staat in bijlage G. De toegelichte elementen zijn richtinggevend voor het doorvoeren van aanpassingen in de uitwerkingsregeling. In het kader van de reorganisatie VRZ, inclusief de regionalisering van de brandweer in Zeeland, wordt in de eerste helft van 2013 de rechtspositie van brandweervrijwilligers (zonder hoofdbetrekking bij VRZ) die zowel zijn aangesteld in een niet-officiers en officiersfunctie geharmoniseerd.
8.2 Afbouwtoelage beëindiging piket door werkgever Als op basis van de ROL-evaluatie besloten wordt over te gaan tot het opheffen van piketten wordt voorgesteld de rechtspositionele consequenties op te vangen volgens onderstaande regeling; Lid 1 Aan de medewerker, wiens bezoldiging als gevolg van het vervallen c.q. wijzigen van de functiegebonden bereikbaarheids- en beschikbaarheidstoelage een blijvende verlaging ondergaat, wordt een aflopende compensatie toegekend indien: a. de blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de bezoldiging; b. de medewerker deze toelagen gedurende ten minste twee jaren direct voorafgaande aan de organisatiewijziging zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten. De aflopende compensatie wordt niet toegekend indien:
a. b.
de medewerker de werkzaamheden waar de toelage op van toepassing is op eigen initiatief beëindigt; wanneer er sprake is van disfunctioneren waardoor de medewerker de werkzaamheden waar de toelage op van toepassing moet beëindigen.
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 38 van 41
Lid 2 De compensatie als bedoeld in lid 1 kent het volgende verloop: a. het eerste jaar na de herplaatsing ontvangt de medewerker een volledige compensatie van de daling in bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen c.q. wijzigen van de toelagen; b. het tweede jaar na de herplaatsing ontvangt de medewerker 75% van de daling in bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen c.q. wijzigen van de toelagen; c. het derde jaar na de herplaatsing ontvangt de medewerker 50% van de daling in bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen c.q. wijzigen van de toelagen; d. het vierde jaar na de herplaatsing ontvangt de medewerker 25% van de daling in bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen c.q. wijzigen van de toelagen.
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 39 van 41
HOOFDSTUK 9
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
9.1 Conclusies De huidige ROL-regeling voorziet niet in alle door het Bvr verplicht gestelde functies, bevat functies die niet onder piket hoeven te worden uitgevoerd en bevat functiecombinaties die onwenselijk zijn. Het is daarom noodzakelijk om functies toe te voegen en te laten vervallen en om functiecombinaties op te heffen. Op basis van de projectopdracht is gezocht naar twee mogelijke varianten voor een alternatieve invulling van de bestaande ROL-regeling. Echter, vanwege de complexiteit – er zijn verschillende systeemonderdelen en normen – is het niet mogelijk gebleken om twee afgeronde ‘totaalalternatieven’ aan te bieden. Er is derhalve per systeemonderdeel gezocht naar alternatieven voor de regeling, soms is er geen alternatief, soms zijn er meer dan twee. Het eindresultaat geeft inzicht in: Mogelijke systeemvarianten; Personele consequenties; Financiële consequenties; Mate waarin wordt voldaan aan wet- en regelgeving; alsmede bestaand beleid afgestemd op het risicoprofiel en de behoefte binnen de regio. Bij de meeste varianten wordt in vrijwel het gehele verzorgingsgebied voldaan aan de normtijd. De ROL-regeling handelt over een belangrijk, maar tegelijkertijd beperkt deel van de Zeeuwse crisisbestrijdingsorganisatie. Er is een belangrijke samenhang met de inrichting van de rest van de hoofdstructuur, inclusief de inbreng van externe partners. Daarnaast zijn planvorming en opleiden, trainen en oefenen wezenlijke elementen van de crisisbestrijding.
Met het oog op de huidige invulling van de ROL is meer aandacht nodig voor het vakbekwaam maken en houden van piketfunctionarissen. Dit houdt verband met een suboptimale balans tussen repressieve en niet-repressieve taken binnen de dagelijkse functies van piketfunctionarissen.
Zoals in dit rapport voorgesteld is het mogelijk om met de functionarissen uit de operationele leiding de bezetting te garanderen in de genoemde onderdelen.
In onderstaande tabel staat indien van toepassing per onderdeel een opsomming van de geschatte kosten en besparingen. Besluit uit paragraaf 1.4 Analyseren hoofdstructuur 5.2 Vier pikettypes onderscheiden. 5.4 Hanteren randvoorwaarden voor pikettypen. 6.2.1 De nu gehanteerde veldnorm voor een OVD-B te verruimen naar maximaal 22 minuten. Na wijziging opheffen twee piketten.
structurele kosten
incidentele kosten € 65.000
structurele besparing
Totaal betreft dit drie piketten, a € 11.000, totaal ca. € 33.000 per jaar max. € 60.000 voor 5 personen Opleiden nieuwe funtionarissen t.b.v. M-ZeeuwsVlaanderen max. € 120.000 (indien geen opgeleide personen beschikbaar zijn).
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Ca. € 50.000 per jaar
Pagina 40 van 41
6.2.3 € 9.000 per jaar Bijscholing OVD-B’s Het bestaande piket voor de t.b.v. de max. € 20.000 WVD-stralingsdeskundige noodzakelijke combineren met de MPL en middelen 1 piket AGS te laten vervallen. 6.3 2 COPI-gebieden voor Zeeland 6.4 pm(*) Het piket AC-Bz verzorgen door maximaal vijf gemeentesecretarissen. 6.5a raming € 15.000 per Regionaal commandant, of op te leiden persoon bij afwezigheid diens (indien geen plaatsvervanger aanwijzen opgeleide personen als Strategisch Adviseur beschikbaar zijn). Brandweerzorg voor het GBT en RBT; (*) de begroting VRZ voorziet niet in financiële dekking voor dit piket.
€ 50.000 per jaar
€ 43.000 per jaar
9.2 Aanbevelingen
Instemmen met de voorgestelde systeemvarianten voor de in de invulling van de genoemde onderdelen van de hoofdstructuur.
De ROL evaluatie beperkt zich tot een deel van de Zeeuwse crisisbestrijdingsorganisatie. Voorgesteld wordt om opdracht te verstrekken om de hoofdstructuur in totaliteit te analyseren en verbetervoorstellen te formuleren, waaronder secties en actiecentra, evenals de hiermee samenhangende planvorming. Daarnaast dienen dan ook de relaties met andere partners, inclusief de Politie te worden bezien.
Onderzoek mogelijke samenwerkingsverbanden met andere veiligheidspartners voor de volgende functies: Leider COPI en Leider OT; Informatiemanager ROT en COPI; Meetplanleider; OVD-B. Daarnaast verdient het de aanbeveling om als toekomstige ontwikkeling de ontschotting van de kolommen te onderzoeken.
Herzie de balans tussen repressieve en niet-repressieve (dagelijkse) taken van piketfunctionarissen, zodat voldoende gelegenheid wordt geboden te voldoen aan de OTOverplichtingen die de piketfunctie met zich meebrengt. Daarnaast dienen er consequenties te worden verbonden aan het niet deelnemen aan verplichte activiteiten voor de piketfunctie.
RAPPORT EVALUATIE ROL-VRZ 2013, Versie 1.05
Pagina 41 van 41