Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015
versie 3.0 | 28 sep 2011 |definitief
deze pagina is bewust leeg gelaten
Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015
“Zeeuwse verbondenheid”
versie 3.0 | 28 sep 2011 |definitief
Colofon: Dit document is tot stand gekomen onder regie van het Team Crisisbeheersing Veiligheidsregio Zeeland (Cluster Coördinatie Crisisbeheersing en Rampenbestrijding - CCR) Adres: Veiligheidsregio Zeeland Team Crisisbeheersing Postbus 8016 4330 EA Middelburg www.vrzeeland.nl Druk: versie 3.0 28 september 2011 Auteur en eindredactie: Projectteam Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland
[email protected] Fotografie: Patrice Troost Leden projectteam / met medewerking van: Sal Cracau Patrice Troost Ton de Klerk Andre Willemstein Han Clarijs Wim Huissen Jeroen Viergever Nysja de Jonge Mario de Wever Piet Maljaars Carlos van Kruijssen Wim van Tol Marlies Lampert Marc Nagelkerke Anita Hilderink Ko Bustraan Menno van de Wetering Marc Ardon Marco de Feijter
Veiligheidsregio Zeeland / CCR Veiligheidsregio Zeeland / CCR Veiligheidsregio Zeeland / GHOR Veiligheidsregio Zeeland / BRW Veiligheidsregio Zeeland / BRW Gemeente Reimerswaal / GEM Gemeente Veere / GEM Gemeente Terneuzen / GEM Gemeente Vlissingen / GEM Veiligheidsregio Zeeland / GEM Politie Zeeland / CCB Politie Zeeland / CCB Veiligheidsregio Zeeland / Communicatie Veiligheidsregio Zeeland / CCR Veiligheidsregio Zeeland / GMZ Rijkswaterstaat Zeeland Veiligheidsregio Zeeland / CCR Ministerie van Defensie Waterschap Scheldestromen
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 4 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Versie- en wijzigingsbeheer Versie 3.0
Datum 28 sep 2011
Wijzigingen t.o.v. vorige versie Vaststelling door het bestuur Veiligheidsregio Zeeland Deze eerste versie van het regionaal Zeeuws crisisplan Veiligheidsregio Zeeland vervangt de Zeeuwse rampenplannen van de 13 Zeeuwse gemeenten.
Het beheer van het regionaal Zeeuws crisisplan Veiligheidsregio Zeeland is belegd bij het team crisisbeheersing Veiligheidsregio Zeeland. Het beheerproces van wijzigingen in het regionaal Zeeuws crisisplan Veiligheidsregio Zeeland is beschreven in dit crisisplan. Het regionaal Zeeuws crisisplan Veiligheidsregio Zeeland zal elk jaar worden geactualiseerd en minimaal een keer per vier jaar opnieuw worden vastgesteld door het bestuur Veiligheidsregio Zeeland. Om deze cyclus te faciliteren worden de wijzigingsverzoeken centraal geregistreerd. Wijzigingsverzoeken kunnen worden ingediend via het onderstaande e-mailadres: Veiligheidsregio Zeeland t.a.v. team crisisbeheersing Postbus 8016 4330 EA Middelburg
http://www.vrzeeland.nl crisisbeheersing@vrzeeland
Bij ontvangst van een wijzigingsverzoek zal deze worden geregistreerd. Binnen de beheercyclus van het regionaal Zeeuws crisisplan Veiligheidsregio Zeeland zullen de wijzigingsverzoeken beoordeeld worden door de beheergroep van het regionaal Zeeuws crisisplan Veiligheidsregio Zeeland. Afhankelijk van de beoordeling van de beheergroep zal de wijziging worden doorgevoerd of afgevoerd. De indiener van een wijzigingsverzoek zal een terugkoppeling krijgen over de beoordeling van de beheergroep. Wijzigingsverzoeken worden alleen in behandeling genomen als deze duidelijk omschreven zijn en de indiener bekend is bij de het team crisisbeheersing.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 5 van 143 Zeeuwse verbondenheid
deze pagina is bewust leeg gelaten
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 6 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Inhoudsopgave Deel I ............................................................................................................................................................. 11 1
2
3
Algemeen deel ..................................................................................................................................... 11 1.1
Leeswijzer.................................................................................................................................... 11
1.2
Wettelijk en procedureel kader regionale crisisbeheersing ....................................................... 11
1.3
Relatie met andere documenten ................................................................................................ 12
1.4
Beheer, borging en actualisatie .................................................................................................. 13
1.5
Bedrijfsprocessen ........................................................................................................................ 13
1.6
Geografische ligging en opkomsttijden ....................................................................................... 13
Multidisciplinaire afspraken en voorwaardenscheppende processen ................................................ 15 2.1
Referentiekader regionaal crisisplan .......................................................................................... 15
2.2
Alarmering .................................................................................................................................. 15
2.2.1
Grootschalig alarmeren .......................................................................................................... 15
2.2.2
Startcriteria ............................................................................................................................. 17
2.3
Opschaling ................................................................................................................................... 17
2.4
Leiding en coördinatie................................................................................................................. 17
2.5
Informatiemanagement .............................................................................................................. 17
2.6
Grensoverschrijdende samenwerking ........................................................................................ 18
Organisatiestructuur rampenbestrijding & crisisbeheersing ............................................................... 19 3.1
De inrichting van de hoofdstructuur ........................................................................................... 19
3.2
De gemeenschappelijke meldkamer (GMK) ................................................................................ 20
3.3
Het commando plaats incident (CoPI) ........................................................................................ 21
3.4
De regionaal operationeel leider (ROL) en het regionaal operationeel team (ROT) .................. 22
3.5
De burgemeester van de gemeente en het Gemeentelijk Beleidsteam (GBT) ........................... 23
3.6
De voorzitter van VRZ en het (Zeeuws) Regionaal Beleidsteam (RBT) ....................................... 25
3.7
De lokale gezagsdriehoek ........................................................................................................... 28
3.8
Event-ROT en Event-CoPI ............................................................................................................ 30
Deel II ............................................................................................................................................................ 33 4
Processen per discipline ...................................................................................................................... 33 4.1
Inleiding....................................................................................................................................... 33
A. Bevolkingszorg.......................................................................................................................................... 36 4.2
Organisatie bevolkingszorg ......................................................................................................... 36
4.3
Factsheet bevolkingszorg ............................................................................................................ 37
4.4
Taakorganisatie Communicatie................................................................................................... 39
4.5
Taakorganisatie Publieke zorg .................................................................................................... 44
4.6
Taakorganisatie Evacuatie .......................................................................................................... 48
4.7
Taakorganisatie Omgevingszorg ................................................................................................. 50
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 7 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.8
Taakorganisatie Ondersteuning .................................................................................................. 58
4.9
Functiestructuur bevolkingszorg ................................................................................................. 63
B. Geneeskundige zorg ................................................................................................................................. 66 4.10
Organisatie geneeskundige zorg ................................................................................................. 66
4.11
Factsheet Geneeskundige zorg ................................................................................................... 67
4.12
Spoedeisende Medische Hulpverlening (SMH) ........................................................................... 69
4.13
Publieke Gezondheidszorg (PGZ) ................................................................................................ 71
4.14
Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (PsHOR) ............................................. 75
4.15
Ondersteuning ............................................................................................................................ 78
4.16
Functiestructuur geneeskundige zorg ......................................................................................... 79
C. Brandweerzorg ......................................................................................................................................... 81
D.
4.17
Organisatie brandweer ............................................................................................................... 81
4.18
Factsheet Brandweerzorg ........................................................................................................... 82
4.19
Bron en emissiebestrijding .......................................................................................................... 83
4.20
Redding ....................................................................................................................................... 85
4.21
Ontsmetten ................................................................................................................................. 87
4.22
Informatiemanagement .............................................................................................................. 90
4.23
Ondersteuning ............................................................................................................................ 92
4.24
Functiestructuur brandweerzorg ................................................................................................ 94
Politiezorg ............................................................................................................................................ 97 4.25
Organisatie politie ....................................................................................................................... 97
4.26
Factsheet Politiezorg ................................................................................................................... 98
4.27
Taakorganisatie ordehandhaving ................................................................................................ 99
4.28
Taakorganisatie handhaving Mobiliteit .................................................................................... 101
4.29
Taakorganisatie bewaken en beveiligen ................................................................................... 103
4.30
Taakorganisatie handhaving netwerken ................................................................................... 105
4.31
Taakorganisatie opsporing ........................................................................................................ 106
4.32
Taakorganisatie opsporingsexpertise ....................................................................................... 109
4.33
Taakorganisatie (Speciale) interventies .................................................................................... 112
4.34
Functiestructuur politiezorg...................................................................................................... 114
E. Water- en Scheepvaartzorg .................................................................................................................... 117 4.35
Organisatie water- en scheepvaartzorg .................................................................................... 117
4.36
Factsheet waterbeheer en scheepvaartzorg ............................................................................ 119
4.37
Waterkeren en waterkwantiteitsbeheer .................................................................................. 120
4.38
Waterkwaliteitsbeheer ............................................................................................................. 121
4.39
Scheepvaartszorg ...................................................................................................................... 122
4.40
Informatiemanagement ............................................................................................................ 125
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 8 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.41
Functiestructuur Water- en scheepvaartzorg ........................................................................... 127
F. Defensie .................................................................................................................................................. 129 Deel III ......................................................................................................................................................... 132 Deel 3: BIJLAGEN ........................................................................................................................................ 132 Bijlage 1: Vaststellingsbesluit ................................................................................................................. 133 Bijlage 2: GRIP ........................................................................................................................................ 134 Bijlage 3: RCC handboek ........................................................................................................................ 135 Bijlage 4: Handboek operationeel informatiemanagement .................................................................. 136 Bijlage 5: Bestuurlijke netwerkkaarten .................................................................................................. 137 Bijlage 6: Afspraken met crisispartners .................................................................................................. 138 Bijlage 7: Relevante begrippen en definities .......................................................................................... 141
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 9 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Voorwoord De Wet veiligheidsregio’s stelt eisen aan de regionale crisisbeheersing. Om aan de eisen te kunnen voldoen heeft het bestuur Veiligheidsregio Zeeland (VRZ) dit Regionaal Zeeuws Crisisplan 2011-2015 , “Zeeuwse verbondenheid” (hierna genoemd het crisisplan) vastgesteld. Het crisisplan beschrijft de aanpak van alle mogelijke crisissituaties in de regio, met een beschrijving van afgesproken bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden en afspraken met de ketenpartners over voorwaardenscheppende processen, de zogenaamde basisvereisten:
Melding en alarmering; op- en afschaling; leiding en coördinatie; informatiemanagement.
Conform de Wet veiligheidsregio’s heeft Veiligheidsregio Zeeland met de buurregio’s afgestemd hoe het crisisplan zich verhoudt tot de daar aanwezige (operationele) plannen en procedures op het gebied van crisisbeheersing. Het crisisplan wordt jaarlijks door Veiligheidsregio Zeeland in nauwe samenwerking met de ketenpartners geactualiseerd. Het crisisplan wordt minimaal eenmaal per vier jaar opnieuw vastgesteld door het bestuur veiligheidsregio Zeeland.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 10 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Deel I 1 Algemeen deel 1.1 Leeswijzer Het crisisplan bestaat uit een drietal delen: Deel I: Algemeen deel Dit deel van het crisisplan bestaat uit 3 hoofdstukken en beschrijft de hoofdstructuur, de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, afspraken en voorwaardenscheppende processen van de multidisciplinaire aanpak van crises binnen de Veiligheidsregio Zeeland. Deel II: Processen per discipline Dit deel bestaat uit 1 hoofdstuk en hierin is een uitwerking opgenomen van de monodisciplinaire uitwerking van de processen per discipline op hoofdlijnen. Deel III: Bijlagen Dit deel bestaat uit bijlagen en bevat het vaststellingsbesluit, de Zeeuwse GRIP 2011, het RCC handboek, het handboek informatiemanagement, een overzicht afspraken met de crisispartners o.a. convenanten/bilaterale overeenkomsten en een afkortingenlijst met de meeste gebruikte afkortingen.
1.2 Wettelijk en procedureel kader regionale crisisbeheersing Diverse wet- en regelgeving vormen het kader voor de procedures en werkwijze binnen de regionale crisisbeheersing. In het kader van de multidisciplinaire planvorming binnen Veiligheidsregio Zeeland is een volledig overzicht van de wet- en regelgeving beschikbaar. tabel 1: basisdocumenten Wet- en regelgeving Wet veiligheidsregio’s Besluit veiligheidsregio’s Wet Publieke Gezondheid Convenant Veiligheidsregio Zeeland 2008-2009 (Ministerie van BZK)
Plannen en procedures regionaal risicoprofiel beleidsplan VRZ referentiekader regionaal crisisplan 2009 gecoördineerde regionale incidentenbestrijdings procedure (GRIP) VRZ multidisciplinaire model alarmregeling Zeeland werkplan oranje kolom basisvereisten crisismanagement, de centrale normen benoemd (landelijk beraad crisisbeheersing 2006) bestuurlijke netwerkkaarten crisisbeheersing landelijk project vitale Infrastructuur alerteringsregeling
Context Regionaal Crisisplan Het crisisplan is gebaseerd op de volgende (niet limitatief) documenten: Wet veiligheidsregio’s; Besluit veiligheidsregio’s; Besluit personeel veiligheidsregio’s; Referentiekader regionaal crisisplan 2009; Referentiekader GRIP.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 11 van 143 Zeeuwse verbondenheid
1.3 Relatie met andere documenten De Veiligheidsregio Zeeland vervult een actieve en coördinerende rol bij de bestrijding van rampen en de beheersing van crises. Deze rol is vastgelegd in de Wet veiligheidsregio’s (Wvr). Iedere veiligheidsregio moet volgens deze wet vier (soorten) documenten vaststellen, namelijk: 1. Regionaal risicoprofiel Veiligheidsregio Zeeland beschikt over een actueel risicoprofiel. Het doel van het risicoprofiel is het inzichtelijk maken van de impact en waarschijnlijkheid van de (meest voorkomende) risico’s in de regio (art. 15 Wvr). Het risicoprofiel is input voor zowel het regionaal beleidsplan als het regionaal crisisplan. Het regionaal risicoprofiel is een separaat document, wat niet als bijlage is toegevoegd aan dit regionaal crisisplan. 2. Regionaal beleidsplan In het regionaal beleidsplan Veiligheidsregio Zeeland zijn de strategische kaders en doelstellingen voor een periode van vier jaar beschreven, om de risico’s in de Veiligheidsregio Zeeland te beperken (art. 14 Wvr). 3. Regionaal crisisplan Het crisisplan is een plan op hoofdlijnen en verwijst naar monodisciplinaire deelplannen en multidisciplinaire handboeken. Het doel van het crisisplan is het komen tot een uniforme aanpak van de organisatie van de regionale en multidisciplinaire crisisbeheersing. Daarmee wordt door regionale samenwerking, Zeeuwse verbondenheid, uitvoering gegeven aan crisisbeheersing op maat. Het crisisplan is gericht op de verdere professionalisering van de crisisbeheersing waarbij de crisisbeheersingsorganisaties regionaal en eenduidig worden ingericht. Hierdoor is helder, wie, waarvoor verantwoordelijk is en wordt geborgd dat alle gemeenten binnen Veiligheidsregio Zeeland op een zelfde manier met crisisbeheersing om gaan. Het crisisplan wordt met de buurregio’s en met België afgestemd, hoe deze zich verhoudt tot de daar aanwezige (operationele) plannen en procedures op het gebied van crisisbeheersing. 4. Rampbestrijdingsplannen en incidentbestrijdingsplannen De rampenbestrijdingsplannen zijn een verfijning (of beter: verbijzondering) van het crisisplan en richten zich specifiek op bij Algemene Maatregel van Bestuur bepaalde inrichtingen, bepaalde ramptypen en luchtvaartterreinen (art. 6.1.1 Besluit Veiligheidsregio’s). Voorbeelden zijn rampbestrijdingsplannen voor de Seveso-bedrijven binnen en buiten de grenzen van de VRZ. Tevens is binnen Veiligheidsregio Zeeland specifiek voor de nucleaire veiligheid het rampbestrijdingsplan Nucleaire Installaties van kracht. De incidentbestrijdingsplannen zijn een verfijning (of beter: verbijzondering) van het RCP en richten zich specifiek op het risicoprofiel en kennen geen wettelijk grondslag. Voorbeelden zijn het incidentbestrijdingsplan Westerscheldetunnel en het incidentbestrijdingsplan Zeeuwse Deltawateren.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 12 van 143 Zeeuwse verbondenheid
figuur 1: schematische weergave planvorming
Regionaal beleidsplan Regionaal risicoprofiel
Rampbestrijdingsplannen
Regionaal crisisplan Incidentbestrijdingsplannen
1.4 Beheer, borging en actualisatie Het beheer van het crisisplan is belegd bij het cluster incidentbestrijding Veiligheidsregio Zeeland. Het crisisplan zal elk jaar worden geactualiseerd en minimaal een keer per vier jaar opnieuw worden vastgesteld door het bestuur Veiligheidsregio Zeeland. Om deze cyclus te faciliteren worden de wijzigingsverzoeken centraal geregistreerd.
1.5 Bedrijfsprocessen Veiligheidsregio Zeeland is onderdeel van een complex netwerk van partijen die een rol (kunnen) spelen bij rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het denken in netwerken sluit aan op een crisisorganisatie waarbij gewerkt wordt in processen (besturen, voorbereiden en uitvoeren & ondersteunen), waarbij informatie sturend is. Het netcentrische werken sluit aan bij deze gedachte en is een randvoorwaarde voor het goed functioneren van de crisisorganisatie.
1.6 Geografische ligging en opkomsttijden Het doel van het stellen van opkomstnormen is steeds de juiste aantallen mensen en middelen – efficiënt en effectief – beschikbaar te hebben voor de rampenbestrijding en crisisbeheersing in de acute fase. In het Besluit veiligheidsregio’s is vastgelegd dat onderdelen of functionarissen aan de opkomstnorm voldoen als binnen de gestelde tijd is gestart met de uitvoering van hun taken. Om te voldoen aan de gestelde normen, zullen voor bepaalde functies bereikbaarheidregelingen (o.a. hard of zacht piket) worden ingesteld of gewijzigd. Gelet op o.a. de geografische situatie van Zeeland, reisafstanden alsmede seizoensgebonden verkeersintensiteit zijn de normatieve opkomsttijden (CoPI, ROT, GBT/RBT) in de bestaande piketregeling niet in alle gevallen gegarandeerd.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 13 van 143 Zeeuwse verbondenheid
deze pagina is bewust leeg gelaten
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 14 van 143 Zeeuwse verbondenheid
2 Multidisciplinaire afspraken en voorwaardenscheppende processen 2.1 Referentiekader regionaal crisisplan Zowel de multidisciplinaire samenwerking binnen de VRZ als de samenwerking tussen de regio’s stelt hoge eisen aan de uniforme organisatie en werkwijze bij de aanpak van grootschalige incidenten Een belangrijk onderdeel van dit referentiekader is het multidisciplinaire knoppenmodel, dat een eenduidige ordening van de voor crisisbeheersing relevante activiteiten en processen beoogt. Het voorziet in een operationele structuur die duidelijk inzicht biedt in taken en verantwoordelijkheden. Bovendien biedt het niet alleen de mogelijkheid direct op te schalen bij rampenbestrijding en crisisbeheersing, maar ook de mogelijkheid om meer flexibel op te schalen bij kleinere incidenten en evenementen. Voor de inrichting van de Zeeuwse crisisorganisatie heeft dit model, naast de wettelijke eisen, als basis gediend. De basisvereisten samen vormen de basis voor het crisismanagement. Het zijn de randvoorwaarden voor het opstarten en functioneren van de crisisorganisatie. Het gaat om de volgende processen: Alarmering Opschalen & afschalen Leiding & coördinatie Informatiemanagement
2.2 Alarmering Alarmering heeft tot doel om de eenheden die nodig zijn voor de rampenbestrijding en crisisbeheersing binnen zeer korte tijd te activeren en naar de juiste plaats te dirigeren. In de acute fase van de rampenbestrijding en crisisbeheersing moeten alle onderdelen van de hoofdstructuur van de VRZ alle hulpverleningsdiensten en bestuurlijke overheden die nodig zijn voor de bestrijding in één keer worden gealarmeerd.
2.2.1 Grootschalig alarmeren De verantwoordelijkheid voor het opstellen van criteria voor grootschalig alarmeren van de hoofdstructuur (GRIP 2, 3 en 4) is bij het bestuur Veiligheidsregio Zeeland belegd. Toelichting: Bij grootschalig alarmeren gaat het om het onverwijld en volledig alarmeren van de volgende onderdelen van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing:
Een commando plaats incident; een coördinerend onderdeel bij meer dan één commando plaats incident; het regionaal operationeel team; een gemeentelijk beleidsteam of het regionaal beleidsteam.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 15 van 143 Zeeuwse verbondenheid
tabel 2: opkomsttijden T= tijd in min
melding
*
:
**
:
T=0
T=<2
T=>2
vast te stellen *grootschalig alarmeren
grootschalig alarmeren
T=<30 CoPI IM ROT voorlichtingsfunctionaris ROT
T=<40 sectie IM
T=<45 algemeen commandant secties ROT
T=<60 overige secties ROT
burgemeester GBT roept het GBT bijeen voorzitter RBT** veiligheidsregio roept RBT bijeen de keuze voor de meldkamer voor het bepalen of het wel dan niet grootschalig alarmeren betreft kent geen wettelijke tijdsnormering. de opkomstijd RBT kent geen wettelijke tijdsnormering
tabel 3: leiding en coördinatie versus GRIP* Operationele leiding Opschalingsniveau
CoPI
ROT
burgemeester gemeente (+ GBT)
voorzitter veiligheidsregio (+RBT)
GRIP 1
v
GRIP 2
v
v
+
+
GRIP 3
v
v
+
+
GRIP 4
v o**
v
+ +
+ +
|
|
Event opschaling Bestuurlijke afstemming
o**
v +
: : :
o |
: :
geen alarmering alarmering informeren van de burgemeester(s) door de tussenkomst van de bestuurlijk adviseur informeren van de voorzitter door de tussenkomst van de bestuurlijk adviseur facultatief o.a. afhankelijk van de advisering van bijvoorbeeld de taakgroep grote evenementen bestuurlijke afstemming tijdens bijvoorbeeld infectieziekten, vogelgriep etc.
* **
: :
de GRIP 2011 Veiligheidsregio Zeeland is als bijlage aan dit crisisplan toegevoegd planmatig voorzienbaar evenement en/of gebeurtenis met een (kern)bezetting Event CoPI en Event ROT
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 16 van 143 Zeeuwse verbondenheid
2.2.2 Startcriteria In een aantal gevallen wordt automatisch overgegaan tot de instelling van een GRIP-niveau, de zogenaamde startcriteria. Veiligheidsregio Zeeland kent de volgende startcriteria: Bij inwerkingtreding van het regionaal meetplan volgt automatisch een GRIP 2-situatie. Na activering van één of meerdere sirenes is automatisch sprake van een GRIP 3-situatie. Bij een ongeval op de Zeeuwse watersystemen zal per definitie een GRIP 2 of GRIP 4. Bij een (dreigend) nucleair ongeval bij een kernenergiecentrale met effecten op het grondgebied van Veiligheidsregio Zeeland zal per definitie een GRIP 2 of GRIP 4 worden afgekondigd. Bij het bestuurlijke besluit tot grootschalige evacuatie wordt automatisch GRIP 3 ingesteld. Bij een terroristische aanslag wordt direct overgegaan tot een GRIP 4 voor de bestuurlijke afhandeling en pers- en publieksvoorlichting. In geval van (dreigende) introductie binnen één gemeente van een meldingsplichtige infectieziekte, die als veroorzaker van een infectieziektecrisis wordt aangemerkt of door terroristische handelingen is verspreid, wordt er opgeschaald naar GRIP 3. Indien met bovenlokale effecten, dan wordt opgeschaald naar GRIP 4.
2.3 Opschaling Het doel van het proces opschaling is om steeds de juiste hoeveelheid mensen en middelen beschikbaar te hebben voor de rampenbestrijding en crisisbeheersing in de acute fase. Het proces omvat het activeren van de benodigde mensen en middelen en het afstemmen van de wijze van aansturing hiervan: de overgang van de dagelijkse situatie naar de crisisorganisatie. Ook het waarschuwen van de relevante ketenpartners en het activeren van bijstandsafspraken met aangrenzende regio’s en buurland België behoren tot dit proces. De opkomsttijden zoals genoemd in het Besluit veiligheidsregio’s zijn onverkort overgenomen in dit crisisplan en zijn onverkort van toepassing op alle meldingen en alarmeringen van GRIP 1-4. Met de inwerktreding van dit crisisplan wordt de nieuwe GRIP 2011 Veiligheidsregio Zeeland vastgesteld. Deze GRIP Veiligheidsregio Zeeland 2011 is opgenomen als bijlage.
2.4 Leiding en coördinatie Het doel van leiding en coördinatie is het aansturen van de crisisorganisatie. Het omvat de feitelijke inzet en aansturing van de hulpverleningseenheden. De crisismanagementcyclus wordt op alle niveaus in de crisisorganisatie voortdurend doorlopen en begint met het verzamelen van informatie over de rampbestrijding of de crisisbeheersing. Deze informatie wordt geanalyseerd en beoordeeld. Vervolgens worden alle mogelijke acties in kaart gebracht die kunnen leiden tot het gewenste effect. De opties worden tegen elkaar afgewogen en er wordt beslist welk plan ten uitvoer wordt gebracht (crisismanagementcyclus). Voor leiding en coördinatie binnen de VRZ wordt hier kortheidshalve verwezen naar dit regionaal crisisplan en meer specifiek naar de beschrijving van de hoofdstructuur. Leiding en coördinatie binnen de VRZ is zorgvuldig gekoppeld aan het proces van het informatiemanagement. Dit is cruciaal voor het kunnen doorlopen van crisismanagementcyclus.
2.5 Informatiemanagement Het doel van informatiemanagement is het zo snel mogelijk verkrijgen van alle informatie die relevant is voor de rampenbestrijding en de crisisbeheersing en het actief beschikbaar stellen van die informatie aan de functionarissen in de crisisorganisatie die de informatie nodig hebben. Goed informatiemanagement is een essentiële voorwaarde voor een goed functionerende crisismanagementcyclus. Het doel van het informatiemanagement wordt bevorderd als het informatienetwerk van de crisisorganisatie is ingericht volgens de principes van het zogenoemde netcentrische informatiemanagement. Het netcentrisch informatiemanagement gaat ervan uit dat centraal in het informatienetwerk een totaalbeeld van de rampbestrijding of crisisbeheersing wordt bijgehouden en dat ieder onderdeel van de crisisorganisatie een eigen beeld opbouwt van de situatie, dat complementair is aan het totaalbeeld. Alle onderdelen van het informatienetwerk hebben toegang tot het totaalbeeld. Zo heeft ieder onderdeel van de DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 17 van 143 Zeeuwse verbondenheid
crisisorganisatie op elk moment de beschikking over de meest actuele informatie over de ramp of crisis en de wijze waarop de bestrijding wordt aangepakt. Door deze informatieontsluiting kan ieder onderdeel van de crisisorganisatie binnen zijn eigen bevoegdheden op basis van de beschikbare informatie de juiste beslissingen nemen. Binnen de VRZ is informatiemanagement en het netcentrisch werken sinds 1 april 2011 operationeel. Het handboek operationeel informatiemanagement tijdens incidenten en grootschalige evenementen is als bijlage toegevoegd.
2.6 Grensoverschrijdende samenwerking De afspraken tussen Zeeland en Vlaanderen voor grensoverschrijdende samenwerking (GROS) in het geval van incidenten, rampen en crises zijn vastgelegd in protocollen voor grensoverschrijdende samenwerking met de gouverneurs van de Vlaamse provincies Antwerpen, Oost- en West-Vlaanderen. Protocollen geven aan hoe de informatie en afstemming tussen de bestuurlijk verantwoordelijken in België (de gouverneurs) en de voorzitter van Veiligheidsregio Zeeland verlopen. Het protocol geeft aan hoe in de voorbereiding wordt samengewerkt. Zo zijn er burenoverleggen over Geneeskundige hulpverlening en brandweer. Ook houdt een gezamenlijke werkgroep rampenbestrijding zich o.a. bezig met afstemming van rampenplannen en oefeningen. Bij incidenten die grensoverschrijdende effecten hebben zullen vertegenwoordigers vanuit België en Nederland in elkaars team deel nemen om een optimale informatie-uitwisseling en afstemming mogelijk te maken. Met de ondertekende protocollen zijn, naast de bestaande afspraken over wederzijdse brandweerbijstand en geneeskundige hulpverlening in het grensgebied, de nieuwe afspraken vastgelegd voor alle betrokken bestuurders. Alle grensoverschrijdende samenwerking wordt afgestemd in een bestuurlijk netwerk van de verantwoordelijke overheden. Het hoogste orgaan is het bestuurlijk overleg in de Vakgroep Veiligheid van de Scheldemondraad, die samen vergadert met het Euregionaal Veiligheids Overleg Scheldemond. Belangrijke resultaten zijn: het Euregionaal rampen protocol Scheldemond, de leidraad nafase, de leidraad veiligheid kanaalzone, het brandweerprotocol Scheldemond, de grensoverschrijdende aanpak van drugstoerisme en illegale teelt en gezamenlijke oefeningen.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 18 van 143 Zeeuwse verbondenheid
3 Organisatiestructuur rampenbestrijding & crisisbeheersing 3.1 De inrichting van de hoofdstructuur De hoofdstructuur met wettelijke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de hoofdstructuur Samenstelling hoofdstructuur in VRZ.
De inrichting van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing bestaat uit de volgende onderdelen:
1
De gemeenschappelijke meldkamer (GMK). Eén commando plaats incident (CoPI) of afhankelijk van de aard van de ramp of crisis en 2 de wijze waarop deze zich ontwikkelt meerdere CoPI’s . Een regionaal operationeel team (ROT). Een gemeentelijk beleidsteam (GBT), bij een lokale ramp of crisis OF Een regionaal beleidsteam (RBT) bij een bovenlokale ramp of crisis. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Relatie met de lokale gezagsdriehoek. Relatie met voorbereide events.
1 2
Binnen VRZ bekend als: Gezamenlijke Meldkamer Zeeland (GMZ). Voor evt 2e CoPI geldt Vrije instroom.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 19 van 143 Zeeuwse verbondenheid
3.2 De gemeenschappelijke meldkamer (GMK)3
3
Zodra is vastgesteld dat is voldaan aan de criteria voor grootschalige alarmering wordt de meldkamer door één leidinggevende aangestuurd. Binnen 2 minuten nadat is vastgesteld dat is voldaan aan de criteria voor grootschalige alarmering (GRIP 2, 3 & 4) begint de meldkamer met de alarmering van: o het CoPI. o het ROT. Binnen 2 minuten nadat is vastgesteld dat is voldaan aan de criteria voor grootschalige alarmering wordt de burgemeester of in geval van bovenlokale rampen en crisis de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland en de betrokken burgemeesters door tussenkomst van de bestuurlijk adviseur / informatiemanager geïnformeerd. Afhankelijk van de aard en omstandigheden van de ramp of crisis, alarmeert de meldkamer andere functionarissen en eenheden die nodig zijn voor de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Binnen vijf minuten nadat is vastgesteld dat is voldaan aan de criteria voor grootschalige alarmering geeft de meldkamer, op grond van de beschikbare gegevens, een zo volledig mogelijke beschrijving van het incident aan de onderdelen van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing en andere betrokken functionarissen. Vorenstaande staat nader uitgewerkt in de GRIP 2011.
Binnen VRZ bekend als: Gezamenlijke Meldkamer Zeeland (GMZ).
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 20 van 143 Zeeuwse verbondenheid
3.3 Het commando plaats incident (CoPI)
4
Het CoPI is belast met de operationele leiding ter plaatse . Het CoPI is belast met de afstemming met andere betrokken partijen. Het CoPI is belast met het adviseren van het ROT. Het CoPI houdt bij de rampenbestrijding en crisisbeheersing een eigen beeld bij wat bestaat uit de beschikbare gegevens over de ontwikkeling en effecten van een incident, de risico’s voor de veiligheid van de hulpverleners en de personen in het getroffen gebied, de aanpak van het incident en de daarvoor benodigde mensen en middelen. Het CoPI stemt af conform de in het crisisplan vastgelegde afspraken met andere bij de rampenbestrijding of crisisbeheersing betrokken partijen. Deze afstemming heeft betrekking op te nemen maatregelen of de inzet van capaciteiten van deze partners. Het CoPI staat onder leiding van een hoofdofficier van één van de hulpverleningsdiensten die op het rampterrein aanwezig zijn. Opkomsttijd: vanaf het moment dat is vastgesteld dat is voldaan aan de criteria van grootschalige 5 6 alarmering begint het CoPI < 30 minuten met de uitvoering van haar taken .
Samenstelling CoPI in VRZ.
De samenstelling van het CoPI wordt bepaald door de leider CoPI en bestaat tenminste uit de volgende functionarissen:
Kernbezetting Facultatief
leider CoPI OvD-brandweerzorg OvD-geneeskundig zorg OvD-politiezorg OvD-bevolkingszorg voorlichtingsfunctionaris CoPI informatiemanager CoPI OvD-Rijkswaterstaat (water- en scheepvaartzorg) liaison Defensie OvD-KLPD liaison(s) van publiek/private organisatie c.q. crisispartners liaison (s) overigen / (externe) deskundigen
4
Betreft operationele leiding bron- en effectbestrijding en of bron- effectgebied. Alle genoemde opkomsttijden in dit document en de GRIP 2011 gelden ook voor niet grootschalige alarmering. 6 zie ook GRIP 2011. 5
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 21 van 143 Zeeuwse verbondenheid
3.4 De regionaal operationeel leider (ROL) en het regionaal operationeel team (ROT)
De regionaal operationeel leider (ROL) ontvangt bevelen van de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland i.v.m. de uitvoering van de door hem (voorzitter) genomen besluiten in het geval van bovenlokale rampen en 7 crisis . De ROL ontvangt bevelen van de burgemeester van de getroffen gemeente niet zijnde bovenlokale 8 rampen en crisis . De ROL adviseert de burgemeester of de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland inzake de bestuurlijk te nemen maatregelen. De ROL is belast met het adviseren van het GBT OF RBT. Het ROT is belast met de operationele leiding. Het ROT is belast met de afstemming met andere bij de ramp of crisis betrokken partijen. De voorzitter Veiligheidsregio Zeeland wijst een ROL aan in het geval van bovenlokale rampen en crisis (zie art. 39 Wvr’s). Opkomsttijd: informatiemanager ROT en voorlichtingsfunctionaris ROT < 30 minuten. Opkomsttijd: sectie Informatiemanagement ROT < 40 minuten. Opkomsttijd: algemeen commandanten van de secties en de ROL < 45 minuten. Opkomsttijd: overige secties ROT < 60 minuten.
Samenstelling ROT in de VRZ.
De samenstelling van het ROT wordt bepaald door de ROL en bestaat tenminste uit de volgende functionarissen:
Kernbezetting Facultatief
9
regionaal operationeel leider (voorzitter) informatiemanager ROT (sectie) voorlichtingsfunctionaris (zie communicatie bevolkingszorg) algemeen commandant bevolkingszorg (sectie) algemeen commandant brandweerzorg (sectie) algemeen commandant geneeskundige zorg (sectie) algemeen commandant politiezorg (sectie) liaison Defensie algemeen commandant Rijkswaterstaat (water- en scheepvaartzorg) algemeen commandant KLPD liaison provincie liaison waterschap liaison openbaar ministerie rijksheren/overige adviseurs liaison(s) van publiek/private organisatie c.q. crisispartners 10 verslaglegger
7
De reikwijdte is uitgewerkt in GRIP 2011. Idem als 8. 9 Indien een rijksheer een rol vervult in het ROT dient de cvdK te worden geïnformeerd. 10 Deze functie vervalt indien is voorzien in audio- en visuele registratie van het ROT. 8
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 22 van 143 Zeeuwse verbondenheid
3.5 De burgemeester van de gemeente en het Gemeentelijk Beleidsteam (GBT) Lokale ramp of crisis en de burgemeester van de gemeente:
De burgemeester roept een GBT bijeen. De burgemeester heeft het gezag bij brand alsmede bij ongevallen anders dan bij brand voor zover de brandweer daarbij een taak heeft en hierbij de bevoegdheid bevelen te geven die met het oog op het voorkomen, beperken en bestrijden van gevaar nodig zijn. De burgemeester heeft het opperbevel in geval van een ramp of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. Degenen die aan de bestrijding van een ramp deelnemen, staan onder zijn bevel. In lokale crisissituaties heeft de burgemeester het gezag over de meldkamer, ten aanzien van alle disciplines, waarbij echter ook de (hoofd)officier van justitie gezagsdrager is indien er opsporingsbelangen in het geding zijn. De burgemeester kan de ambulancevervoerders in de regio waarvan zijn gemeente deel uitmaakt, aanwijzingen geven indien dat naar zijn oordeel noodzakelijk is uit het oogpunt van openbare orde. De burgemeester draagt er zorg voor dat de bevolking informatie wordt verschaft over de oorsprong, de omvang en de gevolgen van een ramp of crisis die de gemeente bedreigt of treft, alsmede over de daarbij te volgen gedragslijn. De burgemeester zorgt ervoor dat aan personen die in zijn gemeente zijn betrokken bij de rampenbestrijding of de crisisbeheersing, informatie wordt verschaft over die ramp of crisis, de risico’s die hun inzet daarbij heeft voor hun gezondheid en de voorzorgsmaatregelen die in verband daarmee zijn of zullen worden getroffen. Indien een rijksheer een rol vervult in het ROT wordt de commissaris van de Koningin geïnformeerd. De burgemeester neemt besluiten. De burgemeester informeert, adviseert en voert overleg met de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland. De burgemeester ontbindt het GBT.
Lokale ramp of crisis en het GBT:
De burgemeester wordt (7d/24u) ondersteund door de bestuurlijk adviseur / informatiemanager. Het GBT ondersteunt de burgemeester bij de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Opkomsttijd: het GBT begint binnen zestig minuten vanaf het moment dat de burgemeester het GBT bijeen heeft geroepen aan haar taken. Resumé: besluiten worden door het GBT niet genomen. Aan het GBT als zodanig zijn geen bevoegdheden toegekend. De deelnemers die in het kader van de ontstane situatie bevoegdheden uitoefenen, maken in het GBT enerzijds melding van besluiten die zij hebben genomen en kunnen anderzijds in het GBT sonderen of voorgenomen besluiten passen in het geheel van genomen en te nemen maatregelen.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 23 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Samenstelling GBT in VRZ.
De samenstelling van het GBT wordt bepaald door de Wet en het Besluit veiligheidsregio’s, Referentiekader GRIP, Referentiekader regionaal crisisplan en de burgemeester van de betrokken gemeente en bestaat uit:
Kernbezetting
burgemeester van de betrokken gemeente bestuurlijk adviseur strategisch communicatieadviseur (hoofd)officier van justitie regionaal operationeel leider die is belast met de leiding van het ROT (voorzitter ROT) strategisch adviseur politiezorg (korpsleiding Politie of diens vervanger) strategisch adviseur brandweerzorg (regionaal brandweercommandant of diens vervanger) strategisch adviseur geneeskundige zorg (directeur Publieke Gezondheid of diens vervanger) strategisch adviseur bevolkingszorg (gemeentesecretaris of diens vervanger)
Facultatief
11 12
11
strategisch adviseur Rijkswaterstaat (water- en scheepvaartzorg) (HID RWS of diens vervanger) voorzitter waterschap (of diens vervanger) strategisch adviseur provincie liaison Defensie rijksheren/overige adviseurs 12 verslaglegger
Indien een rijksheer een rol vervult in het GBT dient de cvdK te worden geïnformeerd. Deze functie vervalt indien is voorzien in audio- en visuele registratie van het GBT.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 24 van 143 Zeeuwse verbondenheid
3.6 De voorzitter van VRZ en het (Zeeuws) Regionaal Beleidsteam (RBT) Bovenlokale rampen en crises en de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland: In geval van een ramp of crisis van meer dan plaatselijke betekenis, of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, is de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland ten behoeve van de rampenbestrijding en crisisbeheersing in betrokken gemeenten bij uitsluiting bevoegd toepassing te geven aan: - het gezag bij brand alsmede bij ongevallen anders dan bij brand voor zover de brandweer daarbij een taak heeft en hierbij de bevoegdheid bevelen te geven die met het oog op het voorkomen, beperken en bestrijden van gevaar nodig zijn. - het opperbevel in geval van een ramp of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. Degenen die aan de bestrijding van een ramp deelnemen, staan onder zijn bevel. - het geven van aanwijzingen aan de ambulancevervoerders in de regio indien dat naar zijn oordeel noodzakelijk is uit het oogpunt van openbare orde. - ervoor zorg draagt dat de bevolking informatie wordt verschaft over de oorsprong, de omvang en de gevolgen van een ramp of crisis die de gemeente(n) bedreigt of treft, alsmede over de daarbij te volgen gedragslijn. - ervoor zorg draagt dat aan personen die in betrokken gemeente(n) zijn betrokken bij de rampenbestrijding of crisisbeheersing, informatie wordt verschaft over die ramp of crisis, de risico’s die hun inzet daarbij heeft voor hun gezondheid en de voorzorgsmaatregelen die in verband daarmee zijn of zullen worden getroffen. - het afstemmen van zijn informatievoorziening, zoals hiervoor beschreven, met de informatievoorziening door of onder verantwoordelijkheid van Onze bij rampen en crises betrokken Ministers. e e - artikel 172 t/m 177 van de Gemeentewet, m.u.v. artikel 176, 3 t/m 6 lid. - artikelen 12, 15 lid 1, 54 lid 1, 57 lid 1 en 60b lid 1 van de Politiewet 1993. - artikelen 5 t/m 9 van de Wet openbare manifestaties. De voorzitter Veiligheidsregio Zeeland roept één (Zeeuws) RBT bijeen, dat minimaal bestaat uit de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland, burgemeesters van de gemeenten die betrokken zijn of dreigen te worden bij de ramp of crisis, alsmede uit de hoofdofficier van justitie. De voorzitter van het waterschap wordt uitgenodigd deel uit te maken van het RBT. De voorzitter Veiligheidsregio Zeeland wijst een regionaal operationeel leider (ROL) aan, die is belast met 13 de leiding van een ROT, dat bestaat uit leidinggevenden van de betrokken diensten . De ROL neemt deel aan de vergaderingen van het RBT. De voorzitter Veiligheidsregio Zeeland nodigt voorts de functionarissen uit van wie de aanwezigheid i.v.m. de omstandigheden van belang is, deel te nemen aan de vergaderingen. Tenzij de vereiste spoed zich daartegen verzet, neemt de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland geen e besluiten met toepassingen onder 1 bullet genoemd, dan nadat hij het RBT daarover heeft geraadpleegd. De voorzitter Veiligheidsregio Zeeland kan besluiten nemen waarover in het RBT geen overeenstemming kan worden bereikt. De voorzitter Veiligheidsregio Zeeland geeft de ROL de bevelen die hij nodig acht i.v.m. de uitvoering van 14 de door hem genomen besluiten . De commissaris van de Koningin wordt geïnformeerd (aanwijzingsbevoegdheid). Zodra de omstandigheden het toelaten, ontbindt de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland het RBT. De voorzitter Veiligheidsregio Zeeland brengt na afloop van een ramp of crisis van meer dan plaatselijke betekenis, in overeenstemming met de burgemeesters die deel uitmaakten van het RBT, schriftelijk verslag uit aan de raden van de getroffen gemeenten over het verloop van de gebeurtenissen en de besluiten die hij heeft genomen. De voorzitter Veiligheidsregio Zeeland beantwoordt, in overeenstemming met de burgemeesters die deel 13 14
Zie daarvoor samenstelling van het ROT in de VRZ. De reikwijdte is uitgewerkt in GRIP 2011.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 25 van 143 Zeeuwse verbondenheid
uitmaakten van het RBT, schriftelijk de vragen die de raden na ontvangst van voornoemd verslag stellen. De voorzitter Veiligheidsregio Zeeland verstrekt in een raad van een gemeente uit deze veiligheidsregio mondelinge inlichtingen over de besluiten voornoemd, indien de betreffende raad daarom verzoekt. Behoeft de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland in geval van en brand, ramp of crisis of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan bijstand, dan richt hij een verzoek daartoe aan Onze Minister. Hij stelt de CdK van het verzoek in kennis. Resumé: de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland neemt besluiten.
Bovenlokale rampen en crises en het RBT:
15
De voorzitter Veiligheidsregio Zeeland wordt (7d/24u) wordt ondersteund door de bestuurlijk adviseur (zie voetnoot 13). Het RBT is het gremium voor advisering en coördinatie tussen de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland en de betrokken crisispartners over door hem te nemen besluiten met betrekking tot de bestrijding van de ramp of crisis, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Het RBT neemt als zodanig geen besluiten, noch over inhoudelijke maatregelen noch over maatregelen ter zake van de openbare orde. De voorzitter van Veiligheidsregio Zeeland dient in het RBT in ieder geval met de burgemeesters van de betrokken gemeenten te overleggen over het beleid en de besluiten die nodig zijn in het kader van de uitoefening van het bovenlokaal gezag. De samenstelling van het RBT vraagt telkens maatwerk, toegesneden op het incident of het type crisis. 15 Opkomsttijd: binnen 60 minuten nadat de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland het RBT bijeen heeft geroepen. Resumé: Het RBT wordt geraadpleegd door de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland. Aan het RBT als zodanig zijn geen bevoegdheden toegekend. De crisispartners die in het kader van de ontstane situatie bevoegdheden uitoefenen, maken in het RBT enerzijds melding van besluiten die zij hebben genomen en kunnen anderzijds in het RBT sonderen of voorgenomen besluiten passen in het geheel van genomen en te nemen maatregelen.
< 60 minuten (Is geen wettelijke norm maar analoog aan de opkomstijd GBT).
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 26 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Samenstelling RBT in VRZ.
De samenstelling van het RBT wordt bepaald door de Wet en het Besluit veiligheidsregio’s, Referentiekader GRIP, Referentiekader regionaal crisisplan en de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland en bestaat uit:
Kernbezetting Facultatief
voorzitter Veiligheidsregio Zeeland (of bij afwezigheid diens vervanger) bestuurlijk adviseur communicatieadviseur burgemeesters (of diens vervanger) van gemeenten die bij de ramp of crisis betrokken zijn of dreigen te worden (hoofd)officier van justitie regionaal operationeel leider die is belast met de leiding van het ROT (voorzitter ROT). strategisch adviseur politiezorg (korpsleiding politie of diens vervanger) strategisch adviseur brandweerzorg (regionaal brandweercommandant of diens vervanger) strategisch adviseur geneeskundige zorg (directeur publieke gezondheid of diens vervanger) strategisch adviseur bevolkingszorg (gemeentesecretaris of diens vervanger) (liaison) commissaris van de Koningin strategisch adviseur Rijkswaterstaat (water- en scheepvaartzorg) (HID RWS of diens vervanger) voorzitter waterschap (of diens vervanger) strategisch adviseur provincie liaison Defensie rijksheren/ overige adviseurs verslaglegger
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 27 van 143 Zeeuwse verbondenheid
3.7 De lokale gezagsdriehoek De lokale gezagsdriehoek: De burgemeester is belast met de handhaving van de openbare orde (art 12 Politiewet). Als de politie in een gemeente optreedt om de openbare orde te handhaven en de hulpverleningstaak uit te voeren, staat zij onder gezag van de burgemeester conform Politiewet. De burgemeester kan de politie aanwijzingen geven voor de vervulling van de genoemde taken. De strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde richt zich onder meer op het voorkomen, opsporen en beëindigen van strafbare feiten (art 13 Politiewet en art. 148 Wet Rechterlijke Organisatie). Deze taken verricht de politie onder het gezag van de (hoofd)officier van justitie van het Openbaar Ministerie. De officier van justitie kan de betrokken ambtenaren van de politie aanwijzingen geven voor de vervulling van de in de Politiewet bedoelde taken. Wanneer er echter een concrete dreiging is van een aanslag op een object of dienst op een bepaald tijdstip, ligt het primaat en de verantwoordelijkheid bij de hoofdofficier van justitie. Hij informeert ook de burgemeester. Als bij een dergelijke concrete dreiging ook maatregelen getroffen moeten worden in het kader van de openbare orde en veiligheid, dan vallen deze onder het gezag van de burgemeester (bijvoorbeeld het plaatsen van een afzetting). De hoofdofficier en de burgemeester stemmen de te treffen maatregelen af in de gezagsdriehoek. Bij een (dreigende) ramp of crisis meer dan plaatselijke betekenis gaan de betreffende bevoegdheden van de burgemeester over naar de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland. Ook het gezag over de politie ( bewaken en beveiligen). De voorzitter van Veiligheidsregio Zeeland neemt alle bestuurlijke besluiten die van belang zijn. Hij heeft onder meer het gezag over de politie en de diensten van Veiligheidsregio Zeeland. Moedwillig menselijk handelen (in welke vorm dan ook) tegen de bedrijven van een aangewezen sector kan de openbare veiligheid ernstig verstoren. Daardoor valt het al snel onder de definitie van een ramp of crisis conform de Wet veiligheidsregio’s. Ook een dreiging van een ramp of crisis valt daar onder. Een dreiging van een terroristische aanslag tegen een bedrijf van een aangewezen sector is te beschouwen als een dreiging van een crisis van meer dan plaatselijke betekenis. In de praktijk liggen de openbare orde handhavingstaken en de strafrechtelijke handhavingstaken vaak dicht bij elkaar. Het is niet altijd eenvoudig te bepalen of de inzet van veiligheidsmaatregelen om een bepaalde gebeurtenis en de gevolgen daarvan te voorkomen, plaatsvindt in het kader van openbare ordehandhaving of strafrechtelijke handhaving. De burgemeester en officier van justitie beslissen daarom samen over de extra veiligheidsmaatregelen; de korpschef van politie is daarbij betrokken (driehoeksoverleg). Indien er sprake is van een situatie waarin de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland in zijn gezagsfunctie treedt (39 Wvr), neemt hij formeel de functie van de burgemeester in deze driehoek over. Deze driehoek functioneert dan parallel aan het Regionaal Beleidsteam welke dan al is ingesteld. Er kan besloten worden voor gescheiden besprekingen in verband met de vertrouwelijkheid van justitiële c.q. politiële informatie. Bij Koninklijk Besluit (KB) van 14 december 2005 is een tijdelijke herindeling van ministeriële taken vastgelegd bij een terroristische dreiging met een urgent karakter. Om een terroristisch misdrijf te voorkomen of de gevolgen te beperken, heeft de minister van Veiligheid en Justitie bevoegdheden en taken die volgens de wet zijn ondergebracht bij andere ministers. Dit KB heeft tot doel om de minister van Veiligheid en Justitie in ‘acute noodsituaties’ bevoegdheden van andere ministers te laten uitoefenen. Bijvoorbeeld het sluiten van het luchtruim wanneer overleg en afstemming met de minister van Infrastructuur en Milieu niet mogelijk is. Uitoefening van deze doorzettingsmacht zal dus altijd maar voor een kort moment zijn, waarna wordt teruggekeerd naar de ‘normale’ situatie waarin de verantwoordelijkheden bij de ministers weer zijn zoals ze wettelijk zijn toebedeeld. Daarmee kan de minister van Veiligheid en Justitie ook de commissaris van de Koningin, de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland en de burgemeester aanwijzigen geven. Resumé: Als het gaat om een situatie waarin opsporingsbelangen in het geding zijn, heeft de (hoofd)officier van justitie gezag over de politie en kan hij aan de politie de nodige aanwijzingen geven, in het kader van het optreden van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 28 van 143 Zeeuwse verbondenheid
In de lokale gezagsdriehoek stemmen de burgemeester, (hoofd)officier van justitie en de korpschef van politie het beleid over de taakuitvoering van de politie af. Bij een (dreigende) ramp of crisis van meer dan plaatselijke betekenis gaan de betreffende bevoegdheden van de burgemeester over naar de voorzitter van Veiligheidsregio Zeeland. De rol van het RBT laat de rol van de gezagsdriehoek voor de politie onverlet. In de responsfase kan de gezagsdriehoek een functie hebben naast het RBT. De conclusies uit het overleg kunnen worden teruggekoppeld in het RBT. Samenstelling gezagsdriehoek.
De samenstelling van de gezagsdriehoek bestaat uit:
(hoofd)officier van justitie, burgemeester en de korpschef, of (hoofd)officier van justitie, voorzitter Veiligheidsregio Zeeland en de korpschef indien er sprake is van een (dreigende) ramp of crisis van meer dan plaatselijke betekenis.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 29 van 143 Zeeuwse verbondenheid
3.8 Event-ROT en Event-CoPI16 Een ‘Event’ is een planbare situatie (gebeurtenis: bijv. een evenement, bomruiming of demonstratie) die een gewogen risico met zich meebrengt en wordt voorbereid door middel van een Event-opschaling. Een Event-CoPI en/of Event-ROT kan gezien worden als een ‘voorbereid CoPI en/of ROT’. Wanneer een incident of een dreiging werkelijk plaatsvindt kan men overgegaan naar een formeel ingesteld CoPI en/of ROT. De eventuele betrokken gezagsdriehoek kan op verzoek van de gezagsdriehoek of op advies van de TGE, ter advisering, worden uitgebreid . Event-opschaling kan worden toegepast op alle onderdelen van de hoofdstructuur, onderstaand de twee meest voorkomende:
17
Het Event-ROT is verantwoordelijk voor planbare situaties (evenementen, bomruiming, demonstraties, enz.) m.b.t. rampbestrijding en crisisbeheersing. Het Event-ROT wordt ingesteld na advies (na akkoord door burgemeester of voorzitter VRZ) door de (huidige) taakgroep grote evenementen (TGE). 18 19 Het Event-ROT bestaat uit geconsigneerde medewerkers die regulier gepiketteerd zijn Het Event-ROT wordt voorgezeten door een Event afhankelijke voorzitter op advies van de TGE en met toestemming van de burgemeester van de betrokken gemeente en/of voorzitter Veiligheidsregio Zeeland. De voorzitters van het Event-ROT en het Event-CoPI zijn niet persé van dezelfde dienst / organisatie. De samenstelling van het Event-ROT wordt vastgesteld op advies van de TGE en in overleg met de voor het Event aangewezen voorzitter van betreffend Event-ROT. Een vertegenwoordiger van het Event (bijv. organisator evenement) kan (tijdelijk) deel uit maken van het Event-ROT. De basisvereisten crisisbeheersing zijn onverkort van toepassing voor betreffend Event.
20
Het Event-CoPI is verantwoordelijk voor planbare situaties (evenementen, bomruiming, demonstraties enz.) m.b.t. rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het Event-CoPI wordt ingesteld na advies (na akkoord door burgemeester of voorzitter VRZ) door de (huidige) TGE. 21 Het Event-CoPI bestaat uit geconsigneerde medewerkers die niet regulier gepiketteerd zijn. Het Event-CoPI wordt voorgezeten door een Event afhankelijke voorzitter op advies van de TGE (eventueel met toestemming van betrokken burgemeester). Indien er GRIP 2 is geadviseerd en daarmee een Event-ROT dan zijn de voorzitters van het Event-CoPI en het Event-ROT niet persé van dezelfde dienst / organisatie. De samenstelling van het Event-CoPI wordt vastgesteld op advies van de TGE en in overleg met de voor het Event aangewezen voorzitter van betreffend Event-CoPI. Een vertegenwoordiger van bijv. het event kan (tijdelijk) deel uit maken van het Event-CoPI. De basisvereisten crisisbeheersing zijn onverkort van toepassing voor betreffend evenement.
16
De samenstelling van een eventueel GBT of RBT wordt i.o.m. de burgemeester van betrokken gemeente of voorzitter VRZ bepaald De samenstelling (deelnemers) kan afwijken van een regulier ROT. 18 Competentie- en kwaliteitseisen blijven in principe toepassing. 19 Het Event-ROT kan één of meerdere evenementen / incidenten / CoPI(‘s) aansturen. 20 De samenstelling (deelnemers) kan afwijken van een regulier CoPI. 21 Idem 20. 17
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 30 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Samenstelling Event ROT in VRZ.
De samenstelling van het Event-ROT bestaat uit de volgende functionarissen:
Kernbezetting Facultatief Samenstelling Event CoPI in de VRZ.
algemeen commandant brandweerzorg (sectie) algemeen commandant geneeskundige zorg (sectie) algemeen commandant politiezorg (sectie) liaison Defensie algemeen commandant Rijkswaterstaat (water- en scheepvaartzorg) liaison KLPD liaison provincie liaison waterschap liaison openbaar ministerie 22 rijksheren /overige adviseurs liaison(s) van publiek/private organisatie c.q. crisispartners verslaglegger
De samenstelling van het Event-CoPI en bestaat uit de volgende functionarissen:
Kernbezetting Facultatief
22
regionaal operationeel leider (voorzitter) informatiemanager ROT (sectie) voorlichtingsfunctionaris (zie communicatie bevolkingszorg) algemeen commandant bevolkingszorg (sectie)
leider CoPI. voorlichtingsfunctionaris CoPI. informatiemanager CoPI. OvD-bevolkingszorg. OvD-brandweer (brandweerzorg) OvD-geneeskundig (geneeskundige zorg) OvD-politie (politiezorg) OvD-RWS (water- en scheepvaartzorg) liaison Defensie liaison KLPD liaison(s) van publiek/private organisatie c.q. crisispartners liaison (s) overigen / (externe) deskundigen
Informeren commissaris van de Koningin.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 31 van 143 Zeeuwse verbondenheid
deze pagina is bewust leeg gelaten
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 32 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Deel II 4 Processen per discipline 4.1 Inleiding Elke discipline is verantwoordelijk voor verschillende processen in de crisisbeheersing. In dit tweede deel van het crisisplan is de beschrijving per proces opgenomen voor de verschillende disciplines:
bevolkingszorg; brandweerzorg; geneeskundige zorg; politiezorg; waterbeheer en scheepvaartzorg.
Deze beschrijvingen vormen een kader waar binnen de gemeenten en hulpdiensten hun taak uitvoeren tijdens een crisis. In dit deel van het crisisplan staat wie wat gaat doen op het moment dat er een crisis is en wat ze daarvoor hebben geregeld. De ‘hoe’-vraag wordt beantwoord in de individuele draaiboeken van de gemeenten en in handboeken en procedures van de hulpdiensten. Hierna volgt een leeswijzer: een korte toelichting op de wijze waarop alle processen zijn beschreven. Daarna volgt een samenvatting van alle processen binnen de crisisbeheersing. Leeswijzer De beschrijvingen in dit tweede deel zijn opgebouwd volgens een vaste indeling. Alle processen beginnen met een factsheet per discipline. De processen zijn op een zelfde manier omschreven voor de disciplines om eenheid en onderlinge verbanden goed in beeld te brengen. Doel Doelgroep Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Functionarissen
Hier wordt het doel van het proces weergegeven. Voortvloeiend uit het doel wordt de doelgroep helder gemaakt. In dit onderdeel worden de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen het proces omschreven: ´wie doet wat binnen een proces’. Deze taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden in hand- of draaiboeken uitgewerkt in concrete activiteiten, hier kan naar worden gelinkt (digitaal). In dit onderdeel worden de functies weergegeven van de medewerkers die in dit proces werkzaam zijn. Meerdere functies kunnen door één persoon worden uitgevoerd of meerdere personen kunnen één functie uitvoeren. De functies worden in de hand- en draaiboeken uiteengezet en voor gemeenten in taakkaarten, hier kan naar worden gelinkt (digitaal).
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 33 van 143 Zeeuwse verbondenheid
deze pagina is bewust leeg gelaten
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 34 van 143 Zeeuwse verbondenheid
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 35 van 143 Zeeuwse verbondenheid
A. Bevolkingszorg 4.2 Organisatie bevolkingszorg De Zeeuwse gemeenten zijn verantwoordelijk voor de operationele uitvoering van de processen binnen bevolkingszorg. In een opgeschaalde situatie conform de GRIP-regeling neemt de Algemeen Commandant Bevolkingszorg (AC-Bz) vanaf GRIP 2 plaats in het ROT. De AC-Bz stuurt in de warme fase de processen binnen bevolkingszorg aan. Deze processen worden uitgevoerd binnen zes taakorganisaties: communicatie, publieke zorg, omgevingszorg, evacuatie, ondersteuning en informatie. De hoofden van de taakorganisaties sturen de taakorganisaties aan. De functionarissen die binnen bevolkingszorg actief zijn behoren tot het personeelsbestand van de 13 Zeeuwse gemeenten, die deze activiteiten als neventaak naast hun reguliere hoofdtaak uitvoeren.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 36 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.3 Factsheet bevolkingszorg Hoofdproces Communicatie
Proces Pers- en publieksvoorlichting
Verwanteninformatie
Publieke Zorg
Opvang Primaire levensbehoeften
Bijzondere uitvaartzorg
Evacuatie
Verplaatsen mens en dier
Doel Strategisch: Betekenisgeving: duiding, dat wil zeggen duidelijk maken wat de crisis betekent voor de samenleving. Dit is expliciet een taak voor de verantwoordelijk burgemeester: de burgemeester als boegbeeld en burgervader. Operationeel: Schadebeperking: waarschuwen voor dreigende situaties en het voorkomen van materiële, milieu- en of gezondheidsschade of de gevolgen hiervan beperken door het geven van gedrags- en handelingsadviezen / -instructies aan burgers en het verstrekken van communicatie adviezen aan het BeleidsTeam. Informatieverstrekking: feitelijk over situatie, het verloop van het incident, de genomen en de te treffen maatregelen, openbaarmaking, verklaring en toelichting van het beleid van de burgemeester over de bestrijding van de crisis. Het verstrekken van geautoriseerde informatie aan familieleden en verwanten over personen en dieren die door een crisis zijn getroffen. Het opvangen en verzorgen van daklozen, evacués, behandelde gewonden en dieren. Het nemen van maatregelen om voedsel, drinkwater, kleding, geld en medicijnen te verstrekken en tijdelijke huisvesting te regelen. Het treffen van maatregelen in geval van (collectieve/grootschalige) uitval van nutsvoorzieningen, gas- of telecomvoorzieningen. Op zorgvuldige wijze zorg dragen voor bijzondere Bijzondere uitvaartzorg of de rouwverwerking die daarmee gepaard kan gaan. Het nemen van maatregelen ten aanzien van het evacueren van mens en dier. De organisatie en uitvoering van de evacuatie uit een bepaald gebied.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 37 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Hoofdproces Omgevingszorg
Proces Milieubeheer
Ruimtebeheer
Bouwbeheer Informatie (Back Office Informatie)
Centraal Registratie- en Informatie Bureau (CRIB)
Centrale Registratie en Afhandeling Schade (CRAS) Verslaglegging Ondersteuning (Back Office Ondersteuning)
Bestuursondersteuning
Preparatie Nafase
Doel Het nemen van maatregelen met als doel het milieu te beschermen. Hieronder vallen toezicht- en handhavingstaken maar ook afvalverwerkingstaken (waaronder het inzamelen van besmette waren) en andere taken op het gebied van bodembescherming en luchtkwaliteit. Tijdens een ramp of crisis maatregelen nemen voor het beheer van de openbare ruimte van de gemeente. Het gaat om taken op het gebied van openbare verlichting, rioleringen, wegen, water, groen, et cetera. Het waarborgen van een veilige en gezonde bebouwde omgeving. Het nemen van maatregelen ten aanzien van het registreren van de getroffenen. Het verwerven, verwerken, veredelen en verstrekken van de via dit proces verkregen informatie vormt belangrijke input voor het sturend, uitvoerend en ondersteunend (advies) werk binnen de regionale crisisorganisatie. Het verkrijgen van inzicht in de totale omvang van de schade en de registratie en coördinatie van schademeldingen. Tijdige en betrouwbare wijze van verslaglegging in een GBT (GRIP 3) en uit de Teams van Bevolkingszorg. Maatregelen ter ondersteuning van het bestuur. Dit kan gaan om facilitaire en personele ondersteuning, bijvoorbeeld op het gebied van juridische, financiële en protocollaire zaken. Het voorbereiden van maatregelen om na de ramp of crisis zo snel mogelijk terug te keren naar een "genormaliseerde" situatie. Daartoe hoort ook het voorbereiden en primair inrichten van een Informatie en AdviesCentrum (IAC).
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 38 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.4 Taakorganisatie Communicatie Taakorganisatie
Communicatie
Teams
Functionarissen binnen de staf van de Taakorganisatie Communicatie
Hoofd Taakorganisatie Communicatie: maakt deel uit van de staf van de sectie Bevolkingszorg; ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan de Algemeen Commandant Bevolkingszorg; geeft, afhankelijk van de aard en grootte van het incident, leiding aan één of meer Teamleiders binnen zijn of haar Taakorganisatie.
Persvoorlichting Publieksvoorlichting Verwanteninformatie
Teamleider Persvoorlichting, Teamleider Publieksvoorlichting, Teamleider Verwanteninformatie: ontvangen leiding van en leggen verantwoording af aan het Hoofd Taakorganisatie Communicatie; geven leiding aan één of meer Teams binnen de Taakorganisatie Communicatie en zijn verantwoordelijk voor het realiseren van de taakstelling ervan. Afhankelijk van de situatie kunnen taakorganisaties, teams en/of functies gecombineerd worden.
De Taakorganisatie Communicatie als onderdeel van de Sectie Bevolkingszorg richt zich expliciet op de externe communicatie, dat wil zeggen de persvoorlichting en de publieksvoorlichting (incl. verwanteninformatie). De Taakorganisatie Communicatie richt zich niet op de interne communicatie voor direct en indirect betrokken medewerkers van gemeenten, hulpdiensten en samenwerkingspartners bij de bestrijding van een ramp of crisis. De communicatieadviseur in het ROT is degene die op basis van informatie in het ROT aandacht vraagt voor de interne communicatie richting betrokken organisaties, voor zover dit nog niet vanuit de betrokken disciplines zelf wordt aangegeven. Aandachtspunten voor interne communicatie richting medewerkers van alle betrokken disciplines worden via de eigen organisatie op reguliere wijze verwerkt en verspreid.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 39 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Persvoorlichting Team
Persvoorlichting
Doel
Strategisch doel: Betekenisgeving: duiding, dat wil zeggen duidelijk maken wat de crisis betekent voor de samenleving. Dit is expliciet een taak voor de verantwoordelijk burgemeester: de burgemeester als boegbeeld en burgervader. Operationele doelen: Schadebeperking: waarschuwen voor dreigende situaties en het voorkomen van materiële, milieu- en of gezondheidsschade of de gevolgen hiervan beperken door het geven van gedrags- en handelingsadviezen / -instructies aan burgers en het verstrekken van communicatie adviezen aan het BeleidsTeam. Informatieverstrekking: feitelijk over situatie, het verloop van het incident, de genomen en de te treffen maatregelen, openbaarmaking, verklaring en toelichting van het beleid van de burgemeester over de bestrijding van de crisis. Media Via de media kunnen indirect ook de volgende doelgroepen worden bereikt (zie ook onder publieksvoorlichting): getroffenen (gedupeerden) en hun verwanten; mensen in de directe omgeving van het getroffen gebied; belangstellenden. Snelle opbouw van een slagvaardige communicatie waarbij mensen gemobiliseerd worden en goed toegerust aan de slag gaan met communicatieadvisering, omgevingsanalyse en pers- en publieksvoorlichting. Aansluiting op eerdere communicatieactiviteiten richting media en op informatiestroom en -uitwisseling vanuit media via adequate communicatiemiddelen. Open en snelle communicatiekanalen tussen CoPI, ROT, BT en Team Pers- en Publieksvoorlichting met behulp van het Landelijk Crisismanagement Systeem (LCMS) zodat enerzijds informatie vanuit de media die langs de diverse kanalen binnenkomt langs de kortst mogelijke weg het ROT/BT kunnen bereiken en anderzijds alle informatie over besluitvorming en de bestrijding van het incident het Team Pers- en Publieksvoorlichting kan bereiken; Communicatieprofessionals stellen binnen hun mandaat eigenstandig vast welke communicatiemiddelen het meest doeltreffend zijn om de communicatiedoelstellingen te bereiken. Multidisciplinaire samenwerking tussen communicatieprofessionals. Teamleider Persvoorlichting Coördinator Persvoorlichting Geeft persvoorlichters "eerste tekst", laat perscentrum in gereedheid brengen en laat media informeren over organisatie persvoorlichting. Persvoorlichter Is zo snel mogelijk telefonisch beschik- en bereikbaar voor media, verstrekt aangereikte inhoudelijke informatie en verstrekt informatie op procedureniveau en informatie over de stand van zaken van het proces van de bestrijding. Omgevingsanalist Schetst vanuit communicatie-invalshoek een impressie van de buitenwereld en levert dit aan bij Teamleider en plaatst dit in LCMS. Strategisch communicatieadviseur die de liaison is voor de communicatieadviseur
Doelgroep
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Functionarissen binnen het Team Persvoorlichting
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 40 van 143 Zeeuwse verbondenheid
in het GBT/RBT Stemt af met communicatieadviseur in het BT. Kijkt, luistert en bereidt inbreng in BT voor, verwoordt "wat er in het geding is...", wat de voorzitter BT moet doen, moet zeggen, geeft aan wat de communicatiediscipline doet, geeft in grove lijnen de communicatieaanpak weer en geeft aandachtspunten voor de eerste verklaring. Onderhoudt contact met de communicatieadviseur van het ROT, stemt af en zet gezamenlijk de acties uit. Tekstschrijver Schrijft kernboodschappen op basis van aangereikte inhoud (feiten, omstandigheden) die door pers- en publieksvoorlichters kunnen worden gebruikt voor informatie aan de media. Liaison(s) Houdt contact met rampenzender, Nationaal Crisiscentrum (NCC)/Nationaal Voorlichtingscentrum (NVC), provincie, bedrijven. Webredacteur Maakt website gereed voor plaatsen crisisinformatie en plaatst tekst op de website (zo mogelijk inhoudelijke informatie, in elk geval informatie op procedure, proces niveau). Informatiecoördinator Stelt informatie over het incident in LCMS beschikbaar voor de leden van het Team Pers- en Publieksvoorlichting. Legt het handelen van het Team Pers- en Publieksvoorlichting vast in LCMS en stelt indien nodig vragen via LCMS aan andere actiecentra/partijen die bij de calamiteit zijn betrokken.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 41 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Publieksvoorlichting Team
Publieksvoorlichting
Doel Doelgroep
Zie onder Persvoorlichting. Getroffenen (gedupeerden) en hun verwanten Mensen in de directe omgeving van het getroffen gebied Belangstellenden Deze doelgroepen zullen rechtstreeks worden benaderd maar kunnen ook worden bereikt via media (zie onder Persvoorlichting). Zie onder Persvoorlichting.
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Functionarissen binnen het Team Publieksvoorlichting
In aanvulling op de functionarissen in het Team Persvoorlichting, kunnen specifiek voor het Team Publieksvoorlichting worden ingezet: Teamleider Publieksvoorlichting Coördinator Publieksvoorlichting Geeft opdracht om informatie via eigen middelen / kanalen te verspreiden onder getroffenen, betrokkenen, verwanten en belangstellenden, laat telefonistes instrueren, laat webredactie eerste bericht op website plaatsen en laat contact opnemen met Omroep Zeeland Rampenzender, laat activiteiten organiseren voor publiek in verband met steunbetuiging (stille tocht, herdenkingsplaats, publieksbijeenkomst). Publieksvoorlichter Verstrekt getroffenen, betrokkenen, verwanten, belangstellenden en publiek via beschikbare kanalen aangereikte inhoudelijke informatie. Indien nodig kan het publieksinformatienummer van Delta Call Center of van het NCC worden ingezet. Ondersteunt coördinator bij organisatie van activiteiten voor het publiek. Liaison Houdt contact met publieksinformatienummer.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 42 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Verwanteninformatie Team
Verwanteninformatie
Doel
Het verstrekken van geautoriseerde informatie aan familieleden en verwanten over personen en dieren die door een crisis zijn getroffen. Verwanten van slachtoffers Verwanten van mensen die worden opgevangen Eigenaren van (huis) dieren die worden opgevangen Het openstellen van een informatienummer waar verwanten terecht kunnen met hun vragen; Het verwerven van informatie over personen en dieren naar aanleiding van zoekvragen; Het verstrekken van informatie die is geverifieerd en waarvoor toestemming is gegeven door het bevoegd gezag; Het informeren van de familie van de slachtoffers die nog in leven zijn. Teamleider Verwanteninformatie Medewerkers Verwanteninformatie Ontvangen zoekvragen en verstrekken informatie aan familieleden en verwanten over personen en dieren die door een crisis zijn getroffen. Informatiecoördinator Draagt er zorg voor dat het Team voldoende inzicht krijgt in de stand van zaken tijdens de bestrijdingsfase en tijdens de nafase en als informatiebron voor het opstellen van de evaluatie. Verder verzorgt de informatiecoördinator notulen, situatierapportages en een presentielijst.
Doelgroep
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Functionarissen binnen het Team Verwanteninformatie
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 43 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.5 Taakorganisatie Publieke zorg Taakorganisatie
Publieke zorg
Teams
Functionarissen binnen de staf van de Taakorganisatie Publieke zorg
Hoofd Taakorganisatie Publieke zorg: maakt deel uit van de staf van de sectie Bevolkingszorg; ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan de Algemeen Commandant Bevolkingszorg; geeft, afhankelijk van de aard en grootte van het incident, leiding aan één of meer Teamleiders binnen de Taakorganisatie Publieke zorg en de Taakorganisatie Omgevingszorg en de Taakorganisatie Evacuatie. Wanneer de Algemeen Commandant Bevolkingszorg hiertoe besluit, neemt een tweede Hoofd Taakorganisatie Publieke zorg de aansturing van de Teams van de Taakorganisatie Omgevingszorg en/of Evacuatie over.
Opvang Primaire levensbehoeften Bijzondere uitvaartzorg
Teamleider Opvang, Teamleider Primaire levensbehoeften, Teamleider Bijzondere uitvaartzorg: ontvangen leiding van en leggen verantwoording af aan het Hoofd Taakorganisatie Publieke zorg; geven leiding aan één of meer Teams binnen de Taakorganisatie Publieke zorg en zijn verantwoordelijk voor het realiseren van de taakstelling ervan. Afhankelijk van de situatie kunnen taakorganisaties, teams en/of functies gecombineerd worden.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 44 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Opvang Team
Opvang
Doel Doelgroep
Het opvangen en verzorgen van daklozen, evacués, behandelde gewonden en dieren. Een ieder die betrokken is bij een incident of crisis: daklozen; evacués; behandelde gewonden; huisdieren; vee. Inrichten van opvangcentra voor mensen die als gevolg van een crisis hun verblijfplaats moeten verlaten; Het opvangen en verzorgen van deze mensen; Het (laten) inrichten van opvanglocaties voor huisdieren en vee; Het (laten) opvangen en verzorgen van deze dieren. Teamleider Opvang Medewerkers opvangcentra mensen Medewerkers opvangcentra dieren Informatiecoördinator
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Functionarissen binnen het Team Opvang
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 45 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Primaire levensbehoeften Team
Primaire levensbehoeften
Doel
Het nemen van maatregelen om voedsel, drinkwater, kleding, geld en medicijnen te verstrekken en tijdelijke huisvesting te regelen. Het treffen van maatregelen in geval van (collectieve/grootschalige) uitval van nutsvoorzieningen, gas- of telecomvoorzieningen. Evacués of daklozen die moeten worden onderbracht in tijdelijke huisvesting/opvang. Bij algemene verstoring van nutsvoorzieningen: alle binnen het rampgebied aanwezige gedupeerde personen. Zorgdragen voor (her)huisvesting en het verstrekken van voedsel, kleding, geld en medicijnen. Zorgdragen voor (gedeeltelijk) herstellen van energievoorziening Zorgdragen voor distributie van nood(drink)water Teamleider Primaire levensbehoeften Medewerkers Primaire levensbehoeften Informatiecoördinator
Doelgroep
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Functionarissen Team Primaire Levensbehoeften
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 46 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Bijzondere uitvaartzorg Team
Bijzondere uitvaartzorg
Doel
Op zorgvuldige wijze zorg dragen voor bijzondere uitvaartverzorging en/of de (collectieve) rouwverwerking zoals, herdenkingsdiensten, stille tochten en uitvaartdiensten. Slechts in uitzonderlijke gevallen bij grote aantallen doden zal men ook belast zijn met het organiseren van de (nood-) begrafenis. Overledenen Nabestaanden Betrokkenen Hulpverleners Iedere overledene die het slachtoffer is van een zwaar ongeval of ramp is per definitie een niet-natuurlijke dood gestorven. De stoffelijke overschotten worden voor crematie of begraven bij een niet-natuurlijke dood pas vrijgegeven nadat door de Officier van Justitie een verklaring van geen bezwaar tegen begraving of crematie voor het betreffende overledene wordt afgegeven. De stoffelijke overschotten zullen in eerdere instantie geïdentificeerd zijn (taak politie). De rol van de gemeente als verantwoordelijke voor het proces Bijzondere uitvaartzorg speelt zich voornamelijk vanaf dat moment af. Indien mogelijk dient de normale gang van zaken te worden gevolgd waarbij de nabestaanden zelf zorgdragen voor de uitvaart.
Doelgroep
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Functionarissen binnen het proces Bijzondere uitvaartzorg
Het coördineren en faciliteren van het totale proces rondom de uitvaart en/of (collectieve)rouwverwerking. Het - na identificatie van de overledenen door het Landelijke Team Forensische Opsporing (LTFO) of de politie - zorgen voor een juiste registratie. De regie voeren over de organisatie (collectieve)rouwverwerking zoals: condoleanceregisters, een stille tocht of herdenkingsbijeenkomst. Het bij grote aantallen doden organiseren van een (nood-) begrafenis en een (nood-) begraafplaats. Een noodbegrafenis gebeurt op advies van de Regionaal Geneeskundig Functionaris en na overleg met de regionale inspecteur voor de volksgezondheid. Teamleider Bijzondere uitvaartzorg Medewerkers Bijzondere uitvaartzorg Informatiecoördinator
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 47 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.6 Taakorganisatie Evacuatie Taakorganisatie
Evacuatie
Teams
Verplaatsen van mens en dier
Functionarissen binnen de Taakorganisatie Evacuatie
Hoofd Taakorganisatie Evacuatie: maakt deel uit van de staf van de sectie Bevolkingszorg; ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan de Algemeen Commandant Bevolkingszorg; geeft, afhankelijk van de aard en grootte van het incident, leiding aan één of meer Teamleiders binnen de Taakorganisatie Evacuatie. Teamleider Verplaatsen mens en dier: ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan het Hoofd Taakorganisatie Evacuatie. geeft leiding aan één of meer Teams binnen de Taakorganisatie Evacuatie en is verantwoordelijk voor het realiseren van de taakstelling er van. Afhankelijk van de situatie spelen bij een evacuatie meer processen. Vanuit de Taakorganisatie Evacuatie wordt dan de regie geregeld in afstemming met de andere relevante Taakorganisaties en Teams. In bepaalde situaties kan een Evacuatieteam geformeerd worden onder leiding van een Evacuatieleider. Afhankelijk van de situatie kunnen taakorganisaties, teams en/of functies gecombineerd worden.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 48 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Verplaatsen van mens en dier Team
Verplaatsen van mens en dier
Doel
Het nemen van maatregelen ten aanzien van het evacueren van mens en dier. De organisatie en uitvoering van de evacuatie uit een bepaald gebied.
Doelgroep Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Functionarissen binnen het Team Verplaatsen mens en dier
Na een beslissing door het bevoegd gezag moeten ten minste de bewoners voor korte of langere tijd een gebied verlaten. Dit om de mogelijke schadelijke gevolgen van een incident /calamiteit (of dreiging daarvan) zoveel mogelijk te voorkomen en te beperken. Evacuatie betreft dus een door de overheid (al dan niet gedwongen en meestal onder begeleiding) gelaste verplaatsing van groepen personen en dieren. Ook het veiligstellen van bijzondere (kunst)objecten en cultureel erfgoed valt binnen dit proces. Mensen en dieren die in een bepaald gebied (al dan niet tijdelijk) verblijven, evacueren. Advisering over de (on)mogelijkheden van evacuatie in specifieke situaties; Na besluitvorming maatregelen treffen om een evacuatie uit te voeren; Coördinatie van uitvoering maatregelen evacuatie. Teamleider Verplaatsen mens en dier Medewerker Verplaatsen mens en dier Coördineert en begeleidt het proces van evacuatie. Informatiecoördinator Draagt er zorg voor dat het Team voldoende inzicht krijgt in de stand van zaken tijdens de bestrijdingsfase en tijdens de nafase en als informatiebron voor het opstellen van de evaluatie. Verder verzorgt de informatiecoördinator notulen, situatierapportages en een presentielijst.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 49 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.7 Taakorganisatie Omgevingszorg Taakorganisatie
Omgevingszorg
Teams
Functionarissen binnen de Taakorganisatie Omgevingszorg
Hoofd Taakorganisatie Omgevingszorg: maakt, wanneer de Algemeen Commandant Bevolkingszorg hiertoe besluit, deel uit van de staf van de sectie Bevolkingszorg; ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan de Algemeen Commandant Bevolkingszorg; geeft, afhankelijk van de aard en grootte van het incident, leiding aan één of meer Teamleiders binnen de Taakorganisatie Omgevingszorg.
Milieubeheer Ruimtebeheer Bouwbeheer
Teamleider milieubeheer, Teamleider ruimtebeheer, Teamleider bouwbeheer: ontvangen leiding van en leggen verantwoording af aan het hoofd Omgevingszorg; geven leiding aan één of meer Teams binnen de Taakorganisatie Omgevingszorg en zijn verantwoordelijk voor het realiseren van de taakstelling er van. Afhankelijk van de situatie kunnen taakorganisaties, teams en/of functies gecombineerd worden.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 50 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Milieubeheer Team
Milieubeheer
Doel
Het nemen van maatregelen met als doel het milieu te beschermen. Hieronder vallen toezicht- en handhavingstaken maar ook afvalverwerkingstaken (waaronder het inzamelen van besmette waren) en andere taken op het gebied van bodembescherming en luchtkwaliteit. hulpverleners burgers bedrijven grond- en waterbeheerders Het nemen van maatregelen met als doel het milieu te beschermen. Hieronder vallen: toezichts- en handhavingstaken; afvaltaken (waaronder het inzamelen van besmette waren); taken voortvloeiend uit wet- en regelgeving. Teamleider Milieubeheer Medewerkers Milieubeheer Informatiecoördinator(en)
Doelgroep
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Functionarissen binnen het Team milieubeheer
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 51 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Ruimtebeheer Team
Ruimtebeheer
Doel
Tijdens een ramp of crisis maatregelen nemen voor het beheer van de openbare ruimte van de gemeente. Het gaat om taken op het gebied van openbare verlichting, rioleringen, wegen, water, groen, et cetera. Burgers van de getroffen gemeente(n) Beheerders infrastructuur (wegen, spoor, water) Gebruikers infrastructuur (hulpdiensten, transporteurs, particulieren) Grondeigenaren en gebruikers Algemeen Het nemen van maatregelen op het gebied van het beheer van de openbare ruimte van de gemeente. Het betreft taken op het gebied van openbare verlichting, rioleringen, wegen, groen, bodem, etc.
Doelgroep
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Beeldvorming Het in kaart brengen van de gevolgen van het incident in de fysieke leefomgeving om te kunnen bepalen welke maatregelen genomen moeten worden en welke instanties betrokken moeten worden. Het beoordelen van de staat van wegen en openbare ruimten. Het verzamelen van meldingen van apparatuur (rioleringsignalering).
Functionarissen binnen het proces Ruimtebeheer
Beheer openbare ruimte Het zo nodig afsluiten van riolen, met het oog op het vrijkomen van gevaarlijke stoffen. Het ondersteunen bij het gebruik en/of de afzetting van de openbare ruimte. Beheer openbare ruimte (groen, verlichting, etc.). Teamleider Ruimtebeheer Medewerkers Ruimtebeheer Informatiecoördinator(en)
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 52 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Bouwbeheer Team
Bouwbeheer
Doel
Het waarborgen van een veilige en gezonde bebouwde omgeving. Dit door het nemen van maatregelen op het gebied van het beheer van gebouwen. Het gaat hierbij om toezicht- en handhavingstaken op het gebied van bouwregelgeving, maar ook over het beheer van monumenten, cultureel erfgoed, openbare gebouwen, kunstwerken, et cetera. gebouweigenaren en bewoners; beheerders gemeentelijke gebouwen, musea, archieven en monumenten. Algemeen Het nemen van maatregelen op het gebied van het beheer van gebouwen. Het gaat hierbij om toezichts- en handhavingstaken op het gebied van bouwregelgeving, maar ook het beheer van monumenten, cultureel erfgoed, openbare gebouwen, kunstwerken e.d. Het behartigen van de belangen van de gemeente als eigenaar van bouwwerken die schade hebben opgelopen of voor opvang of herstelwerk noodzakelijk zijn. Het nemen van maatregelen voor monumenten en cultureel erfgoed. Het verzorgen van noodmaatregelen om gevaarlijke situaties aan bouwwerken aan te pakken of verdergaande schade te voorkomen (noodsloop, stutten). Het veiligstellen en herstellen van distributienetten voor nutsvoorzieningen en communicatie. Beeldvorming Het in kaart brengen van de gevolgen van het incident voor wat betreft de staat van bebouwing om te kunnen bepalen welke maatregelen genomen moeten worden en welke instanties erbij betrokken moeten worden. Beoordelen bouwkundige staat bouwwerken. Wettelijke basis Woningwet Wabo Monumentenwet Teamleider Bouwbeheer Medewerkers Bouwbeheer Informatiecoördinator(en)
Doelgroep Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Functionarissen binnen het proces Bouwbeheer
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 53 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Taakorganisatie Informatie Taakorganisatie
Informatie
Teams
Centraal Registratie- en Informatie Bureau (CRIB) Centrale Registratie Aangerichte Schade (CRAS) Verslaglegging Hoofd Taakgroep Informatie: maakt deel uit van de staf van de sectie Bevolkingszorg; ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan de Algemeen Commandant Bevolkingszorg; geeft, afhankelijk van de aard en grootte van het incident, leiding aan één of meer Teamleiders binnen de Taakorganisatie informatie.
Functionarissen binnen de Taakorganisatie Informatie
Teamleider CRIB, Teamleider CRAS: ontvangen leiding van en leggen verantwoording af aan het Hoofd Taakorganisatie Informatie. geven leiding aan één of meer Teams binnen de Taakorganisatie Omgevingszorg en zijn verantwoordelijk voor het realiseren van de taakstelling er van. Medewerkers Interne communicatie en Verslaglegging worden niet aangestuurd door een Teamleider. Hun directe aanspreekpunt is het Hoofd Taakorganisatie Informatie. Afhankelijk van de situatie kunnen taakorganisaties, teams en/of functies gecombineerd worden.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 54 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Centrale Registratie en Informatie Bureau (CRIB) Team
CRIB
Doel
Het verzamelen, registreren en verifiëren van alle van belang zijnde persoonsgegevens over getroffenen van een crisis in brede zin. Dit om inzicht te krijgen in de consequenties van de ramp of crisis voor personen of bedrijven en hierover informatie te kunnen verstrekken aan bepaalde belanghebbenden. Slachtoffers Betrokkenen Mensen en dieren die worden opgevangen Registratie van mensen en dieren: het registreren van slachtoffers van een crisis; het registreren van personen en dieren die gebruik maken van de opvangcentra; het opstellen van een lijsten van vermiste personen; het bewerken van verzamelde gegevens ten behoeve van verwanteninformatie. Teamleider CRIB Medewerkers CRIB Informatiecoördinator(en)
Doelgroep
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Functionarissen binnen het proces CRIB
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 55 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Centrale Registratie en Afhandeling Schade (CRAS) Team
CRAS
Doel
Verkrijgen van inzicht in de totale omvang van de schade. Registratie en coördinatie van schademeldingen. Getroffenen met schade Het registeren van schademeldingen die door particulieren en bedrijven of instellingen bij de gemeente worden gedaan. Het registreren en zo mogelijk vaststellen van schade aan gemeentelijke eigendommen. Het registreren van experts en taxateurs en hun opdrachtgevers Het registreren van de schademeldingen en bevindingen van experts en taxateurs, alsmede het aansturen van experts en taxateurs. Zorgdragen voor een quick damage assessment op basis waarvan (nood)reparaties uitgevoerd kunnen worden om onnodige vervolgschade te voorkomen. Teamleider CRAS Medewerkers CRAS Informatiecoördinator(en)
Doelgroep Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Functionarissen binnen het proces
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 56 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Verslaglegging Team
Verslaglegging
Doel
Zorg dragen voor een tijdige, complete en betrouwbare verslaglegging in een GBT (GRIP 3) en het bewaken van de verslaglegging in de achterliggende taakorganisaties/teams Bevolkingszorg. GBT en Teams vallend onder Bevolkingszorg In- en externe evaluatiepartijen Zorg dragen voor een tijdige, complete en betrouwbare verslaglegging
Doelgroep Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Functionarissen binnen het proces
Teamleider Verslaglegging Medewerkers Verslaglegging Informatiecoördinator(en)
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 57 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.8 Taakorganisatie Ondersteuning Taakorganisatie
Ondersteuning
Teams
Functionarissen binnen de Taakorganisatie Ondersteuning
Hoofd Taakorganisatie Ondersteuning: maakt, wanneer de Algemeen Commandant Bevolkingszorg hiertoe besluit, deel uit van de staf van de sectie Bevolkingszorg; ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan de Algemeen Commandant Bevolkingszorg; geeft, afhankelijk van de aard en grootte van het incident, leiding aan één of meer Teamleiders binnen de Taakorganisatie ondersteuning.
Bestuursondersteuning Preparatie Nafase
Teamleider bestuursondersteuning, Teamleider Preparatie Nafase: De Teamleiders ontvangen leiding van en leggen verantwoording af aan het Hoofd Taakorganisatie Ondersteuning. De Teamleiders geven leiding aan één of meer Teams binnen de Taakorganisatie ondersteuning en zijn verantwoordelijk voor het realiseren van de taakstelling ervan. Afhankelijk van de situatie kunnen taakorganisaties, teams en/of functies gecombineerd worden.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 58 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Bestuursondersteuning Team
Bestuursondersteuning
Doel Doelgroep Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Functionarissen binnen Team bestuursondersteuning
Het ondersteunen van het bestuur ten tijde van een ramp of crisis. Bestuur Advisering en ondersteuning op het gebied van juridische, financiële en protocollaire zaken.
Teamleider Bestuursondersteuning Medewerkers Bestuursondersteuning Informatiecoördinator(en)
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 59 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Preparatie Nafase Team
Preparatie Nafase
Doel
Het voorbereiden van maatregelen om na de ramp of crisis zo snel mogelijk terug te keren naar een "genormaliseerde" situatie. Daartoe hoort ook het voorbereiden en primair inrichten van een Informatie en AdviesCentrum (IAC).
Doelgroep
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Functionarissen binnen het proces
In deze fase wordt een (project-) organisatie ingericht voor het halen van bepaalde prestaties c.q. het continueren daarvan. De activiteiten zijn gericht op specifieke behoeften aan nazorg bij de slachtoffers. Deze organisatie bouwt op als de crisisorganisatie afschaalt. Getroffenen Familieleden Hulpverleners / betrokken medewerkers Gemeenteraad (in het kader van de verantwoording) Bedrijven Inzicht krijgen in de omvang en gevolgen van de ramp waarbij in ieder geval aandacht bestaat voor psychosociale, medische, materiële en financiële schade en de wijze waarop deze kan worden hersteld en indien van toepassing vergoed. Het opstellen van een advies, plan van aanpak of projectplan met betrekking tot de Nafase ten behoeve van bestuur en/of management. Het IAC draagt zorg voor: één informatiepunt naar de bevolking het verstrekken van informatie aan betrokkenen het verzamelen van vragen en peilen van gevoelens van bevolking het faciliteren, ondersteunen van organisaties werkzaam in het IAC; bijvoorbeeld RIAGG, Sociale zaken, woningbouwcorporaties. Teamleider Preparatie Nafase Medewerkers Preparatie Nafase Informatiecoördinator(en) Voor het IAC zijn nodig: Teamleider Informatiecentrum Op de juiste tijd, juiste plaats en in de juiste kwaliteit en kwantiteit (ver)werven, verwerken en leveren van personele en facilitaire voorzieningen. Klantmanager Is verantwoordelijk voor de klantcontacten Medewerkers Informatie- en adviescentrum Uitvoeren van de werkzaamheden tot het leveren van personele en facilitaire voorzieningen.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 60 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Informatiecoördinatie Team
Informatie coördinatie
Doel
Vastlegging van gegevens om inzicht te genereren in de stand van zaken tijdens de bestrijdingsfase en tijdens de nafase en als informatiebron voor het opstellen van de evaluatie. Het borgen dat bescheiden, die nodig zijn voor het maken van een reconstructie van de oorzaken, toedracht en bestrijding van de ramp, beschikbaar gesteld kunnen worden. Alle actiecentra van de bij de bestrijding betrokken processen. Alle andere overlegvormen betrokken bij de crisis. Verslagleggen en voortgangsbewaking van de overleggen van de Teams van de hoofd en ondersteunde processen. Delen van alle beschikbare informatie met de Teamleider. Door de Teamleider Informatiemanagement wordt alle beschikbare informatie geverifieerd en aangeboden via een geautomatiseerde weg. Het (achteraf) bewaren van alle gegevens met betrekking tot de ramp of het zwaar ongeval. Teamleider Informatie Coördinatie Informatiemanager Medewerker archivering Verzamelt alle gegevens na verificatie door de Teamleider en archiveert deze; Medewerker LCMS De informatiemanagers zijn zelf verantwoordelijk voor het invoeren van gegevens in LCMS. Deze medewerker controleert het systeem continu en ondersteunt waar nodig.
Doelgroep Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Functionarissen binnen het proces Informatiemanagement
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 61 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Logistieke coördinatie Team
Logistieke coördinatie gastorganisatie
Doel
Doelgroep Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Op de juiste tijd, juiste plaats en in de juiste kwantiteit en kwaliteit personele en facilitaire voorzieningen (ver)werven, verwerken en leveren ten behoeve van de organisatie Bevolkingszorg. Bevolkingszorg Zorg dragen voor facilitaire voorzieningen ten behoeven van de gehele crisisorganisatie, het betreft in ieder geval: starten en werkbaar houden van de reguliere telefoon- en ICT-structuur; instellen en werkzaam houden van audiovisuele middelen; inrichten van de benodigde ruimtes; instellen, werkzaam maken en onderhouden van het noodnet.
Functionarissen binnen het proces Facilitaire Ondersteuning
Maatregelen treffen ten behoeve van het inrichten en beveiligen van de gemeentelijke werklocaties, het betreft in ieder geval: inventarisatie maken van de benodigde ruimte voor de organisatie van de bijzondere en/of grootschalige Bevolkingszorg; inrichten van de benodigde ruimten; ontvangen van de leden van de crisisorganisatie Bevolkingszorg; beveiliging; zorgdragen voor de catering voor de organisatie Bevolkingszorg. Er vindt algemene ondersteuning plaats van de gehele crisisorganisatie Bevolkingszorg. Teamleider Ondersteuning Medewerkers Ondersteuning Algemeen Uitvoeren van de werkzaamheden tot het leveren en onderhouden van algemene ondersteuning. Medewerkers Ondersteuning ICT Uitvoeren van de werkzaamheden tot het leveren en onderhouden van ICT voorzieningen en telefoon. Medewerkers Ondersteuning Facilitair Uitvoeren van de werkzaamheden tot het leveren en onderhouden van facilitaire voorzieningen (inrichting, beveiliging, gastheer/vrouw, beveiliging etc.). Medewerkers Ondersteuning Catering Uitvoeren van de werkzaamheden tot het leveren en onderhouden van catering voorzieningen.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 62 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.9 Functiestructuur bevolkingszorg
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 63 van 143 Zeeuwse verbondenheid
deze pagina is bewust leeg gelaten
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 64 van 143 Zeeuwse verbondenheid
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 65 van 143 Zeeuwse verbondenheid
B. Geneeskundige zorg 4.10 Organisatie geneeskundige zorg Het onderdeel GHOR Veiligheidsregio Zeeland richt zich vooral op de gezondheid van de bewoners en bezoekers van Zeeland. Gezondheid vormt ons kostbaarste ‘bezit’ en we doen al het mogelijke om gezondheidsschade te voorkomen of beperken en gezondheidswinst te bereiken. Dat is de missie van de GHOR en daartoe heeft de overheid een aantal taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden toegewezen Veiligheidsregio Zeeland. Bevoegdheden De burgemeester heeft het opperbevel in geval van een ramp of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. Degenen die aan de bestrijding van een ramp deelnemen, staan onder zijn bevel. In algemene zin kan de burgemeester uit hoofde van zijn opperbevel aan alle instellingen en zorgverleners aanwijzingen geven. Indien nodig kan de burgemeester hierbij gebruik maken van noodbevoegdheden in het kader van de Gemeentewet, zoals het geven van noodbevelen, het vaststellen van noodverordeningen, het toezicht op evenementen en bestuurlijke ophouding. De burgemeester geeft voorts op basis van de Wet Publieke Gezondheid (WPG) leiding aan de bestrijding van een epidemie van een infectieziekte. Hierbij kan hij gebruik maken van specifieke bevoegdheden in het kader van de WPG, alsmede de genoemde noodbevoegdheden in het kader van de Gemeentewet. In geval van een ramp of crisis van meer dan plaatselijke betekenis is niet de individuele burgemeester, maar de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland (tevens korpsbeheerder van politie) bij uitsluiting bevoegd in de betrokken gemeenten toepassing te geven aan de noodbevoegdheden van de burgemeesters. Ten tijde van rampen en crises heeft de directeur GHOR de operationele leiding over de geneeskundige hulpverlening. In voorkomende gevallen zal de directeur GHOR namens de burgemeester of voorzitter v Veiligheidsregio Zeeland, aanwijzingen geven aan de geneeskundige keten. Indien nodig kan de directeur GHOR de burgemeester of voorzitter Veiligheidsregio Zeeland, verzoeken formeel gebruik te maken van zijn noodbevoegdheden. Indien de uitvoering van de geneeskundige hulpverlening of de voorbereiding daarop naar het oordeel van het bestuur Veiligheidsregio Zeeland tekort schiet, treedt het bestuur in overleg met de desbetreffende ketenpartner. De voorzitter Veiligheidsregio Zeeland kan, indien hij geen verbetering constateert, de desbetreffende instelling of zorgaanbieder een schriftelijke aanwijzing geven. Blijft de instelling of zorgaanbieder in gebreke, dan verzoekt de voorzitter de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tegen de desbetreffende instelling of zorgaanbieder de nodige maatregelen te treffen.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 66 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.11 Factsheet Geneeskundige zorg Hoofdproces Spoedeisende Medische Hulpverlening
Proces Triage Behandelen Vervoeren / Verwijzen
Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen
Signaleren getroffenen Bevorderen zelfredzaamheid Verwijzen getroffenen
Publieke gezondheidszorg: 1. Gezondheidsonderzoek
Monitoren Publieke Gezondheid Onderzoek bij groepen Onderzoek individueel surveillance en registratie Beschermende maatregelen Hygiënemaatregelen Isolatie en quarantaine Gezondheidskundige Advisering Gevaarlijke Stoffen Advies Gezondheidsonderzoek na rampen Advisering op het gebied van hygiëne en infectiepreventie
Publieke gezondheidszorg: 2. Infectieziektebestrijding Informatiemanagement
Doel Minimaliseren van ziekte, blijvend letsel en sterfte van ongevalslachtoffers. Het garanderen van snelle en adequate geneeskundige hulp aan gewonden, direct na het ontstaan van een ramp of zwaar ongeval. Hierbij wordt uitgegaan van een keten van samenhangende en georganiseerde geneeskundige handelingen, vanaf het opsporen/redden van gewonden, eerste hulp en transport, tot het moment dat verdere behandeling (in een ziekenhuis) niet meer nodig is. Getroffenen helpen zo snel mogelijk het gevoel van zelfcontrole terug te krijgen: als personen door een plotselinge, levensbedreigende gebeurtenis worden overvallen, wordt een groot beroep gedaan op hun probleemoplossende vaardigheden als ze daarna de draad van hun leven weer op willen pakken. Hoe sneller zij het gevoel van zelfcontrole terugkrijgen, des te groter is de kans op een goede verwerking van de gebeurtenis. Collectieve opvang van getroffenen direct na een incident in gemeentelijke opvangcentra met als doel: bevorderen herstel van het psychische evenwicht van getroffenen vroegtijdige herkenning van verwerkingsstoornissen en het bevorderen van adequate behandeling hiervan identificatie van getroffenen die dringend psychiatrische hulp nodig hebben en deze hulp verlenen of regelen Gezondheidsonderzoek, gericht op het bijdragen aan het herstel van de lichamelijke en psychische gevolgen van degenen die bij een ramp zijn betrokken. Infectieziektebestrijding, gericht op het voorkomen en het beperken van de effecten van besmetting met virussen en bacteriën via lucht, voedsel en lichamelijk contact. Het proces is gericht op: bescherming van de volksgezondheid bij ongevallen of rampen met een gevaar voor mens en milieu, om (extra) gewonden of verergering van letsel te voorkomen het proactief voorkómen van incidenten, het beoordelen van nadelige invloeden op de gezondheid van incidenten door verspreiding via voedsel, drinkwater en leefomgeving en het (laten) treffen van maatregelen
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 67 van 143 Zeeuwse verbondenheid
de beheersing van resterende omgevingsrisico’s / effecten na incident
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 68 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.12 Spoedeisende Medische Hulpverlening (SMH) Doel
Doelgroep Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Operationele fase en functionarissen in de organisatie
Spoedeisende medische hulpverlening Minimaliseren van ziekte, blijvend letsel en sterfte van incidentslachtoffers. Het gaat om het realiseren van snelle en adequate geneeskundige hulp ten behoeve van gewonden direct na het ontstaan van een ramp of zwaar ongeval. Hierbij wordt uitgegaan van een keten van samenhangende en georganiseerde geneeskundige handelingen, vanaf het opsporen/redden van gewonden, eerste hulp en transport tot het moment dat verdere behandeling (in een ziekenhuis) niet meer nodig is. Het proces SMH omvat tijdens incidenten of rampen regie op en coördinatie van: Triage; Behandelen; Vervoeren / Verwijzen. Gewonde slachtoffers en andere betrokkenen bij het proces SMH. Verantwoordelijkheid voor voorbereiding en uitvoering van het proces ligt bij de directeur GHOR. Zorgverlenende instellingen blijven zelf verantwoordelijk voor inhoudelijk medische zorg. Met elke geneeskundige partner is een convenant gesloten om de onderlinge relatie vast te leggen. De GHOR is verantwoordelijk voor coördinatie en regie bij incidenten en rampen van triage, behandelen en vervoeren. Taken, functies en verantwoordelijkheden van de sleutelfuncties zijn omschreven in het Handboek Operationele GHOR Zeeland. Om adequaat te kunnen reageren op (grootschalige) incidenten is een operationele organisatie gewenst die 24 uur per dag en 365 dagen per jaar beschikbaar is. Voor de GHOR betekent dit dat bij elke fase van opschaling functionarissen kunnen worden opgeroepen die een rol hebben bij de bestrijding van het incident, gericht op een goede hulpverlening aan slachtoffers. Naast de reguliere hulpverleners kunnen de volgende sleutelfunctionarissen binnen het proces SMH worden genoemd. Voor deze functies is een operationeel handboek, waarin functie, taken, inzetcriteria en verantwoordelijkheden worden benoemd, beschikbaar. GHOR sleutelfuncties: 1. Directeur Publieke Gezondheid (B) 2. Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg (AC-GZ) 3. Hoofd Informatie Geneeskundige Zorg (HIN) 4. Hoofd Ondersteuning Geneeskundige Zorg (HON) 5. Hoofd Spoedeisende Medische Hulpverlening (HSMH) 6. Hoofd Publieke Gezondheidszorg (HPG) 7. Hoofd Psychosociale Hulpverlening (HPSHOR) 8. Officier van Dienst Geneeskundig (OvDG) (Teamleider SMH) 9. Coördinator Gewonden Vervoer (CGV) 10. Hoofd Gewondennest (HGN) Uitvoerend: 10. Hoofd Meldkamer Ambulancezorg MKA / OVDM e 11. Ambulanceverpleegkundige en – chauffeur 1 ambulance
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 69 van 143 Zeeuwse verbondenheid
12. 13. 14. 15.
Ambulanceverpleegkundige Geneeskundige Combinatie Ambulancechauffeur Geneeskundige Combinatie Medisch Mobiel Team (MMT / vanuit traumacentrum Zuidwest Nederland) Snel Inzetbare Groep ter Medische Assistentie (SIGMA)
Er wordt onder andere gewerkt conform de door het bestuur Veiligheidsregio Zeeland vastgestelde GRIP. Daarnaast gelden de instructies die zijn vastgesteld door de directeur GHOR. Materieel: De regio beschikt over één Geneeskundige Combinatie (GNK-C). Standplaats is Borssele.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 70 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.13 Publieke Gezondheidszorg (PGZ) Doel
Publieke Gezondheidszorg Het proces PGZ richt zich op het creëren van randvoorwaarden op het gebied van:
Gezondheidskundig Advies Gevaarlijke Stoffen Advies Gezondheidsonderzoek na Rampen Advies Hygiëne en Infectiepreventie
Het proces Gezondheidskundige Advisering Gevaarlijke Stoffen is gericht op: -Bescherming van de volksgezondheid bij ongevallen of rampen met een gevaar voor mens en milieu; -Geven van behandelingsadviezen aan hulpverleners en artsen; -Het proactief voorkómen van incidenten op dit terrein en op het beoordelen van nadelige invloeden op de gezondheid tijdens incidenten; -De beheersing van resterende omgevingsrisico’s / effecten na een incident.
Doelgroep Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Operationele fase en functionarissen in de organisatie
Gezondheidsonderzoek: gericht op het bijdragen aan het herstel van de lichamelijke en psychische gevolgen van een ramp bij betrokkenen. Bestaande uit de deelprocessen: -Monitoren Publieke Gezondheid; -Onderzoek bij groepen; -Onderzoek individueel. Dit proces wordt uitgevoerd door de GGD. Ook kan het onderzoek worden uitgevoerd door landelijke instituten, zoals het CGOR van het RIVM. Infectieziektebestrijding bestaande uit de deelprocessen: -Bron en Contactopsporing; -Beschermende maatregelen; -Hygiënemaatregelen; -Isolatie en Quarantaine. Blootgestelde en/of besmette slachtoffers, hulpverleners, omwonenden, burgers in het effectgebied van het incident en andere betrokkenen bij het proces PGZ. Verantwoordelijkheid voor voorbereiding en uitvoering van het proces ligt bij de directeur Publieke Gezondheid. Taken en verantwoordelijkheden tussen GHOR en GGD zijn vastgelegd in convenant en in procesplan PGZ beschreven. Taken, functies en verantwoordelijkheden van de sleutelfuncties zijn omschreven in het operationeel handboek, de 24-uurs bereikbaarheidsovereenkomst GAGS en in het procesplan PGZ. Rampbestrijdingsplan Infectieziekten Als in de regio sprake is van een grootschalige uitbraak van een infectieziekte, of als sprake is van een pandemie, kan het rampbestrijdingsplan infectieziekten (RBPi) in werking treden. Hierin is de aanpak van algemene en specifieke infectieziektebestrijding beschreven. In het RBPi is tevens de rolverdeling tussen GGD en GHOR tijdens opschaling beschreven. In geval van opschaling vanwege een grootschalige uitbraak infectieziekte of pandemie heeft de GHOR tijdens de repressieve fase een coördinerende rol bij beschermende en medische maatregelen en taken als: Isolatie, quarantaine en bewegingsbeperking van grote aantallen mensen Diagnostiek, medicatie en vaccinatie Griepspreekuren
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 71 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Als er sprake is van een bedreiging van de volksgezondheid door een infectieziekteuitbraak, ligt de verantwoordelijkheid in 1e instantie bij de GGD op basis van de Wet PG. Wanneer sprake is van opschaling door (dreiging van) een ziektegolf – waarbij verstoring van de OOV is te verwachten – ligt de verantwoordelijkheid en regie bij de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland op grond van de Wet VR. De directeur Publieke Gezondheid rapporteert en adviseert de voorzitter betreffende de multidisciplinaire geneeskundige hulpverlening. De directeur GHOR is ambtelijk verantwoordelijk voor het verloop van het proces, waarbij de uitvoerende diensten / zorgverleners hun medisch-professionele verantwoordelijkheid blijven behouden. In geval van een multidisciplinaire inzet is de GHOR de link naar de overige diensten die betrokken zijn bij het proces Publieke Gezondheidszorg. Gezondheidskundige Advisering Gevaarlijke Stoffen Bij een calamiteit verzorgt de brandweer meestal de eerste respons. Bij een (milieu)calamiteit betreft dit onder andere het vaststellen van het gevaarsgebied en het nemen van beschermende maatregelen voor de bevolking tegen acuut gevaar. De bestrijding van ongevallen met chemische stoffen wordt door de brandweer uitgevoerd door de Officier van Dienst Brandweer (OvD-B) al dan niet ondersteund door een Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS). De OvD-Geneeskundig (Teamleider Spoedeisende Medische Hulpverlening) is de eerste geneeskundige operationele en coördinerende functionaris met inzicht in en kennis van ongevallen met gevaarlijke stoffen. De OvD-G (Teamleider Spoedeisende Medische Hulpverlening), Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg of directeur Publieke Gezondheid kan zich voor de gezondheidskundige risicobeoordeling, de gezondheidseffecten op zowel korte als lange termijn, en de te nemen maatregelen laten adviseren door de Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen (GAGS). De AGS/MPL (Meet Plan leider)informeert de GAGS over aard en hoeveelheid stof, bronsterkte, meetresultaten en concentraties. Aard van gevaarlijke stoffen 23 Gevaarlijke stoffen worden onverdeeld conform de CBRNE systematiek. Onder de C-categorie vallen ook incidenten met brandbare of explosieve stoffen. Daarnaast zijn er niet-CBRNE rampen te noemen waar de GHOR een rol heeft, bijvoorbeeld extreme weersomstandigheden en uitval van nutsvoorzieningen. Terrorisme Terrorisme heeft gevolgen voor de gehele veiligheidsketen, inclusief de processen Publieke Gezondheidszorg en Informatie indien dit een CBRNE-calamiteit betreft. In het algemeen deel is hierover meer uitgewerkt. Terrorisme vraagt bij uitstek om een multidisciplinaire aanpak. Deze is vastgelegd in een vertrouwelijk mono- en multidisciplinair continuïteitsplan en in vertrouwelijke protocollen. Naast de processen SMH en PsHOR zullen bij (dreiging van) een daadwerkelijke terroristische aanslag het proces PGZ van toepassing zijn omdat niet altijd op voorhand duidelijk is of CBRNE stoffen betrokken (zullen) zijn en onduidelijk is hoe groot de gevolgen voor de vitale infrastructuur (zullen) zijn. Afhankelijk van de categorie van de gebruikte stoffen wordt gesproken van bioterrorisme (stoffen uit B-categorie), chemisch terrorisme (stoffen uit de Ccategorie) of radiologisch/nucleair terrorisme (stoffen uit de R/N categorie).
23
Chemisch, Biologisch, Radiologisch en Nucleair.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 72 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Advisering met betrekking tot terrorisme: verkrijgen van informatie over de dreiging, betrokken stoffen en dergelijke; paraatheid en bijstandsplan regelen (directeur Publieke Gezondheid in afstemming met multidisciplinaire partners, kennisinstituten, ministeries); bewaking van uitvoering en ondersteuning (directeur Publieke Gezondheid bijgestaan door inhoudsdeskundige, kennisinstituut); beoordeling gezondheidseffecten; risicobeoordeling stoffen /effect; advies over te nemen medische en beschermende maatregelen (directeur Publieke Gezondheid bijgestaan door inhoudsdeskundigen, waaronder de GAGS); afhankelijk van de categorie van de gebruikte stoffen: zie de hierboven genoemde adviestaken per C-, B- of RN-categorie. Bescherming hulpverleners Beoordeling van risico’s voor hulpverleners is een essentieel onderdeel. Als het gaat om calamiteiten met gevaarlijke stoffen, staat de eigen veiligheid van hulpverleners voorop. Het gaat hierbij o.a. om het inschatten van de kans op besmetting van hulpverleners en hun materieel door besmette slachtoffers, de aanrijdroute en de afbakening van veilige en onveilige zones. De GAGS adviseert hierover. Communicatie Inhoudsdeskundigen van de GHOR (GAGS), arts infectieziekten en brandweer (WVDdeskundige) adviseren de besluitvormers over risico’s die spelen. Communicatie richting bevolking is dan een belangrijk proces, vooral over de mogelijke gezondheidseffecten en handelingsadviezen. Ook bij andere bedreigingen van de volksgezondheid speelt het verstrekken van informatie een cruciale rol om verwarring of onrust te voorkomen. De publieke voorlichting zal inhoudelijk worden bijgestaan en geadviseerd door de GAGS of arts infectieziekten. Het gaat hierbij om: het geven van informatie en advies over mogelijke gezondheidseffecten door het incident; welke gedragsregels moeten worden gevolgd; advies voor zowel het korte, middel en lange termijn effect; informatieverstrekking bij afschaling over het terugkeren naar de normale situatie. Gezondheidsonderzoek De beslissing over de uitvoering van het gezondheidsonderzoek wordt genomen door de burgemeester. Dit gebeurt bij voorkeur in de repressieve fase, of anders zo snel mogelijk daarna. De directeur Publieke Gezondheidszorg (GHOR en GGD) adviseert het hoogst bevoegd gezag, meestal de burgemeester, of de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland bij grootschalige alarmering, met betrekking tot het doen van gezondheidsonderzoek na een calamiteit. Zij kunnen hierover advies inwinnen bij het Centrum voor Gezondheidsonderzoek bij Rampen (CGOR) en bij de GAGS (Proces Informatie). CGOR kan ook overgaan tot ongevraagde advisering. De GHOR faciliteert eventueel te starten gezondheidsonderzoek en creëert randvoorwaarden hiervoor. De GGD verzorgt het uitvoerende deel van het gezondheidsonderzoek (proces Publieke Gezondheidszorg). Ook kan het onderzoek uitgevoerd worden door landelijke instituten, zoals het CGOR van het RIVM.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 73 van 143 Zeeuwse verbondenheid
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 74 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.14 Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (PsHOR) Doel
Doelgroep
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Psychosociale hulpverlening bij ongevallen en rampen Wanneer personen door een plotselinge (levensbedreigende) gebeurtenis/incident worden overvallen, wordt een groot beroep gedaan op hun probleemoplossende vaardigheden om daarna de draad van hun leven weer op te pakken. Hoe sneller getroffenen het gevoel van zelfcontrole terugkrijgen, des te groter de kans op een goede verwerking van de gebeurtenis. Collectieve opvang van getroffenen direct na een incident in gemeentelijke opvangcentra met als doelen: bevorderen natuurlijk herstel van het psychische evenwicht van getroffenen en bevorderen zelfredzaamheid. Signaleren getroffenen en vroegtijdige herkenning verwerkingsstoornissen en bevorderen van adequate behandeling hiervan Verwijzen getroffenen en identificatie van getroffenen die dringend psychiatrische hulp nodig hebben en deze verlenen of regelen Er zijn twee categorieën te onderscheiden: direct getroffenen: personen die de crisis/ramp hebben meegemaakt (aan den lijve hebben ondervonden) en in een (levens)bedreigende situatie hebben verkeerd; indirect getroffenen: personen die de crisis/ramp niet zelf hebben meegemaakt, maar daar door de relatie met de direct getroffenen – beroepsmatig of anderszins – betrokken of getroffen worden door de ramp. Verantwoordelijkheid voor voorbereiding en uitvoering van het proces ligt bij de directeur Publieke gezondheid. Zorgverlenende instellingen blijven zelf verantwoordelijk voor inhoudelijk psychosociale zorg. Het proces PsHOR is opgedeeld in 3 fasen en wordt tevens genoemd in de Wet Publieke Gezondheid (Wet PG). Naast de GHOR is een belangrijke rol weggelegd voor de GGD. Na de acute fase ligt de verantwoordelijkheid voor de coördinatie tussen de GGz-instellingen bij de GGD. Dit vergt een goede afstemming tussen GHOR en GGD, in het bijzonder als de crisissituatie voorbij is en de verantwoordelijkheden omschakelen naar de reguliere hulpverlening. De directeur Publieke Gezondheid heeft over de taken en de verantwoordelijkheden van GHOR en GGD een convenant afgesloten. Fasen: Acute fase: beslaat de periode direct na de gebeurtenis en duurt in principe niet langer dan 3x24 uur met een verlengingsmogelijkheid tot maximaal 7x24 uur. Na afloop van deze fase worden de opvangteams afgeschaald; 1e Nazorgfase: na sluiting van de (gemeentelijke) opvangcentra wordt het kernteam – na opdracht van de directeur Publieke Gezondheid – belast met de uitvoering van de voortgezette opvang en begeleiding van getroffenen. Deze bestaat vooral uit het organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten voor diverse doel- en taalgroepen en het inschakelen van deskundigen die deze bijeenkomsten begeleiden. In deze periode wordt door het kernteam voorbereidingsmaatregelen getroffen voor overdracht van getroffenen die extra hulp nodig hebben in de nazorgfase. Tijdsduur van deze fase is 2 tot 12 weken. De directeur Publieke Gezondheid neemt in deze fase het initiatief om partijen voor de hulpverlening bij elkaar te roepen en de overdracht van
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 75 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Operationele fase en functionarissen
verantwoordelijkheden naar de reguliere hulpverlening te regelen. Deze activiteiten dienen ingebed te worden in het gemeentelijk proces nazorg. Hierbij heeft de GGD een belangrijke rol. Na afloop van deze fase wordt het kernteam afgeschaald; 2e Nazorgfase: de start van deze fase is afhankelijk van de behoefte van de getroffenen en wordt waar mogelijk al voorbereid. Deze fase kan jarenlang duren. De verantwoordelijkheid ligt bij de GGD.
Organisatie De PsHOR is onder normale omstandigheden een lege organisatie. Wanneer sprake is van een ramp wordt de organisatie opgeschaald in opdracht van de directeur Publieke Gezondheid. In welke mate de opschaling plaatsvindt, is afhankelijk van de aard en omvang van de ramp. Samenwerking Om vorm te geven aan de PsHOR zijn door de directeur Publieke Gezondheid convenanten afgesloten met GGZ instelling “Emergis”. De psychosociale opvang wordt door medewerkers van deze organisaties ingevuld. Sleutelfuncties PsHOR De PsHOR wordt ingevuld door de volgende sleutelfuncties. Taken, functies en bevoegdheden zijn beschreven in de functiespecifieke operationele handboeken. Hoofd Psychosociale Hulpverlening Teamleider Psychosociale Hulpverlening (TPH) Medewerker Psychosociaal Opvangteam (MPO) Medewerker Sectie Ondersteuning PsHOR (MsOT) Capaciteitsbepaling PsHOR Uitgangspunt is één MPO op acht tot tien getroffenen. Een opvangteam bestaat uit één TPH en acht tot tien MPO. Desgewenst kan een MsOT ter ondersteuning van de TPH in het opvangcentrum worden toegevoegd. Elk opvangteam kan maximaal acht uur worden ingezet, waarvan één uur voor briefing en één uur voor overdracht en debriefing afgetrokken dienen te worden. Bij een (zeer) grote groep getroffenen kan ervoor gekozen worden om het aantal hulpverleners per team te verhogen of kunnen meerdere opvangteams worden ingezet. Elk team heeft een eigen TPH en één van de TPH wordt coördinerend leider. Alarmering en bereikbaarheid Een psychosociaal opvangteam is te allen tijde te alarmeren via het Hoofd Psychosociale Hulpverlening. Medewerkers van de organisatie op wie een beroep wordt gedaan stellen zich onmiddellijk beschikbaar, tenzij zwaarwegende omstandigheden dit verhinderen. Het Hoofd Psychosociale Hulpverlening neemt plaats in het Actiecentrum PsHOR; de opvangteams met leider gaan naar de opvangcentra. Nazorg De PsHOR draagt zorg voor de follow-up van de psychische hulpverlening van getroffenen. De uitvoering van deze werkzaamheden wordt in principe in handen gelegd van de reguliere (eerste en tweedelijn) hulpverleningsinstellingen die werkzaam zijn in het gebied waar deze mensen wonen, tenzij dit niet realiseerbaar of gewenst is. Uitgangspunt is dat na de acute fase zo snel mogelijk, de hulpverlening
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 76 van 143 Zeeuwse verbondenheid
wordt ingebed in de reguliere zorg. De nazorg voor Hoofd Psychosociale Hulpverlening, en de leden psychosociaal opvangteam PsHOR wordt verzorgd door de directeuren van de instellingen die ingezet zijn. De TPH heeft tot taak om de MPO tijdens de inzet te begeleiden, te ondersteunen en te zorgen dat zij tijdig worden afgelost. Bij beëindiging van hun inzet, roept de TPH de medewerkers voor een korte evaluatie bijeen. Indien mogelijk wordt deze evaluatie groepsgewijs uitgevoerd, anders vindt een individueel gesprek plaats. Bij een grootschalige inzet worden de MPO en de TPH binnen 5 dagen na het beëindigen van de acute hulpverlening door de Leider Kernteam opgeroepen voor een verplichte groepsgewijze nabespreking. Deze bijeenkomst zal worden ondersteund door 2 hulpverleners met een specifieke deskundigheid die niet betrokken zijn geweest bij de opvang.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 77 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.15 Ondersteuning Doel
Ondersteuning Bij een grote of langdurige inzet, een ramp of een zwaar ongeval ontstaan doorgaans grote en specifieke behoeften. Hierdoor treedt (relatieve) schaarste op, niet alleen bij de bevolking maar ook bij de hulpverlenende diensten. De met de incidentbestrijding belaste diensten en organisaties dragen in principe zelf zorg voor de verzorging van het personeel en de bevoorrading en aanvulling van gebruiks- en verbruiksgoederen. Dit geldt ook voor de aan hen toegevoegde hulp en bijstandverlenende eenheden. Voor een effectieve en efficiënte aanpak van de verzorging en in verband met een mogelijke schaarste is het noodzakelijk dat bij langdurige incidentbestrijdingsacties het proces van verzorging en logistiek wordt gecoördineerd (zie proces Ondersteuning Brandweer). Het proces Ondersteuning onderscheidt ondersteuning op het gebied van facilitaire voorzieningen, personele voorzieningen, informatie voorzieningen en draagt zorg voor zorgcontinuïteit in relatie tot de ziekenhuizen en overige zorginstellingen. Het beschikbaar stellen, beheren, verzorgen en op peil houden van persoonlijke en materiële middelen die noodzakelijk zijn voor het bestrijden van het incident, de ramp of het zware ongeval. Een verbijzondering betreft de verbindingen ten behoeve van informatievoorzieningen en interne communicatie.
Doelgroep Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Operationele fase en functionarissen
Daarnaast draagt het proces Ondersteuning zorg voor continuïteit van zorg. Alle bij de hulpverlening betrokken operationele en bestuurlijke diensten Ziekenhuizen en overige zorginstellingen met betrekking tot continuïteit van zorg De procesverantwoordelijkheid ligt bij de directeur Publieke Gezondheidszorg. Taken bij dit proces zijn o.a.: zorg dragen voor planning, uitvoering en bewaking van de logistieke en facilitaire ondersteuning zoals materiaal, voeding en veiligheidsmateriaal; zorg dragen voor aflossing van het personeel; bijhouden van informatieoverzichten over het aantal gewonden van het gewondenspreidingsplan; acties afstemmen met hoofd meldkamer ambulancezorg; informeren van ziekenhuizen over aard en omvang van het incident, het aantal te verwachten slachtoffers en eventuele behandelprotocollen toezien op alarmering en informatie verstrekking; zorg dragen voor logboeken en rapportages. Bij het proces ondersteuning moet een aantal specifieke activiteiten worden verricht. In de operationele handboeken Teamleider Ondersteuning en Informatie, en de Operationeel Medewerkers Actie Centrum zijn activiteiten, taken en bevoegdheden van operationele functionarissen beschreven.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 78 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.16 Functiestructuur geneeskundige zorg
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 79 van 143 Zeeuwse verbondenheid
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 80 van 143 Zeeuwse verbondenheid
C. Brandweerzorg 4.17 Organisatie brandweer De brandweer is verantwoordelijk voor de operationele uitvoering van de brandweerprocessen. Bij melding van een klein incident wordt de normale uitrukprocedure gevolgd, conform regionale voorschriften. Vanaf dat punt wordt de normale manier van opschalen toegepast. De bevelvoerder geeft leiding aan de bemanning van een basiseenheid (TAS). Hij staat onder directe leiding van een Officier van Dienst (OvD-B). Deze wordt gealarmeerd vanaf middelbrand / ongeval gevaarlijke stoffen. De OvD-B geeft tevens als pelotonscommandant (PC) leiding aan een peloton, dat in ieder geval 4 tankautospuiten omvat. Een peloton is onderdeel van een compagnie die onder leiding staat van een Hoofdofficier van Dienst (HOvD). Deze geeft als compagniescommandant (CC) leiding aan twee pelotons en een ondersteuningspeloton. De Hoofdofficier van Dienst wordt ook vanaf de meldingsclassificatie grote brand gealarmeerd. De HOvD kan tevens zorgen voor de functie van eenhoofdige leiding in het Commandoteam Plaats Incident (CoPI). Bij een (groter) incident met een multidisciplinair karakter of (dreiging van) een ramp zal worden opgeschaald volgens de Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure Zeeland (GRIP). Het CoPI is verantwoordelijk voor het incidentterrein en wat daarbinnen gebeurt. Het effectgebied (emissiegebied) dat zich bij een incident voor kan doen, valt onder het Regionaal Operationeel Team (ROT). In het beheer c.q. op het grondgebied van, private ondernemingen of (semi) overheidsinstellingen kan de brandweer gebruik maken van de eventueel daar aanwezige expertise en/of middelen en/of laat deze waar nodig aanwenden.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 81 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.18 Factsheet Brandweerzorg Hoofdproces Bron- en emissiebestrijding
Proces Brand en effectbestrijding Ongevalbestrijding gevaarlijke stoffen Decontaminatie
Redding
Technische Hulpverlening Redding Search & Rescue (SAR)
Ontsmetting
Ontsmetten mens en dier Ontsmetten voertuigen Ontsmetten infrastructuur
Ondersteuning
Informatiemanagement
Advies gevaarlijke stoffen
Waarnemen en meten
Doel Bij een ramp kan brand ontstaan. Ook kunnen gevaarlijke stoffen vrijkomen. Bestrijding van brand en emissie van gevaarlijke stoffen gaat over het voorkomen van uitbreiding en het terugdringen van de fysische oorzaak en de daarmee samenhangende fysische effecten van een ramp. Hiermee de toename van het aantal slachtoffers en de toename van schade voorkomen of beperken. Het te nemen aantal maatregelen t.b.v. decontaminatie dat in de repressieve fase dient te worden genomen om mens, dier, objecten en omgeving vrij te maken van de besmettende stof (of stoffen), zodanig dat daardoor geen verdere (gezondheid)schade meer kan ontstaan. Hulpbehoevende mensen en dieren zo spoedig mogelijk bevrijden uit levensbedreigende of benarde situaties. Door middel van redding en technische hulpverlening krijgen slachtoffers toegang tot de geneeskundige hulpverleningsketen, waar zo nodig (eerste) hulp geboden wordt. Zoeken en redden naar/van ingesloten of bedolven slachtoffers bij rampen. Het na emissie van chemische, biologische en/of nucleaire stoffen zo spoedig mogelijk ontsmetten van hulpverleners, burgers, dieren, infrastructuur, objecten, hulpverleningsmateriaal en voertuigen om de verdere verspreiding van besmetting te voorkomen of te beperken. Het (multidisciplinair) beschikbaar stellen, beheren, verzorgen en op peil houden van persoonlijke en materiële middelen die noodzakelijk zijn voor het bestrijden van (langdurige) incidenten. Het waarborgen van optimale verbindingen voor de communicatie tussen de eenheden in het veld, de multidisciplinaire operationele organen (CoPI en ROT) en de bestuurlijke organen (GBT of RBT). De brandweer is tevens de beheerder van het sirenenetwerk voor het waarschuwen en alarmeren van de bevolking (WAS). Het verkennen, georganiseerd verzamelen en analyseren van (meet)gegevens en monsters over de aard, ernst en omvang van een gevaartoestand om beslissingen over de veiligheid van de bevolking en de hulpverleners te kunnen nemen. Waarnemen en meten levert feitelijke informatie op waarmee veronderstellingen over de situatie in zowel het bron- als het effectgebied geverifieerd kunnen worden of een beter beeld kan worden opgebouwd. Dit is van groot belang voor de directe bestrijding van het incident en de beleidsbepaling.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 82 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.19 Bron en emissiebestrijding Doel
Doelgroep Brandbestrijding Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden.
Ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden. Decontaminatie Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden.
Bron en emissiebestrijding Het bestrijden van en voorkomen van uitbreiding van een incident waardoor de toename van het aantal slachtoffers en de toename van schade wordt voorkomen of beperkt. Organisaties en personen die betrokken zijn bij het incident (hulpverleners en burgers) Verantwoordelijkheden: De brandweer is procesverantwoordelijke voor bron en emissiebestrijding in samenwerking met de Politie, GHOR en gemeenten. Taken: e De OvD-B bepaald in 1 instantie hoe en of bij een incident (hoger dan middel incident) wordt opgeschaald. Leider CoPI neemt daar waar nodig de algemene operationele leiding over. Zij coördineren de operationele processen in het bron gebied (plaats incident) en de taken van de respectievelijke leden van het CoPI. De brandweer is proces verantwoordelijke met als taak uitbreiding voorkomen en het bestrijden en beperken van de bron. In het beheer c.q. op het grondgebied van private ondernemingen of (semi) overheidsinstellingen maakt de brandweer gebruik van de eventueel daar aanwezige expertise en/of middelen, of laat deze waar nodig aanwenden. Daar waar private ondernemingen of (semi) overheidsinstellingen beschikken over eigen rampen/incident/noodplannen en of procedures/instructies of i.d. (verplicht bij alle BRZO bedrijven) moeten deze zijn afgestemd met de Veiligheidsregio Zeeland. O.a. wie vanuit deze private ondernemingen of (semi) overheidsinstellingen zitting hebben in het CoPI. Leider CoPI zorgt tevens voor de benodigde informatie naar het Regionaal Operationeel Team (ROT) e.e.a. afhankelijk van het GRIP niveau. Het inzetten van de beschikbare middelen op een dusdanige wijze, dat binnen aanvaardbare risico’s, dit efficiënt, veilig en doeltreffend gebeurt. N.B. Per GRIP situatie en aard incident kan de samenstelling van het CoPI verschillen. (aanvulling van de vastgestelde staf, met externe deskundigen of liaisons). Emissiebestrijding buiten het brongebied van een incident valt onder verantwoording van het Regionaal Operationeel Team (ROT). Bevoegdheden: E.e.a. volgens artikel 25 van de Wet op de Veiligheidsregio’s en het besluit Veiligheidsregio’s. Idem als boven.
Verantwoordelijkheden: De brandweer is procesverantwoordelijke voor bron en emissiebestrijding in samenwerking met de Politie, GHOR en gemeenten. Taken: De Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) adviseert de OvD-B bij incidenten met
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 83 van 143 Zeeuwse verbondenheid
gevaarlijke stoffen of het vermoeden daarvan. De OvD-B bepaalt of het regionaal meetplan wordt opgestart. Het advies van de AGS is hierbij de doorslaggevende factor. Wanneer tot het starten van een regionaal meetplan wordt overgegaan, wordt automatisch opgeschaald naar GRIP 2 (dit is vastgelegd als starttrigger in de GRIP regeling). Let op! De AGS kan op verzoek van de operationele leiding ook metingen laten verrichten in en om het brongebied zonder het in werking stellen van het regionaal meetplan. Bedrijven met een hoog risicoprofiel (b.v. BRZO bedrijven) melden zich na ontdekken van een incident op eigen terrein bij de GMK met een alarmfase en een incident classificatie (brand, ongeval, emissie gevaarlijke stoffen e.d). Deze melding geeft een indicatie over de vorm en de omvang van een incident. De inzet van de brandweer wordt hierop afgestemd. Bestrijding van brand en emissie van gevaarlijke stoffen behelst het voorkomen van uitbreiding en het terugdringen van de fysische oorzaak en de daarmee samenhangende fysische effecten van een ramp (Handboek Voorbereiding Rampenbestrijding, juni 2003). Bij een GRIP incident op de Westerschelde wordt onder leiding van de Brandweer dan wel de volgens de GRIP procedure optredende leidinggevende het incident bestreden e.e.a. volgens het rampenbestrijdingsplan Westerschelde. In de toekomst wordt dit uitgebreid naar alle deltawateren.
Functionarissen
Bevoegdheden: E.e.a. volgens artikel 25 van de Wet op de Veiligheidsregio’s en het besluit Veiligheidsregio’s. AGS OvD Brandweer HOvD Brandweer Leden CoPI
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 84 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.20 Redding Doel
Doelgroep Technische hulpverlening Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden.
Redding Hulpbehoevende mensen en dieren zo snel mogelijk bevrijden uit levensbedreigende of benarde situaties en in veiligheid brengen. Door middel van redding en technische hulpverlening krijgen slachtoffers toegang tot de geneeskundige hulpverleningsketen, waar (eerste) hulp geboden wordt. Zoeken en redden naar/van ingesloten of bedolven slachtoffers bij rampen. Organisaties en personen die bij dit proces betrokken zijn.(slachtoffers) Verantwoordelijkheden: De Brandweer is procesverantwoordelijke voor redding in samenwerking met de GHOR. Taken: Voor zover noodzakelijk, (wordt voordat met het proces redding wordt begonnen), stabiliseert de brandweer de situatie en maakt het incidentterrein toegankelijk en begaanbaar voor de overige hulpverleners. Dit kan de voorwaarden scheppen voor een snelle bron en effectbestrijding en mogelijke geneeskundige hulpverlening. De brandweer stelt vast wanneer andere hulpverleners zich in het “onveilige” gebied mogen begeven.
Redding Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden.
Bevoegdheden: E.e.a. volgens artikel 25 van de Wet op de Veiligheidsregio’s. en het besluit Veiligheidsregio’s. Verantwoordelijkheden: De Brandweer is procesverantwoordelijke voor redding in samenwerking met de GHOR. Taken: Het proces redding dient gezamenlijk en in samenwerking tussen de brandweer en de geneeskundige kolom te gebeuren. De reddingscapaciteit van de brandweer (uitgedrukt in het aantal gewonden dat per uur kan worden bevrijd) wordt afgestemd op de eerste hulpcapaciteit van de GHOR (uitgedrukt in het aantal gewonden aan wie per uur de benodigde eerste levensreddende medische hulp kan worden verleend, inclusief het voor vervoer gereed maken). Het opsporen, redden/bevrijden en in veiligheid brengen van slachtoffers. Het zo nodig uitvoeren van levensreddende handelingen. Het overdragen van de slachtoffers aan de GHOR.
Search and Rescue Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden.
Bevoegdheden: E.e.a. volgens artikel 25 van de Wet op de Veiligheidsregio’s. en het besluit Veiligheidsregio’s. Verantwoordelijkheden: De Brandweer is procesverantwoordelijke voor redding in samenwerking met de GHOR/politie/reddingsbrigade/reddingshondenteams. Voor search en rescue op de Zeeuwse wateren ligt de verantwoordelijkheid bij de Kustwacht. Hiertoe is een convenant afgesloten tussen de VRZ en de Kustwacht. Taken:
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 85 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Het gecoördineerd zoeken, bevrijden en redden naar/van ingesloten of bedolven slachtoffers bij incidenten en rampen. Redding en technische hulpverlening omvatten alle maatregelen in de repressieve fase die genomen worden om mens en dier uit benarde omstandigheden te bevrijden en het omgevingsgevaar te beperken.Bij een GRIP incident op de Westerschelde wordt onder leiding van de Brandweer dan wel de volgens de GRIP procedure optredende leidinggevende het incident bestreden e.e.a. volgens het rampenbestrijdingsplan Westerschelde. In de toekomst wordt dit uitgebreid naar alle deltawateren.
Functionarissen
Bevoegdheden: E.e.a. volgens artikel 25 van de Wet op de Veiligheidsregio’s en het besluit Veiligheidsregio’s. AGS OvD Brandweer HOvD Brandweer Leden CoPI OvD GHOR
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 86 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.21 Ontsmetten Doel
Doelgroep Mens en dier Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden.
Ontsmetten Het zo spoedig mogelijk ontsmetten van hulpverleners, burgers, dieren, infrastructuur, objecten, hulpverleningsmateriaal en voertuigen om de verdere verspreiding van chemische, biologische en/of nucleaire besmetting te voorkomen of te beperken. Alle besmet geraakte mensen en dieren, alle objecten, voertuigen, hulpverleningsmaterieel en infrastructuur. Verantwoordelijkheden: De Brandweer is procesverantwoordelijke voor ontsmetten. Deze verantwoording bestaat uit de volgende onderdelen: De brandweer stelt door middel van waarnemen en meten de omvang van het besmette gebied vast en wat en wie er is besmet (zie informatie management). De brandweer is verantwoordelijk voor het behandelen (decontamineren) van uitwendige besmetting bij mens en dier. Dat door de te nemen maatregelen geen uitbreiding op welke wijze dan ook van het besmette gebied plaats vindt. Taken: Inrichten van ontsmettingscentra waar georganiseerde ontsmetting kan plaats vinden, eventueel met ondersteuning en bijstand van het CBRNE peloton van de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond uit andere regio’s of bijstand vanuit Defensie. (Mede)Vaststellen van aard en omvang van de besmetting. Verzamelen/opvang van besmette (afval)producten. (kleding, water e.d.) om te voorkomen dat besmetting zich uit kan breiden. N.B. -Uitgangspunt bij ontsmetting van mensen is dat de betrokkenen niet gewond zijn. Als dit wel het geval is, wordt per individu beoordeeld of medische hulpverlening voorrang krijgt boven ontsmetting. -De AGS is in grote mate leading bij de uitvoering van dit proces. -Grootschalige ontsmetting vindt meestal plaats bij opschaling naar minimaal GRIP 2 niveau. Grootschalige ontsmetting van de bevolking kan op twee manieren worden uitgevoerd: - De bevolking wordt geadviseerd zich thuis te douchen en de kleding te reinigen; - Er vindt georganiseerde ontsmetting in ontsmettingscentra plaats (CBRNE peloton van de brandweer). Bij een laag besmettingsniveau wordt meestal gekozen voor de eerste optie, bij een hoger besmettingsniveau voor de tweede. Onderstaande tabel geeft de voor- en nadelen weer. Locatie Voordelen Nadelen Thuis ontsmetten Uitsluitend voorlichting Risico nodig voortduring/uitbreiding besmetting Belasting van waterschappen en rioolnetwerk met mogelijk besmet water.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 87 van 143 Zeeuwse verbondenheid
In centra ontsmetten
Ontsmetten voertuigen Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden.
De mate van individuele besmetting kan worden vastgesteld. Efficiencyvoordelen door schaalomvang. Eventueel noodzakelijk individueel medisch traject kan worden bepaald. Mogelijkheden voor koppeling overige zorgtaken. Tegengaan van verdere verspreiding van besmetting.
Omvangrijke organisatie. Collectiviteit kan weerstanden oproepen. Ook ‘persoonlijke bezittingen’ en huisdieren moeten ontsmet worden. Dit kan een obstakel vormen in de behandeling. Etnische verschillen kunnen problemen opleveren (bijv. apart douchen). Goede voorlichting is noodzakelijk om genoemde bezwaren te overwinnen. Afvoer van besmet product en daarbij behorende vervoersmogelijkheden. 3-Afvoeren afvalproducten door de ontsmetting. Bijv besmet afvalwater moet opgevangen worden zodat geen besmetting plaatsvindt van riolering, bodem en oppervlaktewater. De AGS maar ook waterschappen en rioolzuivering spelen hierbij een belangrijke rol. Dit komt terug in het proces beheer waterkwaliteit en kwantiteit. Informatie-uitwisseling met het team omgevingszorg (Bevolkingszorg) is nodig. 4-Afhankelijk van de beschikbare tijd en voorbereiding worden in de ontsmettingscentra gescheiden behandelzones voor verschillende categorieën slachtoffers gecreëerd. Bevoegdheden: E.e.a. volgens artikel 25 van de Wet op de Veiligheidsregio’s en het besluit Veiligheidsregio’s. Verantwoordelijkheden: De Brandweer is procesverantwoordelijke voor het ontsmetten van voertuigen. Deze verantwoording bestaat uit de volgende onderdelen. De brandweer stelt door middel van waarnemen en meten de omvang van het besmette gebied vast en wat er is besmet. (zie informatiemanagement) De brandweer is verantwoordelijk voor het behandelen (decontamineren) van besmetting van de bij de inzet betrokken voertuigen en materieel vanaf de uitgangstelling tot op het rampterrein. Idem voor alle overige aanwezige voertuigen. Idem voor de infrastructuur in het brongebied. Dat door de te nemen maatregelen geen uitbreiding op welke wijze dan ook van het besmette gebied plaats vindt. Taken: Inrichten van ontsmettingslocaties voor hulpverleningsmaterieel door speciale teams (ter plaatse geformeerd) op de uitgangsstelling of in het rampterrein. Ontsmetting van voertuigen gebeurt door het inrichten van ‘wasstraten’ of vergelijkbare voorzieningen. Op de grens van besmet/onbesmet gebied kan door materieelruil een roulatiesysteem worden opgezet, waardoor niet voortdurend (alles) hoeft te worden ontsmet. Bij ontsmetten van infrastructuur moet worden voorkomen dat bij gebruik van vloeibare ontsmettingsmiddelen verdere besmetting van water en bodem kan plaatsvinden.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 88 van 143 Zeeuwse verbondenheid
N.B. 1-Het CoPI heeft de leiding bij het ontsmetten van burgers en hulpverleners in het brongebied; het ROT stuurt het ontsmetten in het effectgebied aan. De brandweer verleent materiële en logistieke ondersteuning. 2-Het eerstelijns OGS optreden wordt uitgevoerd door een tankautospuit 3-De ontsmettingseenheid (OE) (decontaminatie-unit en tankautospuit) wordt ingezet voor het ontsmetten van hulpverleners en kleine aantallen slachtoffers. Eventueel wordt bijstand geleverd door soortgelijke eenheden uit andere regio’s. 4-Grootschalige burgerontsmettingen worden uitgevoerd door het CBRNE* peloton van de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond (steunpunt regio), onder leiding van de OvD CBRNE. 5-Uitvoering van de ontsmetting van de bevolking wordt uitgevoerd na advies van de GAGS van de GHOR en de AGS brandweer, deze stemmen onderling af over de inzet. De gemeente verzorgt de communicatie via het proces pers- en publieksvoorlichting. Voor een succesvolle uitvoering van dit proces is het van belang besmette mensen en/of dieren zo spoedig mogelijk te isoleren en het effectgebied (hermetisch) af te sluiten. Al het ingezette personeel, materiaal en materieel, maar ook burgers, slachtoffers (en dieren) moeten bij het verlaten van een als besmet bestempeld gebied ontsmet worden. Ontsmetting van hulpverleningsmaterieel is essentieel, alleen dan is een goederenstroom mogelijk tussen besmet en onbesmet gebied zonder verdere besmetting. Na emissie van chemische, biologische of nucleaire stoffen kunnen hulpverleners, burgers, dieren, infrastructuur, objecten, hulpverleningsmateriaal en voertuigen besmet zijn geraakt met één van deze gevaarlijke stoffen. Om de dreiging van de gevaarlijke stof voor de slachtoffers en hun omgeving weg te nemen, is ontsmetten noodzakelijk. Bij inzet van eenheden (zoals het gaspakkenteam) voor het stabiliseren van een ongevalsituatie vindt ontsmetting van de hulpverleners plaats. Het onderdeel ontsmetten van mens en dier omvat zowel de kleinschalige ontsmetting van hulpverleners, alsook de grootschalige ontsmetting van burgerslachtoffers. Bij een ontsmetting in het beheer c.q. op het grondgebied van private ondernemingen of (semi) overheidsinstellingen kan de brandweer gebruik maken van de eventueel daar aanwezige expertise en/of middelen, of laat deze waar nodig aanwenden. In 2009 is een landelijk Protocol Grootschalige Burgerontsmetting verschenen, dat aansluit op het werkproces van het CBRN ondersteunings-peloton. Grootschalige ontsmetting van de infrastructuur en eventuele bijstand aan het CBRN-peloton wordt verleend door het 101e NBCverdedigingsscompagnie van het Ministerie van Defensie. Het CBRNE peloton is gestationeerd op het district Eilanden (Goeree-Overflakkee) van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Deze regio is één van de zes landelijke CBRNEsteunpuntregio’s en levert zijn expertise o.a. aan de regio Zeeland.
Ontsmetten infrastructuur Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden. Functionarissen
Bevoegdheden: E.e.a. volgens artikel 25 van de Wet op de Veiligheidsregio’s. en het besluit Veiligheidsregio’s. Idem als boven.
AGS; OvD Brandweer; HOvD Brandweer; Leden CoPI;
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 89 van 143 Zeeuwse verbondenheid
GAGS-GHOR OVD CBRNE.
4.22 Informatiemanagement Doel
Doelgroep Waarnemen en meten, Advies Gevaarlijke Stoffen Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden.
Informatiemanagement Het verkennen, georganiseerd verzamelen en analyseren van (meet)gegevens en monsters over de aard, ernst en omvang van een incident om beslissingen over de veiligheid van de bevolking en de hulpverleners te kunnen nemen. Informatiemanagement valt voor brandweerzorg uiteen in: Advies Gevaarlijke Stoffen; Meetplanorganisatie (waarnemen en meten). De organisaties en personen die bij dit proces betrokken zijn. Verantwoordelijkheden: De Brandweer is procesverantwoordelijke voor waarnemen en meten. Waarnemen en meten is een taak van de brandweer (Wet op de Veiligheidsregio’s 2010 artikel 25); Meetploegen worden geleverd door de brandweer. Taken: De AGS informeert en adviseert de HOvD, of via de OvD-B het CoPI t.a.v. het brongebied. De adviezen van de AGS betreffen de gevaarlijke stoffen in het brongebied; Bij effecten buiten het brongebied wordt het actiecentrum WVD in het RCC opgestart onder leiding van de WVD deskundige. De WVD deskundige adviseert via/met de AC brandweer (algemeen commandant) het Regionaal Operationeel Team. De WVD deskundige werkt samen met de leider meetplanorganisatie. De leider meetplanorganisatie stuurt de meetplanorganisatie aan; De adviezen van de WVD deskundige betreffen; Het in werking stellen van het regionaal meetplan en het inzetten van één of meerdere meetploegen ter plaatse; Het verkennen van de gevarenzone; Het interpreteren van de verkregen gegevens en het adviseren over de mogelijkheden om de gevolgen te beperken, inclusief het initiëren voor het waarschuwen en alarmeren van de bevolking wordt uitgevoerd door de leider meetplanorganisatie; De leider meetplanorganisatie bepaalt het aantal meetploegen, meetlocaties, de te gebruiken meetapparatuur en de mogelijke ontmoetingspunten met de gaswolk. Hij verstrekt ook, indien nodig, aanvullende meetopdrachten. N.B. De informatie van het waarnemen en meten levert de input voor de analyse van de situatie zowel ter plaatse (brongebied) en bij ongevallen met gevaarlijke stoffen ook in het effectgebied. Als het regionaal meetplan wordt opgestart, wordt automatisch opgeschaald naar GRIP 2 (starttrigger uit de GRIP regeling). Inzet van meetploegen leidt niet altijd tot opstarten van het regionaal meetplan. Gevaarlijke stoffen kunnen zich snel verspreiden, daarom zijn waarnemen en meten zeer belangrijk tijdens de eerste fase van de hulpverlening. Bij rampsituaties en ongevallen is het belangrijk snel de beschikking te hebben over
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 90 van 143 Zeeuwse verbondenheid
informatie over de gevaartoestand zodat de nodige maatregelen getroffen kunnen worden. Dit gebeurt in de vorm van waarnemen en meten door gespecialiseerde meetploegen van de brandweer. De WVD deskundige en de leider meetplanorganisatie geven advies met betrekking tot het meetproces en de te nemen maatregelen.
Functionarissen
Bevoegdheden: E.e.a. volgens artikel 25 van de Wet op de Veiligheidsregio’s en het besluit Veiligheidsregio’s. AGS. OvD Brandweer. HOvD Brandweer. Leden CoPI. GAGS-GHOR. Leider meetplanorganisatie (AGS). Gemeentelijke dienst milieuzaken. WVD deskundige, tevens stralingsdeskundige WVD meetploegen Optioneel: Externe deskundigen (RIVM, nationaal meetnet radioactiviteit, voedsel en waren autoriteit. 101 NBC compagnie (Defensie) Informatiemanagers CoPI en ROT
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 91 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.23 Ondersteuning Doel
Doelgroep Persoonlijke en materiële middelen Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden.
Ondersteuning Het (multidisciplinair) beschikbaar stellen, beheren, verzorgen en op peil houden van persoonlijke en materiële middelen die noodzakelijk zijn voor het bestrijden van (langdurige) incidenten. Aanvullend doel is het waarborgen van optimale verbindingen voor de communicatie tussen de eenheden in het veld, de multidisciplinaire operationele organen (CoPI en ROT) en Gemeentelijk Beleidsteam (GBT), dan wel het Regionaal Beleids Team (RBT). Alle bij de hulpverlening betrokken operationele en bestuurlijke diensten. Verantwoordelijkheden: De Brandweer is procesverantwoordelijke voor het multisdisciplinair verstrekken van persoonlijke en materiële middelen bij langdurige gootschalige inzetten. N.B. De bij de rampenbestrijding betrokken diensten en organisaties zijn zelf verantwoordelijk voor verzorging van het personeel en materieel voor de eerste uren. Wanneer deze hier niet (meer) toe in staat zijn, dan kan hiervoor een beroep worden gedaan bij het Regionaal Operationeel Team (ROT). Taken: Na opschaling tot het ROT wordt de logistiek en verzorging gecoördineerd en georganiseerd vanuit het actiecentrum brandweer in samenwerking met de andere actiecentra. De teamleider logistiek (OvD-B) in het actiecentrum brandweer draagt zorg voor; het maken van een analyse van de informatie uit het operationeel beeld-, oordeels- en besluitvormingsproces. Deze analyse vormt de basis van het op te stellen verzorgingsplan met daarin opgenomen: beleid, het benodigde personele en materiële potentieel, inzetplan voor de verzorging en logistiek. afstemming met en informeren van de operationele centra en het ROT (voortgangsrapportage en de registratie) met betrekking tot de logistiek. het beschikbaar krijgen, inzetten en instrueren van het benodigde personele en materiële potentieel. het aangeven van de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen, de aan- en afvoerroutes en distributiepunten; het verstrekken van richtlijnen betreffende de uitvoeringscoördinatie.
Waarschuwen, alarmering bevolking Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden.
Bevoegdheden: E.e.a. volgens artikel 25 van de Wet op de Veiligheidsregio’s en het besluit Veiligheidsregio’s. Verantwoordelijkheden: De Brandweer is procesverantwoordelijke voor het waarschuwen en alarmeren van de bevolking. Taken: De brandweer is de beheerder van het sirenenetwerk voor het waarschuwen en alarmeren van de bevolking (WAS) en draagt zorg voor goede en efficiënte werking en aansturing hiervan. Bevoegdheden: E.e.a. volgens artikel 25 van de Wet op de Veiligheidsregio’s en het besluit
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 92 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Verbindingen Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden.
Veiligheidsregio’s. Verantwoordelijkheden: Veiligheidsregio Zeeland is procesverantwoordelijke voor het regelen en onderhouden van de verbindingen tussen het CoPI en het ROT. De brandweer kan hier een bijdrage aan leveren. Als reguliere telefoonverbindingen uitvallen, wordt teruggevallen op het Nationaal Noodnet en satellietcommunicatie. Veiligheidsregio Zeeland is verantwoordelijk voor de interdisciplinaire verbindingen. Verder is iedere dienst verantwoordelijk voor zijn eigen verbindingen. Taken: De verschillende disciplines blijven zelf verantwoordelijk voor het onderhouden en in stand houden van hun eigen interne verbindingen. Veiligheidsregio Zeeland kan ondersteuning bieden bij het in stand houden van interne en openbare telefoonnetten, bij aansluitingen op het Nationale Noodnet en het onderhouden van draadloze verbindingen met de Commando Haakarmbak (COH) en de verbindingswagens met eenheden in het veld en het ROT. De gemeente is verantwoordelijk voor de communicatiemiddelen voor de gemeente. N.B. Bij het opschalen van de rampenbestrijdingsorganisatie schalen ook de verbindingen mee op. Naast communicatie tussen de leidinggevenden en eenheden in het veld zal ook de communicatie tussen de verschillende organen zoveel mogelijk gegarandeerd moeten worden. Vanaf GRIP 1 wordt voor het CoPI de Commandohaakarmbak en de Verbindings- en Commandowagen (VC) ingezet. Omdat doorgaans een lange voorbereidingstijd nodig is om logistieke processen op te starten, moet hier in een vroeg stadium aandacht aan worden geschonken door de leidinggevende in het veld. Onderlinge bijstand bij bevoorrading kan noodzakelijk zijn. Denk hierbij aan het gezamenlijk verstrekken van drank en voedsel aan het ingezette personeel. Voor een effectieve en efficiënte aanpak van de verzorging en in verband met een mogelijke schaarste is het noodzakelijk dat bij langdurige incidenten het proces van verzorging en logistiek wordt gecoördineerd. Het proces ondersteuning onderscheidt personele en materiële voorzieningen
Functionarissen
Bevoegdheden: E.e.a. volgens artikel 25 van de Wet op de Veiligheidsregio’s en het besluit Veiligheidsregio’s. AGS OvD Brandweer HOvD Brandweer Leider CoPI OvD GHOR Teamleider Logistiek brandweer OvD meldkamer Communicatie adviseurs VRZ Informatiemanagers CoPI en ROT
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 93 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.24 Functiestructuur brandweerzorg
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 94 van 143 Zeeuwse verbondenheid
deze pagina is bewust leeg gelaten
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 95 van 143 Zeeuwse verbondenheid
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 96 van 143 Zeeuwse verbondenheid
D.
Politiezorg
4.25 Organisatie politie De politie is verantwoordelijk voor de operationele uitvoering van de politieprocessen. Vanuit haar wettelijke taak is de politie verantwoordelijk voor de voorbereiding op en de uitvoering van haar taken in de drie domeinen: openbare orde, rampenbestrijding en grootschalige justitiële opsporing. De politietaken zijn onderverdeeld in de hoofdprocessen: mobiliteit, bewaken en beveiligen, ordehandhaving, handhaven netwerken, opsporing, opsporingsexpertise en speciale interventies. Deze hoofdprocessen kunnen ondersteunend zijn aan andere processen die plaatsvinden bij de bestrijding van rampen, zware ongevallen en andere crises. De korpschef heeft de leiding en eindverantwoordelijkheid over de politiële inzet en de multidisciplinaire afstemming daarvan. Deze bedient zich daarbij van de projectorganisatie staf grootschalig en bijzonder optreden (SGBO) onder leiding van een algemeen commandant politiezorg. De SGBO is de “wakende” organisatievorm binnen de politie, die kan worden geactiveerd voor het (ketengeoriënteerd) besturen en afstemmen van grootschalige en bijzondere politiemaatregelen. De SGBO is een instrument binnen de politie dat in de drie domeinen, openbare orde, rampenbestrijding en grootschalige justitiële opsporing, de kwaliteit waarborgt voor een doelmatig en doeltreffend politieoptreden. Bij opschaling volgens de gecoördineerde regionale incidentbestrijding procedure (GRIP) fungeert de SGBO als sectie politie. De algemeen commandant politiezorg (AC-P) heeft - bij opschaling daartoe - zitting in het operationeel team en adviseert de operationeel leider. De kernstaf van de sectie politiezorg bestaat uit een AC-P en hoofden van de taakorganisaties: ordehandhaving en/of opsporing, informatie en ondersteuning. De staf kan naar behoefte worden uitgebreid met hoofden voor de volgende taakorganisaties: mobiliteit, bewaken en beveiligen, handhaven netwerken, opsporingsexpertise en (speciale) interventie. Een consignatieregeling zorgt ervoor, dat altijd een kernbezetting staf grootschalig en bijzonder (politie) optreden beschikbaar is. De kernbezetting of een deel daarvan wordt geactiveerd bij (onverwachte) grootschalige en/of bijzondere gebeurtenissen en bij geplande bijzondere gebeurtenissen zoals evenementen. De AC-P bepaalt welke taakorganisaties worden geactiveerd. De officier van dienst Politie (OvD-P) maakt tijdens opschaling bij een (groter) incident met een multidisciplinair karakter deel uit van het commandoteam plaats incident (CoPI). Het CoPI is verantwoordelijk voor brongebied en wat daarbinnen gebeurt. De OvD-P initieert en coördineert vanuit het CoPI ter plaatse bepaalde processen van de politiezorg. De politie heeft elke dag, gedurende 24 uur, minimaal één, maar meestal meerdere, officier(en) van dienst politiezorg daadwerkelijk in dienst. De dienstdoende OvD-P is voortdurend onder bereik van de politiemeldkamer
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 97 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.26 Factsheet Politiezorg Hoofdproces Mobiliteit
Bewaken en beveiligen
Ordehandhaving
Handhaven Netwerken Opsporing
Opsporingsexper tise
Speciale interventies
Ondersteuning Informatie
Proces Dynamische verkeersmanagement
Doel Dynamische maatregelen voor het scheppen en in stand houden van de gewenste mobiliteit en/of herstellen van de niet bestaande mobiliteit op de weg, op het water, op het spoor en in de lucht. Tevens de begeleiding van de bij de hulpverlening betrokken organisaties en personen, ter voorkoming van stagnatie in de hulpverlening. Statische Statische maatregelen voor het scheppen en in stand houden van de verkeersmanagement gewenste mobiliteit en/of herstellen van de niet bestaande mobiliteit op de weg, op het water, op het spoor en in de lucht. Tevens het voorkomen van stagnatie in de hulpverlening. Subjecten De grootschalige of bijzondere (ketengeoriënteerde) politiemaatregelen, gericht op het bewaken en beveiligen van subjecten. Objecten / Diensten De grootschalige of bijzondere (ketengeoriënteerde) politiemaatregelen, gericht op het bewaken en beveiligen van objecten en/of diensten. Crowdmanagement en Alle grootschalige of bijzondere maatregelen die zijn gericht op het crowdcontrol scheppen, handhaven van de orde en veiligheid. Riotcontrol De grootschalige of bijzondere politiemaatregelen gericht op het herstellen van de orde en veiligheid. Handhaven Netwerken Publieke netwerken, Maatschappelijke netwerken, Overige netwerken Grootschalige Projectmatig (complex) rechercheonderzoek van ernstige delicten met opsporing grote maatschappelijke impact. Recherche Niet gecompliceerd rechercheonderzoek, het toepassen van plaats maatregelen delict management (PDM), en/of arrestantenafhandeling. Forensische opsporing Deskundigheid op het gebied van forensische opsporing en slachtofferidentificatie (bv.: onderzoek explosieven, branden, technisch ongeval, CBRNE middelen, PD onder water, digitaal onderzoek en berging en identificatie lichamen en lichaamsdelen). Politie Met praten een levensbedreigende situatie keren met als doel het onderhandelaars redden van levens. Bijzondere opsporing Toepassen bijzondere opsporingsmethoden om complexe/ernstige strafbare feiten op te lossen of te voorkomen en/of om verdachten van complexe, goed georganiseerde en snel wisselende criminele netwerken op te kunnen sporen en te kunnen vervolgen en/of het criminele netwerk te bestrijden. Aanhoudings- en Ingesteld om bij aanhoudingen te zorgen voor de veiligheid van de ondersteuningseenhed burger, de politieambtenaar en de verdachte. De inzet van een AOE is en (AOE) erop gericht om geweld te voorkomen of te beheersen, onder andere door snel en vooral verrassend op te treden. Speciale Interventies Bestrijden van alle voorkomende vormen van grof geweld dan wel terrorisme over het gehele geweldsspectrum en het uitvoeren van specifiek door de minister van Justitie opgedragen taken Het beschikbaar stellen - in de vereiste hoeveelheid en kwaliteit - van mensen, middelen en diensten. Relevante partijen binnen de sectie politie en het informatiemanagement ROT voorzien van de benodigde informatie.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 98 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.27 Taakorganisatie ordehandhaving Taakorganisatie Indeling
Teams
Ordehandhaving Het proces ordehandhaving omvat de taakorganisaties ordehandhaving, handhaving mobiliteit, bewaken en beveiligen en handhaving netwerken. Deze taakorganisaties staan onder leiding van het hoofd ordehandhaving. Naar het oordeel van de algemeen commandant politiezorg kunnen voor de taakorganisaties handhaving mobiliteit, bewaken en beveiligen en handhaving netwerken eigen hoofden worden aangesteld. Deze hoofden maken naast het hoofd ordehandhaving ook deel uit van de sectie politiezorg. De taakorganisatie ordehandhaving kan bestaan uit de teams Crowdmanagement en crowdcontrol Riotcontrol Als de taakorganisatie opsporing niet geactiveerd is dan staat het team recherchemaatregelen onder leiding van het hoofd ordehandhaving.
Functionarissen binnen de taakorganisatie ordehandhaving Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Teams uit de taakorganisaties mobiliteit, bewaken en beveiligen, handhaven netwerken het team recherchemaatregelen worden verderop afzonderlijk beschreven. Hoofd taakorganisatie ordehandhaving:
maakt deel uit van de sectie politiezorg; ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan de algemeen commandant politiezorg; geeft, afhankelijk van de aard en grootte van het incident, leiding aan een taakcommandant crowdmanagement en crowdcontrol en/of taakcommandant riotcontrol; is verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen van de taakorganisaties op basis van de aangereikte strategische kaders (vertaling van beleid en beleidsbeslissingen naar uitvoering en het informeren en adviseren van het strategisch niveau / bevoegd gezag), het bewaken van de samenhang tussen de verschillende operationele eenheden en de afstemming met het tactische niveau van de ketenpartners.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 99 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Crowdmanagement en crowdcontrol Team Doel Doelgroep
Functionarissen binnen het team Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Crowdmanagement en crowdcontrol Alle grootschalige of bijzondere maatregelen die zijn gericht op het scheppen, handhaven van de orde en veiligheid. Alle personen in het bedreigde gebied. Hierbij kan nader onderscheid gemaakt worden tussen: kijkers/ramptoeristen; ordeverstoorders; plunderaars; bijzondere doelgroep: de slachtoffers. Taakcommandant crowdmanagement en crowdcontrol ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan het hoofd taakorganisatie ordehandhaving; geeft leiding aan één of meer teams binnen de organisatie crowdmanagement en crowdcontrol en is verantwoordelijk voor het realiseren van de taakstelling ervan; is verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen van de operationele activiteiten binnen de tactische kaders;
Riotcontrol Team Doel Doelgroep
Functionarissen binnen het team Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Riotcontrol De grootschalige of bijzondere politiemaatregelen gericht op het herstellen van de orde en veiligheid. Alle personen in het bedreigde gebied. Hierbij kan nader onderscheid gemaakt worden tussen: kijkers/ramptoeristen; ordeverstoorders; plunderaars; bijzondere doelgroep: de slachtoffers. Taakcommandant riotcontrol ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan het hoofd taakorganisatie ordehandhaving; geeft leiding aan één of meer teams binnen de organisatie riotcontrol en is verantwoordelijk voor het realiseren van de taakstelling ervan; is verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen van de operationele activiteiten binnen de tactische kaders;
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 100 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.28 Taakorganisatie handhaving Mobiliteit Taakorganisatie Teams Functionarissen binnen de taakorganisatie mobiliteit Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Handhaving Mobiliteit Dynamisch verkeersmanagement Statisch verkeersmanagement Hoofd taakorganisatie mobiliteit (indien door de algemeen commandant politiezorg aangewezen) en anders hoofd taakorganisatie ordehandhaving. maakt deel uit van de sectie politiezorg; ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan de algemeen commandant politiezorg; geeft, afhankelijk van de aard en grootte van het incident, leiding aan een taakcommandant dynamisch verkeersmanagement en/of taakcommandant statisch verkeersmanagement; is verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen van de taakorganisaties op basis van de aangereikte strategische kaders (vertaling van beleid en beleidsbeslissingen naar uitvoering en het informeren en adviseren van het strategisch niveau / bevoegd gezag), het bewaken van de samenhang tussen de verschillende operationele eenheden en de afstemming met het tactische niveau van de ketenpartners.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 101 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Dynamisch verkeersmanagement Team Doel
Doelgroep
Functionarissen binnen het team Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Dynamisch verkeersmanagement Dynamische maatregelen voor het scheppen en in stand houden van de gewenste mobiliteit en/of herstellen van de niet bestaande mobiliteit op de weg, op het water, op het spoor en in de lucht. Tevens de begeleiding van de bij de hulpverlening betrokken organisaties en personen, ter voorkoming van stagnatie in de hulpverlening. De bij de hulpverlening betrokken organisaties en personen, de bevolking en overige belanghebbenden. Denk daarbij aan zowel de publieke en private sector, zoals ambulances, brandweervoertuigen, takelbedrijven etc. Taakcommandant dynamisch verkeersmanagement ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan het hoofd taakorganisatie mobiliteit; geeft leiding aan één of meer teams binnen de organisatie dynamisch verkeersmanagement en is verantwoordelijk voor het realiseren van de taakstelling ervan; is verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen van de operationele activiteiten binnen de tactische kaders;
Statisch verkeersmanagement Team Doel
Doelgroep
Functionarissen binnen het team Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Statisch verkeersmanagement Statische maatregelen voor het scheppen en in stand houden van de gewenste mobiliteit en/of herstellen van de niet bestaande mobiliteit op de weg, op het water, op het spoor en in de lucht. Tevens het voorkomen van stagnatie in de hulpverlening. De bij de hulpverlening betrokken organisaties en personen, de bevolking en overige belanghebbenden. Denk daarbij aan zowel de publieke en private sector, zoals ambulances, brandweervoertuigen, takelbedrijven etc. Taakcommandant statisch verkeersmanagement ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan het hoofd taakorganisatie mobiliteit; geeft leiding aan één of meer teams binnen de organisatie statisch verkeersmanagement en is verantwoordelijk voor het realiseren van de taakstelling ervan; is verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen van de operationele activiteiten binnen de tactische kaders;
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 102 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.29 Taakorganisatie bewaken en beveiligen Taakorganisatie Teams Functionarissen binnen de taakorganisatie bewaken en beveiligen Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Bewaken en beveiligen Subjecten Objecten / Diensten Hoofd taakorganisatie bewaken en beveiligen (indien door de algemeen commandant politiezorg aangewezen) en anders hoofd taakorganisatie ordehandhaving. maakt deel uit van de sectie politiezorg; ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan de algemeen commandant politiezorg; geeft, afhankelijk van de aard en grootte van het incident, leiding aan een taakcommandant subjecten en/of een taakcommandant objecten/diensten; is verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen van de taakorganisaties op basis van de aangereikte strategische kaders (vertaling van beleid en beleidsbeslissingen naar uitvoering en het informeren en adviseren van het strategisch niveau / bevoegd gezag), het bewaken van de samenhang tussen de verschillende operationele eenheden en de afstemming met het tactische niveau van de ketenpartners.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 103 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Subjecten Team Doel
Doelgroep Functionarissen binnen het team Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Subjecten De grootschalige of bijzondere (ketengeoriënteerde) politiemaatregelen, gericht op het bewaken en beveiligen van subjecten. Het omvat het observeren, signaleren en de daaraan verbonden maatregelen tot het afslaan van de (dreigende) aantasting van de integriteit van het subject. Alle te beveiligen personen en belanghebbende personen en/of organisaties. Taakcommandant subjecten ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan het hoofd taakorganisatie bewaken en beveiligen; geeft leiding aan één of meer teams binnen de organisatie bewaken en beveiligen subjecten en is verantwoordelijk voor het realiseren van de taakstelling ervan; is verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen van de operationele activiteiten binnen de tactische kaders;
Objecten / diensten Team Doel
Doelgroep
Functionarissen binnen het team Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Objecten / diensten De grootschalige of bijzondere (ketengeoriënteerde) politiemaatregelen, gericht op het bewaken en beveiligen van objecten en/of diensten. Het omvat het observeren, signaleren en de daaraan verbonden maatregelen tot het afslaan van de (dreigende) aantasting van de integriteit van objecten en/of diensten. Alle personen op of rondom het incidententerrein en, meer specifiek: de bevolking, bij de hulpverlening betrokken personen/organisaties, overige belanghebbenden alsmede de pers. Taakcommandant Objecten / diensten ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan het hoofd taakorganisatie bewaken en beveiligen; geeft leiding aan één of meer teams binnen de organisatie bewaken en beveiligen objecten/diensten en is verantwoordelijk voor het realiseren van de taakstelling ervan; is verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen van de operationele activiteiten binnen de tactische kaders;
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 104 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.30 Taakorganisatie handhaving netwerken Taakorganisatie Teams Functionarissen binnen de taakorganisatie handhaven netwerken Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Handhaven netwerken Handhaven netwerken Hoofd taakorganisatie handhaven netwerken (indien door de algemeen commandant politiezorg aangewezen) en anders hoofd taakorganisatie Ordehandhaving. maakt deel uit van de sectie politiezorg; ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan de algemeen commandant politiezorg; geeft, afhankelijk van de aard en grootte van het incident, leiding aan één of meer taakcommandant(en) handhaven netwerken; is verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen van de taakorganisaties op basis van de aangereikte strategische kaders (vertaling van beleid en beleidsbeslissingen naar uitvoering en het informeren en adviseren van het strategisch niveau / bevoegd gezag), het bewaken van de samenhang tussen de verschillende operationele eenheden en de afstemming met het tactische niveau van de ketenpartners.
Handhaven netwerken Team Doel
Doelgroep Functionarissen binnen het team Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Handhaven netwerken Het bundelen van kennis van publieke en private netwerken en het actief onderhouden van relevante netwerken ter voorkoming van maatschappelijke escalatie met betrekking tot een bepaald (dreigend) incident. De getroffen/betrokken bevolkingsgroepen en/of bewoners van de directe omgeving van het incident en/of bewoners van het effectgebied van het incident . Taakcommandant handhaven netwerken ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan het hoofd taakorganisatie handhaven netwerken; geeft leiding aan één of meer teams binnen de organisatie handhaving netwerken en is verantwoordelijk voor het realiseren van de taakstelling ervan; is verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen van de operationele activiteiten binnen de tactische kaders;
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 105 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.31 Taakorganisatie opsporing Taakorganisatie Indeling
Opsporing Het proces opsporing omvat de taakorganisaties opsporing, opsporingsexpertise en (speciale) interventie. deze taakorganisaties staan onder leiding van het Hoofd opsporing. Naar het oordeel van de algemeen commandant politiezorg kunnen voor de taakorganisatie opsporingsexpertise en (speciale) interventie eigen hoofden worden aangesteld. Bij de inzet van de dienst speciale interventies van het korps landelijke politiediensten (dsi-klpd) is altijd sprake van de inzet van een hoofd (speciale) interventies.
Teams
Functionarissen binnen de taakorganisatie opsporing Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Deze hoofden maken naast het hoofd ordehandhaving ook deel uit van de sectie politiezorg. grootschalig opsporing intelligence recherche maatregelen Hoofd taakorganisatie opsporing
maakt deel uit van de sectie politiezorg; ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan de algemeen commandant politiezorg; geeft, afhankelijk van de aard en grootte van het incident, leiding aan een taakcommandant grootschalige opsporing en/of taakcommandant recherchemaatregelen; bedient zich voor de informatievoorziening van de informatiecoördinator opsporing; is verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen van de taakorganisaties op basis van de aangereikte strategische kaders (vertaling van beleid en beleidsbeslissingen naar uitvoering en het informeren en adviseren van het strategisch niveau / bevoegd gezag), het bewaken van de samenhang tussen de verschillende operationele eenheden en de afstemming met het tactische niveau van de ketenpartners.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 106 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Grootschalige opsporing Team Doel
Doelgroep
Functionarissen binnen het team Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Grootschalige opsporing Het team grootschalige opsporing (tgo) is een organisatie die bestaat uit een vaste kern en uit een variabel contingent. Het is een snel inzetbare en eenduidige opvolgorganisatie, voorbereid op onderlinge samenwerking in (inter)regionaal en (inter)nationaal verband, met de mogelijkheid mensen en materiaal uit te wisselen tussen politiekorpsen. Dit team wordt door politie en openbaar ministerie (OM) ingericht bij de aanpak c.q. oplossing van complexe rechercheonderzoeken die, door de grote maatschappelijke impact en acute noodzaak tot inrichting van een omvangrijk team, niet door de staande opsporingsafdeling(en) binnen een korps kan worden afgehandeld. Veroorzakers van een ramp of ongeval en andere crises enerzijds en slachtoffers, nabestaanden, overige benadeelden anderzijds en instanties belast met opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten. Taakcommandant grootschalige opsporing
ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan het hoofd taakorganisatie opsporing; geeft leiding aan één of meer teams binnen het TGO en is verantwoordelijk voor het realiseren van de taakstelling ervan; is verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen van de operationele activiteiten binnen de tactische kaders;
Intelligence Team Doel Doelgroep Functionarissen binnen het team Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Intelligence Het tijdig verwerven, veredelen, verwerken en in de juiste kwaliteit en hoeveelheid verstrekken van informatie ten behoeve van het proces opsporing. Opsporingsambtenaren en leden van het openbaar ministerie die een opsporingsrol vervullen binnen de crisis, bijzondere gebeurtenis of evenement. Informatiecoördinator
De informatiecoördinator functioneert rechtstreeks onder de Hoofd informatie politie. Binnen de door de Hoofd Informatie politie aangegeven grenzen is de Infocoördinator opsporing binnen het proces opsporing verantwoordelijk voor het tijdig verwerven, veredelen, verwerken en in de juiste kwaliteit en hoeveelheid verstrekken van informatie.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 107 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Recherche maatregelen Team Doel
Doelgroep
Functionarissen binnen het team Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Recherche maatregelen Niet gecompliceerd rechercheonderzoek (met gebruikmaking van de klassieke opsporingsmethoden), het toepassen van plaats delict management (PDM), en/of arrestantenafhandeling. Veroorzakers van een incident, ramp, ongeval of andere crises enerzijds en slachtoffers, nabestaanden, overige benadeelden anderzijds en instanties belast met opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten. Taakcommandant recherchemaatregelen Zie voor een verdere uitwerking van functies en taken het draaiboek (deel III van het crisisplan). ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan het hoofd taakorganisatie opsporing. Indien de taakorganisatie opsporing niet geactiveerd is aan het hoofd van de taakorganisatie ordehandhaving; geeft leiding aan één of meer teams binnen de taakorganisatie en is verantwoordelijk voor het realiseren van de taakstelling ervan; is verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen van de operationele activiteiten binnen de tactische kaders;
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 108 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.32 Taakorganisatie opsporingsexpertise Taakorganisatie Teams
Functionarissen binnen de taakorganisatie opsporingsexpertise Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Opsporingsexpertise forensische opsporing politioneel onderhandelen bijzondere opsporing Hoofd taakorganisatie opsporingsexpertise (indien door de algemeen commandant politiezorg aangewezen) en anders hoofd taakorganisatie opsporing.
maakt deel uit van de sectie politiezorg; ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan de algemeen commandant politiezorg; geeft, afhankelijk van de aard en grootte van het incident, leiding aan de taakcommandant technische en forensische opsporing, de taakcommandant politioneel onderhandelen en/of de taakcommandant bijzondere opsporing; is verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen van de taakorganisaties op basis van de aangereikte strategische kaders (vertaling van beleid en beleidsbeslissingen naar uitvoering en het informeren en adviseren van het strategisch niveau / bevoegd gezag), het bewaken van de samenhang tussen de verschillende operationele eenheden en de afstemming met het tactische niveau van de ketenpartners.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 109 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Technische en forensische opsporing Team Doel
Doelgroep
Functionarissen binnen het team Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Forensische opsporing Deskundigen op het gebied van forensische opsporing en slachtofferidentificatie die zoeken naar sporen die kunnen leiden naar de toedracht van het incident, ongeval, ramp of aanslag. Bijvoorbeeld: onderzoek explosieven, branden, technisch ongeval, CBRNE middelen, PD onder water, digitaal onderzoek en berging en identificatie lichamen en lichaamsdelen. Veroorzakers van een ramp of ongeval, andere crises en verdachten van strafbare feiten enerzijds en slachtoffers, nabestaanden, overige benadeelden en instanties belast met opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten anderzijds. Taakcommandant forensische opsporing
ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan het hoofd taakorganisatie opsporingsexpertise; geeft leiding aan één of meer teams binnen de organisatie forensische opsporing en is verantwoordelijk voor het realiseren van de taakstelling ervan; is verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen van de operationele activiteiten binnen de tactische kaders;
Politioneel onderhandelen Team Doel
Doelgroep Functionarissen binnen het team Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Politioneel onderhandelen Met onderhandelen een levensbedreigende situatie keren. Onderhandelingen, onder meer met gijzelnemers, vinden daarom in principe alleen plaats door daartoe aangewezen politieonderhandelaars. Het doel van de onderhandelaar is altijd het redden van levens. Terroristen, gijzelnemers en suïcidale personen. Taakcommandant politioneel onderhandelen.
ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan het hoofd taakorganisatie opsporingsexpertise; geeft leiding aan één of meer teams binnen de organisatie politioneel onderhandelen en is verantwoordelijk voor het realiseren van de taakstelling ervan; is verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen van de operationele activiteiten binnen de tactische kaders.
Bijzondere opsporing Team Doel
Doelgroep
Functionarissen binnen het team
Bijzondere opsporing Toepassen bijzondere opsporingsmethoden om complexe/ernstige strafbare feiten op te lossen of te voorkomen en/of om verdachten van complexe, goed georganiseerde en snel wisselende criminele netwerken op te kunnen sporen, te kunnen vervolgen en/of het criminele netwerk te bestrijden. Veroorzakers van een ramp of ongeval, andere crises en verdachten van strafbare feiten enerzijds en slachtoffers, nabestaanden, overige benadeelden en instanties belast met opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten anderzijds. Taakcommandant bijzondere opsporing
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 110 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan het hoofd taakorganisatie opsporingsexpertise; geeft leiding aan één of meer teams binnen de organisatie politioneel onderhandelen en is verantwoordelijk voor het realiseren van de taakstelling ervan; is verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen van de operationele activiteiten binnen de tactische kaders.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 111 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.33 Taakorganisatie (Speciale) interventies Taakorganisatie Teams Functionarissen binnen de taakorganisatie speciale interventies Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Speciale interventies Aanhouding en Ondersteuning Speciale Interventies Hoofd taakorganisatie speciale interventies (indien de dienst speciale interventies van het korps landelijke politiediensten wordt ingezet of indien door de algemeen commandant politiezorg aangewezen) en anders Hoofd taakorganisatie opsporing. maakt deel uit van de sectie politiezorg; ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan de algemeen commandant politiezorg (behalve indien de functie Hoofd Interventies wordt uitgeoefend door het hoofd DSI, omdat deze gelijke bevoegdheid heeft als de algemeen commandant politiezorg); geeft, afhankelijk van de aard en grootte van het incident, leiding aan één of meer taakcommandanten binnen de taakorganisatie; is verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen van de taakorganisaties op basis van de aangereikte strategische kaders (vertaling van beleid en beleidsbeslissingen naar uitvoering en het informeren en adviseren van het strategisch niveau / bevoegd gezag), het bewaken van de samenhang tussen de verschillende operationele eenheden en de afstemming met het tactische niveau van de ketenpartners.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 112 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Aanhoudings- en ondersteuningseenheden (AOE) Team Doel
Doelgroep Functionarissen binnen het team Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Aanhouding en ondersteuning De AOE is ingesteld om bij aanhoudingen er voor te zorgen dat de veiligheid van de burger, de politieambtenaar en de verdachte niet in het geding komt. De inzet van een AOE is erop gericht om geweld te voorkomen of te beheersen. Door snel en vooral verrassend op te treden wordt bij de aanhouding het gevaar voor derden tot een minimum beperkt. Type verdachten waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat er levensbedreigende omstandigheden dreigen voor de politie of anderen. Taakcommandanten aanhouding en ondersteuning ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan het hoofd taakorganisatie interventie; geeft leiding aan één of meer teams binnen de organisatie aanhouding en ondersteuning en is verantwoordelijk voor het realiseren van de taakstelling ervan; is verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen van de operationele activiteiten binnen de tactische kaders;
(Speciale) interventies Team Doel
Doelgroep Functionarissen binnen de taakorganisatie speciale interventies Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Dienst speciale interventies De dienst speciale interventies (DSI) heeft tot taak het bestrijden van alle voorkomende vormen van grof geweld dan wel terrorisme over het gehele geweldsspectrum en het uitvoeren van specifiek door de minister van Justitie opgedragen taken. Terroristen en verdachten die alle vormen van grof (levensbedreigend) geweld (zullen) gebruiken. Als de DSI geactiveerd wordt, vervult het Hoofd DSI automatisch de functie van Hoofd Interventies. In die functie is het Hoofd DSI de gelijke van de algemeen commandant politiezorg. Onder leiding van de Hint kan er een taakcommandant (speciale) Interventies werkzaam zijn. ontvangt leiding van en legt verantwoording af aan het hoofd taakorganisatie speciale interventies; geeft leiding aan één of meer teams binnen de organisatie speciale interventies en is verantwoordelijk voor het realiseren van de taakstelling ervan; is verantwoordelijk voor het plannen, uitvoeren, controleren en bijsturen van de operationele activiteiten binnen de tactische kaders;
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 113 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.34 Functiestructuur politiezorg
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 114 van 143 Zeeuwse verbondenheid
deze pagina is bewust leeg gelaten
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 115 van 143 Zeeuwse verbondenheid
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 116 van 143 Zeeuwse verbondenheid
E. Water- en Scheepvaartzorg 4.35 Organisatie water- en scheepvaartzorg Rijkswaterstaat Zeeland Rijkswaterstaat (RWS) is de uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Rijkswaterstaat werkt aan bescherming tegen overstromingen en aan schoon en voldoende water voor alle gebruikers. Bovendien bevordert RWS een vlotte en veilige doorstroming van het verkeer. Zowel op het rijkswegennet als op het netwerk van rijkswateren. De directeur-generaal van Rijkswaterstaat stuurt de gehele organisatie aan. Dit doet hij samen met de plaatsvervangende directeur-generaal en de chief financial officer. Samen vormen zij het bestuur van Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat telt ruim 9000 medewerkers verspreid over 240 locaties in Nederland. De organisatie is opgebouwd uit tien regionale diensten. Rijkswaterstaat dienst Zeeland is er daar één van. Rijkswaterstaat Zeeland is één van de tien regionale diensten van Rijkswaterstaat. Zeeland is van groot belang voor de scheepvaart. Er zijn twee grote scheepvaartwegen van noord naar zuid: van Rotterdam naar Antwerpen en van Rotterdam naar Gent. De Westerschelde vormt de derde grote verbinding. De daaraan gelegen vijf gezamenlijke Scheldehavens bevinden zich in de toptien van wereldhavens. Rijkswaterstaat Zeeland is verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en aanleg van de hoofdinfrastructuur en voor praktische uitvoering van het beleid. Dit alles in nauw overleg met de regio. Rijkswaterstaat heeft een aantal kerntaken, die voor de hele organisatie gelden: Er voor zorgen dat de mensen binnen Zeeland droge voeten hebben en houden; Zorgen voor voldoende en schoon water; Zorgen voor wegen en vaarwegen; Zorgen voor veilig verkeer. De leiding van deze dienst is in handen van de Hoofdingenieur-directeur, deze werkt samen met de directie Wegen en Verkeer, directie Water en Scheepvaart en directie Bedrijfsvoering. Naast de vertegenwoordiging van (faculatatieve) liaisons in de hoofdstructuur op CoPI, ROT, GBT en RBT niveau bij water- en scheepvaartzorg gerelateerde incidenten is Rijkswaterstaat Zeeland ook vertegenwoordigd met (faculatatieve) liaisons in de hoofdstructuur op CoPI, ROT, GBT en RBT niveau bij niet water- en scheepvaartzorg ggerelateerde incidenten, zoals bijvoorbeeld incidenten op de de wegen. Waterschap Scheldestromen Waterschap Scheldestromen beschermt het gebied tegen wateroverlast vanuit zee, beheert het binnendijkse oppervlaktewater, zuivert het afvalwater, beheert wegen en draagt actief bij aan de ruimtelijke invulling van het gebied. Het beheersgebied van waterschap Scheldestromen komt overeen met het verzorgingsgebied van de Veiligheidsregio Zeeland. Om deze missie te kunnen realiseren zijn de volgende strategische doelen geformuleerd: - het beheersgebied is tegen wateroverlast door buitenwater beveiligd; - in het beheersgebied is schoon en voldoende oppervlaktewater (niet te veel en niet te weinig); - het beheersgebied heeft in goede staat verkerende en verkeersveilige wegen. Doel van het waterbeheer is het bereiken en in stand houden van een goede toestand van de watersystemen. Daarvoor zijn een tweetal activiteiten van groot belang, te weten het voldoen aan de e normering ter voorkoming van wateroverlast (Waterbeheer 21 eeuw) en het voldoen aan de normering
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 117 van 143 Zeeuwse verbondenheid
van de Europese Kaderrichtlijn Water die vooral gericht is op waterkwaliteit. Beiden zijn bovendien vastgelegd in het Nationaal Bestuursakkoord Water en het Nationaal Waterplan. Het waterschap heeft verschillende bestuursorganen. Het hoogste bestuursorgaan is de algemene vergadering. Uit de leden van de algemene vergadering wordt het dagelijks bestuur gekozen. Voorzitter van beide bestuursorganen is de dijkgraaf. De leiding van de organisatie is in handen van de secretaris/algemeen directeur.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 118 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.36 Factsheet waterbeheer en scheepvaartzorg Proces
Doel
Waterbeheer: Waterkeren en waterkwantiteitsbeheer Waterbeheer: Waterkwaliteitsbeheer
De zorg voor de regulatie van de waterhoeveelheden en het peilbeheer in het waterhuishoudkundige systeem.
Scheepvaartzorg: Nautisch verkeersmanagement
Het proces vindt zowel plaats tijdens ‘normale’ omstandigheden als bij incidenten en kent twee doelen:
De zorg voor de kwaliteit van het water en het behoud van het afgesproken niveau of herstel naar dat niveau, inclusief het opruimen van (opdrijvende) stoffen of objecten op water of oevers die het waterbeheer en/of het nautisch beheer hinderen.
Verkeersopstoppingen of verkeersstremmingen te voorkomen en op te lossen, zowel binnen als buiten het rampterrein, om de hulpverlening en bestrijdingsactiviteiten zo min mogelijk te belemmeren en een vlotte verkeersafwikkeling te bevorderen; Economische schade zoveel mogelijk beperken door het scheepvaartverkeer zo spoedig mogelijk weer doorgang te laten vinden, eventueel via een alternatieve route.
Scheepvaartzorg: Search and Rescue
Opsporing en redding van in nood verkerende mensen en dieren op/onder water in de periode dat er nog overlevingskansen zijn.
Informatiemanagement
Relevante partijen binnen de regionale crisisorganisatie voorzien van de benodigde informatie.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 119 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.37 Waterkeren en waterkwantiteitsbeheer Doel
Waterkeren en waterkwantiteitsbeheer Het beheren en in stand houden van waterkeringen om veiligheid te bieden tegen overstromingen vanuit rijks- en regionale wateren. De zorg voor het reguleren van waterhoeveelheden (peilbeheer) in rijks- en regionale wateren.
Doelgroep
Alle instanties die betrokken zijn bij het beheer van waterkeringen en bij het waterkwantiteitsbeheer. Specifiek zijn dit: Rijkswaterstaat, het waterschap, de Provincie Zeeland, de gemeenten en de VRZ.
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Taken: Waterkeren: het in stand houden van waterkeringen volgens de veiligheidsnormen zoals bepaald in de Waterwet en Provinciale Waterverordening. Waterkwantiteitsbeheer: het handhaven van de vastgestelde peilen in de rijkswateren, zoals vastgelegd in de Wet beheer rijkswateren. Voor de regionale wateren is dit vastgelegd in de door de waterschappen vastgelegde Peilbesluiten. Zorgen voor droge voeten en voor voldoende water (niet te veel en niet te weinig). Verantwoordelijkheden: Waterbeheerders zorgen voor het beheersen en het verminderen van bestaande risico’s op overstromingen, wateroverlast en watertekort. In buitengewone omstandigheden nemen de waterbeheerders maatregelen om de effecten (schade en slachtoffers) voor mens, dier en milieu te beperken. Hierbij moet onderscheid worden gemaakt tussen binnendijkse en buitendijkse gebieden. In het buitendijkse gebied zijn de gemeenten verantwoordelijk voor bestrijdingsmaatregelen. Bevoegdheden: In de Bestuurlijke Netwerkkaarten worden de bevoegdheden voor het beheer van waterkeringen en wateren beschreven. In het boek ‘Crisis en Recht’ (Ministerie van BZK) worden deze bevoegdheden schematisch nader toegelicht.
Functionarissen
Burgemeesters; Commissaris van de Koningin Zeeland; Voorzitter Bestuur Veiligheidsregio Zeeland; Dijkgraaf Waterschap Scheldestromen; Hoofdingenieur-Directeur Rijkswaterstaat Noordzee; Hoofdingenieur-Directeur Rijkswaterstaat Zeeland; Minister van Infrastructuur en Milieu; Rijkshavenmeester/Havenmeester.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 120 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.38 Waterkwaliteitsbeheer Waterkwaliteitsbeheer De zorg voor de kwaliteit van het water en het behoud van het afgesproken niveau of herstel naar dat niveau, inclusief het opruimen van (opdrijvende) stoffen of objecten op water of oevers die het waterbeheer en/of het nautisch beheer hinderen.
Doel
Doelgroep
Alle instanties die betrokken zijn bij het waterkwaliteitsbeheer. Als waterkwaliteitsbeheerders worden aangemerkt: Rijkswaterstaat, provincie, waterschappen en gemeenten
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Taken: De waterkwaliteitsbeheerder draagt zorg voor het toezicht op de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater. Verontreiniging van deze wateren kan veroorzaakt worden door bijvoorbeeld: het lozen van olie, verontreinigd bluswater, thermische verontreiniging, nucleaire besmetting, botulisme en blauwalg.
Verantwoordelijkheden: De waterkwaliteitsbeheerders in rijkswateren (Rijkswaterstaat) of de regionale wateren (de waterschappen) zijn verantwoordelijk voor het beheer van de kwaliteit van water. Binnen het gebied van de regio ligt het opperbevel in geval van een ramp dan wel zwaar ongeval bij de burgemeester. De provincie heeft bijzondere bevoegdheden en kan bijvoorbeeld een acute sluiting van zwemwater gelasten. De minister van Verkeer en Waterstaat is verantwoordelijk voor de Noordzee. Bevoegdheden: De Bestuurlijke Netwerkkaarten beschrijven de bevoegdheden voor het waterkwaliteitsbeheer. In ‘Crisis en Recht’ (Ministerie van BZK) worden deze bevoegdheden schematisch toegelicht. Functionarissen
Burgemeesters; Commissaris van de Koningin Zeeland; Voorzitter Bestuur Veiligheidsregio Zeeland; Dijkgraaf Waterschap Scheldestromen; Hoofdingenieur-Directeur Rijkswaterstaat Noordzee; Hoofdingenieur-Directeur Rijkswaterstaat Zeeland; Minister van Infrastructuur en Milieu; Rijkshavenmeester/Havenmeester.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 121 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.39 Scheepvaartszorg Inleiding
Scheepvaartzorg Het hoofdproces Scheepvaartzorg heeft betrekking op de integrale scheepvaartzorg in crisissituaties. Er wordt onderscheid gemaakt in: Nautisch verkeersmanagement (2.1) Search and Rescue (2.2) Ten aanzien van Scheepvaartzorg gelden verschillende bevoegdheden. Per proces worden deze verantwoordelijkheden en bevoegdheden nader gespecificeerd. In geval van multidisciplinair optreden wordt opgeschaald volgens de GRIP-regeling van de VRZ. Aanvullende regelingen en procedures van de havenmeester zijn van toepassing.
Achtergrondinformatie en wettelijk kader
Bestuurlijke netwerkkaarten Crisisbeheersing GRIP-regeling VRZ Handboek incidentbestrijding Waterrand Operationeel Plan SAR Rampenplan Noordzee Samenwerkingsregeling RWS Scheepvaartverkeerswet Wet beheer Rijkswaterstaatwerken WVR Waterwet Wrakkenwet
Noot: in de samenwerkingsregeling RWS-VRZ staat de geografische omvang van het samenwerkingsgebied beschreven. Organisatie Rijkswaterstaat (Rijks-)Havenmeester Waterschappen
Verantwoordelijkheid Buiten het beheergebied van het Havenbedrijf op rijkswateren Binnen het beheergebied van de (Rijks)havenmeester (havens binnen de gemeenten) Binnen het beheergebied van de waterschappen op regionale wateren
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 122 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Nautisch verkeersmanagement
Doel Doelgroep
Taken, verantwoordelijkheden en 24 bevoegdheden
Nautisch verkeersmanagement Een vlotte en veilige doorstroming van de scheepvaart op vaarwegen en binnenwateren. Primaire doelgroep is het scheepvaartverkeer. Het Havenbedrijf en Rijkswaterstaat kunnen beide optreden in het kader van nautisch verkeersmanagement. Waterschappen treden in het kader van nautisch verkeersmanagement op in regionale wateren. Taken: Verkeersbegeleiding; Verkeersplanning; Regulering in geval van wijzigingen en toegangsbeperking. Verantwoordelijkheden: De nautisch beheerder is verantwoordelijk voor de zorg voor de veilige en vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer buiten het plaats incident. De (Rijks)havenmeester is de nautisch beheerder In de overige gebieden is Rijkswaterstaat, provincie of gemeente de nautisch beheerder. Naast Rijkswaterstaat en het Havenbedrijf kunnen de Provincie Zeeland en gemeenten het beheer hebben over bruggen en sluizen in regionale wateren. Binnen het gebied van de regio is het opperbevel in geval van een ramp dan wel zwaar ongeval toegekend aan de burgemeester. Voor nautisch verkeersmanagement op de Noordzee is het incidentbestrijdingsplan Noordzee van toepassing. De verdeling van bevoegdheden tussen de havenmeester, de Kustwacht en de Zeehavenpolitie is geregeld in een samenwerkingsovereenkomst. De bevoegdheden zijn opgenomen in de Scheepvaartverkeerswet en aanverwante wetgeving.
Functionarissen
Burgemeesters; Commissaris van de Koningin Zeeland; Voorzitter Bestuur Veiligheidsregio Zeeland; Dijkgraaf Waterschap Scheldestromen; Hoofdingenieur-Directeur Rijkswaterstaat Noordzee; Hoofdingenieur-Directeur Rijkswaterstaat Zeeland; Minister van Infrastructuur en Milieu; Rijkshavenmeester/Havenmeester. KLPD; Provincie Zeeland;
24
Het waterschap Scheldestromen heeft geen nautisch of vaarwegbeheer. Het vaarwegbeheer van de kanalen in Zeeland is de verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat (Kanaal Gent-Terneuzen en Kanaal door Zuid-Beveland), provincie (Kanaal door Walcheren) of de gemeente (Kanaal Goese Sas).
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 123 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Search and rescue
Doel Doelgroep Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Opsporing en redding van in nood verkerende mensen en dieren op/onder water in de periode dat er nog overlevingskansen zijn. Een ieder die op of in het betreffende water gezocht en/of gered moet worden. Taken: op diverse wateren is SAR verschillend ingericht: Noordzee > 1 km uit de kust: SAR-taak van de kustwacht Noordzee < 1 km uit de kust: nautisch beheersgebied van de Havenmeester, KNRM en kustwacht Overige wateren: door SAR door Kustwacht/KNRM / Veiligheidsregio Zeeland. Verantwoordelijkheden: Algemene afspraak gemeentelijke ingedeelde wateren (m.u.v. Nautisch beheersgebied Havenbedrijf): SAR is primair de verantwoordelijkheid van college van burgemeesters en wethouders; vormt zich ter plaatse een totaalbeeld van het incident en de positie van de verschillende betrokken schepen, personen etc; coördineert de inzet van de vaartuigen ter plaatse; stemt de tactiek van de inzet ter plaatse af en zorgt voor briefing van nieuw aangekomen eenheden; maakt afspraken over de frequentie waarmee deelnemende eenheden zich melden en (virtueel) stuurhutoverleg hebben; communiceert zo spoedig mogelijk met de OvD in het CoPI over het totaalbeeld van het incident; onderhoudt de verbinding met de OvD in het CoPI; bij SAR op ruime binnenwateren tevens met de Kustwacht; coördineert vanuit het Kustwachtcentrum. Het rescue coordination centre (RCC) is verantwoordelijk voor een efficiënte organisatie van de Search and Rescue en voor coördinatie van de uitvoering tijdens de SAR-inzet. Ieders eigen RCC is verantwoordelijk voor een eigen gebied, aangeduid als een search and rescue region (SRR). Bevoegdheden: Instellingsbesluit Kustwacht. Samenwerking Kustwacht.
Functionarissen
Burgemeester; Directeur Kustwacht; Hoofdingenieur-Directeur Rijkswaterstaat Noordzee; Hoofdingenieur-Directeur Rijkswaterstaat Zeeland.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 124 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.40 Informatiemanagement
Doel
Doelgroep
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Koppeling van informatiebronnen en -systemen ten behoeve van eenduidige beeldvorming in de algemene kolom en in de waterkolom. Optimale ontsluiting en beschikbaarheid van informatie in de voorbereiding op en ten tijde van een incident ten behoeve van de crisisbeheersing. Afstemming over welke informatie door alle partijen gedeeld moet worden en hoe kolomspecifieke informatie verwerkt moet worden om buiten de kolom gebruikt te kunnen worden. Vastlegging van gegevens ten behoeve van evaluatie. Alle in de preparatie betrokken partijen; De besluitvormende overleggroepen en operationele actiecentra die betrokken zijn bij de bestrijding van een aan deze processen gerelateerd incident.
Taken: Realiseren van mogelijkheden tot uitwisseling van informatie tussen de verschillende systemen, zoals Cedric, Fliwas en InfraWeb; In beide kolommen benoemen van een functionaris die verantwoordelijk is voor de verwerking van informatie tussen de algemene kolom en waterkolom; Vertalen van gedetailleerde, kolomspecifieke informatie in hoofdlijnen of eindconclusies die noodzakelijk zijn voor de beeldvorming en/of besluitvorming in de andere kolom en/of de eigen kolom; Zorgen voor verslaglegging van de overleggen, waarbij genomen besluiten expliciet worden gemaakt en met alle andere partijen in het proces worden gedeeld; Zorgen voor het bijhouden van een logboek per betrokken functionaris, liaison en/of actiecentrum; Zorgen voor archivering van documenten, bestanden, beeldmaterialen en andere gegevens met betrekking tot een incident. Verantwoordelijkheden: Betrokken organisaties dragen zorg voor opleiding van de functionarissen die in de voorbereiding op of ten tijde van een incident een rol vervullen (dit kan binnen de eigen organisatie of multidisciplinair plaatsvinden); Betrokken organisaties dragen zorg voor de organisatorische inrichting van de genoemde taken, zoals bijvoorbeeld het beschikbaar maken en/of koppelen van systemen. Bevoegdheden: Betrokken functionarissen krijgen toegang tot alle voor hun taakvervulling relevante systemen en bestanden.
Functionarissen
De sleutelfunctionaris in de informatie-uitwisseling tussen de algemene kolom en de waterkolom zijn de liaisons van de Waterschappen, het havenbedrijf en Rijkswaterstaat De functionarissen van de bij het proces waterbeheer en scheepvaartzorg betrokken partijen nemen plaats in het CoPI en ROT; zij brengen hun specifieke informatie in, hetzij mondeling in het overleg, hetzij op afstand via
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 125 van 143 Zeeuwse verbondenheid
de Informatiemanager in het besluitvormingsproces In de backoffices van het ROT neemt een coördinator van de betrokken organisaties plaats die de informatie-uitwisseling met de eigen organisatie onderhoudt Betrokken organisaties benoemen binnen de eigen ondersteuningsgroepen, operationele teams en/of besluitvormende overleggen een functionaris die belast is met het informatiemanagement en als aanspreekpunt fungeert voor de functionarissen in het CoPI en/of ROT
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 126 van 143 Zeeuwse verbondenheid
4.41 Functiestructuur Water- en scheepvaartzorg
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 127 van 143 Zeeuwse verbondenheid
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 128 van 143 Zeeuwse verbondenheid
F. Defensie Defensie Algemeen
25
Defensie Defensie stelt gegarandeerde en niet gegarandeerde capaciteiten ter beschikking, daar waar de civiele kolommen niet tijdig kwalitatief en/of kwantitatief in eigen middelen kunnen voorzien. Defensie heeft bij de ondersteuning een toegevoegde waarde als structurele veikligheidspartner met specialistische en unieke capaciteiten, waarmee in het buitenland ervaring is opgedaan in het kader van crisisbeheersingsoperaties. De civiel-militaire samenwerking is een belangrijke schakel in het verder vergroten van de nationale veiligheid en de crisisbeheersing in Nederland. Defensie garandeert capaciteiten voor binnenlandse inzet, onder operationele aansturing van het civiele gezag. Daarnaast beschikt de 25 krijgsmacht over specialistische (militaire) middelen.
Officier Veiligheidsregio
De Officier Veiligheidsregio (OVR) is de militair adviseur Veiligheidsregio Zeeland. In de warme fase neemt de OVR vanaf GRIP2 deel aan het Regionaal Operationeel Team (ROT). Daarnaast kan er vanaf GRIP3 een vertegenwoordiger van Defensie (de Regionaal Militair Commandant of een e of een vertegenwoordiger van de 13 Gemechaniseerde Brigade) deelnemen aan een Gemeentelijk Beleidsteam (GBT) of een Regionaal Beleidsteam (RBT, bij GRIP4). In de koude fase is de OVR als Liaison Defensie de aangewezen persoon om te adviseren over de binnen Defensie beschikbare capaciteiten die kunnen worden ingezet voor militaire bijstand en militaire steunverlening.
Capaciteiten
In het kader van de Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking (ICMS) stelt Defensie verschillende capaciteiten gegarandeerd ter beschikking. Deze gegarandeerde capaciteiten zijn terug te vinden in de Catalogus ICMS. Hierbij moet benadrukt worden dat dit landelijke capaciteiten zijn en daarom niet regionaal gegarandeerd worden. Bij inzet ondersteunt de OVR de aanvraag van Defensie capaciteiten. Daarnaast zorgt hij ervoor dat de daadwerkelijke inzet van de gevraagde capaciteiten zo veel als mogelijk bespoedigd wordt. Defensie beschikt verder over unieke en specifieke capaciteiten die niet in de Catalogus ICMS zijn opgenomen. Bij behoefte kunnen deze Defensiecapaciteiten worden aangevraagd. Zij zijn echter niet gegarandeerd. De OVR kan adviseren over deze specifieke capaciteiten en ondersteunt bij een eventuele aanvraag. Aanvragen worden uitgevoerd volgens de procedure, omschreven in het Handboek Bijstand van het Landelijk Operationeel Coördinatie Centum (LOCC). Toetsing van aanvragen alsmede het stellen van eventuele prioriteiten worden uitgevoerd door het NCC/LOCC.
Militaire Bijstand op grond van de Politiewet 1993
Onder militaire bijstand wordt verstaan: de door de bestuurlijke of justitiële autoriteiten gevraagde hulpverlening door de krijgsmacht ter handhaving van de openbare orde of strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde, evenals de hulpverlening van de krijgsmacht in het geval van een ramp of zwaar ongeval of bij de ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. Bij militaire bijstand wordt defensiepersoneel op basis van de artikelen 58, 59
Art. 51 Wet veiligheidsregio’s
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 129 van 143 Zeeuwse verbondenheid
en 60 van de Politiewet 1993 onder gezag van een civiele autoriteit 26 geplaatst. De handhaving van de openbare orde geschiedt onder gezag van de burgemeester, terwijl de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en het verrichten van taken ten dienste van de justitie geschiedt onder gezag van de Officier van Justitie. Van belang is dat deze inzet een getrapte systematiek heeft: wanneer er een behoefte is aan bijstand, zal eerst in de behoefte moeten worden voorzien door andere regiokorpsen. Wanneer niet in deze behoefte kan worden voorzien, kan een beroep worden gedaan op de krijgsmacht. Militaire bijstand bij rampen of zware ongevallen
In de Wet Veiligheidsregio’s is de militaire bijstand geregeld in artikel 51. Dit artikel bepaalt dat de voorzitter Veiligheidsregio Zeeland een verzoek tot bijstand kan doen aan de Minister van BZK. In de praktijk zal er een aanvraag tot bijstand worden gestuurd naar het LOCC, dat tot doel heeft te komen tot een efficient en samenhangende inzet van brandweer, politie, GHOR en defensie.
Militaire Steunverlening in het openbaar belang
Onder militaire steunverlening wordt verstaan: de steun door de krijgsmacht –niet zijnde militaire bijstand- in situaties waarbij openbare belangen in het geding zijn. Het betreft goederen of diensten die dringend benodigd zijn en waarin niet, niet afdoende of niet tijdig door het aanvragende 27 bestuursorgaan kan worden voorzien. Het operationeel bevel over de eenheden belast met de uitvoering van de steunverlening berust bij de door de Minister van Defensie aangewezen commandant. De commandant handelt op aanwijzing en onder verantwoordelijkheid van het aanvragende bestuursorgaan. Naast inzet van Defensie bij crisisbeheersing en rampenbestrijding, worden er structureel een aantal Nationale taken uitgevoerd voor civiele overheden. Voor deze taken hoeft geen apart verzoek te worden ingediend. Voorbeelden van deze taken zijn Kustwachttaken, explosievenopruiming en de bestrijding van luchtvaartterrorisme.
26
Catalogus Civiel-Militaire Samenwerking, Ministerie van Defensie & Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2007) 27 Catalogus Civiel-Militaire Samenwerking, Ministerie van Defensie & Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2007)
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 130 van 143 Zeeuwse verbondenheid
deze pagina is bewust leeg gelaten
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 131 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Deel III Deel 3: BIJLAGEN
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 132 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Bijlage 1: Vaststellingsbesluit Het Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Zeeland overwegende en/of gelet op artikel 16 van de Wet Veiligheidsregio’s; Besluit Het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 voor de Veiligheidsregio Zeeland voor vier jaar vast te stellen.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 28 september 2011 (AB),
De Secretaris,
De Voorzitter,
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 133 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Bijlage 2: GRIP De GRIP 2011 is uitgewerkt in een separaat document: Zeeuwse GRIP 2011.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 134 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Bijlage 3: RCC handboek Het RCC handboek is uitgewerkt in een separaat document.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 135 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Bijlage 4: Handboek operationeel informatiemanagement Het handboek operationeel informatiemanagement is uitgewerkt in een separaat document.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 136 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Bijlage 5: Bestuurlijke netwerkkaarten De bestuurlijke netwerkkaarten zijn uitgewerkt in een separaat document.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 137 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Bijlage 6: Afspraken met crisispartners Bij wet is vastgelegd dat in het regionaal crisisplan Veiligheidsregio Zeeland afspraken met crisispartners over risico en crisisbeheersing worden opgenomen. In dit hoofdstuk is beschreven welke afspraken zijn gemaakt met buurregio’s, Defensie, organisaties die voorzien in de vitale infrastructuur, openbaar vervoersbedrijven en risicovolle objecten. Ook worden afspraken gemaakt met crisispartners over risicovolle scenario’s, het begeleiden van evenementen en het bestuurlijk netwerk. Defensie Defensie wordt steeds meer als een structurele veiligheidspartner gezien. Eén van de hoofdtaken van Defensie is het ondersteunen van de civiele partijen bij de openbare orde handhaving en rampenbestrijding. Hiervoor is het convenant intensivering civiel-militaire samenwerking afgesloten met Min BZK en Min DEF. Een Officier Veiligheidsregio maakt deel uit van het Veiligheidsbureau in de regio. Provincie Zeeland PM Vitale Infrastructuur De VRZ heeft in het kader van risico- en crisisbeheersing op regionale schaal een regisserende rol ten aanzien van de borging van de continuïteit van de vitale voorzieningen. De VRZ sluit daarom convenanten af met de volgende organisaties: Pro-Rail/NS en andere relevante railvervoerders; Omroep Zeeland Convenant Evides Convenant E en G Buurregio’s Voor risico- en crisisbeheersing op bovenregionale stemt de VRZ af over samenwerking met de volgende buurregio’s: Veiligheidsregio Zeeland Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Veiligheidsregio Zuid-Holland-Zuid
Buurstaten De afspraken tussen Zeeland en Vlaanderen voor grensoverschrijdende samenwerking (GROS) in het geval van incidenten, rampen en crises zijn vastgelegd in protocollen voor grensoverschrijdende samenwerking met de gouverneurs van de Vlaamse provincies Antwerpen, Oost- en West-Vlaanderen.
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 138 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Tabel bestaande afstemmingsafspraken en convenanten
Naam Multidisciplinair VRZ - Defensie (militair Commando Zuid) VRZ – Evides Waterbedrijf N.V. – Brabant Water – Politie Zeeland VRZ - Waterschap Scheldestromen VRZ - Omroep Zeeland VRZ – Kustwacht en KNRM VRZ - Ministerie LNV VRZ - Openbaar Ministerie VRZ – Rijkswaterstaat VRZ - Pro-Rail/NS VRZ – KLPD VRZ - Politie inzake meldkamer VRZ – Antwerpen / protocol GROS Veiligheid VRZ – Oost-Vlaanderen / protocol GROS Veiligheid VRZ – West-Vlaanderen / protocol GROS Veiligheid VRZ – VRMWB – Samenwerkingsovereenkomst nucleaire veiligheid Bevolkingszorg Brandweerzorg Brandweer - CBRNE (BZK) Brandweer - Fire Bucket Operations (Defensie, BZK, V+W) Geneeskundige zorg GHOR - Connexxion Ambulancezorg GHOR - Regionale Huisartsenvereniging GHOR – Traumacentra GHOR - Grensoverschrijdende samenwerking GHOR - Nederlandse Rode Kruis GHOR - PSHOR-partners GHOR – GGD GHOR – Ziekenhuizen GHOR –Convenant advies bemiddeling Thuiszorg GHOR – Convenant Stichting Allévo GHOR – Convenant Stichting Zorgsaam GHOR – Convenant Stiching RSV Zorgverleners Goes GHOR – Convenant Stichting Woonzorg WZV GHOR – Convenant Stiching Ouderen Zorg Kapelle GHOR- Convenant Stichting Zorgverlening van Gereformeerde gemeenten in Zeeland GHOR – Convenant Stichting Zorgcentrum de Wieken Zierikzee GHOR – Convenant Stichting SVRZ Middelburg
Status/datum
Geldigheid
Gereed 20jan2011
Gereed Gereed 14sep2009
gereed 2007 Gereed jan2011 Gereed jan2011 Gereed jan2011 Gereed 1juli2011
Gereed Gereed
Onbepaald
Gereed Gereed Gereed Gereed Gereed Gereed Gereed Gereed Gereed 2010 Gereed 2010 Gereed 2010 Gereed 2010 Gereed 2009 Gereed 2010 Gereed 2010 Gereed 2010 Gereed 2010
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 139 van 143 Zeeuwse verbondenheid
GHOR – Convenant Stichting Curadomi Kapelle GHOR- Convenant Stichting Ouderenzorg Kanaalzone Terneuzen GHOR- Stichting Zuidwester
GHOR-Tragel zorg
Politiezorg Samenwerkingsconvenant tussen bestuur VRZ en Regionaal College Convenant multidisciplinaire samenwerking bij rampenbestrijding en crisisbeheersing Convenant samenwerking VRZ, Politieregio Zeeland en Openbaar Ministerie arrondissement Middelburg Waterbeheer en scheepvaartzorg Rijkswaterstaat KNRM
Gereed 2010 Gereed 2010 Moet nog door de dir PG worden ondertekend Moet nog door dir PG worden ondertekend
(zie convenant VRZKNRM- Kustwacht
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 140 van 143 Zeeuwse verbondenheid
Bijlage 7: Relevante begrippen en definities Lijst met gebruikte afkortingen AC Algemeen Commandant óf Actiecentrum AC-Bz Algemeen Commandant Bevolkingszorg AC-GZ Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg AC-P Algemeen Commandant Politiezorg AGS Adviseur Gevaarlijke Stoffen AOE Aanhoudings- en ondersteuningseenheid AOV’er Ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid AMW Algemeen Maatschappelijk Werk AT Arrestatieteam BRZO Besluit Risico’s Zware Ongevallen BT Beleidsteam CaCo Calamiteiten Coördinator CBRNE Chemisch, Biologisch, Radioactief, Nucleair, Explosief CC Compagniescommandant CCB Bureau Conflict en Crisisbeheersing CdK Commissaris der Koningin CGV Coördinator Gewonden Vervoer (CGV) CGOR Centrum voor Gezondheids-onderzoek bij Rampen COH Commando Haakarmbak CoPI Commando Plaats Incident CRAS Centrale Registratie Afhandeling Schade CRIB Centrale Registratie en Informatie Bureau DPG Directeur Publieke Gezondheid DSI Dienst Speciale Interventies van het Korps landelijke politiediensten GAGS Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen GBT Gemeentelijk Beleidsteam GGD Gemeentelijke Gezondheids Dienst GGZ Geestelijke Gezondheidszorg GHOR Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio GMK Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland GNK-C Geneeskundige Combinatie GRIP Gecoördineerde Regionale IncidentbestrijdingsProcedure HID RWS Hoofdingenieur-Directeur HIN Hoofd Informatie HGN Hoofd Gewondennest HON Hoofd Ondersteuning HovD Hoofd Officier van Dienst HOvJ Hoofd Officier van Justitie HPG Hoofd Publieke Gezondheidszorg HPSHOR Hoofd Psychosociale Hulpverlening HSMH Hoofd Spoedeisende Medische Hulpverlening IAC Informatie en AdviesCentrum IM Informatiemanagement
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 141 van 143 Zeeuwse verbondenheid
KB KLPD KNRM LBCB LCMS LOCC LTFO MMT MPL MPO MsOT NBC NCC NVC OE OM OGS OIV OOV OvD-G OvD-P OvD-B OvD-Bz OvD-KLPD OvD-RWS OvD-M OT PC PDM PGZ PSHOR RAV RBT RCC RCP ROT RWS SAR SIGMA SGBO SHN SMH TAS TGE TGO TPH USAR VC
Koninklijk Besluit Korps Landelijke Politiediensten Koninklijke Nederlandse Reddingsmaatschappij landelijk beraad crisisbeheersing Landelijk Crisismanagement Systeem Landelijke Operationeel Coördinatie Centrum Landelijke Team Forensische Opsporing Medisch Mobiel Team Meet Plan leider Medewerker Psychosociaal Opvangteam Medewerker Sectie Ondersteuning Nucleair Biologisch Chemisch Nationaal Crisiscentrum Nationaal Voorlichtingscentrum Ontsmettingseenheid Openbaar Ministerie Ongevalbestrijding gevaarlijke stoffen Operationele Informatievoorziening Openbare Orde en Veiligheid Officier van Dienst – Geneeskundige Zorg Officier van Dienst – Politiezorg Officier van Dienst – Brandweerzorg Officier van Dienst – Bevolkingszorg Korps landelijke politiediensten Officier van Dienst Rijkswaterstaat - water- en scheepvaartzorg Officier van Dienst Observatieteam Pelotonscommandant Plaats Delict Management Publieke Gezondheidszorg Psychosociale hulpverlening bij ongevallen en rampen Regionale Ambulance Voorziening Regionaal Beleidsteam Regionaal Coordinatiecentrum Regionaal Crisisplan Regionaal Operationeel Team Rijkswaterstaat Search and Rescue Snel Inzetbare Groep ter Medische Assistentie Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden Slachtofferhulp Nederland Spoedeisende Medische Hulp Tankautospuit Taakgroep Grote Evenementen Team Grootschalige Opsporing Teamleider Psychosociale Hulpverlening Urban Search and Rescue Verbindings- en Commandowagen
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 142 van 143 Zeeuwse verbondenheid
VRZ WAS WPG WVD Wvr
Veiligheidsregio Zeeland Waarschuwings- en alarmeringssysteem Wet Publieke Gezondheid Waarschuwings en verkenningsdienst Wet veiligheidsregio’s
DEFINITIEF Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 – versie 3.0 – 28 september 2011 - Pagina 143 van 143 Zeeuwse verbondenheid