Raadsvragen begroting 2013 SGP/ChristenUnie 1. Blz. 7. Wordt, door de samenwerking de Bevelanden, de ruimte in het stadskantoor die SaBeWa heeft achtergelaten, weer opgevuld? Antwoord: Ja, dit is juist. 2. Blz. 10. Voor groepen met grote afstand tot de arbeidsmarkt (cat 3 en 4) wordt ingezet op participatie. Hoe verhoudt zich dit met het feit dat voor deze groepen geen budget meer beschikbaar is, zoals onlangs bleek in de discussie over de activiteitensubsidie? Antwoord: De middelen werkdeel worden hoofdzakelijk ingezet op de groep die binnen 12maanden aan het werk kan komen; participatie kan voor een deel van deze groepbijdragen aan het vinden van werk en dus onderdeel uitmaken van het traject. Wel wordt ten aanzien van de groep die naar verwachting langer dan 12 maanden nodig heeft om aan het werk te komen tijd van de klantmanager ingezet met als doel deze klanten te laten participeren. Bijvoorbeeld via de ruilwinkel en het steunpunt vrijwilligerswerk waarvan de doelgroep gebruik kan blijven maken en die vanuit andere budgetten (WMO) worden gedekt of via het zogenaamde spoor 2 van het Nijverheidscentrum. In de toekomst zullen de participatie trajecten naar verwachting worden ondergebracht bij het Regionale Werkbedrijf. In uitzonderingsgevallen kan overigens gemotiveerd worden afgeweken van de periode van 12 maanden, als er bijvoorbeeld wél reële kansen zijn op uitstroom en de investering in geld in het traject op langere termijn opweegt tegen het verwachte effect in het verstrekken van minder uitkering. 3.Blz. 20. Hoe wordt de bezuiniging op het project Achter de voordeur ingevuld, als dit niet door vermindering van personeel gebeurt? Antwoord: De bezuiniging zal worden behaald als het toepassen van de principes van de Kanteling leidt tot minder aanvragen. Uit de stabilisatie van het aantal klanten met Hulp bij het huishouden blijkt dat dit al effect heeft. Gelet op de vergrijzing zal een en ander echter naar verwachting niet leiden tot een daling van de kosten, maar tot een afvlakking van de stijging die we de afgelopen jaren hebben gezien. Om die reden zal de bezuiniging op een andere wijze worden gerealiseerd binnen de formatie van A&I. 4.Blz. 15, punt 6: er worden minder uren geschreven/begroot op bouwgrond etc. De crisis is hieraan debet. Heeft dit ook invloed op het personeelsbestand i.e. minder werk is minder mensen? Antwoord: In de notitie ‘Goes op maat’ is aangegeven dat er door de druk op voorzieningen in het sociale domein enerzijds en de ontwikkeling van projecten door de economische omstandigheden anderzijds er kritisch naar de capaciteit van de betrokken afdelingen gekeken gaat worden. 5. Blz. 17, punt 17: inkomsten voor een ID-werker binnen het archief leidt tot een negatief effect op de begroting. Kunt u dit verder toelichten in het licht van eerdere lastenverlichting? Is dit een gevolg van het Maecon-debacle? Antwoord: Het betreft inkomsten van een voormalig ID medewerker. Deze medewerker is inmiddels met pensioen. De lasten zijn destijds wel afgeraamd maar abusievelijk is de batenraming gehandhaafd. Dit heeft geen relatie met Maecon. 6.Blz. 19, punt 3: is het reëel het dividend Delta ook na 2013 (dan loopt immers de dividendafspraak af) op dit niveau te begroten. Zeker wanneer duidelijk is dat de verwachte bedrijfsresultaten hiermee niet in lijn zullen zijn? Antwoord: Voor het begrote dividend is het bedrag meegenomen zoals de provincie Zeeland ons adviseert deze op te nemen. 7. Blz. 24, punt 1.2: het PIP wordt al een tijdje genoemd in begrotingen. Wat is hiervan inmiddels daadwerkelijk gerealiseerd, wat is het gebruik en wat is de externe tevredenheid? Antwoord: : In het programma Antwoord zijn twee verschillende Projecten beschreven die de ontwikkeling van Persoonlijk Internet Pagina’s mogelijk maken; de ‘koude’ en de ‘warme’ PIP. Met de warme PIP is het mogelijk om online in te loggen met DigiD om vervolgens alle persoonlijke zaken te volgen, zoals vergunningaanvragen of de voortgang van een klacht/melding. Hier zijn een zakenmagazijn en een zaaksysteem voor nodig. Binnen de
Bevelandse gemeenten is het project zaakgericht werken al gestart. Het plan van aanpak is dit jaar klaar. Vanaf 2013 start de invoering van het zaaksysteem. Dat gebeurt afdelings- en/of procesgewijs. In 2015 moeten het zakenmagazine en het zaaksysteem geïmplementeerd zijn. Er is aan gedacht om de koude PIP eerder te lanceren maar de informatie via de “koude “PIP is minimaal. De klant kan inloggen met DigiD, kan zijn gegevens zien die opgenomen zijn in de GBA, maar kan nog geen status informatie zien van zijn aanvragen. Daarnaast heeft www.mijnoverheid.nl deze functionaliteiten al. Wij willen daarom met de PIP te wachten tot het zakenmagazijn er is en de koude PIP cancellen. De woorden ‘koude’ en ‘warme’ zijn dan verleden tijd. 8. Blz. 24, punt 2.1: aandacht geven aan stages, ambitie is hoog (30 plaatsen). Is voor begeleiding budget vrij gemaakt of wordt de begeleiding gewoon opgepakt door de organisatie. Antwoord: De stageplaatsen zijn verdeeld over de diverse afdelingen van de gemeente. De begeleiding wordt binnen de eigen afdeling waar de stagiaire is geplaatst opgepakt. Daarvoor is geen extra budget vrijgemaakt. 9. Blz. 28, punt 1.7: wat mag verstaan worden onder een kleinschalige veiligheidsmonitor in de wijk Goese Polder en de kern ’s Heer Hendrikskinderen? Antwoord: : In 2011 is er onderzoek naar veiligheid en leefbaarheid uitgevoerd op wijkdorpsniveau in de Goese Polder en in ’s-Heer Hendrikskinderen. Hierbij is ook in beeld gebracht hoe de resultaten op wijk- en dorpsniveau zich verhouden tot de resultaten op Goes totaal niveau. 10. Blz. 28: punt 3.1: op welke wijze wordt de “Aanpak gebruik van alcohol door jongeren onder de 16 jaar” aangepakt. Antwoord: De kernpunten uit het ‘Uitvoeringsprogramma aanpak preventie alcohol en drugs 2012-2014’ zijn: - toepassing (nieuwe) drank- en horecawet (vanaf 2013 naar de gemeente); - aanscherpen evenementenbeleid; - invoering concept ‘alcoholvrije school’; - Halt-afdoening alcohol; - opzetten alcoholpoli met nazorgtraject (jonge) comazuipers; - betrekken van ouders via voorlichtingsbijeenkomsten (via horeca en onderwijs) en Centrum Jeugd en Gezin. 11. Blz. 31: waardoor komt de enorme daling in de lasten ‘openbare orde en veiligheid’? Antwoord: De daling komt doordat er geen gebruik meer gemaakt kan worden van werkervaringplekken voor het opleiden tot Buitengewoon Opsporingsambtenaren. De regeling is afgeschaft. In 2011 en 2012 hadden wij nog 4 leerplekken. Deze leerplekken drukten met uren op openbare orde en veiligheid. 12. Blz. 40, punt 1: in de begroting 2012 sprak het college de ambitie uit de bedrijvigheid te laten toenemen. In 2013 is dit: tenminste behoud van werkgelegenheid. Hoe verhoudt zich dit met het verhaal dat er zeker veel belangstelling is voor Poel V en dat we achterop raken wanneer we dit niet ontwikkelen? Antwoord: Die groeiambitie is er nog steeds. Gelet op minieme economische groei landelijk, is het al heel wat als de werkgelegenheid op het huidige niveau blijft. Het ‘verhaal’ van de Poel V is iets voor de langere termijn. Goes is de enige stad langs de snelweg met zichtlocaties, zoveel aanbod is er over een aantal jaren niet meer. Daarop anticiperen we met de (juridische) voorbereidingen voor de Poel V. 13/14. Blz. 40, punt uitvoering masterplan binnenstad Kunnen wij er van uitgaan dat de herbestrating van Beestenmarkt en Wijngaardstraat in 2012 wordt gerealiseerd? Antwoord: De Beestenmarkt en de Wijngaardstraat worden niet in 2012 heringericht. De parkeersituatie m.b.t. Beestenmarkt is bepalend voor de mogelijkheden van het ontwerp. Recent is besloten de parkeerzones aan te passen, waardoor de parkeerdruk op de Beestenmarkt afneemt. Deze nieuwe indeling gaat in per 1 januari 2013. In 2012 wordt het ontwerp voor de Beestenmarkt voorbereid zodat in 2013 de uitvoering kan plaatsvinden. Na de Beestenmarkt wordt de Wijngaardstraat heringericht. 15. 42, punt 3.2: op welke wijze wordt het onderwijs betrokken bij de millenniumdoelstellingen?
Antwoord: Dat wordt per jaar bekeken. In de voorbereidingen voor het Latijns- Amerikajaar proberen we daar waar dat kan een link te leggen met de millenniumdoelstellingen. Dat is zeker ook het geval bij programmaonderdelen waarbijwe de scholen kunnen betrekken. 16. In zijn algemeenheid is weinig relatie tussen ‘wat willen we bereiken’ en de indicatoren in dit EZprogramma. Op welke wijze meet het college de doeltreffendheid van het EZ-programma? Antwoord: De jaarlijkse RIBIZ cijfers geven informatie over de werkgelegenheid. Het versterken van de toeristische aantrekkelijkheid komt naar voren in de evaluatiemomenten van de citymarketing campagne. Dit met de kanttekening dat effecten voor dergelijke campagnes pas na enkele jaren zichtbaar worden. 17. Blz. 51: wanneer kan de raad de nota cultureel erfgoed verwachten? V&H Antwoord: In het 4e kwartaal van 2012. 18. Blz. 51, punt 5.2: het is de laatste tijd wat stil rond de woonservicegebieden. Wanneer kan het college meer informatie over realisatie en evaluatie tot nu toe doen toekomen? Antwoord: Indien de raad dit wenst kan in een raadscommissie informatie over de voortgang van het project woonservicegebieden worden gegeven. Hierbij kan ook inzicht worden gegeven in de ervaringen tot nu toe en de planning voor de komende periode. 19. Blz. 57, indicatoren: het aantal toekenningen bij minimaregelingen is nul/niet ingevuld. Geeft het college daarmee aan dat ons minimabeleid sterk vermagerd is? Antwoord: Nee, het is niet zo dat het minimabeleid sterk is vermagerd. Integendeel, de mogelijkheden zijn dit jaar met de invoering van het Jeugdsportfonds verbreed. Als het gaat om het declaratiefonds dan bedraagt het aantal deelnemers al een aantal jaren rond de 1250. Ook van de AZG blijft het aantal deelnemers schommelen rond de 750, Verder zijn er jaarlijks natuurlijk nog zo’n 700 aanvragen voor andere minimaregelingen zoals de regeling duurzame gebruiksgoederen, de eindejaarsuitkering, de witgoedregeling etc. Mede door een komende inkomenstoets vanwege een verlaging van de inkomensgrens van 116% naar 110% is het nog moeilijk in te schatten wat dit betekent voor het aantal deelnemers aan het minimabeleid. 20.Blz. 57, effectindicator ‘Succespercentage trajecten WWB-ers’: in 2011 scoren we 39%, de ambitie is dat te verhogen naar 50%. Hoe gaan we dat doen en waarom is 50% reëel om te veronderstellen? Antwoord: Dit percentage is reëel, omdat dit in voorgaande jaren ook steeds is behaald, met uitzondering van de jaren 2010 en 2011. Dit kan vooral worden verklaard door de effecten van de economische crisis op de werkgelegenheidskansen voor de gemeentelijke doelgroep. In 2010 was het gerealiseerde percentage overigens 46% en dat zit natuurlijk dicht bij de doelstelling. In de eerste 3 kwartalen van 2012 is er een score behaald van 52% plaatsing op betaald werk; gezien de meest recente resultaten is het handhaven van de taakstelling van 50% dus realistisch. 21. Blz. 61, punt 6: het college zou nog komen met een rapportage over plasticinzameling. Wanneer kan de raad die verwachten? Klopt het dat de gemeente doorgaat met het gescheiden inzamelen van plastic of gaan wij over op na scheiding? Antwoord: Rapportage is ambtelijk gereed en zal voor eind oktober in roulatie worden gebracht. (De rapportage bevat tevens een advies op het gebied van inzamelen van plastic afval). 22. Blz. 71, is het mogelijk een korte beschrijving te geven van het verloop van de algemene baten en lasten tussen de rekening 2011 en de begroting 2012? I.e. € 1,3 mln. Antwoord: De Algemene lasten en baten kennen een grillig verloop doordat op het product 6.970.01, welke onder de algemene baten en lasten valt, het resultaat wordt verantwoord. De verschillen hebben dan ook met name te maken met het resultaat van de rekening/begroting. 23. Blz. 75, hoe realistisch is de stijging parkeerbelasting van € 400k gezien de, onlangs bekende gemaakte, tegenvallende resultaten over 2012? Antwoord: Wij achten deze stijging realistisch. Dit heeft te maken met a. een tariefstijging en inflatiecorrectie tarief betaald parkeren ten opzichte van tarieven 2012; b. een tariefstijging van de naheffingsaanslagen ten opzichte van tarief 2012;
c. een realistisch aantal in te vorderen naheffingsaanslagen ten opzichte van begroting 2012; d. een tariefstijging van de parkeervergunningen ten opzichte van de tarieven van 2012. 24. Blz. 75, is onze weekmarkt dusdanig minder in trek, dat een daling van inkomsten van meer dan 10% realistisch is? Op blz. 72/75 van de productenraming wordt aangegeven dat er nog ongeveer 30 personen op de wachtlijst staan. Antwoord: Nee, onze weekmarkt is niet minder in trek. De inkomsten zijn niet lager dan voorgaande jaren. 25. Blz. 77, in welke risicocategorie plaats het college de garantstelling voor de doorontwikkeling van Sportpunt Zeeland? Antwoord: Zie toelichting zoals die is opgenomen in de raadsmemo “nadere toelichting uitbreiding Sportpunt Zeeland” die is toegezonden bij de besluitvorming over de garantstelling in september 2012: 26. Blz. 80, bewijst het Maecon-debacle niet de tekortkoming van de risicokaart van Goes? Welke waarde kunnen we hieraan hechten wanneer risico’s van enkele tonnen niet vermeld staan? Wat is de laatste keer dat de risico-inventarisatie compleet is uitgevoerd? Wanneer wordt het systeem van risicomanagement herzien? Antwoord: Een tekortkoming is aan de orde wanneer het weerstandsvermogen niet toereikend is om de financiële gevolgen op te vangen. De risicokaart organisatiebreed is een samenvatting van het totaal aantal risico’s van de gemeente Goes. De belangrijkste/grootste risico’s van de gemeente Goes (inclusief projecten Goese Schans en Spoorzone) worden apart vermeld (in het rode kwadrant). Om een presenteerbare risicokaart voor de gehele organisatie te kunnen weergeven is gekozen om risico’s van afdelingen te clusteren en als één afdelingsrisico weergegeven. Op drie vaste momenten in de P&C cyclus worden de risico’s/risicokaarten geactualiseerd (jaarrekening, begroting, bestuursrapportage). Als afdelingen nieuwe risico’s signaleren worden deze opgenomen in de risicokaart. De laatste update van de risicokaart heeft plaatsgevonden in juli-augstus 2012 t.b.v. de begroting en de bestuursrapportage. 27. Blz. 115, punt Incidentele lasten, hier wordt bij punt 5 de IJs - skeelerbaan genoemd voor een bedrag van € 20.000. Waar wordt dat geld precies voor ingezet? Antwoord: Er zal een gedegen onderzoek gedaan moeten worden naar (de gebreken van) de ijs/skeelerbaan. Momenteel voldoet de baan niet aan de eisen van de NOC*NSF. Uitgezocht zal moeten worden hoe de gebreken opgelost kunnen worden en of de skatebaan als regeneratievoorziening met asfaltcollectoren kan dienen om energie te genereren voor de wijk Overture. Productenraming 28. Blz. 8, punt 6.002.3.2 Representatie Lasten 74 / 77 / 165. We constateren een verdubbeling van het budget representatie, wat is de reden daarvan? Antwoord: De stijging van het budget komt omdat met ingang van 2013 de aan dit product te besteden uren op het product zijn geraamd. 29. Blz. 136, al in 2012 is aangegeven meer aandacht te besteden aan mogelijk misbruik. In 2013 wordt dit doorgezet. Heeft deze werkwijze al (significant) resultaat gehad? Antwoord: : Het team handhaving van A&I is in 2012 anders ingezet, in plaats van repressief is ook meer inzet geweest op het gebied van preventief signaleren van misbruik. Een voorbeeld hiervan is het coachen op het gebied van handhaving bij de klantmanagers om vroegtijdig signalen op te vangen en presentaties op het gebied van internet rechercheren. Tevens wordt gebruik gemaakt van risicoprofielen op basis waarvan wordt bepaald of bij een aanvraag om WWB sprake is van een bepaald frauderisico. In 25% van de gevallen vindt bij een nieuwe aanvraag om die reden een huisbezoek plaats. Dit alles moet gezien worden als bijdrage van het team aan de Poortwachterfunctie van de afdeling waarmee de instroom flink wordt beperkt. Uit een evaluatie over de eerste 9 maanden van dit jaar bleek dat er 380 meldingen voor een uitkering zijn geweest waarvan uiteindelijk in 41 % (150) van de gevallen, mede door de inzet van het team handhaving, geen uitkering is toegekend.
Bijlagenboek 30. Blz. 6. De afdeling A&I kent een daling in personeelslasten van bijna € 700k, terwijl deze afdeling toch zeker niet minder werk te doen heeft gekregen. Kan het college hier wat uitleg over geven? Antwoord: De salarislasten van het regionaal bureau leerplicht/RMC waren tot 2013 onderdeel van de raming van de salarislasten van de afdeling A&I. De lasten worden nu apart geraamd op de hiervoor ingestelde nieuwe kostenplaats RBL/RMC. 31. Blz. 7. De lasten van het sectorhoofd Grondgebied stijgen met € 55k in 2013. Wat is hiervoor de verklaring Antwoord: Deze stijging wordt veroorzaakt doordat de salarislasten van het voormalig afdelingshoofd Vergunning en Handhaving in 2013 en 2014 per saldo overgeheveld zijn naar de kostenplaats Sectorhoofd Grondgebied. VVD 32. Blz. 34 2.1 Wordt er bij de doorstroming Tiendenplein-Houtkade rekening gehouden met een langere invoegstrook t.b.v. afslaand verkeer richting Molenplein? Antwoord: Bij het definitief ontwerpen voor de ontsluiting van het geplande woonzorgcomplex aan de Westhavendijk (Goese Schans) wordt het gehele kruispunt nader bekeken, zo ook de ontsluiting naar het Molenplein. 33. Blz. 3612.3 Hoe wordt het verkeer omgeleid bij groot onderhoud ringbrug? Antwoord: De mate van en de wijze waarop het verkeer zal moeten worden omgeleid is op dit moment nog afhankelijk van de uitkomsten van het lopende inspectie onderzoek, de studie levensduurverlenging en varianten onderzoek. 34. Blz. 40 1.4 Blijft auto parkeren mogelijk op de Beestenmarkt na herinrichting? Antwoord: Ja. De parkeersituatie m.b.t. Beestenmarkt is mede bepalend voor het ontwerp. Recent is besloten de parkeerzones aan te passen, waardoor de parkeerdruk op de Beestenmarkt zal afnemen. Een deel van de plaatsen zal worden opgeheven, maar er zullen parkeerplaatsen over blijven. 35. Blz. 40 2.1 Welk fietspad? Antwoord: Het fietspad over de oude inlaagdijk. 36. Blz. 41 2.6 Op welke wijze worden bezoekers van buiten Zeeland betrokken bij het themajaar? Antwoord: Door persberichten naar de landelijke media en door communicatie gericht op toeristen die in Zeeland verblijven. 37. Blz. 41 2.7 wordt Stichting Goes Marketing betrokken bij planvorming Slot Oostende? Antwoord: We zullen deze suggestie overwegen bij de mogelijkheden voor samenwerking. 38. Blz 41 3.1 Wat wordt bedoeld met ondersteunen? Financieel? Antwoord: Nee, niet financieel, maar met advies. 39. Blz. 56. 1.4 Hoe moeten wij de uitvoering van het (intensiever??) invullen van de poortwachtersfunctie onder regie van de gemeente zien? Kan dit nader worden toegelicht. Antwoord: De gemeenten moeten met minder (re-integratie)middelen trachten vergelijkbare resultaten te behalen. Wat betreft de gemeente Goes is de doelstelling om het uitkeringsbestand te stabiliseren ondanks de effecten van de economische crisis. Een van de belangrijke pijlers om dat te realiseren, is de poortwachtersfunctie. De poortwachtersfunctie heeft een rechtmatigheidskant, bijvoorbeeld de voorliggende voorzieningen en een doelmatigheidskant (aan het werk). Beide kanten hebben als doel om de klant in zijn eigen inkomen te laten voorzien. Wat betreft de doelmatigheidskant is het nijverheidscentrum een essentiële voorziening. Door zo veel mogelijk belangrijke functies zoals jobhunting aan het nijverheidscentrum te koppelen, kan deze voorziening nog effectiever worden. Dat gebeurt overigens al. Een concrete actie om de aanpak te intensiveren, is het maken van afspraken met uitzendbureaus om in de eerste fase van het aanvragen van een uitkering de kansen op werk van deze groep te vergroten. Verder zal worden bekeken welke elementen van de zoekperiode die (wettelijk) geldt voor de groep tot 27 jaar kunnen worden toegepast op de groep die ouder
is dan 27 jaar. Tenslotte zal een pilot worden gestart om meer gebruik te maken van het instrument huisbezoek. Hieraan zit een aantal kanten zoals de kosten-baten verhouding en juridische aspecten die momenteel worden uitgewerkt. 40. Blz. 48 Wat mag het kosten? Waarom is er zo’n groot verschil tussen begr. 2012 en 2013 bij het onderdeel leerplicht. Een verschil van ruim 800.000 euro Antwoord: De salarislasten van het regionaal bureau leerplicht/RMC waren tot 2013 onderdeel van de raming van de salarislasten van de afdeling AenI. De lasten worden nu apart geraamd op de hiervoor ingestelde nieuwe kostenplaats RBL/RMC. 41. Blz. 86. Is het verbeterplan voorzieningen al ingevoerd? en zijn de consequenties ervan verwerkt in deze begroting? Antwoord: Het verbeterplan voorzieningen onderhoud gebouwen en onderhoud onderwijsgebouwen is integraal opgepakt. In juni 2013 moeten alle MJOP's beschikbaar/geactualiseerd zijn. In augustus 2013 moeten de financiële gevolgen in kaart zijn gebracht. Eventuele aanpassingen van de dotaties zullen pas in de begroting van 2014 worden meegenomen. Het opstellen van het jaarplan met daarin de uitgaven voor 2012 en 2013 voor de voorziening groenprojecten wordt dit najaar opgesteld. Voor de voorziening riolering geldt dat er bij de Perspectiefbrief 2013 een dotatie aan de voorziening heeft plaatsgevonden. Voor de vaststelling van het nieuwe grp volgt een apart raadsvoorstel en indien nodig een begrotingswijziging. Los van enkele kleine praktische punten zijn de overige actiepunten uit het verbeterplan verwerkt en in dotaties in deze begroting verwerkt. 42. Blz. 78. kunnen de herziene en eventuele nieuwe MJOP's grote nadelige financiële consequenties hebben voor de begroting 2013? Antwoord: De financiële consequenties van de herziene en eventuele nieuwe MJOP's zullen ongeveer halverwege 2013 in beeld zijn. Eventuele aanpassingen van de dotaties zullen pas in de begroting van 2014 worden meegenomen. 43. Blz 76. Bij het invoeren van het ondergronds inzamelen in de binnenstad is de raad voorgehouden dat op enig moment ondernemers konden aansluiten en gebruik maken van het systeem tegen andere tarieven dan de afvalstoffenheffing zoals hier genoemd. we zien hier niets van terug, kunt u dit uitleggen? Antwoord: Op 2 april 2012 hebben wij tarieven vastgesteld voor de ondergrondse inzameling van bedrijfsafval in en buiten het kernwinkelgebied. Voor de bedrijven zijn verschillende contracten mogelijk afhankelijk van de hoeveelheid afval per storting en de frequentie. 44. Blz. 100kunt u ons aangeven welke verbonden partijen op het moment van opstellen van de begroting 2013 hun jaarcijfers 2011 nog niet beschikbaar hadden? Antwoord: Bij het opstellen van de begroting hadden we nog niet de beschikking over de jaarcijfers 2011 van Dataland, Economische Impuls Zeeland, Vereniging Zeeuwse gemeente en vereniging Zeeuwwind. Zeeuwind en Economisch Impuls Zeeland zijn ondertussen in ons bezit. 45. Blz. 126 De algemene bestemmingsreserve blijft de komende jaren op het zelfde niveau, ik zie geen onttrekkingen of dotaties, toch wordt er bij de berekening van de weerstandscapaciteit met een ander bedrag gerekend, kunt u dit uitleggen? Antwoord: Voor de berekening van het weerstandsvermogen wordt de algemene bestemmingsreserve buiten beschouwing gelaten. Op basis van regelgeving vanuit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) wordt voorgeschreven om deze reserve in te stellen met als doel de kapitaallasten in de exploitatie van economisch nut te egaliseren. Op basis van de BBV regelgeving beoordelen we de algemene bestemmingsreserve als niet vrij besteedbaar en zetten we deze reserve niet in voor het weerstandsvermogen. 46. Blz. 126 Bij de egalisatie parkeergarage Westwal zien we dat de dotaties minimaal zijn en het beoogd beëindigen van deze reserve in 2015 niet zal lukken. klopt deze redenatie? Antwoord: Deze klopt. De verwachting is dat er vanaf 2015 positieve exploitatiesaldi gerealiseerd zullen worden die worden toegevoegd aan de reserve. Hierdoor zal de negatieve stand van de reserve worden verkleind en op termijn worden opgelost. Dit zal echter niet in 2015 al het geval zijn.
47. Blz. 126. De stand van de reserve ruimtevragende wensen is op 1/1/2013 € o,- kunt u ons uitleggen hoe er gerekend wordt als er geen overschot is in de jaarrekening 2012? Antwoord: Het begrotingssaldo 2012 na invulling van de ruimtevragende wensen bedraagt € 3,2 miljoen. Dit resultaat is toegevoegd aan de algemene reserve en de reserve majeure projecten. Bij de jaarrekening 2012 zal het college voorstellen hoe om te gaan met het resultaat. 48. Blz. 130 Nieuwbouw School Mannee. Eerste inrichting OLP en meubilair: hoort dat bij de gemeente? Antwoord: Dit is vastgelegd in de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs en de normbedragen van de VNG zijn hierbij leidend. 49. Blz 142. Is er ook een specificatie waar aan de kosten van het leerlingen vervoer is af te lezen? Antwoord: Er komt binnenkort een voorstel met een begrotingswijziging naar de raad, waarin de kosten (incl. specificatie) en de dekking hiervoor worden voorgelegd. CDA 50. Sociale Zekerheid Pg 10 De gemeentelijke taken op het gebied van Wet Inburgering worden afgeschaft. Dus vergunningshouders zijn niet meer verplicht de taal te leren en in te burgeren. De gemeente verwacht uitvoeringsproblemen door o.a. taalproblemen omdat de gemeente wel verantwoordelijk blijft voor huisvesting van vergunninghouders en aan het werk helpen van mensen met een uitkering. Vraag: Denkt de gemeente erover een oplossing te zoeken voor deze uitvoeringsproblemen Zo ja, waar denkt ze dan aan? Antwoord: Het is maar beperkt toegestaan om een oplossing te bieden voor de te verwachten uitvoeringsproblemen. De gemeenten mogen deze groep vanaf 2013 namelijk geen inburgeringsvoorziening bieden. Wat rest is om de voortgang van de inburgering van deze groep goed te monitoren en de betreffende personen ook aan te spreken op de voortgang en hun inspanningen. De gemeente mag wél (meer aan het eind van het inburgeringstraject) inzetten op re-integratie en daarin een element van taalverwerving opnemen. Een gerichte taaltraining op de werkvloer en vaktaal e.d. blijft dus ook in 2013 nog mogelijk. Om de problemen bij het vinden van werk door de ex-inburgeraars beter op te kunnen pakken is binnen A&I inmiddels een project ontwikkeld. Het is nog niet duidelijk hoe de inburgeringsplicht in 2013 zich verhoudt tot de arbeidsplicht op grond van de Wet werk en bijstand. Als een inburgeringsplichtige zich niet voldoende inspant voor zijn inburgering belemmert hij immers ook de arbeidsinschakeling. We verwachten dat de wetgever hierover nog meer duidelijkheid zal geven in nadere regelgeving. 51. Jeugd en Onderwijs Pg 11 We zetten in op preventie door het versterken van de positie van het Centrum voor Jeugd en Gezin Vraag: Hoe verloopt het beroep op Centrum voor Jeugd en Gezin als frontoffice? Kiezen ouders er niet liever voor om anoniem te blijven en te zoeken op internet? Antwoord: De mensen die het CJG benaderen, telefonisch of via inloop punt, hebben er meestal geen moeite mee om hun gegevens te geven. Van de 474 vragen zijn er 34 mensen geweest die hebben aangegeven anoniem te willen blijven. In bijv. de maand september hebben 621 mensen onze website bezocht, zij zoeken daar op informatie en blijven anoniem. Een klein aantal neemt daarna contact op om nog specifiekere informatie te krijgen over hetgeen wat ze zochten. Over de ouders of jongeren die specifiek vragen hun vraag anoniem te behandelen kunnen we zeggen dat 90% te maken heeft met echtscheidingszaken die moeilijk verlopen en jongeren die niet willen dat ouders ingelicht zullen worden. Via andere professionals komen ouders ook in contact met het CJG. 52. “Goes op maat” Positief over opzet. P.19 Vragen:a. Waarom is de begroting van de besparing uitgekomen op 0,5 mln euro, ruim 2% van de personeelskosten?b. Waarom loopt de besparing niet verder op na 2013? Antwoord: a. Het college is van mening dat er een substantiële bijdrage geleverd moest worden vanuit de organisatie. Hier is de taakstelling van 0,5 mln euro uit voortgekomen. b. In de notitie ‘Goes op maat’ is beschreven dat er ook investeringen dienen plaats te vinden, o.a. op het gebied van opleiding en scholing. Extra besparingen zijn bedoeld om deze investeringen te kunnen uitvoeren.
53. Delta dividend. P.19 Waarom wordt er voor 2013 geen hoger dividend geraamd? Antwoord: De resultaatsprognoses van Delta geven geen aanleiding om het dividend hoger te ramen dan de provincie Zeeland adviseert in haar begrotingscirculaire 2013-2016. 54. Verloop collegeprogramma 2006/2010 P.19 Hoe lang blijft het nog doorlopen? Is het niet beter om dit in de normale exploitatie mee te nemen? Antwoord: In principe wordt dit financieel pas afgerond wanneer het college financiële invulling geeft aan de genoemde onderwerpen. Het lijkt ons inderdaad aannemelijk deze systematiek met ingang van de volgende collegeperiode aan te passen. 55. Openbare Orde en Veiligheid P 31 Waarom liggen de kosten voor OO en V in 2012 zo veel hoger dan het jaar ervoor en de jaren erna? Antwoord: De daling komt doordat er geen gebruik meer gemaakt kan worden van werkervaringplekken voor het opleiden tot Buitengewoon Opsporingsambtenaren. De regeling is afgeschaft. In 2011 en 2012 hadden wij nog 4 leerplekken. Deze leerplekken drukten met uren op openbare orde en veiligheid. 56. Economische Zaken en Toerisme Pg 40 Faciliteren van Stichting Goes Marketing door het subsidiëren van evenementen en marketingactiviteiten moet leiden tot het behoud van werkgelegenheid. Vraag: Is er enig zicht op wat het effect op de werkgelegenheid is geweest tot nut toe met alle promotionele activiteiten en de citymarketeer? Na een beginperiode moet men daar toch ideeën over hebben? Welke parameters wil de gemeente hanteren bij effectmeting? Antwoord: Wij faciliteren Stichting Goes Marketing door een jaarlijkse subsidie. De Stichting subsidieert en organiseert evenementen en activiteiten. Doordat er een extra contactpersoon is en doordat er veel evenementen plaatsvinden waar de ondernemers nauw bij worden betrokken menen we dat Stichting Goes Marketing een positieve bijdrage levert aan de Goese bedrijvigheid. De citymarketeer is per 1 mei begonnen. De effecten van Goes Marketing en promotionele activiteiten zijn nog niet te meten. Citymarketing gaat om gedragsverandering die niet van de ene op de andere dag direct merkbaar is. Daarbij is het meten van effecten van citymarketing erg lastig, omdat deze effecten nauwelijks zijn te scheiden van de gevolgen van andere activiteiten. 57. Welzijn Pg 51-7 Behouden van cultureel erfgoed door verbouw Westwal 45 voor de muziekschool. Vraag: Er wordt niet over de bibliotheek gesproken. De bieb met al zijn heen en weer geloop zou de levendigheid op het cultuurplein flink versterken. Het lijkt echter alsof de gemeente van dit plan is afgestapt. Klopt dit? Antwoord: De bibliotheek maakt onderdeel uit van de advisering met betrekking tot het cultuurhuis. Hierover heeft echter nog geen besluitvorming plaatsgevonden. Dit wordt in de herfst verwacht. 58. Archief 4. P.52 De kosten per inwoner zijn bij ons bijna €30 per inwoner. Graag een overzicht van de kosten bij vergelijkbare gemeenten. Antwoord: Wij hebben geen overzicht van de kosten bij vergelijkbare gemeenten. Om deze kosten te vergelijken is het van belang niet te kijken naar een vergelijkbare gemeente wat inwoneraantal betreft maar expliciet te kijken naar de diversiteit van het takenpakket, het wel of niet hebben van een gemeentearchivaris, het werken voor derden (in ons geval óók voor andere gemeenten), het in opslag nemen van archieven van derden, omvang en samenstelling personeelsbestand, kosten onderhoud van de archiefbewaarplaats en omvang, het wel of niet hebben van een studiezaal, samenstelling collectie , het wel of niet hebben van restauratiekosten, de mate van digitalisering e.d. 59. Bouwen aan Ruimte Pg 66 Huisvestingsmogelijkheden specifiek voor starters, senioren en andere groepen met een kwetsbare positie. De Prestatie gaat uit van een geactualiseerde Woonvisie en het Prestatiecontract met Woningbouwcorporaties. De nieuwe kwetsbare groepen blijken te zitten bij de hogere inkomensgroepen, die met schuldproblematiek te maken krijgen. Die vormen niet de doelgroepen van de woningstichting. De gemeente heeft echter een verantwoordelijkheid jegens al zijn inwoners. De Woonvisie wil nog altijd huizen bouwen vanwege de verdunning van huishoudens. Verdunning betekent echter voor de achterblijvers in de gezinshuizen té grote huizen en vaak (te) duur, terwijl het aantal alleenstaanden en kleine gezinnen (met schuldenproblematiek) toeneemt.
Vraag: Wordt het niet tijd voor ideeënontwikkeling hoe huizen te verkleinen? Dat zou ook bouwondernemers een handje helpen. Antwoord: Deze prestatie is gebaseerd op de vigerende Woonvisie Goes uit 2007. Hierin zijn deze doelgroepen benoemd als bijzondere of kwetsbare groepen op de woningmarkt. Om hun kansen op passende huisvesting te vergroten is in de woonvisie een aantal maatregelen voorgesteld. Als gevolg van de crisis is de situatie op de woningmarkt echter drastisch gewijzigd ten opzichte van een aantal jaren geleden. De nieuwe woonvisie die momenteel wordt opgesteld zal daarom een nieuwe analyse bevatten van groepen die het moeilijk hebben op de huidige woningmarkt. Vervolgens zullen daar passende maatregelen voor ontwikkeld worden. Het aanpassen van het huidige woningbouwprogramma en de bestaande woningvoorraad zullen hierin zeker worden meegenomen. 60. OZB en rioolheffing. P.75. Begroting 2012, totaal OZB en rioolheffing €10.180.000 ; begroting 2012 totaal €11.015.000. Stijging 8,2%. Hoe valt dit te verklaren met de genoemde stijging van percentages van 2%.Graag een prognoseoverzicht gemeentelijke belastingdruk (standaard gezinshuishoudens 2012,2013,2014,2015,2016. De basis voor 2012 bestaat uit de tarieven zoals die in de motie staan die in de raadsvergadering van 15 december 2011 is aangenomen door de raad. In onderstaande tabel wordt weergegeven wat de basis is geweest voor 2012. Na de vaststelling van de begroting 2012 zijn de baten OZB en rioolheffing verder uitgewerkt bij de belastingverordeningen 2012 zoals die door de raad in december 2011 zijn vastgesteld. Omschrijving OZB Gebruikersbelasting niet woning Eigenarenbelasting niet-woning Eigenarenbelasting woning
Tarieven motie "Rechtvaardige verdeling OZB 2012"
WOZ waarde
0,1600% 1.115.335.544 0,2300% 1.159.011.544 0,1396% 3.705.953.646 Oninbaar
Begrote opbrengst 2012 op basis van motie Rioolheffing Gebruikersbelasting niet woningen Gebruikersbelasting woningen
Begrote opbrengst 2012
0,0208% 1.159.011.544 0,0208% 3.705.953.726 Oninbaar Begrote opbrengst
Begroting opbrengsten 2012 op basis van vaststelling belastingverordeningen 2012
Baten
1.784.537 2.665.727 5.173.511 9.623.775 225.000 9.398.775
241.074 770.838 1.011.913 85.000 926.913 10.325.687
Basis OZB voor begroting 2013 Minder oninbaar OZB Meer opbrengst OZB op basis van accres Indexering 2% begroting 2013 Inschatting overheveling naar rioolheffing
9.398.775 88.000 253.000 194.795 -889.000
Begroting OZB opbrengsten 2013
9.045.570
Basis rioolheffing voor begroting 2013 Minder oninbaar rioolheffing Meer opbrengst rioolheffing op basis van accres Indexering 2% begroting 2013 Inschatting overheveling van rioolheffing Lastenverzwaring i.v.m. GRP Begroting rioolheffing opbrengsten 2013 Begroting opbrengsten 2013
926.913 20.000 20.000 19.338 889.000 94.000 1.969.251 11.014.821
Een overzicht van de gemiddelde belastingdruk is onderdeel van de informatie die wordt aangeleverd bij de besluitvorming. In tegenstelling tot voorgaande jaren geeft provincie
Zeeland geen folder “lokale belastingen” meer uit. We zullen dit overzicht zelf op gaan stellen om u bij de besluitvorming over de belastingverordeningen zo goed mogelijk te informeren 61. Kwijtscheldingsbeleid P.76. Is ingeschat welk bedrag gemoeid is met het kwijtscheldingsbeleid? Zo ja, welk bedrag is dit? Antwoord: Dit is onderdeel van de totale post oninbaarheid. Deze is in begroting 2013 ingeschat op ruim € 200.000 voor verschillende heffingen 62. Schuldpositie P.93. (tabel) Er wordt een beeld geschetst waarin een afname zichtbaar is van de netto schuldenlast in percentage van de exploitatie. Wanneer er gerekend wordt met de gepresenteerde cijfers levert dit andere percentages op. Wat is juiste uitkomst? Antwoord: Om de nettoschuld per jaar te kunnen berekenen dient er ook rekening gehouden te worden met de geraamde mutaties in het betreffende jaar. Onderstaand tabel geeft een volledige weergave: (bedragen x € 1.000) Netto schuld per 1 januari
2013
2014
124.944
134.340
2015 130.041
2016 124.792
Geraamde mutaties 2013-2016: Nieuwe langlopende leningen
21.500
8.500
15.000
15.000
Aflossing langlopende leningen
-12.104
-12.799
-20.249
-19.853
Netto schuld ultimo boekjaar
134.340
130.041
124.792
119.939
Exploitatie
107.136
110.555
109.917
110.966
125%
118%
114%
108%
Netto schuld in % van de exploitatie
63. Verloop reserves en voorzieningen P.126. In het getoonde overzicht is onder andere de egalisatiereserve van de Parkeergarage Westwal af te lezen. Deze reserve kent een negatieve stand van -474K per 1-1-2013 en loopt verder op tot 31-12-2014. Op welke wijze en wanneer zal deze negatieve stand worden opgelost? Antwoord: De verwachting is dat er vanaf 2015 positieve exploitatiesaldi gerealiseerd zullen worden die worden toegevoegd aan de reserve. Hierdoor zal de negatieve stand van de reserve worden verkleind en op termijn worden opgelost. Op dit moment is nog niet te voorzien wanneer dit het geval zal zijn. PVDA 64. Blz. 7, Samenwerking de Bevelanden: Het uittreden van Borsele heeft financiële consequenties. Zijn deze al doorberekend in de begroting?Waarvoor is gekozen P&O deels in Kapelle, deels in Noord-Beveland te huisvesten? Bij het instemmen met de GR De Bevelanden stelde de Raad als voorwaarde dat alle zaken die onder de GR zouden worden gerealiseerd, voorzien van een kosten/batenanalyse aan de Raad zouden worden gepresenteerd en vooral voorzien van inzicht in het (soms op termijn) te behalen voordeel. Kunnen we als Raad die presentaties nog tegemoet zien? Antwoord: Er was voor de GR samenwerking De Bevelanden geen integrale begroting, dus kan en zal het uittreden van Borsele daarin ook niet worden verwerkt. Op dit moment wordt door de GR (i.o.) per organisatie-onderdeel een plan uitgewerkt, waarin ook de financiën aan de orde komen. Met de raad is afgesproken dat wij die plannen per onderdeel aan de raad zullen voorleggen. Wel was de business-case inclusief het financiële kader voor het onderdeel ICT al aan de raad voorgelegd toen er nog sprake was van participatie door de gemeente Borsele. Wat de gevolgen zijn voor dit onderdeel wordt nog bestudeerd en dat is dus nog niet in de begroting verwerkt. De keuze voor vestiging van de medewerkers salarisadministratie in Noord-Beveland houdt verband met de in het vlekkenplan gemaakte afspraken. Een van de uitgangspunten daarbij was dat in alle gemeenten onderdelen van de GR gehuisvest zouden gaan worden. 65. Blz. 9, Binnenstad: onderhoud: Gesproken wordt over grotere inspanning en extra investeringen. Komen deze uit het beschikbare budget masterplan binnenstad of spreken we
hier over extra ophoging van het budget? Antwoord: De extra middelen zijn opgenomen in de Perspectiefbrief 2013 als onderdeel van het budget Collegeprogramma 2010-2014 structureel. 66. Blz. 7, Binnenstad: Slot Oostende: Er wordt gezocht naar een ondernemer om Slot Oostende te exploiteren. In hoeverre is de gemeente hiervan afhankelijk voor de verdere voortgang en ontwikkeling van dit project? Kan de gemeente ook zelf exploiteren? Antwoord: De raad heeft het plan van aanpak voor de herontwikkeling van locatie slot Oostende vastgesteld. Indien wijzigingen op het plan van aanpak gewenst c.q. noodzakelijk zijn wordt het plan van aanpak opnieuw bekeken. Hierin kunnen dan ook indien gewenst o.a. mogelijke wijzingen in de rol van de gemeente worden onderzocht. 67. Blz. 11, Jeugd en Onderwijs: CJG: Er is flink geïnvesteerd in de totstandkoming van een centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Heeft het CJG zich inmiddels een plaats verworven in de Goese samenleving en is er een toename van het aantal bezoekers? Is er een kosten-batenanalyse die de dienstverlening van het CJG onderbouwt? Antwoord: Er is een toename in het aantal bezoekers, dit is zichtbaar in de kwartaalrapportage die gemaakt wordt en het overzicht dat maandelijks wordt opgesteld met het aantal bezoekers van de website. Er is geen kosten/baten analyse gemaakt en dit is ook lastig toe te passen op een groeimodel zoals het CJG. De aanname is uiteraard wel dat investeren in preventie en vroegsignalering leidt tot minder kosten bij de gespecialiseerde (dure) zorg in een later stadium. 68. Blz. 16, Besluit woongebonden subsidies. Het ontgaat ons dat, nu er staat beschreven dat Goes vanaf 1/1/2003 voor 7 jaar de uitvoering van de resterende werkzaamheden voor haar rekening neemt, er kennelijk in 2013 toch nog 39.000 moet worden begroot? Antwoord: Het betreft hier werkzaamheden ter afwikkeling van lopende BWS-subsidies, waaronder het afwikkelen van lopende subsidieverplichtingen, zoals het betaalbaar stellen van subsidiebijdragen en eventuele bijstellen van de subsidies, accountantskosten e.d. 69. Blz. 75, Paragraaf lokale heffingen: OZB. De ramingen opbrengsten OZB worden in 2013 met ongeveer 2% verhoogd, waarbij uitgegaan wordt van de realisatie 2012. Wat is het bedrag van de realisatie OZB 2012? Als het bedrag van de OZB met 2% wordt verhoogd t.o.v. de realisatie 2012,wat wordt dat het netto stijgingspercentage OZB voor de burger t.o.v. 2012? Uw vraagstelling is niet geheel duidelijk. Uitgangspunt is 2% van de realisatie in 2012, de beantwoording van de vraag “ls het bedrag van de OZB met 2% wordt verhoogd t.o.v. de realisatie 2012, wat wordt dat het netto stijgingspercentage” is dus ook 2%. 70. blz. 76, Paragraaf lokale heffingen: Rioolbelasting Onderdeel van het kostendekkend maken van de rioolheffing is een verschuiving tussen de OZB en rioolheffing. - Waarop is het bedrag dat van de OZB naar de rioolheffing wordt verschoven gebaseerd? - Is de conclusie juist dat als een hoger bedrag van de OZB naar de rioolheffing wordt verschoven, de rioolheffing met een lager percentage kan worden verhoogd om in 4 jaar kostendekkend te worden? Antwoord: Deze conclusie is juist. Wel heeft dit een negatief effect op de totale baten gemeentelijke belastingen. 71. blz. 112, tabel ramingen belastingopbrengsten. Voor de ramingen van de belastingopbrengsten is voor de rioolheffing een percentage vermeld van 2% per jaar. – Gaat het hier om de stijging van de rioolheffing eigenaren en gebruikers tezamen? - Waar is het bedrag van de rioolheffing voor eigenaren niet-woningen te vinden? Antwoord: De verdeling van de belastingopbrengsten over eigenaren – gebruikers en over woningen – en niet woningen wordt net als in voorgaande jaren ter besluitvorming voorgelegd bij de behandeling van de belastingverordeningen 2013. SP 72. Op pagina 19 van de programmabegroting geeft u aan dat er geld wordt vrijgemaakt t.l.v. collegeprogramma 2006-2010. -Begrijpt de SP-fractie het goed dat dit bedrag niet ten laste wordt gebracht van de Reserve collegeprogramma (9980207), gezien daar geen onttrekkingen aan worden gedaan volgens de staat van reserves en voorzieningen?
-Is het dan juist te veronderstellen dat de bedoelde uitgaven worden gedaan ten laste van de algemene reserve op basis van een enkele jaren oud collegeprogramma annex raadsbesluit? -Kan het college (eventueel op later tijdstip) aangeven welke collegeprogramma’s en raadsbesluiten nog meer niet volledig ten uitvoer zijn gebracht, op basis waarvan derhalve uitgaven te rechtvaardigen zouden zijn, dit zodat er een goed beeld is van deze sluimerende reserve? Antwoord: Deze gelden waren al binnen de exploitatiebegroting geraamd waardoor een onttrekking aan de reserve niet aan de orde is. Bij de behandeling van de perspectiefbrief zal aandacht worden geschonken aan de uitvoering van de collegeprogramma’s. Zie ook vraag 54. 73. Op pagina 19 stelt u dat er structurele begrotingsruimte van 250.000 euro ontstaat door een hogere realisatie OZB dan begroot. Op pagina 75 stelt u bovendien “. In tegenstelling tot vorige begrotingsjaren gaan we uit van de realisatie 2012 als basis waarover we 2% verhoging berekenen. De meeropbrengst uit 2012 als gevolg van de lagere afboekingen oninbaar en groei WOZ waarde nieuw onroerend goed wordt dus niet gecorrigeerd in de tarieven 2013.” Moeten wij dit zien als de wijze waarop u uitvoering geeft van het door de gemeenteraad hierover in de raadsvergadering van 15 december 2011 per amendement uitgesprokene? Antwoord: Nee, op basis van de huidige financiële situatie zoals weergegeven in de meerjarenbegroting heeft het college gemeend dit voor het jaar 2013 anders in te vullen dan in voorgaande jaren. Het niet corrigeren van de meeropbrengsten is een keuze die in deze begroting aan u wordt voorgelegd. De meeropbrengst wordt veroorzaakt door het zogenaamde accres over 2012. Daarnaast wordt er jaarlijks uitgegaan van een oninbaar deel van de gemeentelijke heffingen. Op basis van een eerste analyse van de baten over 2012 zien we dat er aanzienlijk minder oninbaar is afgeboekt dan waarvan we op basis van een gemiddelde van voorgaande jaren waren uitgegaan. In deze begroting wordt de keuze voorgelegd om de meeropbrengst uit deze twee onderdelen niet te vertalen in een lastenverlichting voor de komende jaren. 74. In hoeverre is indicator 3.4 op pagina 28 (“Coffeeshops alleen toegankelijk voor inwoners van de Bevelanden”) in de ogen van het college nog actueel, in aanmerking genomen dat landelijke regelgeving op het gebied van de wietpas voor een dergelijk stringente inperking geen ruimte biedt? Welke stappen is het college voornemens te nemen ten einde een stap richting deze indicator te bewerkstelligen? Antwoord: Alleen mensen van de Bevelanden toelaten is juridisch niet mogelijk. De preventieactiviteiten (door Indigo en SMWO) worden wel gericht op de Bevelandse jongeren.De wietpas beoogt wel een select deel van de doelgroep toe te laten. 75. Op pagina 40 geeft u aan dat er in 2013 wordt gestart met de juridische voorbereiding van Poel V (prestatie 2.1 tweede gedachtestreepje). Een van de argumenten voor het met enige spoed voorbereiden van Poel V is dat Goes rekening moet houden met ruimte voor uit de Goese Schans uitgeplaatste bedrijven. Nu lijkt het tempo waarmee daar bedrijven worden uitgeplaatst minder hoog dan beoogd. Kan het college aangeven waarom het desalniettemin noodzakelijk is de juridische voorbereiding reeds in 2013 te beginnen? Antwoord: Als we beginnen met de juridische voorbereiding op het moment dat we werkelijk kavels willen gaan uitgeven, hebben we nog een procedure te gaan van circa twee jaar. Dan zijn we dus te laat. Het is zaak tijdig te beginnen om voldoende uitgeefbaar terrein op voorraad te hebben. 76. Op pagina 40 wordt gesproken van “bouwen van webwinkel Goes” (1.6). Kan het college aangeven wat voor facilitering de gemeente voor ogen heeft? Antwoord: Wij huren een expert in en begeleiden samen met deze expert de ondernemers in het proces om te komen tot een webwinkel. Vragen worden rechtstreeks beantwoord of doorgespeeld aan de expert. Er wordt meegedacht over de invulling en het beheer van de ‘webwinkel’. 77. Op pagina 51 (7.2) is de verbouw van Westwal 45 voor de muziekschool voorzien. De muziekschool huist momenteel in “de Villa” aan de v.d. Spiegelstraat. Is er al concreet zicht op ander een andere bestemming voor de Villa? Antwoord: Momenteel is de Villa in het project Cultuurhuis opgenomen. Met betrekking tot het cultuurhuis wordt in de herfst besluitvorming verwacht, pas na besluitvorming hierover zal gekeken worden wat er met de Villa gaat gebeuren.
78. Hoe komt het dat het college met betrekking tot programma 6 (pag. 57) anders dan bij de andere programma’s, vanaf 2013 geen ontwikkeling wil bewerkstelligen? De indicatoren vanaf 2013 zijn alle afwezig of identiek. Specifiek wil de SP-fractie wijzen op het aantal WMO-cliënten met HH – gezien de toenemende vergrijzing is het gelijkblijven van het aantal niet voordehandliggend. Graag uitleg. Antwoord: De indicatoren zijn hetzelfde aangezien deze zijn gebaseerd op de ruime ervaringspraktijk vanuit het verleden. Het zijn reële indicatoren die richting geven aan de te behalen resultaten. In essentie zijn de doelstellingen van A&I in de loop van de jaren niet veranderd. Het gaat om het zo veel mogelijk mensen laten voorzien in hun eigen inkomen, bij voorkeur door middel van betaald werk. Dat zal ook in de toekomst niet veranderen. Bijkomende complicerende factor voor A&I is dat de omgeving zo dynamisch is dat het feitelijk weinig zinvol is om meer dan een jaar vooruit te kijken. De doelstelling is door het toepassen van de principes van “De Kanteling” het aantal aanvragen te verminderen. Mede gelet op de gevolgen van de vergrijzing wordt een daling van het aantal aanvragen niet reëel geacht en wordt daarom ingezet op een stabilisatie van het aantal aanvragen. 79. Op pagina 63 wordt een investering in sanering van het Bleekveld gemeld. Wat wordt er in 2013 nog gesaneerd aan het Bleekveld? Antwoord: In 2011 hebben wij de injecties met substraat uit laten voeren. Voor de controle daarop zijn er in 2012 enkele monitoringspeilbuizen geplaatst en bemonsterd om de saneringsvorderingen te controleren. Ook in 2013 zullen de monitoringspeilbuizen worden bemonsterd. Aan de hand van frequente controles wordt bepaald hoe de sanering verloopt en wanneer er opnieuw geïnjecteerd moet worden. 80. Op pagina 75 legt u uit dat de extra verhoging van de parkeerbelasting in 2009 gestoeld was op noodzakelijke bezuinigingen. In de tussentijd is de ruimte die hierdoor ontstond bijvoorbeeld gebruikt om 100.000 euro structureel extra te besteden aan citymarketing. Kunt u in dit licht aangeven in hoeverre deze extra verhoging op bezuinigingsgronden nog opportuun is? Welk bedrag levert de extra verhoging op? Antwoord: Naast de jaarlijkse stijging van 2% aan inflatiecorrectie die wordt doorbelast eens per twee jaar, wordt in verband met de noodzakelijke bezuinigen tot en met 2013 een extra tariefstijging doorgevoerd van 3%. Zie het Raadsbesluit d.d. 20-11-09. Deze stijgingen dienen 70.000 euro per jaar extra aan inkomsten te genereren. De inkomsten van het parkeren worden verdeeld over de algemene dienst (vast bedrag), de voorziening kleinschalige kunstwerken (vast bedrag) en wat extra overblijft komt ten goede aan de reserve infrastructurele werken. Uit de inkomsten wordt een bedrag van 100.000 euro structureel aan citymarketing besteed. D66 Algemeen 81. Blz. 13: Samenvatting financieel F. Saldo begroting en meerjarenbegroting. Vraag: In de jaren 2014 e.v. is er een ruim voordelig saldo. Wat is de reden om naar een dergelijk overschot te streven? Antwoord: Er is nog steeds onduidelijkheid over de ontwikkeling van de rijksfinanciën. De saldi in de toekomst zijn behouden om tegenvallers (deels) op te vangen. 82. Blz. 18: Dekkingsvoorstel 8. OZB Hogere opbrengst inzetten als structurele begrotingsruimte Vraag: Is er gezien de hoogte van het positieve saldo in de komende jaren zoveel structurele begrotingsruimte uit OZB nodig? Antwoord: Het college vindt dit nodig vanwege de vele onzekerheden in de toekomst met betrekking tot de rijksbijdrage. 83. Blz. 15/16: Mutatie 6. Kostenverdeling, oplopend van 240 > 269 > 323 > 393 N. Blz. 13/18: Dekkingsvoorstel 5. Goes op maat 500 V. Vragen: De kosten lopen in de komende jaren exponentieel toe. Waar komt dat uit voort? Als taakstelling wordt een constant bedrag voorgesteld. Hoe valt dat te rijmen met de toenemende kosten? De motie van 28 juni 2012 beoogde onder andere om de te voorziene kostentoename tijdig en met vooruitziende blik te beheersen. Zijn de genoemde voornemens in de notitie ‘Goes op maat’ dan wel voldoende?
Antwoord: Bij gelijkblijvende formatie betekent het boeken van minder uren op projecten een nadeel voor de algemene dienst. Dit houdt verband met een mogelijke verschuiving in werkzaamheden door conjunctuurschommelingen. Het bedrag van € 0,5 mio in Goes op maat is een taakstellende bijdrage vanuit de organisatie aan het oplossen van het financiële vraagstuk. 84. Blz. 17 Mutatie 12. Inkomsten gymzalen Aframing huurinkomsten Vraag: Is de beschikbare capaciteit aan binnensportaccommodaties voldoende bekendgemaakt? Ook bij omliggende gemeenten? Antwoord: Na de afronding van de renovatie van de gemeentelijke gymzalen (rond de zomer 2013) zal ook met behulp van gerichte communicatie de beschikbaarheid voor verhuur breed onder de aandacht worden gebracht. 85. Blz. 17 Mutatie 13. Reisdocumenten Inzet tijdelijk personeel Vraag: Er bestaan meer processen met fluctuaties en er zijn diverse methoden beschikbaar om pieken af te vlakken. Worden de aanvraag/afgifte processen van rijbewijzen en paspoorten (en wellicht ook andere documenten) voldoende geanalyseerd? Antwoord: Ja, dat worden ze. Het blijft echter altijd een afweging tussen kostenposten. Anderszins valt niet alles te reguleren. Dit was bijvoorbeeld in 2012 het geval met de regelgeving van eigen paspoorten voor kinderen. 86. Vragen over 2. Programmaplan Algemene vragen/opmerkingen bij de programma’s: A. De aanleiding behorende bij de keuze van de doelstellingen ontbreekt. Aan veel doelstellingen ligt een visie, beleidsnotitie of wet ten grondslag. Waarom worden die nergens genoemd? B. In de tweede kolom zijn de acties beschreven om de doelstelling te verwezenlijken. Is het niet vreemd om deze inspanningen als ‘prestatie’ te benoemen? Het is toch pas een prestatie als de inspanning is verricht en er enig effect in de richting van het doel merkbaar is? C. De indicatoren staan in deze begroting los van de doelstellingen. Waarom zijn deze niet gekoppeld aan de doelstellingen? Zou dat alsnog mogelijk zijn, zodat bij de jaarrekening 2013 controleerbaar is of de inspanningen voldoende resultaat hebben opgeleverd? D. Wat is het verschil tussen effect- en prestatie-indicatoren? Is dat bij alle programma’s op dezelfde wijze gedefinieerd en toegepast? Antwoord: A. Bij de doelstelling is getracht expliciet te vermelden wat er in 2013 gaat gebeuren. Een beleidsnota ligt hier wel vaak aan ten grondslag maar loopt meestal langer. B. Met prestatie wordt bedoeld weer te geven ‘ Wat gaan we daarvoor doen’. Het woord effect is (tussen haakjes) aangegeven om de link met de indicatoren weer te geven. C. Omdat niet elke effect- of prestatiedoelstelling een indicator hoeft te hebben, of dat een indicator juist betrekking kan hebben op meerdere effecten en prestaties zijn deze los van elkaar weergegeven. D. Bij een effectdoelstelling wordt weergegeven welk effect we willen bereiken. De effectindicator heeft als doel dit effect te kunnen meten. Met een prestatie-indicator wordt de prestatie gemeten. Bij deze laatste vindt u dus meestal cijfers en aantallen terug. 87. Programma 0. Bestuur:Bladzijde 25: Effect-indicatoren Regel 3: Wachttijd binnen de servicenorm wachttijd van 16 minuten. Vraag: Bij realisatie staat 97% (2010). Dat is een prachtig resultaat maar wat is de reden dat de streefwaarden voor 2013/2016 naar beneden zijn bijgesteld? Antwoord: Dit heeft te maken met de toename van taken. Meer werkzaamheden en meer afdelingen die aansluiten op het KCC. Dat brengt aanloopproblemen met zich mee, die langzaam weer verdwijnen. 88. Bladzijde 25: Effectindicatoren Regels 5, 6 en 7: Tevredenheidcijfer bezoekers, bellers en bezoekers website. Vraag: Wat is de reden dat bij deze kolommen bij realisatie geen cijfers zijn ingevuld?
Antwoord: Deze gegevens zijn op dit moment niet voorhanden. In 2010 is de laatste eigen meting voor tevredenheid bezoekers gedaan. Door de gegevens nu op te voeren zal in 2013 monitoring plaats gaan vinden. 89. Programma 1. Openbare orde en veiligheid: Op blz. 28 onder punt 1.8 maakt u melding van de aanscherping van het softdrugsbeleid (ingezetenen, clubpas en afstand tot scholen). Vraag: Welke consequenties heeft dat voor de huidige situatie? Kunt u ook aangeven wanneer deze maatregelen ingevoerd gaan worden? Antwoord: De maatregelen voor ‘ingezetenen’ en ‘clubpashouders’ zijn per 1-5-2012 ingevoerd en worden in Goes goed nageleefd. De maatregel ‘afstand tot scholen’ moet per 1-1-2014 worden ingevoerd. 90. Op blz. 28 onder punt 3.4 wilt u de Goese coffeeshops uitsluitend toegankelijk verklaren voor inwoners uit de Bevelanden. Vraag 1: Graag toelichting op de handhaving en het al of niet bestaan van de mogelijkheid van discriminatie. Vraag 2: In hoeverre heeft hierover overleg plaatsgevonden met gemeenten op Walcheren en Schouwen-Duiveland? Antwoord: Vraag 1: Alleen mensen van de Bevelanden toelaten is inderdaad juridisch niet mogelijk gebleken. Vraag 2: Bij de invoering van het nieuwe coffeeshopbeleid is er overleg geweest met het ministerie en de burgemeesters van Goes, Middelburg, Vlissingen en Terneuzen. Momenteel is er nog met een bepaalde regelmaat overleg tussen Goes , Terneuzen en Vlissingen (Middelburg heeft geen coffeeshop meer) over de effecten van het nieuwe beleid. 91. Blz. 29 Effectindicator 9: Daling van het percentage jongeren <16 dat geen alcohol gebruikt Vraag: Kunt u dit uitleggen? Antwoord: Dit moet zijn: Daling van het percentage jongeren <16 dat alcohol gebruikt. 92. Blz. 29 Effectindicatoren 9 e.v.: Dalingen van diverse percentages. Vraag: Wat is het referentiekader? Antwoord: Het referentiekader voor deze percentages komt uit de laatste provinciale gezondheidsmonitor (RVTv) en onderzoeksrapport onder jongeren in Goes (CtC). Uit de meest recente cijfers blijkt dat 65% van de jongeren < 16 j. in Goes alcohol gebruikt. Dit percentage moet in 2014 met 15% gedaald zijn. Dit principe geldt ook voor de andere dalingen. 93. Blz. 31 Nieuwe investeringen Vraag: De brandweer valt nu toch onder de VRZ? Waarom dan dit investeringsvoorstel? Antwoord: Financieel/administratief was er op het moment van opstelling van de begroting 2013 nog niet genoeg duidelijkheid. Omdat we er van uitgaan dat de reguliere bedrijfsvoering van de Brandweer moet doorgaan zijn de ramingen opgenomen zoals in de Meerjarenbegroting geprognosticeerd. Diverse andere gemeenten hebben ook deze werkwijze gevolgd. Mocht er per 1 januari meer bekend zijn dan zal via begrotingswijziging t.z.t. de ramingen worden omgezet in een bijdrage aan de Veiligheidsregio Zeeland. 94. Programma 2. Vervoer (en/of verkeer?) en openbare ruimte Blz. 34 effectdoelstelling 1. Verbeteren verkeersveiligheid Constatering: de verkeersveiligheid in Goes is blijkbaar onvoldoende. Vragen: Welke waarneming of welke cijfers tonen dat aan? Welke verbetering wordt eind 2013 nagestreefd? Waar is dat voorgenomen resultaat in de indicatoren terug te vinden? Antwoord: De afgelopen jaren hebben we getracht te komen tot een helder beeld wat betreft ongevallenregistratie, waardoor de effectdoelstelling concreet meetbaar zou zijn. Door een vernieuwde registratiesystematiek is al enige jaren geen verantwoorde vergelijking meer mogelijk met de voorgaande jaren. Een landelijk probleem, waarvan de minister heeft toegezegd het te zullen verbeteren. Voorlopig richten wij ons letterlijk op de doelstelling: nul vermijdbare verkeersslachtoffers. De verbetering betreft dan ook het aanpakken van de genoemde grey spots en middels wijkverkeersplannen knelpunten in kaart brengen om te kunnen verbeteren.
95. Blz. 34 effectdoelstelling 2. Verbeteren bereikbaarheid Constatering: de bereikbaarheid in Goes is blijkbaar onvoldoende. Vragen: Welke indicatoren tonen dat aan? Welke verbetering wordt eind 2013 en de daaropvolgende jaren nagestreefd? Waar is dat voorgenomen effect in de indicatoren terug te vinden? Antwoord: Vanuit het GVVP (2005) worden de genoemde prestaties c.q. knelpunten aangepakt en dan ook verbeterd. Bij het ontwerpen wordt in het rekenmodel gebruik gemaakt van de genoemde indicator op pagina 37 (gemiddelde wachttijd per knelpunt). 96. Blz. 34 effectdoelstelling 3. Verbeteren parkeerklimaat Vragen: Wat is het ‘parkeerklimaat’? Welke waarneming of welke cijfers tonen aan dat verbetering nodig is? Welke verbetering wordt eind 2013 nagestreefd? Waar is dat voorgenomen resultaat in de indicatoren terug te vinden? Antwoord: Het aantal bewoners en bedrijven dat op de wachtlijst staat voor een parkeervergunning geeft aan dat verbetering nodig is. Een herindeling van de gebiedszones en de locaties waar mag worden geparkeerd dient te worden veranderd om het parkeerklimaat te verbeteren. Vanaf 1 januari 2013 wordt daarom het volgende aangepast: -Herindeling gebiedszones centrum, oost en zuid waardoor de wachtlijst oplost; -Opheffen betaald parkeren in een aantal straten waardoor meer ruimte wordt gecreëerd voor vergunninghouders; -Benutting capaciteit: Parkeerterreinen met lage bezetting mag worden geparkeerd met bepaalde parkeervergunningen. Nog een manier om het parkeerklimaat te verbeteren is het verbeteren van het parkeerverwijssysteem. Door (digitale) bebording bij invalswegen aan de stad en herhalingsbebording in de stad kunnen de bezoekers aan Goes efficiënt en gemakkelijk een parkeerplaats vinden, zodat zoekverkeer wordt beperkt en de bezoeker haar bezoek aan de stad prettig begint. Bij de indicatoren is dit onder meer terug te vinden in streefwaarden van verschillende bezettingsgraden. 97. Blz. 34 effectdoelstelling 4. Verbeteren fietsklimaat Vragen: Wat is het ‘fietsklimaat’? Welke waarneming of welke cijfers tonen aan dat verbetering nodig is? Welke verbetering wordt eind 2013 nagestreefd? Waar is dat voorgenomen resultaat in de indicatoren terug te vinden? Antwoord: Fietsklimaat: Het samenspel van factoren die bijdragen aan de ambitie om tot de top van Nederlandse fietssteden te behoren bestaande uit veilige en comfortabele infrastructuur en maatregelen die het fietsgebruik en de beleving daar van stimuleren. Zoals aangegeven in het door u vastgestelde fietsbeleidsplan ‘Goes fietst verder’ willen we meer voor wat betreft de fiets in Goes. We hebben integraal beleid in de vorm van ons GVVP, echter om het doel te bereiken is specifiek beleid nodig. Vandaar het fietsbeleidsplan. We stellen dan ook niet dat het slecht gesteld is met het fietsklimaat, maar om onze doelstelling te bereiken is verbetering nodig. Het voorgenomen resultaat is terug te vinden in de indicatoren, nl. het behoren tot de top 3 van fietssteden in Nederland. 98. Prestatie/actie 4.1: Optimaliseren veiligheid en comfort (hoofd)fietsnetwerk. Vraag: Graag informatie over de stand van zaken met betrekking tot het realiseren van verlichting van het (hoofd)fietsnetwerk buiten de bebouwde kom. Dit in het kader van veiligheid en comfort. Antwoord: De (hoofd)fietsroutes buiten de bebouwde kom zijn in beheer van de provincie Zeeland en waterschap Scheldestromen. Beiden zijn terughoudend met het plaatsen van verlichting in het buitengebeid. Derhalve stelt het fietsbeleidsplan voor een pilot op te starten in samenwerking met genoemde wegbeheerders. Uitvoering van de pilot maakt echter geen deel uit van het uitvoeringsprogramma van het fietsbeleidsplan en/of programmabegroting 2013. 99. Blz. 35 effectdoelstelling 6. Verbeteren stedelijke entrees Constatering: de stedelijke entrees van Goes zijn blijkbaar onvoldoende. Welke waarneming of welke cijfers tonen dat aan? Welke verbetering wordt eind 2013 nagestreefd? Waar is dat voorgenomen resultaat in de indicatoren terug te vinden? Antwoord: Deze doelstelling is gericht op het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van de stadsentrees en rotondes. Er zijn geen concrete cijfers aangaande de ruimtelijke kwaliteit van onze stadsentrees en rotondes maar naar onze mening is het idee breed gedragen dat er op dit punt wel verbeteringen mogelijk zijn. We willen die mogelijkheden voor de belangrijkste
stadsentrees en daarmee verbonden rotondes in beeld brengen en vertalen in uitvoeringsplannen. Bij de prestatie indicatoren is aangegeven dat we in 2013 voor 2 entrees een uitvoeringsplan gereed willen hebben. 100. Blz. 35 effectdoelstelling 7. Gebruik bestrijdingsmiddelen Constatering: blijkbaar bestaat hierover landelijke wetgeving en voldoet Goes op dit moment niet aan de landelijk gestelde eisen. Vraag: Op welke termijn moet aan die eisen worden voldaan? Antwoord: Gemeente Goes voldoet aan huidige landelijke wetgeving (Duurzame onkruid beheer). Toekomstige ontwikkelingen in het kader van het landelijke actieplan duurzame gewassenbescherming kan er toe leiden dat gebruik van chemische middelen die nu nog zijn toegestaan op termijn aanzienlijk wordt ingeperkt en we genoodzaakt zijn andere bestrijdingsmiddelen en/of methodieken moeten worden ontwikkeld. 101. Blz. 35 effectdoelstelling 8. Veilig en duurzaam bomenbestand Constatering: een doelstelling in het kader van preventief onderhoud. Vragen: Is dit nieuw of loopt dit onderzoek al? Op welke termijn moet 99% van het bomenbestand in kaart gebracht zijn? Antwoord: Alle boomeigenaren hebben zorgplicht vanuit wetgeving. Dat houdt in dat de bomen goed onderhouden en geïnspecteerd moeten zijn voor de veiligheid. Inspectie gebeurt nu structureel volgens VTA controle (Visual Tree Assessment, landelijk protocol). Dit is in 2012 gestart en loopt tot eind 2014. 102. Blz. 35 effectdoelstelling 9. Verbeteren gebruikscomfort van het wegenareaal Constatering: het gebruikscomfort is blijkbaar onvoldoende. Vragen: Welke waarneming of welke cijfers tonen dat aan? Welke verbetering wordt eind 2013 nagestreefd? Waar is dat voorgenomen resultaat in de indicatoren terug te vinden? Antwoord: Tijdens de schouwen scoort het onderdeel bestrating over het algemeen minder als de andere schouwonderdelen zoals groen e.d. Ook uit de resultaten van de laatste CROW weginspecties blijkt een lichte maar gestage afname van de algehele kwaliteit van het wegennet. Echter op zich nog niet verontrustend op korte termijn. Het programma 2013 voor het onderdeel bestrating heeft dan ook de volgende speerpunten: - oplossen van spoorvorming in de straten en toepassen van funderingsverbetering - het herbestraten van de nodige voetpaden - het verder omvormen van tegelverharding in fietspaden naar asfaltverharding - het omvormen van klinkerverharding in zwaarbelaste wegen naar asfaltverharding 103.Blz. 35 effectdoelstelling 10. Kwaliteitsambitie binnenstad waarborgen Constatering: de kwaliteit van de bestrating behoeft extra aandacht vanwege de vele werkzaamheden aan ondergrondse kabels en leidingen. Vraag: Worden naast deze reparatie-inspanningen ook preventieve maatregelen overwogen, bijvoorbeeld om graafwerkzaamheden te bundelen? Antwoord: reeds bij de vergunning verlening worden waar mogelijk de werkzaamheden op elkaar afgestemd. Vooraf wordt de verharding opgenomen en na afloop vindt herstel plaats, te dekken uit de inkomstenpost nutsvoorzieningen. 104. Blz. 36 effectdoelstelling 11. Verbeteringen in de spoorzone Constatering: verkeerstechnisch is het spoor door Goes blijkbaar een hinderlijke barrière geworden. De voorgenomen ongelijkvloerse kruisingen zijn kostbaar, waarschijnlijk slechts eenmaal uitvoerbaar en hebben grote gevolgen voor de verkeerscirculatie in Goes. Vraag: Verplicht deze investering niet tot een weloverwogen herziening van het GVVP, zodat de kruisingen met de spoorweg echt voor lange tijd zullen voldoen? Antwoord: alg. opmerking over herziening GVVP: De voorbereidingen voor een herziening van het GVVP zijn in gang gezet. Binnenkort wordt u via een memo verder geïnformeerd (Zie ook de vragen 123 en 154). 105. Blz. 37 Indicatoren Constatering: in de streefwaarden zit nauwelijks ontwikkeling. Vragen: Zijn dit dan wel de juiste indicatoren om verbeteringen te meten? Als het effect zo gering is, zijn de investeringen dan wel doelmatig? Antwoord: De indicatoren zijn afkomstig uit bestaande beleidsplannen, welke zich over
meerdere jaren uitstrekken. Er moet geïnvesteerd worden om het effect op peil te houden. 106. Blz. 38 Nieuwe investeringen: Parkeervoorziening Pontes Vraag: Wat wordt hiermee bedoeld? Antwoord: Aan Het Goese Lyceum is een budget beschikbaar gesteld voor het realiseren van nieuwbouw op het zuidveld De Weitjes. De kosten voor de aanleg en inrichting van het schoolplein maken deel uit van dit budget, de kosten voor de aanleg van de parkeervoorziening maken hiervan geen deel uit. Wij leggen als gemeente zelf en parkeervoorziening aan in het openbaar gebied en streven daarbij naar dubbelgebruik met de sportvoorziening op het noordveld van De Weitjes. De realisatie van dit parkeerterrein wordt meegenomen in het totale inrichtingsplan voor het openbaar gebied rondom de nieuwe school en is als nieuwe investering voor 2013 opgenomen. 107. Programma 3: Economische zaken en toerisme: Bladzijde 40: Effectdoelstelling 1: tenminste behoud van werkgelegenheid Prestatie 1.2: Voldoende uitgeefbaar bedrijventerrein in voorraad hebben: In 2013 wordt de Poel 2 verder bouwrijp gemaakt en de Poel 5 wordt juridisch voorbereid. Constatering: Uit bovenstaande blijkt dat volledig wordt ingezet op de Poel 2 en Poel 5. Over revitaliseren van bestaande bedrijventerreinen zoals bijvoorbeeld Klein Frankrijk en Eindewege wordt niets vermeld. Vraag: Wat is/zijn de reden(en) dat revitalisering van bestaande bedrijventerreinen in de programmabegroting 2013 niet aan de orde komt? Antwoord: Revitalisering is aan de orde op het moment dat er sprake is van een neergaande spiraal. Met schouwrondes en vervolgens adequaat onderhoud voorkomen we dat er gerevitaliseerd moet worden. Klein Frankrijk zit in een fase dat er veel verandert. Kwalitatief ligt het er redelijk bij. Eindewege is wat ongelijk van kwaliteit. Met wegonderhoud wordt daar binnenkort een kwaliteitsslag gemaakt. Ten overvloede: revitaliseren levert op de Goese terreinen geen nieuwe kavels op. 108. Blz. 42: Prestatie (actie) 3.3 c. Uitwerken duurzaam energieconcept Vraag: Bestaat er al een dergelijk concept voor Poel 2? Antwoord: Eind jaren negentig is er onderzoek uitgevoerd naar een duurzaam energieconcept voor de ontwikkeling van ‘Goes-Zuid in algemene zin’, onder andere De Poel II. Dat heeft geresulteerd in het duurzame energiesysteem in Ouverture. Voor bedrijventerrein de Poel II is er niet gekozen voor een alternatief warmtesysteem: hier is een gasnet aangelegd. Wel is er aandacht voor duurzaam bouwen op De Poel II door de in 2012 vastgestelde subsidieregeling. Dit betekent dat er voor maatregelen als zonnepanelen, warmtepompen, kleine windturbines gemeentelijke subsidie kan worden verkregen. 109. Blz. 42: Indicatoren Vraag: Waar zijn indicatoren over bijvoorbeeld Het nieuwe winkelen, recreatie en toerisme, duurzame energie bij bedrijven, bedrijfssluitingen, vacatures, ontslagen, werkeloosheid, etc.? Antwoord: Hiervoor zijn in de meeste gevallen geen indicatoren, omdat wij niet al deze zaken kunnen monitoren. Wij kennen niet de omzetten van de winkels, bedrijven geven niet aan de gemeente door hoe duurzaam hun energiegebruik is. Andere zaken kunnen we beoordelen aan de cijfers van anderen, bijvoorbeeld de werkeloosheidscijfers. 110. Programma 4: Onderwijs: Blz. 46: Effectdoelstelling 3: Voorkomen voortijdig schooluitval. Vraag: hoe verhouden de ambitieuze genoemde prestaties onder 3.1 zich tot het feit dat in de begroting voor 2013 een bedrag is gereserveerd dat slechts 36% bedraagt van de uitgaven voor Leerplicht in 2012? Volgens de indicator waren er 121 vroegtijdig schoolverlaters in Goes. Hoeveel meldingen waren er in totaal bij het RBL? Wordt ook gekeken waar de schoolverlaters nadien terechtgekomen zijn? Antwoord: 1. Om een zuiverder beeld te krijgen van het RMC/RBL zijn de salaris- en aanverwante kosten op een hulpkostenplaats verantwoord. Hier worden ook de bijdragen van de deelnemende gemeenten verantwoord. Deze baten vielen tot 2013 rechtstreeks onder leerplicht. Per saldo dalen de lasten dus niet met 36%. 2. Tot op heden waren er 121 meldingen bij het RMC van voortijdig schoolverlaters uit de gemeente Goes in het kalenderjaar 2012. De
realisatie van 2011/2012 (van 1-8-2011 tot 1-8-2012) was 138 nieuwe meldingen RMC van jongeren uit de gemeente Goes; in 2010/2011 ging het om 155 nieuwe meldingen RMC. De RMC-doelgroep wordt door het RMC gevolgd (monitoring) tot het moment dat een startkwalificatie is behaald of het moment dat duidelijk is dat een startkwalificatie niet haalbaar is of het moment dat de jongere 23 jaar oud wordt (de wettelijke taak van het RMC loopt tot 23 jaar). Een aanzienlijke groep van de gemelde jongeren kan worden geplaatst in kwalificerende scholingstrajecten en/of werk (circa 75%). Voor de overige groep worden anderssoortige trajecten (hulpverlening, zorg, maatschappelijk werk) door het RMC in gang gezet en werkt het RMC samen met en verwijst door naar de betreffende verantwoordelijke organisaties. 111. Blz. 47: Actie 5.1 Nieuwbouw Goese Lyceum inclusief 4 gymzalen. Vraag: Hoe rijmt zich dit met het tekort op huurinkomsten binnensportaccommodatie? Antwoord: Scholen betalen geen huur voor het gebruik van de gymzalen. De gemeente heeft de plicht hierin te voorzien. Momenteel maakt het Goese Lyceum ook nog gebruik van de gymzaal De Poel. Als de nieuwbouw Goese Lyceum inclusief de 4 gymzalen gereed is, wordt de gymzaal De Poel gesloopt. 112. Blz. 47: Doelstelling 5: Bereikbaarheid van aantrekkelijke en gedifferentieerde onderwijsvoorziening Vraag: Hoort de rol van de Zeeuwse Onderwijs Autoriteit hier niet bij? Antwoord: Hierbij wordt uiteraard het rapport van de Zeeuwse Onderwijs Autoriteit. ’t Kerend Tij’ betrokken. 113. Programma 5. Welzijn Algemene vraag: Is het mogelijk om in de toekomst Werk, inkomen, welzijn en zorg samen een programma vormen? De diverse decentralisaties vragen immers om een integrale aanpak ,waarbij effecten op het ene terrein effecten hebben op het andere. Het kunnen overhevelen van middelen is dan essentieel. Antwoord: Het college neemt dit mee bij de het opstellen van de volgende begroting. 114. Bladzijde 50: Effectdoelstelling 2: Jongeren weten de weg te vinden naar de gemeente etc. Prestatie: 2.1: Uitbouw van de jongerenraad. Vraag: Hoe verhoudt de uitbouw van de jongerenraad zich tot de aangekondigde aanpassingen/bezuinigingen op de adviesraden? Antwoord: In de voorgestelde adviesstructuur blijft de Jongerenraad als zelfstandige adviesraad bestaan en er zal worden geïnvesteerd om meer jongeren hierbij te betrekken (door bijvoorbeeld activiteiten te organiseren of om tijdelijk deel uit te maken van een concrete werkgroep). 115. Bladzijde 51: Effectdoelstelling 5: wonen, welzijn en zorg zijn zo georganiseerd dat mensen, in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen etc. Prestatie: 5.2: het realiseren van woonservicegebieden in de Goese Polder, Kloetinge, Kattendijke en Wilhelminadorp. Vraag 1: Wat is de stand van zaken met betrekking tot het realiseren van woonservicegebieden in de dorpen: ’s-Heer Hendrikskinderen, ’s-Heer Arendskerke/Eindewege en Wolphaartsdijk/Oud-Sabbinge. Vraag 2: De prestatie-indicatoren beperken zich tot de aantallen te realiseren woonservicegebieden. Graag een toelichting op hoe zichtbaar wordt gemaakt of hier de effectdoelstelling van dit punt wordt gehaald. Antwoord: Vraag 1: Voor ’s-Heer Hendrikskinderen is i.h.k.v. woonservicegebieden samen met de bewoners een dorpsplan gemaakt. Dit wordt nu uitgevoerd. Voor ’s-Heer Arendskerke/Eindewege is de eerste bijeenkomst geweest en zijn de werkgroepen gevormd. Voor Wolphaartsdijk/Oud-Sabbinge is de start gepland medio 2013. Vraag 2: Er wordt per wijk of dorp bekeken of de voorzieningen hoog serviceniveau of basis serviceniveau aanwezig/gerealiseerd zijn. 116. Bladzijde 52: Wat mag het kosten: Kunst en Cultuur: begroting 2013: lasten 3.836 en baten -92 (x € 1.000) Sport: begroting 2013: lasten 2.215 en baten -114 (x € 1000). Vraag: Graag een toelichting op aard en omvang van de lasten en verhouding lasten/baten. Met name de vraag of hierbij “alle kosten” van de beleidsvelden van respectievelijk kunst en cultuur
en sport en bewegen in beeld zijn gebracht. Antwoord: Op bladzijde 143 en 144 staan de lasten en baten verdeeld. Hierin zijn alle in de financiële begroting 2013 opgenomen lasten en baten op de betreffende beleidsvelden opgenomen. Dit betreffen voornamelijk subsidies en uren, maar ook indien aanwezig kapitaallasten, belastingen, verzekeringen en dergelijke. 117 Programma 6. Werk, inkomen en zorg Blz. 56/57: 2.3. huisbezoeken ouderen: wel effectdoelstelling en prestatievoornemen, maar geen prestatie-indicator. Vraag: toelichting. Antwoord: Op dit moment wordt hier invulling aan gegeven door middel van het project “informerend en signalerend huisbezoek 75+”. Begin 2013 word een eindrapportage opgemaakt van dit project en wordt bepaald hoe we met het “informerend en signalerend huisbezoek” verdergaan. In verband hiermee kan nu nog geen prestatie-indicator worden benoemd. 118. Blz. 56/57: 3.1, 3.2 en 3.3 meer maatwerk in de Wmo, wijkgericht en dorpsgericht werken en meer gebruikmaking van collectieve of algemene regelingen: wel effectdoelstelling, maar geen passende effectindicatoren of prestatie-indicatoren. Vraag: toelichting. Antwoord: Door het toepassen van de principes van “De Kanteling” wordt ingezet op een stabilisatie van het aantal aanvragen. Een en ander blijkt uit de prestatie-indicatoren voor 2014 e.v..De ontwikkeling van de algemene en/of collectieve voorzieningen is nog in de onderzoeksfase en daarom nog niet concreet, zodat hiervoor nog geen effect- of prestatie-inidcatoren kunnen worden benoemd. 119. Bladzijde 57: Effectindicatoren: Regels 8, 9 en 10: % aantal gerealiseerde huisvestingen van statushouders, afgehandelde aanvragen binnen 8 weken en % afgehandelde aanvragen binnen 4 weken. Vraag: Wat is de reden dat in voornoemde kolommen bij realisatie geen percentages zijn ingevuld? Antwoord: De realisatie in 2011 van het percentage afgehandelde aanvragen binnen 4 weken m.b.t. de Wmo is 69% . De realisatie van het percentage afgehandelde aanvragen binnen 8 weken m.b.t. de Wmo is 87%. 120. Bladzijde 57: Prestatie-indicatoren: Regel 8: aantal toekenningen minimaregelingen. Wat is de reden dat de kolommen realisatie en streefwaarden niet zijn ingevuld? Antwoord: zie de beantwoording bij vraag 119. 121. Programma 7. Milieu Bladzijde 61: Effectdoelstelling 4: Verminderen CO2-uitstoot Vraag: Wordt er naast een plan voor Poel V ook aan de duurzaamheid van andere bedrijventerreinen gewerkt? Antwoord: Voor nieuwbouw op de Poel II is er aandacht voor duurzaam bouwen door de in 2012 vastgestelde subsidieregeling. Dit betekent dat er voor maatregelen als zonnepanelen, warmtepompen, kleine windturbines gemeentelijke subsidie kan worden verkregen. Voor het stimuleren van duurzaamheid op de overige bedrijventerreinen is er thans geen specifiek beleid. Ondernemers in algemene zin zijn overigens wel gestimuleerd tot duurzaam handelen met de MVO-prijs, cursus duurzaam ondernemen en het ondernemersprogramma tijdens de Energiemarkt 2012. Daarnaast is aan de detailhandel de mogelijkheid geboden deel te nemen aan het project Klimaatneutrale Binnenstad. 122. Bladzijde 61: Effectdoelstelling 5: Begraafplaatsen In het verlengde van dit onderwerp de vraag: Wat is de stand van zaken met betrekking tot de bouw van het al geruime tijd verwachte crematorium? Antwoord: De exploitant van het crematorium heeft de besluitvorming van het tracé voor de nieuwe aansluiting op de A58 afgewacht. Nu dit duidelijk is, kan de ontwikkeling worden voortgezet.
123. Programma 8. Bouwen Blz. 66: Doelstelling 3. Hoogwaardige stedenbouwkundige kwaliteit Vraag: Bij ruimtelijke ontwikkeling hoort ook een visie op toegankelijkheid en verbindingen. Hoort hier ook de herziening van het GVVP niet bij? Antwoord: De voorbereidingen voor een herziening van het GVVP zijn in gang gezet. Binnenkort wordt u via een memo verder geïnformeerd. 124. Blz. 67: Doelstelling 4. Bestemmingsplannen Vraag: Een mooi voorbeeld, dat ook de ambtelijke organisatie worstelt met de kolom ‘Wat gaan we er voor doen’. Wordt er het komende jaar gestreefd naar het vaststellen van deze 4 bestemmingsplannen (acties) of zijn ze al vastgesteld (prestatie)? Antwoord: De kolom realisatie laat per abuis de streefwaarde voor 2013 zien. Deze had echter op 0 moeten staan. 125. Blz. 67: Doelstelling 5. Grondverkopen woningbouw Vragen: Wat is nu precies het doel? Hoeveel bouwrijpe percelen? Waar is de Goese Schans in het rijtje? Welke strategie wordt ingezet om de bouw te stimuleren? Antwoord: Het doel is om voldoende uitgeefbare, gedifferentieerde grond voor woningbouw in voorraad te hebben. Dat wil zeggen dat we dienen te zorgen voor voldoende keus voor kopers om kavels af te nemen waar en wanneer de koper dit maar wil. We hebben nu circa 200 bouwrijpe percelen in voorraad. Goese Schans is hierbij niet opgenomen omdat wij als gemeente daar geen kavels uitgeven. De strategie om de bouw te stimuleren bestaat uit een aantal maatregelen. We verzorgen onder andere goede en uitgebreide informatievoorziening op de website, via een informatiebrochure en ook op ander wijze. We organiseren jaarlijks een laagdrempelige verkoopbijeenkomst op locatie in Mannee waarbij vraag en aanbod met elkaar in contact wordt gebracht. We hanteren soepele reserveringstermijnen bij verkoop bouwgrond en berekenen we geen rente bij overschrijding van een vooraf afgesproken passeerdatum. Ook gaan we niet strikt om met de aanpassing van kavelgrenzen indien een koper vraagt om de gereserveerde bouwkavel wat groter of kleiner te maken. We bieden kopers aan om een gekocht bouwperceel vóór de notariële levering op te meten zodat er een geheel perceel geleverd wordt. Dit levert elke koper een besparing op van € 500,- aan kadasterkosten. 126. Blz. 67: Indicatoren Vragen: Is een overleg een prestatie? Is een actie een prestatie? Wat maakt een Prestatiecontract succesvol? Antwoord: Het overleg hebben we nodig om het effect te kunnen bereiken. De actie betreft het uitwerken van de geactualiseerde woonvisie (het betreft dan ook één actie). Het succesvol zijn van een prestatiecontract is afhankelijk van de gemaakte afspraken en hoe succesvol blijkt dan bij evaluatie. 127. Dekkingsmiddelen Blz. 71/72 Vraag: Het zou wel aardig zijn om hier ergens iets terug te vinden van de Landsbanki gelden. Antwoord: De landsbankigelden zijn bij de jaarrekening 2011 volledig verwerkt. Dit is zichtbaar in de kolom rekening 2011, toevoegingen aan reserves. Vragen over 3. Paragrafen 128. Lokale heffingen Blz. 75/76 Onroerend zaakbelasting. De meeropbrengst uit 2012 wordt niet gecorrigeerd in de tarieven van 2013.Vraag: Waarom niet? Antwoord: De meeropbrengst wordt veroorzaakt door het zogenaamde accres over 2012. Daarnaast wordt er jaarlijks uitgegaan van een oninbaar deel van de gemeentelijke heffingen. Op basis van een eerste analyse van de baten over 2012 zien we dat er aanzienlijk minder oninbaar is afgeboekt dan waarvan we op basis van een gemiddelde van voorgaande jaren waren uitgegaan. In deze begroting wordt de keuze voorgelegd om de meeropbrengst uit deze twee onderdelen niet te vertalen in een lastenverlichting voor de komende jaren. 129. Parkeerbelasting. Inkomstenverhoging door tariefstijging. Vraag: Strookt dit met eerdere conclusies, dat parkeergelegenheid niet optimaal wordt benut? Is het effect van meer tariefdifferentiatie voldoende onderzocht? Antwoord: Uit oogpunt van eenduidigheid voor de parkerende bezoeker aan de
binnenstad, is het wenselijk om zo min mogelijk tariefniveaus in en buiten de parkeergarage te hanteren. De ontwikkeling van het tarief voor parkeren buiten de parkeergarage kent daarom een gelijke tred met de ontwikkeling van het tarief voor parkeren in de parkeergarage. 130. Afvalstoffenheffing. Kostendekkend tarief. Vraag: Wordt wel voldoende aandacht besteed aan het verlagen van de kosten door werkprocessen tegen het licht te houden? Antwoord: Er wordt voldoende aandacht besteed aan verlagen kosten door werkprocessen te onderzoeken en te verbeteren. 131. Kwijtscheldingsbeleid Vraag: Waterschap Zeeuwse Eilanden heeft toch een nieuwe naam? Antwoord: Klopt dit heet nu Waterschap Scheldestromen. 132. Weerstandsvermogen + Risicokaart: Blz. 77-83 Norm weerstandscapaciteit Wanneer we de vrije ruimte van € 24,9 miljoen vergelijken met de bestemmingsreserve majeure projecten van € 29,8 miljoen, zien we dat bij het volledig inzetten van de bestemmingsreserve majeure projecten het weerstandsvermogen onder de norm uit gaat komen. In de komende jaren kunnen bezuinigingen nog een beroep gaan doen op de weerstandscapaciteit. Bijvoorbeeld de effecten van de verschillende decentralisatie opdrachten (AWBZ begeleiding, Jeugdzorg en Werken naar vermogen) kunnen de exploitatie en daarmee de weerstandscapaciteit nog beïnvloeden. Ook een nieuwe bezuinigingsronde kan effect hebben op de weerstandscapaciteit. Vragen: Op blz. 81 worden de 4 belangrijkste risico's (zeer hoge impact/zeer hoge kans op optreden) vermeld. Aan de ene kant bestaat onduidelijkheid over de hoogte van de financiële risico's, wanneer deze risico's zich daadwerkelijk zullen voordoen. Anderzijds betekent het volledig wegvallen van de dekkingsmogelijkheid uit de reserve Majeure Projecten een daling tot een tekort van € 4,9 miljoen op het weerstandsvermogen. Omdat daarmee de begrote weerstandscapaciteit onvoldoende als dekking kan fungeren voor de geïdentificeerde risico's willen wij graag van het college vernemen hoe men hierop denkt te anticiperen. Daarnaast willen wij graag geïnformeerd worden over de hoogte van de financiële risico's, zoals die genoemd zijn op blz.81 van de programmabegroting2013. Antwoord: Het college is zich er bewust van dat de weerstandscapaciteit onder druk komt bij het inzetten van de reserve majeure projecten. Dit is ook de reden waarom de signalering is opgenomen in de begroting. Dit betekent dat er in de komende jaren kritisch gekeken moet worden naar de huidige claims op de algemene reserve en de toekomstige claims. Eventuele incidentele meevallers zullen waar mogelijk ingezet worden om het weerstandsvermogen op te vangen. Incidentele tegenvallers zullen zoveel mogelijk binnen de huidige budgetten opgevangen worden om het beroep op de algemene reserve zoveel mogelijk te beperken. De hoogte van de risico’s zoals weergegeven op pagina 81 kunnen we u niet geven. Op basis van de risicomethodiek kunnen we wel aangeven wat voor deze risico’s wordt meegenomen in de norm van het weerstandscapaciteit. Hierbij plaatsen we wel de opmerkingen dat de risicomethodiek als uitgangspunt heeft dat niet alle risico’s zich tegelijkertijd zullen voordoen. 133. Financiering blz. 93: Schuldpositie. De nettoschuld in % van de exploitatie bedraagt in 2013: 125 %; 2012: 118 %; 2015: 114 %; 2016: 109 %. Het EMU-saldo/EMU-tekort bedraagt in 2013: € - 5.115 (x 1000) Vraag: Voor een schuldpositie > 100 % wordt op basis van de Europese normen (zoals de EMUnormen) voorzichtigheid in de exploitatie geboden. Een negatief EMU-saldo moet als negatief worden geduid. De kans op een verslechterende weerstandscapaciteit en een te grote schuldpositie moet het college tot nadenken stemmen. Graag wil D66 van u vernemen hoe u deze 2 bedreigingen van de financiële soliditeit van de gemeente Goes wilt tegengaan? Antwoord: In de notitie Schuldpositie wordt hierop ingegaan. 134. Goes op maat (versie 03 d.d. 27092012) 2. Ontwikkelingen a. Overdracht van taken naar de GR Samenwerking de Bevelanden Terwijl de beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering voor een aantal beleidsonderdelen worden
overgeheveld naar de GR Samenwerking de Bevelanden, blijft de beleidsbepaling bij de gemeente Goes. Vraag: In dit kader wordt vooral geredeneerd vanuit de organisatie. Echter in de hedendaagse benadering van burgerparticipatie is het van cruciaal belang dat burgers tijdig bij de beleidsvoorbereiding worden betrokken. Dat kan bijv. door het betrekken van dorps- en wijkverenigingen, maar ook door de adviesraden c.q. de “nieuwe WMO-adviesraad” vooraan in het traject van beleidsvoorbereiding te plaatsen. Dit is nu al een moeizaam gebeuren, zodat de vrees bestaat dat het uitplaatsen van de beleidsvoorbereiding bijv. sociale zaken de afstand tussen kiezer/inwoner en gemeentebestuur zal vergroten .Is het college bereid om een paragraaf over burgerparticipatie in “Goes op maat” op te nemen? Antwoord: Het De notitie ‘Goes op maat’ gaat over de toekomstige organisatie, rekening houdend met o.a. de vorming van GR de Bevelanden. Het aspect burgerparticipatie kan aan de orde komen bij de uitvoering van de diverse onderdelen van de GR. 135. Verbonden partijen Bladzijde 103: College Zorg en Welzijn (CZW) Bureau. Vraag: Wat is de reden dat in het staatje de risico’s bij faillissement niet is ingevuld? Antwoord: Deze tekst is weggevallen. Op basis van het Convenant Zeeuwse Overheden inzake het College Zorg en Welzijn is het risico: “In het belang van de continuïteit zijn de participerende overheden gezamenlijk verantwoordelijk voor de (financiële) consequenties die het gevolg zijn van beleidswijzigingen met effect op de aard en omvang van de taken van het CZW bureau.” 136. Bladzijde 104: Woonwagenschap Midden- en Noord Zeeland. Risico’s: Naar verwachting is de huidige voorziening saneringskosten niet toereikend om de werkelijke kosten van sanering van vervuilde gronden op te kunnen vangen. Vraag: Binnen welk tijdsbestek kan duidelijkheid worden gegeven over de werkelijke saneringskosten. Antwoord: De kosten van de sanering van de locaties Tholen, Bruinisse en Zierikzee worden op dit moment in kaart gebracht. De gemeenten Middelburg en Vlissingen hebben toegezegd in oktober 2012 met een gezamenlijk voorstel te komen voor de overname van de gronden die in hun gemeente gelegen zijn. Afhankelijk van de besluitvorming door het bestuur van het Woonwagenschap kan die duidelijkheid over het toereikend zijn van de voorziening uiterlijk het eerste kwartaal van 2013 gegeven worden. 137. Vragen over 4. Financiële begroting Bijlagen Bladzijde 143: Specificatie baten en lasten op productniveau 6.580.02: Culturele Raad € 157.154 6.530.01: Sportraad € 12.316 Verder ontbreekt een opgave van de andere adviesraden (jongerenraad, nieuwe WMO-raad en cliëntenraad). Vraag 1: Graag een uitsplitsing kosten culturele raad in organisatiekosten culturele raad en activiteitenbudget. Vraag 2: Graag een opgave van de kosten van de andere adviesraden. Antwoord: Vraag 1: Globaal is het budget voor de Culturele Raad als volgt onderverdeeld: Doorverdeling uren: € 52.000,Organisatiekosten: € 10.000,Activiteiten: € 95.000,Vraag 2: Ten aanzien van de kosten voor de andere adviesraden komt dit najaar een voorstel van het college naar de raad over de herziening van de adviesraden inclusief een nieuwe conceptverordening en de daarbij horende begrotingswijzigingen. Voor de Cliëntenraad is jaarlijks een budget beschikbaar van max. € 10.000,00. Hieruit worden gefinancierd de huur van hun vergaderruimte, te volgen cursussen e.d., kantoormateriaal, onkostenvergoedingen, kerstgratificatie e.d.. De kosten hiervan zijn ondergebracht in de post overige uitkeringen. 138 Algemeen: Wij kunnen de transitiegelden die beschikbaar zijn gesteld door het Rijk om de diverse transities in goede banen te leiden nergens terugvinden in de baten, terwijl dat toch om flinke bedragen gaat waar
ook nu al een heleboel van bekostigd wordt, zoals de transitiemanagers. Vraag: Graag een toelichting op de transitiegelden. Antwoord: De transitiegelden worden in de septembercirculaire toegewezen aan de gemeenten. Dit is nog geen onderdeel van de begroting 2013. Bij de bestuursrapportage van 2011 is een bedrag ad € 106.593 (septembercirculaire 2011) toegevoegd aan de post 66204000/400000 (Wmo/ N.i.t.d. lasten str ) ten behoeve van de transitiekosten decentralisatie AWBZ naar de WMO. Dit betreft de transitiekosten voor het jaar 2012. Voor het jaar 2013 is een bedrag ad € 72.162 toegevoegd aan dezelfde post. Ondanks het controversieel verklaren van de decentralisatie Begeleiding blijven deze bedragen voorlopig beschikbaar voor de met decentralisatie samenhangende kosten (junicirculaire 2012). Een deel van deze middelen is al bestemd voor het regionale project transitie extramurale begeleiding. Het restant blijft op eerdergenoemde post gereserveerd voor nog nader te bepalen voorbereidingskosten van deze transitie. 139. Vragen over Productenraming 2013 Onderaan bladzijde 12 staat bij opmerking/analyse: svp artikelen wijkbladen laten vervallen, want moeilijk te meten en bovendien niet toereikend. We plaatsen wel vaker artikelen. Vraag: Artikelen in wijk- en dorpsbladen worden heel goed gelezen. Er is waardering voor de gemeentelijke inbreng. Daarom graag een uitgebreide toelichting op de zinsnede: “moeilijk te meten en bovendien niet toereikend”, zo mogelijk aan de hand van een voorbeeld. Antwoord: Deze mededeling is een intern bericht bedoeld voor de afdeling financiën. De afdeling communicatie blijft de wijk- en dorpsverenigingen voorzien van informatie, dat hoort bij de reguliere taak van de afdeling en hoeft daarom niet specifiek opgenomen te worden in het staatje . Veel artikelen worden voor meerdere uitgaven geschreven. Een voorbeeld daarvan is de informatie over Hartveilig wonen. 140. Algemeen: Vraag: Is de Productenraming niet vooral een intern document? D66 vraagt zich af welke toegevoegde waarde dit boek heeft op de beoordeling van de begroting op hoofdlijnen. Antwoord: De productenraming is inderdaad een intern document. Het college heeft in het kader van ‘ de beste begroting’ achterin het programmaboek een overzicht met de producten toegevoegd zodat er een volledig aansluiting producten-programma’s is. Dit maakt het productenboek t.b.v. de raad in de toekomst wellicht overbodig. GroenLinks 141. De op 18 september 2012 verschenen Septembercirculaire is niet in de begroting 2013 verwerkt. U schrijft de Raad over de financiële gevolgen van het kabinetsbeleid voor de begroting 2013 nog te zullen informeren. Wanneer ontvangen wij deze informatie? En hoe stelt u zich voor dat de gemeenteraad met deze informatie zal omgaan? Antwoord: In verband met de doorlooptijd van de begroting 2013 is het niet mogelijk gebleken om de wijzigingen uit de septembercirculaire in de begroting te verwerken. De septembercirculaire wordt omschreven als een “beleidsarme” circulaire en zal dus geen grote gevolgen hebben voor de begroting 2013. Beleidsmatig wordt het lente akkoord nog als basis genomen. Dit akkoord was ook al de basis voor de junicirculaire, waardoor de septembercirculaire niet op veel punten afwijkt van de junicirculaire. De septembercirculaire zal op de gebruikelijke wijze, op korte termijn aan u worden voorgelegd. 142. Bij de behandeling van de Perspectiefnota is, naar aanleiding van paragraaf 7 van die nota, onder meer gesproken over de realisatie van het collegeprogramma en hoe daarmee om te gaan. Een “stand van zaken realisatie collegeprogramma” of “midterm review” (zowel in inhoudelijke als financiële zin) wordt node gemist. Is het college bereid een dergelijk stuk te vervaardigen en zo ja: wanneer ontvangen wij dat? Antwoord: Dit wordt meegenomen in de perspectiefbrief 2014 die volgend voorjaar aan de raad wordt voorgelegd. 143. Kan het college aangeven wat haar mening is over het Wetsvoorstel Houdbare overheidsfinanciën en wat de gevolgen voor Goes zijn indien dit wetsvoorstel wordt aangenomen? Antwoord: In de notitie Schuldpositie wordt ingegaan op de Wet Hof en de gevolgen voor de gemeente.
144.In de begroting is, overeenkomstig de Perspectiefbrief, voor de jaren 2013 tot en met 2016 gerekend met een geschat inflatiepercentage. Kunt u een overzicht geven van de geschatte (en binnen de begrotingen gehanteerde) inflatiepercentages en de werkelijke inflatie over de afgelopen jaren? Antwoord: Voor de prijsindexatie worden de inflatiecijfers van het Centraal Plan bureau gebruikt. Vanaf de begroting 2011 word al 2% per jaar gehanteerd. De werkelijke inflatie wordt bij de jaarrekening aangegeven. 145. Voor de boekjaren 2011 en 2012 (uitbetaling 2012 en 2013) is door DELTA N.V. een toezegging gedaan van € 40 miljoen dividend voor de aandeelhouders. Met 4,17% van de aandelen betekent dit voor Goes een dividenduitkering van € 1.668.000. Voor de volgende jaren zijn nog geen afspraken vastgelegd. Van welk bedrag gaat het college in afwachting van nieuwe afspraken met DELTA N.V. uit voor de jaren 2014 tot en met 2016? (op grond van het voorzichtigheids-principe is in de voorjaarsnota 2012 van de Provincie Zeeland voorlopig € 20 miljoen opgenomen in de provinciale begroting). Antwoord: Voor het begrote dividend is het bedrag meegenomen zoals de provincie Zeeland ons adviseert deze op te nemen. 146. In zijn algemeenheid is het lastig in de tijd aansluiting te vinden in het verloop van de reserves en voorzieningen. Als voorbeeld: In het Programmaverslag en –rekening 2011 is de boekwaarde van de Algemene Reserve op 31-12-2011 € 7.549.961. De Programmabegroting 2012 vermeldt per 01-012012 € 5.000.220 en per 31-12-2012 € 6.528.131. De Programmabegroting 2013 vermeldt per 01-012013 een saldo van € 16.696.000. Wij begrijpen dat de verschillen in bedragen ontstaan omdat rekening de werkelijke (gerealiseerde) omvang geeft, terwijl de begroting(en) uit de aard der zaak uitgaan van ramingen. Is het mogelijk voor reserves en voorzieningen een staatje op te stellen dat er – globaal- uitziet als volgt: Reserve / voorziening Rekening Begroting Begroting 2013 2011 2012 Stand 1 januari +Toevoegingen -Onttrekkingen Stand 31 december en waarin optredende (aanmerkelijke) verschillen tussen de bedragen worden toegelicht? Antwoord: De staatjes per reserve/voorziening zijn bijgevoegd als bijlage. De verschillen die ontstaan in de betreffende jaren worden enerzijds veroorzaakt door het moment waarop de begroting wordt opgesteld. De verschillen die hierdoor ontstaan zijn grotendeels vastgestelde begrotingswijzigingen die niet in het betreffende jaar geheel zijn uitgevoerd. Anderzijds is bij het opstellen van de begroting nog geen zicht op het rekeningresultaat welke ook voor verschillen zorgen. 147. Hoewel als zodanig het jaar 2012 betreffend: kunt u de aanwending van de Reserve Collegeprogramma (rekening 2011: € 1.114.022 per 31-12-2011 en begroting 2013: € 0 per 01-012013) aangeven? Antwoord: De verwachte aanwendingen in 2012 betreffen: Voorzieningen Mannee € 600.000, Afslag Molenplein € 200.000, Opknappen Speelvoorzieningen € 298.000 en Aanlichten Masterplan € 16.000. 148. Welke eventuele claims zouden voor 2013 nog op deze reserve rusten? Antwoord: Wij gaan er bij de begroting van 2013 vanuit dat alle aanwendingen in 2012 uitgevoerd worden, zodat er dus in 2013 geen claims meer op de reserve Collegeprogramma rusten. 149. In de paragraaf financiering valt op pag. 92 te lezen: “Het uitgangspunt van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op langlopende schulden. Dit gebeurt door het aanbrengen van spreiding in de looptijden van de leningen.” Naast looptijden is het natuurlijk primair het aangaan van (langlopende) schulden als zodanig waardoor een renterisico ontstaat. De noodzaak tot het aangaan van dergelijke schulden is voor een belangrijk deel gelegen in het voorziene investeringsprogramma. Is het tegen deze achtergrond niet evenzeer wenselijk tot een (langlopend) investeringsprogramma te komen?
Antwoord: Bij het opstellen van de staat van langlopende leningen is reeds rekening gehouden met een investeringsplanning t/m 2016. 150. Kunt u de rentegevoeligheid van de begroting aangeven (welk effect heeft 1 procentpunt verhoging of verlaging van de rente op het begrotingssaldo)? Antwoord: Voor de staat langlopende leningen (bijlage 4 , bladzijde 45) is er gerekend met een rentepercentage van 4%. Stel we kunnen de geplande leningen van 2013 afsluiten met een rente van 5 % geeft dit een nadeel in de rentelasten van € 120.219,--. Omgekeerd als we een de gepande leningen van 2013 afsluiten met een rentepercentage van 3 % geeft dit een voordeel van € 120.219,--. 151. In de Investeringsplanning en de Staat van geactiveerde kapitaaluitgaven treffen wij uitsluitend investeringsaanvragen aan welke door het college zijn gehonoreerd. Waar kunnen wij de investeringsaanvragen vinden die door het college zijn afgewezen? Antwoord: Het college heeft geen investeringsaanvragen afgewezen. 152. Voor toeristen- en forensenbelasting wordt voor 2013 een (netto) opbrengst van € 175.000 respectievelijk € 50.000 voorzien. Kunt u aangeven wat van deze belastingen de bruto opbrengst bedraagt, wat van deze belastingen de perceptiekosten bedragen en hoeveel uur inzet met deze belastingen is gemoeid? Antwoord: Deze kosten zijn onderdeel van de totale post heffen en innen van SaBeWa. Wij hebben geen inzicht in alle kosten per heffing apart voor gemeente Goes. De kosten voor gemeente Goes voor alle werkzaamheden die SaBeWa voor ons uitvoert, is de bijdrage aan SaBeWa die voor 2013 geraamd is op € 386.000 153. U stelt voor (pag. 20) een voorgenomen bezuiniging later te laten ingaan (Samenwerking de Bevelanden) en een bezuiniging te schrappen (vermindering bezwaarschriften). Kunt u aangeven hoe u, gelet op het recente verleden, tegen het realiteitsgehalte van de bezuiniging Samenwerking de Bevelanden aankijkt en wat uw verwachtingen te dien aanzien zijn? Antwoord: Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat de bezuiniging wordt gerealiseerd, zij het later dan gepland. 154. Bent u voornemens het GVVP te evalueren en zo nodig of wenselijk bij te stellen? Zo ja: welk tijdpad hebt u daarvoor in gedachten? Antwoord: Voor beantwoording zie vraag 123. 155. U schrijft (pag. 9) dat op het gebied van duurzaamheid en klimaatbeleid in 2013 een aantal belangrijke gebeurtenissen op de agenda staat. Bent u –naast het uitvoeren van de genoemde activiteiten- ook voornemens in het kader van de gemeentelijke voorbeeldfunctie daaraan ruime ruchtbaarheid te geven? Antwoord: Vanzelfsprekend zal hier ruim aandacht aan worden geschonken. Communicatie is één van de pijlers in de projectopdracht CO2-neutrale organisatie. Want de gemeentelijke voorbeeldfunctie komt pas goed tot zijn recht door communicatie daarover richting burgers, bedrijven en andere overheden. 156. De gemeenteraad van Borsele is 11 oktober j.l. een aantal modellen gepresenteerd waarin een meer directe relatie tussen waterverbruik en rioolheffing is voorgelegd. Doel hiervan is meer te sturen op waterverbruik. Is ook Goes bereid een dergelijk model te onderzoeken? Antwoord: De wijze van verdeling van de rioolheffing is een onderdeel van het nieuwe gemeentelijk rioleringsplan. In de presentatie in de raadscommissie van 27 september 2012 is dit onderwerp behandeld. Belangrijk hierbij is dat het drinkwaterverbruik maar een beperkt deel van de belasting van het rioolstelsel met zich meebrengt. Bijvoorbeeld dakoppervlak van een gebouw en tuinverharding hebben een veel grotere impact op de belasting van het rioolstelsel dat het verbruik van leidingwater. Omdat we geen mogelijkheid hebben om het waterafvoer te meten is gekozen voor de maatstaf WOZ. De notitie van SaBeWa uit 2008 waar in de presentatie aan gerefereerd wordt is in beoordeeld bij de invoer van verbrede rioolheffing in gemeente Goes in 2009. Ook toen is net als bij het opstellen van het nieuwe verbrede Gemeentelijk Rioleringsplan voorgesteld om de WOZ als maatstaf te nemen in plaats van drinkwater verbruik.
157. Uit onderzoek van de Kamer van Koophandel blijkt dat Provincies, gemeenten en waterschappen in Zeeland en West-Brabant nauwelijks biobased producten inkopen. Is dit ook in Goes het geval en zo ja: bent u voornemens het aandeel biobased producten in de inkoop te vergroten? Antwoord: Het klopt dat Biobased niet als zodanig een apart criterium vormt in het huidige inkoopbeleid. Naar aanleiding van een onlangs ontvangen brief van de Kamer van Koophandel bezien wij momenteel de mogelijkheden. Los daarvan is duurzaam inkopen (de zogenaamde Agentschap NL criteria) in algemene zin verankerd in het inkoopbeleid dat in januari 2011 door ons is vastgesteld. De eerste interne monitor duurzaam inkopen 2010 heeft overigens geresulteerd in een percentage van 91% duurzaam inkopen. 158. Naar aanleiding van een augustus 2011 gestarte proef van minister Leers met betrekking tot woningtoewijzing aan asielzoekers met een verblijfstatus bleek dat dat de gezamenlijke Zeeuwse gemeenten toen op hun taakstelling 295 te huisvesten statushouders 'achterlopen'. Het aandeel van Goes daarin was 18. Kunt u aangeven hoe de stand van zaken thans is en welke maatregelen zijn genomen om te voldoen aan het Goese ‘quotum’? Antwoord: De huidige stand van zaken is dat de gemeente Goes de taakstelling over 2012 al volledig heeft gerealiseerd inclusief de achterstanden uit het verleden (per 1 januari 2012 was er nog een achterstand van 5). 159. De wettelijke taak op de jeugdzorg zal worden overgedragen aan onder andere de gemeenten. Kunt u aangeven hoe de middelen hiervoor in de begroting zijn verwerkt? Antwoord: Er zijn hiervoor tot nu toe alleen invoeringskosten beschikbaar gesteld aan de gemeenten door het rijk. Ook voor 2013 zullen er invoeringskosten beschikbaar worden gesteld. Deze middelen worden in de septembercirculaire toegewezen aan de gemeenten. Dit is nog geen onderdeel van de begroting 2013. 160. In haar voorstel aan Provinciale Staten schrijft Gedeputeerde Staten: “met ingang van 2013 is er een korting op de provinciale doeluitkering voor Jeugdzorg. De instellingen hebben zich nog niet kunnen voorbereiden op deze korting.” Kunt u aangeven of zich voor Goes een overeenkomstige situatie voordoet? Antwoord: Dit heeft alleen betrekking op de provinciale instellingen voor jeugdzorg. 161. Op 27 september is in de raadscommissie de Uitgangspuntennotitie regionale samenwerking cultuur 2013 besproken. In de inleiding op de programmabegroting schrijft u dat de komende periode voor de toekomst een nieuwe visie op cultuur wordt geformuleerd (pag. 11). Is het de bedoeling dat deze nieuwe visie een ‘herziening’ van de Goese Cultuurnota gaat worden, of wordt hier bedoeld een verdere uitwerking van regionale samenwerking op het gebied van cultuur? Antwoord: Dit betreft een ‘herziening’ op de Goese Cultuurnota. De regionale samenwerking zal hier wel onderdeel van uitmaken. 162. In 2011 is besloten de bezuiniging op het museum per 1 januari 2014 te laten ingaan. U schrijft hierop in de Perspectiefnota 2014 nog te zullen terugkomen. Kunt u reeds thans een doorkijkje geven met betrekking tot het realistisch gehalte van de gedachte bezuiniging? Antwoord: Nee. Momenteel wordt het subsidieverzoek van het museum beoordeeld. Te zijner tijd ontvangt u het betreffende advies.