Gemeente Almelo Begroting 2013 Vastgesteld in de raad van 8 november 2012
2
Inhoudsopgave 1. Inleiding ............................................................................................................................. 5 2. Financiële keuzes ................................................................................................................. 6 3. Programma’s..................................................................................................................... 10 3.1 Bestuurskracht en bestuurscultuur ................................................................................... 12 3.2 Aantrekkelijke stad ........................................................................................................ 23 3.3 Sociale agenda 2020 ..................................................................................................... 48 3.4 Leefbaarheid en veiligheid .............................................................................................. 91 4
Algemene dekkingsmiddelen............................................................................................ 113
5
Paragrafen .................................................................................................................... 117 5.1 Grote projecten........................................................................................................... 118 5.2 Weerstandsvermogen .................................................................................................. 137 5.3 Onderhoud kapitaalgoederen......................................................................................... 153 5.4 Financiering................................................................................................................ 165 5.5 Bedrijfsvoering............................................................................................................ 173 5.6 Verbonden partijen ...................................................................................................... 185 5.7 Grondbeleid................................................................................................................ 217 5.8 Lokale heffingen ......................................................................................................... 222 5.9 Subsidieoverzicht ........................................................................................................ 229
Bijlagen .............................................................................................................................. 230 Bijlage 1 Kerngegevens...................................................................................................... 231 Bijlage 2 Bestuurlijke structuur en organisatiestructuur ........................................................... 233 Bijlage 3 Belastingmaatregelen 2013 ................................................................................... 236 Bijlage 4 Concretisering mutaties begroting 2013 .................................................................. 240 Bijlage 5 Financiële gegevens ............................................................................................. 249 Bijlage 6 Begrippenlijst....................................................................................................... 253 Bijlage 7 Aangenomen moties en amendementen 8 november ................................................. 258
3
4
1. Inleiding Met dit document presenteert het college de begroting voor het jaar 2013. De begroting is het instrument waarmee de raad de doelstellingen en bijbehorende budgetten vaststelt voor het komende jaar en is daarmee een uitwerking van de besluiten die zijn genomen bij de voorjaarsnota 2013. Bij de voorjaarsnota is een aantal belangrijke lijnen uitgezet. De belangrijkste gingen over het grondbedrijf en over het sociale domein. Voor het grondbedrijf is gekozen voor de Mediaanvariant met de daarbij horende financiële consequenties en binnen het sociale domein zijn middelen beschikbaar gesteld voor SOWECO. Deze maatregelen leidden tot keuzes binnen de bestaande reserves en extra structurele bezuinigingen. In deze begroting zijn deze maatregelen verwerkt voor de jaarschijf 2013. Toch lukt het de gemeente om in deze financieel moeilijke tijd, samen met partners in de stad de krachten te bundelen. De resultaten hiervan zijn terug te vinden binnen de Woonvisie en de Sociale Agenda 2020 die zijn verwerkt in de programma’s. Het programma Eigen Kracht en Participatie kreeg daarom ook de nieuwe naam: Sociale Agenda 2020. Het is ons streven om de begroting ieder jaar weer te optimaliseren. Naar aanleiding van de begrotingstraining vorig jaar met BMC is er een aantal wijzigingen doorgevoerd. -
De indicatoren zijn verder aangescherpt. Waar mogelijk zijn keuzes gemaakt en op bijna alle plekken streefwaarden benoemd. Naar aanleiding van de adviezen van BMC is extra aandacht besteed aan de indicatoren voor het onderdeel cultuur.
-
De algemene dekkingmiddelen zijn geen onderdeel meer van de programma’s maar hebben een eigen plek gekregen binnen de begroting. Zie hoofdstuk 4.
-
Dit jaar is voor het eerst de paragraaf grote projecten toegevoegd. In de berap 2012 was hiermee een start gemaakt. Naar aanleiding van verbeterpunten vanuit de commissie planning en control is het format aangepast en nu in deze begroting opgenomen.
De opbouw van deze begroting is als volgt: -
Hoofdstuk 2 bevat de financiële keuzes die in deze begroting gemaakt worden. Deze keuzes hebben consequenties voor de financiële mogelijkheden binnen de programma’s. Het gaat met name om mutaties die nieuw zijn ten opzichte van de voorjaarsnota 2012.
-
Hoofdstuk 3 bevat de programma’s. De programma’s bevatten het beleid dat ingaat op de maatschappelijke opgave: sociale stijging en aantrekkelijke stad.
-
Hoofdstuk 4 gaat over de algemene dekkingsmiddelen. Dit zijn de middelen die vrij besteedbaar zijn. Het betreft vooral de OZB en de uitkeringen uit het gemeentefonds. Deze middelen kennen geen vooraf bepaald bestedingsdoel.
-
Hoofdstuk 5 bevat de paragrafen grote projecten, weerstandsvermogen, onderhoud kapitaalgoederen, financiering, bedrijfsvoering, verbonden partijen, grondbeleid en lokale heffingen. Tevens is een eerste aanzet voor een subsidieoverzicht opgenomen. Deze zal de komende jaren verder uitgewerkt worden
5
2. Financiële keuzes Algemeen In dit hoofdstuk worden de financiële keuzes toegelicht en wordt inzicht gegeven in het meerjarig perspectief. De begroting 2013 is de uitwerking van de besluitvorming van de voorjaarsnota 2012. Het is een concrete uitwerking van de 1ste jaarschijf. In dit hoofdstuk wordt eerst het structurele perspectief weergegeven. Vervolgens worden de incidentele middelen geschetst. Daarna wordt het meerjarig perspectief geschetst op basis van de voorjaarsnota 2012 en de doorwerking van de mutaties uit de begroting 2013. Hierbij is nog geen rekening gehouden met gevolgen van een nieuw kabinet. Wat hiervan de gevolgen voor de gemeente zal zijn is op dit moment nog niet bekend. Als laatste is het verloop van de algemene reserve weergegeven. Dit op basis van de besluiten zoals genomen bij de voorjaarsnota 2012 en deze begroting. Structureel perspectief In onderstaande tabel wordt het structurele perspectief voor de jaarschijf 2013 gepresenteerd. Vertrekpunt hierbij is besluitvorming van voorjaarsnota 2012, inclusief de aangenomen amendementen, jaarschijf 2013. De structurele mutaties ten opzichte van de voorjaarsnota worden aangegeven. Dit laat een verdere verslechtering van het resultaat zien. Deze wordt grotendeels veroorzaakt door de actualisatie van de algemene uitkering. Deze is aangepast naar aanleiding van de junicirculaire 2012. De overige mutaties hebben betrekking op reguliere aanpassingen van de begroting 2013. Grootste aanpassing betreft het niet reserveren van middelen voor 2013 voor het afsluiten van een nieuwe CAO voor gemeenteambtenaren. 2013 -1.109
(bedragen x 1.000 euro)
Perspectief na voorjaarsnota (pag. 141 VJN) Amendementen langdurigheidtoeslag Totaal
-220 -220
Perspectief na besluitvorming Voorjaarsnota 2012
-1.329
Mutaties begroting 2013 I Overige aanpassing begroting 2013 (bijlage 4)
-309
Structureel perspectief na wijzigingen Tekort wordt ten laste van de algemene reserve gebracht
-1.638 tekort
+ = voordeel - = nadeel
Toelichting I Overige aanpassing begroting 2013 Na de voorjaarsnota is de junicirculaire 2012 beschikbaar gekomen. De gevolgen hiervan voor de jaarschijf 2013 worden in de begroting verwerkt. Naast de junicirculaire zijn er nog andere aanpassingen die verwerkt dienen te worden in de begroting. Het gaat hierbij onder andere om de gevolgen van eerdere besluitvorming. Daarnaast zijn enkele aanpassingen van budgetten noodzakelijk die volgen uit bestaand beleid. Dit zijn aanpassingen die onuitstelbaar en onvermijdelijk zijn. Voor een
6
verdere specificatie en toelichting verwijzen wij u naar bijlage 4. De mutaties hebben per saldo een nadelig effect van 0,3 miljoen euro op het structurele perspectief. Incidenteel perspectief Naast het structurele perspectief wordt jaarlijks ook het incidentele perspectief weergegeven. Jaarlijks worden de incidenteel beschikbare middelen weergegeven en worden de incidentele claims in beeld gebracht. Bij de voorjaarsnota 2012 is in beeld gebracht wat de incidentele opgave is. (bedragen x 1.000 euro)
I Bespaarde rente reserves en voorzieningen II Saldo financieringsfunctie III Incidenteel voordeel aanbesteding Wmo hulpmiddelen IV Eenmalig dividend Cogas Totaal beschikbaar incidentele middelen ten gunste van de algemene reserve
2013 2.059 1.550 2.900 p.m. 6.509
Inzet middelen a Reservering Burgemeester Schneiderssingel b Incidentele claims voorjaarsnota 2012 (bijlage 4) c Mutaties begroting 2013 (bijlage 4) * Totaal incidentele claims ten laste van de algemene reserve
1.500 7.011 2.070 10.581
Incidenteel resultaat (ten laste van de algemene reserve)
-4.072 tekort
* Aangepast nav aangenomen amendementen Toelichting I Bespaarde rente reserves en voorzieningen Het ramen van bespaarde rente brengt een risico met zich mee zodra we een beroep doen op de reserves en voorzieningen. Deze bespaarde rente wordt jaarlijks berekend en is incidenteel beschikbaar. Hoe vaker we een beroep doen op de reserves en voorzieningen hoe lager de jaarlijkse bespaarde rente is. De incidentele component fluctueert van jaar tot jaar en wordt daarom ieder jaar afzonderlijk in beeld gebracht. Op basis van de geprognosticeerde standen per 1-1-2013 acht het college het verantwoord een bedrag van 2,059 miljoen euro te ramen als incidenteel bespaarde rente. II Saldo financieringsfunctie Op basis van het renteomslagpercentage worden de rentelasten toegerekend aan de verschillende producten. Dit percentage is een mix van 4 indicatoren waaronder het gemiddelde gewogen rentepercentage. De werkelijke rentekosten liggen onder het renteomslagpercentage. Een deel van dit voordeel (700.000 euro) wordt structureel ingezet. Voor 2013 kan een bedrag van 1,55 miljoen euro ingezet worden voor het incidentele perspectief. III Incidenteel voordeel aanbesteding Wmo hulpmiddelen Voor de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning is de Rijksbijdrage niet voldoende. Hiervoor zijn aanvullend gemeentelijke middelen noodzakelijk. Bij de begroting 2011 is besloten om in de periode 2011-2014 een bedrag van circa 800.000 euro te bezuiniging. Hiervan is inmiddels circa de helft gerealiseerd. Voor 2013 en 2014 staat nog een taakstelling van circa 200.000 euro per jaar open. Het college heeft besloten om de Wmo hulpmiddelen via Europese aanbesteding tegen een fixed price af te kopen. Inmiddels is deze opdracht met bijbehorende dienstverlening gegund (1200973). Dit 7
betekent dat er een structurele bezuiniging ingeboekt kan worden waarbij de volledige taakstelling voor 2013 en 2014 wordt gerealiseerd. Daarnaast wordt op het overkopen van het hulpmiddelenpark een eenmalige boekwinst van 2,9 miljoen euro gerealiseerd. Conform beleidslijn wordt voorgesteld deze incidentele boekwinst via de begroting 2013 toe te voegen aan de algemene reserve/incidenteel perspectief. IV Eenmalig dividend Cogas Eind 2012 is er nog een aandeelhoudersvergadering Cogas. Eén van de agendapunten zal zijn het mogelijk uitkeren van eenmalig dividend. Zodra meer informatie bekend is, zullen wij de Raad direct informeren. Over de inzet van de beschikbare middelen is op verschillende momenten gesproken. De inzet van de middelen voor de jaarschijf 2013 worden hieronder toegelicht. a) Reservering Burgemeester Schneiderssingel (1,5 miljoen euro incidenteel) Bij de Voorjaarsnota 2011 is een besluit genomen om middelen te reserveren voor het realiseren van de Burgemeester Schneiderssingel bij het Indiëterrein. Bij de uitwerking in de begroting 2012 liet het incidentele perspectief nog niet toe om deze middelen volledig te reserveren. Deze claim zou ook pas na 2012 tot lasten leiden. Voorgesteld wordt het resterende deel van de gemeentelijke bijdrage voor de realisatie te reserveren ten laste van het incidentele perspectief voor 2013. Het betreft een bedrag van 1,5 miljoen euro. b) Incidentele claims Voorjaarsnota 2012 Bij de voorjaarsnota 2012 zijn besluiten genomen met incidentele gevolgen voor 2013. Het gaat hier om incidentele claims voor 2013. Een uitgebreide toelichting is opgenomen in bijlage 4. c) Incidentele mutaties begroting 2013 Bij de het opstellen van de begroting 2013 is een aantal onderwerpen met incidentele gevolgen opgenomen. Deze onderwerpen doen voor een bedrag van circa 2,07 miljoen euro een beroep op incidentele middelen. Een concretisering van deze claims is opgenomen in bijlage 4. Voor een uitgebreide inhoudelijke toelichting wordt verwezen naar de verschillende programma’s. Via amendement is een aantal wijzigingen doorgevoerd. Meerjarenraming Bij de voorjaarsnota 2012 is een meerjarig financieel perspectief geschetst. Voor de korte termijn is sprake van een tekort. Voor de langere termijn is sprake van een (licht) begrotingsoverschot. Dit is ook noodzakelijk om de financiële gevolgen van de voorjaarsnota op te vangen. Hierdoor is aanvulling van het weerstandsvermogen en de algemene reserve noodzakelijk. De algemene reserve zal in 2013 zelfs negatief komen te staan. Na de voorjaarsnota 2012 is de junicirculaire beschikbaar gekomen. Hierin zijn de gevolgen van de aangekondigde rijksbezuiniging van 18 miljard euro opgenomen. Voor de korte termijn (2012, 2013) heeft dit een negatief effect op de financiële situatie van de gemeente. Voor de middellange termijn zijn de gevolgen positiever. Op 12 september van dit jaar hebben verkiezingen plaatsgevonden. De gevolgen van een nieuw kabinet zijn nog niet in te schatten. Wel is bekend dat Nederland op dit moment nog steeds een begrotingstekort heeft. Het CPB heeft deze recent berekend op 2,7%. Dit ligt onder de norm van
8
Europa welke een maximaal tekort toestaat van 3,0%. Om de overheidsfinanciën ook in de toekomst in balans te houden is minimaal een begrotingsevenwicht vereist. Om dit bereiken zijn aanvullende bezuinigingen noodzakelijk. Uitgaande van het huidige begrotingstekort van 2,7% bekent dit dat aanvullend circa 17 miljard moet worden bezuinigd. In hoeverre de gemeente gekort wordt via de algemene uitkering uit het gemeentefonds is op dit moment niet in te schatten. Dit is ondermeer afhankelijk van het tempo waarin nieuwe bezuinigingen worden doorgevoerd alsook van de inhoud van de bezuinigingen. Daarnaast zijn in de begroting een aantal onderwerpen benoemd waar we als gemeente forse financiële risico’s lopen. Daarom heeft het college aangegeven terughoudend om te willen gaan met het financiële perspectief. Om toch een beeld te geven van het huidige perspectief is dit hieronder, op hoofdlijnen geschetst. De meerjarige mutaties als gevolg van de begroting komen hoofdzakelijk voort uit de (meerjarige) gevolgen van de junicirculaire.
(bedragen x 1.000 euro)
Perspectief bij concept voorjaarsnota Financiële vertaling aangenomen amendementen Perspectief na besluitvorming Voorjaarsnota 2012 Mutaties begroting Voorlopig begrotingssaldo Toevoegen algemene reserve ten behoeve van weerstandsvermogen Herzien begrotingssaldo
2014 990 -827 164
2015 1.160 -1.037 124
2016 2.590 -1.927 664
1.853
3.464
4.135
2.017
3.588
4.799
overschot
overschot
overschot
2.017
3.588
4.799
storting
storting
storting
0
0
0
Algemene reserve Bij de voorjaarsnota 2012 is een meerjarig verloop van de algemene reserve geschetst. Hierbij werd duidelijk dat de algemene reserve in het jaar 2013 een negatieve stand zou kennen. Om deze negatieve stand om te buigen is afgesproken de komende jaren naast het structurele begrotingsoverschot ook incidentele voordelen, als deze voordoen, toe te voegen aan de algemene reserve. Op basis van bovenstaande maatregelen heeft de algemene reserve het volgende meerjarige verloop. Meerjarig verloop Algemene Reserve
14.000 12.000
Begroting 2013 Voorjaarsnota
10.000
Minimale norm
Stand (x 1.000)
8.000 6.000 4.000 2.000 0 2012
2013
2014
-2.000 -4.000 Jaar
9
2015
2016
3. Programma’s Programma’s bieden de mogelijkheid om over de schotten van beleidsvelden heen te kijken om zo problemen op te lossen en gewenste maatschappelijke effecten te realiseren. Programma’s zijn gericht op het realiseren van een gedeelde opgave. De opgave Almelo heeft in vergelijking met andere gemeenten een grote groep inwoners met een laag inkomen en een gemiddeld laag opleidingsniveau. Almelo blijft daarmee achter als het gaat om het niveau van het besteedbare inkomen van haar bewoners. De jeugdwerkloosheid en langdurige werkloosheid zijn relatief hoog en er zijn geringe kansen op de arbeidsmarkt. Almelo heeft moeite om mensen met een hoog inkomen vast te houden en aan te trekken. Het doel is om de stad weer in balans te brengen. Dit betekent, het realiseren van een evenwichtige bevolkingssamenstelling: een substantiële wijziging van de verhouding tussen kansarmen en kansrijken. Steden met een grotere voorraad sociaal kapitaal doen het economisch namelijk beter dan steden die dat niet hebben. Een stad in balans kan gerealiseerd worden door sociaal kapitaal vast te houden en aan te trekken en door sociale stijging te realiseren bij de huidige bevolking. Sociaal kapitaal aantrekken en vasthouden gebeurt via het aantrekkelijk maken van de stad. Denk aan het realiseren van aantrekkelijke woonmilieus, een verbeterd winkelaanbod, goede voorzieningen en een breed cultureel en culinair aanbod maar ook aan het realiseren van een veilige woon- en leefomgeving. Een andere manier om een evenwichtige bevolkingssamenstelling te realiseren is door sociale stijging mogelijk te maken voor mensen in achterstandssituaties. Sociale stijging betekent dat alle Almeloërs vooruit kunnen komen en met succes de sociale ladder kunnen beklimmen. De programmalijnen Het realiseren van een stad in balans gebeurt via de volgende programmalijnen: -
Bestuurskracht en bestuurscultuur Dit programma gaat in op welke manier de gemeente wil sturen. Hoe wil de gemeente omgaan met haar partners en burgers om gezamenlijk te werken aan de opgave waar de stad voor staat?
-
Aantrekkelijke stad Hier gaat het om het aantrekken en vasthouden van kansrijke bevolkingsgroepen om zo een evenwichtige bevolkingssamenstelling te realiseren.
-
Sociale agenda (voor heen Eigen kracht en participatie) Dit programma is gericht op sociale stijging van de huidige Almelose bevolking om zo bij te dragen aan het realiseren van een evenwichtige bevolkingssamenstelling.
-
Leefbaarheid en veiligheid Schoon, heel en veilig zijn basisvoorwaarden om een stad in balans te kunnen realiseren.
10
Indeling van de programma’s
Stad in balans
Bestuurskracht en bestuurscultuur
Sociale agenda
Aantrekkelijke stad
Leefbaarheid en veiligheid
Bestuurskracht en bestuurscultuur
Ruimtelijke ontwikkeling
Werken/ participatie
Dienstverlening
Wonen
Leren
Openbare ruimte
Verkeer en vervoer
Vrije tijd
Wijkgericht werken
Sport
Vangnet en ondersteuning
Duurzaamheid
Leefbaarheid
Veiligheid
Omgevingsvergunning en handhaving
Cultuur
11
3.1 Bestuurskracht en bestuurscultuur Bestuurskracht en bestuurscultuur Missie In Almelo werken de gemeente, inwoners en partners samen aan de maatschappelijke opgaven: sociale stijging en een aantrekkelijke stad. De gemeente is initiërend, ondersteunend en kaderstellend. Zij zoekt verbinding met iedereen die met Almelo betrokken is. Context Er vindt een verschuiving plaats van de verzorgingsstaat naar de participatiesamenleving. In een participatiesamenleving is bestuurskracht gedefinieerd als het vermogen om de maatschappelijke opgaven te benoemen, de relevante actoren te verbinden en gezamenlijke tot een oplossing van de opgaven te komen. De rol van de gemeente is het voeren van regie. Dit betekent het faciliteren van de samenwerking met partners en inwoners en de uitvoering van taken – zoveel als mogelijk – overlaten aan derden. De gemeente blijft zelf verantwoordelijk voor de basale voorzieningen. Het gemeentebestuur staat voor een open bestuurscultuur: besluiten komen op een transparante wijze tot stand en worden waar nodig onafhankelijk getoetst. Nieuwe vormen van samenwerken en het organiseren van netwerken komen centraal te staan. De verbeterlijnen uit het BCI-traject (bestuurscultuur, communicatie en integriteit) zijn verankerd in het Collegeakkoord 2010-2014. De beginselen uit de Code voor goed openbaar bestuur worden als richtsnoer genomen. De Code voor goed openbaar bestuur telt 7 principes: openheid/integriteit, participatie, behoorlijke contacten, doelgerichtheid/doelmatigheid, legitimiteit, lerend/zelfreinigend vermogen en verantwoording. Beleidskader -
Coalitieakkoord ‘Het Verschil Maken’ 2010-2014
-
Voorjaarsnota 2012
-
Reglement van Orde van de Raad (2010)
-
Besluiten BCI-traject (2009/147111, 2009/26120, 2009/17798)
Wat willen we bereiken? Samen met inwoners en partners werken aan de oplossing van maatschappelijke en strategische opgaven van onze gemeente; Een open bestuurscultuur: besluiten komen op een transparante wijze tot stand en worden waar nodig onafhankelijk getoetst; De bestuurlijke partnerschappen met provincie, regio en netwerkstad versterken en benutten om het sociaal-economische gebied Twente en Almelo te versterken. Het nemen van eigen verantwoordelijkheid van inwoners, instellingen en bedrijven stimuleren door ondermeer de mogelijkheden tot burgerparticipatie en zeggenschap in de uitvoering van het beleid of deelbudgetten te vergroten. Wat gaan we doen?
Toelichting
Vergroten externe
Externe oriëntatie maakt onderdeel uit van Het Verschil Maken. Het gaat
oriëntatie
over waarop we omgaan met de stad, maatschappelijk parhners, bedrijven 12
Wat gaan we doen?
Toelichting en instellingen en daar de eigen kracht weten aan te boren. Bij de sociale agenda, woonvisie en wijkaanpak is hier de afgelopen tijd goed invulling aangegeven. Voor 2013 willen we deze aanpak voortzetten, vooral bij de onderwerpen die onderdeel gaan uitmaken van de strategische agenda. Zie hieronder.
Versterken politieke
Doelstelling voor 2013 is:
sturing
Raad, college en directie maken ieder afzonderlijk een strategische agenda die een afgeleide zijn van elkaar. In deze agenda’s komen de strategische onderwerpen en procesafspraken per onderwerp. De agenda’s zijn erop gericht om raad, college en directie in positie te brengen. Sturing aan de voorkant en een helder proces van opdracht geven en nemen, zijn daarbij centrale thema’s. Het college zal nog dit jaar een groslijst opstellen met onderwerpen die onderdeel uit kunnen gaan maken van deze strategische agenda. Deze lijst wordt aan de raad voorgelegd waarna er besluitvorming kan plaatsvinden over een definitieve lijst. Dit kan in eerste instantie een beknopte lijst zijn. Wanneer de agenda met deze onderwerpen goed ‘loopt’ kan hij eventueel aangevuld worden. Deze strategische agenda is een agenda van de raad en college samen. Naar zijn aard is de agenda dynamisch: er kunnen zich steeds nieuwe onderwerpen aandienen waarvoor het gewenst is dat de raad vanaf het begin van beleidsontwikkeling meedenkt en waarover de raad en college dan procesafspraken willen maken.
Bestuurlijk partnerschap
De Provincie Overijssel en de Netwerkstad Twente hebben het initiatief genomen om een strategische, ruimtelijke visie te maken voor het Netwerkstad- gebied met een doorkijk naar 2040. Aan de visie wordt een uitvoeringsprogramma voor de korte termijn gekoppeld. Samen moeten zij de Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente vormen. De agenda benoemt de belangrijkste opgaven voor stedelijk Twente (demografische veranderingen, herprogrammering, innovatie, bereikbaarheid, aantrekkelijke binnensteden, leefkwaliteit), biedt een eenduidig beleidskader waarbinnen stedelijk Twente handelt en stelt prioriteiten in programma’s en projecten. U geeft via een startnotitie opdracht tot het opstellen van deze ontwikkelagenda, bespreekt de uitkomsten via een radenconferentie en stelt het eindresultaat vast. Binnen het ‘Shared Services Netwerk Twente’ werken de Twentse gemeenten, Regio Twente, Waterschap Regge & Dinkel en de Veiligheidsregio Twente samen op het terrein van bedrijfsvoering. Aan de handen van een uitvoeringsagenda worden afspraken gemaakt over gezamenlijke uitvoering van taken. De volgende onderwerpen komen in 2013 in aanmerking voor meer regionale samenwerking. Dit wil niet meteen zeggen dat deze onderwerpen in 2013 ook al besparingen opleveren. -
Ten aanzien van onderzoek en statistiek hebben wij nagegaan of de bestaande capaciteit (mensen en geld) van de Netwerkstadgemeenten en Regio Twente in 2013 kan worden samengevoegd tot een publiek 13
Wat gaan we doen?
Toelichting O&S- bureau. Definitieve besluiten moeten wij nog nemen. Eventuele invoering is voorzien op 1 juli 2013. -
Met betrekking tot bestemmingsplannen zetten wij in op kennisdeling op het gebied van bestemmingsplannen en de omgevingswet (evt. samenwerking bestemmingsplannen).
-
Voor het vastgoedmanagement koersen wij op verdere samenwerking op het gebied van technisch beheer en onderhoud, financieel beheer, projectmanagement en daarbinnen het onderdeel ‘aankoopcentrale’. Taken die binnen het samenwerkingsverband kunnen worden uitgevoerd, worden daar ingebracht en niet langer op de markt gezet.
Over de exacte invulling van de samenwerking en definitieve deelname van Almelo aan deze constructies nemen wij afzonderlijke besluiten. Interbestuurlijk Toezicht
In 2012 is de beoordeling voor de Wabo omgezet van oranje naar groen. De
Monitoren
Provincie Overijssel is tevreden over het verbetertraject dat wij naar aanleiding van o.a. het KPMG- rapport hebben ingezet. Met de door u vastgestelde visie op vergunningverlening en handhaving beschikken wij nu over een strategisch beleidskader dat ons in staat om helder te zijn over hoe we de dingen doen in Almelo en wordt de kwaliteit van de uitvoering geborgd. Wij werken ons beleid jaarlijks uit in uitvoeringsprogramma’s en evalueren onze prestaties in een jaarverslag. Aandachtspunt is daarbij het op tijd vaststellen van ons jaarprogramma. Voor de onderdelen financiën en doorwerking provinciaal ruimtelijk belang scoren wij op dit moment nog code oranje. Voor het onderdeel financiën geldt dat wij met kracht de maatregelen doorzetten om het huishoudboekje op orde te houden. U hebt bij de Voorjaarnota in dit kader belangrijke besluiten genomen. Hiermee hebben wij een belangrijke stap gezet. Tegelijkertijd overheerst er ook realisme dat wij er nog niet zijn en dat wij in 2013 op dit domein ook op oranje zullen blijven staan. In het kader van Interbestuurlijk Toezicht geven wij daarom in 2013 prioriteit aan het verkrijgen van een groene beoordeling op het onderdeel: doorwerking provinciaal ruimtelijk belang. In overleg met de Provincie Overijssel bepalen wij welke stappen noodzakelijk zijn. Het ontbreken van een ruimtelijke structuurvisie en het feit dat wij volgens de provincie moeite hebben om te komen tot uitvoering zijn de belangrijkste bespreekpunten. Met de Provincie Overijssel is afgesproken dat op dossiers met groot provinciaal belang Almelo (zoals de Binnenstadsontwikkeling) kan rekenen op ondersteuning bij het opstellen van een adequate uitvoeringsstrategie. Voor het al dan niet opstellen van een structuurvisie sluiten wij aan bij de discussie die wij met u voeren over een mogelijk herijking van het Masterplan.
Herdefiniëring
Nog in 2012 zal het college een verkennend gesprek met de raad voeren
Masterplan /
over de wenselijkheid van een strategische heroriëntatie en de scope
Gemeentelijke visie
daarvan. Op basis van deze verkenning wordt (eventueel) een vervolgtraject bepaald. Het voorstel is om voor het vervolgtraject een budget van 100.000 euro te reserveren. 14
Wat gaan we doen? Risicomanagement
Toelichting Vanaf 2013 wordt gewerkt met het risicomanagementsysteem NARIS. Dit is een bruikbaar hulpmiddel voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit, een monitoringsinstrument en een belangrijk communicatiemiddel naar alle betrokkenen. De huidige grofmazige norm voor de omvang van de algemene reserve (10% van de algemene uitkering) wordt in 2013 vervangen door een berekend bedrag op basis van gekwantificeerde risico’s, kansberekening en getroffen beheersmaatregelen. De gemeenteraad zal vervolgens op basis van de berekende benodigde weerstandscapaciteit gevraagd worden een norm vast te stellen voor het gewenste weerstandsvermogen. In de voorjaarsnota 2013, paragraaf weerstandsvermogen, zal de verdiepingsslag voor het eerst zichtbaar zijn. De kans op risico's wordt daarin gespecificeerd en de mogelijke gevolgen nader gekwantificeerd. Naast de verfijning en uitbouw van instrumentarium blijven we cultuur en gedrag inzake risico's en het daadwerkelijk managen van risico's aandacht geven.
Indicatoren
Bron
Huidige waarde
Streefwaarden
2010
2014
5,7
6,0
Burger als kiezer
Benchmark:
Gemiddelde oordeel van burgers over de
waar staat je
Gemeenteklasse
invloed van de kiezer en het waarmaken
gemeente
50.000 – 100.000 inwoners scoorde in
van beloften en plannen door het bestuur
2010 een 5,9 Burger als partner
Benchmark:
Gemiddelde oordeel van burgers over de
waar staat je
Dit is gelijk aan het
mate waarin de gemeente burgers betrekt
gemeente
gemiddelde van de
5,5
5,7
bij de voorbereiding van beleid en bij de
gemeenteklasse
uitvoering van beleid
50.000 – 100.000 inwoners
Ontwikkeling strategische partnerschap
Kwalitatief
Gemiddelde oordeel van partners over de
onderzoek, eens
wijze waarop de gemeente regisserende
per twee jaar
Nulmeting
Nog te bepalen
65%
75%
taak vervult. Interbestuurlijk toezicht
Provincie
15
Dienstverlening Missie Dienstverlening is een belangrijke basistaak van de gemeente. Dienstverlening wordt niet alleen aan de inwoners van Almelo geleverd, maar ook aan bedrijven, organisaties en instellingen. Almelo wil hierbij structureel aansluiting blijven houden bij de verwachting van onze Almelose inwoners, bedrijven, organisaties en instellingen. De ambitie is om betere dienstverlening te leveren tegen lagere kosten. Hierbij hebben we de overtuiging dat excellente dienstverlening geld oplevert in plaats van geld kost. Inwoners, bedrijven, organisaties en instellingen krijgen meer verantwoordelijkheid bij het verkrijgen van onze diensten, door bijvoorbeeld zelf meer taken op zich te nemen in het aanvraagproces. Context We willen het huidige niveau van dienstverlening behouden en investeren in de doorontwikkeling van digitale dienstverlening, zaakgericht werken en telefonie. In de voorjaarsnota 2011 zijn verschillende uitgangspunten vastgesteld, de belangrijkste worden hier herhaald. Ten eerste hebben burgers en bedrijven toegang tot onze dienstverlening via internet, telefoon, een bezoek aan het stadhuis of de post. Zij kiezen zelf op welke manier zij ons benaderen. Ten tweede doet gemeente Almelo aan kanaalsturing door het gebruik van e-dienstverlening te stimuleren. Tot slot verlopen de baliecontacten zoveel als mogelijk op afspraak. Met de doorontwikkeling van de publieksdienstverlening zullen we de komende vier jaar een besparing realiseren van 2 miljoen euro. Drie belangrijke verbeterslagen passen we toe: het realiseren van een Klant Contact Centrum (KCC), dereguleren en het zaak- en procesgericht inrichten van processen. Ook wordt er zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij landelijke uitvoeringsprogramma’s. Beleidskader De bestuurlijke opdracht het verschil maken met daarin de drie thema’s: Sturing en Regie (projecten: Externe oriëntatie, Politieke sturing, Mens en organisatie & Het Nieuwe Werken), Dienstverlening (projecten: KCC & Zaak- en procesgericht werken) en Organisatie inrichting (projecten: Organisatieinrichting & Sourcing) vormt het beleidskader voor dit onderdeel. Deze bestuurlijke opdracht is enerzijds voortgekomen uit de besluitvorming van de voorjaarsnota 2011 en heeft anderzijds weer voeding gegeven aan de voorjaarsnota 2012. Wat willen we bereiken Publieke dienstverlening efficiënt inrichten op basis van de faciliterende overheid waarbij plaats-en tijd onafhankelijke dienstverlening als voorkeurskanaal wordt ingezet. Wat gaan we doen?
Toelichting
Slimmer werken en KCC
De taakstellingen zijn bekend en worden doorgevoerd in de begroting 2013. Momenteel worden diverse processen doorgelicht en opnieuw ingericht volgens de principes van Lean Management. Denk aan de WABO, WMO, post, vergunningverlening en –handhaving, etc. Elk proces volgt de stappen: -
Opdracht
-
Herontwerp
16
Wat gaan we doen?
Toelichting -
Implementatie
-
Borging (van o.a. de financiële taakstellingen)
Halverwege 2013 zal de nieuwe organisatiesector Klant Contact Centrum (KCC) ontstaan. Dit KCC is gestoeld op de in 2011 door het college vastgestelde principes Gemeentelijke dienstverlening 2012-2014. Voor het project Slimmer Werken wordt in het najaar van 2012 een planning voor 2013 opgezet. Gemeentelijke
Het project Slimmer werken levert vanaf 2012 tot eind 2014 continue
producten digitaal
herontworpen processen voor gemeentelijke producten en diensten op die
ontsluiten
digitaal zijn te gebruiken. Het gemeentelijke Klant Contact Centrum (KCC)
E-loket
zorgt ervoor dat deze herontworpen processen worden uitgevoerd en verzorgt hiervoor de noodzakelijke randvoorwaarden. Hiervoor wordt in 2013: -
De Gemeentelijke website vervangen en opnieuw ingericht in relatie tot digitale dienstverlening
-
Elke dienstverleningsproces voorzien van meetbare
-
Gerapporteerd over de kwaliteit van herontworpen
kwaliteitskenmerken dienstverleningsprocessen. Gemeentelijk
De Almelose belastingtaken worden vanaf 1-1-2013 uitgevoerd door het
belastingkantoor
GBT. Om die uitvoering goed neer te zetten en te borgen dat de
Twente
werkafspraken met de gemeentelijke organisatie van Almelo goed worden nagekomen, worden in het najaar van 2012 zogeheten DVO’s gesloten (dienstverleningsovereenkomsten). In 2013 wordt daar dan uitvoering aan gegeven.
Burger en
Implementatie en ingebruikname van een zogeheten burger en
raadsinformatiesysteem
raadsinformatiesysteem. Dit betekent vervanging van onze huidige BIS (bestuurlijk informatiesysteem), RIS (raadsinformatiesysteem dat draait op Sharepoint 2003) en website voor een nieuw systeem dat naadloos integreert met ons huidige DMS (Decos). Lokale beleidsinformatie is een vitaal product binnen iedere gemeente. Het is van essentieel belang deze informatie toegankelijk te maken. Het burgeren raadsinformatiesysteem stelt ons in staat die toegankelijkheid op een eenvoudige en gestructureerde manier via het internet te realiseren. Zo kunnen medewerkers en raadsleden, maar óók burgers, doeltreffend van deze informatie gebruik maken.
Indicatoren
Bron
Gemiddelde oordeel Burger als
Waar staat je
klant handhaven
gemeente
Een beller heeft bijna altijd en
Managementinfo
snel het eerste contact met de
telefonie
gemeente Almelo (waarden 2011 zijn exclusief
-
1e contact kunnen krijgen 17
Huidige waarde
Streefwaarden
2011
2014
7,5 (waarde 2010)
minimaal 7,5
86%
Indicatoren werkplein)
Bron -
Huidige waarde
Streefwaarden
2011
2014
wachttijd tot 1e
49%
99%
contact
85%
90% binnen
gemiddelde
1 minuut 100% binnen 2 minuten % telefonische contacten
Managementinfo nog
nu nog niet te
waarbij een KCC-medewerker
nader uit te werken
meten.
% van gemeentelijke producten
Managementinfo nog
5-10%
dat via e-dienstverlening
nader uit te werken
(globale schatting)
% digitaal gebruik t.o.v totaal
Managementinfo
0%
gebruik als product zowel
PBZ
80%
direct antwoord kan geven >90%
mogelijk zijn en kunnen worden verkregen
digitaal als via andere kanalen te verkrijgen is
18
> 50%
Moties en amendementen bestuurskracht en bestuurscultuur Besluittekst
Hoe wordt hier invulling aan gegeven?
Amendement 5 – Belastingmaatregelen
De verhoging (5%) wordt verwerkt in de tarieven
De OZB inkomsten in principe voor de jaren
OZB.
2013, 2014 en 2015 jaarlijks met 5% te
De vraag is nog welke OZB tarieven verhoogd
verhogen wat een bedrag oplevert van 0,7
dienen te worden en er dient rekening gehouden te
miljoen euro in 2013 oplopend naar 2,1
worden met de macro norm.
miljoen euro vanaf 2015 en verder. Indien de
Bij de begrotingsbehandeling van 2014 zal bekeken
financiële situatie van de gemeente Almelo
en berekend worden of de tarieven voor het
het toestaat zal de voorgenomen verhoging
belastingjaar 2014 verhoogd dienen te worden,
vanaf 2014 niet of gedeeltelijk worden
zoals afgesproken via het amendement bij de
geëffectueerd. Bij de begrotingsbehandeling
voorjaarsnota 2012. De tarieven kunnen gedurende
2014 en 2015 dient de hoogte van de OZB te
het jaar wel naar beneden worden bijgesteld maar
worden vastgesteld.
niet naar boven. Op dit moment laten de waarden van de nietwoningen de volgende percentages zien: -
bedrijven -2,3
-
kantoren -3,2
-
winkels -5,8
-
horeca -3,2
De percentages voor de woningen zijn op dit moment nog niet bekend. De niet-woningen dalen gemiddeld met 3,6% in waarde. De verwachting is dat de woningen eenzelfde daling te zien zullen geven. De tarieven voor de woningen en de niet-woningen in ieder geval met 5,6% stijgen (2% index percentage en daling waarde van 3,6%). Hierboven op komt dan nog de bezuiniging (5%). Amendement 56A – Organisatiestructuur
In deze begroting stelt het college voor te kiezen
Punt 22 organisatiestructuur van het
voor de maximale variant van 0,66 miljoen euro.
raadsbesluit te schrappen en te vervangen
Zie verdere toelichting in bijlage 4.*
door: Voor investeren in organisatiestructuur
Aangepast nav amendement. Extra bedrag bedraagt
een incidenteel bedrag van 520.000 te
90.000 euro
bestemmen. Op basis van een nadere onderbouwing kan de raad alsnog bij de begrotingsbehandeling 2013 kiezen voor de maximale variant zijnde 0,66 miljoen Amendement 68 – Schoonhouden omgeving
Gerealiseerd
stadhuis Besluit een ton beschikbaar te stellen voor het schoonhouden van de omgeving stadhuis
19
Besluittekst
Hoe wordt hier invulling aan gegeven?
en speciaal rondom de zijingang tegenover het politiebureau
Wat mag het kosten De beantwoording van deze vraag vindt plaats door het presenteren van een aantal tabellen. Als eerste wordt een overzicht gepresenteerd waarbij de begroting 2013 wordt afgezet tegen de begroting 2012 en de jaarrekening 2011. Hierbij wordt opgemerkt dat de cijfers voor 2013 betrekking hebben op de structurele uitgaven terwijl de realisatie 2011 en de begroting 2012 ook incidentele mutaties verantwoord zijn. Als tweede wordt een overzicht gepresenteerd met structurele baten en lasten per product. Hierdoor ontstaat meer inzicht in de baten en lasten per product. Tevens is het meerjarig verloop van het te programma zien. Dit is op basis van bestaand beleid waarbij de meerjarige bezuinigingen zijn verwerkt. Ook is de voortgang van de bezuinigingen binnen dit programma opgenomen.
(bedragen x 1.000 euro)
realisatie begroting begroting 2011 2012 2013
Lasten Baten Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Storting Onttrekking
23.088 10.426 12.662
28.101 15.713 12.388
26.137 14.062 12.075
5.847 3.760
4.046 1.283
3.894 1.428
Resultaat na bestemming
14.749
15.151
14.541
Onderverdeling in producten Product (bedragen x 1.000 euro) B650 B651 B653 B655 B656
publiekszaken saldi kostenplaats onvoorzien / nog toe te rekenen bestuursorgaan/regionale samenwerking bestuursondersteuning
B657 raad en griffie B658 rekenkamer Saldo voor bestemming Mutaties reserves B650 publiekszaken B651 saldi kostenplaats mutaties reserves
Saldo na bestemming
Lasten 2013
Baten 2013
Saldo Meerjarig saldo 2013 2014 2015
3.602 9.448 2.990 1.648 7.110 24.797
1.237 12.377 416 1 32 14.062
2.365 -2.929 2.574 1.647 7.708 10.735
2.291 -3.054 2.837 1.496 7.078 10.648
2.291 -3.154 385 1.389 7.078 7.989
2.291 -3.154 520 1.389 7.078 8.124
1.236 104 1.340
0 0 0
1.236 104 1.340
1.162 104 1.266
1.109 104 1.213
1.109 104 1.213
26.137
14.062
12.075
11.915
9.203
9.338
66 3.828 3.894
0 1.428 1.428
66 2.400 2.465
66 2.500 2.565
66 2.500 2.565
66 2.500 2.565
30.031
15.490
14.541
14.480
11.768
11.903
De cijfers zijn inclusief de structurele mutaties zoals opgenomen in de voorjaarsnota 2012, jaarschijf 2013 en de mutaties zoals toegelicht in hoofdstuk 2 van deze begroting 2013.
20
2016
Mutaties (bedragen x 1.000 euro)
Bedrag 2013
Gemeentelijk Belastingkantoor
290
Leges en kosten publiekszaken
140
Gevolgen heroverweging reserves en voorzieningen
500
Vervallen reservering CAO 2013
850
Verlagen renteomslag
70
Incidentele mutaties voor de jaarschijf 2013 in dit programma zijn. Deze mutaties zijn nog niet in bovenstaand overzicht opgenomen. Mutaties (bedragen x 1.000 euro)
Bedrag 2013
Frictiekosten bezuinigingen
500
Verhoging ABP premie
600
Aanpassen organisatiestructuur (lichte variant)
520
Herijking Masterplan
100
Aanpassen organisatiestructuur (extra)*
90
* aangepast nav amendement De bovenstaande onderverdeling in producten is inclusief de volgende bezuinigingen voor de jaarschijf 2013:
Bezuinigingen bestuurskracht en bestuurscultuur Bezuiniging 2013
Bedrag 2013
Hoe wordt hier in 2013 invulling aan gegeven?
Sluiten loket 14 (VJN 2011)
22.000
Loket is weg per 1 april 2012.
Sluiten geboorteloket
18.000
Loket gaat sluiten, tijdstip afhankelijk van verbouwing
ziekenhuis (VJN 2012)
ziekenhuis, vermoedelijk eerder dan 1 januari 2013. Geboorteaangiften ‘verhuizen’ van ziekenhuis naar stadhuis
Oprichten van een
500.000
De taakstellingen worden doorgevoerd in de begroting
klantcontactcentrum door te
2013. Momenteel worden diverse processen doorgelicht
dereguleren en zaak- en
en opnieuw ingericht volgens de principes van Lean
procesgericht te werken
Management. Denk aan de WABO, WMO, post,
(VJN 2011)
vergunningverlening en –handhaving, etc. Elk proces volgt de stappen:
Schrappen post nieuw beleid
-
Opdracht
-
Herontwerp
-
Implementatie
-
Borging (van o.a. de financiële taakstellingen)
190.000
Doorgevoerd
225.000
Doorgevoerd
25.000
Doorgevoerd
voor 2 jaar (VJN 2011) Schrappen post areaaluitbreiding voor 2 jaar (VJN 2011) Verminderen budget werving
21
Bezuiniging 2013
Bedrag 2013
Hoe wordt hier in 2013 invulling aan gegeven?
en selectie, digitaliseren besluitvormingsdocumenten en uitgaande documenten (VJN 2011) Stelpost bezuinigingen
100.000
Doorgevoerd
740.000
Doorgevoerd
Risicobuffer (VJN 2012)
130.000
Doorgevoerd
Meerjarenperspectief (VJN
460.000
Doorgevoerd
700.000
De tarieven OZB worden verhoogd om het
grondbedrijf (VJN 2012) Stelpost loon/ prijscompensatie (VJN 2012)
2012) Belastingmaatregelen (VJN 2012)
bezuinigingsbedrag te realiseren. Daarnaast wordt de heffingsmaatstaf van de rioolheffing gewijzigd van gebruiker naar eigenaar. Voor de overige lokale heffingen zijn er geen andere wijzigingen dan de trendmatige verhoging van de tarieven.
Verminderen ambtelijke leiding (VJN 2011)
170.000
Hangt samen met organisatieontwikkeling en vooral het besluit de hoofdstructuur te wijzigen. De taakstelling wordt in de begroting doorgevoerd.
22
3.2 Aantrekkelijke stad Missie Almelo wil een aantrekkelijke stad zijn voor kansrijke bevolkingsgroepen. Almelo weet deze groepen vast te houden en aan te trekken door het stimuleren van de economie, de realisatie van een onderscheidend woningbouwprogramma en aantrekkelijke culturele en sportvoorzieningen. Context en achtergronden De aantrekkingskracht van Almelo op kansrijke bevolkingsgroepen is een belangrijk aandachtspunt. Almelo heeft in vergelijking met andere gemeenten een grote groep inwoners met een laag inkomen en een gemiddeld laag opleidingsniveau. Om hier verandering in aan te brengen moet geprobeerd worden om aan de ene kant sociale stijging te realiseren bij de huidige bevolking (zie het programma eigen kracht en participatie) en aan de andere kant door kansrijke bevolkingsgroepen aan te trekken en vast te houden. Over dat laatste gaat het programma Aantrekkelijke Stad. Almelo kent relatief veel sociale huur en er is een tekort aan kwalitatief aantrekkelijke woonmilieus. Ook zijn er relatief weinig stedelijke voorzieningen. Denk daarbij aan het winkelaanbod, culinaire kwaliteit en het culturele aanbod. Dit programma is erop gericht om hierin verbetering aan te brengen. Onderdelen Het programma Aantrekkelijke stad bestaat uit de volgende onderdelen: -
Ruimtelijke ontwikkeling
-
Wonen
-
Economie
-
Sport
-
Cultuur
-
Verkeer en vervoer
Het onderdeel binnenstad is dit jaar meegenomen in de rapportage grote projecten.
23
Ruimtelijke ontwikkeling Missie Almelo is een stad met specifieke stedelijke kenmerken. Met bijna 73.000 inwoners, een plezierhaven, een internationale sportvoorziening en een woonboulevard heeft de stad een belangrijke regionale taak. Daarnaast heeft Almelo ook een aantrekkelijke landelijke omgeving. Er is sprake van bijzondere, bestaande kwaliteiten voor landelijk en stedelijk gebied, maar er is ook behoefte aan versterking van de ruimtelijke kwaliteit en structuur van deze gebieden. Conform de provinciale omgevingsvisie streeft de gemeente bij ruimtelijke ontwikkelingen naar het versterken van de ruimtelijke kwaliteit. Dit gebeurt op duurzame wijze om zo een veilige en gezonde leefomgeving te garanderen. Context en achtergronden Belangrijk speerpunt van het ruimtelijk beleid van de gemeente is gericht op revitalisering van de binnenstad waarbij de binnenstad ook als recreatief en winkel brandpunt kan functioneren voor de regio. Om tot een aantrekkelijke stad te komen, voor zowel de huidige als toekomstige inwoners, is het essentieel dat er sprake is van een goed functionerende binnenstad. Een aantrekkelijke stad zorgt voor een goed vestigingsklimaat voor nieuwe inwoners, nieuwe bedrijven en nieuwe ontwikkelingen op het gebied van cultuur, ontspanning, recreatie en toerisme. Het op peil houden van het aantal inwoners zorgt bovendien voor voldoende draagvlak voor de detailhandel en voorzieningen (sport, kunst en cultuur, horeca, recreatie en toerisme etc.). Niet alleen het verbeteren van de bestaande functies is hierbij van belang, ook een aantal nieuwe projecten zal moeten bijdragen om Almelo nog aantrekkelijker te maken. Deze projecten zijn gericht op nieuwe woningbouw in het midden en hoog segment en in het combineren van (maatschappelijke) functies voor een compacte stad-gedachte. In hoeverre Almelo als aantrekkelijk wordt ervaren wordt mede bepaald door het contrast tussen de binnenstad en het omliggende groene ruimte. De groene longen en het landelijk gebied kennen in Almelo een eigen identiteit. Deze groene ruimten zijn, naast de van oudsher aanwezige agrarische sector, heel geschikt voor nieuwe functies zoals recreatie en toerisme en nieuw ondernemerschap c.q. stadsrandeneconomie; nieuwe duurzame economische dragers om het landelijk gebied vitaal te houden. Vanwege de ontwikkelingen die vanuit de maatschappij op het landelijk (overgangsgebied) afkomen is regievoering op de ruimtelijke inpassing door de gemeente daar waar mogelijk van belang. Naast het reageren op nieuwe ontwikkelingen vormt de digitalisering en actualisatie van bestemmingsplannen een belangrijke beleidsopgave. Actuele bestemmingsplannen dragen bij aan een betere dienstverlening naar derden (burgers, bedrijven, belangenorganisaties) en zorgen voor meer (rechts)zekerheid en meer uniformiteit. De digitalisering van bestemmingsplannen draagt bij aan een betere toegankelijkheid, uitwisselbaarheid en rechtsgelijkheid. Het gevolg is dat veel bouwaanvragen sneller en makkelijker kunnen worden behandeld en dat minder bestemmingsplanherzieningen hoeven te worden doorgevoerd. Voor de omgeving betekent het minder regels en meer duidelijkheid. De essentiële ruimtelijke kenmerken en kwaliteiten van een gebied worden door actuele bestemmingsplannen bovendien goed beschermd. Beleidskader Masterplan, Structuurplan, incl. herzieningen bestemmingsplannen w.o. het bestemmingsplan landelijk gebied. 24
Wat willen we bereiken Het realiseren van een evenwichtige stad met regionale aantrekkingskracht door het aantrekken van nieuwe draagkrachtige inwoners. Een veilig en gezond leef-/vestigingsklimaat garanderen. Nieuwe duurzame ontwikkelingen voor een aantrekkelijke stad ter verbetering van wonen, werken en recreëren. Bestaande ruimtelijke kwaliteiten hiervoor inzetten en deze versterken en nieuwe ontwikkelingen vlot faciliteren. Wat gaan we doen?
Toelichting
Actualisatie van
De meeste nog te actualiseren plannen worden in procedure gebracht in
bestemmingsplannen
2012. De proceduretijd loopt door in 2013. In 2013 wordt gewerkt aan de volgende plannen: -
Westelijke Groene Long
-
Stadsrandgebied Almelo Noord
-
Sluitersveld
-
Zuidentree
-
Kollenveld-Bornsestraat
-
Rohof-Goosenmaat
-
Centrum Zuid
-
Centrum West
-
Dollegoor.
Na 1 juli 2013 is de inhaalslag voor de actualisatie afgerond. Daarna wordt er structureel jaarlijks een aantal plannen herzien. Leidraad hierbij is de ouderdom van de plannen. De eerste plannen na 2013 welke worden herzien betreffen de Riet Noord en Zuid. Budget: 340.000 euro PMJP
Binnen het Meerjarenplan van de provincie Overijssel zijn middelen beschikbaar gesteld ten behoeve van de aanleg van recreatieve fietspaden. In de initiatieffase zijn er in het kader van de haalbaarheid een drietal principe tracés onderzocht. Deze omvatten de volgende routes: -
een route aan de westzijde van het Twentekanaal;
-
een route, die vanuit Bornerbroek de waterloop de Doorbraak enigszins nadert of kruist in de richting van Borne grenzend aan de “kleine doorbraak”;
-
een route langs de doorbraak richting Keursweg
Gelet op de belevingswaarde en het gegeven dat de route een forse investering vergt is het voorstel om ons te richten op de laatste twee routes. Bij de realisatie van deze twee routes wordt nauw samengewerkt met het Waterschap. Op dit moment is het Waterschap bezig met de voorbereiding en aanleg van de watergangen Azelerbeek en het gedeelte ter hoogte van de Hoeselderdijk. Budget: 816.000 euro Herijking masterplan /
Zie het programma Bestuurskracht en bestuurscultuur.
Structuurvisie
25
Wat gaan we doen?
Toelichting
Ruimtelijke kwaliteit
N.a.v. brief 3 raadsfracties is plan van aanpak uitgewerkt. In de rol van
kernwinkelgebied,
gemeente als regievoerder worden winkeliers, ondernemers,
Grotestraat
horecaondernemers, evenementenmakers, bewoners en bezoekers van de binnenstad betrokken bij de bepaling van het streefbeeld en realisatiestrategie. Met nauwe participatie van externe partijen (ondernemers, bewoners, woningcorporaties etc.) zal worden bepaald hoe het streefbeeld wordt t.a.v. de openbare ruimte, verkeersaspecten, gevelarchitectuur en reclame / uitstallingen. Besluitvorming door raad over maatregelen en realisatie is voorzien eind 2012.
Opstellen
Plan van aanpak met scope, afbakening en beleidsmatige uitgangspunten
terrassenbeleid
wordt in 2013 voorgelegd en uitgevoerd. Budget: 55.000 euro*
Vernieuwing van de
In 2012 is er besloten over de welstandvrije gebieden. De volgende stap is
welstandsnota
het aanpassen van de voorschriften voor de resterende welstandsplichtige gebieden. In 2013 zullen de bestaande regels aangepast worden: meer algemene regels, minder categorieën en duidelijk leesbare en toepasbare voorschriften.
* aangepast nav aangenomen amendement
26
Wonen Missie De gemeente biedt haar burgers een hoogstaand en duurzaam woonmilieu. De ambitie voor wonen is aangegeven in de gemeentevisie 2015: “Het wonen in Almelo is van een hoog niveau, dankzij de kwaliteit van de bebouwing, de groene setting en de ligging in een fraai landschap. Er zijn allerhande voorzieningen binnen handbereik. Almelo heeft de mogelijkheid om mensen die hoge eisen stellen aan hun woonomgeving een plek te bieden waar aan deze eisen tegemoet wordt gekomen.” Hierbij wordt tevens een verbinding gelegd tussen wonen en zorg: het is de bedoeling dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Als het gaat om een “hoogstaand en duurzaam woonmilieu” wordt dat verder gepreciseerd door het wonen en de keuzevrijheid van de bewoners centraal te stellen. Het streven is erop gericht, dat ieder individu zal kunnen kiezen hoe hij/zij wil wonen (huur/koop, woningtype, prijsklasse, e.d.). In de Woonvisie Almelo 2020 is dit nader uitgewerkt in de veranderopgaven woonbeleid. Context en achtergronden In de afgelopen periode is samen met de lokale corporaties de nieuwe Woonvisie voorbereid. Een visie op wonen en leven in Almelo 2020. Hierin zijn doelen geformuleerd die helpen het toekomstbeeld “Stad in Balans” te verwezenlijken. Het beleidsterrein wonen levert daaraan een belangrijke bijdrage. Door mensen meer invloed te geven op hun woonsituatie, in te zetten op een toekomstbestendig aanbod van woningen en woonmilieus én door een betere sociaal economische balans te faciliteren. Dat zijn de drie veranderopgaven die zijn uitgewerkt in deze Woonvisie. Dit is in onderstaande figuur weergegeven.
De Woonvisie Almelo 2020 is juli 2012 door de raad vastgesteld, waarna deze als basis dient voor het uit te voeren woonbeleid en het maken van prestatieafspraken met de betrokken partijen. De aantrekkelijkheid van het wonen in Almelo is van vele factoren afhankelijk. De uitkomsten van de Stadsfoto geven aan waar de belangrijkste kansen en bedreigingen liggen voor de stad. In het analysemodel voor de stad is bij de woonomgeving aangegeven: relatief veel grote koopwoningen (kans), relatief veel sociale huur (bedreiging) en relatief weinig stedelijke voorzieningen (bedreiging). Maatschappelijke ontwikkelingen: -
Uit woononderzoeken blijkt dat er behoefte is aan ruimte en kwaliteit
-
De burger wil meer zeggenschap over de inrichting van het woonmilieu waarin hij leeft en meer mogelijkheden om zelf te kunnen kiezen waar hij wil wonen en meer invloed op de uitstraling en indeling van de woning
-
De aspecten als leefbaarheid, veiligheid, duurzaamheid, toekomstgericht, een aantrekkelijke woonomgeving worden steeds belangrijker 27
-
De wensen van senioren ten aanzien van het wonen veranderen. Het comfort van de woning wordt steeds belangrijker gevonden
-
De stagnerende doorstroming en de gestegen woningprijzen van de jaren negentig tot 2008
-
De onzekere economische en demografische ontwikkelingen hebben een duidelijke invloed op
treffen alle geledingen van de woningmarkt de woningmarkt -
De toekomst van de woningmarkt zal mede afhangen van de ontwikkeling van de hypotheekrente, inkomensontwikkeling en beschikbare kredietfaciliteiten
Beleidskader Belangrijke kaders voor de nieuwe Woonvisie, zijn het Masterplan Almelo, de vigerende beleidsuitgangspunten van ‘Stad in Balans’, het collegeakkoord 2010 – 2014 en het rijks- en provinciaal beleid op het terrein van wonen en leven. Wat willen we bereiken Het beleidsterrein wonen levert een belangrijke bijdrage aan het toekomstbeeld van “Almelo stad in balans” door: -
mensen meer invloed te geven op hun woonsituatie. Almelo wil zich onderscheiden als dé stad waar de woonconsument zelf kan bepalen hoe hij wil wonen en ook de ruimte heeft om die gewenste woonsituatie vorm te geven.
-
in te zetten op een toekomstbestendig aanbod van woningen en woonmilieus. Almelo wil zich onderscheiden als duurzame stad. Onder duurzaam verstaat Almelo niet alleen een schoon milieu maar ook een veilige, leefbare, toegankelijke en toekomstbestendige stad.
-
een betere sociaal economische balans te faciliteren. Almelo streeft naar een betere sociaal economische balans dan nu het geval is, door perspectief te bieden aan de inwoners zelf en door het binden van midden- en hogere inkomens.
Wat gaan we doen?
Toelichting
Uitvoeren Woonvisie
De raad heeft 3 juli 2012 de Woonvisie vastgesteld. De komende jaren zal
Almelo 2020
aan de veranderopgaven: woonconsument centraal, duurzamere stad en betere sociaaleconomische balans worden gewerkt. De uitvoering is gebaseerd op het principe ‘Het verschil maken’. Samen met de inwoners en de belangrijkste partners in de stad wordt gewerkt aan deze opgaven. Daarbij krijgen inwoners en partners meer verantwoordelijkheden en vervult de gemeente vooral een regisserende en faciliterende rol. Eind 2012, begin 2013 worden de prestatieafspraken met de woningbouwcorporaties uitgewerkt.
Uitvoeren besluit
Wat betreft de woningbouw te kiezen voor de Mediaanvariant. De prognose
VJN2012,
voor de uitgifte van bouwgrond van woningen voor de komende vier jaar te
Grondbedrijf /
verminderen. Geen nieuwe sociale woningbouw meer toe te voegen. Zie ook
Woningen
besluitvorming bij de voorjaarsnota 2012. Voor 2013 zijn 60 tot 65 woningen gepland, waarvan ruim 30 in Waterrijk.
Uitvoeren
De prestatieafspraken benadrukken de gezamenlijke verantwoordelijkheid van
Prestatieafspraken
gemeente en provincie ten aanzien van het woonbeleid. Gemeente en
woningbouw met de
provincie beschouwen dit afsprakenkader als een werkdocument dat de
provincie 2010 t/m
gewenste resultaten vastgelegd voor het wonen in de gemeente Almelo. De
2014
prestatieafspraken zijn gebaseerd op de afspraken die de gemeenten die 28
Wat gaan we doen?
Toelichting deeluitmakend van de Netwerkstad Twente (Almelo, Borne, Enschede, Hengelo en Oldenzaal) afgestemd hebben. De onderdelen zijn: ruimtelijke kwaliteit, duurzaamheid&woonkwaliteit, woningbouw, en woonservicewijken. In deze prestatieafspraken is afgesproken dat er in 2012 een “Mid term review” zal plaatsvinden. Naar aanleiding hiervan zijn de afspraken aangepast. Dit is aangegeven in de Berap 2012. Budget:
Grondverkoop
-
Woonservicewijken: 1.007.000 euro
-
Energieloket 2.0: 80.000 euro
-
Pilot energieneutrale woning: 25.000 euro
-
Pilot collectief particulieropdrachtgeverschap: 25.000 euro
Onderzoeken wat er nodig is voor een meer agressieve marktbenadering voor woningkavels en bedrijventerreinen.
Indicatoren Waardering van de fysieke
Bron
Huidige waarde
Streefwaarden
2012
2013
Stadsmonitor
2,8 (2009)
< 2,9
Louter
315 (2011 was
kwaliteit van de woonomgeving (perceptie verloedering) Rangorde woonklimaat Nederlandse gemeenten Woningbouwproductie, het
335) Prestatieafspraken
percentage binnenstedelijk
Minimaal 50% en
Minimaal 60% en
streven 60%
streven 70% binnen
binnenstedelijk Percentage huishoudens in
Prestatieafspraken
Woonservicegebied Woningbouwproductie, aantal
VJN2012,
woningen waarvan de start bouw
grondexploitaties
is gepland.
29
Streefwaarde 2015
Streefwaarde 2015
= 50%
= 50%
77
65
Economie Missie De gemeente Almelo maakt serieus deel uit van een keuzeproces die mensen doorlopen op zoek naar een nieuwe woonplaats, bedrijven naar een nieuwe vestigingsplaats en toeristen en recreanten voor hun vrijetijdsbesteding. Daartoe wil de gemeente een krachtige economie bezitten die een spil is voor zowel de lokale als (sub) regionale arbeidsmarkt en zodanige hoogwaardige mogelijkheden hebben dat de stad een grote aantrekkingskracht op bedrijven en werknemers uitoefent. Een ondernemende stad derhalve. Context en achtergronden Almelo is een belangrijke faciliteerder/ondersteuner) van het Twentse bedrijfsleven. Het is een stad die veel werk biedt (ruim 41.000 full- en parttimebanen). De eigen inwoners profiteren hiervan. Ruim 55% van de werkzame Almeloërs werkt in de eigen stad. Meer dan de helft van de banen (60%) is ingevuld door mensen die buiten Almelo wonen. Veel van deze mensen komen uit de omliggende gemeenten. Een kwart van de banen wordt door mensen uit Noord-Twente vervuld en een ander kwart door mensen uit de Netwerkstad Twente. Almelo vervult dus een sterke regionale werkgelegenheidsfunctie. De belangrijkste sector is de industrie met een werkgelegenheidsaandeel van ruim 21%, kort daarop gevolgd door de gezondheidssector. Met een marktaandeel van 15% heeft Almelo de meeste high tech werkgelegenheid van Twente. De sociale opbouw van Almelo is relatief zwak. Een grote groep mensen heeft moeite om te participeren op de arbeidsmarkt. Ongeveer 18% van de inwoners is niet in staat om zonder hulp van de overheid in inkomen of werk te voorzien. Versterking van de economische structuur dient daarom hand in hand te gaan met investeringen in deze groepen. Alleen op die manier zullen ook Almeloërs die een marginale positie op de arbeidsmarkt bekleden mee kunnen liften met economische stijging. In de missie is aangegeven dat het eindperspectief een ondernemende stad is. Almelo koestert haar ondernemers en wil hen de ruimte geven. Ondernemerschap houdt de stad gezond. Ondernemerschap levert arbeidsplaatsen op en die zijn nodig om Almeloërs in voorspoed te laten leven. Uiteindelijk gaat het in de ondernemende stad om de inwoners. Zij willen een stad waar het leven goed is. Om de ondernemende stad te realiseren zijn twee profielen ontwikkeld: Vitaal Ondernemerschap en Quality of life. Vitaal ondernemerschap: ondernemerschap is essentieel voor een gezonde economie. In de ondernemende stad lopen ondernemers voorop in ontwikkelingen. Zij weten zich goed staande te houden in de soms hevige en wereldwijde concurrentiestrijd. Goed ondernemerschap genereert groei, waardoor extra banen ontstaan. De doelstelling binnen dit kader is daarom het stimuleren van stuwende bedrijvigheid. Hiervoor zijn de volgende bijdragen belangrijk: -
aantrekken van nieuwe ondernemingen en ondersteunen starters,
-
betrokkenheid kennisoverdracht,
-
dienstverlening aan ondernemers en
-
ruimte + bijbebehorende infrastructuur beschikbaar stellen en onderhouden.
-
benutten potentie regionale samenwerking, met name op het gebied van profilering en acquisitie. 30
Quality of life: de ondernemende stad zorgt goed voor haar inwoners. Het leven dient prettig te zijn in Almelo. De geboden kwaliteit van woonruimte, omgeving van de stad, goede voorzieningen op velerlei vlak zijn hiervoor nodig. Met name de balans tussen stad en groen aangevuld met water biedt Almelo kansen. De verzorgende bedrijvigheid speelt een centrale rol in dit profiel omdat zij van groot belang is voor het vestigingsklimaat dat bedrijven willen zien in een gemeente. Daarom is het van belang dat bijdragen geleverd worden aan: -
goede voorzieningen (winkels, markten, horeca, wijkvoorzieningen)
-
recreatie en toerisme
-
wonen (woningaanbod en woonomgeving).
Beleidskader -
Bedrijventerrein in perspectief tot 2020 (gemeentelijke nota)
-
Visie bedrijventerreinen netwerkstad Twente
-
Bouwstenen voor een kantorenvisie netwerkstad Twente
-
Toekomstvisie detailhandel Almelo 2008-2015
-
Kadernota recreatie en toerisme
-
De Ondernemende Stad 2009-2015
-
In opmaak nota Economische Motor Twente
Wat willen we bereiken? We willen bereiken dat vestigingsplaatsvoorwaarden zodanig zijn dat bedrijven en bewoners voldoende aanleiding hebben om zich aan Almelo te blijven binden en voorts dat nieuwe bedrijven, werknemers en potentiële bezoekers op basis daarvan besluiten in Almelo zich te vestigen respectievelijk te bezoeken. Wat gaan we doen?
Toelichting
Detailhandelsvisie
In 2012 wordt de detailhandelsvisie geëvalueerd en waar noodzakelijk geactualiseerd. In het kader van het verschil maken zijn verschillende partners (uit de stad) betrokken bij de evaluatie. Het gaat hierbij om de verschillende winkeliersverenigingen, de Kamer van Koophandel en de HBD. De betrokkenheid van de raad is reeds in dit stadium aanwezig. De verwachting is dat de detailhandelsvisie eind 2012, begin 2013 is geactualiseerd met grote betrokkenheid van de partners in de stad. Naar verwachting zullen uit de actualisatie een aantal maatregelen vloeien waarvoor extra budget nodig zal zijn. Zo is het denkbaar dat er maatregelen worden getroffen tegen de leegstand in Almelo, er aanvullend onderzoek nodig is voor de Woonboulevard en lange termijn keuzes worden gemaakt in relatie tot de nieuwbouw van het Heraclesstadion.
Horecavisie
Een concept van een visie op hoofdlijnen wordt door EZ in samenspraak met ondernemers ontwikkeld, een en ander volgens de principes van het verschil maken. De visie zal zo spoedig mogelijk als de capaciteit toelaat in procedure gebracht worden. Gestreefd wordt naar besluitvorming in de raad in het eerste kwartaal van 2013.
Economische visie
Het betreft hier een actualisering van de in 2009 / 2010 vervaardigde nota “de ondernemende stad”. 31
Wat gaan we doen?
Toelichting Een en ander te koppelen / af te stemmen met: -
de kadernota Regionaal Economisch Beleid van de provincie
-
de economische visie netwerkstad. Voor het verder vormgeven en uitwerken van deze visie wordt overigens een beroep gedaan op de provincie
-
het verschil maken maatschappelijk verantwoord ondernemen waarin aspecten van duurzaamheid de nodige accenten krijgen.
Er wordt naar gestreefd om begin 2013 de visie in de raad voor besluitvorming te kunnen aanbieden. Kantorenvisie
De kantorenvisie netwerkstad die door de raad is vastgesteld moet nog lokaal uitgewerkt worden. In afstemming met de netwerkstad dient een plan van aanpak opgesteld te worden hoe het beleid uit te voeren. Wat betreft de leegstandaanpak dient rekening gehouden te worden dat er een regionaal fonds gaat komen. Dit mede naar aanleiding van een VNG-convenant met alle betrokken partijen. Van Almelo zal mogelijk een bijdrage voor dit fonds gevraagd worden. Momenteel is niet aan te geven aan welk bedrag gedacht moet worden. Besluitvorming over de uitwerking is in de loop van 2013 te verwachten, mede afhankelijk van afstemming binnen de netwerkstad.
Regionale acquisitie
In netwerkstedelijk kader is een werkgroep accountmanagement en acquisitie geformeerd waaraan ook Almelo deelneemt. In het kader van het vervolg van de economische visie netwerkstad zal de gemeente naar verwachting een voorstel bereiken om gezamenlijk met de 4 O’s (Ondernemers, Overheid, Onderwijs, Onderzoeks-instellingen) de acquisitie op te pakken. Met de netwerkstad als aanjager zou dit voor geheel Twente kunnen gebeuren. Dit laatste sluit aan op de voorkeur van ondernemerszijde. Bezien wordt of een dergelijke organisatie min of meer zelfstandig dient te zijn met diverse sponsoren. Een dergelijke invulling past goed in het kader van het verschil maken. Er wordt gezamenlijk opgepakt en gemeenten zijn niet de enige kartrekkers. In die gezamenlijke opzet is de gemeente ook niet de enig regievoerende instantie. Wordt deze activiteit en opzet goedgekeurd door de deelnemende gemeenten, dan zal hiervoor een jaarlijkse gemeentelijke bijdrage verlangd worden.
Bevorderen nieuwe
In het kader van Interreg IVb (Europese Subsidie) is een visie ontwikkeld
economische dragers
voor het beter verbinden van de stad met de stadsrand. Voor Almelo gaat het om het bevorderen van de stadsrandeconomie via nieuw ondernemerschap. Ook recreatie en toerisme komen aan bod met als belangrijkste project het herstellen van de historische verbinding van de binnenstad met de Gravenallee. In 2013 willen wij het uitvoeringsprogramma starten en ons inspannen, afhankelijk van de mogelijkheden, om subsidie te verwerven en externe 32
Wat gaan we doen?
Toelichting partijen te interesseren. In het kader van het verschil maken, is de gemeente hier regisserend en faciliciterend maar in beginsel geen financier.
Deregulering
De Kamer van Koophandel Oost Nederland heeft een compilatie gemaakt van 15 voorbeelden van dereguleringsinitiatieven in Oost-Nederland. Ter bevordering van het Vitaal Ondernemerschap in Almelo gaan we voor ieder initiatief bezien wat de mogelijkheden in Almelo zijn.
Innovatie
Er wordt binnen Netwerkstad Twente, Regio Twente en Provincie Overijssel sterk ingezet op innovatie en duurzaamheid. De regio focust op High Tech Materials en Handeling. Een en ander conform het topsectorenbeleid van het Rijk. Voor de innovatieve maakindustrie van Almelo een extra impuls om verder te groeien. In 2013 is het doel ervoor te zorgen dat georganiseerde ondernemers, zoals IKT, Regionaal Ondernemerscontact Business tot Business, Duurzaam Netwerk Almelo, KOBA etc. op lokaal en regionaal niveau tijdig en goed geïnformeerd aanhaken bij alle ontwikkelen.
Indicatoren
Bron
Huidige waarde
Streefwaarden
2011/2012 Positie in ranglijst top 50
Louter
plaats 51
plaats 50
41.016
40.200
394.000
450.000
14.600m2
10.000m2
29 (2011)
Bij voorjaarsnota
economisch best presterende gemeenten Aantal part- en fulltime
BIRO- Provincie
arbeidsplaatsen
Overijssel
Aantal toeristische bezoekers aan
NBTC / NIPO
Almelo Leegstand kantoren
Nota Kantorenvisie Leegstandsmonitor
Totaal aantal evenementen
Stadspromotie Almelo
33
Sport Missie Inwoners van Almelo zijn gezond en doen mee doordat iedereen in Almelo, zowel actief als passief sport kan beoefenen als vrijetijdsbesteding. Context en achtergronden In Almelo zijn ruim 70 sportverenigingen met meer dan 20.000 leden. Bovendien wordt er gesport in fitnesscentra, gezwommen in Het Sportpark en hardgelopen in de openbare ruimte. De sportparticipatie in Almelo ligt echter nog onder het landelijk gemiddelde, er is sprake van een relatief grote groep inwoners in een achterstandsituatie, ook op het gebied van sport en bewegen. Het is onze uitdaging om deze groep te stimuleren tot meer bewegen of sporten met een sociale stijging van onze inwoners tot resultaat. We streven dan ook naar een gedegen sportklimaat, waarin het voor iedereen mogelijk is om te sporten en waarin een grote groep Almeloërs graag sport en beweegt. Bij een aantrekkelijke stad hoort namelijk een vitale bevolking en een gedegen vrijetijdsaanbod, waaronder kwalitatief goede sportvoorzieningen en sportevenementen. Een sportende en bewegende Almelose bevolking is van belang voor een sociale en gezonde leefomgeving. Participeren door te sporten en bewegen, draagt bij aan de gezondheid en welzijn van mensen. Hierbij focussen wij ons op de jeugd voor een levenslange sportparticipatie. Goede ervaringen met sport en bewegen tijdens de jeugd, heeft een levenslange impact en het meeste effect op de lange termijn. Veel Almeloërs weten zelf een gezonde leefstijl te ontwikkelen door gezond te eten en voldoende te sporten of bewegen. Een focus op de groep mensen die dat niet kan, vooral mensen in een achterstand situatie, dient de sport- en beweegparticipatie te verhogen en daarmee bij te dragen aan een sociale stijging van de totale groep Almeloërs. Sportaccommodaties zijn de basis van ons sportbeleid. Zonder voorzieningen kan er niet worden gesport. Er worden mogelijkheden geboden om in de openlucht en in overdekte sportaccommodaties te sporten, waarbij het beheer en de exploitatie voor de accommodaties wordt georganiseerd door Sportaccommodaties Almelo BV (het sportbedrijf). Op dit moment kent Almelo veel sportcomplexen. Door een concentratie en samenwerking van verenigingen op minder maar goed gefaciliteerde complexen, kunnen mensen en middelen gerichter en efficiënter ingezet worden waarbij het voorzieningenniveau op peil blijft. Daarbij dient ook te worden gestreefd naar een multifunctioneel gebruik en een goede geografische spreiding. Dit geldt ook voor binnensportaccommodaties waar door o.a. sporttakspecifieke en een andere roostering accommodaties worden afgestoten en efficiënter gebruik van de overige accommodaties bewerkstelligd kan worden. Wij streven naar sterke en vitale sportverenigingen die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en een bijdrage leveren aan het gemeentelijke (sport)beleid. Daar waar nodig worden deze verenigingen ondersteund en worden zij toegerust zodat zij in staat zijn om deze bijdrage ook naar behoren te kunnen uitvoeren. Wij werken daarbij samen met o.a. sportbonden en Sportservice Overijssel. In de uitvoering heeft het sportbedrijf, met behulp van combinatiefunctionarissen, een belangrijke rol in deze. Met de komst van de IISPA hebben wij een eerste stap gezet richting een actief topsportbeleid. Een kwalitatief hoogwaardige topsportvoorziening voor Almelo en de regio. De IISPA faciliteert sport, 34
waarin de nadruk ligt op de verbinding tussen topsport en breedtesport, met specifieke aandacht voor talentontwikkeling, topsportondersteuning en topsportevenementen, passend bij de schaal van Almelo. Beleidskader Sociale Agenda 2020 Kaderstelling Sportbedrijf 2011-2014 Wat willen we bereiken Een gedegen sportklimaat, waarin het voor iedereen mogelijk is om te sporten en waarin een grote groep Almeloërs graag sport en beweegt. Dit willen we bereiken met: -
kwalitatief goede sportaccommodaties
-
levenslange sportparticipatie door een focus op jeugd en de sociaal kwetsbare groep
-
sterke en vitale sportverenigingen
-
kwalitatief hoogwaardige topsportvoorziening en topsportevenementen
Wat gaan we doen?
Toelichting
Inzet en behoud van
Accommodaties zijn essentieel voor het kunnen beoefenen van sport. De
kwalitatief goede
veranderende omstandigheden brengen met zich mee dat er op een
accommodaties door de
andere wijze naar de inzet van deze accommodaties gekeken wordt en
beschikbare middelen efficiënt
dat er een focus ligt op clustering van accommodaties, sluiten van
in te zetten
accommodaties of multifunctioneel gebruik van accommodaties, waardoor een maximale sportbeoefening mogelijk blijft in Almelo.
Implementatie van fase 2
Sportbedrijf Almelo wordt verder gepositioneerd als zelfstandig
Sportbedrijf Almelo,
uitvoeringsorganisatie door de kaderstelling en prestatie afspraken te
bestaande uit;
verscherpen, maar ook te verruimen waar het gaat om de
-
-
overdracht
bedrijfsvoering. Het krijgt meer uitvoerende taken overgedragen, zoals
gemeentelijke taken
Sportstimulering (zie volgend item) en het beheer/onderhoud van
Sportstimulering
gemeentelijke buitensportaccommodaties.
aanvang maken met overdracht gemeentelijke taken Buitensport
-
aanscherpen van kaderstelling en prestatie afspraken
Nadere prestatie afspraken
Sportbedrijf Almelo is verantwoordelijk voor de uitvoering van ons
maken met Sportbedrijf
topsportbeleid, waarin de nadruk ligt op talentontwikkeling en
Almelo betreffende onze
evenementen. Ter realisatie van onze doelen worden de
doelstellingen op gebied van
prestatieafspraken aangescherpt.
topsport, met een verbinding naar breedtesport
Indicatoren Lopen mee in de lijn van procesafspraken van Sociale Agenda 2020.
35
Cultuur Missie -
Stimuleren van cultuur als autonome maatschappelijke waarde,
-
Via cultuur een bijdrage leveren aan de verbetering van het economische klimaat in de stad,
-
Stimuleren van cultuur als bijdrage aan de ruimtelijke kwaliteit van de stad,
-
Via cultuur een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de maatschappelijke ontwikkeling van de stad
Context en achtergronden Een goed aanbod van culturele activiteiten en faciliteiten is voor veel mensen een belangrijke factor bij de keuze van hun vestingsplaats. De huidige stand van zaken is dat Almelo, voor een stad van haar omvang, een beperkt aantal culturele faciliteiten heeft en ook geen grote populatie aan beroepsmatige kunstbeoefenaars. Volgens de Atlas voor Gemeente scoort Almelo steeds beter qua culturele attractiviteit (in 2012 plaats 45 van de 50 grootste gemeentes in Nederland, tegenover plaats 49 in 2009). Tegelijkertijd moeten we ook constateren dat de gemeente Almelo, gezien haar omvang, betrekkelijk laag staat op deze lijst. Met name het aanbod op het gebied van popmuziek en musea scoort lager dan in vergelijkbare steden. Wij scoren wel redelijk op het gebied van overige podiumkunsten, bibliotheek/literaire activiteiten, evenementen en bioscoop/filmdoeken. De aandachtgebieden voor de komende jaren zijn: -
Vraaggericht en meer flexibele organisatie van de kunsteducatie
-
Gemeentelijke onderdelen verzelfstandigen
-
Ontwikkelen collectioneringsbeleid beeldende kunst
-
Verbeteren aantrekkelijkheid woonomgeving en binnenstad door kunst in de openbare ruimte
Beleidskader Kadervisie Cultuur Visie op kunst in de openbare ruimte Sociale agenda 2020 Wat willen we bereiken -
Talentontwikkeling, mogelijkheden creëren voor de optimale ontwikkeling van creatieve
-
Het stimuleren en realiseren van een breed aanbod aan culturele activiteiten en initiatieven die
talenten met name bij jongeren tot 18 jaar bijdragen aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor hoger opgeleiden, hogere en middeninkomens en bedrijven Wat gaan we doen?
Toelichting
Beeldende kunst
Realiseren van beeldende kunst in de openbare ruimte bij nieuwbouw gemeentelijke projecten (1% regeling) en beheren en onderhouden van de bestaande collectie. In 2013 in dit kader oplevering kunstwerk bekleding p&rgarage en oplevering kunstwerk Talentenfabriek
36
Wat gaan we doen?
Toelichting
Actieplan kunst
Uitvoering geven aan actieplan: in 2013 Kunst in Sluitersveld en Waterroute
openbare ruimte Actualiseren kunstbezit
Aanscherpen en op peil houden van de gemeentelijke collectie beeldende kunst, die een staalkaart is van de hedendaagse beeldende kunst in Almelo. Deze collectie meer toegankelijk maken voor het publiek.
Podia: Hof 88
Het in stand houden van theater hof 88 als repetitie en presentatiepodium voor amateurverenigingen en de presentatie van kleinschaliger en vernieuwend podiumaanbod.
Podia: theaterhotel
Het verlenen van een subsidie aan het theaterhotel ten behoeve van een gevarieerd pakket aan professionele voorstellingen.
Hof88
Onderzoek naar verzelfstandiging van Hof88 en invulling bezuiniging Hof88 door samenwerking binnen de sector.
Stimuleren en in stand
Subsidiering van diverse organisaties binnen de culturele sector ten behoeve
houden culturele
van de in standhouding en exploitatie van culturele activiteiten, zoals de
infrastructuur
talentenfabriek, theatervoorzieningen, bibliotheek, wevershuisje en stadsmuseum.
Bibliotheek
Fasegewijs overgaan tot budgetsubsidie; invulling geven aan bezuinigingen
Presentatie
conservering en presentatie van cultuurhistorische collecties die betrekking
kunsthistorie
hebben op almelo of de regio en daaraan verbonden culturele en sociaal culturele activiteiten en activiteiten op het gebeid van cultuureducatie. Dit gebeurt via een subsidie aan het stadsmuseum en het wevershuisje. In stand houden en toegankelijk maken van het historisch archief (wettelijke taak /archiefwet 1995)
Verbeteren cultureel
Via de stichting evenementenfonds de subsidiering van culturele
klimaat:
evenementen en activiteiten.
Lokale omroep
Het verspreiden van lokaal gekleurde informatie en verstrooiing via een lokaal radiostation dat gedeeltelijk met subsidie in stand gehouden wordt.
Indicatoren Podiumbezoek: hof 88 (incl.
Bron Statistisch overzicht
Huidige waarde
Streefwaarden
2011
2013
7.600
7.500
filmhuis) Podiumbezoek theaterhotel
Theaterhotel
50.000
55.000
Leden bibliotheek
Statistisch overzicht
18.400
17.000
Beeldende kunst
Visie en werkplan
In principe
T/m 2015 15
toepassing 1% norm
kunstprojecten
beeldende kunst
37
Verkeer en vervoer Missie -
Een goed bereikbare stad voor alle vervoersmodaliteiten.
-
De stad is duurzaam veilig ingericht, zodat het aantal verkeersslachtoffers tot een minimum is
-
Er wordt gebruikt gemaakt van duurzame vormen van verkeer waardoor de leefbaarheid van de
teruggebracht. stad sterk is verbeterd. -
In de binnenstad is de fiets een van de belangrijkste vervoersmiddelen. Voor de grote afstanden wordt het openbaar vervoer en de auto gebruikt.
Context en achtergronden Voor het goed functioneren van een (binnen)stad is het noodzakelijk om de bereikbaarheid van de stad voor alle modaliteiten op orde te hebben. Een stad functioneert (qua verkeer) goed als de binnenstad goed bereikbaar is per auto, fiets en openbaar vervoer en als er voldoende parkeergelegenheid aanwezig is. Voor de korte afstanden gaat de voorkeur uit naar de fiets. De fietsroutes vanuit de wijken naar het centrum en de fietssnelwegen dienen geoptimaliseerd en gerealiseerd te worden, zodat het fietsgebruik verder groeit. Bij alle vervoersvormen geldt dat de verkeersveiligheid en leefbaarheid centraal staat. Het verder omvormen van het gemeentelijk wegennet naar een duurzaam veilig wegennet heeft daarbij de hoogste prioriteit. Binnenstad De nieuwe binnenstad is een vanuit het oogpunt van verkeer en vervoer een kans om de doelstellingen op het gebied van verkeer en vervoer voor de binnenstad te realiseren. De volgende elementen zijn daarbij van belang: -
duurzaam veilig ingerichte binnenstad, zodat het autogebruik in de binnenstad wordt geminimaliseerd
-
goede bereikbaarheid van de binnenstad door parkeergarages goed te ontsluiten op het hoofdwegennet
-
verbeteren fietsbereikbaarheid van de binnenstad en de stallingsmogelijkheden voor de fietser
-
voldoende parkeergelegenheid voor alle functies in het centrum
-
minimaliseren van vrachtverkeer in de binnenstad
-
faciliteren van elektrisch vervoer in de binnenstad
Beleidskader Gemeentelijk Verkeer en Vervoersplan (GVVP) en Fietsnota. Wat willen we bereiken Het faciliteren van de mobiliteit voor elke vervoerswijze, waarbij de leefbaarheid, verkeersveiligheid en het milieu zoveel mogelijk in stand worden gehouden c.q. worden verbeterd. Voor de binnenstad ligt daarbij het accent op het stimuleren van het openbaar vervoer en het fietsgebruik. -
Duurzaam veilige inrichting van het wegennet bij zowel nieuwe werken als onderhoudswerk
-
Toename van het fietsgebruik voor binnenstedelijke verplaatsingen
-
Hoogwaardig openbaar vervoer, betrouwbare dienstregelingen en goede halteaccommodaties
-
Voorzieningen voor elektrisch vervoer bij elke ruimtelijke wijziging van de stad meerealiseren 38
-
Via directe verbindingen met goede reis- en parkeerinformatie de binnenstad goed bereikbaar maken
Wat gaan we doen?
Toelichting
Burgemeester
Voor de uitvoering van de 1e fase van de singel zal de raad in september
Schneiderssingel
2012 worden gevraagd een krediet van 500.000 euro beschikbaar te stellen. De werkzaamheden zullen in 2013 worden uitgevoerd. Het betreft hier de aansluiting tussen de Kolthofsingel en de Velden, circa 250 meter weg inclusief aanpassing VRI. Budget: 500.000 euro
Duurzaamheidsprojecten
Op basis van met name plannen groot onderhoud verharding en groot
fietsverkeer
onderhoud riool (afdeling Stadsbeheer) wordt bekeken of kan worden meegelift en hiervoor de nodige regionale subsidie kan worden verkregen. Voor de E-laadpunten voor de fietser wordt gedacht aan realisatie bij de grote fietsstalgelegenheden in de stad (station NS, Hagenborgh, Schouwburgplein, parkeergarage stadhuis, markt e.d. Het project zal nog worden uitgewerkt. Er is momenteel een tekort aan fietsenstallingen op een aantal plekken in de stad. Onder meer aan de Wierdensestraat Centrumbusstation, Waagplein, Schouwburgplein en Markt. Ook voor de uitvoering van dit project zal nog een uitvoeringsplan worden opgesteld.
Vervanging VRI’s
Er komt een vervangingsplan (welke vri wanneer en voor welk bedrag) De levensduur van een automaat bedraagt maximaal 15 jaar. In Almelo zijn er een groot aantal automaten die veel ouder zijn. Een achttal automaten is ouder dan 20 jaar en zijn dringend aan vervanging toe. Binnen het kader van het beschikbare budget, zullen 2 à 3 automaten in 2013 worden vervangen. Budget: 150.000 euro per jaar
Parkeren en stadstoezicht
Besluitvorming over het nieuwe parkeerbeleidsplan door de raad is voorzien in oktober 2012. Er zal een nieuw contract met Stadstoezicht worden opgesteld in afwachting van nadere discussie omtrent sourcing.
Indicatoren
Bron
Huidige waarde
Streefwaarden
Aandeel bezoekers dat met
Omnibuspanel
51% (2009)
60%
Waardering
Waar staat je
6,3 (2009)
7
parkeermogelijkheden in de
gemeente, 1x 2 jaar
6,3 (2010)
Waardering
waar staat je
6,4 (2009)
parkeermogelijkheden in de
gemeente, 1x 2 jaar
6,6 (2010)
fiets naar binnenstad komt
gemeente (0 = slecht, 10 = goed)
buurt (0 = slecht, 10 = goed)
39
7
Indicatoren
Bron
Huidige waarde
Streefwaarden
Waardering openbaar
Waar staat je
7,5 (2009)
8
vervoer in de gemeente
gemeente, 1x 2 jaar
7,5 (2010)
Waardering
Waar staat je
6,8 (2009)
verkeersveiligheid
gemeente; 1x 2 jaar
6,8 (2010)
Waardering
Waar staat je
6,4 (2009)
verkeersveiligheid buurt
gemeente; 1x 2 jaar
6,4 (2010)
Politie
59 (2010)
(0 = slecht, 10 = goed) 7
gemeente (0 = slecht, 10 = goed) 7
(0 = slecht, 10 = goed) Aantal verkeersslachtoffers
40
59 (2011)
Moties en amendementen Aantrekkelijk Stad Besluittekst
Hoe wordt hier invulling aan gegeven?
Motie 10 – (Tijdelijk) aanleg zonnepark
Op dit moment loopt een Europese
Besluit
aanbestedingsprocedure voor een zonnepark op XL.
-
-
-
het college op te dragen te
Dit naar aanleiding van een haalbaarheidsonderzoek
onderzoeken of er marktpartijen te
waaruit is gebleken dat een zonnepark op XL
vinden zijn die tegen een redelijke
Businesspark rendabel kan zijn. Dit kan rendabel
kostendekkende vergoeding bereid
zijn omdat de benodigde infrastructuur op XL al
zijn de locaties 15 tot 20 jaar te huren
aanwezig is.
voor de exploitatie van bijvoorbeeld
Voor andere delen in Almelo is een dergelijk
een zonnepark
zonnepark zeer waarschijnlijk niet rendabel omdat
het college op te dragen te
op de locaties Waterrijk, Aadijk Noord en
onderzoeken of deze marktpartijen
Leemslagen nog geen infrastructuur aanwezig is en
bereid zijn mogelijkheden te bieden
de kosten voor de aanleg niet opwegen tegen de
aan burgers van Almelo of financieel
opbrengst (rendement).
te participeren
Een beroep op het energiefonds van de provincie
het college op te dragen te
Overijssel is nog niet mogelijk want het fonds is
onderzoeken of de gemeente Almelo
nog niet ingesteld. Daarbij is de verwachting dat
mee kan participeren door aanspraak
straks alleen bedrijven hierop een beroep kunnen
te maken op het energiefonds van de
doen.
provincie Overijssel
Het bieden van de mogelijkheid aan burgers om financieel te participeren in zonne-energieprojecten van derden is op dit moment financieel niet interessant voor burgers. Dit heeft te maken met de saldering van de opgewekte energie met de eigen energierekening. Dit kan namelijk alleen als de panelen op eigen terrein staan en er dus rechtstreeks electriciteit kan worden teruggeleverd aan het net. Landelijk wordt gekeken hoe dit zou kunnen worden opgelost. De resultaten van de aanbesteding voor een zonnepark op XL Businesspark en de landelijke ontwikkelingen met betrekking tot de mogelijkheden tot saldering wordt nauwgezet gevolgd en zodra er mogelijkheden zijn voor Almelo zullen die nader worden uitgezocht.
Motie 4 – Opzeggen huurcontract Skybox
De raad ontvangt een raadsbrief waarin uitvoerig
Heracles
wordt beschreven hoe aan de uitvoering van de
Besluit het College van B&W te verzoeken
betreffende motie vorm wordt gegeven.
maximale inspanningsverplichtingen te realiseren om het huurcontract zo mogelijk per direct te beëindigen door met Heracles gezamenlijk te onderzoeken: -
optie 1: per direct afkopen lopende huurcontract; 41
optie 2: de skybox ofwel door Heracles ofwel zelfstandig - per direct - aan te bieden aan mogelijk geïnteresseerde bedrijven/instellingen Motie 55 – Bedrijventerrein Kanaalsprong
De planeconomische doorrekening heeft inmiddels
Besluit het college te verzoeken om binnen 5
plaats gevonden. Op basis daarvan ontvangt de
maand met een raadsvoorstel naar de raad te
raad een raadsvoorstel.
komen waarin definitief wordt afgezien van de zogeheten Kanaalsprong als mogelijke locatie voor een locaal bedrijventerrein Amendement 35B – Amateurverenigingen
Voor de concrete invulling van de taakstelling zal in
Punt 65 subsidieregeling voor
overleg met de amateurverenigingen een regeling
amateurverenigingen te schrappen en te
en de daarbij behorende criteria worden opgesteld.
vervangen door:
De subsidieverlening 2013 zal op deze nieuwe
-
De taakstelling, 0,02 miljoen, op de
subsidieregeling worden gebaseerd.
subsidieregeling voor amateurverenigingen als richtinggevend te beschouwen -
Over de concrete invulling in overleg te treden met partners
Uiterlijk bij de begroting 2014 te besluiten over definitieve invulling
Wat mag het kosten De beantwoording van deze vraag vindt plaats door het presenteren van een aantal tabellen. Als eerste wordt een overzicht gepresenteerd waarbij de begroting 2013 wordt afgezet tegen de begroting 2012 en de jaarrekening 2011. Hierbij wordt opgemerkt dat de cijfers voor 2013 betrekking hebben op de structurele uitgaven terwijl de realisatie 2011 en de begroting 2012 ook incidentele mutaties verantwoord zijn. Als tweede wordt een overzicht gepresenteerd met structurele baten en lasten per product. Hierdoor ontstaat meer inzicht in de baten en lasten per product. Tevens is het meerjarig verloop van het te programma zien. Dit is op basis van bestaand beleid waarbij de meerjarige bezuinigingen zijn verwerkt. Ook is de voortgang van de bezuinigingen binnen dit programma opgenomen.
(bedragen x 1.000 euro)
Lasten Baten Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Storting Onttrekking Resultaat na bestemming
realisatie begroting begroting 2011 2012 2013 149.040 69.867 79.173
93.751 75.318 18.433
65.429 44.411 21.018
22.380 16.354
2.615 629
728 416
85.199
20.419
21.329
42
Onderverdeling in producten Product (bedragen x 1.000 euro)
Lasten 2013
Baten 2013
havens en waterwegen recreatieve voorzieningen markten en evenementen verkeer en vervoer parkeerbeheer ruimtelijke ordening monumentenzorg economische zaken grootschalige recreatie belastingen geo-informatie grondzaken grondbedrijf exploitatie eigendom niet voor de openbare dienst volkshuisvesting/stedelijke vernieuwing besluit woninggebonden subsidie sport creatieve en culturele vorming cultuurbevordering beeldende kunst voor bestemming
213 653 452 1.788 2.450 1.020 59 2.196 226 1.752 1.222 487 39.958 561 241 35 7.168 3.587 1.025 336 65.429
74 11 322 553 2.525 170 0 325 0 42 47 328 39.713 0 20 50 206 0 0 25 44.411
139 642 130 1.235 -75 850 59 1.872 226 1.710 1.175 159 245 561 220 -15 6.963 3.587 1.025 311 21.018
139 642 85 1.220 -95 850 59 1.872 61 1.710 1.175 159 245 561 220 -15 6.988 3.557 1.015 311 20.758
139 642 85 1.220 -115 850 59 1.812 61 1.710 1.175 159 245 561 220 -15 6.688 3.492 985 311 20.283
139 642 85 1.220 -115 850 59 1.812 61 1.710 1.175 159 245 561 220 -15 6.213 3.472 985 311 19.788
Mutaties reserves B618 parkeerbeheer B622 ruimtelijke ordening B624 economische zaken B633 grondbedrijf exploitatie B635 volkshuisvesting/stedelijke vernieuwing B641 sport B643 creatieve en culturele vorming mutaties reserves
0 170 0 437 15 45 61 728
67 0 6 282 0 0 61 416
-67 170 -6 155 15 45 0 311
-67 170 -6 155 15 45 0 311
-67 170 -6 155 15 45 0 311
-67 170 -6 155 15 45 0 311
66.156
44.827
21.329
21.069
20.594
20.099
B611 B615 B616 B617 B618 B622 B623 B624 B625 B630 B631 B632 B633 B634 B635 B636 B641 B643 B644 B645 Saldo
Saldo na bestemming
Saldo Saldo meerjarenraming 2013 2014 2015
2016
De cijfers zijn inclusief de structurele mutaties zoals opgenomen in de voorjaarsnota 2012, jaarschijf 2013 en de mutaties zoals toegelicht in hoofdstuk 2 van deze begroting 2013. Mutaties (bedragen x 1.000 euro)
Bedrag 2013
Uitputting voorziening
45
Afwikkeling bezuiniging kunstuitleen
50
Formatie ten laste Rijksbijdrage
103
Incidentele mutaties voor de jaarschijf 2013 in dit programma zijn. Deze mutaties zijn nog niet in bovenstaand overzicht opgenomen. Mutaties (bedragen x 1.000 euro)
Bedrag 2013
Reservering binnenstad
5.000
Terrassenbeleid *
55
Incidenteel verlies Hof88
75
Transitie Waterrijk
150
Beschikbaar voor initiatievenfonds *
55
* aangepast nav amendement
43
De bovenstaande onderverdeling in producten is inclusief de volgende bezuinigingen voor de jaarschijf 2013:
Bezuinigingen aantrekkelijke stad Bezuiniging 2013 Verhogen tarief
Bedrag 2013 20.000
Hoe wordt hier in 2013 invulling aan gegeven? De verhoging van het tarief wordt doorgevoerd in de
bewonersparkeervergunning
legesverordening en is verwerkt in de begroting
(VJN 2011)
parkeren 2013.
Stoppen met ophalen
9.000
Is gerealiseerd.
kerstbomen (VJN 2011) Tarieven verhogen
60.000
De dekkingsgraad van de kosten van
buitensport accommodaties,
sportaccommodaties is laag. Om een meer reëel
onderhoudstaken overdragen
dekkingspercentage te bereiken wordt voorgesteld de
en fiscale mogelijkheden
kosten voor buitensportaccommodaties te verlagen en
maximaal benutten (VJN
de inkomsten te verhogen. Dit kan op de volgende
2011)
wijze worden gerealiseerd. a. Tariefsverhoging buitensportaccommodaties
Tarieven verhogen
b. Onderhoudstaken overdragen aan gebruiker
buitensport accommodaties,
c. Maximale benutting fiscale mogelijkheden
onderhoudstaken overdragen
De tarieven zijn met ingang van het nieuwe seizoen
en fiscale mogelijkheden
verhoogd met 15%.
maximaal benutten:
Verder is er een werkgroep ingesteld die bestaat uit
2012: 75.000
ambtenaren en een afvaardiging van sportverenigingen
2013: 60.000
om met verdere besparingvoorstellen te komen.
2014: 0
De structurele meeropbrengst uit de per 1 september
2015: 65.000
2012 vastgestelde tariefsverhoging van 15% voor
Totaal: 200.000
zowel de binnen als de buiten sportaccommodaties bedraagt op basis van de begrote baten 2012 voor de periode 1 september 2012 tot en met 31 december 2012 15.000 euro en voor het jaar 2013 75.000 euro. Verder is de werkgroep momenteel een voorstel aan het voorbereiden voor een tarievensystematiek die mede gebaseerd is op de dekkingsgraad van de werkelijke lasten van de sportaccommodaties en mogelijke zelfwerkzaamheid in de onderhoudssfeer door de gebruikers. Het streven is het voorstel nog in 2012 ter besluitvorming voor te leggen. In welke mate deze nieuwe tarievensystematiek bijdraagt aan de realisatie van de taakstelling is momenteel nog niet aan te geven. Door middel van een B&W-nota zal op korte termijn worden voorgesteld de taakstelling 2012 volledig te
44
Bezuiniging 2013
Bedrag 2013
Hoe wordt hier in 2013 invulling aan gegeven? realiseren door aanwending van de middelen vanuit de fiscale mogelijkheden die met de belastingsdienst zijn afgestemd. In de B&W-nota zal ook een voorstel worden gedaan voor de structurele bijdrage aan de realisatie van de taakstelling vanuit de fiscale mogelijkheden. Daarvoor zal op basis van de afspraken met de belastingdienst het daadwerkelijke structurele btw voordeel moeten worden berekend.
Optimaliseren capaciteit
30.000
Het Sportbedrijf Almelo is verantwoordelijk voor de
binnensport accommodaties
exploitatie van alle binnensportaccommodaties,
en afschaffen subsidie op
namelijk gymlokalen, sporthallen, tennishallen, het
huur gymlokalen voor
binnen- en buitenzwembad en de IISPA Almelo.
sportverenigingen (VJN 2011)
Ook binnensportverengingen dienen meer verantwoordelijkheid te nemen en in de bedrijfsvoering
Optimaliseren capaciteit
van het Sportbedrijf zijn mogelijkheden te bezuinigen,
binnensport accommodaties
hierbij wordt gedacht aan eveneens een
en afschaffen subsidie op
tariefsverhoging en het afstoten van de horeca. Dit is
huur gymlokalen voor
noodzakelijk om het huidige exploitatietekort te
sportverenigingen:
verminderen
2012: 50.000
Daarnaast wordt ook voorgesteld om ten aanzien van
2013: 40.000
de binnensport een bezuiniging te realiseren door:
2014: 0
a. een optimale benutting van de capaciteit door
2015: 30.000
minder accommodaties
Totaal: 120.000
De bezettingsgraad van enkele Almelose sporthallen en een tennishal is matig. Ook de bezetting van de gymzalen is niet erg hoog. Door onder andere sporttakspecifieke en andere roostering kunnen accommodaties worden afgestoten en efficiënter gebruik van de overige accommodaties bewerkstelligd worden. b. afschaffen van subsidie op de huur van gymlokalen voor sportverenigingen. Sportaccommodaties, waaronder gymlokalen, worden tegen een gesubsidieerd tarief in gebruik gegeven aan verenigingen, instellingen en particulieren. Op het gebruik door sportverenigingen zit een extra subsidie van 50% op het reguliere tarief dat voor gymlokalen wordt betaald door andere gebruikers. Deze interne subsidie van 50% staat in de begroting voor € 62.756, - en wordt afgeschaft. Dit houdt in dat het tarief voor het gebruik van gymlokalen voor sportverenigingen gefaseerd wordt verhoogd tot het reguliere tarief dat voor alle gebruikers geldt.
45
Bezuiniging 2013
Bedrag 2013
Hoe wordt hier in 2013 invulling aan gegeven? Voor de binnensport zijn de tarieven ook met 15% verhoogd. Hiervan is 7.5 % voor het Sportbedrijf en rest van de opbrengst is ten behoeve van deze taakstelling. Binnenkort zal een voorstel voor nadere invulling verder ontwikkeld worden. Er is een voorstel in voorbereiding om de subsidie van 57.000 euro op de huur van de gymlokalen voor de sportverenigingen met ingang van 1 januari 2013 over een periode van 3 jaar af te schaffen. In samenwerking met de exploitant binnensportaccommodaties Sportbedrijf Almelo wordt in 2012 een voorstel voorbereid om in 2013 een bezuiniging te realiseren door enkele accommodaties te sluiten of door een andere aanwending van accommodaties het financiële rendement te vergroten. In welke mate dit zal bijdragen aan de realisatie van de taakstelling is momenteel niet aan te geven.
Gebruik sportparken
48.000
optimaliseren (VJN 2011)
Op dit moment kent Almelo veel sportcomplexen. Door een concentratie en samenwerking van verenigingen op minder maar goed gefaciliteerde
Gebruik sportparken
complexen, kunnen mensen en middelen gerichter en
optimaliseren:
efficiënter ingezet worden waarbij het
2012: 50.000
voorzieningenniveau op peil blijft. Daarbij dient ook te
2013: 53.000
worden gestreefd naar een multifunctioneel gebruik en
2014: 0
een goede geografische spreiding.
2015: 55.000
Conform projectofferte is veel analyse werk verricht
Totaal: 120.000
om inzicht te krijgen in de kosten per sportcomplex. Verder is er een werkgroep ingesteld die bestaat uit ambtenaren en een afvaardiging van sportverenigingen om met besparingvoorstellen te komen.
Stoppen met subsidie aan
22.000
Er is gezocht naar een alternatieve invulling van
schoolzwemmen (VJN 2011)
schoolzwemmen, voor de doelgroep die dit het hardst
voor leerlingen basisonderwijs
nodig heeft.
groep 7 zonder zwemdiploma
De huidige regeling is als vangnetconstructie bedoeld
(vangnetconstructie).
voor leerlingen in groep 7 van het basisonderwijs die nog geen zwemdiploma hebben. Door in de toekomst een combinatiefunctionaris in te zetten voor het onderwijs, resteren alleen nog de vervoerskosten. Het college kiest ervoor om hier geen extra middelen voor beschikbaar te stellen. Kinderen van ouders die de kosten van zwemles niet kunnen dragen, kunnen overigens gebruik maken van het sportfonds voor jeugdigen. Dit blijkt in de praktijk ook veelvuldig te gebeuren. 46
Bezuiniging 2013 Herschikken taken
Bedrag 2013
Hoe wordt hier in 2013 invulling aan gegeven?
25.000
Betreft subsidie aan de Stichting Scoop. Bij het
ouderenbeleid en vergroten
opstellen van de maatschappelijke vraag 2013 zal met
inzet vrijwilligers (VJN 2011)
deze taakstelling rekening worden gehouden.
Wijzigen diverse subsidies op
56.000
Deze maatregel betreft de subsidie aan de
inhoudelijke gronden (VJN
servicedienst voor ouderen. De servicedienst zal
2011)
onderdeel gaan uitmaken van een organisatie voor woon- en zorgservices in de wijk. De diensten kunnen dan te zijner tijd deel gaan uitmaken van de individuele voorzieningen. Momenteel wordt onderzocht op welke wijze hier invulling aan kan worden gegeven.
Integraal
300.000
Deze bezuinigingsmaatregel wordt gerealiseerd door
huisvestingsprogramma
het budget voor de kapitaallasten voor het IHP in
onderwijs (IHP) (VJN 2012)
2013 eenmalig structureel met 300.000 euro te verlagen. Deze verlaging is mogelijk vanwege het achterblijven van het woningbouwprogramma ten opzichte van de prognoses over de planperiode. Het IHP wordt aangepast op de bijgestelde verwachtingen.
Taakstelling bibliotheek (VJN
100.000
2011/VJN 2012)
Naar aanleiding van het raadsdebat over de bezuiniging op de bibliotheek heeft de wethouder de bibliotheek verzocht met een nadere uitwerking te komen van de bezuinigingstaakstelling. Hiertoe heeft de directeur een meerjarenoverzicht verstrekt, waarin hij aangeeft hoe hij invulling gaat geven aan de eerder en nieuw opgelegde bezuinigingen. Er wordt hier invulling aangegeven door de tarieven te verhogen, en de filialen in Windmolenbroek en de Schelfhorst te sluiten. Hiermee zijn er nog frictiekosten in 2013 van 55.000 euro. Deze kosten worden in 2013 ten laste gebracht van de reserve takenanalyse.
Subsidies
17.000
Deze bezuinigingsmaatregel is bij amendement
amateurverenigingen
Voorjaarsnota 2012 35b gewijzigd in een taakstelling
afbouwen (VJN 2012)
van 17.000 euro in 2013. Daarbij is aangegeven dat uiterlijk bij de begroting 2014 over de definitieve invulling wordt besloten. Voor de concrete invulling van de taakstelling zal in overleg met de amateurverenigingen een regeling en de daarbij behorende criteria worden opgesteld. De subsidieverlening 2013 zal op deze nieuwe subsidieregeling worden gebaseerd. Amendement: In 2013 15.000 euro incidenteel beschikbaar via initiatieffonds. Daarna 2014-2017 10.000 euro incidenteel per jaar.
47
3.3 Sociale agenda 2020 Wij zijn gestart met het traject Het Verschil Maken om invulling te geven aan de nieuwe rol van de gemeente (regisserende overheid) en de samenwerking met partijen in de stad te versterken. Aan de gemeente is in dit kader gevraagd een integrale visie op te stellen voor het sociale domein. Het advies vanuit de stad en aanvullende gesprekken resulteerde in de Sociale Agenda 2020. U hebt de Sociale Agenda 2020 vastgesteld (12 juli 2012). Wij spraken af dat de maatschappelijke opdrachten nader worden uitgewerkt in doelen, maatregelen en middelen. Hiervoor organiseren wij een (breed) maatschappelijk proces waarin partijen werk, aanbod en geld op elkaar kunnen afstemmen. Over uw betrokkenheid bij dit proces hebben wij nadere afspraken met elkaar gemaakt. Alle resultaten worden vertaald in een uitvoeringsagenda (2013 – 2015) die u vaststelt. Samen met onze uitvoeringspartners – te beginnen met de woningcorporaties – wijzen wij gebieden aan waar de opgaven het grootst zijn. Maatregelen en doelen kunnen opgenomen worden in wijkagenda’s en gebiedsvisies. Vertaling Sociale Agenda naar programmabegroting In deze programmabegroting 2013 hebben wij de Sociale Agenda 2020 zoals met u afgesproken vertaald. Daarbij hebben wij zoals u ziet het programma Eigen Kracht en Participatie vervangen voor de Sociale Agenda. Ten opzichte van het voormalige programma betekent dat onderdelen uit wijkgericht werken (voorheen in het programma Leefbaarheid en Veiligheid) en onderdelen uit cultuur en sport (voorheen in het programma Aantrekkelijke Stad) hier zijn toegevoegd. De Sociale Agenda 2020 hebben wij als volgt verwerkt: -
De hoofdlijnen van de Sociale Agenda keren als maatschappelijke opdrachten terug. De onderdelen wijkgericht werken en integratie zijn afzonderlijk toegelicht maar vallen ten aanzien van de invulling hiervan onder alle maatschappelijke opdrachten. De onderdelen cultuur en sport uit het programma Aantrekkelijke Stad zijn toegevoegd aan de maatschappelijke opdracht Vrije Tijd.
-
Wij geven per maatschappelijke opdracht aan welke positie wij als gemeente innemen en wat onze inzet is. Voor 2013 geven wij aan welke concrete acties wij ondernemen.
-
Per maatschappelijke opdracht hebben wij indicatoren geselecteerd en is een nulmeting weergegeven. Ook hebben wij waar mogelijk een ambitie geformuleerd (gewenste ontwikkeling). Samen met de provincie Overijssel hebben wij een indicatorenset ontwikkeld die sociale stijging – op buurtniveau – in kaart brengt. De eerste resultaten van het onderzoek hebben wij betrokken bij de selectie van indicatoren. Samen met u willen wij afzonderlijk de uitkomsten van het onderzoek nader bespreken, zodat u streefwaarden kan bepalen.
-
Met een werkconferentie hebben wij een eerste inventarisatie gemaakt van de bijdragen die partijen in de stad kunnen leveren aan de Sociale Agenda. U hebt al een nieuwsbrief ontvangen die een impressie geeft van deze werkconferentie. De opbrengsten hebben wij ook in dit programma verwerkt onder het onderdeel: wat gaan anderen doen. Zo krijgt u een beeld op welke wijze andere partijen al zijn aangesloten. Een verdere uitwerking heeft plaats in het proces dat moet leiden tot een uitvoeringsagenda.
-
Een belangrijk punt van aandacht in het verbeteren van de programma’s is zoals u weet het verbinden van de te bereiken doelen met de daarvoor beschikbare middelen. Bij de Sociale Agenda 2020 hebben wij eerder dit jaar die verbinding op hoofdlijnen weten te leggen. Die lijn hadden wij graag door willen zetten in deze programmabegroting. Dit kan eigenlijk alleen als wij daarvoor onze functionele begroting (ook wel bekend als de productbegroting) op een 48
andere manier zouden inrichten. Wetende dat wij op korte termijn te maken hebben met een grote organisatiewijziging en dit ook de organisatie en sturing op huidige budgetten zal wijzigen, leek het ons daarom niet effectief om voor deze begroting een dusdanige complexe exercitie uit te voeren. Missie De Sociale Agenda is gericht op sociale stijging. Sociale stijging staat symbool voor ‘het beste uit de mensen en de stad halen’. Het beste uit inwoners, instellingen, organisaties. Zodat in 2020 het motto luidt: Het beste? Dat haal je uit Almelo! Wij willen de sociale kwaliteit van de stad versterken door kansen te bieden aan alle Almeloërs om vooruit te kunnen komen en met succes de sociale ladder te beklimmen. Dit biedt niet alleen perspectief voor alle individuen in de samenleving maar draagt ook bij aan een rechtvaardige samenleving waar mensen worden beoordeeld op individuele prestaties in plaats van achtergrond en afkomst. Tevens zorgt sociale stijging voor optimaal gebruik van het aanwezige talent in de stad en dat is gunstig voor de economische ontwikkeling van Almelo. Sociale stijging is op de eerste plaats een verantwoordelijkheid van inwoners zelf. Het uitgangspunt is dat iedereen iets kan. Alleen de mate waarin verschilt. Almelo ondersteunt en stimuleert samen met bewoners en partners actieve deelname aan de samenleving. Afhankelijk van de persoonlijke situatie worden middelen ingezet die het beste bij die situatie passen. Wijze of middelen kunnen per persoon of situatie verschillen. In de Sociale Agenda 2020 wordt dit geconcretiseerd door per doelgroep een kernstrategie te formuleren en duidelijk te maken wat de insteek is van het beleid. Een vangnet is er voor mensen die niet of onvoldoende kunnen meekomen of (tijdelijk) niet in staat zijn om voor zichzelf te zorgen. Wij beseffen dat niet voor iedereen talentontwikkeling of sociale stijging mogelijk zal zijn. En dat voor sommige personen het handhaven van bestaande posities winst op zichzelf kan zijn. Wat wij willen voorkomen is dat mensen vanuit die positie een beperkte toegang hebben tot belangrijke netwerken of het ontbreekt aan zeggenschap. Waardering is er in beginsel voor de verschillende posities die mensen innemen. Een betere beeldvorming over bijvoorbeeld vmbo- en mbo- opleidingen is binnen de Almelose context een belangrijke uitdaging. Beleidskader De missie van de Sociale Agenda is vertaald in vier maatschappelijke opdrachten: 1. Werken/participatie: stimuleren dat mensen participeren in de vorm van werk of maatschappelijke inzet. Verminderen van (langdurige) werkloosheid 2. Leren: versterken van menselijke kapitaal door in te zetten op talentontwikkeling. Vergroten van het opleidingsniveau. 3. Vrije Tijd: vergroten van maatschappelijke participatie. Bevorderen van een gezonde en actieve leefstijl van mensen door deelneming aan sport, cultuur en maatschappelijke activiteiten. 4. Vangnet en Ondersteuning: vergroten van welbevinden. Verminderen van afhankelijkheidvan de overheid (toename van zelfredzaamheid). Toename en versterken deelname aan de Samenleving (participatie). Wonen is aangemerkt als belangrijke randvoorwaarde. Via de Woonvisie wordt hier concreet betekenis aan gegeven. Afgesproken is gericht middelen in te zetten in de meest kwetsbare wijken. Wij
49
herstructureren waar het meest nodig is in samenhang met armoede en sociaal beleid voor de sociale agenda is het van belang dat er een goed functionerend woonvangnet is. Dat wil zeggen dat er voldoende aanbod is van begeleid wonen en structurele huisvesting voor kwetsbare groepen. Ook hebben wij geconstateerd dat de sociale agenda gebaat is bij het blijvend binden van midden en hoge inkomens aan de stad. De Sociale Agenda 2020 is een gezamenlijke veranderstrategie gericht op een effectievere aanpak van die maatschappelijke opgave waarin principes van het verschil maken actief worden toegepast. Doel is om het beleid vorm te geven vanuit het perspectief van de maatschappelijke opgaven en daarmee verbonden vraagstukken en minder vanuit traditionele beleidsdomeinen / sectoren. De Sociale Agenda 2020 introduceert een nieuwe doelgroepbenadering die uitgaat van compacte, strategische benadering op hoofdlijnen, verbinding tussen partijen (sectoroverstijgend) mogelijk maakt en meer gericht is op hoofdlijnen dan op uitvoeringsdetails. De Sociale Agenda maakt onderscheid in drie doelgroepen. Per doelgroep is een kernstrategie opgesteld. Via een nulmeting bekijken wij hoe deze doelgroepen zich in Almelo tot elkaar verhouden en welke verschillen wij per wijk zien. Het gaat om de volgende groepen: 1. Sociaal sterken: aantrekken en behouden door middel van creëren van goede randvoorwaarden. 2. Sociaal kwetsbaren: ondersteunen en kansen creëren door middel van ontwikkelen van vaardigheden. Hier ligt (gemeentelijke) focus wat betreft inzet middelen om te participeren. 3. Overlevers: beheersbaar houden van de problematiek en kijken of er mogelijkheden zijn om in kleine stapjes de leefsituatie te verbeteren. Voor het programma zijn de volgende nota’s van belang: -
Sociale Agenda 2020 (2012)
-
Kader Arbeidsmarktbeleid Noord Twente (2012)
-
Woonvisie 2020 (2012)
-
Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening (2012)
-
WMO- beleidsplan 2011 – 2014 (2011)
-
Kadernota Almelo Gezond (2009)
-
Visie op integratie “Thuis en actief in Kleurrijk Almelo 2010 - 2014” (2011)
-
WSW- beleidsplan 2009 – 2012 en raadsvoorstel toekomst Soweco (2011)
-
Uitvoeringsagenda Cultuur
Context en achtergronden De sociale staat van de stad is kwetsbaar. Relatief veel kinderen groeien op in armoede, de afhankelijkheid van de overheid is groot en de aanwezigheid van human capital (gemeten in aandeel midden- en hogere inkomens, hoger opgeleiden) is beperkt. Dat betekent ook dat de ruimte voor mensen zichzelf te verbeteren (sociaal te stijgen) relatief groot is. De jonge bevolking, de beschikbaarheid van werk en goede onderwijsvoorzieningen bieden kansen voor de toekomst om de belofte van sociale stijging ook waar te maken. De volgende zaken vallen op.
50
# bevolking Almelo heeft een jonge bevolking # werk er is relatief veel werkgelegenheid in Almelo: 41.000 arbeidsplaatsen # kans op werk kans op werk voor Almeloërs toch beperkt o.a. door mismatch # werk werkloosheid is relatief hoog en langdurig # leren het gemiddelde opleidingsniveau is (te) laag # leren waardering voor onderwijsvoorzieningen hoog # inkomen een relatief grote groep (20%) is afhankelijk van de overheid voor inkomensondersteuning. Veel van de mensen staan er alleen voor. Cumulatief gebruik van verschillende voorzieningen is gestegen # schulden de helft van de mensen met schulden meldt zich om geholpen te worden # minima door de economische recessie stijgt het aantal minimahuishoudens. # wijken concentratie in o.a. Nieuwstraatkwartier, Ossenkoppelerhoek, De Riet, Sluitersveld, Wierdenshoek en Binnenstad # vangnet meer dan de helft van de minima al drie jaar of meer aangewezen op de overheid. Aandeel langdurige minima stijgt, maar wijkt niet af van andere steden # vangnet 15 procent van de kinderen groeit op in armoede # veiligheid vergeleken met andere steden relatief weinig problemen met veiligheid # vrijwilligers aandeel vrijwilligers neemt toe (van 36 naar 40%) # schoolverlaten aantal schoolverlaters neemt gestaag af, jongeren kiezen voor terugkeer naar de schoolbanken om diploma te halen Almelo heeft te maken met een kwetsbare sociale structuur die gekenmerkt wordt door een cumulatie van problemen (lagere participatie, lager inkomen, minder werk meer uitkeringen, lager opleidingsniveau en slechtere gezondheid) die ook een sterke ruimtelijke vertaling heeft. Werken Positief is in beginsel de beschikbaarheid van werk. Het aantal arbeidsplaatsen is in de afgelopen jaren gestaag gegroeid naar 41.000 euro arbeidsplaatsen. De industrie, groot- en detailhandel en de gezondheidzorg zijn de banenmotoren van Almelo. Toch is de werkloosheid in Almelo relatief hoog en valt vooral de langdurige werkloosheid op. Het relatief grote aandeel van de industrie in de werkgelegenheid vergroot de kansen op werkloosheid omdat deze sector sterk afhankelijk is van de conjunctuur. Verder is het een bekend gegeven dat veel banen in Almelo worden bezet door mensen die niet in Almelo wonen. De Almelose bevolking profiteert niet van de banengroei. Dit komt deels door een mismatch tussen vraag en aanbod, maar ook de verdringing op de arbeidsmarkt speelt een grote rol. Door verschillende onderzoeksbureaus (Atlas voor Gemeenten, APE, CBS) is vastgesteld dat de kans op werk aanzienlijk verkleind worden door o.a. de pendel vanuit omliggende gemeenten en Duitsland. Leren Almelo kent relatief veel mensen met een laag opleidingsniveau. Het aandeel neemt echter wel langzaam af. Hetzelfde geldt voor het aantal voortijdig schoolverlaters. De crisis zorgt ervoor dat jongeren ervoor kiezen om langer op school te blijven of na uitval terugkeren naar de schoolbanken. Het verbeteren van het opleidingsniveau is een van de grootste opgaven voor de sociale agenda. Almeloërs zijn uitgesproken positief over de onderwijsvoorzieningen en dan gaat het vooral om de basisscholen. Met 3 vestigingen van het ROC van Twente, 4 vestigingen met Voortgezet Onderwijs (Pius, Canisius,
51
Het Noordik en het Erasmus) en een AOC zijn alle opleidingen in Almelo vertegenwoordigd. Vooral een aantal horeca- opleidingen trekken veel studenten van binnen en buiten de regio aan. Vrije tijd Almelo heeft een levendig verenigingsleven. 20.000 Almeloërs zijn lid van een sportvereniging. Er zijn goede basisvoorzieningen voor sport en cultuur, waar Almeloërs tevreden over zijn. Een uitzondering die vaak genoemd zijn voorzieningen voor jongeren. De maatschappelijke participatie is in de afgelopen tien jaar gemeten door te kijken naar de deelname aan sport en vrijwilligerswerk. Beide indicatoren zijn in de periode 2001 – 2009 toegenomen. In 2001 waren 4 op de 10 Almeloërs actief bezig met sport. Dat zijn er nu 5 op de 10 Almeloërs. Het aandeel in de bevolking dat doet aan vrijwilligerswerk is toegenomen van 30 procent tot en met bijna 40 procent. De vergrijzing van de bevolking speelt hier mogelijk een (positieve) rol. De bereidheid om iets voor anderen te doen is hoog in Almelo. 90 procent van de bevolking voelt zich medeverantwoordelijk voor de buurt. Opvallend is dat dit niet alleen geldt voor kernen zoals Aadorp en Bornerbroek waar het Twentse noaberschap een ongeschreven regel is, maar ook geldt voor kleurrijke wijken zoals Kerkelanden en Nieuwstraatkwartier. Vangnet en ondersteuning Een relatief grote groep in Almelo is afhankelijk van de overheid voor inkomensondersteuning en Wmo voorzieningen. Het aantal minimahuishoudens is volgens de Armoedemonitor 2011 gestegen tot meer dan 6.000 huishoudens. Zorgelijk is dat het aantal jonge huishoudens en het aantal kinderen dat opgroeit in een minimahuishouden toeneemt. Almelo kent relatief veel goedkope (koop)woningen. In de armoedemonitor 2011 leest u meer over de achtergronden en het gebruik van verschillende regelingen. Het aantal verstrekkingen binnen de Wmo (huishoudelijke hulp, collectief vervoer, vervoersvoorzieningen, woningaanpassingen) is licht stijgend. De kosten dalen echter door maatregelen op het gebied van instroom en het volume van de in te zetten hulp. De verwachting is dat de kosten de komende jaren langzaam stijgen als gevolg van de vergrijzing en effecten van diverse rijksmaatregelen waaronder het langer thuis blijven wonen (extramuralisering van de zorg). Indicatoren Samen met de Provincie Overijssel hebben wij een onderzoek uitgevoerd dat op buurtniveau de sociale staat van de stad verder in kaart brengt. Dit onderzoek is nagenoeg afgerond, maar niet op tijd gereed om te betrekken bij deze programmabegroting. Voorgesteld wordt om de resultaten afzonderlijk met u te bespreken en op basis van dat gesprek streefwaarden te formuleren. De uitkomsten combineren wij met een kwalitatief onderzoek dat door het bureau van Onderzoek en Statistiek is uitgevoerd naar sociale stijging in Almelo. Relevante ontwikkelingen In de maatschappelijke opdrachten gaan wij op onderdelen specifieker in op relevante ontwikkelen. Overkoepelend vallen de volgende zaken op: -
Er is een onomkeerbare beweging ingezet van het verschuiven van taken en verantwoordelijkheden in het sociale domein naar lokale overheden. Voor de begroting zal dat uiteindelijk betekenen dat het sociale programma wat betreft omvang van middelen het grootste programma van uw begroting zal worden.
-
Voor de uitvoering van deze taken worden nieuwe samenwerkingarrangementen ontwikkeld op regionaal niveau. 52
-
Door de val van het kabinet Rutte zijn belangrijke wetswijzigingen tijdelijk stil gezet en is de samenstelling van het nieuw te vormen kabinet van belang voor verdere uitwerking en koers.
-
De overheid speelt steeds een meer activerende rol in plaats van een ondersteunende. En wordt daarbij in toenemende mate gekeken naar wat de sociale omgeving en mensen zelf kunnen bijdragen.
-
Op alle niveaus lopen budgetten terug of worden bezuinigingen doorgevoerd. Dit vergroot aan de ene kant de urgentie om samen te werken en inzet te bundelen. Het zorgt ervoor dat ook veel tijd en energie gaat zitten in het anticiperen op budget- en daarmee samenhangende stelselwijzigingen.
-
Uit diverse beleidsvisies komt een lijn naar voren waarin sociale maatschappelijke dienstverlening dichter bij de mensen zelf georganiseerd wordt, er meer ruimte komt voor professionals die een directe band hebben met de mensen om wie het gaat en dat het beleid, regelingen, geldstromen hier dienstbaar aan moeten zijn. In de praktijk is de vormgeving van deze principes een stuk weerbarstiger. Via de sociale agenda willen wij nagaan welke concrete stappen wij hierin kunnen zetten. Voor raad en college is van belang hoe wij toch heldere kaders kunt stellen en daarbij tegelijkertijd de gewenste ruimte laten aan inwoners en maatschappelijke organisaties om de beste oplossingen te kiezen voor het realiseren van de doelstellingen.
53
Werken en Participatie Missie Voor mensen die arbeidspotentieel hebben zetten wij volop in op werk. Banen bij werkgevers zijn het uitgangspunt. We benaderen mensen vanuit wat ze kunnen. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt moeten de kans krijgen hun talenten en mogelijkheden optimaal te benutten, zodat zij op hun niveau (naar vermogen) kunnen deelnemen aan het reguliere arbeidsproces of op een andere manier participeren. De focus van de investeringen ligt bij die groep mensen waarvan verwacht wordt dat zij met begeleiding (belemmeringen wegnemen, vakgerichte training, verplichte activiteiten) aan het werk komen en hiermee in ieder geval hun loonwaarde of meer kunnen verdienen. We zetten in op het zoveel mogelijk verzilveren van de loonwaarde. Als er te weinig mogelijkheden zijn bij reguliere werkgevers verwachten we dat mensen actief meedoen in de samenleving en komt maatschappelijke participatie in beeld. Voor de groep met sociaal sterken die hun baan verliezen, interveniëren wij alleen als dat strikt noodzakelijk is. Om de doelen te realiseren is partnerschap met werkgevers en ook onderwijs essentieel. De gemeente neemt het initiatief om de belangrijkste spelers uit het veld bij elkaar te brengen en na te gaan welke bijdrage vitale partners kunnen leveren om mensen weer aan het werk te krijgen. Context en achtergronden Meerjarig aanvullende uitkering Wij geven meer geld uit aan uitkeringen dan het beschikbare bedrag dat Almelo hier van het Rijk voor krijgt. Wij hebben daarom een beroep gedaan op een meerjarig aanvullende uitkering. Wij denken dat de gehanteerde normen voor de verdeling van het budget ten onrechte in ons nadeel werkt. Een toetsingscommissie stelt dat dat voor een deel terecht is. Om in aanmerking te komen voor de aanvullende uitkering moet Almelo haar beleid zowel ten aanzien van de uitkeringen als arbeidsparticipatie aanscherpen. Vanuit de in 2011 ingezette koerswijziging hebben wij een pakket aan maatregelen opgesteld die ervoor moeten zorgen dat de uitvoering van de sociale zekerheid financieel beheersbaar blijft. Het maatregelenpakket wordt uitgevoerd in 2012, 2013 en 2014 en leidt tot het terugdringen van het financiële tekort op de uitkeringen. Sociale werkvoorziening Om de financiële tekorten bij de sociale werkvoorziening op te lossen hebt u besloten de doelgroep zo regulier mogelijk te plaatsen bij gewone werkgevers en Soweco de komende 5 jaar om te vormen tot een voorziening voor uitsluitend de meest kwetsbare groep arbeidsgehandicapten. Samen met het bestuur van Soweco werken wij aan een veranderplan. Regionaal arbeidsmarktbeleid In de regio Noord Twente is sprake van een gezamenlijke arbeidsmarkt en er is op onderdelen sprake van dezelfde arbeidsmarktproblematiek. Een gezamenlijk arbeidsmarktbeleid heeft een meerwaarde om zowel de dienstverlening aan werkgevers als werkzoekenden vorm te geven. Daar waar zinvol en effectief wordt voor onderdelen van het arbeidsmarktbeleid regionaal samengewerkt op Twentse schaal. U hebt al besluiten genomen over het kader van het regionale arbeidsmarktbeleid Noord Twente via een afzonderlijk raadsvoorstel. Doelstellingen van het regionale arbeidsmarktbeleid Noord Twente zijn meer mensen naar de arbeidsmarkt, maximale loonwaarde realiseren, meer met minder en meer mensen met 54
een tegenprestatie. Centraal uitgangspunt is dat de vraag van werkgevers bepalend is voor het arbeidsmarktbeleid en de werkgeversbenadering. Dit kader is aanvankelijk opgesteld vanuit de komst van de Wet Werken naar Vermogen. Door de val van het kabinet is deze wet niet ingevoerd. Echter, de verwachting van de VNG en de grote steden is dat het nieuwe kabinet wel een wet van deze strekking zal voorbereiden. Bovendien liggen de doelstellingen van het oorspronkelijke wetsvoorstel in lijn met het beleid dat we al moeten uitvoeren in het kader van de aangescherpte WWB en de kortingen op het Participatiebudget. De uitwerking van het arbeidsmarktbeleid Noord Twente is daarom vanuit dezelfde doelstellingen en uitgangspunten voortgezet. De nadruk ligt op het ontwikkelen van een eenduidige werkgeversbenadering, afstemming van het instrumentarium en inzetten van arbeidsmarktarrangementen. Wet Inburgering Vanaf 2013 zijn nieuwkomers zelf verantwoordelijk voor hun inburgering. Dit kunnen zij via een sociaal leenstelsel bekostigen. De gemeente heeft de verantwoordelijkheid om de inburgeringstrajecten van de mensen die vóór 2013 een inburgeringstraject zijn gestart / een verblijfsvergunning hebben gekregen te handhaven en financieren. Volwasseneneducatie Het doel van volwasseneneducatie is zelfredzaamheid van volwassenen te vergroten. Gemeenten mogen alleen nog opleidingen inkopen die zich richten op de bestrijding van laaggeletterdheid (taal en rekenen) en op Nederlands als Tweede Taal (NT2). Binnen het beschikbare budget worden taaltrajecten ingekocht bij het ROC van Twente. Wat willen we bereiken? Stimuleren dat mensen participeren in de vorm van werk of maatschappelijke inzet Verminderen van (langdurige) werkloosheid
Maatregelen op hoofdlijnen 1.
Mensen die geen werk hebben weer begeleiden / activeren naar betaald werk
2.
Beperken van instroom in uitkeringen
3.
Maatschappelijk activeren van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt
4.
Bieden van werk voor mensen met een arbeidshandicap
5.
Het aanbieden van taal- en educatieve trajecten om de participatie van kwetsbare groepen te vergroten
Wat gaan we doen?
Toelichting
1. Mensen die geen werk hebben weer begeleiden / activeren naar betaald werk Direct werk aanbieden in plaats van
Wij starten re-integratietrajecten alleen als het echt moet en het
een uitkering.
einddoel duidelijk is. Uitsluitend gemotiveerde kandidaten worden bemiddeld. Voor alle uitkeringsgerechtigden wordt vastgesteld wat de maximaal haalbare stap is. De focus van de investeringen ligt bij die groep mensen waarvan verwacht wordt dat zij met begeleiding (belemmeringen wegnemen, vakgerichte training, verplichte activiteiten) aan het werk komen en hiermee in ieder geval hun loonwaarde kunnen 55
Wat gaan we doen?
Toelichting verdienen.
Vernieuwd strategisch
Wij nemen het initiatief om de belangrijkste spelers uit het veld
partnerschap met werkgevers en
bij elkaar te brengen en na te gaan welke bijdrage vitale
onderwijsinstellingen
partners kunnen leveren om mensen weer aan het werk te krijgen. De huidige contacten zijn nog te sterk gericht op het plaatsen van individuele kandidaten. We willen proberen om langdurige afspraken te maken om structureel samen te werken bij het opleiden en plaatsen van de kandidaten.
Loonwaarde verzilveren
We ontwikkelen een werkwijze om snel arbeidskrachten beschikbaar te stellen aan werkgevers en intermediairs. Het betreft kandidaten met een beperkte loonwaarde. Deze gaan wij verzilveren. Ons WWB-bestand bevat 400 tot 500 werkzoekenden die een afstand van 3 tot 12 maanden van de arbeidsmarkt hebben. Deze groep kan niet direct een reguliere vacature vervullen. Werkgevers willen intensiever met ons samenwerken als we snelheid en flexibiliteit kunnen garanderen. Het blijkt dikwijls complex om een werkgever het gewenste aantal werknemers snel te leveren. In ons contact met deze werkgevers gaat het niet om reguliere vacatures maar om werkzaamheden die aansluiten bij de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Deze werkgevers zijn bereid voor deze klussen kandidaten in te zetten met een beperkte loonwaarde. Voldoen aan de basis werknemersvaardigheden is daarbij de belangrijkste eis.
Aanscherpen Social Return On
We zetten SROI maximaal in op het aan werk helpen van
Investment (SROI)
uitkeringsgerechtigden (WWB’ers). Uitgangspunt is 5% Social Return On Investment ten opzichte van de opdrachtwaarde. Indien de opdracht voor slechts een beperkt deel uit arbeid bestaat, is 3% van de opdrachtwaarde van toepassing.
Trajecten voor starten eigen bedrijf
Wij begeleiden uitkeringsgerechtigden met ondernemingszin tijdens de start van een eigen bedrijf met advies of microkrediet.
2. Beperken van instroom in uitkeringen door ketensamenwerking Direct op weg helpen mensen die
Om de instroom te beperken wordt intensief samengewerkt
baan verliezen richting werk
binnen het Werkplein in Almelo tussen de verschillende teams van de gemeente, uitzendbureaus, het UWV en de andere ketenpartners. Klanten die zich melden bij de balie kunnen direct op weg worden geholpen richting werk, zodat instroom in de uitkering in veel gevallen kan worden voorkomen. Daarnaast wordt een uitkeringsaanvraag actief ontmoedigd door klanten direct te wijzen op de plichten die gepaard gaan bij een uitkeringsaanvraag.
Voorkomen van misbruik of
Alle aanvragen worden gescreend om te bepalen of een
onterecht aanvragen van
aanvraag mogelijk is en wat de mogelijke risico’s zijn. Aan de
uitkering(en)
hand van risicoprofielen wordt nagegaan of er mogelijk sprake 56
Wat gaan we doen?
Toelichting is van fraude. Door deze uitgebreide screening aan de poort is de gemeente Almelo in staat om de instroom in de uitkering te beperken en worden mogelijk frauduleuze uitkeringsaanvragen in een vroegtijdig stadium tegen gehouden.
Voorkomen dat jongeren in de
Jongeren die niet leren of werken worden proactief benaderd
bijstand instromen
om ervoor te zorgen dat ze een startkwalificatie halen of een leerwerkbaan accepteren. Jongeren komen pas in aanmerking voor een uitkering als ze zelf voldoende inspanning leveren en verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen toekomstperspectief.
Van werk naar werk begeleiden
Door de economische recessie verliezen relatief veel mensen hun baan. Via een regionale aanpak worden mensen die bedreigd worden met ontslag doorgeplaatst naar andere werkgevers
3. Maatschappelijk activeren van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt Activering
We willen andere partijen er toe bewegen actie te ondernemen om zoveel mogelijk mensen op een of andere manier actief deel te laten nemen in de samenleving. Bekostiging wordt gevonden door de loonwaarde van de deelnemers - die doorgaans ligt onder 40% van het minimum loon – te gelde te maken.
Tegenprestatie voor de uitkering
Betaald werk is niet voor iedereen haalbaar. Als er te weinig mogelijkheden zijn bij reguliere werkgevers wordt van uitkeringsgerechtigden een tegenprestatie verwacht door het verrichten van zinvol werk en activiteiten voor de samenleving. We gaan daarbij uit van wat deze mensen wel kunnen. Doel is dat elke WWB’er in Almelo daadwerkelijk actief is. We zien scherp toe op de naleving van de verplichting om positief deel te nemen.
4. Bieden van werk voor mensen met een arbeidshandicap (Sociale Werkvoorziening) Stimuleren arbeidsparticipatie WSW
Bij de Sociale Werkvoorziening richten wij ons in de komende
geïndiceerde burgers
jaren op het activeren van WSW- geïndiceerden en het behouden van een beschermde werkplek voor mensen die daar op aangewezen zijn en waarvoor geen andere mogelijkheden zijn. Ook voor deze groep blijft het streven werken in een zo regulier mogelijke werkomgeving passend bij het vermogen. Van het beschut werken wordt 98 procent uitgevoerd door Soweco. Het resterende deel wordt uitgevoerd bij Sociale Werkvoorzieningen elders in de regio.
Toekomst Soweco
Wij hebben ervoor gekozen Soweco in te richten voor Beschut Werken. De gemeenschappelijke regeling wordt door vier van de zes gemeenten voortgezet. Samen met Soweco wordt het vastgesteld transitieplan nader uitgewerkt.
5. Het aanbieden van taal- en educatieve trajecten om de participatie van kwetsbare groepen te vergroten Handhaven en bekostigen van
Vanaf 2013 zijn nieuwkomers zelf verantwoordelijk voor hun 57
Wat gaan we doen?
Toelichting
lopende inburgeringstrajecten.
inburgering. Dit kunnen zij via een sociaal leenstelsel bekostigen. De gemeente heeft de verantwoordelijkheid om de inburgeringstrajecten van de mensen die vóór 2013 een inburgeringstraject zijn gestart / een verblijfsvergunning hebben gekregen te handhaven en financieren.
Taal- en educatieve trajecten
Het doel van volwasseneneducatie is zelfredzaamheid van
aanbieden voor een specifieke
volwassenen. Gemeenten mogen alleen nog opleidingen
doelgroep op basis van het
inkopen die zich richten op de bestrijding van
beschikbare budget.
laaggeletterdheid (taal en rekenen) en op Nederlands als Tweede Taal (NT2). Binnen het beschikbare budget worden taaltrajecten ingekocht bij het ROC van Twente.
Wat gaan anderen doen?
Toelichting
Wie?
Gebruik kennis en inzicht
Ontwikkelen van een kennisnetwerk over de
SMEOT, metaal en
van partners
onderkant van de arbeidsmarkt
elektro-opleidingen
Basis op orde:
Herinvoering van de voormalige centra voor
ROC van Twente
aandacht voor
beroepsoriëntatie en vakopleiding
werknemersvaardigheden Werk moet lonen
Wwb’er onderhouden het Bedrijvenpark Twente
Ondernemersvereniging
(financiële prikkels,
als tegenprestatie voor hun uitkering
Bedrijvenpark Twente
positief en negatief)
Project 'Iemand' in wijk De Riet
Asito, Beter Wonen en ROC van Twente
Minimale zorg
Screening van 110 WWB'ers
werkgevers (begeleiding regelen)
Keytech personele diensten
Ontwikkeling van een prestatieladder voor
Asito
Maatschappelijk Ondernemen Bereidheid ondernemers
Intensieve uitwisseling matchers gemeente en
is er, maak daar dan ook
detacheringbedrijf Marquette en inzage in
gebruik van!
vacatures
Focus op groeisectoren
Doorontwikkeling van de monitor van
zorg & techniek
groeibranches
Marquette Detachering
ROZ
Bedrijfsleven, onderwijs en de gemeente spreken
Samenwerkende
af samen een plan uit te werken om binnen drie
VMBO- scholen en
jaar negentig procent van de VMBO’ers op te
AOC, Industriële Kring
leiden voor een vak waar voldoende
Twente, ROC van
werkgelegenheid is. Op dit moment is dat in de
Twente, Regionaal
sectoren zorg en techniek (zie ook
Ondernemers Contact
maatschappelijke opdracht leren)
en gemeente Almelo
58
Indicatoren
Bron
Huidige waarde 2011
Streefwaarden Worden na overleg met de raad, o.b.v. de Sociale Thermometer ingevuld
Uitkeringsgerechtigden Wwb
Sociale stijging in
2.000
kaart Werkloosheid
Sociale stijging in
3.046
kaart Langdurige werkloosheid
Sociale stijging in
959
kaart Werkzame personen
Sociale stijging in
41.016
kaart Inkomen per huishouden
Sociale stijging in
€ 29.700 (13 % lager dan
kaart
landelijk gemiddelde)
Feitelijke aantal taaltrajecten
ROC
248
Volwasseneneducatie
59
110
Leren Missie Wij willen de talenten van alle Almeloërs optimaal benutten. De focus van de gemeente ligt bij jeugd. Kerngedachte is dat iedereen talenten heeft en dat het effectief is om ruimte te bieden aan kinderen om veel te oefenen met vaardigheden. De belemmeringen op het thuisfront die een succesvolle schoolcarrière in de weg staan, worden weggenomen. Ouders moeten gebruik kunnen maken van steun dichtbij om problemen zoveel mogelijk zelf aan te pakken. Professionals in de directe omgeving worden getraind in het vinden van oplossingen dichtbij. Blijvende aandacht is nodig om terugval te voorkomen. Almelo wil met scholen zich inzetten voor het optimaliseren van een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn (van kinderdagverblijf tot diploma). Het versterken van de beroepskolom (vmbo- mbohbo) biedt voor Almelo misschien wel de meeste aanknopingspunten voor sociale stijging. Context en achtergronden Lokale Educatieve Agenda (LEA) Gemeente en schoolbesturen hebben gezamenlijk de Lokale Educatieve Agenda Almelo 2011-2014 opgesteld. Hierin is voor een aantal onderwerpen de koers uitgezet. Dit betreft o.a. onderwijsachterstandenbeleid, tegengaan van segregatie en de aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt. Om dit beleid te faciliteren worden afspraken gemaakt over onderwijshuisvesting. Hierbij is relevant dat het aantal kinderen in Almelo de komende jaren zal afnemen. Harmonisatie van voorschoolse voorzieningen Het rijk wil door harmonisatie van voorschoolse voorzieningen dat het bereik en de kwaliteit van de voorzieningen verbeterd worden. Gemeenten moeten zorgen voor een dekkend en passend voorschools aanbod voor kinderen met een taalachterstand. Dit doen wij door middel van voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Uitgangspunt is dat wij de financiële toegankelijkheid van peuterspeelzaalwerk voor Voor- en Vroegschoolse Educatie- kinderen behouden. Wij werken aan de vorming van een nieuwe organisatie – integraal kindcentra – voor kinderen van 0 tot 12 jaar, om deze opdrachten te kunnen realiseren. Peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en scholen moeten in deze constructie (nog) beter samenwerken. Wij willen het uitgangspunt hanteren om minimaal 1 integraal kindcentrum per wijk te ontwikkelen en dat samenwerking niet per definitie betekent dat alle organisaties hun dienstverlening in één gebouw moeten bundelen. Dit staat in de conceptvisie op Integrale Kindcentra die u nog moet vaststellen. Onderwijsachterstandenbeleid In het kader van het onderwijsachterstandenbeleid wordt sterk ingezet op het vergroten van ontwikkelingskansen en horizonverbreding van kinderen. Almelo heeft hiervoor voorschoolse (taal)programma’s ingevoerd voor peuters en de eerste groepen van de basisschool. De horizonverbreding wordt gerealiseerd door verlengde schooldagactiviteiten bij basisscholen in de aandachtsgebieden. Wij hebben een convenant met het Rijk gesloten over inzet van extra middelen die bedoeld zijn om de kwaliteit van Voor- en Vroegschoolse Educatie te verhogen en om kinderen meer uren te bieden om te oefenen met vaardigheden.
60
Wet passend onderwijs Door het wetsvoorstel passend onderwijs verandert er veel voor gemeenten en onderwijs. Doel van de wet is om te voorkomen dat teveel leerlingen doorstromen naar het duurdere speciale onderwijs. Leerlingen die voorheen naar het speciaal onderwijs worden verwezen, moeten nu zoveel mogelijk terecht in het ‘reguliere’ onderwijs. Zorg en ondersteuning zullen veel meer in de klas zelf plaatshebben. Scholen moeten met gemeenten overleg voeren over een goed ondersteuningsplan. Een verbinding met vooral het gemeentelijke jeugdbeleid is hier van wezenlijk belang (transitie jeugdzorg). De ingangsdatum is met een jaar verschoven naar 2014. Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt Er ligt een duidelijk verbinding tussen de opdracht werken en leren waar het gaat om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Het is noodzakelijk om daar nieuwe samenwerkingsafspraken over te maken. Centrale vraag daarbij is hoe leerlingen gestimuleerd kunnen worden om opleidingen te kiezen waar de arbeidsmarkt om vraagt. Tijdens de werkconferentie over de Sociale Agenda 2020 is een eerste aanzet gegeven voor een nieuw initiatief waarin ondernemers, onderwijs en overheid krachten bundelen. Zie ook: wat gaan anderen doen? Wat willen we bereiken? Versterken van menselijk kapitaal door in te zetten op talentontwikkeling Vergroten van het opleidingsniveau
Maatregelen op hoofdlijnen 1. Ontwikkelingskansen van jongeren vergroten en achterstanden bij jeugd voorkomen door in te zetten op de jongste groepen en extra ondersteuning te bieden aan scholen met relatief veel kinderen met achterstanden 2. Informeren en adviseren van ouders en jongeren bij opvoeden en opgroeien. 3. Met gerichte begeleiding ervoor zorgen dat jongeren niet uitvallen op school en in ieder geval een startkwalificatie halen. 4. Zorgen voor adequate huisvesting voor primair en voortgezet onderwijs. Wat gaan we doen?
Toelichting
1. Ontwikkelingskansen van jongeren vergroten en achterstanden bij jeugd te voorkomen door in te zetten op de jongste groepen en extra ondersteuning te bieden aan scholen met relatief veel kinderen met achterstanden Stimuleren en bevorderen van de
Wij zorgen voor een optimale voorbereiding op de
ontwikkelingen van jonge kinderen (2
basisschool. Dit doen wij door te werken aan kwalitatief
tot 4 jaar)
goede voorschoolse voorzieningen (peuterspeelzaal of kinderdagopvang). De kinderen die dat nodig hebben kunnen extra ondersteuning krijgen. Scoop Welzijn voert uit.
In aantal wijken faciliteren van gerichte
Door Scoop Welzijn wordt de samenwerking tussen
samenwerking en acties om
organisaties die werken met kinderen van 0 – 12 jaar
achterstanden bij jeugd te voorkomen
bevorderd en vormgegeven via het brede buurtschoolconcept. De doorlopende ontwikkeling van kinderen staat centraal.
61
Wat gaan we doen?
Toelichting Activiteiten worden op elkaar afgestemd en gezamenlijk ontwikkeld. In 2013 zal als verdere uitwerking van de Sociale Agenda 2020 na worden gegaan hoe deze aanpak nog beter benut kan worden om sociale stijging te bewerkstellingen.
Stimuleren brede ontwikkeling voor
Via de verlengde schooldag wordt een brede ontwikkeling
kinderen in aandachtsgebieden
gestimuleerd. Doel is om doelgroepkinderen op jonge leeftijd kansen te bieden en hun horizon te verbreden. Oftewel: dat ze in de basisschoolleeftijd activiteiten aangeboden krijgen en met onderwerpen in aanraking komen die ze van huis uit niet meekrijgen.
Verbeteren van kwaliteit voorschoolse
Ouders van peuters met een achterstand krijgen
educatie
ondersteuning om de ontwikkeling van hun kinderen te stimuleren. Het college heeft een integrale visie kindcentra opgesteld om de samenwerking tussen voorschoolse voorzieningen onderling en met het basisonderwijs te bevorderen. Daarnaast zijn er bestuursafspraken vastgelegd met het rijk voor extra middelen Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) waarmee o.a. de kwaliteit van de uitvoering van VVEprogramma's dient te worden verbeterd.
Verbeteren van bereik voorschoolse
Organisaties gaan werken met een door
educatie
Jeugdgezondheidszorg (JGZ), Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD), peuterspeelzaalwerk opgesteld wervings- en toeleidingsprotocol om ervoor te zorgen dat een groot deel van de peuters gebruik maakt van het aanbod.
2. Informeren en adviseren van ouders en jongeren bij opvoeden en opgroeien. Bundelen van functies en activiteiten op
Via het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) bundelen wij
het gebied van
lokale functies en activiteiten op het gebied van
opvoedingsondersteuning
opvoedondersteuning. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is verbonden met een sluitende netwerkstructuur met coördinatie van zorg.
Informeren, adviseren en ondersteunen
Wij zorgen voor een laagdrempelige toegang van het
van ouders
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Er is een centrale plek - het LOES-info centrum in de bibliotheek- waar mensen terecht kunnen met al hun opvoedkundige vragen. Daarnaast is er een belangrijke rol weggelegd voor de website van Loes en zijn er spreekuren en themabijeenkomsten in de wijk. Voor jonge moeders is er specifieke hulpverlening en ondersteuning. In de Wierdensehoek kan elke ouder terecht met opvoedvragen bij de ouderkamer in de MFA Eninver. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) wil meer outreachend in de wijk werken om mensen te informeren en ondersteunen die 62
Wat gaan we doen?
Toelichting moeilijk bereikbaar zijn. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) sluit aan bij natuurlijke vindplaatsen waar ouders zijn.
Informeren en adviseren van jongeren
Jongeren kunnen terecht op de website www.jonginalmelo.nl. Dit is een voor jongeren aantrekkelijke website. De site wordt gemaakt door jongeren zelf en biedt daarnaast mogelijkheid om aan een jongerencoach informatie of advies te vragen.
Vroegtijdig signaleren van problemen
In een overleg tussen zorg-, welzijns- en onderwijsinstellingen (= zorgadviesteams (ZAT’s)) in het basis- en voortgezet onderwijs en in het ROC worden onderwijs- overstijgende problemen van jongeren gesignaleerd en behandeld. Deze overleggen vormen het sluitstuk van de interne begeleidingsstructuur van de scholen. In gevallen waarin meervoudige problematiek op verschillende leefgebieden wordt vastgesteld kan deze worden opgeschaald binnen de zorgstructuur voor de aanpak van multiproblematiek. Er vindt dan integrale coördinatie van de zorg- en hulpverlening plaats volgens het adagium “1 gezin, 1 plan, 1 casuscoördinator”.
Mogelijkheden bieden om problemen
De gemeente en provincie gaan samen aan de slag met
eerst zelf aan te pakken
nieuwe plannen voor de jeugdzorg. Wij ontwikkelen een gebiedsgerichte aanpak om het hoofd te bieden aan problemen bij jongeren en hun omgeving. Rode draad is het versterken van het zelfoplossend vermogen en het sociale netwerk in de omgeving.
3. Met gerichte begeleiding ervoor zorgen dat jongeren niet uitvallen op school en in ieder geval een startkwalificatie halen. Voorkomen van schooluitval
Wij stellen ons pro- actief op om voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Via het jongerenpunt (gevestigd op het Werkplein) verbinden wij de werkzaamheden van ketenpartners. Wij zetten zoveel mogelijk in om jongeren weer naar school te krijgen en zo een startkwalificatie te halen. Als het via de school niet lukt, kijken wij naar mogelijkheden om jongeren via werk op te leiden. Naar aanleiding van wijzigingen in het Rijksbeleid besteden wij extra aandacht aan de doelgroep overbelaste jongeren die kampen met een opeenstapeling van problemen.
Versterken beroepskolom
Wij versterken de beroepskolom (vmbo-mbo-hbo’, door de samenwerking tussen de RMC coördinator en het ROC te versterken. Dit biedt op korte termijn een klein efficiency voordeel, maar op langere termijn veel kansen op het versterken van de kansen van jongeren in het beroepsonderwijs en het structureel voorkomen van uitval. 63
Wat gaan we doen?
Toelichting
4. Zorgen voor adequate huisvesting voor primair en voortgezet onderwijs Onderwijshuisvesting
Wij zorgen voor adequate huisvesting door ver- en nieuwbouw van onderwijsgebouwen voor primair en voortgezet onderwijs. In het Integraal Huisvestingsplan worden resultaten vastgesteld.
Integraal Huisvestingsplan
Het Integraal Huisvestingsplan, met daaraan gekoppeld de
2011 -2014
te verwachten investeringen, is de onderlegger voor de in de begroting opgenomen middelen. De raad stelt jaarlijks de begroting vast. Enkele pijlers in het IHP 2011-2014 zijn: eigendomsoverdracht van schoolgebouwen, onderzoek naar samenvoeging van speciaal basisonderwijs, onderzoek naar doordecentralisatie onderwijshuisvesting, onderzoek naar de consequenties van de invoering van de wet Passend Onderwijs, leegstandsbeleid.
Wat gaan anderen doen? Toppers op Zondag
Toelichting
Wie?
In de Wierdensehoek worden jongeren extra
Stichting Toppers op
kansen geboden voor talentontwikkeling. Met
Zondag Weekend-
basisscholen, welzijnsorganisaties en
school, Scoop
woningcorporaties en andere belangstellenden
Welzijn, de
wordt bekeken wie welke bijdrage kan leveren.
Muziekschool Twente, Hof’88, Loes Infocentrum, Heracles Almelo , Scholengemeenschap Het Noordik en Panalytical
Jongeren opleiden voor meest kansrijke sectoren
Leerlingen moeten vooral gestimuleerd worden opleidingen te kiezen waar de arbeidsmarkt om vraagt. Scholen kunnen aan de voorkant voorkomen dat leerlingen afhaken op school. Dat betekent dat er nog meer actie ondernomen moet worden om leerlingen te interesseren voor techniek en zorg. En soms wat minder moeten opleiden voor beroepen waar de werkgelegenheid klein is. Mensen vanuit het bedrijfsleven, onderwijs en gemeente hebben daarom de intentie uitgesproken om in dit kader ‘iets nieuws in Almelo’ op te zetten. Er is afgesproken een concreet plan uit te werken dat ten doel heeft minimaal 90% van de VMBO-leerlingen via het
64
CSG het Noordik Gemeente Almelo, Industriële Kring Twente, kring Almelo, ROC van Twente, Regionaal Ondernemers Contact Almelo
Wat gaan anderen doen?
Toelichting
Wie?
ROC van Twente en AOC-oost een opleiding te laten volgen waarin de werkgelegenheid gunstig is of (weer) zal worden. De ondertekenaars zullen zich in eigen kring en vanuit hun netwerk hard maken voor het tot stand komen van een dergelijk plan. De vier schoolbesturen in Almelo voor Voortgezet Onderwijs willen met elkaar een plan opstellen om de kwaliteit van het VMBO te verbeteren. Daarvoor zullen afspraken gemaakt worden over het onderwijsaanbod en de wijze waarop de komende jaren in het VMBO de verschillende afdelingen worden ingericht. Onderwijsachterstandenbeleid
De gemeente neemt steeds meer haar regierol.
Werkgroep OAB
Dit doet ze binnen het onderwijsachterstanden-
met daarin 3
beleid door ieders verantwoordelijkheden
schoolbesturen PO,
inzichtelijk te maken en het proces van
peuterspeelzaalwerk,
samenwerking tussen partners te faciliteren. De
kinderopvang,
gemeente voert hierbij steeds minder zelf uit.
coördinatie BBS.
Voorbeeld hierbij is de uitvoering van de Bestuursafspraken VVE met het rijk. Iedere OAB-partner trekt één of meerdere deelafspraken en voert deze samen met anderen in het werkveld uit.
Indicatoren
Bron
Huidige waarde
Streefwaarden
2011
Wordt na overleg met de Raad, o.b.v. de Sociale Thermometer ingevuld
Aandeel hoog opgeleiden
integrale
22 %
(HBO/WO)
veiligheidsmonitor
Aandeel laag opgeleiden
integrale
(basisonderwijs/VMBO)
veiligheidsmonitor
Laagopgeleiden werklozen
UWV-werkbedrijf
39% 51%
(aandeel Basisonderwijs, VMBO van alle nww’ers) Studenten hoger onderwijs
CBS/Statline
3,6%
Overtredingen leerplicht, per
Sociale stijging in
schooljaar 2010-2011
kaart
65
schooljaar 20102011: 617 meldingen/ maatregelen, waarvan 46 Processen Verbaal
Indicatoren
Bron
Huidige waarde
Streefwaarden
2011
Wordt na overleg met de Raad, o.b.v. de Sociale Thermometer ingevuld
Aantal kinderen dat een
Uitvoeringsorganisa-
peuterspeelzaal bezoekt
ties
Aantal doelgroepkinderen dat vier
Scoop Welzijn/
dagdelen voorschoolse Piramide-
KOV-organisaties
779 208
onderwijs bezoekt Percentage voortijdig
RMC
100%
schoolverlaters dat herplaatst is % opleiding/cursus, minimaal 1
(576) Omnibuspanel
7%
keer per week Kwaliteitsverbetering VVE door
Bestuursafspraken
Geen HBO-ers in
5 HBO-ers in
meer HBO-ers in voorschoolse
G33-Rijk Effectief
VVE-voorschools
VVE-voorschools
fase
benutten van VVE
Kwaliteitsverbetering VVE door
Bestuursafspraken
Taalniveau is niet
50% van de
hoger taalniveau leidsters (van 2f
G33-Rijk Effectief
apart in beeld
pedagogische
naar 3f)
benutten van VVE
gebracht.
medewerkers VVE-
Aangenomen wordt
voorschools heeft
dat de meeste
door training een
pedagogische
taalniveau 3f
medewerkers VVE-
(in 2015 100% 3f)
voorschools een taalniveau 2f hebben (landelijke aanname). Toeleiding naar VVE in
Bestuursafspraken
Het “gewichten-
JGZ screent alle
voorschoolse fase verbeteren
G33-Rijk Effectief
systeem”
peuters van 18 mnd
benutten van VVE
(=opleidingsniveau
op daadwerkelijke
ouders) bepaalt nu
(taal)achterstanden
of een kind in
en verwijst peuters
aanmerking komt
met daadwerkelijke
voor VVE. Dit is niet
achterstand door
sluitend: niet alle
naar VVE-aanbod.
gewichten-kinderen
Non-bereikVVE is in
hebben een
beeld en pilots om
achterstand en niet
dit non-bereik te
alle achterstands-
verkleinen zijn
kinderen hebben een
gestart.
gewicht (laagopgeleide ouders)
66
Vrije tijd Missie Wij bieden een gevarieerd en attractief aanbod dat mogelijkheden biedt voor talentontwikkeling. Wij bieden goede uitgangspunten voor jongeren en kwetsbare inwoners. Onder deze uitgangspunten valt ook het met elkaar in contact komen van sociaal sterke en kwetsbare inwoners. Wij zorgen voor nieuwe perspectieven, vergroting van de leefwereld en meer onderling begrip. Almelo wil een aanbod creëren dat gericht is op de jeugd. Waarbij we jongeren in staat stellen om zelf activiteiten te organiseren in plaats van voor de jongeren activiteiten te organiseren. Structurele inzet van activiteiten gericht op jongeren worden omgebouwd. De activiteiten zijn daarbij niet langer afzonderlijk beschikbaar maar worden rechtstreeks ingezet in bijvoorbeeld het onderwijs en/of brede buurtscholen. De focus binnen het sportbeleid is gericht op jonge jeugd (jonger dan 13 jaar), omdat de positieve effecten van meer sporten en bewegen bij deze doelgroepen het grootst en meest blijvend van aard zijn. Om deze opdrachten te kunnen zorgen wij voor basisvoorwaarden en –voorzieningen, zodat organisaties en inwoners een gevarieerd en attractief activiteitenaanbod van cultuur, sport en andere vrijetijdsbesteding kunnen organiseren. Context en achtergronden Cultuur algemeen. Het cultuurbeleid van de gemeente Almelo is gebaseerd op vier programma’s uit de cultuurbeleidsnota. Voor de Sociale Agenda 2020 is het programma ‘Cultuur en maatschappelijke ontwikkeling’ het uitgangspunt. In het kader van talentontwikkeling en participatie focussen we vooral op kinderen en jongeren. Het Kunst Educatie Platform Almelo (KEPA) is voor de basisscholen in onze gemeente een belangrijke factor voor de binnenschoolse cultuureducatie. Cultuureducatie. Van 2013 tot en met 2016 krijgen we te maken met de nieuwe regeling van OCW ‘Cultuureducatie met Kwaliteit’. Die beoogt een stevige verankering van cultuureducatie in het onderwijs, maar focust ook op zorg dragen voor doorgaande leerlijnen. KEPA zal in 2013 haar beleid afstemmen op deze nieuwe ontwikkeling. In het kader van de stijgingsroute Vrije tijd is vooral de doorgaande leerlijn van de binnen- naar de buitenschoolse cultuureducatie een aandachtspunt. De culturele instellingen die deel uitmaken van KEPA zijn zowel binnen- als buitenschools actief en werken al regelmatig samen. Zij kunnen hier een zinvolle rol in spelen, evenals de combinatiefunctionarissen. We streven er naar om actieve deelname aan kunst en cultuur voor ieder kind bereikbaar te maken. De muziekschool en de bibliotheek zoeken hiervoor (ook) nadrukkelijk aansluiting in de wijken waar met name de muziekschool met Kunst in de Wijk alle kinderen een laagdrempelige mogelijkheid biedt om te zingen en/of te dansen. Voor kinderen uit kwetsbare doelgroepen die een stapje verder willen gaan (denk aan instrumentale, toneel-, dans- of schilderlessen), maar waarvan de ouders zich dit niet kunnen veroorloven, biedt het Jeugdfonds uitkomst.
67
Talentontwikkeling jongeren. Als we sociale stijging voor kinderen en jongeren mogelijk willen maken moet er ruimte zijn om hun creatieve talenten optimaal te ontwikkelen. Creatieve talentontwikkeling is van belang omdat hiermee geïnvesteerd wordt in competenties die noodzakelijk zijn voor de creatieve sectoren van de industrie. Maar het is vooral belangrijk omdat kunst en cultuur bij uitstek instrumenten zijn voor de overdracht van normen en waarden. Dat is belangrijk omdat het zelf goed om kunnen gaan met normen en waarden een belangrijke succesfactor is voor sociale stijging. In het kader van deze talentontwikkeling voor jongeren gaat de Talentenfabriek (NAXT) veel mogelijkheden bieden op het gebied van de new arts. Jongeren krijgen daar de mogelijkheid om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen in een omgeving die past bij hun lifestyle. In de Talentenfabriek (NAXT) zijn oefenfaciliteiten, een podium om podiumervaring op te doen en studiofaciliteiten. Er komt een jongerenproductiefonds die een laagdrempelige mogelijkheid biedt voor goede ideeën voor producties. Gemeenschapskunst Een van de voornemens in de visie op kunst in de openbare ruimte is het ontwikkelen van initiatieven op het gebied van zgn. gemeenschapskunst. (in de visie omschreven als het scenario “De betrokken wijk”) De essentie hiervan is dat kunstenaars en wijkbewoners samen een creatief proces aangaan dat moet leiden tot kunstwerken van goede kwaliteit die door bewoners als hun kunstwerk worden beschouwd. Dergelijke kunstwerken kenmerken zich doordat zowel de kunstenaar als de buurtbewoners het herkennen als “hun” kunstwerk. Als kunst zo toegepast wordt kan het bijdragen aan de versterking van de identiteit in een buurt en de verwerking van grote sociale veranderingen. Amateurkunst. We vinden dat amateurkunst zich niet alleen tot kinderen en jongeren beperkt, maar moet ook voor volwassenen toegankelijk zijn. De bezuinigingen maken een herziening van de subsidieregeling noodzakelijk. Dat gaat er in 2013 anders uitzien, maar we streven er naar om ook in de toekomst voorzieningen te scheppen ten behoeve van de amateurkunst waarbij we zullen zoeken naar mogelijkheden om ook kwetsbare inwoners kansen te geven. Sport en bewegen in Almelo In Almelo zijn ruim 70 sportverenigingen met meer dan 25.000 leden. De sportparticipatie in Almelo ligt echter nog onder het landelijk gemiddelde, er is sprake van een relatief grote groep inwoners in een achterstandsituatie, ook op het gebied van sport en bewegen. Het is onze uitdaging om deze groep te stimuleren tot meer bewegen of sporten. We streven dan ook naar een gedegen sportklimaat, waarin het voor iedereen mogelijk is om te sporten en waarin een grote groep Almeloërs graag sport en beweegt. Focus ligt op jongeren, omdat goede ervaringen met sport en bewegen tijdens de jeugd het meeste effect heeft op de gezonde leefstijl op de lange termijn. Ook is er aandacht voor mensen die niet vanuit zichzelf voldoende sporten of wegen of daar onvoldoende middelen voor hebben. Vitale sportverenigingen Wij streven naar sterke en vitale sportverenigingen die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en een bijdrage leveren aan het gemeentelijke (sport)beleid. Daar waar nodig ondersteunt de gemeente deze verenigingen en worden zij toegerust zodat zij in staat zijn om deze bijdrage ook naar behoren te kunnen uitvoeren. Wij werken daarbij samen met o.a. sportbonden en Sportservice Overijssel. In de uitvoering krijgt het sportbedrijf, met behulp van combinatiefunctionarissen, een belangrijke rol in deze. 68
Sportstimulering U hebt bij vaststelling van de voorjaarsnota 2011 besloten om sportstimulering in Almelo met ingang van 2012 vorm te geven middels de inzet van combinatiefunctionarissen. Als beleidkader hiervoor geldt de recent vastgestelde strategische visie op het sociale domein, namelijk de sociale Agenda 2020. Wij hebben besloten om binnen dit kader beleidsregels vast te stellen voor de uitvoering van het sportstimuleringsbeleid, dat als basis dient voor de opdracht aan Sportbedrijf Almelo om dit beleid uit te voeren. Sportstimulering richt zich in de periode 2012-2016 op sportactivering, sport en onderwijs, de vitale sportvereniging, talentontwikkeling en samenwerking, waarbij specifieke aandacht is voor de sociaal kwetsbare mensen en jeugd in Almelo. Gezondheidsbeleid In de Wet Publieke Gezondheid staan de gemeentelijke taken omschreven op het gebied van de openbare gezondheidszorg. De lokale beleidskaders hebt u vastgesteld in de kadernota Lokaal Gezondheidsbeleid. De uitvoering van het beleid gebeurt deels door de GGD/ JGZ en deels in samenwerking met andere afdelingen en partners in de stad. Almelo heeft een regierol en ondersteunt met wijkgerichte activiteiten. Een nieuwe regionaal beleidsplan Lokaal Gezondheidsbeleid is in aantocht. De keuze om gezondheidsbeleid onder de maatschappelijke opdracht Vrije Tijd te laten vallen is omdat het bereiken van een gezonde leefstijl vooral via sport wordt behaald. Wat willen we bereiken? Vergroten van maatschappelijke participatie Bevorderen van een gezonde en actieve leefstijl van mensen door deelneming aan sport, cultuur en maatschappelijke activiteiten. Maatregelen op hoofdlijnen 1. Het realiseren van adequaat aanbod van vrije tijdsactiviteiten voor kinderen, tieners, jongeren en volwassenen 2. Bevorderen van het culturele klimaat door instandhouding van culturele instanties zoals de bibliotheek en muziekschool. 3. Stimuleren van creatieve en culturele vorming bij kinderen en volwassenen. 4. Deelname aan sport stimuleren. Met bijzondere aandacht voor groepen in achterstandsituaties 5. Bevorderen van gemengde participatie en wederzijds begrip 6. Het bieden van basisgezondheidszorg. Wat gaan we doen?
Toelichting
1. Het realiseren van adequaat aanbod van vrije tijdsactiviteiten voor kinderen, tieners, jongeren en volwassenen Zorgen voor een aanbod aan
Wij bieden kinderen van basisscholen in aandachtsgebieden
zinvolle tijdsbesteding
naschoolse activiteiten binnen de verlengde schooldag (zie ook stijgingsroute leren) waardoor ze kennismaken met zinvolle vormen van vrijetijdsbesteding en langer in een omgeving zijn waar Nederlands wordt gesproken. Waar mogelijk worden activiteiten op wijkniveau georganiseerd. Scoop Welzijn organiseert dit en heeft daarbij de opdracht de doorstroming van kinderen naar vrijetijdsbesteding in het verenigingsleven te bevorderen. In 2013 69
Wat gaan we doen?
Toelichting worden de afstemming en samenwerking tussen activiteiten van de verlengde schooldag, combinatiefunctionarissen en kinderwerk op wijkniveau nog verder uitgewerkt.
Het stimuleren van
We zoeken jongeren actief op in de eigen omgeving en bieden ze
jongerenparticipatie
ruimte om zelf activiteiten te ontplooien. We zetten jongeren in om andere jongeren te bereiken. Jongerenproductiefonds en Talentenfabriek/NAXT zijn in 2013 uit de startblokken. Wij zijn daarnaast alert op wijkgerichte kansen om jongeren te laten meedoen
2. Bevorderen van het culturele klimaat door instandhouding van culturele instanties zoals de bibliotheek en muziekschool Subsidiëring bibliotheek
De bibliotheek biedt de drie landelijk gehanteerde kernfuncties Lezen, Leren en Informeren, waarbij het gaat om: -
uitleen en informatiebemiddeling
-
een aanbod van informatieve en culturele activiteiten
-
een aanbod van activiteiten op het gebied van (digitale) leesbevordering en cultuureducatie.
-
de bibliotheek functioneert tevens als plek voor ontmoeting, debat en informatie en biedt om die reden ook onderdak aan andere publieksfuncties, zoals het CJG (=Loes) en de VVV.
Muziekonderwijs
Het in standhouden van een vestiging van de muziekschool Twente door middel van subsidieverlening. De muziekschool verzorgt een aanbod van instrumentaal en vocaal onderwijs opleidingen voor harmonie en fanfareorkesten, projecten op het gebied van kunsteducatie in het primair en voortgezet onderwijs en workshops en projecten in de buurt.
3. Stimuleren van creatieve en culturele vorming bij kinderen en volwassenen Creativiteitsbevordering
Het in standhouden van het aanbod van het Kreatief centrum door
beeldend en theater
middel van subsidieverlening. Zij verzorgen een aanbod van cursussen op het gebied van beeldende vorming en theater, daarnaast verzorgen zij een aanbod op het gebied van kunsteducatie in het onderwijs (van peuter tot voortgezet onderwijs)
Binnenschoolse kunsteducatie
Het samen en in nauw overleg met scholen en aanbieders van
(KEPA)
kunsteducatie jaarlijks ontwikkelen van een programma voor Binnenschoolse cultuureducatie in het primair onderwijs.
Talentenfabriek (NAXT)
Vanaf 2012 wordt de talentenfabriek (NAXT) geëxploiteerd door de muziekschool Twente. De talentenfabriek ondersteunt de culturele initiatieven van jongeren zelf door het aanbieden van oefenruimtes en technische faciliteiten, een presentatiepodium en door het beheer van een jongerenproductiefonds waarmee ondersteuning aan culturele initiatieven van jongeren zelf gegeven kan worden.
Stimuleren van amateur
Het stimuleren van amateurkunst, m.n. muziek, dans en toneel. Dit
kunstbeoefening
doen wij via subsidies. In 2013 wordt een bezuiniging gerealiseerd van € 17.000,00 en wordt samen met het veld een nieuwe subsidieregeling ontwikkeld. 70
Wat gaan we doen?
Toelichting Een deel van de subsidie wordt ingezet in een initiatievenfonds om vernieuwende activiteiten en ook om nieuwe groepen een kans te geven in aanmerking te komen voor een gemeentelijke subsidie.
4. Deelname aan sport stimuleren. Met bijzondere aandacht voor groepen in achterstandsituaties Ondersteunen van
Wij streven naar vitale sportverenigingen. Van sportverenigingen
sportverenigingen en
wordt in de huidige maatschappelijke context meer verlangd, met
vrijwilligers door de inzet van
name haar maatschappelijk rol. Om deze rol goed te kunnen
(professionele)
uitvoeren is het noodzakelijk om deze vrijwilligers organisaties te
verenigingsondersteuning
ondersteunen op beleidsmatig, technisch en uitvoerend terrein. Het sportbedrijf, met behulp van combinatiefuncties, biedt samen met partners als Sportservice Overijssel en sportbonden, professionele ondersteuning hiervoor.
Sportstimulering via
Combinatiefunctionarissen zijn in dienst van het sportbedrijf en hun
combinatiefunctionarissen
werkzaamheden zijn gericht op een aanbod onder schooltijd, na schooltijd en de verbinding met de sportvereniging, waarbij specifieke aandacht is voor jeugd.
Speerpunten sportstimulering
Sportstimulering heeft als doel om ter bevordering van een sociale stijging inactieve Almeloërs te stimuleren om (meer) te gaan sporten en bewegen De focus van sportstimulering is gericht op twee doelgroepen, namelijk de sociaal kwetsbare mensen en de jeugd in Almelo. Vijf speerpunten zijn: - Sportactivering, middels effectieve interventies gericht op de doelgroep - Sport en Onderwijs, middels kwalitatief goed bewegingsonderwijs en een afgestemd voor- tussen- en naschoolsaanbod. - De vitale sportvereniging, middels professionele ondersteuning - Talentontwikkeling, middels een verbinding tussen breedte- en topsport - Samenwerking, middels verbindingen tussen sport, bewegen, welzijn, onderwijs, zorg en het bedrijfsleven
Uitvoering van het project
Met deze impuls, geïnitieerd door het rijk, wordt beoogd het aantal
Nationaal Actieplan Sport en
mensen met een gezondheidsachterstand in Almelo te verminderen
Bewegen (tot en met 2013)
door middel van sport.
5. Het bieden van basisgezondheidszorg Stimuleren van gezond gedrag
Conform de door u vastgestelde kaders (nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2009 – 2012) geven wij prioriteit aan de thema’s alcohol, roken, overgewicht en depressie. Hiervoor zijn lokale uitvoeringsprogramma’s opgesteld met concrete activiteiten. De gemeente heeft hierbij vooral een regierol.
Toegang tot zorg garanderen
Wij bewaken de beschikbaar en toegankelijkheid en het acuut optreden bij (dreigende) ongevallen en rampen.
Overgewicht bij kinderen
Wij bieden verschillende sport- en bewegingsprogramma’s.
bestrijden
Succesvolle aanpakken om overgewicht te bestrijden die in de
71
Wat gaan we doen?
Toelichting laatste GSB- periode zijn geïntroduceerd zijn structureel onderdeel van het basispakket van de jeugdgezondheidszorg.
Wat gaan
Toelichting
Wie?
Nieuwe vormen ontwikkelen om digitale participatie
Trekker: Bibliotheek
anderen doen? Digi trapvelden 2.0
van Almeloërs vergroten Deelnemers: Scoop Welzijn, ROC, Talentenfabriek/De Muziekschool Twente, De Slinger (Wijkgerichte) Wmo
Stimuleren dat mensen met beperkingen meedoen
Trekker: Scoop
ondersteuning via sport
aan reguliere sport- en cultuuractiviteiten en
Welzijn
en cultuur
organisaties. Deelnemers: Bibliotheek, Hof 88, Kreatief Centrum, De Muziekschool Twente en Gemeente Almelo
Talentontwikkeling van
Talentontwikkeling van jongeren doordat
Trekker:
jongeren doordat
professionals en amateurs elkaar versterken. De
Talentenfabriek
professionals en
locatie waar de Talentenfabriek wordt gerealiseerd
amateurs elkaar
biedt ook ruimte en gunstige voorwaarden voor
Deelnemers: Toneel
versterken. In de
aanbieders van sport voor jongeren. Hier liggen dus
op Stelten, Scoop
toekomst is aansluiting
kansen voor cultuur en sport om elkaar in
Welzijn, Hof 88,
van sportaanbod annex
samenwerking en afstemming te versterken en
Kreatief Centrum,
de Talentenfabriek op
daardoor nog meer jongeren te bereiken.
Stichting
hetzelfde terrein een
Evenementen
kansrijk concept om
Almelo.
nog meer talentontwikkeling te realiseren. Sport en Gezondheid
Integrale wijkgerichte aanpak om gezonde leefstijl bij
Trekker: Sportbedrijf
kinderen en hun ouders te bevorderen, bestrijding overgewicht.
Deelnemers: Beter Wonen, BVO Heracles, GGD Twente en gemeente,
72
Indicatoren
Bron
Huidige waarde
Streefwaarden
2011
Wordt na overleg met de Raad, o.b.v. de Sociale Thermometer ingevuld
Deelname sport
Sociale stijging in
35%
kaart Deelname vrijwilligerswerk
Sociale stijging in
42%
kaart Sociale steun (rapportcijfer voor steun
Sociale stijging in
in directe omgeving)
kaart
Gezondheid:
CBS/Statline
8,4 10%
arbeidsongeschiktheid Aantal leden bij sportverenigingen
Statistisch
20.212
Overzicht Diversiteit sportverenigingen
Statistisch
29
Overzicht Leden van de bibliotheek
Statistisch overzicht
18411
Aantal deelnemers muziekschool
Statistisch overzicht
1935
% culturele activiteit, minimaal 1
Omnibuspanel
9%
Omnibuspanel
69%
keer per week % dat sociale contacten heeft in de vrije tijd (excl. met huisgenoten)
73
Vangnet en ondersteuning Missie Wij willen de eigen kracht van mensen en het oplossend vermogen van de samenleving versterken. Niet voor iedereen is zelfstandigheid een vanzelfsprekendheid. Sommige mensen hebben tijdelijk of langdurig ondersteuning nodig. Wij zorgen voor toegang tot zorg en ondersteuning voor alle Almeloërs ongeacht de positie op de maatschappelijke ladder. We maken een omslag door meer aan te sluiten bij de eigen mogelijkheden en talenten die mensen bezitten. Indien de directe sociale omgeving hulp kan bieden gaat dat vóór het inzetten van duurdere professionele ondersteuning/zorg. Voor zover mogelijk wordt ondersteuning georganiseerd in een aanbod van algemene/collectieve voorzieningen zo dicht mogelijk bij de burgers. Uitkeringsvoorzieningen en minimaregelingen worden omgebouwd of uitgebreid tot een aanmoedigend instrumentarium richting werk en meedoen. Van de gemeente wordt verwacht dat zij regie voert ten aanzien van de aanpak van huishoudens met meervoudige problematiek. De gemeente is verantwoordelijk voor het opzetten en onderhouden van een zorgstructuur die maatschappelijke organisaties in staat stelt om hulpverlening in samenhang en sneller in te zetten bij de huishoudens die het nodig hebben. We willen bereiken dat de gemeente en externe partners bevorderen dat kwetsbare huishoudens zo ondersteund kunnen worden dat zij weer stappen vooruit kunnen zetten. Context en achtergronden Wet maatschappelijke ondersteuning De WMO is een participatiewet en biedt een wettelijk kader voor een samenhangend stelsel van wonen, zorg en welzijn. De invulling van het lokale WMO- beleid is omschreven in het 4-jarige beleidskader dat u in 2011 heeft vastgesteld. Het beleid is vormgegeven rond de volgende maatschappelijke opgaven: 1. Het zorgen voor randvoorwaarden voor participatie van alle bewoners; 2. Het bieden van collectieve en individuele voorzieningen om tekorten aan middelen aan te vullen; 3. Het bieden van collectieve en individuele voorzieningen om participatievaardigheden en de zelfredzaamheid te bevorderen. Op grond van de Wmo heeft de gemeente onder meer de verantwoordelijkheid gekregen voor de hulp bij het huishouden, vervoersvoorzieningen en woningaanpassingen. Decentralisatie begeleiding AWBZ De AWBZ- functie begeleiding wordt waarschijnlijk ook een gemeentelijke taak binnen de Wmo. Doel is om de ondersteuning dichter bij de burger te organiseren. De AWBZ- functie begeleiding wordt daarom volledig aan de gemeente overgedragen. Om ons hierop voor te bereiden hebben wij samen met alle Twentse gemeenten het initiatief genomen om met cliënten, welzijnsorganisaties, sport en zorgaanbieders, bestuurders, raadsleden en ambtenaren te onderzoeken hoe wij het beste vorm kunnen geven aan de vernieuwing van de maatschappelijke ondersteuning voor mensen met een beperking. Het resultaat is een streefbeeld voor 2017, inclusief de acties die nodig zijn om dit beeld te bereiken. De resultaten zijn verwerkt in deze begroting. U neemt over de te bereiken resultaten en de Almelose aanpak nog een afzonderlijk besluit. We moeten wachten op besluitvorming hierover door het nieuwe kabinet.
74
Transitie jeugdzorg Er wordt al lang gewerkt aan een ingrijpende wijziging van het Jeugdzorgstelsel in Nederland. De nieuwe Jeugdwet moet de komende jaren die omslag bewerkstelligen. Doel van de wet is om een omslag te realiseren naar meer preventie en eerdere ondersteuning. Eigen kracht van jeugdigen en ouders staan centraal. Het minder snel medicaliseren van problemen en een integrale aanpak met betere samenwerking rond gezinnen zijn belangrijke uitgangspunten. De gemeente wordt bestuurlijk en financieel verantwoordelijk voor de jeugdzorg. De wet moet nog vastgesteld worden. U stelt voor een periode van vier jaar een plan vast waarin wordt aangegeven hoe Almelo in samenhang haar jeugdbeleid gaat uitvoeren en wat haar doelstellingen zijn. Meer decentralisaties? De zogeheten extramuralisering van de zorg (minder zorg/ondersteuning en opnames binnen instellingen, meer zorg/ondersteuning aan huis) is rijksbeleid dat is ingezet. De verwachting is dat het nieuwe kabinet dit de komende jaren krachtig vorm en inhoud gaat geven. Wij verwachten dat naast de decentralisatie begeleiding Awbz en de transitie Jeugdzorg ook onderdelen van de Awbz functie Persoonlijke Verzorging naar de gemeenten gedecentraliseerd wordt. Dit is een nationaal programma van ruim 2 miljard euro. Voorts wordt er nagedacht over het decentraliseren van de huidige Awbz functie Verpleging naar de lokale overheden. Vrijwilligerswerk Het vrijwilligersbeleid is onderdeel van het Wmo- beleid. De vrijwillige inzet van inwoners wordt steeds belangrijker. Wij koesteren dit ‘sociaal kapitaal’ van de samenleving. Om dit te onderstrepen ondersteunt de gemeente Almelo initiatieven die vrijwilligerswerk ondersteunen en stimuleren. Vrijwilligerswerk is natuurlijk ook sterk gelieerd aan de maatschappelijke opdracht Vrije Tijd. Mantelzorg Mantelzorg is onderdeel van het Wmo beleid. Mantelzorg is de eerste en een uiterst belangrijke schakel in de keten van het ondersteunen van mensen die het zelf niet meer kunnen. Mantelzorgers zijn betrokken op hun naasten en doen hun werk vanuit liefde. Maar soms wordt het teveel en heeft de mantelzorger steun nodig om het vol te kunnen houden. Het organiseren en faciliteren van deze steun is een kerntaak binnen de Wmo en straks binnen de begeleiding Awbz. Schuldhulpverlening De wet Gemeentelijke schuldhulpverlening geeft gemeenten de taak regie te voeren op een integrale aanpak die voorziet in preventie en nazorg. Het gemeentelijke kader stelde u vast met het beleidsplan schulddienstverlening. De wet zet in op bevordering van zelfredzaamheid, preventie en vroegsignalering om te voorkomen dat langdurige ondersteuning nodig is of dat schulden escaleren. Een ander belangrijk aspect van de nieuwe wet is nazorg om te voorkomen dat de klant, na een succesvol afgerond traject, opnieuw schulden maakt. Almelo als centrumgemeente Almelo is als centrumgemeente verantwoordelijk voor de vangnetfunctie van maatschappelijke opvang, de sociale verslavingszorg en de openbare GGZ (bemoeizorg) ten behoeve van inwoners van de eigen stad en omliggende gemeenten. Met de Rijksmiddelen worden verschillende opvangvoorzieningen (24uurs begeleide woonvorm, nachtopvang en plaatsen voor psychiatrische patiënten) en de toeleiding naar zorg (voornamelijk bemoeizorg voor zorgmijders) in stand gehouden.
75
Met de regiogemeenten in Twente zijn in het convenant “Samenwerken aan Opvang en zorg in Twente” (2012) afspraken gemaakt over de taken en verantwoordelijkheden van centrumgemeenten en regiogemeenten ten aanzien van deze kwetsbare burgers. De versterking van lokale zorgstructuren in combinatie met de crisis leiden (ook) in de regiogemeenten tot een toenemende vraag naar bemoeizorg en daarmee tot druk op de inzet van de centrumgemeentemiddelen voor bemoeizorg, waarmee rekening moet worden gehouden. Minimabeleid Het minimabeleid zet in op zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Het verstrekken van geld wordt tot een minimum beperkt. Het minimabeleid is onderdeel van het armoedebeleid Almelo. Uitgangspunt daarvan is dat de partners in de stad gezamenlijk de armoede in Almelo bestrijden. Deze intenties zijn door de partners onderschreven in het Armoedepact Almelo. Consequentie daarvan is dat de partners in de stad samen bijdragen aan de armoedebestrijding. Dat zien we terug bij de Stichting Jeugdfonds, de beweging Almelo Doet Mee en de doorontwikkeling van gezinscoaching. De gemeente staat er niet langer alleen voor, maar verzorgt uiteraard wel de randvoorwaarden en faciliteert waar nodig. Zorgstructuur. De gemeente zet in op het zo vroeg mogelijk signaleren van meervoudige problematiek op het brede sociale domein bij de doelgroepen van de sociale agenda. Binnen de lokale zorgstructuur zijn met de maatschappelijke partners vanuit de zorg- en veiligheidsketens en de armoedeaanpak in een convenant afspraken gemaakt over de signalering, doorverwijzing en opschaling van sociale problematiek op casusniveau. Uitgangspunt is altijd de (gezins)systeemgerichte benadering op alle leefgebieden. In zeer complexe en vastgelopen cases faciliteert de gemeente de procesregie op het hulpverleningstraject door inzet van gemeentelijk procesmanagement. De uitvoering van de casuscoördinatie en het zorgplan ligt uitdrukkelijk bij de maatschappelijke partners. Wat willen we bereiken? Vergroten van welbevinden Toename en versterken deelname aan de Samenleving (participatie) Verminderen van de afhankelijkheid van de overheid (toename van zelfredzaamheid)
Maatregelen op hoofdlijnen 1. Het verstrekken van uitkeringen aan mensen die tijdelijk of voor een langere periode niet in een eigen inkomen kunnen voorzien. 2. Het stimuleren van actieve deelname aan de maatschappij van minimagroepen en andere kwetsbare groepen. 3. Het verstrekken van individuele – en collectieve voorzieningen aan mensen met een beperking 4. Zorgen voor adequate ondersteuning bij het beheersen en/of oplossen van financiële problemen (schulden) 5. Het bieden van maatschappelijke dienstverlening. 6. Opvang en begeleiding van zeer kwetsbare groepen die extra aandacht nodig hebben omdat ze geen verblijfplaats hebben, ernstige psychische problemen hebben of te maken hebben verslaving. 7. Awbz opnemen in de Wmo. 8. Pijlers voor de maatschappelijke ondersteuning (Wmo en begeleiding Awbz). 9. Voorbereiden transitie Jeugdzorg.
76
Wat gaan we doen?
Toelichting
1. Het verstrekken van uitkeringen aan mensen die tijdelijk of voor een langere periode niet in een eigen inkomen kunnen voorzien. Een vangnet bieden aan specifieke
Wij bieden individuele voorzieningen of hulp. Daarbij
doelgroepen
kijken we eerst naar wat mensen zelf of met hulp van de samenleving kan doen. Waar mogelijk stellen wij mensen in staat om het zelf op te lossen. Voor wie dat niet mogelijk is, zijn er inkomensondersteunende maatregelen en opvangvoorzieningen.
Uitkeringen verstrekken
Aan inwoners die niet in de noodzakelijke kosten van het bestaan kunnen voorzien, wordt een uitkering verstrekt tot in wetten of regelingen genoemd niveau. Ook worden uitkeringen verstrekt voor noodzakelijke kosten waarvoor geen voorliggende voorziening beschikbaar is.
2. Het stimuleren van actieve deelname aan de maatschappij van minimagroepen en andere kwetsbare groepen. Minimabeleid
Het minimabeleid zet in op zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Het verstrekken van geld wordt tot een minimum beperkt. Het minimabeleid is onderdeel van het armoedebeleid Almelo. Uitgangspunt daarvan is dat de partners in de stad gezamenlijk de armoede in Almelo bestrijden. Deze intenties zijn door de partners onderschreven in het Armoedepact Almelo. Consequentie daarvan is dat de partners in de stad samen bijdragen aan de armoedebestrijding. Dat zien we terug bij de Stichting Jeugdfonds, Almelo Doet Mee en de doorontwikkeling van gezinscoaching. De gemeente staat er niet langer alleen voor, maar verzorgt uiteraard wel de randvoorwaarden en faciliteert waar nodig. Concreet betekent dit dat de volgende wijzigingen worden voorgesteld: -
voor de individuele bijzondere bijstandsverlening wordt een drempelbedrag van € 125,00 per kalenderjaar geïntroduceerd;
-
het met terugwerkende kracht mogen aanvragen van bijzondere bijstand wordt beperkt tot een half jaar;
-
de buitenwettelijke bijzondere bijstand voor eigen bijdragen bij vergoedingen voor kosten binnen de basisziektekostenverzekering verdwijnt;
-
de buitenwettelijke bijzondere bijstand voor de orthodontiekosten van kinderen van minima
77
Wat gaan we doen?
Toelichting verdwijnt; -
de langdurigheidstoeslag wordt alleen nog verstrekt als in de referteperiode is voldaan aan de arbeidsverplichtingen;
-
de inkomstenvrijlatingen worden alleen toegepast bij nieuw te aanvaarden werk;
-
de participatiepremie wordt alleen nog toegepast bij ontwikkeling van uitkeringsgerechtigden richting de arbeidsmarkt;
-
de werkwijze rond de vergoedingen voor kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie wordt geëvalueerd.
Natura- regeling Almelo doet mee!
De Verordening Maatschappelijke Participatie is omgevormd naar een naturaregeling voor volwassenen: Almelo Doe(t) Mee. In 2011 is voor kinderen van minima al het Jeugdfonds ingesteld (ook een naturaregeling). Wij zetten in op zelfredzaamheid en participatie. Het verstrekken van geld wordt tot een minimum beperkt
Mensen uitdagen meer zelf initiatief te tonen
We staan open voor eigen initiatieven en we stimuleren en ondersteunen ze.
Zorgen voor deskundige, duidelijke en
Goede informatie vormt de basis voor het maken van
betrouwbare informatie
eigen keuzes. Het internet is daarbij een steeds belangrijker wordend medium. Sociale kaartinformatie en empowermentcursussen kunnen via deze weg onze inwoners laagdrempelig bereiken. We onderzoeken of een meer algemenere inrichting van de cliëntondersteuning op wijkniveau leidt tot een beter bereik van de mensen die deze ondersteuning het hardst nodig hebben.
Versterken samenwerking met
Wij willen de samenwerkingskansen met
zorgverzekeraars
huisartsenpraktijken en zorgverzekeraars benutten. Zorgverzekeraars zullen leefstijlinterventies steeds belangrijk gaan vinden en daar naar verwachting ook steeds meer op inzetten.
Mensen langer in eigen omgeving laten
We bevorderen zelfredzaamheid, stimuleren participatie
wonen
en gaan sociaal isolement tegen. Wij willen beter inzicht krijgen in benodigde ondersteuning van 75plussers. Wij brengen in beeld welke problemen zich voordoen en stemmen daarop het aanbod af.
Verschuiving van zorg- naar welzijnsaanbod
Bij dit doel past een zachte vorm van
bewerkstelligen
(overheids)regulering waarbij mensen een duwtje krijgen in de goede richting. Het project Geluksbudget heeft in de afgelopen jaren die gedachte in praktijk 78
Wat gaan we doen?
Toelichting gebracht. Dat project wordt nu afgesloten en we nemen de succesvol gebleken ‘geluksroutes’ op in het dienstverleningsmodel voor kwetsbare inwoners en gaan na op welke punten de uitvoering nog verder overgedragen kan worden aan anderen.
3. Het verstrekken van individuele – en collectieve voorzieningen aan mensen met een beperking Het verstrekken van individuele voorzieningen
Wij verstrekken woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen, rolstoelen en hulp bij het huishouden aan mensen met een beperking.
Uitgebreid pakket van algemene
De functie regie binnen de huishoudelijke hulp wordt
voorzieningen creëren waardoor het beroep
beter op de situatie van de cliënt afgestemd gericht op
op individuele voorzieningen uitgesteld of
het vergroten van de zelfredzaamheid. Hierbij wordt
voorkomen kan worden.
rekening gehouden met de functiebegeleiding die overkomt uit de AWBZ. Verder creëren wij een brede klussendienst waarin ook de verstrekking van kleine woningaanpassingen wordt opgenomen en worden één of meer hulpmiddelenpools (rolstoelen en scootmobielen) ingesteld.
4. Zorgen voor adequate ondersteuning bij het beheersen en/of oplossen van financiële problemen (schulden) Voorkomen en aanpakken van
Wij pakken de problematische schulden zo breed
schuldenproblematiek
mogelijk aan. Het gaat niet alleen om het oplossen van financiële problemen. De kern is het stellen van een adequate diagnose van de (veelal) multi- problematiek rond schuldsituaties. Na de diagnose volgt een passend en waar nodig integraal traject met de focus op activering en maatschappelijke stijging (perspectief).
Terugdringen tekorten schuldhulpverlening
Wij vergroten de verantwoordelijkheid van de aanvrager en zetten in op een goedkopere uitvoering. Aan klanten die een inkomen boven 115% van de bijstandsnorm hebben, brengen wij de kosten van de dienstverlening in rekening. Ook schuldeisers laten wij meebetalen aan de kosten van de dienstverlening. Wij bieden standaard het BBR-basispakket aan en bekijken voor wie aanvullende maatregelen nodig zijn. We maken structureel gebruik van de Stadsbank onmogelijk en zetten in op de aanpak van de oorzaken van schulden. Daarvoor intensiveren we de samenwerking met hulpverlenende instanties in de stad.
5. Het bieden van maatschappelijke dienstverlening Maatschappelijk werk
Het bieden van ondersteuning voor mensen die kleine en grote problemen in het leven tegenkomen en niet in staat zijn deze zonder hulp van buiten op te lossen.
6. Opvang en begeleiding van zeer kwetsbare groepen die extra aandacht nodig hebben omdat ze geen 79
Wat gaan we doen?
Toelichting
verblijfplaats hebben, ernstige psychische problemen hebben of te maken hebben verslaving. Maatschappelijke opvang
Almelo is als centrumgemeente verantwoordelijk voor de maatschappelijke opvang. Dit is inclusief de ondersteunende begeleiding op psychosociale grondslag aan cliënten binnen de Maatschappelijk Opvang. Het beleid gaat uit van een ketenbenadering met de volgende elementen: preventie, outreachment, ambulante opvang, semi- ambulante opvang, intramurale opvang en terugvalpreventie. De volgende voorzieningen worden met de beschikbare Rijksmiddelen in stand gehouden: 24-uurs begeleide woonvorm, de nachtopvang voor daklozen, en instandhouding van 6 passantenplaatsen ten behoeve van dak- en thuislozen met een psychiatrische stoornis. Humanitas en Dimence voeren de activiteiten uit. De ambulante hulpverlening aan thuisloze jongeren wordt gerealiseerd via het Thuislozenteam van Jarabee, jeugdzorg in Twente
Ondersteunende begeleiding
Binnen de maatschappelijke opvanginstellingen Humanitas Onder dak Twente en het Leger des Heils wordt ondersteunende begeleiding op psychosociale grondslag verleend aan cliënten. Deze vorm van ondersteuning wordt sinds 1 januari 2009 niet meer gefinancierd uit de AWBZ. Centrumgemeente Almelo is bij de overheveling van deze taak door het rijk financieel gecompenseerd
Sociale verslavingzorg
Almelo is als centrumgemeente verantwoordelijk voor de sociale verslavingszorg, dat bestaat uit opvang, zorg, begeleiding, casemanagement/bemoeizorg en maatschappelijk herstel. Tactus Verslavingszorg voert deze activiteiten uit.
Uitvoeren diverse projecten in kader van
Vanuit haar centrumgemeentetaak voert Almelo OGGZ
OGGZ
projecten uit. Bij deze projecten gaat het om de inzet van vormen van bemoeizorg om cliënten toe te leiden naar het voorzieningenaanbod of, waar mogelijk, naar individuele reguliere (AWBZ) zorg. Tactus Verslavingszorg, Dimence en het Algemeen maatschappelijk werk zijn belangrijke uitvoerders van deze activiteiten.
Verbeteren van doorstroming in de
Om te bevorderen dat mensen vanuit het leven op
maatschappelijke opvang
straat weer opklimmen naar een bestaan waarin zelfstandig wonen weer mogelijk is. Gebleken is dat de stap van de straat naar zelfstandig wonen simpelweg te groot is. Daarom willen wij kijken of er tussenstappen mogelijk zijn die mensen op een 80
Wat gaan we doen?
Toelichting natuurlijk wijze kunnen begeleiden richting zelfstandig wonen. Wij werken aan aanvullende voorzieningen zoals 24-uurs begeleide woonvormen voor verslaafden en begeleid wonen voor kwetsbare jongeren. Deze arrangementen worden gecombineerd ontwikkeld met dagbesteding- en activeringsactiviteiten (werken naar vermogen). Overigens fungeert gemeente Almelo als centrumgemeente voor de regio.
Procesmanagement zorgstructuur
In Almelo is vanaf 2009 sprake van een doorontwikkeling/herstructurering van de zorgstructuur voor de meest kwetsbare burgers. In deze opzet neemt de gemeente Almelo door middel van procesmanagement de (proces)regie op de zorg- en hulpverlening aan burgers met meervoudige sociale problemen op diverse leefgebieden, zoals wonen, gezondheid, inkomen, werk etc. De gemeente faciliteert de inzet van het gemeentelijk procesmanagement, dat op grond van de maatschappelijke behoefte in 2012 is doorgegroeid naar 3 procesmanagers en 3 procesondersteuners.
Realiseren van zorgstructuur
Naast het onderhouden van de vangnetfunctie, wordt vooral de ‘voorkant’ van de zorgstructuur versterkt. Signalen van Multi- problematiek worden vroegtijdig opgepakt. Waar mogelijk worden in ondersteunende begeleiding methoden van ‘eigen kracht’ ingezet bij kwetsbare groepen.
7. Awbz opnemen in de Wmo Regionale samenwerking
Een betere kwaliteit van maatschappelijke ondersteuning, schaalvoordelen (o.a. in de uitvoering) en kostenbesparing zijn motieven om de decentralisatie Awbz naar de Wmo in Twents verband te realiseren. Zorg- en welzijnsaanbieders, cliënt- en belangenorganisatie, verzekeraars en gemeenten bereiden deze operatie in diverse Twentse netwerken voor. Na het vaststellen van de wet door het parlement (verwacht in 2013 met invoeringsdatum 2014) volgt de bestuurlijke besluitvorming op lokaal niveau over de mate en intensiteit van de Twentse samenwerking en de lokale invulling.
8. Pijlers voor de maatschappelijke ondersteuning (Wmo en begeleiding Awbz) Cliëntondersteuning doelmatiger inrichten.
Er is sprake van een breed aanbod aan welzijns- en zorgondersteuning in een versnipperd landschap van aanbieders en maatschappelijke organisaties. De cliënt informatievoorziening is omvangrijk en ondoorzichtig. De gemeente heeft hierop beperkt sturing(andere 81
Wat gaan we doen?
Toelichting geldstromen en autonomie instellingen). We zetten in op digitale mogelijkheden, de informatie clusteren, een uniform toeleidingsmodel(regiemodel Awbz begeleiding), geluksgericht werken als professioneel kader in de uitvoering van de maatschappelijke ondersteuning, sociale kaart Twente doorontwikkelen. Het zijn regionale en stedelijke initiatieven met waar mogelijk prioriteit in de aandachtwijksen/buurten.
Verbeteren van dienstverlening aan kwetsbare
Samenhangend aanbod creëren en het aantal loketten
inwoners
reduceren op het gebied van activiteiten en begeleiding van kwetsbare inwoners. Samen met welzijnsinstellingen wordt gekeken hoe kwetsbare inwoners op een uniforme wijze tegemoet getreden kunnen worden. Ontwikkelen van integraal dienstverleningsmodel en vormen van één loket voor basisdienstverlening.
Ondersteunen mantelzorg
Mantelzorg gaat vóór de inzet van (dure) professionele hulp. Mantelzorg laat sociale verbanden langer in takt, de gever en ontvanger worden er gelukkiger van. We koesteren dit en gaan mantelzorg (en vrijwilligerswerk, zie hierna) ondersteunen en versterken door: -
vergroten van bekendheid;
-
meer ondersteuning zodat mantelzorger langer kan functioneren en inzet dure professionele zorg uitgesteld wordt;
-
Pilot uitvoeren op het snijvlak van mantelzorg en professionele hulp
Vrijwilligerswerk versterken
-Wij verbeteren de samenhang door vrijwilligersorganisatie binnen Scoop Welzijn zich verder te laten ontwikkelen tot een netwerkorganisatie. - Stimuleren dat mensen zonder (vrijwilligers)werk actieve bijdrage leveren aan de samenleving die past binnen hun mogelijkheden. Daarbij realiseren wij specifieke inzet van vrijwilligers. - vrijwilligerswerk meer lonend maken. Wij onderzoeken de voordelen voor vrijwilligers ten behoeve van de balans tussen hun inzet en de opbrengsten uit dit vrijwilligerswerk. -Wij ondersteunen en faciliteren vrijwilligers. Wij versterken de Vrijwilligerscentrale als vraagbaak voor vrijwilligers en organisaties. - Wij optimaliseren de makelaarsfunctie tussen vraag en aanbod. Extra aandacht vragen wij voor het werven van specifieke groepen vrijwilligers. - Via Scoop Welzijn willen we jongeren die nog geen 82
Wat gaan we doen?
Toelichting vrijwilligerswerk verrichten kansen bieden om door middel van maatschappelijke stages actief te worden in de eigen omgeving. Inzet is om alle leerlingen van het voortgezet onderwijs een maatschappelijke stage van 30 uren te laten volgen. Alle vrijwilligersorganisaties en non- profitorganisaties worden betrokken.
9. Voorbereiden transitie Jeugdzorg Regionale samenwerking
De omvangrijke stelselwijziging Jeugdzorg bereiden wij voor met de Twentse gemeenten. De conceptwettekst is eind 2012 voor consultatie ronde het land ingegaan. De verwachte invoeringsdatum is 1 januari 2015
Lokale voorbereiding
De provincie biedt de mogelijkheid om ervaringen op te doen met de taken die naar ons toekomen. Deze ervaringen zijn voeding voor inhoudelijke en organisatorische visies over Zorg voor Jeugd. De projecten kunnen een beeld geven van de gewenste werkwijzen, de financiering van zorg, inzicht in de risico’s en de de samenwerking met andere gemeenten. Wij maken gebruik van deze mogelijkheden.
Wat gaan anderen
Toelichting
Wie?
Extra inzet op
Andere partijen spannen zich in om beter te
Humanitas District Oost,
vroegsignalering
letten op schuldenproblemen in hun directe
Nutsbedrijven,
woon- en werkomgeving. Ze nemen zelf actie
Woningcorporaties,
om verdere problemen te voorkomen of deze te
Kerken, Banken,
beheersen samen met de betrokkenen.
Zorgorganisaties, Scoop
doen?
Welzijn Dienstverleningsmodel
Kernpartners van het dienstverleningsmodel
Scoop, de Klup, Stichting
nemen initiatief om het model op relevante
Informele Zorg Almelo,
onderdelen in de praktijk uit te werken. Het
MEE
hierbij met namen om de methodiek die wordt gebruikt voor de vraagverheldering en het daadwerkenlijk realiseren van een fysiek loket. Mee ontwikkelen van de
De transformatie van Jeugdzorg vraagt een
MEE, Scoop, Amw,
transformatie Jeugdzorg
enorme verandering in het denken en doen van
Jarabee, Bjzo, Halt,
zowel gezinnen als van professionals. In dit
Samenwerkingsverbanden
proces spelen de professionals een cruciale rol.
PO en VO,
Door participatie in projecten gericht op regie bij de cliënt en vergroten van zelfredzaamheid spelen zij een actieve rol in de transformatie van onderdelen van de jeugdzorg. Professionele vangnet
Bij de ondersteunende begeleiding in de
Humanitas Onder dak en
verbinden met
maatschappelijke opvang wordt, waar mogelijk
het maatjesproject van
83
Wat gaan anderen
Toelichting
Wie?
de inzet van het maatjesproject VOC de Tandem
Humanitas Ditrict oost
doen? vrijwilligersorganisaties
sterker betrokken. Uitwerken/verfijnen van
Vanuit de betrokken partners bij het Convenant
Maatschappelijk werk
een sociale netwerk-
Coordinatie van Zorg, Armoedeaanpak en
i.s.m.stagiaires van
kaart van de
Veiligheid wordt een sociale netwerk-kaart op
Saxion Hogeschool en
zorgstructuur voor
het niveau van de hulpverlening uitgewerkt,
MEE Twente.
Multi-problematiek
zodat professionals elkaar sneller en direct kunnen vinden. Deze netwerkkaart wordt afgestemd met de Sociale kaart, welke door MEE Twente reeds is ontwikkeld.
Ontwikkelen van
Partijen onderzoeken gezamenlijk hoe zij kunnen
Stadsbank en Algemeen
creatieve
komen tot een adequate mix/inzet van
Maatschappelijk werk en
maatwerkmethoden van
deskundigheid van professionals en vrijwilligers
de kerken.
begeleiding
in de begeleiding en ondersteuning van inwoners met meervoudige problematiek.
Intensiveren van de
Buurtzorg en de kerken gaan in gesprek teneinde
Buurtzorg en
“maatjes-aanpak”
elkaar te versterken in methoden, gericht op het
Elisaparochie
“optrekken” met (kwetsbare) mensen. Indicatoren
Bron
Huidige waarde
Streefwaarden
2011
Wordt na overleg met de Raad, o.b.v. de Sociale Thermometer ingevuld
Gebruik minimaregelingen
a. VMP
3600 volwassenen
b. Jeugdfonds c. Naturaregeling d. Sociale medische indicatie kinderopvang (gemiddelde duur) Gebruik individuele
Gemeente
Vervoerkosten 18 Vervoerspas 6.137
voorzieningen WMO
Scootmobiel 879 Aangepaste fietsen 120 Elektrische fietsen 246 Rolstoel elektrisch 65 Rolstoel handbewogen 885 Zorg in natura HH1 1.492 Zorg in natura HH2 555 PGB HH1 739 PGB HH2 76 Feitelijke bezettingsgraad in de
Humanitas
95%
24-uursopvang gebaseerd op 20 84
Indicatoren
Bron
Huidige waarde
Streefwaarden
2011
Wordt na overleg met de Raad, o.b.v. de Sociale Thermometer ingevuld
plaatsen / twee crisisplaatsen Feitelijke bezettingsgraad in de
Humanitas
--
Gemiddelde toegestane
Gemeente/
9 maanden
verblijfsduur maatschappelijke
Humanitas
nachtopvang, gebaseerd op 5 tot 7 opvangbedden
opvang Feitelijke doorstroming
Humanitas
5 maanden
maatschappelijke opvang (% mensen dat doorstroomt van straat naar begeleid of zelfstandig wonen) Ambulante verslavingzorg:
Tactus
412
Tactus
--
Aantal clienten dat jaarlijks een
Tactus, Humanitas,
--
bemoeizorgtraject doorloopt of
Dimence GGZ en
ambulante begeleiding ontvangt,
Maatschappelijke
gericht op het voorkomen van
werk
aantal cliënten dat jaarlijks feitelijk behandeld wordt Ambulante verslavingszorg: Aantal clienten dat jaarlijks de inloop/dagopvang bezoekt
huisuitzetting Het percentage deelnemers dat
Management-
binnen drie jaar een
informatie
86%
schuldhulpverleningstraject succesvol heeft afgerond Het percentage mensen dat na
Management-
een succesvol
informatie
19%
schulpverleningstraject weer schuldhulpverlening nodig heeft Cumulatie gebruik regelingen
Armoedemonitor
85
Integratie Bijna 25% van onze inwoners is “allochtoon”, wat wil zeggen dat hij/ zij zelf of één van beide ouders in het buitenland is geboren. Wij willen stimuleren dat mensen vanuit verschillende culturen allemaal goed samen kunnen wonen en werken. Als gemeente kunnen we dat niet alleen. Echte integratie vindt plaats door persoonlijke contacten in de straten, in de scholen, in de bedrijven en in de verenigingen, wanneer mensen elkaar leren kennen en proberen met elkaars verschillen rekening te houden en valt met dit uitgangspunt dan ook onder alle maatschappelijke opdrachten. Samen met de stad is via een interactief proces (KleurRijk Almelo) een nieuw visie op integratie opgesteld. De raad heeft de visie in 2011 vastgesteld. Wat willen we bereiken? Bevorderen van gemengde participatie en wederzijds begrip Wat gaan we doen?
Toelichting
Bevorderen van gemengde participatie en wederzijds begrip Tegengaan van discriminatie
Uitvoeren van de Wet gemeentelijke Antidiscriminatie en preventieve activiteiten.
Bevorderen van gemengde participatie en positieve wederzijdse beeldvorming in de stad.
Wij bevorderen gemengde participatie en deelname aan activiteiten vanuit diverse culturen. Wij stimuleren dat alle voorzieningen in de gemeente intercultureel toegankelijk zijn. Verder stimuleren wij de bewustwording bij scholen, bedrijven en besturen van (vrijwilligers-) organisaties dat ze een afspiegeling zouden moeten zijn van onze kleurrijke samenleving. We bevorderen kennisuitwisseling en samenwerking.
86
Moties en amendementen sociale agenda Besluittekst Amendement 37A – Niet korten op
Hoe wordt hier invulling aan gegeven? Doorgevoerd
langdurigheidstoeslag Besluit het besluit 63 niet te steunen, zodat de korting op de langdurigheidstoeslag geen doorgang zal vinden. Amendement 33B – Almelo Sociaal
Doorgevoerd
Het besluit 67 niet uit te voeren en Almelo Sociaal te vrijwaren van de opgelegde besparing Amendement 34B – Leerplichtambtenaar
Voorstel wordt op dit moment uitgewerkt.
Punt 66 leerplichtambtenaar te schrappen en te vervangen door: -
De taakstelling, 0,01 miljoen, op de leerplichtambtenaar als richtinggevend te beschouwen
-
Over de concrete invulling in overleg te treden met partners
Uiterlijk bij de begroting 2014 te besluiten over definitieve invulling Amendement 61 – Stadsdeelcoördinatie
Zie onderdeel Wijkgericht werken in programma
Punt 64b (methodiek Almelose Wijk Aanpak
Leefbaarheid en veiligheid.
beëindigen) van het raadsbesluit te schrappen Motie 58 – Subsidies
Vanaf 2013 is het mogelijk om vanuit een
Besluit het college te verzoeken om voor de
geautomatiseerd systeem de verstrekte subsidies in
begroting 2013 de raad een overzicht te doen
één overzicht uit te draaien. De raad wordt voor de
toekomen waarin de volgende gegevens zijn
begrotingsbehandeling in november, hierover
opgenomen:
geïnformeerd via een raadsbrief.
-
-
alle verstrekte subsidies, conform algemene subsidieverordening
Een overzicht van de op de verstrekte subsidies
gemeente Almelo 2005, van de jaren
toegepaste kortingen vanaf 2009 wordt
2009, 2010, 2011 e 2012
samengesteld en wordt voor de
welke kortingen op de verstrekte
begrotingsbehandeling via een raadsbrief aan de
subsidies hebben vanaf 2009
raad toegezonden.
plaatsgevonden of gaan plaatsvinden betreft de subsidiekorting een generieke korting of een korting op basis van een evaluatie
87
Wat mag het kosten De beantwoording van deze vraag vindt plaats door het presenteren van een aantal tabellen. Als eerste wordt een overzicht gepresenteerd waarbij de begroting 2013 wordt afgezet tegen de begroting 2012 en de jaarrekening 2011. Hierbij wordt opgemerkt dat de cijfers voor 2013 betrekking hebben op de structurele uitgaven terwijl de realisatie 2011 en de begroting 2012 ook incidentele mutaties verantwoord zijn. Als tweede wordt een overzicht gepresenteerd met structurele baten en lasten per product. Hierdoor ontstaat meer inzicht in de baten en lasten per product. Tevens is het meerjarig verloop van het te programma zien. Dit is op basis van bestaand beleid waarbij de meerjarige bezuinigingen zijn verwerkt. Ook is de voortgang van de bezuinigingen binnen dit programma opgenomen.
(bedragen x 1.000 euro)
Lasten Baten Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Storting Onttrekking Resultaat na bestemming
realisatie begroting begroting 2011 2012 2013 115.895 107.656 110.431 57.282 58.458 59.555 58.613 49.198 50.876 2.806 2.562
32 183
0 905
58.857
49.047
49.971
Lasten 2013
Baten 2013
Saldo 2013
45.612 6.790 18.612 11.483 380 13.973 45 7.670 5.867 110.431
33.499 5.876 17.107 543 276 1.575 2 315 362 59.555
12.113 914 1.504 10.940 104 12.398 43 7.355 5.505 50.876
12.113 914 1.504 11.361 104 12.198 43 7.355 5.325 50.917
12.113 914 1.504 11.782 104 12.198 43 7.355 5.325 51.338
12.113 914 1.504 12.203 104 12.198 43 7.355 5.325 51.759
0 0 0
900 5 905
-900 -5 -905
-900 -5 -905
-900 -5 -905
-900 -5 -905
110.431
60.460
49.971
50.012
50.433
50.854
Onderverdeling in producten Product (bedragen x 1.000 euro) B626 B628 B629 B638 B640 B642 B646 B648 B649 Saldo
sociale uitkeringsvoorzieningen werkgelegenheid sociale werkvoorziening lokaal onderwijsbeleid educatie Wmo, individuele voorzieningen mediabeleid volksgezondheid welzijn voor bestemming
B628 werkgelegenheid B629 sociale werkvoorziening mutaties reserves
Saldo meerjarenraming 2014 2015 2016
0
Saldo na bestemming
De cijfers zijn inclusief de structurele mutaties zoals opgenomen in de voorjaarsnota 2012, jaarschijf 2013 en de mutaties zoals toegelicht in hoofdstuk 2 van deze begroting 2013. Mutaties (bedragen x 1.000 euro)
Bedrag 2013
Reservering Soweco
1.500
Incidentele mutaties voor de jaarschijf 2013 in dit programma zijn. Deze mutaties zijn nog niet in bovenstaand overzicht opgenomen. 88
Mutaties (bedragen x 1.000 euro)
Bedrag 2013
Bezuiniging Scoop 2013
300
Storting bezuiniging Scoop in reserve takenanalyse
300
Onttrekking faseringsverlies bezuiniging Bibliotheek
55
Reservering investeringen sociale uitkeringen
1.100
Realiseren boekwinst aanbesteding Wmo
2.900
hulpmiddelen De bovenstaande onderverdeling in producten is inclusief de volgende bezuinigingen voor de jaarschijf 2013:
Bezuinigingen sociale agenda Bezuiniging 2013 Taken leerplicht ambtenaar
Bedrag 2013
Hoe wordt hier in 2013 invulling aan gegeven?
12.000
Deze bezuinigingsmaatregel is bij amendement
beperken tot wettelijk pakket
Voorjaarsnota 2012 34b gewijzigd in een taakstelling
(VJN 2012)
van 10.000 euro in 2013. Daarbij is aangegeven dat uiterlijk bij de begroting 2014 over definitieve invulling wordt besloten. Voorstel wordt uitgewerkt. * via amendement is bezuinigd geschrapt
Taakstelling lager
190.346
integratieuitkering WMO
Voor de realisatie van deze taakstellingen heeft het college bij besluit 2010/35570 kantel-en bezuinigingsmogelijkheden individuele voorzieningen WMO een aantal voorstel aangenomen. De taakstellingen 2011 en 2012 zijn al ingevuld. De taakstellingen 2013 en 2014 zullen op basis van de huidige ontwikkelingen ook gerealiseerd worden.
Taakstelling Scoop (VJN 2011)
300.000
Op grond van het overleg met de Stichting Scoop en de kinderopvangorganisatie de Cirkel wordt momenteel uitgegaan van een bezuinigingsmogelijkheid van 175.000 euro op het peuterspeelzaalwerk. Indien deze bezuiniging daadwerkelijk kan worden geëffectueerd stelt het college voor om de realisatie van de resterende 125.000 als volgt in te vullen. -
Vrijwilligers: 50.000 euro
-
Ouderenwerk: 60.000 euro
-
Kinderwerk: 15.000 euro
en vervolgens de maatschappelijke vraag (prestaties) 2013 daarop aan te passen. Het college is nog in gesprek met Scoop. Naar aanleiding van deze gesprekken kan de onderverdeling nog wijzigen. Het bedrag voor 2013 wordt gestort in
89
Bezuiniging 2013
Bedrag 2013
Hoe wordt hier in 2013 invulling aan gegeven? de reserve takenanalyse.
MAC gedeeltelijk financieren
75.000
Gerealiseerd
9.000
Gerealiseerd
50.000
Gerealiseerd
uit verdiencapaciteit van deelnemers (VJN 2011) Dweilprogramma (VJN 2012) Regeerakkoord sociale zekerheid (VJN 2012)
90
3.4 Leefbaarheid en veiligheid Openbare ruimte Beleidskader Nota Speelruimtebeleid 2008-2018 (2007/30220) Bomenbeleid (2008/11774) Nota Schone Stad (2008/31335) Nota Hondenbeleid (2009/25913) Verbreed Gemeentelijke Rioleringsplan 2011-2015 (2010/38242) Nota Gladheidsbestrijding (2011/15459) Bomenverordening (2011/30573) Wat willen we bereiken? Groen: -
De ontwikkeling en het behoud van een duurzaam, gezond en gevarieerd bomenbestand binnen de
-
Een evenwichtige verdeling van het aantal speelvoorzieningen in aantallen, in spreiding en in kwaliteit
gemeente Almelo. voor de verschillende leeftijdsgroepen. Grijs: -
Op de schoonheidsaspecten is de kwaliteit overwegend “basis” met in het stadshart en hoofdstructuur “hoog”. Voor de aspecten zwerfvuil, graffiti en hondenpoep is een kwaliteitsniveau “hoog” in de hele stad wenselijk. Voor de overige aspecten is een kwaliteitsniveau “basis” voldoende.
-
De gladheidsbestrijding is zoveel mogelijk in overeenstemming gebracht met de richtlijnen in de Leidraad Gladheidsbestrijding, maar vanwege de financiële consequenties is deze niet volledig overgenomen.
Blauw: -
Een duurzame inzameling en verwerking van afvalwater, hemelwater en overtollig grondwater en een duurzaam beheer van het gemeentelijk rioolstelsel.
Wat gaan we doen?
Toelichting
IBOR
Met IBOR wordt een integrale visie op het beheer van de openbare ruimte als geheel ontwikkeld en uitgewerkt in beheerinstrumenten. Aan de hand van de visie worden de basisniveaus vastgelegd, die gehanteerd worden bij het bepalen van de benodigde onderhoudsinspanningen, maar ook bij burgerparticipatie in de openbare ruimte. IBOR omvat tevens het ontwikkelen van beeldkwaliteitsbestekken en het via wijkschouwen samen met burgers en organisaties vastleggen en toetsen van de basisniveaus, op basis van fotoboeken waarin de kwaliteitsniveaus zijn vastgelegd. Wijzigingen in de kwaliteitsniveaus, bijvoorbeeld als gevolg van veranderde budgetten, kunnen aan de hand van de beelden goed inzichtelijk worden gemaakt. In dat kader is IBOR een voorwaarde om de ingeboekte bezuiniging op het onderhoud van het groen in de stad (Voorjaarsnota 2011) goed door te kunnen voeren. De visie en beleidsinstrumenten voor IBOR zijn in 2012 ontwikkeld. In 2013 worden deze geïmplementeerd, door o.a. invoering van een beeldbestek en training 91
Wat gaan we doen?
Toelichting van de medewerkers. Budget: 200.000 euro
Bewoners meer
Aan de hand van IBOR worden bewoners betrokken bij het schouwen van de
betrekken bij het beheer
openbare ruimte en het maken van keuzes over de inzet van middelen. In IBOR wordt ook aangegeven wat bewoners zelf kunnen doen in het beheer van de openbare ruimte, bijvoorbeeld participatie door adoptie.
Implementatie flora en
In 2012 is in samenwerking tussen 15 gemeenten beleid vastgesteld voor de
faunawetgeving
omgang met flora- en faunawetgeving, o.a. in de vorm van gedragscodes. In 2013 moet dit worden geïmplementeerd door o.a. opleiding van gemeentelijke medewerkers, samenwerking met natuurverenigingen en overleg met de RUD (handhavers). Budget: 25.000 euro
Samenwerking in de
In 2012 is de overeenkomst Waterwinst TAAK 2.0 tussen 14 gemeenten en het
afvalwaterketen
waterschap getekend, waarin is afgesproken te zoeken naar mogelijkheden om doelmatiger (samen) te werken in de afvalwaterketen. Dit moet leiden tot een kostenbesparing (beperking van de kostenstijging). In 2013 worden de ideeën verder uitgewerkt in maatregelen.
Maatregelen vGRP
Begin 2011 heeft de raad het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2011-2015 vastgesteld. Hierin staan vele maatregelen genoemd op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater. In 2013 gaan we onder andere bezig met baggeren, herstel van foute aansluitingen, onderzoeken en gebiedsgerichte plannen voor grondwateraandachtsgebieden, stimuleren van groene daken en het afronden van de maatregelen voor de waterhuishouding Kerkelanden. Budget: 5 miljoen euro (totale exploitatie vGRP)
Groot onderhoud en
Zoals ieder jaar wordt er een Integraal Groot Onderhoud en vervangingsPlan (IGOP)
vervanging
opgesteld. IGOP is een plan waarmee jaarlijks een programma voor groot onderhoud in de openbare ruimte wordt uitgevoerd. IGOP kent een proces waarin projectmatig wordt gewerkt. Dit proces is beschreven in een plan van aanpak en heeft een doorlooptijd van 4 jaar. Het IGOP proces is integraal. Dit houdt in dat bij het regisseren van het programma niet alleen rekening is gehouden met alle ‘interne’ fysieke beheerpunten in de openbare ruimte van de gemeente, maar ook met andere zoals woningbouwverenigingen, Cogas en het Waterschap. Afwegingen tussen meerdere belangen worden meerjarig vooruit geschakeld. Het proces activeert tot participatie met zowel fysieke stadsontwikkelingen alsmede economische, veiligheid en sociaal maatschappelijke belangen vanuit de gemeenschap. Budget: 3,5 miljoen euro
Versterking
Sinds enkele jaren wordt de Green Flag, een Brits kwaliteitskeurmerk voor parken,
groenstructuren
toegekend aan het Schelfhorstpark en het Goossenmaatpark. In 2012 is heeft ook het Beeklustpark een green flag ontvangen. In 2013 wordt ingezet op het behoud van deze 3 vlaggen. De stichting Almelo Parkstad spant zich actief in voor behoud en versterking van de belangrijke boomstructuren. Deze stichting heeft een adviserende rol, maar initieert ook uitvoeringsprojecten.
92
Indicatoren
Bron
Oordeel burger directe
www.waarstaatjege
woonomgeving
meente.nl
Oordeel burger
www.waarstaatjege
speelmogelijkheden
meente.nl
Oordeel burger wegen, paden en
www.waarstaatjege
pleinen
meente.nl
Oordeel burger onderhoud buurt
www.waarstaatjege
Huidige waarde
Streefwaarden
2010
2013
7,5
7,5
6,7
6,7
6,6
6,6
6,5
6,5
3 (2012)
3
meente.nl Green Flag (aantal)
93
Wijkgericht werken Missie Wij vragen inwoners, bedrijven en instellingen, maar ook buurten, wijken en dorpen om waar mogelijk zelf verantwoordelijkheid te nemen voor de ontwikkeling van stad en samenleving, waaronder de leefbaarheid van de eigen wijk. De eigen kracht van inwoners wordt aangesproken, de gemeente faciliteert en bekijkt waar zeggenschap van burgers over budgetten, zoals bij de wijkwaardebonnen, mogelijk is. Context en achtergronden Landelijke bevindingen In het afgelopen jaar zijn er diverse onderzoeken verschenen naar wijkgericht werken en wijkaanpak van het Rijk. Deze uitkomsten bieden aanknopingspunten voor beleid. De belangrijke aanbevelingen: -
breng samen met andere partijen focus aan, stel een gezamenlijke agenda op en stem activiteiten op elkaar af. Belangrijkste partners daarbij zijn de corporaties.
-
er is veel geïnvesteerd in de relatie met bewoners, o.a. door de inzet van stadsdeelcoördinatoren, stadsdeelbeheerders en wijkondersteuners. Nu is het tijd het wijkgericht werken onderdeel te laten worden van de hele organisatie, dwars door de afdelingen heen.
-
Laat taken zoveel mogelijk over aan bewoners zelf. Sluit aan bij belangen van bewoners, werk (nog) meer vraag gestuurd en lever maatwerk. Niet iedere wijk vraagt om hetzelfde.
-
Zet in op kwaliteit van medewerkers in de wijk: zij moeten bovenstaande aanbevelingen voor het voetlicht brengen bij bewoners en de samenwerking met bewoners en andere partners in de praktijk gestalte geven.
Almelose wijkaanpak: een nieuwe visie De gemeente Almelo werkt aan een nieuwe visie op het wijkgericht werken. Een andere rolopvatting van de gemeente, grote wijzigingen in de financieringsstromen en de Sociale Agenda 2020 vragen om een bijstelling van de huidige aanpak. In het voorjaar van 2012 heeft er tijdens een informatieve raadsbijeenkomst een gesprek plaatsgevonden met de raad over nieuwe kaders. Kern van het voorstel: -
Middelen gericht inzetten in gebieden waar maatschappelijke opgave het grootst is
-
Deze inzet koppelen aan de “Sociale Agenda 2020”; De betrokkenheid van bewoners bij directe woon- en leefomgeving zoveel mogelijk waarborgen binnen reguliere dienstverleningsprocessen. Hiervoor wordt een Klantcontactcentrum opgericht. - De keuzes voor wijken en de inzet van middelen gezamenlijk met de partners in de stad te bepalen; Bij de behandeling van de voorjaarsnota heeft de raad het voorstel tot bezuiniging op de wijkaanpak geamendeerd met als strekking: het goede van de Almelose Wijkaanpak zoveel mogelijk te behouden, niet alleen probleemgericht werken maar ook aandacht blijven besteden aan alle wijken. Dit amendement zal zoveel mogelijk worden verwerkt in de nieuwe visie die u nog moet vaststellen. Op basis van de Sociale Agenda 2020 zal de nadruk liggen op de meeste kwetsbare wijken, in overleg met de partners.
94
Corporaties en gemeente in gesprek over gebiedsgerichte aanpak Zowel in de Woonvisie 2020 als in de Sociale Agenda 2020 wordt gesproken over het uitwerken van gebiedsgerichte plannen van aanpak. Zowel de gemeente als de corporaties zien de uitwerking hiervan als een integraal proces, waarbij differentiatie in aanpak (per gebied, eindresultaat etc.) mogelijk moet zijn. Prioriteit ligt bij de herstructeringsgebieden en kwetsbare wijken. Gemeente en woningcorporaties hebben afgesproken inzet van middelen op elkaar af te stemmen en gericht in te zetten in de meeste kwetsbare wijken. In de Sociale Agenda 2020 worden deze focusgebieden genoemd. Uitgangspunt is dat wij de middelen inzetten waar het het meest nodig is en in samenhang met armoede- en sociaal beleid. Het gaat dan om de volgende gebieden: -
Sluitersveld
-
Ossenkoppelerhoek
-
Nieuwstraatkwartier
-
De Riet
-
Kerkelanden
Wat willen we bereiken? We willen de kloof tussen burger en bestuur verkleinen. Het gemeentebestuur wil op de hoogte zijn van wat er leeft in wijken en buurten en handhaaft daarom de vijf stadsdelen en het wijkwethouderschap. Wijken moeten aantrekkelijk zijn om in te wonen, te werken en te recreëren. We willen de betrokkenheid bij de buurt en de eigen verantwoordelijkheid stimuleren. Dit doen we samen met de betrokken partners in de wijk: bewoners en professionals Wat gaan we doen?
Toelichting
Wijkvisies / gebiedsagenda’s
In het kader van de Sociale Agenda inventariseren wij samen de corporaties waar wij in de benoemde focusgebieden in de komende twee jaar (20132014) onze inzet op richten en stemmen die op elkaar af. Het kan zowel gaan over investeringen als om activiteiten, inzet van mensen etc. Waar mogelijk wordt onderscheid aangebracht in buurtniveau. Naast deze inventarisatie is het belang om een proces te organiseren waarin andere partijen (organisatie, inwoners etc.) in de wijk ook hun bijdrage kunnen definiëren. Extra aandacht moet daarbij uitgaan naar het verbinden van werkgevers en het bedrijfsleven met de opgaven in de gebieden. Om dat proces op gang te krijgen spreken de partijen af samen wijkagenda’s en wijkvisies op te stellen. In het kader van uw (volksvertegenwoordigende)rol lijkt het ons goed dat u in dit proces ook een (actieve) rol neemt / krijgt.
Vervolg preventieplan Ossenkoppelerhoek
Wij geven een vervolg aan het preventieplan dat wij in de Ossenkoppelerhoek is uitgevoerd. Een concept wijkagenda is opgesteld en door een kerngroep van betrokken organisaties en bewoners zijn bestrijding 95
Wat gaan we doen?
Toelichting van armoede en het realiseren van een woonservicegebied als belangrijkste punten genoemd. Met een bredere groep benoemen wij verdere thema’s, verwerken wij de Sociale Agenda in een gebiedsgerichte aanpak en gaan wij na wat iedereen aan daar aan kan bijdragen.
Sluitersveld / Schelfhorst
In de Sluitersveld zijn wij samen met woningcorporatie St. Joseph, Scoop Welzijn en Jarabee Jeugdzorg begonnen met het ontwikkelen van een gebiedsgerichte aanpak van jeugdzorg / jongerenwerk. Verdere acties worden verbonden met de Sociale Agenda 2020 en moeten resultaten in een wijkagenda die duidelijk maakt hoe verschillende partijen een bijdrage kunnen leveren aan de specifieke vraagstukken die in dit gebied leven.
Wat gaan anderen
Toelichting
Wie?
Almelo Foundation is een initiatief van Beter Wonen.
Beter Wonen, St.
Het is een samenwerkingsverband gericht op sociale
Joseph, Scoop
stijging. Samen met de partners wil Beter Wonen
Welzijn, ROC van
activiteiten, projecten en programma’s gerelateerd
Twente, Heracles,
aan talentontwikkeling inzetten voor kanshebbers
GGD, Sportbedrijf en
maar ook voor kwetsbare groepen. Door
gemeente Almelo.
doen? Almelo Foundation
samenwerking ontstaat er krachtenbundeling. Projecten en activiteiten vallen onder de pijlers: sport en gezondheid; cultuur; en leren en werken. Over exacte vorm en inhoud moeten nog afspraken gemaakt worden. Wijkcircus
Te beginnen in de wijk de Riet/Nieuwland worden
Dimence, Scoop
activiteiten rondom het thema circus georganiseerd.
Welzijn, Gemeente
Doel is om sociale ontwikkeling bij kinderen te
Almelo,
motiveren via activiteiten, die zij als leuk en
Muziekschool
uitdagend ervaren. Door hieraan te werken worden
Twente, Jarabee en
kinderen meer bewust van de noodzaak van een
Loes infocentrum
startkwalificatie. Daarnaast wordt er gewerkt aan het stimuleren van zelfontplooiing en eigen verantwoordelijkheid van wijkbewoners, het versterken van de onderlinge banden tussen wijkbewoners, het verbinden van partijen in de wijk en talentontwikkeling.
96
Indicatoren
Bron
Huidige waarde
Streefwaarden
2011
Wordt met de Raad, o.b.v. de Sociale Thermometer
Oordeel over de ontwikkeling van
integrale
-5 procentpunt
de buurt;
veiligheidsmonitor
saldo vooruit minus achteruit gegaan (kan om zowel fysieke als sociale buurtaspecten gaan) % dat afgelopen jaar actief is
integrale
geweest om de eigen buurt te
veiligheidsmonitor
18%
verbeteren
97
ingevuld
Duurzaamheid Context en achtergronden Almelo wil een duurzame stad zijn voor haar burgers, een stad die aan onze huidige behoeften voldoet zonder de behoeften van toekomstige generaties hier of elders te beperken. Het gaat naast het verbeteren van de milieu- en leefkwaliteit ook om het waarborgen van economische, maatschappelijke en sociale belangen. Duurzame ontwikkeling is geen eindstation maar een doorlopend maatschappelijk integraal proces. De gemeente Almelo neemt hierin haar verantwoordelijkheid maar is voor het bereiken van een optimaal resultaat mede afhankelijk van externe partners. De gemeente Almelo stelt zich ten doel de randvoorwaarden voor een duurzame ontwikkeling te scheppen en initiatieven te ontwikkelen. Initiatieven vanuit de particuliere sector worden sterk aangemoedigd. In het najaar wordt het Duurzaamheidsplan 2013-2016 inclusief het Uitvoeringsplan 2013 ter besluitvorming aangeboden aan de gemeenteraad. In dit plan worden de lopende inspanningen en doelstellingen met betrekking tot Duurzaamheid voor de komende jaren opgenomen, bijvoorbeeld op het gebied van energiebesparing, afvalverwerking, luchtkwaliteit, duurzaam inkopen en innovatie. In de toekomst zal, gemeentebreed, bij alle nieuwe ontwikkelingen rekening gehouden worden met het thema duurzaamheid en zal een toetsing aan het Duurzaamheidsplan plaatsvinden. Beleidskader Actieplan Milieubeleid, (in voorbereiding) Duurzaamheidsplan 2013-2016 (inclusief Uitvoeringsplan 2013 en verder (doorkijk t/m 2016) Wat willen we bereiken -
Voortzetting van een actieve rol in klimaatbeleid, innovatie en duurzame ontwikkeling, samen met externe partners
-
Structurele en actieve informatie, communicatie, voorlichting en stimulering van samenwerking en participatie op het gebied van groen, milieu, en duurzaamheid, en het optimaliseren van de stedelijke veiligheid en de woon- en leefkwaliteit.
Wat gaan we o.a. doen
Toelichting
Uitvoering van deelprojecten in het
-
Aanbesteding koude winning Leemslagenplas
kader van Almelo Centrum voor
-
Opstellen Sustainable Energy Action Plan
Duurzaamheid en innovatie /
-
Opstellen kansenkaart riothermie en mogelijke kansen
-
Energie besparen 2.0
-
Energiescans bedrijven
duurzame energie
uitwerken.
Beleid ontwikkelen zonebeheer
Het opstellen van regels voor het beheer van de geluidsruimte op
geluid
bedrijventerreinen.
Evaluatie v/h geluidbeleid
Beoordeling en bestuurlijke advisering over de effectiviteit van het geluidbeleid en op basis hiervan mogelijk aanpassing van het beleid
Uitvoering geven aan de EU-richtltijn
Het opstellen van een Actieplan Omgevingslawaai voor de
Omgevingslawaai
aanpak van knelpunten. Bestuurlijke advisering hierover, mede in relatie tot eventuele benodigde extra middelen.
98
Wat gaan we o.a. doen
Toelichting
Saneren van de resterende A-lijst
Het saneren van 2-3 woningen.
woningen (ivm geluidoverlast) Actualiseren verkeersmilieukaart
Terugkerende periodieke actualisatie om de milieu- en gezondheidseffecten bij stedelijke ontwikkelingen adequaat te kunnen beoordelen
Vervanging resterende
De vervanging van plm. 20 containers.
blokcontainers door ondergrondse containers met controletoegang Beleid ontwikkelen voor
Het opstellen en bestuurlijk adviseren over efficiënt beheer van
gebiedsgericht grondwaterbeheer
complexe verontreinigingen in het diepere grondwater.
Mogelijke invoering 4-weekse
Evaluatie van de proef en op basis daarvan zo mogelijk invoering
afvalinzameling n.a.v. uitkomsten
van de 4-wekelijkse inzameling. Bestuurlijke advisering.
proef Actualiseren
Aanpassing van de Afvalstoffen-verordening op basis van
Afvalstoffenverordening
nieuwe inzichten en ontwikkelingen. Bestuurlijke advisering.
Regie op het gebruik van
Bestuurlijke advisering over een doelmatige benutting van
bodemenergie
bodemenergie door het voeren van de regie op bodemenergiesystemen.
Versterking communicatie m.b.t.
O.a. het opnemen van actuele en adequate informatie op de
risico’s en calamiteiten
gemeentelijke website.
Aanpassing bestemmingsplannen
Het verder verbeteren van de veiligheid van de woon- en
v.w.b. externe veiligheid (BEVI)
leefomgeving.
Actualiseren vergunningen LPG-
Het verder verbeteren van de veiligheid van de woon- en
tankstations
leefomgeving.
Indicatoren
Bron
Reductie op de CO2-uitstoot
Twente Milieu
Huidige waarde
Streefwaarden
9.5 miljoen kg (2012)
10 miljoen kg
(huishoudelijk afval)
(2013)
Duurzaam inkopen
Gemeente
Grootschalige duurzame energie
Gemeente en
opwekking in Almelo
externe partijen
99
75% (2011)
100 % (2015)
1% (2008)
5% (2015
Omgevingsvergunning en handhaving Visie Bij de uitvoering van onze VTH-taken: -
Focussen wij op risico’s
-
Handelen wij professioneel
-
Werken wij samen
-
En leggen wij de verantwoordelijkheden waar deze horen.
Context en achtergronden Vergunningverlening, toezicht en handhaving in de fysieke leefomgeving draait om het beheersbaar maken van risico’s. Risico’s zijn een functie van de kans dat een bepaald ongewenst effect optreedt en de schade die dat voor betrokkenen en de samenleving tot gevolg kan hebben. We denken dan niet alleen aan veiligheidsrisico’s voor mensen die wonen en leven in de fysieke leefomgeving, maar ook aan gezondheidsrisico’s, risico’s voor het milieu en imagoschade voor de stad en de overheid. Om de risico’s beheersbaar te maken stelt de zowel wetgever als de gemeente regels met normen op. Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) zijn daarbij middelen om te bevorderen dat betrokkenen zich ook aan die regels houden. VTH is er met andere woorden op gericht om normconform gedrag af te dwingen en/of te waarborgen. Beleidskader VTH-visie 2012-2015 is door de Gemeenteraad op 3 juli 2012 is vastgesteld. Wat willen we bereiken Vergunningverlening, toezicht en handhaving: -
We laten meer over aan burgers en bedrijven en minder aan de overheid
-
We focussen op risicobeheersing
-
We hebben vertrouwen in de samenleving
-
We verkiezen preventie boven repressie
-
We richten ons op doelen in plaats van middelen
-
We beperken de overlast voor burgers en bedrijven tot een minimum
-
We beschikken over de juiste kennis en deskundigheid en werken hiervoor samen met onze ketenpartners.
Monumentenzorg en archeologie: -
Zorgen voor behoud van het erfgoed
-
Inbedding monumentenzorg en archeologiebeleid in ruimtelijke ordeningsprocessen
Welstand: Beschermen van de ruimtelijke kwaliteit Wat gaan we doen?
Toelichting
Uitvoering reguliere
Jaarlijks op te stellen en bestuurlijk vast te stellen programma voor
taken conform
vergunningverlening, toezicht en handhaving waarin de uit te voeren
programma 2013
reguliere taken worden gepland. De prioriteiten en doelstellingen worden
100
Wat gaan we doen?
Toelichting benoemd, met de benodigde uren en verwachte aantallen (vergunningen, meldingen, controles, etc.). In het kader van de Regionale Uitvoeringsdienst (ook RUD genoemd) wordt in 2013 onderscheid gemaakt tussen lokale taken en bovenlokale taken. Aan het einde van het jaar wordt geëvalueerd of het vastgestelde programma is uitgevoerd door middel van een jaarverslag.
Uitvoeren bovenlokale
Vanaf 1 januari 2013 worden de milieutaken met betrekking tot
taken milieu in
vergunningverlening, toezicht en handhaving en aan de
Regionale
Omgevingsvergunning gerelateerde milieuspecialistische taken (oa. geluid,
uitvoeringsdienst
bodem) uitgevoerd in de Regionale uitvoeringsdienst in de zogenaamde
Twente
Netwerk-vorm. De bovenlokale taken, zoals opgenomen in het lokaal opgestelde uitvoeringsprogramma, zullen via de informatie-, coördinatie en sturingseenheid van de Regionale uitvoeringsdienst worden uitgevoerd. Milieutaken waarbij Almelo zelfstandig kan voldoen aan de landelijke kwaliteitscriteria, kunnen worden uitgevoerd in Almelo (ca. 80%). Taken waarbij Almelo niet kan voldoen aan de kwaliteitscriteria (ca. 20%) zullen vanaf 1 januari 2013 worden uitgevoerd door andere gemeenten in de Regionale uitvoeringsdienst of in zogenaamde Kennispunten die zijn gehuisvest bij diverse gemeenten en provincie. Deze bevatten een concentratie van specialistische kennis, waarop de gehele Regionale uitvoeringsdienst een beroep kan doen. In 2013 zal de Netwerk-vorm van Regionale uitvoeringsdienst zich moeten bewijzen, waarbij de terugvaloptie een “fysieke” RUD is. Indien dit zich aandient, zal in organisatorisch en financieel opzicht een nieuwe situatie ontstaan.
Laten uitvoeren
Voor vergunningverlening, toezicht en handhaving met betrekking tot
gespecialiseerde taken
chemische bedrijven en bedrijven met een verhoogd risico op zware
met betrekking tot
ongevallen, worden landelijk 6 gespecialiseerde Regionale uitvoeringsdiensten
risico's op zware
ingericht, die deze taken vanaf 1 januari 2013 gaan uitvoeren. Voor
ongevallen door
Overijssel en Gelderland is deze gehuisvest in Nijmegen (in Almelo gaat dit
gespecialiseerde
om 2 bedrijven). Een deel van deze taken wordt nu voor ons door de
Regionale
provincie uitgevoerd. Een ander deel wordt nu nog lokaal uitgevoerd. Straks
uitvoeringsdienst
worden alle taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en
Nijmegen
handhaving van het omgevingsrecht uitgevoerd door deze gespecialiseerde dienst.
Voorbereiden op
De bevoegdheid voor vergunningverlening, toezicht en handhaving bij een
decentralisatie
groot deel van de provinciale inrichtingen wordt per 1 januari 2014
bevoegdheden bij
grotendeels gedecentraliseerd. De noodzakelijke wijziging van het wettelijke
provinciale inrichtingen
kader zal in 2013 procedure worden gebracht. Qua uitvoering hoeft er niet
per 2014
zo veel te veranderen. De medewerkers van de provincie die de expertise hebben om deze taken nu uitvoeren, zullen deze in 2014 ook voor ons kunnen uitvoeren in de netwerkconstructie. Alleen in financieel opzicht zal er een verschuiving moeten plaatsvinden, aangezien de kosten voor vergunningverlening, toezicht en handhaving vanaf 2014 wel voor rekening van de gemeente als bevoegd gezag. In 2013 wordt de plannen en processen aangepast om vanaf 1 januari 2014 deze extra taken te kunnen verrichten. 101
Wat gaan we doen?
Toelichting
Afronden digitale
Het project digitaal werken Omgevingsvergunningverlening is in het voorjaar
praktijk
van 2012 gestart. Het project is nu volop in uitvoering. Er is een actieve
Omgevingsvergunning
samenloop met het project Slimmer Werken en beoogde aanpassingen in de i-architectuur. Er wordt onderzocht of vergunningen kunnen worden afgehandeld in een ander systeem. Dit project zal doorlopen in 2013. Aangezien toezicht en handhaving volgt op vergunningverlening, wordt dit onderdeel gestart in september 2012 en aansluitend op het project digitaal werken Omgevingsvergunningverlening. Ook dit onderdeel wordt betrokken bij het project Slimmer Werken en zal afgerond worden in 2013.
Versterken
In lijn met de door de raad vastgestelde visie op de kwaliteitsborging van
kwaliteitsborging
vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH-visie) wordt in 2013 voor zowel vergunningverlening, als toezicht en handhaving een benchmark uitgevoerd.
Indicatoren
Bron
Huidige waarde
Streefwaarden
Uitvoering regulieren taken
Jaarlijks vast te
Evaluatie uitvoering
conform VTH-programma 2013
stellen VTH-
VTH programma in
programma en VTH-
VTH-jaarverslag
jaarverslag Klanttevredenheid aanvraag
Klanttevredenheidson
Rapportcijfer nog
Geen verslechtering
omgevingsvergunning
derzoek onder
te bepalen door 0-
ten opzichte van
aanvragers van een
meting
2012
omgevingsvergunning Tijdige behandeling
Cognos (interne
94% binnen
98% binnen de
vergunningaanvragen:
applicatie voor
wettelijke termijn
wettelijke termijn
doorlooptijd behandeling aanvraag
managementinformati
(2011)
(2013)
omgevingsvergunning waarvoor
e mbt VTH) Groen (2012)
Groen (2013)
een wettelijke termijn geldt Extern oordeel over de
Uitgevoerd door
beleidscyclus van de Wabo in het
gedeputeerde staten
kader van interbestuurlijk toezicht
van Overijssel
(groen, oranje en rood)
102
Veiligheid Beleidskader Eind dit jaar zal de raad spreken over het integraal veiligheidsbeleid 2013-2016. Dit beleid is de input voor dit programmaonderdeel voor de jaarschijf 2013. In afwachten van besluitvorming worden hier alvast de eerste contouren van het integraal veiligheidsbeleid weergegeven. Proces Centraal bij de regierol van de gemeente in het integrale veiligheidsbeleid staat de vraag hoe het planningsproces zo kan worden ingericht dat het plan uitvoerbaar is en tegelijkertijd wordt gedragen door de verschillende partners. Om dat te bereiken, worden de volgende uitgangspunten centraal gesteld. 1. Een goede analyse van de problematiek vooraf. Wat precies het veiligheidsprobleem is, is een makkelijk te stellen vraag maar vaak moeilijk te beantwoorden. Daarom moet vanuit de verschillende informatieposities een scan worden gemaakt van de problematiek op diverse veiligheidsthema’s (zowel objectief als subjectief), om zo een onderbouwde keuze te kunnen maken. 2. De opgave zo concreet mogelijk. Het is cruciaal dat een opgave zo concreet mogelijk wordt geformuleerd, omdat er anders onvoldoende richting vanuit gaat. Er wordt geen jeugd aangepakt (te brede insteek), maar je richt je inspanningen op b.v. de aanpak van jeugdige veelplegers. 3. Kiezen moet, een basisniveau van veiligheid blijft. Alleen door duidelijk te kiezen en dus ook zaken niet of minder te doen, kunnen resultaten op geprioriteerde thema’s worden bereikt. Er blijft echter altijd een basisniveau van veiligheid gegarandeerd en dus ook een basisniveau van inspanningen. Het kiezen voor b.v. jeugdige veelplegers betekent niet dat er geen toezicht meer plaatsvindt tijdens horeca-avonden door de politie. Het gaat bij het kiezen vooral over de extra inspanningen van de betrokken partijen. 4. Het plan geeft richting aan inzet van capaciteit/middelen. Integraal betekent dat het consequenties voor iedere betrokken organisatie moet hebben. Op het moment dat voor bijvoorbeeld de aanpak van loverboys wordt gekozen, dan moet bij het wegen van zaken hieraan ook voorrang worden gegeven. Kiezen vraagt om consequenties voor alle partijen. 5. Actualiteit centraal en dynamische sturing op voortgang. De gekozen prioriteiten zijn niet voor langere tijd (vier jaar) in beton gegoten, maar er moet ingespeeld kunnen worden op de actualiteit. Hiervoor moet met partijen een goede informatiepositie worden gecreëerd om goed zicht te houden op de geprioriteerde thema’s en tegelijkertijd de vinger aan de pols houden ten aanzien van het algemeen veiligheidsbeeld. Zo kan tijdig worden bijgestuurd indien ongewenste ontwikkelingen zich voordoen. De planning is als volgt. -
Januari 2012 – mei 2012: analyse veldwerk, onderzoek en statistiek
-
Juni 2012 – september 2012: rondetafelgesprekken partners 103
-
Bevindingen voorleggen tijdens informatieve raadsbijeenkomst
-
September 2012 – december 2012: regionale afstemming en vaststellen
-
Integraal veiligheidsplan 2013-2016.
Kaders en onderwerpen Veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving thema 1.1: sociale kwaliteit De sociale kwaliteit kan onder druk komen te staan door verschijnselen als woonoverlast, burengerucht, drank- en drugsoverlast, overlast van prostitutie en overlast van zwervers. thema 1.2: fysieke kwaliteit Inbreuk op de fysieke kwaliteit maken onder meer vernielingen, graffiti, zwerfvuil en andere tekenen van verloedering. thema 1.3: objectieve veiligheid Bij dit thema gaat om de diverse, veelvoorkomende vormen van criminaliteit in de buurt, wijk, gemeente. Soorten criminaliteit die in elk geval bepalend zijn, zijn woninginbraak, voertuigcriminaliteit en geweldscriminaliteit (waaronder huiselijk geweld). thema 1.4: subjectieve veiligheid Hier gaat het enerzijds om het ‘algemene veiligheidsgevoel’ van bewoners en anderzijds om het veiligheidsgevoel van bewoners op bepaalde plekken binnen de gemeente (station, winkelgebied, uitgaansgebied, e.d.). Toelichting. De bedoeling is om voor dit thema een stevige impuls te geven aan het wijkveiligheidsbeleid. Noodzakelijk daarvoor zijn actuele buurtcijfers leefbaarheid en veiligheid. Daarin moet worden geïnvesteerd. Gegevens van politie en gemeente laten zien hoe de Almelose buurten zich ontwikkelen. Wat hebben we nu een wijkfunctionarissenoverleg (WFO). Hierin zit grijs, groen en blauw. Waar we naar toe willen is een duidelijk programma en agenda voor de wijk. Met een duidelijke, centrale positie van het WFO. Leidend hierin zijn verschillende bronnen: -
de integrale veiligheidsmonitor
-
de wijkscans/buurtthermometer
-
de politiecijfers
-
de actualiteit
Periodiek is er een check op de resultaten en effectiviteit van het programma. De instrumenten die het WFO tot zijn beschikking heeft. -
de bestaande organisaties, zoals wijkagent en jeugdagent
-
handhavende instrumenten
-
stadstoezicht
-
buurtbemiddeling)mediation (nieuw)
-
scoop
-
jeugdboa’s (nieuw)
-
milieucontroleurs (apv handhaving op ergernissen, e.d.)
104
-
veiligheidshuis
-
etc.
Veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid thema 2.1: Veilig winkelgebied Het gaat bijvoorbeeld om winkeldiefstal en zakkenrollerij maar ook om jongerenoverlast, vernielingen, fietsen en bromfietsen in voetgangersgebied en de mate van brandveiligheid van de gebouwen. Daarnaast kunnen zwerfvuil en andere tekenen van verloedering tot subjectieve onveiligheid leiden. thema 2.2: Veilige bedrijventerreinen Onveiligheid op bedrijventerreinen kent zowel sociale als fysieke aspecten: bedrijfsinbraak, diefstal en vernieling aan de ene kant en aan de andere kant inrichting en onderhoud van de terreinen, verkeersveiligheid en tevens randveiligheid (NB: ‘externe veiligheid’ ofwel veiligheid rond inrichtingen waarin gevaarlijke stoffen worden opgeslagen en/of bewerkt, is onderdeel van veiligheidsveld 4: Fysieke veiligheid). thema 2.3: Veilig uitgaan Er kunnen zich specifieke veiligheidsproblemen juist rond uitgaansvoorzieningen voordoen, zoals geweldpleging, overlast en vernielingen. thema 2.4: Veilige evenementen Evenementen, zeker de grootschalige, kunnen behoorlijke veiligheidsrisico’s opleveren. Het is aan de organisator voorwaarden voor de veiligheid te realiseren, en aan de gemeenten om de juiste voorwaarden te stellen en die te handhaven. De risico’s betreffen met name geweldpleging, overlast, vernieling en brandgevaar. Bijzondere aandacht moet er voor de gemeente zijn voor crowd management. Cameratoezicht is daarbij een belangrijk instrument. Onder evenementen verstaan wij ook de voetbalorganisatie BVO Heracles. Veiligheidsveld 3: jeugd en veiligheid thema 3.1: overlastgevende jeugd Dit thema heeft betrekking op de overlast van groepen jongeren. De groepen jongeren veroorzaken geluidsoverlast, kunnen intimiderend aanwezig zijn, laten zwerfvuil achter en plegen eventueel vernielingen en andere vormen van kleine criminaliteit plegen. Soms plegen ze ook zwaardere vormen van criminaliteit – het betreft dan zogenaamde ‘criminele jeugdgroepen’. thema 3.2: criminele jeugd/individuele probleemjongeren Hier staan de individuele probleemjongeren centraal. Het gaat daarbij vooral om de jongeren met meerdere antecedenten, eventueel zgn. veelplegers. Ze vormen de harde kern van jeugdgroepen en plegen verschillende vormen van (ernstige) criminaliteit. thema 3.3: jeugd, alcohol en drugs Verschijnselen die binnen dit thema vallen zijn onder meer hinderlijk gebruik van alcohol in de openbare ruimte en gebruik van drugs, waaronder het levensgevaarlijke GHB.
105
thema 3.4: veilig in en om de school Jeugd kan dader zijn en slachtoffer van onveiligheid thuis, in de buurt, bij het stappen maar ook op school. Mogelijke veiligheidsproblemen op en rond scholen zijn pesten, geweldpleging, diefstal, overlast (voor omwonenden), vernielingen en verkeersonveiligheid. Veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid thema 4.1: verkeersveiligheid Verkeersveiligheid heeft betrekking op de veiligheid van verkeer voor verkeersdeelnemers in het algemeen, voor specifieke doelgroepen en in bepaalde gebieden (woongebied, scholen, winkelgebied e.d.). Deze veiligheid wordt beïnvloed door fysieke factoren (infrastructuur) en het rijgedrag van verkeersdeelnemers. Onderscheiden kunnen worden objectieve verkeersveiligheid, subjectieve verkeersveiligheid en verkeers- en parkeeroverlast. thema 4.2: brandveiligheid Dit thema heeft enerzijds betrekking op de ontwerptechnische en gebruikstechnische brandveiligheid van bepaalde soorten gebouwen (zoals woongebouwen, gebouwen met horecabestemming, instellingen, andere bedrijven) en anderzijds op de voorwaarden voor effectieve repressie. Om de brandveiligheid te borgen ziet de brandweer toe op preventie en geeft zij voorlichting aan doelgroepen. Daarnaast prepareert de brandweer zich op de bestrijding (repressie) van branden. thema 4.3: externe veiligheid Bij dit thema staan de risico’s van gevaarlijke stoffen centraal. Gevaarlijke stoffen worden opgeslagen en/of bewerkt in inrichtingen en vervoerd via weg, water, spoor, lucht en buisleidingen. Te onderscheiden zijn het zgn. ‘groepsrisico’ (GR) en het ‘plaatsgebonden risico’ (PR). In beide gevallen gaat het om de zgn. ‘naarbuiten gerichte’ (ofwel externe) veiligheidsrisico’s van de gevaarlijke stoffen. thema 4.4: voorbereiding op rampenbestrijding. Bij dit thema staan mogelijke rampen en crises centraal waar gemeente en veiligheidspartners dienen zich toch terdege te prepareren op de eventuele ramp. De gemeente is daarbij verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gemeentelijke processen. Veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid thema 5.1: polarisatie en radicalisering Bij dit thema gaat het om groepen/stromingen in de samenleving die dermate zijn geradicaliseerd, dat zij een bedreiging vormen of kunnen gaan vormen voor de veiligheid. thema 5.2: georganiseerde criminaliteit, criminele personen, families, situaties. Bij dit thema gaat het om vormen van criminaliteit die zich manifesteren in binnensteden/op gemeentelijk grondgebied en die in bepaalde mate gebruik (misbruik) maken van gemeentelijke voorzieningen en beschikkingen (waaronder vergunningen en aanbestedingen). Sprake is van verweving van onder- en bovenwereld en vaak ook van ‘witwassen’. Misdaadbranches die het betreft zijn vooral drugshandel, vastgoedfraude en mensenhandel. Ook criminele elementen zoals personen, families, die zich bezig houden met duistere, malafide praktijken vallen hieronder. Bij de aanpak van dit thema wordt gebruik gemaakt van het RIEC (Regionaal informatie en expertisecentrum). In het RIEC participeren ondermeer de politie, gemeente, justitie, belastingdienst, sociale recherche.
106
Het RIEC ondersteunt de gemeente bij de strafrechtelijke en bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit. Het is een verbindende schakel bij samenwerking en informatie-uitwisseling in de keten. thema 5.3: ambtelijke en bestuurlijke integriteit Naast de hiervoor behandelde ‘externe integriteit’ (thema 5.1 en 5.2) is er de ‘interne integriteit’ ofwel de ambtelijke en bestuurlijke integriteit. Schending daarvan kan het gevolg zijn van belangenverstrengeling en daaruit voortvloeiend strafbaar handelen maar ook van ‘niet-intentionele’ verrommeling van procedures. In dit laatste geval ontstaat de integriteitschending min of meer ‘per ongeluk’. Integriteitschendingen kunnen de lokale veiligheid in gevaar brengen doordat daardoor bijvoorbeeld fysiek gevaarlijke situaties ontstaan of in stand blijven (vergunning voor onveilige gebouwen of bedrijfsvoering), criminele groepen extra bewegingsruimte kunnen krijgen (geen BIBOBprocedure toegepast) en er een moreel verloederend effect op groepen of personen binnen de lokale gemeenschap vanuit kan gaan (‘slecht voorbeeld doet slecht volgen’). Veiligheidsveld 6. (Acute) maatregelen, openbare orde en veiligheid. Inschakelen stadsadvocaat, veiligheidsmaatregelen jegens personen, m.b.t. situaties, omstandigheden die directe of adequate aanpak noodzakelijk maken, zoals crisismanagement, criminaliteitsbeheersing, evenementen-beveiliging/crowd control, safety cases, e.d. Belangrijke aspecten zijn hierbij: -
het voorkomen van onveiligheid door de oorzaken weg te nemen.
-
het treffen van maatregelen in een mogelijk onveilige situatie
-
de daadwerkelijke voorbereiding op potentiële aantasting van de veiligheid.
-
de daadwerkelijke bestrijding van onveiligheid en de hulpverlening in acute noodsituaties door de inzet van politie, brandweer en andere hulpverleningsdiensten.
-
alles wat nodig is om zo spoedig mogelijk terug te keren naar de normale verhoudingen. Er is hierbij aandacht voor de opvang en begeleiding van slachtoffers, en ook voor opsporing , vervolging, begeleiding van daders.
Veiligheidsveld 7. Toepassen van Bijzondere Wetten Nieuwe taken en verantwoordelijkheden (toezicht en handhaving) bij de uitvoering van de drank- en horecawet (taken van de voedsel- en waren autoriteit per 1-1-2013). Veiligheidsveld 8. Het Veiligheidshuis Gemeente, justitiepartners en zorg- en welzijninstellingen werken samen onder één dak. Het ontwikkelen van een integrale, probleemgeoriënteerde (persoon-, systeem-, groep-, gebiedsgerichte) aanpak van o.a. risicojongeren, veelplegers en huiselijk geweld. Een combinatie van strafrecht, zorg, toezicht en bestuursrechtelijke handhaving bij de aanpak van veiligheidsproblematiek. Het Veiligheidshuis als instrument om sturing te geven aan lokaal én regionaal veiligheidsbeleid Veiligheidsveld 9. Samenwerken in de veiligheidsregio om crisissituaties te voorkomen en te bestrijden Wet veiligheidsregio’s: bestuurlijke inbedding en de basisvereisten voor de organisatie van de hulpverleningsdiensten. Het samenwerken in de veiligheidsregio met hulpdiensten en crisispartners. Een effectieve voorbereiding op en bestrijding van crises en rampen. Het bovenregionaal samenwerken bij grensoverstijgende incidenten
107
Veiligheidsveld 10. Komst van de Nationale Politie. Versterking positie burgemeester: uitbreiding wettelijke bevoegdheden én verantwoordelijkheden. Opkomst gemeentelijk toezicht en handhaving in het veiligheidsdomein. Versterking van lokaal veiligheidsbeleid door regionale samenwerking. Totstandkoming Nationale Politie dwingt gemeenten tot meer samenwerking. Een regionale veiligheidsstrategie.
108
Moties en amendementen leefbaarheid en veiligheid Besluittekst
Hoe wordt hier invulling aan gegeven?
Amendement 2A – Onderhoud civieltechnische
Aan de hand van de huidige toestand is
kunstwerken
bepaald wanneer kunstwerken
Besluitpunt 89 van de besluittekst te schrappen en te
vervangen moeten worden of onderhoud
vervangen door:
nodig hebben. Bij voldoende middelen
Wat betreft de civieltechnische kunstwerken te prioriteren
kunnen deze maatregelen worden
en daarbij eerst te focussen op veiligheid om vervolgens te
uitgevoerd. Dit zal dus worden
focussen op financieel verantwoord onderhoud en
ingepland, waarbij in eerste instantie die
vervanging aan het eind van de economische levensduur en
kunstwerken worden opgepakt waar
hiervoor te bestemmen 0,27 miljoen euro incidenteel en
veiligheidsaspecten in het geding zijn of
structureel volgens de volgende raming:
komen.
x 1,0 miljoen euro
2013
2014
2015
2016
Ook de onderzoeken naar constructieve
e.v.
veiligheid van een aantal kunstwerken en kades worden in 2013 ingepland.
Nieuwe raming
0,08
0,5
0,7
1,6
Huidige raming
0,08
0,08
0,08
0,09
Aanvullende
-
0,42
0,62
1,51
dekking In beginsel de benodigde structurele aanvullende dekking vanaf 2014 ten laste van het structurele resultaat te brengen (zie pagina 141 van de Voorjaarsnota 2012). Amendement 3A – Wegenonderhoud
De budgetten voor wegenonderhoud
Besluit punt 90 van de besluittekst te schrappen en te
worden op peil gehouden. Dit betekent
vervangen door: De bezuiniging op het onderhoud van
dat het wegenonderhoud op het
wegen komt te vervallen en wordt in beginsel in 2013
bestaande niveau kan worden
incidenteel gedekt ten laste van het incidentele resultaat in
voortgezet.
2013 (zie pagina 140 van de Voorjaarsnota 2012) en vanaf 2014 structureel gedekt ten laste van het structurele resultaat vanaf 2014 (zie pagina 141 van de Voorjaarsnota 2012). Motie 28 – Wagenpark gemeente Almelo
Het onderzoek wordt uitgevoerd.
Draagt het college op:
Hierover wordt nog dit jaar
-
een onderzoek in te stellen naar het wagenpark, dat
gerapporteerd aan de raad.
gericht is op de functie, het gebruik en milieubelasting van de auto’s -
mogelijke besparingen aan te geven en
-
de resultaten hiervan ruim voor de behandeling van de begroting 2013 aan te bieden aan de raad
Amendement 29 – Leasecontract Galloways
Het leasecontract voor de
Besluit het voorstel betreffende voorjaarsnota 2012 (nr.
Gallowayrunderen wordt gecontinueerd.
1200210) onder het hoofdstuk leefbaarheid en veiligheid aan te passen door: bezuinigingspunt 92 te laten vervallen. Amendement 32B – Begraafplaatsen
Het zal lastig zijn de beoogde bezuiniging
Punt 91 van het raadsbesluit te schrappen en te vervangen
te realiseren. De gesprekken met de
109
Besluittekst
Hoe wordt hier invulling aan gegeven?
door: -
besturen van beide begraafplaatsen De taakstelling, 0,04 miljoen, op de
worden aangegaan om te bezien waar de
subsidieregeling voor de Joodse en RK
mogelijkheden liggen.
begraafplaats als richtinggevend te beschouwen -
Over de concrete invulling in overleg te treden met partners
-
Uiterlijk bij de begroting 2014 te besluiten over definitieve invulling
Wat mag het kosten De beantwoording van deze vraag vindt plaats door het presenteren van een aantal tabellen. Als eerste wordt een overzicht gepresenteerd waarbij de begroting 2013 wordt afgezet tegen de begroting 2012 en de jaarrekening 2011. Hierbij wordt opgemerkt dat de cijfers voor 2013 betrekking hebben op de structurele uitgaven terwijl de realisatie 2011 en de begroting 2012 ook incidentele mutaties verantwoord zijn. Als tweede wordt een overzicht gepresenteerd met structurele baten en lasten per product. Hierdoor ontstaat meer inzicht in de baten en lasten per product. Tevens is het meerjarig verloop van het te programma zien. Dit is op basis van bestaand beleid waarbij de meerjarige bezuinigingen zijn verwerkt. Ook is de voortgang van de bezuinigingen binnen dit programma opgenomen.
(bedragen x 1.000 euro)
realisatie begroting begroting 2011 2012 2013
Lasten Baten Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Storting Onttrekking
45.788 21.077 24.711
43.264 20.464 22.800
44.782 20.704 24.078
3.821 5.411
1.879 2.202
1.708 1.092
Resultaat na bestemming
23.121
22.477
24.694
Lasten 2013
Baten 2013
Saldo 2013
2.203 472 6.397 7.272 4.724 655 2.767 9.851 6.392 4.048 44.782
2.203 477 247 6.986 4 370 115 9.607 101 593 20.704
0 -6 6.150 286 4.720 285 2.652 244 6.291 3.455 24.078
0 -6 6.671 266 4.720 249 2.652 164 6.291 3.161 24.169
0 -6 6.871 266 4.720 249 2.652 164 6.291 3.231 24.439
0 -6 7.761 266 4.720 249 2.652 164 6.291 3.231 25.329
1.365 0 292
429 286 100
936 -286 192
936 -286 192
936 -286 192
936 -286 192
Onderverdeling in producten Product (bedragen x 1.000 euro) B608 B609 B610 B612 B613 B614 B619 B620 B637 B647 Saldo
omgevingsvergunning grondbank wegen, straten en pleinen rioolstelsel openbaar groen begraafplaats milieu afvalinzamelen integrale veiligheidszorg cultuur- / welzijnaccommodaties voor bestemming
mutaties reserves B610 wegen, straten en pleinen B612 rioolstelsel B619 milieu
110
Saldo meerjarenraming 2014 2015 2016
Onderverdeling in producten Product (bedragen x 1.000 euro)
Lasten 2013
Baten 2013
Saldo 2013
B620 afvalinzamelen B637 integrale veiligheidszorg mutaties reserves
33 18 1.708
277 0 1.092
-244 18 616
-244 18 616
-244 18 616
-244 18 616
46.490
21.796
24.694
24.785
25.055
25.945
Saldo na bestemming
Saldo meerjarenraming 2014 2015 2016
De cijfers zijn inclusief de structurele mutaties zoals opgenomen in de voorjaarsnota 2012, jaarschijf 2013 en de mutaties zoals toegelicht in hoofdstuk 2 van deze begroting 2013. Mutaties (bedragen x 1.000 euro)
Bedrag 2013
Veiligheidsregio
300
Civieltechnische kunstwerken
80
FLO brandweer personeel
80
Incidentele mutaties voor de jaarschijf 2013 in dit programma zijn. Deze mutaties zijn nog niet in bovenstaand overzicht opgenomen. Mutaties (bedragen x 1.000 euro)
Bedrag 2013
Reservering Burgemeester Schneiderssingel
1.500
Civieltechnische kunstwerken
270
Opvangen bezuiniging onderhoud wegen
121
Verlagen inkomsten omgevingsvergunning
600
Faseringsverlies bezuiniging groen onttrekken uit reserve takenanalyse
150
De bovenstaande onderverdeling in producten is inclusief de volgende bezuinigingen voor de jaarschijf 2013:
Bezuinigingen leefbaarheid en veiligheid Bezuiniging 2013
Bedrag
Hoe wordt hier in 2013 invulling aan gegeven?
2013 Verlagen onderhoudsniveau
352.000
openbaar groen (VJN 2011)
Er is besloten vanwege de invoering van IBOR dit bedrag in 2013 deels te realiseren (50%) en per 2014 volledig. Dekking restbedrag 2013 t.l.v. de reserve takenanalyse. Met IBOR worden niveaus voor het onderhoud van de openbare ruimte vastgelegd, onder andere voor het groen. Er wordt een niveau bepaald waarmee de beoogde structurele bezuiniging wordt behaald.
Stoppen met niet wettelijk
15.000
De aanpak van boomziekten wordt stopgezet, voorzover
verplichte bestrijding
deze niet wettelijk verplicht zijn, met uitzondering van de
boomziekten (VJN 2011)
bestrijding van de eikenprocessierups.
Halveren subsidie
27.500
Met de exploitant van de kinderboerderij wordt een 111
Bezuiniging 2013
Bedrag
Hoe wordt hier in 2013 invulling aan gegeven?
2013 kinderboerderij (VJN 2011)
nieuwe overeenkomst afgesloten, waarin de verlaagde bijdrage van de gemeente is vastgelegd. Om dit op te vangen, wordt de dienstverlening door de kinderboerderij verlaagd. Er wordt fors gesneden in kosten en het dierenbestand wordt verkleind. Voor bezoekers zal de bezuiniging vooral te merken zijn in beperking van de openingstijden in de weekeinden.
Efficiënter werken en
10.000
samenwerken met
Het beheer van het stedelijk water wordt per 2014 overgedragen aan het waterschap.
buurgemeenten en waterschap (VJN 2011) Minder ad hoc
50.000
Met behulp van Melddesk wordt het verhelpen van
serviceverlening meldingen
meldingen anders ingepland. Dit betekent wel dat de
openbare ruimten (VJN 2011)
afhandeling van meldingen langer gaat duren.
Organisatorische maatregelen
12.000
Gerealiseerd
50.000
Deze bezuinigingsmaatregel zal worden ingevuld door het
treffen bij de brandweer (VJN 2011) Wijkkranten (VJN 2012)
beëindigen van het uitbrengen van fysieke wijkkranten en te vervangen daar digitale exemplaren. Daar waar een fysieke wijkkrant nog gewenst is zullen de kosten ten laste van de bestaande stadsdeelbudgetten moeten komen. Wijkondersteuning (VJN 2012)
124.000
Deze maatregel zal voor wat betreft de jaarschijf 2013 worden gerealiseerd door een vermindering van de subsidie aan de Stichting Scoop voor de maatschappelijke vraag wijkondersteuning. De formatie wijkondersteuning zal bij de stichting Scoop worden verminderd met 2 x 0,8 fte.
112
4
Algemene dekkingsmiddelen
Inleiding In deze paragraaf wordt ingegaan op de middelen die vrij besteedbaar zijn. Het betreft vooral de OZB en de uitkeringen uit het gemeentefonds. Deze middelen kennen in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht of de afvalstoffenheffing geen vooraf bepaald bestedingsdoel. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de algemene dekkingsmiddelen. Algemene
Realisatie
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
dekkingsmiddelen
2011
2012
2013
2014
2015
2016
(bedragen x 1.000 euro) lokale heffingen OZB
13.663
14.491
15.681
16.545
17.415
17.585
88.927
85.659
86.219
88.600
86.820
89.504
dividenden
5.616
3.067
2.872
2.872
2.872
2.176
saldo financieringsfunctie
3.241
900
700
700
700
700
501
852
866
866
866
866
15.588
2.090
2.556
2.506
2.456
2.406
127.538
107.060
108.896
112.091
111.131
113.237
gemeentefonds algemene uitkering
overige belastingen
overige eigen middelen
Totaal
Onroerende Zaak Belasting (OZB) Conform het prijsindexcijfer van het CBS zijn de OZB-tarieven, naast de besluiten bij de voorjaarsnota 2011 en 2012, voor het jaar 2013 verhoogt met 2,0%. Voor een nadere toelichting op de onroerend zaak belasting wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen. Algemene uitkering: algemeen De in de begroting 2013 opgenomen raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de junicirculaire 2012. De meerjarenraming van de algemene uitkering is gebaseerd op lopende prijzen. Hiertegenover wordt centraal een stelpost voor looncompensatie geraamd. Ook met de overige mutaties in de decentralisatie- en integratieuitkering is in de programmabegroting rekening gehouden. De algemene uitkering is voor het jaar 2013 geraamd op 86,2 miljoen euro. Algemene uitkering: bijstandsklanten Bij de berekening van de algemene uitkering voor 2013 en verder wordt rekening gehouden met de stijgingspercentages zoals het rijk deze heeft afgegeven.
113
Dividenden De gemeente Almelo ontvangt jaarlijks dividenduitkeringen uit hoofde van haar aandelenbezit. Vitens Gewone aandelen 41.696 x € 10 = € 416.960 Rente over de achtergestelde lening ad € 2.740.300 Dividend/rente gewone aandelen en de achtergestelde lening
€ 120.000
Twence Gewone aandelen 95.000 Nominale waarde € 95.000. Dividend (basisuitkering)
€ 275.000
COGAS 1.161 aandelen x € 454 = € 527.094 Van de nominale waarde is 25% gestort. Dividend 1.161 aandelen á € 1.600
€ 1.857.000
Stadstoezicht BV 40 aandelen x € 454 = € 18.160 Dividend
€ 103.165
Bank Nederlandse Gemeenten 174.525 aandelen x € 2,50 = € 436.312 Dividend
€ 175.000
Enexis Aandelen 323.314 Nominale waarde € 323.314 Dividend
€ 145.491
Attero Aandelen 323.314 Nominale waarde € 323.314 Dividend
€ 22.632
Publiek Belang Electra Aandelen 323.314 Nominale waarde € 323.314 Dividend
€ 113.160
Twente Milieu 280 aandelen = € 127.058 Nog geen dividend i.v.m. onvoldoende solvabiliteit Openbaar lichaam Crematoria Twente Almelo maakt deel uit van de Gemeenschappelijke regeling Openbaar
114
Lichaam Crematoria Twente. Het openbaar lichaam bezit de aandelen van Crematoria Twente/Oost Nederland B.V. Dividend
€ 85.000
Raming dividend 2013
€ 2.872.748
Saldo van de financieringsfunctie Financieringspositie De financieringsstructuur van de gemeente wordt bepaald door: -
De boekwaarde van investeringen;
-
De financiering van de boekwaarde door middel van reserves, voorzieningen en vaste geldleningen;
-
Het financieringstekort;
-
Het rente-omslagpercentage.
Het is in het belang van de gemeente, dat er gezond wordt gefinancierd, dat wil zeggen dat de kapitaaluitgaven in principe met vaste geldleningen worden gefinancierd, en dat er een zekere afstemming bestaat tussen de afschrijvingsduur van de kapitaaluitgaven en de looptijden van de aangetrokken geldleningen. Rente-omslagpercentage Het gemiddelde rentepercentage is voor 2013 berekend op circa 4,0%. In het bijlagenboek behorende bij de begroting 2012 is een berekening van dit gemiddelde rentepercentage opgenomen. Bij deze berekening is uitgegaan van een gemiddelde rente van 2,75% over 22,4 miljoen euro (kasgeldlimiet). De gehanteerde rentepercentages moeten wel als een gemiddelde worden beschouwd voor het gehele begrotingsjaar 2013. Renteontwikkelingen op de korte termijn mogen daarop van niet al te grote invloed zijn. Onderstaand een weergave van het renteomslag percentage over de jaren 2008 - 2011: 2008
4,9 %
2009
4,9 %
2010
4,9 %
2011
4,5 %
2012
4,5 %
2013
4,0 %
De verwachting is dat het werkelijke omslagpercentage lager zal uitvallen dan de geraamde 4,0%. Daarom is op voorhand een inkomststelpost van 700.000 euro in de begroting 2013 opgenomen. Als incidenteel voordeel wordt in de begroting 2013 een bedrag van 1,6 miljoen euro meegenomen (zie ook incidenteel perspectief) Bespaarde rente reserves Onze gedragslijn over de inzet van de bespaarde rente is als volgt: -
Voor het jaar 2013 wordt aan de bestemmingsreserves in zijn algemeenheid geen inflatievergoeding aan deze reserves toegevoegd. Het verschil tussen de feitelijke bespaarde rente (4,0%) en de bijgeschreven rente is ten gunste van de algemene middelen gebracht. 115
-
Volledige rentebijschrijving in de begroting 2013 vindt plaats op: Reserve grotestedenbeleid Reserve stadsvernieuwing Reserve grondbedrijf Reserve bedrijventerrein Reserves economisch nut Reserve automatisering Reserve materiaal brandweer Reserve investering waterboulevard
-
Volledige toevoegingen aan de algemene middelen van de bespaarde rente over de voorzieningen (m.u.v voorzieningen die op contante waarde zijn berekend)
In totaal bedraagt de ten gunste van de algemene middelen komende bespaarde rente over de reserves en voorzieningen in 2013 2,059 miljoen euro. Aangezien in de loop van het jaar 2013 en latere jaren over diverse bestemmingsreserves en voorzieningen moet worden beschikt, is er rekening mee gehouden dat niet het volledige bedrag aan bespaarde rente als (incidenteel) dekkingsmiddel kan worden aangemerkt. Overige algemene dekkingsmiddelen Overige algemene dekkingsmiddelen (x 1.000 euro) Bespaarde rente aandelen bouwfonds Bespaarde rente erfpachtgronden Bespaarde rente Storting voorzieningen
Realisatie
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
Meerjarenraming 2014
2015
2016
450
450
0
0
0
0
111
111
0
0
0
0
3.227
950
0
0
0
0
48
0
0
0
0
0
250
200
150
100
50
0
-226
-235
-191
-191
-191
-191
40
40
40
40
40
40
Rente achtergestelde lening Vitens
121
130
15
15
15
15
Bruglening Enexis
180
180
155
155
155
155
0
6
6
6
6
6
Onttrekking reserve BTW Toegerekende kapitaallasten Rente achtergestelde lening Essent
Geldlening verkoop vennootschap Netto opbrengsten erfpachten
137
143
143
143
143
143
Verhuur van grond
29
20
20
20
20
20
Precario/secretarieleges
35
92
67
67
67
67
2.149
2.149
2.149
2.149
2.556
2.506
2.456
2.406
BTW kostendekkende taken (afval en riolering) Incidentele mutatie reserve
11.181
Totaal
15.588
2.090
De opbrengsten voor precario zijn, als gevolg van actualisatie, naar beneden bijgesteld. De BTW op kostendekkende taken is met ingang van 2012/2013 als algemeen dekkingsmiddel gepresenteerd. Dit is een presentatieaanpassing. In het verleden was dit voordeel zichtbaar op de verschillende producten. Op deze wijze was het of winst werd gerealiseerd op deze producten. Om dit misverstand tegen te gaan is ervoor gekozen de BTW component als algemeen dekkingsmiddel te presenteren.
116
5
Paragrafen
Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op een aantal deelaspecten die in verband staan met de (financiële) bedrijfsvoering. Denk hierbij aan het gevoerde grondbeleid, verbonden partijen, financieringsrisico’s of onderhoud van kapitaalgoederen. Leeswijzer In de eerstvolgende paragraaf 5.1 heeft betrekking op de grote projecten centraal. In paragraaf 5.2 staat het weerstandsvermogen centraal. Hierbij zal worden ingegaan op de middelen waarover de gemeente beschikt om (grote) onverwachte kosten af te dekken. In paragraaf 5.3 wordt ingegaan op het onderhoud van de kapitaalsgoederen. Het gaat hierbij vooral om de onderhoudstoestand en de onderhoudskosten van wegen, openbaar groen, riolering, gebouwen en kunstwerken. Paragraaf 5.4 is de zogenaamde financieringsparagraaf. Deze paragraaf wordt ook wel de treasuryparagraaf genoemd en is bij invoering van de wet Fido (1 janauri 2001) verplicht. Het doel van deze paragraaf is om de raad (beter) te informeren over het treasurybeleid en de beheersing van financiële risico’s. In paragraaf 5.5 wordt stilgestaan bij de bedrijfsvoering. Deze bestaat uit de onderdelen kwaliteitszorg en control, bestuursondersteuning en beleidscoördinatie, financiën, documentaire informatievoorziening, facilitaire dienstverlening, informatisering en automatisering en personeel en organisatie. Paragraaf 5.6 handelt over de zogenaamde verbonden partijen. Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk- en een financieel belang heeft. De gemeente Almelo heeft bestuurlijke en financiële belangen in diverse verbonden partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen. Deze verbonden partijen voeren beleid uit voor de gemeente. In de paragraaf 5.7 zal worden ingegaan op het gevoerde grondbeleid in 2013. Waarbij we specifiek stilstaan bij de vermogenspositie van het Grondbedrijf. In paragraaf 5.8 staan de lokale heffingen (belastingen, rechten en retributies) centraal. U kunt u in deze paragraaf onder meer lezen welke tarieven er in 2013 gehanteerd worden en wat de opbrengsten zijn uit de verschillende heffingen. De laatste paragraaf is het overzicht met betrekking tot subsidies.
117
5.1 Grote projecten Stadhuis Betrokken portefeuillehouder: Johan Andela Kaderstelling Welk probleem wordt met dit project aan gepakt en waarom zou dit werken? De huidige huisvesting van het ambtelijk apparaat. Medewerkers zitten verspreid over verschillende locaties, dat is niet wenselijk. Daarnaast is de staat van onderhoud van het huidige stadhuis van dusdanig niveau dat daar een oplossing voor moet komen. Een nieuw Stadhuis verhelpt beide problemen. Outcome doelstellingen: wat is het beoogde maatschappelijk effect en hoe kan dit getoetst worden? Een Stadhuis waar de klant centraal staat. Een omgeving waarin de publieksdienstverlening een centrale plek heeft, toegankelijk is voor iedereen. Daarnaast is het Stadhuis een transparante werkomgeving waar alle medewerkers op een efficiënte en effectieve manier met elkaar kunnen samenwerken, kennis delen om een zo optimaal mogelijk resultaat te behalen. Output: wat is de beoogde prestatie/resultaten en hoe kan dit getoetst worden? Bouw van het Stadhuis aan de hand van het door de Raad vastgestelde PvE Stadhuis. De prestaties/resultaten zijn getoetst aan de hand van het VO en DO en bestek. De uitvoering zal uiteindelijk getoetst worden aan de hand van het ontwerp en bestek. Wat is de doelgroep en wat zijn hun belangen en wensen? Inwoners van Almelo; een stadhuis waarbij de publieksdienstverlening op een meer heldere manier georganiseerd is en de klant efficiënter geholpen kan worden. Bestuurders en medewerkers van Almelo: een aangename, arbo-conforme werkomgeving waar je goed kunt (samen)werken. Wie zijn derden (marktpartijen en belangenorganisaties) en wat zijn hun belangen en wensen? Hiervan is in deze fase geen sprake. Reikwijdte (scope) Projectdefinitie: wat valt er wel en valt er niet onder het project? Bouw van een nieuw Stadhuis op de locatie hoek Egbert Gorterstraat / Haven Noordzijde. Aanleg waterboulevard valt niet in het project. Inrichting openbaar gebied om het pand heen (tot aan grens plangebied) valt wel onder het project. Is er ruimte om de scope te wijzigingen en wie besluit daarover? Scope kan gewijzigd worden. Mocht zich dat voordoen besluit de Raad daarover. Flexibiliteit: wat zijn de mogelijkheden om te schuiven in kosten, opbrengsten en kwaliteit? Project heeft een taakstellend budget. Binnen de posten van het totale budget is een mogelijkheid om te schuiven als dat de kwaliteit van het project ten goede komt. Sturing Beslispunt
Op koers?
Opmerkingen
Groen/Oranje/Rood
118
Sturing Tijd
Oranje
De uitvoering van het project ligt op zichzelf op koers. Bij de VJN (juni 2012) is besloten de procedure 2 jaar on hold te zetten. Daarmee verschuift de realisatie van eind 2014 naar eind 2016
Geld
Groen
Het investering- en exploitatiebudget is beschikbaar
Kwaliteit
Groen
In het vastgesteld ontwerp en bestek zijn de kwaliteiten van het PvE geborgd
Informatie
Groen
Organisatie
Groen
Communicatie
Groen
Wanneer er sprake is van PPS: wat is de bevoegdheidverdeling tussen gemeente en marktpartijen? Op dit moment ontwikkelt de gemeente zelf het nieuwe Stadhuis. Het Stadhuis wordt in eigen beheer gerealiseerd. Conform besluit van de Raad bij de VJN2012 wordt voor het einde van 2012 onderzoek gedaan naar een constructie waarbij een belegger/ontwikkelaar het stadhuis realiseert en de gemeente het voor lange tijd huurt. Planning en voortgang Fase
Start datum
Datum gereed
Wat zijn de relevante beslisdocumenten? Wat is voortgang tov van vorige rapportage? Is er sprake van wijzigingen
Verkenning Besluitvorming
E.v. moment van besluitvorming is bij de behandeling van de begroting 2013 in november 2012. Ten behoeve van dat moment is aan de raad toegezegd dat alle varianten (incl. een huurvariant) aan de raad zullen worden voorgelegd.
Uitvoering
eind 2014
Indien besloten wordt tot de huurvariant, dat kan het nieuwe stadhuis eind 2014 gerealiseerd zijn. Indien uitvoering in eigen beheer – na de “on hold”
eind 2016
periode in 2014 opnieuw wordt opgepakt, dan wordt realisatie voorzien eind 2016
Evaluatie Financiën Wat is de raming van kosten per fase en opbrengsten? Wat is de raming van kosten en opbrengsten? In november 2010 heeft de Raad de investeringsraming vastgesteld op 56,9 miljoen. In het eerste kwartaal van 2011 heeft de Raad nog een aanvullend besluit genomen om maximaal 2 miljoen toe te voegen aan het budget voor een parkeervoorziening bij het nieuwe Stadhuis. I.v.m. bijstelling van de zgn. flexnorm is het budget verlaagd met € 831.000,--. Excl. Indexering is het budget thans afgerond € 58 mln. Hoe is de raming tot stand gekomen en is deze intern/extern getoetst? De raming is tot stand gekomen door vaststellen PvE en daar de bouwkosten op afstemmen. De raming is extern getoetst door de bouwmanager van het Stadhuis. Het heeft op dit moment nog de
119
Financiën status van “directiebegroting”. Hoe wordt het project gefinancierd en ingepast in de gemeentebegroting? Het project is volledig gedekt binnen de algemene dienst van de begroting. Uitgangspunt zijn de huidige exploitatielasten van de kantoorhuisvesting. Voor de meerdere exploitatielasten a.g.v. de nieuwbouw is via een spaarsysteem voorzien. Als er sprake is van PPS: hoe is de PPS constructie ingevuld? Niet van toepassing Risico´s Omschrijving
Politiek en bestuurlijke
Kans
Kwantificering
hoog/midden/laag
risico
hoog
Beheersmaatregel
Hierbij gaat het vooral om consistentie in
risico’s
de bestuurlijke besluitvorming. Deze valt niet vanuit het project te beinvloeden
Organisatorische risico’s
laag
Maatschappelijke
laag
risico’s Juridische en wettelijke
midden
Betreft bestemmingsplan procedure.
risico’s
Bestemmingsplan ligt ter inzage. Afgewacht moet worden of er zienswijzen worden ingediend c.q. of er bezwaar- en beroepsprocedures volgen. In het voortraject is zo goed mogelijk getracht om op eerder ingediende zienswijzen te anticiperen.
120
Waterrijk (woningbouw en transitie) Kaderstelling Welk probleem wordt met dit project aan gepakt en waarom zou dit werken? Vanwege tegenvallers in het Grondbedrijf vindt een bijsturing op de fysieke agenda plaats. Bij de Voorjaarsnota 2012 heeft de raad gekozen voor wat betreft de woningbouwontwikkeling voor de zgn. mediaanvariant. Voor het project “Waterrijk” betekent dit de facto dat het plangebied stedenbouwkundig wordt geknipt: 1. Voor het zuidelijk deel van het gebied; globaal tot de Westermaatweg, wordt een nieuwe kleinere woonwijk ontwikkeld voor ca. 1600 woningen. 2. Voor het deel ten noorden van de Westermaatweg wordt een transitiestrategie ontwikkeld. Deze gronden worden herbestemd voor nog nader te bepalen functies. De twee onderdelen worden als afzonderlijke projecten opgezet. Omdat het gebied geheel anders wordt ontwikkeld dan oorspronkelijk voorzien, moeten kaders en randvoorwaarden worden geherdefinieerd. De voorliggende 1e rapportage voor de twee nieuwe projecten is daarom noodgedwongen beperkt van opzet. In het vervolgtraject wordt over de twee projecten afzonderlijk gerapporteerd. Ingestoken wordt op een nauwe betrokkenheid van de raad bij de planvorming. Een voorstel hiervoor kan in het 4e kwartaal van 2012 tegemoet worden gezien. De eerste stap in dit proces is het formuleren van kaders en randvoorwaarden. Outcome doelstellingen: wat is het beoogde maatschappelijk effect en hoe kan dit getoetst worden? 1. Als een van de kernprojecten van het Masterplan Almelo, levert Waterrijk/Noordflank Almelo, de ontwikkeling van een kwaliteitsconcept voor wonen en leven en werken, een bijdrage aan de oplossing van “de vijf grote opgaven”. 2. Versterking van de wervingskracht van de netwerkstad Twente als hoogwaardige regio met innovatieve kenniseconomie en unieke woonkwaliteiten. 3. Hoofddoelstelling van de transitiestrategie is de ambitie voor een duurzame gebiedsontwikkeling, de relatie hiervan met Waterrijk en de verhoging van de grondopbrengsten te faciliteren. Output: wat is de beoogde prestatie/resultaten en hoe kan dit getoetst worden? •
Project Waterrijk:Woningbouw Noordflank (zuidelijk plandeel) Een suburbane woonwijk met voor Twente onderscheidend woonmilieu; bedoeld voor met name de regionale behoefte maar die tevens nieuwe bewoners kan trekken.
•
Project Waterrijk: Transitie Noordflank. Nader te definiëren, afhankelijk haalbaarheidsonderzoek. Het project moet in ieder geval leiden tot een verhoging van de grondopbrengsten.
Wat is de doelgroep en wat zijn hun belangen en wensen? Een omgevingsanalyse maakt deel uit van de gewijzigde projectopzet. Wie zijn derden (martkpartijen en belangenorganisaties) en wat zijn hun belangen en wensen? Idem
Reikwijdte (scope) Projectdefinitie: wat valt er wel en valt er niet onder het project?
121
Scope nog nader te definiëren. Zie ook onderdeel kaderstelling. Is er ruimte om de scope te wijzigingen en wie besluit daarover? Wijzigingen zijn op dit moment (nog) niet aan de orde. De stuurgroep besluit over wijzigingen van de scope. Flexibiliteit: wat zijn de mogelijkheden om te schuiven in kosten, opbrengsten en kwaliteit? Per definitie betekent dit bereid zijn concessies te doen aan de (overigens nog te definiëren) kaders en randvoorwaarden. Sturing Beslispunt
Op koers?
Opmerkingen
Groen/Oranje/Rood Tijd
Groen
-
Geld
Groen
-
Kwaliteit
Groen
-
Informatie
Groen
-
Organisatie
Groen
-
Communicatie
Groen
-
Wanneer er sprake is van PPS: wat is de bevoegdheidverdeling tussen gemeente en marktpartijen? Samenwerkings- cq contractvorm met marktpartijen is nog niet bekend. Planning en voortgang Waterrijk: Woningbouw Noordflank: doorlooptijd 22 jaar (2013 – 2035) Waterrijk: Transitie Noordflank nog geen planning beschikbaar. In het 4e kwartaal 2012 kan de raad voor beide projecten een (bestuurlijke) planning tegemoet met daarin de mijlpalen, terugkoppel- en besluitvormingsmomenten. Financiën Wat is de raming van kosten per fase en opbrengsten? Project Waterrijk:Woningbouw Noordflank (zuidelijk plandeel): Voor de gekozen mediaanvariant is een tentatieve grondexploitatie opgesteld. Deze is opgenomen in de perspectiefnota 2012. De uitkomst hiervan is ca. € 400.000,- negatief. Project Waterrijk: Transitie Noordflank Voor de 1e verkenning is (2012) is een bedrag van geraamd van € 150.000,Hoe is de raming tot stand gekomen en is deze intern/extern getoetst? Project Waterrijk:Woningbouw Noordflank (zuidelijk plandeel): De grondexploitatieraming voor Waterrijk Woningbouw (zuidelijk plandeel) is een coproductie van een extern adviesbureau en het gemeentelijk team planeconomie. Project Waterrijk: Transitie Noordflank Zowel kosten de 1e verkenning als het vervolgtraject in 2013 is gebaseerd op een urenraming opgesteld door de CPL. Hoe wordt het project gefinancierd en ingepast in de gemeentebegroting? Project Waterrijk: Woningbouw Noordflank (zuidelijk plandeel): Voor dit project is een grondexploitatie ingesteld. De verantwoording vindt jaarlijks plaats via: 1. perspectiefnota grondbedrijf (vooruitblik); 2. Jaarrekening.
122
Financiën Project Waterrijk: Transitie Noordflank Jaar 2012 Voor de financiering van de 1e verkenning is een bedrag van 150.000 euro noodzakelijk. Dit bedrag is in deze begroting opgenomen. Jaar 2013 De 1e verkenning dient als input voor de uitwerking van een aantal varianten in businesscase(s) die vervolgens moet leiden tot een projectofferte voor de transitiestrategie. Hiervoor zal een eigenstandige grondexploitatie moeten worden ingesteld. De verantwoording vindt jaarlijks plaats via: 1. perspectiefnota grondbedrijf (vooruitblik) 2. jaarrekening Als er sprake is van PPS: hoe is de PPS constructie ingevuld? Niet van toepassing Project Waterrijk: Woningbouw Noordflank (zuidelijk plandeel): Risico´s Omschrijving Woningmarktontwikkelingen
Kans
Kwantificering
hoog/midden/laag
risico
Midden
Beheersmaatregel Inzetten op flexibele plannen waardoor snel geschakeld kan worden naar marktvraag Voortzetten en intensiveren afhandelen historische bouwclaims
Samenwerking private
Midden
voortzetten en intensiveren
partijen
onderhandelingen
Vertraging in de uitvoering
Laag
Opvoeren inzet indien aan de orde.
van civiele werkzaamheden
Afdekken middels besteksvoorwaarden.
Bij de gekozen mediaanvariant is een afweging gemaakt tussen enerzijds stedenbouwkundige/ruimtelijke gevolgen en aanvaarbare financiële risico’s anderzijds. Ingezet wordt op beperken van verliezen en inspelen op de veranderde (woning)markt). Waterrijk: Transitie Noordflank Risico Omschrijving
Maatschappelijke
Kans
Kwantificering
hoog/midden/laag
risico
Beheersmaatregel
Hoog
Omgevingsmanagement
Midden
Businessplan
impact ontwikkelingsstrategie Grondprijs
123
Binnenstad Bestuurlijk opdrachtgever: weth. Van Woudenbergh Kaderstelling Welk probleem wordt met dit project aan gepakt en waarom zou dit werken? De gemeente wil de binnenstad als brandpunt herstellen. Bij een gezonde stad hoort een levendige binnenstad, waar alles samenkomt. Dit wordt bereikt door de ruimtelijke structuur van de binnenstad te vernieuwen en de kwaliteit van de functies en voorzieningen te verhogen. Verandering wordt gecombineerd met herstel van oorspronkelijke kwaliteiten. Om de concurrentie aan te kunnen moet de binnenstad een beter aanbod hebben en moet de omgeving aantrekkelijker worden. Outcome doelstellingen: wat is het beoogde maatschappelijk effect en hoe kan dit getoetst worden? Realiseren van een duurzame stadsreparatie met herstel van ruimtelijke structuren, waarbij aandacht is geschonken aan de functionaliteit en waarbij de regiofunctie van Almelo wordt hersteld. Output: wat is de beoogde prestatie/resultaten en hoe kan dit getoetst worden? Realisatie van het binnenstadsplan op een duurzame wijze door marktpartijen. De gemeente verantwoordelijk voor de kwaliteitbewaking en voor de inrichting openbare ruimte. Om adequaat te kunnen reageren op door derden in te dienen plannen wordt voorzien in een actueel bestemmingsplan voor de binnenstad met bijbehorend beeldkwaliteitplan. Wat is de doelgroep en wat zijn hun belangen en wensen? Inwoners (w.o. ouderen en jongeren) van Almelo e.o.; ondernemers; marktbond; horeca; stichting evenementen; bewonerscommissie binnenstad. De stad moet in ieder geval goed bereikbaar zijn en aantrekkelijk zijn voor alle doelgroepen. Geïnventariseerd moet worden welke de verschillende belangen en wensen zijn. Een stakeholdersanalyse en een inventarisatie van belangen en standpunten is dan ook van groot belang (omgevingsanalyse). Wie zijn derden (martkpartijen en belangenorganisaties) en wat zijn hun belangen en wensen? -
Urban Interest Ontwikkelingscombinatie Almelo 2010 Centrum Almelo Aktief (ondernemersvereniging) Marktbond Horeca Stichting Evenementen Wijkcommissie Wijkplatform Almelo Centrum Historische Kring Stichting Stadsherstel Eigenaren detailhandel NVM Waterschap MKB
124
Kaderstelling KvK Architectuur centrum/Oversticht Voor belangen en wensen zie opmerking doelgroep. Reikwijdte (scope) Projectdefinitie: wat valt er wel en valt er niet onder het project? Wel onderdeel van het project - Onderhandelen met marktpartijen - Sluiten overeenkomsten; - Fasering opstellen - Instellen centrumspaarfonds - Duurzaamheidsonderzoek - Stakeholdersanalyse / Communicatie stakeholders - Begeleiden plannen van derden - Vaststellen bestemmingsplan voor de binnenstad - Vaststellen beeldkwaliteitplan - Realisatie openbare ruimte - Realisatie fase 1 - Aanleg haven Geen onderdeel van het project - Aanleg Waterboulevard tot aan vijver Kreta - Herinrichten Waagplein (Verbindende Pleinen) Is er ruimte om de scope te wijzigingen en wie besluit daarover? Wanneer de consequenties en risico’s aanvaardbaar zijn is het mogelijk de scope te wijzigen. De raad zal hier een besluit over moeten nemen. Flexibiliteit: wat zijn de mogelijkheden om te schuiven in kosten, opbrengsten en kwaliteit? Bijvoorbeeld een optimalisatie van het plan kan leiden tot een verschuiving in kosten, opbrengsten en kwaliteit.
Sturing Beslispunt
Op koers?
Opmerkingen
Groen/Oranje/Rood Tijd
oranje
vooralsnog is er geen reden om aan te nemen dat realisatie van de 1e fase niet zal starten in 2013. Echter dit blijft afhankelijk van besluitvorming door GS en PS.
Geld
rood
overleg met de provincie vindt op dit moment plaats.
Kwaliteit
groen
stedenbouwkundige visie is vastgesteld door de raad. Deze visie is het uitgangspunt. Verder blijft de kadernota beeldkwaliteit van kracht.
Informatie
groen
de raad wordt met grote regelmaat geïnformeerd
Organisatie
groen
er wordt een onderhandelingsteam geformeerd
125
Sturing Communicatie
oranje
communicatie met stakeholders wordt in september opgestart.
Wanneer er sprake is van PPS: wat is de bevoegdheidverdeling tussen gemeente en marktpartijen? Planning en voortgang Fase
Start datum
Datum gereed
Wat zijn de relevante beslisdocumenten? Wat is voortgang tov van vorige rapportage? Is er sprake van wijzigingen
Verkenning
juli 2012
april 2013
beslisdocumenten: -
stedenbouwkundige visie
-
instellen krediet
-
onderhandelingskaders
-
bestemmingsplan
-
beeldkwaliteitplan
Voortgang De pilot binnenstedelijke transformatie is afgerond. Bij de Voorjaarsnota 2013 wordt aan de raad een integraal voorstel gedaan mbt de binnenstad. Besluitvorming
april 2013
aug. 2013
de raad stelt een krediet in; stelt de onderhandelingskaders vast, stelt het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitplan vast
Uitvoering
2e helft 2013
2021
Gestart zal worden met de fase Haven Zuid van de stedenbouwkundige visie. Hier is voor een groot deel sprake van zelfrealisatie door Urban Interest.
Evaluatie
gedurende het gehele proces zal geëvalueerd worden
NB: Bij de doorlooptijden is geen rekening gehouden met eventuele bezwaar- en beroepsprocedures. Deze procedures zullen de doorlooptijden aanmerkelijk verlengen. Financiën Wat is de raming van kosten per fase en opbrengsten? Bij de realisatie van de eerste fase zal er sprake zijn van zelfrealisatie door Urban Interest. De gemeente heeft een faciliterende rol en is verantwoordelijk voor de openbare ruimte. Voor de eerste fase zal voor de openbare ruimte en voor het afboeken van vastgoed (gedeelte
126
Financiën Havenpassage) en voor de Kloosterhofflat een bedrag van € 10 mln nodig zijn. Omdat de provincie is verzocht voor de eerste fase een deel van de ImG subsidie, verstrekt door de provincie tbv de aanleg van de Waterboulevard, te mogen inzetten, gaan de projecten binnenstad en Waterboulevard financieel gezien door elkaar lopen. Het tekort voor de overige fase(n) van de binnenstad en voor de afronding van de Waterboulevard (incl. haven en beweegbare bruggen) bedraagt ca. € 25 mln. Hoe is de raming tot stand gekomen en is deze intern/extern getoetst? De raming is opgesteld door het team Planeconomie en getoetst in een rekensessie met de provincie. Hoe wordt het project gefinancierd en ingepast in de gemeentebegroting? Binnenstad: wordt door middel van een krediet voor fase 1 ingepast in de gemeentebegroting. In deze begroting wordt hiervoor 5,0 miljoen euro gereserveerd. Over een bijdrage van de provincie wordt op dit moment gesproken met de provincie. Als er sprake is van PPS: hoe is de PPS constructie ingevuld?
Risico´s Omschrijving
Provinciale subsidie
Kans
Kwantificering
hoog/midden/laag
risico
hoog
hoog
Beheersmaatregel
Onderzocht is of het plan gefaseerd kan worden uitgevoerd. Aan de raad is bij de Voorjaarsnota voorgesteld te starten met de realisatie van fase 1 (Haven Zuid) en om te sparen, door middel van het instellen van een Centrumspaarfonds, voor de overige fasen. Er zullen alternatieven worden benoemd voor de situatie die ontstaat wanneer de provincie niet bereid is de ImG voorwaarden aan te passen. Op dat moment worden de beheersmaatregelen benoemd. Een communicatieplan zal worden opgesteld in het kader van het omgevingsmanagement.
127
Waterboulevard Bestuurlijk opdrachtgever: wethouder Van Woudenbergh Kaderstelling Welk probleem wordt met dit project aan gepakt en waarom zou dit werken? Het project draagt bij aan een verbetering van de oriëntatie door het terugbrengen van lange, historische structuurlijnen. Het terugbrengen van het water is een essentieel onderdeel van het Masterplan Almelo waarin de waterstad als een van de identiteitsdragers van Almelo is benoemd. Almelo is van oudsher een confluentiepunt van waterlopen waardoor het terugbrengen van het water bijdraagt aan de deels verloren eigenheid van de stad. Juist door het water weer in het centrum beleefbaar te maken wordt deze eigenheid hersteld en draagt het bij aan de aantrekkingskracht van de stad zowel voor de eigen bewoners als bezoekers en investeerders. Outcome doelstellingen: wat is het beoogde maatschappelijk effect en hoe kan dit getoetst worden? Het verbeteren van de oriëntatie door het terugbrengen van lange, historische structuurlijnen. Het terugbrengen van het water is een essentieel onderdeel omdat de waterstad als een van de identiteitsdragers van Almelo is benoemd. Een bijdrage leveren aan de bereikbaarheid van de binnenstad en het stationsgebied. Output: wat is de beoogde prestatie/resultaten en hoe kan dit getoetst worden? Een doorgetrokken kanaal De Haandrik dat eindigt in een haven in het stadscentrum Wat is de doelgroep en wat zijn hun belangen en wensen? Inwoners (w.o. ouderen en jongeren) van Almelo e.o.; ondernemers; marktbond; horeca; stichting evenementen. De stad moet in ieder geval goed bereikbaar zijn en aantrekkelijk zijn voor alle doelgroepen. Wie zijn derden (martkpartijen en belangenorganisaties) en wat zijn hun belangen en wensen? -
Urban Interest
-
Ontwikkelingscombinatie Almelo 2010
-
Centrum Almelo Aktief (ondernemersvereniging)
-
Marktbond
-
Horeca
-
Stichting Evenementen
-
Wijkcommissie
-
Wijkplatform Almelo Centrum
-
Historische Kring
-
Stichting Stadsherstel
-
Eigenaren detailhandel
-
NVM
-
Waterschap
-
MKB
-
KvK
-
Architectuur centrum/Oversticht
-
…….
Voor belangen en wensen zie opmerking doelgroep
128
Reikwijdte (scope) Projectdefinitie: wat valt er wel en valt er niet onder het project? Wel onderdeel van het project Aanleg oevers stationsgebied. Hierbij is ingebegrepen: -
verwerving gronden t.b.v. oevers (stationsgebied)
-
aanpassing oevers
-
inpassing langzaam verkeersroutes van/naar de binnenstad en stationsgebied,
-
onderzoek naar het doorzetten van de beeldenrij langs de Waterboulevard.
voorzover dit valt binnen het projectgebied. Brug Indië Doortrekken kanaal. Hierbij is ingebegrepen: -
doortrekken kanaal vanaf brug Egbert Gorterstraat tot vijver
-
verwerving grond oevers stadhuislocatie
-
aanpassing oevers stadhuislocatie = parkeerkuil
-
brug Egbert Gorterstraat
-
langzaamverkeerbrug voor stadhuis
-
inpassing langzaam verkeersroutes van/naar binnenstad en stationsgebied, voorzover dit valt binnen het projectgebied.
Geen onderdeel van het project -
aanleg haven
-
herinrichting overige openbare ruimte stadhuis
-
aanschaf en plaatsen beeldenrij langs de Waterboulevard.
Is er ruimte om de scope te wijzigingen en wie besluit daarover? In principe kan de raad op ieder moment de scope veranderen, uiteraard slechts wanneer de financiële consequenties en risico’s hiervan in beeld zijn gebracht. Flexibiliteit: wat zijn de mogelijkheden om te schuiven in kosten, opbrengsten en kwaliteit? Bijvoorbeeld een optimalisatie van het plan kan leiden tot een verschuiving in kosten, opbrengsten en kwaliteit.
Sturing Beslispunt
Op koers?
Opmerkingen
Groen/Oranje/Rood Tijd Geld Kwaliteit Informatie Organisatie Communicatie De raad stuurt op financiën, kwaliteit, programma, fasering.
129
Wanneer er sprake is van PPS: wat is de bevoegdheidverdeling tussen gemeente en marktpartijen?
Planning en voortgang Fase
Start datum
Datum gereed
Wat zijn de relevante beslisdocumenten? Wat is voortgang tov van vorige rapportage? Is er sprake van wijzigingen
Verkenning Besluitvorming Uitvoering Evaluatie Een deel van de Waterboulevard (stationsgebied) is inmiddels in uitvoering. In 2013 zullen deze werkzaamheden worden afgerond. Om het doortrekken van het kanaal met de bijbehorende langszaamverkeersroute, voor de stadhuislocatie, mogelijk te maken wordt een bestemmingsplan voorbereid. De verwachting is dat in 2013 met realisatie kan worden gestart. Vooralsnog worden de overige onderdelen (w.o. de beweegbare bruggen) van de Waterboulevard uitgesteld. NB: Bij de doorlooptijden is geen rekening gehouden met eventuele bezwaar- en beroepsprocedures. Deze procedures zullen de doorlooptijden aanmerkelijk verlengen. Wijziging Zie de keuze van de raad bij de Voorjaarsnota. Financiën Wat is de raming van kosten per fase en opbrengsten? Kosten realisatie Waterboulevard in zijn geheel: ca. € 17 mln. NB De raad heeft bij de behandeling van de Voorjaarsnota besloten € 5 mln uit het krediet voor de Waterboulevard te reserveren voor de realisatie van de 1e fase van de binnenstad en om in overleg te gaan met de provincie Overijssel over de inzet van € 5 mln. die beschikbaar is gesteld voor de realisatie van de Waterboulevard. Dit betekent dat onderdelen van de Waterboulevard zullen worden uitgesteld. Hoe is de raming tot stand gekomen en is deze intern/extern getoetst? Is door het Ingenieursbureau van SB opgesteld. Hoe wordt het project gefinancierd en ingepast in de gemeentebegroting? Is door middel van een verleend (deel)krediet ingepast in de gemeentebegroting met financiering vanuit de Provincie voor 50% en een claim op de reserve co-financiering voor 50%. Als er sprake is van PPS: hoe is de PPS constructie ingevuld? -
130
Risico´s Omschrijving
Provinciale subsidie
Kans
Kwantificering
hoog/midden/laag
risico hoog
Beheersmaatregel
Niet eerder starten met de vervolgfasen van de Waterboulevard dan nadat het besluit van de provincie betreffende de inzet van middelen van de Waterboulevard voor de 1e fase binnenstad bekend is.
131
Stadion Heracles/Transitie sportpark Ossenkoppelerhoek Bestuurlijk opdrachtgever: wethouder Van Marle Kaderstelling Welk probleem wordt met dit project aan gepakt en waarom zou dit werken? Heracles Almelo heeft zich na de ingebruikname van het huidige stadion ontwikkeld tot een gerespecteerde deelnemer in de Eredivisie. Om zich te kunnen handhaven als een ‘stabiele middenmoter’ is een vergroting van de omzet noodzakelijk. Hiervoor is een stadion met een capaciteit van 14.000 tot 15.000 zitplaatsen noodzakelijk. Outcome doelstellingen: wat is het beoogde maatschappelijk effect en hoe kan dit getoetst worden? De gemeente Almelo heeft zich tot doel gesteld de stad in (een duurzame) balans te brengen, zowel sociaal, fysiek als economisch. Een aantal grote projecten zal worden uitgevoerd omdat dit belangrijk is om de aantrekkingskracht van Almelo te vergroten en om de economie aan te jagen. Het project is bedoeld om : 1. te komen tot de ontwikkeling van de Voorzieningenzone Weezebeeksingel/Henriëtte Roland Holstlaan. Deze ontwikkeling bestaat uit de bouw van een nieuw stadion met een capaciteit van 15.000 zitplaatsen, met de bijbehorende voorzieningen en ontsluitingen. 2. een sportpark te realiseren ten behoeve van de Sportverenigingen Oranje Nassau, SV Almelo en La Premiére en de Wielervereniging De Zwaluwen en ATV Ruiten Drie en de Korfbalvereniging Achilles met de bijbehorende voorzieningen en ontsluitingen. Output: wat is de beoogde prestatie/resultaten en hoe kan dit getoetst worden? Een vastgesteld bestemmingsplan om ontwikkeling van de Voorzieningenzone Weezebeeksingel/Henriëtte Roland Holstlaan mogelijk te maken en ten behoeve van de ontsluiting van deze zone. Deze procedure is niet afhankelijk van de vraag of het stadion daadwerkelijk wordt gerealiseerd. De herontwikkeling van het sportpark Ossenkoppelerhoek ten behoeve van de Sportverenigingen Oranje Nassau, SV Almelo en La Premiére, en van de Wielervereniging De Zwaluwen en ATV Ruiten Drie en de Korfbalvereniging Achilles Wat is de doelgroep en wat zijn hun belangen en wensen? -
De Stichting Stadion Heracles als eigenaar van het stadion. De Stichting Betaald Voetbal Organisatie als huurder/gebruiker van het stadion.
-
De gemeente Almelo vanwege de maatschappelijke en sociale functie van Heracles.
-
Voetballiefhebbers.
-
De amateursportverenigingen Ossenkoppelerhoek. Zij hebben belang bij een sportpark van voldoende omvang waar zij hun sport kunnen uitoefenen
-
Amateursporters
-
De wijk Ossenkoppelerhoek
Wie zijn derden (martkpartijen en belangenorganisaties) en wat zijn hun belangen en wensen? -
Wijkcommissies – hebben belang bij zo weinig mogelijk overlast door de bouw van een nieuw stadion en van het nieuwe sportpark
132
Kaderstelling -
Supportersverenigingen
-
Hulpdiensten
-
Bouwcombinatie van het stadion
-
(Eventuele) huurders van de commerciële ruimten
Reikwijdte (scope) Projectdefinitie: wat valt er wel en valt er niet onder het project? Wel onderdeel van het project •
Faciliteren bouw nieuw stadion en herontwikkeling huidig stadion: 1. formuleren randvoorwaarden - stedenbouwkundig; verkeerstechnisch; milieutechnisch e.a. 2. uitvoeren procedures – m.e.r.; bestemmingsplan; vergunningen; 3. bezwaar- en beroepsprocedures; 4. aankoop van gronden die nodig zijn om de ontsluitingsweg aan te kunnen leggen; verkoop van grond om de bouw van het stadion mogelijk te maken; 5. communicatie met amateurverenigingen op sportpark Ossenkoppelerhoek 6. communicatie ten behoeve van de procedures; 7. grondverkoop.
•
De ontwikkeling van het sportpark Ossenkoppelerhoek ten behoeve van de huisvesting van de sportverenigingen Oranje Nassau, SV Almelo, La Premiére, de Wielervereniging De Zwaluwen en ATV Ruiten Drie en de korfbalvereniging Achilles, mogelijk maken.
Geen onderdeel van het project •
fysieke herinrichting sportpark Ossenkoppelerhoek
•
aanleg ontsluitingsweg (fysiek);
•
aanleg recreatieve fietsroute (fysiek)
Is er ruimte om de scope te wijzigingen en wie besluit daarover? In principe kan de raad op ieder moment de scope veranderen, uiteraard slechts wanneer de financiële consequenties en risico’s hiervan in beeld zijn gebracht. Flexibiliteit: wat zijn de mogelijkheden om te schuiven in kosten, opbrengsten en kwaliteit? De gemeente is voornemens de grond te verkopen aan de Stichting Stadion. De Stichting heeft de gemeente tevens gevraagd onderzoek te doen naar de mogelijkheden van erfpacht. De gemeente bewaakt de kwaliteit van het gebouw en van de omgeving. De raad heeft besloten in principe bereid onder voorwaarden een lening te verstrekken van max. € 15 mln. Definitieve besluitvorming omtrent de geldlening vindt plaats op het moment dat de Stichting Stadion heeft aangetoond dat zij aan de voorwaarden die de gemeente stelt aan het verstrekken van de lening kan voldoen. De door de gemeente gemaakte en nog te maken kosten aan begeleiding van de plannen worden in rekening gebracht bij de Stichting stadion. De gemeente is verantwoordelijk voor de herinrichting van het sportpark Ossenkoppelerhoek. Door een optimalisatie van het plan kan een verschuiving in kosten, opbrengsten en kwaliteit 133
Reikwijdte (scope) plaatsvinden Sturing Beslispunt
Op koers?
Opmerkingen
Groen/Oranje/Rood Tijd Geld Kwaliteit Informatie Organisatie Communicatie Door de raad wordt gestuurd op financiën, kwaliteit, programma, fasering. Hiervan kan pas echt sprake zijn op het moment dat duidelijk wordt dat de bouw van het nieuwe stadion door gaat. Op dit moment wordt gestuurd op de voortgang van de bestemmingsplanprocedure voor het stadion en voor het sportpark Ossenkoppelerhoek. En de communicatie met de amateurverenigingen Wanneer er sprake is van PPS: wat is de bevoegdheidverdeling tussen gemeente en marktpartijen?
Planning en voortgang Fase
Start datum
Datum gereed
Wat zijn de relevante beslisdocumenten? Wat is voortgang tov van vorige rapportage? Is er sprake van wijzigingen
Verkenning Besluitvorming Uitvoering Evaluatie
Ontwerpfase -
definitief stedenbouwkundig ontwerpvoor voorzieningenzone, sportpark Ossenkoppelerhoek ;ontsluiting gebied.
-
m.e.r. + ontwerpbestemmingsplan
-
onderhandelingen t.b.v. aankoop; Beter Wonen
-
overleg Soweco
-
communicatie met o.a. betrokken sportverenigingen
doorlooptijd: tot augustus/september 2012 Voorbereidingsfase -
vaststellen bestemmingsplan + MER
-
onderhandelingen t.b.v. aankoop; Beter Wonen en aankoop woning
-
aanvragen/verlenen vergunningen
134
-
aankopen grond Beter Wonen en woning
-
uitplaatsen onderhoudspost Soweco
-
communicatie
doorlooptijd: vanaf augustus/september 2012 Realisatiefase -
bouwrijp maken
-
start bouw stadion
-
aanleg sportpark Ossenkoppelerhoek
-
aanleg ontsluitingsweg
Nog steeds is niet duidelijk of de bouw van het stadion door gaat. Tot die tijd zal de gemeente geen actie ondernemen tav de aankoop van grond of van een woning. Ook zal niet gestart worden met de herinrichting van het sportpark Ossenkoppelerhoek. De procedure voor het bestemmingsplan zal naar verwachting wel worden afgerond. Financiën Wat is de raming van kosten per fase en opbrengsten? Kosten :
€ 11.071.232
Opbrengsten: € 11.197.876 Het resultaat is netto contant nul. Hierbij is rekening gehouden met een bijdrage van de algemene dienst van 1,0 miljoen euro, welke bij de begroting 2012 hiervoor is gereserveerd. Hoe is de raming tot stand gekomen en is deze intern/extern getoetst? Tot stand gekomen door het team Planeconomie. Hoe wordt het project gefinancierd en ingepast in de gemeentebegroting? Stadion Heracles: dit project wordt vooralsnog beschouwd als "nog te factureren" waarbij de verhaalbaarheid van de uitgaven op de Stichting Heracles moet worden geregeld middels een overeenkomst. Conceptovereenkomsten zijn toegezonden aan de Stichting Stadion. Als er sprake is van PPS: hoe is de PPS constructie ingevuld? Risico´s Omschrijving
Kans
Kwantificering risico
Beheersmaatregel
Het risico bestaat dat
Hoog
In voorkomend geval inzetten
de Stichting Stadion
voor wat betreft de
op bemiddeling rondkrijgen
de financiering van het
financiering van het
financieren. Aanwenden
stadion niet rond krijgt.
stadion
invloed op rondkrijgen
Dit heeft onmiddellijk
Midden
financiering
consequenties voor
voor wat betreft de
herontwikkeling van
planologische procedures
het sportpark
(gelet op de ingediende
Ossenkoppelerhoek.
zienswijzen nav het
Dit sportpark wordt
ontwerpbestemmingsplan
hoog/midden/laag
voor het overgrote deel 135
Risico´s gefinancierd uit de
Midden
opbrengst van de
voor wat betreft de
grond voor het
verwerking van de grond
stadion. Over een
en de aankoop van een
alternatief wordt
woning.
nagedacht. Risico van bezwaar en beroep tegen de bestemmingsplannen. Verwerving van gronden
136
5.2 Weerstandsvermogen Algemeen Het weerstandsvermogen van de gemeente staat onder zware druk. Vanwege de forse verliezen die op onze vastgoed- en grondposities bij de jaarrekening 2011 genomen, is een zwaar beslag gelegd op de aanwezige buffers om risico’s op te kunnen vangen. Het beroep op de aanwezige algemene reserve en bestemmings- en egalisatiereserves leidt weer tot een nieuw risico: als organisatie niet meer in staat zijn om toekomstige tegenvallers op te vangen zonder dat deze meteen tot een tekort op de begroting leiden. De ontwikkeling van het weerstandsvermogen is zeer zorgelijk, zoals uit de gepresenteerde cijfers bij de voorjaarsnota en deze begroting 2013 blijkt. In 2013 zal de algemene reserve negatief zijn. Daardoor is de organisatie uitermate kwetsbaar geworden. Vanuit risicomanagement zijn maatregelen getroffen om deze kwetsbaarheid zo goed mogelijk te beheersen door daar meer pro-actief op te gaan sturen. Kernvraag aan de organisatie is: waar zijn risico’s vermijden, te reduceren met beheersmaatregelen of over te dragen. Ook is een strikte monitoring operationeel en is er alertheid op potentiële nieuwe risico’s. Sluitstuk van deze pro-actieve benadering is om expliciet en transparant college en raad te informeren over risico’s en te nemen maatregelen. Vanwege de dynamiek die eigen is aan risicoontwikkeling kan hiertoe ook buiten de reguliere p&c-cyclus en besluitvormingsmomenten aanleiding toe zijn. Binnen de bedrijfsvoeringsbudgetten is tot en met 2014 incidentele dekking gevonden voor de aanschaf van een risicomanagementsysteem. Vanaf 2013 beschikken we over een bruikbaar hulpmiddel voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit, een monitoringsinstrument en een belangrijk communicatiemiddel naar alle betrokkenen. De huidige grofmazige norm voor de omvang van de algemene reserve (10% van de algemene uitkering) kan dan worden vervangen door een berekend bedrag op basis van gekwantificeerde risico’s, kansberekening en getroffen beheersmaatregelen. De raad zal vervolgens op basis van de berekende benodigde weerstandscapaciteit gevraagd worden een norm vast te stellen voor het gewenste weerstandsvermogen. Ook al zullen we waarschijnlijk niet in staat zijn voor het jaar 2013 aan deze norm te voldoen, het past binnen het systeem van een professioneel risicomanagement om gekwantificeerde risico’s leidend te laten zijn voor de hoogte van de aan te houden buffers. De presentatie van risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen in de producten van de P&C-cyclus zal wijzigen ten gevolge van het gebruik van het nieuwe systeem. Met ingang van de voorjaarsnota 2013 zal dit zichtbaar zijn. In 2013 wordt de tweede module van het risicomanagementsysteem geïmplementeerd. Deze bestaat uit functionaliteit voor het maken van risico-analyses over verbonden partijen en gesubsidieerde instellingen. Resultaten hiervan zijn met ingang van de begroting 2014 zichtbaar. Verder wordt momenteel gewerkt aan een stresstest voor onze gemeente. Deze is afgeleid van de landelijk bekende stresstest van Deloitte. De uitkomst en de vervolgstappen hiervan zullen in samenspraak met de commissie Planning en Control betrokken worden bij het verder implementeren van risicomanagement. Via de reguliere rapportagemomenten zullen we u over de voortgang informeren.
137
5.2.1 Inventarisatie van de risico’s De risico’s die de Gemeente Almelo loopt zijn in een viertal hoofdgroepen te verdelen, te weten: 1. financiële risico’s 2. schade risico’s 3. operationele risico’s 4. strategische risico’s Hierna volgt een inventarisatie van de risico’s waarvoor geen voorzieningen gevormd zijn of verzekeringen voor zijn afgesloten, maar die wel een financieel gevolg kunnen hebben en daarom relevant zijn voor de vermogenspositie en het weerstandsvermogen. Financiële risico’s De financiële risico’s zijn in onderstaande tabel opgenomen. Deze inventarisatie is een actualisatie van de tabel uit de voorjaarsnota 2012 en specifiek gericht op het begrotingsjaar 2013. De criteria voor het inschatten van kans is arbitrair. Om toch een kwalificatie aan te geven hebben we gekozen voor een 3-tal stappen. Hoog wil zeggen dat de kans dat het risico zich voor gat doen wordt ingeschat op minimaal 70%. Bij laag wordt deze kans ingeschat op minder dan 30%. Activiteit
Risico
Mogelijke impact
Kans
Actie/beheersmaatregel
Nieuw Stadhuis
Overschrijding
1%
M
Projectmatig werken en
(huurvariant)
budget / vertraging /
overschrijding
regelmatige toetsing aan
scopewijzigingen /
van het totaal
PvE nieuw stadhuis;
financiële
budget is ±
overdracht risico’s aan
haalbaarheid /
€ 600.000
projectontwikkelaar.
A. Projecten 1
maatschappelijk draagvlak 2
3a
Waterboulevard
Noodzaak tot
€ 2,5 miljoen
L
Met provincie nadere
terugbetalen subsi-
afspraken maken over
dies van gerealiseer-
aanleg 1ste deel
de deelprojecten
Waterboulevard.
Eerste fase
Geen overeen-
binnenstadsplan
stemming met
€ 5 miljoen
M
bijdrage (nog) niet
Indien de provinciale
provincie over inzet
beschikbaar wordt
ImG-middelen voor
gesteld, kan een kleiner
eerste fase
plangebied worden overwogen.
3b
Eerste fase
Geen overeen-
binnenstadsplan
stemming met Beter
€ 0,5 miljoen
overeenkomst ontbinden
Wonen over de
en de flat weer
invulling van de
verhuurklaar maken.
eerder gesloten overeenkomst m.b.t. de Kloosterhofflat
138
M
De gemeente kan de
4
Activiteit
Risico
Mogelijke impact
Kans
Actie/beheersmaatregel
Stadion Heracles /
Financiering nieuw
PM
M
Formalisering
herontwikkeling
stadion
toezeggingen van
sportpark Ossenkop-
Financiële dekking
betrokken partijen;
pelerhoek
herontwikkeling
afsluiten
Sportpark
ontwikkelovereenkomst met de Stichting Stadion; onderzoek alternatieven bekostiging herontwikkeling
5
6
7
8
Grondexploitaties
Vertraging uitgifte
> € 10 mln.
Overaanbod / over-
Zie toelichting
M
behoefteprognoses en
programmering
grondbedrijf in
grondprijzen periodiek
Daling grondprijzen
deze begroting
actualiseren.
Grondexploitatie
Het niet doorgaan
Tekort op de
complex 28 vml.
van het realiseren
grondexploitatie
Praxislocatie
van een nieuw
van € 8 tot €10
stadhuis
mln.
Voorraad bouwgrond
Afwaardering
Zie toelichting
/ nog niet in
gronden en
grondbedrijf in
commerciële ruimten
exploitatie genomen
waardedaling
deze begroting
proberen te voorkomen.
gronden en objecten
vastgoedobjecten
Jaarlijkse actualisatie van
door leegstand
waardering voorraad.
L
Besluiten het stadhuis op deze locatie te realiseren.
M
H
Leegstand van
Onrendabele uren
Geen dekking voor
Minimaal 0
projecten
projecturen; risico
Maximaal € 8
problematiek blijft het
neemt toe indien
mln.
risico hoog en zijn
gestopt / uitgesteld Burgemeester
Bijdrage Regio
Ondanks inzicht in de
bijsturingsmogelijkheden
projecten worden 9
Uitgifte monitoren en
beperkt. € 500.000
L
Schneiderssingel
Overleg met de Regio heeft geleid tot ambtelijke zekerstelling van een deel van de subsidie, waardoor het risico sterk is verminderd.
10
Ontwikkeling
Overschrijding
Zie toelichtende
Stationsomgeving
financieel en in
tekst
M
sturen op positief
doorlooptijd 11
Bouwclaims
Juridische
Versobering uitvoering, onderhandelingsresultaat
> € 1 mln.
M
Sturen op afbouw van de
procedures t.g.v. het
claims door het aanbieden
niet (tijdig kunnen)
van bouwgrond.
aanbieden van bouwgrond 12
Brandveiligheid
Voldoende budget
PM
M
Prioriteiten stellen om
gemeentelijke
voor investeringen in
minimum veiligheidsniveau
accommodaties
veiligheid
te garanderen; eventueel aanvullend krediet 139
Activiteit
Risico
Mogelijke impact
Kans
Actie/beheersmaatregel aanvragen
B. Open einderegelingen 13
Wmo
Overschrijding
1% is € 95.000
L
budget 14
WWB
Invulling taakstelling ligt op schema.
Overschrijding
Maximaal € 3,9
budget
miljoen euro
H
Beleid gericht op: - Uitstroombevordering - Instroombeperking - Strakke handhaving.
15
Schuldhulpverlening
Overschrijding
1% is € 37.000
en minimaregeling
budget
Maximaal 5%:
L
Diverse maatregelen zijn getroffen
€ 185.000 C. Verbonden partijen & samenwerkingsverbanden 16
Soweco
Tekort exploitatie /
42% voor
Effecten
rekening van
Rijksbezuiniging,
gemeente
moeizaam
Almelo
transitieproces
Min:€ 1,5 mln
H
Projectmatige aanpak transitie
Max: 3 mln (per jaar) 17
Deelneming in XL
Groter wordend
23% voor
M
Businesspark
tekort exploitatie
rekening
of een extra voorziening
door met name
gemeente
treffen ter dekking het
tegenvallende
Almelo
eventueel oplopende
uitgifte 18
Sportaccommodaties
Tekort exploitatie
Het project optimaliseren
tekort. 100% voor
M
Kaderstelling en
Almelo BV
rekening
uitvoeringsovereenkomst;
(Sportbedrijf)
gemeente
opbouw weerstands-
Almelo
vermogen bij Sportbedrijf en creëren aanvullende ruimte voor ondernemerschap Sportbedrijf.
19
Regionale
Voldoen aan
PM
M
Prioriteit leggen bij
Uitvoeringsdienst
wettelijke minimum
efficieny-verhogende
(RUD)
kwaliteitseisen en
maatregelen (mn ICT).
decentralisatie inrichtingen per 2014 D. Bedrijfsvoering 20
Werkplein Noord
Leegstand ca. 50
aandeel UWV
Twente
werkplekken vanaf
bedraagt ca.
2015 ivm vertrek
€ 800.000
L
Gesprekken met het hoofdkantoor van UWV
UWV 21
Contractueel overeengekomen
Niet innen
Vordering bedraagt 140
L
Conservatoir beslag gelegd; procedure bij
Activiteit
Risico
bouwleges Fortezza-
Mogelijke impact
Kans
€ 1.000.000
Actie/beheersmaatregel rechter loopt
locatie 22
Financiële positie
Onvoldoende
Tegenvallers
H
Strikt risicomanagement;
gemeente
weerstands-
kunnen niet
meevallers naar algemene
capaciteit
meer
reserve, bezinning op
opgevangen
aanvullende maatregelen
worden door het ontbreken van buffers (reserves) 23
Bezuinigingstaakstel-
Niet of niet tijdig
Min. € 500.000
M
Strikte monitoring en
ling “Het Verschil
realiseren van
Max. € 1 mln
Maken”
ingeboekte
vacature-invulling;
taakstellingen en
begroten incidentele
frictiekosten
middelen voor dekking
sturing; selectieve
E. Rijksoverheid 24
Rijksbeleid
Decentralisatie van
PM
M
Tijdige voorbereiding,
taken /
samenwerking in de regio,
doeluitkeringen
via VNG werken aan afdoende middelenoverdracht
25
H
Sturen op voldoende
Aanvullende
Negatieve
1% Alg.
rijksbezuinigingen
ontwikkeling
Uitkering is
opbrengst uit de
algemene uitkering;
€ 880.000
takenanalyse, inkomstenverhogende
Aanvullende
maatregelen en
bezuinigingsmaat
bezuinigingen.
regelen noodzakelijk 26
Nieuwe financiële
Minder
PM
H
Wet is nog niet
wetgeving (Wet HOF)
mogelijkheden tot
aangenomen. Overleg
investeringen ivm
kabinet – VNG over
strengere normen
implicaties loopt
F. Overig 27
29
Kunstwerken
Vervanging en
(bruggen, viaducten,
onderhoud
havens en
onvoldoende
kademuren)
geborgd
Reserve bovenwijkse
mogelijkheden tot
voorzieningen
dotering aan reserve
PM
M
Sparen voor onderhoud Prioriteit bij veiligheid
PM
L
Geen nieuwe claims ten laste van deze middelen
141
A. Projecten Grote investeringsprojecten kennen specifieke risico’s. Deze worden expliciet zichtbaar gemaakt in de projectofferte en gedurende de looptijd van het project gevolgd. In de documenten behorende bij de planning- en controlcyclus wordt over de risico-ontwikkeling gerapporteerd en als er aanleiding toe is uiteraard ook buiten de reguliere rapportagemomenten om. Nieuw Stadhuis Bij de voorjaarsnota 2012 is besloten de plannen voor het nieuwe stadhuis maximaal twee jaar “on hold’ te zetten en voor de begroting 2013 uit te zoeken wat de mogelijkheden zijn om niet zelf te bouwen maar te kiezen voor een lange termijn huurconstructie. Een investering van deze omvang kent altijd risico’s, ook in een huurvariant. Indien de huurvariant realistisch blijkt, worden de risico’s tijdens de realisatiefase en de gebruiksperiode voor een heel belangrijk deel overgeheveld naar de ontwikkelaar/verhuurder. Waterboulevard De provincie heeft, in het kader van het programma Investeren met Gemeenten (ImG), een subsidie toegekend van 12,3 miljoen euro voor de realisatie van de waterboulevard. Voorwaarde is dat de volledige waterboulevard voor 2014 wordt gerealiseerd. De deelprojecten “ontsluiting P&R garage” en “oever stationsomgeving” zijn in uitvoering. De realisatie van het water voor het nieuw te bouwen stadhuis en de aanleg van het voorplein van het nieuwe stadhuis zijn in voorbereiding, opdat voor 2014 tot aanbesteding en realisatie kan worden overgegaan. In het kader van de voorjaarsnota 2012 is besloten om de uitvoering van de overige onderdelen van de waterboulevard uit te stellen, maar wel de verplichting aan te gaan om deze op termijn volledig te realiseren. Eerste fase binnenstad Wij hebben marktpartijen (Urban Interest en de Ontwikkelcombinatie Almelo 2010) gevraagd om, in samenwerking met Beter Wonen, met voorstellen te komen voor een financieel haalbare eerste fase van het binnenstadsplan. Uw raad heeft in het kader van de voorjaarsnota 2012 besloten om hiervoor € 5 miljoen te reserveren. De gemeente wil “het verschil maken” en de realisatie over laten aan marktpartijen en de corporatie. Het risico is aanwezig dat de onderhandeling met partijen niet leidt tot een bevredigend resultaat (financieel of kwalitatief). Dit heeft echter geen negatief financieel effect, omdat de gemeente dan kan besluiten om geen medewerking te verlenen aan deze (verlieslatende) ontwikkeling. De gemeenteraad heeft immers (slechts) besloten tot een reservering van middelen, die na afronding van de onderhandelingen, wel of niet wordt omgezet tot een krediet. De gemeente kan de al gereserveerde middelen voor alternatieve doelen aanwenden, bijvoorbeeld voor het verhuurklaar maken van de Kloosterhofflat en het realiseren van andere beleidsdoelen (zoals de reconstructie van de Grotestraat). Stadion Heracles / herinrichting sportpark Ossenkoppelerhoek Het risico bestaat dat de Stichting Stadion de financiering voor de bouw van het nieuwe stadion niet rond krijgt. Dit heeft direct consequenties voor herontwikkeling van het sportpark Ossenkoppelerhoek. Dit sportpark wordt namelijk voor het overgrote deel gefinancierd uit de opbrengst van de grond voor het stadion. De nieuwbouw van het stadion en de herontwikkeling van het sportpark zijn ook fysiek
142
onlosmakelijk met elkaar verbonden. Er is een sluitende begroting voor de herontwikkeling, maar deze kent nog een aantal onzekerheden, op het vlak van verwerving van gronden en bijdragen van derden. Ook dient er nog een akkoord te worden bereikt met de sportverenigingen over de herinrichting. Een af te sluiten ontwikkelovereenkomst met de Stichting Stadion vermindert de risico’s substantieel Grondexploitaties De grondexploitaties vormen waarschijnlijk het grootste financiële risico voor de gemeente. De afgelopen jaren is de problematiek in sterke mate toegenomen door de achterblijvende uitgifte van bouwgrond voor woningbouw, bedrijventerreinen en kantoren. Naast de gebruikelijke ramingsrisico’s inzake de gecalculeerde eenheidsprijzen (waaronder de grondprijzen) zijn de risico’s m.b.t. de verkoop van bouwrijpe grond het grootst. Dit risico bestaat uit twee onderdelen: -
Is er de komende decennia voldoende vraag naar bouwrijpe grond voor circa 3500 woningen,
-
Zijn de uitgifteprognoses reëel? Zal er jaarlijks bouwgrond uitgegeven worden voor gemiddeld
ruim 60 hectare bedrijventerreinen en 54.000 m2 BVO kantoren? circa 170 woningen, 4 hectare bedrijventerreinen en 2.200 m2 BVO kantoren? Het zich voordoen van het laatstgenoemde risico resulteert in extra, niet begrote rentekosten. Het risico van moeten bijstellen van behoefteprognoses kan resulteren in extra afwaarderingen op de reeds gedane investeringen in lopende projecten die t.z.t. dan (gedeeltelijk) stopgezet moeten worden. De gevolgen kunnen groot zijn. Met name als de behoefteprognoses substantieel verder naar beneden moeten worden bijgesteld, kan het gevolg voor het grondbedrijf tientallen miljoenen euro’s groot zijn. Dit bovenop de afwaarderingen die al hebben plaatsgevonden. Ter beperking van deze risico’s dient de gemeente zeer terughoudend te zijn met het doen van nieuwe investeringen, zonder redelijke kans op afname van de te produceren bouwrijpe grond. Voormalige Praxislocatie (complex 28) De grondexploitatie van de voormalige Praxislocatie kent een financieel sluitende begroting. Dit mede dankzij een grondopbrengst uit de verkoop van bouwrijpe grond voor het realiseren van het nieuwe stadhuis, die is vastgesteld op € 12,6 mln. Indien de gemeente afziet van het realiseren van een nieuw stadhuis op deze locatie, dan zal een andere bestemming waarschijnlijk een veel lagere grondopbrengst opleveren. Een tekort op de grondexploitatie van € 8 tot € 10 mln. is dan te verwachten. Dit risico kan voorkomen worden door te besluiten een nieuw stadhuis te bouwen op deze locatie met een grondprijs van € 12,6 mln. Voorraad bouwgrond / nog niet in exploitatie genomen gronden en objecten Door bijgestelde behoefteprognoses is de verwachtingswaarde en daarmee de marktwaarde van veel ruwe bouwgrond gedaald waardoor de gemeente tientallen miljoenen heeft moeten afwaarderen op de boekwaarde van deze voorraad. Daartoe is bij de behandeling van de voorjaarsnota 2012 en de Jaarrekening 2011 besloten. Aangezien alle voorraad nu gewaardeerd is op basis van de economische waarde bij huidige bestemming, is het risico op verdere waardedaling van deze landbouwgronden beperkt. Ook zijn de jaarlijkse rentelasten, inzake de balanswaarde van deze gronden, via de begroting afgedekt. Groter risico vormt de commerciële voorraad in de binnenstad. Ook op deze grondbedrijfvoorraad is aanzienlijk afgewaardeerd, maar toenemende leegstand van deze objecten kan resulteren in nog verdere waardedaling. Om te voorkomen dat dit risico zich gaat voordoen, proberen we bestaande huurders
143
vast te houden en nieuwe huurders te vinden. Dit in afwachting van de toekomstige plannen voor de binnenstad. Onrendabele uren projecten Op basis van de besluitvorming bij de voorjaarsnota 2012 en jaarrekening 2011 zijn de van de grondexploitaties plangebieden verkleind, is het woningbouwprogramma aangepast en de fasering herzien. Het gevolg hiervan is dat binnen de grondexploitaties minder dekking is voor de inzet van het ambtelijk apparaat. Ook voor andere projecten geldt dat, wanneer deze worden gestopt of vertraagd, er een financiële tegenvaller ontstaat omdat dekkingsbronnen voor ambtelijke capaciteit ontoereikend zijn. Zonder maatregelen komen de kosten van deze fte’s ten laste van de gemeentebegroting als zogenaamde onrendabele uren. Door heroverweging van projecten neemt het risico naar verwachting toe. Strikte monitoring en rapportage via de maraps van de afdelingen in combinatie met structurele vermindering van ambtelijke capaciteit, zal het risico moeten beperken. Burgemeester Schneiderssingel In 2009 is een exploitatieovereenkomst ondertekend met de projectontwikkelaar van het Indiëterrein (nr 2009/12593). Hierin is afgesproken dat de gemeente zorgt voor de ontsluiting van het Indiëterrein door aanleg van de Burgemeester Schneiderssingel. De totale kosten worden geraamd op € 4,8 miljoen. Er wordt rekening gehouden met de aanleg van een deel van de fietssnelweg waarvoor gerekend wordt op een bijdrage van de Regio van minimaal € 1,6 miljoen. Voor het eerste deel van de bijdrage van de Regio (600.000 euro) is een formele aanvraag gedaan. Hiervoor zijn bij de Regio middelen beschikbaar. Het tweede deel van de bijdrage (€ 1 miljoen) is onzekerder omdat deze moet concurreren met andere aanvragen uit de Regio. Inmiddels is in de begroting van de Regio Twente € 500.000 gereserveerd voor het weggedeelte van het project. Daarnaast is in principe ruim 8 ton beschikbaar voor de fietssnelweg. Bestuurlijk dient dit nog te worden geaccordeerd. Risico is nu al verminderd van € 1 miljoen naar € 500.000. Uitsluitsel volgt naar verwachting eind 2012. Ontwikkeling Stationsomgeving Het project Ontwikkeling stationsomgeving Almelo bestaat uit diverse deelprojecten die deels in uitvoering, en deels ook nog in de definitie- of ontwerpfase verkeren. De deelprojecten herinrichting stationsplein en herinrichting omgeving P&R garage) zijn in de realisatiefase. Inmiddels is er een aantal mee- en tegenvallers waarvan de risico’s vooralsnog binnen de projectscope te beheersen zijn. Zo is er nog ruimte aan de opbrengstenkant van de P&R garage (tariefsaanpassing) en zijn er nog besparingsmogelijkheden bij de projectonderdelen die nog niet in uitvoering zijn genomen. Het risico heeft zich geëffectueerd dat we bij de verwerving geconfronteerd werden met vraagprijzen die een te groot beslag op het projectbudget zouden leggen. Het college heeft in september 2012 besloten het plan enigszins aan te passen waardoor we een stuk verwerving gedeeltelijk konden vermijden zonder de uiteindelijke doelstellingen (verbeterde functionaliteit) aan te tasten. Nadeel hiervan is een vertraging in de uitvoering die kan oplopen tot maximaal één jaar. Dit is ambtelijk besproken met de partners Regio Twente, EU, Prorail en de provincie en er wordt nog om bestuurlijke instemming gevraagd. Inmiddels (eind september) hebben wij van de provincie het bericht gekregen dat zij akkoord zijn met het verlengen van de looptijd. Bouwclaims Alle bestaande bouwclaims zijn geïnventariseerd. De stadsadvocaat heeft juridisch advies uitgebracht over de prioritering, de rechten en verplichtingen en de verder te volgen procedure. Vast is komen te
144
staan dat alle claims rechtmatig én niet verjaard zijn. In het laatste kwartaal 2012 worden de claimhouders aangeschreven. Er worden geen nieuwe bouwclaims uitgegeven. Het niet (kunnen) inwilligen van een claim kan leiden tot (langdurige) juridische procedures. De verwachting is dat een behoorlijk aantal (80 a 90 stuks) bouwclaims ingelost kan worden in de eerste fase van het plan Waterrijk. Voor een deel van de bouwclaims (in totaal 50) is invulling gevonden aan de Kerkhofsweg en Rembrandtlocatie. Brandveiligheid gemeentelijke accommodaties Voor de vervolgaanpak brandveiligheid van de gemeentelijke accommodaties is een budget van circa € 730.000 beschikbaar. In hoeverre dit bedrag voldoende is, is op dit moment nog niet duidelijk. Naar verwachting zal vooral de aanpak van de parkeergarages een forse investering vergen. Op dit moment worden de inspecties uitgevoerd en op basis daarvan zal er een eerste raming van kosten worden opgesteld. Ten aanzien van het te investeren bedrag zal er een afweging plaatsvinden over de te nemen maatregelen waarbij in ieder geval zal moeten worden voldaan aan het minimum-veiligheidsniveau. B. Open einderegelingen De gemeente kent een aantal openeinderegelingen, regelingen die niet goed te budgetteren zijn omdat de vraag niet of lastig te beïnvloeden is. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het recht op een uitkering of een vergoeding of een subsidie die is vastgelegd in een wet of verordening. Voldoet men aan de voorwaarden dan is de gemeente gehouden deze uitkering, vergoeding of subsidie te betalen, ongeacht of het geraamde budget toereikend is. Hieronder wordt voor enkele open-einde regelingen aangegeven hoe hiermee wordt omgegaan. Wmo / AWBZ De Wmo is een open einderegeling en de tekorten worden uit de algemene middelen aangevuld. Voor de lange termijn (komende 10 jaren) verwachten wij een stijgend gebruik van de Wmo voorzieningen vanwege de vergrijzing. Mede om deze reden proberen wij het verstrekken van de individuele voorzieningen beheersbaar te maken. Vanaf 2011 is een aantal maatregelen getroffen. In de begroting 2011 is een bezuinigingstaakstelling van 200.000 euro per jaar oplopend tot 800.000 euro structureel in 2014. Het uitvoeren van de bezuinigingstaakstelling ligt op schema. Door de aanbesteding van de Wmo hulpmiddelen hebben we de bezuiniging voor 2013 en 2014 al gerealiseerd. Als onderdeel van de heroverweging van reserves is de reserve WMO opgeheven. Voordelen en nadelen op de uitvoering van de individuele voorzieningen zullen met de algemene reserve verrekend worden. Naar verwachting wordt de functie begeleiding van de AWBZ vanaf 2013 naar de gemeente gedecentraliseerd als toevoeging aan de Wmo. Het is een operatie die veel inspanningen zal vergen. De financiële contouren tussen Rijk en gemeenten zijn op dit moment nog niet ingevuld. WWB In de begroting is rekening gehouden met een eigen risico van 10% op de bijstandsregeling. Het uitgangspunt daarbij is dat bij overschrijdingen boven de norm van 10% gebruik gemaakt kan worden van de Rijksregeling voor compensatie in de vorm van een zogenaamde Individuele Aanvullende Uitkering. Het risico is echter dat compensatie niet mogelijk zal zijn omdat het macrobudget wordt gekort en door gemeenten overvraagd wordt. Dit risico heeft zich in 2011 gemanifesteerd omdat het
145
ministerie – in onze ogen onterecht- onze aanvraag Individuele Aanvullende Uitkering (IAU) over 2010 heeft afgewezen. Om het risico voor de komende jaren te reduceren heeft het college een Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU) aangevraagd. Dit is mogelijk geworden omdat Almelo opeenvolgende jaren een structureel tekort kent op de verstrekking van uitkeringen. De hiermee gemoeid gaande investeringen zijn in deze begroting opgenomen. Schuldhulpverlening en minimaregelingen De laatste jaren hebben een toenemend beroep op deze voorzieningen laten zien. Er zijn maatregelen getroffen om deze regelingen binnen de financiële kaders of met een lagere overschrijding uit te voeren. Bij schuldhulpverlening worden de uitgangspunten meer eigen verantwoordelijkheid, accent op preventie en beperking van de duur van budgetbeheerrekeningen gehanteerd. In het kader van minimabeleid is Verordening Maatschappelijke Participatie afgeschaft en omgezet naar een “in natura”fonds. Het risico op budgetoverschrijdingen is hiermee beperkt. C. Verbonden partijen en samenwerkingsverbanden Op diverse terreinen wordt met andere gemeenten samengewerkt. Hierbij valt te denken aan een muziekschool, sociaal-cultureel en maatschappelijk werk etc. Bezuinigingen bij de ene gemeente leidt veelal tot hogere kosten bij de andere gemeente, omdat de niet op korte termijn beïnvloedbare kosten (vaste kosten) moeten worden opgebracht. Aan mogelijke toekomstige verzelfstandigingen en uitbestedingen (bijvoorbeeld de vorming van de Veiligheidsregio Twente, de vorming van de Regionale Uitvoeringsdienst per 2013 en de overgang van het team Belastingen naar het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente per 2013) kleven tijdelijke financiële risico’s, met name de afbouw van desintegratiekosten. Daarnaast dient door een tijdige en zorgvuldige voorbereiding van uitbestedingen de continuïteit van de dienstverlening te worden gewaarborgd. Soweco Het exploitatietekort van Soweco over 2011 is ten laste gebracht van de reserves van Soweco. Voor de nabije toekomst zijn de financiële risico’s hoog vanwege mogelijke kortingen van het Rijk op het budget voor de sociale werkvoorzieningbedrijven. In 2011 is onderzoek gedaan naar de toekomstige positie van Soweco. Op 24 april 2012 heeft de raad ingestemd met een model op basis waarvan samen met De Raad van Commissarissen en het Bestuur van Soweco de uitvoering van de Wsw verder wordt uitgewerkt. Onzeker is welk beleid het nieuwe kabinet gaat voeren. Soweco heeft een concept begroting 2013 ingediend. Afgesproken is dat deze nog wordt aangevuld met een extra taakstelling. Het maximale tekort voor de gemeente Almelo in 2013 bedraagt, conform besluitvorming bij de voorjaarsnota 2012, 1,5 miljoen euro. Deelneming XL Businesspark Het openbaar lichaam RBT is een samenwerking verband tussen 4 gemeenten en de provincie Overijssel en opgericht om een regionaal bedrijventerrein te realiseren genaamd XL Businesspark. De gemeente Almelo participeert voor 23% in dit project.
146
De laatst vastgestelde grondexploitatiebegroting kent een tekort van circa € 8,8 mln. op NCW per 1-12012. Ter dekking van dit tekort heeft de gemeente Almelo een voorziening getroffen van ruim € 2,0 mln. (= 23% van € 8,8 mln.) Belangrijkste risicofactor is het geprognosticeerde uitgiftetempo en de vraag of de komende 15 à 20 jaar gemiddeld 6 hectare per jaar wordt uitgegeven tegen de begrote marktconforme grondprijzen. Indien de uitgifte minder voorspoedig verloopt, dan zal het project waarschijnlijk een groter tekort opleveren waardoor o.a. de gemeente Almelo een extra voorziening zal moeten treffen. Sportaccommodaties Almelo BV Van deze vennootschap is de gemeente Almelo enig aandeelhouder en daarmee financieel risicodrager, waardoor tekorten op de exploitatie van sportaccommodaties (waaronder het IISPA) en dus het Sportbedrijf voor onze rekening komen. Door budget- en prestatie-afspraken te maken en ondernemersruimte voor het Sportbedrijf te creëren, dienen de risico’s op termijn te worden beperkt. Het risico dat exploitatieverliezen ten laste van de gemeente komen blijft echter bestaan vanwege het aandeelhouderschap en het feit dat het Sportbedrijf nog niet over eigen weerstandsvermogen beschikt. Met de directie en de raad van commissarissen van het Sportbedrijf is in 2012 een pakket maatregelen besproken, die na effectuering moeten leiden tot een sluitende exploitatie. Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Vanaf 1 januari 2013 is de regionale uitvoeringsdienst Twente operationeel. In Overijssel is gekozen om de RUD in netwerkverband te organiseren, waardoor voldaan kan worden aan de landelijke RUD-opgave voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) in de fysieke leefomgeving. Gezien de efficiencykorting van het Rijk en de daardoor dalende middelen voor de RUD, en de eis het voldoen aan de landelijke kwaliteitscriteria om het uitvoeringsniveau op peil te houden, wordt voor de korte termijn een kostenstijging voor VTH verwacht. In de voorjaarsnota 2012 zijn voor compensatie van de Rijks’ efficiencykorting middelen ter beschikking gesteld ter hoogte van € 380.000 in 2013 en € 480.000 vanaf 2014. Het risico van budgetoverschrijdingen is hierdoor verkleind. Verreweg de grootste kostenpost bij de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving wordt gevormd door de personeelskosten voor het primaire proces. Op dit moment is het nog niet mogelijk om per organisatie een exact beeld te geven van de eventueel gevraagde investering om, binnen het kader van de RUD-vorming, aan de kwaliteitscriteria te gaan voldoen. Er wordt verwacht dat hier in oktober/november 2012 een beter beeld van kan worden verkregen. Landelijk is besloten om de bevoegdheid voor vergunningverlening, toezicht en handhaving bij provinciale inrichtingen per 1 januari 2014 grotendeels te decentraliseren. In Almelo gaat het om ongeveer 20 inrichtingen. Momenteel worden landelijk de financiële consequenties in beeld gebracht. Waarschijnlijk kan in de septembercirculaire 2012 een eerste indicatie worden gegeven van de uitname uit het provinciefonds en toevoeging aan het gemeentefonds. De feitelijke doorwerking hiervan in gemeentefonds en provinciefonds per 1 januari 2014 wordt in de meicirculaire 2013 opgenomen. D. Bedrijfsvoering Werkplein Noord Twente Het Werkplein Noord Twente is een samenwerkingsverband tussen de gemeente Almelo, het UWV en enkele regiogemeenten op het gebied van Werk en Inkomen. Het werkplein is gehuisvest in het
147
Twenthecentrum waarbij de gemeente Almelo optreedt als hoofdhuurder / exploitant van het Werkplein. Het UWV neemt circa 50 werkplekken af waarmee een bedrag gemoeid is van circa 800.000 euro. Als gevolg van de bezuinigingen binnen het UWV staat de afname van de werkplekken door het UWV per 1 januari 2015 ter discussie. Met het UWV zijn gesprekken gaande waarin wij op het standpunt staan dat de gemaakte contractafspraken minimaal t/m 2015 worden nagekomen. Daarna is de bekostiging onzekerder. Bouwleges Voor de afgegeven bouwvergunning op de huidige nieuwbouwlocatie van het Stadhuis is contractueel een uitgestelde betaling van de bouwleges overeengekomen. De bouwleges bedragen € 1 miljoen euro. Er is conservatoir beslag gelegd en de beroepsprocedure bij de rechtbank loopt. Financiële positie gemeente Bij de Voorjaarsnota 2012 zijn besluiten genomen met betrekking tot de financiële situatie van de gemeente Almelo. Het financiële perspectief van de gemeente is niet rooskleurig. Voor de jaarschijf 2013 is zelfs sprake van een tekort. De komende jaren zal het positieve begrotingsoverschot toegevoegd worden aan de algemene reserve om een buffer voor tegenvallers op te bouwen. Ook is besloten om (incidentele) meevallers toe te voegen aan de algemene reserve. Het Verschil Maken (HVM) De organisatie krimpt de komende jaren met ruim 110 fte / € 4,8 miljoen. Het is belangrijk om de medewerkers die hierdoor boventallig worden zo snel mogelijk aan ander werk te helpen. Als dit niet lukt, ontstaan er frictiekosten. Om de taakstelling op het aantal leidinggevenden te realiseren is een aanpassing van de organisatiestructuur onontkoombaar. Dit leidt ook tot frictiekosten, met name in 2013. In deze begroting 2013 is hiervoor een bedrag van € 0,50 miljoen opgenomen. Daarnaast bestaat het risico dat niet-personele bezuinigingen binnen HVM niet (tijdig) kunnen worden gerealiseerd. Door middel van kwartaalrapportages wordt de voortgang en eventuele knelpunten hierin met de raad gedeeld. E. Rijksbeleid Rijksbeleid, decentralisatie & specifieke uitkeringen In het regeerakkoord zijn decentralisaties aangekondigd op het terrein van onder meer de AWBZ, Jeugdzorg en Wet werken naar vermogen. De overheveling van taken gaat in het algemeen gepaard met efficiencykortingen. Ook zijn verlagingen van specifieke uitkeringen in het vooruitzicht gesteld, bijvoorbeeld op het gebied van re-integratie. De filosofie van het Rijk is dat gemeenten de taken goedkoper kunnen uitvoeren en dat het daarom op voorhand gerechtvaardigd is de budgetten te korten. Verder vormt de besteding en verantwoording van specifieke uitkeringen van het Rijk, de provincie en derden een risico. Indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan loopt de gemeente het risico een deel van de ontvangen bijdrage te moeten terugbetalen. Rijksbezuinigingen Op 12 september hebben verkiezingen plaatsgevonden. De gevolgen van het nieuwe kabinetsbeleid zijn op dit moment nog niet bekend. Wel is duidelijk dat Nederland nog steeds een begrotingstekort heeft. Het CPB heeft deze recent berekend op 2,7%. Dit ligt onder de norm van Europa welke een maximaal tekort toestaat van 3,0%. Om de overheidsfinanciën ook in de toekomst in balans te houden is
148
minimaal een begrotingsevenwicht vereist. Om dit bereiken zijn aanvullende bezuinigingen noodzakelijk. Uitgaande van het huidige begrotingstekort van 2,7% bekent dit dat aanvullend circa 17 miljard moet worden bezuinigd. In hoeverre de gemeente gekort wordt via de algemene uitkering uit het gemeentefonds is op dit moment niet in te schatten. Dit is ondermeer afhankelijk van het tempo waarin nieuwe bezuinigingen worden doorgevoerd alsook van de inhoud van de bezuinigingen.
Nieuwe financiële wetgeving Op dit moment wordt gesproken over de gevolgen van de Wet Houdbaarheid Overheidsfinanciën (wet HOF) voor decentrale overheden. De wet is bedoeld voor begrotingsdiscipline. Het wetsvoorstel moet al per 1 januari 2013 van kracht worden. Uitgangspunt is dat ook voor gemeenten de EMU-norm van 3 procent gaat gelden. De gevolgen voor de gemeenten is op dit moment nog niet inzichtelijk. De VNG heeft hierover een “brandbrief” aan het kabinet gestuurd. De herverdeling van het gemeentefonds is uitgesteld tot minimaal 2014. Wel zal in 2012 voorrang gegeven worden aan een goede inbedding van de decentralisaties ‘begeleiding’ en ‘Werken naar vermogen’ in het gemeentefonds. Welke gevolgen het nieuw te vormen kabinet op deze onderwerpen heeft is op dit moment niet in te schatten. F. Overig Kunstwerken (bruggen, viaducten, havens en kademuren) Er is een budget beschikbaar voor het regulier onderhoud (circa 235.000 euro voor de kunstwerken en ca 16.000 euro voor de kademuren). Daarnaast is jaarlijks een budget beschikbaar voor buitengewoon onderhoud van circa 140.000 euro. Bij de Voorjaarsnota 2012 is een meerjaren-doorkijk gepresenteerd. De gemiddelde kwaliteit van de kunstwerken is een 3,38 (op een schaal van 1: slecht tot 5: goed), 22 objecten hebben een onvoldoende of slechte beoordeling. Er zijn in de voorjaarsnota extra middelen gereserveerd voor onderhoud en vervanging. Bij amendement is besloten in beginsel de benodigde structurele aanvullende dekking vanaf 2014 ten laste van het structurele resultaat te brengen. Hierbij wordt tevens een constructief onderzoek naar de kadeconstructies gedaan. Dit huidige staat van onderhoud lijkt vooral gevolgen te hebben voor de functionaliteit. Het onderzoek moet uitwijzen of hier onaanvaardbare veiligheidsrisico’s worden gelopen. Indien hieruit blijkt dat vervangingen noodzakelijk zijn, zal hierover worden gerapporteerd bij de voorjaarsnota 2013. Reserve bovenwijkse voorzieningen De reserve BOVO is gevormd om bovenwijkse voorzieningen mede te bekostigen. Bovenwijkse voorzieningen zijn kort samengevat: infrastructurele werken inclusief bewegwijzering gelegen buiten de begrenzingen van in- of uitbreidingsplannen, welke echter voor het functioneren van deze plannen noodzakelijk zijn maar tevens dienstbaar zijn aan andere wijken c.a.. De voeding van deze reserve loopt via de grondverkopen van het grondbedrijf door bij verkoop van bouwgrond een bedrag per m² te storten in de reserve BOVO. Op dit moment wordt de wijze van berekening van de Bovo-bijdrage nader onderzocht. Mogelijk dient de wijze aangepast te worden. Voor het eind van het jaar dient hier duidelijkheid over te zijn. Mocht het niet langer mogelijk zijn (een vorm van) Bovo-bijdrage te verhalen vervalt de dekking voor al gerealiseerde infrastructurele werken. De dekking voor de kapitaallasten voor de Nijreessingel vervallen dan (circa 450.000 euro). Hier staat tegenover dat grondexploitaties verbeteren doordat de bijdrage niet langer als kostenpost opgenomen dient te worden.
149
Schade risico’s Roerende zaken Op dit terrein loopt de gemeente evenals elke eigenaar risico’s van diefstal, tenietgaan van het middel enz. Organisatorisch zijn de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen en verzekeringen afgesloten, doch uitsluiten van een (eigen) risico is niet mogelijk. Opruimen gevaarlijke stoffen Gevaarlijke stoffen die door onbekenden op gemeentegrond worden gestort, zullen moeten worden opgeruimd. De kosten hiervan moeten door de gemeente worden gedragen als de eigenaar niet te achterhalen is. Voor de eventuele kosten is geen voorziening aanwezig. Bij calamiteiten waarbij gevaarlijke situaties ontstaan, is de gemeente verplicht deze op te heffen, ook indien geen verhaalsmogelijkheden aanwezig zijn. Aansprakelijkheden en bedrijfsschade De gemeente heeft zich tegen wettelijke aansprakelijkheden ingedekt door middel van een Algemeen Aansprakelijkheidsverzekering. Hierbij zijn niet de totale schades gedekt; de gemeente heeft een eigen risico van 2.500 euro voor zaak- en/of persoonsschade en ook 2.500 euro voor vermogensschade per geval. De gemeente kan zich niet indekken tegen het risico van bedrijfsschade, omdat zij door verzekeringsmaatschappijen niet als bedrijf gekenmerkt wordt. Voor vitale onderdelen van de dienstverlening zijn (uitwijk)voorzieningen operationeel. Operationele risico’s Personeel De gemeente loopt net als elk ander bedrijf dat personeel in dienst heeft de volgende personele risico’s: -
Integriteit en fraude
-
Gezondheid
-
Veiligheid en arbeidsomstandigheden
-
Welzijn, kwaliteit en motivatie
-
Naleven wet en regelgeving (rechtmatigheid)
-
Doelmatigheid.
Nieuwe organisatiestructuur Per 2013 zal de organisatiestructuur worden aangepast. In deze aanpassingsfase naar het viersectorenmodel kan er tijdelijk productiviteitsverlies ontstaan omdat medewerkers moeten groeien in hun nieuwe functie of rol. Daarnaast kan in de overgangsfase naar de nieuwe managementstructuur tijdelijk onduidelijkheid bestaan over bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Er wordt op gestuurd om deze overgangsfase zo kort mogelijk te laten zijn, uiteraard met inachtneming van een zorgvuldig proces. Ook krijgt het nieuwe management een concrete veranderopdracht mee voor de eigen sector, waarmee de koers van de eenheid in 2013 wordt bepaald. Interne communicatie over het veranderproces en de komende wijzigingen in aansturing, structuur en cultuurontwikkeling krijgen veel aandacht. Aansprakelijkheid / bezwaar- en beroepprocedures
150
Het risico dat de gemeente aansprakelijk wordt gesteld voor het niet juist toepassen van de regels en procedures van de interne (bijv. de eigen verordeningen) en de externe wetgeving. Informatievoorziening De organisatie moet permanent worden toegerust om gevraagde kwaliteit, betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de gewenste/relevante informatie te leveren. Dit vraagt om de beschikbaarheid van de ICT-infrastructuur en applicaties, het juiste gebruik ervan en de houding van alle medewerkers om alert te zijn op de (blijvende) toegankelijkheid van informatie en de actieve informatievoorziening aan management en bestuur. Strategische risico’s Wettelijke regelingen of verplichtingen Voor de gemeente met al haar verschillende beleidsvelden kunnen nieuwe wetten, wetswijzigingen of aanscherping van bestaande wetten gevolgen hebben met een grote impact. We noemen als concrete voorbeelden: -
Algemene Wet Bestuursrecht
-
Dure woningaanpassingen boven 20.420 euro
-
Arbo-wetgeving
-
Wet Werk en Bijstand
-
Wet werken naar vermogen
-
Milieuwetgeving
-
Wet Boeten en Maatregelen
-
Wet Kinderopvang
-
BTW-compensatiefonds
-
Wet maatschappelijke ondersteuning
-
Wet op de Ruimtelijke Ordening
-
Grondexploitatiewet
-
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo)
-
Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen
Overige algemene strategische risico’s: -
Demografische ontwikkelingen
-
Economische conjunctuur
-
Conflicterend overheidsbeleid
151
5.2.3 Beleid risicomanagement Het beleid rondom weerstandscapaciteit en risicomanagement is in 2011 vernieuwd (raadsbrief 22 maart 2011, nr. 2011/4009). Ook recente evaluaties van grote projecten zijn aanleiding het risicomanagement te professionaliseren. Het risicomanagement van de gemeente Almelo heeft, naar aanleiding van het toenemen van het risicobewustzijn, marktontwikkelingen en de economische crisis vanaf 2011 een impuls gekregen. De monitoring en informatievoorziening over weerstandscapaciteit en risico’s is ingebed in de reguliere planning- en controlcyclus. Bovendien worden alle majeure college- en raadsvoorstellen voorzien van een risicoparagraaf en wordt erop gestuurd om in de control van projecten het werken met risicoanalyses te incorporeren. In projectoffertes en de voortgangsrapportages over projecten wordt standaard over risico’s gerapporteerd. Het zicht houden op de ontwikkeling van het weerstandsvermogen en het zonodig aanpassen van de weerstandscapaciteit maakt deel uit van het gemeentelijke systeem van risicomanagement. Doel van risicomanagement is het minimaliseren van de effecten van risico’s op de processen en doelbereiking. Ook wordt gestuurd op het verminderen van de kans dat risico’s zich voordoen. Dit is een verantwoordelijkheid van lijnmanagement en projectleiders. Daarnaast ondersteunt risicomanagement het maken van bewuste afwegingen en juiste keuzes en verbetert daardoor de kwaliteit van de bestuurlijke besluitvorming. Gelet op de kwetsbare financiële situatie, onder andere door het ontbreken van financiële buffers en de grote onzekerheden op middellange termijn zijn alertheid op risico’s, pro-actief handelen en behoedzaamheid essentieel. De beschikbare weerstandscapaciteit wordt in hoge mate bepaald door de omvang van de algemene reserve. Dit is de belangrijkste buffer voor het opvangen van risico’s en financiële tegenvallers. Momenteel is de norm voor omvang van de algemene reserve 10% van de algemene uitkering. Doordat de kwaliteit van het risicomanagement is verbeterd is er een steeds beter (kwantitatief) inzicht in de financiële risico’s ontstaat, wordt het mogelijk om de beschikbare weerstandscapaciteit te relateren aan de risico’s. Onderzoek moet uitwijzen wat de minimaal noodzakelijke en gewenste omvang van de weerstandscapaciteit is. Hierbij wordt rekening gehouden met de ongedekte risico’s, met het aanpassingsvermogen van de organisatie en de kans dat tegenslagen zich gelijktijdig voordoen. Als de kansen afhankelijk zijn, zoals bijv. bij een teruglopende economische groei, valt het optreden van een aantal risico’s samen. (zoals een lagere algemene uitkering, hogere rentevoet, meer beroep op garanties, verslechterende grondexploitaties, enz.). Niet elk risico zal voor 100% worden afgedekt in reserves en voorzieningen. Systematische en integrale monitoring in combinatie met het nemen van beheersingsmaatregelen blijven daarom van wezenlijk belang voor een professioneel risicomanagement.
152
5.3 Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding Deze paragraaf gaat in op de onderhoudskosten van wegen, openbaar groen, riolering, gebouwen, kunstwerken en dergelijke. Het gaat hier om de instandhouding van de kapitaalgoederen, dat wil zeggen met dezelfde functionaliteit op een bepaald kwaliteitsniveau houden van het kapitaalgoed. Volledige vervangingen en aanpassingen van grote kapitaalgoederen zijn over het algemeen investeringen die in het investeringsplan thuis horen en niet in deze paragraaf terug komen. De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen geeft een dwarsdoorsnede van de begroting. Lasten van onderhoud kunnen op diverse programma’s voorkomen. Met onderhoud is een substantieel deel van de begroting gemoeid. Een helder en volledig overzicht is daarom van belang voor een goed inzicht in de financiële positie. De definitie van kapitaalgoederen is: Duurzame goederen met maatschappelijk of economisch nut, geïnvesteerd in de openbare ruimte ter verkrijging van een langdurig gewenst voorzieningenniveau. De Wet BBV geeft het volgende aan met betrekking tot de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen: 1. De paragraaf betreffende het onderhoud van kapitaalgoederen bevat tenminste de volgende kapitaalgoederen; A. wegen B. riolering C. water D. groen E. gebouwen 2. Van de kapitaalgoederen, bedoeld in het eerste lid, wordt aangegeven: A. het beleidskader B. de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties C. de vertaling van de financiële consequenties in de begroting. A. Beleidskader De gemeentelijke kapitaalgoederen bestaan uit veel uiteenlopende onderdelen, zoals groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, gebouwen voor uiteenlopende functies, bestratingen wegen, rioleringen, waterwegen, diverse verkeerstechnische elementen, sportterreinen, afvalcontainers e.d. De onderhoudsbehoefte is grofweg onder te verdelen in 3 soorten: a. Het jaarlijks (gewoon, dagelijks, regulier) onderhoud. Voor de elk jaar terugkerende vaste (planmatige) en niet voorspelbare (adaptieve en curatieve) kleine onderhoudsbehoefte wordt een meestal op ervaring gebaseerd jaarlijks bedrag in de begroting opgenomen, het zogenoemde “dagelijks onderhoud”. Hieronder valt het bestekswerk, DVO met TwenteMilieu, raamcontract, schade en meldingen. Met Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) wordt in 2012 de gewenste kwaliteit nader bepaald. b. Het groot onderhoud, d.w.z. langcyclisch onderhoud dat met tussenposen van meerdere jaren plaats vindt. Voor al deze onderdelen wordt nu de planmatige onderhoudsbehoefte op verschillende manieren bepaald; zowel preventief alsmede correctief. Voor preventief 153
onderhoud wordt onder andere gebruik gemaakt van beheersystemen, aan de hand waarvan meerjaren onderhoudsplannen kunnen worden opgesteld. De correctieve onderhoudsbehoefte wordt elk jaar opnieuw bepaald door middel van inspecties door de betrokken medewerkers. Het Integraal Groot OnderhoudsPlan (IGOP) genereert ieder jaar een programma dat projectmatig wordt uitgevoerd. Op onderdelen zijn deze meerjaren onderhoudsplannen nog niet aanwezig, ondermeer voor de kunstwerken zoals oevervoorzieningen en voor een aantal kleinere kapitaalgoederen, zoals straatmeubilair en afvalcontainers. Meerjarige beheerplannen, inclusief een meerjarenperspectief, zijn dan ook zeer gewenst. c. Vervangingen Voor een kleiner deel van de kapitaalgoederen gaat het niet om onderhoud in de zin van kwalitatieve instandhouding, maar betreft het hoofdzakelijk volledige vervanging, zoals bijvoorbeeld verkeersregelinstallaties, lichtmasten, afvalcontainers etc. Hiervoor zijn inventarisaties en gedegen vervangingsschema’s een goede basis voor het bepalen van een meerjarige vervangingsbehoefte. Volledig ingevoerde beheerplannen en vervangingsschema’s van de kapitaalgoederen genereren een overzicht van de benodigde financiële middelen voor de cyclische onderhoudsbehoefte. Het jaarlijkse onderhoudsniveau wordt mede bepaald door de budgettaire speelruimte en niet alleen door de werkelijke onderhoudsbehoefte. Investeren in onderhoud is absoluut noodzakelijk teneinde een technisch en functioneel kwaliteitsniveau van voorzieningen en daarmee de tevredenheid van gebruikers te kunnen waarborgen. Om dat te bewerkstelligen is het gewenst om de onderhoudsbehoefte op langere termijn te kunnen bepalen. Hiervoor zijn meerjaren onderhoudsplannen (MJOP) een geëigend middel. Vanaf 2011 zijn de diverse beheerstystemen voor de diverse producten vervangen door een integraal beheersysteem (GBI), waardoor integraal plannen beter mogelijk zal zijn. Dit moet er toe leiden dat bij de jaarlijkse begrotingsbehandeling meer gefundeerde strategische afwegingen kunnen worden gemaakt met betrekking tot de bestedingen voor onderhoud en vervanging en de staat van de Openbare Ruimte. B. De uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties Ad A. Wegen, straten en pleinen Doel: Het verbeteren van het woon- en leefklimaat in de gemeente door een goed beheer en instandhouding van wegverhardingen en de voorzieningen die deel uitmaken van de weg, zoals bermen en sloten, civieltechnische kunstwerken, verlichting, straatmeubilair, openbare verlichting. Kwaliteit: Het zodanig beheren en onderhouden van de verhardingen, dat gebruikers zich onder alle omstandigheden op een adequate wijze kunnen verplaatsen en dat aan de eisen van de wegenwet wordt voldaan. De stad een schoon en verzorgd aanzien geven volgens vooraf gestelde kwaliteitseisen, te bereiken door frequent verzamelen van zwerfvuil, het vegen van straten en goten en het bestrijden van onkruid
154
op verhardingen. Het bestrijden van gladheid op openbare wegen in de winterperiode volgens een vastgesteld gladheidsbestrijdingsplan. Het door middel van openbare verlichting bieden van veiligheid aan de gebruikers van de openbare ruimte. Het goed onderhouden van civieltechnische kunstwerken (bruggen, tunnels, viaducten), zodat de constructie in stand blijft en het kunstwerk voor zijn functie geschikt blijft. Het betreft hier dus alle kosten voor het behouden van een bepaald kwaliteitsniveau van de kapitaalgoederen. Het gaat hier niet om de nieuw aan te leggen wegen, het betreft louter het onderhoud van de reeds bestaande wegen, verkeersborden, kunstwerken en dergelijke. Specifiek verhardingen Systematiek: Voor de verhardingen is al jaren een beheersysteem operationeel. Hiermee kan op basis van landelijke criteria de onderhoudstoestand van het Almelose wegennet worden berekend. Het beheersysteem bevat vaste gegevens van het wegennet, aangevuld resultaten van periodieke inspecties. Mutaties in de gegevens, bijvoorbeeld als gevolg van stadsuitbreidingen of reconstructies, moeten in het systeem worden verwerkt. Aan de hand van het beheersysteem kunnen meerjarenonderhoudplannen (MJOP) worden gemaakt, maar ook worden hiermee de jaarlijkse grootonderhoudsplannen (IGOP) bepaald. Voor de jaarlijkse groot onderhoudsplannen vormt het beheersysteem het uitgangspunt. De theoretische planning die dit oplevert, wordt gelegd naast onderhoud- en vervangingsplannen van andere elementen in de openbare ruimte (m.n. riolering) en naast plannen voor allerlei andere ontwikkelingen in de stad (reconstructies, ruimtelijke herontwikkelingen, stadsuitbreiding) en de behoeften vanuit de stadsdelen (meldingen, Almelose Wijkaanpak/ wijkgericht werken). Ook eventuele plannen van derden (corporaties, ontwikkelaars, nutsbedrijven) worden in de afweging meegenomen. Op deze wijze wordt jaarlijks een integraal plan ter besluitvorming aan het college voorgelegd. Groot onderhoud/vervanging: Voor het groot onderhoud aan de verhardingen is ca 1,365 miljoen euro beschikbaar. Vervanging van verhardingsconstructies vindt niet alleen plaats in het kader van groot onderhoud, maar ook bij verkeersreconstructies, ruimtelijke wijzigingen of grondexploitaties. De omvang van dit laatste varieert per jaar, zodoende zijn hier ook geen hoeveelheden over te noemen. Vanuit deze projecten komt ook steeds meer druk om met groot onderhoud of vervanging mee te liften, dit uit zich dan in de vraag het project mede te financieren. Wanneer de voorziening aan groot onderhoud of vervanging toe is – en er dekking is voor de onderhoudsmaatregel – levert dit geen problemen op. Maar wanneer onderhoud of vervanging op basis van de technische staat van de verharding nog niet aan de orde is, is er in beginsel (nog) geen geld voor beschikbaar. Medefinanciering van een herinrichting of reconstructie betekent dan een extra druk op de onderhoudsbudgetten. Wegmarkeringen, wegmeubilair, straatnaamborden en verkeersborden en andere obstakels, opstallen of terreinelementen maken in de meeste gevallen deel uit van een weg. Groot onderhoud en vervanging wordt meegenomen in en bekostigd uit onderhoud aan de verhardingen. Binnen bovengenoemd budget is jaarlijks 100.000 euro beschikbaar voor problemen met wortelopgroei: de wortels van bomen beschadigen de daarboven liggende verharding en drukken deze op. Dit bedrag is
155
toegevoegd aan de ‘voorziening wegen’ en wordt aangewend om wortelproblemen op te lossen bij het uitvoeren van onderhoud aan de verharding (en/of het riool) en om problemen afzonderlijk op te pakken. Naast bovengenoemd bedrag voor groot onderhoud is er circa 1,1 miljoen euro voor dagelijks onderhoud aan de verhardingen. Deels wordt dit bedrag aangewend voor maatregelen ter voorkoming of uitstel van groot onderhoud. Kwaliteit: Op basis van het beheersysteem kan de kwaliteit van de verharding worden bepaald, zowel op wegvakniveau als voor het hele areaal. De kwaliteit wordt weergegeven als “goed”, “matig” of “slecht”. In 2010 kwam hieruit het volgende resultaat. Verharding
Oppervlakte
Goed
Matig
Slecht
Asfalt
53,0%
81%
8%
11%
Elementen
45,0%
95%
3%
3%
0,1%
100%
0%
0%
98,1%
88%
5%
7%
Cementbeton Alle
(1,9 % van het areaal is onbekend/onverhard) 7% van de Almelose wegverhardingen verkeert in een slechte staat. Slechte asfaltverhardingen kunnen leiden tot kapitaalvernietiging: hoe langer wordt gewacht met onderhoud, des te zwaarder is de noodzakelijke onderhoudsmaatregel die moet worden toegepast. Uiteindelijk is de gehele wegconstructie aangetast en moet deze in het geheel vervangen worden. Risico’s: Slechte verhardingen kunnen leiden tot ongevallen en schades voor weggebruikers. Volgens het uitgangspunt van risico-aansprakelijkheid is de wegbeheerder hiervoor aansprakelijk. Door het toenemende groot onderhoud aan het rioolstelsel is het binnen IGOP voor wegen moeilijker om samen werk met werk te maken. Samen met de ontwikkelingen van kabels & leidingen (verglazing en toenemend onderhoud) is een substantiële degeneratie van het wegennet voor de toekomst te voorspellen. Specifiek reiniging Afvalbakken en hondenmarkeringen vormen de enige kapitaalgoederen binnen dit product. Binnen de reguliere budgetten is voldoende ruimte aanwezig om afvalbakken te vervangen. Specifiek verlichting Systematiek: De openbare verlichting is ingemeten, geïnventariseerd en geïnspecteerd. Samen met Hengelo en Enschede is een beheersysteem voor de verlichting aangeschaft, waarin deze gegevens worden opgenomen. Groot onderhoud/vervanging: In de begroting is structureel 287.000 euro beschikbaar voor vervanging van de lichtmasten. Op basis van het beleidsplan openbare verlichting kan hiermee een sober niveau van vervanging worden gerealiseerd (afschrijving masten in 40 jaar, armaturen in 20 jaar).
156
Met het geautomatiseerde beheersysteem is een meerjarenprogramma opgezet voor de vervanging. Kwaliteit: Met bovengenoemd vervangingsbudget wordt een sober vervangingsniveau bereikt. Dit betekent dat voor de lichtmasten een afschrijvingstermijn van 40 jaar en voor de armaturen van 20 jaar wordt aangehouden. Dit is de maximale technische afschrijving, tussentijdse kwaliteitsverbeteringen kunnen niet worden gerealiseerd. Risico’s: Een goede verlichting draagt bij aan de sociale veiligheid en de verkeersveiligheid. Wanneer de masten worden aangetast door corrosie, kunnen ze op den duur omvallen. Specifiek kunstwerken Systematiek: De kunstwerken (bruggen, tunnels, viaducten, oeverbescherming, geluidsschermen) worden op een minimaal niveau onderhouden. Op basis van klachten, ad-hoc inspecties en calamiteiten wordt onderhoud gepleegd. Groot onderhoud/vervanging: Voor het onderhoud aan de kunstwerken is in de begroting circa 303.000 euro beschikbaar. Hieruit wordt dagelijks onderhoud, klein onderhoud en groot onderhoud bekostigd. Sinds enkele jaren is er daarnaast een voorziening voor de kunstwerken, waarin jaarlijks 171.000 euro wordt gestort. Hieruit kunnen vervangingen worden gefinancierd. Deze voorziening is ingesteld vanwege het grillige verloop van de vervangingsbehoefte. Deze wordt namelijk bepaald door de ouderdom van de afzonderlijke kunstwerken en de hoge kosten van vervanging van een kunstwerk. In het verleden zijn voor grote vervangingsprojecten afzonderlijke kapitaalkredieten beschikbaar gekomen. Bij de Voorjaarsnota 2012 is een meerjaren-doorkijk gepresenteerd. Er zijn in de voorjaarsnota extra middelen gereserveerd voor onderhoud en vervanging. Bij amendement is besloten in beginsel de benodigde structurele aanvullende dekking vanaf 2014 ten laste van het structurele resultaat te brengen. Hierbij wordt tevens een constructief onderzoek naar de kadeconstructies gedaan. De huidige staat van onderhoud lijkt vooral gevolgen te hebben voor de functionaliteit. Het onderzoek naar de kademuren moet uitwijzen of hier onaanvaardbare veiligheidsrisico’s worden gelopen. Indien hieruit blijkt dat noodzakelijke vervangingen nodig zijn, zal hierover worden gerapporteerd bij de voorjaarsnota 2013. Kwaliteit: Het areaal omvat 173 civieltechnische kunstwerken. Dit omvat bruggen, tunnels, viaducten, enkele grote duikers, geluidsschermen, houten bruggen en stalen bruggen en 5 damwanden. Per object is bekeken wat de staat van onderhoud is en dit is beoordeeld met een cijfer van 1 t/m 5 (5=goed, 4=voldoende, 3=matig, 2=onvoldoende, 1=slecht).
157
aantal
goed
voldoende
matig
onvoldoende
slecht
gem.score
beton-/metselwerkbruggen
71
11%
31%
48%
7%
3%
3,41
beton-
33
6%
52%
33%
9%
0%
3,55
tunnels, viaducten
23
0%
52%
43%
4%
0%
3,48
damwanden
5
0%
60%
40%
0%
0%
3,60
geluidschermen
9
0%
67%
22%
11%
0%
3,56
houten bruggen
15
0%
7%
27%
40%
27%
2,13
stalen bruggen
17
18%
35%
47%
0%
0%
3,71
totaal
173
8%
39%
41%
9%
3%
3,38
/metselwerkbruggen/duikers
Opmerking: de damwanden zijn apart onderzocht in het kader van de kadeconstructies, zie hiervoor verderop. De gemiddelde kwaliteit van deze kunstwerken is 3,38 punten, hetgeen dus matig tot voldoende is. 22 van de objecten (12%) hebben een onvoldoende of slechte beoordeling. Deze objecten hebben het eind van hun levensduur bereikt of bereiken deze zeer binnenkort en hebben hun functionaliteit verloren. Uitschieter aan de onderkant zijn de houten bruggen: van de 15 zijn er 10 onvoldoende of slecht. De houtconstructies van deze bruggen zijn aangetast door houtrot en komen in aanmerking om binnen 5 jaar te worden vervangen. Verder komen 4 beton-/metselwerkbruggen/duikers in aanmerking voor vervanging binnen 5 jaar, deze vertonen scheuren in de landhoofden of zijn verzakt. Binnen een periode van 10 jaar dienen nog eens 3 houten bruggen, 3 beton-/metselwerkbruggen/duikers en 1 kademuur vervangen te worden. Deze kunstwerken naderen hun theoretische levensduur en vertonen dusdanige tekortkomingen dat groot onderhoud niet meer rendabel is. Bij veel kunstwerken is de kwaliteit van de conservering matig, waardoor de bescherming tegen klimatologische invloeden beperkt is. Het gevolg zijn versnelde inrotting van hout en roestvorming. Het ontbreken van slijtlagen heeft gladheid van het brugdek onder natte omstandigheden tot gevolg. De kunstwerken kunnen niet schoon genoeg gehouden worden om de negatieve invloed op de materialen binnen acceptabele grenzen te houden. Ook het beeld/aanzien is onder de maat. Risico’s: Wanneer een kunstwerk niet meer functioneert, kan de veiligheid in het geding komen. Eventuele ongevallen met een kunstwerk kunnen grote gevolgen hebben. Veel kunstwerken zijn cruciaal voor de verkeersinfrastructuur. Vervanging van een kunstwerk brengt, vooral bij de grotere kunstwerken, hoge kosten met zich mee. Ad B. Riolering Doel: Per 1 januari 2008 is de Wet gemeentelijke watertaken in werking getreden. Door invulling te geven aan deze wet is er sinds 2011 sprake van een verbreed gemeentelijk rioleringsplan (vGRP). In het vGRP wordt naast de gebruikelijke inhoud van een GRP tevens inhoud gegeven aan de nieuwe zorgplichten van de gemeente: de hemelwaterzorgplicht en de grondwaterzorgplicht.
158
Historisch gezien is riolering aangelegd vanuit de maatschappelijke doelstellingen: -
Beschermen van de volksgezondheid
-
Waarborgen van de veiligheid en kwaliteit van de leefomgeving in relatie tot het rioolstelsel met name het voorkomen of beperken van wateroverlast tot een acceptabel niveau
-
Beschermen van natuur en milieu (kwaliteit bodem, grond- en oppervlaktewater)
Voor de specifieke zorgplichten die bij de gemeente liggen, vertaalt de gemeente Almelo deze doelstellingen naar de gemeentelijk zorgtaken. Hierdoor ontstaan de volgende gemeentelijke doelstellingen: -
Doelmatig inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater. De gemeente Almelo streeft in haar gebied een duurzame en doelmatige inzameling en afvoer van afvalwater na tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten waarbij afvalwater vanuit hygiënisch oogpunt (volksgezondheid) adequaat wordt ingezameld en getransporteerd, waarbij emissie naar bodem, lucht en oppervlaktewater zoveel mogelijk worden voorkomen en waarbij wateroverlast voor burgers zoveel mogelijk wordt beperkt.
-
Doelmatig inzamelen en verwerken van hemelwater. De gemeente Almelo streeft in haar gebied een duurzame en doelmatige inzameling en afvoer van hemelwater na voor zover burgers en bedrijven zich daar redelijkerwijs niet van kunnen ontdoen tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten waarbij hemelwater vanuit hygiënisch oogpunt (volksgezondheid) adequaat wordt ingezameld en getransporteerd, waarbij emissies naar bodem, lucht en oppervlaktewater zoveel mogelijk worden voorkomen en waarbij wateroverlast voor burgers zoveel mogelijk wordt beperkt.
-
Voorkomen dat grondwater de bestemming van een gebied structureel nadelig beïnvloed. De gemeente Almelo streeft in haar gebied een grondwaterstand na, welke geen structurele overlast veroorzaakt. De gemeente streeft daarnaast een kwaliteit van het grondwater na, die voldoet aan de beoogde functie.
Kwaliteit: De doelstellingen zijn uitgewerkt volgens de zogenaamde DoFeMaMe-systematiek (doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden) welke wordt voorgesteld door de Stichting RIONED. De doelen geven aan wat de gemeente wil bereiken. Vanuit deze doelen worden de eisen afgeleid, die aan het functioneren van de (riolering)systemen of aan de toestand van de objecten (riolen, putten, randvoorzieningen e.d.) worden gesteld; de zogenaamde functionele eisen. Via de Maatstaven en Meetmethoden zijn functionele eisen vervolgens meetbaar. Deze zijn gedetailleerd beschreven in het vGRP. In het vGRP is een kostendekkingsplan opgenomen inclusief een doorkijk over meerdere jaren. Deze is onder andere gebaseerd op vervanging. Systematiek: Het rioolstelsel en zijn randvoorzieningen zijn opgenomen in het integraal beheersysteem, module riool. Op basis van ouderdom en inspectieresultaten wordt jaarlijks een lijst met te vervangen riolering opgesteld. Deze wordt in eerste instantie afgestemd met gewenst onderhoud aan verhardingen. Daarna wordt afstemming gezocht met andere fysieke plannen in de gemeente, als herontwikkelingen en reconstructies. Ook de plannen van derden (nutsbedrijven, corporaties) worden betrokken bij de planvorming.
159
Groot onderhoud vervanging: Groot onderhoud en vervanging van de riolering is opgenomen in het vGRP 2011-2015, en wordt gefinancierd uit het rioolfonds. Voor 2013 is 1,866 miljoen euro beschikbaar voor groot onderhoud en vervanging obv het vGRP. Risico’s: Tijdige vervanging van riolen is gewenst om milieuverontreiniging te voorkomen en om schade aan de bovengrondse openbare ruimte (zoals de verharding boven het riool) te voorkomen. Door klimaatveranderingen kunnen meer extreme weersomstandigheden optreden. Wanneer het bestaande stelsel dit niet kan afvoeren, betekent dit (meer) water op straat. Hiermee moet rekening worden gehouden bij (her)inrichting van de openbare ruimte. Schades aan de riolering door lozing van bepaalde stoffen worden waar mogelijk verhaald op de veroorzaker. Wanneer deze niet te achterhalen is, betekent dit een kostenpost voor de gemeente. Ad C. Havens en waterwegen Doel: Gelegenheid bieden om goederen en personen per schip aan en af te voeren ter bevordering van trimodaal vervoer ((snel)wegen, spoorverbindingen en waterwegen) en ter bevordering van recreatiemogelijkheden. Het exploiteren van een jachthaven om het duurzaam toerisme te bevorderen. Kwaliteit: Het uitwerken en invoeren van bedrijfsabonnementen met betrekking tot de havens, zodat meer schepen Almelo zullen aandoen en het tonnage zal stijgen. Extra inzet van de havendienst ter bevordering van stijging van het aantal ligplaatsen in de jachthaven.
Specifiek kanalen, havens, kademuren Systematiek: Kanalen, havens en kademuren worden op dit moment ad-hoc onderhouden. De kadeconstructies worden opgenomen in het integrale beheersysteem, module voor de civieltechnische kunstwerken. Groot onderhoud/vervanging: Voor kademuren is geen vervangingsbudget. In de begroting is 20.000 euro opgenomen voor onderhoud. In de voorjaarsnota 2012 is extra geld gereserveerd voor de kunstwerken, waarin tevens een bedrag is opgenomen voor constructief onderzoek naar de kademuren. Op basis van het Baggerplan Almelo wordt een operationele planning opgesteld voor het baggeren. Binnen het vGRP is rekening gehouden met een bijdrage. Ad D. Openbaar groen Doel: Het verbeteren van het woon- en leefklimaat in de gemeente, door het technisch onderhouden en instandhouden van grasvelden, bomen, beplanting, paden, vijvers en sloten.
160
Kwaliteit: Door middel van beheer en onderhoud wordt het openbaar groen in stand gehouden op vooraf vastgestelde kwaliteitsniveaus. Door stadsdeelgericht te werken wordt zoveel mogelijk aangesloten bij het specifieke karakter van een wijk en kan gereageerd worden op wensen en vragen van bewoners en bedrijven. Specifiek bomen Systematiek: De gemeente heeft ca 41.000 bomen in beheer. Deze zijn ingemeten, op een digitale ondergrond ingetekend en in een integraal beheersysteem, module groen en bomen gezet. Op basis van het bomenbeleidsplan (2008) zijn het bomenstructuurplan en de lijst van bijzondere en monumentale bomen vastgesteld. De bomen die in een structuur of op de lijst voorkomen worden extra beschermd vanwege hun bijzondere karakter en/of hun belang voor de omgeving. In het bomenbeleid zijn hoofdstukken opgenomen over groeiplaatseisen, over bouwen en werken bij bomen en over de (gemeentelijke) zorgplicht, om de kwaliteit van het gemeentelijke bomenbestand te verbeteren. Groot onderhoud/vervanging: Binnen het reguliere budget voor bomenonderhoud is circa 72.000 euro vrijgemaakt voor instandhouding bomen. Dit bedrag wordt hoofdzakelijk besteed aan het realiseren van de herplantplicht die is verbonden aan door de gemeente aangevraagde kapvergunningen. Jaarlijks is 100.000 euro beschikbaar voor problemen met wortelopgroei: zie paragraaf verhardingen. Kwaliteit: De kwaliteit van de gemeentelijke bomen is geïnventariseerd. Deze gegevens zijn opgenomen in het beheerprogramma. Risico’s: Ook voor bomen geldt de gemeentelijke zorgplicht. Schade aan personen of eigendommen van derden kan ontstaan door vallende takken of doordat een boom in het geheel omvalt. De kans hierop is vooral aanwezig bij extreme weersomstandigheden (storm, ijzel). Middels VTA-1 (Visual Tree Assesment) worden de bomen frequent geïnspecteerd. Risicobomen krijgen extra aandacht (VTA-2). Specifiek groen Systematiek: Het vlakgroen bestaat uit bomen, heesters en gazons. Het groen wordt onderhouden volgens het ‘groenbestek’. Hierin staat omschreven aan welke kwaliteit het groen moet voldoen. Met Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) zal deze kwaliteit in 2012 nader bepaald gaan worden. Groot onderhoud/vervanging: Het gemeentelijke groenbudget van ruim 4,7 miljoen euro wordt grotendeels ingezet voor dagelijks/regulier onderhoud. Er is binnen de onderhoudsbudgetten 293.000 euro vrijgemaakt voor groot onderhoud aan het groen. Een groot deel hiervan wordt ingezet voor omvormingen: een groenvak wordt vervangen door extensiever te onderhouden groen, als gras, bodembedekkers e.d.
161
Kwaliteit/risico’s: Volgens een eerste inventarisatie heeft het Almelose groen een redelijke kwaliteit. Beheer wordt zodanig uitgevoerd dat overal in de stad nu nog een B-niveau kan worden gerealiseerd, echter in de loop van 2013 wordt dit met uitzondering van het Centrum teruggebracht naar een C-niveau (besluitvorming voorjaarsnota 2011). De theoretische vervangingsperiode van het groen is bekend, de vertaling hiervan naar een praktische vervangingstermijn moet echter nog worden gemaakt. Door IGOP is inzichtelijk geworden dat het ontbreken van een groenreserve het steeds moeilijker is om het openbaar groen als onderdeel van de openbare ruimte kwalitatief te laten aansluiten op de civieltechnische (riool) maatregelen. Door niet aan te sluiten op de verbetering zal deze verandering tevens een negatief effect hebben op de bestaande kwaliteit (verslechtering) Begraafplaats Doel: Het aanbieden van ruimte aan alle gezindten om overledenen te begraven of gelegenheid geven tot het bijzetten van urnen. Het in stand houden van de begraafplaats en van de in onderhoud genomen graven in technische- en functionele zin. Kwaliteit: Het hebben van een goede verordening, zodat wordt voldaan aan de wet op de lijkbezorging. Het opzetten en uitvoering geven aan een beheersplan van de begraafplaats. Recreatieve voorzieningen en natuurbescherming Doel: Het verbeteren van het woon- en leefklimaat in de gemeente, door het aanbieden van speelruimte aan kinderen, om zo een positieve bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de doelgroepen. Het beschermen van de natuurwaarden in de gemeente door een goed beheer, gebruik en ontwikkeling van gemeentelijke voorzieningen, in ieder geval binnen de grenzen van de flora- en faunawetgeving. Kwaliteit: Het zorgvuldig en efficiënt beheren en onderhouden van de speelmogelijkheden, waarbij de veiligheid van de speeltoestellen wordt gewaarborgd. Het zorgvuldig beheren en gebruiken en ontwikkelen van voorzieningen in de openbare ruimte zodat aan de wettelijke verplichtingen conform de natuurwetgeving op het gebied van bescherming en instandhouding van flora en fauna wordt voldaan. Specifiek speelvoorzieningen Systematiek: In het Attractiebesluit zijn normen opgenomen voor het beheer en onderhoud van speeltoestellen. De gemeentelijke speelvoorzieningen worden conform dit besluit jaarlijks geïnspecteerd. Van alle inspecties en onderhoudsmaatregelen wordt een logboek bijgehouden. Vervanging van speeltoestellen gebeurt op basis van ouderdom, slijtage door gebruik en vandalisme. Groot onderhoud/vervanging: Voor het onderhoud van het product speelvoorzieningen is jaarlijks 340.000 euro beschikbaar. Hier kan het reguliere onderhoud worden bekostigd. Vervangingen konden binnen dit budget en met behulp van
162
wijkbudgetten op ad-hoc basis worden uitgevoerd, vanwege de relatief jonge leeftijd van het bestand aan toestellen. Uit het Speelruimtebeleidsplan blijkt dat de komende jaren (periode tot 2014) een piek in vervangingsbehoefte bestaat. Het structureel vervangen betekent een planmatige aanpak voor het vervangen van de speeltoestellen (op basis van afschrijvingstermijn van gemiddeld 10 jaar). Met deze planmatige aanpak is een bedrag gemoeid van gemiddeld 194.000 euro per jaar. Kwaliteit/risico’s: Een onveilige speelvoorziening kan gevaren geven voor de daarop spelende kinderen. Het Attractiebesluit geeft normen voor de kwaliteit van de speeltoestellen. Wordt bij een inspectie of na een melding een gevaarlijke situatie geconstateerd, dan wordt hier direct iets aan gedaan. Vanwege compensatieverplichtingen zijn er vanuit ontwikkelingen natuurvoorzieningen aangebracht die beheerd moeten worden (vogelkastjes e.d.). Regionaal wordt gewerkt om hier een efficiënt en effectief beheer (fysiek en registratie) voor te vormen. Ad E. Gebouwen Sportaccommodaties Doel: Het bieden van mogelijkheden tot het beoefenen van sport in de openlucht en in overdekte sportaccommodaties. Het daartoe beheren en onderhouden van de voor de verschillende sporttakken aangelegde sportvelden en buitenvoorzieningen, zwembaden en sporthallen. Cultuur- en welzijnsaccommodaties Doel: Verantwoorden van de exploitatie van de cultuur- en welzijnsaccommodaties die bij de gemeente in beheer zijn. Jaarlijkse storting in voorzieningen/reserves t.b.v. onderhoud gebouwen: voorziening onderhoud en vervanging 1.392.161 kusntwerken verkeer 139.400 bestemd voor gebouwen 1.252.761 voorziening sportaccommodaties reserve stadhuis Totaal
540.168 198.000 1.990.929
163
C. Vertaling financiële consequenties in de begroting Uit het voorgaande blijkt dat er heel veel geld gemoeid is met het regulier onderhoud van de kapitaalgoederen in de Gemeente Almelo. Het is zaak dat alles goed wordt onderhouden, want achterstallig onderhoud is nog duurder en misschien moet er dan zelfs wel worden overgegaan tot vervangingsaankopen. Bedrag
(bedragen x 1.000 euro)
Kwaliteit benoemd
A. Wegen, straten pleinen verharding
groot onderhoud
1.365 beheerssysteem
dagelijks onderhoud
1.100 beheerssysteem
afvalbakken
vervanging
verlichting
vervanging
23 287 beleidsplan openbare verlichting
kunstwerken
B. Riolering
dagelijks onderhoud
303
vervanging
171
groot onderhoud, vervanging
1.866 vGRP
C. Havens en waterwegen kanalen,
dagelijks onderhoud
20
havens, kademuren vervangingsbudget
0 ad hoc
baggeren
p.m.
D. Openbaar groen bomen
groot onderhoud, vervanging
groen
dagelijks onderhoud
72 bomenbeleidsplan 4.700 C-niveau
groot onderhoud, vervanging
293 C-niveau
E. Accommodaties panden
groot onderhoud
1.991 meerjarenonderhouds programma's
speelvoorzieningen
dagelijks onderhoud
340 speelruimtebeleidsplan
groot onderhoud, vervanging
194 speelruimtebeleidsplan
Areaalaanpassingen: Voor het jaar 2013 zijn geen middelen beschikbaar voor areaalaanpassing.
164
5.4 Financiering De financieringsparagraaf (ook wel de treasuryparagraaf genoemd) is samen met het treasurystatuut bij de invoering van de wet Fido per 1 januari 2001 verplicht gesteld. Het doel is om de raad op deze wijze beter te informeren omtrent het treasurybeleid en de beheersing van financiële risico’s. De paragraaf betreffende de financiering moet volgens artikel 13 van het BBV in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille bevatten. In 2007 is het Treasurystatuut en de daarbij behorende handleiding Treasury geactualiseerd. In 2012 zal het Treasurystatuut opnieuw worden geactualiseerd. Bij raadsbesluit van 11 juli 2006 heeft de gemeenteraad de Financiële verordening gemeente Almelo vastgesteld (op basis van artikel 212, Gemeentewet). Artikel 13 van deze verordening handelt over de financieringsfunctie. Hierin wordt onder meer bepaald ( lid 4) dat het college een Treasurystatuut vaststelt. Het college zendt het besluit Treasurystatuut ter kennisgeving aan de raad. In het treasurystatuut zijn eenduidige bepalingen opgenomen omtrent het toegestane risicoprofiel van de leningen en uitzettingen, het gebruik van financiële derivaten, geldstromenbeheer, administratieve organisatie en interne controle. Het algemene beleidsuitgangspunt van het treasurybeleid van de gemeente Almelo is als volgt omschreven: “De gemeente voert – gelet op haar publiekrechtelijke taak om maatschappelijk kapitaal te beheren – op centraal niveau een risicomijdend treasurybeleid. Binnen dit risicomijdend beleid stelt de gemeente zich ten doel een zo hoog mogelijk rendement over het belegd vermogen en/of zo laag mogelijke kosten over leningen te realiseren, binnen duidelijk geformuleerde randvoorwaarden, ter beperking van risico’s.” De financiële doelstellingen van de treasuryfunctie zijn: •
Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;
•
Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente) resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en interne liquiditeitenrisico’s;
•
Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;
•
Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet FIDO (Wet Financiering Decentrale Overheden) respectievelijk de limieten en richtlijnen van dit statuut.
Voor treasury is het tijdig, juist en volledig beschikbaar hebben van financiële informatie van wezenlijk belang om de treasuryfunctie naar behoren uit te voeren. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de informatie die direct betrekking heeft op de liquiditeitsplanning. Ook ontwikkelingen, zoals veranderingen t.a.v. deelnemingen of het verzelfstandigen van gemeentelijke organisaties die financiële consequenties met zich meebrengen, dienen opgenomen te worden. 5.4.1 Interne ontwikkelingen Momenteel heeft de Gemeente Almelo een aantal grote investeringsprojecten in uitvoering of gaat deze in uitvoering nemen. Daarbij gaat het onder andere om de diverse rioleringsprojecten, de projecten met 165
betrekking tot de binnenstad, projecten in het kader van het Masterplan en de diverse grondbedrijfcomplexen. Aan de investeringsplannen ligt een financierings- en dekkingsplan ten grondslag. Desondanks kunnen we risico’s niet uitsluiten. 5.4.2 Externe ontwikkelingen 5.4.2.1 Rente Een belangrijke factor bij het uitvoeren van het treasurybeleid is het (verwachte en werkelijke) verloop van de rente. Voor het nemen van beslissingen over het optimaal beleggen van gelden, het afdekken van risico’s en voor het aantrekken van vaste geldleningen is een rentevisie nodig. De korte rente, uitgaande van de 3-maands Euribor, zal in 2012/2013 naar verwachting schommelen tussen 0,45 % en 0,57%. De actuele korte rente is 0,389%. Euribor (Euro Interbank Offered Rate) is de dagelijks vastgestelde "benchmark" voor het tarief dat grote handelsbanken moeten betalen voor een in dit geval een 3-maandslening. Verwachte ontwikkeling korte rente (basis juli 2012) Actuele rente
0,389%
Visie over 3 maanden -
BNG
0,46 %
-
Rabobank
0,41 %
-
ABN/AMRO
0,50 %
-
ING
0,50 %
-
Dexia/Belfius
0,40 %
Gemiddelde
0,45 %
Visie over 12 maanden -
BNG
0,50 %
-
Rabobank
0,68 %
-
ABN/AMRO
0,60 %
-
ING
0,70 %
-
Dexia/Belfius
0,35 %
Gemiddelde
0,57 %
De lange rente, uitgaande van de 10-jaars IRS (is de benchmark voor de Nederlandse kapitaalmarkt), zal waarschijnlijk schommelen tussen de 1,85% en de 2,14%. De actuele lange rente is 1,76%. Verwachte ontwikkeling lange rente (basis augustus 2011) Actuele rente
1,76 %
Visie over 3 maanden -
BNG
1,97 %
-
Rabobank
1,90 %
-
ING
1,90 %
-
ABN/AMRO
1,80 %
-
Dexia/Belfius
1,70 % 166
Verwachte ontwikkeling lange rente (basis augustus 2011) Gemiddelde
1,85 %
Visie over 12 maanden -
BNG
2,00 %
-
Rabobank
2,50 %
-
ING
2,20 %
-
ABN/AMRO
2,10 %
-
Dexia/Belfius
1,90 %
Gemiddelde
2,14 %
Het economisch beeld is afgelopen maand (juli/augustus 2012) wat verder verslechterd. De onrust rond de schuldencrisis laaide opnieuw op en diverse economische indicatoren lieten een verdere daling zien. Dat wijst op aanhoudende krimp van de economie. Een andere negatieve factor is dat banken in het tweede kwartaal hun leenvoorwaarden opnieuw hebben aangescherpt. De banken meldden bovendien een zeer zwakke vraag naar zakelijk krediet. Het blijft de eerst tijd dus vooral ‘doormodderen’, mede omdat er voorlopig geen echte oplossing voor de schuldencrisis lijkt te komen. Wel denken we dat de economie in de komende maanden geleidelijk zal stabiliseren dankzij een aantrekkende wereldeconomie en enige afname van de marktspanningen. Begin juli heeft de ECB, zoals alom verwacht, haar tarieven met 25 basispunten verlaagd. Het refi-tarief (is de rente die banken / financiële instellingen betalen aan de centrale bank wanneer zij geld opnemen) kwam daardoor op 0,75% te liggen en de depositorente op 0%. Op 2 augustus kondigde de ECB geen verdere maatregelen aan. Voor de korte termijn (3 maanden) is de prognose van de lange rente naar beneden aangepast. In juli (2012) liet de Duitse (en Nederlandse) tien jaars rente opnieuw een daling zien. De schuldencrisis en vooral zorgen over Spanje deden de beleggers weer de wijk nemen naar veiliger havens. Een uitspraak van Draghi (dat de ECB - binnen haar mandaat - alles zal doen wat nodig is om de euro te redden) bracht enige rust, waardoor de lange rente hier weer wat opliep. Door het reeds gememoreerde ‘doormodderscenario’ verwachten wij voor de rest van het jaar vrij vlakke rentes, maar de onzekerheid blijft groot. Mogelijk loopt de Nederlandse lange rente onder invloed van de verkiezingen in september iets op. In de loop van 2013 kan de rente geleidelijk oplopen naarmate de economie van de eurozone wat meer herstel laat zien. De rentestijging blijft waarschijnlijk echter nog beperkt, omdat de ECB de beleidsrente op het huidige lage niveau zal willen handhaven en de zorgen over de schuldencrisis wellicht aanhouden. Uit bovenstaande tabellen blijkt dat de banken verwachten dat zowel de korte rente als lange rente (op langere termijn) licht gaat stijgen (zoals zij meestal een stijging van de rente verwachten). Gelet op het vorenstaande blijkt dat de rente onderhevig is aan veranderingen en het is dan ook moeilijk om een betrouwbare visie voor het jaar 2013 af te geven. Zoals boven reeds aangegeven verwachten wij dat de zowel de korte rente als de lange rente zal stijgen. De korte rente zal - ondanks de verwachte stijging- ook in 2013 aan de lage kant blijven. Vorenstaande betekent dat wij zoveel mogelijk gebruik maken van de gunstige tarieven met betrekking tot de korte rente, oftewel zoveel mogelijk de ruimte tot aan de wettelijke kasgeldlimiet gebruiken.
167
Wij zullen dan ook rekening houden met deze renteontwikkelingen (rentevisie) in de uitvoering van ons treasury-/ financieringsbeleid. Uiteraard zal de rentevisie doorlopend/periodiek getoetst worden aan de hand van de feitelijke renteontwikkelingen. 5.4.3 Gemeentefinanciering 5.4.3.1 Liquiditeitsplanning De Gemeente Almelo stelt zich (conform het treasurystatuut) ten doel de liquiditeitsplanning in te voeren. In het begrotingsjaar zal een planning worden opgesteld met een planningshorizon van 1 jaar. Deze planning wordt in beginsel eens per half jaar geactualiseerd. 5.4.3.2 Financieringsbehoefte De Gemeente streeft er naar de benodigde leningen tegen zo laag mogelijke kosten aan te trekken en tegelijkertijd de renterisico’s van de Gemeente Almelo te beheersen. Voor het komende jaar verwacht de gemeente een herfinancieringbehoefte te hebben van € 43,9 miljoen. Mutaties in de leningenportefeuille Stand per 1 januari 2013
€
261.426.259
Nieuwe leningen
€
+/+ 43.935.341
Reguliere aflossingen
€
Stand per 31 december 2013
€
- /-
43.935.341 261.426.259
5.4.3.3 Renteontvangsten en -uitgaven Onderstaand overzicht geeft de renteontvangsten en rente-uitgaven over het begrotingsjaar 2013 weer, voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de bijlage renteomslag in het bijlagenboek: Renteontvangsten en -uitgaven Ontvangsten
Uitgaven
Langlopende geldleningen
€
9.414.252
Kortlopende geldleningen
-
-23.827
Eigen financieringsmiddelen
-
2.550.097
Door derden belegde reserves
-
2.128
Provisie geldleningen
-
100.000
Stelpost rente risico
-
345.921
12.388.570
Producten gewone dienst
€
8.490.908
Kapitaal grondbedrijf
-
6.147.662
Totaal
€ 14.638.750 €
Het rentevoordeel over 2013 bedraagt € 2.250.000, daarvan wordt € 700.000 structureel en € 1.550.000 a-structureel ingezet. 5.4.3.4 Mutaties in portefeuille opgenomen en uitgezette leningen Onderstaande tabel geeft inzicht in de verwachte ontwikkeling van de financieringspositie in het begrotingsjaar (exclusief leningen t.b.v. woningbouw). De leningen ten behoeve van de woningbouw 168
(woningbouwcorporaties) worden in het overzicht niet meegenomen, omdat het resultaat per saldo € 0 is. De Gemeente Almelo leent namelijk geld bij de bank en sluist dit vervolgens één op één door aan de woningbouwcorporaties. Die betaalt op haar beurt de rente en aflossingen zoals de gemeente dat heeft afgesproken met de bank. Mutaties vaste schuld in 2013 Bedrag
Gemiddelde
Invloed op de
rente
gemiddelde rente
Stand per 01/01/13
€
261.426.259
2,99 %
Nieuwe leningen
-
+/+ 43.935.341
4,00 %
Reguliere aflossingen
-
- /-
Vervroegde aflossingen
-
-
Renteaanpassing (oud percentage)
-
-
Renteaanpassing (nieuw percentage)
-
-
Totaal
€
261.426.259
0,84 %
43.935.341
3,16 %
5.4.4 Risicobeheer Uitgangspunten risicobeheer •
Het aangaan van geldleningen, het uitzetten van middelen en het verlenen van garanties mag uitsluitend uit hoofde van de publieke taak;
•
Het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie (tijdelijke overschotten) is alleen toegestaan, indien deze uitzettingen een voorzichtig karakter hebben en niet gericht zijn op het genereren van inkomen door het lopen van overmatige risico’s;
•
Het gebruik van derivaten is toegestaan mits deze uitsluitend toegepast worden ter beperking van financiële risico’s.
Ter beperking van het renterisico bij het uitzetten en aantrekken van gelden wordt gestreefd naar een zodanige samenstelling van de beleggings- en leningsportefeuille dat met zekere regelmaat gelden vrijvallen voor herbeleggingen of investeringen. Ter beperking van het kredietrisico belegt de Gemeente Almelo uitsluitend bij: - Nederlandse overheden en andere publiekrechtelijke lichamen; - Financiële instellingen met ten minste een AA-rating van één van de volgende erkende ratingbureau’s: Moody’s, Standard & Poor’s of Fitch IBCA. (Ratio van beschikbaar kapitaal versus wettelijk vereist kapitaal = 150%) Kredietwaardigheidsklassen AAA
Extreem kredietwaardig
AA
Zeer kredietwaardig, echter minder dan triple-A
A
Zeer kredietwaardig, echter enig gevaar in de toekomst
BBB
Kredietwaardig, maar gevoelig voor economische teruggang
BB
Speculatief, matige bescherming van betaling aanwezig
B
Thans capaciteit voor betaling, echter gevoelig voor faillissement
CCC
Grote risico’s en onzekerheden aanwezig
CC
Zeer speculatief, meestal achtergestelde schuld 169
C
Rentebetalingen zijn reeds gestopt
D
Failliet
Ter beperking van het koersrisico belegt de Gemeente Almelo (conform Treasurystatuut) uitsluitend in daggeld, deposito’s en in de volgende verhandelbare beleggingsvormen: onderhandse leningen, commercial paper, certificate of deposits, staatsobligaties en medium term notes. De Gemeente Almelo belegt uitsluitend in waardepapieren in Euro’s. 5.4.5 Renterisicobeheer 5.4.5.1 Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft het renterisico op de korte termijn weer. Hieronder vallen volgens de Wet fido alle kortlopende financieringen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar. Juist voor de korte termijn geldt dat de renterisico’s aanzienlijk kunnen zijn, gezien de fluctuaties op de geldmarkt. De kasgeldlimiet voor de Gemeente Almelo bedraagt voor het jaar 2013 8,5% van de begroting (conform de Wet fido). Berekening kasgeldlimiet De kasgeldlimiet moet berekend worden bij de aanvang van elk kalenderjaar en bij wijziging van elk percentage € 256.000.000
Begrotingstotaal Het bij ministeriele regeling vastgestelde percentage Kasgeldlimiet
8,5 % €
21.760.000
5.4.5.2 Renterisiconorm De renterisico’s op de vaste schuld worden ingekaderd middels de renterisiconorm. Als lange financiering wordt volgens de Wet Fido aangemerkt, alle financieringsvormen met een rentetypische looptijd langer dan 1 jaar. Vanaf 2009 is de nieuwe renterisiconorm van kracht. De nieuwe renterisiconorm is eenvoudig, ziet vooruit en is direct gerelateerd aan het budgettaire risico. De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De nieuwe renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Het begrotingstotaal komt daarbij in de plaats van de totale vaste schuld. Dit sluit ook beter aan bij de berekening van de kasgeldlimiet, want deze limiet is ook gekoppeld aan het begrotingstotaal (zie hierboven onder 6.3.5.1). Jaarlijks mogen de renterisico’s uit hoofde van renteherziening en herfinanciering niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal zijn.
170
De onderstaande tabel geeft het verwachte verloop van de renterisiconorm: Stap Variabelen Renterisico(norm) 1 Renteherzieningen 2 Aflossingen 3 Renterisico (1+2) 4
5a 5b 4a 4b
Renterisiconorm Ruimte onder renterisiconorm (4>3) Overschrijding renterisiconorm (3>4) Berekening renterisiconorm Begrotingstotaal Percentage regeling Renterisiconorm (van alleen jaar T) (4a*4b)
2013
2014 2015 2016 0 0 0 0 43.721.692 27.221.692 26.221.653 27.193.557 43.721.692 27.221.692 26.221.653 27.193.557 51.200.000 51.200.000 51.200.000 51.200.000
7.478.308 23.978.308 24.978.347 24.006.443
256.000.000 20% 51.200.000 51.200.000 51.200.000 51.200.000
In de bovenstaande tabel wordt weergegeven dat de Gemeente Almelo ruimschoots voldoet aan de gestelde renterisiconorm van maximaal 20% van de vaste schuld voor de jaren 2013 tot en met 2016. De doelstelling hiervan is dat bij een gelijkmatige opbouw van de leningenportefeuille, waarbij niet in enig jaar een onevenredig deel van de leningenportefeuille geherfinancierd behoeft te worden, het renterisico op de vaste schuld gespreid wordt over de jaren. 5.4.5.3 Kredietrisico’s De gemeente zal in het begrotingsjaar in beperkte mate te maken hebben met kredietrisico’s. Deze hebben onder andere betrekking op de uitzettingen in het kader van de publieke taak. In het treasurystatuut van de Gemeente Almelo is hieromtrent het volgende uitgangspunt opgenomen: “Het aangaan van geldleningen, het uitzetten van middelen en het verlenen van garanties mag uitsluitend uit hoofde van de publieke taak”. In onderstaande tabel staan, in overeenstemming met het vorenstaande, de verstrekte, c.q. de te verstrekken leningen. Verstrekte leningen c.q. te verstrekken leningen 2013 (* € 1.000) Woningcorporaties met garantie WSW
€
37.306
Leningen t.b.v. de Industriegebouwen Mij.
-
8.715
Project Twentex
-
109
St. Weverhuisje
-
6
Leningen sport
-
112
Essent
-
454
Vitens
-
1.644
Bruglening Enexis
-
2.916
Huurkoophallen
-
2.015
Lening aankoop grond Waterrijk
-
8.500
171
Verstrekte leningen c.q. te verstrekken leningen 2013 (* € 1.000) Lening Lokale Omroep Almelo
-
35
Lening sfeerverlichting binnenstad
-
59
Totaal leningen
€
61.871
5.4.5.4 Nieuwe ontwikkelingen In het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat decentrale overheden in 2013 gaan schatkistbankieren. Schatkistbankieren houdt in dat tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Hierdoor zal de Nederlandse staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld dalen. Het verplicht schatkistbankieren wordt ingevoerd voor gemeenten, provincies, waterschappen, en gemeenschappelijke regelingen. Dit heeft een positief effect op de omvang van de staatsschuld. Depositotarieven en inleentarieven worden geharmoniseerd. Decentrale overheden krijgen op de deposito’s een rente vergoed die gelijk is aan de rentes die de Nederlandse staat betaalt op leningen die ze op de markt aangaat. De komende maanden zal dit besluit verder worden uitgewerkt, waarbij de benodigde aanpassing in wet- en regelgeving zo spoedig mogelijk ingang wordt gezet. Een leenfaciliteit, namelijk dat er ook via de schatkist geleend kan worden, is niet aan de orde.
172
5.5 Bedrijfsvoering Personeel en Organisatie Wat gaan wij doen
Toelichting
FUWA / HR 21
Wij hebben ons in Almelo georiënteerd op een nieuw systeem van beschrijven en waarderen. Na inventarisatie is de keuze gevallen op HR 21. HR21 is in opdracht van de VNG ontwikkeld. Met HR 21 kunnen gemeentelijke organisaties het functie/loongebouw verbinden aan de organisatieontwikkeling en het HR-beleid. Het gaat uit van een integrale HR benadering en past daarmee in binnen het HR beleid van de gemeente Almelo zoals vastgelegd binnen het project Mens en Organisatie. HR21 maakt het mogelijk om het beheer van functiebeschrijvingen, waarderingen, salarisstructuur en beloningsverhoudingen, resultaatafspraken en competenties, volledig online uit te voeren. Op termijn is er de mogelijkheid om loopbaanontwikkeling ook als onderdeel op te nemen. Met de aanschaf van de eerste modules van HR 21 kan een aanzienlijke reductie van functieprofielen worden bereikt (van 375 naar ca. 60 beschrijvingen) en de daarbij behorende organisatiebrede activiteiten i.h.k.v. het onderhoud.
Mens en Organisatie
Het project Mens en Organisatie is ontstaan uit het programma ‘Het Verschil Maken’ en bevat de pijlers van het P & O- beleid voor de komende jaren. Het project is ingericht langs 5 thema’s die hieronder verder uitgewerkt zijn. De uitgangswaarden voor het P & O beleid voor de komende jaren zijn talentmanagement, flexibiliteit, inzetbaarheid en het binden en boeien van medewerkers. Dit alles volgens de principes voortvloeiend uit Het Nieuwe Werken.
Resultaatgericht werken
Het verder ontwikkelen van de resultaatgerichte sturing van onze organisatie. Resultaatgericht werken is een bewust gestuurd proces waarin concrete resultaten, doelen en ontwikkelingen worden nagestreefd.
173
Wat gaan wij doen
Toelichting Resultaatgericht werken gaat om een organisatiecultuur, een manier van organiseren en leidinggeven. Om zo’n cultuur te realiseren, kunnen stap voor stap praktische personeelsinstrumenten worden ingevoerd. Het invoeren van het resultaatgericht werken bestaat daarom uit de volgende fasen: Fase 1 Resultaatgerichte sturing op concern- en afdelingsniveau Fase 2 Resultaatgerichte sturing op teamniveau Fase 3 Definiëren en vaststellen van resultaatgebieden voor leidinggevende functies Doorlopende fase: resultaatgerichte werkafspraken met medewerkers
Strategische
De juiste persoon op de juiste plaats en op het juiste
personeelsplanning
moment. Met de forse bezuinigingsdoelstelling, krappe wordende arbeidsmarkt en vergrijzing van het personeelsbestand is het voeren van een personeelsplanning essentieel. Zowel kwalitatief als kwantitatief zal het personeelsbestand in kaart worden gebracht en in relatie worden gebracht met de strategische doelstellingen van onze organisatie.
Mobiliteit / loopbaancentrum
Met de start van het loopbaancentrum in januari 2011 is mobiliteit binnen onze organisatie al flink op de kaart gezet. De eerste resultaten zijn bemoedigend en geven het beeld dat de mobiliteit op gang is gebracht. In de komende periode zal het deelproject mobiliteit zorgen voor een doorontwikkeling van de al ingezette instrumenten en voorzien in een koppeling aan andere personeelsinstrumenten. Ook blijft er aandacht voor innovatie; inzet van nieuwe instrumenten op het gebied van talentmanagement en deelname/ het trekken van regionale innovatietrajecten op het gebied van mobiliteit.
Management Development
De ingezette veranderingen in het kader van het programma ‘Het Verschil Maken’ vraagt om een versterking en andere wijze van leiderschap. Meer focus op resultaten, werkprocessen, de centrale positie van de medewerker en zeer zeker ook de cultuur. Er is een MD-programma ontwikkeld passend bij deze behoefte en wordt, vooralsnog, voor de komende twee jaar uitgevoerd.
Talent Development
Om een antwoord te kunnen geven op alle veranderingen in onze organisatie zullen we een goed beeld moeten hebben van ons menselijk kapitaal. Dit deelproject richt zich met name op het herkennen, (v-)erkennen en
174
Wat gaan wij doen
Toelichting ontwikkelen van talenten en hangt nauw samen met het de organisatieverandering (verandering van functies vraagt om talentontwikkeling). Met de totstandkoming van een (strategische) personeelsplanning kan ook vooruitgekeken worden en medewerker bij- omgeschoold worden voor ‘toekomstige’ functies die vacant komen door o.a. vergrijzing.
Het Nieuwe Werken
De invoering van HNW is gestart met de eerste fase; resultaatgericht werken. In deze fase ligt de nadruk op het maken van resultaatafspraken tussen manager en medewerker en binnen een team. In het GMO zijn de 10 resultaatafspraken die gemeentebreed gelden vastgesteld. Met de invoering van de resultaatafspraken worden medewerkers gemotiveerd om op een efficiëntere manier met hun werk en tijd om te gaan. Met ingang van 1 januari 2013 is het mogelijk om de tweede fase van HNW in te voeren. Hierbij gaat het om tijd- en plaatsonafhankelijk werken wat ondersteund wordt door ICT. De volgende fase is de ondersteuning van HNW door de huisvesting.
Binden en boeien
Met het project Mens en Organisatie is gekozen om voor
medewerkers
de komende jaren talentmanagement een prominente plek te geven binnen onze HRM-instrumentarium. Het thema ‘binden en boeien’ zal separaat uitgewerkt worden om een antwoord te geven op de veranderende arbeidsmarkt, ons arbeidsmarktimago en de wens van onze organisatie om als aantrekkelijk werkgever te boek te staan.
Werkkostenregeling
In 2012 is de boekhouding van zowel financiën als de salarisadministratie geanalyseerd. Het verkregen inzicht vormt de basis om te bepalen of er aanpassingen moeten komen t.a.v. bestaande regelgeving waarbij afstemming met GO/OR nodig zal zijn. In de 2e helft van 2012 worden op basis hiervan de systemen ingericht om in 2013 te kunnen schaduwdraaien zodat we per 1-1`-2014 ‘live’ kunnen gaan.
Digitalisering P&O processen
Naast het daadwerkelijk digitaliseren van de P&O processen richt zich dit project ook op het verminderen van het aantal regels, en het schrappen van overbodige processtappen. Door zaak- en procesgericht werken op deze processen toe te passen verbeteren we de dienstverlening en kan er beter gestuurd worden op de uitvoeringskosten. In 2013 willen dit project kunnen afronden.
Implementatie vastgestelde
In 2012 is de besluitvorming over de inrichting van de
organisatiestructuur
gemeentelijke organisatie op hoofdlijnen afgerond. 2013
175
Wat gaan wij doen
Toelichting zal gebruikt worden voor de beoogde verander- en verbeterdoelen op sectorniveau. Vanuit het nieuw samengestelde gemeentelijk managementteam zullen sectordirecteuren de inrichting van de nieuwe sectoren voorbereiden en afronden waarbij P&O een ondersteunende en voorbereidende rol heeft.
Informatisering/Automatisering Wat willen we bereiken Informatisering/Automatisering ondersteunt de ambities en opgaven voor onze organisatie met onze informatievoorziening. Uitgangspunt is dat de bedrijfsprocessen leidend zijn, hierbij kiezen we passende oplossingen voor software en hardware passend binnen de MOVIP. De MOVIP is de Meerjaren Onderhoud Vervanging en Innovatie Planning en geeft een gedetailleerd overzicht, inzicht en uitzicht in de werkzaamheden van Informatisering en Automatisering en is daarmee het werkplan voor het lopende jaar en de planning voor de komende jaren.
Wat gaan we ervoor doen
Toelichting
De MOVIP opgebouwd uit de volgende onderdelen: Onderhoud
Het proactief onderhouden en beheren van de huidige omgeving zodat de afgesproken servicenormen worden gerealiseerd. Alle door Almelo in gebruik en beheer genomen ICTmiddelen en -toepassingen vallen onder de noemer Onderhoud van de MOVIP.
Vervanging
Het tijdig en doelmatig vervangen van onderdelen zodat de continuïteit meerjarig geborgd blijft. Alles wat onder de noemer Onderhoud van de MOVIP komt aan het eind van de levensduur in aanmerking voor vervanging.
Innovatie
Het proactief afstemmen, opstarten en doorvoeren van nieuwe ontwikkelingen en behoeften van de gebruiksorganisatie. Vernieuwingen onder de noemer innovatie van de MOVIP zijn gericht op het uitbreiden van het portfolio van de MOVIP.
In de MOVIP zijn de actuele ontwikkelingen geclusterd in de volgende thema’s: Gegevens
Gegevens zijn als 4de bedrijfsmiddel opgenomen in de begroting. Het thema Gegevens realiseert het beschikbaar
176
Wat gaan we ervoor doen
Toelichting krijgen van gegevens in de bedrijfsprocessen. Gegevens zijn van een hoge kwaliteit en actueel. De gegevens worden eenmalig verzameld en meervoudig gebruikt. Hiervoor worden basisregistraties, kernregistraties en basisvoorzieningen ingevoerd.
Zaakgericht werken
Zaakgericht werken is als thema al enige jaren actueel en richt zich op diverse aspecten van dienstverlening waaronder de ontwikkeling van een klantcontactcentrum en de implementatie van zaakgericht werken. Door de noodzaak om bezuinigingen te realiseren komt er een extra schijnwerper op het zaakgericht werken te staan. Samen met deregulering en een klantcontactcentrum moet zaakgericht werken structureel een bezuiniging realiseren.
Doorontwikkeling
Een gemeentelijke organisatie is een bedrijf waar intensief
Informatievoorziening
gebruik gemaakt wordt van gegevens en informatie en die bij bijna alle processen randvoorwaardelijk zijn. Om aan de doelstelling van tijd- plaats- en structuur onafhankelijk werken te kunnen voldoen moeten we ervoor zorgen dat de applicaties die ingezet worden hier aan kunnen voldoen. Maar ook het uitbesteden of delen van uitvoerende taken dwingt ons er toe dat applicaties en de daarbij horende gegevens breder beschikbaar zijn dan alleen binnen de muren van het gemeentehuis. Het thema Doorontwikkeling Informatievoorziening borgt de samenhang tussen het uit nutten van bestaande en het uitbouwen van op basis van nieuwe mogelijkheden.
Inkoop Wat gaan wij doen
Toelichting
Regionale ondernemers
Naast het bepaalde in het inkoopbeleid, schrijft de nieuwe
kansen bieden
nationale Aanbestedingswet nadrukkelijk voor om kansen te bieden aan regionale (MKB) ondernemers.
Duurzaam inkopen verder
De norm is nu 75 % met de doelstelling om in 2015 100%
uitdragen
van het inkoopvolume duurzaam in te kopen.
Social Return On Investment
In het kader van SROI wordt door de gemeente van
verder uitdragen
opdrachtnemers een percentage van de opdrachtwaarde geëist in te zetten voor maatschappelijke doeleinden, zoals het aanbieden van arbeids-, leerwerk- en stageplaatsen aan gemeentelijke doelgroepen.
177
Wat gaan wij doen
Toelichting
Nieuwe Europese
Naast een nieuwe aanbestedingswet in Nederland met
aanbestedingsrichtlijnen en
bijbehorende instrumenten (uniforme algemene inkoop-
nieuwe Nationale
voorwaarden en uniforme aanbestedingsreglementen),
Aanbestedingswet
worden ook nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijnen
implementeren
verwacht. Samen met het vastgestelde inkoopbeleid in mei 2012 dienen deze wijzigingen doorgevoerd te worden in de werkwijzen van afdelingen.
Inkoopsamenwerking
Intensiever samenwerken op het gebied van
intensiveren
inkoopadvisering / inkoopprofessionalisering moet leiden tot gelijkluidend inkoopbeleid en uniforme werkwijzen en instrumenten, zoals standaarden, inkoopscans en inkoopkalenders.
Contractbeheer inrichten
Onderdeel van het verbeterprogramma is het verbeteren van contractbeheer, onder andere voor inkooptrajecten.
Verplichtingenadministratie
De financiële verplichtingenadministratie wordt verder uitgebreid naar andere productgroepen naast externe inhuur.
Elektronisch aanbesteden
Alle meervoudig onderhandse en openbare aanbestedingen worden elektronisch aanbesteed met een digitaal systeem, zodat de administratieve lasten afnemen voor inschrijvers en dossiervorming bij inkooptrajecten automatisch tot stand komt.
Financiën Wat willen we bereiken Een gezonde financiële huishouding als middel om de doelstellingen van de gemeente te verwezenlijken Het voeren van een verantwoord financieel beleid waarbij structurele lasten worden gedekt door structurele baten met een structureel sluitende meerjarenbegroting Een verantwoorde inschatting van risico’s en afstemming van het weerstandsvermogen met de reserves en voorzieningen Een kwalitatief goede financiële informatievoorziening naar de gemeenteraad zodat de raad in staat is haar kaderstellende en controlerende taak uit te oefenen
Wat gaan we ervoor doen
Toelichting
Monitoring bezuinigingen
De monitoring van tijdige en volledige uitvoering van bezuinigingen zal in elk P&C-product een aandachtspunt zijn om de raad te informeren over de voortgang.
Opstellen
Dit zijn de zogenaamde Planning & Control produkten die
Programmabegroting 2013
in een jaarcyclus worden gepland en opgesteld voor de
Jaarverantwoording 2012,
raad
Berap 2012 en 178
Wat gaan we ervoor doen
Toelichting
Voorjaarsnota 2013 Ontwikkelen eigen stresstest
Op dit moment wordt gewerkt aan een stresstest voor de gemeente Almelo. Dit instrument zal onderdeel uitmaken van de verdere ontwikkeling van risicomanagement.
Samenwerking
Twentse gemeentebestuurders hebben op 6 juli 2012
bedrijfsvoering Twentse
opnieuw gesproken over de samenwerking op het gebied
gemeenten
van bedrijfsvoering, ofwel het 'Shared Services Netwerk Twente'. De aanwezige bestuurders spraken over de convergentiestrategie van de samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering. Hiermee wordt bedoeld dat voorlopers starten en anderen op nader te bepalen momenten kunnen invoegen. Verder is steun uitgesproken voor de projectopdrachten van de strategische projecten: ‘Werken bij de Twentse Overheid’ en ‘Informatisering & Automatisering / Basisregistraties’ Ook is afgesproken dat de bestuurlijke conferentie dit najaar een vervolg krijgt. De gemeenten Almelo en Enschede gaan onderzoeken of hun bedrijfsvoering volledig kan worden samengevoegd. Afgesproken is dat zij in de najaarsconferentie de contouren van dit idee schetsen en hoe dit voornemen zich verhoudt tot de al ingeslagen weg van 'Shared Services Netwerk Twente' met 17 partners.
Sourcing Wat willen we bereiken De gemeente Almelo wil zich ontwikkelen tot een regieorganisatie. Een organisatie die kaders stelt, verbindt en faciliteert en zelf zo min mogelijk taken uitvoert. Vanuit die strategie heeft de raad op 13 maart 2012 een sourcingskader vastgesteld, waarmee de basis is gelegd voor een aantal sourcingstrajecten. Dit kunnen nieuwe, maar ook lopende sourcingstrajecten zijn waarvoor in 2013 een beroep wordt gedaan op de bedrijfsvoering van de gemeente Almelo.
Wat gaan we ervoor doen Lopende en nieuwe
Toelichting •
sourcingstrajecten in 2013 zijn:
Regionale Uitvoeringsdienst (RUD), samenwerking per 1-1-2013;
•
Regionalisering brandweer, overdracht per 1-1-2013;
•
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente, overdracht per 1-1-2013;
•
Stedelijk beheer, overdracht per 1-1-2013;
•
Uitvoering Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen, gemeentelijke samenwerking;
•
Salarisadministratie, streven is overdracht per 1-1-
179
Wat gaan we ervoor doen
Toelichting 2013; •
Toeleiden ‘begeleiding’, decentralisatie extramurale begeleiding AWBZ, uitgesteld; beoogde invoeringsdatum was 1-1-2013;
•
Groen en beheerwerkzaamheden, wordt aanbesteed of blijft in eigen beheer;
•
Hof88, streefdatum verzelfstandiging 1-1-2013;
Regionale onderzoeken die in
•
Ingenieursbureau;
2013 tot gevolg kunnen
•
Onderzoek en statistiek;
hebben dat een aantal
•
Acquisitie en accountmanagement;
uitvoerende taken worden
•
Vastgoedbeheer;
overgedragen of
•
Back office werkzaamheden AWBZ.
samengevoegd, zijn: Samenwerking of overdracht van werkzaamheden heeft gevolgen voor de bedrijfsvoering. De hiermee gepaard gaande budgetten voor de overhead worden doorgaans meegegeven aan de uitvoerende instantie en leiden dan tot een taakstelling in de begroting. De algemene beleidslijn die wij hanteren voor een dergelijke taakstelling is dat eerst de aanwijsbaar toerekenbare uitvoeringsbudgetten worden geschrapt. Daarna worden de toerekenbare personeelskosten als taakstelling opgenomen in de meerjarenbegroting. Het management stuurt vervolgens actief op realisering van de personele taakstellingen, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met natuurlijke momenten. In de begroting 2013 is deze beleidslijn o.a. toegepast voor taakstellingen op de overhead van de sourcingstrajecten belastingen en regionalisering brandweer.
Kwaliteitszorg en auditing Wat willen we bereiken Bij audits en adviesopdrachten staat het organiseren van (intern) lerend vermogen en kwaliteitsborging centraal. Door een onafhankelijke opstelling van de auditors dragen de audits bij aan de checks en balances in onze organisatie. De accountant gebruikt de uitkomsten van de audits en Interne Controle voor de interimcontrole (managementletter en boardletter) en voor oordeelsvorming over de jaarrekening. Rechtmatigheidsaudits worden geprioriteerd op basis van risico en vooraf afgestemd met de accountant. Het risicomanagement wordt verder geprofessionaliseerd met behulp van het systeem NARIS dat in 2012 is aangeschaft.
180
Wat gaan we ervoor doen
Toelichting
Audits
Het uitvoeren van audits en quick-scans conform het Control- en auditplan 2013 dat ter vaststelling aan het College wordt voorgelegd. Op minimaal één project zal een projectaudit worden uitgevoerd.
Normenkader
Jaarlijks wordt het normenkader ten behoeve van de rechtmatigheidcontrole vastgesteld door het college en ter kennisname aan de raad voorgelegd.
Benodigde
Ondanks het financieel zwaar weer waarin de gemeente
weerstandscapaciteit /
Almelo verkeert en de negatieve algemene reserve in 2013
omvang algemene reserve
wordt gewerkt aan objectivering van een norm voor de benodigde weerstandscapaciteit. Dit gebeurt aan de hand van gekwantificeerde risico’s en kansberekening met behulp van NARIS. In 2013 staat de implementatie gepland van de module waarmee de risico’s inzake gesubsidieerde instellingen en verbonden partijen beter kunnen worden beheerst.
Onderzoeken doelmatigheid
In 2013 zullen de uitkomsten van één
en doeltreffendheid (artikel
doeltreffendheidsonderzoek aan de raad worden
213a)
gerapporteerd, conform de in maart 2012 vastgestelde Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid.
Verbeterprogramma Naar aanleiding van het rekenkameronderzoek naar het dossier Fortezza is een verbeterprogramma opgesteld. U hebt het verbeterprogramma besproken en met genoegen kennis genomen van de onderdelen die betrekking hadden op het verbeteren van de bedrijfsvoering. Afgesproken werd om voor deze onderdelen de doelen, maatregelen en middelen op te nemen als kaders in de paragraaf bedrijfsvoering. Ten aanzien van de gewenste cultuuromslag werd afgesproken voor de verdere aanpak na het zomerreces nadere afspraken te maken tussen raad, college en ambtelijke organisatie. U hebt in de vormgeving van dit traject het initiatief. Zo geeft u zelf een actieve invulling aan die onderdelen uit het verbeterprogramma (versterkte politieke sturing en ruimte creëren voor tegenspraak en alternatieven) die in deze paragraaf buiten beschouwing zijn gelaten. Per doelstelling is ook weergegeven welke relevante maatregelen en activiteiten al eerder in gang zijn gezet. Besluiten over extra inzet van middelen neemt u / hebt u genomen via een afzonderlijk raadsvoorstel. Wat willen wij bereiken? Verbeteren informatievoorziening grote projecten Een nog actievere inzet ten aanzien van het protocol actieve informatievoorziening Versnelde verbetering van archivering- en dossiervorming Verbeteren van projectmatig werken
181
Een zakelijkere houding bewerkstelligen bij het vormen van contracten Verbeteren van het beheer van contracten Zorgvuldig vastleggen van collegevergaderingen
Wat hebben wij al gedaan?
Toelichting
Verbeteren informatievoorziening
-
grote projecten
In de planning en controlcylus een aparte rubriek opgenomen voor de grote projecten.
-
Risicoparagraaf, voor deel gericht op projecten, ingevoerd (zie jaarverantwoording 2011).
Een nog actievere inzet ten
-
aanzien van het protocol actieve informatievoorziening
De raadsbrief is ingevoerd om de Raad actief te informeren.
-
De mogelijkheid om de Raad in gevallen vertrouwelijk te informeren wordt toegepast.
-
Afspraken over actieve informatieplicht zijn vastgelegd in een protocol.
Versnelde verbetering van
-
Invoering van nieuw digitaal archiefsysteem.
archivering- en dossiervorming
-
Meer automatismen en structuur aangebracht in
Verbeteren van projectmatig
-
centrale- archivering en dossiervorming. werken
Interne afspraken over projectmatig werken zijn vastgelegd in een handboek Projectmatig Werken.
-
Projectleiders volgen specifieke opleidingsprogramma’s (Prince 2- gecertificeerd) gericht op projectmanagement.
-
Projecten worden geëvalueerd om het projectmatig werken te verbeteren
Een zakelijkere houding
-
Interne audit uitgevoerd om te komen tot verbeteringen.
-
Inkoopplatform ingesteld voor professionaliseren
bewerkstelligen bij het vormen
inkooptrajecten en inkoopcontracten. Overige
van contracten
contracten, zoals subsidiecontracten, huurcontracten of vastgoedcontracten vallen buiten de scope van het inkoopplatform.
Verbeteren van het beheer van
-
contracten
Voor een deel van de inkoopcontracten geldt dat ze al systematisch beheerd worden.
-
Eisen en wensen geïnventariseerd waaraan de functionaliteit contractenbeheer moet voldoen.
Zorgvuldig vastleggen van
-
collegevergaderingen
De besluiten die in de collegevergaderingen worden genomen worden opgenomen op de openbare- en niet openbare besluitenlijsten.
-
De overige wetenswaardigheden uit de collegevergaderingen worden (sinds 2008) nauwkeurig verwoord in de voor intern gebruik bedoelde terugmeldingen.
-
Bij de rondvraag worden geen zaken besloten die via een tijdig aangeleverd collegebesluit moeten worden afgedaan
182
Wat gaan wij doen?
Toelichting
Verbeteren informatievoorziening
-
grote projecten
Bij projecten van 5 miljoen euro of meer wordt er door college en raad gewerkt conform de Checklist informatievoorziening grote projecten.
-
Wij nemen deze projecten op in een specifieke rubriek in de Planning en Controlcyclus.
-
Het gaat in ieder geval om de volgende projecten: Waterrijk, Binnenstadsplan: centrumplan, Waterboulevard, Nieuwbouw Stadhuis en Stadion Heracles / Transitie Sportcomplex Ossenkoppelerhoek
Een nog actievere inzet ten
-
Aan de hand van concreet gedrag, casussen bespreken
aanzien van het protocol actieve
wij of huidige afspraken voldoen en komen mogelijk tot
informatievoorziening
een herijking van het protocol actieve informatieplicht. -
Wij verbeteren (digitaal) de toegankelijkheid van bestuurlijke en ambtelijke informatie.
-
Wij trainen politiek bestuurlijk gevoeligheid van de organisatie. Handzame praktijkvoorbeelden en tips op te stellen om bestuurders en ambtenaren te ondersteunen.
Versnelde verbetering van
-
Wij meten verbeteringen via audits (1 keer per 2 jaar).
-
Aan de hand van heldere normen, afspraken en
archivering- en dossiervorming
gebruikerswensen worden bestaande systemen geoptimaliseerd om zo adequate dossiervorming te faciliteren. -
Wij geven prioriteit aan het verbeteren van projectarchivering. Wij maken afspraken over een eenduidige werkwijze voor opdrachtgevers, projectleiders en projectmedewerkers.
-
Door verplicht goede zoektermen te hanteren, verbeteren wij het zoeken en vinden van stukken.
-
Wij versterken noodzakelijk competenties en geven
-
Beoogd resultaat: alle documenten vindbaar,
nadere instructies over werkwijzen. archiveringproces kan altijd gereconstrueerd worden, het archief bevat altijd volledig en actuele dossiers en is 24 uur per dag toegankelijk en transparant. Verbeteren van projectmatig
-
Wij voeren gemeentebreed programma- en
-
Wij verbeteren het besluitvormingsproces rondom
werken
portfoliomanagement in om samenhang te bewaken. projecten van 5 miljoen euro of meer door de raad besluiten per fase voor te leggen. -
Wij hanteren als stelregel dat inhoud en exploitatie van projecten via afzonderlijke raadsvoorstellen worden beoordeeld en dat integrale beoordeling plaatsheeft bij de Voorjaarsnota.
-
Wij maken duidelijke afspraken over de rollen van (bestuurlijk) opdrachtgever en opdrachtnemer (zakelijke
183
Wat gaan wij doen?
Toelichting en professionele werkwijze). -
Wij brengen risico’s rondom projecten (en grote grondtransacties) in kaart en geven aan hoe wij met die risico’s omgaan. Zie voor meer informatie de risicoparagraaf in deze begroting.
Een zakelijkere houding
-
Wij maken afspraken over de inbreng van specifieke,
bewerkstelligen bij het vormen
externe deskundigheid en op welke wijze
van contracten
onderhandelingen plaatshebben. Afspraken worden vastgelegd in een protocol. -
Bij toekomstige highprofile contracten organiseren wij extra ogen.
-
Wij hanteren als stelregel dat de onderhandelingen niet worden uitgevoerd door de inhoudelijk direct betrokken wethouder, ambtelijk opdrachtgever of projectleider.
-
Wij leggen per geval goed vast hoe en wie de onderhandelingen uitvoert.
Verbeteren van het beheer van
-
contracten
Wij hanteren als stelregel dat die iedereen die een contract afsluit in eerste instantie zelf verantwoordelijk is voor de bewaking van dat contract.
-
Wij faciliteren dit door bestaande systemen zo in te richten dat contractbesluiten en het verlopen van termijnen beter bijgehouden kunnen worden.
-
Wij inventariseren afdelingsgewijs alle eisen en wensen en vertalen die naar de functionaliteit die nodig is voor goed contractenbeheer.
-
De directie neemt vóór 1 januari 2013 een besluit over de manier waarop contractenbeheer wordt ingericht, waarna organisatiebreed contractenbeheer wordt ingevoerd (begin 2013).
Zorgvuldig vastleggen van collegevergaderingen
-
Sinds de voor intern gebruik bedoelde terugmelding van de collegevergadering in 2008 is ingevoerd, wordt ook nauwgezet bijgehouden waarover naast de formele besluitvorming in B&W wordt gesproken. Verdere acties zijn niet noodzakelijk.
184
5.6 Verbonden partijen Deze paragraaf verschaft inzicht in beleidsmatige en financiële betrokkenheid van de gemeente bij verbonden partijen. Verbonden partijen zijn een middel om gemeentelijk beleid uit te voeren en doelen te realiseren. Het zijn privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente een bestuurlijke én een financieel belang heeft. Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat, onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordigingen in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Over het algemeen gaat het bij verbonden partijen om bedrijven waar de gemeente aandelen heeft, zogenaamde NV’s en BV’s. Ook gaat het om gemeenschappelijke regelingen, zoals de Regio Twente. Het beleid van overheden is over het algemeen niet gericht op het hebben van deelnemingen omdat beleggen nu eenmaal geen publieke taak is. Toch heeft Almelo, net als andere overheden, een aantal deelnemingen in bezit. Deze zijn vooral vanuit het verleden ingegeven door het feit dat private partijen bepaalde publieke belangen niet of onvoldoende konden waarborgen. Met de discussienota deelnemingen van 2007 zijn de verbonden partijen tegen het licht gehouden. De raad heeft als uitgangspunt vastgesteld dat de gemeente alleen deelnemingen houdt wanneer daarmee expliciet een publiek belang is gediend. Het verwerven van inkomsten alleen is onvoldoende reden. Van een aantal deelnemingen gaf u aan dat zij in principe niet meer onder het publieke belang vallen. Dit zijn Twence, Crematoria Twente, Twente Milieu, Kabelbedrijf Cogas en de Bank Nederlandse Gemeenten. Bij deze deelnemingen wordt blijvend onderzoek gedaan naar mogelijkheden van afstoting. Omdat er bestuurlijk gezien een afstand is tussen de gemeentelijke organisatie en de verbonden partij, is het van belang om te weten welke risico's er kunnen optreden bij de verbonden partijen. In deze paragraaf wordt volgens een vaste indeling per verbonden partij een uitvoerige beschrijving gegeven, waaronder het risico dat de gemeente loopt. Nieuw in 2013 is de verbonden partij: Gemeentelijk Belastingkantoor Twente. Op dit moment is het traject formeel nog niet afgerond, daarom wordt volstaan met een korte beschrijving van deze nieuwe verbonden partij. Gemeentelijk Belastingkantoor Twente Op 24 april 2012 heeft de gemeenteraad van Almelo ingestemd met het voorstel van het college om vanaf 1 januari 2013 de gemeentelijke belastingtaken door het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente uit te laten uitvoeren. Het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBT) is een samenwerkingsverband van de gemeenten Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo en Losser. Het GBT voert werkzaamheden uit op het gebied van gemeentelijke belastingen. Toetreding van de gemeente Almelo is pas mogelijk nadat de raden van de deelnemende gemeenten toestemming hebben gegeven. De beoogde datum van toetreding is 1 januari 2013. Als Almelo is toegetreden is beïnvloeding van het college mogelijk via het dagelijks en/of algemeen bestuur van het GBT. De zeggenschap over de hoogte van de 185
belastingopbrengsten blijft bij de gemeente. Verantwoording aan de gemeenteraad loopt via de reguliere planning- en controlrapportages. De verbonden partijen die aan de orde komen zijn: - Twente Milieu n.v.
- Waterleiding Maatschappij Vitens n.v.
- Regio Twente
- Openbaar Lichaam Crematoria Twente
- Veiligheidsregio Twente
- Enexis Holding n.v.
- Twence Holding b.v.
- Attero Holding n.v.
- Soweco n.v.
- Stadsbank Oost Nederland
- Stadstoezicht Almelo b.v.
- NV Industriegebouwmaatschappij
- Sportaccommodaties Almelo b.v.
- XL Businesspark Twente
- Cogas n.v.
- Overige verbonden partijen
186
Twente Milieu nv a.
Vestigingsplaats Enschede
b.
Openbaar belang: waarop participeert de gemeente? Ja, er is een openbaar belang, maar dit kan inmiddels ook door het particuliere bedrijfsleven worden gewaarborgd. Het is daarom geen echt publieke taak meer.
c.
Eigen vermogen en vreemd vermogen. Eigen vermogen ultimo 2011 € 7.354.000. Vreemd vermogen ultimo 2011: € 23.321.000.
d.
Resultaat van de verbonden partij. De solvabiliteit van Twente Milieu nv is ultimo 2011 te laag om over te gaan tot het uitkeren van dividend (conform statuten). Twente Milieu nv is bezig met een inhaalslag ten aanzien van de solvabiliteit, onder andere door een opslag op de tarieven wil men in de toekomst groeien naar een solvabiliteitspercentage van circa 25%. Als dit percentage eenmaal is bereikt zullen afspraken gemaakt worden over het mogelijk uitkeren van dividend of het verlagen van tarieven.
e.
Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Twente Milieu is een organisatie die in 1997 is ontstaan door de samenvoeging van de reinigingsdiensten van 5 gemeenten (Enschede, Hengelo, Oldenzaal, Hof van Twente en Almelo). In de loop der jaren is er een gemeente toegevoegd (Losser). In het huidig strategisch bedrijfsplan is afgesproken dat de ontwikkeling van het bedrijf zich richt op het verwerven van taken op het gebied van afvalinzameling bij meer gemeenten binnen Twente en het verwerven van taken in de openbare ruimte bij de bestaande aandeelhouders. Ontwikkelingen: Twente Milieu wil de gemeente helpen te ontzorgen als het gaat om afvalinzameling en beheer Openbare Ruimten. Als de gemeenten de doelstelling van Staatsecretaris Atsma onderschrijven om minimaal 65% huishoudelijk afval te recyclen, zijn er andere inzamelmethoden nodig dan tot nu toe gebruikelijk. Twente Milieu wil de gemeenten helpen -als de doelstelling wordt onderschreven- om die doelstelling te behalen in het tempo dat de gemeente kiest. Er zijn verschillende manieren om deze doelstellingen te bereiken. Landelijke ontwikkelingen zijn daarbij: -
Diftar met een lager dan wel 0-tarief voor inzameling van GFT Omgekeerd inzamelen, restafval brengen en gescheiden afvalstromen halen (oud papier en karton, KVM, GFT enz.)
-
Een droge componenten minicontainer: textiel, oud papier en karton en elektrische apparaten worden ingezameld in één minicontainer en vervolgens nagescheiden
-
Een minicontainer voor dranksapverpakkingen en KVM: de twee afvalstromen worden in één minicontainer ingezameld en vervolgens nagescheiden.
Daarbij is communicatie is een belangrijke voorwaarde voor succes. Er zal veel moeten worden gecommuniceerd om een gedragsverandering bij de burger te bewerkstelligen, die nodig is om de doelstelling van Atsma te realiseren. Als dit regionaal kan worden opgepakt zal dit de boodschap helderder maken en zullen de uitvoeringskosten goedkoper zijn. Samen met Twence zal het educatieprogramma voor basisscholen verder worden uitgerold.
187
Twente Milieu nv f.
Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Twente Milieu voert voor de gemeente Almelo de wettelijke zorgplichttaken op het terrein van afval en reiniging uit.
g.
Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Ambtelijke capaciteit.
h.
Welke risico’s loopt de gemeente? Het opereren in de afvalmarkt is met tal van risico’s omgeven. Het valt zelfs te betwijfelen of een relatief kleine onderneming als Twente Milieu nv in staat zal blijven zelfstandig te opereren in een markt die steeds meer gedomineerd dreigt te worden door een aantal grote (markt)partijen.
i.
Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Jaarlijks wordt het jaarverslag van de bv ter vaststelling voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
j.
Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? De Gemeente Almelo is niet vertegenwoordigd in het bestuur van Twente Milieu nv.
k.
Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder Wethouder Andela is gemachtigde in de aandeelhoudersvergadering van Twente Milieu nv.
l.
Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Gezien de oorspronkelijk beoogde doelen van de deelneming in Twente Milieu nv kan in principe worden gesteld dat deze beoogde doelen met de oprichting van Twente Milieu nv en de deelneming daarin grotendeels zijn gerealiseerd. De huidige beïnvloedingsmogelijkheden van een individuele gemeente vallen het beste als controlerend en in lichte mate als sturend te bestempelen. Van inhoudelijke en financiële beïnvloeding is nagenoeg geen sprake (meer). Inhoudelijke beïnvloeding valt gezien het zeer specifieke karakter van de materie ook niet van de gemeenten te verwachten. Van eventuele invloed op beleidsontwikkeling (invoering diftar) is echter wel sprake. Financiële invloed op bijvoorbeeld de tarieven is daarnaast als zeer marginaal te bestempelen. De markt bepaalt immers voor het overgrote deel de tarieven. De werkelijke invloed van de gemeenten moet vooral worden gezocht in de contracten die worden gesloten met Twente Milieu over het niveau van de dienstverlening (frequentie, aard, wijze waarop, enzovoort).
m.
Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? In ieder geval jaarlijks wordt in de paragraaf ‘verbonden partijen’ van de programmabegroting en jaarverantwoording aandacht besteed aan de verbonden partij.
188
Regio Twente a.
Vestigingsplaats Enschede
b.
Openbaar belang Regio Twente is het samenwerkingsverband van de veertien Twentse gemeenten en is een Wgr+regio. Regio Twente voert taken uit op het gebied van gezondheid, verkeer en vervoer, duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit, economische zaken, recreatie en toerisme en milieu. Enkele taken zijn gebaseerd op een wettelijke verplichting (bijv. het regionale openbaar vervoer), andere taken zijn gebaseerd op vrijwillige samenwerking.
c.
Eigen vermogen en vreemd vermogen. Per ultimo 2011 bedroeg het eigen vermogen van Regio Twente € 2,6 miljoen (2010: € 84,1 miljoen) en het vreemd vermogen € 20,3 miljoen (2010: € 18,2 miljoen). De verlaging van het eigen vermogen is het gevolg van de aandelenoverdracht Twence BV van Regio Twente naar de gemeenten.
d.
Resultaat van de verbonden partij. Over verslagjaar 2011 bedroeg het resultaat uit reguliere bedrijfsvoering € 87,237 miljoen. In dit saldo zit nog verwerkt de verrekeningen als gevolg van de aandelen overdracht Twence BV, de overdracht van taken naar de Veiligheidsregio Twente (VRT) en de uitgaven van de AvT/IPT. Het resultaat na deze verrekeningen bedraagt dan € 1.120.128 voordelig (2010: € 1.579.610). Vrijwel het gehele saldo is toegevoegd aan het solidariteitsfonds van de VRT.
e.
Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Regio Twente is een stadsregio conform de WGR+. Op basis van het Regeerakkoord van 30 september 2010 moet rekening worden gehouden met voorstellen van het Kabinet tot afschaffing van de WGR+. Uiteraard zal dat niet zonder bestuurlijke, inhoudelijke en financiële gevolgen gaan. Het dagelijks bestuur van Regio Twente zet alles in werking voor behoud van de belangen in Twente. Met de oprichting van de Veiligheidsregio Twente in 2011 maakt het programma veiligheid geen onderdeel meer uit van de begroting en jaarrekening van Regio Twente. Veiligheidsregio Twente is een zelfstandige gemeenschappelijke regeling en daarom apart opgenomen als verbonden partij. In december 2011 is het eigendom van Twence BV van Regio Twente naar de individuele Twentse gemeenten overgegaan. De betrokkenheid van Regio Twente bij Twence beperkt zich nu alleen nog maar tot de inning van de toegezegde € 80 miljoen voor de Agenda van Twente. Als Twence aan deze verplichting heeft voldaan vervalt daarmee ook deze betrokkenheid.
f.
Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Met Regio Twente wordt gestreefd naar: -
een intensive samenwerking met partners in de regio;
-
bevordering van de gezondheid van alle inwoners van Twente;
-
het doen van investeringen in het sociaal economische klimaat van Twente en daartoe uitvoering geven aan de (internationale) Agenda van Twente inclusief innovatieroute;
-
samenwerking met het bedrijfsleven en de kennisinstellingen Twente;
-
een evenwichtige verdeling van belangen en doelstellingen van het stedelijk gebied (Netwerkstad) en het landelijk gebied;
189
Regio Twente -
voorbereiden van een duurzaamheidsagenda Twente om samen met de Twentse gemeenten en partners Europese en nationale doestellingen op het gebied van duurzaamheid te bereiken;
g.
intensiveren van samenwerking met de gemeenten op het gebied van bedrijfsvoering.
Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Almelo levert in 2013 een bijdrage van € 2,6 miljoen. De bijdrage van alle Twentse gemeenten gezamenlijk bedraagt € 22,3 miljoen.
h.
Welke risico’s loopt de gemeente? Het risico dat de gemeente bij Regio Twente loopt is meer van bestuurlijk dan financiële aard. Belangrijkste reden daarvoor is de democratische legitimiteit van gemeenschappelijke regelingen. Het bestuur van een gemeenschappelijke regeling wordt niet direct door de bevolking gekozen.
i.
Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? De gemeentelijke deelname wordt ten minste jaarlijks, bij de vaststelling van de programmabegroting en –verantwoording in de regioraad, geëvalueerd. Met de programmabegroting wordt tevens de bijdrage van de individuele gemeenten vastgesteld voor het begrotingsjaar.
j.
Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Timmer en raadslid Hümmels vertegenwoordigen Almelo in de regioraad.
k.
Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Burgemeester Hermans-Vloedbeld (bestuurscommissie Netwerkstad Twente) Collegeleden (diverse portefeuillehoudersoverleggen) vanuit het principe verlengd lokaal bestuur.
l.
Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Beïnvloeding is mogelijk via een stem in de regioraad (naar inwonertal), vertegenwoordiging in diverse portefeuillehoudersoverleggen.
m.
Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? Alle regioraadvoorstellen worden voorbesproken in de raad (politiek beraad).
190
Veiligheidsregio Twente a.
Vestigingsplaats Enschede
b.
Openbaar belang Veiligheidsregio Twente (VRT) is opgericht per 1 januari 2011 en is het samenwerkingsverband van hulpverleningsdiensten en de viertien Twentse gemeenten. Met ingang van 1 januari 2013 komt daar de brandweer Twente bij die dan geregionaliseerd is. De samenwerking is gestoeld op de Wet Gemeenschappelijke Regelingen. De VRT voert bij wet opgedragen taken uit op het gebied van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen en handhaving van de openbare orde en veiligheid.
c.
Eigen vermogen en vreemd vermogen. Per ultimo 2011 bedroeg het eigen vermogen van de VRT € 584.193 en het vreemd vermogen € 4,2 miljoen. Het eigen vermogen bestond in het geheel uit nog te bestemmen resultaat.
d.
Resultaat van de verbonden partij. Over verslagjaar 2011 bedroeg het resultaat uit reguliere bedrijfsvoering € 584.193 voordelig. Het resultaat is voor € 479.762 naar egalisatie- en bestemmingsreserves gegaan en voor € 104.431 naar het egalisatiefonds van de brandweer.
e.
Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. In 2012 heeft het algemeen bestuur van de VRT ingestemd met het principebesluit om met ingang van 1 januari 2013 de brandweer Twente te regionaliseren. Het jaar 2013 zal vooral in het teken staan van de inrichting van de brandweerzorg en hulpverlening binnen VRT.
f.
Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Hoofddoel is samenwerken aan een veilig Twente. Hierbij staat een gezamenlijke aanpak centraal. Niet alleen tussen de sterke kolommen (brandweer, GHOR, politie, gemeenten), maar ook met andere partners in veiligheid, zoals Waterschap, Defensie, Openbaar Ministerie en Provincie. Gestreefd wordt naar een efficiënte, duurzame en innovatieve samenwerkingsvorm.
g.
Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Almelo levert in 2013 een bijdrage van € 4,5 miljoen (inclusief brandweer lokaal). De bijdrage van alle Twentse gemeenten gezamenlijk bedraagt € 40,6 miljoen.
h.
Welke risico’s loopt de gemeente? Net als bij Regio Twente is er sprake van een bestuurlijk risico bij Veiligheidsregio Twente met betrekking tot de democratische legitimiteit van gemeenschappelijke regelingen. Het bestuur van een gemeenschappelijke regeling wordt niet direct door de bevolking gekozen. Anderzijds is er sprake van een financieel risico met betrekking tot de regionalisering van de brandweer Twente. Door de overheveling van alle lokale brandweer budgetten ontstaan er desintegratiekosten. Kosten van overhead die doorlopen maar waarvoor geen dekking meer aanwezig is. Deels worden deze kosten gecompenseerd uit het egalisatiefonds van de brandweer, maar voor het overige deel bestaat het risico dat niet volledig gecompenseerd kan worden ondanks de gezamenlijke inspanning van VRT en gemeenten. Een ander financieel risico is de bijdrage aan de VRT vanaf 2016, dan wordt overgegaan op een nieuwe verdeelsystematiek en bestaat de mogelijkheid van een voor- of nadeel op de bijdrage.
i.
Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? De gemeentelijke deelname wordt tenminste jaarlijks, bij de vaststelling van de 191
Veiligheidsregio Twente programmabegroting en –verantwoording in het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Twente geëvalueerd. Met de programmabegroting wordt tevens de bijdrage van de individuele gemeenten vastgesteld voor het begrotingsjaar. Eens per vier jaar wordt een risicoprofiel vastgesteld dat als kader geldt voor het algemeen bestuur van Veiligheidsregio Twente. j.
Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Het algemeen bestuur van Veiligheidsregio Twente is samengesteld uit alle burgemeesters van de deelnemende gemeenten. Het dagelijks bestuur bestaat uit de vijf burgemeesters die een cluster vertegenwoordigen. Burgemeester Hermans-Vloedbeld is lid van zowel het dagelijks als het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Twente.
k.
Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Burgemeester Hermans-Vloedbeld (openbare orde en veiligheid)
l.
Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Beïnvloeding is mogelijk via een stem in het algemeen en dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Twente.
m.
Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? Jaarlijks wordt de programmaverantwoording en –rekening ter kennisname aangeboden. Eens per vier jaar wordt het risicoprofiel ter vaststelling voorgelegd aan de raad.
192
Twence Holding b.v. a.
Vestigingsplaats Enschede
b.
Openbaar belang Terugwinning van grondstoffen en energie uit afval door duurzame en betaalbare verwerking van afval en bevordering van de samenwerking op het gebied van innovatief afvalbeleid (circulaire economie).
c.
Eigen vermogen en vreemd vermogen. Twence heeft per ultimo 2011 een eigen vermogen van € 118,0 miljoen (2010: € 114,3 miljoen) en een vreemd vermogen van € 217,3 miljoen (2010: € 223,5 miljoen). De solvabiliteit, het eigen vermogen uitgedrukt in percentage van het totaal vermogen, bedraagt 31,1%.
d.
Resultaat van de verbonden partij. Twence behaalde in 2011 een netto resultaat van € 11,9 miljoen (2010: € 8,3 miljoen). Dankzij dit resultaat heeft Twence, naast de basisuitkering van € 2,5 miljoen aan de gewone aandeelhouders, wederom een extra winstuitkering kunnen doen van € 8 miljoen ten gunste van de Agenda van Twente (een regionaal fonds met als doel: ondersteuning/ontwikkeling innovatie en kenniseconomie in Twente). Van de € 80 miljoen die in totaal is toegezegd aan de Agenda van Twente, is medio 2012 reeds € 32 miljoen voldaan. Twence verwacht in de periode 2012 – 2016 een stabiel resultaat.
e.
Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Na een intensieve periode van onderzoek naar de corporate governance van Twence, zijn de aandelen Twence in december 2011 overgegaan van Regio Twente naar de individuele Twentse gemeenten. De individuele aandeelhouders zijn vervolgens actief betrokken geweest bij de totstandkoming van het Strategisch beleidsplan Twence 2012-2015, binnen welk kader het bestuur van Twence zijn activiteiten uitvoert. De markt voor terugwinning van (secundaire) grondstoffen en productie duurzame energie uit afval is sterk in beweging. Het aanbod van afval, vooral brandbaar restafval, loopt ondermeer in Nederland gestaag terug. Dit wordt mede veroorzaakt door de economische ontwikkelingen en intensivering van rijksbeleid op het gebied van hergebruik van afval. Vanwege een tekort aan verbrandingscapaciteit in het buitenland (o.a. Engeland), Europese regelgeving (reduceerverplichting van het storten van brandbaar afval), internationaliseert de afvalmarkt.
f.
Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Het beheren en exploiteren van milieuvoorzieningen en verlening van diensten op het gebied van milieubeheersing in het algemeen en het bewerken en verwerken van huishoudelijk afval en bedrijfsafval; het produceren en leveren van (duurzame) energie en secundaire grondstoffen.
g.
Wat kost de verbonden partij de gemeente jaarlijks? Bij de oprichting van Twence (voorheen AVI Twente) hebben de gemeenten gezamenlijk een vermogen ingebracht van circa € 60 miljoen in de vorm van een achtergestelde renteloze lening. Hierover wordt aan de gewone aandeelhouders jaarlijks een basisuitkering van € 2,5 miljoen uitgekeerd. Daarnaast hebben de gemeenten zich garant gesteld voor het aantrekken van een geldlening van € 170 miljoen. Van deze garantstelling resteert momenteel nog een bedrag van bijna € 30 miljoen. Dit is tevens het bedrag waarvoor de gewone aandeelhouders gezamenlijk maximaal aansprakelijk gesteld kunnen worden bij een eventueel faillissement van Twence. 193
Twence Holding b.v. Daarnaast hebben de gemeenten zich verplicht, voor de duur van 25 jaar, jaarlijks 220.000 ton brandbaar huishoudelijk restafval aan te leveren. Deze verplichting loopt nog tot 2022. Een jaarlijkse financiële bijdrage wordt niet gevraagd, de exploitatiekosten lopen via de vennootschap. h.
Welke risico’s loopt de gemeente? Het overheidbeleid is er op gericht om verspilling en uitputting c.q. belasting van het milieu tegen te gaan. Gestreefd wordt naar een afvalloze samenleving waarbij de kringloop sluitend is en alle grondstoffen weer gebruikt worden (ook wel "cradle to cradle" genoemd). De komende jaren moet rekening worden gehouden met een teruggang in de aanlevering van afval door de aandeelhoudende gemeenten. Inmiddels wordt in toenemende mate (brandbaar) afval uit Engeland verwerkt. Door deze maatregel wordt het risico van onvoldoende dividenduitkering, en daarmee het risico om niet te kunnen voldoen aan de afgesproken uitkering aan de Agenda van Twente, zo veel mogelijk beperkt. Van belang is dat Twence zich stevig positioneert in de Europese afvalmarkt, o.a. door slagvaardig optreden en intensief samenwerken met partners. Doordat Europese landen met gebrek aan Afvalenergiecentrales, het Europees beleid (lees de reduceerverplichting van het storten van brandbaar afval) implementeren, ontstaat een toenemende vraag naar verbrandingscapaciteit wat een gunstige werking op het afvalverwerkingstarief kan hebben. Anderzijds kan wijziging van Europese wetgeving ook leiden tot een negatief effect op het resultaat van Twence. Twence Holding b.v. is een structuur vennootschap met een daaraan verbonden raad van commissarissen die toezicht houdt op het bestuur. De continuïteit van de onderneming is daarbij leidend. Onderdeel van het toezicht is het belang te behartigen van alle stakeholders, waaronder de aandeelhouders en klanten. Kennis over de werkingsprincipes (o.a. marktkennis op terrein van afval en energie, techniek, bedrijfseconomisch) van de onderneming moet geborgd zijn in de raad van commissarissen. Hiervoor is een profielschets opgesteld, die met de ava wordt besproken. Op aanbeveling van de aandeelhouders en de ondernemingsraad doet de raad van commissarissen een voordracht aan de ava voor de benoeming van nieuwe commissarissen. Alleen via deze procedure heeft de ava invloed op de kwaliteit van de rvc. De gemeente is zowel aandeelhouder als klant van Twence. Enerzijds heeft de gemeente als aandeelhouder belang bij een passend rendement en anderzijds belang bij een marktconforme prijs voor de verwerking van het afval. Dit kan er bijvoorbeeld toe leiden dat de gemeente als klant behoefte heeft om de markt op te gaan, in tegenstelling tot het rendementsbelang van de gewone aandeelhouder. De ava stelt de tarieven vast voor de verwerking van het huishoudelijk afval van aandeelhouders (al dan niet marktconform) waardoor de ava het rendement beïnvloedt en daarmee de continuïteit van de onderneming.
i.
Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? In de (half)jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders wordt het jaarverslag van de bv behandeld en de jaarrekening met winstbestemming ter vaststelling voorgelegd. Periodiek (4 jaar) wordt het strategisch beleidsplan vastgesteld. Voor het laatst is dat gebeurd in april 2012.
j.
Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Van Marle vertegenwoordigt de gemeente Almelo in de algemene vergadering van aandeelhouders.
194
Twence Holding b.v. k.
Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Van Marle (portefeuille financiën) en wethouder Andela (portefeuille afval)
l.
Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Door de omzetting van collectief naar individueel aandeelhouderschap (eind 2011), heeft het college meer directe relatie gekregen met Twence. De verantwoordelijkheid is daardoor duidelijker geworden. Gemeente Almelo bezit 95.000 aandelen Twence en heeft een zeggenschap in de Algemene vergadering van Aandeelhouders (ava) van 9,5%. Naast het vaststellen van de jaarrekening, winstbestemming en verlenen van kwijting aan bestuurders en commissarissen voor het gevoerde bestuur c.q. gehouden toezicht, stellen de aandeelhouders (periodiek) het strategisch meerjarenbeleidsplan vast. Verder zijn de aandeelhouders bevoegd tot het verlenen van goedkeuring aan bestuursbesluiten, zoals vaststelling van de tarieven verwerking huishoudelijk afval voor gewone aandeelhouders, aangaan van grote investeringen, wijziging van de statuten of andersoortige ingrijpende voorstellen. Hiermee wordt invulling gegeven aan het actief aandeelhouderschap. Door een regelmatige informatievoorziening over de ontwikkelingen van het bedrijf, wordt de gemeente formeel, (maar ook informeel) de mogelijkheid geboden om invloed uit te oefenen op de onderneming. Mede vanwege het aantal stemmen in de ava is de invloed van onze gemeente beperkt en licht sturend te noemen.
m.
Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? Jaarlijks wordt het jaarverslag/-rekening van Twence bv ter kennisname aangeboden. Periodiek (4 jaar) wordt het strategisch beleidsplan ter raadpleging voorgelegd aan de raad.
195
Soweco nv a.
Vestigingsplaats Almelo
b.
Openbaar belang Soweco N.V. is in het bezit van de gemeenschappelijke regeling SOWECO waarin de gemeenten Almelo, Hellendoorn, Twenterand, Tubbergen, Wierden en Rijssen-Holten deelnemen. Soweco NV is primair opgericht om taken die voortvloeien uit de Wet sociale werkvoorziening te vervullen. De gemeenten hebben zich verplicht om de taken Beschut Werken en Detacheringen door SOWECO NV uit te laten voeren. Andere taken uit de Wsw kunnen de gemeenten bij SOWECO beleggen, maar dat is niet verplicht. Naast de taken uit de Wsw kunnen de gemeenten SOWECO NV inschakelen op andere terreinen. Zo biedt SOWECO NV leerwerkplekken aan voor Fusion.
c.
Eigen vermogen en vreemd vermogen Eigen vermogen per ultimo 2011: € 1.369.000 Vreemd vermogen per ultimo 2011: € 14.152.000
d.
Resultaat van de verbonden partij 2011: € 2.900.000 negatief.
e.
Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar In 2012 zou de Wet werken naar Vermogen worden behandeld in de Tweede Kamer. Door deze wet zouden een aantal wettelijke regelingen, waaronder de Wet sociale werkvoorziening, worden ondergebracht in één nieuwe wettelijke regeling voor personen met een afstand tot de arbeidsmarkt: de Wet werken naar vermogen. De verwachting was dat deze wet op 1 januari 2013 zou worden ingevoerd. Echter, door de val van het kabinet Rutte wordt de Wet werken naar vermogen niet door de huidige Tweede Kamer behandeld. Dit betekent een tijd van onzekerheid op het gebied van wetgeving, de financiering en het toekomstperspectief van Soweco. Zeker is echter wel dat Soweco bij ongewijzigd beleid de komende jaren een negatief exploitatieresultaat zal realiseren. Met het oog hierop vindt op dit moment, in samenwerking met de andere Gr-gemeenten, onderzoek plaats met betrekking tot de wijze van uitvoering van de Wsw. Belangrijke vraag hierbij is welke rol Soweco hierin gaat vervullen.
f.
Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? -
Mensen met een Wsw-indicatie ontwikkelen zodat zij op een zo regulier mogelijke werkplek werkzaam kunnen zijn.
-
Mensen die niet op een reguliere werkplek werkzaam kunnen zijn passende arbeid
-
De wachtlijst voor de Wsw verkleinen.
aanbieden. g.
Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo? Verstrekte subsidie aan Soweco in 2011: € 17.025.328. Voor 2012 bedraagt het begrote exploitatieresultaat Soweco € 3.487.000 negatief. Gezien de huidige onzekerheid op het gebied van wetgeving, financiering en het toekomstperspectief van Soweco, heeft Soweco na overleg met de Provincie Overijssel besloten om vooralsnog geen meerjarenbegroting op te stellen. Naar verwachting zal het tekort vanaf 2012 niet binnen het eigen vermogen van Soweco worden
196
opgevangen. Conform de begroting 2012 van Soweco zal de Gemeente Almelo ter dekking van het exploitatietekort van Soweco, een aanvullende subsidie van € 1.566.000 moeten verstrekken. Met deze extra bijdrage is rekening gehouden in de programmabegroting 2012. Voor het jaar 2013 heeft de Gemeente Almelo een bedrag van € 1.500.000 geraamd als aanvullende bijdrage in het exploitatietekort Soweco. h.
Welke risico’s loopt de Gemeente Almelo? Het risico voor de Gemeente Almelo is dat de gemeente moet bijdragen aan het nadelig saldo van de gemeenschappelijke regeling (voor het aandeel dat de gemeente deelneemt in deze regeling; voor Almelo 45%). Een nadelig exploitatieresultaat zal in eerste instantie worden opgevangen door het eigen vermogen. Indien het eigen vermogen ontoereikend is zal het (resterende) tekort door de deelnemende gemeenten moeten worden aangezuiverd.
i.
Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Bij vaststelling van de jaarverantwoording (incl. jaarverslag).
j.
Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij Wethouder Kuik-Verweg (voorzitter)
k.
Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Kuik-Verweg.
l.
Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Beïnvloeding is mogelijk via onze stem in de gemeenschappelijke regeling en indirect – via de gemeenschappelijke regeling - in de aandeelhoudersvergadering van Soweco.
m.
Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? Voor 1 mei ontvangt de raad een ontwerpbegroting en een meerjarenraming. Voor 1 juni kan de raad reageren op deze stukken. Daarnaast wordt de uitvoering van de Wsw meegenomen in de reguliere planning & control cyclus.
197
Stadstoezicht Almelo bv a.
Vestigingsplaats Almelo
b.
Openbaar belang Toezicht in de openbare ruimte en exploitatie van het betaald parkeren in Almelo
c.
Eigen vermogen en vreemd vermogen per 31-12-2010. Eigen vermogen: € 3,5 miljoen; vreemd vermogen: € 1,8 miljoen. De jaarrekening 2011 is op dit moment (september 2012) nog niet vastgesteld.
d.
Resultaat van de verbonden partij. In 2011 is in totaal € 749.000 aan dividend uitgekeerd, conform begroting.
e.
Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Bij de voorjaarsnota 2011 heeft de raad aangegeven dat de dividenduitkering structureel met 100.000 euro verhoogd moet worden.
f.
Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? De doelen zijn parkeerexploitatie, toezicht openbare ruimte en werkgelegenheid/ arbeidsparticipatie.
g.
Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? De organisatie op zich kost de gemeente ’niets’. Voor de taken die men uitvoert (toezicht en parkeerexploitatie; veiligheid) betaalt de gemeente circa € 2,3 miljoen.
h.
Welke risico’s loopt de gemeente? Op dit moment wordt gewerkt aan een nieuw parkeerbeleidsplan. Onderdeel van dit plan is de evaluatie van de verbonden partij. Besluitvorming hierover is voorzien eind 2012/begin 2013.
i.
Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? De deelname, met name het onderdeel parkeerbeheer, wordt geëvalueerd in het kader van de raamovereenkomst bij de verzelfstandiging die thans 10 jaar oud is.
j.
Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? De directie en raad van commissarissen zijn niet gerelateerd aan de gemeente.
k.
Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Andela.
l.
Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Als opdrachtgever en als enig aandeelhouder heeft de gemeente zeer grote sturingskracht.
m.
Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? De jaarrekening van de bv wordt jaarlijks aan de raad ter info aangeboden.
198
Sportaccommodaties Almelo bv a.
Vestigingsplaats Almelo
b.
Openbaar belang De gemeente Almelo vindt het van belang zoveel mogelijk mensen binnen de gemeente te stimuleren om deel te nemen aan sportief bewegen en hen in de gelegenheid te stellen dit te doen in adequate sportaccommodaties. In 1999 heeft de gemeente door een verzelfstandiging haar verantwoordelijkheid voor de exploitatie en het beheer van Sport- en recreatiecentrum Het Sportpark, bestaande uit het zwembad, een sporthal en een tennishal, overgedragen aan Sportaccommodaties Almelo BV, waarvan de gemeente enig aandeelhouder is. Het operationeel beheer en de exploitatie van de IISPA Almelo, sporthallen Windmolenbroek en Schelfhorst, de tennishal Schelfhorst en de gemeentelijke gymnastiekzalen zijn vanaf 2011 ondergebracht binnen de bestaande Sportaccommodaties Almelo BV.
c.
Eigen vermogen en vreemd vermogen. 2011
d.
Eigen Vermogen:
€ 18.000
Vreemd Vermogen:
€ 870.822
Resultaat van de verbonden partij. 2011 Resultaat: Ten opzichte van de gemeentelijke raming € 25.000 negatief
e.
Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten gefaseerd te komen tot de oprichting van een gemeentelijk sportbedrijf. De toelichting op het besluit stelt het volgende: “… de inbedding van de multifunctionele accommodatie in een organisatie die belast wordt met de uitvoering van het sportbeleid. De gemeente behoudt de beleidsbepalende bevoegdheden en de regierol, mede om integrale beleidsvorming te kunnen waarborgen. Daarbij moet duidelijk worden op welke wijze de diverse onderdelen zoals sportbuurtwerk en ingebruikgeving van accommodaties ondergebracht kunnen worden in een nog nader te bepalen organisatievorm die een efficiënte en effectieve werkwijze waarborgt”. In dit kader heeft er een onderzoek plaatsgevonden naar het oprichten van een verzelfstandigd lokaal sportbedrijf. Uitgangspunt hierbij was dat één organisatie verantwoordelijk zou worden voor uitvoerende taken op het gebied van sport. Op basis van dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat een eenvoudige en doelmatige organisatie van de sportinfrastructuur in Almelo gerealiseerd kan worden door het beheer en de exploitatie van binnen- en buitensport accommodaties te verzelfstandigen en daarnaast de uitvoering van sportstimulering over te dragen. Het deels verzelfstandigen heeft niet het gewenste effect. Vanwege de lange tijdsperiode (ruim 1,5 jaar) die het oprichten van een breed lokaal sportbedrijf in beslag neemt en de urgentie om te komen tot de opstart van de bedrijfsvoering van de IISPA Almelo, is een gefaseerde implementatie gestart. De eerste fase bestaat uit het onderbrengen van het operationeel beheer en de exploitatie van de IISPA Almelo, de sporthallen Windmolenbroek en Schelfhorst, de tennishal Schelfhorst en de
199
Sportaccommodaties Almelo bv gemeentelijke gymnastiekzalen binnen de bestaande Sportaccommodaties Almelo BV. Daartoe is in 2011 de exploitatie van IISPA Almelo overgegaan naar Sportaccommodaties Almelo BV. In 2012 is de exploitatie van de sporthallen Windmolenbroek en Schelfhorst, de tennishal Schelfhorst en de gymnastiekzalen aan de bestaande Sportaccommodaties Almelo BV overgedragen. In de 2e fase wordt de BV verder ontwikkeld worden tot een breed sportbedrijf. f.
Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? De gemeente Almelo vindt het van belang zoveel mogelijk mensen binnen de gemeente te stimuleren om deel te nemen aan sportief bewegen en hen in de gelegenheid te stellen dit te doen in adequate sportaccommodaties. Hierbij wordt een eenvoudige en doelmatige organisatie van de sportinfrastructuur in Almelo nagestreefd door de verantwoordelijkheid voor het beheer en de exploitatie van binnen- en buitensport accommodaties te verzelfstandigen en daarnaast de uitvoering van sportstimulering over te dragen. Uitgangspunt hierbij is dat één organisatie (één loket) verantwoordelijk wordt voor uitvoerende taken op het gebied van sport. De gemeente behoudt de beleidsbepalende bevoegdheden en de regierol, mede om integrale beleidsvorming te kunnen waarborgen.
g.
Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? 2,3 miljoen euro
h.
Welke risico’s loopt de gemeente? De gemeente is als enig aandeelhouder alleen aansprakelijk tot het bedrag waarvoor zij deelneemt in de BV.
i.
Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Conform de subsidievoorwaarden vindt de verantwoording jaarlijks plaats. De BV dient te verantwoorden dat de subsidie is besteed aan het doel waarvoor zij was bestemd. De verantwoording vindt plaats door een inhoudelijke rapportage. Ook wordt jaarlijks een door de accountant goedgekeurd financieel verslag overlegd.
j.
Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? n.v.t.
k.
Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder J. van Marle
l.
Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Het college oefent invloed uit door een subsidieovereenkomst/prestatiecontract, en als aandeelhouder via de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
m.
Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? De raad wordt jaarlijks geïnformeerd via de jaarrekening van de bv. De jaarrekening wordt aan de raad ter info aangeboden.
200
Cogas nv a.
Vestigingsplaats Almelo
b.
Openbaar belang Cogas Energie levert gas, elektriciteit en kabeldiensten aan consumenten en zakelijke klanten. Cogas is als netbeheerder voor elektriciteit en gas verantwoordelijk voor een ononderbroken levering. Ook is Cogas een belangrijke werkgever.
c.
Eigen vermogen en vreemd vermogen. Eigen vermogen € 134 miljoen, Vreemd vermogen € 58 miljoen (bron: jaarverslag 2011)
d.
Resultaat van de verbonden partij. € 18,9 miljoen (resultaat na belasting, bron: jaarverslag 2011). Van dit resultaat is € 8,1 miljoen uitgekeerd als dividend aan de aandeelhouders, de rest is toegevoegd aan de algemene reserve. Met ingang van boekjaar 2010 is besloten de dividenduitkering vast te stellen op € 1.600 per aandeel. In 2014 zal bekeken worden of deze hogere dividenduitkering ook na 2015 gestand kan worden gedaan.
e.
Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. -
sterke daling van het aantal nieuwe aansluitingen als gevolg van de economische crisis;
-
aanleg van een glasvezelnetwerk in het verzorgingsgebied, op basis van samenwerking met een strategische partner in een joint venture;
f.
-
uitrol slimme meters voor gas en elektriciteit;
-
toekomstige structuur van het netbeheer in Nederland;
-
samenwerking op het gebied van investeringen in duurzame energie;
-
sanering en vervanging van gas- en elektriciteitsnetten.
Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Oorspronkelijk doel was het voorzien in een dekkende en betrouwbare energie- en kabelinfrastructuur op het grondgebied van de deelnemende gemeenten. Momenteel zijn optimale instandhouding, netbeheer en leveringszekerheid belangrijke pijlers. Maar ook het realiseren van duurzame en innovatieve energieoplossingen zijn belangrijke doelen geworden.
g.
Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Er zijn geen jaarlijkse kosten. Het aandelenbezit is niet veranderd ten opzichte van vorig jaar: de Gemeente Almelo bezit 1.161 aandelen in de onderneming (oorspronkelijke investering: € 527.094).
h.
Welke risico’s loopt de Gemeente Almelo? Tegenvallende bedrijfsresultaten kunnen gevolgen hebben voor dividenduitkering aan Gemeente Almelo.
i.
Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? In de (half)jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders wordt het jaarverslag van de nv behandeld en de jaarrekening met winstbestemming ter vaststelling voorgelegd.
j.
Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Het bestuursmodel van Cogas (directie + raad van commissarissen) voorziet niet in vertegenwoordigers van gemeenten in het bestuur van Cogas. Indirect is invloed mogelijk door voordracht van één lid van de Raad van Commissarissen. Wethouder Van Marle vertegenwoordigt Almelo in de Algemene vergadering van Aandeelhouders. 201
Cogas nv k.
Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Van Marle (plaatsvervanger: wethouder Andela).
l.
Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? De huidige beïnvloedingsmogelijkheden van een individuele gemeente lopen via het aandeelhouderschap in Cogas nv en vallen het best als controlerend en in lichte mate sturend te bestempelen. Van inhoudelijke of financiële beïnvloeding is nagenoeg geen sprake. Inhoudelijke beïnvloeding lijkt gezien het zeer specifieke karakter van de materie ook uitgesloten.
m.
Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? In ieder geval jaarlijks wordt in de paragraaf ‘verbonden partijen’ van de programmabegroting en jaarverantwoording aandacht besteed aan de verbonden partijen. Daarnaast geldt dat bij veranderingen in de deelneming de raad vooraf wordt geïnformeerd en gevraagd zienswijzen kenbaar te maken.
202
Waterleiding Maatschappij Vitens nv a.
Vestigingsplaats Utrecht
b.
Openbaar belang Ja, vooral gezien de kwaliteit van het drinkwater in het kader van de volksgezondheid.
c.
Eigen vermogen en vreemd vermogen. Eigen vermogen (ultimo 2011): € 402,6 miljoen Vreemd vermogen (ultimo 2011): € 1.680,4 miljoen
d.
Resultaat van de verbonden partij. Structureel dividend 41.696 gewone aandelen
€ 120.000 +
Ontvangen rente over achtergestelde lening
€ 89.000 +
Kapitaalrente over de achtergestelde rente
€ 73.988 -/-
Per saldo e.
€ 135.012 +
Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. -
De Directie heeft haar geformuleerde ambitie vertaald naar vijf organisatiedoelen. Leidraad bij het realiseren van deze doelen is het hart van Vitens, oftewel de kernwaarden vertrouwen, verbinding en uitdaging. De vijf geformuleerde doelen zijn: 1. Dichter bij de klant staan. 2. Maatschappelijke kosten verlagen. 3. Bedrijfsvoering verder verduurzamen. 4. Internationale activiteiten uitbouwen. 5. Eigen verantwoordelijkheid nemen. Het realiseren van de ambitie vraagt om aanpassingen in de organisatiestructuur van Vitens. Belangrijke verbeterpunten waren onder meer de historisch ontstane regiostructuur en het besturingsmodel. De nieuwe hoofdstructuur zal leiden tot een vermindering van het aantal managementlagen en een bundeling van werkzaamheden op één plaats in de organisatie. - Met het verpompen van water wordt veel elektriciteit verbruikt. Naaste groene-energie-inkoop is energiereductie een belangrijk punt van aandacht. Vitens past in haar bedrijfsvoering energiezuinige installaties en heeft aandacht voor alle mogelijkheden van energiebesparing. Vitens heeft zich dan ook geconformeerd aan de branchedoelstellingen van 20% energiereductie en 20% eigen duurzaam geproduceerde energie in 2020 ten opzichte van 2010. In 2011 heeft Vitens in Loosdrecht zeven onderwaterpompen vervangen door zuinigere exemplaren. Dit levert een besparing op van 21 procent.
f.
Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Zie openbaar belang.
g.
Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Naast ambtelijke inzet is een andere kostenpost de kapitaalrente over de achtergestelde rente. Zijnde een bedrag € 134.000.
h.
Welke risico’s loopt de gemeente? De risico’s van de deelneming in Vitens zijn gezien het vaststaande verzorgingsgebied en de noodzaak van drinkwater voor iedereen niet al te groot. Tarieven, inkomsten en rendementen zijn 203
Waterleiding Maatschappij Vitens nv immers stabiel; onzekerheid en risico met betrekking tot rendement is laag. Financiële risico’s kunnen optreden bij de verkoop van de aandelen, waardoor een structureel dividend wegvalt. Bij de verkoop van de aandelen zal een deel gereserveerd moeten worden of anderszins worden ingezet om het structureel wegvallende dividend goed te maken. i.
Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Niet bekend, gezien het publieke belang ook niet echt noodzakelijk.
j.
Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? In de Commissie van Aandeelhouders zijn namens Overijssel vertegenwoordigd:
k.
de heer G.J. Kok de heer G. Piek
Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Van Marle.
l.
Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? De raad wordt geïnformeerd via de paragraaf verbonden partijen bij de jaarverantwoording en de begroting en de afzonderlijke aandeelhoudersvergaderingen. Bij eventuele calamiteiten zal de raad afzonderlijk worden ingelicht.
m.
Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? In ieder geval jaarlijks wordt in de paragraaf ‘verbonden partijen’ van de programmabegroting en jaarverantwoording aandacht besteed aan de verbonden partijen.
204
Openbaar Lichaam Crematoria Twente a.
Vestigingsplaats Enschede
b.
Openbaar belang Het Openbaar Lichaam Crematoria Twente (OLCT) is een gemeenschappelijke regeling waaraan 13 gemeenten in Twente en de Achterhoek deelnemen. De gemeenten hebben elk een financieel en bestuurlijk belang in het OLCT. Het OLCT is opgericht om de inwoners een keuzemogelijkheid te bieden tussen begraven en cremeren. Wettelijk gezien is cremeren geen publieke taak, maar er zijn voldoende gronden om cremeren als activiteit in het kader van publiek belang te beschouwen.
c.
Eigen vermogen en vreemd vermogen. Het OLCT heeft per ultimo 2011 een eigen vermogen van € 1.579.837 en een vreemd vermogen van € 129.641. Dochteronderneming Crematoria Twente/Oost Nederland bv heeft per ultimo 2011 een eigen vermogen van € 4.122.989 (2010: € 4.125.788) en een vreemd vermogen incl. voorzieningen, van € 1.829.947 (2010: € 1.784.190). De solvabiliteit komt dan uit op 69,3%.
d.
Resultaat van de verbonden partij. Het resultaat van OLCT over 2011 bedraagt € 872.098 (2010: € 832.441) en betreft het uitgekeerde resultaat van dochteronderneming Crematoria Twente/Oost Nederland B.V. van 2010. Almelo heeft in 2012 een dividend ontvangen van € 116.441 (2011: € 118.864). Het dividend wordt jaarlijks uitgekeerd op basis van het aantal gecremeerde ingezetenen van de gemeente. Voorwaarde is dat het eigen vermogen van de bv ten minste 35% van het balanstotaal bedraagt.
e.
Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Een belangrijke ontwikkelingen binnen Crematoria Twente / Oost-Nederland bv is de realisatie en exploitatie van een crematieruimte in Oldenzaal in samenwerking met Pace/Dela. Naar verwachting zal de crematieruimte in de loop van 2012/2013 in gebruik worden genomen. In 2012 heeft het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling ingestemd met een nieuwe strategie. In deze strategie wordt uitgegaan van een betere spreiding van de crematievoorzieningen in het verzorgingsgebied, renovatie van bestaande voorzieningen en voortzetting en verbetering van de bestaande dienstverlening.
f.
Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Zorgdragen voor continuïteit van een crematoriumvoorziening in het verzorgingsgebied; het waarborgen van een kwalitatief hoogwaardige voorziening tegen een aanvaardbare prijs.
g.
Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Een jaarlijkse bijdrage in de kosten wordt niet gevraagd. De secretariële kosten van het OLCT (in 2011 bedroegen deze € 26.579) worden in mindering gebracht op het jaarresultaat van de gemeenschappelijke regeling. De exploitatiekosten van de crematoria worden ten laste van de bv. gebracht.
h.
Welke risico’s loopt de gemeente? De deelnemende gemeenten zijn gezamenlijk aansprakelijk voor het resultaat van OLCT. Het risico van de deelneming is zeer beperkt; tarieven, inkomsten en rendementen zijn stabiel. Het resultaat van de bv wordt, met inachtneming van een minimale solvabiliteit van 35%, volledig uitgekeerd aan het openbaar lichaam. Daarnaast wordt als voorwaarde gesteld dat het eigen 205
Openbaar Lichaam Crematoria Twente vermogen van de vennootschap groter is dan het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal, vermeerderd met de verplichte reserves. i.
Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Jaarlijks wordt de begroting en jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling en de jaarrekening van de bv ter vaststelling voorgelegd aan het algemeen bestuur c.q. de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. In 2012 is een standpunt ingenomen over de toekomstige strategie en meerjarenbeleidsplan van de bv.
j.
Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Timmer is vertegenwoordiger van de gemeente Almelo in het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling en Algemene vergadering van aandeelhouders van de bv.
k.
Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Timmer.
l.
Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Beïnvloeding is mogelijk via onze stem in het algemeen bestuur en Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Het aantal stemmen wordt bepaald door het inwoners te delen door 20.000. Almelo heeft drie stemmen, dat is goed voor een aandeel van ongeveer 11%.
m.
Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? Jaarlijks wordt de jaarrekening en de ontwerp-begroting van de gemeenschappelijke regeling ter kennisname aangeboden.
206
Enexis Holding nv a.
Vestigingsplaats Rosmalen
b.
Openbaar belang Een veilige, betrouwbare en duurzame energievoorziening.
c.
Eigen vermogen en vreemd vermogen. Per ultimo 2011 bedroeg het eigen vermogen van Enexis € 3,1 miljard (2010: € 3,0 miljard) en het vreemd vermogen € 3,2 miljard (2010: € 2,9 miljard).
d.
Resultaat van de verbonden partij. In 2011 heeft Enexis een resultaat behaald van € 229,4 miljoen (2010: € 193,7 miljoen). Hiervan is € 114,7 miljoen gereserveerd ten gunste van de algemene reserve en € 114,7 miljoen uitgekeerd als dividend. Almelo heeft over 2011 € 247.752 (2010: € 125.967) aan dividend ontvangen.
e.
Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. In de komende periode wil Enexis verder werken aan een betrouwbare, betaalbare, duurzame en publiekgerichte energievoorziening in haar verzorgingsgebied. Daarbij streeft Enexis ernaar dat klanten in één provincie slechts met één netbeheerder te maken hebben (sectorordening), zodat maatschappij, klanten en aandeelhouders van de hieruit voortvloeiende synergie kunnen profiteren. In 2011 heeft Enexis Intergas overgenomen, beheerder van het gasnet in Midden- en West-Brabant. De overname past in het streven van Enexis naar een heldere sectorindeling. Enexis innoveert, met als doel de energiedistributie te verduurzamen. Speerpunten daarbij zijn: inzicht krijgen in energieverbruik en duurzame slimme netten. Tariefregulering zal het nettoresultaat naar verwachting gunstig beïnvloeden.
f.
Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? De vennootschap heeft ten doel: -
het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water;
-
het in stand houden, (doen) beheren, (doen) exploiteren en (doen) uitbreiden van distributie en transportnetten in relatie tot energie;
-
het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan een netbeheerder zoals daarin bedoeld;
-
het binnen de wettelijke grenzen ontplooien van andere operationele en ondersteunende activiteiten.
g.
Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Een jaarlijkse bijdrage wordt niet gevraagd, de exploitatiekosten lopen via de vennootschap.
h.
Welke risico’s loopt de gemeente? Het risico is relatief gering in relatie tot de waarde van het netwerkbedrijf en beperkt zich tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van € 1 per aandeel. Almelo bezit 323.314 aandelen, wat overeenkomt met een risico van maximaal € 323.314. Daarmee zijn op grond van de wet (art 2:81 BW) de verplichtingen en aansprakelijkheid van de aandeelhouders ook beperkt tot dit bedrag. Enexis Holding nv opereert in een gereguleerde markt, onder toezicht van de Energiekamer.
i.
Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? 207
Enexis Holding nv Jaarlijks wordt de jaarrekening van Enexis ter vaststelling voorgelegd aan de Algemene vergadering van Aandeelhouders van Enexis. j.
Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Van Marle (Algemene Vergadering van Aandeelhouders).
k.
Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Van Marle.
l.
Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Beïnvloeding is marginaal, en mogelijk via onze stem in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Enexis. Almelo heeft zeggenschap voor slechts 0,2%.
m.
Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? Jaarlijks wordt de jaarrekening van Enexis ter kennisname aangeboden aan de raad.
208
Attero Holding nv a.
Vestigingsplaats Arnhem
b.
Openbaar belang Het verrichten van milieudiensten, waaronder het grootschalig verwerken van huishoudelijk en bedrijfsafval, organisch en mineraal afval, het opwekken en verkopen van energie uit deze afvalstromen en het verkopen van reststromen van afval.
c.
Eigen vermogen en vreemd vermogen. Per ultimo 2011 bedroeg het eigen vermogen van Attero € 274,2 miljoen (2010: € 257,4 miljoen) en het vreemd vermogen € 545,0 miljoen (2010: € 582,0 miljoen).
d.
Resultaat van de verbonden partij. In 2011 heeft Attero een resultaat behaald van € 25,4 miljoen (2010: € 25,7 miljoen). Dit bedrag is grotendeels uitgekeerd aan de aandeelhouders. Almelo heeft in 2012 een dividend ontvangen van € 16.200 (2010: € 16.200).
e.
Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Deze jaren staan vooral in het teken van de uitvoering van de strategie die in 2010 is ontwikkeld en vastgesteld (positionering en groei). Belangrijke onderdelen zijn de ontwikkeling van innovatieve groeimogelijkheden op gebied van recycling en duurzame energie en het waarborgen van de continuïteit van de verbrandingsactiviteiten. In aanvulling daarop heeft Attero in 2011 een belang verworven in het Veluwse afvalrecyclingbedrijf (VAR). Primair zal de focus gericht zijn op het realiseren van optimale samenwerking en synergie met VAR. Daarnaast zijn de voorzieningen voor de nazorg van stortplaatsen een punt van aandacht.
f.
Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Gestreefd wordt naar een verantwoorde verwerking van afvalstromen en milieubewust beheer van stortplaatsen; naar maximale terugwinning, hergebruik en nuttige toepassing van grondstoffen uit afval.
g.
Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Een jaarlijkse bijdrage wordt niet gevraagd, de exploitatiekosten lopen via de vennootschap.
h.
Welke risico’s loopt de gemeente? Het risico en daarmee aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatief gering en beperkt zich tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal. Voor Almelo komt dat neer op een risico van maximaal € 323.314 (art 2:81 BW). De resultaten van Attero staan onder druk als gevolg van gewijzigde marktomstandigheden, realisatie van nieuwe afvalverbrandingscapaciteit, terugval in de hoeveelheid te verwerken afval en daardoor ontstane overcapaciteit.
i.
Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Jaarlijks wordt de jaarrekening van Attero ter vaststelling voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Attero.
j.
Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Van Marle (Algemeen Vergadering van Aandeelhouders).
k.
Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Wethouder Van Marle.
l.
Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Beïnvloeding is marginaal, en mogelijk via onze stem in de Algemene Vergadering van
209
Attero Holding nv Aandeelhouders van Attero. Almelo heeft zeggenschap voor slechts 0,2%. m.
Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd? Jaarlijks wordt de jaarrekening van Attero ter kennisname aangeboden.
210
Stadsbank Oost Nederland a.
Vestigingsplaats Enschede, met nevenvestigingen in Hengelo en Almelo
b.
Openbaar belang De Stadsbank is een gemeentelijke kredietbank als bedoeld in de Wet op het consumenten krediet. Zowel vanuit een bedrijfseconomische als een maatschappelijke optiek bezien biedt de Stadsbank een verantwoord pakket van, al dan niet, financiële dienstverlening aan de ingezetenen in haar rechtsgebied. Met als doel de financiële weerbaarheid en redzaamheid en van huishoudens te bevorderen. Hiermee ondersteunt de Stadsbank Oost Nederland de aangesloten gemeenten bij haar gemeentelijke armoede- en minimabeleid. Dit doet zij door middel van het aanbieden van: •
kredieten tegen (met het oog op de Fido-doelgroep) verantwoorde rentepercentages;
•
budgetbeheer ter ondersteuning van de stabiliteit van de financiële huishouding, zodat (verdere) verschulding kan worden voorkomen;
•
minnelijke schuldhulpverlening ter voorkoming van maatschappelijke uitval en ter ondersteuning van de re-integratie op de arbeidsmarkt;
•
bewindvoering in het kader van de Faillissementswet als verlengstuk van de minnelijke
•
preventie- en voorlichtingsactiviteiten gericht op het voorkomen van financiële instabiliteit
schuldhulpregeling; en verschulding bij risicogroepen (met name jongeren en huishoudens met een laag inkomen). c.
Eigen vermogen en vreemd vermogen. Eigen vermogen per 1-1 2012: € 3.801.100 Voorzieningen per 1-1-2012: € 208.300 Lang vreemd vermogen per 1-1-2012: € 3.774.900 Kort vreemd vermogen per 1-1-2012: € 13.773.800
d.
Resultaat van de verbonden partij. Het aanbod schuldhulpverlening bevordert de financiële zelfredzaamheid van huishoudens.
e.
Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar. Het aantal klantenvan de Stadsbank nam de laatste jaren sterk toe. De gemeente hanteert per 1 januari 2012 strakke regels voor de toegang naar schuldhulpverlening om overschrijding van het budget tegen te gaan
f.
Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij? Schulden belemmeren burgers te participeren. De gemeente zet schuldhulpverlening in om belemmeringen weg te nemen. Met als uiteindelijk doel het bevorderen van de arbeidsparticipatie.
h.
Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Gemeentelijke Begroting 2012 € 996.000
i.
Welke risico’s loopt de gemeente? Het is een openeindregeling. De laatste jaren nemen de kosten sterk toe.
j.
Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Jaarlijks bij de begroting en jaarverantwoording. 211
Stadsbank Oost Nederland k.
Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? Wethouder Kuik-Verweg in het dagelijks bestuur.
l.
Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? wethouder Kuik-Verweg.
m.
Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Op grond van de wet gemeentelijke schuldhulpverlening, die begin 1 juli 2012 van kracht is, heeft de raad een beleidsplan vastgesteld.
212
NV Industriegebouwenmaatschappij (IGM) a.
Vestigingsplaats Almelo
b.
Openbaar belang Het stimuleren van de economische ontwikkeling en werkgelegenheid in Almelo.
c.
Eigen vermogen en vreemd vermogen Eigen vermogen: € 473.000 (ultimo 2011) Vreemd vermogen: €8.700.000 (ultimo 2011)
d.
Resultaat van de verbonden partij Kostendekkend
e.
Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar 2011 en waarschijnlijk ook geheel 2012 zijn in algemene zin slechte jaren voor de vastgoedsector. De IGM heeft daarentegen een goed jaar achter de rug met diverse projecten voor gedegen klanten. Een indicator daarvoor is de groei van het eigen vermogen. Voor 2013 verwachten wij nog diverse projecten voor de IGM, zeker als economisch herstel uitblijft.
f.
Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij Het stimuleren van de economische ontwikkeling en werkgelegenheid in Almelo.
g.
Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? De gemeente probeert budgettair neutraal te opereren. De gemeente stelt voor IGM wel ambtelijke capaciteit beschikbaar (wordt niet doorberekend).
h.
Welke risico’s loopt de gemeente? Bij het aangaan van leningen loopt de gemeente als enig aandeelhouder een beperkt risico, omdat de leningen worden gebruikt voor de aanschaf van bedrijfspanden of het verstrekken van leningen met hypothecaire zekerheid.
i.
Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd? Jaarlijks bij de begroting en jaarverantwoording.
j.
Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij? De wethouder economische zaken is als enig aandeelhouder namens de gemeente vertegenwoordigd in alle vergaderingen van de Raad van Commissarissen.
k.
Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder? Van Marle is de gemachtigde in de aandeelhoudersvergadering.
l.
Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college? Het college kan invloed uitoefenen via de aandeelhoudersvergadering.
m.
Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd Jaarlijks wordt in de paragraaf ‘verbonden partijen’ van de programmabegroting en jaarverantwoording aandacht besteed aan deze verbonden partij.
213
XL Businesspark Twente a.
Vestigingsplaats Almelo
b.
Openbaar belang Voorzien in de behoefte, ruimtevraag van grote bedrijven naar kavels van 2 hectare en meer.
c.
Eigen vermogen en vreemd vermogen Balanstotaal ultimo 2010: 74,5 miljoen euro
d.
Resultaat van de verbonden partij Bevorderen van regionale economie, bedrijvigheid en werkgelegenheid in meest ruime zin.
e.
Ontwikkelingen in het afgelopen en komende jaar In de grondexploitatie wordt rekening gehouden met een jaarlijkse gronduitgifte van 6 ha per jaar. In de 2e helft van 2012 wordt een onderzoek uitgevoerd naar de fasering en prijsvorming op het XL Businesspark. Het streven is dat in 2012 alle belemmeringen zijn weggenomen om in 2013 de laad- en loskade te (kunnen) realiseren. De aanleg van de laad- en loskade is voor 2013 begroot. Fysieke realisatie vindt pas plaats, na het verkrijgen van zekerheid over de financiële risico’s.
f.
Welke doelen streeft de gemeente na met deze verbonden partij Zie bij resultaat.
g.
Wat kost de verbonden partij de Gemeente Almelo jaarlijks? Voor het geprognosticeerde verlies is een voorziening getroffen.
h.
Welke risico’s loopt de Gemeente Almelo De mogelijke risico’s worden door het openbaar lichaam RBT via een verdeelsleutel verdeeld over de deelnemende partijen aan de regeling. Voor het gemeentelijk aandeel in het huidige voorziene tekort is een voorziening gevormd.
i.
Wanneer wordt de gemeentelijke deelname in deze partij geëvalueerd Als alle kavels op het XL park zijn uitgegeven en tussendoor.
j.
Wie vertegenwoordigt de gemeente in het bestuur van de verbonden partij Wethouder van Marle is vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur.
k.
Wie is de verantwoordelijk portefeuillehouder Wethouder van Marle
l.
Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft het college Via de gemeenschappelijke regeling is het XL park voorzien van een bestuur en directie. De directie is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en huurt voor die dagelijkse gang van zaken functionarissen in. Het college is via een wethouder vertegenwoordigd in het DB en AB.
m.
Wanneer en hoe wordt de raad over deze verbonden partij geïnformeerd Jaarlijks, via het toezenden van de begroting en de jaarrekening.
214
Overige verbonden partijen Een aantal verbonden partijen onderscheidt zich door een beperkt bestuurlijk en/of financieel belang. Deze zijn voortgekomen uit de verkoop van aandelen Essent aan RWE en betreffen de volgende B.V.’s: -
Vordering Enexis B.V.
-
Verkoop Vennootschap B.V.
-
CBL Vennootschap B.V.
-
Claim Staat Vennootschap B.V.
-
Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V.
Hierna volgt een korte toelichting per B.V. Vordering op Enexis B.V. Deze vennootschap is in het leven geroepen om de Aandeelhouderslening aan Enexis doelmatig en efficiënt te kunnen beheren. Deze lening aan het netwerkbedrijf Enexis is in het kader van de Splitsing en de verkoop van aandelen Essent aan RWE door de Verkopende Aandeelhouders van Essent overgenomen. De lening is, kort gezegd, ontstaan bij de interne verkoop van de gas- en elektriciteitsdistributienetwerken van Essent. De primaire taken van Vordering op Enexis B.V. zijn: -
Het beheer van de Aandeelhoudersleningen, zoals het naleven van rechten en verplichtingen, het incasseren van rente en aflossingen van Enexis Holding etcetera.
-
Het beheer van het naleven van rechten en verplichtingen, het betalen van rente en aflossingen aan de Aandeelhouders etcetera.
-
Begeleiding van de conversie van Aandeelhouderslening en de daaraan verbonden overdracht van aandelen in Vordering op Enexis B.V. aan mede Aandeelhouders.
Begin 2012 heeft Enexis een beroep gedaan op de mogelijkheid, conform art. 4.2 van de aandeelhoudersleningsovereenkomst, om een deel van de lening vervroegd af te lossen. Enexis mag in de periode gelegen tussen één jaar vóór het einde van de looptijd en einde looptijd geheel of gedeeltelijk vervroegd aflossen. De lening van Enexis bedraagt in totaal € 1,8 miljard. Hiervan heeft Enexis in een eerste tranche € 450 miljoen vervroegd afgelost. Verkoop Vennootschap B.V. Deze vennootschap is in het leven geroepen voor een efficiënte afwikkeling van de rechten en verplichtingen van de Verkopende Aandeelhouders. Bij overdracht van de aandelen heeft Verkoop Vennootschap daartoe alle rechten en verplichtingen overgenomen van de Verkopende Aandeelhouders. Voor RWE is deze vennootschap het centrale aanspreekpunt voor het benaderen van de Aandeelhouders. Verkoop Vennootschap heeft toegang tot alle transactiedocumentatie, om zo haar taken adequaat te vervullen. Expliciet in de statuten staat dat de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vooraf toestemming moet geven aan de bestuurders om claims onder de Koopovereenkomst af te wikkelen. De primaire taken van Verkoop Vennootschap zijn de volgende: -
Beheer en afwikkeling van claims van RWE (inclusief CBL-claims) onder de garanties en vrijwaringen als gevolg van de Koopovereenkomst.
-
Beheer van overige rechten en verplichtingen als gevolg van de Koopovereenkomst.
-
Beheer van de General Escrow Agreement. Het Escrow Bedrag is een gedeelte van de Koopprijs (initieel ter hoogte van EUR 800 miljoen). Dit bedrag dient tot zekerheid van verhaal voor RWE, 215
ingeval van bepaalde betalingsverplichtingen van Verkoop Vennootschap als gevolg van de Koopovereenkomst. In 2011 is 50% van deze escrow vrijgevallen onder aftrek van de ingediende claims van RWE. -
Het functioneren als een van de twee bestuurders (de andere is RWE) van de Stichting Beheer Maastricht Escrow Fondsen. Deze stichting is juridisch eigenaar van het General Escrow Fonds.
-
Het toezien op de naleving van de Development Plan Agreement. Hierin staat beschreven hoe RWE en Essent uitvoering geven aan de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen van Essent. Het gaat daarbij om de ontwikkeling van energiebronnen, energieopwekking en energievoorziening. Aandachtspunten zijn de levenszekerheid, duurzaamheid en beheersing van tarieven.
-
Het voeren van de huidige procedure tegen de Staat der Nederlanden over de vraag of delen van de splitsingswetgeving (WON) onverbindend zijn.
CBL Vennootschap B.V. CBL Vennootschap heeft de Verkopende Aandeelhouders vertegenwoordigd als medebeheerder van het cross border lease Fonds, naast RWE, Enexis en Essent. Zij vertegenwoordigde de Aandeelhouders in relevante Cross Border Leases aangelegenheden en fondsen zoals het ASA Risico Fonds. Ook was zij doorgeefluik voor betalingen namens Aandeelhouders in en uit het CBL Fonds. Nadat in 2011 de laatste cross border leases zijn beëindigd, heeft de Algemene vergadering van Aandeelhouders op 28 september 2011 besloten het CBL-fonds vrijwel volledig te laten vrijvallen. Claim Staat Vennootschap B.V. In februari 2008 zijn Essent en Essent Nederland B.V., met toestemming van de Aandeelhouders, een procedure begonnen tegen de Staat der Nederlanden. Hierin vragen zij ‘een verklaring voor recht’ dat bepaalde bepalingen van de WON onverbindend zijn. Essent is van mening dat de Aandeelhouders schade lijden als gevolg van de splitsing. Eenzelfde procedure wordt gevoerd door de andere grote energiebedrijven (Delta, Nuon en Eneco). Inmiddels heeft de Rechtbank in ‘s-Gravenhage de vordering van Essent en Essent Nederland B.V. afgewezen. Essent en Essent Nederland B.V. hebben echter hoger beroep tegen deze uitspraak ingesteld. De juridische procedure valt buiten de verkoop van Essent en is niet door RWE overgenomen. Afhankelijk van deze definitieve uitspraak wordt bepaald of de Verkopende Aandeelhouders een nieuwe procedure starten voor een vergoeding van de geleden schade als gevolg van de splitsingwet. De eventuele procedure voor de vordering op de staat is gebundeld via Claim Staat Vennootschap B.V. Totdat de rechter uitspraak doet in hoger beroep is deze B.V. een slapende vennootschap. De primaire taak van Claim Staat Vennootschap is het voeren van een schadevergoedingsprocedure tegen de Staat der Nederlanden namens de Aandeelhouders. Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. Deze vennootschap was oorspronkelijk opgericht om de verkoop van aandelen EPZ (o.a. eigenaar van kerncentrale Borssele) te faciliteren en het toezicht op het openbaar belang te borgen door naleving van publiek- en privaatrechtelijke regelgeving, zoals de Kernenergiewet, diverse vergunningen en het Borssele-convenant van 2006 tussen Staat, Essent en Delta. Op 30 september 2011 heeft de levering van aandelen EPZ aan RWE plaatsgevonden. Daarmee is een einde gekomen aan de primaire opdracht van PBE en zal deze vennootschap tijdelijk (maximaal 8 jaar) de resterende rechten en verplichtingen afwikkelen in het bijzonder, die voortvloeien uit het Borssele-convenant.
216
5.7 Grondbeleid Sinds de invoering van het dualisme ligt het primaat voor het uitvoeren van dat gemeentelijk grondbeleid bij het College van B&W. Het college heeft daarbij een actieve informatieplicht richting de gemeenteraad. Grondbeleid is een sturingsmiddel voor de gemeente. Het grondbeleid heeft een volgend en ondersteunend karakter voor doelstellingen op andere beleidsvelden. Via grondbeleid kan een nadere invulling worden gegeven aan het realiseren van ruimtelijke doelstellingen en het uitvoeren van bepaalde programma's zoals wonen, werken, omgeving en veilige gemeente. Grondbeleid gaat in belangrijke mate over de productie van bouwgrond, de wijze waarop die tot stand komt en hoe de bouwgrond verkocht en gebruikt wordt t.b.v. van de opstalrealisatie. Over de financiële gevolgen van het gevoerde beleid wordt jaarlijks gerapporteerd in de paragraaf grondbeleid van de jaarrekening. In de Perspectiefnota Grondbedrijf wordt uitvoeriger ingegaan op de financiële positie van het grondbedrijf, de projectmatige complexen (= lopende grondexploitaties) en de functionele complexen (complex verspreide bezittingen en complex nog uit te voeren werken). In de paragraaf grondbeleid van de begroting wordt vooruit gekeken op ontwikkelingen, die mogelijk gevolgen hebben voor de vermogenspositie van het grondbedrijf. De meest voorkomende discussie m.b.t. grondbeleid gaat over de vraag of een gemeente actief, passief dan wel faciliterend grondbeleid moet voeren. Actief en faciliterend grondbeleid Het grondbeleid dat de gemeente voert in bestaande projecten is een mix van actief grondbeleid en faciliterend grondbeleid. Voor nieuw op te starten projecten wordt per project een afweging gemaakt welke grondbeleidstrategie uit te voeren, waarbij kansen en risico’s tegen elkaar worden afgewogen. In beginsel wordt een faciliterende rol geprefereerd. In de raadsvergadering van 8 maart 2011 is de discussienota inzake actieve en/of faciliterende grondpolitiek aan de orde geweest. De beraadslagingen hebben geresulteerd in het volgende besluit: -
Bij nieuwe projecten zal bij voorkeur een faciliterend grondbeleid worden gevoerd. Bij het voorstel tot het vaststellen van de inhoudelijke ruimtelijke kaders en de tentatieve grondexploitatie, en in een later stadium bij vaststelling van het ontwerp en de definitieve grondexploitatie zal steeds beargumenteerd worden aangegeven welk grondbeleid wordt voorgesteld en welke publiekrechtelijke instrumenten kunnen worden gehanteerd.
-
Bij bijna alle lopende grondexploitaties is de keus voor actief dan wel faciliterend grondbeleid reeds gemaakt. Daar waar mogelijk zal ten aanzien van de verwerving van objecten terughoudendheid worden betracht, zodanig dat slechts die gronden worden aangekocht die voor realisatie van het project noodzakelijk zijn.
Ook m.b.t. diverse lopende grondexploitaties kan de gemeente nog overgaan van actief naar faciliterend grondbeleid, echter dit zal dan gepaard gaan met aanzienlijke financiële offers. Deze zullen waarschijnlijk groter zijn dat het risico op financiële tegenvallers in de grondexploitaties.
217
Financiële en planologische besluitvorming Een van de kenmerken van actief grondbeleid is dat de financiële besluitvorming vooruit loopt op de planologische besluitvorming. Ruim voordat een bestemmingsplan wordt vastgesteld verricht de gemeente anticiperende aankopen en maakt ze plankosten. Aan het einde van de definitiefase van een ruimtelijk project stelt de raad richtinggevende kaders en uitgangspunten vast, alsmede de bijbehorende tentatieve grondexploitatiebegroting. Deze grondexploitatiebegroting fungeert vanaf dat moment als financieel kader voor het college van B&W waarbinnen zij verder gaat met de realisatie van een project. Concreet betekent dit dat de planologische besluitvorming van projecten zoals Leemslagen, Waterrijk (gedeeltelijk), Hagedoornschool, Rhijnbeek, Nijrees Noord en Nijrees Zuid nog moet plaatsvinden, maar dat deze projecten niet meer stop gezet kunnen worden zonder nadelige financiële consequenties. Huidige financiële positie grondbedrijf Per 1-1-2012 kent het Grondbedrijf 23 lopende grondexploitaties. Dat zijn ruimtelijke projecten, met bouwgrondproductie als hoofdmoot, waarvan de raad de (tentatieve) grondexploitatiebegroting heeft vastgesteld. Deze door de raad vastgestelde grondexploitatiebegrotingen fungeren als financieel en inhoudelijk kader voor het college van B&W waarbinnen zij verder gaat met de realisatie van een project. Tevens fungeert de grondexploitatiebegroting als een ‘voorspelling’ van de te verwachten kosten en opbrengsten en het begrote financiële eindresultaat. Als er een tekort wordt begroot dient er ter dekking van dit tekort een voorziening getroffen te worden. Indien er winst wordt begroot mag deze pas genomen worden als de winst gerealiseerd is. Dat is pas het geval als de realisatie van het project al zover gevorderd is dat een deel van de begrote winst als ‘gerealiseerd’ beschouwd mag worden en de risico’s beperkt zijn. De spelregels daaromtrent zijn beschreven in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en is door de BBV- commissie in een notitie verder uitgewerkt en toegespitst op de bedrijfsvoering van een Grondbedrijf. Vanuit voorzichtigheidbeginselen neemt de gemeente Almelo 70% van de begrote winst als een winstgevend project meer dan 80% gerealiseerd is. Dit is nu het geval bij het project Hedeman. Alle 23 grondexploitaties tezamen kennen per saldo een begroot tekort van € 19,7 mln. op NCW per 1 januari 2012. -
19 verlieslatende grondexploitaties met een begroot tekort van
€
21,9 mln.
-
4 winstgevende grondexploitaties met een begrote winst van
€
2,2 mln.
Het project Almelo Noordoost, met ca. 400 nog te verkopen kavels, heeft de langste looptijd tot 31 december 2035. Voor de verlieslatende projecten is bij de jaarrekening 2011 een voorziening getroffen van € 21,9 mln. Volgens de geactualiseerde grondexploitatiebegrotingen (zoals opgenomen in de berap en de tussenrapportage grondbedrijf 2012) zal deze voorziening aan het eind van het jaar nagenoeg gelijk blijven. Van de 4 winstgevende grondexploitaties is € 1,1 mln. winst tussentijds genomen waardoor € 1,1 mln. als ‘nog te realiseren winst ’ te boek staat.
218
De geconsolideerde begroting van de 23 lopende grondexploitaties ziet er als volgt uit. -
Boekwaarde per 1-1-2012
€
151,1 mln.
-
Nog te realiseren opbrengsten op NCW
€
261,5 mln.
-
Nog te maken kosten op NCW
€
130,6 mln.
-
Economische waarde
€
130,9 mln.
Begroot resultaat op NCW
€
-/- 20,2 mln.
Op basis van de begrote nog te maken kosten en opbrengsten wordt verwacht dat van het per 1-12012 geïnvesteerde vermogen à € 151,1 mln. circa € 130,9 mln. wordt ‘terugverdiend’ met de bouwgrondproductie waardoor er per saldo een tekort resteert van € 20,2 mln. Indien begin 2013, bij het actualiseren van de lopende grondexploitaties t.b.v. de waardering van het onderhanden werk van de Jaarrekening 2012, blijkt dat de eindresultaten afwijken van de huidige begrote resultaten, dan heeft dat geen gevolgen voor de begroting 2013. Eventuele afwijkende resultaten hebben effect op de begroting van 2012. Via de winst- en verliesrekening worden financiële mee- en tegenvallers verrekend met de Reserve Grondbedrijf. Risico’s en weerstandvermogen Door middel van het uitvoeren van risicoanalyses per begrotingspost en per project worden de kansen en bedreigingen benoemd en financieel gekwantificeerd. Op basis van deze input kan een risicoprofiel worden gemaakt per grondexploitatie en voor het gehele grondbedrijf. Uit de risicoanalyse blijkt waardoor de begrote projectresultaten en de vermogenspositie van het grondbedrijf kunnen verbeteren of verslechteren. Het risicoprofiel geeft inzicht in hoeveel het resultaat kan afwijken (wat de bandbreedte is) t.o.v. de begrote resultaten. Het maken van een risicoanalyse heeft meerdere doelen. -
De (financiële) risicoanalyse plaatst het begrote eindresultaat van een project in een breder perspectief. Het risicoprofiel geeft inzicht in het realiteitsgehalte van de grondexploitatiebegroting.
-
De risicoanalyse vormt de basis voor risicomanagement.
-
De financiële risicoanalyse vormt de basis voor het kwantificeren van het neerwaarts risico (= vereiste weerstandscapaciteit) waarvoor op portefeuilleniveau (van het Grondbedrijf) een minimaal aanwezige weerstandscapaciteit tegenover moet staan ter dekking van mogelijke financiële tegenvallers c.q. financieel negatieve scenario’s.
Het resultaat van deze analyse dient antwoord te geven op twee vragen. a) Zijn de grondexploitatiebegrotingen per saldo reëel begroot? Ofwel hebben de voorzieningen het juiste niveau (niet te hoog en niet te laag) waardoor uit de Reserve Grondbedrijf blijkt wat de reële vermogenspositie van het grondbedrijf is? b) Hoe groot is het neerwaartse risico t.o.v. de begrote resultaten en de begrote reserves? Inherent aan reëel begroten is dat er circa 50% kans is op een beter resultaat en 50% kans is op een slechter resultaat dan begroot. Ten behoeve van het bepalen van de minimaal vereiste weerstandscapaciteit dient het neerwaartse risico financieel gekwantificeerd te worden. Vervolgens wordt de vereiste weerstandscapaciteit afgezet tegen de aanwezige weerstandscapaciteit.
219
De vereiste weerstandscapaciteit is bepaald aan de hand van financiële scenarioanalyses waarbij 90% van alle denkbare scenario’s (variërend van bestcase tot worstcase) ‘gedekt’ moeten kunnen worden en dus 10% restrisico geaccepteerd wordt. De risico’s zijn per project en per begrotingspost gekwantificeerd en vervolgens middels risicosimulatie samengevoegd tot scenario’s. Tevens zijn sommige risico’s ook op portefeuilleniveau geanalyseerd omdat bepaalde risico’s projectoverschrijdende effecten hebben zoals prijsstijgingen. Op basis van deze uitgangspunten bedraagt -
de aanwezige weerstandscapaciteit van het Grondbedrijf €
0,3 mln.
-
de minimaal vereiste weerstandscapaciteit
€
-
Weerstandsvermogen Grondbedrijf
factor
22,8 mln. 0,01
Dat houdt in dat het weerstandsvermogen met een factor 0,01 niet toereikend is om denkbare financieel negatieve scenario’s op te kunnen vangen indien deze zich voordoen. Dit betekent dat er een gerede kans is dat de vermogenspositie van het grondbedrijf door financiële tegenvallers niet voldoende blijkt te zijn. In dat geval zal geprobeerd moeten worden door middel van planinhoudelijke bijsturing projecten financieel te optimaliseren. De mogelijkheden daartoe zijn echter langzamerhand uitgeput. Met het doorlopen van de marsroutes en de keuzes gemaakt bij de voorjaarsnota 2012, zijn zo goed als alle mogelijke maatregelen genomen. De meeste grondexploitaties zijn financieel al geoptimaliseerd. Begroting jaarschijf 2013 Grondexploitatiebegrotingen beslaan meestal vele jaren en bestaan grotendeels uit elementenbegrotingen waarbij hoeveelheden vermenigvuldigd worden met eenheidsprijzen. De nog te maken kosten en opbrengsten worden dus niet per jaar(schijf) begroot. Dat grondexploitatiebegrotingen toch jaarschijven bevatten komt door het in de tijd zetten van de nog te maken kosten en opbrengsten, opdat de rentekosten en de prijsstijgingen berekend kunnen worden. Op basis van de faseringen van alle tot 2036 nog te maken kosten en opbrengsten, zoals begroot in de Perspectiefnota Grondbedrijf 2012, ziet jaarschijf 2013 er als volgt uit: lasten investeringen + rente € verlaging waardering OHW € inkomsten € €
baten
16.117.187 € 4.161.837 € €
20.279.024
20.279.024
20.279.024
€
In de cijfers is de renteaanpassing naar 4,0% voor de periode 2013 -2016 verwerkt. De geprognosticeerde inkomsten in 2013 zijn € 4,1 mln. hoger dan de verwachte investeringen + rente in dat jaar. Ten gevolge daarvan zal de balanswaarde en de financieringsbehoefte van de grondexploitaties (=onderhandenwerk) op 31 december 2013 ruim € 4,1 mln. lager zijn dan op 1 januari 2013.
220
De genoemde inkomsten zijn naast enkele subsidies en bijdragen, gebaseerd op de verkoop van bouwrijpe grond t.b.v. -
65 woningen
-
5,0 hectare bedrijventerrein
-
8.650 m2 BVO kantoren
-
17.400 m2 BVO stadhuis
In de begroting 2013 worden de hierboven genoemde ramingen als volgt verwerkt, waarbij de mutaties onderhanden werk, t.g.v. investeringen en inkomsten, niet gesaldeerd maar apart opgenomen worden.
lasten investeringen + rente verhoging waardering OHW inkomsten verlaging waardering OHW
baten
€ € € €
16.117.187 € € € 20.279.024 €
16.117.187 20.279.024
€
36.396.211
36.396.211
221
€
5.8 Lokale heffingen Inleiding De lokale heffingen bestaan uit de gemeentelijke belastingen, rechten en retributies. Deze vormen een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente, welke vooral door de burgers dienen te worden opgebracht. Voor het betalen van rechten en retributies verricht de gemeente diensten. De kosten van de gemeentelijke dienstverlening worden doorberekend in de tarieven. Het beleid is er op gericht deze kosten zoveel mogelijk te beperken en daar waar mogelijk rechtvaardiger te verdelen. Hierdoor wordt een evenwichtige lastenverdeling bereikt. Volgens de Wet BBV dient de paragraaf betreffende de lokale heffingen tenminste te bevatten: a. de geraamde inkomsten b. het beleid ten aanzien van de lokale heffingen c. een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen d. een aanduiding van de lokale lastendruk e. een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.
Overzicht van de lokale heffingen Onderstaande tabel laat zien welke opbrengsten uit lokale heffingen zijn geraamd als dekkingsmiddelen in de begroting.
Opbrengst van de lokale belastingen en heffingen (x 1.000 euro) Soort heffing Onroerende–zaakbelastingen Afvalstoffenheffing
2012
2013
mutatie
14.491
15.680
1.189
9.240
8.909
-331
Rioolheffing
6.267
6.966
695
Omgevingsvergunning
1.600
1.600
0
Hondenbelasting
476
486
10
Parkeerbelasting
2.362
2.364
2
Graf- en begraafrechten
364
370
6
Marktgelden
193
196
3
Overige leges
17
17
0
Precariobelasting
75
50
-25
Haven- en opslaggeld
58
74
16
1.268
1.229
-39
Toeristenbelasting
250
255
5
Reclamebelasting
125
125
0
Leges Publiekszaken
222
Het merendeel van de lokale heffingen in 2013 bestaat uit de onroerende zaakbelastingen (42%), de afvalstoffenheffing (23%) en de rioolheffing (18%).
Overig 4% Omgevingsvergunning Leges Publiekszaken 4% Parkeerbelasting 3% 6%
Onroerende–zaakbelastin gen 42%
Rioolheffing 18%
Afvalstoffenheffing 23%
Onroerende-zaakbelastingen Iedere eigenaar van een onroerende zaak, zoals een woning of een niet-woning, is belastingplichtig in het kader van de onroerend zaakbelastingen (OZB). Bovendien is een gebruiker van een onroerende zaak, voor zover dit een niet-woning betreft ook belastingplichtig in het kader van de OZB. Woongedeelten behorende bij een niet-woning zijn vrijgesteld van onroerende zaakbelasting. De onroerende zaakbelastingen genereren de hoogste belastingopbrengst. Het bedrag dat de belastingplichtigen moeten betalen is gebaseerd op de WOZ-waarde van de onroerende zaak. De gemeenteraad stelt jaarlijks de tarieven vast.
Verwachte OZB opbrengsten De Gemeente Almelo hanteert het beleid dat de OZB percentages slechts worden aangepast aan de inflatie, gecorrigeerd met de waarde stijging of daling. Concreet wordt hierbij gebruik gemaakt van het prijsindexcijfer van het Centraal Bureau voor de Statistiek voor werknemersgezinnen met een laag inkomen. Voor het jaar 2013 betekent dat een indexering van 2%. In voorgaande jaren is de totale geraamde OZB opbrengst geïndexeerd aan de hand van het prijsindexcijfer. De opbrengsten zal, rekening houdend met de uitkomsten van de voorjaarsnota en de areaaluitbreiding, circa 15,7 miljoen euro bedragen. Opgemerkt dient te worden dat de gegevens van de jaarlijkse herwaardering nog niet volledig beschikbaar zijn zodat de definitieve tarieven nog niet berekend kunnen worden. Bij de voorjaarsnota's 2011 en 2012 zijn voorstellen gedaan omtrent het verhogen van de OZBopbrengst door gelijktijdige verlaging van de afvalstoffenheffing. Voor 2013 betekent dit een bedrag van 9.000 euro aan extra ozb opbrengsten gegenereerd moeten worden. Deze ontwikkeling veroorzaakt een stijging van het tarief 0,15%. Eveneens is in de voorjaarsnota ingestemd met een stijging van de opbrengst met 5%. Als gevolg van de inflatie wordt het tarief met 2% geïndexeerd.
223
Indexering van de OZB tarieven en verwerking van de voorjaarsnota geeft voorlopig het volgende beeld voor wat betreft de ontwikkeling van de tarieven.
Ontwikkeling tarief 2010
2011
2012
2013*
0,1963%
0,1992%
0,2036%
0,2199%
- woningen
0,1079%
0,1095%
0,1176%
0,1306%
- niet woningen
0,2452%
0,2489%
0,2545%
0,2768%
-0,6%%
1,5%
6,86%
7,03%
Gebruikers - niet woningen Eigenaren
Stijging (gem.) *
Hierbij is rekening gehouden met een stijging van woningen van 7,15% (5,0% VJN 2012, 2%
inflatie en 0,15% VJN 2011) en niet-woningen van 7% (5,0% VJN 2012, 2% inflatie). Deze percentages zijn overigens exclusief de aanpassingen als gevolg van de herwaardering. Volgens belastingen wordt een daling van 2,5% verwacht. Voor eigenaren met een woning met een waarde van € 169.000 ontstaat het volgende beeld:
Ontwikkeling aanslag OZB waarde € 169.000
2010
2011
2012
2013
182,25
186,24
206,01
220,74
3,89
19,77
14,73
Mutatie t.o.v. vorig jaar in €
Afvalstoffenheffing De gemeente Almelo hanteert een uniform basistarief voor iedere huishouding. Deze basisvoorziening bestaat onder meer uit de beschikbaarstelling van (verzamel)containers, zoals een container voor groente, tuin en fruitafval van 140 liter (groen) en een restafvalcontainer van 240 liter (grijs). Wil men een grotere dan wel een extra container dan is hiervoor een extra belasting verschuldigd. In de gemeentelijke verordening zijn hiervoor afzonderlijke bedragen opgenomen. Verder wordt per huishouden een afvalpas beschikbaar gesteld. Hiermee kan men jaarlijks grof huishoudelijk afval aan de gemeente aanbieden op het afvalbrengpunt. Bij de afvalstoffenheffing geldt als uitgangspunt dat de tarieven kostendekkend zijn. Met andere woorden: het totale bedrag dat gemoeid is met de inzameling en verwijdering van particulier huishoudelijk afval wordt opgebracht door het aantal particuliere huishoudens. Bij de voorjaarsnota 2011 is afgesproken dat het tarief voor de afvalstoffenheffing verlaagd zal worden naar aanleiding van het niet langer ophalen van kerstbomen. Dit bedrag is nu verwerkt in het tarief. Ook is de verlaging van het tarief, zoals besloten bij de voorjaarsnota 2012, voor de jaren 2013, 2014 en 2015 verwerkt in het tarief. Het tarief over de afgelopen jaren laat het volgende beeld zien: 2010
2011
2012
2013
298,56
299,16
289,20
284,28
mutatie t.o.v. vorig jaar in €
+ 0,60
-9,96
-4,92-
mutatie t.o.v. vorig jaar in %
+0,20
-3,33%
-1,70 %
afvalstoffenheffing
224
Rioolheffing De Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken introduceert in artikel 228a van de Gemeentewet een nieuwe rioolheffing in plaats van het rioolrecht dat is gebaseerd op artikel 229 van de Gemeentewet. De rioolheffing heeft het karakter van een bestemmingsheffing waarmee de kosten kunnen worden verhaald om maatregelen te treffen die de gemeente noodzakelijk acht voor een doelmatig werkende riolering en overige maatregelen ten aanzien van hemelwater en grondwater. Dat betekent dat het individuele profijt van de heffing niet meer hoeft te worden aangetoond. De gemeente kan de kosten verhalen die zij maakt voor het nakomen van haar zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater. De opbrengsten van de rioolheffing dienen te worden aangewend voor de nakoming van deze zorgtaken. Vanaf het belastingjaar 2011 is nieuw beleid ontwikkeld voor de nieuwe verbrede zorgtaken. Het nieuwe beleid is vastgelegd en uitgewerkt in het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2011-2015 (vGRP). De opbrengst van de rioolheffing wordt aangewend ter bestrijding van de kosten van de gemeentelijke waterzorgplichten. De grondslag voor de rioolheffing is de hoeveelheid afgevoerd water (gebruikersbelasting). De tarieven zijn gebaseerd op het vGRP. De verwachting was dat de komende jaren het tarief jaarlijk met 9,25 euro zal moeten stijgen om de rioolheffing kostendekkend te houden is in de voorjaarsnota 2012 afgesproken dat de heffingsmaatstaf van de rioolheffing wordt gewijzigd. In plaats van de gebruiker (ofwel huurder) zal de belastingplicht worden verschoven naar de eigenaar. Dit betekent dat woningstichtingen, met huurwoningen in hun bestand, in de heffing worden betrokken en de huurders van deze woningen niet. Voor een verbruik tot en met 500 m³ per jaar wordt één uniform tarief (vast bedrag) gehanteerd. De overige tarieven hebben in hoofdzaak betrekking op grootverbruikers (doorgaans bedrijven). De rioolheffing is over de looptijd van het vGRP kostendekkend. Het tarief over de afgelopen jaren laat het volgende beeld zien: Rioolrecht
2010
2011
2012
2013
167,88
170,40
183,60
189,60
2,52
13,20
6,00
1,01%
7,75%
3,26%
Mutatie t.o.v. vorig jaar in € Mutatie t.o.v. vorig jaar in %
Omgevingsvergunning Het uitgangspunt is een kostendekkend tarief en dit betekent dat de opbrengsten (leges) alle toe te rekenen kosten moeten afdekken. Door de economische crisis wordt er minder gebouwd waardoor de opbrengsten ook in 2013 niet het kostendekkende niveau van 2,20 miljoen euro zullen bedragen. Voor 2013 gaan we uit van een incidenteel lagere opbrengst van circa 600.000 euro. De raming wordt op basis hiervan bijgesteld op het niveau van 2010 naar 1,6 miljoen euro. Veel wettelijke bepalingen worden in het laatste kwartaal doorgevoerd. Op dit moment wordt de legesverordening en haar tarieventabel nog onderzocht. Daarom zal de raad op een later moment de legesverordening, eventueel met wijzigingen, worden voorgelegd.
225
Overige tarieven Hondenbelasting De tarieven voor de hondenbelasting zijn verhoogd met 2%. Parkeerbelasting
Naheffingsaanslag De kosten van de naheffingsaanslag worden verhoogd naar het wettelijke maximum.
Tarieven In de voorjaarsnota 2010 is afgesproken dat het tarief voor een bewonersvergunning jaarlijks zal worden verhoogd met 10 euro tot het maximum van 72 euro is bereikt. Voor de begroting van 2013 wordt voor het parkeren voor vergunninghouders uitgegaan van een stijging van 2,0%. Graf- en begraafrechten Voor de begroting van 2013 wordt uitgegaan van een stijging van de tarieven van 2,0 %. Marktgelden Voor de begroting van 2013 wordt uitgegaan van een stijging van de tarieven van 2,0%. Overige leges Voor de begroting van 2013 wordt uitgegaan van een stijging van de tarieven van 2,0%. De legesverordening wordt geredigeerd naar het model van de VNG en aangepast aan de Wabo en de Dienstenrichtlijn in samenwerking met de overige Twentse gemeenten. Precariobelasting Voor de begroting van 2013 wordt uitgegaan van een stijging van de tarieven van 2,0%. Haven- en opslaggelden De opbrengsten voor de haven- en opslaggelden blijven voor 2013 gelijk, de tarieven worden verhoogd met 2,0%. Leges Publiekszaken Voor de begroting 2013 is voor het eerst de overige leges publiekszaken opgenomen in de begroting en paragraaf lokale heffingen. Voor deze leges wordt uitgegaan van een stijging van 2,0%. De wijzigingen worden in het laatste kwartaal aan de raad voorgelegd. Toeristenbelasting De Gemeenteraad heeft in de najaarsnota 2010 ingestemd met het ontwikkelen van een voorstel toeristenbelasting. De verordening is op 1 januari 2012 in werking getreden en de aanslagen worden in het belastingjaar 2013, bij wijze van naheffing, opgelegd. De tarieven zullen stijgen met 2,0%
226
Reclamebelasting Op 28 juni 2011 heeft de gemeenteraad de verordening reclamebelasting vastgesteld. Afhankelijk van de evaluatie met de ondernemers en de raad zal in een apart voorstel de tariefswijzigingen worden voorgesteld.
Ontwikkeling van de woonlasten De lokale woonlasten voor een gemiddeld huishouden van Almelo zijn berekend aan de hand van de onroerende-zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en het rioolrecht. Rekening houdend met alle gegevens die hiervoor op onderdelen zijn beschreven ontstaat voor een gemiddeld huishouden het volgende beeld voor wat betreft de lokale lastendruk:
Ontwikkeling lokale lasten totaal 2010
2011
2012
2013
OZB
182,35
186,24
206,01
220,74
Afvalstoffenheffing
298,56
299,16
289,20
284,28
Rioolrecht
167,88
170,40
183,60
189,60
Totaal
648,79
655,80
678,81
694,62
7,01
23,01
15,81
1,08%
3,51%
2,33%
Mutatie t.o.v. vorig jaar in € Mutatie t.o.v. vorig jaar in % Toelichting:
De totale gemiddelde woonlasten per huishouden met een koopwoning zijn voor 2013 ten opzichte van het jaar 2012 verhoogd met € 15,81. De gemiddelde woonlasten stijgen met 2,33%. De stijging van de lastendruk is het gevolg van aanpassingen als gevolg van de inflatie (2,0%). Daarnaast is rekening gehouden met de stijging van het rioolrecht (3,26% stijging). Deze verhoging is noodzakelijk om komende jaren de noodzakelijk investeringen te realiseren. De tarieven voor de OZB worden in deze begroting met 5,0% extra verhoogd (naast de aanpassing voor inflatie en waardeontwikkeling). Huurders zullen niet aangeslagen worden voor de rioolheffing, deze wordt opgelegd aan de eigenaar.
Kwijtscheldingsbeleid Huishoudens met een inkomen op minimumniveau komen in aanmerking voor kwijtschelding van de onroerende-zaakbelastingen, hondenbelasting (eerste hond), afvalstoffenheffing en rioolrecht. Kwijtschelding wordt verleend op basis van 100% van de bijstandsnorm, waarbij tevens een vermogenstoets en een controle op het uitgavenpatroon plaats heeft. Voor bepaalde doelgroepen (bijstandsgerechtigden, AOW zonder pensioen en belastingschuldigen die in het recentelijk verleden volledige kwijtschelding hebben ontvangen en waarbij er geen wijzigingen in de persoonlijke en financiële situatie zijn opgetreden) wordt er volstaan met een ambtshalve toetsing.
Geraamde kosten kwijtschelding (bedragen x 1.000 euro)
2012
2013
10
14
Afvalstoffenheffing
750
800
Rioolheffing
OZB eigenaren woningen
450
200
Hondenbelasting
30
35
Kws ondernemers
70
80
1.310
1.129
Totaal 227
In de begroting 2013 is rekening gehouden met een totaalbedrag van 1,129 miljoen euro aan kwijt te schelden belastingen. Hierbij wordt rekening gehouden met 3200 al dan niet volledig te honoreren kwijtscheldingen. Het aantal mensen dat kwijtschelding aanvraagt neemt, gezien de economische ontwikkelingen, gestaag toe. De daling in het bedrag voor de rioolheffing is te wijten aan de wijziging in de heffingsmaatstaf van gebruiker naar eigenaar voor wat betreft de rioolheffing. Het aantal verzoekschriften zal daarbij niet dalen. Vanaf 2011 is de gemeente gestart met automatische kwijtschelding via het Inlichtingen Bureau. Het wetsvoorstel om kwijtschelding te verlenen aan ondernemers is in 2011 vastgesteld en met ingang van 2012 van kracht worden. Hierbij wordt, ook in het licht van het huidige economische klimaat, rekening gehouden met 80.000 euro aan extra kwijtschelding.
228
5.9 Subsidieoverzicht Ontwikkelingen. Momenteel wordt er gewerkt aan de voorbereiding van de actualisering van de Algemene Subsidieverordening en de nota subsidiebeleid van 2005. Redenen voor actualisering zijn:
•
Maatschappelijke ontwikkelingen: er is een algemene tendens tot deregulering/vereenvoudiging en vermindering van administratieve lasten;
•
Almelose praktijkervaringen met budgetsubsidiëring: algemene kaders voldoen, echter op onderdelen is het noodzakelijk een aantal criteria in het subsidiebeleid op te nemen voor sluitend maatwerk per instelling.
In de programmabegroting zijn op productniveau de volgende subsidiebudgetten opgenomen product integrale veiligheidszorg lokaal onderwijsbeleid
budget 58.600 381.483
sport
2.505.231
creatieve en culturele vorming
3.055.371
cultuurbevordering
628.726
beeldende kunst
80.709
mediabeleid
44.913
volksgezondheid
5.718.762
welzijn
3.640.438
begraafplaats
26.250
economische zaken
964.178
grootschalige recreatie
225.789
Totaal
17.330.450
229
Bijlagen
230
Bijlage 1 Kerngegevens Begroot
Begroot
Werkelijk
2013
2012
2011
0 t/m 3 jaar
3.223
3.259
3.347
4 t/m16 jaar
11.870
11.853
11.822
17 t/m 64 jaar
45.459
45.510
45.704
65 jaar en ouder
12.539
12.230
11.954
Totaal inwoners per 31 december
73.091
72.852
72.827
2.353
2.308
2.299
IOAW
65
60
69
IOAZ
12
12
12
2.430
2.380
2.380
6.750
6.896
6.778
377
382
375
6.103
5.769
6.025
Speciaal voortgezet onderwijs
194
180
194
Speciaal onderwijs
315
321
325
Voortgezet speciaal onderwijs
620
666
634
14.359
14.214
14.331
SOCIALE STRUCTUUR A. Bevolking
B. Sociale uitkeringen WWB (incl. Besluit Zelfstandigen en Wet Investeren in Jongeren)
Totaal aantal klanten per 31 december C. Onderwijs (per 1 oktober) Aantal leerlingen: Basisonderwijs Speciaal basisonderwijs Voortgezet onderwijs
Totaal onderwijs
231
Begroot
Begroot
Werkelijk
2013
2012
2011
6.940
6.940
6.940
12
12
12
31.900
31.850
31.588
535
530
524
Recreatieve paden/routes
42
39
39
Lengte waterwegen
37
37
37
Lengte rioleringsnet
400
400
400
4,9
4,9
4,9
FYSIEKE STRUCTUUR A. Oppervlakte (bron: kadaster) Totaal oppervlakte land en water (ha) Aantal historische kernen (incl. Aadorp en Bornerbroek)
B. Woonruimten (bron: CBS) Totaal per 31 december
C. Wegen (in km) Totaal lengte wegennet
D. Openbaar groen (ha) Bossen - gemeentelijk bezit Stedelijk groen
383,0
380,8
377,2
41.252
41.000
41.036
Uitgaven (na bestemming)
256.294
284.809
344.836
Inkomsten (na bestemming)
254.656
284.877
323.897
Opbrengsten heffingen
36.786
33.156
34.900
Algemene uitkering
86.219
85.610
88.833
359.773
425.983
459.403
Bomen (aantallen)
FINANCIELE STRUCTUUR A. Totaal (x 1.000 euro)
Balanstelling Eigen financieringsmiddelen
39.648
88.638
80.337
261.426
256.853
259.853
Uitgaven
3.507
3.909
4.735
Inkomsten
3.484
3.910
4.447
503
455
479
Algemene uitkering
1.180
1.175
1.220
Balanstelling
4.922
5.847
6.308
542
1.217
1.103
3.577
3.526
3.568
Vaste schuld (excl. Woningbouw)
B. Per inwoner (x 1.000 euro)
Opbrengsten heffingen
Eigen financieringsmiddelen (exclusief voorzieningen) Vaste schuld (excl. Woningbouw)
232
Bijlage 2 Bestuurlijke structuur en organisatiestructuur Politieke partij
Aantal
Zetelverdeling
zetels PvdA
7
VVD
7
CDA
5
D66
3
SP
3
ALA-AOV
3
ChristenUnie
1
GroenLinks
1
Leefbaar Almelo
1
Lijst Çete
1
Lijst Kamphuis
1
Partij Vrij Almelo
1
Lijst Dikmen
1
Totaal
ALA-AOV D66
SP
CU GL
CDA
LA LC LKA VVD PVA PVDA
LD
35
Raadsleden Partij PvdA PvdA PvdA PvdA PvdA PvdA PvdA VVD VVD VVD VVD VVD VVD VVD CDA CDA CDA CDA CDA
Voorletters J.J.H. M. N. J.L. J.J. R.B.M. B. A. H.K. A. A. H.R. L.K.J. J. I.A.M. L. C.N. G.P. F.
Naam Jan Marjolein Nazan Luc Jaap Ruud Bert Arjen Herman Israa Bert Hetty Luc Jemy Irene ten Leidy Carla Peter Fred van
Achternaam Hammink Wessels Kirkağaç Schuur Stapel Borgman Kozijn Maathuis Nijhuis Abdullatif Heite Rettensberger-Stevens Simmering Pauwels Seldam-Even Meijer Davis Vos Horst
Partij D66 D66 D66 SP SP SP ALA-AOV ALA-AOV ALA-AOV ChristenUnie GroenLinks Leefbaar Lijst Çete LKA PVA Lijst Dikmen
der
Raadsgriffier Mw. drs. C.M. Steenbergen
233
Voorletters F.J. H.C. H.E. H.J. F.J. F. M.J.C. G.W.L. M.M. J. J. A.G.P. U. G.F. H.G. I.
Naam Fred Huub Gina Mineke Javier Frits Marike Gijs Marc Jan Hans Bert Uğur Gerwin Harry Imran
van
de
Achternaam Gerritsen Isendoorn Rozema-Jungjohann Heitink Cornelissen Akse Doorn Stork Geerdink Veenstra Buitenweg Hümmels Çete Kamphuis Olde Dikmen-Yalçi
College van Burgemeester en Wethouders Burgemeester mevr. J.H.M. Hermans-Vloedbeld Openbare orde en veiligheid Coördinatie van beleid Externe betrekkingen Algemene bestuurlijke zaken Bestuurscultuur, communicatie en integriteit Dienstverlening. Wethouder mevr. J.M.M. Kuik-Verweg Sociale zaken (inclusief toeleiding naar werk) Sociale en maatschappelijke activering Welzijn, WMO, Jeugdbeleid Wijkaanpak Wethouder drs. J. Andela Wonen, leefomgeving, bouw- en woningtoezicht Milieu, Water Onderwijs Personeel en organisatie Informatisering Facilitaire zaken Wethouder A.J. Timmer Ruimtelijke ordening Verkeer en vervoer Openbare werken en stadsbeheer Volksgezondheid Regiozaken Wethouder E.J. van Marle RA Financiën Vastgoed en belastingen Economische zaken (inclusief stimuleren werkgelegenheid) Middenstand, markt en haven Recreatie en toerisme Sport Wethouder G.H. van Woudenbergh Stadsontwikkeling Stedelijke vernieuwing Plattelandsontwikkeling Cultuur
234
Stadsdeelportefeuilles Centrum - Wethouder Andela Noordoost - Wethouder Van Marle Noordwest - Wethouder Van Woudenbergh Zuidwest – Wethouder Timmer Zuidoost – Wethouder Kuik-Verweg Mr. G.A. de Haan Gemeentesecretaris en algemeen directeur van de organisatie
Organisatie gemeente Almelo (nieuwe organisatie nog niet opgenomen )
235
Bijlage 3 Belastingmaatregelen 2013 Nr.
Agendapunt:
Onderwerp: belastingmaatregelen Almelo, Aan de gemeenteraad. Met verwijzing naar het hoofdstuk “lokale heffingen” zoals opgenomen in de begroting 2013 doen wij u de voorstellen betreffende het tarievenbeleid voor het belastingjaar 2013 toekomen.
Vaststellen tarieven In overstemming met het bestaande beleid wordt voor de toepassing van de inflatiecorrectie het percentage van het prijsindexcijfer van het Centraal Bureau voor de Statistiek voor werknemersgezinnen met een laag inkomen gehanteerd. Dit prijsindexcijfer is gebaseerd op de stijging over de twaalf maanden voorafgaande aan 1 juli 2012 en is vastgesteld op 2,0%. De tarieven van de belastingen en rechten zijn met ingang van het belastingjaar 2013 dienovereenkomstig aangepast. Hierbij zijn de tarieven om praktische overwegingen afgerond en eventueel aangepast op in de praktijk hanteerbare bedragen. Sommige tarieven zijn iets meer verhoogd dan met het indexpercentage. In die gevallen is de trendmatige verhoging vanwege de verhoudingsgewijze geringe stijging in het verleden achterwege gebleven. Onder andere de tarieven afvalstoffenheffing, rioolrecht en hondenbelasting zijn deelbaar door twaalf. Hieronder worden de belastingen en rechten afzonderlijk behandeld. Eventuele uitzonderingen op de tariefsverhoging en de voornaamste redactionele aanpassingen zijn per belastingsoort nader toegelicht.
Onroerende–zaakbelastingen (OZB) De gegevens betreffende de algehele herwaardering per peildatum 1 januari 2012 zijn nog niet volledig beschikbaar. Daarom zullen wij u in een afzonderlijk voorstel nader informeren over de nieuwe tarieven OZB die van toepassing zijn op het belastingjaar 2013.
Afvalstoffenheffing Het basistarief voor de afvalstoffenheffing wordt verlaagd van € 289,20 naar € 284,28. Het betreft hier een daling van 1,70% ten opzichte van vorig jaar. In het tarief is de afspraak uit de voorjaarsnota 2011, een verlaging van € 9.000 verwerkt. Bij de vaststelling van het tarief zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
-
het netto aantal huishoudens is 28.342 (31.342 minus 3.000 kwijtscheldingen);
-
raming kwijtschelding € 852.800;
-
continuering huidige kwijtscheldingsnorm (100% van de bijstandsnorm). 236
Berekening tarief 2013 Uitgegaan wordt van 31.342 huishoudens per 1 januari 2012. Basistarief 2013
€ 284,27
Bezuiniging 2013 (verwerkt in totaal bedrag) Indexatie
€
0
Overige mutaties door deelbaarheid
€
0,01
Totaal € 284,28 Het bedrag van € 289,20 is deelbaar door twaalf (€ 24,10).
Rioolheffing De tarieven van de rioolheffing zijn in overeenstemming met het meerjarige rioleringsplan (kostendekkingsplan) verhoogd met de indexatie 2,0%. Vervolgens zijn de volgende aspecten meegenomen in het tarief:
•
In het kostendekkingsplan van het Gemeentelijk rioleringsplan 2011-2015 wordt uitgegaan van een jaarlijks stijgend tarief;
•
Bij de begroting wordt uitgegaan van een wijziging in de heffingsmaatstaf van gebruiker naar eigenaar;
•
Stijging oorspronkelijk tarief voor het scenario gebruiker was € 9,25;
•
Het restant van de totale stijging tot en met 2015 van €11,00 in 2013 ineens te realiseren;
•
Voor de jaren 2014 en 2015 zal het tarief niet stijgen (met uitzondering van de indexatie) stijgen;
•
Het tarief voor 2013 zal, gezien het voorgaande stijgen met (€ 11,00 minus € 9,25) € 1,75.
Berekening tarief 2013 Uitgegaan wordt van het netto aantal aansluitingen minus de leegstand waarbij rekening wordt gehouden met 3000 verleende kwijtscheldingen, geraamd groot € 450.000,--. Basistarief 2012
€ 183,60
Vaste stijging 2013
€
1,75
Indexering diversen
€
-1,00
Indexering diverse
€
1,65
Indexering 2%
€
3,72
Afronding (deelbaar door 12)
€
-0,12
Totaal € 189,60 Het bedrag van € 189,60 is deelbaar door twaalf (€ 15,80).
Hondenbelasting De tarieven voor de hondenbelasting zijn verhoogd met 2,0%.
Leges De leges zijn verhoogd met 2% en daar waar mogelijk afgerond op € 0,50. Voor de wettelijk vastgestelde tarieven m.b.t. paspoorten, rijbewijzen e.d. gelden de maximale legesbedragen.
237
Vervolgens zijn de volgende wijzigingen nog doorgevoerd: Titel 1 Artikel 1.19.7 De kosten voor een gehandicaptenparkeerkaart worden volledig terugbetaald indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat de medische keuring heeft plaatsgevonden. Dit was 50%. Het restant werd in rekening gebracht terwijl er geen kosten werden gemaakt. Titel 2 Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Artikel 2.1.1.2 Bouwkosten wordt aangevuld met de uitgangspunten voor een standaard bouwwerk en niet-standaard bouwwerk. Onder standaard bouwwerk wordt verstaan woningen, bijgebouwen bij woningen, agrarische bouwwerken en niet agrarische bouwwerken. Alle overige bouwwerken worden aangemerkt als niet-standaard. Tevens zijn de bouwkosten per m³ of per m² opgenomen in de verordening. Deze kosten waren altijd beschikbaar middels een afzonderlijk document “regionale richtlijnen bouwkosten”. Door het samenvoegen van deze documenten sluiten wij aan bij de regio. Daarnaast zijn de bouwkosten met de gemeenten Enschede, Hengelo, Borne, Haaksbergen en Losser met elkaar afgestemd.
Parkeerbelastingen De kosten van de naheffingsaanslag worden verhoogd naar het wettelijk maximum. De overige tarieven voor het parkeren worden verhoogd met 2,0%. Voor de begroting van 2013 wordt voor het parkeren voor vergunninghouders uitgegaan van een stijging van 2,0%. Het tarief voor de bewonersvergunning jaarlijks zal, zoals afgesproken in de voorjaarsnota 2010 worden verhoogd met €10 tot het maximum van € 72,00 is bereikt.
Begraafplaatsrechten De tarieven met betrekking tot de begraafplaatsrechten zijn over het algemeen verhoogd met 2,0%.
Marktgeld De tarieven zijn met 2,0% verhoogd.
Precariobelasting De tarieven zijn met 2,0% verhoogd. In sommige gevallen is de trendmatige verhogen vanwege de verhoudingsgewijze geringe stijging in het verleden achterwege gebleven of juist daarom verhoogd.
Haven- en opslaggelden De tarieven zijn met 2,0% verhoogd.
Toeristenbelasting Vooralsnog is het de bedoeling om een tarief van € 0.50 per persoon per nacht te hanteren voor de goedkopere overnachtingvormen als bijvoorbeeld campings. Voor alle overige overnachtingsvormen wordt een tarief van € 1,00 per persoon per nacht voorgesteld. U wordt op een ander moment nader geïnformeerd over de verordening toeristenbelasting
238
Reclamebelasting Op 28 juni 2011 heeft de gemeenteraad de verordening reclamebelasting vastgesteld. Afhankelijk van de evaluatie met de ondernemers en de raad zal in een apart voorstel de tariefswijziging worden voorgesteld
Kwijtschelding Wij stellen u voor het huidige kwijtscheldingsbeleid ten aanzien van de OZB, het rioolrecht, de afvalstoffenheffing en de hondenbelasting (eerste hond) te continueren. Dat wil zeggen: handhaving van het wettelijke toegestane maximum van 100% van de bijstandsnorm. Hierbij wordt opgemerkt dat de kwijtschelding met betrekking tot de OZB nog maar zeer beperkt wordt toegepast. Inmiddels is het wettelijk mogelijk om kwijtschelding te verlenen aan ondernemers. De uitvoeringsregeling van het Rijk hieromtrent wordt echter nog uitgewerkt. De raad wordt, wanneer deze uitvoeringsregeling aanwezig is, nader geïnformeerd.
Vaststelling De ter visie gelegde conceptverordeningen en bijlagen, waarin de maatregelen zijn verwerkt, bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Het betreft hier de navolgende ontwerpbesluiten:
-
Verordening afvalstoffenheffing 2013;
-
Verordening rioolheffing 2013;
-
Verordening haven- en opslaggelden 2013;
-
Verordening hondenbelasting 2013;
-
Verordening begraafplaatsrechten 2013;
-
Verordening marktgeld 2013;
-
Verordening precariobelasting 2013;
-
Verordening parkeerbelastingen 2013;
-
Legesverordening 2013;
-
Verordening toeristenbelasting 2013.
Zoals eerder opgemerkt volgt nog een nader voorstel betreffende de heffing en invordering van de onroerende-zaakbelastingen en reclamebelasting.
Burgemeester en Wethouders van Almelo, De secretaris,
De burgemeester,
239
Bijlage 4 Concretisering mutaties begroting 2013 Toelichting Structurele mutaties begroting 2013 Onderwerpen (bedragen x 1.000 euro) 1 Vervallen reservering middelen CAO 2013 2 Verlagen renteomslag 3 Uitputting voorziening 4 Afwikkeling bezuiniging kunstuitleen 5 Formatie tlv Rijksbijdrage 6 FLO brandweer personeel 7 Junicirculaire 2012, jaarschijf 2013 8 BTW kostendekkende taken 9 Verlagen precario Totaal
Bedrag 850 70 -45 -50 103 -80 -1.372 240 -25 -309
Programma Bestuurskracht en bestuurscultuur divers Aantrekkelijke stad Aantrekkelijke stad Sociale agenda 2020 Leefbaarheid en veiligheid algemene dekkingsmiddelen algemene dekkingsmiddelen
+ = voordeel - = nadeel
1
Vervallen reservering middelen CAO 2013 (850.000 euro, voordeel)
Conform de besluitvorming bij de voorjaarsnota 2012 was in de meerjarenraming voor 2013 een bedrag van 850.000 euro opgenomen voor de gevolgen van een nieuwe CAO. Dit komt overeen met circa 2% loonsverhoging. De huidige CAO heeft een looptijd tot 31 december 2012. Gezien de discussie rond de afgesloten CAO, de economische omstandigheden en het feit dat het Rijk ook voor 2013 een nullijn voor ambtenaren heeft afgesproken, stelt het college voor de gereserveerde middelen voor de jaarschijf 2013 vrij te laten vallen. Vanaf 2014 blijven de middelen wel structureel beschikbaar.
2
Aanpassen renteomslag (70.000 euro structureel, voordeel)
In 2011 heeft het college de notitie interne rente vastgesteld (2011/2222). Hierbij is aangegeven via welke wijze de interne rente wordt berekend. Afgesproken is jaarlijks bij de begroting te beoordelen of de rekenrente aangepast dient te worden. Hierbij is afgesproken dat de afwijking niet groter mag zijn dan 0,5%. Op basis van de beleidslijn komt de rekenrente voor de jaren 2013- 2017 uit op:
Omschrijving
Rentepercentage
Gemiddelde rente 10 jaar fixe mei 2012 (bron: BNG).
2,90%
Prognose van de 10-jaar SWAP rente over 1 jaar (Bron: Thesor).
2,50%
Het gemiddeld gewogen rentepercentage van de eigen opgenomen geldleningen. Het rekenrente percentage van voorgaand begrotingsjaar (2012).
3,22% 4,50%
Rekenrentepercentage op grond van bovenstaand percentage
3,28%
Rekenrentepercentage te hanteren voor 2013 – 2017
4,00%
Het huidige rentepercentage bedraagt 4,5%.
Financiële consequenties aanpassingen Het aanpassen van het renetpercentage heeft diverse gevolgen voor de begroting 2013. a) Renteverdeeldienst
240
Het verlagen van het rentepercentage heeft tot gevolg dat de totale rentekosten per saldo met 325.000 euro dalen. In totaal wordt 1,4 miljoen euro minder verdeeld naar de exploitatie (inkomst voor de renteverdeeldienst). Per saldo muteert de renteverdeeldienst met 1,1 miljoen euro. b) Bespaarde rente Het verlagen van het rentepercentage betekent dat de bespaarde rente daalt van 2,26 miljoen naar 2,0 miljoen euro. Dit bedrag maakt voor 2013 onderdeel uit van het incidentele perspectief. c) Kapitaallasten Ten aanzien van de kapitaallasten (component rente) levert het verlagen van het rentepercentage een voordeel op van 1,4 miljoen (zie a) renteverdeeldienst). Er wordt immers een lager rentepercentage doorberekend aan de boekwaarde van de investeringen. Een deel van dit voordeel (0,77 miljoen euro) wordt minder doorberekend aan het grondbedrijf. Voor de exploitatiebegroting van de gemeente heeft dit geen direct effect. Dit voordeel slaat neer binnen het grondbedrijf doordat minder rentekosten worden toegerekend aan de verschillende exploitaties. Een ander deel van het voordeel (circa 0,24 miljoen euro) slaat neer bij de kostendekkende taken. Per saldo bedraagt het voordeel voor de exploitatie 470.000 euro. Dit betreft een structureel voordeel. Meerjarig wordt rekening gehouden met een bedrag aan kapitaallasten. Daarnaast wordt jaarlijks een bedrag (616.000 euro) ingeboekt als onderuitputting kapitaallasten. Voorgesteld wordt deze onderuitputting voor 2013 te verlagen met 200.000 euro. d) Saldo financieringsfunctie Structureel wordt rekening gehouden met een voordeel op de renteverdeeldienst van 900.000 euro. Omdat de rekenrente wordt verlaagd wordt voorgesteld ook deze structurele inzet te verlagen. Voorgesteld wordt het structurele bedrag te verlagen met 200.000 euro. Het incidentele voordeel op het saldo financieringsfunctie bedraagt voor 2013 1,55 miljoen euro. Per saldo heeft de verlaging van de het rentepercentage een voordelig effect op het structurele perspectief van 70.000 euro.
3
Uitputting voorziening (45.000 euro structureel, nadeel)
De voorziening welke gevormd is voor het Theaterhotel is uitgeput. Het contract met het Theaterhotel is verlengd tot en met het jaar 2016. Hierdoor ontstaat een dekkingsprobleem van circa 45.000 euro. Dit wordt meegenomen in de begroting 2013.
4
Afwikkeling bezuiniging kunstuitleen (50.000 euro structureel, nadeel)
De bezuiniging met betrekking tot de kunstuitleen is gerealiseerd. Echter bij de afwikkeling blijkt dat met de bezuiniging ook het voordelig saldo komt te vervallen. Dit wordt verwerkt in de begroting 2013.
5
Formatie ten laste van Rijksbijdrage (103.000 euro structureel, voordeel)
Op de afdelingskosten zijn de personeelslasten voor het procesmanagement cjg/oggz begroot. Deze kosten kunnen ten laste van de Rijksbijdrage gebracht worden. Dit betekent een voordeel van circa 100.000 euro.
6
FLO brandweer (80.000 euro structureel, nadeel)
Jaarlijks wordt in de begroting rekening gehouden met de kosten voor Functioneel Leeftijdsontslag (FLO) van de brandweer. Op basis van de afspraken bij de regionalisering, blijven de mensen die vóór regionalisering gebruik hebben gemaakt van de FLO ten laste komen van de gemeente. De mensen die ná regionalisering hiervan gebruik maken komen ten laste van de bijdrage aan de veiligheidsregio. Op basis van de huidige gegevens betekent dit per saldo een toename van 80.000 euro.
241
7
Junicirculaire 2012 (1.372.000 euro structureel, nadeel)
De raad is via een raadsbrief geïnformeerd (1214053) over de uitkomst van de junicirculaire voor de jaarschijf 2013. Voor 2013 heeft dit per saldo een nadelig effect van circa 1,3 miljoen euro. De jaren erna laten vooralsnog een positiever beeld zien. Het college heeft hierbij aangegeven dat de uitkomst van de junicirculaire betrokken zal worden bij de voorjaarsnota 2013. Dit gezien de financiële positie van Nederland in het algemeen en die van de Almelo in het bijzonder.
8
BTW kostendekkende taken (240.000 euro structureel, voordeel)
Bij de invoering van het BTW-compensatiefonds is de gemeente gekort op de Algemene Uitkering. Hierbij is afgesproken dat voor het berekenen van kostendekkende tarieven op kostendekkende taken (afvalinzameling en riolering) de BTW-component in de tarieven verwerkt mogen worden. De BTW over de exploitatie en de investeringen kunnen wij declareren bij het BTW-compensatiefonds. Op basis van de herrekening heeft dit een positief effect op de gemeentebegroting van 240.000 euro.
9
Verlagen precario (25.000 euro structureel, nadeel)
Op basis van realisatiecijfers over het jaar 2011 en prognose over 2012 dient de raming voor precario markt en haven aangepast te worden. De raming zal met 25.000 euro naar beneden worden bijgesteld.
Toelichting Voorjaarsnota 2012 incidentele claims 2013 Onderwerp (bedragen x 1.000 euro) 1 Frictiekosten bezuinigingen 2 Verhoging ABP premie 3 Aanpassen organisatiestructuur 4 Reservering Binnenstad 1ste fase 5 Civieltechnische kunstwerken 6 Opvangen bezuiniging onderhoud wegen Totaal
1
Bedrag 500 600 520 5.000 270 121 7.011
Programma Bestuurskracht en bestuurscultuur Bestuurskracht en bestuurscultuur Bestuurskracht en bestuurscultuur Aantrekkelijke stad Leefbaarheid en Veiligheid Leefbaarheid en Veiligheid
Frictiekosten bezuinigingen (500.000 euro)
De organisatie krimpt met ruim 100 fte / 4,8 miljoen euro. Het is belangrijk om de medewerkers die hierdoor boventallig worden zo snel mogelijk aan ander werk te helpen. Als dit niet lukt ontstaan er frictiekosten. Binnen het projectbudget HVM is geen geld beschikbaar om die frictiekosten of aanloopverliezen op te vangen.
Frictiekosten bij tijdelijke plaatsing medewerker In 2011 is een fors aantal medewerkers, van wie de functie als gevolg van bezuinigingen in de afgelopen jaren is geschrapt, via het Loopbaancentrum Almelo voorzien van tijdelijk werk. Bij een twintigtal medewerkers loopt deze oplossing in de loop van 2012 af. Op dit moment is onduidelijk of er in alle gevallen sprake zal zijn van continuering van werk op een van budget voorziene functie. Voor een enkele medewerker is intern geen geschikte functie beschikbaar. Voor 2013 worden de frictiekosten geschat op 200.000 euro.
Frictiekosten afscheid nemende medewerkers Zes medewerkers nemen in de loop van 2012 afscheid. Vooruitlopend hierop zijn de betreffende functies per 1 januari 2012 geschrapt. De salariskosten moeten echter nog wel deels betaald worden. Voor 2013 wordt ingeschat dat 100.000 euro nodig is om deze kosten van uitstromende werknemers op te vangen.
242
Kosten WW Als eigen risicodrager WW hebben we te maken met oplopende WW uitgaven. Waar we in het verleden nauwelijks kosten hadden, worden we in 2013 geconfronteerd met uitgaven ter grootte van 200.000 euro. Bedragen x 1.000
2
2013
Frictiekosten bij tijdelijke plaatsing medewerker
200
Frictiekosten afscheid nemende medewerkers
100
Kosten WW
200
Totaal
500
Verhogen ABP premie (600.000 euro)
Bij de begroting 2011 en 2012 is rekening gehouden met een tijdelijke verhoging van de pensioenpremie van 1%-punt. Dit als gevolg van de hersteloperatie van het ABP. Omdat het hier ging om een hersteloperatie is deze verhoging incidenteel meegenomen. Omdat de dekkingsgraad van ABP nog onvoldoende is, zijn aanvullende maatregelen aangekondigd. Een van de maatregelen om het herstel van de financiële positie van ABP te bevorderen is de verhoging van de tijdelijke opslag op de premie. ABP heeft besloten de premie-opslag in 2013 van 1% naar 3% te verhogen. 70% van deze premie wordt betaald door de werkgever, 30% is voor rekening van de werknemer. Een procent premie verhoging betekent voor de gemeente Almelo een extra werkgeverslast van 200.000 euro. De voorgestelde 2 % extra verhoging betekent dus een extra verhoging van de pensioenlast van 400.000 euro. Dit komt bovenop de 1 % tijdelijke verhoging. Voor de jaarschijf 2013 betekent dit een extra last van 600.000 euro.
3
Aanpassen organisatie (520.000 euro of 655.000 euro)
We zitten midden in een forse krimp van meer dan 100 fte. Daarnaast worden grote delen van onze organisatie elders ondergebracht, denk aan de brandweer, team belastingen, en op termijn ook andere onderdelen bijvoorbeeld door de komst van een Regionale Uitvoerings Dienst. Ook hebben we besloten om een breed en goed KCC op te richten, waardoor allerlei personele verschuivingen zullen ontstaan. Verder zijn er tal van inhoudelijke ontwikkelingen – meer samenwerking met de stad, meer sturen op hoofdlijnen – die naast allerlei aangepaste werkwijzen soms ook een structuuraanpassing vergen. Tot slot moeten we een taakstelling van 340.000 euro realiseren door het aantal leidinggevenden te verminderen. Al met al is een aanpassing van de organisatiestructuur onontkoombaar. De aanpassing van de organisatiestructuur vraagt om een investering, onder ander de kosten op de sollicitatieprocedure te begeleiden. Het is belangrijk dat dit proces en de assessments door een externe worden begeleid. Ten tweede moeten het mandaatregister en financieel systeem opnieuw worden ingericht. Ook is er veel extra werk voor het team personeel en organisatie. Een groot deel van deze werkzaamheden kan binnen de bestaande capaciteit worden verricht door sterk te prioriteren. Daarnaast is er een aanvullend budget nodig voor tijdelijke extra capaciteit voor het team personeel en organisatie. De hoogte van dat budget is afhankelijk van de omvang van de organisatorische aanpassingen.
243
Naast een investering ontstaat er ook een risico op frictiekosten. Een aantal leidinggevenden zal boventallig worden en herplaatst moeten worden. Op dit moment wordt het maximale risico hiervoor ingeschat op 440.000 euro. Lichte variant x 1.000 Frictiekosten per jaar
440
Inzet externe begeleider
30
Afnemen assessments (directie en afdelingshoofden)
25
Tijdelijk extra ondersteuning P&O adviseur
25
Totaal
520
Maximale variant x 1.000 Frictiekosten per jaar
440
Inzet externe begeleider
30
Afnemen assessments (directie, afdelingshoofden en teamleiders) Tijdelijk extra ondersteuning P&O adviseur
Totaal
110 75
655
De raad heeft bij de besluitvorming van de Voorjaarsnota 2012 gekozen voor de lichte variant. Hierbij is aangegeven dat bij de begroting 2013, afhankelijk van een nadere onderbouwing door het college, de raad alsnog kan kiezen voor de maximale variant.
4
Reservering middelen 1ste fase binnenstad (5 miljoen euro)
Bij de voorjaarsnota 2012 is besloten een bedrag van 5 miljoen euro te reserveren voor de realisatie van de 1ste fase van de binnenstadsontwikkeling. Dit bedrag zal gestort worden in het centrumspaarfonds voor de realisatie van de eerste fase. Wij zijn in overleg met de provincie om een deel van de subsidie die wij hebben gekregen voor het realiseren van de waterboulevard (5 miljoen euro) in te zetten voor het realiseren van de eerste fase van het Binnenstadsplan. Als de provincie Overijssel daarmee instemt, komt er in totaal 10 miljoen euro beschikbaar, waarmee kan worden gestart met de transformatie van de binnenstad.
5
Civieltechnische kunstwerken (270.000 euro)
Nader onderzoek en onderzoek constructieve veiligheid Bij de voorjaarsnota 2011 is besloten extra budget op te nemen voor onderzoek naar de constructieve veiligheid en voor nadere onderzoeken. De nadere onderzoeken richten zich op de exacte omvang en oorzaak van een geconstateerd gebrek. Onderzoek naar de constructieve veiligheid richt zich op de toegenomen belasting van een kunstwerk als gevolg van toegenomen intensiteiten en gewichten van het wegverkeer. Beide soorten onderzoek zijn noodzakelijk om bij een aantal kunstwerken de daadwerkelijke veiligheidssituatie te beoordelen. De kosten van hiervan zijn 260.000 euro.
Constructief onderzoek kades Een constructief onderzoek aan de kades moet uitwijzen of bij de kades onaanvaardbare veiligheidsrisico’s worden gelopen. Voor dit onderzoek is een bedrag van 10.000 euro benodigd. Indien uit dit onderzoek blijkt dat noodzakelijke vervangingen nodig zijn, zullen we hierover rapporteren bij de voorjaarsnota 2013.
244
6
Opvangen bezuiniging onderhoud wegen (121.000 euro)
Via amendement bij de Voorjaarsnota 2012 heeft de raad de bezuiniging op onderhoud wegen niet overgenomen. Hierbij is aangegeven dat de dekking voor 2013 ten laste van het incidentele resultaat gebracht moet worden.
Incidentele mutaties begroting 2013 Onderwerp (bedragen x 1.000 euro) 1 Herijking Masterplan * 2 Aanpassen organisatiestructuur (maximale variant) * 3 Minder inkomsten omgevingsvergunning 4 Terrassenbeleid * 5 Incidenteel verlies Hof 88 6 Transitie Waterrijk 7 Reservering investeringen sociale uitkeringen Beschikbaar voor initiatievenfonds * Totaal incidentele mutaties begroting 2013 * Aangepast nav amendement
1
Bedrag 100 90 600 55 75 150 1.100 55 2.070
programma Bestuurskracht en bestuurscultuur Bestuurskracht en bestuurscultuur Aantrekkelijke stad Aantrekkelijke stad Aantrekkelijke stad Aantrekkelijke stad Sociale agenda 2020 Aantrekkelijke stad
Herijking Masterplan (100.000 euro incidenteel)
De in het Masterplan en documenten opgenomen visie voor de stad is, op belangrijke onderdelen, niet meer actueel. Een aantal mogelijke trajecten zijn besproken. Voor dit soort trajecten zijn middelen nodig. Een eerste ruwe schatting is een bedrag van 100.000 euro. Samen met de raad zal het proces verder vormgegeven worden. Vervallen via amendement
2
Aanpassen organisatiestructuur (verantwoorde variant) (135.000 euro incidenteel) Via amendement
aangepast naar 90.000 euro Het organisatieontwikkeltraject waartoe is besloten is ingrijpend en omvangrijk. Het trekt een zware wissel op het leidinggevend kader maar zeker ook op de ondersteuning van het team p&o. Cruciaal voor het succesvol verloop van deze organisatieontwikkeling is het adequaat kunnen ondersteunen van de algemeen directeur en zijn GMT om invulling te geven aan hun regierol. Het regisseren, adviseren en ondersteunen daarvan zal incidenteel veel extra capaciteit in kwalitatieve en kwantitatieve zin vragen zoals hierna uitgewerkt. Op dit moment is die capaciteit binnen p&o ontoereikend. De reguliere formatie van p&o voorziet niet in het optreden binnen deze omvangrijke trajecten. Een organisatieontwikkeltraject is weliswaar incidenteel van karakter, maar kent wel een redelijke doorlooptijd. Daarom is het budget uit de maximale variant (+ € 135.000 t.o.v. de minimale variant) nodig, inclusief het assessment voor teamleiders (zie hieronder). De implementatie van het organisatieontwikkeltraject is inmiddels gestart. Hieronder wordt toegelicht wat we doen en gaan doen: 1. Samenstellen en teambuilding GMT (gemeentelijk management team) 2. Vaststellen veranderopdrachten 3. Inrichten van de sectoren o.b.v.te realiseren veranderdoelstellingen en een nieuw organiek functieprofielsysteem (HR21) 4. Bemensen van de sectoren, inclusief assessments voor teamleiders 5. Afronden en borgen van organisatiewijziging.
245
Ad 1 Samenstellen GMT Ondersteunen en adviseren van de algemeen directeur over en het deelnemen aan het proces van de werving en benoeming van het nieuwe GMT. Opstellen (selectie)profielen, wervingsmateriaal,regelen en voorbereiden van gesprekken en tests t/m het maken van benoeming- en afwijzingsbesluiten en brieven. Ondersteuning en advisering algemeen directeur in het vervolgtraject niet benoemde kandidaten. Teambuilding GMT In gezamenlijkheid met de algemeen directeur het programma inhoudelijk en procesmatig voorbereiden en invullen voor het nieuwe GMT. Inhoud geven aan het proces van het vertalen van de ‘papieren’ veranderopgaven in concrete resultaten, teamopbouw, leiderschapsontwikkeling, inzicht in benodigde gedragsverandering, doorvertaling naar de organisatie, afspraken werkwijze, spelregels etc. Resultaat een directiestatuut dat op basis van visie, gezamenlijke gedragenheid en onderling vertrouwen tot stand is gekomen. Ad 2 Vaststellen veranderopdrachten Het ondersteunen/adviseren van de algemeen directeur in zijn regierol in het GMT om de intenties vanuit de veranderopgaven uit “het verschil maken” en het besluit organisatieontwikkeling naar concreet te behalen resultaten te vertalen. Het aanreiken van methoden en technieken om deze te implementeren in de nieuwe organisatie. Voorbeelden: regierol invullen, samenwerking met de stad, uitvoering op afstand, sourcen, verbetering resultaatsturing door o.a. het invullen van opdrachtgever en opdrachtnemersrol. Ad 3 Inrichten van de sectoren o.b.v. te realiseren veranderdoelstellingen en een nieuw organiek functieprofielsysteem (HR21) Adviseren en inhoudelijk bijdragen aan de uitwerking van een “was-wordt”-overzicht. Waarbij naast het concretiseren van de beoogde veranderingen ook de personele taakstellingen een rol spelen. De nieuwe organisatie zal worden ingericht met ca 70 standaard functieprofielen. Hiervoor zullen de 350 huidige profielen worden omgezet naar het functiegebouw HR 21 zoals dat in opdracht van de VNG is ontwikkeld. De voorbereiding en uitvoering hiervan ligt bij het team p&o. Met de invoering van een modern functiegebouw voegen we een belangrijke en verbindende schakel toe aan ons P&O-beleid. Het vormt in wezen de basis onder alle andere acties die in het teken staan van “Het beste uit mensen halen”. Wil je als organisatie dynamisch zijn in het continu faciliteren van de juiste menskwaliteiten en talenten op de juiste plaats, dan zal de “logistiek” daarvoor binnen de organisatie aanwezig moeten zijn. Eenduidige informatie aan de vraagkant ten aanzien van eisen en verwachtingen zijn een voorwaarde om een match te kunnen maken met de vaardigheden, kennis en ambities van de medewerkers. We verwachten dat een modern functiegebouw bijdraagt aan de ontwikkeling van de medewerkers, de mobiliteit/loopbaanperspectieven van medewerkers en een resultaatgerichte werkwijze. Daarmee is het een belangrijk instrument dat bijdraagt aan de beoogde doelen van onze organisatieontwikkeling.
246
Ad 4
Bemensen van de sectoren, inclusief assessments voor teamleiders Meer doen met minder mensen, kan alleen met de juiste mensen op de juiste plek met daarbij de mogelijkheid bieden om die plek te vinden, de basis onder dit gemeentebrede organisatieontwikkeltraject. In dit proces heeft p&o een regisserende en adviserende rol richting het management dat zich uit in het vertalen van de inrichtingsplannen naar plaatsingsplannen, beschrijven plaatsingsproces, gespreksvoering en genereren besluitvorming tot en met het adviseren over en opstellen van individuele personele besluiten. Een cruciale rol bij het realiseren van eerdergenoemde veranderingen wordt namelijk vervuld door de direct leidinggevende (teamleiders) van de medewerker. Resultaat gericht werken, resultaat gerichte afspraken maken, sturen op output en implementeren van bezuinigingen doet een zwaar beroep op leiderschap en een veranderende rol van de teamleider. Het bemensen van deze functie vanuit deze verandering is een kritische succesfactor in het realiseren van de gestelde ambities. Daarbij is het niet alleen bepalend hoe een leidinggevende nu functioneert, maar is het cruciaal om objectief te laten vaststellen of een leidinggevende erin slaagt succesvol te zijn in zijn/haar nieuwe rol. Inzet van alle selectie-instrumenten, waaronder een assessment, is daarvoor dringend gewenst. Ad 5 Afronden en borgen van organisatiewijziging Naast het door p&o implementeren van de organisatiewijziging binnen de systemen van verantwoording is het van belang om na de start van de nieuwe organisatie nadrukkelijk de gewenste veranderingen te volgen d.m.v. monitoring. Hiertoe zal p&o bijdragen aan het ontwikkelen van een set van parameters (vergelijkbaar met de rapportage i.h.k.v. het Verschil maken) om daarmee inhoud te geven aan het proces van sturing en bijsturing. Daardoor is het mogelijk om resultaten concreet zichtbaar te maken waar het gaat om de beoogde veranderdoelstellingen. Hoe toets je nu in hoeverre opdrachtgeveropdrachtnemerschap is ingevuld, hoe toets je in hoeverre de regierol en het resultaatgericht sturen zich ontwikkeld, hoe ontwikkelt het KCC zich, etc.
3
Minder inkomsten bouwleges (600.000 euro incidenteel)
Voor 2013 worden de inkomsten incidenteel, als gevolg van de crisis, geraamd op het niveau van 2010 en 2011, namelijk 1.600.000 euro. De kosten voor 2013 zijn geraamd op 2.200.000 euro. Dit betekent dat een bedrag van 600.000 euro ten laste van het incidentele perspectief gebracht wordt.
4
Opstellen terrassenbeleid (55.000 euro incidenteel)
Voor het opstellen van een Plan van aanpak met scope, afbakening en beleidsmatige uitgangspunten wordt in 2013 een bedrag van opgevoerd. Vervallen via amendement
5
Incidenteel verlies Hof 88 (75.000 euro incidenteel)
Bij de bespreking van de voorjaarsnota op 19 en 21 juni heeft de raad ingestemd met een taakstelling voor Hof 88 van 150.000 euro. De raad heeft opdracht gegeven om het gesprek aan te gaan met potentiële samenwerkingspartners zodat de taakstelling voor 2013 van 150.000 euro gerealiseerd kan worden. Op dit moment worden gesprekken gevoerd met partners in de stad (Hof 88, Kreatief Centrum, de bibliotheek en de Muziekschool). Hierbij is gevraagd een verkenning te schrijven over een samenwerkingsvormen.
247
Al deze varianten moeten zorgvuldig besproken, onderzocht en eventueel doorontwikkeld worden. Dit traject vergt naast zorgvuldigheid ook tijd. Daardoor kan de taakstelling die Hof 88 voor 2013 niet (volledig) behaald worden. Een bedrag van 75.000 euro wordt ten laste van het incidentele perspectief gebracht.
6
Transitie Waterrijk (150.000 euro incidenteel)
Voor het opstellen van een transitiestrategie Waterrijk wordt een bedrag van 150.000 euro ten laste van het incidentele perspectief gebracht. In het 4e kwartaal 2012 kan de raad een (bestuurlijke) planning tegemoet zien met daarin de mijlpalen, terugkoppel- en besluitvormingsmomenten.
7
Reservering investeringen sociale uitkeringen (1,1 miljoen euro incidenteel)
De kosten voor uitkeringen lopen, zonder aanvullende maatregelen, flink op. Om dit tekort op het I-deel terug te dringen is een veranderprogramma opgesteld. Het uitvoeren van deze maatregelen brengt extra kosten met zich mee. Geïnvesteerd moet worden in extra inzet van mensen en middelen. Voor 2011 wordt voor deze investering op circa 1,1 miljoen euro gereserveerd. Over de investeringen en de maatregelen wordt de raad apart geïnformeerd.
248
Bijlage 5 Financiële gegevens
Product (bedragen x 1.000 euro)
Lasten 2013
Baten 2013
Saldo 2013
B650 B651 B653 B655 B656
3.602 9.448 2.990 1.648 7.110
1.237 12.377 416 1 32
2.365 -2.929 2.574 1.647 7.078
24.797
14.062
10.735
B657 raad en griffie B658 rekenkamer
1.236 104
0 0
1.236 104
Raad
1.340
0
1.340
213 653 452 1.788 2.450 1.020 59 2.196 226 1.752 1.222 487 39.958 561 241 35 7.168 3.587 1.025 336
74 11 322 553 2.525 170 0 325 0 42 47 328 39.713 0 20 50 206 0 0 25
139 642 130 1.235 -75 850 59 1.872 226 1.710 1.175 159 245 561 220 -15 6.963 3.587 1.025 311
Aantrekkelijke stad
65.429
44.411
21.018
B626 B628 B629 B638 B640 B642 B646 B648 B649
45.612 6.790 18.612 11.483 380 13.973 45 7.670 5.867
33.499 5.876 17.107 543 276 1.575 2 315 362
12.113 914 1.504 10.940 104 12.398 43 7.355 5.505
110.431
59.555
50.876
2.203 472 6.397 7.272 4.724 655 2.767 9.851
2.203 477 247 6.986 4 370 115 9.607
0 -6 6.150 286 4.720 285 2.652 244
publiekszaken saldi kostenplaats onvoorzien / nog toe te rekenen bestuursorgaan/regionale samenwerking bestuursondersteuning
Bestuurskracht en bestuurscultuur
B611 B615 B616 B617 B618 B622 B623 B624 B625 B630 B631 B632 B633 B634 B635 B636 B641 B643 B644 B645
havens en waterwegen recreatieve voorzieningen markten en evenementen verkeer en vervoer parkeerbeheer ruimtelijke ordening monumentenzorg economische zaken grootschalige recreatie belastingen geo-informatie grondzaken grondbedrijf exploitatie eigendom niet voor de openbare dienst volkshuisvesting/stedelijke vernieuwing besluit woninggebonden subsidie sport creatieve en culturele vorming cultuurbevordering beeldende kunst sociale uitkeringsvoorzieningen werkgelegenheid sociale werkvoorziening lokaal onderwijsbeleid educatie Wmo, individuele voorzieningen mediabeleid volksgezondheid welzijn
Sociale agenda 2020 B608 B609 B610 B612 B613 B614 B619 B620
omgevingsvergunning grondbank wegen, straten en pleinen rioolstelsel openbaar groen begraafplaats milieu afvalinzamelen
249
Product (bedragen x 1.000 euro)
Lasten 2013
Baten 2013
Saldo 2013
B637 integrale veiligheidszorg B647 cultuur- / welzijnaccommodaties
6.392 4.048
101 593
6.291 3.455
44.782
20.704
24.078
3.186
111.933
-108.747
249.965
250.664
-699
Mutaties reserves B650 publiekszaken B651 saldi kostenplaats
66 3.828
0 1.428
66 2.400
Bestuurskracht en bestuurscultuur
3.894
1.428
2.465
0 170 0 437 15 45 61
67 0 6 282 0 0 61
-67 170 -6 155 15 45 0
728
416
311
B628 werkgelegenheid B629 sociale werkvoorziening
0 0
900 5
-900 -5
Sociale agenda 2020
0
905
-905
1.365 0 292 33 18
429 286 100 277 0
936 -286 192 -244 18
1.708
1.092
616
B659 algemene dekkingsmiddelen
0
150
-150
Algemene dekkingsmiddelen
0
150
-150
6.330
3.992
2.338
256.295
254.656
1.638
Leefbaarheid en veiligheid Algemene dekkingsmiddelen Resultaat voor bestemming
B618 B622 B624 B633 B635 B641 B643
parkeerbeheer ruimtelijke ordening economische zaken grondbedrijf exploitatie volkshuisvesting/stedelijke vernieuwing sport creatieve en culturele vorming
Aantrekkelijke stad
B610 B612 B619 B620 B637
wegen, straten en pleinen rioolstelsel milieu afvalinzamelen integrale veiligheidszorg
Leefbaarheid en veiligheid
Totaal mutaties reserves
Resultaat na bestemming * * Resultaat wordt ten laste van de algemene reserve gebracht
250
Naam Reserve (bedragen x 1.000 euro)
2012
2013
2014
2015
2016
2.995 -20
-2.859 0
657 0
5.745 0
12.044 0
2.975
-2.859
108 5.487 1.114 332 204 2.609 1.757 582 216 0 50 33 121 434. 5 395 34 161 5.160 754 0 544 4.723 22 1.385 40 0 493 3.885 128 41
108 3.987 2.614 182 204 2.609 2.049 501 231 0 50 33 121 434 0 0 29 161 6.130 754 0 544 4.430 22 1.187 64 95 0 1.885 128 41
657 0 108 2.487 2.614 82 204 2.609 2.049 420 247 0 50 33 121 434. 0 0 24 161 3.130 754 0 544 4.430 22 989 89 95 0 385 128 41
5.745 0 108 987 2.614 32 204 2.609 2.049 339 264 0 50 33 121 434 0 0 18 161 130 754 0 544 4.430 22 791 113 95 0 0 128 41
12.044 0 108 0 2.614 32 204 2.609 2.049 258 283 0 50 33 121 434 0 0 13 161 130 754 0 544 4.430 22 791 138 95 0 0 128 41
30.827
28.668
22.325
17.148
16.117
65 450 4.017 499 812 0
138 468 6.515 519 751 0
210 468 9.114 519 689 0
281 468 11.713 519 628 0
352 468 0 519 566 0
5.845
8.394
11.002
13.610
1.907
Totaal bestemmingsreserves
36.672
37.063
33.328
30.759
18.025
Totaal Reserves
39.648
34.203
33.985
36.505
30.069
Algemene reserves 51001 Algemene reserve 51002 Algemeen grondbedrijf Subtotaal algemene reserve Algemeen bestemmingsreserves 53007 Besluit woninggebonden subsidies (bws) 53009 Overlopende werken 53011 Grote investeringen 53012 Btw compensatie 53014 GSB II mop sociaal 53017 GSB III 53019 Bodemverontreiniging 53020 Parkeeraccomodaties 53026 Stadsvernieuwing 53028 Bovenwijkse voorzieningen (bovo) 53029 Kunstaankoop / stadsvernieuwing 53030 Instrumenten 53031 Wijk buurt budgetten 53033 Sportstimulering 53036 Welzijnsaccommodaties 53041 Werkgelegenheid en educatie 53042 Soweco afkoop 53050 Knelpunten bedrijfsvoering 53053 Co-financiering 53054 Intergem. ingeniersbureau 53055 Egalisatie wet maatschappelijke onderst. 53056 Wegen 53057 Riolering tariefsegalisatie 53058 Bibliotheek 53059 Afvalstoffenheffing 53060 Sportraad 53061 Reserve takenanalyse 2010-2014 53062 Wijkwaardebonnen 53063 Re-integratie 53067 Opvang nieuwkomers 53069 ISV 3 2010 /2014 Subtotaal bestemmingsreserves algemeen Reserves economisch nut 53005 Automatisering 53047 Materiaal brandweer 53051 Huisvesting stadhuis 55010 IISPA 55015 Ondergrondse containers 55020 Werkplein Subtotaal reserves economisch nut
251
Naam Voorziening (bedragen x 1.000 euro)
Onderhoud 61005 voorziening riolering 62001 voorziening stadhuis onderhoud 62002 voorziening onderhoud en vervanging 62005 voorziening sportaccommodatie onderh. Subtotaal Onderhoud Verplichtingen, verliezen en risico's 61003 voorziening debiteuren oninbaar 61014 voorziening verontreiniging terrein carbo 61015 voorziening xl businesspark twente 61021 voorziening escrow 61027 voorziening vordering IAU 61028 voorziening nutw peilbuizen grondwater
2012
2013
589 142 2.359 1.899 4.991
589 142 2.359 1.899 4.991
1.311 60 2.129 864 4.357 87
2014
2015
2016
589 142 2.359 1.899 4.991
589 142 2.359 1.899 4.991
1.311 60 2.214 864 0 67
589 142 2.359 1.899 4.991 0 1.311 60 2.303 864 0 47
1.311 60 2.395 864 0 27
1.311 60 2.491 864 0 7
Subtotaal Verplichtingen, verliezen en risico's Door derden beklemde middelen 63013 voorziening onderwijsachterstanden 63022 voorziening onderwijs huisvesting 63031 voorziening gebiedsmakelaar 63033 voorziening sociale recherche 63034 voorziening ROM algemeen 63037 voorziening SEZ algemeen 63041 voorziening V&H algemeen 63042 voorziening SML algemeen 63047 voorziening woon zorg service 63049 voorziening wijkcentra onderhoud 63050 voorziening wijkcentra inventaris 63051 voorziening zittend vervoer 630xx Stationsomgeving 630xx Waterboulevard 630xx Weteringshoek senter novem 630xx Sluiskade ZZ stimuleringsbijdrage Subtotaal derden beklemde middelen
8.810
4.517
4.586
4.658
4.734
323 1.316 31 180 275 1.258 107 1.729 188 110 45 172 2.137 2.176 130 63 10.249
323 1.316 0 84 275 658 107 929 188 147 60 155 0 0 0 0 4.248
323 1.316 0 0 275 58 107 129 188 184 75 137 0 0 0 0 2.798 0
323 1.316 0 0 275 58 107 129 188 221 90 120 0 0 0 0 2.833
323 1.316 0 0 275 58 107 129 188 258 105 103 0 0 0 0 2.867
Totaal voorzieningen
24.050
16.127
14.746
252
14.853 14.963
Bijlage 6 Begrippenlijst Accres
Groei van de algemene uitkering. De groei is gekoppeld aan de groei van de netto gecorrigeerde rijksuitgaven.
Activa
De bezittingen van de organisatie. Deze worden op de linkerzijde van de balans aangegeven.
Activeren
Het boeken van investeringen op de balans.
Aflossen
Het periodiek terugbetalen van een gesloten geldlening.
Afschrijven
De boekhoudkundige weergave van de waardevermindering van een kapitaalgoed wegens technische slijtage en economische veroudering.
Algemene reserve
Deel van het eigen vermogen dat vrij aanwendbaar is. De algemene reserve wordt in de gemeente Almelo gezien als een buffer voor onvoorziene uitgaven. De minimale omvang welke als buffer dient voor calamiteiten is gekoppeld aan de omvang van de algemene uitkering (norm: 10% van de algemene uitkering).
Algemene uitkering
Middelen uit het gemeentefonds zonder een aangewezen bestedingsrichting, verstrekt door het Rijk aan alle gemeenten op basis van algemene verdeelmaatstaven vastgelegd in de Financiële verhoudingswet.
Areaaluitbreiding
Meerkosten die ontstaan als gevolg van eerder genomen besluiten die het gevolg zijn van uitbreiding van de stad, zowel fysiek, sociaal als demografisch.
Balans
Onderdeel van de jaarrekening. De balans geeft een overzicht van de bezittingen, vreemd en eigen vermogen van de gemeente op enig moment.
Baten en lasten (stelsel van)
Een begrotingssysteem van baten en lasten houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven worden toegerekend aan het begrotingsjaar waarop zij betrekking hebben.
BBV
Besluit Begroting en Verantwoording. Het BBV vervangt vanaf begrotingsjaar 2004 het Besluit comptabiliteitsvoorschriften 1995 (CV95). De redenen voor de vervanging van de CV95 door het BBV zijn:
•
De dualisering van het gemeentebestuur
•
De afbakening tussen het Burgerlijk Wetboek
253
Begroting
Een begroting geeft aan welke beleidsvoornemens de gemeente heeft, hoeveel middelen daarmee gemoeid zijn en uit welke bronnen die middelen afkomstig zijn.
Bespaarde rente
Rentebaten uit reserves. Deze treden op omdat we onze eigen reserves gebruiken voor de financiering van het financieringstekort of deze reserves uitzetten bij banken. In beide gevallen leveren de eigen reserves opbrengsten (in de vorm van rentevergoeding) op.
Bestemmingsreserves
Deel van het eigen vermogen waaraan de raad de richting van aanwending heeft voorgeschreven.
Comptabiliteitsvoorschriften
De Comptabiliteitsvoorschriften zijn bij Koninklijk Besluit uitgevaardigde voorschriften voor de inrichting van begroting en jaarrekening en het jaarverslag van de gemeente. Op dit moment gelden de comptabiliteitsvoorschriften 1995. De nieuwe comptabiliteitsvoorschriften zijn met ingang van het jaar 2004 van kracht geworden (BBV).
Dekking
De bekostiging van exploitatie uitgaven uit lopende inkomsten.
Dualisme
Een dualistisch stelsel kenmerkt zich doordat posities en bevoegdheden ontvlecht zijn. De raad richt zich primair op de kaderstellende en controlerende functie, het college op de uitvoerende functie. De wethouders zijn geen lid van de raad.
Economische categorie
Een indelingstype van kosten- en opbrengstsoorten. Het geeft aan waarmee de opgedragen taken geacht te worden uitgevoerd, zoals personeel, materieel, rente en afschrijvingen, etc.
Effectiviteit
De mate waarin de geleverde producten en diensten bij dragen aan de doelstellingen van de organisatie.
Efficiency
De mate waarin de beoogde doelen tegen minimale inspanningen (kosten) worden bereikt.
Financiering
Het aantrekken van vreemd vermogen ter dekking van de vermogensbehoefte.
Financiële verhouding
De financiële relatie tussen het Rijk en de lagere overheden.
Functionele indeling
De taakvelden waarmee de gemeente zich bezighoudt, noemt men de functies van de gemeente. De indeling van de gemeentelijke uitgaven aan de hand van de uitgeoefende functies noemt men de functionele indeling.
254
Gemeentefonds
Landelijk begrotingsfonds onder ministerieel beheer waarin een deel van de opbrengst van de meeste rijksbelastingen wordt gestort. Uit dit fonds worden jaarlijks algemene uitkeringen gedaan aan de gemeenten.
Incidenteel
Eenmalig, dat wil zeggen niet jaarlijks terugkerende uitgave of inkomst.
Input
Middelen die in het productieproces worden gebruikt. Het geeft aan hoeveel middelen (geld, materiaal, arbeidsuren) nodig zijn voor het leveren van een product of programma.
Kapitaallasten
Jaarlijkse, op de exploitatie drukkende, lasten van investeringen; de rente en afschrijving.
Kengetal
Een absoluut getal of een verhoudingsgetal dat is uitgedrukt in fysieke of in geldeenheden en dat de toestand van of de ontwikkeling op een beleidsterrein in beeld brengt.
Kostenverdeelstaat
Onderdeel van de begroting en jaarrekening die inzicht geeft in de verdeling van kosten van kostenplaats naar kostendrager.
Kostenplaatsen
Verzamelplaats van samenhangende kosten die verdeeld gaan worden over diverse kostendragers.
Onderhandse leningen
Leningen aangetrokken bij externe vermogensverschaffers zoals banken of institutionele beleggers.
Outcome
De effecten in de samenleving als gevolg van geproduceerde producten en/of diensten.
Output
Aantal te behalen of gerealiseerde producten en diensten die de organisatie ten doel heeft gesteld om te produceren.
Passiva
Het eigen en vreemd vermogen van de organisatie. Deze staan aan de rechterzijde van de balans.
Productenraming
De productenraming wordt opgebouwd vanuit de programmabegroting en geeft alle gemeentelijke activiteiten weer in termen van producten. De productenraming is het begrotingsdocument voor het college en heeft met name een beheersfunctie voor de uitvoering van de begroting.
Programma
Een samenhangende verzameling van producten, activiteiten en geldmiddelen gericht op het bereiken van vooraf bepaalde maatschappelijke effecten, waaraan idealiter indicatoren gekoppeld kunnen worden.
255
Renteomslag
Een rekenmethode waarbij het totaal van de rentelasten wordt omgeslagen over de boekwaarden die gefinancierd moeten worden.
Specifieke uitkering
Uitkeringen verstrekt door het Rijk aan gemeenten waarvan de bestedingsrichting vooraf is aangegeven, of die worden verstrekt voor de bestrijding van de kosten van bepaalde taken of activiteiten.
Stelpost
Een begrotingspost waarop bedragen worden geraamd die nog niet specifiek benoemd kunnen worden of nog te verdelen zijn. Per besteding dient bestuurlijk nog apart goedkeuring te worden verleend.
Structureel
Blijvend, dat wil zeggen jaarlijks terugkerend.
Treasurybeheer
Het besturen van en bewaken van de inkomende en uitgaande geldstromen, het beheersen van de daaraan verbonden kosten, het minimaliseren van de daaraan verbonden risico’s (renterisico en valutarisico) en het optimaliseren van het rendement van beschikbare liquiditeiten.
Treasurystatuut
Hierin zijn de uitgangspunten, doelstellingen, beleidsmatige en organisatorische kaders voor de treasuryfunctie vastgelegd. Tevens zijn regels opgenomen over de inhoud en periodiciteit van de verantwoordingsfunctie van de ambtelijke organisatie aan het college van B&W. In het treasurystatuut zijn ook regels opgenomen over de treasuryparagraaf.
Treasuryparagraaf
Ook wel financieringsparagraaf genoemd. De treasuryparagraaf vormt na de inwerkingtreding van de wet FIDO een onderdeel van de begroting en jaarrekening. De treasuryparagraaf in de begroting geeft de beleidsplannen voor de treasuryfunctie voor de komende jaren en in het bijzonder voor het eerstkomende jaar. Het jaarverslag geeft voor de treasuryfunctie met name de verschillenanalyse tussen de plannen in de begroting en de realisatie van de beleidsuitvoering van de treasuryfunctie.
Verzamel/consolidatiestaat
Een overzicht van alle baten en lasten die per functie een totaalbeeld geven van de opbouw naar economische categorieën.
Voorzieningen
Afgezonderd vermogen waarop een verplichting rust. Ze worden getroffen voor toekomstige uitgaven waarvan de oorzaak zich nu voordoet of zich al heeft voorgedaan.
WWB
Wet Werk en Bijstand. In 2004 is de nieuwe Wet Werk en Bijstand ingevoerd. Het wetsvoorstel vervangt een aantal wetten op het gebied van bijstand en reïntegratie, zoals de algemene bijstandswet, de Wet
256
inschakeling werkzoekenden, de Wet financiering Abw en het Besluit inen doorstroombanen.
257
Bijlage 7 Aangenomen moties en amendementen 8 november
258