LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK REGIONAAL BEDRIJVENTERREIN TWENTE TE ALMELO GEMEENTE ALMELO
3 juli 2006
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
Inhoud 1
Inleiding_____________________________________________________________________ 3 1.1 Aanleiding _______________________________________________________________ 3 1.2 Doel en probleemstelling ___________________________________________________ 3 1.3 Werkwijze _______________________________________________________________ 3
2
Toetsingskader ______________________________________________________________ 4 2.1 Besluitluchtkwaliteit 2005 __________________________________________________ 4 2.2 Zeezoutcorrectie __________________________________________________________ 5 2.3 Te beschouwen componenten ______________________________________________ 6
3
Directe invloed RBT op luchtkwaliteit __________________________________________ 7 3.1 Uitgangspunten plangebied en emissiefactoren ________________________________ 7 3.2 methodiek _______________________________________________________________ 8 3.2.1 Verspreidingsmodel _________________________________________________ 8 3.2.2 Invoergegevens_____________________________________________________ 8 3.2.3 Presentatie van de resultaten van de verspreidingsberekeningen___________ 11
4
Indirecte invloed RBT op luchtkwaliteit _______________________________________ 12 4.1 Weginfrastructuur plangebied _____________________________________________ 12 4.2 Methodiek ______________________________________________________________ 13 4.2.1 Rekenmodel ______________________________________________________ 13 4.2.2 Invoergegevens____________________________________________________ 13
5
Rekenresultaten directe invloed ______________________________________________ 16 5.1 Situatie 2010 ____________________________________________________________ 16 5.2 Situatie 2015 ____________________________________________________________ 18 Situatie 2020 ________________________________________________________________ 20
6
Rekenresultaten indirecte invloed ____________________________________________ 22 6.1 Situatie 2008 ____________________________________________________________ 22 6.2 Situatie 2010 ____________________________________________________________ 23 6.3 Situatie 2015 ____________________________________________________________ 24 6.4 Situatie 2020 ____________________________________________________________ 25
7
Cumulatie directe en indirecte invloed ________________________________________ 27 7.1 Situatie 2010 ____________________________________________________________ 27 7.2 Situatie 2015 ____________________________________________________________ 28 7.3 Situatie 2020 ____________________________________________________________ 29
8
Samenvatting en conclusie___________________________________________________ 30
ARCADIS
2
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
HOOFDSTUK
Inleiding 1.1
AANLEIDING Met het bestemmingsplan ‘Regionaal Bedrijventerrein Twente’, verder te noemen RBT, wordt de realisatie van een bedrijventerrein mogelijk gemaakt. Dit bedrijventerrein heeft een effect op de luchtkwaliteit in de omgeving. In het kader van de onderzoeksplicht en een goede ruimtelijke ordening moet dit effect worden onderzocht en onderbouwd waarom het effect acceptabel is.
1.2
DOEL EN PROBLEEMSTELLING De gemeente moet haar beleidskeuzes in het bestemmingsplan verantwoorden. In het kader van het Besluit luchtkwaliteit 2005 geldt een onderzoeksplicht. In het kader van een goede ruimtelijke ordening en het zorgvuldigheidsbeginsel is luchtkwaliteit een aspect dat in de plantoelichting aan de orde moet komen. Doel van dit onderzoek is invulling geven aan de onderzoeksplicht voor het nieuwe bedrijventerrein en hiermee toetsen aan de normen uit het Besluit luchtkwaliteit 2005 De centrale vragen van dit onderzoek zijn: Wat is de invloed van het bedrijventerrein op het luchtkwaliteit en is overschrijding van de grenswaarden en plandrempels uit het Besluit luchtkwaliteit 2005 denkbaar? Indien een overschrijding van de grenswaarden en plandrempels optreedt, vormt dit een belemmering voor de goedkeuring van het bestemmingsplan?
1.3
WERKWIJZE De invloed van het bedrijventerrein op de luchtkwaliteit is op te delen in twee onderdelen. De activiteiten op het bedrijventerrein hebben allereerst een directe invloed op de luchtkwaliteit in de omgeving van het terrein. Het gaat hierbij om de bedrijfsactiviteiten en de ondersteunende processen (intern transport, ontstoffing/afzuiging/ventilatie en opslag gerelateerd). Daarnaast heeft de verkeersaantrekkende werking van de bedrijven een indirecte invloed op de luchtkwaliteit langs de ontsluitingswegen (zowel personenvervoer als aan- en afvoer van grond- en hulpstoffen en producten). Het onderzoek zal voor de volgende situatie uitgevoerd worden: Directe invloed: van bedrijventerrein in 2010, 2015 en 2020 voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) met gefaseerd invulling van het RBT. Indirecte invloed: realisatie jaar (2008) en de autonome ontwikkeling voor de jaren 2010, 2015 en 2020 met en zonder het plan RBT.
ARCADIS
3
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
HOOFDSTUK
Toetsingskader Bij Algemene Maatregel van Bestuur zijn normen (grenswaarden, richtwaarden, plandrempels, alarmdrempels) vastgesteld voor onder andere de concentraties zwaveldioxide (SO2), stikstofdioxide (NO2), zwevende deeltjes (fijn stof (PM10)), koolmonoxide (CO) en benzeen in de lucht. Deze normen zijn vastgelegd in het Besluit luchtkwaliteit 2005 en gebaseerd op de richtwaarden, die zijn opgenomen in de diverse richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie.
2.1
BESLUITLUCHTKWALITEIT 2005 Het vigerende Besluit luchtkwaliteit 2005 (Blk 2005) is als Algemene Maatregel van Bestuur op 5 augustus 2005 van kracht geworden [Stb. nr. 398, 2005] en is met terugwerkende kracht in werking getreden vanaf 4 mei 2005. Het Besluit is primair gericht op het voorkomen van effecten van luchtverontreiniging op de gezondheid van de mens. In het Besluit zijn grenswaarden voor concentraties van stikstofdioxide, zwaveldioxide, zwevende deeltjes/fijn stof, benzeen en koolmonoxide in de lucht vastgesteld. Ingevolge artikel 7 van het Besluit luchtkwaliteit 2005 dienen bestuursorganen bij de uitoefening van bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit, de grenswaarden voor deze stoffen in acht te nemen. Met uitzondering van NO2 en benzeen moet in 2005 aan deze grenswaarden voldaan worden. Voor deze beide stoffen geldt dat pas in 2010 aan de grenswaarde voldaan hoeft te worden. Tot die tijd gelden zogenaamde plandrempels. Deze plandrempels zijn hoger dan de grenswaarde en worden jaarlijks verlaagd totdat die in 2010 gelijk zijn aan de grenswaarde. De relevante plandrempel- en grenswaarden zijn in tabel 1 weergegeven. Voor stikstofdioxide (NO2) geldt een grenswaarde waarvan de realisatiedatum later in de tijd ligt (2010). Zoals hierboven aangegeven geldt voor deze stof in de periode 2005-2010 een plandrempel-waarde.
ARCADIS
4
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
stof
Tabel 2.1
concentratie
zwaveldioxide (SO2)
Grenswaarden en plandrempels luchtkwaliteit
3
125 ( g/m )
grenswaarde
omschrijving 24-uursgemiddelde dat 3 maal per jaar overschreden mag worden
3
350 (µg/m )
uurgemiddelde dat 24 maal per jaar overschreden mag worden
3
jaargemiddelde
3
24-uursgemiddelde dat 35 keer per jaar overschreden
zwevende deeltjes
40 ( g/m )
(PM10)
50 ( g/m )
koolmonoxide (CO)
10 (mg/m )
stikstofdioxide (NO2)
40 ( g/m )
grenswaarde (2010)
200 ( g/m )
benzeen (2008)
7 ( g/m )
mag worden 3
3
3
8-uurgemiddelde jaargemiddelde uurgemiddelde dat 18 keer per jaar overschreden mag worden
grenswaarde (2010)
3
jaargemiddelde
5( g/m )
jaargemiddelde
3
Voor zwaveldioxide en koolmonoxide geldt dat in Nederland nauwelijks overschrijding van de normen plaatsvindt of wordt verwacht. Voordat het Besluit luchtkwaliteit in 2001 in werking trad, golden in Nederland voor deze stoffen al vergelijkbare grenswaarden, waardoor maatregelen om aan de grenswaarden te voldoen al zijn genomen. Hoewel de norm voor benzeen in het Blk 2005 is aangescherpt zal de bijdrage van het bedrijventerrein minimaal zijn. Het verschil tussen de achtergrondconcentratie en de norm is voor deze drie stoffen te groot om door indirecte, danwel directe bijdrage van het bedrijventerrein te worden opgevuld. Voor PM10 en NO2 golden in het verleden echter minder strenge normen dan die zijn opgenomen in het Besluit luchtkwaliteit 2001 en het Besluit luchtkwaliteit 2005. Het bedrijventerrein, en dan met name het verkeer van en naar dit terrein, kan een relevante bijdrage leveren. Hierdoor kunnen voor deze stoffen wel overschrijdingen van de norm plaatsvinden. Een groot deel van de bepalingen is in het Besluit luchtkwaliteit 2005 inhoudelijk niet gewijzigd ten opzichte van het Besluit luchtkwaliteit van juni 2001. De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op de zogenaamde ‘saldobenadering’ en op de mogelijkheid van een aftrek voor dat deel van het fijn stof dat zich van nature (zeezout, bodemstof en dergelijke) in de lucht bevindt en dat niet schadelijk is voor de gezondheid.
2.2
ZEEZOUTCORRECTIE 3
Voor zwevende deeltjes (PM10) geldt een grenswaarde van 40 µg/m . In de Meetregeling luchtkwaliteit 2005 is per gemeente het aandeel zeezout aangegeven dat van de jaargemiddelde concentratie afgetrokken mag worden om te komen tot een voor zeezout gecorrigeerde jaargemiddelde concentratie. De zeezoutaftrek bedraagt voor de gemeente 3
Almelo 3 µg/m .
ARCADIS
5
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
3
Daarnaast geldt voor zwevende deeltjes (PM10) een grenswaarde van 50 µg/m als 24-uursgemiddelde dat 35 keer per jaar overschreden mag worden. Uit meetgegevens is gebleken dat de invloed van het in de buitenlucht aanwezige zeezout op het aantal dagen 3
waarop de concentratie van PM10 de grenswaarde van 50 µg/m overschrijdt, voor geheel Nederland nagenoeg gelijk is. Het voor zeezout gecorrigeerde aantal overschrijdingsdagen van het 24-uursgemiddelde wordt verkregen door het aantal overschrijdingsdagen met zes te verminderen (bij deze berekening dient uitgegaan te worden van de niet voor zeezout gecorrigeerde jaargemiddelde concentratie).
2.3
TE BESCHOUWEN COMPONENTEN Het onderzoek richt zich op de maatgevende stoffen in Nederland. Het betreft de stoffen stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). Indien voldaan wordt aan de grenswaarden voor deze stoffen, wordt ook voldaan aan de grenswaarden van andere stoffen uit Besluitluchtkwaliteit. Uit algemene ervaring in Nederland is gebleken dat de andere stoffen uit het Besluit luchtkwaliteit geen knelpunten veroorzaken. In jurisprudentie is deze motivering eerder als voldoende geoormerkt.
ARCADIS
6
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
HOOFDSTUK
Directe invloed RBT op luchtkwaliteit De directe invloed van het bedrijventerrein wordt bepaald door het in werking zijn van de bedrijven. Het gaat hierbij om de bedrijfsactiviteiten en de ondersteunende processen (intern transport, ontstoffing/afzuiging/ventilatie en opslag gerelateerd).
3.1
UITGANGSPUNTEN PLANGEBIED EN EMISSIEFACTOREN Het plangebied heeft een netto uitgeefbare oppervlakte van 125 ha en is bedoeld voor de grotere ruimtevragers (vanaf 2 ha) in de segmenten productie en distributie- & transportbedrijven. In het bestemmingsplan is een inwaartse zonering gehanteerd, om de invloed van het bedrijventerrein op de omgeving zoveel mogelijk te beperken. Dit houdt in dat de bedrijven uit de zwaarste milieucategorieën op de grootste afstand van woningen worden gesitueerd. Uit onderzoek (specificatie en actualisatie en programmering Regionaal Bedrijventerrein Twente, Buck Consultants International, februari 2002 en juni 2004), is gebleken dat er een behoefte is van ca. 6 tot 7 ha per jaar. Dat betekent een doorlooptijd van 18 tot 20 jaar voordat alle kavels zijn uitgegeven. Een bestemmingsplan heeft een doorlooptijd van 10 jaar. Er zijn voor dit onderzoek de volgende uitgangspunten, betreffende de kavel uitgave, gehanteerd: 2010: 17% van 125 ha (21 ha uitgegeven). 2015: 39% van 125 ha (49 ha uitgegeven). 2020: 100% van 125 ha (het industrieterrein volledig gevuld, worst case, in werkelijkheid 65%). Er is slechts weinig (betrouwbare) informatie voorhanden over relevante emissiefactoren voor industriële en bedrijfsmatige bronnen. Voor wat betreft de emissie van bedrijfsgebonden bronnen wordt aangesloten bij de door het CBS gehanteerde kentallen. Het CBS hanteert een drietal categorieën: energie, chemie en overige industrie. Voor dit plangebied zal worden uitgegaan van de emissiegegevens voor “overige industrie”. Onder “overige industrie” wordt verstaan alle industriële bedrijven die buiten de sector chemische industrie, energiesector en raffinaderijen vallen. In dit onderzoek is verondersteld dat detailhandel en distrubutie- en transportbedrijven ook onder “overige industrie”vallen. Op basis van de gegevens voor 2003 (CBS, Statline) kunnen hiervoor de volgende emissierelevante parameters worden gehanteerd: 120 kg/ha/jaar NOx. 70 kg/ha/jaar PM10.
ARCADIS
7
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
Het betreft gemiddelde cijfers voor bestaande industriële bedrijven. Aanzienlijke verschillen kunnen echter optreden tussen oude en nieuwe bedrijven; voornamelijk als gevolg van innovatieve oplossingen, aangescherpte eisen op basis van bijvoorbeeld de Nederlandse emissierichtlijnen lucht en verhoogde aandacht voor onder andere arbeidsomstandigheden. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat het afgelopen decennium de emissie van NOx ongeveer gehalveerd is en de emissie van fijn stof met factor drie is gedaald. Het rijksbeleid is erop gericht om de emissie verder terug te dringen. Voor de kwantificering van de immissieniveaus in de nabijheid van het bedrijventerrein RBT is het daarom reëel uit te gaan van de volgende emissies: 110 kg/ha/jaar NOx (reductie van circa 10%). 40 kg/ha/jaar PM10 (reductie van circa 40%).
3.2
METHODIEK
3.2.1
VERSPREIDINGSMODEL De belasting van de omgeving rondom de bronnen van industrieterrein is berekend met behulp van een verspreidingsmodel. De verspreidingsberekeningen zijn uitgevoerd met behulp van het Nieuw Nationaal Model (NNM). De gebruikte pc-applicatie is KEMA STACKS versie 2006, release mei 2006. Het Nieuw Nationaal Model beschrijft het transport en de verdunning van stoffen in de atmosfeer op basis van het Gaussisch pluimmodel. Het betreft een ‘lange termijn’ berekening en de beschouwde periode bedraagt daarom tenminste een jaar. De gebruikte meteorologische gegevens bestaan uit uurgemiddelde gegevens van onder meer de windrichting, de windsnelheid, de zonneinstraling en de temperatuur. Het NNM berekent op verschillende roosterpunten de immissieconcentratie voor elk afzonderlijk uur van de beschouwde periode. Hieruit wordt berekend gedurende welk percentage van de jaarlijkse uren (de overschrijdingsfrequentie) een bepaalde immissieconcentratie wordt overschreden. Het aantal overschrijdingen van de 24-uurgemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) van de grenswaarde (50 µm/m3) berekend met de NNM-software (Pluimplus en Stacks), blijkt voor toekomstige jaren nogal te kunnen verschillen van het aantal berekend met het CARmodel (model bedoeld voor mobiele bronnen), voor dezelfde locatie. Om praktische redenen heeft VROM besloten om in het NNM voor het bepalen van dit aantal overschrijdingen gebruik te maken van dezelfde empirische relatie als in het CAR II model. Hiertoe dienen Stacks en Pluim Plus modellen te worden aangepast. Het aantal overschrijdingen van de 24-uurgemiddelde concentratie van fijn stof in dit rapport zijn met de empirische relatie als in het CAR II model conform TNO-rapport 2006-A-R0078/B van maart 2006 bepaald.
3.2.2
INVOERGEGEVENS Invoergegevens voor het verspreidingsmodel zijn bronkenmerken zoals de emissie en de emissieduur en omgevingskenmerken. Het bedrijventerrein heeft een netto oppervlak van 125 ha. In 2010, 2015 en 2020 is respectievelijk 21, 49 en 125 ha uitgegeven. In dit onderzoek is verondersteld dat de kavels langs de industrieterreingrens als eerst worden uitgegeven (meest ongunstig situatie).
ARCADIS
8
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
Iedere hectare is met een puntbron gemodelleerd. De emissie voor fijn stof (PM10) bedraagt 40 kg/ha/jaar en voor stikstofoxide (NOx) 110 kg/ha/jaar. In de meeste gevallen zal de uitstoot van fijn stof en stikstofoxide van bedrijfsprocessen via een afzuigpijp/schoorsteen op het dak van het bedrijfsgebouw plaatsvinden. In dit onderzoek is gekozen voor een gemiddelde bronhoogte van 5 m boven het maaiveld.
Thermische pluimstijging. Thermische pluimstijging is het gevolg van verschil in temperatuur tussen de afgassen en de omgevingslucht. Bij de bronnen op het industrieterrein is verondersteld dat er geen sprake van temperatuur-verschil is en treedt dan ook geen thermische pluimstijging op (worstcase). De Thermische pluimstijging heeft tot gevolg dat de pluim honderden meters verder kan komen voor het aardoppervlak bereikt waardoor betere emissie verdunning ontstaat.
Impulsstijging. Impulsstijging treedt op wanneer de afgassen met een relevante uittredesnelheid worden uitgestoten, bijvoorbeeld uit een schoorsteen. In dit onderzoek is uitgegaan dat er geen sprake van impulsstijging (worst-case). De overige invoerparameters voor de berekeningen zijn weergegeven in tabel 3. 2. Tabel 3.2
Representatief meteostation
Eindhoven
Invoerparameters voor de
Meteorologische periode
1995 – 1999 (conform VROM)
1
verspreidingsberekeningen met het NNM
Ruwheidslengte z0
0,4 m
Immissiegebied
3.500 m x 3.500 m
immissiehoogte
1.5 m
Referentiejaar fijn stof en stikstofdioxide
2010, 2015 en 2020
In figuur 3.1 t/m 3.3 is per situatie de ligging van de emissiebronnen weergegeven.
1
Het is met KEMA Stacks versie 2006 mogelijk om de ruwheid van een gebied te laten bepalen aan de
hand van bijgeleverde KNMI ruwheidsfile.
ARCADIS
9
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
Figuur 3.1 Ligging emissiebronnen situatie 2010 (21 ha)
Figuur 3.2 Ligging emissiebronnen situatie 2015 (49 ha)
ARCADIS
10
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
Figuur 3.3 Ligging emissiebronnen situatie 2020 (125 ha)
3.2.3
PRESENTATIE VAN DE RESULTATEN VAN DE VERSPREIDINGSBEREKENINGEN De resultaten van de verspreidingsberekeningen worden gepresenteerd als de immissies op de grens van het industrieterrein en ten noorden van de Rijksweg 35. Figuur 4.3 geeft de ligging van de rekenpunten weer. De punten zijn genummerd van 1 t/m 30.
Figuur 3.4 Ligging rekenpunten 1 t/m 30
ARCADIS
11
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
HOOFDSTUK
Indirecte invloed RBT op luchtkwaliteit Naast de bedrijfsactiviteiten en de ondersteunende processen heeft de verkeersaantrekkende werking van de bedrijven een indirecte invloed op de luchtkwaliteit langs de ontsluitingswegen (zowel personenvervoer als aan- en afvoer van grond- en hulpstoffen en producten). Voor zowel de situatie zonder als met planrealisatie is de luchtkwaliteit berekend voor 2008, 2010, 2015 en 2020.
4.1
WEGINFRASTRUCTUUR PLANGEBIED Voor het plan RBT komt een nieuw ontsluitingssysteem. De hoofdentree van het RBT sluit aan op het nieuwe knooppunt H.R. Holstlaan met de verlengde A35. Deze hoofdentree eindigt op een T-kruising gaat vervolgens over in de hoofdas. De as is een gebiedsontsluitingsweg en vormt de ruggengraat van het RBT. In het kader van dit onderzoek worden de volgende wegen op de luchtkwaliteit onderzocht: H.R. Holstlaan ten noorden van A35. de hoofdentree van het RBT (sluit aan op de H.R. Holstlaan). hoofdas RBT, westzijde. hoofdas RBT, oostzijde. Pastoor Ossestraat. A35, ten westen van H.R. Holstlaan. A35, ten oosten van H.R. Holstlaan. In figuur 4.5 is de ligging van mobiele bronnen weergegeven.
ARCADIS
12
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
Figuur 4.5 Ligging rijroutes mobiele bronnen
4.2
METHODIEK
4.2.1
REKENMODEL De luchtkwaliteitberekeningen zijn uitgevoerd met het door DGMR ontwikkelde computerprogramma Geoair (versie 1.41). Het Geoair softwarepakket is een modelleringsprogramma, waarmee de luchtkwaliteit als gevolg van het wegverkeer wordt berekend. Dit softwarepakket is gebaseerd op CAR II model. Dit model gebruikt het RIVMscenario RS2006 conform CAR II versie 5.0 betreffende de achtergrondconcentraties en emissiefactoren. In deze versie zijn de recente bevindingen verwerkt. Uit de recente bevindingen blijkt dat de achtergrondconcentratie fijn stof in Nederland 10-15% lager is dan volgens de voorlaatste scenario’s (UNRR 2005). Ook zijn de harde maatregelen van “prinsjesdag” (een extra investeringspakket ter verbetering van de luchtkwaliteit in Nederland) in deze scenario’s meegenomen.
4.2.2
INVOERGEGEVENS Om een adequaat beeld van de luchtkwaliteit in het plangebied te krijgen is het van belang duidelijkheid te hebben over een aantal aspecten, namelijk de verkeersintensiteiten, de voertuigverdeling (licht-, middelzware- en zware motorvoertuigen) en de karakteristieken van de wegen in het plangebied. Deze gegevens zijn in het rekenmodel gebruikt om de luchtkwaliteit op rand van de wegen in het plangebied te berekenen.
ARCADIS
13
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
Bij de berekeningen is uitgegaan van de verkeersintensiteiten voor de autonome situatie zonder planrealisatie (AO) en met planrealisatie (PR), zoals weergegeven in tabel 4.3 en 4.4.
Tabel 4.3
AO
PR
AO
PR
2008
2008
2010
2010
Verkeersintensiteiten voor de
H.R. Holstlaan-zuid
wegen in het plangebied per
(tussen A35 en RBT)
-
1814
-
3427
etmaal voor de jaren 2008 en
Centrale as RBT (westzijde)
-
689
-
1302
2010
Centrale as RBT (oostzijde)
-
1125
-
2125
Pastoor Ossestraat
12265
12337
12511
12648
H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35)
39988
40587
40792
41923
A35 ten westen van de H.R. Holstlaan
23304
23794
23773
24698
A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan
44926
45579
45829
47063
AO
PR
AO
PR
2015
2015
2020
2020 20160
Tabel 4.4 Verkeersintensiteiten voor de
H.R. Holstlaan-zuid
wegen in het plangebied per
(tussen A35 en RBT)
-
7862
-
etmaal voor de jaren 2015 en
Centrale as RBT (westzijde)
-
2988
-
7661
2020
Centrale as RBT (oostzijde)
-
4875
-
12499
Pastoor Ossestraat
13149
13464
13820
15623
H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35)
42873
45468
45060
54963
A35 ten westen van de H.R. Holstlaan
24985
27108
26260
33597
A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan
48167
50997
50624
61533 2
De verkeerscijfers zijn gebaseerd op gegevens uit een rapport van Goudappel Coffeng uit 2005. In dit onderzoek is uitgegaan van de verkeersintensiteiten zoals die in het eerder genoemde rapport zijn vermeld. Echter voor 2020 is in de situatie van planrealisatie een uitzondering gemaakt en is uitgegaan van de verkeersintensiteiten van 2027. Dit omdat in dat jaar er sprake is van een volledige realisatie van het bedrijventerrein. Voor 2020 is dus gekozen voor een worst-case scenario, een situatie die zich in de praktijk waarschijnlijk niet zo zal voordoen. In tabel 4.5 is de voertuigverdeling in licht, middelzwaar en zwaar verkeer voor de wegen in het plangebied weergegeven, deze voertuigverdeling wordt voor alle jaren gelijk geacht. Voertuigverdeling
Tabel 4.5
licht
Weg
Voertuigverdeling op de
H.R. Holstlaan-zuid
zwaar
zwaar 85,0%
7,5%
7,5%
Centrale as RBT (westzijde)
85,0%
7,5%
7,5%
Centrale as RBT (oostzijde)
85,0%
7,5%
7,5%
Pastoor Ossestraat
95,0%
5,7%
0,7%
H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35)
90,0%
6,0%
4,0%
A35 ten westen van de H.R. Holstlaan
88,6%
5,7%
5,7%
A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan
88,6%
5,7%
5,7%
belangrijkste wegen in het
(tussen A35 en RBT)
plangebied
2
middel-
Goudappel Coffeng BV, Nader onderzoek luchtkwaliteit Regionaal Bedrijventerrein Twente
ARCADIS
14
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
Hieronder zijn de relevante wegkarakteristieken uitgewerkt, die zijn gebruikt als invoergegevens voor de berekeningen. Afstand
Tabel 4.6
tot de
Invoerparameters voor de
Wegen
wegen in het plangebied
H.R. Holstlaan-zuid
Wegprofiel
(tussen A35 en RBT) Centrale as RBT (westzijde) Centrale as RBT (oostzijde) Pastoor Ossestraat H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35)
Basistype Basistype Basistype Weg door open terrein Basistype
A35 ten westen van
Weg door open
de H.R. Holstlaan
terrein
A35 ten oosten van
Weg door open
de H.R. Holstlaan
terrein
wegtype
Bomenfactor
wegas
Niet aanwezig
13 meter
Niet aanwezig
6 meter
Niet aanwezig
6 meter
Niet aanwezig
6 meter
Niet aanwezig
13 meter
Snelweg
Niet aanwezig
17 meter
Snelweg
Niet aanwezig
17 meter
Doorstromend stadsverkeer Doorstromend stadsverkeer Doorstromend stadsverkeer Buitenweg Doorstromend stadsverkeer
Ook de gegevens uit tabel 4.5 zijn afkomstig uit het eerder genoemde rapport van Goudappel Coffeng. Gegevens uit tabel 4.6 zijn opgesteld in overleg met de gemeente Almelo. Met de in deze paragraaf genoemde invoergegevens zijn de berekeningen uitgevoerd naar de luchtkwaliteit. Hieronder een aantal opmerkingen, die te maken zijn bij de gehanteerde invoerparameters. -
Voor de H.R. Holstlaan is ondanks de maximum snelheid van 80 km/u gekozen voor doorstromend stadsverkeer. Deze typering past vooral met het oog op de aanwezige verkeerlichten op deze weg beter bij de werkelijkheid.
-
De weg heeft twee rijstroken per rijbaan en is voorzien van een middenberm. Bij hantering van de meeste recente meetafstand van 4 meter buiten het midden van de buitenste rijstook (uitspraak Raad van State, 18 januari 2006) komen wij op een afstand 13 meter van de wegas.
-
Voor de rijksweg 35 is uitgegaan van de door RWS gehanteerde “meetafstand” van 5 meter buiten de buitenste doorgestrokken streep. Hierdoor komt de afstand tot weg-as (rijlijn) op 17 meter.
-
Langs geen van de wegen staat de bebouwing zo dicht langs de weg dat er sprake is van een street-canyon. Ook is de bebouwing beperkt qua hoogte.
-
Langs geen van de wegen is zodanige laanbeplanting geconstateerd dat er sprake is van een “bomenfactor” in CAR II termen.
De resultaten van die berekeningen staan in het volgende hoofdstukken.
ARCADIS
15
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
HOOFDSTUK
Rekenresultaten directe invloed In de hieronder gepresenteerde rekenresultaten is rekening gehouden met de zeezoutcorrectie uit de Meetregeling luchtkwaliteit 2005 horende bij het Besluit 3
luchtkwaliteit 2005. Voor de gemeente Almelo is deze correctie 3 µg/m voor het jaargemiddelde concentratie PM10. Voor de 24-uursgemiddelde concentratie fijn stof (PM10) is een vaste aftrek van 6 dagen vastgesteld voor heel Nederland.
5.1
SITUATIE 2010 Een overzicht van de berekende concentraties voor de situatie in 2010 is weergegeven in tabel 5.7 (fijn stof) en tabel 5.8 (stikstofdioxide).
Tabel 5.7
punt
Rekenresultaten fijn stof (PM10)
achtergrond
bijdrage
jaargemiddelde
aantal
concentratie
industrieterrein
concentratie
overschrijdingsdagen
3
3
3
24-uurgemiddelde
[µg/m ]
[µg/m ]
[µg/m ] 40
35 dagen
1
22.80
0.072
22.87
15
2
22.80
0.188
22.99
16
3
22.80
0.164
22.96
16
4
22.80
0.102
22.90
15
5
22.80
0.068
22.87
15
6
22.80
0.138
22.94
16
7
22.80
0.081
22.88
15
8
22.80
0.157
22.96
16
9
22.80
0.135
22.94
16
10
22.80
0.043
22.84
15
11
22.80
0.057
22.86
15
12
22.80
0.045
22.85
15
13
22.80
0.060
22.86
15
14
22.80
0.072
22.87
15
15
22.80
0.057
22.86
15
16
22.80
0.038
22.84
15
17
22.80
0.076
22.88
15
18
22.80
0.048
22.85
15
19
22.80
0.073
22.87
15
20
22.80
0.144
22.94
16
21
22.80
0.038
22.84
15
22
22.80
0.090
22.89
15
23
22.80
0.078
22.88
15
24
22.80
0.071
22.87
15
25
22.80
0.064
22.86
15
situatie 2010 Grenswaarde
3
[50 µg/m ]
ARCADIS
16
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
Tabel 5.8
26
22.80
0.060
22.86
15
27
22.80
0.084
22.88
15
28
22.80
0.089
22.89
15
29
22.80
0.094
22.89
15
30
22.80
0.038
22.84
15
punt
Rekenresultaten stikstofdioxide
achtergrond
bijdrage
jaargemiddelde
aantal
concentratie
industrieterrein
concentratie
overschrijdingen
3
3
uurgemiddelde
3
[µg/m ]
[µg/m ]
[µg/m ] 40
18 keer
1
19.70
0.156
19.86
0
2
19.70
0.427
20.13
0
3
19.70
0.363
20.06
0
4
19.70
0.242
19.94
0
5
19.70
0.172
19.87
0
6
19.70
0.311
20.01
0
7
19.70
0.209
19.91
0
8
19.70
0.379
20.08
0
9
19.70
0.319
20.02
0
10
19.70
0.109
19.81
0
11
19.70
0.144
19.84
0
12
19.70
0.114
19.81
0
13
19.70
0.152
19.85
0
14
19.70
0.180
19.88
0
15
19.70
0.144
19.84
0
16
19.70
0.100
19.80
0
17
19.70
0.190
19.89
0
18
19.70
0.120
19.82
0
19
19.70
0.177
19.88
0
20
19.70
0.342
20.04
0
21
19.70
0.095
19.80
0
22
19.70
0.201
19.90
0
23
19.70
0.198
19.90
0
24
19.70
0.177
19.88
0
25
19.70
0.159
19.86
0
26
19.70
0.150
19.85
0
27
19.70
0.206
19.91
0
28
19.70
0.221
19.92
0
29
19.70
0.232
19.93
0
30
19.70
0.096
19.80
0
(NO2) situatie 2010 Grenswaarde
3
[200 µg/m ]
3
In de situatie 2010 wordt voldaan aan de grenswaarde van 40 µg/m PM10 jaargemiddelde concentratie. Het aantal dagen dat de 24-uurgemiddeld concentratie wordt overschreden bedraagt maximaal 16 dagen en hiermee wordt voldaan aan de norm van 35 overschrijdingsdagen. 3
Ook voor stikstofdioxide wordt voldaan aan de grenswaarde van 40 µg/m jaargemiddelde concentratie. Er treden geen overschrijdingen van de uurgemiddelde concentratie voor NO2.
ARCADIS
17
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
5.2
SITUATIE 2015 Een overzicht van de berekende concentraties voor de situatie in 2015 is weergegeven in tabel 5.9 (fijn stof) en tabel 5.10 (stikstofdioxide).
Tabel 5.9
punt
Rekenresultaten fijn stof (PM10)
achtergrond
bijdrage
jaargemiddelde
aantal
concentratie
industrieterrein
concentratie
overschrijdingsdagen
3
3
3
24-uurgemiddelde
[µg/m ]
[µg/m ]
[µg/m ] 40
35 dagen
1
22.80
0.136
22.94
16
2
22.80
0.345
23.15
16
3
22.80
0.362
23.16
16
4
22.80
0.223
23.02
16
5
22.80
0.156
22.96
16
6
22.80
0.288
23.09
16
7
22.80
0.146
22.95
16
8
22.80
0.255
23.06
16
9
22.80
0.238
23.04
16
10
22.80
0.064
22.86
15
11
22.80
0.078
22.88
15
12
22.80
0.075
22.88
15
13
22.80
0.124
22.92
16
14
22.80
0.183
22.98
16
15
22.80
0.155
22.96
16
16
22.80
0.103
22.90
15
17
22.80
0.182
22.98
16
18
22.80
0.107
22.91
15
19
22.80
0.30
23.10
16
20
22.80
0.353
23.15
16
21
22.80
0.090
22.89
15
22
22.80
0.186
22.99
16
23
22.80
0.214
23.01
16
24
22.80
0.183
22.98
16
25
22.80
0.137
22.94
16
26
22.80
0.116
22.92
16
27
22.80
0.149
22.95
16
28
22.80
0.163
22.96
16
29
22.80
0.168
22.97
16
30
22.80
0.059
22.86
15
situatie 2015 Grenswaarde
3
[50 µg/m ]
ARCADIS
18
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
Tabel 5.10
punt
Rekenresultaten stikstofdioxide
achtergrond
bijdrage
jaargemiddelde
aantal
concentratie
industrieterrein
concentratie
overschrijdingen
3
3
3
uurgemiddelde
[µg/m ]
[µg/m ]
[µg/m ] 40
18 keer
1
19.90
0.334
20.23
0
2
19.90
0.808
20.71
0
3
19.90
0.847
20.75
0
4
19.90
0.559
20.46
0
5
19.90
0.405
20.31
0
6
19.90
0.668
20.57
0
7
19.90
0.370
20.27
0
8
19.90
0.611
20.51
0
9
19.90
0.601
20.50
0
10
19.90
0.213
20.11
0
11
19.90
0.219
20.12
0
12
19.90
0.196
20.10
0
13
19.90
0.293
20.19
0
14
19.90
0.431
20.33
0
15
19.90
0.384
20.28
0
16
19.90
0.264
20.16
0
17
19.90
0.457
20.36
0
18
19.90
0.268
20.17
0
19
19.90
0.715
20.62
0
20
19.90
0.806
20.71
0
21
19.90
0.224
20.12
0
22
19.90
0.457
20.36
0
23
19.90
0.528
20.43
0
24
19.90
0.443
20.34
0
25
19.90
0.344
20.24
0
26
19.90
0.288
20.19
0
27
19.90
0.356
20.26
0
28
19.90
0.401
20.30
0
29
19.90
0.438
20.34
0
30
19.90
0.186
20.09
0
(NO2) situatie 2015 Grenswaarde
3
[200 µg/m ]
3
In de situatie 2015 wordt voldaan aan de grenswaarde van 40 µg/m PM10 jaargemiddelde concentratie. Het aantal dagen dat de 24-uurgemiddeld concentratie wordt overschreden bedraagt maximaal 16 dagen en hiermee wordt voldaan aan de norm van 35 overschrijdingsdagen. 3
Ook voor stikstofdioxide wordt voldaan aan de grenswaarde van 40 µg/m jaargemiddelde concentratie. Er treden geen overschrijdingen van de uurgemiddelde concentratie voor NO2.
ARCADIS
19
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
SITUATIE 2020 Een overzicht van de berekende concentraties voor de situatie in 2020 is weergegeven in tabel 5.11 (fijn stof) en tabel 5.12 (stikstofdioxide). Tabel 5.11
punt
Rekenresultaten fijn stof (PM10)
achtergrond
bijdrage
jaargemiddelde
aantal
concentratie
industrieterrein
concentratie
overschrijdingsdagen
3
3
3
24-uurgemiddelde
[µg/m ]
[µg/m ]
[µg/m ] 40
35 dagen
1
22.80
0.207
23.01
16
2
22.80
0.467
23.27
16
3
22.80
0.665
23.47
17
4
22.80
0.613
23.41
17
5
22.80
0.803
23.60
17
6
22.80
0.817
23.62
17
7
22.80
0.618
23.42
17
8
22.80
0.752
23.55
17
9
22.80
0.515
23.32
16
10
22.80
0.241
23.04
16
11
22.80
0.175
22.98
16
12
22.80
0.181
22.98
16
13
22.80
0.280
23.08
16
14
22.80
0.419
23.22
16
15
22.80
0.410
23.21
16
16
22.80
0.262
23.06
16
17
22.80
0.382
23.18
16
18
22.80
0.215
23.02
16
19
22.80
0.462
23.26
16
20
22.80
0.436
23.24
16
21
22.80
0.155
22.96
16
22
22.80
0.288
23.09
16
23
22.80
0.407
23.21
16
24
22.80
0.419
23.22
16
25
22.80
0.385
23.19
16
26
22.80
0.394
23.19
16
27
22.80
0.502
23.30
16
28
22.80
0.487
23.29
16
29
22.80
0.393
23.19
16
30
22.80
0.190
22.99
16
situatie 2020 Grenswaarde
3
[50 µg/m ]
ARCADIS
20
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
Tabel 5.12
punt
Rekenresultaten stikstofdioxide
achtergrond
bijdrage
jaargemiddelde
aantal
concentratie
industrieterrein
concentratie
overschrijdingen
3
3
uurgemiddelde
3
[µg/m ]
[µg/m ]
[µg/m ] 40
18 keer
1
19.90
0.501
20.401
0
2
19.90
1.115
21.015
0
3
19.90
1.589
21.489
0
4
19.90
1.755
21.655
0
5
19.90
2.070
21.970
0
6
19.90
1.961
21.861
0
7
19.90
1.425
21.325
0
8
19.90
1.808
21.708
0
9
19.90
1.287
21.187
0
10
19.90
0.598
20.498
0
11
19.90
0.492
20.392
0
12
19.90
0.476
20.376
0
13
19.90
0.717
20.617
0
14
19.90
1.035
20.935
0
15
19.90
1.035
20.935
0
16
19.90
0.676
20.576
0
17
19.90
1.034
20.934
0
18
19.90
0.558
20.458
0
19
19.90
1.122
21.022
0
20
19.90
1.089
20.989
0
21
19.90
0.390
20.290
0
22
19.90
0.714
20.614
0
23
19.90
1.009
20.909
0
24
19.90
1.051
20.951
0
25
19.90
0.955
20.855
0
26
19.90
0.988
20.888
0
27
19.90
1.238
21.138
0
28
19.90
1.206
21.106
0
29
19.90
1.000
20.900
0
30
19.90
0.550
20.450
0
(NO2) situatie 2020 Grenswaarde
3
[200 µg/m ]
3
In de situatie 2015 wordt voldaan aan de grenswaarde van 40 µg/m PM10 jaargemiddelde concentratie. Het aantal dagen dat de 24-uurgemiddelde concentratie wordt overschreden bedraagt maximaal 17 dagen en hiermee wordt voldaan aan de norm van 35 overschrijdingsdagen. 3
Ook voor stikstofdioxide wordt voldaan aan de grenswaarde van 40 µg/m jaargemiddelde concentratie. Er treden geen overschrijdingen van de uurgemiddelde concentratie voor NO2.
ARCADIS
21
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
HOOFDSTUK
Rekenresultaten indirecte invloed In tabel 6.13 tot en met 6.20 worden de berekeningsresultaten voor stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) weergegeven. In de hieronder gepresenteerde rekenresultaten is rekening gehouden met de zeezoutcorrectie uit de Meetregeling luchtkwaliteit 2005 horende bij het 3
Besluit luchtkwaliteit 2005. Voor de gemeente Almelo is deze correctie 3 µg/m voor het jaargemiddelde concentratie PM10. Voor de 24-uursgemiddelde concentratie fijn stof (PM10) is een vaste aftrek van 6 dagen vastgesteld voor heel Nederland.
6.1
SITUATIE 2008 Een samenvatting van de berekende concentraties voor de autonome situatie zonder en met planrealisatie in 2008 is weergegeven in tabel 6.13 (stikstofdioxide) en tabel 6.14 (fijn stof). jaargemiddelde
Tabel 6.13
Afstand tot
wegverkeer 3
concentratie [µg/m ]
3
bijdrage [µg/m ]
Rekenresultaten stikstofdioxide
wegen
(NO2) situatie 2008 in de
Grenswaarde
40
-
autonome situatie met en
Achtergrondconcentratie
20
20
zonder RBT
H.R. Holstlaan-zuid
de wegas
zonder RBT
met RBT
zonder RBT
met RBT
13 m
-
22
-
+2
Centrale as RBT (westzijde)
6m
-
21
-
+1
Centrale as RBT (oostzijde)
6m
-
22
-
+2
Pastoor Ossestraat
6m
24
27
+4
+7
13 m
39
39
+19
+19
17 m
30
32
+10
+12
17 m
30
32
+10
+12
(tussen A35 en RBT)
H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35 A35 ten westen van de H.R. Holstlaan A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan
ARCADIS
22
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
aantal
Tabel 6.14
Overschrijdings-
Rekenresultaten fijn stof (PM10) situatie 2008 in de autonome
jaar-gemiddelde
Wegverkeer
dagen 24-
concentratie
bijdrage
uurgemiddelde
3
Afstand
situatie met en zonder RBT wegen
3
[µg/m ]
3
[µg/m ]
[50 µg/m ]
tot de
zonder
met
zonder
met
zonder
wegas
RBT
RBT
RBT
RBT
RBT
met RBT
Grenswaarde
40
-
35
Achtergrondconcentratie
23
23
-
H.R. Holstlaan-zuid
13 m
-
23
-
+0
-
16
Centrale as RBT (westzijde)
6m
-
23
-
+0
-
15
Centrale as RBT (oostzijde)
6m
-
23
-
+0
-
16
Pastoor Ossestraat
6m
24
25
+1
+2
19
19
13 m
29
29
+6
+6
35
35
17 m
24
24
+1
+1
18
18
17 m
25
26
+2
+3
21
22
(tussen A35 en RBT)
H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35 A35 ten westen van de H.R. Holstlaan A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan
Zowel in de autonome situatie zonder als met RBT wordt in 2008 voldaan aan de 3
grenswaarde van 40 µg/m voor de jaargemiddelde concentratie NO2 en PM10. Ook voor de 24-uurgemiddelde concentratie PM10 en uurgemiddelde concentratie NO2 is in 2008 voor alle wegen in alle situaties geen overschrijding van de grenswaarde geconstateerd.
6.2
SITUATIE 2010 Een samenvatting van de berekende concentraties voor de autonome situatie zonder en met planrealisatie in 2010 is weergegeven in tabel 6.15 (stikstofdioxide) en tabel 6.16 (fijn stof).
Tabel 6.15 Rekenresultaten stikstofdioxide
Jaargemiddelde
wegverkeer
concentratie
bijdrage
3
afstand tot
(NO2) situatie 2010 in de
wegen
autonome situatie met en
Grenswaarde
zonder RBT
Achtergrondconcentratie H.R. Holstlaan-zuid
de wegas
3
[µg/m ] zonder RBT
[µg/m ]
met RBT
zonder RBT
met RBT
40
-
19/20
20
13 m
-
23
-
+5
Centrale as RBT (westzijde)
6m
-
21
-
+2
Centrale as RBT (oostzijde)
6m
-
23
-
+3
Pastoor Ossestraat
6m
23
23
+3
+3
13 m
38
38
+19
+19
17 m
25
25
+6
+5
17 m
29
29
+9
+9
(tussen A35 en RBT)
H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35 A35 ten westen van de H.R. Holstlaan A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan
ARCADIS
23
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
Aantal
Tabel 6.16
overschrijdings-
Rekenresultaten fijn stof (PM10)
jaargemiddelde
wegverkeer
dagen 24-
situatie 2010 in de autonome
concentratie
bijdrage
gemiddelde
3
[µg/m ]
Afstand
situatie met en zonder RBT wegen
3
[µg/m ]
3
[50 in µg/m ]
tot de
zonder
met
zonder
met
zonder
met
wegas
RBT
RBT
RBT
RBT
RBT
RBT
Grenswaarde
40
-
35
Achtergrondconcentratie
23
23
-
H.R. Holstlaan-zuid
13 m
-
23
-
+0
-
16
Centrale as RBT (westzijde)
6m
-
23
-
+0
-
16
Centrale as RBT (oostzijde)
6m
-
23
-
+0
-
16
Pastoor Ossestraat
6m
24
24
+1
+1
17
17
13 m
28
28
+5
+5
25
25
17 m
24
24
+1
+1
17
17
17 m
25
25
+2
+2
20
20
(tussen A35 en RBT)
H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35 A35 ten westen van de H.R. Holstlaan A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan
Zowel in de autonome situatie zonder als met RBT wordt in 2010 voldaan aan de 3
grenswaarde van 40 µg/m voor de jaargemiddelde concentratie NO2 en PM10. Ook voor de 24-uurgemiddelde concentratie PM10 en uurgemiddelde concentratie NO2 is in 2010 voor alle wegen in alle situaties geen overschrijding van de grenswaarde geconstateerd.
6.3
SITUATIE 2015 Een samenvatting van de berekende concentraties voor de autonome situatie zonder en met planrealisatie in 2015 is weergegeven in tabel 6.17 (stikstofdioxide) en tabel 6.18 (fijn stof).
Tabel 6.17 Rekenresultaten stikstofdioxide
Jaargemiddelde
Wegverkeer
concetratie
bijdrage
3
3
[µg/m ]
(NO2) situatie 2015 in de
Afstand tot
autonome situatie met en
wegen
zonder RBT
Grenswaarde
de wegas
zonder
met
zonder
RBT
RBT
RBT
Achtergrondconcentratie H.R. Holstlaan-zuid
[µg/m ] met RBT
40
-
19/20
19/20
13 m
-
24
-
+5
Centrale as RBT (westzijde)
6m
-
23
-
+4
Centrale as RBT (oostzijde)
6m
-
25
-
+5
Pastoor Ossestraat
6m
22
22
+2
+2
13 m
35
35
+15
+15
17 m
24
24
+5
+5
17 m
28
28
+7
+8
(tussen A35 en RBT)
H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35 A35 ten westen van de H.R. Holstlaan A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan
ARCADIS
24
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
Aantal
Tabel 6.18
overschrijdings-
Rekenresultaten fijn stof (PM10) situatie 2015 in de autonome
Jaargemiddelde
Wegverkeer
dagen 24-
concentratie
bijdrage
gemiddelde
3
Afstand
situatie met en zonder RBT wegen
3
[µg/m ]
3
[µg/m ]
[50 µg/m ]
tot de
zonder
met
zonder
met
zonder
met
wegas
RBT
RBT
RBT
RBT
RBT
RBT
Grenswaarde
40
-
35
Achtergrondconcentratie
23
23
-
H.R. Holstlaan-zuid
13 m
-
24
-
+1
-
17
Centrale as RBT (westzijde)
6m
-
23
-
+1
-
16
Centrale as RBT (oostzijde)
6m
-
24
-
+1
-
17
Pastoor Ossestraat
6m
24
24
+1
+1
18
18
13 m
26
27
+3
+4
24
25
17 m
24
24
+1
+1
17
17
17 m
24
25
+1
+2
18
19
(tussen A35 en RBT)
H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35 A35 ten westen van de H.R. Holstlaan A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan
Zowel in de autonome situatie zonder als met RBT wordt in 2015 voldaan aan de 3
grenswaarde van 40 µg/m voor de jaargemiddelde concentratie NO2 en PM10. Ook voor de 24-uurgemiddelde concentratie PM10 en uurgemiddelde concentratie NO2 is in 2015 voor alle wegen in alle situaties geen overschrijding van de grenswaarde geconstateerd.
6.4
SITUATIE 2020 Een samenvatting van de berekende concentraties voor de autonome situatie zonder en met planrealisatie in 2020 is weergegeven in tabel 6.19 (stikstofdioxide) en tabel 6.20 (fijn stof).
Tabel 6.19
jaargemiddelde
wegverkeer
concentratie
bijdrage
Rekenresultaten stikstofdioxide
3
3
[µg/m ]
(NO2) situatie 2020 in de
Afstand tot
autonome situatie met en
wegen
zonder RBT
Grenswaarde
de wegas
zonder
met
zonder
RBT
RBT
RBT
Achtergrondconcentratie H.R. Holstlaan-zuid
[µg/m ] met RBT
40
-
19/20
19/20
13 m
-
29
-
+10
Centrale as RBT (westzijde)
6m
-
26
-
+7
Centrale as RBT (oostzijde)
6m
-
29
-
+9
Pastoor Ossestraat
6m
22
23
+2
+3
13 m
33
35
+14
+16
17 m
23
24
+4
+5
17 m
27
28
+7
+8
(tussen A35 en RBT)
H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35 A35 ten westen van de H.R. Holstlaan A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan
ARCADIS
25
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
Aantal
Tabel 6.20
overschrijdings-
Rekenresultaten fijn stof (PM10) jaargemiddelde
situatie 2020 in de autonome
Afstan
situatie met en zonder RBT
concentratie 3
d tot de wegen
wegas
wegverkeer
dagen 24-
bijdrage
gemiddelde
3
[µg/m ]
3
[µg/m ]
[50 µg/m ]
zonder
met
zonder
met
zonde
RBT
RBT
RBT
RBT
r RBT
met RBT
Grenswaarde
40
-
35
Achtergrondconcentratie
23
23
-
H.R. Holstlaan-zuid
13 m
-
24
-
+1
-
16
Centrale as RBT (westzijde)
6m
-
24
-
+1
-
17
Centrale as RBT (oostzijde
6m
-
24
-
+1
-
17
Pastoor Ossestraat
6m
23
23
+0
+0
16
17
13 m
26
27
+3
+4
23
25
17 m
24
24
+1
+1
17
17
17 m
24
25
+1
+2
19
19
(tussen A35 en RBT)
H.R. Holstlaan (ten noorden van de A35 A35 ten westen van de H.R. Holstlaan A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan
Zowel in de autonome situatie zonder als met RBT wordt in 2015 voldaan aan de 3
grenswaarde van 40 µg/m voor de jaargemiddelde concentratie NO2 en PM10. Ook voor het 24-uurgemiddelde concentratie PM10 en uurgemiddelde concentratie NO2 is in 2015 voor alle wegen in alle situaties geen overschrijding van de grenswaarde geconstateerd.
ARCADIS
26
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
HOOFDSTUK
Cumulatie directe en indirecte invloed In dit hoofdstuk wordt de directe invloed (bedrijven) en indirecte invloed (autonome situatie met RBT) gecumuleerd langs maatgevende wegen voor 2010, 2015 en 2020. In tabel 7.21 tot en met 7.26 worden de berekeningsresultaten voor stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) weergegeven. In de hieronder gepresenteerde rekenresultaten is rekening gehouden met de zeezoutcorrectie uit de Meetregeling luchtkwaliteit 2005 horende bij het Besluit 3
luchtkwaliteit 2005. Voor de gemeente Almelo is deze correctie 3 µg/m voor het jaargemiddelde concentratie PM10. Voor de 24-uursgemiddelde concentratie fijn stof (PM10) is een vaste aftrek van 6 dagen vastgesteld voor heel Nederland.
7.1
SITUATIE 2008 Voor het jaar 2008 wordt er nog geen significante bijdrage aan de luchtkwaliteit verwacht door de directe hinder van het bedrijventerrein. Er zullen in 2008 nog weinig percelen zijn uitgegeven, van de uitgegeven percelen zullen ook pas een beperkt aantal in gebruik zijn genomen. Daarom bestaat de hinder voor het 2008 voornamelijk uit de indirecte hinder door de verkeersaantrekkende werking.
7.2
SITUATIE 2010 Een samenvatting van de cumulatie van de concentraties in 2010 is weergegeven in tabel 7.21 (stikstofdioxide) en tabel 7.22 (fijn stof).
Tabel 7.21 Cumulatie directe en indirecte
weg
invloed stikstofdioxide (NO2)
achtergrond
bijdrage
bijdrage
jaargemiddelde
aantal
concentratie
bedrijven
wegverkeer
concentratie
overschrijdingen
met RBT
(totaal)
3
3
[µg/m ]
[µg/m ]
Pastoor Ossestraat
20
H.R. Holstlaan
situatie 2010
3
3
uurgemiddelde
[µg/m ]
[µg/m ] 40
18 keer
0.209
3
23.21
0
20
0.159
19
39.16
0
20
0.427
5
25.43
0
20
0.379
9
29.38
0
Grenswaarde
(ten noorden van de A35) A35 ten westen van de H.R. Holstlaan A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan
ARCADIS
27
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
Tabel 7.22
langs weg
Cumulatie directe en indirecte
achtergrond concentratie
bijdrage bedrijven
invloed fijn stof (PM10) situatie 2010
bijdrage
jaargemiddelde
aantal overschrijdings-
wegverkeer
concentratie
met RBT
(totaal)
uurgemiddelde
40
35
Grenswaarde
dagen 24-
Pastoor Ossestraat
23
0.081
1
24.08
18
H.R. Holstlaan
23
0.064
5
28.06
26
23
0.188
1
24.19
18
23
0.157
2
25.16
20
(ten noorden van de A35) A35 ten westen van de H.R. Holstlaan A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan
De cumulatie van directe en indirecte invloed voldoet aan de grenswaarde van 40 µg/m
3
voor de jaargemiddelde concentratie NO2 en PM10. Ook voor de 24-uurgemiddelde concentratie PM10 en uurgemiddelde concentratie NO2 is in 2010 voor alle wegen geen overschrijding van de grenswaarde geconstateerd.
7.3
SITUATIE 2015 Een samenvatting van de cumulatie van de concentraties in 2015 is weergegeven in tabel 7.23 (stikstofdioxide) en tabel 7.24 (fijn stof).
Tabel 7.203
weg
Cumulatie directe en indirecte
bijdrage
bijdrage
jaargemiddelde
aantal
bedrijven
wegverkeer
concentratie
overschrijdingen
met RBT
(totaal)
3
3
[µg/m ]
[µg/m ]
Pastoor Ossestraat
20
H.R. Holstlaan
invloed stikstofdioxide (NO2) situatie 2015
achtergrond concentratie
3
3
uurgemiddelde
[µg/m ]
[µg/m ] 40
18 keer
0.370
5
25.37
0
20
0.344
15
35.34
0
20
0.847
5
25.85
0
20
0.611
8
28.61
0
achtergrond
bijdrage
bijdrage
jaargemiddelde
Grenswaarde
(ten noorden van de A35) A35 ten westen van de H.R. Holstlaan A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan
Tabel 7.214
langs weg
Cumulatie directe en indirecte
concentratie
bedrijven
invloed fijn stof (PM10) situatie 2015
aantal overschrijdings-
wegverkeer
concentratie
met RBT
(totaal)
uurgemiddelde
40
35
Grenswaarde
dagen 24-
Pastoor Ossestraat
23
0.146
1
24.15
18
H.R. Holstlaan
23
0.137
4
27.14
24
23
0.362
1
24.36
19
23
0.255
2
25.26
20
(ten noorden van de A35) A35 ten westen van de H.R. Holstlaan A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan
ARCADIS
28
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
De cumulatie van directe en indirecte invloed voldoet aan de grenswaarde van 40 µg/m
3
voor de jaargemiddelde concentratie NO2 en PM10. Ook voor de 24-uurgemiddelde concentratie PM10 en uurgemiddelde concentratie NO2 is in 2015 voor alle wegen geen overschrijding van de grenswaarde geconstateerd.
7.4
SITUATIE 2020 Een samenvatting van de cumulatie van de concentraties in 2020 is weergegeven in tabel 7.25 (stikstofdioxide) en tabel 7.26 (fijn stof).
Tabel 7.22 Cumulatie directe en indirecte
weg
invloed stikstofdioxide (NO2)
achtergrond
bijdrage
bijdrage
jaargemiddelde
aantal
concentratie
bedrijven
wegverkeer
concentratie
overschrijdingen
met RBT
(totaal)
3
[µg/m ]
situatie 2020
3
[µg/m ]
3
[µg/m ]
Grenswaarde
3
[µg/m ]
uurgemiddelde
40
18 keer
Pastoor Ossestraat
20
1.425
2
22.43
0
H.R. Holstlaan
20
0.955
14
34.96
0
20
1.589
4
25.59
0
20
1.808
7
28.81
0
achtergrond
bijdrage
bijdrage
jaargemiddelde
(ten noorden van de A35) A35 ten westen van de H.R. Holstlaan A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan
Tabel 7.23
langs weg
Cumulatie directe en indirecte
concentratie
bedrijven
invloed fijn stof (PM10) situatie 2020
aantal overschrijdings-
wegverkeer
concentratie
met RBT
(totaal)
uurgemiddelde
40
35
Grenswaarde
dagen 24-
Pastoor Ossestraat
23
0.618
0
23.62
17
H.R. Holstlaan
23
0.394
4
27.39
25
23
0.665
1
24.67
19
23
0.752
2
25.75
21
(ten noorden van de A35) A35 ten westen van de H.R. Holstlaan A35 ten oosten van de H.R. Holstlaan
De cumulatie van directe en indirecte invloed voldoet aan de grenswaarde van 40 µg/m
3
voor de jaargemiddelde concentratie NO 2 en PM10. Ook voor de 24-uurgemiddelde concentratie PM10 en uurgemiddelde concentratie NO2 is in 2020 voor alle wegen geen overschrijding van de grenswaarde geconstateerd.
ARCADIS
29
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
HOOFDSTUK
Samenvatting en conclusie In het kader van het bestemmingsplan “Regionaal Bedrijventerrein Twente” te Almelo is door Arcadis een onderzoek uitgevoerd naar de verspreiding van fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) als gevolg van de ontwikkeling van het bedrijventerrein. De invloed van het bedrijventerrein op de luchtkwaliteit is opgedeeld in twee onderdelen. De activiteiten op het bedrijventerrein hebben een directe invloed op de luchtkwaliteit in de omgeving van het terrein. Het gaat hierbij om de bedrijfsactiviteiten en de ondersteunende processen (intern transport, ontstoffing/afzuiging/ventilatie en opslag gerelateerd). Daarnaast heeft de verkeersaantrekkende werking van de bedrijven een indirecte invloed op de luchtkwaliteit langs de ontsluitingswegen (zowel personenvervoer als aan- en afvoer van grond- en hulpstoffen en producten). Het onderzoek is voor de volgende situaties uitgevoerd: Directe invloed: van bedrijventerrein in 2010, 2015 en 2020 voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) met gefaseerd invulling van het RBT. Indirecte invloed: realisatie jaar (2008) en de autonome ontwikkeling voor de jaren 2010, 2015 en 2020 met en zonder het plan RBT. Directe invloed Uit het onderzoek blijkt dat de concentratiebijdrage fijn stof en stikstofdioxide als gevolg van de realisatie van RBT gering toeneemt op de grens van het industrieterrein. Ten aanzien van stikstofdioxide en fijn stof wordt met de realisatie van Regionaal Bedrijventerrein Twente in alle situaties voldaan aan de eisen die gesteld worden in het Besluit Luchtkwaliteit 2005. Indirecte invloed Uit de vergelijking van de autonome situatie met en zonder realisatie van RBT blijkt dat de concentratie fijn stof en stikstofdioxide langs de ontsluitingswegen beperkt toeneemt. Ten aanzien van stikstofdioxide en fijn stof wordt met de realisatie van Regionaal Bedrijventerrein Twente in alle situaties voldaan aan de eisen die gesteld worden in het Besluit Luchtkwaliteit 2005. Cumulatie directe en indirecte invloed Langs de maatgevende ontsluitingswegen is de concentratie fijn stof en stikstofdioxide gecumuleerd. Ook de cumulatie leidt niet tot overschrijding van de grenswaarden die gesteld worden in het Besluit Luchtkwaliteit.
ARCADIS
30
LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK
De gunstige metingen van de achtergrondconcentratie in 2005 door RIVM en harde maatregelen van "prinsjesdag" (extra maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit in Nederland) heeft geleid tot meer "luchtruimte" voor de ontwikkelingen.
ARCADIS
31