Luttenbergstraat2 Postbus 10078 8000 GBZwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl
[email protected]
PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Provinciale Statenvan Overijss<ji Reg n r "p&/2x> I O / I I Q 8 Postbus 10078 8000 GB ZWOLLE Dat. 2 9 NOV 2010 ontv.: Routing
RABOZwolle 397341121 I n l i c h t i n g e n bij
a.d.
dhr. M.N.L Klappe telefoon 038 499 74 47
[email protected]
Bijl.:
Jaarprogramma Vergunningverlening enHandhaving 2011.
Datum 16.11.2010 Kenmerk
Toezending aanProvinciale Staten metoogmerk: [X] ter informatie [ ] anders, enwel:
2010/0206759 Pagina
1
Bijlagen I. Jaarprogramma VV HH2011(teraadplegen viawww.overijssel.nl/sis eia»1igtterinzage bij de receptie van hetProvinciehuis) Wij bieden uterkennisname het Jaarprogramma Vergunningverlening enHandhaving 2011 (digitaal) aan. Opgrond vanhetBesluit omgevingsrecht dient jaarlijkseen uitvoeringsprogramma teworden opgesteld waarin hethandhavingsbeleid isuitgewerkt. Uit dit besluit volgt datopeen openbare entransparante wijze inzicht wordt verschaft indewijze waarop prioriteiten worden gesteld. Ditdient vervolgens opeen voldoende detailniveau terug te komen indeprogrammering van deverschillende activiteiten. Het voorliggende Jaarprogramma Vergunningverlening enHandhaving 2011 geeft een invulling aan dit besluit en isopgemaakt opbasis van deprogramma- enproductbegroting 2011. Ten opzichte van vorig jaar springen metname deveranderingen tenaanzien van de invoering van deWet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Natuurbeschermingswet (Nbw) eruit. Hetprogramma isopbeide punten aangepasten aangevuld. De Wabo heeft vooral consequenties indewijze waarop detaken uitgevoerd moeten worden. De Nbw vraagt extra inspanningen voor zowel het tijdig verlenen vanalle aangevraagde vergunningen als ophet toezicht en deeventuele handhaving opdeze vergunningen. Ook iserextra aandacht voor het toezicht opasbestsaneringen ennazorg van beheeraspecten na afloop van saneringen. Voor asbest komt deze extra aandacht voort uitdegrootschalige saneringen dieerin2011 bijwegen inOverijssel plaats vinden envoor de extra aandacht voor nazorg komt mede voort uitvragen van deRekenkamer Oost over ditonderwerp.
provincie Datum verzending
2 9.NOV 2010
r
l §S f Cf%
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving.
Met de uitvoering van dit jaarprogramma verwacht de provincie dat de naleving van wet- en regelgeving nog verder aangescherpt wordt met als uiteindelijk doel een gezonde leefomgeving In de provinciej Gedepub
voorzitter.
secretaris,
Datum
16.11.2010 Kenmerk
2010/0206759 Pagina
2
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011 Stimuleren van de naleving door Vergunningverlening, toezicht en handhaving
November 2010
Colofon
Datum
15 november 2010 Auteur
dhr. W.A. Vliek en dhr. M.N.L. Klappe Oplage
Project/kenmerk
Inlichtingen bij
dhr. J. Jennekens (adjuncthoofd eenheid Economie, Milieu en Toerisme) dhr. M.N.L. Klappe (handhaving) e-mail:
[email protected] telefoon: 038 499 7447 dhr. W.A. Vliek (vergunningverlening) e-mail:
[email protected] telefoon: 038 499 7689 Adresgegevens
Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 www.overijssel.nl
[email protected]
Voorwoord Voor u ligt het integrale Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011, gericht op het stimuleren van de naleving door middel van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Dit Jaarprogramma geeft onderbouwd aan op welke activiteiten in de vergunningverlening, het toezicht en handhaving, het dagelijks bestuur van de provincie in 2011 de nadruk legt. Voor de vergunningverlening ligt de prioriteit bij het goed en tijdig vergunnen van activiteiten waarvoor de provincie bevoegd gezag is en het kwalitatief goed en tijdig adviseren van gemeenten bij het verlenen van omgevingsvergunningen. Bij de uitvoering van onze toezichtstaken kiezen wij voor het uitvoeren van het toezicht op een risico-georiënteerde wijze. Dit betekent dat activiteiten die risicovol en bestuurlijk of maatschappelijk belangrijk zijn, prioriteit krijgen. De prioritering bepaalt uiteindelijk de verdeling van de inzet van de beschikbare mensuren. Het programma geeft aan welke keuzes zijn gemaakt en welke resultaten verwacht kunnen worden. Het Jaarprogramma 2011 is daarom te beschouwen als de integrale concretisering van de programmaen productbegroting op activiteitenniveau. Daarnaast voldoet het programma voor het onderdeel ‘handhaving’ aan de eisen zoals die hieraan werden gesteld in het Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer en nu gesteld worden in de opvolger daarvan, het Besluit omgevingsrecht (BOR). Het afgelopen jaar zijn de Wet algemene bepalingen omgevingsvergunning (WABO) en de Waterwet van kracht geworden. Dit heeft invloed op een groot deel van de taken zoals de provincie deze uit dient te voeren in het kader van de verschillende omgevingswetten. Dit Jaarprogramma is daar volledig op ingericht. Gedeputeerde Staten van Overijssel
Inhoudsopgave Jaarprogramma Naleving 2011
1 1.1 1.2
Inleiding Aanleiding en doel Leeswijzer
6 6 6
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.2 2.2.1 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.4 2.5
Vergunningverlening, toezicht en handhaving Organisatie vergunningverlening, toezicht en handhaving WABO Regionale Uitvoerings Diensten (RUD’s) Vergunningverlening Adequaat niveau vergunningverlening Toezicht en handhaving Risicogericht werken Toezicht en handhaving voor de nieuwe Wabo-taken Toezichtessenties 2011 Nalevingstrategie Wat gaan we in 2011 doen?
7 7 7 8 8 8 10 11 11 12 13 14
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Programma Natuur en duurzaamheid Uitvoering Vergunningverlening WABO Uitvoering Handhaving WABO Uitvoering Wet luchtvaart Uitvoering groene wetgeving Uitvoering Bodemsanering door derden Uitvoering Repressieve handhaving
15 15 16 16 17 20 20
4 4.1
Programma Kwaliteit leefomgeving Uitvoering Ontgrondingen
21 21
5 5.1 5.2
Programma Water Uitvoering Integraal waterbeheer Uitvoering Grondwaterbeheer
22 22 23
6 6.1 6.2 6.3
Ontwikkelingen en projecten in 2011 Organisatiebrede projecten Projecten vergunningverlening Projecten handhaving
25 25 26 27
7 7.1 7.2
Beschikbare capaciteit Team vergunningverlening Team handhaving
28 28 28
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3
Producten Vergunningverlening Producten en risicomatrix handhaving en toezicht Achtergrond risicomatrix
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
5
1
Inleiding
Dit hoofdstuk beschrijft de aanleiding en het doel van het Jaarprogramma 2011. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de context van het Jaarprogramma en is een leeswijzer opgenomen.
1.1
Aanleiding en doel De wetgever heeft qua vergunningverlening, toezicht en handhaving verschillende taken toebedeeld aan Gedeputeerde Staten. Binnen het College van Gedupeerde Staten zijn de verantwoordelijkheden voor deze taken gesplitst; zo zijn er verschillende portefeuillehouders verantwoordelijk voor vergunningverlening en is er een aparte portefeuillehouder verantwoordelijk voor toezicht en handhaving4. Om deze taken goed te kunnen uitvoeren, werkt ons college met een risicogeoriënteerde benadering op basis waarvan keuzes gemaakt kunnen worden over de inzet van schaarse middelen (tijd en geld). Dit Jaarprogramma schetst het takenpakket en maakt duidelijk welke doelen zijn gesteld en welke keuzes zijn gemaakt op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het programma heeft als doel: • inzicht te geven in de (risicogerichte) uitwerking van het beleid in de programmering en uitvoering op het gebied van vergunningverlening en handhaving; • inzicht te geven in relevante nieuwe ontwikkelingen en projecten; • invulling te geven aan de kwaliteitseisen voor handhaving vereisten zoals die sinds 1 oktober 2010 geregeld zijn in het BOR. Kort gezegd geeft het Jaarprogramma aan wat de provincie wel doet en wat de provincie niet doet. De geplande werkzaamheden in 2011 zijn ondermeer gebaseerd op evaluatie van de resultaten in 2010. De verantwoording over de bereikte resultaten uit het Jaarprogramma vindt plaats in het jaarlijks op te stellen provinciale jaarverslag (jaarrekening) en tussentijds via de bestuursrapportage.
1.2
Leeswijzer Dit Jaarprogramma begint in hoofdstuk 2 met de achtergrond van wat vergunningverlening, toezicht en handhaving inhoudt voor de provincie. In de daarop volgende hoofdstukken wordt de lijn van het provinciale beleidsprogramma gevolgd en komen achtereenvolgens de producten van het programma Natuur en Duurzaamheid (hoofdstuk 3), het programma Kwaliteit Leefomgeving (hoofdstuk 4) en het programma Water (hoofdstuk 5) aan bod. In hoofdstuk 6 volgt een overzicht van de aan vergunningverlening en handhaving gerelateerde projecten in 2011. Tenslotte is in hoofdstuk 7 een overzicht opgenomen van de benodigde en beschikbare directe uren voor vergunningverlening, toezicht en handhaving.
4
6
In de Productbegroting 2011 is per product de verantwoordelijke portefeuillehouder aangeduid.
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
2
Vergunningverlening, toezicht en handhaving
2.1
Organisatie vergunningverlening, toezicht en handhaving Sinds 2009 wordt gewerkt met één team Vergunningverlening en één team Handhaving voor het gehele takenpakket van de provincie. Het komende jaar zal deze organisatie-indeling worden doorgezet en zijn deze teams verantwoordelijk voor de uitvoering van de provinciale taken op gebied van: • Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO); • de Wet milieubeheer; • de Drank- en horecawet (voor die gevallen waarbij gemeenten exploitant van de inrichting zijn); • de Wet bodembescherming (alleen toezicht en handhaving); • de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden; • de Ontgrondingenwet; • de Waterwet; • de Omgevingsverordening Overijssel 2010, voor het onderdeel grondwaterbescherming; • de Natuurbeschermingswet; • de Flora- en faunawet; • de Boswet; • de Natuurschoonwet; • de Wet luchtvaart.
2.1.1
WABO
De Wabo is op 1 oktober 2010 in werking getreden. Met deze wet worden vele wetten die met de omgeving te maken hebben samengevoegd. Doel van deze wet is de eenduidigheid in regelgeving en lastenvermindering. Een bedrijf kan nu bij oprichting met één aanvraag bijna alle benodigde vergunningen regelen. Het is aan het bevoegde gezag om te zorgen dat de coördinatie tussen al de onderliggende belangen wordt geregeld. De meeste bedrijven van de provincie Overijssel gaan qua bevoegdheid voor de WABO over naar de gemeente. Daar zal de coördinatie plaats moeten gaan vinden. Voor ongeveer 60 bedrijven is de provincie Overijssel zelf het coördinerende bevoegde gezag. Dit betekent overigens niet dat de provincie Overijssel geen bemoeienis meer heeft met alle bedrijven die worden overgedragen. Vergunningverlening zal op basis van deze wet een Verklaring Van Geen Bedenkingen (VVGB) af gaan geven voor het milieudeel (Wm) en het natuurdeel (Nbwet) van de door de gemeente af te geven vergunning. De VVGB kan gezien worden als een vergunning die de gemeente verplicht is integraal over te nemen in het formele document. Toezicht en Handhaving zal voor al deze overgedragen bedrijven wel gewoon bij de provincie Overijssel blijven. Deze situatie zal naar verwachting in ieder geval voortduren tot aan de landsdekkende oprichting van Regionale Uitvoerings Diensten (RUD’s).
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
7
2.1.2
Regionale Uitvoerings Diensten (RUD’s)
Naar aanleiding van het rapport van de commissie Mans is in Nederland onderzoek gestart naar de mogelijkheden om landsdekkend RUD’s op te richten. Hierin zullen alle hoogspecialistische, laagfrequente taken van het vergunnen, toezicht houden en de handhaving van alle omgevingswetten terecht moeten komen. Dit ingrijpende proces zou op 1 januari 2012 afgerond moeten zijn. In Overijssel wordt gekeken naar mogelijkheden om te komen tot samenwerkingsverbanden. Insteek is het uiteindelijk volledig meedoen van vergunningverlening, toezicht en handhaving in een provincie brede RUD. In eerste aanleg lijken de huidige ontwikkelingen zich te beperken tot toezicht en handhaving via een netwerk RUD. In dit Jaarplan wordt voor de daadwerkelijke uitvoering in 2011 nog geen rekening gehouden met deze pilots. Wel bestaat de mogelijkheid om op basis van de uitgangspunten van dit plan mee te draaien in de pilotprojecten die er naar verwachting gaan draaien.
2.2
Vergunningverlening De provincie heeft de verplichting om een aanvraag voor een vergunning in behandeling te nemen en te onderzoeken of eventueel, door het stellen van voorwaarden of beperkingen, een vergunning kan worden verleend. Doelstelling vergunningverlening De provincie stelt zich ten doel op adequate wijze vergunningen te verlenen en wil hierin pro-actief zijn. Niet het afdwingen van maatregelen dient in het vergunningverleningsproces centraal te staan, maar het door de vergunninghouder, of -aanvrager nemen van zijn verantwoordelijkheid voor het bereiken van een duurzame samenleving. Dit met het doel de vergunninghouder of -aanvrager ertoe te bewegen zijn prestatie te verbeteren en de mate van spontane naleving te vergroten. De provincie blijft de vergunninghouders wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid voor een goede naleving van wet- en regelgeving. Daarnaast zal er extra aandacht voor energieverbruik bij het verlenen van vergunningen zijn.
2.2.1
Adequaat niveau vergunningverlening
Actualiteit vergunningverlening De burgers en bedrijven die een vergunning aanvragen, mogen van de provincie een goede en deskundige dienstverlening verwachten. Dat betekent dat nieuwe regels en normen zo spoedig mogelijk worden geïmplementeerd in vergunningen. Daardoor moeten burgers en bedrijven er op kunnen vertrouwen dat zij door naleving van die regels ook aan de landelijke eisen voldoen. Ook omwonenden moeten hierop kunnen vertrouwen. Vergunningen moeten daarom zoveel mogelijk actueel zijn. Wij streven daarom naar een 100% actueel vergunningenbestand. Gezien de mutatiegraad van de regels onder de Wabo (Wet milieubeheer) zal het niet altijd mogelijk zijn elke wijziging in wet- en regelgeving direct te vertalen naar de vergunningen. Wij zorgen er wel voor dat elke omgevingsvergunning (onderdeel milieu) in ieder geval eenmaal in de 5 jaar wordt doorgelicht en geactualiseerd. Bij risicobedrijven hanteren wij een 100% actualiteitsdoelstelling, deze vergunningen worden jaarlijks geactualiseerd.
8
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
Actualiteit verleende vergunningen
2010
2011
Percentage van verleende vergunningen/ ontheffingen/ VVGB’s dat actuele
100%
100%
80%
80%
regels bevat voor de: •
Waterwet
•
Omgevingsverordening Overijssel 2009, onderdeel grondwaterbescherming
•
Ontgrondingenwet
•
Flora- en faunawet
•
Natuurbeschermingswet
•
Wet milieubeheer (veiligheidsvoorschriften risicobedrijven)
•
Wet luchtvaart
•
Boswet
Percentage van verleende vergunningen dat actuele regels bevat voor de: •
Wet Milieubeheer (overige inrichtingen)
Tijdigheid vergunningverlening Voortvarende behandeling van een vergunningaanvraag betekent dat de aanvraag ten minste binnen de wettelijke termijn wordt afgedaan. Door de afhankelijkheid van derden, wijziging van weten regelgeving tijdens de behandeling en andere externe oorzaken, is het soms erg lastig om deze termijn te halen. Een nieuwe werkwijze bij het team vergunningverlening, gebruik van standaarden en strakke afspraken met adviserende instanties hebben in 2009 uitgewezen dat een 100% tijdigheid van vergunningverlening realiseerbaar is. Tijdigheid verleende vergunningen
2010
2011
Percentage beschikkingen binnen de wettelijke termijn voor de:
100%
100%
•
Grondwaterwet
•
Ontgrondingenwet
•
Natuurbeschermingswet
•
Flora- en Faunawet
•
Omgevingsverordening Overijssel 2009, onderdeel
•
Wet Bodembescherming
•
Wet milieubeheer (Ontbrandingstoestemmingen Vuurwerkbesluit en Wet
grondwaterbescherming
geluidhinder, vaststelling hogere grenswaarde) •
Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden
•
Wet Milieubeheer (overig)
80%
In een Dienstverleningsovereenkomst zijn afspraken gemaakt met gemeenten en waterschappen in het kader van de samenwerking met betrekking tot het verlenen van WABO vergunningen. Door deze overeenkomst zijn afspraken vastgelegd over het gebruik van elkaars deskundigheid, kwaliteitsniveau en snelheid. Beslissen op Wabo-aanvragen voor zaken als bouw, kap, sloop, gebruik, indirecte lozing etc. worden daardoor ondersteund door goed advies van gemeenten en waterschappen.
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
9
2.3
Toezicht en handhaving Het team Handhaving werkt met vier zogenaamde kenniscentra: • Buitengebied: deze bevat naast de groene taken ook het toezicht op illegaliteiten, buiten zwemwater en gesloten stortplaatsen. Door de ogen van een rondrijdende toezichthouder voor meerdere taken te benutten heeft dit kenniscentrum een signalerende taak voor de andere kenniscentra; • Keten: deze bevat de gehele keten van grondstromen en aanverwante artikelen. Zowel de controle op saneringen, vervoer, opslag, handel als verwerking in werken van grondstromen en aanverwante stromen vallen hier binnen; • Inrichtingen: de Wm-inrichtingen met al hun aspecten, die niet onder “Bodem” vallen, vallen binnen dit kenniscentrum. • Bestuursrechtelijke handhaving: Daar waar de nalevingstrategie niet tot naleving heeft geleid via prettige manieren wordt via dit kenniscentrum uiteindelijk naleving afgedwongen. Doelstelling en handhavingskader De missie van de provincie is om zoveel mogelijk norm-conform gedrag te bewerkstelligen. Op grond van onze nalevingsstrategie zetten wij hiervoor vier verschillende instrumenten in: beleid, communicatie, preventie (toezicht) en handhaving. In paragraag 2.3.1 gaan wij nader in op de nalevingsgerichte manier van werken van de provincie. Hieronder gaan wij eerst in op het instrument handhaving. • •
Toezicht: activiteiten ter bevordering van normconform gedrag (naleving) zonder dat er vermoedens vooraf bestaan van een overtreding of een onverantwoorde situatie (preventieve controles). Handhaving: alle activiteiten die worden uitgevoerd naar aanleiding van handelingen in strijd met de wet- en regelgeving of vergunningvoorschriften. Hieronder vallen het uitvoeren van hercontroles, opleggen van dwangsommen, uitvoering bestuursdwang, strafrechtelijk optreden etc (repressieve controles).
Toezicht Specifiek voor toezicht wordt gewerkt op basis van ‘toezichtplannen’ per branche of doelgroep. In deze toezichtplannen zijn keuzes gemaakt welke relevante omgeving- en veiligheidsaspecten worden gecontroleerd. Deze relevante milieu- en veiligheidsaspecten noemen wij toezichtessenties. De toezichtessenties zien dus toe op de meest relevante risicogebieden (essenties) van de branche of doelgroep. Een voorbeeld van een toezichtessentie bij de zwembadbranche is de op een veilige manier toediening van chemicaliën bij elke zwembad. Binnen de afvalbranche zijn bijvoorbeeld de bodembeschermende voorzieningen een toezichtessentie. Op basis van deze toezichtplannen worden de preventieve controles ingepland en uitgevoerd. Het toezichtplan is voor het toezicht, maar ook voor vergunningverlening een hulpmiddel om gestructureerd te werken en de maatregelen af te stemmen op de aard van het bedrijf of de branche. Daarom kan het toezichtplan ook worden gebruikt voor vergunningverlening en andere preventieve of communicatieve maatregelen. Naar aanleiding van klachten, incidenten en vastgestelde overtredingen worden in dien nodig repressieve controles uitgevoerd. Handhaving van regelgeving is een onmisbaar instrument bij de realisatie van norm-conform gedrag. Bij overtreding van een wettelijk voorschrift hebben wij op grond van de vaste jurisprudentie van de Raad van State de plicht om handhavend op te treden. Het optreden tegen wettelijke en provinciale overtredingen dient te geschieden op grond van de "Handhavingsstrategie voor gecombineerde handhaving in de provincie Overijssel". Deze handhavingsstrategie is geëvalueerd in het kader van de handhavingssamenwerking in Overijssel en in aangepaste vorm in 2010 vastgesteld. De aanpassing betreft een vereenvoudiging van het beslisschema en het verbreden van de termen tot alle omgevingswetten. In de handhavingsstrategie wordt ook verwezen naar het landelijke beleidskader inzake gedogen, waarin is opgenomen dat gedogen slechts in uitzonderingsgevallen aanvaardbaar is. Illegale situaties kunnen pas worden gedoogd na een zorgvuldige afweging van de verschillende belangen.
10
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
2.3.1
Risicogericht werken
De provincie werkt bij haar toezicht- en handhavingstaken volgens een integrale en risicogerichte aanpak. Deze werkwijze is vastgelegd in het schakeldocument "Overijsselse kijk op vergunningverlening en handhaving". Branches met een hoog risico worden intensiever gecontroleerd dan de branches met een gemiddeld risico, die op hun buurt weer meer 'controletijd' krijgen dan de branches met een klein of zeer klein risico. Een toezichtcontrole richt zich primair op specifiek per branche of inrichting gedefinieerde risicogebieden (essenties). Toezichtessenties zijn dus de belangrijkste aspecten die moeten worden beschermd. Het toezicht door de provincie richt zich daarom dan ook specifiek op de toezichtessenties. Naast de risico-georiënteerde benadering worden bedrijven / locaties individueel op hun naleefgedrag en naleefmotivatie getoetst. De bedrijven / locaties worden daarbij met betrekking tot het naleefgedrag verdeeld over drie groepen: Koplopers, middenmoters en achterblijvers. De mate waarin een bedrijf de regelgeving spontaan naleeft heeft invloed op de groep waarin het bedrijf geplaatst wordt. De naleefmotivatie wordt gebruikt voor analyses om de juiste instrumenten in te zetten. Bij een koploper worden wel dezelfde essenties gecontroleerd maar minder in detail. De tijd die nodig is om de controle uit te voeren is daardoor lager dan bij de andere twee groepen. Door het vertrouwen dat het bedrijf heeft waargemaakt kunnen we dit ook doen met een geringe kans om bestuurlijke risico’s te lopen. De achterblijver daarentegen heeft kennelijk meer aanmoedigingen nodig om zich aan de regelgeving te houden. Dit kost extra tijd omdat de essenties meer in detail gecontroleerd moeten worden. Actuele ontwikkelingen kunnen een belangrijke rol spelen in herijking van de prioritering. Voor het vaststellen van de risico's is gebruik gemaakt van een risicomatrix, die is ontwikkeld door het Expertisecentrum Rechtshandhaving van het Ministerie van Justitie en is aangepast op de situatie in Overijssel. In de bijlage is de huidige risicomatrix en een toelichting daarop opgenomen.
2.3.2
Toezicht en handhaving voor de nieuwe Wabo-taken
Voor de provinciale bedrijven die door de Wabo onder het bevoegd gezag van de gemeente zijn komen te vallen, houdt de provincie haar handhavingstaak voor het onderdeel milieu, inclusief de indirecte afvalwaterlozing. Afstemming met de gemeente en het waterschap bij (repressieve) handhaving is daarbij van belang want de gemeente is ook bevoegd. In de dienstverleningsovereenkomst is afgesproken dat de provincie gezien haar expertise de leiding houdt op het gebied van milieutoezicht. Voor de provinciale IPPC- en BRZO-bedrijven moet de provincie de volledige omgevingsvergunning verlenen en handhaven. Dus ook aspecten als bouw, kap, sloop, gebruik en indirecte lozingen, welke voorheen door gemeenten en waterschappen werden afgehandeld, behoren nu tot de provinciale toezichtstaak. Hiervoor zijn met de Overijsselse gemeenten en waterschappen afspraken gemaakt voor ondersteuning/advisering. In de ‘Wabo Dienstverleningsovereenkomst Overijssel’ is overeengekomen dat gemeenten en waterschappen toezicht op die taken blijven uitvoeren voor de provincie, en zullen adviseren over eventuele repressieve trajecten. In de DVO en verdere werkafspraken is o.m. overeengekomen dat partijen de Overijsselse Handhavingstrategie volgen en dat in principe het landelijke protocol voor Bouw- en Woningtoezicht wordt gehanteerd. Adviserende partijen hanteren verder in beginsel hun eigen beleid- en programmering. Daarom wordt hierop in hoofdstuk 3 niet nader ingegaan. Verdere verkenningen op welke wijze de uitvoeringsprogramma’s op elkaar afgestemd kunnen worden staan wel op het programma. Daarbij wordt onderzocht waar de mogelijkheden liggen voor gezamenlijk/integraal/signaaltoezicht. Overigens is dat niet geheel nieuw: voor enkele bedrijven is dit nu ook al praktijk. Dit komt tevens in de samenwerking die ontstaat richting RUD aan de orde.
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
11
2.3.3
Toezichtessenties 2011
Toezicht en handhaving In oktober 2009 heeft de eenheid EMT een bedrijvenmiddag georganiseerd. Tijdens deze middag is samen met de bedrijven van verschillende branches gediscussieerd over de toezichtessenties die gecontroleerd gaan worden in de komende jaren. Mede naar aanleiding van de uitkomsten van deze middag zijn de toezichtessenties over 2011 vastgelegd in de toezichtplannen en vastgesteld. Hieronder is een tabel opgenomen waarin is aangegeven welke percentage van de in de toezichtplannen aangewezen toezichtessenties wij van plan zijn te controleren. Toezicht naleving wet- en regelgeving: percentage van in
2010
2011
toezichtessenties voor de Wet Milieubeheer
100%
100%
toezichtessenties voor de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en
100%
100%
toezichtessenties bij de Boswet
100%
100%
toezichtessenties bij de Flora- en faunawet
100%
100%
toezichtessenties bij Natuurbeschermingswet
100%
100%
toezichtplannen voor 2011 aangewezen
zwemgelegenheden
toezichtessenties bij de Wet bodembescherming
100%
100%
toezichtessenties bij de Ontgrondingenwet
100%
100%
toezichtessenties bij de Grondwaterwet
100%
100%
5
toezichtessenties bij de Wet Luchtvaart controles in het kader van de uit Europese verplichtingen volgende E-prtr
6
controles in het kader van de uit Europese verplichtingen volgende cross-
nvt
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
compliance controles in het kader van de uit Europese verplichtingen volgende IPPC7
Naleving Het streven is om, onder meer door goed toezicht, het naleefgedrag jaarlijks te verbeteren. Ervaringen in de afgelopen jaren laten zien dat een spontaan naleefgedrag van 100% niet realistisch is. Bij de Wet milieubeheer zelf lag het nalevingspercentage van gecontroleerde essenties in 2010 op circa 80 % als de boswet buitenbeschouwing wordt gelaten. Met de boswet erbij komen we maar verwachting op een percentage van 89% uit. Het grote aantal boswet bevindingen vertekent in die zin het percentage van de andere wetten. In de komende jaren wordt gaandeweg toegewerkt naar een constant spontaan nalevingspercentage van alle beoordeelde toezichtsessenties van tenminste 80%. Door stimulering en waar nodig het afdwingen van naleving wordt in 2011 een gemiddeld nalevingspercentage van tenminste 80% verwacht ondanks tegenwerkende druk vanwege de economische situatie. Toezicht naleving wet- en regelgeving
2010
2011
Percentage van de beoordeelde toezichtessenties voor alle wetten bij elkaar
80%
80%
dat wordt nageleefd. Voor 2011 is dit uiteraard een streefwaarde.
5
In 2010 werd voor het eerst toezicht gehouden op deze wet. Omdat de definitieve invoering van deze wet bekend werd na het opstellen van het Jaarplan 2010 waren resultaten voor deze wet niet opgenomen. 6 European Pollutant Release Transfer Register verordening (E-PRTR). Bedrijven die onder deze nieuwe verordening vallen, moeten jaarlijks de emissies rapporteren aan het bevoegde gezag. In 2011 zal het toezicht op deze wet gaan over de rapportages van de bedrijven over 2010. 7 De Integrated Pollution Prevention and Control (IPPC)-richtlijn is gericht op geïntegreerde preventie en bestrijding van milieuverontreiniging. De IPPC-richtlijn verplicht de EU-lidstaten om emissies naar water, lucht en bodem (inclusief maatregelen voor afvalstoffen) van grote milieuvervuilende bedrijven en van de intensieve veehouderij te reguleren. Na een succesvolle start van dit project in 2010 wordt dit project in 2011 zodat het toezicht uiteindelijk meegenomen kan gaan worden in het reguliere toezicht.
12
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
2.4
Nalevingstrategie Nalevingbeleid De provincie Overijssel heeft in het coalitieakkoord onder het Programma Daadkrachtig Bestuur als hoofddoelstelling opgenomen dat het interbestuurlijk toezicht en het nalevingtoezicht consistent en uniform wordt uitgevoerd. “Wij willen nalevinggericht werken inhoud geven door onze inzet meer te differentiëren naar bedrijven met een positief milieugedrag en bedrijven waar we milieu-inspanningen moeten afdwingen door strakke voorschriften nauwgezet te handhaven. Ook willen we proactief en gestructureerd een divers instrumentarium inzetten, variërend van de ‘ouderwetse’ inspecties tot nieuwe vormen van voorlichting en overleg. Uiteindelijk dient dat te leiden tot een daling van het aantal overtredingen op milieugebied”. De nalevingstrategie is ook een vereiste op basis van het Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer en het Bor. Bovendien past ‘naleving’ bij een moderne overheid: werken van buiten naar binnen, integraal, deregulering en dienstverlenend als het kan. Implementatie nalevingstrategie Eind 2008 is een projectleider naleving aangesteld en een implementatieplan voor 2009 ontwikkeld. Er zijn nieuwe instrumenten ontwikkeld binnen de sporen beleidsontwikkeling, communicatie, participatie, preventie (waaronder vergunningverlening, subsidiëring, zelfregulering, toezicht) en handhaving. Deze instrumenten zijn getest in proefprojecten binnen de zwembadbranche, betonindustrie en in het project Energiebesparing Steenwijkerland. In 2010 zijn alle goede ideeën geschikt gemaakt voor alle andere branches opdat voor alle wetten naleving vergelijkbaar wordt ondersteund. Omdat de verantwoordelijkheid voor de gezamenlijke inzet en afstemming van de instrumenten breed in de organisatie ligt, is de implementatie van de nalevingstrategie een coproductie tussen de teams EMTH, EMTV, EMTB, BAOB, BAC en ZCS. Resultaten in 2011 In 2011 verwachten we dat alle binnen gekomen gegevens uit het toezicht van 2010 ons nieuwe ideeën gaat geven om naleving nog slimmer te bevorderen. Ieder kwartaal komt daartoe een analyse groep bij elkaar vanuit verschillende disciplines om trends te ontdekken en analyseren op mogelijkheden.
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
13
2.5
Wat gaan we in 2011 doen? Vergunningverlening, toezicht en handhaving maken onderdeel uit van de beleidscyclus van de provincie. De basis van het beleid ligt in het coalitieakkoord 2008-2011 “&Overijssel!, vertrouwen, verbinden, versnellen”. Dit akkoord is uitgewerkt in de Programmabegroting en de Productbegroting. Deze schetsen de contouren voor de jaarlijkse werkplannen van de beleidseenheden en voor dit Jaarprogramma. In de onderstaande figuur is de relatie tussen de Programma’s en de daaronder vallende vergunningverlenings- en handhavingsproducten aangegeven.
Programma Natuur en Duurzaamheid
Product Vergunningverlening milieubeheer
Product Handhaving milieubeheer
WABO (incl. onderliggende besluiten) Wet geluidHinder en Luchtvaartwet
WABO (handhaving) inclusief Luchtvaartwet
Programma Water
Wet bodembescherming
Product Bodemsanering binnen Wbb
Wet bodembescherming
Product Bodemsanering door derden
Product Uitvoering groene wetgeving
Repressieve Handhaving
Product Integraal waterbeheer
Product Grondwaterbeheer
Wet hygiëne en Veiligheid badInrichtingen en zwemgelegenheden
Programma Kwaliteit leefomgeving
Product Ontgrondingen
Ontgrondingenwet
Grondwaterwet Wet milieubeheer (onderdeel grondWaterbescherming)
Boswet Flora- en Faunawet Natuurschoonwet Natuurbeschermings -wet
Alle bovengenoemde wetten
Figuur 1. Producten vergunningverlening, toezicht en handhaving in de Programma’s Achtereenvolgens komen in de volgende hoofdstukken de producten van het programma Natuur en Duurzaamheid (hoofdstuk 3), het programma Kwaliteit Leefomgeving (hoofdstuk 4) en het programma Water (hoofdstuk 5) aan bod.
14
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
3
Programma Natuur en duurzaamheid
Om een kwalitatief gezonde leefomgeving voor de inwoners van Overijssel te bereiken zijn er allerlei regels en vergunningstelsels in de wetgeving vastgesteld. Deze wetgeving ligt op het gebied van bedrijven, water, bodem en natuur. Naleving van deze regels draagt bij aan de duurzame leefomgeving. De hoofddoelstelling van het programma Natuur en duurzaamheid is: Een gezonde leefomgeving
3.1
Uitvoering Vergunningverlening WABO De inspanningen op het gebied van de Wet milieubeheer zijn gericht op het behandelen van de aanvragen om een milieuvergunning/VVGB’s, de afhandeling van meldingen, het afdoen van verzoeken voor het afsteken van vuurwerk (ontbrandingstoestemmingen) en het doorvoeren van ambtshalve wijzigingen in de vergunningen. Daarnaast behoort het tot de taak van het team om veiligheids- en energierapporten op basis van de Wet milieubeheer te beoordelen. Evaluatie en vooruitblik Evaluatie Het in het Jaarprogramma 2010 geplande aantal beschikkingen is ruimschoots gehaald. Er is op 50 aanvragen beschikt, 47 meldingen zijn afgehandeld en er zijn 44 ontbrandingstoestemmingen beoordeeld (getallen d.d. 10 oktober 2010). De resultaten van 2010 hebben geleid tot aanpassing van de geplande aantallen vergunningen en ontbrandingstoestemmingen in 2011. Actualiteit Voor de Wet milieubeheer geldt voor 2010 de doelstelling dat 80% van de vergunningen actueel is. Om dit te bereiken en te behouden moet een eenmaal verleende vergunning van tijd tot tijd beoordeeld worden op actualiteit en zonodig aangepast. Hierbij wordt een termijn gehanteerd van 5 jaar. Op 1 januari 2010 waren er nog 317 bedrijven waarvoor de provincie het bevoegde gezag was. Van deze bedrijven beschikten er 201 (63,4%) over een actuele vergunning en liepen er vergunningprocedures (of vooroverleg) voor 100 (31,5%) bedrijven om te komen tot een nieuwe vergunning (of actualisering van de huidige). Dit betekent dat, na afronding van die, 94,9% van de bedrijven beschikt over een actuele vergunning. Voor wat betreft de risicobedrijven, is de doelstelling van 100% gerealiseerd.
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
15
In de onderstaande tabel zijn de geplande reguliere prestaties weergegeven. Het aantal in 2011 te verlenen beschikkingen zal naar verwachting ongeveer gelijk blijven. Beschikkingen Wet milieubeheer
2010
2011
Vergunningen/VVGB’s
56
60
Mededelingen, proefnemingen, beoordelingen/goedkeuringen,
40
40
Ontbrandingstoestemmingen
30
40
Meldingen
40
40
Ambtshalve wijzigingen
10
10
(project autodemontage)
60
stortverzoeken etc.
(project grond- en baggerdepots) Wet geluidshinder, vaststelling hogere grenswaarde
3.2
20 8
3
3
Uitvoering Handhaving WABO Voor alle branches waarop wij in het kader van de Wabo toezicht uitvoeren, hebben wij voor de milieu aspecten middels toezichtplannen de essenties van het toezicht vastgelegd. In 2011 zullen alle voor dat jaar vastgestelde essenties worden gecontroleerd. Evaluatie en vooruitblik In 2010 zijn alle voor 2010 aangewezen essenties gecontroleerd. De naleving van bedrijven komt boven de 80 procent als het gaat om de gecontroleerde essentiële onderdelen. In de onderstaande tabel zijn de reguliere prestaties voor de Wet Milieubeheer als belangrijkste onderdeel van de Wabo weergegeven. Het aantal in 2011 te controleren essenties ligt in het verlengde van afgelopen jaren. Er is echter gelijk in 2010 meer inspanning gepland ten opzichte van de voorgaande jaren voor het toezicht op rechtstreeks werkende Europese wetten en verplichtingen (E-prtr en IPPC). Handhaving milieubeheer Alle inrichtingen worden ten behoeve van veiligheid en omgevingshinder gecontroleerd in overeenstemming met de vastgestelde toezichtessenties
3.3
Uitvoering Wet luchtvaart Sinds 2010 heeft de provincie een geheel nieuwe taak qua vergunningverlening, toezicht en handhaving, namelijk de Wet Luchtvaart. Op basis van deze wet is de provincie bevoegd gezag voor de regionale en kleine burgerluchtvaartterreinen, met uitzondering van luchthavens van nationaal belang zoals Lelystad, Rotterdam, Groningen en Maastricht. Vliegveld Twente wordt bij een doorstart mogelijk ook gezien als van nationaal belang. De vergunningverleningstaak betreft het afgeven van ontheffingen en vergunningen voor zaken als helikopterlandingsplaatsen, ultralightvelden, zweefvliegvelden, maar ook om ontheffingen voor evenementen als ballonfiësta’s en dergelijke. Evaluatie en vooruitblik In 2010 zijn 77 toestemmingen in het kader van de Wet luchtvaart verleend (svz 10 oktober 2010). Voor 2011 wordt gerekend op circa 100 verzoeken. Voor het jaar 2011 is een toezichtsplan gemaakt met betrekking tot de toezichtstaak. Het gaat dan vooral om de grondgebonden veiligheidsvoorzieningen bij vaste helikopterlandingsplaatsen. 8
Deze wettelijke taak is met de invoer van de nieuwe Wet geluidhinder grotendeels overgeheveld naar de gemeenten. Het betreft voor de provincie nu alleen nog ontheffingen hogere grenswaarden langs provinciale wegen.
16
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
3.4
Uitvoering groene wetgeving A. Boswet Advisering aan de Minister In het kader van de Boswet beoordeelt de provincie de melding van een velling. Daarnaast adviseren wij het ministerie met betrekking tot het verlenen van ontheffingen van onder andere de herplantplicht en het verlenen van toestemming voor compensatie van de herplantplicht elders. De minister blijft hiervoor echter het bevoegde gezag. Handhaving Overtreders van de meldingsplicht en de herplantplicht begaan een delict op grond van de Wet economische delicten. Ook in 2011 zal de provincie controleren op deze verplichtingen. Evaluatie en vooruitblik In 2010 zijn 220 adviezen verstrekt (stand van zaken 10 oktober 2010). Er zijn geen structurele afwijkingen ten opzichte van het voorgaande jaar. Controles op aangeslagen beplanting en kapmeldingen zitten per 2011 binnen de vastgestelde essenties van de controle op herplantplicht.
Vergunningverlening Boswet Minister adviseren over alle meldingen velling Minister adviseren over alle verzoeken over
2010
2011
200
250
30
30
compensatie en ontheffingen
Handhaving Boswet Alle nieuwe aanvragen om velling (250) en 33% van de herplant verplichtingen worden gecontroleerd in overeenstemming met de vastgestelde toezichtessenties (500) Daarnaast wordt aan signalen van illegale vellingen voorrang gegeven
B. Flora- en faunawet Ontheffingverlening De provincie heeft een aantal bevoegdheden op grond van de Flora- en faunawet. Op basis van ondermeer het onderdeel beheer en schadebestrijding bepaalt de provincie of ingrepen in de wettelijke beschermingsmaatregelen noodzakelijk zijn. De provincie kan hiertoe vrijstelling, ontheffing of een aanwijzing verlenen voor de door het Rijk aangewezen soorten. Voor een planmatig en duurzaam beheer van (hoofdzakelijk) een aantal beschermde inheemse diersoorten is de Faunabeheereenheid opgericht. Deze Faunabeheereenheid heeft ten behoeve van een planmatig en duurzaam beheer van diersoorten een Faunabeheerplan opgesteld. Dit Faunabeheerplan is vervolgens door GS vastgesteld. Naast wetgeving dient overig provinciaal beleid als input voor het Faunabeheerplan. Evaluatie en vooruitblik Op 10 oktober 2010 waren er 25 aanvragen afgehandeld. Het aantal aanvragen is hoger dan gepland, hetgeen onder andere komt door een nieuw Faunabeheerplan in 2010 dat heeft geleid tot een aantal noodzakelijke actualisaties van ontheffingen. Voor 2011 is de planning iets bijgesteld omdat er nog een wetwijziging wordt voorzien. Handhaving De provincie ziet toe op de naleving van de besluiten op basis van de Flora- en faunawet. Het toezicht op deze wet richt zich vooral op de Faunabeheereenheid (FBE) en de Wildbeheereenheden (WBE’s). De handhaving van deze wet richt zich vooral op de afhandeling van illegaliteiten, klachten en incidenten (repressieve handhaving).
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
17
Vergunningverlening Flora- en faunawet Faunabeheereenheid adviseren over alle verzoeken om
2010
2011
15
20
5
5
ontheffing Overige verzoeken om ontheffing
Handhaving Flora- en faunawet Uitvoering Handhavingarrangement met OM door alle vastgestelde toezichtessenties te controleren. Daarnaast wordt aan signalen van illegaal handelen voorrang gegeven
C. Natuurschoonwet Het gaat hier om een wet die fiscale voorzieningen biedt voor de erfopvolging van eigenaren van aaneengesloten gronden (vaak ongedeelde boedels), met het doel deze duurzaam in stand te houden. Daarmee wordt tevens een belangrijk natuurlijk en landschappelijk doel gediend. Landgoederen zijn uitgegroeid tot speerpunten voor het natuur- en landschapsbeleid. Advisering Het instrument om voor fiscale tegemoetkoming in aanmerking te komen is de ‘rangschikking’. In het kader van de decentralisatie-impuls brengt de provincie advies uit over de rangschikking van landgoederen en over het afgeven van een beschikking ‘van geen bezwaar’ en/of over gehele of gedeeltelijke ‘onttrekking’ van een landgoed. In dit specifieke geval is er feitelijk geen sprake van ‘vergunningverlening’. De provincie geeft namelijk alleen advies aan de Dienst Regelingen van het Ministerie van LNV over de rangschikking van landgoederen. Handhaving De provincie heeft geen formele, handhavende taken op grond van de Natuurschoonwet. Door periodieke controles door de Belastingdienst wordt op de uitvoering en naleving toegezien. Evaluatie en vooruitblik In de voorgaande jaren lag het aantal geplande adviezen over nieuwe landgoederen rond de 50. In 2010 waren er oorspronkelijk 45 gepland, maar zijn er 29 adviesverzoeken voor nieuwe landgoederen afgehandeld en 40 her-rangschikkingen beoordeeld (svz 10-10-2010). Vergunningverlening Natuurschoonwet Adviezen aan DR over alle verzoeken met betrekking tot
2010
2011
45
45
55
55
rangschikking Natuurschoonwet-landgoederen Adviezen aan DR over verklaringen voorgenomen handelingen en mutaties op bestaande Natuurschoonwet-landgoederen
Handhaving Natuurschoonwet De provincie heeft geen handhavende taken op het gebied van de Natuurschoonwet.
D. Natuurbeschermingswet Vergunningverlening Het wettelijke kader voor de bescherming van Natura 2000-gebieden en beschermde natuurmonumenten is de Natuurbeschermingswet 1998, waarin nu ook de Vogel- en Habitatrichtlijnen van de Europese Unie zijn doorvertaald. Schade aan de natuurwaarden van deze gebieden moet worden voorkomen. Daarom bepaalt de Natuurbeschermingswet dat projecten en andere handelingen die de negatieve effecten op deze gebieden kunnen hebben niet mogen plaatsvinden zonder vergunning. Het bevoegd gezag is in de meeste gevallen Gedeputeerde Staten van de provincie waarin een gebied (grotendeels) ligt. Daarnaast bepaalt de wet dat plannen van gemeenten en waterschappen die negatieve effecten kunnen hebben op de Natura 2000-gebieden goedkeuring behoeve van Gedeputeerde Staten. De Nb-wet is een aangehaakte wet in het kader van de Wabo.
18
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
Handhaving De provincie ziet toe op de naleving van de Natuurbeschermingswet. Concreet betekent dit dat vergunningen worden gecontroleerd en daarnaast wordt gekeken of projecten en andere handelingen in en rond de Natura 2000-gebieden aan de eisen van de Natuurbeschermingswet voldoen. Bovendien vervult de provincie een actieve rol in het voorlichten over de Natuurbeschermingswet en de gevolgen daarvan voor de verschillende belanghebbenden. In 2010 heeft vooral voorlichting over dit kader plaats gevonden en hebben bedrijven de kans gekregen zich door aanpassing of vergunningaanvraag binnen de regels van het kader en daarmee de wet te begeven. In 2011 zal de provincie starten met het toezicht op de naleving door bedrijven. Gezien de omvang van het te controleren gebied wordt gestart met inventariserende controles. De grootste niet nalevers zullen vervolgens als eerste tot naleving worden gedwongen. Evaluatie en vooruitblik In 2010 was er veel onduidelijkheid over de uitvoering van de Natuurbeschermingswet. Het beleidskader Stikstof is in het voorjaar van 2010 vastgesteld. Het beleidskader Stikstof biedt handvaten voor zowel de beheerplannen als vergunningverlening. Op grond van het voorgaande wordt verwacht dat ook in 2011, nu het toetsingskader is vastgesteld en breed gecommuniceerd, er veel vergunningen uit de agrarische sector zullen worden aangevraagd. De beschikbare personele bezetting zal onvoldoende zijn om de aanvragen binnen een redelijke termijn te kunnen afhandelen. Daarom zal extra capaciteit moeten worden ingehuurd om toch tijdig de vergunningen af te geven en het daaruit volgende toezicht te kunnen uitvoeren. Hoewel de Natuurbeschermingswet onderdeel uitmaakt van de WABO en daarmee gemeenten bevoegd gezag zijn geworden bij gecombineerde aanvragen ,(bij enkelvoudige aanvragen blijven GS bevoegd) is al duidelijk gebleken dat gemeenten voor een groot deel leunen op de provincie voor advies en ondersteuning. Daarnaast dient de provincie ‘verklaringen van geen bezwaar’ (vvgb’s) af te geven voor alle Nbwet-aanvragen. Gemeenten zullen daardoor alle vergunningaanvragen doorgeleiden naar de provincie voor afdoening. Op 10 oktober 2010 waren er 10 NBwet vergunningen verleend, was bij 18 aanvragen geoordeeld dat zij vallen onder de Crisis- en herstelwet (i.c. geen vergunningplicht), zijn 61 concept aanvragen beoordeeld, 68 adviezen aan gemeenten verstrekt en 11 aanvragen buiten behandeling gelaten (wegens onvoldoende gegevens). Daarnaast waren er nog 78 aanvragen in behandeling. Voor 2011 wordt verwacht dat het aantal aanvragen net zo hoog zal zijn als in 2010. Cross Compliance Elk jaar dient de provincie in het kader van Cross Compliance ten minste één procent van alle landbouwers die premie aanvragen te controleren op alle Randvoorwaarden Europese Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Van het ministerie krijgen wij meestal in maart de namen van de bedrijven die wij moeten controleren. Tijdens zo’n Cross Compliance-controle dient het gehele bedrijf gecontroleerd te worden op alle op dat bedrijf van toepassing zijnde Randvoorwaarden GLB. Vergunningverlening Natuurbeschermingswet Afhandelen van alle aanmeldingen9 Afhandelen van alle vergunningaanvragen (regulier)
2010
2011
100
100
75
75
Handhaving Natuurbeschermingswet Toezicht bij de Natura-2000 gebieden en natuurmonumenten op basis van de vastgestelde toezichtessenties (meerdere toezichtmomenten bij alle 44 gebieden) Via een inventarisatie worden de afwijkingen ten opzichte van de wet en het beleidskader in beeld gebracht. Handhaving zal vervolgens bij een aantal grote overtreders plaats gaan vinden Alle nieuw afgegeven NB Wet vergunningen worden opgeleverd middels een eenmalige controle op de vastgestelde toezichtessenties (100 opleveringscontroles) Behandelen van alle verzoeken om handhaving Nb-wet Uitvoering Cross Compliance (circa 100 controles)
9
Aanmeldingen betreffen gemelde activiteiten of aanvragen, waarvan de vergunningsplicht nog beoordeeld moet worden. Vergunningplichtige aanmeldingen worden vervolgens afgehandeld als vergunningsaanvraag.
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
19
3.5
Uitvoering Bodemsanering door derden De provincie en enkele grote gemeenten zijn in het kader van de Wet bodembescherming aangewezen als bevoegd gezag. Vergunningverlening in kader van de Wet bodemsanering geschiedt door het team Bodemsanering bij de eenheid Water en Bodem. Het team Handhaving is verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving bij de uitvoering van saneringen op basis van goedgekeurde saneringsplannen, de controle op de locatie en beoordeling van het evaluatierapport. Uit het verleden is gebleken dat stringente handhaving noodzakelijk is om het plegen van milieudelicten en frauduleus handelen tegen te gaan. Qua toezicht gaat de aandacht vooral uit naar saneringen die in eigen beheer door particulieren en bedrijven worden uitgevoerd. Handhaving Wet Bodembescherming
Alle lopende saneringen worden gecontroleerd in overeenstemming met de vastgestelde toezichtessenties. De saneringen in het kader van de asbestproblematiek worden projectgewijs gecontroleerd op basis van een eigen risicoafweging. Optreden tegen illegale saneringen en controle op alle meldingen over mogelijke bodemverontreinigingen Alle illegaliteiten worden in samenwerking met politie en OM afgehandeld in overeenstemming met de vastgestelde toezichtessenties Alle gesaneerde locaties worden gecontroleerd op de gebruiksbeperkingen in overeenstemming met de vastgestelde toezichtessenties. Betreft de nazorg van uitgevoerde saneringen zoals monitoring, behoud leeflaag. Deze controles worden projectmatig uitgevoerd over een periode van 3 jaar waarbij in 2011 één derde (90) locaties worden beoordeeld Toezicht op de bestaande monitoringsverplichtingen in overeenstemming met de vastgestelde toezichtessenties
3.6
Uitvoering Repressieve handhaving Op basis van de nalevingsstrategie wordt een mix van instrumenten, zoals communicatie, voorlichting, bestuurlijke gesprekken, preventief toezicht etc., ingezet om normconform-gedrag te bevorderen. Zonodig wordt bestuursrechtelijk handhavend opgetreden op basis van de handhavingsstrategie. In 2010 is een vernieuwde handhavingsstrategie vastgesteld. De veranderingen ten opzichte van de vorige strategie zijn: − vereenvoudiging van het processchema − verbreding van de bewoording en mogelijkheden naar alle WABO onderdelen De strategie is door alle bestuursrechtelijke partners die actief zijn in deze provincie ondertekend. De strafrechtelijke partners hebben de strategie om staatkundige redenen niet ondertekend maar onderschrijven hem wel van harte.
Repressieve handhaving en nalevingsstrategie Conform de nalevings- en handhavingstrategie adviezen en besluiten voorbereiden bij overtreding van wet- en regelgeving
Voor repressieve handhaving wordt een toename in werk verwacht door de Wabo: enerzijds voor het afhandelen van bestuursrechtelijke trajecten op het gebied van bv. bouw, gebruik en lozing. Anderzijds voor afstemming met gemeenten die bevoegd gezag zijn voor die bedrijven waarvoor wij alleen voor milieu een deelbevoegdheid hebben. Dit werk zal in eerste instantie als tijdelijk belegd worden.
20
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
4
Programma Kwaliteit leefomgeving
Om een kwalitatief gezonde leefomgeving voor de inwoners van Overijssel te bereiken zijn er allerlei regels en vergunningstelsels in de wetgeving vastgesteld. Deze wetgeving ligt op het gebied van bedrijven, water, bodem en natuur. Naleving van deze regels draagt bij aan de gezonde leefomgeving. De hoofddoelstelling van het programma Kwaliteit leefomgeving is: Een gezonde leefomgeving
4.1
Uitvoering Ontgrondingen Vergunningverlening De provincie verleent vergunningen op grond van de Ontgrondingenwet. Het provinciale ontgrondingenbeleid is vastgelegd in het Beleidskader bouwgrondstoffen Overijssel. In dit beleidskader wordt onderscheid gemaakt tussen multifunctionele ontgrondingen (oppervlaktedelfstoffenwinning met één of meer gelijkwaardige andere functies als wonen, recreatie, waterhuishouding e.d. ) en functionele ontgrondingen (bodemverlaging ten behoeve van de uitvoering van een specifiek werk). De vergunningverlening is gebaseerd op een wettelijk voorgeschreven afweging van alle bij de uitvoering van de voorgenomen ontgronding betrokken belangen: algemene belangen als bouwgrondstoffenvoorziening, ruimtelijke ordening, natuur en landschap, veiligheid, milieu, waterhuishouding, archeologie, aardkundige waarden, maar ook bijzondere (particuliere) belangen van de aanvrager, omwonenden en andere direct belanghebbenden. Handhaving De handhaving bestaat uit toezicht gericht op de naleving van vergunningsvoorschriften en repressieve handhaving bij illegale ontgrondingen. Dit om calamiteiten en onveilige situaties met gevaar op persoonlijk letsel op centrale zandwinlocaties te voorkomen en schade aan natuur, landschap, cultureel erfgoed en belangen van derden zoveel mogelijk te beperken. Evaluatie en vooruitblik Oktober 2010 zijn vergunningen verleend voor 2 multifunctionele ontgrondingen en 7 functionele ontgrondingen en zijn 18 meldingen afgehandeld. Het aantal in 2011 te verwachten aanvragen hebben wij daarom gelijk gehouden aan 2010. Vergunningverlening Ontgrondingenwet
2010
2011
Vergunningen multifunctionele ontgrondingen
2
2
Vergunningen functionele ontgrondingen
30
25
Meldingen
20
20
Handhaving Ontgrondingenwet Alle vergunde ontgrondingen worden gecontroleerd in overeenstemming met de vastgestelde toezichtessenties Optreden tegen illegale ontgrondingen
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
21
5
Programma Water
Om een kwalitatief hoogwaardig gebruik van Water voor de inwoners van Overijssel te bereiken zijn er allerlei regels en vergunningstelsels in de wetgeving vastgesteld. Deze wetgeving ligt op het gebied van bedrijven, water, bodem en natuur. Naleving van deze regels draagt bij aan het zo hoogwaardig mogelijke gebruik van het water. De hoofddoelstelling van het programma Water is: Hoogwaardig gebruik van (grond)water
5.1
Uitvoering Integraal waterbeheer Uitvoering Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden Ontheffingverlening In de Whvbz en het daarbij behorende besluit (Bhvbz) en regelingen zijn de regels opgenomen waaraan badinrichtingen en zwemgelegenheden moeten voldoen. De Whvbz geeft de provincie de bevoegdheid ontheffingen te verlenen volgens de in het besluit vastgelegde voorschriften en daaruit voortvloeiende regelingen. Verder heeft de provincie een (wettelijke) toetsende taak bij onder meer nieuwbouw en renovaties van badinrichtingen. Handhaving De provincie is verantwoordelijk voor het toezien op een veilig en hygiënisch gebruik van plaatsen waar regelmatig gezwommen wordt ingevolge de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Whvbz). Dit betreft zowel het toezicht op zwembaden (circulatiebaden) als ook op oppervlaktewater (meren en kolken/plassen). In de Whvbz en het daarbij behorende besluit (Bhvbz) en regelingen zijn regels opgenomen waaraan badinrichtingen en zwemgelegenheden moeten voldoen. Bovenstaande taak vraagt behalve een actieve opstelling van de provincie op het gebied van ontheffingverlening, toezicht en handhaving ook een actieve behandeling van klachten en meldingen. De provincie wil ook een actieve bijdrage leveren waar het gaat om (innovatieve) ontwikkelingen in de zwembadbranche. Evaluatie en vooruitblik In 2010 (svz 10 oktober 2010) zijn 11 kennisgevingen en 1 ontheffing afgehandeld. In het kader van de wettelijk verplichte aanwijzing van zwemplassen, zijn 40 zwemplassen in de provincie aangewezen als zwemwater. In 2011 zullen voor deze plassen alle noodzakelijke voorzieningen (zowel kwalitatief beheer van het zwemwater zowel als inrichting van de zwemplas) moeten plaatsvinden. De kwaliteitsbewaking van het zwemwater is een taak van het waterschap die plaatsvindt in nauw overleg met de provincie. In het kader van de handhaving zijn alle overdekte zwembaden gecontroleerd op een viertal essenties. De toezichtsessenties van zwemplassen worden jaarlijks ook allemaal gecontroleerd. Hiermee leggen wij de prioriteit bij de grootste risico’s van zwemgelegenheden. In 2011 zullen wederom alle zwembaden bezocht worden en dan zal gecontroleerd op de overige toezichtessenties.
22
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
Ontheffing verlening WHVBZ
2010
2011
Ontheffingsaanvragen
10
10
Kennisgevingen en adviezen over nieuwe installaties
15
15
Handhaving WHVBZ Alle zwemplassen en zwembaden worden ten behoeve van veilig en hygiënisch zwemwater gecontroleerd in overeenstemming met de vastgestelde toezichtessenties
5.2
Uitvoering Grondwaterbeheer A. Omgevingsverordening Overijssel 2010, onderdeel Grondwaterbescherming Ontheffingverlening De provincie is belast met het behandelen van aanvragen voor ontheffingen van de Omgevingsverordening Overijssel 2010 voor grootschalige activiteiten binnen grondwaterbeschermingsgebieden. Ontheffingen worden beoordeeld op de gevolgen voor de kwaliteit van het grondwater. Voorschriften worden gesteld ter voorkoming van verontreiniging van het grondwater ten behoeve van de drinkwaterwinning voor menselijke consumptie. Handhaving De provincie is belast met de preventieve handhaving van de ontheffingvoorschriften en gemelde activiteiten binnen grondwaterbeschermingsgebieden. Dit draagt bij aan het voorkomen van verontreiniging van het grondwater bestemd voor de drinkwatervoorziening. Evaluatie en vooruitblik Veel activiteiten in grondwaterbeschermingsgebieden vallen onder algemene regels. Per oktober 2010 zijn 4 ontheffingsaanvragen behandeld, 12 adviezen in het kader van gemeentelijke milieuvergunningen afgegeven, 7 adviezen met betrekking tot bestemmingsplannen, 7 meldingen behandeld en 52 overige adviezen afgegeven. Ontheffingverlening Grondwaterbescherming Ontheffingen Adviezen gemeentelijke milieuvergunningen binnen
2010
2011
8
8
20
20
20
20
100
100
grondwaterbeschermingsgebied Meldingen adviezen bestemmingplannen en Omgevingsverordening
Handhaving Grondwaterbescherming Alle ontheffingen en meldingen voor werkzaamheden in grondwaterbeschermingsgebieden worden gecontroleerd in overeenstemming met de vastgestelde toezichtessenties Illegale activiteiten in grondwaterbeschermingsgebieden worden met voorrang gecontroleerd
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
23
B. Waterwet (grondwateronttrekkingen) Vergunningverlening Eind 2009 is de nieuwe Waterwet in werking getreden. Deze wet vervangt alle (acht) bestaande wetten rondom watersystemen en regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater. Voor het grootste deel van de bestaande wetgeving zijn het Rijk en de Waterschappen het bevoegde gezag. Voor de provincie heeft de Waterwet echter ook gevolgen: een deel van de grondwatertaken is de provincie formeel kwijt geraakt aan de waterschappen, maar de delegatie van deze werkzaamheden heeft in Overijssel al in 2008 plaatsgevonden. De provincie is inmiddels aan de andere kant het bevoegde gezag voor de industriële onttrekkingen van meer dan 150.000 m3 per jaar, hetgeen betekent dat er circa 15 bedrijven aan ons bestand zijn toegevoegd. Wat ongewijzigd blijft, is de vergunningverlening door de provincie voor de categorieën openbare drinkwaterwinningen, ondergrondse energieopslag en industriële onttrekkingen (grens was 500.000 m3 en wordt nu 150.000 m³ per jaar). Voor burgers en bedrijfsleven is vooral van belang dat er nu één loket komt voor de watervergunning. De provincie let bij de behandeling van vergunningaanvragen op het voorkomen en/of beperken van negatieve gevolgen van grondwaterwinningen. Tevens heeft zij de wettelijke taak om te zorgen voor de kwalitatieve bescherming van het grondwater voor zover dat bestemd is voor menselijke consumptie. Deze taak krijgt gestalte via beleidsontwikkeling, monitoring, regelgeving, communicatie en informatievoorziening. Handhaving De provincie is belast met het preventieve toezicht en de handhaving van de vergunningvoorschriften en illegale grondwateronttrekkingen. Evaluatie en vooruitblik In 2010 hebben wij 14 vergunningen voor koude-warmteopslagsystemen afgegeven, 2 industriële grondwaterwinningen vergund, 2 aanvragen voor drinkwaterwinningen en 4 wijzigingsaanvragen voor drinkwaterwinningen behandeld (getallen d.d. 12-10-10) De toenemende aandacht voor energie en beperking van CO2 uitstoot leidt er toe dat er steeds meer koude-warmte systemen voor de verwarming en koeling van gebouwen worden aangelegd. Dit betekent dat de provincie zich niet alleen moet bezinnen over hoe zij de ‘ruimte in de ondergrond’ wil verdelen (aandachtspunt van het team Water), maar dat er ook rekening moet worden gehouden met een toename van het aantal aanvragen en te controleren locaties. Vergunningverlening Waterwet Besluiten vergunningen drinkwaterwinningen Vergunningen kwo
2010
2011
2
1
17
23
Handhaving Grondwaterwet Alle nieuwe vergunde grondwateronttrekkingen worden gecontroleerd in overeenstemming met de vastgestelde toezichtessenties. Bestaande locaties worden gecontroleerd op basis van een beslisboom die risico gerelateerd is.
24
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
6
Ontwikkelingen en projecten in 2011
Voor 2011 staat een reeks van ontwikkelingen en projecten op stapel. De projecten worden hieronder toegelicht.
6.1
Organisatiebrede projecten De onderstaande projecten hebben een organisatiebrede impact. 1. Voorbereiding regionale uitvoeringsdienst
Doel: Voorbereidingen treffen met betrekking tot de realisatie van een regionale uitvoeringsdienst in 2012 Vanuit de directie is opdracht gegeven voor dit project. Het adjuncthoofd van de eenheid EMT voert het project uit. De teams vergunningverlening als handhaving zijn actief betrokken.
2. Optimalisatie werkwijze Wabo
Doel: Optimaliseren van de provinciale organisatie aan de vereisten vanuit de WABO en de samenwerking met de partners De inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is op 1 oktober 2010 vastgesteld.
3. Implementatie basisregistraties
Doel: Alle overheidsinstanties moeten gebruik gaan maken van in de basisregistraties (ondermeer de Gemeentelijke Basis Administratie en de Basisregistratie Kadaster) vastgelegde gegevens. Het gebruik van deze basisregistraties leidt ertoe, dat burgers en bedrijven slechts eenmalig hun gegevens aan de overheid hoeven te verstrekken en dat die gegevens meervoudig worden gebruikt. Resultaten: In 2011 moet het gebruik maken van gegevens uit de Gemeentelijke Basis Administratie geïmplementeerd worden in de werkprocessen en ondersteunende systemen voor vergunningverlening en handhaving.
4. Optimalisatie automati-
Doel: Optimalisatie van het nieuwe automatiseringssysteem
seringssysteem
Resultaten: een efficiënter ondersteunend automatiseringsysteem voor vergunningverlening en handhaving. Medio 2010 is een nieuw automatiseringssysteem gekocht. Per 16 november 2010 is dit systeem actief. De werkwijze van beide teams kan verder geoptimaliseerd om het systeem zo goed mogelijk te gebruiken en met de mogelijkheden van het systeem de output van beide teams zo goed mogelijk te laten zijn.
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
25
6.2
Projecten vergunningverlening 1. Kwaliteit
Doel: Borgen van de kwaliteit van de vergunningen en het vergunningverleningsproces. Resultaten: Beschrijving van de procedures en de controle hierop, evenals tijdige en regelmatige bijscholing van de vergunningverleners.
2. Implementatie wet- en
Doel: Het tijdig implementeren van nieuwe wet- en regelgeving
regelgeving
Resultaten: Beleidsontwikkelingen worden gekoppeld aan specialisten. Met hen worden afspraken gemaakt over de tijdige implementatie van ontwikkelingen in het team zodat in vergunningen met de nieuwste weten regelgeving wordt gewerkt. Een actueel overzicht van ontwikkelingen en verantwoordelijke specialist is in 2011 beschikbaar. 3. Benchmarking
Doel: Vergelijking vergunningproces met overige provincies. Na een benchmark in 2010 met de provincie Gelderland, zal in 2011 een benchmark met een andere provincie worden uitgevoerd. De benchmark leidt niet alleen tot vergelijking van de producten en processen, maar zeker ook tot een uitwisseling van informatie en meer samenwerking. Resultaten: Leren van elkaar
4. Dienstenrichtlijn
Doel: Dienstenrichtlijn implementeren Resultaten: Producten en procedures van Vergunningverlening voldoen aan de bepalingen van de Dienstenrichtlijn
5. Internet publicatie beschikkingen
Doel:implementatie van een landelijk systeem voor internetpublicatie van vergunningaanvragen en beschikkingen. Resultaten: alle aanvragen en beschikkingen moeten op het internet gepubliceerd worden. Procedures zijn hierdoor beter te volgen voor aanvrager en burgers.
26
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
6.3
Projecten handhaving 1. Evaluatie risicomatrix
Doel: Een aangescherpte risicomatrix die voor het team Handhaving als leidraad dient. Resultaten: Vanuit het Servicepunt Milieuhandhaving (SEPH) is een provinciale risicomatrix opgesteld, ook geschikt voor omgevingsvergunningen. In 2011 moet worden bepaald hoe wij met het ontwikkelde model om willen gaan.
2. Project toezicht IPPC
Doel: Opzetten van toezicht bij IPPC bedrijven, gericht op de IPPC voorschriften. Resultaten: In 2010 is een start gemaakt met de inventarisatie en aanpak van de geconstateerde non-compliance in de praktijk bij IPPC bedrijven. Dit betekent dat we een manier van effectief inspecteren op de IPPC voorschriften, zoals verwoord in de vergunningen hebben ontwikkelen. Daarmee zijn al meerdere IPPC bedrijven in 2010 beoordeeld. In 2011 zal dit project afgerond worden door bij alle bedrijven gecontroleerd te hebben op deze wijze. Hierna kan IPPC een regulier onderdeel van het toezicht worden.
3. Eenduidig toezicht
Doel: In het kader van de nalevingsgerichte manier van werken worden allerlei toezichtsprojecten opgepakt: • gecombineerd loket chemie en afval • systeemtoezicht • compliance bij Twence • project administratief toezicht • samenwerking Gelderland • Continueren project ‘verminderde toezichtlasten’ • samenwerkingsprojecten met onze handhavingspartners (Groen wetten, Bodem, strafrecht) oa via het handhavingsarrangement.
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
27
7
Beschikbare capaciteit
Hieronder is een kort overzicht opgenomen van de beschikbare capaciteit voor de in dit jaarprogramma opgenomen producten. Eén formatieplaats staat voor 1375 productieve uren.
7.1
Team vergunningverlening
Functie
FTE
in uren
Secretariële ondersteuners
1,41
1.940
Administratieve ondersteuning Beleidsmedewerkers/ Specialisten/ Juristen/
7,71
10.630
10,98
15.100
17,04
23.400
Coördinatie en Planning Vergunningverleners Teamleider TOTAAL
7.2
1
1.375
38,14
52.445
FTE
in uren
Team handhaving
Functie Secretariële ondersteuning
1.4
1925
Medewerkers Meldpunt
1.6
2200
Medewerkers Beleid/ Coördinatie/ Planning
3.6
4950
Handhavers
26.5
36437
Teamleider
1.0
1375
34.1
46887
TOTAAL
28
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
Benodigde en beschikbare uren Producten
voor huidige keuzes
Toezicht en handhaving milieubeheer
12697
Toezicht en handhaving groene wetgeving
891810
Toezicht en handhaving bodemsaneringen
475511
Toezicht en handhaving ontgrondingen
1019
Toezicht en handhaving bad- en zweminrichtingen
3070
Toezicht en handhaving grondwaterbeheer
677
Toezicht en Handhaving luchtvaart
412
Repressieve Handhaving TOTAAL uren
6530 37666
Voor de allocatie van de directe uren voor de uitvoering van handhaving is gebruik gemaakt van de risicomatrix. In bijlage 2 (Risicomatrix) van dit programma is een meer gedetailleerd overzicht opgenomen van de geplande werkzaamheden en de daarvoor benodigde en beschikbare uren in 2011. Uit bovenstaande tabellen kan voor toezicht en handhaving worden geconcludeerd dat met inhuur voor extra taken op het gebied van de NB-wet en de Wbb er voldoende menskrachtbeschikbaar gesteld is om het voorgestelde programma in 2011 te draaien.
10
Waarvan 5500 uur past binnen bestaande budget en 3418 uur tbv NB-wet op basis van projectgelden wordt gefinancierd. 11 Waarvan 2750 uur past binnen bestaande budget en 2005 uur tbv asbest en nazorg op basis van projectgelden wordt gefinancierd.
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
29
BIJLAGE 1 Producten Vergunningverlening
Bij de bepaling van de verwachte werkvoorraad wordt in eerste instantie uitgegaan van de beschikbare kengetallen zoals deze zijn opgenomen in het eindrapport ‘Kengetallen vergunningverlening en handhaving provincie Overijssel’ van KplusV, d.d. 5 december 2003. In deze rapportage is per activiteit de urenbesteding bepaald. De verwachte werkvoorraad per activiteit vermenigvuldigd met de kengetallen voor die activiteit bepaalt de benodigde urenbesteding. Vergunningverlening- Beschikkingen en adviezen aantal gepland
Benodigde uren
Programma Natuur en duurzaamheid Wet milieubeheer Vergunningen
60
19000
Mededelingen, proefnemingen, beoordelingen/goedkeuringen, stortverzoeken etc Ontbrandingstoestemmingen
40
2445
40
1000
Meldingen
40
2120
Ambtshalve wijzigingen
10
800
Project grond- en baggerdepots
20
800
Wet geluidhinder, vaststelling hogere grenswaarde
3
300
Boswet Adviezen aan minister over meldingen velling
200
300
Adviezen aan minister over verzoeken om compensatie en ontheffingen
30
120
20 5
400 100
Adviezen aan DR over rangschikking NSW landgoederen
45
450
Adviezen aan DR over verklaringen voorgenomen handelingen en mutaties op bestaande NSWlandgoederen
55
220
Aanmeldingen (Beoordelingen vergunningplicht)
100
1000
Vergunningen (zonder de verwachte ‘hoos’)
75
7225
Flora- en faunawet Faunabeheerseenheid adviseren over ontheffingsverzoeken Ontheffingen aan overigen Natuurschoonwet
Natuurbeschermingswet
30
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
Vergunningverlening- Beschikkingen en adviezen
aantal gepland
Benodigde uren
2
240
Programma Kwaliteit leefomgeving Ontgrondingen Vergunningen multifunctionele ontgrondingen Vergunningen functionele ontgrondingen
25
1265
Meldingen
20
40
Programma Water WHVBZ Ontheffingsaanvragen
10
200
Kennisgevingen en adviezen nieuwe installaties
15
240
Grondwaterbescherming Ontheffingen
8
400
Adviezen gemeentelijke milieuvergunningen binnen grondwaterbeschermingsgebied
20
280
Meldingen
20
240
Adviezen bestemmingsplannen en VFLO/UVLO
100
300
23
2.100
Waterwet (grondwateronttrekkingen) Vergunningen Totaal directe uren beschikkingen en adviezen
41.928
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
31
BIJLAGE 2 Producten en risicomatrix handhaving
Algemeen In de hieronder, in deze bijlage opgenomen, tabel is per handhavingactiviteit het volgende aangegeven: • wat is het (ingeschatte) negatieve effect: zeer klein (1), klein (2), duidelijk aanwezig (3), zeer groot (4); • wat is kans is op niet naleving c.q. op het niet volgens eigener beweging nemen van maatregelen: kleinere kans = 1 t/m grotere kans = 3; • wat is het te verwachten risico: zeer klein, klein, gemiddeld, groot, zeer groot; • wat is het totaal aantal inrichtingen c.q. activiteiten (vergunningverlening en handhaving); • wat is de verwachte werkvoorraad: hoeveel vergunningprocedures dan wel preventieve en repressieve controles; • wat zijn de uren die nodig zijn voor de vergunningverlening dan wel handhaving in 2011, per specifieke activiteit. Directe urenbesteding Voor het toezicht is gewerkt met toezichtessenties. Het aantal benodigde uren is bepaald aan de hand van het aantal te controleren essenties en kengetal dat nodig is om de essentie te controleren.
32
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
Gevaarlijk afval
4
4
3
3
4
4
3,7
3
11,0 zeer groot 3
10
4
23
Grindwasser
3
3
3
3
4
3
3,2
3
9,5
groot
1
5
5
11
Stortplaats open
2
2
4
2
4
4
3,0
3
9,0
groot
2
10
4
14
Bagger- en gronddepot
3
2
3
2
4
3
2,8
3
8,5
groot
4
10
4
13
Grondbank
3
2
3
2
4
3
2,8
3
8,5
groot
4
10
4
13
Zwemgelegenheden CD
3
4
1
1
3
4
2,7
3
8,0
groot
33
3
3
4
Chemie
4
4
4
3
4
4
3,8
2
7,7
groot
1
10
4
30
Slibverwerking
2
3
3
2
3
2
2,5
3
7,5
gemiddeld 4
10
4
10
Afvalverbranding
4
2
4
3
4
4
3,5
2
7,0
gemiddeld 1
10
3
30
Bouw- en sloopafval en sorteer
3
1
2
2
3
2
2,2
3
6,5
gemiddeld 24
10
4
13
Vuurwerk opslag
3
4
2
2
4
4
3,2
2
6,3
gemiddeld 9
4
4
5
Voedingsmiddelen (zuivel)
3
3
2
2
4
4
3,0
2
6,0
gemiddeld 5
10
3
12
Voedings en genotmiddelen industrie
3
3
2
2
4
4
3,0
2
6,0
gemiddeld 1
10
3
12
Textiel
3
3
3
2
3
3
2,8
2
5,7
gemiddeld 2
9
5
10
Schroot(bewerking), shredder en accu-inzameling
1
2
3
1
2
2
1,8
3
5,5
gemiddeld 2
10
3
11
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
essenties per locatie
inrichting voor
aantal uren nodig per
aantal te controleren
aantal essenties
locaties
Aantal inrichtingen /
Risico in woorden
Risico (= effect * kans)
Kans
Gemiddeld effect
Bestuurlijke schade
Financieel
Schade aan natuur
Schade aan milieu
Schade aan fysieke
Branches
volksgezondheid
Schade aan
Risicomatrix handhaving met urenlast preventieve controles
33
Schroot(bewerking), shredder en accu-inzameling
1
2
3
1
2
2
1,8
3
5,5
gemiddeld 14
10
3
11
KWO Grondwater
1
1
1
3
3
2
1,8
3
5,5
gemiddeld 30
3
3
3
onttrekking Grondwater
1
1
1
3
3
2
1,8
3
5,5
gemiddeld 30
2
2
5
Afvalrecycling
2
2
3
2
4
3
2,7
2
5,3
gemiddeld 6
10
3
11
Afval verwerking
2
2
3
2
4
3
2,7
2
5,3
gemiddeld 6
10
3
11
Asfaltcentrale
3
2
3
2
3
3
2,7
2
5,3
gemiddeld 5
10
4
17
Energie Industrie (incl. biomassa)
3
2
3
2
2
4
2,7
2
5,3
gemiddeld 5
10
4
15
F & F vergunning
2
2
2
4
3
3
2,7
2
5,3
gemiddeld 11
4
1
1
Zwemgelegenheden ABM & CD
3
4
1
1
3
4
2,7
2
5,3
gemiddeld 12
9
6
4
Zwemgelegenheden ABM
3
4
1
1
3
4
2,7
2
5,3
gemiddeld 207
5
3
4
Rubber en kunststof
3
3
3
2
2
2
2,5
2
5,0
gemiddeld 2
10
3
13
Vuurwerkevenementen/ontbrandingstoestemmingen
2
3
1
2
3
4
2,5
2
5,0
gemiddeld 60
4
4
4
Boswet Kapmeldingen
2
1
2
4
3
3
2,5
2
5,0
gemiddeld 250
4
4
2
Boswet herplantverplichting
2
1
2
4
3
3
2,5
2
5,0
gemiddeld 500
4
4
2
Meren en moerassen
1
1
2
4
4
3
2,5
2
5,0
gemiddeld 7
6
4
16
Rivierengebied
1
1
2
4
4
3
2,5
2
5,0
gemiddeld 4
8
5
16
Hogere zandgronden
1
1
2
4
4
3
2,5
2
5,0
gemiddeld 8
7
4
16
34
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
essenties per locatie
inrichting voor
aantal uren nodig per
aantal te controleren
aantal essenties
locaties
Aantal inrichtingen /
Risico in woorden
Risico (= effect * kans)
Kans
Gemiddeld effect
Bestuurlijke schade
Financieel
Schade aan natuur
Schade aan milieu
Schade aan fysieke
volksgezondheid
Schade aan
Branches
Hoogvenen
1
1
2
4
4
3
2,5
2
5,0
gemiddeld 5
5
4
16
Beekdalen
1
1
2
4
4
3
2,5
2
5,0
gemiddeld 6
7
4
16
Beschermd natuurmonument
1
1
2
4
4
3
2,5
2
5,0
gemiddeld 8
4
0
16
NB vergunning
1
1
2
4
4
3
2,5
2
5,0
gemiddeld 3
4
2
3
ontheffing grondwater
3
1
3
2
3
3
2,5
2
5,0
gemiddeld 13
6
3
3
melding grondwater
3
1
3
2
3
3
2,5
2
5,0
gemiddeld 4
6
3
1
Mestverwerker
2
2
3
1
4
2
2,3
2
4,7
klein
2
10
4
9
Olie-opslag
2
2
3
2
3
2
2,3
2
4,7
klein
2
9
4
8
RWZI
3
1
3
2
2
3
2,3
2
4,7
klein
6
10
4
10
Afval in de landbouw
3
1
3
2
2
2
2,2
2
4,3
klein
6
10
3
9
Stortplaats gesloten
1
1
3
2
3
3
2,2
2
4,3
klein
8
4
4
2
Veehouderij
3
1
3
2
2
2
2,2
2
4,3
klein
9
10
4
9
Puinbreker
3
1
2
1
3
2
2,0
2
4,0
klein
1
10
4
10
Vlakke ontgronding
1
4
1
1
1
4
2,0
2
4,0
klein
34
10
4
6
Bodemsaneringen BUS
2
2
2
2
2
2
2,0
2
4,0
klein
60
2
3
1
Bodemsaneringen complex
2
2
2
2
2
2
2,0
2
4,0
klein
20
3
3
2
Gemeentewerf
2
2
2
1
1
3
1,8
2
3,7
klein
20
10
4
9
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
essenties per locatie
inrichting voor
aantal uren nodig per
aantal te controleren
aantal essenties
locaties
Aantal inrichtingen /
Risico in woorden
Risico (= effect * kans)
Kans
Gemiddeld effect
Bestuurlijke schade
Financieel
Schade aan natuur
Schade aan milieu
Schade aan fysieke
volksgezondheid
Schade aan
Branches
35
Groencompostering
2
2
2
1
2
2
1,8
2
3,7
klein
12
7
3
7
Scheepswerf
2
1
2
2
2
2
1,8
2
3,7
klein
18
10
4
12
NB Cross compliance
1
1
2
3
2
2
1,8
2
3,7
klein
100
4
4
2
Autodemontage
1
1
2
1
2
2
1,5
2
3,0
klein
49
8
3
7
Bouwmaterialen
2
1
3
1
1
1
1,5
2
3,0
klein
25
10
4
13
Motorcrossterreinen
1
1
3
2
1
1
1,5
2
3,0
klein
3
7
4
8
Luchtvaart
1
1
1
1
1
1
1,0
3
3,0
klein
20
volgt volgt
volgt
Zandwinning / diepe ontgronding
1
2
2
2
1
1
1,5
2
3,0
klein
16
10
4
4
Compressorstation (Gasunie)
2
2
1
1
1
1
1,3
2
2,7
klein
1
5
5
4
metaalverwerker
1
1
2
1
2
1
1,3
2
2,7
klein
2
10
0
11
Metaalconstructie
1
1
2
1
2
1
1,3
2
2,7
klein
7
10
3
11
Metaalverwerker
1
1
2
1
2
1
1,3
2
2,7
klein
3
10
3
11
Opslag groenafval
1
1
2
2
1
1
1,3
2
2,7
klein
1
7
3
7
Constructiebedrijf,metaalconstructie,
36
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
essenties per locatie
inrichting voor
aantal uren nodig per
aantal te controleren
aantal essenties
locaties
Aantal inrichtingen /
Risico in woorden
Risico (= effect * kans)
Kans
Gemiddeld effect
Bestuurlijke schade
Financieel
Schade aan natuur
Schade aan milieu
Schade aan fysieke
volksgezondheid
Schade aan
Branches
BIJLAGE 3 Achtergrond risicomatrix
Bij een risicogeoriënteerde aanpak spelen negatief effect en de kans dat een negatief effect optreedt een belangrijke rol. Risico = negatief effect X kans Aan het element ‘negatief effect’, uit genoemde formule, zijn indicatoren verbonden, te weten: 1. schade aan fysieke veiligheid; 2. schade aan volksgezondheid; 3. schade aan milieu; 4. schade aan natuur; 5. financieel, economisch, juridische schade; 6. bestuurlijke schade. De definities van deze indicatoren staan in bijlage 1. Elke van de genoemde indicatoren kent 4 gedefinieerde categorieën (in toenemende mate van ernst) en kan daarmee per indicator een score krijgen van 1 tot en met 4. Om de indicatoren (fysieke schade, schade aan volksgezondheid, enz.) voor het element ‘negatief effect’ te beoordelen wordt uitgegaan van het volgende principe: als preventieve en repressieve handhaving niet of nauwelijks plaats vindt, wat gaat er dan in een ‘worst case scenario’ mis. Hierbij dient binnen die gedefinieerde taak uit de risicomatrix te worden uitgegaan van een gemiddelde situatie, locatie dan wel inrichting. Met andere worden: wat kan per taakveld in een gemiddelde situatie maximaal misgaan als de provincie haar handhavingstaak niet (goed) uitvoert. Bij het element ‘kans’ gaat het om de kans dat een overtreding wordt begaan of de kans dat een inrichtinghouder maatregelen niet neemt. Meer specifiek: het gaat om het spontaan naleven van de vergunning, dus zonder dat er druk via preventieve en repressieve handhaving plaatsvindt. Voor de waardering van de kans wordt een categorisering toegepast waarbij het vertrekpunt is dat het element ‘kans’ in het overgrote deel van de gevallen gelijkluidend is, dat wil zeggen: het krijgt de waardering van 2 punten. Alleen als met een onderbouwing in uitzonderingsgevallen sprake is van een kleinere dan wel grotere kans wijkt ook de score af in respectievelijk 1 en 3 punten. Opgemerkt wordt nog dat hierbij voor handhaving uitgegaan wordt van een situatie waarbij men (in grote lijnen) beschikt over een adequate vergunning/ melding dan wel (rechtstreeks) uit de wet voortvloeiende normen/verplichtingen. Daarmee wordt aangesloten bij de maatschappelijke norm. De definities van de categorieën voor het element kans zijn eveneens opgenomen. Het effect heeft bij de handhaving dus betrekking op wat zou kunnen gebeuren en in welke ernst en omvang dit zou kunnen gebeuren. Bij kans gaat het om een inschatting of het daadwerkelijk zal gebeuren en in welke mate het zal gebeuren als de provincie aan het effect geen aandacht besteedt in de uitvoering van de handhaving. Het ‘risicogeoriënteerd’ werken biedt een afwegingskader voor een verantwoorde en zo nodig eenheidsoverstijgende allocatie van de beschikbare schaarse mensuren op basis van bestuurlijke prioriteiten. Hoog geprioriteerde (risicovolle) activiteiten zijn leidend, zodat er sprake is van een verantwoorde allocatie van de beschikbare mensuren. Hoog geprioriteerde activiteiten worden op basis van een ‘maatwerkaanpak’, met bijbehorende verhoogde ‘urenbesteding’, uitgevoerd. Activiteiten die lager zijn geprioriteerd lenen zich eerder voor een ‘standaardaanpak’, met bijbehorende verlaagde ‘urenbesteding’. Hierbij dient de kanttekening te worden geplaatst dat de mate van standaardisatie afhangt van de van toepassingzijnde wet- en regelgeving. Als het gaat om het uitoefenen van ‘toezicht’ komt deze systematiek tot uiting in het aantal essenties dat gecontroleerd kan worden en het aantal uren dat beschikbaar is om de toezichtessenties te controleren.
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
37
Op basis van ervaringen van andere jaren heeft de provincie een kwaliteitsslag gemaakt. Dit heeft ertoe geleid dat er niet meer wordt gewerkt met een bezoekfrequentie maar dat het toezicht plaats aan de hand van toezichtessenties (milieuaspecten waarop gecontroleerd gaat worden). Deze toezichtessenties zijn opgenomen in de toezichtplannen die voor iedere branche / activiteit zijn opgesteld. Behalve bovenstaande verandering is er op basis van de ervaringen van andere jaren en de positieve beoordeling van de VROM-inspectie geen aanleiding geweest om de handhavingstaken op een andere wijze uit te gaan voeren.
Definities ‘negatieve effecten’ Schade aan fysieke veiligheid: gevaar op ongevallen met letsel, al dan niet dodelijk; Voorbeelden van ongevallen met schade aan de fysieke veiligheid zijn ongevallen, bijvoorbeeld met gevaarlijke stoffen, waardoor burgers buiten de inrichting letsel oplopen (externe veiligheid). Maar ook een door gebrek aan onderhoud ondeugdelijke duikplank in een zwembad leidt mogelijk tot een ongeval met (dodelijk) letsel. Voor de score bij fysieke veiligheid gaat het alleen om de veiligheid van burgers waarvoor de provincie op grond van de wetgeving een verantwoordelijkheid heeft. Arbeidsveiligheid is geen onderwerp voor de provincie. Toelichting: Voorbeelden van ongevallen met schade aan de fysieke veiligheid zijn ongevallen, bijvoorbeeld met gevaarlijke stoffen of ontploffingen binnen een inrichting, waardoor burgers buiten de inrichting letsel oplopen (externe veiligheid). Maar ook een ondeugdelijke duikplank, gladde vloeren of het ontbreken van de juiste diepteaanduiding in een zwembad of zwemplas leidt mogelijk tot een ongeval met (dodelijk) letsel. Dit betekent dus dat het veiligheidsaspect geldt voor buiten de inrichting als het gaat om inrichtingen in het kader van de Wet milieubeheer, terwijl voor bijvoorbeeld zwembaden en zandwinlocaties dit (ook) geldt voor binnen de locaties of inrichting. Tevens is te denken aan bodemsaneringen en ontgrondingen in/of nabij woonwijken: (afgravingen tot grotere diepten (tot onder de grondwaterspiegel) met steile en instabiele wanden, waarin personen ernstig letsel kunnen oplopen of kunnen verdrinken of de aanwezigheid van grond- en spuitzanddepots (drijfzand)). Opgemerkt wordt dat het gaat om gevolgen (letsel dan wel overlijden) die binnen circa 24 uur na de gebeurtenis optreden. Let op: dit laatste gaat niet op voor de Whvbz, bodemsaneringen enz., geldt alleen voor bijvoorbeeld een calamiteit binnen een Wm-inrichting met een effect buiten de inrichting. Voor de score bij fysieke veiligheid gaat het alleen om de veiligheid van burgers binnen of buiten een inrichting waarvoor de provincie op grond van de wetgeving een verantwoordelijkheid heeft. Arbeidsveiligheid is geen onderwerp voor de provincie. Schade aan de volksgezondheid: de volksgezondheid loopt gevaar; Hierbij kan worden gedacht aan de uitstoot van stoffen die op kortere of langere termijn directe schade aan de gezondheid opleveren, bijvoorbeeld emissie van kwik, maar ook aan het optreden van een legionellabesmetting door onvoldoende preventieve maatregelen door en beheerder. Toelichting: Het gaat hierbij om niet acute schade (zie fysieke veiligheid) aan de menselijke gezondheid. Hierbij kan worden gedacht aan de uitstoot van stoffen die op kortere of langere termijn (directe/aantoonbare) schade aan de gezondheid opleveren, bijvoorbeeld emissie van kwik of lasrookdampen - en bij bodemsaneringen - aan bijvoorbeeld vluchtige koolwaterstoffen, asbestdeeltjes en fijn stof in de lucht en de bodem (grond- en drinkwater). Van belang bij saneringen is de saneringsurgentiesystematiek ten aanzien van humane risico’s. Maar ook een onvoldoende waterkwaliteit (jaartoets) of legionellabesmetting door te weinig preventieve maatregelen door een beheerder. Aandachtspunt is hier het schaalniveau. Sommige effecten uiten zich op mondiale schaal en zijn op locale schaal niet meer eenduidig toe te rekenen aan de activiteit ter plaatse. Met andere woorden: het gaat om gevolgen die lokaal optreden die vervolgens afhankelijk van de mate van voorkomen een waarde krijgen toegekend.
38
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
Schade aan het milieu: lucht, water, bodem lopen schade op; Hier wordt de schade aan het milieu zelf bedoeld, zonder dar de gevolgen voor mens of natuur aan te koppelen. Zo kan van CFK's worden vastgesteld dat ze de kwaliteit van de lucht beïnvloeden en de ozonlaag aantasten (schade aan het milieu). Dat dit vervolgens leidt tot een verhoogde kans op huidkanker (volksgezondheid) wordt hier niet meegewogen, evenmin als het veranderen van de natuur door het optreden van het broeikaseffect (natuur). Toelichting: Hier wordt het ‘grijze milieu’ bedoeld. Het gaat hierbij ondermeer om de volgende aspecten: Luchtverontreiniging: denk aan gevolgen voor de ozonlaag of broeikaseffect. Maar ook (fijn)stofproblematiek en geuroverlast horen hier thuis. Bodemverontreiniging: door lekkage of morsen bij opslag en/of handelingen met bodembedreigende (vloei)stoffen (chemicaliën). Maar ook opslag van vaste (afval)stoffen, lekkende riolering en afwaterend regen- of percolaatwater kan tot bodemverontreiniging en grondwaterverontreiniging leiden. Hinder door geluidbelasting en trillingen buiten de inrichting (akoestische vervuiling). Omwonenden van bedrijven kunnen hier erg veel (hinder van ondervinden) last hebben. Hier wordt dus de schade aan het milieu zelf bedoeld, zonder daar de gevolgen voor mens of natuur en landschap aan te koppelen. Zo kan van CFK's worden vastgesteld dat ze de kwaliteit van de lucht beïnvloeden en de ozonlaag aantasten (schade aan het milieu). Niet meegewogen zijn bijvoorbeeld het veranderen van de natuur door het optreden van het broeikaseffect (natuur) hetgeen wordt veroorzaakt door het broeikaseffect. Denk hier aan saneringen die op basis van een verspreidingsrisico (bijv. in geval van vluchtige stoffen) als urgent zouden moeten worden ‘beschikt’. Schade aan de natuur: de natuur (flora, fauna, habitat, etc) wordt aangetast; Door het kappen van een stuk bos wordt de natuur direct aangetast, door het veranderen van plaatselijke omstandigheden (bijvoorbeeld grondwaterverlaging) leidt de natuur direct verlies en kunnen bepaalde soorten mogelijk niet meer gedijen of migreren. Maar ook het bijdragen aan optreden van het broeikaseffect betekent indirect schade aan de natuur. Toelichting: De natuur (flora, fauna, habitat, etc) op maaiveldniveau wordt aangetast. Maar ook de aantasting van aardkundige, cultuurhistorische en archeologische waarden (onder maaiveld niveau) krijgt hierin een plaats. Door het kappen van een stuk bos, het verwijderen van houtwallen of het afgraven van een es of grafheuvel worden de natuur en het landschap direct aangetast. Maar ook door het veranderen van plaatselijke omstandigheden (bijvoorbeeld grondwaterverlaging of bodemverontreiniging) leidt de natuur (lokaal) direct verlies en kunnen bepaalde soorten mogelijk niet meer gedijen of zullen migreren. De mate van (on)omkeerbaarheid en omvang zijn van belang. Eveneens het bijdragen aan het optreden van het broeikaseffect betekent indirect schade aan de natuur maar is op lokaal niveau nagenoeg niet kwantificeerbaar. Financieel, economische en juridische schade: er is een gevaar voor een financiële, economische of juridische schade voor de provincie; Het gaat hier om financiële schade of economische schade van diverse soort. Er kan onderscheid worden gemaakt in schade van door de provincie gemaakte kosten, denk aan handhavingskosten die niet verhaald kunnen worden, saneringskosten en dergelijke. Er kan ook sprake zijn van meer indirecte schade, bijvoorbeeld om claims die door een aanvrager om vergunning, een vergunninghouder of een derde worden ingediend bij de provincie omdat schade wordt geleden die voortkomt uit het handelen of het nalaten van handelen door de provincie. Denk hierbij aan een claim wegens het niet tijdig verlenen van een vergunning, waardoor de vergunningaanvrager financieel verlies leidt. De wettelijke geregelde financiële vergoedingen worden niet tot de financiële schade gerekend. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een vergoeding voor wildschade indien de provincie uit overwegingen op het gebied van natuurbehoud geen vergunning verleent voor het afschieten van het wild dat de schade veroorzaakt. Met juridische schade wordt hier bedoeld dat het handelen of het nalaten van handelen toekomstig optreden van de provincie moeilijker maakt, bijvoorbeeld precedentwerking.
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
39
Toelichting: Het gaat hier om financiële schade of economische schade van diverse soort. Enerzijds van de door de provincie te maken kosten; denk aan handhavingkosten die niet verhaald kunnen worden, niet verhaalbare saneringskosten (of second opinion), onderzoek naar kwaliteit van grond en dergelijke. Maar ook het nalaten van handhaving kan tot zodanige verergering van bijvoorbeeld een verontreinigingsituatie leiden, dat de kosten niet meer door de veroorzaker kunnen worden gedragen (faillissement) en de provincie voor de kosten moet opdraaien. Anderzijds kan er ook sprake zijn van meer indirecte schade, bijvoorbeeld van claims die door een aanvrager om vergunning, een vergunninghouder of derden worden ingediend bij de provincie. En wel omdat schade wordt geleden die voortkomt uit het handelen of het nalaten van handelen door de provincie, zoals een claim wegens het niet tijdig verlenen van een vergunning (financieel verlies voor de aanvrager), maar ook letselschade (zie effecten ‘fysieke veiligheid’ en ‘volksgezondheid’). De wettelijke geregelde financiële vergoedingen worden niet tot de financiële schade gerekend. Denk bijvoorbeeld aan een vergoeding voor wildschade indien de provincie uit overwegingen op het gebied van natuurbehoud geen vergunning verleent voor het afschieten van het wild dat de schade veroorzaakt. Met juridische schade wordt hier bedoeld dat het handelen of het nalaten van handelen toekomstig optreden van de provincie moeilijker maakt, bijvoorbeeld precedentwerking. Bestuurlijke schade: het bestuurlijk belang, het imago van het bestuur van de provincie en/of de provincie als geloofwaardige overheid lopen gevaar. Dit effect heeft te maken met het bestuurlijk belang bij de uitvoering van de taak. Het bestuur heeft in het collegeprogramma een aantal thema's aangemerkt als prioriteit. De mate van uitvoering hiervan heeft zijn weerslag op het imago van het bestuur: doen ze wat ze zeggen. Ook de mate van uitvoering van onderwerpen die (op provinciale schaal) maatschappelijk belangrijk worden gevonden heeft invloed op het imago van de provincie. Tenslotte is er nog een element van de geloofwaardigheid van de overheid: in welke mate voert de provincie de taken uit die haar bij wet zijn opgedragen. Toelichting: Het imago van het bestuur en/of de provincie als geloofwaardige overheid lopen gevaar. Dit effect heeft te maken met het bestuurlijk belang bij de uitvoering van de taak. Het bestuur heeft in het collegeprogramma een aantal thema's aangemerkt als prioriteit. De mate van uitvoering hiervan heeft zijn weerslag op het imago van het bestuur: doen ze wat ze zeggen. Ook de mate van uitvoering van onderwerpen die (op provinciale schaal) maatschappelijk belangrijk worden gevonden heeft invloed op het imago van de provincie. Daarnaast is er nog een element van de geloofwaardigheid van de overheid: in welke mate voert de provincie de taken uit die haar bij wet zijn opgedragen. Ten slotte zullen ongevallen (fysiek letsel) en aantasting van de volksgezondheid, die een direct gevolg zijn van het nalaten van handelen (handhaven) door het bevoegde gezag, leiden tot veel publicatie en imagoverlies.
40
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
Categorisering van de parameters ‘negatief effect’ Financieel economisch juridisch schade €1000 €10.000
Bestuur
aanzienlijke verstoring van het aanzien
schade €10.000 €100.000
enige aantasting milieu, niet herstelbaar
aantasting leefomgeving van enige duur
schade €100.000 €1.000.000
gemiddeld bestuurlijk belang / aantasting imago groot bestuurlijk belang / aantasting imago, bestuurlijke prioriteit. Enige publiciteit
omvangrijke aantasting milieu niet herstelbaar.
aantasting van de leefomgeving voor langere duur of vernietiging
schade > €1.000.000
Score
Fysieke veiligheid
Volksgezondheid
Milieu
Natuur
1: zeer klein
pijn of letsel bij een individu
aantasting van de gezondheid bij een individu
enige verstoring van het aanzien
2: klein
pijn of letsel bij meer individuen
aantasting van de gezondheid bij meer individuen
enige aantasting van het milieu, herstelbaar omvangrijke aantasting milieu, herstelbaar
3: duidelijk aanwezig
zwaar letsel bij een enkeling of gering letsel bij velen een of enkele doden of ernstig letsel bij velen
groot gevaar voor de volksgezondheid en / of enige ziektegevallen
een of enkele sterfgevallen en of meerdere ziektegevallen
4: zeer groot
klein bestuurlijk belang/ aantasting imago
zeer groot bestuurlijk belang / aantasting imago, bestuurlijke topprioriteit en groot maatschappelijk belang. Veel publiciteit.
Definitie en categorisering van het element ‘kans’ 1 = Er zijn bijzondere omstandigheden die rechtvaardigen dat de inschatting wordt gemaakt dat de kans op overtreding(en) significant kleiner is dan in een ‘gemiddelde’ situatie. Motiveren waarom sprake is van een afwijking ten opzichte van een gemiddelde situatie! 2 = Er zijn geen uitzonderlijke omstandigheden die rechtvaardigen dat de inschatting wordt gemaakt dat de kans op overtreding(en) significant afwijkt van een gemiddelde situatie. In deze categorie zal het overgrote merendeel van de taken vallen. 3 = Er zijn bijzondere omstandigheden die rechtvaardigen dat de inschatting wordt gemaakt dat de kans op overtreding(en) significant groter is dan in een ‘gemiddelde’ situatie. Motiveren waarom sprake is van een afwijking ten opzichte van een gemiddelde situatie!
Jaarprogramma Vergunningverlening en Handhaving 2011
41