Preek over de tekst Lucas 5: 27-32 gehouden in de Kruiskerk in Nunspeet op 19-04-2015 Pieter de Boer
‘Jezus ging daarna weer naar een andere plaats. Onderweg zag hij een tollenaar bij zijn tolhuis zitten. De man heette Levi. Jezus zei tegen Levi: ‘Kom, ga met mij mee.’ Levi stond op, liet alles achter en ging met Jezus mee. In zijn huis maakte Levi een groot feestmaal klaar voor Jezus. Er waren ook veel tollenaars en andere gasten. Ze aten samen. De farizeeën en wetsleraren klaagden daarover. Ze zeiden tegen de leerlingen van Jezus: ‘Jullie horen niet te eten met tollenaars en slechte mensen.’ Toen zei Jezus: ‘Een dokter is er niet voor gezonde mensen, maar voor zieke mensen. Met mij is het net zo. Ik ben er niet voor de goede mensen. Ik ben juist gekomen om slechte mensen te vertellen dat ze een nieuw leven moeten beginnen.’
Vooraf Voor de studie theologie heb ik een preek gemaakt over dit verhaal uit de Bijbel. De predikant van deze kerk volgt momenteel dezelfde master aan die Universiteit en hoorde een deel van de preek. Hij heeft mij gevraagd nu de preek hier te houden. Dat vind ik dapper. Want ik ben geen preker en – wat nog meer is – ik ben helemaal geen lid van een kerk, heb ruim 20 jaar geleden mijn lidmaatschap opgezegd omdat ik me niet veilig voelde in de kerk, ben al die jaren zwervende geweest op de markt van spiritualiteit. Tot ik de laatste jaren in een proces van verandering kwam na een bijzondere ervaring in het Italiaanse Assisi, waar een specifieke tekst uit een psalm mij zo raakte dat ik weer terug op zoek ging naar de Bijbel. Er volgde een moeilijke tijd waarin ik de juiste weg zocht en daarin ook fouten maakte in de relaties die ik heb op mijn werk en thuis. En daarmee heb ik mensen om mij heen veel pijn gedaan. Totdat ik nogmaals op een bijzondere manier werd geconfronteerd met God, en ik me realiseerde: er is een andere manier. En ik ging weer vaker naar een kerkdienst, werd geraakt door wat daar gebeurde en herinnerde me mijn oorspronkelijke verlangen om dominee te worden en ging weer theologie studeren. En wat er verder volgt? Ik heb geen idee. En ik realiseer me hoe apart het is dat ik nu hier een preek mag houden. Wat ik nu weet is dat dit boek – De Bijbel – levens van mensen kan veranderen. En het is mijn overtuiging dat hoe je hier ook zit en wie deze preek ook hoort of leest, dat voor iedereen dit boek een bevrijdende boodschap heeft. Of je nu moslim bent, boeddhist, vaak een kerk bezoek of nooit, het maakt helemaal niet uit. Dit boek leidt voor iedereen tot echte vrijheid, die heel diep gaat. En ook heel dichtbij is.
Abram En – en daar wil ik de preek dan beginnen – het is ongeveer 25 jaar nadat ik in Kampen tijdens mijn studie theologie mijn eerste preek moest houden over de roeping van Abram. Genesis 12, een heel oude tekst die aan het begin van het grote verhaal van de Bijbel staat. En dat Bijbelse verhaal is het verhaal van een volk. Luister maar naar hoe mooi dit er staat en hoe dit raakt aan het verhaal dat we lazen over Levi: ‘De Heer zei tegen Abram: “Ga weg uit je eigen land en ga weg van je familie. Ik zal zeggen naar welk land je moet gaan. Ik zal je zoveel nakomelingen geven dat ze een groot volk worden”.’ Abram werd geroepen naar een nieuw land. Hij volgde een stem zonder te weten waar hij uit zou komen. Dat is roeping. Het gaat in mijn verhaal over roeping en identiteit. Binnen dit grote kader met steeds 2000 jaar daartussen:
Abrams roeping in ca. 2000 vChr. En het begin van een volk
Levi’s roeping aan het begin van onze jaartelling
Jij en ik worden geroepen – nu – in ca. 2000 nChr.
Het is steeds weer dezelfde vraag die overal klinkt: Wie ben je? En het grote verhaal van de Bijbel, vertoont opvallend veel overeenkomsten met het verhaal over onze eigen identiteit. De identiteit van dit volk – dat lees je door de hele Bijbel heen – had alles te maken met die oorspronkelijke roepstem van Abram. Die onzichtbare roepstem is in de Bijbel de God van Abram. Voor hen had het antwoord op die vraag ‘Wie ben je’ alles te maken met de relatie tussen het volk van Abram en de God van Abram. Het is een dramatisch verhaal, want de relatie was dan weer goed en dan weer slecht. En op momenten dat de relatie slecht was, ging het in het dagelijks leven met het volk bergafwaarts. Maar als het goed ging, dan bloeide ook alles op. Dan zag je blije gezichten, dan was er voldoende te eten en leek het wel of alles vanzelf ging. In die mooie momenten stond het model voor hoe het leven kan zijn en ook bedoeld is: vreugdevol en vol van wederzijdse liefde. Maar het volk wist de relatie niet goed te onderhouden. Steeds weer was daar het: ik kan het niet. En dan was er - om de relatie met hun God weer goed te maken – een uitgebreid systeem van rituelen en regeltjes, offers die gebracht moesten worden, een tempel, een complete cultus. En daarin speelden de Levieten (nakomelingen van Levi) een belangrijke rol omdat uit deze groep de priesters werden gekozen die belangrijk waren voor de relatie tussen God en mens. En het systeem functioneerde goed, maar schoot uiteindelijk toch tekort. Steeds vaker en vaker zie je dan in de verhalen dat er uitgekeken wordt naar een definitieve oplossing, waardoor de relatie tussen God en mensen voor eens en voor altijd hersteld wordt. De Messias – de verlosser - zou komen. Dat sterke verlangen naar een beter leven groeide, net zoals er in jouw en mijn leven ook zo’n groot verlangen kan zijn naar een beter leven. En in de tijd van Jezus, met de bezetting door een vreemde macht, was dat verlangen enorm.
Het verhaal van dat oude volk is leerzaam en vertoont veel overeenkomsten met het verhaal van ons mensen. Het is de zoektocht naar onze identiteit, wie ben je eigenlijk? De identiteit van dit volk was helemaal gekoppeld aan de relatie tot hun God.
Levi En dan gaan we 2000 jaar verder in de geschiedenis. Het verhaal over de roeping van Levi. Een man met een echte joodse naam. Levi, verwijzend naar de Levieten. Deze Levi leefde in de tijd dat Jezus op aarde was, het begin van onze jaartelling. De Romeinen hadden het land Israël bezet, zoals de Duitsers ons land gevangen hielden in de Tweede Wereldoorlog. En Levi had een beroep, tollenaar. Dat was de financiële sector van toen. Hij hield zich bezig met het innen van belastingen. Tollenaars werden gehaat, omdat ze woekerwinsten maakten en omdat ze heulden met de vijand, de Romeinen die hen dwongen om meer te vragen van het volk dan redelijk was. En het is goed voorstelbaar dat het bij Levi knaagde van binnen. Zoals het bij ons kan knagen als we iets doen dat we liever niet willen doen. Zo kan dat op je werk zijn of ook elders. Het is heerlijk om bij je dagelijkse bezigheden in een flow te zitten. Lekker bezig. Het stroomt, de contacten met collega’s en mensen om je heen zijn open en prettig. Als je dat kent, dan is dat heerlijk. Toch lukt het ons niet om dit altijd vast te houden. Sterker, we lopen elke dag tegen dingen aan die niet lekker lopen en voelen ons dan vaak ongemakkelijk of gefrustreerd. Je verzint allerlei dingen om jezelf prettiger te voelen. Even afstand nemen met vakantie, loslaten, lekker shoppen, genieten van het leven enz. Maar ergens knaagt het en voel je je vaker onprettig. Misschien raak je in de knoei op je werk. Wat zie je dat vaak gebeuren. Er is teveel stress. Steeds meer jongere mensen raken al vroeg in een burn-out. En het lijkt wel de ziekte van deze tijd. Druk, druk, druk. In zo’n proces – het loopt niet meer vanzelf en er is chaos - komt vaak de vraag: Wie ben ik? Naar boven. Wie ben ik eigenlijk echt? Wat zeggen de anderen wie ik ben? Familieleden, vrienden. Zij hebben allemaal vast een bepaald idee. Maar is dat echt wie je bent? Ben je die angstige persoon, of die sterke, ben je de verstandige, de saggerijnige, de wat gemene? Je kent ze wellicht allemaal, maar wie ben je nu echt? Dat is de vraag naar je identiteit. Wie ben je? Waar zit je verlangen? Maar hoe krijg je een eerlijk beeld van jezelf en waar vind je met die vraag wat rust? Levi zat ook met die vraag. Ik zit met die vraag. Jij misschien ook. Levi, zo stel ik het mij voor, zat niet lekker in zijn vel op zijn werk. Maar krijg er maar eens grip op: wat wil je dan? Waar ligt dan je passie? Hoe graag wil je het anders en verlang je naar iets nieuws, waarin er weer energie is en toekomst? Zou Levi getobd hebben met die vragen? En zich misschien nog herinnerd hebben dat zijn naam verwees naar die andere branche: de Levieten en daarmee naar die oorspronkelijke roepstem van Abram?
Dan staat Jezus aan het tafeltje van Levi, kijkt hem aan en zegt: ‘Volg mij’. En het is alsof Levi erop heeft gewacht, want hij bedenkt zich niet en verlaat zijn gehate job en stapt op. Voelde Levi het aan: Hier klinkt die roepstem voor mij en voelde hij opeens de sterke kracht opkomen waardoor iemand kan zeggen: ik ga staan en volg mijn hart? Misschien had Levi al eerder wat opgevangen over deze out-cast, die bijzondere dingen deed en een nogal revolutionaire toon aansloeg. Mensen begonnen hem zelfs te volgen, want wat hij vertelde intrigeerde hen. Hij kwam met een heel nieuw verhaal! Een nieuwe beweging, een leider die misschien in staat zou zijn om de mensen vrij te maken van de onderdrukking? Een leraar die leerlingen om zich heen verzamelde, die wilden leren van zijn inzichten en wijsheid. …Een Messias misschien? Levi gaat staan en gaat met Jezus mee. Hij geeft zelfs een feest voor tollenaars en ander gespuis. Hij zet daarmee een grote stap. Waar naartoe? Geen idee, een nieuw land.
De weerstand Maar op het moment dat vernieuwing optreedt in het leven van mensen, komen oude krachten extra sterk tevoorschijn. Dat zien we in de clash tussen Jezus en de wetgeleerden, de precieze theologen van die tijd. Hun ideaal was gericht op het Joodse volk. Zij waren de uitverkorenen van God. Zij moesten door zich precies te houden aan regeltjes en wetten perfectie nastreven. Een knellend harnas, waar je alleen maar ongelukkig van kunt worden. Als Jezus meedoet aan de maaltijd met tollenaars en andere lui, roepen ze de leerlingen van Jezus ter verantwoording: ‘Waarom eet en drinkt jullie meester met tollenaars en zondaars?’ Reken maar dat het voor Levi een spannend moment is geweest. Stappen uit je comfort-zone en een geheel nieuwe weg inslaan. En dan iemand volgen die de confrontatie aangaat met dat grote religieuze systeem.
Jezus’ reactie Jezus’ antwoord is indrukwekkend. Het zou wel eens de kern van zijn goede nieuws, zijn boodschap, kunnen zijn een universele boodschap die zoveel mensen inspireert: ‘Ik ben er niet voor goede mensen, maar ben juist gekomen om slechte mensen te vertellen dat ze een nieuw leven moeten beginnen.’ Dit is zo nieuw. Hier is iemand die zegt: laat die oude kaders vallen en kom naar buiten met wie je bent. Het doet er niet toe tot welke groep je hoort en hoe je je best doet om te voldoen aan allerlei regels, maar voel je vrij, maak je vrij en toon je zoals je echt bent. En wees daarin dan ook helemaal eerlijk: kijk niet alleen naar je mooie kwaliteiten, maar heb ook het lef om de minder mooie, de schaduwkanten te laten zien. Kom naar buiten en wees eerlijk. Ik vind het verhaal van de Bijbel en van Jezus daarin bijzonder – de blijde boodschap is pijnlijk en confronterend. Maar daarin ook eerlijk en waardevol om je eigen te maken. Het pijnlijke in deze tekst – bleek mij bij de voorbereiding van deze meditatie - ligt in dat woord dat vaak het struikelblok in dit verhaal is: ‘zondaars’, of ‘slechte mensen’ (in de Bijbel in gewone taal). Toch ligt daar denk ik juist de parel van dit verhaal, en van het grote verhaal van de Bijbel. Vooral omdat het daarmee niet naar die ander maar naar jou zelf verwijst. Naar wat er onlosmakelijk aan je vastkleeft. Het is die eerlijke kijk op wie je bent die bevrijdend werkt.
Schaduwkanten Je schaduwkanten, wat zijn dat? Het zijn je eigenschappen waarvoor je je schaamt, waar je liever niet mee in het daglicht komt. Een goede oefening om ze te ontdekken is kijken naar wat jou in andere mensen vooral ergert. Goede kans dat het over jou gaat. Doe het maar eens zo: ‘ik erger me aan jouw botte manier van omgaan met anderen, maar… dat doe ik ook.’ ‘Ik erger me aan jouw egoïsme… maar zo ben ik ook.’ Als je dat een poosje met anderen oefent, is dat heel leerzaam. Ikzelf kan mij mateloos ergeren aan mensen die mijn grenzen overgaan. Maar ik weet: ik heb zelf moeite met grenzen aangeven en ze respecteren. Mijn leven is vol van grensoverschrijdend gedrag waar ik mee worstel en wat steeds weer terugkomt. Levi gaat achter de man aan die hem roept als zondaar met schaduwkanten. Daar is lef voor nodig, want dat voelt als heel naakt. Misschien is Levi nu voor het eerst open over zijn hebzucht, zijn meedogenloosheid richting eerlijke mensen, wie zal het zeggen? Levi toont echt Levi-lef. Met zijn keuze om achter Jezus aan te gaan zegt hij in feite: Ik erken dat ik een mens ben met mooie kanten zowel als met schaduwkanten en wil daar eerlijk mee aan de slag. Ik ben niet in staat om volgens de regeltjes van de wetgeleerden te leven. En dat is een grote stap. Sterker: dat is een sprong in het diepe, een tocht door de woestijn. Wie op deze manier zich kwetsbaar opstelt en zijn eigen schaduwkanten wil leren kennen, komt sterke krachten tegen die voortdurend proberen je weer terug te dringen naar het oude, ontkennende, leven. Het is een pijnlijk proces, maar ook een weg naar vrijheid.
Jezus volgen Tot ieder van ons klinkt diezelfde stem die ons oproept om de weg van vrijheid te gaan. Die stem is er vaak op momenten van kwetsbaarheid, van pijn en verdriet. Maar hij klinkt ook nu, hier in dit kerkgebouw. Sta op in vrijheid, maak je los van de angst, de schuld, het tobben over het verleden of over de toekomst. Wees wie je bent met al je mankementen. Jouw identiteit – wie je bent - is niet gebonden aan wat mensen over je zeggen, of aan hoe jezelf naar je eigen persoon kijkt. Jou identiteit is die van een vrij schepsel van God. Dat is de boodschap die de Bijbel voor je heeft. En daarin is de persoon van Jezus centraal. De Bijbel vertelt over Jezus als Messias in dit grote verhaal van God en mens. Zoals in het volk van Abram de Levieten steeds offers brachten om de relatie tussen God en mens te herstellen, zo is volgens de Bijbel door Jezus een daad verricht waardoor de relatie tussen God en mens helemaal is hersteld. Hij stierf als onschuldige een gewelddadige dood aan het kruis. En dat is niet beperkt tot een volk, dat herstel is voor iedereen. En de Bijbel roept je op om dat tot jouw uitgangspunt te maken. En daarin je identiteit te vinden. En een volgeling van Jezus te worden. Dat begint niet met een lidmaatschap van een kerk, of een vis op een auto, geen uiterlijke dingen, maar dat begint met zondaar durven zijn. In alle kwetsbaarheid jouw eigen weg te gaan. En waar dit moeilijk is en waar er angst en pijn is, je ogen te richten op God en hem te vragen om hulp.
Hoe doe je dat? Ik heb daar een eenvoudige dagelijkse oefening voor: sla de handen open en vraag om hulp. Hij helpt je. Want hij is goed voor je. Hij kijkt met een vriendelijke blik naar jou. Hij richt je op na verdriet. Zoals het bij Abram, bij Levi was, zo is het nu bij jou en mij. Volg de stem, dat is de stem van je hart, dat is een goddelijke stem. Als je die stap samen met Jezus zet dan leidt dat tot echtheid, met liefde. Zonder hem is er onvrijheid. Wees gerust jezelf, met hem. Toon Levi-lef.
Nieuw leven Als je jouw verhaal kunt plaatsen in deze lijn van Abram, Levi, Jezus, dan hoop ik dat je je eigen verhaal kunt optillen boven de misère waarin we ons vaak kunnen bevinden; thuis, in je relaties, op je werk, op school. Sta op en wees vrij. Dat is het begin van een nieuw leven. Amen
Liturgie Votum/groet Gereformeerd Kerkboek Gezang 3: ‘Abraham, Abraham’ Gebed Opwekking 687: ‘Heer, wijs mij uw weg’ Lezen Lukas 5:27-32 Preek Gereformeerd Kerkboek Gezang 22: ‘Uw woord omvat mijn leven’ Geloofsbelijdenis Gereformeerd Kerkboek Gezang 169:1,2,5: ‘Van God nooit losgekomen’ Gebed Collecte Psalm 85:3,4
Zegen