Preek over Lucas 1: 39- 56 Lied van Maria 39
Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, 40 waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette. 41 Toen Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld van de heilige Geest 42 en riep luid: ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! 43 Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? 44 Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. 45 Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.’ 46 Maria zei: ‘Mijn ziel prijst en looft de Heer, 47 mijn hart juicht om God, mijn redder: 48 hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen, 49 ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan, heilig is zijn naam. 50 Barmhartig is hij, van geslacht op geslacht, voor al wie hem vereert. 51 Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm en drijft uiteen wie zich verheven wanen, 52 heersers stoot hij van hun troon en wie gering is geeft hij aanzien. 53 Wie honger heeft overlaadt hij met gaven, maar rijken stuurt hij weg met lege handen. 54-55 Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar, zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd: hij herinnert zich zijn barmhartigheid jegens Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.’ 56 Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar, en ging toen terug naar huis.
Preek over Lucas 1: 26 – 38: Brief aan Maria Gemeente van Onze Heer Jezus Christus, Mariaverering staat bij de protestanten in de kwaad daglicht. Het is een rare vorm van bijgeloof. Maar ik heb er altijd een zekere sympathie voor gehad. Niet voor de excessen en de Hemelse Koningin, maar wel voor Maria. En ik vraag me af: weten we wel goed raad met Maria in onze protestantse geloof? Krijgt ze de plek die ze zou moeten innemen? Stel je voor dat ze, heel nuchter, tegen de engel Gabriël had gezegd: hé, wat overkomt me hou, begin ik te hallucineren? Wegwezen jij! Dan was het verhaal van Jezus misschien helemaal niet doorgegaan. Ik heb haar daarom een brief geschreven. Om mijn hart te luchten en na te denken over haar plaats in mijn geloofsleven. Lieve Maria, Lieve Moeder in het geloof, Je hebt in mij met een nuchtere protestant van doen. Maar wel één die gevoelig is voor sfeer en die kaarsjes mooi en zinvol vindt. Je alleen maar richten op het woord is wel erg kil op den duur, Maria. Ik geloof dat veel protestanten dat eigenlijk ook wel 1
vinden. Tegenwoordig wordt in een gemiddelde protestantse kerk toch minstens een paaskaars gebrand. Dat komt, volgens mij, Maria, omdat de grote opruiming die mijn voorouders in het geloof, de reformatoren, maakten niet helemaal goed is uitgepakt. De mannen grepen de macht en wisten in de protestantse kerken niet goed een plek voor vrouwen, het vrouwelijk in het geloof, te creëren. Tenminste niet op officieel niveau. Geen vrouwen in het ambt, weg met alle bijgeloof, dus ook met de Maria-verering. Weg met de kaarsen, noem maar op. Zo ging het. De mannen stonden vooraan en er was nergens, zelfs niet achteraf een klein hoekje waar je nog voor jou een kaarsje kon branden. Zo werd het protestantisme een mannengeloof en een mannenkerk. ‘Vrouwen mochten hun mond niet opendoen’ had broeder Paulus in een onbewaakt ogenblik opgeschreven en daar luisterden zijn seksegenoten maar al te graag naar. Ze veranderden dit bescheiden advies in een eeuwige, onwrikbare wet. Ondertussen gingen ze doen wat mannen nu eenmaal altijd graag doen. Vechten om de macht, jagen en oorlog voeren. Zo werden er polemieken gevoerd, oorlogen om de juiste leer, die leidden tot kerkscheuringen en ketterjachten. Dat is gelukkig voor het grootste deel verdwenen, maar er zijn nog wel van die mannenbolwerken. Als je nou echt eens wat heilzame verwarring wil zaaien, Maria, verschijn dan eens aan bijvoorbeeld de predikant van de Hersteld Hervormde kerk in Staphorst. Dat zou nog eens wat opschudding kunnen geven en wellicht een stimulans in de gesprekken tussen Rome en de reformatie. Wij kunnen niet zonder vrouwen in de kerk. We hebben het door schade en schande ontdekt. (Van de Beukel: sinds de vrouwen in de kerk meedoen is het er veel leuker op geworden.) Ook niet in ons geloofsleven en in onze geloofsverbeelding. Een mannengod wordt gauw een strenge veeleisende toornende vader. Maar waar vrouwen gaan meedoen in de kerk en het geloof daar gaat het over dingen die dichtbij liggen, de dingen van het gewone leven. Het gaat over relaties tussen mensen, over kinderen, over het werk, het huishouden. De noden, zorgen en vreugden die een groot deel van ons alledaagse leven bepalen. En zou daar het geloof ook niet moeten beginnen? Maria, ik zou je zo graag eens zien, zoals je echt bent. Ik zit in mijn hoofd met al die beelden die ze van je hebben gemaakt. Van die kitscherige gipsen krengen, met van die uitdrukkingsloze gezichten. Altijd in heel vrome poses. Maar zo stel ik me jou helemaal niet voor. Zeker niet toen Gabriël aan je verscheen. Volgens mij was je toen nog een jonge meid. Met twaalf werden ze al uitgehuwelijkt in Israël in die tijd, las ik ergens. Misschien was je dus nog maar 13 of 14 jaar. Mirjam van Nazareth uit Galilea. Dat ook nog eens niet zo best bekend stond. (Waar de 'schare woonde, die de wet niet kende'. Afkomstig uit een achterlijke streek dus.)
2
Als ik je voor me probeer te zien, dan zie ik een tengere meid, een beetje armoedig gekleed, met grote verwonderde ogen die naar de engel Gabriël kijken. Zonder de afstand en de argwaan die Zacharias had. Jij gaf je over aan het gebeuren, Maria. Zonder enige reserve. Dat je dat durfde. Dat je niet eerst meer zekerheid vroeg. Geen schriftelijke verklaring als bewijs of zoiets. Je had er toch op kunnen rekenen dat niemand je zou geloven?! Maar zo zie ik je nergens terug. Als die frisse, argeloze, open, jonge meid. Je werd al heel gauw een statige verheven vrouw. Een moeder, een heilige moedermaagd. Wat denk je, was dat nou ook weer zo'n mannenstreek? Je weet toch wel dat veel mannen niet goed met vrouwen kunnen omgaan? Omdat ze diep van binnen, meestal onbewust, bang zijn voor, of jaloers op vrouwen. Want jullie staan veel dichter bij het geheim van het leven dan mannen. Wat zij ook tot stand brengen met hun ambities en dadendrang, en hoe ze ook opscheppen over hun potentie als verwekkers. Nooit kunnen ze wat jullie kunnen: namelijk leven voortbrengen, kinderen baren. Je reinste baarmoedernijd is het, Maria. Vanwege die angst en jaloezie verheffen mannen vrouwen graag tot onmenselijke hoogte of trappen ze hen in de grond. Maken ze een heilige of een hoer van jullie. Maar, Maria, jij was geen van beide. Jij was zoals alle andere vrouwen, een mens van vlees en bloed. Dat jij moeder werd van Jezus, beste Maria, dat heeft ons nogal bezig gehouden. Moeder van de Heer, Moeder Gods. Eeuwenlang is daar over nagedacht. Want hoe zat dat nou precies met die maagdelijke geboorte? Voor mij ben jij altijd een theologische maagd geweest en geen biologische. Volgens mij wilde God bij dit nieuwe begin al die oorlogvoerende mannen even buitenspel zetten en met opzet passeren. Dit nieuwe begin van God had niets met oorlog en strijd te maken, integendeel. Jouw kind werd geboren om het rijk van vrede op aarde te vestigen. Jouw kind had zijn oorsprong dan ook niet op de aarde maar in de hemel. Dit was nog nooit eerder vertoond. Daarom moest het een maagdelijke geboorte zijn. Jouw kind werd niet geboren in het verlengde van het bloedspoor van de geschiedenis. Begrijp ik het zo goed? Hoe was het om moeder van Jezus te zijn? Wat voor kind was Jezus? Volgens mij hield je veel van hem. En was je ook trots op hem. Maar je hebt ook veel verdriet om hem gehad, Maria. Je hebt veel geleden om hem. In paniek was je toen hij een keer zoek was. Drie dagen weg. Wat moet je niet allemaal hebben gevoeld? Wat gebeurt er niet met ouders die hun kind drie dagen kwijt zijn? (Tenslotte vond je hem terug in de tempel). Tenslotte zag je hem doodgaan aan het kruis. Je verloor niet alleen je kind. Je zag met je eigen ogen hoe hij doodgemarteld werd. Een zwaard ging door je ziel. Want je kind verliezen is je heden verliezen. Je kind verliezen is leven omgekeerd. Je kind verliezen is jezelf verliezen.
3
Beste Maria, door deze brief aan jou te schrijven, vraag ik me af wat de rol is van geloofsmoeders. Die van de vaders is wel duidelijk. Lange tijd waren de meeste predikanten en theologen mannen. Maar wat hebben de moeders betekend? Ik denk meer dan we denken. Die rol begon in het gewone dagelijkse leven. Vrouwen, moeders, zijn de eerste schakel in de traditie van de geloofoverlevering. Van mijn moeder leerde ik mijn avondgebed: 'Ik ga slapen ik ben moe'. Zij overhoorde de psalmversjes. Tegen haar zat ik aan als klein kind in de kerk. Zij leerde mij om in de omgang met broer en zussen en vriendjes te onderscheiden tussen goed en kwaad. Van moeders, vrouwen, leren kinderen het eerste abc van het geloof. Tenminste zo ging het tot voor kort. Misschien is het nu aan het veranderen doordat mannen en vrouwen meer samen doen. Maar, eerlijk is eerlijk, nu doen ze weer veel minder aan het geloof. Jouw houding, Maria, is een voorbeeld voor ieder mens die wil geloven. Jouw houding tegenover de engel Gabriël staat voor luisterend leven, voor ontvankelijk leven, voor open staan en ook voor de bereidheid leven te willen geven en het ook door te willen geven. Door jou versta ik dat niet mannelijk daadkracht, maar vrouwelijke ontvankelijkheid het Messiaanse gebeuren op gang heeft gebracht. Wie wil geloven komt niet ver met de gesloten houding van: ik heb gelijk, ik heb de waarheid in pacht, ik weet wel hoe het allemaal in elkaar zit. Nee, openstaan voor verrassingen. Leren leven van de verwondering. Dat is de baarmoeder van het geloof. Beste Maria, die ene zin van jou, die zal me nog lang heugen: 'Mij geschiede naar uw woord'. (NBV: Laat er met mij gebeuren wat u wil) Die houding, daar gaat het om. Je gewonnen durven geven aan de woorden van god. Niet op een afstand blijven, maar je overgeven en het met Hem wagen. (Het is die combinatie van argeloosheid en openheid.) Dankjewel, Maria, voor wat je hebt gedaan. Het was zo heel gewoon en toch ook zo bijzonder. Een zoon te baren die zo vervuld was van Gods Heilige Geest. Door wie de wereld is veranderd. In wie God zelf heel dichtbij ons is gekomen. Die zelf het licht van God uitdeelde. Ik dank je ook voor dat mooie lied van je. Waarin je bezingt hoe God oog heeft voor kleine en gewone mensen. Met dat prachtige visioen waarin de rollen worden omgedraaid. De machtigen en heersers het onderspit delven en de armen naar voren worden gehaald. Een liedje van verlangen, helaas Maria, want zo gaat het nog steeds maar zelden. Door het schrijven van deze brief besef ik, Maria hoe belangrijk vrouwen, als geloofsmoeders zijn voor de kerk en het geloof . Want zij houden ons met beide benen op de grond. Ze zijn geen hemelbestormers, maar beginnen bij het leven van alledag. Beginnen met de vrede dichtbij en niet zozeer ver weg. Staan open voor de verwondering.
4
Ik sluit deze brief nu af en zeg met de engel Gabriël en die oude kerkelijke traditie: 'Wees gegroet Maria, vol van genade. Je bent een gezegende onder de vrouwen en gezegend is Jezus de vrucht van je schoot. De Heer zij met jou' en met ons. De groeten van mij, van ons, van alle heiligen en onheiligen uit Assen. AMEN Assen, De Ontmoeting 13 december 2015, ds. Peter van de Peppel
5