preek over matteüs 21 : 1-17
maart 2012
1
PREEK OVER MATTEÜS 21 : 1-17 ‘Koning Jezus houdt intocht!; Hoe ontvangt u de Koning?’
29 maart 2012
Gemeenteproject ‘op weg naar Pasen’; laatste zondag voor Pasen
Liturgie: (ddo: bas vrolijk; organist: Rop) afkondigingen mededelingen inzake gemeenteproject (jeugdmoment?) votum/groet zingen: wet zingen: gebed
Ps. 8 : 1,2,3,4,5,6
Heer, onze Heer, hoe heerlijk en verheven
Gez. 91
In het kruis zal ‘k eeuwig roemen
(schoolpsalm gr. 3&4)
bediening van de doop: lezen: doopformulier I doop Mirthe Janique Doek zingen: Gez. 161 : 1,4 overhandigen doopkaart en aanspraak gemeente dankgebed (bijbelklas groep 1,2,3) lezen: lezen: zingen: verkondiging zingen: gebed collecte:
Matteüs 21 : 1-17 Zacharia 9 : 9-10 Ps. 24 : 1,4,5
(is ook de tekst voor de verkondiging)
Ps. 118 : 8,9,10
De steen die door de tempelbouwers
wijk 10 kindermoment
korte presentatie tijdens collecte (door Marco Verveld)
zingen: zegen
LvK 460 : 1,2,5
Gehouden te
De aarde is, met al wat leeft
(wisselzang: vs. 4 mannen; vs. 5 vrouwen)
1. Theologische Universiteit; 2. Kerk en eredienst
Loof de Koning heel mijn wezen
Enschede West
op
01-04-12
© h.p.dam Het staat u vrij om deze preek voor u zelf of in kleine kring te gebruiken. Wilt u deze preek lezen in uw gemeente, dan stel ik het op prijs dat u mij daar even van in kennis stelt (
[email protected]) . Verder is het niet toegestaan deze preek te vermenigvuldigen of te publiceren zonder mijn toestemming. H.P. Dam
preek over matteüs 21 : 1-17
maart 2012
1 Gemeente van Jezus Christus, Hosanna voor Jezus! of: ‘Weg met Jezus!’ Wat gaat het worden? Jezus vraagt een beslissing: Hoe sta je tegenover Hem? Dat Jezus een beslissing vraagt, blijkt uit de geschiedenis die we vanmorgen met elkaar lezen. Over Jezus, die als Koning zijn intocht houdt in Jeruzalem. Jezus speelt de hoofdrol. Maar zoals zo vaak, in die laatste dagen voor zijn lijden aan het kruis, zijn er tal van mensen om Hem heen, die allemaal wat van Hem vinden. En zoals zo vaak leidt het tot tegenstellingen en tot confrontatie. ‘Hosanna voor Jezus’ of: ‘weg met Hem’! Het zijn twee uitersten. Of helemaal voor, of helemaal tegen Jezus. Aan welke kant staat u, sta jij? Is er ook een tussenweg? Kun je ook een béétje voor, of een béétje tegen zijn? Dat zou het misschien gemakkelijker maken. Niet zo radicaal. Alles op alles zetten. Maar een beetje van dit en een beetje van dat. Een beetje van Jezus, een beetje van mezelf…. Daar houden we het misschien wel bij vol. Maar die tussenweg is er niet. Bij Jezus is het alles of niets. Dat heeft te maken met Hemzelf. Hij wil en kan alles voor je zijn. Alles wat je voor heel je leven nu en voor eeuwig nodig hebt. Zo wil Hij dan ook ontvangen worden en geëerd worden. Niet als een halve Koning of Heiland. Hij wil geen halve volgelingen. 2 Jezus houdt zijn intocht als Koning. Mag Hij in alles uw en jouw koning zijn? Waar zie je jezelf terug in de geschiedenis van vanmorgen? Laat je Koning Jezus toe in je leven? Weer je Hem misschien ergens toch wat af? Of sta je van harte aan de kant van de Hosanna-roepers? Het is een opvallend verhaal als je let op wat Jezus doet. Jezus is onderweg naar Jeruzalem. Bij Jericho is Hij de Jordaan overgestoken. In Jericho heeft Hij nog een paar blinden genezen. Die gaan achter Hem aan, als volgelingen van Hem. En zij zijn niet de enigen. Het loopt tegen het Pesachfeest. Duizenden mensen zijn uit Galilea onderweg naar Jeruzalem om daar het feest te vieren. Het zijn allemaal mensen die Jezus kennen. Ongetwijfeld zijn er ook veel mensen tussen die door Hem genezen zijn. Want het was vooral in Galilea dat Jezus rondtrok en waar Hij ontelbaar veel wonderen gedaan heeft. Als Jezus dan dichtbij Jeruzalem is, bij het dorpje Betfagé, gaat Hij zijn reis op een andere manier voortzetten. Hij weet wat Hem in Jeruzalem te wachten staat. Daar heeft Hij vaak over gesproken met zijn leerlingen, met de menigte. Hij zal daar sterven aan het kruis. En ook, na drie dagen, uit de dood opstaan. Nu Hij voor de laatste maal Jeruzalem bezoekt, gaat Hij anders dan anders de stad binnen. Hij wil zich, voor zijn dood aan het kruis, op een heel bijzondere manier aan Jeruzalem presenteren.
2
preek over matteüs 21 : 1-17
maart 2012
Als Hij langs Betfagé komt, stuurt Hij twee van zijn leerlingen op pad. Ze zullen in het dorpje een ezel vinden, die daar vastgebonden staat, samen met haar veulen. En ze moeten beide dieren naar Jezus brengen. Hij heeft ze nodig. Hier laat Jezus al zien dat Hij koning is. Hij beveelt, Hij vordert, zoals een koning mag, de dieren die Hij nodig heeft. Als de eigenaar hoort dat de Heer de dieren nodig heeft, zal hij ze zonder bezwaren laten gaan. Jezus voegt eraan toe, dat Hij dit doet om te vervullen wat een profeet heeft voorzegd. Jezus doet hier niet zomaar wat. Maar Hij vervult een programma. Hij geeft uitvoer aan een plan, dat God in zijn Woord heeft vastgelegd. Een plan waar de profeet Zacharia al zo’n 500 jaar geleden over geschreven heeft. In het kader van dat plan moeten we heel het optreden van Jezus zien. Hij vervult Gods programma. Jeruzalem, lees het maar na! Zo schreef Zacharia: Juich, Sion, Jeruzalem, schreeuw het uit van vreugde! Je koning is in aantocht, Hij draagt het kleed van recht en met zegen. Nederig is hij, zachtmoedig komt Hij aanrijden op een ezel, op het jong van een ezelin. Jezus komt, om de wapens weg te doen, de bogen worden gebroken, er zal vrede zijn tussen de volken, zijn vrederijk zal wereldwijd zijn, van zee tot zee! Zo schreef Zacharia. En zo doet Jezus! Als de leerlingen met de ezels bij Hem komen – ze nemen beide dieren mee, het moederdier is nodig om het jong rustig te houden – leggen ze hun mantels op de dieren. En Jezus bestijgt dan de jonge ezel, waarop (blijkens andere evangelisten) nog nooit iemand heeft gereden. Jezus de Koning heeft het eerste recht. Jezus rijdt op een ezel naar Jeruzalem. Dat tekent Hem als de Koning die Hij wil zijn. Een paard is een strijddier. Een ezel is een teken van zachtmoedigheid. Deze Koning komt niet met harde hand veroveren. Hij komt met vrede, met heil. Dat wil Hij aan de mensen brengen. En zo gaat het in optocht naar Jeruzalem. De leerlingen en de mensen spreiden hun kleren op de weg en palmtakken, als loper voor de Koning. Ze zwaaien ermee langs de kant van de straat. En ze roepen luidkeels: Hosanna! Hosanna voor Jezus! Alle eer aan de Koning. Hij komt eraan Jeruzalem Gezegend is Hij die tot u komt in de naam van de Heer (Ps. 118). Jeruzalem, uw Koning komt! Geprezen zij Hij hemelhoog! De optocht is onderweg. Laten we ons nu eens verplaatsen naar Jeruzalem. Daar ligt de stad, op de heuvels. Vanuit de stad kun je de stoet zien naderen. En als je het niet zíet, dan hóór je het wel: al die juichende mensen! Het hosanna-geroep is niet van de lucht. Midden in de menigte die man op een ezel, die wordt toegejuicht. Wat gebeurt er in de stad? Zwaaien de poorten wijd open? is het zoals Psalm 24 zingt: Omhoog, o poorten, nu omhoog! Maak hoog en wijd uw oude boog! Want zie, Hij komt, de Vorst der ere, de hemelkoning is in aantocht!? Het is een groots moment voor Jeruzalem. Alles wat God beloofd heeft wordt nu vervuld, nu de Koning de stad binnenrijdt. Dit is hèt moment!
3
preek over matteüs 21 : 1-17
maart 2012
Er gaat wel een schok door Jeruzalem. Matteüs gebruikt een woord dat ook zit in het woord voor aardbeving. De stad is hevig geschokt. Wat gebeurt hier? En als ze Jezus zien, vragen ze: ‘Wie is die man?’ Ja, Hij is Jezus, de profeet uit Nazaret, uit Galilea. De mensen van Galilea kennen Hem wel. De blinden die ziende werden. De verlamden die achter Hem aanliepen. De bezetenen die bij zinnen kwamen. De doven die konden horen. De melaatsen die rein werden. De doden die werden opgewekt. Zij kenden Hem wel. Jezus, de Verlosser! Zij volgen Hem. In Jeruzalem kende men Hem ook wel. Maar dan anders. Wie is díe man! Profeten komen niet uit Galilea. Uit Nazareth kan geen goeds komen. In de hoofdstad – de stad van de tempel, van Gods huis, de stad waar de geestelijke elite zit, de hogepriesters, de schriftgeleerden, de farizeeën – wordt Jezus wordt niet ontvangen als Koning. Hij wordt met minachting bekeken. Die Galileeër. Die Nazarener. Die man die zich omringd heeft met een stelletje vissers en boeren, met plattelanders uit het Noorden. Wat moeten wij met die man! Jeruzalem biedt geen welkom aan de Koning die God geeft! 3 Dat wordt nog duidelijker als Jezus een bezoek brengt aan de tempel. Het huis van zijn Vader. Hij loopt de voorhof binnen. Daar is het een drukte van jewelste, helemaal zo vlak voor Pesach. Er worden offerdieren te koop aangeboden, er worden duiven verhandeld, er wordt geld gewisseld. Het beursplein is er niets bij. Pesach is booming business. De priesters zelf verdienen er grof geld mee. Wat zijn ze druk bezig met hun eigen zaakjes. Wie heeft er nog oog voor waar het werkelijk om gaat? Dat het in de tempel om God moet gaan? Dat het een huis moet zijn van eerbied, van toewijding, van gebed? Een huis waar het niet gaat om geldwinst, maar om het heil dat God geeft? Jezus houdt grote schoonmaak. Hij jaagt de dieren weg met hun verkopers, Hij gooit de geldtafels ondersteboven. Hij schopt de stoelen onder de duivenverkopers vandaan. Mijn huis moet een huis van gebed zijn! Maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt (Jer. 7 : 11). De zachtmoedige Koning treedt hier wel hardhandig op! Wat opvalt is, dat de leiders, de tempelpolitie, Jezus zomaar zijn gang laten gaan. Het was niet mis wat Hij daar deed. Blijkbaar straalde Hij hier ook uit dat Hij de Koning was, dat Hij de macht had, dat dit het huis was van zijn Vader, God, en van Hem. Niemand houdt Hem tegen. Jezus zorgt ervoor dat het stil wordt op het tempelplein. Dat het weer over God gaat. Als Jezus, dwars tegen de geestelijke autoriteiten in, de orden heeft hersteld, als de stilte is weergekeerd, dan komen er mensen op het tempelplein. Blinden, verlamden. Hen ontvangt Jezus met open armen. En Hij geneest ze. In Gods huis deelt Hij het heil uit. De relibusiness heeft hier niets te zoeken. Maar de blinden en de lammen, de armen, de kleinen, zij die niet meetellen mogen hier komen. Hier, in zijn huis, is God goed voor ieder die Hem zoekt. En met volle handen deelt Jezus Gods heil uit.
4
preek over matteüs 21 : 1-17
maart 2012
4 En dan is er, naast de intocht en de tempelreiniging, nog een derde gebeurtenis waarin Jezus zich als Koning laat zien. De hogepriesters en de schriftgeleerden zien van een afstand hoe die man uit Galilea de zieken geneest. En dan horen ze, tot overmaat van ramp, ook nog eens de kinderen roepen: Hosanna, voor de zoon van David. Het schalt tegen de muren van de tempel omhoog. Prachtig, die peuters, ze weten waarschijnlijk niet eens wat ze roepen. Maar dát was toch wat vader en moeder riepen! Dát kunnen wij ook! De hoge heren van de tempel willen hun vingers wel in hun oren stoppen. Ze koken van woede. Ze stormen op Jezus af: Hoort U wat ze roepen!? Jazeker. U hebt toch wel gelezen – het staat in Psalm 8 – : Door de mond van kinderen en zuigelingen laat God zich een loflied zingen? Hier hoor je het! Als jullie de kaken op elkaar houden, als júllie Mij niet eren als Koning, dan zorgt God er wel voor dat de péuters gaan zingen. Ze gaan jullie voor in het ontvangen van de Koning! En Jezus laat de hogepriesters en de schriftgeleerden staan. Dat is veelzeggend. Hij keert ze de rug toe en gaat de stad uit. 5 Drie gebeurtenissen, waarin Jezus laat zien dat Hij Koning is. De Intocht, de Tempelreiniging, en het lied van de kleine kinderen. Jezus houdt zijn intocht in Jeruzalem. Hij zal daar laten zien, dat Hij Koning is. Dat doet Hij niet met legers en geweld. Zachtmoedig rijdt Hij de stad binnen. En Hij gaat een bijzondere weg naar de troon. Een weg die gaat langs het kruis. Nog geen week na deze zondag zal Hij aan het kruis hangen. Daar geeft Hij zijn leven om zijn volk te verlossen. Daar aan het kruis ondergaat Hij de straf voor de zonden van het volk. En daar sterft Hij de dood. In zijn lijden en sterven rekent Hij af met de vijanden van zijn volk. En zo maakt Hij de weg vrij voor zijn Koninkrijk, dat rijk waar Zacharia over sprak: geen geweld, geen oorlog, maar recht en zegen en vrede! Wereldwijd voor alle volken. Iedereen die in Hem gelooft, ieder die Hem als Koning erkent, zal deze vrede ontvangen en in zijn Rijk wonen. Koning Jezus: Hij wil in geloof ontvangen worden, door Jeruzalem, door heel de wereld. Ook door u en jou. Hij wil u zijn vrede en zijn heil geven. Hij gaf er zelfs zijn leven voor. Hij vraagt u en jou nu Hem te erkennen als de Koning van heil en vrede! Roepen we Hosanna voor deze Koning? Gezegend is Jezus die in naam van God naar ons toe komt? Mag Hij werkelijk uw Koning zijn? We zien op hoeveel weerstand deze Koning kan stuiten. Wie wordt er nu volgeling van een profeet uit Galilea? Wie gelooft er nu in Jezus Christus? Dat kan vandaag best moeilijk zijn. Je legt er niet echt eer mee in. Volgeling zijn van deze Koning. Dat betekent met het kruis op je rug Hem achterna. Dat betekent dat je breekt met je zonde en dat je luistert naar Hem. Vaak dwars tegen de massa in: waarom kies je zo? Waarom leef je zo? Omdat ik Hem volg! Jezus volgen betekent dat je alles in Jezus vindt: heel je heil en je zaligheid. Bij Jezus vergeleken is al het andere, hoe belangrijk mensen het ook kunnen vinden, maar heel betrekkelijk. Je gaat niet voor rijkdom en roem en carrière, alsof je daar je leven mee kunt vullen en redden. Maar Jezus en wat Hij geeft, gaat je boven alles.
5
preek over matteüs 21 : 1-17
maart 2012
Jezus volgen betekent, dat je tussen de armen en de blinden en de bedelaars komt te staan. En tussen de peuters, de zuigelingen. Ik heb voor U niets mee te brengen, ik kan het alleen maar van U verwachten. Als een klein kind dat bij de doopvont wordt gebracht. Zoals Myrthe vanmorgen. Jezus ontving haar met open armen, haar geeft Hij zijn liefde en heil. Nog vóór ze er ook maar iets van begrijpt. Wie weet hoe gauw zij haar eerste versjes voor God zingt en voor Jezus. En daarin is ze dan een voorbeeld voor iedereen. (net als Esmée, die midden in de Intratuin zingt van Jezus). Prachtig!) Want Jezus is niet gekomen voor mensen die wat te brengen hebben, maar voor mensen die weten dat ze arm zijn van zichzelf, en gered moeten worden van hun zonden. Als je Jezus wilt volgen, kun je alleen maar een armoedige volgeling zijn. Ook al heb je nog zoveel geld. Jezus volgen betekent dat het in je leven echt over Hem gaat. En om Hem gaat. Misschien ben je wel bezig met een boel ‘godsdienstige’ drukte, en praat je volop over Hem, en over de kerk, en over hoe het moet, en hoe het kan allemaal vandaag, zonder dat je hart van Hem vol is. Jezus stuiterde in Jeruzalem tegen de gevestigde geestelijke orde aan. Een tempel waarin het niet meer over Hem ging. We zijn pas echt kerk als het hier over Christus gaat. Over Christus in ons hart, en leven. Als we ons samen vastklampen aan onze Koning. Je bent pas echt volgeling van Hem, als je hart vol is van Hem. Laat je leven in geloof en kerk geen kouwe drukte zijn. Maar laat Jezus Christus als Koning in uw hart wonen. Het is nog niet zo gemakkelijk om echt Hosanna te roepen. Het vraagt van je dat je met hart en ziel Koning Jezus erkent. Maar Hij is het dan ook meer dan waard. Hij is de Koning, die heil en vrede en zegen geeft, voor altijd en altijd. Ontdek voor jezelf dan steeds meer en meer, wie deze man uit Galilea is. En ontvang Hem van harte. En wees midden in deze wereld maar volgeling van Hem. De zachtmoedige Koning. Laat door je eigen leven maar zien en horen wie Hij voor de mensen om je heen wil zijn. Nog steeds zoekt Hij de wereld met zijn liefde, met zijn redding. Nog steeds wil Hij de weg naar het echte leven en de echte toekomst van zijn rijk openzetten, voor iedereen die Hem maar aanneemt. Getuig van Hem! Want met geloof in Jezus Christus staat of valt alles. Heel je leven en heel je toekomst. Wat zou het geweldig zijn, als ook in onze omgeving, in onze stad, in ons land, nog veel mensen Hem gaan volgen. En klaar staan om Hosanna te roepen. Want de Koning, Hij is onderweg, en Hij komt straks terug op aarde. Om hier zijn rijk van vrede voor eeuwig te vestigen. Hoeveel geloof zal Hij vinden? Hoe groot zal de menigte zijn die Hosanna voor Jezus roept? Wees volgeling van Jezus en getuig van Hem, die het heil voor de wereld is. Amen
6