Preek over HC zondag 40 (zesde gebod) Gemeente van de HEER Jezus Christus, gasten & luisteraars, Er heerst een aparte spanning rond de vraag welke functie geweld moet of mag hebben in onze samenleving. Aan de ene kant hebben we het over zinloos geweld – volgens veel mensen is elk geweld zinloos – aan de andere kant groeit het aantal mensen dat voor de doodstraf is. 40% van de Nederlanders, naar het schijnt. Een meerderheid van de Nederlandse bevolking wil geen politiemissie maar is wel blij dat terroristisch geweld dáár bestreden wordt en niet in onze straten. Geweld heeft dus, kan dus, weldegelijk een functie hebben. Wraak is er een van, genoegdoening. Maar er zijn ook andere vragen. Bijvoorbeeld: als je niet mag doden, hoe zit het dan met het gebruik van geweld in oorlogen. Ver van je bed? Behalve als je bij de land- of luchtmacht zit? Maar er leeft, n.a.v. het zesde gebod, ook een heel ander soort vragen. Vragen rond abortus, wat doe je bijvoorbeeld als het leven van de moeder in gevaar is tijdens zwangerschap of bevalling en het is kiezen tussen moeder of kind? En vragen rond het levenseinde van patiënten die ernstig ziek zijn. Bijvoorbeeld Sam, over wie je in de afgelopen week een documentaire bij de AVRO kon zien. Hij is 26 jaar geworden. O.a. dankzij permanente beademing. Daarnaast was hij zo goed als blind, en doof. Een van de vragen die deze docu opriep in het maatschappelijk debat is die naar ‘kwaliteit van leven’. Wat is dat? Wanneer is de grens bereikt, wanneer is leven geen leven meer en wie bepaalt dat? Genoeg (actuele) vragen, dacht ik zo. Laten we vanmiddag eerst met elkaar ontdekken wat God in het zesde gebod verbiedt. Dan over de vraag wat God gebiedt. [dia 1 – titel] Wat God verbiedt [dia 1.1] ‘Pleeg geen moord’. Dat is de vertaling van de Hebreeuwse tekst. Moord is in Nederland, in tegenstelling tot bijvoorbeeld doodslag, de doelbewuste en van te voren voorbereide aanlag op het leven van iemand anders. [dia 1.2] De 1951 vertaling luidde: ‘Gij zult niet doodslaan.’ De ’51 vertaling is te ruim. Het Hebreeuwse woord doden dat hier gebruikt verbiedt niet alle doodslag. Zo kende de Hebreeuwse wetten de doodstraf op verschillende misdaden.
Op moord, natuurlijk. Maar ook op ontvoering, en andere misdrijven.1 Maar de NBV is te eng, want het zesde gebod verbiedt meer dan wat wij moord zouden noemen. Ook wie, laten we zeggen, door nalatigheid (bijvoorbeeld door geen hek te plaatsen rond een zwembad of vijver) schuldig is aan de dood van een kind dat daarin valt, is schuldig. [dia 2 - titel] Een paar voorbeelden van zaken die God verbiedt: • Moord en doodslag [dia 2.1]. Wanneer Kaïn Abel vermoordt, merkt God Kaïn met een teken waarvan dreiging uitgaat. Als iemand jou vermoord zal dat zevenmaal aan hem gewroken worden. Ook na de zondvloed stelt God één duidelijke grens aan het (nieuwe) leven: ‘Ik zal genoegdoening eisen wanneer jullie eigen bloed, waarin je levenskracht schuilt, wordt vergoten; Ik eis daarvoor genoegdoening van mens en dier. Van iedereen die zijn medemens doodt, eis ik genoegdoening. Wie bloed van mensen vergiet, diens bloed wordt door mensen vergoten, want God heeft de mens als zijn evenbeeld gemaakt’ (Genesis 9:5-6). We merken hierbij tussendoor dus op, dat God met de doodstraf het leven beschermt. Dat menselijk leven niet vernietigd mag worden is niet omdat het volgens ons altijd zoveel waard is – dat merk je ook vandaag, de kwaliteit van bepaalde vormen van leven wordt openlijk ter discussie gesteld, denk aan ernstig gehandicapten, dementerende ouderen, ongeboren leven (uit onderzoek is gebleken dat het aantal late abortussen na de 20-weken echo is gestegen met 64%, vooral in het geval van open ruggetje, waterhoofd of hazelip) – als wij de kwaliteit van leven gaan bepalen dan vallen er bepaalde categorieën buiten de boot. God beschermt omdat ieder mens ‘beeld van God’ is. Ieder mens! Daarom eist God van iedere moord genoegdoening, iets waar ik straks nog op terug zal komen. • Excessief geweld [dia 2.2]: bijvoorbeeld in oorlogssituaties. De belangrijkste mening in de christelijke Kerk over oorlogsvoering is altijd die van de gerechtvaardigde oorlog geweest (dat komt van Augustinus). Een oorlog is gerechtvaardigd wanneer: alle andere opties zijn uitgeput, als het initiatief ligt bij wettelijke autoriteiten (dus niet de ene buurt tegen de andere), alleen in het gevallen van ernstig onrecht (meestal een militaire aanval, niet om economisch gewin); er een gerede kans van slagen bestaat (als het doel – 1
Voorbeelden uit Exodus 21. Voor de vraag hoe om te gaan met zgn. onopzettelijke dood, lees Numeri 35.
vrede – haalbaar is) en het geweld in een oorlog moet proportioneel zijn. Geen clusterbommen op woonwijken dus. Pacifisme is niet per definitie christelijk – kan in sommige gevallen zelf heel onchristelijk zijn! – maar er is best reden over sommige conflicten en onze deelname daaraan kritisch na te denken. • [dia 2.3] Abortus provocatus. En dan moeten we denken aan de bewuste beslissing om een ongeboren leven te beëindigen wanneer dat niet medisch noodzakelijk is. Abortus is niet alleen nu, maar altijd een punt geweest waarop christenen zich hebben onderscheiden. In de tijd van de vroege kerk was de verhouding jongens/meisjes 131:100. Uit die tijd is een brief bekend van een zekere Hilarion, uit Alexandrië, die aan zijn zwangere vrouw schreef: ‘Ik smeek en verzoek je, zorg voor onze kleine en zodra ik het loon ontvang zal ik het naar je toesturen. Mocht het gebeuren dat je een kind ter wereld brengt en het is een jongen, laat hem leven. Is het een meisje, maak het weg.’ Het is veelzeggend dat God, in het Oude Testament al, zijn volk respect voor het ongeboren leven aanleert. De bekende tekst: oog om oog, tand om tand (letterlijk: ‘een leven voor een leven, een oog voor een oog, een tand voor een tand, een hand voor een hand, een voet voor een voet, een brandwond voor een brandwond, een kneuzing voor een kneuzing, een striem voor een striem.’) gaat – in Exodus 21 – specifiek over (zwangere) vrouwen. Ook slaven genoten onder de wet van het Oude Testament meer bescherming dan in welke samenleving dan ook: als iemand zijn slaaf of slavin een tand uitsloeg, moest de betreffende slaaf worden vrijgelaten.2 • [dia 2.4] Euthanasie. Euthanasie – hulp bij zelfdoding – is, ook in Nederland, nog steeds strafbaar, behalve in die gevallen waarin er aan een aantal specifieke voorwaarden voldaan is. Euthanasie is wat anders dan de beslissing om een behandeling te stoppen. Achter Euthanasie zit de wens naar een schone – soms: heroïsche – dood en het verlangen zelf te beschikken over het moment van overlijden. God is de God die mensen het leven geeft. Toegeven aan dat verlangen naar de dood, of dat moment zelf bepalen past niet bij een christen. Het is natuurlijk wel zo dat levens ook niet nodeloos gerekt moeten worden. Dat kan ook onchristelijk zijn. Hulpmiddelen en medicijnen zijn gegeven om levens te redden – ik ben daar zelf een levend voorbeeld van – niet om het leven in eigen hand te houden. 2
Beide voorbeelden uit Exodus 21. De sanctie komt ook voor in het geval van leugenachtige verklaringen (Deut. 19). In Lev. 24 kan je lezen dat de Israëlitische wet geen onderscheid maakte tussen vreemdelingen en geboren Israëlieten. Dat is ook een (opvallend) stuk bescherming voor een zwakkere groep: vreemdelingen.
• [dia 2.5] Zelfmoord. De catechismus zegt: ook mag ik mijzelf geen letsel toebrengen of moedwillig in gevaar brengen. Het heeft niet zoveel zin dit in een preek te zeggen tegen ernstig depressieve mensen – wij zullen ons als christenen moeten afvragen hoe het komt en wat wij eraan doen dat zoveel mensen, waaronder vooral mensen van middelbare leeftijd maar ook jongeren, grijpen naar deze wanhoopsdaad. Ik denk bij deze categorie verder aan: roekeloos rijden, overmatig drinken en roken, extreme risico’s nemen in sport of werk, veel te veel werken. Enzovoort. • [dia 2.6] Ik noem ook nog de kruistocht.3 Vanzelfsprekend voor veel christenen, maar in onze samenleving worden fundamentalistische christenen soms over dezelfde kam geschoren als moslims. Daarom zeg ik het maar even: de meest extreem fundamentalistische christenen die ik kan bedenken, de Amish in Amerika, zijn volstrekt principieel geweldloos. Kruistochten passen niet bij de manier waarop God wil dat wij het evangelie verspreiden. Denk aan Jezus’ reactie als Petrus Hem met het zwaard wil verdedigen en het oor van Malchus afhakt: weg met dat zwaard! Samenvattend: God beschermt het leven, als het moet met de doodstraf. Onze kwaliteit van leven wordt niet bepaald door dokters, ethici. Zelfs niet door de patiënt zelf. Maar door God. Iedereen is beeld van God. Van wie dat beeld vernietigt, eist God genoegdoening. Als bruggetje naar het tweede punt (over de vraag wat God gebiedt in het zesde gebod) een citaat van de theoloog Miroslav Volf. Hij komt uit de Balkan, en heeft daar veel verschrikkelijke dingen meegemaakt. Hij zegt dit over genoegdoening [dia 3]: ‘Als God niet kwaad zou zijn over onrecht en bedrog, als Hij geen einde zou maken aan geweld zou Hij onze aanbidding niet waard zijn.’ Volf zegt verder: geloof in een God die dat niet doet (geen genoegdoening eist) ‘kan alleen maar geboren worden in de stilte van een woonwijk. In een door de zon getergde aarde die gedrenkt is in het bloed van onschuldigen zal zij (de fantasie dat God geen genoegdoening eist) onvermijdelijk sterven (…) samen met andere prettige fantasieën van de liberale geest.”4 [dia 4 – leeg scherm] 3
Of Jihad, maar dat is natuurlijk geen christelijke term. Kruistoch trouwens ook niet. Ik bedoel: geweld met als doel het evangelie te verspreiden. 4 Op veel plaatsen geciteerd. O.a. in een interview met prof. dr. Peels in het Reformatorisch Dagblad: http://www.refdag.nl/opinie/opinie/geweld_in_bijbel_opent_oog_voor_wie_god_ook_is_1_393803. Lees ook: H.G.L. Peels, God en geweld in het Oude Testament, 2007.
Wij moeten dus leren niet te naïef te denken over wraak en genoegdoening. Sinds Meindert Tjoelker is het in Nederland hype geworden om in sommige gevallen te spreken van zinloos geweld. We denken dan vooral aan die situaties waarbij het slachtoffer onschuldig is. En sindsdien hoor je steeds vaker dat mensen zeggen dat elk geweld zinloos is. Dát is niet zo. De Bijbel leert ons om niet naïef te zijn. Bloed verontreinigt het land, kan je lezen in Numeri 35.Er komt een dag waarop God zal rechtspreken en genoegdoening zal eisen voor ál het bloed dat ooit op aarde vergoten is. Dat is een troost voor alle onschuldigen, alle burgerslachtoffers. Voor alle kinderen en vrouwen, onschuldig vermoord, mishandeld, verkracht. Dat betekent niet dat wij geweld mogen gebruiken. Het zesde gebod zegt het niet zonder reden zo: ‘gij zult niet doodslaan’ (vert. ’51). [Dia 5 – titel] Wat moeten wij wél doen? Paulus zegt het in Romeinen 12 zo: • [dia 5.1] ‘Neem geen wraak, geliefde broeders en zusters, maar laat God uw wreker zijn, want er staat geschreven dat de Heer zegt: ‘Het is aan mij om wraak te nemen, ik zal vergelden.’ • Maar geen wraak nemen is niet voldoende. De catechismus zegt dat je van binnen moet veranderen van jaloers en boos naar geduldig, vredelievend, zachtmoedig, barmhartig, vriendelijk. We moeten schade aan de ander zoveel mogelijk voorkomen en zelfs onze vijanden goed behandelen. God zegt niet dat christenen geen vijanden hebben, maar dat je die goed moet behandelen. Je moet van binnen veranderen, want daar gebeurt het. Neem geen wraak, staat er is Rom. 12. Maar verderop staat [dia 5.2] ‘Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.’ (vers 19 en 21). Jezus leert ons in Matteüs 5, dat iedere moord begint in het hart, met wraakzucht, boosheid. Jakobus, de broer van onze Heer heeft het zo gezegd: ‘Iedereen komt in verleiding door zijn eigen begeerte, die hem lokt en meesleept. Is de begeerte bevrucht, dan baart ze zonde; en is de zonde volgroeid, dan brengt ze de dood voort.’ (Jak. 1:14-15). Iets soortgelijks staat in 1 Joh. 3:11-12. Wees niet zoals Kaïn, die voortkwam uit hem die het kwaad zelf is, en zijn broer doodsloeg. En waarom sloeg hij hem dood? Omdat zijn eigen daden slecht waren en die van zijn broer rechtvaardig.’ (1 Joh. 3:11-12). Het begint van binnen. Liefhebben, maar ook doodslaan. Wat Jezus leert, en Johannes, en Paulus, en Jakobus, en Mozes betekent dat het zesde gebod nooit een gebod van uiterlijke principes of 1 of 2 issues mag zijn. Geen euthanasie of abortus en dan klaar.
Uiterlijk, daar bedoel ik mee dat zolang jij er niet mee te maken hebt, je veilig bent. Daar moet je mee oppassen om twee redenen. 1) soms kom je wel voor moeilijke vragen – bijvoorbeeld rond een zwangerschap of, en dat moment komt voor iedereen, rond overlijden – en 2) als je dat doet heb je de diepte niet gepeild. Dan heb je niet gevoeld hoe diep Jezus ging in zijn zelfopofferende liefde voor jou. Een van de zorgverleners in de documentaire SAM zei daarover iets, dat we vanmiddag allemaal in de oren moeten knopen. [dia 6] Zij zei: de kwaliteit van iemands leven wordt bepaald door de kwaliteit van zorg die iemand krijgt. God eist genoegdoening van elke druppel bloed die op de aarde is en wordt vergoten. Dat is een hoopvolle boodschap. Voor straks. Maar Hij doet dat ook nu al op een hele bijzondere manier. God heeft zijn eigen bloed gegeven om al dat bloedvergieten te verzoenen. En dat bloed – denk aan de viering van het H. Avondmaal – stroomt nu door onze aderen. De kwaliteit van onze zorg bepaalt de kwaliteit van leven van anderen om ons heen: • Van moeders die ongewild zwanger raken en kinderen waarvoor niet gezorgd kan worden. Staan onze huizen open? • Van oude buurmannen en buurvrouwen. Zien wij ze zitten? • Van mensen die letterlijk doodziek zijn. Verzorgen wij ze, liefdevol en tot het einde? • Van depressieve jongeren (of ouderen): heb je begrip? Zie je ze staan? Of laat je ze staan? • Van vreemdelingen, hier in de Haarlemmermeer? Soms uitgezet, afgesloten van gas en licht. Heb jij nog een kamer over? Maar er zijn ook grenzen aan de zorg die wij kunnen verlenen. Het zesde gebod betekent ook dat we – bijvoorbeeld als we zwanger worden – niet naïef zijn. Wat betekent jouw geloof in God, die het leven beschermt, voor zoiets als een 20-weken echo. Ga jij daarin mee? Of niet? Denk er over na! [dia 7 – leeg scherm] Tot slot. Ik kan me tegen deze oproep twee bezwaren voorstellen. Een is: waar moet ik beginnen? Ik zou zeggen: kijk eerst eens goed rond naar het leven om je heen. Begin klein. Steek anders de koppen bij elkaar. Er is genoeg te doen. En 2) ik ben zelf een moordenaar. Ik heb abortus gepleegd. Of ik worstel met verkeerde gevoelens, wraak. Tegen zulke mensen mag ik vanmiddag iets heerlijks zeggen: bij de Heer is ruimte voor moordenaars: Mozes was een moordenaar, David was een moordenaar, Paulus was een moordenaar. Naast Jezus hing zelfs een moordenaar.
Er is ruimte. Maar haast je en buig voor Hem. Hij stierf voor jou. Zijn bloed, als verzoening voor jou. Hij wil dat bloed ook laten stromen in jou, door jou. Zijn bloed: dat is eeuwig leven. Het kruipt waar het niet gaan kan. Toch? [amen]