PFI014-12_PicassoMag_12_vQ6.qxd
19-06-2008
12:01
Pagina 1
U ITGAVE
PICASSO
N R.12 juni
MAGAZINE Routeplanner naar toekomstige COPD-zorg
200 8
C O P D e n d e To e k o m s t
HOE N U VE R D E R?
I N H O U D S O P G AV E
Op welke punten moet de zorg voor COPD-patiënten verbeterd worden en welke effecten kunnen we daarvan op welke termijn verwachten? Dat is de vraag die het PICASSO Kernteam zichzelf eind vorig jaar stelde.
PAG . 1
Routeplanner toekomstige COPD-zorg COPD de wereld uit
Het PICASSO-antwoord staat in de Routeplanner. De discussie erover kan starten.
Voorwoord Coördinatie van alle regionale en nationale COPD-zorgver-
van de organisatie van huisartsenpraktijken. "Met de belang-
beteringsinitiatieven. Het ontwikkelen van een kwaliteitskader
rijkste inhoudelijke punten van de Routeplanner kan niemand
(zorgstandaard en kwaliteitsindicatoren) om te objectiveren
het echt oneens te zijn", stelt Javier Asin, als adviseur betrok-
wat goede zorg is. Wetenschappelijke onderbouwing van
ken bij PICASSO voor COPD. "Deze punten zijn uiteraard
innovatieve COPD-zorg. Daadwerkelijke implementatie van
ook niet geheel nieuw. Er gebeurt op al deze vlakken al veel.
innovatieve COPD-zorg door het opzetten van een multidisci-
Toch blijkt in de praktijk dat je constant tegen problemen en
plinaire organisatiestructuur in de eerste lijn en aanpassing
pijnpunten aanloopt bij de inbedding van deze doelstellingen in de dagelijkse zorgpraktijk."
PAG . 2
Routeplanner toekomstige COPD-zorg (vervolg)
PAG . 3
COPD-zorg in 2020 PICASSO mijlpalen 2001 - 2008
PAG . 4
COPD de wereld uit (vervolg) Subsidieronde van start
PAG . 5
Werkt Disease Management?
PAG. 6/7
Vier jaar PICASSO Support
Mismatch
PAG . 8
Werkconferentie Kernprojecten
Een voorbeeld. Huisartsen zijn druk met de dagelijkse patiënten-
PAG . 9
VWS streeft naar ‘moederrichtlijnen’
zorg. Javier Asin: "Ze hebben daardoor onvoldoende tijd om zich te verdiepen in zorginnovatie, laat staan om hun praktijk klaar te maken voor het leveren van innovatieve, multidisciplinaire zorg aan chronische patiënten. Chronische patiënten moeten regelmatig gezien worden, dus niet alleen als er problemen zijn. De begeleiding moet intensief zijn en zich liefst uitstrekken tot in de thuissituatie. Er zijn sowieso meerdere zorgverleners bij betrokken, dus er moeten afspraken komen over de verantwoordelijkheden, coördinatie en het vastleggen van de informatie in het patiëntendossier. VE RVOLG OP PAG. 2
COPD D E WE R E LD U IT
Ervaringen van een patiënt PAG . 10
Niet steeds het wiel zelf uitvinden
PAG . 11
Kernteamlid Cor Spreeuwenberg
PAG . 12
COPD-congres 26 september 2008 Abonnementsbon / Colofon
VO O R WO O R D De toekomst van de COPD-zorg Na elf edities PICASSO Magazine is het tijd om terug te kijken naar wat geweest is, en ook voor-
Jarenlang heeft het Astma Fonds geijverd voor een rookvrije horeca. Binnenkort is het zover. Het aantal rokers zal daar-
al vooruit te kijken naar wat komen gaat. Daarom
door naar verwachting met bijna 300.000 afnemen. Een niet onbelangrijk succes. Maar het Astma Fonds legt de lat hoger.
in deze editie de toekomst van de COPD-zorg. Uiteraard spelen COPD-overstijgende ontwikke-
"De toekomst van de COPD-zorg? Ons streven is dat er
Ik zeg dat we ernaar moeten streven. Veel onderzoek dat wij
lingen een belangrijke rol in toekomstige zorg.
over 80 jaar in Nederland helemaal geen COPD meer voor-
financieren zal hier dan ook op gericht zijn."
Wij hebben in dit nummer een combinatie
komt. En ook geen astma meer." Gebrek aan perspectief kan
VE RVOLG OP PAG. 4
gemaakt van praktische resultaten en ervaringen,
directeur Michael Rutgers van het Astma Fonds niet verweten
beleidsmatige ontwikkelingen en wetenschappe-
worden. "Een organisatie als de onze moet duidelijk maken
lijke bevindingen uit onder andere de PICASSO
waarheen we op weg zijn. En dan zeg ik: astma en COPD
Kernprojecten. We geven u in dit nummer boven-
moeten op de langere termijn helemaal verdwijnen. Ik zeg
dien vanuit diverse perspectieven inzicht in de
dat natuurlijk niet zomaar. Nog niet zolang geleden, in 2007,
toekomst van de COPD-zorg. Zie hiervoor bij-
stelde de Schotse professor William MacNee, toen voorzit-
voorbeeld de visie van het ministerie van VWS
ter van de European Respiratory Society, dat longblaasjes
en het interview met Kernteamlid en disease
over 10 tot 20 jaar waarschijnlijk gerepareerd kunnen
management deskundige professor Cor
worden door middel van stamcellen. Wij zeggen: over
Spreeuwenberg. Uiteraard is er ook aandacht
30 jaar kan hopelijk iedereen met astma en COPD worden
voor de bedenkingen van een patiënt over de
genezen. Dat is dan toch aan de voorzichtige kant, lijkt mij.
toekomst van de COPD-zorg.
En dan hebben we nog 50 jaar om te zoeken naar de
Om het toekomstplaatje compleet te maken,
genetische factoren die astma en COPD veroorzaken en
komen in dit nummer ook onze eigen visie, acti-
kunnen voorkomen. Waarom krijgt maar een deel van alle
viteiten en de resultaten van diverse projecten
mensen zware allergische reacties op pollen of fijn stof?
aan bod. Want na zes jaar ervaring, twaalf
Waarom krijgt maar 20% van alle rokers COPD? Veel
wetenschappelijke Kernprojecten, vele regionale
mensen worden daar dus genetisch tegen beschermd.
implementatie ketenzorgprojecten én onze actieve
Tegen die tijd kunnen we daar waarschijnlijk op ingrijpen.
bijdrage aan samenwerking en interactie, bundelen
Of misschien kunnen we er dan voor zorgen dat mensen-
we graag de door ons opgedane kennis voor u.
longen na beschadiging weer aangroeien, zoals rattenlongen
Dit alles om eraan bij te dragen dat u de COPDzorg nog verder kunt blijven verbeteren.
dat doen. Let wel, ik zeg niet dat het zál gaan gebeuren. Foto: Hans Oostrum
Initiatief van:
PFI014-12_PicassoMag_12_vQ6.qxd
19-06-2008
12:01
Pagina 2
V E R VO LG A R T I K E L PAG . 1
HOE N U VE R D E R? Veel huisartsen besteden deze zorg dan ook grotendeels uit aan praktijkondersteuners. In de praktijk blijkt echter dat praktijkondersteuners in veel gevallen onvoldoende tijd en (inhoudelijke) mogelijkheden hebben om deze zorg goed op te zetten. Er is dus een mismatch tussen wat wetenschappelijk bewezen goed is voor de patiënt en wat in de praktijk gerealiseerd kan worden." Kloof dichten Het slechte nieuws is volgens Javier Asin dat de verschillende stappen van de Routeplanner niet automatisch gezet zullen gaan worden. "Het goede nieuws is dat de problemen allemaal oplosbaar zijn. Er moet fors geïnvesteerd worden in de reorganisatie van de eerste lijn, inclusief ICT-component. We moeten ook komen tot een financieringsstructuur die zorginnovatie en multidisciplinaire samenwerking stimuleert in plaats van afremt. Als we dat realiseren, dan kunnen we alle eerdergenoemde organisatorische problemen van huisartsen en praktijkondersteuners prima oplossen.
De knelpunten bij de optimalisatie van de zorg kunnen in drie golven opgelost worden. In een periode van 3 tot 5 jaar.
Of zelfs voorkomen." Longarts professor Richard Dekhuijzen, co-auteur van de Routeplanner en co-voorzitter van het PICASSO Kernteam, knikt
Wie
het inhoudelijk verbeteren van de zorg. De Stichting
instemmend. "De kloof tussen wetenschappelijk
De Routeplanner spreekt zich niet uit over de vraag
Ketenkwaliteit COPD van het Astma Fonds zou zich
onderzoek en daadwerkelijke implementatie van de
wíé de coördinatie van alle nationale en regionale
op haar beurt, gezien haar positie, kunnen richten op
onderzoeksresultaten is inderdaad nog veel te groot.
COPD-zorgverbeteringsinitiatieven moet gaan verzor-
de landelijke ondersteuning en de netwerkfunctie,
Daarnaast is er ook veel dat we überhaupt nog niet
gen. "Het is niet voor niets een discussiestuk" stelt
inclusief de lobby naar Den Haag. Idealiter zou dit -
weten. Zo willen bijvoorbeeld lang niet alle COPD-
Javier Asin. "In ieder geval is duidelijk dat het een
en waar mogelijk nog meer natuurlijk - allemaal plaats
patiënten deelnemen aan alles wat goed voor hen is.
partij moet zijn die zowel boven als tussen de verschil-
moeten vinden onder de vleugels van een koepelorga-
Stoppen met roken programma's bijvoorbeeld of
lende partijen staat en die door iedereen wordt
nisatie: Long Alliantie Nederland (LAN). De Stichting
bewegingsprogramma's. Er is wel enig psychologisch
geaccepteerd en vertrouwd." Professor Dekhuijzen
Ketenkwaliteit COPD heeft onlangs voorgesteld een
onderzoek op dat vlak, maar toch is niet duidelijk waar-
durft al wat concreter hardop na te denken.
dergelijke koepel, waar alle betrokkenen in vertegen-
om patiënt A wel overal voor te motiveren is en patiënt
"PICASSO is inmiddels een verzameling van een
woordigd zijn, op te richten."
B niet of maar gedeeltelijk. Als we daar meer inzicht in
groot aantal invloedrijke personen op het gebied
hebben, weten we misschien ook hoe we patiënt B
van COPD. PICASSO zou zich in de toekomst
Expertise
wél zover kunnen krijgen.
kunnen richten op lokale en regionale afstemming en
Zelf is professor Dekhuijzen positief over de oprichting van Long Alliantie Nederland, waarin de expertise van alle organisaties op het gebied van COPD en astma gebundeld wordt. "De nieuwe voorzitter van de Stichting Ketenkwaliteit COPD, professor Van Schilfgaarde, heeft eerder met dit bijltje gehakt als voorzitter van de Nederlandse Diabetes Federatie. Deze koepel verenigt inmiddels alle diabetesorganisaties en is erg goed bezig met verschillende initiatieven en projecten. Als het lukt om een LAN daadwerkelijk op te zetten, denk ik dat de termijnen die worden gesteld in de Routeplanner gehaald kunnen worden. Ook kunnen dan de voorbereidingen worden getroffen voor een grote publiekscampagne over een jaar of drie. We hadden ons natuurlijk met z'n allen ruim tien jaar geleden beter moeten realiseren dat de groep COPD-patiënten flink zou groeien. Dan hadden we de organisatie van de zorg al jaren geleden kunnen verbeteren en COPD als ziektebeeld eerder op de publieke kaart kunnen zetten. Maar goed, de laatste drie jaar is er al veel gebeurd. En als we de coördinatie nu goed opzetten, denk ik dat we onze achterstand in vergelijking met de diabeteszorg snel kunnen gaan inlopen."
COPD-zorg optimalisatie in vogelvlucht. Wat moet er de komende vijf jaar zorginhoudelijk en qua zorgproces allemaal gebeuren (de horizontale as) en welke stappen moeten successievelijk gezet worden om inbedding in de dagelijkse praktijk mogelijk te maken (de verticale as)?
2
PFI014-12_PicassoMag_12_vQ6.qxd
19-06-2008
12:01
Pagina 3
COPD-ZORG I N 2020 'De kunst van het samenwerken. Het verhaal van PICASSO voor COPD, een disease management programma.' Dat was de titel van een boekje dat PICASSO eind 2005 uitbracht. Het belicht de geschiedenis van PICASSO en laat een groot aantal betrokkenen kort en krachtig hun visie geven op het programma. Daarnaast wordt in het boekje aan de hand van een telefoongesprek een beeld geschetst van de COPD-zorg in 2020, een tijd waarin alle zorgoptimalisaties waar PICASSO zich nu op richt allang gerealiseerd zijn… 28 november 2020. Simon de Vries belt na terug-
overleden. Tijdens het telefoongesprek blijkt de
komst van zijn huwelijksreis met zijn vader. Zijn vader
COPD-zorg aan zijn vader in 2020 echter stukken
(59) hoest een paar keer. Simon zegt dat dat toch niet
beter georganiseerd te zijn dan de zorg die zijn oma
zo best klinkt en krijgt dan te horen dat zijn vader de
kreeg in jaren negentig van de 20e eeuw.
diagnose COPD heeft gekregen terwijl hij in Thailand aan het strand lag. Hij schrikt. Toen hij een kleine
Het boekje is te lezen op www.picassovoorcopd.nl.
jongen was, is zijn oma, de moeder van zijn vader,
Het kan ook kostenloos besteld worden door een
na een verschrikkelijk aftakelingsproces aan COPD
e-mail te sturen naar
[email protected].
D E WEG NAAR COPDZ O R G I N 2 0 2 0 : P I CA S S O M I J L PA L E N 2 0 0 1 – 2 0 0 8 Oktober 2001 Eerste presentatie van het disease management programma ‘Partners in Care Solutions (PICASSO) voor COPD’ aan initiatiefnemers Pfizer en Boehringer Ingelheim. Een maand later is er een eerste gesprek met professor Onno van Schayck van onderzoeksinstituut Caphri (destijds Extra) van de Universiteit Maastricht over samenwerking. April 2002 Formatie Kernteam: landelijke inhouds- en ervaringsdeskundigen op het gebied van COPD worden benaderd om als commissie de kwaliteit en integriteit van PICASSO te waarborgen. In de maanden daarna sluiten zich nog leden aan. Een klein jaar later zijn er negen verschillende disciplines in het Kernteam vertegenwoordigd. November 2002 Start regionale expertmeetings ter inventarisatie van knelpunten in de COPD-zorg en COPD-projecten. De output van deze knelpuntinventarisatie is de basis voor de programma-opzet van PICASSO voor COPD. Oktober 2003 Selectie van de eerste vijf Kernprojecten. In september 2004 en oktober 2006 volgen nog twee rondes. In totaal worden er twaalf Kernprojecten ondersteund. Deze richten zich onder andere op geïntegreerd COPD-management, (kosten)effectiviteit van COPD-ondersteuningsprogramma en screening op de gehele gezondheidstoestand van COPD-patiënten. Maart 2004 Eerste PICASSO Werkconferentie. De Kernprojecten presenteren sindsdien elk jaar de voortgang van hun onderzoek aan het Kernteam en delen onderling kennis en ervaring. November 2004 Eerste uitgave PICASSO Magazine. Na elf edities kent het blad nu zo’n 1.000 abonnees. December 2004 PICASSO Portal www.picassovoorcopd.nl is live. Een half jaar later wordt op de site een Projectlandkaart geplaatst met een overzicht van diverse COPD-projecten in Nederland. Januari 2005 Start van de samenwerking met het instituut Beleid en Management voor de Gezondheidszorg (iBMG) van de Erasmus Universiteit, dat voor PICASSO een evaluatiemodel ontwikkelt om de effecten van COPD-zorgoptimalisatietrajecten en -processen te meten. De effectmeting is een belangrijk onderdeel binnen PICASSO Support.
F r a g m e n t e n u i t h e t t e l e f o o n g e s p r e k v a n S i m o n d e Vr i e s m e t z i j n v a d e r : Op sterven na dood?
De pil en de misdaad
- ‘Dus je gaat oma achterna?’ Dat is precies het punt. Toen die longverpleegkundige zei dat het niet goed zat, heb ik haar ook verteld over de lange lijdensweg en het uiteindelijke overlijden van oma. Maar Andrea, de longverpleegkundige dus, zei dat er sinds 1999 wel het één en ander verbeterd is in de mogelijkheden om COPDpatiënten te behandelen. - Zoals? Kende jij die verpleegkundige toevallig trouwens al, dat je haar bij haar voornaam noemt? - Nee, dat niet. Maar inmiddels ken ik haar wel. De afgelopen maand ben ik, even tellen, eh, zes keer bij haar langs geweest. - Zés keer? Weet je zeker dat je niet op sterven na dood bent? Heeft ze misschien ook al geregeld dat je de wachtlijst bij de longarts kan omzeilen? - Wachtlijst? Ik geloof niet dat die er nog is. Bovendien, als Andrea vindt dat ik naar de longarts moet, dan maakt ze een afspraak en dan kan ik snel terecht. Maar dat is niet nodig, vindt zij. Zo erg ben ik er dus nog niet aan toe. Ik heb inmiddels drie consulten bij Andrea gehad en ben de afgelopen drie weken elke week naar mijn COPD-cursus geweest. Die geeft Andrea ook.
- Maar het is je dus zomaar gelukt om te stoppen met roken? - Nou, zomaar… Een verslaving van veertig jaar ben je niet in één keer kwijt. Na het eten of bij de koffie heb ik nog steeds veel zin om er eentje op te steken. Je bent het op die momenten gewend, hè. Andrea zegt: het wordt elke week gemakkelijker. Daar heeft ze wel gelijk in. Het is al een stuk minder erg dan de eerste paar dagen. Maar het blijft moeilijk. Van de tien deelnemers van de COPD-cursus zijn er inmiddels twee weer begonnen. Gemiddeld genomen schijnt zestig procent van alle mensen die stoppen na een jaar nog steeds niet te roken. Statistisch gezien gaan er van ons groepje dus nog twee in de fout. Ik heb met je moeder afgesproken dat ik die stoppen-met-roken-pil elke maandagmorgen in haar bijzijn inneem als een soort symbolisch moment. - Je hoeft zo'n pil maar één keer per week in te nemen? - Ja. Die stoppen-met-roken-pillen die ze hiervoor hadden, moest je elke dag slikken. Dan was het natuurlijk makkelijker om het één dag niet te doen en vervolgens toch een sigaretje op te steken. Als je wist dat het een moeilijke dag zou gaan worden, bijvoorbeeld. Nu moet je je 'misdaad' langer van tevoren plannen en blijf je dus automatisch langer op het rechte pad.
Oktober 2005 Eerste PICASSO Knelpuntanalyse van een Supportproject is afgerond. De analyse geeft inzicht in regionale knelpunten en helpt bij het creëren van draagvlak rondom een COPD-project. In de jaren daarna ondersteunt en begeleidt PICASSO Support 24 ketenzorgprojecten op het gebied van implementatie. Januari 2006 PICASSO Ronde Tafel Bijeenkomst met 35 COPD-zorg(optimalisatie)experts. Thema: COPD is een behandelbare aandoening. Een resultaat van de Ronde Tafel Bijeenkomst is een gezamenlijke publicatie die in 2007 in Respiratory Medicine verschijnt. April 2006 Eerste gesprekken over samenwerking met ZonMw. Hieruit volgt anderhalf jaar later dat PICASSO voor COPD samen met ICTRegie, de Sectie gezondheidsfondsen en het ministerie van VWS participeert in het programma Disease management chronische ziekten van ZonMw. Hiermee kan PICASSO verder bijdragen aan zorgverbeteringen voor COPD en andere aandoeningen. November 2006 PICASSO organiseert onder andere Het Nationale COPDdebat in de week rond de Wereld COPD-dag. Ook eerder in 2005 en 2006 werden al Symposia en een Kennisconferentie georganiseerd om zowel de in de projecten opgedane kennis als ontwikkelingen in de COPD-zorg met elkaar te delen. December 2006 Begin van de samenwerking tussen PICASSO en het Integraal Kankercentrum Rotterdam (IKR): de oprichting van het COPD-Platform Zuidwest Nederland. September 2007 Op het jaarcongres van de European Respiratory Society presenteren twee PICASSO Kernprojecten hun (voorlopige) conclusies uit hun onderzoeken voor een groot internationaal publiek. De resultaten worden goed ontvangen. In de maanden daarna spreekt PICASSO op verschillende bijeenkomsten in Nederland, waaronder het jaarlijkse actualiteitensymposium voor longverpleegkundigen van de V&VN. Februari 2008 PICASSO omschrijft in het discussiestuk de Routeplanner wat er de komende jaren moet gebeuren om COPD-zorgoptimalisatie echt vorm te kunnen geven.
3
PFI014-12_PicassoMag_12_vQ6.qxd
19-06-2008
12:01
Pagina 4
V E R VO LG A R T I K E L PAG . 1
COPD D E WE R E LD U IT 10 jaar
SUBSIDIERONDE VAN START
Het genezen of zelfs kunnen voorkomen van astma en COPD is een zaak voor de langere termijn. Tot die tijd is er volgens Michael Rutgers nog meer dan genoeg
Oproep tot het indienen van subsidieaanvragen voor
werk. "Over maximaal 10 jaar moet de diagnose en behandeling van alle COPD- en astmapatiënten optimaal zijn. Projecten zoals Kroonluchter in Rotterdam-Zuid laten
onderzoeksprojecten én praktijkprojecten disease-
zien dat je het aantal exacerbaties omlaag kunt brengen en de ervaren kwaliteit
management voor het programma Diseasemanagement
van leven omhoog, als je COPD-patiënten écht gaat reactiveren. Het kan dus wel. Maar als ik merk wat wij allemaal horen van patiënten die onze Advieslijn bellen, dan
chronische ziekten.
is er op heel veel plaatsen in het land nog een lange weg te gaan. Veel huisartsen en longartsen, de goede niet te na gesproken, behandelen COPD-patiënten nog
Beide oproepen hebben betrekking op het programma Diseasemanagement
altijd zo lethargisch als de patiënt lijkt te zijn. Hoe vaak gebeurt het niet dat patiën-
chronische ziekten dat ZonMw op verzoek van het Ministerie van VWS,
ten na een longrevalidatie naar huis gestuurd worden zonder dat er daar enige vorm
ICTRegie, PICASSO voor COPD en van samenwerkende gezondheids-
van begeleid sporten mogelijk is? Wordt er nu echt gedacht dat het werkt als je
fondsen verenigd in de Sectie Gezondheidsfondsen van de VFI start.
alleen maar tegen mensen zegt: je moet oefeningen doen en naar de fysiotherapeut
Het doel van dit driejarige programma is kennis te verzamelen over
gaan. Het is al moeilijk genoeg om mensen die niet benauwd zijn aan het sporten
diseasemanagement bij chronische aandoeningen en ervaring op te doen
te krijgen, laat staan COPD-patiënten die bij wijze van spreken al kortademig
met de toepassing ervan in de praktijk. Deze inzichten en ervaringen zijn
worden als ze eraan dénken. Stoppen met roken, is ook zo'n voorbeeld. Roken is
van nut bij een eventuele verdere implementatie van diseasemanagement
een zware ziekte. Een verslaving. Zeggen dat iemand moet stoppen zonder daar
en voor de beleidsontwikkeling voor chronische ziekten.
intensieve begeleiding bij te bieden, heeft weinig zin."
UITNODIGING aan zorggroepen Deze uitnodiging is gericht aan multidisciplinaire (transmurale) zorggroepen die (enige) ervaring hebben met diseasemanagement bij chronische ziekten en die deze aanpak verder willen optimaliseren en implementeren. Uw zorggroep heeft de ambitie tot de voorhoede te willen behoren bij de toepassing van diseasemanagement voor mensen met chronische ziekten en wil zowel zorginhoudelijk als wat betreft de bedrijfsvoering uitgroeien tot een voorbeeldproject voor anderen. De deadline voor het indienen van een aanvraag is 2 september 2008. Op www.picassovoorcopd.nl en www.zonmw.nl vindt u meer informatie behorende bij deze twee oproepen.
Samenwerking Om de zorg aan COPD-patiënten op korte termijn te verbeteren zijn vroegtijdigere onderkenning en meer geïntegreerde zorg volgens Michael Rutgers noodzakelijk. "Zonder multidisciplinaire samenwerking komen we er niet. Ook op organisatorisch vlak is er nog veel ruimte voor verbetering. De samenwerking tussen PICASSO en de Stichting Ketenkwaliteit, die werd opgezet vanuit het Astma Fonds, is bijvoorbeeld niet wat het zou kunnen zijn. Ik verwacht veel van de Long Alliantie Nederland (LAN), die volgend jaar opgericht wordt en waar de Stichting Ketenkwaliteit in zal opgaan. PICASSO zie ik als een partner met veel kennis. Het is goed dat ze door de samenwerking met ZonMw nu in breder vaarwater terechtkomen. Je moet je natuurlijk realiseren dat PICASSO wordt gefinancierd door de farmaceutische Foto: Hans Oostrum
industrie. De directies van Pfizer en Boehringer-Ingelheim worden uiteindelijk afgerekend op hun omzet en hun winst, niet op de vraag of PICASSO goed
Zorgverleners beoordelen
draait. Dat gezegd hebbende, vind ik het knap dat ze dit initiatief hebben opgezet.
Om deze problemen aan te pakken, wil Michael Rutgers dat zorgverleners door hun
Natuurlijk hopen ze er op de lange termijn beter van te worden. Als er, misschien
patiënten beoordeeld gaan worden. "Deze zorgverleners worden daardoor gestimu-
pas over enkele decennia, medicatie ontwikkeld is, waardoor COPD te genezen is,
leerd, gedwongen zo je wilt, betere zorg te verlenen. Stel, bij ziekenhuis A staan
is het prettig als de zorg aan COPD-patiënten goed georganiseerd is en dat alle
altijd mensen bij de ingang te roken. De dokter is vaak te laat en als hij er is, kijkt hij
patiënten tijdig en correct gediagnosticeerd worden. Uiteindelijk is het natuurlijk in
naar zijn scherm in plaats van naar de patiënt. Bovendien is er geen gemotiveerde
het belang van de patiënten dat de zorg goed georganiseerd is en dat er betere
longverpleegkundige die een intensief 'stoppen met roken' programma aanbiedt.
medicijnen komen. Ik zie de farmaceutische industrie dan ook niet als een nood-
Als dat bij ziekenhuis B, 20 kilometer verderop, allemaal een stuk beter geregeld is,
zakelijk kwaad, maar als een noodzakelijk goed. Ook als een partner waarmee ik
dan kan ik mij voorstellen dat patiënten daar liever heen gaan. En dat ziekenhuis A
graag meer zou samenwerken. Nu is er bijvoorbeeld geen enkele afstemming over
zich dus gedwongen ziet om haar zorgverlening te verbeteren." Het Astma Fonds wil
het onderzoek dat wij financieren en het onderzoek dat zij doen. Dat kan beter.
dit alles mogelijk maken via een door de Stichting Ketenkwaliteit COPD ontwikkelde
"De belangrijkste meerwaarde van de Long Alliantie Nederland is volgens
Consumer Quality Index voor COPD. "Elsevier laat dokters dokters beoordelen,
Michael Rutgers dat taken beter afgestemd kunnen worden. "Het zal daarnaast
het AD maakte een lijstje op basis van Inspectierapporten, wij gaan het doen met
de implementatie van protocollen vergemakkelijken. Alle 'long-betrokkenen', zowel
gevalideerde patiëntervaringsgegevens. Hopelijk gaat het systeem begin volgend
medisch-inhoudelijk als organisatorisch, zitten dan immers regelmatig aan tafel.
jaar online. Overigens willen we dit doen in nauwe samenwerking met de zorg-
De Long Alliantie moet ook, net als de Diabetes Federatie dat doet, het veld ver-
verleners zelf. Geen naming and shaming, maar constructieve samenwerking om
tegenwoordigen naar de overheid en de zorgverzekeraars. Bijvoorbeeld over
de zorg op basis van metingen te verbeteren. Dat is ook onze rol. Vroeger leidde
opname in het basispakket van begeleid bewegen en stoppen met roken. Ik ben
het Astma Fonds artsen, verpleegkundigen en fysiotherapeuten op. Nu is ons uit-
ervan overtuigd dat dit soort zaken met behulp van de Long Alliantie een stuk
gangspunt: wij patiënten eisen goede zorg."
sneller geregeld kunnen worden dan tot nu toe mogelijk was."
4
PFI014-12_PicassoMag_12_vQ6.qxd
19-06-2008
12:01
Pagina 5
Samenwerking ZonMw en PICASSO leidt tot uitgebreid onderzoeksprogramma W E R K T D I S E A S E M A N AG E M E N T ? Twee nummers geleden stond er in PICASSO Magazine een interview met ZonMw-staflid Jacomine Ravensberger over de geplande samenwerking tussen PICASSO en ZonMw. Nu, nog maar een halfjaar later, is er een compleet onderzoeksprogramma van 10,5 miljoen euro opgezet rond het thema disease management bij chronische ziekten. Is disease management echt zo veelbelovend als het nu lijkt? Over drie jaar weten we zeker meer, meent Mieke te Vaarwerk, secretaris van het programma Disease management chronische ziekten van ZonMw. Het programma is een samenwerkingsverband tussen PICASSO voor COPD, ICTRegie, de Sectie gezondheidsfondsen van de VFI (branchevereniging van goede doelen) en het ministerie van VWS. Er is door deze partijen ruim 10,5 miljoen euro bij elkaar gebracht. Daarmee wordt de komende jaren wetenschappelijk onderzoek naar disease management gefinancierd en een flink aantal praktijkprojecten opgezet. Zelfmanagement Het wetenschappelijk onderzoek, waar ruim de helft van het totale budget aan besteed zal worden, gaat zich richten op drie hoofdthema's, en op spannende combinaties tussen deze thema's. Mieke te Vaarwerk: "In de eerste plaats is dat zelfmanagement en preven-
medisch dossier. Daarnaast zouden patiënten elektro-
grootschalig overkoepelend onderzoek, waarmee wij
tie. Wat de patiënt zelf kan, moet hij of zij vooral zelf
nisch moeten kunnen communiceren met hun zorg-
dan weer kunnen aantonen wat goed werkt en wat
doen, is de filosofie. Dat betekent dat zorgverleners
verleners en ook bijvoorbeeld een dagboekje moeten
niet. Nieuwe PICASSO Supportprojecten die met
hun patiënten goed moeten monitoren en begeleiden.
kunnen bijhouden. Er zijn veel manieren waarop je dit
name regionaal georiënteerd zijn op het implementeren
Patiënten zouden dan in staat moeten zijn hun ziekte
kan realiseren. Maar wat werkt het beste? Eind vorig
van zorgverbeteringen, nemen we waar mogelijk ook
op zo'n manier zelf te volgen, dat verergering kan wor-
jaar hebben ZonMw en PICASSO voor COPD een
in dit programma mee."
den voorkomen. Dit sluit ook aan op vroege opsporing.
call (oproep) gedaan voor projecten rond het thema
Zorgverleners zoals huisartsen zouden in de spreek-
ICT en COPD-zorg. Dat was een voorloper van het
Hamvragen
kamer bewuster aandacht kunnen geven aan het
grote programma, waarvan de call eind mei uit is
De wetenschappelijke onderzoeken en de implemen-
signaleren van risicofactoren voor andere aandoenin-
gegaan. Er zijn op dit ICT/COPD-deelprogramma tien
tatieprojecten moeten eind 2011 antwoord geven op
gen. De vraag is natuurlijk hóé je dit alles het beste
projecten binnengekomen. Gezien het beschikbare
twee hamvragen: wat hebben chronisch zieken nu echt
organiseert en opzet. Disease management lijkt een
budget kunnen we er waarschijnlijk vier honoreren.
nodig en wat kan disease management daaraan bij-
veelbelovende aanpak."
De beoordelingscommissie, waar onafhankelijke
dragen? "Misschien zijn alleen bepaalde onderdelen
experts inzitten, zal daar naar verwachting begin juli
zinvol om breed te verspreiden. Ook het financiële
over beslissen."
vergoedingensysteem zal anders moeten worden.
Comorbiditeit
De vraag daarbij is: zijn we gebaat bij een keten DBC
Het tweede onderzoeksthema is comorbiditeit en multimorbiditeit. "Veel chronische patiënten hebben twee of
Combinaties
voor elke aandoening apart? Of kan bijvoorbeeld alles
meer chronische aandoeningen tegelijk", stelt Mieke te
In het kader van het programma Disease management
wat met zelfmanagement en leefstijl te maken heeft
Vaarwerk. "De behandeling van de ene ziekte is soms
chronische ziekten is er bij ZonMw veel aandacht voor
(zoals bewegen, gezond eten en stoppen met roken)
zelfs in strijd met die van de andere. Hoe ga je daar-
combinaties van de verschillende onderzoeksthema's.
los van de chronische aandoening in één pakket? Ik
mee om in een disease management context, waarin
Mieke te Vaarwerk: "Je moet dan denken aan de vraag
ben er van overtuigd dat we over drie jaar beter weten
veelal één aandoening centraal staat? Bij comorbiditeit
hoe zorgverleners met behulp van ICT het zelfmanage-
welke kant we op moeten. Dan zal de implementatie
is er sprake van een causaal verband: de patiënt had
ment bij hun patiënten beter kunnen ondersteunen.
van de best practices heel snel gaan, daar ben ik ook
eerst de ene aandoening (diabetes bijvoorbeeld) en
Of hoe zelfmanagement bij multimorbiditeit het beste
van overtuigd. Iets wat goed werkt, verkoopt zichzelf."
daardoor kreeg hij de andere (hart- en vaatziekten).
vormgegeven kan worden. We verwachten ook dat juist
Bij multimorbiditeit is er sprake van een combinatie
bij dit soort combi-projecten vernieuwende vormen van
van verschillende aandoeningen bij dezelfde patiënt
zorg ontwikkeld kunnen worden. Daarnaast is het
die toevallig lijkt te zijn. Onderzoek lijkt er echter op
natuurlijk sowieso een meerwaarde van het programma
te wijzen dat deze toevalligheid misschien wel minder
dat de verschillende projecten onder één paraplu vallen
De term disease management wordt vaak
toevallig is dan we nu denken. Hiervoor zal binnen dit
en dus makkelijk en snel van elkaar kunnen leren."
gebruikt. Niet iedereen hanteert daarbij dezelfde
onderzoeksthema ook aandacht zijn. Meer in het alge-
Wat is disease management?
definitie. Bij ZonMw betekent disease manage-
meen zal er een zwaar accent liggen op de combinatie
Proeftuinen
ment een brede programmatische aanpak van
van chronische lichamelijke aandoeningen en psychi-
Naast het stimuleren van wetenschappelijk onderzoek
chronische ziekten waarbij een sluitende keten
sche stoornissen."
gaat het nieuwe ZonMw-programma ook implementa-
wordt gevormd van diagnostiek, behandeling en
tieprojecten in de praktijk ondersteunen. "We streven
begeleiding. Vroege opsporing en preventie bij
ICT
daarbij nu nog niet naar een landelijke dekking, zoals
mensen met een verhoogd risico op chronische
Het derde onderzoeksthema is ICT en zorg. "In multi-
PICASSO dat al wel doet. We zien het meer als proef-
ziekten maken er deel van uit, net als (het stimu-
disciplinaire projecten werken de zorgverleners vaak
tuinen. Wat komt er bij kijken als je gaat werken vol-
leren van) zelfmanagement. De brede aanpak is
niet op dezelfde locatie", stelt Mieke te Vaarwerk. "Er
gens een disease management aanpak? Welke voor-
vastgelegd in multidisciplinaire zorgstandaarden
zal dus onderling gecommuniceerd moeten worden.
en nadelen hebben verschillende organisatiestructu-
en wordt georganiseerd rond de patiënt en diens
Hoe kun je dit, zeker zolang het Elektronisch Patiënten
ren? Wat is het effect op de kwaliteit van zorg voor
aandoening. Disease management vergt een
Dossier er nog niet is, met behulp van ICT zo goed
de patiënt? Op dit soort vragen moeten de praktijk-
passende organisatie-, management- en financie-
mogelijk realiseren? Patiënten zouden ook veel meer
projecten antwoord gaan geven. Wij zullen de vijftien
ringsstructuur en innovatieve bedrijfsvoering,
dan nu het geval is, in staat moeten zijn hun gezond-
tot twintig projecten financieel en organisatorisch
waaronder adequate ICT.
heidstoestand te monitoren. Dat vereist inzage in hun
ondersteunen. In ruil daarvoor werken zij mee aan een
5
PFI014-12_PicassoMag_12_vQ6.qxd
19-06-2008
12:01
Pagina 6
SUPPORTPROJECT
PICASSO
Vier jaar PICASSO Support “KU N J E E E N S M E E D E N KE N?”
Weten wat werkt op het gebied van COPD-zorg is één ding. Die kennis geïmplementeerd krijgen, is iets heel anders. PICASSO Support probeert nu al vier jaar lang bij te dragen aan het in de praktijk brengen van onderzoekresultaten en aan het stimuleren van good practices op het gebied van multidisciplinaire samenwerking. PICASSO projectmanager Therese Noorlander blikt terug en vooruit.
We beginnen bij het begin. Hoe is PICASSO Support ontstaan? “PICASSO Support is vanaf de start onderdeel van het totale programma. Eind 2002, een half jaar nadat PICASSO voor COPD echt van start was gegaan, hebben we een grote knelpuntinventarisatie gedaan. Daaruit bleek dat we een aantal dingen met betrekking tot COPD inhoudelijk en wetenschappelijk nog niet wisten. Dat hebben we geprobeerd aan te pakken, onder andere met de Kernprojecten. Maar uit die inventarisatieronde met regionale experts bleek ook heel duidelijk dat er grote knelpunten lagen op het gebied van de implementatie en evaluatie van COPD-zorgverbeteringsinitiatieven. In de opstartfase kon PICASSO
was onze begeleiding altijd heel flexibel en minder gestandaardiseerd. Hiermee vul-
echter niet alles tegelijk. Het eerste jaar was vooral gericht op het selecteren van de
den de Stichting Ketenkwaliteit, het CBO en PICASSO Support elkaar dus erg
eerste vijf primair wetenschappelijk georiënteerde Kernprojecten. Maar ook toen al
mooi aan en werd zorgverleners in het veld een totaal pakket aan mogelijke onder-
waren er contacten met de Stichting Ketenkwaliteit COPD om af te stemmen wie
steuning geboden.
wat zou doen op het gebied van het ondersteunen van zorgverbeteringsinitiatieven. In het voorjaar van 2004 kwam ik erbij als projectmanager. Met meer handen aan boord kon toen meer invulling gegeven worden aan PICASSO Support."
Zoiets als PICASSO Support was er nog niet?
Hoe werkt dat nou, die begeleiding van PICASSO Support? "Het verschilt van project tot project. De afgelopen vier jaar hebben we bij ruim twintig projecten begeleiding en advies gegeven. Sommige kortstondig, andere soms wel drie jaar lang. De kern - en de kracht - van Support is dat we een tijdje met een projectgroep meewandelen. Zelf ben ik van oorsprong bedrijfskundige.
“Niet echt. Het was wel vernieuwend. De Stichting Ketenkwaliteit, opgezet
Ik kijk daarom misschien meer naar het verbeteren en optimaliseren van processen
vanuit het Astma Fonds, ondersteunt wel projecten, maar doet dat vooral vanuit
dan de gemiddelde zorgverlener, die toch vooral inhoudelijk in zijn of haar
een beleidsmatige invalshoek. Ze willen weten of iets werkt en zetten dan een
vakgebied is opgeleid. Daarnaast bieden wij zo'n projectgroep ook tools, zoals
project op om dat te toetsen. Vervolgens schrijven ze een rapport, waar een ieder
de PICASSO Knelpuntanalyse. Dat bleek in de praktijk echt een goede methode
in het veld zijn voordeel mee kan doen. Als een groep zorgverleners vervolgens
om mogelijke knelpunten in de toekomstige samenwerking boven tafel te krijgen.
besluit met de conclusies van dat rapport aan de slag te gaan, dan kan PICASSO
Soms werd door de Knelpuntanalyse pijnlijk duidelijk dat de verschillende groepen
voor COPD daar begeleiding bij bieden. In 2004 en 2005 had ik ook veel contact
zorgverleners absoluut tegengestelde visies hadden. Of er kwam ineens allerlei oud
met het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, dat in opdracht van de
zeer naar boven. In zulke gevallen kon de conclusie soms niet anders zijn dan dat
Stichting Ketenkwaliteit de Doorbraakprojecten deed. Met plan-do-check-act-verbe-
inhoudelijke samenwerking er op dat moment niet inzat. Andere zaken moesten dan
tercirkels werd daarbij gewerkt aan zorgverbetering rond geselecteerde thema's, het
eerst worden opgelost. Je kunt het soms beter uitstellen, dan dat je het zoveelste
eerder herkennen van exacerbaties bijvoorbeeld. De Doorbraakprojecten werden in
project bent dat enthousiast van start gaat, maar door gebrek aan draagvlak binnen
rondes geworven. Dat laatste is niet onze opzet met PICASSO Support. Bovendien
driekwart jaar in volle glorie sterft. Dat demotiveert de enthousiastelingen nog veel meer, dan er helemaal niet aan beginnen."
Het lukte dus niet altijd? "Het blijft mensenwerk… Maar over het algemeen was de Knelpuntanalyse een goed begin. Leden van een projectgroep willen vaak graag iets dóén. Dat zeggen ze dan ook: 'We willen gewoon aan de slag gaan.' Een nobel streven, maar je moet wel weten wát je gaat doen, en op basis waarvan, en hoe je de resultaten gaat meten. Anders ben je net een kruiwagen met kikkers en is de kans groot dat je de eindstreep niet haalt. In veel gevallen was de Knelpuntanalyse een zeer geschikt middel om de gedachten van projectgroepleden te structureren. De volgende stap was het schrijven van een duidelijk plan van aanpak. Ook daarbij konden we vaak van dienst zijn door hen in contact te brengen met andere projectgroepen, die vergelijkbare dingen hadden gedaan. In zo'n tweederde van de gevallen wordt vervolgens een nulmeting uitgevoerd door Karin Lemmens van het instituut Beleid en Management voor de Gezondheidszorg (iBMG) van de Erasmus Universiteit. Sinds begin 2005 werken we nauw samen met het iBMG, dat in samenwerking met ons een evaluatiemodel heeft ontwikkeld om de effecten van COPD-zorgoptimalisatieprojecten en -processen te meten."
6
PFI014-12_PicassoMag_12_vQ6.qxd
19-06-2008
12:01
Pagina 7
Meten is weten?
Hoe zie je de toekomst?
"Inderdaad. Maar het is meer dan dat. Als je na een half jaar tot een jaar niet kunt
"PICASSO is nu enthousiast de samenwerking met ZonMw ingestapt. We hebben
laten zien wat je hebt bereikt, is het in de praktijk bijzonder moeilijk om de betrokken
het gevoel dat we ZonMw en de partijen waarmee zij veel samenwerken iets te
zorgverleners enthousiast te blijven houden voor een project. Extra gegevens bij-
bieden hebben, met name op het gebied van ondersteuning en begeleiding van
houden is voor zorgverleners extra werk. 'Moet dat echt allemaal, we registreren al
implementatieprojecten. Maar we willen ook leren van hen. Daarnaast heeft de
zoveel!', is een reactie die wij vaak krijgen. Ja, als je wilt weten of je je doelstellingen
samenwerking inhoudelijke voordelen. Het wordt makkelijker te werken aan projec-
haalt, moet je dingen registreren, is dan ons antwoord. Daarbij beseffen wij echt wel
ten die een specifieke chronische ziekte overstijgen. Het moet natuurlijk niet zo zijn
dat dat veel werk is. En dat het er ook toe kan leiden dat het werk van zorgverleners
dat een huisarts straks een ICT-systeem heeft om zijn COPD-patiënten te monito-
inhoudelijk verandert. Als een praktijkverpleegkundige bijvoorbeeld met CCQ-vragen-
ren, maar ook één voor diabetes en GGZ-zaken. En we willen komen tot een goede
lijsten de gezondheidstoestand van patiënten bijhoudt, dan krijgt de kwaliteit van
keten DBC COPD. De keten DBC diabetes ligt er natuurlijk. Een goede zaak en
leven van die patiënten bijna automatisch een grotere rol in haar zorgverlening.
een voorbeeld. Maar diabetes en COPD verschillen zoveel, dat ik denk dat we er
Het zal dan meer gaan over wat de patiënten zelf belangrijk vinden. Op die manier
ook niet téveel op moeten focussen. Stel dat in het geval van diabetes geconclu-
kan het registreren van gegevens bijna een zorginterventie op zich worden."
deerd wordt dat het erbij betrekken van de 2e lijn niet voldoende effectief is en dat dit dus geen onderdeel van de DBC gaat worden. Dan wil dat nog niet zeggen
Hoe komen initiatiefnemers van zorgverbeteringsinitiatieven bij PICASSO Support terecht?
dat hetzelfde geldt voor COPD-patiënten. Om maar een voorbeeld te noemen."
"Via via vooral. Je komt iemand op een congres tegen. Of ze kennen iemand waarmee PICASSO al samenwerkt en die brengt ons in contact. 'Kun je eens meedenken?', is dan vaak de vraag. Voor de gemiddelde projectgroepvoorzitter is het gewoon prettig om te kunnen sparren met iemand die begrijpt waar hij tegenaan loopt. Die hem in contact kan brengen met mensen, waar hij wat aan heeft. Die ontwikkelingen als de keten DBC COPD in perspectief kan plaatsen. Soms kun je als buitenstaander een groep initiatiefnemers nieuwe energie geven door ze, dankzij onze ervaring en expertise, over een dood punt heen te trekken. Vergeet niet, zorgverleners die een verbeterproject opzetten, doen dat bijna altijd naast hun normale werk en dus in hun vrije tijd. Als er dan niet op een gegeven moment dynamiek of meerwaarde ontstaat, zakt de boel in elkaar. Veel projectgroepen voelen zich dankzij PICASSO ook aangesloten bij een groter geheel. Ze sluiten op die manier aan op wat er elders in het land speelt. Soms helpt dat zelfs bij onderhandelingen met zorgverzekeraars, zo is gebleken."
Is PICASSO Support in die vier jaar zelf veranderd? "We hebben in de loop van de tijd natuurlijk steeds meer ervaring gekregen. Ik denk dat we nu als PICASSO qua begeleiding en kennis meer te bieden hebben dan drie jaar geleden. Er zijn ook steeds meer projecten bijgekomen om inspiratie uit te kunnen halen. Samen met mijn collega Edmée van den Akker, ben ik nu bij 24 Supportprojecten betrokken geweest, in meer dan de helft van de gevallen langdurig. Dan krijg je natuurlijk een idee wat werkt en wat niet werkt. Voor een
En hoe zie je de wat langere termijn?
deel zie je steeds dezelfde vragen terugkomen. Hoe organiseer je het? Wie betaalt
“Idealiter is het zo dat PICASSO Support zichzelf op een gegeven moment over-
de longverpleegkundige? Wie is verantwoordelijk voor het resultaat bij de patiënt?
bodig maakt. Mijn inschatting is echter dat het veld niet zo zelflerend is dat onder-
Soms kunnen we ook meerwaarde bieden op hele kleine dingen. Hoe zorg je er
steuning bij implementatieprojecten op korte termijn niet meer nodig is. Er komt
met duidelijke formulieren en responsenveloppen voor dat zorgverleners in de regio
sowieso al genoeg op zorgverleners af: ketenzorg en dus veranderende taakpakket-
een mini-enquête over knelpunten in de COPD-zorg daadwerkelijk invullen en terug-
ten en multidisciplinaire samenwerking, het werken met transmurale DBC's, het
sturen, om maar een voorbeeld te noemen. Als dat mis gaat omdat er teveel vragen
Elektronisch Patiënten Dossier, meer aandacht voor zelfmanagement en comor-
worden gesteld of omdat het formulier onduidelijk is, dan kan dat ertoe leiden dat
biditeit, enzovoort. Zorgverbetering is bovendien een continu proces. Het kan altijd
een project al in de beginfase wordt afgebroken, terwijl het draagvlak er eigenlijk
beter. Op dit moment zijn we op COPD-gebied bezig aan een inhaalslag in vergelij-
wel is. Het is overigens ook altijd een doelstelling van Support geweest om uit te
king met wat de zorg had moeten zijn. De diabeteszorg is daar een stuk verder
zoeken wat de optimale mix van interventies is om zorgvernieuwing te realiseren.
mee. Over een jaar of tien is de grote slag, denk ik, gemaakt en hebben we de
Daarbij hebben we wel altijd de verantwoordelijkheid en keuzes bij het projectteam
zorg aan COPD-patiënten goed en transmuraal georganiseerd. Dan zitten we als
in de regio gelaten."
het ware op de snelweg, die we nu aan het aanleggen zijn. De innovatiecirkels worden dan kleiner. Om de analogie aan te houden: meer een kwestie van beter afstand houden, dan van leren invoegen. Dat zou dan net op tijd zijn, want dan zullen er zeker niet minder COPD-patienten bijkomen dan nu al het geval is."
7
PFI014-12_PicassoMag_12_vQ6.qxd
19-06-2008
12:01
Pagina 8
Werkconferentie over stand van zaken Kernprojecten P I T T I G E V R AG E N Elk jaar organiseert PICASSO voor COPD een Werkconferentie om met de onderzoekers en uitvoerders van de wetenschappelijke Kernprojecten de stand van zaken bij de verschillende onderzoeken te bespreken. De sfeer was tijdens de vijfde Werkconferentie afgelopen maart uitstekend, hetgeen de kwaliteit van de discussie zeker ten goede kwam. “En wat heeft de patiënt eraan?” Verschillende keren stelde Joost van der Burgh,
van de onderzoeksresultaten. Het is overigens zeker niet zo dat het onderwerp
Kernteamlid en als COPD-patiënt de ervaringsdeskundige binnen PICASSO,
implementatie alleen bij ons leeft. De onderzoekers zelf zijn er ook veel meer mee
deze vraag in de discussie na de presentaties van de verschillende Kernprojecten.
bezig dan vroeger. In het verleden ontweken ze het onderwerp nog wel eens in hun
Een goede zaak, meent PICASSO voor COPD-projectmanager Edmée van den
presentaties. Dat was dit jaar beduidend minder het geval."
Akker. "Onderzoekers zijn soms zo bezig met hun onderzoek en met de publicaties die ze moeten binnenhalen om te kunnen promoveren, dat de implementatie van
Sfeer
de onderzoeksresultaten wel eens wat uit het oog wordt verloren. Dan wordt er
De onderzoekers en uitvoerders van de verschillende Kernprojecten beginnen elkaar
bijvoorbeeld na de afronding van een onderzoek geconstateerd dat bepaalde gege-
door de jaarlijkse Werkconferenties steeds beter te kennen, constateert Edmée
vens worden gemist om de implementatie goed te laten verlopen. Een gemiste kans
van den Akker. "Dat heeft de sfeer veranderd. Vroeger waren de onderzoekers
als je kijkt naar het uiteindelijke doel van onderzoek: ervoor zorgen dat de patiënt
zenuwachtig als ze hun project presenteerden. Je moest als onderzoeker dan toch
er beter van wordt."
met je billen bloot. Nu is de sfeer veel opener. De zaal denkt echt méé, waardoor de onderzoekers zich kwetsbaarder durven op te stellen. Een voorbeeld. Uit het
Begeleiding
Kernproject in Etten-Leur kwam bijvoorbeeld dat het vooralsnog geen meerwaarde
Daadwerkelijke implementatie van de onderzoeksresultaten stond dit jaar dan
heeft om huisartsen te adviseren vanuit een Astma-COPD-dienst. ‘Gaan jullie daar
ook centraal op de Werkconferentie. Edmée van den Akker: "Zelf hebben we als
dan dus mee stoppen?’. Zo'n rechtstreekse vraag zou twee jaar geleden niet zijn
PICASSO ook moeten leren om daar bewuster mee om te gaan. Bij de serie
gesteld. Nu kon het wel. En werd er vervolgens intensief verder gediscussieerd:
Kernprojecten die onlangs van start is gegaan, neemt de begeleiding op dit punt
ligt het misschien aan de opzet van het project dat er in Etten-Leur geen meer-
een belangrijke plaats in. Deze projecten bezoek ik, in tegenstelling tot eerder
waarde geconstateerd kon worden? Dóén de huisartsen eigenlijk wel iets met
gestarte projecten, twee maal per jaar op locatie. Tevens ga ik samen met Therese
de adviezen van de case manager, of is dat de reden dat er geen effect kan
Noorlander langs bij projecten die recentelijk zijn afgerond (Veldhoven Intercom,
worden aangetoond? Heeft PICASSO voldoende kunnen ondersteunen vanuit
Nijmegen Transmurale zorg bij COPD-patiënten die niet in aanmerking komen voor
het team en de coaches? Echt pittige vragen. Precies wat nodig is om de discussie
longrevalidatie, Nijmegen MONC en Etten-Leur MONACO - zie schema hieronder)
levendiger en diepgaander te maken. En dus de projecten, en daarmee uiteindelijk
om te zien of wij als PICASSO een bijdrage kunnen leveren aan de implementatie
de COPD-zorg, te verbeteren."
Kernprojecten
Stand van zaken De kwetsbare groep patiënten is in kaart gebracht. Patiënten blijken in ieder geval grote behoefte te hebben aan extra begeleiding: een luisterend oor, ondersteuning bij exacerbatie en betere zorgcoördinatie.
UMC St Radboud Nijmegen
• Onderzoek naar het effect van intensieve begeleiding door een COPD-verpleegkundige op met name het aantal klinisch behandelde exacerbaties en de coördinatie van zorg, bij patiënten met ernstig COPD en frequente exacerbaties die zijn afgewezen voor deelname aan een klinisch of poliklinisch longrevalidatie programma in verband met comorbiditeit.
Effectiviteit van confrontatie-methode op het stoppen met roken academisch ziekenhuis Maastricht
• Onderzoek naar effectiviteit van het confronteren van rokers met nog geen vastgestelde COPD-diagnose op het stop-roken gedrag.
Het confronteren van rokers met de diagnose COPD lijkt te leiden tot meer succesvolle stoppogingen. De dominante variabelen die hierin bepalend kunnen zijn, worden nader onderzocht.
Lange termijn effectiviteit van drie zorgvarianten voor patiënten met COPD in de huisartspraktijk
• Onderzoek naar de (kosten)effectiviteit van een geïntegreerd zelfmanagementprogramma voor patiënten met COPD in de huisartspraktijk. Hoe draagt het bij aan het behalen van de lange termijn behandeldoelen in vergelijking met periodieke controles en reguliere zorg?
Er is momenteel veel uitval in de zelfmanagementgroep (20%). Er wordt gezocht naar mogelijke verklaringen, zoals de aansluiting van het programma op de wensen en/of mogelijkheden van de patiënten.
• Onderzoek naar de toegevoegde waarde van monitoring door een Astma-COPD-dienst op de zorguitkomsten en de tevredenheid van COPD-patiënten alsook de kosteneffectiviteit ten opzichte van reguliere zorg in de huisartspraktijk.
Er lijken geen significante verschillen in klinische effectiviteit te zijn tussen de interventiegroep en de controlegroep. Er moet worden uitgezocht waar de toegevoegde waarde van de adviezen van de longverpleegkundige van de Astma-COPD-dienst verloren gaat: leveren de adviezen geen nieuwe inzichten op of worden de adviezen niet opgevolgd door de huisarts?
• Onderzoek naar lifelong kosteneffectiviteit van stoppenmet-roken-interventies door middel van een speciaal hiervoor ontwikkeld rekenmodel, dat gegevens van bestaande onderzoeken (farmacotherapie en gedragsinterventies) combineert en analyseert om beleidsbeslissingen met kwantitatieve gegevens te ondersteunen.
Conclusie uit een inmiddels uitgevoerd literatuur review: SMR-interventies zijn effectief en mogelijk kostenbesparend. Omdat de mate van kosteneffectiviteit gedeeltelijk zal afhangen van patiëntgebonden factoren en de wijze waarop SMR-interventies worden ingepast binnen de organisatie van de COPD-zorg, wordt de impact van deze factoren op de kosteneffectiviteit van SMR-interventies nu in nader detail onderzocht.
• Onderzoek naar de bijdrage die screening van de gehele gezondheidstoestand met behulp van Nijmegen Clinical Screening Instrument (NCSI) heeft op de behandeling en uiteindelijk het functioneren t.a.v. klachten, beperkingen en kwaliteit van leven na 6 en 12 maanden.
Het onderzoek is in volle gang. Er is grote belangstelling voor de NCSImethode in andere ziekenhuizen.
• Onderzoek naar het nut van intensieve begeleiding (gedragsinterventie) bij gemotiveerde patiënten op het stoppen-met-roken en de functionele status.
Deelnemende huisartspraktijken worden geworven. Additionele financiering is verkregen van zorgverzekeraar Agis.
• Onderzoek naar de kosteneffectiviteit van intensieve ondersteuningsprogramma´s in een niet-tertiaire setting.
Vergeleken met usual care laat de Intercom trial significante verbeteringen zien. Er is een acceptabele toename van de kosten. Er wordt gewerkt aan publicaties en de groep zal meedenken over de implementatie van de Intercom programmaresultaten.
Transmurale zorg bij COPD-patiënten die niet in aanmerking komen voor longrevalidatie
UMC St Radboud Nijmegen
Monitoring COPD met een regionale transmurale Astma-COPD-dienst (MONACO) SHL/SODH Etten-Leur
Lifelong kosteneffectiviteit van stop-rokenondersteuning Faculteit der Gezondheidswetenschappen, Universiteit Maastricht
Screening en behandeling op de héle gezondheidstoestand Universitair Longcentrum Nijmegen UMC St Radboud Op maat gesneden interventies UMC Utrecht Kosteneffectiviteit Interdisciplinair Communitybased COPD Management Programma (Intercom) Institute for Medical Technology Assessment (IMTA), Erasmus MC i.s.m. MMC Veldhoven
8
Focus
PFI014-12_PicassoMag_12_vQ6.qxd
19-06-2008
12:02
Pagina 9
VWS STR E E FT NAAR 'MOE D E R R ICHTLIJ N E N' Op het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestaat een duidelijke visie over de aanpak van chronische ziekten. Leo Kliphuis, plaatsvervangend directeur Openbare Gezondheid: “Het is nog geen vijftig jaar geleden dat we te maken hadden met heel andere ziekten dan vandaag de dag. Toen gingen mensen nog dood aan een simpele infectie. Tegenwoordig zijn we in staat die prima te behandelen maar worden we veel vaker geconfronteerd met ziekten waarmee mensen gewoon oud worden. En dat heeft grote consequenties voor de manier waarop we onze zorg georganiseerd hebben.”
Op het Ministerie van Volkgezondheid zijn ze ervan
multidisciplinaire samenwerking en brede kennis-
overtuigd dat het antwoord op deze ontwikkeling
ontwikkeling. Voordat we zover zijn, zal echter nog
gezocht moet worden in een programmatische aanpak
veel onderzoek moeten plaatsvinden. VWS stimuleert
van de zorg. “Het feit dat mensen lang kunnen leven
dat vooral via organisaties zoals ZonMw. Maar we
met een chronische ziekte maakt dat we er op een
hopen natuurlijk dat veel meer betrokkenen een bij-
andere wijze mee om moeten gaan”, aldus Kliphuis.
drage kunnen leveren, zoals PICASSO voor COPD,
“We moeten het initiatief veel meer bij de patiënten
het Astma Fonds en de Stichting Ketenkwaliteit
zelf leggen. We moeten duidelijk maken dat zij zelf
COPD. Wel hopen we bij VWS dat deze organisaties
heel veel kunnen doen. In het geval van COPD bijvoor-
in de toekomst nog meer een gezamenlijke vuist zullen
beeld door hun conditie op peil te houden en hun
maken. Want alleen op die manier kunnen we echt
gewicht te controleren. Kortom, we moeten ons echt
resultaat boeken.”
focussen op zelfzorgprogramma´s. De tijd van ‘diagnose en recept’ is definitief voorbij. Deze nieuwe aanpak,
COPD in 2025
ook wel disease management genoemd, zal een grote
De komende jaren zal er nog veel moeten gebeuren
cultuurverandering teweegbrengen. Het feit dat zelf-
om de zorg rondom chronische ziekten te verbeteren.
zorg veel belangrijker wordt, zal niet alleen voor de
Leo Kliphuis spreekt daarbij de wens uit dat de
patiënt gevolgen hebben. Ook zorgaanbieders zullen
inrichting van het zorgproces gelijke tred zal houden
gedwongen worden hun zorg anders te organiseren.
met productinnovaties. Want dat zal veel winst op-
We kunnen het ons niet meer permitteren te wachten
leveren voor patiënten die leven met een chronische
tot mensen naar zorgverleners komen met hun klach-
ziekte. “We moeten ons voortdurend blijven afvragen
ten. We moeten veel meer dan voorheen mensen
of we de juiste dingen doen op de juiste momenten. Daarmee zullen we overigens niet bereiken dat
tijdig bewust maken van wat zij zelf kunnen doen.” “Patiënten moeten ervan op aan kunnen dat zij bepaal-
ziekten als COPD in 2025 niet meer voorkomen.
Taak VWS
de zorg ontvangen. Maar ook zorgaanbieders moeten
Maar het zorgt er wel voor dat we dergelijke aan-
VWS zal zich de komende tijd daarom focussen op de
weten welke zorg zij moeten bieden. Kortom, een
doeningen kunnen terugdringen en beheersbaar
ontwikkeling van ‘moederrichtlijnen’. Kliphuis legt uit:
concrete zorgstandaard, in samenhang met een betere
kunnen houden.”
Inmiddels kijk ik terug op alweer 10 jaar COPD-zorg.
ringsmaatschappij betaald. Nu niet meer. Al deze
Zo lang ben ik helaas al COPD-patiënt. Ik heb per-
beknibbelingen baren mij zorgen en komen helaas de
soonlijk geen klagen over de de zorg die ik in de
zorg aan COPD-patiënten niet ten goede.
afgelopen periode heb ontvangen.
COPD-zorg toen en nu
Er is in de loop van de tijd heel veel verbeterd.
Hoop
Vooral het voortschrijdende inzicht van het belang
Zelf ben ik nu volledig 'zuurstofafhankelijk'. Ik ervaar
van bewegen, in welke vorm dan ook, is volgens
dat het ontstekingsproces toch langzaam voortwoe-
mij een grote stap vooruit geweest. Daarnaast zijn
kert. Ik hoop dan ook dat er spoedig iets uitgevonden
er natuurlijk nieuwe medicijnen gekomen. Maar ook
wordt om dit ontstekingsproces een halt toe te
de algemene kennis over COPD is toegenomen en
roepen. Wellicht wordt het in de toekomst mogelijk
dat merk je op veel terreinen.
om met stamcellen nieuwe longblaasjes te kweken.
Helaas zijn we nog niet zover dat COPD te genezen
Longweefsel dat is aangetast wordt dan eerst verwij-
is. Maar het wordt wel steeds beter mogelijk om de
derd door middel van longvolumereductie. Dit laatste
klachten te verlichten en daardoor de kwaliteit van
is nu zelfs al mogelijk en daarvoor is zelfs geen grote
leven toe te laten nemen.
borstoperatie meer nodig. Tegenwoordig is dit in theorie al mogelijk via de bronchiën (de zogenaamde
Verzekeringsstelsel
bronchiale longvolumereductie).
Mijn grootste zorg voor de toekomst van de zorg
Dit wordt in Nederland echter nu nog niet standaard
betreft ons zorgstelsel. De verzekeringsmaatschappij-
uitgevoerd, omdat de methodiek door het College
en willen zo basaal mogelijke zorg leveren tegen zo
voor Zorgverzekeringen nog niet goedgekeurd is.
laag mogelijke kosten. Dit gaat helaas veelal ten koste
Daarom dekken de verzekeringsmaatschappijen deze
Bij Joyce Martinus (61) is in 1998
van de verleende zorg aan de patiënt. Er wordt bij-
ingreep nog niet. Hopelijk komt hier snel verandering
COPD geconstateerd. Nu is zij GOLD III.
voorbeeld nu al gekort op zuurstofleveranties. En dat
in, want de traditionele longvolumereductie operatie
Ze gebruikt 24 uur per dag zuurstof
betekent nogal wat! Voor de kwaliteit van leven, is het
is een grote en dus kostbare ingreep, waarbij de
en een minimum aan medicijnen.
namelijk een heel groot verschil of je als patiënt met
ribbenkast geopend moet worden. Dit zou de
Joyce sport twee- tot driemaal per week
een tien meter lange slang in huis aan een concentra-
verzekeringsmaatschappijen dus veel geld kunnen
in een particulier sportcentrum.
tor vast zit, of dat je met een tankje als een draagtas-
opleveren. Helaas zijn we nog niet zover. Maar ik
je om je middel rondloopt. Dat laatste is veel comfor-
hoop wel dat dit in de nabije toekomst gerealiseerd
tabeler en geeft meer bewegingsvrijheid, kan ik u ver-
kan worden.
Ervaringen van een patiënt
tellen. Er is hierbij natuurlijk een groot verschil in kosten. Hetzelfde geldt voor de levering van zuurstof in het buitenland. Vroeger werd dat door de verzeke-
Joyce Martinus
9
PFI014-12_PicassoMag_12_vQ6.qxd
19-06-2008
12:02
Pagina 10
Implementatie eerstelijns beweegprogramma's makkelijker gemaakt N I ET STE E D S H ET WI E L Z E LF MOETE N U ITVI N D E N Bewegen werkt, ook voor patiënten met licht en matig COPD. Daarvoor komt steeds meer bewijs. Maar in de praktijk loopt het in ketenzorgverband aanbieden van beweegprogramma's lang niet altijd even soepel. "De Stichting Ketenkwaliteit COPD wilde daar verandering in brengen", stelt Annemieke Fastenau, fysiotherapeut en bewegingswetenschapper aan de Universiteit Maastricht. "Het project, dat wij in opdracht van de Stichting Ketenkwaliteit hebben uitgevoerd, had dan ook drie hoofddoelstellingen. 1) Het ontwikkelen van producten en ondersteuningsmaterialen die implementatie kunnen bevorderen. 2) Het daadwerkelijk implementeren van beweegprogramma's in een multidisciplinaire eerstelijns setting. 3) Het inzicht krijgen in de vraag welke factoren implementatie bevorderen of juist belemmeren."
Op verschillende plaatsen in Nederland proberen fysiotherapeuten, huisartsen
beter worden, hangt hier nauw mee samen. Bovendien worden ze steeds beter
en/of longartsen meer en betere beweegprogramma's op te zetten voor patiënten
wetenschappelijk onderbouwd."
met licht en matig COPD. "Iedereen moet daardoor nog steeds het wiel opnieuw uitvinden", stelt Annemieke Fastenau. "Om het de enthousiastelingen makkelijker
Financieringsstructuur
te maken, hebben we in het kader van ons project dan ook allerlei samenwerkings-
Naast meer algemene factoren als de benodigde tijdsinvestering en communicatie-
modules, voorbeeldbrieven, stroomschema's en informatieoverzichten ontwikkeld.
problemen met collega-zorgverleners, bleek de belangrijkste belemmerende factor
Die staan allemaal op de website van de CAHAG. Wij hopen in grote lijnen alles
de ontbrekende financieringsstructuur voor beweegprogramma's, die zich richten
te hebben ontwikkeld wat initiatiefnemers nodig hebben om daadwerkelijk van start
op patiënten met licht en matig COPD. "Dat is echt een ingewikkeld onderwerp",
te kunnen gaan. Ze moeten de informatie uiteraard wel altijd naar hun eigen situatie
legt Annemieke Fastenau uit. "Er is de zogeheten 'Chronische lijst Borst', opgesteld
vertalen. Want een gezondheidscentrum waar alle disciplines al in hetzelfde pand
door de vroegere minister. Daarin staat dat COPD-patiënten met een FEV1
zitten, heeft natuurlijk andere behoeftes dan een zorgverlener op het platteland die
gedeeld door VC kleiner dan 60%, chronisch ziek zijn. Zij hebben recht op lang-
de huisartsen en fysiotherapeuten in zijn regio wil gaan benaderen."
durige fysiotherapie, jaar na jaar. Bij de niet-chronische patiënten ligt het eraan hoe ze verzekerd zijn. De meesten hebben een beperkt aanvullend pakket en
Samenwerkingsverbanden
krijgen negen behandelingen per jaar vergoed. Maar dat verschilt per verzekeraar.
De tweede hoofddoelstelling van het project was het opzetten van concrete
Daar komt nog bij dat de FEV1-grens van 60% niet overeenkomt met de GOLD-
beweegprogramma's voor COPD-patiënten in multidisciplinaire, eerstelijns samen-
indeling. Een deel van GOLD II valt erin, een ander deel niet. Dit nog los van het
werkingsverbanden. "Via diverse wervingsacties onder fysiotherapeuten, huisartsen
feit dat de longfunctie weinig zegt over de beperkingen bij een patiënt, en dus
en praktijkondersteuners in Brabant en Limburg kregen we uiteindelijk een groep
over de meerwaarde die er met een beweegprogramma behaald kan worden."
van meer dan vijftig geïnteresseerde zorgverleners. Ruim de helft daarvan is concreet aan de slag gegaan. Inmiddels zijn er op acht plaatsen echte samenwerkings-
Losse eindjes
verbanden ontstaan. Daar wordt dus al volgens lokaal gemaakte afspraken samen-
Het project van de Stichting Ketenkwaliteit is inmiddels afgerond. "Maar ik ben
gewerkt. In zestien plaatsen wordt er nog volop gewerkt aan het maken van die
nog steeds bezig met de losse eindjes", stelt Annemieke Fastenau. "Zo willen
werkafspraken. Maar vaak worden ook daar al patiënten naar elkaar verwezen
we een werkgroep instellen om de resultaten van het project te borgen en om de
omdat er inmiddels veel betere contacten zijn tussen de verschillende zorgverle-
implementatieondersteuning een blijvend karakter te geven. Deze werkgroep zou
ners. Op zeven andere plaatsen is het geprobeerd, maar daar is de samenwerking
ook de informatie, die nu op de website van de CAHAG staat, up to date moeten
om diverse redenen (ziekte, geen passende financieringsstructuur, onvoldoende
houden. Per 1 januari 2008 is bijvoorbeeld de vergoeding voor fysiotherapie
motivatie bij collega-zorgverleners, enzovoort) helaas niet van de grond gekomen."
veranderd. Dat moet je dan wel verwerken in het 'Overzicht financiering en vergoedingen', want anders neemt de meerwaarde van de door ons verzamelde informatie
Grotere patiënttevredenheid
snel af." Zelf werkt ze inmiddels aan een onderzoek over het effect van beweeg-
De lokaal opgezette beweegprogramma's hebben niet alleen inhoudelijk bijgedra-
programma's op GOLD II COPD-patiënten. "Een onderzoek dat je alleen maar
gen aan de producten en ondersteuningsmaterialen die Annemieke Fastenau en
kunt uitvoeren als die beweegprogramma's in de eerste lijn al zijn opgezet. In die
haar team hebben ontwikkeld. Ze vormen ook de basis van de analyse met betrek-
zin is mijn huidige onderzoek dan ook een logisch vervolg op het vorige."
king tot de vraag welke factoren succesvolle implementatie bevorderen of belemmeren. Annemieke Fastenau: "Eén van de belangrijkste bevorderende factoren bleek een grotere patiënttevredenheid, en daardoor meer arbeidssatisfactie bij de zorgver-
Beschikbare materialen
lener zelf. Huisartsen en praktijkondersteuners hadden het gevoel dat zij bij deelname aan een samenwerkingsproject hun patiënten met matig COPD iets konden
Op de website www.cahag.nl zijn onder het kopje 'Reactivering' de volgende
bieden waar deze écht iets aan zouden hebben. Dat bleek ook in de praktijk zo uit
producten beschikbaar voor zorgverleners die een beweegprogramma
te werken. Zelf had ik een dubbelrol in dit alles. Enerzijds coördineerde ik het over-
voor patiënten met licht en matig COPD willen opzetten in de eerste lijn:
koepelende project. Anderzijds was ik als fysiotherapeut, samen met mijn collega Harry Nijssen, in Maastricht initiatiefnemer van één van de vele samenwerkingspro-
- NHG-patiëntenbrief COPD en Bewegen.
jecten. Zorgverleners vinden COPD-patiënten vaak lastig, omdat ze ongemotiveerd
- Stroomschema voor verwijsbeleid op het gebied van beweging bij COPD-
zouden zijn. Daar hadden wij absoluut geen last van. De patiënten kwamen trouw twee keer per week en haakten bijna nooit af. Ze merkten al na een paar weken dat ze meer lucht hadden en langer konden lopen. Dat motiveert natuurlijk. Niet alleen bij de patiënt zelf, maar óók bij de zorgverlener, die dan weer nieuwe patiënten doorverwijst. Eind maart heb ik eens op een rijtje gezet hoeveel COPD-patiënten er via het project binnengekomen waren in onze praktijk. Dat bleken er in anderhalf jaar 75 te zijn. Daarvan kwamen er 26 via verwijzingen uit de tweede
patiënten. - Overzicht van de communicatielijnen, taken en verantwoordelijkheden van de zorgverleners. - Voorbeeldbrief voor de fysiotherapeut voor peiling belangstelling huisartsenpraktijk. - Samenwerkingsmodule COPD voor samenwerking tussen huisarts, praktijkondersteuner/-verpleegkundige en fysiotherapeut.
en derde lijn. Dat aantal is vergelijkbaar met dat wat we de jaren daarvoor binnen-
- Voorlichtingsbrief over de ontwikkelingen op COPD-gebied in de eerste lijn.
kregen. Maar er kwamen in die tijd ook 49 patiënten met licht of matig COPD.
- Overzicht van mogelijke metingen bij een COPD-patiënt.
Zij werden verwezen door huisartsen, praktijkondersteuners of longverpleeg-
- Overzicht van de vergoedingsstructuur voor een fysiotherapeutische
kundigen in de eerste lijn. Die patiënten hadden we vroeger nooit." Een andere factor die implementatie bleek te bevorderen, was de toegenomen
behandeling en voor het aanvragen van een groepsaddendum fysiotherapie. - Een videoboodschap van patiënten die enthousiast vertellen hoe hun kwaliteit
kennis bij zorgverleners over het belang van bewegen, ook bij patiënten met
van leven verbeterd is sinds zij deelnemen aan een beweegprogramma (te
'slechts' matig COPD. "Het feit dat de beweegprogramma's inhoudelijk steeds
gebruiken als patiëntenvoorlichting).
10
PFI014-12_PicassoMag_12_vQ6.qxd
19-06-2008
12:02
Pagina 11
KE R NTEAM LE D E N
Dr. B.
W.
Prof.dr. O.
Dr. G.J.
Ir. J.
Dr. A.J.
Prof.dr R.
Drs. F.M.J.
Prof.dr. T.
Dr. A.P.E.
Dr. M.P.M.H.
Groenenweg
van Litsenburg
van Schayck
Wesseling
van der Burgh
van ’t Hul
Dekhuijzen
Toben
Verheij
Sachs
Rutten-van Mölken
KE R NTEAM LI D
AC H T E R G R O N D
Cor Spreeuwenberg Niet gek, geen verrader
Cor Spreeuwenberg (1944) wordt in 1963 officier gevechtsleiding bij de Koninklijke Luchtmacht. In 1965 gaat hij in zijn vrije tijd medicijnen studeren aan de Universiteit van Amsterdam ‘omdat daar een leuk meisje zat waarmee ik nu overigens nog steeds getrouwd ben’. Na het behalen van zijn kandidaatsexamen (drie jaar studie) in 1968 verlaat Cor Spreeuwenberg de luchtmacht. In 1972 studeert hij af als arts, werkt als internist in opleiding en wordt een jaar later huisarts in Emmen.
In Maastricht is de zorg aan chronische patiënten
In 1978 wordt hij medewerker aan de Universiteit Utrecht, hetgeen hij
de afgelopen vijftien jaar fundamenteel veranderd.
combineert met een huisartsenpraktijk in Nieuwegein. Drie jaar later
De drijvende kracht achter alle zorginnovatie was
promoveert hij op het onderwerp ´huisarts en stervenshulp´. Twee jaar
professor Cor Spreeuwenberg. “Mijn ideeën over disease management sluiten naadloos aan op die van PICASSO.”
daarna verlaat Cor Spreeuwenberg Utrecht en wordt vier jaar lang hoogleraar huisartsgeneeskunde aan de VU. In 1987 begint Cor Spreeuwenberg als hoofdredacteur van Medisch Contact. Zes jaar later stopt hij met zijn huisartsenpraktijk, waarna hij
Verpleegkundigen uit het ziekenhuis trainen zodat ze de zorg aan chronische patiënten in huisartsenpraktijken grotendeels kunnen overnemen. Chronisch zieke patiënten indelen in categorieën. Duidelijk vastleggen welke zorgverlener
aan de Universiteit Maastricht wordt benoemd tot bijzonder hoogleraar integratie geneeskundige zorg tussen de eerste en tweede lijn voor chronisch zieke patiënten.
welke zorg verleent aan welke categorie. En die zorg zoveel mogelijk richten
Na tien jaar stopt hij als hoofdredacteur van Medisch Contact, waarna
op het ondersteunen van zelfmanagement bij de patiënten. Dat zijn de vier kern-
hij wordt benoemd tot gewoon hoogleraar. In de periode 2001-2004
punten van het disease management systeem dat professor Spreeuwenberg
is hij aan de universiteit Maastricht decaan van de faculteit gezondheids-
vijftien jaar geleden heeft opgestart in Maastricht. “In het begin riep dat model
wetenschappen, waarna hij voorzitter van de vakgroep sociale genees-
natuurlijk weerstand op”, blikt hij terug. “In de eerste plaats al op financieel
kunde wordt. In juni 2008 gaat Cor Spreeuwenberg met emeritaat.
gebied. Ziekenhuizen werden toen lumpsum gefinancierd en hadden dus hele-
Cor Spreeuwenberg zat en zit in talloze commissies en adviesorganen.
maal geen belang bij investeringen in chronisch zieken. Huisartsen hadden
Momenteel is hij, onder andere, voorzitter van het Platform Vitale Vaten
vooral ziekenfondspatiënten en kampten dus met hetzelfde probleem: meer
(ontwikkeling van een zorgstandaard vasculair risicomanagement) en
zorg verlenen, leidt niet tot meer geld. Dat bood ons de kans gespecialiseerde
voorzitter van de ZonMw-commissie Disease management COPD en ICT.
verpleegkundigen in te zetten, die we destijds uit de AWBZ betaalden.
Vanaf de oprichting in april 2002 is Cor Spreeuwenberg lid van het
We hebben daarvoor ook vernieuwingsgelden, waar de verzekeraars over
PICASSO Kernteam.
beschikten, ingezet. Het is heel moeilijk zorgvernieuwing te realiseren als die niet kostenneutraal opgezet kan worden.” Gek
Huisartsen
Een groter probleem bleek de weerstand binnen de organisatie. Cor
Als andere zorgverleners een steeds grotere bijdrage gaan leveren in de eerste
Spreeuwenberg: “Natuurlijk waren niet alle artsen enthousiast. ‘Cor is gek!’,
lijn, moet de rol van de huisartsen veranderen, vindt professor Spreeuwenberg.
zeiden sommigen letterlijk. Hoe zou een verpleegkundige nu echt taken van een
“Als je mij ruim twintig jaar geleden, toen ik hoogleraar huisartsgeneeskunde was,
dokter kunnen overnemen? Ik heb gezegd: jullie denken dat het niet kan, ik denk
naar de rol van de huisarts had gevraagd, dan had je van mij ook een verhaal
dat het wel kan, de literatuur zegt ook dat het kan, dus laten we een experimentje
gehoord over poortwachters en de centrale regiefunctie van huisartsen. Inmiddels
doen. Uiteraard gekoppeld aan gedegen wetenschappelijk onderzoek om aan
denk ik dat samenwerking met zowel de medisch specialisten als met andere zorg-
te tonen dat deze aanpak ook in de Nederlandse situatie werkt. Goed weten-
verleners in de eerste lijn even belangrijk is. En dat je als huisarts geen dingen
schappelijk onderzoek is in de medische wereld een uitstekend middel om men-
moet doen die andere zorgverleners, praktijkverpleegkundigen bijvoorbeeld, beter
sen te overtuigen.” Het ‘Maastrichtse model’ was uitermate succesvol, zo bleek
kunnen. Laat ik het zeggen zoals het is: huisartsen dóén wel alsof zij hun gespecia-
al snel uit meerdere onderzoeken. “Wij zijn, zoals bijna overal, met diabetes
liseerde praktijkverpleegkundigen superviseren, maar in de praktijk is het natuurlijk
begonnen. Voor het project van start ging, behandelden we 65% van alle diabe-
andersom. Hoe lang gaan die verpleegkundigen dat blijven pikken? Huisartsen
tespatiënten in het ziekenhuis. Nu is dat nog maar 25%. Al binnen een jaar zijn
zouden zich veel meer moeten richten op patiënten met comorbiditeit en multi-
we ook met COPD van start gegaan. De afgelopen twaalf jaar is het aantal
morbiditeit. Nu worden juist deze patiënten doorverwezen naar de specialist, naar
exacerbaties bij COPD-patiënten, en dus het aantal ziekenhuisopnamen, even-
meerdere specialisten zelfs, met alle afstemmingsproblemen van dien. Ik denk dat
eens fors afgenomen. Aan de andere kant verlenen de gespecialiseerde verpleeg-
de huisarts bij zulke patiënten dé specialist zou moeten zijn, uiteraard in nauwe
kundigen in de huisartsenpraktijken op dit moment niet alleen betere zorg
samenwerking met medisch specialisten uit het ziekenhuis. ‘Cor is een verrader!’,
aan diabetes-, astma- en COPD-patiënten dan voorheen, maar ook méér zorg.
zeggen sommige huisartsen als ik dat zeg. Juist niet. Als huisartsen deze uitdaging
De meerkosten worden door de besparingen gecompenseerd, zo bleek. Deze
niet aangaan, dan staan er commerciële aanbieders op om de zorg aan chronische
conclusie is de motor van het project geworden. Zonder afname van het aantal
patiënten op hun manier te verzorgen. Dan wordt informatie versnipperd, ontstaat
ziekenhuizenverwijzingen en -opnamen zou het hele project een stuk moeilijker
er een woud aan modellen, raakt de huisarts zijn centrale rol kwijt en zijn we met
te verkopen zijn. Al is de betere kwaliteit van zorg die door deze zorgverschuiving
z’n allen - en niet in de laatste plaats de patiënt - een stuk verder van huis. Dat
mogelijk is gemaakt, natuurlijk op zich ook waardevol.”
zouden júíst huisartsen toch moeten willen voorkomen, lijkt mij.”
11
PFI014-12_PicassoMag_12_vQ6.qxd
19-06-2008
12:02
Pagina 12
Onder leiding van Victor Deconinck praat u mee over de - Ontwikkelingen in de COPD-zorg Het slechte nieuws: COPD is een ernstige aandoening en één van de snelst
PROG RAM MA
stijgende chronische aandoeningen wat betreft mortaliteit en morbiditeit.
Resultaten in de praktijk
De problemen ten gevolge van COPD zijn groot voor de patiënt, zorgverleners
- Prof. dr. R. Grol, wetenschappelijk directeur van het Nijmegen Centre for Evidence
en maatschappij. Volgens de WHO is COPD in 2025 doodsoorzaak nummer 3.
based Practice (NCEBP) en hoofd van de afdeling Kwaliteit van Zorg van het
Het goede nieuws: optimale COPD-zorg levert betere kwaliteit van leven en doel-
UMC St Radboud. Lessen in implementatie.
matigheid voor patiënt en omgeving op. Klachten zijn behandelbaar. Door de verbetering die gehaald kan worden zijn COPD-patiënten langer in staat lichamelijk en sociaal actief te blijven. Met goede kennis en informatie wordt COPD beheersbaar voor patiënten, zorgverleners én beleidsmakers. De sleutel tot succes is een
- Compilatie van COPD-projectresultaten uit het land: hoe gezamenlijk optimale COPD-zorg wordt geïmplementeerd. - Dr. G.J. Wesseling, longarts academisch ziekenhuis Maastricht. Ketenzorg COPD: een hele zorg minder? De ervaring met de keten DBC COPD.
op maat gesneden integrale aanpak. Oftewel optimale krachtenbundeling door de totale zorg- en beleidsketen heen. En wat maakt de COPD-zorg optimaal?
Ontwikkelingen in de wetenschap - Prof. dr. D. Postma, hoogleraar Pathofysiologie van de Ademhaling en in het
Vanuit diverse ontwikkelingen en innovaties in de COPD-zorg is inmiddels bekend wat optimale COPD-zorg oplevert. Echter, voor de implementatie van innovaties lukt het niet altijd om een brug te slaan tussen het wetenschappelijke bewijs, de dagelijkse zorgpraktijk en de beleidsmatige beslissingen. Wat is hiervan de reden?
bijzonder van de Obstructieve Longaandoeningen aan de Rijksuniversiteit Groningen en het academisch ziekenhuis Groningen. - Prof. dr. C.P. van Schayck, hoogleraar huisartsgeneeskunde, wetenschappelijk co-directeur Caphri Universiteit Maastricht en voorzitter PICASSO Kernteam.
Begrijpen deze schakels elkaar wel? Innovaties vanuit beleid Op vrijdag 26 september a.s. presenteert PICASSO voor COPD samen met diverse topsprekers een overzicht van ontwikkelingen en stimulerende innovaties afkomstig uit de zorgpraktijk, de wetenschap en het beleid m.b.t. de COPD-zorg. Onder leiding van televisiepresentator Victor Deconinck kunt u praten met beleids-
- Drs. L. Kliphuis, MPH, plaatsvervangend directeur curatieve zorg, Ministerie van VWS. - M. Wats, MBA, arts, accountmanager ketenzorg van Agis Zorgverzekeringen. Wie is de regisseur van de keten?
makers, wetenschappers en zorgverleners over deze ontwikkelingen en bepaalt u of u elkaar wel begrijpt. En hoe u de krachten kunt bundelen ten gunste van een
Antropia te Zeist, vrijdag 26 september (9.30 – 16.00 uur).
betere zorg voor patiënten met COPD.
Meer informatie: www.copdketenzorg.nl. Entreeprijs € 75,- per deelnemer. Dit congres wordt georganiseerd in samenwerking met Elsevier Congressen.
C O LO F O N
ABON N E M E NTS BON
Verzending Het PICASSO Magazine wordt 4x per jaar verstuurd naar de leden van de Kern- en Supportprojecten, het Kernteam en overige geïnteresseerden
Het PICASSO Magazine wordt 4x per jaar verstuurd naar de leden van de Kern- en Supportprojecten,
om deze doelgroep te informeren over ontwikkelingen binnen en rondom
het Kernteam en overige direct betrokkenen om deze doelgroep te informeren over ontwikkelingen
PICASSO voor COPD.
binnen en rondom PICASSO voor COPD. Maar ook overige geïnteresseerden kunnen het Magazine toegestuurd krijgen. Kent u / bent u iemand die middels het PICASSO Magazine en de elektronische PIC@SSO Nieuwsbrief op de hoogte gehouden wilt worden, vul dan onderstaande abonnementsbon in. Het abonnement is gratis.
Redactie Eindredactie Therese Noorlander en Anneke Kersten Teksten Elwin Lammers Fotografie Bart Versteeg, Hans Oostrum en Frans Strous Vormgeving Marty Schoutsen en Marco van Lith (Opera ontwerpers) Redactieadvies Javier Asin, Onno van Schayck, Guus Asijee, Edmée van den Akker
JA, ik ontvang graag de eerstvolgende editie van het PICASSO Magazine
en de elektronische PIC@SSO Nieuwsbrief
Reacties Voor vragen, input en/of ideeën kunt u contact opnemen met PICASSO programmamanager Therese Noorlander via T 010 - 40 64 269 of e-mail
C O N TA C T G E G E V E N S
naar
[email protected].
NAAM
© Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen en/of verveel-
NAAM I N STE LLI NG
voudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van PICASSO.
NAAM AFDE LI NG ADRES
Aan de artikelen en rubrieken in dit magazine wordt veel zorg en aandacht besteed. Fouten zijn echter niet altijd te voorkomen, doordat veel teksten door derden worden aangeleverd. Daarom kan geen
P O S T C O D E + P L A AT S
verantwoordelijkheid worden aanvaard voor eventuele onvoorziene
EMAIL
gevolgen door fouten in de artikelen of rubrieken.
Correspondentieadres
Stuur de bon naar: PICASSO voor COPD, t.a.v. mevr. T. Noorlander, Postbus 37, 2900 AA Capelle a/d IJssel
PICASSO voor COPD t.a.v. mevr. T. Noorlander Postbus 37 2900 AA Capelle aan den IJssel
12