Pedagogisch werkplan BSO
STICHTING KINDEROPVANG HEERHUGOWAARD Ingangsdatum Versiedatum basis Versiedatum vestiging Laatste wijziging Evaluatie datum Norm Nr. Versienummer Proceseigenaar
: 02-12-2009 : 18-06-2012 : 15-09-2013 : : : 4.5.1.1 :2 : Beleidsmedewerker pedagogiek
Pedagogisch werkplan
BSO de Klipper
Inhoudsopgave INLEIDING...................................................................................................................................................... 3 H1. TYPERING KINDERCENTRUM ............................................................................................................ 4 1.1 DE STAMGROEPEN ....................................................................................................................................... 4 1.2 INDELING GEBOUW ....................................................................................................................................... 4 1.3 GROEPSGROOTTE ....................................................................................................................................... 4 1.4 OPENINGSTIJDEN ......................................................................................................................................... 4 1.5 VIER OGEN PRINCIPE ................................................................................................................................... 4 H2. WENNEN EN BEGROETEN.................................................................................................................. 5 2.1 W ENNEN ...................................................................................................................................................... 5 2.2 BEGROETEN ................................................................................................................................................. 5 2.2.1 Ophalen uit school ............................................................................................................................ 5 2.2.2 Binnenkomst ...................................................................................................................................... 5 2.2.3 Afscheid.............................................................................................................................................. 6 H3. ETEN EN DRINKEN ............................................................................................................................... 6 H4. ACTIVITEITEN AANBOD ...................................................................................................................... 6 4.1 VRIJSPEL ...................................................................................................................................................... 6 4.2 ACTIVITEITEN AANBOD ................................................................................................................................. 7 4.3 INDIVIDUELE AANDACHT EN GROEPSMOMENTEN ........................................................................................ 7 H6. PERSOONLIJKE VERZORGING.......................................................................................................... 7 H7. KINDERPARTICIPATIE ......................................................................................................................... 8 H8. TAAL EN COMMUNICATIE .................................................................................................................. 8 8.1 INTERACTIE GROEP EN INDIVIDUEEL ............................................................................................................ 8 8.2 BELONEN, CORRIGEREN EN CONFLICTEN.................................................................................................... 8 H9. INRICHTING............................................................................................................................................ 9 9.1 BINNEN ......................................................................................................................................................... 9 9.2 BUITEN ......................................................................................................................................................... 9
Pedagogisch werkplan BSO de Klipper
Pagina 2 van 10
Inleiding Het pedagogisch werkplannen is een leidraad voor het pedagogisch handelen op de groep. De vijf pedagogische doelen uit het pedagogisch beleid vormen de basis voor het pedagogisch werkplan. In het algemene pedagogisch beleidsplan worden de volgende pedagogische doelen genoemd: A. bieden van een veilige, stimulerende, uitdagende omgeving aangepast aan de leeftijd van het kind. B. het stimuleren van kinderen om hun eigen mogelijkheden te ontdekken; C. het stimuleren van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van kinderen; D. kinderen handvatten bieden bij het ontwikkelen van zelfvertrouwen, eigenwaard en hebben van respect voor zichzelf en voor anderen. E. het stimuleren van sociaal gedrag. Door de pedagogische doelen na te streven bieden wij kinderen de optimale situatie om te kunnen: ‘Spelen, ontdekken, groeien’ Om tot een goede leidraad voor het pedagogisch handelen te komen worden de vijf doelen afgezet tegen de pedagogische middelen. Dat zijn de ‘mogelijkheden in de uitvoering’ die je in de kinderopvang hebt om de gestelde doelen te bereiken. Deze middelen zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
pedagogisch medewerker - kind interactie, de fysieke omgeving, de groep, het activiteitenaanbod, het spelmateriaal.
De pedagogisch werkplannen worden per locatie per opvangvorm opgesteld en zijn bij de locatiemanager op te vragen. De specifieke mogelijkheden en kansen van de locatie worden verwerkt in het werkplan. In het pedagogisch werkplan staat middels het dagritme uitgewerkt hoe de diverse middelen worden ingezet om de vijf doelen binnen de buitenschoolse opvang te bereiken. Het pedagogisch werkplan is een dynamisch stuk die per locatie wordt geëvalueerd en bijgesteld. De pedagogisch medewerkers worden ondersteund in de uitvoering middels vast overleg structuur1. Kwaliteitsmanagement systeem Binnen SKH wordt de kwaliteitszorg methodisch en systematisch vormgegeven middels een kwaliteitsmanagementsysteem. In dit kwaliteitsmanagementsysteem worden alle activiteiten van de SKH in kaart en met elkaar in verband gebracht. De afspraken over verantwoordelijkheden, bevoegdheden en werkwijze zijn vastgelegd in het kwaliteitshandboek. Dit werkplan is een onderdeel van het kwaliteitsmanagementsysteem. In het kwaliteitshandboek zijn de overige richtlijnen die mede met dit stuk in verband staan opgenomen. Binnen dit document zal dan ook naar enkele van deze documenten verwezen worden.
1
P 4.21 Structurele feedback.
Pedagogisch werkplan BSO de Klipper
Pagina 3 van 10
H1. Typering kindercentrum 1.1 De stamgroepen2 Kinderopvang de Horst is een kleinschalige kinderopvang en is gevestigd in Brede school de Horst. We bieden 3 verschillende opvang mogelijkheden; Kinderdagverblijf 't Ankertje, buitenschoolse opvang de Klipper en peuterspeelzaal de Peuterclip. Door de kleinschaligheid kunnen wij een knusse, veilige en vertrouwde opvang bieden. We werken met een klein hecht team van ervaren pedagogische medewerkers. Tevens biedt kindercentrum de Horst de mogelijkheid van voor- en tussen schoolse opvang. 1.2 Indeling gebouw De drie groepen bevinden zich op de eerste verdieping van Brede school de Horst. In dit gebouw bevindt zich tevens basisschool de Paperclip en tienercentrum TAS. Met laatst genoemde partners is een goede samenwerking. Boven aan de trap bevindt zich kinderdagverblijf het Ankertje even verder de gang is de groepsruimte van de PSZ de Peuterclip en BSO de Klipper. De PSZ en de BSO zijn gevestigd in de zelfde ruimte. De BSO en de PSZ maken in schoolweken in principe niet gelijktijdig gebruik van deze ruimte, daar de tijden verschillen. Alleen tijdens studie/compensatiedagen van school overlapt de BSO en PSZ elkaar Hier over worden onderling goede afspraken gemaakt bijv. dat de BSO die dag gebruik maakt van de gymzaal of de aula beneden. Er is op de eerste etage een buitenruimte direct aangrenzend aan het KDV. Beneden is er een groot speelplein 1.3 Groepsgrootte Kinderdagverblijf 't Ankertje is een verticale groep. Hier worden max. 12 kinderen van 0-4 jaar begeleid en verzorgd door twee pedagogisch medewerkers. Op buitenschoolse opvang de Klipper worden max. 20 kinderen opgevangen begeleid en verzorgd door twee pedagogisch medewerkers. Op peuterspeelzaal de Peuterclip wordt tevens Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) geboden aan kinderen die hier een indicatie voor hebben. De peuterspeelzaalgroep biedt ruimte aan 16 kinderen (8 VVE kinderen en 8 niet-VVE kinderen) onder leiding van 2 pedagogisch medewerkers. De gemeente heeft een aantal locaties in Heerhugowaard aangewezen om VVE te bieden gericht op de verkleining van een dreigende of bestaande achterstand in de taalontwikkeling Stichting Kinderopvang Heerhugowaard (SKH) volgt de landelijke richtlijnen betreffende de verhouding tussen het aantal geplande kinderen en aanwezigheid van pedagogisch medewerkers. 1.4 Openingstijden Kindercentrum de Horst is (behalve vast gestelde feestdagen) het hele jaar geopend op werkdagen van 7.30-18.00 uur.
2
Zie P4.11 voor de procedure Achterwacht.
Pedagogisch werkplan BSO de Klipper
Pagina 4 van 10
1.5 Vier ogen principe Financieel gezien is het niet mogelijk om ten allen tijde samen op de groep te staan. Tijdens de pauzes is er 1 pedagogisch medewerker op elke groep. De klipper werkt transparant omdat: - Er meerdere groepen in het pand zijn. - medewerkers regelmatig bij elkaar naar binnen lopen. - er bij de BSO tijdens de opvang de deur altijd open staat. - er bij de ingang van de groepen glas zit waardoor we elkaar kunnen zien. Er zit ook een basisschool in het pand. Er lopen dus met grote regelmaat mensen langs. - de SKH is nauwkeurig in het volgen van de regels omtrent leidster-kind ratio.
H2. Wennen en begroeten 2.1 Wennen Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich veilig voelen bij de BSO. Doordat we de kinderen laten wennen aan de medewerkers, de andere kinderen en het ritme van de groep bouwen we die veiligheid en geborgenheid op. Bij binnenkomst heten we het kind welkom, we begroeten het kind bij de naam. Mochten de ouders nog niet bekend zijn met iedereen stellen we ons voor. Zit het kind al bij ons op het kinderdagverblijf dan laten we het kind voorafgaand van de overgang naar de bso, op de dagen dat hij/zij op het dagverblijf zit, wennen bij de bso door regelmatig even te gaan spelen. Als er een nieuw kind op de groep komt geven we dat kind wat extra aandacht, we praten met het kind op kindhoogte en nemen duidelijk afscheid van de ouders, de pedagogisch medewerker of de leerkracht. We begeleiden het kind vanuit school naar de opvang en helpen door de eerste handelingen uit te leggen. Aan tafel stellen we het nieuwe kind en de andere kinderen aan elkaar voor. Samen met het kind gaan we de groep door om te zien wat ze allemaal kunnen doen, we betrekken waar mogelijk de andere kinderen hierbij. Voor kinderen is duidelijkheid heel belangrijk, dat biedt veiligheid, ze weten waar ze aan toe zijn. Stelregel bij ons is dan ook, 'zeggen wat je doet en doen wat je zegt'. Als het voor het kind moeilijk is kijken we goed wat het kind nodig heeft, sommige kinderen willen liever even alleen zijn terwijl anderen liever even getroost worden of samen een spelletje gaan spelen. Voor kinderen is het geruststellend dat wij ze begrijpen, door te vertellen wat er gebeurt en hun gevoelens onder woorden te brengen. Uiteraard is het voor ouders altijd mogelijk om telefonisch tussendoor contact te hebben met de pedagogisch medewerkers om te vragen hoe het met het kind gaat. 2.2 Begroeten 2.2.1 Ophalen uit school Kinderen die nieuw op de BSO komen worden de eerste twee keer gebracht door de leerkracht. Indien nodig zal de leerkracht overdracht doen met de pedagogisch medewerker van de groep. De kinderen hangen voor binnenkomst hun jas aan de kapstok en bergen hun tas op. 2.2.2 Binnenkomst De pedagogisch medewerker begroet de kinderen bij binnenkomst en noemt de kinderen bij naam. De kinderen gaan zelf naar het toilet. De pedagogisch medewerkers hebben de bekers, fruit en crackers klaargezet op tafel. In vakantie tijd vragen we de ouder en het kind bij binnenkomst hoe het is en of er nog belangrijke dingen zijn die we moeten weten. Pedagogisch werkplan BSO de Klipper
Pagina 5 van 10
Afhankelijk van de behoefte van het kind nemen we samen met het kind afscheid van de ouder. Soms is het afscheid moeilijk en zal de pedagogisch medewerker het kind troosten en hem/haar de gelegenheid geven om verdrietig te zijn. Veelal zal het kind gewoon lekker willen spelen en is vrij in zijn keuze van spel. Soms zal de pedagogisch medewerker het kind leiden naar een spel als het niet weet wat te doen. 2.2.3 Afscheid Als de kinderen worden opgehaald zeggen we hen persoonlijk gedag. We dragen de kinderen over aan de ouders en vertellen de ouder iets over hoe de dag was. We zorgen ervoor dat we, ook als er dingen minder goed verlopen zijn, het positief te formuleren. Als er grotere problemen zijn, nodigen we de ouder uit voor een apart gesprek op een rustige plek. Met de oudere kinderen (vanaf 9 jaar) kan afgesproken zijn dat ze op een bepaald tijdstip zelfstandig naar huis mogen. Dit kan alleen in overleg met ouders en wordt vastgelegd. In het geval dat een kind zelfstandig naar huis gaat en er overdracht naar ouders nodig is zal de pedagogisch medewerker deze ouder bellen.
H3. Eten en drinken In ons dagritme zitten vaste momenten om te eten en te drinken. Tijdens deze momenten zitten we allen aan tafel. We nemen even de tijd en de rust om te eten en te drinken. We werken bij de buitenschoolse opvang met schoolweken en vakantieweken, tijdens schoolweken krijgen de kinderen na schooltijd bij ons fruit, drinken, crackers of soepstengels en soms een koekje of een snoepje. Tijdens de vakantieweken hebben we naast de lunch nog twee momenten voor een tussendoortje. Zo eten we op de dag voldoende, het is een gevarieerd aanbod van fruit, een koekje of een cracker/soepstengel. We houden uiteraard rekening met een eventuele allergie van uw kind of geloofsovertuiging. De kinderen helpen bij het dekken van de tafel en ook weer bij het opruimen. Op onze eerste boterham kiezen de kinderen iets hartigs, daarna mag het kind zelf kiezen, ook uit zoete varianten. De kinderen worden positief gestimuleerd zelf hun brood te smeren maar waar nodig helpen de pedagogisch medewerkers. Voor we aan tafel gaan wassen de kinderen hun handen. Tijdens het gezamenlijke eten en drinken vinden we de sfeer heel belangrijk. Het eet/ drink moment is een sociaal gebeuren. De pedagogisch medewerker zorgt dat de maaltijd rustig verloopt en dat er ruimte is om een gesprek te voeren waarbij er na elkaar geluisterd wordt en iedereen aan bod kan komen. Op een luchtige positieve manier wordt er aandacht besteed aan de tafelmanieren.
H4. Activiteiten aanbod 4.1 Vrijspel De kinderen zijn een hele dag op school geweest. We proberen bij de BSO daarom ruimte te maken voor ontspanning. Na het eten en drinken wordt er eerst door alle kinderen buiten gespeeld als het weer dit toelaat. De kinderen mogen hier zelf een activiteit kiezen maar de pedagogisch medewerker biedt ook activiteiten aan. Je kunt hierbij denken aan: estafetterace, elastieken, een tikspelletje enz. Na het buitenspelen kunnen de kinderen binnen een activiteit kiezen. Hier wordt ook vaak een activiteit aangeboden zoals een gezelschapsspel of een knutselwerkje. In de vakanties hebben we een uitgebreid aanbod van activiteiten rondom een thema. We vinden het belangrijk dat de kinderen op sommige momenten zelf kunnen spelen. We bieden alleen de randvoorwaarden aan (speelgoed, een rustig plekje, een tafel om aan te zitten). Het kind bepaalt zelf zijn activiteit d.m.v. een keuze bord waar het kind zijn naam kaartje kan bij kan hanen hangen. Pedagogisch werkplan BSO de Klipper
Pagina 6 van 10
Tijdens het vrijspel zal de pedagogisch medewerkster de kinderen observeren, soms meespelen om ze op weg te helpen, te leren hoe je samen speelt of omdat het gezellig is. 4.2 Activiteiten aanbod Naast het vrije spel hebben we momenten waarop we verschillende activiteiten aanbieden, ook hierbij geldt dat er verschil is tussen de vakantie-en schoolweken. In vakantieweken is er meer tijd en kan je andere activiteiten aanbieden. We organiseren dan ook verschillende uitstapjes. De kinderen hebben de vrije keuze om mee te doen aan een bepaalde activiteit, in sommige gevallen zal iedereen betrokken worden. Mocht een kind vaak aangeven niet mee te willen doen zullen de pedagogisch medewerkers hem/haar toch proberen erbij te betrekken. Wij zijn bij het aanbieden van activiteiten niet direct geconcentreerd op het resultaat, bij ons ligt de nadruk op de activiteit zelf en het hebben van plezier. Uiteraard weten we dat de kinderen en ouders het leuk vinden om ook iets mee naar huis te nemen, daar houden we zeker rekening mee. In de vakantieweken werken we met een aangepast activiteitenprogramma. We plannen op de verschillende dagen leuke activiteiten en doen ook regelmatig een uitstapje. Bij de activiteiten kijken we naar de leeftijden van de kinderen, hun niveau en zorgen we dat het aansluit bij hun belevingswereld. We passen dan ook de moeilijkheidsgraad voor het kind aan. 4.3 Individuele aandacht en groepsmomenten We proberen de groepsmomenten en de momenten dat er tijd is voor een stukje individuele aandacht af te wisselen. Binnen de groepsmomenten is er ook ruimte om individuele aandacht te geven door de kinderen iets te vragen, hun verhaal te laten vertellen of een complimentje te geven. Tijdens het vrijspelen is er soms tijd om even samen een spelletje te doen of om samen iets te knutselen.
H5. Dagritme Het ritme dat hier beschreven wordt is op een korte opvangmiddag. De kinderen komen binnen en worden begroet door de pedagogisch medewerker. De jassen en tassen worden aan de kapstok gehangen. De kinderen gaan aan tafel voor het eet/drink moment. Soms vinden kinderen het leuk om te helpen bij het klaar maken van het eten. We stimuleren dit! Samen gaat het werk sneller en is het ook gezelliger. We wachten tot alle kinderen er zijn en gaan dan gezamenlijk eten en drinken We gaan buiten spelen, zowel vrijspel of meedoen aan een activiteit behoort tot de mogelijkheden. We gaan binnen een activiteit doen of vrij spelen. De kinderen worden opgehaald. Tijdens de vakantie werken we met een vakantieprogramma. Er is dan een ochtend en een middagactiviteit of vrijspel of een uitstapje. De vakantieplanning wordt voor de aankomende vakantie op de locatie opgehangen zodat de kinderen en de ouders kunnen zien wat de plannen zijn.
H6. Persoonlijke verzorging De kinderen bij de BSO zijn 4 jaar en ouder, zij zijn al in enige mate zelfstandig en die zelfstandigheid groeit naarmate de kinderen groter worden. Hulp vragen aan de pedagogisch medewerkers is geen probleem maar zij zullen de kinderen stimuleren dit zoveel mogelijk zelf te proberen. Denkt u hierbij aan het dichtdoen van de schoenen of het dichtritsen van de jas. Pedagogisch werkplan BSO de Klipper
Pagina 7 van 10
De kinderen wassen hun handen na het toiletbezoek en voor het eten en na een activiteit zoals verven en kleien. Zij gaan zelfstandig naar het toilet, de allerjongsten melden wel even dat ze naar het toilet moeten en soms helpen we bij het los of vast maken van de broek. Soms hebben de jongste kinderen nog een ongelukje, er is veel te beleven op de BSO en dan vergeet je wel eens naar het toilet te gaan. We vragen ouders reserve kleding mee te nemen maar mocht dat onverhoopt niet lukken dan hebben wij ook een onderbroekje te leen. Bij de tafelmomenten smeren de kinderen zoveel mogelijk hun eigen boterham of cracker, hulp is altijd in de buurt als het nog niet zo wil lukken maar veel oefening baart kunst!
H7. Kinderparticipatie De kinderen bij de BSO willen graag meedenken over de BSO en wat we daar doen. We betrekken de kinderen in het spelmateriaal wat zij nodig vinden voor de groep en de activiteiten die worden georganiseerd. Dit stimuleren we door ruimte te geven voor inbreng, te luisteren naar wat de kinderen zeggen en ze regelmatig gericht naar hun mening en inbreng te vragen. Uitgangspunt is dat de groep van ons samen is en dat we met elkaar verantwoordelijk zijn voor een prettige sfeer. Het aankleden van de groep, het netjes houden van de groep en het maken van afspraken voor de groep zijn zaken waarbij de kinderen actief kunnen meedoen. Dit gaat in overleg met de medewerkers van de groep die uiteindelijk samen met de locatiemanager de definitieve keuze maken. Er wordt veel aandacht besteed aan de omgang met elkaar, ook de gevolgen van pesten worden regelmatig besproken
H8. Taal en communicatie Communicatie is de basis van het werk van de pedagogisch medewerker binnen de BSO. De pedagogisch medewerker maakt gebruik van de volgende communicatievaardigheden: luisteren naar kinderen, praten met kinderen, positief gedrag stimuleren, grenzen stellen en conflicten begeleiden. Doel van de communicatie is dat een kind zich gehoord en begrepen voelt, weet wat er van hem verwacht wordt en ondersteuning krijgt bij de dingen die hij of zij (nog) moeilijk vindt. Wij stimuleren het positieve gedrag van het kind. Wij zien er op toe dat er op een "normale" toon met elkaar wordt gesproken. Tijdens de tafelmomenten krijgt ieder kind te ruimte om iets te vertellen. 8.1 Interactie groep en individueel In de groepsopvang is zowel de interactie met de groep als die met het individuele kind van belang. Pedagogisch medewerkers kunnen soms als ze druk zijn met de groep dingen wel signaleren en er later met een kind 1 op 1 op terug komen. Het is belangrijk je bewust te zijn van wat een groep met kinderen kan doen. Als je voor de groep bijvoorbeeld boos bent op een kind of iets negatiefs zegt zal de groep ook anders naar dit kind gaan kijken. Belangrijk om dus bij het corrigeren in de groep neutrale woorden te kiezen of kinderen even apart te nemen. 8.2 Belonen, corrigeren en conflicten De nadruk in onze benadering ligt altijd op aandacht geven aan het positieve gedrag. Soms is het nodig gedrag te corrigeren, bijvoorbeeld als andere kinderen last hebben van gedrag of het gedrag gevaar kan opleveren. We zorgen dat we contact hebben met het kind als we met hem praten en dat we op dezelfde hoogte zijn. Onze stem is rustig en duidelijk Als we een kind corrigeren gebruiken we de ik-boodschap. We benoemen concreet het gedrag dat we zien en daarna de gevolgen die dit heeft. Tenslotte geven we aan wat we van het kind verwachten. Pedagogisch werkplan BSO de Klipper
Pagina 8 van 10
We benoemen het gedrag wat er fout gaat, het gaat niet om het kind zelf. Als kinderen een conflict hebben komen ze er heel vaak zelf uit. Mochten de kinderen er niet uit komen dan vragen de kinderen om hulp en zal de pedagogisch medewerker de kinderen helpen. Zij kunnen dan door vragen te stellen samen met de kinderen uitleg geven aan de situatie en gezamenlijk een oplossing bedenken. Door even rustig aan tafel te zitten laten we iedereen eerst even tot rust komen waarna we met elkaar in gesprek gaan. Luisteren naar elkaars verhaal en gevoel is daarbij heel belangrijk. Vervolgens lossen we het samen op en gaan we goed uit elkaar of spelen de kinderen samen verder. Straffen doen we zo min mogelijk bij de BSO. Soms is het gedrag van een kind zo storend voor de groep dat je toch moet ingrijpen. We kiezen er dan voor om het kind of de kinderen bij de situatie weg te halen en ze even apart te zetten. We gebruiken dat als middel en niet als straf. We gebruiken de tijd even om tot rust te komen om daarna met elkaar te bespreken waar het fout ging. Samen lossen we de situatie op.
H9. Inrichting 9.1 Binnen Bij de inrichting van de ruimte zijn een aantal zaken van belang: 1. De ruimte moet van en voor de kinderen zijn. 2. Uitnodigen tot spelen Door het inrichten van speelhoeken en het aanbieden van speelgoed op kindhoogte, worden kinderen uitgenodigd zelf te gaan spelen. Er moet speelmateriaal zijn dat past bij de leeftijd en de interessen van de kinderen. 3. Veilig zijn Onze ruimtes worden ingericht met goedgekeurd materiaal. Er wordt kritisch gekeken naar mogelijke risico's en bewust afgewogen of we maatregelen moeten nemen of dat we bepaalde risico's aanvaardbaar vinden. Een en ander wordt beschreven in de risico inventarisatie 4. er worden onderling afspraken gemaakt over het gebruik van verschillende ruimtes/hoeken. Kinderen vanaf 7 jaar mogen met een klein groepje in de gymzaal spelen. De pmer zal regelmatig heen lopen om een oogje in het zeil te houden. De medewerkers van het KDV hebben direct zicht op de gymzaal. 9.2 Buiten De buitenruimte (speeldak)boven wordt gedeeld met de peuterspeelzaal en de onderbouw van de school. Voor het KDV is een gedeelte van het speeldak voorzien van een degelijke omheining . Op het speeldak staat een speelhuisje met glijbaan, een klimtoestel, een zandbak een klimrek en een schommel, kortom voldoende uitdaging en mogelijkheden om te klimmen, klauteren, glijden en te scheppen. Kinderen van 7 jaar en ouder mogen hier zonder toezicht op het schoolplein op het speeldak spelen (mits de ouders hiervoor een toestemmingsformulier hebben getekend). Beneden is een mooi aangelegd schoolplein. Op het plein is o.a. een grote schommel, voetbalveldje moet doelen, 2 basketbalkorven, hinkelbaan. Kinderen van 8 jaar en ouder mogen zonder toezicht op het schoolplein spelen (mits de ouders hiervoor een toestemmingsformulier hebben getekend). De pedagogisch medewerker houdt wel regelmatig een oogje in het zeil. Met de oudere kinderen worden duidelijke afspraken gemaakt over het buitenspelen. De pedagogisch medewerkster ziet erop toe dat de kinderen op de hoogte zijn van deze regels en dat de regels worden nageleefd door de kinderen. Kinderen die zich niet aan de regels houden, moeten weer even een poosje op het speeldak spelen. Dit gaat in overleg met de ouders. Pedagogisch werkplan BSO de Klipper
Pagina 9 van 10
Pedagogisch werkplan BSO de Klipper
Pagina 10 van 10