Pedagogisch werkplan KDV
STICHTING KINDEROPVANG HEERHUGOWAARD Ingangsdatum versiedatum basis versiedatum vestiging Norm Nr. Versienummer Proceseigenaar
: 02-12-2009 : 18-06-2012 : 26-08-2015 : 4.5.1.1 : 10 : Beleidsmedewerker pedagogiek
Pedagogisch werkplan Kinderdagverblijf
Inhoudsopgave Inleiding ......................................................................................................................................................... 3 H1. Zo ziet ons kindercentrum eruit ......................................................................................................... 4 1.1 De stamgroepen ............................................................................................................................ 4 1.2 Indeling gebouw / samenwerkingsverbanden binnen KC Atalanta ............................................... 5 1.3 Vier ogen principe ......................................................................................................................... 6 H2. Wennen en begroeten .......................................................................................................................... 6 2.1 Wennen ......................................................................................................................................... 6 2.2 Begroeten ...................................................................................................................................... 6 2.2.1 Brengmoment ............................................................................................................................. 6 2.2.2 Haalmoment ............................................................................................................................... 7 H3. Eten en drinken ..................................................................................................................................... 7 H4. Verschonen, zindelijk worden en slapen .......................................................................................... 8 4.1 Verschonen ................................................................................................................................... 8 4.2 Zindelijkheid .................................................................................................................................. 8 4.3 Slapen ........................................................................................................................................... 9 H5. Activiteiten aanbod ............................................................................................................................... 9 5.1 Vrijspel ........................................................................................................................................... 9 5.2 Activiteiten aanbod ........................................................................................................................ 9 H6. Dagritme en overgangsmomenten .................................................................................................. 11 H7. Taal en communicatie ........................................................................................................................ 11 7.1 Interactie groep en individueel .................................................................................................... 11 7.2 Belonen, corrigeren en conflicten................................................................................................ 12 7.3 Communicatie met ouders .......................................................................................................... 12 7.4 Observaties ................................................................................................................................. 13 7.5 Opvallend gedrag ........................................................................................................................ 14 H8. Samenspelen en samenleven ........................................................................................................... 14 H9. Inrichting............................................................................................................................................... 15 9.1 Binnen ......................................................................................................................................... 15 9.2 Buiten .......................................................................................................................................... 16
Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 2 van 16
Locatie: KC Atalanta
Inleiding Het pedagogisch werkplan is een leidraad voor het pedagogisch handelen op de groep. De vijf pedagogische doelen van het pedagogisch beleid vormen de basis voor het pedagogisch werkplan. In het pedagogisch beleidsplan worden de volgende pedagogische doelen genoemd: A. Het bieden van een veilige, stimulerende, uitdagende omgeving en aangepast aan de leeftijd van het kind. B. het stimuleren van kinderen om hun eigen mogelijkheden te ontdekken. C. het stimuleren van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van kinderen. D. kinderen handvatten bieden bij het ontwikkelen van zelfvertrouwen, eigenwaarde en het hebben van respect voor zichzelf en voor anderen. E. het stimuleren van sociaal gedrag. Door de pedagogische doelen na te streven bieden wij kinderen een optimale situatie om te kunnen; “Spelen, ontdekken, groeien” Om tot een goede leidraad voor het pedagogisch handelen te komen, worden de vijf doelen afgezet tegen de pedagogische middelen. Dat zijn de “mogelijkheden in de uitvoering” die je in de kinderopvang hebt om de gestelde doelen te bereiken. Deze middelen zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
de interactie tussen pedagogisch medewerker en het kind, de fysieke omgeving, de groep, het activiteitenaanbod, het spelmateriaal.
De pedagogisch werkplannen worden per locatie in een eigen opvangvorm samengesteld. De specifieke mogelijkheden en kansen van de locatie worden verwerkt in het werkplan. In het pedagogisch werkplan staat welke middelen worden ingezet om de vijf doelen binnen het kinderdagverblijf te bereiken. Het pedagogisch werkplan is een dynamisch stuk dat per locatie geëvalueerd en bijgesteld wordt. Kwaliteitsmanagement systeem Binnen SKH wordt de kwaliteitszorg methodisch en systematisch vormgegeven middels een kwaliteitsmanagementsysteem. In dit kwaliteitsmanagementsysteem worden alle activiteiten van de SKH in kaart en met elkaar in verband gebracht. De afspraken over verantwoordelijkheden, bevoegdheden en werkwijze zijn vastgelegd in het kwaliteitshandboek. Dit werkplan is een onderdeel van het kwaliteitsmanagementsysteem. In het kwaliteitshandboek zijn de overige richtlijnen die mede met dit stuk in verband staan opgenomen. Binnen dit document zal dan ook naar enkele van deze documenten verwezen worden. Ondersteuning pedagogisch medewerkers De pedagogisch medewerker is individueel en als team verantwoordelijk voor een optimale samenwerking ten gunste van het professioneel pedagogisch handelen naar de kinderen. Er is ruimte om elkaar aan te vullen en te inspireren. Concrete werkafspraken, dit werkplan, termijn planning en methodisch werken ondersteunen een goede samenwerking waar ruimte is voor individueel creatieve inbreng. De pedagogisch medewerkers worden ondersteund in de uitvoering door de locatiemanager en tijdens de werkoverleggen welke middels een vast overleg structuur plaats vind. Hierbij worden de procedures en protocollen besproken welke bijgehouden worden in een overzichtslijst . Hierbij wordt ook de procedure opvallend gedrag besproken. Op verzoek kan de beleidsmedewerker pedagogiek om advies of ondersteuning worden gevraagd. Indien pedagogische ondersteuning noodzakelijk is zal dit in de vorm van observeren en coachen door de locatiemanager of de beleidsmedewerker pedagogiek gebeuren. Waar nodig zal expertise worden bijgeschoold. Ook worden er regelmatig trainingen/ informatie avonden op pedagogisch gebied aangeboden om de medewerkers bij te scholen. Op de groepen kunnen stagiaires meedraaien. Stagiaires kunnen een extra handje op de groep beteken waardoor er meer ruimte is voor de werkzaamheden.
Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 3 van 16
Locatie: KC Atalanta
H1. Zo ziet ons kindercentrum eruit 1.1 De stamgroepen Wij hebben 3 kinderdagverblijf groepen voor de leeftijd van 0-4 jaar. Kinderen hebben een eigen stamgroep waarin ze zoveel mogelijk dezelfde kinderen zien. Een stamgroep biedt emotionele veiligheid. Op stamgroepen werkt een vast team van medewerkers. De kinderen weten wie ze kunnen verwachten. Binnen ons pand hebben we 2 horizontale groepen (een baby- en een peutergroep) en een verticale groep ( 0-4 jaar). Babygroep de Maanvlinder heeft per dag maximaal 9 baby's in de leeftijd van 10 weken tot 2 jaar onder begeleiding van 2 pedagogisch medewerkers. Peutergroep de Rotsvlinder heeft per dag maximaal 14 peuters in de leeftijd van 2 jaar tot 4 jaar onder begeleiding van 2 pedagogisch medewerkers. Verticale groep de Vuurvlinder heeft per dag maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 10 weken tot 4 jaar onder begeleiding van 2 pedagogisch medewerkers. Door beide vormen van opvang aan te bieden hebben ouders de mogelijkheid om die vorm van opvang te kiezen die het best aansluit bij hun voorkeur. In een horizontale groep zijn meer leeftijdgenootjes aan wiens gedrag een kind zich kan spiegelen. De ruimte is ook speciaal voor kinderen van 0-2 jaar of 2-4 jaar. Binnen een verticale groep is de leeftijdsopbouw meer gerelateerd aan de gezinssituatie; met broertjes of zusjes. Hierdoor kunnen kinderen zich qua gedrag spiegelen aan zowel leeftijdgenootjes als aan jongere of oudere kinderen. Om de groepsstabiliteit zoveel mogelijk te waarborgen, komen kinderen minimaal twee dagdelen per week. Op deze manier worden de kansen op elkaar tegenkomen vergroot. SKH volgt de landelijke richtlijnen betreffende de verhouding tussen het aantal geplande kinderen en de aanwezigheid van pedagogisch medewerkers (leidster-kind-ratio) Samenvoegen Doordat er een kleine groep kinderen gebruik maakt van de verlengde openingstijden (van 7.00 tot 18.30 uur) starten we het eerste half uur en eindigen we het laatste half uur met de KDV kinderen op de Vuurvlinder. Het kan voorkomen dat de bezetting op de groep laag wordt of dat er weinig leeftijdgenootjes zijn, dat groepen worden samengevoegd. Dit doen we o.a. om meer mogelijkheden voor kinderen te creëren. In vakantietijd kan dit ook voorkomen i.v.m. het lagere kind aantal. We kiezen soms voor het overplaatsen van een enkel kind of een aantal kinderen voor een dag zodat de kinderen bekende gezichten zien i.p.v. inval. Hier wordt voor gekozen, omdat ouders en kinderen het prettiger vinden dat hun kind wordt opgevangen door een andere pedagogisch medewerker die het kind kent vanuit het pand en het opendeurenbeleid. SKH houdt de leidster- kind ratio aan. Ook wordt zorgvuldig afgewogen welke groepen worden samengevoegd. De pedagogisch medewerkers communiceren van te voren naar ouders dat groepen worden samengevoegd. Naast kinderdagverblijf verzorgen we de Buitenschoolse opvang voor de kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar. Zie verder het werkplan van de BSO. Er is ook een (VVE) peuterspeelzaal aanwezig voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar. Zie werkplan peuterspeelzaal Daarnaast bieden we de mogelijkheid van Flexopvang1 Flexopvang is opvang op wisselende dagdelen in de week. Dezelfde tijden als bij de reguliere opvang worden gebruikt. Flexopvang is op een aantal aangewezen locaties mogelijk. Waaronder ook KC Atalanta. Zie ‘Beleid flexibele opvang’. De organisatie van de groep is specifiek afgestemd op Flexopvang. Omdat kinderen al op wisselende dagen komen is het van belang continuïteit en regelmaat in te bouwen in de frequentie waarop kinderen komen. Om die reden hanteren we voor het KDV een minimale afname van 8 uren (1 dag of 2 dagdelen) per week. Daarnaast hanteren we een eenduidig dagprogramma en werken we, zo goed
1
Zie voor verdere informatie B4.5.3 Beleid flexibele opvang..
Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 4 van 16
Locatie: KC Atalanta
als mogelijk, met een stabiel en vast team aan pedagogisch medewerkers. Zo ontstaat er voor kinderen een herkenbaar patroon, is er voorspelbaarheid en vertrouwdheid, welke een veilige basis creëert. Afname extra dag, ruilen en opvang in andere stamgroep Een ouder kan een losse extra dag afnemen of een dag ruilen. Deze extra dagdelen of ruildagen kunnen in overleg met de pedagogisch medewerker afgestemd worden en kan alleen als het passend is in de kind bezetting. Een kind wordt in één vaste stamgroep geplaatst. In bepaalde situaties kan afgeweken worden van het opvangen van het kind op de eigen groep. Voor het afnemen van een extra dag en/of opvang in andere stamgroep wordt de procedures Afname extra dagdelen gevolgd.2 Voor het ruilen wordt het ruilbeleid gevolgd3.
1.2 Indeling gebouw / samenwerkingsverbanden binnen KC Atalanta Wij werken binnen KC Atalanta nauw samen met de school. We streven naar doorgaande lijn voor alle kinderen. Er vindt op regelmatige basis overleg plaatst. Er is een bredeschool werkgroep waar medewerkers van school en de opvang zitting in hebben en waar samenwerkingsproject tot stand komen en worden uitgezet zoals het werken aan thema’s, het afstemmen van de ontwikkeling/leermethode, diverse vieringen etc. Centraal staat dat iedereen er mag zijn en dat wij elke dag voor elk kind aandacht hebben. Wij benaderen de kinderen dan ook voornamelijk positief. Negatief gedrag wordt zoveel mogelijk genegeerd en als dat niet kan, zal dat worden gecorrigeerd. De baby en verticale groep bevinden zich op de begane grond De buitenruimte van KC Atalanta (opvang) is aansluitend aan de rechterzijde van het gebouw. De beneden groepen hebben een rechtstreekse aansluiting op de buitenruimte vanuit de groep. De peutergroep bevindt zich op de eerste verdieping. De peuters lopen aan het evacuatiekoord naar buiten. De peuters nemen altijd te trap, we leren ze dit aan/ omdat tijdens het evacueren ook alleen de trap kunnen nemen. Gebruik ruimtes buiten de stamgroep Soms wordt er gebruik gemaakt van ruimtes buiten de stamgroepen. BSO Kolibrie Peutergroep de Rotsvlinder grenst met een tussengang aan de groepsruimte van BSO de Kolibrie. Als de ruimte niet door de BSO in gebruikt is, maakt de Rotsvlinder met een groepje kinderen soms gebruik van deze ruimte. Voor de oudste kinderen kan de BSO ruimte en het materiaal weer nieuwe uitdagingen geven. De kinderen verblijven altijd in het bijzijn van een pedagogisch medewerker in deze ruimte. Gymzaal We maken wel eens gebruik van de gymzaal. Als de kinderen naar de andere ruimte gaan wordt dat hen op de groep verteld. Er worden dan ook afspraken gemaakt hoe ze er heen lopen. Bijv. bij de eerste deur wachten. Ze lopen naar de gymzaal aan de hand van het evacuatiekoord, de kleinere kinderen worden aan de hand genomen of opgetild. De kinderen worden door de pedagogisch medewerker(s) naar de andere ruimte begeleid.. Het spelen in de gymzaal gaat te allen tijde onder begeleid toezicht van de pedagogisch medewerkers Hal school De kinderen van het KDV spelen in principe niet in de hal.
2
3
Tarieven krant. Procedure 4.6: (extra) opvang in andere stamgroep KDV en BSO. Zie B4.8 Ruilbeleid
Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 5 van 16
Locatie: KC Atalanta
Uitstapjes buiten de deur4 Op sommige momenten als het rustig is hebben we de mogelijkheid om eens een uitstapje te maken. Meestal is dat dan een uitstapje in de omgeving. Bijvoorbeeld even naar een speeltuintje in de buurt. Er wordt dan gebruik gemaakt van de bolderkar of het evacuatiekoord. 1.3 Vier ogen principe Financieel gezien is het niet mogelijk om te allen tijde samen op de groep te staan. Tijdens de breng en haal tijden en de pauzes is er 1 pedagogisch medewerker op de groep. Er zijn echter meerdere mensen in het pand aanwezig waardoor medewerkers te allen tijde gehoord en gezien kunnen worden. Op KC Atalanta zijn medewerkers nooit alleen in het pand. Indien dit in nood gebeurd, is de achterwachtregeling van toepassing.5 Bij de kinderdagverblijfgroepen hebben we geen verschoonmogelijkheid op de groep. Er is een gezamenlijke verschoonruimte per 2 groepen. KC Atalanta werkt transparant op de volgende wijze: - we hebben meerdere groepen in het pand - regelmatig gebruiken we het opendeuren beleid - medewerkers lopen regelmatig bij elkaar binnen en kunnen altijd gezien en gehoord worden - bij de ingang van de groepen zit glas waardoor we elkaar kunnen zien. - Binnen ons kindcentrum (opvang) wordt te allen tijde gewerkt met minimaal 2 beroepskrachten. - SKH is nauwkeurig in het volgen van de regels omtrent pedagogisch medewerker-kind ratio. De maatregelen omtrent het vier ogen principe zijn met de oudercommissie besproken en worden minimaal eenmaal per jaar met hen geëvalueerd.
H2. Wennen en begroeten 2.1 Wennen6 Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich veilig voelen in de groep en binnen KC Atalanta. Doordat we de kinderen rustig laten wennen aan de pedagogische medewerkers, de andere kinderen en het ritme van de groep, bouwen we aan een gevoel van veiligheid en geborgenheid. Bij binnenkomst heten we het kind en de ouders welkom, we begroeten het kind bij de naam. Zijn de ouders nog niet bekend voor iedereen, dan stellen we ons voor. Als er een nieuw kind op de groep komt, geven we dat kind extra aandacht, we praten met het kind op kindhoogte en nemen duidelijk afscheid van de ouders. Dit afscheid moet niet te lang duren, omdat dit voor kinderen alleen maar verwarrend is. Samen met het kind gaan we de groep door om eens te zien wat we allemaal kunnen doen, we betrekken waar mogelijk de andere kinderen erbij en vertellen vooraf wat we allemaal gaan doen. Stelregel bij ons is dan ook,” zeggen wat je doet en doen wat je zegt”. Voor kinderen is duidelijkheid heel belangrijk, dat biedt veiligheid, ze weten waar ze aan toe zijn. Als het voor het kind moeilijk is, kijken we goed wat het kind nodig heeft, sommige kinderen willen even alleen zijn, terwijl anderen liever getroost willen worden of willen samen een spelletje gaan spelen. Waar nodig zal het kind de speen en/of knuffeltje bij zich mogen houden. Voor kinderen is het heel prettig dat wij hen begrijpen, door te vertellen wat er gebeurt en hun gevoelens onder woorden te brengen, stellen we de kinderen gerust.
2.2 Begroeten 2.2.1 Brengmoment Bij binnenkomst heten we iedereen welkom, we begroeten het kind bij de naam. Door ‘iets” persoonlijks te zeggen over hem/of haar laten we merken dat het kind er mag zijn. Bv “wat heb je een mooie trui aan!” 4
Zie wi 2.1.2. Werkinstructie uitstapje KDV Zie P4.11 voor de procedure Achterwacht. 6 P1.3.a Wenperiode 5
Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 6 van 16
Locatie: KC Atalanta
We vragen de ouder en het kind hoe het met ze gaat en of er nog bijzonderheden zijn die we moeten weten. Samen met het kind nemen we afscheid van de ouder, we zwaaien bij het raam en observeren wat het kind nodig heeft. Soms is het afscheid moeilijk en zal de pedagogische medewerker het kind troosten en hem/haar de gelegenheid geven om verdrietig te zijn. Het kind kan daarna door de pedagogische medewerker afgeleid worden met bv een boekje of een spelletje. Het kan ook gebeuren dat het kind gewoon lekker wil spelen. 2.2.2 Haalmoment We begroeten de ouder bij binnenkomst en geven ouder en kind de ruimte elkaar te begroeten. We vertellen de ouder, indien mogelijk samen met het kind, hoe de dag is verlopen en wat de bijzonderheden zijn. We geven de ouder de mogelijkheid om onderwerpen bespreekbaar te maken en nemen daar de tijd voor. Het kind ruimt op waarmee het heeft gespeeld, eventueel samen met de pedagogische medewerker of ouder. We zeggen de ouder en het kind gedag, we benoemen daarbij de naam van het kind. Waar mogelijk zullen we de andere kinderen betrekken in het afscheid door bijvoorbeeld nog even te zwaaien.
H3. Eten en drinken In ons dagritme zitten vaste momenten om te eten en te drinken. Tijdens deze momenten zitten we aan tafel. Tijdens het eten gaan we niet van tafel. Voor we aan tafel gaan, ruimen we de groep op zodat er ook rust in de groep is. We nemen even de tijd en de rust om te eten en te drinken. We laten het moment ook niet te lang duren, omdat kinderen dan onrustig worden. Eten en drinken is tevens een sociaal gebeuren. Hoe ouder het kind wordt hoe meer dit aanbod komt. Aan tafel is er aandacht voor elkaar. Pedagogisch medewerkers eten met de kinderen aan tafel mee. Voor hen gelden dezelfde richtlijnen als voor de kinderen. Om aan alle kinderen duidelijk te maken wat we gaan doen, zingen we samen een liedje over eten en drinken. Zo is het zelfs voor de allerkleinste kinderen al duidelijk wat er gaat gebeuren. We proberen iedereen die wakker is te betrekken bij het tafel moment, dus ook de kleintjes die nog niet kunnen zitten, zullen in een wippertje bij het tafelmoment betrokken worden. Aanbod We hebben naast het lunch moment nog 3 momenten voor een tussendoortje 7. Zo eten we op de dag voldoende, het is een gevarieerd aanbod van fruit, yoghurt, groente, een koekje of een cracker. We stimuleren kinderen te eten maar dwingen hen nooit. De allerkleinste zullen pas met vast voedsel beginnen als ouders dat aangeven. Tot die tijd krijgen de baby's een fles. Wij streven ernaar om ons tijdens de fles zo veel mogelijk te richten op het kind. Voor we aan tafel gaan, wassen we de handen samen met de kinderen. Kinderen jonger dan 1,5 jaar eten in het algemeen naar behoefte. Ze eten nog niet voor de gezelligheid of om iets te vieren. De behoefte aan energie neemt bij peuters in de loop van het 2e jaar af, hun eetpatroon gaat veranderen. Peuters hebben in het algemeen een ingebouwde maatstaf voor de hoeveelheid eten die ze nodig hebben. De ene dag is het wat meer dan de andere dag, afhankelijk van onder andere hun spelactiviteiten. Niet alleen hun behoefte aan energie neemt af, ze krijgen een duidelijke voorkeur voor bepaalde voedingsmiddelen. Zelfstandigheidsontwikkeling Zodra de kinderen mee gaan eten met de groep zullen we hen langzaam hun zelfstandigheid stimuleren. Het begint met het kiezen van het beleg. Dit is een beperkte keus afhankelijk van leeftijd. De eerste kinderen krijgen bv keuze uit twee soorten beleg dit wordt uitgebreid als het kind daar aan toe is. Zodra de motoriek zich verder ontwikkelt, zullen we de kinderen stimuleren met een vorkje te eten en nog weer later zelf hun brood te smeren. De fles is inmiddels al vervangen door een tuitbeker maar voor het tweede jaar proberen we alle kinderen uit een gewone beker te laten drinken. Als ouders beginnen met oefenen, zullen wij de ouders daarin volgen. Als we beginnen met het oefenen vertellen we dat aan de ouders zodat zij thuis ook verder kunnen oefenen. Het is heel belangrijk voor de spraakontwikkeling om zo kort mogelijk een fles of een tuit beker te gebruiken.
7
Zie voor meer informatie P 2.5.1 Voedingsbeleid
Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 7 van 16
Locatie: KC Atalanta
We maken voor elk kind de eerste boterham klaar waarop de kinderen wachten tot iedereen een broodje voor zich heeft staan. Na het eten krijgen alle kinderen een washandje om hun mond en handen schoon te maken. De grote kinderen helpen soms waar mogelijk met het afruimen en schoonmaken. Sociaal emotionele ontwikkeling Het eetmoment is een belangrijk sociaal moment en letten we op de sfeer en aandacht voor alle kinderen en ook voor het contact tussen de kinderen onderling. We leren de kinderen naast gezond eten en tafelmanieren ook te verwoorden wat ze willen eten, elkaar uit laten spreken als iemand iets vertelt, op je beurt wachten en luisteren naar elkaar. Een gezellige sfeer aan tafel nodigt uit tot mee-eten. Vandaar dat de pedagogisch medewerkers met de kinderen aan tafel mee-eten. Ze geven het goede voorbeeld zowel wat betreft voedingspatroon als eetgewoonten. Feestelijke gelegenheden Als uw kind jarig is maken we daar natuurlijk een feestje van. Uw kind mag trakteren op de groep, we zingen liedjes en hebben voor uw kind een feestmuts. Denk bij het trakteren niet aan hele grote dingen, de kinderen zijn nog klein en wij stellen het op prijs als het een traktatie is met niet teveel suiker. Voor suggesties kunt u bij de pedagogisch medewerkers terecht.
H4. Verschonen, zindelijk worden en slapen 4.1 Verschonen Binnen het dagritme op de groep hebben we vaste momenten voor het verschonen. Daarnaast zullen we de kinderen tussendoor in de gaten houden of hun luier niet te vol is. Het verschoon moment is een moment waarop we even één op één aandacht kunnen bieden. De pedagogisch medewerker zal sensitief en zorgvuldig omgaan met de verzorging van de kinderen, respect hebben voor de autonomie van het kind ook bij de verzorging of verschoning. We proberen de kinderen, zodra die het aankunnen zelf via het trapje de verschoontafel op te laten klimmen. Tijdens het verschonen zijn er verschillende activiteiten die we met de kinderen doen. Naast het verschonen van uw kind is er altijd even tijd voor een spelletje, we benoemen de lichaamsdelen of vragen de kinderen bv hun buik aan te wijzen. We zingen een liedje of doen even kiekeboe. Omdat er uiteraard overal de mogelijkheid bestaat tot het hebben van een ongelukje, vragen we u als ouder altijd een setje reserve kleding mee te geven. We gebruiken sudocrème voor als uw kind luieruitslag heeft. 4.2 Zindelijkheid In overleg met ouders In principe beginnen we met zindelijkheidstraining als de kinderen het zelf aan gaan geven er klaar voor te zijn. Of als ouders aangeven er actief mee te zijn begonnen. Zindelijkheidstraining moet in goed overleg met ouders, omdat kinderen dit pas leren als ze er echt aan toe zijn en als zowel thuis al op het dagverblijf er actief naar wordt gehandeld. Zindelijkheid op de groep We hebben op de dag vaste momenten om naar het toilet te gaan maar kinderen kunnen tussendoor ook zelfstandig gebruik maken van het toilet. Als we net starten met de training zullen er nog extra bezoekjes aan het toilet worden ingelast. Zodra we starten krijgen de kinderen een luierbroekje aan, zodat ze mee kunnen in het ritueel van naar het toilet gaan. Het gebruik van een luierbroekje heeft te maken dat er in het begin vaak veel ongelukjes gebeuren en waarbij we proberen de teleurstelling daarvan zo klein mogelijk te houden. Soms hebben kinderen daarna nog een ongelukje, dat geeft niets en verschonen we de kinderen. We proberen geen druk te leggen op het zindelijk worden door niet boos te worden of veel aandacht te schenken aan het broekplassen. Zodra uw kind op het toilet gaat plassen krijgt hij of zij een stikkerkaart om het positief stimuleren van een plas op de WC extra aandacht te geven. Zindelijkheid van de ontlasting is vaak moeilijker dan van het plassen. In overleg met ouders zal daar misschien een andere aanpak voor worden afgesproken. Tijdens het trainen van de zindelijkheid verzoeken we ouders meer schone kleren mee te nemen.
Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 8 van 16
Locatie: KC Atalanta
4.3 Slapen8 Voor een baby zullen we op zijn/haar ritme inhaken. Mocht het kindje nog geen vast ritme hebben, overleggen we met ouders om ervoor te zorgen dat het kindje een ritme krijgt. Ritme geeft kinderen houvast en dus geborgenheid. We kijken naar de behoefte van het kind als het gaat om het moment dat het moet slapen. De behoefte aan slaap van het kindje in de groep is groter dan wanneer het kind een dag thuis is. Kinderen krijgen op de groep te maken met meer prikkels en deze prikkels moeten in hun slaap worden verwerkt. Slapen deze kinderen te weinig, dan heeft dit vaak een weerslag op het slaapritme. Teveel prikkels zorgen er voor dat het kindje moeilijker in slaap komt. We proberen zo goed mogelijk hiervoor een juiste balans te vinden. We houden met de verdeling van de kinderen rekening met een ieders slaapritme, zodat de kinderen zo min mogelijk worden gestoord in hun slaap. Als het nodig is zullen we even bij de kinderen blijven als het moeilijk is voor de kinderen om de slaap te vatten. Heeft het kind een speen of knuffeltje dan kan dat mee naar bed. De kinderen hebben op de dag een vaste slaapplek, we houden rekening met het slaapritme van het kind en de rust in de slaapkamer. De bedjes worden dagelijks verschoont en als het na het slapen erg vies is ook tussendoor.
H5. Activiteiten aanbod 5.1 Vrijspel9 Over de hele dag genomen, bieden we de kinderen verschillende activiteiten aan. Wij begeleiden de kinderen hierin middels positieve aandacht en oprechte belangstelling. We moedigen ze aan, prijzen hun initiatieven en accepteren en waarderen hun oplossingen en ideeën. En we troosten ze als het even niet mee zit. Wij stimuleren het kind dingen zelf te doen en te betrekken bij de dagelijkse gebeurtenissen, zodat ze leren op eigen benen te staan. Als een kind iets nog niet kan, geven wij het ruim de tijd en nemen het niet gehaast uit handen. Je leert door vallen en opstaan. De aandacht gaat vooral uit naar wat het kind al kan, er wordt geen nadruk gelegd op het geen wat kind nog niet beheerst. Tijdens het vrije spel mogen de kinderen zelf aangeven wat ze willen doen. Het aanbod van speelgoed is gevarieerd. Bepaald speelmateriaal kunnen ze zelf pakken en bij ander speelmateriaal moeten ze daar naar vragen. In een verticale groep zal ook met de allerkleinsten rekening gehouden worden. Daar zal het spelen met klein speelgoed aan tafel plaats vinden en op de momenten dat de kleintjes slapen, kunnen de grotere kinderen op de grond ermee spelen. Tijdens het vrijspel zal de pedagogisch medewerkster de kinderen, die het lastig vinden zelf iets te bedenken, op weg helpen door spel aan te bieden en zo samen te gaan spelen. Ook zal op bepaalde momenten bij alle leeftijdsgroepen meegespeeld worden, waardoor de kinderen leren hoe er gespeeld kan worden. We leren de kinderen omgaan met verschillende materialen en met eventueel ontstane conflicten. Door een rollenspel wordt een lastige situatie samen opgelost en zal de pedagogisch medewerker eventueel de emotie van de kinderen onder woorden brengen. De pedagogisch medewerker is altijd in de buurt en zal soms meespelen of bij het spel gaan zitten. Ondanks het feit dat de allerkleinsten nog niet echt aan spel toekomen, zal de pedagogisch medewerker ook regelmatig op de grond bij de kinderen zitten om samen met de kinderen de verschillende speelmaterialen te ontdekken. 5.2 Activiteiten aanbod Naast het vrije spel hebben we momenten waarop we verschillende activiteiten in groepsverband of individueel aanbieden. We kijken daarbij welk aanbod bij welke leeftijd past en bouwen zo uitdaging in het spel door moeilijke activiteiten aan te bieden. Zo stimuleren we de fijne en grove motoriek maar ook de cognitieve en sociale ontwikkeling.
8 9
Zie P 2.1 Veilig slapen Zie P4.5.2 Opendeuren KDV en BSO bij toepassing opendeurenbeleid.
Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 9 van 16
Locatie: KC Atalanta
Het aanbod is breed, zo kunt u denken aan samen zingen met daarbij behoorde gebaren, het voorlezen en gezamenlijke knutselactiviteiten. Maar ook een rollenspel in de huishoek, lekker bouwen met de blokken of een puzzel maken. Bij baby's ligt het activiteiten aanbod veel meer in het samen zingen, boekjes lezen en samen ontdekken ( bv waar zitten je handjes?). Zodra het kind openstaat om te knutselen, zal het altijd mee mogen doen. Wij zijn bij het aanbieden van activiteiten niet direct geconcentreerd op het resultaat, bij ons ligt de nadruk op de activiteit zelf. Uiteraard weten we dat ouders het leuk vinden om af en toe een "werkje" mee naar huis te nemen, ook de kinderen vinden dat op een bepaalde leeftijd steeds belangrijker worden, daar houden we zeker rekening mee. Wel vinden wij het belangrijk dat het een knutsel van de kinderen zelf is, dus zult u op sommige momenten wellicht wat uitleg van uw zoon of dochter nodig hebben, want het is hun fantasie. Daarbij houden we uiteraard rekening met de belevingswereld van het kind en passen dan ook de moeilijkheidsgraad voor het kind aan. Werken met thema’s We werken in thema’s afgestemd met school. Binnen de thema’s werken we met twee methoden. Uk en Puk en Benny’s Playgroud Het Uk & Puk programma biedt voor de kinderen uitdagende en speelse activiteiten waarin kinderen actief en zelfontdekkend bezig zijn. Met die activiteiten kan worden ingespeeld op de verschillende stadia van ontwikkeling waarin de kinderen zich bevinden. Aan de hand van een thema wordt aan de volgende ontwikkelingsgebieden aandacht besteed: Taalontwikkeling/motorische ontwikkeling/sociale ontwikkeling/ontwikkeling van creativiteit/cognitieve ontwikkeling (de ontwikkeling van het denken) Benny,s Playgrond s een activiteiten- programma voor jonge kinderen, dat ingezet kan worden om de kinderen de Engelse taal te leren. Het programma is gebaseerd op de natuurlijke verwerving van een taal en dus volledig gericht op het luisteren en begrijpen en spreken. Als Benny aan tafel komt, of de activiteit begint starten we altijd met ‘the Hello/Goodbye’ song. Vieren van verjaardagen Het vieren van de verjaardag wordt in overleg met ouders gepland. Elk kind krijgt een verjaardagsmuts en wordt die dag in het zonnetje gezet. Tijdens het eetmoment zullen er verjaardagsliedjes worden gezongen, zit het kind op een echte feeststoel en mag hij/zij uiteraard trakteren. Denk bij het trakteren niet aan heel grote dingen. De kinderen zijn nog klein en wij stellen het op prijs als het een traktatie is met niet te veel suiker. Voor suggesties kunt u altijd terecht bij de pedagogisch medewerker. Verder kunt u ook een foto/filmcamera meegeven om dit gezellige moment vast te laten leggen door de pedagogisch medewerker. Gebruik ruimtes buiten de basisgroep. Gymzaal De gymzaal wordt voor de volgende doelen gebruikt: - Grove motoriek. Als het slecht weer is kunnen de kinderen in de gymzaal activiteiten betreffende de grove motoriek doen, zoals rennen, springen, spelen op de grote kussens. - De taal- en rekenontwikkeling wordt middels begrippen als ver-dichtbij, hoog-laag, onder-boven etc. gestimuleerd.
Samenwerking basisschool Om de 3+ kinderen te laten wennen aan school en extra uitdaging te bieden wordt er samengewerkt met school. Kinderen doen dan onder begeleiding van een pedagogisch medewerker mee aan activiteiten van school. Zo kan gedacht worden aan gymmen, een activiteit in de kleuterklas e.d. Kinderen gaan soms ook op school wennen onder KDV tijd. Dit wordt met de ouders afgestemd.
Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 10 van 16
Locatie: KC Atalanta
H6. Dagritme en overgangsmomenten Dagritme In het kennismakingsgesprek zal het dagritme van uw kind, zoals hij dat thuis heeft, worden besproken. Wij spelen bij de kleine kinderen erop in en nemen het ritme zoals dat thuis wordt gevolgd zo goed mogelijk over. In sommige gevallen zal het wellicht iets aangepast moeten worden, mocht dit nodig zijn, zal het altijd in overleg met ouders gaan. Langzaam aan zullen de baby’s steeds meer aansluiten aan ons dagritme. Zo groeien we langzaam naar vaste momenten om te eten en te drinken, te spelen en te knutselen, te lezen en te verzorgen. Als de kinderen groter zijn, gebeuren verschillende activiteiten dan ook in groepsverband. Wanneer uw kind bv nog maar behoefte heeft aan 1 keer slapen, gebeurt dat meestal na het middageten en zal ook een vast bedritueel worden gevolgd. Er kunnen ook bijzondere omstandigheden zijn; sommige kinderen hebben soms andere behoeften, daar houden we uiteraard rekening mee. We kijken dan ook naar het individuele kind en houden daarover nauw contact met de ouders. Overgangsmomenten Verder zijn er op de dag ook verschillende overgangsmomenten. Zo zijn er momenten van spelen/opruimen, verzorging, eten/drinken en rusten. Bij veel van deze overgangsmomenten gebruiken een liedje, zetten we dagritme kaarten in of geven we aan dat we het spel gaan afronden om te gaan opruimen, zodat we weten wat er gaat gebeuren. Dat ligt per groep nog wel eens anders. De babygroep werkt meer met liedjes, omdat uitleggen lastiger is. Bij alle momenten en voor alle kinderen geldt dat er wordt verteld wat we gaan doen. Het is dus nooit een verrassing, zoals al eerder genoemd; “zeggen wat je doet en doen wat je zegt”. Zo zal de baby die in een wippertje zit ook worden verteld dat het bv een schone luier gaat krijgen. En de grotere peuter, die bezig is om zindelijk te worden, zal ook uitgenodigd worden om mee te lopen naar het toilet. Overgangsmomenten worden zo heel duidelijk. Personeelsbezetting Doordat we met verschillende diensten werken, zijn er op de dag momenten dat de pedagogische medewerker naar huis gaat. Ook zijn er kinderen die niet de hele dag maar een halve dag op het kinderdagverblijf komen. We zullen voor de kinderen deze momenten zo rustig mogelijk laten verlopen en daarbij heel duidelijk aangeven wat er gaat gebeuren. De haalmomenten zijn dan voor sommige kinderen moeilijk, omdat ze misschien ook al hun eigen moeder of vader verwachten. De teleurstelling kan er zijn, maar door duidelijk met de kinderen erover te praten en de situatie uit te leggen, weten de kinderen heel goed waar ze aan toe zijn.
H7. Taal en communicatie 7.1 Interactie groep en individueel Bij ons is "zeggen wat je doet en doen wat je zegt" een soort lijfspreuk. Als kinderen weten waar ze aan toe zijn, worden ze er vaak veel rustiger onder. Dit voelt veilig en vertrouwd, dus biedt het geborgenheid. Daarnaast is het voor de taalontwikkeling heel belangrijk dat er veel met de kinderen wordt gesproken. Zo bouwen ze aan hun woordenschat en leren ze met de tijd de juiste zinnen vormen. Door met hen te praten over bv “groot en klein”, leren ze ook de betekenis van het woord. We leggen hier niet nadrukkelijk de aandacht op, kinderen leren spelenderwijs. Door veel te praten, pakken de meeste kinderen dit vanzelf op. Er wordt dus ook veel gezongen, gelezen en heel veel benoemd. Eigenlijk op elk moment van de dag, soms doen we het voor, maar meestal kijken de kinderen het van elkaar af. Dat is het voordeel van in groepsverband samen zijn en als het kind het nog niet helemaal snapt, dan kan het kind het nadoen. Door veel te benoemen hoe goed het kind of de groep het doet, leren kinderen. Ze groeien dan in hun woordenschat, hun zelfvertrouwen en leren ze hun eigen mogelijkheden ontdekken. Het is belangrijk dat de pedagogische medewerker het kind ondersteunt en helpt om de gedachten, wensen en emoties onder woorden te brengen of daarbij helpt als het nodig is. De pedagogisch medewerker is zich bewust dat zij een voorbeeld functie heeft. De taal die zij gebruikt en de manier waarop zij die gebruikt is datgene wat het kind van haar leert.
Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 11 van 16
Locatie: KC Atalanta
Rustig praten, luisteren naar het kind op een respectvolle wijze, gebruik van de juiste en nette woorden, bewust zijn van de lichaamshouding, het kind de tijd en de ruimte geven, niet zelf invullen, etc.
7.2 Belonen, corrigeren en conflicten Complimenteren en corrigeren d.m.v. complimenten We proberen de kinderen steeds te belonen door het complimentjes te geven, even te knuffelen en te laten zien dat je het begrijpt. Kinderen hebben behoefte aan aandacht, aandacht in het algemeen, dus negatieve aandacht is ook aandacht. Door vooral positief te reageren op positief gedrag en negatief gedrag zoveel mogelijk te negeren zullen kinderen vaker positief gedrag vertonen. Wij zetten een compliment ook in om een ander kind tot het gewenste gedrag te krijgen. Bijvoorbeeld als de kinderen moeten opruimen, drie kinderen spelen door. In plaats van hierop te reageren geven wij het kind dat aan het opruimen is een compliment: "Wat ben jij keurig aan het opruimen zeg, jij kan goed helpen!" Over het algemeen zijn er al snel meer kinderen die gaan opruimen, ook zij krijgen een compliment: "heel goed hoor... jij ruimt de duplo keurig op." Tenslotte geven we de kinderen die nog niet opruimen een taakje. "Wil jij de dieren allemaal in deze bak doen?" Corrigeren in plustaal Belangrijk is dat de pedagogisch medewerker de overtuiging heeft dat ieder kind er mag zijn en dit ook over weet te brengen naar het kind en de groep. Als een kind over een ander kind dat bijv. iets heeft afgepakt zegt .... stout dan zeg je ......is een hele lieve jongen, hij moet nog leren om samen te delen. We corrigeren kinderen op een rustige maar wel duidelijke toon. Als we kinderen aanspreken doen we dit gericht naar het kind en roepen niet door de ruimte. We maken (oog) contact met het kind en leggen uit welk gedrag we willen zien. Kinderen van jonger dan 2 jaar zijn nog niet bewust "stout". Als kinderen ongewenst gedrag laten zien is dit vaak om iets duidelijk te maken. Als pedagogisch medewerker is het belangrijk de betekenis van het gedrag te zoeken en het kind te stimuleren ander gedrag te laten zien. Als een kind bijvoorbeeld uit enthousiasme een baby'tje slaat kan je benoemen: Jij vindt het kindje lief he, dan gaan we zachtjes aaien (eventueel samen het kindje aaien).Soms kun je het gedrag ook voorkomen, als een kind bijt wanneer het vermoeid is en er dan allemaal kinderen bij hem komen, kan je er voor kiezen dit kindje als het moe is even in de box te leggen zodat het even de rust kan vinden. Het negeren van negatief gedrag (bijv. gillen) kan ook heel goed werken. Het is belangrijk om daarna ook te belonen als het kind het juiste gedrag laat zien. Heel goed! als jij zachtjes praat kan ik veel beter naar jou luisteren. Van gillen, krijgen we zere oren. Als een jong kind echt gecorrigeerd moet worden is het belangrijk dit in korte duidelijke woorden te doen. Stop! Zachtjes doen! Teveel uitleg kan voor kleine kinderen verwarrend zijn. Belangrijk is het om een kind dat gecorrigeerd is te helpen "het weer goed te maken". Dit geldt ook als kinderen onderling een botsing hebben gehad. Time out Als we gebruik maken van een time-out is dit niet om te straffen maar om even rustig te worden. Het kind wordt dus niet in een andere ruimte gezet waar het geen contact kan hebben met de pm- er, het kan zelf terugkomen bij de groep als het gekalmeerd is.
7.3 Communicatie met ouders Contact momenten SKH biedt op een verantwoorde manier opvang voor kinderen waarbij, in aanvulling op het thuismilieu, een bijdrage wordt geleverd aan de ontwikkelingsstimulering en opvoeding van een kind. Hierbij is de communicatie van ouders van groot belang. Om samen zo goed mogelijk in het belang van het kind te handelen wordt er zorgvuldig aandacht besteed aan de contactmomenten met de ouders. U wordt geïnformeerd over de gang van zaken binnen het kindercentrum in het kennismakingsgesprek. U heeft dan via de post al het een en ander ontvangen over het beleid en hier leest u dan ook nog ons werkplan “hoe werken wij op KC Atalanta met de kinderen”. In het beleid heeft u al gelezen over de oudergesprekken die jaarlijks plaatsvinden. Iedere groep heeft een Ipad waarmee wij de ouders en de ouders ons informeren over hun kind. Hierdoor kunnen we goed inspelen op de behoefte van kinderen in ons kindercentrum.
Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 12 van 16
Locatie: KC Atalanta
Wij vinden de contacten bij het halen en brengen erg belangrijk. We willen graag weten hoe het gaat en hoe uw kind het de dag/nacht ervoor heeft gehad. Mochten er andere dingen zijn die u wilt bespreken kan dat ook tijdens het halen of brengen maar u heeft ook de mogelijkheid om even iets meer tijd te vragen en dan plannen we een gesprekje in. In principe is de pedagogisch medewerker het eerste aanspreekpunt voor de ouder, echter kan het zijn dat u liever met iemand anders praat. Dan heeft u de mogelijkheid om naar de locatiemanager te gaan. Binnen de locatie is duidelijk wanneer zij aanwezig is, ook kunt u die informatie bij de pedagogisch medewerker krijgen. Alles is bespreekbaar dus schroomt niet om een gesprek aan te gaan. Bij de groepsdeur wordt elke dag aangeven wie er die dag werken en waar u uw kind kunt ophalen als groepen worden samengevoegd. Oudercommissie10 Om de belangen van de kinderen en de ouders van het kindercentrum, waar ze aan verbonden zijn, zo goed mogelijk te behartigen en de ouders te vertegenwoordigen, zijn er oudercommissies. De Centrale Cliëntenraad (CCR) van Stichting Kinderopvang Heerhugowaard is het overkoepelend orgaan van de oudercommissies. De CCR behartigt de algemene belangen voor de kinderen en ouders op centraal niveau. KC de Atalanta heeft een oudercommissie. 7.4 Observaties Welbevinden Eenmaal per jaar wordt ieder kind van de KDV en BSO groepen geobserveerd aan de hand van het instrument ‘Werken aan Welbevinden’. Werken aan Welbevinden is een instrument om het welbevinden van kinderen op een gestructureerde wijze te evalueren. Het instrument werken aan welbevinden is gericht op de algemene emotionele toestand van kinderen. De observatie wordt besproken tijdens het jaarlijkse oudergesprek. Estafette Bij kinderen tussen de 2 en 4 jaar wordt er gewerkt met Estafette. Dit geldt voor de kinderen op de PSZ zowel de kinderen op het KDV. Kinderen op de VVE peuterspeelzalen worden ieder halfjaar geobserveerd middels “Kijk”!. Estafette is een observatie en een overdracht instrument voor peuters, waarbij op de leeftijd van ± 2 jaar en 9 maanden en 3 jaar en 9 maanden gekeken wordt naar verschillende ontwikkelingsaspecten. Naast het Welbevinden wordt er ook gekeken naar de motorische, cognitieve en taalontwikkeling. “Kijk”! is een digitaal observatie en overdracht instrument voor peuters waarmee de totale ontwikkeling in beeld wordt gebracht. De peuters op de VVE peuterspeelzalen worden ieder halfjaar (bij 2,10/3,4 en 3,10 jr) aan de hand van “Kijk”! geobserveerd. Oudergesprekken Op de KDV groepen wordt de observatie besproken tijdens het jaarlijkse oudergesprek. Bij de PSZ gebeurt dit tijdens het eindgesprek. De overdracht naar de basisschool vindt plaats door de Estafette naar de basisschool te sturen. Indien nodig kan er gekozen worden voor een “warme overdracht”. Dit is mogelijk wanneer de ouder de Estafette of het toestemmingsformulier heeft ondertekend.
10
Zie voor taken oudercommissie het kwaliteitshandboek, ‘Reglement oudercommissie’.
Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 13 van 16
Locatie: KC Atalanta
7.5 Opvallend gedrag Geen enkel kind is het zelfde, elk kind ontwikkeld zich op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo. Soms geeft het kind signalen af die extra aandacht vragen. In alle gevallen proberen we die extra zorg en aandacht te geven. Ouders worden op de hoogte gesteld wanneer we opvallend gedrag signaleren. Merken ouders en/of pedagogisch medewerksters, dat een kind een langere periode afwijkt in zijn gedrag kan dat een rede van overleg zijn, en treedt de procedure Signalering opvallend gedrag in werking. De locatiemanager ondersteunt de pedagogisch medewerkers in dit proces. Indien nodig kan de beleidsmedewerker pedagogiek ook ondersteuning bieden. 11 Door verschillende observaties wordt het gedrag van het kind in kaart gebracht en besproken. Het kan voorkomen dat we moeten beslissen dat voor een specifiek kind groepsopvang niet (of niet langer) geschikt is. Aspecten die daarbij een rol spelen zijn: - Het welbevinden van het kind. - Het welbevinden van de groep. - Het waarborgen van veiligheid voor alle groepsleden. - De vertrouwensrelatie tussen ouder/verzorger en pedagogisch medewerkers. - Het kunnen voldoen aan de algemene doelstelling van kinderopvang, zowel voor het individuele kind als de groep. - Qua ontwikkeling aansluiting bij de groep kunnen (blijven) vinden. Indien één van bovenstaand punten van toepassing zijn zal de procedure ‘weigering van diensten’ in gang worden gezet. De pedagogisch medewerker zijn deskundig in het observeren en volgen van kinderen, en zijn in staat om opvallend gedrag te signaleren. Zij kunnen op een verantwoorde manier de zorgbehoefte van kinderen in kaart kunnen brengen en hierover in gesprek gaan met de ouders/verzorger. Indien nodig ondersteunt de locatiemanager of de beleidsmedewerker pedagogiek de medewerkers bij het opstellen /uitvoeren van een plan van aanpak. Daarnaast wordt in elk werkoverleg de observaties die jaarlijks worden uitgevoerd (zie paragraaf 7.4) met het team en de locatiemanagers besproken. Ook worden in de werkoverleggen opvallend gedrag van de kinderen besproken. In het geval van externe zorg begeleiding sluiten de medewerkers zoveel mogelijk aan bij de zorg die extern geboden wordt, en zijn er indien nodig contacten met externe zorgverleners. Bij vermoeden van mishandeling of misbruik geldt een ander plan van aanpak, en hanteren wij de landelijke meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Hiertoe hebben we een interne training opgezet.
H8. Samenspelen en samenleven Kinderdagopvang is groepsopvang, kinderen ontmoeten elkaar en leren met elkaar omgaan. Er wordt naast elkaar gespeeld en ook samen gespeeld. Kinderen geven vaak zelf aan wat ze willen en hoe ze het willen, zo zoeken ze elkaar soms op maar kiezen ze er ook voor om even rustig alleen te spelen. We houden rekening met de wensen van de kinderen en zo krijgen ze de ruimte ook aan te geven wat ze willen. De pedagogisch medewerker creëert een sfeer van acceptatie waarin het kind zich zelf kan zijn en anders durft te zijn. We stimuleren wel het samen spelen, zo leren ze omgangsvormen en hun eigen grenzen aan te geven. Daarbij hoort ook dat we speelgoed delen of dat we wachten tot het kindje is uitgespeeld. Rol pedagogisch medewerker Door het vrije spel leren kinderen hun eigen 'IK' te ontwikkelen, ze leren te fantaseren en het spel vorm te geven. We zien dat sommige kinderen een leidende rol hebben en sommige kinderen een volgende rol. Als dit problemen in het spel met zich mee brengt, praten we erover en vragen we de kinderen om naar elkaar te luisteren om zo samen tot een oplossing te komen. Bij de kleine kinderen doen we dat door het gevoel te verwoorden en de verwachtingen uit te spreken. Tijdens deze momenten leren de kinderen algemene omgangsvormen, zo leren ze dat je aardig en netjes blijft en je met elkaar praat. Uiteraard doen niet alle kinderen dit meteen maar daardoor leren ze ook hoe ze moeten omgaan met ruzie en boosheid. De rol van de pedagogisch medewerker is in vele gevallen
11
Zie procedure ‘Signalering opvallend gedrag’ voor meer informatie.
Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 14 van 16
Locatie: KC Atalanta
het gevoel te verworden en er samen uit te komen. De pedagogisch medewerker straalt vertrouwen uit dat zij er voor het kind is. Ook tijdens de eet en drink momenten leren we op elkaar te wachten, pardon te zeggen als we een boertje laten en naar elkaar te luisteren als er een verhaal wordt verteld. Door zelf als pedagogisch medewerker het goede voorbeeld te geven zullen de kinderen dit vanaf jongs af aan al gaan oppikken. Opendeuren beleid Binnen onze locatie hanteren we het Open-deuren beleid. Gedurende de dag spelen en verblijven de kinderen dan ook niet altijd in de eigen groepsruimte maar kunnen ook in andere groepsruimten of in de gang spelen. We vinden het belangrijk om kinderen deze mogelijkheid en uitdaging te bieden. Zie " P4.5.2 procedure opendeuren KDV en BSO". Seksuele ontwikkeling De seksuele ontwikkeling is een onderdeel van de algemene ontwikkeling van kinderen. Zodra het om seksuele ontwikkeling gaat (bijvoorbeeld een kind friemelt in zijn broek, er wordt doktertje gespeeld) voelen mensen zich soms enigszins opgelaten. Kinderen zijn bezig met het ontdekken van hun lichaam. Kinderen kennen (nog) geen gevoelens van schaamte. Kinderen leren over seksualiteit door te experimenteren en grenzen te verkennen. Wij keuren seksueel gedrag niet af, maar begrenzen waar nodig. Als kinderen bijvoorbeeld hun geslachtsdelen aanraken geven wij aan dat dit iets is wat je doet als je in je bed ligt te rusten. Peuters en kleuters zijn nieuwsgierig naar hun lijf en dat van anderen. Kinderen gaan dit benoemen: “Zij heeft geen piemeltje, ik wel en papa ook”. Wij accepteren dit en bevestigen dit ook. Wij hanteren de volgende benaming voor geslachtsdelen: bij een meisje is dat plassertje en bij een jongen is dat piemeltje. ‘Doktertje’ en ‘vader en moedertje’ zijn favoriete spellen in de peuterleeftijd. Wij verbieden dit spel niet. We stellen er regels en grenzen aan; - Je moet voorzichtig met elkaar doen. - Kinderen zeggen ‘Nee’ tegen elkaar als ze het niet prettig vinden. - Kledingstukken mogen omhoog, maar niet uit.
H9. Inrichting 9.1 Binnen Bij het inrichten van de groepen houden we rekening met de leeftijd van de kinderen en het ontwikkelingsniveau. Verder zorgen we dat elk ontwikkelingsgebied kan worden ontwikkeld. Er wordt gezorgd voor afwisseling in spel en materiaal. Zo zorgen we ervoor dat ook de oudere peuter zijn/haar uitdagingen houdt. Mocht dat voor de bijna 4 jarige niet goed lukken, dan hebben we de mogelijkheid om speelgoed bij de kleutergroep (groep 1) te lenen. Daarnaast leven we nauwkeurig alle voorschriften rondom veiligheid en gezondheid na, zoals de Wet Kinderopvang en de brandweer ons voorschrijven. De groep is ingedeeld om kinderen te prikkelen en nieuwsgierig te maken. Toch houden we van structuur en vastigheid, omdat dit ook veiligheid biedt. De ruimte is zo ingedeeld dat er ook voor de aller kleinsten houvast is. Zo zijn de tussenliggende ruimten niet te groot om te overbruggen. De nieuwsgierigheid prikkelen we door speelgoed te hebben wat niet voor het pakken ligt , maar af en toe op tafel komt. Ook ruilen we speelgoed met andere groepen, om zo afwisseling aan te bieden. In de verticale groep wordt, doordat alle leeftijdsgroepen bij elkaar zitten, extra rekening gehouden met veiligheid. Een aantal spellen is dan ook speciaal bestemd om aan tafel te spelen, zodat de kleintjes er niet bij kunnen. Het spelaanbod is op een geordende manier in de ruimte opgeruimd en goed toegankelijk voor het kind.
Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 15 van 16
Locatie: KC Atalanta
9.2 Buiten We proberen elke dag even naar buiten te gaan. Dat zal op sommige dagen beter lukken dan op andere dagen. Onze buitenruimte is ruim opgezet, waarbij er ook gedacht is aan de allerkleinsten, die een veilige ruimte nodig. Er is een speciale plek voor de baby's, daar liggen/spelen de baby's veilig. De grotere kinderen mogen daar ook komen om met een baby te spelen, om zo de interactie met alle kinderen te bevorderen, de fietsjes en ander peuterspeelgoed blijven uit de buurt van de kleintjes. Als we buiten spelen, stimuleren we vooral de grove motoriek. Zo is er verscheidenheid aan rijdend materiaal, is er een speeltrein en zijn er ballen om mee te gooien, te rollen en te voetballen. De zandbak gaat open om heerlijk in te spelen. Als het te koud of erg nat is, gaat de zandbak niet open. Soms is het ook alleen maar even een uitwaai moment en dan nemen we meestal tennisballen mee. We spelen met de kinderen, doen tikkertje of bewegingsspelletjes. Ook is er de mogelijkheid om allerlei torretjes, spinnetjes en andere kleine beestjes te zoeken en te bekijken. Er is een speciale plek voor de baby's, daar liggen/spelen de baby's veilig. De grotere kinderen mogen daar ook komen om met een baby te spelen, de fietsjes en ander speelgoed blijven uit de buurt van de kleintjes. Op warme dagen bekijken we goed of het voor de kinderen gezond is. Zo is het met te warm weer en te veel zon voor kinderen niet fijn om buiten te zijn en spelen we in de schaduw of binnen. Kinderen worden bij mooi weer om de paar uur ingesmeerd met zonnebrandcrème. Bij zonnig weer worden ouders gevraagd om de kinderen alvast thuis in te smeren, zodat ze de kinderen bij binnenkomst al een extra bescherming hebben.
Pedagogisch werkplan KDV
Pagina 16 van 16
Locatie: KC Atalanta