PEDAGOGISCH WERKPLAN
INHOUD 1. Inleiding 2. Pedagogische doelstelling 3. Dagindeling: brengen en halen 3.1 Brengen en afscheid nemen 3.2 Ophalen aan het eind van de morgen 3.3 Regels t.a.v. brengen en halen 3.4 Indeling van de morgen 3.5 Wenprocedure voor nieuwe peuters 4. Stimuleren van de ontwikkelingsmogelijkheden: activiteiten 4.1 Vrij spelen binnen 4.2 Vrij spelen buiten 4.3 Het kringetje 4.4 Gerichte activiteiten met de groep 4.5 Feestvieren, uitstapjes, projecten 5. VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) 5.1 Wat is VVE 5.2 Puk&Ko 5.3 Taallijn VVE: taalstimulering voor jonge kinderen 5.4 Peutervolgsysteem KIJK! Peuters 6. Hygiëne, verzorging 6.1 Wat is hygiëne 6.2 Verzorging, zindelijk worden, ziek zijn 7. Veiligheid, calamiteiten 7.1 Veiligheid 7.2 Calamiteiten 8. Contacten met de ouders 8.1 Informatie algemeen 8.2 Informatie over het kind 8.3 Opvallend gedrag 8.4 Privacy 8.5 Ouderparticipatie 8.6 Kindermishandeling 9. Randvoorwaarden pedagogisch werkplan 9.1 Aanmelding 9.2 Openingstijden 9.3 Ruimte, accommodatie 10. Nawoord en toekomstig beleid
Bijlage: Huisregels
1
PEDAGOGISCH WERKPLAN PSZ Dikkertje Dap
1. INLEIDING In ons pedagogisch werkplan beschrijven wij hoe wij op onze peuterspeelzaal werken, wat wij belangrijk vinden voor de optimale ontwikkeling van het kind, wat wij de peuters bieden op de peuterspeelzaal, hoe we ons lokaal ingericht hebben… Het is voor onszelf een leidraad voor het realiseren van onze doelstelling Voor de ouders, verzorgers biedt het een overzicht van onze visie en werkwijze. Wij zijn onderdeel van Stichting Kinderopvang Zeeuws-Vlaanderen. Wij werken met maximaal 16 peuters van 2 t/m 4 jaar per groep. Vanaf 8 peuters zijn er 2 vaste pedagogisch medewerkers. T/m 7 peuters is er 1 vaste pedagogisch medewerker en 1 stagiair aanwezig. Momenteel werken Ilona en Marga op de groep Dit pedagogisch werkplan is bijgewerkt in maart 2013 door Ilona en Marga.
2. DOELSTELLING Het bevorderen en stimuleren van de gehele ontwikkeling van de peuter. Wij bieden de peuter vertrouwdheid, geborgenheid en veiligheid, zodat deze zich optimaal kan ontwikkelen op eigen niveau en eigen tempo. Vrij spelen vinden we erg belangrijk en bieden de peuter hiervoor ruimschoots de gelegenheid. We bieden de kinderen speelgoed, spelmaterialen en gerichte activiteiten aan die bijdragen aan een zo optimaal mogelijke ontwikkeling. Daarnaast zorgen we voor structuur door een duidelijke dagindeling, vaste regels en gewoonten. Hierdoor voelt de peuter zich vertrouwd en veilig. Naast het begeleiden en stimuleren van het kind in zijn ontwikkeling schenken we ook aandacht aan het vroegtijdig onderkennen van een eventuele ontwikkelingsachterstand of voorsprong in de ontwikkeling en /of opvallend gedrag. Indien nodig kunnen wij de ouders informatie bieden i.v.m. het inschakelen van deskundige hulp.
2
3. DAGINDELING Een peuter heeft behoefte aan structuur, veiligheid en geborgenheid. Dit proberen we te verkrijgen door een vaste indeling van de morgen. Hierdoor weten de peuters (en ook ouders) waar ze aan toe zijn. Het is voor de peuter duidelijk en geeft houvast. De peuterspeelzaal is open van 8.30u tot 12u. De peuters kunnen komen vanaf 8.45u tot 9u en kunnen worden opgehaald van 11.30u tot 11.45u. 3.1 Brengen en afscheid nemen De jasjes van de peuters worden opgehangen aan de kapstok. Het jasje moet voorzien zijn van de peuter zijn / haar naam. De rugzakjes( voorzien met de naam van de peuter) met evt. verschoning, knuffel e.d. worden op het bankje in de hal gezet. De luiers voorzien van naam (max. 4 stuks) kunnen in de daarvoor bestemde curverbox gedaan worden. (jongens en meisjes apart). Bij binnenkomst van de peuter met de ouder / verzorger, worden deze door beide pedagogische medewerkers (ped.m.) begroet, zodat het kind zich welkom voelt. Eventuele bijzonderheden met betrekking tot het kind kunnen aan een ped. m. worden doorgegeven. Ook de ped.m. kan evt. wat te melden hebben. Wordt de peuter door iemand anders opgehaald, graag bij het brengen doorgeven aan de ped.m. Het is belangrijk voor de peuter om te weten wie er hem / haar komt ophalen. En dit is ook belangrijk voor de veiligheid. Als de peuter er behoefte aan heeft, om nog even met de ouder te puzzelen, een boekje te lezen... kan dit. Het is wenselijk niet langer dan nodig op de speelzaal te blijven zodat wij omstreeks 9 uur kunnen beginnen met creatieve activiteiten. Wij vragen dit omdat de peuters pas in hun spel komen als alle ouders vertrokken zijn. Te lang afscheid nemen door de ouders brengt onrust. We vragen de ouder om duidelijk afscheid te nemen. De peuter en een ped.m. zwaaien samen de ouder / verzorger uit. De peuter weet dan dat de ouder/verzorger vertrokken is en niet zomaar is weg gegaan, terwijl de peuter aan het spelen was. Dit is heel belangrijk voor het vertrouwen in de ouder en de ped.m. 3.2 Ophalen aan het eind van de morgen Van 11.30u tot 11.45u kunnen de peuters opgehaald worden. Wij zijn verantwoordelijk voor de peuter en daarom is het belangrijk dat er duidelijk afscheid genomen wordt van de ped.m. zodat we weten dat de peuter naar huis is. Zijn er bijzonderheden voorgevallen dan worden deze doorgegeven. Werkjes en of informatie kunnen meegenomen worden.
3
3.3 Aandachtspunten t.a.v. brengen en halen * De peuter niet brengen vóór 8.45u i.v.m werkbespreking van de ped.m. en klaarzetten van materialen. * De peuter mag een eigen knuffel meenemen, het kan in het begin van het speelzaalbezoek een troost zijn bij het wennen. Na een poosje wordt de knuffel in overleg met de peuter op de kast gezet. * We vragen de ouders niet langer te blijven dan noodzakelijk. * Ophalen tot 11.45u. Gebeurt dit later dan kan de peuter het gevoel krijgen dat hij/zij vergeten i is. * Bij het brengen en ophalen het hek altijd goed sluiten i.v.m. de veiligheid van de peuters. * Bij het brengen en ophalen nemen de ouders de peuters bij de hand. 3.4 Indeling van de morgen 8.45 u : Na binnenkomst in het lokaal kunnen de peuters vrij kiezen in welke hoek ze graag willen spelen. Een aantal puzzels en blokken liggen klaar op de puzzel- en blokkentafel. De peuters kunnen een boekje kiezen uit de boekenstandaard.. Omstreeks 9u beginnen we met een creatieve activiteit aan de hoge tafel of in kleine kring. 10.15 u : opruimen ,verschoning Als we na het kringetje naar buiten gaan wordt alles opgeruimd. Blijven we binnen, dan wordt de autohoek, puzzeltafel en keukentje opgeruimd. 10.30u kring 11u. Bij slecht weer blijven we binnen en kunnen we kleien, gezelschapsspelletjes doen of vrij spelen. Bij goed weer spelen we buiten. 11.30u tot 11.45u Ophalen van de peuters. 3.5 Wenprocedure voor nieuwe peuters De eerste morgen mag de peuter met 1 of beide ouders komen vanaf 9:15 uur. Zo komt de peuter niet als eerste de groep binnen en zijn eventueel huilende peuters getroost. We stellen ons voor en laten mama/papa met hun peuter even rondkijken. De ouders kunnen de gehele eerste morgen blijven indien ze dat wensen. Zelf informeren we hen over de dagindeling( activiteiten, kring e.d.) De tweede morgen kan de ouder nog even blijven, als hij/zij dat wenst. De ouder neemt duidelijk afscheid van de peuter en de ped.m. De peuter zwaait samen met de ped. m. de ouder uit. Heeft de peuter verdriet bij het afscheid nemen, dan kan de ouder altijd even bellen om te horen hoe het gaat, zodat ook hij / zij gerust gesteld is. Een knuffel kan in het begin een steun zijn bij het wennen. Geeft u niet langer dan noodzakelijk een knuffel mee met uw peuter, zodat de peuter vrij is om andere spelactiviteiten te ontdekken. We vragen de ouder om de eerste morgen de peuter om 11uur weer op te halen. Deze morgen heeft de nieuwe peuter heel veel indrukken opgedaan, en dat is behoorlijk vermoeiend voor hem. Het geeft de peuter een veilig en prettig gevoel als hij als eerste opgehaald wordt. Worden andere peuters eerder opgehaald, dan kan hij bang zijn dat mama / papa hem niet komt ophalen. De volgende dagdelen wordt de tijdsduur van de speelzaalmorgen, in overleg met de ouder, geleidelijk aan opgebouwd.
4
4. STIMULEREN VAN DE ONTWIKKELINGSMOGELIJKHEDEN. Ieder kind ontwikkelt zich op eigen niveau en in eigen tempo door nieuwe dingen te zien en te ervaren. De ontwikkeling van de peuter omvat: de sociaal-emotionele, de zelfredzaamheid, spelontwikkeling, spraak- taalontwikkeling, motoriek (grote,kleine,tekenontw.), cognitieve ontwikkeling, symboolverkenning (ontluikende geletterdheid, ontl. gecijferdheid). Om deze ontwikkeling te stimuleren bieden we allerlei materialen, mogelijkheden en gerichte activiteiten aan. Onze ruimte is ingedeeld in verschillende hoeken. Hierbij is er veel aandacht voor het open aspect door het plaatsen van o.a. lage kasten waar de materialen binnen handbereik van de peuters liggen. Zo stimuleren we de zelfredzaamheid en het maken van keuzes. We prikkelen de zintuigen. Het is makkelijk voor de peuter om van hoek te wisselen en contact te maken met andere peuters in het lokaal, goed voor de sociale ontwikkeling en communicatieve vaardigheden. Ieder hoekje bevordert naast de algemene ontwikkeling ook één of meerdere specifieke ontwikkelingsgebieden. Voorwaarde om zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen is dat de peuter zich veilig en geborgen voelt, vrij om te ontdekken, om zijn/haar grenzen te verkennen. Daarom bieden wij een bepaalde structuur (zie 3. dagindeling) en hanteren we een aantal afspraken: Gooien, hard gillen, bijten, de ander pijn doen, op tafels en vensterbanken klimmen mag niet. Het kan letsel veroorzaken en brengt onrust. We leren rekening te houden met elkaar, zo functioneren we ook in de maatschappij.(sociaal) Puzzels, werkjes eerst afmaken vooraleer aan een ander te beginnen (Overzicht,concentratie, ordenen) De spullen zoveel mogelijk in de desbetreffende hoek laten: puzzels horen in de puzzelhoek, auto’s zoveel als mogelijk in de autohoek, boeken in de boekenhoek…. Natuurlijk kan er bv. gepicknickt worden in de autohoek, ‘gesjeest’ worden naar de winkel etc. Wel dragen we zorg voor de spulletjes. Dit is fijn voor een ander maar ook voor jezelf. We leren verantwoordelijkheid. We proberen dit de peuter duidelijk te maken. Uiteraard lukt dit niet altijd en wordt er toch gegooid of een ander pijn gedaan of, of… dan wordt de peuter op zijn gedrag geattendeerd. Blijft hij in dit gedrag volharden dan is het tijd om na een waarschuwing een poosje op een stoeltje naast de materialenkast te zitten. We vinden het erg belangrijk hierbij dat er aan de peuter uitgelegd wordt: het waarom van op het stoeltje zitten, dat na een poosje nogmaals het waarom wordt uitgelegd en het goedgemaakt wordt met de ped. m. en de peuter het weer mag proberen.
5
4.1 Vrij spelen binnen Bij het vrij spelen zijn de ped. m. duidelijk aanwezig. Ze tonen belangstelling, stimuleren, spelen soms mee, bemiddelen (indien nodig) in conflicten… In de blokkenhoek bevinden zich maxi legoblokken, kisten met auto’s, legopoppetjes, houten blokken, noppenbord, kleefalfabet. Op de bank speelhuisjes met meubeltjes en poppen. Garage met ‘verkeer’kleed, grote en kleine auto’s, tractors een zigzag baan. Oog-handcoördinatie, grote motoriek.
In de puzzelhoek bevinden zich de puzzels, spelletjes en de computer., CD-speler. Bij binnenkomst liggen er op de tafel enkele puzzeltjes om de drempel zo laag mogelijk te houden. De peuters mogen altijd zelf andere puzzels/spelletjes uit de kast halen. De peuters worden wel gestimuleerd om eerst een puzzel/spelletje af te maken, deze weer in de kast te leggen en pas dan een andere te nemen. Het aantal puzzels in de kast is beperkt. Regelmatig wordt het aanbod gewisseld, hierbij wordt er altijd rekening gehouden dat er aanbod is voor zowel de jongere als oudere peuters. Op de computer worden verschillende programma’s aangeboden ter bevordering van de taal, rekenen, herkennen van geluiden…..… De peuters kunnen met 2 tegelijk aan de computer elk gedurende 10 min. Dit wordt op een lijst bijgehouden. Aansluitend aan de puzzelhoek staat er een winkel/poppenkast met warenrek, kassa, mandjes, portemonnaie. Ook de werkbank vindt hier een plaats Rollenspel, taal, vergelijken, rekenen en ordenen, fantasie en motoriek worden hier druk geoefend! In de poppenhoek met keuken en toebehoren, tafel, stoelen, kinderstoel, bedjes, poppen, strijkplank en ijzer, poppenkleertjes en poppenwagens komen alle ontwikkelingsaspecten aan bod, zeker fantasie, rollenspel, verwerken van ervaringen. In de leeshoek staan er 2 zitbankjes en het boekenrek. Op de brede vensterbank en op het raam worden spulletjes en foto’s met woorden i.v.m. het thema of interactief voorlezen aangeboden. Boven het bankje hangen er wissellijsten met foto’s/taal over het thema. De peuters kunnen zelf boekjes kiezen, alleen, met anderen, met de juf lezen of ‘voorlezen’. Ontluikende geletterdheid, woordenschat, taal. De leeshoek wordt ‘omringd’ door een kast met vormenstoof, sorteerbalk, voorbereidend schrijven, spiraal, kist met lego en legotrein, softblokken, houten blokken en vormenpuzzel. De andere kast bevat kralen, nopper, stapeldopjes, kleine lego, vormenkaarten, zuilenbord, insteekmozaïek, rijgen, boerderij-/dierentuindieren. Verkleedkist. Uitnodigend bieden de leidsters iets aan. Het aanbod verandert wekelijks. Gedurende de ochtend kan er uiteraard gewisseld worden na opruimen van het eerder aangebodene. Deze activiteiten worden gedaan aan de blokkentafel. Motoriek, rekenen, ordenen, fantasie, sociaal - communicatieve vaardigheden. Van het speelhuis wordt er druk gebruik gemaakt. In hun fantasiespel wordt het afwisselend bewoont door vader/moeder/kinderen, monsters, picknicken…..
6
4.2 Gerichte activiteiten. Onder gerichte activiteiten verstaan we het creatief bezig zijn met de peuters zoals: verven, plakken, stempelen, tekenen, knippen, prikken etc. Er is volop ruimte voor taal, kleurkennis, mensbeeld, ontluikende gecijferdheid, creativiteit, ontdekken van materialen en vaardigheden. Dit is vrij maar de peuters worden wel gestimuleerd om mee te doen en i.v.t. zelf de materialen uit de ‘doe’kast te nemen en terug te plaatsen; zelf een schortje voor het verven te halen en ev. aandoen, zelf handen te wassen en af te drogen, zelf op en af de stoel klimmen… We werken met kleine groepjes aan de activiteitentafel. Zo geven we goede begeleiding en kan een peuter lang of kort met iets bezig zijn. Kent de peuter het aangeboden materiaal of de techniek nog niet, dan doen de ped. m. het even voor. Elke maand maakt de peuter een tekening welke in een map verzameld worden. Als de peuter naar de basisschool gaat krijgt hij/zij het mapje met tekeningen mee met daarbij een overzicht van “de tekenontwikkeling van het jonge kind in het algemeen”.
4.3 De kring. Rond 10:15uur waarschuwen we de peuters dat het bijna tijd is om op te ruimen. (spel afmaken) Rond 10:30uur zingen we het opruimlied en vragen de peuters te helpen opruimen. We noemen de peuters bij naam en vragen om deze specifieke hoek/spulletjes, al dan niet, samen met de ped. m. op te ruimen. Als alle peuters aan het opruimen zijn neemt 1 ped.m. de verschoonpeuters elk om de beurt mee om te verschonen. De andere peuters roept ze 2 á 2 om te komen plassen. Niet vergeten! Handen wassen na het plassen. De peuters worden gestimuleerd om zelf hun stoel in de kring te plaatsen. Ook een stoel voor Puk. Er wordt interactief voorgelezen of gewerkt met de kringactiviteit van Puk en Ko of aandacht voor een bep. thema Dan is het tijd voor stukjes appel en daarna smullen we van een koekje. Elke peuter komt aan bod om te delen, dit wordt op een lijst bijgehouden. Na het eten drinken we limonadesiroop of iets wat meegenomen is van thuis. Hierna zingen we liedjes/ mag elke peuter vertellen/ doen we kringspelletjes/lezen we een boekje voor… Zo staat iedere peuter even in de kijker, leren ze luisteren naar elkaar, komen o.a. taal/rekenen/begrippen aan de orde. Uiteraard houden we rekening met allergieën. De peuter mag ev. zelf iets meebrengen van thuis. Verjaardagen worden ook in de kring gevierd (zie 4.5 feestvieren) Laat het weer het toe dan gaan we buiten spelen. Zo niet dat gaan we in groep kleien, spelen aan de tafel, tekenen, knippen.
7
4.4 Vrij spel buiten. De buitenruimte gebruiken we, volgens afspraak, samen met het Gabbertje. Er is een verhard speelplein met schommels op rubberen tegels (’t Gabbertje), materialenschuurtjes en een zandbak (PSZ/t G) Op het grasveld staan speelhuisjes met glijbaan (psz), stalen buizen (’tG) en een hoog speel/klimrek(’t G) Op het hoog speelklimrek (’t Gabbertje) mogen onze peuters niet spelen. Wij vinden dit klimrek niet geschikt voor de leeftijd van onze peuters. De grove motoriek wordt o.a. ontwikkeld met tractors, fietsen, loopauto’s, ballen, skippyballen, steppen, stoepkrijt, blokken Bij warm weer wordt aquaplay buiten gezet. In de zandbak hebben we graafmachines, scheppen, emmers, vormpjes. Grote motoriek, fantasie, samenspel, rollenspel komen hier uiteraard volop aan bod. De zandbak is afgedekt met een zandbaknet ( voldoet aan de hygiëne eisen) Alle buitenspeeltoestellen zijn gecertificeerd.
4.5 Feestvieren. Er worden vaak foto’s gemaakt door de ped. m. Bij speciale gelegenheden (vb Sint…) wordt er soms een ouder gevraagd om foto’s te nemen. Zo hebben de ped.m. alle tijd voor de peuters We fotograferen alle peuters. De foto’s worden op een CD geplaatst.. Verjaardag: wordt in kring gevierd met de ouder(s) vanaf 10:30 uur. De ouder mag uiteraard foto’s maken van het kringgebeuren. Aan de activiteitentafel mag de peuter een feestmuts maken (plakken/stickeren) In de kring wordt er een kaarsje aangestoken met poppetjes erom heen naargelang de leeftijd van de jarige. Hij/zij mag op een stoel staan en wordt toegezongen door alle peuters. Daarna mag hij/zij trakteren. GEEN SNOEP a.u.b., 1 traktatie is voldoende. De jarige mag de liedjes kiezen en trommelen. Na het kringetje gaat de ouder weer naar huis en blijft de peuter de rest van de morgen op de psz. Wordt de peuter 4 jaar dan krijgt hij/zij een mapje met tekeningen mee die iedere maand op de psz door de peuter gemaakt zijn. We zingen: zeg maar dag met je handje…. Sinterklaas: Er wordt pas over Sinterklaas verteld als hij in NL is. We maken toepasselijke werkjes en zingen liedjes. We vieren dit feest zonder ouders. Sint en Piet komen op de psz als alle ouders weg zijn en alle peuters in de hoeken spelen. Sint en Piet spelen mee in de verschillende hoeken. Piet deelt pepernootjes rond. In de kring eten we een speculaasje en drinken een pakje appelsap. Ze zingen liedjes en/of een dansje met Sint en Piet. We zoeken met zijn allen de zak cadeautjes welke Piet heeft zoekgemaakt. Iedere peuter mag zijn cadeautje bij Sint ophalen hier wordt een foto gemaakt en doorgemaild. De ouders worden weer rond 11:00 uur verwacht en zwaaien met hun peuters Sint en Piet uit.
8
Aan de ouders wordt een bijdrage voor het cadeau gevraagd.
Kerst: We besteden aandacht aan Kerst met werkstukjes en liedjes en muziek. We zetten een kerstboom en figuren. Samen met de peuters versieren we de kerstboom. Ieder jaar vullen we een kerstochtend in, al dan niet met ouders, eten, bloemstukje maken. We vertellen wel een neutraal kerstverhaal en zingen toepasselijke liedjes en maken muziek in een ‘donker’ lokaal. Carnaval: de peuters mogen, indien ze dat wensen, verkleed naar de psz komen. Er wordt geschminkt en feestgevierd. Pasen/ de seizoenen/ thema’s: toepasselijke werkstukjes, liedjes, boekjes. Voor de thematafel vragen we via de nieuwsbrief spulletjes/foto’s. Moederdag/vaderdag: de peuters vinden het prachtig om voor hun mama en papa een cadeau te maken. De laatste ‘schooldag’: elk jaar werken we met een thema, we maken al dan niet een uitstap, we eten frietjes met ….of iets anders lekkers.
9
5.VVE ( VOOR - EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE ) 5.1 Wat is VVE? Het doel van de voor - en vroegschoolse educatie is het creëren van een doorgaande ontwikkelingslijn van een voorschoolse voorziening ( peuterspeelzaal, kinderdagverblijf) tot in groep 4 van de basisschool. Om dit doel te bereiken worden op de speelzaal programma’s aangeboden, welke de gehele ontwikkeling stimuleren. Dit betekent dat er een methode wordt ingebouwd in het spel van elke dag. het VVE project omvat : Puk & Ko Taallijn VVE : peuters interactief met taal KIJK! peuters 5.2 Puk & Ko Op de speelzaal werken wij met het VVE programma Puk & Ko. Puk & Ko is een totaalprogramma dat de brede ontwikkeling van jonge kinderen stimuleert. Bij het werken met Puk & Ko wordt aandacht besteed aan drie belangrijke ontwikkelingsgebieden: taalontwikkeling sociaal- communicatieve vaardigheden ontluikende gecijferdheid De nadruk ligt hierbij vooral op de taalvaardigheden spreken en luisteren, en op de uitbreiding van de woordenschat. . Door het gebruik van VVE Puk & Ko leren de kinderen spelenderwijs begrippen rondom een bepaald thema vb. “knuffels”. De peuters worden op een speelse manier actief betrokken bij het thema, er is een rijk taalaanbod en veel interactie. De peuters verwerven taalvaardigheden voor een goede start op de basisschool. De programma’s van PUK & Ko krijgen een vervolg op de basisschool. Daar wordt gewerkt met Ik & Ko. Puk heeft een belangrijke rol in Puk & Ko. Hij vervult de rol van intermediair tussen de leidster en de peuters. Via Puk kan de leidster de peuter(s) betrekken bij een activiteit. Zo kan de leidster op een speelse manier interactie uitlokken, zowel verbaal als non-verbaal. Er worden activiteiten aangeboden in kleine groep en in grote groep. De kleine groepsactiviteiten vinden plaats tijdens het begeleid spelen. Dat kan in alle hoeken zijn vb. knuffels in de huiskamerhoek. Hierbij gaat het niet alleen om het actief, betrokken en plezierig bezig zijn, maar de bedoeling is: de woordenschat uitbreiden( aanleren nieuwe woorden) sociaal communicatieve aspect vb. lief zijn voor de knuffel ontluikende gecijferdheid vb. tellen hoeveel ogen, oren, neuzen, armen, benen, de beer heeft.
10
In kleine groep is de kans op het bereiken van goede interactie groter dan in een grote groep. Sommige kinderen voelen zich veiliger in een kleine groep en zullen dan ook makkelijker reageren op vragen , opdrachtjes. In kleine groep kan de ped.m. ook beter op de individuele behoefte van een kind afstemmen. Ook de creatieve activiteiten zoals verven, plakken, tekenen, prikken e.d. worden aangeboden in kleine groep. Dit gebeurt aan de activiteitentafel. De activiteiten in grote groep worden aangeboden in de kring. 5.3 Taallijn VVE : taalstimulering voor jonge kinderen. De taallijn VVE richt zich op de volgende punten: mondelinge communicatie : gesprekken voeren met peuters Een jong kind leert taal door interactie. Interactie tussen de peuters onderling en tussen de peuter en de ped. m. vindt plaats tijdens diverse activiteiten : meespelen in de hoeken, in de kleine kring, in de grote kring, creatieve activiteiten. Door het meespelen met de peuters kan de leidster taal uitlokken en de interactie intensiveren. ontwikkeling van de woordenschat: uitbreiden woordenschat De peuters worden nieuwe woorden aangeboden. de mogelijkheden voor het verduidelijken van de nieuwe woorden zijn: uitbeelden ( visueel), uitleggen ( verbaal) uitbreiden( verbaal en non-verbaal) ontluikende geletterdheid: interactief voorlezen Hierbij staat het boek centraal. Het boek wordt in diverse fases “gelezen”. * introductie prentenboek in kleine groep bij de thematafel. Hierbij wordt nog niet echt voorgelezen, er wordt naar de voorwerpen op de thematafel gekeken en naar de plaatjes in het boek en er wordt over gepraat. * Interactief voorlezen boek in de kring met de verteltas. De ped.m. maakt het voorlezen extra spannend door de voorwerpen één voor één uit de verteltas te halen. * Ingaan op het verhaal. Tijdens of na het lezen kan een vraag gesteld worden over de hoofdpersoon of een belangrijke gebeurtenis. Dit verhoogt de betrokkenheid van de peuter. Naspelen van het verhaal. * Naast het boek wat centraal staat bij het thema, worden ook andere prentenboeken die aansluiten bij het thema voorgelezen. Deze taallijn VVE punten zijn ook verwerkt in het programma “Puk & Ko”.
5.4 Peutervolgsysteem KIJK! peuters Op de speelzaal worden de peuters gevolgd in hun ontwikkeling. De ped.m. leggen de ontwikkeling van de peuters vast door middel van een peutervolgsysteem. Dit systeem “KIJK ‘!Peuters”is ontwikkeld door het RPCZ . De meeste basisscholen uit de gemeente Sluis maken gebruik van KIJK! Kleuters voor het vastleggen van de ontwikkeling van de kleuters. Door het gebruik van “KIJK ! Peuters” op de speelzaal ontstaat er een doorgaande lijn in het volgen van de ontwikkeling van het jonge kind. De ontwikkeling wordt met behulp van deze methode 3 maal per jaar vastgelegd. Door het registreren krijgen de ped.m. een overzicht van de ontwikkeling. Aan de hand van het overzicht kunnen wij de peuter gerichte activiteiten bieden, die passen bij zijn ontwikkeling. Als we constateren dat er een achterstand is, dan wordt er een plan van aanpak opgesteld.
11
Met dit plan van aanpak wordt een aantal weken gewerkt, waarna een evaluatie volgt. Indien nodig worden er verdere stappen ondernomen, uiteraard met toestemming van de ouders.. Hiervoor volgen we het Protocol 4 (Ontwikkelingsproblemen bij kinderen) Op het inschrijfformulier vragen wij de ouders / verzorgers toestemming voor het observeren en registreren van de ontwikkeling van hun peuter d.m.v. het peutervolgsysteem. Als de peuter de speelzaal verlaat worden de gegevens van de “KIJK” met de ouders besproken. Als de ouder/ verzorger toestemming geeft voor overdracht aan de leerkracht van de basisschool, wordt de ouder gevraagd het toestemmingsformulier te ondertekenen. De overdracht gebeurt voor het kind naar de basisschool gaat. Dit is besloten in overleg met de leerkrachten van de basisscholen. Onder leiding van het RPCZ is er kernoverleg tussen de peuterspeelzaal, de basisscholen van IJzendijke en Hoofplaat, en Kinderdagopvang ’t Gabbertje en GGD(bureautje) Hierdoor ontstaat er een betere samenwerking en verloopt de aansluiting tussen peuterspeelzaal, kinderdagopvang en basisschool vlotter/soepeler.
6. HYGIENE, VERZORGING 6.1 Wat is hygiëne? Met het woord hygiëne bedoelt men: de zorg voor het in stand houden van de gezondheid. Gezondheid is een toestand van optimaal lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn. Een goede hygiëne op de psz is belangrijk. Het hoort bij de ontwikkeling van de peuters dat zij een aantal veelvoorkomende infectieziekten doormaken. De kans dat een peuter die een psz bezoekt een infectieziekte oploopt is groter dan bij een peuter die thuis verzorgt wordt. De kans dat peuters in aanraking komen met ziekteverwekkers waartegen zij nog geen weerstand hebben opgebouwd is ook groter. Daarom zijn goede hygiënemaatregelen nodig. Hiervoor zijn verschillende richtlijnen opgesteld door de GGD Wij volgen Prot. 7: het Hygiëne Protocol. Dit omvat o.a. : Prot 23 ( kleding en persoonlijke verzorging), Prot. 26 (voedselhygiëne) en prot 27: (schoonmaak) hygiëne op de speelzaal - w.c.’s en wastafel gereinigd met toiletdoekjes - vloer geveegd met vloerwisser - tafels gesopt. Op vrijdag wordt er door de interieurverzorgster gestofzuigd, gedweild, toiletten gesopt en gedweild. Het schoonmaken van het speelgoed gebeurt volgens een rooster. Na het verschonen / helpen bij het plassen wassen de ped.m. en de peuters de handen. Voor de peuters die zelfstandig naar de WC gaan: na het plassen, handen wassen!! Na het verven, plakken, kleien,… wassen de peuters de handen. Mondjes en neusjes worden gepoetst met wegwerptissues. Bij het verschonen gebruiken we vochtige wegwerpdoekjes. Het verschoonkussen wordt na iedere peuter gepoetst met hygiënische wegwerpdoekjes. Iedere dag wordt er door de ped. m.
12
6.2 Verzorging, zindelijk worden, ziek zijn a. verzorging verzorgende momenten: - neuzen en mondjes poetsen - handen wassen - helpen bij het plassen ( knopen, ritsen…) - verschonen - opruimen van het spel- en speelmateriaal - eten en drinken klaarzetten voor de kring - helpen bij aandoen van de jas, muts, das,.. - troosten en verzorgen bij kleine ongelukjes - buitenspeelgoed klaarzetten en opruimen - de was doen( hand- en vaatdoeken, washandjes, e.d.) - boodschappen doen - meegeven nieuwsbrief, werkjes peuters Bij veel van deze momenten worden de peuters gestimuleerd om te helpen of om de opdracht zelfstandig uit te voeren. Dit vergroot de zelfredzaamheid en bevordert het zelfvertrouwen.
b. zindelijk worden Er zijn 2 kindertoiletten. Tijdens het opruimen ( zie 4.3 de kring) verzorgt 1 ped. m. de verschoning. De peuters die zindelijk zijn gaan zelfstandig plassen. De ped. m. helpt waar nodig met ritsen en knopen. Daarna, na het plassen, handen wassen!! Dit gebeurt onder toezicht van de ped.m.. De ped.m. verzorgt ondertussen de verschoning van de peuters die nog niet zindelijk zijn. Iedere peuter wordt nagekeken en indien nodig verschoond tenzij de ouder anders aangeeft. Geven de ouders aan dat dit niet nodig is, dan gebeurt dit ook niet. Voor deze peuters geldt ook: handen wassen! Geven de ouders aan bezig te zijn met de zindelijkheidstraining dan werken we hier aan mee. We maken hierbij gebruik van een “plaswekker” Als de peuter de wekker hoort, weet hij dat het tijd is om naar de WC te gaan. Dit hebben we vooraf afgesproken met de peuter. De peuters mogen een “up and go” aan als ze naar de speelzaal komen. We vragen de ouders om gewone luiers mee te nemen voor het verschonen op de psz. Up en Go neemt teveel tijd in beslag De luiers kunnen in de daarvoor bestemde box gelegd worden. Ook de “luierpeuters” worden gestimuleerd om even op de WC te gaan. Alleen als ze dit willen!
c. ziek zijn Peuters mogen NIET naar de psz komen: 1. Bij koorts hoger dan 38,5 graden Celsius en lager dan 36 graden Celsius. 2. Wanneer het kind of een gezinslid één van de volgende ziekten heeft:
13
- a. bloederige diarree - b. open TBC (tuberculose) - c. hepatitis A Wij vragen, in het belang van alle peuters, om bij koorts en diarree uw peuter thuis te houden. Indien er sprake is van chronische diarree kan de peuter gewoon de psz bezoeken (doorgeven aan de leiding a.u.b.) We vragen de ouders om de peuters telefonisch ziek te melden Als er besmettelijke ziektes heersen dan wordt dit medegedeeld via het prikbord. Ook als er hoofdluis heerst wordt dit medegedeeld. Wordt een peuter ziek tijdens en ochtend, dan wordt de ouder / verzorger opgebeld. Er wordt in overleg met de ouder besloten of de peuter blijft of opgehaald wordt. kleine ongelukjes: Als ped. m. probeer je zo rustig mogelijk te handelen in het belang van de peuters. Is een peuter gevallen dan vragen we of ze zelf rechtop kunnen staan, zo heb je gelijk een indicatie van de ernst. Er wordt getroost, indien nodig, een pleister aangebracht, arnicazalf. Wondjes worden altijd afgedekt met watervaste pleister. Indien nodig worden ruimten ontsmet. Plastiek wegwerphandschoenen bieden een gepaste bescherming.
7. VEILIGHEID, CALAMITEITEN 7.1 Veiligheid Het lokaal heeft 2 uitgangen. Het brandblusapparaat bevindt zich in de hal en wordt jaarlijks gecontroleerd. De stopcontacten zijn beveiligd, er is een EHBO koffer en een gifwijzer aanwezig. Schoonmaakmiddelen staan in de werkkast op volwassenenhoogte. Apparaten, toners, plastic zakken, messen, handtassen van de leidsters e.d. staan op volwassen hoogte. De leiding drinkt koffie/thee aan de hoge tafel. Het spel- en speelmateriaal voldoet aan de veiligheidseisen voor speelgoed. Bijna alle materialen worden gekocht bij erkende schoolleveranciers. Voor de verwarmingen zijn radiatorbeschermers geplaatst. De tafels en ander meubilair hebben ronde hoeken. Indien nodig zijn hoekbeschermers aangebracht.
Er mag niet op de vensterbanken geklommen worden. Er wordt niet gegooid met speelgoed, dit i.v.m. ongelukken, behoud materiaal. De buitenspeelplaats delen we met het kinderdagverblijf. Er is een berging voor het rijdend materiaal. Overige speeltoestellen zie 4.4 vrij spel buiten. Met de fietsen, auto’s ….. kan naar hartelust gespeeld worden, we botsen niet tegen elkaar op. ( ongelukken, behoud materiaal)
14
Er is een Risico –Inventarisatie en evaluatie ( RI & E) Daarin staat vermeld aan welke veiligheidseisen wij als speelzaal voldoen. Deze RI & E is een onderdeel van de ARBO- wetgeving. 7.2 Calamiteiten Calamiteiten zijn onverwachte gebeurtenissen die zeer ingrijpend kunnen zijn. Er kunnen zich verschillende calamiteiten voordoen. Wij beschikken over een calamiteitenplan ( protocol) waarin duidelijke instructies en procedures zijn vermeld, hoe te handelen, indien er zich één van de hierna vermelde calamiteiten zich voordoen: - ernstig ongeval of acute ziekte van een peuter - ernstig ongeval of ziekte van een leidster - een peuter wordt niet opgehaald - vermissing peuter - brand, ramp Eén ped. m. heeft de BHV cursus gevolgd: basisopleiding bedrijfshulpverlener en brandbestrijding en ontruiming. Deze medewerker neemt de leiding bij een calamiteit. Eén ped. m. heeft een cursus kinder-EHBO gevolgd. Bij iedere calamiteit geldt: Blijf kalm, de veiligheid van de kinderen en van de leidsters komt op de eerste plaats!
8. CONTACTEN MET DE OUDERS De peuterspeelzaal is er voor de kinderen, maar ook een goed contact tussen de ouders en de leidsters is heel erg belangrijk. Hierbij kan wederzijds informatie uitgewisseld worden over de ontwikkeling van het kind, dit in het belang van de peuter. 8..1 Informatie algemeen: werkwijze en regels De peuters kunnen aangemeld worden vanaf de leeftijd van 1 jaar. a. De ouders kunnen een inschrijfformulier downloaden via de website van de KOVZ (www.kinderopvangzvl.nl) De ouders krijgen via de afdeling planning en plaatsing van het hoofdkantoor een inschrijfformulier en informatie over de plaatsing. Daarnaast krijgen de ouders ook informatie over de ouderbijdrage. Middels het inschrijfformulier wordt aan de ouders ook toestemming gevraagd voor de KIJK-registratie, maken en plaatsen van foto’s van de peuter op de website van de KOVZ, voor het maken van uitstapjes < 5km. Voor uitstapjes meer dan 5km wordt een speciaal formulier ingevuld. b. Of de ouder kan op de psz een formulier invullen. De ped. m. zorgt dat dit formulier bij Plaatsing&Planning komt. Deze nemen zo spoedig mogelijk contact op met de ouder en werken de verder procedure af. Blad 2 van het inschrijvingsformulier wordt gezamenlijk met de ped. m. ingevuld de 1e morgen dat de peuter komt.
15
Ouders kunnen gebruik maken van 2 wendagdelen voor de werkelijke plaatsing van de peuter. Wanneer de peuter voor het eerst naar de speelzaal komt, dit kan vanaf twee jaar, bieden we de ouders de mogelijkheid de gehele morgen op de speelzaal aanwezig te zijn. We informeren de ouders over onze werkwijze en de algemene gang van zaken op de speelzaal De ouders kunnen bijzonderheden omtrent hun peuter bespreken met de leidsters. Ook het pedagogisch werkplan wordt ter inzage verstrekt. Via een nieuwsbrief worden de ouders geïnformeerd over de geplande thema’s /activiteiten, en andere belangrijke zaken. Deze brief en overige belangrijke info is altijd ter inzage op het bureau. Door middel van tijdschriften en folders worden onderwerpen betreffende de opvoeding onder de aandacht van de ouders gebracht.
8.2 Informatie over het kind Aan het begin of het eind van de ochtend is er voor de ped. m en de ouders gelegenheid om informatie / bijzonderheden over de peuter uit te wisselen. Indien de ped. m. of de ouders een persoonlijk gesprek willen hebben voor het bespreken van “problemen” of het extra begeleiden van de peuter, dan kan een afspraak gemaakt worden buiten de openingstijden van de speelzaal Zijn er problemen betreffende de opvoeding van de peuter dan geven wij, indien gewenst, de ouders advies of verwijzen naar een hulpverlenende instantie. 8.3 Opvallend gedrag Soms kan een kind opvallen ( in een groep) door een heel ander gedrag te vertonen dan zijn leeftijdsgenootjes. Dergelijk gedrag hoeft beslist niet verontrustend te zijn ( denk maar aan het ineens weer in de broek plassen als er een broertje of zusje werd geboren, terwijl het kind al zindelijk was). Er kunnen zich echter ook situaties voordoen, waarbij de leidsters zich zorgen maken over het kind in de groep. Als wij ons zorgen maken over de ontwikkeling of het gedrag van een peuter, dan zullen wij dit uiteraard eerst met de ouders bespreken en overleggen hoe te handelen. Wij beschikken over Prot 2 (grensoverschrijdend gedrag kinderen) en Prot. 4( Ontwikkelingsproblemen bij kinderen ) en prot. 5 (ongewenste omgangsvormen met kinderen.)Deze dienen als leidraad hoe te handelen in geval van opvallend gedrag of bij een vermoeden van achterstand of voorsprong in de ontwikkeling. Indien de ouders akkoord gaan met het inschakelen van externe deskundige hulp, dan adviseren wij contact op te nemen met het Centrum voor Jeugd en Gezin van de gemeente.
8.4 Privacy
16
Wij wijzen de ouders er nadrukkelijk op dat alle informatie over de kinderen en het gezin vertrouwelijk wordt behandeld. Vertrouwelijke informatie wordt ook nooit aan niet belanghebbenden verstrekt. Een observatierapport over een peuter wordt uitsluitend gemaakt na toestemming van de ouders. Dit rapport is uiteraard alleen ter inzage voor belanghebbenden. Wij respecteren iedereen in zijn geloofsovertuiging, levensbeschouwing en eigen cultuur. 8.5 Ouderparticipatie Wij organiseren diverse evenementen, activiteiten waarbij we een beroep doen op de hulp van de ouders. Dit bevordert de betrokkenheid van de ouders met de speelzaal. Er worden ouders gevraagd om zitting te nemen in de oudercommissie. Jaarlijks houden we schoonmaakochtenden. Indien nodig worden de ouders gevraagd klusjes te doen.
8.6 Kindermishandeling Wij, als leidsters, vinden kindermishandeling een ernstige zaak. Als er signalen zijn die kunnen duiden op een vorm van kindermishandeling, dan vinden wij dat we medeverantwoordelijk zijn voor het welzijn van dit betreffend kind. We nemen onze verantwoording door het stappenplan van prot 6 (Vermoeden van kindermishandeling) te volgen.
9. RANDVOORWAARDEN PEDAGOGISCH WERKPLAN 9.1 Aanmelding Onze peuterspeelzaal is er voor alle kinderen vanaf 2 tot 4 jaar, ongeacht geloof, afkomst, levensbeschouwing, functiebeperking( lichamelijke of geestelijke handicap) Een peuter kan ingeschreven worden vanaf de leeftijd van 1 jaar. We vragen, indien dit mogelijk is, om de peuter de 2 morgens te laten komen. De peuters kunnen geplaatst worden vanaf 2 jaar. Plaatsing gebeurt op volgorde van aanmelding. Peuters met een medische of sociale indicatie kunnen extra dagdelen geplaatst worden, dit met een schriftelijk verzoek van de huisarts of een andere medische instantie. Deze peuters krijgen voorrang bij het plaatsen. Peuters die reeds een speelzaal van de Stichting bezoeken, maar wegens verhuizing, bij een andere speelzaal van de Stichting aangemeld worden, kunnen met voorrang geplaatst worden. Bij aanmelding van een peuter met functiebeperking, wordt zorgvuldig overleg gevoerd met de ouders. Wanneer de peuter de speelzaal bezoekt is een maandelijkse ouderbijdrage verschuldigd. De ouderbijdrage is inkomensafhankelijk. Bij aanmelding van de peuter krijgen de ouders hierover informatie.. Voor de minder financieel draagkrachtige is reductie mogelijk, hiervoor dient de ouder contact op te nemen met de afdeling Sociale Zaken van de gemeente.
17
9.2 Openingstijden De peuterspeelzaal is momenteel 3 ochtenden geopend: maandag-, woensdag- en vrijdagochtend. van 8:45 uur tot 11:45 uur. De peuter kan 1 morgen komen. Wij adviseren in het belang van de peuter om gebruik te maken van de 2 ochtenden (wennen, regelmaat, ‘leren’). De groepsgrootte per dagdeel is maximaal 16 peuters. We werken met 2 ped.m. op 1 groep van 16 peuters. T/m 7 peuters wordt er gewerkt met 1 pedagogisch medewerker en 1 stagiair. Ons team bestaat uit 2 pedagogische medewerkers. Indien een ped. medewerker ziek is of om een andere reden afwezig is, dan wordt zij vervangen door een vervanger. Dit wordt geregeld door de dienst Plaatsing&Planning
9.3 Ruimte, accommodatie Ons lokaal is gezellig ingericht. De ruimte, het materiaal nodigt de peuters uit tot spelen. Er zijn diverse hoeken zodanig ingericht dat het duidelijk naar de peuters overkomt welke “functie” deze hoek heeft. In het lokaal is een keukenhoek met daarbij een stortbak met koud water op peuterhoogte. Deze keukenhoek is afgescheiden van de speelruimte door een bureau en materialenkast. In de hal / garderoberuimte: 2 peutertoiletten en 1 volwassenentoilet wastafel op peuterhoogte ergonomische aankleedtafel kapstok op peuterhoogte kapstok voor volwassenen boorden waarop: voorraad luiers, verschoning, waardeloos materiaal, E.H.B.O koffer prikbord met info Entree: bergkast voor creatieve materialen werkkast met schoonmaakmateriaal blusapparaat Buitenplein, dit is voorzien van een veilige omheining. Dit plein gebruiken we samen met kinderdagopvang “ t Gabbertje” Er zijn afspraken gemaakt over de tijden van gebruik. Buitenberging met rijdend materiaal. Diverse buitenspeeltoestellen en een zandbak.( zie 4.4) Er is een risico-inventarisatie en evaluatie beleid RI & E
18
10. NAWOORD EN TOEKOMSTIG BELEID. Dit pedagogisch werkplan is opgesteld volgens onze visie, werkwijze, en ervaringen op dit moment. Indien nodig zal ons werkplan gecorrigeerd of aangevuld worden. Er wordt steeds meer aandacht besteedt aan het peuterspeelzaalwerk. Regelmatig worden er cursussen gevolgd om een optimale kwaliteit te kunnen bieden aan de ontwikkeling van het kind.
19