P‐Taak 3 Naam: Mirjan van der Meer Klas: 1B Studentnummer: 197335 P-taak begeleider: Edith de Vries Datum: 18 mei 2011 Stage: Vakcollege Heerenveen
Inhoudsopgave INLEIDING
3
MIJN LESSENSERIE REFLECTIE
8 11
BIJLAGE / GLOBALE UREN
14
ALLE OVERIGE ACTIVITEITEN OP EEN RIJ BIJLAGE OVERIG MATERIAAL
15 18
2
P‐taak, periode drie. 3
Inleiding.
Mijn eerste stagedag was op 31 januari 2011. Als eerst had ik een afspraak met mijn coach Hetty Schuil. Na het gesprek ben ik mee gegaan naar haar lessen, en heb ik de middag op het Vakcollege door gebracht. Vanaf nu zou ik elke maandag middag meelopen met mijn coach van half een tot kwart voor vier. Al vanaf het begin stelde de coach mij gerust, ze stelde mij voor aan de klas en vanaf nu was ik; Mevrouw van der Meer. Een raar idee dat leerlingen mij met de achternaam zullen aanspreken, de eerste paar keren klonk het vreemd in de oren, maar al snel raak je gewend aan het idee. De eerste dag mocht ik mee helpen met een opdracht en maakte ik contact met de leerlingen. Het was niet alleen observeren, ik mocht gelijk aan het werk. Dat voelde goed en begon mij steeds meer op mijn gemak te voelen. Ik wou de leerlingen helpen als ze vragen hadden en ging samen met hen te werk. De lessen Engels zijn van half een tot twee uur, dan een kwartier pauze. Na de pauze een andere klas van kwart over twee tot kwart voor vier. De eerste klas van de dag is klas 2A. Een klas met tweeëntwintig leerlingen, jongens en meiden, VMBO-Kader niveau twee. De tweede klas van de dag is 2D. Een groep van elf jongens met een ‘rugzakje’. Zij volgen de LWOO (Leerweg Ondersteunend Onderwijs) opleiding om hun VMBO diploma te halen. Een bijzondere klas, ze bekijken en beleven de wereld anders. Omdat 2C bezig was met het ontwerpen van een flyer, individueel of met zijn tweeën, leek het mij een leuk idee om zelf ook een flyer te maken om zo deel te nemen aan de opdracht. De klas moest de flyer presenteren in het Engels. Mijn coach vond het een goed idee dat ik er een zou maken. Met de flyer was ik ongeveer een 60 min bezig, en het presenteren een tien minuten (zie flyer bij activiteiten, blz: 13). Het was de eerste keer dat ik voor de klas stond en dat was spannend, vierenveertig ogen op je gericht, en ze waren allemaal stil. Doordat ze zo stil waren raakte ik in de war en was ik zo verbaasd dat ik mijn tekst vergat en begon te ‘brabbelen’. Uiteindelijk heb ik mijn excuses aangeboden aan de klas voor mijn gemompel. Mijn onderwerp was Robin Hood, en ze vonden het prachtig ondanks mijn gestuntel. Na mijn presentatie wouden ze meer weten over Robin Hood. Vanaf dat moment wist ik het zeker dat ik docent wil worden. De connectie die je maakt met de leerlingen vind ik boeiend en het is interessant om een manier te vinden wat bij hun realiteit past, bij hun belevingswereld, en dat je combinaties kunt maken met verschillende
3
onderwerpen zoals historie. Het voelt goed om voor de klas te staan en de kennis die je bezit over te dragen en te delen. Mijn coach liet me vrij en vroeg elke week of ik iets wou maken en presenteren voor de klas. Zo begon ik met een spel te bedenken over de regelmatige en onregelmatige werkwoorden voor klas 2A en voor 2D. De werkwoorden kwamen uit ‘Stepping Stones’ waarvan ze later een toets over krijgen. Met het memory spel ben ik wel meer dan een dag bezig geweest om dat klaar te krijgen. Het mooie was dat ze het spel interessant vonden en kwamen zelf ook met ideeën hoe ik het beter kon doen. Het idee en de uitwerking kun je vinden bij de activiteiten bijlage. Ondertussen ga je bezig met andere activiteiten, zoals surveilleren bij een toets, cijfers geven en huiswerk nakijken. Tijdens het maken van opdrachten bij de leerlingen langs gaan om te kijken of ze het snappen en vragen hebben. SO’s opgeven en cijfers uitrekenen. Het was raar om een leerling een onvoldoende te geven, je gunt ze allemaal een voldoende. Zo heb ik ook les gegeven aan 2A over woordvolgorde en bijwoorden van tijd. Een stuk grammar uit het Stepping Stones les boek, een samenvatting voor de grammar toets. Met een opdracht zoals deze ben ik lang bezig geweest met het in elkaar zetten van de informatie, visueel beeld zoeken en eigen opdrachten bedenken. Met deze activiteit was ik een dag bezig om het in elkaar te zetten. Het resultaat is te bekijken in mijn activiteitenlijst. Vanuit de praktijk leer je veel, zo begrijp ik zelf grammar beter omdat je zelf onderzoek doet en het uitlegt aan de klas. Door middel van visueel beeldmateriaal wil ik de leerlingen pakken. Zodat ze zelf een beeld kunnen creëren en het gebruiken. Het triggreren van de hersenen, het prikkelen, zodat ze de stof kunnen gebruiken. Daarnaast maak ik gebruik van hun namen in een voorbeeldzin. Dan heb je ze gelijk de aandacht. Voor klas 2D mocht ik een grammar les maken over ‘the present perfect’. Ook hier ben ik in totaal een dag bezig geweest om het voor te bereiden. Ze kunnen geen goed engels maar zijn visueel heel sterk. Ook hier de strategie van beeld en namen te gebruiken van leerlingen. Ik kreeg van een leerling; Niels, die moeite heeft met leren, het compliment dat hij mijn uitleg begreep. Een groot compliment omdat ik aan mezelf twijfelde of ze mij zouden begrijpen. En als je dan zoiets terug krijgt dan ben ik heel blij en sta ik met een glimlach voor de klas. Voor hun had ik zelf ook een opdracht gemaakt in kleine stapjes. En na mijn les wisten ze wat de voltooide tijd was in het Engels.
4
P‐taak, periode drie. 5 Elke week stond ik voor de klas met een nieuwe activiteit. Mijn lessenserie komt aan bod in hoofdstuk “lessenserie”. Nu ga ik nog vertellen over mijn andere activiteiten. Zo kreeg ik na elke presentatie/les feedback van mijn coach en een opdracht voor de volgende keer. Hier een aantal punten; ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
Voor jezelf een doel stellen wat je met je les wilt gaan bereiken. Ik ben te vriendelijk waardoor ze mij vaak niet goed kunnen horen, ik moet de antwoorden herhalen zodat iedereen het kan horen, dus stemgebruik. Meer gebruik maken van het materiaal wat er ligt, meer interactie met de leerlingen. Je lessen goed voorbereiden. Orde houden in de klas, kijken wat iedereen doet, en doen ze ook mee? Duidelijk zijn, en aan mijn twijfel en onzekerheid werken.
Dit was feedback over nadat ik samen met de leerlingen het huiswerk had na gekeken en zelf wel had voorbereid maar toch steeds twijfelde aan mijn eigen antwoorden. Je moet hier goed nadenken over wat je zelf zegt en op wat voor manier de leerlingen met de antwoorden komen. Je hebt je eigen antwoord, maar misschien wat de leerling zegt is ook goed? Daarin was ik te twijfelachtig. De feedback van mijn coach was direct en leerzaam. Geen verhalen eromheen, to-thepoint. Dat is een fijne manier van werken, je weet waaraan je moet werken, en wat je sterke en zwakke punten zijn. Zo kreeg ik dan de opdracht om voor de volgende keer mijn stem te gebruiken. Naast het lesgeven ga je lessen observeren, om dat zo goed mogelijk te doen heb ik gebruik gemaakt van de observatie formulieren uit het boek: ‘de vijf rollen van de leraar’. Er is een formulier dat je de docent observeert en een formulier dat je de leerlingen observeert. En daaruit kun je zien hoe de samenwerking is tussen docent en leerling. Mijn coach is een docente die direct is, haar grenzen aan geeft en tijd neemt om met de leerlingen te comminuceren. Zo komt ze zo nu en dan met een verhaal uit eigen ervaring en met een grapje ertussen door. Dat zal ook wel moeten, je hebt de leerlingen twee uren in het lokaal zitten en je moet als docent voor afwisseling zorgen. Zo heeft ze een didactische aanpak om eerst de tijd te nemen om naar de leerling te luisteren. Dan een introductie, duidelijk uitleggen wat het programma is voor vandaag. Dan een stukje theorie en uitleg over het desbetreffende onderwerp. Daarna werken de leerlingen uit het boek, en of gaan samen met de docent een lees- luisteropdracht doen. Daarna weer individueel of in tweetallen aan het werk. Weer even geconcentreerd aan het werk. En als ze tijd over hebben een spel, of mogen ze iets voor zichzelf doen.
5
Het concentratievermogen van deze leerlingen is lager en moet je een manier vinden om ze aan het werk te houden. De sfeer tijdens de lessen zijn open en toegangelijk. Je merkt dat leerlingen het grootste invloed hebben op de sfeer. Het hangt er vanaf hoe ze zich voelen, zijn ze chaotisch en prikkelbaar of rustig en meegaand. Je kunt als docent nog wel een lessenplan hebben met alle plannen die je hebt plus het tijdschema, alleen de leerlingen kunnen verschillend reageren op jou als docent. En daarin merk ik dat ik meer mijn grenzen moet aangeven en meer structuur in moet brengen. Plus dat mijn introducties nog wat onduidelijk zijn, ik ga snel door mijn introductie heen en vergeet mijn planning door te nemen met mijn leerlingen. Daar moet ik ook aan werken. Ik heb het van te voren op papier staan en ik weet wat ik wil gaan doen. Zodra ik begin met de les en een leerling maakt een impuls dan kan ik in mijn hoofd wat onrustig worden waardoor ik ga twijfelen. Mijn coach liet mij vrij in het bedenken van lessen en activiteiten. Ons doel was om van elkaar te leren. Ik leer van mijn coach en mijn coach van mij. Ik heb veel tijd in mijn activiteiten gestoken elke keer wat nieuws verzinnen is best lasting. En ik heb veel gehad aan de lessen van vakdidactiek en leren lesgeven. Vooral vakdidactiek kreeg ik meer inzicht in het bedenken van orginele en creatieve opdrachten. Er is ontzettend veel wat je kunt doen. Ik merk wel dat ik veel tijd erin stop om inhoud te combineren met het creatieve. De leerlingen zijn visueel gericht, hoe ga je dan theorie omzetten in iets visueels? Daarna werken ze veel met computers. Een activ board is dan een prachtig hulpmiddel. Het is een nieuwe school en in elk lokaal zit een beamer en board. Een uitdaging en ik heb daar veel plezier in gehad, ook al was ik soms dagen bezig om iets in elkaar te zetten. Als de leerlingen de stof begrijpen en ze kunnen het toepassen dan ben ik blij en heb ik mijn doel bereikt. Naast het lesgeven heb ik nog een ochtend mee gelopen met klas 2D. En een boeiend gesprek gehad met de mentor van 2D. Ze liet mij een lijst zien met de noodzakelijke informatie over de leerlingen. Wat mij opviel dat ze overeenkomsten hebben met verschillende aandoeningen zoals: astma, ADHD en depressies. Over deze onderwerpen heb ik het gehad tijdens de allereerste presentatie in de tweede periode van school. Het is best zorgwekkend, als je dat leest. Ik heb een ochtend zelfstandig les gegeven zonder coach i.v.m. ziekte. Daarnaast nog een toets en een opdracht verzonnen voor klas 1B. Helaas ging dat niet door, mijn coach was ziek en de roostermaker vond het een te grote verantwoordelijkheid om mij de lessen te geven. Dat vond ik wel jammer.
6
P‐taak, periode drie. 7 In totaal heb ik 17 dagen meegelopen en heb ik een band opgebouwd met klas 2A en vooral klas 2D. Ik heb met 2D de hele lessenserie gedaan en met 2A de eerste opdracht van de lessenserie. In de bijlage vind je de globale uren van de overige activiteiten plus de lessen die ik in elkaar heb gezet. Dan gaan we nu verder met mijn lessenserie.
7
Mijn lessenserie. Mijn interesse gaat vooral uit naar theorie omzetten in beeld. Werken met visueel beeldvorming zodat leerlingen een link kunnen leggen tussen theorie en het toepassen van de informatie. En dat hoeft niet alleen maar film of plaatjes te zijn. Woorden is ook een vorm van beeldvorming. Van te voren wist ik dat ik graag een stukje cultuur van Groot-Brittanie wou laten zien. British Studies is daarom mijn basis geweest samen met Vakdidactiek. Omdat je juist met vakdidactiek vorm kunt geven aan je informatie die je wilt overdragen. Het is onderverdeeld in een luisteropdracht, leesopdracht en een tekenopdracht (praktijkgericht). De Ideeën die ik had voor vakdidactiek heb ik uitgewerkt aangepast aan klas 2D. Dit is een klas wat veel moeite heeft met leren en het onthouden van theorie. Het zijn elf jonge mannen die creatief en praktijk gericht zijn. Ze hebben een laag concentratievermogen en je moet ze kunnen triggeren, voor afwisseling zorgen en ze bezig houden. Mijn lessenserie is verdeeld over drie lessen van drie kwartier. Mijn thema is; The Arts. Ik heb voor de kunsten gekozen omdat ik een kort fragment had gezien op de BBC site over ‘Banksy’. Een grote graffiti-artiest die vooral bekend is onder ‘streetart’. En met dit onderwerp ben ik begonnen. Ik heb er een luisteropdracht van gemaakt, het niveau is wat te hoog maar mijn coach vond dat juist een uitdaging. En de leerlingen stellen dat op prijs, het is uitdagend. Ik had een PowerPoint presentatie gemaakt en het gebruikt als basis voor deze opdracht (zie bijlage lessenserie).
De les ging goed, de leerlingen deden mee en vonden het onderwerp interessant. Mijn coach vond het leuk materiaal en was tevreden. Alleen mijn introductie had beter gekunt, ik ging te snel en het was wat onduidelijk voor de leerlingen. Inhoud was prima, mijn opdracht was in het Nederlands en ze mochten de vragen in het Nederlands beantwoorden. Het leuke was dat ik deze opdracht ook met 2A heb gedaan, maar dan de vragen in het Engels. Dezelfde vragen als bij 2D, alleen konden ze de antwoorden uit het fragment moeilijk vinden en hadden veel meer moeite ermee om het te volgen dan 2D. Terwijl 2D een LWOO klas is en 2A VMBO Niveau 2 is. Een klein verschil om de vragen in het
8
P‐taak, periode drie. 9 Engels te doen en ze vinden het lastig, terwijl ik samen met hun de vragen van tevoren had besproken. Het tweede onderdeel was Freddie Linsky, een jonge schilder uit GrootBrittanie. Ik las het artikel tijdens het lezen van het British Studies handboek. En dit vond ik een mooi onderwerp om mee te nemen in mijn lessenserie. En dat heb ik gedaan, ook hier had ik gebruik gemaakt van een PowerPoint. Ik heb verteld over hoe de Britten tegen kunst aankijken en had ik vergelijkingen gemaakt tussen oude en nieuwe kunsten en tussen realistische en abstracte kunst. Verder vond ik het interessant om met de jongens erover te praten en wat zij van kunst vinden. Wat ze eronder verstaan en of ze zelf interesses hebben in de kunst. Zijn ze zelf creatief. Ik had deze opdracht gedaan zodat ik meer in contact zou komen met de leerlingen, en na mijn les kregen ze van mij huiswerk mee. Omdat de vorige keer mijn introductie zwak was, had ik deze keer aan mijn leerlingen gevraagd of ze zelf schilderen en of tekenen. Om zo over te gaan naar de inhoud van mijn les. Na mijn les heb ik samen met de leerlingen over kunst gesproken, de ene zocht een filmpje op op you tube en de andere ging beeldmateriaal googlen. Ik vertelde over mijn ervaringen en interesses en mijn coach deelde haar interesses. Uiteindelijk was ik erg tevreden en ging het al beter dan de vorige keer, dat kun je ook zien op de opnames. Het huiswerk was om een Engels woord te nemen wat iets zegt over hun persoonlijkheid. Achteraf gezien was het misschien een te moeilijke vraag voor hun, omdat ze nog midden in hun adolescentie zitten. En dat ze zelf materiaal zouden meenemen, tekeningen en schilder/teken materiaal. En om dat goed te laten verlopen had mijn coach papier geregeld en had ik al mijn teken spullen mee genomen naar de volgende les. Het derde en laatste onderdeel. Deze les liep anders dan dat ik had gehoopt. Mijn uiteindelijke doel was om een grote muurschildering te maken, en deze op te hangen in het lokaal. Alleen had ik 2D nog niet zo chaotisch en rumoerig mee gemaakt. Het overviel mij een beetje en ik kon ze moeilijk bereiken. Als ze eenmaal in hun eigen wereld zitten gaan ze elkaar prikkelen en moet je daar als docent weer een weg in zien te vinden. De les ging goed, alleen waren ze niet voorbereid en hadden twee van de elf hun huiswerk gedaan.
9
Terwijl ik het vorige keer goed had vermeld, genoteerd op het bord en aan het einde van de les nog samen met mijn coach de opdracht herhaald. En nu zaten zo nog na te denken over een woord. Anderen werden rustig en stil van het tekenen, terwijl een paar er weer een warboel van maakten. Ze hebben getekend en hadden uiteindelijk het word, alleen mocht ik de tekeningen niet van ze ophangen. Dit was de eerste keer dat ik mijn, ik wil het geen boosheid noemen, maar ik liet weten dat ik het niet eens was met het feit dat twee wel hun werk hadden gedaan en de rest niet. Mijn coach liet me in het begin van de les alleen en heeft het niet gezien, maar ik geloof dat de leerlingen mijn duidelijkheid wel snapten. Daarna verliep de les beter en ik heb er zeker van geleerd. Ik had het zelf anders gezien en met elkaar de tekeningen willen ophangen en ze te bespreken, dat vond ik jammer. Ik ben tevreden over wat ik heb gedaan en hoe ik mijn lessen had ingevuld. Ze weten nu meer over het stukje cultuur “The Arts” en de kijk van de Britten op kunst. Ik had alleen wat meer Engels in moeten verwerken, dat was te weinig en sommige onderdelen waren misschien wat te moeilijk. Als ik woorden gebruik die ze niet kennen moet ik dat uitleggen of anders verwoorden. Want ze knikken wel als je vraagt of ze het snappen, daar moet je doorheen kunnen prikken. Mijn coach vond dat ik leuk materiaal had en wat aansloot bij het niveau van de leerlingen. Soms gebruikte ik woorden die ze niet snappen, daar moet ik om denken. En nog een aantal belangrijke punten; • • • •
Een duidelijk begin en einde erin verwerken. Meer Engels gebruiken. Je grenzen aangeven. Niet twijfelen, zekerder zijn.
Er zit in ieder geval geen leerling tussen die niets durft te zeggen. Ze zijn allen nieuwsgierig naar je en vertellen je allerlei verhalen. Ze hebben interesse, luisteren en halen grapjes met je uit.
10
P‐taak, periode drie. 1 1
Reflectie. Mijn stage is belangrijk geweest. Ik weet dat ik graag docent wil worden en met deze stage is mijn gevoel bevestigd. Mijn coach heeft mij gelijk opgenomen in de groep, er was geen ik-ben-de-baas-en-jijstagaire. Bij het intake gesprek was het doel dat we van elkaar kunnen leren. De docenten ruimte was de plek dat alles word besproken. Over vrije tijd en over de leerlingen. De sfeer was open en ze kunnen als collega’s goed met elkaar opschieten. Al vond een docent dat er te veel ‘grijze’ docenten zijn. Het zou leuk zijn als er wat meer jonger docenten komen. Tijdens mijn stage ben ik gegroeid, en dat kun je zien tijdens de opnamens van mijn lessenserie. Het begin was spannend maar zodra je eenmaal de connectie maakt met de leerling dan zit het goed. Een aantal leerdoelen die ik voor ogen had voor mijn stage; • • •
Ik wil graag meer inzicht krijgen over het vak; docentschap. Ik wil graag leren beter te plannen en structuur te krijgen. Ik wil graag meer inzicht krijgen over de leerlingen en hun leefomstandigheden.
Uiteindelijk heb ik veel meer ervaren dan alleen deze punten. Ik mocht toetsen maken, activiteiten bedenken en mee helpen met huiswerk en andere opdrachten. Omdat ik vaste klassen had heb ik veel geleerd over de belevingswereld van de jongeren en was het soms best lastig om in een dag voor de volgende dag een activiteit te bedenken. Vaak was het zo dat ik de les mocht beginnen en dat mijn coach het tweede lesuur overnam. En soms stond ik wel twee uren voor de klas. De uren vlogen voorbij. Het is wonderlijk om te zien hoe zij groeien tijdens de adolescentie. En hoe beweeglijk ze zijn, en beïnvloedbaar door hun eigen klasgenoten. Ze veranderen lichamelijk, en uiterlijk wordt belangrijk. Zo zat ik te observeren bij een derde klas, ze hadden een luisteropdracht, en was er een jongeman die continue aan zijn blouse, om te kijken of die nog wel goed zat, ‘gelikt’ eruit zien, noemen ze dat. Haar strak in het vet en de juiste combinaties kleding. De meest opvallende verschijnsel is, tijdens de adolescentie; de beugel. En ik denk dat de omschakeling van jong naar jong adolescent zit tussen het eerste en tweede jaar op de middelbare school. Het is soms ook maar net hoe ze zelf ontplooien en uit wat voor gezinssituatie ze komen.
11
Ik heb ook veel van mezelf geleerd, als je voor de klas staat moet je de aandacht kunnen krijgen en dat vast houden. Ik merk dat ik sterker ben geworden en meer vertrouwen heb gekregen. En dat komt ook omdat mijn coach mij het vertrouwen gaf. En wel zo dat ik zelfs tijdens dat mijn coach ziek was zelf naar school ging om de klas te ontvangen en samen met hun de vocabulaire leren omdat ze na de vakantie een SO hadden. Wat ik moet leren is mij aan mijn plan te houden, daar kan nog wel wat meer structuur in. Didactisch sterker worden. Ik weet goed van te voren wat ik wil doen, en heb dat op papier staan. Zodra de les begint kan ik wat onrustig in mijn hoofd zijn en de rust die ik uitstraal zelf gaan gebruiken. Mijn leerdoelen/leervragen voor het werkplekleren: • • • •
Om meer inzicht te krijgen in het vak. Ik zou graag willen weten hoe een docent zijn tijd indeelt, en waar je allemaal op moet letten. Als het lesgeven voorbij is, wat er dan nog erbij komt kijken. Zijn er onderlinge samenwerking met andere docenten.
Docent zijn is niet alleen op school, je neemt het mee naar huis. Je moet voor jezelf een planning hebben en structuur zonder dat de dingen in de war raken. Je hebt meerdere klassen, je moet precies weten waar je mee bezig bent, wat je doet en wat je moet voorbereiden. Vergaderingen houden, cursussen en of naar lezingen gaan die belangrijk zijn. Toetsen en al het andere nakijken, overzicht houden, lesformulieren maken en je doel vastzetten. Naast docent zijn ben je pedagoog/psycholoog, je houdt gesprekjes met leerlingen, ouders en je werkt ’s avonds door. Je bent de basis van de jonge adolescenten, een deur, en je helpt hen zo goed mogelijk zodat ze het diploma kunnen behalen. Wensen/voorkeuren t.a.v. de uitvoering van p-taak 3: • •
Ik zou graag willen ervaren hoe het is om voor de klas te staan. Te leren hoe je het beste je informatie kunt overdragen aan je studenten.
Ik heb genoeg momenten gehad om voor de klas te staan, om het zo goed mogelijk te doen gebruik je het lesformulier. En dan als je een idée hebt kun je met vakdidactiek het uitbreiden. Wil je dat ze productief zijn, in groepjes laten werken of individueel? Ga je een leesvaardigheid, luister en of schrijfvaardigheid doen. Kun je theorie omzetten in een spel of andere activiteit wat aansluit bij de leerstof. Wat voor werkvorm ga je gebruiken.
12
P‐taak, periode drie. 1 3 Het aller belangrijkste is ken de leerlingen en hun belevingswereld en je doel en of je deze uiteindelijk hebt bereikt. Gebruik de belevingswereld en haal er onderwerpen uit die je kunt gebruiken bij de leerstof. Zorg dat het realistisch is en betrek ze erbij. Stel hun vragen en vraag naar hun mening. Begrijpen de leerlingen de theorie? En kunnen ze de samenhang zien van het geheel? Het zijn aspecten waarmee je gaat spelen en zoeken naar het beste concept voor je leerstof.
13
Bijlage. Globale planning: Datum: 7 feb 2011 14 feb 2011 28 feb 2011 28 feb 2011 7 maart 2011
Activiteit/les: Flyer maken & presenteren voor klas 2A. Memory spel ontwikkelen werkwoorden klas 2A & 2D Memory spel spelen klas 2A, plus opgeven SO Memory spel klas 2D, plus opgeven SO Voorbereiding huiswerk nakijken + SO maken klas 2A & 2D over de regelmatige & onregelmatige ww.
Uren: 60 min. 8 uren. 45 min. 25 min. 3 uur.
14 maart 2011
Les + uitleg woordvolgorde 2A, uitslag SO + uitleg voltooide tijd 2D Lessenserie; The Arts, Banksy, luisteropdracht voorbereiding + les 2D Lessenserie deel twee; Freddie Linsky. Voorbereiding + les 2D Luisteropdracht: ‘Banksy’. Enige aanpassing materiaal + les klas 2A. Mee helpen huiswerk 2A. Deel drie lessenserie: Engels woord; tekenen. Voorbereiding + les klas 2D. Ochtend meelopen met klas 2D.
6 uur.
5 uur.
16 mei 2011
Observeren nieuwe klassen, twee derde klassen en een eerste klas. lesvoorbereiding klas 1B + maken toets vocabulaire donderdag 29 april. Zelfstandig les geven aan klas 2D, coach afwezig i.v.m. ziekte + toets en les 1B = gecanneleerd. Observeren eerste klassen; William & Kate hun trouwerij gezien. Activiteit luisteropdracht voor 2D; Run fatboy run. Voorbereiding plus les. Projectweek.
6 juni 2011
Afscheid stage.
21 maart 2011 11 april 2011 11 april 2011 18 april 2011 18 april 2011 26 april 2011 27 april 2011 27 april 2011 28 april 2011 29 april 2011 9 mei 2011
5 uur. 5 uur. 60 min. 50 min. 2 uur. 5 uur.
4 uur. 90 min. 5 uur. 4 uur. 5 uur.
14
P‐taak, periode drie. 1 5
Alle (overige) activiteiten op een rij. In dit hoofdstuk ga ik bij elke activiteit een korte uitleg geven en in de bijlage staan verdere informatie plus de opdrachten. Flyer maken. Maandag 31 januari was klas 2a VMBO bezig met het maken en ontwerpen van een flyer/brochure. Hier waren ze al een week mee bezig. Tijdens de lessen maken ze gebruik van computers om in het programma Word een ontwerp te maken. De flyer en de presentatie zullen beide in het Engels zijn. De opdracht is met zijn tweeën of individueel. Volgende week zal ieder zijn eigen werk presenteren. Als idee kreeg ik om zelf ook een flyer te maken en deze te presenteren voor de klas. Nu heb ik er eentje gemaakt en gaat over Robin Hood (zie bijlage). De presentatie zal ongeveer een 5 a 10 minuten duren. Ik wil zo de leerlingen beter leren kennen, en laten zien dat wat zij doen dat je als docent mee kunt doen. Zo krijg ik zelf een al wat een beter beeld om voor de klas te staan. Mede om te zien dat wat ik vertel dat het ook goed over komt, dus leren presenteren. Maar ook om beter contact te maken met de leerlingen.
Het Memory spel. Als tweede activiteit ga ik een memory spel maken van de onregelmatige en regelmatige werkwoorden. De klassen 2A en 2D zijn beide bezig met the verbs, en om als herinnering nogmaals de werkwoorden bij langs te gaan, mocht ik een spel bedenken. 2A heeft als niveau VMBO 2 en leren meer woordjes dan klas 2D. Zij leren op niveau van LWO en hebben minder woordjes. Ik heb karton gekocht, voor 2A de kleur rood en geel, voor 2D de kleur blauw & groen. Klas 2D bestaat uit 15 jongens, en 2A uit 20 leerlingen, jongens & meisjes. Het spel gaat als volgt. De klassen worden verdeeld, ieder groepje krijgt zijn hoeveelheid kaartjes. Binnen een bepaalde tijd moeten ze zoveel mogelijk verbs bij elkaar zoeken, met de juiste vormen, bijvoorbeeld: Vangen – to catch Verleden tijd – caught Voltooide tijd – caught Voor klas 2A heb ik 20 woordjes, de klas wordt in 4 groepjes van 5 verdeeld en krijgen elk 5 woordjes. De Nederlandse – Engelse vertaling, de verleden en de voltooide tijd. Het is de bedoeling dat ze de drie vormen bij elkaar gaan zoeken. De kaartjes liggen net zoals bij memory op tafel met de antwoorden naar beneden. Ieder mag steeds een kaartje omdraaien, vinden ze de andere twee juiste kaartjes dan mag diegene ze houden. Degene met de meeste kaartjes heeft gewonnen. Bij 2D is het anders, de klas wordt in 3 groepjes van 5 verdeeld. Ik heb de Nederlandse – Engelse vertaling de kleur groen gegeven, zodat ze weten dat deze kaartjes de Nederlandse vertaling van het woord heeft. Ook hier liggen de kaartjes met de antwoorden naar beneden. Ze pakken een groen kaartje, draaien die om en proberen de verleden en de voltooide tijd erbij zoeken. Net als bij memory draaien ze een kaartje om. Is het fout, dan mag de volgende, totdat iemand de antwoorden heeft gevonden.
15
Grammar: Woordvolgorde. 2A heeft volgende week een proefwerk over hoofdstuk drie. Aan mij de taak om een les te bedenken over de bijwoorden van tijd, oftewel: woordvolgorde. Tijdens de lessen hebben ze oefeningen gemaakt uit het werkboek van Stepping Stones, maar om erop terug te komen ga ik een extra les besteden aan grammar. Ik ga uitleg geven over de bijwoorden van tijd; - Always - Often - Never - Sometimes - Usually - Mostly - Regulary - Seldom Ze mogen in tweetallen aan het werk, zodat ze met mekaar erover kunnen denken en invullen. Het zorgt voor ontspanning, en kunnen ze van elkaar leren. Na elke lesstof krijgen ze een opdracht (zie de bijlage voor PowerPoint + opdrachten). Ze konden door middel van mijn lesstof de leerstof toepassen in de opdrachten. Sommigen waren erg fanatiek en deden goed mee.
2D. Uitleg voltooide tijd. 2D begint met een nieuw hoofdstuk en is het aan mij om uitleg te geven over the present perfect. Na onderzoek en uit de lessen van Danielle heb ik een PowerPoint gemaakt over de voltooide tijd en daarbij eigen opdrachten gemaakt. Omdat het een kadergroep is heb ik het simpel gehouden en gebruik gemaakt van visueel beeld en de namen van de leerlingen, zodat ze de concentratie erbij kunnen houden (zie PowerPoint in bijlage). De opdrachten zijn stap voor stap in beeld gebracht. Ook hier heb ik gebruik gemaakt van de namen van de leerlingen in de PowerPoint. Daardoor krijg je gelijk de aandacht en vinden ze het leuk om hun naam te zien in een bepaalde zin. Na mijn les begrepen ze de voltooide tijd. En als er fouten werden gemaakt liet ik de leerlingen zelf nadenken totdat het kwartje valt.
Toets maken en spel bedenken voor 1B. Tijdens mijn stageweek mocht ik voor klas 1B een toets maken over de vocabulaire uit het Steppings Stones boek. Mijn coach doet dat simpel en maakt gebruik van het activ-board. In word maak je dan je lijst met tien Nederlandse woorden die ze in het Engels moeten vertalen. Dan krijgen ze nog een tien Engelse woorden die vertaald moeten worden naar het Nederlands. Mijn coach gaf mij als tip om woorden te selecteren die je in het dagelijks leven tegen komt en gebruikt. Het zijn leerlingen die Engels niet goed begrijpen en hebben veel moeite met de taal. Je pakt de ‘basics’ uit de woordenlijst. Naast de toets mocht ik ook een spel bedenken. Nu kwam ik op het idee om een mix te maken van film en het spel uit; Holland Sport, ‘petje op, petje af’. Alleen de petjes worden omgeruild met kaarten, blauw en rood. Het gaat als volgt; Ze krijgen een fragment te zien uit de film; Run Fatboy Run. Dit fragment duurt 15 min. Ze moeten letten op namen, kleuren, figuren en objecten. Op een bepaald moment zet ik de film stop en beginnen we met de quiz. Iedereen gaat staan. Ze krijgen een
16
P‐taak, periode drie. 1 7 vraag waarop twee antwoorden zijn waaruit je kunt kiezen. Elk antwoord heeft zijn kleur; blauw, rood. Er is geen overleg en ze krijgen 10 seconden bedenktijd. Is het antwoord fout dan zijn ze af en moet degene gaan zitten. Uiteindelijk omdat mijn coach ziek was ging het niet door. Mijn coach echter vond het een leuke opdracht en zei dat we dit gaan gebruiken bij klas 2D. Alleen zou ik meer vragen moeten bedenken, de opdracht uitbreiden. Dat heb ik gedaan en op deze dag kwam ook mijn contactpersoon langs van de NHL en Mvr. Verzijlberg deed gezellig mee. De leerlingen vonden het erg leuk en hebben de film uit gekeken. Gelukkig bij mij een na laatste vraag vielen er mensen af, ze waren ‘clever’ genoeg om alle antwoorden te vinden. Ik heb er veel plezier aan beleefd. In de bijlage is de PowerPoint te zien.
17
Bijlage; overig materiaal.
18