OPENBARE VERGADERING van de raad der gemeente Alblasserdam op donderdag 14 oktober 2010 des avonds om 19.30 uur in het raadhuis Aanwezig de leden: mevrouw M.J.H. Barra-Leenheer (PvdA)de heer R. van Lavieren (PvdA), de heer L. Verwoert (PvdA), O. Yilmaz (PvdA), de heer Th. De Gelder (CDA), de heer J.H. Wesselius (CDA, later)), de heer A.C. van ’t Zelfde (CDA), de heer mr. A. Boele (SGP), de heer dr.ir H. Boersma (SGP), de heer B.W. de Leeuw (SGP), de heer F.C. de Gier (VVD), mevrouw C.E.J. Leeuwis (VVD), de heer H.F. Verweij (VVD, de heer A.J. Zwaan (ChristenUnie), de heer A.G. Clements (ChristenUnie), de heer J.R. Pardo Kruidenier (D’66) en de heer M. van der Plaat (D’66) Wethouders:
de heer S.J. Veerman (CDA), de heer drs. P.J. Verheij RA (SGP)
Afwezig m.k.:
wethouder A.L. Cardon (PvdA),
Griffier:
mevrouw A.D. Zandvliet
Voorzitter:
de heer A.B. Blase
Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 1 – Opening en vaststelling agenda --------------------------------------------------------------------Voorzitter: Dames en heren, welkom. Ik open de vergadering van de raad van 14 oktober. Het uiteraard alle raadsleden welkom, maar niet minder ook de aanwezigen op de publieke tribune. Welkom. En uiteraard ook de mensen van de ambtelijke organisatie. Welkom. Wij hebben een agenda voor ons liggen en ik ga u eerst even vragen of wij die kunnen vaststellen en daarna heb ik een paar mededelingen. Kunnen wij hem zo vaststellen? Ja? Dan de mededelingen. Allereerst denk ik dat het goed is dat wij stilstaan bij het overlijden van de heer Jacques Guldenmundt. Hij is tijdens zijn verblijf in Frankrijk plots overleden en vanwege de verdiensten van de heer Guldenmundt voor onze gemeente leek het mij goed om daar even een moment bij stil te staan en niet in de laatste plaats omdat hij ook drager is van de erespeld van de gemeente Alblasserdam. Hij heeft daarnaast verdiensten in het sportieve vlak. Wij zullen daar, op een ander moment zal ik daar in ieder geval namens de gemeente nader over spreken. In ieder geval tijdens zijn herdenkingsdienst aanstaande zaterdag in de Fatimakerk. En ook zijn lidmaatschap van het 4 meicomité zal ik dan niet onvermeld laten. Ik denk dat het goed is dat wij een klein momentje stilte betrachten en dat wij even gaan staan daarbij. U heeft namens het gemeentebestuur ook de rouwadvertentie in De Klaroen kunnen lezen en daar heeft u ook kunnen zien wanneer de uitvaart zal plaatsvinden. Een tweede mededeling van een heel andere soort en dat heb je in dit soort gevallen, is dat wij de heuglijke mededeling kunnen doen dat onze brandweer afgelopen zaterdag de regionale, de Alblasserwaardse kampioenschappen gewonnen heeft. Op de tweede plaats eindigde de brandweer van Nedstaal en op de derde onze brandweerlieden van onze vestiging in de wijk Kinderdijk. Kortom, plek 1, 2 en 3 zijn naar Alblasserdam toegegaan. Dat was voor mij reden om afgelopen maandag ook met een doos met gebak naar de brandweerkazerne te gaan om dat met de heren en een enkele dame te vieren. Ook verheugend vond ik dat ik afgelopen zondag een nieuwe ambtsketen heb omgehangen gekregen en ik eb die kinderen beloofd, de kinderen van de Elthetokerk waar ik op bezoek was, om hem even in de raadsvergadering te dragen zodat wij kunnen kiezen of ik nou voortaan deze of die draag. Ik, ja, dat hoopte ik al dat u dat zou zeggen, maar u bent nu het bewijs dat hij inderdaad in de raadzaal even
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
2
gedragen is. O, ik zie ook de bode die daar even nu dat vastlegt. Dank u wel,dat u mij deze gelegenheid geeft. Verder dan even in de personele sfeer. Wij weten dat Aart Clements en, o, ik wou zeggen Michael van der Plaat, iets verlaat zouden kunnen zijn vanwege de agendacommissie in de Drechtsteden, maar ik zie dat Michael de terugweg net wat sneller gevonden heeft, maar wij verwachten ook Aart Clements zo weer terug. Wij hebben gehoord dat de heer Wesselius waarsch…, in ieder geval wat later komt, maar waarschijnlijk nog wel aanschuift. Dat was ongeveer geloof ik… Ik zie u knikken dus dat zal het zijn. En wethouder Cardon excuseert zich niet zozeer omdat er geen agendapunten van hem, uit zijn portefeuille op de agenda staan, maar wel omdat hij vanuit zijn portefeuille elders in ons dorp of in de regio taken te vervullen heeft. In ieder geval hij excuseert zich, maar hij doet zaken die ook onze gemeenschap regarderen. Dat waren wat mij betreft de opmerkingen vooraf. Heeft u nog andere punten van deze aard? Dat is niet het geval? Voorzitter stelt aan de orde AGENDAPUNT 2 – Spreekrecht burgers -----------------------------------------------------Aanwezige burgers kunnen het woord voeren over op de agenda voorkomende onderwerpen. Per spreker is maximaal vijf minuten beschikbaar en in totaal duurt dit punt hooguit 30 minuten. Het spreekrecht is van toepassing op de onderwerpen vanaf punt 5, tenzij • het een besluit betreft waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan; • het een benoeming, keuze, voordracht of aanbeveling van personen betreft; • er een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend. Voorzitter: Dan gaan wij door naar puntje 2, het spreekrecht van de burgers. Dat doen wij voorafgaand aan het geheel van de raadsvergadering. Dus als u over punt 5, Containertransferium, of op punt 6, de voetbalvereniging Alblasserdam, opmerkingen wilt maken, dan is dit het moment om dat te doen. En ik heb begrepen dat in ieder geval de heer Vos het verzoek gedaan heeft om daarvan gebruikt te mogen maken. Dus ik zou… En dat geldt voor niemand anders als ik goed zie. Dan wil ik u vragen om naar de microfoon te gaan en in te spreken en daarvoor is maximaal vijf minuten beschikbaar. Maar ik weet dat u daar zeer bedreven in bent, dus dat zal wel lukken. De heer Vos: Dank u wel, voorzitter. Geachte aanwezigen, ik zal inderdaad ruimschoots binnen die vijf minuten proberen te blijven. Ik wil dit hier beperken namens de voetbalvereniging Alblasserdam tot een bedankje, met name aan de mensen, aan de bezetting van de commissie Samenleving. Het heeft ons in ieder geval goed gedaan dat er met grote zorgvuldigheid is gekeken naar een toch wat bijzondere aanvraag die door de vereniging is gedaan. Dat gaat om veel geld en wij hebben dat als buitengewoon plezierig ervaren en het is goed om dat ook eens een keer in een openbare raadsvergadering even te melden. Veel is daar gezegd over het ophouden van de broek. Iedere vereniging moet zijn eigen broek ophouden. En om in diezelfde beeldspraak te blijven, die broek lukt ook bij sommige mensen niet en die hebben daar bretels bijnodig. Dat lukt bij de vereniging nu ook even niet en die hebben daar de gemeenteraad voor nodig. Ik neem aan dat u me die beeldspraak wel gunt. Verder hebben gelukkig in de afgelopen dagen nog veelvuldig contact kunnen hebben met verschillende fracties. Aanvullende vragen hebben wij getracht zo goed mogelijk te beantwoorden en één vraag is daarbij regelmatig niet gesteld en dat was, wat zou jij nou doen in zo’n geval. Dat heeft me een beetje verbaasd, maar dat is ieders goed recht om dat niet te vragen. Ik wil ook op deze plaats de wethouder bijzonder bedanken voor de wijze waarop hij met de vereniging heeft meegedacht om uit deze problematiek te komen, samen met zijn medewerkers. Ik denk dat het goed is dat die dank hier ook even, ook maar te melden. Om uiteindelijk met de Rabobank te beëindigen die ook zich bereid heeft verklaard zich daadwerkelijk in te zetten en hun maatschappelijke positie erkennen en ook willen invullen binnen deze gemeente om een vereniging van deze omvang proberen te helpen. Wij zijn, en dat kan ik expliciet nog wel eens een keer verklaren, extra blij met de aanvullende voorwaarden die door het college zijn gesteld in het raadsvoorstel. Wij zien dat zeker niet als een vorm van controle. Wij zien dat als een vorm van hulp waarvoor wij erg dankbaar kunnen zijn, want het kan ons als vereniging alleen maar verder helpen op het juiste pad te blijven. Dat wilde ik graag op
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
3
deze wijze even hier kenbaar maken. Ik had ook liever het laatste woord gehad, maar dat, heb ik in de agenda gezien, dat is niet zo. Ik wens u heel veel wijsheid en wij rekenen op de invulling van de bretels. Dank u wel. Voorzitter: In ieder geval is het goed om te zien dat er belangstelling is, ook vanuit de vereniging, voor de vergadering van vanavond. Dat is, denk ik, ook voor een gemeenteraad goed om te merken dat die betrokkenheid er is. Overigens, de wethouder waar u over sprak, is wel in het gebouw maar ik dacht dat hij nog even een overleg moest afronden, dus hij zal ook zo meteen aanschuiven en wij zullen in ieder geval doorgeven ook aan hem, wat u gezegd heeft. Ik denk dat hiermee punt 2, het spreekrecht, afdoende is, ja, aan de orde is geweest. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 3 - Actualiteiten ------------------------------------------De leden van de raad kunnen korte vragen stellen over zaken die de laatste twee dagen vóór de raadsvergadering actueel zijn geworden. Hierover kan een korte discussie worden gevoerd. Voorzitter: Dus dan gaan wij over naar punt 3 en dat zijn de actualiteiten. In ieder geval is een actualiteit dat wij weer een nieuwe regering tegemoet zien en dat Hare Majesteit daar vandaag in ieder geval zich op het bordes mee heeft vertoond. Dus dan kunnen wij ervan uitgaan dat het ook daadwerkelijk zo zal doorgaan. Dat is in ieder geval een actualiteit die ik even voor mijn rekening wilde nemen. En ik zie dat er verder geen anderen zijn die hier gebruik van maken, dus dan hebben wij punt 3 ook gehad. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 4 – Vaststelling notulen openbare vergadering d.d. 16 september 2010 -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Voorzitter: En gaan wij naar punt 4 van de agenda, het vaststellen van de notulen en, mevrouw Leeuwis, ik zal dat niet pagina voor pagina doen, zoals u mij al eerder een keer heeft zien doen. Maar ik probeer te leren van de vergissingen die ik maak, dus graag in één keer. Wie heeft er opmerkingen over de notulen? Mevrouw Leeuwis? Nee, niet? Nou, dan zijn zij vastgesteld. Goed. Dan hebben wij daarmee punt 4 ook gehad. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 5 – Besluitvorming containertransferium Alblasserdam (Raad 2010-057) –-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Portefeuillehouder: P.J. Verheij Voorstel college: 1. In te stemmen met het totale resultaat en vast te stellen dat in redelijke wijze aan de motie van 25 maart 2009 is voldaan; 2. Het Milieu Effect Rapport (MER) Container transferium Alblasserdam d.d. 7 september 2010 te aanvaarden en vrij te geven voor inspraak conform bijgevoegd ontwerpbesluit; 3. In te stemmen met het vrijgeven van het ontwerp bestemmingsplan Containertransferium Alblasserdam voor de zienswijzenprocedure en met het concept besluit tot vaststelling; 4. Eventuele wensen en bedenkingen ex art. 169, lid 4 van de Gemeentewet kenbaar te maken bij de concept privaatrechtelijke overeenkomsten; 5. De besluiten 2 en 3 te effectueren met ter visie legging nadat het Bestuurlijk Overleg MIRT op 10 november een besluit heeft genomen of anderszins zekerheid is verkregen over deze punten zoals omschreven onder toelichting 1.11 t.a.v. het knooppunt A15/N3, het maatregelenpakket onderliggend wegennet en het huiswerkpunt A15. Toelichting:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
4
Het initiatief van het Havenbedrijf Rotterdam tot vestiging van een containertransferium voor de binnenvaart op bedrijventerrein Nieuwland dateert uit eind 2007. Dit “Randstad Urgent project” is meermalen aan de orde geweest in uw raad. U hebt uw zorgen over de mogelijke nadelige externe effecten (verkeer, milieu) al in een vroeg stadium kenbaar gemaakt. Wij hebben destijds afgesproken als college van B&W en gemeenteraad in dit dossier intensief met elkaar te communiceren, u voortdurend te informeren en inhoudelijke discussies te voeren bij de verschillende processtappen. Dit dossier heeft dan ook de afgelopen jaren vele malen op de openbare of besloten agenda van uw raad of de raadscommissie Grondgebied gestaan. Thans zijn wij op het punt aangekomen dat van college en raad belangrijke besluiten worden gevraagd: de aanvaardbaarheidstoets van het MER, het vrijgeven van het ontwerp bestemmingsplan voor een zienswijzenprocedure en het sluiten vaan een tweetal privaatrechtelijke overeenkomsten. Daarom is nu het moment gekomen om alle gemaakte afspraken en uitgevoerde studies, inclusief de zogenaamde huiswerkpunten, te overzien en tot een finale afweging en besluitvorming te komen. Voorzitter: En gaan wij door naar punt 5, de besluitvorming Containertransferium Alblasserdam. Veel papier, vele keren over gesproken en vanavond weer. En voordat ik aan u het woord geef, heeft de wethouder, de portefeuillehouder gevraagd of hij nog een heel kort puntje toe mag lichten op een actualiteit op dit dossier. Zo heb ik dat begrepen. Gaat uw gang. Wethouder Verheij: Ja, dank u wel, voorzitter. Ja, die actualiteit betreft dat wij in het raadsvoorstel er steeds vanuit zijn gegaan dat de grondtransactie voor het containertransferium gepasseerd zou zijn. Dat zou afgelopen maandag zijn gebeurd. Ik ben gisteren door het Havenbedrijf geïnformeerd dat dat nog niet is gebeurd. Dat de juristen nog even tijd nodig hebben om de exacte punten en komma’s op de goede plek te krijgen. Ja, desondanks vragen wij nu u met bepaalde zaken in te stemmen. Ik heb afgewogen, ja, wat dat betekent voor dit raadsbesluit en wij zijn tot de conclusie gekomen dat, ja, dit een vergelijkbare situatie als dat wij met het ministerie van Verkeer en Waterstaat eigenlijk aan de hand hebben. Dat er bepaalde voorwaarden, waar wij vanuit zijn gegaan, in volgorde van, ja, partij 1 doet iets en vervolgens de gemeente, partij 2, doet ook wat en vervolgens kan de procedure starten, dat dit voor het college reden is om voor te stellen een aanvullende, ja, opschortende voorwaarde onder punt 5 te formuleren, namelijk mocht het zo zijn dat die grondtransactie, zeg maar, na of rondom dat bestuurlijk overleg MIRT nog steeds niet zijn gesloten, dat dit een tweede opschortende voorwaarde wat het college betreft, is om die ter visie legging, ja, op te schorten. Dus ik stel voor om onder punt 5 daarvoor toe te voegen dus: nadat niet alleen punt a, de tekst zoals u die vorige week hebt uitgereikt gekregen door de Minister van Verkeer en Waterstaat is ondertekend, maar punt b. eigenlijk ook het Havenbedrijf met betrekking tot de beoogde locatie voor het containertransferium een koopovereenkomst heeft gesloten met de huidige eigenaar. Een aanvullende, opschortende voorwaarde wat het college betreft. Dus die wil ik graag mee in de beraadslagingen laten wegen. Dat was het. Voorzitter: Goed. Dat kunt u wat mij betreft betrekken bij uw beschouwing en ik denk dat het goed is om de raad nu het woord te geven. En ik kijk, denk ik, eerst maar eens even naar de zijde van de heer Van Lavieren. Gaat uw gang. De heer Van Lavieren: Ja, dank u wel, MdV. In de commissie is uitgebreid gesproken over dit dossier. Het gevoel dat de containertransferium ons is opgedrongen, blijft. Daarom, zoals het in de commissie ook werd genoemd, blijven wij een beetje chagrijnig. Om maar in het prille stadium van het voorstel meteen te komen met een dreiging van een aanwijzing rechtvaardigt het gevoel van chagrijn. Het dreigement van aanwijzing heeft het traject van onderhandelen dan ook sterk beïnvloed. Komen wij nu bij het raadsvoorstel, besluitvorming Containertransferium Alblasserdam. Voor wat betreft de voorstellen 2 t/m 5 zijn wij van mening dat hier in de commissie uitvoerig is gesproken en deze geen verdere discussiepunten opleveren. Met de aanvulling van de wethouder even in ogenschouw genomen daar kunnen wij dus ook mee instemmen. Voor wat betreft punt 1 willen wij nog wel wat opmerken. Hier wordt ons gevraagd om in te stemmen met het totale resultaat en vast te stellen dat in redelijk, op redelijke wijze aan de motie van 25 maart is voldaan. Allereerst willen wij opmerken nog wel veel twijfels te hebben of aan de voorwaarde dat deze ontwikkelingen niet ten koste mogen gaan van de leefbaarheid en de verkeersveiligheid naar Alblasserdam zal worden
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
5
voldaan. Twijfels die wij overigens niet wetenschappelijk kunnen onderbouwen omdat daar veel onderzoeken naar zijn geweest en… Het is meer een twijfel vanuit het gevoel dan vanuit, een twijfel vanuit, twijfel hebben aan rapporten en onderzoeken, zeg maar. MdV, vanuit mijn ervaring in mijn werkzame deel van mijn leven weet ik dat het een utopie is te veronderstellen dat je alle eisen en wensen in onderhandelen, dat alle eisen en wensen in onderhandelen worden aangenomen. Zo is dit in dit dossier ook het geval. Gezien de partijen die betrokken zijn bij de onderhandelingen is dit zeker aan de orde. Ik bedoel daarmee een partij als het Havenbedrijf en een provincie. Dat zijn geen kleine spelers in zo’n onderhandeling. Wij zijn van mening dat het college en de raad binnen dit dossier al het mogelijke heeft gedaan. Dit is dus niet de oorzaak van het gevoel dat wij bij het containertransferium hebben. En dan, MdV, naar de toekomst toe. Onze mening is dat wij als raad en college dicht op deze zaak moeten blijven zitten. Opgemerkt is in de commissie dat de capaciteit van het transferium niet volledig wordt benut en hierin schuilt een gevaar voor de toekomst. Vooral economische redenen kunnen de afspraken die gemaakt zijn onder druk zetten. Dus nogmaals, wij moeten als raad en college ervoor blijven waken dat de afspraken die nu gemaakt zijn, gehandhaafd blijven voor de toekomst. Tot zover. Ik dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Voor de fractie van D’66 de heer Pardo. De heer Pardo: Ja, dank u, voorzitter. Ja, voor ons ligt inderdaad een raadsvoorstel van het college met als onderwerp besluitvorming Containertransferium Alblasserdam. Om ook te beginnen bij de eerste vraag, als eerste vraagt het college ons dus in te stemmen met het totaal resultaat en vast te stellen dat in redelijke wijze is voldaan aan die motie van 25 maart 2009. Even voor de duidelijkheid, onze fractie zat destijds nog niet in de raad. Wij zijn dus ook niet, als enige fractie, medeondertekenaar van die motie. Ik vind wel dat wij als fractie ons achter die motie kunnen scharen. Dus inhoudelijk scharen wij ons als fractie achter die motie. Dan de vraag, is er aan die motie dan voldaan. In de motie overweegt de raad in ieder geval dat de ontwikkeling dus inderdaad niet ten koste mag gaan van die leefbaarheid in Alblasserdam en de ontwikkeling niet ten koste mag gaan van de verkeersveiligheid op en rond de polder Nieuwland. Dan is de raad in diezelfde motie, ik heb hem echt even geprobeerd uit te spitten op alle verschillende aspecten omdat ik dat echt van essentieel belang vind voor het uiteindelijk kunnen beantwoorden van die eerste vraag. In die raad, in die motie is de raad ook van oordeel dat aan vijf huiswerkpunten moet worden voldaan, de oorspronkelijke vijf huiswerkpunten. Die worden daar niet benoemd, dus ik heb even de moeite genomen om die vijf nog even terug te, terug te pakken omdat dat ook uiteindelijk een beantwoording van de vraag is of aan de motie voldaan is. Wat waren nu die oorspronkelijke vijf huiswerkpunten, ik heb ze dus even opgezocht. Havenfaciliteit inclusief financiering. Nou, ik begrijp even door de opmerking van de wethouder zojuist dat dat punt eigenlijk nu een klein beetje een opschortende voorwaarde zou worden. OK, goed. Commitment en investeringsbereidheid van private partijen. Waarschijnlijk eigenlijk een klein beetje onder dezelfde opschortende voorwaarde, want zolang mensen de grond niet gekocht hebben, ja, het toont niet de volledige commitment. Maar goed, laten wij dat even daaronder scharen. Een, afspraken over het niet conflicteren van de containerterminal met Noordoevers. Overigens een punt wat wij opvallend weinig ter sprake hebben ter sprake hebben gebracht, maar waar ik nu even voor het gemak van uitga dat het vanuit Zwijndrecht en Hendrik Ido Ambacht wel goed behartigd is. En vervolgens punt 4 en 5 afspraken over aanpassing van lokale verkeersinfra inclusief financiering en punt 5 een planstudie verbreding A15 tot Gorinchem. Die laatste twee punten zijn natuurlijk uitgebreid ter sprake gekomen en daarbij zegt de raad, als eerste vraag de raad van het college zich maximaal in te spannen op dat resultaat, maar stelt daarbij nog inclusief een aantal aanvullende voorwaarden. Maatregelen die het leefklimaat in Alblasserdam verbeteren, geluidschermen langs de A15 nabij Alblasserdam. Ik formuleer ze met name, voorzitter, even letterlijk omdat dat ook hetgene is waar wij uiteindelijk de motie op geformuleerd hebben en sommige van deze aspecten zijn in de loop van de discussie die wij onderling gehad hebben, nog wel eens verwoord op een andere manier. En ik hecht er toch aan om echt vast te houden aan de oorspronkelijke formulering zoals wij hem in de motie hebben vastgelegd. Als derde, goede infrastructurele maatregelen voor de afwikkeling en de doorstroming van het extra vrachtverkeer van en naar Nieuwland en veilige oversteekmogelijkheden voor fietsers op en rond Nieuwland, een duurzame variant van de terminal zodat geluidsoverlast geminimaliseerd wordt en garanties tot slot dat de terminal niet zal worden uitgebouwd tot een volcontinu bedrijf. Verschillende van deze dingen zijn nog wel eens verwoord, bijvoorbeeld de laatste is nog wel eens verwoord onder
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
6
het mom de zondagsrust, maar de oorspronkelijke formulering was breder en onze fractie hecht er ook aan om aan die oorspronkelijke formu…, met name naar die oorspronkelijke formulering te kijken. Goed, als fractie hebben wij al deze punten de revue laten passeren, zoals iedere fractie waarschijnlijk ook intensief heeft gedaan en zoals wij ook in de commissie hebben gedaan. En met name vanuit onze fractie zijn daar best stevige dingen over gezegd, hetzij in beeldspraak hetzij niet in beeldspraak, maar met name wat inhoudelijk geprobeerd heeft die punten te beoordelen. De fractie zegt ook, vraagt ook van het college een maximale inspanning te doen. Dan kom je eigenlijk op twee dingen. Uiteindelijk een oordeel hebben over het resultaat en wat is er nu uiteindelijk op al die punten bereikt en de vraag, heeft het college nu een maximale inspanning verricht. Dat zijn, met name die twee punten vind ik heel erg belangrijk. Wij hebben al die dingen in de commissie de revue laten passeren, in de fractie de revue laten passeren en wij zijn er wel van overtuigd dat het college hier een inspanning heeft gepleegd. Laat daar geen misverstand over bestaan. Maar uiteindelijk gaat het om het totale resultaat wat hier op tafel ligt ten aanzien van die inspanning. En dan is ook de vraag, wat is dan een maximale inspanning. Als je de resultaten over de verschillende onderdelen bekijkt, dan valt het tegen en ik heb dat, denk ik, ook wel kunnen herkennen in de bijdrage van de Partij van de Arbeid als eerste. Het is niet alleen chagrijn, maar uiteindelijk hadden wij er, denk ik, als raad veel meer uit willen halen. Ik denk dat overige fracties het daarmee eens in ieder geval zouden moeten zijn. De heer Van Lavieren: Nou, mijnheer Pardo, als ik even mag. De heer Pardo: Ja. De heer Van Lavieren: Ik heb geprobeerd te vertellen dat de realiteit soms anders is dan gewenst is. De heer Pardo: Ja, precies, maar ik zit nog in de eerste termijn en u heeft dadelijk alle kans om op mijn woorden te reageren. Ik, natuurlijk. Daar gaan wij nog een uitgebreid debat dadelijk over voeren. Realiteit is vaak anders dan dingen die je wenst. Dat is zeker ook een insteek van onze fractie. Maar heeft ons college dan niet optimaal geprobeerd deze dingen in de verschillende onderhandelingen in te brengen. Ik geloof wel dat zij geprobeerd hebben om dat in te brengen, alleen de positie, en dat heb ik ook gehoord in de woorden van de heer Lavieren, de positie die wij onszelf als raad, maar die ik ook van het college heb ondervonden en die ik ook terugvind in de documenten, in de eerste plaats in het voorstel, is er een van onderdak. Wij hebben ons gepositioneerd als een partij die weliswaar wordt gevraagd om een mening en die hier vanavond een oordeel moet gaan vellen en een besluit moet nemen, maar, ja, wij moeten wel opboksen tegen een machtig apparaat als het Rotterdams Havenbedrijf. En wij hebben hier wel te maken met de provincie die ons kan overrulen. Het valt mij wat tegen dat ik dat in de documenten die ik gelezen heb dan ook nog woordelijk terugvind. Want daarmee diskwalificeer je volgens mij je eigen invloed als raad. En ik denk, als ik vraag om een maximale inspanning van een college, dan is dat niet alleen een maximale inspanning ten aanzien van het inbrengen van onze punten in overleg, maar dat zou ook een maximale inspanning kunnen zijn door soms het been stijf te houden als het resultaat er niet naar is of niet ter tevredenheid van ons als raad of als college. Ik sluit het bijna af. Dus een maximale inspanning vraagt dus soms ook om het been durven stijf te houden voor een maximaal resultaat zonder op voorhand aldus de nadruk te leggen op de eigen onmacht van hetzij college of hetzij raad. Een klein voorbeeld hiervan, een illustratie van een andere situatie waarbij ikzelf vind van… Nou, laten wij de gemeente Schiedam nemen. Die is schijnbaar in staat geweest en je mag ervan denken wat je wilt, maar die is schijnbaar in staat geweest om de aanleg van een A4 veertig jaar tegen te houden met allerlei argumenten. Die weg komt er uiteindelijk toch, hè, zult u zeggen, die weg komt er uiteindelijk toch. Maar de, de maatregelen die zijn genomen ten aanzien van de lokale bevolking zijn daar wel aanzienlijk. Dat is ook wel een punt dat ik wil maken van je bent als gemeenteraad, je bent als klein gemeente niet onmachtig, zelfs niet tegen, tegen een Havenbedrijf. En om op voorhand al eigenlijk de handdoek in de ring te zeggen door te zeggen, ja, wij kunnen altijd overruled worden door provincie of zelfs de centrale overheid, vind ik dan eigenlijk te makkelijk. In dit geval zou het concreet betekenen dat wij dus nu ook als raad niet een volgende stap houden, niet een volgende stap zetten. Ik zou hier vanavond op tafel willen leggen en zeker ook met de overige fracties in het debat dat wij dadelijk gaan voeren, is het nou niet mogelijk om te zeggen van, zeker als wij in meerderheid het ermee eens zijn
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
7
dat de resultaten niet datgene zijn, wat wij ervan gehoopt hadden en wat wij eigenlijk willen ten aanzien van de lokale bevolking en dan met name op het gebied van veiligheid en dan met name op het gebied van leefbaarheid van onze gemeente, want er komt nu een containerbedrijf maar het betekent in feite volgens onze fractie het uitbreiden van het Rotterdams havengebied richting Alblasserdam en de vraag is wat stellen wij daar als gemeente voor onze inwoners tegenover met name richting het Rotterdams Havenbedrijf. Wat zou er nu gebeuren op het moment dat wij zeggen stap op de plaats, wij zetten geen volgende stap tot deze punten op een manier worden ingevuld waarvan wij zelf zeggen, ja, onder die voorwaarden willen wij inderdaad ons, onze polder in dienst stellen van een uitbreiding van het havengebied Rotterdam. De wethouder is het wellicht ook niet eens met die eerste conclusie die mijn fractie trekt. Toch dan even een vraag aan de wethouder ondanks dat ik het debat met name met de overige fracties wil voeren, vraag aan de wethouder. Wat mag die burger van Alblasserdam dan extra verwachten als het gaat om leefbaarheid en veiligheid op basis van die onderhandelingsinspanningen van het college. Nogmaals dus met name ten aanzien van die leefbaarheid van Alblasserdam en de verkeersveiligheid op en rond de polder Nieuwland. Alvast bedankt. Zover de eerste bijdrage. Voorzitter: De fractie van de VVD. Mijnheer Verweij. De heer Verweij: Dank u wel, voorzitter. Na dit betoog van de D’66-fractie is het lastig om je op je eigen eerste termijn te richten omdat de verleiding erg groot is om nu al met de tweede termijn te beginnen. Voor ons ligt een lijvig dossier waarin al menig, waarover al menigmaal in raad en commissies is gesproken, een dossier wat het in zich heeft om er met gemengde gevoelens naar te kijken. Dat is in de commissie gebleken en dat blijkt ook nu bij de vorige sprekers. Voor onze fractie geldt dat meepraten en meedoen soms vruchtbaarder en effectiever is als het gaat om het realiseren van de eigen belangen dan er simpelweg alleen maar tegen te zijn, de hakken in het zand te zetten en het risico te lopen door de landelijke overheid met een aanwijzing overruled te worden. Het is die opstelling van kijken hoe zo goed mogelijk onze belangen veilig te stellen zijn, waarmee wij als raad het vorige en het huidige college op pad hebben gestuurd. Daarom is het goed om ons hier, op deze plaats te realiseren dat vanavond niet de vraag voorligt of wij blij zijn met de komst van het containertransferium of de vraag of wij blij zijn met de wijze waarop die op ons pad is gekomen, nee, de vraag die voorligt is de vraag om in te stemmen met het resultaat en vast te stellen of het college in redelijke wijze aan de motie van 25 maart 2009 heeft voldaan. Voor de VVD zijn in dit dossier met name de aspecten leefbaarheid, bereikbaarheid en verkeersveiligheid van belang. Door de confessionele partijen in onze raad is daar het aspect zondagsrust aan toegevoegd. Wij vinden het als fractie goed om te constateren dat wij die aspecten leefbaarheid, bereikbaarheid, veiligheid en zondagsrust ook met gezond verstand zijn blijven benaderen. Zo hebben wij in eerste aanleg ons hard willen maken voor een geluidscherm en als je dan ziet, dat dat heel veel geld kost en de effecten daarvan minimaal zijn, dan vind ik het van gezond verstand getuigen dat je daar dan van afziet en probeert om op een andere manier de effecten op de leefbaarheid te minimaliseren. Het is ook goed om te zien dat die duurzaamheid en aandacht voor geluid wel op een andere manier de gewenste aandacht krijgen. In het kader van veiligheid worden maatregelen genomen om de kruisingen met fietspaden waarover met name onze schoolgaande jeugd zich verplaatst, zo veilig mogelijk te maken. Ook daarin lijkt wat ons betreft redelijkerwijs te zijn voldaan aan de geformuleerde wensen. Als het gaat om de bereikbaarheid heeft de wethouder in de commissie duidelijke garanties afgegeven over de maximale verkeersintensiteit en het feit dat die voertuigbewegingen van en naar het transferium strak gemonitord zullen worden en het is nu aan andere partijen om de in het kader van de bereikbaarheid te nemen maatregelen rond de A15, de A15/N3 en de aanpassingen voor het onderliggend wegennet te gaan realiseren. De VVD roept ook op deze plaats het college op om actief, in samenwerking met ondernemers en buurgemeenten, te anticiperen en te reageren op mogelijke uitstralingseffecten van het containertransferium naar de omgeving. En daarbij moet wat ons betreft gedacht worden aan vrachtwagenchauffeurs die langere tijd zich gaan ophouden rond het transferium in afwachting van hun vracht. Dat is geen ondenkbaar scenario, kijkend naar hetgeen zich nu rond de Rotterdamse haven en haar terminals voordoet. Kijkend naar dit dossier moeten wij constateren dat dit college uitvoering heeft gegeven aan datgene wat onder het vorige college is ingezet. Om die reden kunnen wij als VVD-fractie daarom instemmen met het voorliggende resultaat en vaststellen dat het college in redelijke wijze heeft voldaan aan de
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
8
motie. Vanzelfsprekend onderstuenen wij het voorbehoud en het voorbehoud zoals net is toegelicht als het gaat om de overdracht, maar ook het voorbehoud ten opzichte van de maatregelen die onze bereikbaarheid moeten garanderen en wij vertrouwen erop dat alle partijen die daar betrokken bij zijn nu hun verantwoordelijkheid zullen oppakken. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Boersma van de fractie van de SGP. De heer Boersma: Dank u wel, MdV. Wij hebben in commissieverband ook uitgebreid bij dit dossier stilgestaan. Mijn gedachte voor vanavond is dat ik de SGP-bijdrage in commissieverband even kort samenvat en dan vervolgens, ja, meer een vijftal algemeen politieke conclusies wil trekken, lijnen wil trekken. Dus dit is de eigenlijk eerste fase van de besluitvorming, concrete besluitvorming rondom het containerterminal en wij nemen in beschouwing het raadsvoorstel, maar ook de memo met betrekking tot de externe veiligheid die wij in dank hebben ontvangen. Het raadsvoorstel legt ons een vijftal beslispunten voor, voorzitter, waarvan de eerste, nou, dat is ook wel gebleken, het politiek meest relevante beslispunt is. Het proces tot nu toe. Mijnheer Van Lavieren zegt, ja, ons chagrijn is nog niet over. Nou, wij zijn als SGP-fractie inmiddels dat chagrijn wel voorbij ondanks het feit dat het voorstel ons is opgedrongen, dat wij power play hebben ervaren van de partners Havenbedrijf, provincie en rijk, ondanks het feit dat het college wat er destijds zat, mijnheer Verweij, bij ons in elk geval de indruk wekte de zaak enigszins op zijn beloop te laten. Dus ik wil even nogmaals onderstrepen dat ik in de commissievergadering juist doelde op het college dat voor het eerst met dat dossier werd geconfronteerd en ik heb me ook voorgenomen om het niet meer over oude colleges te gaan hebben in de toekomst. Dat is het proces tot nu toe. Dan de huiswerkpunten die wij in een motie hebben neergelegd. Behelst een viertal punten. Het ging over milieu in brede zin. Je zou kunnen zeggen leefbaarheid in brede zin. Het ging over veiligheid. Met name waren wij bezorgd voor de veiligheid van de kinderen die al fietsend vanuit Alblasserdam naar Papendrecht op school gaan. Wij maakten ons zorgen over toename van de verkeersdrukte op de A15, een weg die al heel druk is. En inderdaad, de zondagsrust. En mijnheer Pardo heeft gelijk, wij hebben dat destijds eigenlijk zo geformuleerd dat het ons niet zou moeten gaan om een bedrijf dat 24 uur per dag en 7 dagen per week in de lucht is. Inderdaad is het zo dat in commissieverband wij dat misschien wat vernauwd hebben tot juist dat specifieke aandachtspunt de zondagsrust. Deze huiswerkpunten in beschouwing nemend, de motie in beschouwing nemend en tegelijkertijd ook de stukken die voor ons liggen, voorzitter, kom ik namens onze fractie tot de conclusie dat met dit voorstel in redelijkheid aan die motie is voldaan. BCTN, als het gaat over milieu, BCTN die kiest een bijzonder milieuvriendelijke, de bijzonderste milieuvriendelijke variant en ja, waarom zou zo’n bedrijf dat doen. Nou, wij hebben dat al vaker uit de mond van de wethouder gehoord, ja, dat bedrijf heeft ook gewoon een economisch belang om zo zuinig mogelijk met het milieu om te gaan, om zo zuinig mogelijk bijvoorbeeld met brandstof om te gaan. Wij hebben gezien hoe de containerterminal in ’s-Hertogenbosch opereert. Ik moet zeggen dat ik persoonlijk en wij als fractie daar ook bijzonder van onder de indruk waren en wij hebben vertrouwen in deze exploitant. Verkeersmaatregelen met betrekking tot de veiligheid, ja, wat ons betreft blijkt uit deze stukken dat er afdoende maatregelen worden genomen om de veiligheid van, nou, in zijn algemeenheid iedereen in dit gebied maar in het bijzonder de kinderen te garanderen. Wat dat betreft delen wij de conclusie van D’66 dan ook niet. Kom ik op de verkeersdrukte op de A15, ook een aspect van leefbaarheid. Ja, daar moeten wij zeggen dat wij het niet voor elkaar hebben gekregen dat wij nu al weten dat die drukte op de A15 op de agenda staat van hogere overheden. Ook hebben wij niet voor elkaar gekregen dat wij nu al een toezegging hebben dat die A15 verbreed zal worden. Maar stel dat wij die toezegging wel zouden hebben of stel dat het al wel op de agenda’s van hogere overheden zou staan, dan weten wij met elkaar dat het toch nog heel lang kan duren voordat zo’n maatregel geëffectueerd is. Ik kom daar zo dadelijk nog wel eventjes op terug, op dit specifieke punt. Wat ons betreft, is het belangrijk dat die koppeling is gemaakt met die MIRT-afspraken en wij verwachten dat die koppeling inderdaad ook zodanig effectief is dat dat onderzoek naar effecten op de A15 in beeld gaan komen. Dan de zondagsrust, meer specifiek die 24 schuine streep 7. Ja, wat de SGP-fractie betreft is dat eigenlijk nog het grootste minpunt aan het compromis wat nu voorligt. Ik zal er niet uitgebreid op, verder op doorgaan. Dat is al een aantal keren eerder gebeurd. Wij zien zondagsrust echt als een totale stilstand van bedrijfseconomische activiteit. Wat wij nu constateren, is dat dat weliswaar gebeurt aan de landzijde maar aan de waterzijde activiteiten doorgaan. Dat betreuren wij, maar wij vinden het
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
9
aan de andere kant ook weer heel fijn dat wij het voor elkaar hebben gekregen dat in elk geval aan de landzijde het bedrijf op slot zit. Dan nog eventjes die 24/7, waar mijnheer Pardo aan refereerde. Nou, dat hebben wij nou niet zo expliciet, denk ik, in dit stuk staan. Maar wat mij betreft, is de afspraak dat er niet meer dan 180.000 tue op jaarbasis vervoerd gaat worden aan de landzijde. Eigenlijk al het slot op de deur. Immers, als die 180.000 tue verstookt gaan worden in een tempo van 24 uur per dag, 7 dagen per week, dan zijn die snel verstookt in de loop van het jaar, dus dit dwingt eigenlijk ook de exploitant al tot spreiding van de activiteiten. Wij hebben het daar ook in commissieverband over gehad, als het gaat over de zondagsrust. Met andere woorden, voorzitter, wij kunnen instemmen met het eerste besluitpunt en vanzelfsprekend ook met de besluitpunten 2 tot en met 5. Dat begreep u wel uit mijn bijdrage. Dan de extra informatie die wij aan het begin van de vergadering kregen van de portefeuillehouder met betrekking tot de grondaankoop en dat er nog geen grondaankoop door BCTN van Holcim heeft plaatsgevonden. Prettig dat het nu als een extra voorwaarde wordt opgenomen, maar ja, onwillekeurig ga je dan toch de vraag stellen, zit hier misschien stiekem toch een addertje onder het gras en aan welk addertje zouden wij dan mogelijk moeten denken. Voorzitter, kom ik tot een vijftal, ja, wat meer algemene politieke conclusies naar aanleiding van dit dossier en dat heeft in de eerste plaats te maken met bestemmingsplannen. Wat de bestemmingsplannen doen, die zien, in elk geval het bestemmingsplan op dit gebied voorziet in de facilitering van industriële activiteiten die tot de zwaarste categorie behoren. Nou, daar worden wij nu mee geconfronteerd maar dat hoeft geen verrassing voor ons te zijn want wij wisten dat het bestemmingsplan zo was ingericht. Het probleem echter is niet zozeer dat bestemmingsplan op dat gebied maar dat er onvoldoende rekening is gehouden, toen wij die bestemmingsplannen hebben goedgekeurd of dat bestemmingsplan hebben goedgekeurd, met, ja, effecten op de veel bredere omgeving. Wij spreken nu over effecten op de A15, wij spreken over veiligheid en leefbaarheid in een veel groter gebied. Zo’n container terminal heeft mogelijk grote gevolgen voor verkeer en veiligheid. Daar zijn wij juist met elkaar over in gesprek gegaan. Een heel ander soort bedrijf, bijvoorbeeld TNT als die daar een logistiek centrum zouden hebben geopend, zou mogelijk eenzelfde druk hebben gehad, druk hebben uitgeoefend op de A15 of heel die omgeving. Dat soort dingen hebben wij niet in kunnen voorzien in dat bestemmingsplan en ik leg maar even de vraag voor. Ik heb er ook geen oplossing voor. Ik constateer dat alleen, dat wij, zeg maar, bestuurlijk gezien daar tegenaan lopen en ik vraag mij af wat voor instrumenten heeft de gemeente in handen of zou de gemeente misschien moeten ontwikkelen om mogelijk op dit soort in de toekomst ontwikkelingen te anticiperen. Dus even los van het bestemmingsplan. Dan het tweede punt is die, die overvaltactiek of die power play. Ik denk dat het een illusie is om te veronderstellen dat dat in de toekomst nooit meer zal gebeuren. Dus het is misschien goed om daar eens over na te denken, hoe wij daar als gemeente mee zouden kunnen omgaan. Ik denk in de eerste plaats dat het belangrijk is dat wij via de Drechtsteden een sterke vuist maken met… Als Drechtsteden staan wij nadrukkelijk sterker dan als lokale gemeente. Wij zijn een veel sterkere partner richting de Rijkswaterstaat, provincie, rijk. Kan, had dat in dit dossier beter gekund? Ik denk dat de Drechtsteden goed hebben geopereerd maar ik maak me, ik heb me in de loop van het traject wel enigszins zorgen gemaakt over de positie bijvoorbeeld van de een gemeente als Papendrecht. Het lijkt toch dat die gemeente wat laat wakker is geworden en wat laat is na gaan denken over de mogelijke effecten juist van deze conterminal ook voor hun grondgebied. En mogelijk dat Drechtsteden of Drechtstedenbestuur dat eens wat zou kunnen bewaken hoe die belangen lopen over de verschillende gemeentes heen. Ik pleit hierbij, voorzitter, overigens niet alleen voor, ja, een reactief beleid, zo van nou, er komt iemand naar ons toe en nou, daar moeten wij dan wat mee als Drechtsteden. Nee, Drechtsteden ga in actief gesprek met Rijkswaterstaat, met die hogere overheden om juist te voorkomen dat wij in de toekomst nog eens een keer overvallen worden door dit soort, met dit soort initiatieven. Een derde aspect hier bij die overvaltactiek en dat vond ik wel bijzonder aan de bijdrage van de portefeuillehouder die zegt, ja, zoek naar gemeenschappelijke, gezamenlijke belangen. Bijvoorbeeld, de exploitant is ook niet gebaat bij een vastlopen op de A15. Nou, daar kan je elkaar vinden ondanks het feit dat je wat chagrijn hebt en misschien nog steeds wat chagrijn blijft houden. Een laatste aspect op dit punt is, ja, zo snel mogelijk acteren van het college. Als het college nou ziet dat er iets speelt, acteer daar zo snel mogelijk op, met open vizier naar de raad. Niet die Calimerohouding, niet het poppenkastdenken. Laat het achter je. Neem gewoon je rol. Dat moeten wij doen als raad en dat moeten, dat moet het college wat ons betreft ook doen. En mogelijk, ik zeg dat hier gewoon maar als, ik werp dat maar op als een vraag, mogelijk dat, als wij dat in een eerder stadium hadden gedaan, wellicht dat wij dan nu al dat onderzoek naar effecten op de A15 echt voor ons hadden liggen. Dat had mogelijk gekund.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
10
Als het dan hierover, als ik dit dan even zo samenvat en ik wil even reageren nog op de bijdrage van de D’66-fractie, dan vraag ik me af, als je dit overziet en ook de resultaten overziet, wat had D’66 dan extra binnen willen halen wat er nu nog niet is binnengehaald en hoe had dat dan moeten gebeuren. Ik hoor de heer Pardo zeggen, het college heeft zich wel ingespannen, hij wilde niet zeggen dat het college zich maximaal had ingespannen. Hij constateert wel een inspanning. Als die inspanning groter had gemoeten of welke specifieke punten had dat dan gemoeten en wat zou hij daar dan bij hebben verwacht. Een derde meer algemene lijn, voorzitter, als u mij nog even de tijd geeft, is… Voorzitter: Ik was aan het meetellen, maar ik dacht dat u al verder was. De heer Boersma: Nee, nee, nee. Dat was een onderdeling a, b, c, d. …dat zijn de compromissen. De heer Van Lavieren refereerde daar ook al aan. Ja, in dit soort dossiers zijn die wat ons betreft echt onvermijdelijk en zeker omdat hier, ja, de belangen van Alblasserdam zo nadrukkelijk prevaleren en dat is, wordt ook raadsbreed gedeeld, denk ik dat het goed is dat juist op dit soort dossiers een goede samenwerking plaatsvindt tussen de raad enerzins en het college anderszins, natuurlijk met oog en behoud van ieders verantwoordelijkheid. Wat onze fractie betreft, is dat juist in dit dossier goed gegaan. De raad die heeft zich stevig opgesteld in de vorm van de motie, die huiswerkpunten. Nou, daar is het college mee aan de slag gegaan. Vervolgens heeft het college teruggekoppeld en aan de raad gevraagd, ja, wij weten dat wij in een compromis terecht gaan komen, wat is nou jullie ondergrens, waar sturen jullie ons nou echt mee op pad. Ook vind ik het goed dat het college de raad ook heeft meegenomen in die hele procesvorming. Dus ik zou zeggen dank daarvoor en wat ons betreft, zou dit de manier moeten zijn waarop wij in de toekomst ook verder moeten. Het vierde aspect, ook wat algemener aspect, is veiligheid. Dat is ook nadrukkelijk aan de orde gesteld, ook met name nadrukkelijk aan de orde gesteld door de D’66-fractie, maar houdt ons natuurlijk allemaal bezig. Voorzitter, waar, waar, bij onderwerpen waar veiligheid in het geding is, ja, moeten wij helaas met elkaar accepteren dat 100% garantie dat er nooit een calamiteit zich zal voordoen, dat die 100% garantie nooit te geven is. Dat kan deze raad niet afdwingen, dat kan het college niet afdwingen, kan de wethouder niet afdwingen en dat moeten wij elkaar ook niet op willen leggen. Dat kan gewoon niet. Er zijn altijd onvoorziene omstandigheden, er zijn altijd, nou, toevallige ontwikkelingen die mogelijk kunnen leiden tot toch een ongeval. Dat willen wij natuurlijk niet en wat ons betreft, gaat het dan ook vanavond niet om, ja, de boodschap mee te geven, college, doe nou nog meer dat wij 100% veiligheid hebben, dat wij 100% zeker weten dat er nooit een fietser onder een vrachtauto komt op weg naar Papendrecht. Dat moeten wij elkaar niet willen opleggen. Volgens ons gaat het om een gewetensvolle en eervolle afweging van belangen, van baten en van risico’s en in dat totaalpakket, ja, valt wat ons betreft, als het, met name al ik dit punt van de veiligheid aanstip, valt dat gewoon goed uit. Wij zijn overtuigd dat de maatregelen die nu genomen worden, afdoende zijn om de veiligheid in redelijke mate van fietsers te garanderen. Ik heb dan een concrete vraag aan de fractie van D’66. Ik begrijp dat bij u dat beeld echt negatief uitvalt. U blijft het hebben over die veiligheid en ik ben nou zo benieuwd op welk punt vindt u dat die veiligheid echt negatief uitpakt en wat zou u daar dan gerepareerd willen zien. Voorzitter, dit waren vier algemene punten. Eén meer specifiek punt naar aanleiding van commissievergaderingen eigenlijk die wij recent hebben gehad en dan wil ik eventjes D’66 aanspreken. Het, ja, nou ja, goed, daar zitten wij vanavond voor bij elkaar, dacht ik. Ja. Ik denk dat wij constateren dat, en dat is heel prettig ook om deze zaal mee te maken, dat D’66 echt een eigen politiek geluid laat horen. Dat is alleen maar helder. Voorzitter: U kunt uw reactie op D’66 ook in de tweede termijn doen overigens. De heer Boersma: Maar dit is niet zozeer een reactie op (noot notulist: onverstaanbare interruptie). Precies, dus dit is echt mijn eerste termijn. Voorzitter: Als tussenzin. Goed. De heer Boersma:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
11
Ja. Dus eigen politiek geluid maar ook eigen politieke vorm meen ik dat D’66 probeert gestalte te geven. En wat mij nou in die vorm… De heer Pardo: Gaat het om mijn bijdrage vanavond of om mijn bijdrage in de commissie? Voorzitter: Kijk, daar was ik al bang voor. De heer Boersma: De commissie. Gaat over… Ja, ik was nog niet helemaal klaar met mijn eerste termijn. Wat mij opviel in juist die vorm is het contrast tussen de commissievergadering op de maandag en de commissievergadering op de woensdag. Ik herinner mij dat u de maandagcommissie Samenleving bij de rondvraag nadrukkelijk het thema populisme aan de orde stelde en dat wij in dit dorp toch niet zouden moeten willen dat mensen groeperingen tegen elkaar uitspelen. Ja, ik zal voorzichtig formuleren, want ik weet ook dat er in verband van het presidium over door is gesproken, maar ik wil het toch ook hier in de openbaarheid doen. Ik vond de punten die met name D’66 inbracht als het ging om het punt van de veiligheid, ik heb daar ook zo-even wat van gezegd, toch wat doorschieten naar de populistische toer. En die twee, ja, bijdragen kon ik eigenlijk niet goed op elkaar afstemmen. Aan de ene kant waarschuwt u juist voor dat populisme en aan de andere kant ervaar ik, ervaren wij juist dat het populisme in de vorm ook wordt ingebracht. Ik stop er nu echt mee, MdV. Dank u wel. De heer Pardo: Een kleine reactie. Ik wil hier één ding op zeggen in ieder geval. Voorzitter: U mag straks nog uitgebreid, hoor. De heer Pardo: Ik ga dadelijk uitvoerig reageren erop alsnog, maar laat ik in ieder geval even vaststellen dat ik het woord populisme in mijn bijdrage op maandag nooit in de mond heb genomen. Dat is iets wat mij naderhand in de mond is gelegd, maar het woord populisme heb ik in die zin nooit gebruikt. Voorzitter: Mijnheer Boersma. De heer Boersma: Ja, mijn woorden waren weggevallen dat dit mijn eerste termijn was. Dank u, voorzitter. Voorzitter: Het was een uitgebreide eerste termijn. Nou ga ik naar de fractie van de ChristenUnie, mijnheer Zwaan. De heer Zwaan: Dank u wel. Als ChristenUnie hebben wij ook vorige week duidelijk gemaakt waar wij voor staan. Wij hebben onze mening op het proces gegeven. Ook daarin kunnen wij stellen, wij hebben er niet om gevraagd maar wij hebben wel te maken ook met een categorie 5 bedrijventerrein. Daar zijn wij mee omgegaan zoals het is gegaan. Wij hebben voor ons nu een voorstel en wij hebben aangegeven dat wij daarmee kunnen instemmen. Is het daarmee een voorstel geworden, wat wij helemaal gewild hadden? Nee. Ook wij hadden onze verlangens, wensen, laat ik dat ook maar even zo zeggen. Ik wil nog twee elementen noemen. Eerste element dat gaat om de klasse-5-vrachtwagens waarbij wij ook in de commissie hebben neergelegd van moeten wij ons er nu zo bij neerleggen dat dat zo is. Eigenlijk willen wij ons er niet bij neerleggen en willen wij ook richting de wethouder verzoeken om te onderzoeken wat mogelijk is of welke ruimte wij als gemeente hebben rondom zonering. Nou, volgens ons moet daar nog iets uit te halen zijn. Tweede wat ik nog wil noemen, wij hebben ingebracht de nachtrust en de zondagsrust. Ook wat dat betreft, hebben wij heel duidelijk stelling genomen. Wij hebben ook aangegeven dat de formulering die er nu is een compromis is, maar wij gaan er ook vanuit, een beetje analoog aan wat de SGP heeft ingebracht, dat het aantal bewegingen wat mogelijk is, maakt dat ook de exploitant rekening houdt met de nachtelijke uren en dat dat niet alleen in geluid is maar ook in licht en andere vormen wat overlast
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
12
zou kunnen geven. De formuleringen zoals die dus staan in het voorstel, daar, die zijn voor ons acceptabel en dat betekent dat het ontwerp bestemmingsplan gepubliceerd zal gaan worden als wij met elkaar een meerderheid hebben zo meteen in de raad. Dat is een belangrijke stap, een belangrijke stap, waarbij wij eigenlijk een raadsbesluit tot vaststelling in het logische verlengde op ons af zien komen. Dat is wat ons betreft duidelijk. Daar moeten wij, denk ik, vanavond ook niet omheen willen lopen. En in een snelle reactie op de bijdrage van D’66 is mijn vraag, uw voorstel hoe proportioneel is dat om een aantal voorstellen of ideeën neer te leggen zoals u dat nu doet, gelet op wat er nu voor ons ligt. In ieder geval wij willen de wethouder ook nog even, of even, wij willen de wethouder wijsheid toewensen bij de verdere gesprekken die gevoerd moeten worden, zeker ook met datgene wat u genoemd heeft, noemen punt 5 plus. De precieze formulering heb ik niet meer voor ogen, maar wij gaan ervan uit dat u zich daar volledig voor blijft inzetten net zoals de elementen die wij allemaal belangrijk vinden als leefbaarheid, verkeersveiligheid en de milieudoelen. In dat kader wil ik kort onze bijdrage van vorige week nog wel herhalen. Daarin hebben wij gesteld dat cijfers en modellen vaak voor waar en feitelijk worden aangenomen. De praktijk is echter vaak weerbarstiger om nog maar niet te spreken over gevoelens, emotionele beleving of waardering van zaken. Dat was onze bijdrage vorige week en daar aanvullend nu constateren wij dat de middelen die de wethouder heeft om bij afwijkingen te kunnen sturen om bij onverwachte zaken te kunnen anticiperen of te reageren, dat die beperkt zijn. Eigenlijk niet veel meer dan de wettelijke mogelijkheden die wij als gemeente hebben. Dat waren volgens ook zo de woorden uiteindelijk van de wethouder. Laten wij dan als ChristenUnie onze verwachting in ieder geval dan uitspreken dat wij verwachten dat er zo snel mogelijk en zo adequaat mogelijk gehandeld wordt als dit nodig blijkt. En dit gaat vanaf de eerste aanpassingen van de wegen tot het volledig operationeel zijn van de CT in zijn definitieve vorm. Dit draagt ons inziens bij aan het vertrouwen van de burger in het bestuur van ons dorp. Dit willen wij als laatste ook nog nadrukkelijk meegeven aan de wethouder en is dit ook onze bijdrage in eerste termijn. Voorzitter: Dank u wel. En de heer Van ’t Zelfde van de fractie van het CDA. De heer Van ’t Zelfde; Dank u wel, MdV. Allereerst wil ik namens mijn fractie de waardering uitspreken voor de inspanningen die het college heeft verricht op dit dossier. Dat heb ik ook al in de commissie gedaan, maar ik wil het hier toch nog een keertje zeggen. In de commissie uitvoerig gesproken over het tot nu toe doorlopen proces. Mijn fractie heeft kennis genomen van de tot nu toe behaalde resultaten daarop. Het is niet echt, het is echter niet het resultaat dat mijn fractie voor ogen had toen wij instemden met de motie van 25 maart 2009. Toen hadden wij nog in beeld dat er daadwerkelijk tegemoetkoming kon worden verwacht. Dat blijkt nu maar heel beperkt te zijn. Wij.. Even kijken waar ik ben, hoor. Op grond van de voorliggende informatie komen wij toch tot een oordeel vanavond en dat oordeel is dat wij in kunnen stemmen met het besluit. Wij zijn, wij zijn daar niet tevreden mee, daar onderschrijf ik ook wat de heer Lavieren heeft gezegd, maar het is allemaal binnen de wettelijke bepalingen en daaraan wordt voldaan. Wij blijven wel het college oproepen zich maximaal in te blijven spannen op dit dossier en wij hopen dan ook dat u alle mensen, alle partijen eraan, aan de overeenkomst houden. Dat u daarop toeziet. Tot slot wil ik nog zeggen dat wij zeer ingenomen zijn met het proces wat tot nu toe gegaan is tussen uw college en de raad rondom dit dossier. Wij hebben heel veel papieren voorbij zien komen. Dat was allemaal nodig om tot een goed besluit te kunnen komen, denk ik en daar wil ik het voorlopig even bij laten. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Voor zover de eerste termijn van de raad. Ik denk dat er aan de ene kant een oproep is gedaan misschien om tussen de fracties in de tweede termijn nog wat te bespreken. Ik denk dat de wethouder zich daar niet teveel in zou hoeven te mengen, maar dat hij wel op die punten die, ik zal maar zeggen, naar het college toegebracht zijn, dat hij daar vast nog een extra licht over kan laten schijnen. Gaat uw gang. Wethouder Verheij: Ja, dank u wel, voorzitter. Ja, zoals ik ook al in de commissie heb gezegd en dat hoor ik hier ook terecht weer terug in de raad, is dit geen ideaal proces geweest en heb ik ook begrip voor, ja, wat de raad soms chagrijn noemt. Anderen hebben het weer, er weer andere woorden voor. Maar dat is, ja, gedeeld gevoel en een gedeelde beleving met het college. Dat heb ik ook vorige week gezegd. Ik ben in mijn vorige rol en in mijn huidige rol daar nooit blij mee geweest, maar heb wel het maximale
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
13
gedaan wat binnen de mogelijkheden lag om, ja, het proces binnen de context die wij meekregen vanaf het begin af aan, ja, tot dit punt te brengen, waarbij wij op het gebied van leefbaarheid, bereikbaarheid en verkeersveiligheid pal staan voor onze inwoners en die van de buurgemeenten, want die zitten er op sommige punten nog dichter op dat wij. Maar ook daar voelen wij ons natuurlijk betrokken bij en daar is ook de rol van de Drechtsteden die als gememoreerd is belangrijk bij geweest en nog steeds. Daar kom ik zo meteen ook even op. Ja, dat heeft ook de beoordeling van dit voorstel, dat heb ik ook eerder gezegd, moet dus ook plaatsvinden binnen die context van grote nationale belangen die ook een rol spelen. Dit dossier is al vrij vroeg als een “Randstad urgent” project benoemd, waarbij inderdaad andere belangen gaan spelen, andere bevoegdheden gaan spelen en de manier waarop, daar zijn wij allemaal niet blij mee geweest. Die belangen en die bevoegdheden zijn gebruikt of gedreigd met het gebruiken daarvan, daar zijn wij allemaal niet blij mee geweest. Maar dat is wel de context waarbinnen, en de realiteit waarbinnen je dan moet opereren. Dat is een afweging, wat kies je dan, wat de heer Verweij zegt, ga je mee in gesprek, ga je randvoorwaarden stellen, ga je proberen daar op het gebied van leefbaarheid, bereikbaarheid en verkeersveiligheid het maximale uit te halen of je hakken in het zand met een vergroot risico dat je het op dat punt helemaal niet binnenhaalt. Nou, de raad en het college hebben er in een eerder stadium voor gekozen, daar was die motie, waar D’66 zich met terugwerkende kracht achter schaart, ook voor bedoeld. Om juist die kant van het proces in te gaan. Dit is dan ook het resultaat. Dus binnen die context, dat wil ik nog een keer benadrukken, moet dit resultaat ook gelezen worden. Als het gaat over de twijfels die sommigen houden op het gebied van de leefbaarheid en de verkeersveiligheid, is het inderdaad, wat de heer Zwaan ook zegt, goed te realiseren dat je inderdaad niet alles in modellen kunt vangen. Je kunt niet alles vooraf bestuderen van zo gaat het lopen en dat is…, die kunnen het wel en met de best mogelijke kennis en, ja, professionals die daarvoor doorgeleerd hebben, bekijken wat zou er gaan gebeuren als… Ik kan u zeggen dat, nou, ik voer maar even de lijst aan met onderzoeken die in de bijlagen van de MER zijn genoemd, wie er allemaal, wat voor bureaus, wat voor deskundigen er allemaal naar gekeken hebben, ja, dat op het gebied van onderzoeken het beste van stal is gehaald, ook als wij daar aanvullend om vroegen, heeft het Havenbedrijf aanvullend onderzoek gedaan om te kijken, ja, wat de beste voorspelling van de effecten zou zijn. Dat betekent niet dat het daar ophoudt, want die beleving en de realiteit daar gaat het natuurlijk ook om. En dat betekent dat wij als college, en dat heb ik ook in de commissie gezegd, natuurlijk gaan monitoren. Dat moeten wij ook. Het is ook verplicht onderdeel van de MER-procedure dat, als wij dat evalueren, dat wij het in de gaten houden, wat gebeurt er precies. En niet alleen omdat het moet, maar juist omdat wij het zo belangrijk vinden dat die leefbaarheid en bereikbaarheid en verkeersveiligheid op goed niveau blijven of verbeteren als het gaat bijvoorbeeld om de A15, gaan wij dat stringent en buitengewoon serieus doen. Dus als de oproep wordt gedaan van verschillende kanten, blijf scherp, houd partijen aan de afspraken, kan ik u dat zeker toezeggen en dat zal ik blijven doen, zoals ik ook, ja, met de informatie die, ja, met regelmaat weer, ook weer nieuw tot mij komt, zoals bijvoorbeeld op het punt van die grondtransactie, continu alert moet blijven en zal blijven om, ja, te waarborgen dat wat wij met elkaar willen op het gebied van leefbaarheid, verkeersveiligheid en bereikbaarheid ook realiseren. Als het gaat over die vijf andere huiswerkpunten uit de motie, mijnheer Pardo, dan is de enige voorbehoud wat wij nu maken niet zozeer commitment, investeringsbereidheid of dat soort zaken. Het enige huiswerkpunt wat eigenlijk eerder al is benoemd, niet in onze motie maar al in eerdere fase, de grond moet over… of moet gekocht zijn. Notarieel in ieder geval. Dat is het voorbehoud wat wij nu toevoegen omdat dat al geregeld zou zijn. Op al die andere punten, bijvoorbeeld Noordoevers, waar u op wijst, dat is inderdaad in eerdere fase bekeken, onderzocht en afgedekt en daar is in eerdere fase al aan voldoen. Als het gaat over de motie die u zeer zorgvuldig en minutieus zoals u noemt, heeft nagelopen, moeten wij daarin ook, ja, kijken naar wat er in de tussentijd is gebeurd. Wij hebben hier meer dan eens als raad en college gezamenlijk over dit dossier gesproken, waarbij het voor zowel het college als de raad niet makkelijk was weer een goede strategie te bedenken, volgende stappen met elkaar uit te denken in het totaal van het proces om, ja, dit wat wij nu hier op tafel hebben boven tafel te krijgen. Dus u moet dat wel ook beoordelen wat er in de tussentijd aan stappen is genomen. Als je helemaal aan het begin van het dossier kijkt, je vergeet wat er in de tussentijd allemaal is gebeurd en je kijkt naar het eindresultaat, ja, dat is maar een deel van de werkelijkheid. Er is in de tussentijd veel gebeurd, bijvoorbeeld op het gebied van die geluidschermen. Ja, die hebben wij niet binnengehaald. Dat kunt u met recht zeggen. Maar dat is ook niet voor niks. Er is meer dan eens op gestudeerd. Er zijn tegenonderzoeken gedaan. Zowel op het gebied van nut en noodzaak hebben wij hier aan de orde gehad dat wij ook niet in redelijkheid kunnen eisen dat enige andere partij voor die kosten opdraait. Dus dan moeten wij ook inderdaad met gezond verstand, zoals de heer Verweij zegt, ja, dat wegstrepen en zeggen van het is goed bekeken, wij kunnen dat niet in redelijkheid hard maken dat wij dat van andere partijen kunnen verlangen, dus moeten wij daar dan ook het vervolgens bij laten, bij
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
14
die serieuze studie. Heeft het college c.q. de raad en/of de raad een positie van underdog gekozen. Nee, absoluut niet. Wij hebben met de raad gezamenlijk als college, ja, steeds zeer zorgvuldig geopereerd, maar wel binnen de context van andere belangen en andere bevoegdheden en zeker niet de underdog gespeeld van kijk eens even, als wij onze rug rechthouden of ons been stijf houden, dan gaat het verkeerd. Je moet je er wel van vergewissen wat er in het totale spel van spelers die hier aan tafel zitten, kan gebeuren, maar reken erop dat dit college en ook het voorgaande college daar, ja, het maximale in heeft gedaan om de rug te rechten en dat binnen te halen wat in redelijkheid binnengehaald zou moeten worden en zover wij konden gaan, zijn wij gegaan. Die verzekering wil ik de heer Pardo absoluut geven. En als het gaat, wat kunnen wij ons, want kunnen onze burgers nu extra van verwachten, zoals u vraagt, wil ik u nogmaals wijzen op het feit dat het lokaal wegennet wordt aangepast, eerder dan noodzakelijk. Wij zouden het zelf op enig moment ook moeten doen. Nou, dat hebben wij nu eerder dan en op rekening van anderen gekregen. Op het gebied van fietserveiligheid worden de nodige maatregelen getroffen. Ik kijk ook even naar duurzaam plus. Het is, wij krijgen daar een bedrijf. Het is een categorie-5-bedrijventerrein, maar het bedrijf kiest er doelbewust zelf voor het meest duurzame materiaal aan te schaffen wat er denkbaar is. En ik heb mij laten informeren dat zelfs onderdelen van wat in de bedrijfsvoering daar gebruikt wordt, nu nog op de tekentafel liggen omdat het gewoon nu nog niet elders operationeel is omdat dat het meest innovatieve, zeker op milieugebied, is wat er te vinden is. Zelfs nog in de maak is. De VVD heeft inderdaad aangegeven, nou ja, het meedoen, meepraten, voorwaarden stellen is de strategie geweest die wij hebben gekozen en dat heeft dit opgeleverd. Eén van de andere fracties heeft volgens mij ook gewezen op, ja, heeft de gemeente Papendrecht er misschien wat laat… Nou, die is niet laat op dit dossier gesprongen of is daar niet laat bij betrokken geweest, maar die heeft een andere strategie gekozen. Die heeft in de tijd dat wij deze motie stelden, gezegd nee, dit willen wij niet. Punt. Nou, dan heb je een andere rol aan de onderhandelingstafel mogelijk dan als je zegt ja, wij willen onder stringente condities hier wel aan meewerken. Dan ben je gesprekspartner en ja, kun je voorwaarden stellen. Wij hebben desondanks er natuurlijk voor gekozen dat wij in de hele omgeving, dus ook rekening houdend met de belangen van de buurgemeenten, voor iets van leefbaarheid, bereikbaarheid en veiligheid goede condities konden afspreken c.q. opnemen in dit dossier. De oproep van de VVD van ja, blijf scherp actief en ga in samenspraak met ondernemers en de buurgemeenten opletten wat daar gebeurt, intervenieer als dat nodig is, die honoreer ik zeer zeker. Dat is ook het plan van het college om dat op die manier te doen. Er is nu ook regelmatig overleg met de buurgemeenten maar ook met de ondernemers. Ik ben van de week nog bij Ondernemersvereniging Nieuwland geweest, waar dat natuurlijk ook ter sprake komt wat daar precies kan verwacht worden, wat er gebeurt als het iets anders loopt dan verwacht. Dus ik zal dat zeer zeker op die manier doen als u daartoe oproept. Ik kijk even, ik zie, ik heb nog een vraag gekregen van de heer Boersma over ja, dat instrument bestemmingsplan, waarbij de heer Boersma vermoedt dat wij destijds bij het vaststellen van het nu nog geldende bestemmingsplan wellicht onvoldoende hebben gerealiseerd wat er allemaal zou kunnen. Nou, ik denk dat dat ook met de beste kennis van dat moment is gedaan. En natuurlijk, die raad die dat heeft vastgesteld en college, hebben ook naar eer en geweten dit bestemmingsplan vastgesteld om dit mogelijk te maken. Wat alleen nu gebeurt, ja, dat is ook wel weer op ruimtelijke ordeninggebied in zekere zin vernieuwend. Ik heb begrepen dat de casus die wij nu hier hebben ook in die termen als casus figureert in ruimtelijke ordeningland. Wat kun je allemaal met dat bestemmingsplan. Bijvoorbeeld die overslag op de kade, die 200.000 tue, ja, dat is meer voer voor ruimtelijke ordeningspecialisten om weer een, ja, vernieuwing of een stap verder te gaan in wat kun je allemaal binnen het bestemmingsplaninstrumentarium regelen en wat niet. Daar is dit dossier, ja, toch wel, zijn wij daar toch wel ver in gegaan om, ja, diepgaand te kijken wat kunnen wij nou tot aan de uiterste grens wat er binnen het bestemmingsplanland op dit moment geaccepteerd is om binnen het bestemmingsplan allemaal te regelen daarin opnemen. Dat heeft ertoe geresulteerd dat die 200.000 tue en bijvoorbeeld die, het niet mogen overslaan van gevaarlijke stoffen bijvoorbeeld in het bestemmingsplan is geregeld. Ja, de rol van Drechtsteden heeft de heer Boersma nog op gewezen. Ja, die heeft inderdaad, ja, vroegtijdig aan tafel gezeten en zit nog steeds aan tafel met al die partijen en blijft ook aan tafel hebben wij ons verzekerd als het gaat om bereikbaarheid, bijvoorbeeld dat belangrijke punt van studie op de A15. Als er uit die studie problemen blijven blijken, dan zoal ook Drechtsteden, hebben zij ons verzekerd, zich maximaal inspannen om dat op de agenda te krijgen en te houden en voort te stuwen in het proces van het MIRT waar zij dat kunnen. Ja, ik heb al gezegd, ja, wij moeten scherp blijven kijken wat er in de realiteit gebeurt naast alle onderzoeken die ten beste gedaan zijn. Ik kan u zeker toezeggen dat wij daar ook, mochten zich daar dingen voordoen die afwijken van, ja, wat is onderzocht, een duidelijke afwijking van effecten, dat wij
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
15
daar inderdaad snelheid in zullen maken met open vizier, ook richting de raad zoals u zegt en opereert en dat is ook wat de heer Zwaan vraagt, volgens mij wat vertrouwen wekt dat je, als het toch iets anders loopt dan uit onderzoeken blijkt, dat niet verdoezelt, daar open over bent en daar maatregelen op neemt, ook intervenieert en binnen alles wat je kunt doen daar ook gewetensvol mee omgaat. De ChristenUnie wijst nog op die euro 5, het gaat volgens mij juist om niet euro 5, die vrachtwagens die geen euro 5 normen hanteren, dus 3 en 4, dat zijn de huidige, euro 5 is eigenlijk op dat gebied weer het beste wat er beschikbaar is rondom vrachtverkeer. Wij hebben natuurlijk al gekeken naar wat is er nu op het gebied van milieuzonering mogelijk en daarbij hebben wij wel de conclusie getrokken dat, als je dit al doet, je het zeker niet alleen voor een specifiek deel, zelfs misschien niet dit bedrijventerrein, maar wellicht zelfs op Drechtstedenniveau moet afwegen. In dat kader kwamen wij ook op het milieuterrein op Drechtstedenniveau uit. Nou, wij, en dat kan ik u wel toezeggen, wij zullen kijken wat op Drechtstedenniveau op het gebied van milieu nog meer kunnen doen dan wij nu al doen. Wij doen bijvoorbeeld als gemeente Alblasserdam nu niet mee met een Drechtstedenprogramma op het gebied van inderdaad energie et cetera, waarbij dit ook een rol speelt. Ja, daar kunnen wij een voorstel voor doen, kost wel geld, om daaraan mee te doen zodat je weer aanvullende maatregelen of onderzoeken op het gebied van milieu kunt treffen. Dus ik zeg u toe dat wij daar, zoals ook in het voorstel op een ander punt staat, zelfstandig mee verder gaan ook buiten dit dossier om. Ik denk dat ik ben ingegaan op de cijfers en modellen en ja, ik ben ook niet blij met dit dossier zoals ik aan het begin heb gezegd, maar ik merk dat wij als raad en college in ieder geval in grote meerderheid die ik hier heb gehoord er wel, zoals het er nu uitziet, mee kan leven. Ik denk dat dat de beste formulering is die ik in ieder geval kan vinden van hoe wij met dit resultaat nu om moeten gaan. Wij hebben er niet om gevraagd. Wij zijn er niet blij mee. Maar met dit resultaat op tafel kunnen wij ermee leven. Daarbij wilde ik het in eerste termijn even laten. De heer Boersma: Mijnheer de voorzitter. Voorzitter: Mijnheer Boersma wilde nog iets toevoegen? De heer Boersma: Ja, er is nog één vraag, althans wat onze fractie betreft, opengebleven en dat is die vraag naar een eventueel addertje onder het gras met betrekking tot die grondaankoop. Wethouder Verheij: Ja, die vraag staat nog open. Ik heb natuurlijk toen ik de informatie tot mij kreeg, het doorgevraagd op die mogelijke addertjes onder het gras en mij is in ieder geval verzekerd dat die er niet zijn, dat binnen afzienbare termijn de partijen wel degelijk de juiste punten en komma’s op het gebied van juridische formuleringen weten te vinden. Dus meer zekerheid dan die ik heb gekregen, kan ik u ook niet geven. Dus ik heb daar aandacht voor gehad gisteren en vandaag en mij is verzekerd dat die er niet zijn. Ik heb ze zelf ook, los daarvan, niet kunnen ontdekken. Voorzitter: En daarbij door het voorstel wat aan te passen zet je daar ook nog een slot op in de zin van dat is een voorwaarde voordat wij zelf de volgende stap zetten. Nou, een serieus onderwerp, een serieuze behandeling. Dat blijkt vanavond. Ik denk dat het goed is om voor de tweede termijn… Ik zie de heer Van Lavieren zijn vinger opsteken. Gaat uw gang. De heer Van Lavieren: Ja, dank u wel. Ja, ik wil eerst even opmerken dat, dat ik eigenlijk de discussie die wij in de commissie hebben gehad, dat wij die eigenlijk niet opnieuw zouden moeten voeren. Dat zou, vind ik in ieder geval, zonde van onze tijd nu zijn of zonde van onze tijd geweest zijn in de commissie. En dan wil ik nog even op, ik wil geen grasmaaier zijn, dus ik wil op twee punten reageren op de fractie van D’66. Ik heb de fractie D’66 horen noemen dat, als je de partijen noemt en je benoemt ze dus stevig, dat dat een diskwalificatie van de raad zou zijn. Ik heb daar eigenlijk mee willen zeggen en ik hoopte er eigenlijk mee, dat daarmee begrepen werd dat wat nu voor ons ligt, alleen maar met stevige inzet en met maximale inzet tot stand kan komen. Dat heb ik ermee bedoeld. Ik bedoel, het zijn stevige partijen. Dat vind ik van ons college trouwens ook. En als je dan tot dit resultaat komt, dat kan je dan alleen maar doen met maximale inzet. Dat is voor mij geen andere uitleg over.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
16
En dan nog een opmerking over het been stijf houden. Nou, ik kan u verzekeren, mijnheer Pardo, dat hebben wij dus in het traject verschillende keren als optie gezien en steeds weer leerde de realiteit ons dat dat eigenlijk geen optie was. Op het moment dat je dus je been stijf houdt, kan je een aanwijzing krijgen en dan vraag ik me maar af wat dat doet met de afspraken die tot nu toe gemaakt zijn. Ik bedoel, wij hebben nu, vind ik, een goed resultaat, want ik noem het maar een resultaat, een goed resultaat bereikt. Op het moment dat je een aanwijzing krijgt, moet je jezelf toch eens afvragen wat er van dit resultaat nog overeind blijft. Ik heb sterke twijfels dat dat verminderd gaat worden. De heer Pardo: Mijnheer Lavieren, bent u met mij eens dat ook dat onderhandelingstactiek is, die signalen die u krijgt? De heer Van Lavieren: Nou, mijnheer Pardo, ik heb in mijn leven wat, wat onderhandelt en soms moet je de realiteit inzien. De realiteit is soms niet wat je wenst en het is geen poker. De kaarten liggen op tafel en alles is bekend. En dan, echt met serieuze overwegingen en met het gevaren die daaraan zijn om afspraken te verliezen, moet je soms kiezen. Dat is vervelend om dan te kiezen dat je je been niet stijf houdt, maar dat is voor mij de beste optie die wij tot nu toe hebben gehad. De heer Pardo: En welke afspraken die tot nu toe gemaakt zijn, bent u dan bang te verliezen als u dat inderdaad zo denkt. De heer Van Lavieren: Wij hebben bijvoorbeeld de afspraak dat de containerterminal geen 24 uur 7 dagen lang in bedrijf zou zijn om er maar één te noemen. De heer Pardo: Volgens mij dat er juist één die wel overeind blijft. Er is een bepaalde activiteit, op ieder moment van de dag is er een bepaalde activiteit op de containerterminal nodig. De heer Van Lavieren: Ja, ik heb net gezegd, het heeft geen zin om de discussie over te doen, maar ik ben redelijk bekend met het gemeentelijk Havenbedrijf. Ik heb 23 jaar in de haven gewerkt. Ik heb gezien hoe zij acteerden. Ik ben daarmee in onderhandelingen geweest. Ik heb verschillende onderhandelingen meegemaakt en ik kan u verzekeren, mijnheer Pardo, dat dit soort dingen, die gebeuren dan dus wel. En als u van mening blijft dat dat soort afspraken overeind blijven, ja, dan kan ik alleen nog maar zeggen welkom in Utopia. De heer Pardo: Nee, nee, dan komen wij in de kwalificaties van Utopia. Daar ben ik het niet mee eens. Nee, ik, wat ik u vraag, want u zegt het been stijf houden, het gevolg daarvan is dat afspraken die tot nu toe gemaakt zijn, dat die wellicht, ja, weer nietig worden. En dan vraag ik aan u over welke afspraken gaat het dan en dan komt u met 24/7. Nou, 24/7 is juist de afspraak waarvan onze fractie constateert, dat die overeind blijft. De heer Van Lavieren: En waar baseert u dat op? De heer Pardo: Op het feit dat er op ieder moment van de week activiteit op het containerterminal kan plaatsvinden volgens de overeenkomst. Zelfs op een zondag kan er activiteit, het is weliswaar aan de havenkant, maar op de containerterminal zou activiteit plaatsvinden. Dus ik zie niet waar u dan juist dit voorbeeld naar voren haalt als het punt van dat gaan wij mogelijk verliezen als wij het been stijf houden. Nou, er valt daar niets te verliezen. Dus wat dat betreft, ben ik het echt niet met u eens op dit punt. De heer Van Lavieren: Dan heeft u waarschijnlijk niet naar de heer Boersma geluisterd, die de beperking heeft aangegeven van het functioneren van het containertransferium, want daar is een beperking op van 180.000 tue. De heer Pardo:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
17
Daar ga ik ook nog op reageren, maar nu u hem naar voren brengt… Als er één keer in de drie uur een vrachtwagen van het containerterminal afrijdt, dat is het nog steeds mogelijk om gedurende het hele jaar 24/7 activiteit op die terminal te ontplooien. Ik bedoel, uiteindelijk gaat het over concentratie van werkzaamheden en dat is niet vastgelegd in de voorwaarden zoals zij er nu liggen. En ik denk dat de heer Boersma dat met mij eens is. Voorzitter: Mijnheer Pardo, mijnheer Pardo, u bent bezig met een interruptie van de heer Van Lavieren. Ja, OK, ja. De heer Pardo: Het is nog steeds een antwoord op datgene wat de heer Lavieren nu naar voren brengt. Voorzitter: Maar daar is deze interruptie hierbij afgerond, ja? Mijnheer Van Lavieren wilt u nog? De heer Van Lavieren: Nee, mijnheer Pardo, het gaat erom dat… Nee, maar er komt ook een klein beetje logistiek bij kijken, hè. Geen enkele ondernemer van een containertransferium die laat om de drie uur maar een auto rijden, hoor. Zie nou, zie nou gewoon de realiteit De heer Pardo: Nogmaals, nogmaals terug naar uw redenering, terug naar uw redenering. U zegt, ik ben bang dat dingen die wij nu voor elkaar hebben gekregen, dat wij die gaan verliezen als wij het been stijf houden en u komt met het voorbeeld 24/7 en dat is juist het voorbeeld, waarvan ik zeg, dat hebben wij helemaal niet voor elkaar gekregen. Daar vertrouwt u op een logistieke functionering van een bedrijf, waarvan ik zeg, dat staat niet op papier. Dus dit is niet een resultaat van onderhandeling zoals die door het college gevoerd is. Voorzitter: Mijnheer Van Lavieren, u bent klaar met uw betoog? De heer Van Lavieren: Ja. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Pardo, uw eigen tweede termijn. De heer Pardo: Ja. Waar te beginnen, want ik heb het gevoel dat ik meer vragen gehad heb dan de wethouder. Ik weet niet of dat een unicum is maar het is wel overigens de kant waar wij als college, of als raad naartoe willen. Meer dan onderling… Voorzitter: Als college. ……………………… met uw woorden. Ja. De heer Pardo: Wij hebben in het presidium in ieder geval, wij hebben in het presidium in ieder geval een voorschot… Voorzitter: Volgens mij is de wens de vader van de gedachten, hè. Ja, ja. De heer Pardo: Wij hebben in het presidium in ieder geval een voorschot genomen op meer discussie onderling en ik denk dat dat, even naar de heer Boersma kijkend, ook de stijl is die ons voorstaat. Ik begin andersom, want ik begin niet inhoudelijk op het containertransferium maar ik begin toch even met het woord populisme. De eerste keer dat ik in deze, in deze setting, en dan met name over onze inbreng op het, op het, in de commissie, de eerste keer dan ik het woord populisme heb gezien in dit verband, was eerlijk gezegd in een tweet van onze wethouder. Dus, even kijken, ere wie ere toekomt, het woord populisme heb ik hier niet maar het is de wethouder geweest uiteindelijk die die kwalificatie eraan
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
18
heeft gegeven. Populisme is volgens mij, mijnheer Boersma, zeggen waarvan je denkt dat de meerderheid van de bevolking het wil horen ongeacht of dat je eigen mening is of niet. Dus iedere keer als er een issue is of als wij hier een punt bespreken, zou D’66 in die betekenis dus datgene naar voren brengen wat een meerderheid van een bevolking zou willen horen zonder dat wij daar zelf een mening over zouden hebben. Dat werp ik ver van me en dat werpt ook onze overige fractieleden en steunfractieleden werpen dat ver van zich. Want datgene wat wij hier naar voren brengen, is wel degelijk gestoeld op de beginselen van onze partij en op de beginselen van hoe wij zelf tegen de maatschappij en de werking daarvan aankijken. Dus dat even als reactie op het woord populisme. Daarmee zeg ik ook dat ieder vogeltje zingt zoals hij gebekt is om nog maar eens even een beeldspraak te gebruiken. En als er verschil zit in de manier waarop ik iets naar voren breng of de manier waarop een medefractielid iets naar voren brengt, dan moet u dat eerder onder die noemer scharen, denk ik, dan onder de noemer van populisme. Dingen zijn ook niet in tegenspraak met elkaar, denk ik, de bijdrage die ik op die maandagavond heb gedaan of de bijdrage die mijn commissie, medecommissielid op de woensdagavond heeft gedaan. Het is vooral ingegeven, denk ik, door een, en dan heb ik het met name even over onze bijdrage aan de commissie en dan kom ik even, dan ga ik even toespitsen op het onderwerp waar wij het vanavond over hebben en dan hoop ik dat ik hiermee uw vraag over het verschil tussen die twee bijdragen afdoende heb beantwoord, maar onze bijdrage op die woensdag in de commissie is, denk ik, door mijn medepartijgenoot met name dergelijk fel en met dergelijke bewoordingen gevoerd vanwege de intense betrokkenheid van zijn kant met dit dossier. Waarbij ik niks diskwalificerend over overige betrokkenheden wil zeggen, waarbij ik gelijk wil ingaan op dat punt van veiligheid en ik richt me even tot de heer Boersma omdat hij met name die vraag heeft gesteld, ik kom ook op de andere fracties toe die mij meer in generaliserende zin ook die vraag hebben gesteld. Voorzitter: Mijnheer Pardo, ik doe het niet graag maar misschien moeten wij verband met de tijd proberen… De heer Pardo: U noemde met name… Er is mij nogal één en ander gevraagd. Voorzitter: Ik weet het, er is veel aan u gevraagd, dat is waar. De heer Pardo: Ik zal proberen wat sneller te antwoorden. Voorzitter: Misschien is dat verstandig ook gezien de lengte van de avond in zijn totaliteit. De heer Pardo: Er is mij met name gevraagd van ja, waarin vallen die resultaten dan zo tegen. Ja, en in de commissie, en ik kom toch, ik wil ook niet de commissie-inhoud herhalen hier aan tafel, maar in de commissie wil ik het toch (Noot notulist: onverstaanbare interruptie de heer Verwoert) De heer Pardo: Pardon? Nee, ik heb primair gereageerd op populisme. Voorzitter: Gaat u door, mijnheer Pardo. De heer Pardo: Ik heb niet in de commissie, is dat geen onderwerp van gesprek geweest, sorry. Kan ik het niet mee eens zijn, mijnheer Verwoert. Maar goed, onderwerp populisme afgesloten. Waar hebben wij ons met name nu zo aan gestoord in de zin van wat wil je dan meer hieruit halen dan wat er nu op tafel ligt. In de commissie heeft de wethouder ook geantwoord op een punt van mijn medefractiegenoot van die veiligheid voor fietsers en de oversteekplaats. Daar speelt een stuk praktijk in en er speelt een stuk onderzoek in. Niet zolang geleden hebben wij hier het probleem van de Ruigenhil gehad en al het omrijdende verkeer. Daar waren van te voren, waren daar verkeersexperts bij betrokken en uiteindelijk
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
19
was de praktijk dat de burger in Alblasserdam zich op een manier gedroeg wat de verkeersdeskundige niet had kunnen bevroeden. Ja? En daardoor heeft het college zijn beleid op moeten aanpassen. In die orde hebben wij het vorige week ook aan de kaak gesteld. Wij hebben geschetst dat een schoolgaande scholier in groepen zich verplaatsend van Alblasserdam naar Papendrecht vaak op het allerlaatste moment omdat men toch nog op tijd op school wil zijn, zich wellicht anders gedraagt dan je als bestuurder zou willen. En ik begrijp heel goed dat u zegt van daar kunnen wij geen verantwoordelijkheid voor nemen, want dat is ook hetgene wat de wethouder zei, ja, van een burger die zich niet gedraagt naar de wet daar kan ik geen verantwoordelijkheid voor nemen. Je kunt er geen verantwoordelijkheid voor nemen, maar je kunt er wel op anticiperen. En dat is hetgene wat wij hebben proberen te doen met een alternatief plan, een alternatief plan dat uitgaat van een bocht onder de snelweg door, juist anticiperend op die, op die fietsers die van Alblasserdam naar Papendrecht toegaan in grote getale en die nog net op tijd op school willen zijn. Dan is daar met name het argument gegeven van de financiën. En dan wil ik teruggaan naar de motie en dan wil zeggen dat in die oorspronkelijke vijf huiswerkpunten stond, afspraken over aanpassingen lokale verkeersinfra inclusief financiering. Als wij het dan over grote partijen hebben, mijnheer Lavieren, ja, het Havenbedrijf is inderdaad een grote partij. Maar ik heb hier niemand horen reageren op mijn inbreng in eerste, in eerste termijn, waarbij ik stel dat het hier het gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam is, die zijn oog op gemeente Nieuwpolder heeft laten vallen. Natuurlijk ben ik ervan overtuigd dat BCTN ook belangen heeft die wij ook hebben. Maar net zo goed als gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam zijn oog ooit heeft laten vallen op de Moerdijk, zijn oog heeft laten vallen op gebieden in Dordrecht, gaat het hier ook om een grote partij met veel geld en veel financiële mogelijkheden die zijn oog heeft laten vallen op polder Nieuwland. Op dat moment is, denk ik, een geldige vraag, en daar zitten wij hier als raadsleden tenslotte ook voor, om te zeggen van wat halen wij daaruit, uit het vuur voor onze burger. Want als het inderdaad,hè… Het is nu een containerterminal maar wat is het uitstralingseffect van die containerterminal als gebied en aantrekkelijkheid voor bedrijven die zich nu in het havengebied van Rotterdam begeven om ook hier zich te gaan vestigen met alle nodige effecten op wat er… Dit is het eerste, dit is naar ons inzien het eerste station. Ik heb daar niemand een reactie op horen geven, maar ik vind dat zeker wel iets waarbij ik nu zou zeggen, wat halen wij voor onze burgers uit de, uit het vuur. Daarvan is die veiligheid voor die fietsers is er één van. Als wij het hebben over het scherm langs de weg. Natuurlijk staat er in het rapport ach, het is een nauwelijks meetbaar of een te verwaarlozen effect. Ik heb die lijnen gezien. Nou, voor de Polderstraat maakt het wel degelijk verschil of dat scherm er staat of het scherm er niet staat. Ook dat zijn burgers van Alblasserdam. En dat zeg ik niet uit populistische overwegingen voor de bewoners van Alblasserdam, maar van de Polderstraat, maar dat zeg ik omdat ik me ook daar druk over maakt. En dan weer is het argument financiën versus wat brengt het uiteindelijk op. Want uiteindelijk is die, is het geluidscherm De heer Boersma: Volgens mij, voorzitter, ging het hier echt om de discussie van wat brengt het op. De heer Pardo: Wat levert het op voor de burger. Ja? Wat levert het op voor de burger. De heer Boersma: Kijk, heel concreet ging het hier om de vraag, als wij nou een geluidscherm plaatsen langs de A15, in hoeverre worden dan de mogelijke extra geluidseffecten die de containerterminal veroorzaakt, in hoeverre worden die gecoupeerd door het plaatsen van het scherm en het onderzoek dat is zelfs het onderzoek wat mijn fractie heeft overtuigd maar kennelijk uw fractie onvoldoende heeft overtuigd of niet heeft overtuigd, dat onderzoek heeft uitgewezen dat dat scherm gewoon geen effect heeft. De heer Pardo: Op het geluid wat geproduceerd wordt door de containerterminal, zegt u dan. De heer Boersma: Exact. Dat zeg ik, ja. De heer Pardo: Maar in de motie staat, in de eerste twee punten van de additionele dingen die wij hebben toegevoegd, is, die wij als raad hebben toegevoegd, zijn maatregelen die het leefklimaat in
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
20
Alblasserdam verbeteren ongeacht of die, of dat veroorzaakt wordt door het containerterminal ja of nee en geluidschermen langs de A15 nabij Alblasserdam. Kijk… De heer Boersma: Met alle respect, voorzitter, maar volgens mij hebben wij het vanavond juist over de mogelijke komst van een containerterminal en al die randvoorwaarde, die wij hebben geformuleerd, hebben wij juist geformuleerd in het kader van dat er mogelijk een containerterminal zal komen. Dat geldt ook voor die geluidschermen langs de A15. Wij zouden daar nooit uit onszelf toe gekomen zijn als wij niet geconfronteerd werden met de vraag, mogen wij hier een containerterminal bouwen. Die, die… Wij moeten de zaak natuurlijk ook …. De heer Pardo: Het is de aanleiding, het is de aanleiding.., De heer Boersma: Zeker, het is… De heer Pardo: Het is de aanleiding geweest om die vraag additioneel in de motie op te nemen en ik zou… De heer Boersma: Daarmee geeft u dus precies aan dat juist de komst, de mogelijke komst van die containerterminal dat dat juist de aanleiding is geweest voor onderzoek naar dat geluidscherm… De heer Pardo: Ja maar, mijnheer Boersma, het effect… Mijnheer Boersma, het rapport wat wij hebben gekregen ten aanzien van het effect van het geluidscherm heeft het toch puur over wat is het effect op het plaatsen van een geluidscherm, even ongeacht van waar dat geluid vandaan komt. Of dat van de snelweg of dat van de containerterminal. Het ging er toch uiteindelijk om of het geluidscherm effectief is voor de bewoners van Alblasserdam ja of nee. Of het het leefklimaat van Alblasserdam verbetert ja of nee. De heer Boersma: Ja, met alle respect, MdV, maar volgens mij hebben wij het vanavond over, en altijd in het dossier gehad, over de komst van een containerterminal en mogelijke negatieve effecten van de komst van een containerterminal. Dat ging over de verkeersveiligheid. Dat ging over drukte op de A15. Dat ging over milieubelasting en dat ging ook over geluid. In het kader van de komst van… De heer Pardo: Nee. Wij hebben het uitdrukkelijk in de commissie gehad… Voorzitter: Volgens mij, volgens mij herhalen wij nu zetten. De heer Pardo: Nee, volgens mij nog steeds, ik heb mij nog steeds niet Voorzitter: Wij zijn nu zetten aan het herhalen. Volgens mij overtuigt u elkaar niet. Maar ik wilde nu doorgaan met de termijn. De heer Pardo: Wij hebben het hier… Maar ik wil er afrondend nog wel iets op zeggen. Voorzitter: Mijnheer Pardo, gaat u door met de termijn. De heer Pardo: Wij hebben het in de commissie steeds gehad over wat kunnen wij extra eruit slepen door het feit dat de containerterminal komt wat het leefklimaat in Alblasserdam verbetert. En daar schaar ik ook het geluidscherm als één van die dingen onder. Uiteindelijk wil ik wel concluderen dat het financiéle het
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
21
argument is. Dat de voordelen van een geluidscherm met name zijn afgewezen omdat daaraan een behoorlijke investering, en ik hoor het de wethouder net nog zeggen, waar wij een andere partij niet verantwoordelijk of niet de kosten voor kunnen laten dragen. Maar ik vind het prima gerechtvaardigd om het Havenbedrijf Rotterdam daar de kosten voor te laten dragen. Maar goed dat is wederom de visie van mijn, van mijn fractie. Afsluitend op mijn tweede termijn een paar dingen nog even ten aanzien van de verschillende fracties. Ja, er zijn mij veel vragen gesteld. Even kijken of ik daar in ieder geval in de kern nog even op kan antwoorden. Nou goed, Partij van de Arbeid noemt veel twijfels over de voorwaarden. Ik zou zeggen aan Partij van de Arbeid, bij twijfel stoppen en niet doorrijden. De VVD zegt meepraten is belangrijk. Voorzitter: Mijnheer Van Lavieren. De heer Van Lavieren: Mijnheer Pardo, ik heb u ook uitgelegd hoe die twijfels tot stand gekomen zijn. Ja? De heer Pardo: Nou, mijn, mijn opmerking. Ik zou zeggen bij twijfel stoppen en niet doorrijden. Dat zou mijn advies aan u zijn. De heer Van Lavieren Ja, dat is natuurlijk een leuke opmerking maar die slaat ook gewoon nergens op natuurlijk. De heer Pardo: Sorry, mijnheer Verweij van de VVD. Meepraten is belangrijk en tegen zijn… Dus, om het tegen zijn daar gaat het D’66 niet om. Uiteindelijk zie ik ook het nut in van meepraten en dingen te kunnen aanvoeren. Wat wij hier vanavond naar voren willen brengen, is dat op een bepaald moment, maak je de evaluatie, heeft al dat meepraten nu uiteindelijk geleid tot een voldoende effect en een voldoende resultaat. Ons, onze conclusie is dat voor ons, wat ons betreft dat resultaat niet voldoende is. En op dat moment praat je niet meer mee en zeg je ja, sorry, jongens, wij zullen nu even pas op de plaats. En dat is waar wij vanavond dus voor, naar voren hebben proberen te brengen dat je zegt nou, eigenlijk vinden wij het tijd voor pas op de plaats omdat de dingen die wij hiermee realiseren niet voldoende zijn. De SGP heeft mij veel gevraagd. Heel even snel kijken. Over verwachtingen heb ik op twee punten in ieder geval een invulling gegeven en ten aanzien van die veiligheid hadden wij een andere verwachting, met name ook omdat wij denken dat de praktijk, met name die praktijk anders gaan uitlopen. Ja, mijnheer Voorzitter: Zwaan De heer Pardo: Zwaan. Die is vertrokken. Voorzitter: Zit onder de tafel. De heer Pardo: Hoe proportioneel is onze bijdrage vanavond. Ligt het binnen proporties. Misschien dat u, mijnheer Clements, even kunt meeschrijven voor mijnheer Zwaan, dat die het in ieder geval… De heer Clements: Ja hoor, dat is goed. De heer Pardo: Ja, kun je proportionaliteit… De heer Zwaan: Ik heb het opgenomen.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
22
De heer Pardo: Ah, je hebt het opgenomen. Kun je proportionaliteit… Voorzitter: U hoeft toch niet mee te schrijven, mijnheer Clements. De heer Pardo: Kun je op leefbaarheid en veiligheid, mijnheer Zwaan, die proportionaliteitsvraag stellen. Waar wij, waar wij vanavond voor oproepen is een pas op de plaats. Een pas op de plaats richting college met de mededeling van het uiteindelijke resultaat van al die onderhandelingen is wat ons betreft en ik hoorde… De heer Boersma: Voorzitter, nog even klip en klaar een vraag de heer Pardo. De heer Pardo: Ja. De heer Boersma: Ik hoor hem heel veel reageren op iedereen en dat is natuurlijk begrijpelijk want wij hebben veel vragen aan hem gesteld… De heer Pardo; Ja, bij veel vragen moet je veel reageren. De heer Boersma: … maar nu lijkt hij voor het eerst tot een standpuntbepaling te komen, pas op de plaats maken. Moet ik nu begrijpen dat de D’66-fractie niet kan leven met dit voorstel? De heer Pardo: Ja, dat komt… Een pas op de plaats zou inderdaad zijn een opdracht geven. De heer Boersma: Een vrij heldere vraag. De heer Pardo: Ik leg het uit. Het is geen ja of nee. Ja, inderdaad, het zou inderdaad zijn het college de opdracht geven om te zeggen het resultaat van datgene wat u in de motie heeft proberen te bereiken, is wat ons betreft niet voldoende en wij hadden hier voor de burgers van Alblasserdam meer van verwacht. De heer Zwaan: Misschien. En daar kwam op mij… De heer Pardo: En is dat proportioneel, dat was uw vraag. Voorzitter: Mijnheer Zwaan, mijnheer Zwaan, eigenlijk was de heer Boersma aan het interpreteren. Als de heer Boersma zijn interruptie even kan afmaken, dan gaat de heer De Zwaan, de heer Zwaan daar nog een keertje overheen begrijp ik. Maar de heer Boersma probeerde in te drukken, maar het lukte niet, zag ik. Maakt u even uw zin af… De heer Boersma: Nou, het lukte, maar ik had een rood lichtje verwacht en het werd een groen lichtje. Dus het lukte. Maar ik hoorde nu dus goed zeggen, maar u moet me corrigeren als ik u niet goed heb begrepen. U zegt ik kan niet instemmen met punt 1, waarover het college van u een, eigenlijk een positief besluit zou willen hebben horen. Ik geloof dat het zo goed is. De heer Pardo: Ja, ik heb bij mijn…
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
23
Voorzitter: Mijnheer Boersma, ja? De heer Pardo: Misschien dat ik in me in mijn eerste termijn daar niet al duidelijk over was, maar ik heb in mijn eerste termijn gezegd, dat zou in dit geval concreet betekenen dat wij nu als raad niet een volgende stap zetten maar vasthouden aan een beter resultaat op de onderschreven onderdelen voordat wij volgende stappen ondernemen. De heer Boersma: Akkoord. Dat is helder. D’66 gaat niet mee. De heer Pardo: Dan kom ik daar nu concreet… Ik bedoel, in eerste termijn had ik daar al een indicatie voor gegeven en in tweede termijn zeg ik eigenlijk van alles over, alles beschouwend zou ik hier een beter resultaat verwachten inderdaad ja. En is dat proportioneel, mijnheer Zwaan? Is dat proportioneel? De heer Zwaan: Ten opzichte van wat daar kan, wat mag en hoe de toekomst er som ook uit kan zien. De heer Pardo: Ja, ja. Ik heb geen argumenten vanavond gehoord wat het effect is, en misschien dat, misschien dat de wethouder me alsnog…, maar wat het effect is van op dit moment zeggen als raad hier gaan wij niet mee akkoord. Wij gaan nu een stap op de plaats maken en ik heb… De enige die daar een aanzet toe heeft gegeven De heer Boele: Dat betekent, mijnheer Pardo, dat betekent dat u ………………………….. dat u consequent moet zijn. Voorzitter: Mijnheer Boele.. De heer Pardo: De enige die daar een… Voorzitter: Wat zegt u nou. De heer Pardo: De enige die daar een aanzet toe heeft gegeven, ik maak hem even af mijn zin, maar de enige die daar aanzet toe heeft gedaan is de heer Lavieren. Voorzitter: Maar ik dacht dat de heer Boele wilde interrumperen en dat wil ik graag nog even toestaan. Mijnheer Boele. De heer Pardo: Goed. Nee, ik had mijn zin nog niet afgemaakt. De heer Boele: Maar ik wil constateren dat, als u niet weet wat de consequenties zijn van het pas op de plaats maken, dat u dus niet weet wat u eigenlijk doet als u vanavond een standpunt inneemt. Dat is eigenlijk wel eigenaardig. De heer Pardo; Nogmaals, ik zal mijn zin even afmaken. Voorzitter: Gaat uw gang.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
24
De heer Pardo; De heer Lavieren heeft een intentie daartoe gedaan en gezegd van wij zijn bang dat wij daar de dingen die wij nu, nu binnengehaald hebben, mee kwijtraken. Dus op het moment dat wij nu zeggen van dat wat wij gerealiseerd hebben, wordt ons vervolgens weer afgenomen. Alleen, hij komt met een voorbeeld waarvan ik zelf zeg ja maar, dat hebben wij helemaal niet gerealiseerd. En, nou ja goed, dan zou je dus andere punten, bijvoorbeeld het opnemen in de ……………………….. waarbij De heer Van Lavieren: Mijnheer Pardo. De heer Pardo: Ja. De heer Van Lavieren: Dan zou u gewoon van voorstel bladzijde 4 t/m 6 eens moeten lezen, dan weet u wat er in gevaar komt. De heer Boele: Gaat u er nou maar van uit, mijnheer Pardo, als het vanavond, als het vanavond.. Voorzitter: Mijnheer Pardo, u wou uw zin nog even afmaken. U was aan het antwoorden op de heer Boele. Maak uw zin even af. De heer Pardo: Ja. Nogmaals, de conclusie voor onze fractie is dat datgene wat het onderhandelingsresultaat van het… Het onderhandelingsresultaat van het college is wat ons betreft niet voldoende. Op onderdelen zeggen wij van nou, goed daar hadden wij voor de burgers van Alblasserdam hadden wij meer verwacht en van daaruit zeggen wij, nu een pas een op de plaats, terug naar de onderhandelingstafel en kijken of daar meer uit te halen valt. Voorzitter: Mijnheer Zwaan wilde ook nog interrumperen. De heer Zwaan: Nou, nog een kleine aanvullende vraag, want één woord, proportionaliteit die ik heb gebruikt, heeft volgens mij wel duidelijk gemaakt hoe soms een discussie kan lopen. Aanvullend op wat u zegt, de maatregelen die nu bereikt zijn en zoals die nu geformuleerd zijn, hadden die nog meer optimaal geformuleerd kunnen worden, want ik hoorde u in die zin geen alternatieven bieden om, en dat noem ik dan proportionaliteit, zo’n stap te nemen als u nu formuleert. De heer Pardo: Ja, misschien dat ik die maatregelen dan, misschien dat u dat, op dat moment even weg was. Dat is flauw maar waar ik ten aanzien van die veiligheid van die fietsers op geantwoord heb, is met name één van die punten waarvan ik zeg van nou, daar, op dat vlak had ik aanzienlijke verdere stappen willen zien. Als het gaat om effecten op de leefbaarheid voor burgers in Alblasserdam, als dan een geluidscherm niet werkt, wat werkt dan wel is niet ter sprake, is uiteindelijk niet, niet behandeld. Dus als het gaat om veiligheid en leefbaarheid van Alblasserdam, dan zeggen wij van dan gaat wat ons betreft dit allemaal niet ver genoeg. Voorzitter: U vlijt u achterover. Dat betekent dat uw tweede termijn ten einde is? De heer Pardo: Ja, ik ben, ik was……………… precies aan het beantwoorden en ik was nog niet aan het einde. Ik had graag nog een reactie gegeven op de bijdrage van het CDA, want als ik dan toch een rondje maak, laat ik dan het goed doen. Ik hoor de heer Van ’t Zelfde…
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
25
Voorzitter: Ik weet niet of het CDA daar nog behoefte aan heeft eigenlijk maar… Maar zij hebben hun vragen gesteld, dus De heer Van ’t Zelfde: Nou, ik vind dat wel. Voorzitter: Ja. De heer Pardo: Ik hoor ook het CDA, en dat hoor ik veel fracties vanavond zeggen en daarom vind ik de felheid waar op mijn bijdrage gereageerd wordt enigszins teleurstellend omdat wij elkaar wel duidelijk kunnen vinden in aspecten als… Het is een heel beperkte tegemoetkoming hoor ik u zeggen, mijnheer Van ’t Zelfde. Toch gaat u instemmen. Bij mij is dat dan, ja, dat levert bij mij een vraagteken op. Ik heb u zeker in de verkiezingstijd, hè, vanuit de vorige fractievoorzitter, ik heb u verschillende momenten juist die handschoen zien oppakken om die discussie op die punten aan te gaan en ik hoor nu zeggen, nou, het is een hele beperkte tegemoetkoming die wij lezen, maar toch gaan wij instemmen. Het stelt mij, het stelt mij teleur. De heer Van ’t Zelfde: Voorzitter. Ik heb in de vorige… Voorzitter: Mijnheer Wesselius, overigens wil ik u nog even welkom heten want u was wat later. Welkom. De heer Wesselius: Dank u wel. Ik heb ook niet de hele discussie… De heer Pardo: Overigens de vorige keer werd ik aangesproken op het feit, mijnheer Wesselius, dat ik niet woordvoerder was en toch interrumpeerde, dus… De heer Wesselius: Spreekt u nu tegen mij of tegen de voorzitter, dat is mij nu niet helemaal duidelijk eigenlijk, maar Voorzitter: U zult het tegen mij hebben, maar ik heb, ik ben mij niet bewust dat ik vorige keer niet-woordvoerders in de raad heb gezegd dat zij dat niet mochten doen… (Noot notulist: de heer Van Lavieren onverstaanbaar) Voorzitter: Dus, ja maar, dat was in de commissie, dus hij spreekt tegen een andere voorzitter. Dus zullen wij dat gewoon maar even nu voorbij laten gegaan en gewoon de heer Wesselius zijn best laten doen. De heer Wesselius: Ja, ik wil niet veel zeggen. Er is al genoeg gezegd, denk ik. Ik hoor de heer Pardo verwijzen naar wat er in vorige periodes is gebeurd en de positie die het CDA daarin heeft ingenomen. Wij hebben inderdaad aangegeven dat wij helemaal niet blij zijn met wat er komt en dat wij graag zouden willen zien dat er een pakket, hoe heet het, compenserende maatregelen wordt getroffen. Wij hebben die periode ook in de raad meegemaakt en misschien zijn wij in dat traject dus langer mee op weg geweest dan u en wij hebben geconstateerd dat er heel veel gedaan is om dat te realiseren. Wij hebben daar herhaaldelijk kritisch op gereageerd, felle discussies gehad met de wethouder op dat moment en wij zijn tot de conclusie gekomen, alles gelezen hebbend, de BIO van de laatste keer meegemaakt hebbend, dat er niet meer te halen is dan wat er nu te halen is, gegeven het feit dat wij eigenlijk überhaupt helemaal geen rechtspositie hebben in dezen anders dan dat er een kade wordt aangelegd. Ik bedoel, er had ook een betonmortelcentrale mogen staan. Dan waren wij ook niet blij geweest en daar hadden wij helemaal geen toestemming voor hoeven geven. Dus wij leggen ons neer bij de werkelijkheid en ja, nu kunnen wij nog een half jaar blijven spartelen en doen alsof wij impact
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
26
gaan hebben in het dorp en heel veel woorden spreken en op hoge toon doen alsof wij het dorp gaan redden, wij constateren dat dit de werkelijkheid is. En misschien omdat wij het dossier langer mee hebben gemaakt en nu zijn wij al zover. De heer Pardo: Dus u, ja, dan komen wij eigenlijk tot de kern van de discussie, mijnheer Wesselius, want dat heb ik me echt serieus aange…, afgevraagd, in de positie die de raad inderdaad innam in meerderheid ten tijde van het aannemen van die motie en nu concluderen veel fracties dat er uiteindelijk inhoudelijk niet bereikt is wat er is bereikt. U zegt, wij hebben nauwelijks rechtspositie. Ik dacht juist dat die rechtspositie die wij wel hadden, en dat gaat het inderdaad om die kade, wij juist aangegrepen hebben om het maximale eruit te halen. En nu is, nu lijkt het alsof iedereen eigenlijk zoiets heeft, nou ja, laten wij, laten wij dan maar gewoon, laten wij dan maar gewoon ja zeggen, want wij zijn toch niet bij machte om er iets tegen te doen. Dat vind ik eerlijk gezegd teleurstellend. De heer Wesselius: Nee, wat wij constateren, is dat wij het denken dat wij het maximale eruit hebben gehaald. En u denkt dat er nog een groter maximum te halen valt dan wat er nu ligt. Ja, daarover kunnen wij dan uitgebreid van mening verschillen en grote woorden spreken maar dat is een kwestie van de inschatting die u maakt en de inschatting die wij maken. En de inschatting die wij maken, is dat wij het hiermee te doen hebben. En zijn wij daar blij mee, dat heeft de CDA-fractie in eerste termijn ook aangegeven, nee, wij zijn hier niet volmondig blij mee. De heer Pardo: Maar het maximale vindt u wel acceptabel, want daar gaat het uiteindelijk ook om. De heer Wesselius: Zelfs als wij het niet acceptabel zouden vinden, is dit het maximum en doet het er helemaal niet toe of het acceptabel is. Er is niet meer dan dit. Dat is onze inschatting. Daarmee gaan wij het doen en dan kunnen wij nog een uur blijven spartelen, dat wij het niet leuk vinden. Dan willen wij met u mee klagen, ik vind het ook helemaal niks. Het komt er. Wij kunnen er verder weinig aan doen. Wij moeten het proces gewoon in. Wat er nu uit de onderhandelingen is gekomen, is wat er uitgehaald kon worden. Daarover hebben wij ons door het college in de vorige BIO laten overtuigen. En meer dan dat is er niet. De heer Van Lavieren: Ja, mijnheer Pardo, ik heb al eerder gezegd… De heer Pardo: Ik wil nog heel even op de heer Wesselius reageren. Als u het niet acceptabel zou, u zegt zelfs al vind ik het niet acceptabel… Voorzitter: Mijnheer Pardo, mijnheer Pardo, zullen wij even de voorzitter ook even… Want de heer, Rinus van Lavieren wilde gaan interrumperen, maar ik wilde eigenlijk u de kans geven om uw tweede termijn af te ronden. En als de heer Van Lavieren dan vindt dat hij nog moet interrumperen, dan merken wij dat wel, maar misschien is het ook goed om naar een afronding van uw termijn te komen. De heer Pardo: Ja, nou ja, goed, uiteindelijk mijn afronding zal dan inderdaad naar de heer Wesselius zijn en misschien ben ik dan inderdaad wat korter in dit dossier ingedoken, maar als ik iets niet acceptabel vind, kan ik er normaal gesproken ook niet mee akkoord gaan. Dat zou mijn conclusie zijn. De heer Van Lavieren: Nee, maar dan… Voorzitter: Mijnheer Van Lavieren. De heer Van Lavieren:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
27
Dan gaat het dus gewoon over de resultaten waar wij dus in een heel traject mee bezig geweest zijn en waarvan ik van gezegd heb dat de realiteit soms anders is als dat je zou wensen. Als je dat niet kan accepteren, ja, dan, dan houdt het op. Maar dan moet je daar geen half uur over doen om daar uitleg over te geven. Dat accepteer je wel of dat accepteer je niet en dan is het klaar. Voorzitter: Mijnheer Pardo, u rondt nu echt af, geloof ik, hè. Ja? De heer Pardo: Ja, ja, nou ja goed, of ik een half uur daarover doe, ik bedoel… Ik ben normaal gesproken wel, sta ik op het standpunt dat ik mijn standpunt mag toelichten en dat heb ik vanavond, denk ik, geprobeerd te doen. Voorzitter: En ik denk dat de voorzitter daar ook u ruimte voor geeft. Mijnheer Verweij, u gaat u tweede termijn invullen. De heer Verweij: Ja, met allereerst mijn bewondering uitsprekend voor de publieke tribune en de volhardendheid waarmee zij deze discussie willen blijven volgen. Ook ik wil graag in tweede termijn even reageren op D’66. Ik ben blij dat de motie is onderschreven, ook al maakten zij destijds geen deel uit van de raad. Maar in die motie hebben wij gekeken wat er redelijkerwijs uit te halen viel. Ik hoor daar de woorden underdog vallen, het onderschatten van je eigen positie, been stijf houden, maar is datgene wat de D’66-fractie propageert niet het overschatten van eigen kunnen en hadden wij daar niet een spreekwoord voor. Iets met het onderste uit de kan. Als wij in de beeldspraak blijven, doemde bij mij het beeld op uit Asterix en Obelix, waarbij heel Gallië bezet was en één klein dorpje hield nog moedig stand. Nou, hoe reëel is dat en hoe proportioneel is dat en heb je dan besef en geef je dan invulling aan de belangen van het dorp. Heel treffend is daarin dan ook dat het voorbeeld van de A4 voorbijkomt en laat dat nu net één van de voorbeelden zijn waarom de rijksoverheid is gekomen op het instrument aanwijzing. Nou, ik zou dat niet graag… De heer Pardo: Ik dacht dat dat met de economische crisis te maken had. De heer Verweij: Nou, laten wij die discussie niet gaan voeren. U was niet helemaal tevreden met de toelichting over wat wij nu meer bereikt hadden dan wij bereikt zouden hebben als wij pas op de plaats hadden gemaakt. Niet tevreden met de uitleg van de heer Lavieren. Laat ik dan maar even memoreren aan het feit dat ook in de stukken staat, precies geduid, dat wij meer hebben bereikt dan waartoe partijen wettelijk verplicht zijn. Als het gaat om duurzaamheid, als het gaat om onderliggend wegennet, waar ook aspecten inzitten die wij zelf ter hand hadden moeten nemen als er nooit een containertransferium was gekomen, als wij daarin in ogenschouw nemen dat ook met de toegenomen verkeersintensiteit wij zelf als dorp maatregelen hadden moeten nemen, de wethouder memoreerde daaraan, die wij dan zelf hadden moeten dragen, dan mag toch duidelijk zijn dat meebewegen en meepraten ook kan maken dat je op dit moment resultaat kan bereiken en het containertransferium, hoewel niet ons idee als raad, hoewel wij er niet blij mee zijn, wel als vliegwiel kan fungeren om een aantal andere zaken gerealiseerd te krijgen. Als je dat niet wilt zien, sluit er dan vooral je ogen voor. Daarnaast verwachten wij ook in de toekomst daar waar het gaat om gezamenlijke belangen in de vorm van bereikbaarheid, dat wij met partners als het gemeentelijk Havenbedrijf beter op dossiers ook onze eigen belangen kunnen dienen. En als u dat niet voldoende vindt, waarvan akte. Ook ik was wel getriggerd door de bijdrage van het CDA, die in eerste termijn toch iets anders verwoord werd als later in de toelichting door de heer Wesselius. Ik heb in eerste termijn de CDAfractie horen zeggen dat zij niet tevreden zijn. En bij de woorden niet tevreden zou eigenlijk alleen maar kunnen passen dat je dan niet meegaat. Als je vindt, dat je het maximale hebt gehaald, zoals de heer Wesselius zegt, dan kan je daar wel of niet gelukkig mee zijn, maar dan ga je mee. Maar op het moment dat je niet tevreden bent en meegaat, kan ik helemaal rijmen. De heer Van ‘t Zelfde: Als ik even mag, MdV.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
28
Voorzitter: U voelt zich aangesproken. De heer Van ’t Zelfde: Ik heb volgens mij niet de woorden gebruikt dat ik niet tevreden ben, ik heb de woorden gebruikt dat wij maar, dat het beperkt het geval is dat wij er maximaal hebben uitgehaald wat er was. Dat heb ik ook gezegd en ja, daarmee moet u het doen met de aanvulling van de heer Wesselius erbij. Voorzitter: En daarmee doet u het, zie ik, want u vult uw glaasje nog een keer. Uw tweede termijn heeft u gehad en u… En dan kijk ik naar de heer Boersma of hij ook nog behoefte heeft aan een tweede termijn. Ik denk dat zo wel zo. De heer Boersma; Dat klopt. Dank u, voorzitter, maar ik beloof u dat ik mijn tweede termijn aanzienlijk korter zal houden dan de eerste. In elk geval kunnen wij constateren dat sommige partijen heel goed zijn het stijf houden van het been. Volgens mij ligt de vraag vanavond voor, hoe lang kan je je been stijf houden totdat hij breekt. Ik denk dat het college en wij als raad goed onze knopen hebben geteld en hebben gezegd, wij hebben ons been goed stijf gehouden, wij hebben ons maximaal opgeblazen, groot gemaakt, opgesteld richting de partners en dit is gewoon het resultaat wat er ligt. Als wij verder gaan, dan breken wij ons been en wat dan precies? Ja, ik heb die discussie die de heer Pardo voerde met de heer Van Lavieren gevolgd, ja, wat er dan precies valt dat weten wij niet. In elk geval is helder, als wij nu een pas op de plaats maken, is dit resultaat weg. Wat daar dan voor in de plaats komt, is in elk geval voor onze fractie uiterst onzeker en ik zou graag de heer Pardo ook mee willen geven, ja, overzie de consequentie van je daden. Wat mij betreft, zijn die even niet te overzien als wij nu zeggen wij stoppen hiermee, wij gaan terug naar de onderhandelingstafel. Onze fractie kan dat niet overzien. Kom ik even op het puntje van populisme. Ik accepteer wat de heer Pardo zegt, dat hij zelf dat woord niet heeft gebruikt. Hij zegt, ik vat populisme op te zeggen, wat je, waarvan je denkt dat de meerderheid van de bevolking dat wil maar waar je niet echt zelf achterstaat. Nou, ik wil zeker van hem geloven dat dat niet zijn intentie is. Maar ik vind wel, de twee punten die hij aanwijst, die wij er meer uit hadden kunnen slepen, vind ik enigszins goedkoop en niet met argumenten onderbouwd. Hij komt met twee argumenten, twee aspecten waarvan hij denkt, die hadden wij er meer uit kunnen slepen. Dat gaat over die veiligheid van de fietsers en dat gaat over dat geluidscherm op de A15. Om met dat laatste te beginnen, mijn fractie is er volledig van overtuigd op basis van de onderzoeken die door onafhankelijke partijen zijn gedaan, dat de extra geluidsbelasting die de containerterminal veroorzaakt in wezen minimaal is voor het dorp Alblasserdam en niet weggenomen kan worden door het plaatsen van een geluidscherm langs de A15. Dat scheelt één of twee decibellen als ik dat nog even correct kan reproduceren. Kortom, het is volstrekt zinloos om een geluidscherm langs de A15 te zetten om geluid wat er niet extra binnenkomt, proberen tegen te houden. Dus wat dat betreft, daag ik dan ook de heer Pardo, dat zal dan misschien nog wat extra tijd kosten, uit om te komen met onderzoek wat hij, waar hij ook aan refereerde, dat uitwijst dat er wel degelijk een groot effect is. Het tweede punt dat vind ik eigenlijk nog zorgelijker, want dat betreft de veiligheid van onze medebewoners, veiligheid van de fietsers. Wij hebben die rapporten serieus op ons laten inwerken en wij zijn tot de constatering gekomen dat, met alle slagen om de arm die je kunt maken bij modellen en input in die modellen voor zover die nu bekend is, wij moeten constateren dat het totaalpakket aan maatregelen dat er genomen wordt, verantwoord is. En ja, ik wilde dan toch wel even herhalen wat ik in eerste termijn hebben gezegd, 100% veiligheid dat kunnen wij niet garanderen maar die morele verplichting moeten wij elkaar ook niet op willen leggen, wij zijn ervan overtuigd, ik vind dat belangrijk om dat te herhalen omdat wij dadelijk een besluit gaan nemen, wij zijn ervan overtuigd dat de veiligheid van de fietsers gewoon is gewaarborgd. De heer Pardo: Mijnheer Boersma… De heer Boersma: Nee, ik maak even dit af, als u het goedvindt. Voorzitter: U komt zo, mijnheer Pardo.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
29
De heer Boersma; U refereerde aan onderzoek wat hier in het dorp zou zijn gedaan als het gaat over de routering Alblasserdam. Nou, dat is natuurlijk absoluut niet te vergelijken met onderzoek wat is opgetuigd om de verkeerseffecten van die containerterminal te bestuderen. Ja, dat is ook een vergelijk die ik niet kan meemaken. Dus het punt van die veiligheid van die fietsers, wij zijn overtuigd. Voorzitter: U wou interrumperen, mijnheer Pardo? U wou interrumperen? De heer Pardo: Ja, ja. Voorzitter: Ja, maar ik ben de voorzitter, niet de heer Boersma, dus als u wilt interrumperen, mag u interrumperen. De heer Pardo: Dank u. Ja, bent u het wel met mij eens, mijnheer Boersma, dat niet kruisend verkeer veiliger is dan kruisend verkeer? De heer Boersma: Zeker. Voorzitter: Goed. De heer Pardo: Dus het voorstel wat wij hebben voorgelegd, alternatief voorstel voor de fietsersroute, fietsersroute naar Papendrecht handelt over niet kruisend verkeer, dat dat veiliger is. De wethouder heeft vorige week uitdrukkelijk gezegd dat hij het niet aan de wet houden van fietsers, dat hij dat niet kan betrekken in enige meting of enig model. Dat hij ervan uitgaat dat mensen zich aan de wet houden. Wat wij juist hebben gezegd, is, gegeven, en dat is, daarom maakte ik de analogie met de situatie aan de Ruigenhil, dat burgers zich soms anders gedragen dan je zou mogen verwachten en dat de kennis van verkeersdeskundigen of dat nu een hele uitgebreide rapportage of een verkeersdeskundige die wij hier in Alblasserdam voor de Ruigenhil hebben ingeschakeld, dat de kennis dan ook op dat vlak soms tekort schiet. En dat is die illustratie en die illustratie omdat wij hier praten over grote groepen schoolgaande kinderen, die overweging uiteindelijk, als u het met mij eens bent, dat niet kruisend verkeer veiliger is dan kruisend verkeer, dan daarvoor te kiezen. De enige barrière dan nog zijn de financiën. Want dat is zeggen van ja De heer Boersma: MdV, het gaat hier over, het gaat hier ook over De heer Pardo: ………………. staat ook in de beantwoording van het rapport. Voorzitter: Ja, dit is inderdaad ook De heer Boersma: Het gaat over proportionaliteit. De veiligste manier om geen ongeluk te krijgen in het verkeer is gewoon thuis te blijven. Het gaat over proportionaliteit. Ik heb gezegd dat wij ervan overtuigd zijn, wij nemen als wij deelnemen aan het openbare leven allemaal risico’s. Zelfs als je thuis bent, kunnen er ongelukken gebeuren. Dat is helaas inherent, ik zou zeggen, aan het leven. Wij zijn ervan overtuigd dat de maatregelen die nu genomen worden, afdoende zijn en die garanderen de veiligheid van de fietsers. Daar is het niet voor nodig om een ongelijkvloerse kruising te realiseren hoewel het dan per definitie sowieso is dat dan twee fietsers die of twee vervoersbewegingen die elkaar kruisen niet met elkaar in botsing kunnen komen. Dat begrijp ik maar… Nou goed, ik heb mijn punt gemaakt.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
30
Voorzitter: Dank u wel. En dan ga ik naar de tweede termijn van de heer Zwaan. De heer Zwaan: Ja, dank u wel. Ik heb geprobeerd in mijn bijdrage ook aan te geven over welk gebied hebben wij het, wat kan, wat mag. Welke juridische realiteit hebben wij als wij kijken naar het verzoek voor een bestemmingswijziging. Dan, daaruit volgend heb ik dus die vraag over proportionaliteit gesteld richting D’66. Wij zijn van mening dat wij daar waar wij invloed hebben kunnen uitoefenen, waar wij druk hebben kunnen zetten als bestuurlijk orgaan binnen de juridische realiteit, dat wij het maximale hebben bereikt. Wat dat betreft, wil ik de wethouder danken voor zijn beantwoording dat wij ook wat dat betreft niet stil blijven zitten, maar zelfs ook in Drechtstedenverband verder doorstappen om te zien wat kunnen wij doen rondom milieu. En zeker ook het blijven reageren op dat wat ons bezighoudt, wat op ons mogelijkerwijs af kan komen en wat ons betreft, kunnen wij dus instemmen met dit voorstel. Voorzitter: Dank u wel, mijnheer Zwaan. Mijnheer Van ’t Zelfde. De heer Van ’t Zelfde: Dank u wel, MdV. Voor alle duidelijkheid, zodat er geen misverstand kan ontstaan, wil ik nog even duidelijk zeggen dat mijn fractie vindt dat het maximale is bereikt op dit dossier en dat wij instemmen met het voorstel zoals dat voor ons ligt, 1 t/m 5, de punten 1 t/m 5 plus de aanvulling van de wethouder. Voorzitter: Dank u wel. Dan hebben wij daarmee de tweede termijn van de raad gehad. Wethouder, zijn er nog punten onder de aandacht gebracht waar u nog op wilt reageren? Ja? Gaat uw gang. Wethouder Verheij: Ja, even heel kort. Ja, de raad heeft in dit dossier van het begin af aan met het college, in ieder geval de raad een unaniem standpunt ingenomen. De raad heeft zich altijd volgens mij tot het uiterste ingespannen om iedereen mee te krijgen, om dat belang aan te geven van dit dossier en heeft zich altijd, is zich altijd bewust geweest, en het college ook, van de consequenties van keuzes die je maakt. Als de heer Pardo dan mij nodig heeft om de consequenties van zijn handelen in kaart te brengen, dan doe ik daar gewoon niet aan mee. Ik zou zeggen, lees het raadsvoorstel. U bent er dan verantwoordelijk voor dat het lokale wegennet niet wordt aangepast. U bent er dan verantwoordelijk voor dat knooppunt A15/N3 niet wordt opgeknapt voor € 24 miljoen, by the way. Mag best genoemd worden. En u bent er dan ook verantwoordelijk voor dat niet het meest duurzaam plusmateriaal op de terminal wordt gebruikt maar slechts het wettelijk minimaal noodzakelijke wordt ingezet. Nou, als u daar, als u die consequentie voor uw rekening wilt nemen door niet hiermee in stemmen, dan laat ik die ook voor uw rekening. En dat wilde ik in ieder geval nog even op al de discussie die daarover geweest aan u meegeven. Mogelijk dat dat nog uw standpunt kan beïnvloeden. Zo niet, dan betreur ik dat zeer. Ik ben wel, ja, blij dat de raad voor het overige zich in ieder geval vasthoudt aan de steeds ingeslagen lijn en zich ook met het college, en daar ben ik blij mee, ja, op een reële en gewetensvolle manier verantwoording geeft en ook in mijn richting daar altijd scherp op is geweest, in de richting van het college, dat is ook goed, op deze manier tot haar keuze komt waarvoor ik de raad zeker wil danken. Voorzitter: Tot zover de tweede termijn. En ik denk dat het goed is dat de wethouder nog even inzicht gegeven heeft in zijn beeld als dit voorstel niet wordt aanvaardt, wat daar de mogelijke consequenties van zijn. Want dan blijft dat tenminste niet boven de markt hangen. Ja, u pleit ervoor… De heer Boele: Wat mij alleen maar intrigeert ondertussen, voorzitter, is na tweeënhalf uur debat of dat al deze argumenten van een bijna unanieme raad ook nog wat doet met de stellingname met de D’66-fractie. Dat, dat, geeft u zich rekenschap, heel kort, de vraag van hetgene wat zojuist van de kant van het college als consequentie van uw keuze is neergelegd.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
31
De heer Pardo: Ja, dat doe ik, mijnheer Boele. De heer Boele: En die verantwoordelijkheid neemt u dus? De heer Pardo: Ja, dat doe ik, mijnheer Boele. Voorzitter: Ja. De heer Verwoert suggereert mij, doet de suggestie om nu te gaan stemmen en die suggestie wil ik blijkbaar overnemen. Maar dat doen wij dus over een besluit wat op voorstel van de wethouder iets aangepast is en waarvan ik niemand heb horen zeggen dat dat een verkeerd idee is. Dat betekent dat er bij punt 5 behalve wat ik nu maar noem het a-deel over dat BO MIRT en het besluit van de minister, dat daar een b-deel aan toegevoegd wordt en dat lees ik voor de zekerheid nog even voor, zodat niemand daarvan kan zeggen dat wij het niet met open ogen beslissen en dat is dan “het Havenbedrijf Rotterdam met betrekking tot de beoogde locatie voor het containertransferium een koopovereenkomst heeft gesloten met de huidige eigenaar”. Nou, volgens mij is dat voldoende met elkaar besproken maar is het duidelijk dat dat onderdeel uitmaakt van het besluit en dat besluit ligt voor. Gezien de, het verloop van het debat denk ik dat ik even aan D’66 wil vragen of hun nee geldt voor alle punten of slechts voor onderdelen daarvan. De heer Pardo: Nou ja, door eigenlijk op punt 1 met name nee te zeggen, ja, zijn wat ons betreft de overige punten,,, Pp het moment dat je pas op de plaats maakt, hebben de overige punten ook geen zin. Dus dan zeggen wij automatisch ook nee op… Voorzitter: Dat wilde ik even uit uw mond zelf horen, wat u even…Dat was mij nog niet helemaal duidelijk geworden. Als ik de vergadering dan goed begrijp, dan gaan alle fracties met uitzondering van D’66 akkoord met het volledig gevraagde besluit. Dat is zo? Dan hebben wij dat hierbij besloten en dan neem ik het compliment van de heer Verweij van de publieke tribune graag even over, want u zei, publieke tribune wat blijft u prettig lang aandachtig luisteren tot ook het punt 6 aan de orde komt en ik hoop dat u ook, nou ja, begrijpt dat het besluit over het containertransferium ook aandacht behoeft te hebben van de gemeenteraad en daar was u net getuige van. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 6 – Noodhulp Voetbalvereniging Alblasserdam (Raad 2010-058) ----------------------------------------------------------------------------------------------------------Portefeuillehouder: S.J. Veerman Voorstel college 1. In principe garant te staan voor verhoging van de huidige twee leningen van totaal € 91.148,-naar € 175.000,-- door de voetbalvereniging Alblasserdam bij de Rabobank, af te lossen in maximaal 25 jaar, onder voorbehoud van de in begin oktober onderstaande te overleggen financiële gegevens en voorwaarden, waarna uw raad in november een definitief besluit kan nemen: a. de werkelijke financiële situatie middels de aansluitende jaarrekening en balans seizoen 2009/2010; b. een sluitende begroting met een meerjarenraming tot 2015,waqarbij specifieke aandacht voor structurele en incidentele elementen dient te zijn; c. per kwartaal een financiële rapportage en halfjaarlijks een voortgangsgesprek; d. instemming van de ledenvergadering met de begroting; e. toetsing van deze overgelegde gegevens en beantwoording van de vragen uit de door het college gestuurde brief van 5 augustus jl. door de gemeentelijke accountant. 2. aan de lening de volgende voorwaarden te verbinden: a. aflossing vindt plaats in maximaal 25 jaar; b. aflossing van de lening beweegt mee met het aflossingsschema van de hypotheek. c. de vereniging committeert zich aan de maatschappelijke en sociale functie.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
32
Toelichting Het bestuur van de voetbalvereniging Alblasserdam heeft ons college laten weten dat het in grote financiële problemen verkeert en ons verzocht garant te staan voor een herziene lening van € 175.000,-- bij de Rabobank. Voorzitter: Wij gaan naar het punt 6, wat wij noemen noodhulp Voetbalvereniging Alblasserdam. Daar is een inspreker geweest. Die heeft daar al één en ander over gezegd en ik ga nu maar even aan de andere kant van de raadzaal beginnen en de heer De Gelder het woord geven. De heer De Gelder: Dank u, voorzitter. Ja, het onderwerp van vanavond is getiteld noodhulp Voetbalvereniging Alblasserdam en ik moet zeggen dat is een goede omschrijving. De voetbalvereniging zit in financiële problemen. En een voetbalvereniging die al meer dan tachtig jaar een belangrijke rol speelt in de Alblasserdamse samenleving die doet nu een beroep op de gemeente om te helpen. Men vraagt geen geld, dat moeten wij echt goed onderstrepen. Men vraag geen subsidie. Men vraagt een garantstelling. En waarom vragen zij dat? Omdat dan de bank bereid is een lening te verstrekken en zoals dat gaat in zo’n situatie, bij zo’n garantstelling is een bank vaak ook nog bereid om een wat lager rentepercentage te hanteren. In de commissie hebben wij al aangegeven dat de CDA-fractie in principe aan het verzoek van de voetbal vereniging tegemoet wil komen. Maar dan wel onder de voorwaarde, dat de risico’s voor de gemeente en daarmee de gemeenschap beperkt zijn. Van die, van een beperkt risico is ons inziens sprake als de voetbalvereniging in staat is om de jaarlijkse rente en aflossingen te voldoen. Dat konden wij, hoewel de heer Vos aangaf dat dat zeker het geval was, konden wij dat nog niet goed beoordelen in de commissie, omdat de begroting door de voetbalvereniging voor deze komende jaren nog niet was goedgekeurd. Maar wij hebben de stukken nu gekregen en wij concluderen dat dat het geval is. Daarbovenop zijn door het college ook voorwaarden gesteld ten aanzien van controle en ten aanzien van verantwoording. Dat laatste is vooral bedoeld om tijdig te kunnen ingrijpen als onverhoopt, en dat hoopt natuurlijk niemand, toch blijkt dat de voetbalvereniging niet aan haar financiële verplichting kan voldoen als de lening wordt verstrekt. Het zijn behoorlijk vergaande voorwaarden, maar wij onderschrijven de noodzaak daarvan. De heer Vos heeft in de commissie ook aangegeven dat de voetbalvereniging ernaar streeft om de schulden die zij al heeft en die nu ook, ja, worden vergroot, om die zo snel mogelijk af te lossen, bijvoorbeeld door extra inkomsten te genereren en te kijken of er in de kostenkant gereduceerd kan worden. Dat is inderdaad de aangewezen weg, want zo’n rente en aflossing moet niet tientallen jaren als een molensteen om de hals van een vereniging blijven hangen. Voorzitter, samenvattend, wij kunnen thans het college groen licht geven om de garantstelling aan te gaan. Wij willen de voetbalvereniging alle succes wensen om uit de financiële problemen te komen, om weer gezond te worden in financieel opzicht en wij hopen dat zij nog heel lang hun rol in de samenleving kunnen blijven vervullen. Dank u wel. Voorzitter: Dan ga, kijk ik naar de heer Zwaan. Gaat uw gang. De heer Zwaan: Ja, dank u wel, MdV. In onze bijdrage tijdens de raadscommissie heb ik goed geprobeerd te luisteren naar de inbreng van de heer Vos als vertegenwoordiger van VV Alblasserdam. Na een aantal van zijn opmerkingen en vragen die hij beantwoord heeft, heb ik aan de wethouder gevraagd of er op de scheiding tussen vereniging en businessclub voorwaarden gesteld kunnen worden om de mogelijke financiële risico’s niet terug te laten slaan op de exploitatie en/of mogelijke reservepositie van de vereniging. De wethouder is daar niet op ingegaan met de opmerking dat er een scheiding is van vereniging en staat. Hiermee miste de wethouder echter het punt wat ik wilde maken. Sterker nog, de wethouder en ik, en ik heb dat nog wel even in een telefoontje bij het gecheckt, hebben een verschillend beeld over de vereniging en de businessclub. Dat verschil bevreemdde me echt en daarom heb ik ook contact opgenomen met het bestuur en de heer Vos. Daaruit bleek dat er een duidelijk onderscheid is tussen de vereniging en de businessclub, wat zelfs statutair is vastgelegd. Er is dus een businessclub, waarbij sponsoren extra kosten van het eerste elftal en zo mogelijk voor de jeugd voor hun rekening neemt. Daar moeten wij niet geheimzinnig over doen, want in voetballand is dat een normale vorm. Als ChristenUnie willen wij ons dus ook niet bemoeien met de businessclub. Wat voor beelden je er principieel ook bij zou kunnen hebben. Wat dat betreft, heb ik ook met de heer
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
33
Boersma af en toe ook wel eens even van gedachten gewisseld van hoe sta je daar nu in en wat vind je daarvan. Wij zien dat, als je een hoog spelend eerste elftal hebt in je vereniging, nou, dat dat zeker kan, dat dat, dat die prestatiegerichtheid, om het maar even zo te zeggen, prima is, maar dat je dat ook wel op een bepaalde manier meeneemt in het totaal van je vereniging. Als er dan het geld er niet is, dan zeggen wij een paar klassen lager voetballen is echt het einde van je vereniging niet. Wij willen ons echt niet met het beleid bemoeien. Dat wil ik nadrukkelijk zeggen. Het gaat ons om de begroting en de balans van de vereniging. Ons gaat het om de vraag aan de gemeente voor de garantstelling voor een vereniging in nood. En ja, er was ook beleid wat niet te betalen was in het verleden waardoor wij ook in deze situatie zijn terechtgekomen. Maar wij hebben nu als raad te beoordelen of het risico van de gemeente voor de garantstelling van de vereniging acceptabel is. Hierbij kijk je naar hoe het huidige bestuur opereert en wat de resultaten in het verleden waren. Die resultaten in het verleden, ja, die gaven al eens reden voor extra ondersteuning, maar de wijze waarop het huidige bestuur opereert verdient naar onze mening ook complimenten en dat willen wij ook zeker onderstrepen en ook aangeven dat wij daar vertrouwen in hebben. Maar nogmaals, de vraag ligt bij ons of dat wij het risico acceptabel vinden en wij zeggen, het risico is acceptabel mits het risico vanuit het businessdeel niet terugslaat op de vereniging. Ik heb vergelijkbare woorden vanuit het bestuur gehoord, die dit onderschrijven. Zij zijn ook bereid om hier transparante afspraken over te maken. Het bestuur van de vereniging wil een gezonde vereniging zowel in hun beleid als in hun financiën. Daarom wil ik de wethouder het volgende verzoeken. Bent u bereid om hier uit te spreken dat er een voorwaarde wordt toegevoegd aan het voorstel, waarin staat dat er door de gemeente toezicht wordt gehouden op de scheiding tussen vereniging en businessclub zodat er geen financiële risico’s zijn voor de vereniging. De wijze waarop dat u, dat u dit kan realiseren, dat wil ik ook aan u laten. Ik kan me bijvoorbeeld voorstellen dat dit door een accountant wordt gedaan. Alleen, dan is dat meer dan alleen de accountant die nu ingeschakeld wordt voor de stukken die wij nog krijgen richting definitieve besluitvorming. Dan gaat het ook om de komende jaarrekening in de jaren waar de gemeente garant staat. Ik wil dus echt de wethouder uitdagen om het te doen in de bewoordingen zodat ik, zoals ik dat heb aangegeven. Ik ben natuurlijk ook altijd bereid om dat via een amendement te doen, maar ik hoor het liever uit de mond van de wethouder. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Boersma, u werd net al even genoemd, dus ik denk dat u het woord ook wilt voeren. De heer Boersma: Ja, dank u wel, MdV Wij hebben hier inderdaad in commissieverband uitgebreid bij stilgestaan. Samen met de heer Vos kijkt ook mijn fractie terug op een goede, intensieve discussie. Ik heb daar ingebracht dat wat de SGP-fractie betreft sport een aantal positieve effecten heeft, effecten op beweging, gezondheid, het kan een opvoedende functie hebben richting de jeugd, in ons dorp heel belangrijk, nou, met name toegespitst op de voetbalvereniging waar wij het vanavond over hebben, vervult een maatschappelijke en sociale functie. Ik heb echter ook gewezen op negatieve effecten van sport en sportbeoefening en ik heb met name, ja, vraagtekens geplaatst bij de prestatiegerichtheid, de extreme prestatiegerichtheid die uiteindelijk leidt ook tot betaling van sporters, zelfs op amateurniveau. En dat was eerlijk gezegd voor mij die avond wel een eyeopener dat dat gewoon gewoon werd gevonden en gebeurt in Nederland. Voorzitter, sport behoort tot, heel nadrukkelijk tot de private domeinen en de overheid moet hier terughoudend in zijn. Wel randvoorwaarden vervullend, zodat de maatschappelijke doelen die ik zo-even heb genoemd ook gerealiseerd kunnen worden en nou, wij zijn ook altijd voor het geven van doelsubsidies die doelen ondersteunen. Nu is er concreet een club in problemen heb ik hier staan. Ik hoop dat het goed gaat met onze griffier. Voorzitter: Wij hebben even aandacht voor de griffier. De heer Boersma: Dus wij hebben nu een club die in problemen is om een aantal oorzaken. Eén van de oorzaken die mijn fractie ziet, is dat het ligt in het beleid en met name de cultuur die heerst bij die club, die echt heel sterk juist op die prestaties is gericht. Nou, dat kan je het bestuur verwijten, dat kan je die vereniging als totaal verwijten, maar dat is wel een feit. Goed, die club is in problemen, die roept nu om hulp bij de overheid, terwijl ik zo-even heb gezegd ja, eigenlijk zou de overheid zich terughoudend moeten opstellen. Nou, dan zou je kunnen zeggen, wij doen, wij gaan niet op die noodroep in, wij doen niets. Nou, gevolg maatschappelijke onrust. Dat willen wij niet. Gevolg schadepost voor de gemeente. Willen
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
34
wij eigenlijk ook niet. Wel doen leidt tot scheve gezichten bij andere clubs. Ik heb ook iets geroepen over mogelijke solidariteit maar dat werd met enig gelach ontvangen. Ik meen echt dat dat mij teleurstelt. Ik had meer solidariteit verwacht juist van sporters onderling, maar goed… Het leidt tot scheve gezichten bij andere clubs en ook weer een extra risico bij de gemeente. De afweging die voor ons ligt, is duidelijk en ja, ik wil die eigenlijk namens mijn fractie gewoon toetsen aan de doelstelling. Wat belangrijk is om te constateren en dat doe ik met de CU-fractie, is dat de voetbalvereniging nadrukkelijk schoon schip maakt. De vereniging neemt een nieuwe start, een nieuw bestuur die heel nadrukkelijk verantwoordelijkheid neemt, ook verantwoordelijkheid neemt over wat er in het verleden is gebeurd, want zij vragen ons niet om een lening, zij vragen ons niet om geld maar zij vragen om een garantiestelling, eigenlijk om hun te helpen om hun problemen op te lossen. Dat is te prijzen. Het is geen lening en dat onderschrijf ik met de CDA-fractie, dat is misschien ook belangrijk om dat te onderstrepen richting de bevolking. Wij geven geen geld aan deze club. Dus wij doen ook andere clubs geen schade in die zin. Wij stellen andere clubs niet achter. Afdekking van de risico’s is dan natuurlijk wel een belangrijke voorwaarde. Nou, daarvan heeft de, wij hebben het raadsvoorstel goed gelezen, die voorwaarden die zijn geformuleerd. Ja, als je het in termen van een kansspel zou mogen afwegen, voorzitter, is, wij hebben een 100% kans dat wij € 100.000,-- verlies nemen nu of wij lopen een zeker risico om op termijn € 175.000,-- risico te lopen. Het is geen kansspel, maar als wij de kans lager inschatten dan 60% dat wij het risico gaan pakken, dan is het eigenlijk een soort van lood om oud ijzer. Nou, 60% risico is wel heel hoog en wij hebben wel zoveel vertrouwen in het huidige bestuur dat dat risico zich niet gaat voordoen. Een ander aspect wat wij belangrijk vinden, is dat de leden ook bijdragen. Nou, ik heb gewezen op de hele lage contributie. In onze ogen zou dat best hoger kunnen. Maar ik heb dan ook weer begrepen dat dat kennelijk zo laag is bij alle verenigingen in Alblasserdam. Nou, misschien dat die Sportbelangen dan ook de koppen eens bij elkaar zouden moeten steken en in zijn totaliteit die bijdrage, die contributie omhoog krikken. Maar goed, de heer Vos zei ook nou, geen contributieverhoging maar wel een gerichte actie onder de leden zodat zij ook een steentje bijdragen. Tenslotte, ja, kom ik dan, dat vinden wij heel belangrijk, die maatschappelijke functie. Wij willen absoluut voorkomen dat er publiek geld gaat naar betaling van spelers. Nou, dat is met dit voorstel wel voldoende dichtgetimmerd. Maar wij zouden graag ook zien, maar ja, daar moeten wij dan als overheid natuurlijk ook enige terughoudendheid in betrachten want het is een vereniging en ja, daar zouden wij verder niets, inhoudelijk eigenlijk niets over moeten vinden, wij zouden het wel prettig vinden, heel goed vinden als die club eigenlijk een cultuuromslag maakte. Een cultuuromslag van, die echt die gerichtheid op prestaties naar juist het vervullen van die maatschappelijke functie en weer gewoon terug, het plezier wat spelertjes kunnen hebben, dan maar op een wat lager niveau, wat spelertjes met elkaar kunnen hebben en trouwens ook wat volwassenen met elkaar kunnen hebben. Ik heb van de vereniging ontvangen een power pointpresentatie waarin een missie werd omschreven. Die stelde mij niet helemaal gerust. Nou was het wel een missie die in 2009 is opgesteld, dus misschien dat er een nieuwe missie komt. Wat ik daaruit haal is dat echt het belangrijkste doel missie is het ontwikkelen van voetballertjes tot een volwaardige voetballer. Nou, dat is precies wat ik echt niet wil horen. Ik zou graag willen horen dat de missie is, wij hebben een belangrijke maatschappelijke taak, wij staan ervoor dat spelertjes plezierig kunnen spelen en of zij dan een volwaardig voetballer worden, is misschien wat minder belangrijk. Wij zijn ook heel benieuwd naar de vernieuwde invulling van de missie in het licht van de problematiek die zich heeft voorgedaan. En wij zijn wel bewust dat, ja, dat er eigenlijk een cultuuromslag is die doorwerkt op alle niveaus van de club. Dat gaat natuurlijk niet alleen over het eerste elftal, dat gaat ook over die elftallen die eronder zitten, want immers, die spelertjes die moeten nu dat hoge niveau al zien te behalen. Anders moet je spelers van buiten inkopen. Dat gaat weer met excessieve bedragen gepaard. Dat kan de club zich niet veroorloven, zeker nu niet. Inkomsten van de kantine die zijn weer gekoppeld aan bezoekersaantallen, die weer gekoppeld zijn aan prestaties. Kortom, er zal wel wat moeten gebeuren binnen die club. Ik denk niet dat men er nu is. Voorzitter, ik rond af. Wij kunnen dit voorstel ondersteunen. De heer Zwaan die heeft ook al iets gezegd over, heeft mij al sprekende geïntroduceerd hoe wij aankijken tegen scheiding club en businessdeel en wij zien met belangstelling het antwoord van de wethouder tegemoet. Dat was concreet op dit dossier. Ik heb in de commissievergadering ook aandacht gevraagd voor het inzichtelijk maken van mogelijk dergelijke risico’s die wij bij andere sportverenigingen of anderszins lopen en misschien dat het goed is dat wij daar in het kader van de begroting nog op terugkomen. Dank u, voorzitter. Voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Leeuwis van de fractie van de VVD.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
35
Mevrouw Leeuwis; Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, naar aanleiding van de discussie vorige week in de commissie, maar ook gehoord hebbende de gevoelens die hierover in het dorp leven, wil de VVD de feiten nog eens even kort op een rij zetten. Wij willen ons niet alleen baseren op het schriftelijke voorstel van het college, maar ook op de feiten die in de commissie aanvullend nog gepresenteerd zijn. Als eerste, het gaat om een garantstelling van een lening die de bank, de bank aan VV Alblasserdam wil verstrekken. Niet om geld dat de gemeente aan de voetbalclub wil verstrekken, laat staan schenken. En ik lees op de diverse media toch dat daar wat onrust over bestaat in het dorp, dus ik wilde dat maar heel helder neerzetten. De schulden die zijn ontstaan, komen voort uit wanbestuur. Nou, dat is de club erkend. Het vorige bestuur is naar huis gestuurd en inmiddels werkt een nieuw bestuur aan een gezonde financiële huishouding. Het is best begrijpelijk dat de club via een lening bij de bank haar probleem wil oplossen, want dit bedrag is een paar maanden tijd niet door de leden op te brengen. Als de gemeente niet garant gaat staat, dat is dan een derde punt, moeten wij inderdaad, zoals de heer Boersma ook al zei, direct minstens € 103.000,-- betalen. Dat is dan vanwege een oude garantstelling voor de hypotheek van het clubgebouw. Volgens mij is het in de commissie zo gedeeld. Vandaar. Een uitgangspunt van de VVD is dat de verenigingen zichzelf bedruipen. Ik dacht, nou, laat ik nu eens een andere term gebruiken dan de broek. Het is daarom zaak om risico’s van deze nieuwe garantstelling tot het absolute minimum te beperken. Want het kan inderdaad niet zo zijn dat burgers en bedrijven van Alblasserdam deze kosten moeten gaan dragen. Het college heeft een aantal voorwaarden gesteld aan de toekomstige begroting en zal er streng financieel toezicht zijn totdat die lening is afgelost. De voetbalvereniging heeft aangegeven dat dit ook de eis van haar sponsors is en dat eventueel dreigende overschrijdingen tijdig gemeld worden. En als het aan de orde is, hebben wij in de commissie gehoord, dan zal niet worden ingezet op een gemeentelijke bijdrage maar op bezuinigingen. Mocht die vereniging het nou uiteindelijk toch niet gaan redden, dan kan de gemeente er alsnog voor kiezen om de vereniging failliet te laten gaan en het clubgebouw te verkopen. De hoogte van de garantstelling zal deze keer meebewegen met de hypotheek, althans met de restschuld ervan, en zelfs als wij dat clubgebouw moeten verkopen onder de WOZ-waarde dan levert dat hoogstwaarschijnlijk genoeg op om de hypotheek af te betalen en dan kom ik, denk ik, ver onder die 60% van de heer Boersma uit. De vereniging is inmiddels ook onderhandelingen gestart met de schuldeisers. Ook dat heeft al tot resultaat geleid. Dat betekent dat wij waarschijnlijk voor een minder hoog bedrag garant hoeven te staan. De bank staat daarnaast ook nog toe dat er boetevrij fors extra afgelost mag worden per jaar. Ook dat is als intentie aangegeven door zowel de vereniging als het college om daar zo maximaal mogelijk gebruik van te maken. Vanavond wordt er een principebesluit gevraagd en bij instemming zal de bank morgen de lening verstrekken. De financiële stukken die tot nu toe zijn verstrekt door de vereniging wekken bij de VVD in ieder geval vertrouwen. Het eerste elftal zal niet meer worden betaald. De schulden worden afbetaald. En pas als in de meerjarenbegroting blijkt dat het perspectief voor de lange termijn gunstig is, de voorwaarden en intenties allemaal inbegrepen, neemt de raad in november een definitief besluit. Tot die tijd, hebben wij ook gehoord in de commissie, is de lening het risico van de bank en niet van de gemeente. Dan had ik eigenlijk willen afsluiten met te melden dat hierbij eigenlijk voor de VVD voldoende voldaan is aan de eis om de gemeentelijke risico’s tot het absolute minimum te beperken, maar toen kwam de heer Zwaan met zijn voorstel om er nog een voorwaarde aan toe te voegen en toen begreep ik eigenlijk het punt dat ik in de commissie wel dacht te begrijpen, nu niet meer. Dus ik wou eigenlijk graag de wethouder uitleggen hoe het nou zit. Want ik had begrepen… U gaat het zelf uitleggen. Vind ik ook prima. Nou, ik had begrepen dat de begrotingen inderdaad gescheiden waren. Dat het punt van de businessclub inhoudelijk een punt zou kunnen zijn dat invloed zou kunnen hebben voor de gewone begroting. Maar, ja, u zei net zelf in uw eerste bijdrage ook dat het twee los naast elkaar staande zaken zijn, dus zou ik zeggen enige reserve of nadelige gevolgen van de businessclub hoef je ook niet te zien in de gewone begroting en wij sturen alleen op de gewone begroting. Maar ik weet niet meer precies hoe u het zei. Ergens triggerde het me wel, dat ik dacht hé, welk risico lopen wij dan wel als gemeente. Dus ik dacht, dat heb ik u niet heel, althans heb ik niet goed begrepen van u wat nou precies het risico daarvan is. Dus ik hoor de wethouder nog wel graag uitleggen dat wij ook daar absoluut geen risico lopen. Want dat wil ik u inderdaad wel meegeven, dat ik vind inderdaad dat wij alle risico’s moeten beperken. Dus als ik een risico mis, nou, dan wil ik nog wel even horen hoe dat zit. Voor zover de bijdrage in eerste termijn, voorzitter.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
36
Voorzitter: En de heer Van der Plaat van de fractie van D’66. Gaat uw gang. De heer Van der Plaat: Dank u wel, MdV. Het gaat om noodhulp voor de voetbalvereniging Alblasserdam en wanneer je het voorlegt aan de man op de straat, hoor je veelal reacties waaruit op te maken valt dat het geld veel beter ergens anders besteed kan worden. Bijvoorbeeld aan andere verenigingen die hun zaakjes wel goed op orde hebben. Of aan andere beleidsterreinen als bijvoorbeeld de zorg. Maar het feit is dat er geen geld uitgegeven wordt en dat de gevolgen voor de vereniging zeer groot zijn als de hulp niet gegeven wordt. Het is daarbij,het is daarbij hulp aan een vereniging die al een kleine eeuw zorgt voor invulling van sportieve activiteiten door middel van jeugd, vrijwilligers en overige recreanten. Een dergelijk sociaal kapitaal is stimulerend voor de binding in de samenleving met alle positieve gevolgen en aspecten van dien. Eenmaal afgebroken is dit niet snel te vervangen. Dat zijn woorden die de wethouder die vandaag niet aanwezig is ook vaak gebruikt en daar zit veel waarheid in. Gebruikers zullen niet één, twee, drie bij andere verenigingen terechtkunnen of -willen. En dat alles is een goede reden om zo, om zo goed mogelijk erop te komen met zo weinig mogelijk middelen. Dat is volgens ons wel gewaarborgd dan wel mits aan voorwaarden wordt voldaan. Voor onze fractie zijn die voorwaarden hoofdzakelijk gerelateerd aan het potentieel van de vereniging. Dat is enerzijds de financiële gegevens en planning en anderzijds de uitkomst van het onderzoek naar eventueel verwijtbaar handelen en naar de oorzaak van, van de crisis binnen de vereniging. ……………… zijn maatschappelijke functie. Het gaat dan over breedtesport ten opzichte van topsport en de rol in de samenleving en dan gaat het om actief beleid ten opzichte van het bredere verenigingsleven in Alblasserdam. Het eerste punt, de financiële stukken, die zijn grotendeels binnen. Begroting tot en met 2013, jaarrekening en waar wij nog erg benieuwd naar zijn, is de uitkomst van de onderzoekscommissie met betrekking tot waar het fout ging, hoe is de VVA in deze situatie gekomen, en dat zegt iets over hoe en of in de toekomst beter beleid gevoerd kan worden. Het college vraagt dat ook in de brief van 5 augustus, dus ik neem aan dat dat voor november ook ons bekend kan zijn. Dat is dan in november een voorwaarde voor onze fractie om akkoord te gaan. Daarnaast, als de vereniging na het afgeven van de garantstelling een leningenpad niet zou volgen zoals deze nu is gepland, heeft de wethouder dan maatregelen om de vereniging op het goede pad te krijgen. Zijn daar afspraken over of zijn daar zienswijzen op? Tweede punt. Wanneer het gaat om de maatschappelijke functie van de vereniging, wordt de financiering van het eerste elftal in grote mate gescheiden van de rest van de vereniging en dat is het verhaal over de businessclub. Voor het eerste elftal wordt een businessclub opgesteld en die staat dan los van, die staat dan in principe los van de rest van de vereniging. Dat is een goed begin en in de jeugdvisie van de club komt dat ook naar voren, dat de nadruk in principe ligt op de maatschappelijke factor. Dan zijn wij enerzijds ook wel benieuwd naar de beantwoording van de wethouder inzake de vraag van de heer Zwaan en aan de andere kant, als het gaat om de jeugdvisie van de club, waren wij op zich wel tevreden in tegenstelling tot wat de SGP naar voren bracht over de missie, omdat een sportvereniging is juist zo aantrekkelijk voor burgers ook juist door die sport. Dus ook door die voetbalontwikkeling. En wij denken dat het een, dat het daar een gevolg van is dat die maatschappelijke functie ingevuld wordt. Het derde punt. Wat betreft de rol van de samenleving geeft de vereniging aan meer actief te worden in initiatieven als de SBA, BSI, de BOS. De wethouder gaf vorige week ook al aan dat samenwerking plaats zal vinden met Wasko op het gebied van de brede schoolactiviteiten. Dat is voor ons nogmaals, dat hebben wij vorige week ook benadrukt, een voorbeeld waar wij ons perfect in kunnen vinden en wij spreken de hoop uit dat dit geen incidentele toezegging is maar dat het beleid zich ook structureel en op meer vlakken ontwikkelt. Tenslotte, in breder perspectief, wij zagen in deze problematiek op zich een snel en op het oog adequaat handelen van de gemeente en dat was nodig in deze problematiek, waarbij het bestaan van de vereniging op het spel stond. Graag zien wij eenzelfde duidelijk beleid, met duidelijkheid voor de toekomst, ook terugkomen waar het andere verenigingen aangaat. Duidelijkheid is daarbij een groot goed. Ook andere verenigingen die bijvoorbeeld de, bijvoorbeeld de noodzaak hebben voor sportvoorzieningen, willen een beeld over hoe zij zich naar de toekomst willen ontwikkelen. Voorzitter: Dank u wel. En de heer Yilmaz van de fractie van de PvdA.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
37
De heer Yilmaz: Ja, dank u wel, MdV. In de commissie Samenleving is hierover uitgebreid over gesproken en gediscussieerd. Als u er bij was kunt u zich herinneren dat ik heb geroepen dat ik die avond de langste raadslid in de raad zat, maar vanavond volgens mij niet meer want Ria is volgens mij, die zit langer als mij in de raad en Aart, sorry, sorry en samen. (Noot notulist: onverstaanbare interruptie) Misschien jij ook binnenkort, wie weet. Maar ik heb nog nooit meegemaakt dat er over een garantstelling door de gemeente zo veel is gesproken. U kunt dat misschien ook bevestigen, zie ik, door de heer Boele. Ik vind het ook goed dat dat gebeurt. Maar het gaat om een garantstelling. Dan kan ik de heer Theo de Gelder bijstaan en Catharina, want het gaat alleen maar om garantstelling. Het gaat niet om een lening door de gemeente, want de gemeente betaalt niks op dit moment. En ik heb dingen gehoord over gezond bewegen, gemeenschappelijke functie en ik kan er nog eentje bijvoegen sport verbroedert. Dus dat is ook een belangrijk iets wat voor de PvdA zeer op, zeer raakt in ieder geval. Ik zal mijn betoog voortzetten, MdV. De PvdA is helder en duidelijk geweest wat betreft de garantstelling voor de voetbalvereniging door de gemeente Alblasserdam. De PvdA vindt sociale structuur van groot belang in Alblasserdam. Alblasserdam is bekend om zijn rijke verenigingsleven omdat dit voor Alblasserdam het cement van de bestaande gemeenschapszin is. Voldoende voorzieningen voor jong en oud, allochtoon of autochtoon, zijn van groot belang. Daarom moet de sociale infrastructuur een belangrijk aandachtspunt blijven in het gemeentelijk welzijns- en accommodatiebeleid. De PvdA is een groot voorstander van het stimuleren van meer Alblasserdammers, allochtoon of autochtoon, jong en oud, om zich op een gezonde manier te kunnen ontspannen en sporten. Hiervoor zijn stabiele sportverenigingen noodzakelijk met een goed bestuur. Dat wil ik zeker benadrukken, met een goed bestuur. De PvdA denkt dat voetbalvereniging Alblasserdam onze steun nodig heeft door garant te staan voor een herziene lening van € 175.000,-bij de Rabobank, want zonder garantstelling geen lening, zonder lening geen vereniging. Dat moeten wij zeker niet willen. De PvdA denkt dat risico’s worden vermeden door controle door de gemeente zodat de garantstelling de Alblasserdammer geen dubbeltje gaat kosten. Tenslotte wil de PvdA alle vrijwilligers bedanken voor hun moed en inzit. Wij zijn dan ook blij dat er zo veel vrijwilligers zijn. De PvdA wenst ook het nieuwe bestuur veel sterkte, wijsheid in hun doen en handelen. Kortom, de PvdA staat positief tegenover het raadsvoorstel, gaan dan akkoord onder de voorwaarden voorstel college. Dank u wel. Tot zover de bijdrage van de PvdA. Voorzitter: Duidelijk. Dank u wel. Wethouder, ik heb met name vanuit de ChristenUnie en gesteund door anderen nogal wat vragen gehoord en u misschien nog meer. Gaat uw gang. Wethouder Veerman: Ja, dank u wel, voorzitter. Ja, blij met de instemming van de raad voor het collegevoorstel. Ik denk ook dat het past binnen het hoofddossier Meedoen en ik zou daarbij ook de drie pijlers kunnen noemen die ook in het jeugdplan van de voetbal zitten. Het gaat om plezier, het gaat om discipline, het gaat om persoonlijke ontwikkeling. Als je dat met sport kunt bereiken, dan doe je het goed. Wat dat betreft is het, denk ik, een heel belangrijke zaak dat wij vanavond de vereniging tegemoetkomen en proberen te helpen. Dat kost inderdaad niks, waar kom je dat nog tegen in deze moeilijke tijden, en dat wij toch een hele belangrijke bijdrage leveren. Dus wat dat betreft, wil het college ook graag met de raad en met de verenging kijken naar al die voorwaarden die wij gesteld hebben en waar ook eigenlijk geen discussie over is. De heer De Gelder zei nog van ja, belangrijke voorwaarde, kunnen zij hun verplichting nakomen en de indruk is dat zij dat kunnen. De schulden worden niet vergroot. Wie zijn schulden betaalt, die wordt rijker. Dus wat dat betreft, denk ik dat wij de goede, op de goede weg zijn en moeten wij de vereniging daarbij stimuleren dat zij dat op korte termijn doen. De vraag van de heer Zwaan over de scheiding van de businessclub en de vereniging, ja, dat heb ik ook in de commissie gezegd en de heer Zwaan zei dat ik het punt miste, maar het is zo dat er een rechtspersoon is opgericht waar wij garant voor staan. Die rechtspersoon daar hebben wij mee te maken. De businessclub hoort daar niet bij. Wij lopen daar dus geen risico op. Dat is 105%. Dus als u zegt, ik wil daar meer zekerheid over hebben, ik zeg u er is geen enkel risico van de businessclub omdat die niet in de vereniging zit en dat is juist gedaan omdat wij de rechtspersoon voetbalvereniging Alblasserdam steunen. Daar geven wij garantie voor en niet voor elke andere verenging, gelieerde organisatie welke andere dan ook en ook de businessclub niet.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
38
De heer Zwaan: Mag ik dat… Wethouder Veerman: Dus er zit geen enkel risico op dat, stel dat de businessclub zou zeggen nou, wij hebben geen geld meer, wij doen niets meer, dat dan de verenging meer geld zou moeten betalen. Dat is helemaal gescheiden en dat is ook heel belangrijk en dat vinden wij ook een heel normale vorm dat dat gebeurt, want je wilt dat toch niet hebben dat mensen die contributie betalen, ook al is het weinig in de ogen van de heer Boersma, dat daarmee risico’s zouden wordengelopen die niet bedoeld zijn. Dus wat dat betreft, is dat niet aan de orde en ik kan me dus… De heer Zwaan: Maar ik hoor… Voorzitter: U wilde even wat toelichten, een vraag. Ja. De heer Zwaan; Ik hoor heel goed wat u zegt. Alleen, er zijn twee argumenten wat maakt dat de werkelijkheid juist ook, waar er gevraagd wordt door de heer Vos om dat mee te helpen ondersteunen. Want hij gaf bij wijze van spreken aan het begin in zijn bijdrage ook aan van dit is ook hulp om op het pad te blijven. In die bewoordingen geeft hij volgens mij aan 1. dat er nu in de begroting, en dat is dan ook het directe antwoord richting VVD, dat de personele kosten op nul zijn gezet, maar die zijn niet weg. 2. Dat de kantine, dat de kantinekosten anders zijn ingestoken, wat ook ontzettend belangrijk is. Dus ik kijk naar wat voor verenigingsstructuur je daar neerzet. En zoals D’66 ook aangaf, het eerste elftal is niet helemaal in de, met een schaartje te knippen tussen de begroting en businessclub. Voorzitter: Mijnheer Zwaan, ik vind dat u, dit al meer van een betoog heeft dan van een korte ………………… vraag. Nou ja, wij hebben ook nog een tweede termijn, hè. Maar goed, u bent nu toch al driekwart op weg. De heer Zwaan: Nee, nee. Dit zijn wel de redenen, wat maakt dat ik het helemaal eens ben met de wethouder, maar dit argumenten zijn om te verzoeken om de toezicht op te nemen in de voorwaarden. Wethouder Veerman: Ja, voorzitter. Kijk, als ik het over het punt van het toezicht en de voorwaarden, dan is daar afgesproken dat wij zullen toezien op geen risico’s nemen. Dat er geen onverantwoorde dingen gebeuren. Als u noemt de kantine, daar heeft onze accountant van gezegd nou, daar zijn zij wel wat terughoudend in, in de opbrengsten. Daar is meer te realiseren. Dus daar kijken wij naar en ik ben blij dat zij niet daar het volle pond in hebben gezegd, want zij zeggen daar doen wij rustig aan. Er zijn dus geen risico’s. Ik herhaal dat nog een keer. En u zegt van u moet erop toezien dat er geen risico’s ontstaan. Ik zeg u dat toe, dat wij dat niet doen. Er zullen geen risico’s toenemen want dat willen wij niet. Dus dat is echt geregeld. En als u zegt van ja, ik geloof het niet omdat het toch een businessclub is en misschien zijn er ooit wel verbanden, maar die zijn niet in de begroting en daar lopen wij geen risico’s voor en daar zijn wij niet voor garant. Dat is echt, daar hebben wij over gesproken, ook met de heer Vos, en dat is dus niet aan de orde. En waar wij een gesprek over gaan hebben dat is van hoe ga je nou om met de risico’s die zouden kunnen ontstaan en wat doet de vereniging daaraan. Nou, daar is de vereniging zelf verantwoordelijk voor maar dat maandelijks of kwartaaloverleg wat wij hebben en het inzicht in de begroting die zij geven, is juist daarop gericht om geen nieuwe risico’s te doen. Dus ik herhaal, die risico’s zijn er niet. De heer Boersma zei ja, ik ben toch wat teleurgesteld over die solidariteit die ontbreekt. Volgens mij is het zo dat de gemeenschap de solidariteit doet. Dus niet alleen de sportvereniging maar de gemeente Alblasserdam die staat garant en dat zijn wij met z’n allen en die zijn solidair door te zeggen nou, wij willen die garantstelling doen. Het viel mij op dat u het over een kansspel had. Ik was dat niet helemaal gewend bij de SGP dat men ook daar inschattingen maakte van kansspel, maar ik ben blij dat wij tot dezelfde conclusie komen dat er niet zo’n grote kans is dat dit gebeurt. Dat u zei van ja, die missie, daar was ik niet zo gelukkig mee. Dat begrijp ik niet helemaal, want de missie zegt dat er een ontwikkeling moet zijn tot een volwaardige voetballer. En wat is nou een volwaardige voetballer. Dat is
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
39
iemand die inzicht verwerft, dat is iemand met discipline, die luistert naar de coach, iemand die wendbaar is, die scorend is, die kan incasseren als de tegenstander iets doet wat helemaal niet mag. Daar ga je dus niet lelijke dingen zeggen, maar daar ga je zeggen van ik ga toch door en je bent solidair met je eigen team, ook al staan zij voor of achter. Dat zijn voetballers. Dat zijn volwaardige voetballers en dat soort mensen hebben wij nou behoefte aan. Voorzitter: En die kan voetballen, neem ik aan. Is de homo universalis. Wethouder Veerman: Nee, nee, dat zijn… De heer Boersma: Kan ik me bij u opgeven? Wethouder Veerman: Bij Feijenoord zoeken zij nog een paar van die types. Voorzitter: Ze moeten ook nog kunnen scoren, hoor. Dat… Wethouder Veerman: Nou, in Alblasserdam hebben wij ze. Nee, maar dat is dus de essentie van de sport en dat is de essentie waarom wij ook zeggen van het is zo belangrijk om die vereniging in stand te houden. Dat mensen die kans krijgen om dat te leren en dat niet op zaterdagavond ergens in de bar waar je solidair moet zijn, maar juist op het voetbalveld en in de training met elkaar groepsvorming. Nou, dat is hartstikke belangrijk. U heeft gezegd, zijn er nog andere risico’s, ik, bij andere verenigingen, die wij ook zouden kunnen steunen. Er is al gezegd dat wij bij de begroting daarop terugkomen, door fracties maar ook het college. Collega Verheij met zijn financiële portefeuille is daar ook mee bezig om te kijken van nou, laten wij dat eens inzichtelijk maken, want wij hebben de vorige keer al gezegd, er zijn grote getallen mee gemoeid. Mevrouw Leeuwis die zegt van ja, als wij niks doen dan kost het misschien ook wel geld, dan gaan zij misschien toch failliet en dan hebben zij ook schulden en die zijn wij ook garant voor. Nou, dat klopt. Dus wat dat betreft, is er ook gewoon naast de maatschappelijke steun ook een eigenbelang, want je zou ook zelf geld kwijt kunnen raken en dat willen wij natuurlijk niet. Wij hebben ook eerder afgesproken al die dingen die u genoemd heeft van het meebewegen van de garantstelling met de aflossing, de overschrijdingen tegengaan, dat de stukken vertrouwenwekkend. Dat vind ik ook en ik ben ook blij dat wij als gemeente positief daarin zitten, dat wij een accountant hebben ingeschakeld om die stukken te beoordelen, dat inderdaad ook een completer beeld. En ja, dat is dus het geval. Er komen steeds betere stukken. Nog niet alles is binnen maar wij hebben er wel veel vertrouwen in en ook dat er goede voortgang wordt gemaakt. De heer Van der Plaat die heeft ook nog eens herhaald al die maatschappelijke activiteiten. Nou, dat is ook zo. Daar zijn zij volop mee bezig. Als u ook leest in de krant dat zij bij de jeugd een groei hebben, dat er veel meer aan de jeugd wordt gedaan en dat daar ook alles op gericht is, dus dat is heel belangrijk. Als andere clubs in een soortgelijke situatie zouden komen, denk ik dat het gemeentebestuur ook actief zal optreden om te kijken hoe wij ze kunnen helpen. Dat betekent niet onmiddellijk je portemonnee trekken maar dat betekent maar dat betekent wel dat je meedenkt en dat je ook meekijkt hoe je oplossingen kunt verzinnen. Dus die solidariteit is er voor, ten opzichte van iedereen. En de heer Yilmaz heeft ook nog eens gezegd ja, het is heel belangrijk dat wij benadrukken dat wij helpen en dat wij alleen maar garant staan, maar dat dat wel heel belangrijk. Dus wat dat betreft, voorzitter, ben ik blij met de instemming van de raad voor het voorstel. Voorzitter: Dank u wel. Daarmee is de eerste termijn van het college ook afgerond en ga ik even kijken of er behoefte is aan een tweede termijn in de raad. Ik zie de heer De Gelder nee schudden, maar de heer Zwaan steekt wel zijn vinger op. Gaat uw gang. De heer Zwaan: Nou, wij zijn net, dan bedoel ik als fractie, hebben net ook even contact met de heer Boersma gehad. Formeel, wat de wethouder zegt, klopt. Het lastige is voor ons dat wij in de ontstane situatie, waarbij je
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
40
het dus wel in één begroting vond en waarbij dus nu de vorm die gebruikelijk is, die scheiding gaat ontstaan, wil nog niet zeggen dat je er bent. Want er moet volgens ons ook een aantal zaken gebeuren. Wij hebben te maken met een bestuur van de voetbalvereniging, die daar heel duidelijk open, eerlijk in is van hoe ga je met elkaar om. Wij hebben zoiets van maak daar gebruik van. Als de wethouder dan zegt van ja, wij zullen toezien. Ja, dat is een andere misschien formulering van toezicht op dat specifieke punt. Lastig. Wij zien ook wel dat de garantstelling noodzakelijk is. Wil je daarop dwarsliggen? Alleen, dit is wel echt een punt omdat wij zien van hoe dat toch elkaar beïnvloedt in het totaal van het voetbal, hoe je dan kijkt naar je risico’s, hoe je vindt dat je als gemeente staat voor je garantstelling. Ik zit even, ik ben nu van mening om mijn amendement ook niet in te dienen, want volgens mij kom je tegenover elkaar te staan op een manier wat volgens mij ook niet passend is. Maar met wat ik nu aangeef, wil ik wel echt aangeven, als u dan zegt toezien, doe dat in een goede verstandhouding. Het bestuur van nu is ook niet het bestuur wat er was. Gelukkig niet. Maar wij hebben ook nog een toekomst want de garantstelling is meerjarig. Laat dat dan mijn reactie zijn. Voorzitter: Dat is duidelijk. En de heer Boersma. De heer Boersma: Ja, voorzitter, dank u wil. Ik zal ook alleen nog maar even ingaan op dat, zeg maar die verhouding tussen de club en dat businessonderdeel. Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Zwaan. Formeel heeft de wethouder gelijk en formeel is er geen sprake van een risico dat veroorzaakt wordt door activiteiten al dan niet in het businessdeel. Formeel klopt dat. Maar stellen wij ons even de situatie voor dat het businessdeel er niet zou zijn. Dat je alleen maar zou moeten werken met die andere begroting van de club. Dan denk ik dat dat een irreële begroting is. Want die begroting die gaat uit van impliciet, er komen inkomsten in die businessclub, die worden aangewend ten behoeve van het eerste elftal en ook ten behoeve van training van de jeugd, wat daar dan nog weer onder zit. Als dat wegvalt, dan vallen dus ook, de bezoekersaantallen die vallen tegen, dan valt de kantine-inkomst tegen. Kortom, dan valt het als een domino eigenlijk gewoon om. Formeel heeft u gelijk. Formeel is er een scheiding tussen de club en dat businessdeel. Eigenlijk een soort van de frustratie, maar misschien dat wij dat moeten accepteren, ook als politiek, de frustratie die de heer Zwaan en ik voelen, is dat je daar eigenlijk niet goed de vinger achter krijgt. Maar denkt u zich even de situatie in dat het businessdeel wegvalt, dan is dit eigenlijk een irreële begroting. Mevrouw Leeuwis: Voorzitter, bij interruptie. Waar ziet dan zowel de heer Boersma als de heer Zwaan die, dat impliciete in de gewone begroting, waaruit u opmaakt dat er wel degelijk inkomsten vanuit de businessclub in de gewone begroting is. Want eigenlijk zit dat eerste elftal dus wel… De heer Zwaan: Het effect op je vereniging totaal. Voorzitter: Maar dit was een interruptie op de heer Boersma. De heer Boersma: Het gaat niet om stromen vanuit het businessdeel naar de club of andersom. Daar gaat het even niet om. Je hebt de club en je hebt het businessdeel. Denk even dat businessdeel helemaal weg. Doe alsof dat er niet is. Mevrouw Leeuwis: Dat heb ik gedaan, want ik ging alleen uit van de gewone begroting. De heer Boersma: Ja, nee, maar dat heeft u in die zin wel gedaan dat u naar die begroting heeft gekeken en gezegd, er is geen koppeling met dat businessdeel, maar denk dat even weg. Denk dus even in dat er helemaal geen extra gelden gaan naar dat eerste elftal. Nou, dan kan je veronderstellen dat de kwaliteit van dat eerste elftal gaat inboeten, want immers die spelers die moeten kennelijk financieel gestimuleerd worden om een bepaalde prestatie te halen…
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
41
Mevrouw Leeuwis: Maar de heer Vos heeft toch in de commissie gezegd dat de spelers uit het eerste elftal niet meer betaald gaan worden. De heer Boersma: Nee, nee, nee, niet uit het verenigingsdeel maar wel degelijk uit het businessdeel. Dat blijft wel overeind staan. Dus er is wel een stimulering vanuit dat businessdeel en natuurlijk is er die financiële koppeling is wel los. Maar impliciet is die koppeling er wel, want je hebt dat businessdeel wel nodig om die club overeind te houden. Dat blijft overeind, maar daar krijgen wij vanavond met elkaar de vingers niet achter. Dat is ons punt. Mevrouw Leeuwis: Dan vind ik dan wel een beetje tegenstrijdig in uw beider bijdrage, want aan de ene kant zegt u ja, die spelers van het eerste elftal moeten helemaal niet betaald worden, want het moet niet meer zo’n prestatieclub zijn en aan de andere kant zegt u ja, maar zij moeten wel betaald blijven, anders komen er geen bezoekers meer. De heer Boersma: Nee, nee, nee. Mevrouw Leeuwis: (Noot notulist: niet te verstaan, door de heer Boersma heen) De heer Boersma: Nou, ik kan het heel helder neerzetten want onze opvatting is dat spelers niet betaald moeten worden. Maar de feitelijke situatie is dat de spelers wel degelijk betaald worden. In het verleden betaald vanuit die ene begroting van de club. Dat is nu gescheiden. Zij worden nu betaald vanuit het businessdeel. Maar die betaling is wel nodig om die hele club overeind te houden. Als die betaling weg zou vallen, valt eigenlijk die club weg. Dat is het punt. Voorzitter: Mijnheer Zwaan, u zat te popelen om iets te zeggen. Als u nou de heer Boersma interrumpeert, kunt u rustig nog even uw…, want u wilde iets zeggen volgens mij. De heer Zwaan: Nee, nee, wij trekken heel goed samen op. Voorzitter: Ja, ik merk het. Complimenten daarvoor ook. Mijnheer Boersma. De heer Boersma: Ik heb mijn punt gemaakt. Ik blijf zeggen wat ik in de eerste termijn heb gezegd, wij steunen dit voorstel. Wij zijn de overheid, wij zouden ons niet moeten willen bemoeien met het beleid van de club, maar wij wel constateren, is dat het beleid wat gevoerd wordt, werd, niet goed was en wij zijn bang dat het beleid eigenlijk impliciet wordt doorgezet. Ik heb daar in de eerste termijn nog wat dingen van proberen aan te geven. Wij hopen dat het goed gaat. Voorzitter: Ik denk dat de wethouder in zijn tweede termijn nog kan reageren op de redenering die u nu nog explicieter neerlegt dan in de eerste termijn, omdat ik het gevoel heb dat er wel overeenstemming is over de doelstellingen die wij hebben. Dus misschien is het goed dat de wethouder daar zijn licht nog even zo meteen over laat schijnen. Mevrouw Leeuwis nog uw tweede termijn? Mevrouw Leeuwis: Ja, dank u wel, voorzitter, graag. Nou, even naar aanleiding van de discussie net. Wij willen ons maar graag richten op de gewone begroting omdat dat de begroting is waarop het college zich richt bij de beoordeling of wij uiteindelijk definitief tot die garantstelling overgaan. Dat is ook de begroting waarop wij gaan sturen. Als de vereniging het met die begroting niet haalt, dan komen zij vanzelf terug, want dan kunnen zij uiteindelijk hun schulden ook niet afbetalen en dan kunnen wij als, nou, college en raad alsnog beslissen om die club toch failliet te laten gaan. Dan kom je misschien op de inhoudelijk
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
42
discussie, wil je die club bewaren, wil je daar allerlei maatschappelijke doelstellingen mee bereiken. Nou, daar wil de VVD buiten blijven bij dit voorstel. Wij hebben ons überhaupt niet zo heel erg gemengd in wat voor club, wat de club wel of niet zou moeten doen. Verenigingen, nou, om het nog maar een keer te zeggen, houden wat de VVD betreft de eigen broek op maar zijn daarmee ook autonoom in wat voor beleid zij dan binnen die club willen voeren. Nu zij daar blijven, blijven wij er buiten. De PvdA, daar wil ik ook nog even op reageren, is verbaasd dat wij zo lang over deze garantie praten. Ik zou in ieder geval zeggen beter laat dan nooit. Ik denk dat het heel goed is om te sturen op de risico’s. Ik wil ook nog even aanmerken dat het ook niet van alledag is dat wij een garantstelling op tafel hebben liggen vanwege wanbestuur van een club en dat daarom er een garantstelling voorligt. Dus beter laat dan nooit, maar ik mag toch aannemen dat ook de PvdA graag ziet dat de risico’s tot het minimum beperkt worden en dat wij daar niet ( noot notulist: onverstaanbare interruptie). Precies. Dan zijn wij het daarover eens. Prima. Nee hoor. Laatste puntje richting SGP omdat u net nog even terugkwam op, nou ja, in ieder geval mijn reactie in de commissie dat wij lacherig doen over de solidariteit bij sportverenigingen. Ja, de één schiet wat makkelijker uit zijn slof als eerste reactie, de ander schiet eerder in de lach. Nou, bij de laatsten hoor ik. Maar wij hadden hier even de vergelijking om het misschien wat inzichtelijker te maken, stel dat dit zich bij de kerken voordoet, de ene kerk zal, denk ik, ook niet heel snel garant gaan staan voor wanbestuur bij een ander kerkgenootschap en dan op die manier voor elkaar in de bres springen. Dus dat is het gevoel zoals het overkomt als je zegt nou, kan de volleybalvereniging niet garant staan voor de voetballening. Daarvoor schoot ik in de lach en dat is even de vergelijking die ik dan mee wil geven. Wat dat betreft mijn tweede termijn, voorzitter. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Van der Plaat. De heer Van der Plaat: Nou, dat was dan ook weer duidelijk. Ik had nog wel een vraagje uit de eerste termijn. Misschien was die de wethouder even ontschoten. Dat was of de vereniging na het afgeven van de garantstelling en het lening, als die niet het pad volgen zoals die nu is gepland, heeft u dan maatregelen om de vereniging op het goede pad te krijgen. Zijn daar afspraken over gemaakt of zienswijzen op? Dan is 1. En in de tweede termijn, zeg maar, ingaand op, zeg maar, het punt van de heer Zwaan. Hebben al een paar mensen eerder gedaan. Maar om het impliciet even compleet te maken. Als het nu zou zijn, ik hoor de wethouder volgens mij zeggen aan het begin, dat de businessclub ook geld zou kunnen, zeg maar, geld zou kunnen geven of ze kunnen stoppen in de rest van de vereniging, als ik het goed begrepen heb, als dat zo zou zijn, en de uitgaven die, uitgaven van de rest, van de rest van de vereniging die groeien mee met het deel wat de businessclub in de vereniging stopt, kan er dan een probleem ontstaan en wordt dat ook los gezien van de, ja, van de begroting die, tenminste van de beoordeling van de begroting die voor u ligt. Voorzitter: Ja, dank u wel. Volgens mij ligt het in het verlengde van de vragen die aan die kant van de tafel zijn gesteld, dus daar gaat de wethouder zo meteen nog even zijn tanden in zetten, maar niet voordat ik de heer Yilmaz het woord gegeven heb. Ja, gaat uw gang. De heer Yilmaz: Dank u wel, MdV. Ik wil eerst beginnen de wethouder te bedanken voor zijn beantwoording. Is helder geweest. Wat betreft Catharina, ik heb juist aangegeven wat ik ervaren heb in die negen jaar, dat er dus juist niet zolang is gesproken over een garantstelling. Heb ik ook genoemd, dat het uniek is dat er zo veel is over gesproken. Dus dat vind ik niet… Mevrouw Leeuwis: Dat uniek is prima. U bent er wel verbaasd over, maar.. De heer Yilmaz: Ja, dat heb ik wel genoemd, ook in het begin van mijn betoog heb ik dat ook… Ook in de commissie Samenleving heb ik hetzelfde gezegd, dus… Mevrouw Leeuwis: Ja, ik dacht ook meer…
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
43
De heer Yilmaz: Ik vind het juist goed dat erover gesproken is, maar ik heb juist de ervaring wat ik heb meegemaakt gedeeld met u, dat er nooit zoveel is over gesproken. Mevrouw Leeuwis: Ik had het wat minder positief opgevat, dus ik dacht dat u meer verbaasd was. Prima. De heer Yilmaz; Wel gezegd dat het goed is dat erover gesproken wordt. En over de risico’s heb ik zelfs in mijn betoog genoemd dat, dat moeten wij zeker vermijden, heb ik ook gezegd. Tot zover. Voorzitter: Duidelijk. Ja. Geen misverstand, maar de wethouder gaat nog wat dieper in op de punten die in tweede termijn zijn gemaakt. Gaat uw gang. Wethouder Veerman: Ja, dank u wel, voorzitter. Kijk, de ontstane situatie die is ontstaan onder een vorig bestuur, waarbij er van alles mis is gegaan. Wij hebben met het nieuwe bestuur afspraken gemaakt en met de vereniging over per kwartaal een gesprek en rapportages en er is straks geen sportvereniging in Alblasserdam die meer onder curatele staat dan deze vereniging. Dus er zijn, er zijn goede afspraken gemaakt, er zijn indringende afspraken gemaakt en er zijn strikte afspraken gemaakt. Dat betekent dat er nergens misschien wel in de regio een club zo onder controle staat, onder toezicht van het gemeentebestuur, omdat wij dat hebben afgesproken. Er werd zelfs nog gevraagd om meer dan met een bestuurlijk gesprek ook met iemand van de financiële commissie een gesprek. Dus wij gaan in die rapportages heel nadrukkelijk kijken naar de verschillende scenario’s en naar de verschillende zaken die zouden kunnen ontstaan. Als dan de heer Boersma zegt van ja, het zit hem niet zo zeer in dat er geld bij moet, maar er komen minder bezoekers of er gaan minder kantineopbrengsten komen. Nou, onze accountant zegt, ik begrijp niet waarom de marges wat naar beneden worden bijgesteld, want als je kijkt naar de omzet, dan zou je meer opbrengst kunnen verwachten en dan zegt de vereniging nee, dat doen wij niet, want je kan behalve een lagere omzet ook rekening houden met bijvoorbeeld minder publiek dat opkomt. Dus wou bouwen een veiligheidsmarge in. Nou, dat geeft mij vertrouwen dat ik zeg van het is niet zo, als er morgen minder bezoekers komen, dat dan onmiddellijk de club het fout doet. Want zij hebben in hun begrotingen voor 2011, 2012, 11 en 13, hebben zij daar gewoon zelf ook rekening mee gehouden. Ik vind dat heel verstandig. Je moet niet van het hoogste niveau uitgaan, dat je denkt van ja, dan heb ik nu maar even een goed sluitende begroting. Dus dat… En dat gaan wij ook controleren. Dus het is niet zo impliciet als het morgen ietsje minder gaat, dat het dan fout gaat. En het is dus niet zo dat er een terugslag is en wij gaan daar gewoon op sturen. Wij gaan daarop controleren. En dan zegt de heer Van der Plaat ja, welke maatregelen kun je dan treffen. Nou, gelukkig is het niet zo dat verenigingen ook al staan zij dan onder goed toezicht van de gemeente, dat wij ze kunnen overnemen. Wij zullen met hun daar een gesprek over hebben. Als je ziet dat in enig kwartaal het fout gaat, dan moet er bijgestuurd worden en in de stukken is aangegeven dat men dan ook niet gaat zeggen nou ja, dan moet die in…, die uitgaven houden wij op peil en dan gaan wij kijken naar meer inkomsten, maar dan wordt er gezegd, kunnen wij niet minder uitgeven. Een heel concreet voorbeeld, men heeft nogal wat energielasten. Er is gezegd van ja, hoe doen wij dat nou en wat kunnen wij daaraan doen. Het bestuur stelt voor, wij gaan niet de energielasten de post verhogen, maar wij gaan zorgen dat er beter wordt geregeld dat er minder geld wordt uitgegeven. Dus dat er minder energie wordt gebruikt. Daar heb je een ander type maatregel voor nodig, maar het bestuur is dat wel voornemens en heeft dat ook met de eigen mensen afgesproken, want zij moeten dat zelf regelen. Maar wij gaan daar dus op controleren of zij dat ook werkelijk waarmaken. Dus wat dat betreft, de problemen die gevreesd worden, die verwachten wij goed te kunnen tackelen dat zij ook helemaal niet zo optreden en als zij optreden dat zij dan niet een terugslag hebben, want dat was de concrete vraag van de heer Zwaan, op de begroting van de vereniging zoals wij die nu met de garantstelling ondersteunen. Dus, voorzitter, ik denk dat de problemen inzichtelijk zijn, want er is nog wel een vraag geweest ook van komt er nog een verslag over van de voorgaande problemen, zijn die goed duidelijk. Nou, daar is de commissie nog steeds mee bezig om dat te zoeken en zodra daar meer van is, bekend is, krijgt u dat ook nog. Ik dacht dat ik daarmee de vragen had beantwoord, voorzitter.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
44
Voorzitter: Ik kijk even naar de vragenstellers in tweede termijn, of zij ook dat gevoel hebben dat er voldoende op ingegaan is. Ja, dat is het geval. Dus dat betekent dat wij naar besluitvorming kunnen en dat betekent, als ik het goed geproefd heb dat u unaniem akkoord zou willen gaan met het voorstel wat voorligt. Constateer ik dat terecht? Ja? Dan is dat besloten en dat betekent dat, als alles afgewikkeld wordt zoals wij het nu hebben afgesproken, dat u in november bij hamerslag een definitief besluit kunt nemen en laten wij ervan uitgaan dat het zo is, maar het college zal er uiteraard over waken. Voordat u vertrekt, zou ik nog even twee dingen onder uw aandacht willen brengen. Het eerste is dat wij een vergadering van een uur of drie achter de rug hebben en dat ik nog iets wilde zeggen over de vergaderorde, omdat wij als raad gewend zijn, en dat is volgens mij ook een groot goed, om wat losjes te kunnen vergaderen en soms elkaar het woord te gunnen of juist niet. Maar in sommige gevallen heb ik vanavond toch af en toe even als voorzitter ook geprobeerd dat wat te stroomlijnen, want soms is dat, denk ik, even nodig. Nou, dat evenwicht wil ik dan maar weer eens even onder de aandacht brengen omdat dat, nou ja, blijkbaar toch niet altijd helemaal vanzelf gaat als het losjes wordt gelaten. Kortom, daar zoek ik naar. En het tweede is dat wij een werkgroepje hebben waarvan, die na de vergadering nog bij elkaar zou komen als wij tijdig geëindigd zouden zijn. Dat hebben wij niet gedaan, dus met de griffier heb ik afgesproken dat zij maandag weer gaat proberen een nieuw voorstel te doen om dat clubje bij elkaar te krijgen en dat betekent, Rinus, dat ook jij op tijd naar bed kan vanavond. Dat geldt overigens voor allen. Ik wens u wel thuis en er bestaat nog de mogelijkheid om zo even met elkaar een drankje te drinken op de avond van vanavond. Dank u wel. De voorzitter sluit de vergadering om 22.30 uur. Alblasserdam,
De griffier,
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
De voorzitter,