SCHOOLGIDS
Openbare basisschool “De Kiekendief” Kortsteel 5 3892 BP Zeewolde Telefoon: 5221392
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING
1.
DE SCHOOL
2.
WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT
3.
ONDERWIJSKUNDIGE VORMGEVING VAN ONS ONDERWIJS
4.
DE ORGANISATIE VAN ONS ONDERWIJS
5.
DE ZORG VOOR KINDEREN
6.
OUDERS EN SCHOOL
7.
FINANCIEN
8.
DE ZORG VOOR RELATIE SCHOOL EN OMGEVING
9.
DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS
10
REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN; DE LEERPLICHT
11
OVERIGE INFORMATIE
12
HET BESTUUR
1
INLEIDING "Naar welke basisschool stuur ik mijn kind? Welke basisschool stemt het beste overeen met mijn verwachtingen en wensen?" Om u te helpen een antwoord te vinden op deze en soortgelijke vragen heeft iedere school een schoolgids Scholen verschillen steeds meer, in de manier van werken, in sfeer en in wat en hoe de kinderen er leren. De schoolgids laat zien wat ouders van de school kunnen verwachten en wat de school voor uw kind kan betekenen. Tevens stelt het ouders in staat om na te gaan of "De Kiekendief" dat onderwijs biedt waarvan u als ouder vindt dat die het beste bij uw kind past. De schoolgids verschijnt niet elk jaar opnieuw. Deze schoolgids is voor meerdere jaren bruikbaar; een supplement, dat jaarlijks verschijnt, geeft aanvullende per schooljaar actuele informatie. Deze schoolgids is geschreven om u informatie te verschaffen over basisschool "DE KIEKENDIEF". Uiteenlopende zaken komen aan de orde: • de opzet van het onderwijs op "DE KIEKENDIEF" • de sfeer op onze school • de wijze van lesgeven • de zorg voor onze leerlingen • wat de school van ouders verwacht en wat ouders van school kunnen verwachten, etc. We hopen hiermee veel van uw vragen te hebben beantwoord. De schoolgids is tot stand gekomen in samenwerking met de leerkrachten. Daarnaast hebben de Ouderraad en de Medezeggenschapsraad hun medewerking verleend. Het is altijd prettig wanneer ouders reageren op zaken die vanuit de school georganiseerd worden. Indien u als ouder ideeën heeft betreffende de inhoud van de schoolgids of suggesties ter verbetering, dan kunt u contact opnemen met de directie van de school. Uw bijdrage wordt zeer op prijs gesteld. Wilt u de school bezoeken om daadwerkelijk de sfeer te proeven dan bent u van harte welkom. Robijn Pieper. Directeur
Januari 2009
2
kleuterschoolplein
1. DE SCHOOL 1.1 Richting: DE KIEKENDIEF is een school voor openbaar primair onderwijs voor leerlingen van 4 - 12 jaar. In het openbaar onderwijs wordt met nadruk aandacht besteed aan de bevordering van een levenshouding die gebaseerd is op gelijkwaardigheid van de verschillende levensbeschouwingen en achtergronden van alle leerlingen. 1.2 Situering van de school: DE KIEKENDIEF is sinds 1989 gehuisvest in een modern schoolgebouw (12 lokalen en een speellokaal) in Zeewolde- Zuid aan de Kortsteel 5 en heeft in juni 2008 op grandioze wijze het 20 jarig bestaan gevierd. De school is gelegen in een groenzone met een parkfunctie. In het pand is een voor- en naschoolse opvang aanwezig. De school grenst aan ´de Wetering´. Zeewolde- zuid is een ruim opgezette wijk. De school ligt als het ware midden in deze wijk. In de wijk bevinden zich hoofdzakelijk koopwoningen waarin voornamelijk jonge gezinnen wonen. De groei van de school is gestabiliseerd. Het aantal leerlingen die onze school bezoeken ligt rond de 180. Doordat in de toekomst geen nieuwe woningen worden gerealiseerd is de verwachting dat het leerlingenaantal niet zal toenemen. DE KIEKENDIEF beschikt over een handvaardigheidruimte, een gemeenschappelijke ruimte met een kunstgalerie waar leerlingen en ouders hun kunstwerken kunnen exposeren, een bibliotheek en een techniekruimte. Voor het gymnastiekonderwijs maakt de school gebruik van de sportaccommodatie van het direct in de buurt van de school gelegen sportcomplex. De kleuterafdeling heeft de beschikking over een rond speellokaal en eigen schoolplein en een schooltuin. Het gebouw telt 12 groepslokalen, 1 directiekamer, 1 kamertje voor logopedie, schoolarts en IB-er, 1 ruimte voor de remedial teacher. Het personeel heeft een aparte personeelsruimte/koffiehoek. 8 lokalen zijn in gebruik als groepslokaal voor de Kiekendief; 2 voor de een groep kwetsbare kleuters (Kansrijk en S.B.O. school), 1 lokaal voor de overblijf en in 1 lokaal is de voor- en naschoolse opvang (Stg. Kindercentra Zeewolde) gehuisvest.
3
1.3. Schoolgrootte Elk schooljaar, op 1 oktober, moet het aantal leerlingen van de school worden doorgegeven aan het ministerie van Onderwijs. Aan de hand van het aantal leerlingen kan het ministerie bepalen hoeveel leerkrachten er op school mogen werken. Op onze school zijn naast de directie, groepsleerkrachten werkzaam in deeltijd en in voltijd. Er is een remedial teacher, een logopedist en een vakleerkracht gymnastiek aan de school verbonden. De intern begeleider waakt over de kwaliteit van de zorgstructuur binnen onze school ontwikkelt deze verder en begeleidt leerkrachten.
4
Externe omgeving o Het spreekt voor zich dat de Kiekendief zich conformeert aan de Wet- en regelgeving, m.n. van de landelijke overheid (WPO, lumpsum, WOT toetsingskader inspectie, zorgplicht), maar ook de Grondwet en de Rechten van het Kind. o Binnen Zeewolde is er samenwerkingsverband WSNS, die jaarlijks het Zorgplan, de begroting en het financieel jaarverslag met de GMR bespreekt. Het zorgplan bevat een “vast” deel en een variabel deel. Op directieniveau neemt een vertegenwoordiging van het directeurenberaad deel aan het maandelijks overleg WSNS. Het verwijzingspercentage van alle deelnemende scholen in WSNS ligt rond de 2 %. De meeste leerlingen worden naar SBO de Springplank in Harderwijk en naar de Dr. Verschoorschool (cluster 4) in Nunspeet verwezen. o Overleg over Lokaal onderwijs- en jeugdbeleid wordt in verschillende commissie met vertegenwoordigers van Gemeente, GGD, Welzijn, JGZ, BO, SBO en VO gevoerd. Afstemming op de verschillende beleidsterreinen en aandachtsgebieden vindt op directieniveau Zeewoldebreed plaats. Dit is een maandelijks overleg met de 10 basisschooldirecteuren en de leiding van de peuterspeelzaal. o In de directe omgeving van de Kiekendief is een PC, RK en Dalton -(ressorterend onder ons bestuur) school gevestigd. Er is vanaf februari 2009 een BSO (Stg. Kindercentra Zeewolde) voor- en naschoolse opvang in ons gebouw gestart. o Met de scholen in hetzelfde voedingsgebied is er eerder sprake van samenwerking dan concurrentie. Directie- en leerkrachten van de verschillende denominaties ontmoeten elkaar regelmatig in verschillende settings (evenementen, overleg, onderwijsdag etc.) Ook in geval van “shoppen van ouders” is er onderling overleg. o De positie van de school binnen de lokale gemeenschap is van minder groot belang. De school heeft een bindende functie in geval van nieuwkomers in de wijk en de school biedt onderdak voor initiatieven vanuit de wijk (o.a. amateurtoneel, cabaret etc.) o Het merendeel van onze schoolverlaters (groep 8) gaat in Zeewolde naar het Voortgezet Onderwijs. Een minderheid gaat naar Harderwijk , Ermelo of Nijkerk. Binnen de school zijn veel studenten (van 1e jaars tot lio-ers ) van verschillende PABO’s actief en zijn er stageplaatsen voor studenten van het ROC beschikbaar. o Voorts zijn er contacten met peuterspeelzalen, Bureau Jeugdzorg, sportverenigingen, welzijnsinstellingen, kinderopvang, BSO, GGD, culturele instellingen, politie , natuurorganisaties e.d. o De school is aangesloten bij de schoolbegeleidingsdienst IJsselgroep in Lelystad.
5
2. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2.1 Waar de school voor staat De Kiekendief : o Is een ontmoetingsplaats van verschillende geloofs - en levensovertuigingen en maatschappelijke beschouwingen o Ziet het ontmoetingskarakter van de school als een wezenlijke voorwaarde voor de optimale individuele en sociale ontwikkeling van het kind; de volgende voorwaarden staan daarbij centraal; verdraagzaamheid, medemenselijkheid, oprechtheid, democratische gezindheid en eerbied voor vrijheid o Draagt door de open, verdraagzame en democratische omgang met de kinderen bij tot de opvoeding, de mondigheid en de maatschappelijke weerbaarheid van het kind o Accepteert het voorkomen van verschillende individuele mogelijkheden van kinderen als een vanzelfsprekend gegeven o Schept een leeromgeving waarin het onderwijsleerproces op deze mogelijkheden en behoeften wordt afgestemd Een missie is een bepaald doel waarvoor iedereen zich optimaal wil inzetten. De missie van een basisschool kan niet anders dan een kindgerichte missie zijn. Kinderen ontwikkelen zich in de eerste jaren van hun leven uitzonderlijk snel. Wij willen ervoor zorgen dat hun ontwikkeling aangenaam en optimaal verloopt. Onze missie en visie zijn daarop gebaseerd.
2.2. Missie: De Kiekendief is een school waar zelfontplooiing en leren een vanzelfsprekendheid zijn voor ieder kind. Dit willen we bereiken door een klimaat te scheppen van veiligheid, structuur en rust waarbinnen een kind zichzelf kan zijn. Wij zien onze school als een plek waar kinderen graag zijn en waar hun cognitieve en sociaal-emotionele mogelijkheden optimaal worden ontwikkeld. Wij streven ernaar dat beeld de komende jaren verder te ontwikkelen door de mogelijkheden tot afstemming van het leerstofaanbod in combinatie met de taak meer te gaan benutten. Wij zien het als onze belangrijkste taak om kinderen een goede basis mee te geven voor hun toekomst in deze alsmaar complexer wordende maatschappij. Hierbij spelen de volgende zaken een rol: a. Wij willen leerlingen de kennis en vaardigheden aanleren die nodig zijn voor een goede start in het vervolgonderwijs passend bij de capaciteiten en belangstelling van het kind b. We streven ernaar een schoolklimaat te scheppen waarin ieder kind zich geborgen en geaccepteerd voelt en hij of zij zich op sociaal en emotioneel gebied optimaal kan ontplooien 2.3.De visies van de school Hoe we onze missie bereiken wordt duidelijk door onze visie. Met andere woorden: wat zijn de middelen, welke werkwijzen hanteren we, welke aspecten vinden wij belangrijk om onze missie te realiseren en dat brengt ons op: 2.3.1.Visie op kind en ontwikkeling: Ieder kind op onze school heeft recht op acceptatie en waardering als individu. Een eerste taak van de school is te zorgen voor geborgenheid, veiligheid, structuur en rust. Het stimuleren van zelfbewustzijn, zelfverzekerdheid en verantwoordelijkheid - ook ten opzichte van anderen - zijn daarin sleutelwoorden. Is hieraan voldaan dan kan het kind zowel sociaal, emotioneel als cognitief tot ontplooiing komen. 6
Visie op het kind: • ieder kind is uniek • elk kind heeft rechten • een kind moet leren verantwoordelijkheid te dragen • een kind krijgt de mogelijkheid om sociale vaardigheden te ontwikkelen • een kind krijgt de mogelijkheid creatief problemen op te lossen • een kind krijgt de gelegenheid om mondig te worden • een kind krijgt de mogelijkheid om samen te werken en samen te leven • een kind leert ontdekken respect te hebben voor andere waarden en normen • een kind heeft recht zijn of haar mogelijkheden te kunnen ontplooien • een kind moet gelegenheid krijgen zelfstandig te leren handelen • een kind heeft recht om gelijkwaardig behandeld te worden • een kind heeft recht op een ononderbroken ontwikkelingsproces en een aanpak passend bij zijn/haar leeftijd
2.3.2.Visie op onderwijs: Kinderen ontwikkelen zich en leren in eigen stijl en tempo. Het zelfstandig werken aan en zelfstandig verwerken van de leerstof is een belangrijk gegeven binnen onze school. De te verwerven leerstof is zodanig opgebouwd dat stapsgewijs vorderingen gemaakt worden die leiden naar vastgestelde tussen- en einddoelen.
2.3.3.Visie op levensbeschouwing en de samenleving: Kinderen van verschillende gezindten en van verschillende sociale milieus en culturen
7
werken op onze school samen op basis van gelijkwaardigheid en respect. Naast bevordering van deze levenshouding wordt ingespeeld op ontwikkelingen in de maatschappij, zoals: informatietechnologie, roldoorbreking, vrede en veiligheid, normen en waarden, vrijetijdsbesteding -waaronder sport en spel-, kunst en cultuur. 2.3.4. OBS De Kiekendief: dé basis(school) om uit vliegen -
-
Pedagogisch - EIGENHEID: ieder vogeltje mag zingen zoals het gebekt is - ZELFSTURING: we werken aan: zelfverantwoordelijkheid, zelfkennis en zelfvertrouwen Pedagogisch - CREATIVITEIT: je vleugels uitslaan en inspelen op talenten Pedagogisch - VEILIGHEID: warm nest en vrijheid in gebondenheid (regels/structuur) Didactisch - SAMENWERKEND LEREN: sociaal, cognitief en creatief Didactisch - OMGEVING: uitdagende leeromgeving
2.3.5. Pedagogisch klimaat Om zelfsturing in de dagelijks onderwijspraktijk te bevorderen is het van belang dat: -
er is een veilig en tegelijkertijd uitdagend leerklimaat ontstaat, waarvan kinderen mede-eigenaar van zijn kinderen vaardigheden ontwikkelen die nodig zijn om op eigen benen te staan er geleerd wordt in betekenisvolle situaties, waarin kinderen zelf vorm en inhoud kunnen geven aan hun leren kinderen een reflectieve houding ontwikkelen. TEAM-klassenmanagement “Brengt orde in de orde” is een wezenlijk onderdeel van ons didactisch handelen en geeft kinderen de mogelijkheid hun omgeving samen met anderen te organiseren.
2.3.7 Normen en waarden. Normen en waarden zijn bepalend voor de wijze waarop we met elkaar omgaan. Ze dragen bij aan het gevoel van samenhang en onderlinge betrokkenheid. Dat wat echt een waarde voor iemand vertegenwoordigt, komt tot uitdrukking in de manier waarop iemand leeft. Waarden vormen ook het fundament waarop organisaties zijn gebouwd en ze zijn in hoge mate bepalend voor de organisatiecultuur. Normen zijn afgeleid van of gebaseerd op waarden. Zo is de norm “je moet altijd de waarheid spreken”een concrete uitwerking van de waarde eerlijkheid. Als het verband tussen norm (gedragsregel) en waarde niet bestaat, wordt de norm letterlijk waarde-loos. Het spreekt voor zich dat wij als team de ( reeds teambreed vastgestelde) waarden en daarop afgesproken normen onderschrijven en dit regelmatig met de kinderen bespreken.
8
2.3.8. Identiteit en Profilering Openbare scholen: Onze school is een school de Stichting Samenwerkingsbestuur Zeewolde en dat betekent dat de beginselen van openbaar onderwijs door ons in woord en daad worden uitgedragen. De openbare identiteit wordt op school zichtbaar in de keuzen voor zaken als zorgbreedte, intercultureel onderwijs, het overdragen van kennis over geestelijke stromingen, het meewerken aan de vrije keuze van ouders/leerlingen voor godsdienstig of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs, mondiale vorming, roldoorbreking, het bestrijden van racisme en het onderwijsvoorrangsbeleid. De openbare identiteit krijgt mede gestalte door een open benadering van de multiculturele samenleving en de actieve aandacht voor de verschillende levensbeschouwingen. Pluriformiteit, tolerantie, verdraagzaamheid, solidariteit en een democratische houding zijn voor een openbare school taakstellende kernbegrippen. Dit komt op onze school voornamelijk tot uitdrukking in: - het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie. Het gaat er met name om hoe wij als school vinden dat (ouders) leerkrachten, kinderen in en buiten de school (normen en waarden) met elkaar en met anderen uit de samenleving om dienen te gaan. Op schoolniveau gaat het bij actief burgerschap en integratie om het aanbod en de kwaliteitszorg. Bij het aanbod kan gesteld worden dat er in dat opzicht nog niet veel “op de markt” is; er zijn allerlei ontwikkelingen gaande en de vraag doet zich voor of een bepaalde methode zaligmakend is in deze. Bij het aanbod gaan we wel steeds uit van 4 belangrijke punten; 1. We moeten aandacht geven aan het bevorderen van sociale competenties van leerlingen 2. De school is in zijn onderwijs open naar de samenleving en naar de diversiteit van de samenleving 3. We vinden het van belang dat de basisvoorwaarden van de democratische rechtsstaat worden bevorderd 4. De 3 hierboven genoemde punten sociale competenties, de gerichtheid naar de samenleving en de basisvoorwaarden, kunnen niet alleen theorie zijn. De Kiekendief moet ze ook vóórleven. Leerkrachten hebben hierin een duidelijke voorbeeldfunctie. Vooralsnog maken de leerkrachten keuzes uit: - voorbeelden aangedragen door kinderen (bespreken weekjournaal, spreekbeurten, krantenkring en presentaties) - het geven van de Kanjertraining van groep 1 tot en met 8 - Marietje Kessel project in groep 7 - Kennisnet, informatie van OC &W en andere landelijke organisaties - Onderwerpen die aan de orde komen in de lessen “Oriëntatie op jezelf en de wereld” - Onderwerpen aangeboden door middel van de lessen geestelijke stromingen
Rol van de school De school dient in wezen een oefenplaats voor democratie te worden. De groepen en dus de school zullen zelf ook een democratisch karakter moeten gaan dragen. Het gaat om hiërarchie en gezag aan de ene, en inspraak, medezeggenschap en medeverantwoordelijkheid aan de andere kant. 9
We sluiten dit hoofdstuk af met de volgende filosofie: Allerlei vogels bevolken de Kiekendief, de school is het nest waar iedereen zich veilig en geborgen moet voelen, waar wordt samengewerkt en samengespeeld. Waar respect is en waardering voor wie je bent en hoe je bent. De Kiekendief is de basis waar wordt gewerkt aan de ontwikkeling van het kind in de breedste zin; zowel cognitief als sociaal-emotioneel, zowel creatief als sportief. Allerlei vogels bevolken de Kiekendief en de school streeft ernaar, in goede samenwerking met ouders, de leerlingen optimaal te begeleiden bij hun eerste stappen in de maatschappij. De Kiekendief is de basis voor vogels van allerlei pluimage en als ze er klaar voor zijn, vaak sneller dan verwacht, vliegen ze uit, verschillend als ze zijn, iedereen zijn of haar kant op, de wijde wereld in.
2.3.9.Uitgaande van al het bovenstaande is onze missie: De Kiekendief: dé basis(school) om uit vliegen. Het veilige nest waarin ieder op zijn eigenwijze maar samen in de goede richting leert vliegen en fluiten zodat ieder vol zelfvertrouwen aan het eind van de basisschool uitvliegt.
3.0 Onderwijskundige vormgeving van ons onderwijs Onze onderwijskundige doelen In dit hoofdstuk geven wij de karakteristieken aan van ons onderwijs. Dit doen we niet alleen volgens de kwaliteitscriteria die de overheid hanteert, maar vooral volgens de kwaliteitscriteria die wij zelf hanteren, uitgaande van onze visie. De volgende kwaliteitscriteria hanteren we voor de komende periode van drie jaar: - voldoen aan de kerndoelen, vastgesteld door de overheid; - zorgen voor een ononderbroken ontwikkelingsgang; - verzorgen van adaptief onderwijs; - toename van computergebruik door de leerlingen; - afstemming van het onderwijs op de leef- en belevingswereld van de kinderen.
3.1. De kerndoelen. Alle in onze school gehanteerde methodes voldoen aan de nieuwe 58 kerndoelen welke door het ministerie van O, C & W zijn vastgesteld. In hoofdstuk 4 Leerstofaanbod van het schoolplan 2007-2011 staat per vak- of vormingsgebied met verwijzing naar die kerndoelen beschreven. 3.2. Zorgen voor een ononderbroken ontwikkelingsgang Voor het handelen van de leerkracht betekent dit dat hij of zij rekening houdt met de persoonlijkheid van elk kind en de activiteiten afstemt op de ontwikkeling van ieder kind. Voor onze school betekent dit dat wij differentiëren binnen de groep. Doubleren of een jaar overslaan gebeurt bij uitzondering en niet voordat wij samen met de ouders een zorgvuldige afweging hebben gemaakt. Het handelen van de leerkracht hangt nauw samen met het verzorgen van onderwijs op maat en het bevorderen van zelfvertrouwen en competentie-ervaringen bij leerlingen. 10
Het beleid voor de komende jaren is er op gericht om nog meer rekening met de individuele leerling waarbij per groep maximaal 3 niveaus gehanteerd kunnen worden. Dit zal inhouden dat we geleidelijk aan overgaan naar op vaste momenten werken in niveau- en belangstellingsgroepen als dan niet gekoppeld aan individuele-, dan wel dag- dan wel weektaken. We geven daar inhoud aan door: - in iedere klas te differentiëren (per groep maximaal drie niveaus) - van iedere leerling een dossier bij te houden waarin zoveel mogelijk informatie wordt opgeslagen betreffende zijn persoon en waarin de "leerweg" die hij/ zij doorloopt op onze school in kaart wordt gebracht.
3.3.Adaptief onderwijs. Bevorderen van een goede relatie, competentie en autonomie bij kinderen . Ontwikkeling van zelfsturing impliceert dat leraren aan drie basisbehoeften van kinderen tegemoet moeten komen: - relatie: welkom zijn en erbij horen (de kanjertraining) - competentie: voor vol worden aangezien (leren wordt betekenisvoller als kinderen invloed hebben op wat en hoe er geleerd wordt) - autonomie: ruimte krijgen (zelf beslissen, zelf verantwoordelijk) Er wordt gewerkt vanuit het model “Kies Adaptief”met de daarbij behorende regiekaarten (APS) (zie ook hoofdstuk 4.3)
Omgaan met verschillen betekent: aansluiten bij de basisbehoeften van kinderen. Wanneer aan de drie basisbehoeften, een goede relatie, competentie en autonomie is voldaan zullen kinderen in staat zijn gemotiveerd te leren . Relatie: We willen dat alle leerlingen zich veilig, aanvaard en gerespecteerd voelen. Dit biedt de leerlingen de gelegenheid om van daaruit al hun aandacht en energie te richten op het leren. Ze zijn leergierig, nemen veel initiatieven, zijn erop uit om de wereld om hen heen te leren kennen en onder controle te krijgen. Competentie: We bevorderen dat de leerlingen vertrouwen hebben in hun eigen mogelijkheden, door o.a. het geven van positieve feedback door de leerkracht op het werk van de leerlingen en door het opdoen van succeservaringen. Hoe meer succeservaringen zij opdoen, hoe meer ze leren op zichzelf te vertrouwen. Ze verwachten dat het de volgende keer wel weer zal lukken. Ze voelen zich competent. Autonomie: Het bevorderen van de zelfstandigheid en het nemen van verantwoordelijkheid bij leerlingen vormt een belangrijk onderdeel van het onderwijsprogramma op DE KIEKENDIEF. Kinderen willen n.l. dingen zelf doen, zonder hulp of ondersteuning van volwassenen. De drang naar zelfstandigheid is in ieder kind aanwezig. Ervaren dat je zelf beslissingen mag nemen, mag kiezen, motiveert ze. De rol van de leerkracht in dit geheel is essentieel. Hij of zij zal aandacht moeten besteden aan het klimaat, vaardigheden, betekenisvolle leersituaties en reflectie. Kenmerkend voor deze 4 aandachtspunten zijn; Klimaat - leven en leren in de klas Maak kinderen mede-eigenaar van: - de ruimte - de materialen - de regels en de afspraken 11
- de werksfeer en gezelligheid - het onderwijsprogramma Vaardigheiden: Leer kinderen op eigen benen staan door: - afspraken te maken met zichzelf - plannen te maken - problemen op te lossen - keuzes te maken - ideeën te opperen - initiatieven te nemen - leiding te geven en te ontvangen - naar anderen te luisteren - samen te werken Betekenisvolle leersituaties- vorm en inhoud geven aan je eigen leren De leerkracht zorgt ervoor dat; - er wat te kiezen valt - ze er wat mee kunnen - ze het samen doen - ze initiatieven nemen - ze actief zijn - er wat te ontdekken valt - ze het doen op hun eigen manier Reflectie- “Verstand”van jezelf krijgen: De leerkracht ontwikkelt bij leerlingen een reflectieve houding door: - open vragen te stellen - te laten denken vooraf, tijdens en erna - te vragen naar: doen, denken, voelen en willen - te laten kijken naar het resultaat en de weg er naar toe - te laten benoemen wat goed en niet goed ging - te laten onderzoeken hoe het de volgende keer beter kan Vertaald naar de onderwijspraktijk: - bij de aanbieding van de leerstof wordt er rekening gehouden met de mogelijkheden van het kind - wordt de rol van de leerkracht begeleider en niet langer de leider - de nadruk ligt op klassenmanagement (planning en organisatie) - TEAM-klassenmanagement “Brengt orde in de orde”.
3.4 Werkwijze en Methodes (schrijven, taal, lezen, rekenen, wereldoriëntatie, Engels en verkeer) Belangrijke activiteiten die in de groepen 1 en 2 (kleutergroepen) plaatsvinden: - taalactiviteiten; voorlezen, vertellen, met elkaar een gesprekje voeren, een eigen verhaal maken - werken met ontwikkelingsmateriaal; puzzels, rubriceerspelletjes, spelen aan de zand- en watertafel, bouwen met blokken, bezig zijn met constructiemateriaal zoals lego - bewegingsactiviteiten; gymnastiek en spelactiviteiten in het speellokaal en de gymzaal - expressieactiviteiten; allerlei activiteiten met verf, papier, potlood, klei, muziek en toneel - voorbereidende lees- en rekenactiviteiten. 12
In groep 3 wordt begonnen met schrijven, taal, lezen, en rekenen. Uiteraard zullen er bij de kinderen verschillen zijn in de uitvoering en verwerking van de leerstof. De leerkracht houdt, door middel van observatie en registratie van de vorderingen, de ontwikkeling van ieder kind bij. Vanuit die verkregen informatie kan de leerkracht een kind extra ondersteuning aanbieden. Deze extra ondersteuning wordt door de groepsleerkracht zelf geboden, tijdens de zelfstandig werkuren. Kinderen die meer leerstof aan kunnen krijgen meer verrijking- en verdiepingsstof aangeboden. Voor het aanvankelijk (groep 3) en voortgezet (technisch) lezen is de methode LEESLIJN (2007) in gebruik Het ontwikkelen van een goed handschrift is voor ieder kind van belang. Daar wil de school graag aan meewerken. Dat doen wij o.a. door tijdens de lessen aandacht te schenken aan het goed en leesbaar schrijven. De schrijfmethode "SCHRIJVEN IN DE BASISSCHOOL" wordt gebruikt om de juiste schrijfwijze van de letters en cijfers bij de kinderen aan te leren. De school verstrekt goed schrijfmateriaal. De kinderen schrijven vanaf groep 3 eerst met potlood. In groep 4 krijgen zij een LAMY vulpen van school. Bij het onzorgvuldig omgaan met de vulpen (stuk of kwijt) wordt er door de ouders een nieuwe vulpen aangeschaft, een schoolvulpen (deze is via de school te koop) of een Lamy-vulpen. De taallessen bestaan o.a. uit het maken van invuloefeningen, een verhaal afmaken; mondeling of schriftelijk. Het maken van spellingsoefeningen en het maken van een dictee aan het begin- en einde van de week. Veel aandacht is er voor het leren praten met elkaar, naar elkaar luisteren en hierop goed kunnen antwoorden. Ook wordt kinderen geleerd hun eigen mening onder woorden te brengen. In het schooljaar 2004-2005 is er een nieuwe taalmethode TAALVERHAAL voor de groepen 3 t/m 8 in gebruik genomen. Na het voorbereidend en aanvankelijk lezen ( het leren lezen) onderscheiden we verschillende onderdelen: het technisch lezen, het begrijpend lezen, informatie verwerven en leesbevordering. Technisch lezen : (LEESLIJN &LEESPAD) Het verbeteren van de leestechniek. De kinderen leren woordgroepen als een samenhangend geheel van woorden te zien en te lezen. Bovendien worden teksten hardop gelezen. Begrijpend lezen: methode “TEKSTVERWERKEN” voor de groepen 5 t/m8. De kinderen leren de betekenis van woorden die naar andere woorden of zinnen verwijzen. Tevens leren zij de opbouw en samenhang van teksten te begrijpen. Daarbij wordt de kinderen o.a. geleerd; een pijlenschema of een leerschema van een tekst te maken, het maken van kennis- en begripsvragen bij een leertekst en vragen te beantwoorden over je eigen leergedrag. Informatieverwerking: Tijdens de leeslessen wordt ook aandacht besteed aan die aspecten van lezen die van belang zijn voor het leven van alledag. Het zogenaamde functionele lezen. Bijvoorbeeld het lezen van een jeugdtijdschrift, een weekblad, pictogrammen, telefoonboek, etc. Leesbevordering: Er doet zich bij kinderen een gunstige ontwikkeling in hun belangstelling en voorkeur voor verhalen en boeken voor, als we hen regelmatig in bepaalde situaties en confrontaties brengen zoals voorlezen, verschillende soorten teksten lezen met en zonder illustraties, open gesprekken over verhalen en ze een diversiteit van boeken aanbieden. Deze boeken kunnen van thuis meegenomen worden of geleend worden uit een omvangrijke schoolbibliotheek. We laten de kinderen vertellen hoe ze een boek waarderen
13
en waarom ze er zo over denken. Ook leren de kinderen dat sommige kinderen er andere ideeën of gevoelens op na houden maar dat die even waardevol zijn.
Rekenen leren de kinderen op onze school via een realistische reken- en wiskundemethode, aan de hand van problemen die nauw verbonden zijn met de echte of voorstelbare realiteit. De kinderen worden in situaties gebracht waarin het accent ligt op de vele wijzen van benaderen en de verschillende manieren van oplossen. Er zijn verschillende momenten die de kinderen in de gelegenheid stellen tot samenwerken. De verschillende leerstofonderdelen worden zoveel mogelijk in onderlinge samenhang met elkaar gebracht. Voorbeelden hiervan zijn: - breuken, procenten en verhoudingen - meten en meetkunde. Op deze wijze ontstaat er geen verzameling van losse kenniseenheden, maar worden de leerinhouden ingepast in de aanwezige kennis. Sinds 2003 is de methode REKENRIJK in gebruik.
Wereldoriënterende vakken We zorgen ervoor dat de kinderen Nederland, Europa en de werelddelen leren kennen en hoe mensen er leven. De kinderen leren over de geschiedenis van ons land. Daarnaast wordt binnen deze lessen ook aandacht geschonken aan verschillende geestelijke(geestelijke stromingen) en culturele aspecten in de samenleving. Ook het milieu wordt niet vergeten. In de groepen 1 t/m 4 worden natuuronderwijs, aardrijkskunde en geschiedenis niet afzonderlijk gegeven. Er worden in die groepen onderwerpen behandeld die voor jonge kinderen interessant zijn en aan de hand waarvan kennis en inzicht kan worden aangebracht op het gebied van de wereldoriënterende vakken. We maken, voor de groepen 5 t/m 8, gebruik van de methodes voor geschiedenis “BIJ DE TIJD“ en voor aardrijkskunde “WIJZER DOOR DE WERELD”
Engels. Vanaf groep 7 en 8 krijgen kinderen ook les in de Engelse taal. Daarvoor gebruiken we de methode “HELLO WORLD”. Deze methode is in 2003 ingevoerd.
Techniek in het basisonderwijs. Samen met andere scholen uit Flevoland hebben we deelgenomen aan een pilot om techniek binnen het basisonderwijs inhoud te geven In mei 2008 is het traject 1e fase “Techniek in het basisonderwijs” afgerond. Vanuit de landelijke projectgroep VTB heeft er een audit plaatsgevonden. Daarbij werd vooral gekeken hoe de implementatie van techniek van 2005-2008 op de Kiekendief was verlopen. De eerste stappen zijn gezet; er is een visie ontwikkeld; er zijn in alle groepen lessen gegeven, er komt een techniekkast en de komende 2 jaar (2008-2010) wordt techniek een wezenlijk onderdeel in ons onderwijs. Het regionale centrum techniek VTB in Almere en de schoolbegeleidingsdienst zullen ons daarbij ondersteunen.
14
Verkeer. De school heeft in 2007 het Verkeerveiligheidslabel van de provincie Flevoland gekregen. Elk schooljaar wordt er in dit kader extra activiteiten door de verkeerscommissie in en rond de school georganiseerd. De verkeersmethode “WEGWIJS” is in 2007 ingevoerd.
Expressieactiviteiten en bewegingsonderwijs. Dat kinderen zich niet alleen intellectueel moeten ontwikkelen komt tot uitdrukking in onze expressieactiviteiten die wij in ons leerstofprogramma hebben opgenomen. Zo zijn er vaste momenten in de week waarop de kinderen individueel en/of in kleine groepjes creatief
15
bezig kunnen zijn: handvaardigheid, toneel, muziek en dans (Kiektheater) zijn daar voorbeelden van. In het schooljaar 2008-2009 wordt gestart met de methode “Moet je doen”. Deze kunst en cultuur methode wordt schoolbreed ingevoerd.
Een gezonde geest in een gezond lichaam. Naast het vele denkwerk op school is er gelukkig ook ruimte om in het speellokaal, de sporthal of buiten op het veld je energie kwijt te kunnen. Tijdens de gymlessen is het dragen van gymnastiekkleding en gymschoenen verplicht. De kinderen (vanaf groep 5) krijgen de gelegenheid om na de gymnastiekles te douchen. Dit is dus niet verplicht. De kinderen van de groepen 1 en 2 krijgen bewegingsonderwijs in het speellokaal dat in het schoolgebouw aanwezig is. De kinderen zijn er spelend en ontdekkend bezig. De nadruk ligt in deze lessen op het aanleren van de grondvormen van bewegen.
Geestelijke Stromingen De verschillende godsdiensten en levensbeschouwelijke richtingen die in onze samenleving voorkomen, worden tijdens de gewone lessen behandeld. In de bovenbouwgroepen komt dit tijdens de aardrijkskunde- en geschiedenislessen aan de orde. De onder- en middenbouwgroepen behandelen dit tijdens kringgesprekken en n.a.v. de kerkelijke feestdagen. Bovendien zijn er voor de school twee of drie projecten geestelijke stromingen over één schooljaar. Op elke openbare school worden kinderen in de gelegenheid gesteld om tijdens de schooluren godsdienstles te volgen. Deze lessen worden gegeven aan die leerlingen van wie de ouders, volgens een schriftelijke, bij de directeur van de school afgegeven, verklaring er prijs op stellen dat hun kind aan het vanwege kerkelijke gemeente, kerk, of vereniging te geven godsdienstonderwijs deelneemt. Criteria hiervoor zijn: - een groep waar godsdienstles aan wordt gegeven moet bestaan uit minimaal 15 leerlingen uit groep 5 t/m 8; - de verantwoordelijkheid van de inhoud van dit onderwijs, evenals de zorg, dat dit onderwijs op pedagogisch en didactisch verantwoorde wijze wordt gegeven, berust bij de kerkelijke gemeente, kerk of vereniging, welke dit onderwijs verzorgt. Momenteel worden er geen godsdienstlessen gegeven.
3.5. Toename van computergebruik door de leerlingen Elke groep in onze school beschikt over twee of meerdere computers waar iedere leerling regelmatig aan werkt. Het gaat vooral om oefenprogramma's voor taal, rekenen en wereldverkenning (Ambrasoft). De methode Rekenrijk heeft ondersteunende software. Daarnaast wordt door invoering van de “schil” C3LO” (netwijs), Kennisnet en Ambrasoft kinderen in de gelegenheid gesteld verantwoorde software, gerelateerd aan bestaande vaken vormingsgebieden, te gebruiken. Steeds vaker wordt de computer remediërend gebruikt. Bovendien hebben we een leerlijn ICT voor alle leerlingen waardoor ze in groep 8 in staat zijn de computer te gebruiken bij het maken van werkstukken en presentaties.(PowerPoint)
16
Een verantwoord Internet gebruik staat daarbij voorop. In de bovenbouwklassen wordt met de kinderen een Internet protocol getekend. Ook het chatten krijgt aandacht. De school heeft sinds november 2008 de beschikking over 3 digitale schoolborden in de groepen 3, 5 en 8.
3.6. Afstemming van het onderwijs op de leef- en belevingswereld van de kinderen Voor ons betekent dit dat we proberen met ons onderwijs aan te sluiten bij wat kinderen bezighoudt, bij wat hun aandacht heeft. Hun behoeften van nu en van straks. Wij betitelen dit als kindgericht onderwijs. Het betekent ook: hierover praten met ouders en ouders betrekken bij de manier waarop je met hun kinderen omgaat. 3.7 Het klimaat van de school Het team van DE KIEKENDIEF streeft ernaar dat ieder kind zich er thuis voelt. Aan de sfeer in de klas wordt door iedere leerkracht veel aandacht besteed. We proberen in ieder lokaal een prettig leer- en werkklimaat te verwezenlijken. Versieringen en werkstukken van de kinderen, planten e.d. spelen hierbij een rol. In en om de school hanteren wij gedragsregels, zowel in de lokalen, de gemeenschappelijke ruimte in de school als op de speelplaats. De speelpauzes van de groepen zijn over twee verschillende schoolpleinen en grasvelden verdeeld zodat de kinderen zich voldoende kunnen uitleven in hun spel. Wanneer leerlingen zich, na gewaarschuwd te zijn, toch niet kunnen houden aan de afspraken en gedragsregels van de school, dan worden de ouders zo nodig op school gevraagd om hier samen met de leerkracht en/ of directie over te praten. Naast het jaarlijkse leerstofprogramma kent onze school nog een aantal andere activiteiten die onder- en buiten schooltijd plaatsvinden zoals: De schoolreis en het kleuterfeest: De groepen 1 en 2 houden jaarlijks een zogenaamd kleuterfeest. In de onmiddellijke nabijheid van de school wordt een spel- en feestprogramma uitgevoerd, dat in het teken staat van een bepaald thema. Deze dag wordt in de zomermaanden gehouden. 17
Voor de groepen 3 t/m 6 is er aan het begin van het schooljaar een schoolreis. Groep 7 ( 1 nacht kamperen) en 8 ( 2 nachten in een kamphuis) gaan op schoolkamp. De bestemming voor de schoolreis van iedere groep wisselt per jaar. We hebben ervoor gekozen om de schoolreis aan het begin van het schooljaar te houden.
De leerlingen en hun nieuwe groepsleerkracht leren elkaar zo kennen in een niet-schoolse situatie. Dit geldt ook voor eventueel nieuwe leerlingen die op deze manier op een ontspannen wijze kennismaken met de nieuwe groep. Naast plezier staat, anders dan in de schoolsituatie, tijdens de schoolreis het sociaal-leren centraal: met elkaar omgaan, rekening houden met elkaar. Na de schoolreis vindt een evaluatie van de reis in de klas plaats waarbij taalexpressie en handvaardigheid middelen zijn om de ervaringen te verwerken. De sportdag: Eén maal per jaar organiseren de leerkrachten van groep 1 t/m 4, samen met ouders een sportdag voor de onderbouwgroepen van onze school. Eén maal per jaar is er een gemeentelijke sportdag voor groep 5 t/m 8 waaraan alle basisscholen van Zeewolde aan deelnemen. Sporttoernooien: Per jaar komt er vanuit de gemeente Zeewolde een overzicht van de te houden schoolsporttoernooien. Daarbij valt o.a. te denken aan een hockey-,(4) voetbal-(6) volleybal-en korfbaltoernooi (5). Doel van de toernooien is kennismaken met de sport. Afhankelijk van het enthousiasme van de leerlingen en beschikbare tijd van de leerkrachten en de ouders wordt hieraan (buiten schooltijd) deelgenomen. Excursies: Vaak is er aansluiting te vinden bij het lesprogramma op school. Dit geldt eveneens voor toneelvoorstellingen en lessen van Natuur en Milieueducatie. Om de leerlingen in direct 18
contact met de natuur te brengen maken we tijdens de lessen gebruik van ons eigen Kiekendiefbos en onze schooltuin.
4. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
4.1 De organisatie van de school - Schoolorganisatie: Het onderwijs op DE KIEKENDIEF wordt gekenmerkt door een leerstofjaarklassensysteem, waarbinnen de leerlingen daar waar mogelijk, de leerstof individueel of in groepsverband verwerken. Binnen deze werkvormen krijgt het zelfstandig werken aan opdrachten en de zelfstandige verwerking van de leerstof ruime aandacht in alle groepen. Het werken met een weektaak wordt ieder leerjaar meer de eigen verantwoordelijkheid van het kind. - Samenstelling van de groepen: De groepen 1 en 2 zijn de kleutergroepen waar leerlingen van verschillende leeftijd bij elkaar zitten. Onze school heeft twee van deze kleutergroepen. De kinderen blijven ongeveer twee tot twee en een half jaar in de kleutergroep. Na deze twee jaren gaan zij naar groep 3, vervolgens kunnen de leerlingen per jaar doorstromen naar een volgende jaargroep. Deze doorstroming vindt in het algemeen plaats in augustus. De school streeft ernaar om het aantal combinatiegroepen te beperken. Echter, dit is niet altijd mogelijk daar de samenstelling van de groepen te maken heeft met het aantal leerlingen op school en de hieraan verbonden personeelsbezetting. - Groeperingvormen binnen de jaargroepen: De groeperingvormen van de leerlingen kunnen per jaargroep verschillen. Ook het leerlingaantal per jaargroep en de lokaalgrootte speelt hierbij een rol. Binnen onze school komt u de volgende groeperingvormen tegen: - tafels in groepjes, soms in rijtjes (b.v. bij toetsen) - zitten in de kring, ter bevordering van de sociale vaardigheden zoals aan elkaar vertellen, 19
naar elkaar luisteren. Wij onderscheiden verschillende presentatiekringen: vertelkring , themakring, weekend- kring, krantenkring en boekenkring. Wij vinden het belangrijk dat de leerlingen van elkaar leren en vertellen hoe ze bijvoorbeeld een taak hebben gemaakt of een probleem hebben opgelost en dat ze leren samenwerken in de klas en in kleine groepjes. Het coöperatief leren en vertellend leren spelen een belangrijke rol binnen ons onderwijs. Per jaar kan er een aantal keer gewisseld worden van samenstelling van een tafelgroep. Dit heeft als doel dat kinderen in aanraking worden gebracht met de verschillende leer- en sociale vaardigheden van de klasgenootjes. Het kan voor leerlingen ook zinvol zijn dat zij (tijdelijk) niet in een rij of tafelgroep zitten maar alleen aan een tafel. - Groepsgrootte: Afhankelijk van de groepsgrootte kunnen extra middelen worden aangewend voor extra ondersteuning van de leerkracht en/ of leerlingen zodat de kwaliteit van het onderwijs gewaarborgd kan blijven. Dit kan betekenen dat er tijdelijk extra leerkrachten voor een groep worden ingezet. Ook het vormen van combinatiegroepen behoort tot een organisatievorm met als doel de groepsgrootte te beheersen.
4.2.Personeel. Het team van De Kiekendief bestaat uit 16 personen (3 mannen en 13 vrouwen) die een full/time of deeltijdfunctie bekleden. In de groepen 1 en 2, 3, 4, 5, en 6 werken de leerkrachten in deeltijd, in groep 7 en 8 werken de leerkrachten voltijds. Daarnaast zijn er de functies van remedial teacher, intern begeleider, ICT coördinator en een vakleerkracht gymnastiek.
20
De directeur heeft soms lesgevende taken. Aan school is een administratief medewerker voor 24 uur verbonden. Bij de inzet van personeel met o.a. specifieke taken is er ook sprake van flexibilisering m.b.t. de inzet in verschillende groepen. De afgelopen jaren hebben inmiddels de meeste leerkrachten een switch naar een andere groep gemaakt.
4.3 Onderwijskundige organisatie van de school In de groepen 1 en 2 wordt hoofdzakelijk in open onderwijssituaties gewerkt. Doordat in de groepen 3 t/m 8 sprake is van een vrij grote hoeveelheid minimum- basisstof, vindt er in deze groepen een verschuiving plaats van meer open onderwijs naar meer gesloten onderwijs. Ter verduidelijking: In de gesloten onderwijsleersituatie bepaalt de leerkracht de leerstofkeuze, het lesgebeuren en de momenten waarop de leerstof verwerkt gaat worden. Bij de tussenvorm van open- en gesloten onderwijsleersituaties is er meer interactie tussen de leerkracht en de leerling. In deze leersituatie is de leerkracht begeleidend, stimulerend en coördinerend bezig. De leerlingen worden in overlegsituaties met elkaar geplaatst. Het sociale aspect en het accepteren van elkaar en elkaars mening krijgen meer nadruk. De leerlingen kunnen meer zelfontdekkend en zelfstandig bezig zijn. De mate waarin de geschetste modellen worden gebruikt is mede afhankelijk van factoren als: - de samenstelling van de groep - het vak- en vormingsgebied - het onderwerp van de les. Alle kinderen dienen de basisstof te beheersen; daarna bestaat er voor kinderen de mogelijkheid zich op een bepaald terrein te "verrijken". We spreken dan van het basisstofverrijkingsstofmodel. Daarnaast bestaat de mogelijkheid de leerstof in een sneller of langzamer tempo te verwerken. Bij rekenen is dat i lijn of compacten en bij taal werken in het Maatschrift. Er zijn onderdelen in het onderwijsaanbod die beter in een open- dan wel in een gesloten onderwijs- leersituatie tot hun recht komen. De inbreng van de leerkracht en de leerlingen zal dan ook steeds wisselend zijn. In de groepen 1 en 2 is op vrijwel alle terreinen sprake van een geïntegreerde aanpak. In de groepen 3 t/m 8 streven we ernaar, daar waar mogelijk, de vakken in samenhang met elkaar te geven. Op deze manier kunnen opgedane kennis en vaardigheden worden toegepast in situaties waarin ze functioneel is, bijvoorbeeld: de relatie van de Nederlandse taal met de expressievakken is aanwezig wanneer de kinderen een toneelstukje schrijven voor de maandsluiting. In de bovenbouw leidt deze geïntegreerde aanpak tot het werken aan projecten. De verschillende thema’s in de “zaakvakken” kunnen projectmatig uitgewerkt worden. Aan het eind van het project is er een presentatie (o.a. PowerPoint) aan de medeleerlingen en/of een tentoonstelling Met het voorgaande willen we zeker niet de illusie wekken dat we in alle gevallen de vak- en vormingsgebieden in samenhang met elkaar geven, soms is dit zelfs niet wenselijk.
5 DE ZORG VOOR KINDEREN 5.1 De opvang van nieuwe leerlingen in de school - De plaatsing van een vierjarig kind op school 21
Wanneer u als ouder meer informatie wilt hebben over onze school met het oog op een eventuele aanmelding, dan kunt u een afspraak maken voor een kennismakingsgesprek . In dit gesprek, dat in principe door de directeur wordt gevoerd, krijgt u allerlei informatie over onze school en bestaat er gelegenheid hierover vragen te stellen.. U krijgt, eventueel samen met uw kind, een rondleiding door de school en heeft hierbij de gelegenheid om rustig rond te kijken. Na aanmelding en inschrijving door de ouders, via een inschrijfformulier, geldt de volgende procedure: • Voordat uw kind vier jaar wordt, ontvangt u een berichtje waaruit blijkt bij welke leerkracht uw kind in de groep komt; • De (bijna) 4- jarige nieuwe leerlingen krijgen tevens een uitnodiging om vijf dagdelen kennis te maken in de nieuwe groep. Indien gewenst kunt u de eerste keer samen met uw kind het klassengebeuren verkennen. Voor sommige kinderen is een hele dag naar school te veel van het goede. Beter is het om dan de eerste periode alleen de ochtenden te komen. • Wordt uw kind binnen de laatste twee weken van het schooljaar vier jaar, dan begint de eerste echte schooldag na de zomervakantie.
Aanmelden van nieuwe leerlingen Voor kinderen die van school veranderen, bijv. door een verhuizing, en ouder zijn dan vier jaar, geldt dezelfde wijze van aanmelden en inschrijven als bij de vierjarige kinderen. Na inschrijving via het aanmeldingsformulier ziet de procedure er als volgt uit: • Er kan een kennismakingsbezoek worden afgesproken in de groep waar de leerling geplaatst zal worden; • De één na laatste woensdag van het schooljaar draait de school een dagje in de groepssamenstelling, zoals die er na de vakantie uit zal zien. Dat is een ochtend waar de leerlingen mogen "ruiken aan de leerstof" van het volgende schooljaar en die door ons: "Doorschuifdag" wordt genoemd. Van leerlingen die van een andere basisschool komen, ontvangen wij een onderwijskundig rapport van de vorige school en een uitschrijfformulier. Door de inschrijving verklaren ouders zich akkoord met de regels van de school. - Uitschrijven van leerlingen Wanneer u gaat verhuizen of indien er een andere reden is waarom u uw kind wilt uitschrijven, dan ontvangen wij dit verzoek graag schriftelijk. In de brief vermeldt u de naam van de leerling, de groep, de reden, op welke nieuwe school (naam, adres, postcode, plaats en telefoonnummer, land) de leerling is ingeschreven en de datum van ingang. Elke vertrekkende leerling krijgt voor de vervolgschool een z.g. onderwijskundig rapport mee en een werkverslag. Het rapport heeft tot doel de ontvangende school te informeren over de gevolgde methoden, de leerinhouden en de vorderingen hierin.
5.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school Op De KIEKENDIEF volgen wij de vorderingen van de leerlingen op drie manieren: a. via observaties: Dagelijks worden de leerlingen geobserveerd door de leerkracht. Deze observaties leveren ons veel informatie op ten aanzien van de werkhouding, de concentratie, het sociale gedrag, de leervorderingen etc. In de groepen 1 en 2 is dit, samen met het 22
gebruik van observatielijsten die onderdeel zijn van het leerling-volgsysteem , de belangrijkste manier waarop de ontwikkeling wordt gevolgd. In de groepen 3 t/m 8 wordt het schriftelijke werk van de leerlingen dagelijks nagekeken en beoordeeld. b. met methode- gebonden toetsen: Wij hanteren methode- gebonden toetsen voor rekenen, spelling, taal en begrijpend lezen. Bij gymnastiek observeert en toetst de vakleerkracht. De resultaten van de toetsen worden bijgehouden in de toetsmap. De resultaten van lezen en spelling komen op het individuele leerlingenformulier in de leerlingenmap. c. met methode- onafhankelijke toetsen: Verschillende keren per jaar worden de leerlingen getoetst . Met methodeonafhankelijke toetsen, zoals bijvoorbeeld de CITO-toets. Bij de toetsen van het CITO worden de resultaten zowel op individuele lijsten als op klassenoverzichten genoteerd. De internbegeleider interpreteert de gegevens en bespreekt deze na met de leerkrachten. Indien nodig wordt er een vervolgonderzoek en/ of handelingsplan afgesproken. d. het invullen van werkhouding – en gedraglijsten (Dotcom) De gedragsvragenlijst brengt het gedrag van leerlingen in kaart. Dit betekent dat er een beoordeling plaatsvindt in hoeverre gedrag acceptabel of niet acceptabel is. De scorelijst scoort uiteindelijk naar buitengericht gedrag zoals grensoverschrijdend, aandachtsproblemen en sociaal vaardig gedrag en naar binnengericht gedrag zoals sociaal angstig gedrag, faalangst en emotionele stabiliteit. Bij werkhoudingslijsten gaat het om een viertal aspecten; concentratie, interesse en motivatie, houding ten opzichte van eigen prestaties, resultaat van de taak en werkhouding in relatie tot type taak.
- Registratie van de vorderingen De klassenoverzichten worden in een toetsmap bewaard; de individuele lijsten komen in een leerlingendossier. In het leerlingendossier worden ook andere gegevens van de leerling opgeslagen, zoals persoonlijke gegevens bijv. de school van herkomst, afspraken met ouders, handelingsplannen en onderzoeksverslagen. In verband met de privacy zijn deze alleen toegankelijk voor de directie en de leerkrachten. De volgende methode-onafhankelijke toetsen worden bij de leerlingen afgenomen: * CITO-Begrippentoets groep 2 (januari of juni) * AVI- leestoets (incidenteel) groep 3 t/m 8 * ILO-leestoets (Leeslijn) groep 3 t/m 8 * CITO-drie-minutenleestoets groep 3 t/m 8 * CITO-SVS (spelling) groep 3 t/m 8 * CITO- Begrijpend Lezen groep 3 t/m 8 * CITO- Rekenen groep 3 t/m 8 * CITO-entreetoets groep 7 * CITO-eindtoets groep 8 * HAGO-schoolvragenlijst groep 8.
- Leerling-bespreking en bespreking van de toetsgegevens Tijdens de leerling-besprekingen worden door de intern begeleider, twee keer per jaar de CITO- toetsresultaten besproken. Conclusies worden getrokken op drie niveaus: a. de individuele leerling, b. de groep, c. de doorgaande lijn binnen de school. 23
Uitvallende leerlingen komen in het begeleidingstraject van de school. Dit zijn de leerlingen die bij één of meer vakken op D- E niveau van het leerlingvolgsysteem scoren. De Dleerlingen zijn de leerlingen die besproken worden; de E- leerlingen worden nader gediagnosticeerd en met behulp van handelingsplannen verder geholpen in en buiten de klas. De leerlingen die hoog in het A-niveau scoren, waaronder kinderen met meer intellectuele bagage worden op eenzelfde wijze begeleid.
- Verslag naar ouders De ouders van de leerlingen uit groep 2 t/m 8 krijgen twee keer per jaar ( januari en juni) een werkverslag en werkmap van hun kind. De ouders van de leerlingen van groep 1 ontvangen alleen een werkmap. In de werkmap zit een overzicht van het werk van een afgelopen periode. Aan het einde van de schoolloopbaan is in de werkmap een overzicht ontstaan van wat het kind in de 8 basisschooljaren zoal heeft gedaan. In het werkverslag wordt het persoonlijk functioneren van het kind uitvoerig beschreven en worden de leervorderingen vermeld. In januari worden alle ouders op school uitgenodigd om het werkverslag te bespreken. Ook in juni is daartoe gelegenheid, op basis van vrijwilligheid. ( Momenteel (2008-2009) wordt er , met gebruikmaking van DOTCOM (ons onderwijs administratie systeem) gewerkt aan een verdere digitale registratie en rapportage van de ontwikkelingen en vorderingen van de leerlingen.) Daarnaast organiseren we twee keer per schooljaar een spreekuur waarvoor de ouders een afspraak kunnen maken. Iedere leerkracht stelt dan de ouders op de hoogte van de vorderingen en de resultaten van hun kinderen. Zonodig worden er extra afspraken gemaakt om de ontwikkeling van het kind uitgebreider te bespreken. Dit kan op uw initiatief of van de leerkracht.
-De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften We proberen het onderwijs op De Kiekendief af te stemmen op de onderlinge verschillen, die er bij leerlingen zijn. Kinderen met leer- en ontwikkelingsproblemen krijgen de mogelijkheid om met een aangepast programma de school te doorlopen. De leerlingen die hoog in het A- niveau scoren, waaronder kinderen met meer intellectuele bagage, worden besproken, daarnaast kunnen er afspraken worden gemaakt ten aanzien van vervolgonderzoek en aangepaste leerstof. Ook voor leerlingen, die meer uitdaging nodig hebben, is het van belang dat zij zich in eigen tempo en op hun eigen wijze mogen ontwikkelen. Dit kan betekenen dat een leerjaar wordt overgeslagen óf dat twee leerstofjaren in één jaar worden doorlopen. We bieden de mogelijkheid dat op één of meerdere vakgebieden een individueel programma wordt gevolgd. Er wordt verrijking- en verdiepingsstof aangeboden en worden kinderen in de gelegenheid gesteld om samen “complexere leerstof” ter verwerken 5.3 Zorgstructuur Op de Kiekendief is omschreven wat de taken zijn van alle betrokkenen rondom extra zorg voor de leerlingen. Deze staan beschreven in de zorgstructuur. Ook altijd ter inzage! De volgende contactmomenten zijn in een schooljaar gepland. • IB / RT Deelnemers: interne begeleider en remedial teacher Inhoud : bespreken van de rt leerlingen en hun handelingsplannen. Planning maken voor cyclus, evalueren. Frequentie: 6 wekelijks en indien gewenst tussentijds.
24
•
IB / Directie Deelnemers: interne begeleider en de directeur Inhoud : op de hoogte brengen van de directeur van zaken rondom de zorg en het aangeven van de eventuele problemen. Overleg betreffende voortgang en schoolorganisatorische zaken rondom de zorg. Frequentie: tweewekelijks 30 minuten.
•
Breed overleg Deelnemers: directeur, interne begeleider en remedial teacher. Inhoud : op de hoogte brengen van elkaars werkzaamheden.. Overleg over innovaties en organisatie en aanschaf materialen en verslaglegging hiervan Frequentie: vier keer per schooljaar.
•
Groepsbesprekingen Deelnemers: interne begeleider en groepsleerkracht. Inhoud : besproken wordt hoe de leerkracht het onderwijs binnen zijn groep vormgeeft, zowel op didactisch, pedagogisch als organisatorisch gebied. Naar aanleiding van deze besprekingen worden indien nodig groeps handelingsplannen opgesteld. Ook individuele leerlingen kunnen doorgesproken worden. Frequentie: drie maal per jaar (september, februari, juli), waarvan de laatste een overdrachtsbespreking is.
•
Consultaties De interne begeleider komt twee keer per jaar in de groep een groepsobservatie doen. Daarover volgt een gesprek met de leerkracht en worden opvallende zaken besproken.
•
Leerling besprekingen Deelnemers: interne begeleider, groepsleerkrachten per bouw, evt. remedial teacher. Inhoud : alle zorgleerlingen worden doorgesproken. Er wordt gekeken naar de didactische, cognitieve, motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling. Tijdens de leerling bespreking wordt genotuleerd en de gegevens ingevoerd per groep in de verslaglegging van Dot-com. Dit verzorgt de intern begeleider. Voorafgaande aan de bespreking worden alle toetsgegevens aan de intern begeleider doorgegeven. Ook de handelingsplannen worden doorgesproken. Frequentie: vier keer per jaar (oktober, januari, april, juni) 2 x hele team en 2 x op onder- en bovenbouw niveau
•
Zorgteambespreking Deelnemers: interne begeleider, psycholoog,coördinator vanuit HvdF (GGD), leerplichtambtenaar, schoolmaatschappelijk werker, directeur, op vraag de groepsleerkracht of de logopediste. Inhoud : bespreken van zorgleerlingen die aangemeld zijn vanwege hun problematiek thuis en/of op school, met toestemming van de ouders. Door de bevindingen van de verschillende disciplines naast elkaar te leggen kunnen er korte klappen gemaakt worden. Deze bijeenkomsten worden voorgezeten door de schoolbegeleider vanuit de IJsselgroep, 25
Frequentie:
de psychologe orthopedagoge. Er wordt genotuleerd door de Interne begeleider. Agenda wordt door de voorzitter vastgesteld. Er worden ook dossiers aangelegd. vier keer per jaar twee uur.
•
Consultatie Deelnemers: interne begeleider en schoolbegeleider vanuit de IJsselgroep. Inhoud : adviseren van de interne begeleider en trajecten bespreken rondom de zorg. Werken vanuit HGPD. (Handelingsgerichte Proces Diagnostiek) Frequentie: zes keer per jaar drie uur.
•
Informeel overleg interne begeleider en groepsleerkrachten. Dit betreft gesprekken tussen de interne begeleider en de groepsleerkrachten over zorgleerlingen of andere zaken. Vanuit dergelijke gesprekken kan bijv. een verzoek om remedial teaching naar voren komen. Ook het doorspreken van handelingsplannen valt hieronder. De interne begeleider maakt zo nodig een notitie van dergelijke besprekingen en voegt deze toe aan de verslaglegging.
N.B. leerlingen die tussentijds worden aangemeld (dus niet de vierjarigen) bij ons op school worden standaard een keer besproken in het zorgteam. Mocht er reden zijn om een kind vaker te bespreken dan wordt uw toestemming schriftelijk gevraagd. Op het moment dat de school de zorg niet meer alleen vorm en inhoud kan geven en hulp van buitenaf nodig heeft, kan een beroep worden gedaan op:de schoolbegeleidingsdienst, ambulante begeleiding vanuit het Speciaal Onderwijs, Bureau Jeugdzorg, de G.G.D. Er kan ook een beroep gedaan worden op de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL), uiteraard in overleg en met toestemming van de ouders. Deze commissie bestaat uit deskundigen en heeft beslissingsbevoegdheid ten aanzien van (tijdelijke) plaatsing van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs en de toekenning van ambulante begeleiding vanuit het samenwerkingsverband.
-Logopedie op school De logopediste screent alle jongste kinderen ( 5 jarigen) en begeleidt leerlingen die problemen hebben op het gebied van spraak, taal, stem en gehoor, bijvoorbeeld: - een kind met een achterstand in de spraakontwikkeling (het kind kan bijvoorbeeld één of meer klanken nog niet goed uitspreken) - een kind met een achterstand in de taalontwikkeling (het kind maakt in verhouding met zijn leeftijdsgenoten gebrekkige zinnen) - een kind dat slist of stottert - een kind dat problemen heeft op het gebied van de auditieve vaardigheden (het kind heeft bijvoorbeeld moeite met het onthouden van zinnen, woord- of cijferreeksen en/ of met het onderscheiden van verschillende geluiden, woorden of klanken) - een kind dat hees of schor is - een kind dat vaak met open mond zit en op latere leeftijd , bijvoorbeeld in groep 4, nog kwijlt of duimt - een kind dat teveel of te weinig door de neus praat. 26
De aanmelding: Dit kan geschieden door de leerkracht, de ouders, de schoolarts, de schoolbegeleider of specialist, na toestemming van de ouders. Na een onderzoek wordt dan in overleg met de ouders en de leerkracht bepaald of het kind wel of niet logopedische behandeling nodig heeft. Komt het kind voor behandeling in aanmerking dan vindt er een doorverwijzing via de huisarts plaats richting een vrij gevestigde logopedist. Bij de behandeling worden de ouders en de betreffende leerkracht zoveel mogelijk betrokken. Het is niet altijd nodig het kind direct te behandelen. Het geven van een aantal adviezen aan ouders kan soms al voldoende zijn. Soms komen kinderen op een controlelijst te staan om de ontwikkeling of spontane verbetering af te wachten. Onderzoek van de nieuw aangemelde kinderen en controle van reeds bekende kinderen vindt plaats tijdens een onderzoeksperiode. De logopediste is op woensdagochtend van 9.00 -10.00 uur op school aanwezig.
- Contactpersonen Preventie van seksuele intimidatie staat volop in de belangstelling. Het taboe rond dit thema is doorbroken. Het gaat hierbij om seksueel gerichte aandacht die tot uiting komt in verbaal, fysiek of non-verbaal gedrag. Ook seksistisch taalgebruik en het meebrengen van seksistische plaatjes, posters e.d. worden door ons ongewenst geacht. Alle openbare scholen hebben inmiddels één of meerdere contactpersonen aangesteld. Belangrijke taken van een contactpersoon zijn: signaleren, opvang en verwijzing van leerlingen die met seksuele intimidatie zijn of worden geconfronteerd. De contactpersonen leveren een belangrijke bijdrage aan het voorkomen van ongewenst gedrag. Leerlingen, leerkrachten en ouders kunnen bij hen terecht. Voor de namen en de bereikbaarheid van de contactpersonen verwijzen wij u naar het supplement/jaarkalender van onze school.
5.4 De begeleiding van de overgang van de leerlingen naar het voortgezet onderwijs: - Gegevens die van de leerlingen worden verzameld, de wijze van adviseren en de procedure die gevolgd wordt. Wanneer de kinderen in groep 8 van de basisschool zitten, wordt bepaald naar welke scholen voor voortgezet onderwijs de leerlingen zullen gaan, na het verlaten van de basisschool. Bij aanvang van het schooljaar worden ouders van de leerlingen van groep 8 op een voorlichtingsavond geïnformeerd over de overstap naar het voortgezet onderwijs. De leerkracht vertelt welke lesstof en andere activiteiten de leerlingen dat schooljaar mogen verwachten ter voorbereiding op het voortgezet onderwijs, de verschillende vormen van voortgezet onderwijs en de mogelijkheden in Zeewolde en in de omgeving. Tijdens de spreekuren in september en november worden de vorderingen van de leerling met de ouders besproken. De schoolkeuze vindt plaats na overleg tussen kind, ouders, de groepsleerkracht en waar nodig de directie. Het is volstrekt duidelijk dat de schoolkeuze niet alleen in groep 8 wordt bepaald. Gedurende de gehele schoolperiode verzamelen wij allerlei gegevens van onze leerlingen. Al deze gegevens bij elkaar monden uit in een zogenaamd schooladvies. In november is er voor ouders en leerlingen al gelegenheid om verschillende scholen van het voortgezet onderwijs te bezoeken. Een voorlopig schooladvies volgt begin januari, dit in samenhang met de werkhouding en de sociale redzaamheid van de leerling en voorafgaande aan de CITO-eindtoets. Naar aanleiding van dit gesprek en ons schooladvies kunt u één of meerdere voorlichtingsdagen 27
bezoeken van de scholen van voortgezet onderwijs. Omstreeks maart volgt het definitieve advies aan de leerling en de ouders. Dit advies gaat dan vergezeld van de uitslag van de CITO-eindtoets en de uitslag van de HAGO-toets. De leerkracht en/of de directeur melden de leerling bij het voorgezet onderwijs aan. Alle leerlingen waar van het schooladvies en de CITO-score voldoen, zullen op de betreffende school worden toegelaten. Indien één van de twee afwijkend is nemen de scholen contact met elkaar op om de verdere mogelijkheden te bespreken. In de loop van de maand mei hoort u of uw kind al of niet is toegelaten. Iedere leerling wordt doorgesproken met de toekomstige mentor of brugklascoördinator. Elk jaar hebben de scholen van voortgezet onderwijs en de basisscholen contact met elkaar over de vorderingen van oud-leerlingen.
5.5. DE LEERKRACHTEN De leerkrachten vormen de motor van de school. Dat stelt aan de individuele leerkracht en aan het team als geheel hoge eisen ten aanzien van deskundigheid, samenwerking en inzet. Het team van DE KIEKENDIEF vormt één geheel dat elkaar aanvult, corrigeert en stimuleert. Alle teamleden hebben dezelfde kerntaak: onderwijs geven vanuit de grondgedachte van het openbaar onderwijs en vanuit de missie en visie van de school. Hun onderwijsgevende taak wordt aangevuld met taken die direct en indirect voortvloeien uit de onderwijsgevende werkzaamheden en die de schoolorganisatie in stand houden.
- Leerkrachtenprofiel De leerkracht is een inspirerende persoon die vanuit het beroep van het leraarschap leiding kan geven aan een groep kinderen. Het contact met de individuele leerling is gericht op persoonlijke ontwikkeling en ontplooiing. De leerkracht heeft aandacht voor de leerling resultaten. Als teamlid voelt men zich betrokken bij alle processen rond klassen- en schoolorganisatie. De leerkracht draagt vanuit een persoonlijke kwaliteit bij aan het ontwikkelen van vernieuwing en beleid op schoolniveau. In de omgang met ouders kan de leerkracht de schoolvisie uitdragen en, waar nodig, de hulp van ouders effectief inzetten.
Activiteiten ter verbetering van het onderwijs • De school heeft een aantal instrumenten ten dienste om informatie te verzamelen over het functioneren van het personeel. Die instrumenten zijn o.a. functioneringsgesprekken, beoordelingsgesprekken, groepsbezoeken. • Regelmatig zijn er bouwvergaderingen. Deze vergaderingen worden voorgezeten door een bouwcoördinator. De vergaderingen kunnen zowel organisatorisch als onderwijsinhoudelijk van aard zijn. • Teamvergaderingen. Ook hier staan organisatorische en onderwijsinhoudelijke onderwerpen centraal. Op dit niveau worden er beslissingen genomen over onderwijsverandering en onderwijsvernieuwing. - Wijze van vervanging bij ziekte, ADV, BAPO, studieverlof, scholing Het is niet meer zoals vroeger dat een leerkracht de hele week werkt en daarmee de enige leerkracht van een groep is. De groepen bij ons op school hebben één of twee leerkrachten. Wij proberen het zo te regelen dat de vervanging van de groepsleerkracht bij ziekte, studieverlof, ADV en scholing, indien mogelijk, intern geregeld wordt. Dat wil zeggen dat er geprobeerd wordt de juffrouw of meester die bekend is met de kinderen van een groep in die groep te laten werken zodat de situatie voor de leerlingen vertrouwd en bekend is.
28
- Scholing van leerkrachten en directie Jaarlijks volgen de leerkrachten en de leden van de directie, individueel of als team, cursussen om het onderwijs op De KIEKENDIEF up to date te houden. De cursussen die gevolgd worden vinden onder of na schooltijd plaats. Richtinggevend voor de keuze van de nascholingscursussen zijn de onderwijskundige veranderingen op school, zoals beschreven in het schoolplan. - De begeleiding en inzet van stagiaires van PABO's Op onze school krijgen studenten van de PABO uit Zwolle en Utrecht de gelegenheid om stage te lopen. Zij krijgen lesgevende taken en opdrachten voor onderzoek bij kinderen. Soms komt het voor dat een student de gehele dag de lessen verzorgt. De groepsleerkracht is tijdens deze lessen aanwezig in de groep en blijft altijd verantwoordelijk.
6 OUDERS EN SCHOOL
6.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders Als ouder geeft u een deel van de begeleiding van en de zorg voor uw kind uit handen. Zeker voor ouders van wie het eerste kind naar de basisschool gaat, is dat soms even wennen. Ouders en leerkrachten zijn gezamenlijk betrokken bij veel aspecten van de opvoeding van het kind. Daarom is het belangrijk dat er een overeenkomst is in de visie op het kind in de school- en thuissituatie. We vinden het belangrijk op onze school een klimaat te scheppen waarin de communicatie tussen ouders en school helder verloopt. Voor de leerkracht kan het soms belangrijk zijn om meer over de ontwikkeling van uw kind te weten te komen. Informatie van de ouders kan daarbij van groot belang zijn. Het is in het belang van het kind als ouders zich in grote lijnen kunnen vinden in de onderwijskundige opvattingen van onze school. Door de actieve inzet van ouders bij activiteiten, zowel binnen het leerprogramma als daarbuiten, kunt u extra waarde toevoegen aan de schoolperiode van uw kind. Uw inzet heeft een positieve invloed op de ontwikkeling van uw kind.
6.2 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school Ouders in beeld Als we praten over leerlingen die zich niet zonder problemen ontwikkelen maar wat, of veel, extra zorg nodig hebben zullen we ook extra aandacht aan u als ouders geven! Iedere ouder heeft recht om geïnformeerd te worden over de visie van de school en de manier waarop een school deze visie wil vormgeven. Door middel van de schoolgids en inzage in het schoolplan krijgt u een beeld van hoe er wordt gewerkt en hoe de organisatie loopt. In de schoolgids is een stukje gewijd aan de zorgstructuur. Ook worden ouders en leerlingen gewezen op hun rechten en plichten. Zowel de school als de ouders hebben hetzelfde doel voor ogen: het welzijn van het kind. In de regel verloopt dit soepel en lopen ouders en de school dezelfde weg. Door u goed te informeren en goed te communiceren voorkomen we weerstand en misverstanden. Wilt u aangeven wanneer u iets mist in deze informatie of in de communicatie? Ook wij zijn mensen en kunnen een missertje maken, maar zijn altijd aanspreekbaar. We gaan ervan uit dat dit op een nette manier kan plaatsvinden.
29
Als een leerling een handelingsplan krijgt binnen de groep dan wordt u als ouder door de leerkracht geïnformeerd. Krijgt het kind buiten de groep rt, dan verzorgt de RT-er een toestemmingsformulier. Dit geldt ook voor didactisch onderzoek. Krijgt een leerling een psychologisch onderzoek of wordt een leerling besproken in het zorgteam dan zal er ook altijd toestemming van de ouders nodig zijn. Dit geldt ook voor een vervroegd GGD onderzoek. Het uitgangspunt is dat school en ouders elkaar als gelijkwaardige partners benaderen. De school treedt dan niet alleen in overleg met ouders als dat strikt moet. De school zorgt ervoor dat ouders vanaf het begin meedenken, meewerken en meebeslissen. De betrokkenheid van ouders bij het zorgbeleid van de school kan worden bevorderd via de oudergeleding van de medezeggenschapsraad. Zowel het zorgplan, gepresenteerd door het samenwerkingsverband, als de schoolgids hebben instemming van de oudergeleding nodig. Ook het schoolplan, wat iedere vier jaar uitkomt, heeft instemming van de MR nodig.
Communicatie. Onze school vindt goede communicatielijnen met alle betrokkenen buitengewoon belangrijk. Op verschillende manieren proberen wij de ouders zo goed mogelijk te informeren Door middel van onderstaande opsomming geven we aan hoe we de informatie tussen ouders en school hebben georganiseerd. -
-
-
-
-
-
-
Algemeen: Ouders die hun kinderen naar school brengen, kunnen 's morgens en 's middags mee naar binnen lopen. In de kleutergroepen en in de periode wanneer de leerlingen net in groep 3 zitten, mogen de ouders even mee het lokaal in. Buiten schooltijd is de klas toegankelijk voor ouders die het werk van hun kind willen bekijken. Doorgaans is de leerkracht dan wel bereikbaar voor een kleine vraag of mededeling; Afspraak met de leerkracht: Wanneer u eens wat langer met de leerkracht over uw kind wilt praten of u maakt zich zorgen over de ontwikkeling van uw kind, dan kunt u een afspraak maken met de leerkracht. Een dergelijk initiatief kan natuurlijk ook van de leerkracht uitgaan; Afspraak met de directie: Zijn er problemen die in eerst instantie niet tussen u en de leerkracht opgelost kunnen worden, dan kunt u een afspraak maken met de directie. Deze zal te allen tijde terugkoppelen naar de leerkracht. Informatieavond: Aan het begin van het schooljaar is er voor iedere groep een informatieve bijeenkomst voor ouders, waar u tevoren voor wordt uitgenodigd. Op deze avond maakt u kennis met de leden van de Ouderraad en de Medezeggenschapsraad en met de leden van het team. U maakt kennis met de leerkracht van uw kind Op deze avond wordt algemene informatie gegeven over de school en speciaal over de groep. De Inloopavond; in de week voor de herfstvakantie worden de ouders en kinderen uitgenodigd op school. Kinderen vertellen aan hun ouders hoe de dagelijkse gang van zaken in de groepen loopt. Aan de orde kunnen komen: de dagindeling, de werkwijze rondom bepaalde vakgebieden, de dag- en weektaak, bijzondere activiteiten en allerlei van belang zijnde praktische zaken. Ouderavonden (verschillende per jaar): zowel zakelijk, informatief als feestelijk; Spreekuur van de leerkracht: Twee keer per jaar ontvangt u een uitnodiging voor het spreekuur van de leerkrachten. Tijdens het spreekuur bent u in de gelegenheid met de leerkracht te praten over de vorderingen en ontwikkeling van uw kind. Werkverslagbesprekingen:Twee keer per jaar wordt u uitgenodigd om tijdens een tienminutengesprek te komen praten over de ontwikkeling van uw kind. Uitgangspunt hierbij is het werkverslag dat de leerlingen van groep 2 t/m 8 meekrijgen. In de werkverslagen 30
-
staat een overzicht van datgene wat uw kind in een bepaalde periode aan leerstof heeft verwerkt en de wijze waarop het dit heeft gedaan. Kijkochtend: Ouders kunnen, na het maken van een afspraak, een (halve) ochtend meekijken in de klas. Voorlichtingsavond: Dit is de avond voor de ouders van de achtste groepers met het oog op de schoolkeuze van het voortgezet onderwijs. U ontvangt hiervoor een uitnodiging.
Andere informatiebronnen: - De website: www:obsdekiekendief.nl - Deze Schoolgids met jaarlijks een supplement; - Een KIEKENDIEF kalender; - Het Nieuwsdiefje: deze verschijnt 12 keer per jaar en bevat algemene informatie m.b.t. activiteiten in de school, vergaderingen van de Ouderraad, de Medezeggenschapsraad, berichten uit de klas, een kinderpagina etc.; Wat te doen bij onduidelijkheden of onvrede? (Stap 1) - u neemt contact op met de leerkracht - bespreek het probleem in alle rust - vraag naar een uitleg en redenen van het genomen besluit - als dit niet tot tevredenheid leidt: maak een nieuwe afspraak met schoolleiding en leerkracht Wat te doen als stap 1 niet tot resultaat leidt ? (Stap2) Afhankelijk van de situatie: - de MR inschakelen - vertrouwenspersoon inschakelen - klachtencommissie benaderen
6.3 Ouderactiviteiten: Een andere manier waarop u betrokken kunt zijn bij de school betreft een aantal praktische zaken. Op een moderne school met een breed leerstofaanbod en een groot aantal andere activiteiten gedurende het schooljaar, zijn hulp en ondersteuning van ouders onmisbaar. U kunt mede inhoud geven aan een goede leef- en werkomgeving door beschikbaar te zijn voor leerling-activiteiten. In meer structurele zin kunt u een bijdrage leveren aan verschillende activiteiten: - Klassenouders: Iedere groep heeft een klassenouder. Zij zijn onmisbaar en worden betrokken bij feesten, excursies en schoolreizen. Zij helpen de leerkracht bij de organisatie en uitvoering hiervan. Niet altijd hoeven zij zelf behulpzaam te zijn, in de meeste gevallen zullen ze andere ouders van de groep vragen een handje te helpen. Verder zal iedere leerkracht nog zijn of haar eigen vragen hebben, voor hulp van de klassenouder. - Ouderhulp: Verder zijn ouders actief bij: • het uitlenen van boeken in de schoolbibliotheek; • begeleiden van leerlingen in het documentatiecentrum; • de expressiemiddagen; • de schoolreizen en excursies; • tuinieren in de schooltuin samen met de leerlingen. 31
- Via de Medezeggenschapsraad en de Ouderraad. Mocht u interesse hebben om actief bij de school betrokken te zijn, dan kunt u contact opnemen met een lid van de Ouderraad of met de groepsleerkracht.
6.4 Inspraak - De Medezeggenschapsraad: De medezeggenschapsraad (MR) is een wettelijk ingesteld inspraakorgaan, bestaande uit drie ouders en drie teamleden. Zij bespreekt zaken die beleid en organisatie van het onderwijs op DE KIEKENDIEF betreffen en onderling overleg in de school bevorderen. De Medezeggenschapsraad vergadert om de vier weken. De agenda van de vergadering wordt van tevoren bij de entree van de school bekend gemaakt. In principe kunnen de vergaderingen door elke ouder worden bijgewoond. De Medezeggenschapsraad heeft regelmatig overleg met de directeur en twee keer per jaar met het Bevoegd Gezag Eenmaal per jaar wordt verslag aan de ouders uitgebracht tijdens de jaarvergadering die de Medezeggenschapsraad en de Ouderraad gezamenlijk organiseren. Daarnaast brengt de Medezeggenschapsraad via het Nieuwsdiefje regelmatig verslag uit over haar werkzaamheden. Heeft u belangstelling voor het werk van de Medezeggenschapsraad, dan wordt u van harte uitgenodigd een vergadering bij te wonen. Ook kunt u voor informatie of vragen altijd contact opnemen met één van de leden van de Medezeggenschapsraad. Hun namen vindt u in het supplement van deze schoolgids.
32
De Ouderraad: De Ouderraad (OR) is een vertegenwoordiging van ouders van wie de kinderen op DE KIEKENDIEF naar school gaan. De raad heeft als belangrijkste taken: - Luisterend oor voor de ouders, contactorgaan tussen ouders, team en MR - Coördineren van ouderparticipatie - Hulp bij “feesten “en andere activiteiten - Beheer van de ouderbijdragen. Veel van de activiteiten op en rond de school worden door werkgroepen gedaan. De werkgroepen worden ondersteund door de Ouderraad. Deze werkgroepen, waarin naast ouders ook leerkrachten zitting hebben, zijn een prima manier voor de ouders om zich in te zetten voor de school. De Ouderraad is samengesteld uit ouders, de adjunct directeur en wisselende teamleden. Eens per twee maanden komt de Ouderraad bijeen. Minimaal eens per jaar organiseert de school samen met de Ouderraad en de Medezeggenschapsraad, een ouderavond waarvoor alle ouders uitgenodigd worden. Op deze avond wordt er verslag gedaan van de activiteiten die hebben plaatsgevonden en van de financiële situatie gedurende het afgelopen schooljaar. Voor meer informatie over de samenstelling van de Ouderraad wordt u verwezen naar het supplement.
6.5 Overblijfmogelijkheden voor- en naschoolse opvang Op DE KIEKENDIEF bestaat voor de leerlingen de mogelijkheid tot overblijven. De organisatie is in handen van overblijfkrachten. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de school. - Aanmelding Het overblijven is uitsluitend bestemd voor leerlingen van DE KIEKENDIEF. U kunt uw kind(eren) dagelijks of eens per week aanmelden via de map bij de hoofdentree van de school. In deze map zijn dagoverzichten opgenomen waarop u kunt aangeven wanneer uw kind overblijft.
Van tevoren is daardoor bekend welke kinderen en hoeveel kinderen er iedere dag overblijven. Voor de onderbouw is het van belang ook het overblijven van uw zoon of 33
dochter in het overdrachtschriftje in de klas te noteren. Dat weten de collega’s ook wie ze moeten overdragen aan de overblijf en wie er naar huis gaat. Voor meer informatie betreffende de kosten, de namen van de personen van de overblijfadministratie en openingstijden wordt u verwezen naar het kalender/supplement of de brochure “Overblijven op de Kiekendief”.
- Ziekte of verhindering Het is belangrijk voor ons dat u bij ziekte of verhindering (ook bijvoorbeeld het eten bij een vriendje) dit tijdig , doorgeeft aan de overblijfkracht of de leerkracht. - De lunchpauze De kinderen die op school overblijven nemen zelf hun brood en drinken mee. Ze krijgen soms een extraatje van de overblijf (b.v. een tosti) De kinderen eten in groepen onder leiding van de overblijfkrachten. Na de lunch wordt er onder begeleiding van de overblijfkrachten binnen en buiten gespeeld, met speciaal daarvoor bestemd speelgoed. Dit duurt tot 13.00 uur, daarna is er een leerkracht aanwezig. -De wijze van betaling De ouders betalen per dag of per week het geld aan de overblijfcommissie. Indien u verzuimt op tijd te betalen dan zal de overblijfadministratie hiervoor kosten in rekening brengen i.v.m. de extra administratie die dit met zich meebrengt. Controle over de financiën vindt plaats door de Medezeggenschapsraad. Voor en naschoolse opvang. Vanaf januari 2009 is er in ons gebouw de mogelijkheid om voor- en/of na schoolse opvang. De organisatie is in handen de Stichting kindercentra Zeewolde. Met deze organisatie kunt u contact opnemen over de opvang van uw zoon of dochter. Voor informatie kunt u bellen met 036-5229080 of http://www.kindercentrazeewolde.nl
6.6 Klachtenregeling: - De algemene klachtenregeling: Onze school kent een klachtenregeling die gebaseerd is op het model van de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten. Deze is op school aanwezig. Een ieder die een klacht heeft op het gebied van onderwijs, op het gebied van gedragingen en /of op het gebied van seksuele intimidatie kan deze klacht indienen bij het schoolbestuur. Het meest vanzelfsprekend is dat u met uw klacht naar de leerkracht van uw kind gaat. Het kan echter zijn dat u daar onvoldoende gehoor krijgt of dat de aard van de klacht dusdanig is dat deze juist niet met de leerkracht besproken kan worden. In dat geval kunt u terecht bij de directie. Wanneer u ook daar naar uw gevoel onvoldoende wordt gehoord of u vindt, gezien de aard van de klacht, een gesprek met hen niet zinvol, dan kunt u zich wenden tot een door de school aangestelde contactpersoon. De contactpersoon fungeert als tussenpersoon die u, afhankelijk van de aard van de klacht doorverwijst naar een klachtencommissie of naar het bestuur. Van daaruit kan verdere verwijzing geschieden, bijvoorbeeld naar een vertrouwenspersoon. Anonieme klachten worden niet in behandeling genomen. Voor de namen en de bereikbaarheid van de contactpersoon, de klachtencommissie en de vertrouwenspersoon verwijzen wij u naar het supplement.
34
6.7. Gedragsregels ter preventie: Om te voorkomen dat er klachten ontstaan op het gebied van onderwijs, gedragingen en/of seksuele intimidatie heeft de school een aantal gedragsregels opgesteld: Op onze school onderschrijven wij het uitgangspunt dat jongens en meisjes, mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn; Uitgaande van deze gelijkwaardigheid vinden wij de volgende aspecten van belang: • de school schept een klimaat, waarin kinderen zich veilig voelen; • op school hebben we respect voor elkaar; • de school creëert ruimte om verschillend te zijn. Deze verschillen kunnen betrekking hebben op persoonsgebonden of cultuurgebonden verschillen; • de school hanteert een niet- stereotype benadering; d.w.z.: niet alleen meisjes brengen koffie rond, niet alleen jongens zijn goed in rekenen; • de school schept voor kinderen voorwaarden om een positief zelfbeeld te ontwikkelen; • er wordt actief aandacht besteed aan zelfredzaamheid en weerbaar gedrag. Van iedereen die werkzaam is in onze school(directie, leerkrachten, leerlingen en niet onderwijzend personeel) wordt verwacht dat zij zich houden aan de vastgestelde gedragsregels. Het geldt uiteraard ook voor (hulp-) ouders, die ondersteunende werkzaamheden in school zonder of met kinderen verrichten. Het streven naar gelijkwaardigheid binnen de school houdt in dat de volgende gedragingen niet worden getolereerd: • verbale en non-verbale seksuele intimidatie, zoals: - grappen met een seksueel getinte, vernederende strekking ten aanzien van anderen; - seksueel getinte vernederende toespelingen of insinuaties, direct of indirect bedoeld; Hieronder verstaan we ook seksueel getinte opmerkingen over of vragen naar uiterlijk en/of gedrag van een ander; - handtastelijkheden die als vernederend kunnen worden ervaren door de ander; - opmerkingen ten aanzien van de seksuele geaardheid; En andere vormen van intimidatie, zoals: • verbaal geweld, zoals vloeken en schelden; • lichamelijk geweld, zolas schoppen, slaan etc.
7. Financiën 7.1. Rijksbijdrage De financiering van de school is voor het grootste gedeelte gebaseerd op de rijkssubsidie. De hoogte hiervan is afhankelijk van het aantal leerlingen van de school. Via ingewikkelde formules komt een totaalbedrag tot stand. We kunnen de rijkssubsidie splitsen in twee delen: de personeelslasten en de materiële instandhouding. De vergoeding van de personeelskosten heeft betrekking op de salarissen als ook een aantal bijzondere voorzieningen zoals o.a. nascholing, reservering BAPO en deskundigheidsbevordering. De bedragen die hiervoor beschikbaar zijn staan vast. (de z.g. Lumpsum financiering) Deze kosten zijn nauwelijks door het schoolbestuur te beïnvloeden. De rijkssubsidie richt zich ook op de materiële instandhouding. Daarbij kunt u denken aan kosten voor huisvesting, verwarming, schoonmaak, leermiddelen en administratie. Knelpunten in relatie tot de materiële instandhouding zijn prijsindexering, kosten groot onderhoud en energie. De prijsstijgingen worden niet of later maar deels gecompenseerd. 35
7.2 De ouderbijdrage Ieder schooljaar wordt er een financiële bijdrage -op basis van vrijwilligheid- van u gevraagd om een aantal extra uitgaven te kunnen bekostigen, die buiten de schoolexploitatie vallen. Het zijn uitgaven waarmee wij ons onderwijs extra aantrekkelijk willen maken. Daarbij gaat het vooral om de uitgaven voor: - Sportieve bezigheden, zoals: de sportdag en deelname aan diverse schoolsporttoernooien - Onderwijstechnische zaken, zoals: excursies, schoolkrant, computerondersteuning, projecten - Diverse festiviteiten, zoals: St. Maarten, Sinterklaas- en kerstfeest, activiteiten rond Pasen - Algemene zaken, zoals: kosten voor ouderhulp, secretariaatskosten, attenties bij ziekte. De jaarlijks te houden schoolreizen en schoolkampen zijn niet in de ouderbijdrage opgenomen. Hiervoor ontvangt u een apart verzoek tot betaling ervan. De hoogte van de ouderbijdrage kan jaarlijks op de aan het begin van het schooljaar te houden oudervergadering (aan de hand van een opgestelde begroting) worden vastgesteld. De ontvangen ouderbijdragen worden beheerd door de Ouderraad. Voor het betalen van de financiële bijdrage ontvangt u via het Nieuwsdiefje informatie. Controle over het financiële gebeuren vindt plaats door de Kascommissie. Verslaglegging gebeurt schriftelijk en wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de jaarlijkse oudervergadering. Voor meer informatie over de hoogte van de ouderbijdrage wordt u verwezen naar het supplement, behorende bij deze schoolgids.
7.3 Schoolverzekering voor leerlingen De wettelijke vertegenwoordigers van de kinderen (dat zijn veelal de ouders) zijn altijd aansprakelijk voor hun kinderen, tenzij kan worden aangetoond dat anderen, bijvoorbeeld degenen die belast zijn met het toezicht op de kinderen, door nalatigheid of ernstige fouten, aansprakelijk zijn. In dit licht bezien is het afsluiten van een goede particuliere aansprakelijkheidsverzekering van belang. In het kader van de wettelijke aansprakelijkheid zijn de gemeente Zeewolde en de schoolleiding (inclusief de leerkrachten en overblijfkrachten) niet aansprakelijk voor ontvreemding of beschadiging van eigendommen. Geadviseerd wordt de kinderen geen duur schoeisel of dure kleding te laten dragen. Het kan gebeuren dat spullen onbeheerd achter moeten blijven aan de kapstok in de gang of in de kleedkamers. Dit geldt eveneens voor dure sieraden. Vanuit de school zal er zoveel mogelijk aan gedaan worden om het risico van diefstal zo beperkt mogelijk te houden. Vandaar dat de toegangsdeuren op plaatsen die niet direct zichtbaar zijn, na aanvang van de lessen dicht zijn. De leerlingen en hun ouders hebben hierin uiteraard ook hun eigen verantwoordelijkheid.
- Ongevallenverzekering Voor uitstapjes, schoolreisjes, excursies, schoolkampen en speelpauzes sluit de school een ongevallenverzekering af. Deze is alleen geldig als er lichamelijk letsel is en er een dokter en/of ziekenhuis bezocht moet worden. - Inzittendenverzekering voor auto's Dit geldt ook voor ouders die in schoolverband wel eens kinderen vervoeren. Als gevolg van het gestelde in de Wegenverkeerswet kan de bestuurder door de ouders van de betrokken kinderen aansprakelijk worden gesteld voor bijvoorbeeld de gevolgen van een ongeval. Er is 36
dan weliswaar in principe altijd een autoverzekering van toepassing (All Risk dan wel WA), maar deze verzekering dekt niet alle schade. De inzittendenverzekering is dan ook op te vatten als een ongevallenverzekering voor inzittenden. Met nadruk willen wij u er op wijzen u niet méér kinderen in de auto moet nemen dan waarvoor een inzittenden verzekering is afgesloten.
8 DE ZORG VOOR DE RELATIE SCHOOL EN OMGEVING Contacten met andere scholen en instanties 1. Samenwerking met de basisscholen in Zeewolde De basisscholen in Zeewolde werken nauw met elkaar samen op een aantal gebieden. De belangrijkste daarvan zijn: Weer Samen Naar School; Culturele activiteiten; IB en RT Netwerken en leerlingenzorg. Door de samenwerking is er voortdurend aandacht voor de kwaliteit van het onderwijs en proberen we op belangrijke gebieden eenduidig te handelen zonder dat daarbij de identiteit van de individuele scholen in het geding is. De directeurenkring van Zeewolde komt in het kader van WSNS en het reguliere overleg "Zoveel hoofden, zoveel zinnen", minimaal 8x per jaar bijeen. Tijdens deze bijeenkomsten proberen we de afspraken over verschillende zaken te formaliseren. Voorbeelden zijn afspraken met het voortgezet onderwijs, de schoolgids en het schoolplan, het jaarlijkse vakantierooster, de eerder genoemde netwerken en WSNS. Wanneer een leerling van school verandert, is er altijd contact tussen beide basisscholen. 2. Samenwerking met de Schoolbegeleidingsdienst IJsselgroep te Lelystad. Onze school werkt evenals alle basisscholen in Zeewolde nauw samen met de IJsselgroep Jaarlijks worden advies- begeleidings- en nascholingsafspraken gemaakt, gericht op de instandhouding en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs op onze school en op het invoeren van vernieuwingen. Er is regelmatig overleg tussen de Ijsselgroep en verschillende functionarissen van onze school over: 1 schoolmanagement met de directie; 2 specifieke begeleiding van kinderen met de Intern begeleider; 3 onderzoeken, observaties van kinderen met de met betrekking tot leerkracht en Intern Begeleider. Op verzoek van school en i.o.m. ouders kan de Ijsselgroep ook kinderen testen (psychologisch en didactisch). 3. Samenwerking met SBO-scholen (scholen voor speciaal basisonderwijs) De samenwerking met de school voor speciaal onderwijs in het samenwerkingsverband WSNS staat beschreven in het Zorgplan WSNS. Indien het in het belang van kinderen gewenst is onderhouden wij ook intensieve contacten met andere scholen voor speciaal onderwijs. 4.Samenwerking met welzijnsinstellingen waaronder de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) en Schoolartsendienst. De samenwerking met deze instellingen staat eveneens beschreven in het Zorgplan Weer Samen Naar School (WSNS).
37
5. Bibliotheek Lezen is leuk! Lezen is genieten! Vandaar dat wij gebruik maken van de diensten van de plaatselijke bibliotheek zoals het lenen van boeken, introductiebezoeken en leesbevorderingactiviteiten. 6. Contacten met PABO’s In het kader van de begeleiding van studenten en het aanbod voor scholing hebben wij regelmatig contact met diverse PABO's. 7. Contacten met het Centrum Kunstzinnige Vorming (Kunstlinie) Met de consulenten van het CKV heeft onze school regelmatig contact. Enerzijds in het kader van het jaarlijkse Kunstmenu, anderzijds in verband met nascholing en/of begeleiding op het gebied van Kunstzinnige vorming. 8. Peuterspeelzalen en kinderdagverblijf De contacten hiermee zijn incidenteel. 9. Staatsbosbeheer en IVN Voor lesexcursies in de natuur.
9 DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS In hoofdstuk 5.2 heeft u kunnen lezen op welke wijze wij de vorderingen van de kinderen volgen. Als wij de toetsresultaten van de kinderen bijhouden kunnen wij daarmee eveneens zien of ons onderwijs voldoende resultaat heeft. Uiteraard zijn de resultaten van een gemaakte toets voor elk kind verschillend. Niet alleen op onze school, maar op alle scholen. Beoordeling van de vorderingen in de basisvaardigheden en de leerstof worden door de leerkracht in een beoordelingslijst bijgehouden. Hieronder vallen toetsen, dictees en overhoringen m.b.t. aardrijkskunde, geschiedenis, begrijpend lezen en spreekbeurten. Uiteraard wordt de leerstof die de kinderen, dagelijks, schriftelijk verwerken ook in de beoordeling meegenomen. In het supplement/jaarkalender treft u de uitstroomgegevens van onze leerlingen naar het voortgezet onderwijs aan.
10 REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN 10.1 Regels voor aanvang en einde schooltijd Wij willen dat alle kinderen uiteraard op tijd op school zijn. Echter niet eerder dan 15 minuten voor aanvang van de schooltijden. Bij de eerste bel om 8.30 mogen de kinderen naar binnen; bij de tweede bel om 8.40 moeten ze naar binnen en bij de derde bel om 8.45 moeten de leerlingen in het lokaal zijn. Het is erg hinderlijk als kinderen binnenkomen als de lessen al zijn begonnen. Wilt u er voor zorg dragen dat afspraken voor het bezoek aan de huisarts, tandarts, logopedist, psycholoog e.d. zoveel mogelijk buiten schooltijd worden gemaakt? Voor het rooster van de schooltijden wordt u verwezen naar het supplement/jaarkalender behorende bij deze schoolgids.
38
10.2 Ziektemelding Wanneer uw kind ziek is en de school niet kan bezoeken, verwachten wij van u ’s morgens tussen 08.15 uur en 08.45 uur een telefoontje. Het telefoonnummer van de school is 5221392 Het is altijd verstandig als u erbij vertelt wat uw kind mankeert, zodat de leerkrachten alert kunnen zijn op eventuele verschijnselen bij andere kinderen. Ook kunt u bv. een briefje via één van de andere kinderen uit het gezin meegeven en daarmee de school op de hoogte stellen. 10.3 De leerplichtwet In de leerplichtwet staat dat alle kinderen in Nederland naar school moeten. De ouders, voogden of verzorgers van een leerplichtig kind zijn verplicht hun kind in te schrijven op een school. Tevens zijn zij ervoor verantwoordelijk dat hun kind ook daadwerkelijk de school bezoekt. - Begin en einde leerplicht Elk kind wordt leerplichtig op de eerste schooldag van de maand, volgend op de maand waarin het kind vijf jaar is geworden. De volledige leerplicht eindigt: - aan het einde van het schooljaar na afloop waarvan tenminste twaalf volledige schooljaren aan een of meerdere scholen zijn bezocht, of - aan het einde van het schooljaar waarin de jongere de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt. - Vrijstelling en vervanging van de leerplicht Kinderen kunnen worden vrijgesteld van de leerplicht, als zij op lichamelijke of psychische gronden niet geschikt worden geacht om het onderwijs te volgen. Hiervoor is een verklaring nodig van een, door Burgemeester en Wethouders (van de woongemeente van het kind) aangewezen, arts en/ of pedagoog. - Vijfjarigen-regeling Het kan gebeuren dat een schoolweek van 23 uur voor een vijfjarige nog vermoeiend is. Er kan dan gebruik gemaakt worden van een speciale regeling. Deze regeling houdt in dat een vijfjarig kind ten hoogste vijf uur per week thuis mag blijven, als de ouders of de leerkracht dat maar tijdig met elkaar bespreken en de directie hiervan mondeling en schriftelijk op de hoogte stellen In speciale situaties is het toegestaan dat de directie toestemming geeft om een vijfjarige tien uur per week thuis te houden. Deze uren mogen niet worden "opgespaard". Zodra het kind zes jaar is houdt bovengenoemde regeling op. Aangezien in de basisschool sprake is van een doorgaande ontwikkelingslijn voor kinderen van vier tot twaalf jaar, is het verstandig een kind zoveel mogelijk naar school te laten gaan. - De leerplichtambtenaar De taken van de leerplichtambtenaar zijn de volgende: - erop toezien dat ouders, leerlingen en scholen zich aan de Leerplichtwet houden; - adviseren en begeleiden van de ouders, van de leerling bij problemen met betrekking tot de leerplicht; - onderhouden van contacten met de scholen, onderwijsinstituten en hulpverleningsinstanties met betrekking tot de leerplicht en schoolverzuim; - indien gewenst, bemiddelen bij plaatsing van een kind op een andere school; - beoordelen van aanvragen voor extra verlof van meer dan tien schooldagen; - geven van voorlichting en advies met betrekking tot leerplichtaangelegenheden. 39
Als blijkt dat ouders/ verzorgers of de directie van de school de Leerplichtwet overtreden en daarmee de belangen van de leerlingen schaden, kan de leerplichtambtenaar procesverbaal opmaken. Met ingang van 1 november 2008 is er een Regionaal Bureau Leerlingenzaken (RBL) Oosteinde 17, 3842DR Harderwijk. 0341-474400. www.regionoordveluwe.nl
10.4 Maatregelen preventie schoolverzuim - Bij schoolverzuim wordt al snel aan ziekte gedacht. Als uw kind ziek is behoort het uiteraard thuis te zijn. - Wanneer uw kind regelmatig de school niet bezoekt of te laat komt om onduidelijke redenen, dan is de directie genoodzaakt contact op te nemen met de leerplichtambtenaar. Waar u uw kind niet voor hoeft thuis te houden, maar wat wij wel erg graag willen weten is, als u hoofdluis bij uw kind aantreft. Controleert u uw kind regelmatig, zeker wanneer het jeuk op het hoofd heeft.
10.5 Verlof aanvragen U mag voor uw kind bij gewichtige omstandigheden, bijvoorbeeld een verhuizing, een huwelijk van een familielid of een jubileum, een verlofdag aanvragen. Extra verlof voor een vakantie wordt niet toegestaan. Er is slechts één uitzondering, namelijk als één van de ouders niet tijdens de normale schoolvakanties op vakantie kan. Er moet dan wel een werkgeversverklaring worden overlegd. De directie van de school is verplicht deze regels te volgen en bij overtreding dit door te geven aan de leerplichtambtenaar. Formulieren en richtlijnen hieromtrent kunt u verkrijgen bij de directie. Een aanvraagformulier dient minstens 14 dagen voor het gewenste verlof bij de directie te zijn ingeleverd. U krijgt dan binnen 7 dagen antwoord op uw verzoek. Extra vakantieverlof in de eerste twee schoolweken zijn nooit toegestaan.
11 OVERIGE INFORMATIE - Aanspreken van de leerkrachten: De leerlingen noemen ons ´juf´of ´meester´, gevolgd door onze voornaam. We stellen beleefdheid op prijs. Dat betekent niet automatisch dat we met U aangesproken wensen te worden maar in de boodschap dient wel respectvol gebracht te worden. - Allergie Zijn er bepaalde voedingsstoffen waar uw kind niet tegen kan, dan stellen wij het zeer op prijs wanneer u dit aan ons door wilt geven zodat er ook op school rekening mee kan worden gehouden. Ook van allergische reacties op bijv. huisstof e.d. zijn we graag op de hoogte. - Alfabet Als kinderen niet kunnen lezen of schrijven, beginnen ze vaak al wel hun eigen naam te "tekenen". Veel ouders schrijven dan de naam voor en het kind maakt dit na. Als u dat ook doet, het hoeft niet, gebruikt u dan bij voorkeur blokletters. Een voorbeeldkaart waarop de letters staan afgebeeld is verkrijgbaar op school. Het gebruik van hoofdletters raden wij af omdat het verwarrend werkt. Misschien is het ook goed om te weten dat we bij kleuters en in groep 3 de letters fonetisch benoemen, dus letters benoemen zoals je ze hoort. 40
- Circus Voor de leerlingen van groep 6, 7 en 8 bestaat de gelegenheid, om op vrijwillige basis, deel te nemen aan de circusgroep van de Kiekendief. Een middag in de wek wordt er na schooltijd geoefend en bij bijzondere gelegenheden treedt het circus voor de gehele school op. - Dieren in de school Veel kinderen zijn allergisch voor dieren. Er is dan ook besloten dat er in de school geen dieren gehouden of verzorgd worden. De leerkracht staat - als dit mogelijk is in de groep bij bepaalde lessen of spreekbeurten dieren voor de duur van de les of spreekbeurt toe. Om dezelfde redenen wordt u verzocht de hond buiten de school aangelijnd te laten wachten als u uw kind wegbrengt of ophaalt. U doet er veel kinderen een plezier mee. - Fietsen naar school Op het schoolplein is een zeer beperkte ruimte om fietsen te stallen. Eigenlijk willen we dit zo houden om voor de kinderen van de school zoveel mogelijk speelruimte op het schoolplein te behouden. De fiets moet in de rekken (dus niet tegen bomen, hekwerk of op het grasveld) worden geplaatst en goed op slot worden gezet. Wanneer de fietssleutel voorzien is van de naam, dan is deze bij verlies weer snel bij de eigenaar. - Fotograaf Jaarlijks bezoekt de schoolfotograaf onze school. De datum waarop de fotograaf komt leest u in het Nieuwsdiefje. Alle leerlingen van de school worden gefotografeerd en er worden groepsfoto's gemaakt. De ouderraad maakt de keuze welke schoolfotograaf welkom is. - Gymnastiek Als uw kind niet mee kan doen aan de gymles, verzoeken wij u dit schriftelijk mede te delen aan de groepsleerkracht en/ of de vakleerkracht gymnastiek. Aparte gymkleding en gymschoenen zijn verplicht. Kinderen mogen (vanaf groep 5) douchen, het is niet verplicht. Wilt u de gymspullen in een stevige tas meegeven en erop toezien dat de spullen wekelijks mee naar huis worden genomen en dat de spullen gewassen worden. In de groepen 1 en 2 dragen de kinderen hun onderkleding (eventueel een gympak of gymbroek) en gymschoenen. De gymschoenen, zonder veters (met klittenband of elastiek), blijven op school. Wilt u deze aan het begin van het schooljaar, voorzien van naam, aan uw kind meegeven? - Gevonden voorwerpen Het komt maar al te vaak voor dat kinderen een kledingstuk of voorwerp vergeten of verliezen. Het is voor ons niet altijd na te gaan wie de eigenaar is. Als u de kleding en bijvoorbeeld laarzen en gymschoenen, maar ook broodtrommel en beker van de naam van uw kind voorziet is de kans op vermissing kleiner. Gevonden voorwerpen worden op school bewaard. Regelmatig worden de gevonden voorwerpen uitgestald. U kunt de oproep daartoe lezen in het nieuwsdiefje. Niet-afgehaalde spullen worden daarna weggedaan in de daarvoor bestemde kledingcontainer in het dorp gedeponeerd. - Hoofdluis Het is goed om haar van uw kind regelmatig te controleren op hoofdluis, zeker als uw kind last heeft van jeuk op het hoofd! Bij drogist of apotheek zijn middelen te verkrijgen waarmee u de hoofdluis te lijf kunt gaan. Wilt u de school informeren indien u bij uw kind hoofdluis heeft geconstateerd - Huiswerk Huiswerk wordt van tevoren opgegeven en in principe niet voor in het weekend. Wanneer kinderen huiswerk meenemen, dan graag in een stevige tas. Vanaf groep 7 noteren de leerlingen hun huiswerk in een agenda. Opbouw huiswerklijn: groep 5, 6 ,7 en 8 taal of rekenblad per week; incidenteel wereldoriëntatie of extra werk per leerling of groepje leerlingen. Ook wordt leerlingen gelegenheid geboden om on-line hun huiswerk op te halen, te maken 41
en te retourneren naar de leerkracht . De mate van hoeveelheid en frequentie van huiswerk zal in 2009 mogelijk herzien worden - Informatieavond Aan het begin van het schooljaar ontvangt u van de groepsleerkracht van uw kind een uitnodiging voor een informatieve bijeenkomst op school. Op deze avond zal de leerkracht o.a. vertellen wat er zoal in de groep het komend schooljaar staat te gebeuren. Hoe de dagindeling eruit ziet en welke methoden er worden gebruikt. - Jarig zijn en snoepen Op school proberen wij het snoepen zoveel mogelijk te beperken. Met verjaardagen handhaven we daarom nog steeds het goede principe om op iets gezonds te trakteren. Voor de leerkrachten hoeft u daarop geen uitzondering te maken. Na het trakteren in de groep mag het kind de klassen rond en zich laten feliciteren door de andere juffen en meesters. De verjaardag van de leerkracht wordt jaarlijks op de meesters- en juffendag gevierd. U wordt via het Nieuwsdiefje op de hoogte gebracht wanneer deze dag is. - Jeugdarts Tot het vierde jaar wordt uw kind regelmatig onderzocht op het consultatiebureau. Daarna wordt de zorg overgenomen door de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de G.G.D. voor Flevoland. Het onderzoekschema ziet er als volgt uit: groep 2: onderzoek door arts en verpleegkundige; groep 4: onderzoek door de verpleegkundige; groep 7: controle van de rug door de jeugdarts. Wanneer alle kinderen uit een jaargroep onderzocht zijn, heeft de jeugdarts overleg met de leerkracht. Het kan n.l. voor uw kind belangrijk zijn dat de leerkracht weet wat bij het onderzoek is gevonden. Hierover wordt echter alleen gesproken nadat u hiervoor uw toestemming heeft gegeven. De arts heeft beroepsgeheim, zodat gegevens vertrouwelijk en zorgvuldig worden behandeld. - Kiektheater In het jaar organiseren we voor iedere groep een of meerdere keren het Kiektheater. De leerlingen zijn dan creatief en expressief bezig op het toneel. Wanneer uw kind optreedt, bent u van harte welkom om de uitvoering bij te wonen. De data van het kiektheater vindt u in het Nieuwsdiefje - Klassendienst Vanaf groep 4 hebben steeds twee leerlingen één dag of een week klassendienst. Zij helpen de leerkracht bij het opruimen van het lokaal. Dit gebeurt na schooltijd en duurt tot uiterlijk 15.30 uur. Doel van de klassendienst is gezamenlijk verantwoordelijk te zijn voor de netheid in het lokaal. -Lusjes aan de jassen Het is wenselijk dat alle jassen van uw kinderen voorzien zijn van en stevige ophanglus, zodat deze goed aan de kapstok kan worden gehangen. - Leerlingenraad De leerlingenraad overlegt regelmatig met de directie over bepaalde zaken in en om de school. Vanaf groep 5 heeft zit er 1 vertegenwoordiger in de raad. De vertegenwoordigers van de groepen 7 en 8 hebben ook zitting in de jeugdraad van de Gemeente. - Melk en etenswaar Wilt u dan uw kind een beker met het liefst een melkproduct erin mee naar school geven. Het meebrengen van een stukje fruit of een boterham of i.d. is toegestaan. Geen snoepgoed. Het melk drinken en eten vindt plaats in de ochtendpauze. Aan de ouders van de kleuters wordt de medewerking gevraagd om voor hun kind niet te grote hoeveelheden eten mee te 42
geven. Een in partjes gesneden appel, partjes sinaasappel of een banaan is vaak al voldoende. En, het geeft de leerkracht minder extra werk en meer onderwijstijd. - Projecten Kinderen vanaf groep 5 en hoger zullen regelmatig in projectvorm gaan werken. Daarbij gaat het om projecten in combinatie met wereldoriënterende vakken. Per groepje wordt aan de hand van bepaalde thema’s een (powerpoint-) presentatie voorbereid en gegeven aan de medeleerlingen. Projecten kunnen ook tentoongesteld worden in de school. - Roken in de school Roken is in de gehele school niet toegestaan. - Schaken en dammen Afwisselend per schooljaar wordt er (vanaf groep 5) en schaak- of een damtoernooi georganiseerd. - Schoolbibliotheek De school beschikt over een prachtige schoolbibliotheek. Deze worden helemaal door ouders gerund. Kinderen kunnen elke week op vrijdag een boek ruilen. Het gekozen boek kunnen op school tijdens stillezen of keuze momenten gaan lezen.
- Schoolboeken Soms nemen kinderen boeken van school mee naar huis. We stellen het op prijs als de kinderen daartoe een stevige schooltas meebrengen. Wilt u meewerken om te voorkomen dat boeken beschadigd worden of zoek raken! Voor het zoekraken of beschadigen van boeken zal de school een bedrag in rekening moeten brengen. Mocht bij uw kind een dergelijke situatie zich voordoen, dan zal de groepsleerkracht u informeren over de kosten. - Schooltelevisie De schooltelevisie brengt jaarlijks een zeer gevarieerd aantal programma's om met de leerlingen te bekijken. Bij deze programma's worden verschillende lesideeën gegeven voor verwerking in de klas. Uit het programma-aanbod kiezen de leerkrachten de uitzendingen die aansluiten bij het lesprogramma van de school. Alle bruikbare programma's zetten we op videoband of DVD omdat we vrijwel nooit rechtstreeks kijken. Vaak gebruiken we ook uitzendingen van voorgaande jaren. Als u graag wilt weten naar welke programma's gekeken wordt, dan kunt u dit vragen aan de leerkracht. 43
- Schoolplan Evenals iedere basisschool heeft DE KIEKENDIEF een schoolplan In dit schoolplan 20072011 treft u onder andere aan: - onderwijskundige doelstellingen van het onderwijs op DE KIEKENDIEF - informatie over school- en onderwijsorganisatie - vakinhoudelijke informatie. In deze schoolgids is een korte samenvatting van deze drie onderdelen weergegeven. Wanneer u belangstelling heeft het volledige schoolplan in te zien dan is dit mogelijk. U kunt hiervoor een afspraak maken met de directie van de school. Om de vier jaar wordt het schoolplan zo nodig op een aantal onderdelen bijgesteld. Op deze wijze blijft het schoolplan een schriftelijke weergave van de schoolpraktijk. - Schooltuin Onze school beschikt over een schooltuin en daar zijn we erg trots op. In de maanden april tot en met september zaaien, oogsten en werken leerlingen van groep 1 t/m 6 o.l.v. de leerkracht en/of enkele ouders in de schooltuin. - Schrijfbenodigdheden De kinderen krijgen vanaf groep 3 een grote multomap van school. Hierin kunnen losse werkbladen enz. bewaard worden. Potlood, kleurpotloden, vulpen liniaal en gum worden ook door de school verstrekt. Als de schoolvulpen kwijt raakt of kapot gemaakt wordt kan er op school een nieuwe vulpen worden gekocht. Het enige wat de kinderen van groep 3 t/m 8 zelf meebrengen is een etui. We geven de voorkeur aan wat plattere exemplaren die opgeborgen kunnen worden in het laatje. De ervaring heeft ons geleerd dat staande pennenhouders (op tafeltjes) heel erg afleiden en gemakkelijk omvallen. - Speelgoed Vaak brengen jonge kinderen een knuffeltje mee naar school, die de eerste dagen heel belangrijk kan zijn voor uw kind. Daar hebben wij begrip voor, maar probeert u na enige tijd het meebrengen af te wennen. Het meebrengen van vechtpoppetjes en speelgoedgeweren is niet toegestaan. Enkele malen per jaar is er een speelgoedmiddag. Dan mag er iets van thuis worden meegebracht, bijvoorbeeld na een verjaardag of na Sinterklaas. U krijgt daarover tijdig bericht van de leerkracht. Kapot of zoekgeraakt speelgoed wordt niet door de school vergoed. In de groepen 1t/m 3 is het op vrijdagmiddag speelgoedmiddag. - Spreekuur U bent in de gelegenheid om de leerkrachten te spreken tijdens het spreekuur. Via het Nieuwsdiefje ontvangt u hiervan bericht en d.m.v. een opgavenstrookje kunt u aan ons laten weten welke dag en tijdstip uw voorkeur heeft. - Tassen Wilt u de tassen waarin de leerlingen hun eten en/of fruit meenemen, zo klein mogelijk houden. In de klas is een speciale bak waarin de tassen worden opgeborgen. - Volksdansgroep Voor kinderen uit groep 5 t/m 8 die het leuk vinden om nationale en internationale dansen te leren is er een volksdansgroep. Eén keer per week, na schooltijd, oefent de volksdansgroep onder leiding van een leerkracht. - Voorleeswedstrijd Elk schooljaar wordt er een voorleeswedstrijd georganiseerd. De winnaar neemt deel aan de voorleeswedstrijd die door de bibliotheek wordt georganiseerd - Zwemmen In de gemeente Zeewolde is het “schoolzwemmen “ in 2005 afgeschaft. - Ziekte van een leerkracht In geval van een leerkracht die ziek is wordt zo spoedig mogelijk voor vervanging gezorgd. In eerste instantie wordt, indien dat van toepassing is, de duo-partner gevraagd om in te vallen. Mocht dit onverhoopt niet mogelijk zijn, dan worden de leerlingen verdeeld over de andere groepen. Voor deze situatie ligt per groep een noodplan klaar. 44
- Wilt u meer informatie? Wanneer u meer informatie over de school wilt of bepaalde vragen heeft met betrekking tot het onderwijs op DE KIEKENDIEF, dan kunt u contact opnemen met de directeur. Natuurlijk kunt u met uw vragen ook terecht bij leerkrachten, ouderraadsleden of bij leden van de Medezeggenschapsraad.
12. Het bestuur Sinds 1 januari 2006 zijn de drie openbare scholen en 1 bijzondere school samengegaan in de Stichting Samenwerkingsbestuur Zeewolde. Per 1 augustus 2008 is er een vijfde school “De Panta Rhei “gelegen in de Polderwijk bijgekomen. Concreet betekent deze samenwerking dat de scholen worden aangestuurd door een schoolbestuur dat zelfstandig opereert en dat de scholen niet meer vallen onder de verantwoordelijkheid van de Gemeente Zeewolde. De 5 scholen die onder de verantwoordelijkheid van het bestuur vallen zijn; OBS De Kiekendief, OBS Het Wold, OBS Het Kofschip en School voor Daltononderwijs “de Delta” en OBS “Panta Rhei “. De samenstelling van het bestuur kunt u opvragen bij de directie.
12.1. Bestuursvisie, missie en motto De visie en missie van het schoolbestuur vormen de algemene basis voor de inhoud en de beleidsvoornemens van het schoolplan van de school. We geven kort de missie op bestuursniveau weer. De algemene visie luidt: Het bestuur biedt veelzijdig onderwijs, op basis van zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en samenwerking, waarbij de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen en medewerkers tot zijn recht komt onder het motto: “Leren doe je samen”.
De Stichting Samenwerkingsbestuur Zeewolde neemt een toonaangevende positie in het basisonderwijs in Zeewolde in. Leerlingen en ouders kunnen kiezen uit drie openbare en één bijzonder neutrale school in het dorp, vier kwalitatief hoogwaardige scholen. Het succes wordt bepaald door: •
De filosofie van "besturen op afstand" volgens het Policy Governancemodel
•
Behoud van zoveel mogelijk zelfstandigheid van scholen
•
De kwaliteit van het management
•
De kwaliteit en het welbevinden van de medewerkers
•
De kwaliteit van de schoolgebouwen
•
De onderlinge samenwerking en de samenwerking met anderen
•
Het proces van meten en verbeteren 45
De algemene missie luidt: Het bestuur ziet het als de opdracht voor de scholen om haar leerlingen met respect en actieve aandacht voor alle levensovertuigingen op een inspirerende wijze voor te bereiden op een kansrijke toekomst. Specifiek Onze Stichting bestuurt de 4 openbare scholen en 1 neutraal-bijzondere Dalton school in Zeewolde. De leerlingen en ouders komen voor het bestuur op de eerste plaats. Ons onderwijs kenmerkt zich door: Hoge kwaliteit Onze kwaliteit wordt getoetst door de Onderwijsinspectie die de opbrengsten van onze scholen jaarlijks beoordeelt en vergelijkt met scholen in dezelfde categorie. Waar nodig en mogelijk leidt de analyse van de opbrengsten tot ontwikkeltrajecten. Veilige leeromgeving Een veilige school is een school waar weinig of geen incidenten plaatsvinden en waar diverse maatregelen getroffen zijn die er toe leiden dat kinderen, ouders/verzorgers en medewerkers zich prettig voelen. Een veilige school is ook een school waar geen plaats is voor discriminatie en geweld. Openheid en respect zijn democratische waarden die in de school zichtbaar zijn. Actieve pluriformiteit Variatie en verschil kenmerken onze samenleving. Onze scholen staan hier midden in en maken er deel van uit. Leerlingen, ouders, team en bestuur zijn net zo gevarieerd als de samenleving zelf. Onze scholen willen zo veel mogelijk leerlingen in al hun pluriformiteit goed onderwijs bieden. Dit betekent dat zij actief recht doen aan de verscheidenheid van de leerling. Onze scholen bevorderen actief de optimale ontwikkeling van elk kind, zowel in cognitief, creatief, sociaal, emotioneel als cultureel opzicht. Brede toegankelijkheid De brede toegankelijkheid van onze scholen bestaat uit het feit dat wij geen kinderen weigeren op grond van godsdienst of levensbeschouwing. Met betrekking tot de begeleiding van kinderen met een bijzondere hulpvraag: - wij kunnen kinderen begeleiden die een min of meer normale ontwikkeling doormaken. - Bij kinderen met een bijzondere hulpvraag (hetzij op cognitief, hetzij op andere ontwikkelingsgebieden) wordt per kind individueel bepaald of één van onze scholen in staat is, op deze hulpvraag een voor allen haalbaar antwoord te geven. Van belang voor ouders en school is het om passende voorzieningen voor deze leerling te vinden. Wij streven naar maximale tevredenheid van alle betrokkenen, waarbij respect voor elkaar, tolerantie en deelname aan een pluriforme samenleving uitgangspunten voor ons handelen zijn. Onze Stichting stuurt aan op continu verbeteren, wat moet leiden tot een excellent presterende organisatie.
46
12.2 Grondslag Openbaar Onderwijs Artikel 46 van de Wet Primair Onderwijs beschrijft het karakter van het openbaar onderwijs. Dit artikel luidt als volgt. - Het openbaar onderwijs draagt bij aan de ontwikkeling van de leerlingen met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoals die leven in de Nederlandse samenleving en met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid van die waarden. - Openbare scholen zijn toegankelijk voor alle kinderen zonder onderscheid van godsdienst of levensbeschouwing. - Openbaar onderwijs wordt gegeven met eerbiediging van ieders godsdienst of levensbeschouwing. Deze omschrijving vormt voor de scholen van het bestuur een belangrijke leidraad bij de toelating en de inrichting van de dagelijkse onderwijspraktijk op de scholen. De actieve pluriformiteit wordt vorm gegeven door op de scholen actieve aandacht te besteden aan de verschillende levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden in onze multiculturele samenleving. (Leren) omgaan met vrijheid, verantwoordelijkheid, verdraagzaamheid, gelijkwaardigheid, individualiteit en gezamenlijkheid, solidariteit en samenwerking zijn vormingsgebieden die naast het leren (het verwerven van kennis en vaardigheden) in onze scholen de nodige aandacht krijgen. De algemene toegankelijkheid komt tot uitdrukking in het feit dat er voor elk kind op onze scholen plaats is, behoudens medische en onderwijskundige beperkingen. Iedereen is welkom, ongeacht godsdienst of levensovertuiging.
47
Formulier vaststelling schoolgids Openbare basisschool “De Kiekendief” Kortsteel 5 3892 BP Zeewolde. www.obsdekiekendief.nl
Het bevoegd gezag (Stg. Samenwerkingsbestuur Zeewolde) van bovengenoemde school heeft de schoolgids vastgesteld. Namens het bevoegd gezag Zeewolde, januari 2009
De Heer F. Timmermans Voorzitter Stg. Samenwerkingsbestuur Zeewolde ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------Formulier “instemming Schoolgids 2009.
Openbare basisschool “De Kiekendief” Kortsteel 5 3892 BP Zeewolde. www.obsdekiekendief.nl -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------Verklaring. Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde instelling in te stemmen met de schoolgids 2009. Namens de MZR ___________________ plaats ___________________ datum ___________________ handtekening ___________________ naam
48