De Braskörf Schoolgids
openbare basisschool
Voorwoord Voorwoord Voor u ligt de schoolgids. Deze gids is bedoeld voor de ouders/verzorgers die nu kinderen op onze school hebben en voor ouder/verzorgers van nieuwe leerlingen. In deze gids proberen we u een indruk te geven van onze school en wat u van ons onderwijs mag verwachten. Scholen verschillen in werkwijze, sfeer en resultaten. Dat maakt het kiezen moeilijk. Deze schoolgids kan ouders/verzorgers helpen bij het bewust kiezen van een school voor hun kind(eren). In de schoolgids beschrijven wij waarvoor wij staan, welke uitgangspunten wij hanteren en hoe wij proberen de kwaliteit te verbeteren. U maakt een belangrijke keuze, want u vertrouwt uw kind vele jaren toe aan de zorg van de school. Wij hopen dat u onze schoolgids met plezier zult lezen. Wij zijn ons er van bewust dat deze gids u slechts een indruk kan geven. Vanzelfsprekend zijn wij bereid u alle verdere informatie te verschaffen. We hebben geprobeerd zo goed mogelijk alle belangrijke onderwerpen in deze gids te beschrijven. Naast de algemene informatie in deze schoolgids wordt jaarlijks een kalender gemaakt, waarin de voor dat jaar geldende informatie is vermeld zoals: vakantieplanning; studiedagen van het personeel; lestijden voor gymnastiek en/of zwemmen; namen van teamleden en hun specifieke taken en functies binnen de school. Mede namens het team van De Braskörf, D. Andriol Directeur.
Hoofdstukindeling 1.
de school 1.1 1.2 1.3 1.4
2.
de naam van de school het bestuur van de school de leerlingen de gebouwen
identiteit van de school 2.1 2.2 2.3
3.
openbaar onderwijs basisonderwijs de visie van de school op onderwijs
de organisatie van ons onderwijs 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
4.
formatie, jaargroepen, huisvesting extra mogelijkheden voor hulp zorg voor het jonge kind taken en functies personeelsleden de lesuren het lesrooster de vak- en vormingsgebieden de voorzieningen voor de leerlingen
de zorg voor de leerlingen 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9
5.
opvang nieuwe leerlingen leerlingvolgsysteem speciale zorg, remedial teaching motorische remedial teaching zittenblijven schorsing en verwijdering overgang naar het voortgezet onderwijs buitenschoolse activiteiten schoolonsersteuningsprofiel
de leerkrachten 5.1 5.2 5.3
vervanging stagiaires onderwijs ondersteunend personeel
6.
de ouders/verzorgers 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 6.10 6.11 6.12 6.13
7.
ontwikkelingen in de komende jaren 7.1 7.2
8.
in het onderwijs in de huisvesting
een goede school? 8.1 8.2
9.
contacten met ouders/verzorgers de medezeggenschapsraad de oudervereniging informatie halen en brengen verkeersbrigadiers klachtenprocedure, gemeentelijke klachtencommissie ouderbijdrage groepsparen de schoolgids voor ouders/verzorgers en verdere informatie sponsoring vervangend onderwijs schoolongevallen en aansprakelijkheid
het onderwijs de resultaten
huishoudelijke zaken 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 9.7 9.8 9.9 9.10 9.11 9.12 9.13 9.14 9.15 9.16 9.17 9.18
overblijven op school op de fiets naar school met de auto naar school verjaardagen de bibliotheek de schoolarts de logopediste luizenbestrijding rapportage van behaalde resultaten de schoolarts leerplicht en verlof oud-papier inzameling mobieltjes 5-minutenregel namenlijsten foto’s en portretrecht adreslijsten kinderopvang
1
1.1
De school
de naam Braskörf
De naam van onze school is ontleend aan het rijke scheepvaart verleden van Veendam. Een braskörf was een zogenaamde sluitmand, waarin de vrouw van de kapitein de kleding en andere benodigdheden voor het jongste kind deed. Ze had de mand nodig wanneer ze met haar kind naar de haven reisde, waar haar echtgenoot met zijn schip was binnengelopen. Vaak zag zij haar man pas na vele maanden weer terug, omdat hij al die tijd met zijn schip over de wereldzeeën had gevaren. Met het jongste kind stapte ze dan aan boord om gezamenlijk het laatste deel van de thuisvaart naar Veendam te maken. De braskörf was afgesloten met een zeildoek, waarop de naam van de kapitein was geschilderd. In het Veenkoloniaal Museum kunt U nog een echte braskörf zien. Ook de school zien we als een braskörf waarin de benodigdheden aanwezig zijn om het jonge kind te vormen en te begeleiden op de weg naar het voortgezet onderwijs.
1.2
het bestuur
STICHTING OPENBAAR PRIMAIR ONDERWIJS De Braskörf maakt deel uit van de Stichting OPRON. Deze stichting is het bestuur van de 21 openbare basisscholen, een school voor speciaal basisonderwijs en een school voor speciaal onderwijs in de drie gemeenten. In totaal vallen dus 23 scholen onder dit bestuur. Het bestuur van de stichting bestaat uit zeven personen. De bestuursleden zijn benoemd door de gemeenteraden van Menterwolde, Stadskanaal en Veendam, deels op bindende voordracht van de oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. De stichting heeft een algemene directie bestaande uit twee personen. Zij zijn verantwoordelijk voor de totale organisatie. De taken van de algemene directie hebben betrekking op het algemene onderwijskundig beleid, personele zaken en beleid, financiën en onderhoud / huisvesting. Elke school heeft een eigen directie. De schooldirectie is verantwoordelijk voor het school specifieke beleid en de dagelijkse gang van zaken op de school. De directie onderhoudt de contacten met de medezeggenschapsraad en is aanspreekpunt voor de ouders. Bestuur, algemene directie en de directies van de scholen worden ondersteund door het stafbureau. Dat deze 23 scholen onder één bestuur vallen wil niet zeggen dat ze allemaal gelijk zijn. Integendeel, elke school staat in zijn eigen omgeving, heeft zijn eigen kinderen en probeert in zijn onderwijs daar zo goed mogelijk bij aan te sluiten. De openbare scholen die bij de stichting horen, werken zo veel mogelijk samen op gebieden die voor alle scholen van belang zijn. Samen kun je taken effectiever en efficiënter aanpakken, waardoor er voor elke school meer tijd en mogelijkheden zijn om te werken aan de kwaliteit van het onderwijs op de school zelf.
Het adres van de stichting en algemene directie is: Stichting OPRON Hoogveen 1, Stadskanaal Postbus 310 9500 AH Stadskanaal Tel. 0599 – 696390 Algemene directie: drs. H. Poppen H.E. Oosterwijk Het toezicht op ons onderwijs is in handen van de rijksinspectie voor het basisonderwijs. Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) Klachtenmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: Meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-111 3 111 (lokaal tarief) De dagelijkse leiding van onze school is in handen van dhr. D. Andriol, directeur. Hij is tevens aanspreekpunt voor de locatie Cornelis Jetseslaan. Hij wordt ondersteund door mevr. M.J. van der Veen, adjunct directeur. Zij is aanspreekpunt voor de locatie Steenstraat. Naast de directie is er ook nog sprake van een aantal aparte (coördinerende) taken voor personeelsleden. Op een grote basisschool - zoals de Braskörf - zorgt deze taakverdeling voor een heldere organisatie zonder veel extra overleg. Meer informatie hierover vindt u in het hoofdstuk de organisatie van ons onderwijs.
1.3
de leerlingen
De wet op het primair onderwijs geeft ouders/verzorgers de mogelijkheid om zelf een school te kiezen. Er bestaan geen schoolgrenzen in de gemeente Veendam. De meeste leerlingen van onze school komen uit de wijken Buitenwoel, Zilverpark en het Golflaangebied. Ook betrekken wij vanouds leerlingen uit het centrum van Veendam. Maar daarnaast komen er ook leerlingen uit andere wijken naar onze school. De leerlingen van de Braskörf komen uit alle sociale lagen van de bevolking. Ook zijn diverse religieuze groeperingen vertegenwoordigd. De openbare school is een pluriforme school en onze school is daar geen uitzondering op.
1.4
de gebouwen Onze school is gevestigd in twee gebouwen. Het oorspronkelijk gebouw staat in de wijk Zilverpark. Het is een gebouw uit 1990.
Het tweede gebouw van De Braskörf is in september 1999 gereed gekomen. Dit gebouw staat in de nieuwe wijk Golflaan. Door de snelle groei van het aantal leerlingen is deze locatie in 2004 uitgebreid met vier leslokalen, een speellokaal, directieruimte, personeelskamer, een ruimte voor de remedial teacher en diverse magazijnen.
Ook is er in het bestaande gedeelte van deze locatie een beloopbaar plafond aangebracht in de hal dat dienst doet als computerruimte. Tijdens de bouw is er veel aandacht besteed aan ruimte en kleur. Zo is er gekozen voor grote ruimtes. Daarnaast is getracht door bepaald kleurgebruik en vrolijke accenten, de school een kindvriendelijke en rustige uitstraling te geven. Dit is tevens doorgevoerd in het bestaande gedeelte van de school. Ook is bij de bouw veel aandacht besteed aan speelvoorzieningen op het kleuterplein. Met de bouw is ook een nauwere samenwerking met de buitenschoolse opvang (bso) en de peuterspeelzaal gerealiseerd. Beiden hebben een eigen ruimte in het nieuwe gedeelte van de school.
Adresgegevens van de beide locaties: de Braskörf, locatie Steenstraat: Steenstraat 30 9646 BA Veendam telefonisch te bereiken onder nummer (0598) 613790 e-mail adres:
[email protected] de Braskörf, locatie Cornelis Jetseslaan Cornelis Jetseslaan 13 9646 DC Veendam telefonisch te bereiken onder nummer (0598) 621234 e-mail adres:
[email protected] Postadres van de school Postbus 296 9640 AG Veendam De school heeft een eigen website op internet. Op deze site staan zowel de schoolgids als de nieuwsbrief. www.braskorf.picto.nl
2
Identiteit van de school Het onderwijs op onze school rust op drie pijlers. In de eerste plaats zijn we een basisschool en moeten wij dus aan de wet voor het primair onderwijs voldoen. Daarnaast zijn we een openbare school en dat zorgt voor specifieke uitgangspunten. En als derde is het belangrijk om te weten welke aanpak de school door de jaren heen heeft ontwikkeld en welke ontwikkelingen in de toekomst worden ingezet.
2.1
openbaar onderwijs
Onze school behoort tot de groep openbare scholen in Veendam. Dit betekent dat: We aandacht hebben voor de levensbeschouwing en maatschappelijke waarden, zoals die leven in Nederland, met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid van die waarden. Wij als school toegankelijk zijn voor alle kinderen, zonder onderscheid van godsdienst of levensbeschouwing. Wij onderwijs geven met eerbiediging van ieders godsdienst of levensbeschouwing. Samengevat: wij zijn als openbaar onderwijs pluriform en algemeen toegankelijk.
2.2
basisonderwijs
Volgens de wet primair onderwijs moeten we als school aan de volgende beschrijving voldoen: De school is bestemd voor kinderen vanaf de leeftijd van vier jaar De school is zo georganiseerd, dat leerlingen in beginsel binnen een tijdvak van acht aaneensluitende jaren de school kunnen doorlopen. De school is zo georganiseerd, dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. De school is afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. De school gaat er van uit dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving. Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van creativiteit, op het verwerven van de noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. Het onderwijs wordt zo ingericht dat de leerlingen in de eerste vier leerjaren tenminste 3520 uur onderwijs krijgen en in de laatste vier jaar tenminste 4000 uur onderwijs ontvangen. Voor leerlingen die extra zorg nodig hebben, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding, die is afgestemd op de behoeften van de leerling. De school zorgt voor een voortgangsregistratie van de ontwikkeling van leerlingen, die extra zorg behoeven.
2.3 de Braskörf visie De toekomst van een organisatie máák je! Daar heb je een visie voor nodig: een ambitieus beeld van de toekomst. De visie van een organisatie geeft een kort en helder antwoord op de vraag: “Hoe zien wij onszelf in de wereld van morgen?” In onze Braskörf visie willen we origineel, inspirerend en onderscheidend zijn. Waar staan we voor? In beginsel zitten leerlingen op school om iets te leren. We willen een goede school zijn, die zijn leerlingen optimaal voorbereidt op het vervolgonderwijs. Alle leerlingen die van de Braskörf komen, moeten kunnen zeggen: “Ik heb naar mijn kunnen gepresteerd!” Waar gaan we voor? Onze ambitie is gaan voor hoge opbrengsten voor elke leerling, op alle niveaus. Wij willen een stevige basis leggen voor de toekomst van al onze leerlingen. Hoe doen we dat? Duidelijkheid, rust en sociale veiligheid staan bij ons voorop, in alle geledingen van de school. Wij proberen onze leerlingen te leren om te leren in een vertrouwde en gestructureerde omgeving.
Dit doen we in een traditionele setting, waarbij we de leerlingen naast het basisprogramma een uitdaging op eigen niveau aanbieden. Iedere leerling kan presteren naar eigen kunnen! Kortom: Duidelijk De Braskörf! Uitgangspunten Werkwijze De school volgt het leerstofjaarklassensysteem. De kinderen worden gegroepeerd op leeftijd. De school legt een nadruk op leren. Om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de mogelijkheden van de leerlingen wordt gewerkt volgens het IGDI model (interactief gedifferentieerde directe instructie). In dit model is ruimte voor gerichte aandacht middels verlengde instructie, begeleide in-oefening en directe feedback. Leerlingen die extra uitleg nodig hebben, krijgen aan de instructietafel nogmaals een instructie (voordoen – samendoen - zelfdoen) en oefenen onder begeleiding van de leerkracht, een aantal vaardigheden. In de bovenbouw wordt gericht toegewerkt naar een goede aansluiting met het voortgezet onderwijs. Het leren leren, begrijpend en studerend lezen nemen hierbij een belangrijke plaats in. Het werken met de computer, het opzoeken van informatie via Kennisnet en internet zijn dagelijkse bezigheden. Kennis. Duidelijke afspraken over werk en actueel leerstofaanbod; vastgelegd, gevolgd en geëvalueerd, gebruik van moderne methoden verschillende werkvormen en ict. Hoge verwachtingen van leerlingen op cognitief gebied en een goede effectieve zorgstructuur. Leerlingen voelen zich competenter waardoor het sociaal emotioneel welbevinden wordt vergroot. Veel tijd investeren in leerlingen; een klassenorganisatie die begeleiding en hulp aan individuele leerlingen mogelijk maakt. De basis goed aanbrengen, geeft een levenlang plezier! Structuur, grenzen, veilige omgeving. Duidelijke afspraken over gedrag, werkwijze, verwachtingen, mogelijkheden, kansen en keuzes, zodat leerlingen en ouders/verzorgers weten waar ze aan toe zijn.(b.v. onze schoolafspraak, pleinregels, weektaken,) instructietafel) Deze afspraken ook met elkaar evalueren en waar nodig bijstellen op basis van o.a. tevredenheids onderzoeken. Lerende school. De afspraak om steeds te zoeken naar inspiratie voor leerkracht en leerlingen. Kritisch naar onszelf kijken, zelfreflectie, veranderingen aandurven, gemotiveerd nascholing volgen en kennis op collega’s en leerlingen overdragen. Een plek bieden aan nieuwe leerkrachten in opleiding; wederzijds leren biedt mogelijkheden Sterke kanten benutten, sociale omgang. Benoemen van elkaars sterke en zwakke kanten en wederzijds begrip hiervoor vragen en mogelijkheden hierin laten zien (ruimte en respect en zelfreflectie); leerlingen helpen elkaar/leerkrachten helpen elkaar. Aandacht voor omgangsvormen. Verantwoordelijkheid. Leerkrachten, leerlingen, ouders en directie hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om de gestelde doelen te behalen en mogen elkaar hierop aanspreken. We proberen dit door: leerlingen bewust te maken waarom leren belangrijk is het voeren van oudergesprekken gericht op de ontwikkeling en prestaties gedurende de schoolloopbaan ons onderwijs sterk te richten op het behalen van hoge doelen om het beste uit de leerlingen en leerkrachten te halen. Sociale cohesie. Leerlingen leren van leerkrachten hoe ze zelf conflicten op kunnen lossen. Leerlingen leren elkaar aan te spreken op gedrag, waarden en normen hebben daarin een duidelijke plek. Open communicatie. Houding van het team is er op gericht zaken direct en rechtstreeks te bespreken en niet te verzwijgen. Het team streeft toegankelijkheid na. We vinden de inbreng van ouders belangrijk. We bieden ze de gelegenheid mee te denken en te beslissen via de Oudervereniging en de Medezeggenschapsraad. We informeren ouders over hun kind(eren), de schoolontwikkeling en organisatorische zaken. We verwachten van ouders vertrouwen, respect en loyaliteit en we verwachten dat tevredenheid en ontevredenheid bespreekbaar is en besproken wordt. Openbare identiteit. De Braskörf is een openbare basisschool. We staan open voor leerlingen van alle gezindten en verschillende levensovertuigingen. We informeren de leerlingen over allerlei geloven en levensbeschouwingen, zonder daarbij een waardeoordeel te geven
3
De organisatie van ons onderwijs
3.1
formatie, jaargroepen, huisvesting
Onze school bestaat uit acht jaarklassen. Deze klassen zijn in drie afdelingen verdeeld: De onderbouw bestaat uit de groepen 1 en 2. De middenbouw bestaat uit de groepen 3, 4 en 5. De bovenbouw wordt gevormd uit de groepen 6, 7 en 8. De plaatsing en het indelen van de groepen hangen af van de toestroom van leerlingen en het beschikbare personeel. Op dit moment is er sprake van een terugloop van het aantal leerlingen. De uitbreidingsplannen in de wijk Buitenwoel zijn gestopt. De verwachting is dat de komende 8 jaar geen huizen meer worden gebouwd. Combinatieklassen worden zoveel mogelijk vermeden. Maar wanneer er een grote ongelijkheid in het aantal leerlingen per groep gaat optreden wordt een combinatieklas overwogen. Naast de groepen ½ zijn er 2 combinatiegroepen t.w. 4/5 en 6/7. Door het groeiend aantal leerlingen is vanaf 1999 het team jaarlijks uitgebreid. Bij het realiseren van het schoolformatieplan moet de school rekening houden met afspraken die op samenwerkingsniveau zijn gemaakt. Dit geldt vooral voor de personele bezetting. De school heeft beperkte mogelijkheden om daarin eigen beleid te voeren. De plaatsing van de leerlingen over de twee gebouwen is vastgelegd in het groeiscenario van de school. De groepen 1,2,3 en 4 zijn gehuisvest op de locatie Cornelis Jetseslaan; De groepen 6, 7 en 8 zijn gehuisvest op de locatie Steenstraat; Groep 5 komt op de locatie Cornelis Jetseslaan en/of de locatie Steenstraat
3.2
extra mogelijkheden voor hulp
Zowel ouders/verzorgers als leerkrachten weten dat er altijd verschillen zijn in de mogelijkheden van leerlingen. Zo zijn er leerlingen die op het gebied van het leren, of op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling, extra aandacht vragen. Extra hulp en aandacht geven mogelijkheden om leerlingen verder te helpen. Op onze school is deze hulp op verschillende manieren georganiseerd. Binnen de klas kunnen leerlingen extra aandacht krijgen van de leerkracht. Aan de instructietafel wordt dan verdiepende uitleg en extra aandacht gegeven aan uitleg of oefening. Wanneer de leerproblematiek zodanig is en ondanks de extra hulp te weinig vooruitgang zichtbaar is, wordt er gezocht naar andere mogelijkheden. Het probleem van het kind kan via testen of onderzoeken nader worden onderzocht. Met hulp van specialisten binnen de school of begeleiders van buitenaf kan daarna worden gekeken of met individuele leerlijnen met ander materiaal of een andere aanpak betere resultaten zijn te bereiken. Wij kunnen dan de hulp van het "Weer Samen Naar School"samenwerkingsverband inroepen. We hebben de beschikking over twee interne begeleiders. Zij vormen samen het zorgteam van de school. Door het goed bijhouden van de resultaten van de leerlingen in een "leerlingvolgsysteem" kunnen wij de ontwikkeling van een kind vanaf zijn/haar kleuterperiode tot aan groep acht goed volgen en eventueel bijsturen. Dit bijhouden van resultaten zorgt er ook voor dat de school een goede diagnose kan maken van haar eigen lesmethoden en kritisch kijkt naar de opbrengsten. Het leert ons als leerkrachten, waar het onderwijs nog kan verbeteren. In het kader van "Weer Samen Naar School" is op alle scholen een ontwikkeling ingezet, die ervoor moet zorgen dat scholen minder leerlingen verwijzen naar het speciaal (basis) onderwijs. De scholen hebben nu meer mogelijkheden om zelf deze "zorgleerlingen" verantwoord te begeleiden ( met steun van de specifieke deskundigheid vanuit het speciaal onderwijs en het zorgplatform). Wel hebben wij onze grenzen aan de opvang van zorgleerlingen vastgesteld. In dit kader heeft de school een ondersteuningsprofiel vastgesteld. Deze is te vinden op de schoolsite van de school.
3.3
zorg voor het jonge kind
Wij proberen de kleutergroepen en groep 3 & 4 klein te houden. Dat laatste is een loffelijk streven, maar door de bezuinigingen blijft het voor ons moeilijk om aan het eind van het schooljaar niet te grote groepen te hebben. Door de benoeming van een onderbouwcoördinator streven wij naar een tijdige en adequate oplossing bij eventuele problemen.
3.4
taken en functies van teamleden
In school zijn er heel wat werkzaamheden, die los van het lesgeven worden verricht. Een overzicht van de belangrijkste taken en specialisaties van de leerkrachten. Coördinatie onderbouw
Begeleiding leerkrachten
Coördinatie middenbouw
Arbo coördinator
Coördinatie bovenbouw
Bedrijfshulpverleners/ EHBO
Coördinatie zorg
Contactpersoon klachtenregeling
ICT coördinator
Beheer locatie Steenstraat
Begeleiding MRT
Beheer locatie Cornelis Jetseslaan
Plusklascoördinator Specialist hoogbegaafdheid
Coördinator taal leeslokaal
Intern begeleider
Bedrijf hulpverleners (BHV)
3.5
de lesuren
De groepen 1 tot en met 4: maandag tot en met vrijdag 's morgens van 8.30 uur tot 11.45 uur. Groep 3,4 :de bel gaat om 8.25u. 's middags van 13.15 uur tot 15.30 uur. Groep 3,4: de bel gaat om 13.10u De woensdagmiddag en de vrijdagmiddag zijn de leerlingen vrij. De groepen 5 tot en met 8: maandag tot en met vrijdag 's morgens van 8.30 uur tot 11.45 uur. De bel gaat om 8.25u. 's middags van 13.15 uur tot 15.30 uur. De bel gaat om 13.10u. Woensdagmorgen gaan de lessen door tot 12.30 uur Woensdagmiddag zijn de leerlingen vrij.
3.6
het lesrooster
Elke klas heeft een duidelijk lesrooster, dat omschrijft de activiteiten die met de leerlingen worden ondernomen. In de tijden voor verschillende vakken is een opbouw te zien. Zo wordt er bijvoorbeeld aan spel en beweging bij de kleuters meer tijd besteed, dan in de hogere groepen. Het taal- en lees onderwijs in de groepen 3 en 4 neemt een groter aantal lesuren in beslag en in de groepen 6,7 en 8 zullen de zaakvakken meer tijd vragen. De leertijd per dag is maximaal 5 uur en 30 minuten.
De kleuterafdeling Een kleuter werkt 23 uur per week in de groep en is dan: 4.00 uur bezig met zintuiglijke oefening 7.15 uur in de weer met spel, beweging en lichamelijke oefening 4.30 uur aan het werk met taal ontwikkeling 4.00 uur bezig met expressie activiteiten 3.00 uur kennisverwerving rond wereld oriëntatie De kleuters hebben minimaal 880 lesuren per schooljaar.
De groepen 3 en 4 Ook deze leerlingen werken 23 uur per week in de groep. 3.00 uur zintuiglijke oefening 2.30 uur lichamelijke oefening 8.00 uur taal en lees activiteiten 4.00 uur rekenen en wiskunde 1.30 uur kennisgebieden en verkeer 2.45 uur expressie activiteiten pauze vijf maal 15 minuten De leerlingen van groep 3 en 4 hebben minimaal 880 lesuren per schooljaar.
De groepen 5 en 6 Deze leerlingen gaan langer naar school, de woensdagmorgen is verlengd en de vrijdagmiddag wordt er lesgegeven. De leerlingen werken 26 uur per week in de groep. 3.45 uur lichamelijke / zintuiglijke oefening 9.30 uur taal en lezen 5.15 uur rekenen / wiskunde 2.30 uur kennisgebieden / verkeer 3.30 uur expressie activiteiten pauze vijf maal 15 minuten De leerlingen van groep 5 en 6 hebben minimaal 1000 uur les per schooljaar.
De groepen 7 en 8 Deze leerlingen gaan evenals de groepen 5 en 6, 26 uur per week naar school 2.00 uur lichamelijke / zintuiglijke oefening 9.15 uur taal en lezen 5.15 uur rekenen / wiskunde 0.45 uur engels 4.30 uur kennisgebieden / verkeer 2.45 uur expressie activiteiten pauze vijf maal 15 minuten De leerlingen van groep 7 en 8 hebben minimaal 1000 lesuren per schooljaar.
3.7
de vak- en vormingsgebieden
In de wet primair onderwijs wordt voorgeschreven welke vakken moeten worden gegeven. Op onze school wordt lesgegeven in de volgende vakken: zintuiglijke oefening lichamelijke oefening Nederlandse taal
-
Schrijven Rekenen en wiskunde Engels Kennisgebieden -
.
taalonderwijs leesonderwijs
aardrijkskunde geschiedenis natuur / biologie / techniek maatschappelijke verhoudingen / staatsinrichting geestelijke stromingen
Bevordering sociale redzaamheid/ verkeer Bevordering gezond gedrag Expressie bevorderen taalgebruik tekenen muziek handvaardigheid spel en beweging EHBO
3.8
voorzieningen voor de leerlingen
moderne leermiddelen Wat kan onze school aan leerlingen bieden? De Braskörf heeft geïnvesteerd in moderne boeken en lesmaterialen om onderwijs voor de toekomst te leveren. Er is een investering gedaan voor aanvullende materialen bij de verschillende methodes. Om tegemoet te komen aan de hoogbegaafde leerlingen wordt voor alle groepen met Levelwerk gewerkt (totaalaanbod van verrijkende activiteiten op het gebied van taal/lezen en rekenen). Het aanbod van de boeken voor de klassenbibliotheek is in alle groepen uitgebreid. Zo werkt de school in groep 3 met de nieuwste versie van "Veilig leren lezen" waarbij aangepaste software wordt gebruikt om te oefenen met de computer. Ook werken deze groepen met programma’s die met behulp van het digibord worden aangeboden. Het rekenonderwijs is gericht op realistisch wiskundig rekenen en sluit goed aan bij het voortgezet onderwijs.
Een nieuwe reken-/begrijpend lezen methodes is in alle groepen ingevoerd. Iin groep 7 en 8 wordt gewerkt met een interactieve methode voor het vak Engels. Om het onderwijs interactief te ondersteunen wordt in de groepen 3 t/m 8 gewerkt met digiborden. In de groepen1/2 wordt gewerkt met tochscreens. Voor het voortgezet technisch lezen gebruiken de groepen 4,5 en 6 de methode Estafette. Tijdens het schooljaar 2014-2015 wordt meegewerkt aan een pilot voor een nieuwe methode voor voortgezet technisch lezen. Deze methode ‘Station Zuid’ wordt uitgetest in de groepen 4. We maken sinds een aantal jaren gebruik van een taal leeslokaal. De groepen 1 t/m 5 werken een aantal keren per week gericht aan vormingsgebieden. De computers op de school worden gebruikt in alle groepen op de locatie Cornelis Jetseslaan en op de locatie Steenstraat. Op beide locaties is een computer netwerk aangelegd en is de school aangesloten op “Kennisnet”. In de maand september van 2014 krijgt de school nieuwe computers. Ook zijn er diepte investeringen gedaan om de ontwikkelingsmaterialen in de groepen 1/ 2 aan te laten sluiten bij de laatste ontwikkelingen op dit gebied.
nadruk op leren Om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de mogelijkheden van de leerlingen wordt gewerkt volgens het IGDI model (interactief gedifferentieerde directe instructie). In dit model is ruimte voor gerichte aandacht middels verlengde instructie, begeleide in-oefening en directe feedback. Leerlingen die extra uitleg nodig hebben krijgen aan de instructietafel nogmaals een instructie (voordoen – samendoen zelfdoen) en oefenen onder begeleiding van de leerkracht, een aantal vaardigheden. In de bovenbouw wordt gericht toegewerkt naar een goede aansluiting met het voortgezet onderwijs. Het leren leren, begrijpend en studerend lezen nemen hierbij een belangrijke plaats in. Het werken met de computer, het opzoeken van informatie via Kennisnet en internet zijn dagelijkse bezigheden.
opvang voor gehandicapte leerlingen De Braskörf heeft opvang voor gehandicapte leerlingen. Beide gebouwen zijn geschikt voor rolstoelen, op de locatie Cornelis Jetseslaan is een lift aanwezig(tijdelijk buiten gebruik). De aard van de handicap is bepalend voor plaatsing op school. Daarnaast wordt er gekeken of er mogelijkheden zijn voor begeleiding van gehandicapte leerlingen via de Mytylschool in Haren. Voor leerlingen die in het kader van passend onderwijs op school worden opgevangen, kan externe begeleiding via het samenwerkingsverband worden opgevraagd. De juiste uitvoering daarvan is op dit moment nog onbekend. We voldoen al in belangrijke mate aan het invullen van ‘passend onderwijs’. Het blijkt dat de wijze waarop wij hieraan reeds invulling geven, voor veel ouders een reden is om voor onze school te kiezen. De zorg die wij aan leerlingen willen-/kunnen bieden heeft ook haar grenzen. Dit hebben we vastgelegd in het school ondersteuningsprofiel. Deze is te vinden op de schoolsite.
4
De zorg voor de leerlingen
4.1
opvang nieuwe leerlingen
Voor het eerst naar school is niet niks! Sommige kinderen dromen er van, anderen zijn wat angstig bij het idee. Bij ons op de Braskörf worden de leerlingen de dag nadat ze 4 zijn geworden, toegelaten. Bij de aanmelding ontvangt u alle gegevens van de school. Om een goed beeld van uw kind te kunnen vormen wordt u verzocht een formulier in te vullen. Er vindt een intake gesprek plaats waarin de gegevens en ontwikkeling van uw kind wordt besproken. Na zes tot acht weken is er een gesprek met de groepsleerkracht. Wanneer nieuwe leerlingen van een andere basisschool bij ons worden ingeschreven, ontvangt de vorige school van ons een bericht van inschrijving. Wij vragen dan gegevens over de resultaten en vorderingen op van de vorige school. Dit is belangrijk opdat wij zo goed mogelijk kunnen aansluiten bij het niveau van de nieuwe leerling. Als de zorgvraag dermate complex is, maken wij een afweging of er reële mogelijkheden zijn om hieraan te kunnen voldoen. Mochten wij van oordeel zijn dat wij de gevraagde zorg niet kunnen bieden dan wordt dit met de ouders besproken. ( zie 4.10) Wij handelen conform onze aanname procedure. In de maanden december en juni worden er geen kinderen aangenomen. De Braskörf voert het beleid dat gedurende het schooljaar geen leerlingen van andere scholen worden aangenomen. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan hiervan worden afgeweken. Deze procedure wordt ook door andere scholen in Veendam gehanteerd.
4.2
leerlingvolgsysteem
Het leerlingvolgsysteem is een werkwijze waarbij per leerling door zijn/haar gehele schoolloopbaan de prestaties en ontwikkelingen worden vastgelegd in een individuele leerlingendossier. Dit individuele leerlingendossier bewijst goede diensten, wanneer leerlingen worden besproken in het team of wanneer wij de hulp inroepen van instanties buiten de school en bij de aansluiting in het vervolgonderwijs. U kunt hierbij denken aan een psychologisch of didactisch onderzoek. Dit leerlingendossier is voor de ouders/verzorgers van de leerling ter inzage. In het leerlingendossier liggen de rapportcijfers, de resultaten van testen en toetsen en eventuele resultaten van nader onderzoek. De gegevens van een leerling worden vijf jaar na het verlaten van de school vernietigd.
4.3
speciale zorg
Het kan voorkomen dat leerlingen problemen tegenkomen op sociaal- emotioneel of cognitief gebied. Vaak hangen beide met elkaar samen. Wanneer een kind niet lekker in zijn vel zit, kunnen zijn leerprestaties afnemen. Maar ook als een kind merkt dat het de leerstof niet kan volgen kan dit van invloed zijn op het gedrag. Wanneer wij belemmeringen opmerken, zal er worden gekeken of speciale zorg op z'n plaats is. Voor een nadere invulling van de mogelijkheden en analyse van de problemen wordt dan onderzoek gedaan door de groepsleerkracht, de interne begeleider, de plusklascoördinator of door een instantie van buiten de school. De school kan daarna zien of zij zelf in staat is om aangepaste hulp te bieden of dat er hulp van buiten wordt ingeschakeld. U wordt als ouder/verzorger altijd op de hoogte gesteld voor dat er stappen worden ondernomen. De school heeft tevens aandacht en zorg voor leerlingen die “meer” aan kunnen. (zie hoofdstuk 7.1). De groepsleerkracht is verantwoordelijk voor de begeleiding. De interne begeleider of plusklascoördinator geeft ondersteuning in de vorm van: Onderzoek Opstellen van groepsplannen/individuele handelingsplannen Evaluatie van groepsplannen/individuele handelingsplannen Pre-teaching: kennismaken en voorbewerken van de leerstof die wordt aangeboden in de groep. Het aanreiken van informatie die de ontwikkeling van de leerling kan bevorderen. Voor kinderen die zowel naar beneden als naar boven uitvallen, wordt een groepsplan/individueel handelingsplan opgesteld. Dit wordt met ouders/verzorgers besproken . Na acht weken vindt er een evaluatie plaats. Aan de hand daarvan wordt bekeken of er een nieuw groepsplan/individueel handelingsplan moet worden opgesteld.
4.4
motorische remedial teaching (MRT)
Alle kleuters van de groepen 2 worden door een vakleerkracht gymnastiek gescreend op hun motorische ontwikkeling. Als het resultaat van deze screening aanleiding geeft tot behandeling, dan wordt er contact met u gezocht en een behandel programma met u doorgesproken. Het kan ook zijn dat verzocht wordt om thuis ook bepaalde oefeningen met uw kind te doen. Na een afgesproken periode worden de resultaten van het handelingsplan met u doorgesproken. Op deze wijze proberen wij in een vroegtijdig stadium
mogelijke problemen bij de bewegingsontwikkeling van uw kind te tackelen. Motorische ontwikkeling is belangrijk voor de kleine motorische vaardigheden als knippen, plakken, schrijven. Ook is een goede oog - hand coördinatie belangrijk voor het latere rekenonderwijs.
4.5
zittenblijven
Bestaat dat nog? Ja, op onze school kan worden besloten om een leerling een jaar over te laten doen. Dit gebeurt, wanneer wij vinden dat een kind op alle fronten te zwakke prestaties levert om verder te gaan en wij ook vinden dat zittenblijven effect zal hebben. Maar wij spreken dan liever van het verlengen van de schoolloopbaan. In het tweede jaar in dezelfde groep hoeft namelijk niet alles opnieuw gedaan te worden. Een leerling, die groep 3 nogmaals doet en de letters al kent, kan bijvoorbeeld de eerste maanden al doorgaan met het lezen voor gevorderden. Zo is zittenblijven geen straf want de leerling die zwak was, merkt dat hij het nu wel kan en zelfs beter kan zijn dan anderen. Er komt zo meer zelfvertrouwen en de school wordt weer als plezierig ervaren. Mocht hiervan sprake zijn dan worden de ouders/verzorgers tijdig op de hoogte gesteld. Het komt ook voor dat een leerling een klas overspringt. Dit gebeurt ook weer na nauw overleg met de ouders/verzorgers. De overgang van groep 2 naar groep 3. Halverwege groep 2 stellen we ons de vraag of de doorgaande ontwikkeling van een kind gebaat is bij een overgang naar groep 3. Soms zijn kinderen in groep 2 nog zo gericht op spelen en open onderwijssituaties dat de overgang naar groep 3 te abrupt is en geen doorgaande ontwikkeling kan garanderen. Soms is er sprake van specifieke ontwikkelingsproblemen of ontwikkeling stoornissen. Dat betekent dat we de overgangsbeslissing van groep 2 naar groep 3 zeer overwogen nemen. In groep 2 kan onderscheid gemaakt worden tussen: • Onrijpe leerlingen • leerlingen met een beperkte ontwikkelingsmogelijkheid • Leerlingen die op niveau zijn • Leerlingen die nog geen zes jaar zijn maar verder zijn dan hun leeftijdsgenoten Bij leerlingen die nog niet op niveau zijn, volgen we de procedure die hierna beschreven staat: Het serieus nemen van een overgangsbeslissing begint bij ons in de loop van het groep-2 jaar. In januari vullen we dan een kaart van het Pravoo-volgsysteem in en nemen de Cito toetsen af. Mochten er twijfels ontstaan dan worden ouders daarvan op de hoogte gesteld tijdens een gesprek op school. Als het kind bij de Cito toetsen onvoldoende scoort en-/of op de kaart van het leerlingvolg systeem op de onderdelen: kring, werken, taal, motoriek, ruimtelijk structureren en zintuiglijk waarnemen veel onderdelen in fase 1 scoort of in een aantal gevallen een 2 scoort, dan delen we de ouders in januari onze twijfels mee of het kind met ingang van het volgend schooljaar wel met groep 3 kan beginnen. Hierbij hechten wij ook veel waarde aan hoe het kind op sociaal-/emotioneel gebied functioneert (o.a. weerbaarheid). We geven in het gesprek met de ouders de zorgen m.b.t. de schoolloopbaan van het kind ook aan wat we gaan doen om de ontwikkeling van het kind te stimuleren en op welke wijze u daar thuis eventueel aan bij zou kunnen dragen. We geven de ouders tevens aan wanneer we de definitieve beslissing nemen over het vervolg van de schoolloopbaan van het kind. Bij jonge kinderen doen we dat zo laat mogelijk om de kans op een goede beslissing te kunnen verhogen. Gekoppeld aan die beslissing geven we ook aan hoe we het kind bij de groep 2 verlenging willen begeleiden. Daarbij kan het gaan om het kind de gelegenheid te geven zich verder te ontwikkelen, het bieden van speciale begeleiding en het bieden van b.v. leesbegeleiding aan kinderen die in de loop van het jaar toe zijn aan lezen. Het nemen van de beslissing t.a.v. de schoolloopbaan van het kind doen we aan de hand van een aantal overwegingen, waarin het kind gewogen wordt op een aantal aspecten. We kijken dus naar de algehele ontwikkeling van een kind en nemen hierbij ook de voorwaarden mee die nodig zijn om een kind in groep 3 te laten starten. Hierbij kun je denken aan: emotioneel (weerbaar en leerbaar zijn); taakgericht (geconcentreerd, zelfstandig, stil werken, goede zithouding); motoriek (goede pen greep); begrippen; tellen taal/lezen (klankkoppeling en auditieve synthese, mondelinge taalvaardigheid, fonemisch bewustzijn, kennis van de letters) Naar aanleiding hiervan wordt een verantwoorde beslissing genomen. Bij ernstige twijfel of een leerling over kan naar de volgende groep is het advies van de school bindend. De leerlingen van groep 1 die in oktober, november en december 5 jaar worden, doen mee aan de CITO afname en de MRT screening.
4.6
schorsing en verwijdering
De school heeft de mogelijkheid om een leerling te schorsen of in het ergste geval van de school te verwijderen. Tot nu toe is dit één keer voorgekomen. Wanneer er sprake is van onhoudbare situaties dan wordt in overleg met de ouders een plan van aanpak opgesteld en toegepast. Indien er binnen een bepaalde tijd geen verbetering merkbaar is dan kan een leerling voor een aantal dagen worden geschorst. Dit gebeurt in nauw overleg met de ouders, het bevoegd gezag en de inspectie van het onderwijs. Bij verwijdering van een leerling is de school verplicht om te bemiddelen bij het zoeken naar een andere school.
4.7
naar het voortgezet onderwijs
Wanneer uw kind naar het voortgezet onderwijs gaat, heeft hij/zij heel wat jaren op onze school doorgebracht. Dat betekent ook dat er al veel gegevens over de leerlingen in de individuele leerlingen map aanwezig zijn. In groep 7 wordt een CITO entreetoets afgenomen om te kijken hoe de leerling presteert en waar nog zwakke plekken zijn. In groep 8 wordt in januari een VMBO toets en in de maand februari de eindtoets van het CITO afgenomen. De leerkracht van groep 8 heeft met U een gesprek over zijn indruk en geeft advies. Tijdens het gesprek in november wordt de inschatting die de groepsleerkracht op dat moment heeft met u besproken. In het gesprek dat in maart plaatsvindt wordt dit ondersteund met de uitslag van de CITO eindtoets. Ook kunt U het hebben over Uw inschatting van de mogelijkheden. Met behulp van de gegevens en de eindtoets wordt voor 1 april de aanmelding voor het voortgezet onderwijs via de school geregeld. De uitstroom naar het voortgezet onderwijs in 2013 zie 8.2
Het is aan de leerkracht van groep 8 (in overleg met de leerlingen en hun ouders/verzorgers) om te helpen kiezen voor een instelling van het voortgezet onderwijs. Om daarbij te helpen zorgt de Braskörf ervoor dat: U en uw kind een voorlichtingsavond kunnen bijwonen over het voortgezet onderwijs op de Winkler Prins; er de nodige materialen van andere voortgezet onderwijs instellingen aanwezig zijn op school; de leerlingen de mogelijkheid hebben om open dagen mee te maken.
4.8
buitenschoolse activiteiten
Voor ons geldt het werken op school als belangrijkste bezigheid. Maar er zijn daarnaast nog activiteiten waar we met genoegen aan meedoen. De leerlingen doen jaarlijks mee aan schoolsport activiteiten en presenteren de leerlingen tijdens de afscheidsavond van de groepen 8 hun muzikale talenten. Er zijn in overleg met team en oudervereniging activiteiten zoals een fancy-fair, rommelmarkt of sponsorloop. Natuurlijk horen ook de schoolreis en (wanneer het weer het toelaat) schaatsactiviteiten in dit rijtje thuis. Voor de ‘laatste schooldag’ is gekozen voor een playback show. Deze happening vindt plaats in de sporthal.
4.9
schoolondersteuningsprofiel
Basisondersteuning De basisondersteuning bestaat uit een aantal aspecten waarover binnen het samenwerkingsverband inhoudelijke afspraken gemaakt worden. De aspecten waar de basisondersteuning betrekking op heeft, worden in deze paragraaf in kaart gebracht.
Preventie en lichte curatieve interventies De leerkracht in de groep werkt handelingsgericht d.m.v. groepsplannen. Uitgangspunt zijn de onderwijsbehoeften van de leerlingen. De leerkracht verzamelt systematisch gegevens van alle leerlingen door middel van dagelijkse observaties, schriftelijke opdrachten, methode gebonden toetsen, methodeonafhankelijke toetsen, in gesprekken met leerlingen en vragenlijsten. Deze gegevens worden geordend en systematisch bijgehouden in het groepsoverzicht. Per vakgebied heeft de leerkracht inzicht in de stimulerende en belemmerende (omgeving en persoonlijke) factoren van de leerlingen. De toets gegevens worden vastgelegd in een gestandaardiseerd leerlingvolgsysteem van de school. Groepsplannen zijn afgeleid van het schoolplan. In het schoolplan staan de leergebieden beschreven op basis van de kerndoelen. Voor alle leergebieden geeft de school aan welke methodes en materialen gebruikt worden, hoe de leergebieden in niveaus worden ingedeeld en gedurende de hele basisschoolperiode aan bod komen.
Leerkrachten die een groepsplan maken, bepalen op basis van de leerlingengegevens welk deel van het schoolplan voor zijn of haar leerlingen geschikt is in een gegeven periode. De leerkracht maakt uit het totale onderwijsaanbod een selectie voor zijn/haar groep. Per jaar wordt er minimaal twee keer een nieuw groepsplan opgesteld door de groepsleerkracht. Differentiatie binnen de groep In de groep zijn er soms (grote) verschillen tussen de leerlingen. Deze verschillen uiten zich in verschillende onderwijs- en instructiebehoeften. In het groepsplan kan dan voor een deel van de groep leerlingen een aangepaste doelstelling of instructiewijze en verwerkingswijze worden aangegeven. Deze clustering van groepjes leerlingen vindt meestal plaats in een beperkt aantal niveaus (maximaal 3). Convergente differentiatie De school werkt volgens de uitgangspunten van de convergente differentiatie. Dat betekent: Voor alle leerlingen, uitgezonderd leerlingen met een officieel vastgestelde eigen leerlijn, geldt dat aan hen in principe de leerstof t/m eind groep 8 wordt aangeboden; Dit heeft als consequentie dat in principe aan alle leerlingen van een bepaalde groep de leerstof voor de betreffende groep (leerjaar) wordt aangeboden; Voor de “basisgroep” geldt dat aan hen het reguliere aanbod voor de betreffende groep wordt aangeboden; Voor “plusleerlingen” geldt eventueel een extra / aanvullend / verdiepend aanbod. Aan hen worden ook hogere eisen gesteld wat betreft het verwachte resultaat op de toets; Voor “risicoleerlingen” geldt dat extra instructies / begeleiding nodig zijn om het doel van het betreffende leerjaar te halen.
Differentiatie houdt dus in: o differentiatie t.a.v. instructie (pre-teaching, verlengde instructie, verkorte instructie); o begeleiding (pedagogische aanpak, begeleiding bij werkhouding en concentratie); o minimumaanbod dat voldoet aan de kerndoelen van de betreffende groep; Leerlingen met een officieel vastgestelde eigen leerlijn hebben een eigen leerdoel, dat afwijkt van het leerdoel van de groep. Ditzelfde kan eventueel ook gelden voor hoogbegaafde leerlingen.
Om de organisatie van de extra ondersteuning op verschillende niveaus in de groep mogelijk te maken, werkt de school volgens het principe van zelfstandig leren en coöperatieve leerstrategieën. Hierdoor krijgt de leerkracht de mogelijkheid om te differentiëren (instructie, verlengde instructie, pre-teaching ). Taak van de groepsleerkracht bij het bieden van ondersteuning De leerkrachten zijn de eerstverantwoordelijken voor het signaleren van leerlingen die extra zorg nodig hebben. De zorg van ons schoolteam is gebaseerd op het signaleren, analyseren, diagnosticeren, remediëren en evalueren van “kind problemen” op elk te noemen gebied. De basiszorg bestaat uit veiligheid, rust, regelmaat en orde. De aanpak van de zorg kent de volgende fasen (het stappenplan): I signaleren groepsleerkracht II analyseren groepsleerkracht, IB-er, ouders, collega’s III diagnosticeren IB-er, groepsleerkracht, externe deskundigen IV remediëren groepsleerkracht, eventueel interne begeleider V evalueren groepsleerkracht, IB-er, ouders Daartoe gebruiken zij de onderstaande middelen en afgesproken werkwijzen in de school: Observeren van leerlingen Hanteren van registratie- en signaleringslijsten Afnemen en registreren van methode gebonden toetsen Afnemen van toetsen van leerlingvolgsysteem Analyseren van observatie- en toets gegevens van alle leerlingen Voeren van diagnostische gesprekken en uitvoeren van observaties Opstellen van groepsoverzichten (onderbouwing groepsplannen) Opstellen van groepsplannen en individuele handelingsplannen Bespreken van de groepsoverzichten en groepsplannen tijdens de monitoringsgesprekken met de interne begeleider/directie.
Uitvoeren van groepsplannen en individuele handelingsplannen Bijwonen van groep- en leerling-besprekingen Inbreng van leerlingen in leerling-besprekingen Voeren van oudergesprekken
3.2 Basiskwaliteit van het onderwijs De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs als voldoende.
4. Extra ondersteuning: ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Arrangement De school heeft een aanpak voor begaafde leerlingen.
Invulling Deskundigheid De school is in staat om leerlingen die anders leren adequaat te begeleiden in hun ontwikkeling. De begeleiding, het signaleren en diagnosticeren van leerlingen, het ondersteunen van de leerkrachten en het opstellen van schoolbeleid met betrekking tot het werken met deze doelgroep wordt aangestuurd door een specialist hoogbegaafdheid. Op teamniveau is een beleidsplan opgesteld waarin beschreven staat hoe er gewerkt wordt met begaafde leerlingen Aandacht en tijd Begaafde leerlingen zijn ingedeeld in een reguliere groep. Leerlingen vanaf groep 5 kunnen na een screening d.m.v. het DHH worden geplaatst in een plusklas voor één dagdeel per week. In het kader van differentiatie is er aandacht voor “leren leren”, zelf ontdekkend en zelfverantwoordelijk leren. Voorzieningen De school heeft specifieke materialen en leermiddelen voor hoogbegaafde leerlingen Gebouw Er zijn geen specifieke voorwaarden te benoemen waaraan het gebouw zou moeten voldoen.
De school is in staat om leerlingen met stoornissen in het autistisch spectrum te begeleiden met behulp van externe ondersteuning.
Deskundigheid De medewerkers zijn in staat om te werken met leerlingen met stoornissen in het autistische spectrum(rec 2). Aandacht en tijd Leerlingen met genoemde ondersteuningsbehoeften kunnen worden geplaatst als de school in staat is om te voldoen aan de hulpvraag van de leerlingen. Plaatsingen worden besproken in het zorgteam en worden per situatie beoordeeld in samenhang met de huidige groepssamenstelling en aard en mate van de zorg. De gedragscomponent van de leerling is bepalend voor de reikwijdte van de zorg die wij kunnen bieden. Hierbij valt te denken aan (externe) deskundigheid maar ook aan de mogelijkheid tot het geven van extra aandacht en ondersteuningsmogelijkheden. Bij de plaatsing wordt ook gekeken of dit op schoolniveau haalbaar is. Voorzieningen De school heeft materialen die ondersteunend kunnen zijn bij het werken met leerlingen met genoemde ondersteuningsvragen. Daarnaast moet de school aanspraak kunnen maken op de middelen die het samenwerkingsverband beschikbaar moet stellen. Gebouw Er zijn geen specifieke voorwaarden te benomen waaraan het gebouw zou
moeten voldoen
De school heeft een aanpak voor leerlingen met DCD (Developmental Coördination Disorder). DCD is een verzamelnaam voor een aantal kenmerken van (licht) gestoorde motorische functies, zoals een lage spierspanning, een grote bewegingsonrust, coördinatieproblemen of problemen met fijn motorische vaardigheden.
Deskundigheid De school beschikt over deskundigheid om leerlingen met een motorische achterstand te kunnen begeleiden. Vanuit de vakgroep lichamelijke oefening is hiervoor een gediplomeerde motorische remedial teacher beschikbaar die na de screening met de leerlingen planmatig werkt. Het kunnen inzetten van deze MRTer is mede palend of het financieel haalbaar is; dit wordt per schooljaar opnieuw bekeken. Aandacht en tijd Leerlingen met genoemde ontwikkelingsproblematiek kunnen geplaatst worden als de school in staat is om te voldoen aan de ondersteuningsbehoeften van deze leerlingen. Hierbij valt te denken aan deskundigheid maar ook aan de mogelijkheid tot het geven van extra aandacht en zorg en de samenwerking met externe instanties. Voorzieningen De school maakt gebruik van materialen die ondersteunend kunnen zijn bij het werken met leerlingen met genoemde problematiek. Gebouw Er zijn ruimtes in en bij de school beschikbaar waarin gewerkt kan worden met de leerlingen.
De school is in staat om leerlingen met een gedragsprobleem onderwijs te kunnen bieden.
Deskundigheid De school heeft een aantal medewerkers die ervaring hebben met leerlingen in het speciaal onderwijs. De visie van de school rust, orde en regelmaat geeft deze doelgroep structuur en houvast. De mate van de zorg die hierin geboden kan worden, hangt samen met de ondersteuningsbehoeften van de leerlingen. Niet in alle gevallen zijn deze lln plaatsbaar. De school heeft in dergelijke gevallen contact met het samenwerkingsverband en de andere scholen binnen het bestuur of de gevraagde expertise dan wel kan worden geboden. Aandacht en tijd Leerlingen met genoemde ondersteuningsbehoeften kunnen worden geplaatst als de school in staat is om te voldoen aan de hulpvraag van deze leerlingen. Plaatsingen worden besproken in het zorgteam en worden per situatie beoordeeld in samenhang met de huidige groepssamenstelling en aard en mate van de zorg. De gedragscomponent van de lln is bepalend voor de mate van de zorg die wij kunnen bieden. Voorzieningen De school heeft hiervoor geen specifieke voorzieningen. Gebouw Er zijn geen specifieke voorwaarden te benomen waaraan het gebouw zou moeten voldoen
5. Conclusie en ambities De ambitie van de school is om de leerlingen zo adequaat mogelijk te begeleiden in hun ontwikkelingsproces. De zorg die de school kan bieden is mede afhankelijk van de mogelijkheden en middelen die de school ter beschikking heeft of door externen ter beschikking worden gesteld. De ondersteuning die de school vraagt aan externen om een leerling te kunnen begeleiden moet door hen praktisch kunnen worden ingevuld. Dit is een voorwaarde om kinderen met bepaalde ondersteuningsbehoeften op school te kunnen begeleiden Het kunnen plaatsen van leerlingen hangt ook samen met de omstandigheden in de groep. Het aantal leerlingen is medebepalend of de gevraagde zorg ook geboden kan worden. Ook de aanwezige leerlingen die al extra onderwijs ondersteuningsbehoeften hebben, vormen mede een uitgangspunt om meerdere leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften aan te nemen. Hierbij wordt uitgegaan van het kunnen bieden van een realistisch perspectief met betrekking tot de haalbaarheid van een eventuele plaatsing op de school. Het gevolg hiervan is dat niet alle leerlingen met genoemde ondersteuningsbehoeften plaatsbaar zullen zijn. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar eventuele plaatsing in een bepaalde groep, maar ook of dit op schoolniveau haalbaar is. Daarnaast is de vorm van externe hulp die moet worden geboden medebepalend voor plaatsing. Met name de gedragscomponent van de leerling is bepalend voor de reikwijdte van de zorg die de school kan bieden. Het uitgangspunt om te kunnen beoordelen of de leerling plaatsbaar is, is dat er een goede diagnose is gesteld, daarna wordt bekeken of er aan de eventuele randvoorwaarden kan worden voldaan. Om een gedegen afweging te kunnen maken over de eventuele plaatsing van een leerling is het belangrijk dat de school vroegtijdig de juiste informatie ontvangt van de peuterspeelzalen en de ouders/verzorgers.
5
De leerkrachten De Braskörf is een school, die sinds een aantal jaren constante groei heeft doorgemaakt. Dat is goed geweest voor de leeftijdsopbouw bij het team. Door groei was het mogelijk om jongere leerkrachten aan te trekken. Er is nu een team, dat zowel uit jonge als oudere leerkrachten bestaat. Nieuwe en/of jonge leerkrachten starten enthousiast en worden ondersteund door een interne leerkrachtbegeleider.
5.1
vervanging
Ook al doet iedereen z'n best om nooit ziek te worden, soms moet er vervangen worden. Dit hoeft trouwens niet alleen bij ziekte, maar ook als een leerkracht verlof heeft aangevraagd voor studie of andere bezigheden. De directie heeft de keus uit een aantal vervangers, die de klas kunnen overnemen. Vaak is het aantal beschikbare vervangers beperkt en moet in de hele regio worden gezocht naar een vervanger. Wanneer de klas wordt vervangen ligt het programma al klaar. Elke leerkracht houdt namelijk in zijn klassenmap bij welke lessen hij of zij gegeven heeft en wat de plannen zijn voor de komende periode. Zo kunnen we er voor zorgen, dat het lesprogramma door kan blijven gaan. Binnen OPRON (Openbaar Primair Onderwijs) is een protocol gemaakt voor de basisscholen. Hierin staan de stappen, die genomen worden, wanneer er geen vervanging te krijgen is. Kort gezegd komt het erop neer dat we er alles aan doen om dit probleem intern op te lossen. Lukt dit niet, dan zijn we genoodzaakt om leerlingen naar huis te sturen. Dit is tot nu enkele keren aan de orde geweest. Mocht dit weer gaan gebeuren dan krijgt u uiterlijk de dag van tevoren bericht.
5.2
stagiaires
Onze school kan een aantal weken in het jaar stagiaires hebben in de groepen. Zij doen de PABO opleiding om later zelf les te kunnen geven in het primair onderwijs. Wij vinden dat de school jonge mensen de mogelijkheid moet bieden om ervaring op te doen in de onderwijspraktijk. Ze worden door de leerkrachten van de school begeleid in het lesgeven en krijgen zo nu en dan bezoek van de begeleider van de PABO die de lessen mee beoordeelt. Ook is het mogelijk dat vanuit het voorbereidend beroeps onderwijs leerlingen kortdurende stages volgen bij ons op school. Vanuit het Sociaal Agogisch Werk worden ook elk jaar stagiaires geplaatst.
5.3
ondersteunend personeel
Beide locaties beschikken over een conciërge, zij zorgen ervoor dat de huishoudelijke taken goed verlopen. Ook heeft de school schoonmaakpersoneel, dat de beide gebouwen onderhoudt.
6 6.1
de ouders / verzorgers contacten tussen ouders/verzorgers en de school
Er zijn veel mogelijkheden tot contact tussen de ouders/verzorgers en de school. De school heeft een aantal van die mogelijkheden vast ingevuld in het schooljaar. De groepsouderavond. Aan het begin van ieder schooljaar hebben we een groepsouderavond voorbereid. Dan laten we U zien hoe er in de klas wordt gewerkt, hoe zien de lesmaterialen eruit en u krijgt uitleg over de lesprogramma’s. De contactmiddagen/avonden. Op de contactmiddagen/avonden is voor iedere ouder/verzorger een tienminuten gesprek met de leerkracht gepland. Daarin worden de leerresultaten van uw kind met de leerkracht doorgesproken en u krijgt inzage in het werk. Dit gesprek wordt ruim van tevoren met u gepland: zoveel mogelijk wordt rekening gehouden met uw mogelijkheid om te komen. Tussentijds contact. Uiteraard is het mogelijk tussentijds met de leerkracht contact te hebben over uw kind. Wij vragen u om daarvoor met de leerkracht een afspraak te maken. Tussentijdse afstemming. De school kan u uitnodigen voor een gesprek wanneer voor uw kind een onderzoek wordt gepland om na te gaan of een andere aanpak is gewenst in het leerproces. U wordt daar van tevoren over op de hoogte gebracht door de leerkracht, of de coördinator zorgverbreding. Daarbij is uw instemming nodig, waarbij afspraken worden vastgelegd. Deze worden opgenomen in de leerling-map als onderdeel van het leerlingvolgsysteem. U hebt overigens altijd het recht de leerling-map van uw kind in te zien op school. Plusklas. Aan het begin van het schooljaar worden de ouders/verzorgers van de leerlingen van de plusklas uitgenodigd. Tijdens deze avond wordt informatie gegeven over de onderwerpen die in het betreffende schooljaar aan de orde komen. Daarnaast kent de school ouderavonden Zakelijke ouderavond. Op deze avond doen de Medezeggenschapsraad en de Oudervereniging verslag over het afgelopen schooljaar. De begroting komt aan de orde en soms is er een centraal thema waarop wordt ingegaan. Project. Eens in de 2 jaar is er op school een gezamenlijk project. Als ouder-/verzorger begeleiden in de klas. Een heel waardevolle manier van contact tussen ouders/verzorgers en school is door te helpen in de klas. Aan het begin van ieder schooljaar wordt door de leerkracht gevraagd wie er willen helpen bij het begeleiden van de leerlingen. Dat kan op veel manieren: ● Computerbegeleiding. In de kleutergroepen worden ouders/verzorgers gevraagd voor het werken op de computer. De vaardigheid in het omgaan met de computer en het werken met educatieve programma’s staan centraal. ● Klas begeleiding. Ouders/verzorgers wordt gevraagd te helpen bij het de begeleiding van een klas naar het gymlokaal, naar het zwembad, naar de bibliotheek, naar de sportdagen, bij een excursie. Overigens hebt U daar een certificaat “Verkeersbrigadier” voor nodig. ● Taal leeslokaal in de groepen 1,2, 3 en 4.
6.2
medezeggenschapsraad (mr)
Elke basisschool heeft een Medezeggenschapsraad. Daarmee wordt invulling gegeven aan de Wet Medezeggenschap waarin is voorgeschreven hoe de inspraak is geregeld binnen het onderwijs. De Medezeggenschapsraad van de Braskörf telt totaal tien gekozen leden, vijf leerkrachten en vijf ouders/verzorgers. Zij hebben adviesrecht en beslissingsrecht in zaken die de school betreffen. De directie is geen lid van de MR. Wel is de directeur als adviseur aanwezig en kan om advies of toelichting worden gevraagd. De verkiezingen vinden plaats in oktober. De zittingstermijn voor een gekozen MR-lid is twee jaar. Tot januari 2008 kende het Openbaar Onderwijs in Veendam op bovenschools niveau een Gemeenschappelijke Medezeggenschaps Raad (GMR). Hierin is met ingang van 2008 verandering gekomen. Als gevolg van de nieuwe wet WMO als de bestuurlijke verzelfstandiging van het Openbaar Onderwijs in de gemeenten Menterwolde, Stadskanaal en Veendam, is er een Gemeenschappelijke Medezeggenschaps Raad voor deze gemeenten gevormd De medezeggenschapsraad vergadert één keer per zes weken (gezonderd de vakantiemaanden). De vergaderingen zijn openbaar en worden gehouden op de locatie Cornelis Jetseslaan.
6.3
oudervereniging
De Wet Medezeggenschap biedt de mogelijkheid tot het instellen van een oudervereniging. Een oudervereniging heeft geen inspraakbevoegdheid zoals een Medezeggenschapsraad. De oudervereniging is meer bedoeld om invulling te geven aan allerlei schoolactiviteiten. Ook de Braskörf heeft een oudervereniging. De oudervereniging vergadert één keer per zes weken (uitgezonderd de vakantiemaanden). De oudervereniging bestaat uit een aantal ouders/verzorgers en leerkrachten. De oudervereniging organiseert en verzorgt feesten en evenementen voor de school, de leerlingen en ouders/verzorgers. Zo organiseert de oudervereniging onder andere de Sinterklaasviering, de Kerstviering en de Paasviering, zorgt zij voor traktaties bij de sportdagen, de feestelijke ouderavond en verleent hand- en spandiensten daar waar nodig. De oudervereniging is daarmee een grote steun voor de hele school!
6.4
informatie
De ouders krijgen bij de inschrijving van hun kind informatie over de school. Specifieke zaken over de klas wordt verstrekt door de groepsleerkracht. Daarvoor zijn o.a. de informatieavonden aan het begin van het schooljaar. Daarnaast kan er altijd een afspraak met de groepsleerkracht worden gemaakt. Informatie rondom handelingsplannen van (zorg) leerlingen worden door de leerkracht en de interne begeleider gegeven. Voor vragen over beleidsmatige onderwerpen kunt u terecht bij de directie van de school. Aan het begin van iedere week wordt er een nieuwsbrief op de website van de school gezet. Daarin worden de ouders op de hoogte gesteld over belangrijke zaken die week aangaande.
6.5
halen en brengen
In verband met de groeiende leerlingenpopulatie zijn er voor de beide locaties regels en afspraken om de verkeerssituatie zo veilig mogelijk te houden. Voor beide locaties geldt een fietsadvies. Komt u met de auto wilt u dan rekening houden met de volgende regels. Locatie Cornelis Jetseslaan: Aanrijden vanuit de Cornelis Jetseslaan. De ingang van de school vrijhouden. De inritten van omwonenden vrijhouden. Niet inhalen. Niet te lang stilstaan dus “smok en vot” (zie verkeersbord). Niet parkeren op de “smok en vot” plaats.
6.6
Locatie Steenstraat: Aanrijden volgens de rijrichting zoals is aangegeven op de verkeersborden. Het fietspad vrijhouden. De ingang van de school vrijhouden. De inritten van omwonenden vrijhouden. Niet inhalen. Niet te lang stilstaan.
verkeersbrigadiers
Voor de gym- en de zwemactiviteiten en bij uitstapjes van de verschillende groepen is begeleiding van de ouders/verzorgers noodzakelijk. Wettelijk is echter vastgelegd dat je als ouder daarvoor een certificaat nodig hebt! Dit certificaat wordt uitgereikt door de wijkagent, nadat hij de kandidaat ouders/verzorgers één avond instructie heeft gegeven. Dat doet hij gewoon op school. Dit certificaat is geldig binnen heel Veendam. En het is leuk om het te halen! De instructie avond/middag staat gepland in de tweede schoolmaand en wordt slechts één keer per schooljaar door de wijkagent gegeven. In de nieuwsbrief wordt aan het begin van het schooljaar een oproep gedaan, via een opgavenstrookje kunt u zich aanmelden.
6.7
klachtenprocedure
Klachtenregeling. In het dagelijks werk op school zijn er vele contacten tussen leerlingen, leerkrachten en ouders. Op elke school doen zich daarbij wel eens probleempjes voor. Dat is op onze school niet anders. De meeste van deze zaken worden gelukkig zonder meer opgelost. Soms lukt dat echter niet direct of minder goed. Daarom hebben we als openbare scholen afspraken gemaakt over de stappen die u kunt nemen om uw problemen aan te kaarten. Waar kunt u terecht met klachten of opmerkingen? Hieronder wordt stapsgewijs aangegeven hoe u verder kunt wanneer u het gevoel heeft dat uw problemen niet naar behoren worden afgehandeld. In eerste instantie gaat u met uw klacht gewoon naar: 1. De groepsleerkracht van uw kind. De groepsleerkracht kent uw kind normaal gesproken het best en zal ook in veel gevallen voor een oplossing kunnen zorgen. Hebt u het gevoel dat: o u bij de groepsleerkracht geen gehoor krijgt, o deze uw problemen niet kan oplossen, o het een schoolprobleem is, dan gaat u naar: 2. De directie van de school. U bespreekt met de directeur het probleem. Deze zal proberen uw probleem, indien mogelijk, op te lossen. Mocht u echter met deze oplossing niet tevreden zijn, of heeft u het gevoel dat uw klacht niet goed is afgehandeld, dan kunt u contact opnemen met: 3.De algemene directie. In de eerste plaats kunt u dit schriftelijk doen. De algemene directie neemt dan zo mogelijk binnen één schoolweek telefonisch contact met u op. Ook kunt u telefonisch contact opnemen met de algemene directie. Indien nodig wordt u uitgenodigd voor een gesprek, om samen naar een oplossing te zoeken. Wordt uw klacht of probleem niet naar tevredenheid afgehandeld, dan kunt u: 4. Een klacht indienen bij het bevoegd gezag van de school. Dat moet dan wel schriftelijk. U kunt uw klacht sturen naar “Stichting Openbaar primair Onderwijs Menterwolde, Stadskanaal en Veendam. Postbus 9500 AH Stadskanaal. Wordt naar uw mening uw klacht dan ook nog niet zorgvuldig afgehandeld, dan kunt u: 5. Een officiële klacht indienen bij de Landelijke klachtencommissie voor het openbaar onderwijs. Het adres is: Zwarte Woud 2, Postbus 85191, 3508 AD Utrecht Als u een officiële klacht indient bij het bevoegd gezag of bij de Landelijke klachtencommissie, is de officiële klachtenregeling van toepassing. Contactpersoon Elke school heeft een contactpersoon, die u kan doorverwijzen naar de vertrouwenspersoon. Voor alle duidelijkheid; de contactpersoon mag zich niet met het probleem bemoeien. Vertrouwenspersoon Als u een klacht heeft, kunt u ook de vertrouwenspersoon aanspreken. De vertrouwenspersoon gaat na of u samen met de school de klacht heeft proberen op te lossen, gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt en gaat na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht. Verder kan de vertrouwenspersoon u helpen bij het indienen van een klacht bij de klachtencommissie. De vertrouwenspersoon maakt geen deel uit van de school. En tot slot......... Ook met een goede klachtenregeling zal het niet mogelijk zijn om alle problemen helemaal bevredigend op te lossen. Het kan zelfs zo zijn dat uw klacht door ons niet op te lossen is. Wij zeggen u echter toe uw klacht uiterst serieus te zullen nemen.
6.8
ouderbijdrage aan het schoolfonds
De activiteiten die op school door de oudervereniging en de leerkrachten worden georganiseerd kosten natuurlijk geld. Zo zijn er bijvoorbeeld traktaties bij de sinterklaasviering, op 11 november en kerst. Ook worden bij sportevenementen de deelnemende leerlingen van een versnapering voorzien en is er een feestelijke laatste schooldag. De oudervereniging heeft voor deze kosten een "schoolfonds" in het leven geroepen. Bij de aanmelding van een leerling wordt aan de ouders/verzorgers een deelname formulier voor het schoolfonds gegeven. Deze deelname is vrijwillig en kost € 22,50 per gezin per jaar.
6.9
groepsparen
Ook elke groep heeft kosten. De schoolreis, de bijzondere excursie en de verzekering. Alle leerlingen van de school zijn namelijk collectief verzekerd. Deze scholierenongevallen verzekering is door de school afgesloten en heeft betrekking op het kind zelf. Ze is dus niet voor schade, die aan anderen wordt berokkend. Hiervoor hebt u waarschijnlijk zelf een particuliere WA verzekering. De schoolverzekering geldt voor het traject huis- school en school- huis en voor het verblijf op school. Ook vallen de buitenschoolse activiteiten die in groepsverband worden ondernomen (zoals schoolzwemmen, excursies en de schoolreis) onder de schoolverzekering. Aan het begin van het schooljaar maakt de leerkracht van de groep van uw kind de plannen en heeft dan een overzicht van de kosten. Uit het groepsspaargedrag worden de kosten betaald voor de schoolreis, materiaal voor projecten, kerststukjes, vader- en/of moederdag, voorstellingen, excursies. Tijdens de groepsouderavond wordt dit besproken met de ouders/verzorgers en kan er worden afgesproken hoe het bedrag wordt betaald. Dit kan contant, in termijnen of via een bankoverschrijving. Iedere leerkracht heeft een bankrekening voor het groepsparen. Via de leerkracht kunt u verdere informatie krijgen.
6.10 de schoolgids voor ouders/verzorgers en verdere informatie Nieuwe ouders ontvangen een schoolgids, waarin de ontwikkelingen binnen de school worden beschreven en de nieuwe gegevens voor het komende schooljaar op een rij worden gezet. Actuele informatie betreffende het schooljaar ontvangt U via een jaarkalender waarop de meeste activiteiten zijn vermeld. De medezeggenschapsraad heeft meegesproken over de vormgeving en inhoud van de schoolgids. Het is voor ons bij het maken van deze gids belangrijk om te weten of de informatie voldoende is. Wanneer u opmerkingen heeft over deze gids of aanvullingen weet, dan horen wij dit graag. Het geeft ons de mogelijkheid om het jaar daarop een nog betere schoolgids te maken. De schoolgids wordt uitgereikt bij de inschrijving van leerlingen. De schoolgids wordt ook gebruikt om ouders/verzorgers, die meer informatie willen over onze school van tevoren te laten lezen hoe de school werkt en welke ideeën er zijn over het onderwijs. Naast de gids ontvangt u elk jaar een "jaarverslag" van de MR, en de OV. Dit jaarverslag wordt op de zakelijke ouderavond besproken. Verdere ontwikkelingen op school kunt u lezen in de wekelijkse nieuwsbrief. Daarin geven wij ook eventuele wijzigingen door van data en activiteiten. Zowel de nieuwsbrief als de schoolgids en de jaarkalender worden – naast andere informatie - op de website van de school geplaatst. Veel van deze zaken worden voorzien van foto’s. Wij doen er alles aan om u goed op de hoogte te houden.
6.11 sponsoring De afgelopen jaren hebben scholen steeds meer te maken gekregen met sponsoring en reclame. Hoe gaat de school om met sponsoring? De Braskörf houdt zich aan het sponsor convenant. Dit betekent dat de volgende zaken zijn afgesproken: het moet verenigbaar zijn met de doelstelling van de school. het moet de onafhankelijkheid van de school niet in gevaar brengen. het mag de onderwijs inhoud en de continuïteit niet in gevaar brengen. de school mag niet afhankelijk zijn van sponsoring.
6.12 vervangend onderwijs Als uw kind vanwege een geloof niet mag deelnemen aan een activiteit van school dan zal er vervangend onderwijs worden geboden.
6.13 schoolongevallen en aansprakelijkheid De Stichting Openbaar Primair Onderwijs Menterwolde, Stadskanaal en Veendam heeft voor al haar scholen een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Ongevallen Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten ( leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering indien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd (tot een bepaald maximum), voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets enz.) valt niet onder de dekking. Deze schade is voor rekening van de ouders/verzorgers zelf. Leerlingen die op stage gaan zijn tijdens de uitoefening hiervan ook verzekerd voor ongevallen. Aansprakelijkheid De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims van derden ten gevolge van onrechtmatig handelen uit hoofde van de school ten opzichte van deze derden. Binnen de aansprakelijkheidsverzekering is ook dekking voor leerlingen die op stage gaan. Schade tijdens de stage veroorzaakt aan derden evenals aan de stage gever is onder deze verzekering gedekt. Wij attenderen u in dit verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school/het schoolbestuur niet ( zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moet worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld tijdens de gymnastiekles wordt er een bal geschopt. Deze komt op een bril van een leerling terecht en de bril is kapot. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering, en wordt dan ook niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor schade door onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten.
7
Ontwikkelingen "Stilstand is achteruitgang" Dit is een uitspraak die ook voor scholen opgaat. Voor scholen zou dit eigenlijk extra moeten gelden, want de leerlingen die bij ons op school komen zullen ver na het jaar 2016 aan het werk gaan. De wereld zal er dan al weer heel anders uitzien en andere eisen stellen. Een reden te meer om snel op toekomstige ontwikkelingen in te spelen.
7.1 ontwikkelingen in het onderwijs Het schoolteam heeft besproken wat de speerpunten van beleid zijn voor de komende vier jaar. Welke zaken dienen er te worden aangepast aan recente ontwikkelingen op zowel onderwijskundig als maatschappelijk terrein, en welke zaken gaan goed en moeten worden geborgd. De neerslag daarvan is vastgelegd in het schoolplan. Hierin hebben wij als team en medezeggenschapsraad aangegeven welke onderwerpen in enig jaar aan bod komen en hoe wij denken dit te kunnen realiseren. Ook wordt daarin vermeld welke externe ondersteuning wij denken daarbij nodig te hebben en welke scholing wij daarvoor gaan volgen. Deze scholing kan zowel teamgericht als individueel zijn. Onderstaande zaken zullen de eerste jaren speerpunt vormen van beleid.
Opbrengsten: We maken er werk van Uit onderzoek blijkt dat er een positief verband is tussen de opbrengstgerichtheid van scholen en de resultaten van leerlingen. In de visie van de Braskörf wordt aangegeven dat er resultaat gericht wordt gewerkt. Dit wordt de komende jaren verder geïmplementeerd. Daarbij wordt er naar gestreefd om opbrengstgerichte elementen in de kwaliteitszorg, het leerstofaanbod, de onderwijstijd, het didactisch handelen, de afstemming van het onderwijs, de extra begeleiding en de leerlingenzorg verder op elkaar af te stemmen. Daarbij staan de volgende kenmerken centraal: * Op schoolniveau is kwaliteitszorg van belang. Er heerst een opbrengstgerichte cultuur en het realiseren van hoge opbrengsten maakt onderdeel uit van de professionele cultuur. * Op groepsniveau is het de leerkracht die in de lessen opbrengstgericht werken vormgeeft door de manier waarop hij/zij de lessen presenteert en organiseert. Hierbij gaat het om de kwaliteit van het leerstofaanbod voor alle leerlingen, de onderwijstijd, het didactisch handelen en de af stemming van het onderwijsleerproces op de verschillende behoeften van leerlingen.
* Op leerling-niveau speelt de extra zorg aan de individuele leerling een belangrijke rol. Verder zijn een goed toets instrumentarium en actieve betrokkenheid van de leerling belangrijk. * Het is ook belangrijk wat het bestuur kan bijdragen aan een opbrengstgerichte cultuur. De Braskörf werkt al aan een opbrengstgerichte cultuur. Toch denken we op een aantal cruciale onderdelen nog winst te behalen. Dit laat zich als volgt omschrijven: Schoolniveau We willen de kwaliteitszorg goed op orde hebben. Dit vinden we van belang omdat elementen daarvan een positief effect hebben op de leerresultaten van leerlingen. Er worden geregeld toetsen afgenomen en resultaten daarvan worden vastgelegd, geanalyseerd, conclusies worden getrokken en worden er afspraken gemaakt met (duo) collega’s, interne begeleiders en directie om te komen tot verbeteringen. Onderlegger hiervoor vormen de ambitieuze doelen voor toets resultaten die gezamenlijk zijn vastgesteld. Groepsniveau De leerkrachten op de Braskörf hebben hoge verwachtingen van leerlingen en stellen daarom ambitieuze doelen. Zo wordt bijgedragen aan betere prestaties. De leerkrachten laten niet alleen merken of zij hun werk goed hebben gemaakt, maar geven ook feedback op de manier waarop zij tot uitkomsten of prestaties zijn gekomen. De leerkracht begeleidt het proces van de leerlingen en stimuleert de denken werkstrategieën. Verder houden zij rekening met verschillen tussen leerlingen door de leerstof en de instructie af te stemmen op ieders capaciteiten. Hierbij zorgt de leerkracht er wel voor dat de groep als geheel bij elkaar blijft. Voor de leerling die het eindniveau van groep 8 niet kan halen is er een alternatief. Leerling-niveau Wanneer een leerling een leerachterstand oploopt wordt het probleem geanalyseerd. Vervolgens wordt extra hulp geboden die aansluit bij de specifieke kenmerken en onderwijsbehoeften van de leerling.
Het goed gebruiken van nieuwe lesmethoden Een belangrijk onderdeel in een basisschool is het actueel houden van lesmethoden. De afschrijving van de meeste methoden is vastgesteld op 8 jaar. Het gevolg daarvan is dat er bijna ieder jaar aandacht is voor het vervangen van een methode. Dit schooljaar gaat het team zich scholen op het gebied van observatie- en registratiesysteem in de onderbouw. En alle groepen gaan zich scholen op het gebied van begrijpend luisteren en begrijpend lezen. De groepen 3 t/m 8 maken gebruik van digiborden. Om zoveel mogelijk resultaat te behalen zullen de bevindingen in teamverband regelmatig met elkaar worden besproken en indien nodig worden aangescherpt. Om te kunnen beoordelen of de aangeboden stof ook het gewenste resultaat heeft, worden er methode gebonden toetsen afgenomen. Daarnaast worden er op gezette tijden methode onafhankelijk toetsen afgenomen, de zgn. CITO toetsen. De uitslagen daarvan worden opgenomen in het leerlingvolgsysteem hetgeen grafisch kan worden weergegeven. Zo krijgen we een indruk op wat voor niveau het kind scoort en hoe zich dat verhoudt met andere leerlingen. Naar aanleiding daarvan kan eventueel besproken worden of er een aangepast programma moet komen en of de uitslag conform het idee is dat het kind, de ouders/verzorgers en leerkracht hebben over de vorderingen.
Werken met het IGDI model Een belangrijk doel dat wij nastreven is dat kinderen inzicht krijgen in hun eigen handelen en verantwoordelijkheid leren te nemen voor hun werk. Om daartoe te komen moeten kinderen ook in de gelegenheid gesteld worden om een leerervaring daarin op te doen. Het IGDI model (interactief gedifferentieerd directe instructie) biedt de leerkracht de mogelijkheid om de kinderen te begeleiden in hun onderwijsbehoeften. Deze werkwijze geeft de leerkracht tijd om de kinderen die dit nodig hebben extra uitleg te geven, vaardigheden samen in te oefenen en directe feedback te geven. Zowel kinderen als leerkrachten vinden het plezierig om op deze wijze met elkaar te werken.
Basisontwikkeling bij de kleuters We constateerden een verschil tussen de organisatie in de kleutergroepen en het werken vanaf groep 3. Om deze overgang vloeiender te laten verlopen zijn er reeds stappen gezet, er zijn klassenbezoeken geweest en de ervaringen worden toegepast in de praktijk. Er is gekeken om de organisatie binnen de kleutergroepen ook door kunnen voeren vanaf groep 3. Leren van en met elkaar is van essentieel belang om hieraan inhoud te kunnen geven.
Het Leesonderwijs Binnen de Braskörf is het leesonderwijs al vele jaren speerpunt. We hebben deelgenomen aan diverse leesprojecten .Door als team deel te nemen aan deze projecten hebben we onze kennis over goed onderwijs vergroot. We stellen hoge, maar realistische doelen. Kinderen kunnen vaak meer dan we denken. De toetsen worden geanalyseerd, er worden interventies op gezet en bovendien staat er veel meer leestijd op het lesrooster. Ook genieten de kinderen zichtbaar van hun eigen leesvaardigheden. Zij kunnen zelfstandiger werken doordat het lezen van de opdrachten, ook bij andere vakken, steeds beter gaat. De toets gegevens worden geanalyseerd en vastgelegd. De gegevens worden besproken met de leerkrachten, er wordt een lees verbeterplan opgesteld, wordt bij leerkrachten in de groep geobserveerd, en wordt zo nodig een plan opgesteld om de leerkrachten te begeleiden. Het doel is om de leesresultaten van de groepen en van het totale schoolniveau op een hoger niveau te brengen. Ook wordt er gewerkt aan een doorgaande lijn binnen het leesonderwijs. Zo is er een stil leesbeleid door de hele school en krijgen alle risicoleerlingen extra instructie van de leerkracht. Verder heeft de school een aantal nieuwe methoden aangeschaft die het leesonderwijs ten goede komen. Voor de onderbouw is dat ‘Schatkist’. Deze methode besteedt aandacht aan alle tussendoelen op het gebied van mondelinge taal, woordenschat, beginnende geletterdheid, beginnende gecijferdheid en sociaal-emotionele ontwikkeling. De methode ‘Estafette’ is aangeschaft voor de groepen 4 en 5. Zij werken structureel met deze voortgezet technisch leesmethode.
Computers Op beide locaties zijn computers aangesloten op het netwerk. We hebben nu meer mogelijkheden om computers in te zetten bij het lesgeven. In het ict-beleidsplan is vermeld hoe het toekomstige computeronderwijs eruit ziet. Op beide locaties zijn daarvoor aparte ruimtes ingericht. Om ongewenste situaties te voorkomen is er een internetprotocol vastgesteld. De school heeft een eigen website waarop o.a. de schoolgids en de nieuwsbrief te lezen zijn. Tevens zullen in steeds toenemende mate stukken via de website aangeboden worden. Ook kunt u met de school e-mailen.
Zorgverbreding Leerkrachten proberen op allerlei manieren het onderwijs zo goed mogelijk over te brengen op de kinderen. Hiervoor worden diverse hulpmiddelen ter ondersteuning aangeboden. Het komt steeds vaker voor dat kinderen de minimum doelen niet halen of dat er kinderen zijn die zich de stof erg snel eigen maken. Voor beide groepen kinderen is extra zorg nodig. Deze kinderen worden tijdens de leerling besprekingen besproken. Blijkt dat leerkrachten extra ondersteuning nodig hebben om deze kinderen te begeleiden dan wordt het zorgteam ingeschakeld. Het zorgteam kan toetsen op welk
niveau het kind functioneert, met de leerkracht de onderwijsbehoeften in kaart brengen en overleggen hoe dit onderdeel kan worden in het groepsplan. De school werkt volgens de uitgangspunten van de 1 zorgroute waarin het handelingsgericht werken centraal staat. Voor de begeleiding van de sociaal emotionele ontwikkeling wordt het SCOL instrument gebruikt. In enkele gevallen kan advies en begeleiding gevraagd worden van het gemeentelijke zorgteam, het zorgplatform. De begeleiding kan worden uitgevoerd door een ambulant begeleider of door een orthopedagoog als het om een onderzoek gaat. Uiteraard worden bij de diverse stappen de ouders/verzorgers betrokken. Mocht het zo zijn dat wij als Braskörf de hulp die het kind vraagt niet kunnen bieden dan gaan wij in overleg met u kijken naar een passende oplossing. Om de leerlingen, die extra zorg nodig hebben op een juiste wijze te kunnen begeleiden, is het zorgteam goed geschoold en gecertificeerd.
Excellent leren binnen de school. Leerlingen hebben het recht op onderwijs dat past bij hun ontwikkeling en capaciteiten. Dit houdt in dat er binnen onze school niet alleen de zorg is voor leerlingen die minder snel leren, maar ook voor de leerlingen die sneller en anders leren. Begaafde leerlingen leren op een andere manier dan wat de reguliere lesstof aanbiedt. Hoe zorgen wij als school ervoor om deze leerlingen het lesstof aanbod te bieden, die bij hun leerbehoeften past. Leerlingen die meer aankunnen krijgen naast hun reguliere werk meerwerk, dit is verrijkingsmateriaal. Leerlingen die a.d.h.v. hun cito-scores een zeer grote voorsprong laten zien werken met levelwerk, dit is verdiepingswerk. Leerlingen die gediagnosticeerd zijn door middel van het signaleringsinstrument DHH als tweede leerlijn leerlingen werken met levelwerk. Voor de meerwerk en levelwerk leerlingen zijn er aanpassingen gemaakt in het lesstofaanbod d.m.v. compacten (inkorten van de reguliere lesstof). De tijd die daardoor vrijkomt in het lesprogramma van de leerling wordt vervolgens ingevuld met verrijkings en/ of verdiepingswerk. Het verrijkings- en verdiepingsaanbod is vooral bedoeld voor het aanleren van vaardigheden waar de leerling anders niet toe uitgedaagd wordt of anders niet aan toekomt. Omdat het verrijkingsmateriaal ingezet wordt in de tijd die vrijkomt in het reguliere programma kan het beschouwd worden als het ‘normale’ leerstof aanbod voor een begaafde leerling. De plusklas is bedoeld voor leerlingen die niet of nauwelijks voldoende uitdaging hebben aan het levelwerk of die naast het levelwerk, andere zorg nodig hebben. Voor plaatsing in plusklas gaat een procedure vooraf. De criteria voorafgaand plaatsing in de plusklas zijn: De leerling is gesignaleerd en gediagnosticeerd via het stappenplan van het DHH. Uit de gegevens van het DHH blijkt dat de leerling mogelijk tot begaafde prestaties kan komen en is ingedeeld in de tweede leerlijn (min. 40 % compacten lesstof). De leerling werkt vervolgens een half jaar met Levelwerk. In een gesprek met ouders, leerkracht, i.b.-er en/of plusklascoördinator wordt bepaald of de leerling wordt toegelaten tot de plusklas Er is een duidelijke hulpvraag geformuleerd voor plaatsing in de plusklas (hetzij vanuit de leerkracht, hetzij vanuit de leerling). Proefplaatsing plusklas voor minimaal 8 weken tot maximaal een half jaar. Er zijn twee momenten in het jaar dat de leerling kan worden toegelaten tot de plusklas: o Begin schooljaar o Na afname cito toetsen Evaluatiegesprek met ouders, leerkracht, i.b.-er en plusklas coördinator na 8 weken voor eventuele definitieve plaatsing plusklas.
Aan het eind van het schooljaar wordt aan de hand van de uitstroomcriteria bepaald of de leerling in het volgende schooljaar aan de plusklas kan deelnemen.
Taalontwikkeling Taal lees verbeteringstraject. De school heeft in de afgelopen jaren geparticipeerd in diverse taal lees verbeteringstrajecten. Deze projecten waren gericht op het verbeteren van het vlot lezen. Vlot lezen heeft een sterk positief effect voor het begrijpend lezen van de leerlingen. Met vlot lezen bedoelen we “de vaardigheid om teksten snel, vlot, moeiteloos en automatisch te lezen met weinig bewuste aandacht voor de leestechniek, zoals de letter-klankkoppeling”. Niet vlot kunnen lezen heeft ook negatieve gevolgen voor de woordenschat-ontwikkeling en vervolgens voor het begrijpend lezen, maar ook voor het ontstaan van gedragsproblemen. Om dit doel te bereiken wordt er reeds in de groepen 1 en 2 aandacht aan besteed. Dit gebeurde voorheen ook, echter het verschil is dat middels dit project het op een gestructureerde wijze gebeurt op vaste momenten. Het streven is dat kinderen voor ze naar groep 3 gaan 15 letters kennen. Na het aanvankelijk leesproces in groep 3 wordt dit traject voortgezet in de groepen daarna. De methoden zijn hierop aangepast en vormen een samenhangend geheel. Zo wordt er in de groepen 1 en 2 gewerkt met de methode Schatkist, in groep 3 Veilig leren lezen (nieuwste versie), Taal in Beeld in de groepen 4, 5, 6,7 en 8 voor taal, en voor voortgezet technisch lezen Estafette. Ons streven is om de kinderen met veel plezier nog beter te leren lezen! Doelen leesonderwijs
het vroegtijdig signaleren van (potentiële) dyslectische leerlingen of leerlingen met hardnekkige leesproblemen het ondersteunen van het proces van vlot leren lezen voor genoemde risicoleerlingen om hen de gewenste leesdoelen te laten behalen
Van deze twee algemene doelen zijn de volgende toetsbare doelen afgeleid:
Basisscholen streven ernaar de leesuitval terug te brengen tot 5%. Streefdoelen in dat verband zijn: o Eind groep 2: goede condities voor het leren lezen, het kennen van 15 letters o Eind groep 3: minimaal AVI E3 o Eind groep 4: minimaal AVI E4 o Eind groep 5: AVI plus
Hoe is het lees verbeteringstraject zichtbaar op De Braskörf? Op de locatie Cornelis Jetses is een taal leeslokaal ingericht. Er kan worden gewerkt in hoeken waarin op een speelse manier aandacht wordt besteed aan lezen, letters, klanken en woorden. Hierbij worden verschillende middelen ingezet : lezen met de luisterset speel leesset computerprogramma’s letterlego stempelsets leeskist lettermuur boeken op alle AVI niveaus (1 t/m 9) methode Schatkist, Ik & Co lotto’s, woordslangen, puzzels etc.
In de groepen worden de uitgangspunten van het lees verbeteringstraject als volgt uitgewerkt. • Groepen 1/2. Binnen een thema is er aandacht voor interactief voorlezen, veel aandacht voor boeken, op een speelse manier werken met klanken, letters, woordstukjes, het werken met de lettermuur en de verteltafel, de woordenschatontwikkeling stimuleren, activiteiten in het taal leeslokaal. We streven ernaar dat alle leerlingen kunnen profiteren van een goede leesstart. Groepen 3,4,5. Het aanvankelijk leesproces optimaliseren door middel van een didactisch model. De leeslessen beginnen met een gezamenlijke start, de instructie is gericht op voordoen, nadoen, samendoen, duolezen, koorlezen, zingend lezen, veel herhaling. In de instructietijd is ruimte voor ondersteuning van de risicoleerlingen.
De verwerking van de leerstof m.b.v. opdrachten, spelletjes, stempeloefeningen, computeropdrachten. Een gezamenlijke afsluiting in de vorm van voorlezen op de voorleesstoel, een terugblik op de aangeboden leerstof. In de taalmethode “Taal in beeld” wordt in ruime mate aandacht besteed aan de woordenschatontwikkeling. De groepen 3,4 en 5 maken ook gebruik van het taal leeslokaal. Groepen 6,7,8. Het technisch leesniveau verhogen door middel van het Estafette lezen en lezen op woordniveau (vloeiend en vlot). In de komende jaren gaan we ons richten op de uitwerking van het voortgezet technisch lezen.
Gezien deze nieuwe ontwikkelingen nemen we sinds een aantal jaren bij de groepen 3 t/m 8 de AVI en DMT leestesten af. Ook bij de kinderen die in het verleden al op avi 9 lazen. Dit om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van het technisch leesniveau binnen onze school.
7.2
ontwikkelingen in de huisvesting
Sinds 2004 is de vraag om ruimere huisvesting beantwoord. Beide locaties zitten sindsdien in een goed geoutilleerd gebouw. Ontwikkelingen met betrekking tot de uitbreiding in de wijk Golflaan worden nauwlettend in de gaten gehouden om hierop tijdig te kunnen anticiperen. Voor de langere termijn zijn ideeën aangedragen zoals een nieuwe onderwijslocatie in de wijk, aanbouw bij de Cornelis Jetseslaan, heroverweging locatie Steenstraat. Hiervoor zijn gesprekken gestart met het bevoegd gezag. Door stagnatie van bouwontwikkelingen in de wijk Buitenwoel vormt dit op dit moment geen speerpunt van beleid. Ook de ontwikkelingen rondom de opvang van kinderen in de vorm van voorschoolse, tussen schoolse en naschoolse opvang, die vanuit de landelijke overheid worden geïnitieerd vragen niet alleen in personele zin om een antwoord maar zeker ook het verantwoord huisvesten van kinderen die van deze opvang gebruik maken. Sinds de start van de locatie Cornelis Jetseslaan wordt er gebruik gemaakt van 2 noodlokalen. In 2012 is de vergunning afgelopen. Daarnaast is er een vraag van andere scholen om extra ruimte. Er is dit schooljaar door de directie overleg gevoerd met de wethouder om deze lokalen te laten staan. De wethouder was ontvankelijk voor argumenten om ze ( op korte termijn) niet weg te halen. Met ingang van het schooljaar 2011-2012 wordt de tussenschoolse opvang in de noodlokalen georganiseerd. Dit wordt verzorgd door de Stichting Hoi Pippeloi.
8
een goede school? Een moeilijke vraag, want dat hangt er af van wat u van een school verwacht. De één vindt het belangrijk dat er veel wordt gespeeld, een ander vindt de veiligheid belangrijk en een derde let op de leerresultaten. Hieronder proberen we in een aantal steekwoorden een beeld te schetsen van onze school.
8.1
het onderwijs
Rust en regelmaat Wij willen een school bieden, waarbinnen een duidelijke structuur wordt aangeboden en een positieve waardering van leerlingen waardevol is. Het is belangrijk om kennis en vaardigheden bij te brengen en te ontwikkelen. Een klimaat van rust en regelmatigheid vinden wij in onze visie van grootbelang. Vanuit die rust en regelmaat creëren we een school waar een kind zich veilig kan voelen.
Eisen stellen We stellen eisen aan kinderen en spreken ze aan op hun resultaten. Fouten maken mag, maar je moet ervan kunnen leren. Leerlingen worden zich zo bewust van wat ze kunnen en worden uitgenodigd om zich in een positief reagerende omgeving te verbeteren. Dit geldt niet alleen voor het leren van leerstof, maar ook op het gebied van het sociaal gedrag en culturele vorming.
Klassikaal met hulp Wij willen een school bieden, die naast klassikaal werken het IGDI model hanteert en de mogelijkheden biedt voor extra begeleiding, aangepast aan het niveau van het kind. De leerlingen ontvangen extra hulp/uitleg aan de instructietafel, individueel of in groepjes. De zorg door de leerkracht in de groep wordt door het zorgteam aangestuurd.
Veel aandacht voor het leren De vaardigheden lezen, schrijven, rekenen en taal hebben veel aandacht. Het "leren leren" bij de leerlingen in de bovenbouw gaat in de komende jaren extra nadruk krijgen door het werken met het documentatiecentrum, het maken van opdrachten in de vorm van werkstukken en spreekbeurten. De computer speelt daarin een grote rol. Wanneer u dit belangrijke punten vindt, dan is de Braskörf voor u een goede school.
8.2
de resultaten
De laatste jaren worden de eindopbrengsten (Cito eindtoets afgenomen in groep 8) voor de inspectie een steeds belangrijker meetinstrument om te beoordelen of de school aan de kwaliteitsnormen voldoet. De resultaten van de Braskörf liggen ruim boven de door de inspectie gestelde ondergrens. De ondergrens in 2013 is gesteld op 534,3. De school heeft een eindscore behaald van 537,4. Het streven was om in 2013 op het niveau te komen die voor onze school geldt . Aan deze ambitie is ruimschoots voldaan. Daarnaast heeft de school haar eigen norm voor opgesteld. De eindscore lag ruim 1 punt hoger dan de Braskörf norm van 536.
Gegeven eindadviezen VO
2009/2010
2010/2011
2011/2012
2012/2013
2013/2014
51
55
58
58
55
aantal leerlingen in groep 8 aantal
%
aantal
%
aantal
%
aantal
%
aantal
%
VWO/Gymnasium
7
13,7%
9
16,4%
9
15,5%
11
19,0%
15
27,3%
HAVO
15
29,4%
9
16,4%
8
13,8%
10
17,2%
14
25,5%
VMBO-TL
22
43,1%
14
25,5%
16
27,6%
14
24,1%
14
25,5%
VMBO KL
3
5,9%
9
15,5%
15
25,9%
6
10,9%
VMBO BL
3
5,9%
14
24,1%
7
12,1%
1
1,8%
3
5,5%
2
3,6%
VMBO-GL/TL
23
41,8%
VMBO B/K met LWOO Praktijkonderwijs (of VSO) Totaal
1 51
2,0% Totaal
2 55
Totaal
58
3,4% Totaal
1 58
9
huishoudelijke mededelingen
9.1
overblijven op school
1,7% Totaal
55
Tussen schoolse opvang op de Braskörf locatie CJ laan Hoi Pippeloi verzorgt de tussen schoolse opvang op de Braskörf. Elke dag is er een coördinator van Hoi Pippeloi aanwezig tijdens de tussen schoolse opvang, die samen met overblijf moeders de tussen schoolse opvang verzorgt. Tijdens de opvang maken we gebruik van ons computersysteem. Ouders kunnen inloggen in het systeem om zo te zien hoe het is gegaan met hun kind. Visie, werkwijze De tussen schoolse opvang richt zich op kinderen van groep 1 tot en met groep 5 die op de locatie CJ.laan van de Braskörf zitten. Tussen schoolse opvang (TSO) is de opvang van kinderen in de basisschoolleeftijd tijdens de lunchpauze. Bij de TSO is het van belang dat kinderen rustig kunnen eten en drinken, maar ook kunnen spelen. Dit kan per kind verschillend zijn, het ene kind heeft behoefte aan rustig een spelletje te doen, het andere kind wil zich graag uitleven. Openingstijden De tussen schoolse opvang is op maandag, dinsdag en donderdag geopend van 11.45 uur tot 13.15 uur aan de locatie CJ Laan. Tijdens schoolvakanties zijn wij gesloten op deze locatie. Brengen en halen naar de overblijf De kinderen van de kleuterklassen zullen uit de klas worden gehaald en de kinderen vanaf groep 3 worden verzocht om zelfstandig naar de overblijf ruimte te lopen. Elke ochtend zal er voor kwart voor 12 aan de leerkrachten worden door gegeven welke kinderen er bij de overblijf verwacht worden. Het kan namelijk ook voorkomen dat er kinderen nog s’ochtends worden aangemeld voor de tussen schoolse opvang. Vanaf 13.00 uur gaan de kinderen vanaf groep 3 weer het plein op en worden de kleuters weer naar hun klas gebracht. Ruimte, materialen en middelen De tussen schoolse opvang zal plaatsvinden in de noodlokalen op het schoolplein. De twee lokalen zijn met elkaar verbonden door een gang en hebben een eigen toiletvoorziening en keukentje. In de lokalen is alles aanwezig voor de TSO. De TSO beschikt over eigen speelgoed.
Groepsindeling Er wordt zoveel mogelijk gewerkt in 2 groepen tijdens het eten. De onderbouw groep 1,2 en de middenbouw 3,4,5 is hierbij gescheiden. Elk in een eigen lokaal, zodat kinderen rustig kunnen eten. Wanneer kinderen graag bij elkaar zijn maar in de andere groep horen, kijken we samen naar de mogelijkheden. Als alle kinderen klaar zijn wordt er gezamenlijk buiten gespeeld en binnen gespeeld, kinderen kunnen hier vrij voor kiezen. Leidsters Er wordt gewerkt met een vaste coördinator van Hoi Pippeloi, die op maandag, dinsdag en donderdag de leiding heeft. Deze werkt samen met 1 of 2 overblijfmoeders die ook op vaste dagen werken. Dit hangt af van het aantal kinderen dat overblijft. Indeling tussen de middag 11.45 – 13.15 uur 11.45 Ontvangst, kleuters worden uit de groep gehaald 12.00 Aan tafel samen zingen 12.05 Brood eten aan tafel 12.30 Opruimen, kinderen jas aan doen, plassen 12.50 Buitenspelen / Bewegen in de ruimte 13.00 Kinderen worden overgedragen aan de pleinwacht, de kleuters worden terug gebracht naar hun groep Aan tafel Voordat we aan tafel gaan, wassen alle kinderen hun handen en wie moet plassen gaat naar de wc. Als we aan tafel gaan voor het eten, wachten we tot iedereen klaar zit. We beginnen altijd samen met het overblijflied, daarna mogen alle kinderen hun zelf meegebrachte eten opeten! Als kinderen klaar zijn maken ze hun mond schoon en ruimen hun spullen op. Ze vragen daarna of ze van tafel mogen. Vrije speel momenten In het lokaal is speelgoed aanwezig, waar de kinderen mee kunnen spelen. Kinderen kiezen zelf wat ze willen doen. Als de meeste kinderen klaar zijn, mogen kinderen er ook voor kiezen om buiten te gaan spelen. Dit gebeurt altijd onder leiding van 1 van de leidsters. Ook buiten is er speelmateriaal van de overblijf, waar kinderen mee kunnen spelen. Activiteiten Er worden ook elke dag activiteiten aangeboden waar kinderen voor kunnen kiezen. Deze activiteit zal geleid worden door de leidster. De activiteiten kunnen zowel buiten als binnen zijn. Door de wisselende activiteiten proberen we steeds weer nieuwe uitdagingen te creëren voor kinderen Computersysteem Bij Hoi Pippeloi werken we met een computersysteem, waarbij alle kind gegevens en ook dag verslagen op de computer worden bij gehouden. U kunt hier als ouder lezen wat de kinderen tussen de middag gedaan hebben en of er ook bijzonderheden waren. Ouders kunnen thuis of op het werk inloggen en op die manier lezen hoe het met hun kind gaat, wat het doet of gedaan heeft etc. Ook worden er regelmatig foto’s in het dagboek gebruikt, waardoor ouders nog een beter beeld krijgen van hoe de dag van hun kind was/is. Er staan ook veel bestanden online die ouders kunnen inzien, zoals het pedagogisch beleid, ziektebeleid etc. Ook kunt u zien wanneer uw kind bij ons gepland staat en wanneer wij uw zoon of dochter verwachten tussen de middag. Houdt dit vooral bij een flexibel rooster goed in de gaten. Alle ouders bij Hoi Pippeloi hebben een eigen inlogaccount. Onder klant login kan ingelogd worden in het systeem met de toegezonden gegevens. Opgave Overblijf / Afmelden Alle kinderen dienen voor het overblijven opgegeven te worden bij Hoi Pippeloi. Dit kan telefonisch 0598-380522 of via de mail
[email protected]. Aanmelden Als kinderen de eerste keer komen overblijven moet van te voren het aanmeldingsformulier ingevuld worden. Deze is te downloaden op onze site of aan te vragen via ons kantoor via
[email protected] of bellen naar 0598-380522. Op school zijn ook aanmeldingsformulieren aanwezig. Mogelijkheden U kunt incidenteel van de overblijf gebruik maken, maar ook vaste dagen afnemen. Dit is aan te geven op het aanmeldingsformulier. Facturering gaat altijd achteraf. Afmelden Wanneer uw kind vaste dagen afneemt en het een keer niet komt, moeten kinderen ook afgemeld worden. Dit kan telefonisch of via de mail.
Kosten/ Betaalwijze De kinderen nemen zelf hun eten mee. Melk en ranja is altijd aanwezig. Drinkt uw kind iets anders, dan zal dit ook mee gegeven moeten worden. De prijs per overblijf bedraagt € 3,50 per keer. Dit zal achteraf gefactureerd worden. Dit bedrag zal automatisch geïncasseerd worden van uw rekening. Natuurlijk even kennismaken Als u na het lezen van deze informatiefolder interesse heeft gekregen, kunt u een afspraak maken voor een kennismakingsgesprek en/of een rondleiding. Als u uw kind wilt aanmelden voor de TSO, vul dan het inschrijfformulier in op onze website www.hoipippeloi.nl of vraag het formulier aan door te bellen naar 0598- 380522. Als het formulier bij ons binnen is, nemen wij zo snel mogelijk contact met u op.
9.2
op de fiets naar school
U woont misschien verder weg dan tien minuten lopen van school. Dan is het begrijpelijk dat kinderen de fiets nemen. Omdat echter ook leerlingen die dichtbij wonen graag even de fiets pakken, wordt het schoolplein al gauw een grote fietsenstalling. Dat is niet de bedoeling. Laat uw kind alleen de fiets gebruiken als het echt noodzakelijk is. Het stallen van de fiets op het schoolplein is overigens voor eigen risico! U kunt dus de school voor schade of diefstal niet aansprakelijk stellen.
9.3
met de auto naar school
Alleen in uiterste noodzaak kunt u uw kind met de auto naar school brengen. Om onze kinderen te beschermen vragen we u om de volgende verkeersregels in acht te nemen: Bij de locatie Steenstraat rijdt u volgens de rijrichting die de borden aangeven. Parkeert u altijd rechts van de weg en probeer daarbij het fietspad vrij te houden. Bij de locatie Cornelis Jetseslaan rijdt u aan de rechterkant van de laan op de school af, zo dicht mogelijk langs de afvalbakken om vervolgens de laan weer uit te rijden langs de andere kant (smok en vot route). Voor alle ouders/verzorgers geldt: Neem iets meer tijd voor het brengen en halen van uw kind(eren). Zo wordt de veiligheid van de kinderen beter gewaarborgd.
9.4
verjaardagen
Als een kind jarig is, kan er getrakteerd worden. Er mag dan ook langs de andere groepen worden gegaan, zodat er gefeliciteerd kan worden. Leerlingen mogen dan uit een speciale grabbelton een klein presentje halen.
9.5
boeken en bibliotheek
Boeken lezen is belangrijk, U kunt er niet vroeg genoeg aan beginnen. De school vindt dit ook en bevordert het bibliotheekbezoek door met de verschillende groepen naar de bibliotheek te gaan. Het kan zijn dat in de hogere klassen leerboeken worden meegenomen naar huis voor het maken van werkstukken of het voorbereiden van spreekbeurten of huiswerk. We verwachten van u dat de kinderen zorgvuldig met ons materiaal omgaan. Juist omdat dit soort leerboeken duur zijn zullen we bij vermissing of beschadiging een vergoeding moeten vragen. Mocht u ontdekken dat er iets met een boek is gebeurd, laat het ons dan weten. In het afgelopen schooljaar is er een investering gedaan om de kwaliteit van de leesboeken te verhogen en aan te passen aan de eisen van de huidige tijd(belevingswereld). In de klassenbibliotheek van alle groepen zijn de boeken vernieuwd.
9.6
de schoolarts
Ouders/verzorgers zijn verantwoordelijk voor een gezonde groei en ontwikkeling van hun kinderen. Onze leerkrachten besteden regelmatig aandacht aan gezond gedrag binnen de lessen. Ouders/verzorgers van leerlingen, die voor het eerst op school komen, krijgen een boekje van de GGD Groningen met als titel "Gezonde basis". De school krijgt een aantal malen de schoolartsassistente op bezoek om een groep leerlingen te "screenen". De doktersassistente onderzoekt van alle kinderen in groep 2 en 4 het gehoor en het gezichtsvermogen U ontvangt van tevoren bericht als er een serie onderzoeken gaat plaatsvinden. Tijdens zo'n onderzoek worden ook vragenlijsten rondgedeeld, die ( afhankelijk van de leeftijd) u of uw kind invult. Zo kunnen de school en de GGD zien welke onderwerpen extra aandacht verdienen. Op deze manier werken ouders/verzorgers, leerlingen, de school en de GGD samen aan gezonde scholen.
Met algemene vragen op het gebied van gezondheid kunt U op maandag t/m vrijdag terecht bij het informatie centrum Gezondheid van de GGD ( 050 - 367 41 77 ) van 10.00 uur tot 16.30 uur
9.7
logopedie
Logopedie heeft te maken met de spraakontwikkeling van leerlingen. De school heeft de mogelijkheid om leerlingen eenmalig te laten bekijken op hun spraak. Dit gebeurt meestal bij de oudste kleuters. Mocht er verdere behandeling nodig zijn, dan wordt U verwezen naar een logopedistenpraktijk in de buurt.
9.8
luizenbestrijding
Op onze school is een enthousiaste groep ouders/verzorgers actief om de hoofdluis te bestrijden. Het LOT-team ( luizen opsporing team) komt regelmatig alle kinderen controleren op hoofdluis. Als er luizen en/of neten worden aan getroffen dan worden de ouders/verzorgers gebeld. De ouders/verzorgers komen het kind van school halen en starten de behandeling. De volgende dag wordt er door leden van het LOT-team een nacontrole uitgevoerd. Is deze positief (geen luizenen/of neten meer aangetroffen) dan blijft het kind op school, anders wordt het kind nogmaals door de ouders/verzorgers behandeld, al dan niet met ondersteuning van het LOT-team. Dit beleid draagt bij aan het bestrijden van hoofdluis en heeft in een aantal gevallen al geleid tot het ‘luisvrij’ zijn van alle kinderen!
9.9
rapportage
Alle leerlingen krijgen een rapport mee. In de groepen 3 t/m 8 wordt twee keer per jaar een rapport meegegeven. In november/december is er een gesprek met de ouders over vooral de sociale aspecten van de ontwikkeling bij kinderen De rapporten worden respectievelijk in de maanden februari en juni meegegeven De kleutergroepen krijgen aan het einde van het schooljaar een rapport mee. De ouders van de leerlingen uit groep 8 hebben in maart een eindgesprek betreffende de plaatsing op het voortgezet onderwijs. Voor de kleutergroepen worden de tien- minutengesprekken gehouden in november voor de kinderen uit groep 1 en in januari voor de kinderen uit groep 2. In mei vinden de tien- minutengesprekken plaats voor beide groepen, dus zowel voor groep 1 als ook voor groep 2. Na 8 weken hebben de ouders van nieuwe leerlingen een gesprek met de leerkracht. In het rapport dat de leerlingen van de groepen 3 t/m 8 meekrijgen, worden door cijfers en een beschrijving de vorderingen van uw kind aangegeven. Ook vindt u een niveau aanduiding gerelateerd aan het landelijk gemiddelde in het rapport. Voordat het rapport wordt uitgereikt worden de vorderingen doorgesproken met de ouders/verzorgers/verzorgers in de "tien-minuten gesprekken". Ouders/verzorgers krijgen hierover bericht. Zij kunnen in overleg een tijdstip bepalen samen met de groepsleerkracht. Het rapport van de Braskörf is een ouderrapport. Een rapport voor ouders om te laten zien welke resultaten uw kind behaald. Dit rapport wordt digitaal door de leerkrachten ingevuld. Alle vakgebieden worden beoordeeld met een cijfer of een letter, ook worden de CITO resultaten vermeld.
9.11
leerplicht / verlof vragen
Een kind van vier jaar mag naar school, maar een kind van vijf jaar is leerplichtig en moet naar school. Dit wordt omschreven in de Leerplichtwet. Ouders/verzorgers of verzorgers hebben de plicht om te zorgen dat hun kind naar school gaat. In de wet is bovendien geregeld dat een kind van vijf jaar maximaal tien uur per week mag verzuimen, mits dit in overleg met de leerkracht gebeurt. Dit kan bijvoorbeeld als het kind erg snel moe is. Deze uren mogen niet opgespaard worden voor een vakantie, ze zijn alleen bedoeld om de overgang naar volledig naar school gaan te versoepelen. Het kan ook voorkomen, dat u voor uw kind verlof wilt aanvragen. Op onze school geldt een regeling voor het aanvragen van verlof. Het aanvragen van verlof geldt voor alle groepen. Er zijn drie categorieën:
categorie 1 Ziekte van het kind. U kunt dit mondeling of schriftelijk doorgeven aan de groepsleerkracht, telefonisch kunt u dit ook melden bij de school. Bezoek aan huisarts, tandarts of specialist. U kunt een verzoek mondeling of schriftelijk indienen bij de groepsleerkracht De beslissingsbevoegdheid ligt bij de groepsleerkracht
categorie 2
Bijwonen van huwelijk, bruiloft, jubileum, begrafenis/crematie of verplichtingen vanwege godsdienst of levensbeschouwing. U dient een verzoek in bij de directie van de school. U moet hiervoor een formulier invullen, dat bij de directie verkrijgbaar is. De beslissingsbevoegdheid ligt uitsluitend bij de schooldirectie.
categorie 3 Alle andere verzoeken om verlof. Ook hiervoor vult u het formulier in. In gevallen van twijfel wordt er door de directie contact gezocht met de leerplichtambtenaar. Na overleg beoordeelt de schooldirectie of er toestemming wordt verleend. De schooldirectie stuurt uw verzoek door. U krijgt bericht van de leerplichtambtenaar. De beslissingsbevoegdheid ligt bij de leerplichtambtenaar van de gemeente. Het formulier voor de aanvraag kunt u krijgen van de leerkracht bij wie uw kind in de klas zit. Ook moet er een formulier voor verlof aanvraag ingevuld worden voor kinderen die nog 4 jaar zijn. N.B. Met ingang van het schooljaar 2009-2010 mag er geen verlof meer worden gegeven voor het bijwonen van het Pinksterkamp (scouting).
9.12 oud papier inzamelingen De oudervereniging zamelt oud papier is. Het oud papier wordt d.m.v. een extra route volgens een rooster bij de woningen opgehaald. De oudervereniging krijgt een gedeelte van de opbrengst. Gedurende dit schooljaar wordt het papier op onderstaande data opgehaald: 26 sept. 31 okt. 28 nov. 19 dec. 30 jan. 27 feb. 27 maart 24 april 29 mei 26 juni
9.13. Mobieltjes Het is niet toegestaan dat kinderen mobieltjes mee naar school nemen. Deze telefoontjes worden niet altijd gebruikt waar ze voor bestemd zijn. Verder achten wij het niet noodzakelijk dat kinderen onder schooltijd moeten bellen. In dringende gevallen kan gebruik worden gemaakt van de telefoon op school. Mocht het noodzakelijk zijn dat uw kind snel bereikbaar moet zijn dan kunt u dit bij de leerkracht of conciërge aangeven.
9.14. 5 – Minutenregel In het verleden was het mogelijk om kleuters in verband met het volgen van zwemles, eerder van school te halen. Hiervoor gold de zogenaamde ‘5 minutenregel’. We vonden het belangrijk om ouders in de gelegenheid te stellen om hun kind eerder uit de klas te halen voor het volgen van deze lessen. We zijn door de leerplichtambtenaar gewezen op het feit dat dit wettelijk niet is toegestaan. Deze regel maatregel is daarom teruggedraaid.
9.15. Namenlijsten Er zijn binnen de school verschillende geledingen en werkgroepen bezig om een aandeel te leveren aan bepaalde ontwikkelingen. Omdat de personele bezetting van deze geledingen en werkgroepen gedurende een schooljaar kan wisselen, is er voor gekozen geen namenlijst in de schoolgids op te nemen maar op de website van de school te zetten. Wijzigingen kunnen op deze wijze direct worden doorgevoerd.
9.16. Foto’s en portretrecht Bij vieringen zoals Sinterklaas en Kerst is er gelegenheid voor het maken van foto’s van de leerlingen. Deze foto’s zijn alleen bestemd voor eigen gebruik en mogen niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt. Bij de intakegesprekken wordt aan de ouders gevraagd of er bezwaren zijn tegen het nemen van foto’s. De bezwaren kunnen schriftelijk worden ingediend bij de directie.
9.17. Adressenlijsten Aan het begin van het nieuwe schooljaar worden er tijdens de informatieavonden leerlingenlijsten uitgereikt. Het kan voorkomen dat ouders liever niet willen dat hun telefoonnummer bekend wordt. In dergelijke gevallen wordt verzocht dit schriftelijk bij de schoolleiding aan te geven
9.18. Kinderopvang Kinderopvang Meander en de Stichting Hoi Pippeloi verzorgen de Kinderopvang voor kinderen van 0 jaar tot het einde van de basisschool. U kunt een informatiepakket met inschrijfformulier aanvragen bij de school.
De Braskörf Steenstraat 30 9646 BA Veendam Tel. 0598 – 613790
[email protected]
openbare basisschool
Cornelis Jetseslaan 13
9646 DC Veendam Tel. 0598 – 621234
[email protected]