SCHOOLGIDS van Openbare basisschool De Kiekendief
te
Zeewolde
Inhoudsopgave een woord vooraf 1
de school
2
waar de school voor staat
3
de organisatie van het onderwijs
4
de zorg voor de kinderen
5
de leerkrachten
6
de ouders
7
financiën
8
de zorg voor de relatie school en omgeving
9
de resultaten van het onderwijs
10
regeling school- en vakantietijden, de leerplicht
11
overige informatie supplement
1
EEN WOORD VOORAF "Naar welke basisschool stuur ik mijn kind? Welke basisschool stemt het beste overeen met mijn verwachtingen en wensen?" Om u te helpen een antwoord te vinden op deze en soortgelijke vragen heeft iedere school een schoolgids Scholen verschillen steeds meer, in de manier van werken, in sfeer en in wat en hoe de kinderen er leren. De schoolgids laat zien wat ouders van de school kunnen verwachten en wat de school voor uw kind kan betekenen. Tevens stelt het ouders in staat om na te gaan of "De Kiekendief" dat onderwijs biedt waarvan u als ouder vindt dat die het beste bij uw kind past. De schoolgids verschijnt in principe ieder schooljaar. De schoolgids is dusdanig uitgevoerd dat u het supplement, dat jaarlijks verschijnt, achter in de schoolgids kunt bewaren. Deze schoolgids is geschreven om u informatie te verschaffen over basisschool "DE KIEKENDIEF". Uiteenlopende zaken komen aan de orde: • de opzet van het onderwijs op "DE KIEKENDIEF" • de sfeer op onze school • de wijze van lesgeven • de zorg voor onze leerlingen • wat de school van ouders verwacht en wat ouders van school kunnen verwachten, etc. We hopen hiermee veel van uw vragen te hebben beantwoord. De schoolgids is tot stand gekomen in samenwerking met de leerkrachten. Daarnaast hebben de Ouderraad en de Medezeggenschapsraad hun medewerking verleend. Het is altijd prettig wanneer ouders reageren op zaken die vanuit de school georganiseerd worden. Indien u als ouder ideeën heeft betreffende de inhoud van de schoolgids of suggesties ter verbetering, dan kunt u contact opnemen met de directie van de school. Uw bijdrage wordt zeer op prijs gesteld. Wilt u de school bezoeken om daadwerkelijk de sfeer te proeven dan bent u van harte welkom. Robijn Pieper, directeur
2
BASISSCHOOL "DE KIEKENDIEF”· KORTSTEEL 5 3892 BP ZEEWOLDE TELEFOON: 5221392
1. DE SCHOOL 1.1 Richting: DE KIEKENDIEF is een school voor openbaar primair onderwijs voor leerlingen van 4 - 12 jaar. In het openbaar onderwijs wordt met nadruk aandacht besteed aan de bevordering van een levenshouding die gebaseerd is op gelijkwaardigheid van de verschillende levensbeschouwingen en achtergronden van alle leerlingen. 1.2. Het bestuur. Sinds 1 januari 2005 zijn de drie openbare scholen en 1 bijzondere school samengegaan in de Stichting Samenwerkingsbestuur Zeewolde. Concreet betekent deze samenwerking dat de scholen worden aangestuurd door een schoolbestuur dat zelfstandig opereert en dat de scholen niet meer vallen onder de verantwoordelijkheid van de Gemeente Zeewolde. De 4 scholen die onder de verantwoordelijkheid van het bestuur valleb zijn; OBS De Kiekendief, OBS Het Wold, OBS Het Kofschip en School voor Daltononderwijs “de Delta”De samenstelling van het bestuur kunt u opvragen bij de directie. 1.3 Directie: De directeur is de Heer Robijn Pieper.
1.4 Situering van de school: DE KIEKENDIEF is sinds 1989 gehuisvest in een modern schoolgebouw in Zeewolde- zuid aan de Kortsteel 5. De school is gelegen in een groenzone met een parkfunctie. De school grenst aan ´de Wetering´. Zeewolde- zuid is een ruim opgezette wijk. De school ligt als het ware midden in deze wijk. In de wijk bevinden zich hoofdzakelijk koopwoningen waarin voornamelijk jonge gezinnen wonen. De groei van de school is gestabiliseerd. Het aantal leerlingen die onze school bezoeken ligt rond de 200. Doordat in de toekomst geen nieuwe woningen worden gerealiseerd neemt het aantal leerlingen niet toe.
DE KIEKENDIEF beschikt over een handvaardigheidruimte, een gemeenschappelijke ruimte met een kunstgalerie waar leerlingen en ouders hun kunstwerken kunnen exposeren en een mediatheek waarin computers, een bibliotheek en een documentatiecentrum te vinden zijn. Voor het gymnastiekonderwijs maakt de school gebruik van de sportaccommodatie van het direct in de buurt van de school gelegen sportcomplex. De kleuterafdeling heeft de beschikking over een rond speellokaal en eigen schoolplein. 3
Het gebouw telt 12 groepslokalen, 1 directiekamer, 1 kamer waar de logopediste, de schoolarts en de remedial teacher gebruik van maken. Voor het personeel is een aparte personeelskamer.
1.5 Schoolgrootte Elk schooljaar, op 1 oktober, moet het aantal leerlingen van de school worden doorgegeven aan het ministerie van Onderwijs. Aan de hand van het aantal leerlingen kan het ministerie bepalen hoeveel leerkrachten er op school mogen werken. Op onze school zijn naast de directie, groepsleerkrachten werkzaam in deeltijd en in voltijd. Daarnaast zijn werkzaam; een remedial teacher, een logopedist en een vakleerkracht gymnastiek. Tevens zijn aan de school twee intern begeleiders verbonden die de kwaliteit van de zorgstructuur binnen onze school ontwikkelen en leerkrachten hierbij begeleiden.
4
2 WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2.1 Waar de school voor staat Een missie is een bepaald doel waarvoor iedereen zich optimaal wil inzetten. De missie van een basisschool kan niet anders dan een kindgerichte missie zijn. Kinderen ontwikkelen zich in de eerste jaren van hun leven uitzonderlijk snel. Wij willen ervoor zorgen dat hun ontwikkeling aangenaam en optimaal verloopt. Onze missie en visie zijn daarop gebaseerd. Missie: De Kiekendief is een school waar zelfontplooiing en leren een vanzelfsprekendheid zijn voor ieder kind. Dit willen we bereiken door een klimaat te scheppen van veiligheid, structuur en rust waarbinnen een kind zichzelf kan zijn. 2.2 De visies van de school Hoe we onze missie bereiken wordt duidelijk door onze visie. Met andere woorden: wat zijn de middelen, welke werkwijzen hanteren we, welke aspecten vinden wij belangrijk om onze missie te realiseren: Visie op kind en ontwikkeling: Ieder kind op onze school heeft recht op acceptatie en waardering als individu. Een eerste taak van de school is te zorgen voor geborgenheid, veiligheid, structuur en rust. Het stimuleren van zelfbewustzijn, zelfverzekerdheid en verantwoordelijkheid - ook ten opzichte van anderen - zijn daarin sleutelwoorden. Is hieraan voldaan dan kan het kind zowel sociaal, emotioneel als cognitief tot ontplooiing komen. Visie op onderwijs: Kinderen ontwikkelen zich en leren in eigen stijl en tempo. Het zelfstandig werken aan en zelfstandig verwerken van de leerstof is een belangrijk gegeven binnen onze school. De te verwerven leerstof is zodanig opgebouwd dat stapsgewijs vorderingen gemaakt worden die leiden naar vastgestelde tussen- en einddoelen. Visie op levensbeschouwing en de samenleving: Kinderen van verschillende gezindten en van verschillende sociale milieus en culturen werken op onze school samen op basis van gelijkwaardigheid en respect. Naast bevordering van deze levenshouding wordt ingespeeld op ontwikkelingen in de maatschappij, zoals: informatietechnologie, roldoorbreking, vrede en veiligheid, normen en waarden, vrijetijdsbesteding -waaronder sport en spel-, kunst en cultuur.
5
2.3 Onderwijskundige vormgeving van ons onderwijs Onze onderwijskundige doelen In dit hoofdstuk geven wij de karakteristieken aan van ons onderwijs. Dit doen we niet alleen volgens de kwaliteitscriteria die de overheid hanteert, maar vooral volgens de kwaliteitscriteria die wij zelf hanteren, uitgaande van onze visie. De volgende kwaliteitscriteria hanteren we voor de komende periode van drie jaar: - voldoen aan de kerndoelen, vastgesteld door de overheid; - zorgen voor een ononderbroken ontwikkelingsgang; - verzorgen van onderwijs op maat; - toename van computergebruik door de leerlingen; - het bevorderen van zelfvertrouwen en competentie-ervaringen bij kinderen; - afstemming van het onderwijs op de leef- en belevingswereld van de kinderen. De kerndoelen Op dit moment toetsen wij of ons onderwijsprogramma voldoet aan de kerndoelen. Daarbij laten we ons leiden door wat methodemakers zeggen over de aanwezigheid van de kerndoelen in de methode. Alle door ons gebruikte methoden worden genoemd in par. 2.2. van ons schoolplan Zorgen voor een ononderbroken ontwikkelingsgang Voor het handelen van de leerkracht betekent dit dat hij of zij rekening houdt met de persoonlijkheid van elk kind en de activiteiten afstemt op de ontwikkeling van ieder kind. Voor onze school betekent dit dat wij differentiëren binnen de groep. Doubleren of een jaar overslaan gebeurt bij uitzondering en niet voordat wij samen met de ouders een zorgvuldige afweging hebben gemaakt. Het handelen van de leerkracht hangt nauw samen met het verzorgen van onderwijs op maat en het bevorderen van zelfvertrouwen en competentie-ervaringen bij leerlingen. Het beleid voor de komende jaren is er op gericht om meer klas- doorbroken te gaan werken. Dit zal inhouden dat we geleidelijk aan afstappen van het leerstofjaarklassen- systeem en overgaan naar op vaste momenten werken in niveau- en belangstellingsgroepen. Dit wil ook zeggen dat we ons richten op ieder kind afzonderlijk, door differentiatie. We proberen daaraan inhoud te geven door: - in iedere klas te differentiëren - van iedere leerling een dossier bij te houden waarin zoveel mogelijk informatie wordt opgeslagen betreffende zijn persoon en waarin de "leerweg" die hij/ zij doorloopt op onze school in kaart wordt gebracht. Onderwijs op maat Met bovenstaande zijn we al goed in staat om onderwijs op maat te leveren. Maar onderwijs op maat betekent voor ons allereerst het leveren van zorg op maat. Daarvoor hebben we in de afgelopen jaren een solide basis gelegd in de vorm van een samenhangend systeem van leerlingenzorg. Een uitwerking hiervan staat in paragraaf 2.5. van ons schoolplan.
6
Toename van computergebruik door de leerlingen Elke groep in onze school beschikt over twee of meerdere computers waar iedere leerling regelmatig aan werkt. Het gaat vooral om oefenprogramma's voor taal, rekenen en wereldverkenning. De methode Rekenrijk en Taalverhaal hebben ondersteunende software. Steeds vaker wordt de computer remediërend gebruikt. Bovendien hebben we een leerlijn ICT voor alle leerlingen waardoor ze in groep 8 in staat zijn de computer te gebruiken bij het maken van werkstukken en presentaties. Een verantwoord Internet gebruik staat daarbij voorop. In de bovenbouwklassen wordt met de kinderen een Internet protocol getekend. Ook het chatten krijgt aandacht. Bevorderen van een goede relatie, competentie en autonomie bij kinderen Omgaan met verschillen betekent: aansluiten bij de basisbehoeften van kinderen. Wanneer aan de drie basisbehoeften, een goede relatie, competentie en autonomie is voldaan zullen kinderen in staat zijn gemotiveerd te leren. Relatie: We willen dat alle leerlingen zich veilig, aanvaard en gerespecteerd voelen. Dit biedt de leerlingen de gelegenheid om van daaruit al hun aandacht en energie te richten op het leren. Ze zijn leergierig, nemen veel initiatieven, zijn erop uit om de wereld om hen heen te leren kennen en onder controle te krijgen. Competentie: We bevorderen dat de leerlingen vertrouwen hebben in hun eigen mogelijkheden, door o.a. het geven van positieve feedback door de leerkracht op het werk van de leerlingen en door het opdoen van succeservaringen. Hoe meer ze van die ervaringen opdoen, hoe meer ze leren op zichzelf te vertrouwen. Ze verwachten dat het de volgende keer wel weer zal lukken. Ze voelen zich competent. Autonomie: Het bevorderen van de zelfstandigheid en het nemen van verantwoordelijkheid bij leerlingen vormt een belangrijk onderdeel van het onderwijsprogramma op DE KIEKENDIEF. Kinderen willen n.l. dingen zelf doen, zonder hulp of ondersteuning van volwassenen. De drang naar zelfstandigheid is in ieder kind aanwezig. Ervaren dat jezelf beslissingen mag nemen, mag kiezen, motiveert ze. Afstemming van het onderwijs op de leef- en belevingswereld van de kinderen Voor ons betekent dit dat we proberen met ons onderwijs aan te sluiten bij wat kinderen bezighoudt, bij wat hun aandacht heeft. Hun behoeften van nu en van straks. Wij betitelen dit als kindgericht onderwijs. Het betekent ook: hierover praten met ouders en ouders betrekken bij de manier waarop je met hun kinderen omgaat. 2.4 Het klimaat van de school Het team van DE KIEKENDIEF streeft ernaar dat ieder kind zich er thuis voelt. Aan de sfeer in de klas wordt door iedere leerkracht veel aandacht besteed. We proberen in ieder lokaal een prettig leer- en werkklimaat te verwezenlijken. Versieringen en werkstukken van de kinderen, planten e.d. spelen hierbij een rol. In en om de school hanteren wij gedragsregels, zowel in de lokalen, de gemeenschappelijke ruimte in de school als op de speelplaats. De speelpauzes van de groepen zijn over twee verschillende schoolpleinen en grasvelden verdeeld zodat de kinderen zich voldoende kunnen uitleven in hun spel. 7
Wanneer leerlingen zich, na gewaarschuwd te zijn, toch niet kunnen houden aan de afspraken en gedragsregels van de school, dan worden de ouders zonodig op school gevraagd om hier samen met de leerkracht en/ of directie over te praten.
3. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 3.1 De organisatie van de school - Schoolorganisatie: Het onderwijs op DE KIEKENDIEF wordt thans nog gekenmerkt door een leerstofjaarklassensysteem, waarbinnen de leerlingen daar waar mogelijk, de leerstof individueel of in groepsverband verwerken. Binnen deze werkvormen krijgt het zelfstandig werken aan opdrachten en de zelfstandige verwerking van de leerstof ruime aandacht in alle groepen. Het werken met een weektaak wordt ieder leerjaar meer de eigen verantwoordelijkheid van het kind. - Samenstelling van de groepen: De groepen 1 en 2 zijn de kleutergroepen waar leerlingen van verschillende leeftijd bij elkaar zitten. Onze school heeft twee van deze kleutergroepen. De kinderen blijven ongeveer twee tot twee en een half jaar in de kleutergroep. Na deze twee jaren gaan zij naar groep 3, vervolgens kunnen de leerlingen per jaar doorstromen naar een volgende jaargroep. Deze doorstroming vindt in het algemeen plaats in augustus. De school streeft ernaar om het aantal combinatiegroepen te beperken. Echter, dit is niet altijd mogelijk daar de samenstelling van de groepen te maken heeft met het aantal leerlingen op school en de hieraan verbonden personeelsbezetting. - Groeperingvormen binnen de jaargroepen: De groeperingvormen van de leerlingen kunnen per jaargroep verschillen. Ook het leerlingen-aantal per jaargroep en de lokaalgrootte spelen hierbij een rol. Binnen onze school komt u de volgende groeperingvormen tegen: - tafels in groepjes, rijen, U-vorm of frontaal gericht naar het bord; - zitten in de kring, ter bevordering van de sociale vaardigheden zoals aan elkaar vertellen, naar elkaar luisteren. Wij onderscheiden verschillende presentatiekringen: vertelkring en themakring. Weekend- kring, krantenkring, natuurkring en boekenkring. Wij vinden het belangrijk dat de leerlingen van elkaar leren en vertellen hoe ze bijvoorbeeld een taak hebben gemaakt of een probleem hebben opgelost en dat ze leren samenwerken in de klas en in kleine groepjes. Het coöperatief leren en vertellend leren zal steeds meer een rol gaan spelen binnen ons onderwijs. Per jaar kan er een aantal keer gewisseld worden van samenstelling van een tafelgroep. Dit heeft als doel dat kinderen in aanraking worden gebracht met de verschillende leer- en sociale vaardigheden van de klasgenootjes. Het kan voor leerlingen ook zinvol zijn dat zij (tijdelijk) niet in een rij of tafelgroep zitten maar alleen aan een tafel. - Groepsgrootte: Afhankelijk van de groepsgrootte kunnen extra middelen worden aangewend voor extra ondersteuning van de leerkracht en/ of leerlingen zodat de kwaliteit van het onderwijs 8
gewaarborgd kan blijven. Dit kan betekenen dat er tijdelijk extra leerkrachten voor een groep worden ingezet. Ook het vormen van combinatiegroepen behoort tot een organisatievorm met als doel de groepsgrootte te beheersen.
9
3.2. Onderwijskundige organisatie van de school In de groepen 1 en 2 wordt hoofdzakelijk in open onderwijssituaties gewerkt. Doordat in de groepen 3 t/m 8 sprake is van een vrij grote hoeveelheid minimum- basisstof, vindt er in deze groepen een verschuiving plaats van meer open onderwijs naar meer gesloten onderwijs. Ter verduidelijking: In de gesloten onderwijsleersituatie bepaalt de leerkracht de leerstofkeuze, het lesgebeuren en de momenten waarop de leerstof verwerkt gaat worden. Bij de tussenvorm van open- en gesloten onderwijsleersituaties is er meer interactie tussen de leerkracht en de leerling. In deze leersituatie is de leerkracht begeleidend, stimulerend en coördinerend bezig. Een voorbeeld hiervan is het keuze-uur. De leerlingen worden in overlegsituaties met elkaar geplaatst. Het sociale aspect en het accepteren van elkaar en elkaars mening krijgen meer nadruk. De leerlingen kunnen meer zelfontdekkend en zelfstandig bezig zijn. De mate waarin de geschetste modellen worden gebruikt is mede afhankelijk van factoren als: - de samenstelling van de groep - het vak- en vormingsgebied - het onderwerp van de les. Alle kinderen dienen de basisstof te beheersen; daarna bestaat er voor kinderen de mogelijkheid zich op een bepaald terrein te "verrijken". We spreken dan van het basisstofverrijkingsstofmodel. Daarnaast bestaat de mogelijkheid de leerstof in een sneller of langzamer tempo te verwerken. Dit betreft uitzonderingen. Er zijn volgens ons onderdelen in het onderwijsaanbod die beter in een open- dan wel in een gesloten onderwijs- leersituatie tot hun recht komen. De inbreng van de leerkracht en de leerlingen zal dan ook steeds wisselend zijn. In de groepen 1 en 2 is op vrijwel alle terreinen sprake van een geïntegreerde aanpak. In de groepen 3 t/m 8 streven we ernaar, daar waar mogelijk, de vakken in samenhang met elkaar te geven. Op deze manier kunnen opgedane kennis en vaardigheden worden toegepast in situaties waarin ze functioneel is, bijvoorbeeld: de relatie van de Nederlandse taal met de expressievakken is aanwezig wanneer de kinderen een toneelstukje schrijven voor de maandsluiting. Met het voorgaande willen we zeker niet de illusie wekken dat we in alle gevallen de vakken in samenhang met elkaar geven, soms is dit zelfs niet wenselijk.
10
4 DE ZORG VOOR KINDEREN 4.1 De opvang van nieuwe leerlingen in de school - De plaatsing van een vierjarig kind op school Wanneer u als ouder meer informatie wilt hebben over onze school met het oog op een eventuele aanmelding, dan kunt u een afspraak maken voor een kennismakingsgesprek . In dit gesprek, dat in principe door de directeur wordt gevoerd, krijgt u allerlei informatie over onze school en bestaat er gelegenheid hierover vragen te stellen.. U krijgt, eventueel samen met uw kind, een rondleiding door de school en heeft hierbij de gelegenheid om rustig rond te kijken. Na aanmelding en inschrijving door de ouders, via een inschrijfformulier, geldt de volgende procedure: • Voordat uw kind vier jaar wordt, ontvangt u een berichtje waaruit blijkt bij welke leerkracht uw kind in de groep komt; • De (bijna) 4- jarige nieuwe leerlingen krijgen tevens een uitnodiging om vijf dagdelen kennis te maken in de nieuwe groep. Indien gewenst kunt u de eerste keer samen met uw kind het klassengebeuren verkennen. Voor sommige kinderen is een hele dag naar school te veel van het goede. Beter is het om dan de eerste periode alleen de ochtenden te komen. • Wordt uw kind binnen de laatste zes weken van het schooljaar vier jaar, dan begint de eerste echte schooldag na de zomervakantie. - Aanmelden van nieuwe leerlingen Voor kinderen die van school veranderen, bijv. door een verhuizing, en ouder zijn dan vier jaar, geldt dezelfde wijze van aanmelden en inschrijven als bij de vierjarige kinderen. Na inschrijving via het aanmeldingsformulier ziet de procedure er als volgt uit: • Er kan een kennismakingsbezoek worden afgesproken in de groep waar de leerling geplaatst zal worden; • De één na laatste woensdag van het schooljaar draait de school een dagje in de groepssamenstelling, zoals die er na de vakantie uit zal zien. Dat is een ochtend waar de leerlingen mogen "ruiken aan de leerstof" van het volgende schooljaar en die door ons: "Doorschuifdag" wordt genoemd. Van leerlingen die van een andere basisschool komen, ontvangen wij een onderwijskundig rapport van de vorige school en een uitschrijfformulier. Door de inschrijving verklaren ouders zich akkoord met de regels van de school. - Uitschrijven van leerlingen Wanneer u gaat verhuizen of indien er een andere reden is waarom u uw kind wilt uitschrijven, dan ontvangen wij dit verzoek graag schriftelijk. In de brief vermeldt u de naam van de leerling, de groep, de reden, op welke nieuwe school (naam, adres, postcode, plaats en telefoonnummer, land) de leerling is ingeschreven en de datum van ingang. Elke vertrekkende leerling krijgt voor de vervolgschool een z.g. onderwijskundig rapport mee en 11
een werkverslag. Het rapport heeft tot doel de ontvangende school te informeren over de gevolgde methoden, de leerinhouden en de vorderingen hierin. 4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school Op De KIEKENDIEF volgen wij de vorderingen van de leerlingen op drie manieren: a. via observaties: Dagelijks worden de leerlingen geobserveerd door de leerkracht. Deze observaties leveren ons veel informatie op ten aanzien van de werkhouding, de concentratie, het sociale gedrag, de leervorderingen etc. In de groepen 1 en 2 is dit, samen met het gebruik van observatielijsten die onderdeel zijn van het leerling-volgsysteem, de belangrijkste manier waarop de ontwikkeling wordt gevolgd. In de groepen 3 t/m 8 wordt het schriftelijke werk van de leerlingen dagelijks nagekeken en beoordeeld. b. met methode- gebonden toetsen: Wij hanteren methode- gebonden toetsen voor rekenen, spelling, taal en begrijpend lezen. Bij gymnastiek observeert en toetst de vakleerkracht. De resultaten van de toetsen worden bijgehouden in de toetsmap. De resultaten van lezen en spelling komen op het individuele leerlingenformulier in de leerlingenmap. c. met methode- onafhankelijke toetsen: Verschillende keren per jaar worden de leerlingen getoetst met methode-onafhankelijke toetsen, zoals bijvoorbeeld de CITO-toets. Bij de toetsen van het CITO worden de resultaten zowel op individuele lijsten als op klassenoverzichten genoteerd. De intern begeleider interpreteert de gegevens en bespreekt deze na met de leerkrachten. Indien nodig wordt er een vervolgonderzoek en/ of handelingsplan afgesproken. - Registratie van de vorderingen De klassenoverzichten worden in een toetsmap bewaard; de individuele lijsten komen in een leerlingendossier. In het leerlingendossier worden ook andere gegevens van de leerling opgeslagen, zoals persoonlijke gegevens bijv. de school van herkomst, afspraken met ouders, handelingsplannen en onderzoeksverslagen. In verband met de privacy zijn deze alleen toegankelijk voor de directie en de leerkrachten. De volgende methode-onafhankelijke toetsen worden bij de leerlingen afgenomen: * CITO-Begrippentoets groep 2 en 3 * AVI- leestoets groep 3 t/m 8 * CITO-drie-minutenleestoets groep 3 t/m 8 * CITO-SVS (spelling) groep 3 t/m 8 * CITO- Begrijpend Lezen groep 4 t/m 8 * CITO- Rekenen groep 3 t/m 8 * CITO-entreetoets groep 7 * CITO-eindtoets groep 8 * HAGO-schoolvragenlijst groep 8. - Leerlingbespreking en bespreking van de toetsgegevens
12
Tijdens de leerlingbesprekingen worden door de intern begeleider, twee keer per jaar de CITO- toetsresultaten besproken. Conclusies worden getrokken op drie niveaus: a. de individuele leerling, b. de groep, c. de doorgaande lijn binnen de school. Uitvallende leerlingen komen in het begeleidingstraject van de school. Dit zijn de leerlingen die bij één of meer vakken op D- E niveau van het leerlingvolgsysteem scoren. De Dleerlingen zijn de leerlingen die besproken worden; de E- leerlingen worden nader gediagnosticeerd en met behulp van handelingsplannen verder geholpen in en buiten de klas. De leerlingen die hoog in het A-niveau scoren, waaronder de (hoog) begaafden worden op eenzelfde wijze begeleid. - Verslag naar ouders De ouders van de leerlingen uit groep 2 t/m 8 krijgen twee keer per jaar ( januari en juni) een werkverslag en werkmap van hun kind. De ouders van de leerlingen van groep 1 ontvangen alleen een werkmap. In de werkmap zit een overzicht van het werk van een afgelopen periode. Aan het einde van de schoolloopbaan is in de werkmap een overzicht ontstaan van wat het kind in de 8 basisschooljaren zoal heeft gedaan. In het werkverslag wordt het persoonlijk functioneren van het kind uitvoerig beschreven en worden de leervorderingen vermeld. In januari worden alle ouders op school uitgenodigd om het werkverslag te bespreken. Ook in juni is daartoe gelegenheid, op basis van vrijwilligheid. Daarnaast organiseren we twee keer per schooljaar een spreekuur waarvoor de ouders een afspraak kunnen maken. Iedere leerkracht stelt dan de ouders op de hoogte van de vorderingen en de resultaten van hun kinderen. Zonodig worden er extra afspraken gemaakt om de ontwikkeling van het kind uitgebreider te bespreken. Dit kan op uw initiatief of van de leerkracht. -De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften We proberen het onderwijs op De Kiekendief af te stemmen op de onderlinge verschillen, die er bij leerlingen zijn. Kinderen met leer- en ontwikkelingsproblemen krijgen de mogelijkheid om met een aangepast programma de school te doorlopen. De leerlingen die hoog in het A- niveau scoren, waaronder de (hoog) begaafden, worden besproken, daarnaast kunnen er afspraken worden gemaakt ten aanzien van vervolgonderzoek en aangepaste leerstof. Ook voor hoogbegaafde leerlingen is het van belang dat zij zich in eigen tempo en op hun eigen wijze mogen ontwikkelen. Dit kan betekenen dat een leerjaar wordt overgeslagen óf dat twee leerstofjaren in één jaar worden doorlopen. We bieden de mogelijkheid dat op één of meerdere vakgebieden een individueel programma wordt gevolgd. Er wordt verrijking- en verdiepingsstof aangeboden. Momenteel onderzoeken we mogelijkheden om (hoog) begaafde leerlingen met elkaar in contact te brengen. Vaak ondervinden deze kinderen hinder van het feit dat zij vanwege hun andere interesses en voorsprongen "anders zijn". Contact met ontwikkelingsgelijken kan hieraan tegemoet komen. Het zorgoverleg; - De interne begeleider De internbegeleiders hebben samen met de remedial teacher en de directie regelmatig zorgoverleg. Hierin worden de zorgleerlingen besproken. Vastgesteld wordt welke leerlingen remedial teaching kunnen krijgen. 13
Om de zorg binnen de school goed te organiseren zijn twee intern begeleiders aangesteld, één voor de onderbouwgroepen en één voor de bovenbouwgroepen. Bij de intern begeleiders kunnen leerkrachten en ouders terecht met hun vragen over leerlingen/ kinderen die in de groep problemen ondervinden ten aanzien van het gedrag en het verwerven en verwerken van kennis en vaardigheden. Op het moment dat de school de zorg niet meer alleen vorm en inhoud kan geven en hulp van buitenaf nodig heeft, kan een beroep worden gedaan op: de schoolbegeleidingsdienst, ambulante begeleiding vanuit het Speciaal Onderwijs, Bureau Jeugdzorg, de G.G.D. Er kan ook een beroep gedaan worden op de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL), uiteraard in overleg en met toestemming van de ouders. Deze commissie bestaat uit deskundigen en heeft beslissingsbevoegdheid ten aanzien van (tijdelijke) plaatsing van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs en de toekenning van ambulante begeleiding vanuit het samenwerkingsverband. -Logopedie op school De logopedist verricht een screening onder de vijfjarige leerlingen die problemen hebben op het gebied van spraak, taal, stem en gehoor, bijvoorbeeld: - een kind met een achterstand in de spraakontwikkeling (het kind kan bijvoorbeeld één of meer klanken nog niet goed uitspreken) - een kind met een achterstand in de taalontwikkeling (het kind maakt in verhouding met zijn leeftijdsgenoten gebrekkige zinnen) - een kind dat slist of stottert - een kind dat problemen heeft op het gebied van de auditieve vaardigheden (het kind heeft bijvoorbeeld moeite met het onthouden van zinnen, woord- of cijferreeksen en/ of met het onderscheiden van verschillende geluiden, woorden of klanken) - een kind dat hees of schor is - een kind dat vaak met open mond zit en op latere leeftijd , bijvoorbeeld in groep 4, nog kwijlt of duimt - een kind dat teveel of te weinig door de neus praat. De aanmelding: Dit kan geschieden door de leerkracht, de ouders, de schoolarts, de schoolbegeleider of specialist, na toestemming van de ouders. Na een onderzoek wordt dan in overleg met de ouders en de leerkracht bepaald of het kind wel of niet logopedische behandeling nodig heeft. Komt het kind voor behandeling in aanmerking dan vindt er een doorverwijzing via de huisarts plaats richting een vrij gevestigde logopedist. Bij de behandeling worden de ouders en de betreffende leerkracht zoveel mogelijk betrokken. Het is niet altijd nodig het kind direct te behandelen. Het geven van een aantal adviezen aan ouders kan soms al voldoende zijn. Soms komen kinderen op een controlelijst te staan om de ontwikkeling of spontane verbetering af te wachten. Onderzoek van de nieuw aangemelde kinderen en controle van reeds bekende kinderen vindt plaats tijdens een onderzoeksperiode. - Contactpersonen Preventie van seksuele intimidatie staat volop in de belangstelling. Het taboe rond dit thema is doorbroken. Het gaat hierbij om seksueel gerichte aandacht die tot uiting komt in verbaal, fysiek of non-verbaal gedrag. Ook seksistisch taalgebruik en het meebrengen van seksistische plaatjes, posters e.d. worden door ons ongewenst geacht. 14
Alle openbare scholen hebben inmiddels één of meerdere contactpersonen aangesteld. Belangrijke taken van een contactpersoon zijn: signaleren, opvang en verwijzing van leerlingen die met seksuele intimidatie zijn of worden geconfronteerd. De contactpersonen leveren een belangrijke bijdrage aan het voorkomen van ongewenst gedrag. Leerlingen, leerkrachten en ouders kunnen bij hen terecht. Voor de namen en de bereikbaarheid van de contactpersonen verwijzen wij u naar het supplement van deze schoolgids. 4.3 De begeleiding van de overgang van de leerlingen naar het voortgezet onderwijs: - Gegevens die van de leerlingen worden verzameld, de wijze van adviseren en de procedure die gevolgd wordt. Wanneer de kinderen in groep 8 van de basisschool zitten, wordt bepaald naar welke scholen voor voortgezet onderwijs de leerlingen zullen gaan, na het verlaten van de basisschool. Bij aanvang van het schooljaar worden ouders van de leerlingen van groep 8 op een voorlichtingsavond geïnformeerd over de overstap naar het voortgezet onderwijs. De leerkracht vertelt welke lesstof en andere activiteiten de leerlingen dat schooljaar mogen verwachten ter voorbereiding op het voortgezet onderwijs, de verschillende vormen van voortgezet onderwijs en de mogelijkheden in Zeewolde en in de omgeving. Tijdens de spreekuren in september en november worden de vorderingen van de leerling met de ouders besproken. De schoolkeuze vindt plaats na overleg tussen kind, ouders, de groepsleerkracht en een lid van de directie. Het is volstrekt duidelijk dat de schoolkeuze niet alleen in groep 8 wordt bepaald. Gedurende de gehele schoolperiode verzamelen wij allerlei gegevens van onze leerlingen. Al deze gegevens bij elkaar monden uit in een zogenaamd schooladvies. Een voorlopig schooladvies volgt begin januari, dit in samenhang met de werkhouding en de sociale redzaamheid van de leerling en voorafgaande aan de CITOeindtoets. Naar aanleiding van dit gesprek en ons schooladvies kunt u één of meerdere voorlichtingsdagen bezoeken van de scholen van voortgezet onderwijs. Omstreeks maart volgt het definitieve advies aan de leerling en de ouders. Dit advies gaat dan vergezeld van de uitslag van de CITO-eindtoets en de uitslag van de HAGO-toets. De leerkracht en de directeur melden de leerling bij het voorgezet onderwijs aan. Alle leerlingen waar van het schooladvies en de CITO-score voldoen, zullen op de betreffende school worden toegelaten. Indien één van de twee afwijkend is nemen de scholen contact met elkaar op om de verdere mogelijkheden te bespreken. In de loop van de maand mei hoort u of uw kind al of niet is toegelaten. Iedere leerling wordt doorgesproken met de toekomstige mentor of brugklascoördinator. Elk jaar hebben de scholen van voortgezet onderwijs en de basisscholen contact met elkaar over de vorderingen van oud-leerlingen. 4.4 Activiteiten voor kinderen onder- en buitenschooltijd Belangrijke activiteiten die in de groepen 1 en 2 plaatsvinden: - taalactiviteiten; voorlezen, vertellen, met elkaar een gesprekje voeren, een eigen verhaal maken - werken met ontwikkelingsmateriaal; puzzels, rubriceerspelletjes, spelen aan de zand- en watertafel, bouwen met blokken, bezig zijn met constructiemateriaal zoals lego - bewegingsactiviteiten; gymnastiek en spelactiviteiten in het speellokaal en de gymzaal - expressieactiviteiten; allerlei activiteiten met verf, papier, potlood, klei, muziek en toneel - voorbereidende lees- en rekenactiviteiten. 15
Basisvaardigheden (schrijven, taal, lezen en rekenen) In groep 3 wordt begonnen met schrijven, taal, lezen, en rekenen. Uiteraard zullen er bij de kinderen verschillen zijn in de uitvoering en verwerking van de leerstof. De leerkracht houdt, door middel van observatie en registratie van de vorderingen, de ontwikkeling van ieder kind bij. Vanuit die verkregen informatie kan de leerkracht een kind extra ondersteuning aanbieden. Deze extra ondersteuning wordt door de groepsleerkracht zelf geboden, tijdens de zelfstandig werkuren. Kinderen die meer leerstof aan kunnen krijgen meer verrijking- en verdiepingsstof aangeboden. Het ontwikkelen van een goed handschrift is voor ieder kind van belang. Daar wil de school graag aan meewerken. Dat doen wij o.a. door tijdens de lessen aandacht te schenken aan het goed en leesbaar schrijven. De schrijfmethode "Schrijven in de basisschool" wordt gebruikt om de juiste schrijfwijze van de letters en cijfers bij de kinderen aan te leren. De school verstrekt goed schrijfmateriaal. De kinderen schrijven vanaf groep 3 eerst met potlood. In groep 4 krijgen zij een vulpen van school. Bij het onzorgvuldig omgaan met de vulpen (stuk of kwijt) wordt er door de ouders een nieuwe vulpen aangeschaft, een schoolvulpen (deze is via de school te koop) of een Lamy-vulpen. De taallessen bestaan o.a. uit het maken van invuloefeningen, een verhaal afmaken; mondeling of schriftelijk. Het maken van spellingsoefeningen en het maken van een dictee aan het begin- en einde van de week. Veel aandacht is er voor het leren praten met elkaar, naar elkaar luisteren en hierop goed kunnen antwoorden. Ook wordt kinderen geleerd hun eigen mening onder woorden te brengen. In het schooljaar 2004-2005 is er een nieuwe taalmethode TAALVERHAAL voor de groepen 4 t/m 8 in gebruik genomen. De invoering van deze methode vindt voor groep 3 in het schooljaar 2005-2006 plaats. Na het voorbereidend en aanvankelijk lezen ( het leren lezen) onderscheiden we verschillende onderdelen: het technisch lezen, het begrijpend lezen, informatie verwerven en leesbevordering. Technisch lezen: Het verbeteren van de leestechniek. De kinderen leren woordgroepen als een samenhangend geheel van woorden te zien en te lezen. Bovendien worden teksten hardop gelezen. Begrijpend lezen: De kinderen leren de betekenis van woorden die naar andere woorden of zinnen verwijzen. Tevens leren zij de opbouw en samenhang van teksten te begrijpen. We gebruiken hiervoor de methode “Wie dit leest”. Informatieverwerking: Tijdens de leeslessen wordt ook aandacht besteed aan die aspecten van lezen die van belang zijn voor het leven van alledag. Het zogenaamde functionele lezen. Bijvoorbeeld het lezen van een jeugdtijdschrift, een weekblad, pictogrammen, telefoonboek, etc. Leesbevordering: Er doet zich bij kinderen een gunstige ontwikkeling in hun belangstelling en voorkeur voor verhalen en boeken voor, als we hen regelmatig in bepaalde situaties en confrontaties brengen zoals voorlezen, verschillende soorten teksten lezen met en zonder illustraties, open gesprekken over verhalen en ze een diversiteit van boeken aanbieden. We laten de kinderen vertellen hoe ze een boek waarderen en waarom ze er zo over denken. Ook leren de kinderen dat sommige kinderen er andere ideeën of gevoelens op na houden maar dat die even waardevol zijn. Rekenen leren de kinderen op onze school via een realistische reken- en wiskundemethode, aan de hand van problemen die nauw verbonden zijn met de echte of voorstelbare realiteit. 16
De kinderen worden in situaties gebracht waarin het accent ligt op de vele wijzen van benaderen en de verschillende manieren van oplossen. Er zijn verschillende momenten die de kinderen in de gelegenheid stellen tot samenwerken. De verschillende leerstofonderdelen worden zoveel mogelijk in onderlinge samenhang met elkaar gebracht. Voorbeelden hiervan zijn: - breuken, procenten en verhoudingen - meten en meetkunde. Op deze wijze ontstaat er geen verzameling van losse kenniseenheden, maar worden de leerinhouden ingepast in de aanwezige kennis. Sinds 2003 is de methode REKENRIJK in gebruik. Wereldoriënterende vakken We zorgen ervoor dat de kinderen Nederland, Europa en de werelddelen leren kennen en hoe mensen er leven. De kinderen leren over de geschiedenis van ons land. Daarnaast wordt binnen deze lessen ook aandacht geschonken aan verschillende geestelijke- en culturele aspecten in de samenleving. Ook het milieu wordt niet vergeten. In de groepen 1 t/m 4 worden natuuronderwijs, aardrijkskunde en geschiedenis niet afzonderlijk gegeven. Er worden in die groepen onderwerpen behandeld die voor jonge kinderen interessant zijn en aan de hand waarvan kennis en inzicht kan worden aangebracht op het gebied van de Wereldoriënterende vakken. We maken gebruik van de methodes voor geschiedenis “Wijzer door de tijd “ en voor aardrijkskunde “Wijzer door de wereld” Engels. Vanaf groep 7 en 8 krijgen kinderen ook les in de Engelse taal. Daarvoor gebruiken we de methode “Hello World”. Deze methode is in 2003 ingevoerd. Techniek in het basisonderwijs. Medio maart 2005 is de school ingeloot voor het project “Techniek in het basisonderwijs”. We zijn samen met 540 andere scholen uitverkoren om techniek binnen het basisonderwijs versneld inhoud te geven. Daarvoor is een extra subsidie van € 12000,- (over en periode van 3 jaar) beschikbaar gesteld. Samen met het regionale centrum techniek VTB in Almere gaan we de komende drie jaar techniek binnen ons onderwijs-leerprogramma invoeren. Expressieactiviteiten en lichamelijke opvoeding Dat kinderen zich niet alleen intellectueel moeten ontwikkelen komt tot uitdrukking in onze expressieactiviteiten die wij in ons leerstofprogramma hebben opgenomen. Zo zijn er vaste momenten in de week waarop de kinderen individueel en/of in kleine groepjes creatief bezig kunnen zijn: knutselen, toneel, muziek en dans zijn een paar voorbeelden hiervan. Een gezonde geest in een gezond lichaam. Naast het vele denkwerk op school is er gelukkig ook ruimte om in het speellokaal, de sporthal of buiten op het veld je energie kwijt te kunnen. Het dragen van gymnastiekkleding en gymschoenen raden wij ten zeerste aan. De kinderen douchen, vanaf groep 5, na afloop van de gymnastieklessen. Om hygiënische redenen is dit verplicht. De kinderen van de groepen 1 en 2 krijgen gymles in het speellokaal dat in het schoolgebouw aanwezig is. De kinderen zijn er spelend en ontdekkend bezig. De nadruk ligt 17
in deze lessen op het aanleren van de grondvormen van bewegen. Geestelijke Stromingen De verschillende godsdiensten en levensbeschouwelijke richtingen die in onze samenleving voorkomen, worden tijdens de gewone lessen behandeld. In de bovenbouwgroepen komt dit tijdens de aardrijkskunde- en geschiedenislessen aan de orde. De onder- en middenbouwgroepen behandelen tijdens kringgesprekken en n.a.v. de kerkelijke feestdagen. Bovendien zijn er voor de school twee of drie projecten geestelijke stromingen over één schooljaar. Op elke openbare school worden kinderen in de gelegenheid gesteld om tijdens de schooluren godsdienstles te volgen. Deze lessen worden gegeven aan die leerlingen van wie de ouders, volgens een schriftelijke, bij de directeur van de school afgegeven, verklaring er prijs op stellen dat hun kind aan het vanwege kerkelijke gemeente, kerk, of vereniging te geven godsdienstonderwijs deelneemt. De gemeente Zeewolde, die ook de subsidie verstrekt voor dit stukje onderwijs, heeft hiervoor een aantal regels opgesteld: - een groep waar godsdienstles aan wordt gegeven moet bestaan uit minimaal 15 leerlingen uit groep 5 t/m 8; - de verantwoordelijkheid van de inhoud van dit onderwijs, evenals de zorg, dat dit onderwijs op pedagogisch en didactisch verantwoorde wijze wordt gegeven, berust bij de kerkelijke gemeente, kerk of vereniging, welke dit onderwijs verzorgt. Naast het jaarlijkse leerstofprogramma kent onze school nog een aantal andere activiteiten die onder- en buiten schooltijd plaatsvinden: De schoolreis en het kleuterfeest: De groepen 1 en 2 houden jaarlijks een zogenaamd kleuterfeest. In de onmiddellijke nabijheid van de school wordt een spel-en feestprogramma uitgevoerd, dat in het teken staat van een bepaald thema. Deze dag wordt in de zomermaanden gehouden. Voor de groepen 3 t/m 8 is er aan het begin van het schooljaar een schoolreis. Groep 7 en 8 gaan enkele dagen op schoolkamp. De bestemming van iedere groep wisselt per jaar. We hebben ervoor gekozen om de schoolreis aan het begin van het schooljaar te houden. De leerlingen en hun nieuwe groepsleerkracht leren elkaar zo kennen in een niet-schoolse situatie. Dit geldt ook voor eventueel nieuwe leerlingen die op deze manier op een ontspannen wijze kennismaken met de nieuwe groep. Naast plezier staat, anders dan in de schoolsituatie, tijdens de schoolreis het sociaal-leren centraal: met elkaar omgaan, rekening houden met elkaar. Na de schoolreis vindt een evaluatie van de reis in de klas plaats waarbij taalexpressie en handvaardigheid middelen zijn om de ervaringen te verwerken. De sportdag: Eén maal per jaar organiseren de leerkrachten van groep 1 t/m 4, samen met ouders een sportdag voor de onderbouwgroepen van onze school. Eén maal per jaar is er een gemeentelijke sportdag voor groep 5 t/m 8 waaraan alle basisscholen van Zeewolde aan deelnemen. Sporttoernooien: 18
Per jaar komt er vanuit de gemeente Zeewolde een overzicht van de te houden schoolsporttoernooien. Afhankelijk van het enthousiasme van de leerlingen en beschikbare tijd van de leerkrachten en de ouders wordt hieraan (buiten schooltijd) deelgenomen. Excursies: Vaak is er aansluiting te vinden bij het lesprogramma op school. Dit geldt eveneens voor toneelvoorstellingen en lessen van Natuur en Milieueducatie. Om de leerlingen in direct contact met de natuur te brengen maken we tijdens de lessen gebruik van ons eigen Kiekendiefbos en onze schooltuin. 5. DE LEERKRACHTEN De leerkrachten vormen de motor van de school. Dat stelt aan de individuele leerkracht en aan het team als geheel hoge eisen ten aanzien van deskundigheid, samenwerking en inzet. Het team van DE KIEKENDIEF vormt één geheel dat elkaar aanvult, corrigeert en stimuleert. Alle teamleden hebben dezelfde kerntaak: onderwijs geven vanuit de grondgedachte van het openbaar onderwijs en vanuit de missie en visie van de school. Hun onderwijsgevende taak wordt aangevuld met taken die direct en indirect voortvloeien uit de onderwijsgevende werkzaamheden en die de schoolorganisatie in stand houden. - Leerkrachtenprofiel De leerkracht is een inspirerend mens dat vanuit het beroep van het leraarschap leiding kan geven aan een groep kinderen. Het contact met de individuele leerling is gericht op persoonlijke ontwikkeling en ontplooiing. De leerkracht heeft aandacht voor de leerlingresultaten. Als teamlid voelt men zich betrokken bij alle processen rond klassen- en schoolorganisatie. De leerkracht draagt vanuit een persoonlijke kwaliteit bij aan het ontwikkelen van vernieuwing en beleid op schoolniveau. In de omgang met ouders kan de leerkracht de schoolvisie uitdragen en, waar nodig, de hulp van ouders effectief inzetten. • •
•
Activiteiten ter verbetering van het onderwijs De school heeft een aantal instrumenten ten dienste om informatie te verzamelen over het functioneren van het personeel. Die instrumenten zijn o.a. functioneringsgesprekken, beoordelingsgesprekken, groepsbezoeken. Regelmatig zijn er bouwvergaderingen. Deze vergaderingen worden voorgezeten door een bouwcoördinator. De vergaderingen kunnen zowel organisatorisch van aard zijn, als onderwijsinhoudelijk. Teamvergaderingen. Ook hier staan organisatorische en onderwijsinhoudelijke onderwerpen centraal. Op dit niveau worden er beslissingen genomen over onderwijsverandering en onderwijsvernieuwing.
- Wijze van vervanging bij ziekte, ADV, studieverlof, scholing Het is niet meer zoals vroeger dat een leerkracht de hele week werkt en daarmee de enige leerkracht van een groep is. De groepen bij ons op school hebben één of twee leerkrachten. Wij proberen het zo te regelen dat de vervanging van de groepsleerkracht bij ziekte, studieverlof, ADV en scholing, indien mogelijk, intern geregeld wordt. Dat wil zeggen dat er geprobeerd wordt de juffrouw of meester die bekend is met de kinderen van een groep in die groep te laten werken zodat de situatie voor de leerlingen vertrouwd en bekend is. 19
- Scholing van leerkrachten en directie Jaarlijks volgen de leerkrachten en de leden van de directie, individueel of als team, cursussen om het onderwijs op De KIEKENDIEF up to date te houden. De cursussen die gevolgd worden vinden onder of na schooltijd plaats. Richtinggevend voor de keuze van de nascholingscursussen zijn de onderwijskundige veranderingen op school, zoals beschreven in het schoolplan. Welke cursussen de teamleden volgen, kunt u lezen in het supplement. - De begeleiding en inzet van stagiaires van PABO's Op onze school krijgen studenten van de PABO uit Zwolle en Utrecht de gelegenheid om stage te lopen. Zij krijgen lesgevende taken en opdrachten voor onderzoek bij kinderen. Soms komt het voor dat een student de gehele dag de lessen verzorgt. De groepsleerkracht is tijdens deze lessen aanwezig in de groep en blijft altijd verantwoordelijk. 6 DE OUDERS 6.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders Als ouder geeft u een deel van de begeleiding van en de zorg voor uw kind uit handen. Zeker voor ouders van wie het eerste kind naar de basisschool gaat, is dat soms even wennen. Ouders en leerkrachten zijn gezamenlijk betrokken bij veel aspecten van de opvoeding van het kind. Daarom is het belangrijk dat er een overeenkomst is in de visie op het kind in de school- en thuissituatie. We vinden het belangrijk op onze school een klimaat te scheppen waarin de communicatie tussen ouders en school helder verloopt. Voor de leerkracht kan het soms belangrijk zijn om meer over de ontwikkeling van uw kind te weten te komen. Informatie van de ouders kan daarbij van groot belang zijn. Het is in het belang van het kind als ouders zich in grote lijnen kunnen vinden in de onderwijskundige opvattingen van onze school. Door de actieve inzet van ouders bij activiteiten, zowel binnen het leerprogramma als daarbuiten, kunt u extra waarde toevoegen aan de schoolperiode van uw kind. Uw inzet heeft een positieve invloed op de ontwikkeling van uw kind. 6.2 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school Door middel van onderstaande opsomming geven we aan hoe we de informatie tussen ouders en school hebben georganiseerd. - Algemeen: Ouders die hun kinderen naar school brengen, kunnen 's morgens en 's middags mee naar binnen lopen. In de kleutergroepen en in de periode wanneer de leerlingen net in groep 3 zitten, mogen de ouders even mee het lokaal in. Buiten schooltijd is de klas toegankelijk voor ouders die het werk van hun kind willen bekijken. Doorgaans is de leerkracht dan wel bereikbaar voor een kleine vraag of mededeling; - Afspraak met de leerkracht: Wanneer u eens wat langer met de leerkracht over uw kind wilt praten of u maakt zich zorgen over de ontwikkeling van uw kind, dan kunt u een afspraak maken met de leerkracht. Een dergelijk initiatief kan natuurlijk ook van de leerkracht uitgaan; - Afspraak met de directie: Zijn er problemen die in eerst instantie niet tussen u en de leerkracht opgelost kunnen worden, dan kunt u een afspraak maken met de directie. Deze zal te allen tijde terugkoppelen naar de leerkracht. - Informatieavond: Aan het begin van het schooljaar is er voor iedere groep een informatieve bijeenkomst voor ouders, waar u tevoren voor wordt uitgenodigd. Op deze 20
-
-
-
avond maakt u kennis met de leden van de Ouderraad en de Medezeggenschapsraad en met de leden van het team. U maakt kennis met de leerkracht van uw kind Op deze avond wordt algemene informatie gegeven over de school en speciaal over de groep. Aan de orde kunnen komen: de dagindeling, de werkwijze rondom bepaalde vakgebieden, de dag- en weektaak, bijzondere activiteiten en allerlei van belang zijnde praktische zaken. Ouderavonden (verschillende per jaar): zowel zakelijk, informatief als feestelijk; Spreekuur van de leerkracht: Twee keer per jaar ontvangt u een uitnodiging voor het spreekuur van de leerkrachten. Tijdens het spreekuur bent u in de gelegenheid met de leerkracht te praten over de vorderingen en ontwikkeling van uw kind. Werkverslagbesprekingen: Twee keer per jaar wordt u uitgenodigd om tijdens een tienminutengesprek te komen praten over de ontwikkeling van uw kind. Uitgangspunt hierbij is het werkverslag dat de leerlingen van groep 2 t/m 8 meekrijgen. In de werkverslagen staat een overzicht van datgene wat uw kind in een bepaalde periode aan leerstof heeft verwerkt en de wijze waarop het dit heeft gedaan. Kijkochtend: Ouders kunnen, na het maken van een afspraak, een (halve) ochtend meekijken in de klas. Voorlichtingsavond: Dit is de avond voor de ouders van de achtste groepers met het oog op de schoolkeuze van het voortgezet onderwijs. U ontvangt hiervoor een uitnodiging.
Andere informatiebronnen: - Deze Schoolgids met jaarlijks een supplement; - Een KIEKENDIEF kalender; - Het Nieuwsdiefje: deze verschijnt één keer per week en bevat algemene informatie m.b.t. activiteiten in de school, vergaderingen van de Ouderraad, de Medezeggenschapsraad, berichten uit de klas, een kinderpagina etc.; 6.3 Ouderactiviteiten: Een andere manier waarop u betrokken kunt zijn bij de school betreft een aantal praktische zaken. Op een moderne school met een breed leerstofaanbod en een groot aantal andere activiteiten gedurende het schooljaar, zijn hulp en ondersteuning van ouders onmisbaar. U kunt mede inhoud geven aan een goede leef- en werkomgeving door beschikbaar te zijn voor leerlingactiviteiten. In meer structurele zin kunt u een bijdrage leveren aan verschillende activiteiten: - Klassenouders: Iedere groep heeft een klassenouder. Zij zijn onmisbaar en worden betrokken bij feesten, excursies en schoolreizen. Zij helpen de leerkracht bij de organisatie en uitvoering hiervan. Niet altijd hoeven zij zelf behulpzaam te zijn, in de meeste gevallen zullen ze andere ouders van de groep vragen een handje te helpen. Verder zal iedere leerkracht nog zijn of haar eigen vragen hebben, voor hulp van de klassenouder. - Ouderhulp: Verder zijn ouders actief bij: • het uitlenen van boeken in de schoolbibliotheek; • begeleiden van leerlingen in het documentatiecentrum; • de expressiemiddagen; • de schoolreizen en excursies; • tuinieren in de schooltuin samen met de leerlingen. - Via de Medezeggenschapsraad en de Ouderraad. 21
Mocht u interesse hebben om actief bij de school betrokken te zijn, dan kunt u contact opnemen met een lid van de Ouderraad of met de groepsleerkracht. 6.4 Inspraak - De Medezeggenschapsraad: De medezeggenschapsraad (MR) is een wettelijk ingesteld inspraakorgaan, bestaande uit drie ouders en drie teamleden. Zij bespreekt zaken die beleid en organisatie van het onderwijs op DE KIEKENDIEF betreffen en onderling overleg in de school bevorderen. De Medezeggenschapsraad vergadert om de vier weken. De agenda van de vergadering wordt van tevoren bij de entree van de school bekend gemaakt. In principe kunnen de vergaderingen door elke ouder worden bijgewoond. De Medezeggenschapsraad heeft regelmatig overleg met de directeur en twee keer per jaar met het Bevoegd Gezag Eénmaal per jaar wordt verslag aan de ouders uitgebracht tijdens de jaarvergadering die de Medezeggenschapsraad en de Ouderraad gezamenlijk organiseren. Daarnaast brengt de Medezeggenschapsraad via het Nieuwsdiefje regelmatig verslag uit over haar werkzaamheden. Heeft u belangstelling voor het werk van de Medezeggenschapsraad, dan wordt u van harte uitgenodigd een vergadering bij te wonen. Ook kunt u voor informatie of vragen altijd contact opnemen met één van de leden van de Medezeggenschapsraad. Hun namen vindt u in het supplement van deze schoolgids. - De Ouderraad: De Ouderraad (OR) is een vertegenwoordiging van ouders van wie de kinderen op DE KIEKENDIEF naar school gaan. De raad heeft als belangrijkste taken: - Luisterend oor voor de ouders, contactorgaan tussen ouders, team en MR - Coördineren van ouderparticipatie - Hulp bij feesten en andere activiteiten - Beheer van de ouderbijdragen. Veel van de activiteiten op en rond de school worden door werkgroepen gedaan. De werkgroepen worden ondersteund door de Ouderraad. Deze werkgroepen, waarin naast ouders ook leerkrachten zitting hebben, zijn een prima manier voor de ouders om zich in te zetten voor de school. De Ouderraad is samengesteld uit ouders, de adjunct directeur en wisselende teamleden. Eens per twee maanden komt de Ouderraad bijeen. Minimaal eens per jaar organiseert de school samen met de Ouderraad en de Medezeggenschapsraad, een ouderavond waarvoor alle ouders uitgenodigd worden. Op deze avond wordt er verslag gedaan van de activiteiten die hebben plaatsgevonden en van de financiële situatie gedurende het afgelopen schooljaar. Voor meer informatie over de samenstelling van de Ouderraad wordt u verwezen naar het supplement. 6.5 Overblijfmogelijkheden: Op DE KIEKENDIEF bestaat voor de leerlingen de mogelijkheid tot overblijven. De organisatie is in handen van overblijfkrachten. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de school. - Aanmelding Het overblijven is uitsluitend bestemd voor leerlingen van DE KIEKENDIEF. U kunt uw kind(eren) dagelijks of eens per week aanmelden via de map bij de hoofdingang van de school. In deze map zijn dagoverzichten opgenomen waarop u kunt aangeven wanneer uw 22
kind overblijft.(Voor een correcte aanmelding zijn de ouders verantwoordelijk.) Van tevoren is daardoor bekend welke kinderen en hoeveel kinderen er iedere dag overblijven. Voor meer informatie betreffende de kosten, de namen van de personen van de overblijfadministratie en openingstijden wordt u verwezen naar het supplement. - Ziekte of verhindering Het is belangrijk voor ons dat u bij ziekte of verhindering dit tijdig doorgeeft aan de overblijfkracht of de leerkracht. Bij niet tijdig afmelden worden de kosten in rekening gebracht - De lunchpauze De kinderen die op school overblijven nemen zelf hun brood mee. Melk, karnemelk en 1 x per week choco of yogi-drink wordt verstrekt. De kinderen eten in groepen onder leiding van de overblijfkrachten. Na de lunch wordt er onder begeleiding van de overblijfkrachten binnen en buiten gespeeld, met speciaal daarvoor bestemd speelgoed. Dit duurt tot 13.00 uur, daarna is er een leerkracht aanwezig. -De wijze van betaling De ouders betalen contant ( maandagmorgen) of per giro een overblijfkaart voor 16x. Als de kaart bijna vol is krijgt uw zoon of dochter een herinneringsbriefje mee. Indien u verzuimt op tijd te betalen dan kan uw kind niet meer van de overblijfregeling gebruik maken totdat de betaling heeft plaatsgevonden. Voor meer informatie betreffende de namen van de personen van de overblijfadministratie, openingstijden en tarieven wordt u verwezen naar het supplement van deze schoolgids. 6.6 Klachtenregeling: - De algemene klachtenregeling: Onze school kent een klachtenregeling die gebaseerd is op het model van de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten. Deze is op school aanwezig. Een ieder die een klacht heeft op het gebied van onderwijs, op het gebied van gedragingen en /of op het gebied van seksuele intimidatie kan deze klacht indienen bij het schoolbestuur. Het meest vanzelfsprekend is dat u met uw klacht naar de leerkracht van uw kind gaat. Het kan echter zijn dat u daar onvoldoende gehoor krijgt of dat de aard van de klacht dusdanig is dat deze juist niet met de leerkracht besproken kan worden. In dat geval kunt u terecht bij de directie. Wanneer u ook daar naar uw gevoel onvoldoende wordt gehoord of u vindt, gezien de aard van de klacht, een gesprek met hen niet zinvol, dan kunt u zich wenden tot een door de school aangestelde contactpersoon. De contactpersoon fungeert als tussenpersoon die u, afhankelijk van de aard van de klacht doorverwijst naar een klachtencommissie of naar het bestuur. Van daaruit kan verdere verwijzing geschieden, bijvoorbeeld naar een vertrouwenspersoon. Anonieme klachten worden niet in behandeling genomen. Voor de namen en de bereikbaarheid van de contactpersoon, de klachtencommissie en de vertrouwenspersoon verwijzen wij u naar het supplement. Gedragsregels ter preventie: Om te voorkomen dat er klachten ontstaan op het gebied van onderwijs, gedragingen en/of seksuele intimidatie heeft de school een aantal gedragsregels opgesteld: Op onze school onderschrijven wij het uitgangspunt dat jongens en meisjes, mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn; Uitgaande van deze gelijkwaardigheid vinden wij de volgende aspecten van belang: 23
• • • • • •
de school schept een klimaat, waarin kinderen zich veilig voelen; op school hebben we respect voor elkaar; de school creëert ruimte om verschillend te zijn. Deze verschillen kunnen betrekking hebben op persoonsgebonden of cultuurgebonden verschillen; de school hanteert een niet- stereotype benadering; d.w.z: niet alleen meisjes brengen koffie rond, niet alleen jongens zijn goed in rekenen; de school schept voor kinderen voorwaarden om een positief zelfbeeld te ontwikkelen; er wordt actief aandacht besteed aan zelfredzaamheid en weerbaar gedrag.
Van iedereen die werkzaam is in onze school(directie, leerkrachten, leerlingen en niet onderwijzend personeel) wordt verwacht dat zij zich houden aan de vastgestelde gedragsregels. Het streven naar gelijkwaardigheid binnen de school houdt in dat de volgende gedragingen niet worden getolereerd: • verbale en non-verbale seksuele intimidatie, zoals: - grappen met een seksueel getinte, vernederende strekking ten aanzien van anderen; - seksueel getinte vernederende toespelingen of insinuaties, direct of indirect bedoeld; Hieronder verstaan we ook seksueel getinte opmerkingen over of vragen naar uiterlijk en/of gedrag van een ander; - handtastelijkheden die als vernederend kunnen worden ervaren door de ander; - opmerkingen ten aanzien van de seksuele geaardheid; En andere vormen van intimidatie, zoals: • verbaal geweld, zoals vloeken en schelden; • lichamelijk geweld, zolas schoppen, slaan etc. 7. Financiën 7.1. Rijksbijdrage De financiering van de school is voor het grootste gedeelte gebaseerd op de rijkssubsidie. De hoogte hiervan is afhankelijk van het aantal leerlingen van de school. Via ingewikkelde formules komt een totaalbedrag tot stand. We kunnen de rijkssubsidie splitsen in twee delen: de personeelskosten en de exploitatiekosten. De vergoeding van de personeelskosten heeft betrekking op de salarissen als ook een aantal bijzondere voorzieningen zoals de schoolbegeleidingsdienst. Deze stroom van inkomsten staat in grote lijnen vast. Onder andere afhankelijk van de verschillende aanstellingen van de leerkrachten staat ook de uitgave hiervan vast. Deze kosten zijn nauwelijks door het schoolbestuur te beïnvloeden. De rijkssubsidie richt zich ook op de schoolexploitatie en u kunt daarbij denken aan kosten voor huisvesting, leermiddelen en administratie. Het is niet eenvoudig om de exploitatiekosten voor vooral huisvesting en de aanschaf van leermiddelen kostendekkend te houden. 7.2 De ouderbijdrage Ieder schooljaar wordt er een financiële bijdrage -op basis van vrijwilligheid- van u gevraagd om een aantal extra uitgaven te kunnen bekostigen, die buiten de schoolexploitatie vallen. Het zijn uitgaven waarmee wij ons onderwijs extra aantrekkelijk willen maken. Daarbij gaat het vooral om de uitgaven voor: 24
- Sportieve bezigheden, zoals: de sportdag en deelname aan diverse schoolsporttoernooien - Onderwijstechnische zaken, zoals: excursies, schoolkrant, computerondersteuning, projecten - Diverse festiviteiten, zoals: St. Maarten, Sinterklaas- en kerstfeest, activiteiten rond Pasen - Algemene zaken, zoals: kosten voor ouderhulp, secretariaatskosten, attenties bij ziekte. De jaarlijks te houden schoolreizen en schoolkampen zijn niet in de financiële-ouderbijdrage opgenomen. Hiervoor ontvangt u een apart verzoek tot betaling ervan. De hoogte van de financiële-ouderbijdrage wordt jaarlijks op de aan het begin van het schooljaar te houden oudervergadering (aan de hand van een opgestelde begroting) vastgesteld. De ontvangen ouderbijdragen worden beheerd door de Ouderraad. Voor het betalen van de financiële bijdrage ontvangt u via het Nieuwsdiefje informatie. Controle over het financiële gebeuren vindt plaats door de Kascommissie. Verslaglegging gebeurt schriftelijk en wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de jaarlijkse oudervergadering. Voor meer informatie over de hoogte van de ouderbijdrage wordt u verwezen naar het supplement, behorende bij deze schoolgids. 7.3 Schoolverzekering voor leerlingen De wettelijke vertegenwoordigers van de kinderen (dat zijn veelal de ouders) zijn altijd aansprakelijk voor hun kinderen, tenzij kan worden aangetoond dat anderen, bijvoorbeeld degenen die belast zijn met het toezicht op de kinderen, door nalatigheid of ernstige fouten, aansprakelijk zijn. In dit licht bezien is het afsluiten van een goede particuliere aansprakelijkheidsverzekering van belang. In het kader van de wettelijke aansprakelijkheid zijn de gemeente Zeewolde en de schoolleiding (inclusief de leerkrachten en overblijfkrachten) niet aansprakelijk voor ontvreemding of beschadiging van eigendommen. Geadviseerd wordt de kinderen geen duur schoeisel of dure kleding te laten dragen. Het kan gebeuren dat spullen onbeheerd achter moeten blijven aan de kapstok in de gang of in de kleedkamers. Dit geldt eveneens voor dure sieraden. Vanuit de school zal er zoveel mogelijk aan gedaan worden om het risico van diefstal zo beperkt mogelijk te houden. Vandaar dat de toegangsdeuren op plaatsen die niet direct zichtbaar zijn, na aanvang van de lessen dicht zijn. De leerlingen en hun ouders hebben hierin uiteraard ook hun eigen verantwoordelijkheid. - Ongevallenverzekering Voor uitstapjes, schoolreisjes, excursies, schoolkampen en speelpauzes sluit de school een ongevallenverzekering af. Deze is alleen geldig als er lichamelijk letsel is en er een dokter en/of ziekenhuis bezocht moet worden. - Inzittendenverzekering voor auto's Voor ouders die in pool-verband kinderen met de auto van en naar school brengen is het aan te bevelen een goede inzittendenverzekering af te sluiten. Dit geldt ook voor ouders die in schoolverband wel eens kinderen vervoeren. Als gevolg van het gestelde in de Wegenverkeerswet kan de bestuurder door de ouders van de betrokken kinderen aansprakelijk worden gesteld voor bijvoorbeeld de gevolgen van een ongeval. Er is dan 25
weliswaar in principe altijd een autoverzekering van toepassing (All Risk dan wel WA), maar deze verzekering dekt niet alle schade. De inzittendenverzekering is dan ook op te vatten als een ongevallenverzekering voor inzittenden. Met nadruk willen wij u er op wijzen u niet méér kinderen in de auto moet nemen dan waarvoor een inzittenden verzekering is afgesloten.
8 DE ZORG VOOR DE RELATIE SCHOOL EN OMGEVING Contacten met andere scholen en instanties 1. Samenwerking met de basisscholen in Zeewolde De basisscholen in Zeewolde werken nauw met elkaar samen op een aantal gebieden. De belangrijkste daarvan zijn: Weer Samen Naar School; Culturele activiteiten; Netwerken computergebruik, leerlingenzorg, Door de samenwerking is er voortdurend aandacht voor de kwaliteit van het onderwijs en proberen we op belangrijke gebieden eenduidig te handelen zonder dat daarbij de identiteit van de individuele scholen in het geding is. De directeurenkring van Zeewolde komt in het kader van WSNS en het reguliere overleg "Zoveel hoofden, zoveel zinnen", minimaal 8x per jaar bijeen. Tijdens deze bijeenkomsten proberen we de afspraken over verschillende zaken te formaliseren. Voorbeelden zijn afspraken met het voortgezet onderwijs, de schoolgids en het schoolplan, het jaarlijkse vakantierooster, de eerder genoemde netwerken en WSNS. Wanneer een leerling van school verandert, is er altijd contact tussen beide basisscholen. 2. Samenwerking met de Schoolbegeleidingsdienst IJsselmeerpolders (SBDIJ) Onze school werkt evenals alle basisscholen in Zeewolde nauw samen met de SBDIJ. Jaarlijks worden advies- begeleidings- en nascholingsafspraken gemaakt, gericht op de instandhouding en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs op onze school en op het invoeren van vernieuwingen. Er is regelmatig overleg tussen de SBDIJ en verschillende functionarissen van onze school over: 1 Schoolmanagement met de directie; 2 specifieke begeleiding van kinderen met de Intern Begeleider; 3 onderzoeken, observaties van kinderen met de met betrekking tot leerkracht en Intern Begeleider. Op verzoek van school en i.o.m. ouders kan de SBDIJ ook kinderen testen (psychologisch en didactisch). 3. Samenwerking met SBO-scholen (scholen voor speciaal basisonderwijs) De samenwerking met de school voor speciaal onderwijs in het samenwerkingsverband WSNS staat beschreven in het Zorgplan WSNS. Indien het in het belang van kinderen gewenst is onderhouden wij ook intensieve contacten met andere scholen voor speciaal onderwijs. 4. Samenwerking met welzijnsinstellingen waaronder de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) en Schoolartsendienst. 26
De samenwerking met deze instellingen staat eveneens beschreven in het Zorgplan Weer Samen Naar School (WSNS). 5. Bibliotheek Lezen is leuk! Lezen is genieten! Vandaar dat wij gebruik maken van de diensten van de plaatselijke bibliotheek zoals het lenen van boeken, introductiebezoeken en leesbevorderingsactiviteiten. 6. Contacten met PABO’s In het kader van de begeleiding van studenten en het aanbod voor scholing hebben wij regelmatig contact met diverse PABO's. 7. Contacten met het Centrum Kunstzinnige Vorming (CKV) Met de consulenten van het CKV heeft onze school regelmatig contact. Enerzijds in het kader van het jaarlijkse Kunstmenu, anderzijds in verband met nascholing en/of begeleiding op het gebied van Kunstzinnige vorming. 8. Peuterspeelzalen en kinderdagverblijf De contacten hiermee zijn incidenteel. 9. Staatsbosbeheer en IVN Voor lesexcursies in de natuur.
9 DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS In hoofdstuk 4 heeft u kunnen lezen op welke wijze wij de vorderingen van de kinderen volgen. Als wij de toetsresultaten van de kinderen bijhouden kunnen wij daarmee eveneens zien of ons onderwijs voldoende resultaat heeft. Uiteraard zijn de resultaten van een gemaakte toets voor elk kind verschillend. Niet alleen op onze school, maar op alle scholen. Beoordeling van de vorderingen in de basisvaardigheden en de leerstof worden door de leerkracht in een beoordelingslijst bijgehouden. Hieronder vallen toetsen, dictees en overhoringen m.b.t. aardrijkskunde, geschiedenis, begrijpend lezen en spreekbeurten. Uiteraard wordt de leerstof die de kinderen, dagelijks, schriftelijk verwerken ook in de beoordeling meegenomen. In het supplement treft u de uitstroomgegevens van onze leerlingen naar het voortgezet onderwijs aan.
10 REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN 10.1 Regels voor aanvang en einde schooltijd Wij willen dat alle kinderen uiteraard op tijd op school zijn. Echter niet eerder dan 15 minuten voor aanvang van de schooltijden. Het is erg hinderlijk als kinderen binnenkomen als de lessen al zijn begonnen. Wilt u er voor zorg dragen dat afspraken voor het bezoek aan 27
de huisarts, tandarts, logopedist, psycholoog e.d. zoveel mogelijk buiten schooltijd worden gemaakt? Voor het rooster van de schooltijden wordt u verwezen naar het supplement behorende bij deze schoolgids. 10.2 Ziektemelding Wanneer uw kind ziek is en de school niet kan bezoeken, verwachten wij van u 's morgens tussen 08.15 uur en 08.45 uur een telefoontje. Het telefoonnummer van de school is 5221392 Het is altijd verstandig als u erbij vertelt wat uw kind mankeert, zodat de leerkrachten alert kunnen zijn op eventuele verschijnselen bij andere kinderen. Ook kunt u d.m.v. een briefje via één van de kinderen uit het gezin de school op de hoogte stellen. 10.3 De leerplichtwet In de leerplichtwet staat dat alle kinderen in Nederland naar school moeten. De ouders, voogden of verzorgers van een leerplichtig kind zijn verplicht hun kind in te schrijven op een school. Tevens zijn zij ervoor verantwoordelijk dat hun kind ook daadwerkelijk de school bezoekt. - Begin en einde leerplicht Elk kind wordt leerplichtig op de eerste schooldag van de maand, volgend op de maand waarin het kind vijf jaar is geworden. De volledige leerplicht eindigt: - aan het einde van het schooljaar na afloop waarvan tenminste twaalf volledige schooljaren aan een of meerdere scholen zijn bezocht, of - aan het einde van het schooljaar waarin de jongere de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt. - Vrijstelling en vervanging van de leerplicht Kinderen kunnen worden vrijgesteld van de leerplicht, als zij op lichamelijke of psychische gronden niet geschikt worden geacht om het onderwijs te volgen. Hiervoor is een verklaring nodig van een, door Burgemeester en Wethouders (van de woongemeente van het kind) aangewezen, arts en/ of pedagoog. - Vijfjarigen-regeling Het kan gebeuren dat een schoolweek van 23 uur voor een vijfjarige nog vermoeiend is. Er kan dan gebruik gemaakt worden van een speciale regeling. Deze regeling houdt in dat een vijfjarig kind ten hoogste vijf uur per week thuis mag blijven, als de ouders of de leerkracht dat maar tijdig met elkaar bespreken en de directie hiervan mondeling en schriftelijk op de hoogte stellen In speciale situaties is het toegestaan dat de directie toestemming geeft om een vijfjarige tien uur per week thuis te houden. Deze uren mogen niet worden "opgespaard". Zodra het kind zes jaar is houdt bovengenoemde regeling op. Aangezien in de basisschool sprake is van een doorgaande ontwikkelingslijn voor kinderen van vier tot twaalf jaar, is het verstandig een kind zoveel mogelijk naar school te laten gaan. - De leerplichtambtenaar De taken van de leerplichtambtenaar zijn de volgende: 28
- erop toezien dat ouders, leerlingen en scholen zich aan de Leerplichtwet houden; - adviseren en begeleiden van de ouders, van de leerling bij problemen met betrekking tot de leerplicht; - onderhouden van contacten met de scholen, onderwijsinstituten en hulpverleningsinstanties met betrekking tot de leerplicht en schoolverzuim; - indien gewenst, bemiddelen bij plaatsing van een kind op een andere school; - beoordelen van aanvragen voor extra verlof van meer dan tien schooldagen; - geven van voorlichting en advies met betrekking tot leerplichtaangelegenheden. Als blijkt dat ouders/ verzorgers of de directie van de school de Leerplichtwet overtreden en daarmee de belangen van de leerlingen schaden, kan de leerplichtambtenaar proces-verbaal opmaken. 10.4 Maatregelen preventie schoolverzuim - Bij schoolverzuim wordt al snel aan ziekte gedacht. Als uw kind ziek is behoort het uiteraard thuis te zijn. - Wanneer uw kind regelmatig de school niet bezoekt of te laat komt om onduidelijke redenen, dan is de directie genoodzaakt contact op te nemen met de leerplichtambtenaar. Waar u uw kind niet voor hoeft thuis te houden, maar wat wij wel erg graag willen weten, is als u hoofdluis bij uw kind aantreft. Controleert u uw kind regelmatig, zeker wanneer het jeuk op het hoofd heeft. 10.5 Verlof aanvragen - U mag voor uw kind bij gewichtige omstandigheden, bijvoorbeeld een verhuizing, een huwelijk van een familielid of een jubileum, een verlofdag aanvragen. - Extra verlof voor een vakantie wordt niet toegestaan. Er is slechts één uitzondering, namelijk als één van de ouders niet tijdens de normale schoolvakanties op vakantie kan. Er moet dan wel een werkgeversverklaring worden overlegd. De directie van de school is verplicht deze regels te volgen en bij overtreding dit door te geven aan de leerplichtambtenaar. Formulieren en richtlijnen hieromtrent kunt u verkrijgen bij de directie. Een aanvraagformulier dient minstens 14 dagen voor het gewenste verlof bij de directie te zijn ingeleverd. U krijgt dan binnen 7 dagen antwoord op uw verzoek. Extra vakantieverlof in de eerste twee schoolweken zijn nooit toegestaan.
11 OVERIGE INFORMATIE - Aanspreken van de leerkrachten: De leerlingen noemen ons ´juf´of ´meester´, gevolgd door onze voornaam. We stellen wel prijs op beleefdheid: "Meester Rob, heeft u ……….."enfin, u begrijpt het wel. - Allergie Zijn er bepaalde voedingsstoffen waar uw kind niet tegen kan, dan stellen wij het zeer op prijs wanneer u dit aan ons door wilt geven zodat er ook op school rekening mee kan worden gehouden. Ook van allergische reacties op bijv. huisstof e.d. zijn we graag op de hoogte. - Alfabet Als kinderen niet kunnen lezen of schrijven, beginnen ze vaak al wel hun eigen naam te "tekenen". Veel ouders schrijven dan de naam voor en het kind maakt dit na. Als u dat ook 29
doet, het hoeft niet, gebruikt u dan bij voorkeur blokletters. Een voorbeeld-kaart waarop de letters staan afgebeeld is verkrijgbaar op school. Het gebruik van hoofdletters raden wij af omdat het verwarrend werkt. Misschien is het ook goed om te weten dat we bij kleuters en in groep 3 de letters fonetisch benoemen, dus letters benoemen zoals je ze hoort. - Dieren in de school Veel kinderen zijn allergisch voor dieren. Er is dan ook besloten dat er in de school geen dieren gehouden of verzorgd worden. De leerkracht staat - als dit mogelijk is in de groep - bij bepaalde lessen of spreekbeurten dieren voor de duur van de les of spreekbeurt toe. Om dezelfde redenen wordt u verzocht de hond buiten de school aangelijnd te laten wachten als u uw kind wegbrengt of ophaalt. U doet er veel kinderen een plezier mee. - Fietsen naar school? Op het schoolplein is een zeer beperkte ruimte om fietsen te stallen. Eigenlijk willen we dit zo houden om voor de kinderen van de school zoveel mogelijk speelruimte op het schoolplein te behouden. De fiets moet in de rekken worden geplaatst en goed op slot worden gezet. Wanneer de fietssleutel voorzien is van de naam, dan is deze bij verlies weer snel bij de eigenaar. - Fotograaf Jaarlijks bezoekt de schoolfotograaf onze school. De datum waarop de fotograaf komt leest u in het Nieuwsdiefje. Alle leerlingen van de school worden gefotografeerd en er worden groepsfoto's gemaakt. - Gymnastiek Als uw kind niet mee kan doen aan de gymles, verzoeken wij u dit schriftelijk mede te delen aan de groepsleerkracht en/ of de vakleerkracht gymnastiek. Wij adviseren u de kinderen aparte gymkleding en gymschoenen te laten dragen. Om hygiënische redenen douchen de kinderen, vanaf groep 5, na afloop van de gymnastieklessen. Daarom verzoeken wij u uw kind een handdoek mee te geven. Wilt u de gymspullen in een stevige tas meegeven en erop toezien dat de spullen wekelijks mee naar huis worden genomen en dat de spullen gewassen worden. In de groepen 1 en 2 dragen de kinderen hun onderkleding (eventueel een gympak of gymbroek) en gymschoenen. De gymschoenen, zonder veters (met klittenband of elastiek), blijven op school. Wilt u deze aan het begin van het schooljaar, voorzien van naam, aan uw kind meegeven? - Gevonden voorwerpen Het komt maar al te vaak voor dat kinderen een kledingstuk of voorwerp vergeten of verliezen. Het is voor ons niet altijd na te gaan wie de eigenaar is. Als u de kleding en bijvoorbeeld laarzen en gymschoenen, maar ook broodtrommel en beker van de naam van uw kind voorziet is de kans op vermissing kleiner. Gevonden voorwerpen worden op school bewaard. Tijdens de spreekuren worden de gevonden voorwerpen uitgestald. Niet-afgehaalde spullen worden daarna weggedaan. - Hoofdluis Het is goed om haar van uw kind regelmatig te controleren op hoofdluis, zeker als uw kind last heeft van jeuk op het hoofd! Bij drogist of apotheek zijn middelen te verkrijgen waarmee u de hoofdluis te lijf kunt gaan. Wilt u de school informeren indien u bij uw kind hoofdluis heeft geconstateerd? - Huiswerk Huiswerk wordt van tevoren opgegeven en in principe niet voor in het weekend. Wanneer kinderen huiswerk meenemen, dan graag in een stevige tas. Vanaf groep 7 noteren 30
de leerlingen hun huiswerk in een agenda. Opbouw huiswerklijn: groep 6: woordpakket, biologie, reken- of taalblad en oefenen van een toets wereldoriëntatie; groep 7: woordpakket, biologie, taal, rekenen, ontleden en toets voorbereiden wereldoriëntatie; groep 8: woordpakket, biologie, taal, rekenen, opdracht wereldoriëntatie. - Informatieavond Aan het begin van het schooljaar ontvangt u van de groepsleerkracht van uw kind een uitnodiging voor een informatieve bijeenkomst op school. Op deze avond zal de leerkracht o.a. vertellen wat er zoal in de groep het komend schooljaar staat te gebeuren. Hoe de dagindeling eruit ziet en welke methoden er worden gebruikt. - Jarig zijn en snoepen Op school proberen wij het snoepen zoveel mogelijk te beperken. Met verjaardagen handhaven we daarom nog steeds het goede principe om op iets gezonds te trakteren. Voor de leerkrachten hoeft u daarop geen uitzondering te maken. Na het trakteren in de groep mag het kind de klassen rond en zich laten feliciteren door de andere juffen en meesters. De verjaardag van de leerkracht wordt jaarlijks op de meesters- en juffendag gevierd.. U wordt via het Nieuwsdiefje op de hoogte gebracht wanneer deze dag is. - Jeugdarts Tot het vierde jaar wordt uw kind regelmatig onderzocht op het consultatiebureau. Daarna wordt de zorg overgenomen door de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de G.G.D. voor Flevoland. Het onderzoekschema ziet er als volgt uit: groep 2: onderzoek door arts en verpleegkundige; groep 4: onderzoek door de verpleegkundige; groep 7: controle van de rug door de jeugdarts. Wanneer alle kinderen uit een jaargroep onderzocht zijn, heeft de jeugdarts overleg met de leerkracht. Het kan n.l. voor uw kind belangrijk zijn dat de leerkracht weet wat bij het onderzoek is gevonden. Hierover wordt echter alleen gesproken nadat u hiervoor uw toestemming heeft gegeven. De arts heeft beroepsgeheim, zodat gegevens vertrouwelijk en zorgvuldig worden behandeld. - Klassendienst Vanaf groep 4 hebben steeds twee leerlingen één dag of een week klassendienst. Zij helpen de leerkracht bij het opruimen van het lokaal. Dit gebeurt na schooltijd en duurt tot uiterlijk 15.30 uur. -Lusjes aan de jassen Het is wenselijk dat alle jassen van uw kinderen voorzien zijn van en stevige ophanglus, zodat deze goed aan de kapstok kan worden gehangen. - Kiektheater In het jaar organiseren we voor iedere groep twee keer het kiektheater. De leerlingen zijn dan creatief en expressief bezig op het toneel. Wanneer uw kind optreedt, bent u van harte welkom om de uitvoering bij te wonen. De data van het kiektheater vindt u in het Nieuwsdiefje - Melk en etenswaar Wilt u dan uw kind een beker met het liefst een melkproduct erin mee naar school geven. Het meebrengen van een stukje fruit of een boterham of i.d. is toegestaan. Geen snoepgoed. 31
Het melk drinken en eten vindt plaats in de ochtendpauze. Aan de ouders van de kleuters wordt de medewerking gevraagd om voor hun kind niet te grote hoeveelheden eten mee te geven. Een in partjes gesneden appel, partjes sinaasappel of een banaan is vaak al voldoende. En, het geeft de leerkracht minder extra werk en meer onderwijstijd. - Roken in de school Roken is in de gehele school niet toegestaan. - Schooltelevisie De schooltelevisie brengt jaarlijks een zeer gevarieerd aantal programma's om met de leerlingen te bekijken. Bij deze programma's worden verschillende lesideeën gegeven voor verwerking in de klas. Uit het programma-aanbod kiezen de leerkrachten de uitzendingen die aansluiten bij het lesprogramma van de school. Alle bruikbare programma's zetten we op videoband omdat we vrijwel nooit rechtstreeks kijken. Vaak gebruiken we ook uitzendingen van voorgaande jaren. Als u graag wilt weten naar welke programma's gekeken wordt, dan kunt u dit vragen aan de leerkracht. - Schoolplan Evenals iedere basisschool heeft DE KIEKENDIEF een schoolplan In dit schoolplan treft u onder andere aan: - onderwijskundige doelstellingen van het onderwijs op DE KIEKENDIEF - informatie over school- en onderwijsorganisatie - vakinhoudelijke informatie. In deze schoolgids is een korte samenvatting van deze drie onderdelen weergegeven. Wanneer u belangstelling heeft het volledige schoolplan in te zien dan is dit mogelijk. U kunt hiervoor een afspraak maken met de directie van de school. Om de vier jaar wordt het schoolplan zo nodig op een aantal onderdelen bijgesteld. Op deze wijze blijft het schoolplan een schriftelijke weergave van de schoolpraktijk. - Schoolboeken Soms nemen kinderen boeken van school mee naar huis. We stellen het op prijs als de kinderen daartoe een stevige schooltas meebrengen. Wilt u meewerken om te voorkomen dat boeken beschadigd worden of zoek raken! Voor het zoekraken of beschadigen van boeken zal de school een bedrag in rekening moeten brengen. Mocht bij uw kind een dergelijke situatie zich voordoen, dan zal de groepsleerkracht u informeren over de kosten. - Schooltuin Onze school beschikt over een schooltuin en daar zijn we erg trots op. In de maanden april tot en met augustus zaaien, oogsten en werken leerlingen o.l.v. de leerkracht en enkele ouders in de schooltuin - Schrijfbenodigdheden De kinderen krijgen vanaf groep 3 een grote multomap van school. Hierin kunnen losse werkbladen enz. bewaard worden. Potlood, kleurpotloden, vulpen liniaal en gum worden ook door de school verstrekt. Als de schoolvulpen kwijt raakt of kapot gemaakt wordt kan er op school een nieuwe vulpen worden gekocht. Het enige wat de kinderen van groep 3 t/m 8 zelf meebrengen is een etui. We geven de voorkeur aan wat plattere exemplaren die opgeborgen kunnen worden in het laatje. De ervaring heeft ons geleerd dat staande pennenhouders (op tafeltjes) heel erg afleiden en gemakkelijk omvallen. Help uw kind zuinig te zijn op de verstrekte materialen. 32
- Speelgoed Vaak brengen jonge kinderen een knuffeltje mee naar school, die de eerste dagen heel belangrijk kan zijn voor uw kind. Daar hebben wij begrip voor, maar probeert u na enige tijd het meebrengen af te wennen. Het meebrengen van vechtpoppetjes en speelgoedgeweren is niet toegestaan. Enkele malen per jaar is er een speelgoedmiddag. Dan mag er iets van thuis worden meegebracht, bijvoorbeeld na een verjaardag of na Sinterklaas. U krijgt daarover tijdig bericht van de leerkracht. Kapot of zoekgeraakt speelgoed wordt niet door de school vergoed. In de groepen 1t/m 3 is het op vrijdagmiddag speelgoedmiddag. - Spreekuur U bent in de gelegenheid om de leerkrachten te spreken tijdens het spreekuur. Via het Nieuwsdiefje ontvangt u hiervan bericht en d.m.v. een opgavenstrookje kunt u aan ons laten weten dat u langs komt. - Tassen Wilt u de tassen waarin de leerlingen hun eten en/of fruit meenemen, zo klein mogelijk houden. In de klas is een speciale bak waarin de tassen worden opgeborgen. - Volksdansgroep Voor kinderen uit groep 5 t/m 8 die het leuk vinden om nationale en internationale dansen te leren is er een volksdansgroep. Eén keer per week, na schooltijd, oefent de volksdansgroep onder leiding van een leerkracht. - Zwemmen In de gemeente Zeewolde is het zwemmen per schooljaar 04’/’05 afgeschaft. - Ziekte van een leerkracht In geval van een leerkracht die ziek is wordt zo spoedig mogelijk voor vervanging gezorgd. Mocht dit onverhoopt niet mogelijk zijn, dan worden de leerlingen verdeeld over de andere groepen. Voor deze situatie ligt per groep een noodplan klaar. - Wilt u meer informatie? Wanneer u meer informatie over de school wilt of bepaalde vragen heeft met betrekking tot het onderwijs op DE KIEKENDIEF, dan kunt u terecht bij de directie. Natuurlijk kunt u met uw vragen ook terecht bij de leerkrachten of bij de Medezeggenschapsraad.
33
34