Op zoek naar sporen van God Missienieuwsbrief van de CMBR – oktober 2013
Redactioneel Vijf jaar geleden, september 2008, viel Lehman Brothers om, de op drie na grootste bank van de V.S.. Het was het grootste faillissement uit de Amerikaanse geschiedenis; de bank had een schuld van 613 miljard dollar. De val luidde een wereldwijde economische crisis in die tot op de dag van vandaag aanhoudt. Het wrange is dat sindsdien alles bij het oude is gebleven. Het is zelfs erger: het oude systeem lijkt steviger in het zadel te zitten dan ooit. Cijfers uit de V.S. laten zien dat de vier grootste financiële instituten van het land 30 % zijn gegroeid ten opzichte van 2008. De rijkste 1% van de Amerikaanse bevolking zag haar inkomen tussen 2009 en 2012 groeien met 31,4 %; terwijl de resterende 99 % genoegen moest nemen met een groei van 0,4 %. Ik vermoed dat de cijfers voor Europa niet zo heel anders zullen liggen. In ieder geval verbijstert het me dat de leiders uit politiek en bedrijfsleven hun dans aan de rand van de vulkaan met alle macht voortzetten. Waar zijn de profeten die deze waanzin aanklagen? Tot mijn verbazing en vreugde klinkt nu uit het Vaticaan een consequent tegengeluid. Paus Franciscus laat te pas en te onpas weten dat de grootheid van een samenleving beoordeeld moet worden op grond van de manier waarop het de meest behoeftigen behandelt. Tot de banken zegt paus Franciscus: “Terwijl het inkomen van een minderheid exponentieel groeit, brokkelt dat van een meerderheid af. Deze disbalans is het gevolg van ideologieën die de absolute autonomie van de markt en van financiële speculaties benadrukken en zich dus onttrekken aan controle door de staat. Zo wordt een nieuwe, onzichtbare tirannie gevestigd, een die unilateraal en onomkeerbaar haar eigen wetten en regels oplegt.” Tot grote bedrijven zegt hij: “Geen rechtvaardig loon uitbetalen, geen banen scheppen omdat je alleen kijkt naar hoe je winst kan maken… Dat gaat in tegen God!” Tot politici zegt hij: “Elke man of vrouw die politieke verantwoordelijkheden op zich heeft genomen, moet zich twee vragen stellen: Bemin ik de mensen, zodat ik me ervoor inzet hen beter te dienen? Ben ik nederig en luister ik naar verschillende meningen, zodat ik het beste besluit kan nemen? Als je jezelf deze twee vragen niet stelt, zal de leiding die je geeft niet goed zijn. Degene die regeert – die zijn volk bemint – is een nederig mens.”
Op zoek naar sporen van God – missienieuwsbrief – oktober 2013
1
Het wonderlijke is dat paus Franciscus een welwillend oor heeft gevonden in de doorgaans zo kerkkritische wereldpers. Ik zie dat als een teken van de honger van zo velen naar een verstandig en wijs geluid. En ten diepste ook een bewijs dat de Heilige Geest werkzaam is. Deo Gratias! Gerard Moorman
Achtergrond Wie is mijn naaste? - Kerk van de armen in Pakistan Een kerk van de armen en voor de armen. Dat is wat de katholieke kerk in Pakistan is en wil zijn. De verzuchting van paus Franciscus, die een arme kerk voor de armen wenst, is zeer inspirerend. Dat zegt James Channan OP, directeur van het Vredescentrum van de dominicanen in Lahore. ‘De paus nodigt ons uit, de weg van de armen te gaan.’ door James Channan OP Jezus was arm. Hij had geen land, geen paleis, geen dienaren. Hij was benaderbaar voor de mensen, en de mensen vroegen zijn hulp. Hij hielp de mensen, maar hij had niet de materiële middelen om de menigte te voeden die op hem afkwam. Maar hij was rijk aan barmhartigheid. Hij genas zieken, gaf zondaars vergeving en betrok de uitgestotenen bij de gemeenschap. Van de andere kant was hij streng voor de rijken, en hij waarschuwde zijn leerlingen voor het streven naar rijkdom. De eigenlijke missie van Jezus was het verkondigen van de Blijde Boodschap aan de armen. (Luc 4, 18-19). Christus hield van de armen en zij hadden zijn acceptatie en zijn respect nodig. Wie Jezus wil volgen, moet afstand houden van materiële zaken. De arme kerk van Pakistan De Pakistaanse kerk heeft een lange geschiedenis, die gekenmerkt wordt door haar financiële armoede. Vanaf de apostel Thomas zien we dat het de armen in het land waren, de zwakken en gemarginaliseerden, die gediscrimineerd en veracht werden door de rijken, die de boodschap van Christus omarmden. Voor hen werd Jezus Christus de Verlosser. Christenen zijn niet weg te denken uit de geschiedenis van het land, uit de tijd van de onafhankelijkheid, uit de ontwikkeling die het land sindsdien heeft doorgemaakt. Ze hebben bijvoorbeeld een belangrijke rol gespeeld toen het erom ging dat de provincie Punjab bij Pakistan werd gevoegd. Die provincie herbergt nu 60% van de bevolking en 75% van de christenen van Pakistan. De bijzondere betekenis van de christelijke kerken voor Pakistan is onder meer gelegen in scholen en opleidingsinstituten, die voortrekkers zijn geweest voor het hele onderwijs. Veel goede scholen zijn christelijk, maar ze bedienen iedereen, en vooral de armen. Menig Op zoek naar sporen van God – missienieuwsbrief – oktober 2013
2
politicus heeft, als moslim, gestudeerd op een christelijke school. Een deel van die scholen is Engelstalig, een ander deel Urdutalig. Vooral de scholen waarop in Urdu lesgegeven wordt, richten zich op de grote massa armen. De scholen kunnen zich niet zelf bedruipen, maar ze zijn een belangrijk getuigenis van de christelijke gemeenschap, die naar de armen is gezonden. Dienstbaar zijn aan de armen betekent overigens ook dat de kerk mee gediscrimineerd, bedreigd en vals beschuldigd wordt. Wij, in Pakistan, hebben geleerd daarmee om te gaan. Onze naaste liefhebben Een belangrijke taak voor de kerk is om interreligieuze dialoog te bevorderen, vooral die met moslims. Onze inzet voor dialoog wordt hoog gewaardeerd. Dialoog is ook de taak van het Dominicaanse Vredescentrum. De kerk van de armen is actief in vele apostolaten: opleiding, verkondiging, dialoog, evangelisatie, pastoraat, het jeugdwerk, vrouwenwerk, werk voor gerechtigheid en vrede, geloofsvorming, dienst aan armen, ellendigen en gemarginaliseerden, zieken en gevangenen. De kerk in Pakistan beschouwt zichzelf niet als een organisatie van een bepaalde geloofsrichting, die er alleen maar is voor haar leden. Ze gaat ook naar anderen toe, vooral naar moslims, die 96% van onze bevolking uitmaken. De meeste moslims zijn zeer arm, en velen onder hen worden evenzeer gediscrimineerd. Moslims zijn heel vaak het slachtoffer van onrecht, van een onrechtvaardige klassenmaatschappij, van terrorisme en fanatisme. Het eerste en het tweede gebod zijn God en de naaste lief te hebben. Maar wie is mijn naaste? Dat zijn niet alleen christenen, maar ook moslims, hindoes, sikhs en leden van andere geloofsgemeenschappen. We staan dagelijks met hen in contact. Daarom houden we ons ook bezig met onderwijs, gezondheidszorg, hulp aan slachtoffers van overstromingen en aardbevingen. Wij vervullen het gebod van Christus door noodlijdende mensen om ons heen te helpen. Op die manier is onze arme kerk een kerk voor de armen. Door op alle niveaus van het leven in dialoog te gaan met moslims, zetten we de zending van Jezus Christus voort. Wanneer we de armen om ons heen helpen, helpen we Jezus zelf (Matth. 25, 35vv). We mogen ons niet verwijderen van de armen, we moeten bij hen horen. Jezus heeft ons geleerd ons los te maken van het materiële en arm te zijn voor de armen. Op die manier hebben we in Pakistan een belangrijke missie. Licht te zijn voor de wereld, zout te zijn. God zegene Pakistan. (bron:Forum Weltkirche juli / augustus 2013, vertaald en samengevat door TB)
Op zoek naar sporen van God – missienieuwsbrief – oktober 2013
3
Na afloop van het afmattende werk voor de Waarheids- en Verzoeningscommissie, ging ik toch verder met een diep besef dat, hoewel er ongetwijfeld veel kwaad is, wij mensen een prachtig vermogen hebben tot het goede. We kunnen heel goed zijn. Dat besef vervult me met hoop in zelfs de meest uitzichtloze situaties. - Desmond Tutu
Nieuwsberichten Wereldkerk Groei christendom wereldwijd Deze zomer werd een onderzoek gepubliceerd van de theologische opleidingsschool Gordon Conwell uit Engeland. Daaruit blijkt dat er vooral in Azië en Afrika sprake is van groei van het christelijk geloof. Nepal en China zijn momenteel de landen waar het evangelie het meeste vrucht draagt. Als de groei doorzet, is China in 2030 het land met het hoogste aantal christenen. Een groot gedeelte van de verdere groei wereldwijd is een gevolg van de immigratie van christelijke arbeiders. Om die reden staan bijna alle Golfstaten in de lijst. Overzicht top 20 - groei christendom 1970-2020: 1. Nepal (Azië, centraal) - 10,93 % 2. China (Azië, oost) - 10, 86 % 3. Verenigde Arabische Emiraten (Arabisch schiereiland) - 9,34 % 4. Saoedi-Arabië (Arabisch schiereiland) - 9,27 % 5. Qatar (Arabisch schiereiland) - 7,81 % 6. Oman (Arabisch schiereiland) - 7,62 % 7. Jemen (Arabisch schiereiland) - 7,09 % 8. Mongolië (Azië, oost) - 5,96 % 9. Cambodja (Azië, zuidoost) - 5,87 % 10. Bahrein (Arabisch schiereiland) - 5,49 % 11. Benin (Afrika, west) - 4,85 % 12. Burkina Faso (Afrika, west) - 4,81 % 13. Zuid-Soedan (Afrika, oost) - 4,67 % 14. Bhutan (Azië, centraal) 4,60 % 15. Mali (Afrika, west) 4,51 % 16. Brunei (Azië, zuidoost) 4,49 % 17. Guinea (Afrika, west) 4,44 % 18. Koeweit (Arabisch schiereiland) - 4,26 % 19. Singapore (Azië, zuidoost) - 4,12 % 20. Turks- en Caicoseilanden (Caraïben) - 3,97 % (bron: EO.nl)
Op zoek naar sporen van God – missienieuwsbrief – oktober 2013
4
Zilda Arns voorgedragen voor zaligverklaring De Braziliaanse bisschoppen willen in 2015 het proces opstarten om mw. Zilda Arns zalig te verklaren. Zilda Arns, kinderarts en lekenmissionaris, was oprichtster van de Pastoral da Criança (Kinderpastoraal), een organisatie die arme zwangere vrouwen in de sloppenwijken van Brazilië bijstaat. Ze was een vooraanstaand tegenstander van de legalisering van abortus. Ze was van mening dat de levens van zwangere vrouwen beter gered kunnen worden door ze te helpen in hun zwangerschap dan door de zwangerschap af te breken. De Kinderpastoraal wordt nu vorm gegeven door 261.000 vrijwilligers, die 1,8 miljoen kinderen en 95.000 zwangere vrouwen bijstaan. Dit werk heeft geleid tot een sterke vermindering van kindersterfte en ondervoeding. Zilda Arns werd ook actief in Haïti. Daar kwam ze om tijdens de aardbeving van 2010. (bron: Agenzia Fides) Japanse bisschoppen tegen grondwetswijziging Ter gelegenheid van de jaarlijkse Tijd voor de Vrede in Japan (5-15 augustus) hebben de Japanse bisschoppen zich uitgesproken tegen het voornemen van de premier om de grondwet te wijzigen. Het gaat met name om artikel 9, dat uniek is voor Japan. Daarin staat dat het land in geval van een internationaal conflict zijn toevlucht niet mag nemen tot het voeren van oorlog. De Japanse grondwet is een erfstuk van de Amerikaanse bezetting, na afloop van de Tweede Wereldoorlog. De huidige premier, Abe Shinzô, is een nationalist die af wil van deze erfenis, en meer specifiek van dit artikel. Velen in Japan vinden echter, net als de katholieke bisschoppen, dat artikel 9 een schat is die bewaard moet blijven. (bron: Églises d'Asie) Proces gestart eerste zaligverklaring van Noord-Koreaan Het Vaticaan heeft pas dit jaar officieel de dood erkend van bisschop Francis Borgia Hong Yong-ho, die in 1944 werd aangesteld als apostolisch vicaris van Noord-Korea. Bisschop Hong Yong-ho is een van de 166 katholieke geestelijken die vermoord of ‘vermist’ zijn tijdens de gruwelijke vervolgingen die in Noord-Korea plaatsvonden vanaf het eind van de jaren ’40, toen de communisten onder leiding van Kim Il-sung de macht grepen. Omdat de dood van bisschop Yong-ho nooit officieel werd bevestigd, stelde Johannes XXIII hem in 1962, in een dramatisch symbolisch gebaar, aan als bisschop van Pyongyan. In het jaarboek van het Vaticaan bleef bisschop Yong-ho elk jaar trouw genoemd. Het besluit om nu eindelijk zijn dood te erkennen heeft te maken met het verzoek van de bisschoppenconferentie van ZuidKorea om het proces van zaligverklaring te beginnen voor bisschop Yong-ho en 80 andere Noord-Koreaanse martelaren. (bron: Fides) Desmond Tutu pleitbezorger homorechten “God dwingt me op te komen voor homorechten”. Dat zei onlangs de voormalige aartsbisschop van Kaapstad, de Zuid-Afrikaan Desmond Tutu in een gesprek met het christelijke nieuwsplatform Charisma News. “Overal waar de mensheid wordt onderdrukt, Op zoek naar sporen van God – missienieuwsbrief – oktober 2013
5
hebben wij een taak. Soms zou je hopen dat je je stil kan houden, zoals de profeet Jeremiah, die erover klaagde dat hij helemaal geen profeet wilde worden.” Tutu maakte een vergelijking met de apartheidsgeschiedenis van Zuid-Afrika: “Mensen gebruikten een deel van ons om ons te discrimineren. In ons geval was dat etniciteit, maar precies hetzelfde geldt voor seksuele voorkeur. Mensen worden vermoord omdat ze homo zijn. Het is God die me dwingt openlijk op te komen voor homorechten. Voor gelijke homorechten strijd ik met net zoveel passie als indertijd tegen apartheid. Dat staat voor mij op hetzelfde niveau.” Helaas is Desmond Tutu een van de weinige prominente kerkelijke leiders op het Afrikaanse continent die zich openlijk uitspreekt voor de rechten van homoseksuelen. Met name in Nigeria, Malawi, Oeganda en Kameroen scharen kerkelijke leiders zich vierkant achter het verbod op homoseksualiteit. In een aantal landen leidt dit verbod tot openlijk geweld tegen en willekeurige arrestaties van homo’s. Zuid-Afrika is het enige Afrikaanse land dat de rechten van homoseksuelen heeft vastgelegd in de grondwet.
Achtergrond Paus Franciscus, jezuïet Paus Franciscus is duidelijk geïnspireerd door broeder Frans uit Assisië. Maar toch is hij een typische jezuïet. Dat beweert althans de voormalige eindredacteur van America Magazine, het gerenommeerde blad van de Amerikaanse jezuïeten. Hij ziet dit bevestigd in het geruchtmakende interview dat paus Franciscus eind augustus gaf aan het Italiaanse tijdschrift Civilta Cattolica. door Thomas Reese s.j.
Als jezuïet was ik overdonderd door het interview met paus Franciscus, dat half september werd gepubliceerd door 16 tijdschriften van Jezuïeten wereldwijd. Dat al deze bladen deze scoop geheim hebben kunnen houden, doet me bijna geloven in jezuïtische samenzweringstheorieën… In het interview legt paus Franciscus uit waarom hij door veel jezuïeten in Latijns-Amerika lange tijd werd gezien als een conservatieve figuur. Hij bekent dat het zijn eigen schuld was. “Tijdens mijn ervaring als overste in de Sociëteit heb ik niet altijd de nodige raadplegingen gedaan. Aanvankelijk vertoonde mijn bestuur als jezuïet veel gebreken. Het was trouwens een moeilijke tijd voor de Sociëteit; een volledige generatie jezuïeten was verdwenen. Om
Op zoek naar sporen van God – missienieuwsbrief – oktober 2013
6
die reden ben ik op heel jonge leeftijd provinciaal overste geworden. Ik was 36 jaar: te gek in feite. Ik moest toen moeilijke situaties in handen nemen en nam mijn beslissingen vaak op een nogal bruuske en persoonlijke wijze. Mijn autoritaire en snelle manier van beslissen heeft me serieuze problemen opgeleverd; ik werd er zelfs van beticht een ultraconservatief te zijn.” Maar anders dan vele anderen, leerde Jorge Mario Bergoglio van zijn fouten en volgde hij als aartsbisschop van Buenos Aires een volkomen andere bestuursstijl. Dat sommige jezuïeten deze bekering nooit hebben opgemerkt en hebben verzuimd hem te omarmen als onze broeder is onze eigen zonde. Deze methode om te leren van eigen fouten is typisch Ignatiaans en laat zien hoe diep doordrongen Franciscus is van de spiritualiteit van de Geestelijke Oefeningen van de heilige Ignatius van Loyola. Misschien lijkt paus Franciscus soms op een franciscaan, maar hij denkt altijd als een jezuïet. De valkuil van zekerheid De thema’s van de Geestelijke Oefeningen komen regelmatig ter sprake in het interview: jezelf erkennen als zondaar die door Gods genadevolle liefde wordt omarmd; onderscheidingsvermogen in besluitvorming; God vinden in alle dingen; het leven als een pelgrimage samen met het volk Gods; etc. Onderscheidingsvermogen zal voor hem als paus van groot belang zijn. Beslissingen zullen niet alleen worden genomen vanuit ideologische posities; hij is van mening dat de context bepaalt hoe principes vorm moeten krijgen. Hij citeert de zalige paus Johannes XXIII toen hij sprak over het leiding geven aan de kerk: Omnia videre, multa dissimulare, pauca corrigere (alles zien, veel ongemoeid laten, weinig corrigeren). Hij erkent dat onderscheiden tijd vergt. “Velen denken dat veranderingen en hervormingen in korte tijd tot stand kunnen komen. Maar ik ben huiverig voor beslissingen die snel worden genomen. Ik moet wachten en diep overwegen en daar de nodige tijd voor nemen. De wijsheid van de onderscheiding transcendeert de ambiguïteit van het leven en helpt ons om de meest geschikte manieren te vinden en vaak zijn dat niet de manieren die het grootst en sterkst lijken.” En dan nog, zegt hij, is het zoeken en vinden van God iets wat nooit met volledige zekerheid kan gebeuren. Het enige wat een mens kan doen is nederig voor God staan. “Als iemand zegt dat hij volkomen zeker is dat hij of zij God heeft ontmoet, en geen ruimte laat voor enige onzekerheid, dan is dat niet goed. Als iemand antwoorden heeft op alle vragen, dan is dat een bewijs dat God niet met hem is. Het betekent dat hij een valse profeet is die de godsdienst gebruikt ten bate van hemzelf.” Contemplatie in actie In zijn visie op de Sociëteit van Jezus staat Christus en zijn kerk centraal. “De jezuïet moet een persoon zijn met een gedachtegoed dat nooit helemaal af is, maar dat gekenmerkt wordt door een ruimheid van denken. Er zijn periodes geweest waarin de Sociëteit er eerder een gesloten gedachtegoed op nahield en neigde naar het rigide, het meer instructiefOp zoek naar sporen van God – missienieuwsbrief – oktober 2013
7
ascetische dan het mystieke… Nee, de jezuïet denkt altijd, voortdurend, zijn oog gericht op de horizon die hij wenst te bereiken, met Christus als centrum. Dat is zijn ware kracht. En dat spoort de Sociëteit ertoe aan op zoek te gaan, creatief en vrijmoedig te zijn. Zodoende dient ze, meer dan ooit, contemplatief in de actie te zijn; ze moet een diepe band beleven met de hele kerk, en dat is zowel met het Volk Gods als met de hiërarchische ‘Heilige Moeder de Kerk’, zoals de heilige Ignatius haar noemde.” Aan de grenzen De paus heeft geen geduld met restauratieve krachten binnen de kerk. “De traditie en het geheugen van het verleden moeten ons helpen om met moed nieuwe ruimten open te stellen voor God. Wie vandaag nog op een overdreven manier naar doctrinaire ‘zekerheid’ zoekt en steeds hardnekkig het verloren verleden zoekt te herstellen, heeft een statische visie die de klok terugdraait. Op die manier verwordt het geloof tot een van de vele ideologieën.” Voor Franciscus kan de missie van de jezuïeten nu worden samengevat in drie woorden: dialoog, onderscheiding en grenzen. Hij legde vooral op dat laatste punt nadruk, en citeerde paus Paulus VI, die in een beroemde toespraak over de jezuïeten het volgende zei: “Overal in de kerk, ook op de moeilijkste plekken, aan de spits van de vooruitgang, op de kruiswegen van ideologieën, in de sociale loopgraven, kortom overal waar de confrontatie plaatsvond en –vindt tussen de vurige verlangens van de mens en de eeuwige boodschap van het Evangelie, daar waren en zijn jezuïeten aanwezig.” Door het interview te lezen, heb ik een dieper inzicht gekregen in mijn roeping als jezuïet, en tegelijk een beter begrip van onze paus. Het is duidelijk dat hij geen dogmaticus is die de wereld ziet in onveranderlijke categorieën. Hij is een verhalenverteller, net zoals Jezus, en geen filosoof. Hij denkt op een narratieve manier, niet in filosofische principes. Hij denkt als pastor na om de geschiedenis van de kerk te begrijpen en wil vol vertrouwen tezamen met het volk Gods naar de toekomst toe bewegen. Hij vertrouwt erop dat de Geest volop leeft in het volk Gods. Ik ben nog nooit zo trots geweest jezuïet te zijn, nog nooit zo trots geweest op mijn kerk, en heb nog nooit zo verrast gestaan over het werken van de Geest. (Bron: NCR; vertaling: GM) Inderdaad: een snelle blik over deze gebroken wereld maakt pijnlijk duidelijk dat we geen behoefte hebben aan nog meer argumenten ten dienste van God; we hebben meer mensen nodig die leven alsof ze leven in het verbond van de Onvoorwaardelijke Liefde, wat onze beste definitie is van God.” - Robin R. Meyers, in Saving Jesus from the Church Op zoek naar sporen van God – missienieuwsbrief – oktober 2013
8
Nieuwsberichten Religieuzen zonder grenzen Trappistinnen in Syrië vragen gebed In 2005 trok een kleine groep nonnen van het Trappistinnenklooster in het Italiaanse Valserena naar Syrië om er een nieuwe monastieke gemeenschap te stichten. De nonnen waren geïnspireerd door het voorbeeld van de zeven monniken die in 1997 in Tibhirine, Algerije, zijn vermoord – mannen die hun hele leven hadden gewijd aan God en hun geliefde Algerijnse buren. De nonnen kochten een stuk land in Azeir, een Maronitisch dorp vlakbij de Libanese grens. De zusters stellen zich ten dienste van de geïsoleerd levende christelijke gemeenschappen, in een land dat overwegend islamitisch is, maar dat ook de geboorteplek is van sommige van de oudste christelijke tradities. Mensen kunnen in hun klooster enkele dagen bidden en op adem komen. Via hun website hebben de zusters de afgelopen jaren onafhankelijk bericht over de dramatische gebeurtenissen in het land. Op 29 augustus schreven ze o.a. het volgende: “Alles is verwoest: een land ligt in puin, een hele generatie van jonge mensen is uitgeroeid, vrouwen blijven alleen achter en zijn doelwit van allerlei typen geweld …Families, tradities, woningen, religieuze gebouwen, monumenten…, allemaal verwoest. Als christenen kunnen we op zijn minst dit alles voor God brengen. Men probeert om de hoop te vermoorden. Maar wij moeten er met al onze krachten aan vasthouden. Aan allen die waarachtig voelen voor Syrië (voor de mensheid, voor de waarheid …) vragen wij om gebed, overvloedig, diep gevoeld, moedig gebed.” (bron: Catholic World Report) Jezuïeten in Homs blijven bevolking helpen Het sociaal centrum van de jezuïeten in Homs (Syrië) biedt hulp aan duizenden inwoners van deze stad, die al meer dan twee jaar in de frontlinie ligt van de burgeroorlog. Terwijl de granaten elke dag inslaan, proberen zij hun mensen bij te staan. De oorlog heeft talloze slachtoffers gemaakt in de stad. Veel mensen zijn op de vlucht geslagen, als zij daar de kans toe hadden. Tienduizenden mensen, onder wie de helft van de 120.000 christenen hebben de stad verlaten. De dreiging van een Amerikaanse aanval in september heeft nog grotere angst veroorzaakt. Te midden daarvan proberen de jezuïeten te doen wat ze kunnen. Drieduizend gezinnen zijn afhankelijk van hun hulp. Ze krijgen voedsel, medische hulp en psychologische bijstand. De Syrische jezuïet p. Ziad Hilal stelt in een interview: ‘Als ik niet help, ben ik mede schuldig aan de barbarij.’ De communiteit van Homs heeft ook een Nederlandse medebroeder, Frans van der Lugt. (bron: www.la-croix.com) Consolata Missiezusters tien jaar in Mongolië Amper twintig jaar nadat het mogelijk werd voor missionarissen om in Mongolië te werken, zijn er nu 81, uit 22 verschillende landen. Zij proberen mensen te helpen uit armoede en hen bekend te maken met het evangelie. In augustus vierden de Consolata Missiezusters het feit dat zij tien jaar in Mongolië present zijn. ‘Mensen zijn hier op zoek naar God en naar betekenis in hun leven’, aldus de Argentijnse zuster Sandra Garay. Naast evangeliseren Op zoek naar sporen van God – missienieuwsbrief – oktober 2013
9
houdt de congregatie zich bezig met het opzetten van onderwijs en andere basisvoorzieningen. Het land is arm. Twintig procent van de bevolking leeft in absolute armoede. De helft van de bevolking woont in de hoofdstad Oelanbator, de rest van de bevolking leeft grotendeels nomadisch. Het land telt slechts negenhonderd katholieken, maar de uitstraling van de kerk is groter, dankzij scholen en medische faciliteiten. (bron: AsiaNews) Prijs voor project Broeders van Liefde De driejaarlijkse prijs ‘Caritas International-Deckers’ gaat naar een project van de Broeders van Liefde voor hun medisch centrum SOSAME. Dit centrum in Zuid-Kivu (DR Congo) verricht pionierswerk op het vlak van geestelijke gezondheidszorg. De regio in het oostelijk deel van Congo kampt al decennia met gewelddadige conflicten. SOSAME (Soins Santé Mentale) is door de Broeders van Liefde opgericht in 1994 met als doel het verstrekken van psychiatrische zorg aan Rwandese vluchtelingen in Bukavu en een tweetal nabijgelegen vluchtelingenkampen. Ook aan de lokale Congolese bevolking wordt gespecialiseerde zorg verstrekt. Sinds augustus 2002 is het ziekenhuis door de overheid erkend als een gespecialiseerd psychiatrisch overheidsziekenhuis. De aanpak van het centrum heeft een belangrijke mentaliteitswijziging ten opzichte van psychiatrische patiënten tot stand gebracht in de Kivustreek. Met de toegekende prijs is een som gemoeid van 65.000 euro. (bron: Kerknet.be) Hedendaagse ‘pilaarmonnik’ Maxime Qavtaradze leeft letterlijk dichtbij de hemel. De 59-jarige monnik leeft bovenop een steile rots in Georgië. Om bij zijn verblijfplaats te komen, moet hij een bijna 50 meter lange ladder beklimmen. De Katskhi Pilaar wordt al sinds lange tijd vereerd door de locale bevolking, ook al vertrokken de laatste monniken er rond 1400. Ze hadden er een kerkje gebouwd en een kluizenarij. De traditie van stylieten is naar verluid begonnen in 423, toen de heilige Simeon de Oudere een pilaar beklom in Syrië om wereldse verleidingen te ontvluchten. Hoewel deze praktijk al sinds eeuwen in onbruik is geraakt, heeft Qavtaradze deze traditie nieuw leven ingeblazen. Hij leeft niet helemaal afgezonderd van de wereld, omdat hij een of twee keer per week naar beneden klimt om te spreken met mensen die zijn raad zoeken. Zelf heeft hij een bekeringsproces door gemaakt, nadat hij als jonge man aan lager wal was geraakt en zelfs in de gevangenis was beland voor de verkoop van drugs. In 1993 legde hij de monastieke geloften af en heeft zich sindsdien toegelegd op de restauratie van het kloostercomplex bovenop de rots. (bron: Huffington Post) Nonnen en monniken protesteren tegen ‘fracking’ Twee monastieke gemeenschappen in Kentucky (V.S.) zijn de afgelopen maanden in het nieuws gekomen vanwege hun felle verzet tegen de aanleg van een pijpleiding dwars door Op zoek naar sporen van God – missienieuwsbrief – oktober 2013
10
hun terrein. Samen bezitten de twee kloosters ongeveer 140 hectare in het landelijke gebied in Centraal Kentucky. De Zusters van Loreto hebben een handtekeningenactie op touw gezet en zangprotesten gehouden tegen de pijplijn. Deze wil men gebruiken voor de transport van gas dat door fracking is verkregen. Dit is een controversiële methode om schaliegas vrij te maken door millimetergrote scheurtjes te creëren in het brongesteente waar het gas in opgesloten zit. Dit gebeurt door water, zand en een hoeveelheid chemicaliën onder hoge druk (400 tot 1000 bar) in de boorput te pompen. De zusters wijzen op de milieuvervuiling en ongelukken die regelmatig plaatsvinden bij fracking. Ze benadrukken daarnaast dat zij hun religieus erfgoed willen behouden. Zij zijn aanwezig in de regio sinds 1824. Het Trappistenklooster ‘Our Lady of Gethsemani’ is opgericht in 1848 en is het oudste nog in gebruik zijnde klooster in de V.S. Het is tevens het bekendste klooster, omdat Thomas Merton, schrijver, vredesactivist en monnik, er van 1941 tot 1968 woonde. (bron: Religion Dispatches)
Achtergrond Omslag van besturen bij religieuze instituten Het zwaartepunt van het christendom heeft zich verplaatst naar het zuidelijk deel van de wereld. Deze verschuiving raakt internationale religieuze instituten op vele manieren. Het heeft invloed op de samenstelling, samenwerking, onderlinge verhoudingen, communicatie én het besturen van religieuze instituten. door Frans Dokman Binnen internationale religieuze instituten vindt er op dit moment een bestuurlijke omslag plaats. Een omslag die inhoudt dat de hoogste bestuurlijke en leidinggevende posities, die voorheen vanuit het Westen werden ingevuld, nu worden ingenomen door leden uit het Zuiden. Deze kentering betekent meer dan zomaar een personele wisseling, het betekent een ommekeer in managementstijl. Holistisch vs. dualistisch Een omslag die spanningen kan opleveren, zo wordt duidelijk uit een studie naar de introductie van Ubuntu-management bij de Wereldraad van Kerken. Een studie waarbij de hamvraag luidt: wat is de rol van religie bij de spanning tussen westerse en niet-westerse managementtheorieën? Bij de Wereldraad van Kerken delen bestuurders en staf een oecumenische spiritualiteit. De verhouding management – religie is echter een knelpunt. Dit wordt zichtbaar wanneer, na decennia van westers management, de internationale christelijke organisatie in contact komt met een niet-westerse stijl van besturen. Bij de Wereldraad van Kerken werkt de Keniaanse secretaris-generaal Dr. Samuel Kobia tussen 2003 en 2009 namelijk volgens het Afrikaanse Ubuntu-management. Het uitgangspunt van Ubuntu-management is dat organisaties deel zijn van één religieuze levenskracht. Vanuit een holistische optiek wordt Op zoek naar sporen van God – missienieuwsbrief – oktober 2013
11
een organisatie gezien als een collectief waarvan de leden zijn verbonden met voorouders, geesten en God. De bedrijfsvoering is onderdeel van een religieuze context. Bij Ubuntumanagement mogen bestuurders zich laten leiden door religieuze inzichten, waarden of idealen. Om een Nederlandse beeldspraak te benutten: koopman en dominee zijn één. Binnen de Wereldraad van Kerken zijn de aanhangers van Kobia’s visie vooral zuiderlingen. Volgens aanhangers van een meer westerse visie kan het doel van een organisatie religieus zijn, maar volgt management een eigen logica. De Wereldraad van Kerken geeft volgens hen uitdrukking aan het woord van God, maar er is ook de realiteit van een zakelijke organisatie. De bedrijfsvoering heeft haar eigen logica. De Wereldraad is een onderneming, weliswaar met 'spirituele producten', maar de logica van de bedrijfsvoering is leidend. Vanuit een dualistisch perspectief kan men religieus georiënteerd (visie) en geïnspireerd (motivatie) zijn, maar men is tegen een holistische vermenging van zakelijkheid en religie. Aan de ene kant koopman, aan de andere kant dominee. Het contrast tussen de niet-westerse (holistische) en de westerse (dualistische) visie op religie, management en organisatie mondt uit in een conflict. Dit resulteert in het publiekelijk bekritiseren van Dr. Samuel Kobia die vervolgens bekend maakt om persoonlijke redenen af te zien van een tweede termijn. De botsing tussen westerse en niet-westerse, dualistische en holistische, opvattingen van management laat diepe wonden na in deze belangrijkste oecumenische organisatie. De zevende dimensie Om aan zowel de holistische als dualistische visie op het besturen van internationale religieuze instituten tegemoet te komen bepleit deze studie een duidelijkere positie voor religie binnen internationaal management. In overeenstemming hiermee wordt aan het zesdimensie model van Hofstede, vooraanstaand internationaal managementwetenschapper, een dimensie toegevoegd, te weten de zevende dimensie van holisme en dualisme. De titel van de dissertatie, ‘De zevende dimensie. De rol van religie binnen internationaal management’, verwijst hiernaar. Verder worden aanbevelingen gedaan voor de bestuurlijke begeleiding van dualistische en holistische, westerse en niet-westerse standpunten op het gebied van visie, strategie, leiderschap, omgevingsanalyse en organisatie. Daarmee is deze studie van belang voor de Wereldraad van Kerken en religieuze instituten, maar ook voor internationale faith-basedorganisaties (zoals Cordaid en ICCO) en multinationals. Immers, door globalisering neemt op de internationale werkvloer de samenwerking tussen collega’s uit het westen en niet-westen toe. Frans Dokman is directeur van het Nijmeegs Instituut voor Missiewetenschappen en adviseert o.m. religieuze instituten op het gebied van internationalisering. Zijn dissertatie ‘De zevende dimensie. De rol van religie in internationaal management’ is verkrijgbaar via Uitgeverij Quist, www.quist.nl Dokman is bereikbaar onder
[email protected] Op zoek naar sporen van God – missienieuwsbrief – oktober 2013
12
Achtergrond Geroepen om te dienen In de V.S. is onlangs een boek gepubliceerd over de geschiedenis van de vrouwelijke religieuzen in de V.S. ‘Called to serve’ door Margaret M. McGuinness biedt verrassende informatie over deze groep vrouwen, die momenteel nog steeds onder vuur ligt van het Vaticaan. door zuster Camille D'Arienzo R.S.M. Gelijk op de eerste pagina van dit boek, las ik over een van mijn medezusters, die tegelijk een van mijn persoonlijke heldinnen is: zuster Mary Scullion R.S.M., een lid van de Sisters of Mercy, begon in 1978 te werken onder de daklozen van Philadelphia toen ze 25 was. Dat groeide uit tot een levenslang engagement. Tenminste twee maal werd ze gearresteerd toen ze voedsel uitdeelde aan daklozen op straat en bracht ze enkele dagen door in de gevangenis. Die eerste pagina leerde me iets over Mary dat ik niet wist: ze had in de gevangenis gezeten! Ik realiseerde me gelijk dat dit boek me kennis zou laten maken met een menigte Mary Scullions in verschillende gemeenschappen. Geïnspireerd door verschillende stichteressen en gekleed in verschillende habijten, zouden zusters in de V.S. antwoord geven op menselijke noden, vanuit een spiritualiteit die gevoed werd door gebed en overtuiging. Doorzetters Het boek vertelt de verhalen van de levens, de hoogtepunten en tragedies van duizenden vrouwelijke religieuzen die zich ten dienste stelden van de Amerikaanse kerk en samenleving vanaf 1727, toen het eerste groepje zusters arriveerde in de Nieuwe Wereld. De geestelijken die de Atlantische Oceaan hadden overgestoken nodigden vaak vrouwelijke religieuzen uit die ze thuis kenden om hen te helpen. De manier waarop ze werden verwelkomd was erg verschillend: soms ruimhartig, vaak schandalig. Sommige groepjes zusters kwamen aan zonder dat iemand op hen stond te wachten, zonder dat er geschikte woonruimte was of middelen om in eigen bestaan te voorzien. Ze zetten echter door en stonden anderen ten dienste tijdens de dramatische episodes in de Amerikaanse geschiedenis, waaronder de Burgeroorlog (18611865), de Goudkoorts (1848-1855), de aardbeving van San Francisco (1906), de grote Griepepidemie (1918-1919) en de burgerrechtenbeweging en vrouwenbewegingen. Ze zouden zich verzetten tegen de doodstraf, slachtoffers van misdaden troost bieden en onderzoeken van het Vaticaan doorstaan. Niet-katholieke Amerikanen stonden wantrouwend ten opzichte van deze celibatair levende buitenlanders die zich anders kleedden dan de rest van de vrouwen en in gemeenschap leefden. Sommigen dachten dat zij wel geheime relaties moesten onderhouden met de priesters; anderen vreesden eenvoudigweg wat zij niet begrepen. Er zijn gevallen geweest dat kloosters in brand werden gestoken en zusters werden bedreigd. Op zoek naar sporen van God – missienieuwsbrief – oktober 2013
13
Protestanten waren niet de enigen die niet wisten hoe ze om moesten gaan met deze vreemdelingen. McGuinness laat ook voorbeelden zien van priesters en bisschoppen die besloten dat ze zich aan het hoofd moesten stellen van religieuze gemeenschappen, en ingrepen in het interne werk en het privéleven van de zusters. Ondanks alle obstakels begonnen de zusters allerlei vormen van apostolaat. Velen richtten scholen, weeshuizen en ziekenhuizen op; anderen trachtten het lijden te verzachten in de publieke ruimtes, waaronder het slagveld waar zij de gewonden verzorgden aan beide kanten van de conflicten en zonder onderscheid te maken naar godsdienst. In Washington D.C. staat een monument om hen te eren, met het volgende opschrift: “Ter nagedachtenis aan en ter ere van de verschillende congregaties van zusters die zich dienstbaar hebben gemaakt als verpleegsters op de slagvelden en drijvende hospitaals tijdens de oorlogen waarbij de V.S. betrokken was.” Tekenen des tijds Religieuze gemeenschappen zagen in dat goede opleidingen nodig waren voor de noden van hun apostolaat. In het midden van de 20e eeuw werden de gemeenschappen verrijkt door het ‘Vormingscentrum voor vrouwelijke religieuzen’ en geïnspireerd door voortreffelijk leiderschap dat op nieuwe manieren de samenwerking bevorderde tussen de verschillende congregaties. Er ontstonden verschillende conferenties van vrouwelijke religieuzen die vaak, maar niet altijd, dezelfde visie hadden op de wijze waarop het religieuze leven het best kon worden geleefd. Er leefden soms verschillende interpretaties van het Tweede Vaticaans Concilie. Veel gemeenschappen lieten zich leiden door de ‘tekenen des tijds’ zoals kardinaal Leo Joseph Suenens dat beschreef in zijn boek ‘The Nun in the World’. Het ecologische bewustzijn is gegroeid in vele gemeenschappen, met name onder de Sister Servants of the Immaculate Heart of Mary (I.H.M.) in Monroe (Michigan), en de Sisters of Providence in St. Mary of the Woods (Indiana). Het laatste hoofdstuk gaat in op de spanningen tussen bisschoppen, pauzen en vrouwelijke religieuzen. De Apostolische Visitatie die begin 2012 werd afgerond had tot doel dwalingen aan het licht te brengen onder actieve vrouwelijke religieuzen. Het Vaticaan zei dat de Leadership Conference of Women Religious teveel aandacht besteedde aan kwesties rond sociale gerechtigheid en niet duidelijk genoeg de leer van de kerk uitdroeg op andere terreinen. McGuinness gaat in op een aantal specifieke voorbeelden van zusters die in problemen raakten met het Vaticaan. Sommige van die zaken zijn nog steeds niet opgelost. Zusters wereldwijd Het boek van McGuinness is een van de best gedocumenteerde over dit onderwerp dat ik ooit heb gelezen. De schrijfster presenteert alle informatie onbevooroordeeld. Ik mis echter een beschrijving van de impact die sommige van de huidige generatie zusters hebben gehad, waaronder zuster Barbara Valuckas S.S.N.D. – een van de velen die de oproep beantwoordden van de Amerikaanse bisschoppen om vrouwelijke religieuzen in de Op zoek naar sporen van God – missienieuwsbrief – oktober 2013
14
voormalige Sovjet Unie te ondersteunen. Zij brachten hun kennis en ervaring naar het religieuze leven dat achter het IJzeren Gordijn opkwam. De zusters daar, die lange jaren hadden geleefd onder een verbod op religieus leven, wisten niets of weinig van het Tweede Vaticaans Concilie. Sommige Amerikaanse religieuzen, zoals zuster Valuckas, zijn nog steeds actief betrokken bij de zusters in Oost-Europa. Hun verhalen zijn op pakkende manier naar voren gebracht in een documentaire uit 2009, getiteld Interrupted Lives—Catholic Sister Under European Communism. De Amerikaanse zusters van nu brengen nog steeds een vernieuwende en verfrissende vorm van religieus leven naar zusters over de hele wereld. ‘Called to Serve’, Margaret M. McGuinness, New York University Press. 277p $35
Wanneer er eenmaal sociale verandering heeft plaats gevonden, kan je die niet meer terugdraaien. Een persoon die heeft leren lezen, kan niet worden ‘ontleerd’. Een persoon die trots voelt, kan niet worden vernederd. Een volk dat geen angst meer voelt, kan niet worden onderdrukt.” - Cesar Chavez (MexicaansAmerikaanse vakbondsleider)
Nieuwsberichten Gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping Veertig jaar na 11 september Elk jaar op 11 september gaan de gedachten van de meesten van ons uit naar 11 september 2001, toen aanslagen werden gepleegd in de Verenigde Staten. Wie echter relaties heeft met Chili, herdenkt die dag doorgaans de staatsgreep die in 1973, met actieve steun van diezelfde Verenigde Staten, het schrikbewind van Pinochet aan de macht bracht. Het Chileense volk zou 17 jaar moeten leven met onvrijheid, geweld, martelingen en verdwijningen. Ook religieuzen en met hen verwante groepen kregen ermee te maken. In Calama in het noorden had zich enkele jaren daarvoor de Calamagroep geformeerd. De leden van de groep, onder wie nogal wat Nederlanders, deelden in de ontzetting van de arbeiders met wie zij samenwerkten. Zij zagen al spoedig in dat er voor hen geen toekomst lag in het land, en zouden hun werk vervolgen in Venezuela, de Filippijnen en Nederland. Anders lag dit met de Ierse en Britse Missionarissen van Saint Columba. Zij waren actief in de hoofdstad, en bleven dat doen. Zij kregen te maken met de staatsterreur, en verloren een medewerkster en heel wat vrienden. Dit jaar konden ze echter in vrede en vrijheid de staatsgreep herdenken. Toch heeft Chili nog steeds te maken met de nasleep van het Pinochetregime. Niet alleen door de herinnering aan de onderdrukking, maar ook door de zeer liberale inrichting van de economie, waar de armsten steevast het slachtoffer van zijn. Op zoek naar sporen van God – missienieuwsbrief – oktober 2013
15
Braziliaan veroordeeld voor moord op Amerikaanse zuster De Braziliaanse grootgrondbezitter Vitalmiro Bastos de Moura is door een rechtbank in Belem tot 30 jaar gevangenisstraf veroordeeld voor de moord op de Amerikaanse religieuze Dorothy Stang. Het Braziliaanse Hooggerechtshof had in mei nog een eerdere veroordeling ongedaan gemaakt, omdat de grootgrondbezitter geen eerlijke kans had gekregen om zich te verdedigen. De verdediging betoogde in Belem dat de politie hem de moord in de schoenen probeerde te schuiven omdat hij steeds had geweigerd om corrupte politieagenten beschermingsgeld te betalen. De rechtbank van Belem oordeelde echter dat hij de opdracht gaf voor de moord op de religieuze. De 73-jarige Amerikaanse religieuze Dorothy Stang van de van oorsprong Belgische congregatie van de zusters van Namen, werd in 2005 in opdracht van grootgrondbezitters vermoord in het Braziliaanse Amazonewoud. De Amerikaanse milieuvoorvechtster en mensenrechtenactiviste werkte voor de Braziliaanse Commissie voor Landpastoraal, die zich inzet voor de rechten van de mensen op het platteland. Zij werd nabij Anapu vermoord, nadat zij eerder meermaals met de dood was bedreigd. (bron: KerkNet / Kathpress Brussel) Modernere controle tegen ontbossing in Amazonegebied Brazilië moderniseert het controleren van het Amazonegebied op illegale houtkap. Waar voorheen grote stukken oerwoud door de illegale houtkappers werden omgezaagd, kiezen ze nu een andere techniek om minder zichtbaar te zijn. Ze gaan dichter het bos in en maken dan kleinere stukken met de grond gelijk. Als antwoord daarop gaat de regering nu een nieuwe satelliet inzetten. De oude, gemaakt in de VS, kon stukken ontboste grond van 25 km2 onderscheiden. De nieuwe, uit India, kan percelen van 2 km2 zien. Volgens statistieken van de regering gaat de ontbossing nu veel minder snel dan voorheen: 4.751 km2 in een jaar, tegen 28.000 in 2004. (bron: Misna) Geslagen godinnen Een reclamebureau in India is een gewaagde campagne begonnen tegen de mishandeling van vrouwen. Op grote posters verschijnen mannequins die als godinnen verkleed zijn, maar wier gezichten getekend zijn door verwondingen en blauwe plekken. Voor de campagne heeft men de drie voornaamste godinnen uitgekozen: Durga, Lakshmi en Saraswati. Elke godin is uitgedost zoals in tempels gebruikelijk is. Met de schendingen van hun gezichten vestigt het reclamebureau de aandacht op het veel voorkomen van huiselijk geweld. Vorig jaar werden er meer dan 244.000 aangiftes gedaan, maar dat lijkt slechts het topje van de ijsberg. De campagnemakers stellen dat 68% van de Indiase vrouwen te maken heeft met huiselijk geweld. Het gebruik van afbeeldingen van godinnen valt bij sommige hindoes verkeerd. Extremisten willen nu ook de bedenkers mishandelen. De bedenkers antwoorden
Op zoek naar sporen van God – missienieuwsbrief – oktober 2013
16
daarop dat hindoes, die vrouwelijke goden vereren, toch ook eerbied moeten hebben voor het goddelijke in elke vrouw.( bron: Églises d'Asie) Britse kerken minderen gebruik fossiele brandstoffen In Groot-Brittannië is een campagne gelanceerd om Britse kerken vrij te maken van fossiele brandstoffen. Het initiatief is genomen door de oecumenische organisatie ‘Operation Noah’. Eerder al engageerden zowel de Britse katholieke als anglicaanse Kerk zich om werk te maken van de bestrijding van de CO2-uitstoot. ‘Operation Noah’ beschouwt het als een morele plicht om het niet bij beloften te houden, maar ook daadwerkelijk de klimaatuitstoot te bestrijden. ‘Operation Noah’ roept de Britse Kerken op om niet langer te investeren in bedrijven die betrokken zijn bij de productie van fossiele brandstoffen, om het debat over een milieuvriendelijk energiegebruik te bevorderen en om de productie van milieuvriendelijke alternatieven - ook financieel - te stimuleren. (bron: Kerknet.be)
Column: Ryan van Eijk Geluk Volgende week tekst inleveren voor je column, meldt de mail. Onderwerp! Heb ik een onderwerp? ’s Avonds vliegen mijn ogen over de tv-pagina in de krant. Vijf voor acht op Net 5 staat ‘Overspel in de liefde’ gepland. ‘Realityserie. Genre: Amusement’, staat er achter. Voyeur bij andermans ongeluk. Vreemd amusement, denk ik. Ha, maar wel een onderwerp! Want geluk en ongeluk is natuurlijk wel iets wat ons allemaal bezighoudt. Bent u gelukkig? Ja? Da’s mooi. Dan heb ik voor u geen blijde boodschap (maar zo’n boodschap hebt u dan ook nu -even?- niet nodig). Bent u niet gelukkig? Ja? Nou, da’s dan inderdaad minder, maar dan is deze column wel interessant voor u. Want hoor, hoor, vooral voor de ongelukkigen is er nu gelukkig hoop. Dat geluk ligt gewoon bij mij op tafel in de woonkamer. Dat lijkt erg bijzonder, maar dat is het niet. Misschien hebt u het ook ergens liggen, maar hebt u het nog niet tot u genomen. Het ligt bij mij verpakt in twee boeken. Het grote weegt meer dan een kilo en heb ik -eigenlijk mijn vrouw- ontvangen voor de zomervakantie. Op het werk van mijn vrouw was namelijk een barbecue om het schooljaar te beëindigen. Daar werd het uitgereikt aan iedere leerkracht. Want die hele happening stond in het teken van de ‘economie van het geluk’. Ja, u leest het goed: de economie van het geluk. Geluk is namelijk een gewild product (zeker in het huidige onderwijs, waar nog weinig te genieten valt). Overal is er vraag naar geluk. En als er vraag is naar iets, is er in feite sprake van gebrek aan iets. Gebrek betekent schaarste, en dus wordt het economisch interessant. En dan krijg je een economie van het geluk. Logisch toch? En dat maakt het weer voor wetenschappers interessant en dat leidt dan tot een dik boek over geluk. Het heet ook simpelweg ‘Geluk’. En dan niet geluk in het klein. Nee, nee, het gaat Op zoek naar sporen van God – missienieuwsbrief – oktober 2013
17
over geluk op wereldschaal, want de ondertitel is ‘The World Book of Happiness’. Voor minder doet men het niet. In deze publicatie geven ruim honderd universitaire geluksprofessoren uit de hele wereld hun sleutels tot geluk. Ik verwachtte dat dat zou leiden tot een heldere wetenschappelijke formule voor geluk. Helaas, ik krijg ruim driehonderd (!) sleutels tot geluk aangereikt… En nu maar zoeken welke sleutel mij toegang verschaft tot het ware geluk… Toch is dit boek beter dan het andere boek dat ook over geluk gaat. Hoewel, eigenlijk gaat het over dromen/wensen voor een gelukkiger leven in ons koninkrijk. Ja, u raadt het al. Het betreft het dromenboek aangeboden aan de koning (heb ik trouwens drie keer tevergeefs voor in de rij gestaan). Wie dit boek leest, komt in een nachtmerrie terecht. Want dat is waar het merendeel van deze dromen in eindigt als een malloot op het idee zou komen ze te gaan realiseren. Het zijn haast stuk voor stuk goed bedoelde en politiek correcte uitspraken niemand wenst bijvoorbeeld in dat boek dat buitenlanders oprotten, terwijl er toch echt mensen zijn die daarvan dromen - die bij eerste lezing nog wel aanzetten tot ontroering of hilariteit, maar bij verder doordenken de wereld zouden doen instorten of aanleiding geven tot emigratie. Ik heb het dan ook niet uitgelezen; het eindigt waarschijnlijk in het leesdoosjeter-vermaak in ons kleinste kamertje. Gelukkiger word ik er in elk geval niet van. Misschien dat ik binnenkort toch maar eens kijk naar ‘Overspel in de liefde’. Andermans ongeluk is misschien toch de beste oppepper voor het eigen geluk?!
Nieuwsberichten Dialoog Het is niet mijn zaak om wie dan ook te bekeren. Dialoog gaat er niet om mensen op dezelfde lijn te krijgen als jezelf. Het gaat om datgene wat je hen brengt en als ze dat niet waarderen, is dat o.k. Dialoog gaat om de bereidwilligheid om veranderd te worden door de ontmoeting." - Karen Armstrong Dalai Lama roept op tot eind sektarisch geweld in Myanmar De Dalai Lama heeft boeddhistische monniken in Myanmar opgeroepen te handelen volgens de vreedzame richtlijnen van hun religie. Hij is onthutst over de prominente rol van enkele monniken in de anti-moslim campagne in het land. Vooral de islamitische minderheid is slachtoffer van het sektarische geweld. Vorig jaar eiste dit geweld in de deelstaat Rakhine 200 dodelijke slachtoffers en werden 140.000 mensen van huis en haard verdreven. De Dalai Lama maakte zijn opmerkingen tijdens een jaarlijkse mensenrechten-conferentie in Praag. Hij zei dat er in de wereld teveel nadruk wordt gelegd op ‘wij en zij’ en dat “deze eeuw een Op zoek naar sporen van God – missienieuwsbrief – oktober 2013
18
eeuw moet zijn van dialoog, niet van oorlogen.” Tevens zei hij: “Ik bid voor de monniken dat zij het aangezicht van Boeddha zullen gedenken.” (bron: Huffington Post) Gebaar van verzoening na bloedige aanslag Een week na de bloedigste aanslag op een christelijke kerk in de geschiedenis van Pakistan, in Peshawar, stelden moslims in Karachi een bijzonder gebaar. Zij vormden een menselijke keten om de katholieke kathedraal heen, als protest tegen het geweld tegen christenen in hun land. Dit protest bracht zelfs soennitische en sjiitische geestelijken bij elkaar, die doorgaans niet met elkaar overweg kunnen.
Agenda Belangrijke data 16 oktober: wereldvoedseldag 17 oktober: internationale dag voor de uitroeiing van de armoede 18 oktober: Europese dag tegen mensenhandel 30 oktober- 8 november: Assemblee Wereldraad van Kerken in Busan, Zuid-Korea, thema: God van Leven, wijs ons de weg naar recht en vrede.
Bijeenkomsten Concert: monument voor misbruikte vrouwen
19-10
's-Hertogenbosch
Wereldmissiedag
20-10
wereldwijd
Studiedag Commissie Overleg Instituten over "Nieuwe 31-10 evangelisatie"
Nijmegen
Melania-contactdag
2-11
Utrecht
Willibrordzondag
3-11
Landelijk
KRL-dag: Een van Hart en Ziel.
9-11
Den Bosch
Symposium: Eerlijk zullen we alles delen
30-11
Den Bosch
Symposium 20 jaar NIM
3-12
Nijmegen
Op zoek naar sporen van God – missienieuwsbrief – oktober 2013
19