Op zoek naar de regenboog (van heden naar Eden) Beleidsplan voor de Gereformeerde Kerk “De Edenhof” in Een-Norg-Veenhuizen voor de periode 1-1-2015 tot 31-12-20181
1
Versie d.d. 30 september 2014
1
Van heden naar Eden?2 Inleiding De geschiedenis van de gereformeerde kerk in Een – en nauw daaraan verbonden die van Norg en Veenhuizen – gaat terug tot 1842. Zoals ds. Jan van Wijk3 boeiend beschrijft in het boek "Van Eden tot heden" is het niet onwaarschijnlijk dat de verkering van een boerendochter uit Een met een jongeman uit Hoogkerk aan dat begin heeft bijgedragen. Men zou ook kunnen zeggen: de Geest waait waarheen Hij wil. Al meer dan 170 jaar bestaat er dus een gereformeerde gemeente in Een. Die gemeente heeft bloeiperiodes gekend en tijden van neergang. Dat laatste is ook nu het geval. Het aantal gemeenteleden neemt af, de gemeente vergrijst en de rol van de kerk in de samenleving verandert snel. Hoe nu verder? Volgens de regels van de Protestantse Kerken in Nederland moet iedere gemeente beschikken over een beleidsplan, waarin het beleid (de manier waarop de kerk in de komende jaren wil handelen), voor de komende vier jaar wordt vastgelegd. De kerkenraad heeft een zestal gemeenteleden benoemd in een werkgroep met als opdracht te komen met een voorstel voor een beleidsplan voor de periode 2015 – 2019. Dat ligt nu voor u. Resultaat van avonden met gesprekken in de werkgroep maar ook een interactieve morgen met de gemeente. De werkgroep vond vanaf het begin dat het plan bondig en overzichtelijk zou moeten zijn. Dit ook als gevolg van de constatering dat vrijwel niemand die ernaar gevraagd werd, het huidige beleidsplan kende of paraat had. Na het formuleren van een aantal gedachten over de oorsprong van de kerk en datgene wat mensen ertoe brengt om als lid van de kerk actief te zijn in de geloofsgemeenschap die de kerk vormt is er een korte beschrijving en analyse van de huidige stand van zaken. Daarna formuleert de werkgroep een aantal scenario's voor de toekomst. Om daarna af te ronden met een aantal ideeën, of zo u wilt, uitdagingen voor de komende vier jaar. De werkgroep hoopt op deze manier bij te dragen aan een levende toekomst voor de Gereformeerde Kerk in Een-Norg-Veenhuizen. Woord aan het begin Aan het begin van het geloof staat het woord, schrijft de evangelist Johannes. Het woord, de taal, is niet alleen de kern van het geloof, maar ook de drager van wat ons tot mensen maakt. Het zijn woorden waarmee wij ons geloof belijden, overdragen en delen. En lang voordat het geschreven woord bestond werd het verhaal doorgegeven via het gesproken woord. In alle vormen van religie en het daarmee samenhangende geloof die we op deze wereld aantreffen staat de zoektocht naar de zin van het leven centraal. Ons geloof helpt ons bij het zoeken naar de antwoorden op de grote vragen van het leven en markeert de hoogte- en dieptepunten van ons bestaan. Voor ons, christenen, is dat: het geloof dat de mens niet voor zichzelf alleen leeft en dit leven na de dood niet ophoudt. Centraal staan daarin het leven en sterven van Jezus Christus. 2 3
Eden is de historische naam van Een in ‘Van Eden tot heden’, geschiedenis van het dorp Een, ISBN 90-812784-1-X, pag. 258-275
2
De kerk, de georganiseerde uitingsvorm waarbinnen wij ons geloof beleven en met elkaar delen, speelt daarin een belangrijke rol. Ook daar speelt de taal een grote rol. Zeker in de protestantse kerken ligt de nadruk heel erg op het woord, in de wijze van de verkondiging en de manier waarop de liturgie is vormgegeven. We leven nu in een tijd waarin de nadruk heel erg ligt op het beeld, en veel minder op het woord. Dat stelt ons als kerk voor de vraag op welke manier we in de komende jaren het verhaal willen blijven vertellen en de boodschap door willen geven aan anderen. Een kerk die in beeld wil zijn, moet zichtbaar zijn. Waar staan we nu? Onze gemeente vergrijst. Dat is een tendens die meer kerken in Nederland laten zien. In ons geval wordt die beweging versterkt door de afname van de bevolking op het platteland. Jongeren trekken weg, wat de vergrijzing versterkt. Als we naar de cijfers kijken dan telt dit moment (teldatum eind 2013) onze gemeente 328 leden. Daarvan zijn 136 doopleden en 192 belijdende leden. Van alle leden zijn er 204 ouder dan 40 en daarvan zijn 118 ouder dan 60. Ruwweg houdt dat in dat ongeveer een derde ouder is dan 60 jaar, een derde tussen de 40 en 60 jaar en een derde jonger. Maar er komen weinig nieuwe leden aan de “onderkant” bij en veel tieners houden het kerkelijk leven voor gezien. Dat betekent dat over enkele tientallen jaren de gemeente niet alleen in aantal is teruggelopen, maar ook nog verder is vergrijsd. Ook het aantal bezoekers van de zondagse kerkdiensten loopt langzaam maar zeker terug. Er zijn heel weinig jongeren die naar de kerk komen en ook het aantal kinderen voor de kindernevendiensten neemt langzaam af. De activiteiten voor kinderen en jongeren, waaronder speciale kerkdiensten, zoals de schoolgezinsdiensten, worden wel goed bezocht. Het wordt steeds lastiger om mensen te vinden voor de bestuurlijke functies, ook omdat veel mensen zich wel in willen zetten voor de kerk maar dat niet langdurig achter elkaar willen doen. Ze geven de voorkeur aan korte, in tijd goed te overziene trajecten. Tot nu toe is het gelukt om het schip van de kerk financieel redelijk boven water te houden. Dat vooral dankzij de bereidwilligheid van de leden daaraan financieel bij te dragen. Maar bij een krimpend ledenaantal (waarbij de oudere generatie door haar omvang alleen al verhoudingsgewijs veel bijdraagt) komt ook dat in de komende jaren verder onder druk te staan. Onze gemeente is wat geloofsbeleving betreft te typeren als veelkleurig. Dat is ook te merken aan de diverse predikanten die de diensten leiden. Er is ruimte voor verschillende manieren om te geloven, voor verschillende opvattingen van kerk-zijn. De gemeente is als ruimdenkend, gastvrij en ruimhartig te omschrijven. Waar gaan we naar toe? Voorspellen, zei de cabaretier Wim Kan al, is buitengewoon moeilijk, helemaal als het de toekomst betreft. Dat gaan we dus niet doen. Hierna proberen we kort een paar richtingen voor de toekomst te beschrijven. We noemen die richtingen scenario’s: de weg die we zouden kunnen volgen.
3
1. In vertrouwen verder Het gaat zoals het gaat. We gaan verder in het vertrouwen dat de Geest waait waarheen Hij wil en dat de kerk in Een-Norg-Veenhuizen een toekomst heeft. We passen zaken aan als dat onvermijdelijk is. We worden misschien kleiner, maar dat geeft niet. 2. Het roer om Zo kan het niet langer. Als we niets doen is er over twintig jaar geen gemeente meer. De Geest mag dan waaien waarheen Hij wil, de mensen moeten het doen. En daar zijn er straks niet meer genoeg van. Dus moeten we ervoor zorgen dat er meer mensen, en dan vooral jongeren, komen. De kerk moet in beeld. We zoeken nieuwe manieren om kerk te zijn. Veel, vrijwel alles, is daarbij bespreekbaar. Wie vasthoudt aan alle tradities en gewoontes, mist de boot. We kiezen voor het experiment als dat nodig is. 3. Alleen kan niet langer We redden het niet. We zijn al te klein en beschikken over te weinig mensen. Daarom zoeken we een samenwerkingspartner of we laten ons overnemen. Worden we satellietgemeente van een andere gemeente hier in de omgeving, Roden, Haulerwijk, Zevenhuizen? We gaan geen enkel gesprek uit de weg. 4. We bouwen af Het is onvermijdelijk: we trekken de deur achter ons dicht. Niet direct, maar we gaan niet eindeloos voortmodderen. Als zich kansen voordoen om netjes een stap terug te doen, dan doen we dat. Komt er een koper voor de pastorie met een goed bod, dan mag die de deur uit, bijvoorbeeld. 5. We geven onszelf vier jaar De komende vier jaar trekken we uit om te kijken of het anders kan. We geven en nemen de ruimte om te experimenteren met andere vormen van kerk-zijn, erediensten en gemeente-zijn. Voorwaarde is dat we met elkaar de schouders eronder zetten. Als dat niet kan, vallen we terug op één van de andere scenario’s, behalve natuurlijk die waarin het roer toch al om gaat. Wat gaan we doen? Zoals wel vaker, is het niet zwart-wit. We kiezen daarom voor een mix van drie mogelijkheden. In vertrouwen verder en Afbouwen vallen af. Dat willen we niet. Concreet betekent dat dat we de komende vier jaar het roer om proberen te krijgen, maar ook dat we nadenken over samenwerking met anderen. We noemen onze keuze: Kiezen voor de schat van de regenboog. We gaan schatzoeken. Aan de voet van de regenboog. Wat is die schat?
4
In de Bijbel is de regenboog een teken van een belofte van God aan de mensheid. Na de zondvloed beloofde God nooit meer zo'n vloed te sturen om de wereld te verwoesten. Met de regenboog zou God deze belofte bevestigen. In veel folkloreverhalen komt een schat aan de voet van de regenboog voor. Nu reist de regenboog met ons mee, dus dat lijkt een onmogelijke opgave. Maar je kunt het ook opvatten als een oproep op reis te gaan, in het geloof dat er een wereld te winnen is. En dat gaan we doen. We zoeken naar de schat van het gezamenlijk ervaren van het gemeente-zijn in deze tijd, het zichtbaar maken van wat ons bindt, ook voor anderen. We gaan op reis naar de regenboog. Dat staat ook voor veelkleurigheid, in ons leven als gemeente, in de manier waarop we ons organiseren. We zoeken de grenzen op. Achter de grens liggen nieuwe mogelijkheden. Wat houdt dat concreet in? Hieronder geven we een aantal richtingen aan, beschrijven we experimenten, stappen op onze reis. Maar eerst nog wat anders. De huisjes zijn niet heilig. Dat is voorwaarde. Een kerkelijke gemeente heeft te maken met regels en gewoontes. We spreken af dat die geen belemmering mogen vormen voor een goed idee. Elk idee wordt serieus genomen. Natuurlijk, niet alles kan. Maar we gaan ervan uit dat iets kan, totdat het tegendeel vaststaat. Geloof uit de broodtrommel. Eén keer in de maand is er op zondag een lunchdienst. Begint om 11.30 uur en is om 13.00 uur afgelopen. We delen het brood letterlijk en combineren denken, praten en ontmoeten. We gaan voor even uit elkaar. Maar niet de kinderen en de jeugd gaan weg, maar de ouderen. Zes keer per jaar is er een nevendienst voor volwassenen. Die mogen weg, de “echte” dienst wordt voorbereid door kinderen en jeugd. De kindernevendienst wordt zondagschool. Kinderen gaan één keer per maand niet naar de kerk, maar naar het dorpshuis (straks MFA) voor de zondagschool. Praten, spelen, plezier. Het is leuk om naar school te gaan op zondag! Voor alle kinderen. Alle kleuren van de regenboog. Eén keer per maand bereidt een groepje vrijwilligers de dienst voor. Ze mogen het zelf invullen. Traditioneel? Mag. Zonder predikant, maar met een kinderboekenschrijver over geloof en opvoeden? Mag. Drents? Mag. Fries? Vooruit dan.4 De wereld in. Geloof is niet alleen iets van “boven naar beneden”, maar ook iets tussen mensen. De kerk wordt zichtbaar voor anderen. We zijn daar waar de mensen zijn. We doen mee aan de Feestvierdaagse in Norg, we zijn heilige landlopers in Veenhuizen. We zijn er als er iets gebeurt in de gemeenschap waar de kerk deel van uit maakt. In goede en slechte dagen.
4
5
In gesprek met de buren. We gaan onderzoeken of er een vruchtbare samenwerking mogelijk is met naburige kerken. Niemand uitgezonderd. Grenzen zijn niet heilig. Een werkgroepje gaat daarmee aan de slag. Het regenboogorkest. Doe iets met muziek! Zoek, samen met ook jongeren, naar vormen om muzikaal talent aan te spreken en mee te laten doen. Zoek een muziekcoach die dat vorm geeft. Kies voor de toekomst. Leg het accent van het kerk-zijn, geloofsbeleving en gemeente-zijn, bij de jonge generatie. De vijftigplussers doen mee, maar zijn niet de maat der dingen. Tijd voor jonge mensen, want de tijd dringt. Als de huidige predikant vertrekt, zoek dan iemand die de opbouw van de gemeente als centrale taak heeft. Stel niet het pastoraat voor ouderen voorop, maar het werken met jongeren. Digitaal geloven. Gebruik de techniek. Maak een app voor alle kerkleden, voor kleine en grote zaken. Publiceer alle preken op de website. Laat de dominee bloggen. Zet “Rondom de kerken” op internet. Gebruik Youtube en facebook. Twitter. Laat weten dat we er zijn! Advies voor de kerkenraad De werkgroep heeft hierboven een richting beschreven. Die richting is het simpelst te omschrijven als: kies voor verandering. Ons advies aan de kerkenraad is om, na een eerste discussie in de kerkenraad, die richting aan de gemeenteleden voor te leggen. Natuurlijk staat het de kerkenraad vrij om suggesties niet over te nemen of aan te passen. De werkgroep zou het wel op prijs stellen dat de gemeente geïnformeerd wordt over het plan dat is aangeboden. Daarnaast adviseert de werkgroep nadrukkelijk om niet alles tegelijk op te pakken, maar te faseren. Wat eerst of later moet is een zaak van overleg en vervolgens planning. En een zaak van de bereidheid van mensen er tijd in te steken. Tot slot. We kiezen ervoor om niet bij de pakken neer te gaan zitten. Dat vraagt ook inzet en tijd. Maar niets doen is geen optie. Op naar de regenboog.
6