Ontwikkelingsvisie
recreatiegebied
Alkmaarder- en Uitgeestermeer
9 april 2008
In opdracht van:
Opgesteld door:
Recreatieschap Alkmaarderen Uitgeestermeer Lagendijk 33 1911 MT Uitgeest T 0251 31 14 10
Recreatie Noord-Holland
9 april 2008
Genieweg 46 LN Velsen-Zuid T 023 - 5202 820
Postbus 25711981 2002 RB Haarlem
INHOUDSOPGAVE
1.
Denkraam strategische visie __________________________________________ 3
2.
Analyse van het recreatiegebied _______________________________________ 7 2.1 Huidige situatie __________________________________________________ 7 Het gebied Alkmaarder- en Uitgeestermeer ____________________________ 7 Het gebied Strategisch Groen Project IJ - Z ____________________________ 7 Recreanten in het Alkmaarder- en Uitgeestermeer _______________________ 8 Ondernemers in het Alkmaarder- en Uitgeestermeer _____________________ 9 Het recreatieschap _______________________________________________ 9 2.2 Ontwikkelingsmogelijkheden _______________________________________ 10 Het gebied Alkmaarder- en Uitgeestermeer ___________________________ 10 Het gebied Strategisch Groen Project IJ – Z ___________________________ 11 Trends in recreatie_______________________________________________ 12 Kansen voor ondernemers ________________________________________ 12 Positie van het recreatieschap _____________________________________ 13
3.
Visie op de verdere ontwikkelingen____________________________________ 14 3.1 Toekomstbeeld 2015 _____________________________________________ 14 3.2 Hoe komen we daar______________________________________________ 14 3.3 Financiële situatie _______________________________________________ 15 3.3.1
Prioriteiten financieel beleid__________________________________ 15
3.3.2
Financiële consequenties ___________________________________ 16
3.3 De ambitie van het recreatieschap __________________________________ 17 3.4 Voorgestelde keuzes _____________________________________________ 20 4. Het proces _________________________________________________________ 21 4.1 Communicatietraject en vaststelling van de visie _______________________ 21 4.2 Voortschrijdend meerjarenbeleid ____________________________________ 21
Ontwikkelingsvisie Alkmaarder- en Uitgeestermeer, 9 april 2008
1.
Denkraam strategische visie
Op initiatief van de provincie Noord-Holland is op 10 maart 2005 een bestuursconferentie gehouden over positionering van de recreatieschappen in de provincie. Conclusie was dat er op dit moment geen dringende reden is voor structuurwijzingen, maar dat een aantal aanbevelingen stevig opgepakt dient te worden. De aanbevelingen van de conferentie zijn: 1. Maak een strategische visie op de inrichting van de recreatiegebieden en betrek daarbij de klant; 2. Denk verder(gaand) in inkomstenverhogende maatregelen en betrek daarbij meer de private partijen; 3. Werk verder aan professionalisering van de meerjarenplannen en –begroting. Ter uitwerking van de eerste twee aanbevelingen heeft RNH een strategische visie opgesteld, welke de basis vormt voor een ontwikkelingsvisie per recreatiegebied. Het doel van een dergelijke visie is de recreatieschappen een denkraam te bieden voor de ontwikkeling en aanpassing van de meerjarenprogramma’s: met welke projecten kan er het beste worden ingespeeld op de veranderende context van de recreatiegebieden. Aan de hand van een aantal concrete projecten kan de profilering van de recreatiegebieden worden verbeterd. Met deze visie verandert de positionering van de recreatiegebieden. Het vraagt van de recreatieschappen dat zij zich meer richten op de omgeving (stad én landelijk gebied), op ontwikkeling (naast beheer) en op de klant (zowel recreant als ondernemer). Dit betekent ook dat er een nieuwe balans moet worden gevonden tussen het openbare, laagdrempelige karakter van de recreatiegebieden en de ruimte die daarnaast wordt geboden voor commerciële activiteiten. Naast het sneller in kunnen spelen op de veranderende recreatieve vraag biedt vergroten van ruimte voor recreatieondernemers de mogelijkheid extra inkomsten te genereren. De strategische visie is op 25 november 2005 besproken in het bestuur van het Alkmaarderen Uitgeestermeer (hierna RAUM) en het Algemeen Bestuur heeft besloten de ‘strategische visie recreatiegebieden’ vast te stellen als denkraam voor uitwerking van een ontwikkelingsvisie voor het RAUM. Ter voorbereiding van de ontwikkelingsvisie is zowel in de Adviescommissie van 2 maart 2006 als in de bestuursvergadering van 15 juni 2006 een verkennende discussie gehouden. De visie moet het recreatieschap een kader bieden om ontwikkelingen in het RAUM in gang te zetten, te monitoren en bij te sturen. Centraal staat hierbij dat het gebied beter bekend en beter gebruikt wordt door de recreant. Verder speelt de financiële situatie van RAUM nadrukkelijk een rol in de te maken keuzes, met name wat betreft het streven om inkomsten uit het gebied te verwerven. Parallel aan het ontwikkelen van de visie heeft het Algemeen Bestuur tijdens de vergadering van 15 juni 2005 RNH opdracht gegeven een meerjarenraming vervangingsinvesteringen op te stellen. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de derde aanbeveling. Het opstellen van deze meerjarenraming is noodzakelijk gezien de financiële problematiek waar het recreatieschap op dit moment mee te kampen heeft. Kosten voor beheer en onderhoud van een recreatiegebied stijgen naarmate de jaren verstrijken is een natuurlijke urgentie ontstaan om zowel lasten als baten in kaart te brengen en stappen te ondernemen. Vanwege de mindere financiële situatie van het RAUM en de participanten wordt gedacht om extra inkomsten te verwerven ten einde op deze wijze het exploitatietekort te dekken en de lasten voor de participanten op een aanvaardbaar niveau te houden.
Pagina 3 van 23
Ontwikkelingsvisie Alkmaarder- en Uitgeestermeer, 9 april 2008
Wat betreft de keuze opties in relatie tot de financiële situatie van het recreatieschap is geadviseerd de uitkomst af te wachten van de projecten ‘meerjarenraming vervangingen’ en ‘uitbreiding ligplaatsencapaciteit’. Het bestuur van het recreatieschap heeft tijdens de vergadering van 5 april 2007 op beide projecten positief gereageerd. Op deze manier kan er een scherper beeld worden neergezet van de financiële situatie van het recreatieschap en hoe hier op ingegrepen kan worden, met name om te bepalen: a) hoeveel financiële ruimte er nodig is om de inhaalslag van achterstallig onderhoud af te ronden en om te voorkomen dat er nieuw achterstallig onderhoud ontstaat; b) wat indicatief de mogelijkheden zijn voor het verwerven van inkomsten uit het gebied De keuze opties zijn uitgewerkt in drie scenario’s die in meer of mindere mate het financiële probleem van het RAUM oplossen en die in meer of mindere mate ruimte geven voor inkomstengenererende activiteiten in het gebied. Om vervolgens deze visie te kunnen operationaliseren zullen een aantal ontwikkelingslocaties worden aangegeven. Dit zijn locaties waar ontwikkelingen mogelijk zijn. Waarbij gedacht kan worden aan vestiging of uitbreiding van voorzieningen met een inkomstengenerende component, maar ook aan investering in de kwaliteit van de (basis)voorzieningen. Deze zullen vaak samen gaan. In deze ontwikkelingsvisie wordt nog geen concrete invulling aan deze locaties gegeven. Dit gebeurt in een vervolgtraject waarin er per locatie in overleg met gemeenten en andere betrokkenen een programma van eisen per locatie wordt opgesteld. Alle drie de aanbevelingen vereisen maatwerk per recreatiegebied. Er moet rekening worden gehouden met de bestaande structuur en zonering in het RAUM en de kansen die dit recreatiegebied biedt voor bijvoorbeeld ondernemers. Om dit te bereiken is de voorliggende ontwikkelingsvisie ontwikkeld, toegesneden op de situatie in het RAUM.
Pagina 4 van 23
Ontwikkelingsvisie Alkmaarder- en Uitgeestermeer, 9 april 2008
Pagina 5 van 23
Ontwikkelingsvisie Alkmaarder- en Uitgeestermeer, 9 april 2008
S
B
Fig. 1. Overzichtskaart Alkmaarder- en Uitgeestermeer en SGP IJmond - Zaanstad
Pagina 6 van 23
Ontwikkelingsvisie Alkmaarder- en Uitgeestermeer, 9 april 2008
2.
Analyse van het recreatiegebied
2.1
Huidige situatie
Het gebied Alkmaarder- en Uitgeestermeer Het recreatiegebied Alkmaarder- en Uitgeestermeer ligt in het hart van Noord-Holland, tussen Alkmaar en Haarlem (zie figuur 1, groen omgeven). Na de droogmaking van de Schermer rond1657 bleef dit meer als overblijfsel van deze grote veenplas bestaan. Met 660 hectare biedt het meer talloze mogelijkheden voor recreatie op, in en aan het water. In de grootschalige natuurgebieden staan extensieve vormen van recreatie centraal, zoals de diverse fiets-, wandel-, skate- en kanoroutes die door het mooie polderlandschap voeren. Het centrale gedeelte van het recreatiegebied leent zich namelijk bij uitstek voor natuur- en landschapsbeleving. Het gebied is rijk aan natuur- en cultuurhistorische waarden en is op 8 september 2005 onthuld als aardkundig monument. Het gebied is een goed zichtbaar en uniek aardkundig verschijnsel dat iets zegt over de ontstaansgeschiedenis. Het gebied toont nu een landschap zoals het er in de Middeleeuwen waarschijnlijk ook al heeft uitgezien. Dit extensieve gedeelte van het recreatiegebied wordt dan ook gebruikt om van de natuur, rust en ruimte te genieten. Maar ook het agrarisch gebruik, natuurontwikkeling en landschapsbeheer maken deel uit van het extensieve gedeelte van het gebied. Rondom het meer liggen verschillende recreatieterreinen met lig- en speelweiden, strandjes, jachthavens, een dagkampeerterrein en natuurterreinen. Deze recreatieterreinen vormen het intensieve gedeelte van het recreatiegebied: Zwaansmeer, Dorregeest, De Hoorne, Uiterdam en De Woudhaven. Daarnaast is er ook nog een klein recreatie-eiland, De Pannenkoek, waar de recreant alleen per kano of boot kan komen. In dit gedeelte ligt het accent in het recreatieve aanbod op watergebonden recreatie: zwemmen, kanoën, zeilen, waterfietsen, snelvaren, waterskiën, jachthavens. Keerzijde van de vele mogelijkheden in het recreatiegebied is dat de recreatievoorzieningen grotendeels in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw zijn aangelegd. Veel voorzieningen hebben op dit moment een leeftijd bereikt waarop vervanging noodzakelijk is. Daarnaast zijn er nog enkele knelpunten in de recreatieve infrastructuur die opgelost moeten worden.
Fig 2. Recreatieterreinen in het RAUM
Het gebied Strategisch Groen Project IJ - Z Met de uitbreiding van het Strategisch Groenproject IJmond -Zaanstad (hierna SGP IJ - Z) wordt er een nieuwe dimensie toegevoegd, namelijk die van uitloopgebied uit de regio IJmond en Zaanstad. Er ontstaat een groene stadsrand, tevens poort tot het landelijk gebied. In dit gebied wordt op diverse plaatsen nieuw recreatief groen aangelegd (zie figuur 1, rood
Pagina 7 van 23
Ontwikkelingsvisie Alkmaarder- en Uitgeestermeer, 9 april 2008
omgeven). De omgeving van het plangebied kent een flinke verstedelijkingsopgave met Saendelft (6.500 woningen) en de Broekpolder (3.200 woningen). Om de recreatieve tekorten in de regio op te heffen worden extra groengebieden aangelegd. In Beverwijk wordt recreatiegebied De Buitenlanden (figuur 1, aangegeven met B), een recreatief gebied van 100 ha, gerealiseerd. De gemeente Zaanstad krijgt er 150 ha. recreatiegebied bij: De Omzoom (figuur 1, aangegeven met S). In dit plan zit ruim 50 km (60 ha) “verbindingsgroen”: fiets-, wandel- en vaarverbindingen en een natuurverbindingszone. Hiermee worden de groengebieden verbonden aan de stad, aan bestaande groen- en natuurgebieden en aan elkaar. In 2010 moet het project gerealiseerd zijn. De provincie werkt in opdracht van het Rijk. Ook de gemeenten Beverwijk, Zaanstad, Uitgeest en Heemskerk, het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en de Dienst Landelijk Gebied zijn bij het project betrokken. Recreanten in het Alkmaarder- en Uitgeestermeer Het recreatiegebied is een veelzijdig gebied met een uitgebreid aanbod aan recreatieve mogelijkheden. In het huidig beheer en beleid richt het recreatieschap zich op een breed publiek van 0 tot 100. Er zijn namelijk vele mogelijkheden tot vermaak in het gebied. Het recreatieve aanbod van het Alkmaarder- en Uitgeestermeer richt zich in grote lijnen op drie onderdelen. De huidige kwaliteiten van het RAUM en haar omgeving zijn ten eerste de waardevolle veenweidelandschappen met een hoge belevingswaarde. Er zijn veel weidevogels te vinden in het gebied en de veenweiden en rietkragen rondom het meer vormen een broed- en schuilparadijs voor o.a. roerdompen. Het RAUM vormt een integraal onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur en de robuuste verbinding Van Kust tot Kust. Deze waardevolle landschappen bieden volop mogelijkheden voor actief onthaasten in het landelijk gebied, zoals fietsen, wandelen, kanoën en skaten. In het gebied zijn verschillende routes uitgezet, zoals de Pontjesroute (fiets) en wandelroutes door de Dorregeesterpolder en over de dijk van De Woude. Het profiel van bezoekers is divers, waarbij vooral actieve senioren goed zijn vertegenwoordigd. Bezoeken zijn relatief lang, maar de bezoekersstroom is klein en weersafhankelijk.
S B
Het water in het RAUM biedt talrijke mogelijkheden voor recreatie op, in en aan het water. Pleziervaartuigen, zeilers en surfers komen ruimschoots aan hun trekken. Bij de verschillende jachthavens is het mogelijk een (zeil)boot of surfplank te huren. Het watersportgebied wordt gebruikt door zowel de ligplaatshouders van de plaatselijke jachthavens als passanten die komen vanuit de richting Alkmaar en Zaanstad. Het gaat om een relatief grote doelgroep en een weersafhankelijk gebruik. Rond het meer liggen verscheidene recreatieterreinen waar de recreant heerlijk
Open landschap Groene stadsrand Van noord naar zuid: Akersloot, Uitgeest, Heemskerk, Beverwijk; Naar het oosten: Zaanstad
Watergebonden recreatie Alkmaarder- en Uitgeestermeer Fig. 3. Recreatief aanbod RAUM en IJ - Z
Pagina 8 van 23
Ontwikkelingsvisie Alkmaarder- en Uitgeestermeer, 9 april 2008
tot rust kan komen en kinderen kunnen spelen op de speeltoestellen en veilig zwemmen in het ondiepe afgebakende zwemgedeelte. De deelgebieden Zwaansmeer, Dorregeest en ’t Hoorne liggen in de stadsrandzone en worden vooral bezocht door bewoners van de aangrenzende wijken. Er is hier vooral vraag naar goede basisvoorzieningen die een brede doelgroep bedienen, zoals fiets- wandel- en ruiterpaden, picknickplaatsen, sanitaire voorzieningen en rustplaatsen. Belangrijk zijn ook de strandjes die op zomerse dagen een makkelijk bereikbaar alternatief voor de kust vormen. De stadsrandgebieden kennen een zekere vaste bezoekersstroom over het jaar van wandelaars en fietsers, maar het recreatief gebruik piekt sterk in de zomer, met name daar waar strandjes, zonneweides en barbecueplekken aanwezig zijn. Met de uitbreiding van Groenproject IJ - Z ontstaat er een brede groene stadsrand (regio IJmond en Zaanstad), met ook verbindingen naar het achterliggende landelijk gebied, zoals Landschap Waterland. Zowel het RAUM als IJ – Z liggen centraal binnen bereik van agglomeraties zoals Uitgeest, Akersloot, Zaanstad, Beverwijk, Heemskerk, Heiloo, Alkmaar en Castricum. Het gebied is goed ontsloten. De verschillende deelgebieden zijn te bereiken via regionale hoofdtoegangen (N203/N8/N246) en stadsranden, maar ook met het openbaar vervoer. Ondernemers in het Alkmaarder- en Uitgeestermeer Het recreatieschap heeft het water van het Alkmaarder- en Uitgeestermeer in eigendom en enkele gronden in erfpacht van het Rijk met een symbolisch canonvergoeding. Dit levert belangrijke randvoorwaarden op voor de mogelijkheden die het schap heeft om gronden uit te geven en commercieel te exploiteren. In het RAUM is een groot aantal ondernemers actief, voor het overgrote deel is dit watersport gerelateerd. De jachthavens concentreren zich in de zuidwest hoek van het Uitgeestermeer bij Uitgeest, als ook in de noordwest hoek bij Akersloot. De activiteiten van deze ondernemers leveren een belangrijke bijdrage aan de lokale werkgelegenheid en economie. Het recreatieschap De overheid heeft vanaf de oprichting in de jaren zeventig van de vorige eeuw een centrale rol gespeeld in de ontwikkeling van het RAUM. Het recreatiegebied is ingericht met geld van rijk, provincie en gemeenten die deelnemen in de gemeenschappelijke regeling. Het in samenhang met landschap en natuur ontwikkelen van de recreatiemogelijkheden is daarbij het hoofduitgangspunt geweest. De huidige recreatievoorzieningen in het RAUM stammen uit de tijd van de oprichting. Veel voorzieningen hebben op dit moment een leeftijd bereikt waarop vervanging noodzakelijk is. Afgelopen jaren is duidelijk geworden dat het recreatieschap voor een aanzienlijke financiële opgave staat. Het recreatieschap dient een manier te vinden om het exploitatietekort te dekken binnen de kaders van haar eigen doelstellingen en het huidige overheidsbeleid. Het RAUM doet op dit moment een grote inspanning rond achterstallig onderhoud. Het financieel beleid dat sinds 2005 is gevoerd staat in het teken van het inlopen van deze achterstand en met name daar waar de publieke veiligheid in het geding is. Hierbij wordt maximaal gebruik gemaakt van subsidies van de provincie in het kader van de Vernieuwsingimpuls Openluchtrecreatie (V-OLR). Voor de bijdrage van het recreatieschap is mede gekozen voor het aangaan van leningen. De participantenbijdrage is verhoogd zodat de rente en aflossing van deze leningen kan worden betaald. Met dit beleid kan in de periode t/m 2007 ca. 75% van de achterstallige situatie worden weggewerkt.
Pagina 9 van 23
Ontwikkelingsvisie Alkmaarder- en Uitgeestermeer, 9 april 2008
Om in te kunnen spelen op de snel veranderende recreatieve wensen wordt een nieuwe aanpak gevraagd. De overheid is niet altijd in staat snel in te spelen op nieuwe recreatieve vraag. Hierdoor worden kansen om nieuwe doelgroepen te interesseren onvoldoende benut. Ondernemers zijn vaak beter in staat te voorzien in een specifieke vraag van een specifieke doelgroep. Naast een breder aanbod dragen commerciële voorzieningen bij aan de bekendheid van het gebied en zorgen voor extra inkomsten waarmee openbare voorzieningen in stand kunnen worden gehouden. Het recreatieschap heeft een koers ingezet van het inlopen van de achterstallige situatie. Risico’s op calamiteiten worden hiermee verminderd. Ook het rendement van geïnvesteerd geld is hoog. Verhoudingsgewijs veel mensen benutten de voorzieningen waarin wordt geïnvesteerd. De inhaalslag is nog niet volledig maar is, in combinatie met het vergroten van de inkomsten, een grote stap om voor de toekomst het recreatieschap een gezonde financiële basis te geven.
2.2
Ontwikkelingsmogelijkheden
Het gebied Alkmaarder- en Uitgeestermeer Het waterrijke karakter biedt goede aanknopingspunten voor de verdere ontwikkeling van de recreatieve betekenis van het RAUM. Zowel in de deelgebieden in de stadsrand als in de open veenweidelandschappen zijn er mogelijkheden voor het vergroten van het gebruik en het bereiken van nieuwe doelgroepen. Het accent zal verschuiven van een gebied primair gericht op recreatie en natuurbeleving, naar een gebied waar intensieve voorzieningen rond watersport nadrukkelijk aanwezig zijn. Hierbij wordt rekening gehouden met de karakteristieken die het ‘gezicht’ van het RAUM bepalen: de openheid en het natuurhistorische landschap. Het recreatieschap streeft naar een evenwichtige ontwikkeling tussen recreatie, natuur en cultuur. De open veenweidelandschappen in het centrale deel van het RAUM zijn namelijk gezichtsbepalend voor het recreatiegebied: natuur, rust en ruimte in de open natuurlijke landschappen. In deze landschappen gaat het in de eerste plaats om behoud en versterken van de landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteit. Dit kan in samenwerking met andere partijen, Staatsbosbeheer en Landschap Noord-Holland, worden gedaan. Een eerste stap is gezet door middel van het project ‘baggeren’: door het indrogen van de bagger in de baggerdepots zijn nieuwe natuurgebieden gerealiseerd. In het gebied zijn nog meer mogelijkheden voor natuurontwikkeling. Ook draagt het centrale gedeelte van het RAUM bij aan een versterking van de ecologische hoofdstructuur en de robuuste verbindingszone ‘Van kust tot kust’. Het RAUM vormt hierin een schakel tussen het westelijke en het oostelijke gedeelte van de verbindingszone. Het verbeteren van de recreatieve ontsluiting is ook een belangrijk aandachtspunt. De mogelijkheden voor routegebonden recreatie en de aansluiting op recreatieknooppunten en de omgeving (zoals IJ – Z) kunnen worden uitgebreid en verbeterd. Zo zijn er mogelijkheden voor het ontwikkelen van een (hoofd)recreatieknooppunt bij Zwaansmeer1. De Stelling van Amsterdam als cultuurhistorisch erfgoed biedt kansen voor een doorlopende recreatieve structuur die de verschillende recreatiegebieden (RAUM, IJ – Z, Landschap Waterland, Spaarnwoude, Haarlemmermeer) met elkaar verbindt: een ruggengraat voor het nieuwe complex van recreatiegebieden. 1
Een recreatieknooppunt is een goed bereikbare cluster van voorzieningen, zoals horeca, informatiecentrum, toeristische en cultuurhistorische bezienswaardigheden. Dit knooppunt bevindt zich in een uitgebreid netwerk van fiets- en wandelroutes (mogelijk ook skate- en vaarroutes).
Pagina 10 van 23
Ontwikkelingsvisie Alkmaarder- en Uitgeestermeer, 9 april 2008
In de deelgebieden in de stadsrand (Zwaansmeer, Dorregeest, ’t Hoorne, de Uiterdam) gaat het om een kwaliteitsimpuls zodat beter kan worden voldaan aan de recreatieve vraag vanuit de aangrenzende wijken en de gebieden intensiever gebruikt gaan worden. Ook vormen de strandjes op zomerse dagen een gemakkelijk bereikbaar alternatief voor de kust. De basisvoorzieningen dienen te worden verbeterd en meer worden toegesneden op de lokale vraag. In de stadsrandzone wordt gestreefd naar een vernieuwd en divers aanbod voor de in toenemende mate ‘zappende’ consument. De horeca in de oeverparken mist op dit moment uitstraling en aantrekkingskracht. Vernieuwing van horecagelegenheden en toevoeging van nieuwe (kleinschalige) voorzieningen zou de attractiviteitwaarde van het recreatiegebied enorm versterken. Verblijfsmogelijkheden en toerisme zouden een grotere rol kunnen gaan spelen. Deze ontwikkeling van het watersportproduct biedt op zijn beurt weer meer kansen voor ondernemers. Het aandeel financiering door private partijen wordt verder vergroot en zo ook de inkomsten voor het recreatieschap. Zo biedt het RAUM bij uitstek kansen om zich te profileren als veelzijdig en volwaardig watersporthart van de regio. Het gebied Strategisch Groen Project IJ – Z Met de uitbreiding van IJ-Z wordt er een nieuwe dimensie toegevoegd, namelijk die van uitloopgebied uit de steden in de regio IJmond en Zaanstad. De twee gebieden in IJ – Z zijn nog jong en staan aan het begin van hun ontwikkeling. Belangrijk is dat deze gebieden een eigen identiteit gaan ontwikkelen, met een herkenbaar aanbod aan voorzieningen. De Buitenlanden Het deelgebied De Buitenlanden zit reeds in de ontwerpfase (zie fig. 4). De hoofdopzet van dit gebied bestaat uit een eigentijds polderpark met een centraal gelegen recreatieboerderij en gevarieerde groene randen. De Kil wordt hierbij verbreed en langs de Zeedijk wordt, ter hoogte van De Buitenlanden, de agrarische functie gehandhaafd. De ecologische zone langs de Kil vormt hier de schakel in de provinciale natuurverbindingszone tussen Spaarnwoude en het RAUM. De Omzoom Het deelgebied De Omzoom zit nog in de ontwikkelingsfase. Bij De Omzoom is een plan ontwikkeld voor een recreatiegebied van 150 ha. met o.a. een ruim 30 ha grote waterplas ten zuiden van de toekomstige uitbreiding van Saendelft. Aan de randen komt ruimte voor intensieve recreatie, met name speelterreinen en ligweiden. In de zogenaamde ‘Notenbongerd’ kunnen sportterreinen en volkstuincomplexen worden ingepast in het recreatiegebied. Tussen beide groengebieden wordt een netwerk van fiets-, wandel- en vaarverbindingen gerealiseerd.
Fig.4. Masterplan De Buitenlanden
Pagina 11 van 23
Ontwikkelingsvisie Alkmaarder- en Uitgeestermeer, 9 april 2008
Trends in recreatie Uitgangspunt voor de ontwikkeling van het Alkmaarder- en Uitgeestermeer en IJ - Z zijn de recreanten. Recreatieve wensen veranderen met de tijd en het is belangrijk rekening te houden met toekomstige trends. Deze zijn in kaart gebracht en geprojecteerd op de verschillende onderdelen van het huidige aanbod van Alkmaarder- en Uitgeestermeer en IJ - Z. In de open landschappen in het RAUM en in IJ – Z is er vraag naar goede doorlopende routestructuren. De groep actieve senioren groeit en dit is bij uitstek een groep die wil genieten van natuur, rust en cultuurhistorie en dagtochten wil kunnen maken. De Stelling van Amsterdam biedt hiervoor bijvoorbeeld kansen. Ook is er een trend in de groei van het individuele sporten, zoals hardlopen en skeeleren. Hierbij gaat het in de eerste plaats om goede routestructuren in de stadsrand, maar met een goede aansluiting naar het landelijk gebied. Een technologische ontwikkeling die al volop voet aan de grond krijgt zijn de GPS routes. In de groene stadsrand (Zwaansmeer, Dorregeest, Hoorne, Uiterdam, IJ – Z) blijft de vraag naar recreatieve basisvoorzieningen naar verwachting onverminderd groot. De strandjes en speel- en ligweiden vormen op zomerse dagen een gemakkelijk bereikbaar alternatief voor de kust. Openbare, laagdrempelige toegankelijkheid blijft hier het uitgangspunt, juist om ook minder mobiele groepen (bv. ouderen, mindervaliden, lagere inkomens) te bedienen. Belangrijk is dat de voorzieningen goed inspelen op het profiel van de aangrenzende wijken. Tevens wordt door het uitbreiden, verbeteren en toevoegen van voorzieningen en functies ingespeeld op de manier van recreëren van de hedendaagse recreant: het beleven van meer kortstondige afwisselende recreatie-ervaringen tijdens uitstapjes (de zogenaamde zaprecreatie). Het ontwikkelen van recreatieknooppunten is hierbij van belang. Door de aanwezigheid van meerdere functies waar verschillende recreatieve ervaringen kunnen worden opgedaan, worden de bezoekers van het recreatiegebied langer in het gebied vastgehouden. Naast het ontwikkelen van bovenstaande kwaliteiten is het van belang dat het recreatiegebied goed ontsloten is, zowel voor snel als langzaam verkeer. Goede ontsluiting is noodzakelijk, zeker zodra ervoor wordt gekozen het gebied verder te ontwikkelen en het doel is door middel van nieuwe voorzieningen meer recreanten naar het gebied te trekken. Recreatiegebied het RAUM is goed te bereiken voor de automobilist, de fietser en de wandelaar. Het gebied is alleen niet goed bereikbaar per bus (touringcar). Hierdoor worden eventuele toeristische ontwikkelingen in het gebied een beperking opgelegd. In de ontwikkeling van IJ – Z zal er ook worden geïnvesteerd in verbindingsgroen, zodat de groengebieden goed ontsloten worden richting de stad, bestaande groen- en natuurgebieden en elkaar. Kansen voor ondernemers Kansen voor ondernemers liggen in het aanbieden van nieuwe voorzieningen die inspelen op de bestaande bezoekersstromen en nieuwe bezoekmotieven kunnen bieden. Er zijn locaties beschikbaar waar nieuwe ontwikkelingen mogelijk zijn. Het gaat dan om voorzieningen met een regionale uitstraling, die een aanvulling vormen op het huidige aanbod en het seizoen kunnen verlengen. Vooral voorzieningen rondom de watersport en het creëren van een recreatieknooppunt passen goed bij de uitbouw van het bestaande aanbod. Deze ontwikkelingen kunnen ook bijdragen aan de regionale uitstraling en naamsbekendheid In de stadsranden, zowel in het RAUM als IJ – Z, is er ruimte voor relatief kleinschalige nieuwe voorzieningen die het huidige aanbod versterken en meer richten op het profiel van de aangrenzende wijken. Ook hier is verlenging van het seizoen een belangrijk aandachtspunt. Denk hier bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van een nieuw horecapunt op Dorregeest of een recreatieboerderij in het gebied De Buitenlanden.
Pagina 12 van 23
Ontwikkelingsvisie Alkmaarder- en Uitgeestermeer, 9 april 2008
Positie van het recreatieschap De financiële positie van het recreatieschap is bepalend voor de manier waarop de uitgangspunten naar een ontwikkelingsvisie en programma kunnen worden vertaald. In de meest recente begroting zijn financiële uitgangspunten voor de komende jaren bepaald. Zoals al eerder vermeld, het RAUM heeft geen reserves en de financiële ruimte om nieuwe projecten op te pakken is beperkt. Het recreatieschap wil deze trend ombuigen door de verdiencapaciteit van het gebied beter te benutten. Verhoging en verbreding van de inkomsten van het RAUM wordt gezien als noodzakelijk om het exploitatietekort terug te dringen. Een andere tijd vraagt ook om andere voorzieningen waarmee kan worden ingespeeld op hogere eisen vanuit de overheid en de verwachtingen van de recreant. Het recreatieschap heeft water en gronden in eigendom en erfpacht en heeft daarmee een goede uitgangspositie om inkomsten te genereren uit de exploitatie van het gebied. Deze mogelijkheden zijn tot nu toe beperkt aangeboord. Dit betekent dat er ruimte wordt geboden voor ondernemers om nieuwe voorzieningen te ontwikkelen. Bij voorkeur zijn deze voorzieningen watersport gerelateerd of gericht op het verbeteren van de recreatieve ontsluiting van het gebied. Daarnaast, om de verbeterde onderhoudsituatie op lange termijn te consolideren, wordt een doorlopend onderhoudsprogramma voorbereid waarin ook groot onderhoud en vervangingen zijn geregeld. Voor IJ – Z is het belangrijk om al in de inrichtingsfase goede randvoorwaarden te creëren voor een duurzaam beheer. Er moeten vanaf het begin reserveringen voor vervangingen worden gemaakt en eventuele toekomstige ontwikkelingen waarmee het recreatief aanbod wordt aangepast en uitgebreid en die mogelijkheden geven om inkomsten te verwerven moeten in het ontwerp niet uit het oog worden verloren. Het toevoegen van nieuwe functies moet samengaan met behoud en waar mogelijk versterking van natuur en landschap. De kracht van het RAUM (als ook IJ – Z) is de laagdrempeligheid, de uitgestrekte veenweidelandschappen en het waterrijke karakter.
Pagina 13 van 23
Ontwikkelingsvisie Alkmaarder- en Uitgeestermeer, 9 april 2008
3.
Visie op de verdere ontwikkelingen
3.1
Toekomstbeeld 2015
In 2015 biedt het RAUM de bewoners van de aanliggende woonkernen en steden een recreatiegebied dat is geconcentreerd op recreatie op, in en aan het water. Alles met betrekking tot het watersportproduct is er te vinden, jachthavens inclusief verblijfsmogelijkheden, botenverhuur, zeilverenigingen, waterski, etc.. Daarnaast is er voldoende gelegenheid om van de rust, ruimte en cultuurhistorie te genieten in de uitgestrekte veenweidelandschappen. De aaneengesloten uitgestrekte groene stadsrand – van Akersloot tot aan Beverwijk en Zaandam- is een plek waar de bewoners van de omliggende woonwijken vaak komen, zonder elkaar in de weg te lopen. Deze groene stadsrand strekt zich zelfs verder uit naar het zuiden via Spaarnwoude naar de groengebieden in de Haarlemmermeer. Op regionaal niveau heeft het RAUM een gevestigde naam wat betreft de watersportvoorzieningen. Zowel aan de zuidkant als aan de noordkant van het RAUM zijn er meerdere ligen passantenplaatsen gecreëerd. Een ruim aanbod aan kwalitatieve voorzieningen is gerealiseerd die een stroom van doelgerichte recreanten aantrekt. De verschillende strandjes zijn een uitstekend alternatief voor de kust, kindvriendelijk en uitgerust met parkeervoorziening en een aantrekkelijk horecapunt. In het gebied zijn twee recreatieknooppunten gerealiseerd, volledig uitgerust met horeca, speeltoestellen, informatievoorziening, recreatieve dienst-verlening (bv. fietsverhuur) en in- en opstapplaatsen voor wandelen, fietsen, kanoën en dergelijke. De twee recreatiegebieden in IJ – Z vormen een uitbreiding van de groene stadsrand van het RAUM, als ook een verbinding tussen de recreatiegebieden Spaarnwoude en het RAUM. Beiden gebieden hebben een sterk eigen karakter. In het gebied de Buitenlanden is rondom recreatieboerderij De Buitenlanden een derde recreatieknooppunt gesitueerd. Samen met de recreatieknooppunten in het RAUM vormen zij “poorten” tot het achterliggende cultuurhistorische landelijk gebied, zoals De Stelling van Amsterdam, de polders, de landbouw en de lintdorpen. De Omzoom is voor een deel een intensief recreatiegebied, met lig- en speelweiden, een recreatieplas, sportterreinen en volkstuincomplexen. Door de ontwikkeling van IJ – Z is er een nieuw netwerk van fiets-, wandel- en vaarroutes gerealiseerd, waardoor alle omliggende steden en recreatiegebieden met elkaar verbonden zijn.
3.2
Hoe komen we daar
Om de visie te realiseren zijn de volgende uitgangspunten leidend voor het programma van het recreatieschap: 1. 2. 3. 4.
De openheid en het natuurhistorische karakter blijft behouden; Het RAUM beter profileren als watersporthart van de regio; Watersportmogelijkheden vergroten; Randvoorwaarden voor ontwikkelingen verbeteren door te investeren in basisvoorzieningen in de verschillende deelgebieden; 5. De deelgebieden in de stadsrandzone (zowel RAUM als IJ – Z) beter richten op de vraag vanuit de aangrenzende wijken en het stedelijk gebied, met het accent op functioneel te gebruiken ruimte, oeverrecreatie, routevoorzieningen en watersportvoorzieningen; 6. In het SGP IJ – Z stapsgewijs voorzieningen toevoegen waarmee de gebieden hun eigen identiteit kunnen ontwikkelen.
Pagina 14 van 23
Ontwikkelingsvisie Alkmaarder- en Uitgeestermeer, 9 april 2008
3.3 Financiële situatie De financiële positie van het recreatieschap is bepalend voor de manier waarop de uitgangspunten naar een ontwikkelingsvisie en programma kunnen worden vertaald. In de meest recente begroting zijn financiële uitgangspunten voor de komende jaren bepaald. De begroting is gebaseerd op de beleidsmatige uitgangspunten van het concept beleidsplan 2003-2006. De doelstelling van het programma kan worden samengevat als ‘het duurzaam in stand houden van natuur- en recreatiegebieden, gericht op oeverrecreatie en watersport, ten behoeve van bewoners uit de omliggende gemeenten en wijdere regio’. 3.3.1
Prioriteiten financieel beleid
Het bestuur van het recreatieschap heeft de volgende volgorde van prioriteiten aangegeven in het financieel beleid van de komende jaren: 1. Het resterende achterstallig onderhoud wegwerken; 2. Een voldoende financiële basis creëren om het recreatiegebied duurzaam te beheren; 3. Pas in laatste instantie, als de financiële situatie op termijn dat toelaat, een nieuw investeringsprogramma initiëren. Ad 1. Het resterend achterstallig onderhoud wegwerken Op dit moment staat het financieel beleid van het recreatieschap in het teken van het inlopen van een achterstallige onderhoudssituatie. Deze situatie is ontstaan doordat in het verleden onvoldoende rekening is gehouden met de noodzaak om voorzieningen aan het einde van de levensduur te vervangen. In de inhaalslag die het recreatieschap sinds 2003 uitvoert wordt maximaal gebruikt gemaakt van subsidies van de provincie in het kader van het programma Vernieuwingimpuls Openluchtrecreatie (V-OLR). Voor de eigen bijdrage van het recreatieschap is gekozen voor het aangaan van leningen. De participantenbijdrage is verhoogd zodat de rente en aflossing van deze leningen kan worden betaald. Consequentie van het aangaan van leningen is dat het recreatieschap in de komende jaren een slechte financiële positie zal hebben. De algemene reserve van het recreatieschap wordt naar verwachting negatief en zal pas op een termijn van ca. 7 jaar weer aangevuld zijn. Daar staat tegenover dat in de periode t/m 2007 ca. 75% van de achterstallige situatie zal worden weggewerkt. De koers die is ingezet zal uiteindelijk leiden tot een gezonde financiële basis voor het recreatieschap. Ad 2. Financiële basis duurzaam beheer Na afronding van de inhaalslag moet er financiële ruimte beschikbaar komen om het gebied duurzaam in stand te kunnen blijven houden en te beheren, rekening houdend met toekomstige vervangingsinvesteringen. Er is een inventarisatie uitgevoerd van bestaande voorzieningen in het recreatiegebied, o.b.v. het geautomatiseerd beheersysteem en controle in het terrein. Met standaard eenheidsprijzen is bepaald wat de instandhouding van deze voorzieningen kost. Het gaat dan om de kosten voor jaarlijks onderhoud, groot onderhoud en vervangingsinvesteringen. Bij de raming is uitgegaan van het in stand houden van de voorzieningen op een acceptabel kwaliteitsniveau. Vervolgens is dit vergeleken met het in de begroting 2007 geraamde bedrag onder de post ‘Terreinbeheer uitvoering – bedrijfskosten’:
Jaarlijks onderhoud Groot onderhoud subtotaal Vervangingen totaal
geraamde kosten (standaard eenheidsprijzen; exclusief personeel en organisatie) € 191.000
opgenomen in begroting 2007 (bedrijfskosten terreinbeheer uitvoering)
€ 162.000 € 353.000 € 220.000 € 573.000
Pagina 15 van 23
€ 291.000
Ontwikkelingsvisie Alkmaarder- en Uitgeestermeer, 9 april 2008
In grote lijnen kan worden gesteld dat de begroting voldoende dekking biedt voor het jaarlijks onderhoud en iets meer dan de helft (60 %) van het groot onderhoud. Dekking voor vervangingen ontbreekt geheel. Het in acceptabele kwaliteitsniveau wordt weliswaar in de meeste gevallen gehaald, maar kan niet duurzaam in stand worden gehouden. Dit uit zich in het achterstallig onderhoud dat in het recreatiegebied is ontstaan. Om het kwaliteitsniveau wel duurzaam in stand te houden en om te voorkomen dat er nieuw achterstallig onderhoud ontstaat is dus jaarlijks (€ 573.000 - € 291.000 =) ca. € 280.000 nodig. Om te bepalen in hoeverre aanpassingen in het lopende beheerprogramma kunnen bijdragen aan het vinden van de benodigde financiële ruimte zullen in 2007 beheerplannen per deelgebied worden opgesteld. Hierin kan een keuze worden gemaakt voor het gewenste kwaliteitsniveau van de voorzieningen en het beheer. Ad 3. Nieuwe investeringen Het is wenselijk om op termijn ruimte te hebben om te kunnen investeren in verdere ontwikkeling van de landschappelijke en recreatieve kwaliteit van het gebied. Dit om in te kunnen spelen op de groeiende en veranderende recreatieve vraag en om tegenwicht te bieden tegen verstedelijking. 3.3.2 Financiële consequenties Het wegwerken van achterstallig onderhoud (punt 1) betreft het programma van het recreatieschap op korte termijn (2007-2013). Dekking hiervoor kan komen uit: a) De meevaller van € 300.000 wat betreft extra toegekende subsidie V-OLR uit 2006; b) Aanpassingen in de beheerkwaliteit: hieruit kan slechts een beperkte bijdrage verwacht worden (0-5 % van de huidige beheerkosten); c) Verhoging van inkomsten: voor het geheel van projecten liggen potentiële inkomsten in de orde van grootte van € 40.000 tot € 140.000 per jaar. Hiervan kan ca. € 40.000 binnen een termijn van een aantal jaar gerealiseerd worden. Het creëren van een financiële basis voor duurzaam beheer (punt 2) betreft met name de lange termijn vanaf 2013. In aanvulling op de vorige punten kan de dekking hiervoor komen uit de vrijval van leningen en afschrijvingen in de periode 2011-2016. Op dat moment ontstaat er binnen de begroting ca. € 240.000 aan ruimte, uitgaande van een gelijkblijvend niveau van de participantenbijdrage. Hierbij moet echter opgemerkt worden dat de participantenbijdrage eerder ten behoeve van de leningen is verhoogd en dat er vooralsnog is uitgegaan van een verlaging op het moment dat de leningen zijn afgelost. In het geval de bijdrage terug gaat naar het niveau van voor het afsluiten van de leningen wordt de beschikbare ruimte aanzienlijk kleiner, namelijk ca. € 120.000. Nieuwe investeringen in het recreatiegebied (punt 3) betreft de lange termijn en is afhankelijk van een eventueel surplus in de dekking van de vorige twee punten. Daarnaast hangt de mogelijkheid om te investeren in het recreatiegebied af van de ambitie van het recreatieschap en de bereidheid ontwikkelingen toe te staan. Conclusie is dat er zowel voor de korte als lange termijn goede mogelijkheden zijn om dekking te vinden voor het programma, bij handhaving van het huidige niveau van de participantenbijdrage. Of dit uiteindelijk lukt hangt af van de ambitie die het bestuur kiest voor het programma en de mate waarin er inkomsten uit het gebied worden gegenereerd. Om hier zicht op te krijgen zijn in de volgende paragraaf verschillende scenario’s op hoofdlijnen uitgewerkt. Aan de hand van deze scenario’s kan een keuze worden gemaakt voor het gewenste ambitieniveau om ontwikkelingen toe te staan en inkomsten te genereren.
Pagina 16 van 23
Ontwikkelingsvisie Alkmaarder- en Uitgeestermeer, 9 april 2008
3.3
De ambitie van het recreatieschap
De uiteindelijke ambitie van het programma van het RAUM hangt af van de financiële inzet van het recreatieschap aan de ene kant en de bereidheid ontwikkelen toe te staan aan de andere kant. Hiervoor kan indicatief gedacht worden aan vier scenario’s. Deze verschillende scenario’s geven de mate van ambitie van het recreatieschap aan, waarbij in scenario 0 ervan wordt uitgegaan dat het huidige kwaliteitsniveau wordt gehandhaafd en geen nieuwe ontwikkelingen worden toegestaan. De scenario’s zijn, ter illustratie, gevisualiseerd door middel van kaartjes waarop met gele sterren is aangegeven waar mogelijke ontwikkelingslocaties zich bevinden in een bepaald scenario (zie figuur 5). Dit zijn locaties waar potentie is om het recreatieve product (verder) te ontwikkelen. Hierbij kan gedacht worden aan vestiging of uitbreiding van voorzieningen met een inkomstengenerende component, maar ook aan investering in de kwaliteit van de (basis)voorzieningen. Deze zullen vaak samen gaan. In deze ontwikkelingsvisie wordt nog geen concrete invulling aan deze locaties gegeven. Dit gebeurt in een vervolgtraject waarin er per locatie in overleg met gemeenten en andere betrokkenen een programma van eisen per locatie wordt opgesteld. Fig. 5. De verschillende ontwikkelingsscenario’s
Scenario 1
Scenario 2
Scenario 3
•
•
•
• • •
beperkte autonome groei gebruik beperkt aantal ontwikkelingslocaties financiële consequentie inkomsten ± € 40.000 …….
• • •
matige groei van het gebruik van het gebied (bv > 10 % over 10 jr) circa 5 ontwikkelingslocaties financiële consequentie inkomsten ± € 90.000 …….
• • •
flinke groei gebruik gebied (bv. > 20 % over 10 jr) circa 7 ontwikkelingslocaties financiële consequentie inkomsten ± € 140.000 ……..
In onderstaande tabel zijn de vier scenario’s op hoofdlijnen uitgewerkt. Aan de hand van deze scenario’s wordt het bestuur gevraagd het ambitieniveau aan te geven.
Pagina 17 van 23
Ontwikkelingsvisie Alkmaarder- en Uitgeestermeer, 9 april 2008
Scenario Ambitieniveau
0
1
2
3
Inkomsten Consequenties RAUM
Gebied wordt op huidig kwaliteitsniveau in stand gehouden Geen nieuwe ontwikkelingen
€0
Projecten waarvoor beleid is vastgesteld worden doorgezet: - Erfgoedpark DH en restaurant - Uitbreiding ligplaatsen korte termijn en herzien contracten Geen locaties waar functie wijzigt Beheer inclusief vervangingen duurzaam geregeld, maar geen ruimte voor nieuwe investeringen in kwaliteit inrichting en beheer Beperkte groei bezoekers (5-10 %) In het verlengde van ingezet beleid Groter (commercieel) project op Dorregeest (bv. horeca) Uitbreiding ligplaatsen lange termijn Recreatieknooppunt zuidoever Natuur-/ oeverontwikkeling Enige financiële ruimte voor verbeteren kwaliteit inrichting/ beheer Groei aantal bezoekers (>10 %) Evenementen op Dorregeest Substantiële ruimte voor verbeteren kwaliteit inrichting/beheer Grotere projecten met commerciële component, bv. verblijfsmogelijkheden bij jachthavens Ontwikkeling De Woudhaven Groei aantal bezoekers (> 20 %)
€40.000
Beperkte ruimte afronding Inhaalslag. Duurzaam beheer en onderhoud gegarandeerd bij verlaging kwaliteitsniveau. Inhaalslag goed af te ronden. Duurzaam beheer en onderhoud gegarandeerd bij huidig kwaliteitsniveau.
€ 90.000
Inhaalslag goed af te ronden. Duurzaam beheer en onderhoud gegarandeerd bij huidig kwaliteitsniveau. Op termijn enige ruimte voor investeringen in het gebied.
€ 140.000
Inhaalslag goed af te ronde.n Duurzaam beheer en onderhoud gegarandeerd bij huidig kwaliteitsniveau. Op termijn substantiële ruimte voor investeringen in het gebied.
De ontwikkeling van de financiële ruimte in het programma bestaat uit verschillende componenten, zoals de meevaller uit 2006, het vrijvallen van leningen, het vrijvallen van de aflossing BBV, aanpassingen die in het beheer gedaan kunnen worden en extra inkomsten uit exploitaties. In onderstaande grafiek is de ontwikkeling van de financiële ruimte weergegeven, met scenario 2 als voorbeeld.
350.000 300.000
Benodigd voor duurzaam beheer
250.000 200.000 150.000
aanpassing beheer Inkomsten scenario 2
100.000
meevaller 2006
50.000
vrijvallen leningen vrijvallen aflossing BBV
0
20 07 20 09 20 11 20 13 20 15 20 17 20 19 20 21 20 23
Extra financiële ruimte in programma
400.000
Pagina 18 van 23
Ontwikkelingsvisie Alkmaarder- en Uitgeestermeer, 9 april 2008
Naast dat de ontwikkeling van de financiële ruimte in het programma afhangt van het gewenste ambitieniveau, hangt de ontwikkeling van de financiële ruimte ook af van de keuze van het bestuur om, na vrijval van leningen, de participantenbijdrage op hetzelfde niveau door te zetten of de participantenbijdrage te verlagen naar het niveau van 2004 met indexering. Als de participantenbijdrage op het huidige niveau wordt doorgezet dan kan de ontstane financiële ruimte worden benut voor het structureel oplossen van de onderhoudssituatie. Indien er door het bestuur wordt gekozen voor het verlagen van de participantenbijdrage, dan zal deze ruimte zeer beperkt zijn. De ontwikkeling van de financiële ruimte voor de vier scenario’s kan dan als volgt in beeld gebracht worden, waarbij onderscheidt gemaakt wordt tussen a) participantenbijdrage op het huidige niveau doorzetten, en b) participantenbijdrage verlagen naar het niveau van 2004. Totale inkomsten bij gelijke participantenbijdrage
Extra financiële ruimte in programma
450000 400000 350000 300000
Benodigd voor duurzaam beheer
250000 200000 150000 Inkomsten scenario 0
100000
Inkomsten scenario 1
50000
Inkomsten scenario 2 Inkomsten scenario 3
20 23
20 19 20 21
20 07 20 09 20 11 20 13 20 15 20 17
0
Totale inkomsten bij verlagen participantenbijdrage
400000 350000 300000
Benodigd voor duurzaam beheer
250000 200000 150000
Inkomsten scenario 0
100000
Inkomsten scenario 1 Inkomsten scenario 2
50000
Inkomsten scenario 3
20 23
20 19 20 21
20 13 20 15 20 17
0
20 07 20 09 20 11
Extra financiële ruimte in programma
450000
Pagina 19 van 23
Ontwikkelingsvisie Alkmaarder- en Uitgeestermeer, 9 april 2008
3.4 Voorgestelde keuzes De visie, zoals hierboven beschreven, beoogt het beleid van het recreatieschap te actualiseren en beschrijft de voorgestelde ontwikkelingsrichting van het recreatiegebied. Voorop in de visie staat behoud van het laagdrempelige karakter van het recreatiegebied en behoud van natuur en landschap. Naast investeringen in de kwaliteit van het gebied is een belangrijke vraag in welke mate er ruimte moet worden geboden voor nieuwe ontwikkelingen, waarin ook private partijen een rol kunnen spelen. In deze visie zijn een aantal scenario’s opgenomen waarin de mate van ambitie van het recreatieschap wordt aangegeven, waarbij in scenario 0 ervan wordt uitgegaan dat het huidige kwaliteitsniveau wordt gehandhaafd en geen nieuwe ontwikkelingen worden toegestaan. De scenario’s 1, 2 en 3 geven in verschillende mate ruimte voor nieuwe recreatieve ontwikkelingen, groei in aantal bezoeken in combinatie met een goede waardering van het gebied en positionering van het recreatiegebied als watersporthart van de regio. Het gewenste beeld is dat van een recreatiegebied dat is geconcentreerd op recreatie op, in en aan het water. Alles met betrekking tot het watersportproduct is er te vinden. Daarnaast is er voldoende gelegenheid om van de rust, ruimte en cultuurhistorie te genieten in de uitgestrekte veenweidelandschappen en in de groene stadsrand. Deze ontwikkelingsrichting valt voor een belangrijk deel samen met de ambitie om een gezonde financiële basis te leggen onder het duurzaam beheer en de instandhouding van het recreatiegebied. Om dit te kunnen bereiken worden de volgende twee samenhangende keuzes voorgesteld: 1. de participantenbijdrage op het huidige niveau in stand te houden, met jaarlijkse correctie voor inflatie. De bijdrage bevindt zich tijdelijk op een verhoogd niveau vanwege een inhaalslag in de onderhoudssituatie van het recreatiegebied. Dit betekent dat wordt afgezien van de verlaging die vanaf 2011 was voorzien. 2. te kiezen voor een gematigde inkomstenontwikkeling (scenario 2) Het meest extreme scenario, waarbij maximaal wordt ingezet op inkomstenverwerving, is niet wenselijk. Om de ambitie waar te maken is het van belang dat het recreatieschap ook bij de uitwerking van de visie de dialoog zoekt met ondernemers, recreanten en omwonenden.
Pagina 20 van 23
Ontwikkelingsvisie Alkmaarder- en Uitgeestermeer, 9 april 2008
4. Het proces 4.1 Communicatietraject en vaststelling van de visie De methodiek die is neergezet in de overkoepelende visie voor de recreatiegebieden in Noord-Holland leent zich voor een interactieve aanpak waarin, bij de uitwerking op gebiedsniveau, de bestuurders, ondernemers en recreanten (gebruikersplatform) kunnen worden betrokken. Verwacht eindresultaat is een Ontwikkelingsvisie Alkmaarder- en Uitgeestermeer, die wordt gedragen door ondernemers, recreanten en lokale overheden en die goed communiceerbaar is. De visie is sinds het tweede kwartaal 2006 in nauw overleg met de ambtelijke adviescommissie en het bestuur van het recreatieschap tot stand gekomen. Op 6 juni 2007 is de visie door het bestuur van het recreatieschap in concept vastgesteld. In september en november van 2007 zijn er informatieve bijeenkomsten georganiseerd voor de raden en staten van de deelnemers van het recreatieschap en voor belangstellenden. Daarnaast zijn verschillende gesprekken gevoerd met ondernemers in het gebied en met de Stichting tot behoud van de natuur en cultuurhistorische waarden in de Alkmaardermeeromgeving. Het is voor het recreatieschap van groot belang dat zij kennis heeft genomen van de zienswijzen van de belanghebbende partijen. Er blijkt over het algemeen een goed draagvlak te zijn voor de visie. De ingebrachte zienswijzen en standpunten hebben niet geleid tot bijstelling van de tekst van de concept visie. Vervolgens zijn in de periode januari – maart 2008 de raden en staten in de gelegenheid gesteld te reageren op de concept Ontwikkelingsvisie. Er is alleen een reactie van de provincie Noord-Holland ontvangen. Dit heeft niet geleid tot bijstelling van de tekst van de concept visie. Naar verwachting zal de visie op 5 juni 2008 definitief worden vastgesteld. De volgende paragraaf gaat kort in op het operationaliseren van de Ontwikkelingsvisie nadat de visie definitief is vastgesteld.
4.2 Voortschrijdend meerjarenbeleid Het recreatieschap hanteert een voortschrijdend meerjarenbeleid. Dit betekent dat de uitgangspunten van het financieel beleid jaarlijks worden herijkt, rekening houdend met actuele ontwikkelingen.
In de begroting worden de uitgangspunten van de komende periode van 5 jaar opgenomen. De visie is hieraan complementair, hierin wordt de inhoudelijke koers op middellange termijn vastgelegd; De visie wordt weer geoperationaliseerd met projecten. De visie geeft globaal ontwikkelingslocaties aan, waar projecten kunnen worden ontwikkeld; In een vervolgtraject zal een concrete invulling worden gegeven aan de ontwikkelingslocatie. Per locatie zal, in afstemming met gemeente en andere betrokkenen, een programma van eisen worden opgesteld.
Figuur 6 geeft schematisch het operationaliseren van de ontwikkelingsvisie aan. De uitvoering van de projecten wordt in de visie niet in detail vastgelegd. Hiervoor wordt een projectenlijst opgesteld die jaarlijks bij de begroting wordt bijgesteld. Pagina 21 van 23
Ontwikkelingsvisie Alkmaarder- en Uitgeestermeer, 9 april 2008
Fig 6. Operationaliseren van de Ontwikkelingsvisie
4 scenario’s visie ontwikkelingslocaties
programma van eisen per locatie
operationaliseren
project
Op deze manier ontstaat een nieuwe complementaire set van sturingsinstrumenten, zoals schematisch is weergegeven in figuur 5.
Fig. 7. Bedrijfsplan wordt vervangen door nieuwe sturingsinstrumenten
Voortschrijdend meerjarenbeleid Bedrijfsplan
Ontwikkelingsvisie (in concept) Projectenlijst (in voorbereiding) Communicatieplan (in voorbereiding)
Pagina 22 van 23
Ontwikkelingsvisie Alkmaarder- en Uitgeestermeer, 9 april 2008
Pagina 23 van 23